LOCATIEGIDS 2011 – 2014
Pedagogische en praktische informatie van PSZ Winnie de Pooh
LOCATIEGIDS PSZ WINNIE DE POOH 2011 - 2014
PSZ Winnie de Pooh Soembawastraat 63 1095 VZ, Amsterdam Telefoon: 020-6684739
November 2011
2
LOCATIEGIDS PSZ WINNIE DE POOH 2011 - 2014 Voorwoord Hoofdstuk 1 - Partou Pedagogiek in PSZ Winnie de Pooh 1.1 Hoe vertalen wij Partou Pedagogiek in de praktijk? 1.2 Partou heeft vier doelen. Hoe ziet u die terug in de praktijk? Hoofdstuk 2 - Educatie en de stimulering van de ontwikkeling 2.1 Stimulering van de ontwikkeling 2.2 Educatie Hoofdstuk 3 - Volgen en signaleren 3.1 Observatielijsten 3.2 Signalering 3.3 Betrekken ouders 3.4 Samenwerking met omgeving Hoofdstuk 4 - Samenwerking met ouders 4.1 Informeren en adviseren 4.2 Ouderbetrokkenheid Hoofdstuk 5 - Diversiteit en samenleving 5.1 Diversiteit 5.2 Samenleving Hoofdstuk 6 - Praktische informatie 6.1 Locatiebeschrijving 6.2 Intake 6.3 Wennen 6.4 Brengen en halen 6.5 Oudergesprekken 6.6 Afscheid 6.7 Eten 6.8 Rituelen 6.9 Uitstapjes 6.10 Ziekte van het kind en ongevallen 6.11 Sluitingsdagen 6.12 Veiligheid en gezondheid 6.13 Teambeschrijving 6.14 Oudercommissie 6.15 Klachtenbeleid 6.16 Kwaliteitsbeleid en certificering Hoofdstuk 7 - Jaarplan 2011 7.1 Terugblik 7.2 Vooruitblik
4 5 5 6 8 8 8 10 10 10 10 11 12 12 12 13 13 13 14 14 14 14 14 14 15 15 15 16 16 17 17 19 20 21 21 22 22 22
3
Voorwoord Welkom bij Winnie de Pooh! Voor u ligt de locatiegids van peuterspeelzaal Winnie de Pooh. Deze gids is de lokale en concrete uitwerking van het pedagogisch beleidsplan Partou Pedagogiek. U vindt hierin ook praktische informatie over onze locatie. Wij vinden het namelijk belangrijk dat u geïnformeerd bent over het reilen en zeilen bij Winnie de Pooh, wat onze visie is en waarom de samenwerking tussen locatie, ouder en kind van groot belang is. Daar waar in deze locatiegids over ouders wordt gesproken, worden ouder(s)/verzorger(s) bedoeld. Kort gezegd willen wij werken aan een kwalitatief goede peuterspeelzaal. In het belang van een goede samenwerking stellen wij het op prijs als u de tijd neemt om deze locatiegids te lezen. Hoofdstukken 1 tot en met 5 gaan over de pedagogiek op onze locatie. In hoofdstuk 6 staat alle praktische informatie. Helemaal achterin de locatiegids, in hoofdstuk 7, vindt u tot slot een jaarplan. Daarin beschrijven we per jaar aan welke verbeterpunten en prioriteiten we extra aandacht besteden. We hopen met deze locatiegids duidelijkheid te geven over hoe wij werken én waarom wij daarvoor kiezen. Als u nog vragen heeft, aarzel niet en stap op onze medewerkers af. Wij zijn blij dat u voor onze peuterspeelzaal heeft gekozen en hopen dat u en uw kind zich snel thuis zullen voelen bij ons. Het team van peuterspeelzaal Winnie de Pooh
4
Hoofdstuk 1 Partou Pedagogiek in PSZ Winnie de Pooh Wanneer u binnenstapt bij Winnie de Pooh merkt u direct dat dit een plek is waar van kinderen wordt gehouden. Ieder kind wordt bij binnenkomst begroet, we zeggen gedag of geven een aai over de bol. Samen met de ouder proberen we bij het brengen en halen een moment te vinden om kort wat informatie te geven over het kind of over zaken die met de locatie te maken hebben. Bij het weggaan zorgen we ook dat we het kind even hebben gezien en dat deze met de juiste persoon de locatie verlaat. Bij Winnie de Pooh is het educatief programma Piramide leidraad voor het stimuleren en volgen van de ontwikkeling van uw kind. In deze locatiegids wordt duidelijk wat dit precies inhoudt. Bij Winnie de Pooh gaan we er vanuit dat peuters zich willen ontwikkelen en zelf aangeven wat zij daarvoor nodig hebben. Met behulp van hun intelligentie, creativiteit, inventiviteit en sociale vaardigheden ontdekken ze de wereld en welke plaats zij daarin innemen. De pedagogisch medewerkers zorgen voor de randvoorwaarden voor de ontwikkeling. Door gerichte observatie weten zij wat er leeft bij de peuters en kunnen zij aan de hand van thema’s hier op inspelen. Het idee is dat wanneer activiteiten plaatsvinden die aansluiten bij de belevingswereld van de peuters de ontwikkeling gemakkelijker plaatsvindt. Het kind wordt eerder uitgedaagd om een volgende stap in de ontwikkeling te zetten. Wij willen alle peuters, samen met de ouders in hun ontwikkeling stimuleren. U bent per slot van rekening de eerste leerschool. Een andere belangrijke stimulans voor de ontwikkeling is de omgeving. Wanneer deze uitdagend en interessant is worden de peuters gestimuleerd om hun ontdekkingstocht voort te zetten en op eigen initiatief ervaringen op de doen. Ten slotte zien wij een goede samenwerking met de ouders als de basis voor een gevoel van veiligheid bij het kind.
1.1 Hoe vertalen wij Partou Pedagogiek in de praktijk? Educatie en stimulering van de ontwikkeling Peuters voelen de drang om zich te ontwikkelen, maar zijn afhankelijk van wat de omgeving te bieden heeft. Voor de pedagogisch medewerkers ligt een belangrijke taak in de begeleiding. Bij Winnie de Pooh hechten we belang aan het versterken van de autonomie van het kind. Peuters worden op eigen ontwikkelingskracht en motivatie aangesproken. Daarbij is er aandacht en erkenning voor ieder kind afzonderlijk en worden vaardigheden, kennis, en houding ontwikkeld en uitgedaagd. Ook stimuleren we actief de interactie tussen peuters en tussen peuter en volwassenen. Bij Winnie de Pooh versterken we de autonomie van het kind door vertrouwen te hebben in de zelfredzaamheid van een peuter. We kijken eerst wat de peuter zelf kan voordat we hulp bieden. Daarnaast stimuleren we de peuter om zelf tot oplossingen te komen. Door dit vertrouwen keer op keer uit te spreken en de peuter vooral veel successen te laten ervaren, krijgt het steeds meer zelfvertrouwen en durft het daardoor ook nieuwe uitdagingen aan te gaan. Bij Winnie de Pooh richten we ons op acht ontwikkelingsgebieden waar aan wordt gewerkt: Persoonlijkheidsontwikkeling Sociaal- emotionele ontwikkeling Ontwikkeling van de waarneming Taalontwikkeling en ontwikkeling van lezen en schrijven Denkontwikkeling en ontwikkeling van rekenen
5
Oriëntatie op ruimte en tijd en wereldverkenning Motorische ontwikkeling Kunstzinnige ontwikkeling
Volgen en signaleren Het uitgangspunt van Winnie de Pooh is tegemoet komen aan de behoefte van het individuele kind, maar daarbij ook het belang en behoeften van andere peuters niet uit het oog verliezen. Bij Winnie de Pooh kijken we goed naar de kinderen om zo hun ontwikkeling te volgen. Daarnaast wordt jaarlijks iedere peuter geobserveerd met behulp van een observatieformulier, dat besproken wordt in een oudergesprek. Als er sprake is van opvallend gedrag bij een kind wordt dit gesignaleerd en direct besproken met zowel de ouders als de locatiemanagers. Samenwerking met ouders Winnie de Pooh ziet zichzelf als partner in de opvoeding met als doel de peuters te begeleiden naar zelfstandigheid in de samenleving. Goed contact tussen ouders en pedagogisch medewerkers draagt bij aan een gevoel van veiligheid. Hierdoor kunnen ouders en pedagogisch medewerkers de verschillende leefwerelden van het kind ‘verbinden’. Diversiteit en samenleving Bij Winnie de Pooh komen verschillende culturen samen. Peuters, ouders en pedagogisch medewerkers hebben ieder hun eigen achtergrond en ervaringen. Deze verschillen zien de pedagogisch medewerkers bij Winnie de Pooh als aanvulling op elkaar en om van elkaar te leren. Het doel is het kind ervan bewust te maken dat hij onderdeel uitmaakt van een democratische samenleving. De pedagogisch medewerker stimuleert de peuters zich te uiten, hun stem te laten horen, naar anderen te luisteren en om te gaan met andere kinderen.
1.2 Partou heeft vier doelen. Hoe ziet u die terug in de praktijk? Sociale veiligheid Bij Winnie de Pooh krijgen peuters de ruimte om zelf te ontdekken, te experimenteren en zelfstandig te zijn. Ieder kind is een individu en maakt als mens deel uit van de groep. Hierbij is het van belang dat het kind zich thuis voelt in de groep, zich gezien weet en het gevoel heeft uniek te zijn. Bij Winnie de Pooh creëren de pedagogisch medewerkers een gevoel van veiligheid en geborgenheid door het kind in eigen tempo te laten wennen. In de omgang met speelgoed en materiaal ontdekt het kind wat hij kan en leuk vindt. In de omgang met volwassenen en andere peuters ontdekt het kind zijn eigen identiteit en mogelijkheden. Wanneer we met peuters communiceren zorgen we voor oogcontact en gaan we op ooghoogte een gesprek aan. Hierdoor voelt het kind zich gehoord en slaat het beter de informatie op die wij hem op dat moment vertellen. Ontwikkeling van sociale competentie Bij peuterspeelzaal Winnie de Pooh kunnen peuters zich bij uitstek op sociaal gebied ontwikkelen. De peuters komen al jong in aanraking met andere kinderen en met verschillende volwassenen. Bovendien maken ze deel uit van een vaste groep. De pedagogisch medewerkers spelen een cruciale rol. Zij gaan bewust om met conflictsituaties en proberen onenigheid op te lossen door peuters zelf een oplossing te laten zoeken of een 6
ruzie bespreekbaar te maken. Aangezien peuters sociaal gedrag onder andere leren door volwassenen te imiteren, geven de pedagogisch medewerkers zelf het goede voorbeeld. Door de peuters te stimuleren, belangstelling voor elkaar te tonen en hen aan te sporen elkaar te helpen en te troosten, ontwikkelen zij sociaal gedrag. In de groep worden situaties gecreëerd om peuters met elkaar betekenisvolle relaties aan te gaan. Daarbij kan het gaan om verschillende situaties. Enkele voorbeelden: Vrij spel situaties binnen en buiten. Peuters kunnen kiezen met wie ze spelen en zo vriendschappen ontwikkelen. Geleide situaties binnenshuis. Peuters worden uitgenodigd om samen te werken. Activiteiten die aanzetten tot het gezamenlijk ervaren van plezier in een groepsactiviteit op de groep of buiten. Materiaal aanbieden waardoor samenspel mogelijk is. Voor heel jonge peuters zijn er bijvoorbeeld meerdere exemplaren van bepaald speelgoed, zodat peuters naast elkaar kunnen spelen. Voor wat oudere kinderen is er materiaal om sociale rollen te spelen, zoals verkleedkleren en een winkeltje. Maar een kind moet er natuurlijk ook voor kunnen kiezen alleen te spelen en leren dit op een sociaal wenselijke manier duidelijk te maken. Ontwikkeling van persoonlijke competentie Als een kind zelfvertrouwen heeft en flexibel en creatief is, is het in staat om problemen aan te pakken en zich aan te passen aan veranderende omstandigheden. Doordat bij Winnie de Pooh extra aandacht is voor de Nederlandse taal worden peuters gestimuleerd zelfstandig te handelen. Bijvoorbeeld door veel met hen te praten, uitleg te geven en hen de ruimte te geven om zelf iets te vertellen over wat ze gedaan hebben of wat ze graag willen gaan doen. Doel is de peuters zelfstandig te maken, maar we helpen wel een handje mee. We willen het zelfvertrouwen geven, maar ook dat ze weten dat ze altijd om hulp kunnen vragen. Overdracht van waarden en normen Winnie de Pooh draagt actief bij aan de ontwikkeling van normen en waarden. Daarmee vergroten wij de mogelijkheden van de peuters om op een positieve manier mee te doen in onze diverse, multiculturele samenleving. Normen en waarden zijn belangrijk omdat ze richting geven aan ons bestaan. Regels zijn nodig om grenzen te stellen. Soms is dit voor een kind in deze leeftijd moeilijk om te begrijpen of moet het hier aan wennen. We zoeken dan samen met het kind naar een manier waarop ze het toch begrijpen. Als pedagogisch medewerkers geven we zelf het goede voorbeeld. We houden ons ook aan de regels die in de groep gelden en doen zelf mee in het groepsproces. We nemen een positieve en professionele houding aan en maken duidelijk welk gedrag wel gewenst is in plaats van te vertellen wat er niet mag. Bij het overdragen van waarden en normen besteden wij aandacht aan de verschillende culturen en achtergrond. Elk kind of ouder telt, krijgt ruimte om zichzelf te zijn en zijn mening te geven.
7
Hoofdstuk 2 Educatie en de stimulering van de ontwikkeling Bij Winnie de Pooh willen we de ontwikkeling van alle peuters stimuleren. Het gaat om zowel de lichamelijke ontwikkeling, de ontwikkeling van identiteit en zelfredzaamheid en de cognitieve, creatieve, taal, morele en sociale ontwikkeling van kinderen. Hierbij houden we nadrukkelijk rekening met individuele interesses en talenten.
2.1 Stimulering van de ontwikkeling Peuters willen zich ontwikkelen, maar zijn afhankelijk van wat de omgeving biedt. Hier ligt voor ons een belangrijke taak waarbij we belang hechten aan het versterken van de autonomie en de zelfredzaamheid van het kind. Ook de interactie tussen peuters en tussen peuter en volwassenen wordt actief gestimuleerd. Bij Winnie de Pooh wordt extra aandacht besteed aan: Het spelenderwijs hanteren van de regels. Het samen met school volgen van het piramide programma en thematische activiteiten aanbieden. Het geven van gerichte begeleiding aan peuters als groep, maar ook als individu. Het aanreiken van nieuwe uitdagingen aan peuters die dit nodig hebben. Het creëren van een prikkelende en motiverende speel-leeromgeving. Het vergroten van de woordenschat van peuters door dingen te benoemen, te herhalen en activiteiten aan te passen. Tutoring Voordat de groep met een thema of activiteit aan de slag gaat, neemt de tutor (de pedagogisch medewerker die het kind individueel begeleidt) de peuter die extra steun nodig heeft apart. Het kind raakt dan vast vertrouwd met bepaalde begrippen en materialen die gebruikt worden bij het thema. Dat geeft een veilig gevoel. Het kind wordt vrijer en zelfverzekerder en is beter in staat om mee te doen in de groep. Achterstand wordt zo mogelijk voorkomen.
2.2 Educatie Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) biedt naast taal- en spelstimulering een meerwaarde voor de pedagogisch medewerkers. Het betreft een verdieping van de pedagogische en didactische vaardigheden en het meer planmatig werken aan de ontwikkelingsstimulering van de peuters. Op dit moment werkt Partou voornamelijk met de VVE-programma’s: Piramide, Ko Totaal en Startblokken. De keuze van het programma gebeurt zoveel mogelijk in lijn met de omgeving (wijk en school) en wensen van ouders. De ouders worden mondeling of door middel van de nieuwsbrief over de thema’s op de hoogte gebracht. Als ouders betrokken zijn bij de activiteiten van hun kind op de peuterspeelzaal, levert dat een positieve bijdrage aan het welzijn en de ontwikkeling van peuters. Het ouderprogramma van Piramide betrekt daarom op verschillende manieren de ouders bij de ontwikkeling van hun peuters. Ouderactiviteiten worden gedaan aan de hand van het VVE-programma: De pedagogisch medewerker krijgt informatie van de ouders over hun kind en over de opvoeding thuis. De pedagogisch medewerker geeft informatie aan de ouders over ouderbijeenkomsten en thema’s. 8
De pedagogisch medewerker organiseert een spelinloop: de ouders spelen met hun kind in de groep aan het begin van de dag. De pedagogisch medewerker geeft bij ieder project informatie of instructie mee over het thema in de vorm van een folder of boekje, indien nodig in de eigen taal van de ouders. De pedagogisch medewerker geeft ook spelletjes en werkjes mee naar huis geven, passend bij het thema. Daarmee verlengt de medewerker de leertijd van de kinderen.
Winnie de Pooh werkt met een VVE-programma (Voor- en Vroegschoolse Educatie) genaamd Piramide. Dit programma richt zich op de ontwikkeling van het kind en spel staat centraal. Door de combinatie van spelen en leren worden de peuters gestimuleerd in hun taal- en denkontwikkeling en ook in de ontwikkeling van hun creativiteit en persoonlijkheid. Piramide is bestemd voor alle kinderen in de leeftijd van 2,5 tot 6 jaar. Er is bijzondere aandacht voor kinderen die extra ondersteuning nodig hebben. Het programma is opgebouwd rond een aantal thema’s (bijvoorbeeld water, herfst, huis, Sinterklaas). Wij gebruiken projectboeken waarin rond deze thema’s ideeën, spelletjes en liedjes voor peuters staan. De combinatie van spelen en leren stimuleert de peuters in hun taal- en denkontwikkeling en ook in het ontplooien van hun creativiteit en persoonlijkheid. Piramide Piramide is een totaalmethode en heeft een doorlopende ontwikkelingslijn van de peuterspeelzaal tot en met groep 2 van de basisschool. Een thema komt drie keer terug, elk jaar op een hoger niveau. De peuters worden goed geobserveerd en gevolgd in hun ontwikkeling. De basisbegrippen van de Piramide-methode zijn nabijheid, afstand, initiatief van het kind en initiatief van de pedagogisch medewerkers. Het gaat om het creëren van een veilig en geborgen pedagogisch klimaat, waarin peuters zich prettig voelen. De kinderen worden emotioneel ondersteund, er gelden heldere regels en een duidelijke structuur waarin peuters uitleg krijgen op hun individuele niveau.
9
Hoofdstuk 3 Volgen en signaleren Elke locatie van Partou heeft de taak ieder kind op een systematische manier te volgen in zijn ontwikkeling en te zorgen voor een gerichte signalering. Ook op de peuterspeelzaal is goed naar peuters kijken belangrijk voor het volgen van het welzijn en de ontwikkeling. Daarnaast is observeren nodig om te zien wat een kind nodig heeft om zich voldoende uitgedaagd te voelen. Partou is er in principe voor alle peuters. De afgelopen jaren is er binnen de kinderopvang van Partou extra aandacht voor peuters met een extra zorgbehoefte. Daarvoor zoekt Partou samenwerking met ouders en eventuele partners in de wijk. De medewerkers van Winnie de Pooh willen een gesprekspartner zijn voor ouders bij de opvoeding en ondersteuning bieden.
3.1 Observatielijsten Door middel van het volgsysteem binnen het VVE-programma zorgen we ervoor dat het kind voorbereid naar de basisschool kan. Voor de peuters gebruiken we observatielijsten die bij deze methode horen. Ook zijn er toetsen voor de peuters vanaf 3 jaar. Zo krijgen wij een mooi totaalbeeld van de ontwikkeling van elk kind. Ouders kunnen deze vragenlijst ook invullen over hoe het thuis met een kind gaat. Na het invullen hebben we jaarlijks een oudergesprek waarin we de lijsten bespreken. Op de volgende momenten observeren we en vindt er een oudergesprek plaats: - tussen 2,5 en 3 jaar: twee/drie maanden na de wenperiode is er een evaluatiegesprek - bij 3 jaar: Piramide observatielijst en toetsen - bij 4 jaar: Piramide observatielijst en toetsen De toetsen worden vanaf het derde jaar twee keer per jaar afgenomen.
3.2 Signalering Opgroeien en ontwikkelen gaat met vallen en opstaan. We stimuleren kinderen door alert te reageren op hun gedrag. We geven ruimte aan talenten en steun bij vragen. We signaleren zo vroeg mogelijk een eventuele stagnatie in de ontwikkeling van een kind. Een eventuele vertraging of stagnatie in de ontwikkeling signaleren wij bij voorkeur zo vroeg mogelijk. We doen dit zo nodig in samenwerking met andere partijen - opvoedexperts. Zo kunnen we elk kind, in overleg met de ouders, adequaat begeleiden op de peuterspeelzaal.
3.3 Betrekken ouders Bij Winnie de Pooh wordt de ontwikkeling van alle kinderen intensief gevolgd. Ook u als ouder observeert. Door met elkaar informatie uit te wisselen over het kind en de verschillen en overeenkomsten tussen thuis en het kindercentrum te bespreken, ontstaat een waardevolle samenwerking. We proberen dagelijks een moment te vinden bij het brengen en halen van het kind om kort wat te vertellen over de dag en specifieke momenten te omschrijven. Eenmaal per jaar bespreken we onze observatielijst met u tijdens een oudergesprek. Maar als u tussentijds een (opvoedings)vraag heeft, kunt u altijd een afspraak voor een gesprek met de pedagogisch medewerker maken. Wij kunnen u adviseren en u en uw kind, eventueel met de deskundige adviseurs van Partou, verder begeleiden. Alle informatie die wij over uw kind hebben, willen we met u delen.
10
3.4 Samenwerking met omgeving Om binnen de peuterspeelzaal alles mee te kunnen geven aan advies, informatie, educatie en zorg zijn wij verschillende samenwerkingsverbanden aangegaan. De GGD is een belangrijke samenwerkingspartner. Zij bezoekt onze locatie twee keer per jaar. Op deze manier krijgt de GGD een goed beeld van de ontwikkeling van de peuters en kunnen wij adviezen inwinnen over hoe we een kind beter of anders kunnen stimuleren of kijken waar we andere hulp of advies in kunnen krijgen. We werken binnen ons team ook met een coördinator vroegsignalering, dit is om leidsters te ondersteunen op de groep. Het gaat om een lichte vorm van hulp en is vooral preventief bedoeld. Leidsters kunnen advies krijgen over de aanpak van een kindje en een observatie aanvragen, hierbij is altijd toestemming van ouders nodig. De pedagogisch medewerker zal dan in gesprek gaan met ouders. Als extra hulp kunnen we ook Okido begeleiding aanvragen. Dit is een mooie manier om een kind individueel te begeleiden. Deze aanpak heeft op veel kinderen een positief effect. Daarnaast hebben we een afdeling opvoedondersteuning waar oudercontactmedewerkers en pedagogisch adviseurs werkzaam zijn. Info hierover kunt u bij de leidsters opvragen of contact opnemen met het okc Overdracht en samenwerking basisonderwijs Sinds september 2010 dragen wij, in overleg met ouders, gegevens van peuters over aan de basisschool. De gegevens die we overdragen, zorgen er voor dat de overstap naar de basisschool voor de kinderen zo goed mogelijk verloopt. Wat we overdragen wordt altijd eerst overlegd met de ouders tijdens het exitgesprek. Als ouders niet willen dat gegevens worden overgedragen, ontvangt de school geen gegevens maar een brief dat ouders afzien van overdracht.
11
Hoofdstuk 4 Samenwerking met ouders Partou ziet zichzelf als partner in de opvoeding. Een goed contact en regelmatig overleg tussen ouders en pedagogisch medewerkers vormen de basis voor goede kinderopvang. Voor het directe contact met de ouders hebben we de spelinloop. Ouders worden uitgenodigd om bij het brengen samen met het kind een spel te spelen of met de leidsters een kopje koffie te drinken. Twee keer per jaar is er een oudergesprek over de voortgang van het kind. Ouderbijeenkomsten worden twee keer per jaar gehouden aan de hand van een actueel thema. De locatie moet voor ouders een plek zijn waar ze hun kinderen met een gerust hart kunnen achterlaten en waar ze het gevoel hebben dat het bijdraagt aan een goede ontwikkeling (op alle gebieden) van hun kind. Samen maken we de voorschool tot een professionele en vriendelijke plek.
4.1 Informeren en adviseren Het delen van de opvoeding begint met het uitwisselen van informatie en het op elkaar afstemmen van verzorging, opvoeding en educatie. We betrekken ouders bij het reilen zeilen in peuterspeelzaal Winnie de Pooh. U krijgt dagelijks een uitgebreide overdracht van wat uw kind heeft beleefd. Bij het halen vertelt de leidster of het kind een fijne dag heeft gehad, met mogelijke bijzonderheden en wat ze die dag gedaan hebben op de peuterspeelzaal. Wij verwachten van ouders dat ze actief informatie over het welbevinden van de kinderen met ons delen. Op deze manier zitten we op één lijn en krijgt het kind de juiste aandacht thuis en op de opvang. Nieuwsbrieven Elke maand ontvangen ouders een nieuwsbrief van Winnie de Pooh. Hierin worden de laatste nieuwtjes van de groep beschreven.
4.2 Ouderbetrokkenheid Bij Winnie de Pooh hechten we veel waarde aan een goede samenwerking met ouders. Gebleken is dat betrokkenheid van ouders een positief effect heeft op de ontwikkeling van peuters. Wij verwachten daarom van ouders dat ze komen tijdens de afgesproken momenten. Zoals twee keer per jaar op een oudergesprek en ouderavond. Maar ook naar een themaafsluiting. Ook is het belangrijk dat ouders thuis de peuters aan de hand van de thema’s activiteiten aanbieden. Zoals boekjes lezen en creatieve activiteiten. Ouders kunnen voor informatie terecht op de groep. Er hangt een informatieklapper met verschillende zaken zoals een rapport van de GGD en de huisregels. Daarnaast worden er uitjes georganiseerd of feesten gevierd waar we u ook graag bij willen hebben.
12
Hoofdstuk 5 Diversiteit en samenleving Onze peuterspeelzaal heeft een sociaal-maatschappelijke functie. Het is een ontmoetingsplaats waar gelijkheid en verschillen worden gewaardeerd en gerespecteerd. Kinderen spelen samen, leren van en met elkaar, botsen soms en maken het weer goed. De pedagogisch medewerkers bij Winnie de Pooh spelen met de kinderen volgens een thema en betrekken de peuters hierbij. We doen dit in kringverband waardoor ze allemaal de kans krijgen om dingen te vertellen of aan te wijzen die met het thema te maken hebben. Er is een praatplaat en een verteltafel. De peuters krijgen alle ruimte om te participeren en worden serieus genomen. De binnenruimtes zijn ruim ingericht met genoeg speelhoeken zodat de peuters kunnen kiezen waar ze willen spelen. De buitenruimtes zijn afgesloten zodat de pedagogisch medewerkers overzicht heeft over alle peuters. De buitenruimtes kunnen gedeeld worden met andere locaties of met klassen van de basisschool.
5.1 Diversiteit Ieder kind is welkom bij Winnie de Pooh ongeacht geloof, geaardheid, sociale klasse of culturele en etnische achtergrond. Iedereen in de groep wordt gelijk behandeld en diversiteit wordt gewaardeerd. Er wordt positief omgegaan met verschillen. Peuters leren zich te uiten, om te gaan met andere kinderen, hun stem te laten horen en naar anderen te luisteren. De aandacht voor diversiteit geven we vorm door bijvoorbeeld de peuters kledingstukken te laten benoemen zoals een jurk, broek, schoenen en een jas. Ook benoemen we uiterlijke kenmerken zoals de kleur van het haar. Hierdoor worden peuters zich bewust van zichzelf en van andere kinderen.
5.2 Samenleving Bij Winnie de Pooh willen wij peuters leren dat zij onderdeel uitmaken van de wereld. Dat begint al bij kleine kinderen als zij andere kinderen ontmoeten en ervaringen opdoen buiten het eigen gezin thuis. Je helpt elkaar, leert van en met elkaar, luistert naar elkaar, er wordt naar jou geluisterd. Je maakt kinderen er bewust van dat ze deel uitmaken van de samenleving, dat mensen verschillend zijn en welke verrijking dat met zich meebrengt.
13
Hoofdstuk 6 Praktische informatie 6.1 Locatiebeschrijving Winnie de Pooh is verbonden aan de Valentijnschool aan de Soembawastraat 63. Er is een nauwe samenwerking en een doorgaande leerlijn in de uitvoering van het Piramide programma. Voor het buitenspelen mag Winnie de Pooh gebruik maken van het speelplein van de school. De peuterspeelzaal volgt de vakanties van de Valentijnschool. Daarnaast zijn er nog afwijkende sluitingsdata waarvan u een overzicht ontvangt bij intake of bij het nieuwe schooljaar. Winnie de Pooh biedt opvang aan twee groepen bestaande uit maximaal 15 kinderen per groep in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar. Winnie de Pooh is open op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag van 8.30 tot 12.00 uur en van 12.45 tot 15.15 uur. Buitenruimte De buitenruimte van Winnie de Pooh is verbonden aan de basisschool De Valentijn en is gelegen in de achtertuin van de school. De buitenspeelplaats is voorzien van een zandbak, speeltoestellen en een ruimte waar kinderen kunnen fietsen. De kinderen van Winnie de Pooh gaan vaak naar buiten, wel is dat afhankelijk van de weersituatie. 6.2 Intake Het intakegesprek is er om ouders te informeren over de dagelijkse gang van zaken op de peuterspeelzaal en om u deze locatiegids te overhandigen. Tijdens dit gesprek willen wij zoveel mogelijk te weten komen over uw kind. Ook worden de nodige formulieren ingevuld en is er tijd om vragen te stellen. 6.3 Wennen Wij hechten veel waarde aan het wennen, omdat dit de basis vormt van het verblijf van uw kind bij Winnie de Pooh. Er is een wenperiode vastgesteld, maar we kijken bij elk nieuw kind tijdens het intakegesprek of dit passend is en bespreken met u de mogelijkheden. Alles is erop gericht er voor te zorgen dat uw kind zich snel thuis voelt bij ons. Houdt u er wel rekening mee dat u in de beginperiode op elk moment telefonisch bereikbaar bent.
6.4 Brengen en halen De spelinloop/het brengmoment is een belangrijk onderdeel van de dag. Structuur en ritme op de groep is van groot belang om het VVE programma goed uit te kunnen voeren. Om de rust in de groep te bewaren rekenen we erop dat u voor 09.00 uur afscheid van uw kind heeft genomen. Eén keer per maand hebben wij een koffieochtend. TIP: houd het afscheid zo kort en duidelijk mogelijk. Zeg altijd tegen uw kind dat u vertrekt en ook weer terug komt.
6.5 Oudergesprekken De pedagogisch medewerker nodigt u minimaal één keer per jaar uit voor een oudergesprek. Hierin bespreken wij de ontwikkeling en het welbevinden van uw kind. Uiteraard kunt u tussentijds ook aangeven een gesprek te willen, maar er kan vanuit de pedagogisch medewerker ook een reden zijn om tussentijds een gesprek met u aan te gaan.
14
Bescherming privacy De ingevulde ‘formulieren voor observatie en oudergesprekken’ worden in de gegevensmap of observatiemap van het kind opgeborgen en die worden op het kindercentrum in een gesloten kast bewaard. Ouders kunnen inzage krijgen in alle schriftelijke informatie. Aan het eind van de plaatsing krijgen de ouders de observatieverslagen van hun kind mee. 6.6 Afscheid Wanneer een kind Winnie de Pooh gaat verlaten zal hier op de groep aandacht aan besteed worden en zal er op een persoonlijke manier afscheid worden genomen. Ook zal er een eindgesprek met u worden gehouden om de plaatsing bij Winnie de Pooh goed af te sluiten. Mocht u willen opzeggen, houd dan rekening met een opzegtermijn van één maand. 6.7 Eten en drinken De bedoeling is dat u uw kind een rugzakje en een trommeltje meegeeft (met naam) met daarin bijvoorbeeld een stuk fruit, broodje, cracker of rijstwafel en drinken in een pakje of beker. We houden rekening met peuters die vanwege hun gezondheid of religie een speciaal dieet hebben. De eetmomenten beginnen met een vast ritueel, zoals het aankondigen, opruimen, handen wassen en zingen. Alleen bij speciale gelegenheden zoals verjaardagen, mag er met mate gesnoept worden. Dus geen snoep en koek meegeven. 6.8 Rituelen Rituelen zijn een belangrijk middel om de wereld van jonge peuters voorspelbaar te maken en om een wij-gevoel te geven. Op onze peuterspeelzaal bestaat de ochtend en de middag uit vaste rituelen, bijvoorbeeld zingen voordat we gaan eten en gezamenlijk opruimen als we gespeeld hebben. Er zijn ook vaste rituelen voor bijvoorbeeld verjaardagen. Als een kind jarig is, vieren we het met de groep. Het kind mag dan een traktatie meenemen om uit te delen. We zingen liedjes voor het kind en maken een verjaardagsmuts. De wijze van viering bespreken we van te voren met u. Bij de geboorte van een broertje of zusje is het mogelijk om dit ook te vieren op de groep. Verder is er alle ruimte om feesten van andere culturen te vieren, zoals het Suikerfeest. Structuur en veiligheid bieden wij mede aan door middel van volgend dagritme: Ochtendgroep: 8.30 - 9.00 uur De peuters worden gebracht. Er staan koffie en thee voor de ouders klaar. Er is tijd om even met uw kind te spelen of een praatje te maken met de andere ouders en de pedagogisch medewerkers. 9.00 uur We zwaaien de ouders uit en de peuters mogen vrij spelen. Deze tijd wordt gebruikt om, in kleine groepjes, de peuters te tutoren. Dit houdt in dat de peuters extra gestimuleerd worden in hun ontwikkeling op het gebied van taal. 10.00 - 10.15 uur We gaan opruimen en in de kring zitten. Tijdens het kringgesprek staat het desbetreffende thema centraal. Daarna is het tijd om handen te wassen en aan tafel fruit en brood te eten. Daarna naar buiten of vrij spelen. 11.45 - 12.00 uur De peuters worden opgehaald.
15
Middaggroep: 12.45 - 13.15 uur De peuters worden gebracht. De ouders kunnen nog even met hun kind spelen. 13.15 uur Na het uitzwaaien van de ouders is het tijd om vrij te spelen. Ook doen we activiteiten rond het thema. 15.00 - 15.15 uur De peuters worden opgehaald. Regels en afspraken Bij Winnie de Pooh geldt een aantal basisregels en afspraken die we hanteren om duidelijkheid te geven. Bijvoorbeeld: we doen aardig tegen elkaar, we laten de spullen heel en we leggen uit waarom iets gevaarlijk of onhygiënisch is. De pedagogisch medewerkers gebruiken steeds dezelfde formulering. Bijvoorbeeld: samen spelen is samen delen, of we lopen in de ruimte, dat is de afspraak. De wijze waarop we een kind aanspreken op het negeren van de instructie gebeurt bij Winnie de Pooh als volgt: Op ooghoogte van het kind (gehurkt) en rustige toon, op duidelijke wijze aan spreken van het ongewenste gedrag. Uitleggen welk gedrag er wel verwacht wordt. Tegelijkertijd wordt positief gedrag (door complimenten) gestimuleerd. Belangrijk is dat het moment positief wordt afgerond. De pedagogisch medewerkers vinden het belangrijk om ouders hierover terugkoppeling te geven. 6.9 Uitstapjes Partou vindt het belangrijk dat er adequaat toezicht is bij uitstapjes. Bij uitstapjes moet er wat medewerker-kind ratio betreft aan de minimale eisen te worden voldaan. Voldoen aan deze eis is voor lang niet alle uitstapjes voldoende. Risico’s bij uitstapjes zijn afhankelijk van leeftijd, soort uitstapjes (dicht bij huis/verder weg) en vervoermiddel. Binnen de school Binnen de school vinden er ook uitstapje plaats. Er zijn verschillende feesten die samen met de school gevierd worden, zoals bv sinterklaas. Maar ook de schoolfotograaf, gymmen, buitenspelen en thema afsluitingen gebeuren binnen de school. Per activiteit binnen de school wordt er gekeken of er extra begeleiding bij gevraagd moet worden. Ouders zijn worden op de hoogte gebracht van deze activiteiten. Dicht bij huis In de buurt van de locatie, op loopafstand voor begeleiders en/of kinderen. Deze uitstapjes kunnen met alle leeftijdsgroepen ondernomen worden. De pedagogisch medewerkers hoeven dit niet te melden bij de locatiemanager. Verder weg Niet op loopafstand voor de peuters. Peuters gaan incidenteel wat verder weg. Voor uitstapjes verder weg bijvoorbeeld naar Artis of op schoolreis gaan er altijd ouders mee! Van elk kind één ouder.
16
6.10 Ziekte van het kind en ongevallen Wanneer een kind ziek is (of om een andere reden dagje thuisblijft) moeten ouders dat voor 8.45 uur melden. Als een kind tijdens het verblijf op de peuterspeelzaal ziek wordt, belt de pedagogisch medewerker de ouders. In sommige gevallen wordt het eerst even aangekeken of in overleg met de ouders wordt besloten of het kind opgehaald moet worden. Doorslaggevend hierbij is hoe het kind zich in de groep gedraagt. Bij besmettelijke ziekten volgen wij het advies en de richtlijnen van de GGD. Ongevallen/calamiteiten Als een kind een ongelukje krijgt waarbij het letsel oploopt, neemt de pedagogisch medewerkers contact op met de ouders en meldt dit bij de eigen locatiemanager. In deze situatie gebruiken we het formulier ‘Registratie ongeval’. Dagelijks zijn er meerdere medewerkers in huis met een bedrijfshulpverleningsdiploma (BHV), zij kunnen de eerste zorg toepassen als dit nodig blijkt. Er wordt direct contact opgenomen met de ouders en overlegd wat er nodig is, bijvoorbeeld bezoek aan huisarts of EHBO-post. Bij urgente calamiteiten/ongevallen zullen de medewerkers direct contact opnemen met 112. Ontruimingsplan Er is bij Winnie de Pooh een ontruimingsplan aanwezig. Het team is geïnstrueerd. Elke groep heeft een noodmap met hierin de instructies wat te doen in geval van ontruiming. Jaarlijks wordt er een brandoefening gehouden. Brandbaar materiaal, zoals gordijnen, zijn brandveilig gemaakt. De muren zijn brandvertragend en er is veiligheidsglas. Elke dag vult de pedagogisch medewerker een presentielijst in. Uw kind wordt bij binnenkomst aangevinkt en bij vertrek afgevinkt. Medicijnbeleid Medicijnen, één of twee keer daags, worden niet op de peuterspeelzaal gegeven. De pedagogisch medewerkers geven alleen medicijnen, als dit echt noodzakelijk is. Ouders vragen van tevoren aan arts/apotheek of het medicijn één of tweemaal daags (dus thuis) toegediend kan worden. Medicijnen zijn voorzien van de duidelijk leesbare naam van het kind op de directe verpakking. Medicijnen zijn voorzien van (een kopie van) de bijsluiter. Ouders informeren de peuterspeelzaal over medicijnen, die thuis ingenomen worden. Ouders vullen een standaardformulier in met de belangrijkste vragen over het medicijngebruik. Ouders zijn verplicht om vooraf met de vaste pedagogisch medewerkers van hun kind te overleggen over toediening van nieuwe medicijnen. Indien nodig bespreken de pedagogisch medewerkers eerst met de locatiemanager of de toediening van een medicijn verantwoord is. Ouders blijven altijd zelf verantwoordelijk voor de gevolgen van het toegediende medicijn.
6.11 Sluitingsdagen Tijdens het intakegesprek krijgen de ouders een overzicht van de jaarlijkse sluitingsdagen mee. Deze sluitingsdagen gelden voor de hele organisatie en kunnen niet worden geruild. Ruim een week voor een sluiting hangen wij ter herinnering een briefje op.
17
6.12 Veiligheid en gezondheid Partou heeft richtlijnen opgesteld voor het handelen in geval van calamiteiten en ongevallen. Deze zijn opgenomen in Werkinstructies bij calamiteiten. In geval van ontruimingen beschikt elke vestiging over een ontruimingsplan. Dit ontruimingsplan wordt jaarlijks geoefend samen met school. Van de oefeningen wordt een verslag gemaakt met eventuele aandachtspunten. Iedere vestiging beschikt, in het kader van bedrijfshulpverlening, over bedrijfshulpverleners. Risico-inventarisatie De risico-inventarisatie beschrijft de veiligheidsrisico’s die de opvang van de peuters met zich meebrengt op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verstikking, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. Jaarlijks wordt er een risico-inventarisatie uitgevoerd op gezondheidsrisico’s die de opvang van peuters met zich meebrengt. De thema’s zijn: brandveiligheid, gezondheid en veiligheid. De buurtoudercommissie brengt advies uit op het gevoerde beleid ten aanzien van de risicoinventarisaties en de plannen van aanpak. Ambitieniveau en controle Door de gemeente is een verordening vastgesteld aan welke kwaliteitseisen de peuterspeelzalen moeten voldoen, vooral op het gebied van veiligheid, gezondheid en accommodatie. In deze verordening is opgenomen dat een peuterspeelzaal een ambitieniveau moet aangeven. Dit ambitieniveau dient de peuterspeelzaal aan de ouders, GGD en gemeente te overleggen. Het ambitieniveau bepaalt hoeveel beroepskrachten of begeleiders aanwezig moeten zijn en welke activiteiten er aan de kinderen/ouders geboden worden. Onder ambitieniveau wordt verstaan: ambitieniveau 0: spelen en ontmoeten ambitieniveau 1: spelen, ontmoeten, ontwikkelen en signaleren. ambitieniveau 2: spelen, ontmoeten, ontwikkelen, signaleren en ondersteunen. Alle peuterspeelzalen van Partou vallen onder ambitieniveau 1, alle voorscholen van Partou vallen onder ambitieniveau 2 Bovengenoemde peuterspeelzalen worden geregistreerd in een register peuterspeelzaalwerk. Als een peuterspeelzaal in dit register vermeld staat, betekent dit dat de peuterspeelzaal wordt gecontroleerd op kwaliteit door de GGD en dat de afdeling Welzijn, Zorg en Educatie daar op toe ziet. Verder voert de organisatie jaarlijks een risicoinventarisatie veiligheid en een risico-inventarisatie gezondheid uit, die ook door de GGD gecontroleerd wordt. Veiligheids- en gezondheidsregels Veiligheid- en gezondheidsregels Houd de vluchtroute naar de nooduitgang altijd vrij. Zoekraken of kapot gaan van meegenomen, eigen speelgoed is voor risico van de ouders. Let erop bij het binnenkomen en weggaan dat de buitendeur goed gesloten is en let erop dat er geen onbekenden mee naar binnen lopen. Bij regen vragen wij ouders hun voeten te vegen op de inloopmat. Zo voorkomen we dat de vloer nat wordt, en daardoor glad wordt. Huisdieren zijn niet toegestaan in de kindercentra, ook niet tijdens het halen en brengen van peuters. 18
Gezondheid Partou heeft verschillende richtlijnen opgesteld die voldoen aan de Warenwetregeling hygiëne van levensmiddelen (zie map werkinstructies). De locatiemanagers zijn verantwoordelijk voor de handhaving van de richtlijnen. In regulier overleg komt het omgaan met voedselhygiëne regelmatig aan bod 6.13 Teambeschrijving Het team van Winnie de Pooh bestaat uit twee gediplomeerde pedagogisch medewerkers; Wilma en Rahma. De locatiemanager is Maartje Appers. Zij heeft haar kantoor op de Zeeburgerdijk 708 B. De pedagogisch medewerkers van Winnie de Pooh krijgen ondersteuning op verschillende gebieden binnen de peuterspeelzaal. Daarbij is de locatiemanager hun eerste aanspreekpunt. De pedagogisch medewerkers worden voortdurend bijgeschoold met diverse cursussen zoals Piramide, de taaltoets en Triple P. De pedagogisch medewerkers bij Winnie de Pooh hebben oog voor kind en ouders. Ze zijn creatief, kunnen ouders op hun gemak stellen en bieden een luisterend oor aan zowel ouder als kind. Achterwacht Mocht zich een situatie voordoen bij Winnie de Pooh waarbij een leidster alleen komt te staan, dan kunnen zij beroep doen op drie collega’s die verbonden zijn met de basisschool. De achterwachters zijn, Tineke (directrice), Ricko (conciërge) en Dorien (administratief medewerkster). Naast de collega’s van de basisschool is ook de leidinggevende de achterwacht. Verder zijn derdejaars stagiaires ook bevoegd om de groep te leiden. Medewerker-kind ratio Op een groep staan altijd twee pedagogisch medewerkers op 12 tot 15 kinderen. Bij kortdurende vervanging volstaat één pedagogisch medewerker met één ouder of stagiair. We volgen de leidster-kind ratio die is vastgesteld in het convenant kinderopvang. Soort groep
Leeftijd kinderen
Maximaal aantal kinderen
Aantal pedagogisch medewerkers
Peuterspeelzaalgroep
2 tot 4 jaar
12
2 (3)
Peuterspeelzaalgroep
2,5 tot 4 jaar
15
2 (3)
Diploma’s en Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) Alle beroepskrachten die bij ons werken, hebben minimaal een van de MBO opleidingen afgerond die genoemd worden in de CAO kinderopvang (minimaal MBO-3). Naast de vaste medewerkers werken ook pedagogisch medewerkers in opleiding op de groepen. Elke medewerker die in contact komt met kinderen is in het bezit van een VOG. Omgaan met inzet pedagogisch medewerkers in opleiding In het kader van de wet ‘educatie beroepsonderwijs’ werkt Partou samen met diverse opleidingsinstituten. Partou is een leerbedrijf. Op een groep zijn altijd twee vaste pedagogisch medewerkers werkzaam. Op elke groep is er in principe een leerwerkplek beschikbaar. Een leerplaats kan worden ingevuld door een BBL of BOL stagiaire.
19
BOL stagiairs hebben een praktijkovereenkomst, zij volgen een voltijdsopleiding en lopen stage. Een BOL stagiair wordt niet ingezet als beroepskracht, maar is extra op de groep. De BOL stagiair wordt tijdens de stageperiode op de werkplek begeleid door de praktijkbegeleider. BBL stagiairs hebben een arbeidsovereenkomst bij Partou (beroepspraktijkovereenkomst), zij leren vooral in de praktijk, en gaan in deeltijd naar school (een dag per week). Een BBL stagiair kan tijdens het opleidingstraject wel geleidelijk als volwaardig beroepskracht ingezet worden. Bij Partou worden de BBL stagiairs de eerste drie maanden van de opleiding altijd boventallig ingezet. Na een positieve beoordeling op basis van de informatie van de opleiding en de praktijkbegeleider kan de BBL stagiair na drie maanden deels als beroepskracht ingezet worden. Pas in hun tweede jaar mogen de BBL stagiairs volledig worden ingezet. De beoordelingen en afspraken over inzetbaarheid worden altijd schriftelijk vastgelegd. De BBL stagiair wordt gedurende de opleiding op de werkplek begeleid door de praktijkbegeleider. Naast de BOL en BBL stagiairs zijn er ook HBO stagiairs die meelopen op de groep. Deze HBO stagiairs vallen onder begeleiding van de locatie managers. 6.14 Oudercommissie Centrale Oudercommissie (COC) Ook is er een COC. Partou wil op centraal niveau graag in gesprek zijn met ouders om een klankbord te hebben op het brede terrein van de dienstverlening; horen wat ouders belangrijk vinden, wat er onder ouders leeft, welke wensen en ideeën ouders op beleidsniveau inbrengen. Vooraf als het gaat om beleidsvoornemens en veranderingen, achteraf om beleid en dienstverlening te evalueren. De COC krijgt ook adviesrecht op de onderwerpen die de Wet Kinderopvang noemt. Ook kent Partou de COC informatierecht toe. 6.15 Klachtenbeleid Ondanks onze inspanningen om de opvang van de kinderen naar wens te laten verlopen is het mogelijk dat er een keer onvrede ontstaat. In dat geval willen wij dat graag horen. Partou ziet de opvang van de kinderen als een samenspel tussen ouders, kind en onze organisatie. Door goed naar ouders te luisteren weten wij wat zij belangrijk vinden en kunnen wij onze dienstverlening beter afstemmen op hun behoeften. Wij gaan er van uit dat ouders kritiek uiten vanuit een sterke betrokkenheid en de wens om de situatie te verbeteren. In geen enkel geval moeten ouders de indruk krijgen dat een klacht negatieve invloed heeft op de opvang van hun kinderen. Ouders kunnen hun klacht aan iedereen binnen onze organisatie kenbaar maken. Degene die de klacht in ontvangst neemt, zorgt dat deze op de goede plek terechtkomt en wordt opgevolgd. Ouders kunnen ook kiezen voor de externe route: die van de klachtencommissie. Dat kunnen zij meteen doen, maar ook nadat de interne route onbevredigend is afgesloten. Partou heeft zich aangesloten bij een onafhankelijke klachtencommissie, zodat een eerlijke behandeling van klachten is gewaarborgd. Partou betaalt het lidmaatschap en onze klanten kunnen vertrouwen op een zorgvuldige en deskundige klachtenafhandeling. Op onze locaties zijn folders van deze klachtencommissie verkrijgbaar. Klachten over de totstandkoming of de uitvoering van de overeenkomst tussen de klant en Partou kunnen, na de interne klachtenroute, voorgelegd worden aan de Geschillencommissie. In tegenstelling tot de uitspraak van de klachtencommissie is de 20
uitspraak van de Geschillencommissie bindend. In de algemene voorwaarden van Partou staan de procedures die deze commissie hanteert. Het volledige klachtenbeleid van Partou is beschikbaar op elke locatie.
Partou Coördinator klachtenafhandeling Postbus 22070, 1100 CB Amsterdam Telefoon: (020) 398 61 00 Klachtencommissie Kinderopvang, Ambtelijk secretariaat Postbus 21, 3738 ZL Maartensdijk Telefoon: (0900) 0400034 Geschillencommissie Kinderopvang www.sgc.nl
6.16 Kwaliteitsbeleid en certificering Binnen de wettelijke voorschriften voert Partou een eigen kwaliteitsbeleid. Wij werken met een kwaliteitssysteem met certificatie. Dit bestaat uit een (digitaal) kwaliteitshandboek met bijbehorende bijlagen. Onze werkwijze stelt ons in staat om alle bedrijfsprocessen optimaal te controleren en te verbeteren. Bovendien verzekert dit systeem ouders van kwaliteit. Partou is sinds 1 januari 2010 ook formeel HKZ en ISO 9001 gecertificeerd. Daarmee is het externe toezicht op de werking van ons kwaliteitssysteem ook gewaarborgd. Deze locatiegids is onderdeel van dit kwaliteitssysteem.
21
Hoofdstuk 7 Jaarplan 2012 7.1 Terugblik De vaardigheden van de pedagogische medewerkers bij peuterspeelzaal Winnie de Pooh om vroegtijdig ontwikkelingsachterstanden bij kinderen te signaleren en daar adequaat op te reageren zijn aantoonbaar toegenomen. De meeste pedagogisch medewerkers hebben een cursus Kinderen die Opvallen gedaan. Ook is het duidelijker welke expertise er ingezet kan worden binnen en buiten Partou. Intern kunt u denken aan pedagogische coaches, VIB (video interactie begeleiding), opvoedondersteuning en zorgcoördinatoren. Extern is er bijvoorbeeld Okido begeleiding. Daarnaast bieden wij Triple P (positief opvoeden) trainingen aan. Informatie hierover is te vinden op www.triplep-nederland.nl of www.positiefopvoeden.nl . Ook heeft een groot aantal van de pedagogische medewerkers de Nederlandse taaltoets gehaald. Doel is om ervoor te zorgen dat in 2012 alle pedagogische medewerkers deze hebben zodat zij op goed niveau binnen de voorschool de Nederlandse taal beheersen en overbrengen. Wij krijgen jaarlijks bezoek van de GGD inspectie. Deze inspecteert op gebied van veiligheid, gezondheid, kwaliteit en interactie met de peuters. In het afgelopen jaar zijn alle locaties tenminste met een voldoende beoordeeld. Verbeterpunten die eruit zijn gekomen zijn opgepakt. Alle rapporten hangen inzichtelijk voor u op de locatie in de informatieklapper.
7.2 Vooruitblik Eens per zes weken vindt er een werkbespreking plaats. Hierin bespreken we inhoudelijke punten rond de voortgang van de locatie. Bij deze bespreking zijn de locatiemanagers en pedagogisch medewerkers aanwezig. Ook vindt er eens per zes weken een teamvergadering plaats. Tijdens deze vergaderding wordt het teammanagement besproken en zijn alle locaties die onder de locatiemanager vallen aanwezig. Eén keer per jaar vinden er functioneringsgesprekken plaats. De pedagogisch medewerkers hebben voor zichzelf leerdoelen geformuleerd waaraan zij willen werken. Tijdens het functioneringsgesprek worden onder andere deze leerdoelen besproken en gekeken hoever de pedagogisch medewerkers hun leerdoelen behaald hebben. Ook worden de werkzaamheden van de pedagogisch medewerkers besproken. De cursussen die de locatiemanagers en pedagogisch medewerkers hebben gevolgd, worden herhaald door middel van opfriscursussen voor onder andere de VVE programma’s. De locatiemanager schrijft ieder jaar een jaarwerkplan in overleg met het regio management. Er wordt tussentijds geëvalueerd en aandachtspunten worden beschreven. Wij werken met een jaarkalender. Aan de hand van deze kalender hebben wij een goed overzicht over het schooljaar en passen we tussendoor belangrijke dingen aan. Op deze jaarkalender staan sluitingsdagen, oudergesprekken, ouderavonden, cursusdagen en trainingen.
22