LOCATIEGIDS 2011 – 2014
Pedagogische en praktische informatie van BSO Verne
LOCATIEGIDS BSO VERNE 2011 - 2014
BSO Verne Lekstraat 35-37 1079 EM Amsterdam Telefoon: (06) 13073955 Juli 2013
2
LOCATIEGIDS BSO VERNE 2011 - 2014 Voorwoord Hoofdstuk 1 - Partou Pedagogiek in BSO Verne 1.1 Hoe vertalen wij Partou Pedagogiek in de praktijk? 1.2 Partou heeft vier doelen. Hoe ziet u die terug in de praktijk? Hoofdstuk 2 - Educatie en de stimulering van de ontwikkeling 2.1 Stimulering van de ontwikkeling 2.2 Educatie Hoofdstuk 3 - Volgen en signaleren 3.1 Signalering 3.2 Betrekken ouders 3.3 Samenwerking met omgeving Hoofdstuk 4 - Samenwerking met ouders 4.1 Informeren en adviseren 4.2 Ouderbetrokkenheid Hoofdstuk 5 - Diversiteit en samenleving 5.1 Diversiteit 5.2 Samenleving Hoofdstuk 6 - Praktische informatie 6.1 Locatiebeschrijving 6.2 Intake 6.3 Wennen 6.4 Brengen en halen 6.5 Overgangen 6.6 Afscheid 6.7 Eten 6.8 Rituelen 6.9 Basisgroep verlaten 6.10 Ziekte van het kind en ongevallen 6.11 Ruilen van dagen 6.12 Afnemen extra dag 6.13 Sluitingsdagen 6.14 Veiligheid en gezondheid 6.15 Teambeschrijving 6.16 Oudercommissie 6.17 Klachtenbeleid 6.18 Kwaliteitsbeleid en certificering Hoofdstuk 7 - Jaarplan 2012 7.1 Terugblik 7.2 Vooruitblik Hoofdstuk 8- Jaarplan 2013 8.1 Terugblik 8.2 Vooruitblik
4 5 5 6 9 9 9 11 11 11 11 13 13 13 14 14 14 15 15 16 16 16 16 17 17 17 18 18 19 19 19 20 20 22 22 23 24 24 24 25 25 25
3
Voorwoord Voor u ligt de locatiegids van bso Verne. Deze locatiegids is de lokale en concrete uitwerking van het pedagogisch beleidsplan Partou Pedagogiek. U vindt hierin ook praktische informatie over onze locatie. Hoofdstukken 1 tot en met 5 gaan over de pedagogiek op onze locatie. In hoofdstuk 6 staat alle praktische informatie. Helemaal achterin de locatiegids, in hoofdstuk 7 en 8, vindt u tot slot een jaarplan. Daarin beschrijven we per jaar aan welke verbeterpunten en prioriteiten we extra aandacht besteden. We hopen met deze locatiegids duidelijkheid te geven over hoe wij werken én waarom wij daarvoor kiezen. Als u nog vragen heeft, aarzel niet en stap op onze medewerkers af. Het team van Verne
4
Hoofdstuk 1 Partou Pedagogiek in BSO Verne Buitenschoolse opvang (bso) Verne is gevestigd in de Amsterdamse Rivierenbuurt. De bso is vernoemd naar de bekende Franse schrijver Jules Verne. Jules Verne schreef veel avontuurlijke verhalen en daar ligt dan ook de overeenkomst met onze bso. Want in bso Verne vangen we de kinderen op volgens het concept van ‘de Kindercaravan’, dat staat voor avontuurlijke opvang in de buitenlucht. Dus laten we bij bso Verne de kinderen zoveel mogelijk naar buiten gaan, zodat ze kunnen ontdekken en onderzoeken. Ze mogen in de aarde wroeten en lekker vies worden, ze mogen hutten bouwen, tuintjes aanleggen of ze kunnen heerlijk sporten. Buitenspelen stimuleert de creatieve ontwikkeling van het kind en zorgt ervoor dat ze zich bewust worden van hun omgeving. Dat vinden wij belangrijk. Bso Verne biedt kinderen een prettige speel- en leeromgeving en een interessant activiteitenaanbod, zowel buiten als binnen. Zo zorgen we er steeds voor dat de kinderen uitgedaagd blijven worden en zich blijven ontwikkelen, ook in hun vrije tijd.
1.1 Hoe vertalen wij Partou Pedagogiek in de praktijk? Educatie en stimulering van de ontwikkeling Bso Verne geeft de kinderen de ruimte om te ontdekken, te doen en te ervaren. De pedagogisch medewerkers blijven op afstand, maar ze zijn wel betrokken. Ze stellen de kinderen steeds vragen om hen aan te sporen na te denken over wat ze doen en hoe ze het doen. Door de kinderen ook verschillende activiteiten aan te bieden kunnen ze zichzelf ontplooien. Om deze uitdagingen aan te gaan moet het kind zich veilig en zeker van zichzelf voelen. Dat bereiken de pedagogisch medewerkers door het kind steeds positief te benaderen en er te zijn wanneer het kind hulp nodig heeft of vragen heeft. Ook de ontwikkeling van sociale competentie vinden wij belangrijk. Dit doen wij bijvoorbeeld door kinderen zelf conflicten te laten oplossen of door gedrag te 'spiegelen', waardoor de kinderen leren om zich in te leven in een ander. Volgen en signaleren Bij bso Verne worden alle kinderen in meer of mindere mate geobserveerd door de pedagogisch medewerkers. Omdat zij actief deelnemen aan de activiteiten van de kinderen krijgen zij een goede indruk van de ontwikkeling van de kinderen. Soms nemen zij ook opzettelijk afstand om bepaald gedrag van de kinderen in perspectief te kunnen zien. Van ieder kind houden we een overdrachtschrift bij. Opvallende zaken worden daarin opgeschreven en eventueel besproken met de collega pedagogisch medewerker, de ouders en soms met de kinderen zelf. Samenwerking met ouders Een goed contact met ouders en regelmatig overleg vormt de basis voor de samenwerking. Wij zien onszelf als partners in de opvoeding en houden u als ouders op de hoogte van de ontwikkeling van uw kind in de bso. Diversiteit en samenleving Bso Verne is een realistische afspiegeling van de maatschappij. Iedereen bij bso Verne is anders, maar de kinderen leren dat iedereen er mag zijn. Er wordt naar iedereen geluisterd en de kinderen worden gestimuleerd om een eigen mening te hebben en die te uiten.
5
1.2 Partou heeft vier doelen. Hoe ziet u die terug in de praktijk? Emotionele veiligheid Jonge kinderen moeten zich veilig en beschermd voelen. Als een kind zich onveilig voelt staat het niet open om te spelen en te leren. Het gevoel van veiligheid bij bso Verne wordt bepaald door de pedagogisch medewerkers, de ruimte en het contact met andere kinderen. Pas wanneer een kind zich veilig voelt, durft het nieuwe relaties en uitdagingen aan te gaan. Daarom zorgen wij er al vanaf de wenperiode voor dat het kind zich op de bso op zijn gemak voelt, door juist in die tijd extra aandacht aan het kind te besteden. Structuur en regelmaat vinden wij belangrijk omdat dit het kind houvast en herkenning geeft. Daarom hanteren wij een vast dagschema. Zo weet het kind wat het kan verwachten en wat er van hem verwacht wordt. Er is een dagelijks aanbod van activiteiten binnen een thema. Pedagogisch medewerkers bespreken aan tafel met de kinderen wat er op de middag gedaan kan worden en helpen de kinderen zelf te beslissen wat ze willen gaan doen. Wil een kind vrij spelen of deelnemen aan de activiteit. Op bso Verne dwingen we de kinderen niet om mee te doen aan activiteiten maar moedigen ze wel aan. Het kan ook goed en leuk zijn om nieuwe ervaringen op te doen. De meeste kinderen zijn meestal bezig maar er is ook ruimte voor ontspanning en ‘niets’ doen. Kinderen kunnen boven in de caravan lekker hangen of bouwen. Wij belonen positief gedrag en leggen (net als bij straffen) uit waarom wij dat doen. Wij zullen het kind nooit afkeuren, wel bepaald gedrag. De gevoelens van het kind nemen we serieus. De interacties tussen de pedagogisch medewerkers en de kinderen zijn nauwelijks of niet opdringerig of controlerend. Pedagogisch medewerkers laten de kinderen zien dat ze gewaardeerd zijn door een knuffel of een gepaste omhelzing. Ze geven ze complimenten en belonen goed gedrag. Ze hebben interesse voor wat de kinderen hebben gedaan of geleerd en tonen hun belangstelling. De pedagogisch medewerkers kennen de kinderen goed en weten wat er speelt bij de kinderen en wat ze bijvoorbeeld in het weekend hebben gedaan. In gesprekken wordt daar naar gevraagd. Pedagogisch medewerkers laten kinderen zien dat ze gerespecteerd zijn door aandachtig naar hen te luisteren, ze eerlijk te behandelen, en geen verschillen te maken tussen kinderen. De kinderen onderling gaan eveneens op deze manier met elkaar om. Kinderen kennen elkaar goed, Verne is een hechte groep waar voor elkaar wordt gezorgd. Ook de pedagogisch medewerkers geven aandacht en steun aan kinderen die van slag zijn, zich pijn hebben gedaan of ergens meezitten. Als een kind zich niet lekker lijkt te voelen, neemt de pedagogisch medewerker het kind even apart en schenkt daar aandacht aan. Eventuele problemen als ruzie tussen twee kinderen worden begeleid op een positieve manier. We helpen kinderen om zelf een ruzie of conflict op te lossen. Als er iets gebeurd kijken we het indien mogelijk eerst aan. Als de kinderen naar de pedagogisch medewerkers komen, worden er vragen gesteld om de ruzie helder te krijgen en de kinderen zelf de ruzie op te laten lossen. Door de onderlinge verhoudingen tussen pedagogisch medewerkers en de kinderen en de kinderen onderling, wordt pestgedrag op bso Verne zoveel mogelijk voorkomen. De pedagogisch medewerkers begeleiden aankomst en vertrek van kinderen bij de bso. Dagelijks weet pedagogisch medewerker welk kind die dag komt, of het zelfstandig komt of
6
opgehaald wordt, eerder weg gaat. Daar heeft bso Verne een registratiesysteem voor. De oudere kinderen komen uit de Rivierenschool en Meander zelfstandig naar de caravan. De jongere kinderen van beide scholen wachten tot de pedagogisch medewerker hen komt ophalen. Ontwikkeling van sociale competentie Kinderopvang is de ideale plek voor kinderen om sociale competenties te ontwikkelen. Deze zullen ze helpen om zich te ontwikkelen tot een sociaal vaardig persoon die goed kan functioneren in de samenleving. Bij bso Verne leert het kind om goed te communiceren, samen te werken, anderen te helpen, conflicten te voorkomen en op te lossen. Het verblijf bij bso Verne weerspiegelt het dagelijks leven. Door in de groep met kinderen en volwassenen om te gaan, doen de kinderen sociale vaardigheden op. Tijdens bijvoorbeeld het spelen of tijdens gesprekken leren ze om samen te werken, zelf initiatieven te nemen, compromissen te sluiten, vriendschappen te ontwikkelen, elkaar te helpen, conflicten en problemen op te lossen en respect te hebben voor elkaar en de omgeving. Ze helpen kinderen conflicten uit te praten, moedigen verlegen kinderen aan vrienden te vinden; helpen kinderen gevoelens van anderen te begrijpen.De pedagogisch medewerkers houden de kinderen en het gedrag goed in de gaten en nemen een kind apart als zij inschatten dat dit nodig is. De pedagogisch medewerkers bieden de kinderen de ruimte en helpen en begeleiden ze in dit proces. Gedurende de dag voeren de pedagogisch medewerkers veel gesprekken met de kinderen. Ze laten de kinderen veel zelf aan het woord over wat ze bezig houdt, hoe ze denken over bepaalde onderwerpen. Dit kan zijn bij het uit school halen, tijdens het eten of bij gesprekken gedurende de activiteiten. Ontwikkeling van persoonlijke competentie Kinderen moeten zelfstandigheid, zelfvertrouwen, flexibiliteit en creativiteit kunnen ontwikkelen. Op bso Verne kan ieder kind zich ontwikkelen op de verschillende ontwikkelingsgebieden; motorisch, cognitief emotioneel en sociaal. Bij bso Verne bieden we het kind tal van activiteiten waarmee het kind zichzelf kan ontwikkelen en zijn talenten kan ontdekken. We letten daarbij op de individuele behoeftes van het kind en spelen daar op in. Kinderen kunnen het grootste deel van de tijd kiezen uit diverse activiteiten, zowel georganiseerde als spontane. Elke dag wordt een activiteit binnen een bepaald thema aangeboden en de kinderen spelen daarnaast zo veel mogelijk buiten. Activiteiten kunnen creatief zijn, er wordt lekker getimmerd maar ook sport en spel sluit aan op de behoefte van de kinderen waarbij competitie een onderdeekl kan zijn. Als de kinderen mee willen doen kan dat altijd. De pedagogisch medewerkers proberen bij de kinderen verschillende talenten uit te dagen. Bij activiteiten staat de eigen expressie voorop: iedereen maakt en doet iets op de manier die hij of zij leuk of mooi vindt. De pedagogisch medewerkers ondersteunen desgevraagd de kinderen bij het knutselen, ze brengen ze tot ideeën en helpen ze bij het juist gebruik van materialen. De jongere kinderen hebben soms wat meer ondersteuning nodig dan de oudere. De zelfstandigheid en zelfredzaamheid van het kind stimuleren we door het taken en verantwoordelijkheden te geven.Kinderen kunnen meehelpen met de tafel dekken of op te ruimen na een activiteit. Overdracht van waarden en normen In de maatschappij en in de buitenschoolse opvang zijn er veel ongeschreven gedragsregels: je mag een ander geen pijn doen, je mag niemand uitsluiten, je wacht op je beurt. Op bso Verne proberen we de kinderen dit bij te brengen in de dagelijkse omgang met
7
elkaar. We laten kinderen kennismaken met grenzen, normen en waarden maar ook met omgangsvormen in onze samenleving. Bij bso Verne is iedereen gelijk en mag iedereen er zijn. We hanteren een aantal gedragsregels waar iedereen zich aan dient te houden. Zo schreeuwen we niet naar elkaar, iedereen mag zijn emoties uiten en we houden rekening met elkaar. We geven kinderen het goede voorbeeld van sociale vaardigheden in de omgang met kinderen en volwassenen door vriendelijk voor elkaar te zijn, naar elkaar te luisteren, mee te leven en samen te werken. Als hier knelpunten in zijn, wordt dit met de kinderen of een kind afzonderlijk besproken. Op bso Verne staan we open voor inbreng van de kinderen. Kinderen hebben inbreng in onderwerpen als inrichting van de ruimte, aanschaf van spelmaterialen, activiteiten, eten, regels en afspraken. Tijdens het eten vinden er gesprekken plaats over deze onderwerpen met de kinderen.
8
Hoofdstuk 2 Educatie en de stimulering van de ontwikkeling Elk kindercentrum van Partou heeft als taak de brede ontwikkeling van alle kinderen te stimuleren. Denk aan lichamelijke ontwikkeling, ontwikkeling van identiteit en zelfredzaamheid, cognitieve, creatieve en taalontwikkeling en morele en sociale ontwikkeling. Om welke ontwikkeling het ook gaat; de houding en de juiste scholing van de pedagogisch medewerkers is essentieel. We bieden kinderen de ruimte en mogelijkheden om optimaal te kunnen ervaren en ook te groeien in een positieve omgeving. Daarom bieden we op het gebied van lichamelijke ontwikkeling, veel buitenactiviteiten aan. Op het aangrenzende voetbalveld worden spelletjes en minitoernooien georganiseerd. De kinderen bewegen, verstevigen hun lichamelijke coördinatie en leren samen spelen en met verlies omgaan.
2.1 Stimulering van de ontwikkeling Kinderen hebben de kracht en de drang om zich te ontwikkelen en zijn afhankelijk van wat de omgeving hen te bieden heeft. Bso Verne biedt een veilige en stimulerende speel- en leeromgeving en prikkelende, leeftijdsgerichte activiteiten. Zo stimuleren we de lichamelijke ontwikkeling, de ontwikkeling van identiteit en zelfredzaamheid, de cognitieve, creatieve en taalontwikkeling en de morele en sociale ontwikkeling van kinderen. Buiten zijn en in de natuur spelen vinden wij van groot belang. Onze buitenruimte is dan ook onze grootste ruimte. Het schoolplein biedt de kinderen allerlei uitdagingen. Daarnaast maken we gebruik van een gezellige caravan en een gymzaal. Door het vele buitenspelen wordt de lichamelijke ontwikkeling van de kinderen gestimuleerd. Zij leren zich tijdens het spel soepel te bewegen, behendigheden te oefenen, etc. We hechten veel belang aan de autonomie van het kind. Zelfstandigheid en zelfredzaamheid zijn bij ons sleutelwoorden. Kinderen hebben keuzevrijheid en naar hun meningen en ideeën wordt geluisterd. We praten veel met hen, ze mogen veel zelf doen en we betrekken hen bij dagelijkse taken, bijvoorbeeld helpen opruimen, of de kleintjes helpen. De creatieve- en taalontwikkeling stimuleren we door knutselopdrachten, toneelspel, denkspelletjes, etc. Bijvoorbeeld een speurtocht met letters waarvan de kinderen uiteindelijk zoveel mogelijk woorden moeten maken. De pedagogisch medewerkers observeren steeds en hebben een ondersteunende en begeleidende functie. Zij helpen waar nodig, maar laten de kinderen veel zelf oplossen, waardoor ook de morele en sociale ontwikkeling wordt gestimuleerd. Door goed te kijken en te luisteren naar de kinderen weten de pedagogisch medewerkers wat de kinderen bezig houdt, waar hun interesses liggen en of ze een duwtje in de rug kunnen gebruiken. De interactie tussen kind en volwassene stimuleren we actief, bijvoorbeeld door veel met de kinderen in gesprek te gaan.
2.2 Educatie Wij werken bij bso Verne volgens richtlijnen van de Kindercaravan. De Kindercaravan staat voor avontuurlijke opvang in een veilige omgeving in de buitenlucht. Het motto daarbij is: 'Slecht weer bestaat niet, slechte kleding wel'. Buiten spelen stimuleert de creatieve ontwikkeling van het kind en maakt het kind weerbaar en bestendig. Om kinderen gezond op te laten groeien, moeten ze kunnen bewegen. Hutten bouwen, touwtje springen, fietsen, speuren naar dieren: bij Verne kan het allemaal.
9
Ons activiteitenaanbod baseren we op thema's die elke maand worden vernieuwd. Dagelijks bieden we twee activiteiten aan, namelijk één actieve en één creatieve. Deze stimuleren de verschillende ontwikkelingsgebieden van de kinderen. Enkele voorbeelden uit de praktijk. -Een bezoek aan het bezoekerscentrum van het Amsterdamse bos waar een educatieve tentoonstelling aangeboden. -Het tekenen van een schatkaart, waarbij de kinderen de omgeving in kaart moeten brengen om vervolgens de schat te zoeken. De kinderen zijn niet verplicht om aan een activiteit mee te doen. Als ze niet mee willen doen worden er afspraken gemaakt over wat ze wel gaan doen.
10
Hoofdstuk 3 Volgen en signaleren Elk kindercentrum heeft de taak om ieder kind op een systematische wijze te volgen in zijn ontwikkeling en welbevinden en te zorgen voor een gerichte signalering. Bij ons wordt standaard voor elk kind minimaal eenmaal per jaar een observatieverslag ingevuld. Maar goed naar kinderen kijken is meer dan dat. Door gericht te kijken leren pedagogisch medewerkers de kinderen kennen en hebben zij bij ieder kind een beeld van de ontwikkeling en het welbevinden in de groep.
3.1 Signalering Tijdens teamvergaderingen bespreken wij de ontwikkeling van ieder kind in de groep en individueel. Wanneer een kind opvallend gedrag vertoont of niet goed in zijn vel lijkt te zitten, gaan wij over tot het extra observeren van het kind. Ook gaan wij in gesprek met alle betrokkenen (ouders, collega's, locatiemanager), zodat we gezamenlijk tot een plan van aanpak kunnen komen. Mocht het zo zijn dat er extra zorg of aandacht nodig is dan zijn er via Partou mogelijkheden om professionele begeleiding en ondersteuning te ontvangen.
3.2 Betrekken ouders Bij Partou wordt de ontwikkeling en het welbevinden van alle kinderen gevolgd. Minstens zo belangrijk is het bespreken van de observaties met ouders. Door de uitwisseling van informatie over het kind en het afstemmen van verschillen en overeenkomsten tussen thuis en het kindercentrum ontstaat een waardevolle samenwerking. Eenmaal per jaar wordt er door de pedagogisch medewerker een observatielijst ingevuld en met u tijdens een oudergesprek besproken. Als u zelf met een opvoedingsvraag zit, kunt u altijd een afspraak voor een gesprek met de pedagogisch medewerkers maken. Zij kunnen u adviseren en uw kind eventueel met de deskundige adviseurs, die aangesloten zijn bij Partou, verder begeleiden.
3.3 Samenwerking met omgeving Er is structureel overleg met de twee basisscholen die bso Verne bedient, namelijk basisschool de Rivieren en basisschool voor speciaal onderwijs de Meander. Daarbij bespreken we praktische zaken, bijvoorbeeld regels voor op het schoolplein. Met de leraren bespreken we tijdens het ophalen na schooltijd zaken als een kind dat gevallen is op school of iets dat gebeurd is waardoor het kind van slag is. Overleg over de ontwikkeling van de kinderen vindt alleen plaats na toestemming van de ouders Vanaf september 2011 werken de bso locaties in de Rivierenbuurt samen. Het betreft hier de Waterval, de Brug, Verne en de Petteflet. Zo kunnen we de diverse mogelijkheden van de locaties en de expertise van de pedagogisch medewerkers zo veel mogelijk benutten. Op woensdagen starten de kinderen van Verne op de locatie zelf, gaan na het eten naar een sport en spelactiviteit van Dynamo en vervolgens gaan de kinderen naar de Petteflet. Het kan ook voorkomen dat de kinderen van Verne de hele middag samen met hun vaste pedagogisch medewerker op de Petteflet zijn voor activiteiten en vrij spel. Een gezamenlijk activiteitenaanbod binnen de Rivierenbuurt kan plaatsvinden tijdens extra opvangdagen, woensdagen en schoolvakanties. Ouders worden altijd vooraf geïnformeerd. Er is altijd een
11
vaste pedagogisch medewerker van de eigen locatie aanwezig als vast gezicht voor de kinderen. In het kader van het vier-ogenbeleid komt het voor dat de kinderen tijdens vakanties en extra vrije dagen starten of eindigen op de Brug. De vaste pedagogisch medewerkers van Verne hebben dan beiden een vroege of late dienst of de één een vroege en de andere een late dienst. De pedagogisch medewerkers van de Brug kennen de kinderen van Verne. Alle kinderen van Verne die 7 jaar worden, mogen overstappen naar Kidsclub de Brug. Kidsclub de Brug biedt opvang aan 7+ kinderen . De Brug richt zich onder andere op uitdagende activiteiten en het stimuleren van de zelfstandigheid en zelfredzaamheid. Kinderen stromen niet automatisch door naar de Brug. Tegen de tijd dat kinderen 7 jaar worden, krijgen ouders schriftelijk bericht over de keuze om over te stappen naar de Brug. Samen kijken we of de overstap een goede keuze is voor uw kind. Ook is er contact met Dynamo, een organisatie die allerlei activiteiten voor de buurt organiseert en zo de buurtbewoners wil stimuleren om samen dingen te ondernemen. Ook biedt Dynamo informatie over opvoeding. Via de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling van de gemeente Amsterdam nemen we elke zomer deel aan sport- spel en andere activiteiten tijdens de 'sport-en funtoer' die deze dienst organiseert.
12
Hoofdstuk 4 Samenwerking met ouders Partou ziet zichzelf als partner in de opvoeding. Een goed contact en regelmatig overleg tussen ouders en pedagogisch medewerkers vormen de basis voor goede kinderopvang.
4.1 Informeren en adviseren Het delen van de opvoeding begint met het uitwisselen van informatie en het op elkaar afstemmen van zorg, opvoeding en educatie. Het dagelijkse overdrachtsmoment is daar belangrijk voor. Tijdens deze mondelinge overdracht kunnen zowel praktische als opvoedkundige zaken worden besproken. De pedagogisch medewerker vertelt kort hoe het kind het tijdens de dag heeft gehad en welke activiteiten er hebben plaatsgevonden. De ouder kan informatie over de thuissituatie geven. De ouders mogen ook altijd even gaan zitten om hun kind in de groepssituatie te observeren of om samen met het kind de activiteit af te maken. Wij streven naar een band van vertrouwen tussen ouders en pedagogisch medewerkers en een open en respectvolle communicatie. Om contact sneller te laten verlopen, kan het in sommige gevallen gebeuren dat een pedagogisch medewerker telefonisch contact zoekt met de ouders. Zo kan er adequater en sneller worden gereageerd als er problemen lijken te zijn met een kind. Nieuwsbrieven Eén keer per twee maanden ontvangen de ouders een nieuwsbrief van de locatie. Die wordt gemaakt door de locatiemanager en bevat nieuwtjes, belangrijke data en andere wetenswaardigheden over de bso. Informatie vindt u ook op het informatiebord en in de informatieklapper van de locatie.
4.2 Ouderbetrokkenheid In overleg met de oudercommissie kan er een inhoudelijke ouderavond georganiseerd worden. Ouders, team en locatiemanager kunnen hiervoor onderwerpen aandragen. . Jaarlijks organiseren we een zomerfeest waarbij ouders en pedagogisch medewerkers op een informele manier met elkaar kennis kunnen maken. Verder vindt het team en locatiemanager een goede samenwerking en afstemming met de ouder(s) van groot belang en staat altijd open voor suggesties, vragen, opmerkingen en andere zaken.
13
Hoofdstuk 5 Diversiteit en samenleving Onze bso heeft een sociaal-maatschappelijke functie. Het is een ontmoetingsplaats waar gelijkheid en verschillen worden gewaardeerd en gerespecteerd. Kinderen spelen samen, leren van en met elkaar, botsen soms en maken het weer goed.
5.1 Diversiteit Op onze bso is er sprake van grote diversiteit. Zowel bij de teamleden als bij de kinderen vinden we veel verschillen in cultuur en achtergrond. Maar er zijn nog veel meer verschillen, zoals verschillen in karakter, leeftijd, sekse, talenten, voorkeuren en ervaring. Net als in de 'echte' samenleving. Kinderen zijn van nature open. Wij proberen dit te behouden door ze te leren om positief om te gaan met diversiteit. Iedereen mag er zijn en iedereen is goed zoals hij is. Wij overleggen veel met de kinderen en hebben respect voor hun mening. Wij confronteren ze vaak met zaken die anders of nieuw zijn om diversiteit bespreekbaar te maken. Verder kijken we ook naar de individuele interesses en vaardigheden van ieder kind en stemmen ons activiteitenaanbod daar op af.
5.2 Samenleving De minisamenleving bso Verne maakt de kinderen ervan bewust dat zij deel uitmaken van een groter geheel en helpt hen manieren te vinden om zich daarbinnen te handhaven. Zij doen er andere ervaringen dan thuis op en leren er met anderen om te gaan, zichzelf te uiten, voor zichzelf op te komen, te luisteren naar anderen en zich in te leven in anderen. In bso Verne betrekken we de kinderen overal bij, van de keuze van activiteiten tot de aankoop van nieuw speelgoed. Tijdens spelmomenten of het eetmoment komen dit soort zaken aan de orde.De pedagogisch medewerksters bieden kaders waarbinnen kinderen mee kunnen denken en dagen de kinderen zo uit om hun eigen mening en ideeën te ventileren. Er is aandacht voor de diverse wensen en meningen en samen proberen we tot een oplossing of compromis te komen. Hierbij komt de discussie over normen en waarden aan bod. Zelfstandigheidcontract De bso stimuleert de zelfstandigheid en zelfredzaamheid van (oudere) schoolkinderen. De kinderen krijgen, aansluitend bij hun leeftijd, meer vrijheden Vanaf acht jaar kan een zelfstandigheidcontract worden afgesloten. Aan de hand hiervan gaat het kind zelfstandig een aantal activiteiten ondernemen. De afspraken die met ouders en kind mogelijk zijn, hangen van de locatie en haar omgeving af. Het contract wordt in nauw overleg met ouders en pedagogisch medewerkers afgesloten op het moment dat het kind er aan toe is. Het is een aanvulling op de eerder getekende opvangovereenkomst en dient in samenhang hiermee gelezen en begrepen te worden.
14
Hoofdstuk 6 Praktische informatie 6.1 Locatiebeschrijving Bso Verne is gevestigd in de Rivierenbuurt in Amsterdam en biedt opvang aan één baisigroep van maximaal twintig kinderen in de leeftijd van vier tot twaalf jaar. We vangen de kinderen op in één verticale stamgroep. Dat wil zeggen dat in die groep elke leeftijd tussen vier en twaalf jaar vertegenwoordigd is. Kinderen vanaf zeven jaar kunnen doorstromen naar locatie de Brug. Op deze locatie worden kinderen vanaf 7 jaar van alle scholen uit de Rivierenbuurt opgevangen. Wij vangen de kinderen op in een vrolijke en gezellig ingerichte caravan die op het schoolplein van basisscholen Meander en de Rivieren staat. We beschikken over een gymzaal (het Viertje) voor activiteiten en vrij spel en ook over een ruime speelplaats waar de kinderen heerlijk buiten kunnen spelen. De ruimtes zijn zo ingericht dat het zowel voor jongens als meisjes leuk is. Zo zijn er gezelschapsspelletjes, is er knutselmateriaal, sportmateriaal en ook gereedschap. Materiaal wordt aangevuld en vervangen als de pedagogisch medewerkers inschatten dat dit nodig is. Kinderen kunnen in de caravan zelfstandig bij de materialen. Kinderen kunnen zich lekker, samen met vriendjes, terugtrekken op de verhoging in de caravan. In het Viertje helpen de pedagogisch medewerkers mee met de materialen aangezien deze in bruikleen zijn van de school. Kinderen kunnen in het Viertje allerlei motorische vaardigheden oefenen.Voor de diverse ontwikkelingsgebieden zijn er materialen. Er zijn afspraken over de materialen en het gebruik van de ruimtes. Opruimen en zorgvuldig omgaan met spullen en niet alleen in het Viertje spelen zijn hier voorbeelden van. Bso Verne is op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag open tussen 15.00 en 18.30 uur. Op woensdag zijn we geopend tussen 12.00 en 18.30 uur. Tijdens vakanties is Verne open tussen 8.30 tot 18.30 uur. In verband met geplande vakantieactiviteiten worden de kinderen geacht om voor 10.00 uur binnen te zijn. Onze kinderen komen van basisschool de Meander en van basisschool de Rivieren. Na schooltijd wordt er eerst gespeeld; dit voornamelijk buiten aangezien locatie Verne daar op gericht is. Kinderen kunnen zo nu en dan in overleg met de pedagogisch medewerkers een vriendje of vriendinnetje meenemen. Jonge kinderen eten in de caravan en de oudere kinderen in het Viertje. Bij mooi weer eten alle kinderen lekker buiten. Na het eten is er tijd voor vrij spel en activiteiten. Het dagschema biedt balans tussen structuur en flexibiliteit. Om de veiligheid van de kinderen op kinderdagverblijven te waarborgen is het ‘4-ogenprincipe’ ingevoerd. Dit betekent dat je elkaar moet kunnen horen of zien. Het doel van het invoeren van het 4-ogen principe is het voorkomen van situaties waarin de gelegenheid bestaat tot het plegen van (seksueel)misbruik bij kinderen in de dagopvang. Omdat de kinderen op de bso weerbaarder zijn verplicht de wet ons niet om het 4-ogen-principe in te voeren voor bso. Toch vindt Partou het goed om ook voorzorgsmaatregelen te nemen op de bso. In principe hebben altijd twee volwassenen (pedagogisch medewerker in combinatie met andere pedagogisch medewerker, stagiaire of locatiemanager) een late dienst en in de vakanties en tijdens extra sluitingsdagen ook een vroege dienst. Op bso Verne wordt veel buitengespeeld. Naast de onderlinge controle en het in- en uit lopen van kinderen en ouders in de caravan, het Viertje en het buitenterrein, hebben ook medewerkers van de scholen 15
toezicht op het buitenterrein. Om invulling te geven aan het 4- ogen principe voegt de locatie Verne tijdens schoolvakanties en extra sluitingsdagen aan het begin en/ of eind van de dag samen met locatie de Brug. Op het moment dat er kinderen op de begane grond zijn, is er altijd een pedagogisch medewerker aanwezig. Vaak is er minimaal één pedagogisch medewerker boven/ buiten en één pedagogisch medewerker op de begane grond. In de vakanties voegen de groepen samen en zijn er vaak twee pedagogisch medewerkers op de begane grond met de kinderen tot er een derde of meer pedagogisch medewerker aanwezig zijn. Zowel kinderen, ouders, pedagogisch medewerker, stagiaire en locatiemanager bewegen zich de gehele dag door het gebouw. Door deze beweging is er veel controle op elkaar.
6.2 Intake Wanneer een kind bij bso Verne is geplaatst, neemt een pedagogisch medewerker contact op met de ouders om een intakegesprek te plannen. Het intakegesprek is bedoeld om ouders te informeren over de dagelijkse gang van zaken en om informatie van de ouders te ontvangen over het kind. Hierbij worden de nodige formulieren ingevuld.
6.3 Wennen Tijdens het intakegesprek wordt afgesproken wanneer ouder en kind kunnen komen wennen en hoe lang het wenmoment duurt. Tijdens het wennen is het prettig als een ouder beschikbaar is, zodat als het wennen niet zo goed gaat, zij of hij het kind weer kan ophalen. Kinderen komen vóór de daadwerkelijke ingangsdatum van het contract kosteloos wennen op de groep. Het verloop van het wennen bepaalt hoe vaak en hoe lang het kind komt wennen met of zonder een ouder. De pedagogisch medewerkers zorgen ervoor dat de kinderen vertrouwd raken met de locatie en de groep. Kinderen krijgen een rondleiding en worden voorgesteld aan de andere kinderen tijdens het eten. Zij krijgen te horen hoe de dag verloopt en wat ze mogen en kunnen op de loactie. De andere kinderen in de groep worden betrokken bij het wennen en mogen bijvoorbeeld de riondleiding geven of wat vertellen over bso Verne. De wenperiode duurt in de regel vier dagen en wordt bij voorkeur binnen één week afgerond. 6.4 Brengen en halen Omdat bso Verne gevestigd is op het schoolplein van de basisscholen die we bedienen, is er met de scholen afgesproken dat de oudere kinderen zelf naar de bso mogen komen. De leerkrachten van de kinderen nemen de kinderen mee tot aan de deur en laat de kinderen over het schoolplein naar de opvang lopen. Daar wacht een pedagogisch medewerker de kinderen op. Op een lijst wordt de aanwezigheid van de kinderen genoteerd. Kinderen in de wenperiode en de jongere kinderen worden wel afgehaald door een pedagogisch medewerker. De kinderen kunnen tot 18.30 uur worden afgehaald. Daarbij is sprake van een korte overdracht. Wij verzoeken de ouders en kinderen om zich persoonlijk af te melden bij de pedagogisch medewerker. Zo houdt deze het overzicht over wie er weg is en wie nog niet. Er mag in het centrum tijdens het brengen en halen geen meegebracht eten of drinken genuttigd worden. Er mag ook niet worden gerookt 6.5 Overgangen Er is binnen bso Verne geen sprake van overgang naar een andere groep. Oudere kinderen (7+) mogen over gaan naar Kidsclub de Brug. De kinderen gaan tijdens vakanties en extra sluitingsdagen regelmatig naar de Brug, vandaar dat de oudere kinderen vaak al gewend zijn op de Brug waardoor een overgang soepel verloopt. Bij een overgang kan een kind indien
16
wenselijk een aantal dagen mee draaien op de Brug. De pedagogisch medewerkers van Verne en de Brug hebben een overdracht, ouders krijgen een exitgesprek op Verne en een intakegesprek op de Brug.
6.6 Afscheid Op het moment dat een kind de locatie verlaat, is er een eindgesprek met de ouders. Daarnaast nemen we altijd op een persoonlijke manier afscheid van het kind. Het kind krijgt een afscheidscadeautje en het mag samen met de pedagogisch medewerkers bepalen hoe het afscheid verloopt. De datum wordt gepland in overleg met de ouders.
6.7 Eten Partou volgt de voedingsvoorschriften van de GGD en het voedingscentrum. Er zijn vijf ‘spelregels’ volgens de schijf van 5 die samen de rode draad vormen als het gaat om gezonde voeding. 1. Eet gevarieerd. 2. Eet volop groente, fruit en brood 3. Eet weinig producten met verzadigd vet 4. Eet niet te veel. 5. Eet veilig (voedselhygiëne). We houden zoveel mogelijk rekening met de voedingsgewoonten van het kind. We bieden zo min mogelijk suiker aan. Als een kind een bepaald dieet volgt, kijken we met de ouders of de bso de voedingsmiddelen aanschaft of dat de ouders de voedingsmiddelen zelf meegeven. Veel ouders kunnen de kosten van dieetvoeding declareren bij hun ziektekostenverzekering. Wilt u de voeding zelf aanschaffen, dan kunt u dit aan de pedagogisch medewerker doorgeven. Bij bso Verne eten de kinderen na school wat brood en crackers. De oudere kinderen mogen maximaal twee boterhammen en twee crackers, de jongere kinderen mogen maximaal één boterham en twee crackers. Hierbij geldt dat daarbij minstens één keer hartig beleg gegeten wordt. Tegen 16.30 uur krijgen de kinderen fruit of als er iemand jarig is een traktatie. Speciale voedingsgewoontes houden we bij in het logboek en op de voedingslijst.
6.8 Rituelen Bij bso Verne vieren wij de verjaardagen van de kinderen en een aantal traditionele feestdagen zoals Sinterklaas. Alle kinderen krijgen van ons op hun verjaardag een kleinigheidje. Het is aan de ouders om eventueel voor een traktatie zorgen. Daarbij geven wij de voorkeur aan een gezonde traktatie. Tijdens traditionele feestdagen passen wij onze activiteiten aan, bijvoorbeeld een knutsel- of spelactiviteit in het kader van die feestdag. Regels en afspraken Bij bso Verne hebben we basisregels die voor iedereen gelden. We hebben bijvoorbeeld afgesproken dat we elkaar niet pesten en dat we respect hebben voor elkaar, dat we elkaar helpen of om hulp vragen wanneer dat nodig is, dat we het schoolplein niet verlaten, dat niemand weggaat zonder dat bij de pedagogisch medewerker te melden, enzovoort. 17
6.9 Basisgroep verlaten Er zijn in vakanties en bij opvang tijdens extra sluitingsdagen van de scholen momenten waarop de kinderen van Verne hun basisgroep verlaten. Tijdens genoemde dagen worden de kinderen op de Brug gebracht en/ of opgehaald. ‘ s Ochtends in de vakantie, als nog niet alle kinderen er zijn, worden de kinderen van twee of meer basisgroepen gezamenlijk ontvangen. Of aan het eind van de dag, als veel kinderen al zijn opgehaald. Soms worden er gezamenlijke activiteiten georganiseerd waaraan alle kinderen kunnen meedoen zoals een voorstelling, de viering van een feest of een uitstapje. Op de buitenspeelplaats van Kidsclub de Brug spelen meerdere groepen tegelijk. Tijdens de vakanties is het tevens mogelijk dat kinderen van Verne samengevoegd worden met kinderen van de Brug. Structureel samenvoegen
Op de dagen dat er structureel (al een paar weken) minder kinderen zijn voegen we locaties samen. Het zijn vaak de woensdagen, vrijdagen en schoolvakanties. Uiteraard houden we ons ook op die momenten aan de wettelijke richtlijnen voor het aantal pedagogisch medewerkers per groep. U wordt hier over geïnformeerd. Op woensdagen voegt bso Verne samen met de Petteflet. Tijdens schoolvakanties en extra sluitingsdagen voegt bso Verne samen met de Brug. Dit kan gaan om het begin en/ of einde van de dag. Locatie Verne heeft daarbij vaak zijn eigen programma maar heeft tevens gezamenlijke activiteiten met de Brug. Op het vakantieprogramma dat u als ouder ontvangt staat het programma vermeld en weet u waar us kind(eren) gehaald en/ of gebracht kan worden. Uitstapjes
Bso Verne zorgt voor adequaat toezicht bij uitstapjes. De minimale pedagogisch medewerker-kind ratio is voor lang niet voor alle uitstapjes voldoende. Risico’s zijn afhankelijk van leeftijd, soort uitstapjes (dicht bij huis/verder weg) en vervoermiddel. Risico’s worden van tevoren ingeschat en er worden voldoende pedagogisch medewerkers ingeroosterd. Dicht bij huis In de buurt van de locatie, op loopafstand voor begeleiders en/of kinderen. Grotere kinderen lopend of fietsend.Deze uitstapjes kunnen met alle leeftijdsgroepen worden ondernomen.De pedagogisch medewerkers hoeven dit niet te melden bij de locatiemanager.Begeleiding minimaal twee personen. Verder weg Niet op loopafstand voor de kinderen. 4-12 jarigen: deze leeftijdsgroep gaat vaak verder weg (m.n. in de vakantie).Voor uitstapjes verder weg:Alleen met toestemming van de locatiemanager.Begeleiding minimaal twee personen. Dit alles maakt de opvang leuk en gevarieerd. 6.10 Ziekte van het kind en ongevallen Wanneer een kind ziek is (of om een andere reden dagje thuisblijft) dienen ouders dat zo snel mogelijk te melden aan de groep. Als een kind tijdens het verblijf op de bso ziek wordt, bellen we de ouders. Soms kijken we het eerst even aan. We overleggen met de ouders of het kind moet worden opgehaald. Doorslaggevend is hoe het kind zich in de groep gedraagt. Bij besmettelijke ziekten volgen wij het advies en de richtlijnen van de GGD. Deze staan beschreven in het stuk ‘gezondheidsrisico’s in een basisschool of buitenschoolse opvang’
18
van het Landelijk centrum Hygiëne en Veiligheid. Ongevallen/calamiteiten Wanneer een kind binnen de bso letsel oploopt, neemt de pedagogisch medewerker contact op met de ouders en meldt het voorval bij de locatiemanager. In dergelijke situaties maken wij gebruik van het ‘Registratieformulier ongevallen’. Er is altijd minimaal één leidster met een diploma bedrijfshulpverlening aanwezig op de bso. Deze heeft bij ernstige calamiteiten of ongelukken de leiding. Bij ernstige ongevallen worden ouders altijd gebeld. Bij twijfel wordt een hulpverlenende instantie ingeschakeld. Jaarlijks doen wij een ontruimingsoefening. Medicijnbeleid Medicijnen, één of twee keer daags, worden niet op de bso gegeven. De pedagogisch medewerkers geven alleen medicijnen, als dit echt noodzakelijk is. Ouders vragen van tevoren aan arts/apotheek of het medicijn één of tweemaal daags (dus thuis) toegediend kan worden. Medicijnen zijn voorzien van de duidelijk leesbare naam van het kind op de directe verpakking. Medicijnen zijn voorzien van (een kopie van) de bijsluiter. Ouders informeren de bso over medicijnen, die thuis ingenomen worden. Ouders vullen een standaardformulier in met de belangrijkste vragen over het medicijngebruik. Ouders zijn verplicht om vooraf met de vaste pedagogisch medewerkers van hun kind te overleggen over toediening van nieuwe medicijnen. Indien nodig bespreken de pedagogisch medewerkers eerst met de locatiemanager of de toediening van een medicijn verantwoord is. Ouders blijven altijd zelf verantwoordelijk voor de gevolgen van het toegediende medicijn. 6.11 Ruilen van dagen Alle vestigingen van Partou hebben dezelfde mogelijkheden voor het ruilen van opvangdagen. Ouders die op vaste dagen opvang afnemen, kunnen een opvangdag omruilen. Dan maken ouders vooraf (een schriftelijke) afspraak met de groepsleiding of de locatiemanager. Ruilen van een dag kan alleen binnen dezelfde week en alleen als de groepsgrootte dat toestaat. Voor een ziektedag van uw kind of indien een nationale feestdag op een opvangdag valt, kunt u geen ruildag aanvragen. 6.12 Afnemen extra dag In overleg met de pedagogisch medewerkers kunnen ouders een dag extra afnemen. Dit kan alleen als de bezetting van de groep dat toelaat en na overleg met de pedagogisch medewerkers. Op de dag zelf moet een ‘extra opvangdag formulier’ ingevuld en ondertekend worden. De volgende maand wordt deze extra dag doorbelast via de maandfactuur. 6.13 Sluitingsdagen Tijdens het intakegesprek krijgen de ouders een overzicht van de jaarlijkse sluitingsdagen mee. Deze sluitingsdagen gelden voor de hele organisatie en kunnen niet worden geruild. Voor extra sluitingsdagen van scholen en schoolvakanties wordt een maand van tevoren een intekenlijst opgehangen. Er wordt bekend gemaakt of er extra betaald dient te worden voor een extra sluitingsdag. Intekenlijsten worden een week van tevoren weggehaald. Dan wordt er bekeken hoeveel kinderen er komen en wordt het rooster voor de betreffende dag of vakantieweek gemaakt. Indien een kind niet is ingeschreven kan het kind niet komen. Het is 19
van belang dat ouders ook voor vakanties hun kinderen inschrijven zodat het programma door kan gaan en er voldoende pedagogisch medewerkers worden ingezet. Het kan bij extra sluitingsdagen of tijdens een vakantie voorkomen dat er wordt samengevoegd met een andere locatie in de Rivierenbuurt. Het betreft hier de Brug, Petteflet en Waterval. De ouders worden hier van tevoren van op de hoogte gebracht middels de e-mail, een sms of via de intekenlijst.
6.14 Veiligheid en gezondheid Partou kindercentra voeren een beleid dat de veiligheid en gezondheid van de kinderen zoveel mogelijk waarborgt. De wet Kinderopvang beschrijft aan welke wettelijke voorwaarden een kindercentrum moet voldoen op het gebied van veiligheid en gezondheid. Jaarlijks wordt er toezicht uitgevoerd door de GGD inspectie Kinderopvang. De GGD brengt een rapport uit, dat op de locatie te lezen is. Risico-inventarisatie Bij Verne voeren we jaarlijks een risico-inventarisatie uit op veiligheids- en gezondheidsrisico’s die de opvang van kinderen met zich meebrengt. Thema's zijn: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verstikking, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden, ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. De oudercommissie brengt advies uit op het gevoerde beleid ten aanzien van de risicoinventarisaties en de plannen van aanpak. De GGD controleert de naleving van de afspraken die uit de risico-inventarisatie voortvloeien. De rapporten zijn ter inzage op de locatie. Veiligheids- en gezondheidsregels - Zoekraken of kapot gaan van meegenomen, eigen speelgoed is voor risico van de ouders. - Let er bij het binnenkomen en weggaan op dat de buitendeur en de schoolhekken goed gesloten zijn en laat geen onbekenden mee naar binnen lopen. - Bij regen vragen wij iedereen om de voeten te vegen op de inloopmat. Zo voorkomen we dat de vloer nat en glad wordt. - Huisdieren zijn niet toegestaan in de kindercentra, ook niet 'eventjes' tijdens het halen en brengen van kinderen. - Roken is op het schoolterrein en bij Verne en het Viertje niet toegestaan.
6.15 Teambeschrijving Het team van bso Verne bestaat uit drie pedagogisch medewerkers. Twee van hen werken twee dagen en één van hen werkt tijdens schoolweken vier en in vakantieweken vijf dagen. Zij kunnen worden bijgestaan door stagiairs. Het team wordt ondersteund door de locatiemanager. Deze is eindverantwoordelijk voor het reilen en zeilen op bso Verne. Bij afwezigheid van de locatiemanager wordt er een plaatsvervanger ingeschakeld. De plaatsvervanger is de locatiemanager van de Petteflet of de Waterval. In geval van afwezigheid van een pedagogisch medewerker zoeken wij vervanging binnen de vaste flexpool van Partou. Deze invallers zijn bij Partou in dienst en ondersteunen de werkwijze van Partou.
20
Personeel-kind ratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 pedagogisch medewerker per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 pedagogisch medewerker per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. OF De verhouding tussen het aantal pedagogisch medewerker en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 pedagogisch medewerker en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Op bso Verne werken we met mentorschap. Elk kind heeft een vaste mentor. De mentor wordt uw eerste aanspreekpunt en voert de oudergesprekken. Zij volgt de ontwikkeling van uw kind met bijzondere aandacht. Dat is fijn voor het kind en prettig voor u, omdat u mag verwachten dat de mentor altijd goed op de hoogte is van uw kind. U hoort bij het intakegesprek wie de mentor van uw kind is. Gezien de grootte van de locatie kennen de vaste pedagogisch medewerkers overigens alle kinderen. Plaatsvervanger en achterwacht bij calamiteiten Er is een plaatsvervanger voor de locatiemanager die u te woord kan staan en uw vragen kan beantwoorden wanneer hij/zij er niet is. De naam van de plaatsvervanger staat op het formulier ‘belangrijke telefoonnummers’ dat in de caravan en het Viertje hangt. Over het algemeen is dit de locatiemanager van de Waterval of de Petteflet. Er is ook een achterwacht geregeld. Een achterwacht is een volwassen persoon, die in geval van nood binnen 15 minuten ter plaatse kan zijn. Over het algemeen is dit een pedagogisch medewerker van de Brug of de Petteflet. Diploma’s en Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) Alle pedagogisch medewerker die bij ons werken, hebben minimaal een van de MBO opleidingen afgerond die genoemd worden in de CAO kinderopvang (minimaal MBO-3). Naast de vaste pedagogisch medewerkers werken ook pedagogisch medewerkers in opleiding op de groepen. Elke medewerker die in contact komt met kinderen is in het bezit van een VOG. Omgaan met inzet pedagogisch medewerkers in opleiding Partou is een leerbedrijf en werkt in het kader van de wet ‘Educatie beroepsonderwijs’ samen met diverse opleidingsinstituten. Op elke groep is er in principe een leerwerkplek beschikbaar. Een leerplaats kan worden ingevuld door een Beroeps Begeleidende Leerweg (BBL) stagiair of een Beroeps Opleidende Leerweg (BOL) stagiair. Beide leerwegen leiden op voor hetzelfde diploma. BOL stagiaires hebben een praktijkovereenkomst. Zij volgen een voltijds opleiding en lopen stage. Een BOL stagiaire wordt niet ingezet als beroepskracht, maar is extra op de groep. De BOL stagiaire wordt tijdens de stageperiode op de werkplek begeleid door de praktijkbegeleider.
21
BBL stagiaires hebben een arbeidsovereenkomst (beroepspraktijkovereenkomst). Zij leren vooral in de praktijk en gaan één dag per week naar school. Een BBL stagiair kan tijdens het opleidingstraject geleidelijk als volwaardige beroepskracht ingezet worden. Bij Partou worden de BBL stagiaires de eerste drie maanden van de opleiding altijd boventallig ingezet. Na een positieve beoordeling op basis van de informatie van de opleiding en de praktijkbegeleider kan de BBL stagiaire na drie maanden deels als beroepskracht ingezet worden. Dit wordt op basis van beoordeling tijdens het opleidingstraject geleidelijk uitgebreid naar volledige inzetbaarheid als beroepskracht. De beoordelingen en afspraken over inzetbaarheid worden altijd schriftelijk vastgelegd. De BBL stagiair wordt gedurende de opleiding op de werkplek begeleid door de praktijkbegeleider.
6.16 Oudercommissie Alle kindercentra van Partou hebben een oudercommissie. De locatiemanager is de eerste gesprekspartner voor de oudercommissie. Het reglement Oudercommissie Kindercentrum en het reglement Centrale Oudercommissie beschrijven regelingen en afspraken waarbinnen de medezeggenschap bij Partou uitgevoerd wordt op lokaal en centraal niveau. De oudercommissie bepaalt haar eigen werkwijze en legt dit vast in een huishoudelijk reglement. De oudercommissie is bevoegd gevraagd en ongevraagd te adviseren over de onderwerpen waarop de oudercommissie adviesrecht heeft. De oudercommissie van Verne bestaat uit minimaal twee ouders, bij voorkeur zijn zowel ouders van de Rivieren als van de Meander vertegenwoordigd. De oudercommissie houdt zich bezig met beleidszaken die van belang zijn voor de ouders en overlegt over alles wat kan bijdragen aan een goede opvang van alle kinderen. Er wordt minimaal 4 keer per jaar vergaderd. Deze vergaderingen zijn openbaar. De oudercommissie is bereikbaar via
[email protected].
6.17 Klachtenbeleid Ondanks onze inspanningen om de opvang van de kinderen naar wens te laten verlopen is het mogelijk dat er een keer onvrede ontstaat. In dat geval willen wij dat graag horen. Partou ziet de opvang van de kinderen als een samenspel tussen ouders, kind en onze organisatie. Door goed naar ouders te luisteren weten wij wat u belangrijk vindt en kunnen wij onze dienstverlening daarop afstemmen. Wij gaan er van uit dat ouders kritiek uiten vanuit een sterke betrokkenheid en de wens om de situatie te verbeteren. In geen enkel geval moeten ouders de indruk krijgen dat een klacht negatieve invloed heeft op de opvang van hun kinderen. Ouders kunnen hun klacht aan iedereen binnen onze organisatie kenbaar maken. Degene die de klacht in ontvangst neemt zal zorgen dat deze op de goede plek terechtkomt en wordt opgevolgd. Ouders en oudercommissies kunnen ook kiezen voor de externe route: die van de klachtencommissie. Dat kunnen zij meteen doen, maar ook als de interne route onbevredigend is afgesloten. Partou heeft zich aangesloten bij een onafhankelijke klachtencommissie. Daarmee is een onafhankelijke behandeling van klachten gewaarborgd. Partou betaalt het lidmaatschap en onze klanten kunnen vertrouwen op een zorgvuldige en deskundige klachtenafhandeling. Op onze locaties zijn folders verkrijgbaar. Klachten over de totstandkoming of de uitvoering van de overeenkomst tussen de klant en Partou kunnen, na de interne klachtenroute, worden voorgelegd aan de Geschillencommissie. In tegenstelling tot de uitspraak van de klachtencommissie is de
22
uitspraak van de Geschillencommissie bindend. In de algemene voorwaarden van Partou staan de procedures die deze commissie hanteert. Het klachtenbeleid van Partou is ter inzage beschikbaar op elke locatie. Het klachtenbeleid voor Oudercommissies is terug te vinden in het klachtenbeleid van Partou. De klachtencommissie voor oudercommissies is te bereiken via de Klachtencommissie Kinderopvang, zie onderstaand adres. Adressen Partou Coördinator klachtenafhandeling Postbus 22070, 1100 CB Amsterdam Telefoon: (020) 398 61 00 Klachtencommissie Kinderopvang, Ambtelijk secretariaat Postbus 21, 3738 ZL Maartensdijk Telefoon: (0900) 0400034 Geschillencommissie Kinderopvang www.sgc.nl
6.18 Kwaliteitsbeleid en certificering Binnen de wettelijke voorschriften voert Partou een eigen kwaliteitsbeleid. Wij werken met een identificeerbaar kwaliteitssysteem. Dit bestaat uit een (digitaal) kwaliteitshandboek met bijbehorende bijlagen. Onze werkwijze – volgens vastgestelde protocollen en gedetailleerde werkinstructies – stelt ons in staat om alle bedrijfsprocessen optimaal te controleren en zo nodig te verbeteren. Bovendien geeft onze manier van werken de ouders extra garanties op kwaliteitsgebied. Partou is met ingang van 1 januari 2010 ook formeel HKZ en ISO 9001 gecertificeerd. Daarmee is ook het externe toezicht op de werking van ons kwaliteitssysteem gewaarborgd. Dit pedagogisch werkplan is onderdeel van dit kwaliteitssysteem.
23
Hoofdstuk 7 Jaarplan 2012 7.1 Terugblik 2011 Het team van bso Verne biedt een goede pedagogische kwaliteit. Het concept van de Kindercaravan is nieuw leven ingeblazen en de pedagogisch medewerkers hebben de cursus Kindercaravan Coach afgerond. Mede hierdoor spelen de kinderen nog meer buiten. Het activiteitenaanbod is uitgebreid en verbeterd. Er zijn elke dag leeftijdsgerichte activiteiten en er zijn meer uitstapjes tijdens de vakantieperiodes. Verder is er is een kinderraad opgericht. De caravan is aangepast op gebied van veiligheid en gezondheid. Zo is er nu een helder ventilatieprotocol en er is een nieuwe verwarming geplaatst. Door een nieuw raam in de vluchtdeur is het nu ook lichter in de caravan. De samenwerking met basisscholen de Meander en de Rivieren verloopt goed. Er wordt veel gebruik gemaakt van de gymzaal in het Viertje waar tevens de toiletten zijn. Hierdoor is er een goed overzicht op de kinderen. De werkprocessen zijn sterk verbeterd. Er is nu voor ieder kind een dossier aangelegd, intakes worden tijdig gepland, observaties worden jaarlijks gedaan en de oudergesprekken jaarlijks gevoerd.
7.2 Vooruitblik 2012 In de komende periode willen we de ingezette verbeteringen bestendigen. We willen extra aandacht aan het activiteitenaanbod voor oudere kinderen besteden. Zo hebben we nu een plan om een hek te plaatsen achter de caravan, zodat er een afgeschermd gedeelte komt waar vooral oudere kinderen hun eigen plekje kunnen creëren. Wij gaan de krachten bundelen met de andere locaties van Partou in de Rivierenbuurt. Zo kunnen we gezamenlijke acties ondernemen en ideeën, activiteiten en personeel uitwisselen. Wij willen hier ook scholen en ROC's bij betrekken. Op deze manier hopen we ons nog meer te kunnen onderscheiden van andere buitenschoolse opvang locaties.
24
Hoofdstuk 8 Jaarplan 2013 8.1 Terugblik 2012 In 2012 zijn de ingezette verbeteringen bestendigd. Middels het klanttevredenheidonderzoek (KTO) is met een score van 8.6 de tevredenheid en het aanbod bevestigd door de klanten. In vakanties is er samengewerkt met locatie de Brug. Er hebben gezamenlijke activiteiten plaatsgevonden en het vierogenbeleid is uitgevoerd. In 2012 is er een start gemaakt met het structureel aanbieden van activiteiten. Er is een wekelijkse activiteitenplanning. Het aanbod in spel- en knutselmaterialen is uitgebreid en vernieuwd. Leerlingen van het ROC hebben in 2012 wekelijks een sport- en spelactiviteit georganiseerd in het kader van hun opleiding PW (Pedagogisch Werk). In 2012 is er bewust gekozen om niet te werken met een vaste PW stagiaire. In 2012 is de keuken van het Viertje in gebruik genomen. Hier wordt gegeten met de oudere kinderen en tevens geknutseld bij slecht weer. 8.2 Vooruitblik 2013 - Oudere kinderen van bso Verne kunnen doorstromen door naar Kidsclub de Brug. Vanaf maart 2013 zullen de kinderen van de Rivieren door een pm van de Brug opgehaald worden. Dit zal worden gecombineerd met de Meander. De kinderen zullen in overleg met de ouders gefaseerd en in groepjes over gaan. - De Montessoritraining van 2012 wordt voortgezet. Ruimtes en materialen worden zo ingericht en opgesteld zodat de kinderen zelfstandig aan de slag kunnen. Regels en werkwijze wordt verder aangescherpt. Houding richting de kinderen en de Montessorivisie blijft agendapunt tijdens teamvergaderingen. Er is ondersteuning vanuit de afdeling ‘ontwikkeling en kwaliteit’ bij de verdere implementatie van de montessoriwerkwijze. Indien nodig zal de inhoud van de locatiegids hierop aangepast gaan worden. - Samenwerking ander locaties: gedurende de vakanties vinden er gezamenlijke activiteiten plaats op de Brug voor de Waterval en Verne - Open dag organiseren: in mei wordt er een open middag/avond georganiseerd voor de locaties van Partou in de Rivierenbuurt (Pluk, Petteflet, Torteltuin, Stampertjes, Waterval, Verne en de Brug) - GGD voldoende: in 2013 zal een terugkoppeling komen vanuit het Stadsdeel betreft de laatste inspectie vanuit de GGD - Bezetting verhogen/ creëren van jongere kindplekken: betere doorstroom van Verne naar de Brug, activiteitenaanbod, PR, open dag, contacten scholen, concurrenten - Website: uptodate houden, activiteitenaanbod naar voren brengen, foto’s toevoegen - NCKO (Nederlands Consortium Kinderopvang Onderzoek): de pedagogische kwaliteit op het gebied van ‘de leefomgeving’ en ‘de interactievaardigheden met kinderen’ wordt gemeten en waar nodig worden verbeterpunten opgesteld en aangepakt. - Viertje: de schoonmaak en het opknappen afstemmen met de Rivieren
25