Lessenserie ‘Sociale media’
Klas 7 en 8 Docentenhandleiding
Inhoud Voorwoord
3
Les 1 - Sociale media
4
Les 2 - Gesprek over sociale media
11
Les 3 - Online valkuilen
13
Les 4 + 5 (+6) - Pesten op het internet
18
Docentenhandleiding + bijlage It's up to you
19
2
Voorwoord Erno Mijland schrijft in zijn boek 'Smihopedia' (sociale media in het onderwijs) het volgende: 'Jongeren 'spelen' in het dagelijks leven veelvuldig met sociale media. Ze gebruiken hun mobiele apparaten de hele dag door, voornamelijk voor informele communicatie (het uitwisselen van persoonlijke berichtjes, videobellen) en entertainment (het bekijken van filmpjes op YouTube, het spelen van spelletjes). Voor leraren en ouders kan dat intensieve gebruik van sociale media een onbegrijpelijke fascinatie zijn. 'Het gaat toch helemaal nergens over', hoor je dan. Of: 'Hoe kun je nu huiswerk maken, als dat ding constant begint te trillen?' Je verdiepen in de belevingswereld van jongeren is een must om de aansluiting te houden. De aansluiting vinden bij de huidige generatie jongeren betekent niet dat je per se zelf mee hoeft te gaan doen met je eigen hippe Facebook-profiel of al je dagelijkse beslommeringen moet gaan spuien op Twitter. Wel dat je minimaal bijhoudt wat er omgaat in hun wereld, begrijpt waar de aantrekkingskracht van de door hun gebruikte technologieën vandaan komt, wat voor invloed die heeft op hun dagelijks leven en hun gedrag en dat je die kennis kunt vertalen in de omgang met je leerlingen.' Jongeren zijn zich vaak niet bewust van de gevaren die gepaard gaan met het gebruik van het internet en de sociale media. Daarom is het belangrijk dat ze op school en thuis worden voorgelicht over deze gevaren. In deze lessenserie wordt er onder andere ingegaan op wat sociale media eigenlijk zijn, welke valkuilen er zijn, wat cyberpesten is en hoe je je moet gedragen op het internet.
3
Les 1 – Sociale media Wat zijn sociale media? Wie sociale media zegt, noemt vaak in dezelfde adem het viertal Facebook, Hyves, Twitter en LinkedIn. Begrijpelijk, want het zijn populaire toepassingen met enorme hoeveelheden gebruikers. Maar de wereld van sociale media is groter. Veel groter. Er zijn veel definities in omloop van wat sociale media zijn. In het boek 'Smihopedia' van Erno Mijland wordt de volgende definitie gehanteerd: 'een online gereedschapskist met digitale middelen die het mogelijk maken om tijd- en plaatsonafhankelijk samen te werken, te communiceren en te leren.' Op de website (en tevens sociaal medium) Wikipedia wordt de volgende definitie van het begrip 'sociale media' gegeven: 'Sociale media (de Engelse term social media is ook in het Nederlands gangbaar, vooral in Nederland) is een verzamelbegrip voor online platformen waar de gebruikers, zonder of met minimale tussenkomst van een professionele redactie, de inhoud verzorgen. Hoofdkenmerken zijn interactie en dialoog tussen de gebruikers.' Voorbeelden sociale media en wat kun je ermee doen? - Datumprikker Deze website kun je gebruiken om een afspraak te maken met collega's, vrienden of familie. Naast het prikken van een datum en locatie kun je datumprikker.nl ook gebruiken om cursisten in te plannen (rooster) of de deelnemers voor een evenement in te schrijven (inschrijving). - Dropbox In een dropbox kun je foto's, documenten en video's zetten. Als je een internetverbinding hebt kun je overal bij deze bestanden komen en je kunt ze met anderen delen. - Facebook Facebook is een sociaal netwerk dat vrienden, familie, collega's en studiegenoten met elkaar in contact brengt. - Flickr Flickr is een website voor het delen van foto's en videofragmenten. - Hyves Hyves was een Nederlandse sociaal netwerk dat begon in september 2004. In de eerste jaren groeide het aantal leden flink, maar in 2010 daalde het aantal leden door de opkomst van Facebook. De website is in 2013 gestopt. -Instagram Dit is een gratis mobiele app om digitale foto's of video's uit te wisselen middels mobiele apparaten. - LinkedIn Dit is een online sociaal netwerk dat gericht is op vakmensen. LinkedIn groeit de laatste jaren sterk. Het belangrijkste doel van de website is geregistreerden gebruik te laten maken van elkaars (zakelijke) netwerk.
4
- Pinterest Pinterest is een website die fungeert als prikbord. De gebruiker kan over het hele web afbeeldingen pinnen en vervolgens op een van de aangemaakte "moodboards" plaatsen. - Skype Dit is een programma van Microsoft waarmee je over het internet kan telefoneren. - Twitter Dit is een gratis internetdienst waarmee gebruikers korte berichtjes van maximaal 140 tekens publiceren. Het is een website waarbij mensen op elkaar kunnen reageren en elkaar kunnen volgen. Veel politici, artiesten, sporters en andere mediafiguren hebben een Twitter-account. - Wikipedia Dit is een vrije meertalige internetencyclopedie die door meerdere auteurs op vrijwillige basis wordt geschreven. - Wordfeud Dit is de online versie van het bordspel 'Scrabble'. - YouTube YouTube is een website waar de gebruiker filmpjes kan publiceren en in ruil daarvoor zijn exclusieve vermenigvuldigings- en auteursrechten afstaat. Opdrachten 1. Zet op het bord de woorden 'sociale media' en vraag aan de leerlingen wat er in ze opkomt. Zet kreten en termen op het woord. (Maak een woordspin of mindmap). 2. Vraag de leerlingen welke sociale media zij gebruiken. Zet deze ook op het bord. 3. Bespreek met de leerlingen wat elk sociaal medium inhoudt en waarom en waarvoor ze dit medium gebruiken. 4. Laat de leerlingen de 'Test jezelf: Altijd online?' (staat in leerlingmateriaal) invullen. Bespreek de uitkomsten met de klas. 5. Laat de leerlingen de 'Vragenlijst sociale media' invullen. (huiswerk, staat in leerlingmateriaal)
5
Test jezelf: Altijd online? Gamen, social media checken of filmpjes bekijken. Ben jij altijd online en kun je niet meer zonder? Of valt het wel mee? Doe de test en ontdek hoe verslaafd jij bent aan internet. 1.
Hoeveel uur ben jij gemiddeld online per dag? a) 0 tot 2 uur b) 2 tot 4 uur c) 5 uur of meer
2.
Als een vriend(in) een heel grappige foto op Instagram of Tumblr zet, hoe snel zie jij die dan meestal? a) Binnen een paar uur b) Binnen een half uur c) Binnen een dag
3.
Via WhatsApp, Instagram, Snapchat, Twitter en/of Facebook wordt gezegd dat er iets ergs is gebeurd met een leerling op jouw school. Hoe snel pik jij dit nieuws op? a) Je leest het overal en probeert social media uit te vinden wat er aan de hand is. b) Niet zo snel, want je volgt de social media niet. Je hoort het via klasgenoten. c) Je gaat online om te checken of er al meer informatie bekend is, maar dat doe je pas als je er anderen over hoort praten.
4.
Het is de dag na een geweldig schoolfeest. Hoe kijk je hier op terug? a) Je kletst er nog kort over na met vrienden via WhatsApp. b) Het was leuk, maar je staat er verder niet echt meer bij stil. c) Via de foto's en berichten die je checkt op Snapchat, WhatsApp, Instagram, Facebook en Twitter.
5.
Wat doe je als eerste als je 's ochtends wakker wordt? a) Douchen b) Je telefoon checken c) Ontbijten (en terwijl je eet check je je telefoon)
6.
Je bent met familie in een ver oord zonder internet. Hoe voel je je? a) Het maakt je onrustig. Je had liever internet gehad. b) Je ontdekt tot je verbazing dat je best even zonder internet kunt. c) Goed, niets bijzonders toch?
7.
Als je iemand een berichtje stuurt, hoe snel verwacht je dan een reactie? a) Binnen een paar uur b) Binnen een half uur c) Binnen een dag 6
De uitslag Tel je punten bij elkaar op en bekijk hieronder de uitslag. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
a= 5 a=2 a=1 a=2 a=5 a=1 a=2
b=2 b=1 b=5 b=5 b=1 b=2 b=1
c=1 c=5 c=2 c=1 c=2 c=5 c=5
Wat ben jij? 0 t/m 12 punten: altijd online Jij bent echt verslaafd aan online zijn. Avonden lang gamen, online kletsen, social media afkammen of YouTube afstruinen zijn geen uitzondering voor jou. Even snel kijken, dat kun je niet. Je zit aan je scherm vastgezogen en loskoppelen is geen optie. Heb je nog wel tijd voor iets anders, zoals leuke dingen doen met vrienden, huiswerk maken of sporten? Dat zou wel moeten, want - zeg nou zelf - mis je echt iets als je een paar minuten niet checkt wat er online gebeurt?
13 t/m 24 punten: regelmatig online Als je eenmaal lekker surft, gamet, scrollt, swipet en klikt, kun jij je moeilijk tot iets anders aanzetten. Je verliest je gemakkelijk in een spel, blog of chats met je vrienden. Maar toch bedenk jij na een tijdje wel dat je ook nog andere dingen moet doen. Je voelt je som ook wel slecht dat je ongemerkt zo lang achter je scherm doorbrengt. Het is goed dat je je realiseert dat er meer is dan de online wereld. Het is heel gezond om af en toe ook offline te gaan.
25 t/m 35 punten: weinig online Je weet wel dat je meeste leeftijdsgenoten urenlang online zijn, maar je doet dat elf niet. Eigenlijk snap je niet zo goed waar en hoe ze die tijd doorbrengen. Een spelletje doen of filmpje kijken, vind je best leuk op zijn tijd, maar het boeit jou gewoon minder. Waarschijnlijk heb je een andere hobby of passie waar je veel tijd aan besteedt. Prima, niets mis mee! Ieder zo zijn ding. Mis je soms toch waar gesprekken over gaan? Dan zou je af en toe een kijkje kunnen nemen op de social media waar je vrienden en klasgenoten actief zijn.
7
VRAGENLIJST SOCIALE MEDIA 1. Welke sociale media gebruik je / bij welke sociale media heb je een account? 0 Facebook 0 Tinder 0 Twitter 0 Whatsapp 0 Instagram 0 Foursquare 0 Path 0 Google + 0 Snapchat 0 YouTube 0 Tumblr 0 Vine 0 Pinterest 0 Telegram 0 Flickr 0 Skype 2. Waarvoor/ waarom gebruik je sociale media vooral? ______________________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________________ 3. Wat vind je aantrekkelijk/interessant/prettig aan de verschillende sociale media? Geef dit per sociaal medium aan dat je gebruikt. ______________________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________________ 4. Op welke apparaten heb jij toegang tot je sociale media? 0 smartphone 0 iPad of tablet 0 computer of laptop 0 spelcomputer 0 mp3-speler of iPod 5. Op welke momenten maak je gebruik van sociale media? ______________________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________________ 6. Hoeveel tijd denk je dat je per dag gemiddeld besteedt aan sociale media? 0 1 tot 3 uur 0 4 tot 6 uur 0 7 tot 10 uur 0 meer dan 10 uur 7. Vertel eens wat over de online contacten die je hebt. Hoeveel vrienden heb je, zijn dat allemaal mensen die je ook in het echte leven ontmoet? ______________________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________________ 8
8. Hoe zie je het begrip ‘friend’? Zie je daar gradaties in? (wie zijn echte vrienden en wie niet?) ______________________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________________ 9. Wat deel je allemaal met anderen? ______________________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________________ 10. Wat deel je juist niet? ______________________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________________ 11. Wat zijn onderwerpen die je veel bespreekt of kenbaar maakt via sociale media? ______________________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________________ 12. Wat levert het gebruik van sociale media je op? ______________________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________________ 13. Is er voor jou ook een keerzijde (negatieve kant) aan het gebruik van sociale media? ______________________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________________ 14. Wat ervaar je precies als het gaat om die nadelen? ______________________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________________ 15. Hoe ga je om met die nadelen? ______________________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________________
9
16. Heb je wel eens wat vervelends meegemaakt met of gezien op sociale media? Hoe ben je daarmee omgegaan? Of hoe zou je ermee omgaan als er iets vervelends gebeurt? ______________________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________________ 17. Zijn er thuis bepaalde afspraken over het gebruik van sociale media? ______________________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________________ 18. Wordt er in jouw gezin over sociale media gesproken? Zo ja, waarover wordt er dan gesproken? ______________________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________________ 19. Hoe zou het voelen als je twee of drie weken volledig afgesloten zou zijn van alle sociale media? ______________________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________________ 20. Waar ligt je telefoon als je slaapt? ______________________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________________
10
Les 2 - Gesprek over sociale media Opdrachten 1. Naar aanleiding van de vragenlijst die de leerlingen hebben ingevuld, ga je het gesprek aan met de klas. Dit kan op de volgende manieren: Je kan de vragenlijst per vraag bij langs gaan en met de klas bespreken. Je pikt er een aantal vragen uit die je graag met de klas wil bespreken. Je verdeelt de klas in groepjes en geeft elk groepje een paar vragen. Je wijst een voorzitter en een secretaris aan. Je voorzitter leidt het gesprek en de secretaris zet overeenkomsten en verschillen op een poster. Deze posters worden later in de les door elk groepje gepresenteerd. 2. Laat de leerlingen de 'vragenlijst online valkuilen' invullen. (huiswerk, staat in het leerlingmateriaal)
11
VRAGENLIJST ONLINE VALKUILEN 1. Heb je jezelf weleens 'gegoogeld'? 0 Ja, ik zag: ______________________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________________ 0 Nee 2. Denk je dat informatie op internet altijd bewaard zal blijven? 0 Ja 0 Nee 3. Hou je rekening met wat je post op het internet met het oog op je toekomst en het vinden van een baan later? 0 Ja 0 Nee 4. Post je veel foto's van jezelf op Facebook, Whatsapp of een ander sociaal medium? 0 Ja, want: ______________________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________________ 0 Nee, want: ______________________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________________ 5. Heb je wel eens iets online (foto, tekst, reactie, video) gezet waar je later spijt van had? 0 Ja, namelijk: ______________________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________________ 0 Nee 6. Heb je wel eens met iemand online gesproken van wie later bleek dat hij of zij zich als een ander persoon voordeed? 0 Ja 0 Nee 7. Staan er persoonlijke gegevens zoals een adres of een telefoonnummer van jou online? 0 Ja 0 Nee 8. Wat zou jij nooit doen online? Waarom niet? ______________________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________________ 12
Les 3 – Online valkuilen Wat zijn online valkuilen? Net als in het echte leven is het online ook niet overal even veilig. Wat zijn de valkuilen? 1. Andere identiteit De situatie: Je hebt al een paar weken leuk chatcontact met iemand. Als diegene je om foto's vraagt, twijfel je geen seconde. Dan blijkt het geen jongen of meisje van 15 te zijn, maar iemand van 51! De valkuil: Via sociale media kom je makkelijk in contact met anderen. Leuk! Maar voor je het weet, ben je bevriend met een heel ander persoon dan je denkt. Een andere identiteit aannemen is zo gebeurd en komt vaker voor dan je denkt! Tips: Stuur geen foto's, telefoonnummer of adres. Googel de naam en kijk welke info je kunt vinden. En stel voor om te Skypen. 2. Eens online, altijd online De situatie: Die tweet over een blunder met foto vond je eerst hilarisch. Nu heb je er spijt van. De valkuil: Een foto, een mening, een status-updte: alles wat je online plaatst, blijft online. Ook al verwijder je het. Als iemand het retweet of kopieert, blijft de post voor altijd aan jouw naam verbonden. Dus ook als je nieuwe vriend(in) je online opzoekt of als je gaat solliciteren voor een (bij)baan. Tips: Post foto's en comments bewust. Denk na voor je iets de online wereld instuurt. Het bepaalt jouw online identiteit, voor altijd. 3. Geen grapje De situatie: Je tweet dat je geen zin hebt in school en het liefst een bom op het leslokaal laat vallen. Plotseling staat de politie voor je deur. De valkuil: Scholier Charlotte Bouwman dacht dat het grappig was om te tweeten over een bom op haar school. Een paar uur later werd ze opgepakt. Dit soort tweets wordt serieus genomen. Terecht, want wat als het geen grapje is? 13
Tip: Ook al lijkt een grapje nog zo onschuldig, dat komt niet altijd zo over. Denk goed na voor je een grap de online wereld instuurt. 4. Naakselfie De situatie: Een vriend(in) haalt je over om een naaktfoto te sturen. Na lang twijfelen, doe je het toch. Je stuurt een naaktfoto van jezelf via Whatsapp of Snapchat naar een goede vriend(in). De volgende dag staat je foto online. Je baalt er ontzettend van! De valkuil: Het is misschien verleidelijk om een naaktfoto te sturen, maar doe het niet. Al degene in kwestie je toch niet zo leuk vindt, staan de foto's zo online. Er zijn zelfs speciale sites waar je anoniem foto's van je ex kunt plaatsen. Tip: Er is maar één tip: doe het niet! 5. Privacy please De situatie: Jouw profiel is uitgebreid ingevuld inclusief telefoonnummer. En je locatievoorziening staat altijd aan. Het is toch alleen zichtbaar voor vrienden. Tot je iedere nacht anoniem gebeld wordt. De valkuil: Je weet nooit zeker wie er allemaal ziet waar jij bent en wat je telefoonnummer is. En als jouw vrienden je willen bereiken, staat je telefoonnummer toch in hun mobiel? Tips: Plaats niet te veel persoonlijke gegevens online. En zet je locatievoorziening uit: je zit er toch niet op te wachten dat de hele wereld weet waar jij 24/7 bent? Wat is privacy? Voor het woord privacy worden ook wel de woorden 'privésfeer', 'persoonlijke levenssfeer' of 'eigenruimte' gebruikt. In het woordenboek Van Dale wordt het begrip privacy als volgt omschreven: ' de persoonlijke vrijheid, het ongehinderd, alleen, in eigen kring of met een partner ergens kunnen vertoeven; gelegenheid om zich af te zonderen, om storende invloeden van de buitenwereld te ontgaan, een toestand waarin een mens er zeker van is dat zonder zijn toestemming zo weinig mogelijk andere mensen zich op zijn terrein zullen begeven.' In de huidige tijd komt daar nog bij dat je zelf moet kunnen bepalen wie welke informatie over ons krijgt en de wens om onbespied en onbewaakt te kunnen leven. Onder privacy valt: 14
- de bescherming van persoonsgegevens - de bescherming van het eigen lichaam en van de eigen woning - de bescherming van familie- en gezinsleven - het recht vertrouwelijk te communiceren via brief, telefoon en e-mail Privacy betekent dat iemand dingen kan doen zonder dat de buitenwereld daar inbreuk op maakt of weet van heeft. Opdrachten 1. Bespreek met de leerlingen de online valkuilen (staat ook in het leerlingmateriaal). 2. Bespreek met de leerlingen wat privacy is. 3. Bespreek met de leerlingen de 'Vragenlijst online valkuilen' 4. Bespreek met de leerlingen de 'Checklist: wat zet je wel en wat zet je niet op internet?' (staat in het leerlingmateriaal) 5. Bespreek met de leerlingen de regels wat betreft sociale media die gelden op het Parcival College. (staat in het leerlingmateriaal)
15
CHECKLIST: WAT ZET JE WEL EN WAT ZET JE NIET OP INTERNET? Voordat je een tekst, reactie, foto of video online zet, moet je je de onderstaande dingen afvragen. Beantwoord je een van de vragen met 'ja', dan is het verstandig om de tekst, reactie, foto of video niet te plaatsen. Bij elke vraag staan een paar voorbeelden. 1. Kan iemand die toegang heeft tot mijn tekst, reactie, foto of video dit vervelend vinden? · Een vriend staat nogal raar op mijn foto. · Ik heb een opmerking gemaakt die mijn ouders kan kwetsen. 2. Kan iemand dit mogelijk verkeerd begrijpen/interpreteren? · Ik heb een grapje gemaakt, maar het kan zijn dat iemand de grap niet begrijpt. · Ik heb mijn mening niet duidelijk verwoord. 3. Kan ikzelf hierdoor in de problemen komen? · Ik plaats een foto waarop ik best sexy sta afgebeeld. Mijn 06-nummer is gemakkelijk te vinden. Straks word ik gebeld door mannen die iets van me willen. · Ik wil op Twitter lekker stoer vertellen dat ik heb afgekeken bij een proefwerk, maar kan mijn leraar dat ook zien? 4. Kunnen mijn familieleden, vrienden of anderen hierdoor in de problemen komen? · In mijn bericht staat dat mijn oom en tante twee weken op vakantie zijn. Misschien leest een inbreker dat ook. · Ik maak hiermee bekend aan de hele wereld dat mijn tante zwanger is, terwijl ze dat op dit moment alleen aan vrienden en familie bekend wil maken. 5. Kan dit later, in een andere situatie, tegen me gebruikt worden? · In mijn bericht kraak ik een supermarkt in de buurt af. Daar kan ik dan straks misschien geen vakantiebaantje meer krijgen. 6. Wil ik dat iedereen die dit kan vinden, dit van me te weten komt? · Het is uit met mijn vriend/vriendin. Mag iedereen dat weten die dit kan vinden?
16
Richtlijnen gebruik sociale media door leerlingen op het Parcival College: 1. Wees zorgvuldig en respectvol met informatie. 2. Het is toegestaan om kennis en informatie te delen, mits het geen vertrouwelijke of persoonlijke informatie betreft en andere betrokkenen niet schaadt. 3. Het is uitsluitend met toestemming van de leerkracht of schoolleiding toegestaan om tijdens de lessen actief te zijn met sociale media (mobiel, foto, film etc.). 4. Mobiele telefoons en geluidsdragers mogen alleen gebruikt worden als het de ander niet stoort en alleen in de kantine of in de garderobe. Tijdens de les zijn ze onzichtbaar en staan ze uit. 5. Het is alleen toegestaan foto-, film- en geluidsopnames van school gerelateerde situaties op sociale media te zetten, met uitdrukkelijk toestemming voor plaatsing van betrokkenen. 6. We fotograferen of filmen niet in de school zonder toestemming van de leerkracht of schoolleiding.
17
Les 4 + 5 (+ 6) – Pesten op het internet Cyberpesten Pesten is van alle tijden. Pesten of plagen is een manier om je plek binnen de groep te bepalen. Het verschil tussen pesten en plagen is dat er bij plagen ‘slechts’ sprake is van incidenten terwijl bij pesten herhaaldelijk negatieve handelingen plaatsvinden en er sprake is van ongelijke machtsverhouding in de groep waardoor verweer voor het slachtoffer bijna niet mogelijk is. Bij cyberpesten is de omgeving waar er gepest wordt uitgebreid met digitale communicatiekanalen zoals sociale media. Bij communicatie via dergelijke kanalen vallen lichaamstaal en emoties vaak weg. Dat kan soms leiden tot misverstanden: iets wat grappig bedoeld is kan vervelend overkomen. Ook voelt men zich op sociale media vaak minder geremd en is de stap sneller genomen om negatieve dingen te schrijven. Daarbij kunnen uitspraken op het beeldscherm heftiger overkomen dan in het ‘echte’ leven. Een zinnetje als ‘Ik maak je dood’ staat wel heel bedreigend op een beeldscherm. Digitale ruzies kunnen snel uit de hand lopen: een klein vonkje kan een hele vuurzee veroorzaken waar veel mensen bij betrokken raken. Doordat het pesten in de fysieke en virtuele wereld tegenwoordig naadloos op elkaar aansluiten, kan het pesten overal en vierentwintig uur per dag doorgaan. Ook thuis, in de veilige en vertrouwde omgeving. Cyberpesten is net als pesten helaas nooit helemaal te voorkomen. Pesten is een onderdeel van het groepsproces. Door preventief het gesprek over dit onderwerp aan te gaan, worden leerlingen zich bewust van de gevolgen van pesten op iemands leven. It’s up to you laat leerlingen nadenken over hoe zij zouden reageren bij verschillende pestsituaties en laat hun experimenteren met verschillende rollen. Ook brengt de film de discussie over cyberpesten en de gevolgen ervan op gang. Naast de aanpak op leerlingniveau, zijn een goede betrokkenheid van ouders en een effectief pestprotocol noodzakelijk voor een adequate (cyber)pestpreventie. De opdrachten De komende lessen gaat de klas aan de slag met de interactieve film It’s up to you. De film en de bijbehorende les maakt leerlingen bewust van hun eigen houding en invloed op digitaal pesten, ook wel cyberpesten genoemd. Aan de hand van een korte film (±7 minuten) kruipen de leerlingen in de huid van een leeftijdsgenoot die als buitenstaander een aantal pestsituaties heeft meegemaakt. De leerlingen komen tijdens het kijken naar de film voor keuzemomenten te staan waar ze beslissingen over nemen: worden ze medeplichtig aan het pesten, kiezen ze ervoor actief acties te ondernemen tegen het pestgedrag of negeren ze wat ze zien? Aan de hand van de gemaakte keuzes wordt het verhaal vervolgd, waardoor iedere leerling zijn persoonlijke verhaal creëert. Waar het verhaal eindigt, hangt af van de gemaakte keuzes: It’s up to you! Wat moet je doen? - Lees de docentenhandleiding goed door. Hierin staat een uitgebreide uitleg over de lessenserie (bijgevoegd in dit docentenmateriaal samen met de bijlage van het docentenmateriaal). - Registreer jezelf op: http://itsuptoyou.nu/ - Voer de opdrachten die in de docentenhandleiding staan uit
18