P R O G R A M M A R E K E N I N G
2
0
1
0
P R O G R A M M A R E K E N I N G 2 0 1 0
H o e m a a k t u u w o m g e v i n g p r e t t i g e r ? Met de programmarekening legt het college van burgemeester en wethouders elk jaar verantwoording af over het voorgaande jaar. Wat is gedaan om de doelstellingen die zijn afgesproken in de begroting te bereiken? En welke kosten gingen daarmee gepaard? Purmerend heeft in 2010 gemerkt dat de kredietcrisis doorwerkt naar inwoners, bedrijven en de gemeente zelf. We moeten er de komende jaren keihard aan werken de stad weer financieel gezond te maken. Dat doen we samen, want we willen een stad blijven waarin mensen met plezier wonen en werken. En daar kan iedereen zijn steentje aan bijdragen. Want juist in tijden van bezuiniging ontstaat saamhorigheid en bloeit het intitiatief. Hoe maakt u uw omgeving prettiger?
I n h o u d s o p g a v e Leeswijzer
4
Aanbiedingsbrief
8
1. Programma´s
16
1. Publieksdiensten
16
2. Zorg en Welzijn
24
3. Wonen
40
4. Milieu
46
5. Bereikbaarheid
52
6. Beheer openbare ruimte
60
7. Ruimtelijke Ordening
68
8. Veiligheid
82
9. Educatie
92
10. Economie
102
11. Actief in de stad
110
12. Werk en inkomen
120
13. Bestuur en concern
132
2. Algemene dekkingsmiddelen
140
3 . H e t F i n a n c i ë l e R e s u ltaat 2 0 1 0
148
4 . D e Pa r a g r a f e n
154
5 . Bala n s e n T o e l i c h t i n g
194
B i j la g e n
210
Bijlage I Portefeuilleverdeling College
211
Bijlage II Overzicht baten en lasten per programma per product
213
Bijlage III Sisa
218
Bijlage IV Reserves en voorzieningen
232
Bijlage V Investeringen
246
Bijlage VI Bijgestelde planning bestuurlijke producten
253
Bijlage VII Kerngegevens Purmerend per programma
255
Bijlage VIII Controleverklaring
259
Bijlage IX Verslag Auditcommissie
261
3
Programmarekening 2010
L ee s w i j z er Hoofdstukindeling Voorliggende Programmarekening 2010 van de gemeente Purmerend is opgesteld volgens de voorschriften in het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). Achtereenvolgens komen aan de orde: • de aanbiedingsbrief van het college van B&W; • de verantwoording van de programma’s; • het resultaat 2010; • de verplichte paragrafen bij de programmarekening; • de balans per 31 december 2010 met toelichting; • de controleverklaring; • het verslag en de aanbevelingen van de rekenkamercommissie en de reactie op de aanbevelingen van het college (na afronding werkzaamheden). In de bijlage treft u tenslotte aan: • de portefeuilleverdeling van het college van B&W; • de kerngegevens; • de SISA- verantwoording 2010; • het overzicht van reserves en voorzieningen; • het overzicht van in 2010 afgesloten kredieten en nog doorlopende kredieten; • het overzicht van de in de rekening opgenomen toezeggingen die in 2010 worden uitgevoerd.
Opbouw van de hoofdstukken De aanbiedingsbrief In de aanbiedingsbrief gaat het college kort in op een aantal in het oog springende resultaten in 2010 en de oorzaak van het financieel resultaat. Ook doet het college een voorstel aan de raad voor de bestemming van het resultaat. D e v e r a n t w o o r d i n g v a n d e p r o g r a m m a’ s Per programma komt aan de orde: • de inleiding van het programma. Hierin staat kort het doel van het programma, zoals dit was verwoord in de begroting 2010; • wat hebben we bereikt. Deze paragraaf vergelijkt de beoogde en gerealiseerde maatschappelijke effecten in 2010 aan de hand van de effectindicatoren. Achterblijvende resultaten worden benoemd en toegelicht. Soms geven de effectindicatoren onvoldoende inzicht. In dat geval wordt verwezen naar de volgende paragraaf. Daarin staat in hoeverre de voorgenomen prestaties zijn afgerond. Het afronden van prestaties draagt idealiter bij aan de gewenste maatschappelijke effecten. • wat hebben we er voor gedaan. Deze paragraaf presenteert de voorgenomen en de uitgevoerde prestaties. Als bepaalde acties niet in 2010 konden worden afgerond, wordt aangegeven wat hiervan de reden is en of de actie alsnog wordt voorgezet en afgerond. In bijlage VI treft u deze doorlopende acties compleet aan;
4
Programmarekening 2010
• wat heeft het gekost. Deze paragraaf behandelt als eerste de lasten en baten per programma en de onderverdeling hiervan naar de afzonderlijke program- maproducten. Daarna volgt een overzicht van de reserves, voorzieningen en bestedingen van ontvangen subsidies. Tot slot volgen de investeringen. Afwijkingen groter dan 50.000 euro ten opzichte van begroting 2010 worden toegelicht. Het totaal overzicht van de investeringen is opgenomen in bijlage V. In de tabellen kunnen afrondingsverschillen zichtbaar zijn tussen de som van de afzonderlijke producten en het gehele programma. Al g e m e n e d e k k i n g s m i d d e l e n Dit hoofdstuk geeft een overzicht van de algemene dekkingsmiddelen, het betreft: • Lokale belastingen en heffingen; • Nog te bestemmen middelen (stelposten); • De uitkering uit het gemeentefonds; • Renteopbrengsten; • De baten en lasten die verbonden zijn aan financiële deelnemingen; • Incidentele baten en lasten met betrekking tot voorgaande jaren. Deze middelen kennen in tegenstelling tot heffingen als het rioolrecht of de afvalstoffenheffing geen vooraf bepaald bestedingsdoel. De niet vrij besteedbare heffingen worden, evenals de ontvangsten van de specifieke uitkeringen in de programma’s, waarvan ze voor een deel de kosten dekken, verantwoord. H e t f i n a n c i ë l e r e s u lta at 2 0 1 0 Dit hoofdstuk geeft een samenvattend overzicht van de baten en lasten van de afzonderlijke programma’s en de algemene dekkingsmiddelen. Dit wordt het resultaat voor bestemming genoemd. Conform het BBV worden hierna de mutaties in de reserves gepresenteerd. Deze worden vergeleken met de mutaties zoals die zijn opgenomen in de begroting en de bijstellingen op de begroting die door de gemeenteraad zijn vastgesteld. Hierna resteert het zogenaamde resultaat voor bestemming. De gemeenteraad wordt voorgesteld aan dit bedrag een bestemming te geven. Dit resultaat krijgt een bestemming in de besluitvorming door de Raad bij de vaststelling van de programmarekening. De paragraaf eindigt met een beschrijving van de gebeurtenissen die zich hebben voorgedaan na balansdatum en niet zijn verwerkt in de programmarekening. D e pa r a g r a f e n In de paragrafen wordt verslag gedaan van het voorgenomen (financiële) beleid en de uitvoering daarvan. De balans en toelichting In dit hoofdstuk wordt allereerst uiteengezet welke waarderingsgrondslagen worden gehanteerd in Purmerend. Daarna volgt een beschrijving en toelichting van de afzonderlijke onderdelen van de balans en de mutaties die in 2010 zichtbaar zijn.
5
Programmarekening 2010
De controleverklaring Op deze plek wordt de verklaring van de accountant afgedrukt. In de verklaring geeft de accountant een oordeel over de getrouwheid en de rechtmatigheid van de zaken die in de programmarekening zijn opgenomen. Het oordeel van de accountant heeft betrekking op de volgende onderdelen: • wat heeft het gekost; • het resultaat; • de paragrafen; • de balans en de toelichting hierop. H e t v e r s l a g va n d e a u d i t c o m m i s s i e De programmarekening en de controleverklaring worden gelezen en besproken door de auditcommissie. De commissie kan vragen stellen over de inhoud en bereidt de behandeling van de rekening door de gemeenteraad voor. Ten behoeve van de raadsvergadering reageert het college op de bevindingen en de aanbevelingen van de rekenkamercommissie. Het verslag en de reactie van het college worden toegevoegd aan de programmarekening. Bijlagen In de bijlage(n) worden een aantal overzichten gegeven die deels verplicht zijn (SISA) en deels informatief voor de raad zijn. De bijlagen worden hier verder niet toegelicht.
6
Programmarekening 2010
A an b ie d ing s b rie f
Registratienummer: 611259
Purmerend, 17 maart 2011
Aan de leden van de Gemeenteraad,
Inleiding Voor u ligt de programmarekening 2010. Met de programmarekening biedt ons college u de verantwoording aan over het gevoerde beleid en financiële resultaten over het jaar 2010. In deze aanbiedingsbrief licht ons college achtereenvolgens toe: • de hoofdpunten van de inhoudelijke verantwoording; • het financieel resultaat; • de wijzigingen in de opzet van de programmarekening; • het voorstel voor de resultaatsbestemming; • de behandelingsprocedure van de jaarstukken.
Inhoudelijke hoofdpunten van de verantwoording Al g e m e e n Met de programmarekening 2010 wordt de verantwoording gecompleteerd met de financiële resultaten. In 2010 heeft ook Purmerend gemerkt dat de gevolgen van de kredietcrisis doorwerken naar de inwoners, de bedrijven en de gemeente zelf. De effecten zijn weliswaar wat minder groot dan in de regio’s waar de werkeloosheid sterk is gestegen, maar ze zijn er wel. We noemen er een tweetal: • het aantal verleende bouwvergunningen is sterk gedaald en daarmee ook de inkomsten; • een stijging van de bijstand door fors hogere instroom en lagere uitstroom ten opzichte van 2009. Tegelijkertijd zien we dat het gebruik van de door de gemeente aangeboden voorzieningen toeneemt. Zo wordt er beter gebruik gemaakt van het zwembad, de ondersteunende regelingen voor minima en P3. De belangrijkste inkomstenbron van de gemeente, de uitkering uit het gemeentefonds, is voor de jaren 2010 en 2011 bevroren. De eerste gevolgen, het bevriezen van de uitkering uit het gemeentefonds is verwerkt in de begroting voor 2010 en volgende jaren. Besluitvorming hierover heeft in 2009 plaatsgevonden. Bij het bovenstaande is de ontwikkeling bij de stadsverwarming een belangrijke lokale factor voor Purmerend. Geen enkele stad in Nederland heeft een eigen warmtedistributiebedrijf dat tweederde van de huishoudens voorziet van energie. Eind 2010 heeft de stadsverwarming de actualisatie van het verbeterplan
8
Programmarekening 2010
Mimosa aan het college ter vaststelling voorgelegd. Onlangs is de hoofdlijn daarvan gepresenteerd aan de raad. Wij hebben u daarbij aangegeven op welke onderdelen het college nog verduidelijking wenst, alvorens wij met de actualisatie kunnen instemmen. De uitvoering van het transitieplan moet ervoor zorgen dat de stadsverwarming uit de rode cijfers komt en structureel kan zorgen voor een leveringszeker en klantvriendelijk bedrijf dat duurzaam opgewekte warmte levert. Hiervoor zijn grote investeringen nodig en een omzetting van de warmtelevering naar meer duurzame bronnen. De transitie zal tot in 2013 doorlopen. Ondanks de eigen inspanningen blijft het bedrijf hierbij sterk afhankelijk van landelijke besluitvorming over de warmtewet. Purmerend 600 jaar Afgelopen jaar bestond de stad 600 jaar. De stad is uitgegroeid naar een volwaardige stad met betrokken burgers. Dit was ook te merken bij de vele festiviteiten gedurende het gehele door de stad. Iedereen van klein tot groot heeft hier enorm plezier aan beleefd. Verkiezingen Medio 2010 is er afscheid genomen van de raadsleden en is er een nieuwe gemeenteraad en nieuw college gevormd. De coalitiepartijen zijn nu VVD, PvdA, CDA en Stadspartij. In bijlage I treft u gedetailleerd de portefeuilleverdeling van het college en de zetelverdeling van de gemeenteraad aan. Samenwerking met de raad De programmarekening geeft de resultaten van het gevoerde beleid over 2010 weer. Het beleid wordt na vaststelling door de raad uitgevoerd door het College. De financiële tegenwind is door de raad onderkend en in het najaar van 2010 bij het vaststellen van de begroting 2011-2014 zijn er na een intensieve discussie besluiten genomen waarmee een gezonde financiële toekomst van de stad kan worden bereikt. We kunnen terug zien op goede samenwerking met de raad. Stevige discussies zijn geregeld gevoerd, met als resultaat dat kaderstellende besluitvorming heeft plaatsgevonden die het college in staat stelt om rol van dagelijks bestuur van de gemeente goed in te vullen. D e a m b t e l i j k e o r g a n i s at i e e n i n h u u r In de ambtelijke organisatie zijn in 2010 geen grote wijzigingen aangebracht. Na een aantal jaren van groei is in 2010 voor het eerst zichtbaar dat de formatie afneemt. Deze ontwikkeling zal de komende jaren doorzetten als gevolg van de toenemende digitalisering en bezuinigingen die steeds gepaard gaat met vereenvoudiging van de werkprocessen en tegelijkertijd wordt er gestuurd op het niet alles in eigen beheer uitvoeren. Een deel van de werkzaamheden kan beter in samenwerking met andere gemeenten worden uitgevoerd of worden overgelaten aan marktpartijen, instellingen en de burger. De ambtelijke organisatie is afgenomen met vier formatieplaatsen tot bijna 776 fte. Het ziekteverzuim is in 2010 licht gedaald met 0,04% tot 6,43 %. Hierbij is er sprake van een trendbreuk. In 2010 is het scherp bewaken van de kosten voor inhuur voortgezet. Er is in 2010 voor een bedrag van e 7,6 miljoen aan inhuurkosten verantwoord. In 2009 was dit nog e 9,3 miljoen, een daling van e 1,7 miljoen ten opzichte van 2009. Tevens zijn de inhuurkosten binnen de beschikbare/begrote budgetten gebleven.
9
Programmarekening 2010
C o n c r e t e r e s u ltat e n Met verwijzingen naar de uitgebreide verantwoording per programma noemen we enkele punten: • Bij het uitbreiden van elektronische dienstverlening hoort het in 2010 inge- voerde SMS-bericht voor burgers die een reisdocument hebben aangevraagd: ‘uw document ligt voor u klaar bij onze receptie’; • In 2010 is uitbreiding van de opvangcapaciteit van het AOP (Algemene Opvang
Purmerend) financieel mogelijk gemaakt;
• Het aantal ritten met het aanvullend openbaar vervoer is met 21% gestegen, met name doordat de kwaliteit ervan sterk verbeterd is. De hoeveelheid klachten is nagenoeg nihil. Daarnaast heeft het toevoegen van medisch georiënteerd vervoer in de Wmo ook een rol gespeeld; • Een grote variatie in woningen en doelgroepen in de transformatie van het Wagenweggebied naar een woonlocatie met stedelijke uitstraling. Er worden o.a. herenhuizen, rijtjeswoningen, duplexwoningen en appartementen gemaakt in sociale huur, middeldure koop en dure koop. Geschikt voor gezinnen, senioren, starters enz.; • In 2010 is na de invoering van het nieuwe afvalinzamelsysteem een extra inspanning geleverd om toezicht te houden op het aanbiedgedrag van huis houdelijke afvalstoffen. De voorlichting naar de bewoners werd fasegewijs doorgevoerd gezien de gefaseerde opleveringen en heeft naar de bewoners voldoende effect gesorteerd. De te bereiken effecten op het gebied van afvalscheiding zijn pas in 2011 meetbaar, na de sorteeranalyse van 2010; • Er is in 2009 een start gemaakt met het verbeteren van de toegankelijkheid van bushaltes, echter vanwege aanpassingen door de Stadsregio Amsterdam in het functioneel programma van eisen voor toegankelijke bushaltes is de uitvoering van een deel van de toegankelijke bushaltes opgeschoven naar 2011; • De inwoners van Purmerend geven aan dat ze zich veilig voelen in Purmerend; • De warenmarkt is in 2010 gedeeltelijk naar de Koemarkt verplaatst; • In 2010 zijn twee nieuwe kunstwerken opgeleverd: het monument voor de verkeerslachtoffers op de begraafplaats Overweersepolderdijk en de kunst in het bouwproject het Plateel; • In 2010 heeft er een geslaagde uitstroom naar werk plaats gevonden. Er zijn 96 cliënten na het volgen van een succesvol traject volledig uitgestroomd naar werk. Daarnaast zijn 36 cliënten gedeeltelijk aan het werk gegaan; • Het college heeft in 2010 besloten de schuldregelingen in eigen beheer te gaan doen. In 2010 zijn er 594 nieuwe aanmeldingen gedaan; • Ingebruikname nieuwe loket begane grond; • Teruggave e 1,6 miljoen aan de inwoners van Purmerend door besluit gemeen teraad d.d. 16 december 2010 middels het eenmalig verlagen van de tarieven voor afvalinzameling en riolering in 2011. • De gemeente Purmerend is aangesloten bij een samenwerkingsverband met meerdere gemeenten; (Dimpact organisatie). Zoals hierboven al aangegeven zijn er ook resultaten niet gehaald. In de programmaverantwoording is opgenomen waar de resultaten achterblijven. Voor de achterblijvende resultaten worden in de programmarekening toezeggingen gedaan over wanneer zaken alsnog worden gerealiseerd of voorgelegd aan de raad. De toezeggingen zijn opgenomen in een bijlage VI. De belangrijkste zijn:
10
Programmarekening 2010
• De oorspronkelijke planning van het digitaal dossier is niet gehaald in 2010 en zal in 2011 worden gerealiseerd; • In afwachting van besluitvorming over het welzijnsaccommodatiebeleid is er niet gewerkt aan de verbouw van wijkaccommodatie de Gors en nieuwbouw Weidevenne; • Aan de sociale wijkonderhoudsplannen is besloten in 2010 een andere
invulling te geven. Deze zal bestaan in 2011 met één plan met zeven wijk hoofdstukken; • Het opstellen van de beheersplannen hebben vertraging opgelopen in 2010 en zullen in 2011 worden aangeboden; • Klanttevredenheid dienstverlening minimabeleid is niet in 2010 voorhanden en zal begin 2011 beschikbaar zijn. Het financiële resultaat Het uiteindelijk financiële resultaat voor 2010 komt uit op e 3,4 miljoen voordelig. Dit betreft de groei van alle gemeentelijke reserves. Dit is e 6,4 miljoen meer dan in de primitieve begroting is geraamd. In de derde bestuursrapportage 2010 is de begroting bijgesteld met een negatief financieel resultaat naar e 4,7 miljoen. De afwijking ten opzichte van de derde bestuursrapportage 2010 bedraagt dus e 8,1 miljoen en is als volgt te verklaren: Afwijking ten opzichte van de derde bestuursrapportage 2010 Alle programma’s
o 6,4 miljoen voordelig
Algemene dekkingsmiddelen
o 1,7 miljoen voordelig
Totaal financieel resultaat 2010
q 8,1 miljoen voordelig
Lagere onttrekking en hogere toevoeging aan reserves
o 7,6 miljoen nadelig
Rekeningresultaat voor 2010 komt uit op
q 0,5 miljoen voordelig
Op de volgende bladzijde worden de belangrijkste afwijkingen per programma en de algemene dekkingsmiddelen samengevat die het voordelige rekeningresultaat van e 0,5 miljoen verklaren. Alle afwijkingen groter dan e 50.000 zijn ook opgenomen in de financiële toelichting per programma. De nadelige bestemmingen van de reserves van e 7,6 miljoen wordt verder toegelicht in het hoofdstuk financieel resultaat.
11
Programmarekening 2010
Grootste afwijkingen bijgestelde begroting en rekening 2010 per programma
(x q 1 miljoen)
Programma 1. Publiekdienstverlening - Lagere opbrengsten rijbewijzen (0,3) nadelig - Lagere opbrengsten bouwvergunningen
€ (0,7) nadelig
Programma 2. Zorg en Welzijn - Lagere uitgaven sociaal cultureel en maatschappelijke
dienstverlening
- Hogere uitgaven Wmo
€ 0,7 voordelig € (0,3) nadelig
Programma 4. Milieu - Lagere kosten afvalinzameling deels door verschuiving MAP
€ 0,7 voordelig
Programma 5. Bereikbaarheid - Lagere parkeeropbrengsten
€ (0,2) nadelig
Programma 6. Beheer openbare ruimte - Lagere lasten openbare verlichting
€ 0,3 voordelig
- Lagere lasten wijkmanagement
€ 0,2 voordelig
Programma 7. Ruimtelijke ordening - Hogere winstneming weidevenne
€ 4,5 voordelig
Programma 8. Veiligheid - Hogere opbrengsten brandweer
€ 0,2 voordelig
Programma 9. Educatie - Hogere rentelasten onderwijshuisvesting
€ (0,4) nadelig
Programma 12. Werk en inkomen - Lagere apparaatskosten bijstandsverlening
€ 0,2 voordelig
- Lagere kosten participatie
€ 0,4 voordelig
Programma 14. Algemene dekkingsmiddelen - Lagere uitgaven herziening afschrijvingen
€ 1,2 voordelig
- Hogere inkomsten gemeentefonds door vaststelling oude jaren
€ 0,3 voordelig
- Lagere uitgaven Onderwijsachterstandenbeleid
€ 0,5 voordelig
Overig (zie toelichting programma’s)
€ 0,8 voordelig
Totaal programma’s (afgerond)
€ 8,1 voordelig
Per saldo lagere onttrekking en hogere toevoeging aan reserves: - Algemene reserve minder onttrokken
€ (6,7) nadelig
- Bestemmings- en egalisatiereserves (o.a. MAP, Riool)
€ (0,9) nadelig
Te bestemmen resultaat voordelig rekening 2010
12
Programmarekening 2010
0,5 voordelig
Wijzigingen in de opzet van de programmarekening In de programmarekening zijn ten opzichte van de programmabegroting geen wijzigingen in de opzet aangebracht. Met een drietal bestuursrapportages zijn afwijkingen in de uitvoering van de programmabegroting 2010 aan de raad met een begrotingsbijstelling voorgelegd en vastgesteld. Begrotingsonrechtmatigheid Op programmaniveau zijn alle begrotingsoverschrijdingen op de lasten onrechtmatig en moeten op programma niveau worden toegelicht conform artikel 189 lid 3 van de Gemeentewet. Uit de programmarekening blijkt dat het programma Economie niet voldoet aan de rechtmatigheidseis. De overschrijding van de lasten ad. e 116.000 wordt veroorzaakt door noodzakelijke aanpassingen van de putkasten voor levering van de elektra en incidenteel extra elektraverbruik voor evenementen in de binnenstad. Echter tegenover deze lasten zijn er hogere baten ad. e 37.000 in verband met kleinschalige wijkkermissen in kader van Purmerend 600. Voorstel voor de resultaatsbestemming Het resultaat uit exploitatie voor bestemming bedraagt e 472.705 voordelig. In de programmarekening is een niet eerder begrote dotatie aan bestemmingsreserve voorgesteld. Dit betreft de Pilot loondispensatie voor e 134.000 waarvoor de middelen eind 2010 via het Gemeentefonds beschikbaar zijn gesteld. Na deze dotatie resteert een voordelig saldo van e 338.705. Voorgesteld wordt om dit bedrag toe te voegen aan de algemene reserve. Na resultaatsbestemming bedraagt de algemene reserve e 3.217.375. Behandelingsprocedure van de jaarstukken De programmarekening wordt op 31 maart in eerste concept (exclusief de bestuurscommissie OPSO) aangeboden aan de auditcommissie. Tegelijk met de aanbieding aan de auditcommissie is de accountant gestart met de controle. Medio april zijn de resultaten van de bestuurscommissie OPSO geconsolideerd. Dit heeft geen effect op het rekeningresultaat. Op 16 mei spreekt de auditcommissie met de portefeuillehouder en de accountant. Vervolgens wordt de rekening voorzien van controleverklaring door het college vastgesteld. Met de controleverklaring en het verslag van de auditcommissie kan de programmarekening worden besproken en vastgesteld in de raadsvergadering van 7 juli 2011. Het college van burgemeester en wethouders Gemeente Purmerend, De secretaris,
De burgemeester,
Drs. M.J.H. Smulders
Mr. D. Bijl
13
Programmarekening 2010
NR.: 10-42 Registratienummer: 620803 De raad van de gemeente Purmerend; • gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 17 maart 2011 nr. 611259; • gezien de jaarstukken over het boekjaar 2010 met alle daarbij behorende toelichtingen en bijlagen; • gelet op de ter zake verstrekte controleverklaring van 4 juli 2011; • gelezen het voorstel van de auditcommissie d.d. 16 mei 2011;
Besluit 1. de jaarstukken 2010 incl. bijlagen vast te stellen; 2. het rekening saldo ad. e 472.705 voordelig als volgt te bestemmen; a. bestemmingsreserve pilot loondispensatie:
e 134.000
b. algemene reserve:
e 338.705
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 7 juli 2011.
de griffier,
de voorzitter,
Mevr. J. Kamminga
Mr. D. Bijl
14
Programmarekening 2010
P r o g r a m m a
1
P U b l i e k s d i e n s t e n Portefeuillehouder: R. Helm Programmamanager: J. Teunisse
Wat willen we bereiken met het programma publieksdiensten B E O O G D M A AT S C H A P P E L I J K E F F E C T B E L E I D S V E L D 1 . 1 P U B L I E K S D I E N S TVERLENING Purmerend streeft naar moderne, vraaggerichte en geïntegreerde dienstverlening door de gemeentelijke organisatie. Het gewenste effect daarvan is dat burgers tevreden zijn en blijven over verleende diensten en de daarbij geleverde service. Om dit effect te bereiken, richt de gemeente zich onder meer op het verbeteren van klantcontacten aan de balies, van de telefonische bereikbaarheid en van de behandeling van brieven, e-mails en faxen. Effectindicatoren Publieksdiensten
Tevredenheid dienstverlening bezoek gemeente
Gerealiseerd 2008 7,4
Streefcijfer 2010 Gerealiseerd 2010* ≥ 7,6
7,4
Tevredenheid dienstverlening telefonisch contact gemeente
6,9
≥ 7,2
6,7
Tevredenheid dienstverlening emailverkeer en post
6,1
≥ 6,7
5,8
Tevredenheid dienstverlening receptie
7,5
≥ 7,5
7,1
Tevredenheid dienstverlening loket Burgerzaken
7,4
≥ 7,4
7,4
6,8
≥ 6,8
6,8
Tevredenheid dienstverlening bouwzaken (vergunningen/uitleg bestemmingsplan) * Omnibusenquete 2010
16
Programmarekening 2010
Wat hebben we daarvoor in 2010 gedaan 1.1
BELEIDSVELD PUBLIEKSDIENSTVERLENING 1 . 1 . 1 P restatieveld K lantcontactcentrum Kernprestaties in 2010 Realiseren en behouden van goede telefonische bereikbaarheid. De prestatieindicator bij KCC ‘snelheid opnemen telefoon’ stond in 2010 op 30 seconden. In 2010 is gebleken dat voor 83,7% van het aantal telefoontjes een opneemsnelheid binnen 20 seconden is behaald. 1.1.1.1 Korte wachttijd balie receptie; 1.1.1.2 Adequate intake meldingen; 1.1.1.3 Zoveel mogelijk directe afhandeling van veel voorkomende vragen
door KCC.
Prestatie-indicatoren Klantcontactcentrum
Toezeggingen 2010
Resultaten 2010
30 sec. wordt opgenomen
80%
83,7%*
% van binnenkomende gesprekken bij overige afdelingen dat binnen 30 sec. wordt opgenomen
75%
45%* *
verder geholpen
0-meting
Zie toelichting
% meldingen dat binnen 1 dag naar juiste plek is doorgeleid
0-meting
Zie toelichting
% bij KCC binnenkomende vragen dat direct door KCC wordt afgehandeld
0-meting
50%
% van alle binnenkomende telefoongesprekken bij het callcenter dat binnen
% bezoekers dat 5 min. of minder heeft moeten wachten voordat ze door centrale balie worden
* bron: KCC, ** bron: Telan B.V. Toelichting: Het Klantcontactcentrum (KCC) heeft in 2010 ingezet op snelheid en kwaliteit: korte wachttijden voor telefoon en centrale balie en correcte directe vraagafhandeling. Er zijn méér (ruim 141.000) inkomende telefoongesprekken verwerkt met minder capaciteit. Gebleken is dat de medewerkers van het KCC de helft van alle telefoontjes zelf afhandelen. De prestatie-indicator wachttijd voor de centrale balie is niet meer relevant. Sinds de centrale hal is verbouwd, bevindt zich in de centrale balie niet alleen de eerste ontvangstfunctie van bezoekers, maar ook de uitreikfunctie documenten Burgerzaken (de zogenaamde snelbalie). Voor de centrale balie zal daarom vanaf 2011 dezelfde wachttijdindicator als voor de vakbalies worden opgenomen: maximaal 15 minuten. In 2010 is deze wachttijd voor de snelbalie gerealiseerd (89,9%). De prestatie-indicator ‘Percentage meldingen doorgeleid binnen een dag’ is niet meer relevant. Meldingen leefomgeving die bij het KCC binnenkomen, worden direct geregistreerd en doorgestuurd naar de betreffende vakafdeling. Deze indicator is daarom niet meer opgenomen in de begroting 2011. De effectindicator tevredenheid over centrale balie en telefonie is ten opzichte van 2008 iets gedaald. Dit is waarschijnlijk veroorzaakt door overlast van de verbouwing van de centrale hal; de omnibusenquête vond tijdens de verbouwingsperiode plaats (gevraagd is naar de ervaringen in de periode april 2009-maart 2010).
17
Programmarekening 2010
1 . 1 . 2 P restatieveld B urgerzaken Kernprestaties in 2010 1.1.2.1 Korte wachttijd loket Burgerzaken; 1.1.2.2 Intensiveren elektronische dienstverlening; Garanderen betrouwbare GBA-gegevens. De toegenomen kwaliteitseisen van de rijksoverheid leiden tot verscherpte controle en daardoor een toename van handelingen bij de registratie van gegevens in het GBA. Prestatie-indicatoren burgerzaken
Toezeggingen 2010
Resultaten 2010
% klanten dat 15 minuten of korter heeft moeten wachten
80%
70% (sinds
augustus 2010:
82,8%)*
Aantal producten en diensten burgerzaken digitaal beschikbaar (nulmeting 2008: 2)
12
12
Resultaat 3 jaarlijkse externe GBA audit (resultaat audit 2008: op onderdelen afgekeurd)
Positief resultaat
Gerealiseerd
* bron: G-Bos klantgeleidingssysteem Toelichting: Bij het uitbreiden van elektronische dienstverlening hoort het in 2010 ingevoerde sms-bericht voor burgers die een reisdocument hebben aangevraagd: ‘uw document ligt voor u klaar bij onze receptie’. Ook is door het invoeren van een nieuw tarief voor trouwen: het kort zakelijk huwelijk, ingespeeld op een gebleken behoefte bij aanstaande bruidsparen. Voor mensen die een korte huwelijksceremonie tegen een lagere prijs wensen en niet te lang willen wachten op bijvoorbeeld een kosteloos huwelijk is het kort zakelijk huwelijk een uitkomst. 1 . 1 . 3 P restatieveld B elastingen Kernprestaties in 2010 1.1.3.1 Snelle jaarlijkse afhandeling van alle bezwaarschriften OZB van lopende jaar; 1.1.3.2 Minimaliseren aantal terecht ingediende bezwaarschriften; 1.1.3.3 Intensiveren elektronische dienstverlening. Prestatie-indicatoren Belastingen
Toezeggingen 2010
Resultaten 2010
% bezwaarschriften afgehandeld voor 1 september
90%
82,8%
% toegewezen bezwaren (nulmeting 2008: 30%)
15%
32%
Aantal producten digitaal beschikbaar (nulmeting 2008: 6)
12
6
Toelichting: De afhandeling van de WOZ bezwaarschriften dient wettelijk gezien plaats te vinden voor het eind van het kalenderjaar. De gemeentelijke ambitie om WOZ-bezwaarschriften sneller dan wettelijk vereist af te willen handelen, is ondanks een efficiënt werkproces niet geheel gerealiseerd. Voor 2011 is de meer realistische, maar toch nog uitdagende prestatie-indicator gesteld op 90% afhandeling vóór 1 oktober 2011.
18
Programmarekening 2010
De toegezegde prestatie-indicator voor het percentage toegewezen WOZbezwaren is niet gerealiseerd. Wel ligt Purmerend met 32% toegewezen bezwaren significant lager dan het landelijk gemiddelde van 42% (bron: Waarderingskamer 2009). Het aantal belastingproducten dat digitaal beschikbaar komt, wordt sinds 2010 binnen de gemeente ontwikkeld door het programma Purmerend heeft Antwoord. Een van de drie hoofdprojecten van dit programma is de ontwikkeling van het organisatiebrede Digitaal Loket. De aansluiting van Purmerend in 2010 bij het landelijke samenwerkingsverband van gemeenten ‘Dimpact’ bepaalt mede inhoud en tempo van de uitbreiding van digitale producten. De 6 digitale belastingproducten lopen voorop in het totale aanbod van digitale producten op de gemeentelijke website en daarom is er voor gekozen in 2010 bij deze ontwikkeling niet te focussen op belastingen. Gezien de inmiddels geformuleerde ombuigingsopdracht voor de uitbesteding van belastingprocessen is het niet opportuun belastingproducten verder te digitaliseren. Deze prestatie-indicator komt dan ook niet terug in de programmabegroting van 2011. 1 . 1 . 4 P restatieveld B ou w vergunningen Kernprestaties in 2010 1.1.4.1 Beoordeling en afhandeling bouwaanvragen volgens geldende normen; 1.1.4.2 Toezicht op en handhaving van verleende vergunningen. Prestatie-indicatoren Bouwvergunningen
Toezeggingen 2010
Resultaten 2010
98%
99%
98%
100%
% bouwaanvragen dat is verleend volgens wettelijke normen (uitgaande van aantal bouwaanvragen 2010: 323) % handhavingsprocedures met veiligheidsaspecten uitgevoerd conform handhavingsbeleidsplan bouwen (uitgaande van 2010: 32 vooraankondigingen, 3 formele dwangsombesluiten en 5 formele bestuursdwangbesluiten)
Wat heeft het gekost in 2010 (bedragen x e 1.000)
Realisatie Begroot 2010 Begroot 2010 2009 primitief bijgesteld
Realisatie 2010
Afwijking
Lasten
8.267
8.657
9.051
8.902
148
Baten
-3.034
-4.546
-4.758
-3.685
-1.073
Saldo
5.232
4.111
4.292
5.218
-925
Het programma Publieksdiensten heeft per saldo een nadeel van e 925.000. Dit wordt veroorzaakt door e 148.000 lagere lasten en e 1.073.000 lagere baten.
19
Programmarekening 2010
(bedragen x 1.000)
Realisatie Begroot 2010 Begroot 2010 2009 primitief bijgesteld
Realisatie 2010
Afwijking
345
-10
PA04 Verordeningen-regelingen Lasten
343
335
336
Baten
-30
-41
-41
-37
-5
313
294
294
309
-14
337
338
-1
PA06 Bezwaar en beroep Lasten
323
Baten
337
323
337
337
-0
0
338
-1 20
PA08 GBA informatieverstrekking en verwijzing Lasten
3.818
3.797
4.032
4.012
Baten
-1.330
-1.591
-1.699
-1.355
-344
2.488
2.206
2.334
2.657
-324 -28
PA09 Burgerlijke stand, inf. verstr. en verwijzing Lasten
554
578
577
605
Baten
-141
-189
-204
-185
-19
413
389
373
420
-47
851
823
821
2
PF06 Belastingheffing Lasten
808
Baten
-136
-71
-151
-172
21
671
780
672
649
23 73
PJ02 Begraafplaatsen Lasten
582
775
773
700
Baten
-586
-664
-664
-697
33
-4
111
109
3
106 92
PK02 Bouwvergunningen Lasten
1.839
1.985
2.173
2.081
Baten
-811
-1.990
-1.999
-1.239
-760
1.028
-5
174
841
-667
E x ploitatie De belangrijkste elementen in de ontwikkeling op productniveau zijn de volgende: Product PA08 GBA Informatieverstrekking en verwijzing Het resultaat op dit product bedraagt e 324.000 nadelig en wordt mede veroorzaakt door: •e 259.000 lagere baten afgifte reisdocumenten, rijbewijzen en uittreksels en verklaringen. De voornaamste oorzaak hiervan is dat in 2010 circa 3400 verlopen reisdocumenten niet opnieuw zijn aangevraagd. • e 12.000 lagere uitvoeringskosten verkiezingen • e 29.000 incidenteel hogere apparaatskosten KCC door sluiting wijkkantoren KCC per 1 juli 2010 in plaats van 1 januari 2010 zoals verwerkt in begroting.
20
Programmarekening 2010
Product PJ02 Begraafplaatsen Het resultaat op dit product bedraagt e 106.000 voordelig en wordt veroorzaakt door: •e 73.000 lagere lasten als gevolg van minder dan wel uitgesteld (groot) onderhoud op de begraafplaats dan geraamd. • e 33.000 hogere opbrengsten als gevolg van hoger aantal crematies en meer inkomsten catering. Product PK02 Bouwvergunningen Het resultaat op dit product bedraagt e 667.000 nadelig en wordt veroorzaakt door: • e 760.000 incidenteel lagere baten bouwleges: De bijgestelde begroting voor bouwleges voor 2010 bedroeg e 1.999.000. Deze raming is in 2010 niet gehaald doordat een drietal projecten (Londonhaven, Tuindorp en Pallas) zijn doorgeschoven naar januari 2011, met een totale omvang aan leges voor bouwvergunningen van e 694.000. • e 6.000 lagere kosten ambtelijke organisatie • e 86.000 lagere kosten door vertraagde invoering WABO. Deze fictieve onderbesteding houdt verband met de reserve WABO (zie tekst bij onderdeel reserves). R eserves (bedragen x e 1.000)
Ultimo 2009
Dotatie
Onttrekking
Ultimo 2010
Reserve Wabo
178
0
92
86
Egalisatie begraafrechten
29
38
6
61
Totaal
207
38
98
147
Wabo De Wet algemene bepaling omgevingsrecht (Wabo) is per 1 oktober 2010 in werking getreden. Er is een bedrag van e 178.176 beschikbaar gesteld om de invoering van de Wabo per 1 januari 2010 mogelijk te maken. Gezien de latere invoering van de Wabo is er in 2010 een gedeelte van het beschikbare bedrag nl. e 92.104 onttrokken. Het saldo bedraagt per 31 december 2010 e 86.075. Het bedrag dat resteert (e 86.075) zal gebruikt worden voor de zaken zoals verdere digitalisering WABO, opleidingen en onderzoek- en adviseringskosten. Egalisatiereserve begraafrechten Het doel van deze reserve is om de inkomsten te egaliseren uit de grafrechten. Jaarlijks valt ongeveer 1/10 deel vrij uit de inkomsten van de grafrechten. De onttrekking voor dit jaar is e 6.059. Als voeding voor de reserve wordt gebruikt de meerjarig afgekochte grafhuur. De dotatie voor dit jaar is e 37.619 waardoor de eindstand komt op e 60.519 die de komende jaren in gedeeltes zal vrij vallen. I nvesteringen Gemeenteplein (Servicecentrum hal stadhuis) Er is een investeringskrediet van e 1,169 miljoen beschikbaar gesteld voor de uitvoering van het project Innovatieve Dienstverlening (verbouwing centrale hal tot servicecentrum). Het project is medio 2009 aanbesteed en de werkzaamhe-
21
Programmarekening 2010
den zijn eind 2010 beëindigd. In de derde bestuursrapportage is gemeld dat het krediet zou worden overschreden met ca. e 39.000. Deze overschrijding houdt verband met herstelwerk van de afgekeurde delen van de nieuwe balies. Dit herstelwerk leidde in verband met door ons gestelde ARBO eisen tot enig meerwerk, dus extra kosten. Het krediet is afgesloten. SafePay systeem In 2009 is een krediet beschikbaar gesteld van e 61.500 voor de aanschaf van een nieuw kassasysteem. Voor een betrouwbaar, veilig en efficiënt kasproces is overgegaan op een beveiligd cashflow systeem aan de balies. De aanschaf van het systeem heeft in 2010 voor een bedrag van e 58.685 plaatsgevonden. Het krediet is afgesloten. BAG Voor de invoering van BAG beheer adressen en gebouwen is een krediet van e 175.000 beschikbaar gesteld. De invoering van BAG heeft in 2010 vertraging opgelopen. Het restant van het krediet wordt besteed aan de aanschaf van software.
22
Programmarekening 2010
P r o g r a m m a
2
Z o r g
e n
W e l z i j n
Portefeuillehouders: M.C.G. Keijzer en R. Helm Programmamanager: J. van der Kooij (wnd)
Wat willen we bereiken met het programma Zorg en Welzijn Het brede programma zorg en welzijn is onderverdeeld in drie beleidsvelden. Hierna is per beleidsveld aangegeven welk effect we ermee in de samenleving willen bereiken. B E O O G D M A AT S C H A P P E L I J K E F F E C T B E L E I D S V E L D 2 . 1 P R E V E N T I E V E GEZONDHEIDSZORG Purmerend is een stad met gezonde leefomstandigheden en met inwoners die er een gezonde leefstijl op nahouden. Ook de gezondheidsvoorzieningen zijn van goede kwaliteit. B E O O G D M A AT S C H A P P E L I J K E F F E C T B E L E I D S V E L D 2 . 2 M A AT S C H A P P E L I J K E ONDERSTEUNING Kwetsbare doelgroepen zijn in staat hun eigen problemen op te lossen en volwaardig te participeren in de samenleving. Indien nodig kunnen zij daarvoor een beroep doen op een kwalitatief goed, op de vraag afgestemd, betaalbaar, toegankelijk en gecoördineerd aanbod van ondersteuning en (preventieve) zorg. B E O O G D M A AT S C H A P P E L I J K E F F E C T B E L E I D S V E L D 2 . 3 S A M E N L E V E N I N WIJK EN BUURT In Purmerend kunnen alle inwoners, ongeacht leeftijd of herkomst, in hun woonwijk deelnemen aan diverse maatschappelijke activiteiten. Er is een grote bereidheid onder de burgers en organisaties om daarvoor zelf initiatieven te nemen en op vrijwillige basis die activiteiten te ondersteunen. Bewoners worden daarbij ondersteund door de gemeente. De gemeente betrekt bewoners, bedrijven en instanties ook zelf bij voorgenomen planvorming en activiteiten om te komen tot een optimale afstemming in het kader van de verdere wijkontwikkeling. De inwoners zijn dan ook tevreden over de leefbaarheid van hun wijk, zowel wat betreft de sociale samenhang, het fysieke onderhoud, de veiligheid en de aanwezige voorzieningen.
24
Programmarekening 2010
Effectindicatoren Zorg en Welzijn
Gerealiseerd 2008
Rapportcijfer ‘prettig wonen in de buurt’
Streefcijfer 2010 Gerealiseerd 2010 ≥ 7,3
7,3
7,4
Rapportcijfer over aantal en kwaliteit jongerenvoorzieningen in de wijk
5,5
≥ 5,5
5,8
Sociale kwaliteit van de buurt (sociale cohesie)
6,2
≥ 6,2
5,8
% van de inwoners dat aangeeft actief betrokken te zijn in buurt
12%
≥ 12%
11%
% van de inwoners dat vrijwilligerswerk doet
19%
≥ 19%
19%
% van de inwoners dat het aantal sociale contacten onvoldoende vindt
10%
≤ 10%
13%
ontwikkelingen in de wijk
29%
≤ 29%
34%
% tevreden over tel. bereikbaarheid
77%
≥81%
87%
% van de inwoners dat zegt onvoldoende geïnformeerd te worden over
Het percentage gebruikers dat vindt dat de verstrekte voorzieningen bijdragen aan het zelfstandig kunnen blijven functioneren is lager omdat in het Cliënttevredenheidsonderzoek in het kader van de Benchmark Wmo het SGBO een andere vraagstelling heeft gehanteerd.
Wat hebben we daarvoor in 2010 gedaan V O O R A L L E B E L E I D S V E L D E N R E L E V A N T E K E R N P R E S TAT I E Beleidsvorming algemeen Prestatie-indicatoren overkoepelende kernprestaties
Toezeggingen 2010
Resultaten 2010
Accommodatiebeleid
vastgesteld
niet vastgesteld
Nieuwe subsidieverordening
vastgesteld
vastgesteld
Toelichting: Het accommodatiebeleid is in 2010 in gang gezet en heeft vertraging opgelopen. Het onderzoek naar het huidige gebruik van accommodaties heeft meer tijd gevraagd. Begin 2011 zijn de eerste resultaten van dit onderzoek aan de gemeenteraad gepresenteerd. Het beleid en de daarop gebaseerde adviezen zullen in het tweede kwartaal van 2011 aan de raad ter vaststelling worden voorgelegd. De activiteiten en prestaties die door of namens de gemeente Purmerend in 2010 zijn geleverd om de gewenste maatschappelijke effecten te realiseren, zijn hierna per beleidsveld gestructureerd.
25
Programmarekening 2010
2.1
BELEIDSVELD PREVENTIEVE GEZONDHEIDSZORG 2 . 1 . 1 P restatieveld algemene gezondheidszorg Kernprestaties 2.1.1.1 Het uitvoeren van de Nota Lokaal Gezondheidsbeleid 2008-2011; 2.1.1.2 Het in standhouden van de GGD ter uitvoering van de wettelijk verplichte taken op het gebied van de publieke gezondheidszorg; 2.1.1.3 Het faciliteren van afstemming en samenwerking binnen de eerstelijnsgezondheidszorg; 2.1.1.4 Stimuleren realiseren multifunctionele huisvesting van huisartsen (HOED).
Prestatie-indicatoren Algemene gezondheidszorg
Toezeggingen 2010
Resultaten 2010
Het uitvoeren van de acties uit de Nota Lokaal
plan van aanpak
acties zijn in
Gezondheidsbeleid
gereed
uitvoering
Toelichting: De acties worden uitgevoerd. Omdat in de nota de acties voldoende staan beschreven is het opstellen van een plan van aanpak niet nodig geweest. 2 . 1 . 2 P restatieveld jeugdgezondheidszorg Kernprestaties 2.1.2.1 Het verbeteren van de kwaliteit van de jeugdgezondheidszorg; 2.1.2.2 Het afstemmen van de jeugdgezondheidszorg met de professionele jeugdzorg, het onderwijs en de maatschappelijke ondersteuning; 2.1.2.3 Het aanbieden van opvoedingsondersteuning Prestatie-indicatoren Jeugdgezondheidszorg
Toezeggingen 2010
Resultaten 2010
Uitvoeringsgereed maken elektronisch kinddossier
operationeel
nog niet operationeel
Integratie Jeugdgezondheidszorg 0-4 jaar met die van 5-19 jaar in de GGD
operationeel
operationeel
Realiseren van een centrum voor jeugd en gezin gerealiseerd en operationeel
operationeel
Toelichting: De oorspronkelijke planning van het digitaal dossier is niet gehaald. Het digitaal dossier wordt in 2011 operationeel. In 2010 zijn de gebruikers getraind.
2.2
BELEIDSVELD MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2 . 2 . 1 P restatieveld preventieve jeugdzorg Kernprestaties 2.2.1.1 Realiseren van een gecoördineerde en samenhangende aanpak van alle ketenpartners jeugdzorg;
26
Programmarekening 2010
2.2.1.2 Het bevorderen van efficiënte en effectieve samenwerking tussen ketenpartners jeugdzorg en partners in de wijken, zoals scholen, politie en gemeente. Prestatie-indicatoren preventieve jeugdzorg
Toezeggingen 2010
Resultaten 2010
operationeel
niet operationeel
Ingebruikneming van de regionale verwijsindex en het hierop aansluiten van ketenpartners zorg (Matchpoint)
Toelichting: De planning is niet gehaald. Het samenwerkingsconvenant Matchpoint is op 19 januari 2011 in de Stadsregio Amsterdam ondertekend door gemeenten en instellingen. De verwachting is dat als de grote instellingen in april zijn aangesloten Matchpoint feitelijk van start gaat. 2 . 2 . 2 P restatieveld zorg voor kwetsbare inwoners Kernprestaties 2.2.2.1 Uitvoeren van activiteiten uit het Stedelijk Kompas; 2.2.2.2 Voorkomen van dakloosheid en het geven van een tweede kans na huisuitzetting; 2.2.2.3 Actieve signalering en gecoördineerde toeleiding naar zorg op maat van Oggz-cliënten; 2.2.2.4 Bevorderen van afspraken tussen hulpverleningsorganisaties t.b.v. integrale hulpverlening voor kwetsbare inwoners in multiprobleemsituaties; 2.2.2.5 Voorkomen en zoveel mogelijk tegengaan van problematisch middelengebruik en verslavingsgedrag. Prestatie-indicatoren Zorg voor kwetsbare inwoners
Toezeggingen 2010
Resultaten 2010
Vergroten van het bereik van het Team Bemoeizorg (120 in 2007)
40 cliënten extra
gerealiseerd
Team Bemoeizorg uitbreiden tot centraal coördinatiepunt toeleiding
een centraal coördinatiepunt
Oggz-cliënten zorg op maat
operationeel
blijkt niet nodig te zijn
Convenant gegevensuitwisseling en bemoeizorg Zaanstreek-Waterland
operationeel
operationeel
Convenant met afspraken zorgkantoor en ziektekostenverzekeraar
convenant getekend
het doel is anders gerealiseerd
Realiseren woonvorm voor (ex-)verslaafde inwoners
voorbereiding
niet gerealiseerd
Toelichting: • In 2010 is de uitbreiding van opvangcapaciteit van het AOP (Algemene Opvang Purmerend) financieel mogelijk gemaakt. • D e toeleiding van Oggz-cliënten naar zorg op maat vindt plaats vanuit het team bemoeizorg. De uitbreiding tot een centraal coördinatiepunt is, door voor een andere en eenvoudiger werkwijze te kiezen, niet nodig gebleken. • In de praktijk blijkt dat er geen behoefte is aan een convenant afspraken zorgkantoor omdat er een goed structureel overleg plaatsvindt met het zorgkantoor en de ziektekostenverzekeraar.
27
Programmarekening 2010
• E en woonvorm voor (ex)-verslaafde inwoners wordt niet gerealiseerd omdat het aantal chronisch verslaafden in Purmerend onvoldoende is om hiervoor met behulp van AWBZ financiering een woonvorm te realiseren. In het kader van de herijking Stedelijk Kompas worden alternatieven onderzocht zoals bijvoorbeeld het systeem van Housing First (zelfstandig huisvesting met AWBZ gefinancierde begeleiding). • D e prestatie-indicatoren zijn afspraken uit het Stedelijk Kompas gebaseerd op de problematiek in de G4. In 2011 wordt het Stedelijk Kompas herijkt. 2 . 2 . 3 P restatieveld maatschappelijke dienstverlening ( sociaal beleid ) Kernprestatie 2.2.3.1 Het vergroten van het bereik van het AMW o.a. door internetdienstverlening; 2.2.3.2 Het vergroten van het bereik van AMW, SR en ouderenadvies- en hulpdiensten door – wijkgericht – cliënten actief op te zoeken. Ter toelichting Het actief opzoeken van cliënten wordt als volgt ingevuld: Door preventief huisbezoek 75+ waardoor ouderen, zo nodig, snel hulp- en zorgverlening krijgen, door huisbezoek door ouderenadviseurs, door deelname aan het team bemoeizorg waardoor mensen met complexe problemen worden gevonden en de hulp krijgen die ze nodig hebben, door deelname aan wijknetwerken waar signalen van individuele problematiek onder de aandacht van de SMD worden gebracht. Iedere maatschappelijk werker heeft een of meer wijken als aandachtsgebied en neemt deel aan de relevante netwerken. Prestatie-indicatoren dienstverlening (sociaal beleid)
Toezeggingen 2010
Resultaten 2010
ca. 900
845
ca. 6.750
5.249
ca. 550
gerealiseerd
Aantal geholpen cliënten maatschappelijk werk (2009: toegezegd 850 en gerealiseerd 731) Aantal geholpen cliënten sociaal raadslieden (2009: toegezegd 6500; gerealiseerd 4.600) Aantal ouderen bezocht in het kader van Huisbezoek 75+ (start najaar 2009)
Toelichting: • H et project internetdienstverlening is afgerond en de activiteit maakt nu onderdeel uit van het aanbod van de SMD. • D e verklaring voor de lagere prestatie cliënten sociaal raadslieden wordt veroorzaakt door een vrijwilligerstekort voor de bezetting van de info-winkels. Tekort aan vrijwilligers leidt niet tot een mindere inzet van professionals.
28
Programmarekening 2010
2 . 2 . 4 P restatieveld individuele en collectieve voorzieningen Kernprestaties 2.2.4.1 Kwaliteitscontrole door contractbeheer en regie op subsidieverlening. 2.2.4.2 Het creëren van voorliggende voorzieningen Prestatie-indicatoren Individuele en collectieve voorzieningen
Toezeggingen 2010
Resultaten 2010
(2009: 5370 ritten per maand)
5.400
6.500
Aantal mensen dat hulp bij het huishouden krijgt (2009: 1800)
1.825
1.938
Aantal mensen aan wie in 2010 een rolstoel is verstrekt (2009: 327)
-
344
Aantal mensen aan wie in 2010 een scootmobiel is verstrekt (2009: 156)
-
225
Aantal ritten per maand met het aanvullend openbaar vervoer
Toelichting: • H et aantal ritten met het aanvullend openbaar vervoer is fors gestegen, voornamelijk doordat de kwaliteit ervan sterk verbeterd is. Het aantal klachten is navenant afgenomen. Daarnaast heeft het toevoegen van medisch georiënteerd vervoer in de Wmo ook een rol gespeeld. • D oor een misverstand zijn in de begroting het aantal uitstaande rolstoelen en scootmobielen, en de in het betreffende jaar verstrekte rolstoelen en scootmobielen met elkaar verward. In 2010 stonden ca. 1.075 rolstoelen en ca. 700 scootmobielen uit. • In 2010 is beleid ontwikkeld om voorliggende en collectieve voorzieningen voor mensen met lichte beperkingen, die hun begeleiding kwijtgeraakt zijn als gevolg van de AWBZ pakketmaatregelen, te organiseren en te faciliteren. • D e volgende voorliggende en collectieve voorzieningen zijn gerealiseerd: a. B egeleiding voor cliënten van AOP en RIBW en een diversiteit van dienstverlening bij mensen aan huis door Wonen Plus. Het aantal klachten is nagenoeg nihil. b. E en pilot bevordering van maatschappelijke participatie in de Populier (Rusthoeve) door de Stichting Wonen en Zorg, de SMD en Clup Welzijnswerk m.m.v. Wonen Plus en de buurt. 2 . 2 . 5 P restatieveld informatie , advies en cli ë ntondersteuning Kernprestaties 2.2.5.1 Het ontwikkelen en uitvoeringsgereed maken van een digitale sociale kaart. 2.2.5.2 De bekendheid met het Wmo-loket vergroten. 2.2.5.3 Het aantal producten in het Wmo-loket vergroten door verdere samenwerking met instellingen en instanties. 2.2.5.4 Het scholen van loketmedewerkers. 2.2.5.5 Het sturen op een snelle afhandeling van vragen en aanvragen.
29
Programmarekening 2010
Prestatie-indicatoren informatie, advies en cliëntondersteuning
Toezeggingen 2010
Resultaten 2010
Percentage aanvragen dat binnen een termijn van 8 weken wordt beslist
90%
90%
Snelheid afhandelen van vragen om informatie en advies
binnen 2 werkdagen
binnen 2 werkdagen
Uitvoeringsgereed maken van digitale sociale kaart
operationeel
operationeel
Toelichting: In 2010 is een begin gemaakt met keukentafelgesprekken op basis van de methodiek ‘de kanteling’ in de Wmo. De digitale sociale kaart is onder de naam www.zwikzw.nl op 22 oktober 2010 in gebruik genomen. 2 . 2 . 6 P restatieveld mantelzorgondersteuning Kernprestaties 2.2.6.1 Het creëren van de bemiddelingsfunctie in het loket Wmo; 2.2.6.2 Concrete afspraken maken met instellingen over signalering problemen en ondersteuning mantelzorgers; 2.2.6.3 Het creëren van respijtvoorzieningen. Prestatie-indicatoren Mantelzorgondersteuning
Toezeggingen 2010
Resultaten 2010
Bemiddelingsfunctie integreren in het loket Wmo
gerealiseerd
gerealiseerd
Het aanbieden van begeleiding in dagbestedingprojecten
twee projecten: één voor
gerealiseerd
dementerende ouderen en
één voor kwetsbare kinderen
Toelichting: • In 2009 is het loket Wmo uitgebreid met uren voor mantelzorgbemiddeling. Met ingang van 1 januari 2010 is de uitvoering van de mantelzorgondersteuning overgegaan van Evean naar SMD. • In 2010 is het basispakket mantelzorgondersteuning vastgesteld. In het pakket staan alle ondersteuningsvormen, die er voor mantelzorgers zijn, beschreven. Het basispakket wordt uitgevoerd door het Loket Wmo, de SMD, Odion en Dijk en Duin. • In 2010 zijn er 2 pilotprojecten voor respijtvoorzieningen gerealiseerd: ‘Gewoon uit Logeren’ van Cordaan Thuiszorg (voor kinderen), en ‘De respijtbedden’ bij Stichting Wonen en Zorg. Verder is een pilot ‘Vriendenkringen ter versterking van het eigen netwerk’ gerealiseerd, gericht op mensen met een verstandelijke beperking en hun familieleden, vrienden en geïnteresseerde vrijwilligers. Voorts zijn er in de loop van 2010 zorgvrijwilligers geworven die de mantelzorgers kunnen vervangen. Tenslotte zijn er dagbestedingvoorzieningen voor ouderen gerealiseerd in de Populier (Rusthoeve).
30
Programmarekening 2010
2.3
BELEIDSVELD SAMENLEVEN IN WIJK EN BUURT 2 . 3 . 1 P restatieveld welzijn in de wijk Kernprestaties 2.3.1.1 Realiseren en beheren van wijkaccommodaties en jongerenontmoetingsplekken.
Prestatie-indicatoren welzijn in de wijk
Toezeggingen 2010
Resultaten 2010
Verbouw wijkaccommodatie de Gors
gerealiseerd
niet gerealiseerd
Wijkaccommodatie Wheermolen
-
in aanbouw
Wijkaccommodatie Weidevenne
-
-
Realiseren jongerenontmoetingsplekken in elke wijk
5
0
Toelichting: • In afwachting van de besluitvorming over het welzijnsaccommodatiebeleid is er niet gewerkt aan de verbouw van wijkaccommodatie de Gors en nieuwbouw van de wijkaccommodatie in Weidevenne. De wijkaccommodatie in Wheermolen verhuist in het derde kwartaal 2011 van ’t Noot naar Triton. • In 2010 hebben B&W een besluit genomen over de realisatie van JOP’s. Dit proces heeft langer geduurd door discussie over de financiering en het standpunt van de gemeenteraad. In oktober is het projectteam realisatie JOP’s gestart. In 2010 is als gevolg hiervan geen JOP geplaatst. In 2011 zal in de wijken Purmer-Noord, Purmer-Zuid, de Gors en het Centrum een JOP worden geplaatst in samenspraak met omwonenden, jongeren en relevante organisaties. Voor de wijken Weidevenne, Overwhere en Wheermolen wordt in het kader van nieuwe rolneming opnieuw gekeken naar het vraagstuk van jongerenoverlast in wijken. 2 . 3 . 2 P restatieveld wijkgericht werken Kernprestaties 2.3.2.1 In gebruik nemen van de wijkgerichte instrumenten uit het Handboek Wijkgericht Werken; 2.3.2.2 Opstellen van wijkontwikkelingsplannen en het betrekken van bewoners daarbij, onder andere door middel van bewonersbijeenkomsten in de wijk; 2.3.2.3 Wijkbewoners betrekken bij het opstellen en uitvoeren van gemeentelijk beleid, door verder vorm te geven aan inspraak en participatie op wijkniveau.
31
Programmarekening 2010
Prestatie-indicatoren wijkgericht werken
Toezeggingen 2010
Resultaten 2010
Wijkontwikkelingsplan (WOP)
2
1
Wijkkalender per wijk
7
deels gerealiseerd
Wijkonderhoudsplan per wijk - fysiek
7
7
Wijkonderhoudsplan per wijk - sociaal
2
niet gerealiseerd
Wijkschouw
2
3
Wijkinloopspreekuur per wijk
14
14
Toelichting: • H et WOP Overwhere is bestuurlijk vastgesteld. In verband met het integrale karakter heeft de totstandkoming langer geduurd dan voorzien. Door een andere werkwijze waarbij, naast het fysieke, meer aandacht is gegeven aan het sociale, waren meer partijen betrokken en was er meer overleg nodig. Daarnaast is veel aandacht besteed aan de politieke en ambtelijke borging vooraf van de voorgenomen activiteiten. Op basis van de opgedane ervaringen zijn de eerste voorbereidingen getroffen voor een nieuw WOP. • P er wijk is een simpele wijkkalender beschikbaar, maar nog niet digitaal beschikbaar. • B esloten is een andere invulling te geven aan de sociale onderhoudsplannen. In het vierde kwartaal 2011 komt er één plan met zeven wijkhoofdstukken. Door deze werkwijze is het beter mogelijk afwegingen te maken tussen de wijken. 2 . 3 . 3 P restatieveld vrijwilligerswerk Kernprestaties 2.3.3.1 Alle vrijwilligers zijn verzekerd; 2.3.3.2 Het ondernemen van acties om vrijwilligers voor het vrijwilligerswerk vast te houden; 2.3.3.3 Het ondernemen van acties om het aantal vrijwilligers te vergroten; 2.3.3.4 Het ondernemen van acties om vrijwilligers te waarderen. Prestatie-indicatoren wijkgericht werken
Toezeggingen 2010
Resultaten 2010
Het geven van trainingen aan verenigingen en medewerkers
plan van aanpak
vastgesteld en
van instellingen hoe om te gaan met vrijwilligers
vaststellen
in uitvoering
Uitvoering van het project maatschappelijke stages
1000 stagiaires
gerealiseerd
Sociale activeringstrajecten gericht op maatschappelijke, nuttige inzet
50
50
Toelichting: • H et plan van aanpak is vastgesteld. De vrijwilligersacademie verzorgt trainingen aan vrijwilligers. In 2010 zijn er ongeveer 180 vrijwilligers geschoold. • D e stimuleringsregeling vrijwilligersinitiatieven is in het kader van bezuinigingen in 2010 ingetrokken.
32
Programmarekening 2010
Wat heeft het gekost in 2010 (bedragen x q 1.000)
Realisatie Begroot 2010 Begroot 2010 2009 primitief bijgesteld
Realisatie 2010
Afwijking
Lasten
22.206
24.521
24.713
24.404
309
Baten
-4.257
-2.641
-2.961
-3.020
59
Saldo
17.949
21.879
21.752
21.384
368
Realisatie 2010
Afwijking
3.039
257
-0
0
3.039
257
Programma zorg en welzijn heeft per saldo een voordeel van e 368.000. Er is sprake van e 309.000 lagere lasten en e 59.000 hogere baten. (bedragen x q 1.000)
Realisatie Begroot 2010 Begroot 2010 2009 primitief bijgesteld
PH03 Sociaal cultureel werk Lasten
3.122
Baten
-0
3.122
3.563
3.296
3.563
3.296
PH06 Maatschappelijke dienstverlening Lasten
7.477
8.345
8.311
7.812
499
Baten
-3.084
-1.551
-1.835
-1.721
-113
4.393
6.794
6.477
6.091
386
PI05 Individuele voorzieningen Wet MO Lasten
11.075
11.130
12.297
12.856
-559
Baten
-1.161
-1.070
-1.106
-1.284
178
9.914
10.059
11.190
11.572
-381
553
115
-4
4
668
548
119
PI06 Collectieve voorzieningen Wet MO Lasten
423
Baten
1.340
423
668
1.340
PJ04 Ongediertebestrijding Lasten
109
143
141
145
-3
Baten
-12
-20
-20
-10
-9
97
123
122
134
-13
E x ploitatie De belangrijkste elementen in de ontwikkeling op productniveau zijn de volgende: Product PH03 Sociaal cultureel werk Het product PH03 sociaal cultureel werk heeft per saldo een incidenteel voordeel van e 257.000. Het voordeel van e 257.000 wordt voornamelijk veroorzaakt door: • e 136.000 lagere lasten. - Door een lagere subsidie aan Clup (e 117.000) - Door vertraging van de verbouwing wijkcentrum de Gors (e 6.078). - Onderbesteding van het budget ontwikkelen makelaarsfunctie (e 5.000). - Lagere kosten ambtelijke organisatie (e 8.000).
33
Programmarekening 2010
• e 75.000 lagere lasten omdat voorlopig is afgezien van het project wijkplein weidevenne. Het budget was herbestemd voor de realisatie van het stedelijk jongerencentrum. De realisatie van het stedelijk jongerencentrum vindt vertraagd plaats. • e 33.000 lagere lasten - als gevolg van de vertraging van het realiseren van de tieneraccommodatie weidevenne (Columbus) (e 12.000). De realisatie is nu gepland in maart 2011. - Onderbesteding van het budget jongerenbeleid e 15.000 • e 10.000 lagere lasten door diverse lagere verleende subsidies dan het subsidieplafond. Product PH06 Maatschappelijke dienstverlening Het product PH06 maatschappelijke dienstverlening heeft per saldo een incidenteel voordeel van e 386.000. Er is sprake van e 499.000 lagere lasten, en e 113.000 lagere baten. Het voordeel van e 386.000 wordt voornamelijk veroorzaakt door: • e 73.000 lagere kosten ambtelijke organisatie door vacatureruimte. • e 21.000 lagere lasten bij team bemoeizorg (e 18.000) en de Brijderstichting (e 3.000). • e 100.000 lagere lasten door de afrekening van het positieve resultaat van de programmarekening 2009 GGD deze was pas bekend in december 2010. • e 28.000 lagere lasten preventief jeugdbeleid. In december 2010 heeft het college besloten de middelen voor het voor schoolmaatschappelijk werk in het MBO vanaf 2011 in te zetten in het voortgezet onderwijs. • e 172.000 hogere baten waarvan e 150.000 van invloed is op het resultaat. - e 150.000 door een onttrekking uit de doeluitkering MO door het verantwoorden van eigen personeelskosten op de regeling waardoor er geen middelen hoeven worden terugbetaald aan het rijk. Omdat van deze doeluitkering middelen zijn ingezet voor het stedelijk kompas wordt dit voordeel gebruikt ter compensatie voor de overschrijding van de uitgaven voor de WMO. Hierdoor hoeft minder te worden onttrokken uit de reserve WMO. • e 260.000 lagere baten en lasten. Dit heeft geen invloed op het resultaat. - Voor de doeluitkering CJG e 140.000 meer dan begroot als nog te besteden opgenomen op de balans. - Voor de Doeluitkering MO is e 76.000 meer dan begroot als nog te besteden opgenomen op de balans. - Jeugdzorg Triple P e 46.000 alsnog te besteden opgenomen op de balans. Product PI05 Individuele voorzieningen Wet MO Het product PI05 heeft per saldo een nadeel van e 381.000. Dit bestaat uit e 559.000 hogere lasten en e 178.000 hogere baten. De hogere lasten en baten zijn voornamelijk het resultaat van de volgende structurele en incidentele effecten: • e 263.000 hogere lasten door hogere uitgaven aan hulp bij huishouden in natura waartegenover e 148.000 aan hogere baten staan: De overschrijding op HBH is in 2010 e 408.000. Dit komt doordat er e 234.000 (incidenteel) te kort aan verplichtingen vanuit 2009 naar 2010 is meegenomen. De kosten 2009 doorlopend naar 2010 waren hoger dan ingeschat. Daarnaast is er gemiddeld per maand 900 uur meer aan hulp bij het huishouden afgenomen (e 174.000 structureel, e 324.000 ten opzicht van de primitieve begroting). De oorzaak ligt in het toekennen van aanvragen van ouderen (7,5%), die relatief meer uren gebruiken.
34
Programmarekening 2010
Het nadeel op Hulp bij het huishouden wordt enigszins beperkt door enerzijds een voordeel op uitvoeringskosten CAK (waarvan e 25.000 structureel) die te hoog waren ingeschat en het budget voor ondersteunende begeleiding wat niet is aangesproken in 2010. Dit budget zal vanaf 2012 gebruikt worden als een gedeeltelijke dekking van de structurele tekorten op Hulp bij het huishouden. De hogere baten (waarvan e 135.000 structureel) hebben voornamelijk betrekking op een hogere eigen bijdrage in hulp bij het huishouden wat geïnd wordt door het CAK. • e 59.000 lagere structurele lasten, doordat indicaties voor hulp bij het huishouden intern worden uitgevoerd in plaats van uitbesteed. • e 77.000 hogere incidentele lasten door hogere uitgaven op het herverstrekken en onderhoudskosten aan rolstoelen. Daartegenover is er voor e 21.000 meer dan begroot aan inkomsten ontvangen door overname van hulpmiddelen door het verhuizen van klanten naar andere gemeenten. • e 252.000 structureel hogere lasten door hogere uitgaven aan vervoersvoorzieningen. Het budget voor taxivervoer is met e 205.000 overschreden. De voornaamste reden is dat er in het jaar steeds meer gebruik werd gemaakt van taxivervoer. Gemiddeld zijn er per maand 1000 (20%) ritten meer gereden ten opzichte van 2009. Tegenwoordig ook ziekenhuisritten onder dit regime wat hogere lasten met zich meebrengt. Daarnaast is met e 47.000 overschreden op met name verstrekkingen van persoonsgebonden budgetten aan scootmobielen en autoaanpassingen en onderhoudskosten en verstrekkingen van overige diensten. Tegenover deze kosten is e 11.000 aan hogere bijdragen ontvangen. • e 138.000 hogere incidentele lasten door hogere uitgaven aan verhuiskostenvergoeding (e 36.000) en verstrekkingen in verband met woningaanpassingen (e 100.000). Door nieuwe jurisprudentie kunnen vanaf 2010 verhuiskostenvergoeding niet meer worden geweigerd. De hogere uitgaven op woningaanpassingen zijn het gevolg van een aantal dure verbouwingen in 2010. Vanaf 2011 is het budget voor verhuiskostenvergoeding en woningaanpassingen verhoogd. • e 110.000 incidenteel lagere lasten aan extern medisch advies ivm met gehandicaptenparkeerkaarten, een bijdrage uit het gemeentefonds en lagere doorbelasting. Product PI06 Collectieve voorzieningen Wet MO Het product PI06 heeft per saldo een incidenteel voordeel van e 119.000. Er is sprake van e 115.000 lagere lasten en e 4.000 hogere baten. Dit voordeel wordt toegevoegd aan de reserve Wmo. Het voordeel van e 119.000 wordt voornamelijk veroorzaakt door lagere lasten bij: • e 10.000 zorgvernieuwingsprojecten GGZ • e 27.000 coördinatie vrijwillige thuis en mantelzorg • e 11.000 Vorming training en advies vrijwilligerswerk • e 10.000 Wmo-cliëntenraad • e 57.000 ondersteunende begeleiding.
35
Programmarekening 2010
Product PJ04 Ongediertebestrijding De afwijkingen zijn kleiner dan e 50.000. N og te besteden doeluitkeringen (bedragen x q 1.000) Maatschappelijke opvang
Jeugdzorg Triple P
Ultimo 2009
Toevoeging Aanwending
73 -
Ultimo 2010
73
-
46
46
BDU CJG
153
87
240
Implementatie matchpoint
164
164
-
390
237
286
Saldo
133
De bovengenoemde saldo’s kunnen afwijken van de saldo’s in de sisa bijlage omdat de verantwoording volgens sisa op verschillende wijze plaatsvindt. Bij sommige regelingen moet bij de programmarekening 2010 bestede bedragen in 2009 verantwoord worden. Maatschappelijke opvang Vanaf 2010 zijn deze middelen toegevoegd aan het gemeentefonds. De subsidie verleningen 2009, zijn in 2010 vastgesteld en afgerekend met de diverse instellingen. Deze afrekeningen worden bij de programmarekening 2010 verantwoord. Indien het ministerie onze verantwoording volgt hoeven er geen bedragen met het ministerie verrekend te worden. Deze balans kan worden opgeheven. Jeugdzorg Triple P Dit betreft een subsidie van de stadregio Amsterdam voor de periode 2007-2010 ten behoeve van het bevorderen van competent ouderschap met als doel preventie van (ernstige) emotionele gedragsproblemen bij kinderen. Met behulp van deze subsidie wordt in de regio Zaanstreek Waterland het project Triple P ingevoerd. Bij de vaststelling van de subsidie aan BJAA is een bedrag van e 45.846 teruggevorderd. Het kan zijn dat dit bedrag moet worden terugbetaald aan de stadsregio. Na de vaststelling van de subsidie door de SRA kan deze balans worden opgeheven. BDU CJG De gemeenten hebben van het Rijk de opdracht gekregen om Centra voor Jeugd en Gezin te ontwikkelen, nieuwe taken in het kader van de wet op de jeugdzorg uit te voeren en het preventieve jeugdbeleid te verbeteren. In 2010 heeft de gemeente een rijksbijdrage van e 1.616.670 ontvangen. Er is e 141.000 minder uitgegeven dan begroot. Hierdoor stijgt het saldo van de BDU CJG naar e 240.000 in plaats van de e 99.000 die begroot was. 2011 is het laatste jaar dat de BDU CJG wordt ontvangen. De prognose is dat de middelen van de BDU in 2011 volledig zijn besteed. De werkelijke besteding van de BDU over de gehele looptijd is de basis van de toevoeging aan het gemeentefonds. Implementatie matchpoint De Provincie Noord-Holland heeft de gemeente Purmerend in september 2009 een subsidie van e 164.214 verleend voor de implementatie van Matchpoint,
36
Programmarekening 2010
de regionale verwijsindex. Het subsidiebedrag was bedoeld voor alle gemeenten in de regio Zaanstreek-Waterland. Het project is een samenwerking van alle gemeenten in de stadsregio Amsterdam. De totale kosten van het project implementatie matchpoint bedragen e 739.132. Het project is inmiddels gerealiseerd. De verantwoording aan de provincie Noord Holland moet voor 1 april 2011 plaatsvinden. De balanspost kan worden opgeheven. R eserves (bedragen x q 1.000)
Ultimo 2009
Dotatie
Onttrekking
Ultimo 2010
Reserve wet maatschappelijke ondersteuning/Stedelijk Kompas
443
738
198
983
Reserve stimulering mantelzorg
66
0
66
0
Totaal
509
738
264
983
Reserve wet maatschappelijke ondersteuning/stedelijk kompas De reserve is voor het opvangen van tekorten in de uitvoering van de Wet MO voor in principe de jaren 2010 en 2011 (advies stedelijk kompas 462336). Per saldo een onttrekking van e 198.000. In 2010 is het resultaat op de collectieve voorzieningen meegevallen wat het nadeel op de individuele voorzieningen deels opvangt. Daarnaast is het nadeel tevens beperkt door een nabetaling via de decembercirculaire 2010 over de gemeente uitkering Wmo 2009. In totaal is er e 67.000 meer onttrokken dan begroot. De hogere onttrekking heeft met name te maken met overschrijdingen op HBH, Vervoersvoorzieningen, Rolstoelen en Woningaanpassingen. Naast de onttrekking is een bedrag van e 738.000 incidenteel gedoteerd aan de reserve. Bestaande uit vrijval middelen sociale begeleiding zodat de korting op de integratie-uitkering Wmo vanuit het gemeentefonds in 2010 incidenteel opgevangen kon worden en er voor 2011 geen overschrijding is. Deze wordt afgedekt door de reserve hiervoor in te zetten. Reserve stimulering mantelzorg De mantelzorgreserve is in 2008 ingesteld om de middelen van het rijk voor het Mantelzorgcompliment te reserveren. V oorzieningen Er zijn geen afzonderlijke voorzieningen voor dit programma. I nvesteringen Hulpmiddelen 2010 Een overschrijding van e 160.000, waarbij in Berap III het budget al met e 350.000 is verhoogd, een totale overschrijding van e 510.000. Er lijkt een trend zichtbaar. Overschrijdingen en onderschrijdingen wisselen zich om het jaar af. In 2009 zijn veel hulpmiddelen herverstrekt waardoor er in 2010 relatief veel hulpmiddelen opnieuw aangeschaft moesten worden. In 2010 zijn er in totaal 192 (46%) meer hulpmiddelen verstrekt ten opzichte van 2009, waarvan 221 (121%) meer nieuw levering en 29 (13%) minder herverstrekkingen. Naast het
37
Programmarekening 2010
hoger aantal verstrekte hulpmiddelen in 2010 is er ook sprake van verstrekkingen van duurderde rolstoelen en scootmobielen. Vanwege de onderschrijding in 2009 is het krediet structureel verlaagd wat de overschrijding ook hoger doet lijken. De verwachting voor de toekomst is, onder voorbehoud dat de trend van overschrijdingen- en onderschrijdingen zich om het jaar afwisselen doorzet, dat het krediet 2011 vooralsnog niet hoeft te worden verhoogd.
38
Programmarekening 2010
P r o g r a m m a
3 W
o
n
e
n
Portefeuillehouder: H. Krieger Programmamanager: H. von Ende
Wat willen we bereiken met het programma wonen B E O O G D M A AT S C H A P P E L I J K E F F E C T B E L E I D S V E L D 3 . 1 W O N E N Met het programma wonen willen we bereiken dat inwoners van Purmerend zoveel mogelijk gelijke kansen hebben op zelfstandige en gewenste woonruimte. Dat de woningvoorraad en de woonomgeving van een goede kwaliteit zijn en aansluiten bij de diverse behoeften. Mensen die niet op eigen kracht in hun (aangepaste) woonvraag kunnen voorzien (met name jongeren, ouderen en gehandicapten), worden daarbij door de gemeente ondersteund. Om dit te bereiken zoekt de gemeente zoveel mogelijk samenwerking met woningbouwcorporaties en andere partners en geeft ze specifieke aandacht aan doelgroepen als starters, ouderen en mensen met beperkingen. Effectindicatoren Wonen
Gerealiseerd 2008
Rapportcijfer ‘prettig wonen in de buurt’
7,3
Streefcijfer 2010 Gerealiseerd 2010 ≥ 7,3
7,4
Rapportcijfer kwaliteit woningen in de buurt
7,3
≥ 7,3
7,2
Rapportcijfer kwaliteit eigen woning
7,8
≥ 7,8
7,7
Rapportcijfer kwaliteit gebouwde omgeving (in eigen buurt)
6,8
≥ 6,8
6,6
Slaagkansen actieve Purmerendse woningzoekenden op huurwoning % starters
10,1%
% doorstromers
13,4%
40
Programmarekening 2010
slaagkansen starters ≥ slaagkansen doorstromers
10,2% 14,9%
Wat hebben we daarvoor in 2010 gedaan 3.1
BELEIDSVELD WONEN 3 . 1 . 1 P restatieveld gelijke kansen op de woningmarkt Kernprestaties 3.1.1.1 Bevorderen huisvesting primaire en secundaire doelgroepen; Structureel is een groot aantal huishoudens aangewezen op een woning in de sociale woningvoorraad. Met de corporaties zijn minimumafspraken gemaakt over het aantal woningen dat aan de primaire en secundaire doelgroep wordt toegewezen. 3.1.1.2 Voorrang voor Purmerendse woningzoekenden; Op uitleglocaties wil de gemeente 30% sociale huurwoningen bouwen voor de doelgroep. In deelplannen ligt dat percentage soms hoger of lager, waardoor de resultaten over één jaar soms een vertekend beeld geven. 3.1.1.3 Verbeteren positie van starters op de woningmarkt; De gemeente heeft nieuwe, regionale afspraken gemaakt over de woonruimteverdeling van sociale huurwoningen. Onderdeel van deze afspraken is de lokale beleidsruimte. De gemeente mag 30% van de woningen in de bestaande voorraad, en 60% van de nieuwbouw, toewijzen aan doelgroepen die moeite hebben een woning te vinden op de woningmarkt. Dit wordt ingezet voor starters en senioren: het gedeelte waar de gemeente direct invloed op heeft. De overige woningen worden toegewezen via het systeem van Woningnet. 3.1.1.4 Realiseren behoefte aan ‘wonen met zorg’. Een correctie is hier op zijn plaats. Ook de woningen die met voorrang aan Purmerenders worden toegewezen gaan via het systeem van Woningnet. Hier is bedoeld dat de overige woningen voor iedereen toegankelijk zijn.
Prestatie-indicatoren Gelijke kansen op de woningmarkt
Toezeggingen 2010
Resultaten 2010
min. 70%
79%
1+2 persoonshuishoudens (66% in 2006)
min. 60%
67%
% nieuwbouwwoningen op uitleglocaties beschikbaar voor doelgroep (36 % in 2008)
30%
50%
min. 30%
69%
23
5
24
4
% vrijkomende huurwoningen bestaande voorraad < e 535,33 toegewezen aan primaire en secundaire doelgroep (88% in 2007, 79% in 2008) % vrijkomende huurwoningen bestaande voorraad < e 499,51 toegewezen aan
% vrijkomende huurwoningen bestaande voorraad dat toegewezen wordt aan Purmerenders (71% in 2008) Opgeleverde (tijdelijke) nieuwbouwwoningen in de sociale huursector specifiek voor jongeren (0 in 2008) Opgeleverde voor starters bereikbare koopwoningen (v.o.n. < e 160.000) en koopwoningen in MGE (30 in 2008) verstrekte startersleningen voor koopwoningen (34 in 2008)
35
0
Oplevering woonzorgcomplexen
2010: Heel Europa
0
nader te bepalen2
336
Opgepluste woningen (op basis van daadwerkelijke aanvragen door woningcorporaties en verenigingen van eigenaren)1
41
Programmarekening 2010
1
Minimaal 175 (uitvoering en subsidie toegezegd) en maximaal 322 (aanvragen in voorbereiding of behandeling).
2
Tot 2020 is de opgave vooral een kwaliteitsslag in seniorencomplexen en het omvormen van woningen tot verzorgd en beschermd wonen. Toelichting: In januari 2010 is door de gemeenteraad besloten het budget voor starters leningen op f 0,- te stellen. Eind 2010 is de bijbehorende verordening ingetrokken. B&W hebben de opplusregeling in november 2010 verruimd, waardoor meer opplusaanvragen voor opplussubsidie in aanmerking komen. Dit in verband met het terugdringen van de kosten voor individuele voorzieningen Wmo.Het aantal op te leveren nieuwbouwhuurwoningen voor jongeren en bereikbare koopwoningen voor starters is lager dan gepland. Door een latere oplevering worden deze woningen in 2011 opgeleverd. 3 . 1 . 2 P restatieveld aanbod en kwaliteit van woningen en woonomgeving Kernprestaties 3.1.2.1 Realiseren van een gevarieerd woningaanbod; 3.1.2.2 Waar nodig, verbetering van de kwaliteit van woon- en leefomgeving in de wijken. Zowel fysiek, als sociaal. Hiervoor wordt aangehaakt bij het wijkgericht werken en de Wijkontwikkelingsplannen (WOP). Prestatie-indicatoren gedifferentieerde nieuwbouw en herstructeringsprojecten. In onderstaand overzicht is de geplande oplevering naar differentiatie weergegeven. Projectnaam
Geplande oplevering
in 2010
Bijzonderheid van het project,
oplevering en aantal
opgeleverd
de differentiatie in het project
woningen
of de toevoeging aan
Purmerendse woningvoorraad
Het Plateel fase 1
2009-2012: 300 woningen
Opgeleverd 2009: 34
88
Een grote variatie in woningen en doelgroepen in de transformatie van het Wagenweggebied
Gepland 2011: 22
naar een woonlocatie met stedelijke uitstraling.
Voor 156 woningen heeft de
Er worden o.a. herenhuizen, rijtjeswoningen,
ontwikkelaar de opdracht
benedenbovenwoningen en appartementen
teruggegeven
gemaakt in sociale huur, middeldure koop
en dure koop. Geschikt voor gezinnen,
senioren, starters, enz.
Wheermolen West fase 1
2010-2011: 231
Gepland
2011: 114
2011/2012: 26
42
Programmarekening 2010
76
Appartementen in verschillende groottes en huurklassen: sociale, middeldure en dure huur.
Projectnaam
Geplande oplevering
in 2010
Bijzonderheid van het project,
oplevering en aantal
opgeleverd
de differentiatie in het project
woningen
of de toevoeging aan
Purmerendse woningvoorraad
Stadshoven fase 3 Weidevenne
2010: 160
Gepland 2011: 161
0
In twee gesloten bouwblokken met spelen en parkeren in hof, wordt gebouwd voor een
grote mix aan woningen en doelgroepen.
Zowel appartementen, als eengezinswoningen:
een mix van sociale huur, bereikbare
koop en middeldure koop. Specifiek
komen er 13 huurappartementen voor
jongeren en woningen in maatschappelijk
gebonden eigendom.
Kwadijkerpark
2010-2016: 242
(herontwikkeling Kadijkerkoog)
Vertraagd
0
Luxe wonen in een groene en waterrijke omgeving: voornamelijk vrijstaande en grondgebonden
twee-onder-een-kapwoningen. In het gebied
komen ook wooneenheden voor gehandicapten
van de Prinsenstichting.
Woonzorgcomplex Heel Europa
2011-2012: 142
Vertraagd
0
als centrum voor de buurtgemeenschap fungeert.
Een stedelijk hof als woonzorgcomplex dat ook
Boven een plint met voorzieningen komen voor de helft
zorgwoningen (individueel en groepswonen) voor
diverse doelgroepen en voor de helft huurwoningen
voor voornamelijk senioren en starters.
‘t Klooster (Algarve Weidevenne) 2011-2012: 60
0
Een bijzondere locatie in Kwadrant Europa wordt
Gepland 2013: 60
ingevuld met bebouwing dat als referentie de
uitstraling en vormgeving van een klooster meekrijgt.
Qua woningen een combinatie van eengezinswoningen
en appartementen in de koopsector.
Toelichting: Bovenstaande tabel toont een selectie van woningbouwprojecten voor 2010. Deze selectie illustreert de gedifferentieerde woningbouw in Purmerend. Door de economische crisis en de kredietcrisis is de verkoop van woningen gestagneerd en zijn als gevolg hiervan bouwprojecten vertraagd dan wel aangepast en gefaseerd van start gegaan. Door stagnatie in de verkoop van vooral woningen in het duurdere segment is op dit moment moeilijk voorspelbaar wanneer bouwprojecten starten. Met name is dit het geval voor het Kwadijkerpark. Woonzorgcomplex Heel Europa is vertraagd als gevolg van het uitblijven van besluitvorming over een bestemmingsplanwijziging in de gemeenteraad.
43
Programmarekening 2010
Wat heeft het gekost in 2010 (bedragen x q 1.000)
Realisatie Begroot 2010 Begroot 2010 2009 primitief bijgesteld
Realisatie 2010
Afwijking
Lasten
6.074
7.779
4.094
4.048
46
Baten
-6.739
-5.927
-3.177
-3.486
309
Saldo
-665
1.852
917
562
355
Realisatie 2010
Afwijking
Programma wonen heeft per saldo een incidenteel voordeel van e 355.000. Er is sprake van e 46.000 lagere lasten en e 309.000 hogere baten. (bedragen x q 1.000)
Realisatie Begroot 2010 Begroot 2010 2009 primitief bijgesteld
PL02 Wonen, strategie en beleid
Lasten
403
436
433
417
16
403
436
433
417
16
PL03 Financien en beheer volkshuisvesting Lasten
4.990
6.304
2.963
2.952
Baten
-6.585
-5.782
-3.021
-3.322
301
-1.595
522
-58
-370
312
PL04 Woonconsumentenzaken
11
Lasten
681
1.039
698
679
Baten
-154
-145
-156
-164
8
527
894
542
515
27
E x ploitatie De belangrijkste elementen in de ontwikkeling op productniveau zijn de volgende: Product PL03 Financiën en beheer volkshuisvesting Het product PL03 Financiën en beheer volkshuisvesting heeft per saldo een incidenteel voordeel van e 312.000. Er is sprake van e 11.000 lagere lasten en e 301.000 hogere baten. Het voordeel wordt voornamelijk veroorzaakt door: • e 74.000 hogere lasten voor woonwagenterreinen •e 90.000 lagere lasten door het niet volledig benutten van de budget bijdragen in het kader van de leefbaarheid. Dit is voornamelijk veroorzaakt door vertraging van de realisatie van de Jops. • e 22.000 lagere baten door minder inkomsten van het anti-speculatiebeding •e 279.000 hogere baten door de definitieve afrekening van de BLS subsidie. Dit betreft de laatste afrekening. Vooralsnog zijn geen nieuwe BLS gelden aangevraagd. •e 39.000 hogere baten door niet begrote inkomsten door bijdrage van derden bij nieuwbouwprojecten.
44
Programmarekening 2010
19
R eserves (bedragen x q 1.000)
Ultimo 2009
Dotatie
Onttrekking
Ultimo 2010
Reserve volkshuisvesting
2.870
123
0
2.993
Onttrekking
Ultimo 2010
3
4
3
4
Volkshuisvesting De reserve volkshuisvesting wordt gebruikt voor volkshuisvestingsdoelen die onderdeel zijn van het product PL03. De reserve is geprogrammeerd tot en met 2013. Ultimo 2010 zijn nog niet alle middelen met concrete projecten ingevuld. Bij bijzondere doelgroepen is van het subsidieplafond nog e 200.000 beschikbaar. Van opplussen is nog een bedrag van e 469.000 nader in te vullen. V oorzieningen (bedragen x q 1.000)
Ultimo 2009
Voorziening afkoop BWS particulieren
7
Saldo
7
Dotatie -
Voorziening afkoop BWS particulieren Deze voorziening is eind 2009 ingesteld voor de afwikkeling van openstaande verplichtingen voor de bijdragen in subsidies. Deze heeft de gemeente Purmerend overgenomen van de Bestuurscommissie Woninggebonden Subsidies Waterland. De gemeente Purmerend heeft de afwikkeling van de betreffende subsidies overgenomen i.v.m. de opheffing van de bestuurscommissie per 01-01-2010. De voorziening wordt in 2012 na de betaling van de laatste bijdragen opgeheven.
45
Programmarekening 2010
P r o g r a m m a
4 M
I
L
I
E
U
Portefeuillehouder: R. Helm Programmamanager: R.G.M. Post
Wat willen we bereiken met het programma milieu B E O O G D M A AT S C H A P P E L I J K E F F E C T B E L E I D S V E L D 4 . 1 M I L I E U Met het programma milieu willen we bereiken dat Purmerend een stad is waarin burgers zo veilig mogelijk en met zo min mogelijk gevaar voor de volksgezondheid kunnen wonen, werken en recreëren. Speerpunten hierbij zijn het terugdringen van milieuhinder door bedrijven, goede afvalverwijdering en het stimuleren van het natuurlijke milieu. Effectindicatoren milieu % gecontroleerde bedrijven dat na de eerste bestuursrechtelijke
2009
Streefcijfer 2010 Gerealiseerd 2010*
2008 70 %
> 70%
74%
aanschrijving en hercontrole de overtreding in orde heeft gemaakt (Kengetal: aantal bedrijven onder de werkingssfeer van de Wet milieubeheer: in 2010 ca. 1600; aantal controles 2010 ca. 359). tevredenheid inwoners afvalverwijdering via containers
-
0 meting 2010
tevredenheid functioneren milieustraat
-
0 meting 2010
gerealiseerde bronscheiding (% van totale afvalaanbod)
-
(als resultante van met raad afgesproken servicelevels) * (cijfers 2009) Uitslag 2010 pas bekend in mei 2011 nav de sorteeranalyse 2010
46
Programmarekening 2010
> 42%
74% 85% *43%
Wat hebben we daarvoor in 2010 gedaan 4.1
BELEIDSVELD MILIEU 4 . 1 . 1 P r estatieveld milieubehee r Kernprestaties 4.1.1.1 Beoordeling milieuaanvragen omtrent nieuwe en gewijzigde bedrijven; 4.1.1.2 Integrale controle van inrichtingen die onder de werkingssfeer van de Wet milieubeheer vallen. De achterstand in de uitvoering van de milieucontroles is weggewerkt en het bedrijfsbestand is op orde; 4.1.1.3 Handhaving Wet milieubeheerplichtige bedrijven; 4.1.1.4 Afhandelen milieuklachten volgens protocol; gezien het grote aantal complexe klachten is voor afhandeling hiervan meer tijd nodig; 4.1.1.5 Het gemeentelijk bodeminformatiesysteem op orde; is deels gerealiseerd, wordt in 2011 geheel afgerond.
Prestatie-indicatoren milieubeheer
Toezeggingen 2010
Resultaten 2010
Actualisering bodembeleidsplan
gerealiseerd
gerealiseerd
Opstellen milieubeleidsplan
gerealiseerd
niet gerealiseerd
wordt 2011
Opstellen gemeentelijk geluidsbeleid
gerealiseerd
gerealiseerd
Gemeentelijk bodeminformatiesysteem op orde
gerealiseerd
deels gerealiseerd
98%
100%
400
516
uitgevoerde aspectgerichte toezichtacties (vuurwerk, geluid, opslag gevaarlijke stoffen, afvalwater) Minimaal 2
3
Afhandeling aanvragen milieuvergunning: % jaarlijks nieuwe en gewijzigde aanvragen dat is afgehandeld binnen de wettelijke termijn (kengetal 2010: 5 aanvragen) Controles Wet milieubeheer: Jaarlijks aantal gecontroleerde bedrijven dat onder de Wet milieubeheer valt (kengetal aantal bedrijven dat onder de Wet milieubeheer valt: 2010: 1600) Gecoördineerde specifieke toezichtacties: aantal (in samenwerking met andere toezichthouders) Handhaving geconstateerde overtredingen % overtredingen waartegen handhavend (volgens de normen van het handhavingsuitvoerings-programma) wordt opgetreden (kengetal: aantal geconstateerde overtredingen 2010; 168 eerste aanschrijvingen van de 516 uitgevoerde controles)
90%
100%
98%
* 63%
Afhandeling milieuklachten: % klachten dat binnen 2 dagen is onderzocht en binnen 10 werkdagen is afgehandeld c.q. bestuursrechterlijke handhaving is gestart. (kengetal: aantal milieuklachten ca. 38 per jaar) * Gezien het grote aantal complexe klachten is voor afhandeling meer tijd nodig 4 . 1 . 2 P r estatieveld afvalve r wijde r i n g Kernprestaties 4.1.2.1 Realiseren nieuw afval inzamelsysteem; Het nieuwe afvalsysteem werd in 2010 grotendeels gerealiseerd, dat wil zeggen dat bij de laagbouw volledig in gebruik is gesteld en dat bij de gestapelde bouw alle voorzieningen behoudens de binnenstad in gebruik werden gesteld. We verwachten dat zwerfvuil vermindert en het stadsbeeld wordt verbeterd, omdat er nog maar een klein zuiltje zichtbaar is. In 2010 vindt er nazorg plaats om eventueel aanpassingen te realiseren; 4.1.2.2 Voorlichting/communicatie nieuw afvalsysteem;
47
Programmarekening 2010
4.1.2.3 Handhaving gewenst aanbiedgedrag afval; Na invoering van het nieuwe afvalinzamelsysteem is een extra inspanning geleverd om toezicht te houden op, en handhaven van, het aanbiedgedrag van huishoudelijke afvalstoffen. De voorlichting naar bewoners werd fasegewijs doorgevoerd gezien de gefaseerde opleveringen en heeft naar de bewoners voldoende effect gesorteerd. Dat wil zeggen dat behoudens incidentele klachten- op structuur door de bewoners goed wordt aangeboden. De te bereiken effecten op het gebied van afvalscheiding zijn pas in 2011 meetbaar, na de sorteeranalyse van 2010. Prestatie-indicatoren afvalverwijdering
Toezeggingen 2010
Resultaten 2010
realisering nieuw afvalinzamelsysteem
2010 operationeel
90%
plan van aanpak verhoging aanbieden afval bij brengvoorzieningen
2010 vastgesteld
**
handhaving overtredingen aanbiedgedrag afval Indicator in 2010 bepalen
***
** Resultaten pas na de sorteeranalyse bekend, mei 2011 *** Resultaten in 2011 bekend
Wat heeft het gekost in 2010 (bedragen x e 1.000)
Realisatie Begroot 2010 Begroot 2010 2009 primitief bijgesteld
Realisatie 2010
Afwijking
Lasten
11.281
11.681
11.991
11.647
344
Baten
-10.085
-10.921
-10.966
-11.309
343
Saldo
1.196
759
1.025
338
687
Realisatie 2010
Afwijking
Het programma Milieu heeft per saldo een voordeel van e 687.000. Dit wordt veroorzaakt door e 344.000 lagere lasten en e 343.000 hogere baten. (bedragen x e 1.000)
Realisatie Begroot 2010 Begroot 2010 2009 primitief bijgesteld
PJ01 Afvalverwijdering
Lasten
10.356
10.743
11.075
10.780
296
Baten
-10.042
-10.921
-10.966
-11.310
344
315
-178
109
-531
639
PJ03 Milieubeheer Lasten
866
Baten
-43
822
937
916
937
916
867
48
1
-1
868
47
PJ06 Technisch energiebeheer Lasten
58
0
0
Baten
58
0
0
48
Programmarekening 2010
E x ploitatie De belangrijkste elementen in de ontwikkeling op productniveau zijn de volgende: Product PJ01 Afvalverwijdering Het resultaat op dit product bedraagt e 639.000 voordelig en wordt veroorzaakt door e 295.000 lagere lasten en e 344.000 hogere baten. Lasten Hogere kosten onderzoek en advisering ad f 67.000 (incidenteel) De kosten voor onderzoek en advisering zijn e 67.000 hoger dan begroot. Voor e 37.000 wordt de overschrijding gecompenseerd door bijdragen uit de gemeente regio (zie baten). Het restant ad e 30.000 betreft e 10.000 inzake sorteeranalyses en e 20.000 inzake onderzoek naar verwerking van brandbaar restafval (AEB of HVC). Lagere vuilafvoer en verwerkingskosten ad f 37.000 (incidenteel) Op diverse afvalstromen is per saldo e 37.000 overgehouden op de reguliere vuilafvoer en verwerkingskosten. Lagere dotatie voorziening dubieuze debiteuren ad f 32.000 (incidenteel) De dotatie aan de voorziening dubieuze debiteuren voor de afvalstoffenheffing is e 32.000 lager dan begroot. In 2009 werd de dotatie in mindering gebracht op de opbrengsten, m.i.v. 2010 is deze apart begroot. Lagere doorbelasting kosten veegvuil ad f 95.000 (incidenteel) Als gevolg van een voordeel op het product Straatreiniging heeft er een lagere doorberekening veegvuil van e 95.000 plaatsgevonden. Lagere kosten nieuwe inzamelmethodiek ad f 207.000 (incidenteel) De kosten voor de nieuwe inzamelmethodiek (MAP) zijn e 207.000 lager dan begroot, omdat het project nog niet geheel gerealiseerd is per jaareinde 2010 en er kosten naar 2011 doorschuiven. Baten Bijdragen gemeente regio ad f 37.000 (incidenteel) De bijdragen uit de gemeente regio worden niet begroot, hoewel deze een jaarlijks of 2-jaarlijks karakter hebben. Van het Intergemeentelijk Samenwerkingsorgaan Waterland (ISW) is in totaal e 37.000 aan bijdragen ontvangen m.b.t. kosten externen (ondersteunende taken) en het overleg inzake de sorteeranalyses (huis grijsvuil). Hogere inkomsten afvalstoffenheffing ad f 74.000 (incidenteel) Aan afvalstoffenheffing is e 74.000 meer ontvangen dan begroot. Er is een hoger aantal aanslagen opgelegd, door meer aansluitingen en minder leegstand, dan geraamd. Lagere inkomsten reinigingsrechten ad f 23.000 (incidenteel) De inkomsten uit reinigingsrechten voor afvalverwijdering van bedrijven vallen door terugloop van het aantal contracten e 23.000 lager uit.
49
Programmarekening 2010
Hogere inkomsten afvalstromen ad f 259.000 (incidenteel) Het voordeel op de inkomsten afvalstromen wordt voor het grootste deel verklaard door de vergoeding van Nedvang voor glas en papier over de jaren 2008 en 2009 voor een totaal van e 164.000. Versnippering van de oude duobakken m.b.t. de nieuwe inzamelmethodiek heeft e 49.000 opgebracht. Het restant van e 46.000 is een voordeel uit reguliere verwerking. Rese r ves (bedragen x e 1.000)
Ultimo 2009
Dotatie
Onttrekking
Ultimo 2010
685
1.110
685
1.110
Saldo
685
1.110
685
1.110
Reserve Afvalverwijdering
E galisatie r ese r ve afvalve r wijde r i n g Voor de tariefstelling 2010 is e 384.769 onttrokken uit de egalisatiereserve afvalverwijdering en voor het project MAP is e 300.000 onttrokken ter dekking van de kosten in 2010. Het saldo van de egalisatiereserve na onttrekking was nihil. Bij de derde bestuursrapportage 2010 is een voordeel van e 1.000.000 gemeld op het product afvalverwijdering. Daarnaast heeft er wegens het streven naar volledige kostendekkendheid een doorbelasting van kosten veegvuil plaatsgevonden van e 1.000.000. De Raad heeft besloten dat er een wijziging in resultaatbestemming moest plaatsvinden van rekeningresultaat naar egalisatiereserve afvalverwijdering van e 1.000.000 ten gunste van het tarief 2011. Het project MAP is nog niet geheel gerealiseerd in 2010 en derhalve wordt er gereserveerd voor kosten die benodigd zijn voor de afwikkeling van het project in 2011. Het saldo van het product Afvalverwijdering laat een voordeel zien van e 652.855 t.o.v. de gewijzigde begroting. Hiervan zal e 110.000 t.b.v. het project MAP worden toegevoegd aan de egalisatiereserve. Het restant van e 542.855 zal niet worden toegevoegd. I n veste r i n ge n Mechanische Afvalinzameling Purmerend (MAP) Van het totaalpakket van meerdere investeringen MAP was e 5.828.000 nog lopend in 2010. Door uiteenlopende redenen is het project in 2010 nog niet afgerond. Kredieten m.b.t. reeds afgeronde werkzaamheden van e 4.408.000 afgesloten. Een restant krediet ad e 1.417.000 blijft vervolgens open ter afronding van het project. Tractie M.b.t. de tractiemiddelen is er sprake van e 864.075 vertraagde investeringen, waarvoor per jaareinde deels een aanbesteding loopt of waarvoor levering niet meer in 2010 heeft plaatsgevonden of waarvan de aanbesteding is uitgesteld i.v.m. clustering van tractiemiddelen in 2011.
50
Programmarekening 2010
Herstel verzakking damwand De Koog Het krediet voor het herstel verzakking damwand De Koog is nog niet afgesloten. Het betreft een continue verzakking van de milieustraat. Verbouwing kantoorgedeelte De Koog Het krediet verbouwing kantoorgedeelte De Koog is nog niet afgesloten. De verbouwing is in zoverre afgerond, dat het restant deels aangewend zal worden voor het geschikt maken van onderkomens Groen op de locatie De Koog (taakstelling sluiting wijkkantoren). Daarnaast is er n.a.v. een inspectie door de provincie een energieplan gepresenteerd waaruit een aantal acties voortvloeien ter verbetering van de huisvesting De Koog op het gebied van energiebesparing.
51
Programmarekening 2010
P r o g r a m m a
5
B E R E I K B A A R H E I D Portefeuillehouder: J. Krieger Programmamanager: R. van Gerve
Wat willen we bereiken met het programma bereikbaarheid B E O O G D M A AT S C H A P P E L I J K E F F E C T B E L E I D S V E L D 5 . 1 B E R E I K B A A R H E I D Met het programma bereikbaarheid willen we eraan bijdragen dat Purmerend een goed functionerende, veilige en duurzame infrastructuur heeft voor alle vervoerwijzen, waarbij rekening gehouden is met de belangen van leefbaarheid (milieu, fysieke en sociale omgeving). De woon- en werklocaties, het centrumgebied, de andere publiektrekkende voorzieningen en de voorzieningen op wijkniveau zijn goed bereikbaar voor de verschillende verkeersdeelnemers. Bij verplaatsingen binnen de stad maken veel bewoners gebruik van de (brom)fiets en het openbaar vervoer. De openbare ruimte is goed toegankelijk en veilig voor voetgangers. Voor het woon-werkverkeer wordt veel gebruik gemaakt van de mogelijkheden die het openbaar vervoer biedt. Effectindicatoren Bereikbaarheid
Gerealiseerd 2008 Streefcijfer 2010 Gerealiseerd 2010
Vervoer en milieu
Vervoerswijze Purmerenders in Amsterdam e.o. werkzaam %:
Openbaar vervoer
46%
46%
47%
Auto
46%
46%
46%
Fiets
2%
2%
2%
Vervoerswijze Purmerenders bij korte verplaatsingen (tot 7,5 km)%: Openbaar vervoer
5%
5%*
4%
Auto
38%
38%*
37%
Fiets
40%
40%*
41%
-
≥7,5
7,5 (2009)
Cijfer voor aantal fietsvoorzieningen in gemeente
7,2
7,2
6,9
Cijfer voor kwaliteit fietsvoorzieningen in gemeente
7,1
7,1
6,8
Klantwaardering OV Waterland
52
Programmarekening 2010
Effectindicatoren Bereikbaarheid
Gerealiseerd 2008
Bereikbaarheid centrum
7%
7%*
8%
29%
29%
24%
% ontevreden over bereikbaarheid centrum per fiets Bezettingsgraad parkeerplaatsen in het centrum op zaterdagmiddag
Gerealiseerd 2010
% ontevreden over bereikbaarheid centrum per openbaar vervoer % ontevreden over bereikbaarheid centrum per auto
Streefcijfer 2010
1%
1%
2%
n.n.b.
Max. 90%
81% (2009)
Verkeersveiligheid
% inwoners dat ontevreden is over veiligheid voor voetgangers en fietsers in de buurt Aantal ernstige verkeersslachtoffers
10%
≤ 10%
11%
n.n.b.
≤ 50
23 (2009)
5.1 * Onbekend is hoe de vervoerskeuze en de ontevredenheid wijzigen ten gevolge van het beëindigen van het gratis openbaar vervoer in 2010 op koopavond, koopzondag en zaterdag).
Wat hebben we daarvoor in 2010 gedaan 5.1
BELEIDSVELD BEREIKBAARHEID 5 . 1 . 1 P restatieveld ope n baar vervoer Kernprestatie 5.1.1.1 Het verbeteren van de toegankelijkheid van bushalten. Door het ophogen van 137 van de in totaal 175 bushalten wordt voor 98% van de reizigers een gelijkvloerse instap gerealiseerd; 5.1.1.2 Aanleg P+R-terrein N244 ter hoogte van kruispunt met S. Allendelaan.
Prestatie-indicatoren Openbaar vervoer
Toezeggingen 2010
Resultaten 2010
50
32
Het aantal gerealiseerde gelijkvloerse instappen per jaar P+R-terrein N244/S. Allendelaan
voorbereiding nog niet gerealiseerd
Toelichting Toegankelijke bushaltes Vanwege aanpassingen door de Stadsregio Amsterdam in het functioneel programma van eisen voor toegankelijke bushaltes is de uitvoering van een deel van de toegankelijke bushaltes opgeschoven naar 2011. P&R terrein De realisatie van een P&R terrein nabij de N244 is een project van de provincie en is gekoppeld aan de verdubbeling van de N244. Uitvoering vindt plaats in 2013. Nieuwe concessie busvervoer (2011-2019) Het busvervoer in de regio Waterland wordt momenteel uitgevoerd door Arriva. In 2011 wordt het busvervoer door de Stadsregio Amsterdam opnieuw aanbesteed. Hoofddoel is om een zo aantrekkelijk mogelijk openbaar vervoeraanbod te behouden; in 2010 is door de gemeente hard gewerkt aan de voorbereidingen voor de nieuwe concessie.
53
Programmarekening 2010
5 . 1 . 2 P restatieveld fietsverkeer Kernprestaties 5.1.2.1 Opstellen jaaractieplan 2010 en meerjarenprogramma. Prestatie-indicatoren Fietsverkeer
Toezeggingen 2010
Resultaten 2010
Vaststellen fietsbeleid, jaaractieplan en meerjarenprogramma
vastgesteld
Vastgesteld m.u.v.
uitvoeringsprogramma
Concrete uitvoering van het jaaractieplan en meerjarenprogramma
PM
-
Opleveren Melkwegbrug
-
-
Opleveren van een nieuwe bewaakte fietsenstalling in het centrum
-
-
Toelichting Fietsbeleidsplan 2010-2015 Het fietsbeleidsplan geeft richting aan hoe we het fietsen in de gemeente kunnen stimuleren. Door de noodzakelijke ombuigingen in de gemeentelijke meerjarenbegroting is de uitvoering niet in een meerjarenprogramma vastgelegd. Jaarlijks wordt bij de totstandkoming van de begroting bekeken of er binnen de financiële kaders al dan niet prioriteit wordt gegeven om onderdelen van het plan tot uitvoering te brengen. 5 . 1 . 3 P restatieveld a u toverkeer Kernprestaties 5.1.3.1 Verdubbeling Laan der Continenten tussen Amazonelaan en A7; 5.1.3.2 Ombouw rotonde Amazonelaan tot turborotonde; 5.1.3.3 Realiseren doseerlicht op rotonde Amazonelaan ten behoeve van de doorstroming van lijnbussen; 5.1.3.4 Onderzoek naar doorstroming op de route Gorslaan-Aziëlaan-Laan der Continenten; 5.1.3.5 Herinrichting kruispunt Neckerstraat-Kanaaldijk-Sluisbrug; 5.1.3.6 Adequate handhaving betaald parkeren; 5.1.3.7 Realiseren parkeervoorzieningen. Prestatie-indicatoren Autoverkeer
Toezeggingen 2010
Resultaten 2010
Aantal nieuwe openbare parkeerplaatsen in gebouwde parkeervoorziening
-
-
Doorstromingsmaatregelen route Gorslaan-A7
realisatie 2010
nog niet gerealiseerd
Verdubbelen Laan der Continenten
realisatie 2010
gerealiseerd
Herinrichting kruispunt Neckerstraat/Kanaaldijk/Sluisbrug
realisatie 2010
nog niet gerealiseerd
Betalingsgraad
nulmeting
uitgevoerd
(najaar 2009)
Toelichting Gebiedsgericht Benutten Purmerend In het kader van het project Gebiedsgericht Benutten Purmerend wordt een set maatregelen uitgevoerd die de bereikbaarheid voor het autoverkeer in de regio Purmerend verbetert na de openstelling van de spitsstrook op de A7 (in 2007). De verdubbeling van de Laan der Continenten inclusief de
54
Programmarekening 2010
turborotonde Amazonelaan is in 2010 uitgevoerd. De overige maatregelen op het wegennet van Purmerend worden in 2011 uitgevoerd. 5 . 1 . 4 P restatieveld verkeersveiligheid Kernprestaties 5.1.4.1 Uitvoering jaaractieplannen verkeersveiligheid; 5.1.4.2 Aanleggen schoolzone van Osweg; 5.1.4.3 Aanleggen rotonde Edisonweg-Grotenhuysweg. Prestatie-indicatoren Verkeersveiligheid
Toezeggingen 2010
Resultaten 2010
Deelname aan (jaarlijkse) landelijke acties (zoals fietsverlichting in 2007)
PM
gerealiseerd
Jaarlijkse maatregelen nemen op Slachtoffer ongevallen Concentraties (SOC)
2
niet gerealiseerd
Aanleggen schoolzone van Osweg
2010 gerealiseerd
gerealiseerd
Aanleggen rotonde Edisonweg-Grotenhuysenweg
nog niet gerealiseerd
Toelichting Uitvoering verkeersveiligheidsplan.De inzet van de verkeersveiligheidskredieten wordt aan de raad voorgelegd. De afweging voor een rotonde op kruispunt Edisonweg-Grotenhuysweg en de aanpak van SOC’s wordt hierin meegenomen.
Wat heeft het gekost in 2010 (bedragen x q 1.000)
Realisatie Begroot 2010 Begroot 2010 2009 primitief bijgesteld
Realisatie 2010
Afwijking
Lasten
3.249
4.951
7.040
5.684
1.356
Baten
-3.131
-3.931
-7.073
-5.607
-1.466
Saldo
118
1.020
-32
78
-110
Realisatie 2010
Afwijking
Het programma Bereikbaarheid heeft per saldo een nadeel van e 110.000. Dit wordt veroorzaakt door e 1.356.000 lagere lasten en e 1.466.000 lagere baten. (bedragen x q 1.000)
Realisatie Begroot 2010 Begroot 2010 2009 primitief bijgesteld
PE02 Parkeren
Lasten
925
1.695
1.780
1.412
368
Baten
-2.065
-3.247
-3.217
-2.633
-585
-1.141
-1.552
-1.437
-1.221
-216
PE05 Verkeersveiligheid Lasten
983
2.746
3.033
3.017
16
Baten
-15
-247
-1.747
-1.820
73
968
2.498
1.285
1.197
88
PE07 Openbaar vervoer Lasten
1.341
510
2.228
1.255
972
Baten
-1.051
-436
-2.108
-1.154
-954
291
73
119
101
18
55
Programmarekening 2010
E x ploitatie De belangrijkste elementen in de ontwikkeling op productniveau zijn de volgende: Product PE02 Parkeren Het resultaat op dit product bedraagt e 216.000 nadelig en wordt veroorzaakt door: • e 240.000 lagere verkoopopbrengsten en ook e 231.000 lagere inkoop kosten van chipknip parkeerkaarten door opname van bruto bedragen in de begroting. Verrekening van de nominale voorraadmutatie vindt direct op de balans plaats, waardoor de werkelijk gerealiseerde kosten alleen geldtransport- en bankkosten betreffen. Het is een structureel effect waarvoor de toekomstige begroting moet worden aangepast. • e 345.000 lagere parkeeropbrengsten i.v.m. teruglopende bezoekersaantallen aan detailhandel in het centrum en een minder dan evenredige groei in bezetting t.o.v. de stijging van het aantal parkeerplaatsen aan de openbare weg, door verzadiging en/of prijseffecten. • e 116.000 lagere beheer- en onderhoudskosten voor de parkeergarages Schapenmarkt en Claxonate en diverse fietsenstallingen, maar ook m.b.t. parkeerautomaten en bebording (incidenteel). • e 20.000 lagere organisatiekosten m.b.t. het prestatieveld parkeren (incidenteel). Product PE05 Verkeersveiligheid Het resultaat op dit product bedraagt e 88.000 voordelig en heeft de volgende oorzaken: • Eind 2010 is ca. 51% gerealiseerd van de projectmaatregelen Gebiedsgericht Benutten, waarvoor de Gemeente Purmerend als beheerder optreedt. Ten opzichte van de verwachte realisatie van 48%, betekent dit een overschrijding van de geraamde kosten voor 2010 met e 122.000. Daarnaast is in het vierde kwartaal van 2010 ook de beschikking afgegeven voor de Quick Win subsidie vanuit het ministerie van Verkeer & Waterstaat, onder gelijktijdige betaling van een voorschot van 80%. Per saldo leidt dit tot e 76.000 hogere baten. Het project zal met de ontvangst van deze subsidie in 2011 kunnen worden voortgezet. De resterende projectkosten (e 1.782.000) en baten (e 1.861.000) zullen in de begroting 2011 worden opgenomen. • e 22.000 lagere doorbelasting lonen, wegens het niet opvullen van vacatureruimte binnen de beleidsafdeling, in het kader van gewijzigde rolneming (structureel). • e 39.000 uitgestelde bestedingen aan externe advisering en onderzoeksrapporten i.v.m. lagere beschikbare capaciteit voor opvolging en interne begeleiding (incidenteel). • e 24.000 lagere doorbelasting lonen van extern personeel openbare ruimte (incidenteel). • e 50.000 lagere kosten voor onderhoud, elektra en materialen op diverse posten, zoals verkeerslichten, verkeersborden en bewegwijzering (incidenteel). Product PE07 Openbaar vervoer Het resultaat op dit product bedraagt e 18.000 voordelig en wordt voornamelijk veroorzaakt door:
56
Programmarekening 2010
• e 941.000 lagere lasten op het project Toegankelijkheid Bushaltes i.v.m. uitstel van uitvoering van een deel van geplande bushaltes wegens aanpassingen in het functioneel programma van eisen door de Stadsregio Amsterdam en daarmee ook e 947.000 lagere lump sum subsidieopbrengsten ter dekking van deze kosten. • e 30.000 lagere besteding op externe advisering en onderzoek naar de wensen, eisen en belangen van Purmerend bij de aankomende herziening van de concessie voor het openbaar vervoer door de Stadsregio (incidenteel) D oel u itkeri n ge n Toegankelijkheid Bushaltes bijdrage Stadsregio Amsterdam Ten behoeve van de eerste twee tranches van het project (uitgevoerd in 2009), is in de loop van 2010 de aanvraag tot definitieve vaststelling op basis van 95% van de werkelijk gemaakte kosten aan de Stadsregio Amsterdam verzonden. Voor de navolgende tranches zal op basis van normbedragen per bushalte, een lump sum subsidie worden verstrekt, welke in verhouding tot de huidige bestedingen volledig kostendekkend zal zijn. De totaal gemaakte kosten voor 2010 bedragen e 1.154.000 en ter hoogte van dit bedrag is ook een vordering opgenomen. In verband met deze kostendekkende vergoeding is het niet langer nodig om het saldo van projectbaten en -lasten via de voorziening Openbaar Vervoer te egaliseren. Gebiedgericht Benutten bijdrage Ministerie van Verkeer & Waterstaat en Rijkswaterstaat NH Het project Gebiedgericht Benutten (totale projectkosten ruim e 9 mln.) is gericht op het verbeteren van de bereikbaarheid van Purmerend vanaf de A7 en N244. De Gemeente Purmerend treedt hierin op als beheerder voor e 3.665.000 van de te treffen maatregelen. Dit bedrag wordt in hoge mate gesubsidieerd vanuit het ministerie van Verkeer & Waterstaat, Rijkswaterstaat Noord-Holland en Stadsregio Amsterdam, waardoor per saldo een eigen bijdrage overblijft van e 1,5 miljoen vanuit de aangrenzende grondexploitatie Weidevenne. Voor 2010 zijn, naast het geraamde subsidievoorschot van e 227.500 vanuit Rijkswaterstaat, tevens subsidievoorschotten ontvangen vanuit het ministerie van Verkeer & Waterstaat, ter hoogte van e 1.430.400. (Quick Win) R eserves N.v.t. V oor z ie n i n ge n (bedragen x e 1.000)
Ultimo 2009
Dotatie
Onttrekking
Ultimo 2010
Voorziening OV
798
6
40
764
Totaal
831
1.045
1.078
798
Voorziening Openbaar Vervoer De voorziening wordt ingezet voor het mede financieren van openbaar vervoer projecten en infrastructurele voorzieningen ten behoeve van verbeterde doorstroming en toegankelijkheid van het openbaar vervoer. Voor 2010 zijn hier de
57
Programmarekening 2010
voorlopige kosten van het centraal managementsysteem voor bussluizen uit gedekt. In verband met gewijzigde beschikkingsvoorwaarden vinden er geen verrekeningen meer plaats voor het project Toegankelijkheid Bushaltes. Het saldo van de voorziening komt daarmee ultimo 2010 op e 763.612. Dit saldo blijft uitsluitend bestemd voor maatregelen t.b.v. openbaar vervoer. Voor 2011 en verder zal de voorziening worden aangewend voor uitbreiding van fietsvoorzieningen nabij Jan Blankenbrug en het beheer en onderhoud van de elektronische panelen van het Dynamisch Reizigers Informatie Systeem (DRIS) I n vesteri n ge n Zie bijlage V. • Rotonde Edison/Schakelweg: Voor aanleg van deze rotonde is in 2008 een krediet beschikbaar gesteld van e 271.774. De werkzaamheden zijn in 2010 afgerond voor een bedrag van e 274.601. • Verkeersveiligheidsplan 2010-2011: Als gevolg van overdracht van verouderde beleidsstukken inzake deze investering, is gedurende 2010 gewerkt aan het actualiseren van de uitgangspunten binnen het eerder gestelde financiële kader. Hierdoor heeft besteding van het krediet vertraging opgelopen. In 2011 zal de herziene invulling van dit krediet inhoudelijk aan college en gemeenteraad ter besluitvorming worden voorgelegd. • Verkeersveiligheid rondom scholen: Op het gebied van verkeersveiligheid is in 2010 een tweetal investeringen voortgezet m.b.t. schoolomgevingen. Het project rond schoolomgeving Weidevenne is in 2010 afgerond met een voordelig kredietsaldo van e 14.765. Het krediet met betrekking tot schoolomgeving Zichthof zal in 2011 verder worden aangewend. • AFA Peperstraat: Wegens verkeersoverlast in de Peperstraat, als enige niet afgesloten toegang tot de binnenstad, is in 2010 besloten ook hier een beweegbare afsluiting te plaatsen. Op het hiervoor beschikbaar gestelde krediet van e 80.000 heeft inmiddels een besteding plaatsgevonden van e 46.600. Het restant zal in 2011 verder worden aangewend.
58
Programmarekening 2010
P r o g r a m m a
6
Beheer openbare ruimte Portefeuillehouder: R. Helm Programmamanager: J.B.J. de Boer
Wat willen we bereiken met het programma beheer openbare ruimte BELEIDSVELD 6.1 BEHEER OPENBARE RUIMTE Met het goed beheren van de openbare ruimte willen we bereiken dat inwoners van Purmerend kunnen (blijven) wonen in een groene, veilig en rustige omgeving en tegelijkertijd kunnen genieten van een aangenaam stadsleven. Zorg voor goede verlichting, weghalen van graffiti, straatreiniging en onderhoud van onder andere groen, kunst- en waterwerken behoren tot de vele inspanningen die daartoe structureel aandacht krijgen. Daarvoor richten we ons in de uitvoering op de beeldkwaliteit en de technische kwaliteit van de openbare ruimte en betrekken we burgers bij de denk- en besluitvormingsprocessen met betrekking tot het beheer. Uitvoering hiervan vindt plaats binnen het wijkgericht werken. Effectindicatoren Beheer Openbare Ruimte Gerealiseerd 2008
Streefcijfer 2010
Gerealiseerd 2010
6,7
6,8
6,6
- voetpaden en trottoirs 1)
6,5
≥ 6,5
6,3
Rapportcijfer staat van onderhoud (schoon en heel)
openbare ruimte in gemeente Rapportcijfer onderhoud afzonderlijke aspecten in de gemeente: - fietspaden
6,8
≥ 6,8
6,5
- wegen en straten 1)
6,7
≥ 6,7
6,1
- groen
6,7
≥ 6,7
6,6
- speelvoorzieningen
6,3
≥ 6,3
--
- straatverlichting
7,1
≥ 7,1
7,0
- bankjes en afvalbakken (prioriteit)
6,3
6,4
6,2
- rapportcijfer schoonhouden openbare ruimte (prioriteit)
6,0
6,3
6,0
--
--
--
1)
- aantal meldingen over schoon en heel (indicator is in ontwikkeling) 1)
Zoals vermeld in de omnibusenquête 2010 speelt de vorstschade van de winter 2009/2010 een rol in het sterk gedaalde rapportcijfer voor het onderhoud van wegen en straten.
60
Programmarekening 2010
Wat hebben we daarvoor in 2010 gedaan 6.1
BELEIDSVELD BEHEER OPENBARE RUIMTE 6 . 1 . 1 . P restatieveld hele openbare ruimte Kernprestaties 6.1.1.1 Schouw onderhoudskwaliteit van de wijken; Opstellen beleid- en onderhoudsplannen als basis voor prestatiegerichte uitvoering. Om het afgesproken onderhoudsniveau van de openbare ruimte te kunnen handhaven, wordt jaarlijks een integraal onderhoudsprogramma opgesteld en uitgevoerd. In dit plan zijn alle geplande onderhoudswerkzaamheden in de openbare ruimte opgenomen; 6.1.1.2 Informeren van, en overleggen met, bewoners over onderhoudsplannen. Het onderhoudsplan voor 2010 is in 2009 opgesteld en voorgelegd aan de wijkmanagers en de wijkkerngroepen. De ideeën en wensen vanuit de wijk zijn waar mogelijk opgenomen in het onderhoudsplan; 6.1.1.3 Realiseren afgesproken onderhoudsniveau openbare ruimte. In 2010 worden verschillende rioleringsprojecten voorbereid en uitgevoerd. Op meerdere locaties – in met name Overwhere en Wheermolen – wordt het oude rioolstelsel vervangen door een gescheiden stelsel voor afval- en hemelwater.
Prestatie-indicatoren hele openbare ruimte
Toezeggingen 2010
Resultaten 2010
Opstellen beheerplan Wegen
gereed
concept gereed
Opstellen beheerplan Kunst- en waterwerken
gereed
concept gereed
Bespreken Wijkonderhoudsplan in wijkkerngroepen
7 wijken
Gerealiseerd
Wijkschouw (per wijk)
start
Gestart
Toelichting: Ter voorbereiding op de onderhoudsplannen heeft een (technische) schouw naar de onderhoudskwaliteit van de wijken plaatsgevonden. Deze schouw is nog niet volledig ingebed in de acties op het terrein van de bewonersparticipatie. Het onderhoudsplan 2010 is opgesteld in overleg met de wijkkerngroepen. Mede als gevolg van vertragingen in de realistatie van het stadsvernieuwingsproject in Wheermolen West is er vertraging opgetreden in de planning van rioleringswerkzaamheden (afkoppelproject) in Overwhere en Wheermolen. 6 . 1 . 2 P restatieveld s c hone openbare ruimte Kernprestaties 6.1.2.1 Schouw onderhoudsbeeldkwaliteit van de wijken; 6.1.2.2 Opstellen beleid- en onderhoudsplannen als basis voor prestatiegerichte uitvoering; 6.1.2.3 Realiseren afgesproken onderhoudsniveau openbare ruimte.
61
Programmarekening 2010
Prestatie-indicatoren schone openbare ruimte
Toezeggingen 2010
Resultaten 2010
Verhogen onderhoudsniveau reiniging openbare ruimte
Neerwaarts bijgesteld
o.b.v. effecten begroting
2011-2014
Onkruidbestrijding op verhardingen (per wijk)
3 x per jaar
gerealiseerd
Kauwgomverwijdering in winkelgebied centrum
1 x per jaar
Bij ombuigingen
Schoonhouden ‘hotspots’ (pleintjes, speelplaatsen e.d.)
70 hotspots
vervallen Neerwaarts bijgesteld
o.b.v. effecten begroting Bestrijden graffiti en wildplak op gemeentelijke eigendommen
Gebouwen
Verkeersborden
Straatmeubilair
Geluidsschermen
Verhogen onderhoudsniveau straatmeubilair
2011-2014 gerealiseerd
Neerwaarts bijgesteld
o.b.v. effecten begroting
2011-2014
Opstellen vervangingsprogramma straatmeubilair
Gereed
Deels
Vervanging afgeschreven straatmeubilair per wijk
1 wijk
gerealiseerd
Wijkschouw (per wijk)
Start
Gestart
Toelichting De financiële uitkomsten en ombuigingen hebben er toe geleid dat de beheerplannen (opnieuw) moesten worden aangepast op basis van de begroting 2011-2014. Daardoor zullen de beheerplannen in het voorjaar van 2011 ter kennisname aan het bestuur worden aangeboden. Het onderhoudsplan 2011 is aangepast op basis van deze ombuigingen en vervolgens besproken met de wijkkerngroepen. Het afgesproken onderhoudsniveau is daarin verwerkt. 6 . 1 . 3 P restatieveld groene openbare ruimte Kernprestaties 6.1.3.1 Schouw onderhoudsbeeldkwaliteit van de wijken; 6.1.3.2 Opstellen beleid- en onderhoudsplannen als basis voor prestatiegerichte uitvoering. Om het afgesproken onderhoudsniveau van de openbare ruimte te kunnen handhaven, wordt jaarlijks een integraal onderhoudsprogramma opgesteld en uitgevoerd. In dit plan zijn ook alle onderhoudswerkzaamheden aan groen en bomen opgenomen; 6.1.3.3 Informeren van, en overleggen met, bedrijven en burgers over onderhoudsplannen. Het onderhoudsplan voor 2010 is in 2009 opgesteld en voorgelegd aan de wijkmanagers en de wijkkerngroepen. De ideeën en wensen vanuit de wijk zijn waar mogelijk opgenomen in het onderhoudsplan; 6.1.3.4 Realiseren afgesproken onderhoudsniveau openbare ruimte.
62
Programmarekening 2010
Prestatie-indicatoren hele openbare ruimte
Toezeggingen 2010
Resultaten 2010
Bespreken Wijkonderhoudsplan in wijkkerngroepen
7 wijken
gerealiseerd
Wijkschouw (per wijk)
start
gestart
Toelichting: In de lijn met de ombuigingen bij de begrotingsbehandelingen 2011-2014 zijn de onderhoudsplannen neerwaarts bijgesteld. Het onderhoudsplan 2011 is in overleg met de wijkkerngroepen vastgesteld en gepubliceerd op Purmerend.nl. Het afgesproken onderhoudsniveau is gerealiseerd. 6 . 1 . 4 P restatieveld dierenwel z i j n Kernprestaties 6.1.4.1 Optimaliseren van hondenuitlaatroutes; 6.1.4.2 Omvang ganzenpopulatie constant houden; 6.1.4.3 Voorlichting geven. Prestatie-indicatoren dierenwelzijn
Toezeggingen 2010
Resultaten 2010
Instellen ambtelijk coördinatiepunt (0,4 fte)
ingesteld
ingesteld
Concretisering hondenbeleid op basis van evaluatie beleid
geconcretiseerd
evaluatie in
voorjaar 2011
Evaluatie uitvoering dierenwelzijnsbeleid
2011
in voorbereiding
Vergoeding kosten dierenopvangcentrum volgens ISW-verdeelsleutel
gerealiseerd
gerealiseerd
Beheer 300 Canadese ganzen en 100 boerenganzen
gerealiseerd
gerealiseerd
Toelichting: Op basis van meldingen en klachten zijn de hondenuitlaatroutes geoptimaliseerd. De evaluatie van het hondenbeleid is ambtelijk gereed en wordt in het voorjaar 2011 bestuurlijk behandeld. De omvang van de ganzenpopulatie is, mede door een actief nestbeheer, binnen de grenzen van het aantal in de nota dierenwelzijn gebleven. Voorlichting op het terrein van dierenwelzijn is in 2010 nog beperkt gebleven tot het beantwoorden van vragen daaromtrent, in de toekomst zal een meer structurele aanpak van de voorlichting worden ontwikkeld.
Wat heeft het gekost in 2010 (bedragen x q 1.000)
Realisatie 2010
Afwijking
Lasten Het programma Beheer Openbare Ruimte 22.039 heeft per saldo 22.594 een voordeel 24.092 van €
23.387
705
Baten 789.000. Dit wordt veroorzaakt door € 705.000 -5.335 lagere lasten -5.004 en € 84.000 -7.644 hogere
-7.728
84
baten. Saldo
15.659
789
63
Programmarekening 2010
Realisatie Begroot 2010 Begroot 2010 2009 primitief bijgesteld
16.704
17.590
16.448
(bedragen x q 1.000)
Realisatie Begroot 2010 Begroot 2010 2009 primitief bijgesteld
Realisatie 2010
Afwijking
PE01 Kunst- & waterwerken Lasten
1.623
1.807
1.763
1.800
-38
Baten
-2
-5
-5
-44
39
1.620
1.802
1.758
1.757
2
PE04 Wegen Lasten
5.474
5.478
5.670
5.956
-286
Baten
-406
-225
-225
-463
238
5.068
5.253
5.445
5.493
-49
PE06 Openbare Verlichting Lasten
687
1.103
771
534
237
Baten
-24
-15
-15
-17
1
663
1.088
756
517
238
PE11 Straatreiniging Lasten
3.291
3.632
4.059
3.786
273
Baten
-94
-1
-2.016
-1.837
-179
3.196
3.632
2.043
1.949
94
PE12 Wijkmanagement Lasten
2.719
Baten
-5
2.714
1.950
1.664
1.950
1.481
1.664
183
0
-0
1.481
183
PJ05 Riolering Lasten
4.179
4.550
5.941
5.596
344
Baten
-4.800
-4.754
-5.379
-5.349
-30
-621
-204
562
248
314
Lasten
66
109
110
75
35
66
109
110
75
35
PJ08 Dierenwelzijn
PK03 Groen Lasten
4.002
3.965
4.116
4.158
-43
Baten
-4
-5
-5
-18
14
3.998
3.960
4.111
4.140
-29
E x ploitatie De belangrijkste elementen in de ontwikkeling op productniveau zijn de volgende: Product PE04 Wegen De financiële afwikkeling van het gronddepot in Weidevenne loopt via dit product. Tegenover de inkomsten ad. e 237.000 staan kosten ter grootte van e 271.000. Het verschil geeft een incidenteel nadeel als gevolg van voorraadvorming. Omdat deze baten en lasten niet zijn begroot, wordt hierdoor het totale verschil op het product verklaard. Product PE06 Openbare verlichting De post energie laat een onderbesteding zien van e 93.000. In aanvulling op afrekeningen op voorgaande jaren is een teruggave ontvangen van de in het
64
Programmarekening 2010
verleden doorberekende REB-bijdrage. Op de onderhouds- en schadekosten is een voordeel van e 115.000 de werkzaamheden hiervoor lopen vaak gelijk met overige onderhoudswerkzaamheden binnen de openbare ruimte. Er is nog geen indicatie dat dit voordeel structureel zal zijn. Voor het onderhoud aan de Koemarkt zijn middelen ter beschikking ter grootte van e 18.800. Deze installaties vallen in 2010 nog onder de garantie waardoor zijn er geen kosten gemaakt. Ten behoeve van netaanpassingen is er een voordeel van e 23.740 ontstaan. De werkzaamheden voor de netaanpassingen lopen ook samen met overige onderhoudswerkzaamheden. Product PE11 Straatreiniging In de eerste weken van 2010 en vanaf medio november zijn er als gevolg van de weersomstandigheden veel minder werkzaamheden voor de straatreiniging gedaan. Het personeel dat normaal ingezet wordt voor de straatreiniging is hierdoor ingezet op andere taken. Daarom is er op dit product een incidentele onderbesteding ontstaan van in totaal e 273.000. Gelet op het feit dat een deel van de kosten straatreiniging sinds 2010 worden doorbelast aan ten laste van de afvalstoffenheffing en de rioolheffing, is deze onderbesteding voor wat betreft dat aandeel ten gunste van die betreffende producten gebracht. Hierdoor ontstaat het nadeel van e 178.703 op de baten Product PE12 Wijkmanagement Door het niet besteden van wijkbudgetten door de wijkkerngroepen is een bedrag van e 33.000 niet aangewend. Omdat de wijkkerngroepen zelf beslissen over de besteding is dat beperkt beïnvloedbaar. Het reguliere budget bewonersparticipatie is gebruikt voor de financiering van de instrumenten ter bevordering van bewonersparticipatie. Het budget is incidenteel met e 120.000 verruimd om de wijkkranten te financieren. In werkelijkheid is hieraan e 48.000 besteed waardoor een voordeel ontstaat van e 72.000. Het budget wijkmanagement is opgenomen voor ondersteuning en uitbouw van wijkmanagement, maar is onvolledig aangesproken in 2010. Het incidentele voordeel hiervan is e 10.000. Rekening houdende met de afstoting van de wijkkantoren in de toekomst is in 2010 kritisch gekeken naar de uit te voeren werkzaamheden aan de wijkkantoren. Hierdoor is op de exploitatie van deze panden een incidentele onderbesteding ontstaan van e 25.000. Product PJ05 Riolering De planningen van grotere rioleringwerkzaamheden in Overwhere en Wheermolen zijn gekoppeld aan de realisatie van nieuwbouw en andere ontwikkelingen. Een aantal werkzaamheden is daarom niet in 2010 uitgevoerd, hierdoor is een onderbesteding van e 351.000 ontstaan. Middels de egalisatiereserve zullen de hiervoor gereserveerde middelen doorschuiven naar 2011. Als gevolg van een onderbesteding op het product straatreiniging is de doorbelasting van de kosten van straatreiniging naar het product riolering ook evenredig verlaagd. Dit heeft geresulteerd in een onderschrijding van e 95.000. In 2010 is er veel werk uitgevoerd aan het opzetten en verder uitwerken van de het stedelijk waterplan (SWP) en het gemeentelijk rioolplan (GRP). Mede door gewijzigde planning van verschillende grote projecten binnen de gemeente is een herziening van de oorspronkelijke planning noodzakelijk. Hierdoor is de personele capaciteit van de verschillende producten anders toegerekend.
65
Programmarekening 2010
Dit heeft geresulteerd in een hogere toerekening aan het product riolering van e 80.000. Product PJ08 Dierenwelzijn Per 1 april is de medewerker dierenwelzijn/spelen in dienst getreden. Omdat de medewerker niet per 1 januari is gestart en ook werkzaamheden uitvoert voor speelvoorzieningen is op dit product een onderbesteding ontstaan op het onderdeel apparaatskosten van ± e 35.000. Product PK03 Groen Op het onderhoud van het groen is als gevolg van incidentele werkzaamheden (klachten en meldingen) incidenteel met e 60.000 overschreden. Naast de eigen werkzaamheden zijn er werkzaamheden voor derden uitgevoerd. De kosten hiervoor bedragen e 14.000 meer dan geraamd. Hierdoor worden de kosten overschreden maar ontstaat er ook een voordeel op de baten van hetzelfde bedrag. De fontein en de bomen op de Koemarkt vielen in 2010 nog onder de garantie. Het onderhoudsbudget ad. e 18.100 is daardoor incidenteel vrijgevallen. R eserves (bedragen x q 1.000)
Ultimo 2009
Dotatie
Onttrekking
Ultimo 2010
Egalisatiereserve riolering
404
976
404
976
Totaal
404
976
404
976
Egalisatiereserve Riolering Deze reserve is ingesteld om de fluctuaties tussen de baten en de lasten aan het rioolstelsel en het oppervlaktewater in Purmerend die voortvloeien uit de exploitatie, het gemeentelijk rioleringsplan en het stedelijk waterplan op te vangen. Hierbij wordt uitgegaan van een kostendekkend tarief aan de burger. Het beginsaldo betrof doorgeschoven werken uit 2009 die zijn uitgevoerd in 2010. Het eindsaldo 2010 bestaat voor e 625.000 uit een voordeel op de lasten van 2010 die in 2011 worden gebruikt om het tarief voor de burger te verlagen. Het restant van e 351.000 bestaat uit uitgestelde werken die in 2011 worden uitgevoerd in het kader van het stedelijk waterplan. V oor z ieningen (bedragen x q 1.000)
Ultimo 2009
Dotatie
Onttrekking
Ultimo 2010
Voorziening onderhoud kunst en waterwegen
122
85
122
85
Totaal
122
85
122
85
Voorziening onderhoud kunst- en waterwegen Deze voorziening is in 2009 ingesteld en heeft tot doel de niet uitgevoerde werkzaamheden, conform het onderhoudsmeerjarenplan kunst- en waterwerken,
66
Programmarekening 2010
in latere jaren alsnog uit te voeren. In 2010 zijn de werkzaamheden aan kunst- en waterwerken uitgevoerd waarvoor de voorziening is gevormd. Derhalve is het beginsaldo ten gunsten van de exploitatie gebracht. In de begroting voor 2010 waren groot onderhoudswerkzaamheden voor 5 bruggen opgenomen. Voor drie bruggen zijn deze werkzaamheden uitgevoerd. Als gevolg hiervan wordt in 2010 een bedrag van e 85.000 gedoteerd aan de voorziening om de werkzaamheden aan de overige bruggen alsnog uit te voeren. Investeringen Voor het beheer van de openbare ruimte worden jaarlijks kredieten toegekend voor de dekking van investeringen. De aard van deze investeringen zijn deels incidenteel voor nieuwe projecten of uitbreidingen en deels voor vervangings investeringen in de openbare ruimte. In 2010 is met name voor de vervangingsinvesteringen voor de openbare ruimte veel tijd besteed aan een meer integrale planning van de verschillende werkzaamheden. Te denken valt hierbij aan de koppeling van werkzaamheden aan het wegennet en de riolering. Hierbij is gekeken om de planning meerjarig nog meer op elkaar af te stemmen. Dit heeft geresulteerd dat verschillende kredieten worden doorgeschoven naar de toekomst. In totaal wordt er e 5.346.748 doorgeschoven naar het volgende jaar. Dit betreft voor e 62.714 voor eenmalige kredieten en het restant betreft investeringen in het kader van het Gemeentelijk Riolering Plan en het Stedelijk Water Plan.
67
Programmarekening 2010
P r o g r a m m a
7
Ruimtelijke
Ordening
Portefeuillehouders: H. Krieger, B. Daan Programmamanager: R. van Gerve
Wat willen we bereiken met het programma ruimtelijke ordening B E O O G D M A AT S C H A P P E L I J K E F F E C T B E L E I D S V E L D 7 . 1 R U I M T E L I J K E ORDENING Met het programma ruimtelijke ordening willen wij bereiken dat Purmerend een hoogwaardig en duurzaam ingerichte stad is met een sterke samenhang tussen de historische binnenstad en de wijken, tussen de wijken onderling en met de omliggende regio. Daardoor zijn de inwoners optimaal gefaciliteerd om te wonen, te werken en te recreëren. Bewoners worden betrokken bij nieuwe planvorming en kunnen rekenen op handhaving van de beoogde ruimtelijke kwaliteit. Dit wordt gedaan op basis van actuele regelgeving op ruimtelijk gebied, vervat in bestemmingsplannen die binnen de daarvoor gestelde termijn worden herzien.
Effectindicatoren ruimtelijke ordening Gerealiseerd 2008
Streefcijfer 2010
Gerealiseerd 2010
46%
≤ 25%
40%
Rapportcijfer inwoners beeldkwaliteit centrum
6,8
≥ 7
6,9
Rapportcijfer inwoners beeldkwaliteit woonomgeving
6,8
≥ 7
6,8
15%
5%
14%
49 via vrijstellingsprocedure)
(2009)
Oordeel burgers over betrokkenheid bij ruimtelijke planvorming:
% niet voldoende betrokken
% afgegeven vergunningen waarbij een planologisch wijzigings- of ontheffingsprocedure is gevolgd (2009: 339 bouwaanvragen waarvan
68
Programmarekening 2010
Wat hebben we daarvoor in 2010 gedaan 7.1
BELEIDSVELD RUIMTELIJKE ORDENING 7 . 1 . 1 P restatieveld optimale ruimtelijke hoofdstructuur Kernprestaties 7.1.1.1 Het realiseren van voldoende woningen om de vraag zo goed mogelijk te kunnen bedienen. Om een wezenlijke bijdrage te leveren aan de lokale woningmarkt zijn projecten in voorbereiding en in uitvoering; 7.1.1.2 Het realiseren van kantoorpanden om bedrijven te huisvesten. Met het oog op de voorgestane economische groei van de gemeente Purmerend en de huisvesting van bedrijven, worden bedrijfspanden gerealiseerd (zoals de kantoren in de Gors-Noord); 7.1.1.3 Het realiseren van gebouwen en terreinen voor maatschappelijke en educatieve doeleinden. Overeenkomstig het gemeentelijk beleid voorzieningen voor maatschappelijke en educatieve doeleinden realiseren, voorzover de gemeente Purmerend hierin een rol heeft.
Prestatie-indicatoren
Toezeggingen 2010
Resultaten 2010
Productie woningbouw (aantal woningen) (realisering 2009: 282)
200
202
Toelichting: De woningbouwproductie voor 2010 is overeenkomstig de planning gehaald. De afzet van woningen in het duurdere segment verloopt met een vertraging, omdat deze woningen in kleinere hoeveelheden door de projectontwikkelaars in de verkoop worden gebracht. Ondanks de vertraging loopt de verkoop nog steeds door. In 2010 is in totaal 3.160 m 2 kantoorruimte gerealiseerd. Dit ligt iets onder het gemiddelde van 3.300 m 2. Gelet op de plannen die in uitvoering zijn, zal in de komende jaren het gemiddelde gehaald worden. 7 . 1 . 2 P restatieveld centrum met k w aliteit Kernprestaties 7.1.2.1 Het realiseren van 1.000 parkeerplaatsen in gebouwde parkeervoorzieningen. In het kader van de Structuurvisie is uitgesproken om het parkeren op het maaiveld (centrum) met 1.000 parkeerplaatsen terug te brengen en deze te vervangen door parkeerplaatsen in ondergrondse parkeergarages. Als gevolg van deze uitspraak worden onder meer de Koemarkt en het Slotplein autovrij. Voor de compensatie van de opgeheven parkeerplaatsen zijn er parkeergarages gepland op de locaties Schapenmarkt/Nukahal, De Vijfhoek en Kop van West. De toekomstige parkeergarage op laatst genoemde locatie, is deels voor het centrum parkeren; 7.1.2.2 Uitvoering herinrichting Koemarkt; 7.1.2.3 Uitvoering (actieplan) project ‘beeldkwaliteit/behoudenswaardige panden binnenstad’.
69
Programmarekening 2010
Prestatie indicatoren
Toezeggingen 2010
Resultaten 2010
Aantal nieuwe openbare parkeerplaatsen in gebouwde voorzieningen
250
-
(2009: 120 tijdelijke plaatsen beschikbaar)
in 2011-2013
% van de 54 voorgedragen te behouden/beschermen panden dat daadwerkelijk als gemeentelijk monument wordt benoemd
-
Korte toelichting prestatie indicatoren uit de tabel. * In 2010 is het aantal openbare parkeerplaatsen in gebouwde voorzieningen niet veranderd. De reden hiervoor is dat een aantal bouwinitiatieven is uitgesteld of gewijzigd. * Van de voorgedragen panden wordt naar verwachting 74% (40 woningen) daadwerkelijk tot gemeentelijke monument benoemd. Omdat in 2010 veel tijd is gaan zitten in de afhandeling van de zienswijzen vindt de definitieve vaststelling in 2011 plaats. 7 . 1 . 3 P restatieveld rechts z ekerheid in w oners Kernprestaties 7.1.3.1 Een beperkt aantal actuele en kwalitatief hoogwaardige bestemmingsplannen. De nieuwe Wro verbindt een sanctie aan het niet elke tien jaar herzien van nieuwe bestemmingsplannen. Om de actualisering makkelijker te maken, wordt ingestoken op slechts een beperkt aantal bestemmingsplannen (voorheen 75 nu gecomprimeerd tot ca. 20 stuks); 7.1.3.2 Digitale beschikbaarheid bestemmingsplannen. Vanaf 1 januari 2010 moeten alle bestemmingsplannen die vanaf dat moment gemaakt worden, digitaal opgesteld en vastgesteld en op internet beschikbaar worden gemaakt. Mogelijk dat deze termijn van rijkswege wordt uitgesteld, maar hier zijn nog geen officiële mededelingen over gedaan.
70
Programmarekening 2010
74%
71
Programmarekening 2010
Prestatie indicatoren
Toezeggingen 2010
Resultaten 2010
% actuele bestemmingsplannen (2008: 13%)
60%
55%
Totaal aantal bestemmingplannen (2008: 122) % grondgebied waarvoor een digitaal bestemmingsplan beschikbaar is (0% in 2008)
20
11
75%
40%
Korte toelichting prestatie indicatoren uit de tabel. Pas sinds 1 januari 2010 is het verplicht om bestemmingsplannen digitaal beschikbaar te stellen. Voor Purmerend betekent dit dat alleen bestemmingsplan Gors en enkele kleine bestemmingsplannen voldoen aan de digitale eisen. Daarnaast is het ontwerp bestemmingsplan Binnenstad digitaal beschikbaar. De overige bestemmingsplannen die worden voorbereid komen uiteraard ook digitaal beschikbaar. De oudere bestemmingsplannen zijn weliswaar via de website te bekijken of te verkrijgen, maar deze voldoen op dit punt niet aan de eisen die vanuit het rijk worden gesteld. Bij de volgende herziening zullen deze worden aangepast. Actualisering van bestemmingsplannen Met de invoering van de nieuwe Wet op de Ruimtelijke Ordening op 1 juli 2008 moeten bestemmingsplannen eens in de tien jaar herzien worden. Zoals u uit het kaartje hiervoor heeft kunnen lezen, is dit inmiddels voor een belangrijk deel van het grondgebied van de gemeente gebeurd. Daarnaast zijn diverse bestemmingsplannen in verschillende stadia van behandeling. Wat nog niet in voorbereiding is genomen: de Kop van West, Weidevenne en het Kommetje A7. Daarnaast zijn er nog enkele ‘vlekjes’ in de bestemmingsplannen die om moverende redenen uit de betreffende bestemmingsplannen zijn gelicht en dus nog niet zijn opgenomen in een actueel bestemmingsplan. De drie belangrijkste gebieden die nog moeten worden ingevuld zijn. * Kop van West is een ontwikkelingsgebied waarvan de gronden voor een belangrijk deel in handen zijn van de gemeente. Omdat dit gebied nog ontwikkeld wordt zal daar voor 2013 nog geen nieuw bestemmingsplan van kracht worden. * Weidevenne is als ontwikkelingsgebied nagenoeg gereed en naar verwachting zal eind 2011 worden begonnen met de voorbereiding van het opstellen van een bestemmingsplan. Het was de bedoeling om hiermee reeds in 2010 te starten, maar gekozen is voor het bestemmingsplan bedrijventerreinen voor te laten gaan, omdat hier iets meer urgentie ligt. * Het Kommetje A7 is een ontwikkelingsgebied waarvoor voorbereidingen worden gestart voor het opstellen van de ontwikkelingskaders. G ronde x ploitaties Weidevenne De geplande grondoverdrachten voor 2010 hebben plaatsgevonden. Een en ander betekent dat in 2011 relatief gesproken veel woningen in Weidevenne worden opgeleverd. De langdurige onteigeningsprocedure in de kwadrant Europa heeft tot gevolg dat op dit moment naar verwachting Weidevenne in 2015 afgerond kan worden. De onderhandelingen met de grondeigenaar zijn eind 2010 weer opgestart.
72
Programmarekening 2010
Baanstee-Noord Het bestemmingsplan voor het gehele bedrijventerrein Baanstee-Noord is in de beroepsprocedure bij de Raad van State in juni 2010 goedgekeurd. Sinds september 2010 is gestart met het bouwrijpmaken van fase 1 van BaansteeNoord. Dit zal eind 2011 zijn afgerond, zodat in 2012 de eerste bedrijfsvestigingen gerealiseerd kunnen worden. De geactualiseerde grondexploitatie is in januari 2011 door de Gemeenteraad vastgesteld. Wheermolen-West In Wheermolen-West is de verkoop van de stadsvilla’s Polaris en Antares met daarin starterswoningen voorspoedig verlopen. Start bouw van de eerste twee stadsvilla’s is in 2010 gestart. Naar verwachting worden in het laatste kwartaal van 2011 de laatste twee flats aan de Meteorenweg gesloopt. Voor het deelgebied de Driehoek worden nieuwe plannen gemaakt, nu duidelijk is geworden dat er onvoldoende belangstelling bestaat om de aanvankelijk geplande Brede School in dit deelgebied te realiseren. In de tweede helft van 2011 worden de nieuwe plannen gepresenteerd, met de bijbehorende geactualiseerde grondexploitatie. Het Plateel Fase 1 van deelgebied 1 van het Plateel is deels afgerond. Met het doorgaan van Baanstee Noord kunnen een aantal bedrijven die nu nog in het Wagenweggebied zijn gevestigd op termijn verplaatst worden, als gevolg waarvan er nieuwe locaties vrijkomen voor woningbouw. Oeverlanden Het project Oeverlanden is afgerond. Kop van West Als gevolg van met name de slechte kantorenmarkt is de ontwikkeling van fase 1 van Kop van West niet op gang gekomen. Voor de geplande woningbouw dient eerst nog een aantal rekenmodellen te worden doorgerekend. Dit heeft met name te maken met de complexe opgave voor dit gebied, waarbij wonen en parkeren sterk met elkaar verbonden zijn. Daarnaast speelt ook hier mee dat als gevolg van de huidige markt de afzet van grote aantallen duurdere woningen niet een reële optie is.
Wat heeft het gekost in 2010 (bedragen x e 1.000)
Realisatie Begroot 2010 Begroot 2010 2009 primitief bijgesteld
Realisatie 2010
Afwijking
Lasten
13.617
15.861
15.089
14.895
194
Baten
-5.361
-14.989
-16.147
-20.546
4.399
Saldo
8.256
872
-1.058
-5.651
4.593
73
Programmarekening 2010
Het programma Ruimtelijke Ordening heeft per saldo een voordeel van e 4.593.000. Dit wordt veroorzaakt door e 194.000 lagere lasten en e 4.399.000 hogere baten, in samenhang met een balansmutatie ten behoeve van onderhanden werk. (bedragen x q 1.000)
Realisatie Begroot 2010 Begroot 2010 2009 primitief bijgesteld
Realisatie 2010
Afwijking
PH10 Beheer welzijnsgebouwen RO Lasten
1.166
1.335
1.276
1.257
19
Baten
-681
-1.064
-1.066
-880
-186
486
271
210
378
-168
PK01 Bestemmingsplannen Lasten
807
625
1.073
984
89
807
625
1.073
984
89
PK04 Monumenten Lasten
165
188
200
173
28
165
188
200
173
28
PK06 Hoofdcentrum Lasten
2.935
Baten
-47
2.887
2.288
1.019
2.288
1.180
1.019
-160
1.180
-160
661
-60
-12
12
649
-48
PK07 RO-structuren Lasten
718
Baten
0
718
679
601
679
601
PK11 Eigend niet voor de openb dienst bestemd Lasten
534
441
529
549
-20
Baten
-342
-417
-386
-353
-32
192
24
143
196
-53
PQ25 Complex Stationsgebied Lasten
-0
100
23
77
Baten
-467
-1.000
-1.085
85
-467
-900
-1.062
162
PQ33 Complex Weidevenne Lasten
1.916
7.565
7.565
8.153
-588
Baten
-4.496
-10.565
-10.565
-15.606
5.040
-2.580
-3.000
-3.000
-7.453
4.453
PQ35 Complex Kop van West Lasten
98
788
788
16
772
Baten
5.307
-788
-788
-16
-772
5.405
0
-0
PQ48 Complex Passieve Gebieden Lasten
411
36
-36
Baten
-774
-319
-479
161
-362
-319
-443
124
74
Programmarekening 2010
(bedragen x q 1.000)
Realisatie Begroot 2010 Begroot 2010 2009 primitief bijgesteld
Realisatie 2010
Afwijking
2
-3
PQ49 Complex Af te stoten gronden Lasten
69
Baten
-3
66
-0 -0
-2
2
0
-1
647
-647
PQ51 Complex Toekomstige exploitatiegebieden Lasten
438
-0
Baten
-391
-275
-898
623
47
-275
-251
-24
PQ52 Complex Schapenmarkt Lasten
8
-8
8
-8
PQ61 Complex De Oeverlanden Lasten
11
209
-209
Baten
-11
-214
214
0
-5
5
PQ72 Complex Herstructurering Wagenweg Lasten
801
443
-443
Baten
419
124
424
-19
443
1.220
124
424
424
-0
PQ73 Complex Wheermolen Lasten
3.397
1.807
1.807
412
1.395
Baten
-3.397
-1.807
-1.807
-412
-1.395
0
0
-0
0
PQ74 Complex Baanstee Noord Lasten
6
Baten
-6
0
-0
0
-0
0
3
-3
-3
3
-0
0
PQ93 Complex Erfpachtsgronden Lasten
144
145
130
139
-9
Baten
-472
-471
-365
-568
203
-328
-326
-234
-428
194
E x ploitatie De belangrijkste elementen in de ontwikkeling op productniveau zijn de volgende: Product PH10 Beheer welzijnsgebouwen RO Het resultaat op dit product bedraagt e 168.000 nadelig en wordt voornamelijk veroorzaakt door verdere vertraging in de overdracht van wijkcentra ’t Noot, Zuidpool, Trekschuit en Inval. De hiervoor, met ingang van 1-1-2010, geraamde huuropbrengsten, zijn daardoor niet eerder dan december 2010 inbaar geworden. Het gevolg is een huurderving van e 180.000. Hier tegenover ontstaat een vordering door lagere vaststelling van huursubsidie binnen het programma Zorg en Welzijn (incidenteel).
75
Programmarekening 2010
Product PK01 Bestemmingsplannen Het resultaat op dit product bedraagt e 89.000 voordelig en wordt veroorzaakt door: • e 57.000 lagere doorbelasting van lonen. Door herdefiniëring van kerntaken kunnen de voornaamste werkzaamheden worden voortgezet, ondanks een lagere bezetting op de beleidsafdeling (gedeeltelijk structureel) • e 82.000 lagere besteding ten behoeve van digitalisering van bestemmingsplannen door efficiëntere gegevensverwerking. De structureel lagere besteding is in de meerjarenbegroting 2011-2014 reeds gecorrigeerd. • e 50.000 extra kosten voor civiele procedure van IJsendijkstraat. Product PK04 Monumenten Geen significante afwijkingen. Product PK06 Hoofdcentrum In 2009 is een taakstelling opgelegd, die een verschuiving in personeelslasten moest effectueren van de algemene exploitatiebegroting naar grondexploitaties en overige gesloten budgetten. Geprognosticeerd resultaat voor deze verschuiving was een besparing op de apparaatskosten van e 900.000, hetgeen als stelpost binnen het product Hoofdcentrum tot uiting is gebracht. Op basis van de geactualiseerde capaciteitsraming is de betreffende taakstelling in 2010 niet volledig ingevuld, met als gevolg een nadelig resultaat op interne doorbelastingen van e 160.000. Product PK07 RO-structuren Het resultaat op dit product is e 48.000 nadelig en wordt veroorzaakt door hogere voorbereidingskosten en hogere uitgaven aan haalbaarheidsonderzoeken voorafgaand aan voorstellen tot ruimtelijke (her)ontwikkeling. Waar mogelijk zijn deze kosten verhaald op betrokken partijen. Product PK11 Eigendommen niet voor openbare dienst bestemd Het resultaat op dit product is e 53.000 nadelig en wordt voornamelijk veroorzaakt door een incidentele huurderving van e 43.000 met betrekking tot het pand aan de Plantsoengracht 8. Product PQ Grondexploitaties Een aantal grondexploitaties zijn budgettair neutraal verwerkt in de programmarekening, te weten: Kop van West, Baanstee-Noord en Wheermolen West. Van alle complexen wordt hieronder een beknopte toelichting gegeven. Complex Stationsgebied In 2010 heeft de laatste grondverkoop plaatsgevonden. Het resultaat van deze verkoop bedroeg, onder aftrek van gemaakte kosten e 1,06 miljoen. Begroot was een bedrag van e 0,9 miljoen. Het complex Stationsgebied is per 31 december 2010 afgesloten. Complex Weidevenne De verkoop van gronden heeft zich in 2010 ten opzichte van 2009 gunstig ontwikkeld. Er hebben een 16-tal grondverkopen plaatsgevonden met een
76
Programmarekening 2010
gerealiseerde opbrengst van e 15 miljoen. Rekening houdende met risico’s, te weten 10 % over de nog te maken kosten en 25% over de nog te realiseren opbrengsten, moet een gedeelte van het verwachte positieve eindresultaat volgens het BBV worden uitgenomen. De resultaatneming op grond van deze lijn bedraagt positief e 7,5 miljoen (rekening was gehouden met e 3 miljoen) Complex Kop van West De financiële mutaties in 2010 hebben zich beperkt tot rentekosten, onderzoekskosten, advieskosten, en overige kosten voorbereiding en toezicht. In 2010 hebben mede door de verslechterde situatie op de kantorenmarkt geen grondverkopen plaatsgevonden. In afwachting van verdere uitwerking van met name fase 1 van de kop van West (de exploitatiebegroting van april 2009 wordt momenteel geactualiseerd) zijn de lasten onder aftrek van de baten gemuteerd met de boekwaarde. Complex passieve gebieden In 2010 is er een resultaat behaald van e 0,4 miljoen. Dit bestaat uit de verkoopopbrengst van één pand voor e 0,3 miljoen. Daarbij worden er in dit complex een aantal panden c.q. stukken grond verhuurd, met een opbrengst van e 0,2 miljoen. Daartegenover zijn er voor e 0,1 miljoen aan onderhoudskosten e.d. op deze panden gemaakt. Er is nog één stuk grond met een boekwaarde. Complex af te stoten gronden Dit complex betreft nog de boekwaarde van één perceel, waarvan de verkoop in 2011 wordt gerealiseerd. Behoudens een rentetoevoeging op de boekwaarde zijn er vrijwel geen mutaties meer op dit complex. Complex Toekomstige exploitatiegebieden en stadslocaties Dit complex bestaat voornamelijk uit een aantal panden c.q. gronden zonder boekwaarde waarvan de gemeente eigenaar is. Per 31 december 2010 zijn er nog een drietal panden c.q. gronden wel met een boekwaarde opgenomen. In 2010 is de opbrengst van een tweetal verkochte panden als resultaat verwerkt. Meeropbrengst e 0,2 miljoen. De boekwaarde per 31 december 2010 van de stadslocaties bestaat uit een 7-tal aangekochte panden c.q. stukken grond/terreinen, waar nog mogelijke ontwikkelplannen kunnen plaatsvinden. In 2010 heeft verkoop plaatsgevonden van één pand. Tevens heeft er één aankoop plaatsgevonden. De overige mutaties in 2010 bestaan uit baten en lasten verband houdende met deze activa en muteren met de boekwaarde per 31 december 2010. Complex Oeverlanden In 2010 is het restant van e 0,2 miljoen aan subsidie ontvangen van de Provincie Noord Holland. Hierdoor is het complex per 31 december 2010 afgesloten met een klein voordeel. Complex Baanstee Noord In 2010 is er naar aanleiding van de goedkeuring van de Raad van State inzake de beroepsprocedure begonnen met de aanleg van dit bedrijventerrein. De eerste verkopen worden in 2012 verwacht.
77
Programmarekening 2010
De in 2010 gemaakte kosten zijn op de boekwaarde bijgeschreven en zullen in latere jaren door middel van de geplande verkopen worden goedgemaakt. Complex Wheermolen West In complex Wheermolen West hebben in 2010 één grondverkoop en één gedeeltelijke restitutie van een verkoop plaatsgevonden. De feitelijke overdracht en de daarbij behorende ontvangst van de grond van het gereedgekomen gebouw Triton van ca. e 1,3 miljoen aan de woningbouwvereniging moet nog plaatsvinden. De opbrengst van deze verkoop is reeds in de programmarekening 2009 verwerkt. De exploitatiebegroting wordt momenteel herzien en zal binnenkort aan de Raad worden aangeboden. Complex Plateel In de restbegroting 2010 van dit complex is er rekening gehouden met nog te maken kosten van e 0,2 miljoen. In 2010 is daar een gedeelte van besteed en het restant e 0,1 miljoen is via de boekwaarde meegenomen naar 2011 voor nog te maken kosten in 2011. In 2010 is conform de begroting een bedrag van e 0,4 miljoen als resultaat afgeboekt. Overigens wordt er momenteel onderzoek gedaan naar de haalbaarheid van verdere ontwikkeling van het gehele gebied. Erfpachtsgronden Het resultaat op dit product is e 194.000 voordelig en wordt voornamelijk veroorzaakt door twee incidentele meeropbrengsten uit afkoop van erfpacht en de verkoop van enkele stukken restgroen. D oeluitkeringen N.v.t. R eserves (bedragen x q 1.000)
Ultimo 2009
Dotatie
Onttrekking
Ultimo 2010
Ontw. Hoofdcentrum
6.155
0
315
5.840
Bestemmingsres. Gronden
8042
0
213
7.829
Bestemmingsplannen
150
0
150
0
Totaal
14.347
0
678
13.669
Reserve Ontwikkeling Hoofdcentrum De reserve Hoofdcentrum is bedoeld voor de afwikkeling van afschrijvingen van in voorgaande jaren gereed gemelde investeringen met maatschappelijk nut. Hierin opgenomen zijn de afschrijvingslasten van de tijdelijke parkeervoorziening aan de Schapenmarkt, restauratie van de Doelenstallen, herinrichting van de Koemarkt, de Wolthuissingelbrug en de afsluiting van de Peperstraat. Voor 2010 heeft dit geleid tot onttrekking van e 315.345 voor de Wolthuissingelbrug en de parkeergarage Schapenmarkt. Het saldo van de reserve komt daarmee per 31 december 2010 op e 5.839.754.
78
Programmarekening 2010
Bestemmingsreserve Gronden Deze bestemmingsreserve is een afsplitsing van de voormalige Algemene Reserve Grondbedrijf en is ingesteld ten behoeve van de risico’s vanuit de grondexploitaties. De reserve dekt op dit moment de afschrijvingslasten voor de herinrichting van de Overlanderstraat, voorbereidingskosten voor herontwikkeling Schapenmarkt, herinrichting Tramplein en eventuele verliezen Kop van West. Ook heeft vanuit deze reserve een reparatie plaatsgevonden voor eerder vrijgevallen voorbereidings-budgetten voor de herinrichting van de Koemarkt. Voor 2010 heeft dit tot totale onttrekkingen van e 212.982 geleid, waarmee de reserve per 31 december 2010 een eindsaldo heeft van e 7.828.888. Bestemmingsreserve Bestemmingsplannen Wegens uitloop van werkzaamheden met betrekking tot het digitaliseren van bestemmingsplannen is in 2009 een bedrag van e 150.000 gereserveerd voor vervolg op een later tijdstip. Door herdefiniëring van kerntaken en efficiëntere gegevensverwerking blijkt het jaarlijks beschikbare budget voor het actualiseren en digitaliseren van bestemmingsplannen bij nader inzien toereikend om het bijgestelde kostenniveau te dekken. De reserve kan daarom vrijvallen en komt daarmee ultimo 2010 op een nulsaldo. VOORZIENINGEN (bedragen x q 1.000)
Ultimo 2009
Dotatie
Onttrekking
Ultimo 2010
Verhuurde percelen
220
11
0
231
Groot onderhoud welzijnsgebouwen
376
220
254
342
Voorziening civiele procedure
0
50
0
50
Totaal
596
281
254
623
Voorziening Verhuurde Percelen Deze voorziening is ingesteld om de kosten van planmatig onderhoud te egaliseren voor panden die de gemeente bezit en verhuurd vanuit een strategisch oogmerk. Hiervoor wordt in 2010 een bedrag van e 10.840 aan de voorziening gedoteerd. Er hebben geen onttrekkingen plaatsgevonden. Op basis van recente meerjarige onderhoudsplannen blijkt de voorziening vooralsnog van voldoende omvang. Met ingang van 2011 zal de gemiddelde dotatie worden geactualiseerd, om dit ook op langere termijn te kunnen garanderen. Voorziening groot onderhoud welzijnsgebouwen Deze voorziening is ingesteld om de kosten van planmatig onderhoud aan welzijnspanden te egaliseren. De geraamde onttrekkingen en gemiddelde dotatie aan de voorziening worden op basis van onderhoudsrapporten Kraan en de gezamenlijke beoordeling van vastgoedbeheer en MO-Planontwikkeling (m.b.t. te slopen en af te stoten panden) jaarlijks geactualiseerd. In 2010 is totaal e 253.768 aan groot onderhoud uitgevoerd ten laste van deze voorziening, waarvan e 94.516 aan achterstallig onderhoud voor de vier wijkcentra die laat in het jaar zijn overgenomen. Hier tegenover hebben dotaties plaatsgevonden voor
79
Programmarekening 2010
e 219.983 conform begroting. Op basis van recente meerjarige onderhoudsplannen blijken de gemiddelde dotaties met ingang van 2011 naar beneden te kunnen worden bijgesteld. Voorziening civiele procedure Deze voorziening is ingesteld om de kosten voor de civiele procedure met betrekking tot de Van IJsendijkstraat te dekken. Dit betreffen de kosten voor het eigen risico van e 50.000. De gemeente is verzekerd voor vermogensschade veroorzaakt door onrechtmatig genomen besluiten. I nvesteringen Zie bijlage V.
80
Programmarekening 2010
P r o g r a m m a
8 V
e
i
l
i
g
h
e
Portefeuillehouder: D. Bijl Programmamanager: J.N.P. Schouten
Wat willen we bereiken met het programma veiligheid In dit programma staat de veiligheid van de stad centraal. Als gemeente willen we dat Purmerend een veilige omgeving biedt om te wonen, te werken en te recreëren. Het programma veiligheid is divers van karakter en daarom onderverdeeld in drie beleidsvelden: ‘brandweerzorg’, ‘overige fysieke veiligheid’ en ‘sociale veiligheid’. Verkeersveiligheid is opgenomen in het programma bereikbaarheid. Hierna is per beleidsveld aangegeven welk effect we ermee in de samenleving willen bereiken. B E O O G D M A AT S C H A P P E L I J K E F F E C T B E L E I D S V E L D 8 . 1 B R A N D W E E R Z O R G Burgers van het verzorgingsgebied van de brandweer Purmerend gaan bewust om met de risico’s van branden en incidenten; waar van toepassing volgen ze de adviezen en voorschriften en ze zijn waar mogelijk zelfredzaam. Ze kunnen erop rekenen dat de brandweerorganisatie alles binnen haar mogelijkheden doet om te zorgen voor een (brand)veilige stad, dat de brandweer zicht heeft op de directe en indirecte gevolgen van calamiteiten en dat spoedeisende repressieve brandweerzorg bij branden, hulpverleningen en andere incidenten binnen daarvoor vastgestelde zorgnormen wordt geleverd. B E O O G D M A AT S C H A P P E L I J K E F F E C T B E L E I D S V E L D 8 . 2 O V E R I G E F Y S I E K E VEILIGHEID Purmerend heeft een fysiek veilige gebouwde omgeving en openbare ruimte, waardoor slachtoffers en schade als gevolg van rampen en/of calamiteiten, verkeersonveilige situaties en andere fysiek onveilige zaken worden voorkomen en/of beperkt. B E O O G D M A AT S C H A P P E L I J K E F F E C T B E L E I D S V E L D 8 . 3 S O C I A L E V E I L I G H E I D Purmerend is een sociaal veilige stad waarin mensen beschermd zijn en zich beschermd voelen tegen persoonlijk leed door misdrijven (criminaliteit), overtredingen en overlast door anderen. Sociale veiligheid omvat veiligheid in de
82
Programmarekening 2010
i
d
publieke ruimte, in huis, op school en op het werk. Aangezien het gaat om de mate waarin mensen beschermd zijn en zich beschermd voelen heeft sociale veiligheid een objectieve en een subjectieve kant. Voor wat betreft de uitvoering staan 5 beleidsprioriteiten centraal namelijk: • Terugdringen van geweld in de woonwijken en in de openbare ruimte; • Terugdringen aantal jeugdige daders en veelplegers; • Crisisbeheersing/rampenbestrijding; • Vergunningverlening, handhaving en toezicht; • Verkeersveiligheid (zie programma bereikbaarheid). Effectindicatoren Veiligheid Gerealiseerd 2008
Streefcijfer 2010
Gerealiseerd 2010
65%
70%
41%
0,8
<1,0*
0,7
p.m.
≥ 15%
68%
Brandweerzorg
Naleefgedrag vergunning- en meldingsplichtige bedrijven: % bedrijven in orde bij eerste controle. Zie toelichting onder aan de tabel Aantal binnenbranden per 1000 inwoners (in 2010 waren er in totaal 56 binnenbranden) % woningen met rookmelders Overige fysieke veiligheid Bekendheid bevolking hoe te handelen bij calamiteiten (%)
≥ 50%
p.m.
Sociale veiligheid
41%
Algemeen veiligheidsgevoel inwoners P’rend: rapportcijfer wijkbewoners - Purmerend overdag
- Wheermolen overdag
8,4
≥ 8,4
8,2
8,1
≥ 8,4
7,8
- Purmerend ‘s avonds
7,6
≥ 7,6
7,4
- Wheermolen ‘s avonds
6,9
≥ 7,6
6,9
Slachtofferschap bedreiging: % inwoners dat zegt afgelopen 12 maanden 5%
≤ 5%
5%
13%
≤ 10%
13%
Geweldsdelicten: % dat zegt ‘komt vaak voor’
1%
≤ 1%
2%
Overlast door omwonenden: % dat zegt ‘komt vaak voor’
4%
≤ 4%
5%
Overlast door horecagelegenheden: % dat zegt ‘komt vaak voor’
1%
slachtoffer te zijn geweest van bedreiging. Overlast van groepen jongeren: % dat zegt ‘komt vaak voor’
Huiselijk geweld
≤ 1%
1%
5% (2007)
≤ 5%
9%
136
≤ 127(2007)
158
Aantal verdachten gehoord
136
≤ 135(2007)
128
Bekendheid met steunpunt huiselijk geweld
40%
≥ 40%
39%
% inwoners dat zegt ‘komt vaak of soms voor in mijn buurt’ Aantal aangiften opgenomen
* Dit is het landelijk gemiddelde. Toelichting: 1. A d brandweerzorg: Uit de registratie blijkt dat er van de 137 vergunnigsplichtige objecten er maar 56 bij de eerste controle geheel in orde waren. Dit (41%) is een graadmeter voor het in zijn algemeen voldoen aan de voorschriften. Daarom zal in 2011 intensiever worden gecontroleerd. 2. A d sociale veiligheid: De cijfers algemeen veiligheidsgevoel wijkbewoners komen uit de tweejaarlijkse omnibusenquête. Het cijfer geeft een
83
Programmarekening 2010
beoordeling aan van de bewoners van Purmerend. Een 6,5 t/m 7,4 is een ruim voldoende; een 7,5 en hoger is een goed. 3. H et percentage woningen met rookmelders (bron omnibus enquête) is de laatste jaren aanzienlijk gestegen, dit is een gunstige ontwikkeling voor het tijdig ontdekken van brand.
Wat hebben we daarvoor in 2010 gedaan 8.1
BELEIDSVELD BRANDWEERZORG 8 . 1 . 1 P restatieveld P roactie , preventie en preparatie Kernprestaties 8.1.1.1 Gegarandeerde, operationele inzetbaarheid bij calamiteiten in en buiten Purmerend volgens afgesproken zorgnormen. Daarvoor is er per
1 januari 2010 een permanente kazernebezetting van zes man voor de
eerste uitruk. Deze uitruk wordt aangevuld met in de stad geconsig-
neerde beroepsbrandweerlieden en vrijwilligers.
• Een middelbrand of een waterongeval (WO) wordt binnen Purmerend als maatgevend scenario gezien.
• Op basis daarvan zijn er naast de 24 uurs kazerneploeg (6 man) 8 manschappen in de stad geconsigneerd. Hier is in alle tijdstippen van de dag aan voldaan.
8.1.1.2 Al het repressieve personeel is opgeleid conform de wet en regelgeving. Ook aan de wettelijke verplichting omtrent certificering (bijvoorbeeld duiker en duikploegleider) is voldaan. Voor beheersmatige werkzaamheden (o.a. ademlucht) is het personeel gecertificeerd om deze uit te mogen voeren. 8.1.1.3 Van alle daarvoor in aanmerking komende objecten is een actueel aanvalsplannen met bijbehorende bereikbaarheidskaarten en procedures beschikbaar. In 2010 zijn er 89 aanvalsplannen, 190 bereikbaarheidskaarten en 27 water ongevallenkaarten (actueel) gemaakt. (306 stuks ten opzichte van 240 gepland). 8.1.1.4 Van de aangevraagde gebruiksvergunning ( acht stuks) zijn alle aanvragen behandeld en is de vergunning verleend. Echter gaat het in de huidige situatie (2010) nog maar over 113 vergunningplichtigen bedrijven en instellingen en niet meer om 327. 8.1.1.5 Bij alle vergunningsplichtige bedrijven, waar dit aan de orde was, is binnen 6 weken het handhavingstraject gestart. Er is in 2010 zestien keer een vooraankondiging bestuursdwang uitgestuurd naar bedrijven en/of instellingen. Prestatie-indicatoren Proactie, preventie en preparatie
Toezeggingen 2010
Resultaten 2010
95%
98%
gestart (als bij 1e controle niet aan de eisen is voldaan)
98%
100%
aantal en % actuele aanvalsplannen (2009: 240/100%)
240 (100%)
306 (100%)
% daarvoor in aanmerking komende bedrijven en instellingen voorzien van een vergunning (2009: 95%) Kengetal: 137 bedrijven/instellingen. % vergunningplichtigen, waarbij het handhavingtraject binnen 6 weken is
84
Programmarekening 2010
8 . 1 . 2 P restatieveld R epressie Kernprestaties 8.1.2.1 Voldoen aan de opkomstnormen voor prioriteit 1: binnenbranden. Volgens de handleiding repressieve brandweerzorg geldt voor brandbestrijding met prioriteit 1 een opkomsttijd van 8 of 10 minuten (industrieterrein). Met ingang van 2010 is de kazerne permanent bezet door een eerste uitrukploeg; 8.1.2.2 Voldoen aan de opkomstnormen prioriteit 1: technische hulpverlening. Volgens de handleiding repressieve brandweerzorg geldt voor hulpverlening met prioriteit 1 een opkomsttijd van 15 minuten. Deze hangt samen met de opkomsttijden van de ambulancedienst. In 2010 is de brandweer 693 keer uitgerukt waarvan 388 voor brand en 305 voor hulpverlening. Prestatie-indicatoren Repressie
Toezeggingen 2010
Resultaten 2010
Het voldoen aan de opkomsttijd van 8 minuten voor de eerste tankautospuit (TAS) bij een prio 1 melding voor brand (1ste TAS rukt alleen tbv Purmerend uit) - Overdag in Purmerend (92% in 2009 )
95%
94%
- Avond, nacht en weekend in Purmerend (80% in 2009)
95%
94%
98%
98%
% van alle aanvragen om technische ondersteuning met prio 1 binnen gemeentegrens, waarbij 1e voertuig binnen 15 minuten na tijdstip melding alarmcentrale, aanwezig is (87% in 2009)
8.2
BELEIDSVELD OVERIGE FYSIEKE VEILIGHEID 8 . 2 . 1 P restatieveld crisisbeheersing Kernprestaties 8.2.1.1 Operationeel houden van deskundige interne organisatie rampenbestrijding. De gemeente moet voorbereid zijn op een ramp of crisis. Het gemeentepersoneel wordt hiervoor opgeleid en getraind. Vanaf 2010 is de alarmeringstijd van gemeentepersoneel bij crises wettelijk vastgelegd; 8.2.1.2 Actueel houden gemeentelijk rampenplan en bijbehorende draaiboeken. Het rampenplan wordt telkens vastgesteld voor vier jaar: de variabele gegevens worden actueel gehouden; 8.2.1.3 Informeren bevolking hoe te handelen bij crises en rampen.Hoewel er in de programmabegroting geen kengetallen zijn opgenomen is er bij de regionale audit gebleken dat aan bovengenoemde eisen in voldoende mate is voldaan. I.v.m. de inwerkingtreding van de Wet veiligheidsregio’s is er in 2010 gewerkt aan regionale poolvorming, het opzetten van het team bevolkingszorg, regelen van een gemeentelijke vertegenwoordiger in het Commandoteam Plaats incident en andere operationele zaken.
85
Programmarekening 2010
8 . 2 . 2 . P restatieveld V eilige bedrijven , winkels , horeca en evenementen Kernprestaties 8.2.2.1 Verlenen van gebruiksvergunningen en -meldingen aan bedrijven, winkels, horeca en evenementen volgens daarvoor geldende normen; 8.2.2.2 Controleren en handhaven van vergunnings- en meldingsplichtige bedrijven, winkels, horeca en evenementen volgens de daarvoor geldende normen; 8.2.2.3 Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO) verder uitvoeren en uitbreiden over de hele stad; 8.2.2.4 Structureel veiligheidsoverleg inzake evenementen. De eerste twee punten zijn onder preventie verklaard. Ten aanzien van de onderste twee valt het volgende op te merken.: • Binnen het Keurmerk Veilig Ondernemen is in 2010 toegewerkt naar de hercertificering om een tweede ster te bemachtigen (realisatie gepland in januari 2011). Hiertoe hebben o.a. een dag- en een avondschouw plaatsgevonden en is een één-meting gedaan onder ondernemers, winkeliers en winkelend publiek. De eerste stappen om in Weidevenne te komen tot een KVO-Weidevenne zijn gezet. • Het structurele multidisciplinaire veiligheidsoverleg voor evenementen heeft zijn nut bewezen in dit jaar waar sprake was van zeer veel en ook grote evenementen. De samenwerking tussen de diverse veiligheidspartners en met organisatoren is hierdoor gegroeid. Prestatie-indicatoren Veilige bedrijven, winkels, horeca en evenementen
Toezeggingen 2010
% van daarvoor in aanmerking komende evenementen dat getoetst is op veiligheidsnormen
Resultaten 2010
98%
100%
98%
98%
% verleende vergunningen en meldingen t.o.v. alle vergunningsplichtige gebouwen/installaties (2008 327 verg./meldingsplichtige)
8.3
BELEIDSVELD SOCIALE VEILIGHEID 8 . 3 . 1 P restatieveld sociaal veilige woningen , woonwijken en openbare r u imte Kernprestaties 8.3.1.1 Adequate beleidsvoorbereiding: veiligheidsparagraaf in elk wijkontwikkelingsplan; 8.3.1.2 Aanpak ex-gedetineerden/veelplegers. Nazorg (ex-)gedetineerden vindt voornamelijk plaats vanuit het Stedelijk Kompas (P2 Zorg). Aanpak veelplegers via stuurgroep veelplegers Arrondissement Haarlem; 8.3.1.3 Het verhogen van aangiftebereidheid en het geven van voorlichting bij het terugdringen van geweld in de relationele sfeer. 8.3.1.4 Toezicht en handhaving in de openbare ruimte conform de handhavingsnota openbare buitenruimte.
86
Programmarekening 2010
Prestatie-indicatoren Sociaal veilige woningen, woonwijken en openbare ruimte Toezeggingen 2010 Aantal wijkontwikkelingsplannen met een veiligheidsparagraaf
Resultaten 2010
2012 80%
100%
Toelichting: Het project nazorg ex-gedetineerden is succesvol geweest en in 2010 structureel geïmplementeerd in het programma Werk en Welzijn. B en W hebben ingestemd met de getrokken conclusie dat de basisvoorwaarden voor re-integratie in de samenleving bij ontslag uit detentie op de 5 leefgebieden op dit moment voldoende aanwezig zijn om de coördinatie van de nazorg aan ex-gedetineerden per 1 januari 2011 structureel te implementeren binnen de afdeling Werk en Welzijn. Op dit moment zijn de recidive gegevens voor Purmerend alleen bekend doordat Justitie registreert of iemand voor de 1e, 2e, 3e of meerdere keer gedetineerd is. Voor Purmerend zijn die gegevens over 2 jaar bekend. Jaar Aantal gedetineerden 1e x detentie 2e x detentie 2008 113 98 6 2009
97
84
3 x detentie
Niet bekend
1
8
1
7
5
De adviesgroep veelplegers (voorheen stuurgroep veelplegers) heeft zich afgelopen jaar o.a. gebogen over de rol van de gemeenten in dit overleg, de rol van de veiligheidshuizen en de aansluiting van de aanpak jeugdige meer- en veelplegers op de aanpak van de meerderjarige veelplegers. Ten aanzien van toezicht en handhaving: • Actieve handhaving parkeren centrumgebied, incidentele handhaving parkeren wijken. • Beperkte thematische handhaving afvalstoffen (nieuwe afval inzamelsysteem) • Controle op het hondenbeleid • Controle naar aanleiding van woningontruimingen • Beperkt toezicht Purmerbos • Behandelen eerste lijns-storingen parkeerautomaten • Behandeling klachten en meldingen Tussen de 1800 en 1850 meldingen behandeld • Incidenteel repressieve handhaving: verkeersovertredingen en overlast (inclusief rapportages), objecten van de openbare weg verwijderd • Extra inzet toezicht evenementen in het kader van Purmerend 600 8 . 3 . 2 P restatieveld J e u gd en veiligheid Kernprestaties 8.3.2.1 Adequate beleidsvoorbereiding. In het beleidsplan integrale veiligheid wordt het hoofdstuk over jeugd en veiligheid opgesteld, in nauwe samenwerking met de jeugdregisseur, scholen, politie en alle instellingen die bij de jeugdzorg zijn betrokken. De ambitie is dat jeugdigen
87
Programmarekening 2010
(kinderen) in een psychisch en fysiek veilige omgeving kunnen opgroeien om tot een optimale ontplooiing van lichaam en talenten te kunnen komen; 8.3.2.2 Concrete uitvoeringsprojecten Jeugd en Veiligheid op basis van het beleidsplan; 8.3.2.3 Professionalisering jeugdnetwerken; 8.3.2.4 Uitvoering ‘HALT’. De jeugdnetwerk overleggen (jno) functioneren steeds beter en sorteren effect: eind 2010 heeft een evaluatie plaatsgevonden die besproken wordt in de commissie AZ (jan 2011).Conclusie is dat het jno een waardevol instrument is binnen het jeugd- en veiligheidsbeleid. De integrale samenwerking wordt door alle partners gewaardeerd. Het levert binnen, maar ook buiten het jno absoluut meerwaarde op. Dit merken niet alleen de partners, maar ook de burgers van Purmerend Prestatie-indicatorenJeugd en veiligheid
Toezeggingen 2010
Resultaten 2010
Aantal HALT-afdoeningen
500/443
450
% HALT-afdoeningen binnen doorlooptijd < 55 dagen
80%
> 80%
Aantal lessen voorlichting
240
> 240
Toelichting In de programmabegroting is het aantal Halt-afdoeningen begroot op 500. In de latere begroting voor Halt-Nederland is dit aantal, wegens voortschrijdend inzicht naar beneden toe bijgesteld naar 443. Het resultaat over 2010 is 450 afdoeningen. Dit aantal is wederom lager dan voorgaande jaren, maar is wel een goed resultaat ten opzichte van de prestaties van andere Halt bureaus in het land. In 2010 is besloten het bureau Halt Zaanstreek-Waterland te fuseren met Halt Amsterdam-Amstelland onderdeel uitmaken van de stichting Spirit. Door deze samenvoeging neemt het financiële risico voor de gemeente Purmerend af, terwijl er meer waarborgen zijn om te voldoen aan de kwaliteitseisen van Halt Nederland en om in te spelen op de vraag van de verschillende gemeenten aangaande preventie. Daarnaast biedt aansluiting bij een grote jeugdorganisatie met een breed aanbod van jeugdhulp meerwaarde.
Wat heeft het gekost in 2010 (bedragen x e 1.000)
Realisatie Begroot 2010 Begroot 2010 2009 primitief bijgesteld
Realisatie 2010
Afwijking
Lasten
7.979
9.094
8.984
8.867
117
Baten
-651
-453
-551
-712
161
Saldo
7.329
8.641
8.433
8.155
278
Het programma Veiligheid heeft per saldo een voordeel e 278.000. Dit wordt veroorzaakt door e 117.000 lagere lasten en e 161.000 hogere baten.
88
Programmarekening 2010
(bedragen x e 1.000)
Realisatie Begroot 2010 Begroot 2010 2009 primitief bijgesteld
Realisatie 2010
Afwijking
397
27
PD01 Openbare orde en veiligheid Lasten
478
505
425
Baten
-21
-10
-10
-20
10
457
494
414
377
37 -4
PD02 HALT Lasten
423
420
512
516
Baten
-368
-320
-391
-382
-8
55
99
121
133
-12
1.364
1.300
65
PD03 Handhavingspool Lasten
1.104
Baten
-70
1.034
1.385 1.385
-28
-73
46
1.337
1.226
110
PN20 Algemeen Beheer/Management ondersteuning Lasten
1.384
1.578
1.554
1.585
-31
Baten
-0
-14
-14
-41
27
1.384
1.564
1.540
1.545
-4
2.475
2.372
104
PN21 Operationele Voorbereiding Lasten
2.108
2.348
Baten
-38
-16
-16
-15
-1
2.070
2.332
2.459
2.357
103
2.654
2.697
-43
PN22 Repressie Lasten
2.482
2.858
Baten
-153
-93
-93
-180
87
2.329
2.766
2.561
2.517
44
E x ploitatie De belangrijkste elementen in de ontwikkeling op productniveau zijn de volgende: Product PD03 Handhavingspool Het resultaat op dit product bedraagt e 110.260 positief. Dit wordt veroorzaakt door e 64.723 lagere lasten en e 45.537 hogere baten. • e 11.953 incidenteel lagere beheers- en exploitatiekosten voor o.a. onderhoud (vervoers)middelen, dienstreizen en verblijfskosten, dienst- en werkkleding, onderzoek en advisering. • Incidenteel e 52.958 lagere salariskosten. • Bijdrage Rijk (CJIB) door meer politie processenverbaal. Product PN21 Operationele Voorbereiding Het resultaat op dit product bedraagt e 102.927 positief. Dit wordt veroorzaakt door e 103.697 lagere lasten en e 770 lagere baten. • Door het tijdelijk niet volledig invullen van vacature ruimte zijn lagere kosten ontstaan van e 67.000. • Op reguliere exploitatielasten zoals onderhoud en gebruik gebouwen en onderhoud materialen en oefenmiddelen is incidenteel minder uitgeven wat geresulteerd heeft in e 37.000 lagere kosten.
89
Programmarekening 2010
Product PN22 Repressie Het resultaat op dit product bedraagt e 44.157 positief. Dit wordt veroorzaakt door e 43.191 hogere lasten en e 87.348 hogere baten. • De hogere baten worden voornamelijk veroorzaakt doordat er meer werkzaamheden voor andere gemeenten zijn verricht waardoor de opbrengsten zijn gestegen. Het gaat hier om inzet van onder andere het redvoertuig en het duikteam waarvoor een vergoeding is ontvangen. Daarnaast is er meer onderhoud uitgevoerd aan voertuigen van andere gemeenten. RESERVES (bedragen x e 1.000)
Ultimo 2009
Dotatie
Onttrekking
Ultimo 2010
Egalisatiereserve Halt
4
36
0
40
Totaal
4
36
0
40
Dotatie
Onttrekking
Ultimo 2010
Egalisatiereserve Halt De egalisatiereserve Halt is bedoeld voor het opvangen van fluctuaties in de bijdragen van de aangesloten gemeenten. Dit betreft een reserve van derden. Purmerend beheert de middelen ten behoeve van Buro Halt Zaanstreek-Waterland. Vanaf januari 2011 zal bureau Halt ondergebracht worden bij Spirit Amsterdam. In een afsluitend liquidatievoorstel wordt voorgesteld de middelen aan te wenden voor kosten die gepaard gaan met de uitbesteding of de middelen te verdelen over de deelnemende gemeenten. V oorzieningen (bedragen x e 1.000)
Ultimo 2009
Voorzieningen Groot Onderhoud brandweerkazerne
61
41
40
62
Voorziening halt ‘overgang personeel’
0
80
0
80
Voorziening 2e loopbaanbeleid brandweer
0
2
0
2
Totaal
61
123
40
144
Voorziening Halt Deze voorziening is in het leven geroepen bij het voorstel ‘fusie bureau Halt Zaanstreek Waterland’. De bedoeling is de frictiekosten, die gepaard gaan met de fusie, te bekostigen uit het positieve programmarekeningresultaat 2010. Voorziening groot onderhoud Brandweer Ten behoeve van onderhoudskosten aan de brandweerkazerne wordt een voorziening aangehouden. Als basis voor de hoogte van de voorziening wordt de meerjarenonderhoudsprognose (MOP) gebruikt. Voor 2010 waren er onderhoudswerkzaamheden begroot voor e 32.322. Hiernaast zijn nog werkzaamheden uitgevoerd die doorgeschoven zijn uit 2009 en is een deel van de werkzaamheden met betrekking tot het bestraten en asfalteren van het binnenterrein van
90
Programmarekening 2010
de kazerne doorgeschoven naar 2011. In totaal is in 2010 e 39.779 onttrokken aan deze voorziening en is een bedrag van e 40.500 gedoteerd. Voorziening 2e loopbaanbeleid brandweer Als gevolg van afspraken met de OR is een beleid opgesteld om medewerkers voor te bereiden op een tweede loopbaan als zij niet meer geschikt zijn voor zogenaamde bezwarende functies. Hierbij zullen zij in een periode voorafgaand aan de daarvoor gestelde leeftijd begeleiding krijgen in de ontwikkeling naar een mogelijke nieuwe functie. Om de kosten daarvan te spreiden is een voorziening ingesteld. De jaarlijkse dotatie is afhankelijk van de leeftijdsopbouw van het personeel van de brandweer. In 2010 is de eerste dotatie gedaan. I nvesteringen Brandweer Ten behoeve van gebouwgebonden en brand- en hulpverlening gerelateerde vervangings-investeringen was voor 2010 e 184.970 beschikbaar. Deze investeringskredieten waren beschikbaar voor meubilair/verbouwing begane grond kazernegebouw, verharding binnenterrein, vervangen motorspuitaanhanger, vervangen black-boxen en vervangen van persluchttestpaneel en persluchtcompressor. Van dit bedrag resteert nog een bedrag van e 77.111. Het aldus ontstane voordeel van e 48.481 is het gevolg van een substantiële onderschrijding op de investering persluchtpaneel/compressor 15.000 en diverse onderschrijdingen op de overige investeringen. Vergunning Toezicht en Handhaving Voor het handhaven van de openbare ruimte is voor aanschaf van vervoer en gebruiksmiddelen een investeringskrediet beschikbaar gesteld van e 38.438. Deze investering heeft plaatsgevonden voor een bedrag van e 37.774.
91
Programmarekening 2010
P r o g r a m m a
9 E
d
u
c
a
t
i
e
Portefeuillehouder: B. Daan Programmamanager: H. von Ende
Wat willen we bereiken met het programma educatie B E O O G D M A AT S C H A P P E L I J K E F F E C T B E L E I D S V E L D 9 . 1 E D U C AT I E Met het programma educatie willen we er aan bijdragen dat alle inwoners van Purmerend (en Waterland) optimaal de kans hebben om hun talenten en (sociale) vaardigheden in brede zin te ontwikkelen. Zoveel mogelijk inwoners volgen daarbij een doorlopende schoolloopbaan/leerweg en behalen een startkwalificatie, waardoor ze meer kans maken op de arbeidsmarkt en zich kunnen ontplooien tot een volwaardig burger van de samenleving. Purmerend biedt ze daarvoor een aantrekkelijke en gedifferentieerde educatieve infrastructuur. Effect indicatoren Educatie Gerealiseerd 2008 Aantal en % gemelde nieuwe voortijdige schoolverlaters.
3193
Nulmeting 2005/2006 = 340 (cijfers CFI) (regio Waterland = 593, 4,9%. Land. gemiddelde=4,1%)
Gerealiseerd 2010
≤ 319
238
(4,9%)
(4%)
(2007-2008)
(2009-2010)
Aantal meldingen ongeoorloofd schoolverzuim
675
≤ 675
750
Rapportcijfer over aantal kinderdagverblijven (ouders)
6,7
≥ 6,7
7,0
Rapportcijfer over kwaliteit kinderdagverblijven (ouders)
7,0
≥ 7,0
7,1
Rapportcijfer over aantal basisscholen (ouders)
7,2
≥ 7,2
7,4
7,0
≥ 7,0
7,0
6,7
≥ 6,7
6,9
Rapportcijfer over kwaliteit basisscholen (ouders) Rapportcijfer over aantal peuterspeelzalen (ouders)
3
Streefcijfer 2010
Rapportcijfer en over kwaliteit peuterspeelzalen (ouders)
7,0
≥ 7,0
7,1
Aantal noodlokalen basisonderwijs
51
16 in 2012
44
Het aantal nieuwe voortijdige schoolverlaters moet in 2011 met 40% zijn teruggebracht tot 204.
92
Programmarekening 2010
Het hogere aantal meldingen van ongeoorloofd schoolverzuim is het gevolg van twee ontwikkelingen: een intensievere registratie van het verzuim door Regionale opleidingscentra (ROC’s) en de introductie van het digitale verzuimloket, waardoor de drempel om het verzuim te melden lager wordt. Meer meldingen betekent dat meer leerlingen, die dreigen uit te vallen, vroegtijdig in beeld komen. Dit maakt snel ingrijpen mogelijk waardoor wordt voorkomen dat jongeren het onderwijs voortijdig verlaten. De meldingen zijn inclusief de meldingen van de gemeenten Landsmeer, Beemster en Wormerland. Het aantal noodlokalen neemt gestaag af. Volgens de planning zijn er eind 2012 tussen de 16 en 20 noodlokalen over. Eind 2013 zijn er nog 6 over.
Wat hebben we daarvoor in 2010 gedaan 9.1
BELEIDSVELD EDUCATIE 9 . 1 . 1 . P restatieveld onderwijshuisvesting Kernprestaties 9.1.1.1 Realiseren van voldoende onderwijshuisvesting van goede kwaliteit door adequaat beheer, uitbreiding, en (ver)nieuwbouw; 9.1.1.2 Garanderen fysieke veiligheid van onderwijsaccommodaties en van de pedagogische kwaliteit peuterspeelzaalwerk en kinderopvang op basis van bestaande gemeentelijke normen; 9.1.1.3 Adequaat onderhoud gemeentelijke accommodaties (stadsbeheer) op basis van het meerjaren onderhoudsplan.
Prestatie-indicatoren Onderwijshuisvesting
Toezeggingen 2010
Resultaten 2010
Beleidsplan accommodaties
vastgesteld
niet gerealiseerd
Onderzoek naar toekomstige behoefte aan peuterspeelzalen
uitvoering
uitgevoerd
Purmerendse Scholen Groep (PSG)-campussen Hoornselaan en Flevostraat
uitvoering
onderdelen
gerealiseerd
Toelichting: • D e planning van het beleidsplan accommodaties (Integraal Huisvestingsplan) is niet gehaald. Het plan zal begin 2011 ter vaststelling aan de raad worden aangeboden. • Wegens aantoonbare overcapaciteit is het aantal peuterspeelzalen inmiddels teruggebracht. Daarnaast wordt onderzocht of en in hoeverre het peuterspeelzaalwerk kan worden geïntegreerd in de kinderopvang. Aan de kinderopvangorganisaties is gevraagd hiervoor een plan te maken. • In 2010 zijn de voorbereidingen van de schoolbrug afgerond. Inmiddels is met de bouw gestart. Daarnaast is de renovatie van het pand aan de Hoornselaan in 2010 afgerond.
93
Programmarekening 2010
9 . 1 . 2 P restatieveld ma x imale onderwijskansen voor iedereen Kernprestaties 9.1.2.1 Vroegtijdige signalering kinderen van 2-4- jaar met (dreigende) taalachterstanden en toeleiding van de doelgroep naar gekwalificeerde peuterspeelzalen. Om de doelgroep te bereiken wordt op de consulatiebureau’s gekeken of kinderen in aanmerking komen voor voor- en vroegschoolse educatie (VVE). De VVE-trajecten op daarvoor gekwalificeerde peuterspeelzalen, worden gesubsidieerd. Het beleid ten aanzien van VVE-trajecten staat beschreven in de beleidsnotitie Onderwijsachterstanden; 9.1.2.2 Voorkomen en bestrijden schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten. Het lik-op-stuk-beleid (snelle interventie leerplicht) zal in de komende jaren effect hebben op het aantal meldingen. Het aantal vroegtijdige schoolverlaters moet door het plan ‘Aanval op uitval’ t.o.v. 2005/2006 in 2011 met 40% zijn teruggebracht. In 2005/2006 was het aantal vroegtijdige schoolverlaters 319, in 2010 was dit teruggebracht naar 238, een afname met ruim 25%. Samen met regiogemeenten en scholen zullen maatregelen worden genomen om 40% reductie te bereiken. Prestatie-indicatoren Maximale onderwijskansen voor iedereen
Toezeggingen 2010
Resultaten 2010
Beleidsplan onderwijs met visie
vastgesteld
niet gerealiseerd
% geïndiceerde kinderen dat educatief programma volgt (landelijke norm 100%)
118%
Aantal gesubsidieerde VVE trajecten op peuterspeelzalen (2008: 7)
7 of 8
8
Totaal aantal herplaatste voortijdige schoolverlaters (2007/2008: 215)
150
201
Waarvan herplaatst naar opleiding (2008-2009: 125)
100
112
Waarvan herplaatst naar werk (2008-2009: 75)
50
89
Toelichting • H et beleidsplan onderwijs met visie wordt niet gemaakt. Besloten is om ons te beperken tot een maatschappelijk beleidskader, waarin ook uitgangspunten voor het beleidsveld onderwijs worden meegenomen. Dit beleidskader zal in september 2011 ter vaststelling aan de raad worden aangeboden. • H et percentage geïndiceerde kinderen dat educatief programma volgt is meer dan 100%. Reden daarvoor is dat Purmerend een ruimere definitie van doelgroepkinderen hanteert dan het wettelijk minimum op basis van het criterium leerlingengewicht. • Van de voortijdige schoolverlaters (238) is bijna 85% herplaatst (201.)
94
Programmarekening 2010
9 . 1 . 3 P restatieveld brede ontwikkelingskansen Kernprestaties 9.1.3.1 Uitvoeren diverse activiteiten in het kader van ‘brede ontwikkeling’. Prestatie-indicatoren brede ontwikkelingskansen
Toezeggingen 2010
Resultaten 2010
Integratielessen basisonderwijs (Weefraam): Aantal bereikte scholen (2009: 8)
8
8
Aantal bereikte groepen (2009: 46)
46
47
Aantal deelnemende kinderen (2009: 180)
180
172
Aantal lesuren natuur- en milieueducatie (2009: 116)
PM afh.van nieuw
actie-programma
2464
98%
99%
% leerlingen dat de basisschool verlaat in het bezit van zwemdiploma-A. 2007: 96%, 2009: 98%) 4
Dit aantal moet worden opgeteld bij de 680 lessen in de schoolwerktuinen.(34 klassen die elk 20 lessen volgen) Toelichting • H et aantal deelnemende kinderen aan Weefraam is ongeveer gelijk aan het aantal van 2009. • B ij de begroting 2011 is besloten om te stoppen met Weefraam. Er wordt nog onderzocht of het onderwijsveld bereid is de taak over te nemen. • B ij de begroting 2011 is eveneens besloten om natuur- en milieueducatie (NME) uit te besteden c.q. te verzelfstandigen. • H et percentage leerlingen dat de basisschool verlaat met een zwemdiploma is gebaseerd op een beperkt aantal scholen dat hierover cijfers heeft verstrekt.
Wat heeft het gekost in 2010 (bedragen x q 1.000)
Realisatie Begroot 2010 Begroot 2010 2009 primitief bijgesteld
Realisatie 2010
Afwijking
Lasten
40.158
12.862
42.116
44.333
-2.216
Baten
-28.271
-1.800
-25.717
-27.604
1.887
Saldo
11.887
11.061
16.400
16.729
-329
Het programma Educatie heeft per saldo een nadeel van e 329.000. Dit wordt veroorzaakt door e 2.216.000 hogere lasten en e 1.887.000 hogere baten.
95
Programmarekening 2010
(bedragen x q 1.000)
Realisatie Begroot 2010 Begroot 2010 2009 primitief bijgesteld
Realisatie 2010
Afwijking
-20
PH05 Kinderopvang Lasten
795
Baten
795
1.036
1.042
1.062
-17
-237
-275
38
1.019
805
787
18
515
479
36
PJ07 Natuureducatie Lasten
508
495
Baten
-16
-15
-13
-19
6
492
480
502
460
42
10.630
11.096
-466
PR01 Huisvesting onderwijs Lasten
9.621
8.199
Baten
-1.758
-705
-586
-596
10
7.863
7.494
10.044
10.500
-456
PR02 Achterstandenbeleid Lasten
1.056
975
1.854
2.243
-389
Baten
-1.028
-767
-1.561
-1.984
423
28
208
293
259
34
2.086
28
PR03 Onderwijsondersteunende activiteiten Lasten
3.161
1.875
2.113
Baten
-1.007
-68
-131
-137
5
2.154
1.807
1.982
1.949
33
PS01 OPSO Purmerend Lasten
25.017
282
25.962
27.367
-1.405
Baten
-24.461
-229
-23.189
-24.593
1.405
556
53
2.773
2.773
0
E x ploitatie De belangrijkste elementen in de ontwikkeling op productniveau zijn de volgende: Product PR01 Huisvesting onderwijs Het product PR01 Huisvesting onderwijs heeft per saldo een nadeel van e 456.000. Dit wordt veroorzaakt door e 466.000 hogere lasten en e 10.000 hogere baten. De voornaamste oorzaak is dat de rente van PSG niet juist in de begroting 2010 was opgenomen. Bij de opstelling van de begroting 2010 (medio 2009) werd uitgegaan van een latere verstrekking van de middelen voor het voortgezet onderwijs aan de PSG. Bij de bestuursrapportages is verzuimd deze overschrijding op te nemen. Product PR02 Achterstandenbeleid Het product PR02 Achterstandenbeleid heeft per saldo een voordeel van e 34.000. Dit wordt veroorzaakt door e 389.000 hogere lasten en e 423.000 hogere baten. De voornaamste oorzaken zijn: • e 466.000 incidentele hogere lasten doordat er in 2010 met terugwerkende kracht nog kosten voor 1e leidster peuterspeelzalen VVE (Voorschoolse Educatie) voor 2006 t/m 2009 ten laste van de doeluitkering Onderwijs
96
Programmarekening 2010
achterstandenbeleid zijn gebracht ten gunste van incidentele baten hoofdstuk Algemene Dekkingsmiddelen, waar tegenover e 466.000 hogere baten door hogere onttrekking dan geraamd uit de doeluitkering Onderwijs achterstandenbeleid. • e 52.000 lagere lasten voor RMC, door verschuiving van personele inzet ten opzichte van de begroting naar product leerplicht. Product PS01 OPSO Purmerend In de jaarrekening is de aparte verantwoording van het openbaar primair en speciaal onderwijs (OPSO) Purmerend geconsolideerd. Dit is het laatste jaar dat de OPSO wordt geconsolideerd in de jaarrekening van de Gemeente Purmerend. Vanaf 2011 gaan zij zelfstandig verder. Voor een inhoudelijke toelichting verwijzen wij u naar de separate jaarrekening van de OPSO. Het resultaat van de OPSO in 2010 was e 1.523.000 nadelig, hetgeen binnen de eigen voorzieningen van de OPSO is verwerkt. S ubsidies (bedragen x q 1.000)
Ultimo 2009
Doeluitkering Onderwijshuisvesting Doeluitkering Lokaal Onderwijsachterstandenbeleid RMC Regulier
Dotatie
Onttrekking
500
500
1.054
Ultimo 2010
818
1.520
352
255
138
117
Kwalificatieplicht
39
7
32
Aanval op uitval
234
44
190
2.209
691
Saldo
2.082
818
Doeluitkering Onderwijshuisvesting Dit betreft een uitkering waarvan eind 2009 al bekend was dat deze terug betaald moest worden. De verantwoording heeft ook in dat jaar plaatsgevonden. Het gaat om een afwikkeling van de balans eind 2009 waarbij er geen verband is met de begroting 2010. Doeluitkering Lokaal Onderwijsachterstandenbeleid De specifieke uitkering OAB wordt niet volledig benut. Aan de doelstelling van het Rijk, namelijk het realiseren van voldoende aanbod voor alle doelgroepkinderen, is niettemin voldaan. Purmerend moet aan het eind van de projectperiode (2006-2010) een bedrag terug te storten van in totaal circa e 352.000 aan het Rijk. Vanaf 2011 ontvangt Purmerend opnieuw rijksmiddelen voor de bestrijding van onderwijsachterstanden; jaarlijks e 500.000. In 2011 wordt deze uitkering naar verwachting volledig benut voor bestrijding van onderwijsachterstanden. RMC Het betreft de subsidieregeling Regionale Meld- en Coördinatiefunctie voortijdige schooluitval. Taak van het RMC is het registeren, begeleiden en herplaatsen van jongeren die de school verlaten zonder een Startkwalificatie. Het RMC richt zich op jongeren van 18 jaar of ouder. In totaal is in 2010 e 138.000 onttrokken voor voornamelijk loonkosten. Het saldo van e 117.000 zal naar verwachting in 2013 geheel zijn besteed.
97
Programmarekening 2010
Kwalificatieplicht Deze regionale subsidieregeling is een verlenging van de leerplicht tot 18 jaar. Het doel is om meer leerlingen een startkwalificatie te laten behalen. Het restant van e 32.000 zal in volgende jaren worden besteed aan de inzet van een leerplichtambtenaar. Aanval op uitval Betreft een tijdelijke regionale subsidieregeling (2008-2011) met als doelstelling een zo hoog mogelijke reductie van het aantal voortijdig schoolverlaters. In samenwerking met de gemeenten in de regio Waterland worden maatregelen daarvoor ingezet conform het uitvoeringsplan ‘de Waterlandse aanval op de uitval’. In 2012 zal de eindverantwoording plaatsvinden, niet bestede middelen moeten worden terugbetaald. Naar verwachting zullen nagenoeg alle middelen ingezet worden. R eserves (bedragen x q 1.000)
Ultimo 2009
Dotatie
Reserve Peuterspeelzaalwerk
Onttrekking
103
Ultimo 2010 103
Reserve Onderwijshuisvesting
3.065
2.964
101
Saldo
3.065
2.964
204
103
Reserve Peuterspeelzaalwerk Bij raadsbesluit 595689 is besloten tot reservering van vrijvallende middelen peuterspeelzaalwerk in 2010 voor aanvullende subsidie peuterspeelzalen 2011. I.v.m. afname van het peuterspeelzaalbezoek heeft het college besloten tot een aanvulling op de reguliere subsidie aan peuterspeelzalen in 2011 van e 100 per kindplaats. Reserve onderwijshuisvesting Onttrekkingen: • Herstel gebouw Bladergroen, raadsbesluit 09-132, 17 december 2009
e 2.398.525
• Juridische kosten afwikkeling bladergroen, raadsbesluit 09-132, 17 december 2009
e 49.382
• Binnenklimaatmaatregelen, raadsbesluit 09-131, 17 december 2009
e 375.000
• Onttrekking conform begroting
e 124.000
• Gedeclareerde verhuiskosten Tangram-Plankier, raadsbesluit 09-79, 2 juli 2009
e 16.779
Het per 31 december 2010 beschikbare saldo van e 101.252 in de reserve onderwijshuisvesting is voor het volgende specifieke doel bestemd: a. Vergoeding van declaraties verhuiskosten scholen Tangram en Plankier, raadsbesluit 09-79, 2 juli 2009, e 71.111 (restant). b. Het verschil van e 30.141 kan vrijvallen ten gunste van het resultaat.
98
Programmarekening 2010
V oor z ieningen (bedragen x e 1.000)
Ultimo 2009
Dotatie
Onttrekking
Ultimo 2010
Voorzieningen Groot Onderhoud onderwijshuisvesting
284
63
107
240
Voorziening bruidschat OPSO
0
2.544
3
2.541
Totaal
284
2.607
110
2.781
Voorziening groot onderhoud onderwijshuisvesting Deze voorziening is ingesteld om de kosten van planmatig onderhoud aan onderwijspanden te egaliseren. De geraamde onttrekkingen en gemiddelde dotatie aan de voorziening worden op basis van onderhoudsrapporten Kraan en de verwachtingen m.b.t. te slopen en af te stoten panden jaarlijks geactualiseerd. De werkelijke onttrekking hangt af van de gerealiseerde kosten voor planmatig onderhoud. Er zijn na het vaststellen van de programmabegroting 2011 (na oktober 2010) nieuwe onderhoudsrapporten Kraan beschikbaar gekomen. Deze rapporten zijn gebaseerd op recente inspecties. (Van de volgende gebouwen of deel hiervan zijn nog geen onderhoudsplan aanwezig: Gangeslaan 57, De Kraal, De Weide, Altracollege, Bets Freijlingschool, Drontermeer 62, Wales 4-12 en Slenkstraat 50) De gemiddelde dotatie aan de voorziening groot onderhoud onderwijshuisvesting moet echter met ingang van 2011 structureel worden verhoogd met e 31.703. Dit kan in het product PR01 Huisvesting onderwijs opgevangen worden. Voorziening bruidschat OPSO Het doel van deze voorziening is om verzelfstandiging van het Openbaar Primair en Speciaal Onderwijs (OPSO) per 1 januari 2011 te begeleiden door het verstrekken van een bruidschat van e 2,5 miljoen. De bruidschat zal uitbetaald worden in jaarlijks afbouwende bedragen en eind 2014 worden opgeheven. I nvesteringen BS Wheermolen West e 3.000.000 Dit lopende investeringskrediet is afgesloten omdat er nog niet zal worden gebouwd. De begrote kapitaallasten ter financiering van dit investeringskrediet blijven gehandhaafd in de jaren 2013 en verder. De samenvoeging van twee locaties van ’t Prisma kan als reguliere aanvraag onderwijshuisvesting 2012 worden ingediend en beoordeelt conform de verordening onderwijshuisvesting. BS De Weide, Loirestraat 7 BS De Weide is in april 2010 opgeleverd. De nazorg maakt nodig dat het krediet nog in 2011 open blijft staan. Er is voor het kinderdagverblijf een aanvullend krediet aangevraagd maar er is per abuis geen rekening gehouden met aanvullende grondaankoop. Het krediet richtte zich uitsluitend op meerkosten voor gebouw, installaties en inrichting. De meerkosten voor grond worden gecompenseerd door bouwkosten die lager liggen dan het beschikbare krediet.
99
Programmarekening 2010
Wales 4-12 e 255.505 voordeel bij het krediet Wales 4-12. De kosten bleken lager dan geraamd. Glasbewassing, overdekte rijwielstallingen, Dakrisicoinventarisatie Begin 2011 beslist de raad of het restant van deze kredieten wordt ingezet voor aanvulling binnenklimaat.
100 Programmarekening 2010
P r o g r a m m a
10 E
c
o
n
o
m
i
e
Portefeuillehouder: B. Daan Programmamanager: R. van Gerve
Wat willen we bereiken met het programma economie B E O O G D M A AT S C H A P P E L I J K E F F E C T B E L E I D S V E L D 1 0 . 1 E C O N O M I E Met het programma economie willen we er aan bijdragen dat Purmerend een stad is met een gezond economisch klimaat. De gemeente richt zich primair op de economische versterking van de regio op basis van een concurrerend vestigingsklimaat voor kantoren, bedrijven en instellingen. De bedrijventerreinen zijn kwalitatief hoogwaardig en goed bereikbaar en de gemeentelijke dienstverlening aan de ondernemers is optimaal. Op deze wijze worden de economische potenties van de stad binnen de grotere omliggende regio zo goed mogelijk benut en is er sprake van een stabiele woon/werkbalans. Purmerend is daarnaast aantrekkelijk als koopcentrum en marktstad en als toeristisch en recreatief centrum voor de eigen en regionale bevolking. Economische ontwikkeling van de gemeente Purmerend is geen exclusief domein van de lokale overheid. De overheid schept vooral de voorwaarden waarbinnen deze economische ontwikkeling kan plaatsvinden. Het gaat dan om het realiseren van voldoende aanbod aan bedrijventerreinen en kantoorlocaties, het versterken van de centrumfunctie van Purmerend (vooral voor de commerciële voorzieningen zoals horeca en detailhandel) en het verbeteren van het vestigingsklimaat (bijvoorbeeld door met het bedrijfsleven en de onderwijsinstellingen afspraken te maken over de aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt). Overigens houdt de economische ontwikkeling niet op bij de stadsgrenzen. Juist daarom werkt Purmerend nauw samen met de Stads- en metropoolregio Amsterdam en de ISW-gemeenten. Prestatie-indicatoren Onderwijshuisvesting
Toezeggingen 2010
Resultaten 2010
Beleidsplan accommodaties
vastgesteld
niet gerealiseerd
Onderzoek naar toekomstige behoefte aan peuterspeelzalen
uitvoering
uitgevoerd
Purmerendse Scholen Groep (PSG)-campussen Hoornselaan en Flevostraat
uitvoering
onderdelen
gerealiseerd
102 Programmarekening 2010
Effect indicatoren Economie Gerealiseerd 2008
Streefcijfer 2010
Gerealiseerd 2010
Aantal banen (van ≥15 uur per week) t.o.v. werkende bevolking ( ≥15 uur per week) 2000: 52%
57,3%
≥57,0%
****
0 meting (2009)
-*
7,0
75%
-*
73%
55%
-*
--
49%
-*
--
Leegstand kantoren: %
7%***
1%
--
Leegstand bedrijfsruimte: %
5%***
3%
--
Waardering ondernemersklimaat door ondernemers % van de Purmerendse kopers dat niet-dagelijkse goederen meestal in Purmerend koopt % van de kopers in de regio (inclusief Purmerend) dat dagelijkse goederen meestal in Purmerend koopt % van de kopers in de regio (inclusief Purmerend) dat niet-dagelijkse goederen meestal in Purmerend koopt
PM. % en aantal leerlingen dat stage loopt in Purmerend **
-
-
--
PM. Aantal door bedrijfsleven gerealiseerde arbeidsplaatsen **
-
-
--
*
Het streefgetal ontbreekt, omdat hiervoor geen gemeentelijk beleid is geformuleerd.
** PM-velden zijn opgenomen om richting te geven aan de gewenste ontwikkeling van beleidsveld economie.
Afhankelijk van de uitkomst van het onderzoek wordt een indicator opgenomen.
*** Het betreft een schatting. Harde cijfers zijn moeilijk te geven. Van belang daarbij is ook dat de leegstand in de
huidige marktsituatie sterk schommelt.
**** Het Betreft: kleding/schoeisel; woninginrichting/meubelen; audio/video/computers; wasmachines/keuken
app.; doe het zelf art.; tuinbenodigdheden
**** Per 2011 zal er een nieuwe methodiek worden gebruikt voor het bepalen van deze indicator. Dit heeft invloed
op het cijfer.
Wat hebben we daarvoor in 2010 gedaan 10.1
BELEIDSVELD ECONOMIE 1 0 . 1 . 1 P r estatieveld economische basisst r u ct u u r Kernprestaties 10.1.1.1 Het bevorderen en instandhouden van een positief ondernemers- en vestigingsklimaat. Zoveel mogelijk aansluiten bij de behoefte van het Purmerendse bedrijfsleven. Effectief verbinding maken, proactieve voorspelbare houding gemeente bevorderen. Accountmanagement voor het bedrijfsleven verder uitwerken en uitvoeren. Samenwerking met het bedrijfsleven ten aanzien van de uitwerking en uitvoering van het ondernemersfonds (‘Leids model’). Uitvoering van een bedrijvenomnibus; 10.1.1.2 Bevorderen aansluiting aanbod vanuit onderwijs en UWV bij de vraag van het Purmerends bedrijfsleven. Samenwerking organiseren tussen de drie lokale sectoren, zodat deze meer op elkaar aansluiten. Onderzoeken of kan worden meegewerkt aan het Platform arbeidsmarkt-Onderwijs Zaanstreek-Waterland. Monitoren van de arbeidsmarkt in Purmerend en regio; 10.1.1.3 Bevorderen realisatie BreedNet-aansluitingen in Purmerend. De realisatie van het glasvezelnetwerk in de gemeente Purmerend is
103 Programmarekening 2010
een belangrijke randvoorwaarde of stimulans voor bedrijven om zich hier te vestigen en te blijven. Naast de realisatie van een netwerk voor ondernemingen (fiber to the business) blijft de gemeente – samen met de regio – werken aan het creëren van de randvoorwaarde(n) om alle woningen in Purmerend aan te sluiten (fiber to the home). Op deze manier is Purmerend interessant voor bedrijven die nieuwe producten ontwikkelen. Helaas hebben de aanbieders aangegeven hun inspanningen vooralsnog op te schorten. Prestatie-indicatoren Economische basisstructuur
Toezeggingen 2010
Resultaten 2010
Administratieve lastenverlichting; maatregelenplan
PM
doorlopend
Notitie accountmanagement
gereed
deels gerealiseerd
Resultaten bedrijvenomnibus
uitwerking
gereed
Organisatie ondernemersbijeenkomst
realisatie
inmiddels
gerealiseerd in 2011
Besluit t.a.v. het initiatief ‘ondernemersfonds’
realisatie
afgerond
Aantal congressen met bedrijfsleven
1
1
Fiber to the business
-
-
Fiber to the home
-
-
Korte toelichting prestatie-indicatoren Economische basisstructuur • Voor de administratieve lastenverlichting is door de gemeenteraad een maatregelplan vast-gesteld. De uitvoering van dit plan neemt een aantal jaren in beslag. Regelmatig wordt de gemeenteraad van de stand van zaken met betrekking tot deze uitvoering op de hoogte gesteld. • D e notitie accountmanagement is in concept gereed. De verwachting is dat deze notitie in de eerste helft van 2011 ter besluitvorming aan het college kan worden voorgelegd. • B egin 2011 heeft de gemeente Purmerend samen met overige gemeenten in Zaanstreek-Waterland een ondernemersbijeenkomst over de Wet algemene bepaling omgevingsrecht (Wabo) georganiseerd. • D e invoering van een ondernemersfonds naar leids model is van de baan. Het is aan de ondernemersorganisaties om aan te geven of en zo ja, hoe een dergelijke fonds alsnog kan worden opgezet. 1 0 . 1 . 2 P r estatieveld bed r ijven en kanto r en Kernprestaties 10.1.2.1 Uitgifteterreinen voor bedrijven en kantoren. Voor de groei van het aantal arbeidsplaatsen is het van belang dat er voldoende fysieke ruimte beschikbaar is voor nieuwe en bestaande bedrijven om zich te vestigen, of uit te breiden; 10.1.2.2 Kwaliteitsverbetering bestaande bedrijfsterreinen. Het is belangrijk om de bestaande bedrijfsterreinen aantrekkelijk te houden om te voorkomen dat alle bedrijven zich verplaatsen naar nieuwe locaties en er grote leegstand ontstaat; 10.1.2.3 Betrokkenheid bedrijven bij beheer bedrijfsterreinen. Door ondernemers verplicht te laten participeren in parkmanagement wordt de betrokken-
104 Programmarekening 2010
heid bij het terrein als geheel verhoogd. Het ‘ondernemersfonds’ (zie 10.1.1) kan een belangrijke impuls geven aan de bereidheid van ondernemers om parkmanagement op bestaande terreinen mogelijk te maken. Prestatie-indicatoren Bedrijven en kantoren
Toezeggingen 2010
Resultaten 2010
4 ha.
0
3300 m2 per jaar, totaal 50.000 m2)
3.300 m2
3.300 m²
Herstructurering bedrijfsterrein de Koog
-
gereed
Uitgifte aantal ha. Bvo-bedrijfsterrein (Baanstee Noord, 4 ha bruto per jaar vanaf 2010, totaal tot 2030 81 hectare Uitgifte aantal m bvo kantoorruimte per jaar (vanaf medio 2005 tot 2020 2
Korte toelichting prestatie-indicatoren bedrijven en kantoren • In 2010 is begonnen met de aanleg van het bedrijventerrein Baanstee-Noord. Naar verwachting zullen in 2012 de eerste kavels worden uitgegeven. • O ver de uitgifte van kantoorruimte wordt jaarlijks aan de gemeenteraad in het kader van de actualisering van de kantorennota verslag uitgebracht. • D e herstructurering van De Koog is in 2010 gereed gekomen. De afwikkeling van de door de provincie verleende subsidie is begin 2011 voorzien. 1 0 . 1 . 3 P r estatieveld detailhandel en ho r eca Kernprestaties 10.1.3.1 Het verwerken van de nota detailhandel bij de herziening van de bestemmingsplannen; 10.1.3.2 Het inzetten op een toevoeging van 10.000 m2 wvo-winkels in de bestaande binnenstad. Het ontwikkelen van een uitvoeringsstrategie voor de binnenstad voor het versterken van de detailhandelsstructuur; 10.1.3.3 Het ontwikkelen van een concentratielocatie voor PDV en GDV; 10.1.3.4 Het verwerken van de horecavisie bij de herziening van de bestemmingsplannen. In het bestemmingsplan (afhankelijk van de omgeving) schaalvergroting mogelijk maken door samenvoeging en uitbreiding van het horecapand. Ook het incidenteel toestaan van horeca op de verdieping. Het categoriseren van de horeca (lichte, middelzwaar en zwaar) in de bestemmingsplannen; 10.1.3.5 Het monitoren van passantenstromen, leegstand en wisselingen per verkooppunt in de gemeente Purmerend. 10.1.3.6 Ontwikkelen van horecabeleid. Prestatie-indicatoren detailhandel en horeca
Toezeggingen 2010
Resultaten 2010
Vaststellen uitvoeringsstrategie versterken detailhandelstructuur binnenstad
gerealiseerd
niet gerealiseerd
Vaststellen nota horecabeleid
2011
2011
Besluitvorming PDV en GDV ontwikkelingen
gerealiseerd
niet gerealiseerd
105 Programmarekening 2010
Korte toelichting prestatie-indicatoren detailhandel en horeca • M ede in verband met regionale ontwikkelingen op het gebied van detailhandel is besloten een detailhandelsvisie voor de binnenstad van Purmerend op te stellen. Deze visie heeft tot doel om inzicht te geven in alle detailhandelsontwikkelingen in Purmerend en om op basis daarvan kaders te bepalen voor de toekomstige ontwikkeling van de detailhandel in de binnenstad van Pur-merend. Ook zullen hierin de PDV en GDV ontwikkelingen aan de orde komen. 1 0 . 1 . 4 P r estatieveld r ec r eatie en toe r isme ( incl . ma r kten en evenementen ) Kernprestaties 10.1.4.1 Toename hotel/congresfaciliteiten; 10.1.4.2 Creëren kampeermogelijkheden. Het doel is om de uitgifte van grond voor de realisatie van een camping op Purmerends grondgebied mogelijk te maken; 10.1.4.3 Realisering van een Bureau Toerisme Laag Holland dat voorziet in de informatiebehoefte van toeristen en recreanten binnen de regio. Deze kan ook zorgdragen voor marketing en promotie van specifieke toeristische, recreatieve voorzieningen (zoals wandel- en fietspaden), attracties en evenementen. Prestatie-indicatoren recreatie en toerisme (incl. markten en evenementen)
Toezeggingen 2010
Resultaten 2010
Realiseren camping Purmerbos
voorbereiding
stopgezet
Evenementennota
realisatie
niet gerealiseerd
Nota toerisme
realisatie
gerealiseerd
Verplaatsing warenmarkt naar Koemarkt
realisatie
gerealiseerd
Vestiging Bureau Toerisme Laag Holland
realisatie
gerealiseerd
Korte toelichting prestatie-indicatoren recreatie en toerisme • O ver het realiseren van de camping in het Purmerbos is er bestuurlijk overleg met Staats-bosbeheer geweest. Een kleinschalige camping is planologisch realiseerbaar, maar financieel niet haalbaar. Een grootschalige camping is planologisch niet haalbaar door de eisen van de Ecologische Hoofdstructuur. Conclusie: geen camping in Purmerend. • In 2010 is overleg gevoerd met tal van evenementenorganisaties over het gemeentelijk evenementenbeleid. Het is de bedoeling in de eerste helft van 2011 een dergelijk beleid vast te stellen en de coördinatie van evenementen formeel te regelen. • D e warenmarkt is in 2010 gedeeltelijk naar de Koemarkt verplaatst. De eerste bevindingen zijn dat de warenmarkt op de Koemarkt niet echt loopt. De consumenten laten de Koemarkt vooralsnog links liggen. • In oktober 2010 is de directeur van het Bureau Toerisme Laag Holland begonnen.
106 Programmarekening 2010
Wat heeft het gekost in 2010 (bedragen x q 1.000)
Realisatie Begroot 2010 Begroot 2010 2009 primitief bijgesteld
Realisatie 2010
Afwijking
Lasten
1.051
1.127
1.276
1.392
-116
Baten
-319
-345
-343
-380
37
Saldo
732
782
933
1.012
-79
Realisatie 2010
Afwijking
829
829
-0
-28
-30
2
801
799
2
Het programma Economie heeft per saldo een nadeel van e 79.000. Dit wordt veroorzaakt door e 116.000 hogere lasten en e 37.000 hogere baten. (bedragen x q 1.000)
Realisatie Begroot 2010 Begroot 2010 2009 primitief bijgesteld
PK12 Economische Zaken Lasten
613
Baten
-4
609
734 734
PM01 Markt Lasten
318
305
361
413
-52
Baten
-172
-208
-178
-180
3
146
97
183
232
-50
PM02 Kermissen Lasten
119
88
86
150
-64
Baten
-143
-137
-137
-170
33
-24
-48
-51
-20
-31
E x ploitatie De belangrijkste elementen in de ontwikkeling op productniveau zijn de volgende: Product PM01 Markt Het resultaat op dit product bedraagt e 50.000 nadelig en wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door een hogere toerekening van energiekosten. Naast een structurele afwijking in verband met uitbreiding van het marktgebied, is de doorbelasting voor elektriciteitsverbruik in 2010 nog ruim e 35.000 hoger geweest dan in het voorliggende jaar. De oorzaak ligt in het multifunctioneel gebruik per aansluitpunt, waarbij het verbruik op dit moment niet voldoende wordt gedifferentieerd en incidenteel extra verbruik voor herinrichtingen in de binnenstad en evenementen als P600, ook onverdeeld ten laste komen van het product markten. Om het structurele effect hiervan te kunnen bepalen, zal de kostenverdeling t.o.v. het werkelijke verbruik in 2011 nader worden onderzocht.
107 Programmarekening 2010
Product PM02 Kermissen Het resultaat op dit product bedraagt e 31.000 nadelig en wordt veroorzaakt door: •e 33.000 hogere lasten, maar ook e 33.000 hogere opbrengsten in verband met kleinschalige wijkkermissen, die in het kader van P600 in 2010 zijn gehouden (incidenteel). • e 25.000 hogere lasten voor leveringen en diensten voor de (verkeers)veiligheid conform de geldende eisen (structureel). S u bsidies Er zijn geen subsidies die tot dit programma behoren. Rese r ves Er zijn geen reserves die tot dit programma behoren. V oo r z ieningen Er zijn geen voorzieningen die tot dit programma behoren. I nveste r ingen Er zijn geen investeringen die tot dit programma behoren.
108 Programmarekening 2010
P r o g r a m m a
11
A c t i e f
i n
d e
s t a d
Portefeuillehouders: R. Helm, M.C.G. Keijzer Programmamanager: H. von Ende
Wat willen we bereiken met het programma actief in de stad Dit programma is gericht op een actieve betrokkenheid van jong en oud. Het gaat om de betrokkenheid bij de stad, om de mate waarin Purmerenders binnen hun stad deelnemen aan sport, recreatie, cultuur en aan maatschappelijke activiteiten als vrijwilligerswerk. Kortom, de dingen die de gemeente doet om de deelname aan stedelijke activiteiten te versterken. Het programma actief in de stad is onderverdeeld in twee beleidsvelden: ‘kunst, cultuur en cultuurhistorie’ en ‘sport en bewegen’. Hierna is per beleidsveld aangegeven welk effect we ermee in de samenleving willen bereiken. B E O O G D M A AT S C H A P P E L I J K E F F E C T B E L E I D S V E L D 1 1 . 1 K U N S T, C U LT U U R E N C U LT U U R H I S T O R I E Met het beleidsveld kunst, cultuur en cultuurhistorie willen we eraan bijdragen dat inwoners van Purmerend geïnteresseerd zijn in diverse kunst- en cultuuruitingen en gebruik maken van een veelzijdig en hoogwaardig aanbod dat aansluit bij de diverse behoeften van een stad met 80.000 inwoners en omliggende regio. B E O O G D M A AT S C H A P P E L I J K E F F E C T B E L E I D S V E L D 1 1 . 2 S P O R T E N BEWEGEN Met het beleidsveld sport en bewegen willen we eraan bijdragen dat alle inwoners van de gemeente Purmerend, al dan niet in verenigingsverband, op verantwoorde, sociaal veilige en laagdrempelige wijze, tegen een aanvaardbare eigen bijdrage, kunnen deelnemen aan sportactiviteiten. Daarbij kan gebruik worden gemaakt van de faciliteiten van sportverenigingen en van een veelzijdig en zoveel mogelijk multifunctioneel en goed onderhouden aanbod van voorzieningen binnen de stad en in de omliggende regio.
110
Programmarekening 2010
Effect indicatoren Actief in de Stad Gerealiseerd 2008
Streefcijfer 2010
Gerealiseerd 2010
Beleidsveld kunst, cultuur en cultuureducatie Rapportcijfer aantal culturele voorzieningen
7,1
≥ 7,1
7,0
Rapportcijfer kwaliteit culturele voorzieningen
7,2
≥ 7,2
7,0
Aantal bezoekers Purmaryn
90.402
≥ 90.000
87.164
Aantal bezoekers P3
37.768
≥ 37.500
37.338
Aantal bezoekers Purmerends museum
11.181
≥ 11.000
9.702
2.122
--
3.049
Aantal cursisten muziekschool Aantal cursisten Kunstencentrum Wherelant Aantal leden bibliotheek
1.232
≥1.200
1.331
24.519
≥ 24.000
22.662
Beleidsveld sport en bewegen % inwoners dat minimaal één keer per maand sport: -
≥ 56%
niet gevraagd
Vanaf 15 jaar
50%
≥ 50%
50%
Vanaf 55 jaar
41%
≥ 41%
40%
Gehandicapten
33%
≥ 33%
28%
Cijfer aantal sportvoorzieningen
7,3
≥ 7,3
7,3
Cijfer kwaliteit sportvoorzieningen
7,2
≥ 7,2
7,1
307.353
≥ 300.000
319.444
5.442 (42,4%)
≥ 5400
5.072 (40%)
3.956 (7,9%)
≥ 4000
3.831 (8%)
Jongeren < 12 jaar
Aantal bezoeken Leeghwaterbad Aantal en % leden van gesubsidieerde sportverenigingen gepercenteerd op de 5-17 jarigen Aantal en % leden van gesubsidieerde sportverenigingen gepercenteerd op de 18-64 jarigen
Het aantal cursisten van de muziekschool betreft ook de bereikte leerlingen van het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs. Mede door de inzet van combinatiefuncties is het bereik in het onderwijs fors gestege
Wat hebben we daarvoor in 2010 gedaan 11.1
BELEIDSVELD KUNST, CULTUUR EN CULTUURHISTORIE 1 1 . 1 . 1 P restatieveld K unst en cultuuraccommodaties Kernprestaties 11.1.1.1 Onderzoek nieuw theater; 11.1.1.2 Optimalisering serviceverlening en bereik bibliotheek; 11.1.1.3 Adequaat onderhoud gemeentelijke cultuuraccommodaties.
Prestatie-indicatoren Kunst en cultuuraccommodaties
Toezeggingen 2010
Resultaten 2010
Uitvoeren onderzoek verplaatsing de Purmaryn (in combinatie met marktpartijen)
-
uitgevoerd
Besluit over al dan niet verplaatsing van de Purmaryn
2010
besluit genomen
111
Programmarekening 2010
Toelichting: • M et het nieuwe coalitieakkoord ‘Alle hens aan Dek’ is besloten dat, gelet op de financiële situatie, nieuwe huisvesting voor theater De Purmaryn in de periode 2010-2014 niet aan de orde is. Hetzelfde geldt voor het Purmerends Museum. • In het kader van de bezuinigingen heeft de Bibliotheek waterland het filiaal in de Purmer-Noord verlaten en is besloten af te zien van een bibliotheekservicepunt in de wijk Weidevenne. 1 1 . 1 . 2 P restatieveld K unst - en cultuurbeleving Kernprestaties 11.1.2.1 Formuleren actueel beleid en actieprogramma kunst- en cultuurbeleving als basis voor concrete uitvoeringsprestaties; 11.1.2.2 Stimuleren breed aanbod podiumkunsten door daarover gerichte afspraken op te nemen met te subsidiëren aanbieders. Prestatie-indicatoren kunst- en cultuurbeleving
Toezeggingen 2010
Resultaten 2010
Beleidsplan en actieprogramma podiumkunsten
-
gerealiseerd
realisatie in 2010-11
uitgesteld
Op basis beleidsplannen vaststellen concrete uitvoeringsprestaties kunst
uitgesteld i.v.m.
Op basis beleidsplannen vaststellen concrete uitvoeringspresentaties podiumkunsten voor de periode na 2009 in openbare ruimte voor de komende jaren
realisatie in 2010
bezuinigingen
Aantal voorstellingen De Verbeelding (48 in 2009)
48
48
Aantal voorstellingen de Purmaryn (230 in 2009)
230
208
Aantal voorstellingen/concerten P3 (125 in 2009 )
125
90
Totaal aantal culturele evenementen (Reuring, etc.) (4 in 2009)
4
4
Toelichting: • D e notitie podiumkunsten is in 2009 ter kennisname naar de raad gestuurd. De uitvoering van de ambities uit deze notitie is als gevolg van de druk van de bezuinigingen op een laag pitje gezet. • In de bovenstaande tabel zijn voor de Purmaryn en P3 de voorstellingen weergegeven zonder de verhuringen en andere voorstellingen zoals bijvoorbeeld in de Purmaryn in het kader van cultuureducatie. • D oor de economische situatie en de weersituatie zijn een aantal voorstellingen geannuleerd. Bij de Purmaryn daalde hierdoor het aantal bezoekers. Als bij de Purmaryn de annuleringen in 2010 buiten beschouwing worden gelaten, is er sprake van een stabiel aantal bezoekers ten opzichte van het seizoen 2009. • M et P3 zijn afspraken gemaakt over de realisatie van de bezuinigingstaakstelling voor 2012. P3 heeft door meer verhuur, door andersoortig en breder gebruik, het aantal bezoekers op peil kunnen houden terwijl de eigen producties zijn teruggebracht. • H et jaar 2010 stond ook wat cultuur betreft in het teken van Purmerend 600 jaar. Tal van extra culturele activiteiten zijn in dat kader met groot succes georganiseerd zoals onder andere de projecten van het Purmerends Museum, de Marktstadfeesten, de Poortersfeesten, optredens van Purmerendse koren en toneelverenigingen en community-art van de
112
Programmarekening 2010
Muziekschool. Het festival Reuring beleefde zijn negende editie en werd wederom heel goed bezocht. • O p het gebied van de Kunst in de openbare ruimte is gestart met het systematisch onderhoud van de buitenkunst. Een aantal kunstwerken is gerepareerd en de overige buitenkunst is schoongemaakt en waar mogelijk voorzien van anti-graffiticoating. • N ieuw opgeleverde kunstwerken in 2010: het monument voor de verkeer- slachtoffers op de begraafplaats Overweersepolderdijk en de kunst in het bouwproject het Plateel. 1 1 . 1 . 3 P restatieveld C ultuureducatie en uitoefening Kernprestaties 11.1.3.1 Stimuleren lezen, muziek maken en andere creatieve uitingen op basis van daarover gemaakte afspraken met te subsidiëren aanbieders; 11.1.3.2 Verzorgen van cultuureducatietrajecten (in het basis- en voortgezet onderwijs) op basis van daarover gemaakte afspraken met te subsidiëren aanbieders; 11.1.3.3 Bijdragen aan voldoende atelierruimte voor uitoefening beeldende kunst. De basis hiervoor vormt de vastgestelde notitie Atelierbeleid. In 2009 wordt onderzoek gedaan naar een locatie waar een groter aantal ateliers te realiseren is. Korte toelichting prestaties: • H et filiaal Purmer-Noord van de bibliotheek is in december 2010 definitief gesloten. Ook is besloten alle activiteiten te concentreren op de centrale vestiging aan de Waterlandlaan. Daarmee is afgezien van de vestiging van een bibliotheekservicepunt in Weidevenne. • H et aantal leden is gedaald, een ontwikkeling die zich ook landelijk voordoet. Enerzijds kan dit worden verklaard door de economische omstandigheden en de ontwikkelingen in de informatisering. Anderzijds kan dit worden verklaard door de aangekondigde sluiting van het filiaal Purmer-Noord. • A ls gevolg van de bezuinigingen is besloten de Cultuureducatie niet meer te subsidiëren. • De bijdrage aan het Cultureel Jongeren Paspoort is beëindigd. • In 2011 wordt atelierruimte opgeleverd in relatie met nieuwe huisvesting voor Cultuurhuis Wherelant. • A ls gevolg van een rechterlijke uitspraak is de subsidie voor het Museum Waterland teruggebracht op het niveau van 2009, en is een nieuw besluit genomen tot afbouw van de subsidie. Het Museum is daar opnieuw tegen in beroep gegaan. In een tussenvonnis heeft de rechter aan de gemeente gevraagd het nieuwe besluit nader toe te motiveren. • O m amateurkunst toegankelijk te maken en amateurkunstenaars de gelegenheid te bieden hun werk te laten zien, zijn er gedurende het hele jaar 2010 exposities in de hal van het gemeentekantoor georganiseerd. Bijzondere aandacht was er daarbij voor een expositie van werken van deelnemers aan Fred’s atelier in het kader van Purmerend 600 en een expositie van kunstenaars uit de partnergemeente Jihlava. • H et project bevordering Proza en Poëzie heeft geleid tot het aanbrengen van gedichten op diverse locaties in de stad, zowel binnen als buiten.
113
Programmarekening 2010
• M et de Muziekschool, Wherelant en PSG zijn afspraken gemaakt over de inzet van twee combinatiefuncties voor in totaal 1fte. Najaar 2010 is hiervoor een subsidiebeschikking afgegeven. Met de uitvoering is in 2010 begonnen. 1 1 . 1 . 4 . P restatieveld C ultureel erfgoed Kernprestaties 11.1.4.1 Formuleren actueel beleid en actieprogramma cultureel erfgoed als basis voor concrete uitvoeringsprestaties in de komende jaren. Op basis van de Cultuurnota vindt in 2009 de uitwerking van de deelnotitie Cultureel erfgoed plaats; 11.1.4.2 Het zichtbaar maken van cultuurhistorie door tentoonstellingen, projecten en manifestaties (op basis van subsidieafspraken); 11.1.4.3 Restauratie en onderhoud cultureel erfgoed. Korte toelichting prestaties: • Besloten is dat er geen notitie Cultureel Erfgoed wordt gemaakt. • H et raadsbesluit om informatiepanelen en monumentenbordjes in de stad te plaatsen is uitgevoerd. In dat kader zijn ook twee nieuw stadswandelingen opgezet. Voor het project is een bijdrage van het ANWB-fonds ontvangen en een bijdrage van een particulier bedrijf. • E en bijzonder project vormde de lancering van het Purmerends Plateeltje: een eigen Purmerends koekje, vormgegeven naar het model van het Purmerends Jugendstil aardewerk. • In 2010 zijn voorts met steun van de gemeente twee boeken over de historie van de gemeente verschenen: ‘Purmerend in vijftig portretten’, een uitgave op initiatief van het Purmerends Museum en het boek ‘Een stad in het veen’ van de stadshistoricus.
11.2
BELEIDSVELD SPORT EN BEWEGEN 1 1 . 2 . 1 P restatieveld D eelname sport- en bewegingsactiviteiten Kernprestaties 11.2.1.1 Stimuleren gezond bewegen door gerichte afspraken met sportstichting, onder andere introductiecursussen sport voor 55-plussers; 11.2.1.2 Stimuleringspremie voor sportvereniging met beste plan voor sportstimulering onder de jeugd; 11.2.1.3 Inkomensondersteuning voor minima met handicap voor deelname aan gehandicaptensport. Toelichting: • A an gezond bewegen is invulling gegeven door het organiseren van diverse sportactiviteiten, waaronder het GALM beweegprogramma voor 55-plussers. • S portverenigingen kunnen in aanmerking komen voor subsidie voor jeugdleden en voor de organisatie van bijvoorbeeld schoolsporttoernooien. • Via Bureau MffrDoen kunnen chronisch zieken en gehandicapten in aanmerking komen voor een vergoedingsregeling voor bijvoorbeeld
114
Programmarekening 2010
a angepast sporten. Met de stichting Spurd is de afspraak gemaakt, dat begeleiders van minder validen gratis toegang krijgen tot het zwembad.
1 1 . 2 . 2 P restatieveld S portvoor z ieningen Kernprestaties 11.2.2.1 Opstellen concrete jaar- en meerjarenplannen voor onderhoud en nieuwbouw van binnen en buitensportaccommodaties 11.2.2.2 Uitvoering onderhoud en nieuwbouw binnen- en buitensportaccommodaties volgens planning Toelichting: • De meerjarenplannen voor onderhoud en nieuwbouw zijn opgesteld. • De uitvoering van onderhoud en nieuwbouw is volgens planning verlopen. • O ver het al jaren lopende geschil met Bot Bouw over diverse gebreken aan het Leeghwaterbad is overeenstemming bereikt. Het resultaat is in een vaststellingsovereenkomst neergelegd en komt er in hoofdlijnen erop neer dat Bot Bouw de van de arbitragezaak deel uitmakende gebreken repareert, en dat de gemeente daarvan f 125.000 voor rekening neemt. Het grootste deel van deze herstelwerkzaamheden is in 2010 uitgevoerd. In totaal is een voorziening getroffen voor herstelwerkzaamheden voor een bedrag van f 453.200. De f 125.000 van de arbitragezaak maakt deel uit van deze voorziening.
Wat heeft het gekost in 2010 (bedragen x e 1.000)
Realisatie Begroot 2010 Begroot 2010 2009 primitief bijgesteld
Realisatie 2010
Afwijking
Lasten
15.781
16.738
16.588
16.564
24
Baten
-3.689
-3.313
-3.264
-3.292
28
Saldo
12.092
13.425
13.325
13.273
52
Realisatie 2010
Afwijking
Het programma Actief in de stad heeft een positief saldo e 52.000. Dit wordt veroorzaakt door e 24.000 lagere lasten en e 28.000 hogere baten. (bedragen x q 1.000)
Realisatie Begroot 2010 Begroot 2010 2009 primitief bijgesteld
PH02 Theater de Purmaryn Lasten
3.393
3.541
3.357
3.269
88
Baten
-1.639
-1.508
-1.483
-1.413
-69
1.754
2.033
1.874
1.856
19
PH04 Kunst en cultuur Lasten
5.599
5.572
5.522
5.500
22
Baten
-469
-348
-356
-404
47
5.130
5.224
5.166
5.097
70
115
Programmarekening 2010
(bedragen x q 1.000)
Realisatie Begroot 2010 Begroot 2010 2009 primitief bijgesteld
Realisatie 2010
Afwijking
6.470
-50
PH07 Sport en recreatie Lasten
2.360
2.488
6.419
Baten
-165
-85
-136
-187
51
2.196
2.403
6.283
6.283
0 -36
PH08 Sportaccommodaties Lasten
4.428
5.137
1.290
1.325
Baten
-1.416
-1.373
-1.289
-1.288
-1
3.013
3.764
1
38
-36
E x ploitatie De belangrijkste elementen in de ontwikkeling op productniveau zijn de volgende: Product PH02 Theater de Purmaryn Het product PH02 Theater de Purmaryn heeft per saldo een voordeel van e 19.000. Dit wordt veroorzaakt door e 88.000 lagere lasten en e 69.000 lager baten. De voornaamste afwijkingen zijn: • e 18.000 lagere lasten door lagere kosten op de ambtelijke organisatie. • e 64.000 hogere lasten staan tegenover e 81.000 hogere baten bij de verhuur en verbruiksovereenkomsten Purmaryn. • e 133.000 lagere lasten staan tegenover e 152.000 lagere baten bij de programmering Purmaryn. Product PH04 Kunst en cultuur Het product PH04 Kunst en cultuur heeft per saldo een voordeel van e 70.000. Dit wordt veroorzaakt door e 22.000 lagere lasten en e 47.000 hogere baten. De voornaamste oorzaken zijn: • e 29.000 incidenteel hogere huisvestingskosten dan geraamd voor Muziekschool Waterland • e 41.000 incidenteel lagere lasten door het niet volledig benutten van het budget voor het subproduct Kunsttoepassingen • e 29.000 hogere lasten voor culturele activiteiten onderwijs door afrekeningen voorgaande jaren • e 8.000 lagere lasten voor plaatselijke culturele activiteiten • e 11.000 lagere lasten voor bibliotheekwerk door afrekening voorgaand jaar plus lagere afschrijving boekwaarde • e 13.000 incidenteel lagere lasten voor beheer kunstcollectie door • e 26.000 hogere baten door opheffen van voorziening garantstelling boeken over Purmerend Product PH07 Sport en recreatie Het product PH07 Sport en recreatie heeft per saldo e 0. Dit wordt veroorzaakt door e 51.000 hogere lasten en e 51.000 hogere baten. De voornaamste oorzaken zijn: • e 40.000 incidentele hogere lasten in verband met het niet doorbetalen van inkomsten huur Zendmasten aan Spurd. Bij de verzelfstandiging is er per
116
Programmarekening 2010
abuis vanuit gegaan dat alle huurinkomsten bij Spurd zouden binnenkomen incl. inkomsten voor huur Zendmasten, hier is destijds het subsidieplafond naar beneden op aangepast. Vanaf 2011 zal het subsidieplafond hiervoor worden gecorrigeerd. • e 30.000 hogere baten voor speelvoorzieningen. Product PH08 Sportaccommodaties De afwijkingen zijn kleiner dan e 50.000. D oeluitkeringen Er zijn geen doeluitkeringen die tot dit programma behoren. R eserves Er zijn geen reserves die tot dit programma behoren. VOORZIENINGEN (bedragen x q 1.000) Groot onderhoud Purmaryn
Ultimo 2009
Dotatie
278
Garantstelling boeken over Purmerend Herstel & aanpassingen Leeghwaterbad
Onttrekking
Ultimo 2010
34
48
264
26
26
Totaal
304
453
369
84
494
416
382
Voorziening groot onderhoud Purmaryn Op basis van een geactualiseerd meerjaren groot onderhoudsplan, wordt jaarlijks een beroep op deze voorziening gedaan. Voorziening garantstelling boeken over Purmerend Ter gelegenheid van Purmerend 600 jaar stadrechten is door stadshistoricus Nijenhuis de historie van Purmerend in boekvorm (Een stad uit het veen) vastgelegd. De gemeente staat garant voor deze productie. Van de garantie zal geen gebruik worden gemaakt. Voorziening Herstel en aanpassingen Leeghwaterbad Na aanleiding van Raadsbesluit nr. 593805 is er een voorziening gevormd voor de onvermijdelijke kosten voor herstel en aanpassingen aan het Leeghwaterbad. Totaalbedrag e 453.200 bestaande uit: e 135.000 (incl. ca. e 10.000 begeleidingskosten) voortvloeiend uit de vaststellingsovereenkomst die naar aanleiding van de arbitragezaak met Bot Bouw is gesloten en e 318.200 voortvloeiend uit de technische schouw. De werkzaamheden voortvloeiende uit de vaststellingsovereenkomst zijn begin 2011 uitgevoerd. De verwachting is dat het herstel en aanpassingen voortvloeiende uit de technische schouw in 2011 zijn afgerond.
117
Programmarekening 2010
I nvesteringen Investering in de speelvoorzieningen Voor de investering in speelvoorzieningen was een bedrag beschikbaar van e 430.46. In totaal is hier voor e 443.987 gerealiseerd. Investeringen in de sportaccommodaties Eind 2010 zijn er in totaal 16 investeringsopdrachten met een totaal bedrag van e 1,2 miljoen aan Spurd verstrekt. Bij de verantwoording van 2009 heeft Spurd zes kredieten gereed gemeld, welke afgesloten kunnen worden. Daarnaast staan er nog twee kredieten met een totaalbedrag van e 927.000 open voor inrichting en bouw van twee gymlokalen, die niet via Spurd lopen.
118
Programmarekening 2010
P r o g r a m m a
12 W e r k
e n
i n k o m e n
Portefeuillehouder: B. Daan Programmamanager: J. van der Kooij (wnd)
Wat willen we bereiken met het programma werk en inkomen B E O O G D M A AT S C H A P P E L I J K E F F E C T B E L E I D S V E L D 1 2 . 1 W E R K E N I N K O M E N Met het programma werk en inkomen willen we er aan bijdragen dat zoveel mogelijk mensen meedoen in de maatschappij. In die situatie is er een relatief laag uitkeringsbestand en een goed bereik van participatie en armoedebeleid. Daarbij zijn de klanten tevreden over de wijze van dienstverlening. Het programma werk en inkomen beoogt een optimale inzet van de beschikbare middelen, met name vanuit de Wet Werk en Bijstand (WWB). Wie tijdelijk zonder werk is, heeft aanspraak op uitkering, waar mogelijk wordt direct gestart met reïntegratie, deelname aan de samenleving wordt gestimuleerd en belemmeringen daarin worden ondervangen. De middelen van het Participatiebudget worden gebruikt om deze doelen te bereiken. Het Participatiebudget bestaat uit het WWB-Werkdeel (re-integratiegelden), het Inburgeringdeel en de gelden voor Volwasseneneducatie. Het budget van re-integratie en inburgering is onderling ontschot en uitwisselbaar. Het deel Volwasseneneducatie staat apart en moet aan educatie worden besteed.
120 Programmarekening 2010
Effect indicatoren Werk en Inkomen Gerealiseerd 2008 Totaal aantal Wwb/Wij-uitkeringen. (<65jr.) Volumeontwikkeling Wwb (Purmerend t.o.v. landelijk)
Streefcijfer 2010
Gerealiseerd 2010
950
1056
951
P’end 5.1%
P’end 11%
Landelijk 7.5%
≤ 0 p/j
Landelijk 9.3%
-
nulmeting
48%
25%
> 25%
22%
kengetal aantal jaarlijks aflopende trajecten
nulmeting in 2012
nulmeting in 2012
% tevreden klanten over voorzieningenpakket minimabeleid
--
--
Meting 2011 SGBO
Wwb-preventiequote totaal (% van alle inwoners dat zich meldt voor een uitkering, maar niet leidt tot uitkering) Inwoners met inkomen < 120% bijstandsniveau dat gebruikmaakt van regelingen voor minima kengetal: 2009 = 3.657 en 2010 = 3.736 huishoudens % geslaagde schuldhulptrajecten
Klanttevredenheid dienstverlening minimabeleid
--
--
Meting 2011 SGBO
Klanttevredenheid dienst- en schuldhulpverlening (SGBO)
7.9 7,4
7,4
Begin 2011
beschikbaar
Klanttevredenheid dienstverlening Wwb (SGBO onderzoek)
Minimaal 7,1
Begin 2011
beschikbaar
7,1
Toelichting algemeen op de beoogde maatschappelijke effecten: De genoemde effectindicatoren op het beleidsveld Werk en Inkomen hebben in 2010 sterk onder druk gestaan. Het Ministerie SZW heeft forse bezuinigingen doorgevoerd op het participatiebudget 2010-2014, waardoor er minder werk- en begeleidingstrajecten konden worden ingezet. Daarnaast is er nog steeds sprake van een economische crisis, hoewel deze in grote lijnen wel aan het afnemen is. Opvallend is dat het aantal werkzoekenden in 2010 landelijk is gedaald t.o.v. 2009 met -3,4%, terwijl het in de regio Zaanstreek-Waterland juist is gestegen met 7,8%. De groei van werkzoekenden in de regio is te wijten aan een redelijk ongunstig economische structuur (hoog aantal medewerkers met uitzendcontracten) en een daling van het aantal banen en vacatures in conjunctuurgevoelige sectoren, zoals de bouw en de industrie. Dit vinden we terug in de volumeontwikkeling. In 2010 is het aantal uitkeringen gestegen van 951 in 2009 naar 1056 in 2010; een stijging van 11%. De landelijke stijging over 2010 ligt lager, namelijk 9,3 %. Zie voor meer specifieke toelichting op in- en uitstroomresultaten de toelichting bij 12.2. Minimabeleid In 2010 is er een lichte daling van het gebruik van de regelingen door de minima. Het aantal minimahuishoudens in absolute zin is met 2% gestegen. Het uitputten van het maximaal beschikbare budget per huishouden is echter toegenomen waardoor de uitgaven op het totale budget zijn toegenomen. (zie financiële toelichting)
121
Programmarekening 2010
Wat hebben we daarvoor in 2010 gedaan 12.1
BELEIDSVELD WERK EN INKOMEN 1 2 . 1 . 1 P restatieveld V ol u mebeleid W W B / W I J Kernprestaties 12.1.1.1 Beperken van instroom in de Wwb/Wij; 12.1.1.2 Bevorderen van uitstroom uit de Wwb/Wij; 12.1.1.3 Bevorderen van deelname aan trajecten richting werk, sociale activering, participatie en educatie; 12.1.1.4 Bemiddelen van mensen met kansen op regulier werk door Bureau Werk.
Prestatie-indicatoren Volumebeleid WWB
Toezeggingen 2010
Resultaten 2010
Instroom Wwb/Wij per jaar totaal (2008: 393) (2009: 408)
max. 500
486
Uitstroom Wwb per jaar totaal (2008: 427) (2009: 364)
min. 500
371
Totaal aantal cliënten met re-integratie- en/of activeringstrajecten
100% van personen
(2007: 900) (2009: 65%) <65 jr zonder ontheffing Geslaagde uitstroom naar werk hieruit (2009:150)
150
Toelichting • We zien ten opzichte van 2009 een fors hogere instroom. Het ingezette herstel van de economie werkt in 2010 nog niet door op de instroom WWB. Dit is mede te verklaren doordat er een vertraagd effect plaatsvindt van instroom van WW-gerechtigden (UWV) waarvan de maximale uitkeringsduur is verstreken en die doorstromen naar de WWB/WIJ. Daarnaast is in 2010 een ombuiging gemaakt in het beleid met betrekking tot de Waterlandbaan. Contracten die afliepen zijn niet verlengd en nieuwe instroom in de Waterlandbaan is stopgezet. Ondanks de slechte economische situatie is de instroom WWB/WIJ beneden de gestelde norm van 500 gebleven. • A an de uitstroom kant zien we een minimale toename ten opzichte van 2009. Met name in het derde en vierde kwartaal zijn er meer plaatsingen bij werkgevers. Hier zien we terug dat in de tweede helft van 2010 de economie weer licht begint aan te trekken. • H et percentage cliënten met een actief traject is in 2010 fors gestegen. Het uitgangspunt ‘Iedereen doet mee’ heeft in 2010 geresulteerd in een toename van het aantal plaatsingen op traject. • 9 6 cliënten zijn na het volgen van een succesvol traject volledig uitgestroomd naar werk. Daarnaast zijn 36 cliënten gedeeltelijk aan het werk gegaan. 1 2 . 1 . 2 P restatieveld P articipatiebeleid Kernprestaties 12.1.2.1 Realiseren en bezetten van plaatsen vrijwilligerswerk, van voorbereidingstrajecten en van activeringstrajecten voor zowel uitkeringsgerechtigden als niet uitkeringsgerechtigden.
122 Programmarekening 2010
80% 96
12.1.2.2 Terugdringen van laaggeletterdheid. 12.1.2.3 Resultaatverdeelmaatstaven volwasseneneducatie in participatiebudget monitoren. • Aantal door gemeente ingekochte cursussen en aantal Voortgezet Algemeen Vormend Onderwijs (VAVO); • Aantal behaalde VAVO-diploma’s en Staatsexamencertificaten Nederlands als Tweede Taal (NT2 I of II). 12.1.2.4 Het realiseren van een breed bereik en hoge slaagkans van de hele inburgeringsdoelgroep. Hiervoor wordt veel aandacht besteed aan het vinden en binden van de verplichte en vrijwillige inburgeraars en aan het volgen van hun traject. Belangrijke aspecten daarbij zijn het actief bieden van informatie, een adequate handhaving van de gemeentelijke inburgeringsbesluiten en het maken van goede afspraken en goed contractbeheer. 12.1.2.5 Resultaatverdeelmaatstaven inburgering in participatiebudget monitoren. • Aantal personen voor wie een inburgeringsvoorziening, duale inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening is vastgesteld; • Aantal personen die een inburgeringsexamen of staatsexamen NT2 I of II heeft behaald (ISI). Prestatie-indicatoren Participatiebeleid
Toezeggingen 2010
Aantal plaatsingen traject vrijwilligerswerk (2007: 41) (2009: 45)
85 p/j
59
Aantal klanten op werkervaringsplaats (2007: 15) (2009: 183)
50 p/j
224
Aantal trajecten sociale activering (2007: 20) (2009: 88)
50 p/j
283
Aantal voorbereidingstrajecten (2009: 52)
25 p/j
28
<10% p/j
16.7%
505
45
max. 20 p.j.
25
Het percentage opschorting/vrijstelling van arbeidsplicht/re-integratieplicht (2009: 7% ) Aantal succesvolle opleidingstrajecten regiocollege van laaggeletterde inwoners 15-74 jaar
Resultaten 2010
Training en opleiding alle daarvoor in aanmerking komende medewerkers gemeente om laaggeletterdheid te herkennen (2008: 80) Aantal ingekochte cursussen Volwasseneneducatie (inclusief 70 VAVO cursussen)
1262
1173
Aantal behaalde VAVO examens
-
15
% geslaagde kandidaten inburgeringsexamen
90% van aantal
Aantal deelnemers
2009: aantal deelnemers 57, percentage geslaagd 77%
deelnemers
examen 126
Percentage
geslaagd 78%
% duale trajecten
5
50% duaal
Totaal aantal
2009: totaal aantal trajecten 165, percentage duaal 72%
trajecten 154
Percentage
duaal 95%
Handhaving zelfstandige inburgeraars
100% van het aantal
aantal 31/12/2009: 314
per 31/12/2009
Zie brief Raad d.d. 19-10-2010 waarin prognose naar aanleiding van begrotingsbehandeling is bijgesteld.
123 Programmarekening 2010
100%
Toelichting: • In de overeenkomst met de vrijwilligerscentrale zijn 50 trajecten voor begeleid vrijwilligerswerk opgenomen. Deze zijn volledig benut. Daarnaast zijn nog 9 trajecten gestart waarbij de cliënt vrijwilligerswerk uitvoert in het kader van maatschappelijke participatie zonder expliciete begeleiding van de vrijwilligerscentrale. De toezegging is hoger neergezet, dan het aantal gebaseerd op inkoop. Er is in die zin dan ook geen relatie tussen inkoop en toezegging gezocht. • Werkervaringsplaatsen. In 2010 is een fors beroep gedaan op de Waterlandtalentbaan. De economische crisis heeft ook hier gezorgd voor een hogere instroom van jongeren. Naast de talentbaan lopen er 16 leerwerktrajecten bij het Regiocollege en zijn er vanuit de Wij 11 leerwerk banen opgestart. De relatie tussen meerjaren tendens en toezegging is hier nauwelijks aanwezig. Hier wreekt zich ook het feit dat een toezegging gebaseerd is op informatie van anderhalf jaar geleden en in die zin als toezegging weinig realiteitswaarde heeft voor de actualiteit. • Trajecten sociale activering. Door toepassing van de Participatieladder methodiek is meer inzichtelijk welke trajecten onder deze noemer vallen. Mede hierdoor zien we een verhoging van het aantal trajecten. Maar ook los hiervan heeft het Nuggers project ‘Meedoen werkt’ geresulteerd in een flinke toename van het aantal plaatsingen op sociale activeringstrajecten. Ook hier is geen relatie tussen meerjaren tendens en toezegging. Dit is mede een gevolg van het gebruik van een andere definitie van het begrip ‘trajecten sociale activering’. • Voorbereidingstrajecten: om de mogelijkheden van mensen beter in beeld te brengen worden voorbereidingstrajecten in gezet. In de Kijk op Mogelijkheden-trajecten worden mensen een periode via werk en intensieve begeleiding gevolgd, om zo de mogelijkheden van vervolgtrajecten zichtbaar te maken. • H et percentage opschortingen/vrijstellingen is ten opzichte van 2009 toegenomen. Dit heeft te maken met het nauwkeuriger registreren van de gegevens. In 2009 werd alleen het percentage vrijstelling van de arbeidsverplichting weergegeven. Hier wordt het totaal percentage weergegeven van ontheffingen arbeidsplicht en ontheffing re-integratieplicht. Voor het monitoren van het aantal cliënten met een actief traject geeft dit cijfer een realistisch beeld. • S uccesvolle opleidingstrajecten laaggeletterden. Het realisatiecijfer dat hier is weergegeven is het aantal deelnemers aan een cursus laaggeletterdheid. Het bereiken van laaggeletterden en het feit dat een laaggeletterde vervolgens deelneemt aan een cursus definiëren we hier als succes. • In verband met het teruglopen van het budget volwasseneneducatie is er in 2010 voor gekozen in te zetten op alternatieve wervingsmogelijkheden en het herkennen van laaggeletterdheid. De bibliotheek Waterland heeft het NL Plein geopend. Het NL Plein voorziet in boeken en lesmateriaal voor laaggeletterden en verstrekt informatie over cursussen en thuisstudies. De volgende resultaten zijn behaald: organisatie van 2 netwerkbijeenkomsten met 25 deelnemers voor verschillende organisaties om laaggeletterdheid te herkennen. Verstrekken van informatie aan 13 groepen laaggeletterden, met in totaal 179 deelnemers. Vijf ambassadeurs hebben een diploma behaald,
124 Programmarekening 2010
zij zijn onder andere aanwezig bij de netwerkbijeenkomsten en kunnen worden ingezet bij de promotie van laaggeletterdheid. • A antal ingekochte cursussen volwasseneneducatie. Van het totaal aantal ingekochte cursussen zijn er 1173 tot realisatie gekomen. Dit is, gezien het feit dat we in 2011 terugmoeten naar 1/3 van het budget een aardige uitdaging geweest waar we goed in zijn geslaagd. • Van het aantal gestarte VAVO kandidaten schooljaar 2009/2010 zijn er 15 die het diploma hebben behaald. De overige kandidaten hebben certificaten behaald of volgen een tweejarig traject. • G eslaagde kandidaten inburgeringsexamen. In 2010 is het aantal inburgeraars dat heeft deelgenomen aan het examen verdubbeld. Hier zien we dat de inburgering in Purmerend goed op stoom is gekomen. Het percentage dat slaagt is 78%. Als we dit afzetten tegen het landelijke gemiddelde 74% en de landelijke ambitie 60% dan zit Purmerend daar ruim boven. • P ercentage duale trajecten. Ten opzichte van 2009 is het percentage met 23 % verhoogd. Ook bij de aanbesteding participatie 2011 zijn de inburgeringstrajecten duaal ingekocht. • In 2010 zijn wederom alle geregistreerde handhavingscontracten gemonitord. Daar waar van toepassing is actie ondernomen. 1 2 . 1 . 3 P restatieveld M inimabeleid Kernprestaties 12.1.3.1 Communiceren van regelingen met de doelgroep; 12.1.3.2 Korte afhandelingstermijn en transparante afhandeling van de aanvragen. 12.1.3.3 Transparante en goede uitvoering ten behoeve van burgers. Prestatie-indicatoren Minimabeleid
Toezeggingen 2010
Benadering van de doelgroep (bijvoorbeeld via huisbezoek, aanschrijven etc.) (2009: 96%) Afhandelingtermijn van aanvragen minimabeleid
100%
74%
< 10 dagen
< 10 dagen
Toelichting: • In 2010 heeft Bureau Meerdoen de totale doelgroep in hun bestand mimimaal persoonlijk aangeschreven. Volgens de minimascan van Stimulansz is met name de leeftijdsgroep 65+ toegenomen. De laatste bestandsuitwisseling waarbij de doelgroep minima in beeld is gebracht heeft in 2006 plaatsgevonden. Het is goed mogelijk dat de nieuwe 65+ doelgroep niet in beeld is bij Bureau Meerdoen en dus minder bereikt wordt. • Er wordt op meerdere manieren (informatiebrochure, website, via intermediairs) richting de doelgroep gecommuniceerd over de regelingen.
125 Programmarekening 2010
Resultaten 2010
1 2 . 1 . 4 P restatieveld S ch u ldh u lpverleningsbeleid Kernprestaties 12.1.4.1 Taakstellende volume- en kwaliteitsafspraken met uitvoerders (zoals Sociaal.nl); 12.1.4.2 Doorverwijzing naar instanties voor begeleiding voor 95% succesvol; 12.1.4.3 Uitvalpercentage lager dan 10 uit de trajecten; 12.1.4.4 Succesvol beëindigde trajecten > 70%; 12.1.4.5 Goede monitoring van de trajecten. Prestatie-indicatoren schuldhulpverlening
Toezeggingen 2010
Resultaten 2010
Volumeafspraken caseload
675
673
% succesvolle doorverwijzingen
gelijk
-
Uitvalpercentage meetbaar na 3 jaartermijnen
< 10 %
n.t.b.
Succesvol beëindigd traject meetbaar na 3 jaartermijnen
> 70 %
n.t.b.
Toelichting: Het college heeft in 2010 besloten de schuldregelingen en budgetbeheer tot en met 2012 in eigenbeheer uit te voeren. Met ingang van 1 juli 2010 worden de aanvragen voor de schuldenregelingen door Activa uitgevoerd. Dit houdt in dat Activa de schuldenregelingen tot stand probeert te brengen door het opstarten van minnelijke trajecten, aanvragen indienen van WSNP, dwangakkoorden en moratoria. • A ctiva heeft in 2010 594 nieuwe aanmeldingen binnengekregen. Een groot deel van deze klanten heeft alleen een adviesgesprek gehad. In totaal zijn er 145 klanten in caseload bijgekomen. • H et percentage doorverwijzingen is niet meer relevant aangezien Activa de schuldregelingen nu zelf uitvoert.
Wat heeft het gekost in 2010 (bedragen x q 1.000)
Realisatie Begroot 2010 Begroot 2010 2009 primitief bijgesteld
Realisatie 2010
Afwijking
Lasten
38.233
38.128
40.359
39.795
564
Baten
-32.358
-30.888
-30.889
-30.785
-105
Saldo
5.875
7.240
9.469
9.010
459
Het programma Werk en Inkomen heeft per saldo een voordeel van e 459.000 Dit wordt veroorzaakt door e 564.000 lagere lasten en e 105.000 lagere baten. De belangrijkste afwijkingen betreffen de producten ‘Bundeling Inkomensvoorzieningen’ en ‘Participatie’. Hierbij wordt aangetekend dat het voordeel is ontstaan na bijstelling gedurende het jaar, waarbij in de bestuursrapportages de begrote uitgaven voor uitkeringen en participatie werden bijgesteld.
126 Programmarekening 2010
(bedragen x q 1.000)
Realisatie Begroot 2010 Begroot 2010 2009 primitief bijgesteld
Realisatie 2010
Afwijking
PT10 Gebundelde inkomensvoorzieningen Lasten
17.401
19.917
17.877
17.618
260
Baten
-15.601
-15.858
-14.855
-14.723
-132
1.800
4.059
3.022
2.894
128
10.521
10.195
326
-8.481
-8.556
75
2.040
1.638
402
431
316
115
-371
-186
-184
60
130
-70
PT20 Participatie Lasten
7.755
7.240
Baten
-7.915
-7.240
-160
PT24 Inburgering en integratie Lasten
1.254
Baten
-891
363
389 389
PT30 Wet Sociale Werkvoorziening Lasten
7.900
7.998
7.887
7.937
-50
Baten
-7.688
-7.695
-6.943
-7.002
59
212
303
943
935
9
3.643
3.729
-87
PT40 Minimabeleid Lasten
3.923
2.584
Baten
-263
-95
-239
-316
78
3.660
2.489
3.404
3.413
-9
E x ploitatie De belangrijkste elementen in de ontwikkeling op productniveau zijn de volgende: Product PT10 Gebundelde inkomensvoorzieningen Het resultaat op dit product bedraagt e 128.000 voordelig. Dit bestaat uit e 260.000 lagere lasten en e 132.000 lagere baten. De lagere lasten worden voornamelijk veroorzaakt door: • e 170.000 incidenteel lagere kosten aan inhuur voor schuldhulpverlening. • e 117.000 lagere incidentele lasten door lagere doorbelasting. • e 32.000 lagere lasten op het verstrekken van uitkeringen voor 65- en 27-. • e 59.000 hogere structurele lasten aan uitkeringen BBZ, IOAW en IOAZ De lagere baten worden voornamelijk veroorzaakt door: • e 170.000 lagere interne verrekening (incidenteel) vanuit het P-budget voor inhuur schuldhulpverlening. • e 15.000 hogere terugvordering op ten onrechte verstrekte uitkeringen. • e 31.000 ivm hoger structurele declaratie van kosten uitkeringen mbt bijzondere bijstand. • e 35.000 overige hogere baten door lagere uitgaven cliëntenraad Werk en Welzijn en hogere structurele baat sociale recherche.
127 Programmarekening 2010
Product PT20 Participatie Het resultaat op dit product bedraagt e 402.000 voordelig. Dit bestaat uit e 326.000 incidenteel lagere lasten en e 75.000 incidenteel hogere baten. De lagere last is een opsomming van hogere en lagere uitgaven op de verschillende aangeboden re-integratie- en inburgeringstrajecten. Vanwege de korting op de doeluitkering vanaf 2010 is voor een aantal regelingen een afbouwconstructie ingezet waardoor de lasten konden worden verlaagd. De belangrijkste lagere last is gerealiseerd op de Waterlandbanen. De incidenteel hogere baat worden veroorzaakt door een afrekening vanuit 2009 met betrekking tot actieplan jeugdwerkeloosheid en een hogere verwachte ESF bijdrage met betrekking tot het project Nuggers. Product PT24 Inburgering en integratie Het resultaat op dit product bedraagt e 70.000 nadelig. Dit bestaat uit e 115.000 incidenteel lagere lasten en e 185.000 incidenteel lagere baten De lagere lasten en baten worden veroorzaakt door: • e 100.000 lagere lasten en baten doordat minder reguliere inburgeringstrajecten zijn afgerond dan begroot (123 trajecten afgerond t.o.v. 169 begroot). Waardoor de verrekening met de gereserveerde middelen op doeluitkering ‘Wet inburgering’ ook lager is dan begroot. • e 31.000 lagere lasten en baten door enerzijds minder afgeronde trajecten voor pardonners dan begroot (13 afgerond tov 19 begroot). Anderzijds was een te hoge verplichting meegenomen uit voorgaand jaar. • e 54.000 lagere baten omdat bij een opgenomen vordering voor de afrekening over 2009 was uitgegaan van een bedrag per persoon, terwijl dit per huishouden moest zijn. • e 16.000 hogere lasten door een korting vanuit het gemeentefonds op uitvoeringskosten die deels opgevangen is binnen product Wet inburgering. Product PT30 Wet Sociale Werkvoorziening Het resultaat op dit product bedraagt e 9.000 voordelig. Dit bestaat uit e 50.000 incidenteel hogere lasten en e 59.000 incidenteel hogere baten. • e 50.000 hogere lasten zijn voornamelijk te verklaren door het doorbetalen van de ontvangen bonus voor begeleid werken (e 44.000). Deze bonus had nog betrekking op het jaar 2009 en was niet in de begroting opgenomen. Daarnaast zijn proceskosten betaald, die niet begroot waren, voor het bezwaar tegen de afrekening WSW 2008. • e 59.000 hogere baten zijn te verklaren door de ontvangen bonus over 2009 en afrekening van de rijksbijdrage voorgaande jaren. Product PT40 Minimabeleid Het resultaat op dit product bedraagt e 9.000 nadelig. Dit bestaat uit e 87.000 structureel hogere lasten en e 78.000 incidenteel hogere baten. • e 87.000 structureel hogere lasten waarvan de voornaamste oorzaak de overschrijding aan de minimaregelingen die uitbesteed zijn.
128 Programmarekening 2010
• e 78.000 hogere baten door het terugvorderen van ten onrechte verstrekte bijzondere bijstand dan begroot. N og te besteden doel u itkeringen (bedragen x q 1.000)
Ultimo 2009
Wet Inburgering
2.409
Inburgeringstrajecten pardonners
Toevoeging Aanwending
Ultimo 2010
-
223
2.186
329
6
323
Participatiebudget
1.525
-
1.525
-
Saldo
4.263
1.754
2.509
Wet inburgering Per 1 januari 2007 is de Wet inburgering van kracht gegaan en per 1 januari 2009 gebundeld met volwasseneducatie en re-integratiemiddelen in het participatiebudget. De gereserveerde middelen dienen ter afrekening van gestarte inburgeringstrajecten in 2007, 2008 en 2009 (2009 was een overgangsjaar waarin gekozen mocht worden de middelen uit het P-budget te betalen of uit de Wet inburgering). Op basis van het inburgeringbestand van de ID-groep zijn er voorschotten aangevraagd voor in totaal 742 trajecten. Dit bestand bleek bij nader inzien een veel hoger aantal inburgeraars voor Purmerend weer te geven, dan in werkelijkheid het geval was. In totaal zijn er 351 inburgeraars onder de Wet inburgering gestart met een traject. De subsidie zal bij de programmarekening 2011 op basis van prestatie-informatie afgerekend worden. Een groot deel van de middelen zal moeten worden terugbetaald. Inburgeringstrajecten Pardonners Deze subsidieregeling is voor de inburgering van personen die vallen onder de doelgroep van de ‘Regeling nalatenschap oude Vreemdelingenwet’ (de zogenaamde gepardonneerden). De regeling loopt van 2007 t/m 2009, waarbij een inburgeraar 3 jaar mag doen over het traject. Trajecten die in 2010 gestart zijn, zijn uit het participatiebudget betaald. In totaal zijn er 39 trajecten gestart. Het saldo op de balansrekening is besteedbaar in 2011 om gestarte trajecten af te ronden. De subsidie zal bij de programmarekening 2011 op basis van prestatie-informatie worden afgerekend. Een groot deel van de middelen moet worden terugbetaald. Participatiebudget Betreft geoormerkte gelden voor re-integratie, wet inburgering en volwasseneducatie. De meeneemregeling is in zijn geheel ingezet in 2010. Omdat de uitgaven 2010 de inkomsten overschrijden is er geen sprake van een meeneemdeel naar 2011. Nog af te rekenen doeluitkeringen afdeling Werk en Welzijn e 197.000 is op de balans als schuld verwerkt en niet opgenomen als doeluitkering. Betreft de middelen Volwasseneducatie die terugbetaald moeten worden aan het Rijk en niet besteedbaar zijn in volgende jaren.
129 Programmarekening 2010
R eserves (bedragen x e 1.000)
Ultimo 2009
Toevoeging Aanwending
Taalcoaches
44
-
18
26
Gemeentelijke middelen participatie
1.464
160
0
1624
Saldo
1.508
160
18
1.650
Reserve taalcoaches Betreft tijdelijke middelen (e 75.000) voor het realiseren van taalkoppels, die naar een procentuele verdeling via het gemeentefonds ontvangen worden in de jaren 2008-2011. Er geldt een overeenkomst met stichting vluchtelingenwerk voor het realiseren van 100 taalkoppels voor e 90.000, (e 15.000 eigen middelen). De middelen die bij de programmarekening 2011 overblijven vallen vrij. Reserve gemeentelijke middelen participatie Deze reserve is ingesteld ter voorkoming van directe afbouw van geplande uitgaven in het participatiebudget door het bijstellen van de meeneemregeling en korting op het budget in 2010 en verder. Door de krimp in de inkomsten voor participatie is er in de meerjarenbegroting is er een aanzienlijk negatief sado, dat alleen door middel van deze reserve kan worden opgevangen. Voorgesteld wordt dus het resultaat over 2010 ad e 403.000 toe te voegen aan de reserve ‘gemeentelijke middelen participatie’. V oor z ieningen Er zijn geen voorzieningen die betrekking hebben op dit programma. I nvesteringen Er zijn geen investeringen die betrekking hebben op dit programma.
130 Programmarekening 2010
Ultimo 2010
P r o g r a m m a
13
Bestuur
en
concern
Portefeuillehouder: D. Bijl Programmamanager: M.J. Smulders
Wat willen we bereiken met het programma bestuur en concern B E O O G D M A AT S C H A P P E L I J K E F F E C T B E L E I D S V E L D 1 3 . 1 B E S T U U R EN CONCERN Met dit programma willen we bereiken dat: • De gemeente transparant is en herkenbaar voor de burgers, als organisatie en als het gaat om wie er wanneer en waarover besluit. • De Raad kaders stelt voor de begroting en het beleid en kan rekenen op tijdige verantwoording. De gemeente wil bekend staan als voorspelbaar en transparant als het gaat om het te voeren beleid en de daarbij horende prestaties. Bovendien wil de gemeente de toets van verantwoording achteraf door accountant en publiek goed doorstaan. Het te voeren beleid en de prestaties zijn verwoord in de voorgaande programma’s (1 tot en met 12) en paragrafen van deze programmabegroting. In dit programma zijn de activiteiten die hierop bestuurlijk zijn gericht en de directe ondersteuning van het bestuur samengebracht. Het gaat hierbij om de volgende onderdelen: • de gemeenteraad; • de griffie; • het college van B&W (inclusief het secretariaat); • de directie (inclusief het secretariaat); • de ondernemingsraad; • de concerncontrol ( de concerncontroller, de auditoren, de accountant en de gemeenteadvocaat); • beleidsonderzoek (waaronder prognoses, de regionale omnibusenquête, 213 a onderzoeken); • bestuurscommunicatie; • frictiekosten van de gemeentelijke organisatie (tijdelijke kosten die niet meelopen in de toerekening aan de producten)
132 Programmarekening 2010
Wat hebben we daarvoor gedaan in 2010 13.1
BELEIDSVELD BESTUUR EN CONCERN 1 3 . 1 . 1 P restatieveld B urgers Werkdoel De gemeente is transparant en herkenbaar voor de burgers, als organisatie en als het gaat om wie er wanneer en waarover besluit. Kernprestaties 13.1.1.1 Purmerend Totaal komt acht maal per jaar uit en wordt huis-aan-huis verspreid. 13.1.1.2 Eind 2010 wordt de tweejaarlijkse omnibusenquête uitgebracht waarin zichtbaar is hoe de burger de dienstverlening van de gemeente en de stad in het algemeen waardeert
Prestatie-indicatoren Burgers
2009
Purmerend Totaal wordt huis-aan-huis verspreid
8 keer
8 keer
Rapportage Omnibusenquête
-
1 keer
1 3 . 1 . 2 P restatieveld raad Werkdoel De raad stelt kaders voor de begroting en het beleid en kan rekenen op tijdige verantwoording. Kernprestaties 13.1.2.1 Digitale verslaglegging Gerealiseerd: Ja. Een systeem voor digitale verslaglegging, gekoppeld aan digitale uitzendingen en aan het RaadsInformatieSysteem is geïmplementeerd en begin 2010 in gebruik genomen. Is een besparing op de schriftelijke verslaglegging. 13.1.2.2
Ondersteuning kiezers bij gemeenteraadsverkiezingen op
3 maart 2010
Gerealiseerd:
Ja. Ter ondersteuning van de kiezers bij de gemeenteraadsverkiezingen op 3 maart 2010 en om de kiezersopkomst te bevorderen heeft de raad gekozen voor aanschaf van een online stemhulp in de vorm van Kieskompas. Verder is een verkiezingskrant uitgebracht en zijn een verkiezingsmarkt en een lijsttrekkersdebat georganiseerd.
13.1.2.3 Gerealiseerd:
Ondersteuning nieuw gemeenteraad Ja. De nieuwe raad is ondersteund door onder meer het aanbieden van een inwerk- en trainingsprogramma.
133 Programmarekening 2010
2010
13.1.2.4 Rekenkamercommissie Gerealiseerd: Ja. Deze commissie voert in principe jaarlijks twee onderzoeken uit. In 2010 zijn een onderzoek over het Jongerenloket en over het sturend vermogen van de raad (i.h.b. de kaderstellende rol) gepresenteerd. 13.1.2.5 Actualisering verordeningen/Reglementen Gerealiseerd: Ja. Vastgesteld is een verordening Rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden en verordening rechtspositie griffie en er heeft een actualisatie plaatsgevonden van de Reglementen van orde voor de raad en de raadscommissies. 13.1.2.6 Bestuurscommunicatie Gerealiseerd: Ja. In de contacten met burgers is geïnvesteerd o.m. door een wekelijkse verschijning van Raadsnieuws, het project Gasten van de raad, ontvangst van scholieren, stadsbezoeken en daarnaast via de website. Bijna wekelijks vonden presentaties plaats voor de raad, zowel vanuit de interne organisatie als door externen. Vanaf september 2010 is gestart met Praat met de Raad, een maandelijkse mogelijkheid voor burgers om een onderwerp onder de aandacht van de raadsleden te brengen. 13.1.2.7 De raad speelt een actieve rol bij het vaststellen van de kernprestaties (en bijbehorende indicatoren) in begroting 2011 - 2014. Gerealiseerd: Nee. Het voornemen is niet gerealiseerd in 2010. Reden. Mede in verband met de verkiezingen en onzekere financiële situatie is geen Kadernota uitgebracht en deze keuze heeft ook zijn invloed gehad op de besluitvorming over de begroting 20112014. Wanneer dan wel: Met de raad zijn eind 2010 afspraken gemaakt om een actieve rol te vervullen bij de voorbereiding van de Kadernota 2012 en daarmee bij het vaststellen van de kernprestaties in de begroting 2012-2015. 1 3 . 1 . 3 P restatieveld B edrijfsvoering Werkdoel • Efficiency in de bedrijfsvoering wordt bevorderd en getoetst. Kernprestaties 13.1.3.1 Elk jaar vinden 2 zogenaamde 213a onderzoeken plaats naar de doeltreffend- en doelmatigheid van het gemeentelijk beleid, de resultaten worden gedeeld met de raad. 13.1.3.2 Periodiek worden alle processen van de gemeente opnieuw bekeken en getoetst. Aan de hand van de resultaten worden aanpassingen gedaan binnen de bedrijfsvoering.
134 Programmarekening 2010
Wat heeft het gekost in 2010 (bedragen x q 1.000)
Realisatie Begroot 2010 Begroot 2010 2009 primitief bijgesteld
Realisatie 2010
Afwijking
Lasten
9.371
8.121
8.263
8.180
83
Baten
-953
-30
-30
-123
93
Saldo
8.418
8.090
8.233
8.058
175
Realisatie 2010
Afwijking
Het programma Bestuur en Concern heeft per saldo een voordeel van e 175.000. Dit wordt veroorzaakt door e 83.000 lagere lasten en e 93.000 hogere baten. (bedragen x q 1.000)
Realisatie Begroot 2010 Begroot 2010 2009 primitief bijgesteld
PA01 Ondersteuning gemeenteraad Lasten
1.663
1.610
1.751
1.702
49
Baten
-4
-4
-4
-2
-2
1.659
1.606
1.746
1.699
47
1.469
-9
-1
1
1.468
-7
PA02 Ondersteuning college Lasten
1.479
1.473
Baten
-9
-1
1.470
1.473
1.460 1.460
PA03 Stedenbandrelatie Lasten
4
15
15
Baten
-1
-3
-3
-1
15 -2
4
12
12
-1
13
PA13 Bestuurscommunicatie Lasten
862
748
748
750
-2
Baten
-1
-20
-20
-20
0
862
728
728
730
-1
PA16 Onderzoek & Statistiek Lasten
405
Baten
-4
401
410
414
410
414
381
33
-29
29
352
62
PA18 ISV Lasten
933
Baten
-933
3
3
73
-70
-69
69
3
4
-1
1.100
1.102
1.038
-3
-3
1.097
1.099
3
PA20 Ondersteuning directie Lasten
1.103
Baten
1.103
64
1.038
-3 62
PA22 Regionale samenwerking Lasten
793
Baten
135 Programmarekening 2010
817
793
826
817
826
824
2
0
-0
824
2
(bedragen x q 1.000)
Realisatie Begroot 2010 Begroot 2010 2009 primitief bijgesteld
Realisatie 2010
Afwijking
PA23 Concerncontrol Lasten
459
503
503
503
459
503
503
503
PA24 Frictiekosten salarissen Lasten
1.667
1.441
1.441
1.441
1.667
1.441
1.441
1.441
Product PA16 Onderzoek & Statistiek Het resultaat op dit product bedraagt e 62.000 voordelig, e 33.000 lagere lasten en e 29.000 hogere baten. De afwijking wordt voornamelijk veroorzaakt door: • Niet besteed budget ten behoeve van onderzoeken 213A e 43.000 • Hogere kosten omnibusenquête e 10.000 • Hogere niet begrote baten regiogemeenten in de kosten van de omnibusenquête e 29.000 Product PA18 ISV Het resultaat op dit product is nihil maar het saldo wordt veroorzaakt door e 70.000 hogere lasten en e 69.000 hogere baten. De afwijking op de niet begrote lasten en baten wordt veroorzaakt doordat de kosten 2010 gedekt worden door nog te besteden ISV middelen uit vorige jaren. In 2010 zijn de volgende projectsubsidies vanuit ISV-bodem budget gerealiseerd voor een bedrag van e 70.000, gespecificeerd: bijdrage in speelvoorzieningen e 13.000; bijdrage in Doelestallen e 8.000; bijdrage Koemarkt e 49.000. Product PA20 Ondersteuning directie Het resultaat op dit product bedraagt e 62.000 voordelig, e 64.000 lagere lasten en e 3.000 hogere baten. De afwijking wordt voornamelijk veroorzaakt door: • Lagere doorbelasting salariskosten bestuurssecretariaat e 26.000 • Lagere kosten Ondernemingsraad e 38.000 • Lagere baten Ondernemingsraad e 3.000 S ubsidies (bedragen x q 1.000)
Ultimo 2009
Subsidies ISV
1.817
Toevoeging Aanwending 337
Het saldo van de nog te besteden ISV gelden bedraagt per 31-12-2010 e 2.085.000. Het beschikbare budget is begroot om voor de volgende projecten ingezet te worden: • ISV bodem: Bodem informatiesysteem e 43.000; Wheermolen West e 18.000; Koemarkt/Schapenmarkt e 287.000; Kop van West e 740.000; Wagenweggebied e 705.000; Nog nader in te vullen e 24.000.
136 Programmarekening 2010
69
Ultimo 2010 2.085
• ISV regulier: ISV-3. In 2010 zijn de eerste voorschotten ter grootte van e 337.000 ontvangen. Het voorschot is niet specifiek toe te wijzen aan de in de ISV-3 aanvraag vermelde projecten. R eserves (bedragen x q 1.000)
Ultimo 2009
Toevoeging Aanwending
Ultimo 2010
Werkbudget ombuigingen
500
500
Doel van deze reserve is om de ombuigingen zoals voorgesteld en overgenomen in de programmabegroting 2011 te realiseren. Het gaat hierbij om externe expertise en extra inzet op de meer complexe onderzoeken naar de mogelijkheid van uitbesteding van taken zoals bijvoorbeeld de afvalinzameling en wat dat kan betekenen voor de achterblijvende organisatie. Daarnaast gaat het om begeleiding bij een veranderde rolneming bij de vormgeving van gemeentelijk beleid en het doorlichten van de subsidieactiviteiten. Deze reserve is ingesteld bij de derde bestuurrapportage 2010 (besluitnummer 10-115) door een bijdrage van e 500.000. De reserve is ingesteld voor de periode 2010-2012. V oor z ieningen (bedragen x q 1.000)
Ultimo 2009
Wachtgeldverplichtingen ex-bestuurders
795
252
87
961
Frictiekosten reorganisatie 2007
21
0
21
0
Spaarverlof
82
13
69
121
1.030
Totaal
898
Dotatie Aanwending
252
Voorziening wachtgeldverplichtingen ex-bestuurders. Voor de afwikkeling van de opgebouwde wachtgeldenrechten van de bestuurders en voormalige wethouders is een voorziening ingesteld. De voorziening wordt jaarlijks gevoed door een vaste dotatie. De dotatie is bepaald op 45% van het salaris per jaar van de zittende bestuurders gedurende maximaal 6 jaar en voor nieuwe wethouders (na de laatste verkiezingen) maximaal 4 jaar. Voor de onttrekking aan de voorziening is rekening gehouden met het feit dat wethouders die vóór de verkiezingen van maart 2010 al wethouder waren recht hebben op zes jaar wachtgeld. Voor nieuwe bestuurders geldt een termijn van vier jaar wachtgeldrechten. Het wachtgeld is maximaal 70% van het laatst genoten salaris. In de voorziening is rekening gehouden met een afloop van de wachtgeldkosten mede op basis van de gewijzigde regelgeving in 2010 (sollicitatieplicht, outplacementvoorziening, verrekening inkomsten etc.). Voor wethouders met recht op 6 jaar wachtgeld wordt voor het 1e t/m het 6e jaar respectievelijk rekening gehouden met 70%, 70%, 55%, 40%, 30%, 20%. Voor wethouders met recht op 4 jaar wachtgeld is de reeks voor het 1e t/m het 4e jaar respectievelijk 70%, 55%, 40%, 25%. Op basis van deze uitgangspunten is de voorziening toereikend om de verplichtingen voor de ex-bestuurders en de huidige bestuurders af te dekken.
137 Programmarekening 2010
Ultimo 2010
Voorziening frictiekosten reorganisatie 2007. Voorziening was gevormd om de onvermijdelijke frictiekosten gedurende een aantal jaren af te dekken. In 2010 is het restant saldo ingezet ter dekking van de salariskosten van één resterende medewerker. De voorziening is in de loop van 2010 opgeheven. Voorziening spaarverlof. De voorziening is gevormd ter dekking van de kosten van vervangend personeel van deelnemers aan de gemeentelijke spaarverordening op het moment dat zij spaarverlof opnemen. Aangezien de regeling is opgeheven, vinden er geen toevoegingen aan de voorziening plaats. De aanwending betreft de compensatie aan een afdeling op het moment dat een deelnemer spaarverlof opneemt. I nvesteringen Krediet spreektijdregeling raad. In 2008 is een krediet beschikbaar gesteld van e 40.000. In 2010 zijn de werkzaamheden afgerond en komt de totale investering uit op een bedrag van e 41.172, een overschrijding van e 1.172 (2,9% afwijking t.o.v. het begrote bedrag). Computers raadsleden. In 2009 is bij het vaststellen van de begroting 2010 een krediet beschikbaar gesteld van e 49.525. In 2010 is voor een bedrag van e 20.254 aan vergoedingen voor computers bekostigd. Het krediet is afgesloten, maar het restant krediet ter grootte van e 29.271 blijft gereserveerd voor 2011 voor de aanschafvergoeding van een aantal pc’s en de eventuele aanschaf van e-readers.
138 Programmarekening 2010
2
Algemene dekkingsmiddelen
2.1
Algemeen Dit hoofdstuk geeft een overzicht van de algemene dekkingsmiddelen, het betreft: • Lokale belastingen en heffingen; • Nog te bestemmen middelen (stelposten); • De uitkering uit het gemeentefonds; • Renteopbrengsten; • De baten en lasten die verbonden zijn aan financiële deelnemingen; • Incidentele baten en lasten met betrekking tot voorgaande jaren. Deze middelen kennen in tegenstelling tot heffingen als het rioolrecht of de afvalstoffenheffing geen vooraf bepaald bestedingsdoel. De niet vrij besteedbare heffingen worden, evenals de ontvangsten van de specifieke uitkeringen in de programma’s, waarvan ze voor een deel de kosten dekken, verantwoord. Voor een overzicht van alle lokale belastingen en heffingen, alsmede het beleid ten aanzien daarvan wordt, wordt verwezen naar de paragraaf ‘lokale heffingen’ bij deze programmarekening. Hierin is ook een overzicht van opgenomen lokale lastendruk, en het beleid ten aanzien van de kwijtschelding.
2.2
Inhoudelijke ontwikkelingen in 2010 Gemeentefonds Onder invloed van de effecten van de kredietcrisis zijn tussen Rijk, provincies en VNG aanvullende afspraken gemaakt over onder meer het Gemeentefonds. Om te bevorderen dat alle partijen weten waar ze aan toe zijn in deze onzekere tijden, is een reeks van nominale uitkeringen voor het Gemeentefonds overeengekomen voor de periode 2009-2012. Deze afspraken vervangen de gangbare vaststelling van de uitkeringen, waarbij het Rijk met de VNG op 17 april 2009 een Aanvullende Beleidsakkoord heeft gesloten over de ontwikkeling van het gemeentefonds. Belangrijkste afspraak hierin is dat de normeringsystematiek (‘samen trap op samen trap af’) voor 2009 tot en met 2011 is afgeschaft en dat de hoogte van het gemeentefonds tot en met 2011 vastligt. Eind 2010 is er meer duidelijkheid omtrent de uitwerking van de Rijksbezuinigingen gekomen. In de decembercirculaire 2010 van het gemeentefonds staat de herinvoering van de ‘trap op, trap af’-systematiek’ vanaf 2012 centraal. Een aantal maatregelen uit het regeerakkoord vragen nog om nadere uitwerking. De (financiële) gevolgen daarvan, zoals ombuigingen op specifieke uitkeringen en decentralisaties met omvangrijke financiële consequenties, zijn op dit moment dus nog niet duidelijk. De VNG voert sinds januari 2011 gesprekken met het rijk, het IPO en de UvW over de totstandkoming van een bestuursakkoord. Deze onderhandelingen zijn op dit moment nog in volle gang. Voor de programmarekening 2010 heeft een en ander verder geen invloed.
140 Programmarekening 2010
S ta d s v e r w a r m i n g In 2010 heeft de BV Stadsverwarming belangrijke stappen gezet richting een duurzamer, leveringszeker, klantvriendelijk en rendabele exploitatie van de Purmerendse Stadsverwarming. In de wijzigingen in de bedrijfsvoering zijn afgerond (onder andere een nieuwe interne klantenservice), de investeringen in Slimnet zijn voorbereid en de transitie naar duurzaam opgewekte warmte is geactualiseerd. Tevens zijn in 2010 de geschillen die de gemeente en de stadsverwarming met Nuon had via schikkingen geregeld. Het geschil inzake de warmteleveringsovereenkomst is met de BV stadsverwarming geschikt met een eenmalige betaling door Nuon van afgerond e 2 miljoen. In het geschil inzake de dienstverleningsovereenkomst is de gemeente in het ongelijk gesteld en is de vordering van de gemeente op Nuon afgeboekt. De stand van zaken van de transitie van de BV Stadsverwarming naar Stadsverwarming 2.0 en de financiering van de transitie is eind 2010 besproken in de aandeelhoudersvergadering. Ten aanzien van de energietransitie naar gebruik van geothermie, biomassa en gas (voor de piekcapaciteit) is door de aandeelhouder aangegeven dat deze plannen verder vormgegeven wil hebben met als voorwaarde dat er een externe partner wordt gevonden die risicodragend participeert. Hiermee wordt ook invulling gegeven aan de uitdrukkelijke wens om de risico’s van de stadsverwarming niet (alleen) bij de gemeente te laten liggen. Voor de financiering van de plannen is in de loop van 2010 vastgesteld dat externe partijen hier uitzonderlijk hoge rendementseisen aan stellen. Voor de (her)financiering van het huidige netwerk is daarom gekozen voor het door gemeente verstrekken van langlopende leningen met een risico-opslag. De vooruitzichten voor het stadsverwarmingbedrijf zijn, ondanks de onzekerheden in de uitwerking van de regelgeving rondom de warmtewet, in 2010 aanzienlijk verbeterd.
2.3
Financiële toelichting
(bedragen x g 1.000)
Realisatie Begroot 2010 Begroot 2010
Realisatie
Afwijking
2009
primitief
bijgesteld
2010
Lasten
2.726
1.040
1.827
1.110
Baten
-102.701
-95.307
-97.386
-98.383
998
Saldo
-99.975
-94.266
-95.559
-97.273
1.714
De algemene dekkingsmiddelen hebben een voordelig resultaat van bijna e 1,7 miljoen. Dit wordt in hoofdzaak veroorzaakt door de hogere uitkering uit het gemeentefonds e 0,4 miljoen, afwikkeling stelposten e 0,5 miljoen, incidenteel voordeel uit de herberekening afschrijvingstermijnen van e 1,1 miljoen en onderwijsachterstandenbeleid e 0,5 miljoen. Toelichting per product Hierna wordt per product van de algemene dekkingsmiddelen de resultaten gepresenteerd. De afwijkingen zijn op hoofdlijnen toegelicht voor zover het product meer dan e 50.000 afwijkt.
141
Programmarekening 2010
716
(bedragen x q 1.000)
Realisatie Begroot 2010 Begroot 2010 2009 primitief bijgesteld
Realisatie 2010
Afwijking
PP01 Lokale heffingen Baten
-9.826
-10.248
-10.248
-10.193
-55
Saldo
-9.826
-10.248
-10.248
-10.193
-55
PP02 Nog te bestemmen middelen Lasten
-121
-1.587
Baten
-1.026
-542
Saldo
-1.147
-2.130
-801
-339
-462
-801
-339
-462
11
11
-0
PP03 Gemeentefonds Lasten
12
11
Baten
-77.482
-78.648
-79.045
-79.435
390
Saldo
-77.471
-78.636
-79.034
-79.424
390
PP04 Eigen financieringsmiddelen Lasten
339
330
330
330
0
Baten
-5.294
-5.151
-5.159
-5.209
50
Saldo
-4.955
-4.821
-4.829
-4.880
51
2.236
2.236
2.213
24
PP05 Deelnemingen Lasten
2.313
Baten
-10.927
-718
-1.091
-1.091
0
Saldo
-8.614
1.518
1.145
1.121
24
PP06 Incidentele baten en lasten Lasten
184
Baten
1.854
Saldo
2.037
50 50
50
-1.104
1.154
-1.842
-2.455
613
-1.792
-3.559
1.767
P r o d u c t PP 0 1 L o k a l e h e f f i n g e n De baten blijven e 55.000 achter op de bijgestelde begroting. Dit effect wordt veroorzaakt door de bepaling van de post dubieuze debiteuren over de mogelijke oninbaarheid over de jaren 2006 tot en met 2009. In de derde bestuursrapportage 2010 zijn de volgende afwijkingen niet verwerkt voor wat betreft de oninbaarheid: e 19.000 voor de onroerende zaaksbelasting, e 1.000 voor de hondenbelasting en e 2.000 voor de precarioheffing. Deze onderschrijding heeft een incidenteel karakter. P r o d u c t PP 0 2 N o g t e b e s t e m m e n m i d d e l e n Dit betreft stelposten en nog niet daadwerkelijk per begrotingsfunctie ingevulde ramingen. Hiermee wordt beoogd om geoormerkte ruimte binnen de begroting te reserveren om specifieke doelen te financieren dan wel gericht om een bepaalde taakstelling in beeld te houden. Voor twee onderdelen is de taakstelling in 2010 niet gehaald. Dit betreft: • Taakstelling inkoop e 140.000 (nadelig). Gebleken is in de afgelopen jaren, dat de voordelen maar beperkt tot ontwikkeling komen. Dit heeft enerzijds te maken doordat voordelen maar beperkt ten gunste van deze stelpost komen
142 Programmarekening 2010
door een groter gebruik van voorzieningen of gesloten budgetten (investerin gen en grondexploitaties). Anderzijds door de systematiek van vaste schaal bedragen per functie te hanteren, is een deel van besparingen door goed kopere inhuur niet zichtbaar. Deze voordelen komen namelijk via de apparaats kosten op de afzonderlijke programma’s terecht. In de rekening is de totale som van lonen en inhuur van derden onderschreden met ruim e 500.000. In 2011 zal worden voorgesteld om voor dit effect de programma’s te verlagen en zo een deel van de taakstelling in te vullen. Overigens is eerder in 2010 een deel van de taakstelling inkoop op incidentele basis geschrapt. Een en ander is met een bestuursrapportage voorgelegd aan de raad. • Resultaat kostenplaatsen e 322.000 (nadelig). De kosten van kostenplaatsen worden zoveel mogelijk toegerekend aan de programma’s, grondexploitaties en investeringen waarop de (uren)inzet betrekking heeft. Deze nadelen houden enigszins verband met het meer toerekenen van apparaatskosten aan investe- ringen, gesloten budgetten binnen de programma’s en binnen grondexploita ties. Daarnaast zijn niet gerealiseerde taakstellingen (vertragingen) een
oorzaak. Een nadere toelichting hierop vindt u terug in de bijlage gemeente- lijke organisatie. Dit nadeel is incidenteel van aard. De stelpost resultaat kostenplaatsen is in de programmabegroting 2011 al verder verlaagd. P r o d u c t PP 0 3 G e m e e n t e f o n d s De algemene uitkering 2010 is gebaseerd op de decembercirculaire 2010 van de Rijksoverheid. Op basis van de uitgangspunten in deze circulaire is de uitkering 2010 van het Gemeentefonds berekend. Het resultaat van de algemene uitkering 2010 wordt op basis van de laatste specificatie berekend op e 79.089.220. Ten opzichte van de raming betekent dit dat de baten incidenteel e 159.000 lager zijn. Enerzijds heeft dit betrekking op een verhoging van e 45.000 in de integratieuitkering Wmo en anderzijds een incidentele tegemoetkoming van e 134.000 op de uitvoeringskosten voor een pilot inzake de regeling in de tegemoetkoming loondispensatie te dekken. Aangezien er na de derde bestuursrapportage geen begrotingswijzigingen meer worden voorgelegd is het Wmo hiervoor meer verhoogd. Het bedrag wordt wel gezien als een toegestane verhoging van de uitgaven voor de Wmo. Voor de pilot loondispensatie wordt middels resultaatbestemming 2010 gevraagd een bedrag van e 134.000 toe te voegen aan een bestemmingsreserve pilot loondispensatie. Het restant van e 20.000 wordt verklaard door afwijkingen op de uitgaven en inkomstenmaatstaven die nog niet definitief zijn vastgesteld. Het totaal van het product gemeentefonds bedraagt voor 2010 e 79.435.004. Dit is e 390.000 hoger dan begroot. Deze afwijkingen zijn ontstaan na de derde bestuursrapportage 2010 en worden veroorzaakt door de decembercirculaire 2010 (punten a en b) en mutaties in de vaststellingen van de uitgaven en inkomstenmaatstaven (punten c t/m g) in 2010 en verrekeningen voorgaande jaren (2008 en 2009).
143 Programmarekening 2010
Verklaring afwijking Gemeentefonds (bedragen in q)
Uitkerings- jaar 2010
a. Decentralisatie-uitkering Pilot loondispensatie
134.000
b. Integratie-uitkering WMO
45.000
Uitkerings- jaar 2009
c. Voorlopige vaststelling uitgaven maatstaf lage inkomens
-134.000
21.000
d. Overig (definitieve vaststellingen)
114.000
58.000
e. Vaststelling maatstaf oppervlakte bebouwing
26.000
Uitkeringsjaar 2008
f. Vaststelling uitkeringsfactor
96.000
g. Vaststelling inkomensmaatstaf OZB
30.000
Totaal
159.000
105.000
P r o d u c t PP 0 4 F i n a n c i e r i n g s m i d d e l e n De eigen financieringsmiddelen hebben per saldo een voordeel van e 51.000. De rentebaten bestaan uit de rente over de aangetrokken geldleningen van de gemeente (voordelig e 110.000) en de rentelasten over de eigen financieringsmiddelen, zoals reserves en voorzieningen (de zgn. bespaarde rente, nadelig e 59.000). Het voordeel in de rekening 2010 heeft geen doorwerkend effect op 2011. P r o d u c t PP 0 5 D e e l n e m i n g e n Het budget voor advieskosten Stadsverwarming inzake de procedure en de energietransitie is voor e 24.000 niet gebruikt. Deze onderschrijding van e 24.000 heeft een incidenteel karakter. P r o d u c t PP 0 6 I n c i d e n t e l e b at e n e n l a s t e n Het saldo van de incidentele baten en lasten geeft per saldo een voordeel van e 1.767.000. Dit is inclusief een bedrag van e 50.000 voor onvoorziene uitgaven, die voldoen aan de volgende criteria: • Op het moment van totstandkoming van de begroting waren de kosten nog niet te voorzien; • Het niet mogelijk is deze kosten te vermijden; • De kosten zijn niet uit te stellen naar de toekomst voor afweging bij de
volgende kadernota. Voor 2010 is deze post niet aangesproken door de raad, maar is een incidentele bate verantwoord van e 616.000 en een incidentele lastenverlaging van e 1.100.000. De bate heeft betrekking op: • Het toerekenen van personeelskosten 1e leidsters (inclusief oude jaren) ten laste van het doeluitkering onderwijsachterstandenbeleid. Deze vrijval
bedraagt incidenteel e 539.000; • Incidenteel btw voordeel op halteplan van e 29.000; • Incidentele schade-uitkering inzake fraude van e 43.000; • Afwikkeling UWV 2005 inzake OPSO e 5.000. De lastenverlaging van e 1.100.000 wordt veroorzaakt door een aanpassing in de financiële verordening. Op 25 november is het besluit genomen (besluitnummer 10-81) voor het integraal toepassen van de gestelde afschrijvingstermijnen in de financiële verordening. In de verordening is artikel 8 waardering en afschrijving
144 Programmarekening 2010
126.000
vaste activa aangepast. De verordening vervangt daarmee de nota activabeleid 2006. De bepalingen omtrent de afschrijvingstermijnen zijn opgenomen in artikel 8. Na de besluitvorming heeft er een actualisatie plaatsgevonden van de afschrijvingstermijnen. De financiële uitwerking is reeds besproken met de auditcommissie en niet meer verwerkt in de programmabegroting 2010. De nieuwe verordening gaat ook uit van activering volgens de componentenmethode. Hierbij vindt de afschrijving plaats in relatie tot de vermoedelijke levensduur (uitsplitsing naar onderdelen: inventaris, machines, bouw, grond e.d.). Deze methode is voor drie gebouwen uitgewerkt waar nu volgens de annuïteiten methode wordt afgeschreven op het gehele gebouw. Voor diverse componenten in deze gebouwen zijn de afschrijvingstermijnen niet realistisch te noemen. Het gaat om de volgende panden: 1. Het stadhuis: Annuïteiten afschrijving nu 30 jaar zonder componenten; 2. Parkeergarage De Claxonate: Annuïteiten afschrijving nu 40 jaar zonder componenten; 3. Het zwembad: Annuïteiten afschrijving nu 30 jaar zonder componenten. Dit effect van bovenstaande aanpassingen, nieuwe afschrijvingstermijnen en toepassen componenten methode, is in de programmarekening 2010 verwerkt als incidentele bate. Per programma levert dit de volgende vrijval op: Programmaonderdeel (bedragen in q) Effect afschrijvingen (-/-= voordelig en +/+ = nadelig) 01.
Publiekdiensten
47.876
02.
Zorg en Welzijn
-216.843
03.
Wonen
28.859
04.
Milieu
-133.760
05.
Bereikbaarheid
307.804
06.
Beheer openbare ruimte
-2.476.145
07.
Ruimtelijke ordening
-750.490
08.
Veiligheid
-161.990
09.
Educatie
-25.337
11.
Actief in de stad
1.233.772
13.
Huisvesting/tractie en bedrijfsvoering
1.013.077
Totaal
1.133.718
Reserves (bedragen x g 1.000)
Ultimo 2009
Reserve afkoopgeldleningen
0
145 Programmarekening 2010
Dotatie Onttrekking 4.892
392
Ultimo 2010 4.500
Eg a l i s at i e r e s e r v e a f k o o p g e l d l e n i n g e n Het doel van deze reserve is het opvangen van het ontstane jaarlijkse nadeel op de renteverschillen. Dit nadeel is ontstaan door het sneller aflossen van de leningen door Wherestad. De voeding is de ontvangen boeterente van Wherestad en is beschikbaar gesteld in de derde bestuursrapportage in 2010 (besluitnummer 10-115). Het jaarlijkse voordeel wat nu wordt gemist wordt opgevangen door jaarlijks een bedrag te onttrekken aan deze reserve en als bate op te nemen in programma 14 eigen financieringsmiddelen. De reserve zal eind 2018 volledig zijn besteed en wordt dan opgeheven.
146 Programmarekening 2010
3
Het Financiële Resultaat 2010 Algemeen In het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) is bepaald dat alle toevoegingen en onttrekkingen aan reserves altijd geschieden in het kader van de resultaatbestemming (artikel 27 BBV). Daardoor worden ze niet als last of baten gekwantificeerd. Dit betekent dat het resultaat vóór bestemming bestaat uit de resultante van het totaal van baten en lasten volgens de diverse programma’s, de algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien (= resultaatbepaling). Daarna worden hierop de toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves verwerkt, waarna het uiteindelijke resultaat na bestemming volgt (= resultaatbestemming). Aangegeven moet worden voor welke programma’s deze toevoegingen en onttrekkingen zijn. Resultaatbestemming is een bevoegdheid van de raad. Alle stortingen in en onttrekkingen aan de reserves vereisen dus de goedkeuring van de raad. Dit kan expliciet bij de resultaatbestemming in het kader van de rekening of vooraf bij de vaststelling van de begroting. Het eigen vermogen uit de reserves (algemene reserve en bestemmingsreserves) en het resultaat na bestemming, volgend uit de rekening (artikel 42 BBV). Het resultaat na bestemming is in feite het saldo van het resultaat voor bestemming en de werkelijke toevoegingen en onttrekkingen aan reserves, op grond van eerdere besluitvorming. In de huidige terminologie is dit dan een rekeningresultaat waaraan nog geen bestemming is gegeven en waarvoor in de aanbiedingsbrief een voorstel is gedaan voor de bestemming ervan in de programmarekening. Op de balans wordt dit tot uitdrukking gebracht als ‘rekeningresultaat’ en behoort dus tot het eigen vermogen. De feitelijke bestemming van dit saldo vindt pas plaats nadat de raad heeft besloten over een voorstel tot de bestemming ervan. Voor de mutaties op deze reserves gelden de volgende criteria: Algemene reserve Aan de algemene reserve wordt het voordelige rekeningresultaat toegevoegd of het nadelige resultaat onttrokken van het voorgaande exploitatiejaar. Voor deze reserve is geen specifieke bestemming en mag slechts worden ingezet als incidenteel dekkingsmiddel. E g a l i s at i e r e s e r v e s Deze reserves worden gebruikt om schommelingen in de tijd en in de uitvoering in de resultaten voor specifieke onderdelen te egaliseren. Egalisatiereserves worden expliciet door de raad ingesteld en de onttrekkingen en dotaties worden vanuit de resultaten voorgesteld. In principe zijn de egalisatiereserves niet aan een termijn gekoppeld. Bestemmingsreserves: Voor bestemmingsreserves geldt dat deze voor concrete, in principe binnen vooraf bepaalde tijd te realiseren, door een door de raad vast te stellen doel. Reservevorming dient hiervoor gemotiveerd noodzakelijk te zijn. Blijft realisatie
148 Programmarekening 2010
binnen de gestelde termijn uit, dan vindt opnieuw afweging door de raad plaats. Dit kan betekenen dat de reserve kan worden gehandhaafd voor het doel waarvoor deze is gevormd, of dat de bestemming wordt veranderd en de reserve om die reden kan worden opgeheven. In 2010 zijn de volgende bestemmingsreserves ingesteld (conform de Bestuursrapportages 2010) en afgesloten: • Reserve Peuterspeelzalen (nieuw); • Reserve Werkbudget ombuigingen (nieuw); • Reserve Egalisatie afkoop geldleningen (nieuw); • Reserve Mantelzorg (afgesloten); • Reserve Bestemmingsplannen (afgesloten); • Reserve Deltaplan inburgering (afgesloten). Daarnaast wordt voorgesteld om door resultaatbestemming de bestemmingsreserve pilot loondispensatie in te stellen.
Het rekeningresultaat voor en na bestemming R e s u ltaat v o o r b e s t e m m i n g Het resultaat voor bestemming wordt veroorzaakt door de afzonderlijke programma’s (1 t/m 13) en het onderdeel algemene dekkingsmiddelen. Er is daarbij een verband tussen de mutaties op de reserves en de uitgaven en ontvangsten in de programma’s. Het resultaat voor bestemming is toegelicht in de hoofdstukken per programma en bij de algemene dekkingsmiddelen. Uit de onderstaande tabel blijkt dat het resultaat voor mutaties op reserves bijna e 8.027.164 voordeliger is dan opgenomen in de bijgestelde begroting 2010.
149 Programmarekening 2010
Tabel 1. Totaaloverzicht baten en lasten per programma Programma (bedragen x e 1.000)
PGR01 Publieksdiensten PGR02 Zorg en welzijn
Primitieve begroting 2010 Baten
Lasten
8.657
-4.546
24.520
-2.641
Begroot primitief bijgesteld 2010
Saldo
Baten
Lasten
4.111
9.051
-4.758
21.879
24.713
-2.961
Geboekt 2010
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
4.292
8.902
-3.685
5.218
21.752
24.404
-3.020
21.384
PGR03 Wonen
7.779
-5.927
1.852
4.094
-3.177
917
4.048
-3.486
562
PGR04 Milieu
11.789
-10.921
868
11.991
-10.966
1.025
11.647
-11.309
338
PGR05 Bereikbaarheid
4.951
-3.931
1.020
7.040
-7.073
-32
5.684
-5.607
78
PGR06 Beheer openbare ruimte
22.485
-5.004
17.481
24.092
-7.644
16.448
23.387
-7.728
15.659
PGR07 Ruimtelijke ordening
25.797
-24.925
872
15.089
-16.147
-1.058
14.895
-20.546
-5.651
PGR08 Veiligheid
9.094
-453
8.641
8.984
-551
8.433
8.867
-712
8.155
PGR09 Educatie
12.861
-1.800
11.061
42.116
-25.717
16.400
44.333
-27.604
16.729
PGR10 Economie
1.127
-345
782
1.276
-343
933
1.392
-380
1.012
PGR11 Actief in de stad
16.738
-3.313
13.425
16.588
-3.264
13.325
16.564
-3.292
13.273
PGR12 Werk en inkomen
38.128
-30.888
7.240
40.359
-30.889
9.469
39.795
-30.785
9.010
8.263
-30
8.233
8.180
-123
8.058
212.099 -118.275
93.824
PGR13 Bestuur en concern Resultaat programma’s
PGR14 Algemene dekkingsmiddelen Resultaat voor mutatie reserves
PGR15 Resultaat bestemming Resultaat na mutatie reserves
8.120
-30
8.090
192.045
-94.724
97.321
1.040
-95.307
-94.267
193.085 -190.031
3.054
-6.054
-3.054
196.085 -196.085
3.000
0
213.658 -113.520 100.137
1.827
-97.386
-95.559
215.484 -210.906
4.578
-9.627
-4.578
220.532 -220.532
5.048
-0
1.110
213.210 -216.659
7.855
-4.878
2.976 -473
Het verschil tussen het resultaat voor bestemming en het resultaat na bestemming wordt veroorzaakt door de toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves. In de tabellen is weergegeven hoe het rekeningresultaat 2010 na bestemming tot stand is gekomen. In tabel 1 wordt een overzicht gegeven van de mutatie op de bestemming- en egalisatiereserves, in tabel 2 wordt een overzicht gegeven van de mutaties op de algemene reserve en de voorgestelde resultaatbestemming. De onttrekkingen en toevoegingen aan de reserves zijn conform de (bijgestelde) begroting 2010 verwerkt, omdat deze mutaties al door de gemeenteraad zijn goedgekeurd. De mutaties die voortvloeien uit de bestemming van het rekeningresultaat 2009 maken hier deel vanuit. De afzonderlijke reserves en mutaties zijn toegelicht in de toelichting per programma en in de bijlage ‘overzicht reserves en voorzieningen’. Uit onderstaand tabel blijkt dat in 2010 in afwijking van de bijgestelde begroting bijna e 484.000 minder onttrokken en e 337.000 meer is toegevoegd aan de
150 Programmarekening 2010
-3.449
221.064 -221.537
R e s u ltaat n a b e s t e m m i n g
bestemming- en egalisatiereserves.
-98.383 -97.273
Tabel 1. Bestemming- en egalisatiereserves Bestemming- en egalisatiereserves
Programmanummer en
(+/+ = nadeel exploitatie en -/- = voordeel exploitatie)
omschrijving
Begroting
Rekening
Bijgesteld 2010
2010
Resultaat programma’s 1 t/m 13 (saldo van de baten en lasten)
100.137.243
Algemene dekkingsmiddelen (saldo programma 14)
(95.558.956)
(97.272.807)
93.823.930
Resultaat VOOR bestemming 2010
4.578.287
(3.448.877)
A. Resultaatbepaling 2010 via bestemmings- en egalisatiereserves:
Onttrekking aan reserve Wet WABO
01. Publiekdiensten
178.176
92.104
Onttrekking aan reserve begraafrechten
01. Publiekdiensten
-
6.049
Onttrekking aan reserve Wet maatschappelijke ondersteuning
02. Zorg en Welzijn
130.473
Onttrekking aan reserve Mantelzorg
02. Zorg en Welzijn
66.158
Onttrekking aan reserve Volkshuisvesting
03. Wonen
(192.694)
Onttrekking aan reserve Egalisatie afvalverwijdering
04. Milieu
684.769
Onttrekking aan reserve egalisatie riolering
06. Beheer openbare ruimte
404.221
-
Onttrekking aan reserve ontwikkeling hoofdcentrum
07. Ruimtelijke ordening
362.888
315.345
Onttrekking aan reserve Gronden
07. Ruimtelijke ordening
247.000
212.982
Onttrekking aan reserve Bestemmingsplannen
07. Ruimtelijke ordening
150.000
150.000
Onttrekking aan reserve onderwijshuisvesting
09. Educatie
3.064.547
2.963.686
Onttrekking aan reserve gemeentelijke middelen particiapatie
12. Werk en Welzijn
Onttrekking aan reserve Taalcoaches
12. Werk en Welzijn
Totaal aan onttrekkingen
122.994
242.680 66.158 4.498 684.769
-
21.250
17.740
5.239.782
4.756.011
-
37.619
Toevoeging aan reserve begraafrechten
01. Publiekdiensten
Toevoeging aan reserve Wet maatschappelijke ondersteuning
02. Zorg en Welzijn
Toevoeging aan reserve volkshuisvesting
03. Wonen
Toevoeging aan reserve egalisatie rente
03. Wonen
(70.000)
127.192
Toevoeging aan reserve egalisatie afvalverwijdering
04. Milieu
1.000.000
1.110.000
Toevoeging aan reserve riolering
06. Beheer openbare ruimte
625.000
572.233
Toevoeging aan reserve Peuterspeelzaalwerk
09. Educatie
102.593
102.593
Toevoeging aan reserve werkbudget ombuigingen
13. Bestuur en Concern
Totaal aan toevoegingen
738.000 4.500.000
782.546 4.500.000
500.000
500.000
7.395.593
7.732.183
Resultaatbestemming 2010 NA mutaties bestemmingsreserves
151
Programmarekening 2010
6.734.098 -
(472.705)
Tabel 2. Ontwikkeling Algemene reserve en voorstel resultaatbestemming Ontwikkeling Algemene reserve en voorstel resultaatbestemming
Begroting
Rekening
Bijgesteld 2010
2010
B. Resultaatbepaling 2010 via de algemene reserve: 6.734.098 -
Resultaat na mutaties bestemmingsreserves
(472.705)
Onttrekking Algemene reserve
4.386.809
Toevoeging Algemene reserve
(2.347.289)
Resultaat na bestemming 2010
- -
(472.705)
Voorgestelde bestemming resultaat: Toevoeging bestemmingsreserve pliot loondispensatie WIJ
-
134.000
Saldo voorgestelde mutaties rekening 2010
-
134.000
Onttrekking Algemene reserve na resultaat bestemming
Toelichting Het resultaat voor bestemming bedraagt e 3.448.877 voordelig. Na de mutaties op de bestemmingsreserves op de bestemming- en egalisatiereserves bedraagt het rekeningresultaat e 472.705 voordelig. Na mutaties van de algemene reserve bedraagt het resultaat e 338.705 voordelig. Algemene reserve De begrote onttrekkingen en toevoegingen, per saldo e 6.734.098 in 2010, aan de algemene reserve zijn niet in de rekening 2010 verwerkt. Alleen voor die specifieke onderdelen waarvoor in 2010 daadwerkelijk uitgaven op hebben plaatsgevonden zijn onttrokken. Voor 2010 is dit niet van toepassing. Het geheel van de overige extra afwijkingen aan onttrekkingen en toevoegingen is dus te beschouwen als rekeningresultaat. Voorgestelde bestemmingsresultaat Onderstaand wordt een toelichting gegeven op de voorgestelde onttrekkingen en toevoegingen aan reserves. Deze zijn niet begroot en dus niet verwerkt in de rekening 2010, omdat de gemeenteraad deze mutaties pas goedkeurt bij het bestemmen van het resultaat 2010. De niet begrote mutaties worden vervolgens in het jaar 2011 verwerkt. Bestemmingsreserve pilot loondispensatie Doel van deze reserve is om de uitvoeringskosten van de pilot inzake de regeling in de tegemoetkoming loondispensatie te dekken. Dit is een regeling voor inwoners van 23 jaar en ouder die in de Wet Investeren In Jongeren (WIJ) zitten en langdurig of structureel verminderd arbeidsproductief zijn als gevolg van een lichamelijke, verstandelijke, psychische of psychosociale beperking. De incidentele middelen van e 134.000 zijn hiervoor beschikbaar gesteld via het gemeentefonds in de decembercirculaire 2010. De pilot is voor twee jaar, maar de verwachting is dat de besteding al in 2011 volledig zal plaatsvinden.
152 Programmarekening 2010
-
(338.705)
Het resultaat na bestemming Het resultaat na mutaties van de reserves in 2010 bedraagt e 472.705 (voordelig) en is als zodanig opgenomen in de aanbiedingsbrief ten geleide van de programmarekening 2010. In de voordracht aan de gemeenteraad is één specifieke bestemming voorgesteld voor een totaalbedrag van e 134.000. Het restant van per saldo e 338.705 wordt toegevoegd aan de algemene reserve.
Na balansdatum gebleken gebeurtenissen Op 3 maart 2011 is de maart circulaire van het gemeentefonds ontvangen waarbij de ontwikkelingen van de uitkeringsbasis met netto twee punten zijn verlaagd. Deze aanpassing betreft een tweede orde effect en wordt verwerkt in 2011. BV S ta d s v e r wa r m i n g P u r m e r e n d Op 28 april 2011 heeft de Raad van Commissarissen de rekening 2010 vastgesteld. De rekening is inmiddels aangeboden aan de aandeelhouders ter bespreking medio mei. De rekening 2010 is afgesloten met een voordelig resultaat van e 1.161.000. Het resultaat is aanzienlijk voordeliger dan aanvankelijk geraamd. Dit is veroorzaakt door een combinatie van de volgende factoren (een voordelig verschil begrote en gerealiseerde marge tussen de inkoop en verkoopprijzen, een grotere afzet door een aanzienlijk groter aantal koude dagen, minder warmteverlies (27,9% in plaats van 35%). Daarnaast is er sprake van lagere bedrijfskosten en lagere rentelasten. In het jaarverslag is voorgesteld om het voordelig resultaat toe te voegen aan het eigen vermogen. Na toevoeging van het resultaat bedraagt het eigen vermogen e 39,65 miljoen. Het voordelig resultaat van de stadsverwarming heeft verder geen gevolgen voor de gemeenterekening. Baa n s t e d e Op 20 april 2011 is de conceptjaarrekening van Baanstede besproken in het algemeen bestuur van het Werkvoorzieningschap Zaanstreek-Waterland. De rekening heeft een nadelig resultaat van e 946.485. Bij de rekening wordt aangegeven dat een deel van het resultaat (e 539.988) ten laste van het weerstandsvermogen kan worden gebracht en dat een deel (e 406.497) ten laste moet komen van deelnemende gemeenten. Het Purmerendse aandeel in de aanvullende bijdrage voor 2010 bedraagt e 111.837. Besluitvorming over de feitelijk afwikkeling zal plaatsvinden na ontvangst van de zienswijzen op de rekening van de afzonderlijke gemeenten. De mogelijk extra bijdrage over 2010 wordt in 2011 verwerkt.
153 Programmarekening 2010
4
D e
4.1
Inleiding
P a r a g r a f e n
In de paragrafen wordt verslag gedaan van het in 2010 gevoerde beleid en beheer op het vlak van: • lokale heffingen; • weerstandsvermogen; • onderhoud kapitaalgoederen • grondbeleid • financiering; • bedrijfsvoering. • verbonden partijen De paragrafen zijn een verplicht onderdeel van de begroting en de rekening. De verslaglegging wordt zoveel mogelijk beperkt tot de afwijkingen en ontwikkelingen ten opzichte van de programmabegroting. In een aantal gevallen wordt iets ruimer verslag gedaan en wordt ook het vigerende beleid weergegeven.
4.2
Paragraaf Lokale heffingen De paragraaf lokale heffingen geeft inzicht in de gemeentelijke heffingen in totaliteit. Het betreft hier zowel heffingen met een specifiek doel (retributies) als belastingen waarvan de besteding niet gebonden is. K o s t e n d e kk e n d h e i d v a n d e h e f f i n g e n In de onderstaande tabel is inzichtelijk gemaakt welk percentage kostendekkendheid in de bijgestelde begroting was geraamd en in de rekening is gerealiseerd.
Kostendekkendheid product afvalverwijdering (bedrag in q)
Primitieve
3e Berap
Rekening
Begroting 2010
2010
2010
10.743.157
11.075.199
10.779.542
1.400.000
1.400.000
1.400.000
Totaal lasten
12.143.157
12.475.199
12.179.542
Baten
10.921.465
10.966.465
11.310.251
Saldo
1.221.692
1.508.734
869.291
Egalisatiereserve
384.000
684.769
574.769
Kostendekkendheid
838.692
823.963
294.522
93%
93%
97%
Lasten Btw
154 Programmarekening 2010
Toelichting op tabel In de berekening van het tarief van de afvalstoffenheffing is rekening gehouden met de btw die aan de burgers worden doorgerekend. Hierbij is rekening gehouden met een bedrag van e 1,4 miljoen extra dekking als gevolg van btw. In de derde bestuursrapportage 2010 is er nog rekening gehouden met een onttrekking van e 684.769 inzake e 384.769 voor een incidentele verlaging van het legestarief en e 300.000 ter aanwending van het project MAP. Uiteindelijk is er maar een bedrag van e 574.769 in 2010 onttrokken door toevoeging van e 110.000 ter afwikkeling van het project MAP in 2011. Het restant van het voordelige productsaldo van e 542.855 is niet toegevoegd aan de reserve en verklaart de hogere kostendekkendheid in de rekening 2010 ten opzichte van de derde bestuursrapportage. In de derde bestuursrapportage is een wijziging in de kostentoerekening aangebracht. Deze wijziging betreft het toerekenen van de lasten voor veegvuil voor e 1 miljoen. Hiertegenover stonden lagere overige uitgaven. De gemeenteraad heeft bij de vaststelling van de derde bestuursrapportage besloten om het voordeel in de uitgaven in 2011 ‘terug te geven’ aan de burger door e 1 miljoen toe te voegen aan de egalisatiereserve afvalverwijdering. Kostendekkendheid product riolering (bedrag in q)
Primitieve
3e Berap
Rekening
Begroting 2010
2010
2010
4.549.517
5.940.611
5.596.424
204.000
204.000
222.000
Totaal lasten
4.753.517
6.144.611
5.818.424
Baten
4.753.517
5.378.517
5.348.802
Saldo
-
766.094
469.622
Egalisatiereserve
-
404.221
404.221
Kostendekkendheid
-
361.873
65.401
100%
93%
99%
Lasten Btw
Toelichting op tabel In de berekening van het tarief van de rioolheffing is rekening gehouden met de btw die aan de burgers wordt doorgerekend. Hierbij is rekening gehouden met een bedrag van e 0,2 miljoen extra dekking als gevolg van btw. In de derde bestuursrapportage 2010 is er rekening gehouden met een onttrekking van e 404.221 inzake nog niet uitgevoerde werkzaamheden uit 2009. Deze zijn in 2010 afgerond en voor dit bedrag is ook in 2010 onttrokken. Het restant van het voordelige productsaldo van e 351.000 is aan de reserve en toegevoegd en bestaat uit uitgestelde werken die in 2011 worden uitgevoerd in het kader van het stedelijk waterplan. In de derde bestuursrapportage is een wijziging in de kostentoerekening aangebracht. Deze wijziging betreft het toerekenen van de lasten voor veegvuil voor e 1 miljoen. Hiertegenover stonden hogere eenmalige opbrengsten van e 625.000. De gemeenteraad heeft bij de vaststelling van de derde bestuursrap-
155 Programmarekening 2010
portage besloten om het voordeel in de opbrengsten in 2011 ‘terug te geven’ aan de burger door e 625.000 toe te voegen aan de egalisatiereserve rioolrechten. Dit verklaart de stijging van het saldo in de derde bestuursrapportage ten opzicht van de vastgestelde begroting. Kostendekkendheid product afvalverwijdering (bedrag in q)
Primitieve
3e Berap
Rekening
Begroting 2010
2010
2010
Lasten
1.984.697
2.173.324
2.080.922
Baten
1.989.508
1.999.149
1.239.4361
Saldo
-4.811
174.175
841.486
100%
92%
60%
Bouwleges
Kostendekkendheid in %
Burgerzaken Lasten
4.374.158
4.608.966
4.616.789
Baten
1.779.711
1.902.356
1.539.312
Saldo
2.594.447
2.706.610
3.077.477
41%
41%
33%
Lasten
775.137
772.894
700.027
Baten
664.056
664.056
697.283
Saldo
111.081
108.838
2.744
86%
86
100%
Kostendekkendheid in %
Begraafplaatsen
Kostendekkendheid in %
Markten Lasten
304.582
360.787
412.952
Baten
207.845
177.845
180.454
Saldo
96.737
182.942
232.499
68%
49%
44%
Kostendekkendheid in %
De afwijkingen op het product bouwleges en begraafplaatsen zijn toegelicht in Programma 1. B e l e i d t. a . v. l o k a l e h e f f i n g e n Het uitgangspunt bij heffing en inning van lokale belastingen is het leveren van kwaliteit en continuïteit tegen zo laag mogelijke kosten. Het externe beleid is gericht op actieve informatie uitwisseling op transparante wijze. Wij streven heldere en snelle communicatie na; zowel telefonisch, per brief als digitaal willen wij optimaal bereikbaar zijn voor (vragen van) de burger.
156 Programmarekening 2010
Overzicht diverse heffingen Onroerendezaakbelastingen (ozb) Onroerende zaakbelastingen zijn te onderscheiden in een eigenarenbelasting voor zowel woningen als niet-woningen en een gebruikersbelasting voor alleen de niet-woningen. De tarieven voor 2010: Onroerendezaakbelastingen (ozb)
Tarief 2010
Eigenaar woning
0,08511%
Eigenaar niet-woning
0,1527%
Gebruiker niet-woning
0,1320%
Bezwaarschriften 2010 Er zijn 635 bezwaarschriften binnengekomen n.a.v. de herwaardering van de waardes van woningen en niet-woningen met waardepeildatum 1 januari 2009. 16% hiervan (104 stuks) hadden betrekking op niet-woningen. Alle bezwaarschriften zijn afgehandeld binnen de daarvoor wettelijke termijn. Van de bezwaarschriften woningen is 32% geheel of gedeeltelijk in het gelijk gesteld. Roerende woon- en bedrijfsruimtebelastingen Deze belasting wordt ook wel de roerende zaakbelasting (RZB) genoemd, vanwege de gelijkenis met de OZB. De belasting is per 2001 ingevoerd en vervangt het voormalige liggeld voor woonschepen. Deze belasting wordt geheven van alle roerende zaken (bijv. woonschepen, woonwagens en kiosken). De tarieven zijn gelijk aan die van de OZB. Rioolrechten Rioolrechten worden geheven voor de bekostiging van de aanleg en het beheer van de gemeentelijke riolering. Deze rechten zijn onderverdeeld in een aansluitrecht en een afvoerrecht. In het algemeen is de eigenaar belastingplichtig voor het aansluitrecht en de gebruiker voor het afvoerrecht. Op 1 januari 2008 is de Wet gemeentelijke Watertaken aangenomen waarin onder andere de wettelijke verbreding van het rioolrecht en het gemeentelijk rioleringsplan (GRP) worden geregeld. Daarnaast introduceert het wetsvoorstel de gemeentelijke zorgplichten voor doelmatige inzameling van overtollig regen- en grondwater. Reinigingsheffingen Reinigingsheffingen zijn te verdelen in reinigingsrechten en afvalstoffenheffing. Reinigingsrechten worden geheven van bedrijven voor het beschikbaar stellen van verschillende soorten containers, het legen van containers en andere soorten afvalverwijdering. Voor de reinigingsrechten geldt dat wordt gelet op marktconformiteit van de geheven tarieven in verband met de concurrentiepositie ten opzichte van particuliere inzamelbedrijven. Vanaf 2009 wordt alleen nog door bedrijven betaald voor het storten op de milieustraat van hard puin, onbrandbaar bouw- en sloopafval en andere zaken. In 2010 is hiervoor een totaalbedrag in rekening gebracht van ruim e 4.600.
157 Programmarekening 2010
Afvalstoffenheffing Afvalstoffenheffing wordt geheven krachtens de wet Milieubeheer van particuliere huishoudens. Binnen de gemeente wordt geen onderscheid gemaakt tussen eenpersoons- en meerpersoonshuishoudens. Het tarief van de afvalstoffenheffing bedroeg in 2010 e €304.80. Parkeerbelastingen Parkeerbelastingen zijn te onderscheiden in een belasting voor feitelijk parkeren en een belasting voor gemeentelijke parkeervergunningen. Beiden dienen de regulering van het parkeerbeleid. Jaarlijks wordt het maximumtarief van de naheffingsaanslag vastgesteld bij Ministerieel Besluit. In 2010 zijn er ruim 10.665 naheffingsaanslagen opgelegd voor een totaalbedrag van e 572.460. Dit is een stijging ten opzichte van 2009 van ruim 45%. Hieruit blijkt dat de keus om twee formatieplaatsen uit te breiden, die zich expliciet bezighouden met parkeerhandhaving, zijn vruchten afwerpt. Precariobelasting Deze belasting moet worden betaald voor ‘het hebben van voorwerpen op de openbare gemeentegrond’. Tarieven zijn opgebouwd per periode en binnen/ buiten Centrum gebied. In 2010 zijn er aanslagen opgelegd voor een bedrag van e 202.000. Hondenbelasting Hondenbelasting is in zijn oorsprong een regulerende belasting ter beperking van het aantal honden. Vrijgesteld van deze belasting zijn onder meer politiehonden, Soho -honden en puppies jonger dan drie maanden. In 2010 heeft er weer een actieve huis-aan-huis controle in de zomermaanden plaatsgevonden. Mede hierdoor is het aantal geregistreerde honden weer gestegen. Hondenbelasting
Beginstand 2010
Eindstand 2010
Aantal adressen met hond
4642
4699
Aantal honden
5286
5366
Leges Leges, door team belastingen in rekening gebracht zijn o.a.: Leges Burgerzaken; ruim e 42.000. Leges VTH Bouw en milieu: ruim e 900.000 Lijkbezorgingrechten Lijkbezorgingrechten worden onder ander geheven voor het gebruik van de aula, het begraven en cremeren van stoffelijke overschotten en het bijzetten van asbussen in een urnenmuur. Brandweerrechten Brandweerrechten worden geheven voor geleverde diensten door de brandweer niet zijnde de eigenlijke, repressieve brandweertaken. In 2010 is ruim e 3.200 in rekening gebracht.
158 Programmarekening 2010
Marktgelden Marktgelden worden geheven voor reguliere weekmarkten en incidentele marktdagen. Er wordt een aanslag opgelegd voor bijvoorbeeld het plaatsen van marktkramen en het parkeren bij markten. Lokale lastendruk huishoudens 2010 Uitgaande van een gemiddelde WOZ-waarde van e 220.000 (waardepeildatum 1-1-2009) geldt voor 2010 het volgende lastendrukplaatje: Lokale lastendruk huishoudens 2010 (bedragen in q)
2010
2009
OZB-eigenaar woning 187,24
182,95
Afvalstoffenheffing
304,80
282,23
Rioolrecht eigenaar
81,24
79,15
Rioolrecht gebruik
44,88
43,84
618,16
588,17
2010
2009
Totaal
Overzicht belangrijkste tarieven voor huishoudens 2010 (bedragen in q)
OZB/RZB eigenaar woning 0,08511% OZB/RZB eigenaar niet woning
0,08316%
0,1527 %
0,1512%
OZB/RZB gebruiker niet woning 0,1320%
0,1247%
Rioolrecht eigenaar 81,24
79,15
Rioolrecht gebruik 44,88
43,84
Afvalstoffenheffing 304,80
282,23
Parkeertarief per uur
2,00
1,60
Dagparkeerkaart
6,90
5,50
Kosten naheffingsaanslag 51,00
50,00
Leges Rijbewijs 46,10
41,90
Leges Paspoort 50,90
49,00
Kwijtschelding Er kan geheel of gedeeltelijke kwijtschelding worden verleend voor de afvalstoffenheffing en het rioolrecht gebruik. Voor de beoordeling van kwijtscheldingsverzoeken is een samenwerkingsovereenkomst gesloten met het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. Door deze samenwerking hoeven burgers van Purmerend slechts bij één instantie een verzoek in te dienen. De redenen om verzoeken af te wijzen, zijn het beschikken over een te ruime betalingscapaciteit, een te hoog inkomen of te veel vermogen.
159 Programmarekening 2010
Overzicht kwijtschelding 2010 (bedragen in q)
Afvalstoffenheffing aantal bedrag
Automatische kwijtschelding direct op aanslagbiljet
700
Rioolrecht (gebruik) aantal bedrag
213.029,80
700
Totaal verleend
31.681,54
244.711,34
Kwijtschelding op verzoek
723
212.109,93
723
31.426,41
243.536,34
Totalen
1.423
425.139,73
1423
63.107,95
488.247,68
In het 4de kwartaal van 2009 zijn er extra inspanningen gepleegd door het team belastingen om de aanvragen kwijtschelding 2010 te optimaliseren. Er is een een bestandsvergelijking aangeboden aan het Inlichtingenbureau. Het Inlichtingenbureau voerde vervolgens een gegevensuitwisseling uit tussen de gemeentelijke belastingdienst en het UWV (voor de inkomensgegevens), de Belastingdienst (voor de vermogenssituaties) en het RDW (voor het bezit van auto’s). Burgers die in 2009 kwijtschelding hadden gekregen van gemeentelijke belastingen kwamen in aanmerking om in dit nieuwe systeem te worden opgenomen. Hiervoor is uiteraard wel eerst schriftelijk toestemming gevraagd. Door deze bestandsvergelijking is er een flinke daling geweest voor wat betreft het aantal burgers dat automatisch kwijtschelding heeft ontvangen. Van de handmatige aanvragen zijn er 723 gehonoreerd. In totaal is het aantal geheel of gedeeltelijke verleende kwijtscheldingen gedaald van 1847 naar 1423. Stand van zaken afboeken oninbare posten Team belastingen heeft van rechtswege de mogelijkheid om openstaande vorderingen tot 5 jaar terug te incasseren. In 2010 zijn de oninbare posten over het jaar 2005 administratief afgeboekt. Redenen dat opgelegde aanslagen oninbaar worden verklaard, zijn bijvoorbeeld dat burgers verhuizen, zonder dat zij doorgeven waarheen. Ook maken burgers gebruik van WSNP (Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen). Bij bedrijven gaat het vaak om faillissementen. Stand van zaken afboeken oninbare posten in 2005 (bedragen in q) Gemeentelijke belastingen Overige leges/ belastingen
4.3
117.295 (0,54% van het totaal opgelegde bedrag in 2005 van 21.561.520)
22.728 (0,98% van het totaal opgelegde bedrag in 2005 van 2.300.559)
Weerstandsvermogen D o e l s t e ll i n g De paragraaf weerstandsvermogen geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is om niet begrote kosten te dekken. Door het weerstandsvermogen hoeft bij een financiële tegenvaller in de begrotingsuitvoering niet direct tot een bezuiniging te worden overgegaan. Onderscheid wordt gemaakt tussen inciden-
160 Programmarekening 2010
teel en structureel weerstandsvermogen. Het eerste is bedoeld voor eenmalige tegenvallers en het tweede voor structurele tegenvallers. Het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) definieert het begrip weerstandsvermogen als volgt: BBV Artikel 11 lid 1: Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen: A. De weerstandscapaciteit, zijnde de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken; B. Alle risico’s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie. O m v a n g w e e r s ta n d s c a p a c i t e i t Uit de toelichting in de BBV blijkt dat tot de weerstandscapaciteit de algemene reserve, stille reserves en de onbenutte belastingcapaciteit worden gerekend. Dit zijn immers middelen en mogelijkheden waarover een gemeente beschikt om niet begrote kosten die onverwachts en substantieel zijn te dekken. Hoewel bestemmingsreserves in principe ook tot de weerstandscapaciteit behoren (betreft immers eigen vermogen), rekent de BBV ze hiertoe niet mee. Waarschijnlijk vanwege het feit dat ze niet vrij inzetbaar zijn zonder heroverweging van (politieke) keuzes. De algemene reserve en stille reserves behoren tot de incidentele weerstandscapaciteit. Dit is het vermogen om calamiteiten en andere eenmalige tegenvallers op te kunnen vangen, zonder dat dit invloed heeft op de voortzetting van taken op het geldende niveau. Met de structurele weerstandscapaciteit worden de middelen bedoeld die permanent ingezet kunnen worden om tegenvallers in de lopende exploitatie op te vangen, zonder dat dit ten koste gaat van de uitvoering van de bestaande taken. In de literatuur wordt hiertoe soms ook de bezuinigingsmogelijkheden die een gemeente heeft, gerekend. Maar gelet op de toelichting op artikel 11 van de BBV, gaat het hier strikt genomen alleen om de onbenutte belastingcapaciteit. Bij de bepaling van het weerstandsvermogen zijn de algemene reserve en de belastingdruk van belang. De algemene reserve is direct beschikbaar om ingezet te worden. De belastingdruk is een indicator om te helpen beoordelen of de gemeente door verhoging van de belastingen over meer middelen kan beschikken. Stille reserves zijn de meerwaarden van activa die lager dan de werkelijke waarde of tegen nul zijn gewaardeerd en die direct verkoopbaar zijn – indien we dat zouden willen – zonder dat de normale bedrijfsgang daaronder te lijden heeft. Dit betreft dan met name de nu door de gemeente verhuurde, niet voor de openbare dienst bestemde gebouwen. Evenmin mogen deze gebouwen in gebruik zijn bij maatschappelijke voorzieningen. In feite moet er sprake zijn van bijna direct-verkoopbare gebouwen. Ook als het pand voor strategische doeleinden is verworven (een toekomstige ontwikkeling) maakt het geen onderdeel uit van de stille reserves. Over de afwegingen rondom de stille reserves, is bij gelegenheid van de programmarekening 2007 apart gerapporteerd aan de rekenkamercommissie en is ook de bovenstaande interpretatie van het begrip
161
Programmarekening 2010
stille reserves besproken. Op grond hiervan beschikte Purmerend niet over stille reserves. Bij de begrotingsvoorbereiding 2009 en 2010 is dit opnieuw getoetst en mede als gevolg hiervan wordt voorgesteld om de voormalige brandweerkazerne af te stoten en enkele panden tegen een commerciële huur te verhuren. Deze opbrengsten zijn verwerkt in de meerjarenbegroting en het resultaat en daarmee verwerkt in bepaling van het weerstandsvermogen. O n b e n u t t e b e l a s t i n g c a pa c i t e i t De onbenutte belastingcapaciteit van de gemeente Purmerend is het verschil tussen het werkelijke tarief (on)roerendezaakbelastingen dat de gemeente heeft vastgesteld en het tarief dat de gemeente minimaal zou moeten hanteren om in aanmerking te komen voor extra steun van het rijk (de zogenaamde artikel 12 status). De onbenutte belastingcapaciteit van de gemeente Purmerend is in de meerjarenbegroting gedeeltelijk ingezet. Er resteert nog de mogelijkheid om de roerendezaakbelasting (OZB) verder te verhogen. De ruimte voor de verdere verhoging is mede afhankelijk van de hoogte van het landelijk gemiddelde van de OZB. Op dit moment bedraagt de ruimte voor Purmerend zo’n e 0,7 miljoen op jaarbasis. Bij dit bedrag wordt rekening gehouden met tarief dat 20% boven het landelijk gemiddelde ligt, na aftrek van de in de programmabegroting 2011 al verwerkte verhoging in de jaren 2012, 2013 en 2014. B e n o d i g d e o m v a n g v a n h e t w e e r s ta n d s v e r m o g e n Om de benodigde omvang van het weerstandsvermogen te bepalen moeten periodiek de risico’s worden beoordeeld. Hieronder worden de actuele risico’s gepresenteerd. De analyse van de risico’s wordt nog verder verfijnd. Deze verfijning wordt afgerond in april 2011. De voorlopige uitkomst van de risico’s is dat de gewenste omvang van het weerstandsvermogen rond de e 13 miljoen ligt. In de verfijning worden risico’s gekoppeld aan een inschatting van de kans dat het risico zich daadwerkelijk voordoet. B e s c h i kb a a r w e e r s ta n d s v e r m o g e n De uitkomst van de programmarekening laat zien dat er omvang van de algemene reserve ultimo 2010 onder het gewenste niveau van het weerstandsvermogen ligt. Dit is conform de ramingen die zijn opgenomen in de begroting 2010 en de bestuursrapportages die in 2010 zijn uitgebracht. De omvang van de algemene reserve is ultimo 2010 ruim e 3 miljoen. Dit is zo’n 7 miljoen beter dan verwacht. Op 31 maart 2010 wordt de kadernota 2012-2015 uitgebracht. In de kadernota is het financieel perspectief geactualiseerd en daarmee de verwachte ontwikkeling van de algemene reserve. Deze ontwikkeling is gunstiger dan geraamd in de programmabegroting. De algemene reserve zal eind 2013 ruim e 14 miljoen bedragen en de jaren daarna verder kunnen oplopen. Risico’s De risico’s die bij deze paragraaf worden meegenomen zijn de niet reguliere, strategische, niet kwantificeerbare risico’s. De reguliere horen immers in de begroting tot uitdrukking te komen. Veelal kunnen deze via een verzekering worden afgedekt.
162 Programmarekening 2010
Hieronder worden deze risico‘s beschreven. Aan de orde komen risico’s met een omvang van e 100.000 of groter op jaarbasis. Voor deze grens is gekozen om het overzicht te beperken tot de hoofdlijnen. Bij de risico’s geldt dat een inschatting gemaakt kan worden van de kans dat het risico zich daadwerkelijk zal manifesteren en de omvang van het risico. Om de risico’s op te vangen, zijn er verschillende maatregelen mogelijk: • bijstelling van de geldende beleidskaders, hierdoor kunnen de uitvoeringskos ten worden beperkt. Dit kan bijvoorbeeld door de grenzen waarboven een bijdrage door de gemeente wordt verleend te verhogen; • inkomstenverhogende maatregelen te nemen indien de risico’s zich manifeste ren op onderdelen waar sprake is van kostendekkende dienstverlening; • frequent(er) te toetsen of het risico zich al voordoet en zo goed mogelijk maatregelen treffen ter beheersing van de onzekerheden. Deze maatregel kan worden ingezet op die onderdelen waarvan de uitkomst niet door de gemeente kan worden gestuurd, maar waarvan de uitkomsten wel kunnen worden
gevolgd. Het doel van de maatregel is dan het voorkomen dat ‘ongemerkt’ de begroting en de werkelijkheid uiteen groeien en er nadelen optreden. Voor een goed begrip van wat er onder risico’s valt en wat er niet onder valt kan de onderstaande vuistregel behulpzaam zijn: • Kortingen op algemene en specifieke uitkeringen Voor kortingen op algemene (het gemeentefonds) en specifieke uitkeringen geldt dat deze worden ingeschat in de begroting en verwerkt. Het weerstandsvermogen is nadrukkelijk niet bedoeld als zodanige buffer dat niet op de meest actuele gegevens over de hoogte van deze uitkeringen worden verwerkt. De begroting moet hier dus op inspelen. Dat geldt ook voor de risico’s van het onvolledig kunnen declareren van uitgaven op specifieke uitkeringsregelingen. Deze risico’s kunnen vooraf worden ingeschat en hierop kan de administratieve organisatie worden aangepast. • Kosten Voor gebeurtenissen waarvan het zeker is dat ze zich voor gaan doen en waarvan de omvang ook bekend is worden voorzieningen ingesteld. Bij het weerstandsvermogen kunnen kosten derhalve buiten beschouwing worden gelaten. • Kleine risico’s Voor kleine risico’s geldt dat de financiële betekenis hiervan niet zodanig materieel is dat hiermee rekening moet worden gehouden bij de bepaling van het benodigde weerstandsvermogen. In de begroting is een post onvoorzien opgenomen van e 50.000 om gedurende het jaar hierop te kunnen antwoorden als inpassing van de uitgaven niet binnen een programma is op te vangen. We hebben het dan niet over reguliere afwijkingen bij de uitvoering van de begroting. Hiervoor geldt dat er meerdere malen per jaar bijstelling van de begroting plaatsvindt. • Rampen en crisis Voor rampen en crisissituaties geldt dat er een scala aan beheersmaatregelen is getroffen. Dit betreft enerzijds het rampenplan waarmee aangegeven wordt hoe een (dreigende) ramp of crisis te lijf wordt gegaan en anderzijds is er sprake van
163 Programmarekening 2010
een verzekerd risico en voor zover dit niet het geval is, zal worden teruggevallen op de rijksoverheid. Uiteraard kan er sprake zijn van een financieel nadeel voor de gemeente. De omvang hiervan is niet vooraf in te schatten en de inpassingen zijn er hoe dan ook op gericht om een dergelijke schade te voorkomen, dan wel te minimaliseren. Voor zover het in de beïnvloedingssfeer ligt van de gemeente wordt via de weg van vergunningen en periodieke toetsing gezorgd voor het minimaliseren van de risico’s.
Financiële risico’s Op e n - e i n d r e g e l i n g e n a. Inkomensvoorzieningen en de Wet maatschappelijke ondersteuning. Via de uitkering uit het Gemeentefonds en de gebundelde uitkering inkomensvoor zieningen liggen de ontvangsten vast. Mochten de aanvragen tot hogere uitkeringen leiden dan komt dat t.l.v. de gemeente Purmerend; b. Leerlingenvervoer. De uitgaven hiervoor zijn geraamd op basis van de huidige vervoerstromen. Nieuwe aanvragen kunnen leiden tot aanzienlijke kostenver hogingen.; c. Regelingen in het kader van het minimabeleid: Voor de uitgaven in het kader van het minimabeleid geldt dat aanvragen worden behandeld conform de voor dat jaar geldende regeling. Een groter beroep dan ingeschat kan in de loop van het jaar niet worden afgewezen. G e m e e n s c h a pp e l i j k e r e g e l i n g e n / v e r b o n d e n p a r t i j e n De deelname in gemeenschappelijke regelingen brengt financiële risico’s met zich mee, omdat het uitgavenbeleid door het bestuur van het samenwerkingsverband wordt bepaald en niet door de individuele gemeentebesturen. T.a.v. de sociale werkvoorziening kan gemeld worden dat de nieuwe Wet Sociale Werkvoorziening dwingt tot een heroverweging van doelstellingen, werkwijze en organisatie bij het werkvoorzieningschap door kortingen vanuit het rijk. Voor zowel de veiligheidsregio als de sociale werkvoorziening is er bij de gemeenschappelijke regeling een reserve voor risico’s en fluctuatie in de jaarresultaten. F i n a n c i e r i n g s k o s t e n e n / o f o pb r e n g s t e n e i g e n f i n a n c i e r i n g s m i d d e l e n ( r e n t e o n t w i kk e l i n g ) Een belangrijk risico vormt de renteontwikkeling. In de renteomslag is uitgegaan van 4% voor kas- en daggeld. Stijging van het werkelijk te betalen rentetarief zal hogere financieringskosten met zich meebrengen. De gemeente heeft een jaarlijkse behoefte aan kort (< 1 jaar) en langdurig (> 1 jaar ) kapitaal. Over de aangetrokken gelden wordt rente betaald. Het risico is tweeledig: • het is onzeker tegen welk rentepercentage de komende jaren exact kort- en langlopende leningen kunnen worden aangetrokken; • het is onzeker voor welke omvang exact bedragen moet worden aangetrokken. Waardering van dit risico: Ad a. In het meerjarenperspectief wordt gerekend met een gemiddelde rente van minder dan 4% voor aan te trekken langlopende leningen. Om het risico te beheersen wordt de algemeen voorgeschreven kasgeldlimiet gehanteerd. Deze
164 Programmarekening 2010
limiet zorgt ervoor dat de omvang van de middelen die de gemeente aan moet trekken, beperkt blijft en daarmee ook het effect van een hogere rente op de geldmarkt. Ad b. De omvang van de op enig moment aan te trekken geldleningen, wordt beïnvloed door de spreiding van de huidige leningportefeuille en door middelen die voor nieuwe investeringen moeten worden aangetrokken. In de begroting is het bovengenoemde risico voldoende afgedekt. Bij de huidige rentetarieven is de kans op een nadeel als gevolg van de rentestand klein. Daarnaast is er een risico dat de omvang van de aan te trekken middelen afwijkt van de in de begroting geraamde bedragen door vertraging in het investeringsprogramma. Bij een verschil van 1% in de rente levert dit bij het jaarlijks aantrekken van circa e 30 miljoen een effect op van e 300.000. In de afgelopen periode zijn elk jaar afwijkingen gerapporteerd in de bestuursrapportages. Door de toename van de algemene reserve hoeft er minder te worden geleend. De begroting biedt op dit onderdeel dan ook eerder kansen dan risico’s. Op dit onderdeel wordt daarom bij de inschatting van het benodigde weerstandsvermogen geen aparte component meegenomen (risico: nihil). D e c e n t r a l i s at i e v a n o v e r h e i d s ta k e n n a a r g e m e e n t e n Veel taken die, tot voor kort, uitgevoerd werden door de hogere overheid, worden op kortere of langere termijn overgedragen naar gemeenten. De daarbij behorende budgetten die worden overgedragen, veelal onder toepassing van zogenaamde efficiency kortingen, kunnen in een aantal gevallen ontoereikend blijken. Op dit moment zijn vanuit het rijk taken genoemd op het gebied van jeugdzorg en Awbz. De precieze omvang van deze effecten zijn nog niet bekend. Omdat de besluitvorming over de overheveling nog niet is afgerond is het niet zinvol om een inschatting te maken van de risico’s die met de voerdracht gepaard gaan. Vanuit de gemeenten is in de besprekingen aangegeven dat er bij overdracht ruimte moet zijn voor eigen beleid en de behorende financiën voor de taak toereikend moeten zijn. Op dit moment is er voor deze nieuwe taken geen reden om in het weerstandsvermogen een component mee te wegen. B e k o s t i g i n g b i j s ta n d s - e n i n k o m e n s v o o r z i e n i n g e n ( WW B e n W m o ) a. Wet maatschappelijke ondersteuning. In het kader van de Wmo biedt de gemeente tal van individuele en collectieve voorzieningen aan. In de uitvoering van de begroting en de meerjarenraming is een belangrijk risico het gebruik van deze voorzieningen door de doelgroep. In de meerjarenbegroting is
rekening gehouden met aanbestedingen en daarmee is het risico van stijgende prijzen in belangrijke mate afgedekt. De omvang van het gebruik door de doelgroep laat zich moeilijker voorspellen. De ervaring heeft geleerd dat kwalitatief goede voorzieningen leiden tot een hoger gebruik. Dit risico
erkennend gaat de gemeente onverminderd door met het streven om de kwaliteit op een hoog niveau te krijgen of te houden. De groeiende omvang van de doelgroep behoort – volgens de landelijke systematiek – mede te worden afgedekt door een groei van de landelijk beschikbaar gestelde, en te stellen, middelen. Evenals bij de uitvoering van de Wet werk en bijstand is er echter geen direct verband tussen het lokale gebruik van de voorzieningen en de omvang van het landelijke budget. Naast de omvang van de doelgroep en
165 Programmarekening 2010
het daadwerkelijke gebruik is ook van belang het voorzieningenpakket. Bij een beperkte financiële ruimte is uiteindelijk de samenstelling van het voorzienin genpakket, inclusief de daarbij horende grenzen voor de toekenning en eigen bijdragen, een belangrijke mogelijkheid om de kosten te beïnvloeden. Voor de komende begrotingsperiode geldt als belangrijkste risico voor de Wmo het werkelijk gebruik van de voorzieningen. In het financieel perspectief is reke ning gehouden met een jaarlijkse groei van 2%, dit komt overeen met de groei van het aantal 75+ers. Voor de beheersing van de risico’s geldt dat afwijkingen in enig jaar geacht worden onderdeel uit te maken van de reguliere bedrijfsvoering en dus worden opgevangen via de algemene reserve en het weerstandsvermogen. Op de langere termijn worden de risico’s afgewogen via de ruimte voor de Wmo als geheel en de inrichting van het voorzieningenpakket. Als Wmo voorzieningen worden aangepast moet rekening worden gehouden met een overgangstermijn bij het aanpassen van de verordening. Op grond van het bovenstaande kan het risico voor de uitvoering van de Wmo gewaardeerd op e 0,9 miljoen. b. Wet Werk en Bijstand. Bij de uitvoering van de Wwb doen zich twee risico’s voor die van belang zijn voor het meerjarenperspectief. Het betreft de cliënten aantallen en de hoogte van de rijksbijdrage. Allereerst de aantallen cliënten (65-) met een bijstandsuitkering: afwijkingen van het aantal cliënten werken direct door in de uitgaven. Het aantal cliënten laat zich niet eenvoudig exact schatten. In de begroting wordt om die reden een marge in de uitvoering als afwijking redelijk geacht. Voordat deze cliënten in aanmerking komen voor bijstand zijn er voorliggende voorzieningen, zoals de werkloosheidsuitkerin gen. Deze voorzieningen zorgen ervoor dat in een teruglopende economie het aantal bijstandscliënten pas na enige tijd oploopt. Het aantal cliënten is in de begroting voor de komende jaren verhoogd. Onzeker is hoelang de periode van economische verslechtering aanhoudt en hoe landelijk het macrobudget voor het inkomensdeel wordt bijgesteld. De omvang van de rijksbijdrage (inkomensdeel) Wwb wordt driemaal per jaar bijgesteld door de rijksoverheid. In het verdeelsysteem voor de rijksbijdrage is sprake van een aanpassing aan de landelijke omvang van de Wwb en wordt de daling of stijging van het aantal cliënten op het niveau van een individuele gemeente niet direct verwerkt. Het verdeelsysteem dempt de schommelingen in de tijd. Voor de langere termijn (2012 en verder) wordt in deze kadernota uitgegaan van een landelijke daling van de bijstand, een heel beperkte daling in Purmerend en een gelijk blijvende rijksbijdrage. Om het risico van de afwijkingen in de cliëntenaantallen en de omvang van de rijksbijdrage zo goed mogelijk te volgen, zal in de bestuursrapportages
specifiek aandacht worden besteed aan de bijstellingen. Voor de afwijkingen in enig jaar geldt dat deze moeten worden opgevangen in het weerstandsvermo gen van de gemeente. Het risico in de uitvoering van het inkomensdeel van de Wwb kan oplopen tot e 1,5 tot e 2 miljoen per jaar. De kans op afwijkingen is groot. Dit is een blijvend onderdeel in de onderbouwing van het weerstands vermogen. Op grond van het bovenstaande wordt het risico gewaardeerd op e 4,5 tot e 6 miljoen.
166 Programmarekening 2010
De financiële verhouding rijk - gemeenten Binnen het gemeentefonds zijn er voortdurend ontwikkelingen die de hoogte ervan beïnvloeden. Ten eerste is de omvang van het gemeentefonds afhankelijk van de hoogte de gecorrigeerde netto rijksuitgaven. Daarnaast zijn de maatstaven aan de hand waarvan de algemene uitkering wordt berekend telkens aan verandering onderhevig. In het najaar van 2010 is duidelijk geworden dat bij de nieuwe landelijke bezuinigingen het gemeentefonds met ruim e 1,6 miljard zal worden gekort. Tegenover deze bezuiniging staat een toename van het gemeentefonds als gevolg van het zgn. structureel begrotingsbeleid dat de rijksoverheid voert. Dit levert een stijging op voor het fonds met e 2,2 miljard. Per saldo is er sprake van groei in de jaren 2014 en 2015. Uit deze groei moet ook het effect van stijgende prijzen worden afgedekt. Deze aanname is verwerkt in deze Kadernota. Meer duidelijkheid voor de precieze omvang wordt pas verwacht eind mei 2011 na het verschijnen van de circulaire. Maar ook dan blijft er onzekerheid, de groei van het gemeentefonds is namelijk gekoppeld aan de feitelijke groei van de rijksuitgaven. Hoe dit exact doorwerkt en hoeveel de landelijke groei in de jaren 2014 en 2015 zal zijn laat zich onvoldoende voorspellen. Op dit onderdeel is sprake van een blijvende onzekerheid die is niet meegewogen in de omvang van het benodigde weerstandsvermogen. Het apart houden van deze onzekerheid met een bedrag aan weerstandsvermogen ligt niet voor de hand. Vooruitlopend op de precieze omvang van de korting op het gemeentefonds worden juist maatregelen getroffen. Jaarlijks wordt de ontwikkeling gevolgd via de kadernota en begroting, dit zijn ook de momenten waarop kaderstellend de uitgaven van de gemeente kunnen worden bijgesteld. Gemeentegaranties Beleid binnen Purmerend is dat de afgifte van gemeentegaranties alleen in uiterste noodgevallen zal plaatsvinden. In de praktijk is inmiddels gebleken dat het aantal afgiften sterk is gereduceerd (gemiddeld 1 per jaar). Ten aanzien van door de gemeente verleende garanties wordt een financieel risico gelopen. Gezien de ervaringen uit het verleden is het risico beperkt. Bij garantstelling door de gemeente wordt tot op heden (met uitzondering van de stadsverwarming) nog geen risico-toeslag toegepast. Ter beperking van het risico kan overwogen worden bij nieuwe garanties wel een risico-toeslag in rekening te brengen. Onderwijshuisvesting Getoetst is of de begroting nog ruimte heeft voor het voldoen aan reguliere verzoeken voor voorzieningen in de onderwijshuisvesting. Dat is het geval voor circa e 6 miljoen aan investeringen (afhankelijk van de afschrijvingstermijn). Dit is normaal gesproken genoeg voor de komende vier jaar. Hierbij wordt geen rekening gehouden met huisvesting boven de norm en evenmin met extra ruimte voor brede scholen. Op grond van het bovenstaande wordt het risico voor dit onderdeel gewaardeerd op e 0. Inkomsten leges omgevingsvergunningen De inkomsten (voorheen: bouwleges) zijn relatief sterk afhankelijk van externe ontwikkelingen. Voor de begrotingsuitvoering is dit een risico. Uitgegaan wordt van een kostendekkend tarief en op grond hiervan wordt vooraf in belangrijke mate het niveau van uitgaven bepaald. Indien het aantal daadwerkelijke vragen
167 Programmarekening 2010
vervolgens sterk afwijkt, dan is het niet goed mogelijk om in gelijke mate alsnog de uitgaven te laten dalen. Voor dit risico is geen aparte voorziening of reserve benoemd. De omvang van de afwijking kan gelet op de schommelingen in de afgelopen jaren variëren van e 100.000 tot e 500.000. De kans dat de inkomsten afwijkingen van de begroting is groot. Indien sprake is van lagere inkomsten dan komen deze direct ten laste van de algemene reserve. Indien sprake is van hogere inkomsten, wordt de raad voorgesteld een egalisatiereserve te vormen zodat de toekomstige risico’s hieruit kunnen worden gedekt. Bij deze egalisatiereserve geldt dat er een maximale omvang moet worden aangegeven. Voorlopig kan daarbij gedacht worden aan een maximum van e 1,5 miljoen. Zonder een bedrag in een egalisatiereserve zijn de inkomsten uit leges voor de omgevingsvergunningen een risico in de begroting. Dit risico kan gewaardeerd worden op circa e 1,5 miljoen. P a r k e e r o pb r e n g s t e n In de begroting wordt jaarlijks rekening gehouden met een bedrag van ruim e 2 miljoen aan opbrengsten uit parkeergelden en naheffingsaanslagen. Dit bedrag is gebaseerd op de opbrengst zoals die zich in de afgelopen jaren heeft voorgedaan. De opbrengst kan in enig jaar ook tegenvallen doordat er minder gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheid om betaald te parkeren. Het achterblijven van de inkomsten in enig jaar met e 250.000 is niet onwaarschijnlijk, al zijn de parkeeropbrengsten een stabiele factor in de gemeenterekening. Tegenover het wegvallen van opbrengsten uit betaald parkeren staan geen uitgaven die kunnen worden verlaagd. Als de parkeeropbrengsten tegenvallen werkt dit direct door in het rekeningresultaat. Voor het structureel inpassen van lagere opbrengsten, zal er op andere uitgaven moeten worden bezuinigd. Op grond van het bovenstaande kan het risico van lagere parkeeropbrengsten worden gewaardeerd op e 0,75 miljoen. Voor de parkeeropbrengsten zelf geldt dat jaarlijks wel zo reëel mogelijke raming moet worden opgenomen. Kruising Jaagweg/Gorslaan In het onderhoudsprogramma wegen wordt geen rekening gehouden met het voortijdig moeten vervangen en renoveren van wegen. Dit betekent dat grote onvoorziene onderhoudswerken niet kunnen worden uitgevoerd zonder achterstanden op te lopen. In 2010 is gebleken dat de kruising Jaagweg/Gorslaan vervroegd een grootschalige renovatie moet ondergaan. Deze werkzaamheden zullen niet voor 2013 worden uitgevoerd. De kosten hiervan zijn nog niet exact bepaald. Indicatief moet gerekend worden op een bedrag in de orde van grote van e 2 miljoen. Omdat zoals hierboven aangegeven de kosten niet inpasbaar zijn in de reguliere onderhoudsprogramma’s moet dit volledig worden meegeteld in de omvang van het benodigde weerstandsvermogen. In de loop van 2011 wordt bezien of voor de werkzaamheden een voorziening kan worden ingesteld. Dit is mede afhankelijk van de scherpte in de onderbouwing van de te maken kosten. B t w o p u i t g a v e n v o o r p a r t i c i p at i e In het kader van de Wet werk en bijstand doet de gemeente uitgaven om de participatie van inwoners met een afstand tot de arbeidsmarkt te vorderen. Deze uitgaven vallen niet zonder meer in het BTW-regime van de overheidstaken. Indien de uitgaven direct kunnen worden toegerekend aan de individuele partici-
168 Programmarekening 2010
panten is de btw van het betreffende traject niet compensabel voor de gemeente. Er is dan sprake van kostprijs verhogende btw. De gemeente kan dit ondervangen door het traject voor de participant in te kopen bij een btw-vrijgestelde instelling. Daarnaast is het van belang om nader te toetsen of het voor de gemeente voordelig is om een aantal uitgaven vorm te geven via subsidies aan instellingen waar participanten en traject doorlopen in plaats van een inkoopcontracten waarbij de instellingen een btw-belaste prestatie leveren. Voor de omvang van de participatieuitgaven is sprake van een risico dat de gemeente de BTW niet correct verwerkt. Dit risico kan oplopen tot e 0,5 miljoen per jaar. Het bovenstaande risico en de mogelijkheden om dit beheersen vergen nader onderzoek. Hangende dit onderzoek bestaat de kans dat een deel van de contracten moet worden beoordeeld als kostprijs verhogend. Hiermee is in de begroting geen rekening gehouden. Gedurende de looptijd van de contracten zullen de hogere kosten dus kunnen leiden tot niet begrote uitgaven. Voor de periode tot en met 2014 wordt dit risico ingeschat op maximaal e 2 miljoen. B o u w g r o n d e x pl o i tat i e In de grondexploitaties doen zich drie soorten risico’s voor. Dit betreft de ontwikkeling van de kosten van de grondexploitatie ten opzichte van de vastgestelde grondexploitatie, de afzetbaarheid van de gronden en de nog niet in grondexploitatie opgenomen voorraad gronden. Voor de lopende grondexploitaties geldt dat de verkoop van de gronden een beperkt risico is. Voor de kosten van de lopende grondexploitaties, is er een onzekerheid voor wat betreft de exacte aanbestedingen (wat moet er gemaakt worden) en het prijspeil van de aanbestedingen (wat het kost het om het programma te maken). Beide aspecten worden jaarlijks in de actualisatie van de grondexploitatie en de beoordeling voor ‘winstneming’ in de grondexploitaties meegenomen. Voor nog niet in een grondexploitatie opgenomen voorraden grond is er sprake van een beperkt risico. De door de gemeente verrichte aankopen hebben plaatsgevonden in de veronderstelling dat deze op een later tijdstip (inclusief rentekosten) kunnen worden terugverdiend bij de gronduitgifte. De gemeente heeft hiervoor zowel gronden, als opstallen aangekocht. Voor de aankopen geldt dat deze plaatsvonden op basis van de structuurvisie en de daarin geschetste, gewenste ontwikkelingen. Als financiering was daarbij de reserve gronden en de toekomstige grondexploitatie, onomstreden. In de praktijk ontstaat er vervolgens een boekwaarde op nog in exploitatie te nemen gebieden, zonder dat de reserve gronden is afgenomen. Bij de latere ontwikkeling kan dat alsnog moeten gebeuren, omdat de plannen niet perse rendabel zijn. Het belangrijkste risico betrof het gebied Kop van West. Voor de eerste fase van dit plan is in 2009 een grondexploitatie vastgesteld met een tekort dat ook is afgedekt. Hierin worden alle boekwaarden in het gebied afgedekt. Voor de volgende fases bestaat de mogelijkheid om het gebied minder risicovol te ontwikkelen waardoor er geen verlies hoeft op te treden. In zijn algemeenheid is en blijft het gewenst om voor de risico’s van de grondexploitatie een bedrag achter de hand te houden. Mede met dit oogmerk is in het verleden de reserve gronden gevoed. Op basis van de huidige complexen is een reserve van circa e 5 miljoen nodig. Tegenover deze algemene voorzichtigheidsregel staat de praktijk van de afgelopen periode waarin telkens percelen uit het gemeente bezit zijn verkocht met een
169 Programmarekening 2010
aardige boekwinst. Ook in de komende periode doet deze mogelijkheid zich nog voor. Met deze ontwikkeling wordt het verantwoord geacht om geen aparte raming in het weerstandvermogen voor de bouwgrondexploitatie op te nemen. Wel zal het komend jaar de huidige boekwaarde van de gebieden en panden tegen het licht worden gehouden. Voor de bepaling van het weerstandsvermogen geldt dat uitgegaan kan worden van een bedrag e 0. Het resterend risico is dan dat de algemene reserve minder snel zou kunnen groeien in het geval de verkoop van bouwgronden vertraagd. B V S ta d s v e r w a r m i n g P u r m e r e n d De activiteiten voor de stadsverwarming zijn per 2007 ondergebracht in de BV Stadsverwarming Purmerend. Met het onderbrengen in de BV heeft de gemeente de oude stadsverwarming-problematiek feitelijk verdeeld in twee risico’s. Allereerst is dit het risico dat de BV onvoldoende winst maakt om dividend over de deelneming uit te keren. De waarde van de deelneming tegen 5% vergt jaarlijks dividend van e 2,1 miljoen. Tot en met 2015 wordt in het meerjarenperspectief geen rekening gehouden met dividend. Op grond van de actuele inzichten is er geen zekerheid over dit dividend. Er is een transitieprogramma voor de stadsverwarming dat ertoe moet bijdragen dat de BV een gezonde onderneming wordt die jaarlijks ook aan de aandeelhouder een redelijke vergoeding kan uitkeren. Het transitieprogramma is in het najaar van 2009 goedgekeurd. In dit programma is sprake van een goed toekomst perspectief maar na een reeks van zeer slechte jaren waarin het eigen vermogen fors daalt. Sindsdien is duidelijk geworden dat enkele aannames zich structureel hebben verbeterd en de verwachting reëel is dat het eigen vermogen sneller weer op niveau kan komen. Hiermee zijn nog niet alle risico’s gekeerd. De twee belangrijkste risico’s zijn de uitwerking van de warmtewet en de transitie naar duurzaam gewekte warmte: a. Voor wat betreft de uitwerking van de warmtewet zal nog tot in 2011 gewacht moeten worden op de plannen van de wetgever. b Voor warmte uit duurzame opwekking gelden planologische inpassing en de financiering als belangrijke risico’s. Een van de mogelijke knelpunten is de financieringsvoet die externe financiers hanteren. De financiers hanteren daarbij opslagen voor de onzekerheden in de warmtewet, de beperkte mogelijkheden – zo niet zelfs onmogelijkheid – om het distributienet eventueel te kunnen verkopen en gaan uit van rendementen hoger dan 5 tot 6% per jaar. Bij dit alles wordt bovendien gevraagd of de gemeente garant kan staan. In de huidige situatie is de gemeente 100% eigenaar en risicodrager. In deze hoedanigheid heeft gemeente een dubbel belang bij financiering tegen redelijke tarieven met zo laag mogelijke opslagen. Om deze reden en het feit dat er geen wettelijke belemmeringen zijn wil de gemeente zelf leningen aan de stadsverwarming verstrekken. Daarbij wordt een risico-opslag gehanteerd. De opbrengst van de risico-opslag wordt ondergebracht in een voorziening risico’s leningen stadsverwarming. Het risicodragend vermogen dat door de gemeente is ingebracht zal in 20142019 boven de vereiste 40% en overgenomen vermogen eis liggen. Bij de
170 Programmarekening 2010
begroting 2011 is voorgesteld en overgenomen om enerzijds het ingebrachte eigen vermogen deels om te zetten in een vastrentende lening en anderzijds om zelf de stadsverwarming te financieren. Tot slot wil de gemeente dat de Stadsverwarming een strategisch partnerschap aangaat voor de investeringen in de duurzame warmteopwekking waarbij de partner ook risicodragend deelneemt in het bedrijf. Langs deze weg wordt het risico voor de gemeentebegroting verder gedrukt. Waardering van het risico: Het risico stadsverwarming is nog steeds prominent aanwezig. Het uitblijven van een dividenduitkering is verwerkt in de begroting en daarmee structureel afgedekt. Met de jongste inzichten is er zicht op een aanmerkelijke vermindering van de risico’s voor de gemeente. Op basis hiervan is het risico op gedwongen afwaardering van het belang in de stadsverwarming sterk terug gedrongen, maar nog niet uitgesloten. Afhankelijk van de verdere uitwerking van de warmtewet en de uitwerking van transitieplannen voor duurzaam opgewekte warmte kan een nadere inschatting worden gemaakt van het risico. In de meerjarenbegroting is geen rekening gehouden met de dividendinkomsten van de stadsverwarming. De omvang van het resterende risico is gelegen in de waardebepaling van het bedrijf en de mate waarin het ingebrachte eigen vermogen duurzaam vermindert. Hiermee gedoeld op het verschil tussen de waarde van de deelneming waarvoor het bedrijf bij de gemeente is genoteerd en de ontwikkeling van het eigen vermogen bij het bedrijf zelf. Een tijdelijke verschil vraagt niet om extra acties. Is het verschil blijvend op de langere termijn, dan moet de gemeente de waarde aanpassen. Op basis van de jongste prognoses en structureel goede vooruitzichten wordt het verantwoord geacht om geen aparte component in het weerstandsvermogen op te nemen bij de gemeente als aandeelhouder. Het apart meetellen van de stadsverwarming achten wij niet noodzakelijk. Toch hebben we in de optelling van de risico’s de stadsverwarming in geld willen uitdrukken. Het bedrag laat zich niet eenduidig bepalen. We nemen een bedrag op van e 2 miljoen waarmee tot uiting wordt gebracht dat er risico’s zijn. P r o j e c t e n e n o n t w i kk e l i n g e n Voor grote projecten geldt dat deze geen onderdeel uitmaken van de structurele uitgaven van de gemeente. Wel drukken veelal de kapitaallasten van de investering op de begroting in latere jaren. In het verleden zijn er op dit onderdeel forse missers geweest die zich hebben vertaald in structureel en incidenteel hogere uitgaven. De meest in het oogspringende voorbeelden uit het verleden zijn: P3, het Leeghwaterbad en schoolgebouw Bladergroen. Sinds deze missers is er geïnvesteerd in projectmatig werken en worden in de projectbegrotingen gelet op een adequate marge voor onvoorzien. Deze marge is groot in de ontwerpfase en wordt kleiner naarmate het project zijn definitieve besluit nadert. Met alle verbeteringen die zijn en worden aangebracht is het helaas niet mogelijk om risico’s op dit vlak volledig uit te sluiten. Wel is het zo dat er – mede door de slechte financiële situatie – nauwelijks sprake is van grote projecten. De nieuwe grote projecten dienen zich nu vooral aan in de bedrijfsvoering, waar majeure ICT-projecten zijn en worden opgestart. Op dit moment is er geen adequate
171
Programmarekening 2010
onderbouwing mogelijk van een bedrag dat moet meetellen in de omvang van het weerstandsvermogen voor dit onderdeel. V e r t r a a g d r e a l i s e r e n v a n ta a k s t e ll i n g e n e n b e z u i n i g i n g e n Bij de uitvoering van de begroting doen zich elk jaar vertragingseffecten voor in de realisatie van nieuwe uitgaven en bezuinigingen. De begroting van Purmerend bevat relatief weinig nieuwe uitgaven en relatief omvangrijke bezuinigingsopdrachten. Bij het opstellen van de begroting wordt getracht de bezuinigingen zo realistisch mogelijk te begroten en rekening te houden met vertragingen. Toch kunnen zich in de praktijk nog steeds vertragingen voordoen. Een voorbeeld hiervan is de taakstelling inkoop die veel trager gerealiseerd wordt dan begroot. Ook kunnen zich frictiekosten voordoen bij het afbouwen van de ambtelijke organisatie in de vorm van extra opleidingskosten en vertraging in het vinden van een andere werkplek. Voor dit element moet rekening gehouden worden met een vast bedrag in het weerstandsvermogen. Dat kan pas worden losgelaten als de vertragingen zich niet meer voordoen. De omvang van het bedrag is niet goed te onderbouwen. Vooralsnog wordt gerekend met een bedrag van e 3,5 miljoen. N o m i n a l e o n t w i kk e l i n g e n l o o n - e n p r i j z e n In de begroting is gerekend met zeer gematigde loonstijging van 0,5% per jaar vanaf 2011. De uitkomst van de loonstijging is afhankelijk van de onderhandelingen tussen de werkgevers en de werknemers. Na een jaar touwtrekken, waarin werkgevers vasthielden aan de nullijn, en vakbonden diverse acties organiseerden, bereikten partijen in juni 2010 overstemming over nieuwe collectieve arbeidsvoorwaarden: 0,5% loonsverhoging en 0,5% verhoging eindejaaruitkering. In de begroting is daarom rekening gehouden met 1,5% loonstijging gemiddeld. Een complicerende factor in de berekeningen voor de loonstijging is het effect van met name de pensioenpremies. Pensioenpremies worden aangepast zonder directe invloed van de gemeente en staan het laatste jaar onder grote druk. Deze druk wordt veroorzaakt door de lage rentestand, de discussie over de verhoging van de pensioenleeftijd, de stijgende levensverwachting en de behaalde rendementen bij de pensioenmaatschappij. Voor de begroting is relevant dat indien de bruto-brutoloonstijging in enig jaar meer bedraagt dan 0,5%, dit niet is voorzien en zal leiden tot afwijking in de rekening. Bij een loonstijging die 1% hoger ligt (dus 1,5% i.p.v. 0,5%) werkt dit door op de gemeentebegroting voor circa e 0,5 miljoen. In deze e 0,5 miljoen is verwerkt dat de tarieven gedurende het begrotingsjaar niet kunnen worden aangepast en dat de afspraak geldt dat de nominale stijging van subsidies is gekoppeld aan het looneffect van de ambtenaren. Het jaar daarop volgend zal de hogere stijging wel in de tarieven zijn verwerkt en resteert er een gat van ruim € 0,4 miljoen. Omdat de begroting jaarlijks wordt geactualiseerd volstaat het op dit onderdeel om in het weerstandsvermogen alleen mee te wegen het eerste jaar en het tweede jaar. Een risico dus van maximaal e 0,9 miljoen. In de kadernota is als technisch uitgangspunt verwerkt dat de lonen de komende periode onder het niveau van de inflatie zullen liggen als gevolg van het rijksbeleid om de overheidsuitgaven te beperken en daarbij ook de loonontwikkeling van de ambtenaren beperkt te houden. In de kadernota 2012-2015 wordt gerekend met een jaarlijkse stijging van 1,0 %. Dit laat onverlet dat er een zeker risico blijft bestaan.
172 Programmarekening 2010
Risico’s op eigendommen Hierbij moet met name gedacht worden aan schade door ontvreemding, brand, storm en dergelijke, waar de gemeente overigens voor verzekerd is. De gemeente eigendommen dienen periodiek opnieuw te worden getaxeerd. Mutaties in waarde kan leiden tot forse premieaanpassing. De verzekeringsmaatschappij beveelt aan eenmaal in de zes jaar een algehele hertaxatie uit te voeren. Verwacht wordt dat de hertaxaties in juni 2014 zullen worden uitgevoerd. In het weerstandsvermogen is geen aparte component hiervoor opgenomen.
Risico’s op bedrijfsvoering Bedrijfsvoering Hiermee wordt vooral bedoeld de wijze waarop de informatievoorziening, de administratieve organisatie en de interne controle gestalte hebben gekregen. Concrete risico’s zijn overigens op dit punt niet te kwantificeren. Indirect kunnen zich financiële tegenvallers of claims van derden voordoen, indien de ambtelijke en bestuurlijke contacten naar buiten daar aanleiding toe geven. Urentoerekening aan gesloten budgetten en investeringen In de programmabegroting is voor een bepaald bedrag aan organisatie-uren toegerekend aan investeringen en gesloten budgetten (grondexploitaties, afval en riolering). Indien deze werkzaamheden niet of deels tot uitvoering komen, komen de bij de desbetreffende investeringen geraamde uren ten laste van de exploitatie. Hierop wordt via tussentijdse informatie zo goed mogelijk gestuurd. Het risico in enig jaar wordt gerekend tot de reguliere uitvoeringsrisico’s. Totaal aan risico’s (bedragen x q 1 miljoen) Programma Product 1
Lagere opbrengsten vergunningen Wabo
Omvang 1,50
2 Hogere uitgaven open einde regeling Wmo
0,90
5
Lagere parkeeropbrengsten
0,75
6
Kastanjeziekte
0,00
7 Grondexploitaties
0,00
9 Onderwijshuisvesting
0,00
12 Wet Werk en Bijstand
4,50
12
2,00
BTW Participatiefonds
14 Stadsverwarming
2,00
14
0,00
Prijspeil
14 Grote projecten
0,00
14 Vertraging bezuinigingen
3,50
4.4
Totaal
Onderhoud kapitaalgoederen D o e l s t e ll i n g Doelstelling van deze paragraaf is het geven van inzicht in het beleid ten aanzien van het onderhoud aan kapitaalgoederen en de onderhoudssituatie daarvan. De
173 Programmarekening 2010
15,15
onderhoudssituatie van kapitaalgoederen en de feitelijke onderhoudssituatie is van belang om een oordeel te kunnen vormen over de financiële positie van de gemeente. De kapitaalgoederen komen op diverse plaatsen in de programmarekening voor. Zo zijn bruggen en wegen opgenomen in programma 6 Beheer openbare ruimte, verhuurbare percelen en vastgoed in programma 7 Ruimtelijke ordening, onderwijsgebouwen in programma 9 Educatie en welzijns- en sportaccommodaties in programma 11 Actief in de stad. In de paragraaf wordt inzicht verschaft in de besteding van de budgetten voor het onderhoud, het beleid ten aanzien van het groot onderhoud en eventuele achterstanden in het onderhoud. W i j z e va n o p n e m e n va n o n d e r h o u d i n d e p r o g r a m m a b e g r o t i n g Alvorens in te gaan op de afzonderlijke soorten kapitaalgoederen besteden we aandacht aan de uitwerking van ‘hoe ga je om met de (groot)-onderhoudskosten en investeringen in de begroting’ en in de programmarekening. Deze kosten worden onderscheiden in: A. Verkrijging en vervaardiging van kapitaalgoederen: A. Nieuwe of uitbreidingsinvesteringen B. Vervangingsinvesteringen C. Levensduurverlengende investeringen, bijvoorbeeld renovatie. Dit zijn allemaal investeringen (boven de e 25.000), die geactiveerd worden en waarover lineair wordt afgeschreven. De periode waarover afgeschreven wordt, is geregeld in artikel 212 van de gemeentewet (de gemeentelijke financiële verordening) en het activabeleid. Bij de activeringen en afschrijving is het van belang om bij grotere gebouwen rekening te houden met de onderhoudstermijnen en levensduur van verschillende onderdelen. Bijvoorbeeld installaties die in een gebouw zijn opgenomen gaan niet even lang mee als het gebouw zelf. In het verleden kwam het voor dat liften en technische installaties als onderdeel van het pand over 40 jaar worden afgeschreven terwijl de feitelijke levensduur voor deze onderdelen niet meer is dan 20 of 15 jaar. Op de verkrijging/vervaardiging wordt in deze paragraaf verder niet ingegaan. In deze paragraaf draait het om de onderhoudstoestand en de toereikendheid van de daarvoor opgenomen budgetten. B. Onderhoud van kapitaalgoederen A. K lein (dagelijks) onderhoud Dit is het onderhoud wat op een klein gedeelte van het eigendom wordt uitgevoerd en jaarlijks terugkeert. Deze lasten worden in de begroting opgenomen en zijn rechtstreeks ten laste van de exploitatie gebracht. B. P lanmatig onderhoud (niet levensduurverlengend) Dit is onderhoud van veelal ingrijpende aard dat op een groot deel van het eigendom wordt uitgevoerd en na een langere gebruiksperiode moet worden verricht. Deze lasten, waaronder het binnenschilderwerk, worden aangemerkt als niet levensduurverlengend. Niet elk jaar is hiervoor een gelijk bedrag nodig. Voor het egaliseren van de lasten in de gemeentebegroting wordt gebruik gemaakt van voorzieningen. Het bedrag dat in de begroting is opgenomen moet toereikend zijn voor de gemiddelde uitgaven aan planmatig onderhoud over deze periode. In een jaar dat minder nodig is wordt er aan de voorziening gedoteerd en in een jaar dat er meer dan het gemiddelde nodig is wordt er onttrokken. Deze
174 Programmarekening 2010
voorzieningen worden onderbouwd met een beheerplan per object, dat periodiek wordt geactualiseerd. Het werken met voorzieningen is toegestaan in het Besluit Begroting en Verantwoording en heeft als groot voordeel dat hiermee zowel de programma’s als het rekeningresultaat een rustiger beeld tonen en eenvoudiger leesbaar worden. Voor de verschillende kapitaalgoederen wordt hieronder steeds vermeld welk budget voor regulier onderhoud is opgenomen. C. Planmatig groot onderhoud (levensduurverlengend) Dit betreft de uitgaven voor planmatig groot onderhoud, zoals vervanging van (delen van) daken, dakbedekking, elektrische installaties, vloeren e.d.. Uitgaven boven de e 25.000 worden geactiveerd. Welke kapitaalgoederen betreft het In deze paragraaf moet de staat van onderhoud van de volgende kapitaalgoederen worden opgenomen: 1. Wegen 2. Riolering 3. Openbare verlichting 4. Kunst- en waterwerken 5. Groen 6. Begraafplaatsen 7. Sportfaciliteiten 8. Gebouwen 9. Wagenpark Algemeen – Onderhoudsniveau van kapitaalgoederen in de buitenruimte Begin 2008 zijn de uitkomsten beschikbaar gekomen van het onderzoek naar de budgetten voor onderhoud en is samen met de gemeenteraad het gewenste onderhoudsniveau vastgesteld. In de studie zijn de budgetten voor onderhoud aan het areaal wegen, kunstwerken en groen aangepast aan de groei van het areaal als gevolg van de stadsuitbreiding en de nog op te leveren gebieden in met name Weidevenne. Daarnaast is er berekend wat de verschillende kwaliteitsniveaus kosten. De uitkomsten hiervan zijn betrokken bij de keuzes in de kadernota 2009-2016. Gekozen is voor een niveau van onderhoud dat gelijk blijft aan het niveau van 2007 en dat achterstanden, o.a. als gevolg van areaaluitbreidingen, ten opzichte van het gekozen niveau worden ingelopen. Voor de beleidsterreinen straatreiniging en wegmeubilair is er voor gekozen het onderhoudsniveau op te trekken naar een hoger niveau. 1. Wegen Door middel van visuele inspecties van de wegen in Purmerend en een digitaal beheerssysteem wordt bepaald waar onderhoudsmaatregelen moeten worden genomen. Samen met wensen vanuit wijkkerngroepen en de raad voor herinrichtingen of upgrading van wegen wordt jaarlijks een programma voor het groot onderhoud opgesteld. Naast het groot onderhoud wordt ook het klein (correctief) onderhoud planmatig aangepakt. Er wordt naar gestreefd dit klein onderhoud per wijk uit te voeren. Onderhoudsmaatregelen waarbij de levensduur van een weggedeelte kan worden verlengd worden geactiveerd en afgeschreven conform het activabeleid. Voor het onderhoud wordt jaarlijks, in het jaar voorafgaand aan de uitvoering, een onderhoudsplan per wijk opgesteld en besproken met de
175 Programmarekening 2010
wijkkerngroepen. In 2010 is er e 5,5 miljoen besteed aan onderhoudslasten en investeringen op een bijgestelde begroting van e 5,6 miljoen. 2. Riolering De huidige werkwijze is, dat op basis van visuele inspecties – met een camera – de meest noodzakelijke maatregelen worden bepaald. In de tweede helft van 2008 is het Gemeentelijk Rioleringsplan 2008-2012 (GRP+) afgerond, met daaraan gekoppeld een operationeel plan voor vervanging en aanpassing van het rioolstelsel. Naast het GRP+, waarin de technische onderhoudsmaatregelen zijn opgenomen, is in 2005 een overeenkomst met het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier afgesloten, waarin gezamenlijk werkzaamheden op milieugebied (verbeteren kwaliteit oppervlaktewater) in de komende 10 jaar worden uitgevoerd. Het afkoppelen van de riolering maakt hier onderdeel van uit. Met ingang van 2009 zijn de werkzaamheden uit het GRP+ en die van het Stedelijk Waterplan (SWP) gecombineerd, waardoor besparingen in de komende jaren kunnen worden gerealiseerd. Grote riool vervangingsprojecten zijn vervangingsinvesteringen en worden conform het activabeleid geactiveerd. De aanleg van nieuwe riolering in uitbreidingsgebieden loopt via de grondexploitatie. Toekomstige onderhoudskosten komen daarentegen wel ten laste van het reguliere onderhoudsbudget. Uitgangspunt voor het onderhoud aan de riolering en de begroting is dat er kostendekkende tarieven voor gemeentelijke watertaken zijn. In 2010 is er e 5,2 miljoen besteed aan onderhoudslasten en investeringen op een bijgestelde begroting van e 5,5 miljoen. 3. Openbare verlichting De uitval van openbare verlichting is voor tachtig procent het gevolg van defecte lampen. Herstel gebeurt binnen drie werkdagen na melding of direct tijdens de periodieke dagcontrole. Het herstel van de overige storingen (kabels, armaturen, vandalisme en dergelijke) duurt in het algemeen langer, deels als gevolg van de noodzakelijke inzet van de netbeheerder. De aanleg van nieuwe openbare verlichting in uitbreidingsgebieden loopt via de grondexploitatie. De vervanging van lichtmasten gebeurt onregelmatig – vaak door schades of uitval – en betreft kleine aantallen, die rechtstreeks uit het onderhoudsbudget worden gedekt. Het aanpassen van het kabelnet varieert sterk en is afhankelijk van de mate van de wegreconstructies. In 2010 is er e 0,5 miljoen besteed aan onderhoudslasten en investeringen op een bijgestelde begroting van e 0,7 miljoen. 4. Kunst- en waterwerken De huidige werkwijze is dat op basis van visuele inspecties en gedetailleerde technische inspecties de meest noodzakelijke maatregelen worden bepaald, hierbij wordt gebruik gemaakt van het digitaal beheersysteem DG Dialog. Zowel bruggen, duikers, beschoeiing en damwanden maken deel uit van het product kunst- en waterwerken. Voor het onderhoud van kunstwerken geldt dat grote vervangingsinvesteringen geactiveerd en afgeschreven worden conform het activabeleid. In de begroting zijn vanaf 2012 investeringen opgenomen voor de noodzakelijke vervanging van een aantal bruggen. De budgetten voor regulier onderhoud staan op het product kunst- en waterwerken. In 2010 is er e 1,8 miljoen besteed aan onderhoudslasten en investeringen op een bijgestelde begroting van e 1,9 miljoen.
176 Programmarekening 2010
5. Groen In 2009 zijn beheerplannen voor het groen en voor de bomen opgesteld. De verschillende onderdelen (Groenstructuurplan, Bomenstructuurplan en Natuurstructuurplan) van de Groene Ambitie uit 2006 hebben als belangrijke input gediend. Ook het niveau van het groenonderhoud maakte deel uit van de discussie met de gemeenteraad over het gewenste onderhoudsniveau. Er is voor gekozen de budgetten zodanig aan te passen dat, gelet op de grote areaaluitbreidingen in de afgelopen jaren, het onderhoudsniveau uit 2007 kan worden gehandhaafd. Kleinschalige groenreconstructies op wijkniveau worden in samenspraak met de buurt ingevuld. In 2010 is er e 4,0 miljoen besteed aan onderhoudslasten en investeringen conform bijgestelde begroting. 6. Begraafplaatsen De algemene begraafplaats Purmerend is in 2006 uitgebreid met een nieuw grafveld. Tevens zijn nieuwe urnenmuren geplaatst. De capaciteit van de begraafplaats is voldoende tot en met 2012. In 2010 is een onderzoek afgerond over de wijze waarop in de begraafplaats moet worden geïnvesteerd en moet worden geëxploiteerd, zodat de beschikbaarheid voor de lange termijn weer kan worden gegarandeerd. Ten behoeve van mogelijke uitbreidingen in de toekomst zijn nog, aangrenzend aan de huidige begraafplaats, terreinen beschikbaar. Deze terreinen zijn reeds eerder binnen het Grondbedrijf aangekocht. Op de begraafplaats staat bebouwing, bestaande uit een aulacomplex en een machineberging. De aula is een aantal jaren geleden uitgebreid en voldoet in 80% van de plechtigheden aan de vraag. Het op de begraafplaats aanwezige crematorium wordt door particulieren geëxploiteerd. In 2010 is er e 0,6 miljoen besteed aan onderhoudslasten en investeringen conform bijgestelde begroting. 7. Sportfaciliteiten en speelvoorzieningen De gebouwen en voorzieningen zijn eigendom van de gemeente Purmerend, maar worden geëxploiteerd door de Stichting Spurd. De gemeente blijft dan ook verantwoordelijk voor de gangbare eigenaarlasten, waaronder groot onderhoud en opstalverzekeringen. Voor het Leeghwaterbad, de binnensportaccomodaties en de voor rekening van de gemeente komende buitensportaccomodaties (inclusief toplagen) zijn onderhoudsplannen opgesteld. De plannen worden regelmatig geactualiseerd. De gemeente Purmerend begroot in meerjarenperspectief de vervangingsinvesteringen en stelt op het moment van vervanging deze middelen ter beschikking aan de Stichting. Stichting Spurd beheert de sportterreinen en gebouwen en beschikt over de middelen voor het dagelijks- en planmatig (groot) onderhoud, waarvoor zij een subsidie ontvangt van de gemeente Purmerend. De speelvoorzieningen heeft de gemeente zelf in beheer. Voor het in stand houden en een veilig gebruik zijn in 2010 onderhoudsplannen opgesteld. 8. Gebouwen De vervanging- en onderhoudslasten voor de panden die de gemeente Purmerend in gebruik heeft, worden in meerjarenperspectief geactualiseerd. Het betreft de diverse panden die door de gemeente zelf worden gebruikt (zoals het Stadhuis, Gebouwen de Koog, de Brandweer kazerne en theater de Purmarijn), gebouwen in gebruik bij schoolbesturen, welzijnsinstellingen en overige ver-
177
Programmarekening 2010
huurde percelen. Aan de gebouwen wordt zodanig onderhoud verricht dat deze in een toestand blijven, die voor de dagelijkse functievervulling noodzakelijk is. Het onderhoud valt uiteen in: • jaarlijks terugkerende gebruiks- en onderhoudslasten (energielasten en
dagelijks onderhoud) • planmatig onderhoud voor vervanging van technische- en bouwkundige installaties (vervanging dak, cv-installatie) dat met een zekere regelmaat terugkeert. Het noodzakelijke onderhoud wordt gepland conform de systematiek van de beheersapplicatie Kraan. Zo mogelijk wordt het groot planmatig onderhoud opgenomen in de lijst met vervangingsinvesteringen en geactiveerd conform het activabeleid. Het overige planmatig en dagelijks onderhoud wordt in de exploitatie geactualiseerd. Het planmatig onderhoud kent fluctuaties in het uitgavenpatroon. Om deze schommelingen in de lasten te egaliseren wordt er gebruik gemaakt van onderhoudsvoorzieningen (zie de bijlage Reserves en Voorzieningen). 9. Wagenpark De vervanging van het wagenpark wordt in meerjarenperspectief geraamd, waarbij wordt afgeschreven conform het activabeleid. Het moment van vervangen gebeurt waar mogelijk op basis van een langere technische levensduur. Van jaar tot jaar wordt de vervanging geactualiseerd. Het gehele wagenpark heeft in 2010 een exploitatielast van e 1,8 miljoen (inclusief kapitaalslasten) t.o.v. een bijgestelde begroting van e 1,9 miljoen. De lasten zijn doorgerekend aan diverse producten waar voertuigen worden ingezet. Soms gebeurt de doorbelasting als directe last, zoals het inzetten van de afval inzamelvoertuigen voor de afvalverwijdering. In andere gevallen, wanneer de auto onlosmakelijk behoort tot de inzet van personeel, gebeurt de doorbelasting via de afdelingsgebonden kosten naar de kostendrager.
4.5
Grondbeleid Inleiding De paragraaf Grondbeleid beschrijft de visie op het grondbeleid in relatie tot de doelstellingen die in de begroting zijn opgenomen met een aanduiding van de wijze waarop het grondbeleid wordt uitgevoerd. Grondbeleid richt zich op het gebruik van de grond als bepalende factor voor de kwaliteit van de leefomgeving. Het grondbeleid is daarmee van groot belang voor de uitvoering van het ruimtelijke beleid en voor de daarbij behorende activiteiten. De activiteiten die met de uitvoering van het grondbeleid samenhangen hebben grote gevolgen voor de financiële positie van de gemeente. Al g e m e e n De visie op het grondbeleid is beschreven in de nota Grondbeleid uit 2007. De invoering van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) (1-7-2008) met daarin opgenomen de afdeling grondexploitatie (Grondexploitatiewet) is aanleiding voor het opstellen van een nieuwe nota Grondbeleid.
178 Programmarekening 2010
De nadruk in deze nieuwe nota Grondbeleid zal meer dan vroeger met het oog op ondermeer de Grondexploitatiewet liggen op een sterke regie rol bij de ruimtelijke ontwikkeling. Kwaliteit van de leefomgeving en een evenredige verdeling van kosten en opbrengsten staan voorop. Grondbeleid is het zodanig sturing geven aan de inzet en het gebruik van grond dat daarmee ruimtelijke en sectorale doelstellingen (bijvoorbeeld ten aanzien van wonen, werken, natuur, recreatie, zorg en onderwijs) kunnen worden gerealiseerd. De nota Grondbeleid gaat uit van de volgende doelstellingen van het grondbeleid: • het bevorderen van een maatschappelijk gewenst ruimtegebruik; • het verhogen van de kwaliteit van het ruimtegebruik; • het bevorderen van een rechtvaardige verdeling van kosten en opbrengsten over gebruikers, grondeigenaren, ontwikkelaars en de overheid. Deze doelstellingen legitimeren de overheid om in te grijpen in de grondmarkt en een regierol voor zichzelf op te eisen. Transparantie is een voorwaarde voor ingrijpen in de grondmarkt om daarmee publieke doelen te realiseren. De overheid moet bij de uitvoering van haar grondpolitiek aan de markt duidelijk kunnen maken waarom publiekrechtelijke middelen worden ingezet of waarom in andere gevallen als marktpartij wordt geopereerd. Grondpolitiek is de wijze waarop de instrumenten uit het grondbeleid gedoseerd en gecombineerd worden ingezet. Een overheid kan daarbij kiezen voor het voeren van een actieve grondpolitiek (actief grondbeleid) of een meer passieve grondpolitiek (faciliterend grondbeleid). Bij een actief grondbeleid opereert de gemeente als risicodragend ondernemer. De gemeente verwerft grond, maakt deze bouw- en woonrijp en geeft de gronden zelf uit. Hiermee bepaalt de gemeente zelf de ruimtelijke invulling en is in staat via de gronduitgifte de kosten bij de gebruikers in rekening te brengen. Bij faciliterend grondbeleid wordt dit proces aan de markt overgelaten. Daarbij tracht de gemeente door sturend op te treden invulling te geven aan de regiefunctie. Sturend optreden kan de gemeente door het sluiten van overeenkomsten met regieafspraken en kostenverhaal. De keuze van de te voeren grondpolitiek hangt af van diverse factoren, zoals eigendoms¬verhoudingen, complexiteit en risico’s. De keuze wordt in belangrijke mate bepaald door de mate waarin de gemeente haar regierol wenst uit te voeren. Bij de uitvoering van het grondbeleid staat de grondexploitatie centraal. Grondexploitatie is het geschikt of beter geschikt maken van de grond voor de toekomstige bestemming. De Wro voegt aan het begrip grondexploitatie toe het stellen van eisen aan het grondgebruik en het verhaal van kosten De Grondexploitatiewet biedt een basis voor privaatrechtelijke overeenkomsten waarbij kwaliteitseisen gesteld worden en afspraken over kostenverhaal worden gemaakt. Daarnaast kent de wet een publiekrechtelijk spoor met de vaststelling van een exploitatieplan op basis waarvan kostenverhaal en locatie-eisen afgedwongen kunnen worden.
179 Programmarekening 2010
Na vaststelling van een exploitatieplan bestaat voorkeur voor het sluiten van overeenkomsten voor het kostenverhaal boven het kostenverhaal gekoppeld aan de bouwvergunning. Daarbij worden gelijktijdig afspraken gemaakt voor de levering van grond voor het openbaar gebied. R e s u lta at b e s t e m m i n g Bij het verwerken van gerealiseerde, dan wel nog te realiseren, winsten en verliezen ten aanzien van grondcomplexen, wordt binnen het grondbeleid in Purmerend de volgende methodiek gehanteerd: 1. Verliesneming Zodra onomstotelijk duidelijk wordt dat een complex verliesgevend zal worden afgesloten, zal dit verlies moeten worden genomen (als correctie van de boekwaarde) en wordt aan de raad voorgesteld als dekking een onttrekking aan de algemene reserve te laten plaatsvinden. 2. Winstneming Winstneming vindt plaats: • Bij het afsluiten van een complex; • Indien tussentijds met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid kan worden gesteld dat een complex winstgevend zal worden afgesloten. Hierbij wordt rekening gehouden met de resterende risico’s die de gemeente loopt, aan zowel de opbrengstenkant als de kostenkant van het complex. Indien de waardering van de risico’s kleiner is dan de contante waarde van het complex, kan winst worden genomen. Hierbij dient rekening te worden gehouden met het realisatiebeginsel, waardoor slechts feitelijk gerealiseerde opbrengsten in de winstneming kunnen worden meegenomen. Een indicatie voor de mate van realisatie is het reeds verkochte gedeelte in relatie tot de totale verkopen in het complex. De winstneming wordt verwerkt in de programmarekening van de gemeente. Overzicht complexen Complex
Startdatum
Weidevenne
Vermoedelijke
Meest recente
Overige informatie over de relevante
einddatum
grondexploitatie
begrotingsperiode
1995 Medio 2014
2010 Winstgevende exploitatie
Baanstee Noord
mrt-04
2030
2011 Winstgevende exploitatie
Wagenweg/Platreel
sep-06
2014
2009
Bijdrage gemeente in infrastructuur
2013
2009
Betreft fase 1
Kop van West
jul-09
Wheermolen-West
2007 Na 2012
2008
Oeverlanden
1998
nvt
2010
Weidevenne Voor het complex Weidevenne betekent bovenstaand beleid, dat per 1 januari 2011 een winstneming heeft plaatsgevonden. Het risicoprofiel van het complex gaat uit van een voor de gemeente nadelige variatie van maximaal 10% aan de kostenkant van het complex en 25% aan de opbrengstenkant. Een nog niet gerealiseerde subsidie is in de berekening meegenomen als negatieve kosten. Dit
180 Programmarekening 2010
gecombineerd met een realisatie van ruim 91% van het complex, leidt tot de conclusie dat de risico’s die de gemeente loopt binnen het complex Weidevenne van een dusdanige omvang zijn, dat er – gezien de bovenstaande methodiek in 2010 – een winstneming van e 7.453.000 kon plaatsvinden. Baanstee-Noord In het bedrijvenpark Baanstee Noord werd in 2010 gestart met het bouwrijp maken. De eerste uitgifte is in 2011 voorzien en de exploitatie heeft een doorloop tot circa 2030. Wagenweg/Plateel Het complex Wagenweg is een passieve exploitatie voor rekening van de ontwikkelaars. De gemeente draagt bij in de investeringen in het openbaar gebied. Met de woningbouw is in december 2008 gestart. Kop van West Het complex Kop van West (fase 1) is een actieve grondexploitatie sinds 2 juli 2009. In deze eerste fase wordt de Zone A7 en de rand van Weidevenne ontwikkeld. Hierin komen kantoren en woningbouw. In totaal is het plangebied ruim 57.000 m2. In 2010 zijn er een aantal workshops gehouden die aan de Raad zijn gepresenteerd. Mede op basis van dit workshopprogramma wordt de grondexploitatie geactualiseerd. Wheermolen-West Het complex Wheermolen-West is een actieve exploitatie. De eerste oplevering heeft in 2010 plaatsgevonden. In 2010 is besloten af te zien van de bouw van de Brede School in het deelgebied ‘De Driehoek’. Hiervoor dient een nieuw stedenbouwkundig plan te worden ontwikkeld. Bij de vaststelling van de herziene grondexploitatie zal deze ontwikkeling worden meegenomen. Dit kan ertoe leiden dat bij de komende actualisatie alleen het deelgebied ‘De Spoorzone’ wordt betrokken. Het project loopt door tot na 2012. Oeverlanden Het complex Oeverlanden heeft een passieve exploitatie voor rekening van de ontwikkelaar. Dit complex is in 2010 afgesloten.
4.6
Financiering A . D o e l s t e ll i n g Sinds 1 januari 2001 is dit reeds een verplichte paragraaf bij de begroting en vanaf 2004 ook bij de programmarekening. De reden van invoering in 2001 was de Wet Fido (Financiering Decentrale Overheden) en in 2004 het Besluit Begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV). Via deze paragraaf wordt helder gemaakt hoe de financieringsfunctie is ingericht en hoe daarmee wordt gewerkt. Sturen, beheersen en controleren behoren hierdoor tot de mogelijkheden. De hoofdlijnen op treasurygebied zijn vastgelegd in de Financiële verordening Purmerend 2003, in maart 2006 voor het laatst aangepast. In 2010 is er een
181
Programmarekening 2010
herziene versie van deze verordening aangeboden ter vaststelling. In de actualisatie is een vereenvoudiging van de regelgeving doorgevoerd volgens de nieuwe werkwijze om de administratieve en bestuurlijke druk te verminderen. De verordening zal de nota activabeleid 2006 en het treasurystatuut 2005 vervangen. Hiervoor zijn verschillende bepalingen opgenomen in de verordening. Door het aanpassen van artikel 11 financieringsfunctie is de noodzaak van een aparte nota treasury komen te vervallen. In de nieuwe verordening staan regels over: • de algemene doelstelling van deze functie; • te hanteren richtlijnen en limieten; • de administratieve organisatie, daaronder begrepen, taken, bevoegdheden, verantwoordelijkheidsrelaties en informatievoorziening. B . R e n t e r e s u lta at 2 0 1 0 De eigen financieringsmiddelen hebben per saldo een voordeel van e 51.000. De rentebaten bestaan uit de rente over de aangetrokken geldleningen van de gemeente (voordelig e 110.000) en de rentelasten over de eigen financieringsmiddelen, zoals reserves en voorzieningen (de zgn. bespaarde rente, nadelig e 59.000). Het voordeel in de rekening 2010 heeft geen doorwerkend effect op 2011. C. Risicobeheer Renterisico Het renterisico is het risico dat het saldo van de rentebaten en de rentelasten nadelig verandert door wijzigingen in het rentepercentage op uitzettingen en leningen, kort- en langlopend. In 2010 is binnen de wettelijke norm t.a.v. de vaste schuld, de rente-risiconorm, gebleven. Zowel op kasbasis als contractbasis. Onderstaand modelstaat B (verplicht bij de jaarstukken) geeft dit weer: Modelstaat B (bedragen x q 1.000 )
Kasbasis
Contractbasis
(1a) Renteherziening op vaste schuld o/g
0
0
(1b) Renteherziening op vaste schuld u/g
0
0
(2) Renteherziening op vaste schuld (1a -/- 1b)
0
0
(3a) Nieuw aangetrokken vaste schuld (3a -/- 3b)
20.000
20.000
(3b) Nieuw uitgezette lange leningen
0
0
(4) Netto nieuw aangetrokken vaste schuld (3a -/-3b)
20.000
20.000
(5) Betaalde aflossingen
24.790
24.790
(6) Herfinanciering (laagste van 4 en 5)
20.000
20.000
(7) Renterisico op de vaste schuld (2 +/+ 6)
20.000
20.000
(8) Renterisiconorm
47.894
47.894
(9a) Ruimte onder renterisiconorm (8 -/- 7)
27.894
27.894
(9b) Overschrijding renterisiconorm (7 -/- 8)
0
0
Berekening renterisiconorm (10) Stand van de vaste schuld 01/01/2010
239.472
239.472
(11) Het bij ministeriele regeling vastgesteld percentage
20%
20%
(12) Renterisiconorm 10 x 11: 100
47.894
47.894
182 Programmarekening 2010
Kredietrisico (prudent beheer) Het kredietrisico is het risico van een waardedaling van een vordering ten gevolge van het niet (tijdig) na kunnen komen van de verplichtingen door de tegenpartij als gevolg van insolventie of deficit. In de Financiële verordening Purmerend is opgenomen dat uit hoofde van de treasuryfunctie uitzettingen alleen mogen worden gedaan bij financiële instellingen die ten minste een AA-rating hebben. In 2010 zijn er geen uitzettingen van middelen geweest. Bij de actualisatie van de financiële verordening wordt voorgesteld om in voorkomende gevallen middelen alleen uit te zetten bij binnenlandse instellingen met een AAA-rating. Koersrisico Dit is het risico dat de financiële activa van de organisatie in waarde verminderen door negatieve koersontwikkelingen. Door gebruik te maken van díe instrumenten voor de kortlopende uitzettingen die volgens het treasurystatuut zijn toegestaan (zoals daggeld en rekening courant), is het te lopen koersrisico miniem. Langlopende uitzettingen uit hoofde van de treasuryfunctie hebben niet plaats gevonden. M.b.t. het verstrekken van geldleningen en garantstellingen uit hoofde van de publieke functie hebben zich geen bijzondere risico’s voorgedaan. In het verslagjaar zijn ten behoeve van de woningbouw voor e 52,3 miljoen garanties afgegeven. De risico’s voor het afgeven van garanties op woningbouwleningen zijn voor de gemeente beperkt. Bij calamiteiten bij woningbouwverenigingen is als eerste het WSW aansprakelijk voor mogelijke claims. Valutarisico’s Valutarisico’s worden in de gemeente uitgesloten door uitsluitend leningen te verstrekken, aan te gaan of te garanderen in de Nederlandse geldeenheid (de euro). D . R e l at i e b e h e e r Op het gebied van de relaties met financiële instellingen hebben zich in 2010 geen relevante ontwikkelingen voorgedaan.
4.7
Bedrijfsvoering D o e l s t e ll i n g Uitvoering van de gemeentelijke taken is mogelijk bij een adequate bedrijfsvoering. De gemeentewet schrijft voor dat de werkzaamheden rechtmatig, doelmatig en doeltreffend worden uitgevoerd. De borging en toetsing daarvan ligt besloten in de wijze van bedrijfsvoering. Al g e m e e n De bedrijfsvoering is in belangrijke mate de verantwoordelijkheid van het directieteam van de gemeente. Het directieteam opereert voor de bedrijfsvoering binnen de wettelijke kaders, bewaakt een adequate rolverdeling tussen het College en de directie en zoekt afstemming met het College over de na te streven doelstellingen. Naast de algemene en wettelijke doelstellingen betreft die afstemming in belangrijke mate de richting waarin de gemeentelijke organisatie zich dient te begeven.
183 Programmarekening 2010
Het hoofddoel van de bedrijfsvoering is vastgelegd in het concernplan 20092010 en luidt: Een professionele en dienstverlenende bedrijfsvoering die aansluit bij de ambities van het bestuur en de organisatie. Om dit doel te verwezenlijken moet eerst de ingezette ontwikkeling om de basis op orde te brengen verder worden doorgezet. De inzet is dat medio 2010 de basis inderdaad op orde is. Ook wordt er gewerkt aan een verdere professionalisering van de bedrijfsvoering. Naast de bedrijfsvoering an sich heeft de directie als speerpunten voor 2009 en 2010 benoemd: het ontwikkelen van een visie op de ontwikkeling van de stad, het verder verbeteren van de dienstverlening en het verder ontwikkelen van de organisatie. Bij de organisatieontwikkeling zal ook specifiek nadruk gelegd worden op het zijn van een aantrekkelijk werkgever zodat we adequaat kunnen reageren op de uitdagingen waar de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt ons stellen. Ook wordt er een begin gemaakt met de efficiencytaakstelling op het apparaat. R e a l i s at i e 2 0 1 0 Op alle onderdelen is voortgang geboekt. Het borgen van de basis op orde heeft veel aandacht gekregen. Vanuit de vertreksituatie 2008 zijn veel onderwerpen afgerond. Op praktisch alle onderdelen is de afstemming verbeterd en vinden de interne controles op de werkprocessen plaats zoals die zijn afgesproken. Alleen de interne controles op het terrein van ruimtelijke ordening en vastgoedbeheer zijn nog onvoldoende ingebed. Hierop zijn aanvullende maatregelen genomen die ertoe moeten leiden dat in 2011 ook dit onderdeel in de pas loopt. Naast deze hoofdlijn zijn er incidenteel nog wel omissies in de onderlinge afstemming en het tijdig ophalen van bestuurlijke richting. Voor een deel hangt dit samen met de methode voor projectmatig werken die nog voldoende is geïmplementeerd en voor een ander deel ligt de oorzaak in het onvoldoende sturen op houding en gedrag als er afwijkingen blijken. In 2010 is hier intern en met de gemeenteraad uitvoerig over gesproken aan de hand van de casus Overlanderstraat. De oorzaken in deze casus lagen deels in het verleden (de start van het project in 2008) en deels in het onvoldoende onderkennen van risico’s en tijdig informeren van het bestuur bij een dreigende kostenoverschrijding door wijzigingen in het project. Naar aanleiding van de casus is de raad eind 2010 geïnformeerd over de wijze waarop het college de controlfunctie op projecten heeft ingericht en bijgesteld. Ook in de toekomst zullen niet alle projecten vlekkeloos volgens het oorspronkelijke plan verlopen. Met de nieuwe wijze van sturing en control moet wel worden voorkomen dat bijstellingen op de projecten zich voordoen buiten het zicht van het bestuur en zowel het college als de raad vanuit hun eigen rollen vooraf worden gevraagd om bijstelling van de kaders te bekrachtigen, dan wel het betreffende project het heroverwegen. Naast de aanpak om de basis op orde te brengen is de organisatieontwikkeling en een (financieel) gezonde organisatie het tweede speerpunt waaraan is gewerkt. Direct na aanvang van de verkiezingen in maart 2010 is de gemeenteraad geïnformeerd over het financieel perspectief van de gemeente en de
184 Programmarekening 2010
noodzaak om hierop in te spelen in de afspraken die worden gemaakt voor de nieuwe bestuursperiode. Aan de hand van het coalitieakkoord 2010-2014 is vervolgens een uitwerking gemaakt van de betekenis hiervan op de taakuitoefening door de gemeente en zijn de (on)mogelijkheden van de financiële taakstelling in beeld gebracht. Een en ander is uiteindelijk als een samenhangend geheel voorgelegd aan de raad in de programmabegroting 2011-2015. De daarin opgenomen wijzigingen in de rolopvatting van de gemeente en de te realiseren besparingen worden planmatig uitgewerkt. Deze uitwerking speelt zich verder af in 2011 en volgende jaren en valt daarmee buiten de verantwoording die in de programmarekening 2010 wordt afgelegd. Managementontwikkelingen In 2010 is het directiemodel scherper neergezet. Gekozen is voor een aanpassing van de zogenaamde topstructuur van de ambtelijke organisatie. De directie is verkleind van drie naar twee directeuren en besloten is tot het samenvoegen van de afdelingen Facilitair, Informatie en Technologie, Communicatie, Juridische en Veiligheidszaken, Personeel en Organisatie en Planning en Control tot één afdeling bedrijfsvoering. Beide ontwikkelingen kunnen worden doorgevoerd zonder frictiekosten en leveren een bijdrage aan de ombuigingstaakstelling van de gemeente. In het managementprogramma is de focus gelegd op aan de ene kant het versterken van het persoonlijk leiderschap en aan de andere kant de betekenis van een nieuwe rolneming door de overheid. Dit managementprogramma loopt door tot in 2011. Naast praktische zaken gericht op de individuele deelnemers en de onderlinge samenwerking is er voor gekozen om ook een vijftal doorbraaktrajecten te benoemen. De doorbraaktrajecten zijn na de zomer van 2010 gestart. In deze doorbraaktrajecten is de opdracht om door de bestaande wijze van werken en regelgeving heen te breken en te onderzoeken of met een nieuwe rolneming er snel resultaten kunnen worden bereikt. Ziekteverzuim Het ziekteverzuim bedroeg over 2010 6,43% en is daarmee 0,04% lager dan in 2009. Het ziekteverzuim is nog steeds hoger dan het landelijk gemiddelde bij gemeenten (5,3% in 2009 voor gemeenten met een vergelijkbare grootte). In Purmerend is vooral het langdurig verzuim hoog. De frequentie van verzuimmeldingen in 2010 bedraagt 1,52 gemiddeld per persoon. In 2009 was dit nog 1,57. De meldingsfrequentie is een indicatie van frequent kort verzuim. Het percentage kort en middellang verzuim is in 2010 gedaald. Daarentegen is het lange verzuim en verzuim van meer dan 365 dagen gestegen ten opzichte van 2009. Om het ziekteverzuim verder te verlagen is gekozen voor een meer maatwerkbenadering waarin de verschillende afdelingen gericht worden ondersteund in specifieke situaties. Dat betreft zowel het verzuim dat direct samenhangt met het type werkzaamheden van de afdeling als het terugdringen van het langdurig verzuim. De resultaten hiervan zijn niet goed in het tijdsbestek van één jaar te meten, al is in 2010 wel zichtbaar geworden dat op de afdeling waar de ondersteuning als eerste is ingezet het verzuim duidelijk is gedaald.
185 Programmarekening 2010
Personeel in dienst versus inhuur van derden In 2010 is het scherp bewaken van de kosten voor inhuur voortgezet. Er is in 2010 voor een bedrag van e 7,6 miljoen aan inhuurkosten verantwoord. In 2009 was dit nog e 9,3 miljoen, een daling van e 1,7 miljoen ten opzichte van 2009. Ook zijn de inhuurkosten binnen de beschikbare/begrote budgetten gebleven. Aandachtspunt bij de totale som van inhuur is het aantal projecten dat in de loop van het jaar wordt gestart waardoor er telkens een beroep moet worden gedaan op kortdurende inzet (tot 1,5 jaar) op externe expertise in aanvulling op de ambtelijke organisatie.
Formatie
2008
2009
2010
2011
Organogram per 1/1 ( aantal FTE’s)
727,8
759,2
779,03
775,17
Vacature’s per 1/1 ( aantal functie’s)
145
79
29
19
Instroom ( aantal medewerkers)
126
92
67
*
Uitstroom ( aantal medewerkers)
77
64
47
*
Personeel versus inhuur van derden (bedragen x q 1.000)
2009
2010
Loonsom (realisatie)
39.510
40.146
Loonsom vacatures (A)
4.599
3.952
Vergoedingen ziekte en zwangerschapsverlof (B)
291
267
* Instroom en uitstroom 2011 is bekend aan het einde van het jaar Na een aantal jaren van groei is in 2010 voor het eerst zichtbaar dat de formatie afneemt. Deze ontwikkeling zet de komende paar jaar door als gevolg van de toenemende digitalisering die steeds gepaard gaat met vereenvoudiging van de werkprocessen en tegelijkertijd wordt er gestuurd op het niet alles in eigen beheer uitvoeren. Een deel van de werkzaamheden kan beter in samenwerking met andere gemeenten worden uitgevoerd of worden overgelaten aan marktpartijen. De richtingen waarlangs dit verder wordt uitgewerkt zijn vastgelegd in de begroting 2011.
Begrote inzet inhuur tijdelijke krachten (C)
757
499
Begrote inzet externe expertise (D)
3.522
3.098
Inhuur t.l.v. investeringskredieten
211
655
Totaal beschikbaar budget inhuur E
9.380
8.471
Inhuur t.l.v. vacatureruimte
5.290
4.256
Inhuur expertise
4.003
3.377
Totaal rekening inhuur derden F
9.293
7.633
Verschil inhuur derden E-F
87
838
186 Programmarekening 2010
De binnen de ambtelijke organisatie openstaande vacatures worden soms tijdelijk met externe capaciteit ingevuld om de gewenste output te leveren. Als dekking voor de inhuurkosten wordt de vrijvallende loonsom van de vacatures berekend. Daarnaast wordt voor specialistische kennis externe capaciteit ingehuurd. De inhuurkosten die hiermee gepaard gaan, zijn veelal begroot. In het overzicht is te zien dat de kosten voor inhuur van externen ten opzichte van de rekening 2009 met een bedrag van e 838.000 is afgenomen. In 2008 bedroegen de totale kosten voor inhuur nog e 9,4 miljoen. Verbeterpunten administratieve organisatie/managementletter In programmabegroting werd aangegeven dat de verbetering van de bedrijfsvoering de komende jaren een hoge prioriteit blijft houden. In 2010 is in overleg met de accountant voor een aantal interne controles het programma bijgesteld. Belangrijk aandachtspunt is en blijft de interne controle op de processen RO. Het onvoldoende uitvoeren van deze processen zorgt niet alleen voor risico’s in de uitvoering en beheersbaarheid van de begroting maar ook voor vertragingen in het geheel van de Planning en Control cyclus. Een belangrijk gesprekspunt met de accountant is het sterk planmatig werken aan de realisatie van de ombuigingen die moeten worden doorgevoerd. De aanpak die de gemeente heeft gekozen heeft de instemming van de accountant. Naar aanleiding van de bevindingen van de accountant over het verslagjaar 2009 is de raad voorgesteld om het normenkader te beperken tot de regelgeving die de raad heeft vastgesteld, naast de altijd geldende hogere wetgeving. De raad heeft dit voorstel overgenomen. Concreet betekent dit dat afwijkingen ten opzichte van de regels van het college en de directie inzake concrete uitvoeringshandelingen niet langer meetellen als onrechtmatigheden die aan de raad moeten worden gerapporteerd. Rechtmatigheid Bij rechtmatigheid gaat het om het voldoen aan de wettelijke kaders en regelgeving. Het gaat hier om de rechtmatigheid. Het gaat dan om een specifiek soort rechtmatigheid, namelijk om de vraag of de baten en lasten en de balansmutaties, zoals opgenomen in de programmarekening, rechtmatig tot stand zijn gekomen. Hierbij moet opgemerkt worden dat het oordeel gebaseerd is op de aspecten recht, hoogte en duur zowel de regelgeving van het rijk als de regelgeving van de gemeente zelf. De accountant controleert. Er bestaat bij de rechtmatigheidcontrole door de accountant met name een sterke relatie met het financieel beheer en de naleving van de financiële verslaggevingvoorschriften en de regels uit de financiële verordening. Begrotingsrechtmatigheid Ook de begroting en de programmarekening wordt getoetst op rechtmatigheid. Een onderdeel van deze toetsing vormt het controleprotocol van de accountant. Dit protocol bevat de volgende punten: • 1% tolerantie van de bruto-lasten van de programmarekening 2010 voor fouten; • 3% tolerantie van de bruto-lasten van de programmarekening 2010 voor onzekerheden.
187 Programmarekening 2010
Door u zijn geen specifieke te controleren aandachtspunten opgegeven. Op programmaniveau zijn alle begrotingsoverschrijdingen op de lasten onrechtmatig en moeten op programmaniveau worden toegelicht (artikel 189 lid 3 van de Gemeentewet). Bij het uitvoeren van de begroting wordt als zogenaamde begrotingsonrechtmatigheid aangemerkt lasten op een programma voor zover deze hoger zijn de vastgestelde actuele begroting. Dit betekent dat er geen besluiten tot wijziging van de begroting meer tot stand zijn gekomen, na afloop van het begrotingsjaar 2010. Voor deze overschrijding geldt dat moet worden toegelicht wat de oorzaken zijn en dat voor zover kan worden toegelicht dat er samenhang is met andere onderschrijdingen of hogere baten deze uitleg toereikend is. De programma’s die zijn overschreden worden hieronder in een tabel bijeengebracht. Vanwege de samenhang met het rekeningresultaat (lees de onttrekkingen en toevoegingen aan reserves) wordt ook getoond voor welk bedrag de overschrijding gecompenseerd wordt met een mutatie op specifieke reserves. Begrotingsonrechtmatigheden: Programma (bedragen x q 1 miljoen)
Begroot
Overschrijding
Samenhang
actueel 2010
2010
met reserves
09. Educatie
42,1
2,2
ja
10. Economie
1,28
0,12
nee
Toelichting: Ten opzichte van de programmarekening 2009 is de omvang van de begrotingsoverschrijding een stuk verbeterd. De begrotingsonrechtmatigheid in 2009 was f 3,8 miljoen.Voor 2010 is de begrotingsonrechtmatigheid f 2,32 miljoen. Deze onrechtmatigheid wordt veroorzaakt door de volgende programma’s: Programma 9 Educatie Uit de programmarekening blijkt dat het programma Educatie niet voldoet aan de rechtmatigheidseis. De overschrijding van de lasten bedraagt e 2,2 miljoen. Voor e 1,4 miljoen wordt deze overschrijding veroorzaakt door hogere lasten en baten van de OPSO. De OPSO loopt niet mee in de Planning en Control - cyclus van de gemeente. 2010 is het laatste jaar dat de OPSO wordt geconsolideerd, het schoolbestuur is met ingang van 2011 volledig verzelfstandigd. De overige e 0,8 miljoen wordt voor e 456.000 veroorzaakt door niet geraamde rentelasten voor de onderwijshuisvesting. Deze fout in de begroting had tijdig gesignaleerd en betrokken kunnen worden in de bestuursrapportages. Tot slot zijn er hogere lasten voor het onderwijsachterstandenbeleid. Deze hogere lasten hangen samen met in het in 2010 alsnog kunnen verantwoorden van rijksbijdragen die waren opgenomen op de balans. Dit heeft plaatsgevonden bij het opstellen van de rekening.
188 Programmarekening 2010
Programma 10 Economie Uit de programmarekening blijkt dat het programma Economie niet voldoet aan de rechtmatigheidseis. De overschrijding van de lasten ad. e 116.000 wordt veroorzaakt door noodzakelijke aanpassingen van de putkasten voor levering van de elektra en incidenteel extra elektraverbruik voor evenementen in de binnenstad. Echter tegenover deze lasten zijn er hogere baten ad. e 37.000 in verband met kleinschalige wijkkermissen in kader van Purmerend 600. Op programmaniveau zijn alle begrotingsoverschrijdingen op de lasten onrechtmatig en moeten op programma niveau worden toegelicht conform artikel 189 lid 3 van de Gemeentewet. Zoals uit het bovenstaande overzicht blijkt en rekening houdend met mutaties op reserves en hogere lasten waartegenover ook hogere baten staan voldoet programma 9en 10 niet aan de rechtmatigheideis. Begrotingsonrechtmatigheden op investeringen Ook voor de investeringen geldt dat uitgaven boven het bedrag waarvoor krediet is verleend aangemerkt worden als onrechtmatig. Overschrijdingen dienen vooraf te worden gemeld aan de raad. Voor de investeringskredieten 2010 geldt dat overschrijdingen zijn benoemd en toegelicht per programma in de financiële toelichting. Voor een aantal overschrijdingen geldt dat ze lastig te voorkomen zijn als gevolg van de openeind regeling waarop de uitgaven zijn gebaseerd. Het tijdig prognosticeren van overschrijdingen op dit vlak heeft ook in 2010 extra aandacht gekregen. Een verbeterpunt is het tijdig kunnen afsluiten van kredieten. In 2010 is dit bevordert door op vervangingsinvesteringen waarvoor jaarlijks een terugkerend bedrag aan investeringsruimte beschikbaar wordt gesteld geforceerd af te sluiten. Het bedrag aan nog niet afgewikkelde verplichtingen is daarbij toegevoegd aan de investeringsruimte voor 2011. Het hoofddoel hiervan is de administratie niet te laten uitdijen en tijdig te beginnen met het afschrijven op nieuwe kapitaalgoederen. Begrotingsonrechtmatigheden op mutatie’s in reserve In 2010 zijn er geen begrotingsonrechtmatigheden bij mutaties op reserves. De tussentijdse bijstellingen zijn hiervoor tijdig aan de raad voorgelegd en geaccordeerd. Financieel beheer Onder het financieel beheer wordt ook verstaan het zorgvuldig omgaan met de regels omtrent verplichtingen, rechten en de tekenbevoegdheden. In 2010 is met name aandacht besteed aan het verbeteren van de afdoeningstermijn van facturen. De in de loop van 2008 en 2009 al opgetreden verbetering in de betaaltermijn is vastgehouden en verbeterd. Inmiddels ligt bij de meeste organisatie onderdelen deze termijn onder de 40 kalenderdagen. De termijn wordt nog steeds nadelig beïnvloed doordat een aantal facturen door meerdere budgethouders worden getekend. Door een verdere vereenvoudiging aan te brengen in het rekeningschema kan de termijn verder dalen. Deze actie wordt voortgezet in 2011. Ook zal in 2011 het digitaliseren van inkoopfacturen worden geïmplementeerd. Dit heeft een positief effect op de snelheid van betalen aan onze leveranciers.
189 Programmarekening 2010
Hieronder wordt het betalingsgedrag van de gemeente weergegeven. Er wordt gestuurd op een verkorting van de gemiddelde doorloop tijd en heeft voortdurend de aandacht van de organisatie. Overzicht tot op heden en in vergelijking met 2009 en 2010: Betalingsgedrag crediteuren 2009 en 2010
Aantal facturen
Gemiddeld
betalingstermijn
Tussen 0 en 30 Tussen 30 en 60 dagen
Tussen 60 en 90 dagen
Later 90 dagen dagen
2009
23.642
50
3.357
14.498
4.311
1.476
2010
24.832
45
6.217
13.831
3.693
1091
In procenten van het totaal 2009
23.642
50
14%
61%
18%
6%
2010
24.832
45
25%
56%
15%
4%
Uit de tabel is af te lezen dat we in 2010, 81% van onze facturen tussen 0 en 60 dagen betalen. Dit is ten opzichte van 2009 een verbetering van 6%. In de eerste maanden van 2011 is de verbetering doorgezet en bedraagt de gemiddelde termijn tussen factuurdatum van de leverancier en feitelijke betaling 41 dagen. Melding Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens Voorgeschreven is dat jaarlijks openbaar gemaakt wordt welke personen een inkomen hebben ontvangen van meer dan e 193.000. Dit inkomen bestaat uit brutoloon, bijdrage pensioenopbouw en eventuele bijtelling voor gebruik van een dienstauto. Voor de gemeente Purmerend geldt dat er geen meldingen in dit kader hoeven te worden gedaan.
4.8
Verbonden partijen D o e l s t e ll i n g De gemeente Purmerend is verbonden aan een aantal partijen. Het gevoel was aanwezig dat er niet voldoende grip is op deze verbonden partijen. Het onderwerp ‘beter grip op verbonden partijen’ wordt ook als zodanig genoemd in het collegewerkprogramma ‘denken en doen’. Op basis daarvan heeft het college in 2007 een beleidslijn ten aanzien van verbonden partijen vastgesteld die er toe moet leiden dat inzicht wordt vergroot in de financiële risico’s die de gemeente loopt en de aansluiting bij de gemeentelijke planning en control cyclus. Hiermee wordt ook vertraging in de oplevering van de Planning en Control documenten bij de gemeente in de toekomst voorkomen. In het vervolg van deze paragraaf
190 Programmarekening 2010
wordt ingegaan op wat wordt verstaan onder een verbonden partij en welke het betreft. W at i s e e n v e r b o n d e n p a r t i j Een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk en financieel belang heeft (artikel 1 Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten). Aandachtspunt hierbij is nog dat een financiële verbondenheid ook kan ontstaan door een garantstelling in het verleden. In Purmerend is er een ‘intern’ onderdeel die qua aansturing worden behandeld als een verbonden partij. Het betreft: • Openbaar Primair en Speciaal Onderwijs Purmerend; qua bestuur op afstand, wel onderdeel van de rechtspersoon gemeente Purmerend. Daarnaast zijn er de gemeenschappelijke regelingen die gelden als verbonden partij. Het betreft de hieronder genoemde vijf partijen. Per partij wordt dit nader geduid. Programma 2 Zorg en Welzijn Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst (GGD) Zaanstreek-Waterland Dit betreft een gemeenschappelijke regeling van de gemeenten in Waterland, Zaanstad en Oostzaan. Gemeenten zijn verplicht om alleen, of samen met anderen, een Gezondheidsdienst in stand te houden. Bestuurlijk is de gemeente vertegenwoordigd in het dagelijks bestuur. De begrote bijdrage voor 2010 van de gemeente Purmerend is e 2.597.258 . Programma 8 Veiligheid Er is een openbaar lichaam: de Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland. Het lichaam is gevestigd in Zaanstad. Het rechtsgebied van het openbaar lichaam omvat het grondgebied van de deelnemende gemeenten. De doelstelling van dit openbaar lichaam is door samenwerking een zo doelmatig mogelijk georganiseerde en gecoördineerde brandbestrijding en hulpverlening te bewerkstelligen bij rampen en zware ongevallen in de regio Zaanstreek-Waterland en – in geval van bijstandsverlening – daarbuiten. De bijdrage van de gemeente Purmerend bedroeg in 2010 e 1.231.983. Bestuurlijk is de burgemeester vertegenwoordigd in het dagelijks bestuur, hij beheert de portefeuille financiën. In 2010 is in door Veiligheidsbestuur een regeling vergoeding specialistische taken vastgesteld. Hierin is de vergoeding tussen de deelnemende gemeenten vastgesteld voor het gebruik van specialistische taken. Dit heeft tot gevolg dat de gemeente Purmerend per saldo een deel van de kosten van de specialistische taken van haar brandweerkorps kan doorbelasten aan overige deelnemers van de veiligheidsregio. Jaarlijks gaat dit om ongeveer e 60.000 In 2010 is binnen de veiligheidsregio een begin gemaakt met het verder in kaart brengen van risico’s. Dit zal er toe leiden dat er in de toekomst een beter inzicht is in het benodigde weerstandsvermogen, wat van invloed kan zijn op de door de deelnemers ter beschikking te stellen middelen. Vooralsnog lijkt hier een voordeel uit te komen voor de deelnemers maar de omvang hiervan is nog niet bekend.
191
Programmarekening 2010
Het resultaat uit de programmarekening 2010 van de veiligheidsregio is nog niet verwerkt in het resultaat van de programmarekening 2010 verwerkt. Als gevolg van gewijzigde wetgeving zal de brandweer geregionaliseerd worden waardoor de veiligheidsregio een belangrijkere positie krijgt binnen de regio. Deze regionalisering zal vorm gegeven moeten worden in de nabije toekomst. De vorming van deze regionale brandweer kan gevolgen hebben voor de kosten en structuur van de veiligheidsregio. De verwachting is dat in 2011 een start gemaakt gaat worden met de invulling hiervan. Programma 11 Actief in de Stad Recreatieschappen Het Twiske en Landschap Waterland Op dit moment participeert de gemeente Purmerend in recreatieschap Het Twiske en Landschap Waterland. De bijdrage in 2010 aan het exploitatietekort van de recreatieschappen is e 74.780 voor Het Twiske en e 76.741 voor Landschap Waterland. Ook is er in totaal e 35.174 aan doorgeschoven btw gerealiseerd. Dit laatste levert een nadeel op van e 4.826 ten opzichte van de begroting. Voor zover bovenstaande gegevens een structureel effect hebben, zal mogelijk de begroting hierop worden aangepast. Echter, ten tijde van het opstellen van de programmarekening Purmerend 2010 waren nog geen definitieve jaarcijfers van deze recreatieschappen beschikbaar. Programma 12 Werk en inkomen Gemeenschappelijke regeling werkvoorzieningschap Zaanstreek-Waterland Baanstede Mensen met een ernstige handicap van lichamelijke of psychische aard die geen zicht hebben op een baan zonder om-, her- en/of bijscholingen en zonder eerst goed te zijn begeleid, komen in aanmerking voor plaatsing in het kader van de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW). Doel is dat scholing en begeleiding leiden tot plaatsing op een plek waar arbeid onder normale omstandigheden wordt uitgevoerd. De bijdrage van de gemeente Purmerend in 2010 is e 268.698 (excl. de onderdelen welke in een subsidierelatie zijn ondergebracht). Bestuurlijk is de gemeente vertegenwoordigd in het dagelijks bestuur. Programma 13 Bestuur en Concern Intergemeentelijke Samenwerkingsorgaan Waterland (IS W) De samenwerking op Waterlandse schaal richt zich vooral op beleidsafstemming op terreinen als ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer en economie. Daarvoor heeft het ISW een klein ambtelijk apparaat beschikbaar. De nadruk ligt op het overleg van de portefeuillehouders. Daarnaast wordt de wettelijke taak van de gemeenten om een streekarchief te voeren, uitgevoerd door het Waterlands archief. De gemeente Purmerend draagt ongeveer 50% van de lasten: in 2010 bedraagt de bijdrage aan het Waterlands archief e 423.753, de bijdrage aan de centrale ISW-organisatie e 255.534. Stadsregio Amsterdam Binnen de Stadsregio Amsterdam werken zestien gemeenten samen aan het oplossen van regionale problemen op het terrein van verkeer en vervoer, ruimtelijke ordening, volkshuisvesting, economie en jeugdhulpverlening. De deelnemende gemeenten zijn: Aalsmeer, Amstelveen, Amsterdam, Beemster, Diemen,
192 Programmarekening 2010
Edam-Volendam, Haarlemmermeer, Landsmeer, Oostzaan, Ouder-Amstel, Purmerend, Uithoorn, Waterland, Wormerland, Zaanstad en Zeevang. In 2010 is de gemeentelijke bijdrage e 177.278. Bestuurlijk is de gemeente (namens de ISW-gemeenten) vertegenwoordigd in het dagelijks bestuur.
193 Programmarekening 2010
5
Balans en Toelichting Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling A. Inleiding De programmarekening is opgemaakt met inachtneming van de voorschriften die het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) daarvoor geeft. Dit is een nadere uitwerking van de financiële verordening en ex artikel 212 van de gemeentewet. Met ingang van 1 januari 2004 is het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) in werking getreden. De voornaamste uitgangspunten zijn: • eenheid van begroting en programmarekening; • het opnemen van een balans waaruit de financiële positie van de gemeente blijkt; • in de programmarekening is de consolidatie met het grondbedrijf en OPSO opgenomen. A 1 . W i j z i g i n g e n t e n o p z i c h t e va n 2 0 0 9 In 2010 zijn er geen relevante wijzigingen in het BBV doorgevoerd ten opzichte van de programmarekening 2010. A 2 . A l g e m e n e g r o n d s l a g e n v o o r h e t o p s t e l l e n va n d e p r o g r a m m a rekening In de programmarekening zijn gegevens verwerkt met betrekking tot 2010 voor zover deze bekend waren tot en met 7 maart 2011. Gegevens na deze datum zijn benoemd in de paragraaf ‘gebeurtenissen na balansdatum’ en zijn opgenomen in het hoofdstuk algemene dekkingsmiddelen van de programmarekening 2010. De waardering van de activa en de passiva en de bepaling van het resultaat vindt plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij het desbetreffende balanshoofd anders is vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarden. De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten en winsten worden slechts genomen voor zover zij op de balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico’s die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de programmarekening bekend zijn geworden. Dividendopbrengsten van deelnemingen zijn als bate verantwoord in het jaar waarin het dividend is ontvangen en/of het moment waarop het dividend betaalbaar gesteld wordt. Personeelslasten worden toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Als gevolg van het formele verbod op het opnemen van voorzieningen c.q. schulden uit hoofde van jaarlijks terugkerende arbeidskostengerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume worden sommige personele lasten echter toegerekend aan de periode waarin de uitbetaling plaatsvindt; daarbij moet
194 Programmarekening 2010
worden gedacht aan componenten zoals ziektekostenpremie voor gepensioneerden en overlopende vakantiegeld. De in deze geconsolideerde programmarekening (concern rekening) opgenomen cijfers bestaan uit de cijfers van de volgende administraties: • Administratie Gemeente Purmerend • Administratie bestuurscommissie openbaar primair en speciaal onderwijs (OPSO) Ten behoeve van de consolidatie zijn de balans en de verlies- en winstrekening van de bestuurscommissie onderwijs aangepast aan de boekhoudvoorschriften waar de gemeente zich aan moet houden (BBV). De programmarekening van de bestuurscommissie onderwijs is opgesteld volgens de voorschriften van het Ministerie van OCW. Daarna heeft een gedeeltelijke herrubricering plaatsgevonden naar de voorschriften volgens het BBV. Bij deze herrubricering is het resultaat van verwerkt in de algemene reserve van OPSO. Alle reserves en voorzieningen van OPSO worden in de programmarekening gepresenteerd als voorziening omdat middelen niet voor andere doeleinden kunnen worden ingezet dan voor uitgaven van de bestuurscommissie. Ten aanzien van de activeringsbeleidsregels worden de voorschriften van OCW gevolgd. Deze regels wijken af van het gemeentelijke beleid en op dit onderdeel wordt niet voldaan aan het gemeentelijk activabeleid. Deze uitzondering is benoemd in het controleprotocol 2010.
B. Balans 5.1
Vaste Activa Activa worden gewaardeerd op basis van de verkrijgingsprijs- of vervaardigingsprijs. 5 . 1 . 1 Mat e r i ë l e v a s t e a c t i v a In erfpacht uitgegeven gronden De erfpachtsgronden op de balans betreffen voornamelijk grondwaarden waarvoor een canon wordt betaald. De waarde van de afgekochte eeuwigdurende erfpachtsgronden zijn met ingang van 2005 op de registratiewaarde van e 1,00 per kavel gesteld (voor 2010 e 7.886). Materiele vaste activa met economisch nut Alle investeringen met economisch nut worden geactiveerd en dus afgeschreven. Een investering is van economisch nut als activum verhandelbaar is of wanneer er opbrengsten mee kunnen worden gegenereerd. Specifieke investeringsbijdragen van derden worden op de desbetreffende investering in mindering gebracht; in die gevallen wordt er op het saldo afgeschreven. Materiele vaste activa met maatschappelijk nut Investeringen met een meerjarig maatschappelijk nut in de openbare ruimte, o.a. wegen, pleinen, bruggen worden in beginsel altijd geactiveerd en afgeschreven, conform de in de financiële verordening opgenomen afschrijvingstabel. Het argument daarvoor is dat de lasten evenredig worden toegerekend volgens de economische levensduur (gebruiksduur) van de objecten. Indien van toepassing
195 Programmarekening 2010
worden op deze investeringen (beschikkingen over) bestemmingsreserves in mindering gebracht. Dit geldt ook voor specifieke investeringsbijdragen van derden. In beide gevallen wordt er op het saldo afgeschreven. Afschrijvingsmethoden- en termijnen In principe worden alle materiële activa lineair afgeschreven in de verwachte gebruiksduur, waarbij bij een enkele investering rekening wordt gehouden met een eventuele restwaarde. In het verleden werden nog kredieten beschikbaar gesteld met afschrijvingen gebaseerd op een annuïtaire basis. Deze investeringen worden vanaf boekjaar 2010 eveneens lineair afgeschreven waardoor voor Purmerend alle materiële activa lineair wordt afgeschreven. De gehanteerde afschrijvingstermijnen bedragen in jaren: 50 jaar: gebouwen 45 jaar: stedelijk waterplan, riolering 40 jaar: schoolgebouwen, verharding / terreininrichting, dijken en kades, asfalt (wegen), elementen (wegen) 30 jaar: oeverbeschoeiing, herstel kademuren 25 jaar: rotondes, verkeerslichten en lantaarnpalen, speeltoestellen 20 jaar: inrichting/renovatie sport-, speel- en schoolterreinen, noodgebouwen, gebouw gebonden technische installaties, functie verbeterende verbouwingen, 1e inrichting schoolgebouwen, inrichting gymnastieklokalen/sporthallen, containers anders dan glas-, papier- en rolcontainers, kunststof sportveld (onderlaag) 15 jaar: kunststof sportveld gemengde activering, vrachtwagens en bijzondere voertuigen, tankautospuiten, glas-, papier- en rolcontainers 10 jaar: kunststof bovenlaag sportveld, gebouw inrichting (w.o. stoffering/ meubilair), installaties/machines en overige materiële vaste activa, huisvuilauto’s, veeg- en containerauto’s 8 jaar: personenauto’s, bestelbusjes en (losse) apparaten 6 jaar: ICT software 4 jaar: ICT hardware niet: gronden en terreinen Activa met een verkrijgingsprijs van minder dan e 25.000 worden niet geactiveerd, uitgezonderd gronden en terreinen. Deze laatstgenoemde worden altijd geactiveerd. De gehanteerde afschrijvingstermijnen van de OPSO Purmerend zijn als volgt: 15 jaar: meubilair 9 jaar: onderwijsleerpakketten 4 jaar: ICT hardware 5 jaar: overige inventaris Activa met een verkrijgingsprijs van minder dan e 500 worden niet geactiveerd. Moment van eerste jaar afschrijving Als ingangsdatum van de afschrijving geldt het jaar volgend op het jaar ná oplevering c.q. vervaardiging. Op grondbezit met economisch nut (buiten de openbare ruimte) wordt in principe niet afgeschreven.
196 Programmarekening 2010
Levensduurverlengende investeringen Dit betreft uitgaven voor groot onderhoud, zoals vervanging van (delen) van daken, dakbedekking, elektrische installaties, vloeren e.d. Hierbij gelden de volgende uitgangspunten: • Kosten van klein onderhoud worden in het jaar van uitvoering ten laste van de exploitatie gebracht; • Kosten van groot onderhoud komen ten laste van een hiervoor gevormde voorziening (op basis van een actueel beheerplan); • Levensduurverlengende investeringen worden geactiveerd en afgeschreven (eventueel via de componentenbenadering). 5 . 1 . 2 F i n a n c i ë l e va s t e a c t i va Participaties Participaties in het aandelenkapitaal zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs van de aandelen. De gemeente Purmerend heeft de volgende participaties: a. Bank Nederlandse gemeenten 7020 aandelen van e 2,50 ofwel e 17.750 b. NUON (betreft aandelen in het voormalig Energiebedrijf Zaanstreek-Water land). Deze deelneming is gebaseerd op het aantal aansluitingen. In 2009 is met de invoering van de Wet onafhankelijk netbeheer wordt de NUON verplicht uiterlijk 2011 het bedrijf op te splitsen in een publiek netwerkbedrijf (NWB) en een commercieel productie- en leveringsbedrijf (PBL). Na splitsing mogen de aandelen in het PBL worden verkocht. Het aantal aandelen EZW bedraagt e 13.595. Deze zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs van e 6.466. c. Bij B&W besluit van 31 oktober 2007 zijn de definitieve stukken met betrekking tot de verzelfstandiging van de stadsverwarming Purmerend getekend. Bij dit besluit is tevens opgenomen de door de gemeente Purmerend op te nemen bedragen voor het aandelenkapitaal (e 18.000) en het agio (e 42.681.092). Deze waarde is conform de door de accountant afgegeven verklaring van 23 oktober 2007. De deelneming in de Stadsverwarming Purmerend B.V. is een 100% deelneming. In de waardering is geen rekening gehouden met exploitatieverliezen en/of winsten sinds de oprichting van de BV. Verstrekte langlopende geldleningen De verstrekte langlopende geldleningen zijn opgenomen tegen nominale waarde, verminderd met de ontvangen aflossingen. Onder deze balanspost per 31 december 2010 zijn opgenomen de verstrekte geldleningen aan woningcorporaties 16, de hypotheekverstrekkingen aan gemeentepersoneel 106, aan overigen 4. Bijdragen aan derden Bijdragen aan activa van derden worden geactiveerd. Dergelijke geactiveerde bijdragen zijn gewaardeerd op het bedrag van de verstrekte bijdragen, verminderd met afschrijvingen. De verleende bijdragen worden afgeschreven in de periode waarin het betrokken actief van de derde op basis van door de gemeente gesteld voorwaarden moet bijdragen aan de publieke taak.
197 Programmarekening 2010
5.2
Vlottende Activa 5.2.1 Voorraden De nog niet in exploitatie genomen bouwgronden zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingprijs. De overige grond- en hulpstoffen (magazijnvoorraden) zijn gewaardeerd tegen vaste verrekenprijzen die gebaseerd zijn op de gemiddelde betaalde inkoopprijs. De verantwoording van de grondexploitatie verloopt via de exploitatie, als onderdeel van programma 7 Ruimtelijke ordening. Bij deze methode worden jaarlijks in de rekening van baten en lasten zowel de werkelijke lasten van het bouwrijp maken als de werkelijke verkopen getoond. Het (positieve dan wel negatieve) saldo daarvan is de mutatie onderhanden werk (OHW). De als onderhanden werken opgenomen bouwgronden in exploitatie zijn gewaardeerd tegen de vervaardigingsprijs, dan wel de lagere marktwaarde. De vervaardigingsprijs omvat de kosten die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend (zoals grondaankopen, plankosten en kosten van bouw- en woonrijp maken), evenals een redelijk te achten aandeel in de rentekosten en de administratie- en beheerskosten. Winsten uit de grondexploitatie worden slechts genomen indien en voorzover die met voldoende mate van betrouwbaarheid als gerealiseerd aangemerkt kunnen worden (realisatieprincipe). Zolang daarvan geen sprake is worden de verkregen verkoopopbrengsten ten volle op de vervaardigingskosten in mindering gebracht. 5.2.2. Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan é é n j aa r De vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid is een voorziening in mindering gebracht. Bij de verzelfstandiging van de dienst Stadsverwarming naar een Stadsverwarming Purmerend B.V. per 1 januari 2007 is de vordering van de gemeente op de Nuon bij de gemeente gebleven. De vordering is in 2010 niet in omvang gewijzigd. De vordering heeft betrekking op blijkbaar niet verrekende en/of in rekening gebrachte verbruiken over de jaren 2001 tot en met 2003. Over de vordering kon geen overeenstemming worden bereikt, na inwinning van juridisch advies is een invorderingsprocedure gestart. In juni 2010 is er een uitspraak gedaan tussen Nuon en de gemeente. Deze vordering is oninbaar en afgeboekt naar de incidentele baten en lasten. 5 . 2 . 3 e n 5 . 2 . 4 L i q u i d e m i d d e l e n e n o v e r l o p e n d e a c t i va Deze activa worden tegen nominale waarde opgenomen. De liquide middelen zijn opgenomen volgens de laatste dagafschriften van het jaar 2010.
198 Programmarekening 2010
5.3
Vaste Passiva 5.3.1 Eigen vermogen Het eigen vermogen bestaat uit reserves en het saldo van de rekening van baten en lasten. De waardering vindt plaats tegen nominale waarden. De reserves worden onderscheiden in een algemene reserve, egalisatie reserves en bestemmingsreserves. De algemene reserve dient als algemeen financieel weerstandsvermogen, waarbij op grond van het coalitieakkoord een bedrag van e 10,0 miljoen wordt aangehouden. De algemene reserve is tot stand gekomen dankzij (batige) saldi voorgaande jaren. Er is sprake van een bestemmingsreserve zodra via afzonderlijke besluitvorming voor een bepaald doel een reserve wordt ingesteld. Onder de egalisatiereserves zijn de reserves opgenomen die dienen ter afdekking van kapitaallasten van geactiveerde kosten met een economisch nut en ongewenste schommelingen in tarieven die aan derden in rekening worden gebracht op te vangen. 5.3.2 Voorzieningen Voorzieningen worden gewaardeerd op het nominale bedrag van de betrokken verplichting c.q. het voorzienbare verlies en zijn getroffen voor op de balansdatum bestaande risico’s, verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, doch redelijkerwijs in te schatten. Daarnaast zijn onderhouds-/egalisatievoorzieningen getroffen ter gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal boekjaren en mede gebaseerd op meerjarige onderhoudsplannen. Kosten die in een volgend jaar begrotingsjaar worden gemaakt maar waarvan de oorsprong wel (mede) ligt in het begrotingsjaar of in een voorafgaand begrotingsjaar. De getroffen voorzieningen voorzien in de dekking van deze kosten voor zover deze niet op een andere wijze al zijn afgedekt in de meerjarenbegroting. 5 . 3 . 3 Va s t e s c h u l d e n Vaste schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde verminderd met gedane aflossingen. De vaste schulden hebben een rentetypische looptijd van één jaar of langer.
5.4
Vlottende Passiva De vlottende passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Onder de overlopende passiva zijn opgenomen de meerjarige uitkeringen. Deze uitkeringen zijn beklemd door de voorwaarden gesteld door een geldgever (bv. rijksbijdrage, subsidie) en de hoogte van de opgenomen bedragen is overeenkomstig de door de geldgevers verstrekte subsidies en/of bijdragen.
5.5
Gewaarborgde geldleningen en garantstellingen Voor zover leningen door de gemeente gewaarborgd zijn, is buiten telling het totaalbedrag geborgde schuldrestanten per einde boekjaar opgenomen. In de toelichting op de balans is meer informatie opgenomen.
199 Programmarekening 2010
5.6
Rentetoerekening De reserves en voorzieningen worden gebruikt als intern financieringsmiddel. Dat betekent dat onder andere met deze middelen allerlei uitgaven en investeringen worden gefinancierd. Als deze interne financieringsmiddelen niet aanwezig zouden zijn zou de gemeente bij een bank geld moeten lenen en daarover rente verschuldigd zijn. Deze rente wordt door deze interne financiering nu uitgespaard. De bespaarde rente (5%) komt tot uitdrukking in een rentetoerekening (= fictieve rentelast). Deze last wordt toegerekend aan investeringen. Tegenover deze rentelast staat een even grote rentebaat. Voor de besteding hiervan wordt de jaarlijkse rente ten gunste van de exploitatie gebracht onder product eigen financieringsmiddelen in programma 14 algemene dekkingsmiddelen. In artikel 2, lid 4 van het BBV is bepaald dat onder de baten en de lasten ook de over het eigen vermogen berekende bespaarde rente wordt bedoeld. Dit betekent dat als de gemeente werkt met berekende bespaarde rente deze bespaarde rente als baten en lasten wordt gezien.
C. Niet uit de balans blijkende rechten/plichten C1. Plichten Dit betreft langlopende verplichtingen die samenhangen met opdrachten voor leveringen of opdrachten voor dienstverleningen. De kosten van dergelijke opdrachtverleningen worden op basis van de jaarlijkse prestaties als (exploitatie) lasten aan de jaren toegerekend. Hieronder worden de belangrijkste meerjarige verplichtingen toegelicht. A. Onderhoudsovereenkomsten en licenties De gemeente heeft diverse meerjarige overeenkomsten afgesloten voor het uitvoeren van onderhoud en licenties. Deze overeenkomsten zijn niet apart gekwantificeerd. De lasten zijn opgenomen in de begroting. Voor het vrijvallen van deze lasten moeten opzegtermijnen in acht te worden genomen. B. Periodieke subsidies Door de gemeente wordt een aantal periodieke subsidies verleend. Voor het beëindigen en wijzigen van deze subsidies moeten termijnen van redelijkheid in acht te worden genomen. Hieruit kan een overbruggingsperiode vloeien. De periodieke subsidies zijn opgenomen in de programmabegroting. C2. Rechten De gemeente Purmerend heeft een zeer beperkt belang (0,22%) in het aandelenpakket NUON. In 2009 is 49% van de aandelen NUON verkocht aan Vattenfall. Dit is verwerkt in de programmarekening 2009. Het restant aandelenpakket wordt in drie fases verkocht verdeeld over de jaren 2011 (15%), 2013 (15%) en 2015 (21%). In de meerjarenbegroting zijn deze drie bedragen ook verantwoord voor respectievelijk e 3,2 mln, e 3,2 mln en e 4,6 mln. Deze bedragen zijn niet als vordering vermeld in de balans omdat de programmarekening is opgemaakt met inachtneming van de voorschriften die het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) daarvoor aangeeft. Deze voorschriften geven aan dat de aandelen niet in eigendom zijn maar via een houdstermaatschappij lopen en daarom niet verantwoord mogen worden in de balans van de gemeente Purmerend.
200 Programmarekening 2010
Balans per 31 december 2010
Activa
ultimo
ultimo
(bedragen x o 1.000)
2010
2009
1. Vaste activa
1.1 Materiële vaste activa
Investeringen met een economisch nut
- gronden uitgegeven in erfpacht
- overige investeringen met economisch nut
Investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend een maatschappelijk nut
2.144
2.756
169.244
161.790
25.070
19.510
1.2 Financiële vaste activa
Kapitaalverstrekkingen aan:
- overige verbonden partijen
Leningen aan:
196.458
73.298
42.723
42.723
- woningbouwcorporaties
14.163
53.570
Overige langlopende leningen u/g
16.412
16.843
Bijdragen aan activa in eigendom van derden
-
-
Totaal vaste activa
184.056
113.136
269.756
297.192
1.756-
966-
2. Vlottende activa
2.1 Voorraden:
Grond- en hulpstoffen
- niet in exploitatie genomen bouwgronden
- magazijnvoorraad stadsbeheer
Overige voorraden
Onderhanden werk: bouwgronden in exploitatie
12.852
11.464
82
95
21
30
14.711-
12.555-
2.2 Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar
- Rekening courantverhoudingen met niet financiële instellingen
- Overige vorderingen
390
309
22.648
22.534
2.3 Liquide middelen
- Kassaldi
- Bank- en girosaldi
23.038
11.521
22
22
11.499
17.501-
22.843
17.479-
2.4 Overlopende activa
1.322
716
Totaal vlottende activa
34.125
5.114
Totaal generaal
303.881
302.306
202 Programmarekening 2010
Passiva
ultimo
ultimo
(bedragen x o 1.000)
2010
2009
3. Vaste passiva
3.1 Eigen vermogen
Algemene reserves:
- Algemene reserve
Bestemmingsreserves:
- Voor egalisatie van tarieven
- Voor egalisatie van rente
- Overige bestemmingsreserves
Nog te bestemmen resultaat
30.084
2.879
4.366
2.147
1.089
4.500 20.085
22.478
473
1.298-
3.2 Voorzieningen
9.339
- Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico’s - Door derden beklemde middelen met een specifieke aanwendingsrichting
9.339
3.3 Vaste schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of langer
Onderhandse leningen van:
- binnenlandse pensioenfondsen en verzekeringsinstellingen
- binnenlandse banken en overige financiële instellingen
- overige binnenlandse sectoren
Door derden belegde gelden
Legaten
Waarborgsommen
26.635
8.461
234.750
-
2
227.875
232.663
6.807
6.807
40
4
2
2
26
27
Totaal vaste passiva
8.461
-
239.505
274.173
274.601
11.129
7.767
4. Vlottende passiva
4.1 Netto vlottende schulden met rente typische looptijd korter dan één jaar
- Crediteuren
- Rekening - courantverhoudingen
11.129
7.758
-
9
4.2 Overlopende passiva
18.579
19.938
Totaal vlottende passiva
29.708
27.705
303.881
302.306
32.778
35.236
473.144
453.412
Totaal generaal
5. Gewaarborgde geldleningen
Idem, via achtervang WSW
203 Programmarekening 2010
Toelichting op de balans per 31 december 2010
Activa
(bedragen x o 1.000)
1. Vaste activa
1.1 Materiële vaste activa
De materiële vaste activa bestaan uit de volgende onderdelen:
Boekwaarde Boekwaarde 31-12-2010 31-12-2009
- In erfpacht uitgegeven gronden
- Overige investeringen met economisch nut
- Investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend
maatschappelijk nut
Totaal
2.144
2.756
169.244 161.790
25.070
19.510
196.458 184.056
De overige investeringen met economisch nut kunnen als volgt worden onderverdeeld: Boekwaarde overige investeringen met economisch nut ultimo:
2010
2009
- Gronden en terreinen
19.489
17.438
- Bedrijfsgebouwen - Grond-, weg- en waterbouwkundige werken
102.746 107.618 16.322
13.672
- Vervoersmiddelen
2.874
2 987
- Machines, apparaten en installaties
24.732
17.930
1.422
522
- Overige materiële vaste activa Boekwaarde investeringen bestuurscommissie openbaar onderwijs
167.585 160.167 1.659
1.623
169.244 161.790
Het onderstaand overzicht geeft het verloop van de overige investeringen met economisch nut weer:
Boekwaarde
01-01-2010
ringen
derden
17.438
1.950
-
107.618
354-
859
13.672
1.480
205
- Gronden en terreinen - Bedrijfsgebouwen - Grond-, weg- en waterbouwkundige werken - Vervoersmiddelen - Machines, apparaten en installaties - Overige materiële vaste activa - Investeringen bestuurscommissie openbaar onderwijs Totaal
2.987
Investe- Bijdrage van
ingen 31-12-2010
101-
19.489
3.659 102.746 1.375-
16.322
217
2.874
366
4.329
24.732
522
2.181
1.281
1.422
1.623
457
421
1.659
17.930
161.790
104
Afschrijv- Boekwaarde
11.497
17.315
1.430
8.431 169.244
Investe- Bijdrage van
Afschrijv- Boekwaarde
De boekwaarde van de investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut had het volgende verloop:
Boekwaarde
01-01-2010
ringen
derden
18.297
4.173
383
1.213
2.203
161
42
3.213
19.510
6.376
544
272
25.070
- Grond-, weg- en waterbouwkundige werken - Overige materiële vaste activa
ingen 31-12-2010
230
21.857
1.2 Financiële vaste activa
Het verloop van de financiële vaste activa gedurende het jaar 2009 wordt in onderstaand overzicht weergegeven:
Boekwaarde
Verstrek- Vervroegde Aflossingen
Afschrij- Boekwaarde
01-01-2010
kingen aflossingen
vingen 31-12-2010
Kapitaalverstrekkingen aan:
Deelnemingen:
- N.V. Houdstermaatschappij EZW
- NV Bank voor Nederlandse Gemeenten
- Stadsverwarming Purmerend B.V.
- Agio aandelen Stadsverwarming Purmerend B.V.
6
6
18
18
18
18
42.681
42.681
53.570
39.407
14.163
Leningen aan:
- Woningbouwcorporaties
Overige langlopende leningen aan:
- Hypotheekverstrekkingen personeel
7.675
277
7.398
- Stimuleringsfonds Volkshuisvesting
28
1
27
- Startersleningen
287
2.527
- Openbare leeszaal en Bibliotheek
45
864
- Stichting concert- en cultuurpodium
2.584 909 5.647
Bijdragen aan activa in eigendom van derden
230
-
154
205
5.596
-
-
-
113.136
384
-
40.222
-
2010
2009
73.298
2. Vlottende activa
2.1 Voorraden De in de balans opgenomen voorraden worden uitgesplitst naar de volgende categorieën:
Grond- en hulpstoffen, gespecificeerd naar:
- Niet in exploitatie genomen bouwgronden
12.852
11.464
- Magazijnvoorrraad stadsbeheer
82
95
- Overige voorraden
21
30
12.955
11.589
Onderhanden werk: bouwgronden in exploitatie
14.711-
12.555-
Totaal
1.756-
966-
Van de niet in exploitatie genomen bouwgronden kan het volgende overzicht worden gegeven:
Boekwaarde
Rente
Investe- Inkomsten
Winst- Boekwaarde
01-01-2010
2010
ringen
uitname 31-12-2010
1.071
54
33
479
443
1.122
497
25
2 2
-
5 22
Toekomstige exploitatiegebieden/stadslocaties
6.064
303
792
807
251
6.603
Kop van west
3.832
192
597
16
-
4.605
11.464
574
1.424
1.304
694
12.852
Passieve gebieden Af te stoten gronden
De balangrijkste gronden kunnen we in een overzicht weergeven: Stadslocaties
3.783
Kop van West
4.605
205 Programmarekening 2010
Van de bouwgronden in exploitatie kan van het verloop in 2009 het volgende overzicht worden weergegeven:
Boekwaarde
Rente
Investe- Inkomsten
Winst- Boekwaarde
01-01-2010
2010
ringen
uitname 31-12-2010
9.486
474
761
15.374-
769-
4.102
15.578
7.453
-20.166
-
-
23
1.085
1062
0
Stadsvernieuwing:
0
- De Oeverlanden
0
Grondexploitatie: Stadsuitbreiding: - Baanstee Noord - Weidevenne - Stationsgebied
- Herstructurering Wagenweggebied - Wheermolen Totaal
199
10
3
-
214
5
73
10.718
34
12
-
-424
-105
7.100-
355-
2.708
411
-5.158
12.555-
628-
7.667
8.096
-14.711
Saldo per
Saldo per
17.291
2.2 Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar De in de balans opgenomen uitzettingen met een looptijd ven één jaar of minder kunnen als volgt gespecificeerd worden:
31-12-2010 31-12-2009
Soort vordering - Rekening - courantverhoudingen met niet financiële instellingen
390
309
- Overige vorderingen
25.385
28.422
- Vorderingen bestuurscommissie openbaar onderwijs
140
99
Af: Voorziening debiteuren
2.877-
5.987-
Totaal
23.038
22.843
2010
2009
- Kassaldi
22
22
De overige vorderingen zijn ultimo 2009 als volgt samengesteld (x o 1 milj.): - Gemeentelijke belastingen
1,0
- Bijstandsdebiteuren
4,4
- BTW compensatiefonds
8,8
- Overige debiteuren
11,2
Totaal
25,4
De voorziening debiteuren is als volgt opgebouwd: - Bijstandsdebiteuren
2,6
- Belastingdebiteuren
0,2
- Overige debiteuren
0,1
Totaal
2,9
2.3 Liquide middelen
Het saldo van de liquide middelen bestaat uit de volgende componenten:
- Banksaldi
11.346
17.813-
- Girosaldi
153
312
Totaal
11.521
17.479-
206 Programmarekening 2010
2.4 Overlopende activa
2010
2009
De post overlopende activa kan als volgt onderscheiden worden - Vooruitbetaalde bedragen
233
227
- Transitorische rente
206
354
- Overige overlopende activa
883
135
Totaal
1.322
716
Passiva
(bedragen x o 1.000)
3. Vaste passiva
3.1 Eigen vermogen
2010
2009
2.879
4.366
2.147
1.089
Het in de balans opgenomen Eigen Vermogen bestaat uit de volgende posten: Algemene reserves: - algemene reserve Bestemmingsreserves: - voor egalisatie van tarieven - voor egalisatie van rente
4.500
-
- overige bestemmingsreserves
20.085
22.478
29.611
27.933
Resultaat na bestemming Totaal Resultaat vóór bestemming
473
1.298-
Totaal eigen vermogen
30.084
26.635
Het verloop van de algemene reserves en bestemmingsreserves in 2010 wordt in onderstaand overzicht weergegeven:
Saldo
Mutaties
Saldo Toevoeging Onttrekking Bestemming
01-01-2010 in de balans 01-01-2010
Algemene reserve Egalisatiereserves
1) na mutaties
4.366 1.089
4.366
Saldo
resultaat 31-12-2010 2009
1.487-
2.879
1.089
6.220
691
29
6.647
Bestemmingsreserves
22.478
-
22.478
1.512
4.065
160
20.085
Totaal
27.933
-
27.933
7.732
4.756
1.298-
29.611
Saldo Toevoeging Resultaat-
Aanwen-
Saldo
De uitgebreide specificatie en het verloop is opgenomen in de bijlage reserves en voorzieningen.
3.2 Voorzieningen Het verloop van de voorzieningen in 2010 wordt in onderstaand overzicht weergegeven:
Saldo
Mutaties
01-01-2010 in de balans 01-01-2010 bestemming
ding 31-12-2010
1) na mutaties
Voorzieningen
3.677
3.677
Voorzieningen bestuurscommissie openbaar onderwijs
4.784
4.784
Totaal
8.461
8.461
-
4.063
4.063
1.389
6.351
1.523-
273
2.988
1.523-
1.662
9.339
De uitgebreide specificatie en het verloop is opgenomen in de bijlage reserves en voorzieningen. In de stand van de voorziening per 1 januari 2010 is het resultaat 2009 van de bestuurscommissie openbaar onderwijs ad. o 709.623 (negatief) reeds meegenomen.
207 Programmarekening 2010
3.3 Vaste schulden met een looptijd langer dan één jaar.
2010
2009
-
2
. De onderverdeling van de in de balans opgenomen langlopende schulden is als volgt:
Onderhandse leningen: - Binnenlandse pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen - Binnenlandse banken en overige financiële instellingen - Overige binnenlandse sectoren - Door derden belegde gelden
227.875 232.663 6.807
6.807
234.682 239.472 40
4
- Legaten
2
2
- Waarborgsommen
26
27
234.750 239.505
In onderstaand overzicht wordt het verloop weergegeven van de vaste schulden over het jaar 2010.
Saldo Vermeer-
01-01-2010
deringen
Aflos- Naar balans singen
Saldo
doel- 31-12-2010
uitkeringen
- Onderhandse leningen
239.472
- Door derden belegde gelden
4
- Legaten
20.000
24.790
234.682
36
40
2
2
- Waarborgsommen
27
1
2
26
Totaal
239.505
20.037
24.792
222.119
20.000
24.203
217.916
587
16.767
- 234.750
Nadere uitsplitsing van de opgenomen onderhandse geldleningen: - Opgenomen geldleningen tbv concern - Opgenomen geldleningen tbv woningbouw
17.354 239.473
20.000
24.790
- 234.683
De totale te betalen rente voor het jaar 2010 met betrekking tot de vaste schulden bedraagt o 8,9 milj. De aflossingsverplichting in 2010 is voor de opgenomen geldleningen tbv het concern o 24,2 milj. en voor de opgenomen woningbouwleningen o 0,6 milj.
4. Vlottende passiva
4.1 Netto vlottende schulden met rente typische looptijd korter dan één jaar Onder de vlottende passiva zijn opgenomen.
2010
2009
- Crediteuren korter dan 1 jaar
8.467
6.067
- Crediteuren bestuurscommissie openbaar onderwijs
2.662
1.691
Totaal
11.129
7.758
2010
2009
Rekening - courantverhoudingen
-
9
Totaal
-
9
Inzake de crediteuren kan het volgende overzicht gegeven worden (x o 1 milj): Af te dragen premies en loonheffing
5,3
Overige crediteuren
3,1
208 Programmarekening 2010
4.2 Overlopende passiva. De specificatie van de overlopende passiva is als volgt:
2010
2009
Vooruitontvangen bedragen
822
404
Aangegane verplichtingen
6.166
6.510
Transitorische rente
3.943
4.002
Overige transitoria
1.775
215
Meerjarige uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel
5.768
8.762
Overige kortlopende schulden opso
105
45
Totaal
18.579
19.938
1)
1)
Het verloop van de meerjarige uitkeringen met een speifiek bestedingsdoel in 2010 wordt in onderstaand overzicht weergegeven:
Hieronder volgt en specificatie van de meerjarige uitkeringen:
Saldo
Mutaties
Saldo Toevoeging
01-01-2010 in de balans 01-01-2010
Aanwen-
Saldo
ding 31-12-2010
na mutaties
Maatschappelijke opvang verslavingszorg
74
74
BDU Centra Jeugd en Zorg
153
153
Verwijsindex (prov NH impl matchpoint)
164
164
-
-
Subsidie stadsregio Jeugdzorg Lokaal achterstandenbeleid
1.053
Inburgeringstrajecten Pardonners Voorziening Participatiebudget Nog af te rekenen doeluitkering afd WWB
164
-
46
-
46
818
1.520
351
-
500
-
255
255
138
117
40
40
8
32
Regeling RMC regulier
Voorziening wet inburgering
240
500
500
Aanval op de uitval
150
87
1.053
Stimulering huisvesting brede scholen
Kwalificatieplicht
76
234
234
-
44
190
2.409
2.409
1
223
2.187
329
329
-
6
323
1.525
1.525
-
1.525
-
209
209
197
209
197
Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing
1.817
1.817
337
69
2.085
8.762
8.762
1.562
4.556
5.768
-
5. Waarborgen en garanties
Het onder de balans opgenomen bedrag voor verstrekte waarborgen aan rechtspersonen kan als volgt naar de aard van de geldlening gespecificeerd worden: Geldnemer
Maatschappelijke instellingen Sportverenigingen c.q. - stichtingen
Aantal Oorspronke- Percentage Restant begin Restant eind leningen
lijk bedrag borgstelling
jaar
jaar
2
891
100%
536
460
14
1.148
100%
717
660
Stichting Wonen en Zorg
1
1.000
100%
700
650
Woningbouwverenigingen
2
3.903
100%
825
509
Stadsverwarming
1
36.949
100%
30.000
27.000
32.778
29.279
2010
2009
526.374
473.144
De verstrekte waarborgen via het WSW (hierbij is de gemeente Purmerend achtervang) bedraagt per einde van het jaar. Per 31 december 2010 zijn het 88 gewaarborgde leningen. Hierbij wordt aangetekend dat de gemeente Purmerend en de Rijksoverheid ieder voor 50% garant staan voor deze leningen.
b
i
j
210 Programmarekening 2010
l
a
g
e
n
Bijlage I Portefeuilleverdeling College Bijl, D. (Don) Burgemeester • Coördinatie collegebeleid • Politie, Brandweer, Veiligheidsbeleid • Bestuurszaken, Algemene & Juridische Zaken • Externe betrekkingen, Regionale Samenwerking, Nieuwe Steden • Wijkwethouderschap Centrum Krieger, J. (Hans) 1e loco burgemeester • Ruimtelijke Ordening en Wonen • Financiën en grondbedrijf • Verkeer en vervoer • Personeel en organisatie • Vermindering regeldruk • Wijkwethouderschap: De Gors Daan, B. (Berent) 2e loco burgemeester • Werk en Inkomen • Economische Zaken • Onderwijs • Ontwikkeling Kop van West • Stadsverwarming • Wijkwethouderschap: Purmer-Noord Keijzer, M. (Mona) 3e loco burgemeester • Wmo en Welzijn • Zorg en Jeugdzorg • Sport en Recreatie • Wijkwethouderschap Overwhere en Wheermolen Helm, R (Roald) 4e loco burgemeester • Fysieke leefomgeving (civiel, groen, reiniging), Duurzaamheid • Dierenwelzijn • Wijkgericht werken, Publieksdienstverlening, Bewonersparticipatie (incl. communicatie) • Informatievoorzieningen en Automatisering • Kunst en Cultuur • Jongerenwerk • Handhaving • Wijkwethouderschap Weidevenne en Purmer-Zuid
211
Programmarekening 2010
Zetelverdeling per 31-12-2010
Leefbaar Purmerend 2001 Trots op Nederland VVD
D66
AOV PvdA
SP
GroenLinks
Stadspartij LeefbaarPurmerend 2001
I n a a n ta l l e n VVD
7 zetels
PvdA
6 zetels
CDA
Stadspartij
3 zetels
3 zetels
Leefbaar Purmerend 2001
3 zetels
Trots op Nederland
3 zetels
D66
3 zetels
AOV
3 zetels
SP
2 zetels
GroenLinks
2 zetels
Totaal
35 zetels
212 Programmarekening 2010
213 Programmarekening 2010
0
-585.726
422.608 109.079
PJ04 Ongediertebestrijding
58.358
PJ06 Technisch energiebeheer
PE02 Parkeren
-6.739.029
-154.014
-6.585.015
0
0
-43.451
924.965
-2.065.486
11.280.661 -10.085.080
865.848
PGR04 Milieu
-11.915 -4.257.276
10.356.455 -10.041.629
6.074.296
681.123
4.990.452
402.721
PJ03 Milieubeheer
PJ01 Afvalverwijdering
PGR03 Wonen
PL04 Woonconsumentenzaken
PL03 Financien en beheer volkshuisvesting
PL02 Wonen, strategie en beleid
22.206.305
-1.160.843
11.075.282
PI05 Individuele voorzieningen Wet MO
PI06 Collectieve voorzieningen Wet MO
PGR02 Zorg en welzijn
-227 -3.084.292
3.122.171
7.477.166
PH03 Sociaal cultureel werk
PH06 Maatschappelijke dienstverlening
0
-3.034.333
8.266.801
PGR01 Publieksdiensten
-810.997
581.879
1.838.968
PJ02 Begraafplaatsen
PK02 Bouwvergunningen
-141.170 -136.498
554.319 807.634
PA09 Burgerlijke stand, inf.verstr. en verwij
PF06 Belastingheffing
-1.329.687
323.394
3.817.739
-30.256
Baten
97.165
422.608
9.914.439
4.392.874
3.121.944
5.232.469
1.027.971
-3.847
671.136
413.149
2.488.052
323.394
312.612
Saldo
-1.140.521
1.195.581
58.358
822.397
314.826
-664.733
527.109
-1.594.563
402.721
17.949.029
Rekening 2009
342.868
Lasten
-5.927.013
-145.469
-5.781.544
0
-2.641.277
-19.759
0
-1.070.262
-1.551.256
0
-4.545.973
-1.989.508
-664.056
-71.425
-188.723
-1.590.988
0
-41.273
Baten
0
0
1.695.379
-3.247.062
11.680.595 -10.921.465
0
937.438
6.794.096
3.562.655
4.110.622
-4.811
111.081
779.544
388.887
2.205.560
336.631
293.730
Saldo
-1.551.683
759.130
0
937.438
-178.308
1.851.811
893.852
522.340
435.619
21.879.418
123.050
1.340.349
10.059.268
Primitief 2010
10.743.157 -10.921.465
7.778.824
1.039.321
6.303.884
435.619
24.520.695
142.809
1.340.349
11.129.530
8.345.352
3.562.655
8.656.595
1.984.697
775.137
850.969
577.610
3.796.548
336.631
335.003
Lasten
-3.177.305
-156.311
-3.020.994
0
-2.960.967
-19.759
0
-1.106.450
-1.834.758
0
-4.758.259
-1.999.149
-664.056
-151.425
-203.723
-1.698.633
0
-41.273
Baten
0
0
1.779.771
-3.217.064
11.991.174 -10.966.465
384
915.591
6.476.618
3.295.777
4.292.402
174.175
108.838
671.731
373.037
2.333.573
336.631
294.417
Saldo
-1.437.293
1.024.709
384
915.591
108.734
916.677
541.649
-58.135
433.163
21.752.110
121.649
667.795
11.190.271
Bijgesteld 2010
11.075.199 -10.966.465
4.093.982
697.960
2.962.859
433.163
24.713.077
141.408
667.795
12.296.721
8.311.376
3.295.777
9.050.661
2.173.324
772.894
823.156
576.760
4.032.206
336.631
335.690
Lasten
-3.486.215
-164.408
-3.321.806
0
-3.020.193
-10.367
-4.110
-1.284.035
-1.721.381
-299
-3.684.877
-1.239.436
-697.283
-172.191
-184.765
-1.354.547
0
-36.654
Baten
0
1.000
1.411.670
-2.632.522
11.646.880 -11.309.251
0
867.338
6.090.869
3.038.938
5.217.512
841.486
2.744
648.859
420.117
2.657.360
338.103
308.843
Saldo
-1.220.852
337.629
0
868.338
-530.709
562.003
514.580
-369.859
417.283
21.384.198
134.395
548.466
11.571.531
Rekening 2010
10.779.542 -11.310.251
4.048.218
678.988
2.951.947
417.283
24.404.391
144.762
552.576
12.855.565
7.812.250
3.039.238
8.902.389
2.080.922
700.027
821.050
604.882
4.011.907
338.103
345.498
Lasten
Overzicht van baten en lasten per programma per product 2010
PA08 GBA informatieverstrekking en verwijzing
PA06 Bezwaar en beroep
PA04 Verordeningen-regelingen
Product
Bijlage II
214 Programmarekening 2010
1.622.887
5.473.837
PE01 Kunst- & waterwerken
PE04 Wegen
PQ73 Complex Wheermolen
PQ72 Complex Herstructurering Wagenweg
PQ61 Complex De Oeverlanden
PQ52 Complex Schapenmarkt
PQ51 Complex Toekomstige exploitatiegebieden
PQ49 Complex Af te stoten gronden
PQ48 Complex Passieve Gebieden
PQ35 Complex Kop van West
PQ33 Complex Weidevenne
800.558
3.397.427
-3.397.427
419.443
-11.250
0
11.250
0
-3.331 -391.328
69.191 437.943
-773.906
5.306.562
411.495
98.438
-466.711 -4.495.828
1.915.828
0
15
717.525 534.156
PK07 RO-structuren
PK11 Eigend niet voor de openb dienst bestemd
PQ25 Complex Stationsgebied
0 -47.483
164.698
2.934.644
PK04 Monumenten
PK06 Hoofdcentrum
-341.718
0
-680.555
-5.334.912
-3.621
0
-4.800.040
-4.741
-94.429
-23.999
-405.621
-2.461
-3.130.843
-1.050.710
-14.647
Baten
3.998.096
65.820
-621.190
2.713.879
3.196.182
662.852
5.068.216
1.620.426
118.217
290.617
968.121
Saldo
0
1.220.000
0
0
46.616
65.860
-362.412
5.405.000
-2.580.000
-466.711
192.438
717.540
2.887.161
164.698
807.328
485.907
16.704.281
Rekening 2009
807.328
1.166.462
PH10 Beheer welzijnsgebouwen RO
PK01 Bestemmingsplannen
22.039.193
4.001.717
PGR06 Beheer openbare ruimte
PK03 Groen
65.820
2.718.620
4.178.850
PE12 Wijkmanagement
PJ05 Riolering
PJ08 Dierenwelzijn
3.290.611
PE11 Straatreiniging
686.851
3.249.060
PGR05 Bereikbaarheid
PE06 Openbare Verlichting
982.768
1.341.327
PE05 Verkeersveiligheid
Lasten
PE07 Openbaar vervoer
Product
0
-417.228
0
0
0
0
-1.064.001
-5.003.888
-4.518
0
-4.753.517
0
-801
-15.126
-225.426
-4.500
-3.930.933
-436.420
-247.451
Baten
1.807.228
0
0
0
0
0
0
788.263
-1.807.228
124.000
0
0
0
0
0
-788.263
7.565.470 -10.565.470
0
441.480
678.964
2.287.967
187.516
624.873
1.334.528
22.593.510
3.964.599
109.018
4.549.517
1.950.423
3.632.372
1.102.990
5.477.985
1.806.606
4.950.954
509.691
2.745.884
Lasten
3.960.081
109.018
-204.000
1.950.423
3.631.571
1.087.864
5.252.559
1.802.106
1.020.021
73.271
2.498.433
Saldo
0
124.000
0
0
0
0
0
0
-3.000.000
0
24.252
678.964
2.287.967
187.516
624.873
270.527
17.589.622
Primitief 2010
-1.000.000
-385.710
0
0
0
0
-1.066.026
-7.644.016
-4.518
0
-5.378.517
0
-2.015.929
-15.126
-225.426
-4.500
-7.072.924
-2.108.409
-1.747.451
Baten
1.807.232
0
0
0
-235
-457
0
788.263
-1.807.228
424.000
0
0
-275.000
0
-318.750
-788.263
7.565.015 -10.565.470
100.000
528.641
601.237
1.019.327
200.439
1.073.059
1.276.124
24.092.439
4.115.866
109.739
5.940.611
1.663.756
4.058.721
771.118
5.669.926
1.762.702
7.040.450
2.227.880
3.032.799
Lasten
4.111.348
109.739
562.094
1.663.756
2.042.792
755.992
5.444.500
1.758.202
-32.474
119.471
1.285.348
Saldo
4
424.000
0
0
-275.235
-457
-318.750
0
-3.000.455
-900.000
142.931
601.237
1.019.327
200.439
1.073.059
210.098
16.448.423
Bijgesteld 2010
-1.084.971
-353.309
-12.000
0
0
0
-879.736
-7.727.531
-18.425
0
-5.348.802
47
-1.837.226
-16.530
-463.023
-43.575
-5.606.705
-1.154.091
-1.820.092
Baten
411.763
442.610
208.583
8.082
646.851
2.056
36.351
16.000
-411.764
-18.610
-214.023
0
-898.143
-1.596
-479.324
-16.000
8.152.591 -15.605.592
22.965
549.019
661.126
1.179.661
172.882
984.413
1.257.457
23.386.949
4.158.397
74.663
5.596.424
1.481.124
3.785.860
534.026
5.956.210
1.800.244
5.684.218
1.255.412
3.017.135
Lasten
4.139.973
74.663
247.622
1.481.171
1.948.635
517.496
5.493.188
1.756.669
77.513
101.322
1.197.043
Saldo
0
424.000
-5.440
8.082
-251.292
459
-442.972
0
-7.453.000
-1.062.006
195.709
649.126
1.179.661
172.882
984.413
377.721
15.659.418
Rekening 2010
215 Programmarekening 2010
-108
4.428.386
15.780.664
PH08 Sportaccommodaties
PGR11 Actief in de stad
-469.325
5.599.074
2.360.093
PH04 Kunst en cultuur
PH07 Sport en recreatie
-1.639.104
3.393.111
PH02 Theater de Purmaryn
-143.173
-3.688.546
-1.415.617
-164.500
-319.470
119.246
1.051.183
PM02 Kermissen
PGR10 Economie
-4.260 -172.037
613.465 318.472
PK12 Economische Zaken
PM01 Markt
40.158.056 -28.270.757
-1.007.272
PGR09 Educatie
3.160.853
25.016.626 -24.460.935
PR03 Onderwijsondersteunende activiteiten
-1.028.464
-1.757.853
-16.233
PS01 OPSO Purmerend
9.620.920
1.056.234
PR01 Huisvesting onderwijs
0
795.437 507.987
PH05 Kinderopvang
PJ07 Natuureducatie
PR02 Achterstandenbeleid
-650.660
7.979.407
PGR08 Veiligheid
-152.722
2.107.736
2.481.706
PN21 Operationele Voorbereiding
PN22 Repressie
-38.229
-70.318
1.104.256
PD03 Handhavingspool
PN20 Algemeen Beheer/Management ondersteuning 1.384.426
-21.095 -368.189
478.345 422.939
-5.361.221
-471.935
-5.769
Baten
PD01 Openbare orde en veiligheid
13.616.959
144.247
5.769
Lasten
555.690
2.153.581
27.770
7.863.066
491.754
795.437
7.328.747
2.328.984
2.069.507
1.384.318
1.033.938
54.750
457.250
8.255.739
-327.687
0
Saldo
12.092.118
3.012.769
2.195.593
5.129.748
1.754.007
731.712
-23.927
146.435
609.205
11.887.298
Rekening 2009
PD02 HALT
PGR07 Ruimtelijke ordening
PQ93 Complex Erfpachtsgronden
PQ74 Complex Baanstee Noord
Product
-471.016
0
Baten
16.737.762
5.136.619
2.488.003
5.572.114
3.541.026
1.126.642
88.486
304.582
733.574
12.861.764
281.705
1.875.250
975.145
8.199.144
494.618
1.035.902
9.093.532
2.858.241
2.348.396
1.577.713
1.384.943
419.646
504.594
-3.313.075
-1.372.848
-84.648
-347.919
-1.507.660
-344.828
-136.983
-207.845
0
-1.800.372
-228.546
-68.041
-766.816
-705.077
-15.000
-16.892
-452.975
-92.659
-15.944
-13.696
0
-320.476
-10.200
15.860.952 -14.989.206
144.664
-1
Lasten
53.159
1.807.209
208.329
7.494.067
479.618
1.019.010
8.640.557
2.765.582
2.332.452
1.564.017
1.384.943
99.170
494.394
871.746
-326.352
-1
Saldo
13.424.687
3.763.771
2.403.355
5.224.195
2.033.366
781.814
-48.497
96.737
733.574
11.061.392
Primitief 2010
-364.502
0
Baten
-10.200
-131.413
-1.561.071
-585.587
-13.000
-237.135
-551.260
-92.659
-15.944
-13.696
-27.845
-390.916
16.588.270
1.289.630
6.419.330
5.522.304
3.357.006
1.275.730
86.167
360.787
828.776
-3.263.554
-1.288.613
-136.262
-356.019
-1.482.660
-342.828
-136.983
-177.845
-28.000
42.116.353 -25.716.752
25.961.775 -23.188.546
2.113.296
1.853.906
10.629.731
515.259
1.042.386
8.984.453
2.653.958
2.475.396
1.554.041
1.364.456
511.954
424.649
15.089.339 -16.146.949
130.238
456
Lasten
-234.264
456
Saldo
13.324.716
1.017
6.283.068
5.166.285
1.874.346
932.902
-50.816
182.942
800.776
16.399.601
2.773.229
1.981.883
292.835
10.044.144
502.259
805.251
8.433.193
2.561.299
2.459.452
1.540.345
1.336.611
121.038
414.449
-1.057.610
Bijgesteld 2010
-567.783
-3.075
Baten
-20.200
-136.720
-1.983.864
-595.742
-18.783
-275.224
-711.994
-180.007
-15.174
-40.786
-73.382
-382.445
16.564.457
1.325.327
6.469.785
5.500.234
3.269.111
1.391.909
149.923
412.952
829.034
-3.291.671
-1.287.814
-187.019
-403.507
-1.413.332
-380.060
-169.811
-180.454
-29.795
44.332.551 -27.603.762
27.366.659 -24.593.430
2.085.565
2.242.802
11.096.006
479.143
1.062.376
8.867.145
2.697.148
2.371.698
1.585.470
1.299.733
515.864
397.232
14.894.871 -20.545.925
139.386
3.075
Lasten
460.360
787.152
8.155.151
2.517.141
2.356.524
1.544.684
1.226.351
133.420
377.032
-5.651.054
-428.397
0
Saldo
13.272.786
37.514
6.282.767
5.096.727
1.855.779
1.011.848
-19.888
232.498
799.239
16.728.788
2.773.228
1.948.846
258.938
10.500.264
Rekening 2010
216 Programmarekening 2010
-7.914.588 -891.128 -7.688.358 -263.105
7.754.721
1.253.779
7.900.023
3.923.156
PT24 Inburgering en integratie
PT30 Wet Sociale Werkvoorziening
0
-1.025.729
-9.825.512
-952.556
0
0
-1.146.791
-9.825.512
8.418.203
1.667.390
458.785
793.475
1.103.343
0
400.609
861.503
3.579
1.470.355
1.659.163
5.874.886
3.660.051
211.665
362.652
-159.867
1.800.386
Saldo
-5.294.461
1.853.796
-4.955.498
2.037.356
-8.613.551
0 0 0
BER01 Egalisatiereserve(s) programma 1
BER03 Egalisatiereserve(s) programma 3
0
0
0
0
0
0
2.726.227 -102.700.940 -99.974.713
183.561
2.313.249 -10.926.800
338.962
11.516 -77.482.233 -77.470.716
-121.062
0
ARAD Algemene reserves
PGR14 Algemene dekkingsmiddelen
PP06 Incidentele baten en lasten
PP05 Deelnemingen
PP04 Eigen financieringsmiddelen
PP03 Gemeentefonds
PP02 Nog te bestemmen middelen
PP01 Lokale heffingen
1.667.390
9.370.759
PA24 Frictiekosten salarissen
PGR13 Bestuur en concern
793.475 458.785
PA22 Regionale samenwerking
PA23 Concerncontrol
0
-933.277
933.277
1.103.343
PA18 ISV
PA20 Ondersteuning directie
-875 -4.389
862.378 404.998
PA13 Bestuurscommunicatie
-870
-9.077
PA16 Onderzoek & Statistiek
4.449
1.479.433
PA02 Ondersteuning college
PA03 Stedenbandrelatie
1.663.231
PA01 Ondersteuning gemeenteraad
-4.068
38.233.141 -32.358.255
PGR12 Werk en inkomen
PT40 Minimabeleid
17.401.463 -15.601.077
Baten
PT10 Gebundelde inkomensvoorzieningen
Lasten
Rekening 2009
PT20 Participatie
Product Baten
-95.294
-7.694.836
0
-7.240.286
-30.357
0
0
0
-2.564
0
0
-19.977
-3.176
-532
-4.108
8.090.295
1.441.000
503.120
817.005
1.097.059
2.848
410.443
728.277
11.886
1.472.720
1.605.937
7.239.748
2.489.006
302.732
388.845
0
4.059.165
Saldo
-542.317
-2.129.653
0
-717.799
-5.150.898
50.000
1.518.302
-4.820.898
0
0
3.000.001
0
0
-4.386.809
0
0
-1.386.808
1.040.193 -95.306.661 -94.266.468
50.000
2.236.101
330.000
11.428 -78.647.789 -78.636.361
-1.587.336
0 -10.247.858 -10.247.858
8.120.652
1.441.000
503.120
817.005
1.099.623
2.848
410.443
748.254
15.062
1.473.252
1.610.045
38.128.019 -30.888.271
2.584.300
7.997.568
388.845
7.240.286
19.917.020 -15.857.855
Lasten
Primitief 2010 Baten
-238.691
-6.943.352
-370.596
-8.481.026
-29.825
0
0
0
-2.564
0
0
-19.977
-3.176
0
-4.108
8.233.254
1.441.000
503.120
825.905
1.099.315
2.848
413.943
728.277
11.886
1.460.488
1.746.472
9.469.340
3.403.970
943.337
60.472
2.039.962
3.021.599
Saldo
0
-800.885
-5.159.121
-1.841.777
-1.091.464
-1.791.777
1.144.637
-4.829.121
4.500.000
0
-2.347.289
0
0
-4.386.809
4.500.000
0
-6.734.098
1.826.644 -97.385.600 -95.558.956
50.000
2.236.101
330.000
11.428 -79.045.380 -79.033.952
-800.885
0 -10.247.858 -10.247.858
8.263.079
1.441.000
503.120
825.905
1.101.879
2.848
413.943
748.254
15.062
1.460.488
1.750.580
40.358.500 -30.889.160
3.642.661
7.886.689
431.068
10.520.988
17.877.094 -14.855.495
Lasten
Bijgesteld 2010 Baten
-316.223
-7.002.229
-186.118
-8.556.471
-122.591
0
0
0
0
-69.496
-28.639
-20.167
-945
-1.136
-2.208
8.057.861
1.441.000
503.120
824.022
1.037.657
3.700
352.336
729.622
-945
1.467.903
1.699.447
9.010.275
3.413.204
934.579
130.232
1.638.232
2.894.028
Saldo
0
-338.973
-5.209.358
-2.454.576
-1.091.494
-3.558.771
1.121.071
-4.879.785
4.500.000
37.619
0
0
-6.049
0
4.500.000
31.570
0
1.110.437 -98.383.245 -97.272.807
-1.104.195
2.212.564
329.572
11.469 -79.435.004 -79.423.535
-338.973
0 -10.192.813 -10.192.813
8.180.452
1.441.000
503.120
824.022
1.037.657
73.196
380.975
749.789
0
1.469.039
1.701.654
39.794.814 -30.784.540
3.729.427
7.936.808
316.350
10.194.703
17.617.526 -14.723.498
Lasten
Rekening 2010
217 Programmarekening 2010
Totaal resultaat
-3.710.366
0
-43.250
-174.790
-1.001.929
211.892.311 -210.594.243
9.859.599
0
PGR15 Resultaat bestemming
1.463.617
BR12 Bestemmingsreserve(s) programma 12
BR13 Bestemmingsreserve(s) programma 13
-2.372.979
0 0
BR09 Bestemmingsreserve(s) programma 9
BR11 Bestemmingsreserve(s) programma 11
-9.401
0
8.191.870
BR03 Bestemmingsreserve(s) programma 3
BR07 Bestemmingsreserve(s) programma 7
-88.536
0
-158.702
204.112
BR01 Bestemmingsreserve(s) programma 1
404.221
-265.000
Baten
-158.702
115.576
404.221
-265.000
Saldo
3.000.001
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Lasten
-6.054.396
0
0
0
-146.376
-581.250
-496.750
-59.211
0
0
-384.000
Baten
0
0
0
-146.376
-581.250
-496.750
-59.211
0
0
-384.000
Saldo
5.048.304
500.000
0
0
102.593
0
-70.000
738.000
0
625.000
1.000.000
Lasten
-9.626.591
0
-144.244
0
-3.064.547
-759.888
192.694
-196.631
-178.176
-404.221
-684.769
Baten
-759.888
122.694
541.369
-178.176
220.779
315.231
Saldo
7.854.666
500.000
0
0
102.593
0
0
738.000
0
976.454
1.000.000
Lasten
-4.878.494
0
-17.740
0
-2.963.686
-678.327
122.694
-264.292
-92.104
-404.221
-574.769
Baten
Rekening 2010
0 221.064.348 -221.537.054
-4.578.287
500.000
-144.244
0
-2.961.954
Bijgesteld 2010
0 220.532.455 -220.532.455
-3.054.395
Primitief 2010
1.298.068 186.150.690 -186.150.690
6.149.233
0
1.420.367
-174.790
-2.372.979
8.182.469
-1.001.929
Rekening 2009
BR02 Bestemmingsreserve(s) programma 2
0 0
BER04 Egalisatiereserve(s) programma 4
Lasten
BER06 Egalisatiereserve(s) programma 6
Product
-472.705
2.976.172
500.000
-17.740
0
-2.861.093
-678.327
122.694
473.708
-92.104
572.233
425.231
Saldo
Bijlage III
Sisa
Inleiding Met ingang van verantwoordingsjaar 2006 wordt ten aanzien van de specifieke uitkeringen het principe van ‘single information single audit’ (sisa) toegepast. Dit principe heeft belangrijke gevolgen voor de wijze waarop gemeenten en provincies ten aanzien van gemeenschappelijke regelingen informatie verstrekken aan het Rijk. In 2010 zijn er 14 Sisa-regelingen die van toepassing zijn op de Gemeente Purmerend. Deze 14 regelingen zijn in de bijlage opgenomen. Het opnemen van de SiSa-bijlage is voorgeschreven. Met betrekking tot de volgende specifieke uitkeringen zijn een aantal opmerkingen te maken: • Regeling 13 Onderwijsachterstandenbeleid: - Op grond van de regeling mogen interne kosten worden besteed (gemaxi meerd op 15% van de jaarlijkse verstrekte specifieke uitkering) aan coördi nerende en/of overige activiteiten die zijn gerelateerd aan het onderwijs achterstandenbeleid. Deze interne kosten zijn gebaseerd op een geschat aantal uren. De gehanteerde uurtarieven zijn gelijk aan de tarieven die voor interne doorbelastingen worden gehanteerd, verhoogd met een opslag van 40% voor indirecte kosten. - Onder de bestedingen aan voorschoolse educatie van vóór 2010, waarvan de uitgave in of na 2010 plaatsvindt zijn de kosten voor de eerste peuter speelzaalleidsters opgenomen van de periode 2006 t/m 2009. Pas in 2010 zijn deze bestedingen vastgesteld als uitgaven voor de voorschoolse educatie. - In de Sisa-bijlage moet de gemiddelde prijs ouderbijdrage in 2010 voor voorschoolse educatie op de peuterspeelzaal voor doelgroepkinderen worden opgenomen. In Purmerend is deze bijdrage met ingang van 1 november 2009 vastgesteld op maximaal e 105 per jaar. De uitvoering van deze maatregel ligt bij de betreffende peuterspeelzalen die hiervoor subsidie van de gemeente ontvangen. • Regeling D5 Regeling verbetering binnenklimaat primair onderwijs 2009: In de bestedingen zijn ook personeelskosten van de gemeentelijke organisatie opgenomen. Deze kosten zijn gebaseerd op uren, maal tarief, waarbij de uren gebaseerd zijn op een sluitende urenregistratie. De gehanteerde uurtarieven betreffen integraal berekende uurtarieven inclusief overheadkosten. • Regeling H6 Maatschappelijke opvang/verslavingsbeleid en openbare geeste lijke gezondheidszorg: De besteding 2009 ad e 1.491.902 bestaan voor een bedrag ad e 153.480 uit personeelskosten van de gemeentelijke organisatie. Deze kosten zijn geba seerd op uren maal tarief, waarbij de uren zijn gebaseerd op een sluitende urenregistratie. De gehanteerde uurtarieven zijn gelijk aan de tarieven die voor interne doorbelastingen worden gehanteerd. Deze tarieven zijn inclusief overheadkosten.
218 Programmarekening 2010
219 Programmarekening 2010
OCW D2
BZK C5
V&J A1
Dep. Nr.
kingsnummer en bouw voor 1
ernaast de
projecten
2009 derde
tranche
projecten
2009 derde
tranche
(OAB)
de Wet op
166 van
sen, artikel
Schakelklas-
(art 4 t/m 10)
2006-2010
denbeleid
achterstan-
Onderwijs-
bekostiging
overlopende post
van voorziening /
ten, niet
leid niet-GSB doelstelling en G-31
terstandenbe- vaststelling
26
2 SW04393902
Gemeen- Beginstand 2010
Onderwijsach- Besluit
65
Aard controle D1
1 SW04393901
n.v.t.
Aard controle
informatie
verantwoordings- voortgezet
is gestart of
in de kolommen januari 2011
woningbouw- woningbouw-
regeling
regeling
Gemeen- Hieronder per re- Aantal woningen
o 28.698
Aard controle R
gel één beschik- waarvan de
Tijdelijke
ten
Gemeen- Besteding 2010
Ontvanger Indicatoren
stimulerings- stimulerings- ten
Tijdelijke
kering
kering Justitie verzameluit-
Regeling
grondslag
uitkering
Verzameluit-
Juridische
Specifieke
Sisa
220 Programmarekening 2010
Dep. Nr.
grondslag
uitkering
o 1.660.168
Besteding 2010
aan voorberei-
ding inrichten
kwaliteit
voorschoolse
educatie
activiteiten inza- viteiten inzake ke onderwijsach- onderwijsachterstandenbeleid terstandenbeleid van vóór 2010, waarvan besteding in 2010
coördinerende
van vóór 2010, waarvan de uitgave in of na
coördinerende
activiteiten in-
zake onderwijs-
achterstanden-
beleid
Aantal deelne-
Besteding 2010
educatie
voorschoolse
educatie van
voorschoolse
Bestedingen aan Uitgaven aan
o0
aan voorschoolse educatie van
aan voorschoolse mende kinderen
o 7.098
o 115.638
Aard controle R
lastenstelsel
Aard controle R
lastenstelsel
Aard controle R
Zie Nota baten-
Zie Nota baten-
2010 plaatsvindt plaatsvindt
dinerende acti-
overige of coör-
voor overige of
voor overige of
Uitgaven voor
Bestedingen
Besteding 2010
Aard controle R
mogelijk
doel niet meer
2007 voor dit
Besteding na
schakelklassen
Aard controle R
voorwaarden
Ontvanger Indicatoren
Besluit basis-
Onderwijs
het primair
Juridische
Specifieke
221 Programmarekening 2010
Dep. Nr.
Juridische
grondslag
Specifieke
uitkering
2010 plaatsvindt
in of na 2010
541 Aantal deelne-
Besteding 2010
o0
Aard controle R
van vóór 2010, waarvan besteding in 2010
aan schakelklas- van vóór 2010, waarvan de uitgave in of na
sen in 2010
sen
15 Bestedingen aan Uitgaven aan
o 199.281
Besteding 2010
educatie van
se educatie
2010 plaatsvindt
in of na 2010
Gemiddelde prijs % doelgroep-
Besteding 2010
in 2010 met
educatie voor
kinderen bereikt voorschoolse
in 2010 voor
educatie voor
educatie voor
voorschoolse
Bestedingen aan Uitgaven aan
o0
Aard controle R
aan voorschoolse ouderbijdrage
o0
o 51.311
o0
Aard controle R
lastenstelsel
Aard controle R
lastenstelsel
Aard controle R
Zie Nota baten-
Zie Nota baten-
plaatsvindt
van besteding in
van de uitgave
vóór 2010, waar- vóór 2010, waar-
educatie van
vroegschoolse
aan vroegschool- vroegschoolse
o 40.351
Aard controle D2 Aard controle R
Aard controle R
2010 plaatsvindt plaatsvindt
schakelklassen
aan schakelklas- mende leerlingen schakelklassen
Bestedingen aan Uitgaven aan
o 996.855
Aard controle D2 Aard controle R
lastenstelsel
lastenstelsel
o 701.679
Zie Nota baten-
Zie Nota baten-
plaatsvindt
van besteding in
van de uitgave
educatie in 2010 vóór 2010, waar- vóór 2010, waar-
Aard controle R
Ontvanger Indicatoren
222 Programmarekening 2010
OCW D5
Dep. Nr.
voor doelgroepkinderen
Aard controle R o 105
kinderen op de
peuterspeelzaal
Aard controle R
o 16.592
wijs 2009
wijs 2009
Toelichting per brinnummer welke activiteit(en)
bij eindverantwoording: Alle activiteiten afgerond Ja/Nee
bij eindverant-
woording:
Brinnummer
en daarbij het
niet zijn afgerond
woording:
bij eindverant-
Alleen invullen
Alleen invullen Alleen invullen
118,18%
Aard controle R
blijven
Nee
n.v.t.
Aard controle
lastenstelsel
Zie Nota baten-
ding Ja/Nee
van doelgroep-
ouderbijdrage
verlaging
van vóór 2010, waarvan besteding in 2010
waarvan de uitgave in of na
o0 o0
Aard controle R
lastenstelsel
lastenstelsel Aard controle R
Zie Nota baten-
Zie Nota baten-
2010 plaatsvindt plaatsvindt
peuterspeelzaal
van vóór 2010,
kinderen op de
van doelgroep-
ouderbijdrage
verlaging
peuterspeelzaal
en kinderdagver- kinderen op de
peuterspeelzaal
educatie op de
voorschoolse
o 264.806
Aard controle R
rijksmiddelen
en met 2010
primair onder- primair onder-
ten
ten laste van
verbetering
verbetering
peuterspeelzaal
van doelgroep-
Eindverantwoor-
educatie op de
ouderbijdrage
Gemeen- Besteding tot
voorschoolse
verlaging
Ontvanger Indicatoren
binnenklimaat binnenklimaat
Regeling
grondslag
uitkering
Regeling
Juridische
Specifieke
223 Programmarekening 2010
1
werkvoorzie-
werkvoorzie-
Wet sociale
kering
o 100.000
te die uit- geïndiceerde
inwoners dat is
Gemeen- Het totaal aantal Het totaal aantal
ten
gemeen- Aard controle R
verzameluit-
2010
cies,
Regeling
kering VROM
Besteding t/m
o 197.611
o 658.108
Verzameluit-
Provin-
Aard controle R
Aard controle R
mochten worden.
opnieuw ingezet
die voor 2010
educatie uit 2008
gen middelen
terugontvan-
bekostigd uit
meerdere roc’s
2010 plaatsvindt
het rijk
o0
o0
Aard controle R
lastenstelsel
lastenstelsel Aard controle R
Zie Nota baten-
Zie Nota baten-
plaatsvindt
in of na 2010
te betalen aan
(en) met één of
bedrag van roc’s vóór 2010, waar- vóór 2010, waar-
overeenkomst
G-31 van besteding in
wijs
o.g.v. afgesloten over 2008, terug van de uitgave
Bestedingen van Uitgaven van
aan educatie
Teruggevorderd
n.v.t.
Aard controle D2 Aard controle
ring noemen
40% cofinancie-
bedrag exclusief
bijbehorende
wijs (WEB)
Gemeen- Besteding 2010
n.v.t.
Aard controle
Ontvanger Indicatoren
beroepsonder- beroepsonder- ten niet
Wet educatie
grondslag
uitkering
Wet educatie
Juridische
Specifieke
SZW G1C Wet sociale
I&M E5
OCW D6
Dep. Nr.
224 Programmarekening 2010
Dep. Nr.
G1C-2
ning (Wsw)
grondslag
uitkering
ning (Wsw)
Juridische
Specifieke
het werknemersbestand in 2010,
gedeelte- een dienstbe-
op de wachtlijst arbeidsjaren,
artikel 2, eerste
Wgr
1,00
30,00
begeleid wer-
arbeidsplaatsen
geïndiceerde
inclusief deel openbare
openbare
in arbeidsjaren
2010, uitgedrukt
inclusief deel
in arbeidsjaren
2010, uitgedrukt inwoners in
de inwoners in
voor geïndiceer- kenplekken voor
gerealiseerde
gerealiseerde
Het totaal aantal Het totaal aantal
Aard controle R
Aard controle R
lichaam
openbaar
exclusief deel
2010,
31 december
aanvaarden op
van de wet te
lid, of artikel 7
als bedoeld in
o.g.v.
openbaar
dienstbetrekking lichaam
lichaam
Openbaar baar is om een
steed aan staat en beschik- exclusief deel
uitbe-
lijk heeft trekking heeft of uitgedrukt in
uitgestroomd uit
inwoners per
geheel of gemeente dat
voering
Ontvanger Indicatoren
225 Programmarekening 2010
SZW G2
Dep. Nr.
en bijstand
SiSa 2011 Aard controle R
SiSa 2011
Aard controle R Bestedingen
ten
o 46.806
o 599.480
2010 plaatsvindt
o0
2010, waarvan de uitgave in
IOAW van vóór
en gedeeltelijk
(excl. Rijk)
ding in 2010
waarvan beste-
van vóór 2010,
Uitgaven IOAW
o0
Aard controle R
lastenstelsel
lastenstelsel Aard controle R
Zie Nota baten-
Zie Nota baten-
2010 plaatsvindt
van besteding in
uitgave in of na
vóór 2010, waar-
waarvan de
van vóór 2010,
ning oudere
IOAW
o0
Aard controle R
lastenstelsel
Zie Nota baten-
plaatsvindt
ding in 2010
waarvan beste-
van vóór 2010,
Bestedingen WIJ Uitgaven WIJ van
-o 3.276
Baten 2010 IOAW Bestedingen
n.v.t.
n.v.t.
Gemeen- Besteding 2010
mensvoorzie- ten
Wet inko-
Aard controle
(excl. Rijk)
Baten 2010 WIJ
Aard controle
WIJ
Gemeen- Besteding 2010
ren in jonge-
o 628.793
Wet investe-
n.v.t.
Aard controle R
WWIK)
o 12.651.028
lastenstelsel
Bbz 2004 +
n.v.t.
Zie Nota baten-
zelfstandigen
Aard controle
plaatsvindt
beginnende
Aard controle
of na 2010
deel van vóór
de uitgave in
deel (excl. Rijk)
onderhoud
deel
+levens-
ren (WIJ)
Uitgaven WWB-
WWB-inkomens- WWB-inkomens- WWB-inkomens- inkomensdeel
2010, waarvan
ten
Baten 2010
in te vullen in
in te vullen in
Gemeen- Besteding 2010
lichamen
lichamen
Ontvanger Indicatoren
IOAW + IOAZ
(WWB + WIJ + (WWB)
Wet werk
uitkering
grondslag
uitkering
Gebundelde
Juridische
Specifieke
226 Programmarekening 2010
Dep. Nr.
zelfstandigen
Aard controle n.v.t.
Aard controle
n.v.t.
in of na 2010
(Bbz 2004)
Aard controle R
lastenstelsel
lastenstelsel Aard controle R
Zie Nota baten-
2010 plaatsvindt
Zie Nota baten-
plaatsvindt
van de uitgave
zelfstandigen
van besteding in
vóór 2010, waar- vóór 2010, waar-
zelfstandigen van zelfstandigen van
beginnende
zelfstandigen
beginnende
onderhoud
beginnende
beginnende beginnende
levensonderhoud levensonderhoud levensonderhoud onderhoud
2004 levens-
Uitgaven Bbz
2004 levens-
Bbz 2004
Bestedingen
zelfstandigen
Bbz 2004
Baten 2010
o0
2010 Bbz 2004
Gemeen- Besteding
o0
Aard controle R
lastenstelsel
Zie Nota baten-
plaatsvindt
ding in 2010
waarvan beste-
van vóór 2010,
Uitgaven IOAZ
o0
Aard controle R
lastenstelsel
Zie Nota baten-
plaatsvindt
standverlening ten
Besluit bij-
o 305
Aard controle R
(IOAZ) n.v.t.
lastenstelsel
zelfstandigen
o 83.999
Zie Nota baten-
gewezen
n.v.t.
plaatsvindt
geschikte
Aard controle
of na 2010
arbeidson-
Aard controle
de uitgave in
en gedeeltelijk
IOAZ van vóór 2010, waarvan
(excl. Rijk)
ning oudere
IOAZ
o0
Baten 2010 IOAZ Bestedingen
o 2.267
o 436.042
Gemeen- Besteding 2010
mensvoorzie- ten
Wet inko-
Aard controle R
(IOAW) n.v.t.
lastenstelsel
werknemers Aard controle
Zie Nota baten-
werkloze
n.v.t.
plaatsvindt
Aard controle
of na 2010
geschikte
grondslag
uitkering
Ontvanger Indicatoren
arbeidson-
Juridische
Specifieke
227 Programmarekening 2010
SZW G5
SZW G4
SZW G3
Dep. Nr.
Aard controle R
Aard controle R
o0
Wet partici-
patiebudget
(WPB)
Wet partici-
patiebudget
(WPB)
ten
budget
participatie-
Gemeen- Besteding 2010
Aard controle R
ning (WWV)
ning (Wwv)
heidsvoorzie- heidsvoorzie- ten
(niet-Rijk) parti-
Baten 2010
o 9.326
educatie bij roc’s cipatiebudget
ding 2010 van
Waarvan beste-
o 107.596
o 117.210
Wet Werkloos- Wet Werkloos- Gemeen- Baten 2010
o0
tie bij roc’s
o0
plaatsingen naar werk van inac-
tekort van 2010 naar 2011
Dit onderdeel moet door alle
in het jaar 2010
het aan het rijk
Omvang van het Omvang van
tieven
seerde duurzame
ling overschot/
2010 gereali-
Reserveringsre- Terug te betalen Het aantal in
o 90.020
2010 van educa- geling: overheve- aan rijk
Waarvan baten
o 46.962
dient uitsluitend
Dit onderdeel
Regelluw
Besteding 2010
o0
Aard controle R
56 Bbz 2004
plaatsvindt
o 2.382
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle R
van de uitgave bedoeld in artikel in of na 2010
kosten Bob als
lastenstelsel Aard controle R
2004 (excl. Bob)
artikel 56 Bbz
als bedoeld in
zelfstandigen) Aard controle R
(excl. Rijk)
Bestedingen van Uitgaven van
o0
Aard controle R
lastenstelsel
Zie Nota baten-
2010 plaatsvindt
van besteding in
aan uitvoerings- vóór 2010, waar- vóór 2010, waar-
beginnende
Bob) (excl. Rijk)
standigen (excl.
gevestigde zelf- king (excl. Bob)
(excl. Rijk)
Baten 2010 Bob Besteding 2010
Zie Nota baten-
(excl. Bob)
king (excl. Bob)
Bob
Besteding 2010
onderhoud
sief levens-
(Bbz) 2004
zelfstandigen
Besteding 2010
gevestigde
Baten 2010
o0
2004 (exclu-
Baten 2010
o0
Aard controle R
zelfstandigen zelfstandigen
Besteding 2010
o0
o0
Gemeen- Besteding 2010
n.v.t.
n.v.t.
Aard controle R
plaatsvindt
levensonderhoud kapitaalverstrek- levensonderhoud kapitaalverstrek- aan onderzoek
Besluit bij-
Aard controle
plaatsvindt
of na 2010
Aard controle
ding in 2010
de uitgave in
(WWIK)
waarvan beste-
2010, waarvan
van vóór 2010,
Uitgaven WWIK
o0
standverlening standverlening ten
Besluit bij-
Bestedingen
o0
WWIK (excl. Rijk) WWIK van vóór
Baten 2010
o 3.040
kunstenaars
WWIK
ten
en inkomen
o 12.824
Gemeen- Besteding 2010
grondslag
uitkering
Ontvanger Indicatoren
Wet werk
Juridische
Specifieke
228 Programmarekening 2010
Dep. Nr.
Juridische
grondslag
Specifieke
uitkering
Ontvanger Indicatoren
terug te betalen ingevuld te
op regelluwe
de reserveringsregeling overschrijdt, alsmede het in het jaar 2010 ten onrechte niet-
is exclusief het bedrag dat een gemeente ten onrechte niet heeft besteed aan educatie bij
2011
patiebudget van
op het partici-
get als voorschot
participatiebud-
bestede bedrag
2010 rechtmatig
het in het jaar
Omvang van
óf
het rijk).
gevorderd door
wordt terug-
niet-bestede
(het ten onrechte
veringsregeling roc’s
geldt geen reser- aan educatie bij
een roc; hiervoor bestede bedrag
2011 geen recht inactieven naar
2011. Dit bedrag voor zover dat
het Rijk.
verantwoord aan
bestedingsruimte gerealiseerd en
werk hebben
plaatsingen van
bestaat er voor
patiebudget van bestede bedrag
gemeenten die in
met een nul, dan 2009 duurzame
zeggen het in het Indien ingevuld
worden ingevuld. worden door de
gemeenten
voor het partici- jaar 2010 niet-
gereserveerd
bedrag dat wordt bedrag, dat wil
niet-bestede
229 Programmarekening 2010
Dep. Nr.
Juridische
grondslag
Specifieke
uitkering
Het aantal personen uit de doelgroep ten behoeve van wie in de gemeente het college in
Het aantal
personen uit de
doelgroep ten
behoeve van
wie het col-
praktijkexamen, Nederlands,
2010 het examen dat in 2010 het
inburgering,
een inburge-
inburgerings-
komen
heeft behaald
inburgering,
van het Besluit
onderdeel c,
3,9, eerste lid,
heeft behaald
inburgering,
van het Besluit
3,7, eerste lid,
II heeft behaald
examen NT2 I of
2010 het staats-
gemeente dat in
doelgroep in de
personen uit de
Het aantal
0
Aard controle R
152
144
129
165
136
Bovenstaande indicatoren verantwoorden op basis van gegevens in het Informatie Systeem Inburgering (ISI)
7
13
Aard controle D1 Aard controle D1 Aard controle D1 Aard controle D1 Aard controle D1 Aard controle D1 Aard controle D1
overeengekomen
nisvoorziening is
een taalken-
voorziening of
jaar een duale
is overeenge-
heeft behaald heeft behaald
van het Besluit
college in dit jaar vastgesteld, dan van het Besluit wel met wie het inburgering,
onderdeel b,
wel met wie het voorziening heeft onderdeel a,
ringsexamen,
het inburge-
bedoeld in artikel bedoeld in artikel
3.9, eerste lid, 3,9, eerste lid,
bedoeld in artikel bedoeld in artikel samenleving,
vastgesteld, dan een taalkennis-
de Nederlandse
voorziening heeft voorziening of
ringsvoorziening college in dit
de doelgroep
personen uit
Het aantal
o0
Aard controle R
gemeente dat in in de gemeente
doelgroep in de
personen uit de
Het aantal
o0
Aard controle R
ingevuld)
negatief getal
tekort wordt een
ling van een
(bij overheve-
toets gesproken in de kennis van praktijkdeel van
elektronisch
inburgerings-
inburgerings-
dat in 2010 de
in de gemeente
de doelgroep
personen uit
Het aantal
o0
Aard controle R
lege in 2010 een 2010 een duale
dat in 2010 het
de doelgroep
personen uit
Het aantal
o 273.944
o 728.012
o 8.429.971
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle R
Ontvanger Indicatoren
o0
Aard controle R
230 Programmarekening 2010
VWS H6
VWS H2
SZW G6
Dep. Nr.
o 143.397
Aard controle R
beschikkings-
kenmerk invullen
en in de kolom-
onderwijs en
sport
(BOS)
Ja
Ja
Ja
n.v.t.
Aard controle
ding Ja/Nee
Eindverantwoor-
Zie Nota baten-
van de uitgave
Zie Nota baten-
plaatsvindt
in of na 2009
van besteding
vóór 2009, waar- vóór 2009, waar-
plaatsvindt
ding Ja/Nee
Eindverantwoor- Bestedingen van Uitgaven van
geestelijke
Besteding 2009
2 = uitgevoerd
openbare
per ultimo 2009
jeugdsportpas
Invoering
in of na 2009
ondersteuning
verslavings-
ten
2 = uitgevoerd
sportactiviteiten 2 = uitgevoerd
Naschoolse
Aard controle
afwijking
Toelichting
Aard controle D2 n.v.t.
2 = uitgevoerd
uitgevoerd
1 = gedeelte
voerd
0 = niet uitge-
Realisatie
beleid en
schappelijke
lijke opvang/
Maatschappe- Besluit maat- Gemeen- Stand reserve
2698255
3 DMO/SSO-
2698255
2 DMO/SSO-
2698255
Sportfolio
n.v.t.
1 DMO/SSO-
Aard controle
n.v.t.
Activiteit
Aard controle
informatie
verantwoordings-
men ernaast de
per regel één
wijs en Sport regeling buurt,
Gemeen- Hieronder
ten
Gemeen- Besteding 2010
Ontvanger Indicatoren
Buurt, Onder- stimulerings- ten
Tijdelijke
dies
SZW-subsi-
Regeling
Kaderwet
verlening
grondslag
uitkering
Schuldhulp-
Juridische
Specifieke
231 Programmarekening 2010
o 44.735
o 1.519.790 o0
Aard controle R
lastenstelsel
lastenstelsel Aard controle R
Zie Nota baten-
2010 plaatsvindt
van besteding in
Zie Nota baten-
Aard controle R
en gezin.
centra voor jeugd
realiseren van
gezin en het
ming jeugd en
plaatsvindt
ondersteuning
CJG)
van de uitgave
vóór 2010, waar- vóór 2010, waar-
maatschappelijke in of na 2010
jeugd, afstem-
Ja
n.v.t.
Bestedingen van Uitgaven van
zondheidszorg,
aan jeugdge-
gezin (BDU
ten
Gemeen- Besteding 2010
voor jeugd en
kering Centra regeling CJG
o 1.491.902
-o 72 o0
Aard controle R
Aard controle
lastenstelsel Aard controle R
Aard controle R
zorg
grondslag
uitkering
Ontvanger Indicatoren
gezondheids-
Juridische
Specifieke
VWS H10 Brede doeluit- Tijdelijke
Dep. Nr.
o0
Aard controle R
lastenstelsel
Bijlage IV
Reserves en voorzieningen
Algemeen Ter toelichting op het totaaloverzicht wordt per reserve en voorziening aangegeven het doel waarvoor deze is ingesteld, de wijze van voeding en waaraan de reserve of voorziening wordt besteed. De specifieke mutaties in 2010 zijn toegelicht in het onderdeel financiële toelichting per programma. Algemene reserve: Doel en voeding: doel van de algemene reserve is het opvangen van risico’s in de algemene zin en risico’s waarvoor geen bestemmingreserve of voorziening is gevormd. Het voor- en/of nadelig resultaat van de programmarekening wordt verrekend met de algemene reserve. Voor deze reserve is geen specifieke bestemming, anders dan dat een deel van de algemene reserve is aangemerkt als weerstandsvermogen en bedoelt is om tegenvallers in enig (verslag-)jaar op te kunnen vangen. Door de afboeking van de jarenlang geactiveerde verliezen van de stadsverwarming is de algemene reserve eind 2009 afgenomen tot ruim e 2,8 miljoen. De verwachting voor de omvang van de algemene reserve eind 2010 was dat deze zou uit komen op een negatieve stand van ruim e 3 miljoen (derde bestuursrapportage 2010). Dit werd met name veroorzaakt door het achterwege blijven van een dividenduitkering vanuit de BV Stadsverwarming (e 2,1 miljoen) al bekend bij de opstelling van de programmabegroting 2010 en de afboeking van een vordering op de Nuon (e 3,1 miljoen). In het coalitieakkoord 2010 – 2014 is aangegeven dat voor 2014 een omvang van e 10 miljoen wordt nagestreefd door incidentele voordelen (zoals de verkoopopbrengst van de aandelen NUON en winstnemingen uit grondexploitaties en verkoop van vastgoed) te bestemmen als voeding voor de algemene reserve. In de programmabegroting 2011 is geschetst dat de bovengenoemde incidentele voordelen in de periode tot en met 2014 een stand van ruim € 15 miljoen mogelijk maken én tegelijkertijd de begroting in structureel evenwicht wordt gebracht. Als de reserve een omvang heeft die groter is dan het benodigde weerstandsvermogen kan het verschil worden bestemd voor incidentele bestedingen. Dit kan plaatsvinden door de instelling van bestemmingsreserves. De benodigde omvang van de weerstandsreserve is in de programmabegroting 2011 indicatief aangegeven op e 20 miljoen. Hierbij zijn de belangrijkste risico’s genoemd. In de paragraaf weerstandsvermogen in deze rekening is een geactualiseerde opsomming van de belangrijkste risico’s opgenomen waarvoor het weerstandsvermogen wordt aangehouden. In programmabegroting 2012 zullen de risico’s wederom geactualiseerd worden opgenomen. Stand eind 2010: f 3.217.375 E g a l i s at i e r e s e r v e s : Deze reserves worden gebruikt om schommelingen in de tijd en in de uitvoering in de resultaten voor specifieke onderdelen te egaliseren. Egalisatiereserves
232 Programmarekening 2010
worden expliciet door de raad ingesteld en de onttrekkingen en dotaties worden vanuit de resultaten voorgesteld. De egalisatiereserves zijn ingesteld om een overschot op een bepaalde heffing te voorkomen als uitgaven en investeringen vertraging oplopen. De egalisatiereserves zijn niet aan een termijn gekoppeld. Programma 1 Publiekdiensten Egalisatiereserve begraafrechten Doel en voeding: doel van deze reserve is om de inkomsten te egaliseren uit de grafrechten. Jaarlijks valt ongeveer 1/10 deel vrij uit de inkomsten van de grafrechten. De egalisatiereserve is bij de programmarekening 2009 ingesteld. Als voeding voor de reserve wordt gebruikt de meerjarig afgekochte grafhuur. De onttrekking aan de reserve dient voor de bekostiging van het onderhoud aan de begraafplaats. Stand eind 2010: f 60.570 Programma 4 Milieu Egalisatiereserve afvalverwijdering Doel en voeding: doel van deze reserve is om de fluctuaties tussen de baten en lasten voor het inzamelen en verwijderen van afval, op te vangen. Indien in enige jaar de baten voor de afvalinzameling hoger zijn dan de lasten wordt het verschil toegevoegd aan de egalisatiereserve. De egalisatiereserve wordt vervolgens ingezet voor (tijdelijke) matiging van het tarief of incidentele uitgaven. De egalisatiereserve kan geen nadelig saldo hebben. Een deel van deze reserve is gebruikt voor tariefmatiging en de vertraging (in 2009) in het project MAP af te ronden. Daarnaast heeft de raad in de derde bestuursrapportage 2010 (besluitnummer 10-115) het voordeel van e 1.000.000 op de uitvoering van de taken afvalinzameling onder te brengen in de egalisatiereserve met als doel teruggave aan de belastingplichtigen in 2011. Het tarief voor de afvalstoffenheffing in 2011 is hierop herzien en vastgesteld per perceel. In 2010 is een bedrag van e 110.000 niet aan de reserve onttrokken voor het project MAP. Door het uitlopen van het project komt dit bedrag in 2011 tot besteding. Stand eind 2010: f 1.110.000 Programma 6 Beheer openbare ruimte Egalisatiereserve Riolering Doel en voeding: doel van deze reserve is om de fluctuaties in de onderhoudskosten aan het rioolstelsel en vanuit het Stedelijk Waterplan in Purmerend op te vangen. Er wordt uitgegaan van een kostendekkend tarief, indien in enig jaar de baten hoger zijn dan de lasten – bijvoorbeeld door vertragingen in investeringen in het rioolstelsel – dan wordt het batig saldo toegevoegd aan de egalisatie reserve en later gebruikt voor tijdelijk lagere tarieven. De raad heeft in de derde bestuursrapportage 2010 (besluitnummer 10-115) het voordeel van e 625.000 op de uitvoering van de taken gemeentelijke riolering onder te brengen in de egalisatiereserve met als doel teruggave aan de belastingplichtigen in 2011. Het tarief voor de rioolheffingen in 2011 is hierop herzien en vastgesteld voor de eigenaren- en gebruikersheffing per eigendom en per eenheid verbruikt drinkwater.
233 Programmarekening 2010
In 2010 zijn lagere uitgaven doordat een deel van het onderhoud niet heeft kunnen plaatsvinden en is doorgeschoven naar 2011. Dit betreft een bedrag van e 351.454. Dit bedrag is toegevoegd aan de egalisatiereserve en wordt in 2011 weer onttrokken. Stand eind 2010: f 976.454 Programma 13 Bestuur & Concern Egalisatiereserve afkoop geldleningen Doel en voeding: doel van deze reserve is het opvangen van het ontstane jaarlijkse nadeel op de renteverschillen. Dit nadeel is ontstaan door het sneller aflossen van de leningen door Wherestad. De voeding is de ontvangen boeterente van Wherestad en is beschikbaar gesteld in de derde bestuursrapportage in 2010 (besluitnummer 10-115). Het jaarlijkse voordeel wat nu wordt gemist wordt opgevangen door jaarlijks een bedrag te onttrekken aan deze reserve en als bate op te nemen in programma 14 eigen financieringsmiddelen. De reserve zal eind 2018 volledig zijn besteed en wordt dan opgeheven. Stand eind 2010: f 4.500.000 Bestemmingsreserves: Voor bestemmingsreserves geldt dat deze worden ingesteld voor één specifiek doel binnen een vastgestelde termijn. In 2010 zijn de volgende reserves volledig besteed en kunnen worden opgeheven: • Mantelzorg • Bestemmingsplannen • Deltaplan inburgering De bovenstaande reserves zijn hier verder niet toegelicht. Programma 1 Publiekdiensten Reserve invoering WABO Doel en voeding: Doel van deze reserve is om de invoering van de wet WABO organisatorisch mogelijk te maken. Het ministerie van VROM werkt aan de modernisering van regels op het gebied van wonen, ruimte en milieu. Het project omgevingsvergunning (Wabo) maakt deel uit van de modernisering van de VROM regelgeving. De omgevingsvergunning is één geïntegreerde vergunning voor bouwen, wonen, monumenten, ruimte, natuur en milieu. De incidentele middelen die hiervoor beschikbaar zijn gesteld via het gemeentefonds zijn toegevoegd aan deze bestemmingsreserve in 2009. De Wet algemene bepaling omgevingsrecht (Wabo) is per 1 oktober 2010 in werking getreden. Gezien de latere invoering is er een vertraging ontstaan. In de programmabegroting 2011 is er nog vanuit gegaan dat deze reserve in 2010 volledig besteed zou zijn. Dit is nu niet het geval. Het restantbedrag van € 86.000 zal niet vrijvallen aan de algemene middelen, maar in 2011 ingezet worden voor verdere digitalisering WABO, opleidingen en onderzoek- en adviseringskosten. Stand eind 2010: f 86.071
234 Programmarekening 2010
Programma 2 Zorg Reserve Wet maatschappelijke ondersteuning/Stedelijk kompas Doel en voeding: Het doel van deze reserve is het mogelijk maken van de uitvoering van het stedelijk kompas tot en met 2011 met behulp van onderbesteding van middelen uit 2008. Door stijgingen in het gebruik van de Wmo voorzieningen in 2010 en een daling van de integratie-uitkering Wmo is de aanwending voor 2011 en verder opnieuw afgewogen. Allereerst is er in 2010 een vrijval van e 736.000 aan de reserve toegevoegd vanuit de tweede bestuursrapportage 2010 (besluitnummer 10-114) om vervolgens de reserve geheel in te zetten in 2011. Hierdoor kunnen aanpassingen in het beleid rondom de Wmo teneinde de uitvoering goedkoper te maken zorgvuldig worden voorbereid. Stand eind 2010: f 982.778 Reserve Mantelzorg Doel en voeding: Doel van deze reserve is om de middelen van het rijk voor het Mantelzorgcompliment te reserveren, zodat deze doelmatig kunnen worden besteedt voor mantelzorgers. Hierbij is in 2008 de reserve mantelzorg ingesteld. Het restantbedrag e 66.000 is in 2010 ingezet voor de versterking en uitbreiding van de respijtzorg. Hiermee is de reserve in 2010 opgeheven. Stand eind 2010: f 0 Programma 3 Wonen Reserve Volkshuisvesting Doel en voeding: Doel van deze reserve is het bekostigen van uitgaven voor volkshuisvestingsdoelen die in een specifiek programma zijn vastgelegd en een incidenteel karakter hebben. De uitgaven zijn onderverdeeld naar huisvesting van bijzondere doelgroepen, woningbouw binnenstad, wijksteunpunten, woonwagenterreinen, herstructurering, bijdragen in het kader van de leefbaarheid en extra middelen voor het ontwikkelen beleid wonen. Het tempo van de uitgaven blijft tot nu toe achter bij de begroting van de verschillende projectwensen. De reserve wordt niet meer gevoed en loopt af in 2013. Stand eind 2010: f 2.993.135 Programma 7 Ruimtelijke Ordening Reserve Ontwikkeling Hoofdcentrum Doel en voeding: De reserve heeft als doel de noodzakelijke ontwikkeling van het Hoofdcentrum te financieren en wordt ingezet voor de dekking van afschrijvingen voortvloeiende uit investeringen in 2008 en 2009 met een maatschappelijk nut. Het betreft: de herinrichting van de Koemarkt, de tijdelijke parkeergarage ’t Lammetje, de Doelestallen en de Wolthuissingelbrug. Gedurende de afschrijvingstijd wordt de reserve volledig benut. De reserve wordt gebruikt tot en met 2030. Stand eind 2010: f 5.839.755
235 Programmarekening 2010
Reserve gronden Doel en voeding: Doel van deze reserve is het opvangen van risico’s in de grondexploitatie voor specifieke bestemmingen: Herinrichting Overlanderstraat, voorbereiding Schapenmarkt, herinrichting Tramplein en het restant van de Kop van West. Deze reserve gronden is in 2009 opnieuw ingesteld en gefinancierd vanuit een deel van de oude algemene reserve gronden. Voor de herinrichting van de Overlanderstraat geldt dat de besteding van de reserve plaatsvindt door jaarlijks een bedrag voor afschrijvingen te onttrekken. Hierdoor lopen de bestedingen door tot het jaar 2030. Stand eind 2010: f 7.828.888 Reserve bestemmingsplannen Doel en voeding: Doel van deze reserve is het opvangen van de ontstane vertraging in 2009 op het product bestemmingsplannen. Om het project digitaliseren bestemmingsplannen in 2010 te kunnen afronden, zijn de hiervoor beschikbare incidentele middelen opgenomen in deze bestemmingsreserve. In 2010 is gebleken dat er een lagere besteding heeft plaatsgevonden op de digitalisering van bestemmingsplannen door efficiëntere gegevensverwerking. Hierdoor zal de reserve niet meer tot besteding komen en is het bedrag van e 150.000 vrijgevallen. Stand eind 2010: f 0 Programma 9 Educatie Reserve Peuterspeelzaalwerk Doel en voeding: De reserve heeft als doel de peuterspeelzalen eenmalig te compenseren in 2011 voor de ontstane overcapaciteit. Dit om het nieuwe peuterwerk en de daarbij veranderde wijze van subsidiëren vanaf 2012 te overbruggen voor 2011. De voeding is de eenmalige vrije ruimte uit het product peuterspeelzaalwerk in 2010. Het bedrag van e 102.593 is beschikbaar gesteld in de raadsvergadering van 25 november 2010 (besluitnummer 10-106) en wordt als aanvullende subsidie verleend aan de peuterspeelzalen in 2011. Hierna wordt de bestemmingsreserve opgeheven. Stand eind 2010: f 102.593 Reserve onderwijshuisvesting Doel en voeding: De reserve heeft als doel de toekomstige afwijkingen in de huisvesting voor onderwijs en de plannen voor her- en nieuwbouw op te vangen in de vorm van niet voorziene hogere lasten. Uitgangspunt bij de actualisering van deze reserve is de bestaande situatie. Basis voor de huisvestingsvoorziening zijn de meerjarenonderhoudsplanningen die zijn opgesteld. De uitgaven voor onderhoud worden geëgaliseerd met behulp van de voorziening onderhoud onderwijshuisvesting of als vervangingsinvestering geactiveerd conform de verordening 212 en 213a. In begroting 2010 is er nog vanuit gegaan dat deze reserve in 2010 volledig besteed zou zijn. Dit is niet het geval. Voor e 101.000 zijn uitgaven voor verhuis-
236 Programmarekening 2010
kosten van een school doorgeschoven naar 2011. Na besteding van dit bedrag wordt de reserve opgeheven. Stand eind 2010: f 101.252 Programma 12 Werk en inkomen Reserve Taalcoaches Doel en voeding: Doel van deze reserve is in het kader van het Deltaplan Inburgering de mogelijkheid te bieden voor het (laten) organiseren van vrijwillige taalcoaches voor inburgeraars in de Gemeente Purmerend. Taalcoaches zijn vrijwilligers die de inburgeraar helpen bij het leren van de Nederlands taal, bijvoorbeeld door het samen oefenen met de taal of het gezamenlijk ondernemen van activiteiten. De voeding van middelen rondom de taalcoaches zijn in 2008 beschikbaar gesteld vanuit het Rijk (gemeentefonds) en via resultaatbestemming in de programmarekening 2008 beschikbaar gesteld. De aanwending gaat via een overeenkomst met stichting vluchtelingenwerk, die hiervoor van 2009 tot en met 2011 honderd taalkoppels gaan realiseren. Deze reserve is in 2011 volledig besteed en wordt opgeheven. Stand eind 2010: f 26.510 Reserve gemeentelijke middelen participatie Doel en voeding: Doel van deze reserve is het gefaseerd kunnen aanpassen van de geplande uitgaven als gevolg van de grote daling van de rijksbijdrage participatie vanaf 2010. Hiermee wordt voorkomen dat het programma voor participatie direct moet worden aangepast of deels worden stopgezet. De reserve is ingesteld voor de periode 2010-2014. Stand eind 2010: f 1.623.617 Programma 13 Bestuur en Concern Reserve werkbudget ombuigingen Doel en voeding: Doel van deze reserve is om de ombuigingen zoals voorgesteld en overgenomen in de programmabegroting 2011 te realiseren. Het gaat hierbij om externe expertise en extra inzet op de meer complexe onderzoeken naar de mogelijkheid van uitbesteding van taken zoals bijvoorbeeld de afvalinzameling en wat dat kan betekenen voor de achterblijvende organisatie. Daarnaast gaat het om begeleiding bij een veranderde rolneming bij de vormgeving van gemeentelijk beleid en het doorlichten van de subsidieactiviteiten. Deze reserve is ingesteld bij de derde bestuurrapportage 2010 (besluitnummer 10-115) door een bijdrage van e 500.000. De reserve is ingesteld voor de periode 2010-2012. Stand eind 2010: f 500.000 Voorzieningen In 2010 zijn de volgende voorzieningen volledig besteed: • Voorziening onderhoud groen en kunst en waterwerken; • Voorziening frictiekosten reorganisatie 2007
237 Programmarekening 2010
De voorziening frictiekosten reorganisatie wordt opgeheven de voorzieningen voor onderhoud kunnen in volgende jaren weer worden gebruikt als op basis van beheerplannen middelen in enig jaar niet tot besteding zijn gekomen en nodig zijn om te voorkomen dat toekomstig onderhoud onvoldoende financieel is afgedekt. Programma 3 Wonen Voorziening Afkoop BWS particulieren Doel en voeding: Deze voorziening is in 2009 ingesteld en heeft tot doel de door de gemeente Purmerend van de bestuurscommissie Woninggebonden Subsidies Waterland overgenomen openstaande subsidies (jaarlijkse bijdragen) af te wikkelen. Dit betreft een tweetal eigenaren-bewoners van sociale koopwoningen die niet meegedaan hebben met de BWS-afkoopoperatie van de bestuurscommissie a.g.v. de opheffing van deze commissie. De aanwending en afwikkeling van deze subsidies zal plaatsvinden in 2010 en 2011, zodat in 2012 de voorziening kan worden opgeheven. Stand eind 2010: f 4.224 Programma 5 Bereikbaarheid Voorziening openbaar vervoer Doel en voeding: Deze voorziening is in 2001 ingesteld en gevoed met de opgebouwde reserves bij Connexxion en heeft tot doel het mede financieren van specifieke openbaar vervoer projecten en infrastructurele voorzieningen voor verbeterde doorstroming, comfort of toegankelijkheid van het openbaar vervoer. De gereserveerde middelen blijven uitsluitend bestemd voor maatregelen voor openbaar vervoer. Voor 2011 en verder wordt de voorziening aangewend voor incidentele kosten voor diverse fietsvoorzieningen in de buurt van stations en bushaltes en voor de schoonmaak en beheer van de DRIS panelen. Stand eind 2010: f 763.613 Programma 6 Beheer openbare ruimte Voorziening onderhoud groen Doel en voeding: Deze voorziening is in 2009 ingesteld en heeft tot doel de niet uitgevoerde werkzaamheden, volgens het onderhoudsmeerjarenplan groen, in 2010 alsnog uit te voeren. In 2010 zijn deze werkzaamheden aan het groen uitgevoerd, waardoor de voorziening geen saldo meer heeft. Als in volgende jaren er weer sprake is van achterstanden in het onderhoud door achterblijvende bestedingen kan de voorziening worden gebruikt . Eind 2010 is dit het geval. Stand eind 2010: f 0 Voorziening onderhoud kunst- en waterwegen Doel en voeding: Deze voorziening is in 2009 ingesteld en heeft tot doel de niet uitgevoerde werkzaamheden, volgens het onderhoudsmeerjarenplan kunst- en waterwerken, in latere jaren alsnog uit te voeren. In 2010 zijn de werkzaamheden aan kunst- en waterwerken uitgevoerd waarvoor de voorziening is gevormd. Daarom is het beginsaldo ten gunsten van de exploitatie gebracht. In de begroting voor 2010 waren groot onderhoudswerkzaamheden voor vijf bruggen opgenomen. Voor drie bruggen zijn deze werkzaamheden uitgevoerd. Als gevolg hiervan wordt in 2010 een bedrag van e 85.000 gedoteerd de voorziening om de
238 Programmarekening 2010
werkzaamheden aan de overige bruggen alsnog uit te voeren. Stand eind 2010: f 85.000 Programma 7 Ruimtelijke ordening Voorziening verhuurde percelen Doel en voeding: Deze voorziening is in 2001 ingesteld en heeft tot doel de onderhoudslasten te egaliseren van panden die de gemeente bezit en verhuurd vanuit een strategisch oogmerk. Op grond van een onderhoudsysteem (‘Kraan’) wordt een op gebruik, bestemming en financiële middelen afgestemd onderhoud gepleegd. Daarnaast komen de eenmalige lasten in het kader van de centralisatie vastgoed ten laste van deze voorziening. In de periode 2011-2014 wordt toegevoegd ten bate van toekomstig planmatig onderhoud. Stand eind 2010: f 230.099 Voorziening groot onderhoud welzijnsgebouwen Doel en voeding: Deze voorziening heeft tot doel om de kosten van planmatig onderhoud aan welzijnspanden te egaliseren. Op grond van een onderhoudsysteem (‘Kraan’) wordt een op gebruik, bestemming en financiële middelen afgestemd onderhoud gepleegd. Daarnaast zijn ook de verwachtingen van planontwikkeling m.b.t. te slopen en af te stoten panden van belang bij deze actualisatie. Stand eind 2010: f 342.056 Voorziening civiele procedure Deze voorziening is ingesteld om de kosten voor de civiele procedure met betrekking tot de Van IJsendijkstraat te dekken. Dit betreffen de kosten voor het eigen risico van e 50.000. De gemeente is verzekerd voor vermogensschade veroorzaakt door onrechtmatig genomen besluiten. Stand eind 2010: f 50.000 Programma 8 Veiligheid Voorziening groot onderhoud brandweerkazerne Doel en voeding: Doel van deze voorziening is het dekken van de kosten voor het groot bouwkundig. De voeding van deze voorziening geschied aan de hand van het groot onderhoudsplan en is gebaseerd op de bestaande beheer- en onderhoudsgegevens uit Kraan. De aanwending is gebaseerd op de kosten onderhoud van de kazerne aan de Gorslaan. Stand eind 2010: f 62.280 Voorziening 2e loopbaanbeleid Brandweer Doel en voeding: De voorziening heeft ten doel het tweede loopbaanplan van het repressieve personeel te bekostigen. De voeding van deze voorziening komt voornamelijk uit het A&O-fonds en loopt door tot eind 2015. Stand eind 2010: f 1.994
239 Programmarekening 2010
Voorziening overgang personeel Halt Doel en voeding: doel van deze voorziening om de onvermijdelijke frictiekosten, de kosten van de reparatie van de arbeidsvoorwaarden, van de Halt medewerkers te bekostigen. Voeding vindt plaats door het positieve resultaat uit de programmarekening 2010 Halt toe te voegen. De voorziening heeft betrekking op het personeel dat eind 2010 in dienst was van de gemeente Purmerend en de gemeente Zaanstad. Stand eind 2010: f 79.591 Programma 9 Educatie Voorziening groot onderhoud onderwijshuisvesting Doel en voeding: Doel van deze voorziening is het opvangen van fluctuaties in het product huisvesting ontstaan op het onderdeel planmatig onderhoud. Sinds de decentralisatie van de onderwijshuisvesting in 1997 is de gemeente verantwoordelijk voor het onderhoud van de schoolgebouwen voor wat betreft de buitenkant van het schoolgebouw (oftewel groot onderhoud). De schoolbesturen zijn verantwoordelijk voor het onderhoud aan de binnenkant van het schoolgebouw. In dit kader is ten behoeve van de planning van het groot onderhoud door de gemeente en de schoolbesturen een meerjarenonderhoudsplan schoolgebouwen opgesteld. Deze planning omvat zowel het onderhoud dat voor rekening komt van de gemeente, als het onderhoud dat door de schoolbesturen bekostigd moet worden. Het onderhoud wordt jaarlijks volgens de planning uitgevoerd en hoeft niet jaarlijks te worden aangevraagd voor opneming in het betreffende huisvestingsprogramma. Als er bijzondere omstandigheden zijn, waardoor werkzaamheden uitgesteld dan wel vervroegd uitgevoerd moeten worden, wordt hiertoe in onderling overleg tussen gemeente en schoolbestuur besloten. Op basis van het meerjarenonderhoudsplan uit Kraan wordt jaarlijks een bedrag gestort in deze voorziening voor het onderhoud dat door de gemeente wordt bekostigd. Stand eind 2010: f 239.585 Voorziening bruidschat OPSO Doel en voeding: Doel van deze voorziening is om verzelfstandiging van het Openbaar Primair en Speciaal Onderwijs (OPSO) per 1 januari 2011 te begeleiden door het verstrekken van een bruidschat van e 2,5 miljoen. De bruidschat zal uitbetaald worden in jaarlijks afbouwende bedragen en eind 2014 worden opgeheven. Stand eind 2010: f 2.541.000 Programma 11 Actief in de stad Voorziening groot onderhoud De Purmaryn Doel en voeding: Deze voorziening heeft tot doel het realiseren van dekking en egalisering van de uitgaven planmatig onderhoud en vervanging inventaris op middellange termijn. Het onderhoud van het gebouw de Purmaryn vindt plaats op grond van een Meerjarenonderhoudsplan (‘Kraan’). Stand eind 2010: f 264.343
240 Programmarekening 2010
Voorziening garantstelling boek stadshistorie Doel en voeding: Deze voorziening heeft tot doel om de initiatieven om de historie van Purmerend in boekvorm vast te leggen, financieel te ondersteunen in de vorm van een garantie dan wel en projectsubsidie. Hierbij wordt garant gestaan voor het boek van de stadshistoricus Nijenhuis en een projectsubsidie verleend aan de Stichting Fonds Purmerends Museum. De verwachting is dat van de garantie geen gebruik zal worden gemaakt, waardoor er geen gebruik wordt gemaakt van de voorziening. De voorziening is hiermee in 2010 opgeheven. Stand eind 2010: f 0 Voorziening Leeghwaterbad Doel en voeding: de voorziening is gevormd in 2010 voor de kosten van het wegnemen van bouwkundige gebreken aan het Zwembad. De voeding heeft plaatsgevonden in de raadsvergadering van 21 oktober 2010 (raadsbesluitnummer 10-95) door een bedrag van e 453.200 toe te kennen. De besteding zal plaatsvinden in 2010 en 2011 door een beschikking aan Spurd toe te kennen. Daarnaast is rekening gehouden met klein bedrag aan kosten voor voorbereiding en toezicht op de werkzaamheden door de gemeente. Stand eind 2010: f 84.164 Programma 13 Bestuur en Concern Voorziening Wachtgeld/pensioenverplichtingen bestuurders Doel en voeding: Doel van deze voorziening is het opvangen van de financiële consequenties van wachtgelduitkeringen van bestuurders en voormalige wethouders. De voorziening wordt jaarlijks gevoed met een vaste dotatie: 45% van het salaris per jaar van de zittende bestuurders gedurende maximaal 6 jaar en voor nieuwe wethouders (na de laatste verkiezingen) maximaal 4 jaar met de in dat jaar opgebouwde rechten van de zittende bestuurders. Voor de onttrekking aan de voorziening is rekening gehouden met het feit dat wethouders die vóór de verkiezingen van maart 2010 al wethouder waren recht hebben op zes jaar wachtgeld. Voor nieuwe bestuurders geldt een termijn van vier jaar wachtgeldrechten. Het wachtgeld is maximaal 70% van het laatst genoten salaris. In de voorziening is rekening gehouden met een afloop van de wachtgeldkosten mede op basis van de gewijzigde regelgeving in 2010 ( sollicitatieplicht, outplacementvoorziening, verrekening inkomsten etc.). Voor wethouders met recht op 6 jaar wachtgeld wordt voor het 1e t/m het 6e jaar respectievelijk rekening gehouden met 70%, 70%, 55%, 40%, 30%, 20%. Voor wethouders met recht op 4 jaar wachtgeld is de reeks voor het 1e t/m het 4e jaar respectievelijk 70%, 55%, 40%, 25%. Stand eind 2010: f 960.995 Voorziening Spaarverlof Doel en voeding: In deze voorziening is de waarde opgenomen van verlofuren die in het verleden konden worden opgespaard. De voorziening is gevormd ter dekking van de kosten van vervangend personeel van deelnemers aan de gemeentelijke spaarverordening op het moment dat zij spaarverlof opnemen.
241 Programmarekening 2010
Aangezien de regeling is opgeheven bestaat de dotatie uit een mutatie ten behoeve van het opvangen van prijsstijgingen. De onttrekking betreft de compensatie aan een afdeling op het moment dat spaarverlof wordt opgenomen door een deelnemer. Stand eind 2010: f 69.237 Voorziening gemeentelijke huisvesting Doel en voeding: Deze voorziening is tot en met 2009 ingesteld om de kosten van planmatig onderhoud aan het stadhuis en het voormalig raadhuis op de Kaasmarkt te egaliseren. Met ingang van 2010 is deze voorziening omgevormd tot een voorziening kapitaalgoederen waarin ook de overige gemeentelijke panden (o.a. de Koog) en bruggen is opgenomen. Op grond van een onderhoudsysteem (‘Kraan’) wordt een op gebruik, bestemming en financiële middelen afgestemd onderhoud gepleegd. Stand eind 2010: f 525.807 Voorziening Streekarchief Waterland Doel en voeding: Deze voorziening heeft tot doel de kosten van groot onderhoud van het pand Streekarchief Waterland (SAW) aan de Wielingenstraat 75 te dekken. De voorziening wordt jaarlijks gevoed met de door het ISW afgesproken jaarlijkse verhoging van de canon met 3,725%. Stand eind 2010: f 47.143 Voorziening Frictiekosten reorganisatie 2007 Doel en voeding: Het doel van deze voorziening is de onvermijdelijke frictiekosten door de uitvoering van de reorganisatie 2009 op te vangen. Deze voorziening is gevormd vanuit de programmarekening 2008. Het restant saldo van de voorziening is in 2010 bestemd voor de salariskosten voor de laatste medewerker die nog niet was geplaatst. De voorziening is hiermee in 2010 opgeheven. Stand eind 2010: f 0
242 Programmarekening 2010
Bijlage IV Totaaloverzicht van de reserves en voorzieningen jaarrekening 2010
Naam reserve/voorziening
Boekwaarde per 01-01-2010
Resultaat uit jaarrekening 2009
BATEN
2010 rekening
Boekwaarde per
LASTEN
31-12-2010
A. Algemene reserve Algemene Dekkingsmiddelen Algemene reserve
4.365.740
-1.487.068
0
0
2.878.672
Resultaat jaarrekening
-1.298.068
1.298.068
472.703
0
472.703
Totaal algemene reserve
3.067.672
-189.000
472.703
0
3.351.375
Reserve begraafrechten
29.000
37.619
6.049
60.570
Totaal programma publieksdiensten
29.000
37.619
6.049
60.570
Reserve afvalverwijdering
684.769
1.110.000
684.769
1.110.000
Totaal programma milieu
684.769
1.110.000
684.769
1.110.000
B. Egalisatiereserves Programma 1: Publieksdiensten
0
Programma 4: Milieu
0
Programma 6: Beheer openbare ruimte Egalisatiereserve riolering
404.221
572.233
976.454
Totaal programma beheer openbare ruimte
404.221
0
572.233
0
976.454
Reserve rente
4.500.000
0
4.500.000
Totaal programma bestuur en concern
0
0
4.500.000
0
4.500.000
Totaal Egalisatiereserves
1.088.990
29.000
6.219.852
690.818
6.647.024
Programma 13: Bestuur en Concern
C. Bestemmingsreserve Programma 1 : Publieksdiensten Reserve invoering WABO
178.176
0
92.104
86.072
Totaal programma publieksdiensten
178.176
0
0
92.104
86.072
442.912
782.546
242.680
982.778
Programma 2: Zorg Reserve Wet maatschappelijke ondersteuning Reserve Mantelzorg
66.158
0
0
782.546
308.838
982.778
Volkshuisvesting (VOHU)
2.870.441
127.192
4.498
2.993.135
Totaal programma wonen
2.870.441
127.192
4.498
2.993.135
Ontwikkeling hoofdcentrum
6.155.099
315.345
5.839.754
Reserve gronden
8.041.870
212.982
7.828.888
Totaal programma Zorg
66.158 509.070
Programma 3: Wonen
0
Programma 7: Ruimtelijke ordening
243 Programmarekening 2010
Naam reserve/voorziening
Boekwaarde per 01-01-2010
Reserve bestemmingsplannen Totaal programma ruimtelijke ordening
Resultaat uit jaarrekening 2009
150.000 14.346.969
0
BATEN
2010 rekening
Boekwaarde per
LASTEN
31-12-2010
0
150.000
0
0
678.327
13.668.642
102.593
102.593
Programma 9: Educatie Reserve Peuterspeelzaakwerk Reserve onderwijshuisvesting
3.064.938
2.963.686
101.252
Totaal programma educatie
3.064.938
0
102.593
2.963.686
203.845
44.250
0
17.740
26.510
Programma 12: Werk en Inkomen Reserve Taalcoaches Reserve gem. middelen participatie
1.463.617
160.000
0
1.623.617
Totaal programma werk en Inkomen
1.507.867
160.000
0
17.740
1.650.127
Reserve werkbudget ombuigingen
500.000
500.000
Totaal programma bestuur en concern
0
0
500.000
0
500.000
Totaal bestemmingsreserves
22.477.461
160.000
1.512.331
4.065.193
20.084.598
Totaal reserves
26.634.123
0
8.204.887
4.756.011
30.082.998
Programma 13: Bestuur en Concern
Naam reserve/voorziening
Boekwaarde per 01-01-2010
Resultaat uit jaarrekening 2009
BATEN
2010 rekening
Boekwaarde per
LASTEN
31-12-2010
D. Voorzieningen Programma 3: Wonen Afkoop BWS particulieren
7.614
Totaal programma wonen
7.614
3.390
4.224
0
0
3.390
4.224
Openbaar vervoer
797.724
5.888
40.000
763.613
Totaal programma bereikbaarheid
797.724
5.888
40.000
763.613
Onderhoud groen
195.000
195.000
0
Onderhoud kunst- en waterwegen
121.644
36.644
85.000
Totaal programma bereikbaarheid
316.644
231.644
85.000
10.840
230.100
Programma 5: Bereikbaarheid
0
Programma 6: Beheer openbare ruimte
0
0
Programma 7: Ruimtelijke ordening Verhuurde percelen
219.260
Groot onderhoud welzijnsgebouwen
375.841
Voorziening civiele procedure IJsendijkstraat
0
Totaal programma ruimtelijke ordening
244 Programmarekening 2010
595.101
0
219.983
253.768
342.056
50.000
50.000
280.823
253.768
622.156
Naam reserve/voorziening
Boekwaarde per 01-01-2010
Resultaat uit jaarrekening 2009
BATEN
2010 rekening
Boekwaarde per
LASTEN
31-12-2010
Programma 8: Veiligheid Voorziening groot onderhoud brandweerkazerne
61.560
Voorziening 2e loopbaanbeleid brandweer
0
1.994
1.994
Voorziening overgang personeel halt
0
79.591
79.591
Totaal programma veiligheid
61.560
40.500
39.779
62.280
0
122.085
39.779
143.865
283.656
63.279
107.350
239.585
0
Programma 9: Educatie Voorziening groot onderhoud onderwijshuisvesting Verzelfstandiging OPSO bruidsschat
2.544.000
3.000
2.541.000
0
2.607.279
110.350
2.780.585
Voorziening herst. en aanp. Leeghwaterbad
0
453.200
369.036
84.164
Groot onderhoud/vervangingsinventaris De Purmarijn
278.280
34.007
47.944
264.343
Totaal programma educatie
283.656
Programma 11: Actief in de stad
Garantstelling boek stadhistorie
26.000
0
0
487.207
442.980
348.507
Voorziening wachtgeldverplichtingen bestuurders
795.227
252.293
86.525
960.995
Voorziening Streekarchief Waterland
26.531
20.612
47.143
Voorziening stadhuis
386.055
Totaal programma actief in de stad
26.000 304.280
Programma 13: Bestuur en concern
Spaarverlof Purmerend Frictiekosten reorganisatie 2007
287.232
147.480
525.807
81.949
12.712
69.237
21.220
0
Totaal programma bestuur en concern
1.310.982
0
560.137
267.937
1.603.182
Totaal voorzieningen
3.677.560
0
4.063.419
1.389.847
6.351.132
Totaal generaal reserves/voorzieningen
30.311.682
0
12.268.306
6.145.859
36.434.129
245 Programmarekening 2010
21.220
Bijlage V
Investeringen
Algemeen Jaarlijks stelt de raad kredieten beschikbaar voor investeringen in werken en aanschaffingen. Deze activiteiten zijn soms zo omvangrijk dat de uitgaven over meerdere jaren lopen. Dat komt vooral voor bij infrastructurele werken, maar ook in andere gevallen kan er sprake zijn van spreiding of vertraging. De uitgaven die via een raadskrediet beschikbaar worden gesteld worden op de balans geactiveerd. Vanwege het duurzame karakter vindt afschrijving over meerdere jaren plaats. Het is belangrijk om elk jaar in beeld te hebben hoe de uitgaven verlopen en welke bestedingsruimte er nog is op de diverse kredieten. Aan het eind van elk jaar worden de openstaande kredieten beoordeeld op de vraag welke uitgaven nog moeten plaatsvinden en wordt getoetst of het jaar waarin die uitgaven plaatsvinden correct is. Op basis hiervan kunnen vervolgens de kapitaallasten in de exploitatie worden geactualiseerd. De geactualiseerde gegevens zijn in deze bijlage opgenomen in een tweetal overzichten: 1. Investeringen die kunnen worden afgesloten; 2. Investeringen die volgend jaar en eventueel verder doorlopen. Waar dat noodzakelijk is geacht, is er per programma een nadere toelichting gegeven per (cluster van) investering(en).
Afgesloten kredieten Voor een toelichting op de afgesloten kredieten verwijzen we u naar de programma’s. Niet afgesloten kredieten Voor een toelichting op de niet afgesloten kredieten verwijzen we u naar de programma’s.
246 Programmarekening 2010
Bijlage V.a Overzicht afgesloten kredieten per 31-12-2010
Activumcode en omschrijving
Raad/B&W besluit
7030900602 Basisreg. Adressen en Gebouwen (fase 2)
07-30
7011400106 Safe Pay kassysteem
09-43
7011400101 Bouwkundige aanpassingen ID 7011400102 Inr.facilitaire en logistieke kosten ID
08-17/09-43 08-17
Geraamd Totaal besteed Totaal besteed Totaal besteed
Over (-) of
bedrag
t/m 2009
in 2010
t/m 2010 onderschr. (+)
153.750
125.820
21.213
147.033
6.717
61.500
58.685
58.685
2.815
813.725
-52.940
760.785
-37.785
153.750
153.750
153.750
723.000
7011400103 Informatievoorziening ID
08-17
56.375
35.924
20.451
56.375
7011400104 informatievoorziening ID
08-17
179.375
36.395
142.980
179.375
7011400105 Beveiliging installaties, app.
09-43
56.375
35.829
20.546
Totaal 01 Publieksdiensten
1.384.125
1.047.692
364.686
1.412.378
-28.253
7090300601 WVG hulpmiddelen 2010
09-118/598188/10-115
1.400.000
1.559.148
1.559.148
-159.148
Totaal 02 Zorg en welzijn
1.400.000
1.559.148
1.559.148
-159.148
7100100139 328 st. ondergrondse containers
07-65
2.227.364
165.229
1.759.630
467.734
7100100140 Volmeldingsysteem 328 ondergr.containers
07-65
369.820
371.490
371.490
-1.670
07-65/09-60
871.250
120.563
421.548
542.111
329.139
07-65
518.753
472.275
-66.911
405.364
113.389
7100100141 Clusterplaatsen 7100100143 70 st. ondergrondse glascontainers 7100100144 Volmeldingsysteem 70 ondergr. glascont.
73.796
73.796
5.129
7100100145 24360 rolcontainers (restafval)
07-65/10-79
1.053.164
805.800
112.388
918.187
134.977
7100100149 9500 rolcontainers (GFT)
07-65/10-79
314.862
163.800
84.116
247.916
66.946
09-60
393.600
85.036
5.265
90.302
303.298
Totaal 04 Milieu
5.827.738
3.613.365
795.432
4.408.797
1.418.942
7100100151 Ondergrondse papiercontainers
07-65
1.594.401
7050200301 Toegangssysteem Claxonate
09-118
7050500132 Rotonde Edisonweg/Schakelweg
08-107
7050500128 Verkeersveiligheid schoolomg. 2008
78.925
56.375
78.925 271.774
4.907
78.925
78.925
269.694
274.601
-2.827
08-94
51.000
23.188
13.047
36.235
14.765
Totaal 05 Bereikbaarheid
401.699
28.095
361.666
389.761
11.938
7050100126 Grootonderhoud bruggen 2010
672.667
672.667
7050400130 Herinrichting Overlanderstraat 7050400133 Uitvoeringsprogramma 2010 Asfalt 7050400134 Uitvoeringsprogramma 2010 Elementen 7110600107 Herinrichting Koemarkt
09-118 09-54/10-94 09-118/10-94 09-118
1.140.000
658.366
482.337
1.140.702
-702
1.357.903
1.398.282
1.398.282
-40.379
797.067
820.186
820.186
-23.120
-22.758
3.157.255
62.714
08-27
3.219.969
3.180.013
7050600106 Ombouw O.v. in wit licht 2004
99-034
182.173
160.144
6.242
166.386
15.787
7100500144 Uitv.programma Riolering 2010
09-118
128.257
137.602
137.602
-9.345
7100500145 GRP+ 2010
09-118
4.990.299
419.558
419.558
4.570.741
7100500142 SWP 2010
09-118
747.550
196.113
196.113
551.437
7100500143 SWP 2010
09-118
1.731.297
161.956
1.569.341
1.569.341
3.998.522
5.006.903
9.005.425 5.961.756
09-118
84.292
88.213
88.213
-3.921
Totaal 07 Ruimtelijke ordening
84.292
88.213
88.213
-3.921
Totaal 06 Beheer openbare ruimte
7081000604 Wilhelminalaan 1 Warmteopwek./Distr.2010
247 Programmarekening 2010
14.967.181
Activumcode en omschrijving
Raad/B&W besluit
7040301001 Vervoer-gebruiksmid. openb. buitenruimte 7141100116 Verbouwing begane grond brandweer 7141100120 Meubilair herinrichting
Geraamd Totaal besteed Totaal besteed Totaal besteed bedrag
t/m 2009
in 2010
Over (-) of
t/m 2010 onderschr. (+)
09-85
38.438
3.403
34.372
37.774
664
08-110
104.500
89.968
5.585
95.553
8.947
08-31
87.125
73.770
10.377
84.147
2.978
7142200100 Vervangen motorspuitaanhanger
08-100
26.202
23.450
23.450
2.752
7142200103 Vervangen black-box 2010
09-118
30.675
27.700
27.700
2.975
7142200101 Vervangen persluchttestpaneel 2010
09-118
40.900
28.940
28.940
11.960
7142200102 Vervangen persluchtcompressor 2010
09-118
14.099
14.099
16.576
Totaal 08 Veiligheid
358.515
167.140
144.523
311.663
46.852
7180100205 Jan van Egmondstraat 14,uitbreiding,2009
08-115
496.389
416.258
79.024
495.282
1.107
05-054/08-115
465.713
7180101708 Gangeslaan 59, gebouw
30.675
308.072
72.145
380.216
85.497
7180200003 Het Baken, Drontermeer 62 Grond
09-131
393.628
379.313
379.313
14.316
7180102412 Sloopkst.Onderwijsz. centrum Karekietpark
06-115
125.000
64.519
15.991
80.510
44.490
10-37
535.000
535.415
535.415
-415
7180102501 Grond Wales 4-12
07-109
230.625
180.795
180.795
49.830
7180102502 Terr.inr.Wales 4-12
07-109
98.184
48.628
48.628
49.556
7180102503 Gebouw Wales 4-12
07-109
1.396.957
1.602.381
-253.046
1.349.335
47.622
7180102504 Inrichting Wales 4-12
07-109
107.009
52.597
-44.975
7.622
99.387 8.031
7180200018 Slenkstraat 50, Tangram, grond
7180102505 Installaties Wales 4-12
07-109
349.100
21.413
319.655
341.069
7180180114 PSG gebouw
510035/08-115
12.000.000
8.550.000
3.450.000
12.000.000
7180180115 PSG installaties
510035/08-115
3.000.000
2.137.500
862.500
3.000.000
7180180116 PSG terr. inr.
510035/08-115
1.000.000
712.500
281.408
993.908
6.092
7180180108 Glasbewassing ivm arbomaatregelen
05-054
226.890
67.548
67.548
159.342
7180180112 Uitvoeringskst. dakrisico inventarisatie
06-115
246.000
59.373
208.462
37.538
7180180113 Overdekte rijwielstallingen
06-115
226.159
181.754
6.997
188.751
37.408
Totaal 09 Educatie
20.896.654
14.173.914
6.082.939
20.256.854
639.800
1.620.183
1.488.591
61.000
1.549.591
70.592
56.237
56.718
56.718
-481
35.919
35.919
7080200205 Elektr trekkenwand/aanp. toneeltoren
06-035
7080200601 Vervanging dimmers grote zaal Purmaryn
09-118
7080700108 Hekwerk speelweide zwembad
08-93
35.919
149.089
7080700324 Vervangingsbeleid speelvoorz. 2010
09-118
266.551
271.547
271.547
-4.996
7080700325 Vervanging kunstgrasvelden 2010
09-118
52.147
52.712
52.712
-565
7080700326 Vervanging pannavelden 2010
09-118
43.352
43.653
43.653
-301
7080700327 Vervanging speeltoestellen 2010
09-118
68.411
71.075
71.075
-2.664
7080802801 Vervanging vloer De Vaart
08-100
102.796
100.289
-20.858
79.431
23.365
7080801701 Loirestraat 7, Gymlokaal (gebouw)
05-054
614.099
55.924
558.175
614.099
7080801702 Loirestraat 7, Gymlokaal (grond)
05-054
123.000
68.428
68.428
7080801703 Loirestraat 7, Gymlokaal (terreininr.)
05-054
36.617
36.617
36.617
7080801704 Loirestraat 7, Gymlokaal (inrichting)
05-054
7080801705 Loirestraat 7, Gymlokaal (installaties)
05-054
37.224
6.531
43.755
130.192
43.755
130.192
130.192
54.572
7080802004 Kunstgrasvoetbalveld Wherevogels toplaag
08-07
200.000
180.443
-73.021
107.422
92.578
7080802604 Kunstgrasvoetbalveld Purmer toplaag
08-07
200.000
180.931
-15.315
165.616
34.384
7080802605 Kunstgrasvoetbalveld Purmer onderlaag
08-07
300.000
300.000
-23.163
276.837
23.163
Totaal 11 Actief in de stad
3.893.259
2.379.322
1.224.291
3.603.613
289.646
248 Programmarekening 2010
Activumcode en omschrijving
Raad/B&W besluit
Geraamd Totaal besteed Totaal besteed Totaal besteed
bedrag
t/m 2009
7010100201 Hard- en software spreektijdreg. raad
08-129
40.000
38.590
2.582
41.172
-1.172
7010100202 Computers raadsleden
09-118
49.525
20.254
20.254
29.271
89.525
38.590
22.836
61.426
28.099
09-118/10-115
167.437
162.137
162.137
5.300
09-118
70.213
47.990
47.990
22.223
DT 574948
156.000
103.355
103.355
52.645
Totaal KP1HV Totaal huisvesting
393.650
313.483
313.483
80.168
Totaal 13 Bestuur en concern
7020900403 Verbouwing KTHv Stadhuis 7020900404 Meubilair KTHv Stadhuis 7020900408 Backoffice burgerzaken bouw 2010
in 2010
Over (-) of
t/m 2010 onderschr. (+)
7020000000 Vervanging Porto’s 2008
08-100
25.000
13.611
1.998
15.609
9.391
7020000001 Vervanging PZI’s 2008
08-100
40.000
6.704
21.614
28.318
11.682
7020900304 Vervanging auto-cad werkplekken
07-118
80.000
5.440
74.560
80.000
35.000
7020900409 BO burgerzaken meubilair 2010
DT 574948
30.435
30.435
4.565
23.710
78.185
101.895
-1.895
09-118
64.418
54.000
54.000
10.418
09-118
375.000
81.476
81.476
293.524
7030900811 HW2010 250 PC’s
09-118
200.000
95.649
95.649
104.351
7030900812 HW2010 APC kast, UPS
09-118
100.000
82.153
82.153
17.848
7030900823 2010 Uitwijk ICT
09-118
200.000
183.021
183.021
16.979
26.093
41.529
9.721
7020900801 Verv. bureaus en kasten 2009
08-100
7020000002 Tachimeter, waterpastoestel, portofoons 7030900810 HW2010 Servers Unix/Windows
100.000
7030900607 Digitale archiefst. milieuvergunningen
07-30
7030900610 Midoffice vooronderzoek
07-30
51.250
33.500
33.500
17.750
7030900723 GRIB 2010
08-85
300.000
291.891
291.891
8.109
300.000
31.605
260.730
292.336
7.664
10.000
9.890
9.890
110
96.506
1.325.195
1.421.701
510.217
7030900806 Uitbreiding SAN 2009-2010
08-100
7030900821 SW2010 Basisvoorziening
09-118
Totaal KP2STAF Totaal stafafdelingen
51.250
1.931.918
15.436
7512228320 Persunit (Scania)
09-118
25.625
33.695
33.695
-8.070
7516319090 Caddy (Handhaving)
09-118
16.000
14.048
14.048
1.952
7516319110 Caddy (Handhaving)
09-118
24.000
21.890
21.890
2.110
7523218300 Zuigwagen voor groen
08-100
30.750
32.352
32.352
-1.602
7524001000 Opzetstrooier groot
09-118
38.950
38.486
38.486
464
Totaal KPL58D Totaal Hulpkostenplaats tractie
135.325
140.472
140.472
-5.147
17.429.786
42.972.932
8.790.948
Eindtotaal
249 Programmarekening 2010
51.763.881
25.543.147
Bijlage V.b Overzicht niet afgesloten kredieten per 31-12-2010
Activumcode en omschrijving
Raad/B&W besluit
Geraamd Totaal besteed Totaal besteed Totaal besteed t/m 2009
in 2010
10-114
175.000
54.411
54.411
120.589
Totaal 01 Publieksdiensten
175.000
54.411
54.411
120.589
7030900824 Technisch infrastructuur BAG
bedrag
Over (-) of
t/m 2010 onderschr. (+)
7050500133 Verk. regelinstall. Doplaan/Hoornselaan
09-37
45.000
2.474
2.474
42.526
7050500134 Verk. regelinst. Waterl.laan/Basisveenstr.
09-118
90.400
4.273
4.273
86.128
7050500135 Verk. regelinst. Waterl.laan/Landsrekenweg
09-118
90.400
2.300
2.300
88.100
7050500136 Verk. regelinst. Verzetslaan/Afslag Jaagweg
09-118
90.400
2.200
2.200
88.200
7050501602 AFA Peperstraat
80.000
46.576
46.576
33.424
51.000
7050500129 Verkeersveiligheid schoolomgeving 2009
14.492
14.492
36.508
08-100/09-58
100.000
23.684
43.325
67.009
32.991
Totaal 05 Bereikbaarheid
547.200
23.684
115.640
139.324
407.876
7050200501 Verv. Bussl. Bovenlandsestr. en Linneausln
7050100123 Verv. houten bruggen Overwhere
09-112
08-100
342.088
113.755
179.781
293.536
48.552
7050100125 Vervanging Oeverbescherming Wherekant
07-90
1.006.140
63.018
112.081
175.099
831.041
7050400129 Revitalisering de Koog
08-08
400.000
257.024
116.989
374.013
25.987
7050400132 Looproutes 2010
08-95
105.480
22.578
22.578
82.902
7110600105 Restauratie Doelestallen
07-95
635.000
412.847
194.452
607.300
27.700
7100501550 Aansl. Rioolnet historische woonschepen
10-23
170.048
9.275
9.275
160.773
846.644
635.157
1.481.801
1.176.955
81.702
5.540
5.540
76.162
52.261
52.261
Totaal 06 Beheer openbare ruimte
7081000411 Aanpassen gebouwen 2010 7081000603 Lift Kaasmarkt 16 2010
08-95 09-118
Totaal 07 Ruimtelijke Ordening
2.658.756
5.540
128.423
09-118
28.630
28.630
Totaal 08 Veiligheid
28.630
28.630
7142100104 Verharding binnenterrein
7180102202 Loirestraat 7, De Weide, gebouw
05-054/08-26
133.963
3.190.081
5.540
2.989.822
-308.401
2.681.420
508.661
701.106
701.106
-170.668
48.767
69.047
55.917
7180102203 Loirestraat 7, De Weide, grond
05-054
530.438
7180102204 Loirestraat 7, De Weide, terreininr.
05-054
124.964
20.280
7180102205 Loirestraat 7, De Weide, inrichting
05-054
202.890
141.800
37.549
179.348
23.542
7180102206 Loirestraat 7, De Weide, installaties
05-054
202.890
220.047
-55.395
164.652
38.238
7180102210 Loirestraat 7, De Weide,uitbr. 2lok, gebouw
06-115
356.027
423.744
-81.583
342.161
13.866
7180102211 Loirestraat 7, De Weide, uitbr. kdv/psz, geb
06-115
704.555
271.774
408.765
680.539
24.016
7180200015 Dakbedekking, Boterbloem 3, 2010
09-118
197.234
61.404
61.404
135.830
7180200016 Dakbedekking, Beeth. str. 62-64, 2010
09-118
63.224
45.696
45.696
17.528
7180131304 Uitbreiding Persijnlaan 47, De Vlieger
08-115
8.367
430.157
438.523
57.866
7180200004 Het Baken, Drontermeer 62 Bouw&terr. inr.
09-131
1.557.174
64.825
64.825
1.492.349
7180200005 Het Baken, Drontermeer 62 Installaties
09-131
619.170
619.170
7180200006 Karekietpark 28-30 uitbreiding (bouw)
09-131
404.208
38.393
365.815
7180200007 Karekietpark 28-30 uitbreiding (instal)
09-131
160.723
160.723
7180200008 CV-leidingnet, Mercuriusweg 27
09-131
38.977
38.977
250 Programmarekening 2010
496.389
38.393
Activumcode en omschrijving
Raad/B&W besluit
Geraamd Totaal besteed Totaal besteed Totaal besteed bedrag
t/m 2009
in 2010
Over (-) of
t/m 2010 onderschr. (+)
7180200017 Koz. deuren/betimmering Karekietp. 28, 2010
09-118
7180200000 Sportlaan 153, bouw & terreininr.
09-131
39.430
39.430
7180200001 Sportlaan 153, installaties
09-131
7180200009 Den Uyllaan 3, bouw&terrein Kingschool
09-131
7180200011 Den Uyllaan 3, installaties Kingschool
09-131
915.338
915.338
7180200012 Den Uyllaan 3, 1e inrichting groep 5-7
09-131
7180200013 Koggenland 100, Altra, bouw&terrein
09-131
983.277
983.277
7180200014 Koggenland 100, Altra college, instal.
09-131
390.975
390.975
1.500.693
137.976
137.976
596.712
52.358
52.358
544.354
1.910.878
1.910.878
29.131
29.131
1.362.717
29.131
7180200019 Slenkstraat 50, Tangram, bouw&terrein
10-37
1.381.623
72.937
72.937
1.308.686
7180200020 Slenkstraat 50, Tangram, installaties
10-37
842.520
11.900
11.900
830.620
7180200021 Wales 4-12, Plankier, bouw & terrein
10-37
1.207.237
23.168
7180200022 Wales 4-12, Plankier, installaties
10-37
7180200002 Binnenklimaat maatregelen
09-131
Totaal 09 Educatie
7080200602 Vervanging kantoormeubilair Purmaryn
09-118
23.168
1.184.069
250.280
250.280
375.000
236.224
19.272.038
138.776
4.075.833
1.857.527
25.563
1.637
138.776
5.933.361 13.338.677
1.637
7080700109 Energiebesparende maatr. zwembad
08-93
19.475
19.475
19.475
7080700601 Voorber. kred. Speeltuin Purmerend
08-105
50.000
28.451
1.650
30.101
7080800209 Vervanging luchtbehandeling De Vaart
09-118
129.170
129.170
129.170
7080800210 Dakrenovatie De Vaart
09-118
88.037
88.037
88.037
7080800211 Onderhoud vouwwand De Vaart
09-118
38.075
38.075
38.075
7080800306 Vervanging vloertegels De Karekiet
09-118
40.145
40.145
40.145
7080800307 CV-Ketelregeling Karekiet
09-118
46.841
46.841
46.841
7080802006 Ren. honkbalveld (V. IJsendijkstr/De Dop)
09-118
46.575
46.575
46.575
7080802302 Kunstgraskorfbalveld KV Purmer toplaag
08-07
200.000
192.169
-4.631
187.538
7080802303 Kunstgraskorfbalveld KV Purmer onderlaag
08-07
300.000
300.000
300.000
7080802901 Ren. topl. Gebako trainingsv. Purmersteijn
08-100
7080803001 Verplaatsing rugbyclub (voorbereiding) 7080800410 Slenkstraat 50, Tangram, inr. gymzaal 7180200010 Den Uyllaan 3, bouw Gymlokaal
10-21
26.202
23.926
19.899
12.462
20.932
4.631
25.563
639
120.000
4.344
4.344
115.656
10-37
48.022
48.022
09-131
878.868
878.868
Totaal 11 Actief in de stad
2.056.973
561.027
396.474
957.501
1.099.472
7110900217 Herstel verzakking en damwand De Koog
06-088
404.875
206.409
47.214
253.623
151.252
7110900219 Verbouwing kantoorgedeelte De Koog
08-110
102.500
21.064
41.958
63.022
39.478
7020900405 verv. keuken installatie 2010
09-118
100.000
333
333
99.667
7020900406 verv. keuken bouwkundig 2010
09-118
43.000
43.000
7020900407 verv. koelinstallatie archief/ICT 7020900701 Noodstroomvoorziening 2008
09-118 09-11/10-115
7020900901 Vervangen brandmeldcentralen 2010
09-118
7200600105 Klimaatmaatregelen Werkplein 2010
DT 595844
Totaal KP1HV Totaal huisvesting
7030900813 HW2010 tel. centrale Purmaryn
09-118
7030900822 SW2010 Beveiliging nieuw
09-118
7030900605 Grootsch. basiskaart Purmerend (fase 2)
251 Programmarekening 2010
07-30
42.500 142.000
42.500
39.829
102.171
53.000
53.000
25.400 913.275
227.473
39.829
11.732
11.732
13.668
141.065
368.538
544.737
30.000 354.613
14.195
30.000
14.195
340.418
307.500
307.500
Activumcode en omschrijving
Raad/B&W besluit
Geraamd Totaal besteed Totaal besteed Totaal besteed
Over (-) of
bedrag
t/m 2009
in 2010
7030900608 Raadsinformatiesysteem
07-30
51.250
8.824
-135
8.689
42.561
7030900609 DigiD
07-30
25.625
25.625
7030900713 SW2008 Meld. Openb. Ruimte
08-62
95.000
27.699
27.553
55.252
39.748
7030900715 SW2008 WABO
08-62
200.000
36.328
104.670
140.998
59.002
7030900718 SW2008 dig. formulieren
08-62
55.000
3.400
3.400
51.600
7030900719 SW2008 plann. pakk. Purmaryn
08-62
75.000
434
4.093
4.528
70.473
08-62
220.000
129.582
45.408
7030900720 SW2008 FMIS
t/m 2010 onderschr. (+)
174.990
45.010
7030900814 SW2010 VGS4ALL
09-118
200.000
200.000
7030900815 SW2010 GWS4ALL Upgrade
09-118
100.000
100.000
7030900816 SW2010 Aris2000
09-118
100.000
54.203
54.203
45.797
7030900817 SW2010 eDocs/Hummingbird upgrade
09-118
490.000
241.997
241.997
248.003
7030900818 SW2010 PIMS4ALL Upgrade en uitbr.
09-118
200.000
200.000
7030900819 SW2010 Stadhuis Netwerkupgrade
09-118
Totaal KP2STAF Totaal stafafdelingen
130.000 2.633.988
202.868
27.692
27.692
102.308
523.076
725.943
1.908.045
7511228110 Daf low entry cab
09-118
194.750
194.750
7511228120 Daf low entry cab
09-118
194.750
194.750
7514208230 Mercedes sprinter
09-118
51.250
51.250
7514228340 Pick-up kraan en kipper
08-100
56.375
56.375
7514228390 Mercedes sprinter
09-118
61.500
61.500
7515249180 Mercedes bestelbus
09-118
25.625
25.625
7517218200 Wijkkar (7 stuks)
08-100
107.625
107.625
7519228420 Veegmachine middel
08-100
133.250
133.250
7524001010 Opzetstrooier groot
09-118
38.950
38.950
Totaal KPL58D Totaal hulpkostenplaats tractie
864.075
864.075
Eindtotaal
252 Programmarekening 2010
29.283.898
5.937.528
3.728.890
9.666.418 19.617.480
Bijlage VI Bijgestelde planning bestuurlijke producten 2010
Programma
Onderwerp
Toezeggingen in de programmarekening 2010
die niet zijn gerealiseerd
01. Publiekdiensten
90% van de bezwaarschriften af te handelend voor
Afhandeling WOZ bezwaarschriften
1 september is niet gehaald. Voor 2011 voor getracht voor
oktober 90% van de WOZ bezwaarschriften af te handelen.
01. Publiekdiensten
15% van de toegewezen bezwaren in 2010 zijn niet
Toewijzen bezwaren
gerealiseerd. Deze is uitgekomen op 32% in 2011 zal deze
indicator worden bijgesteld naar 30%, daar Purmerend
lager ligt dan het landelijk gemiddelde van 42%.
02. Werk en Welzijn
Het accommodatiebeleid is in 2010 in gang gezet en heeft ver-
Accommodatiebeleid
traging opgelopen. Onderzoek naar het huidig gebruik heeft meer
tijd gevraagd. In 2011 zal het geheel worden afgewikkeld.
02. Werk en Welzijn
De oorspronkelijke planning van het digitaal dossier is niet
Uitvoeringsgereed maken electronisch kinddossier
gehaald in 2010 en zal in 2011 worden gerealiseerd.
02. Werk en Welzijn
De planning van de ingebruikneming van de regionale verwijsindex
Verwijsindex
en het hierop aansluiten van ketenpartners zorg (matchpoint) is niet
gehaald en zal feitelijk in 2011 zijn gerealiseerd.
02. Werk en Welzijn
Een woonvorm voor (ex)verslaafde inwoners wordt niet geraliseerd
Realiseren woonvorm voor ex-verslaafde inwoners
omdat het aantal chronisch verslaafden in Purmerend onvoldoende
is om hiervoor mbv. Awbz financiering een woonvorm te realiseren.
Alternatieven worden via de herijking stedelijk kompas bekeken
in 2011.
02. Werk en Welzijn
In afwachting van besluitvorming over het welzijnsaccommodatie-
Verbouw wijkaccommodatie de Gors/Weidevenne
beleid is er niet gewerkt aan de verbouw van wijkaccommodatie
de Gors en nieuwbouw Weidevenne.
02. Werk en Welzijn
In oktober is het projectteam realisatie Jop’s gestart. Hierdoor is er
Jongerenontmoetingsplekken
in 2010 niets gerealiseerd. In 2011 zal in de wijken Purmer Noord,
Zuid, de Gors en het centrum een Jop worden geplaatst.
02. Werk en Welzijn
Per wijk is een simpele wijkkalender beschikbaar, maar nog
Wijkkalender per wijk
niet digitaal.
02. Werk en Welzijn
Aan de sociale wijkonderhoudsplannen is besloten in 2010 een
Wijkonderhoudsplan per wijk
andere invulling te geven. Deze zal bestaan in 2011 met één plan
met zeven wijkhoofdstukken Q4.
03. Wonen
Door de crises is de verkoop van woningen gestagneerd en zijn agv.
Nieuwbouw en herstructureringsprojecten
Hiervan bouwproject vertraagd dan wel aangepast en gefaseerd van
start gegaan (o.a. Kwadijkerpark, woonzorgcomplex Heel Europa).
De ontwikkelingen worden nauwlettend gevolgd.
04. Milieu
De actualisering van het miliieubeleidsplan is in 2010 vertraagd,
Actualisering miliuebeleidsplan
en zal in 2011 worden gerealiseerd.
04. Milieu
Plan van aanpak verhoging aanbieden afval bij
brengvoorzieningen en handhaven overtredingen
De te bereiken effecten op het gebied van afvalscheiding zijn pas in
aanbiedgedrag afval.
2011meetbaar, na de sorteeranalayse in 2010.
253 Programmarekening 2010
Planning
Eind 2011
2011
1e hlf 2011
2011
2011
2011
2011
2011
2011
2011
2011
2011
2011
Programma
Onderwerp
Toezeggingen in de programmarekening 2010
die niet zijn gerealiseerd
05. Bereikbaarheid
De realisatie van een P+R terrein nabij de N244 is een project
P+R terrein N244/S/Allendelaan
van de Provincie en is gekoppeld aan de verdubbeling van de
N244. Uitvoering vindt plaats in 2013.
05. Bereikbaarheid
In 2011 wordt het busvervoer opnieuw door de stadsregio aanbesteed.
Nieuwe concessie busvervoer
In 2010 is gewerkt aan de voorbereidingen voor de nieuwe concessie.
05. Bereikbaarheid
In het kader van het project GGB Purmerend wordt een set maat-
Project Gebiedsgericht Benutten
regelen uitgevoerd die de bereikbaarheid voor het autoverkeer in de
regio Purmerend verbeterd na de openstelling van de spitsstrook op
de A7. De verdubbeling van de Laan der Continenten inclusief de turbo-
rotonde. Amazonelaan is in 2010 uitgevoerd. De overige maatregelen
worden in 2011 uitgevoerd.
05. Bereikbaarheid
De inzet van de verkeersveiligheidskredieten wordt aan de raad
Verkeersveiligheidsplan
voorgelegd. De afweging voor een rotonde op kruispunt Edisonweg-
Grotehuysweg en de aanpak van SOC’s wordt hierin meegenomen.
Planning
2011
2011
2011
2011
06. Beheer openb. ruimte Opstellen beheerplan wegen en Kunst en waterwerken Het opstellen van de beheersplannen hebben vertraging opgelopen in
2010 en zullen in 2011 worden aangeboden.
06. Beheer openb. ruimte Opstellen vervangingsprogramma straatmeubilair
Het opstellen van het vervangingsprogramma straatmeubilair is in
2010 deels gerealiseerd.
08. Veiligheid
Binnen het Keurmerk Veilig Ondernemen is toegewerkt in 2010 naar de
Hercertificering KVO
hercertificering. Deze zal in 2011 worden gerealiseerd.
09. Educatie
Het beleidsplan accommodaties, integraal huisvestingsplan, is niet
Beleidsplan accomodaties
gehaald, en zal in 2011 worden aangeboden.
09. Educatie
Het beleidsplan onderwijs met visie wordt onderdeel van een brede
Beleidsplan onderwijs met visie
visie op maatschappelijke ontwikkeling en zal in 2011 worden
aangeboden.
10. Economie
Deze notitie is in concept gereed en zal in 2011 ter besluitvorming
Notitie accountmanagement
worden voorgelegd.
10. Economie
De ondernemingsbijeenkomst inzake de Wabo is niet in 2010
Organisatie ondernemingsbijeenkomst
georganiseerd.
10. Economie
In 2010 is begonnen met de aanleg van het bedrijventerrein
Uitgifte aantal hectare Bvo bedrijfsterrein
2011
2011
jan. 2011
begin 2011
sept. 2011
begin 2011
begin 2011
Baanstee-Noord, met de verwachting dat de eerste kavels in 2012
worden uitgegeven.
10. Economie
Vaststellen uitvoeringsstrategie versterken
In verband met regionale ontwikkelingen op het gebied van detailhandel
detailhandelsstructuur binnenstad en besluitvorming
is besloten voor de gehele binnenstad een detailhandelsvisie op te
PDV en GDV ontwikkelingen
stellen. Ook zullen hierin de PDV en GDV ontwikkelingen aan de orden
komen.
10. Economie
In 2010 is overleg gevoerd met evenementenorganisaties over het
Evenementennota
gemeentelijk evenementenbeleid. Het vaststellen van beleid en de
formele coordinatie van evenementen komt in 2011.
11 Actief in de stad
Op basis van de beleidsplannen het kunnen vaststellen van concrete
Concrete uitvoeringspresentaties podiumkunst
2012
2011
2011
uitvoeringspresentaties (podium)kunst openbare ruimte en binnen. Dit is
niet gerealiseerd in 2010 en uitgesteld ivm. de bezuiningen.
12. Werk en inkomen
Klanttevredenheid dienst- en schuldhulpverlening
Klanttevredenheid dienst- en schuldhulpverlening (SGBO) is niet in 2010
(SGBO)
voorhanden, maar komt begin 2011 beschikbaar.
12. Werk en inkomen
Klanttevredenheid dienstverlening minimabeleid
Klanttevredenheid dienstverlening minimabeleid is niet in 2010
254 Programmarekening 2010
voorhanden en zal begin 2011 beschikbaar zijn.
2011
begin 2011
begin 2011
Bijlage VII programma
Kerngegevens Purmerend per
Algemeen Tabel 1 I nwoners in Purmerend naar geslacht en leeftijdscategorie, 1 januari 2010 Leeftijd Totaal aantal
Aantal mannen
Aantal vrouwen
Prognose aantal
inwoners 2015
<15 jaar
13.733
7.144
6.589
13.081
15-64 jaar
53.518
26.386
27.132
54.117
≥ 65 jaar
11.788
5.134
6.654
14.019
Totaal
79.039
38.664
40.375
81.217
Bron: GBA en Bevolkingsprognose 2010-2025
2. Zorg Tabel 2 Overzicht aanbod van dienstverlening zorg in Purmerend Dienst
Aantal
Huisartsen 2010
19
Tandartsen 2010
18
Apotheken 2010
9
Fysiotherapiepraktijken 2010
29
Aanwezige plaatsen in verzorgings- en verpleeghuizen 2010
687
Bedden Waterlandziekenhuis 2009
351
Opnamen Waterlandziekenhuis 2009
13.623
Bron: Gemeentegids 2010, Team B&I en Waterlandziekenhuis
3. Wonen Tabel 3 Prognose woningvoorraad 1 januari Woningen 2010
33.805
2011
34.108
2012
34.419
2013
35.005
2014
35.257
2015
35.498
Bron: Bevolkingsprognose 2010-2025
255 Programmarekening 2010
Tabel 4 Aantallen en verdeling koop- en huurwoningen per wijk in Purmerend, 2010 Wijk
Koop
Huur Eengezins Meergezins
Totaal
Centrum
53%
47%
46%
54%
2.314
Overwhere
56%
44%
51%
49%
6.502
Wheermolen
33%
67%
41%
59%
3.331
Gors
59%
41%
76%
24%
3.960
Purmer-Noord
51%
49%
84%
16%
6.358
Purmer-Zuid
72%
28%
88%
12%
5.057
Weidevenne
76%
24%
80%
20%
6.258
Totaal
59%
41%
70%
30%
33.780
Te voet ( Brom-) fiets
Bron: Team B&I
5. Bereikbaarheid/vervoer Tabel 5 Vervoermiddelengebruik door werkenden, 2010 Purmerenders werkzaam in
Motor
Auto
Bus
Trein
Purmerend
5%
54%
1%
30%
3%
0%
Totaal 7%
100%
Zaanstreek/Waterland
0%
14%
1%
81%
0%
4%
0%
100%
Amsterdam e.o.
0%
3%
3%
47%
41%
6%
0%
100%
Overig
0%
2%
1%
80%
4%
12%
1%
100%
Totaal
2%
21%
2%
47%
20%
5%
3%
100%
Bron: Team B&I, Regionale omnibusenquête 2010
6. en 7. Beheer openbare ruimte en ruimtelijke ordening Tabel 6 Wegennet Purmerend, 2010 Soort weg
km
Gemeentelijke wegen
253
Waterschapswegen
16
Provinciale wegen
6
Rijkswegen
3
Totale weglengte
277
Bron: CBS
8. Veiligheid Tabel 7 Politie: misdrijven Purmerend, 2010 Aangiften
Aantal
Diefstal/inbraak in en om de woning
428
Diefstal van motorvoertuigen
55
Diefstal van brom-, snor-, fietsen
455
Diefstal op straat
605
Aantasting lichamelijke integriteit (bedreiging, mishandeling e.d.)
787
Vernieling cq. zaakbeschadiging
823
Diefstal/inbraak bedrijven en instellingen
195
Winkeldiefstal
160
Bron: Regiopolitie Zaanstreek-Waterland
256 Programmarekening 2010
9. Educatie Tabel 8 Aantal scholen en aantal leerlingen (oktober 2009) Aantal scholen Aantal leerlingen Basisonderwijs (regulier + speciaal)
26
7.708
Regulier voortgezet onderwijs
2
5.281
Speciaal (voortgezet) onderwijs
4
344
MBO/volwasseneneducatie
1
1.004
Bron: afdeling Onderwijs
Tabel 9 Bevolkingsprognose jongeren Purmerend 2010-2025 Leeftijd
2010
2011
2012
2013
2014
2015
2020
2025
0-4
4.109
3.959
3.938
3.992
3.982
3.935
3.911
3.839
5-9
4.763
4.676
4.543
4.427
4.305
4.267
4.061
4.019
10-14
4.861
4.915
4.948
4.944
4.943
4.879
4.391
4.182
15-19
5.062
5.040
4.989
4.954
4.913
4.909
4.874
4.426
Bron: gemeente Purmerend, Bevolkingsprognose Purmerend 2010-2025
10. Economie Tabel 10 Aantal bedrijfsvestigingen per sector, 2010 Sector Vestigingen* Landbouw, bosbouw en visserij
15
Delfstoffenwinning
0
Industrie
170
Energievoorziening
0
Waterbedrijven en afvalbeheer
5
Bouwnijverheid
490
Handel
865
Vervoer en opslag
150
Horeca
140
Informatie en communicatie
135
Financiële dienstverlening
70
Verhuur en handel van onroerend goed
75
Specialistische zakelijke diensten
500
Verhuur en overige zakelijke diensten
210
Openbaar bestuur en overheidsdiensten
5
Onderwijs
115
Gezondheids- en welzijnszorg
205
Cultuur, sport en recreatie
40
Overige dienstverlening
220
Totaal
3.405
Bron: CBS *Met ingang van het statistiekjaar 2008 wordt de nieuwe standaard bedrijfsindeling 2008 gehanteerd.
257 Programmarekening 2010
11. Actief in de stad Tabel 11 Uitkeringen gemeente Purmerend Uitkering
2005
2006
2007
2008
2009
2010
(WWB) uitkeringen totaal
1.398
1.330
1.133
1.020
1.051
946
WWB uitkeringen inwoners <65 jaar
1.268
1.195
998
876
906
946
WWB uitkeringen inwoners ≥65 jaar
130
135
135
144
145
0
IOAW, IOAZ en Bbz
53
44
39
36
34
44
Bron: gemeente Purmerend, afdeling Werk en Welzijn WWB: Wet Werk en Bijstand, op 1 januari IOAW: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers IOAZ: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen Bbz: Besluit bijstand zelfstandigen
258 Programmarekening 2010
Bijlage VIII
259 Programmarekening 2010
Controleverklaring
260 Programmarekening 2010
Bijlage IX
Verslag Auditcommissie
261 Programmarekening 2010
262 Programmarekening 2010
263 Programmarekening 2010
264 Programmarekening 2010
Colofon Fotografie Bart Homburg (Buurtcafé de groene citer) Vormgeving en opmaak L a s s o o y D e s i g n B NO Drukwerk de bondt grafimedia September 2011