LOCATIEGIDS 2012 – 2014
Pedagogische en praktische informatie van KDV de Regenboog Integraal kindcentrum
LOCATIEGIDS DE REGENBOOG 2012 - 2014
Integraal kindcentrum de Regenboog Klipgriend 3 1354 GA Almere Tel: (06) 10781295
Juni 2012
2
LOCATIEGIDS IKC DE REGENBOOG 2012 - 2014 Voorwoord Hoofdstuk 1 - Partou Pedagogiek in de Regenboog 1.1 Hoe vertalen wij Partou Pedagogiek in de praktijk? 1.2 Partou heeft vier doelen. Hoe ziet u die terug in de praktijk? Hoofdstuk 2 - Educatie en de stimulering van de ontwikkeling 2.1 Stimulering van de ontwikkeling 2.2 Educatie Hoofdstuk 3 - Volgen en signaleren 3.1 Observatielijsten 3.2 Signalering 3.3 Betrekken ouders 3.4 Samenwerking met omgeving Hoofdstuk 4 - Samenwerking met ouders 4.1 Informeren en adviseren 4.2 Ouderbetrokkenheid Hoofdstuk 5 - Diversiteit en samenleving 5.1 Diversiteit 5.2 Samenleving Hoofdstuk 6 - Praktische informatie 6.1 Locatiebeschrijving 6.2 integraal kindcentrum 6.3 Intake 6.4 Wennen 6.5 Brengen en halen 6.6 Overgangen 6.7 Afscheid 6.8 Eten, drinken en slapen 6.9 Rituelen 6.10 Uitstapjes 6.11 Ziekte van het kind en ongevallen 6.12 Ruilen van dagen 6.13 Afnemen extra dag 6.14 Sluitingsdagen 6.15 Veiligheid en gezondheid 6.16 Teambeschrijving 6.17 Oudercommissie 6.18 Klachtenbeleid Hoofdstuk 7 - Jaarplan 2012 7.1 Terugblik 7.2 Vooruitblik
4 5 5 6 7 7 8 9 9 9 10 10 11 11 11 12 12 12 13 13 13 14 14 14 14 15 15 16 16 17 17 18 18 18 19 21 21 23 23 23
3
Voorwoord Voor u ligt de locatiegids van integraal kindercentrum de Regenboog. Deze gids is de lokale en concrete uitwerking van het pedagogisch beleidsplan Partou Pedagogiek. U vindt hierin ook praktische informatie over onze locatie. Hoofdstukken 1 tot en met 5 gaan over de pedagogiek op onze locatie. In hoofdstuk 6 staat alle praktische informatie. Helemaal achterin de locatiegids, in hoofdstuk 7, vindt u tot slot een jaarplan. Daarin beschrijven we per jaar aan welke verbeterpunten en prioriteiten we extra aandacht besteden. We hopen met deze locatiegids duidelijkheid te geven over hoe wij werken én waarom wij daarvoor kiezen. Als u nog vragen heeft, aarzel niet en stap op onze medewerkers af. Het team van de Regenboog
4
Hoofdstuk 1 Partou Pedagogiek in IKC de Regenboog Hoe kindercentrum de Regenboog inhoud geeft aan de Partou Pedagogiek wordt zichtbaar in het handelen van pedagogisch medewerkers, de inrichting van een uitdagende speelleeromgeving en activiteiten. Onze activiteiten zijn zeer divers en gebaseerd op de leeftijdsfase en de interesses van de kinderen. De Regenboog heeft een eigen ‘kleur’, want Partou hecht aan maatwerk. Onze locatie maakt haar keuzes op basis van de buurt, de doelgroep en de locatievisie. De Regenboog biedt opvang voor alle kinderen, ongeacht hun afkomst of achtergrond. We willen een aantoonbare toegevoegde waarde leveren voor de (talent)ontwikkeling van kinderen en een partner zijn in de opvoeding van kinderen voor ouders. De regenboog biedt een warme, veilige en stimulerende omgeving waarin kinderen spelenderwijs hun mogelijkheden en capaciteiten kunnen ontwikkelen. Je mag bij ons jezelf zijn en je in je eigen tempo ontwikkelen. Elk kind is immers anders. Ons streven is om alle kinderen genoeg ‘bagage’ mee te geven dat ze een soepele overstap naar de basisschool kunnen maken.
1.1 Hoe vertalen wij Partou Pedagogiek in de praktijk? Educatie en stimulering van de ontwikkeling In kindercentrum De Regenboog gaan we werken met een VVE-programma. Welk programma dit is, is nog niet bekend. Partou zoekt samen met de leerkrachten van de onderbouw van PCB de Regenboog naar een programma dat past bij de populatie van de school en de hoge doelen die de school heeft. Ook bij baby’s vinden wij het stimuleren van taal belangrijk; tijdens het verzorgen worden alle handelingen benoemd, dit zijn je voetjes, daar gaan je sokken aan, even je gezicht schoon maken, je gaat lekker slapen. Maar ook het stimuleren van zelf op de commode klimmen, sokken uittrekken, samen een puzzel maken zijn leuke leermomenten voor kinderen. Volgen en signaleren Wij zien het als onze taak zo vroeg mogelijk stagnaties in de ontwikkeling te signaleren. Wij maken gebruik van vaste observatie momenten waarbij we ons niet alleen richten op de taal maar op de totale ontwikkeling. Door tijdig te signaleren kunnen wij kind en ouders ondersteunen en daar waar mogelijk adviseren over andere opvoedkundige instanties die vragen over de ontwikkeling onderzoeken. Ook daar waar het nog niet zo duidelijk is. Zo hebben we regelmatig contact met de wijkverpleegkundigen van het consultatiebureau. Wij vinden dat elk kind recht heeft op een zo optimaal mogelijke begeleiding, ook als de ontwikkeling "anders"verloopt. Samenwerking met ouders Een goed contact met ouders en regelmatig overleg vormt de basis voor de samenwerking. Wij zien onszelf als partners in de opvoeding en houden u als ouders op de hoogte van de ontwikkeling van uw kind in het kindercentrum. Diversiteit en samenleving In kindercentrum de Regenboog zijn alle kinderen en ouders welkom. Ook het team is zeer divers. Wij hebben een voorbeeldfunctie voor de kinderen. Zij zien hoe wij als volwassenen met elkaar omgaan en leren daarvan. Wij leren kinderen naar elkaar luisteren, het goed
5
maken als je ruzie hebt, op je beurt wachten en elkaar niet pesten of uitlachen. Kinderen leren zo wat een goede manier is om met elkaar om te gaan en zorg te hebben voor elkaar.
1.2 Partou heeft vier doelen. Hoe ziet u die terug in de praktijk? Sociale veiligheid Wij willen dat kinderen zich bij ons veilig en vertrouwd voelen. Wij bieden veiligheid door regels en structuur. Kinderen weten wat de vaste momenten van de dag zijn. Herhaling geeft kinderen houvast. Alle vaste momenten van de dag worden aangeduid door middel van liedjes. Bijvoorbeeld goede morgen, aan tafel, smakelijk eten. Wij geven kinderen ook veiligheid door als teamleden alle kinderen te kennen. Ontwikkeling van sociale competentie Wij geven het goede voorbeeld, omdat kinderen sociaal gedrag onder andere leren door te zien hoe volwassenen met elkaar omgaan. Daarnaast is de groep belangrijk, want kinderen leren ook van en met elkaar. Je leert op je beurt wachten, speelgoed delen en ruzies oplossen. Ook is er speelmateriaal waarbij kinderen kunnen kiezen om naast elkaar of juist met elkaar te spelen. Je kunt bijvoorbeeld allebei met duplo spelen, maar je kunt ook samen een toren bouwen. Ontwikkeling van persoonlijke competentie Kinderen krijgen bij ons de ruimte om zelf te ontdekken. De inrichting en het spelmateriaal geven de kinderen de gelegenheid in hun spel ervaringen op te doen. Wij bieden een gestructureerd programma aan, gericht op het verwerven van taal en cognitieve vaardigheden, zoals beginnend rekenen. We werken op de Regenboog met Human Dynamics. Hierbij gaan we uit van de dynamieken en talenten van zowel pm-ers als kinderen. Met Human Dynamics willen we de talenten van kinderen zo vroeg mogelijk herkennen en erkennen met als doel dat alle kinderen alle kansen krijgen om zich zo optimaal mogelijk te ontwikkelen. Human Dynamics laat zien dat kinderen verschillende communicatie- en relatiebehoeftes hebben, hier houden we rekening mee en we spelen hierop in. Overdracht van waarden en normen Wij leren kinderen hoe je met elkaar kunt omgaan. Dat doen wij door regels te maken en kinderen hierover uitleg te geven. Regels en afspraken geven de kinderen houvast.
6
Hoofdstuk 2 Educatie en de stimulering van de ontwikkeling Kinderen willen de wereld om zich heen ontdekken. Wij creëren een uitdagende omgeving, zodat kinderen nieuwe dingen leren en vaardigheden opdoen. Een goede omgeving voldoet volgens ons aan een aantal voorwaarden. De omgeving is veilig en biedt structuur, is stimulerend en betekenisvol. Betekenisvol betekent in onze ogen zoveel mogelijk herkenbaar materiaal, in de huishoek hebben we "echte "materialen en proberen we al kleine rollenspellen te stimuleren. Bij Partou stimuleren we de brede ontwikkeling van kinderen. Denk aan lichamelijke ontwikkeling, ontwikkeling van identiteit en zelfredzaamheid, cognitieve, creatieve en taalontwikkeling en morele en sociale ontwikkeling. Wij willen in kindercentrum de Regenboog daarvoor de voorwaarden scheppen. Enkele voorbeelden: • Er is veel aandacht voor taal. Er wordt elke dag voorgelezen en met de kinderen gezongen. Er wordt gedurende de dag veel met de kinderen gepraat. Het werken met de thema’s uit het VVE programma geeft richting aan het taalaanbod. Hierbij werken we nauw samen met de leerkrachten van de Regenboog. • De groepsruimten zijn ingericht met hoeken: een bouwhoek, poppenhoek, knuffelhoek en een leeshoek. • Tijdens buitenspelen ontdekken de kinderen weer andere dingen. Op de speelplaats komt een grote zandbak. We halen fietsjes uit het berghok en de kinderen kunnen hun energie kwijt met rennen, fietsen en springen. Tevens ontdekken we veel in onze nog aan te leggen moestuin, wat groeit en bloeit daar, hoe groot wordt het, wat kun je eten, hoe smaakt het? • Structuur is belangrijk voor kinderen. Herkenbaarheid en herhaling geeft een gevoel van veiligheid. Er wordt dus op vaste tijden gegeten, geslapen en activiteiten gepland. Kinderen herkennen dit al snel. De groepsruimte is een veilige haven voor hen. • Baby’s leren van de andere oudere kinderen om zich heen, wat doen zij? Wat zeggen zij? Hoe doen zij dat? • We werken met verticale groepen, hierdoor is er veel behoefte aan verschillende speelplekken en activiteiten. Onze pedagogisch medewerkers houden hier rekening mee door zaken op het juiste moment aan de juiste leeftijdsgroep aan te bieden. Bijvoorbeeld een activiteit speciaal voor peuters wanneer de baby’s slapen of door materiaal aan tafel aan te bieden, wanneer er op de grond op de mat met de baby’s wordt gespeeld. • Bij alle kinderen, maar vooral bij baby’s begeleiden de pedagogisch medewerkers hun handelingen met taal. Zo worden de kinderen ‘ondergedompeld’ in een Nederlandstalige omgeving. Dit is niet alleen belangrijk voor de taalontwikkeling, maar ook voor de veiligheid en de sociaal emotionele ontwikkeling van kinderen.
2.1 Stimulering van de ontwikkeling Bij het stimuleren van de ontwikkeling hechten wij waarde aan het versterken van de autonomie van het kind. Kinderen worden op eigen ontwikkelingskracht en motieven aangesproken. Er is aandacht en erkenning voor ieder kind en competenties (vaardigheden, kennis en houding) worden uitgedaagd en ontwikkeld. Ook stimuleren we de interactie tussen kinderen en tussen kind en volwassenen.
7
De manier waarop de pedagogisch medewerkers omgaan met de kinderen is voor ons het allerbelangrijkst bij het stimuleren van de ontwikkeling. Wij kijken naar wat een kind al kan en geven complimentjes. Wij dagen vervolgens het kind wel uit om een stapje verder te gaan. De groep is daarbij een belangrijk middel: jonge kinderen zien en horen wat oudere kinderen doen en zeggen. Wij stimuleren zoveel mogelijk de zelfstandigheid. Kinderen voelen zich trots als ze zelf iets gedaan hebben. Bij het naar buiten gaan stimuleren we ze om zelf hun jas aan te doen, en leren hem ook dicht te maken. Immers, als ze naar de kleutergroep gaan moeten ze dit ook zelf kunnen. Kinderen mogen ook best eens ruzie met elkaar maken. Als volwassenen grijpen we niet onmiddellijk in maar kijken we eerst of kinderen er met elkaar uitkomen. Zo kunnen kinderen ervaren dat ze zelf in staat zijn problemen op te lossen en groeit hun zelfvertrouwen.
2.2 Educatie In kindercentrum De Regenboog gaan we werken met een VVE-programma. Welk programma dit is, is nog niet bekend. Partou zoekt samen met de leerkrachten van de onderbouw van PCB de Regenboog naar een programma dat past bij de populatie van de school en de hoge doelen die de school heeft. In April 2012 zijn er van diverse VVE programma’s zichtzendingen en presentaties geweest. In de maand juni wordt een programma bij de onderbouw uitgeprobeerd. Op basis van deze bevindingen wordt er een keuze gemaakt met welk VVE programma gewerkt gaat worden. Partou is op zoek naar een programma dat zich richt op de brede ontwikkeling van peuters. Taalontwikkeling staat daarbij voorop: spreken, luisteren en uitbreiding van de woordenschat. Daarnaast moet er aandacht zijn voor sociaal-communicatieve vaardigheden en een eerste oriëntatie op rekenen. Op een speelse manier bereiden we de kinderen zo voor op de overstap naar de basisschool.
8
Hoofdstuk 3 Volgen en signaleren Elk kindercentrum heeft de taak ieder kind op een systematische wijze te volgen in zijn ontwikkeling en welbevinden en te zorgen voor een gerichte signalering. Bij ons wordt standaard bij elk kind (minimaal eenmaal per jaar) een observatieverslag ingevuld. Maar goed naar kinderen kijken is iedere dag belangrijk . Door gericht te kijken, leren pedagogisch medewerkers de kinderen kennen en hebben zij bij ieder kind een beeld van de ontwikkeling en hoe het zich voelt in de groep. Wij willen tijdig signaleren als de ontwikkeling van een kind niet optimaal verloopt. Dan kunnen we op tijd zorgen dat het kind de juiste ondersteuning krijgt.
3.1 Observatielijsten Opgroeien, opvoeden en ontwikkelen gaat met vallen en opstaan. Bij ieder kind. We stimuleren door alert te reageren op het gedrag van kinderen. We geven de ruimte aan talenten en steun bij vragen. We signaleren zo vroeg mogelijk een eventuele stagnatie in de ontwikkeling. We werken hierbij samen met andere partijen,opvoedexperts. Zo kunnen we elk kind, in overleg met de ouders adequaat begeleiden. Na het invullen van het observatieverslag hebben we jaarlijks een oudergesprek waarin we het verslag bespreken. Op de volgende momenten hebben we een oudergesprek. -Na de wenperiode bespreken we het welbevinden van het kind in de groep op dat moment. - bij 1 jaar: de observatielijst 0-1 jaar - bij 2 jaar: het groeibericht - bij 3 jaar: een tussenobservatie ,waar staan we nu en wat heeft de peuter nodig om straks naar school te kunnen gaan. -Bij 4 jaar vullen we een overdracht voor de basisschool in aan de hand van onze bevindingen. Groeibericht Het groeibericht is een terugblik op de babytijd en wordt ingevuld als een kind bijna twee jaar is, door zowel ouders als pedagogisch medewerkers. Zo krijgen we een goed beeld van hoe het gaat met een kind en hoe we in de komende twee jaar tijd een kind samen kunnen begeleiden en stimuleren.
3.2 Signalering Tijdens de werkbesprekingen van de pedagogisch medewerkers met de locatiemanager wordt de ontwikkeling van alle kinderen gevolgd. Zijn er zorgen om een kind, dan bepalen we met elkaar welke stappen we zouden kunnen nemen. Dit bespreken we vervolgens met de ouders. Ongewenst gedrag Op de groepen kan gedrag voorkomen dat als ongewenst ervaren wordt. Jonge kinderen hebben vaak een periode dat ze opeens andere kinderen bijten of slaan. Dit gedrag is normaal voor de leeftijd. Kinderen weten op zo’n moment niet hoe ze zich moeten uiten, vaak doordat ze zich nog niet met taal kunnen uitdrukken. Zo’n fasen van bijten, slaan enz. gaat weer over, en hoort bij de ontwikkeling. Het kind zit immers nog in de orale fase, met andere woorden: het herkent de wereld via zijn mond. De pedagogisch medewerker houdt de hele dag de groep extra in de gaten als dit voorkomt. De kinderen worden positief benaderd, door het geven van complimenten en een aai over de bol, maar ook door het kind
9
te leren benoemen wat het wil of niet wil. Wanneer een kind toch gebeten of geslagen wordt, troost de pedagogisch medewerker eerst het kind dat pijn heeft, daarna wordt er met het andere kind gepraat. Er wordt gevraagd waarom het kind het heeft gedaan, uitgelegd dat het niet mag en welk gedrag we wel van het kind verwachten.
3.3 Betrekken ouders We vinden het belangrijk om onze observaties te bespreken met ouders. Door de uitwisseling van informatie over het kind en het afstemmen van verschillen en overeenkomsten tussen thuis en het kindercentrum ontstaat een waardevolle samenwerking. Elke dag geven wij overdracht aan ouders over de dag van hun kind. Dit is niet het moment om zorgen om het kind met de ouders te bespreken. Wij maken daarvoor een aparte afspraak met de ouders. Ouders ontvangen elk jaar een uitnodiging voor een gesprek over de ontwikkeling van hun kind. Basis bij dit gesprek is de door de pedagogisch medewerker ingevulde observatielijst. Ouders kunnen altijd bij ons terecht met vragen over de opvoeding. Zijn er zorgen om een kind en willen we een goed beeld krijgen van het gedrag thuis, dan vragen wij ouders een KIPPPI lijst in te vullen. Op het centrum vullen wij ook zo’n lijst in. De lijsten vormen de basis voor een gesprek over de ontwikkeling van het kind.
3.4 Samenwerking met omgeving Zijn er zorgen om een kind, dan nemen wij contact op met de wijkverpleegkundige van het consultatiebureau. Wij vragen daarvoor altijd toestemming aan de ouders. Wij bespreken onze zorgen en horen van ouders of zij onze zorgen delen. Wordt een kind door het consultatiebureau aangemeld bij het VTO team (VroegTijdige Onderkenning van ontwikkelingsproblemen), dan wordt ons altijd gevraagd een vragenlijst in te vullen over de ontwikkeling van het kind. Overdracht en samenwerking met PBC de Regenboog Zodra kinderen 3 jaar zijn, kijken we samen met de leerkracht van de onderbouw van de Regenboog en in overleg met de ouders op welke wijze we het komende jaar het wennen aan de kleutergroep kunnen starten en wat kinderen nodig hebben om volledig over te kunnen stappen naar de kleutergroep als het kind 4 jaar is. We starten met: “Wie wordt de juf of meester en waar is jouw klas straks”. Kinderen kunnen als ze hier aan toe zijn een dagdeel met groep 1 meedraaien. Uiteraard kunnen kinderen voor wie de stap naar groep 1 toch te groot is, nog terug naar hun oude vertrouwde groep. Leerkrachten en pedagogisch medewerkers hebben gezamenlijk onderbouw overleg. Hierin worden de kinderen die komend half jaar overgaan en de thema’s die we de komende maanden gaan behandelen besproken.
Overdracht en samenwerking basisonderwijs Middels de peuter-estafette doen wij de overdracht naar de basisschool. Deze wordt voordat de peuter 4 jaar wordt door de pedagogisch medewerker ingevuld en daarna met de ouders besproken. Ouders hebben de mogelijkheid om in het formulier de eigen thuis ervaringen te beschrijven. Aan het eind van het gesprek tekent u het formulier voor gezien en krijgt u tevens een kopie. Het origineel wordt bewaard in het dossier en er gaat een kopie naar de basisschool.
10
Hoofdstuk 4 Samenwerking met ouders Partou ziet zichzelf als partner in de opvoeding met als doel de kinderen te begeleiden naar zelfstandigheid in onze diverse samenleving. Een goed contact en regelmatig overleg tussen ouders en pedagogisch medewerkers vormen de basis voor goede opvang. Hierdoor kunnen ouders en de pedagogisch medewerkers de verschillende leefwerelden voor het kind ‘verbinden’. Wij zien onszelf als medeopvoeders. Dat betekent dat overleg met ouders noodzakelijk is om samen te werken bij de opvoeding. Wij houden ouders dagelijks op de hoogte door te vertellen over de belevenissen van het kind. Verder bespreken we tijdens een oudergesprek de ontwikkeling van het kind.
4.1 Informeren en adviseren Het delen van de opvoeding begint met het uitwisselen van informatie. Een stapje verder dan informatie uitwisselen gaat het op elkaar afstemmen van de verzorging, opvoeding en educatie. Dagelijkse overdracht Dagelijks is er een korte overdracht bij het brengen en halen. ´s Morgens bij het brengen horen wij graag eventuele bijzonderheden van ouders over het kind. Bij het halen, vertellen wij hoe de ochtend/ dag verlopen is. Nieuwsbrieven Elk kwartaal ontvangen ouders een nieuwsbrief van kindercentrum de Regenboog. Tussendoor krijgen ouders brieven over specifieke onderwerpen zoals een uitnodiging voor het Paasontbijt of informatie vanuit het integraal kindcentrum.
4.2 Ouderbetrokkenheid Partou hecht veel waarde aan een goede samenwerking met ouders. Betrokkenheid van ouders heeft een positief effect op de ontwikkeling van kinderen. De Regenboog start september 2012, we willen dan ook zo snel mogelijk een oudercommissie starten. We zijn dringend op zoek naar leden. Naast de vergaderingen van de oudercommissie is er een keer per jaar een algemene ouderavond. Ook is er twee keer per jaar koffieochtend/ middag voor het uitwisselen van elkaars ervaringen. Er is een aantal momenten gedurende het jaar dat ouders betrokken worden bij festiviteiten: een Paasontbijt, het zomerfeest en een uitstapje met alle kinderen en ouders. In de hal vindt u een klapper met informatie, zoals het inspectierapport en de laatste notulen van de oudercommissie. Van alle personeelsleden hangt ook een foto in de hal met de naam en de groep waarin ze werken. Ook hangt er een digitaal fotolijstje waarop u de nieuwste foto’s van de activiteiten van het integraal kindcentrum kunt bekijken Elk jaar ontvangen alle ouders een uitnodiging voor een oudergesprek.
11
Hoofdstuk 5 Diversiteit en samenleving Ons kindercentrum heeft een sociaal-maatschappelijke functie. Het is een ontmoetingsplaats waar gelijkheid en verschillen worden gewaardeerd en gerespecteerd. Kinderen spelen samen, leren van en met elkaar, botsen soms en maken het weer goed.
5.1 Diversiteit Ieder kind is welkom bij Partou, ongeacht geloof, geaardheid, sociale klasse, culturele of etnische achtergrond. Het contact van kinderen met elkaar is het startpunt om hen kennis te laten maken met diversiteit. Iedereen in de groep wordt gelijk behandeld en diversiteit wordt gewaardeerd. Er wordt positief omgegaan met verschillen. De baby’s en jongste peuters zijn zich nog niet bewust van de verschillen tussen mensen. Voor hen is het gevoel van warmte en veiligheid het belangrijkst. De oudere peuters worden zich steeds meer bewust van de ‘ander’ en ook van het ‘anders’ zijn. Wie is een jongen en wie is een meisje? Wie is groot en wie is klein? Heb je een witte huid of een kleurtje? Wij benadrukken de verschillen tussen kinderen niet, maar gaan er ontspannen mee om. Wij praten er met de kinderen over en kunnen er met elkaar ook grapjes over maken. Jongens mogen meisjesdingen doen en meisjes mogen jongensactiviteiten doen. Wij accepteren niet dat kinderen een ander veroordelen omdat hij anders is.
5.2 Samenleving Partou wil kinderen leren dat zij onderdeel uitmaken van de wereld. Dat begint al bij jonge kinderen wanneer zij andere kinderen ontmoeten en ervaringen opdoen buiten het eigen gezin. Je helpt elkaar, leert van en met elkaar, luistert naar elkaar en er wordt naar jou geluisterd. Je maakt kinderen ervan bewust dat ze deel uitmaken van de samenleving, dat mensen verschillend zijn en welke verrijking dat met zich meebrengt. Bij de Regenboog staat de groep centraal. Elk kind is een individu, maar je bent als kind wel onderdeel van de groep. In de groep leer je met elkaar omgaan. Je wacht op je beurt, je luistert als een ander kind iets vertelt, je lost (soms met hulp) conflicten op. De pedagogisch medewerkers praten veel met de kinderen over situaties die zich voordoen. Zo leren kinderen wat wenselijk gedrag is. Waarden en normen zijn vertaald in regels die in de groep gelden. Denk aan: je mag wel boos zijn, maar een ander kind niet slaan en als je speelgoed wilt waarmee een ander kind aan het spelen is, dan vraag je of jij er mee mag spelen. Je pakt het niet af.
12
Hoofdstuk 6 Praktische informatie 6.1 Locatiebeschrijving Kinderdagverblijf de Regenboog bestaat uit twee verticale groepen van elk maximaal 12 kinderen in de leeftijd van 0-4 jaar. Het integraal kindcentrum is van 7-19 uur geopend. Ouders hebben verschillende mogelijkheden voor het afsluiten van een contract. Een dag bij De Regenboog De Regenboog gaat 7 uur open. De kinderen worden op één groep opgevangen. Om 9 uur gaan de kinderen naar hun eigen groep. 9.30 uur zijn alle kinderen aanwezig en beginnen de groepen aan tafel met eten en drinken. Hierna worden er wisselende activiteiten aangeboden. 11.30 wordt er geluncht en is het voor de kinderen die slapen tijd om na de lunch naar bed te gaan Na het slapen krijgen de kinderen fruit en drinken. De baby’s hebben nog een individueel voedings- en slaapritme. Deze bespreken we met de ouders zodat het ritme van thuis zoveel mogelijk wordt overgenomen. Open deuren en samenvoegen van groepen Kinderen mogen bij ons altijd vragen of ze op een andere groep mogen spelen. Beide groepen werken nauw samen. Alle kinderen en de pedagogisch medewerkers van beide groepen kennen elkaar. Tijdens rustige momenten in de ochtend en middag en tijdens vakanties, wanneer er minder kinderen aanwezig zijn, voegen we beide groepen samen. Hierbij zorgen we natuurlijk dat het veilig is voor uw kind, dat we nog steeds goede opvang bieden en uw kind altijd een vast gezicht ziet op een dag. Elk kind heeft een mentor. Dit is altijd een pedagogisch medewerker van de eigen groep. De mentor is uw eerste aanspreekpunt en doet alle oudergesprekken. Aansluitend aan de groepen hebben we een eigen tuin. Deze moet nog aangelegd worden. Hierbij houden we uiteraard rekening met een uitdagende en veilige omgeving voor alle leeftijden.
6.2 Integraal kindcentrum Integraal kindcentrum de Regenboog bestaat uit: PCB de Regenboog, van Prisma en kinderdagverblijf en buitenschoolse opvang de Regenboog. In het pand zitten 5 groepen onderwijs, de onderbouw, 2 verticale groepen kinderopvang 0-4 jaar, maximaal 24 kinderen, en 3 groepen BSO 4-12 jaar. We beschikken over een gymzaal en een grote professionele keuken. We werken als IKC met Human Dynamics en hebben als gezamenlijk visie: “Talenten kleuren kinderen”
13
6.3 Intake Voordat een kind bij ons geplaatst wordt, nodigen wij de ouder(s) uit voor een intakegesprek. Het intakegesprek is er om ouders te informeren over de dagelijkse gang van zaken en om informatie van de ouders te krijgen over het kind. Wij nemen altijd ruim de tijd voor dit gesprek. Wij vertellen de ouder over de dagelijkse gang van zaken zoals dagritme, groepen, regels, ouderbetrokkenheid, VVE-programma, enzovoort. Wij vullen alle formulieren in en zorgen dat wij alle benodigde informatie hebben. De ouder kan vragen stellen. Gaat het om een peuter, dan vertellen wij ouders ook dat zij zich al kunnen inschrijven bij de naschoolse opvang van Partou en PCB de Regenboog. Wij eindigen het intakegesprek altijd met een rondleiding door het centrum waarbij wij de ouder voorstellen aan alle collega’s. Het geplaatste kind is welkom bij het intakegesprek.
6.4 Wennen Tijdens het intakegesprek worden afspraken gemaakt over de wenperiode. Deze periode duurt in de regel vijf dagen . De pedagogisch medewerkers maken tijd vrij voor het nieuwe kind en de ouders, zodat zij zich welkom voelen. De ouder wordt gevraagd om telefonisch bereikbaar te zijn, en mocht het dan even niet goed gaan, kunnen we in overleg met u afspreken wat we gaan doen. Immers u kent uw eigen kind het beste! Alles is er op gericht dat het kind zich snel op zijn gemak voelt. Afhankelijk van hoe het gaat gaan wij er van uit dat uw kind al snel bij ons thuis is en anders maken we passende afspraken met u. Soms vindt een peuter ,die alleen ochtenden komt, het prettiger om iets vaker wat kortere momenten te komen en dan passen wij het wenschema hier op aan. Bij peuters voor de dagopvang proberen we ons wel aan de maximaal 5 dagen te houden.
6.5 Brengen en halen De kinderen kunnen afhankelijk van het contract van de ouder, tussen 7.00 en 9.30 uur gebracht en vanaf 15.00- 19.00 uur gehaald worden Bij het brengen vinden wij het prettig om te horen hoe het met uw kind gaat. Het kan zijn dat uw kind niet goed heeft geslapen en bij ons erg hangerig is. Als wij weten dat het slecht geslapen heeft, kunnen wij hier rekening mee houden. Bij binnenkomst worden ouder en kind begroet. Er wordt aan hen gevraagd of er bijzonderheden zijn. Ouders van baby’s schrijven op de voedingslijst hoe laat hun kind een voeding heeft gekregen. Samen met het kind nemen we dan afscheid van de ouder en troosten we het kind als het verdrietig is. Aan het eind van de dag halen ouders hun kind op in de groep. We vertellen de ouder hoe de dag van het kind verlopen is. Ouders van baby’s kunnen op de voedingslijst nalezen hoe hun kind die dag heeft gedronken. Ook de slaaptijden en verschoningen staan op de lijst. Het kinderdagverblijf sluit om 19.00 uur en voor ouders met een verkort contract om 18.00 uur. Komt een ouder tegen 18.00 of 19.00 uur, dan is de overdracht kort. Wanneer iemand anders dan de ouder het kind komt halen, dienen ouders dit altijd door te geven aan de pedagogisch medewerkers. Wij geven kinderen niet zonder toestemming van ouders aan anderen mee.
6.6 Overgangen Kinderen bij de Regenboog blijven gedurende hun dagverblijfperiode op dezelfde groep.
14
6.7 Afscheid Als een kind 4 jaar wordt of tussentijds verhuist, doen wij een overdracht "peuterestafette" en hebben een eindgesprek met de ouders die ook een exit-formulier invullen. We spreken dan ook af wanneer het kind afscheid neemt van de groep, zodat we dit op een gepaste wijze kunnen doen. Bij de Regenboog maken we altijd een feestje van een afscheid. . Het kind heeft een feestmuts op en krijgt een cadeautje. Daarna volgt een traktatie voor alle kinderen. Aan het eind van de dag krijgt de ouder het groeiboek van het kind mee. Dit is een plakboek met eigengemaakte werkjes, tekeningen en foto’s. Dit geeft een beeld van de jaren in kindercentrum de Regenboog.
6.8 Eten, drinken en slapen Eten en drinken We houden zoveel mogelijk rekening met de voedingsgewoonten van het kind. In de kinderopvang bieden wij (dik)sap, melkproducten, fruit, crackers, brood, kaas en (halal) worstbeleg, pindakaas en appelstroop. We gebruiken zo min mogelijk suiker. Heeft een kind een bepaald dieet, dan wordt samen met de ouders gekeken of het kinderdagverblijf de voedingsmiddelen aanschaft of dat ze worden meegenomen van huis. Veel ouders kunnen de kosten van dieetvoeding declareren bij hun ziektekostenverzekering. Wilt u de voeding zelf aanschaffen, geef dit dan door aan de pedagogisch medewerker. Er mag in het centrum tijdens het brengen en halen geen meegebracht eten en/of drinken worden genuttigd. Op elke groep hangt een lijst met diëten van kinderen. Hierop staan ook kinderen die een bepaald voedingsmiddel niet mogen in verband met een allergie of religie. Wij dwingen kinderen niet om te eten, maar stimuleren wel zoveel mogelijk. Bij baby’s volgen wij de voedingsadviezen die ouders van het consultatiebureau krijgen. Bij verjaardagen mogen de kinderen taart of cake trakteren. Snoepzakken geven wij aan het eind van de dag mee aan de ouders. Slapen en rusten De meeste kinderen in een kinderdagverblijf slapen nog een of twee keer op een dag. Baby’s volgen daarin hun eigen ritme. Ouders kunnen van thuis een speen of knuffel meegeven. Veilig slapen Om ervoor te zorgen dat kinderen veilig kunnen slapen, hanteren wij regels, die zijn beschreven in de werkinstructie “Veilig slapen”. Baby’s worden niet op hun buik gelegd om te slapen en niet ingebakerd. Ook wordt er regelmatig gelucht in de slaapkamers. De groepen hebben tegenover de groepsruimte een eigen slaapkamer. Baby’s hebben een eigen slaapritme. Pedagogisch medewerkers brengen de kinderen naar bed en kunnen door het raam af en toe een blik werpen. De babyfoon staat aan en de pedagogisch medewerkers werpen regelmatig een blik in de slaapkamer. Tot anderhalf jaar worden de kinderen in bed gelegd in een slaapzakje. Daarna onder een dekentje. Vanaf die leeftijd slapen de meeste kinderen nog maar één keer per dag na de lunch. Ook de jongste peuters gaan na de lunch naar de slaapkamer. Alle bedjes voldoen aan de vereiste veiligheidsnormen en kinderen kunnen er niet zelf uit klimmen.
15
Zijn de kinderen wat ouder en hebben ze minder behoefte aan een middagslaapje dan kunnen ze op een stretcher rusten of opblijven. We bieden de “opblijvers” op dit moment ook activiteiten en spelmaterialen die bij deze bijna kleuters passen
6.9 Rituelen • Voor de maaltijden zingen we met de kinderen ‘Smakelijk eten’. • Verjaardagen vieren we met zingen en muziekinstrumenten. De jarige krijgt een cadeautje en is het middelpunt met een verjaardagsmuts op. • Er wordt dagelijks voorgelezen voordat de kinderen gaan slapen of rusten • Er is elk jaar een Paasontbijt voor de ouders waarbij we de kinderen betrekken bij het maken van de hapjes. • We organiseren elk jaar een zomerfeest voor de kinderen . • Sinterklaas komt elk jaar op bezoek Regels en afspraken • Omdat wij samen met de school in een pand zitten, is het belangrijk dat we rekening houden met onze "buren' .Daarom leren we de kinderen niet te rennen en gillen op de gang. Wilt u hier ook rekening mee houden tijdens het halen en brengen? • Wordt uw kind door iemand anders opgehaald dan door u zelf dan weten we dit graag van te voren, zo weten wij dat het goed is. • Ook horen we graag van te voren als u op andere tijden dan de afgesproken tijden komt halen of brengen. • Wij willen dat ouders altijd telefonisch bereikbaar zijn, zodat wij in noodsituaties iemand kunnen bereiken.
6.10 Uitstapjes Partou vindt het belangrijk om te zorgen voor adequaat toezicht bij uitstapjes Bij uitstapjes dient er wat medewerker-kind ratio betreft aan de minimale eisen te worden voldaan. Voldoen aan deze eis is voor lang niet alle uitstapjes voldoende. Risico’s bij uitstapjes zijn afhankelijk van leeftijd, soort uitstapjes (dicht bij huis/verder weg) en vervoermiddel. Dicht bij huis In de buurt van de locatie, op loopafstand voor begeleiders en/of kinderen. • Grotere kinderen lopend • Kleine kinderen in de kinderwagen, buikdrager, buggy of bolderkar • Deze uitstapjes kunnen met alle leeftijdsgroepen worden ondernomen. • De pedagogisch medewerkers hoeven dit niet te melden bij de locatiemanager. Verder weg Niet op loopafstand voor de kinderen. 0-1 jaar nooit 1-4 jarigen: deze leeftijdsgroep gaat incidenteel wat verder weg: • Alleen met toestemming van de locatiemanager. • Minimaal twee begeleiders.
16
6.11 Ziekte van het kind en ongevallen Ziekte van het kind Als een kind ziek is (of om een andere reden een dag thuisblijft) moeten ouders dat zo snel mogelijk melden. Als een kind in het kindercentrum ziek wordt, bellen we de ouders. In sommige gevallen kijken we het eerst even aan. We overleggen met de ouders of het kind opgehaald moet worden. Doorslaggevend hierbij is hoe het kind zich in de groep voelt en gedraagt. Bij besmettelijke ziekten volgen wij het advies en de richtlijnen van de GGD. Ongevallen/Calamiteiten Als een kind onverhoopt een ongelukje krijgt waarbij het letsel oploopt, neemt de pedagogisch medewerker contact op met de ouders en meldt dit bij de eigen locatiemanager. Kleine verwondingen en ongevallen handelen we zelf af met bijvoorbeeld een pleister. Een klein ongelukje kan van alles zijn: gevallen, gestruikeld of hard gestoten. We vullen bij ongelukjes altijd het ‘Formulier registratie ongeval’ in. In acute situaties bellen wij onmiddellijk 112. Bij andere verwondingen stellen wij het kind zoveel mogelijk gerust en halen er een BHV’er bij. In overleg wordt dan besloten welke actie nodig is. Is het belangrijk dat het kind snel een arts bezoekt, dan gaat de pedagogisch medewerkers met het kind naar de huisartsenpost in het gezondheidscentrum. De ouder wordt dan gebeld zodat die zelf ook naar het gezondheidscentrum kan komen. Kan er even worden gewacht, dan bellen wij de ouder en overleggen wie er met het kind mee kan. Bij calamiteiten (bijvoorbeeld uitval van de verwarming) werken wij volgens het calamiteitenplan van Partou. Medicijnbeleid Medicijnen, één of twee keer daags, worden niet op het kinderdagverblijf gegeven. De pedagogisch medewerkers geven alleen medicijnen als dit echt noodzakelijk is. Ouders vragen van tevoren aan arts/apotheek of het medicijn één of tweemaal daags (dus thuis) kan worden toegediend. Medicijnen zijn voorzien van de duidelijk leesbare naam van het kind op de directe verpakking. Medicijnen zijn voorzien van (een kopie van) de bijsluiter. Ouders informeren ons over medicijnen, die thuis worden ingenomen. Ouders vullen een standaardformulier in met de belangrijkste vragen over het medicijngebruik. Ouders zijn verplicht om vooraf met de vaste pedagogisch medewerkers van hun kind te overleggen over toediening van nieuwe medicijnen. Indien nodig bespreken de pedagogisch medewerkers eerst met de locatiemanager of de toediening van een medicijn verantwoord is. Ouders blijven zelf verantwoordelijk voor de gevolgen van het toegediende medicijn.
6.12 Ruilen van dagen Alle vestigingen van Partou hebben dezelfde mogelijkheden voor het ruilen van opvangdagen. Ouders die op vaste dagen opvang afnemen, kunnen een opvangdag omruilen. Dan maken ouders vooraf (een schriftelijke) afspraak met de groepsleiding of de locatiemanager. Ruilen van een dag kan alleen binnen dezelfde week en alleen als de groepsgrootte dat toestaat.
17
6.13 Afnemen extra dag In overleg met de groepsleiding kunnen ouders een dag extra afnemen. Dit kan alleen als de bezetting van de groep dat toelaat en na overleg met de groepsleiding. Op de dag zelf moet een ‘extra opvangdag formulier’ ingevuld en ondertekend worden. De volgende maand wordt deze extra dag doorbelast via de maandfactuur.
6.14 Sluitingsdagen Tijdens het intakegesprek krijgen de ouders een overzicht van de jaarlijkse sluitingsdagen mee. Deze sluitingsdagen gelden voor de hele organisatie en kunnen niet worden geruild. Ruim een week voor een sluiting hangen wij ter herinnering een briefje op.
6.15 Veiligheid en gezondheid Partou kindercentra voeren een beleid dat de veiligheid en gezondheid van de kinderen zoveel mogelijk waarborgt. De wet Kinderopvang beschrijft aan welke wettelijke voorwaarden een kinderdagverblijf moet voldoen op het gebied van Veiligheid en Gezondheid. Jaarlijks wordt er toezicht uitgevoerd door de GGD inspectie Kinderopvang. De GGD brengt een rapport uit, dat op de locatie en op de website van Partou te lezen is. Bij de Regenboog heeft iedere pedagogisch medewerker zijn EHBO diploma aangevuld met BHV. Bij de commode staan de EHBO-spullen. In samenwerking met de school houden we ieder jaar twee ontruimingsoefeningen. 1x in samenwerking met de brandweer en de andere op eigen initiatief.(omdat we het geleerde ook willen oefenen) Na afloop wordt een evaluatieformulier ingevuld, dat wordt besproken met het team en de oudercommissie. Risico-inventarisatie De risico-inventarisatie beschrijft de veiligheidsrisico’s die de opvang van de kinderen met zich meebrengt. De thema’s zijn: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verstikking, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. Jaarlijks wordt ook een risico-inventarisatie uitgevoerd op gezondheidsrisico’s die de opvang van kinderen met zich meebrengt, met als thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. De Brandweer voert elk jaar een controle uit. Ook de noodverlichting en de blusmaterialen worden elk jaar gecontroleerd. Dit wordt vastgelegd in een logboek. Speeltoestellen worden jaarlijks gecontroleerd. Daarnaast controleren wij maandelijks op mankementen. De oudercommissie brengt advies uit op het beleid ten aanzien van de risico-inventarisaties en de plannen van aanpak. Veiligheids- en gezondheidsregels • De vluchtroute naar de nooduitgang wordt altijd vrij gehouden. • Zoekraken of kapot gaan van meegenomen eigen speelgoed is voor risico van de ouders. • Let bij het binnenkomen en weggaan op dat de buitendeur goed gesloten is en dat er geen onbekenden mee naar binnen lopen. • Tassen van zowel leidsters als ouders mogen niet onbeheerd op de grond gezet worden.
18
• • • • •
Bij regen vragen wij ouders hun voeten te vegen op de inloopmat. Zo voorkomen we dat de vloer nat en glad wordt. Huisdieren zijn niet toegestaan in de kindercentra, ook niet tijdens halen en brengen. ‘s Zomers smeren we de kinderen in met zonnebrandmiddel factor 50 voor we naar buiten gaan. Schoonmaakmiddelen staan hoog of achter slot en grendel. Kapot speelgoed halen we onmiddellijk weg bij de kinderen.
6.16 Teambeschrijving Het team van kindercentrum de Regenboog telt 1 a 2 pedagogisch medewerkers, een stagiaire en een locatiemanager. Er is veel ervaring in het team aanwezig. Er zijn medewerkers die al meer dan twintig jaar met kinderen werken. De achtergrond van de medewerkers is zeer divers, zowel qua cultuur als leeftijd. Er is de laatste jaren veel aandacht geweest voor scholing van de medewerkers. De locatiemanager is 3 dagen per week op de vestiging aanwezig. Indien zij niet aanwezig is, is zij wel telefonisch te raadplegen. Is de locatiemanager op vakantie, dan is een collega locatiemanager van een andere vestiging achterwacht. Wij vragen inval aan via de invalpool van Partou als één van de vaste medewerkers afwezig is door vakantie of ziekte. Medewerker-kind ratio Bij de Regenboog mag een pedagogisch medewerker afhankelijk van de leeftijden van de kinderen 4-7 kinderen alleen begeleiden. Hierboven komt er een tweede pedagogisch medewerker bij. Bij de berekening van het maximale aantal kinderen en het minimale vereiste aantal beroepskrachten, wordt bij groepen, samengesteld uit kinderen van verschillende leeftijden, een vaste volgorde aangehouden. De eerste stap daarbij is dat het maximale aantal kinderen per leeftijdscategorie wordt berekend, bijvoorbeeld maximaal 4 baby’s (0-jarigen) per beroepskracht. De tweede stap is vervolgens het berekenen van het resterende aantal kinderen en de daarbij behorende maxima. Er wordt naar boven afgerond; bij een rest van 0,5 of hoger wordt naar 1 afgerond. Een rest van 0,5 of lager wordt naar beneden afgerond.
19
Schema’s voor de berekening van de medewerker-kind ratio bij samengestelde groepen dagopvang en buitenschoolse opvang. Leeftijd Beroepskrachten Maximale Leeftijd Beroepskrachten Maximale aantal aantal 0 tot 1 1 4 0 tot 1 1 4 1 tot 2 1 5 1 tot 2 1 5 2 tot 3 1 6 2 tot 3 1 6 3 tot 4 1 8 3 tot 4 1 8 4 tot 13 1 10 0 tot 2 1 4,5 4 tot 8 1 10 0 tot 3 1 5 8 tot 13 1 10 0 tot 4 1 5,75 Leeftijd Beroepskrachten Maximale 1 tot 3 1 5,5 aantal 1 tot 4 1 6,33 0 tot 13 1 6,661 2 tot 4 1 7 1 tot 13 1 7,252 2 tot 13 1 83 3 tot 13 1 94 Diploma’s en Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) Alle beroepskrachten die bij ons werken, hebben minimaal een van de MBO opleidingen afgerond die genoemd worden in de CAO kinderopvang (minimaal MBO-3). Naast de vaste medewerkers werken ook pedagogisch medewerkers in opleiding op de groepen. Elke medewerker die in contact komt met kinderen is in het bezit van een Verklaring Omtrent Gedrag. Omgaan met inzet pedagogisch medewerkers in opleiding In het kader van de wet Educatie beroepsonderwijs werkt Partou samen met diverse opleidingsinstituten. Partou is een leerbedrijf. Op een groep zijn altijd twee vaste pedagogisch medewerkers werkzaam. Op elke groep is er in principe een leerwerkplek beschikbaar. Een leerplaats kan worden ingevuld door een BBL of BOL stagiair. BOL stagiairs hebben een praktijkovereenkomst. Zij volgen een voltijd opleiding en lopen stage. Een BOL stagiair wordt niet ingezet als beroepskracht, maar is extra op de groep. De BOL stagiair wordt tijdens de stageperiode begeleid door de praktijkbegeleider. BBL stagiairs hebben een arbeidsovereenkomst bij Partou (beroepspraktijkovereenkomst). Zij leren vooral in de praktijk en gaan in deeltijd naar school (een dag per week). Een BBL stagiair kan tijdens het opleidingstraject wel geleidelijk als volwaardig beroepskracht worden ingezet. Bij Partou worden de BBL stagiairs de eerste drie maanden van de opleiding altijd boventallig ingezet. Na een positieve beoordeling op basis van de informatie van de opleiding en de praktijkbegeleider kan de BBL stagiair na drie maanden deels als beroepskracht worden ingezet. Dit wordt op basis van beoordeling tijdens het opleidingstraject geleidelijk uitgebreid naar volledige inzetbaarheid als beroepskracht. De beoordelingen en afspraken over inzetbaarheid worden schriftelijk vastgelegd. De BBL stagiair wordt gedurende de opleiding op de werkplek begeleid door de praktijkbegeleider.
1
Waarvan maximaal vier 0 tot en met 3-jarigen, waarvan maximaal twee 0-jarigen. Waarvan maximaal vier 1 tot en met 3-jarigen, waarvan maximaal twee 1-jarigen. 3 Waarvan maximaal vijf 2 tot en met 3-jarigen. 4 Waarvan maximaal zes 3-jarigen. 2
20
6.17 Oudercommissie Voor kindercentrum de Regenboog zijn we altijd op zoek naar enthousiaste leden voor de oudercommissie. De locatiemanager is de eerste gesprekspartner voor de oudercommissie. Het reglement Oudercommissie Kinderdagverblijf en het reglement Centrale oudercommissie beschrijven regelingen en afspraken rond de medezeggenschap bij Partou op lokaal en centraal niveau. De oudercommissie bepaalt haar werkwijze en legt dit vast in een huishoudelijk reglement. De oudercommissie is bevoegd gevraagd en ongevraagd te adviseren over de onderwerpen, waarvoor zij adviesrecht heeft. Tijdens het intakegesprek ontvangen de ouders een welkomstbrief met informatie over de oudercommissie. Het streven is om minimaal vier keer per jaar te vergaderen met de leden en de locatiemanager. Het minimum aantal leden is twee. Naast de oudercommissie per vestiging heeft Partou ook een Centrale Oudercommissie. Oudercommissies kunnen er voor kiezen hun adviesrecht ten aanzien van algemene onderwerpen over te dragen (mandateren) aan de Centrale Oudercommissie. De oudercommissieleden beperken zich dan tot de zaken die direct met KC de Regenboog te maken hebben. Tijdens de vergaderingen worden de laatste nieuwtjes over het reilen en zeilen van KC de Regenboog door de locatiemanager verteld. Veranderingen in het pedagogisch beleid, de jaarlijkse risicoanalyse, de ontruimingsoefening, inspectiebezoek en andere belangrijke zaken worden met de oudercommissieleden besproken. De COC houdt de oudercommissie op de hoogte via nieuwsbrieven. De oudercommissie is lid van de oudervereniging BOINK. Er is budget om via BOINK een cursus te volgen over de rol van de oudercommissie.
6.18 Klachtenbeleid Ondanks onze inspanningen om de opvang van de kinderen naar wens te laten verlopen is het mogelijk dat er een keer onvrede ontstaat. In dat geval willen wij dat graag horen. Partou ziet de opvang van de kinderen als een samenspel tussen ouders, kind en onze organisatie. Door goed naar ouders te luisteren weten wij wat zij belangrijk vinden en kunnen wij onze dienstverlening beter afstemmen op hun behoeften. Wij gaan er van uit dat ouders kritiek uiten vanuit een sterke betrokkenheid en de wens om de situatie te verbeteren. In geen enkel geval moeten ouders de indruk krijgen dat een klacht negatieve invloed heeft op de opvang van hun kinderen. Ouders kunnen hun klacht aan iedereen binnen onze organisatie kenbaar maken. Degene die de klacht in ontvangst neemt, zorgt dat deze op de goede plek terechtkomt en wordt opgevolgd. Ouders kunnen ook kiezen voor de externe route: die van de klachtencommissie. Dat kunnen zij meteen doen, maar ook nadat de interne route onbevredigend is afgesloten. Partou heeft zich aangesloten bij een onafhankelijke klachtencommissie, zodat een eerlijke behandeling van klachten is gewaarborgd. Partou betaalt het lidmaatschap en onze klanten kunnen vertrouwen op een zorgvuldige en deskundige klachtenafhandeling. Op onze locaties zijn folders van deze klachtencommissie verkrijgbaar. Klachten over de totstandkoming of de uitvoering van de overeenkomst tussen de klant en Partou kunnen, na de interne klachtenroute, voorgelegd worden aan de Geschillencommissie. In tegenstelling tot de uitspraak van de klachtencommissie is de uitspraak van de Geschillencommissie bindend. In de algemene voorwaarden van Partou staan de procedures die deze commissie hanteert. Het volledige klachtenbeleid van Partou is beschikbaar op elke locatie.
21
Adressen Partou Coördinator klachtenafhandeling Postbus 22070, 1100 CB Amsterdam Telefoon: (020) 398 61 00 Klachtencommissie Kinderopvang, Ambtelijk secretariaat Postbus 21, 3738 ZL Maartensdijk Telefoon: (0900) 0400034 Geschillencommissie Kinderopvang www.sgc.nl
6.19 Kwaliteitsbeleid en certificering Binnen de wettelijke voorschriften voert Partou een eigen kwaliteitsbeleid. Wij werken met een kwaliteitssysteem met certificatie. Dit bestaat uit een (digitaal) kwaliteitshandboek met bijbehorende bijlagen. Onze werkwijze stelt ons in staat om alle bedrijfsprocessen optimaal te controleren en te verbeteren. Bovendien verzekert dit systeem ouders van kwaliteit. Partou is sinds 1 januari 2010 ook formeel HKZ en ISO 9001 gecertificeerd. Daarmee is het externe toezicht op de werking van ons kwaliteitssysteem ook gewaarborgd. Deze locatiegids is onderdeel van dit kwaliteitssysteem.
22
Hoofdstuk 7 Jaarplan 2012
7.1 Terugblik • In September 2011 zijn we met de voorbereidingen voor het integraal kindcentrum gestart • Oktober 2011 zijn regiomanager en locatiemanager van Partou op de 3 informatieavonden van PCB de Regenboog aanwezig geweest en hebben wat verteld over de visie en de vorm van samenwerking tussen Partou en Primsa. • Locatiemanager van Partou heeft diverse studiedagen en in mei 2012 de basiscursus van Human Dynamics gevolgd • Er zijn sollicitatiegesprekken van Prisma geweest; er is ook personeel aangenomen. Hier heeft de locatiemanager van Partou, volgens afspraken IKC aan deelgenomen bijgezeten. Volgens de afspraken tussen Partou en Prisma wordt het personeel van het IKC door de directie van PCB de Regenboog en de locatiemanager van de Regenboog • Er is intern onderzoek naar passend VVE programma geweest. Hier hebben de VVE deskundige en locatiemanager van Partou en directie en leerkrachten van de onderbouw van de Regenboog aan deelgenomen • Er zijn zichtzendingen en presentaties voor Partou en de leerkrachten van de groepen 1 t/m 3 geweest. • De onderbouw van PCB de Regenboog probeert in de laatste weken voor de zomer de zichtzending lente uit.
7.2 Vooruitblik We starten met een passend VVE programma Er wordt personeel voor het kdv, bso en onderbouw aangetrokken Het personeel wordt geschoold in het VVE programma en Human Dynamics Er zijn 4 gezamenlijke studieavonden met IKC de Regenboog We werken er naar toe dat we een oudercommissie samen met de MR gaan vormen We streven er naar meer klanten aan te trekken voor de kinderopvang We willen de samenwerking met de school zodanig neerzetten dat we een team vormen door oa, in onderbouw overleggen thema’s doorspreken, gezamenlijke activiteiten organiseren Samen met de school gaan we werken aan een plan waarin de peuters en kleuters uitwisselen, de oudste peuters al voor ze naar de kleutergroep gaan wat dagdelen bij de kleuters mee mogen draaien Het streven is om voor 2013- 2014 een gezamenlijke gids voor alle ouders te schrijven. Scholengids en locatiegids in 1 document Naast de scholengids 2012-2013 en de locatiegids van Partou wordt er voor 2012-2013 nog een integraal kindcentrum gids geschreven, waarin de samenwerking, de gezamenlijke visie, de werkwijze en de doelen en meer over de invulling van Human Dynamisc worden omschreven Alle feesten en festiviteiten in 2012-2013 worden gezamenlijk voorbereid en georganiseerd Er wordt een activiteitencoördinator aangetrokken voor de naschoolse activiteiten. Deze coördinator houdt zich ook bezig met de activiteiten tijdens schooltijd.
23
24