P R O G R A M M A R E K E N I N G
2
0
1
2
P R O G R A M M A R E K E N I N G 2 0 1 2
I N H O U D S O P G A V E 1. AANBIEDINGSBRIEF
5
2. LEESWIJZER
11
3. DE PROGRAMMA'S
14
1. Publieksdiensten
15
2. Zorg en welzijn
19
3. Wonen
34
4. Milieu
39
5. Bereikbaarheid
43
6. Beheer openbare ruimte
50
7. Ruimtelijke ordening
56
8. Veiligheid
64
9. Educatie
72
10. Economie
79
11. Actief in de stad
85
12. Werk en inkomen
92
13. Bestuur en concern
102
4. ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN
106
5. HET FINANCIEEL RESULTAAT 2012
112
6. DE PARAGRAFEN
118
1. Lokale heffingen
118
2. Weerstandsvermogen en risico's
122
3. Onderhoud kapitaalgoederen
135
4. Grondbeleid
139
5. Financiering
143
6. Bedrijfsvoering
144
7. Verbonden partijen
151
7. BALANS EN TOELICHTING
154
1. Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling
154
Balans per 31 december 2012
162
Toelichting op de balans 31 december 2012
164
BIJLAGEN Bijlage I Portefeuilleverdeling
173
Bijlage II Overzicht baten en lasten per programma- en beleidsveld
174
Bijlage III Sisa
176
Bijlage IV Overzicht reserves en voorzieningen
177
Bijlage V Overzicht afgesloten kredieten
191
Bijlage VI Overzicht niet afgesloten kredieten
195
Bijlage VII Kerngegevens Purmerend
199
Bijlage VIII Controleverklaring
202
3
Programmarekening 2012 |
Bijlage IX Verslag Auditcommissie
4
Programmarekening 2012 |
203
1
A A N B I E D I N G S B R I E F Geachte leden van de gemeenteraad, Met genoegen bieden wij u hierbij de programmajaarrekening 2012 aan. Met de programmarekening biedt ons college u de verantwoording aan over het gevoerde beleid en financiële resultaten over het jaar 2012. In deze brief lichten wij de belangrijkste ontwikkelingen en besluiten toe: • het financieel resultaat; • de hoofdpunten van de inhoudelijke verantwoording; • het voorstel voor de resultaatsbestemming; • behandelingsprocedure van de jaarstukken. HET FINANCIEEL RESULTAAT Er is hard gewerkt en er zijn veel resultaten gehaald, ondanks de economische malaise die mede de gemeentelijke financiele huishouding nu al een aantal jaar teistert. In financiele zin sluit de jaarrekening af met een voordelig saldo van 7,2 miljoen. Het saldo is samengesteld uit het resultaat uit de programma's (€ 2,6 miljoen voordelig), tezamen met de mutaties in de reserves (ad € 4,6 miljoen). Wij stellen u voor na resultaatsbestemming (per saldo € 0,2 miljoen), 7 miljoen te doteren aan de algemene reserve, waardoor het niveau van de algemene reserve stijgt naar ruim 15 miljoen. HOOFDPUNTEN VAN DE INHOUDELIJKE VERANTWOORDING Wij sommen onderstaand een aantal van de prestaties en gebeurtenissen uit het afgelopen jaar op: Fysieke domein Woningen, kantoren en projectontwikkeling We merken dat de economische situatie effect heeft op verschillende programma's. In Programma 1 zien we dat er € 443.000 lagere baten zijn ontvangen op leges omgevingsvergunningen, omdat er minder vergunningen worden aangevraagd. Door de economische crisis, de affaire Vestia en de hoge eisen die banken stellen aan een hypotheek blijkt uit programma 3 dat er beduidend minder woningen zijn gebouwd dan oorspronkelijk was gedacht. In de bestaande bouw zijn wel woningen beschikbaar gekomen door de verkoop van sociale huurwoningen. De cijfers zijn nog niet exact bekend, ca. 80 woningen. De variatie in de 82 woningen die zijn opgeleverd is wel groot. Het gaat om eengezinswoningen, appartementen, koopwoningen en huurwoningen in Wheermolen-West, Weidevenne en de Binnenstad. Verder wordt in pogramma 7 gerapporteerd dat de verkoop van niet-strategisch vastgoed door de gemeente trager is gegaan dan was gepland. Enkele binnenstedelijke projecten zijn vertraagd en nog niet opgeleverd. Voor de groei van de kantorenmarkt was in programma 10 een prestatie-indicator opgenomen van een groei van 3.300 m2 per jaar, een prestatie die in de gegeven economische omstandigheden te ambitieus is. Om aan te sluiten bij vraaggestuurd bouwen is voor de Kop van West 'organische gebiedsontwikkeling' in voorbereiding genomen. Verder is flinke inzet gepleegd om woon-
5
Programmarekening 2012 | Aanbiedingsbrief
zorgcomplex Genuahaven daadwerkelijk te realiseren en om de (energie)transitie van Stadsverwarming Purmerend met o.a. de Biowarmtecentrale te faciliteren. Verkeer en vervoer De principe-discussie over de verkeerscirculatie rond de binnenstad is in 2012 afgerond. De herbezinning op de ambities voor parkeren in de binnenstad en de geplande parkeergarages is nog gaande. Wel is reeds duidelijk, dat 't Lammetje langer blijft staan dan de beoogde termijnvan 5 jaar. We hebben met subsidie van de Stadsregio Amsterdam 147 bushaltes toegankelijker gemaakt. Ze zijn naar 18 cm opgehoogd, waardoor een vrijwel gelijkvloerse instap wordt geboden. Ook zijn geleidelijnen aangebracht, voldoende perronbreedte en halteerlengte gerealiseerd, alsook het toevoegen van de mogelijkheid om fietsen te stallen. Een Dynamische Reizigers Informatie Systeem (DRIS) is ingevoerd, waarmee buspassagiers tijdens de reis over actuele reistijdinformatie op de halte beschikken. In Purmerend worden 73 haltepanelen geplaatst op de belangrijkste instaphaltes. De Stadsregio Amsterdam betaalt de investeringskosten. De Van IJsendijkstraat is heringericht met aparte fietsvoorzieningen en -last but not least- heeft Purmerend een markante brug binnen haar stadsgrenzen gerealiseerd, de Melkwegbrug. Schoon, heel en veilig In 2012 is een tussentijdse inventarisatie gedaan van het beeldkwaliteitsniveau van de verschillende beheerdisciplines. Hieruit bleek dat in de woonwijken het streefniveau wordt gehaald. Het hoge ambitieniveau voor het centrumgebied werd deels gehaald, maar de kwaliteit is toch nog voldoende tot goed te noemen. De groengebieden voldoen redelijk aan het streefniveau. grote investeringen zijn gedaan om het regenwaterriool af te koppelen van het vuilwaterriool. Hierdoor hoeft regenwater niet onnodig te worden gezuiverd. Sociale domein Het maatschappelijk beleidskader In programma 2 is het maatschappelijk beleidskader verder uitgevoerd. In het traject bezuinigen met beleid is aan het maatschappelijk veld gevraagd om zelf met voorstellen te komen over hoe de bezuinigingsopgave van € 1,2 miljoen op de maatschappelijke subsidies per 1 januari 2013 gerealiseerd kan worden. De gemeente heeft de maatschappelijke organisaties gevraagd dit in onderlinge samenhang per maatschappelijke opgave vorm te geven. Daarbij is gevraagd te onderzoeken of dubbelingen en overlap uit het aanbod kan worden gehaald, of innovatie in het aanbod mogelijk is, of voorzieningen wel voldoende effectief zijn en of de voorzieningen een bijdrage doen aan het vergroten van de zelfredzaamheid van de samenleving en haar burgers. In april 2012 is door de maatschappelijke partners een voorstel van bezuinigingsmaatregelen in het maatschappelijke domein voor € 1,2 miljoen gepresenteerd. Er zijn per maatschappelijke opgave verandervoorstellen en bezuinigingsmogelijkheden opgesteld. Wij zijn tevreden over het doorlopen proces en het resultaat van deze gezamenlijke inspanningen van het maatschappelijke veld. De instellingen en de gemeente willen de komende tijd werken volgens de opgebouwde samenwerkingsconstructie en zullen zoeken naar nieuwe manieren van subsidiëren, verantwoorden, samenwerken om de Purmerendse inwoners te ondersteunen om hun eigen leven vorm te kunnen geven. Drie decentralisaties
6
Programmarekening 2012 | Aanbiedingsbrief
Purmerend heeft een transitieteam opgezet om de decentralisatie Jeugdzorg gezamenlijk op te pakken met de Participatiewet, de decentralisatie van de AWBZ, het Passend Onderwijs en de WMO. Wijkgericht werken Ook het wijkgericht werken is veranderd: in 2012 zijn stappen gezet in de gemeentelijke organisatie om in haar inzet van werkzaamheden meer aan te sluiten bij wat er uit de wijken/buurten komt, en niet zozeer vanuit haar eigen planning en draaiboeken te werken. Overlegd is hoe we wat minder naar de letter van het handboek wijkgericht werken kunnen werken. Het college van B&W heeft in 2012 een visie opgesteld over de manier waarop de gemeente wil werken. Met de wijkkerngroepen is gesproken over de betekenis hiervan voor de wijkkerngroepen. Werk en inkomen Terwijl meer mensen een beroep moeten doen op ondersteuning door de gemeente voor inkomen en werk, zijn de hiervoor beschikbare middelen in deze periode afgenomen. Het WWB-uitkeringsbestand nam over 2012 toe van 1126 naar 1210. Het eerste halfjaar bleef het uitkeringsbestand redelijk stabiel. Over het gehele jaar werden 110 uitkeringen meer beëindigd, door inzet van Aanval op de bijstand. Zonder dit project was de groei dus veel hoger geweest. Vanaf juni 2012 is het uitkeringsbestand verder toegenomen. Naast de 'Aanval op de bijstand' is gekomen tot regionaal nieuwe samenwerkingsverbanden en verbindingen. Dit heeft geleid tot gecoördineerde werkgeversdienstverlening, die eind 2012 in een regionaal plan is neergelegd en van start is gegaan. Hierin werken de gemeenten met UWV en Baanstede aan verbetering van dienstverlening, gericht op resultaat voor de doelgroep. Dezelfde intensieve samenwerking speelt zich af op het terrein van Sociale Werkvoorziening. Verder is de samenwerking met netwerkpartners geïntensiveerd rond schuldhulpverlening, taaltraining en activering van mensen in de uitkering. Sport en cultuur Een belangrijke ontwikkeling in 2012 was het besluit van de raad tot het bouwen van een nieuwe multifunctionele sporthal. De Muziekschool zal als gevolge van de maatschappelijke opgave zich transformeren naar een instelling die vooral in het basisonderwijs actief is. Ook de podia hebben last van crisis gehad: P3 zal het jaar afsluiten met een hoger tekort dan de prognose, welk tekort de organisatie overeenkomstig de gemaakte afspraken in 2013 binnen eigen middelen zal moeten opvangen. Veiligheid Prioriteit kregen de Top X en (onder andere) jeugdcriminaliteit, overvallen en woninginbraken. Binnen het programma veiligheid sluiten wij nu aan op het al operationeel zijnde systeem "Mens Centraal". Hiermee kunnen groepen jongeren worden vastgelegd en gevolgd. Om overlastgevend gedrag van met name jongeren door alcoholgebruik tegen te gaan, zijn inmiddels gebieden aangewezen waar het gebruik van alcohol verboden is. Tot slot is het vermeldenswaard dat met de introductie van het Team Buurt Toezicht maatwerktoezicht op hangplekken buiten kantooruren mogelijk is geworden.
7
Programmarekening 2012 | Aanbiedingsbrief
HET FINANCIEEL RESULTAAT Het uiteindelijk financieel resultaat voor 2012 komt uit op € 7,2 miljoen voordelig. Dit is € 2,1 miljoen meer dan geraamd in de derde bestuursrapportage 2012. De opbouw van het rekeningresultaat 2012 is als volgt: Alle programma's
2,796 miljoen
voordelig
Algemene dekkingsmiddelen
0,162 miljoen
nadelig
Resultaat voor bestemming
2,633 miljoen
voordelig
Hogere onttrekking en toevoeging aan de 4,611 miljoen
voordelig
reserves Rekeningresultaat voor 2012
7,244 miljoen
voordelig
Hieronder worden de belangrijkste afwijkingen per programma en de algemene dekkingsmiddelen samengevat die het voordelig rekeningresultaat van € 7,2 miljoen verklaren. Alle afwijkingen groter dan € 100.000 zijn ook opgenomen in de financiële toelichtingen per programma. De voordelige bestemmingen van de reserves van € 4,6 miljoen wordt verder toegelicht in het hoofdstuk financieel resultaat.
8
Programmarekening 2012 | Aanbiedingsbrief
Belangrijkste afwijkingen bijgestelde begroting en rekening 2012 per programma (x € 1.000) Programma
Bedrag
01. Publiekdienstverlening - Lagere baten omgevingsvergunningen - Hogere baten diverse leges (o.a. uittreksels, verklaringen, reisdocumenten)
-443 103
02. Zorg en welzijn - Lagere lasten wijkmanagement/ontwikkeling - Lagere lasten en baten transisties Awbz en jeugdzorg, per saldo
172 70
- Lagere lasten individuele voorzieningen Wmo
178
- Lagere lasten maatschappelijke dienstverlening
258
03. Wonen - Lagere lasten aanpassingen woonwagenterreinen en opplussen
251
04. Milieu - Lagere lasten milieubeheer en afvalinzameling
136
05. Bereikbaarheid - Lagere uitvoeringskosten voor het project Toegankelijkheid Bushaltes
190
- Lagere onderhoudskosten van fietsenstallingen, garages en overig verkeersmeubilair.
263
06. Beheer openbare ruimte - Lagere onderhoudskosten vertraging werkzaamheden (incl. gemeentelijke watertaken) 07. Ruimtelijke ordening
759 -
- Lagere opbrengsten verkoop vastgoed
-588
- Hogere lasten inzet ambtelijk apparaat
-181
- Verliesneming NIEGG's
-532
08. Veiligheid - Lagere kosten handhaving in de openbare buitenruimte zijn
95
09. Educatie - Lagere lasten voor huisvestingskosten onderwijsgebouwen en organisatie
188
- Lagere lasten kinderopvang, achterstandenbeleid en onderwijsondersteunende activiteiten
388
11. Actief in de stad - Lagere beheerslasten welzijnsgebouwen
190
- Lagere uitgaven kunst en cultuur
189
12. Werk en inkomen - Hogere baten afrekening inburgering
570
- Lagere doorbelasting personeelskosten
390
- Lagere lasten en baten aanval op de bijstand en project jeugdwerkloosheid
551
13. Bestuur en Concern - Hogere kosten pensioen en wachtverplichtingen
-263
Algemene dekkingsmiddelen - Lagere baten onderuitputting Rijk (gemeentefonds) Overig (niet verklaard, zie programma's)
-450 149
Totaal programma's (afgerond)
2.633
Netto mutaties reserves
4.611
Te bestemmen resultaat voordelig rekening 2012
7.244
RESULTAATBESTEMMING Het resultaat uit exploitatie na bestemming bedraagt € 7.244.481 voordelig. In de programmarekening wordt voorgesteld een deel van het financieel resultaat specifiek als volgt te bestemmen: • het vormen van een bestemmingsreserve beheer openbare ruimte voor € 507.000 inzake niet uitgevoerde onderhoudswerkzaamheden;
9
Programmarekening 2012 | Aanbiedingsbrief
• een bestemmingsreserve voor de sanering van asbest voor € 400.000; • een dotatie aan de bestemmingsreserve afboeking voormalige onderwijspanden voor € 125.000. Doordat al in 2012 een aantal panden zijn afgeboekt is het restant van de bestemmingsreserve niet meer toereikend. In de derde bestuursrapportage is dit gemeld, maar niet vertaald in een begrotingswijziging; • een onttrekken aan de reserve gronden van € 531.000 in verband met de afboekingen op NIEGG's ten laste van het resultaat 2012. Deze onttrekking is niet specifiek begroot en moet daarom expliciet door uw raad worden goedgekeurd; • nieuwe inzichten hebben aangetoond dat de gelden die zijn gereserveerd voor de infrastructuur Gorslaan/Jaagweg € 300.000 te hoog zijn ingeschat. Voorgesteld wordt om dit bedrag uit de bestemmingsreserve Gorslaan/Jaagweg te laten vrijvallen. Samengevat ziet de resultaatbestemming er als volgt uit: Resultaat voor bestemming (in €)
7.244.481
Voorgestelde bestemming resultaat:
Programmanummer en omschrijving
Toevoeging bestemmingsreserve Beheer openbare ruimte
06. Beheer openbare ruimte
Onttrekking bestemmingsreserve Gorslaan/Jaagweg
06. Beheer openbare ruimte
Toevoeging bestemmingsreserve Sanering asbest
07. Ruimtelijke Ordening
-400.000
Toevoeging bestemmingsreserve Af te stoten panden
07. Ruimtelijke Ordening
-125.000
Onttrekking bestemmingsreserve Gronden
07. Ruimtelijke Ordening
Saldo voorgestelde mutaties rekening 2012
-507.000 300.000
531.000 -201.000
Toevoeging Algemene reserve na resultaat bestemming
7.043.481
Na deze resultaatbestemming resteert een voordelig saldo van € 7.043.481. Voorgesteld wordt om dit bedrag toe te voegen aan de algemene reserve. Na resultaatbestemming bedraagt de algemene reserve € 15.448.438. BEHANDELINGSPROCEDURE VAN DE JAARSTUKKEN De programmarekening is op 29 maart in concept aangeboden aan de auditcommissie en de accountant. De accountant is medio maart gestart met de controle. Op 17 juni 2013 spreekt de auditcommissie met de portefeuillehouder en de accountant over de bevindingen van de accountant. Vervolgens wordt de programmarekening voorzien van een controleverklaring van de accountant. Met de controleverklaring en het verslag van de auditcommissie kan de programmarekening worden besproken en vastgesteld in de raadsvergadering van 27 juni 2013. Het college van burgemeester en wethouders Gemeente Purmerend. De secretaris,
De burgemeester,
Drs. M.J.H. Smulders
Mr. D. Bijl
10
Programmarekening 2012 | Aanbiedingsbrief
2
L
E
E
S
W
I
J
Z
E
R
HOOFDSTUKINDELING Voorliggende Programmarekening 2012 van de gemeente Purmerend is opgesteld volgens de voorschriften in het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). Achtereenvolgens komen aan de orde: • de aanbiedingsbrief van het college van B&W; • de verantwoording van de programma’s; • het resultaat 2012; • de verplichte paragrafen bij de programmarekening; • de balans per 31 december 2012 met toelichting; de controleverklaring; • het verslag en de aanbevelingen van de rekenkamercommissie en de reactie op de aanbevelingen van het college (na afronding werkzaamheden). In de bijlage treft u tenslotte aan: • de portefeuilleverdeling van het college van B&W; • de kerngegevens; • de SISA- verantwoording 2012; • het overzicht van reserves en voorzieningen; • het overzicht van in 2012 afgesloten kredieten en nog doorlopende kredieten. OPBOUW VAN DE HOOFDSTUKKEN De aanbiedingsbrief In de aanbiedingsbrief gaat het college kort in op een aantal in het oog springende resultaten in 2012 en de oorzaak van het financieel resultaat. Ook doet het college een voorstel aan de raad voor de bestemming van het resultaat. De verantwoording van de programma’s Per programma komt aan de orde: • de inleiding van het programma. Hierin staat kort het doel van het programma, zoals dit was verwoord in de begroting 2012; • wat willen we bereiken met het programma, ofwel de beoogde maatschappelijke effecten. In deze paragraaf is aangegeven wat Purmerend in de huidige bestuursperiode (2011-2014) wil bereiken met het betreffende programma. In 2012 zijn grotendeels geen realisatiecijfers voorhanden. In die gevallen waar wel in 2012 een meting is gehouden is een tabel opgenomen met in de eerste kolom de gerealiseerde maatschappelijke effecten 2012 en in de tweede kolom de vastgestelde normen /streefcijfers voor het einde van de bestuursperiode (2014). • wat hebben we gedaan om de gewenste maatschappelijke effecten te bereiken. In deze paragraaf is aangegeven welke prestaties voor 2012 zijn toegezegd en wat daarvan is gerealiseerd en niet (volledig) is gerealiseerd. Als bepaalde voor 2012 toegezegde acties en prestaties niet konden worden afgerond, wordt aangegeven wat hiervan de reden is en of de actie alsnog wordt uitgevoerd en afgerond. In bijlage VI treft u deze doorlopende acties compleet aan; • wat heeft het gekost. Deze paragraaf behandelt als eerste de lasten en baten per programma en de onderverdeling hiervan naar de afzonderlijke beleidsvelden. Daarna volgt een overzicht van de reserves, voorzieningen en bestedingen van ontvangen subsidies. Tot slot volgen de investeringen. Afwijkingen groter dan 50.000 euro ten opzichte van begroting 2012 worden toegelicht (in de afwijkingenkolom presenteren we begroting min realisatie).
11
Programmarekening 2012 | Leeswijzer
Het totaal overzicht van de investeringen is opgenomen in bijlage V. In de tabellen kunnen afrondingsverschillen zichtbaar zijn tussen de som van de afzonderlijke producten en het gehele programma. Algemene dekkingsmiddelen Dit hoofdstuk geeft een overzicht van de algemene dekkingsmiddelen, het betreft: • Lokale belastingen en heffingen; • Nog te bestemmen middelen (stelposten); • De uitkering uit het gemeentefonds; • Renteopbrengsten; • De baten en lasten die verbonden zijn aan financiële deelnemingen; • Incidentele baten en lasten met betrekking tot voorgaande jaren. Deze middelen kennen in tegenstelling tot heffingen als het rioolrecht of de afvalstoffenheffing geen vooraf bepaald bestedingsdoel. De niet vrij besteedbare heffingen worden, evenals de ontvangsten van de specifieke uitkeringen in de programma’s, waarvan ze voor een deel de kosten dekken, verantwoord. Het financiële resultaat 2012 Dit hoofdstuk geeft een samenvattend overzicht van de baten en lasten van de afzonderlijke programma’s en de algemene dekkingsmiddelen. Dit wordt het resultaat voor bestemming genoemd. Conform het BBV worden hierna de mutaties in de reserves gepresenteerd. Deze worden vergeleken met de mutaties zoals die zijn opgenomen in de begroting en de bijstellingen op de begroting die door de gemeenteraad zijn vastgesteld. Hierna resteert het zogenaamde resultaat voor bestemming. De gemeenteraad wordt voorgesteld aan dit bedrag een bestemming te geven. Dit resultaat krijgt een bestemming in de besluitvorming door de Raad bij de vaststelling van de programmarekening. De paragraaf eindigt met een beschrijving van de gebeurtenissen die zich hebben voorgedaan na balansdatum en niet zijn verwerkt in de programmarekening. De paragrafen In de paragrafen wordt verslag gedaan van het voorgenomen (financiële) beleid en de uitvoering daarvan. De balans en toelichting In dit hoofdstuk wordt allereerst uiteengezet welke waarderingsgrondslagen worden gehanteerd in Purmerend. Daarna volgt een beschrijving en toelichting van de afzonderlijke onderdelen van de balans en de mutaties die in 2012 zichtbaar zijn. DE CONTROLEVERKLARING Op deze plek wordt de verklaring van de accountant afgedrukt. In de verklaring geeft de accountant een oordeel over de getrouwheid en de rechtmatigheid van de zaken die in de programmarekening zijn opgenomen. Het oordeel van de accountant heeft betrekking op de volgende onderdelen: • wat heeft het gekost; • het resultaat; • de balans en de toelichting hierop.
12
Programmarekening 2012 | Leeswijzer
Het verslag van de auditcommissie De programmarekening en de controleverklaring worden gelezen en besproken door de auditcommissie. De commissie kan vragen stellen over de inhoud en bereidt de behandeling van de rekening door de gemeenteraad voor. Ten behoeve van de raadsvergadering reageert het college op de bevindingen en de aanbevelingen van de auditcommissie. Bijlagen In de bijlage(n) worden een aantal overzichten gegeven die deels verplicht zijn (SISA) en deels informatief voor de raad zijn. De bijlagen worden hier verder niet toegelicht.
13
Programmarekening 2012 | Leeswijzer
3
D E � P R O G R A M M A ' S 1. PUBLIEKSDIENSTEN
15
2. ZORG EN WELZIJN
19
3. WONEN
34
4. MILIEU
39
5. BEREIKBAARHEID
43
6. BEHEER OPENBARE RUIMTE
50
7. RUIMTELIJKE ORDENING
56
8. VEILIGHEID
64
9. EDUCATIE
72
10. ECONOMIE
79
11. ACTIEF IN DE STAD
85
12. WERK EN INKOMEN
92
13. BESTUUR EN CONCERN
14
Programmarekening 2012 | De programma's
102
P�r�o�g�r�a�m�m�a
1
P U B L I E K S D I E N S T E N Portefeuillehouder: R. Helm
Wat willen we bereiken met het programma Publieksdiensten Beoogd maatschappelijk effect beleidsveld 1.1 Publieksdienstverlening Wij willen graag dat onze burgers ons stadhuis zien als het loket waar alle overheidsinformatie digitaal en fysiek op een toegankelijke, betrouwbare en prettige manier te vinden is. Ook al liggen de regels voor de uitgifte van veel producten vast, de manier waarop we de producten uitgeven is voor de aanvrager belangrijk en maakt verschil uit voor de waardering van de burger voor zijn gemeente. In 2012 ligt de nadruk op het uitbreiden van digitale dienstverlening, het uitbreiden van de dienstverlening door het Klantcontactcentrum (KCC) en het organisatiebreed sturen op servicenormen door een kwaliteitshandvest. Het programmaplan Purmerend heeft Antwoord@ zorgt daarvoor. Waar mogelijk betrekken wij burgers hierbij door onderzoek, zoals bij de vernieuwing van onze website. Wij willen bereiken dat burgers tevreden zijn over onze producten en diensten en de service die daarbij geleverd wordt. Daarbij streven we naar grotere tevredenheid over afhandeling van vragen via telefoon, post en e-mail.
Wat hebben we daarvoor in 2012 gedaan 1.1 Beleidsveld Publieksdienstverlening 1.1.1 Prestatieveld Purmerend heeft antwoord Werkdoel Het verbeteren van de dienstverlening aan onze burgers. Om dit doel te bereiken verbeteren we organisatiebreed op drie sporen: het uitbreiden van onze digitale dienstverlening in combinatie met een efficiëntere inrichting van de werkprocessen, het steeds meer en zoveel mogelijk direct afhandelen van burgervragen door het KCC en een vergroting van het bewustzijn in de organisatie om tijdig en correct telefoongesprekken en post/e-mailverkeer af te handelen. Kernprestaties 1.1.1.1 Uitbreiding digitaal loket; 1.1.1.2
15
Verhogen telefonische bereikbaarheid;
Programmarekening 2012 | De programma's
1.1.1.3
Verbeteren afhandeltermijnen post en e-mail;
1.1.1.4
Diverse werkprocessen die zorgen voor belangrijke diensten voor de burger worden verbeterd en daardoor verkort.
Prestatie-indicatoren Dienstverlening
Toezeggingen 2012
Resultaten 2012
% van alle binnenkomende telefoongesprekken op het centrale nummer 452452 (KCC) waarvan de telefoon binnen 20 sec. wordt opgenomen
80%
86%
% van binnenkomende telefonische vragen dat direct door KCC wordt afgehandeld
60%
60%
% van telefonisch binnenkomende gesprekken voor afdelingen dat binnen 30 sec. wordt opgenomen
80%
% klanten dat 15 minuten of korter heeft moeten wachten voor een balie op het gemeenteplein Resultaat op audits basisregistraties GBA en BAG (betrouwbaarheid persoons- en woonobjectadministratie) % WOZ -bezwaarschriften afgehandeld voor 1 oktober
80%
80,5%
positief
geen audits in 2012
90%
90%
% toegewezen WOZ-bezwaren
35%
50%
Kwaliteitshandvest servicenormen (o.a. voor post en e-mail)
2012
in voorbereiding
24
24
Aantal verbeterde werkprocessen (uit: Purmerend heeft Antwoord@)
Toelichting Het centrale nummer 452452 is 100% bereikbaar. Audits basisregistraties: de in 2012 verwachte audit GBA is niet uitgevoerd omdat het ministerie van BZK de audit GBA aan het herinrichten is. De 3-jaarlijkse audit BAG wordt uitgevoerd in november 2013. Kwaliteitshandvest: de gemeentelijke organisatie bereidt dit handvest voor door onder meer de verwachtingen van bezoekers en bewoners van de dienstverlening van de gemeente hierin te verwerken. Het handvest zal in 2013 gereed zijn. Toegewezen WOZ-bezwaren: in 2012 zijn 23319 WOZ-beschikkingen 2012 verstuurd. Het aantal ingediende WOZ-bezwaren is beduidend minder dan in 2011 (541 t.o.v. 851) door verbetering van de brongegevens in de basisregistraties BAG en WOZ. Het percentage geheel of gedeeltelijk toegewezen bezwaren is toegenomen, in 2012: 50%, in 2011: 41%. Bij een daling van het aantal bezwaren kan het percentage toegewezen bezwaren hoger worden omdat er altijd een onvolkomenheid in de waarderingssystematiek kan optreden. 1.1.2 Prestatieveld Omgevingsvergunning onderdeel bouwen Werkdoel Het toetsen van bouwplannen, toezicht houden hierop en op illegale bouwactiviteiten. Het handhaven en optreden tegen afwijkingen van verleende bouwtoestemmingen en de regelgeving op ruimtelijk gebied. Vanaf 1 januari 2012 is bij de toetsing, het toezicht en de handhaving het nieuwe Bouwbesluit 2012 toegepast waarin bouwtechnische eisen en eisen met betrekking tot brandveilig gebruik zijn vastgelegd.
16
Programmarekening 2012 | De programma's
Kernprestaties Beoordeling en afhandeling omgevingsvergunningen volgens geldende normen. Toezicht op en handhaving van verleende omgevingsvergunningen.
Prestatie-indicatoren Omgevingsvergunningen
Toezeggingen 2012
Resultaten 2012
% bouwtoestemmingen dat is verleend volgens wettelijke normen (aantal toestemmingen in 2012: 281 omgevingsvergunningen en 51 sloopmeldingen)
98%
99%
% handhavingsprocedures met veiligheidsaspecten uitgevoerd conform handhavingsbeleidsplan bouwen (kengetallen 2012: 18 waarschuwingsbrieven, 48 voornemens dwangsom, 5 formele dwangsombesluiten en 10 formele bestuursdwangbesluiten)
98%
100%
Toelichting: Voor een aantal grote projecten waarvoor de beschikking is afgegeven, geldt dat door de aanvrager bezwaar is ingediend tegen de hoogte van de opgelegde leges omgevingsvergunningen 2010, 2011 en 2012. In totaal gaat het om een bedrag van 1,2 miljoen.De aanvrager is begin 2013 in beroep gegaan tegen de uitspraak waarin het bezwaarschrift ongegrond is verklaard. Als het beroep wordt gehonoreerd loopt de gemeente het risico het volledige bedrag te moeten terug betalen.
Wat heeft het gekost in 2012 (bedragen x € 1.000)
Realisatie 2011 Begroting 2012 Begroting 2012 primitief bijgesteld
Realisatie 2012
Afwijking
Lasten
-7.479
-7.306
-7.770
-7.743
-27
Baten
4.176
3.661
3.567
3.200
367
Saldo
-3.303
-3.645
-4.203
-4.544
340
Realisatie 2012
Afwijking
-7.743
-27
Het programma Publieksdiensten heeft per saldo een nadeel van € 340.000. Dit wordt veroorzaakt door € 27.000 lagere lasten en € 367.000 lagere baten.
(bedragen x € 1.000)
Realisatie 2011 Begroting 2012 Begroting 2012 primitief bijgesteld
BV011 Publieksdienstverlening Lasten
-7.479
Baten
-7.306
-7.770
4.176
3.661
3.567
3.200
367
-3.303
-3.645
-4.203
-4.544
340
EXPLOITATIE Het nadeel op de lagere baten wordt voornamelijk veroorzaakt door: • € 40.000 hogere baten op de B.A.G. Dit betreft de afrekening met de regiogemeenten over 2011. Deze afwijking is incidenteel; • € 73.000 lagere baten op rijbewijzen als gevolg van minder aangevraagde rijbewijzen; • € 40.000 hogere baten op reisdocumenten. Kinderen tot 12 jaar mogen niet meer bijgeschreven staan op het paspoort van de ouders maar moeten een eigen reisdocument hebben. Deze afwijking is incidenteel; • € 9.000 hogere baten op uittreksels en verklaringen. Deze afwijking is incidenteel; • € 19.000 hogere baten op incassovergoeding bij dwanginvorderingen (belastingen). Vanwege de slechte economische situatie wordt er slechter betaald. • € 443.000 lagere baten op leges omgevingsvergunningen. Vanwege de slechte economische situatie worden er minder vergunningen aangevraagd.
17
Programmarekening 2012 | De programma's
• € 39.000 hogere baten voor leges APV en bijzondere wetten. Dit heeft te maken met de actualisatie van de drank- en horecavergunningen in het kader van de nieuwe Drank- en Horecawet. Deze afwijking is incidenteel. RESERVES (Bedragen x € 1.000)
Ultimo 2011
Bestemmingsreserve Wabo Egalisatiereserve omgevingsvergunningen Saldo
Dotatie 2012
Onttrekking 2012
Ultimo 2012
52
-
52
-
319
319
-
52
319
371
-
Bestemmingsreserve Wabo Het bedrag van € 52.000 is in 2012 ingezet voor de verdere digitalisering van de Wabo. Egalisatiereserve omgevingsvergunningen Bij de resultaatsbestemming 2011 is € 319.000 aan deze reserve toegevoegd. Dit bedrag is in 2012 ingezet ter dekking van het exploitatietekort. VOORZIENINGEN Er zijn geen voorzieningen die tot dit programma behoren. INVESTERINGEN Er zijn geen afwijkingen te melden.
18
Programmarekening 2012 | De programma's
-
P�r�o�g�r�a�m�m�a
2
Z O R G � E N � W E L Z I J N Portefeuillehouders: G. Nijenhuis en R. Helm
Wat willen we bereiken met het programma Zorg en welzijn Het programma Zorg en Welzijn is onderverdeeld in drie beleidsvelden. Per beleidsveld is aangegeven welk effect we hiermee in de samenleving willen bereiken. Beoogd maatschappelijk effect beleidsveld 2.1 Preventieve gezondheidszorg Purmerend is een stad met gezonde leefomstandigheden en stelt inwoners in staat om er een gezonde leefstijl op na te houden. De gezondheidsvoorzieningen zijn van goede kwaliteit. Beoogd maatschappelijk effect beleidsveld 2.2 Maatschappelijk ondersteuning In principe lossen Purmerenders hun eigen problemen op. Ook doelgroepen in kwetsbare situaties zijn in staat hun eigen problemen op te lossen en volwaardig te participeren in de samenleving. Indien nodig kunnen zij daarvoor een beroep doen op een kwalitatief goed, op de vraag afgestemd, betaalbaar, toegankelijk en gecoördineerd aanbod van collectieve ondersteuning en preventieve zorg. Voor de meest kwetsbare bewoners is een vangnet beschikbaar. Beoogd maatschappelijk effect beleidsveld 2.3 Samenleven in wijk en buurt Purmerenders voelen zich verantwoordelijk voor en zijn betrokken bij hun woon- en leefomgeving. Er is een grote bereidheid onder de bewoners om zelf initiatieven te nemen en - op vrijwillige basis - activiteiten te ontplooien die erop gericht zijn de eigen woon- en leefomgeving te verbeteren en de sociale samenhang te vergroten. Bewoners worden daarbij, waar nodig, ondersteund door de gemeente. Wij betrekken bewoners, bedrijven en instanties bij voorgenomen plannen in het kader van de wijkontwikkeling. De inwoners zijn tevreden over de leefbaarheid in hun wijk: de sociale samenhang, het fysieke onderhoud, de veiligheid en de aanwezige voorzieningen.
Effectindicatoren Zorg en Welzijn
2012
2015
Maatschappelijke ondersteuning:
83%
≥ 72%
% van de gebruikers vindt dat de ondersteuning/het hulpmiddel bijdraagt aan het zelfstandig kunnen blijven wonen
19
Programmarekening 2012 | De programma's
Effectindicatoren Zorg en Welzijn
2012
2015
% van de gebruikers vindt dat de ondersteuning/het hulpmiddel bijdraagt aan het kunnen blijven meedoen aan de maatschappij
81%
≥ 70%
Rapportcijfer over aanvraagprocedure Wmo-voorzieningen
7.5
≥7
Rapportcijfer uitvoering huishoudelijke hulp
7.9
≥ 7,5
% tevreden over telefonische bereikbaarheid van huishoudelijke hulp
93%
≥ 89%
% tevreden over vervanging bij ziekte bij huishoudelijke hulp
86%
≥ 82%
Rapportcijfer uitvoering overige individuele voorzieningen
7.5
≥ 7,5
Rapportcijfer collectief vervoer
7.4
≥7
Wat hebben we daarvoor in 2012 gedaan In het traject bezuinigen met beleid is aan het maatschappelijk veld gevraagd om zelf met voorstellen te komen over hoe de bezuinigingsopgave van € 1,2 miljoen op de maatschappelijke subsidies per 1 januari 2013 gerealiseerd kan worden. De gemeente heeft de maatschappelijke organisaties gevraagd dit in onderlinge samenhang per maatschappelijke opgave vorm te geven. Daarbij is gevraagd te onderzoeken of dubbeling en overlap uit het aanbod kan worden gehaald, of innovatie in het aanbod mogelijk is, of voorzieningen wel voldoende effectief zijn en of de voorzieningen een bijdrage doen aan het vergroten van de zelfredzaamheid van de samenleving en haar burgers. In april 2012 is door de maatschappelijke partners een voorstel van bezuiniginsmaatregelen in het maatschappelijke domein voor € 1,2 miljoen gepresenteerd. Er zijn per maatschappelijke opgave verandervoorstellen en bezuinigingsmogelijkheden opgesteld. College van B&W en Raad zijn tevreden over het doorlopen proces en het resultaat van deze gezamenlijke inspanningen van het maatschappelijke veld. In de subsidiebeschikkingen voor 2013 zijn de bezuinigingsvoorstellen verwerkt. De realisatie van de bezuinigingsmaatregelen is in volle gang. De instellingen hebben per maatschappelijke opgave een samenwerkingsverband gevonden waarin verandertrajecten nader uitgewerkt worden. De instellingen en de gemeente willen de komende tijd werken volgens de opgebouwde samenwerkingsconstructie en zullen zoeken naar nieuwe manieren van subsidiëren, verantwoorden, samenwerken om de Purmerendse inwoners te ondersteunen om hun eigen leven vorm te kunnen geven. Overkoepelende kernprestatie 1. Beleidsvorming algemeen Zie hiervoor de tekst bij wat hebben we hiervoor gedaan. Prestaties zijn overkoepelende kernprestaties geweest. 2.1 Beleidsveld Preventieve gezondheidsbevordering 2.1.1 Prestatieveld Algemene gezondheidsbevordering Werkdoel Het bevorderen van gezondheid door het continu uitvoeren van samenhangende, collectieve, preventieve maatregelen (maatregelen gericht op het voorkomen van ziekten/aandoeningen/ problematiek) en het afstemmen daarvan met de curatieve gezondheidszorg (zorg gericht op het genezen/behandelen van ziekten/aandoeningen/problematiek). Centrale aspecten voor de uitvoering zijn: • inwoners in staat stellen gezonder gedrag en leefstijl te ontwikkelen;
20
Programmarekening 2012 | De programma's
• het bevorderen van gezondheid door gerichte maatregelen op het gebied van medische milieukunde, technische hygiënezorg en infectieziektebestrijding; • het bevorderen van de kwaliteit en continuïteit van de eerstelijnszorg in Purmerend door het faciliteren van de totstandkoming van samenwerkingsverbanden. Kernprestaties 2.1.1.1 Het evalueren van de met één jaar verlengde Nota Lokaal Gezondheidsbeleid 2008-2012; 2.1.1.2
Het stimuleren van afstemming en samenwerking binnen de eerstelijnsgezondheidszorg;
2.1.1.3
Het stimuleren en faciliteren van de realisatie van multifunctionele huisvesting van huisartsen.
Prestatie-indicatoren Algemene gezondheidszorg
Toezeggingen 2012
Resultaten 2012
vastgesteld
in concept gereed
Lokale uitwerking nieuwe nota landelijk gezondheidsbevordering
De nieuwe nota gezondheidsbevordering 2013-2016 is een lokale nota met een regionaal gedeelte. De portefeuillehouders gezondheidsbeleid in de regio Zaanstreek-Waterland zijn in december 2012 akkoord gegaan met het regionale gedeelte. Vaststelling van de nota is daarom opgeschoven naar het 2e kwartaal 2013 2.1.2 Prestatieveld Jeugdgezondheidsbevordering Werkdoel Het zodanig bewaken, beschermen en bevorderen van de gezondheid van jeugd (0-19 jaar) dat zij nu en in de toekomst een optimaal niveau van individueel en maatschappelijk functioneren kunnen bereiken. Het gaat bij de uitvoering om algemene, preventieve en wettelijke maatregelen. Centrale aspecten voor de uitvoering zijn: • het vroegtijdig signaleren van problemen met gezondheid en opvoeden op basis van de diverse contactmomenten met de betrokken instanties; • het ondersteunen van ouders/verzorgers bij het opvoeden en bevorderen van gezond gedrag van hun kinderen door advisering op basis van de diverse contactmomenten. Kernprestaties 2.1.2.1 Het verbeteren van de kwaliteit van de jeugdgezondheidszorg; 2.1.2.2
Het afstemmen van de jeugdgezondheidszorg met de jeugdzorg, het onderwijs en de maatschappelijke ondersteuning;
2.1.2.3
Het aanbieden van opvoedingsondersteuning.
Prestatie-indicatoren Jeugdgezondheidszorg Realiseren van Centra voor Jeugd en Gezin (CJG)
Toezeggingen 2012
Resultaten 2012
operationeel
operationeel en blijvend in ontwikkeling
2.2 Beleidsveld Maatschappelijke ondersteuning 2.2.1 Prestatieveld Preventieve jeugdzorg Werkdoel Het in een zo vroeg mogelijk stadium signaleren dat jeugdigen vastlopen in hun ontwikkeling en ontplooiing. Als vervolg hierop een doelgerichte, samenhangende aanpak stimuleren,
21
Programmarekening 2012 | De programma's
waarbij het gebruikmaken van de aanwezige eigen kracht en het sociale netwerk uitgangspunt is. Het doel van deze aanpak is te voorkomen dat jongeren niet meer meetellen en verder afglijden naar zwaardere problematiek. Centrale aspecten voor de uitvoering zijn: • het ombouwen van de versnipperde en complexe zorgstructuur naar een effectieve en eenduidige structuur en een sluitende zorgketen; • het vroegtijdig signaleren en adequaat doorgeven van risicovol gedrag van kinderen, kindermishandeling en overig huiselijk geweld aan Centrum Jeugd en Gezin (CJG) en/of Algemeen Meldpunt Kindermishandeling (AMK); • het bieden van gerichte hulp. Ouders met opvoedingsproblemen en betrokken kinderen worden actief geholpen met onder meer advies en goed onderbouwde en in de praktijk bewezen lichtpedagogische hulp (triple P-methode). Waar nodig wordt voorzien in een gecoördineerde aanpak van multiprobleemgezinnen. In de aanloop naar 2015, waarin alle jeugdzorgtaken, die nu nog vallen onder verantwoordelijkheid van het Rijk of provincies - bij ons: Stadsregio Amsterdam - worden gedecentraliseerd investeert Purmerend op verschillende niveaus. Purmerend heeft een transitieteam opgezet om de decentralisatie Jeugdzorg gezamenlijk op te pakken met de Wet Werken naar Vermogen/Participatiewet, de decentralisatie van de AWBZ, het Passend Onderwijs en de WMO. In de regio is er transitiemanagement met een nieuwe organisatiestructuur gecreëerd, waarin Purmerend zowel op bestuurlijk als op ambtelijk niveau acteert. Belangrijke regionale issues zijn o.a. hoe gaan we verwijzen, gaan we wel/niet indiceren, hoe gaan we lokaal en bovenlokaal vormgeven, gaan we inkopen en doen we dat wel of niet gezamenlijk. In de aanloop naar de decentralisatie jeugdzorg gaat Purmerend experimenteren (onder bevoegdheid van het Dagelijks Bestuur van de Stadsregio) met de overdracht van een klein stukje van het domein jeugdzorg: stand alone ambulante hulp. Purmerend zag hierin een goede kans om te gaan werken op de wijze zoals het College heeft vastgesteld, dat wil zeggen door een contextgedreven manier van werken. In 2012 is daartoe een start gemaakt met de "Pilot Rechtstreeks verwijzen ambulante jeugdzorg", waarvan de uitvoering in 2013 plaatsvindt. Kernprestaties 2.2.1.1
Voorbereiding transitie Jeugdzorg naar gemeente;
2.2.1.2
Realiseren van een gecoördineerde en samenhangende aanpak van alle ketenpartners jeugdzorg;
2.2.1.3
Het bevorderen van efficiënte en effectieve samenwerking tussen ketenpartners jeugdzorg en partners in de wijken, zoals scholen, politie en gemeente.
Prestatie-indicatoren Preventieve jeugdzorg Transitie jeugdzorg
22
Programmarekening 2012 | De programma's
Toezeggingen 2012
Resultaten 2012
voorbereiding
voorbereiding
Prestatie-indicatoren Preventieve jeugdzorg Ingebruikneming van de regionale verwijsindex en het hierop aansluiten ketenpartners zorg (Matchpoint)
Toezeggingen 2012
Resultaten 2012
beheer & doorontwikkeling
beheer en doorontwikkeling
2.2.2 Prestatieveld Zorg voor kwetsbare inwoners Werkdoel Het in een zo vroeg mogelijk stadium signaleren van crisissituaties en risicofactoren bij psychisch kwetsbare burgers. Als vervolg hierop de gevraagde en ongevraagde hulpverlening en ondersteuning coördineren. Doel hiervan is dat zij zo goed mogelijk maatschappelijk kunnen functioneren. Centrale aspecten van de uitvoering zijn: • preventieve zorgvoorzieningen in het kader van de openbare geestelijke gezondheidszorg en integrale (schuld)hulpverlening om uitsluiting en dakloosheid (huisuitzetting) te voorkomen; • verslavingszorg om verslaving aan alcohol, drugs en gokken zoveel mogelijk te voorkomen en te verminderen. Met name door informatie en - zo nodig - een gerichte aanpak om te voorkomen dat professionele begeleiding nodig is. Purmerend heeft hierin een centrumfunctie voor de regio Waterland; • maatschappelijke opvang als vangnet voor mensen die tijdelijk onderdak, begeleiding en advies nodig hebben. Daarvoor wordt tijdelijke huisvesting en begeleiding aangeboden. Purmerend heeft hierin een centrumfunctie voor de regio Waterland; • het bieden van informatie, ondersteuning en hulpverlening bij huiselijk geweld. Kernprestaties 2.2.2.1 Uitvoeren van de prestatie afspraken met het rijk; 2.2.2.2
Voorkomen van dakloosheid en het geven van een tweede kans na huisuitzetting;
2.2.2.3
De wachttijd voor cliënten voor de maatschappelijke opvang zover mogelijk terugdringen ( i.v.m. de gespannen woningmarkt is de ambitie realistisch bijgesteld van 3 maanden naar 6 maanden wachttijd);
2.2.2.4
Actieve signalering en gecoördineerde toeleiding naar zorg op maat van OGGZcliënten (Openbare Geestelijke Gezondheidszorg);
2.2.2.5
Bevorderen van afspraken tussen hulpverleningsorganisaties voor integrale hulpverlening aan kwetsbare inwoners in multiprobleemsituaties;
2.2.2.6
Voorkomen en zoveel mogelijk tegengaan van problematisch middelengebruik en verslavingsgedrag.
Prestatie-indicatoren Zorg voor kwetsbare inwoners Terugdringen wachttijd in de maatschappelijke opvang Terugdringen dakloosheid door huisuitzettingen
Toezeggingen 2012
Resultaat 2012
korter dan 6 maanden
3 tot 4 maanden
niet meer dan 22
14
Resultaat in 2012 ten opzichte van 2011 aan huisuitzettingen vanwege huurachterstanden: 3 minder ( 2011: 17) Wachttijd stand december 2012 : Drie tot vier maanden.
23
Programmarekening 2012 | De programma's
Aantal mannen op de wachtlijst: 4. Waarvan 2 op korte termijn kunnen worden opgevangen. Aantal vrouwen (met kinderen) op de wachtlijst: geen. De wachttijden zijn fors verminderd sinds in gebruikname van de nieuwe locatie aan de Riekstraat Bijzondere locatie de Gouw: De wachttijd hiervan betreft 8 maanden . De Gouw betreft een beperkt aantal plaatsen (16) elk voor één persoon, waar mensen worden geplaatst, waarvan de verwachting is, dat zij niet in combinatie met iemand anders in een huis met gezamenlijk gebruik van sanitair en keuken geplaatst kunnen worden. In mei 2013 wordt voor de gemeenteraad een presentatie gegeven over de stand van zaken maatschappelijke opvang, preventie dakloosheid en terugdringen van de wachttijd. 2.2.3 Prestatieveld Preventieve en collectieve voorzieningen Werkdoel Het aan ouderen en kwetsbare mensen met lichte beperkingen/problemen van diverse aard laagdrempelig aanbieden van tijdelijke ondersteuning en/of het gericht doorverwijzen naar gespecialiseerde hulpverlening of zorg. Dit om te voorkomen dat zij vereenzamen en/of hun zelfredzaamheid verliezen dan wel niet goed meer maatschappelijk kunnen functioneren en/of een beroep doen op zwaardere zorg of voorzieningen. Centrale aspecten van de uitvoering zijn: • het vergroten van het zelfoplossend vermogen en versterken van het eigen netwerk van kwetsbare mensen en het actief betrekken van de buurt hierbij (welzijn nieuwe stijl); • het bieden van goede voorliggende voorzieningen die ertoe leiden dat men langer zelfstandig kan wonen en dat er minder beroep wordt gedaan op (dure) individuele voorzieningen bij loket Wmo-loket; • het vergroten van het bereik van sociaalmaatschappelijke instellingen en vrijwilligersorganisaties die een aanbod hebben op het gebied van wonen, welzijn en gezondheid door het bieden van laagdrempelige informatie over beschikbare voorzieningen. Kernprestaties 2.2.3.1 Voorbereiden transitie extramurale voorzieningen dagbesteding en begeleiding vanuit de AWBZ; 2.2.3.2
Het signaleren van probleemsituaties en risicofactoren bij ouderen en kwetsbare groepen en het doorverwijzen naar adequaat aanbod;
2.2.3.3
Het organiseren en faciliteren van voorliggende en collectieve voorzieningen voor mensen met beperkingen;
2.2.3.4
Het geven van informatie, advies en ondersteuning aan ouderen en kwetsbare groepen bij specifieke vragen op het gebied van wonen, welzijn en zorg;
2.2.3.5
Het inzetten van informatie, advies en ondersteuning bij problemen op persoonlijk, relationeel, sociaalmaatschappelijk financieel en sociaaljuridisch vlak om mensen in hun eigen kracht te zetten.
Prestatie-indicatoren Dienstverlening (sociaal beleid) Transitie dagbesteding en begeleiding Aantal ouderen bezocht in het kader van Huisbezoek 75+
24
Programmarekening 2012 | De programma's
Toezeggingen 2012
Resultaat 2012
voorbereiding
voorbereiding
650
650
Prestatie-indicatoren Dienstverlening (sociaal beleid)
Toezeggingen 2012
Resultaat 2012
realisatie
realisatie
Methodiek welzijn nieuwe stijl doorvoeren in de maatschappelijke dienstverlening
De voorbereiding op de decentralisatie van taken uit de AWBZ is in volle gang, ondanks de onduidelijkheden vanuit de landelijkoverheid. De landelijke voorbereiding was enige tijd vertraagd rond de vorming van de nieuwe regering. 2.2.4 Prestatieveld Individuele voorzieningen Werkdoel Purmerenders met een lichamelijke beperking, met een chronisch psychisch probleem en/of met een psychosociaal probleem, krijgen ter compensatie van hun beperking de beschikking over of toegang tot voorzieningen of middelen die hen in staat stellen zelfstandig te (blijven) functioneren in het maatschappelijk leven. Concreet gaat het om hulp bij het voeren van een huishouden, aanpassingen in en om de woning, vervoer in en om huis en vervoer in de lokale omgeving. Centrale aspecten voor de uitvoering zijn: • een objectieve en zo onafhankelijk mogelijke indicatiestelling en besluitvorming over gevraagde voorzieningen; • keuzevrijheid en maatwerk waarbij, waar mogelijk, wordt gekozen voor een voorliggende en collectieve voorziening en, waar niet mogelijk, voor de goedkoopste compenserende voorziening; • voorzieningen verlenen volgens een kwaliteitsniveau, die voldoet aan de daarvoor gestelde normen en deze vastgelegde kwaliteit ook borgen. Het gaat daarbij om aspecten als kwaliteit en onderhoud van de verstrekte hulpmiddelen, kwaliteit van de huishoudelijke hulp, kwaliteit van het collectief vervoer, adequate vervanging bij ziekte bij huishoudelijke hulp. Kernprestaties 2.2.4.1 Uitvoeren van de voorgestelde maatregelen Wmo 2012 uit de kadernota 2012-2015; 2.2.4.2
Gekantelde dienstverlening invoeren, waarbij de vraag centraal staat en niet de aanvraag voor een voorziening.
Prestatie-indicatoren Individuele voorzieningen
Toezeggingen 2012
Resultaat 2012
Aantal ritten per maand met het aanvullend openbaar vervoer (2011: 7.588 ritten per maand)
7.650
7219
Aantal mensen dat hulp bij het huishouden krijgt (2011: 1.936)
2.030
1940
Aantal mensen aan wie een rolstoel is verstrekt (2011: 961)
1.075
936
715
650
Aantal mensen aan wie een scootmobiel is verstrekt (2011: 686)
De voorgestelde maatregelen uit de kadernota 2012 zijn gerealiseerd in 2012. In maart 2013 vindt een presentatie plaats.
25
Programmarekening 2012 | De programma's
2.2.5 Prestatieveld Informatie, advies en cliëntondersteuning Werkdoel Mensen die een beroep doen op maatschappelijke ondersteuning krijgen de informatie en adviezen die ze nodig hebben om goed maatschappelijk te functioneren. Ze worden bij het maken van keuzes daarin zo nodig begeleid en ondersteund. De informatieverstrekking, advisering en afhandeling van de aanvragen wordt vriendelijk, snel, vakkundig en proactief uitgevoerd. Centrale aspecten voor de uitvoering zijn: • cliënten kunnen bij loket Wmo-loket terecht en hoeven hun vraag maar eenmaal te stellen omdat, waar nodig, cliënten direct in contact worden gebracht met instellingen en organisaties die hulp verlenen ('warme overdracht'); • indicatiestelling, duur van de afhandeling en klantbejegening vinden plaats binnen de daarvoor vastgestelde criteria. Kernprestaties 2.2.5.1 De bekendheid met het loket Wmo vergroten; 2.2.5.2
De kennis over het aantal producten in het loket Wmo vergroten door verdere samenwerking met instellingen en instanties;
2.2.5.3
Het scholen van loketmedewerkers, met name op het gebied van de 'kanteling';
2.2.5.4
Het sturen op een snelle afhandeling van vragen en aanvragen;
2.2.5.5
Het bevorderen van het gebruik van de digitale sociale kaart door professionals en burgers.
Prestatie-indicatoren Informatie, advies en cliëntondersteuning
Toezeggingen 2012
Resultaten 2012
% aanvragen dat binnen een termijn van 8 weken wordt beslist
95%
95%
% aanvragen met extern advies dat binnen 12 weken wordt beslist
90%
90%
% aanvragen met extern medisch advies dat binnen 16 weken wordt beslist
95%
95%
binnen 2 werkdagen
binnen 2 werkdagen
Snelheid afhandelen van vragen om informatie en advies
De gebruiksvriendelijkheid van de digitale sociale kaart is ingehaald door andere informatiebronnen en in overleg met partners in 2012 stopgezet. 2.2.6 Prestatieveld Mantelzorgondersteuning Werkdoel Burgers die mantelzorgtaken op zich nemen, worden door de gemeente gewaardeerd en eventueel ondersteund, zodat ze met hun zorgtaken niet in de problemen komen en daardoor maatschappelijk minder goed gaan functioneren. Centrale aspecten van de uitvoering zijn: • preventie door het zo vroeg mogelijk signaleren en voorkomen van problemen; • zorgen voor actuele en adequate informatie en advies; • ondersteuning bieden in geval van problemen bij het uitvoeren van de mantelzorgtaken. Kernprestaties 2.2.6.1 Uitvoering geven aan het Basispakket Mantelzorgondersteuning;
26
Programmarekening 2012 | De programma's
2.2.6.2
Concrete prestatieafspraken maken met instellingen over de signalering van problemen en de ondersteuning van mantelzorgers;
2.2.6.3
Het creëren van adequate respijtvoorzieningen.
Prestatie-indicatoren Mantelzorgondersteuning
Toezeggingen 2012
Resultaten 2012
Minimaal 63%
niet gemeten
% mantelzorgverleners bekend met steunpunt Mantelzorg
Bovenstaande prestatie-indicator wordt niet meer gemeten. In de omnibusenquete 2011 is aan het internetpanel gevraagd wie er de afgelopen 12 maanden mantelzorg heeft gegeven: dit betrof toen 24% van de panelleden. In 2012 is een evaluatie van het basispakket mantelzorgondersteuning verschenen, waarover de raad op 15 november 2012 is geïnformeerd.. Uit de evaluatie blijkt dat mantelzorgers vooral gebruik maken van groepscontacten. Groepsbijeenkomsten en inspiratiebijeenkomsten worden in Purmerend zeer goed bezocht. Uit de reacties van mantelzorgers blijkt dat veel mantelzorgers blij zijn met de lotgenotencontacten. In tegenstelling tot de groepsbijeenkomsten blijkt dat er weinig vraag is naar individuele gesprekken. In 2011 hebben slechts 18 mantelzorgers gebruik gemaakt van de individuele informatie en adviesgesprekken van het loket. Met ingang van 1 januari 2013 valt de mantelzorgondersteuning onder de maatschappelijke opgave 3a. Samen met de SMD, MEE, Context, Odion, Wonen plus en Stichting wonen en Zorg Purmerend zal de gemeente een plan opstellen voor de mantelzorg ondersteuning 2013. Bovenbenoemde bevindingen worden hierin meegenomen. 2.3 Beleidsveld Samenleven in wijk en buurt 2.3.1 Prestatieveld Welzijn in de wijk Werkdoel Purmerenders worden gestimuleerd zich verantwoordelijk te voelen voor en betrokken te zijn bij hun eigen woon- en leefomgeving. Ze worden gestimuleerd hun eigen problemen op te lossen en initiatieven te nemen die erop gericht zijn de kwaliteit van de leefomgeving te verbeteren en de sociale samenhang te vergroten. Deze initiatieven worden, waar nodig, ondersteund. Centrale aspecten voor uitvoering zijn: • het waar nodig ondersteunen van bewoners bij het oplossen van hun problemen; • ondersteunen van bewonersinitiatieven, met name op plekken waar veel sociale problematiek is of waar sociale samenhang ontbreekt; • het faciliteren van voldoende accommodaties waarin buurt- en wijkbewoners elkaar kunnen ontmoeten en de door henzelf geïnitieerde activiteiten kunnen ontplooien, en waarin welzijnsactiviteiten voor jeugd en kwetsbare groepen kunnen plaatsvinden; • het bevorderen van emancipatie middels door bijvoorbeeld maatschappelijke participatie en tegengaan van discriminatie. Kernprestaties 2.3.1.1 Welzijn nieuwe stijl doorvoeren in buurten en wijken; 2.3.1.2
Realiseren wat nodig is om aan de welzijnsdoelstellingen te kunnen voldoen, volgens het beleid welzijnsaccommodaties dat in 2011 is vastgelegd;
27
Programmarekening 2012 | De programma's
2.3.1.3
Het uitvoeren van buurtbemiddeling;
2.3.1.4
Het actief benaderen van mensen in kwetsbare situaties met als doel de kracht van mensen te mobiliseren, hun sociale netwerk te vergroten en zo de leefbaarheid te verbeteren.
Prestatie-indicatoren Welzijn in de wijk
Toezeggingen 2012
Resultaat 2012
34
Aantal meldingen discriminatie meten
in januari 2012 is het welzijnsbeleid en het welzijnsaccommodatiebeleid nieuwe stijl vastgesteld. In 2012 is vooral ingezet op het invulling geven aan het vastgestelde accommodatiebeleid, namelijk in het onderzoeken of een wijkplein per gebied gewenst, nodig en haalbaar is. Hiertoe is intensief overleg geweest met zorg- en welzijnsinstellingen, wijkkerngroepen, gebruikers en vrijwilligers van de huidige wijkcentra en overige ontmoetingsplekken, en met woningcorporaties. Eind 2012 is een voorstel aan de raad verzonden voor de invulling van het welzijnsaccommodatiebeleid in het gebied Purmer-Noord/ Purmer-Zuid. In april 2013 volgen voorstellen voor de invulling van het gebied Weidevenne/ Gors/Centrum en voor het huurtarievenbeleid. Het doorvoeren van welzijn nieuwe stijl gebeurt in samenspraak met Clup Welzijn en het wijkmanagement.Het betreft het focussen van de inzet op het vergroten van de zelfredzaamheid van (groepen) inwoners. Het aantal discriminatiemeldingen is met 34 in 2012 ongeveer weer terug op het niveau van 2008. Dit na een stijging in 2009 en 2010 tot 49 meldingen en een daling in 2011 naar 41 meldingen.Hierbij twee opmerkingen: Het aantal meldingen dekt niet het aantal incidenten. Vaak wordt er om uiteenlopende redenen geen melding gedaan. Ook wordt er rechtstreeks melding bij de politie gedaan. De stijging in 2009 en 2010 ging gepaard met een campagne van de rijksoverheid om de aangiftebereidheid te stimuleren. Blijkbaar heeft zo'n actie een tijdelijk effect. 2.3.2 Prestatieveld Jeugd en jongeren Werkdoel De kinderen en jongeren die in Purmerend opgroeien (ongeveer 20.000) worden uitgedaagd om hun talenten volledig te ontplooien. Waarbij ze zich zodanig ontwikkelen dat ze als individu met zelfvertrouwen in het leven staan en zich ook realiseren dat ze onderdeel zijn van de samenleving en zich daarnaar gedragen. Ze nemen hun verantwoordelijkheid, doen mee en hebben daarvoor zelfwaardering. Ze geven die waardering aan anderen en krijgen die ook van hen. Centrale aspecten voor de uitvoering zijn: • het aanbieden van activiteiten aan kinderen van 4-12 jaar die erop gericht zijn om ze meer zelfvertrouwen te geven, ze actief deel te laten uitmaken van en betrokken te laten zijn bij hun directe leefomgeving en om hun talenten te ontwikkelen; • het aanbieden van ontmoetingsmogelijkheden en activiteiten aan jongeren van 12-16 jaar met als doel ze meer zelfvertrouwen te geven, actief deel te laten uitmaken van en betrokken te laten zijn bij hun directe leefomgeving en om hun talenten te ontwikkelen;
28
Programmarekening 2012 | De programma's
• het op stedelijk niveau met en voor jongeren organiseren van ontmoeting, ontspanning en talentontwikkeling. Kernprestaties 2.3.2.1 Het uitvoeren van activiteiten voor kinderen, tieners en jongeren door (samenwerking van) instellingen op het gebied van welzijn, cultuur en sport waarbij zij een belangrijk aandeel hebben in het activiteitenaanbod; 2.3.2.2
Het uitvoeren van jeugdbuurtwerk;
2.3.2.3
Het uitvoeren van jongerenbuurtbemiddeling;
2.3.2.4
Het realiseren van accommodaties en voorzieningen voor jeugd. Werkend met een open oriëntatie worden in de buitenruimte ontmoetingsplekken gerealiseerd als die passend zijn.
Prestatie-indicatoren Jeugd en jongeren
Toezeggingen 2012
Resultaten 2012
voorbereiding
gesprekken gevoerd met jongeren besluitvorming voorbereid
onderdeel van welzijnsaccommodatiebeleid Weidevenne/Gors/Centrum 2013 in besluitvorming
Het realiseren van een stedelijk jongerencentrum Het realiseren van een tieneraccommodatie in Weidevenne
In 2012 vonden gesprekken over tieneraccommodaties plaats met betrokkenen in de wijken Purmer-Noord/Purmer-Zuid en in Weidevenne/Gors/Centrum, waaronder tienergroepen zelf. Voor tienerwerk in Purmer-Noord/Zuid wordt voorgesteld een nieuw onderkomen te gaan zoeken nu Trekschuit en dus tienercentrum de Mistery (in Trekschuit gevestigd) vanaf 2014 wellicht gaan sluiten (besluit in januari 2013 in de raad). Een voorstel voor de tieneraccommodatie Weidevenne volgt in april 2013. Wat betreft het jongerenwerk is Clup Welzijn vanaf november activiteiten, in het kader van talentontwikkeling en jongerenparticipatie, in P3 gaan organiseren voor en met jongeren. Besloten is af te zien van het realiseren van één stedelijk jongercentrum en daarvoor in de plaats uit te gaan van een concept "jongerenwerk nieuwe stijl". Daartoe is onder meer eind 2012 een overeenkomst gesloten tussen P3 en Clup. Dit is mede tot stand gekomen door gesprekken over o.a. accommodaties en programma-aanbod met de jongeren alsmede de beroepskrachten vanuit het werkveld die met jongeren werkzaam zijn. Er is in 2012 steeds meer gewerkt vanuit de behoeftes/ wensen die worden opgepikt in de verschillende wijken en buurten. Dit heeft er toe geleid dat in de Purmer-Noord jongerencentrum Com-ic meer in gebruik is genomen, het voormalige wijkkantoor in de Gors gebruikt wordt voor een groep jongeren en in de Wheermolen een deel van 't Noot tijdelijk beschikbaar is voor een groep overlastgevende jongeren. Al deze activiteiten leiden tot minder overlastbeleving in de betreffende buurten en biedt gelegenheid om met de jongeren in contact te komen en ze te stimuleren in het ontwikkelen van hun talenten, ondersteuning te bieden in het maken van keuzes in (vervolg)opleidingen, etc.
29
Programmarekening 2012 | De programma's
2.3.3 Prestatieveld Wijkgericht werken Werkdoel De gemeente stelt zich ten doel om delen van haar fysieke werkprocessen meer wijkgericht in te richten. Bewoners worden in de gelegenheid gesteld om bij uitvoering van fysieke werken invloed op hun eigen leefomgeving te hebben door ze te betrekken bij het opstellen en uitvoeren van gemeentelijke onderhoudswerkzaamheden in hun wijk. Leefbaarheidsproblemen en wensen worden met bewoners en hun omgeving besproken en er wordt met inzet van bewoners, met ondersteuning die daar bij nodig is, gezocht naar oplossingen. Centrale aspecten van de uitvoering zijn: • het maken van verbinding met mensen in hun omgeving; • het aansluiten bij de problemen en vragen van inwoners; • het ondersteunen en faciliteren van inwoners bij het realiseren van de oplossingen die ze wensen. Kernprestatie 2.3.3.1 In 2012 nieuw te formuleren op basis van pilots met contextgedreven werken.
Prestatie-indicatoren Wijkgericht werken
Toezeggingen 2012
Wijkontwikkelingsplan (WOP)
Resultaat 2012
1
Wijkonderhoudsplan - fysiek
Wijkinloopspreekuur per wijk
14
14
In 2012 zijn stappen gezet in de gemeentelijke organisatie om in haar inzet van werkzaamheden meer aan te sluiten bij wat er uit de wijken/buurten komt, en niet zozeer vanuit haar eigen planning en draaiboeken te werken. Dit heeft er toe geleid dat is besloten om wijkontwikkeling meer als proces aan te pakken dan als resultaatgerichte projectaanpak. Dit betekent dat het wijkontwikkelingplan in de Gors vanaf 2012 anders wordt ingevuld. Ook wordt er met wijkkerngroepen overlegd hoe we wat minder vanuit het handboek wijkgericht werken kunnen werken. Het college van B&W heeft in 2012 een visie opgesteld over de manier waarop de gemeente wil werken. Met de wijkkerngroepen is gesproken over de betekenis hiervan voor de wijkkerngroepen. Dit heeft o.a. tot gevolg dat de hierboven genoemde prestatie-indicatoren niet meer in deze vorm worden nagestreefd. 2.3.4 Prestatieveld Vrijwilligerswerk Werkdoel De gemeente draagt bij aan een 'betrokken samenleving' door de vrijwillige inzet van inwoners in alle maatschappelijke sectoren te bevorderen. Centrale aspecten voor de uitvoering zijn: • bevordering van de toename van vrijwillige inzet in brede zin: zowel in de zorg, in maatschappelijke organisaties en verenigingen; • het waarderen, ondersteunen en zo nodig trainen van vrijwilligers. Kernprestaties 2.3.4.1 Alle vrijwilligers (incl. mantelzorgers) zijn verzekerd; 2.3.4.2
Het ondernemen van acties om vrijwilligers te werven en vast te houden;
2.3.4.3
De voorwaarden scheppen voor de realisatie van de verplichte maatschappelijke stages in het voortgezet onderwijs;
30
Programmarekening 2012 | De programma's
2.3.4.4
Het ondernemen van acties om vrijwilligers te waarderen
Prestatie-indicatoren Vrijwilligerswerk
Toezeggingen 2012
Resultaten 2012
1500
1500
Realisatie van het project maatschappelijke stages (aantal stagiaires)
in 2012 is door 1500 leerlingen een maatschappelijke stage verricht. In het traject bezuinigen met beleid is aangekondigd dat per 2013 de ondersteuning door de welzijnsinstelling bij het organiseren van de maatschappelijke stages in de stad, wordt teruggebracht. Tevens is in 2012 in het regeerakkoord aangekondigd dat scholen en gemeente vanuit het rijk vanaf schooljaar 2015-2016 geen geld meer voor maatschappelijke stages krijgen. Vanaf komend jaar zal in overleg met onderwijspartners worden gekeken hoe we in de toekomst jongeren kunnen blijven stimuleren om vrijwilligerswerk te doen. Ten aanzien van het vrijwilligersbeleid is door de gezamenlijke organisaties die veel met vrijwilligers werken een plan opgesteld om meer te gaan samenwerking op het gebied van werving, ondersteuning en opleiding van vrijwilligers. De vrijwilligerscentrale zal omgebouwd worden tot een breed vrijwilligerspunt vanaf 2013. Voor de vrijwilligers of burgers die vrijwilligerswerk willen gaan doen betekent dit dat zij vanuit 1 punt meer informatie krijgen over de verschillende mogelijkheden t.a.v. vrijwilligerswerk in Purmerend.
Wat heeft het gekost in 2012 (bedragen x € 1.000) Lasten
Realisatie 2011 Begroting 2012 Begroting 2012 primitief bijgesteld -26.651
-26.818
-27.273
Realisatie 2012
Afwijking
-26.450
-822
Baten
4.067
1.937
2.132
1.988
144
Saldo
-22.584
-24.882
-25.141
-24.462
-678
Het programma Zorg en welzijn heeft per saldo een voordeel van € 678.000. Dit wordt veroorzaakt door € 822.000 lagere lasten en € 144.000 lagere baten.
(bedragen x € 1.000)
Realisatie 2011 Begroting 2012 Begroting 2012 primitief bijgesteld
Realisatie 2012
Afwijking
BV021 Preventieve gezondheidsbevordering Lasten
-2.494
-3.412
-2.953
-3.051
98
Baten
1.062
21
21
95
-74
-1.432
-3.392
-2.932
-2.956
24
-19.016
-18.112
-18.854
-18.185
-669
2.667
1.454
1.831
1.659
172
-16.349
-16.659
-17.022
-16.526
-497
-5.141
-5.294
-5.466
-5.215
-252
337
463
280
234
46
-4.804
-4.831
-5.186
-4.980
-206
BV022 Maatschappelijke ondersteuning Lasten Baten BV023 Samenleven in wijk en buurt Lasten Baten
31
Programmarekening 2012 | De programma's
EXPLOITATIE Voor de beleidsvelden met een afwijking van meer dan € 100.000 op lasten en/ of batenniveau worden de voornaamste oorzaken hiervan toegelicht. Beleidsveld BV021 Preventieve gezondheidsbevordering Op dit beleidsveld zijn geen bijzonderheden te melden. Beleidsveld BV022 Maatschappelijke ondersteuning Het beleidsveld Maatschappelijke ondersteuning heeft per saldo een voordeel van € 497.000 dit wordt veroorzaakt door € 669.000 lagere lasten en € 172.000 lagere baten. Het voordeel op de lagere lasten en het nadeel op de lagere baten worden voornamelijk veroorzaakt door: • € 274.000 lagere lasten en € 204.000 lagere baten op Transities. Deze bedragen bestaan uit € 41.000 lagere lasten op transitie jeugdzorg en € 24.000 lagere lasten op transitie Awbz. In de eerste bestuursrapportage 2013 zal worden voorgesteld deze bedragen alsnog beschikbaar te stellen. Verder is sprake van € 209.000 lagere lasten en lagere baten op het provinciale transitiebudget als gevolg van nog niet bestede provinciale middelen. Deze zullen in 2013 alsnog worden ingezet. Een vooruit ontvangen bijdrage van € 81.000 van de Stadsregio voor de decentrale toegangsfunctie voor de jeugdzorg zal in 2013 worden ingezet; • € 178.000 lagere lasten individuele voorzieningen. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door lagere kosten HBH (€ 80.000) en lagere kosten indicatiestellingen (€ 60.000) en overige kleine afwijkingen. De lagere kosten indicatiestellingen zijn voor € 50.000 structureel. Dit wordt veroorzaakt doordat er minder wordt uitbesteed. De lagere kosten indicatiestellingen worden meegenomen in de kadernota; • € 60.000 lagere lasten in verband met onderbesteding op preventie schuldhulpverlening. Per abuis is dit bedrag, dat structrueel ingaat per 2013, al in 2012 begroot. Deze onderschrijding is incidenteel; • € 92.000 lagere lasten betreffende het budget voor het meldpunt overlast en bemoeizorg. Dit werd tot en met 2011 verstrekt als aparte subsidie aan de GGD. Vanaf 2012 maakt dit onderdeel uit van de Gemeenschappelijke regeling GGD en zijn deze lasten verwerkt op beleidsveld BV021. Het budget stond in de gemeentebegroting nog op BV022; • € 20.000 lagere lasten op het budget voor buurtgemeenschap Europeaan omdat het woonzorgcomplex Heel Europa nog niet is opgeleverd. Deze onderschrijding is incidenteel; • € 29.000 hogere incidentele baten individuele voorzieningen. Doordat er meer eigen bijdragen zijn geïnd via het CAK. Beleidsveld BV023 Samenleven in wijk en buurt Het beleidsveld Samenleven in wijk en buurt heeft per saldo een voordeel van € 206.000 dit wordt veroorzaakt door € 252.000 lagere lasten en € 46.000 lagere baten.Het voordeel op de lagere lasten wordt voornamelijk veroorzaakt door: • € 172.000 lagere lasten van ambtelijke capaciteit op wijkmanagement en wijkontwikkeling. Dit bestaat uit € 102.000 lagere lasten als gevolg van gerealiseerde bezuinigingen op personeel en € 50.000 minder ingezette capaciteit van de afdeling stadsbeheer ten behoeve van beheer en onderhoud van de wijkgebouwen; • € 30.000 lagere lasten op de beheerkosten van de welzijnspanden; • € 50.000 lagere lasten als gevolg van eenmalige effecten in 2012 bij de uitvoering van het welzijnsaccommodatiebeleid.
32
Programmarekening 2012 | De programma's
RESERVES (Bedragen x € 1.000)
Ultimo 2011
Dotatie 2012
Onttrekking 2012
Ultimo 2012
Bestemmingsreserve Wet Maatschappelijke Ondersteuning
116
-
116
-
Saldo
116
-
116
-
Reserve WMO De reserve is ontstaan uit een positief resultaat van 2008 van de middelen bestemd voor de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning en is gebruikt om tekorten (deels) op te kunnen vangen. In de jaarrekening 2012 is € 115.928 conform begroting onttrokken aan de reserve. VOORZIENINGEN Er zijn geen afzonderlijke voorzieningen voor dit programma DOELUITKERINGEN (Bedragen x € 1.000)
Ultimo 2011
Dotatie 2012
Onttrekking 2012
Ultimo 2012
Subsidie stadsregio Jeugdzorg (Triple P)
46
-
46
-
Transitiekosten jeugdzorg (bijdrage stadsregio)
23
-
20
2
Transitie JZ bijdrage SRA in pilots dec.toegang
-
81
-
81
-
209
-
209
68
290
66
293
Provinciaal transitietraject Saldo
Jeugdzorg Triple P Dit betreft een subsidie van de stadsregio Amsterdam voor de periode 2007-2010 ten behoeve van het bevorderen van competent ouderschap met als doel preventie van (ernstige) emotionele gedragsproblemen bij kinderen. Ultimo 2011 stond er nog een bedrag open van € 45.846 wat was teruggevorderd bij de vaststelling. Dit bedrag is bij vaststelling van de subsidie door de StadsRegio Amsterdam in 2012 teruggevorderd. INVESTERINGEN WMO-voorzieningen 2012 Het krediet voor de WMO voorzieningen bedroeg in 2012 € 502.000. Het krediet is met € 345.000 onderschreden. In het huidige contract met de hulpmiddellen leverancier is het herverstrekken van voorzieningen een belangrijker onderdeel geworden. Dit heeft ook veel plaatsgevonden, daarom is er minder nieuw nodig geweest. Echter het depot met voorraad voorzieningen is hierdoor minder groot op dit moment, waardoor de verwachting bestaat dat er weer vaker nieuwe voorzieningen aangeschaft zullen moeten worden. Derhalve is verlaging van het krediet (nog) niet aan de orde.
33
Programmarekening 2012 | De programma's
P�r�o�g�r�a�m�m�a
3 W
O
N
E
Portefeuillehouder: H. Krieger
Wat willen we bereiken met het programma wonen Beoogd maatschappelijk effect beleidsveld 3.1 Wonen Je wilt in een kwalitatief goede woning en woonomgeving wonen, die aansluit bij de behoefte en leefomstandigheden van je huishouden. Dat is ook het streven van de gemeente Purmerend. Hierbij willen we burgers in toenemende mate de ruimte bieden om daar zelf meer invloed op uit te oefenen. Mensen die niet op eigen kracht in hun (aangepaste) woonvraag kunnen voorzien (met name jongeren, ouderen en gehandicapten), worden daarbij door de gemeente ondersteund. De ambitie is dat de slaagkansen van starters minstens even groot zijn of groter zijn dan die van doorstromers.
Wat hebben we daarvoor in 2012 gedaan In het tweede kwartaal van 2012 heeft de gemeenteraad een nieuwe woonvisie vastgesteld die de basis vormt voor het woonbeleid. De woonvisie is in coproductie met de corporaties, makelaars en huurdersverenigingen tot stand gekomen. Het gaat daarbij om het visie deel, deel A. In 2013 wordt deel B verder uitgewerkt samen met de partners.De gevolgen die het visie deel heeft voor de herschikking van middelen zijn bij de kadernota 2012 verwerkt. Het afgelopen jaar was daardoor een overgangsjaar, waarin zowel de oude situatie als de nieuwe situatie staan vermeld. Het maatschappelijk middenveld, zowel op stads- als wijkniveau, wordt nauw betrokken bij de uitvoering van de woonvisie, deel B. Verder is gewerkt aan het herinrichten van de woonwagenterreinen zodat deze voldoen aan alle wettelijke eisen en de terreinen kunnen worden verkocht aan de woniningbouwcorporaties. 3.1 Beleidsveld Wonen 3.1.1 Prestatieveld Gelijke kansen op de woningmarkt Werkdoel We willen alle Purmerenders gelijke kansen op de woningmarkt bieden, ongeacht hun leeftijd, herkomst, inkomen en zorgbehoefte. Om dit te kunnen realiseren geeft de gemeente bijzondere aandacht aan doelgroepen die (tijdelijk) moeilijk toegang hebben tot de woningmarkt, of niet zonder zorg zelfstandig kunnen wonen. Centrale aspecten van de uitvoering zijn:
34
Programmarekening 2012 | De programma's
N
• voldoende woningen voor de inwoners in de nieuwbouw en herstructurering voor doelgroepen: mensen met lage inkomens, starters, ouderen, gehandicapten, zorgbehoeftigen en statushouders; • zelfstandigheid en zelfredzaamheid: beleid gericht op het zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen, door meer woningen geschikt te maken voor wonen met een zorgvraag (bijvoorbeeld door opplussen; • een duwtje in de rug voor specifieke groepen: afspraken met regio en woningcorporaties over onder meer het aanbieden van woningen aan doelgroepen; • vergroting van de kans voor eigen inwoners: voorrang voor Purmerendse doelgroepen bij woonruimteverdeling om de slaagkans van desbetreffende groep te vergroten. Kernprestaties 3.1.1.1 Om de kans op een woning voor minder draagkrachtigen te vergroten wil de gemeente, gerekend over een termijn van 4 jaar, gemiddeld 30% sociale woningen bouwen. In deelplannen kan gedurende deze termijn dit percentage hoger of lager liggen; 3.1.1.2
Verbeteren positie van starters op de woningmarkt. De gemeente heeft regionale afspraken gemaakt over de woonruimteverdeling van sociale huurwoningen. Onderdeel van deze afspraken is de lokale beleidsruimte. De gemeente mag 30% van de woningen in de bestaande voorraad en 100% van de nieuwbouw, toewijzen aan doelgroepen die moeite hebben een woning te vinden op de woningmarkt. Dit wordt, voor het deel van de woningvoorraad waarop de gemeente direct invloed heeft, ingezet voor nieuwbouwwoningen, personen met een urgentieverklaring, starters en jongeren. De overige woningen worden toegewezen via het systeem van Woningnet;
3.1.1.3
Omdat een steeds groter groeiende groep Purmerenders vergrijst, gaan we uit van een toenemende vraag naar Wonen met Zorg. We realiseren ons dat een zorgvraag niet direct leidt tot een verhuiswens, daarom hebben we veel aandacht en middelen hebben gestoken in het levensloopbestendig maken van de voorraad, bijvoorbeeld met opplussen (het aanpassen, verbeteren of comfortabeler maken van woningen voor ouderen vanaf 55 jaar en mensen met een functiebeperking).
Prestatie-indicatoren Gelijke kansen op de woningmarkt
Toezeggingen 2012
Resultaten 2012
0%
0%
min. 30%
ca. 65-70%
Opgeleverde (tijdelijke) nieuwbouwwoningen in de sociale huursector specifiek voor jongeren
0
0
Opgeleverde koopwoningen die voor starters bereikbaar zijn (v.o.n. < €160.000) en koopwoningen in Maatschappelijk Gebonden Eigendom (MGE)
26
12
% nieuwbouwwoningen op uitleglocaties beschikbaar voor doelgroep % vrijkomende huurwoningen bestaande voorraad dat toegewezen wordt aan Purmerenders
Oplevering woon-zorgcomplexen
Opgepluste woningen (op basis van daadwerkelijke aanvragen door woningcorporaties en verenigingen van eigenaren)
Er zijn minder bereikbare koopwoningen gerealiseerd dan voorzien, omdat de MGE appartementen van Londenhaven pas in 2013 worden opgeleverd. In de bestaande bouw zijn wel woningen beschikbaar gekomen door de verkoop van sociale huurwoningen. De cijfers zijn nog niet exact bekend, ca. 80 woningen.
35
Programmarekening 2012 | De programma's
3.1.2 Prestatieveld Aanbod en kwaliteit van woningen en woonomgeving Werkdoel Purmerend streeft ernaar om de nieuwbouw- en herstructureringsprojecten te laten aansluiten bij de verschillende behoeften van de inwoners, zowel wat betreft de aard en kwaliteit van de woonvorm (duurzaam, aanpasbaar en flexibel) als de kwaliteit van de fysieke en sociale woonomgeving. Centrale aspecten van de uitvoering zijn: • aansluitend op de vraag: de realisatie van (kleinschalige) gedifferentieerde nieuwbouwprojecten in bestaand stedelijk gebied; • herstructurering met variatie; • het behouden en/of creëren van gedifferentieerde en sociaal sterke wijken en buurten, door afspraken te maken met de corporaties. Kernprestaties 3.1.2.1 Realiseren van een gevarieerd woningaanbod voor de inwoners van Purmerend; 3.1.2.2
Waar nodig en door buurten aangegeven verbetering van de kwaliteit van woon- en leefomgeving in de wijken, zowel fysiek, als sociaal. Hiervoor wordt aangehaakt bij het wijkgericht werken en de Wijkontwikkelingsplannen (WOP) die in samenspraak met inwoners en betrokkenen zijn/worden opgesteld.
Projectnaam
Geplande oplevering
Plateel fase 1
2009-2012
Aantal Bijzonderheid van, en de differentiatie in, het project of de toevoeging woningen aan Purmerendse woningvoorraad 300 Een grote variatie in woningen en doelgroepen in de transformatie van het Wagenweggebied naar een woonlocatie met stedelijke uitstraling. Er worden o.a. herenhuizen, rijtjeswoningen, benedenbovenwoningen en appartementen gemaakt in sociale huur, middeldure koop en dure koop. Geschikt voor gezinnen, senioren, starters, enz.. Na de opleveringen van 144 woningen in de eerste fase door Ymere zijn er nog geen nieuwe initatieven door de eigenaren genomen.
Kwadijkerpark 2011-2016 (herontwikkeling Kwadijkerkoog)
242 Luxe wonen in een groene en waterrijke omgeving: voornamelijk vrijstaande en grondgebonden twee-onder-een-kapwoningen. In het gebied komen ook wooneenheden voor gehandicapten van de Prinsenstichting. De bouw van de wooneenheden voor de Prinsenstichting is gerealiseerd. De infrastructuur van de openbare ruimte wordt 2de kwartaal opgeleverd. De bouw van de twee-onder-een-kapwoningen Is stopgezet in verband met de slechte verkoop.
Woonzorgcomplex Heel Europa
2014/2015
142 Een stedelijk hof als woon-zorgcomplex dat ook als centrum voor de buurtgemeenschap fungeert. Boven een plint met voorzieningen komen voor de helft zorgwoningen (individueel en groepswonen) voor diverse doelgroepen en voor de helft huurwoningen voor voornamelijk senioren en starters.
't Klooster (Algarve Weidevenne)
2013-2014
60 Een bijzondere locatie in Kwadrant Europa wordt ingevuld met bebouwing dat als referentie de uitstraling en vormgeving van een klooster meekrijgt. Qua woningen een combinatie van eengezinswoningen en appartementen in de koopsector. Is in aanbouw. Geplande oplevering eind 2013, begin 2014
Is in aanbouw. Geplande oplevering 1e kwartaal 2015
Toelichting: Bovenstaande tabel toont een selectie van woningbouwprojecten. Deze selectie illustreert de gedifferentieerde woningbouw.
36
Programmarekening 2012 | De programma's
Resultaten in 2012 Door de economische crisis, de affaire Vestia en de hoge eisen die banken stellen aan een hypotheek zijn er beduidend minder woningen gebouwd dan oorspronkelijk was gedacht. De variatie in de 82 woningen die zijn opgeleverd is wel groot. Het gaat om eengezinswoningen, en appartementen, koopwoningen en huurwoningen in Wheermolen-West, Weidevenne en de Binnenstad.
Wat heeft het gekost in 2012 (bedragen x € 1.000)
Realisatie 2011 Begroting 2012 Begroting 2012 primitief bijgesteld
Lasten
-2.961
-1.608
-2.039
Realisatie 2012
Afwijking
-1.497
-542
Baten
1.079
742
1.223
915
308
Saldo
-1.881
-866
-816
-582
-234
Het programma Wonen heeft per saldo een voordeel van € 234.000. Dit wordt veroorzaakt door € 542.000 lagere lasten en € 308.000 lagere baten.
(bedragen x € 1.000)
Realisatie 2011 Begroting 2012 Begroting 2012 primitief bijgesteld
Realisatie 2012
Afwijking
-1.497
-542
BV031 Wonen Lasten
-2.961
Baten
-1.608
-2.039
1.079
742
1.223
915
308
-1.881
-866
-816
-582
-234
EXPLOITATIE De lasten en baten op dit programma zijn gekoppeld aan de bestemmingsreserve volkshuisvesting die bedoeld was voor meerdere jaren. 2012 betrof een overgangsjaar. Bij de kadernota in 2012 heeft de raad een bestemmingsreserve wonen ingesteld, waarbij aangegeven is welke effecten de volgende vier jaar hier mee bereikt dienen te worden. Tevens is toen bepaald dat het eindsaldo van de bestemmingsreserve volkshuisvesting toegevoegd dient te worden aan de bestemmingsreserve wonen. Het voordeel op de lagere lasten van € 542.000 en het nadeel op de lagere baten van € 308.000 worden voornamelijk veroorzaakt door: • € 217.000 lagere lasten subsidies wonen boven winkels en € 200.000 lagere baten wonen boven winkels. De regeling wonen boven winkels is pas vanaf oktober 2012 gereed. Op basis hiervan zijn in december aanvragen binnen gekomen, welke worden behandeld in 2013. Derhalve is er in 2012 niets op dit budget geboekt. De dekking hiervoor vanuit het provinciale ISV-budget staat op een tussenrekening en wordt aangesproken wanneer er projecten opgeleverd worden; • € 131.000 lagere lasten aanpassingen woonwagenterreinen. Het betreft de aanpassingen van twee woonwagenterreinen. De kosten van de Slaperdijk zijn iets lager uitgevallen, de Akropolishof wordt in 2013 aangepast. De kosten zijn nog niet bekend. Als alle terreinen zijn verkocht, kan de eindafrekening worden gemaakt. Verder zijn er € 156.000 lagere baten woonwagenterreinen. Dit wordt veroorzaakt doordat de verkoop van het terrein aan de Slaperdijk nog niet heeft plaatsgevonden. Deze zal in de eerste helft van 2013 plaats vinden. De aanpassing en de verkoop van Akropolishof zal eind 2013 of begin 2014 plaats vinden;
37
Programmarekening 2012 | De programma's
• € 120.000 lagere lasten opplussen. Belangrijkste reden hiervoor is dat de woningbouwcorproaties vanaf mei 2012 met de Vestia affaire te maken kregen en heel voorzichtig waren met investeringen. In het kader van de samenwerkingsafspraken worden in 2013 alle complexen met WMO geïndiceerden geïnventariseerd en beoordeeld op technische mogelijkheden voor opplussen. Dan komt er meer duidelijkheid over de totale opplus-mogelijkheden; • € 53.000 hogere baten aan rentebaten op startersleningen. Dit is een niet te voorspellen post. De inkomsten van de aflossing zijn afhankelijk van de inkomensontwikkeling van de deelnemers. Er was weinig geraamd. De rentelasten zijn conform de raming. Per saldo was het resultaat van het product startersleningen negatief. Doordat er meer is afgelost zullen de rentelasten in 2013 iets lager zijn dan geraamd; • € 40.000 lagere lasten doelgroepen/Zorg. Pas eind 2012 kwam het eerste initiatief binnen, deze aanvraag zal in 2013 worden behandeld. Gezien de bezuinigingen op de AWBZ en de scheiding wonen-zorg is de verwachting dat de komende twee jaar meer aangevraagd zal worden; • € 35.000 lagere lasten wijkplannen. Er zijn minder aanvragen binnen gekomen. Het leefbaarheidsfonds is nog een punt van bespreking met de woningbouwcorporaties. RESERVES (Bedragen x € 1.000)
Ultimo 2011
Bestemmingsreserve Woonvisie
Dotatie 2012 -
Onttrekking 2012
1.793
-
Ultimo 2012 1.793
Bestemmingsreserve Volkshuisvesting
1.812
150
1.962
-
Saldo
1.812
1.943
1.962
1.793
Reserve Woonvisie en Volkshuisvesting In raadsbesluit 643894 Woonvisie 2012-2016 van 29 maart 2012 heeft de raad besloten de reserve Volkshuisvesting per 31 december 2012 op te heffen en het saldo te storten in de nieuwe reserve Woonvisie 2012-2016. De dotatie van € 150.000 wordt met name veroorzaakt door opbrengsten van antispeculatiebedingen van € 109.000 en de verkoopopbrengst van de opstallen van het woonwagenterrein Veenweidestraat van € 39.000. Alles overziend blijkt in 2012 het saldo van de reserve woonvisie hoger dan begroot. VOORZIENINGEN (Bedragen x € 1.000)
Ultimo 2011
Dotatie 2012
Onttrekking 2012
Ultimo 2012
Voorziening afkoop BWS particulieren
1
-
1
-
Saldo
1
-
1
-
De voorziening Bestuurscommissie Woninggebonden Subsidies (BWS) is na betaling van de laatste bedragen in 2012 opgeheven. INVESTERINGEN Er zijn geen afwijkingen te vermelden.
38
Programmarekening 2012 | De programma's
P�r�o�g�r�a�m�m�a
4 M
I
L
I
E
Portefeuillehouder: R. Helm
Wat willen we bereiken met het programma milieu Beoogd maatschappelijk effect beleidsveld 4.1 Milieu In Purmerend is de kwaliteit van het natuurlijk milieu goed. Uitgangspunt is dat deze kwaliteit behouden blijft. Er is sprake van een publieksvriendelijke en efficiënte afvalinzameling. Het natuurlijk milieu wordt door de activiteiten van burgers, bedrijven en instellingen 'in beperkte mate' belast. Mede hierdoor kunnen inwoners veilig en met gering risico voor de volksgezondheid, wonen, werken en recreëren.
Wat hebben we daarvoor in 2012 gedaan 4.1 Beleidsveld Milieu Het voorkomen en beperken van gevaar, schade en hinder aan het natuurlijke milieu op basis van de uitvoering van landelijke wetgeving en (gemeentelijk) milieubeleid. Visie, werkwijze en uitvoering zijn vastgelegd in de Nota Handhaving 2012 en in het jaarlijks vast te stellen Uitvoeringsprogramma Integrale Handhaving. 4.1.1 Prestatieveld Milieubeheer Werkdoel Het voorkomen en beperken van gevaar, schade en hinder aan het natuurlijk milieu op basis van uitvoering landelijke wetgeving en (gemeentelijk) milieubeleid. Centrale aspecten voor de uitvoering zijn: • Milieuaspecten bij ruimtelijke projecten; • Milieumeldingen in het kader van het activiteitenbesluit; • controle en handhaving van inrichtingen die onder de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) vallen; • gegevensverzameling en beheer inzake bodem, geluid en inrichtingen die onder de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) vallen. Kernprestaties 4.1.1.1 Beoordeling milieutoestemmingen omtrent nieuwe en gewijzigde bedrijven. Alle milieutoestemmingen die bij de gemeente worden ingediend door bedrijven die worden opgericht of zijn gewijzigd worden beoordeeld op alle milieuaspecten; 4.1.1.2
39
Integrale controle van inrichtingen die onder de werkingssfeer van de Wabo vallen;
Programmarekening 2012 | De programma's
U
4.1.1.3
Handhaving Wabo-plichtige bedrijven door toezicht te houden op deze bedrijven en indien noodzakelijk handhavend op te treden. Dit gebeurt aan de hand van de vastgelegde toezichtprotocol in het kader van de 'Professionalisering van de milieuhandhaving';
4.1.1.4
Handhaving meldingsplichtige bedrijven in het kader van het Activiteitenbesluit door toezicht te houden op deze indien noodzakelijk handhavend op te treden. Dit gebeurt aan de hand van de vastgelegde toezichtprotocol in het kader van de 'Professionalisering van de milieuhandhaving';
4.1.1.5
Afhandelen milieuklachten volgens het protocol 'Klachtenafhandeling' in het kader van de 'Professionalisering van de milieuhandhaving' afgehandeld. Reactie op milieuklachten vindt binnen 24 uur plaats;
4.1.1.6
Creëren van een informatievoorziening voor inwoners van Purmerend om zuinig energiegebruik te stimuleren. Dit wordt via de informatiepagina van de Raad maandelijks gepubliceerd.
Prestatie-indicatoren Milieubeheer
Toezeggingen 2012
Resultaten 2012
4e kwartaal
gerealiseerd
98%
100%
Controles Wabo onderdeel Milieu: Jaarlijks aantal gecontroleerde bedrijven dat onder de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht valt.
530
519
Gecoördineerde integrale toezichtacties: Aantal (in samenwerking met andere toezichthouders) uitgevoerde aspectgerichte toezichtacties (vuurwerk, geluid, opslag gevaarlijke stoffen, afvalwater, hennep).
minimaal 2
5
Handhaving geconstateerde overtredingen: % overtredingen waartegen handhavend (volgens de normen van het handhavingsuitvoeringsprogramma) wordt opgetreden.
90%
100%
Afhandeling milieuklachten: % klachten dat binnen twee dagen is onderzocht en binnen 1 maand is afgehandeld c.q. bestuursrechterlijke handhaving is gestart (61 milieuklachten).
98%
*82%
Opstellen milieuwerkplan 2012 Afhandeling aanvragen milieutoestemming: % jaarlijks nieuwe en gewijzigde aanvragen die zijn afgehandeld binnen de wettelijke termijn (50 aanvragen/ meldingen).
*Alle klachten worden binnen twee dagen onderzocht. Bij een groot aantal klachten blijkt de materie zodanig dat nader onderzoek nodig is (bv op gebied van bodem, geluid of geur). Hierdoor kunnen deze klachten niet altijd binnen 1 maand worden afgehandeld. Indien nader onderzoek extra tijd vergt, wordt dit altijd aan de indiener van de klacht gemeld.
4.1.2 Prestatieveld Afvalbeheer Werkdoel Centrale aspecten van de uitvoering zijn geweest: • voorlichting over inzameling en scheiding: • scheiding van afvalstromen (bij de bron); • handhaving op het gewenste aanbiedgedrag.
40
Programmarekening 2012 | De programma's
Kernprestaties 4.1.2.1 Voorlichting over inzameling en scheiding: Hiervoor werden 2200 huishoudens in de wijk de Gors benaderd, waarbij men attent werd gemaakt op de mogelijkheid om gratis van een aparte GFT-rolcontainer gebruik te kunnen maken. Uiteindelijk hebben 190 mensen hiervan gebruikt gemaakt; 4.1.2.2
Scheiding van afvalstromen aan de bron: In 2012 is een opzet voor een proef voor het scheiden van kunststofverpakkinggenmateriaal opgezet die in 2013 in een ander te bepalen proefwijk zal worden uitgevoerd.
4.1.2.3
Handhaving op gewenst aanbiedgedrag werd vorm gegeven door steekproefsgewijs op straat controles uit te voeren waarbij werd gelet op het te lang op straat blijven staan van geleegde containers. De aangetroffen containers werden van sticker voorzien met beter aanbiedgedrag als gevolg.
Prestatie-indicatoren Afvalverwijdering
Toezeggingen 2012
Resultaten 2012
Realisering nieuw afvalinzamelsysteem
operationeel
operationeel
Plan van aanpak verhoging aanbieden afval bij brengvoorzieningen
operationeel
operationeel
Handhaving overtredingen aanbiedgedrag afval
operationeel
operationeel
Wat heeft het gekost in 2012 (bedragen x € 1.000)
Realisatie 2011 Begroting 2012 Begroting 2012 primitief bijgesteld
Realisatie 2012
Afwijking -194
Lasten
-12.321
-12.920
-12.855
-12.662
Baten
12.444
12.410
12.832
12.774
58
Saldo
122
-511
-23
112
-136
Het programma Milieu heeft een positief voordelig saldo van € 136.000 dit wordt veroorzaakt door € 194.000 lagere lasten en € 58.000 lagere baten.Voor afwijkingen op lasten-/batenniveau groter dan € 100.000 zal een toelichting worden gegeven.
(bedragen x € 1.000)
Realisatie 2011 Begroting 2012 Begroting 2012 primitief bijgesteld
Realisatie 2012
Afwijking
-194
BV041 Milieu Lasten
-12.321
-12.920
-12.855
-12.662
Baten
12.444
12.410
12.832
12.774
58
122
-511
-23
112
-136
EXPLOITATIE Milieubeheer Vanuit het opleggen van vorderingen aan overtreders zijn € 19.000 baten gerealiseerd in 2012. Deze baten worden niet begroot, omdat het nooit bekend is of er vorderingen zullen ontstaan gedurende het jaar en de daarbij behorende kosten ook niet zijn begroot. Dit voordeel is dan ook incidenteel. afvalinzameling Op de taak afvalinzameling is een voordeel ontstaan van € 125.000. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door incidentele voordelen in de apparaatskosten en de kosten voor onderhoud van inzamelmiddelen. De apparaatskosten geven een voordeel van
41
Programmarekening 2012 | De programma's
€ 45.000 door minder personele inzet. Dit wordt met name veroorzaakt door lagere inzet voor het realiseren van clusterplaatsen en door een lagere kosten van het klantcontactcentrum. vooralsnog lijkt dit een incidenteel voordeel. De onderhoudskosten voor ondergrondse containers vielen lager uit omdat niet opgeleverde containers geen onderhoud vergen. Daarnaast werd een deel van het uitbesteede onderhoud aan de ondergerondse containers, goedkoper in eigen beheer uitgevoerd. Het voordeel bedraagt € 100.000. Het restantverschil van 20.000 euro wordt veroorzaakt door fluctuaties in de verwerkingskosten van het ingezamelde afval. Enerzijds zijn er hogere verwerkingskosten door marktwerking, anderszijds is er een incidenteel voordeel door een subsidie van Nedvang. RESERVES (Bedragen x € 1.000)
Ultimo 2011
Dotatie 2012
Onttrekking 2012
Ultimo 2012
Egalisatiereserve Afvalverwijdering
839
620
700
759
Saldo
839
620
700
759
Egalisatiereserve afvalverwijdering Ten behoeve van de exploitatie 2012 werd € 700.000 uit de egalisatiereserve afvalstoffenheffing gebruikt, zoals besloten in 2011. Door het positieve resultaat gedurende het jaar 2012 werd € 500.000 weer aan de egalisatie afvalstoffenheffing toegevoegd. Dit bedrag was reeds geoormerkt ter matiging van de afvalstoffenheffing voor 2013. Het restantresultaat van € 120.415 over 2012 zal worden toegevoegd aan de egalisatiereserve ter egalisering van de kosten of ter egalisatie van het tarief in de toekomst. VOORZIENINGEN In dit programma zijn geen afzonderlijke voorzieningen opgenomen. INVESTERINGEN In het afgelopen jaar zijn investeringen gedaan in het kader van de vervanging van bestaand materieel zoals een haakarmwagen, een grote zoutstrooier en een minigraver. Een gedeelte van de vervangingsinvesteringen kon worden doorgeschoven naar het volgende jaar omdat de technische staat van het materieel hiertoe aanleiding gaf. Op de vervangingsinvesteringen voor ondergrondse afvalcontainers is minder uitgegeven dan begroot omdat bij de aanbesteding was uitgegaan van vervanging van alle ondergrondse containers. Doordat de actuele technische staat hiertoe de mogelijkheid bood, werden alleen de defecte containers vervangen. Het restantkrediet wordt hierdoor doorgeschoven naar latere jaren waardoor de kapitaallasten worden gespreid over een langere periode. Het totaal bedrag aan doorgeschoven kredieten voor afvalinzameling bedraagt € 841.159 waarvan € 389.500 voor tractie ten behoeven van de inzameling en € 394.791aan inzamelmiddelen. Het restant van € 56.868 betreft kleinere investeringen in ondermeer de huisvesting aan de Koog
42
Programmarekening 2012 | De programma's
P�r�o�g�r�a�m�m�a
5
B E R E I K B A A R H E I D Portfeuillehouder: J. Krieger
Wat willen we bereiken met het programma bereikbaarheid Beoogd maatschappelijk effect beleidsveld 5.1 Bereikbaarheid Purmerend heeft een goed functionerende, veilige en duurzame infrastructuur voor alle vervoerswijzen, waarbij rekening is gehouden met de belangen van de leefbaarheid (milieu, fysieke en sociale omgeving). De woon- en werklocaties, het centrumgebied, de andere publiekstrekkende voorzieningen en de voorzieningen op wijkniveau zijn goed bereikbaar voor de verschillende verkeersdeelnemers. Bij verplaatsingen binnen de stad maken veel bewoners gebruik van de (brom)fiets en het openbaar vervoer. De openbare ruimte is goed toegankelijk en veilig voor voetgangers. Voor het woon-werkverkeer wordt veel gebruikgemaakt van de mogelijkheden die het openbaar vervoer biedt.
43
Programmarekening 2012 | De programma's
Wat hebben we daarvoor in 2012 gedaan 5.1 Beleidsveld Bereikbaarheid 5.1.1 Prestatieveld Openbaar vervoer Werkdoel Behouden van de sterke functie van het openbaar vervoer voor het woon-werkverkeer. Daarnaast bevorderen van het gebruik van het openbaar vervoer voor sociaal/recreatief verkeer. Centrale aspecten voor de uitvoering waren: • toegankelijke bushaltes. In 2009 is gestart met het toegankelijk maken van een groot deel van de bushaltes in Purmerend. In totaal gaat met om 147 haltes. Het is een gemeentelijke taak waardoor subsidie beschikbaar is gesteld via de Stadsregio Amsterdam. In 2012 zijn de laatste haltes aangepast. Het aanpassen houdt o.a. in het ophogen van de haltes naar 18 cm, waardoor een vrijwel gelijkvloerse instap wordt geboden, het aanbrengen van geleidelijnen, het realiseren van voldoende perronbreedte en halteerlengte en het plaatsen van fietsvoorzieningen. • Dynamische Reizigers Informatie Systeem (DRIS). DRIS staat voor Dynamisch Reizigers Informatie Systeem. Met DRIS beschikken buspassagiers tijdens de reis over actuele reistijdinformatie op de halte. In Purmerend worden 73 haltepanelen geplaatst op de belangrijkste instaphaltes. De Stadsregio Amsterdam betaalt de investeringskosten. • studie Bereikbaarheid Waterland. Doel van dit regionale project is om de bereikbaarheid op de N235/N247 voor het autoverkeer, het openbaar vervoer en de fiets te optimaliseren, waarbij tegelijkertijd ook de verkeersveiligheid wordt verbeterd. In 2012 worden een aantal kortetermijnmaatregelen uitgevoerd (waaronder doortrekken busbaan N235 bij Het Schouw en verplaatsen pontje). Kernprestaties 5.1.1.1 Het verbeteren van de toegankelijkheid van bushalten. Door het ophogen van 147 van de in totaal 175 bushalten wordt voor 98% van de reizigers een gelijkvloerse instap gerealiseerd; 5.1.1.2
Herinrichting van het Tramplein (nieuw busstation);
5.1.1.3
De realisatie van 73 DRIS-panelen bij de belangrijkste instaphaltes. Er worden ook DRIS-panelen geplaatst bij het Tramplein dat heringericht wordt
Prestatie-indicatoren Openbaar vervoer Het aantal gerealiseerde gelijkvloerse instappen per jaar Herinrichting Tramplein (nieuw busstation) DRIS-panelen bij bushaltes
Toezeggingen 2012
Resultaten 2012
10
8
voorbereiding
uitgevoerd
73
19
Toelichting Toegankelijke bushaltes De twee bushaltes op de Gedempte Where zijn nog niet toegankelijk gemaakt. Busvervoerder EBS wil graag al het busverkeer in de binnenstad via de Westerstraat-Gedempte Where laten rijden (nu deels via de route Nieuwstraat en Plantsoengracht). In dat geval dienen de bushaltes op de Gedempte Where verlengd te worden, zodat bussen achter elkaar kunnen halteren. Een afweging voor een wijziging van de busroute vindt plaats binnen het project Verkeer binnenstad. Daarna worden de haltes aangepast en kan het project 'toegankelijke bushaltes' worden afgerond. DRIS
44
Programmarekening 2012 | De programma's
De uitvoering van dit regionale project in Purmerend is gestart in november 2012. Aan het eind van het jaar waren 19 DRIS-panelen operationeel. De overige panelen worden geplaatst en aangesloten in het eerste kwartaal van 2013. Overigens zijn er twee locaties toegevoegd; in totaal komen er 75 panelen. Studie Bereikbaarheid Waterland De uitvoering van de korte termijn maatregelen doortrekken busbaan N235 bij Het Schouw en verplaatsen pontje is door de Provincie verschoven naar 2013. 5.1.2 Prestatieveld Fietsverkeer Werkdoel Bevorderen van het fietsgebruik, met name voor verplaatsingen binnen de gemeente. Centraal aspect voor de uitvoering was: • het Fietsbeleidsplan 2010-2015. Het fietsbeleidsplan geeft richting aan hoe het fietsen in de gemeente kan worden gestimuleerd. Door de noodzakelijke ombuigingen in de gemeentelijke meerjarenbegroting is de uitvoering niet structureel als vast onderdeel in het meerjarenperspectief vastgelegd. Om acties en maatregelen uit te kunnen voeren haken we -waar mogelijk- aan bij nieuwe ontwikkelingen en onderhoudsprojecten (werk met werk) met gebruikmaking van de subsidiemogelijkheden van de Stadsregio. Kernprestaties 5.1.2.1 Realisatie Melkwegbrug 5.1.2.2
Herinrichting van de Van IJsendijkstraat met aparte fietsvoorzieningen
Prestatie-indicatoren Fietsverkeer
Toezeggingen 2012
Resultaten 2012
Realisatie Melkwegbrug
uitvoering
uitgevoerd
Fietsstroken Van IJsendijkstraat (herinrichting)
uitvoering
uitgevoerd
45
Programmarekening 2012 | De programma's
5.1.3 Prestatieveld Autoverkeer Werkdoel Verbeteren van de bereikbaarheid binnen de gemeente en aansluiting op het regionale wegennet binnen de randvoorwaarden van verkeersveiligheid, leefbaarheid en duurzaamheid. Centrale aspecten voor de uitvoering waren: • onderzoek verkeerscirculatie binnenstad. In 2007 is gedeeltelijk eenrichtingsverkeer ingesteld (Westerstraat en Nieuwstraat). De keuze om het gedeeltelijke rotondemodel te handhaven bleef een discussiepunt. In 2011 is onderzocht of en zo ja welke problemen de bewoners, ondernemers en andere gebruikers ervaren op het gebied van verkeer in de binnenstad. In een tweede fase is onderzoek gedaan naar oplossingsrichtingen hiervoor; • onderzoek parkeren centrum. Het parkeerbeleid was erop gericht om een groot deel van de parkeerplaatsen op maaiveld op te heffen en onder te brengen in parkeergarages. De geplande parkeergarages konden niet kostenneutraal worden geëxploiteerd. In 2011 heeft een herbezinning van de ambities voor het parkeren in de binnenstad plaatsgevonden (Parkeervisie 2011-2015). De komende jaren wordt hier uitvoering aan gegeven. Kernprestaties 5.1.3.1 Verdubbeling van de N244 (gedeelte A7 en N247) ten behoeve van het verwerken van de groei van het verkeer door ruimtelijke ontwikkelingen in de regio (BaansteeNoord) en het bieden van een alternatief voor de overbelaste N247 en N235 door Waterland; 5.1.3.2
Alle opties voor het verkeer en het parkeren rond de binnenstad worden nog eens op een rij gezet, keuze is aan de raad
Prestatie-indicatoren Autoverkeer
Toezeggingen 2012
Resultaten 2012
voorbereiding
voorbereiding uitgevoerd
Verdubbeling N244 (project Provincie)
Toelichting Verdubbeling N244 In 2013 vindt verdere voorbereiding plaats (onder andere vaststelling inpassingsplan en aanbesteding contract). De uitvoering start naar verwachting in 2014. Project Verkeer binnenstad In september 2012 heeft de raad besloten om het tweerichtingsverkeer op de ring rond de binnenstad te behouden en om de ring de komende jaren stap voor stap opnieuw in te richten. Medio 2013 worden voorstellen gedaan voor een nieuwe inrichting (eerste fase). Parkeervisie In juni 2012 heeft de raad de parkeervisie binnenstad 2012-2015 vastgesteld. Hierin staat beschreven hoe parkeren in de binnenstad makkelijker wordt gemaakt en welke alternatieven er zijn voor de auto. Om de bouw van nieuwe ontwikkelingen in het centrum te stimuleren wordt ingezet op de bouw van één nieuwe parkeervoorziening in de binnenstad. 5.1.4 Prestatieveld Verkeersveiligheid Werkdoel Bevorderen van verkeersveiligheid met speciale aandacht voor het terugdringen van het aantal slachtoffers onder (brom)fietsers en het verminderen van de subjectieve verkeersonveiligheid. Centraal aspect voor de uitvoering was:
46
Programmarekening 2012 | De programma's
• uitvoering verkeersveiligheidsplan. In 2011 is besloten op welke wijze het krediet Verkeersveiligheidsplan in te zetten. In 2012 en verder worden de maatregelen uit het verkeersveiligheidsplan uitgevoerd. Het gaat om een mix van maatregelen; infrastructuur, verkeerseducatie en handhaving (in overleg met politie). Doel is drieledig: 1.
de vermindering van het aantal ernstige slachtoffers;
2.
de vermindering van bromfiets- en fietsslachtoffers;
3.
geen toename van de subjectieve onveiligheid.
Kernprestaties 5.1.4.1 Uitvoering verkeersveiligheidsplan; 5.1.4.2
Aanleggen rotonde Edisonweg-Grotenhuysweg (afhankelijk van inzet krediet Verkeersveiligheidsplan);
5.1.4.3
Herinrichting woonwijken Wheermolen en Overwhere conform Duurzaam Veilig (in kader van werkzaamheden riolering).
Prestatie-indicatoren Verkeersveiligheid
Toezeggingen 2012
Resultaten 2012
Uitvoering maatregelen verkeersveiligheidsplan
uitvoering
niet uitgevoerd
Aanleggen rotonde Edisonweg-Grotenhuysenweg
uitvoering
niet uitgevoerd
Herinrichting Wheermolen en Overwhere conform Duurzaam Veilig
uitvoering
deels uitgevoerd
Toelichting Uitvoering verkeersveiligheidsplan/aanleggen rotonde Edisonweg Eén van de maatregelen uit het verkeersveiligheidsplan is de aanleg van een rotonde op het kruispunt Edisonweg-Grotenhuysweg. Onder het kruispunt bevinden zich allerlei kabels en leidingen. Eventueel benodigde aanpassingen hieraan brengen mogelijk hoge kosten met zich mee. In 2012 is daarom onderzoek laten doen naar kruispuntoplossingen waarbij geen aanpassingen aan de ondergrondse infrastructuur nodig zijn. Dit heeft echter niet geleid tot een geschikte oplossing. Om de raad een goede afweging te kunnen laten maken voor de inzet van het krediet Verkeersveiligheidsplan wordt in de eerste helft van 2013 een haalbaarheidsonderzoek naar kabels en leidingen verricht. Dit maakt inzichtelijk wat de kosten van een rotonde inclusief benodigde aanpassingen aan kabels en leidingen zullen zijn. Nb: afgelopen jaar zijn vanuit het reguliere verkeersveiligheidsbudget diverse maatregelen uitgevoerd zoals de herinrichting van het kruispunt Veenweidestraat-Bovenlandsestraat en de realisatie van een aantal snelheidsremmers. Ook zijn twee digitale snelheidsborden ("smileys") aangeschaft die rouleren over tien verschillende locaties in de gemeente. Herinrichting Wheermolen en Overwhere conform Duurzaam Veilig In 2012 is gestart met rioleringswerkzaamheden in Overwhere. in 2013 wordt gestart met Wheermolen. Het betreffen werkzaamheden over meerdere jaren. De nieuwe inrichting vindt plaats volgens de principes van Duurzaam Veilig.
Wat heeft het gekost in 2012 (bedragen x € 1.000)
Realisatie 2011 Begroting 2012 Begroting 2012 primitief bijgesteld
Realisatie 2012
Afwijking
Lasten
-6.388
-3.331
-4.164
-3.628
-536
Baten
6.575
2.582
3.340
3.197
143
47
Programmarekening 2012 | De programma's
(bedragen x € 1.000)
Realisatie 2011 Begroting 2012 Begroting 2012 primitief bijgesteld
Saldo
187
-750
Realisatie 2012
Afwijking
-431
-393
Realisatie 2012
Afwijking
-536
-824
Het programma Bereikbaarheid heeft per saldo een voordeel van € 393.000. Dit wordt veroorzaakt door € 536.000 lagere lasten en € 143.000 lagere baten.
(bedragen x € 1.000)
Realisatie 2011 Begroting 2012 Begroting 2012 primitief bijgesteld
BV051 Bereikbaarheid Lasten
-6.388
-3.331
-4.164
-3.628
Baten
6.575
2.582
3.340
3.197
143
187
-750
-824
-431
-393
EXPLOITATIE De belangrijkste elementen in de ontwikkeling op beleidsveldniveau binnen Bereikbaarheid zijn: • Lagere uitvoeringskosten voor het project Toegankelijkheid Bushaltes (€ 190.000 incidenteel). Voor deze werkzaamheden was totaal € 626.000 geraamd en beschikbaar uit doeluitkeringen, die hiervoor door de Stadsregio Amsterdam lumpsum beschikbaar zijn gesteld en in verband met aanbestedingsvoordelen niet volledig zijn uitgegeven. Naar verwachting zullen ten behoeven van dit project in 2013 nog voor € 129.000 aan aanvullende werkzaamheden worden verricht. Hiervoor is ook een aanvullende tranche van de doeluitkering beschikbaar gesteld. Het huidige projectsaldo van € 190.000 kan daardoor geheel als resultaat worden genomen. • Lagere kosten (€ 263.000 incidenteel) met betrekking tot onderhoud (uitvoering, begeleiding en materialen) van fietsenstallingen, garages en overig verkeersmeubilair. • Lagere kosten in verband met vertraagde uitvoering van infrastructurele verkeersveiligheidsmaatregelen (€ 33.000 incidenteel). De werkzaamheden die gepland waren voor 2012 zijn voor een substantieel deel niet uitgevoerd in verband met ontbrekende materiaalleveranties, maar zullen in 2013 alsnog worden vervolgd. • Vertraagde besteding betreffende specifiek onderzoek en advisering omtrent actualisatie van verkeersmodellen en de effecten van diverse doorstromingsmaatregelen op de bereikbaarheid binnen gemeentegrenzen. Diverse verkeersonderzoeken en de update van verkeersmodellen zijn in 2012 afgerond. Het resterende onderzoek rondom de doorstromingsmaatregelen (€ 50.000 incidenteel) zal in 2013 worden voortgezet ten behoeve van het project Verkeer Binnenstad (o.a. doorstroming Gedempte Where en ontwerp nieuwe inrichting ring binnenstad). • Lagere opbrengsten voor parkeren aan de openbare weg en Claxonate (€ 149.000 incidenteel). Het is nog onduidelijk of dit in verband met de aanhoudende recessie een structureel effect zal krijgen. RESERVES Er zijn geen reserves die tot dit programma behoren. VOORZIENINGEN (Bedragen x € 1.000)
Ultimo 2011
Dotatie 2012
Onttrekking 2012
Ultimo 2012
Voorziening Openbaar vervoer
204
2
3
203
Voorziening Onderhoud DRIS
500
-
-
500
48
Programmarekening 2012 | De programma's
(Bedragen x € 1.000) Saldo
Ultimo 2011 704
Dotatie 2012
Onttrekking 2012 2
Ultimo 2012
3
703
Voorziening openbaar vervoer De voorziening wordt ingezet voor het mede financieren van openbaar vervoer projecten en infrastructurele maatregelen voor een verbeterde doorstroming en toegankelijkheid van het openbaar vervoer. Eind 2012 is het saldo van de voorziening € 203.000. In de loop van 2012 is een plan van maatregelen opgesteld voor de besteding van dit resterende saldo, waarin o.a. zijn opgenomen: bijdragen aan de aanpassing van busbanen en kruispunten, systeemvernieuwing verkeersregelautomaten bij enkele bussluizen en de aanleg van (tijdelijke) voorzieningen in verband met de herinrichting van busstation Tramplein. De maatregelen zullen in 2013 worden uitgevoerd. Voorziening onderhoud DRIS Deze voorziening is afgesplitst uit de voorziening openbaar vervoer en bestemd om de beheeren onderhoudkosten voor het Dynamisch Reizigers Informatie Systeem voor een periode van tien jaar te kunnen dekken. De DRIS-panelen worden volgens planning t/m begin 2013 bij de diverse bushaltes geplaatst. Er is daardoor nog geen onderhoud verricht. Het saldo van de voorziening bedraagt per 31 december 2012 dan ook onveranderd € 500.000. INVESTERINGEN. Verkeersveiligheidsplan 2011-2012 In de loop 2012 is het voorstel ter besteding van het investeringsplafond van € 673.500 nader uitgewerkt. In de tweede helft van 2012 is inzake de haalbaarheid van de hieruit te bekostigen rotonde Edisonweg-Grotenhuysweg, een aanvullend onderzoek noodzakelijk gebleken naar de ligging van het kabel- en leidingennetwerk. Begin 2013 wordt de uitslag van dit onderzoek meegenomen in een definitief voorstel over de vorm waarin het krediet wordt voortgezet. Verkeersveiligheidsplan schoolomgevingen In 2012 is voor € 28.000 aan werkzaamheden verricht ter verbetering van onveilige kruisingen in de nabijheid van scholen. Planvorming voor het resterende investeringsplafond ten behoeve van verkeersveiligheid schoolomgevingen van € 85.522, zal worden meegenomen in het integrale verkeerveiligheidsplan 2011-2012 en in de loop van 2013 worden voorgesteld voor uitvoering.
49
Programmarekening 2012 | De programma's
P�r�o�g�r�a�m�m�a
6
BEHEER�OPENBARE�RUIMTE Portefeuillehouder: R. Helm
Wat willen we bereiken met het programma beheer openbare ruimte Beoogd maatschappelijk effect beleidsveld 6.1 Beheer openbare ruimte Ondanks het financiële klimaat is de onderhoudskwaliteit op beeldkwaliteit ook in 2012 gewaarborgd. De wijze van werken echter is wel een heel andere geworden dan die van een paar jaar geleden. De afdeling Stadsbeheer probeert dat op een zo veel mogelijk contextgerichte manier te doen, dat wil zeggen dat inwoners, ondernemers en maatschappelijke partners van Purmerend zijn betrokken bij het beheer. Zij zijn de ogen en oren in de wijken, naast onze eigen mensen in het veld, zoals handhavers en wijkmanagers. In het coalitieakkoord is aangegeven dat Purmerend de verbinding zoekt met de mensen in de stad. Het activeren en stimuleren van inwoners en ondernemers en het betrekken bij het beheer en onderhoud van de stad heeft in allerlei opzichten de aandacht. Er worden door bewoners al veel initiatieven ontplooid op gebied van groen, straatmeubilair en verhardingen. Zo onderhouden bewoners bijvoorbeeld op meerdere locaties op eigen verzoek het openbaar groen. De wijkonderhoudsplannen 2012 zijn samen met de wijkkerngroepen opgesteld. Uitgangspunt daarbij was het beeldkwaliteitsniveau op basis waarvan de budgetten zijn vastgesteld.
Wat hebben we daarvoor in 2012 gedaan 6.1 Beleidsveld Beheer openbare ruimte 6.1.1 Prestatieveld Schoon, heel en veilig Werkdoel De openbare ruimte is onderhouden op het afgesproken kwaliteitsniveau. Met het oog op de gemeentebrede ontwikkelingen (onder andere het zogenaamde 'van buiten naar binnen' werken), is meer ruimte binnen de beheerplannen gemaakt om de vragen van de toekomst te beantwoorden. Er is een aanzet gemaakt om daarbij een stap dieper te gaan dan de huidige beheerplannen door waar te nemen wat het effect is van de prestaties die geleverd zijn en in hoeverre die hebben bijgedragen aan de wensen en behoeften van de bewoners en de doelen van de gemeente. In 2013 zal dit ingezette proces voortgezet worden. Centrale aspecten voor de uitvoering waren:
50
Programmarekening 2012 | De programma's
• op basis van de beheerplannen en de afgesproken beeldkwaliteitsniveaus zijn wijkschouwen gehouden en zijn met behulp van de input van wijkmanagers integrale wijkonderhoudsplannen opgesteld. Deze zijn besproken met de wijkkerngroepen; • er zijn vier rondes voor onkruidbestrijding op verhardingen uitgevoerd: twee keer mechanisch(borstelen) en twee keer chemisch; • technisch verouderde wegen zijn vervangen (in veel gevallen op integrale wijze, dus samen met riolering, groen, openbare verlichting en wegmeubilair); • naast de reguliere reinigingsactiviteiten zijn vijftien hotspots (pleintjes, speelplaatsen e.d.) extra schoongemaakt; • graffiti en wildplak op gebouwen, verkeersborden, straatmeubilair en geluidsschermen zijn actief bestreden, daarbij is extra aandacht besteed aan het verwijderen van uitingen van racistische aard; • acties naar aanleiding van meldingen van bewoners zijn waar mogelijk binnen 7 werkdagen uitgevoerd. Het gaat daarbij onder meer om onderhoud van wegen, groenvoorzieningenen openbare verlichting; • in 2012 is een tussentijdse inventarisatie gedaan van het beeldkwaliteitsniveau van de verschillende beheerdisciplines. Hieruit bleek dat in de woonwijken het streefniveau wordt gehaald. Het hoge ambitieniveau voor het centrumgebied werd deels gehaald, maar de kwaliteit is toch nog voldoende tot goed te noemen. De groengebieden voldoen redelijk aan het streefniveau. Voor het groen in alle deelgebieden geldt dat de beeldkwaliteit weliswaar aardig op orde is, maar dat de technische kwaliteit zorgelijk is. Op termijn kan dit niet zonder gevolgen blijven. Met creatieve ingrepen, bijvoorbeeld het zo veel mogelijk aanhaken bij reconstructieprojecten voor wegen en riolering, of de proef om relatief dure éénjarige planten te vervangen door minder dure vaste planten, kon op sommige locaties de technische (en daarmee ook de beeld)kwaliteit worden verbeterd. Middels een presentatie en fietstocht door de wijken van Purmerend is de gemeenteraad op de hoogte gebracht van de ontwikkelingen van het onderhoudsniveau.
Prestatie-indicatoren Schoon, heel en veilig
Toezegging
Resultaten 2012
Wijken
Centrum Parken
Wijken
Centrum Parken
Wegen
C
A
B
C
A
B/C
Kunstwerken
C
A
B
B/C
B/C
B
Wegmeubilair
B
A
B
A/B
B
B
Groen/bomen
C
A
A
B
A
B
Straatreiniging
B
A
A
A
A/B
B
Toelichting: vijfpuntschaal beeldkwaliteit openbare ruimte: A+ = zeer goed; A = goed; B = voldoende; C = matig; D = slecht (bron: CROW). Onder toezegging is de met de raad overeengekomen beeldkwaliteit vermeld. Onder resultaten 2012 is de werkelijke beeldkwaliteit in 2012 opgegeven. De gegeven waarden betreffen gemiddelden, door het cyclische verloop van het onderhoud kan dit plaatselijk afwijken. 6.1.2 Prestatieveld Zorg voor watertaken Werkdoel Het komen tot een goed functionerend rioolstelsel en een goede ecologische kwaliteit van oppervlakte- en grondwater. Grondwateroverlast door te hoge grondwaterstanden wordt voorkomen.
51
Programmarekening 2012 | De programma's
Centrale aspecten van de uitvoering: • de gemeente Purmerend en het HHNK hebben gezamenlijk een waterplan gemaakt. De planperiode daarvan is 2006-2015. Hierbij hoort de doelstelling om op korte termijn een gezond watersysteem te creëren tegen minimale kosten, waarbij op lange termijn wordt gestreefd naar een duurzaam watersysteem. De uitvoering bestaat voor een belangrijk deel uit maatregelen in de riolering; • grote investeringen zijn gedaan om het regenwaterriool af te koppelen van het vuilwaterriool. Hierdoor hoeft regenwater niet onnodig te worden gezuiverd. Inwoners wordt gevraagd vrijwillig mee te doen bij het afkoppelen van de regenwaterafvoer van hun woning. In het voorjaar van 2012 zijn de werkzaamheden in de Saturnusstraat e.o. afgerond, de Van IJssendijkstraat e.o. zal in het voorjaar van 2013 worden afgerond en het plandeel Rudolf Garrelstraat e.o. is rond de zomervakantieperiode 2013 afgerond. Ruim 80% van de bewoners heeft daarbij meegedaan aan het vrijwillige afkoppelproject; • samen met het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier en de gemeenten Beemster, Graft-De Rijp, Landsmeer, Schermer, Waterland, Wormerland en Zeevang, worden optimalisatiemaatregelen in de afvalwaterketen uitgevoerd. De belangrijkste maatregel was het omleiden van het verbeterde gescheiden rioolstelsel in Weidevenne. Hierdoor hoeft de rioolwaterzuiveringsinstallatie van het hoogheemraadschap (voorlopig) niet te worden uitgebreid en is deze minder aan slijtage onderhevig; • de gemeente legt natuurvriendelijke oevers aan voor een betere waterkwaliteit. Ook daarbij wordt een actieve inbreng van de bewoners mogelijk gemaakt; • in 2012 zijn de woonboten in de Where (historische woonboten) aangesloten op het riool; • medio 2012 is het beheer en onderhoud van het stedelijk water van de gemeente overgedragen aan het HHNK.
Toezeggingen Resultaten 2012 2012
Prestatie-indicatoren Zorg voor watertaken Waterkwaliteit (emissievolume overstort op oppervlaktewater)
73.200 m3
73.200 m3
483
483
Wateroverlast op straat (meldingen)
6.1.3 Prestatieveld Dierenwelzijn Werkdoel Aandacht voor het welzijn van dieren in de openbare ruimte op basis van de kadernotitie Dierenwelzijn. Centrale aspecten van de uitvoering: • centrale coördinatie; • hondenbeleid; • opvang zwerfdieren (volgens wetgeving); • natuurvriendelijk beheer gemeentelijk groen (natuurvriendelijke maatregelen in onderhoudsbestekken); • bestrijding schade door dieren; • voorlichting en communicatie.
Prestatie-indicatoren Dierenwelzijn
Toezeggingen 2012
Resultaten 2012
Concretisering hondenbeleid op basis van evaluatie
te evalueren
geëvalueerd
Evaluatie uitvoering dierenwelzijnsbeleid
op te stellen
opgesteld
52
Programmarekening 2012 | De programma's
Prestatie-indicatoren Dierenwelzijn
Toezeggingen 2012
Resultaten 2012
Beheer 300 Canadese ganzen en 100 Boerenganzen
jaarlijks
jaarlijks
• De evaluatie dierenwelzijnsbeleid en de evaluatie hondenbeleid zijn in december 2012 naar de gemeenteraad en diverse belangenorganisaties gezonden en worden in januari 2013 op verzoek van de gemeenteraad in de commissie SOB behandeld. • Een proef op het gebied van hondenbeleid in de wijk Purmer-Zuid is in voorbereiding op initiatief van de wijkkerngroep. • Purmerend is in 2012 aangesloten bij de Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF). De NDFF geeft informatie over waarnemingen van beschermde en zeldzame planten en dieren. De Flora- en Faunawet verplicht iedereen om bij veranderingen in het landschap rekening te houden met alle beschermde soorten die door de maatregel beïnvloed kunnen worden.
Wat heeft het gekost in 2012 (bedragen x € 1.000) Lasten
Realisatie 2011 Begroting 2012 Begroting 2012 primitief bijgesteld -21.568
-22.669
-22.879
Realisatie 2012
Afwijking
-22.405
-475
Baten
8.232
8.178
8.072
8.356
-285
Saldo
-13.336
-14.491
-14.808
-14.048
-759
Het programma beheer openbare ruimte heeft een voordelig saldo van € 759.412. Dit wordt veroorzaakt door € 475.000 lagere lasten en € 285.000 hogere baten.Voor afwijkingen op lasten-/batenniveau groter dan € 100.000 zal een toelichting worden gegeven. (bedragen x € 1.000)
Realisatie 2011 Begroting 2012 Begroting 2012 primitief bijgesteld
Realisatie 2012
Afwijking
-22.405
-475
BV061 Beheer openbare ruimte Lasten
-21.568
Baten
-22.669
-22.879
8.232
8.178
8.072
8.356
-285
-13.336
-14.491
-14.808
-14.048
-759
EXPLOITATIE Het voordelige saldo voor dit beleidsveld wordt voornamelijk veroorzaakt door doorgeschoven werkzaamheden van 2012 naar 2013. Het gaat hierbij (exclusief de gemeentelijke watertaken) om een bedrag van € 507.514. Dit voordeel is incidenteel. Deze doorgeschoven werkzamheden zijn noodzakelijk om uit te voeren maar zijn om diverse redenen niet in 2012 gereedgekomen. Voornamelijk betreft dit een langere doorloopperiode van de voorbereidingsfase als gevolg van inspraaktrajecten en gedeeltelijk komt dit doordat het logisch plannen van samenhangende werkzaamheden ervoor zorgt dat projecten later beginnen. Twee groepen projecten zijn het reinigen en uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden aan de NS-Tunnel voor een bedrag van € 210.000 en de doorgeschoven werkzaamheden van € 180.000 aan de Clara Visserstraat zoals reeds gemeld in de derde bestuursrapportage 2012. In het totaal saldo van het beleidsveld zit ook een saldo voor beheer gemeentelijke watertaken voor een bedrag van € 168.819. Dit bedrag zal worden toegevoegd aan de egalisatiereserve riolering. Dit saldo betreft doorgeschoven werk voor een bedrag van € 142.500. Het restant van € 26.319 betreft kleinere afwijkingen ten opzichte van de in het tarief meegenomen kosten.
53
Programmarekening 2012 | De programma's
Resultaatsbestemming Als gevolg van eerder gemelde doorgeschoven werkzaamheden en de wettelijk voorgeschreven egalisatiereserve voor de kosten en opbrengsten voor gemeentelijke watertaken wordt voorgesteld om in totaal € 676.333 van het resultaat van dit programma/ beleidsveld te bestemmen. Hierbij wordt € 168.819 toegvoegd aan de egalisatiereserve gemeentelijke watertaken en zal € 507.514 worden toegevoegd aan het reguliere budget 2013 middels een in te stellen bestemmingsreserve beheer openbare ruimte. Van dit laatste bedrag is € 180.000 voor werkzaamheden van de Clara Visserstraat reeds gemeld en goedgekeurd aan de Raad bij de derde bestuursrapportage 2012. Het restant betreft noodzakelijk uit te voeren werkzaamheden door verschillende oorzaken. RESERVES (Bedragen x € 1.000) Egalisatiereserve Riolering
Ultimo 2011
Onttrekking 2012
Ultimo 2012
432
169
432
169
86
105
18
172
-
1.983
183
1.800
517
2.257
633
2.141
Egalisatiereserve Begraafplaatsen Bestemmingsreserve Infrastructuur Gorslaan Saldo
Dotatie 2012
Egalisatiereserve gemeentelijke watertaken Deze reserve is ingesteld om fluctuaties tussen de baten en lasten aan het rioolstelsel en het oppervlaktewater in Purmerend die voortvloeien uit de exploitatie, het gemeentelijk rioleringsplan en het stedelijk waterplan op te vangen. Het saldo bestaat voor € 168.000 uit uitgestelde werken voor baggerwerkzaamheden en gemalen en voor € 26.319 aan verrekening van het resultaat over 2012. Egalisatiereserve begraafrechten Het doel van deze reserve is om de inkomsten te egaliseren uit de begraafrechten. Jaarlijks valt ongeveer 1/10 deel vrij uit de inkomsten van de grafrechten. De onttrekking voor 2012 is € 18.000. De meerjarig afgekochte grafhuur in 2012 vormt de dotatie aan de reserve (€ 105.000). Reserve infrastructuur Gorslaan In 2011 is een reserve ingesteld voor uit te voeren werkzaamheden aan de kruising GorslaanJaagweg. Uit onderzoek is gebleken dat deze kruising verzakt en dat er herstelwerkzaamheden nodig zijn. Deze werkzaamheden zullen worden gecombineerd met andere infrastructurele werkzaamheden in de nabije omgeving en zullen waarschijnlijk in 2014 worden uitgevoerd. De omvang van deze reserve bedraagt € 1.800.000 Op basis van de meest recente inzichten is de reserve € 300.000 hoger dan noodzakelijk om deze werkzaamheden uit te voeren. In de resultaatbestemming wordt voorgesteld dit bedrag te laten vrijvallen. VOORZIENINGEN (Bedragen x € 1.000)
Ultimo 2011
Dotatie 2012
Onttrekking 2012
Ultimo 2012
Onderhoud groen
80
-
80
-
Onderhoud kunst- en waterwegen
61
-
61
-
Voorziening infrastructuur
474
-
474
-
Saldo
615
-
615
-
54
Programmarekening 2012 | De programma's
INVESTERINGEN Voor het beheer van de openbare ruimte worden jaarlijks kredieten toegekend voor de dekking van investeringen. De aard van deze investeringen zijn deels incidenteel voor nieuwe projecten of uitbreidingen en deels voor vervangingsinvesteringen in de openbare ruimte. In 2011 is met name voor de vervangingsinvesteringen voor de openbare ruimte veel tijd besteed aan een meer integrale planning van de verschillende werkzaamheden. Te denken valt hierbij aan de koppeling van werkzaamheden aan het wegennet en de riolering. Hierbij is de planning meerjarig verder op elkaar afgestemd. In 2012 is gestart met een inhaalslag echter gezien de omvang van deze inhaalslag is deze vooralsnog niet volledig gerealiseerd. Dit heeft geresulteerd in het feit dat verschillende kredieten worden doorgeschoven naar de toekomst. In totaal wordt er € 3.478.425 doorgeschoven naar het volgende jaar. Dit betreft hoofdzakelijk investeringen in het kader van het Gemeentelijk Riolering Plan, het uitvoeringsplan asfalt en het Stedelijk Water Plan waarvan de afstemming plaats vindt met het hoogheemraadschap. De rest betreft voor € 1.025.175 kredieten hoofdzakelijk voor het groot onderhoud aan bruggen en/of beschoeiingen waarvan de restanten doorschuiven naar 2013. In 2012 zijn voor de volgende kredieten de werkzaamheden afgerond en de kredieten afgesloten: Vervangen houten bruggen Overwhere, Uitvoeringsprogramma 2012 Elementen, Herinrichting Koemarkt, Uitvoeringsprogramma 2012 Riolering, Aansluiting rioolnet historische woonschepen. Naast de kredieten die als basis een meerjarige planning hebben, zijn er voor een specifieke projecten nog kredieten doorgeschoven. Het gaat om de kredieten Looproutes 2010, Uitbreiding nieuwe algemene begraafplaats (grafveld en urnenmuur), Kiss&ride en parkeerplaats van den Uyllaan 3. Deze projecten zullen naar verwachting in 2013 worden afgerond.
55
Programmarekening 2012 | De programma's
P�r�o�g�r�a�m�m�a
7
RUIMTELIJKE�ORDENING Portefeuillehouder: J. Krieger
Wat willen we bereiken met het programma ruimtelijke ordening Beoogd maatschappelijk effect beleidsveld 7.1 Ruimtelijke ordening Purmerend is een hoogwaardig en duurzaam ingerichte stad met een sterke samenhang tussen de historische binnenstad en de wijken, de wijken onderling en de omliggende regio. Daardoor zijn de inwoners optimaal gefaciliteerd om te wonen, werken en recreëren. Bewoners worden betrokken bij nieuwe planvorming. Ze kunnen rekenen op handhaving van de beoogde ruimtelijke kwaliteit op basis van actuele regelgeving op ruimtelijk gebied, vervat in bestemmingsplannen die binnen de daarvoor gestelde termijn worden herzien.
Wat hebben we daarvoor in 2012 gedaan 7.1 Beleidsveld Ruimtelijke ordening 7.1.1 Prestatieveld Optimale ruimtelijke hoofdstructuur Werkdoel Realiseren en behouden van een functioneel, hoogwaardig en duurzaam ingerichte stad door het op een zorgvuldige, functionele en financieel verantwoorde wijze realiseren van een evenwichtig en goed toegankelijk aanbod van woningen, infrastructuur, bedrijfs- en kantoorlocaties en recreatievoorzieningen. Centrale aspecten voor de uitvoering zijn: • ontwikkelen van verkenningen, visies en (gebiedsgerichte) inrichtingsplannen; • uitvoering van concrete projecten op het gebied van wonen, werken, verplaatsen en recreëren; • intensiever en eerder belanghebbenden betrekken bij ruimtelijke ontwikkelingen. Kernprestaties 7.1.1.1 Het realiseren van voldoende woningen om de vraag zo goed mogelijk te bedienen. Om een wezenlijke bijdrage te leveren aan de lokale woningmarkt zijn projecten in voorbereiding en uitvoering; 7.1.1.2
Het realiseren van kantoorpanden in verband met het huisvesten van bedrijven. Met het oog op de voorgestane economische groei van de gemeente en de huisvesting van bedrijven, worden bedrijfspanden gerealiseerd (zoals de kantoren in de Gors-Noord) en de ontwikkeling van Baanstee-Noord. Voor een meer uitgebreide toelichting wordt verwezen naar programma 10 Economie;
56
Programmarekening 2012 | De programma's
7.1.1.3
Het realiseren van gebouwen en terreinen ten behoeve van maatschappelijke en educatieve doeleinden; Overeenkomstig het gemeentelijk beleid voorzieningen voor maatschappelijke en educatieve doeleinden realiseren, voor zover de gemeente hierin een rol heeft;
7.1.1.4
Geen actieve grondpolitiek maar stimulering van ontwikkelinitiatieven die aansluiten bij de gemeentelijke structuurvisie
Prestatie-indicatoren Woningproductie
Toezeggingen 2012
Resultaten 2012
Productie woningbouw (aantal woningen)
231
206
Toelichting: Vanwege de Grondexploitatiewet is de structuurvisie (2006) bijgesteld. Na evaluatie is vervolgens het standpunt ingenomen om de structuurvisie te actualiseren. Dat gebeurt met inachtneming van 3 uitgangspunten, waarbij het gaat om een dynamisch proces. De woningbouwproductie is in 2012 achtergebleven bij de planning. Enkele binnenstedelijke projecten zijn vertraagd en nog niet opgeleverd. Om aan te sluiten bij vraaggestuurd bouwen is voor de Kop van West 'organische gebiedsontwikkeling' in voorbereiding genomen. Verder is flinke inzet gepleegd om woon-zorgcomplex Genuahaven daadwerkelijk te realiseren en om de (energie)transitie van Stadsverwarming Purmerend met o.a. de Biowarmtecentrale te faciliteren. Voor wat betreft de centralisatie van het (gemeentelijk) vastgoed is in 2012 voortgang gemaakt en over 'niet in exploitatie genomen gronden' (NIEGG) zijn de nodige besluiten genomen. 7.1.2 Prestatieveld Centrum met kwaliteit Werkdoel Realiseren en behouden van een hoogwaardig, duurzaam ingerichte en veilige binnenstad met sterke (regionale) centrumfuncties. Ter bescherming van het stadsgezicht worden daarbij waar mogelijk - het behoud, herstel en gebruik van monumenten/cultuurhistorische waarden, gewaarborgd. Centrale aspecten voor de uitvoering zijn: • ontwikkelen van verkenningen, visies en inrichtingsplannen voor centrumgebied; • uitvoering concrete projecten binnenstad; • aandacht voor monumenten/cultuurhistorische waarden. Kernprestaties 7.1.2.1 Uitvoering (actieplan) project 'Beeldkwaliteit/behoudenswaardige panden binnenstad' . NB Het aantal panden dat in 2011 is toegevoegd aan de lijst van te behouden of te beschermen panden is in principe een eenmalige actie. Het gaat om 41 van de 54 voorgestelde panden. Het totaal aantal panden dat op dit moment op de lijst staat is 127 en dit aantal verandert niet in 2012. N.b. Ten aanzien van het onderdeel verkeerscirculatie en parkeren in het centrum wordt ook verwezen naar programma 5 Bereikbaarheid.
Prestatie-indicatoren Gemeentelijke monumenten % van de 54 voorgedragen te behouden/beschermen panden dat daadwerkelijk als gemeentelijk monument is benoemd
Toelichting:
57
Programmarekening 2012 | De programma's
Toezeggingen 2012
Resultaten 2012
76%
74%
De principe-discussie over de verkeerscirculatie rond de binnenstad is in 2012 afgerond. De herbezinning op de ambities voor parkeren in de binnenstad en de geplande parkeergarages is nog gaande. Wel is reeds duidelijk, dat 't Lammetje langer blijft staan dan de beoogde termijn van 5 jaar. Voor de binnenstad is het thema 'Bruisend Centrum' inhoud gegeven, onder andere met de vastgestelde detailhandelsnota. Eén van de doelstellingen daarbij is, dat de historische binnenstad de huiskamer is van Purmerend. De bedoeling is om door consumeren en beleven, in diverse vormen, mensen zoveel mogelijk aan de binnenstad te binden. Het project 'wonen boven winkels' is in 2012 verlengd en de subsidieregeling is omgebouwd. Van de 54 in beeld zijnde objecten zijn er 40 benoemd als nieuw gemeentelijk monument. Een aanpassing van de subsidieverordening voor gemeentelijke monumenten is in 2012 voorbereid. 7.1.3 Prestatieveld Rechtszekerheid inwoners Werkdoel Het garanderen van de rechtsbescherming voor burgers en bedrijven op basis van actuele bestemmingsplannen. Centrale aspecten voor de uitvoering zijn: • het actualiseren van bestemmingsplannen; • het voeren van planologische procedures. Kernprestaties 7.1.3.1 Een beperkt aantal actuele en kwalitatief hoogwaardige bestemmingsplannen. De Wro verbindt een sanctie aan het niet elke tien jaar herzien van nieuwe bestemmingsplannen. Om de actualisering makkelijker te maken, wordt ingestoken op een beperkt aantal bestemmingsplannen (ca. 10-15); 7.1.3.2
Digitale beschikbaarheid bestemmingsplannen. Vanaf 1 januari 2010 moeten alle bestemmingsplannen die daarna gemaakt worden, digitaal opgesteld en vastgelegd en op internet beschikbaar zijn.
Prestatie-indicatoren Bestemmingsplannen
Toezeggingen 2012
Resultaten 2012
90%
60%
ca. 10
ca. 10
% actuele bestemmingsplannen (2008: 13%) Totaal aantal bestemmingplannen (2008: 122) / niet zijnde: t.b.v. project
Toelichting In 2012 is voor alle daarvoor in aanmerking komende gebieden een (conserverend) bestemmingsplan in voorbereiding genomen. Het resultaat voor 2012 is daarmee enigszins achtergebleven bij de toezegging. Vaststelling vóór 1 juli 2013 blijft uitgangspunt. De volgende maatregelen zijn in voorbereiding genomen (inspraak- / ontwerpfase), dan wel door de raad vastgesteld :
soort maatregel
in voorbereiding
fase
bestemmingsplan (actualisatie)
Bedrijventerreinen 2012
inspraak
bestemmingsplan (actualisatie)
Vijfhoek en Hazeplder 2012
inspraak
bestemmingsplan (actualisatie)
Overwhere Zuid 2012
inspraak
bestemmingsplan (actualisatie)
Reparatie Binnenstad 2010 Hoogstraat / Zuidersteeg 2012
inspraak
inpassingsplan (project)
Verdubbeling N244 (nb.: vaststelling door P.S.)
inspraak
58
Programmarekening 2012 | De programma's
soort maatregel
in voorbereiding
fase
bestemmingsplan (actualisatie)
Wheermolen 2012
ontwerp
bestemmingsplan (actualisatie)
Weidevenne 2012
ontwerp
soort maatregel
in 2012 door de raad vastgesteld
beheersverordening
Oranjestraat 1 en 7 - 2012
beheersverordening
Woonwagenterrein Slaperdijk 2012
voorbereidingsbesluit
Bedrijventerreinen Koog en Baanstee
bestemmingsplan (actualisatie)
Overwhere Noord 2012
bestemmingsplan (project)
Biowarmtecentrale Contact 2012
bestemmingsplan (project)
Nieuwbouw school Dr. J.M. den Uyllaan 3 2012
bestemmingsplan (project)
Neckerdijk 2012
Voor drie ontwikkelgebieden (t.w. Kop van West, kom A7 en driehoek Wheermolen-West) wordt het geldende bestemmingsplan herzien op het moment, dat meer duidelijkheid bestaat in (de voortgang van) het betreffende ontwikkelingproces.
Wat heeft het gekost in 2012 (bedragen x € 1.000)
Realisatie 2011 Begroting 2012 Begroting 2012 primitief bijgesteld
Realisatie 2012
Afwijking
-9.961
-9.304
Lasten
-4.771
-16.129
-19.265
Baten
7.115
16.925
18.867
8.058
10.809
Saldo
2.344
796
-398
-1.903
1.505
Het programma Ruimtelijke Ordening heeft per saldo een nadeel van € 1.505.000. Dit wordt veroorzaakt door € 10.809.000 lagere baten en € 9.304.000 lagere lasten.
(bedragen x € 1.000)
Realisatie 2011 Begroting 2012 Begroting 2012 primitief bijgesteld
Realisatie 2012
Afwijking
BV071 Ruimtelijke ordening Lasten
-4.771
-16.129
-19.265
-9.961
-9.304
Baten
7.115
16.925
18.867
8.058
10.809
2.344
796
-398
-1.903
1.505
EXPLOITATIE De afwijking ten opzichte van de begroting concentreert zich in het prestatieveld Optimale ruimtelijke hoofdstructuur. In dit prestatieveld zijn de lasten € 9,3 miljoen lager en de baten € 10,8 miljoen lager. In de prestatievelden Centrum met kwaliteit en Rechtszekerheid inwoners blijft de afwijking onder de toelichtingsgrens. Hieronder wordt de afwijking in het prestatieveld Optimale ruimte hoofdstructuur verder toegelicht: Grondexploitaties: • Baanstee Noord (lagere lasten en baten € 9,77 miljoen) De uitgaven van de grondexploitatie zijn ruim € 8,0 miljoen lager dan begroot. Ondanks deze lagere uitgaven is € 1,74 miljoen meer overgebracht naar de balans als onderhanden werk, namelijk € 8,67 miljoen in plaats van € 6,93 miljoen. Samen verklaard dit de lagere uitgaven in de rekening volledig.
59
Programmarekening 2012 | De programma's
De afwijking in de baten in de grondexploitatie bestaat uit enerzijds lagere grondverkopen € 9,99 miljoen en anderzijds hogere verhuuropbrengsten € 0,22 miljoen zijn. Inhoudelijk wordt de afwijking veroorzaakt door enerzijds lagere verwervingskosten van gronden en anderzijds lagere uitgaven door afwijkingen in het tempo waarin de grondexploitatie wordt gerealiseerd. Voor het resultaat van de programmarekening heeft dit geen direct effect, omdat het saldo van de grondexploitatie is als onderhanden werk opgenomen op de balans. De gehele grondexploitatie is geactualiseerd en aangeboden aan de gemeenteraad via het meerjarenprogramma gronden (MPG). Na alle bijstellingen is de conclusie dat het tempo waarin de gronden uitgegeven kunnen worden moet worden verlaagd en dat het verwachte eindresultaat moet worden verlaagd naar ruim € 15 miljoen positief. • Weidevenne (lagere lasten € 755.000 en lagere baten € 795.000) De begrote winstneming voor 2012 is op € 40.000 na gerealiseerd. Door het lagere tempo van uitgifte van gronden blijven zowel de baten als de lasten achter bij de begroting. De gehele grondexploitatie is geactualiseerd en aangebonden aan de gemeenteraad via het meerjarenprogramma gronden (MPG). Na alle bijstellingen is de conclusie dat de grondexploitatie een jaar langer actief moet blijven (tot en met 2016) en dat door de lagere verkoopprijzen de winstneming lager wordt dan geraamd in de programmabegrotingen en 2013. Inhoudelijk wordt hetzelfde programma gerealiseerd. • Wheermolen West(lagere lasten en baten € 0,92 miljoen) De oorzaak hiervan is vertraging in de planuitvoering met de ontwikkelaars vindt overleg plaats over de verdere realisering. Besluitvorming hierover wordt verwacht na de zomer van 2013. Niet in exploitatie gronden (hogere lasten € 1,25 miljoen en hogere baten € 0,51 miljoen) Voor dit onderdeel geldt dat er geen bedragen in de begroting waren verwerkt, maar wel voor bereidingskosten waren geaccordeerd ten laste van de reserve gronden. • Naar aanleiding van de bijgestelde notitie grondexploitaties van de commissie Besluit Begroting en Verantwoording (BBV), zijn bij de jaarrekening 2011 een twaalftal gebieden bij raadsbesluit tot niet in exploitatie genomen gronden (NIEGG) vastgesteld met een totale boekwaarde van € 10,2 miljoen. In de loop van 2012 is voor deze gebieden € 1,2 miljoen aan kosten gemaakt in de vorm van rentetoevoeging en waardevermeerderende investeringen. De hierin besloten plankosten ter waarde van € 217.000 worden conform besluit kadernota 2013-2016 onttrokken aan de bestemmingsreserve gronden. De overige lasten worden budgettair neutraal naar de balans toegeschreven voor zover de boekwaarde daarmee niet de marktwaarde tegen huidige bestemming overstijgt. Dit leidt voor 2012 per saldo tot een verliesneming van € 532.000. Voorgesteld wordt om dit saldo bij resultaatbestemming ten laste te brengen van de bestemmingsreserve gronden. • Schapenmarkt (lagere lasten € 143.000) Het betreft uitgaven in het kader van haalbaarheidsonderzoeken die zijn gedekt via onttrekkingen uit de reserve gronden. De uitgaven vinden later plaats, de niet bestede middelen blijven in de reserve gronden. • Wagenweg (hogere lasten en baten € 0,3 miljoen) Het complex Wagenweg is in 2012 afgesloten. Het openbaar areaal wordt op standaard plus niveau overgenomen. Hiervoor is een bedrag van € 0,3 miljoen op de balans opgenomen als nog te betalen kosten Vastgoed (hogere lasten € 0,3 miljoen en lagere baten € 0,44 miljoen).
60
Programmarekening 2012 | De programma's
• Lagere opbrengsten (€ 588.000 incidenteel) in verband met niet gerealiseerde of vertraagde verkopen van niet-strategisch gemeentelijk vastgoed. De eerder geplande verkoop van de voormalige brandweerkazerne aan de H. de Grootstraat en het woonwagenterrein aan de Veenweidestraat, zijn beide gerealiseerd met een lagere netto opbrengst i.v.m. onvoorziene kosten voor de verkoper. Voor overige verkopen heeft hoofdzakelijk nog geen transport kunnen plaatsvinden door financieringsproblemen bij de verschillende kopende partijen. Verwachting is dat deze verkopen alsnog in de eerste helft van 2013 worden gerealiseerd. • Hogere opbrengsten uit huur en doorberekende kosten (€ 231.000 incidenteel) in verband met tijdelijke exploitatiemogelijkheden voor opstallen die zich bevinden op niet in exploitatie genomen gronden, zoals hieronder beschreven. Deze opbrengsten dienen als dekking voor de frictiekosten en vaste lasten (€ 260.000 incidenteel) verbonden aan deze herontwikkelgebieden. De exploitatieopbrengst voor het overige gemeentelijke vastgoed niet voor openbare dienst bestemd, is voor 2012 daarentegen lager geweest dan geraamd, in verband met uitblijvende (huur-)opbrengsten voor Plantsoenstraat 8 en het gronddepot Waterlandlaan. Beide zijn op dit moment niet in gebruik (nadeel respectievelijk € 44.000 incidenteel en € 47.000 structureel) RO-Structuren (hogere lasten € 470.000 en hogere baten € 288.000) Investeringsbudget stedelijke vernieuwing (ISV): voor € 288.000 betreft het incidenteel hogere lasten voor de projecten Nieuwbouw Nieuwstraat, bodemsanering Hugo de Grootstraat en de Stadspeeltuin Purmerend. |Deze lasten zijn gedekt uit de ISV-bijdrage van de provincie Noordholland. Daarnaast waren de lasten van de ambtelijke organisatie € 181.000 hoger dan begroot. Dit betreft een verschuiving van projecten waar externe dekking tegenover staat (zoals bijvoorbeeld grondexploitaties) naar inzet voor de algemene dienst. Tevens heeft er in de begroting een dubbeltelling plaatsgevonden van € 120.000. Dit zit zowel in de baten als in de lasten, dus resultaat neutraal maar maakt wel een onderdeel van het verschil tussen realiteit en begroting. MPG • Bij de actualisatie van de grondexploitaties heeft er als gevolg van de gewijzigde omstandigheden een aanpassing van de parameters plaatsgevonden. De aanpassingen zijn gebaseerd op actuele, landelijk geldende indexen. Voor de kosten wordt de GWW index gehanteerd. Dit heeft tot gevolg dat er bij de exploitaties een kostenstijging van 1% is toegepast. Op basis van de huidige inzichten is voor de opbrengsten rekening gehouden met een prijsstijging van 0%. Uitzondering vormt hierbij het project Kop van West, waar rekening is gehouden met een gemiddelde prijsstijging van 1% voor de looptijd van project, tot 2023. Omdat het project zich nog in de beginfase bevindt en de prijsstelling anno nu is, wordt een prijsstijging van 1% voor de lange termijn aanvaardbaar geacht. Als rekenrente wordt voor 2013 2,5% gehanteerd tegen 3% in 2012. Dit heeft alles te maken met het huidige rentepercentage waartegen de gemeente geld leent. RESERVES (Bedragen x € 1.000)
Ultimo 2011
Dotatie 2012
Onttrekking 2012
Ultimo 2012
Ontwikkeling Hoofdcentrum
5.438
-
5.438
-
Bestemmingsreserve Gronden
2.841
-
1.301
1.540
Saldo
8.279
-
6.739
1.540
61
Programmarekening 2012 | De programma's
Reserve ontwikkeling Hoofdcentrum De reserve Hoofdcentrum is bedoeld voor de afwikkeling van afschrijvingen op afgeronde renovaties en herinrichtingen in de binnenstad. Naar aanleiding van de nota reserves en voorzieningen (besluit d.d. 8 november 2012), worden alle onttrekkingen aan de reserve hoofdcentrum per 2013 beëindigd en komt het volledige saldo eind 2012 vrij te vallen ten gunste van het rekening resultaat. Het saldo van de reserve is daarmee per 31 december 2012 nihil. Bestemmingsreserve Gronden Doel van deze reserve is het opvangen van risico's in de grondexploitatie voor specifieke bestemmingen: Herinrichting Overlanderstraat, voorbereiding Schapenmarkt, herinrichting Tramplein en het restant van de Kop van West. Naar aanleiding van de nota reserves en voorzieningen (besluit d.d. 8 november 2012) wordt de reserve gronden per 2013 alleen nog gebruikt voor plankosten tot en met 2015 en valt het verschil eind 2012 vrij ten gunste van het rekening resultaat. Dit betekent voor 2012 een vrijval van € 1.084.500 en een ontrekking van plankosten ter waarde van € 217.000. Het saldo van de reserve komt daarmee per 31 december 2012 op € 1.540.000. Voorgesteld wordt om het verlies van € 532.000 op niet in exploitatie genomen gronden hier via resultaatbestemming ook ten laste te brengen van deze reserve. VOORZIENINGEN
(Bedragen x € 1.000)
Ultimo 2011
Dotatie 2012
Onttrekking 2012
Ultimo 2012
Groot onderhoud verhuurde percelen
239
142
128
253
Groot onderhoud Welzijnsgebouwen
464
146
237
373
50
-
-
50
753
287
364
676
Voorziening Civiele procedure Ijsendijkstraat Saldo
Voorziening verhuurde percelen Deze voorziening is ingesteld om de kosten van planmatig onderhoud te egaliseren voor panden die de gemeente bezit en verhuurt vanuit een strategisch oogmerk. Het gemiddeld onderhoudsniveau van deze eigendommen (en daarmee de gemiddelde dotatie aan de voorziening), wordt bepaald op basis van het Kraan meerjarig onderhoudsrapport. In 2012 is voor totaal € 128.000 aan planmatig onderhoud uitgevoerd ten laste van deze voorziening. Bij een jaarlijkse dotatie van € 142.000 heeft de voorziening ook in navolgende jaren voldoende omvang. De voorziening bedraagt per 31 december 2012 € 253.000. Voorziening groot onderhoud welzijnsgebouwen Deze voorziening is ingesteld om de kosten van planmatig onderhoud aan welzijnspanden te egaliseren. Het gemiddeld onderhoudsniveau van deze eigendommen (en daarmee de gemiddelde dotatie aan de voorziening), wordt bepaald op basis van het Kraan meerjarig onderhoudsrapport en het accomodatiebeleid, zoals opgesteld door vastgoedbeheer en MO-plantontwikkeling. In 2012 is voor totaal € 237.000 aan groot onderhoud uitgevoerd, ten laste van deze voorziening. Bij jaarlijkse dotaties van € 185.000 heeft de voorziening ook
62
Programmarekening 2012 | De programma's
in navolgende jaren voldoende omvang. De voorziening bedraagt per 31 december 2012 € 373.000. Voorziening civiele procedure IJsendijkstraat Deze voorziening is ingesteld om het eigen risico te dekken in geval van een civiele procedure, wegens vermeend onterecht weigeren van een binnenplanse vrijstelling van een bestemmingsplan voor de locatie Van IJsendijkstraat 403-409. Het eigen risico betreft een bedrag van € 50.000. Eventuele verdere vermogensschade voor de gemeente is afgedekt door een verzekering. De voorziening dient in afwachting van de uitspraak in stand gehouden te worden. INVESTERINGEN Er zijn geen afwijkingen te melden.
63
Programmarekening 2012 | De programma's
P�r�o�g�r�a�m�m�a
8 V
E
I
L
I
G
H
E
I
Portefeuillehouder: D. Bijl
Wat willen we bereiken met het programma veiligheid Beoogd maatschappelijk effect beleidsveld 8.1 Veiligheid Purmerend is een stad die - zowel fysiek, als sociaal - veilig is en voelt op het gebied van wonen, werken en leven in samenwerking met bewoners en partners. Effectindicatoren Veiligheid
2012
2014
Brandweerzorg:
Naleefgedrag omgevingsvergunning gebruik en gebruiksmeldingplichtige bedrijven: % bedrijven in orde bij eerste controle
35%
70%
Aantal binnenbranden per 1.000 inwoners
0,7 (53=2010) <1,0*
% nodeloze meldingen (aantal 2009 157= 100%)
30%
% woningen met rookmelders, die werken
74%
>78%
% bewust van brandveiligheidsrisico's
76%
>80%
Overige fysieke veiligheid:
Bekendheid bevolking hoe te handelen bij calamiteiten (%)
36%
≥50%
Aantal winkelcentra dat een Keurmerk Veilig Ondernemen heeft (kengetal: aantal winkelcentra in Purmerend: 5)
1
3
Sociale veiligheid:
Algemeen veiligheidsgevoel: rapportcijfer wijkbewoners
8,4
≥8
Purmerend overdag Purmerend 's avonds
7,5
≥7
Aantal diefstallen/inbraken per 1.000 woningen (aangiften bij politie)
24
<24
% inwoners dat zegt afgelopen 12 maanden slachtoffer te zijn geweest van bedreiging
5%
≤5%
Overlast van groepen jongeren: % dat zegt 'komt vaak voor'
15%
≤10%
Overlast door omwonenden: % dat zegt 'komt vaak voor'
7%
≤4%
Huiselijk geweld % inwoners dat zegt 'komt vaak of soms voor in mijn buurt'aantal aangiften
9% ≤127
≤ 5% ≤ 27
bekendheid met steunpunt huiselijk geweld
54%
<54%
Wat hebben we daarvoor in 2012 gedaan
64
Programmarekening 2012 | De programma's
D
8.1 Beleidsveld Veiligheid Inleiding Purmerend wil haar inwoners een veilige omgeving bieden om te wonen, werken en recreëren. Speciale aandachtsgebieden daarbij zijn brandweerzorg, verkeersveiligheid, openbare orde en sociale veiligheid en rampenbestrijding. Ambities coalitieakkoord • Intensiveren samenwerking Openbaar Ministerie, politie, gemeente, welzijnswerk, straathoekwerk; • Voortzetten projecten buurt- en jongerenbemiddeling; • Live-uitkijken van camerabeelden van de Koemarkt. Relevante beleidsnota's • Beleidsplan Brandveiligheid en Hulpverlening 2009-2012 • Integraal Veiligheidsplan 2010 • Beleidsplan terugdringen nodeloze meldingen 2010 • Nota Integrale Handhaving Purmerend 2012 • Nota Integrale Vergunningverlening 2012 Veiligheidsregio De Eerste Kamer heeft op 25 september ingestemd met de wet waarbij alle brandweergerelateerde taken naar het regionale niveau van de veiligheidsregio worden getild. Per 1 januari 2014 dient de brandweer in alle veiligheidsregio’s te zijn geregionaliseerd. Hiermee komt een einde aan de gemeentelijke brandweer. In 2012 is gestart met het treffen van voorbereidingen in het proces om te komen tot een geregionaliseerde brandweer. Voor het inrichten van de nieuwe organisatie heeft het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio richtinggevende uitpraken gedaan. Een uitdrukkelijke wens van het bestuur is om de lokale inbedding van de brandweerzorg te behouden. Dit uitganspunt en daarbij tevens de ambitie "het grootschalige bereiken met behoud van het kleinschalige" vindt zijn uitwerking in een gebiedsgerichte indeling en het centraal organiseren van beleid en specialismen. Het uitgangspunt van de uitvoering van de brandweer taken zal tot maar ook na 1 januari 2014 zijn, "plaatselijk wat kan en centraal wat moet". Purmerend lokaal Brandweer Purmerend sluit aan bij het landelijke project "Brandweer Overmorgen". Hierbij is de achterliggende gedachte dat burgers en bedrijven in veel gevallen goed in staat zijn problemen in de eigen omgeving te voorkomen en op te lossen. Brandveiligheid is bij uitstek iets waaraan
65
Programmarekening 2012 | De programma's
praktisch iedereen iets kan en moet bijdragen. In 2012 is Brandweer Purmerend daarom gestart met het op proactieve wijze geven van voorlichting om zo een bijdrage te leveren aan het brandveiligheidsbewustzijn van de burgers van Purmerend. Ook de toezichthouders hebben hier een belangrijke rol, bij de inspecties en controles spelen zij in op de eigen verantwoordelijkheid van het bedrijf en/of instelling. Begrip en bewustwording van de gestelde regels is hier het doel. Niet regelgericht maar doelgericht handhaven. De doelgroepen die in 2012 actief zijn benaderd, zijn primair en voorgezet onderwijs. Demonstraties op markten en in winkelcentra. Er zijn gesprekken geweest met woningbouwcorporaties om hen actief bij brandveiligheid te betrekken. 8.1.1 Prestatieveld Brandweerzorg Werkdoel Repressie Brandweerzorg richt zich op het voorkomen, beperken en beheersen van brand en ongevallen. Deze taken worden onderscheiden in risicobeheersing, taken die gericht zijn op het voorkomen(proactie) of het beperken (preventie) van brand. Incidentbestrijding gaat over de taken die gericht zijn op het daadwerkelijke bestrijden van brand en het verlenen van hulp bij (verkeers)ongevallen en waterongevallen. Het goed voorbereid zijn op de repressieve taken en het adequaat optreden bij brand en andere incidenten, waardoor leed en schade zoveel mogelijk worden beperkt. Ten slotte het herstel uit een ontwrichte situatie, ookwel nazorg genoemd, alles wat nodig is om terug te keren naar de normale situatie. Centrale aspecten van de uitvoering: Zorgdragen voor actuele aanvalsplannen met bijbehorende bereikbaarheidskaarten en procedures. Controle op - en kwalitatief goed peil houden van brand preparatieve voorzieningen; Het ten behoeve van een adequate repressie op een kwalitatief goed niveau houden van personeel, en het materieel; Opkomsttijd sleutelfunctionarissen; Op tijd uitrukken bij branden en andere incidenten volgens de normtijden en het vervolgens adequaat bestrijden en het verlenen van hulp etc. Beperken nodeloze uitrukken. Kernprestaties Prestatie-indicatoren Brandweerzorg
Toezegging 2012
Resultaat 2012
Het voldoen van de gestelde paraatheid (14 gekwalificeerde personen beschikbaar):
dagsituatie (2008: 87% en 2010: 100%)
100%
100%
avond-, nacht- en weekendsituatie (2008: 100% en 2010: 100%)
100%
100%
Het voldoen aan de opkomsttijd van 8 minuten voor de eerste tankautospuit (TAS) bij een prio 1 melding voor brand ste (1 TAS rukt alleen voor Purmerend uit):
overdag (86% in 2008 )
95%
95%
avond, nacht en weekend (76% in 2008)
95%
95%
% van alle aanvragen om technische ondersteuning met prio 1 e binnen gemeentegrens, waarbij 1 voertuig binnen 15 minuten na
98%
98%
% van de gevallen is/zijn de Commandant van Dienst/Hoofd Officier van Dienst/Officier van Dienst binnen de afgesproken tijd na alarmering ter plaatse
100%
100%
Aantal en % actuele aanvalsplannen/bereikbaarheidskaarten
100%
100%
% van de repressieve medewerkers inzetbaar is en geoefend conform de gestelde eisen: basisbrandweerzorg manschappen
95%
95%
bevelvoerders
100%
100%
tijdstip melding alarmcentrale, aanwezig is
66
Programmarekening 2012 | De programma's
Prestatie-indicatoren Brandweerzorg
Toezegging 2012
Resultaat 2012
specialisme duiken Aantal x dat voorlichting is gegeven
100% 15
100% 15
I 8.1.2 Prestatieveld Fysieke veiligheid Werkdoel risicobeheersing Zorg voor een veilige leefomgeving. Centrale aspecten van de uitvoering: Advisering op omgevingsvergunningen, toestemming gebruik en gebruiksmelding aan bedrijven, winkels, horeca en evenementen volgens daarvoor geldende normen: Toezicht op brandveiligheid omgevingsvergunningen, toestemming gebruik en gebruiksmeldingplichtige bedrijven, winkels, horeca en evenementen volgens de daarvoor geldende normen; Advisering over taken op grond van de APV, Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO), deelname aan structureel overleg inzake evenementen; Voorlichting aan burgers en bedrijven in het kader van bewustwording over brandveiligheidsrisico's. Kernprestaties Prestatie-indicatoren Veilige bedrijven, winkels, horeca en evenementen
Toezegging 2012
Resultaat 2012
% beoordeelde en afgehandelde omgevingsvergunningen toestemming gebruik en gebruiksmeldingen t.o.v. alle ingediende aanvragen (N 2010: 15 ingediende aanvragen)
98%
50%
% van de relevante evenementen waarbij de brandweer moet adviseren, heeft de brandweer geadviseerd? In totaal 2012: N=76
100%
100%
% objecten vallend onder het gebruiksbesluit voorzien van een GV* (128 stuks), GM* (267 stuks) en AG* (711 stuks)waarbij het handhavingstraject binnen zes weken is gestart (als bij 2e controle niet aan de eisen is voldaan)
98%
98%
* N.B. GV= gebruiksvergunning;GM=gebruiksmelding; AG is object alg. gebruik (niet vergunningplichtig). In 2012 zijn er 47 aanvragen voor een gebruiksvergunning binnengekomen. 23 zijn afgehandeld 24 van deze aanvragen zitten nog in procedure omdat deze aanvragen niet volledig zijn. Prestatieveld Sociale veiligheid Werkdoel De gemeente stelt zich ten doel een sociaal veilige woon- en leefomgeving veilige openbare ruimte en uitgaansklimaat te realiseren, door (jeugd) criminaliteit en - overlast zoveel mogelijk te voorkomen en waar nodig te bestrijden. Daarbij wordt uitgegaan van een integrale aanpak met alle betrokken in- en externe partners (zoals: politie, welzijnsinstellingen en woningbouwcorporaties) op basis van preventie, toezicht en handhaving. Centrale aspecten van de uitvoering: • In samenhang met programma 2 het ondersteunen van een toename van sociale samenhang in de wijken, bijvoorbeeld door buurt- en jongerenbemiddeling en het bevorderen van ontmoeting.
67
Programmarekening 2012 | De programma's
• Toezicht en handhaving in de openbare ruimte conform de nota Integrale Handhaving. • In het kader van het Veiligheidshuis Zaanstreek-Waterland bijdragen aan betere afstemming tussen partners uit de regio die werken aan preventie, dwang en nazorg van crimineel gedrag. Bestuurlijke aanpak georganiseerde misdaad. • deelname regionaal hennepconvenant. • opzetten meldpunt sociale overlast, waardoor meldingen centraal worden ontvangen en geregisseerd. • bevorderen van een veilig uitgaansklimaat in samenwerking met horeca ondernemers. • veilige scholen en schoolomgeving door uitvoering van het regionale convenant voortgezet onderwijs. • het voorkomen en tegengaan van jeugdcriminaliteit en -overlast. • professionalisering jeugd netwerk overleggen (jno's), doorontwikkeling methodische aanpak overlast groepen jongeren. Dat is inclusief de inzet buurt- en jongerenbemiddeling, workshop omgaan met hangjongeren, inzet eigen kracht (zie ook programma 2 Zorg en Welzijn) en team Buurttoezicht. Kernprestaties • Adequate beleidsvoorbereiding: expliciete aandacht voor veiligheid in elk wijkontwikkelingsplan; • Toezicht en handhaving in de openbare ruimte conform de handhavingsnota openbare buitenruimte; • Opzetten meldpunt sociale overlast, waardoor meldingen centraal worden ontvangen; • In samenwerking met het Regionaal Informatie Expertise Centrum (RIEC), opstellen beleid BIBOB en voorbereiding van de invoering; • Deelname regionaal hennepconvenant; • Structureel overleg met horeca over veilig uitgaan; • Adequaat in beeld kunnen brengen van overlastsituaties en de juiste aanpak per overlastsituatie kunnen kiezen.
Prestatie-indicatoren Sociale overlast
Resultaat Toezeggingen 2012 2012
Meldpunt sociale overlast operationeel
4e kwartaal
in onderzoeksfase
BIBOB beleid aanbestedingen en bouwvergunningen opstellen
Gereed
uitgesteld
Horecaconvenant geactualiseerd en operationeel
Operationeel
in overlegfase
Registratiesysteem 'mens centraal' stadsbreed operationeel
Operationeel
operationeel
Gezien de bestuurlijke verzoeken en de gegeven capaciteit heeft er een prioritering van de werkzaamheden plaats gevonden. De meest urgente zaken hebben daarbij de meeste capaciteit toebedeeld gekregen. Het ging hierbij, buiten de Top X, onder meer om jeugdcriminaliteit, overvallen en woninginbraken. Dit heeft uiteraard consequenties gehad
68
Programmarekening 2012 | De programma's
voor andere geplande onderwerpen. Desondanks hebben wij een groot aantal zaken weten te realiseren. Zo is het gelukt het registratiesysteem "Mens Centraal" stadsbreed operationeel te krijgen. Hiermee kunnen groepen jongeren worden vastgelegd en gevolgd. Om overlastgevend gedrag van met name jongeren door alcoholgebruik tegen te gaan, zijn inmiddels gebieden aangewezen waar het gebruik van alcohol verboden is. Tot slot is het vermeldenswaard dat met de introductie van het Team Buurt Toezicht maatwerktoezicht op hangplekken buiten kantooruren mogelijk is geworden. De invoering van het nieuwe horecaconvenant dient synchroon te lopen met totstandkoming van de Uitvoeringsnota handhaving horeca en alcoholverstrekkers 2013 gemeente Purmerend. Het concept-horecaconvenant is gereed en zal na vaststelling van bovengenoemde nota ondertekend kunnen worden. Tegelijkertijd met het horecaconvenant zal ook een geheel nieuwe systematiek van de collectieve horeca ontzegging (CHO) worden geïntroduceerd, waarmee Purmerend een absolute voorloper is in den lande. De behandeling van de nieuwe Wet Bibob door de Eerste Kamer laat nog steeds op zich wachten. Zodra deze wet in werking treedt zal het Bibob-beleid van de gemeente Purmerend hierop worden aangepast. We zijn alvast gestart met de aanpak van de overlast, waarmee de realisatie in een stroomversnelling is gekomen. Op het gebied van de bestuurlijke aanpak van georganiseerde misdaad wordt actief samengewerkt met de politie bij de ontmantelling van hennepkwekerijen. Ook heeft er een zogenaamde vastgoedscan plaatsgevonden om eventuele verdachte panden te lokaliseren. Tenslotte is de APV bestudeerd om eventuele lacunes op te sporen hetgeen tot een of meerdere aanpassingsvoorstellen zal leiden. Het live uitkijken van de camera's is eind 2012 gerealiseerd en zal samen met het inmiddels door de burgemeester vastgestelde verblijfsverbod, het vernieuwde horecaconvenant en de CHO zorgen voor een nog veiliger uitgaansklimaat op en rond de Koemarkt. De eerder genoemde Top X-benadering begint zijn vruchten af te werpen en kan zich inmiddels verheugen op nationale belangstelling. Tijdens zijn recente bezoek aan Zaanstad heeft de minister van Veiligheid en Justitie zijn complimenten hierover uitgesproken.
Wat heeft het gekost in 2012 (bedragen x € 1.000) Lasten
Realisatie 2011 Begroting 2012 Begroting 2012 primitief bijgesteld -8.637
-8.229
Realisatie 2012
Afwijking
-8.099
7
-8.092
Baten
507
261
216
339
-124
Saldo
-8.130
-7.968
-7.877
-7.760
-117
Realisatie 2012
Afwijking
-8.099
7
Het programma veiligheid heeft een positief voordelig saldo van € 117.000. Dit wordt veroorzaakt door € 7.000 hogere lasten en € 124.000 hogere baten. De grootste afwijkingen zullen per beleidsveld worden toegelicht. (bedragen x € 1.000)
Realisatie 2011 Begroting 2012 Begroting 2012 primitief bijgesteld
BV081 Veiligheid Lasten
-8.637
Baten
69
-8.229
-8.092
507
261
216
339
-124
-8.130
-7.968
-7.877
-7.760
-117
Programmarekening 2012 | De programma's
Voor de relevant prestatievelden zal een toelichting worden gegeven op de verschillen in baten en lasten. Naast de genoemde zaken zijn er een aantal kleinere afwijkingen die samen optellen tot het totaalbedrag aan afwijkingen in baten en lasten van dit programma. EXPLOITATIE Brandweerzorg In het prestatieveld Brandweerzorg is het saldo €36.000 voordeling. Dit wordt veroorzaakt doordat de lasten € 151.000 hoger zijn en de baten € 115.000 hoger. De belangrijkste afwijkingen in dit prestatieveld zijn: Jaarlijks kan een deel van de door de veiligheidsregio betaalde BTW door de gemeente worden verrekend. Aan deze zogenaamde doorschuif BTW is € 19.000 meer ontvangen dan begroot. Dit bedrag fluctueert jaarlijks en is daardoor een incidenteel voordeel. Dit jaar is een auto ingeruild waarbij een positief resultaat is gerealiseerd van € 39.250. Dit bedrag is incidenteel van aard. In dit jaar zijn er meer werkzaamheden verricht voor andere gemeenten derden waardoor er meer vergoedingen zijn ontvangen. Het gaat hier in totaal om een bedrag van € 60.000 aan baten boven de begroting. Grotendeels worden deze extra opbrengsten gecompenseerd door hogere kosten omdat er een grotere personele inzet is geweest. Dit voordeel is incidenteel. Binnen het prestatieveld brandweerzorg zijn de personeelslasten € 78.000 hoger dan begroot. Dit wordt veroorzaakt door hogere uitrukkosten van € 25.000 en het restant is veroorzaakt door meer inzet voor werkzaamheden voor andere gemeenten en derden waartegenover een vergoeding staat. De kazerne is dit jaar aangepast aan de eisen die onder andere volgens de ARBO wetgeving worden gesteld. Het betreft hier met name bouwkundige aanpassingen die niet waren meegenomen in de gevormde onderhoudsvoorziening. De lasten hiervoor zijn eenmalig € 44.000. De overige kleine afwijkingen in baten en lasten tellen voor dit prestatieveld op tot het eerder genoemde totaalbedrag. Sociale veiligheid In dit prestatie veldis het saldo € 155.000 voordelig. Dit wordt veroorzaakt door € 143.000 lagere lasten € 12.000 hogere baten.De belangrijkste afwijkingen in dit prestatieveld zijn: De kosten voor de handhaving in de openbare buitenruimte zijn € 95.000 lager dan begroot. Dit betreft een voordeel op personele inzet en daarbij behorende kosten voor opleidingen en kleding etc van € 52.000 waarvan € 31.000 een structureel voordeel is. Daarnaast is er een voordeel ontstaan op onderhoudskosten van materiaal van € 24.000, waarvan € 14.000 een structureel voordeel is. De kosten voor live-cameratoezicht zijn € 48.000 lager dan begroot. Dit wordt veroorzaakt doordat dit eind 2012 pas operationeel is geworden en de exploitatielasten derhalve nog niet in 2012 worden gemaakt. Dit betreft een incidenteel voordeel. De hogere baten worden veroorzaakt door het ontvangen van meer bijdragen van derden voor € 12.000 RESERVES Er zijn geen afzonderlijke reserves in dit programma. VOORZIENINGEN (Bedragen x € 1.000) Voorziening 2e loopbaanbeleid brandweer Voorziening groot onderhoud Brandweerkazerne
70
Programmarekening 2012 | De programma's
Ultimo 2011
Dotatie 2012
Onttrekking 2012
Ultimo 2012
3
8
-
11
85
41
55
70
(Bedragen x € 1.000)
Ultimo 2011
Voorziening overgang personeel Halt Saldo
Dotatie 2012
Onttrekking 2012
Ultimo 2012
71
-
5
66
159
49
60
147
Voorziening Halt 'overgang personeel' Bij het fuseren van het bureau Halt Zaanstreek-Waterland zullen frictiekosten ontstaan. Bij het voorstel om te fuseren is besloten de frictiekosten te financieren uit het positieve reultaat van de jaarrekening 2010. Voorziening groot onderhoud Brandweer Voor de onderhoudskosten aan de brandweerkazerne wordt een voorziening aangehouden. Als basis voor de hoogte van de voorziening wordt de meerjarenonderhoudsprognose (MOP) gebruikt. Voor 2012 waren er onderhoudswerkzaamheden begroot voor € 76.230. In totaal is het grootste gedeelte van de geplande werkzaamheden uitgevoerd en is € 55.416 onttrokken en een bedrag van € 40.500 gedoteerd. e
Voorziening 2 loopbaanbeleid Brandweer Er is beleid om medewerkers voor te bereiden op een tweede loopbaan als zij niet meer geschikt zijn voor het uitvoeren van zogenaamde bezwarende functies. Hiervoor wordt in de periode voorafgaand aan een daarvoor gestelde leeftijd,begeleiding gegeven voor de mogelijke opstap naar een andere functie.Om deze kosten te egealiseren is een voorziening ingesteld. Met ingang van 2012 is de dotatie verhoogd van € 1.000 naar € 8.000. Er was geconstateerd dat de hoogte van de voorziening niet toereikend was om omscholings- en herplaatsingsactiviteiten uit te voeren. INVESTERINGEN Brandweer Voor gebouwgebonden en brand- en hulpverleningsgerelateerde vervangingsinvesteringen was voor 2012 een bedrag van € 299.145 beschikbaar. De investeringskredieten waren bestemd voor de afbouw van de tankautospuit 5034, restant uit 2011€ 156.352, vervanging personenbus 5001 € 76.688 en de aanschaf van mobilofoons € 66.105. Van het bedrag van € 299.145 is € 196.966 besteed en wordt € 66.105 (mobilofoons) doorgeschoven naar 2013; € 36.074 valt vrij door teruggave bpm. Live cameratoezicht Koemarkt. De raad heeft in 2009 ingestemd met het toepassen van live-cameratoezicht op de Koemarkt. In 2011 is hiervoor een krediet beschikbaar gesteld van gesteld van € 90.750. Inmiddels zijn de camera's geplaatst en is het systeem met ingang van november 2012 ingebruik genomen. De kosten bedroegen € 92.000.
71
Programmarekening 2012 | De programma's
P�r�o�g�r�a�m�m�a
9 E
D
U
C
A
T
I
Portefeuillehouder: B. Daan
Wat willen we bereiken met het programma educatie Beoogd maatschappelijk effect beleidsveld 9.1 Educatie Alle inwoners van Purmerend en Waterland hebben optimaal de kans om hun talenten en (sociale) vaardigheden in brede zin te ontwikkelen. Er is een gevarieerd onderwijsaanbod dat wordt georganiseerd met oog voor de menselijke maat. Iedere inwoner krijgt de kans op een goede scholing en het behalen van een startkwalificatie. Hierdoor maken mensen meer kans op de arbeidsmarkt en kunnen ze zich ontplooien tot individuen die volwaardig meedoen in de samenleving. Het aantal nieuwe voortijdige schoolverlaters (vsv) moe(s)t in 2011 met 40% zijn teruggebracht tot 204. Het jaar 2012 gold als een verlengingsjaar voor deze periode. In 2012 is de derde tranche van het project Aanval op Uitval gestart, met als nieuwe (landelijke) taakstelling de terugdringing van het aantal nieuwe vsv'ers tot 25.000 in 2016. Het genoemde aantal geldt voor Purmerend inclusief de gemeenten Landsmeer en Beemster. Verwacht wordt dat het aantal meldingen nog toeneemt door verbeterde registratie bij, met name de mbo-scholen. Uiteindelijk moeten het reeds ingezette lik-op-stukbeleid en de spreekuren op scholen zorgen voor afname van verzuim. De voorzieningen voor peuterspeelzalen in Purmerend worden hoog gewaardeerrd. Er is echter bezuinigd op deze voorziening. Het ligt in de rede om te verwachten dat als gevolg daarvan de waardering licht zal dalen.
Wat hebben we daarvoor in 2012 gedaan 9.1 Beleidsveld Educatie 9.1.1 Prestatieveld Onderwijshuisvesting Werkdoel Purmerend is gebaat bij een aantrekkelijk en gevarieerd onderwijsaanbod in adequate en toekomstbestendige gebouwen. Onderwijsinstellingen en organisaties voor kinderopvang en peuterspeelzaalwerk dragen zorg voor veilige, toegankelijke en kwalitatieve huisvesting van leerlingen en gebruikers.
72
Programmarekening 2012 | De programma's
E
Deze voorzieningen zijn evenwichtig over de stad verspreid en afgestemd op de inhoudelijke eisen van de beoogde, doorgaande leerlijn. Indien nodig en/of gewenst heeft de gemeente een faciliterende rol. Centrale aspecten voor de uitvoering zijn: • uitbreiding en (ver)nieuwbouw en hiermee beperken aantal noodgebouwen; • het bouwheerschap van schoolgebouwen wordt een verantwoordelijkheid van de schoolbesturen (bij de prestatie-indicatoren is aangegeven in welke gevallen het al is overgedragen); • adequaat onderhoud van alle scholen; • bewaking en handhaving van fysieke kwaliteit (brandveiligheid, hygiëne). Kernprestaties 9.1.1.1 Het beschikbaar stellen van middelen om voldoende onderwijshuisvesting van goede kwaliteit te realiseren en het bevorderen van adequaat beheer (op basis van meerjarenonderhoudsplanningen), uitbreiding en (ver)nieuwbouw; 9.1.1.2
Het controleren van fysieke veiligheid van onderwijsaccommodaties;
9.1.1.3
Het controleren van de pedagogische kwaliteit en fysieke veiligheid van peuterspeelzaalwerk en kinderopvang op basis van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen;
9.1.1.4
Adequaat onderhoud van gemeentelijke accommodaties (stadsbeheer) op basis van het meerjarenonderhoudsplan.
Prestatie-indicatoren Onderwijshuisvesting
Toezeggingen 2012
Resultaten 2012
Nieuwbouw Bets Frijlingschool Overwhere (bouwheerschap Altra)
Gerealiseerd
Aanpassing/uitbreiding Plankier
Gerealiseerd
Nieuwbouw, aanpassing en uitbreiding PSG-campussen (bouwheerschap PSG)
in uitvoering
Aanpassing/uitbreiding Altra College Purmer-Zuid (bouwheerschap Altra)
2012
Gerealiseerd
Aanpassing/uitbreiding Tangram
2012
Gerealiseerd
Aanpassing/uitbreiding de Boemerang, de Ploegschaar (Zichthof),
2012
Gerealiseerd*
Nieuwbouw het Baken Purmer-Zuid
bsloten is niet over de gaan tot nieuwbouw en in plaats daarvan bestaand gebouw aan te passen
Nieuwbouw M.L. Kingschool Overwhere (bouwheerschap OPSO)
in uitvoering
Aanpassing/uitbreiding de Smidse en de Dijk (Hoefsmidhof) Purmer-Noord
Aanpassing iserealiseerd, uitbreiding wordt overwogen
Nieuwbouw 't Prisma Wheermolen/Overwhere
In voorbereiding
*Op de locatie Zichthof is de bibliotheek omgebouwd tot peuterspeelzaal. De aanvragen voor uitbreiding (van OPSO en CPOW) zijn afgewezen (B&W besluit 9 nov 2012 / raadsbesluit 16 dec 2010).
9.1.2 Prestatieveld Maximale onderwijskansen voor iedereen Werkdoel Onderwijsachterstanden worden voorkomen en bestreden. Doorlopende leer- en ontwikkelingslijnen zijn van belang, zodat iedere inwoner de kans krijgt op een goede scholing en een startkwalificatie kan behalen. Dit vergroot de kansen op de arbeidsmarkt en de
73
Programmarekening 2012 | De programma's
mogelijkheid om volwaardig deel te nemen aan de samenleving. In overleg met het veld wordt de invulling bepaald. Centrale aspecten voor de uitvoering zijn: • vroegtijdig (doen) signaleren en bestrijden van (taal)achterstanden bij kinderen; • voorkomen en bestrijden van schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten door preventie, snelle signalering, lik-op-stukbeleid, sluitende registratie en het adequaat terugleiden naar een opleiding of bemiddeling naar werk of leerwerktraject; • leerlingenvervoer voor leerlingen voor wie dat - vanwege hun gesteldheid - noodzakelijk is; • zorgnetwerk voor leerlingen met behoefte aan extra ondersteuning. Kernprestaties 9.1.2.1 Vroegtijdige signalering kinderen van 2-4 jaar met (dreigende) taalachterstanden en toeleiding van de doelgroep naar gekwalificeerde peuterspeelzalen. Om de doelgroep te bereiken, worden kinderen gescreend in het Centrum voor Jeugd en Gezin en worden ouders geadviseerd om kinderen Voor- en Vroegschoolse Educatie-trajecten (VVE) te laten doorlopen. De VVE-trajecten op daarvoor gekwalificeerde peuterspeelzalen en kinderopvangcentra worden gesubsidieerd. Het beleid ten aanzien van de VVE-trajecten staat beschreven in de beleidsnotitie Onderwijsachterstanden*; 9.1.2.2
Bestrijden van taalachterstanden bij kinderen door middel van de schakelklas. Kinderen die niet of nauwelijks onderwijs in Nederland hebben gehad, maar van wie verwacht mag worden dat zij door middel van extra taalstimulering sterk vooruit zullen gaan, krijgen gedurende een heel schooljaar extra taalonderwijs in de schakelklas;
9.1.2.3
Voorkomen en bestrijden schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten. Het lik-opstukbeleid (inzet Halt) en het spreekuur op scholen (snelle interventie leerplicht) heeft in de komende jaren effect op het aantal meldingen. Vanaf 2012 komt een nieuwe tranche Aanval op Uitval met als taakstelling om landelijk het aantal nieuwe vsv'ers terug te dringen tot maximaal 25.000 in 2016. Onder regie van Amsterdam en samen met scholen worden maatregelen genomen om dit doel te bereiken;
9.1.2.4
Vanaf het schooljaar 2011/2012 wordt binnen Purmerend alleen leerlingenvervoer ingezet wanneer de school aangeeft dat voor een leerling noodzakelijk is;
9.1.2.5
De gemeente geeft de partners die onder de gezamenlijke verantwoordelijkheid vallen, opdracht en faciliteert hen zo nodig om hun afgesproken deelname te kunnen waarmaken.
*Eind 2011 is nieuw beleid ten aanzien van peuterspeelzalen en voor- en vroegschoolse educatie vastgesteld. De notitie "Toekomst voorschoolse voorzieningen in Purmerend", reg.nr. 624243, vormde daarna de basis voor het beleid in 2012.
Prestatie-indicatoren Maximale onderwijskansen voor iedereen
Toezeggingen 2012
Resultaten 2012
*
140 plaatsen voorschoolse educatie
Totaal aantal herplaatste vsv'ers
150
317
Waarvan herplaatst naar opleiding
100
138
50
179
Aantal gesubsidieerde VVE-trajecten op peuterspeelzalen
Waarvan herplaatst naar werk
* Het raadsbesluit "Toekomst voorschoolse voorzieningen in Purmerend (reg.nr. 624243) zegt hierover het volgende: "Purmerend moet wettelijk gezien een dekkend aanbod aan voorschoolse educatie aanbieden. Dat betekent dat we een aanbod moeten realiseren
74
Programmarekening 2012 | De programma's
voor ten minste het aantal peuters in de gemeente met een leerlinggewicht. In Purmerend zijn dat 91 peuters." (Gewichtenregeling zoals geldend in het basisonderwijs. Opleidingsniveau van ouders en postcodegebied van de school zijn bepalend voor budget onderwijsachterstandenbeleid).
9.1.3 Prestatieveld Brede ontwikkelingskansen Werkdoel De gemeente stimuleert dat schoolbesturen een brede ontwikkeling van jongeren bewerkstelligen, waarbij ruimte is voor alle aspecten waar leerlingen in hun leven mee worden geconfronteerd. Centrale aspecten van de uitvoering zijn onder meer: • aandacht voor cultuur, natuur en milieu, sport en de directe leefomgeving; • aandacht voor de multiculturele samenleving: bevorderen integratie en wederzijds respect; • veilige deelname aan verkeer; • voorkomen en bestrijden jeugdcriminaliteit. Kernprestaties 9.1.3.1 Stimuleren van diverse activiteiten in het kader van een 'brede ontwikkeling' van leerlingen; 9.1.3.2
Het bundelen van financiële middelen (brede scholen, combinatiefuncties e.d.) om schoolbesturen en scholen in staat te stellen educatieve activiteiten en trajecten in te kopen die een brede ontwikkeling van leerlingen ren goede komt.
Prestatie-indicatoren Brede ontwikkelingskansen
Toezeggingen 2012
Resultaten 2012
11,5
11,5
niet beschikbaar
nvt
nvt
niet opgegeven
975
Aantal gerealiseerde combinatiefuncties % leerlingen dat de basisschool verlaat in het bezit van zwemdiploma-A*. (2007: 96% en 2008: 97% gebaseerd op steekproef onder scholen) Aantal leerlingen bereikt met activiteit of traject in kader van 'brede** ontwikkeling' Aantal lesuren natuur- en milieueducatie***
*In 2012 is geen meting verricht. De indruk is dat de genoemde percentages niet wezenlijk veranderen. Deze prestatie-indicator wordt in volgende begrotingen niet meer gebruikt. **Het beleid mbt brede ontwikkeling zou in 2012 wordt ontwikkeld door onderwijspartijen. Hoewel daartoe een aanzet is gegeven namens de schoolbesturen, is bij de ontwikkeling van het maatschappelijk beleidskader besloten vanaf 2013 geen extra middelen meer voor brede ontwikkeling beschikbaar te stellen. Dat was aanleiding de beleidsontwikkeling eveneens stop te zetten. Vanaf 2013 wordt - eveneens binnen het MBK, in de opgave 'op de toekomst voorbereid'- uitgewerkt hoe de Purmerendse leerlingen het beste bediend kunnen worden als het gaat om brede ontwikkeling. ***Natuur- en milieueducatie blijft, in het kader van de brede ontwikkeling van leerlingen, een belangrijk thema voor de gemeente. De uitvoering ervan is echter voor de gemeente geen kerntaak, daarom wordt onderzocht op welke manier deze taak kan worden uitbesteed of verzelfstandigd.
Wat heeft het gekost in 2012 (bedragen x € 1.000) Lasten
Realisatie 2011 Begroting 2012 Begroting 2012 primitief bijgesteld -14.349
75
Programmarekening 2012 | De programma's
-15.257
-16.424
Realisatie 2012
Afwijking
-15.762
-662
(bedragen x € 1.000)
Realisatie 2011 Begroting 2012 Begroting 2012 primitief bijgesteld
Realisatie 2012
Afwijking
Baten
2.167
2.229
1.956
1.870
86
Saldo
-12.182
-13.028
-14.468
-13.891
-576
Het programma Educatie heeft per saldo een voordeel van € 576.000. Dit wordt veroorzaakt door € 662.000 lagere lasten en € 86.000 lagere baten.
(bedragen x € 1.000)
Realisatie 2011 Begroting 2012 Begroting 2012 primitief bijgesteld
Realisatie 2012
Afwijking
BV091 Educatie Lasten Baten
-14.349
-15.257
-16.424
-15.762
-662
2.167
2.229
1.956
1.870
86
-12.182
-13.028
-14.468
-13.891
-576
EXPLOITATIE Het voordeel op de lagere lasten wordt voornamelijk veroorzaakt door: • € 200.000 lagere lasten voor huisvestingskosten onderwijsgebouwen (kapitaallasten en onderhoudskosten) als gevolg van latere start realisatiefase van diverse schoolgebouwen. Deze onderschrijding is incidenteel; • € 194.000 hogere lasten in verband met het niet doorgaan van de nieuwbouw van basisschool Het Baken, waardoor de reeds gemaakte voorbereidingskosten niet geactiveerd en afgeschreven kunnen worden, maar volledig t.l.v. 2012 genomen moesten worden; • € 182.000 lagere lasten organisatie huisvesting onderwijs. Er is minder uitgegeven aan planmatig onderhoud van de panden. Tevens zijn er geen tot weinig verzoeken ontvangen voor incidentele reparaties en onderhoud. In 2013 wordt onderzocht in hoeverre deze afwijking incidenteel of structureel is; • € 85.000 lagere lasten op onderwijsachterstandenbeleid als gevolg van lagere vaststellingen van subsidies uit voorgaande jaren. Dit bedrag wordt gereserveerd voor nog te besteden Rijksbijdragen voor de periode 2011-2014; • € 67.000 lagere lasten kinderopvang. Deze lagere lasten worden veroorzaakt door lagere vaststelling subsidie 2011 van twee peuterspeelzalen (€ 11.000), lagere ouderbijdragen minima peuterspeelzalen (€ 19.000), lagere lasten op deskundigheidsbevordering (€ 19.000) en lagere lasten op versterking kwaliteit en toezicht (€ 18.000). Deze onderschrijdingen zijn incidenteel; • € 59.000 lagere lasten bestrating schoolpleinen. Er zijn geen aanvragen voor reparaties en aanpassingen aan schoolpleinen ontvangen. Deze onderschrijding is incidenteel; • € 55.000 lagere lasten aanvragen kleiner dan € 25.000 ten behoeve van huisvesting onderwijs. Er zijn minder aanvragen ontvangen voor kleine aanpassingen aan schoolgebouwen. Deze onderschrijding is incidenteel; • € 39.000 lagere lasten leerlingenvervoer. In het nieuwe beleid zijn aanpassingen gedaan aan het afstandscriterium, de gezinsomstandigheden en hebben de scholen een adviesfunctie gekregen over de noodzaak van leerlingenvervoer. Deze onderschrijding is structureel; • € 34.000 lagere lasten gymlokalen onder andere als gevolg van minder zaalgebruik. Hierin zit een structurele component als gevolg van teruglopende leerlingaantallen; • € 21.000 lagere lasten schoolzwemmen. Deze lagere lasten worden met name veroorzaakt door de keuze van de directie van de M.L. Kingschool om in het schooljaar 2012 / 2013 het schoolzwemmen niet door te laten gaan in afwachting van structurele afspraken met betrekking tot schoolzwemmen voor speciaal onderwijs. Deze onderschrijding is incidenteel.
76
Programmarekening 2012 | De programma's
• € 114.000 lagere lasten volwasseneducatie door lagere vaststelling subsidie R.O.C. 2011. RESERVES (Bedragen x € 1.000)
Ultimo 2011
Bestemmingsreserve Onderwijshuisvesting Bestemmingsreserve af te stoten panden Saldo
Dotatie 2012
Onttrekking 2012
Ultimo 2012
59
-
59
-
-
2.030
1.729
301
59
2.030
1.788
301
Bestemmingsreserve Onderwijshuisvesting Het per ultimo 2011 beschikbare saldo is besteed aan verhuiskosten van Plankier, Tangram en Bets Frijlingschool. Bestemmingsreserve af te stoten panden onderwijshuisvesting Deze bestemmingsreserve is bij de jaarrekening 2011 in het leven geroepen met als doel het dekken van af te waarderen boekwaarden van voormalige onderwijslocaties in verband met buitengebruikstelling/geplande sloop. In de loop van 2012 zijn 8 locaties afgewaardeerd ten laste van deze reserve voor een totale boekwaarde van € 1.729.000. Het saldo van de bestemmingsreserve komt daarmee per 31 december 2012 op € 301.000. VOORZIENINGEN (Bedragen x € 1.000) Bruidschat OPSO Voorziening groot onderhoud Onderwijshuisvesting Saldo
Ultimo 2011
Dotatie 2012
Onttrekking 2012
Ultimo 2012
1.549
-
800
749
298
100
90
308
1.847
100
890
1.057
Voorziening onderwijshuisvesting Deze voorziening dient ter egalisatie van de kosten voor planmatig onderhoud aan onderwijspanden. Het gemiddelde onderhoudsniveau - en daarmee de gemiddelde dotatie aan de voorziening - wordt bepaald op basis van het Kraan meerjarenonderhoudsrapport en het accommodatiebeleid. In 2012 heeft dit geleid tot een dotatie van € 100.000 en is totaal € 90.000 aan groot onderhoud uitgevoerd ten laste van deze voorziening. De voorziening heeft voor de navolgende jaren voldoende omvang. Bruidschat OPSO Het doel van de voorziening is om verzelfstandiging van het Openbaar Primair en Speciaal Onderwijs (OPSO) per 1 januari 2011 te begeleiden door het verstrekken van een bruidsschat van € 2,5 miljoen. De bruidsschat zal uitbetaald worden in jaarlijks afbouwende bedragen en eind 2014 worden opgeheven. DOELUITKERINGEN (Bedragen x € 1.000) Lokaal achterstandenbeleid Regeling RMC regulier
Ultimo 2011
Dotatie 2012
Onttrekking 2012
Ultimo 2012
59
114
34
140
126
-
67
59
Kwalificatieplicht
73
-
14
58
Aanval op uitval
7
-
7
-
77
Programmarekening 2012 | De programma's
(Bedragen x € 1.000) Saldo
Ultimo 2011 266
Dotatie 2012 114
Onttrekking 2012
Ultimo 2012
122
258
Onderwijsachterstandenbeleid Van het Rijk verkregen financiële middelen voor het uitvoeren van het onderwijsachterstandenbeleid. Het saldo van € 140.000 bestaat uit: • € 45.000 reservering terugbetalingsverplichting aan ministerie voor de periode 2006-2010; • € 95.000 nog te besteden Rijksbijdrage voor de periode 2011-2014. RMC regulier Het betreft de subsidieregeling Regionale Meld- en Coördinatiefunctie (RMC). Het saldo van € 59.000 zal naar verwachting in 2013 geheel zijn besteed. Kwalificatieplicht Deze regionale subsidieregeling is een verlenging van de leerplicht tot 18 jaar met als doel om meer leerlingen een startkwalificatie te laten behalen. Het restant van € 58.000 zal naar verwachting in 2015 geheel zijn besteed. Aanval op uitval Dit betreft een tijdelijke regionale subsidieregeling met als doel een zo hoog mogelijke reductie van het aantal voortijdig schoolverlaters. In samenwerking met de regiogemeenten zijn maatregelen ingezet conform het uitvoeringsplan 'de Waterlandse aanval op de uitval'. INVESTERINGEN Er zijn geen afwijkingen te melden.
78
Programmarekening 2012 | De programma's
P�r�o�g�r�a�m�m�a
10 E
C
O
N
O
M
I
Portefeuillehouder: B. Daan
Wat willen we bereiken met het programma economie Beoogd maatschappelijk effect beleidsveld 10.1 Economie Purmerend is een stad met een gezond economisch klimaat. De gemeente richt zich primair op de economische versterking van de regio op basis van een concurrerend vestigingsklimaat voor kantoren, bedrijven en instellingen. De bedrijventerreinen zijn kwalitatief hoogwaardig en goed bereikbaar en de gemeentelijke dienstverlening aan de ondernemers is optimaal. Op deze wijze worden de economische potenties van de stad binnen de grotere omliggende regio zo goed mogelijk benut en is er sprake van een stabiele woon-werkbalans. Daarnaast is Purmerend aantrekkelijk als koopcentrum, marktstad en als toeristisch en recreatief centrum voor de eigen en regionale bevolking.
Wat hebben we daarvoor in 2012 gedaan 10.1 Beleidsveld Economie 10.1.1 Prestatieveld Economische basisstructuur Werkdoel Stimulering van goede voorwaarden voor een sterke economische basisstructuur en daarmee samenhangende economische en werkgelegenheidsgroei in regionaal verband. Centrale aspecten van de uitvoering: • een goed ondernemer- en vestigingsklimaat. Daarbij gaat het erom dat bestaande en nieuwe bedrijven de gemeente als partner ervaren (relatiebeheer): de gemeente stelt zich extern gericht op en neemt een actieve, ondernemersgerichte houding aan. Belangrijke aspecten hierbij zijn onder meer het onderhouden en versterken van het netwerk, accountmanagement, administratieve lastenverlichting, vergunningen en procedures, ontwikkelingsgerichte visies en beleid ontwikkelen in samenspraak met belanghebbenden c.q. ondernemers; • een arbeidsmarkt die divers en hoogwaardig is en goed aansluit op de behoefte aan kennis en vaardigheden bij het bedrijfsleven. Hiervoor kan de gemeente een regierol vervullen door bijvoorbeeld het stimuleren van meer betrokkenheid van het bedrijfsleven bij scholing (stageplaatsen, etc.) en samenhang met programma's Educatie en Werk en Inkomen; • Purmerend meer profileren als centrumgemeente voor de horeca, detailhandel en als uitvalsbasis naar de regio (werelderfgoed De Beemster, nationaal landschapspark Waterland, Zaanse Schans, Noordzee- en Markermeerkust, Amsterdam en havensteden
79
Programmarekening 2012 | De programma's
E
als Edam, Volendam en Monnickendam. Bovendien is het een ambitie om evenementen in Purmerend verder te versterken en nieuwe ontwikkelingen te stimuleren. Verder is het de bedoeling de bereikbaarheid met het openbaar vervoer te verbeteren, zodat bezoekers vanuit de regio sneller en makkelijker naar de binnenstad kunnen komen (zie ook programma 5 Bereikbaarheid). Ook zijn ondernemersverenigingen bezig met onderzoek naar de haalbaarheid van een distributiecentrum, waar goederen voor de binnenstad centraal worden aangeleverd. Kernprestaties 10.1.1.1 Het bevorderen en in stand houden van een positief ondernemers- en vestigingsklimaat. Zoveel mogelijk aansluiten bij de behoefte van het (Purmerendse) bedrijfsleven. Effectief verbinding maken en de proactieve voorspelbare houding van de gemeente bevorderen. Accountmanagement voor het bedrijfsleven verder uitwerken en uitvoeren. Het is de bedoeling de ondernemersverenigingen (PCO, KHN) te ondersteunen bij hun wens een ondernemersfonds voor de binnenstad te realiseren (op basis van de Experimentenwet Bedrijven Investeringszones). Uitvoering van een bedrijvenomnibus. Stimulering van (door)startende ondernemers; 10.1.1.2
Bevorderen aansluiting aanbod vanuit onderwijs en UWV bij de vraag van het Purmerendse bedrijfsleven. Samenwerking organiseren tussen de drie lokale sectoren, zodat deze meer op elkaar aansluiten. Purmerend participeert in het Platform Arbeidsmarkt en Onderwijs Zaanstreek-Waterland. Het is de bedoeling deze deelname in de loop van 2012 te monitoren;
10.1.1.3
Bevorderen realisatie BreedNet-aansluitingen in Purmerend. De realisatie van het glasvezelnetwerk in de gemeente Purmerend is een belangrijke randvoorwaarde of stimulans voor bedrijven om zich hier te vestigen en te blijven. Naast de realisatie van een netwerk voor ondernemingen (fiber to the business) blijft de gemeente - samen met de regio - werken aan het creëren van de randvoorwaarde(n) om alle woningen in Purmerend aan te sluiten (fiber to the home). Op deze manier is Purmerend interessant voor bedrijven die nieuwe producten ontwikkelen. Helaas hebben de aanbieders aangegeven hun inspanningen vooralsnog op te schorten;
10.1.1.4
Het bevorderen en in stand houden van een gezond kermis en marktklimaat. Zoveel mogelijk aansluiten bij de markt en onderzoeken wat de mogelijkheden zijn om de kermis en/of de markt te verzelfstandigen.
Prestatie-indicatoren Economische basisstructuur Administratieve lastenverlichting; maatregelenplan Onderhouden en versterken netwerk Notitie accountmanagement
Toezeggingen 2012
Resultaten 2012
gerealiseerd
gerealiseerd
continue
continue
gerealiseerd
Resultaten bedrijvenomnibus (1 bedrijvenomnibus is in 2010 uitgevoerd)
gepland voor 2013
Organisatie ondernemersbijeenkomst (breed)
gerealiseerd
Besluit t.a.v. het initiatief 'ondernemersfonds'
2013
Aantal bijeenkomsten met het bedrijfsleven (of delen daarvan)
8
8
Fiber to the home
niet gerealiseerd
gerealiseerd
geschrapt
ste
Startersbeleid
80
Programmarekening 2012 | De programma's
Prestatie-indicatoren Economische basisstructuur
Toezeggingen 2012
Resultaten 2012
gerealiseerd
2013
Economische visie
1. Aanbieders hebben nog geen belangstelling voor de aanleg van glasvezelnetwerk in Purmerend en regio. Gezien de ontwikkelingen in de markt wordt niet verwacht dat een actieve inzet van de gemeente toegevoegde waarde zal hebben.. 2. Met de ondernemerspartijen is afgesproken om een strategische economische agenda op te stellen en daarmee in 2013 aan de slag te gaan. 3. Met het oog op het beperken van de beleidsinspanningen, zal er geen startersbeleid worden opgesteld. Wel zal worden meegewerkt aan initiatieven vanuit de markt zoals het starterscentrum en de startersbijeenkomst van de Kamer van Koophandel in maart 2013. 10.1.2 Prestatieveld Bedrijven en kantoren Werkdoel Voor de groei van de kantorenmarkt geldt prestatie-indicator die in de kantorennota van 2008 was opgenomen van 3.300 m2 per jaar een prestatie die in de gegeven economische omstandigheden ambitieus lijkt. Centrale aspecten van de uitvoering: • het aanbieden van bedrijfsterreinen en kantoorgebouwen van goede kwaliteit op bereikbare, aantrekkelijke plekken. Naast het ontwikkelen van nieuwe locaties gaat het daarbij om actieve herstructurering van bestaande, verouderde terreinen en gebouwen. Ook om het benutten van de stedelijke kwaliteiten van Purmerend en deze beter te laten aansluiten op de wensen van consumenten, toeristen, bedrijven en bewoners. Dit alles met het oog op het stimuleren van economische activiteiten in de stad; • het bevorderen van de vestiging van - met name - arbeidsintensieve bedrijven en bedrijven die een aantoonbare meerwaarde hebben ten opzichte van de bestaande bedrijven (selectief vestigingsbeleid). Kernprestaties 10.1.2.1 Uitgifteterreinen voor bedrijven en kantoren. Voor de groei van het aantal arbeidsplaatsen is het van belang dat er voldoende fysieke ruimte beschikbaar is voor nieuwe en bestaande bedrijven om zich te vestigen, of uit te breiden; 10.1.2.2
Kwaliteitsniveau bestaande bedrijfsterreinen. Het belangrijk om de bestaande bedrijfsterreinen aantrekkelijk te houden om te voorkomen dat alle bedrijven zich verplaatsen naar nieuwe locaties en er onnodige leegstand ontstaat;
10.1.2.3
Betrokkenheid bedrijven bij beheer bedrijfsterreinen. Door ondernemers verplicht te laten participeren in parkmanagement, wordt de betrokkenheid bij het terrein als geheel verhoogd. Het 'ondernemersfonds' (zie 10.1.1) kan een belangrijke impuls geven aan de bereidheid van ondernemers om parkmanagement op bestaande terreinen mogelijk te maken.
10.1.2.4
Uitvoering van het uitvoeringsprogramma van het Platform Bedrijfsterreinen en Kantoorlocaties van de Metropoolregio Amsterdam (PLABEKA). Concreet betekent dit voor Purmerend dat Baanstee-Noord verder kan worden ontwikkeld. Nieuwe locaties zullen aan het uitvoeringsprogramma moeten worden getoetst. Ook is het de bedoeling op het deelregionaal niveau (Waterland) afspraken te maken over de realisering van kleinschalige werklocaties.
81
Programmarekening 2012 | De programma's
Prestatie-indicatoren Bedrijven en kantoren
Toezeggingen 2012
Resultaten 2012
4
0
Uitgifte aantal m bvo kantoorruimte per 2 jaar (3.300 m per jaar)
3.300
550
Herstructurering bedrijfsterrein de Koog
gereed
Uitgifte aantal ha. bvo-bedrijfsterrein ( 4 ha bruto ) 2
Voor een nadere uitleg over het aantal m2 wordt verwezen naar de notitie 'actualisatie kantorenmarkt 2012'. 10.1.3 Prestatieveld Detailhandel en horeca Werkdoel Het bevorderen van de gemeente als aantrekkelijk koop- en uitgaanscentrum voor zowel de eigen, als de regionale bevolking- en van een goede verzorgingsstructuur op wijkniveau met voldoende perspectief voor ondernemers. Centrale aspecten van de uitvoering: • het bevorderen van de vestiging van detailhandel- en horecabedrijven, onder meer door vooraf duidelijkheid te bieden en ontwikkelingsgerichte bestemmingsplannen, visies en beleid aan te bieden; Kernprestaties 10.1.3.1
Het verwerken van het economisch beleid in visies, beleid en plannen;
10.1.3.2
Het eens in de vier jaar monitoren van de voorzieningen in de binnenstad;
10.1.3.3
Het vaststellen van horecabeleid;
10.1.3.4
Evalueren van het dagelijkse boodschappenbeleid (wijkwinkelcentra, versproducten, drogisterij en huishoudelijke ontwikkelingen) en het eventueel bijstellen van het beleid.
Prestatie-indicatoren Detailhandel en horeca Vaststellen detailhandel structuurvisie binnenstad Vaststellen nota horecabeleid
Toezeggingen 2012
Resultaten 2012
gerealiseerd
gerealiseerd
Evalueren/ontwikkelen dagelijkse boodschappen beleid
gerealiseerd
2013
Het monitoren van de voorzieningen in de binnenstad
gerealiseerd
gerealiseerd
In 2013 wordt geïnventariseerd wat er speelt m.b.t. aanbodstructuur voor dagelijkse boodschappen. Op basis daarvan wordt beoordeeld of kan worden volstaan met herbevestiging van bestaand beleid. 10.1.4 Prestatieveld Recreatie en toerisme (incl. markten en evenementen) Werkdoel Het versterken van de infrastructuur voor dag- en verblijfsrecreanten: recreatieve/toeristische infrastructuur. Centrale aspecten van de uitvoering:
82
Programmarekening 2012 | De programma's
• Realiseren en in stand houden van voldoende, goed gespreide, veilige en kwalitatief goede recreatievoorzieningen in en rondom de stad; • Regionale marketing en promotie van Laag Holland; • Stimulering van kwalitatief hoogwaardige evenementen en speciale markten met regionale uitstraling; • Bevorderen van overnachtingsmogelijkheden; • Bevorderen waterrecreatie. Kernprestaties 10.1.4.1 Toename hotel-/congresfaciliteiten; op dit punt heeft Purmerend zich geconformeerd aan het beleid van de Metropoolregio Amsterdam. Het is dus een gezamenlijke inspanning om te komen tot een toename van hotel- en congresfaciliteiten in de gehele metropoolregio; 10.1.4.2
Creëren kampeermogelijkheden. Het doel is om de uitgifte van grond voor realisatie van een camperplaats op Purmerends grondgebied mogelijk te maken. De gemeente heeft op dit punt een beperkte rol en kan uitsluitend de randvoorwaarden vaststellen;
10.1.4.3
Bureau Toerisme Laag Holland voorziet in de informatiebehoefte van toeristen en recreanten binnen de regio. Dit bureau draagt zorg voor marketing en promotie van specifieke toeristische, recreatieve voorzieningen (zoals wandel- en fietspaden), attracties en evenementen. In oktober 2010 is er een directeur aangenomen. Eind 2011 is de gemeenteraad geïnformeerd over de eerste resultaten;
10.1.4.4
Uitwerking en uitvoering van het Actieplan Watertoerisme 2010-2015; voor dit doel wordt ook de provincie gevraagd een financiële bijdrage te leveren;
10.1.4.5
Onderzoek naar de versterking en stimulering van streekeigen producten in Purmerend en regio Waterland. Een dergelijk onderzoek wordt alleen worden opgepakt als ook andere partijen hierbij belang hebben. Tot dusver is de reactie van externe partijen uiterst terughoudend;
10.1.4.6
De evenementenvisie zal in 2013 aan de gemeenteraad worden voorgelegd.
Prestatie-indicatoren Recreatie en toerisme (incl. markten en evenementen) Realiseren camping Purmerbos Uitvoering actieplan watertoerisme
Toezeggingen 2012
Resultaten 2012
n.v.t.
2012-2016
gerealiseerd
niet gerealiseerd
Nota toerisme
gerealiseerd
Verplaatsing warenmarkt naar Koemarkt
gerealiseerd
Vestiging Bureau Toerisme Laag Holland
gerealiseerd
Evenementennota
1. Realisering van een camping in het Purmerbos lijkt niet haalbaar. De gemeente neemt niet het initiatief tot een dergelijke camping maar is bereid eventuele initiatieven van derden te faciliteren. Wel is het de bedoeling om camperplaatsen in de stad te realiseren. 2. Evenementenvisie zal in maart/april 2013 ter besluitvorming aan gemeenteraad worden voorgelegd.
83
Programmarekening 2012 | De programma's
3. De herinrichting van de warenmarkt is afgerond. De markt staat nu ook deels op de Koemarkt. Wel vindt nog nader onderzoek plaats naar andere mogelijke varianten voor de weekmarkt in het centrum.
Wat heeft het gekost in 2012 (bedragen x € 1.000) Lasten
Realisatie 2011 Begroting 2012 Begroting 2012 primitief bijgesteld -1.225
-1.175
-1.254
Realisatie 2012
Afwijking
-1.168
-86
Baten
451
332
584
559
25
Saldo
-775
-842
-670
-609
-61
Het programma Economie heeft per saldo een voordeel € 61.000. Dit wordt veroorzaakt door € 86.000 lagere lasten en € 25.000 lagere baten. (bedragen x € 1.000)
Realisatie 2011 Begroting 2012 Begroting 2012 primitief bijgesteld
Realisatie 2012
Afwijking
-86
BV101 Economie Lasten Baten
-1.225
-1.175
-1.254
-1.168
451
332
584
559
25
-775
-842
-670
-609
-61
EXPLOITATIE De geringe afwijking blijft binnen de rapportage grens zodat de afwijking niet nader wordt toegelicht. RESERVES Er zijn geen reserves die tot dit programma behoren. VOORZIENINGEN Er zijn geen voorzieningen die tot dit programma behoren. INVESTERINGEN Er zijn geen investeringen die tot dit programma behoren.
84
Programmarekening 2012 | De programma's
P�r�o�g�r�a�m�m�a
11
A C T I E F � I N � D E � S T A D Portefeuillehouder: G. Nijenhuis en R. Helm
Wat willen we bereiken Het programma Actief in de stad is onderverdeeld in twee beleidsvelden. Per beleidsveld is hierna aangegeven welk effect we in de samenleving willen bereiken met het betreffende beleid. Beoogd maatschappelijk effect beleidsveld 11.1 Kunst, cultuur en cultuurhistorie Purmerenders zijn geïnteresseerd in diverse kunst- en cultuuruitingen en maken als deelnemer en toeschouwer gebruik van een veelzijdig en hoogwaardig aanbod, dat aansluit bij de behoeften van een stad met 80.000 inwoners en de omliggende regio. Beoogd maatschappelijk effect beleidsveld 11.2 Sport en bewegen Alle Purmerenders kunnen - al dan niet in verenigingsverband - op verantwoorde, sociaal veilige en laagdrempelige wijze tegen een aanvaardbare eigen bijdrage, deelnemen aan sportactiviteiten. Daarbij kan gebruik worden gemaakt van de faciliteiten van sportverenigingen en van een veelzijdig en - zoveel mogelijk - multifunctioneel en goed onderhouden aanbod van voorzieningen binnen de stad en de omliggende regio.
Wat hebben we daarvoor in 2012 gedaan Een van de belangrijkers projecten in 2012 was Bezuinigen met beleid. In overleg met de betrokken instellingen zijn de maatschappelijk opgaven geformuleerd en concrete bezuinigingen voorgesteld. Voor het onderdeel Kunst en Cultuur betekende dat een bezuinigingsopgave van €.228.000. Op de opgave Een gezonde geest in een gezond lichaam werd een bezuiniging van € 225.000 doorgevoerd. De bezuinigingen gaan in per 2013 en verlopen in een aantal gevallen gefaseerd. Een belangrijke ontwikkeling in 2012 was het besluit van de raad tot het bouwen van een nieuwe multifunctionele sporthal. De Muziekschool zal als gevolge van de maatschappelijke opgave zich transformeren naar een instelling die vooral in het basisonderwijs actief is.
85
Programmarekening 2012 | De programma's
De podia hadden in 2012 te maken met de invloed van de financiele en economische crisis. De voorziene BTW-verhoging op de kaartjes ging niet door. 11.1 Beleidsveld Kunst, cultuur en cultuurhistorie 11.1.1 Prestatieveld Kunst- en cultuuraccommodaties Werkdoel Purmerend streeft naar een aantrekkelijk en gedifferentieerd aanbod van kunst- en cultuuruitingen, verschillende mogelijkheden voor professionele en amateurkunstbeoefening in adequate, toekomstbestendige en voor alle inwoners toegankelijke voorzieningen. Centrale aspecten voor de uitvoering zijn • goede toegankelijkheid voor iedere inwoner; • waar mogelijk clustering en multifunctioneel gebruik. Kernprestaties 11.1.1.1 Optimalisering serviceverlening en bereik bibliotheek; 11.1.1.2
Adequaat onderhoud gemeentelijke cultuuraccommodaties.
Prestatie-indicatoren Kunst- en cultuuraccommodaties
Toezeggingen 2012
Resultaten 2012
Uitvoering nieuwe huisvesting Wherelant in combinatie met ateliers
gerealiseerd
niet gerealiseerd
Onderzoek haalbaarheid huisvesting Purmerends Museum
gerealiseerd
gerealiseerd
Het onderzoek haalbaarheid huisvesting Purmerends Museum heeft geleid tot de conclusie dat het Museum op zijn huidige plek blijft en dat een interne verbouwing plaatsvindt om te voldoen aan de vereisten die voortvloeien uit de status van erkend museum. De raad heeft daartoe een krediet van € 300.000 uitgetrokken. Uitvoering vindt plaats in 2013. De Archeologische Werkgroep, de Vereniging Historisch Purmerend en de twee toneelverenigingen zijn uit de Ark verhuisd en hebben in goed overleg met de gemeente nieuwe huisvesting kunnen betrekken. Voor de Vereniging Historisch Purmerend is daarmee een lang gekoesterde wens gerealiseerd: een toegangelijke, gemakkelijk bereikbare ruimte in het centrum van de stad waar de vereniging haar collectie beter kan tonen en allerlei activiteien kan ontplooien waarvoor tot dan toe geen gelegenheid was. Dat geldt ook voor de Archeologische werkgroep en voor de twee toneelverenigingen die in het gebouw Marijke een klein theater hebben gerealiseerd. De bibliotheek heeft zijn service-verlening kunnen verbeteren na een interne verbouwing. De herhuisvesting Wherelant is in 2012 nog niet tot stand gekomen, evenals de ateliers. Dit wordt naar verwachting 2013. 11.1.2 Prestatieveld Kunst- en cultuurbelevening Werkdoel Het stimuleren en aanbieden van kunst- en cultuuruitingen (podiumkunsten, museale kunst, etc.) die een zo breed mogelijk publiek bereiken en waarvan omvang en kwaliteit passen bij Purmerend als centrum van de regio Waterland. Centrale aspecten voor de uitvoering zijn: • het stimuleren van een kwalitatief goed, breed en gevarieerd aanbod aan podiumkunsten;
86
Programmarekening 2012 | De programma's
• het zichtbaar maken van hedendaagse kunst- en cultuuruitingen (door tentoonstellingen, kunstuitleen en stimuleren van kunst in de openbare ruimte) Kernprestaties 11.1.2.1 Stimuleren breed aanbod podiumkunsten door daarover gerichte afspraken te maken met de te subsidiëren aanbieders. In 2012 is opnieuw met veel succes het Reuring festival gehouden. Ook de activiteiten van de stichting Purmerend Marktstad trokken weer veel bezoekers, zowel vanuit de stad als van buiten. De podia hadden te maken met de effecten van de economische crisis wat zich uitte in minder bezoekers.Dat geldt zowel voor P3 als de Purmaryn. Het aantal bezoekers van de Purmaryn, zowel bij de professionele voorstellingen als bij de amateur- en schoolvoorstellingen daalde naar 76.974. P3 zal het jaar afsluiten met een hoger tekort dan de prognose, welk tekort de organisatie overeenkomstig de gemaakte afspraken in 2013 binnen eigen middelen zal moeten opvangen 11.1.3 Prestatieveld Kunst- en cultuuruitoefening In het programma Educatie is het in contact brengen van kinderen met onder andere cultuur een onderdeel van het prestatieveld Brede ontwikkelingskansen. Werkdoel Het stimuleren van kunst- en cultuuruitoefening in brede zin, om te bereiken dat er een brede en gevarieerde belangstelling bestaat bij Purmerenders voor cultuur. Centrale aspecten voor de uitvoering zijn: • stimuleren dat zoveel mogelijk mensen lezen, muziek maken en zich anderszins creatief uiten; • ondersteunen van (amateur)kunstuitoefening (podiumkunsten en beeldende kunsten); • zorgdragen voor voldoende atelierruimte voor uitoefening beeldende kunst. Kernprestaties 11.1.3.1 Stimuleren lezen, muziek maken en andere creatieve uitingen op basis van daarover gemaakte afspraken met te subsidiëren aanbieders; 11.1.3.2
Bijdragen aan voldoende atelierruimte voor uitoefening beeldende kunst. De basis hiervoor vormt de vastgestelde notitie Atelierbeleid. Nieuwe huisvesting voor Wherelant.
De Muziekschool gaat in het kader van het Maatschappelijk beleidskader een andere koers varen. Met deze nieuwe koers gaat een op termijn structurele bezuinging gepaard. Het muziekonderwijs zal in de komende jaren naar het basisonderwijs worden overgebracht terwijl het individuele onderwijs door zelfstandige docenten zal worden gegeven. 11.1.4 Prestatieveld Cultureel erfgoed Werkdoel Het goed beheren en zichtbaar maken van het culturele erfgoed van Purmerend, zodat een zo breed mogelijk publiek daar nu en in de toekomst kennis van kan nemen. Centrale aspecten voor de uitvoering zijn: • goed beheren door restauratie en onderhoud; • verstrekken monumentensubsidies; • het zichtbaar maken van cultuurhistorie door tentoonstellingen, projecten en manifestaties;
87
Programmarekening 2012 | De programma's
• het in stand houden van het Purmerends Museum, met als doel het Purmerendse erfgoed zichtbaar te maken. Kernprestaties 11.1.4.1 Het zichtbaar maken van cultuurhistorie door tentoonstellingen, projecten en manifestaties; 11.1.4.2
Restauratie en onderhoud cultureel erfgoed
Over de huisvesting van het Purmerends Museum heeft besluitvorming plaatsgevonden. Het Museum gaat niet verhuizen en gaat intern verbouwen om te voldoen aan de eisen van een erkend museum. De Vereniging Historisch Purmerend en de Archeologische Werkgroep hebben in 2012 op hun nieuwe locatie meer mogelijkheden gekregen om hun materiaal te laten zien en bezoekers te ontvangen. 11.2 Beleidsveld Sport en bewegen 11.2.1 Prestatieveld Deelname sport- en bewegingsactiviteiten Werkdoel De gemeente stimuleert alle Purmerenders om - ongeacht hun leeftijd en lichamelijke gesteldheid - deel te nemen aan spel- en sportactiviteiten naar keuze. Centrale aspecten bij de uitvoering zijn: • het ondersteunen en stimuleren van sportactiviteiten en -projecten, met specifieke aandacht voor doelgroepen (jongeren tot 24 jaar en mensen met een beperking); • stimuleren van sporten in verenigingsverband; • stimuleren en faciliteren van particuliere initiatieven inzake sportmogelijkheden voor jeugd Kernprestaties 11.2.1.1 Stimuleren gezond bewegen door gerichte afspraken met sportstichting, onder andere introductiecursussen sport voor 55+'ers; 11.2.1.2
Stimuleringspremie voor sportvereniging met beste plan voor sportstimulering onder de jeugd;
11.2.1.3
Inkomensondersteuning voor minima met handicap voor deelname aan gehandicaptensport.
Toelichting bij de prestaties: Uitgevoerd zijn: • Diverse projecten in het kader van een gezondere leefstijl met bijzondere aandacht voor mensen met overgewicht. • Diverse sportstimuleringsactiviteiten met maatwerk voor de diverse doelgroepen. Voor de uitvoering daarvan worden ook combinatiefunctionarissen ingezet. • De organisatie van een fittestdag voor inwoners tussen de 55 en 65 jaar in de wijk Overwhere in het kader van sportstimulering 50+. • De organisatie van "Lekker Fit", een basisschoolmethode waarbij kinderen bewust worden gemaakt van hun leefstijl. • "Sportclub Extra", een sportclub in samenwerking tussen partners vanuit het primair onderwijs, fysiotherapie en artsen voor kinderen met minder motorische vaardigheden.
88
Programmarekening 2012 | De programma's
11.2.2 Prestatieveld Sportvoorzieningen Werkdoel Realiseren en in stand houden van voldoende, goed gespreide, eigentijdse, veilige en kwalitatief goede binnen- en buitensportaccommodaties die voor alle inwoners toegankelijk zijn. Kernprestaties 11.2.2.1 Opstellen concrete jaar- en meerjarenplannen voor onderhoud en nieuwbouw van binnen en buitensportaccommodaties; 11.2.2.2
Uitvoering onderhoud en nieuwbouw binnen- en buitensportaccommodaties volgens planning.
Toelichting bij de kernprestaties • Op basis van uitgebreid onderzoek heeft de gemeenteraad op 1 november 2012 besloten tot de realisatie van twee sporthallen, een 3-sterren turnhal en de verplaatsing van de rugby; • Op sportcomplex De Dop is het softbal- en jeugdveld gerenoveerd; • In opdracht van de gemeente heeft Spurd een marktverkenning uitgevoerd voor het onderhoud aan sportaccommodaties. Het resultaat vormde vooralsnog geen aanleiding om af te stappen van de verplichte winkelnering door Spurd bij de gemeente.
Wat heeft het gekost in 2012 (bedragen x € 1.000)
Realisatie 2011 Begroting 2012 Begroting 2012 primitief bijgesteld
Lasten
-16.122
-16.086
Realisatie 2012
Afwijking
-15.498
-457
-15.956
Baten
3.428
3.275
3.185
3.107
78
Saldo
-12.694
-12.810
-12.770
-12.392
-379
Het programma Actief in de stad heeft een positief saldo van € 379.000. Dit wordt veroorzaakt door € 457.000 lagere lasten en € 78.000 lagere baten. Voor afwijkingen op lasten-/ batenniveau groter dan € 100.000 zal een toelichting worden gegeven.
(bedragen x € 1.000)
Realisatie 2011 Begroting 2012 Begroting 2012 primitief bijgesteld
Realisatie 2012
Afwijking
BV111 Kunst , cultuur en cultuurhistorie Lasten
-9.663
-9.139
-9.340
-8.935
-405
Baten
2.166
1.946
1.953
1.844
110
-7.497
-7.193
-7.387
-7.091
-296
-6.459
-6.946
-6.616
-6.564
-52
BV112 Sport en bewegen Lasten Baten
1.262
1.329
1.232
1.263
-31
-5.197
-5.617
-5.384
-5.301
-83
Het beleidsveld Kunst, cultuur en cultuurhistorie heeft een positief saldo van € 296.000. Dit wordt veroorzaakt door € 405.000 lagere lasten en € 110.000 lagere baten. EXPLOITATIE Beleidsveld BV111 Kunst, cultuur en cultuurhistorie Het voordeel op de lagere lasten van € 405.000 en de lagere baten van € 110.000 worden voornamelijk veroorzaakt door:
89
Programmarekening 2012 | De programma's
• € 190.000 lagere lasten voor het beheer van welzijnsgebouwen. Dit bedrag bestaat uit € 155.000 lagere lasten ambtelijke capaciteit en € 35.000 lagere lasten voor asbest onderzoeken. Er is minder ambtelijke capaciteit ingezet en minder uitgegeven aan planmatig onderhoud van welzijnsgebouwen. Tevens zijn er geen tot weinig verzoeken ontvangen voor incidentele reparaties en onderhoud; • € 71.000 lagere lasten beheerkosten en € 82.000 lagere baten huuropbrengsten Muziekschool Waterland. Tot en met 2011 werden door de muziekschool beheerkosten aan de gemeente Purmerend in rekening gebracht en vervolgens door Purmerend doorgefactureerd aan de andere deelnemende gemeenten in de regio. Met ingang van 2012 verzorgt de muziekschool deze facturatie aan de overige regiogemeenten zelf; • De bezettingsgraad van de Purmaryn is tegengevallen als gevolg van de slechtere economische situatie. Daardoor zijn de baten € 36.000 lager. Verder zijn de huisvestingslasten € 19.000 lager. Dit wordt met name veroorzaakt door lagere kosten van schoonmaak en energie; • € 41.000 lagere lasten voor plaatselijke culturele activiteiten en evenementen als gevolg van afschaffing Purmerade (reeds in de meerjarenbegroting 2013 verwerkt) en incidenteel lagere ambtelijke kosten voor evenementenbeleid; • € 30.000 lagere lasten voor kunst in de openbare ruimte omdat een plan voor een kunstwerk in 2012 nog niet tot stand is gekomen. In de eerste bestuursrapportage 2013 zal worden voorgesteld om dit geld in 2013 beschikbaar te stellen. In het kader van het project bezuinigen met beleid is vanaf 2013 alleen nog budget beschikbaar voor onderhoud; • € 27.000 lagere lasten gebouw Purmerends museum. Deze afwijking is incidenteel. Beleidsveld BV112 Sport en bewegen Onderdeel van dit beleidsveld is het budget ad € 15.000 voor opstellen van een Sportnota door stichting Spurd. De Sportnota is in 2012 nog niet opgesteld. Dit gebeurt alsnog in 2013. In de eerste bestuursrapportage 2013 zal worden voorgesteld dit budget ad € 15.000 alsnog beschikbaar te stellen. Onderdeel van dit beleidsveld is een voordeel op de speelvoorzieningen van € 58.000 als gevolg van nog niet uitgevoerde werkzaamheden. In de eerste bestuursrapportage 2013 zal worden voorgesteld dit bedrag ad € 58.000 alsnog beschikbaar te stellen. VOORZIENINGEN (Bedragen x € 1.000) Groot onderhoud Purmaryn Herstel en aanpassing Leeghwaterbad
Ultimo 2011
Dotatie 2012
Onttrekking 2012
Ultimo 2012
302
46
79
269
82
-
82
-
Voorziening speelvoorzieningen
178
-
178
-
Saldo
562
46
339
269
Groot onderhoud Purmaryn Op basis van een geactualiseerd meerjarenplan voor groot onderhoud is in 2012 per saldo € 33.000 onttrokken. De voorziening is toereikend voor het geplande onderhoud. Herstel en aanpassingen Leeghwaterbad
90
Programmarekening 2012 | De programma's
In 2012 is de eindverantwoording van Spurd ontvangen. De verwachte inkomstenderving ad 82.000 is lager uitgevallen, namelijk slechts € 11.000. Het resterende saldo van € 71.000 is in 2012 vrijgevallen. INVESTERINGEN Sportvloer De Gors De vervangingsinvestering van sportvloer De Gors (€ 103.502) is in 2012 gereedgemeld. De werkelijke uitgaven bedroegen € 80.690. Het verschil ad € 22.812 is conform de met Spurd gemaakte contractuele afspraken toegevoegd aan de voorziening vervangingsinvesteringen van Spurd. Bij de gemeente staat dit bedrag op de balans onder overlopende activa. Voor de overige investeringen wordt verwezen naar bijlage V Overzicht kredieten.
91
Programmarekening 2012 | De programma's
P�r�o�g�r�a�m�m�a
12
W E R K � E N � I N K O M E N Portefeuillehouder: B. Daan
Wat willen we bereiken met het programma werk en inkomen Beoogd maatschappelijk effect beleidsveld 12.1 Werk en inkomen Meer mensen aan het werk, minder mensen in de bijstand. Meer mensen gekwalificeerd om mee te kunnen doen, meer mensen sociaal zelfredzaam en maatschappelijk actief. Meer mensen financieel zelfredzaam. Zoveel mogelijk mensen doen mee in de maatschappij. Er is een relatief laag uitkeringsbestand en een goed bereik van participatie en armoedebeleid. Daarbij zijn de klanten tevreden over de wijze van dienstverlening. Ondanks economische verslechtering zijn we erin geslaagd meer mensen aan het werk te helpen en levert het programma een belangrijke bijdrage aan meer maatschappelijke participatie van Purmerenders. Uitdaging hierbij is met minder middelen maximaal rendement te halen voor bewoners.
Wat hebben we daarvoor in 2012 gedaan Terwijl meer mensen een beroep moeten doen op ondersteuning door de gemeente voor inkomen en werk, nemen de hiervoor beschikbare middelen in deze periode af. In 2012 heeft de gemeente Purmerend dit op een aantal manieren aangepakt. Enerzijds door extra middelen beschikbaar te stellen om in een projectmatige aanpak het aantal uitkeringen te verminderen, via Aanval op de Bijstand. Dit project heeft de gestelde doelen bereikt. Tegelijk is zichtbaar dat met name de regionale werkloosheidsontwikkeling in het 2e halfjaar 2012 in het laatste kwartaal tot een nieuwe groei van het aantal WWB-uitkeringen heeft geleid. Een andere beweging om dit aan te pakken is het aangaan van nieuwe samenwerking en verbinding. In de regio heeft dit geleid tot gecoördineerde werkgeversdienstverlening, die eind 2012 in een regionaal plan is neergelegd en van start is gegaan. Hierin werken de gemeenten met UWV en Baanstede aan verbetering van dienstverlening, gericht op resultaat voor de doelgroep. Dezelfde intensieve samenwerking speelt zich af op het terrein van Sociale Werkvoorziening.
92
Programmarekening 2012 | De programma's
Verder is de samenwerking met netwerkpartners geintensiveerd rond schuldhulpverlening, taaltraining en activering van mensen in de uitkering. Een laatste manier om dit probleem te adresseren is een scherpe focus op de vraag die de burger aan de gemeente stelt: wat is de passende oplossing, wat kan de klant zelf, wie zijn mede betrokken en hoe kan in die context de kortste weg naar een oplossing gevonden worden? Inzet op dat proces kost eerst inspanning maar leidt tot effect in de eigen situatie. 12.1 Beleidsveld Werk en inkomen 12.1.1 Prestatieveld Volumebeleid Wwb Werkdoel Het aantal ontvangers van Wwb beperken door een combinatie van instroombeperking en uitstroombevordering. Centrale aspecten van de uitvoering zijn: • burgers op een adequate en klantgerichte manier toegang bieden tot hun rechten; • werk boven uitkering en arbeidsparticipatie als hoogste doel; • prioriteit ligt bij mensen met een uitkering met arbeidsperspectief; • handhaving van de toegang tot uitkering door goede controle aan de poort; • beperking van de aanspraak op uitkering door waar mogelijk inzet van bemiddeling, waardoor instroom voorkomen wordt; • optimalisering van ketensamenwerking om instroom in Wwb preventief te screenen en te beperken. Kernprestaties 12.1.1.1 Beperken van instroom in de Wwb; 12.1.1.2
Bevorderen van uitstroom uit de Wwb.
Prestatie-indicatoren Volumebeleid Wwb
Toezeggingen 2012
Resultaten 2012
≥55% jaarlijks
50%
Instroom Wwb per jaar totaal ( 2011: 551)
600
573
Uitstroom Wwb per jaar totaal (2011: 502)
690
529
Wwb preventiequote totaal (% van alle inwoners dat zich meldt voor een uitkering, maar niet leidt tot uitkering)
Het WWB- uitkeringsbestand nam over 2012 toe van 1126 naar 1210. Het eerste halfjaar bleef het uitkeringsbestand redelijk stabiel. De oplopende werkloosheid zien we echter in het tweede halfjaar terug in de in- en uitstroomcijfers. In de tweede helft van het jaar was het lastiger klanten op een reguliere baan te plaatsen. Er stroomden meer klanten in door de gespannen (lokale) arbeidsmarkt. Ook stroomden er meer jongeren in: tijdens de eerdere recessie zijn jongeren verleid langer op school te blijven; uiteindelijk ronden ook deze jongeren hun studie af en treden toe tot de arbeidsmarkt. Gevolg van een hogere instroom en een lagere uitstroom is een oplopend uitkeringsbestand. De inspanningen vanuit de aanval op bijstand zorgen het eerste halfjaar voor een enigszins stabiel uitkeringsbestand. Over het gehele jaar werden 110 uitkeringen meer beëindigd, door inzet van Aanval op de bijstand. Zonder dit project was de groei dus veel hoger geweest. Vanaf juni 2012 neemt het uitkeringsbestand echter toe. Aanval op de bijstand heeft met name effect gehad rond de werkgeversbenadering; er is intensiever contact via (ontbijt-)sessies en bedrijfsbezoeken, zodat we beter kunnen aansluiten
93
Programmarekening 2012 | De programma's
op de behoeften van de ondernemer. ook zijn diverse projecten gestart (bv. de alfacheque en de samenwerking met Uitvoering) waarin uitkeringsontvangers konden worden geplaatst. Ook hebben we extra jobhunters ingezet. Daarnaast is er intensiever gewerkt aan handhaving, door inzet van meer menskracht. 12.1.2 Prestatieveld Participatiebeleid Werkdoel Mensen die in onvoldoende mate participeren in de samenleving en (nog) niet aan het arbeidsproces kunnen deelnemen, activeren en ondersteunen om deel te nemen aan maatschappelijke activiteiten en meer zelfredzaam te worden. Deze insteek vergroot voor een aantal van hen de weg naar de arbeidsmarkt. Voor anderen is deze weg mogelijk onbegaanbaar, maar geldt het uitgangspunt dat participatie het welzijn dient. Centrale aspecten van de uitvoering zijn: • re-integratie van inwoners en uitkeringsgerechtigden die (tijdelijk) niet aan het arbeidsproces kunnen deelnemen; • werkgevers staan centraal en worden als klant beschouwd; met hen worden afspraken gemaakt over te realiseren plaatsingen; • stimuleren tot deelname aan trajecten richting participatie, waarbij de eigen kracht voorop staat en de omgeving van de klant wordt betrokken; • sturing op kwaliteit en opbrengsten van re-integratietrajecten; • inburgering van met name verplichte inburgeraars door een slagvaardig en doelgericht uitvoeren van de Wet Inburgering • het waar mogelijk koppelen van re-integratietrajecten, inburgering en volwasseneneducatie om zo optimaal mogelijk gebruik te maken van het participatiebudget; • het bieden van een breed palet aan mogelijkheden om activering te laten aansluiten op de situatie van de klant. Met het maatschappelijk middenveld worden afspraken gemaakt over te realiseren vormen van participatie; • het bevorderen van samenwerking en aansluitende dienstverlening tussen de verschillende contractpartijen. Kernprestaties 12.1.2.1 Bemiddelen van mensen met kansen op regulier werk door Bureau Werk; 12.1.2.2
Bevorderen van deelname aan trajecten richting werk, sociale activering, participatie en educatie;
12.1.2.3
Terugdringen van laaggeletterdheid;
12.1.2.4
Resultaatverdeelmaatstaven volwasseneneducatie in participatiebudget monitoren (nog niet vastgesteld door het ministerie);
12.1.2.5
Het realiseren en monitoren van trajecten voor met name verplichte inburgeraars. Belangrijke aspecten daarbij zijn het actief bieden van informatie, een adequate handhaving van de gemeentelijke inburgeringsbesluiten en het maken van goede afspraken en goed contractbeheer;
12.1.2.6
Resultaatverdeelmaatstaven inburgering in participatiebudget monitoren;
12.1.2.7
Aantal personen voor wie een(duale) inburgerings- of taalkennisvoorziening is vastgesteld;
12.1.2.8
Aantal personen die een inburgeringsexamen of staatsexamen NT2 I of II heeft behaald (ISI).
94
Programmarekening 2012 | De programma's
Prestatie-indicatoren Participatiebeleid
Toezeggingen 2012
Resulaten 2012
Totaal aantal participatietrajecten ten opzichte van klantenbestand (2011: 74%))
personen <65 jr zonder ontheffing
69% personen<65 jr zonder ontheffing
Geslaagde uitstroom Wwb naar werk (2011: 79)
150
147
Aantal plaatsingen trajecten volgens participatieladder trede 1, 2 en 3 (onderkant)
-
279
Aantal plaatsingen trajecten volgens participatieladder trede 4, 5 en 6 (bovenkant)
-
308
<10% p/j
17%
63
32
% geslaagde kandidaten inburgeringexamen (kengetal 2011: aantal deelnemers 104, percentage geslaagd 89%)
90% van aantal deelnemers
97% van 61 deelnemers
% duale trajecten (kengetallen 2011: aantal trajecten 139, percentage duaal 92%)
80%
100%, 39 trajecten
100%
100%
Het percentage opschorting/vrijstelling van arbeidsplicht (2011: 13%) Aantal gestarte opleidingstrajecten regiocollege van laaggeletterde inwoners 15-74 jaar (2011: 31)
Handhaving zelfstandige inburgeraars (kengetal 2011: aantal zelfstandige inburgeraars: 305)
• Participatiebeleid is breed en vernieuwend ingezet, ook met behulp van middelen uit Aanval op de Bijstand. Thema's hierin waren ondersteuning van zelfwerkzaamheid en motivatie van burgers. Nieuwe middelen zijn ingezet, zoals de masterclass voor jongeren (intensieve groepsbegeleiding in 6 weken gericht op werk) en Meedoen Werkt, het activeringsproject waarin klanten elkaar ondersteunen. In het jongerenloket wordt een pilot ontwikkeld waarin we de vraag van de klant vanuit de eigen context benaderen. • De toezegging betreft uitstroom uit de uitkering naar werk is behaald. Dit ondanks de afnemende mogelijkheden op de arbeidsmarkt. • Er zijn meer klanten op trajecten aan de bovenkant van de participatieladder geplaatst dan aan de onderkant. Dit is in lijn met het Purmerendse participatiebeleid waarbij het zwaartepunt ligt op arbeidsinschakeling. • Het opschortings/vrijstellingspercentage van verplichtingen is hoger dan de prognose van minder dan 10% per jaar. In 2012 is het percentage opgelopen naar 17%. Dit is mede het gevolg van het eerder afsluiten van weinig kansrijke trajecten en een betere diagnose alvorens een traject te starten. • Het aantal trajecten laaggeletterden valt op. In 2012 is het netwerk van partijen die een taalaanbod doen, zoals de bibliotheek, Fiolet, Clup en 't Gilde versterkt. Dit netwerk is succesvol. Vrijwilligers, vooral taalcoaches, weten de doelgroep steeds beter te bereiken vanwege de laagdrempeligheid. De cursus laaggeletterdheid speelt daarin een steeds kleinere rol. Er zijn minder van deze trajecten noodzakelijk. De doelstelling zal dan ook worden bijgesteld. In het netwerk worden andere mogelijkheden gerealiseerd. • 2012 is het laatste jaar waarin de gemeente nog verantwoordelijk is voor het aanbod van inburgeringstrajecten. Alle verplichte inburgeraars kregen een traject aangeboden. Van de deelnemers (61) is 97% geslaagd voor het examen.
95
Programmarekening 2012 | De programma's
12.1.3 Prestatieveld Minimabeleid Werkdoel Met het minimabeleid richt de afdeling zich op het optimaal bereiken van burgers die daarvoor in aanmerking komen, met voorzieningen voor inkomensondersteuning en participatie die voor hen relevant zijn, zodat iedereen kan meedoen in de Purmerendse samenleving. Centrale aspecten van de uitvoering: • optimaliseren van het bereik door middel van communicatie; • optimaliseren van gebruik van de regelingen (mensen laten meedoen) door het inrichten van een aantrekkelijk regelingenpakket; • stroomlijnen van uitvoeren van de voorzieningen; • snelle en efficiënte afhandeling van aanvragen; • specifiek waarborgen van de toegang van kinderen uit de doelgroep tot voorzieningen op het terrein van sport en cultuur; • 65-plussers in beeld. Kernprestaties 12.1.3.1 Communiceren van regelingen met de doelgroep; 12.1.3.2
Korte afhandelingstermijn en transparante afhandeling van de aanvragen.
Prestatie-indicatoren Minimabeleid Bereik van de doelgroep oftewel aantal huishoudens dat traceerbaar is en de voorlichtingsbrochure toegestuurd krijgt (CBS-kengetal: aantal minimahuishoudens 4.352) Afhandelingstermijn van aanvragen minimabeleid 2011 (<10 dagen)
Toezeggingen 2012
Resultaten 2012
>75%
80%
<7 dagen
gerealiseerd
• Het minimabeleid stelt burgers in staat deel te nemen aan maatschappelijke activiteiten. In afwijking van de landelijke lijn heeft Purmerend voor sportieve/culturele activiteiten de inkomensgrens van 120% van het minimumloon aangehouden om zoveel mogelijk mensen hiervan te laten gebruikmaken. Op die manier draagt de regeling bij aan participatie van de doelgroep. • Het financiele volume van het minimabeleid neemt toe, ook na de beperking van sommige regelingen; nadere besluitvorming hierover wordt voorbereid. • Toegang tot de regeling is vereenvoudigd doordat digitaal kan worden aangevraagd; ook afhandeling vindt grotendeels digitaal plaats. • Voor 2012 was een ambitie geformuleerd om minimaal 75% van de (voor de regeling in aanmerking komende doelgroep) te bereiken. Er is een resultaat van 80% behaald. Opgemerkt dient te worden dat naast de informatiebrochure ook andere media zijn ingezet om de regeling onder de aandacht te brengen. Zo zijn er advertenties in huis-aanhuisbladen geplaatst. Hierdoor wordt ook een aantal mensen bereikt, dit is echter niet te meten. • De aanvragen zijn in 2012 net als voorgaande jaren binnen de afgesproken termijn behandeld. 12.1.4 Prestatieveld Schuldhulpverlening Werkdoel Het vergroten van duurzame (financiële en sociale) zelfredzaamheid en participatie van burgers en het bieden van adequate hulp om maatschappelijke uitval te voorkomen. Er wordt integraal
96
Programmarekening 2012 | De programma's
samengewerkt met diverse instanties. Via trajectbegeleiding wordt een op maat gesneden traject ingezet. Daarnaast wordt gewerkt aan het beperken van de wachttijd. Centrale aspecten van de uitvoering: • regisseren van de integrale aanpak van schuldhulpverlening; • het aanbieden van schuldregeling en budgetbeheer; • monitoren van een goede doorloop van trajecten; • snelle en effectieve dienstverlening bieden (ook begeleiding op langere termijn); • transparante en goede uitvoering ten behoeve van burgers; • preventieve aanpak door educatie en begeleiding. Kernprestaties 12.1.4.1
Realiseren van minnelijke trajecten (was schuldregeling);
12.1.4.2
Realiseren van budgetbeheer;
12.1.4.3
Regie voeren op de trajecten;
12.1.4.4
Realiseren van een laaguitvalpercentage;
12.1.4.5
Beperken van de wachttijd.
Prestatie-indicatoren Schuldhulpverlening
Toezeggingen 2012
Resultaten 2012
Aantal opgestarte trajecten budgetbeheer (2011: 267)
260
206
Aantal opgestarte minnelijke trajecten (fase2) (2011: 250)
250
201
Caseload totaal schuldhulpverlening (2011: 461)
675
472
Aantal recidivisten fase 1 (nulmeting 2 2011)
-
-
<4 weken
gerealiseerd
Instroom in schuldregeling en 1 budgetbeheer ( 2011: 391 en 267)
Wachttijd beperken Uitvalpercentage, meetbaar na 3 jaartermijnen (nulmeting 2014)
<10%
1. Deze indicator is in de programmabegroting 2013 vervangen door de indicatoren opgestarte trajecten budgetbeheer en opgestarte minnelijke trajecten (fase 2) in verband met definitie wijziging. Aagezien de definitiewijziging ook geldt voor 2012 nemen we deze indicatoren al op. 2. Het aantal recidivisten kan niet worden bepaald. Deze indicator is in de programmabegroting 2013 vervallen.
• Het aantal opgestarte trajecten budgetbeheer wijkt af van de toezegging 2012. De prognose voor 2012 is nog gebaseerd op de ruimere toelatingscriteria die Sociaal.nl hanteerde voor het opstarten van een traject budgetbeheer. • Ook het aantal minnelijk trajecten is lager. In 2011 is Activa begonnen met een nieuwe werkwijze. In plaats van iedere klant langs het WMO-loket te laten gaan (1-loket gedachte) is Activa gaan werken met vrije inloop (direct een intake of advies gesprek). Hierdoor kan de professional beter inschatten welke hulpverlening nodig is. • Ook bij de caseload schuldhulpverlening is sprake van een prognose gebaseerd op de ruimere toelatingscriteria en is de daadwerkelijke realisatie lager. • Daarnaast lijkt de nauwe samenwerking met het netwerk zijn vruchten af te werpen; door ketenoverleg worden klanten nu steeds vaker preventief geholpen waardoor een schuldhulpverleningstraject niet altijd meer nodig is. Kortom, Activa is wel betrokken maar een minnelijk en/of wettelijk traject is niet altijd meer nodig.
97
Programmarekening 2012 | De programma's
12.1.5 Prestatieveld Sociale werkvoorziening Werkdoel De uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) is gericht op het creëren van aangepaste werkgelegenheid voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, die als gevolg van lichamelijke, psychische of verstandelijke handicaps er niet in slagen werk te vinden op de reguliere arbeidsmarkt.De uitvoering van de Wsw is georganiseerd via de Gemeenschappelijke Regeling het Werkvoorzieningschap Zaanstreek-Waterland (Baanstede). Prestatieafspraken zijn gericht op de totale doelgroep in de regio Zaanstreek-Waterland. Centrale aspecten van de uitvoering: • het resultaatgericht uitvoeren van de Wsw; • het resultaatgericht uitvoeren van de pilot loondispensatie, trajecten en reintegratieactiviteiten • het samen met gemeente en UWV Werkbedrijf vormgeven van de werkgeversbenadering. Kernprestaties 12.1.5.1
Het bieden van werk en begeleiding gericht op ontwikkeling van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt;
12.1.5.2
Activiteiten gericht op zoveel mogelijk uitstroom naar reguliere werkgevers;
12.1.5.3
Bieden van beschutte werkplekken;
12.1.5.4
Activiteiten gericht op werken op locatie;
12.1.5.5
Uitvoeren van groeps- en individuele detachering;
12.1.5.6
Activiteiten gericht op begeleidwerkenplekken.
Prestatie-indicatoren Sociale werkvoorziening
Toezeggingen 2012
Resultaten 2012
266
304
22 fte
24 fte
45%
43%
Aantal Wsw-SE (subsidie-eenheden) dat is gerealiseerd. Dit aantal is een afgeleide van de taakstelling die de gemeenten vanuit het ministerie krijgt. Voor 2012 is deze nog onbekend, maar wordt deze geschat op 266 Wsw-fte in Purmerend (hier is SE omgerekend naar fte om eenheden te kunnen vergelijken) Aantal fte werkzaam op basis van een Begeleid werken contract > 22 Wsw-fte in Purmerend Aantal fte werkzaam op basis van detachering > 40% van de SWgeindiceerden (2011: 42%)
• Het aantal subsidie-eenheden is een gegeven dat centraal wordt bepaald. Dit wijkt af van de inschatting zoals die ten tijde van de begroting bestond. • Hert genoemde detacheringspercentage heeft zowel betrekking op het naar buiten plaatsen van SW-werknemers bij reguliere werkgevers (33,1 fte) als op het plaatsen bij beschutbuitenafdelingen van Baanstede (99fte), bijvoorbeeld de afdeling groen. • Voor de sociale werkvoorziening is het een intensief jaar geweest. Inhoudelijke doelstellingen en de aangekondigde bezuinigingen bepaalden de noodzaak tot koerswijziging. In het voorjaar zijn de uitgangspunten hiervoor met de Raad gedeeld en vastgesteld. Bij het invullen van deze uitgangspunten staan zorgvuldigheid, oog voor de doelgroep en het benutten van ieders mogelijkheden en talenten centraal. Het bestuursbesluit van september om alle SW medewerkers te begeleiden naar reguliere werkgevers gaf hieraan verdere richting. De behandeling van de begroting van BaanStede
98
Programmarekening 2012 | De programma's
en de daaruit voortgekomen moties zijn de aanleiding geweest om de gemeenteraad nog frequenter mee te nemen bij de totstandkoming van het plan van aanpak, dat begin 2013 moet worden vastgesteld.
Wat heeft het gekost in 2012 (bedragen x € 1.000)
Realisatie 2011 Begroting 2012 Begroting 2012 primitief bijgesteld
Afwijking
-38.715
-37.748
-967
Lasten
-37.794
Baten
28.474
26.910
28.293
28.897
-604
Saldo
-9.320
-10.096
-10.423
-8.851
-1.572
Realisatie 2011 Begroting 2012 Begroting 2012 primitief bijgesteld
Realisatie 2012
Afwijking
-967
(bedragen x € 1.000)
-37.007
Realisatie 2012
BV121 Werk en inkomen Lasten
-37.794
-37.007
-38.715
-37.748
Baten
28.474
26.910
28.293
28.897
-604
-9.320
-10.096
-10.423
-8.851
-1.572
Het programma Werk en Inkomen heeft per saldo een voordeel van € 1.572.000 door € 967.000 lagere lasten en € 604.000 hogere baten. EXPLOITATIE door incidentele afrekeningen van lopende projecten over meer jaren: • € 280.000 door lagere lasten aanval op de bijstand; zoals in het project al gerapporteerd, was een lagere investering bij vraaggerichte reintegratie noodzakelijk; • € 271.000 project jeugdwerkloosheid. In 2012 heeft afrekening met de Gemeente Zaanstad plaatsgevonden inzake het regioproject jeugdwerkloosheid. Hiervoor zijn incidentele baten van € 299.000 ontvangen. Hier staan € 28.000 nog in 2012 gemaakte kosten tegenover; • € 570.000 hogere baten als gevolg van een gunstige afrekening van de kosten van inburgering. overige afwijkingen in lasten en baten voor dit beleidsveld: • € 80.000 door lagere lasten op het verstrekken van uitkeringen; • € 95.000 BBZ door € 140.000 Lagere lasten en € 45.000 lagere baten doordat er minder gedeclareerd is op de rijkssubsidie; • € 85.000 participatiebudget. Dit wordt veroorzaakt door € 248.000 lagere lasten en € 163.000 lagere baten. De lagere lasten worden voornamelijk veroorzaakt door lagere uitgaven op de pilot loondispensatie en trajecten inburgering; • € 118.000 lagere baten volwasseneneducatie.Dit wordt veroorzaakt door de nog van het ministerie te ontvangen afrekening inzake middelen volwasseneneducatie. De lagere lasten van het ROC die hier tegen over staan worden verantwoord binnen programma 9 educatie; • Overige kleine afwijkingen bij schuldhulpverlening (€ 150.000 lagere lasten), minimabeleid/ bijzondere bijstand ( € 150.000 hogere lasten) en WSW (€ 61.000 hogere lasten en baten door de bonus begeleid werken. Per saldo nihil. • Tenslotte is er een afwijking van € 310.000 in de doorbelasting van personeelskosten, samenhangend met vacatureruimte en kosten van inhuur.
99
Programmarekening 2012 | De programma's
RESERVES (Bedragen x € 1.000) Bestemmingsreserve Gemeentelijke middelen participatie
Ultimo 2011
Dotatie 2012
Onttrekking 2012
Ultimo 2012
1.624
-
-
1.624
85
-
85
-
Bestemmingsreserve Pilot loondispensatie Bestemmingsreserve Aanval op de bijstand
1.335
-
1.085
250
Saldo
3.044
-
1.170
1.874
Reserve gemeentelijke middelen participatie Deze reserve is ingesteld ter voorkoming van directe afbouw van geplande uitgaven in het participatiebudget door kortingen op de rijksbijdrage. Zoals begroot is de reserve in 2012 niet aangesproken. De middelen worden ingezet in de periode tot en met 2016. Reserve aanval op de bijstand Voor het projectplan Aanval op de bijstand is een bedrag van € 1.500.000 beschikbaar gesteld vanuit de algemene reserve om het uitkeringenbestand te verlagen. In 2012 is conform begroot € 1,1 miljoen onttrokken. Reserve loondispensatie Deze reserve is ingesteld voor de reservering van de middelen voor tegemoetkoming van de uitvoeringskosten van de pilot loondispensatie en is ontvangen via het gemeentefonds in 2010. De pilot liep van 2011 tot en met 2012. In 2012 is conform begroot € 84.800 onttrokken. De uitgaven voor de pilot loondispensatie waren echter lager dan begroot, ze konden binnen het voor dit doel binnen het participatiebudget beschikbare budget worden uitgevoerd. Het onttrokken bedrag valt dus vrij in de algemene reserve. VOORZIENINGEN Er zijn geen voorzieningen die betrekking hebben op dit programma. DOELUITKERINGEN (Bedragen x € 1.000) Voorziening Wet Inburgering Inburgeringstrajecten Pardonners Participatiebudget Nog af te rekenen doeluitkering WWB Saldo
Ultimo 2011 2.044
Dotatie 2012
Onttrekking 2012 -
Ultimo 2012
572
1.472
314
-
-
314
1.086
4
296
794
236
118
312
43
3.681
122
1.180
2.623
Wet inburgering De eindafrekening van deze regeling is eind 2012 ontvangen. De reserve is toereikend; als gevolg van een afwijkende verwerking is het resultaat van de afrekening gunstig voor de gemeente. Het resultaat wordt toegevoegd aan de algemene middelen. Inburgeringstrajecten pardonners De eindafrekening van deze regeling is eveneens eind 2012 ontvangen. De reservering is toereikend. Participatiebudget
100
Programmarekening 2012 | De programma's
Betreft geoormerkte gelden voor re-integratie, inburgering en volwasseneneducatie. In 2012 is via de meeneemregeling € 794.000 gedoteerd. Nog af te rekenen doeluitkering WWB Het saldo betreft de afrekening van niet bestede middelen volwasseneducatie 2011 en 2012. De eindafrekening is nog niet ontvangen. INVESTERINGEN Er zijn geen investeringen die betrekking hebben op dit programma.
101
Programmarekening 2012 | De programma's
P�r�o�g�r�a�m�m�a
13
B E S T U U R � E N � C O N C E R N Portefeuillehouder: D. Bijl en H. Krieger
Wat willen we bereiken met het programma Bestuur en concern Beoogd maatschappelijk effect beleidsveld 13.1 Bestuur en concern De gemeente wil bekend staan als voorspelbaar, transparant en efficiënt als het gaat om het te voeren beleid en de daarbij behorende prestaties. Bovendien doorstaat de gemeente de toets van verantwoording achteraf door accountant en publiek goed.
Wat hebben we daarvoor in 2012 gedaan 13.1 Beleidsveld Bestuur en concern 13.1.1 Prestatieveld Burgers Werkdoel De gemeente is transparant en herkenbaar voor de burgers, als organisatie en als het gaat om wie er wanneer en waarover besluit. Kernprestaties 13.1.1.1 Purmerend Totaal komt acht maal per jaar uit en wordt huis-aan-huis verspreid. 13.1.2 Prestatieveld Raad Werkdoel De raad stelt kaders voor de begroting en het beleid en kan rekenen op tijdige verantwoording. Kernprestaties 13.1.2.1 De planning en control-cyclus functioneert. Jaarlijks is er een kadernota om kaderstellend te sturen op de voorbereiding van de begroting. De begroting en rekening worden tijdig en compleet aangeboden; Gerealiseerd: Ja. 13.1.2.2
Driemaal per jaar ontvangt de raad een bestuursrapportage over de uitvoering van het beleid, voorzien van redengevende verklaringen op de verschillen en risicoanalyse voor de verdere uitvoering. In de eerste bestuursrapportage is dat beperkt tot effecten die voortvloeien uit de afsluiting van de programmarekening 2010; Gerealiseerd: Ja.
13.1.2.3
Bij voorstellen voor nieuw beleid en actualisatie van beleid worden de effecten benoemd en wordt aandacht besteed aan eventuele risico's.
102
Programmarekening 2012 | De programma's
Gerealiseerd: Ja. 13.1.3 Prestatieveld Bedrijfsvoering Werkdoel Efficiency in de bedrijfsvoering wordt bevorderd en getoetst. Kernprestaties 13.1.3.1 Elk jaar vinden twee zogenaamde 213a-onderzoeken plaats naar de doeltreffendheid van het gemeentelijk beleid. De resultaten worden gedeeld met de raad. Deels gerealiseerd. In 2012 het onderzoek Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) komt te vervallen. 13.1.3.2
Periodiek worden alle processen van de gemeente opnieuw bekeken en getoetst. Aan de hand van de resultaten worden aanpassingen gedaan binnen de bedrijfsvoering. Gerealiseerd.
Wat heeft het gekost in 2012 (bedragen x € 1.000) Lasten
Realisatie 2011 Begroting 2012 Begroting 2012 primitief bijgesteld -7.670
-8.341
-10.771
Realisatie 2012
Afwijking
-11.042
271
Baten
11
24
214
221
-7
Saldo
-7.658
-8.318
-10.557
-10.821
263
Realisatie 2011 Begroting 2012 Begroting 2012 primitief bijgesteld
Realisatie 2012
Afwijking
-11.042
271
(bedragen x € 1.000) BV131 Bestuur & concern Lasten
-7.670
Baten
-8.341
-10.771
11
24
214
221
-7
-7.658
-8.318
-10.557
-10.821
263
EXPLOITATIE De belangrijkste elementen in de ontwikkeling op beleidsveldniveau Bestuur en concern: Het resultaat op dit beleidsveld is 263.000 nadelig, € 271.000 hogere lasten en € 7.000 hogere baten. De afwijking wordt voornamelijk veroorzaakt door: € 24.000 lagere kosten representatie en presentiegelden gemeenteraad € 33.000 lagere onderzoeks- en adviseringskosten griffie € 15.000 lagere salaris- en representatiekosten college € 140.000 hogere kosten i.v.m. aanvullende dotatie aan de voorziening pensioenverplichtingen. In 2012 is besloten om de pensioenverplichtingen uit te besteden en onder te brengen bij Loyalis. De aangepaste (verlaagde) rekenrente is mede de oorzaak van de aanvullende dotatie. € 268.000 hogere kosten i.v.m. een extra dotatie aan de voorziening wachtgeldverplichtingen bestuurders. In de begroting was rekening gehouden met een afloop van de wachtgeldverplichtingen. De dotatie wordt veroorzaakt doordat het recht op wachtgeld van één ex-bestuurder is verlengd tot het bereiken van de 65 jarige leeftijd. € 18.000 lagere kosten bijdrage ISW en Streekarchief € 17.000 lagere onderzoeks- en adviseringskosten Ondernemingsraad € 17.000 lagere kosten ombuigingsmaatregelen € 14.000 lagere kosten onderzoek 213a
103
Programmarekening 2012 | De programma's
RESERVES (Bedragen x € 1.000)
Ultimo 2011
Dotatie 2012
Onttrekking 2012
Ultimo 2012
Bestemmingsreserve Werkbudget ombuigingen
282
-
133
150
Saldo
282
-
133
150
Bestemmingsreserve werkbudget ombuigingen Het werkbudget ombuigingen is in 2012 aangewend voor uitwerkingsonderzoeken voor de taakstelling op de ambtelijke organisatie. In 2012 zijn onderzoeken uitgevoerd naar uitbesteding belastingen, uitbesteden NME, schoolwerktuinen en Het Nieuwe Werken. De totale kosten 2012 bedragen € 133.000. Het nog beschikbare saldo van deze reserve is per 31-12-2012 € 150.000. VOORZIENINGEN (Bedragen x € 1.000)
Ultimo 2011
Voorziening wachtgeldverplichtingen bestuurders Voorziening pensioenverplichtingen (ex) bestuurders Spaarverlof Purmerend Groot onderhoud gemeentelijke huisvesting Voorziening Streekarchief Waterland Saldo
Dotatie 2012
Onttrekking 2012
Ultimo 2012
270
268
267
271
-
3.406
3.406
-
67
4
20
52
1.039
463
1.080
421
51
20
7
64
1.427
4.161
4.779
809
Voorziening wachtgeldverplichtingen bestuurders Voor de afwikkeling van de opgebouwde wachtgeldrechten van voormalige wethouders is een voorziening ingesteld. Het risico ten aanzien van zittende bestuurders is meegenomen in de risicoparagraaf weerstandsvermogen. De voorziening wordt jaarlijks geactualiseerd op basis van het de ingeschatte aanspraak op wachtgeld van ex-bestuurders. In 2012 heeft een extra dotatie van € 268.000 plaatsgevonden omdat de wachtgeldtermijn van één wachtgelder is verlengd met circa drieënhalf jaar tot het bereiken van de 65 jarige leeftijd. Voorziening pensioenverplichtingen De voorziening pensioenverplichtingen is een in 2012 nieuw ingestelde voorziening. De voorziening was bedoeld om de verplichting die bestaat ten opzichte van bestuurders die vóór 2002 wethouder zijn geweest af te dekken. In de loop van 2012 is besloten om de pensioenverplichtingen uit te besteden en onder te brengen bij Loyalis. De financiële afwikkeling vindt in 2013 plaats en de voorziening zal daarna worden opgeheven. Aangezien de afwikkeling in 2013 wordt voltrokken wordt het saldo dat per 31-12-2012 in de voorziening zat, niet als voorziening maar als kortlopende schuld op de balans gepresenteerd. Voorziening Streekarchief Waterland, Spaarverlof, Onderhoud gemeentelijke huisvesting Deze voorzieningen worden niet binnen dit programma toegelicht. Deels door de geringe impact, deels doordat het onderwerp onder bedrijfsvoering valt en geen onderdeel is van de mutaties op programma 13.
104
Programmarekening 2012 | De programma's
DOELUITKERINGEN (Bedragen x € 1.000)
Ultimo 2011
Dotatie 2012
Onttrekking 2012
Ultimo 2012
Voorziening Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing
2.423
169
-
2.592
Saldo
2.423
169
-
2.592
INVESTERINGEN In 2012 zijn geen investeringen gerealiseerd die samenhangen met dit programma.
105
Programmarekening 2012 | De programma's
4
ALGEMENE�DEKKINGSMIDDELEN ALGEMEEN De netto kosten van de gemeentelijke programma's worden gedekt uit de algemene middelen van de gemeente. Het gaat dan om middelen waar geen voorafgaand specifieke bestedingsdoel aan ten grondslag ligt. De algemene uitkering uit het gemeentefonds is de belangrijkste vrij besteedbare inkomstenbron voor de gemeente. De hoogte van de algemene uitkering wordt door het Rijk bepaald. De gemeente heeft ook de mogelijkheid om zelf inkomsten te genereren door het heffen van belastingen. Het gaat dan met name om de onroerende zaak belastingen. De opbrengst van belastingen kennen in tegenstelling tot heffingen als het rioolrecht en afvalstoffenheffing geen vooraf bepaald bestedingsdoel en behoren tot de algemene dekkingsmiddelen.Overige vrij besteedbare middelen zijn de dividenden van deelnemingen en het renteresultaat verbonden aan de treasury functie. Tot de algemene dekkingsmiddelen behoren de baten en lasten van: • Lokale belastingen en heffingen; • De algemene uitkering uit het gemeentefonds; • Het gemeentelijk financieringsbeleid waaronder de externe vaste geldleningen en de intern verantwoorde bespaarde rente over de eigen financieringsmiddelen; • De baten en lasten die verbonden zijn aan financiële deelnemingen; • Incidentele baten en lasten met betrekking tot voorgaande jaren; • Algemene baten en lasten waaronder onvoorziene inkomsten en nog te bestemmen middelen (stelposten). INHOUDELIJKE ONTWIKKELINGEN Gemeentefonds Door de verslechtering van de economie en een tegenvallend begrotingstekort is 2012 een turbulent jaar geweest. Na de start in maart 2012 over de miljarden bezuinigingen in het Catshuisoverleg, viel het Kabinet-Rutte I eind april 2012. De verslechtering van de overheidsfinanciën was uiteindelijk de reden voor verschillende fracties om de handen ineen te slaan (Kunduz-coalitie). Dit heeft geleidt tot het lenteakkoord waarbij er een begrotingsakkoord 2013 is gesloten dat het EMU-tekort terugdringt tot 3%. In september 2012 waren er de verkiezingen, wat in heeft geresulteerd in een nieuw Kabinet-Rutte II met een definitief regeerakkoord eind oktober 2012. Deze landelijke ontwikkelingen en Rijksbezuinigingen hebben indirect gevolgen voor de algemene uitkering uit het gemeentefonds. De algemene uitkering uit het gemeentefonds 2012 is gebaseerd op de uitkomsten van de decembercirculaire 2012. In deze circulaire wordt een eerste indruk gegeven van de gevolgen die het Regeerakkoord voor het gemeentefonds heeft. Het meerjarige effect hiervan komt terug in de Kadernota en de Programmabegroting 2014. In 2012 is de groei van het gemeentefonds (het accres) verder verlaagd conform de normeringssystematiek naar nominaal 1,43%. Samen met een lagere prijsontwikkeling BBP van 1,25% betekent dit een negatief reëel accres in procenten van 2,68%. Terwijl er in de decembercirculaire voor 2012 nog sprake was van een kleine plus, blijkt in januari 2013 dat het Departement van Financien in 2012 veel minder heeft uitgegeven dan gepland. Deze onderuitputting werkt één op één door richting de gemeenten vanwege de gehanteerde bekostigingssystematiek (samen de trap op, samen de trap af). Zijn die uitgaven lager, dan krijgen de gemeenten ook minder. Voor Purmerend bedraagt deze winstwaarschuwing naar schatting € 450.000 voor 2012. Dit is alsnog nog verwerkt in de programmarekening 2012.
106
Programmarekening 2012 | Algemene dekkingsmiddelen
In januari 2013 is er een onderhandelaarsakkoord bereikt over een aantal samenhangende financiële onderwerpen. De belangrijkste afspraken, in afwijking van het regeerakkoord, hebben betrekking op: • De Wet Houdbare Overheidsfinanciën (Wet Hof), waarbij de ambitie en de tekortnorm voor de gemeenten voor de komende jaren zodanig is vastgesteld dat ruimte blijft voor investeringen; • Het wetsvoorstel schatkistbankieren, waarbij gemeenten hun overtollige middelen zullen onderbrengen in de schatkist. Het westvoorstel zal zodanig worden aangepast dat ook onderling lenen mogelijk wordt. Voor Purmerend is dit niet van toepassing. • Het BTW-compensatiefonds, waarvoor is overeengekomen dat het kabinet zal afzien van de voorgenomen afschaffing. Daarbij geldt dat de korting van € 550 miljoen wordt gehandhaafd en de beheersbaarheid van het fonds wordt gegarandeerd. De BTW verhoging per 1 oktober 2012 van 19% naar 21% doet het BCF stijgen. In de septembercirculaire 2012 was overeenkomstig een accreskorting BTW toegepast voor gemeenten van € 65 miljoen. Deze korting is vanaf 2014 ongedaan gemaakt. De gemeenten moeten deze BTW-verhoging zelf gaan betalen door een structurele uitname van € 239 miljoen. De raad is in januari 2013 over deze ontwikkelingen en de nieuwe bezuinigingen geïnformeerd. Ontwikkeling Stadsverwarming De aandelen in Stadsverwarming zijn voor 100% in handen van de gemeente Purmerend. Bij de oprichting van de BV was het eigen vermogen € 42,68 miljoen. In 2012 staat de BV gewaardeerd tegen € 38,28 miljoen. Het verschil van € 4,39 is in de programmarekening 2011 afgeboekt als duurzame waardervermindering. Om te komen tot een financiële gezonde onderneming, die ook in staat is om een vergoeding uit te keren aan de aandeelhouders voor het ingebrachte eigen vermogen, wordt er een transitieprogramma doorlopen. Dit verbeterprogramma bestond uit de volgende onderdelen: 1.
het op orde brengen van de interne bedrijfsvoering. Dit onderdeel is inmiddels afgerond;
2.
het substantieel verbeteren van de kwaliteit van het leidingennet, ter afname van het warmteverlies tot normale proporties. Dit onderdeel is in uitvoering als uitvoeringsprogramma slimnet;
3.
Energietransitie naar duurzaam opgewekte warmte. In 2012 zijn er verdere voorbereidingen gedaan in deze energietransitie, waarbij medio 2014 de biowarmtecentrale in gebruik wordt genomen. In juli 2012 is het besluit genomen voor de bouw en financiering (€ 46,65 miljoen) van de biowarmtecentrale in Baanstee-Oost, onder de volgende (financiële) voorwaarden:
• een langdurige overeenkomst voor de levering van biomassa, en • samenwerking met een partner; • garantstelling, waarvoor de gemeente provisie ontvangt; • er moet op zeker moment (vanaf 2019) sprake zijn van een postief resultaat. De verwachting van het positieve resultaat hangt direct samen met de onzekerheden ten aanzien van onder andere de precieze omvang van de investeringen, de inflatie van de gasprijs, de uitkomst van onderhandelingen met Nuon over de overname van hulpwarmteketels, de prijs van warmte uit de biowarmtecentrale en de te betalen rente op af te sluiten leningen. De BV Stadsverwarming heeft over 2012 een verlies geleden van €
107
Programmarekening 2012 | Algemene dekkingsmiddelen
1,9 miljoen. Dit verlies is € 1,9 miljoen minder dan begroot (€ 3,8 miljoen). De impairment berekening die is opgesteld bij de Stadsverwarming geeft geen aanleiding om de waardering van de deelneming bij de gemeente Purmerend in 2012 aan te passen. Ieder jaar zal moeten worden beoordeeld of de impairment test berekening van Stadsverwarming aanleiding geeft de boekwaarde van de deelneming (per 31 december 2012 € 38,3 miljoen) bij de gemeente Purmerend af te waarderen. Omdat het risico op afwaardering niet geheel kan worden weggenomen is bij de bepaling van het benodigde weerstandvermogen een bedrag van € 5,0 miljoen meegenomen. FINANCIËLE TOELICHTING (bedragen x € 1.000)
Realisatie 2011 Begroting 2012 Begroting 2012 primitief bijgesteld
Realisatie 2012
Afwijking
Lasten
-5.292
-1.637
-2.142
-2.039
-103
Baten
95.735
95.438
98.111
97.846
265
Saldo
90.443
93.801
95.970
95.808
162
De algemene dekkingsmiddelen hebben een nadelig resultaat van € 162.000. De incidentele afname van de algemene dekkingsmiddelen is, op hoofdlijnen, als volgt samengesteld: • Lagere baten gemeentefonds € 332.000 • Vrijval van het budget voor onvoorziene lasten € 50.000; • Lagere lasten nog te bestemmen middelen (inclusief resultaat kostenplaats) € 49.000; • Hogere baten lokale heffingen € 48.000 TOELICHTING PER PRODUCT Hieronder wordt per product van de algemene dekkingsmiddelen de resultaten gepresenteerd. De afwijkingen zijn op hoofdlijnen toegelicht voor zover het product meer dan € 100.000 afwijkt.
(bedragen x € 1.000)
Realisatie 2011 Begroting 2012 Begroting 2012 primitief bijgesteld
Realisatie 2012
Afwijking
0
BV141 Lokale heffingen Lasten Baten
0
0
-32
-32
10.552
11.106
11.153
11.201
-48
10.552
11.106
11.121
11.169
-48
1.350
847
-14
35
-49
BV142 Nog te bestemmen middelen Lasten Baten
0
0
0
0
0
1.350
847
-14
35
-49
BV143 Gemeentefonds Lasten Baten
-7
-11
-11
3
-14
78.278
80.060
79.665
79.319
346
78.271
80.049
79.654
79.322
332
BV144 Eigen financieringsmiddelen Lasten
-327
-331
-324
-315
-9
Baten
2.327
3.090
2.623
2.601
22
2.000
2.759
2.299
2.286
13
-6.305
-2.092
-1.711
-1.730
19
BV145 Deelnemingen Lasten
108
Programmarekening 2012 | Algemene dekkingsmiddelen
(bedragen x € 1.000)
Realisatie 2011 Begroting 2012 Begroting 2012 primitief bijgesteld
Baten
Realisatie 2012
Afwijking
4.278
1.182
4.554
4.569
-15
-2.027
-910
2.843
2.839
4 -50
BV146 Incidentele baten en lasten Lasten
-1
-50
-50
0
299
0
117
156
-39
298
-50
67
156
-89
Lasten
0
0
0
0
0
Baten
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Baten BV147 Begrotingsaldo
Lokale heffingen In de paragraaf lokale heffingen wordt nader ingegaan op het algemeen beleid van de lokale heffeingen en de belastingcapaciteit van de gemeente Purmerend. De paragraaf is breder van opzet dan de lokale heffingen waar het hier om gaat, omdat onder de lokale heffingen ook de afvalstoffenheffing, het rioolrecht en diverse leges vallen. Deze komen terug onder de diverse functionele programma's. De lokale heffingen zoals opgenomen in bovenstaand overzicht betreffen: • de onroerende zaak en ruimte belastingen; • de hondenbelasting; en de • precario. De baten zijn € 48.000 hoger dan de bijgestelde begroting. Deze hogere opbrengsten worden veroorzaakt door de opbrengsten onroerende zaaksbelasting eigenaren en gebruikers (€ 29.000), in dit bedrag is al rekening gehouden met een oninbaarheid van aanslagen over de periode 2008 tot en met 2011 van € 22.000, opbrengsten precario € 6.000, hondenbelasting € 10.000 en roerende zaaksbelasting € 3.000. Ontwikkeling stelposten Het resultaat nog te bestemmen middelen is in 2012 € 49.000 hoger dan geraamd. Dit wordt veroorzaakt door: • Lagere kosten actief werkgever/nemerschap € 115.000. In 2012 is de stelpost ingezet voor kosten grand-cafe, kosten woon-werkverkeer en aanschaf tablets. • De taakstelling rolneming organisatie voor een bedrag van € 66.000 niet is gerealiseerd. Gemeentefonds Uitkering uit het gemeentefonds De uitkering uit het gemeentefonds is in 2012 verantwoord voor € 79,3 miljoen. Dit is € 346.000 lager dan begroot en is in onderstaande tabel samengevat
(-/- is nadelig en +/+ is voordelig)
Uitkeringsjaar
Realisatie
Raming
Afwijking
2010
-€ 169.479
-€ 180.355
€ 10.876
€ 361.826
2011
€ 285.169
€ 76.657
2012
€ 79.126.816 € 79.560.157
-€ 433.340
Totaal gemeentefonds
€ 79.319.163 € 79.664.971
-€ 345.808
Uitkeringsjaar 2012
109
Programmarekening 2012 | Algemene dekkingsmiddelen
Her resultaat van de algemene uitkering 2012 wordt op basis van de laatste specificatie BZK (2013-02 d.d. 21-02-2013) berekend op € 79.576.816. Ten opzichte van de raming betekent dit dat de baten incidenteel € 433.340 lager zijn. De verwachting is dat voor 2012 nog een bedrag van € 17.000 wordt ontvangen. Dit betreft maatstaven die nog niet definitief zijn vastgesteld voor 2012. Het restant van de afwijking wordt verklaard door het opnemen van een lager accres a.g.v. de onderuitputting bij het Rijk van € 450.000. Deze zal na verwachting in de meicirculaire 2013 worden verwerkt. Nabetalingen over vorige jaren 2010 en 2011 De nabetalingen over de jaren 2010 en 2011 zijn € 88.000 hoger dan begroot. Deze zijn ontstaan na de derde bestuursrapportage 2012 en worden veroorzaakt bijstellingen via de tussentijdse uitkeringsspecificaties en de decembercirculaire 2012. Dit betreft nadere vaststellingen in de maatstaven huishoudens, belastingcapaciteit OZB en lage inkomens (hogere baten € 38.000) en aanpassingen in de uitkeringsfactor (hogere baten € 50.000). Financieringsmiddelen De toelichting op de eigen financieringsmiddelen kan gelet op de geringe afwijking achterwege blijven. Deelnemingen De toelichting op de deelnemingen kan gelet op de geringe afwijking achterwege blijven. Incidentele baten en lasten Het saldo van de incidentele baten en lasten geeft per saldo een voordeel van € 89.000. Dit is inclusief een bedrag van € 50.000 voor onvoorziene uitgaven, die voldoen aan de volgende criteria: • op het moment van totstandkoming van de begroting waren de kosten nog niet te voorzien; • het is niet mogelijk om deze kosten te vermijden; • de kosten zijn niet uit te stellen naar de toekomst voor afweging bij de volgende kadernota. In 2012 is de post onvoorzien van € 50.000 niet aangesproken door de raad en is er een incidentele bate verantwoord van € 39.000 inzake de afwikkeling van vakantiegeld. RESERVES (Bedragen x € 1.000)
Ultimo 2011
Dotatie 2012
Onttrekking 2012
Ultimo 2012
Egalisatiereserve rente
3.579
-
843
2.736
Saldo
3.579
-
843
2.736
Egalisatiereserve rente Deze reserve is ontstaan door het sneller aflossen van de leningen door Wherestad, waardoor er jaarlijks een nadeel is op de renteverschillen. Om dit nadeel op te vangen is de reserve gevoed met de ontvangen boeterente van Wherestad. Jaarlijks wordt het gemiste voordeel aan rente opgevangen door een bedrag te onttrekken aan deze reserve en als bate op te nemen in de algemene dekkingsmiddelen (onderdeel eigen financieringsmiddelen). Dit is een jaarlijks aflopend bedrag en eind 2018 zal de reserve volledig zijn besteed. Voor 2012 is een bedrag van € 843.000 onttrokken.
110
Programmarekening 2012 | Algemene dekkingsmiddelen
VOORZIENINGEN (Bedragen x € 1.000)
Ultimo 2011
Dotatie 2012
Onttrekking 2012
Ultimo 2012
Garantstelling geldleningen HVC
77
-
77
-
Saldo
77
-
77
-
Garantstelling geldleningen HVC Met ingang van 2011 ontvangt de gemeente een provisie voor de garantstellingen van de HVC. Deze provisie is gedoteerd aan een voorziening om mogelijke risico's uit deze garantiestelling te dekking. De noodzaak tot het vormen van een voorziening is echter afhankelijk van de risicoinschatting in hoeverre de garantiestelling tot een daadwerkelijke uitstroom van middelen zal leiden, ongeacht de provisie die hiervoor wordt ontvangen. Op dit moment wordt dit risico laag ingeschat waardoor het vormen van een voorziening niet noodzakelijk is. De omvang van deze voorziening is voor 2012 € 280.000 (inclusief € 76.000 uit 2011) en is ten gunste gebracht van de algemene middelen.
111
Programmarekening 2012 | Algemene dekkingsmiddelen
5
H E T � F I N A N C I E E L R E S U L T A A T � 2 0 1 2 ALGEMEEN In het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) is bepaald dat alle toevoegingen en onttrekkingen aan reserves altijd geschieden in het kader van de resultaatbestemming (artikel 27 BBV). Daardoor worden ze niet als last of baten gekwantificeerd. Dit betekent dat het resultaat vóór bestemming bestaat uit de resultante van het totaal van baten en lasten volgens de diverse programma’s, de algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien (=resultaatbepaling). Daarna worden hierop de toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves verwerkt, waarna het uiteindelijke resultaat na bestemming volgt (= resultaatbestemming). Aangegeven moet worden voor welke programma’s deze toevoegingen en onttrekkingen zijn. Resultaatbestemming is een bevoegdheid van de raad. Alle stortingen in en onttrekkingen aan de reserves vereisen dus de goedkeuring van de raad. Dit kan expliciet bij de resultaatbestemming in het kader van de rekening of vooraf bij de vaststelling van de begroting. Het eigen vermogen bestaat uit de reserves (algemene, egalisatie en bestemmingsreserves) en het resultaat na bestemming, volgend uit de rekening (artikel 42 BBV). Het resultaat na bestemming is in feite het saldo van het resultaat voor bestemming en de werkelijke toevoegingen en onttrekkingen aan reserves, op grond van eerdere besluitvorming. In de huidige terminologie is dit dan een rekeningresultaat waaraan nog geen bestemming is gegeven en waarvoor in de aanbiedingsbrief een voorstel is gedaan voor de bestemming ervan in de programmarekening. Op de balans wordt dit tot uitdrukking gebracht als “rekeningresultaat” en behoort dus tot het eigen vermogen. De feitelijke bestemming van dit saldo vindt pas plaats nadat de raad heeft besloten over een voorstel tot de bestemming ervan. In de programmarekening kunnen de toevoegingen en onttrekkingen aan elk van de bestemmingsreserves worden verwerkt tot maximaal het bedrag dat via de begroting(swijzigingen) door de raad is goedgekeurd voor de betreffende bestemmingsreserve. Dit kan leiden tot begrotingsonrechtmatigheid. Voor 2012 zijn de bijstellingen middels de tussentijdse bestuursrapportages tijdig aan de raad voorgelegd en geaccordeerd. VOOR DE MUTATIES OP ONDERSTAANDE RESERVES GELDEN DE VOLGENDE CRITERIA: Algemene reserve: Aan de algemene reserve wordt het voordelige rekeningresultaat toegevoegd of het nadelige resultaat onttrokken van het voorgaande exploitatiejaar. Voor deze reserve is geen specifieke bestemming en mag slechts worden ingezet als incidenteel dekkingsmiddel. In de actualisatie van het beleid inzake reserves en voorzieningen heeft de gemeenteraad in 2012 bepaald dat de minimale omvang van de algemene reserve gelijk moet zijn aan het benodigde weerstandsvermogen én minimaal € 15 miljoen bedraagt. Egalisatiereserves: Deze reserves worden gebruikt om schommelingen in de tijd en in de uitvoering in de resultaten voor specifieke onderdelen te egaliseren. Egalisatiereserves worden expliciet door
112
Programmarekening 2012 | Het financieel resultaat 2012
de raad ingesteld en de onttrekkingen en dotaties worden vanuit de resultaten voorgesteld. In principe zijn de egalisatiereserves niet aan een termijn gekoppeld. Bestemmingsreserves: Voor bestemmingsreserves geldt dat deze voor concrete, in principe binnen vooraf bepaalde tijd te realiseren, door een door de raad vast te stellen doel. Reservevorming dient hiervoor gemotiveerd noodzakelijk te zijn. Blijft realisatie binnen de gestelde termijn uit, dan vindt opnieuw afweging door de raad plaats. Dit kan betekenen dat de reserve kan worden gehandhaafd voor het doel waarvoor deze is gevormd, of dat de bestemming wordt veranderd en de reserve om die reden kan worden opgeheven. In 2012 zijn de volgende bestemmingsreserves ingesteld (conform de bestuursrapportages 2012) en afgesloten: • Reserve Woonvisie (nieuw); • Reserve af te stoten panden onderwijshuisvesting (nieuw); • Reserve Hoofdcentrum (afgesloten); • Reserve Gronden (deels afgesloten m.u.v. planontwikkelingskosten). Daarnaast wordt voorgesteld om door resultaatbestemming de egalisatiereserve gemeentelijke watertaken in te stellen. HET REKENINGRESULTAAT VOOR EN NA BESTEMMING Resultaat voor bestemming Het resultaat voor bestemming wordt veroorzaakt door de afzonderlijke programma’s (1 t/m 13) en het onderdeel algemene dekkingsmiddelen. Er is daarbij een verband tussen de mutaties op de reserves en de uitgaven en ontvangsten in de programma’s. Het resultaat voor bestemming is toegelicht in de hoofdstukken per programma en bij de algemene dekkingsmiddelen. Uit de onderstaande tabel blijkt dat het resultaat voor mutaties op reserves € 2.633.000 voordeliger is dan opgenomen in de bijgestelde begroting 2012. Tabel Totaaloverzicht baten en lasten per programma
Bedragen (x€ 1.000)
Primitieve begroting 2012 Lasten
PGR01 Publieksdiensten PGR02 Zorg en welzijn
Baten
Begroot primitief bijgesteld 2012
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Geboekt 2012 Lasten
Baten
Saldo
-7.306
3.661
-3.645
-7.770
3.567
-4.203
-7.743
3.200
-4.544
-26.818
1.937
-24.882
-27.273
2.132
-25.141
-26.450
1.988
-24.462
PGR03 Wonen
-1.608
742
-866
-2.039
1.223
-816
-1.497
915
-582
PGR04 Milieu
-12.920
12.410
-511
-12.855
12.832
-23
-12.662
12.774
112
PGR05 Bereikbaarheid
-3.331
2.582
-750
-4.164
3.340
-824
-3.628
3.197
-431
PGR06 Beheer openbare ruimte
-22.669
8.178
-14.491
-22.879
8.072
-14.808
-22.405
8.356
-14.048
PGR07 Ruimtelijke ordening
-16.129
16.925
796
-19.265
18.867
-398
-9.961
8.058
-1.903
PGR08 Veiligheid
-8.229
261
-7.968
-8.092
216
-7.877
-8.099
339
-7.760
PGR09 Educatie
-15.257
2.229
-13.028
-16.424
1.956
-14.468
-15.762
1.870
-13.891
PGR10 Economie
-1.175
332
-842
-1.254
584
-670
-1.168
559
-609
PGR11 Actief in de stad
-16.086
3.275
-12.810
-15.956
3.185
-12.770
-15.498
3.107
-12.392
PGR12 Werk en inkomen
-37.007
26.910
-10.096
-38.715
28.293
-10.423
-37.748
28.897
-8.851
PGR13 Bestuur en concern Resultaat programma's PGR14 Algemene dekkingsmiddelen Resultaat voor mutatie reserves
113
-8.341
24
-8.318
-10.771
214
-10.557
-11.042
221
-10.821
-176.876
79.466
-97.410
-187.458
84.481
-102.977
-173.663
73.482
-100.181
-1.637
95.438
93.801
-2.142
98.111
95.970
-2.039
97.846
95.808
-178.513
174.904
-3.609
-189.599
182.592
-7.007
-175.702
171.328
-4.374
Programmarekening 2012 | Het financieel resultaat 2012
PGR15 Resultaat bestemming Resultaat na mutatie reserves
-3.195
6.804
3.609
-7.386
14.393
7.007
-2.837
14.455
11.618
-181.708
181.708
-
-196.985
196.985
-
-178.538
185.783
7.244
RESULTAAT NA BESTEMMING Het verschil tussen het resultaat voor bestemming en het resultaat na bestemming wordt veroorzaakt door de toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves. In de tabellen is weergegeven hoe het rekeningresultaat 2012 na bestemming tot stand is gekomen. In tabel 1 wordt een overzicht gegeven van de mutatie op de bestemming- en egalisatie reserves, in tabel 2 wordt een overzicht gegeven van de mutaties op de algemene reserve en de voorgestelde resultaatbestemming. De onttrekkingen en toevoegingen aan de reserves zijn conform de (bijgestelde) begroting 2012 verwerkt, omdat deze mutaties al door de gemeenteraad zijn goedgekeurd. De mutaties die voortvloeien uit de bestemming van het rekeningresultaat 2011 maken hier deel vanuit. De afzonderlijke reserves en mutaties zijn toegelicht in de toelichting per programma en in de bijlage “overzicht reserves en voorzieningen”. Uit onderstaand tabel blijkt dat in 2012 in afwijking van de bijgestelde begroting bijna € 62.000 meer is onttrokken en € 601.000 meer is toegevoegd aan de bestemming- en egalisatiereserves. Tabel 1 Bestemming- en egalisatiereserves
(-/- = nadeel exploitatie en +/+ = voordeel exploitatie)
Programmanummer en omschrijving
Resultaat programma's 1 t/m 13 (saldo van de baten en lasten)
Begroting bijgesteld 2012
Rekening 2012
-102.976.792
-100.181.246
Algemene dekkingsmiddelen (saldo programma 14)
95.969.914
95.807.684
Resultaat VOOR bestemming 2012
-7.006.878
-4.373.562
-
318.670
A.Resultaatbepaling 2012 via bestemmings- en egalisatiereserves: Onttrekking aan reserve Omgevingsvergunningen
01. Publiekdiensten
Onttrekking aan reserve WABO
01. Publiekdiensten
52.400
52.399
Onttrekking aan reserve Wet maatschappelijke ondersteuning
02. Zorg en Welzijn
115.928
115.928
Onttrekking aan reserve Volkshuisvesting
03. Wonen
1.921.919
1.962.008
Onttrekking aan reserve Egalisatie afvalverwijdering
04. Milieu
700.000
700.000
Onttrekking aan reserve Egalisatie Gemeentelijke watertaken
06. Beheer openbare ruimte
431.531
431.531
Onttrekking aan reserve Infrastructuur Gorslaan
06. Beheer openbare ruimte
183.400
183.400
Onttrekking aan reserve Begraafrechten
06. Beheer openbare ruimte
13.736
18.158
Onttrekking aan reserve ontwikkeling Hoofdcentrum
07. Ruimtelijke ordening
5.437.514
5.437.514
Onttrekking aan reserve Gronden
07. Ruimtelijke ordening
1.585.074
1.301.446
Onttrekking aan reserve Af te stoten panden OHW
09. Educatie
1.729.179
1.729.179
Onttrekking aan reserve Onderwijshuisvesting
09. Educatie
58.749
58.749
Onttrekking aan reserve Pilot loondispensatie
12. Werk en Welzijn
84.800
84.800
Onttrekking aan reserve Aanval op de bijstand
12. Werk en Welzijn
1.085.437
1.085.437
Onttrekking aan reserve Werkbudget ombuigingen
13 Bestuur en concern
150.000
132.687
Ontrekking aan egalisatiereserve Rente
14. Algemene dekkingsmiddelen
842.938
842.938
14.392.605
14.454.844
Totaal aan onttrekkingen Toevoeging aan reserve Volkshuisvesting
03. Wonen
110.000
150.089
Toevoeging aan reserve Woonvisie
03. Wonen
1.590.763
1.792.956
Toevoeging aan reserve egalisatie Afvalverwijdering
04. Milieu
500.000
620.415
Toevoeging aan reserve Begraafrechten
06. Beheer openbare ruimte
35.368
104.523
Onttrekking aan reserve Egalisatie Gemeentelijke watertaken
06. Beheer openbare ruimte
-
168.818
2.236.131
2.836.801
Totaal aan toevoegingen
114
Programmarekening 2012 | Het financieel resultaat 2012
(-/- = nadeel exploitatie en +/+ = voordeel exploitatie)
Programmanummer en omschrijving
Begroting bijgesteld 2012
Resultaatbestemming 2012 NA mutaties bestemmingsreserves
Rekening 2012
5.149.596
7.244.481
Toelichting Het resultaat voor bestemming bedraagt € 4.373.562 nadelig. Na de mutaties op de bestemming- en egalisatiereserves bedraagt het rekeningresultaat € 7.244.481 voordelig. Na bestemming van het resultaat resulteert er een toevoeging aan de algemene reserve van € 7.043.481. Algemene reserve De begrote onttrekkingen en toevoegingen, per saldo € 5.149.596 in 2012, aan de algemene reserve zijn niet in de rekening 2012 verwerkt. Alleen voor die specifieke onderdelen waarvoor in 2012 daadwerkelijk uitgaven op hebben plaatsgevonden zijn onttrokken. Voor 2012 is dit niet van toepassing. Het geheel van de overige extra afwijkingen aan onttrekkingen en toevoegingen is dus te beschouwen als rekeningresultaat. Tabel 2 Ontwikkeling algemene reserve en voorstel resultaatbestemming
Begroting bijgesteld 2012
B. Resultaatbepaling 2012 via de algemene reserve: Resultaat na mutaties bestemmingsreserves
Rekening 2012
5.149.596
7.244.481
Onttrekking Algemene reserve
-
-
Toevoeging Algemene reserve
5.149.596
-
-
7.244.481
-507.000
Resultaat na bestemming 2012 Voorgestelde bestemming resultaat:
Programmanummer en omschrijving
Toevoeging bestemmingsreserve Beheer openbare ruimte
06. Beheer openbare ruimte
-
Onttrekking bestemmingsreserve Gorslaan/Jaagweg
06. Beheer openbare ruimte
-
300.000
Toevoeging bestemmingsreserve Sanering asbest
07. Ruimtelijke Ordening
-
-400.000
Toevoeging bestemmingsreserve Af te stoten panden
07. Ruimtelijke Ordening
-
-125.000
Onttrekking bestemmingsreserve Gronden
07. Ruimtelijke Ordening
-
531.000
Saldo voorgestelde mutaties rekening 2012
-
-201.000
Toevoeging Algemene reserve na resultaat bestemming
-
7.043.481
Voorgestelde bestemmingsresultaat Onderstaand wordt een toelichting gegeven op de voorgestelde onttrekkingen en toevoegingen aan reserves. Deze zijn niet begroot en dus niet verwerkt in de rekening 2012, omdat de gemeenteraad deze mutaties pas goedkeurt bij het bestemmen van het resultaat 2012. De niet begrote mutaties worden vervolgens in het jaar 2013 verwerkt. Bestemmingsreserve beheer openbare ruimte In 2012 is voor een bedrag van € 507.514 werkzaamheden aan de openbare ruimte (met name kunstwerken, wegen) niet uitgevoerd. Omdat de planmatige onderbouwing van een voorziening voor deze werkzaamheden niet in 2012 kon worden afgerond is er onvoldoende onderbouwing om dit bedrag "vanzelfsprekend" toe te voegen aan een voorziening. De werkzaamheden dienen echter nog wel plaats te vinden en vrijval van het bugdet leidt tot knelpunten in het
115
Programmarekening 2012 | Het financieel resultaat 2012
budget voor onderhoud. Om het oorspronkelijk doel te kunnen bereiken wordt voorgesteld deze middelen in 2012 toe te voegen aan een bestemmignsreserve openbare ruimte. Voor € 180.000 betreft dit de werkzaamheden aan de Clara Visserstraat die reeds zijn gemeld en goedgekeurd aan de Raad bij de derde bestuursrapportage. Op dat moment is echter de begroting niet gewijzigd. Bestemmingsreserve Gorslaan/Jaagweg Op basis van de meest recente inzichten is de reserve voor de werkzaamheden aan de kruising Gorslaan/Jaagweg € 300.000 hoger dan noodzakelijk om de werkzaamheden uit te kunnen voeren. Aangezien de middelen zijn ondergebracht in een specifieke bestemmignsreserve is de instemming van de raad nodig om de middelen te kunnen laten vrijvallen. Bestemmingsreserve Sanering asbest In de paragraaf Weerstandsvermogen is het risico van de kosten samenhangend met de sanering van asbest in diverse panden opgenomen. Dit risico werd ingeschat op € 1 miljoen. Begin 2013 is de inventarisatie naar het asbest en de kosten van sanering afgerond. In totaal is met de sanering de komende jaren een bedrag gemoeid van € 400.000. Voorgesteld wordt om ten laste van het resultaat een bestemmingsreserve te vormen zodat de werkzaamheden de komende jaren kunnen worden uitgevoerd. Tegelijkertijd kan het financieel risico in de paragraaf weerstandsvermogen dan vervallen. Bestemmingsreserve Af te stoten onderwijspanden In de derde bestuursrapportage 2012 is een afboeking op diverse onderwijs- en welzijnspanden doorgevoerd ten laste van de bestemmingsreserve. De afboeking heeft eerder plaatsgevonden dan oorspronkelijk geraamd. Hierdoor is het restant in de reserve niet meer toereikend voor de afboekingen die in de komende jaren nog moet plaatsvinden. Het tekort is € 125.000. Bij de derde bestuursrapportage is niet bedrag niet als begrotingswijziging voorgelegd aan de raad. Voorgesteld wordt om nu bij de resultaatsbestemming dit bedrag alsnog toe te voegen aan de bestemmingsreserve zodat de afwikkeling de komende jaren kan plaatsvinden zonder hiervoor opdat moment de algemene reserve aan te spreken. Bestemmingsreserve Gronden De bestemmingsreserve gronden wordt de komende jaren aangewend voor de plankosten die samenhangen met het tot ontwikkeling brengen van de door de raad aangewezen Nog niet in exploitatie genomen gebieden (NIEGGS). De rest van de bestemmingsreserve is niet specifiek ingevuld. De bestemmingsreserve gronden is de afgelopen jaren onder andere aangewend voor de afdekking van afboekingen op de NIEGG's en grondexploitaties. Nu in 2012 er wederom een afboeking heeft plaatsgevonden op de NIEGG's ten laste van het resultaat wordt voorgesteld om dit bedrag bij de resultaatsbestemming te onttrekken aan de reserve gronden. Omdat de afboeking niet specifiek was begroot is toestemming van de gemeenteraad nodig voor deze onttrekking. Het resultaat na bestemming Het resultaat na mutaties van de reserves in 2012 bedraagt € 7.244.481 (voordelig) en is als zodanig opgenomen in de aanbiedingsbrief ten geleide van de programmarekening 2012. In de voordracht aan de gemeenteraad zijn een vijftal specifieke bestemmingen voorgesteld voor een totaalbedrag van € 201.000. Het restant van per saldo € 7.043.481 wordt toegevoegd aan de algemene reserve.
116
Programmarekening 2012 | Het financieel resultaat 2012
NA BALANSDATUM GEBLEKEN GEBEURTENISSEN Verbonden partijen Programma 2 Zorg en Welzijn Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst (GGD) Zaanstreek-Waterland Dit betreft een gemeenschappelijke regeling van de gemeenten in Waterland, Zaanstad en Oostzaan. Gemeenten zijn verplicht om alleen, of samen met anderen, een Gezondheidsdienst in stand te houden. Bestuurlijk is de gemeente vertegenwoordigd in het dagelijks bestuur. De begrote bijdrage voor 2012 van de gemeente Purmerend is € 2.520.951. Inmiddels is de afrekening 2012 ontvangen en het definitieve bedrag voor 2012 is € 2.472.901. Programma 12 Werk en inkomen Gemeenschappelijke regeling werkvoorzieningschap Zaanstreek-Waterland Baanstede De Wet sociale werkvoorziening (Wsw) maakt het mogelijk dat mensen met een arbeidsbeperking die (begeleid) willen werken, dat kunnen doen in een zo normaal mogelijke arbeidsomgeving. Mensen die ook met behulp van de Wsw via detachering of begeleid werken geen werkplek vinden, kunnen op een meer beschutte werkplek binnen het sociaal werkvoorzieningsbedrijf (sw-bedrijf) aan de slag. De bijdrage van de gemeente Purmerend in 2012 bedraagt € 354.959 (excl. de onderdelen welke in een subsidierelatie zijn ondergebracht). De jaarcijfers 2012 van Baanstede waren ten tijde van het opstellen van de programmarekening nog niet bekend. In 2012 is een aanvang gemaakt met het opstellen van een herstructureringsplan om de gevolgen van nieuwe participatiewet op te kunnen vangen. Bestuurlijk is de gemeente vertegenwoordigd in het dagelijks bestuur van Baanstede. Inmiddels is de bijdrage 2012 definitief vastgesteld op € 365.543
117
Programmarekening 2012 | Het financieel resultaat 2012
6
D E � P A R A G R A F E N
6.1
Lokale heffingen De paragraaf lokale heffingen geeft inzicht in de gemeentelijke heffingen in totaliteit. Het betreft hier zowel heffingen met een specifiek doel (retributies) als belastingen waarvan de besteding niet gebonden is. KOSTENDEKKENDHEID VAN DE HEFFINGEN In de onderstaande tabel is inzichtelijk gemaakt welk percentage kostendekkendheid in de bijgestelde begroting was geraamd en in de rekening is gerealiseerd Tabel kostendekkendheid product afvalverwijdering
Bedrag in €
Primitieve Bijgestelde begroting 2012 begroting 2012
Lasten
11.667.966
Btw
11.605.949
Rekening 2012 11.408.326
1.441.535
1.426.025
1.426.025
Totaal lasten
13.109.501
13.031.974
12.834.351
Baten
12.409.501
12.831.974
12.754.766
Saldo
700.000
200.000
79.585
-/- 700.000
-/- 700.000
-/- 700.000
Dotatie egalisatiereserve afvalverwijdering
-
500.000
620.415
Kostendekkenheid
-
-
-
100%
100%
100%
Onttrekking egalisatiereserve afvalverwijdering
Kostendekkendheid in %
Toelichting op tabel In de berekening van het tarief van de afvalstoffenheffing is rekening gehouden met de btw die aan de burgers wordt doorgerekend. Hierbij is rekening gehouden met een bedrag van € 1,4 miljoen extra dekking als gevolg van btw. Voor de tariefstelling 2012 is € 700.000 onttrokken uit de egalisatiereserve afvalverwijdering. Het saldo van de egalisatiereserve na onttrekking was nihil. Over het jaar 2012 is op het product afvalverwijdering een voordeel van € 620.415 gerealiseerd en voor het geheel toegevoegd aan de egalisatiereserve. Hiervan is € 500.000 verrekend in het tarief afvalstoffenheffing 2013. Het restantbedrag ad € 120.415 is beschikbaar voor de tariefstelling 2014 dan wel het opvangen van mogelijke tekorten over 2013. Het tarief van de afvalstoffenheffing 2012 is volledig kostendekkend. Tabel kostendekkendheid product riolering Bedrag in €
Primitieve Bijgestelde begroting 2012 begroting 2012
Lasten
Rekening 2012
5.010.464
5.466.494
213.372
209.873
209.873
Totaal lasten
5.223.836
5.676.367
5.432.539
Baten
5.223.836
5.244.836
5.169.826
Saldo
-
431.531
262.713
Onttrekking egalisatiereserve riolering
-
-/- 431.531
-/- 431.531
Dotatie egalisatiereserve riolering
-
-
168.818
Kostendekkenheid
-
-
-
100%
100%
100%
Btw
Kostendekkenheid in %
118
Programmarekening 2012 | De Paragrafen
5.222.666
Toelichting op tabel In de berekening van het tarief van de rioolheffing is rekening gehouden met de btw die aan de burgers wordt doorgerekend. Hierbij is rekening gehouden met een bedrag van € 0,2 miljoen extra dekking als gevolg van btw. Voor uitgestelde werkzaamheden uit 2011 is € 431.531 onttrokken (begroot € 431.531) uit de egalisatiereserve riolering ter dekking van de kosten in 2012. Door uitgestelde werken 2012 die in 2013 plaats zullen vinden is € 142.500 gedoteerd aan de egalisatiereserve riolering. Over het jaar 2012 is op het product riolering een voordeel van € 26.318 gerealiseerd. Dit voordeel is beschikbaar voor de tariefstelling 2014 dan wel het opvangen van mogelijke tekorten over 2013. Het tarief van de rioolheffing 2012 is volledig kostendekkend. Tabel overige producten inzake kostendekkendheid Product (bedragen in €)
Primitieve begroting 2012
3e Berap 2012 Rekening 2012
Leges omgevingsvergunningen: Lasten
1.751.136
Onttrekking reserve Wabo
1.746.039
1.744.418
0
52.400
54.228
Saldo
1.751.136
1.798.439
1.798.646
Baten
1.751.136
1.758.483
1.315.544
Saldo
0
39.956
483.102
Kostendekkenheid in %
100%
98%
73%
Product (bedragen in €)
Primitieve begroting 2012
3e Berap 2012 Rekening 2012
Leges Burgerzaken: Lasten
4.127.981
4.269.847
4.227.499
Baten
1.723.648
1.622.561
1.635.526
Saldo
2.404.333
2.647.286
2.591.973
42%
38%
39%
Kostendekkenheid in %
Onder de leges Burgerzaken bevinden zich de volgende producten die afzonderlijk bezien de volgende kostendekkendheid hebben: Leges Reisdocumenten: Lasten
929.883
903.522
978.621
Baten
745.501
786.186
846.857
Saldo
184.382
117.336
131.764
80%
87%
87%
Lasten
469.681
447.825
395.449
Baten
451.172
373.340
273.492
Saldo
Kostendekkenheid in % Leges Rijbewijzen:
18.509
74.485
121.957
Kostendekkenheid in %
96%
83%
69%
Product (bedragen in €)
Primitieve begroting 2012
3e Berap 2012 Rekening 2012
Leges Begraafplaatsen: Lasten
676.109
811.833
688.998
Baten
719.325
718.516
598.648
Saldo
-43.216
93.317
90.350
119
Programmarekening 2012 | De Paragrafen
Product (bedragen in €)
Primitieve begroting 2012
Kostendekkenheid in %
106%
Product (bedragen in €)
Primitieve begroting 2012
3e Berap 2012 Rekening 2012 89%
87%
3e Berap 2012 Rekening 2012
Leges Markten: Lasten
332.314
274.126
212.793
Baten
186.985
186.985
166.460
Saldo
145.329
87.141
46.333
56%
68%
78%
Kostendekkenheid in %
Toelichting op tabel Het totale exploitatieresultaat t.o.v. de bijgestelde begroting van de leges omgevingsvergunningen bedraagt negatief € 443.146. De afwijkingen op het product leges omgevingsvergunningen, burgerzaken zijn toegelicht in Programma 1 en begraafplaatsen in programma 6. Beleid t.a.v. lokale heffingen Het uitgangspunt bij heffing en inning van lokale belastingen is het leveren van kwaliteit en continuïteit tegen zo laag mogelijke kosten. Het externe beleid is gericht op actieve informatie uitwisseling op transparante wijze. Wij streven heldere en snelle communicatie na; zowel telefonisch, per brief als digitaal willen wij optimaal bereikbaar zijn voor (vragen van) de burger. Overzicht diverse heffingen Onroerendezaakbelastingen (ozb) Onroerende zaakbelastingen zijn te onderscheiden in een eigenarenbelasting voor zowel woningen als niet-woningen en een gebruikersbelasting voor alleen de niet-woningen. De tarieven voor 2012:
Onroerendezaakbelasting (ozb)
Tarief 2012
Eigenaar woning
0,09527 %
Eigenaar niet-woning
0,1654 %
Gebruiker niet-woning
0,1495 %
Bezwaarschriften 2012 Er zijn 541 bezwaarschriften binnengekomen n.a.v. de herwaardering van de waardes van woningen en niet-woningen met waardepeildatum 1 januari 2011. (jaar ervoor nog 851 stuks) 106 stuks (20%) hiervan hadden betrekking op niet-woningen. Alle bezwaarschriften zijn afgehandeld binnen de daarvoor wettelijke termijn. De WOZ waarden zijn in ongeveer de helft van de gevallen aangepast. Roerende woon- en bedrijfsruimtebelastingen
120
Programmarekening 2012 | De Paragrafen
Deze belasting wordt ook wel de roerende zaakbelasting (RZB) genoemd, vanwege de gelijkenis met de OZB. De belasting is per 2001 ingevoerd en vervangt het voormalige liggeld voor woonschepen. Deze belasting wordt geheven van alle roerende zaken (bijv. woonschepen, woonwagens en kiosken). De tarieven zijn gelijk aan die van de OZB. Parkeerbelastingen Parkeerbelastingen zijn te onderscheiden in een belasting voor feitelijk parkeren en een belasting voor gemeentelijke parkeervergunningen. Beiden dienen de regulering van het parkeerbeleid. Jaarlijks wordt het maximumtarief van de naheffingsaanslag vastgesteld bij Ministerieel Besluit. In 2012 zijn er bijna 8.000 naheffingsaanslagen opgelegd voor een totaalbedrag van € 431.000. Precariobelasting Deze belasting moet worden betaald voor "het hebben van voorwerpen op de openbare gemeentegrond". Tarieven zijn opgebouwd per periode en binnen/ buiten Centrum gebied. In 2012 zijn er aanslagen opgelegd voor een bedrag van € 210.000 tegenover € 216.000 in 2011. Hondenbelasting Iedere hondenbezitter in Purmerend betaalt hondenbelasting. Dit geld komt terecht in de Algemene Middelen van de gemeente. Daaruit betalen we het schoonmaken van de openbare ruimte en onderhoud aan voorzieningen, zoals uitlaatroutes en losloopgebieden. Maar ook controle op hondenbezit en het naleven van de regels door het team handhaving wordt betaald van de hondenbelasting.Vrijgesteld van deze belasting zijn onder meer politiehonden, Sohohonden en puppies jonger dan drie maanden. In 2012 heeft er weer een actieve huis-aan-huis controle in de zomermaanden plaatsgevonden. Mede hierdoor is het aantal geregistreerde honden weer gestegen. Het tarief bedroeg in 2012 € 64,80 per hond. In totaal is er meer dan € 358.000 in rekening gebracht tegenover € 347.000 over 2011.
Hondenbelasting
Beginstand 2012
Eindstand 2012
Aantal adressen met hond
4775
4854
Aantal honden
5443
5539
Leges Leges die in rekening zijn gebracht zijn o.a.: • Leges Burgerzaken; ruim € 27.000. • Leges instemmingsbesluit: ruim € 11.000 Kwijtschelding Er kan geheel of gedeeltelijke kwijtschelding worden verleend voor de afvalstoffenheffing en het rioolrecht gebruik. De redenen om verzoeken af te wijzen, zijn het beschikken over een te ruime betalingscapaciteit, een te hoog inkomen of te veel vermogen. Onderstaande aantallen zijn inclusief toegekende verzoeken voor belastingjaren 2011 (94 stuks) en 2010 (7 stuks) Tabel kwijtschelding 2012
121
Programmarekening 2012 | De Paragrafen
Omschrijving
Afvalstoffenheffing
Totaal
aantal
bedrag
aantal
bedrag
Verleend
automatische kwijtschelding direct op aanslagbiljet
1711
551.877
1711
84.468
636.345
Rioolrecht (gebruik)
kwijtschelding op verzoek
481
137.903
481
20.904
totalen
2192
689.780
2192
105.372
Stand van zaken afboeken oninbare posten Van rechtswege bestaat de mogelijkheid om openstaande vorderingen tot 5 jaar terug te incasseren. In 2012 zijn de oninbare posten over het jaar 2007 administratief afgeboekt. Redenen dat opgelegde aanslagen oninbaar worden verklaard, zijn bijvoorbeeld dat burgers verhuizen, zonder dat zij doorgeven waarheen. Ook maken burgers gebruik van WSNP (Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen). Bij bedrijven gaat het vaak om faillissementen. Voor de gemeentelijke belastingen is 0,27% (in 2011 0,31%) van het totaal opgelegde bedrag afgeboekt en voor de overige leges is 0,70% (in 2011 0,68%) van het opgelegde bedrag als oninbaar afgeboekt.
6.2
Weerstandsvermogen en risico's DOELSTELLING De paragraaf weerstandsvermogen geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is om niet begrote kosten te dekken. Door het weerstandsvermogen hoeft bij een financiële tegenvaller in de begrotingsuitvoering niet direct tot een bezuiniging te worden overgegaan. Onderscheid wordt gemaakt tussen incidenteel en structureel weerstandsvermogen. Het eerste is bedoeld voor eenmalige tegenvallers en het tweede voor structurele tegenvallers. Het begrip weerstandsvermogen als volgt gedefinieerd: Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen: A. De weerstandscapaciteit, zijnde de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken; B. Alle risico’s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie. OMVANG WEERSTANDSCAPACITEIT Tot de weerstandscapaciteit worden de algemene reserve, stille reserves en de onbenutte belastingcapaciteit gerekend. Dit zijn immers middelen en mogelijkheden waarover een gemeente beschikt, om niet begrote kosten die onverwachts en substantieel zijn te dekken. Hoewel bestemmingsreserves in principe ook tot de weerstandscapaciteit behoren worden ze niet meegerekend. Dit vanwege het feit dat bestemmingsreserve niet vrij inzetbaar zijn zonder heroverweging van (politieke) keuzes en de uitvoering van projecten ten laste van bestemmingsreserves al in gang gezet is. De algemene reserve en stille reserves behoren tot de incidentele weerstandscapaciteit. Dit is het vermogen om calamiteiten en andere eenmalige tegenvallers op te kunnen vangen, zonder dat dit invloed heeft op de voortzetting van taken op het geldende niveau. Met de structurele weerstandscapaciteit worden de middelen bedoeld die permanent ingezet kunnen worden om tegenvallers in de lopende exploitatie op te vangen, zonder dat dit ten koste gaat van de uitvoering van de bestaande taken. In de literatuur wordt hiertoe soms ook de
122
Programmarekening 2012 | De Paragrafen
158.807 795.152
bezuinigingsmogelijkheden die een gemeente heeft, gerekend. Bezuinigingsmogelijkheden zijn echter niet met één raadsbesluit gerealiseerd, daarvoor is meer nodig aan voorbereiding en uitvoering. Wel kan onbenutte belastingcapaciteit tot structurele weerstandscapaciteit worden gerekend. STILLE RESERVES Stille reserves zijn de meerwaarden van activa die lager dan de werkelijke waarde of tegen nul zijn gewaardeerd en die direct verkoopbaar zijn - indien we dat zouden willen - zonder dat de normale bedrijfsgang daaronder te lijden heeft. Dit betreft dan met name de nu door de gemeente verhuurde, niet voor de openbare dienst bestemde gebouwen. Evenmin mogen deze gebouwen in gebruik zijn bij maatschappelijke voorzieningen. In feite moet er sprake zijn van bijna direct verkoopbare gebouwen. Ook als een onderdeel uit maakt van de voorgenomen te ontwikkelen gebieden maakt het geen onderdeel uit van de stille reserves. Eind 2012 is verwachting van de mogelijke netto opbrengst van af te stoten panden ruim € 4,5 miljoen. De komende jaren worden deze panden afgestoten. De gerealiseerde meerwaarde ten opzichte van de boekwaarde zal daardoor - na aftrek van te maken kosten voor de verkoop - via het rekeningresultaat worden toegevoegd aan de algemene reserve. Hiermee neemt de stille reserve geleidelijk af. ONBENUTTE BELASTINGCAPACITEIT De onbenutte belastingcapaciteit van de gemeente Purmerend is het verschil tussen het werkelijke tarief (on)roerende zaakbelastingen dat de gemeente heeft vastgesteld en het tarief dat de gemeente minimaal zou moeten hanteren om in aanmerking te komen voor extra steun van het rijk (de zogenaamde artikel 12 status). Daarnaast telt mee het verschil tussen kostendekkende tarieven en de werkelijk gehanteerde tarieven. Omdat in Purmerend gewerkt wordt met kostendekkende tarieven resteert als onbenutte belastingcapaciteit alleen de OZB. De omvang van deze onbenutte belastingcapaciteit is afhankelijk van het gemiddelde dat alle andere gemeenten hanteren als tarief voor de OZB. Met inachtneming van de in 2010 afgesproken extra OZB verhoging in 2012, 2013 en 2014 is deze ruimte ongeveer € 800.000. Dit staat gelijk aan een verhoging van de opbrengst met circa 8%. Voor een gemiddelde woning met een waarde € 200.000 betekent dit een extra heffing van bijna € 14. RISICO’S Voor een goed begrip van wat er onder risico's valt en wat er niet onder valt is de onderstaande vuistregel behulpzaam: Kortingen op algemene en specifieke uitkeringen Voor kortingen op algemene (het gemeentefonds) en specifieke uitkeringen geldt dat deze worden ingeschat en verwerkt in de begroting. Het weerstandsvermogen is nadrukkelijk niet bedoeld als zodanige buffer om de meest actuele gegevens over de hoogte van deze uitkeringen niet te verwerken. De begroting moet hier dus op inspelen. Dat geldt ook voor de risico's van het onvolledig kunnen declareren van uitgaven op specifieke uitkeringsregelingen. Deze risico's kunnen vooraf worden ingeschat en hierop kan de administratieve organisatie worden aangepast. Kosten
123
Programmarekening 2012 | De Paragrafen
Voor gebeurtenissen waarvan het zeker is dat ze zich voor gaan doen en waarvan de omvang ook bekend is worden voorzieningen ingesteld. Bij het weerstandsvermogen kunnen kosten derhalve buiten beschouwing worden gelaten. Kleine risico's Voor kleine risico's geldt dat de financiële betekenis hiervan niet zodanig materieel is dat hiermee rekening moet worden gehouden bij de bepaling van het benodigde weerstandsvermogen. In de begroting is een post onvoorzien opgenomen van € 50.000 om gedurende het jaar hierop te kunnen antwoorden als inpassing van de uitgaven niet binnen een programma is op te vangen. We hebben het dan niet over reguliere afwijkingen bij de uitvoering van de begroting. Hiervoor geldt dat meerdere malen per jaar er bijstelling van de begroting plaatsvindt. Rampen en crisis Voor rampen en crisissituaties geldt dat er een scala aan beheersmaatregelen is getroffen. Dit betreft enerzijds het rampenplan waarmee aangegeven wordt hoe een (dreigende) ramp of crisis te lijf wordt gegaan en anderzijds is er sprake van een verzekerd risico en voor zover dit niet het geval is zal worden teruggevallen op de rijksoverheid. Uiteraard kan er sprake zijn van een financieel nadeel voor de gemeente. De omvang hiervan is niet vooraf in te schatten en de inpassingen zijn er hoe dan ook op gericht om een dergelijke schade te voorkomen, dan wel te minimaliseren. Voor zover het in de beïnvloedingssfeer ligt van de gemeente wordt via de weg van vergunningen en periodieke toetsing gezorgd voor het minimaliseren van de risico's. Voor de bepaling van de wenselijke omvang van het weerstandsvermogen zijn de financiële risico's in kaart gebracht. Bij deze risico's wordt een ondergrens gehanteerd van € 100.000. Risico's onder deze grens worden hier verder niet toegelicht omdat het gaat om een lange reeks van kleine risico's. Daadwerkelijke opgetreden risico's komen terug als afwijking in de programmarekening ter verklaring van het resultaat. De risico’s die bij deze paragraaf worden meegenomen zijn de niet reguliere, strategische, niet kwantificeerbare risico’s. De reguliere horen immers in de begroting tot uitdrukking te komen. Veelal kunnen deze via een verzekering worden afgedekt. Hieronder worden deze risico‘s beschreven. Bij de risico’s geldt dat een inschatting gemaakt kan worden van de kans dat het risico zich daadwerkelijk zal manifesteren en de omvang van het risico. Om de risico’s op te vangen, zijn er verschillende maatregelen mogelijk: • bijstelling van de geldende beleidskaders, hierdoor kunnen de uitvoeringskosten worden beperkt. Dit kan bijvoorbeeld door de grenzen waarboven een bijdrage door de gemeente wordt verleend te verhogen; • inkomstenverhogende maatregelen te nemen indien de risico’s zich manifesteren op onderdelen waar sprake is van kostendekkende dienstverlening; • frequent(er) te toetsen of het risico zich al voordoet en zo goed mogelijk maatregelen te treffen ter beheersing van de onzekerheden. Deze maatregel kan worden ingezet op die onderdelen waarvan de uitkomst niet door de gemeente kan worden gestuurd, maar waarvan de uitkomsten wel kunnen worden gevolgd. Het doel van de maatregel is dan het voorkomen dat 'ongemerkt' de begroting en de werkelijkheid uiteen groeien en er nadelen optreden.
124
Programmarekening 2012 | De Paragrafen
Bij het hierna wegen en waarderen van de risico’s is meegewogen dat de gemeente de komende periode zware bezuinigingen moet doorvoeren. Zolang deze bezuinigingen niet volledig zijn gerealiseerd zal het niet eenvoudig zijn om extra bezuinigingen te realiseren die nodig kunnen zijn om structurele tegenvallers, zoals hieronder benoemd, op te vangen. Daarom wordt in de weging van het benodigde weerstandsvermogen uitgegaan dat het steeds drie jaar zal duren voordat een structureel effect van de risico’s kan worden gecompenseerd met lagere uitgaven elders. In de opstelling is afgewogen of alle risico's zich gelijktijdig kunnen en zullen voordoen. De risico's zijn daarom opgeteld. Zodra risico's zich daadwerkelijk manifesteren wordt afgewogen of structurele maatregelen genomen moeten worden. Het totaal aan benodigd weerstandsvermogen wordt eind 2012 ingeschat op € 11,2 miljoen. Dit is lager dan de gemeenteraad vaststelde minimale omvang van de algemene reserve van € 15 miljoen. Gelet op de verwachte ontwikkeling van de algemene reserve, zoals opgenomen in de kadernota 2014, zal het benodigde weerstandsvermogen ruimschoots zijn afgedekt met de algemene reserve.
125
Programmarekening 2012 | De Paragrafen
Overzicht meegewogen financiële risico's: 1. inkomsten leges omgevingsvergunningen, programma 1:
€ 0,6 miljoen
2. verstrekkingen openeind regeling Wmo, programma 2:
€ 0 miljoen
3. parkeeropbrengsten, programma 5:
€ 0 miljoen
4. grondexploitaties, programma 7:
€ 0 miljoen
5. asbestsaneringen panden
€ 0,0 miljoen
6. Wet werk en bijstand (inkomensverstrekking), programma 12:
€ 3,0 miljoen
7. Sociale werkvoorziening, programma 12:
€ 0 miljoen
8. wachtgeldregeling zittende bestuurders, programma 13:
€ 0,5 miljoen
9. vertraging realisatie bezuinigingen, diverse programma's:
€ 1,5 miljoen
10.Deelneming BV Stadsverwarming, programma 14:
€ 5,0 miljoen
11.ontwikkeling lonen en prijzen, diverse programma's: Totaal benodigd weerstandsvermogen:
€ 0,6 miljoen € 11,2 miljoen
1. Inkomsten leges omgevingsvergunningen De inkomsten (voorheen: bouwleges) zijn relatief sterk afhankelijk van externe ontwikkelingen. Voor de begrotingsuitvoering is dit een risico. Uitgegaan wordt van een kostendekkend tarief en op grond hiervan wordt vooraf in belangrijke mate het niveau van uitgaven bepaald. Indien het aantal daadwerkelijke vragen vervolgens sterk afwijkt, dan is het niet goed mogelijk om in gelijke mate alsnog de uitgaven te laten dalen. Mede voor dit risico bestaat sinds de rekening 2011 de egalisatiereserve omgevingsvergunningen. De voeding van de reserve is afhankelijk van overschotten in de uitvoering in enig jaar. In 2011 is de egalisatiereserve gevoed met een bedrag van ruim € 0,3 miljoen. Bij de instelling van de egalisatiereserve is aangegeven dat indien de omvang groter wordt dan € 1,5 miljoen het meerdere kan worden aangewend voor tariefmatiging. De omvang van de afwijking kan gelet op de schommelingen in de afgelopen jaren variëren van € 100.000 tot € 500.000. De kans dat de inkomsten afwijken van de begroting is groot. Voor de komende jaren zijn daarnaast de prognoses kritisch doorgenomen en is de tariefstelling aangepast naar 3,9% als zijnde een kostendekkend niveau. Voor de komende jaren is een opbrengst van € 1,7 miljoen per jaar geraamd. Ondanks deze maatregelen blijft het risico op lagere opbrengsten door achterblijvende aanvragen bestaan. In 2012 zijn opbrengsten ruim € 450.000 lager dan begroot. Als gevolg hiervan is de egalisatiereserve in 2012 volledig gebruikt. Een negatieve egalisatiereserve is niet toegestaan. Het verschil is daarom volledig verwerkt in exploitatierekening 2012. In het benodigde weerstandsvermogen wordt, zolang de egalisatiereserve niet groter is dan twee maal 20% van het begrote volume (€ 0,6 miljoen), rekening gehouden met aanspraak. Op basis van de meest recente inzichten zal in de eerste berap 2013 een negatief resultaat voor 2013 worden verwerkt. Voor de komende jaren wordt € 0,6 miljoen meegerekend als benodigd weerstandsvermogen. Tegen een aantal afgegeven bouwvergunningen is bezwaar aangetekend. De berekening van de kostendekkendheid wordt in het bezwaarschrift ter discussie gesteld. Tegen de uitspraak, ongegrond, is bezwaarde inmiddels in beroep gegaan. De gemeente staat op het standpunt dat de kostendekkendheid correct is bepaalt en wordt gesteund door de VNG. Indien het bezwaar wel wordt gehonoreerd moet € 1,2 miljoen worden terug betaald. Dit risico is niet
126
Programmarekening 2012 | De Paragrafen
betrokken in de bepaling van het benodigde weerstandsvermogen omdat wij van mening zijn dat ook in beroep bezwaarde in het ongelijk wordt gesteld. 2. Wet maatschappelijke ondersteuning In het kader van de Wmo biedt de gemeente tal van individuele en collectieve voorzieningen aan. In de uitvoering van de begroting en de meerjarenraming is een belangrijk risico het gebruik van deze voorzieningen door de doelgroep. In de meerjarenbegroting is rekening gehouden met aanbestedingen en daarmee is het risico van stijgende prijzen in belangrijke mate afgedekt. De omvang van het gebruik door de doelgroep laat zich moeilijker voorspellen. De ervaring heeft geleerd dat kwalitatief goede voorzieningen leiden tot een hoger gebruik. Dit risico erkennend gaat de gemeente onverminderd door met het streven om de kwaliteit op een hoog niveau te krijgen of te houden. De groeiende omvang van de doelgroep is in de begroting verwerkt door rekening te houden met jaarlijkse stijging van het gebruik met 2%. Deze stijging is gedekt uit de landelijk beschikbaar gestelde middelen via de integratieuitkering Wmo in het gemeentefonds. Na verwerking van de groei van de doelgroep en inflatie is er een marge die oploopt tot structureel € 0,5 miljoen in 2016. Deze marge is onder andere bedoelt om een sterkere stijging van het gebruik dan begroot te kunnen opvangen zonder direct over te hoeven gaan op ingrijpen in het voorzieningenpakket of nieuwe taakstellingen elders in de begroting. Voor de beheersing van de risico’s geldt dat afwijkingen in enig jaar geacht worden onderdeel uit te maken van de reguliere bedrijfsvoering en dus worden opgevangen via de algemene reserve en het weerstandsvermogen. Op de langere termijn worden de risico’s afgewogen via de ruimte voor de Wmo als geheel en de inrichting van het voorzieningenpakket. Op basis van de ervaringen tot en met 2010 werd een risico van circa € 300.000 op hogere uitgaven dan begroot ingeschat. Dit risico heeft zich in 2011 en 2012 niet voorgedaan, er is zelfs sprake van een forse onderschrijding. Op basis van deze recente ervaringen wordt in de kadernota 2014 voorgesteld om de bestaande marge in de begroting te laten vervallen en de eventuele afwijking in de realisatie van de begroting aan te merken als een regulier uitvoeringsrisico waarvoor geen aanvullend bedrag als benodigd weerstandsvermogen wordt aangehouden. 3. Parkeeropbrengsten In de begroting wordt jaarlijks rekening gehouden met een bedrag van ruim € 2 miljoen aan opbrengsten uit parkeergelden en naheffingsaanslagen. Dit bedrag is gebaseerd op de opbrengst zoals die zich in de afgelopen jaren heeft voorgedaan. De opbrengst kan in enig jaar ook tegenvallen doordat er minder gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheid om betaald te parkeren. In rekening 2012 is duidelijk lagere opbrengst voor het betaald parkeren en eventuele naheffingsaanslagen gerealiseerd. Het verschil van ruim € 145.000 heeft een structureel karakter. Deze afwijking wordt verwerkt in de begroting voor 2013 en volgende jaren. En wordt om die reden niet ook meegeteld als benodigd weerstandsvermogen. 4. Grondexploitaties en voorraad gronden In de grondexploitaties doen zich drie soorten risico’s voor: a. de ontwikkeling van de kosten van de grondexploitatie ten opzichte van de vastgestelde grondexploitatie; b. de afzetbaarheid van de gronden;
127
Programmarekening 2012 | De Paragrafen
c. de nog niet in grondexploitatie opgenomen voorraad gronden. Voor de lopende grondexploitaties geldt dat de verkoop van de gronden een beperkt risico is. Ten aanzien van de kosten van de lopende grondexploitaties, is er een onzekerheid voor wat betreft de exacte aanbestedingen (wat moet er gemaakt worden) en het prijspeil van de aanbestedingen (wat het kost het om het programma te maken). Beide aspecten worden jaarlijks in de actualisatie van de grondexploitatie en de beoordeling voor 'winstneming' in de grondexploitaties meegenomen. Voor de drie lopende grondexploitaties geldt het volgende: • Baanstee Noord De uitgifte van grond zal zich uitstrekken over een lange periode. Ook bij een lager tempo van uitgifte is er sprake positief resultaat. Dit resultaat zal echter niet voor 2017 zichtbaar worden. De risico's voor deze grondexploitatie zijn apart gewogen, als de risico's zich in extreme mate ontwikkelen wordt het resultaat van de grondexploitatie neutraal. • Wheermolen West Voor deze grondexploitatie geldt dat geen risico’s wordt geraamd in relatie tot het weerstandsvermogen. • Weidevenne Deze grondexploitatie nadert zijn voltooiing in 2015/2016. Uit de grondexploitatie wordt jaarlijks winst genomen. In de berekening van de winstneming is rekening gehouden met een marge in de realisatie van het resterend programma (een mogelijke verschuiving van duurdere uitgifte naar goedkopere en met een eventuele verlaging van de grondprijs). Op grond van de bovenstaande stand van zaken is er geen aanleiding om het benodigde weerstandsvermogen rekening te houden met een bedrag voor risico’s. Voor nog niet in een grondexploitatie opgenomen voorraden grond is er sprake van een beperkt risico. De door de gemeente verrichte aankopen hebben plaatsgevonden in de veronderstelling dat deze op een later tijdstip (inclusief rentekosten) kunnen worden terugverdiend bij de gronduitgifte. De gemeente heeft hiervoor zowel gronden, als opstallen aangekocht. Bij de opstelling van de rekening 2012 is de waarde van de niet in exploitatie genomen gronden getoetst aan de mogelijke ontwikkelingswaarde. Naar aanleiding van de toetst heeft een afboeking plaatsgevonden van € 0,5 miljoen. De ontwikkelingswaarde wordt elk jaar opnieuw getoetst. In de afboeking 2012 is rekening gehouden met de mogelijk dat de verkoopprijzen niet zullen stijgen en daardoor de jaarlijkse rentekosten als verlies moeten worden aangemerkt. Dit renteverlies is voor een periode van 10 jaar verwerkt in de afboeking. Na de afboeking zijn er twee gebieden die een bijzonder risico houden. Dat betreft het gebied Kop van West en het gronden aan de Purmerweg. Voor beide gebieden geldt dat het realiseren van de huidige boekwaarde afhankelijk is van het daadwerkelijk tot ontwikkeling brengen van het gebied én de ontwikkeling van de verkoopprijzen. Voor de Kop van West is de mogelijke ontwikkelingsrichting begin 2013 besproken met de gemeenteraad. De ideeën voor de Kop van West worden momenteel verder uitgewerkt en voorzien van financiële onderbouwing voorgelegd. In de uitwerking zit een bandbreedte van circa € 0,5 miljoen verlies ten opzichte van een kostendekkende ontwikkeling. Dit bedrag is afhankelijk van besluitvorming door de gemeenteraad. De gemeenteraad moet zich eerst uitspreken over de begroting en bepalen of en in welke mate er een verlies mag worden gemaakt. Tot het moment van het concreet vastleggen door de gemeenteraad wordt er geen
128
Programmarekening 2012 | De Paragrafen
rekening gehouden met benodigd weerstandsvermogen voor de ontwikkeling van de Kop van West. Op het moment dat de raad het besluit neemt zal een eventueel verlies direct worden voorgelegd als onttrekking aan de algemene reserve. In het benodigde weerstandsvermogen is geen apart bedrag op genomen voor dit risico. Aan de hand van de besluitvorming over beide gebieden kan worden beoordeeld of er sprake is van een grondexploitatierisico of dat de huidige boekwaarde op beide NIEGG's direct moet worden verlaagd omdat er geen ontwikkelings mogelijkheid is op de korte termijn. 5. Asbestsanering In 2011 en 2012 hebben zich onvoorziene situaties voorgedaan bij onderwijspanden als gevolg waarvan er substantiële kosten zijn gemaakt voor asbestsanering. Voor een aantal panden heeft nader onderzoek plaats gevonden naar de aanwezigheid van asbest en de kosten die moeten wordne gemaakt bij sanering. In de voorgaande risicoparagrafen bij de kadernota 2013 en de programmabegroting 2013 is dit risico vertaald als in een bedrag van € 1miljoen aan reëel te maken kosten waarvoor nog geen middelen beschikbaar zijn gesteld. Inmiddels is de uitwerkingvan de inventarisatie beschikbaar gekomen en is de conclusie dat de te maken kosten in de orde van grote van € 400.000 zullen liggen. Gekozen zou kunnen worden om deze uitgaven uit te stellen tot een moment waarop ook andere werkzaamheden in de betreffende panden plaatsvinden of zelfs om kennis te nemen van de mogelijk te maken kosten maar deze zolang mogelijk uit te stellen. Dergelijke afwegingen nemen het risico op het doen van niet begrote uitgaven niet weg. Nu de inventarisatie beschikbaar is wordt, mede om reden van het ordentelijk begroten en onderkennen van risico's, aan de raad voorgesteld om bij de bestemming van het rekeningresultaat 2012 een bestemmingsreserve sanering asbest in te stellen en deze reserve te voeden met € 400.000. Met dit voorstel is het daarnaast apart rekening houden met benodigd weerstands vermogen niet meer aan de orde. Het risico wordt in het benodigde weerstandsvermogen niet meer meegeteld. 6. Wet werk en bijstand (Wwb) Bij de uitvoering van de Wwb doen zich twee risico’s voor die van belang zijn voor het meerjarenperspectief. Het betreft de cliëntenaantallen en de hoogte van de rijksbijdrage. Allereerst de aantallen cliënten (65-) met een bijstandsuitkering: afwijkingen van het aantal cliënten werken direct door in de uitgaven. De ontwikkeling van het aantal cliënten laat zich moeilijk schatten. In de begroting wordt om die reden een marge in de uitvoering als afwijking redelijk geacht. Alvorens deze cliënten in aanmerking komen voor bijstand zijn er voorliggende voorzieningen, zoals de werkloosheidsuitkeringen. Deze voorzieningen zorgen ervoor dat in een teruglopende economie het aantal bijstandscliënten pas na enige tijd oploopt. In de begroting wordt rekening gehouden nog steeds stijgende aantallen uitkeringen, gemiddeld 20 per kwartaal. Onzeker is hoelang de periode van economische verslechtering aanhoudt en of landelijk het macrobudget voor het inkomensdeel voldoende wordt bijgesteld.
129
Programmarekening 2012 | De Paragrafen
De omvang van de rijksbijdrage (inkomensdeel) Wwb wordt driemaal per jaar bijgesteld door de rijksoverheid. In het verdeelsysteem voor de rijksbijdrage is sprake van een aanpassing aan de landelijke omvang van de Wwb en wordt de daling of stijging van het aantal cliënten op het niveau van een individuele gemeente niet direct verwerkt. Het verdeelsysteem dempt de schommelingen in de tijd. Om het risico van de afwijkingen in de cliëntenaantallen en de omvang van de rijksbijdrage zo goed mogelijk te volgen, zal in de bestuursrapportages specifiek aandacht worden besteed aan de bijstellingen. Voor de afwijkingen in enig jaar geldt dat deze moeten worden opgevangen in het weerstandsvermogen van de gemeente. Het risico in de uitvoering van het inkomensdeel van de Wwb kan oplopen tot € 1,5 tot € 2 miljoen per jaar. De kans op afwijkingen is groot. In de situatie dat er sprake is van zeer excessieve groei van het aantal uitkeringen kan er een beroep worden gedaan op een landelijke regeling. Dit is een blijvend onderdeel in de onderbouwing van het weerstandsvermogen. Voor de waardering van het risico wordt uitgegaan van een gemiddelde over 3 jaar van € 1,0 miljoen. Op grond van het bovenstaande wordt het risico gewaardeerd op € 3,0 miljoen. 7 Sociale werkvoorziening Baanstede De sociale werkvoorziening kampt met tekorten als gevolg van een afbouw van de rijksbijdrage per SW-dienstverband. Om deze tekorten te beperken wordt een herstructurering voorbereid. De oplopende tekorten en maatregelen om het tekort te verminderen zijn verwerkt in de programmabegroting 2013. Daarbij is rekening gehouden met het bekostigen van de herstructurering door de deelnemende gemeenten in de gemeenteschappelijke regeling. Met het nieuwe regeerakkoord zijn de oorspronkelijke bezuinigingen op de sociale werkvoorziening weer in beeld gekomen. De opdracht is dan om in 6 jaar tijd toe te groeien naar een lagere bijdrage per SW-dienstverband en een veel kleiner aantal dienstverbanden. Deze nieuwe opgave moet worden ingepast in de structurele uitgaven van de begroting en kan niet worden opgevangen met de inzet van weerstandsvermogen. Het opnemen van een aprt bedrag als weerstandsvermogen is daarom niet aan de orde.
130
Programmarekening 2012 | De Paragrafen
8. Wachtgeld zittende collegeleden De maximale aanspraak die niet is afgedekt in een voorziening bedraagt circa € 1 miljoen. Dit is maximale opbouw aan het eind van deze bestuursperiode. In de praktijk zal dit anders uitvallen afhankelijk van de verdiensten van ex-bestuurders in een nieuwe betrekking. Mede om deze reden is het binnen de regelgeving niet toegestaan om op voorhand een maximale voorziening te treffen. Op het moment dat ex-bestuurders daadwerkelijk aanspraak op wachtgeld zal de omvang daarvan moeten worden bepaald en ten laste van de exploitatie worden gebracht. De omvang van de voorziening wordt vervolgens jaarlijks opnieuw getoetst aan de hand van de werkelijke situatie van de betreffende ex-wethouders. Als benodigd weerstandsvermogen wordt rekening gehouden met een mogelijke aanspraak van 50%: € 0,5 miljoen. Het percentage van 50% is niet exact onderbouwd. 9. Vertraagd realiseren van taakstellingen en bezuinigingen Bij de uitvoering van de begroting doen zich elk jaar vertragingseffecten voor in de realisatie van nieuwe uitgaven en bezuinigingen. De begroting van Purmerend bevat relatief weinig nieuwe uitgaven en relatief omvangrijke bezuinigingsopdrachten. Bij het opstellen van de begroting wordt getracht de bezuinigingen zo realistisch mogelijk te begroten en rekening te houden met vertragingen. Toch kunnen zich in de praktijk nog steeds vertragingen voordoen. Ook kunnen zich frictiekosten voordoen bij het afbouwen van de ambtelijke organisatie in de vorm van extra opleidingskosten en vertraging in het vinden van een andere werkplek. Voor dit element moet rekening gehouden worden met een vast bedrag in het weerstandsvermogen. Dat kan pas worden losgelaten als de vertragingen zich niet meer voordoen. De omvang van het bedrag is niet goed te onderbouwen. Begin 2011 is uitgegaan van een bedrag van € 3,5 miljoen om mee te nemen in de bepaling van het weerstandsvermogen. In de begroting 2012 was dit bedrag al verlaagd naar € 2,5 miljoen. Voor de komende jaren is het risico van vertraging kleiner geworden, maar nog niet helemaal weggenomen. Het risico houdt verband met de tempo waarin de gemeentelijke organisatie kleiner wordt en de tot medio 2017 doorlopende huur van het gebouw Marktplein. De gemeente wil het pand verlaten en de activiteiten van de afdeling Werk en Inkomen per 2015 onderbrengen in het stadhuis. Dit leidt tot een structurele besparing die al in de begroting is verwerkt. Door de nieuwe bezuinigingen op het gemeentefonds zullen er ook nieuwe besparingen op de gemeentelijke organisatie gaan worden afgesproken. De duiding van de omvang van de besparingen die in de gemeentelijke organisatie bereikt zullen moeten worden komt aan de orde in de kadernota 2014. Gelet op de nieuwe besparingstaakstelling is een vermindering van het eventuele beroep op weerstandsvermogen nu niet aan de orde. Dit onderdeel blijft dus meetellen voor € 2,5 miljoen. 10. BV Stadsverwarming Purmerend De activiteiten voor de stadsverwarming zijn per 2007 ondergebracht in de BV Stadsverwarming Purmerend. De BV is bij de gemeente gewaardeerd voor ruim € 38 miljoen. Dit is gelijk aan het eigen vermogen in de jaarrekening 2011 van de BV. Tegenover de waardering bij de gemeente staan langlopende geldleningen. Omdat de BV geen winst maakt staat tegenover de rentelast voor de deelneming geen dividendopbrengsten. Met het onderbrengen in de BV heeft de gemeente de oude stadsverwarming feitelijk verdeeld in twee risico’s.
131
Programmarekening 2012 | De Paragrafen
Allereerst is dit het risico dat de BV onvoldoende winst maakt om dividend over de deelneming uit te keren. De waarde van de deelneming tegen 4% vergt jaarlijks een dividend van ruim € 1,5 miljoen. Tot en met 2018 wordt in het meerjarenperspectief geen rekening gehouden met dividend. Er is een transitieprogramma voor de stadsverwarming dat ertoe moet bijdragen dat de BV een gezonde onderneming wordt die jaarlijks ook aan de aandeelhouder een redelijke vergoeding kan uitkeren. Het transitieprogramma is in het najaar van 2010 goedgekeurd. In dit programma is sprake van een goed toekomstperspectief na een reeks van verliesgevende jaren waarin het eigen vermogen daalt. Sindsdien is duidelijk geworden dat enkele aannames zich structureel hebben verbeterd. Toch zullen er nog een aantal jaren zijn waarin het bedrijf een negatief resultaat maakt. Dividend wordt verwacht vanaf het jaar 2019. In de begroting 2013 wordt rekening gehouden met het ontvangen van een jaarlijkse vergoeding over het ingebrachte vermogen van € 0,7 miljoen. Per 1 oktober 2012 is wetgeving van kracht geworden die bepaalt dat ondernemingen een vergoeding over het eigen vermogen alleen mogen uitkeren als de onderneming ook een positief resultaat heeft gemaakt. Aan stadsverwarming is gevraagd om de jaarlijkse vergoeding vorm te geven als een zogenaamd cumulatief preferent dividend. Dit betekent dat de gemeente dit dividend ontvangt zodra er winst wordt gemaakt en dat dit dividend ook voor de jaren 2013 tot en met 2018 wordt opgebouwd. Alvorens er tot uitkering kan worden overgegaan zal er winst moeten worden gemaakt. Uitkeringen groter dan winst zijn daarbij niet mogelijk. Dit "winstrecht" kan niet worden verwerkt in de gemeentelijke resultatenrekening. Feitelijk is er sprake van stille reserve die pas wordt gerealiseerd op het moment dat de BV Stadsverwarming daadwerkelijk positieve resultaten boekt. De Stadsverwarming heeft 2012 alle beslissingen afgerond die nodig zijn om de warmtelevering na 2013 zeker te kunnen stellen. Hiermee zijn nog niet alle risico’s gekeerd. Het belangrijkste risico dat resteert is de uitwerking van de warmtewet. Deze uitwerking kan gevolgen hebben voor de brutomarge van het bedrijf en de omvang van het aan te houden eigen vermogen. Dit zelfde risico schuilt in de ontwikkeling van de inflatie voor algemene pijzen en specifiek de gasprijs. Op basis van de huidige inzichten zijn alle investeringen die de stadsverwarming doet bedrijfseconomisch rendabel. Bij het terugverdienen van de investeringen horen wel aanloop verliezen waardoor het eigen vermogen eerst daalt en zich daarna weer herstelt. Hierdoor zal er de komende jaren een verschil ontstaan tussen de waardering bij de gemeente en het in het bedrijf beschikbare eigen vermogen. Jaarlijks wordt met behulp van een impairmenttest getoetst of er reden is om de activa van de stadsverwarming af te waarderen en daarmee ook de deelneming van de gemeente in de stadsverwarming. Op grond van de impairmenttest is er geen reden om over te gaan tot afwaardering. Waardering van het risico: Het risico stadsverwarming is nog steeds aanwezig. Met de jongste inzichten is er zicht op een aanmerkelijke verbetering van de risico’s voor de gemeente. Op grond van de uitkomsten van de impairmenttest is er geen aanleiding om in het weerstandsvermogen rekening te houden met een toekomstig verlies. De komende jaren kan dit beeld flucteren door de uitwerking van de warmtewet en fluctuaties in de jaarlijkse inflatie.
132
Programmarekening 2012 | De Paragrafen
Om die reden wordt voorzichtigheidshalve in het weerstandsvermogen blijvend rekening gehouden met eventuele aanspraak van € 5 miljoen. 11. Nominale ontwikkelingen loon- en prijzen In de begroting is gerekend met loonstijging van 1,0% per jaar. De uitkomst van de loonstijging is afhankelijk van de onderhandelingen tussen de werkgevers en de werknemers. Een complicerende factor in de berekeningen voor de loonstijging is het effect van met name de premies voor pensioen en de volksverzekeringswetten. Premies worden aangepast zonder directe invloed van de gemeente en staan het laatste jaar onder grote druk. Deze druk wordt veroorzaakt door de lage rentestand, de discussie over de verhoging van de pensioenleeftijd, de stijgende levensverwachting en de behaalde rendementen bij de pensioenmaatschappij. Voor de volksverzekeringswetten geldt dat de stijgende uitgaven voor de zorg ook worden doorvertaald in hogere werkgeverslasten. Voor de begroting is relevant dat indien de bruto-brutoloonstijging 0,5% hoger ligt dan aangenomen werkt dit door op de gemeentebegroting voor circa € 0,3 miljoen. In deze € 0,3 miljoen is verwerkt dat de tarieven gedurende het begrotingsjaar niet kunnen worden aangepast en dat de afspraak geldt dat de nominale stijging van subsidies is gekoppeld aan het looneffect van de ambtenaren. Het jaar daarop volgend zal de hogere stijging wel in de tarieven zijn verwerkt en resteert er een gat van € 0,26 miljoen. Voor de eerste twee jaar samen bedraagt het risico bij 0,5% verschil € 0,56 miljoen. Een alternatief voor de raming is het op voorhand rekening houden met grotere stijgingen van de lonen en prijzen, dit heeft als keerzijde dat er een groter beroep wordt gedaan op structurele begrotingsruimte. In bepaling van de benodigde weerstandscapaciteit wordt de schommeling van de loon en prijzen meegewogen voor € 0,6 miljoen. RISICO'S OP EIGENDOMMEN Hierbij moet met name gedacht worden aan schade door ontvreemding, brand, storm en dergelijke, waar de gemeente overigens voor verzekerd is. De gemeente eigendommen dienen periodiek opnieuw te worden getaxeerd. Mutaties in waarde kan leiden tot forse premieaanpassing. De verzekeringsmaatschappij beveelt aan eenmaal in de zes jaar een algehele hertaxatie uit te voeren. Verwacht wordt dat de hertaxaties in juni 2014 zullen worden uitgevoerd. In het weerstandsvermogen is geen aparte component hiervoor opgenomen. RISICO'S OP BEDRIJFSVOERING Bedrijfsvoering Hiermee wordt vooral bedoeld de wijze waarop de informatievoorziening, de administratieve organisatie en de interne controle gestalte hebben gekregen. Concrete risico’s zijn overigens op dit punt niet te kwantificeren. Indirect kunnen zich financiële tegenvallers of claims van derden voordoen, indien de ambtelijke en bestuurlijke contacten naar buiten daar aanleiding toe geven. Urentoerekening aan gesloten budgetten en investeringen In de programmabegroting is voor een bepaald bedrag aan organisatie-uren toegerekend aan investeringen en gesloten budgetten (grondexploitaties, afval en riolering). Indien deze werkzaamheden niet of deels tot uitvoering komen, komen de bij de desbetreffende
133
Programmarekening 2012 | De Paragrafen
investeringen geraamde uren ten laste van de exploitatie. Hierop wordt via tussentijdse informatie zo goed mogelijk gestuurd. Het risico in enig jaar wordt gerekend tot de reguliere uitvoeringsrisico's.
134
Programmarekening 2012 | De Paragrafen
6.3
Onderhoud kapitaalgoederen Klein (dagelijks) onderhoud Dit is het reguliere dagelijks onderhoud dat noodzakelijk is om het object in goede staat te houden en komt jaarlijks terug. Deze lasten worden in de begroting opgenomen en dus rechtstreeks ten laste van de exploitatie gebracht. Planmatig onderhoud (niet levensduurverlengend) Dit is onderhoud van veelal ingrijpende aard dat op een groot deel van het eigendom wordt uitgevoerd en na een langere gebruiksperiode moet worden verricht. Deze lasten, waaronder het binnenschilderwerk, worden niet aangemerkt als levensduurverlengend. Niet elk jaar is hiervoor een gelijk bedrag nodig. Voor het egaliseren van de lasten in de gemeentebegroting wordt voor vastgoed gebruikgemaakt van voorzieningen. Het bedrag dat in de begroting is opgenomen moet toereikend zijn voor de gemiddelde uitgaven aan planmatig onderhoud over deze periode. In een jaar dat er minder nodig is, wordt er aan de voorziening gedoteerd en in een jaar dat er meer dan het gemiddelde nodig is, wordt er onttrokken. In principe heeft de voorziening nooit een negatief saldo. Hierdoor komt er een beter en evenwichtiger begrotingsbeslag. Deze voorzieningen worden onderbouwd met een meerjarenonderhoudsplan, per object, dat periodiek wordt geactualiseerd. Het werken met voorzieningen is toegestaan in het Besluit Begroting en Verantwoording en heeft als voordeel dat hiermee zowel de programma’s als het rekeningresultaat een rustiger beeld tonen en eenvoudiger leesbaar worden. Voor de verschillende kapitaalgoederen wordt hieronder steeds vermeld welk budget voor regulier onderhoud is opgenomen. Planmatig groot onderhoud (levensduurverlengend) Dit betreft de uitgaven voor planmatig groot onderhoud, zoals vervanging van (delen) van daken, dakbedekking, elektrische installaties en vloeren. Uitgaven boven de € 25.000 worden geactiveerd mits het oorspronkelijke onderdeel ook is afgeschreven. In deze paragraaf is de staat van onderhoud van de volgende kapitaalgoederen opgenomen: 1. Wegen 2. Riolering 3. Openbare verlichting 4. Kunst- en waterwerken 5. Groen 6. Begraafplaatsen 7. Sportfaciliteiten 8. Gebouwen 9. Wagenpark Algemeen – Onderhoudsniveau van kapitaalgoederen in de buitenruimte In het verleden is onderzoek gedaan anar de benodigde en beschikbare budgetten voor onderhoud van de kapitaalgoederen. Samen met de gemeenteraad is het gewenste onderhoudsniveau vastgesteld. In de studie zijn de budgetten voor onderhoud aan het areaal wegen, kunstwerken en groen aangepast aan de groei van het areaal als gevolg van de stadsuitbreiding. Daarnaast is er berekend wat de verschillende kwaliteitsniveaus kosten. De uitkomsten hiervan zijn betrokken bij de keuzes in de kadernota 2009-2016. Gekozen is voor een niveau van onderhoud dat gelijk blijft aan het huidige niveau en dat achterstanden, o.a. als gevolg van areaaluitbreidingen, ten opzichte van het gekozen niveau worden ingelopen. Voor de beleidsterreinen straatreiniging en wegmeubilair wordt uitgegaan van een onderhoudsniveau dat verantwoord is maar geen extra financiële middelen vraagt.
135
Programmarekening 2012 | De Paragrafen
Begin 2013 zal een nieuwe toetsing van het onderhoudsniveau plaatsvinden. In principe is er geen sprake van grootschalig achterstallig onderhoud van de kapitaalgoederen in de openbare buitenruimte. Wel zal, als gevolg van de reguliere onderhoudscycli tijdelijk voor een bepaald goed een lager niveau van kwaliteit aanwezig zijn omdat onderhoduswerkzaamheden pas plaats zullen vinden als het kwaliteitsniveau onder het gewenste niveau daalt. Hiermee wordt kapitaalvernietiging voorkomen. 1. Wegen Om te komen tot een optimaal beheer van de Purmerendse wegen is begin 2011 een Beheerplan Wegen opgesteld. Dit plan is een nadere uitwerking van de door de gemeenteraad vastgestelde kwaliteitsambities. Voor wegen geldt een minimaal kwaliteitsniveau C ('matig'), conform de CROW-normering. Op basis van tweejaarlijkse visuele inspecties van het wegenareaal en het beheerpakket wegen wordt het planmatige groot onderhoud in beeld gebracht. De werkplanning wordt daarna integraal afgestemd op de riolerings-, kabel- en leidingwerkzaamheden en verkeerskundige of maatschappelijk gewenste aanpassingen. Naast het groot onderhoud wordt ook het klein onderhoud planmatig (wijkgericht) opgepakt; doorgaans op basis van meldingen van bewoners of eigen waarnemingen. In de loop van het jaar voorafgaand aan de uitvoering wordt het jaarlijkse onderhoudsplan opgesteld dat wordt voorgelegd aan de wijkkerngroepen. Ondanks het streven om het wegenareaal op C-niveau te houden, is het in de onderhoudscyclus van een evenwichtig onderhouden areaal normaal dat een deel van de wegen tijdelijk afzakt tot onder de norm richting kwaliteitsniveau D ('slecht tot zeer slecht'). Hierdoor ontstaat incidenteel achterstallig onderhoud, zoals ook het geval in Purmerend. Het wegennet hoeft dus niet alleen uit wegen in topconditie te bestaan, want het op het juiste moment onderhouden van de wegen is het volgens een glijdende schaal toepassen van onderhoud op basis van de kwaliteit van de actuele situatie. Het is vanuit technisch en financieel oogpunt noodzakelijk om het onderhoud -zoals in de wegbeheeranalyse is voorgesteld- op het juiste moment (cyclisch) uit te voeren. Hiermee wordt kapitaalvernietiging voorkomen. Uit oogpunt van een verhoogd risico voor verkeersonveiligheid wordt het 'achterstallig onderhoud' binnen een redelijke termijn weer opgelost middels (groot) onderhoud of een reconstructie. Onderhoudsmaatregelen waarbij de levensduur van een weggedeelte kan worden verlengd worden geactiveerd en afgeschreven conform de financiële verordening. In 2012 is er € 5,8 miljoen besteed aan onderhoudslasten en investeringen op een bijgestelde begroting van € 5,6 miljoen. 2. Riolering De huidige werkwijze is, dat op basis van visuele inspecties – met een camera – de meest noodzakelijke maatregelen worden bepaald. In de tweede helft van 2012 is het Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2013-2016 (GRP+) afgerond, met daaraan gekoppeld een operationeel plan voor vervanging en aanpassing van het rioolstelsel. Naast het GRP+, waarin de technische onderhoudsmaatregelen zijn opgenomen, is in 2005 een overeenkomst met het Hoogheemraadschap Hollands NoorderKwartier (HHNK) afgesloten, waarin gezamenlijk werkzaamheden op milieugebied (verbeteren kwaliteit oppervlaktewater) in de komende 10 jaar worden uitgevoerd. Het afkoppelen van de riolering maakt hier onderdeel van uit. Met ingang van 2009 zijn de werkzaamheden uit het GRP+ en die van het Stedelijk Waterplan (SWP)
136
Programmarekening 2012 | De Paragrafen
gecombineerd, waardoor besparingen in de komende jaren kunnen worden gerealiseerd. Grote rioolvervangingsprojecten zijn vervangingsinvesteringen en worden conform het activabeleid geactiveerd. De aanleg van nieuwe riolering in uitbreidingsgebieden loopt via de grondexploitatie. Toekomstige onderhoudskosten komen daarentegen wel ten laste van het reguliere onderhoudsbudget. Uitgangspunt voor het onderhoud aan de riolering en de begroting is dat er kostendekkende tarieven zijn. In 2012 is er € 4,6 miljoen besteed aan onderhoudslasten en investeringen op een bijgestelde begroting van € 5,1 miljoen. 3. Openbare verlichting In 2005 is de beleidsnota, met daarin onder meer welke wegcategorieën op welke wijze worden verlicht, door de raad vastgesteld. De uitval van de openbare verlichting is voor 80% het gevolg van defecte lampen. Herstel gebeurt binnen drie werkdagen na melding of direct tijdens de periodieke dagcontrole. Het herstel van de overige storingen (kabels, armaturen, vandalisme en dergelijke) duurt in het algemeen langer, deels als gevolg van de noodzakelijke inzet van de netbeheerder (ContiNuon). De aanleg van nieuwe openbare verlichting in uitbreidingsgebieden loopt via de grondexploitatie. De vervanging van lichtmasten gebeurt onregelmatig - vaak door schades of uitval - en betreft kleine hoeveelheden, die rechtstreeks uit het onderhoudsbudget worden gedekt. Het aanpassen van het kabelnet varieert sterk en is afhankelijk van de mate van de wegreconstructies. In 2012 is er € 0,5 miljoen besteed aan onderhoudslasten en investeringen op een bijgestelde begroting van € 0,6 miljoen. 4. Kunst- en waterwerken Volgens de huidige werkwijze worden op basis van visuele inspecties en gedetailleerde technische inspecties de meest noodzakelijke maatregelen bepaald. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het digitaal beheersysteem DG‑Dialog. Zowel bruggen, duikers, beschoeiing en damwanden maken deel uit van het product kunst- en waterwerken. Voor het onderhoud van kunstwerken geldt dat grote vervangingsinvesteringen geactiveerd en afgeschreven worden conform de financiële verordening. De budgetten voor regulier onderhoud staan op het product Kunst- en waterwerken. In 2012 is er € 1,5 miljoen besteed aan onderhoudslasten en investeringen op een bijgestelde begroting van € 2,0 miljoen. 5. Groen In 2009 zijn beheerplannen voor het groen en voor de bomen opgesteld. De verschillende onderdelen (Groenstructuurplan, Bomenstructuurplan en Natuurstructuurplan) van de Groene Ambitie uit 2006 hebben als belangrijke input gediend. Ook het niveau van het groenonderhoud maakte deel uit van de discussie met de gemeenteraad over het gewenste onderhoudsniveau. Er is voor gekozen de budgetten zodanig aan te passen dat, gelet op de grote areaaluitbreidingen in de afgelopen jaren, het huidige onderhoudsniveau kan worden gehandhaafd. Kleinschalige groenreconstructies op wijkniveau worden in samenspraak met de buurt ingevuld. In 2012 is er € 3,9 miljoen besteed aan onderhoudslasten en investeringen op een bijgestelde begroting van € 4,0 miljoen. 6. Begraafplaatsen De nieuwe algemene begraafplaats Purmerend is in 2006 uitgebreid met een nieuw grafveld. Tevens zijn nieuwe urnenmuren geplaatst. De capaciteit van de begraafplaats is voldoende tot en met 2012. In 2010 is een onderzoek afgerond over de wijze waarop in de begraafplaats moet worden geïnvesteerd en geëxploiteerd, zodat de beschikbaarheid voor de lange termijn kan worden gegarandeerd. Ten behoeve van, mogelijke, verdere uitbreidingen in de toekomst zijn nog -aangrenzend aan de huidige begraafplaats- terreinen beschikbaar. Deze terreinen
137
Programmarekening 2012 | De Paragrafen
zijn enkele jaren geleden al door de gemeente aangekocht. De noodzakelijke uitbreiding van de begraafplaats zal in 2013 worden gerealiseerd. Op de begraafplaats staat bebouwing, bestaande uit een aulacomplex en een machineberging. De aula is een aantal jaren geleden uitgebreid en voldoet in 90% van de plechtigheden aan de vraag. Het op de begraafplaats aanwezige crematorium wordt door particulieren geëxploiteerd. In 2012 is er € 0,7 miljoen besteed aan onderhoudslasten en investeringen op een bijgestelde begroting van € 0,8 miljoen. 7. Sportfaciliteiten en speelvoorzieningen De gebouwen en voorzieningen zijn eigendom van de gemeente, maar worden geëxploiteerd door stichting Spurd. De gemeente blijft dan ook verantwoordelijk voor de gangbare eigenaarlasten, waaronder groot onderhoud en opstalverzekeringen. Voor het Leeghwaterbad, de binnensportaccommodaties en de voor rekening van de gemeente komende buitensportaccommodaties (inclusief toplagen) zijn onderhoudsplannen opgesteld. De plannen worden regelmatig geactualiseerd. De gemeente Purmerend begroot de vervangingsinvesteringen in meerjarenperspectief en stelt deze middelen ter beschikking aan de stichting. Stichting Spurd beheert de sportterreinen en gebouwen en beschikt over de middelen voor het dagelijks en planmatig (groot) onderhoud, waarvoor zij een subsidie ontvangt van de gemeente. De speelvoorzieningen heeft de gemeente zelf in beheer. Voor het in stand houden en een veilig gebruik worden de onderhoudsplannen geactualiseerd. In 2012 is er € 2,8 miljoen besteed aan onderhoudslasten en investeringen conform bijgestelde begroting. 8. Gebouwen De vervanging- en onderhoudslasten voor de panden die de gemeente Purmerend in gebruik heeft, worden in meerjarenperspectief geactualiseerd. Het betreft de diverse panden die door de gemeente zelf worden gebruikt (zoals het stadhuis, kantoor de Koog, de brandweerkazerne en Theater de Purmaryn), gebouwen in gebruik bij schoolbesturen, welzijnsinstellingen en overige verhuurde percelen. Aan de gebouwen wordt zodanig onderhoud verricht dat deze in een toestand blijven, die voor de dagelijkse functievervulling noodzakelijk is. Het onderhoud valt uiteen in: • jaarlijks terugkerende gebruiks- en onderhoudslasten (energielasten en dagelijks onderhoud); • planmatig onderhoud voor vervanging van technische en bouwkundige installaties (vervanging dak, cv- installatie) dat met een zekere regelmaat terugkeert. Het noodzakelijke onderhoud wordt gepland en jaarlijks wordt de begroting in meerjarenperspectief geactualiseerd conform de systematiek van de beheersapplicatie Kraan. Zo mogelijk wordt het groot planmatig onderhoud opgenomen in de lijst met vervangingsinvesteringen en geactiveerd conform de financiële verordening. Het overige planmatig en dagelijks onderhoud wordt in de exploitatie geactualiseerd. Het planmatig onderhoud kent fluctuaties in het uitgavenpatroon. Om deze schommelingen in de lasten te egaliseren wordt er gebruikgemaakt van onderhoudsvoorzieningen (zie de bijlage Reserves en Voorzieningen). 9. Wagenpark De vervanging van het wagenpark wordt in meerjarenperspectief geraamd, waarbij wordt afgeschreven conform de financiële verordening. Het moment van vervangen gebeurt waar mogelijk op basis van een langere technische levensduur. Van jaar tot jaar wordt de vervanging
138
Programmarekening 2012 | De Paragrafen
geactualiseerd. Het gehele wagenpark heeft in 2012 een exploitatielast van € 1,6 miljoen (inclusief kapitaalslasten) t.o.v. een bijgestelde begroting van € 1,7 miljoen. De lasten zijn doorgerekend aan diverse producten waar voertuigen worden ingezet. Soms gebeurt de doorbelasting als directe last, zoals het inzetten van de afval inzamelvoertuigen voor de afvalverwijdering. In andere gevallen, wanneer de auto onlosmakelijk behoort tot de inzet van personeel, gebeurt de doorbelasting via de afdelingsgebonden kosten naar de kostendrager.
6.4
Grondbeleid ALGEMEEN Op 24 mei 2012 heeft de raad de nota grondbeleid vastgesteld. Deze nota speelt in op de ontwikkelingen, zoals onder andere de wijzigingen in de wet- en regelgeving en de financiële en economische crisis. De nota geeft in belangrijke mate de wijze waarop de gemeente Purmerend invulling kan en/of moet geven aan de uitvoeringsstrategie voor het gemeentelijk grondbeleid. Onderdeel daarvan is de wijziging van de gewenste strategie op het grondbeleid. De uitvoeringsstrategie, waarvoor deze nota het kader biedt, is afhankelijk van inhoudelijke ontwikkel- en beleidsvisies van de gemeente en hoe de gemeente deze ambities (ontwikkel- en beleidsvisies) optimaal waarborgt. Daarbij zijn marktomstandigheden en het risicoprofiel van ontwikkelingen belangrijke aspecten. Essentieel hierbij is dat per geval een strategische keuze (ontwikkelingsstrategie) moet worden gemaakt met betrekking tot de samenwerkingsvorm. DOELSTELLING De gemeente Purmerend zal per geval en locatie een keuze maken voor het voeren van een actief of faciliterend grondbeleid, op welke wijze zij grondexploitatie wil (laten) voeren en welke samenwerkingsvorm het meest geschikt is.Om deze doelstelling te realiseren is het volgende beleid geformuleerd: • op basis van het beperken van risico’s en gemeentelijke investeringen, faciliteren waar kan en actief waar nodig; • het voeren van actief grondbeleid waar noodzakelijk in verband met beoogde winstbestemming en daar waar mogelijk ter versterking van onderhandelingspositie; • het voeren van faciliterend grondbeleid, als het risicoprofiel of de grondpositie daartoe aanleiding geeft; • vooraf bepaalt het college in een vertrouwelijke notitie per afzonderlijk project welke grondbeleidstrategie wordt toegepast. Een risico-inschatting en een eventueel verwervingsplan maken hiervan onderdeel uit. De gemeenteraad wordt hierover vertrouwelijk geïnformeerd; . • bij het sluiten van een overeenkomst met een initiatiefnemer vormt het exploitatieplan het uitgangspunt voor het kostenverhaal, waarbij gelijktijdig afspraken worden gemaakt over de levering van gronden die tot het openbaar gebied zullen gaan behoren; • bij de jaarrekening legt het college verantwoording af aan de gemeenteraad over het gevoerde grondbeleid. ACTIEF EN FACILITEREND GRONDBELEID In de afgelopen decennia heeft de gemeente voornamelijk actieve grondpolitiek bedreven als instrument om het ruimtelijk ordeningsbeleid vorm te geven. Dit betekende aankoop van gronden, in eigen regie een plan ontwikkelen en de grond weer uitgeven. Het voordeel hiervan was maximale invloed op het te realiseren (woningbouw-) programma en het tempo van uitvoering. Bijkomend voordeel was een inkomstenstroom in het grondbedrijf als gevolg van de succesvolle exploitatie van deze plannen. In toenemende mate dienen zich echter
139
Programmarekening 2012 | De Paragrafen
projecten aan die niet door middel van actieve grondpolitiek uitgevoerd kunnen worden. Dit, omdat de grond simpelweg niet te koop is, of omdat het risico van een ontwikkeling te groot is, of omdat de financiële haalbaarheid aan grote financiële risico's verbonden is. Daarom zal in de toekomst de rol van de gemeente bij het grondbeleid zich steeds meer gaan richten op een faciliterende rol. Hierbij zal de rol van de gemeente zich beperken tot een regierol, waarbij getracht worden de gemeentelijke doelstellingen te realiseren, zonder dat de gronden in eigendom zijn van de gemeente. RESULTAATBESTEMMING Bij het verwerken van gerealiseerde, dan wel nog te realiseren, winsten en verliezen ten aanzien van grondcomplexen, wordt binnen het grondbeleid in Purmerend de volgende methodiek gehanteerd: 1. Verliesneming Zodra onomstotelijk duidelijk wordt dat een complex verliesgevend zal worden afgesloten, zal dit verlies moeten worden genomen (als correctie van de boekwaarde) en wordt aan de raad voorgesteld als dekking een onttrekking aan de algemene reserve te laten plaatsvinden. 2. Winstneming Van projecten die zich in de planuitvoeringsfase bevinden worden eventuele winsten toegevoegd aan de algemene reserve. In principe is dat het geval bij afsluiting van de grondexploitatie, tenzij tussentijdse winstneming verantwoord is. Als stelregel voor tussentijdse winstneming dient in de rekenwijze rekening te worden gehouden met mogelijke financiële risico’s die in de toekomst van invloed kunnen zijn op het positieve eindresultaat van de desbetreffende grondexploitatie. De risico’s hebben zowel betrekking op de kosten- als opbrengstenkant. Bij tussentijdse winstneming worden deze risico’s als volgt ingeschat: 1.
25 % over de nog te ontvangen opbrengst.
2.
10 % over de nog te maken kosten.
PROJECTMATIG WERKEN Of nu gewerkt wordt met actief of faciliterend grondbeleid, in beide gevallen wordt in de gemeente Purmerend projectmatig gewerkt in de volgende zes fasen van gebiedsontwikkeling, zoals hieronder aangegeven. Deze fasen zijn opgenomen in het ‘Handboek Projectmatig Werken’ en zullen ook in het jaarlijks bij de jaarrekening vast te stellen ‘Meerjaren Programma Grondexploitaties’ (MPG) worden opgenomen.
GRONDPRIJSBEPALING Bij de vaststelling van de grondprijs wordt, afhankelijk van de functie waarvoor een stuk grond door de afnemer zal worden gebruikt, een grondprijsmethodiek gehanteerd. De waarde van de grond is immers in grote mate afhankelijk van de uiteindelijke bestemming. Uitgangspunt bij het bepalen van de uitgifteprijzen is in principe een marktconforme en transparante benadering. Dit zijn belangrijk principes om in te voeren grondbeleid op actieve wijze invulling te geven aan de grondexploitatieparagraaf van de Wro en vermijding van ongeoorloofde staatssteun. Voor zover een voorgenomen transactie niet past binnen de algemene kaders van vastgesteld grondprijsbeleid of als prijsvorming niet tot stand komt op basis van een openbare bieding wordt de marktconformiteit onderbouwd door middel van een onafhankelijke taxatie. In onderstaand overzicht is aangegeven welke functies worden onderscheiden en welke grondprijsmethodiek(en) vooralsnog bij welke functie kunnen worden gehanteerd. In
140
Programmarekening 2012 | De Paragrafen
vergelijking tot de voorheen gehanteerde grondprijzennota is het aantal functies verminderd. In het onderstaande overzicht is voor de functies 1A, woningbouw sociaal, 5A, maatschappelijke voorzieningen - niet commercieel en 6 overige opgenomen dat dit een vaste grondprijs dient te zijn. Om lacunes in het grondprijzenmethodiek te voorkomen blijft de grondprijzennota voor deze functies gelden en de functies waar in het onderstaande schema niet in is voorzien.
Functie
Grondprijsmethode
Aandachtspunt
1A Woningbouw sociaal
Vaste grondprijs
Gedifferentieerd naar één- en meergezinswoningen
1B Woningbouw vrije sector
Residuele en/of comperatieve grondprijs
Gebruik van gedifferentieerde grondqoutes of de biedprocedure behoort tot de mogelijkheid
1C Woningbouw vrije kavels
Residuele en/of comperatieve grondprijs
Gebruik van gedifferentieerde grondqoutes of de biedprocedure behoort tot de mogelijkheid
2 Kantoren
Residuele en/of comperatieve grondprijs
Gebruik van gedifferentieerde grondqoutes of de biedprocedure behoort tot de mogelijkheid
3 Bedrijven
Residuele en/of comperatieve grondprijs
Gebruik van gedifferentieerde grondqoutes of de biedprocedure behoort tot de mogelijkheid
4 Detailhandel en horeca
Residuele en/of comperatieve grondprijs
Gebruik van gedifferentieerde grondqoutes of de biedprocedure behoort tot de mogelijkheid
5A Maatschappelijke voorzieningen commercieel
Residuele en/of comperatieve grondprijs
5B Maatschappelijke voorzieningen niet commercieel
Vaste grondprijs met als minimum de kostprijs
6 Overige (o.a. snippergroen, parkeren) Vaste grondprijs
Minimaal kostprijs
Indien noodzakelijk kan van de aangegeven grondprijsmethodieken gemotiveerd worden afgeweken.Dat betekent dat de huidige nota grondprijzennota alleen van toepassing is op de categorieën: Woningbouw sociaal, Maatschappelijke voorzieningen - niet commercieel en Overige, waaronder snippergroen en parkeren vallen. Jaarlijks zal het college een notitie ter vaststelling worden voorgelegd met betrekking tot de prijsstelling voor de genoemde categorieën. Voor de overige categorieën verliest de nota zijn betekenis. In die gevallen wordt de in de tabel genoemde grondprijsmethodieken toegepast. Die methodieken vormen de uitgangspunten voor de berekening van de verwachte opbrengsten voor de grondexploitatie. Op het moment dat een grondtransactie binnen het grondexploitatiegebied plaatsvindt, zal eveneens de prijs worden aangehouden die op basis van één van de hierboven vermelde methodieken is bepaald. Per datum van transport wordt de daadwerkelijke prijs bepaald. Deze wordt vervolgens verwerkt bij de actualisatie van de grondexploitatie. De grondprijzen worden net als nu het geval is jaarlijks gewijzigd bij de actualisatie van de grondexploitaties.
141
Programmarekening 2012 | De Paragrafen
Actuele prognose lopende grondexploitaties Kerngegevens projecten in uitvoering
Boekwaarde 31-12-2012
V/ N
Verwacht planeconomisch saldo einddatum eindwaarde
Actief in uitvoering
V/N
Contant (2,5%)
V/N
WheremolenWest "Parkzone" nog niet geactualiseerd
€ 624.008
V 2016
€0
V
€0
V
Baanstee-Noord
€ 33.297.869
N 2029
€24.083.792
Weidevenne
€ 8.408.870
V 2016
€ 3.102.464
V
15.635.518
V
V
€ 2.845.596
V
Methodiek actualisatie Grondexploitatieopzetten worden één maal per jaar geactualiseerd. Met ingang van 2013 gebeurt dit bij de opstelling van de rekening van het voorgaande jaar, zodat bij de bespreking van de kadernota de ontwikkelingen op hoofdlijnen bekend zijn. Weidevenne Ook bij Weidevenne heeft de vertraging in de planvorming toegeslagen. In de actualisatie van de grondexploitatie, die gelijklopend met de jaarrekening aan uw raad ter vaststelling wordt aangeboden zal nader worden ingegaan op deze problematiek, met de daarbijbehorende financiele consequenties. Met name bij de ontwikkelingen Genuahaven en het Convento laat dit zich voelen. Het gaat dan met name om de afzetbaarheid van woningen in de vrije sector huur en koop. Overeenkomstig de planning is de Melkwegbrug in de tweede helft van 2012 opgeleverd. De voorbereiding van het Tramplein is inmiddels gestart en de aanbesteding zal in de eerste helft van 2013 plaatsvinden. Wheermolen West In 2011 is het projectgebied opgedeeld in twee delen, de Parkzone langs het spoor en de centraal in de wijk gelegen Driehoek. De actualisering van de grondexploitatie WheermolenWest betreft het deel aan de Parkzone. De prognose is nog steeds dat de desbetreffende grondexploitatie naar verwachting in 2016 met een neutraal resultaat worden afgesloten. Als gevolg van de huidige marktomstandigheden neemt de onzekerheid toe over de datum van afsluiting van deze GREX. In de actualisatie, die gelijklopend met de jaarrekening aan uw raad ter vaststelling wordt voorgelegd, zal hierop worden ingegaan. Voor de Driehoek zal, in combinatie met het tussen de Parkzone en de Driehoek gelegen Middengebied, onder de naam Wherepark een nieuw ontwikkelingsplan worden opgesteld. Er vind momenteel intensief overleg plaats met Wherestad en Bouwfonds om de planvorming voor dit gebied tot ontwikkeling te brengen. In de loop van dit jaar zal de raad om belsuitvorming met betrekking tot de planvorming worden gevraagd. Op dit moment is de actualisatie nog niet uitgevoerd. Bedrijvenpark Baanstee - Noord Inmiddels is gestart met de uitgifte van kavels op het bedrijventerrein Baanstee Noord. Het uitgiftetempo blijft, als gevolg van de zich voortdurend verslechterende marktomstandigheden, sterk achter bij de aannames die zijn gedaan in de grondexploitatiebegroting (GREX) BANO voor 2012. Bij de actualisatie van de grondexploitaitebegroting van BANO voor 2013 heeft als gevolg hiervan een aanpassing plaatsgevonden. In het Meerjaren Programma
142
Programmarekening 2012 | De Paragrafen
Grondexploitaties (MPG) , welke gelijktijdig met de jaarrekening aan uw raad ter vaststelling wordt aangeboden, is hierover meer gedetailleerde informatie opgenomen. In de bovenstaande tabel is een eindwaarde prognose gegeven op basis van de gewijzigde uitgangspunten aan de hand waarvan de GREX is opgesteld.
6.5
Financiering A. DOELSTELLING In deze paragraaf wordt helder gemaakt hoe de financieringsfunctie is ingericht en hoe daarmee wordt gewerkt. Sturen, beheersen en controleren behoren hierdoor tot de mogelijkheden. De hoofdlijnen op treasurygebied zijn vastgelegd in de verordening 212 en 213a die in 2010 is vastgesteld. In de verordening staan regels over: • de algemene doelstelling van de financieringsfunctie; • te hanteren richtlijnen en limieten; • de administratieve organisatie, daaronder begrepen, taken, bevoegdheden, verantwoordelijkheidsrelaties en informatievoorziening. B. RISICOBEHEER In de Wet fido is een kasgeldlimiet en een renterisiconorm gegeven om de invloed van (externe) rentewijzigingen op de financiële resultaten van de gemeente te beperken. Renterisico Het renterisico is het risico dat het saldo van de rentebaten en de rentelasten nadelig verandert door wijzigingen in het rentepercentage op uitzettingen en leningen, kort- en langlopend. De risiconorm wordt berekend door een in de Uitvoeringsregeling fido vastgesteld rentepercentage van 20% te vermenigvuldigen met de totale vaste schuld per 1 januari van enig jaar. Het doel van deze norm is het beheersen van de renterisico's op de vaste schuld (schuld met een rentetypische looptijd van één jaar of langer) door onder andere het aanbrengen van spreiding in de looptijden in de leningenportefeuille. In 2012 is binnen de wettelijke norm ten aanzien van de vaste schuld, de renterisiconorm, gebleven. Zowel op kasbasis als contractbasis. In de volgende tabel wordt het renterisico in relatie tot de norm aangegeven: (bedragen x duizend euro)
Kas basis
Contract basis
(1a) Renteherziening op vaste schuld o/g
-
-
(1b) Renteherziening op vaste schuld u/g
-
-
(2 ) Renteherziening op vaste schuld (1a-/- 1b)
-
-
(3a) Nieuw aangetrokken vaste schuld
77.400
77.400
(3b) Nieuw verstrekte lange leningen
-
-
(4 ) Netto nieuw aangetrokken vaste schuld (3a-/- 3b)
77.400
77.400
(5 ) Betaalde aflossingen
25.203
25.203
(6 ) Herfinanciering (laagste van 4 en 5)
25.203
25.203
(7 ) Renterisico op de vaste schild (2+6)
25.203
25.203
(8 ) Renterisiconorm
48.393
48.393
(9a ) Ruimte onder renterisiconorm (8 -/- 7)
23.190
23.190
(9b ) Overschrijding renterisiconorm (7 -/- 8)
-
-
241.963
241.963
Renterisiconorm en renterisico's vaste schuld
Berekening renterisiconorm (10 ) Stand van de vaste schuld 01/01/2012
143
Programmarekening 2012 | De Paragrafen
Kas basis
Contract basis
(11 ) Het bij ministeriële regeling vastgesteld percentage
20%
20%
(12 ) Renterisiconorm (10 maal 11)
48.393
48.393
Renterisiconorm en renterisico's vaste schuld
Kredietrisico (prudent beheer) Het kredietrisico is het risico van een waardedaling van een vordering ten gevolge van het niet (tijdig) na kunnen komen van de verplichtingen door de tegenpartij als gevolg van insolventie of deficit. In de verordening is vastgelegd dat uit hoofde van de treasuryfunctie uitzettingen alleen mogen worden gedaan bij financiële instellingen die een AAA-rating hebben. In 2012 zijn er geen uitzettingen van middelen geweest. Koersrisico Dit is het risico dat de financiële activa van de organisatie in waarde verminderen door negatieve koersontwikkelingen. Door gebruik te maken van díe instrumenten voor de kortlopende uitzettingen (zoals daggeld en rekening courant), is het te lopen koersrisico minimum. Langlopende uitzettingen uit hoofde van de treasuryfunctie hebben niet plaats gevonden. Met betrekking tot het verstrekken van geldleningen en garantstellingen uit hoofde van de publieke functie hebben zich geen bijzondere risico’s voorgedaan. De risico’s voor het afgeven van garanties op woningbouwleningen zijn voor de gemeente beperkt. Bij calamiteiten bij woningbouwverenigingen is als eerste het WSW aansprakelijk voor mogelijke claims. Valutarisico’s Valutarisico’s worden in de gemeente uitgesloten door uitsluitend leningen te verstrekken, aan te gaan of te garanderen in de Nederlandse geldeenheid (de euro). C. RELATIEBEHEER Op het gebied van de relaties met financiële instellingen hebben zich in 2012 geen relevante ontwikkelingen voorgedaan.
6.6
Bedrijfsvoering DOELSTELLING Dat een gemeente als vanzelfsprekend uit kon gaan van regels om te coördineren is niet meer. Daarmee is niet gezegd dat er taken afgaan, maar de uitvoering ervan wordt op een andere leest geschoeid. Doelen stellen, plannen maken en die uitvoeren moeten worden getoetst aan de vraag of dit de burger helpt. De gemeente legt de verantwoordelijkheid bij de burgers en het maatschappelijk middenveld. Dit betekent dat de gemeente meer een faciliterende rol heeft om dat mogelijk te maken. Bedrijfsvoering faciliteert de zelfredzaamheid van de burger door o.a. digitaal aanbieden van producten, afspraak on line met de gemeente en deze ontwikkeling is ook zichtbaar bij automatisering van het subsidieproces. Uitvoering van de gemeentelijke taken is mogelijk bij een adequate bedrijfsvoering. De gemeentewet schrijft voor dat de werkzaamheden rechtmatig, doelmatig en doeltreffend worden uitgevoerd. De borging en toetsing daarvan ligt besloten in de wijze van bedrijfsvoering.
144
Programmarekening 2012 | De Paragrafen
ALGEMEEN De bedrijfsvoering is in belangrijke mate de verantwoordelijkheid van het directieteam van de gemeente. Het directieteam opereert voor de bedrijfsvoering binnen de wettelijke kaders, bewaakt een adequate rolverdeling tussen het College en de directie en zoekt afstemming met het College over de na te streven doelstellingen. Naast de algemene en wettelijke doelstellingen betreft die afstemming in belangrijke mate de richting waarin de gemeentelijke organisatie zich dient te begeven. Het hoofddoel van de bedrijfsvoering is vastgelegd in het concernplan 2009-2010 en luidt: Een toekomstbestendige, professionele en dienstverlenende bedrijfsvoering die aansluit bij de ambities van het bestuur en de organisatie. Professionalisering en verbetering van de dienstverlening wordt voortgezet vanuit een inhoudelijke benadering die aansluit bij de ingezette ontwikkeling (rolneming) van de totale organisatie. Dit kan leiden tot een of meer organisatiewijzingen maar is geen doel op zich. Er wordt gestuurd op een meer vraaggerichte en ondersteunende houding in plaats van een controlerende houding. Dit uiteraard met behoud van aandacht voor het bewaken en signaleren van de risico's. Kernbegrippen hierbij zijn: Bewustwording, Partnerschap Vertrouwen en Differentatie. Dit heeft geleid tot betere afspraken over rollen, taken en verantwoordelijkheden en het anders organiseren van het werk. KRIMP BEDRIJFSVOERING In verband met de afgesproken financiële taakstelling op de organisatie is het noodzakelijk om de kosten van bedrijfsvoering mee te laten dalen als de organisatie krimpt. Er is immers een relatie tussen de omvang van de organisatie en de bedrijfsvoeringsteams die het primaire proces ondersteunen. In de praktijk zijn de kosten van bedrijfsvoering niet volledig variabel en neerwaarts beïnvloedbaar. We kiezen daarom voor een benadering waarbij per kostenpost (Huisvesting, Facilitair, ICT en Overig (Financiën, P&O), JVZ, Communicatie) wordt bekeken welke bijdrage aan de bezuiniging op de ambtelijke organisatie kan worden behaald. Met de implementatie van het digitale facturensysteem is de taakstelling van € 300.000 daadwerkelijk in 2012 gerealiseerd. De taakstelling van eveneens € 300.000 die verband houdt met de invoering van een electronisch HRM systeem is in 2012 gedeeltelijk gerealiseerd i.v.m. vertraging van de implementatie. De resterende taakstelling zal in 2013 worden gerealiseerd. Daarnaast wordt gestuurd op het realiseren van efficiencymaatregelen, mede als gevolg van de samenvoeging tot één afdeling Bedrijfsvoering.De eerste resultaten hiervan zullen in 2014 zichtbaar zijn. ACTIEF WERKGEVER- EN WERKNEMERSCHAP Onder de noemer 'Aktief' zijn diverse activiteiten uitgezet in de organisatie, zoals workshops (duurzame inzetbaarheid, HNW e.a.) en andere bewustwordingsacties. Binnen RO/MO is vorm gegeven aan talentontwikkeling en er is samen met andere gemeenten binnen de Metropool Amsterdam een traineepool opgezet. Doel is medewerkers actief te maken en eigen regie te laten voeren op hun ontwikkeling en inzetbaarheid. Van de leidinggevende wordt verwacht dat hij de medewerker stimuleert en actief ondersteunt. De aanpak is erop gericht initiatieven onderaf, vanuit de organisatie te laten komen en te ondersteunen. PLANNING EN CONTROL De afgesproken produkten zijn tijdig geleverd. Interne controles hebben plaatsgevonden en leveren inzicht in waar processen kunnen worden aangescherpt. Bij het opstellen van de begroting 2013 / jaarrekening 2012 is de programmastructuur vernieuwd in die zin dat prestaties rechtstreeks gekoppeld zijn aan de beleidsvelden.
145
Programmarekening 2012 | De Paragrafen
DIGITALISERING Naast de implementatie van het digitale facturensysteem en de inrichting van het E-HRM systeem lag er in 2012 een accent op het digitaal werken met documenten. Hiervoor zijn meerdere instrumenten in onderlinge samenhang in gebruik genomen: het DMS (electronisch archief) is in april 2012 geheel heringericht opgeleverd, er is een instrument voor de gestandaardiseerde aanmaak van documenten (smartdocuments) aangeschaft. Ook worden nieuwe werksystemen, zoals voor de omgevingsvergunning (Squit XO) hierop aangesloten. Voor het digitaal werken met documenten is ook een zaaksysteem van groot belang. De ontwikkeling hiervan stagneerde in 2012. Dit kwam door de beperkte technische kwaliteit van het systeem en omdat eerst nog organisatorische aanpassingen nodig zijn om goed van een zaaksysteem te kunnen profiteren. In 2012 is de "pilot" rond werken met tabletcomputers (iPads) overgegaan in beleid. Doel is om medewerkers die dat willen, kennis te laten maken met en ervaring te laten op doen met een (technisch) aspect van Het Nieuwe Werken. En creativiteit op dat gebied al aan te boren. Andere relevante ontwikkelingen in 2012 zijn: • voortgang met de opbouw en benutting voor het Stelsel van Basisregistraties. De opbouw en inrichting is ingewikkeld en beslaat meerdere jaren. De voordelen voor de organisatie zijn groot: het principe van eenmalige inwinning en meervoudig gebruik leidt tot efficiëntie, kostenbesparing en hogere kwaliteit. • Start van het project Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT): de vervanging van de Grootschalige BasisKaart van Nederland (GBKN). • Afronding project BAG-WOZ koppeling, in eerste fase. Het resultaat hiervan is dat nu alleen nog maar authentieke objecten in de WOZ- registratie voor komen. Een advies over het vervolg van het project, namelijk de koppeling tussen BAG- en WOZ-objecten, is gereed. Voor dit vervolgproject zijn eind 2012 de eerste besprekingen gevoerd. • Vernieuwing van de WKPB (soort koppeling van gegevens met het Kadaster) opgeleverd.Er is een data-distributiesysteem geïmplementeerd waardoor we onder andere de gegevens uit de BGT, WOZ en andere registraties kunnen benutten voor de dienstverlening , waarbij de gegevens onderling met elkaar in verband worden gebracht. • Tot slot is er een digitaal "verloren- en gevonden register" geïmplementeerd, als ook de "digitale graafvergunning". Tangelo is in productie en zorgt ervoor dat nu nog vooral bij FA beter samengewerkt kan worden aan financiële rapportages. RECHTMATIGHEID/INKOOP Door bundeling en aanbesteding van inkoop wil de gemeente bevorderen dat doelmatig en rechtmatig wordt omgegaan met de besteding van de aan haar toevertrouwde middelen. Het jaarlijks opgestelde Dynamisch Inkoop Jaarplan is hiervoor een belangrijk sturingsinstrument. Sinds 2011 wordt er daarnaast aandacht besteed aan de speerpunten duurzaamheid, sociaal rendement, regionale samenwerking en is er meer ruimte voor lokale partijen om mee te doen aan aanbestedingen van de gemeente. In totaal is in 2012 aan 33 aanbestedingen gewerkt. 6 daarvan hebben geresulteerd in een afgeronde aanbesteding en getekende overeenkomst. 15 aanbestedingen zijn gestart en lopen door in 2013. Bij 11 geplande aanbestedingen is na nadere analyse en overleg besloten om af te wijken van beleid en op een andere manier aan te besteden en in 3 gevallen is er doorgeschoven naar 2013. In het derde kwartaal is een digitaal contractbeheersysteem in werking genomen. Zo krijgt de gemeente inzicht en overzicht over alle lopende contracten en worden er betere voorwaarden gecreëerd om tot contractbeheer te komen. Speerpunten: Duurzaamheid. De aanbestedingen die vooraf in het DIP zijn gekenmerkt als duurzaam zijn in 2012 afgerond en 100% duurzaam aanbesteed. Regelmatig worden innovatieve ideeën
146
Programmarekening 2012 | De Paragrafen
ingezet daar waar nog geen vastgestelde duurzaamheidscriteria van het Rijk zijn. Feitelijk loopt Purmerend in die specifieke gevallen voorop. Sociaal rendement. Het speerpunt sociaal rendement wordt op twee manieren ingevuld. • Baanstede waarin het AB Baanstede op 5 september 2012 heeft besloten dat alle SWmedewerkers begeleid moeten worden naar een reguliere arbeidsplek buiten Baanstede. Onderzocht wordt hoe in het kader van een tweetal aanbestedingen deze doelstelling kan worden meegenomen. • De zogenaamde 5% regeling waarbij sociale doelstellingen gerealiseerd kunnen worden bij aanbestedingen. Hierbij kan gedacht worden aan stageplekken of leerwerkbanen voor laaggekwalificeerde personen, met als uiteindelijk doel een vaste werkplek. Regionale samenwerking. Er zijn geen regionale gezamenlijke aanbestedingen in de afgelopen periode gerealiseerd. Voor de aanbesteding Aanvullend openbaar vervoer (WMO) lift de gemeente Beemster overigens mee met de aanbesteding van de gemeente Purmerend. Lokaal. Het speerpunt lokaal wordt ingevuld door, waar dat zinvol is, 1 à 2 lokale ondernemers mee te nemen in de aanbesteding. BETALINGSGEDRAG CREDITEUREN Per 1 februari 2012 is de gemeente begonnen met het digitaal verwerken van inkoopfacturen (inclusief een workflow) om sneller te kunnen gaan betalen. Eind 2012 is hierdoor de gemiddelde betalingstermijn gedaald naar 28 dagen. Alle facturen te betalen binnen 30 dagen is niet mogelijk omdat de geleverde prestatie niet altijd voldoet en de factuur niet altijd conform onze inkoopvoorwaarden wordt ingediend. Op dit moment wordt 75% van de facturen binnen 30 dagen betaald. Tabel: betalingsgedrag crediteuren 2011 en 2012 Gemiddelde betalingstermijn
Aantal facturen
2011
21.948
38
9.756
10.605
992
595
2012
21.954
28
15.351
5.081
819
703
In % van het totaal
In % van het totaal
In % van het totaal
In % van het totaal
Tussen 0 en Tussen 30 Tussen 60 30 dagen en 60 dagen en 90 dagen
Later 90 dagen
2011
21.948
38
44%
48%
5%
3%
2012
21.954
28
70%
23%
4%
3%
213A ONDERZOEKEN Met behulp van audit- en 213a-onderzoeken wordt een impuls gegeven aan de rechtmatigheid, doelmatigheid en doeltreffendheid van de inzet van de gemeente. Met de audit-onderzoeken worden verschillende processen periodiek getoetst. Houdt de organisatie zich aan de spelregels en is de organisatie voldoende ingericht om risico’s te vermijden en mogelijk te beheersen. Een audit kan aangekondigd of onaangekondigd plaatsvinden. Over de bevindingen en aanbevelingen wordt gerapporteerd aan de directie en de proceseigenaar. Over de uitkomsten wordt de accountant geïnformeerd, zodat deze ook kan vaststellen of de interne beheersing van de processen voldoende aandacht krijgt en leidt tot verbeteringen. In 2010 is de keuze gemaakt om in principe de 213a- onderzoeken intern uit te voeren en elk jaar worden twee onderdelen onderzocht. In 2012 is het doelmatigheidsonderzoek naar de kostprijs van een aantal documenten van Burgerzaken afgerond. De raad is hierover geïnformeerd. In de derde Berap is aangegeven dat het college heeft besloten om het tweede onderzoek, naar de Voor- en Vroeg schoolse educatie (VVE), niet meer als 213a onderzoek uit te voeren
147
Programmarekening 2012 | De Paragrafen
omdat ook de onderwijsinspectie onderzoek doet naar de stand van de VVE in alle gemeenten die daarvoor rijksgelden ontvangen. De resultaten worden in het eerste kwartaal van 2013 aangeboden aan het college en de raad. HUISVESTING/FACILITAIR De keuze is gemaakt om onderzoek te doen naar het concentreren van de gemeentelijke organisatie in het stadhuis en het verlaten van het pand Werkplein en dit te combineren met Het Nieuwe Werken. Het huurcontract voor het pand Werkplein loopt door tot medio 2017.Deze keuze draagt bij aan de effectiviteit en efficiency van het concern. Op basis van de in 2012 vastgestelde uitgangspunten en scenario's wordt het meest kansrijke scenario bepaald, vervolgens uitgewerkt en een implementatieplan opgesteld. Inspanning is er op gericht om de inhuizing van Werk & Welzijn per 1 januari 2015 te hebben gerealiseerd. Het UWV heeft in het begin van 2012 de locatie werkplein verlaten waardoor huuropbrengsten kwamen te vervallen. In maart 2012 heeft de Kamer van Koophandel een gedeelte van de vrijgevallen m2 in gebruik genomen waardoor het verlies gedeeltelijk wordt gecompenseerd. Aangezien het uitgangspunt is de locatie Werkplein te verlaten wordt uitsluitend het noodzakelijk onderhoud uitgevoerd. In 2012 is 90% van de werkzaamheden met betrekking tot brandveiligheid in het stadhuis uitgevoerd waarmee het merendeel van de gebreken verholpen is. In overleg met betrokken toezichthouders wordt het laatste deel gefaseerd uitgevoerd. In 2012 is de BHV organisatie gemeente breed verder geprofessionaliseerd en is het BHV beleidsplan inclusief uitvoeringsplannen geactualiseerd. VERZUIMPERCENTAGE Het verzuimpercentage is wederom gedaald. Was het in 2011 nog 6%, over heel 2012 kwam het uit op 5,28%. Hiermee is de doelstelling (binnen 10% van de verzuimnorm van 5,27%)gehaald. De verzuimfrequentie kwam uit op 1,62, wat boven de doelstelling van 1,46 is. De doelstelling is gebaseerd op de Gemeentelijke Verzuimnorm, waarbij uitgegaan is van het gemiddelde bij andere gemeenten. PERSONEEL IN DIENST VERSUS INHUUR DERDEN Formatie Organogram per 1-1 (aantal fte's)
2010
2011
2012
2013
779,03
775,17
756,1
752,54
Vacatures per 1-1 (aantal functies)
29
19
5
5
Instroom (aantal medewerkers)
67
49
33
*
Uitstroom (aantal medewerkers)
47
36
35
*
* instroom en uitstroom 2013 is bekend aan het einde van het jaar INHUUR DERDEN In 2012 is het scherp bewaken van de kosten voor inhuur voortgezet. Er is in 2012 voor een bedrag van € 4,7 miljoen aan inhuurkosten verantwoord. In 2011 was dit nog € 5,8 miljoen.
148
Programmarekening 2012 | De Paragrafen
Personeel versus inhuur derden (bedragen x € 1.00)
2011
2012
Loonsom (realisatie)
40.987
42.567
Loonsom vacatures
3.487
2.721
Vergoedingen ziekte en zwangerschapsverlof
607
389
Begrote inzet inhuur tijdelijke krachten
273
625
Begrote inzet externe expertise
2.139
1.849
Begrote inhuur expertise t.l.v. investeringskredieten
1.009
100
Totaal beschikbaar budget inhuur
7.515
5.684
Inhuurkosten t.l.v. vacatureruimte
3.371
3.221
Inhuurkosten expertise
2.444
1.469
Totaal kosten inhuur derden
5.815
4.690
Verschil inhuur derden
1.700
994
OVERKOMEN TAKEN BEEMSTER PER 1-1-2014 In 2012 is een besluit genomen door de Raad van Beemster en Purmerend over ambtelijke samenwerking met Purmerend. Daarbij is vanuit Beemster aangegeven dat verdieping nodig is in de financiële en personele consequenties van deze samenwerking. In de raadsvergadering van 22 januari 2013 is het besluit definitief geworden Er is een projectstructuur ingericht en een projectleider aangesteld om deze ingrijpende beweging in goede banen te leiden. Aandacht voor de menskant en betrokkenheid bij de keuzes die worden gemaakt, zijn daarbij onontbeerlijk. Er is een opzet gemaakt voor het spoorboekje medezeggenschap, er zijn uitgangspunten voor de Raad van Beemster beschreven en er is een arbeidsvoorwaardenvergelijk opgezet. Een inventarisatie van de taken die voor de Beemster uitgevoerd gaan worden heeft plaatsgevonden Ten behoeve van de business case heeft een inschatting van de benodigde ICT-inspanningen en -kosten van samenvoeging met Beemster plaatsgevonden. Duidelijk is dat er een aanzienlijke inspanning en flinke uitgaven verwacht worden om de samenvoeging te realiseren. Met Werk&Welzijn/WMO is al een aantal belangrijke ICT-systeemintegraties gerealiseerd waardoor de eerste tranche van medewerkers op die gebieden al goed samen kunnen werken. RECHTMATIGHEID Bij rechtmatigheid gaat het om het voldoen aan de wettelijke kaders en regelgeving. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen het juridische begrip rechtmatigheid en het begrip rechtmatigheid in het kader van de accountantscontrole. Bij de programmarekening gaat het om de rechtmatigheid in het kader van de accountantscontrole, die vereist dat de baten en lasten en de balansmutaties in de programmarekening rechtmatig tot stand zijn gekomen. Er bestaat bij de rechtmatigheidcontrole door de accountant met name een sterke relatie met het financieel beheer. Deze moeten gebeuren volgens de regels die gelden. Dit betekent dat handelingen in het financieel beheer zijn vastgelegd in de administratie en in overeenstemming zijn met specifieke regels (bijvoorbeeld subsidieverordening) en de financiële regels (financiële verordening en de controleverordening van Purmerend). Tevens moet worden voldaan aan de
149
Programmarekening 2012 | De Paragrafen
Gemeentewet en het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten (BBV), waarin is voorgeschreven aan welke regels de programmabegroting en rekening minimaal dienen te voldoen. Ook dienen de financiële handelingen te passen binnen door de raad geautoriseerde programmabegroting. In de programmabegroting zijn de maxima voor de lasten per programma vermeld, die de raad heeft vastgesteld. Dit betekent dat de maxima niet mogen worden overschreden zonder aparte autorisatie van de raad. Begrotingsrechtmatigheid Een onderdeel van de rechtmatigheidtoetsing vormt het controleprotocol van de accountant. Dit protocol bevat de volgende punten: • 1% tolerantie van de bruto-lasten van de programmarekening 2012 voor fouten • 3% tolerantie van de bruto-lasten van de programmarekening 2012 voor onzekerheden Door de raad zijn geen specifieke te controleren aandachtspunten opgegeven. Begrotingsonrechtmatigheden binnen de exploitatie Op programmaniveau zijn alle begrotingsoverschrijdingen op de lasten onrechtmatig en moeten op programmaniveau worden toegelicht (artikel 189 lid 3 van de Gemeentewet). Bij het uitvoeren van de begroting wordt als zogenaamde begrotingsonrechtmatigheid aangemerkt lasten op een programma voor zover deze hoger zijn de vastgestelde actuele begroting. Dit betekent dat er geen besluiten tot wijziging van de begroting meer tot stand zijn gekomen, na afloop van het begrotingsjaar 2012. Voor deze overschrijding geldt dat moet worden toegelicht wat de oorzaken zijn en dat voor zover kan worden toegelicht dat er samenhang is met andere onderschrijdingen of hogere baten deze uitleg toereikend is. De programma’s die zijn overschreden zijn hieronder in een tabel bijeengebracht. Vanwege de samenhang met het rekeningresultaat (lees: de onttrekkingen en toevoegingen aan reserves) wordt ook getoond voor welk bedrag (eventueel) de overschrijding gecompenseerd wordt met een mutatie op specifieke reserves.
Programma (bedragen x € 1.000)
Bijgestelde begroting
Overschrijding
Samenhang met reserves
-8.092
7
Nee
-10.771
271
Nee
08. Veiligheid 13. Bestuur & concern
Toelichting: De begrotingsonrechtmatigheid in 2011 was 11,4 miljoen. Voor 2012 is de begrotingsonrechtmatigheid 0,3 miljoen. Deze onrechtmatigheid wordt veroorzaakt in de volgende programma's: Programma 8 Veiligheid Programma 13 bestuur en concern De overschrijding wordt veroorzaakt doordat bij het opmaken van de jaarrekening 2012 een extra (niet begrote) dotatie aan de voorziening wachtgeldverplichtingen moest worden verwerkt omdat de wachtgeldtermijn van één wachtgelder is verlengd met drieënhalf jaar tot het bereiken van de 65 jarige leeftijd. Begrotingsonrechtmatigheden op investeringen Ook voor de investeringen geldt dat uitgaven boven het bedrag waarvoor krediet is verleend aangemerkt worden als onrechtmatig. Overschrijdingen dienen vooraf te worden gemeld
150
Programmarekening 2012 | De Paragrafen
aan de raad. Voor de investeringskredieten 2012 geldt dat overschrijdingen zijn benoemd en toegelicht per programma in de financiële toelichting. Voor een aantal overschrijdingen geldt dat ze lastig te voorkomen zijn als gevolg van de openeind regeling waarop de uitgaven zijn gebaseerd. In deze categorie zijn geen overschrijdingen te melden. MELDING WET OPENBAARMAKING UIT PUBLIEKE MIDDELEN GEFINANCIERDE TOPINKOMENS Voorgeschreven is dat jaarlijks openbaar gemaakt wordt welke personen een inkomen hebben ontvangen van meer dan € 194.000 Dit inkomen bestaat uit brutoloon, bijdrage pensioenopbouw en eventuele bijtelling voor gebruik van een dienstauto. Voor de gemeente Purmerend geldt dat er geen meldingen in dit kader hoeven te worden gedaan.
6.7
Verbonden partijen Doelstelling De gemeente Purmerend is verbonden aan een aantal partijen. Deze paragraaf geeft inzicht in de partijen waarmee Purmerend is verbonden. Het streven is erop gericht om de partijen mee te laten lopen in de reguliere Planning en Control-cyclus van de gemeente. Dat betekent dat de begroting en de rekening van de partijen, tijdig beschikbaar moet zijn. Wat is een verbonden partij Een privaat- of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk en financieel belang heeft (artikel 1 Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten). Hoe kijken wij aan tegen inhoudelijke aansturing verbonden partijen? De gemeente Purmerend heeft om diverse redenen een belang in verbonden partijen. Dit kan diverse oorzaken hebben: • vanuit het verleden ontstaan, gemeentelijk belang beperkt, maar financieel interessant vanwege dividendinkomsten; • strategisch belang; de gemeente heeft er belang bij of is wettelijk verplicht om via gemeenschappelijke regelingen of besturen invloed te hebben in bepaalde meer inhoudelijke zaken. Door deze verbonden partijen wordt het mogelijk bepaalde voorzieningen voor de (inwoners van) de gemeente beschikbaar te hebben en daarbij ook bestuurlijke invloed uit te oefenen; • verzelfstandigde gemeentelijke onderdelen; qua bestuur en organisatie zijn er voormalige gemeentelijke onderdelen op afstand gezet. Door financiële relaties of bestuurlijke vertegenwoordiging heeft de gemeente nog invloed op de koers van deze verzelfstandigde onderdelen. Al deze samenwerkingsverbanden hebben als overeenkomst dat het bestuur van de gemeente Purmerend via deze samenwerkingsverbanden een bijdrage kan leveren aan het behalen van de verschillende programmadoelstellingen. Als dit wijzigt moet de gemeente stilstaan bij de wijze van betrokkenheid in de betreffende partij. Begrotingscriterium in relatie tot verbonden partijen Het begrotingscriterium houdt in dat binnen de spelregels van de raad geen overschrijdingen op programmaniveau mogen plaatsvinden. Een belangrijk dilemma in het kader van de verbonden partijen is, dat de uitkomsten van de begroting en jaarverslag van de verbonden partijen en de gemeentelijke bijdrage uiteen kunnen lopen.
151
Programmarekening 2012 | De Paragrafen
De gemeente Purmerend hanteert hierbij de lijn: • financieel effect gebaseerd op nieuw beleid van verbonden partij; kan alleen opgenomen worden in de begroting en de budgetten, na instemming van de raad, passende binnen de (financiële) spelregels voor nieuw beleid van de gemeente; • financieel effect gebaseerd op bestaand beleid van verbonden partij; beschouwen als onvermijdelijke wijziging en deze als zodanig behandelen in de begroting en begrotingsaanpassingen. Programma 2 Zorg en Welzijn Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst (GGD) Zaanstreek-Waterland Dit betreft een gemeenschappelijke regeling van de gemeenten in Waterland, Zaanstad en Oostzaan. Gemeenten zijn verplicht om alleen, of samen met anderen, een Gezondheidsdienst in stand te houden. Bestuurlijk is de gemeente vertegenwoordigd in het dagelijks bestuur. De begrote bijdrage voor 2012 van de gemeente Purmerend is € 2.520.951. Programma 8 Veiligheid Veiligheidsregio Zaanstreek/Waterland Dit betreft het openbaar lichaam de Regionale Brandweer Zaanstreek-Waterland. Het rechtsgebied van het openbaar lichaam omvat het grondgebied van de deelnemende gemeenten. De doelstelling van het openbaar lichaam is door samenwerking een zo doelmatig mogelijk georganiseerde en gecoördineerde brandbestrijding en hulpverlening te bewerkstelligen bij rampen en zware ongevallen in de regio Zaanstreek-Waterland en – in geval van bijstandsverlening – daarbuiten. Waar mogelijk moet de Regionale Brandweer een bijdrage leveren aan het ontwikkelen en in stand houden van een veiligheidsregio ZaanstreekWaterland. De bijdrage van de gemeente Purmerend in 2012 is € 1.268.198 Ten tijde van het opstellen van deze programmarekening waren de definitieve jaarcijfers 2012 van de veiligheidsregio nog niet bekend. Als gevolg van een wetswijziging zal de gemeentelijke brandweer van Purmerend per 1 januari 2014 geregionaliseerd worden en opgaan in de veiligheidsregio. Op dit moment wordt dit proces door de deelnemende gemeenten in de veiligheidsregio verder uitgewerkt. Hiervoor zal de gemeenschappelijke regeling worden aangepast. Bestuurlijk is de gemeente vertegenwoordigd in het dagelijks bestuur. Programma 11 Actief in de Stad Recreatieschappen Het Twiske en Landschap Waterland Op dit moment participeert de gemeente Purmerend in recreatieschap Het Twiske en Landschap Waterland. De bijdrage aan de recreatieschappen is in 2012 voor Het Twiske € 69.383 en voor Landschap Waterland € 70.982 geweest. Daarnaast is er totaal € 24.958 aan doorgeschoven BTW gerealiseerd. Ten tijde van de programmarekening Purmerend 2012 waren er nog geen definitieve jaarcijfers van deze recreatieschappen beschikbaar. Programma 12 Werk en inkomen Gemeenschappelijke regeling werkvoorzieningschap Zaanstreek-Waterland Baanstede De Wet sociale werkvoorziening (Wsw) maakt het mogelijk dat mensen met een arbeidsbeperking die (begeleid) willen werken, dat kunnen doen in een zo normaal mogelijke arbeidsomgeving. Mensen die ook met behulp van de Wsw via detachering of begeleid
152
Programmarekening 2012 | De Paragrafen
werken geen werkplek vinden, kunnen op een meer beschutte werkplek binnen het sociaal werkvoorzieningsbedrijf (sw-bedrijf) aan de slag. De bijdrage van de gemeente Purmerend in 2012 bedraagt € 354.959 (excl. de onderdelen welke in een subsidierelatie zijn ondergebracht). De jaarcijfers 2012 van Baanstede waren ten tijde van het opstellen van de programmarekening nog niet bekend. In 2012 is een aanvang gemaakt met het opstellen van een herstructureringsplan om de gevolgen van nieuwe participatiewet op te kunnen vangen. Bestuurlijk is de gemeente vertegenwoordigd in het dagelijks bestuur van Baanstede. Programma 13 Bestuur en Concern Intergemeentelijke Samenwerkingsorgaan Waterland (IS W) De samenwerking op Waterlandse schaal richt zich vooral op beleidsafstemming op terreinen als ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer en economie. Daarvoor heeft het ISW een klein ambtelijk apparaat beschikbaar. De nadruk ligt op het overleg van de portefeuillehouders. Begin 2011 is gekozen voor een andere vorm van ambtelijke ondersteuning waarbij deze voor grotere projecten is ondergebracht bij deelnemende gemeenten eventueel aangevuld met externe inhuur. Dit heeft geleid tot een kostenbesparing vanaf 2012. De gemeentelijke bijdrage aan het I.S.W. bedraagt voor 2012 € 371.186. In dit bedrag is ook begrepen de financiële bijdragen die via het I.S.W. lopen voor Stichting Laag Holland en de Stadsregio Amsterdam (SRA). Daarnaast wordt de wettelijke taak van de gemeenten om een streekarchief te voeren, uitgevoerd door het Waterlands archief. De gemeente Purmerend draagt ongeveer 50% van de lasten. in 2012 bedraagt de bijdrage aan het Waterlands archief € 437.697. Programma 14 Algemene Dekkingsmiddelen BV Stadsverwarming Purmerend De BV stadsverwarming is een 100% deelneming van de gemeente Purmerend. De BV koopt en verkoopt warmte en heeft hiervoor een eigen distributienet. De deelneming van de gemeente in de BV bedraagt ruim 38 miljoen en staat ongeveer gelijk aan 50% van de omvang van de activa van de BV. De gemeente is enig aandeelhouder en moet als zodanig instemmen met de benoeming van de Commissarissen. De exploitatieresultaten van de BV staan niet toe dat er dividend aan de gemeente kan worden uitgekeerd. BV heeft plannen voorgelegd om zelf een Biowarmtecentrale te gaan exploiteren. Deze plannen zijn, na consultatie van de gemeenteraad goedgekeurd. De financiering voor deze plannen vindt plaats onder garantstelling van de aandeelhouder. HVC (Huisvuil Centrale Alkmaar) De deelneming HVC is in 2011 geactiveerd op 102 aandelen met een waarde van € 45,45. De totale waarde van de deelneming bedraagt € 4.636. Door HVC wordt er op dit moment nog geen dividenduitkering uitgekeerd. Daarnaast staat Purmerend via het aandeelhouderschap garant voor circa € 22 miljoen langlopende leningen. Jaarlijks wordt 1% van de garantstellingprovisie door de HVC uitgekeerd. Het beleid van HVC is om de omvang van de leningen te laten afnemen.
153
Programmarekening 2012 | De Paragrafen
7
BALANS�EN�TOELICHTING
7.1
Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling A. Inleiding De programmarekening is opgemaakt met inachtneming van de voorschriften die het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) daarvoor geeft. Dit is een nadere uitwerking van de financiële verordening en ex artikel 212 van de gemeentewet. Met ingang van 1 januari 2004 is het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) in werking getreden. De voornaamste uitgangspunten zijn: • eenheid van begroting en programmarekening; • het opnemen van een balans waaruit de financiële positie van de gemeente blijkt; A1. Wijzigingen ten opzichte van 2011 In 2012 zijn er geen relevante wijzigingen in het BBV doorgevoerd ten opzichte van de programmarekening 2011. Voor wat betreft de niet in exploiataite genomen gronden is al in 2011 rekening gehouden met de aanwijzing van de commissie BBV. Op de balans zijn de NIEEG's afzonderlijk zichtbaar. A2. Algemene grondslagen voor het opstellen van de programmarekening In de programmarekening zijn gegevens verwerkt met betrekking tot 2012 voor zover deze bekend waren tot en met 8 maart 2013. Gegevens na deze datum zijn benoemd in de paragraaf “gebeurtenissen na balansdatum” en zijn opgenomen in het hoofdstuk algemene dekkingsmiddelen van de programmarekening 2012. De waardering van de activa en de passiva en de bepaling van het resultaat vindt plaats op basis van historische kosten. De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten en winsten worden slechts genomen voor zover zij op de balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico’s die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de programmarekening bekend zijn geworden. Dividendopbrengsten van deelnemingen zijn als bate verantwoord in het jaar waarin het dividend is ontvangen en/of het moment waarop het dividend betaalbaar gesteld wordt. Personeelslasten worden toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Als gevolg van het formele verbod op het opnemen van voorzieningen c.q. schulden uit hoofde van jaarlijks terugkerende arbeidskostengerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume worden sommige personele lasten echter toegerekend aan de periode waarin de uitbetaling plaatsvindt; dit betreft ziektekostenpremie voor gepensioneerden en overlopende vakantiegeld. B. Balans
154
Programmarekening 2012 | Balans en Toelichting
1. VASTE ACTIVA Activa worden gewaardeerd op basis van de verkrijgingsprijs- of vervaardigingsprijs. 1.1. Materiële vaste activa In erfpacht uitgegeven gronden De erfpachtgronden op de balans betreffen voornamelijk grondwaarden waarvoor een canon wordt betaald. De waarde van de afgekochte eeuwigdurende erfpachtsgronden zijn met ingang van 2005 op de registratiewaarde van € 1,00 per kavel gesteld. Materiële vaste activa met economisch nut Alle investeringen met economisch nut worden geactiveerd en dus afgeschreven. Een investering is van economisch nut als activum verhandelbaar is of wanneer er opbrengsten mee kunnen worden gegenereerd. Specifieke investeringsbijdragen van derden worden op de desbetreffende investering in mindering gebracht; in die gevallen wordt er op het saldo afgeschreven. Materiële vaste activa met maatschappelijk nut Investeringen met een meerjarig maatschappelijk nut in de openbare ruimte, o.a. wegen, pleinen, bruggen worden in beginsel altijd geactiveerd en afgeschreven, conform de in de financiële verordening opgenomen afschrijvingstabel. Het argument daarvoor is dat de lasten evenredig worden toegerekend volgens de economische levensduur (gebruiksduur) van de objecten. Indien van toepassing worden op deze investeringen (beschikkingen over) bestemmingsreserves in mindering gebracht. Dit geldt ook voor specifieke investeringsbijdragen van derden. In beide gevallen wordt er op het saldo afgeschreven. Afschrijvingsmethoden- en termijnen In principe worden alle materiële activa lineair afgeschreven in de verwachte gebruiksduur, waarbij bij een enkele investering rekening wordt gehouden met een eventuele restwaarde. In het verleden werden nog kredieten beschikbaar gesteld met afschrijvingen gebaseerd op een annuïtaire basis. Deze investeringen worden vanaf boekjaar 2010 eveneens lineair afgeschreven waardoor voor Purmerend alle materiële activa lineair wordt afgeschreven. De gehanteerde afschrijvingstermijnen bedragen in jaren: 50 jaar: gebouwen 45 jaar: stedelijk waterplan, riolering 40 jaar: schoolgebouwen, verharding / terreininrichting, dijken en kades, asfalt (wegen), elementen (wegen) 30 jaar: oeverbeschoeiing, herstel kademuren 25 jaar: rotondes, verkeerslichten en lantaarnpalen, speeltoestellen
155
Programmarekening 2012 | Balans en Toelichting
20 jaar: inrichting / renovatie sport -, speel- en schoolterreinen, noodgebouwen, gebouw e
gebonden technische installaties, functie verbeterende verbouwingen, 1 inrichting schoolgebouwen, inrichting gymnastieklokalen / sporthallen, containers anders dan glas-, papier - en rolcontainers, kunststof sportveld (onderlaag) 15 jaar: kunststof sportveld (bovenlaag en onderlaag gecombineerd aangelegd), vrachtwagens en bijzondere voertuigen, tankautospuiten, glas-, papier- en rolcontainers 10 jaar: kunststof bovenlaag sportveld, gebouw inrichting (w.o. stoffering / meubilair), installaties / machines en overige materiële vaste activa, huisvuilauto's, veeg - en containerauto’s 8 jaar: personenauto’s, bestelbusjes en (losse) apparaten 6 jaar: ICT software 4 jaar: ICT hardware niet: gronden en terreinen Activa met een verkrijgingsprijs van minder dan € 25.000 worden niet geactiveerd, uitgezonderd gronden en terreinen. Deze laatstgenoemde worden altijd geactiveerd. Moment van eerste jaar afschrijving Als ingangsdatum van de afschrijving geldt het jaar volgend op het jaar ná oplevering c.q. vervaardiging. Op grondbezit met economisch nut (buiten de openbare ruimte) wordt in principe niet afgeschreven. Levensduurverlengende investeringen Dit betreft uitgaven voor groot onderhoud, zoals vervanging van (delen) van daken, dakbedekking, elektrische installaties, vloeren e.d. Hierbij gelden de volgende uitgangspunten: Kosten van klein onderhoud worden in het jaar van uitvoering ten laste van de exploitatie gebracht; Kosten van groot onderhoud komen ten laste van een hiervoor gevormde voorziening (op basis van een actueel beheerplan); Levensduurverlengende investeringen worden geactiveerd en afgeschreven (eventueel via de componentenbenadering). 1.2. Financiële vaste activa Participaties Participaties in het aandelenkapitaal zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs van de aandelen. De gemeente Purmerend heeft de volgende participaties:
156
Programmarekening 2012 | Balans en Toelichting
a. Bank Nederlandse gemeenten 7020 aandelen van € 2,50 ofwel € 17.750 b. EZW (betreft aandelen in het voormalig Energiebedrijf Zaanstreek - Waterland). Het aantal aandelen EZW bedraagt 13.595. Deze zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs van € 6.466. c. De deelneming in de Stadsverwarming Purmerend B.V. is een 100% deelneming. In de waardering is in 2011, vanuit het voorzichtigheidsbeginsel, rekening gehouden met exploitatieverliezen sinds de oprichting van de BV. Op de agio is € 4,397 miljoen afgeboekt. Deelneming NV Huisvuilcentrale Alkmaar N-H (HVC) In 2011 is ingestemd met het aangaan van een aandeelhouderschap met de HVC. Hierbij is besloten uit te treden uit de gemeenschappelijke regeling met het Afval Energie Bedrijf Amsterdam (AEB), na akkoord van de Provincie, en toe te treden tot de HVC. Met deze overstap wordt een besparing gerealiseerd op de afvalverwerking en wordt er een bedrag aan garantstellingprovisie in een voorziening garantstelling leningen HVC opgenomen ter dekking van de risico's voor de garantstelling. Daarnaast wordt door het aangaan van het aandeelhouderschap van de HVC een aandelenbelang verworven van € 4.635,90, te weten 102 aandelen tegen € 45,45 per aandeel. Verstrekte langlopende geldleningen De verstrekte langlopende geldleningen zijn opgenomen tegen nominale waarde,verminderd met de ontvangen aflossingen. Onder deze balanspost per 31 december 2012 zijn voornamelijk opgenomen de verstrekte geldleningen aan woningcorporaties en de hypotheekverstrekkingen aan gemeentepersoneel. Bijdragen aan derden Bijdragen aan activa van derden worden geactiveerd. Dergelijke geactiveerde bijdragen zijn gewaardeerd op het bedrag van de verstrekte bijdragen, verminderd met afschrijvingen. De verleende bijdragen worden afgeschreven in de periode waarin het betrokken actief van de derde op basis van door de gemeente gesteld voorwaarden moet bijdragen aan de publieke taak 2. VLOTTENDE ACTIVA 2.1. Voorraden De nog niet in exploitatie genomen bouwgronden zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingprijs. De overige grond - en hulpstoffen (magazijnvoorraden) zijn gewaardeerd tegen vaste verrekenprijzen die gebaseerd zijn op de gemiddelde betaalde inkoopprijs. De verantwoording van de grondexploitatie verloopt via de exploitatie, als onderdeel van programma 7 Ruimtelijke ordening. Bij deze methode worden jaarlijks in de rekening van baten en lasten zowel de werkelijke lasten van het bouwrijp maken als de werkelijke verkopen
157
Programmarekening 2012 | Balans en Toelichting
getoond. Het (positieve dan wel negatieve) saldo daarvan is de mutatie onderhanden werk (OHW). De als onderhanden werken opgenomen bouwgronden in exploitatie zijn gewaardeerd tegen de vervaardigingsprijs, dan wel de lagere marktwaarde. De vervaardigingsprijs omvat de kosten die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend (zoals grondaankopen, plankosten en kosten van bouw- en woonrijp maken), evenals een redelijk te achten aandeel in de rentekosten en de administratie- en beheerskosten. Winsten uit de grondexploitatie worden slechts genomen indien en voorzover die met voldoende mate van betrouwbaarheid als gerealiseerd aangemerkt kunnen worden (realisatieprincipe). Zolang daarvan geen sprake is worden de verkregen verkoopopbrengsten ten volle op de vervaardigingskosten in mindering gebracht. 2.2. Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar De vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid is een voorziening in mindering gebracht. 2.3.en 2.4. Liquide middelen en overlopende activa Deze activa worden tegen nominale waarde opgenomen. De liquide middelen zijn opgenomen volgens de laatste dagafschriften van het jaar 2012. In kader van inzichtelijkheid laten we de eventuele negatieve balanssaldi staan onder de vlottende activa. 3. VASTE PASSIVA 3.1. Eigen vermogen Het eigen vermogen bestaat uit reserves en het saldo van de rekening van baten en lasten. De waardering vindt plaats tegen nominale waarden. De reserves worden onderscheiden in een algemene reserve, egalisatie reserves en bestemmingsreserves. De algemene reserve dient als algemeen financieel weerstandsvermogen, waarbij op grond van de notitie reserves en voorzieningen minimaal een bedrag van € 15,0 miljoen wordt aangehouden. De algemene reserve is tot stand gekomen dankzij (batige) saldi. De algemene reserve ontwikkelt zich positief en staat nu op € 15,4 miljoen (na resultaat bestemming) Er is sprake van een bestemmingsreserve zodra via afzonderlijke besluitvorming voor een bepaald doel een reserve wordt ingesteld. Onder de egalisatiereserves zijn de reserves opgenomen die dienen ter afdekking van kapitaallasten van geactiveerde kosten met een economisch nut en ongewenste schommelingen in tarieven die aan derden in rekening worden gebracht op te vangen. 3.2. Voorzieningen Voorzieningen worden gewaardeerd op het nominale bedrag van de betrokken verplichting c.q. het voorzienbare verlies en zijn getroffen voor op de balansdatum bestaande risico's, verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, doch redelijkerwijs in te schatten. Daarnaast zijn onderhouds-/egalisatievoorzieningen getroffen ter
158
Programmarekening 2012 | Balans en Toelichting
gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal boekjaren en mede gebaseerd op meerjarige onderhoudsplannen. Kosten die in een volgend jaar begrotingsjaar worden gemaakt maar waarvan de oorsprong wel (mede) ligt in het begrotingsjaar of in een voorafgaand begrotingsjaar. De getroffen voorzieningen voorzien in de dekking van deze kosten voor zover deze niet op een andere wijze al zijn afgedekt in de meerjarenbegroting. 3.3. Vaste schulden Vaste schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde verminderd met gedane aflossingen. De vaste schulden hebben een rentetypische looptijd van één jaar of langer. 4. VLOTTENDE PASSIVA De vlottende passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Onder de overlopende passiva zijn opgenomen de meerjarige uitkeringen. Deze uitkeringen zijn beklemd door de voorwaarden gesteld door een geldgever (bv. rijksbijdrage, subsidie) en de hoogte van de opgenomen bedragen is overeenkomstig de door de geldgevers verstrekte subsidies en/of bijdragen. 5. GEWAARBORGDE GELDLENINGEN EN GARANTSTELLINGEN. Voor zover leningen door de gemeente gewaarborgd zijn, is buiten telling het totaalbedrag geborgde schuldrestanten per einde boekjaar opgenomen. In de toelichting op de balans is meer informatie opgenomen. C. Niet uit de balans blijkende rechten/plichten C1. Plichten Dit betreft langlopende verplichtingen die samenhangen met opdrachten voor leveringen of opdrachten voor dienstverleningen. De kosten van dergelijke opdrachtverleningen worden op basis van de jaarlijkse prestaties als (exploitatie)lasten aan de jaren toegerekend. Hieronder worden de belangrijkste meerjarige verplichtingen toegelicht. A. Onderhoudsovereenkomsten en licenties De gemeente heeft diverse meerjarige overeenkomsten afgesloten voor het uitvoeren van onderhoud en licenties. Deze overeenkomsten zijn niet apart gekwantificeerd. De lasten zijn opgenomen in de begroting. Voor het vrijvallen van deze lasten moeten opzegtermijnen in acht te worden genomen. B. Periodieke subsidies Door de gemeente wordt een aantal periodieke subsidies verleend. Voor het beëindigen en wijzigen van deze subsidies moeten termijnen van redelijkheid in acht te worden genomen. Hieruit kan een overbruggingsperiode vloeien. De periodieke subsidies zijn opgenomen in de programmabegroting. C2. Rechten
159
Programmarekening 2012 | Balans en Toelichting
De gemeente Purmerend heeft een zeer beperkt belang (0,22%) in het aandelenpakket NUON. In 2009 is 49% van de aandelen NUON verkocht aan Vattenfall. Dit is verwerkt in de programmarekening 2009. Het restant aandelenpakket wordt in drie fases verkocht verdeeld over de jaren 2011 (15%), 2013 (15%) en 2015 (21%). In de meerjarenbegroting zijn deze drie bedragen ook verantwoord voor respectievelijk € 3,2 mln, € 3,2 mln en € 4,6 mln. In 2013 is de eenmalige opbrengst van de tweede tranche verkoop aandelen Nuon vervallen. De uitbetaling van € 3,3 miljoen heeft inmiddels in 2012 plaatsgevonden. Het bedrag van 2015 is niet als vordering vermeld in de balans omdat de programmarekening is opgemaakt met inachtneming van de voorschriften die het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) daarvoor aangeeft. Deze voorschriften geven aan dat de aandelen niet in eigendom zijn maar via een houdstermaatschappij lopen en daarom niet verantwoord mogen worden in de balans van de gemeente Purmerend.
160
Programmarekening 2012 | Balans en Toelichting
161
Programmarekening 2012 | Balans en Toelichting
Balans per 31 december 2012 Activa bedragen * € 1.000.-
1.
Vaste activa
1.1
Materiële vaste activa
ultimo 2012
ultimo 2011
206.219
198.669
Investeringen met een economisch nut: - gronden uitgegeven in erfpacht - overige investeringen met economisch nut Investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend een maatschappelijk nut
1.2
2.122
2.122
175.427
170.275
28.670
26.272
Financiële vaste activa
69.924
72.156
Kapitaalverstrekkingen aan: - overige verbonden partijen
38.311
38.331
11.167
13.033
Leningen aan: - woningbouwcorporaties -Stadsverwarming Purmerend Overige langlopende leningen u/g
5.000
5.000
14.967
15.792
479
-
Biidrage aan activa van derden: - VV Wherevogels
Totaal vaste activa
2.
Vlottende activa
2.1
Voorraden:
276.143
270.825
34.760
21.812
Grond- en hulpstoffen - niet in exploitatie genomen bouwgronden - magazijnvoorraad stadsbeheer Overige voorraden Onderhanden werk: bouwgronden in exploitatie
2.2
- Overige vorderingen
78
189
42
25.513
8.888
19.413
- Bank - en girosaldi - Kruisposten
Overlopende activa
Totaal vlottende activa
Totaal generaal
162
Programmarekening 2012 | Balans en Toelichting
21.667
317
554
19.096
21.113
Liquide middelen - Kassaldi
2.4
12.804
90
Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar - Rekening courantverhoudingen met niet financiële instellingen
2.3
8.967
20.231
11.455-
22
20
20.184
11.479-
25
4
873
611
75.277
32.635
351.420
303.460
Passiva bedragen * € 1.000.-
3.
Vaste passiva
3.1
Eigen vermogen
ultimo 2012
ultimo 2011
26.942
31.317
Algemene reserves: - Algemene reserve
8.405
3.217
- Voor egalisatie van tarieven
1.099
1.357
- Voor egalisatie van rente
2.736
3.578
- Overige bestemmingsreserves
7.457
13.645
Nog te bestemmen resultaat
7.245
9.520
Bestemmingsreserves:
3.2
Voorzieningen - Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico's
3.3
3.662 3.662
Vaste schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of langer
6.145 6.145
294.207
241.996
Onderhandse leningen van: - binnenlandse pensioenfondsen en verzekeringsinstellingen - binnenlandse banken en overige financiële instellingen - binnenlandse bedrijven - overige binnenlandse sectoren Legaten Waarborgsommen
1.792
1.820
248.162
233.336
37.400
-
6.807
6.807
2
2
44
31
Totaal vaste passiva
4.
Vlottende passiva
4.1
Netto vlottende schulden met rente typische looptijd korter dan één jaar - Crediteuren
4.2
279.458
14.078 14.078
7.048 7.048
Overlopende passiva
12.531
16.954
Totaal vlottende passiva
26.609
24.002
351.420
303.460
Totaal generaal
5.
324.811
Gewaarborgde geldleningen Idem, via achtervang WSW Garanties rekening courant Stadsverwarming
163
Programmarekening 2012 | Balans en Toelichting
69.150
25.734
496.438 15.000
507.451 15.000
Toelichting op de balans 31 december 2012 ACTIVA
1.
Vaste activa
1.1
Materiële vaste activa De materiële vaste activa bestaan uit de volgende onderdelen: 2012 In erfpacht uitgegeven gronden Overige investeringen met economisch nut
2011
2.122
2.122
175.427
170.275
28.670
26.272
206.219
198.669
2012
2011
Investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut Totaal
De overige investeringen met economisch nut kunnen als volgt worden onderverdeeld:
Boekwaarde overige investeringen met economisch nut ultimo: Gronden en terreinen Bedrijfsgebouwen Grond-, weg- en waterbouwkundige werken Vervoersmiddelen Machines, apparaten en installaties Overige materiële vaste activa Totaal
21.072
19.237
100.967
101.587
22.907
18.434
2.617
2.693
26.208
26.798
1.656
1.526
175.427
170.275
Het onderstaand overzicht geeft het verloop van de overige investeringen met economisch nut weer:
Saldo 01-01-2012 Boekwaarde Mutaties in na Bijdrage Boekwaarde 01-01-2012 de balans mutaties Investeringenvan derdenAfschrijvingen 31-12-2012 Gronden en terreinen Bedrijfsgebouwen Grond-, weg- en waterbouwkundige werken Vervoersmiddelen Machines, apparaten en installaties Overige materiële vaste activa Totaal
19.237
2.144
21.381
101.587
654
102.241 18.434
18.434
52
257
21.072
5.238
137
6.375
100.967
5.206
136
597
22.907
2.693
2.693
441
30
487
2.617
26.798
26.798
3.290
154
3.726
26.208
1.526
1.526
577
447
1.656
173.073
14.752
11.889
175.427
170.275
2.798
509
De boekwaarde van de investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut had het volgende verloop:
Boekwaarde Bijdrage Boekwaarde 01-01-2012Investeringenvan derdenAfschrijvingen 31-12-2012 Grond-, weg- en waterbouwkundige werken Overige materiële vaste activa
1.2
22.977
3.255
3.295
294
26.272
3.549
73
969 109
3.480
73
1.078
28.670
Financiële vaste activa
Het verloop van de financiële vaste activa gedurende het jaar 2012 wordt in onderstaand overzicht weergegeven:
164
Programmarekening 2012 | Balans en Toelichting
25.190
ACTIVA Boekwaarde Boekwaarde 01-01-2012 Vermeerderingen AfwaarderingAflossingenAfschrijvingen 31-12-2012 Kapitaalverstrekkingen aan: Deelnemingen: - N.V. Houdstermaatschappij EZW
6
6
- NV Bank voor Nederlandse Gemeenten
18
18
- Stadsverwarming Purmerend B.V.
18
18
- Agio aandelen Stadsverwarming Purmerend B.V.
38.284
- Aandelen H.V.C. Alkmaar
20
38.264
5
5
Leningen aan: - Woningbouwcorporaties
13.033
-Stadsverwarming Purmerend
1.866
11.167
5.000
5.000
Overige langlopende leningen aan: - Hypotheekverstrekkingen personeel
7.148
376
6.772
- Stimuleringsfonds Volkshuisvesting
26
1
25
2.409
196
2.213
819
46
773
5.390
206
5.184
- Startersleningen - Openbare leeszaal en Bibliotheek - Stichting concert- en cultuurpodium Biidrage aan activa van derden - Uitbreiding.kleedaccommodatie vv Wherevogels, gebouw - Uitbreiding.kleedaccommodatie vv Wherevogels, install.
2.
Vlottende activa
2.1
Voorraden
-
355
-
124
72.156
479
355 124 20
2.691
-
69.924
In de paragraaf grondbeleid,paragraaf weerstandsvermogen en programma 7 ruimtelijke ordening is een toelichting opgenomen van scenario's inclusief risico's, onzekerheden en onderbouwing van gemaakte keuzes en schattingen. Voor een goed inzicht in de balanspositie voorraden is het lezen van deze paragrafen noodzakelijk. De in de balans opgenomen voorraden worden uitgesplitst naar de volgende categorieën: 2012
2011
Grond- en hulpstoffen, gespecificeerd naar: - Niet in exploitatie genomen bouwgronden - Magazijnvoorrraad stadsbeheer - Overige voorraden
8.967
12.804
90
78
189
42
9.246
12.924
Onderhanden werk: bouwgronden in exploitatie genomen
25.513
8.888
Totaal:
34.760
21.812
Van de niet in exploitatie genomen bouwgronden kan van het verloop in 2012 het volgende overzicht worden gegeven:
Saldo 01-01-2012 Boekwaarde Mutaties in na 01-01-2012 de balans mutaties Wheermolen West ,Driehoek
-1.021
Kop van West, fase 1
6.639
Kop van West, fase 2
1.210
Herstructurering Wagenweggebied
165
-1.210
-296
Programmarekening 2012 | Balans en Toelichting
Rente 2012
Investeringen Inkomsten Resultaten
-1.021
-31
6.639
199
-501 94
-296
Boekwaarde 31-12-2012 -550 6.932 -
-9
305
-
ACTIVA Nog in ontwikkeling te brengen gronden
6.273
-6.273
Sweelinckstraat 6 Baanstee Oost
-
574
574
17
1.932
1.932
58
Kanaalschans Industieterrein Purmerweg
-
1.771 11
11
11
-
-
2.100
2.100
45
7
67
67
2
ML Kingweg 2 Brantjesterrein (Purmersteenweg)
398 221 -
840
1.313
69
-
601
Riekstraat 21 Totaal
194 2
601
52 12.805
-2.799
10.006
282
1.061
52 1.851
532
8.966
Van de bouwgronden in exploitatie kan van het verloop in 2012 het volgende overzicht worden weergegeven:
Boekwaarde 01-01-2012
Rente 2012
OverhevelingInvesteringen Inkomsten Winstuitname
Boekwaarde 31-12-2012
Grondexploitatie: Stadsuitbreiding: Baanstee Noord Weidevenne Wheermolen West,parkzone Totaal
2.2
24.627
739
8.566
634
-12.803
-384
7.550
4.406
-2.936
-88
3.847
199
8.888
267
19.963
5.239
-
33.298 1.635
-8.408 624
1.635
25.513
Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar
In programma 1 publieksdiensten vindt u een toelichting over het beroep dat is aangetekend tegen de oplegging van bouwleges door de wooncompagnie. Hiervooor is geen voorziening opgenomen, omdat de tarieven vodoende kunnen worden onderbouwd. De in de balans opgenomen uitzettingen met een looptijd ven één jaar of minder kunnen als volgt gespecificeerd worden:
2012
2011
Soort vordering: Rekening - courantverhoudingen met niet financiële instellingen Overige vorderingen
317
554
22.106
24.044
Af: Voorziening debiteuren
3.010-
2.931-
Totaal
19.413
21.667
De overige vorderingen zijn ultimo 2011 als volgt samengesteld (*1 milj.): Gemeentelijke belastingen
2,2
Bijstandsdebiteuren
4,3
BTW compensatiefonds
9,3
Vorderingen Openbare lichamen
2,8
Overige debiteuren Totaal
3,4 22,0
De voorziening debiteuren is als volgt opgebouwd: Bijstandsdebiteuren
2,6
Belastingdebiteuren
0,3
Overige debiteuren
0,1
Totaal
3,0
166
Programmarekening 2012 | Balans en Toelichting
ACTIVA 2.3
Liquide middelen 2012
2011
Het saldo van de liquide middelen bestaat uit de volgende componenten: Kassaldi Banksaldi
22
20
20.182
11.480-
Girosaldi
2
1
25
4
20.231
11.455-
Kruisposten Totaal
2.4
Overlopende activa 2012
2011
De post overlopende activa kan als volgt onderscheiden worden Vooruitbetaalde bedragen
579
171
Transitorische rente
282
293
12
147
873
611
Overige overlopende activa Totaal
167
Programmarekening 2012 | Balans en Toelichting
PASSIVA
3.
Vaste passiva
3.1
Eigen vermogen 2012
2011
Het in de balans opgenomen Eigen Vermogen bestaat uit de volgende posten: Algemene reserves: - algemene reserve
8.405
3.217
- voor egalisatie van tarieven
1.099
1.357
- voor egalisatie van rente
2.736
3.578
- overige bestemmingsreserves
7.457
13.645
19.697
21.797
Bestemmingsreserves:
Totaal Resultaat vóór bestemming Totaal eigen vermogen
7.245
9.520
26.942
31.317
Het verloop van de algemene reserves en bestemmingsreserves in 2012 wordt in onderstaand overzicht weergegeven:
Saldo 01-01-2012 Bestemming Saldo Mutaties in na resultaat 01-01-2012 de balans mutaties Toevoeging Onttrekking 2011 Algemene reserve
3.217
3.217
5.188
8.405
Egalisatiereserves
4.935
4.935
194
1.612
319
3.836
Bestemmingsreserves
13.645
13.645
1.943
12.144
4.013
7.457
Totaal
21.797
21.797
2.137
13.756
9.520
19.698
-
De uitgebreide specificatie en het verloop is opgenomen in de bijlage reserves en voorzieningen.
3.2
Voorzieningen
Het verloop van de voorzieningen in 2012 wordt in onderstaand overzicht weergegeven:
Saldo 01-01-2012 Saldo Mutaties in na Saldo 01-01-2012 de balans mutaties Toevoeging Onttrekking 31-12-2012 Voorzieningen
6.145
Totaal
6.145
-
6.145
4.645
7.128
3.662
6.145
4.645
7.128
3.662
De uitgebreide specificatie en het verloop is opgenomen in de bijlage reserves en voorzieningen.
3.3
Saldo 31-12-2012
Vaste schulden met een looptijd langer dan één jaar.
2012
2011
De onderverdeling van de in de balans opgenomen langlopende schulden is als volgt: Onderhandse leningen: Binnenlandse pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen Binnenlandse banken en overige financiële instellingen Binnenlandse bedrijven
168
Programmarekening 2012 | Balans en Toelichting
1.792
1.820
248.162
233.336
37.400
-
PASSIVA Overige binnenlandse sectoren
6.807
6.807
294.161
241.963
Legaten
2
2
44
31
294.207
241.996
Waarborgsommen
Voor een toelichting op de post binnenlandse bedrijven zie blz.171 In onderstaand overzicht wordt het verloop weergegeven van de vaste schulden over het jaar 2012
Saldo Saldo 01-01-2012 Vermeerderingen Aflossingen 31-12-2012 Onderhandse leningen
241.963
Legaten
77.400
25.202
294.161
2
Waarborgsommen Totaal
2
31
13
44
241.996
77.413
25.202
294.207
223.966
77.400
23.285
278.081
1.917
11.080
25.202
294.161
Nadere uitsplitsing van de opgenomen onderhandse geldleningen: Opgenomen geldleningen tbv concern Opgenomen geldleningen tbv woningbouw
12.997
Opgenomen geldlening(en) tbv stadsverwarming purmerend
5.000 241.963
5.000 77.400
De totale te betalen rente voor het jaar 2012 met betrekking tot de vaste schulden bedraagt € 9,1 milj. De aflossingsverplichting in 2012 is voor de opgenomen geldleningen tbv het concern € 23,3 milj. en voor de opgenomen woningbouwleningen € 1,9 milj.
4.
Vlottende passiva
4.1
Netto vlottende schulden met rente typische looptijd korter dan één jaar
Onder de vlottende passiva zijn opgenomen.
2012
2011
Crediteuren korter dan 1 jaar
14.078
7.048
Totaal
14.078
7.048
Inzake de crediteuren kan het volgende overzicht gegeven worden (*1 milj):
4.2
Af te dragen premies en loonheffing personeel en uitkeringen
3,0
Af te dragen pensioenverplichtingen (ex-)bestuurders
3,1
Overige crediteuren
7,9
Overlopende passiva.
De specificatie van de overlopende passiva is als volgt: 2012 Vooruitontvangen bedragen
2011 30
688
Aangegane verplichtingen
2.430
5.660
Transitorische rente
3.660
3.544
Overige transitoria Vooruitontvangen bedragen: beklemde middelen EU, rijk en provincie Totaal
169
Programmarekening 2012 | Balans en Toelichting
646
624
5.765
6.438
12.531
16.954
PASSIVA 1) Dit betreft van overheidslichamen ontvangen en verleende subsidies (met een specifiek bestedingsdoel) die nog niet zijn besteed en in latere jaren worden verantwoord en (mogelijk) terugbetaald.
Van het verloop van de vooruitontvangen bedragen in 2012
kan het volgende overzicht worden gegeven: Trans.JZ bijdr SRA in Pilots Dec.Toegang Provinciaal transitietraject
Saldo 01-01-2012 Saldo Mutaties in na 01-01-2012 de balans mutaties Toevoeging Aanwending -
81 209
-
81
-
-
Trans jeugdzorg bijdr stadsreg procesman.
23
23
20
3
Subsidie stadsregio Jeugdzorg
46
46
46
-
Lokaal achterstandenbeleid Regeling RMC regulier Kwalificatieplicht Aanval op de uitval Voorziening wet inburgering Inburgeringstrajecten Pardonners Voorziening Participatiebudget Nog af te rekenen doeluitkering afd WWB Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing
209
59
59
33
140
126
126
67
59
72
72
14
58
8
8
8
-
2.045
2.045
573
1.472
314
314
1.086
1.086
114
314 4
236
236
2.423
2.423
169
6.438
577
6.438
5.
-
Saldo 31-12-2012
-
292 197
1.250
Het onder de balans opgenomen bedrag voor verstrekte waarborgen aan rechtspersonen kan als volgt naar de aard van de geldlening gespecificeerd worden:
Maatschappelijke instellingen
Aantal OorspronkelijkPercentage leningen bedrag borgstelling
2012
2011
2
891
100%
309
384
14
1.148
100%
545
603
Stichting Wonen en Zorg
1
1.000
100%
550
600
Woningbouwverenigingen
2
3.903
100%
96
147
Stadsverwarming
2
83.599
100%
67.650
24.000
69.150
25.734
Sportverenigingen c.q. - stichtingen
De verstrekte waarborgen via het WSW (hierbij is de gemeente Purmerend achtervang) bedraagt per einde van het jaar.
2012
2011
496.438
507.451
15.000
15.000
Per 31 december 2012 zijn het 89 gewaarborgde leningen. Hierbij wordt aangetekend dat de gemeente Purmerend en de Rijksoverheid ieder voor 50% garant staan voor deze leningen. Garanties rekening courant Stadsverwarming
170
Programmarekening 2012 | Balans en Toelichting
39 2.592
Waarborgen en garanties
Geldnemer
798
5.765
3.3 Het onderdeel binnenlandse bedrijven betreft een aangetrokken lening van € 37,4 miljoen bij Stadsverwarming. De stadsverwarming Purmerend heeft op 3 december 2012 een lening afgesloten van € 46,6 miljoen voor de financiering van de Biowarmtecentrale, hulpwarmteketels en bijbehorende installaties en materialen. Deze lening is door de gemeente Purmerend voor 100% gegarandeerd. Voor de garantstelling ontvangt de gemeente een risicoprovisie van 1% op jaarbasis. Voor de stadsverwarming is het aantrekken van de lening een voordelige zaak ten opzichte van het fasegewijze aantrekken van de benodigde middelen in de komende 34 maanden. Als gevolg hiervan is de overliquiditeit van stadsverwarming uitgeleend aan de gemeente Purmerend met een specifiek aflossingsschema. Dit aflossingsschema zorgt ervoor dat de middelen tijdig weer bij de stadsverwarming zijn om de leverancier te betalen die werken aan de verschillende bouwopdrachten. De gemeente Purmerend leent de overtollige middelen van de stadsverwarming voor € 37,4 miljoen, met de volgende onderverdeling en voorwaarden: • langlopende lening voor een bedrag van € 15,9 miljoen, looptijd 34 maanden, vergoeding aan stadsverwarming 1% op jaarbasis; • lening voor een bedrag van € 21,5 miljoen, looptijd 12 maanden, vergoeding Euribor tarief (momenteel circa 0,1% op jaarbasis); • voor het bedrag dat aan de gemeente Purmerend wordt uitgeleend wordt geen risicoprovisie gedurende de leningsovereenkomst in rekening gebracht.
171
Programmarekening 2012 | Balans en Toelichting
B
I
J
L
A
G
E
N
I. PORTEFEUILLEVERDELING
173
II. OVERZICHT BATEN EN LASTEN PER PROGRAMMA- EN BELEIDSVELD
174
III. SISA
176
IV. OVERZICHT RESERVES EN VOORZIENINGEN
177
V. OVERZICHT AFGESLOTEN KREDIETEN
191
VI. OVERZICHT NIET AFGESLOTEN KREDIETEN
195
VII. KERNGEGEVENS PURMEREND
199
VIII. CONTROLEVERKLARING
202
IX. VERSLAG AUDITCOMMISSIE
203
172
Programmarekening 2012 | Bijlagen
Bijlage I Portefeuilleverdeling Bijl, D. (Don) Burgemeester • Coördinatie collegebeleid • Politie, Brandweer, Veiligheidsbeleid • Bestuurszaken, Algemene & Juridische Zaken • Externe betrekkingen, Regionale Samenwerking, Nieuwe Steden • Wijkwethouderschap Centrum Krieger, J. (Hans) e 1 loco burgemeester • Ruimtelijke Ordening en Wonen • Financiën en grondbedrijf • Verkeer en vervoer • Personeel en organisatie • Vermindering regeldruk • Wijkwethouderschap: De Gors Daan, B. (Berent) 2e loco burgemeester • Werk en Inkomen • Economische Zaken • Onderwijs • Ontwikkeling Kop van West • Stadsverwarming • Wijkwethouderschap: Purmer-Noord Nijenhuis, G. (Geoffrey) e 3 loco burgemeester • Wmo en Welzijn • Zorg en Jeugdzorg • Sport en Recreatie • Wijkwethouderschap Overwhere en Wheermolen Mona Keijzer heeft op 12 juli 2012 afscheid genomen van de gemeente Purmerend. Helm, R (Roald) e 4 loco burgemeester • Fysieke leefomgeving (civiel, groen, reiniging), Duurzaamheid • Dierenwelzijn • Wijkgericht werken, Publieksdienstverlening, Bewonersparticipatie (incl. communicatie) • Informatievoorzieningen en Automatisering • Kunst en Cultuur • Jongerenwerk • Handhaving • Wijkwethouderschap Weidevenne en Purmer-Zuid
173
Programmarekening 2012 | Bijlagen
-2.494
BV021 Preventieve gezondheidsbevordering
174
Programmarekening 2012 | Bijlagen
-37.794
BV112 Sport en bewegen
BV121 Werk en inkomen
-6.459
BV111 Kunst , cultuur en cultuurhistorie
-16.122
-9.663
PGR10 ECONOMIE
PGR11 ACTIEF IN DE STAD
-1.225
-1.225
BV101 Economie
-14.349
-8.637
PGR08 VEILIGHEID
-14.349
-8.637
BV081 Veiligheid
PGR09 EDUCATIE
-4.771
PGR07 RUIMTELIJKE ORDENING
BV091 Educatie
-4.771
BV071 Ruimtelijke ordening
-21.568
-21.568
PGR06 BEHEER OPENBARE RUIMTE
PGR05 BEREIKBAARHEID
BV061 Beheer openbare ruimte
-6.388
-6.388
BV051 Bereikbaarheid
-12.321
PGR04 MILIEU
-2.961
-12.321
PGR03 WONEN
BV041 Milieu
-2.961
-26.651
-5.141
BV031 Wonen
PGR02 ZORG EN WELZIJN
BV023 Samenleven in wijk en buurt
-19.016
-7.479
PGR01 PUBLIEKSDIENSTEN
BV022 Maatschappelijke ondersteuning
-7.479
28.474
3.428
1.262
2.166
451
451
2.167
2.167
507
507
7.115
7.115
8.232
8.232
6.575
6.575
12.444
12.444
1.079
1.079
4.067
337
2.667
1.062
4.176
4.176
-9.320
-12.694
-5.197
-7.497
-775
-775
-12.182
-12.182
-8.130
-8.130
2.344
2.344
-13.336
-13.336
187
187
122
122
-1.881
-1.881
-22.584
-4.804
-16.349
-1.432
-3.303
-3.303
Realisatie Realisatie Realisatie vorig jaar vorig jaar vorig jaar lasten baten saldo
BV011 Publieksdienstverlening
(Bedragen x € 1.000)
-37.007
-16.086
-6.946
-9.139
-1.175
-1.175
-15.257
-15.257
-8.229
-8.229
-16.129
-16.129
-22.669
-22.669
-3.331
-3.331
-12.920
-12.920
-1.608
-1.608
-26.818
-5.294
-18.112
-3.412
-7.306
-7.306
Begroot primitief huidig jaar lasten
26.910
3.275
1.329
1.946
332
332
2.229
2.229
261
261
16.925
16.925
8.178
8.178
2.582
2.582
12.410
12.410
742
742
1.937
463
1.454
21
3.661
3.661
Begroot primitief huidig jaar baten
-10.096
-12.810
-5.617
-7.193
-842
-842
-13.028
-13.028
-7.968
-7.968
796
796
-14.491
-14.491
-750
-750
-511
-511
-866
-866
-24.882
-4.831
-16.659
-3.392
-3.645
-3.645
Begroot primitief huidig jaar saldo
-38.715
-15.956
-6.616
-9.340
-1.254
-1.254
-16.424
-16.424
-8.092
-8.092
-19.265
-19.265
-22.879
-22.879
-4.164
-4.164
-12.855
-12.855
-2.039
-2.039
-27.273
-5.466
-18.854
-2.953
-7.770
-7.770
Begroot bijgesteld huidig jaar lasten
28.293
3.185
1.232
1.953
584
584
1.956
1.956
216
216
18.867
18.867
8.072
8.072
3.340
3.340
12.832
12.832
1.223
1.223
2.132
280
1.831
21
3.567
3.567
Begroot bijgesteld huidig jaar baten
-10.423
-12.770
-5.384
-7.387
-670
-670
-14.468
-14.468
-7.877
-7.877
-398
-398
-14.808
-14.808
-824
-824
-23
-23
-816
-816
-25.141
-5.186
-17.022
-2.932
-4.203
-4.203
Begroot bijgesteld huidig jaar saldo
-37.748
-15.498
-6.564
-8.935
-1.168
-1.168
-15.762
-15.762
-8.099
-8.099
-9.961
-9.961
-22.405
-22.405
-3.628
-3.628
-12.662
-12.662
-1.497
-1.497
-26.450
-5.215
-18.185
-3.051
-7.743
-7.743
28.897
3.107
1.263
1.844
559
559
1.870
1.870
339
339
8.058
8.058
8.356
8.356
3.197
3.197
12.774
12.774
915
915
1.988
234
1.659
95
3.200
3.200
-8.851
-12.392
-5.301
-7.091
-609
-609
-13.891
-13.891
-7.760
-7.760
-1.903
-1.903
-14.048
-14.048
-431
-431
112
112
-582
-582
-24.462
-4.980
-16.526
-2.956
-4.544
-4.544
-967
-457
-52
-405
-86
-86
-662
-662
7
7
-9.304
-9.304
-475
-475
-536
-536
-194
-194
-542
-542
-822
-252
-669
98
-27
-27
-604
78
-31
110
25
25
86
86
-124
-124
10.809
10.809
-285
-285
143
143
58
58
308
308
144
46
172
-74
367
367
-1.572
-379
-83
-296
-61
-61
-576
-576
-117
-117
1.505
1.505
-759
-759
-393
-393
-136
-136
-234
-234
-678
-206
-497
24
340
340
Geboekt Geboekt Geboekt Afwijking Afwijking Afwijking huidig huidig huidig huidig huidig huidig jaar jaar baten jaar saldo jaar jaar baten jaar saldo lasten lasten
Bijlage II Overzicht baten en lasten per programma- en beleidsveld
-
PGR15 RESULTAAT BESTEMMING
185.359
10.898
10.898
95.735
299
4.278
2.327
78.278
-
10.552
11
11
28.474
9.520
8.286
8.286
90.443
298
-2.027
2.000
78.271
1.350
10.552
-7.658
-7.658
-9.320
-181.708
-3.195
-3.195
-1.637
-50
-2.092
-331
-11
847
-
-8.341
-8.341
-37.007
Begroot primitief huidig jaar lasten
181.708
6.804
6.804
95.438
-
1.182
3.090
80.060
-
11.106
24
24
26.910
Begroot primitief huidig jaar baten
175
Programmarekening 2012 | Bijlagen
* In de afwijkingenkolommen presenteren we begroting minus realisatie.
-175.839
-2.611
-2.611
R15 Reserves
Totaal resultaat
-5.292
-1
-6.305
-327
-7
1.350
PGR14 ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN
BV146 Incidentele baten en lasten
BV145 Deelnemingen
BV144 Eigen financieringsmiddelen
BV143 Gemeentefonds
BV142 Nog te bestemmen middelen
BV141 Lokale heffingen
-7.670
-7.670
PGR13 BESTUUR & CONCERN
-37.794
Realisatie Realisatie Realisatie vorig jaar vorig jaar vorig jaar lasten baten saldo
BV131 Bestuur & concern
PGR12 WERK EN INKOMEN
(Bedragen x € 1.000)
3.609
3.609
93.801
-50
-910
2.759
80.049
847
11.106
-8.318
-8.318
-10.096
Begroot primitief huidig jaar saldo
-196.985
-7.386
-7.386
-2.142
-50
-1.711
-324
-11
-14
-32
-10.771
-10.771
-38.715
Begroot bijgesteld huidig jaar lasten
196.985
14.393
14.393
98.111
117
4.554
2.623
79.665
-
11.153
214
214
28.293
Begroot bijgesteld huidig jaar baten
7.007
7.007
95.970
67
2.843
2.299
79.654
-14
11.121
-10.557
-10.557
-10.423
Begroot bijgesteld huidig jaar saldo
-178.538
-2.837
-2.837
-2.039
-
-1.730
-315
3
35
-32
-11.042
-11.042
-37.748
185.783
14.455
14.455
97.846
156
4.569
2.601
79.319
-
11.201
221
221
28.897
7.244
11.618
11.618
95.808
156
2.839
2.286
79.322
35
11.169
-10.821
-10.821
-8.851
-18.447
-4.549
-4.549
-103
-50
19
-9
-14
-49
-
271
271
-967
11.202
-62
-62
265
-39
-15
22
346
-
-48
-7
-7
-604
-7.244
-4.611
-4.611
162
-89
4
13
332
-49
-48
263
263
-1.572
Geboekt Geboekt Geboekt Afwijking Afwijking Afwijking huidig huidig huidig huidig huidig huidig jaar jaar baten jaar saldo jaar jaar baten jaar saldo lasten lasten
Bijlage III Sisa Ten aanzien van de specifieke uitkeringen wordt het principe van "single information single audit" (sisa) toegepast. Dit principe heeft belangrijke gevolgen voor de wijze waarop gemeenten en provincies ten aanzien van rijks- en gemeenschappelijke regelingen informatie verstrekken aan het rijk. In 2012 zijn er 7 sisa-regelingen die van toepassing zijn op de gemeente Purmerend. Deze 7 regelingen zijn in de bijlage opgenomen. Het opnemen van de sisa-bijlage is voorgeschreven.
176
Programmarekening 2012 | Bijlagen
Ontvanger
Juridische grondslag
Nummer D9
Specifieke uitkering
Departement OCW
SiSa bijlage verantwoordingsinformatie 2012 op grond van artikel 3 van de Regeling informatieverstrekking sisa
Onderwijsachterstandenb Besteding (jaar T) aan voorzieningen voor eleid 2011-2014 (OAB) voorschoolse educatie die voldoen aan de wettelijke kwaliteitseisen (conform artikel 166, eerste lid WPO) Gemeenten
Aard controle R Indicatornummer: D9 / 01
SZW
G1C-1
G1C-2
Wet sociale werkvoorziening (Wsw) Wet sociale werkvoorziening (Wsw)
25,00 Hieronder per regel één gemeente(code) uit (jaar T-1) selecteren en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie voor die gemeente invullen
Alle gemeenten verantwoorden hier het totaal (jaar T-1). (Dus: deel Openbaar lichaam uit SiSa (jaar T-1) regeling G1B + deel gemeente uit (jaar T-1) regeling G1C-1) Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G1C-2 / 01
SZW
G2
I N D I C A T O R E N Besteding (jaar T) aan Opgebouwde reserve ultimo afspraken over voor- en (jaar T-1) vroegschoolse educatie met bevoegde gezagsorganen van Deze indicator is bedoeld voor scholen, houders van kindcentra de tussentijdse afstemming van en peuterspeelzalen (conform de juistheid en volledigheid van artikel 167 WPO) de verantwoordingsinformatie.
Aard controle R Indicatornummer: D9 / 02
Aard controle R Indicatornummer: D9 / 03
€ 266.304 € 165.350 €0 Wet sociale Het totaal aantal geïndiceerde Het totaal aantal inwoners dat is inwoners per gemeente dat een uitgestroomd uit het werkvoorziening (Wsw) dienstbetrekking heeft of op de werknemersbestand in (jaar T), Gemeentedeel 2012 wachtlijst staat en beschikbaar uitgedrukt in arbeidsjaren; is om een dienstbetrekking als Wet sociale bedoeld in artikel 2, eerste lid, of werkvoorziening (Wsw) artikel 7 van de wet te Gemeenten verantwoorden aanvaarden op 31 december exclusief deel openbaar lichaam hier alleen het gemeentelijk (jaar T); deel indien er in (jaar T) exclusief deel openbaar lichaam enkele of alle inwoners werkzaam zijn bij een Openbaar lichaam o.g.v. de Wgr. Aard controle R Aard controle R Indicatornummer: G1C-1 / 01
SZW
Besteding (jaar T) aan overige activiteiten (naast VVE) voor leerlingen met een grote achterstand in de Nederlandse taal (conform artikel 165 WPO)
1 0439 (Purmerend) I Gebundelde uitkering op Besteding (jaar T) algemene grond van artikel 69 WWB bijstand I.1 WWB: algemene bijstand
Indicatornummer: G1C-1 / 02
2,00 Het totaal aantal geïndiceerde Het totaal aantal inwoners dat is inwoners per gemeente dat een uitgestroomd uit het dienstbetrekking heeft of op de werknemersbestand in (jaar Twachtlijst staat en beschikbaar 1), uitgedrukt in arbeidsjaren; is om een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 2, eerste lid, of artikel 7 van de wet te aanvaarden op 31 december (T1); inclusief deel openbaar lichaam inclusief deel openbaar lichaam
Aard controle R Indicatornummer: G1C-2 / 02
394,50 Baten (jaar T) algemene bijstand (exclusief Rijk)
Gemeenten verantwoorden hier het totaal (jaar T) indien zij de uitvoering in (jaar T) helemaal niet hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr. Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2 / 01
I. 2 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) Gemeenten verantwoorden hier het totaal (jaar T) indien zij de uitvoering in (jaar T) helemaal niet hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr. I.3 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) Gemeenten verantwoorden hier het totaal (jaar T) indien zij de uitvoering in (jaar T) helemaal niet hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr.
€ 16.092.817 Besteding (jaar T) IOAW
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2 / 03
€ 428.806 Besteding (jaar T) IOAZ
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2 / 05
Aard controle nvt Indicatornummer: D9 / 04
€ 33.822
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2 / 02
€ 580.580 Baten (jaar T) IOAW (exclusief Rijk)
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2 / 04
€ 6.703 Baten (jaar T) IOAZ (exclusief Rijk)
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2 / 06
Aard controle R Indicatornummer: G1C-2 / 03
34,60
Het totaal aantal gerealiseerde arbeidsplaatsen voor geïndiceerde inwoners in (T-1), uitgedrukt in arbeidsjaren;
Het totaal aantal gerealiseerde begeleid werkenplekken voor geïndiceerde inwoners in (jaar T-1), uitgedrukt in arbeidsjaren;
inclusief deel openbaar lichaam inclusief deel openbaar lichaam
Aard controle R Indicatornummer: G1C-2 / 04
310,38
Aard controle R Indicatornummer: G1C-2 / 05
26,47
Wgr.
€ 87.717 I.4 Besluit Besteding (jaar T) Bbz 2004 levensonderhoud beginnende bijstandverlening zelfstandigen zelfstandigen 2004 (levensonderhoud beginnende zelfstandigen) (Bbz 2004)
€ 490 Baten (jaar T) Bbz 2004 levensonderhoud beginnende zelfstandigen
Gemeenten verantwoorden hier het totaal (jaar T) indien zij de uitvoering in (jaar T) helemaal niet hebben uitbesteed aan een Aard controle n.v.t. Openbaar lichaam o.g.v. Indicatornummer: G2 / 07 Wgr. € 51.944 € 238 I. 5 Wet werk en inkomen Baten (jaar T) WWIK (exclusief Rijk) kunstenaars (WWIK) Gemeenten verantwoorden hier het totaal (jaar T) indien zij de uitvoering in (jaar T) helemaal niet hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr.
SZW
G3
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2 / 08
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2 / 09
€0 Besluit bijstandverlening Besteding (jaar T) levensonderhoud gevestigde zelfstandigen 2004 zelfstandigen (exclusief Bob) (exclusief levensonderhoud beginnende zelfstandigen)
Besteding (jaar T) kapitaalverstrekking (exclusief Bob)
Baten (jaar T) levensonderhoud Baten (jaar T) gevestigde zelfstandigen kapitaalverstrekking (exclusief (exclusief Bob) (exclusief Rijk) Bob) (exclusief Rijk)
Besteding (jaar T) aan Besteding (jaar T) Bob onderzoek als bedoeld in artikel 56 Bbz 2004 (exclusief Bob)
Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz) 2004 Aard controle R Gemeenten verantwoorden Indicatornummer: G3 / 01 hier het totaal (jaar T) indien zij de uitvoering in (jaar T) € 128.300 helemaal niet hebben Baten (jaar T) Bob (exclusief uitbesteed aan een Rijk) Openbaar lichaam o.g.v. Wgr. Aard controle R Indicatornummer: G3 / 07
SZW
G5
Wet participatiebudget (WPB)
€0 Besteding (jaar T) participatiebudget
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 02
€ 25.500 Besteding (jaar T) aan uitvoeringskosten Bob als bedoeld in artikel 56 Bbz 2004
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 03
€ 3.890
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 04
€ 56.363
Waarvan baten (jaar T) van educatie bij roc’s
Besteding (jaar T) Regelluw
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 08
€0 Waarvan besteding (jaar T) van Baten (jaar T) (niet-Rijk) educatie bij roc's participatiebudget
Dit onderdeel is van toepassing voor gemeenten die in (jaar T-1) duurzame plaatsingen van inactieven naar werk hebben gerealiseerd en verantwoord aan het Rijk.
Wet participatiebudget (WPB) Gemeenten verantwoorden hier het totaal (jaar T) indien zij de uitvoering in (jaar T) helemaal niet hebben Aard controle R uitbesteed aan een Indicatornummer: G5 / 01 Openbaar lichaam o.g.v. € 3.445.102 Wgr. Het aantal door de gemeente in (jaar T) ingekochte trajecten basisvaardigheden
Aard controle R Indicatornummer: G5 / 04
Aard controle R Indicatornummer: G5 / 05
250 101 Besteding 2008 aan Besteding 2009 aan Besteding 2010 aan Besteding 2011 aan jeugdgezondheidszorg, jeugdgezondheidszorg, jeugdgezondheidszorg, jeugdgezondheidszorg, maatschappelijke ondersteuning maatschappelijke ondersteuning maatschappelijke ondersteuning maatschappelijke ondersteuning jeugd, afstemming jeugd en jeugd, afstemming jeugd en jeugd, afstemming jeugd en jeugd, afstemming jeugd en gezin en het realiseren van gezin en het realiseren van gezin en het realiseren van gezin en het realiseren van centra voor jeugd en gezin. centra voor jeugd en gezin. centra voor jeugd en gezin. centra voor jeugd en gezin.
Is er ten minste één centrum voor jeugd en gezin in uw gemeente gerealiseerd in de periode 2008 tot en met 2011? Ja/Nee
Aard controle D1 Indicatornummer: G5 / 06
VWS
H10_2010
Brede doeluitkering Centra voor Jeugd en Gezin (BDU CJG)_Hernieuwde uitvraag 2008 tot en met 2011 Tijdelijke regeling CJG Gemeenten
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 05
€ 57.036
Aard controle R Indicatornummer: H10_2010 / 01
€ 1.739.559
Aard controle R Indicatornummer: G5 / 02
Aard controle R Indicatornummer: G5 / 03
€ 424.527 €0 Het aantal door volwassen inwoners van de gemeente in (jaar T) behaalde NT2certificaten, dat niet meetelt bij de output-verdeelmaatstaven uit de verdeelsleutel van Onze Minister voor Immigratie, Integratie en Asiel.
€0
Aard controle D1 Indicatornummer: G5 / 07
Aard controle R Indicatornummer: H10_2010 / 02
€ 1.984.731
Aard controle R Indicatornummer: H10_2010 / 03
€ 2.272.076
Aard controle R Aard controle D1 Indicatornummer: H10_2010 / 04 Indicatornummer: H10_2010 / 05
€ 2.914.621
Ja
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 06
€0
Totaal programma publieksdiensten
Programmarekening 2012 | Bijlagen
3.579.070
177
3.579.070
Totaal programma Bestuur en Concern
517.271
85.739
Reserve afkoop geldleningen
Programma 14: Algemene dekkingsmiddelen
Totaal programma Beheer openbare ruimte
Reserve begraafrechten
Egalisatiereserve Gemeentelijke Watertaken
431.531
838.941
Totaal programma milieu
Programma 6: Beheer openbare ruimte
838.941
Reserve afvalverwijdering
Programma 4: Milieu
-
Egalisatiereserve leges omgevingsdiensten
Programma 1: Publieksdiensten
B: EGALISATIERESERVES
12.737.027
9.519.652
Totaal algemene reserve
3.217.375
Resultaat jaarrekening
Boekwaarde per 31 december 2011
Algemene reserve
Algemene Dekkingsmiddelen
A: ALGEMENE RESERVE.
naam reserve / voorziening
-
-
-
318.670
318.670
-4.332.070
-9.519.652
5.187.582
Resultaat uit jaarrekening 2011
Bijlage IV Overzicht reserves en voorzieningen
-
273.341
104.523
168.818
620.415
620.415
-
7.244.480
7.244.480
2012 baten
2012 lasten
842.938
842.938
449.689
18.158
431.531
700.000
700.000
318.670
318.670
-
2.736.132
2.736.132
340.923
172.105
168.818
759.356
759.356
-
-
15.649.437
7.244.480
8.404.957
Boekwaarde per 31 december 2012
52.399
Totaal programma publieksdiensten
2.841.073 8.278.587
Reserve gronden
Totaal programma ruimtelijke ordening
178
Programmarekening 2012 | Bijlagen
Totaal programma educatie
Reserve af te stoten panden onderwijshuisvesting
Reserve onderwijshuisvesting
58.749
-
58.749
-
Totaal programma beheer openbare ruimte
Programma 9: Educatie
-
Infrastructuur Gorslaan/Jaagweg
Programma 6: Beheer openbare ruimte
5.437.514
Ontwikkeling hoofdcentrum
Programma 7: Ruimtelijke ordening
2.030.000
2.030.000
1.983.400
1.983.400
-
-
-
-
1.943.045
150.089
-
-
893.756
1.792.956 -
2012 baten
Totaal programma wonen:
1.811.919
-
-
318.670
Resultaat uit jaarrekening 2011
Woonvisie
Volkshuisvesting (VOHU)
1.811.919
115.928
Totaal programma Zorg
Programma 3: Wonen
115.928
Reserve Wet maatschappelijke ondersteuning
Programma 2: Zorg
52.399
4.935.282
Boekwaarde per 31 december 2011
Reserve invoering WABO
Programma 1 : Publieksdiensten
C: BESTEMMINGSRESERVES.
Totaal Egalisatiereserves
naam reserve / voorziening
1.787.928
1.729.179
58.749
183.400
183.400
6.738.960
1.301.446
5.437.514
1.962.008
1.962.008
115.928
115.928
52.399
52.399
2.311.297
2012 lasten
300.821
300.821
-
1.800.000
1.800.000
1.539.627
1.539.627
-
1.792.956
1.792.956
-
-
-
-
-
3.836.411
Boekwaarde per 31 december 2012
3.043.854
Totaal programma 12: Werk en Inkomen
31.316.194
Totaal RESERVES
1.389
Totaal programma wonen
500.000 703.749
Onderhoud DRIS
Totaal programma bereikbaarheid
179
Programmarekening 2012 | Bijlagen
473.514
61.364
Onderhoud kunst- en waterwegen
Infrastructuur
80.000
Onderhoud groen
Programma 6: Beheer openbare ruimte
203.749
Openbaar vervoer
Programma 5: Bereikbaarheid
1.389
Afkoop BWS particulieren
Programma 3 : Wonen
D. VOORZIENINGEN.
13.643.885
282.450
Totaal programma 13: Bestuur en Concern
Totaal bestemmingsreserves
282.450
Reserve werkbudget ombuigingen
Programma 13: Bestuur en Concern
84.800 1.335.437
Reserve aanval op de bijstand
1.623.617
Boekwaarde per 31 december 2011
Reserve pilot loondispensatie
Reserve gem. middelen participatie
Programma 12: Werk en Inkomen
naam reserve / voorziening
-
-
-
-
-
4.013.400
Resultaat uit jaarrekening 2011
-
-
2.037
2.037
-
10.081.282
1.943.045
2012 baten
84.800
473.514
61.364
80.000
2.608
2.608
1.389
1.389
14.454.844
12.143.547
132.687
132.687
1.170.237
1.085.437
2012 lasten
-
-
-
703.178
500.000
203.178
-
-
26.942.632
7.456.784
149.763
149.763
1.873.617
250.000
-
1.623.617
Boekwaarde per 31 december 2012
562.290
Totaal programma actief in de stad
67.310
180
Programmarekening 2012 | Bijlagen
388.570
Spaarverlof Purmerend
Totaal programma bestuur en concern
51.054
-
Voorziening Streekarchief Waterland
Voorziening pens.verpl. (ex-)bestuurders
Voorziening wachtgeldverplichtingen bestuurders
270.205
177.718
Voorziening speelvoorzieningen
Programma 13: Bestuur en concern
302.304
Groot onderhoud/vervangingsinventaris De Purmarijn
Voorziening herst.en aanp. Leeghwaterbad
82.268
1.549.000
Programma 11: Actief in de stad
1.549.000
Totaal programma educatie
158.639
70.878
2.859
84.903
2.090.198
50.000
2.040.198
614.878
Boekwaarde per 31 december 2011
Verzelfstandiging OPSO bruidsschat
Programma 9: Educatie
Totaal programma veiligheid
Voorziening overgang personeel halt
Voorziening 2e loopbaanbeleid brandweer
Voorziening groot onderhoud brandweerkazerne
Programma 8: Veiligheid
Totaal programma ruimtelijke ordening
Voorziening civiele procedure IJsendijkstraat
Voorziening groot onderhoud gemeentelijke gebouwen
Programma 7: Ruimtelijke ordening
Totaal programma bereikbaarheid
naam reserve / voorziening
Resultaat uit jaarrekening 2011
-
-
-
-
-
-
268.213
46.000
46.000
-
48.500
8.000
40.500
850.431
850.431
-
3.697.957
4.094
20.000
3.405.650
2012 baten 614.878
3.699.088
19.519
6.571
3.405.650
267.349
339.058
177.718
79.072
82.268
800.000
800.000
60.358
4.724
218
55.416
1.534.754
1.534.754
2012 lasten
-
387.438
51.886
64.483
-
271.070
269.232
-
269.232
-
749.000
749.000
146.782
66.154
10.641
69.987
1.405.875
50.000
1.355.875
Boekwaarde per 31 december 2012
181
Programmarekening 2012 | Bijlagen
Totaal generaal reserves / voorzieningen
37.461.562
6.145.368
76.655
Totaal voorzieningen
76.655
Totaal programma algemene dekkingsmiddelen
Boekwaarde per 31 december 2011
Garantstelling geldleningen HVC
Programma 14: Algemene dekkingsmiddelen
naam reserve / voorziening
Resultaat uit jaarrekening 2011
-0
-
-
-
14.726.207
4.644.925
2012 baten
76.655
76.655
21.583.632
7.128.788
2012 lasten
-
30.604.136
3.661.505
Boekwaarde per 31 december 2012
Toelichting Reserves en voorzieningen ALGEMEEN Ter toelichting op het totaaloverzicht wordt per reserve en voorziening aangegeven het doel waarvoor deze is ingesteld, de wijze van voeding en waaraan de reserve of voorziening wordt besteed. De specifieke mutaties in 2012 zijn toegelicht in het onderdeel financiële toelichting per programma. ALGEMENE RESERVE Doel en voeding: Het doel van de algemene reserve is het opvangen van risico's in de algemene zin en risico's waarvoor geen bestemmingsreserve of voorziening is gevormd. Het voor- en/of nadelig resultaat van de jaarrekening wordt verrekend met de algemene reserve. Voor deze reserve is geen specifieke bestemming, anders dan dat een deel van de algemene reserve is aangemerkt als weerstandsvermogen en bedoeld is om tegenvallers in enig (verslag-)jaar op te kunnen vangen. In de actualisatie van het beleid inzake reserves en voorzieningen heeft de gemeenteraad in 2012 bepaald dat de minimale omvang van de algemene reserve gelijk moet zijn aan het benodigde weerstandsvermogen én minimaal € 15 miljoen bedraagt. De verwachting voor de omvang van de algemene reserve eind 2012 was dat deze zou uitkomen op een positieve stand van € 13,5 miljoen postief (derde bestuursrapportage 2012). Na de resultaatbestemming groeit de algemene reserve begin 2012 van € 8,4 miljoen naar eind 2012 € 15,4 miljoen. In de aanbiedingsbrief worden de belangrijkste afwijkingen toegelicht tussen de bijgestelde begroting en de rekening 2012 per programma. Stand eind 2012: € 15.649.437 (vóór voorgestelde resultaatsbestemming) EGALISATIERESERVE Deze reserves worden gebruikt om schommelingen in de tijd en in de uitvoering in de resultaten voor specifieke onderdelen te egaliseren. Egalisatiereserves worden expliciet door de raad ingesteld en de onttrekkingen en dotaties worden vanuit de resultaten voorgesteld. De egalisatiereserves zijn ingesteld om een overschot op een bepaalde heffing te voorkomen als uitgaven en investeringen vertraging oplopen. De egalisatiereserves zijn niet aan een termijn gekoppeld. Programma 1 Publiekdiensten Egalisatiereserve omgevingsvergunningen Doel en voeding: Doel van deze egalisatiereserve is om een overschot in de opbrengsten van de leges omgevingsvergunningen toe te voegen tot een maximum van € 1,5 miljoen om de resultaten tussen de jaren te egaliseren. Deze egalisatiereserve is bij de programmarekening 2011(besluitnummer 1037563) ingesteld en gevoed met een bedrag van ruim € 0,3 miljoen. In 2012 zijn de opbrengsten ruim € 0,45 miljoen lager dan begroot. Als gevolg hiervan is de egalisatiereserve in 2012 volledig gebruikt. Een negatieve egalisatiereserve is niet toegestaan. Het verschil is daarom volledig verwerkt in de exploitatierekening 2012, waardoor de stand eind 2012 op nul uitkomt. Programma 4 Milieu Egalisatiereserve afvalverwijdering Doel en voeding: Doel van deze reserve is om de fluctuaties tussen de baten en lasten voor het inzamelen en verwijderen van afval, op te vangen. Indien in enig jaar de baten
182
Programmarekening 2012 |
voor de afvalinzameling hoger zijn dan de kosten, wordt het verschil toegevoegd aan de egalisatiereserve. De egalisatiereserve wordt vervolgens ingezet voor (tijdelijke) matiging van het tarief of incidentele uitgaven. De egalisatiereserve kan geen nadelig saldo hebben. In 2012 is een bedrag van € 700.000 ingezet voor tariefsmatiging aan de belastingplichtigen, zoals besloten in 2011. Door het positieve resultaat gedurende het jaar 2012 is € 500.000 weer aan de egalisatiereserve toegevoegd. Dit bedrag was reeds geoormerkt ter matiging van de afvalstoffenheffing voor 2013, exclusief het restantbedrag € 138.941 uit de rekening 2011, dat ook nog beschikbaar is voor de tariefstelling 2013. Het saldo van het product afvalverwijdering laat aan het einde van het jaar een voordeel zien van € 120.415 over 2012. Dit bedrag is toegevoegd aan de egalisatiereserve ter egalisering van de kosten of ter egalisatie van het tarief in de toekomst. Stand eind 2012: € 759.356 Programma 6 Beheer openbare ruimte Egalisatiereserve gemeentelijke watertaken Doelen voeding: Het doel van deze reserve is om de fluctuaties in de onderhoudskosten aan het rioolstelsel en vanuit het Stedelijk Waterplan in Purmerend op te vangen. Er wordt uitgegaan van een kostendekkend tarief. Indien in enig jaar de baten hoger zijn dan de lastenbijvoorbeeld door vertragingen in investeringen in het rioolstelsel - dan wordt het batig saldo toegevoegd aan de egalisatie reserve en later gebruikt voor tijdelijk lagere tarieven. In 2012 is een bedrag van € 431.000 ingezet voor uitgestelde werken uit 2010 en 2011. In 2012 is € 168.819 toegevoegd aan de egalisatiereserve gemeentelijke watertaken. Stand eind 2012: € 168.819 Egalisatiereserve begraafrechten Doel en voeding: Het doel van deze egalisatiereserve is om de inkomsten te egaliseren uit de grafrechten. Jaarlijks valt eentiende deel vrij uit de inkomsten van de grafrechten. Deze egalisatiereserve is bij de jaarrekening 2009 ingesteld. Stand eind 2012: € 172.105 Algemene dekkingsmiddelen Egalisatiereserve afkoop geldleningen Doel en voeding: Het doel van deze egalisatiereserve is het opvangen van het onstane jaarlijkse nadeel op de renteverschillen. Dit nadeel is ontstaan door het sneller aflossen van de leningen door Wherestad en is beschikbaar gesteld in de derde bestuursrapportage 2010 (besluitnummer 10-115). Het jaarlijkse voordeel wat nu wordt gemist wordt opgevangen door jaarlijks een bedrag te onttrekken aan deze reserve en als bate op te nemen in het onderdeel algemene dekkingsmiddelen (eigen financieringsmiddelen). De reserve zal eind 2018 volledig zijn besteed. In 2012 is een bedrag van€ 842.938 onttrokken ter dekking van de rentelast in het onderdeel algemene dekkingsmiddelen. Stand eind 2012: € 2.736.132 BESTEMMINGSRESERVES Voor bestemmingsreserve geldt dat deze worden ingesteld voor één specifiek doel binnen een vastgestelde termijn. In 2012 zijn de volgende reserves volledig besteed en kunnen worden opgeheven:
183
Programmarekening 2012 |
• Wabo • Wet maatschappelijke ondersteuning • Volkshuisvesting (overgeheveld naar de Woonvisie) • Ontwikkeling hoofdcentrum • Onderwijshuisvesting • Pilot loondispensatie Programma 1 Publiekdiensten Reserve invoering WABO Doel en voeding: Doel van deze bestemmingsreserve is om de invoering van de wet WABO organisatorisch mogelijk te maken. De incidentele middelen zijn destijds beschikbaar gesteld in het gemeentefonds en toegevoegd als bestemmingsreserve in 2009 (besluitnummer 10-71). Gezien de latere invoering is er een vertraging ontstaan en heeft de laatste uitname van € 52.000 in 2012 plaatsgevonden. Dit is besteed aan verdergaande digitalisering. De reserve is hiermee volledig besteed en kan worden opgeheven. Programma 2 Zorg en welzijn Reserve Wet Maatschappelijke ondersteuning Doel en voeding: Het doel van deze bestemmingsreserve is het mogelijk maken van de uitvoering van het stedelijk kompas met behulp van onderbesteding van de middelen uit de producten individuele en collectieve voorzieningen uit 2008. Door stijgingen in het gebruik en een daling van de integratie-uitkering WMO is de aanwending in 2011 en verder opnieuw afgewogen. In 2012 is het restant in deze reserve van € 116.0000 ingezet en kan de reserve worden opgeheven. Programma 3 Wonen Reserve Volkshuisvesting en Woonvisie Doel en voeding: Het doel van de bestemmingsreserve Volkshuisvesting is het het bekostigen van uitgaven voor volkshuisvestingsdoelen die in een specifiek programma zijn vastgelegd met een incidenteel karakter. In maart 2012 (besluitnummer 643894) heeft de raad besloten de reserve volkshuisvesting per 31 december 2012 op te heffen. Het saldo eind 2012 is hierbij overgeheveld in de nieuwe bestemmingsreserve Woonvisie 2012 – 2016. De voeding van deze reserve betreft het door de gemeenten ontvangen deel van de overwaarde van de verkochte koopwoningen waarvoor het anti-speculatiebeding van toepassing is (voor 2012 € 109.000). Daarnaast is voor 2012 incidenteel toegevoegd de verkoopopbrengst van de opstallen van het woonwagenterrein Veenweidestraat (voor 2012 € 39.000). Gebleken is dat het saldo van de reserve woonvisie hoger is dan begroot. Stand eind 2012: € 1.792.956 Programma 6 Beheer openbare ruimte Reserve infrastructuur Gorslaan/Jaagweg Doel en voeding: Het doel van deze bestemmingsreserve is om herstelwerkzaamheden uit te voeren aan de kruising Gorslaan/Jaagweg voor gebrekkige fundering en beschadigd asfalt (medio 2014). Deze reserve is in 2011 ingesteld bij de kadernota 2012 als voorziening en in de jaarrekening 2011(besluitnummer 1037563) omgezet in een bestemmingsreserve door toevoeging van € 1.983.400. Dit bedrag was een indicatie van de mogelijke bestedingen. Op basis van de meest recente inzichten is deze reserve € 300.000 hoger dan noodzakelijk om
184
Programmarekening 2012 |
deze werkzaamheden te kunnen uitvoeren. In de resultaatbestemming wordt voorgesteld dit bedrag te laten vrijvallen. Stand eind 2012: € 1.800.000 vóór voorgestelde resultaatbestemming) Programma 7 Ruimtelijke ordening Reserve Ontwikkeling Hoofdcentrum Doel en voeding: Deze bestemmingsreserve heeft als doel de noodzakelijke ontwikkeling van het hoofdcentrum te financieren en in te zetten voor de dekking van afschrijvingen voortvloeiende uit investeringen in 2008 en 2009 met maatschappelijk nut. In de derde bestuursrapportage 2012 (besluitnummer 645125) en als nieuw beleid in de nota reserves en voorzieningen is besloten om de reserve hoofdcentrum op te heffen per eind 2012 en het saldo van € 5.437.514 te laten vrijvallen aan het rekeningresultaat. Reserve Gronden Doel en voeding: Het oorspronkelijke doel van deze bestemmingsreserve was het opvangen van risico’s in de grondexploitatie voor specifieke bestemmingen. Het doel van deze reserve is in 2012 gewijzigd in de derde bestuursrapportage 2012 (besluitnummer 645125) en als nieuw beleid in de nota reserves en voorzieningen. De reserve is in 2012 deels vrijgevallen (€ 1.084.500) in verband met afschrijvingslasten die ten laste van de exploitatie worden gebracht. Daarnaast is er in 2012 € 216.890 aangewend voor de plankosten die samenhangen met het tot ontwikkeling brengen van de door de raad aangewezen nog niet in exploitatie genomen gebieden (NIEGG’S). Naar aanleiding van de bijgestelde notitie grondexploitaties van de BBV zijn in Purmerend 12 locaties bij raadsbesluit vastgesteld als NIEGG’S. Rentetoevoegingen en investeringen die in de loop van 2012 zijn gedaan ten behoeve van de herontwikkeling van de betreffende gebieden, mogen conform BBV richtlijnen aan de boekwaarden worden toegevoegd, voor zover de boekwaarde daarmee niet de marktwaarde tegen huidige bestemming overstijgt. Toepassing van deze richtlijn voor de individuele grondgebieden, heeft voor 2012 tot een gesaldeerde afwaardering van € 531.918 geleid. Voorgesteld wordt om deze verliesneming bij resultaatbestemming ten laste te brengen van deze reserve. Na resultaatbestemming is het saldo van deze reserve € 1.007.709. Het restant van deze reserve wordt vanaf 2013 en verder ingezet voor plankosten, voorbereidingskrediet Schapenmarkt en toekomstige verliesnemingen in de NIEGG's. Stand eind 2012: € 1.539.627 (vóór voorgestelde resultaatbestemming) Programma 9 Educatie Reserve onderwijshuisvesting Doel en voeding: Het doel van deze bestemmingsreserve is om toekomstige afwijkingen in de huisvesting voor onderwijs en de plannen voor her- en nieuwbouw op te vangen in de vorm van niet voorziene hogere lasten. Uitgangspunt bij de actualisering van deze reserve is de bestaande situatie. Basis voor de huisvestingsvoorziening zijn de meerjarenonderhoudsplanningen die zijn opgesteld. In 2012 is € 59.000 besteed aan gedeclareerde verhuiskosten voor de Plankier, Tangram en Bets Frijlingschool. Hiermee is deze reserve volledig besteed en kan deze worden opgeheven. Reserve af te stoten panden onderwijshuisvesting Doel en voeding: Deze bestemmingsreserve heeft als doel om de boekwaarden van de onderwijspanden gedurende de periode 2012 tot en met 2015 die worden herbestemd of
185
Programmarekening 2012 |
worden gesloopt te kunnen afboeken. Deze afboeking is noodzakelijk, omdat naar huidige inschatting de boekwaarde niet kan worden terugverdiend bij herbestemming van de locaties. De voorgenomen afboeking heeft betrekking op een zevental onderwijslocaties en is als resultaatbestemming ingesteld bij de jaarrekening 2011 (besluitnummer 1037563). Hiervoor is eenmalig een bedrag van € 2.030.000 beschikbaar gesteld. In de loop van 2012 is deze reserve aangesproken voor een totale afwaardering van 1.729.179 voor acht voormalige onderwijspanden, waarvan vier eerder zijn vrijgegeven dan gepland en daardoor tegen hogere boekwaarde zijn afgeboekt. Als gevolg hiervan is de bestemmingsreserve niet langer toereikend voor de afboeking van de overige locaties, op het daarvoor geplande tijdstip. Om deze reden wordt voorgesteld om, in lijn met de eerdere besluitvorming, deze reserve via resultaatbestemming aan te vullen met een bedrag van € 125.000. Stand eind 2012: 300.821 (vóór voorgestelde resultaatbestemming) Programma 12 Werk en inkomen Reserve gemeentelijke middelen participatie Doel en voeding: Het doel van deze bestemmingsreserve is het gefaseerd kunnen aanpassen van de geplande uitgaven als gevolg van de grote daling van de rijksbijdrage participatie vanaf 2010. Hiermee wordt voorkomen dat het programma voor participatie direct moet worden aangepast of deels worden stopgezet. De reserve is ingesteld voor de periode 2010 – 2014. Door meevallers en vroegtijdig inspelen op de kortingen op de rijksbijdrage zullen de middelen (pas) ingezet worden vanaf 2013. In 2012 is deze reserve niet aangesproken. Stand eind 2012: € 1.623.617 Reserve pilot loondispensatie Doel en voeding: Doel van deze bestemmingsreserve is om de uitvoeringskosten van de pilot inzake de regeling in de tegemoetkoming loondispensatie te dekken. In het gemeentefonds zijn hiervoor middelen beschikbaar gesteld en als resultaatbestemming 2010 toegevoegd (besluitnummer 11-42). De pilot is voor twee jaar, waarbij in 2012 een bedrag van € 85.000 is besteed. Hiermee is deze reserve volledig besteed en kan deze worden opgeheven. Reserve Aanval op de bijstand Doel en voeding: Doel van deze bestemmingsreserve is de verwachte toename van het aantal uitkeringen op te kunnen vangen door het verlagen van het uitkeringsbestand zoals uitgewerkt in het project aanval op de bijstand. Deze reserve is éénmalig gevoed met € 1,5 miljoen (besluitnummer 11-052) in 2011. Binnen dit project wordt in drie deelprojecten geinvesteerd: arbeidsmarktaansluiting, mogelijkheden Wwb-ers voor uitvoering van maatschappelijke taken (waaronder de uitvoering Wmo) en handhaving. In 2011 is een bedrag van € 1,1 miljoen besteed aan het project aanval op de bijstand. De verwachting is dat de reserve volledig uitgenut zal zijn eind 2013. Stand eind 2012: € 250.000 Programma 13 Bestuur en Concern Reserve werkbudget ombuigingen Doel en voeding: Doel van deze bestemmingsreserve is om de ombuigingen zoals voorgesteld en overgenomen in de programmabegroting 2011 te realiseren. Het gaat hierbij om externe expertise en extra inzet op de meer complexe onderzoeken naar de mogelijkheid van uitbesteding van taken en wat dan kan betekenen voor de achterblijvende organisatie.
186
Programmarekening 2012 |
Daarnaast gaat het om begeleiding bij een veranderde rolneming bij de vormgeving van gemeentelijk beleid en het doorlichten van subsidieactiviteiten. Deze reserve is ingesteld voor de periode 2010 – 2012 bij de derde bestuursrapportage 2010 (besluitnummer 10-115) door een bijdrage van € 500.000. In 2012 zijn onderzoeken uitgevoerd naar uitbestedingen belastingen, uitbesteden NME, schoolwerktuinen en het Nieuwe Werken. De totale kosten in 2012 bedragen € 133.000 en het restantbedrag van € 150.000 zal door vertraagde uitneming in 2013 plaatsvinden. Stand eind 2012: € 150.000 VOORZIENINGEN In 2012 zijn de volgende voorzieningen volledig besteed en kunnen worden opgeheven: • Afkoop BWS particulieren; • Groen,kunst- en waterwegen en infrastructuur; • Herstel en aanpassing Leeghwaterbad; • Speelvoorzieningen; • Pensioenverplichting (ex-)bestuurders (ondergebracht bij Loyalis); • Garantstelling geldleningen HVC. De bovenstaande voorzieningen zijn hier verder niet toegelicht. De voorziening groot onderhoud gemeentelijke gebouwen is opgenomen in programma 7 Ruimtelijke ordening en is opgebouwd uit de volgende vier voorzieningen: Stand Voorziening
Programma
eind 2012
Verhuurde percelen
Programma 7 Ruimtelijke ordening
€ 253.000
Groot onderhoud welzijnsgebouwen
Programma 7 Ruimtelijke ordening
€ 373.000
Groot onderhoud onderwijs
Programma 9 Educatie
€ 308.000
Programma 13 Bestuur en concern
€ 421.000
Groot onderhoud gemeentelijke huisvesting
De mutaties van deze voorzieningen zijn separaat opgenomen en toegelicht in de betreffende programma's. Programma 5 Bereikbaarheid Voorziening openbaar vervoer Doel en voeding: De voorziening wordt ingezet voor het mede financiëren van openbaar vervoer projecten en infrastructurele maatregelen voor een verbeterde doorstroming en toegankelijkheid van het openbaar vervoer. Eind 2012 is het saldo van de voorziening € 203.000. In de loop van 2012 is een plan van maatregelen opgesteld voor de besteding van dit resterende saldo, waarin o.a. zijn opgenomen: bijdragen aan de aanpassing van busbanen en kruispunten, systeemvernieuwing verkeersregelautomaten bij enkele bussluizen en de aanleg van (tijdelijke) voorzieningen in verband met de herinrichting van busstation Tramplein. De maatregelen zullen in 2013 worden uitgevoerd. Stand eind 2012: € 203.178 Voorziening onderhoud DRIS Doel en voeding: Deze voorziening is afgesplitst uit de voorziening openbaar vervoer en bestemd om de beheer- en onderhoudkosten voor het Dynamisch Reizigers Informatie
187
Programmarekening 2012 |
Systeem voor een periode van tien jaar te kunnen dekken. De DRIS-panelen worden volgens planning tot en met 2013 bij de diverse bushaltes geplaatst. Er is daardoor nog geen onderhoud verricht. Het saldo van de voorziening is eind 2012 onveranderd gebleven. Stand eind 2012: € 500.000 Programma 7 Ruimtelijke ordening Voorziening groot onderhoud gemeentelijke gebouwen Doel en voeding: Deze voorziening heeft tot doel de onderhoudslasten te egaliseren van de panden die de gemeente bezit. Deze voorziening is opgebouwd uit een viertal onderhoudsvoorzieningen: verhuurde percelen, groot onderhoud welzijnsgebouwen, onderwijs en gemeentelijke huisvesting. Stand eind 2012: € 1.355.875 Voorziening civiele procedure IJsendijkstraat Doel en voeding: Deze voorziening is ingesteld om de kosten voor de civiele procedure met betrekking tot de Van IJsendijkstraat te dekken. Dit betreffen de kosten voor het eigen risico van € 50.000. De gemeente is verzekerd voor vermogensschade veroorzaakt door onrechtmatig genomen besluiten. Stand eind 2012: € 50.000 Programma 8 Veiligheid Voorziening groot onderhoud brandweerkazerne Doel en voeding: Doel van deze voorziening is het dekken van de kosten voor het groot bouwkundig onderhoud. De voeding van deze voorziening geschied aan de hand van het groot onderhoudsplan en is gebaseerd op de bestaande beheer- en onderhoudsgegevens uit Kraan. Voor 2012 waren er onderhoudswerkzaamheden begroot voor € 76.230. In totaal is het grootste gedeelte van de geplande werkzaamheden uitgevoerd en is € 55.416 onttrokken en een bedrag van € 40.500 gedoteerd. Stand eind 2012: € 69.987 Voorziening 2e loopbaanbeleid brandweer Doel en voeding: De voorziening heeft ten doel het tweede loopbaanplan van het repressieve personeel te bekostigen als zij niet meer geschikt zijn voor het uitvoeren van zogenaamde bezwarende functies. Hiervoor wordt in de periode voorafgaand aan een daarvoor gestelde leeftijd, begeleiding gegeven voor de mogelijke opstap naar een andere functie.Om deze kosten te egealiseren is een voorziening ingesteld. Met ingang van 2012 is de dotatie verhoogd van € 1.000 naar € 8.000. Er was geconstateerd dat de hoogte van de voorziening niet toereikend was om omscholings- en herplaatsingsactiviteiten uit te voeren. Stand eind 2012: € 10.641 Voorziening Halt overgang personeel Bij het fuseren van het bureau Halt Zaanstreek-Waterland zullen frictiekosten ontstaan. Bij het voorstel om te fuseren is besloten de frictiekosten te financieren uit het positieve reultaat van de jaarrekening 2010. In 2012 is hiervoor een bedrag van € 4.724 onttrokken.
188
Programmarekening 2012 |
Stand eind 2012: € 66.154 Programma 9 Ecucatie Voorziening bruidschat OPSO Doel en voeding: Doel van deze voorziening is om verzelfstandiging van het Openbaar Primair en Speciaal Onderwijs (OPSO) per 1 januari 2011 te begeleiden door het verstrekken van een bruidschat van € 2,5 miljoen. De bruidschat zal uitbetaald worden in jaarlijks afbouwende bedragen en eind 2014 worden opgeheven. In 2012 is een bedrag van € 800.000 uitgekeerd. Stand eind 2012 € 749.000 Programma 11 Actief in de stad Voorziening onderhoud De Purmaryn Doel en voeding: Deze voorziening heeft tot doel het realiseren van dekking en egalisering van de uitgaven planmatig onderhoud en vervanging inventaris op middellange termijn. Het onderhoud van het gebouw de Purmaryn vindt plaats op grond van een Meerjarenonderhoudsplan ('Kraan'). Stand eind 2012: € 269.232 Programma 13 Bestuur en concern Voorziening wachtgeldverplichtingen bestuurders Doel en voeding: Voor de afwikkeling van de opgebouwde wachtgeldrechten van voormalige wethouders is een voorziening ingesteld. Het risico ten aanzien van zittende bestuurders is meegenomen in de risicoparagraaf weerstandsvermogen. De voorziening wordt jaarlijks geactualiseerd op basis van het de ingeschatte aanspraak op wachtgeld van ex-bestuurders. In 2012 heeft een extra dotatie van € 268.000 plaatsgevonden, omdat de wachtgeldtermijn van één wachtgelder is verlengd met circa drieënhalf jaar tot het bereiken van de 65 jarige leeftijd. Stand eind 2012: € 271.070 Voorziening pensioenverplichtingen Doel en voeding: De voorziening pensioenverplichtingen is een in 2012 nieuw ingestelde voorziening. De voorziening was bedoeld om de verplichting die bestaat ten opzichte van bestuurders die vóór 2002 wethouder zijn geweest af te dekken. In de loop van 2012 is besloten omde pensioenverplichtingen uit te besteden en onder te brengen bij Loyalis. De financiële afwikkeling vindt in 2013 plaats en de voorziening zal daarna worden opgeheven. Aangezien de afwikkeling in 2013 wordt voltrokken wordt het saldo dat per 31-12-2012 in de voorziening zat, niet als voorziening maar als kortlopende schuld op de balans gepresenteerd. Voorziening streekarchief Waterland Doel en voeding: Deze voorziening heeft tot doel om de kosten van groot onderhoud van het pand Streekarchief Waterland (SAW) aan de Wielingenstraat 75 te dekken. De voorziening wordt jaarlijks gevoed met de door het ISW afgesproken jaarlijkse verhoging van de canon met 3,725%. Stand eind 2012: € 64.483 Voorziening Spaarverlof
189
Programmarekening 2012 |
Doel en voeding: In deze voorziening is de waarde opgenomen van verlofuren die in het verleden konden worden opgespaard. De voorziening is gevormd ter dekking van de kosten van vervangend personeel van deelnemers aan de gemeentelijke spaarverordening op het moment dat zij spaarverlof opnemen. Aangezien de regeling is opgeheven bestaat de dotatie uit een mutatie ten behoeve van het opvangen van prijsstijgingen. De onttrekking betreft de compensatie aan een afdeling op het moment dat spaarverlof wordt opgenomen door een deelnemer. Stand eind 2012: € 51.886
190
Programmarekening 2012 |
07-65/10-79
7100100164 7100100146/157 9500 rolcontainers (GFT)
11-35
7050402501 Herinrichting Van IJsendijkstraat
7100502301 Stedelijk Waterplan 2012 1)
191
Programmarekening 2012 | Bijlagen
7142200113 Tankautospuit 734
7040100203 Camera's Koemarkt
10-90
09-44/620817
637736
7100502201 Stedelijk Waterplan 2012(uitv.oeverplan) 1)
Totaal 06 Beheer openbare ruimte
10-23 637736
7100501550 Aansl. Rioolnet historische woonschepen
637736
7100502401 Uitvoeringsprogramma 2012 Riolering
08-27 637736
7100502101 Verbreed GRP (GRP+) 2012 (incl.aanvull.) 1)
7050402601 Herinrichting Koemarkt (7110600301)
637736
637736
7050101201 1050 m beschoeiingen per jaar 1)
7050402801 Uitvoeringsprogramma 2012 Elementen
637736
7050101101 5 houten of vaste bruggen 1)
637736
637736
7050101001 PON, groot onderhoud bruggen 2012 1)
7050402701 Uitvoeringsprogramma 2012 Asfalt 1)
342.088
304.082
90.750
11.178.638
1.824.581
544.312
170.048
136.775
4.480.955
62.714
686.465
1.249.015
425.000
200.000
325.000
731.685
186.400 08-100
51.000
90.400
7050100123 Verv. houten bruggen Overwhere
09-112
45.000
121.102
35.347
5.540
14.693
65.522
538.702
36.712
501.990
Geraamd bedrag
Totaal 05 Bereikbaarheid
09-118
7050500129 Verkeersveiligheid schoolomgeving 2009
09-37
7050500136 Verk.regelinst.Verzetslaan/Afslag Jaagwg
7050500133 Verk.regelinstall. Doplaan/Hoornselaan
Totaal 04 Milieu
09-60
07-65
7100100165 7100100151/158 Ondergrondse papiercont.
07-65
7100100162 7100100143/154 70 st. ondergr.glascont.
637736
637736/645121
Raad/B&W besluit
7100100160 7100100139/152 328 st.ondergrondse cont.
Totaal 02 Zorg en welzijn
7081000607 Dakbedekking, Leeghwaterpark 7 (2012)
7090300801 WMO hulpmiddelen 2012
Activumcode en omschrijving
Bijlage V Overzicht afgesloten kredieten
147.730
-
384.429
-
-
36.835
-
-
50.789
-
-
-
-
-
-
296.805
101.007
23.136
38.054
39.817
-
-
-
-
-
-
-
-
Totaal besteed t/m 2011
153.572
92.000
6.269.633
300.741
331.670
132.926
122.095
2.977.978
10.500
677.981
1.010.049
428.900
181.648
42.004
7.858
45.283
83.760
27.864
52.346
3.550
69.529
4.907
-
2.604
62.018
277.794
72.763
205.031
Totaal besteed in 2012
301.303
92.000
6.654.062
300.741
331.670
169.761
122.095
2.977.978
61.289
677.981
1.010.049
428.900
181.648
42.004
7.858
342.088
184.767
51.000
90.400
43.367
69.529
4.907
-
2.604
62.018
277.794
72.763
205.031
Totaal besteed t/m 2012
2.779
-1.250
4.524.576
1.523.840
212.642
287
14.680
1.502.977
1.425
8.484
238.966
-3.900
18.352
282.996
723.827
-
1.633
-
-
1.633
51.573
30.440
5.540
12.089
3.504
260.908
-36.051
296.959
Over (-) of onderschr. (+)
10-107 10-107 637736 637736 637736 637736 10-107 10-107 09-131 09-131
7180200029 Peuterspeelzaal Zichthof (terr&bouw)
7180200030 Peuterspeelzaal Zichthof (installatie)
7180200056 Dakbedekking, Karekietpark 28-30 (2012)
7180200057 Boeiboord, Karekietpark 28-30 (2012)
7180200058 Kozijnen/deuren,Karekietpark 28-30(2012)
7180200054 Lift, Spinnekop (2012)
7180200023 Hoefsmid 4, Dijk,Uitbr(terr&bouw)
7180200024 Hoefsmid 4, De Dijk,Uitbr(install)
7180200004 Het Baken, Drontermeer 62 Bouw&terr.inr.
7180200005 Het Baken, Drontermeer 62 Installaties
10-37
7180200021 Wales 4-12, Plankier, bouw & terrein
637736
7080800130 Vervanging sportvloer gymlokaal De Gors
192
Programmarekening 2012 | Bijlagen
7080800140 Renovatie voetbalveld V.IJsendijkstr.140
637736
10-37
645123
7050100901 Vervanging brug Westerweg
7080800410 Slenkstraat 50, Tangram, inr.gymzaal
09-118 645121
7080200610 Vervanging brandmeldinstallatie Purmaryn
10-107
7080200602 Vervanging kantoormeubilair Purmaryn
Totaal 09 Educatie
7180200031 Brandmeldinstallaties onderwijs 2011
10-37/11-32
640635
7180200063 Inr.praktijklok.Altra, Koggenlandln 100
7180200022 Wales 4-12, Plankier, installaties
09-131
7180200014 Koggenland 100, Altra college, instal.
09-131 09-131/11-32
7180200001 Sportlaan 153, installaties
7180200013 Koggenland 100, Altra, bouw&terrein
09-131
7180200000 Sportlaan 153, bouw & terreininr.
rest.kred./624827
10-107
7180200028 Peuterspeelzaal Hoefsmidhof (instal)
7180200050 CV-leidingnet, Karekietp.28-30 (Klim-op)
190.563
50.093
48.022
103.502
55.000
49.000
25.563
9.071.272
182.401
293.120
1.207.237
43.000
390.975
1.118.746
596.712
1.500.693
81.019
619.170
1.557.174
42.764
128.291
46.663
440.056
47.362
107.091
103.679
311.035
63.521
471.520 10-107
76.688
Geraamd bedrag
7180200027 Peuterspeelzaal Hoefsmidhof (ter&bouw)
637736
Raad/B&W besluit
Totaal 08 Veiligheid
7142200114 Vervangen personenbus 5001 (781)
Activumcode en omschrijving
-
-
-
-
-
23.528
3.394.968
74.572
12.495
834.231
-
43.485
90.427
410.211
1.440.005
67.827
-
162.099
1.062
1.062
-
-
-
-
-
257.492
-
-
147.730
-
Totaal besteed t/m 2011
50.093
40.438
80.690
56.269
48.475
1.193
2.790.188
74.739
221.906
250.398
43.000
347.523
1.029.470
128.296
2.764
-
-
25.834
41.702
127.229
43.388
-
-
78.317
7.973
113.564
63.521
190.563
288.965
43.393
Totaal besteed in 2012
50.093
40.438
80.690
56.269
48.475
24.721
6.185.156
149.311
234.401
1.084.629
43.000
391.008
1.119.897
538.508
1.442.769
67.827
-
187.933
42.764
128.291
43.388
-
-
78.317
7.973
371.056
63.521
190.563
436.696
43.393
Totaal besteed t/m 2012
-
7.584
22.812
-1.269
525
842
2.886.116
33.090
58.719
122.608
-
-33
-1.151
58.204
57.924
13.192
619.170
1.369.241
-
-
3.275
440.056
47.362
28.774
95.706
-60.021
-
-
34.824
33.295
Over (-) of onderschr. (+)
637736 637736
7030901215 Basisregistraties en GEO hardware 2012 1)
7030901217 Ov. onderzoeken en proj.hardware 2012 1)
637736 637736 637736
7030901212 Randvoorwaarde ICT software 2012 1)
7030901214 Dienstverlening software 2012 1)
7030901216 Basisregistraties en GEO software 2012 1)
Programmarekening 2012 | Bijlagen
603583
7030901012 Digitalisering financiële processen
193
637736
10-90
09-118
7030901011 SW 2011 Programma digitalisering
7030901010 Software 2011 basisvoorziening
7030900818 SW2010 PIMS4ALL Upgrade en uitbr.
07-30
637736
7030901213 Dienstverlening hardware 2012 1)
7030900608 Raadsinformatiesysteem
637736
7030901211 Randvoorwaarde ICT hardware 2012 1)
10-90
637736
7030901201 Hardware 2012 navigatie brandweer
7030901006 Hardware 2011 verkeerscomputer
10-90
7030901005 Hardware 2011 navigatie brandweer
B&W 642266
09-118
7020900901 Vervangen brandmeldcentralen 2010
7200600106 Bouwkundig aanpassing werkplein (Kvk)
09-118
7020900406 verv. keuken bouwkundig 2010
363.000
338.600
139.600
138.214
193.501
7.200
95.720
8.689
100.000
75.000
20.000
24.000
483.000
22.500
25.000
92.000
53.000
43.000
100.000
09-118
7020900405 verv. keuken installatie 2010
60.000 295.000
Totaal Hulpkostenplaats tractie
09-118/637736
637736
7523208250 Minigraver met sloophamer
7524001010 Opzetstrooier groot
205.000 30.000
1.400.873
334.862
637736
637736/rest.kred.
7080702204 Vervangingsbeleid speelvoorziening 2012 1)
86.835 135.800
7512228300 Haakarm 22830
637736/rest.kred.
33.367
124.278
354.551
Geraamd bedrag
Totaal 11 Actief in de stad
637736/rest.kred.
637736
7080702201 Vervanging pannavelden 2012 1)
7080702203 Vervanging speeltoestellen 2012 1)
612269
7080801104 Uitbr.kleedaccomm vv Wherevogels, instal
7080702202 Vervanging kunstgrasvelden 2012 1)
612269
Raad/B&W besluit
7080801103 Uitbr.kleedaccomm vv Wherevogels, gebouw
Activumcode en omschrijving
-
-
-
138.214
193.501
7.200
95.720
8.689
49.338
-
-
-
-
-
2.420
-
-
-
68.210
-
-
-
-
23.528
-
-
-
-
-
-
Totaal besteed t/m 2011
21.015
262.036
8.036
-
-
-7.200
-
-8.689
50.946
16.895
-
-
423.640
-
18.789
43.983
-
42.623
38.636
290.820
45.963
30.530
214.327
1.025.376
236.484
12.272
20.634
-
124.278
354.551
Totaal besteed in 2012
21.015
262.036
8.036
138.214
193.501
-
95.720
-
100.284
16.895
-
-
423.640
-
21.209
43.983
-
42.623
106.845
290.820
45.963
30.530
214.327
1.048.905
236.484
12.272
20.634
-
124.278
354.551
Totaal besteed t/m 2012
341.985
76.564
131.564
-
-
7.200
-
8.689
-284
58.105
20.000
24.000
59.360
22.500
3.791
48.017
53.000
377
-6.845
4.180
14.037
-530
-9.327
351.968
98.378
123.528
66.201
33.367
-
-
Over (-) of onderschr. (+)
Eindtotaal
194
Programmarekening 2012 | Bijlagen
Totaal Hoofdkostenplaatsen
7030901218 Ov.onderzoeken en proj.software 2012 1)
Activumcode en omschrijving 637736
Raad/B&W besluit
26.079.631
2.816.124
494.100
Geraamd bedrag
4.614.955
563.292
-
Totaal besteed t/m 2011
12.227.681
1.131.617
220.908
Totaal besteed in 2012
16.842.636
1.694.909
220.908
Totaal besteed t/m 2012
9.236.995
1.121.215
273.192
Over (-) of onderschr. (+)
09-118
7050500135 Verk.regelinst.Waterl.laan/Landsrekenweg
637736
Uitvoeringsprogramma 2012 Asfalt 1)
212.642
195
Programmarekening 2012 | Bijlagen
70.000
7081000609 Loirestraat 9 Kinderopvang De Weide
1037563
66.105
Totaal 08 Veiligheid
66.105
1.523.840 5.675.480
637736
637736
Stedelijk Waterplan 2012 1)
1.502.977
980.000
86.400
105.480
7142200115 Vervangen mobilofoons
637736
Stedelijk Waterplan 2012(uitv.oeverplan) 1)
18.352 238.966
Totaal 06 Beheer openbare ruimte
637736
11-13
7100200301 Uitbr. Nwe alg.begraafplts(grafv+urnenm)
Verbreed GRP (GRP+) 2012 (incl.aanvull.) 1)
640635
7050402901 Kiss&ride en parkeerpl van den Uyllaan 3
08-95
637736
1050 m beschoeiingen per jaar 1)
7050400132 Looproutes 2010
637736
5 houten of vaste bruggen 1)
282.996
723.827
637736
PON, groot onderhoud bruggen 2012 1)
89.665
89.665
717.135
637736
7050501901 VRI Verzetslaan-Frescobaldistraat
60.005
90.400
Totaal 05 Bereikbaarheid
637736
7050501801 VRI Verzetslaan-Meerland
10-90
09-118
7050500134 Verk.regelinst.Waterl.laan/Basisveenstr.
7050501701 VAT-kosten 11 VRI's 2012-2015
297.000 90.400
542.783 637736
7050502001 Ombouw Parkeerautomaten
300.000
27.694
18.991
196.098
54.258
54.258
Geraamd bedrag
Totaal 04 Milieu
645125
07-65/10-79
7100100166 60x OC's glas binnencontainers
07-65/09-60
7100100163 7100100145/156 24360 rolcont.(restafval)
10-90
637736
Raad/B&W besluit
7100100161 7100100141/153 Clusterplaatsen
7100100159 Papiercontainers 4x6090 st. (2012)
Totaal 02 Zorg en welzijn
7081000608 Dakbedekking, JP Grootstraat 1 (2012)
Activumcode en omschrijving
-
-
-
50.050
27.085
-
22.965
17.505
-
-
10.933
2.300
4.272
-
20.106
-
-
-
20.106
-
-
Totaal besteed t/m 2011
Bijlage VI Overzicht niet afgesloten kredieten
-
-
-
481.098
391.917
86.400
2.780
416.156
-
48.491
9.733
60.574
79.093
218.265
127.886
132.500
15.492
-
-20.106
-
-
Totaal besteed in 2012
-
-
-
531.148
-
-
-
419.003
86.400
25.745
-
-
-
-
433.661
-
48.491
20.666
62.874
83.365
218.265
147.992
132.500
15.492
-
-
-
-
Totaal besteed t/m 2012
70.000
66.105
66.105
5.144.332
1.523.840
212.642
1.502.977
560.997
-
79.735
238.966
18.352
282.996
723.827
283.474
89.665
41.174
39.339
27.526
7.035
78.735
394.791
167.500
12.202
18.991
196.098
54.258
54.258
Over (-) of onderschr. (+)
09-131
7180200011 Den Uyllaan 3, installaties Kingschool
09-118 09-118
7080800209 Vervanging luchtbehandeling De Vaart
7080800210 Dakrenovatie De Vaart
09-131 637736 637736 637736 637736 10-90 10-21
7180200010 Den Uyllaan 3, bouw Gymlokaal
7080800135 Toplaag Kunstgr.Flevostr.(korfb.ver.BEP)
7080800145 Ren.voetbalv.Wherevogel,Westerweg A-veld
7080800150 Ren.honkbalveld jeugd sportcompl.De Dop
7080800155 Toplaag skeelerbaan trimpad
7080802007 Hockeyveld toplaag de Munnik
7080803001 Verplaatsing rugbyclub (voorbereiding)
Programmarekening 2012 | Bijlagen
637736/rest.kred.
Vervanging speeltoestellen 2012 1)
196
637736/rest.kred.
Vervanging kunstgrasvelden 2012 1)
637736
637736
7080800125 Sportvloer gymlokaal doplaan
Vervanging pannavelden 2012 1)
09-118
7080800306 Vervanging vloertegels De Karekiet
11-14
637736
7080800120 Vervanging gevelbeplating wanden zwembad
7080803010 Vrb.kred.multifunct.sporth.IJsendijkstr
637736
7080200615 Verv.dakbedekking platte daken Purmaryn
08-62 637736
7080200603 Kassa systeem Purmaryn
7030900719 SW2008 plann.pakk.Purmaryn
Totaal 09 Educatie
640635
09-131
7180200009 Den Uyllaan 3, bouw&terreinKingschool
7180200062 Inr.praktijklok. ML King,Den Uillaan 3
634943
7180200061 Prisma,verv.Mercuriusw/Gasinjetstr(inst)
10-37/11-32
634943
7180200060 Prisma,verv.Mercuriusw/Gasinjetstr(geb)
7180200020 Slenkstraat 50, Tangram, installaties
10-107
7180200026 Hoefsmid 1, Smidse,Uitbr.(install.)
10-37/11-32
10-107
7180200025 Hoefsmid 1, Smidse,Uitbr.(terr&bouw)
7180200019 Slenkstraat 50, Tangram, bouw&terrein
637736
Raad/B&W besluit
7180200055 Dakbedekking, Grevelingenmeer 62 (2012)
Activumcode en omschrijving
123.528
66.201
33.367
120.000
158.428
651.943
51.864
65.513
155.923
915.338
47.826
40.145
200.000
88.037
129.170
39.661
64.779
66.000
62.000
7.900.070
67.260
872.083
1.475.291
915.338
1.874.408
471.397
1.414.192
176.945
530.835
32.321
Geraamd bedrag
29.268
158.428
-
-
-
-
-
-
40.145
58.799
88.037
-
-
-
8.515
1.002.347
-
299.701
404.116
-
296.407
-
-
1.061
1.062
-
Totaal besteed t/m 2011
46.962
-
651.943
51.864
65.513
155.923
-
47.826
-
59.736
-
-
39.661
14.760
-
-
3.387.744
-
524.400
987.050
-
1.549.136
-
150.847
-1.061
177.373
-
Totaal besteed in 2012
-
-
-
76.230
158.428
651.943
51.864
65.513
155.923
-
47.826
40.145
118.535
88.037
-
39.661
14.760
-
8.515
4.390.091
-
824.102
1.391.166
-
1.845.542
-
150.847
-
178.434
-
Totaal besteed t/m 2012
123.528
66.201
33.367
43.770
-
-
-
-
-
915.338
-
-
81.465
-
129.170
-
50.019
66.000
53.485
3.509.979
67.260
47.981
84.125
915.338
28.866
471.397
1.263.345
176.945
352.401
32.321
Over (-) of onderschr. (+)
10-90
7514208080 Mercedes Sprinter
645125 637736 09-118 637736 637736 637736 637736
7515218930 Servicebus Wijken 21893
7515249040 Bestelbus 24904
7515249180 Mercedes bestelbus
7515249210 Bestelbus 24921
7515309020 Bestelbus 30902
7524001020 Opzetstrooier middel
7524001030 Opzetstrooier middel
637736 637736 637736
Basisregistraties en GEO hardware 2012 1)
Ov. onderzoeken en proj.hardware 2012 1)
Randvoorwaarde ICT software 2012 1)
Programmarekening 2012 | Bijlagen
637736
Dienstverlening hardware 2012 1)
197
08-110 637736
637736
7110900603 Kozijnen/deuren, Garage De Koog
Randvoorwaarde ICT hardware 2012 1)
637736
7110900602 Dakbedekking, onderkomens groen (2012)
7110900219 Verbouwing kantoorgedeelte De Koog
616448
7020901201 Brandbeveiliging kluis BZ SH2012
Totaal Hulpkostenplaats tractie
10-90 09-118
7514228390 Mercedes sprinter
09-118
7514228360 Mercedes sprinter
637736
7514208230 Mercedes sprinter
10-90
7514208140 Mercedes sprinter
7514208200 Pick-up 20820
10-90
7514208110 Mercedes sprinter
637736
09-118
7514208090 Pick-up 20809
09-118
7511228120 Daf low entry cab
08-105/11-24/636369
637736/rest.kred.
Raad/B&W besluit
7511228110 Daf low entry cab
Totaal 11 Actief in de stad
7080700601 Stadsspeeltuin Purmerend
Vervangingsbeleid speelvoorziening 2012 1)
Activumcode en omschrijving
131.565
58.105
20.000
24.000
59.360
102.500
103.338
42.469
25.000
1.041.900
33.825
33.825
26.000
26.000
25.625
26.000
25.000
61.500
61.500
51.250
51.250
51.250
76.875
51.250
51.250
194.750
194.750
3.689.351
511.250
98.378
Geraamd bedrag
70.519
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
437.643
54.451
Totaal besteed t/m 2011
17.779
60.673
-
11.348
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
1.583.564
449.376
Totaal besteed in 2012
-
-
-
-
-
88.297
60.673
-
11.348
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
2.021.208
503.827
-
Totaal besteed t/m 2012
131.565
58.105
20.000
24.000
59.360
14.203
42.665
42.469
13.652
1.041.900
33.825
33.825
26.000
26.000
25.625
26.000
25.000
61.500
61.500
51.250
51.250
51.250
76.875
51.250
51.250
194.750
194.750
1.668.143
7.423
98.378
Over (-) of onderschr. (+)
637736 637736 637736
Dienstverlening software 2012 1)
Basisregistraties en GEO software 2012 1)
Ov.onderzoeken en proj.software 2012 1)
Eindtotaal
198
Programmarekening 2012 | Bijlagen
Totaal Hoofdkostenplaatsen
Raad/B&W besluit
Activumcode en omschrijving
20.945.160
1.258.078
273.192
341.985
76.564
Geraamd bedrag
1.598.171
70.519
Totaal besteed t/m 2011
6.086.247
89.800
Totaal besteed in 2012
7.684.418
160.318
-
-
-
Totaal besteed t/m 2012
13.260.742
1.097.760
273.192
341.985
76.564
Over (-) of onderschr. (+)
Bijlage VII Kerngegevens Purmerend ALGEMEEN
Tabel 1
Inwoners in Purmerend naar leeftijdscategorie, 1 januari 2013
Leeftijd
Aantal
<15 jaar
13.124
15-64
53.004
≥65
13.361
Totaal
79.489
Bron:GBA PROGRAMMA 2 ZORG Tabel 2
Overzicht aanbod van dienstverlening zorg in Purmerend, 1 januari 2012
Dienst
Aantal
Huisartsen
18
Tandartsen
19
Apotheken
9
Fysiotherapiepraktijken
30
Aanwezige plaatsen in verzorgings- en verpleeghuizen
682
Bedden Waterlandziekenhuis
351
Bron: Gemeentegids 2012, Bedrijfsvoering (team B&I) en Waterlandziekenhuis PROGRAMMA 3 WONEN Aantallen / percentages verdeling koop- en huurwoningen per wijk in Purmerend, 2012
Tabel 3
Koop
Huur
Totaal
Aantal
In %
Aantal
In %
Aantal
In %
Centrum
1.239
53%
1.098
47%
2.337
100%
Overwhere
3.484
56%
2.737
44%
6.221
100%
Wheermolen
1.170
33%
2.411
68%
3.545
100%
Gors
2.401
60%
1.601
40%
4.002
100%
Purmer-Noord
3.242
51%
3.051
48%
6.356
100%
Purmer-Zuid
3.654
72%
1.421
28%
5.075
100%
Weidevenne
4.955
76%
1.630
25%
6.520
100%
Totaal
20.329
59%
14.127
41%
34.456
100%
Bron: Bedrijfsvoering (team B&I) PROGRAMMA 5 BEREIKBAARHEID/VERVOER Tabel 4
Vervoermiddelengebruik door werkenden (in %), 2011 Te voet, fiets, (brom fiets) Motor
199
Programmarekening 2012 | Bijlagen
Auto
Bus
Trein
N.v.t. werk thuis
Totaal
Vervoermiddelengebruik door werkenden (in %), 2011
Tabel 4 Purmerenders werkzaam in Purmerend
69
1
23
1
-
6
100
Zaanstreek/Waterland
11
-
77
-
12
-
100
Amsterdam e.o.
4
5
40
43
8
-
100
Overig
5
-
81
7
7
-
100
Bron: Bedrijfsvoering (team B&I), Omnibusenquête PROGRAMMA 6 EN 7 BEHEER OPENBARE RUIMTE EN RUIMTELIJKE ORDENING Wegennet Purmerend, 2012
Tabel 5 Soort weg
km
Gemeentelijke wegen
255
Waterschapswegen
19
Provinciale wegen
6
Rijkswegen
3
Totale weglengte
283
Bron: CBS PROGRAMMA 8 VEILIGHEID Politie: misdrijven Purmerend, 2011
Tabel 6 Aangiften
Aantal
Diefstal/inbraak in en om de woning
356
Diefstal van motorvoertuigen
58
Diefstal van brom-, snor-, fietsen
499
Aantasting lichamelijke integriteit (bedreiging, mishandeling e.d.)
721
Vernieling cq. zaakbeschadiging
802
Diefstal/inbraak bedrijven en instellingen
152
Winkeldiefstal
190
Bron: regiopolitie Zaanstreek-Waterland PROGRAMMA 9 EDUCATIE Tabel 7
Aantal scholen en leerlingen basis en voortgezet onderwijs, schooljaar 2011-2012 Aantal scholen
Aantal leerlingen
Basisonderwijs (regulier + speciaal)
24
7.023
Regulier voortgezet onderwijs
2
5.099
Speciaal (voortgezet) onderwijs
6
606
Bron: www.basisgegevensonderwijs.nl
200
Programmarekening 2012 | Bijlagen
PROGRAMMA 10 ECONOMIE Tabel 8
Totaal aantal bedrijfsvestigingen en arbeidsplaatsen in Purmerend, 2011
Bedrijfsvestigingen
4.525
Arbeidsplaatsen
25.070
Bron: CBS PROGRAMMA 11 ACTIEF IN DE STAD Tabel 9 Purmerends Museum
Bezoeken
Kunstcentrum Wherelant
Inschrijvingen cursussen
Theater de Purmaryn
Bezoeken
Muziekschool Waterland
Inschrijvingen cursussen (excl. leerlingen basis- en voortgezetonderwijs)
Pop- en cultuurpodium P3
Bezoeken
Reuring (inclusief Cityslam)
Bezoeken (schatting)
Waterlands Archief
Bezoeken (fysiek)
Waterlands Archief
Bezoeken (online)
Purmerend Centrale Bibliotheek
Aantal leden Aantal uitleningen
Zwembad Leeghwaterbad
Aantal bezoekers
Bron: Purmerends museum, Kunstcentrum Wherelant,Theater de Purmaryn,Muziekschool Waterland, Pop- en cultuurpodium P3, Waterlands Archief, Openbare Bilbliotheek Waterland en Spurd. PROGRAMMA 12 WERK EN INKOMEN Tabel 10
Uitkeringen gemeente Purmerend
Uitkering
2012
(WWB) uitkeringen totaal
1.125
WWB uitkeringen inwoners <65 jaar
1.125
WWB uitkeringen inwoners ≥65 jaar IOAW, IOAZ en Bbz
32
Bron: Gemeente Purmerend, afdeling werk en welzijn * Per 1 januari 2011 verstrekt de Sociale Verzekeringsbank, i.p.v. gemeenten, aanvullende bijstand aan inwoners boven de 65 jaar WWB: Wet Werk en Bijstand, op 1 januari IOAW: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers IOAZ: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigenBbz: Besluit bijstand zelfstandigen
201
Programmarekening 2012 | Bijlagen
Bijlage VIII Controleverklaring Wordt later toegevoegd.
202
Programmarekening 2012 | Bijlagen
Bijlage IX Verslag Auditcommissie Wordt later toegevoegd.
203
Programmarekening 2012 | Bijlagen