LOCATIEGIDS

LOCATIEGIDS 2011 – 2014

Pedagogische en praktische informatie van BSO Ko en Zo

LOCATIEGIDS BSO KO EN ZO 2011 - 2014

BSO Ko en Zo Vreeswijkpad 11 1106 DV Amsterdam Telefoon: (020) 452 47 80 Juli 2013

2

LOCATIEGIDS BSO KO EN ZO 2011 - 2014 Voorwoord Hoofdstuk 1 - Partou Pedagogiek in BSO Ko en Zo 1.1 Hoe vertalen wij Partou Pedagogiek in de praktijk? 1.2 Partou heeft vier doelen. Hoe ziet u die terug in de praktijk? Hoofdstuk 2 - Educatie en de stimulering van de ontwikkeling 2.1 Stimulering van de ontwikkeling 2.2 Educatie Hoofdstuk 3 - Volgen en signaleren 3.1 Observatielijsten 3.2 Signalering 3.3 Betrekken ouders 3.4 Samenwerking met omgeving Hoofdstuk 4 - Samenwerking met ouders 4.1 Informeren en adviseren 4.2 Ouderbetrokkenheid Hoofdstuk 5 - Diversiteit en samenleving 5.1 Diversiteit 5.2 Samenleving Hoofdstuk 6 - Praktische informatie 6.1 Locatiebeschrijving 6.2 Intake 6.3 Wennen 6.4 Brengen en halen 6.5 Overgangen 6.6 Afscheid 6.7 Eten 6.8 Rituelen 6.9 Uitstapjes 6.10 Ziekte van het kind en ongevallen 6.11 Ruilen van dagen 6.12 Afnemen extra dag 6.13 Sluitingsdagen 6.14 Veiligheid en gezondheid 6.15 Teambeschrijving 6.16 Oudercommissie 6.17 Klachtenbeleid 6.18 Kwaliteitsbeleid en certificering Hoofdstuk 7 - Jaarplan 2012 7.1 Terugblik 7.2 Vooruitblik

4 5 5 6 8 7 7 9 8 8 8 9 11 10 10 12 11 11 13 12 15 15 15 15 15 16 16 16 17 18 18 18 18 20 22 23 23 26 24 24

3

Voorwoord Voor u ligt de locatiegids van BSO Ko en Zo. Deze gids is de lokale en concrete uitwerking van het pedagogisch beleidsplan Partou Pedagogiek. U vindt hierin ook praktische informatie over onze locatie. De locatiegids is tot stand gekomen door input van onze pedagogisch medewerkers en de locatiemanager tijdens onze bedrijfsdag. Deze dag stond in het teken van de Partou Pedagogiek. Hoofdstukken 1 tot en met 5 gaan over de pedagogiek op onze locatie. In hoofdstuk 6 staat alle praktische informatie. Helemaal achterin de locatiegids, in hoofdstuk 7, vindt u tot slot een jaarplan. Daarin beschrijven we per jaar aan welke verbeterpunten en prioriteiten we extra aandacht besteden. We hopen met deze locatiegids duidelijkheid te geven over hoe wij werken én waarom wij daarvoor kiezen. Als u nog vragen heeft, aarzel niet en stap op onze medewerkers af. Het team van Ko en Zo

4

Hoofdstuk 1 Partou Pedagogiek in BSO Ko en Zo

In dit hoofdstuk leggen wij uit wat de vier pijlers en basisdoelen zijn van de Partou Pedagogiek en hoe u dit terugziet in het handelen van de pedagogische medewerkers, de inrichting en de activiteiten van onze BSO. Wij bieden opvang voor alle kinderen, ongeacht hun afkomst. Onze ambitie is om daarbij een aantoonbare toegevoegde waarde te leveren voor de (talent)ontwikkeling van kinderen en om ouders en andere opvoedingspartners actief te ondersteunen. Bij BSO Ko en Zo staat het kind centraal. Een kind is nieuwsgierig, leergierig en heeft een grote drang naar zelfstandigheid. Tegelijkertijd is het ook een sociaal wezen met ontwikkelingsbehoeften. Buitenschoolse opvang is meer dan een verlengstuk van de schooldag. Wij bieden passende activiteiten, die aansluiten bij de behoefte van het kind. Wij geven kinderen de ruimte om te ontdekken op hun eigen niveau en in hun eigen tempo.

1.1 Hoe vertalen wij Partou Pedagogiek in de praktijk? Educatie en stimulering van de ontwikkeling Het doel van opvoeding is de begeleiding naar zelfstandigheid. Door de ontwikkeling te stimuleren brengen we het kind een stap verder. Dat doen we door kinderen op speelse wijze ervaringen te laten opdoen en uitdagingen te bieden. We willen dat kinderen het leuk vinden om naar de BSO te gaan. Daarom worden structuur, materialen, activiteiten en keuzemogelijkheden aangepast aan de leeftijd van de kinderen. Volgen en signaleren We volgen de kinderen om op tijd mogelijke achterstanden te ontdekken en daar hulp voor te zoeken en bieden. Maar kinderen verschillen en ontwikkelen zich niet altijd in hetzelfde tempo. We stimuleren hen om hun mogelijkheden optimaal te benutten. Pedagogisch medewerkers observeren en registreren de ontwikkeling en het gedrag. De gegevens komen in een kinddossier, dat wij bespreken met ouders. Samenwerking met ouders Wij zijn medeopvoeders en vinden het belangrijk dat we op één lijn zitten met ouders. De relatie met de ouders is van groot belang. We delen immers de opvoeding; dat vereist een goede band. Om ouders op de hoogte te houden van het reilen en zeilen geven wij op verschillende manieren informatie. Diversiteit en samenleving Diversiteit ziet u bij ons terug in de verschillende culturen van kinderen en pedagogisch medewerkers. Er zijn verschillende culturen vertegenwoordigd binnen onze BSO. Gelijkwaardigheid en respect voor verschillen vinden we belangrijk. We bieden een omgeving, waarin elk kind telt en waar ieders identiteit wordt gerespecteerd. Wij leren kinderen hun mening te vormen en hun stem te laten gelden.

5

1.2 Partou heeft vier doelen. Hoe ziet u die terug in de praktijk?

Jonge kinderen moeten zich veilig en beschermd voelen. Als een kind zich onveilig voelt staat het niet open om te spelen en te leren. Het gevoel van veiligheid bij BSO Ko en Zo wordt bepaald door de groepsleiding, de ruimte en het contact met andere kinderen. Emotionele veiligheid De opvang is het verlengde van de thuissituatie: het is een groot, veilig en gezellig gezin. Bij de BSO werkt een vast team van gediplomeerde pedagogisch medewerkers. De kinderen zien vertrouwde gezichten en kunnen een relatie opbouwen met de leiding. De groepsruimten zijn overzichtelijk ingericht, maar zodanig dat kinderen zich ook even kunnen terugtrekken als zij daar behoefte aan hebben. De pedagogisch medewerkers begeleiden aankomst en vertrek van kinderen bij de BSO. Dagelijks weet de leiding welk kind die dag komt en of het zelfstandig komt of opgehaald wordt. Daar heeft BSO Ko en Zo een registratiesysteem voor. Van elke school is een lijst met welke kinderen er elke dag komen. Ook staat er genoteerd of kinderen meedoen met Bredeschoolactiviteiten en of ze zelfstandig naar Ko en Zo komen. Belt een ouder af dan wordt dat ook op de lijst gezet. De pm’ers nemen deze lijsten mee als ze naar de scholen gaan om kinderen op te halen. Zo weten zij precies hoeveel kinderen er meegaan naar Ko en Zo. Er wordt een gezamenlijke activiteitenplanning voor de (mid)dag gemaakt. Pedagogisch medewerkers helpen kinderen te beslissen wat ze gaan doen. Kinderen kunnen zelf aangeven of ze willen knutselen, liever buiten willen voetballen of binnen een spelletje willen doen. De interacties tussen de pedagogisch medewerkers en de kinderen zijn nauwelijks of niet opdringerig of controlerend. De meeste kinderen zijn meestal bezig maar er is ook ruimte voor ontspanning en ‘niets doen’. Kinderen kunnen ook op de bank in de groep ‘hangen’ of een boek lezen. Pedagogisch medewerkers laten de kinderen zien dat ze gewaardeerd zijn door een knuffel of een gepaste omhelzing. Ze geven ze complimenten en belonen goed gedrag. Ze hebben interesse voor wat de kinderen hebben gedaan of geleerd en tonen hun belangstelling. Kinderen mogen de bouwwerken laten staan zodat ze die aan hun ouders kunnen laten zien. Werkjes van de kinderen worden opgehangen. Pedagogisch medewerkers laten kinderen zien dat ze gerespecteerd zijn door aandachtig naar hen te luisteren, ze eerlijk te behandelen, en geen verschillen te maken tussen kinderen. Bij de gesprekken aan tafel is er ook aandacht voor de wat meer verlegen, rustige kinderen. Pedagogisch medewerkers geven aandacht en steun aan kinderen die van slag zijn, zich pijn hebben gedaan of ergens meezitten. De pm’ers nemen de kinderen dan apart en geven het kind de gelegenheid te praten. Bij BSO Ko en Zo .dwingen we de kinderen niet om mee te doen aan activiteiten, wel moedigen we ze aan. Eventuele problemen als ruzie tussen twee kinderen worden begeleid op een positieve manier. We helpen kinderen om zelf een ruzie of conflict op te lossen. We geven kinderen wel eerst de kans om er samen uit te komen. BSO Ko en Zo geeft veel aandacht aan het voorkomen en bestrijden van pestgedrag. We praten veel met de kinderen over dit onderwerp. Ieder kind heeft een vakje in de hal waar het zijn/haar persoonlijke spullen in kan doen.

6

Ontwikkeling van sociale competentie Kinderopvang is de ideale plek voor kinderen om sociale competenties te ontwikkelen. Deze zullen ze helpen om zich te ontwikkelen tot een sociaal vaardig persoon die goed kan functioneren in de samenleving. Bij Ko en Zo leert het kind om goed te communiceren, samen te werken, anderen te helpen, conflicten te voorkomen en op te lossen.. In de groep leren kinderen om betekenisvolle relaties op te bouwen. Door groepsactiviteiten oefenen ze hoe ze compromissen kunnen sluiten, samenwerken en omgaan met conflicten. In andere situaties krijgen ze te maken met delen, kiezen en accepteren van onderlinge verschillen. Wij geven graag zelf het goede voorbeeld en hebben een begeleidende en ondersteunende rol. Aan tafel vinden allerlei gesprekken plaats. Hoe is de dag op school verlopen? Wat heeft iedereen in het weekend gedaan? Ook de wat meer verlegen of kleinere kinderen krijgen de ruimte om iets te vertellen.

Ontwikkeling van persoonlijke competentie Kinderen moeten zelfstandigheid, zelfvertrouwen, flexibiliteit en creativiteit kunnen ontwikkelen. Op BSO Ko en Zo kan ieder kind zich ontwikkelen op de verschillende ontwikkelingsgebieden motorisch, cognitief emotioneel en sociaal. Een kind dat een duidelijk beeld heeft van wat het kan of wil, geven we graag de ruimte. Een kind dat dit nog niet duidelijk heeft, bieden wij de mogelijkheid om dit te ontdekken. Het bevorderen van zelfvertrouwen, zelfstandigheid, creativiteit en flexibiliteit is een van onze opdrachten. We laten kinderen eigen keuzes maken en ondersteunen hen daarbij. Kinderen kunnen het grootste deel van de tijd kiezen uit diverse activiteiten, zowel georganiseerde als spontane. De aangeboden activiteiten richten zich op verschillende gebieden zoals beweging, kunstzinnige vorming, muziek, dans en drama, taal, techniek, natuurbeleving, etc. We moedigen individuele vrije expressie aan. We vragen de kinderen niet om een exacte kopie van een voorbeeld te maken. Voorbeelden die we aandragen zijn er ter inspiratie. De PMers ondersteunen desgevraagd de kinderen bij het knutselen, ze brengen ze tot ideeën en helpen ze bij het juist gebruik van materialen. Kinderen komen al heel jong in aanraking met televisie en computer. Ook voor de allerjongsten zijn er speciale tv-programma’s, computerspelletjes en websites. Op de BSO hebben veel kinderen veel belangstelling voor multimedia. Hoe Partou omgaat met deze ontwikkelingen kunt u lezen in de informatiefolder ‘multimedia bij Partou’. Overdracht van waarden en normen In de maatschappij en in de buitenschoolse opvang zijn er veel ongeschreven gedragsregels: je mag een ander geen pijn doen, je mag niemand uitsluiten, je wacht op je beurt. Op BSO Ko en Zo proberen we de kinderen dit bij te brengen in de dagelijkse omgang met elkaar. We laten kinderen kennismaken met grenzen, normen en waarden maar ook met omgangsvormen in onze samenleving. Kinderen leren gaandeweg wat wel en niet mag. Er zijn basisregels rond veiligheid en omgangsregels, die we samenstellen met de kinderen. Onze regels kunnen afwijken van thuis of school. Daarom leggen we altijd uit waarom iets wel of niet mag. Onze regels komen overeen met wat wij maatschappelijk aanvaardbaar vinden.

7

Op BSO Ko en Zo staan we open voor inbreng van de kinderen. Kinderen hebben inbreng in onderwerpen als inrichting van de ruimte, aanschaf van spelmaterialen, activiteiten, eten, regels en afspraken. We geven kinderen het goede voorbeeld van sociale vaardigheden in de omgang met kinderen en volwassenen door vriendelijk voor elkaar te zijn, naar elkaar te luisteren, mee te leven en samen te werken

Hoofdstuk 2 Educatie en de stimulering van de ontwikkeling Ko en Zo wil de brede ontwikkeling van alle kinderen stimuleren. Denk aan de lichamelijke, cognitieve, creatieve en taalontwikkeling, maar ook de ontwikkeling van identiteit en zelfredzaamheid en de morele en sociale ontwikkeling. Daarbij biedt BSO Ko en Zo veilige, educatieve, ontspannende en verschillende ervaringen in een vertrouwde omgeving.

2.1 Stimulering van de ontwikkeling Kinderen hebben de drang om zich te ontwikkelen maar zijn afhankelijk van wat de omgeving hen biedt. Hier ligt voor ons een belangrijke taak in de begeleiding van kinderen. Daarbij willen we de autonomie van het kind versterken. Ze worden op eigen ontwikkelingskracht en motieven aangesproken. Er is aandacht en erkenning voor elk afzonderlijk kind en competenties (vaardigheden, kennis en houding) worden uitgedaagd en ontwikkeld. We stimuleren ook de interactie tussen kinderen en tussen kind en volwassenen. Wij versterken de autonomie van kinderen door uit te gaan van hun eigen kracht. We zeggen niet wat de kinderen moeten doen. Wij bieden uitdagende activiteiten, maar zorgen ook voor voldoende ruimte voor vrij spel. Ontstaan daarbij conflicten, dan kijken we eerst of kinderen er samen uitkomen. Als ze een conflict zelf oplossen, groeit het zelfvertrouwen. Kinderen zullen een volgende keer eerst met elkaar een oplossing zoeken, voordat ze hulp vragen aan de pedagogisch medewerker. Kinderen krijgen zo vertrouwen in de omgang met andere kinderen. Bij Ko en Zo zijn zelfstandigheid en zelfredzaamheid sleutelwoorden. Kinderen mogen zich uiten over hun welbevinden. Onze pedagogisch medewerkers stellen zich open voor de wensen van het kind. Zo nodig wordt het kind geholpen bij het nemen van een beslissing, de uitvoering van een werkje of het kan zijn dat het kind even een duwtje nodig heeft. We geven de kinderen de ruimte om zichzelf te zijn.

2.2 Educatie Het meest essentiële gereedschap in onze maatschappij is de beheersing van de Nederlandse taal. Nederlands is de taal die bij ons gesproken wordt met de kinderen. In de buitenschoolse opvang gaat het om vrije tijd. Maar ook in de vrije tijd stopt het leren en het ontwikkelen van kinderen niet. BSO Ko en Zo werkt aan zelfstandigheid van kinderen en biedt een veilige, maar ook uitdagende basis. Ze leren rekening houden met elkaar, eigen keuzes maken en eigen verantwoordelijkheid dragen. Ko en Zo is een plek om te spelen. Voor de meeste kinderen geldt dat zij zich via spel ontwikkelen. Spelenderwijs en door communicatie met andere kinderen en pedagogisch medewerkers vergroten kinderen hun woordenschat, ontwikkelen zij motorische vaardigheden en groeien zij in sociaalvaardig gedrag. Elk kind doet dit op zijn eigen manier en in zijn eigen tempo en dat respecteren we.

8

Hoofdstuk 3 Volgen en signaleren BSO Ko en Zo volgt elk kind op systematische wijze in zijn ontwikkeling en welbevinden en zorgt bovendien voor een gerichte signalering. Bij ons wordt standaard voor elk kind minstens eenmaal per jaar een observatieverslag ingevuld. Maar goed naar kinderen kijken is meer dan eens per jaar observeren. Door gericht te kijken leren pedagogisch medewerkers de kinderen kennen en hebben zij bij ieder kind een beeld van de ontwikkeling en hoe het kind zich voelt in de groep. Per kind hebben wij een dossier, dat we bewaren in een afgesloten kast. In het kinddossier worden de kindgegevens, observatielijsten en eventuele andere bevindingen vastgelegd. Deze gegevens zijn vertrouwelijk en alleen ter inzage voor de betrokken leiding en ouders.

3.1 Observatielijsten. Door dagelijks de kinderen te observeren, kunnen we beter aansluiten bij de behoeften van een individueel kind of bij de groep. Zo kunnen we ervoor kiezen om activiteiten of materialen aan te passen. We kijken soms ook bewust naar één kind met gebruik van een observatielijst. Eenmaal per jaar hebben we een oudergesprek aan de hand van deze lijst. Doel van deze observatie is om een goed beeld te krijgen hoe het kind functioneert en hoe het zich voelt. Zowel ouders als pedagogisch medewerker vullen de lijst in voor een goed totaalbeeld. Tijdens het oudergesprek worden de lijsten besproken en indien nodig maken we afspraken over de zorg, aanpak en het verbeteren van de opvang. Deze afspraken worden vastgelegd en in werkoverleg besproken met de overige pedagogisch medewerkers. De observatielijsten zijn naar leeftijd:

Kinderen vanaf 7 jaar Om de zelfstandigheid te bevorderen laten wij kinderen participeren in veel dingen. Wij vragen hun mening om er achter te komen hoe zij het vinden bij BSO Ko en Zo. Kinderen vanaf 7 jaar mogen zelf ook een vragenlijst invullen. 3.2 Signalering Opgroeien, opvoeden en ontwikkelen gaat met vallen en opstaan, bij ieder kind. Wij reageren alert op gedrag van kinderen, geven ruimte aan talenten en bieden steun bij vragen. We signaleren zo vroeg mogelijk een eventuele stagnatie in de ontwikkeling. Zo kunnen we de kinderen, in samenwerking met de ouders, adequaat begeleiden. Als blijkt dat een kind een behoorlijke achterstand vertoont, volgen we het stappenplan ‘Kinderen die opvallen’. Indien nodig verwijzen we naar de externe instantie, waarmee wij nauw samenwerken. 3.3 Betrekken ouders We vinden het belangrijk om onze observaties te bespreken met ouders. Door de uitwisseling van informatie over het kind en het vergelijken van verschillen en overeenkomsten tussen thuis en onze BSO ontstaat een waardevolle samenwerking. Na drie maanden heeft u een eerste oudergesprek. Dan bespreken we de voortgang. Daarnaast is de dagelijkse overdracht een goed moment voor de groepsleiding en de ouders 9

om contact met elkaar te hebben. In de praktijk vertelt de groepsleiding u in het kort hoe uw kind het tijdens de dag heeft gehad en aan welke activiteiten het heeft deelgenomen. Is de groepsleiding iets opgevallen, dan hoort u dat dezelfde dag van ons.

3.4 Samenwerking met omgeving Het uitwisselen van informatie met de school is belangrijk. Indien nodig kan de leerkracht een kleine overdracht van de dag doen als de pedagogisch medewerkers de kinderen bij school ophalen. Wij zijn op de hoogte van het jaarrooster. Wanneer er bijvoorbeeld een sportdag, een voorstelling of roostervrije dagen worden ingepland passen wij onze openingstijden aan. Het kan voorkomen dat wij geïnteresseerd zijn in het gedrag van uw kind buiten onze opvangsituatie. Wij zouden dan bijvoorbeeld informatie willen hebben van de leerkracht op school of worden geconsulteerd door GGD, consultatiebureau, Jeugdzorg, diverse afdelingen van AMC, logopedist, Okido en Kabouterhuis. Wij doen dit uitsluitend als u daarover bent ingelicht en uw toestemming daarvoor geeft. BSO Ko en Zo heeft een meldingsplicht om alle vormen van vermoedens van kindermishandeling te melden bij het AMK. We houden ons op de hoogte van wat er in stadsdeel Zuidoost voor de kinderen wordt georganiseerd, zodat we de buurtgerichte evenementen kunnen bezoeken.

10

Hoofdstuk 4 Samenwerking met ouders Je hebt één dorp nodig om één kind op te voeden. Aldus een Afrikaans gezegde. Het team van BSO Ko en Zo ziet zichzelf als die dorpeling. Wij zijn een partner in de opvoeding met als doel de kinderen te begeleiden naar zelfstandigheid in onze diverse samenleving. Regelmatig contact en overleg tussen ouders en pedagogisch medewerkers vormen de basis voor goede kinderopvang. Hierdoor kunnen ouders en de pedagogisch medewerkers de verschillende leefwerelden voor het kind verbinden. Grote betrokkenheid van de ouders heeft bovendien een positief effect op de ontwikkeling van het kind.

4.1 Informeren en adviseren Het delen van de opvoeding begint met het uitwisselen van informatie. Een stapje verder dan informatie uitwisselen gaat het op elkaar afstemmen van de verzorging, opvoeding en educatie. Vanaf het moment dat we met u en uw kind kennismaken, streven we naar heldere communicatie. De groepsleiding staat open voor uw vragen en opmerkingen. U kunt altijd bij ons terecht met adviesvragen over de thuissituatie en opvoeding, maar ook in praktische zin wanneer u bijvoorbeeld extra opvang nodig heeft of een dag wilt ruilen. Onze groepsleiding hoort graag van u wanneer er speciale aandachtspunten zijn. Het kan zijn dat uw kind een gedragsverandering doormaakt, zich niet prettig voelt of dat er zich iets heeft voorgedaan in de familie/thuissituatie. Nieuwsbrieven Minimaal vier keer per jaar ontvangen ouders een nieuwsbrief van de locatie. Deze nieuwsbrief bevat informatie over de twee groepen. Dit zijn mededelingen die voor u van belang kunnen zijn en een verslag over het reilen en zeilen van onze locatie. U ontvangt de nieuwsbrief via de groepsleiding, via uw opgegeven e-mailadres, maar de nieuwsbrief is ook zichtbaar op het mededelingenbord voor ouders. 4.2 Ouderbetrokkenheid BSO Ko en Zo hecht veel waarde aan een goede samenwerking met ouders. Betrokkenheid van ouders heeft een positief effect op de ontwikkeling van kinderen. U bent bij het ophalen, altijd welkom om even een praatje te maken of om even te gaan zitten om uw kind in de groepssituatie te observeren. Wilt u meer weten over regelgeving en protocollen (bijvoorbeeld rond hygiëne, veiligheid en ziekte) van onze BSO kijk dan in de informatieklapper. Elk jaar nodigen wij u uit voor een 10-minutengesprek. Er is ook minimaal een keer per jaar een bijeenkomst of feest waar alle ouders voor worden uitgenodigd.

11

Hoofdstuk 5 Diversiteit en samenleving BSO Ko en Zo is een ontmoetingsplaats waar gelijkheid en respect voor verschillen worden gewaardeerd en ervaren. Alle kinderen zijn bij ons welkom, ongeacht achtergrond of verschillen. Kinderen spelen samen, leren van en met elkaar, botsen soms en maken het weer goed. We streven ernaar om de kinderen een positief zelfbeeld te geven. Daarbij stimuleren en prikkelen we de ontwikkeling van de kinderen. Door ervaringen aan te bieden krijgen zij kansen om te leren en worden ze uitgelokt een stapje verder in hun (cognitieve) ontwikkeling te komen.

5.1 Diversiteit Ieder kind is welkom in onze BSO, ongeacht geloof, geaardheid, sociale klasse, culturele of etnische achtergrond. Het contact van kinderen in de groep met elkaar is het startpunt voor een kennismaking met diversiteit. Iedereen in de groep wordt gelijk behandeld en er wordt positief omgegaan met verschillen. Ons team ondersteunt de kinderen bij leerprocessen. Het contact van kinderen in de groep met elkaar is ook een leerproces. Ieder kind is immers anders. De groepsruimten zijn zodanig ingericht dat er ruimte is voor diverse activiteiten, individueel of groepsgewijs. 5.2 Samenleving BSO Ko en Zo wil kinderen leren dat zij onderdeel uitmaken van de wereld. Dat begint al bij jonge kinderen wanneer zij andere kinderen ontmoeten en ervaringen opdoen buiten het gezin. Je helpt elkaar, leert van en met elkaar, luistert naar elkaar en er wordt naar jou geluisterd. We maken kinderen ervan bewust dat ze deel uitmaken van de samenleving, dat mensen verschillend zijn en welke verrijking dat met zich meebrengt. Kinderen hebben een eigen mening. Die mogen ze uiten tijdens kringgesprekken aan tafel. We proberen in samenspraak met de kinderen te komen tot een harmonieuze situatie, waarbij we ons allemaal goed voelen. Hierbij hoort onderhandelen. Soms kan niet iedereen zich vinden in een activiteit, voorstel of besluit. Dat zorgt voor een uitdagende situatie. Zelfstandigheidcontract De BSO stimuleert de zelfstandigheid en zelfredzaamheid van (oudere) schoolkinderen. De kinderen krijgen steeds meer vrijheden, aansluitend bij hun leeftijd. Vanaf 8-jarige leeftijd kan een zelfstandigheidcontract worden afgesloten. Dit betekent dat het kind zelfstandig een aantal activiteiten gaat ondernemen. De afspraken die met ouders en kind worden gemaakt, hangen af van de locatie en haar omgeving. Het contract wordt afgesloten op het moment dat het kind er echt aan toe is. Op een gegeven moment komen kinderen op een leeftijd dat ze meer autonomie willen en willen laten zien dat ze zelfstandig kunnen opereren. Ze willen meer verantwoordelijkheid en geven hun wensen aan tijdens de kringgesprekken of het blijkt uit de samen met de pedagogisch medewerker ingevulde kind-tevredenheidonderzoekjes. Het zelfstandigheidcontract is een aanvulling op de eerder getekende opvangovereenkomst en hangt hiermee samen.

12

Hoofdstuk 6 Praktische informatie Kinderen willen de wereld om zich heen ontdekken. Wij creëren een uitdagende omgeving met kansen om nieuwe dingen te leren en vaardigheden op te doen. Een goede omgeving is veilig en biedt structuur, is stimulerend en betekenisvol. 6.1 Locatiebeschrijving Kindercentrum Ko en Zo is onderdeel van Partou Kinderopvang. Het centrum biedt professionele buitenschoolse opvang aan kinderen in de leeftijd van 4 tot en met 12 jaar. De groepsruimten bevinden zich in een semi-permanent gebouw in een groene, verkeersvrije en kindvriendelijke omgeving. De groepsruimten zijn ingericht met verschillende activiteitenplekken: een huishoek of winkeltje, een bouwhoek en een rustig gedeelte om te lezen of te chillen. De kinderen kunnen zelfstandig bij de materialen. Het materiaal is gevarieerd, aantrekkelijk en uitdagend. Er is iets te ontdekken of te oefenen. Er is speelgoed en er zijn materialen die etnische en culturele diversiteit laten zien: boeken, platen, muziekinstrumenten. Er is een aantal regels en afspraken over het gebruik van de ruimtes en de materialen. Deze zijn opgesteld in overleg met de kinderen. De twee groepen van Ko en Zo zijn verticaal. Dat betekent dat kinderen in de leeftijd van 4 tot 12 jaar samen in een stamgroep zitten. Een groep bestaat per dag uit maximaal 20 kinderen met 2 pedagogisch medewerkers. De groepen zijn direct telefonisch bereikbaar. De Goudvisjes (020) 409 44 35 De Vlindertjes (020) 409 44 36 Kantoor (020) 452 47 80

Vormen van opvang BSO Ko en Zo biedt diverse vormen van buitenschoolse opvang:  Voorschoolse opvang (VSO) :voor schooltijd kunnen we vanaf 7.30 uur de kinderen opvangen. Wij zorgen dat de kinderen op tijd in de klas zijn.  Lunchactiviteit (LUA) : vanwege de afstand en de duur van de LUA is deze dienst alleen voor de kinderen van de 16de Montessori en de Knotwilg. Op onze locatie wordt een lunchactiviteit aangeboden. Dat betekent dat de kinderen tussen de schoolblokken in aan een gedekte tafel zelf een broodje smeren.  Naschoolse opvang (NSO): na schooltijd kunnen we de kinderen opvangen tot 18.30 uur.  Vakantieopvang (VO) en Schoolvrije dagenopvang (SVO): in de schoolvakanties en op schoolvrije dagen is Ko en Zo geopend vanaf 8.30 (behalve voor de kinderen met een VSO contract. Zij kunnen vanaf 7.30 gebracht worden)

13

Samenwerkingsscholen De scholen waar BSO Ko en Zo mee samenwerkt zijn:  16e Montessori Gaasperdam  De Knotwilg  1ste Katholieke Montessori de Regenboog

Dagindeling Maandag tot en met vrijdag (met uitzondering van woensdag) 15.00 – 15.45 uur Kinderen komen vanaf de verschillende scholen aan op BSO Ko en Zo. Er wordt iets gegeten en gedronken, waarbij er aandacht is voor de persoonlijke verhalen van de kinderen en ze de kans krijgen even tot rust te komen. 15.45 – 16.00 uur

Nadat zij gezamenlijk opgeruimd hebben op hun eigen stamgroep mogen zij bepalen wat zij willen uit het gegeven aanbod.

16.00 – 17.30 uur

Vanaf dit moment is het mogelijk, dat de kinderen de stamgroep verlaten, indien zij een keuze maken die in een andere stamgroep wordt georganiseerd. De kinderen mogen zelf bepalen wat ze willen doen en in welke ruimte.

17.30 – 18.30 uur

De kinderen gaan naar huis nadat er is opgeruimd.

Woensdag 12.00 – 18.30 uur

Kinderen komen vanuit verschillende scholen aan op BSO Ko en Zo. Ze maken eerst onder begeleiding een lunch klaar en eten gezamenlijk. Na de lunch worden er vaak extra activiteiten door de pedagogisch medewerkers aangeboden. Dit kan binnen zijn, maar ook buiten. De kinderen kiezen zelf waaraan zij willen deelnemen. Door hun keuze is het mogelijk dat zij de stamgroep verlaten.

16.00 uur

De kinderen krijgen iets te eten en te drinken. Daarna gaan ze verder met hun activiteiten.

17.30 – 18.30

De kinderen gaan naar huis nadat de ruimte is opgeruimd.

Basisgroep verlaten Er zijn verschillende momenten waarop kinderen hun basisgroep verlaten. ‘ s Ochtends in de vakantie, als nog niet alle kinderen er zijn, worden de kinderen gezamenlijk ontvangen. Of aan het eind van de dag, als veel kinderen al zijn opgehaald. Soms worden er gezamenlijke activiteiten georganiseerd waaraan alle kinderen kunnen meedoen zoals een voorstelling, de viering van een feest of een uitstapje. Als het niet regent, spelen de kinderen dagelijks buiten. Op de buitenspeelplaats spelen meerdere groepen tegelijk.

14

Opendeuren beleid Verschillende activiteiten worden georganiseerd in verschillende ruimtes. Daar mogen kinderen uit kiezen. Dit heet opendeuren beleid. In overleg met de PMer van de basisgroep kiest het kind wat het gaat doen. Aan het eind van de dag komt het kind nog even afscheid nemen van de PMer van zijn/haar basisgroep. De eetmomenten vinden plaats in de basisgroep. Op deze manier kunnen de vaste PMers de ontwikkeling en het welbevinden van de kinderen goed volgen. Structureel samenvoegen Op de dagen dat er structureel (al een paar weken) minder kinderen zijn voegen we groepen samen. Het zijn vaak de woensdagen, vrijdagen en schoolvakanties. Uiteraard houden we ons ook op die momenten aan de wettelijke richtlijnen voor het aantal pedagogisch medewerkers per groep. U wordt hier over geïnformeerd. Maatjesgroepen Elke groep heeft een vaste zogenaamde maatjesgroep. Kinderen van maatjesgroepen kennen elkaar en de pedagogisch medewerkers. Er is van elke maatjesgroep altijd minimaal een pedagogisch medewerker aanwezig. Bij Ko en Zo zijn dit de maatjesgroepen: Groep van uw kind Maatjesgroep Goudvisjes Vlindertjes Vlindertjes

Goudvisjes

Samengevoegd op Structureel onderbezette dagen en in de vakanties Structureel onderbezette dagen en in de vakanties

Vaste medewerkers en sleutelfiguren Naast de maatjesgroepen, werken we met vaste pedagogisch medewerker en sleutelfiguren. Ieder kind krijgt drie pedagogisch medewerkers toegewezen. Dagelijks heeft ieder kind een vaste pedagogisch medewerker die voor hem/haar zorgt en voor de ouders een vaste aanspreekpunt is die ze kennen. De vaste pedagogisch medewerkers volgen de ontwikkeling van uw kind met bijzondere aandacht. Dat is fijn voor het kind en prettig voor u, omdat u mag verwachten dat de mentoren altijd goed op de hoogte zijn van uw kind. Tijdens het intakegesprek maakt u kennis met de mentoren van uw kind. We vinden het belangrijk dat u en uw kind niet alleen bekend zijn met de pedagogisch medewerkers van de eigen groep en de maatjesgroep, maar ook met de sleutelfiguren van de locatie. Sleutelfiguren zijn vaste gezichten die u met regelmaat op de locatie tegenkomt. Hun aanwezigheid geeft vertrouwen. Bovendien beantwoorden ze graag kleine en grote vragen of weten zij aan wie u uw vraag kunt stellen Bij BSO Ko en Zo zijn dit de sleutelfiguren: Naam Cobi Post Emmy Kasiman

Functie Locatiemanager Huishoudelijke medewerker

15

We informeren u over het samenvoegen van groepen via de nieuwsbrief en informatie op de whiteboards bij de groepsruimten.

Buiten Buiten spelen is belangrijk. Het bevordert zowel de lichamelijke als geestelijke ontwikkeling en kinderen oefenen spelenderwijs de levenslessen die wij verpakken in educatieve, speelse methodieken. De kinderen maken vaak gebruik van de nabij gelegen Johan Cruyff Court, Richard Krajicek Foundation en speeltuin van Basisschool De Knotwilg. Opgave vakantieopvang Ruim voordat een vakantie begint, worden er invullijsten opgehangen in de hal of u ontvangt een invulstrookje. Vul dit zo vroeg mogelijk in, maar zeker voor de aangegeven sluitingsdatum. Wij willen een zo leuk en afwisselend mogelijk activiteitenaanbod tijdens de vakanties realiseren en de personeelsformatie goed daarop afstemmen. Daarom is het belangrijk dat u tijdig doorgeeft wanneer uw kind komt. Samenwerking met kinderdagverblijf Gein In schoolvakanties werken we bij openen en sluiten soms samen met kinderdagverblijf Gein. U kunt uw kind dan brengen en halen bij kindercentrum Gein. De kinderen van Ko en Zo hebben een eigen groepsruimte bij Gein. Bij het openen en sluiten is er altijd een pedagogisch medewerker van Ko en Zo aanwezig en een pedagogisch medewerker van Gein. Middels een nieuwsbrief wordt u voor elke vakantie op de hoogte gebracht of er gezamenlijk openen en sluiten is.

6.2 Intake Het intakegesprek vindt een week voordat het kind bij ons wordt opgevangen plaats. Als u bericht heeft ontvangen dat uw kind geplaatst is bij BSO Ko en Zo wordt u uitgenodigd voor dit gesprek. Het intakegesprek wordt gehouden met een pedagogisch medewerker van de groep waar uw kind is geplaatst. Het is het eerste gesprek tussen u en de medewerkers. Het is bedoeld om ouders te informeren over de dagelijkse gang van zaken en om informatie van de ouders te krijgen over het kind. Het is bovendien een moment waarop we samen de nodige formulieren invullen. Wijzigingen Wij verzoeken de ouders/verzorgers vriendelijke alle wijzigingen in de huiselijke situatie, ook adres, telefoonnummer en mobiel telefoonnummer zo spoedig mogelijk aan ons door te geven. In verband met eventuele calamiteiten vragen wij de ouders telefonisch bereikbaar te zijn.

16

6.3 Wennen Tijdens het intakegesprek wordt afgesproken wanneer ouder en kind kunnen komen wennen en hoe lang het wenmoment duurt. Tijdens het wennen is het prettig als een ouder beschikbaar is, zodat als het wennen niet zo goed gaat, zij of hij het kind weer kan ophalen. Kinderen komen vóór de daadwerkelijke ingangsdatum van het contract kosteloos wennen op de groep. Het verloop van het wennen bepaalt hoe vaak en hoe lang het kind komt wennen met of zonder een ouder. De wenperiode duurt in de regel vier dagen en wordt bij voorkeur binnen één week afgerond.

6.4 Brengen en halen De kinderen worden tijdens schoolweken bij de school opgehaald door onze medewerkers. De ouders halen eind van de middag de kinderen zelf op. Als u zelf niet kunt komen, geeft u tijdig aan ons door wie in uw plaats komt. Tijdens vakanties brengen de ouders de kinderen tussen 8.30 en 10.00 uur. Komt u later, dan mist uw kind wellicht een uitje. Later komen is ook storend voor de dagactiviteiten. Aan- en afmelden Voor de veiligheid van uw kind, vragen wij u vriendelijk om bij het brengen en halen van de kinderen van de BSO, de aan- en afwezigheid bij de pedagogische medewerker te melden. Op een lijst houden de pedagogisch medewerkers bij welke kinderen al naar huis zijn. Zo hebben wij altijd overzicht van het aantal kinderen dat aanwezig is. 6.5 Overgangen BSO Ko en Zo heeft twee verticale groepen in de leeftijd van 4 tot en met 12 jaar. Kinderen blijven gedurende de hele periode van hun opvang in dezelfde stamgroep. 6.6 Afscheid Als een kind Ko en Zo verlaat, voeren we een exitgesprek met de ouders en wordt het exitformulier ingevuld. Daarnaast nemen we op een persoonlijke manier afscheid van het kind. Dit gaat in overleg met de ouders. Het kind mag trakteren, maar onze voorkeur gaat altijd uit naar een gezonde traktaties. De pedagogisch medewerkers hebben een leuk aandenken voor het kind. Zo leert het kind dat een einde is gekomen aan een fase in zijn leven:de BSO-periode.

6.7 Eten Partou volgt de voedingsvoorschriften van de GGD en het voedingscentrum. Er zijn vijf ‘spelregels’ volgens de schijf van 5 die samen de rode draad vormen als het gaat om gezonde voeding. 1. Eet gevarieerd. 2. Eet volop groente, fruit en brood 3. Eet weinig producten met verzadigd vet 4. Eet niet te veel. 5. Eet veilig (voedselhygiëne). De voedingsvoorschriften van Partou kunt u aan de locatiemanager vragen. Alle voeding wordt door ons verstrekt, waarbij we zo gezond mogelijk kiezen en een beperkt zoetbeleid voeren. Dit betekent dat de kinderen zo min mogelijk toegevoegde

17

suikers krijgen. Uitzonderingen zijn bijvoorbeeld Sinterklaas, een verjaardag of Kerstfeest. We eten minimaal een keer per week warm in BSO Ko en Zo. We houden zoveel mogelijk rekening met de voedingsgewoonten van uw kind. Heeft een kind een bepaald dieet, dan kijken we samen met de ouders of BSO Ko en Zo (een deel van) de voedingsmiddelen aanschaft of dat ze worden meegebracht. Wist u dat u de kosten van dieetvoeding kunt declareren bij uw ziektekostenverzekering? Wilt u de voeding zelf aanschaffen, geef dit dan door aan de pedagogisch medewerkers. Veranderingen in de voeding moet u tijdig aan ons doorgeven. Er mag in het centrum tijdens het brengen en halen geen meegebracht eten en/of drinken worden genuttigd. 6.8 Rituelen Verjaardagen van kinderen worden in de BSO gevierd, als het kind dit leuk vindt. Dit wordt van tevoren besproken met de ouders. Een kind mag eventueel trakteren en er is een cadeautje. We vieren ook nationale feestdagen zoals Pasen, Sinterklaas en Kerstfeest. Daarnaast organiseren we jaarlijks verschillende feesten en activiteiten met kinderen en ouders samen. Regels of afspraken Iedereen wast zijn handen voor we aan tafel gaan. Na elk toiletbezoek wast iedereen zijn handen. We lachen elkaar niet uit. Je zorgt zelf voor je jas en tas. Speelgoed ruim je zelf op. Er wordt niet op elkaar gescholden In de hal mag je niet rennen, skaten, fietsen of voetballen.

6.9 Uitstapjes Partou vindt het belangrijk om te zorgen voor adequaat toezicht bij uitstapjes. Qua medewerker-kind ratio moet aan de minimale eisen worden voldaan. Maar dat is voor sommige uitstapjes niet voldoende. Risico’s bij uitstapjes zijn afhankelijk van leeftijd, soort uitstapjes (dicht bij huis/verder weg) en vervoermiddel. Dicht bij huis In de buurt van de locatie, op loopafstand voor begeleiders en/of kinderen.  Grotere kinderen lopend of fietsend.  Deze uitstapjes kunnen met alle leeftijdsgroepen worden ondernomen.  De pedagogisch medewerkers hoeven dit niet te melden bij de locatiemanager. Buiten spelen voor groepen Jongere kinderen spelen buiten altijd onder begeleiding. Het gebied waar ze mogen spelen, is bij de medewerkers bekend en staat duidelijk aangegeven op de plattegrond. In het gebied zijn enkele bosjes. De kinderen mogen daarin onder toezicht spelen en klimmen. De jongere kinderen mogen zelfstandig spelen in de tuin van BSO Ko en Zo, die via de groep Goudvisjes te bereiken is. Verder weg 4-12 jarigen: deze groep gaat vaker verder weg (met name in vakantieweken)

18

Voor uitstapjes verder weg:  Alleen met toestemming van de locatiemanager.  Begeleiding minimaal twee personen.  Nooit alleen weg met meer dan één kind! Activiteiten in een groep groter dan 30 kinderen Is er een activiteit of uitstapje met meer dan 30 kinderen dan spreken de pedagogisch medewerkers met hun ‘stamgroepkinderen’ af welke kinderen bij welke pedagogisch medewerker ‘horen’. Op die manier wordt de grote groep opgesplitst in overzichtelijke groepjes en weten de kinderen bij wie ze moeten zijn als er iets is.

6.10 Ziekte van het kind en ongevallen Wanneer een kind ziek is (of om een andere reden een dag thuis blijft) dienen ouders dat zo snel mogelijk te melden. Als een kind tijdens het verblijf op de BSO ziek wordt, bellen we de ouders. Soms kijken we het eerst even aan. We overleggen met de ouders of het kind opgehaald moet worden. Doorslaggevend is hoe het kind zich in de groep gedraagt. Bij besmettelijke ziekten volgen wij het advies en de richtlijnen van de GGD. Hoofdluis Als uw kind hoofdluis heeft, verzoeken wij u vriendelijk dit zo spoedig mogelijk te melden aan de BSO. U moet direct starten met behandeling van hoofdluis. Bij ontdekking van luizen worden de jas, tas, muts en sjaal van het betrokken kind in een plastic tas gestopt. De ouders worden meteen op de hoogte gesteld. Alle ouders van de BSO krijgen een brief bij constatering van hoofdluis. Ongevallen/calamiteiten Als een kind bij ons een ongelukje krijgt, waarbij het letsel oploopt, neemt de pedagogisch medewerker contact op met de ouders en meldt dit bij de locatiemanager. We vullen dan het ‘Registratieformulier ongevallen’ in. Kleine verwondingen en ongevallen handelen wij zelf af. Bij ernstiger verwondingen halen we er altijd een tweede collega bij. We stellen het kind gerust en besluiten in overleg welke actie nodig is. Is een snelle actie vereist, dan gaan we naar de huisartsenpost of de Eerste Hulp afdeling van het AMC. De ouder wordt gebeld, zodat die ook naar de Eerste Hulp kan komen. Kan er even worden gewacht, dan bellen wij eerst de ouder en overleggen wie er met het kind mee kan. Bij calamiteiten, zoals ernstige lekkage of een uitgevallen verwarming, worden de ouders gebeld en werken wij volgens ons calamiteitenplan. Dit kunt u bij ons inzien.

Medicijnbeleid  Als een kind tijdens de opvanguren medicijnen nodig heeft, moet de ouder daarvoor een medicijnverklaring tekenen. De medicijnen worden toegediend conform het onderstaande medicijnbeleid. • Medicijnen, één of twee keer daags, worden niet op de BSO gegeven. • De pedagogisch medewerkers geven alleen medicijnen als dit echt noodzakelijk is. • Ouders vragen van tevoren aan arts/apotheek of het medicijn één of tweemaal daags (dus thuis) kan worden gegeven.

19

• • • • • • • •

Medicijnen zijn voorzien van de duidelijk leesbare naam van het kind op de directe verpakking. Medicijnen zijn voorzien van (een kopie van) de bijsluiter. Ouders informeren het kindercentrum over medicijnen, die thuis worden ingenomen. Ouders vullen een standaardformulier in met de belangrijkste vragen over het medicijngebruik. Ouders zijn verplicht om vooraf met de pedagogisch medewerkers van hun kind te overleggen over toediening van nieuwe medicijnen. Indien nodig bespreken de pedagogisch medewerkers eerst met de locatiemanager of de toediening van een medicijn verantwoord is. Ouders blijven altijd zelf verantwoordelijk voor de gevolgen van een toegediend medicijn. Koorts kan een symptoom zijn van een beginnende ziekte. Wij hebben geen medische kennis en geven daarom nooit koortsverlagende middelen, zoals paracetamol.

6.11 Ruilen van dagen Alle vestigingen van Partou hebben dezelfde mogelijkheden voor het ruilen van opvangdagen. Ouders die op vaste dagen opvang afnemen, kunnen een opvangdag omruilen. Hiervoor kunnen ouders vooraf (een schriftelijke) afspraak maken met de groepsleiding of de locatiemanager. Ruilen van een dag kan alleen binnen dezelfde week en mits de bezetting dit toestaat.

6.12 Afnemen extra dag In overleg met de groepsleiding kunnen ouders een dag extra afnemen. Dit kan alleen als de bezetting van de groep dat toelaat en na overleg met de groepsleiding. Het kan ook op een andere groep dan de stamgroep van het kind als de ouders daar expliciet akkoord voor geeft. Op de dag zelf moet een ‘extra opvangdag formulier’ ingevuld en ondertekend worden. De volgende maand wordt deze extra dag doorbelast via de maandfactuur. 6.13 Sluitingsdagen Tijdens het intakegesprek krijgen de ouders een overzicht van de jaarlijkse sluitingsdagen mee. Deze sluitingsdagen gelden voor de hele organisatie en kunnen niet worden geruild. Ruim een week voor een sluiting hangen wij ter herinnering een briefje op.

6.14 Veiligheid en gezondheid Partou kindercentra voeren een beleid, dat de veiligheid en gezondheid van de kinderen zoveel mogelijk waarborgt. De wet Kinderopvang beschrijft aan welke wettelijke voorwaarden een kindercentrum moet voldoen op het gebied van Veiligheid en Gezondheid. Jaarlijks wordt er toezicht uitgevoerd op kindercentra door de GGD inspectie Kinderopvang. De GGD brengt een rapport uit, dat u op de locatie kunt lezen. Verantwoordelijkheid Vanaf het moment dat het kind onder de hoede van BSO Ko en Zo is, dragen wij de verantwoordelijkheid. Zodra de ouder in het pand of op de buitenspeelruimte is, is de ouder geheel verantwoordelijk voor het kind. Als iemand anders uw kind komt halen, geef dit dan 20

door aan de pedagogisch medewerkers. Vanwege de veiligheid geven wij de kinderen niet aan een onbekende mee. Risico-inventarisatie Bij BSO Ko en Zo wordt jaarlijks een Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) uitgevoerd om de risico’s die kinderen lopen tijdens de opvang in kaart te brengen en te voorkomen. Deze evaluatie valt uiteen in twee onderdelen, te weten Veiligheid (fysieke veiligheid en brandveiligheid) en Gezondheid (hygiëne). De thema’s van de risico-inventarisatie rond de veiligheidsrisico’s betreffen: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verstikking, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. Jaarlijks wordt ook een risico-inventarisatie uitgevoerd op gezondheidsrisico’s die de opvang van de kinderen met zich meebrengt. Er wordt gekeken naar ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. Alle ongevallen en gevaarlijke situaties worden apart geregistreerd. De oudercommissie adviseert over het gevoerde beleid rond de risico-inventarisaties en de plannen van aanpak. De BHV (Bedrijfshulpverlening) houdt zich in onze BSO bezig met de veiligheid. Deze gediplomeerde pedagogisch medewerkers coördineren de jaarlijkse ontruimingsoefening en verzorgen de EHBO-dozen op de locaties. Veiligheids- en gezondheidsregels  Let op dat bij het binnenkomen en weggaan de buitendeur goed gesloten is en dat er geen onbekenden mee naar binnen lopen.  Veeg uw voeten bij regen op de inloopmat. Zo voorkomen we dat de vloer nat en glad wordt.  Huisdieren zijn niet toegestaan, ook niet even tijdens het halen en brengen.  Jassen en tassen moeten bij binnenkomst worden opgehangen.  Laat geen tassen onbeheerd staan in ons kindercentrum en op de speelplaats. Er kunnen zich gevaarlijke attributen in uw tas bevinden, denk aan medicijnen of rookgerei.  Geef geen snoep/chips mee aan uw kind.  In BSO Ko en Zo en bij de buitenactiviteiten mag niet worden gerookt.  Na binnenkomst wassen de kinderen hun handen voordat ze aan tafel gaan. Na elk toiletbezoek en zeker ook na het buiten spelen worden de handen weer gewassen.  Kinderen mogen speelgoed en dergelijke van thuis meenemen. Er bestaat echter altijd een kans dat iets stuk of zoekt raakt. BSO Ko en Zo is niet verantwoordelijk voor meegebracht speelgoed of kleding van de kinderen.  We verwachten dat alle kinderen de gangbare inentingen hebben gehad. Is dit niet het geval, meld dit aan de groepsleiding.  Omdat we graag knutselen en in de zomer in het gras met water en zand spelen, kunt u een set reservekleding (ook handig voor kleine ongelukjes) en zwembroek achterlaten bij BSO Ko en Zo. Sloffen voor in de winter zijn ook welkom.

21

6.15 Teambeschrijving Het team van BSO Ko en Zo bestaat uit pedagogisch medewerkers, een huishoudelijk medewerkster en een locatiemanager. Er is veel ervaring in het team aanwezig. Er is de laatste jaren veel aandacht geweest voor scholing van de medewerkers. Alle teamleden zijn gekwalificeerd volgens de opleidingseisen van de CAO Kinderopvang. Dit betekent dat zij minimaal het diploma MBO-SPW kwalificatieniveau 3 hebben. Soms worden gekwalificeerde invalkrachten ingezet, bijvoorbeeld tijdens vakantieverlof van een teamlid. Het team wordt aangestuurd door de locatiemanager. Zij is het eerste aanspreekpunt voor de ouders en eindverantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken. Gedurende gewone schoolweken beginnen de pedagogische medewerkers een uur voordat de kinderen komen met werken. Deze voorbereidingstijd gebruiken zij voor het uitvoeren van hun taken, vergaderingen, kindbesprekingen en besprekingen met ouders, denk aan een intake- of observatiegesprek. Tijdens schoolvakanties of extra opvang werken de medewerkers in wisseldiensten.

Medewerker-kind ratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar.

Achterwacht Er is de afspraak met het nabijgelegen kindercentrum Gein dat de pedagogisch medewerkers van dat centrum bij calamiteiten ondersteuning bieden. De locatiemanager is niet altijd aanwezig op de vestiging maar vaak wel telefonisch te raadplegen. Is de locatiemanager op vakantie, dan is een collega locatiemanager van een andere vestiging achterwacht. Deze achterwacht kan snel naar het centrum komen als dat nodig is.

Diploma’s en Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) Alle beroepskrachten die bij ons werken, hebben minimaal een van de MBO opleidingen afgerond die genoemd worden in de CAO kinderopvang (minimaal MBO-3). Naast de vaste medewerkers werken ook pedagogisch medewerkers in opleiding op de groepen. Elke medewerker die in contact komt met kinderen is in het bezit van een Verklaring Omtrent Gedrag.

22

Omgaan met inzet pedagogisch medewerkers in opleiding Als gevolg van de wet Educatie Beroepsonderwijs werkt Partou samen met diverse opleidingsinstituten. Partou is een leerbedrijf. Op een groep zijn altijd twee vaste pedagogisch medewerkers werkzaam. Op elke groep is er in principe een leerwerkplek beschikbaar. Een leerplaats kan worden ingevuld door een BBL of BOL stagiair. BOL stagiairs hebben een praktijkovereenkomst, zij volgen een voltijd opleiding en lopen stage. Een BOL stagiair wordt niet ingezet als beroepskracht, maar is extra op de groep. De BOL stagiair wordt tijdens de stageperiode op de werkplek begeleid door de praktijkbegeleider. BBL stagiairs hebben een arbeidsovereenkomst bij Partou (beroepspraktijkovereenkomst). Zij leren vooral in de praktijk en gaan één dag per week naar school. Een BBL stagiair kan tijdens het opleidingstraject wel geleidelijk als volwaardig beroepskracht worden ingezet. Bij Partou worden de BBL stagiairs de eerste drie maanden van de opleiding altijd boventallig ingezet. Na een positieve beoordeling op basis van de informatie van de opleiding en de praktijkbegeleider kan de BBL stagiair na drie maanden deels als beroepskracht worden ingezet. Dit wordt op basis van beoordeling tijdens het opleidingstraject geleidelijk uitgebreid naar volledige inzetbaarheid. De beoordelingen en afspraken over inzetbaarheid worden altijd schriftelijk vast gelegd. De BBL stagiair wordt gedurende de opleiding op de werkplek begeleid door de praktijkbegeleider.

6.16 Oudercommissie Alle kindercentra van Partou hebben een oudercommissie. De locatiemanager is de eerste gesprekspartner voor deze commissie. Het reglement Oudercommissie Kindercentrum en het reglement Centrale Oudercommissie beschrijven regelingen en afspraken waarbinnen de medezeggenschap bij Partou wordt uitgevoerd op lokaal en centraal niveau. De oudercommissie bepaalt zelf haar werkwijze en legt dit vast in een huishoudelijk reglement. Zij mag gevraagd en ongevraagd adviseren over de onderwerpen, waarvoor ze adviesrecht heeft. BSO Ko en Zo heeft een oudercommissie die 4x per jaar bij elkaar komt. De vergaderingen zijn altijd samen met de locatiemanager. De oudercommissieleden kunnen ook digitaal met elkaar communiceren en overleggen. De agenda wordt met elkaar in overleg opgesteld. Tijdens de vergaderingen komen de laatste nieuwtjes rond het reilen en zeilen van Ko en Zo aan de orde. Denk aan veranderingen in het pedagogisch beleid, de jaarlijkse risicoanalyse, de ontruimingsoefening en het inspectierapport. In de wet is vastgelegd bij welke onderwerpen een adviesaanvraag bij de oudercommissie moet worden ingediend. De oudercommissie is lid van oudervereniging BOINK. Er is budget om via BOINK een cursus te volgen over de rol van de oudercommissie. De oudercommissie bestaat uit minimaal twee ouders. De oudercommissie maakt van elke vergadering notulen die in de hal opgehangen worden. Heeft u belangstelling om mee te praten in de oudercommissie, dan bent u van harte welkom. U kunt zich aanmelden bij de groepsleiding of locatiemanager.

23

COC Naast de oudercommissie per vestiging heeft Partou ook een Centrale Oudercommissie. Oudercommissies kunnen er voor kiezen hun adviesrecht rond algemene onderwerpen over te dragen aan de Centrale Oudercommissie.

6.17 Klachtenbeleid Ondanks onze inspanningen om de opvang van de kinderen naar wens te laten verlopen is het mogelijk dat er een keer onvrede ontstaat. In dat geval willen wij dat graag horen. Partou ziet de opvang van de kinderen als een samenspel tussen ouders, kind en onze organisatie. Door goed naar ouders te luisteren weten wij wat zij belangrijk vinden en kunnen wij onze dienstverlening beter afstemmen op hun behoeften. Wij gaan er van uit dat ouders kritiek uiten vanuit een sterke betrokkenheid en de wens om de situatie te verbeteren. In geen enkel geval moeten ouders de indruk krijgen dat een klacht negatieve invloed heeft op de opvang van hun kinderen. Ouders kunnen hun klacht aan iedereen binnen onze organisatie kenbaar maken. Degene die de klacht in ontvangst neemt, zorgt dat deze op de goede plek terechtkomt en wordt opgevolgd. Ouders kunnen ook kiezen voor de externe route: die van de klachtencommissie. Dat kunnen zij meteen doen, maar ook nadat de interne route onbevredigend is afgesloten. Partou heeft zich aangesloten bij een onafhankelijke klachtencommissie, zodat een eerlijke behandeling van klachten is gewaarborgd. Partou betaalt het lidmaatschap en onze klanten kunnen vertrouwen op een zorgvuldige en deskundige klachtenafhandeling. Op onze locaties zijn folders van deze klachtencommissie verkrijgbaar. Klachten over de totstandkoming of de uitvoering van de overeenkomst tussen de klant en Partou kunnen, na de interne klachtenroute, voorgelegd worden aan de Geschillencommissie. In tegenstelling tot de uitspraak van de klachtencommissie is de uitspraak van de Geschillencommissie bindend. In de algemene voorwaarden van Partou staan de procedures die deze commissie hanteert. Het volledige klachtenbeleid van Partou is beschikbaar op elke locatie. Adressen  Partou Coördinator klachtenafhandeling Postbus 22070, 1100 CB Amsterdam Telefoon: (020) 398 61 00  Klachtencommissie Kinderopvang, Ambtelijk secretariaat Postbus 21, 3738 ZL Maartensdijk Telefoon: (0900) 0400034  Geschillencommissie Kinderopvang www.sgc.nl

6.18 Kwaliteitsbeleid en certificering Binnen de wettelijke voorschriften voert Partou een eigen kwaliteitsbeleid. Wij werken met een certificeerbaar kwaliteitssysteem. Dit bestaat uit een (digitaal) kwaliteitshandboek met bijbehorende bijlagen. Onze werkwijze stelt ons in staat om alle bedrijfsprocessen optimaal

24

te controleren en te verbeteren. Bovendien verzekert dit systeem ouders van kwaliteit. Partou is sinds 1 januari 2010 ook formeel HKZ en ISO 9001 gecertificeerd. Daarmee is het externe toezicht op de werking van ons kwaliteitssysteem ook gewaarborgd. Deze locatiegids is onderdeel van dit kwaliteitssysteem.

25

Hoofdstuk 7 Jaarplan 2013 7.1 Terugblik  We hebben structureel sportactiviteiten aangeboden aan kinderen van 4 tot en met 7 jaar.  Wij hebben een activiteit verzorgd in het kader van de Brede School Gein  Er zijn veel nieuwe boeken aangeschaft.  In de zomervakantie zijn er elke donderdag sportactiviteiten aangeboden op het Johan Cruyff Court. Alle BSO’s van Partou in Zuidoost konden daaraan deelnemen.

7.2 Vooruitblik Alle groepen begeleiden minimaal één stagiair. De HKZ thema’s zullen besproken worden in het team. Het werken met thema’s zal verder ontwikkeld worden Het protocol Kindermishandeling zal veel aandacht krijgen in besprekingen  De website van Ko en Zo up to date houden met foto’s van activiteiten  De samenwerking met kindercentrum Gein vorm geven dmv een oudste peuterclub bij Ko en Zo.  Ouders meer keuzevrijheid geven door te starten met het werken met vouchers. Ouders kunnen dan zelf bepalen welke studiedag van school zij in onder hun contract willen laten vallen.

26