LESBRIEF
WEEK
49 Vrijdag 5 december 2014
Artikelen:
Alle artikelen - 7Days week 49
Inhoud:
Vakgebied:
Nederlands
Lesduur:
55 minuten
De leerlingen leren wat leenwoorden zijn. De leerlingen leren hoe ze Engels leenwoorden moeten vervoegen.
INTRODUCTIE (10 minuten) Laat uw leerlingen 10 minuten lezen in 7Days. Uw leerlingen mogen zelf weten welke artikelen ze deze 10 minuten lezen.
KERN (40 minuten) Klassikale instructie (20 minuten) Woorden die wij uit andere talen overnemen, noemen we leenwoorden. Vroeger waren dat vooral woorden uit het Latijn, het Frans en het Duits. Tegenwoordig gebruiken we veel Engelse woorden. Enkele voorbeelden van leenwoorden zijn: puppy’s, mascara, garderobe, coureur, finish en delete. Vraag uw leerlingen welke leenwoorden ze nog meer kennen, die gebruikt worden in de Nederlandse taal en schrijf deze op het bord. Engelse werkwoorden vervoeg je net als Nederlandse zwakke werkwoorden: In de tegenwoordige tijd schrijf je stam of stam +t In de verleden tijd gebruik je ‘t (e)x – f(o)k sch(aa)p Het gaat daarbij om de klank van de letter voor de uitgang –en: -
Mixen: ik mix, hij mixt, ik mixte, ik heb gemixt Hockeyen: ik hockey, hij hockeyt, ik hockeyde, ik heb gehockeyd Managen: ik manage, hij managet, ik managede, ik heb gemanaged
Verwerking, individueel of in groepen (20 minuten) Laat de leerlingen het werkblad individueel of in groepen invullen.
AFSLUITING (5 minuten) Bespreek het werkblad met uw leerlingen. Bij sommige vragen zijn meerdere antwoorden mogelijk of valt er over de antwoorden te discussiëren. Die discussie kan erg leerzaam zijn.
WEEK
LESBRIEF
49
Opdracht 1 – Leenwoorden A Onze Nederlandse taal maakt gebruik van leenwoorden uit verschillende talen, zoals de Engelse, Franse en Duitse taal. Verbind de woorden met de juiste taal waaruit dat woord komt. croissant abseilen catwalk joggen überhaupt au pair lipstick lingerie
Frans Engels Duits
B Ga in 7Days op zoek naar leenwoorden die in onze Nederlandse taal zijn overgenomen. Probeer zoveel mogelijk leenwoorden uit verschillende talen te vinden. Schrijf ze hieronder op: ……………………………………………………………………………………..….……………………………………………………..….…………..….……… ……………………………………………………………………………………..….……………………………………………………..….…………..….……… ……………………………………………………………………………………..….……………………………………………………..….…………..….……… ……………………………………………………………………………………..….……………………………………………………..….…………..….……… ……………………………………………………………………………………..….……………………………………………………..….…………..….………
C Sommige leenwoorden merken we bijna niet meer op, zoals portemonnee, paraplu en cadeau. Zitten er bij de leenwoorden die je in 7Days hebt gevonden ook zulke woorden bij? Schrijf ze hieronder op. ……………………………………………………………………………………..….……………………………………………………..….…………..….……… ……………………………………………………………………………………..….……………………………………………………..….…………..….………
D Het woord idool komt van het Griekse woord eidolon dat ‘schim, beeld of afgodsbeeld’ betekent. Het is via het Latijn en Frans in het Nederlands terechtgekomen. Als je wilt weten waar een woord vandaan komt, kun je dit opzoeken in een etymologisch woordenboek of website, zoals bijvoorbeeld www.etymologiebank.nl. Kies vier leenwoorden die je bij opdracht 1B hebt gevonden. Zoek de herkomst en betekenis van deze woorden op en schrijf ze hieronder. 1. ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. 2. ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. 3. ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. 4. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………..
WEEK
LESBRIEF
49
Opdracht 2 – ‘Patat bakken voor je blog’ A Lees het artikel ‘Patat bakken voor je blog’ op pagina 20 van 7Days en schrijf de leenwoorden die je tegenkomt hieronder op. ……………………………………………………………………………………..….……………………………………………………..….…………..….……… ……………………………………………………………………………………..….……………………………………………………..….…………..….……… B Kijk nu of je de bovenstaande gevonden woorden kunt vervangen door Nederlandse woorden. Schrijf ze hieronder op. ……………………………………………………………………………………..….……………………………………………………..….…………..….……… ……………………………………………………………………………………..….……………………………………………………..….…………..….……… C De meeste leenwoorden komen tegenwoordig uit het Engels. Welke Engelse leenwoorden gebruik jij vaak? ……………………………………………………………………………………..….……………………………………………………..….…………..….……… ……………………………………………………………………………………..….……………………………………………………..….…………..….……… D Veel Engelse leenwoorden zijn werkwoorden. Die vervoeg je hetzelfde als zwakke werkwoorden in het Nederlands. Schrijf de volgende werkwoorden in de verleden tijd: timen ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. flirten ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. skaten …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. finishen ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. lunchen ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….
Opdracht 3 – Verschillende personen door de krant heen Koppel de personen aan het juiste tekstvak.
Grace Mugabe
schoolschrifttekenaar
João Carvalho
schrijfster
Clare Furniss
hoofdredacteur
Feis
First Lady van Zimbabwe
Lotte
rapper
LESBRIEF
WEEK
49
Opdracht 4 – Woordzoeker
-
Horizontaal 1. Hoe wordt Wasilat in de kop van het artikel genoemd? (pag.10) 4. Wat is in Zuid-Korea verboden? (pag.10) 10. Wat vond Mijke in haar nieuwe winterlaars? (pag.3) 11 Wat heeft Jochem als eindopdracht gebouwd? (pag.13) 13. Waar staan zelfs een paar minibiebs? (pag.2) 14. Waar is de meterslange muur in Foshan van gemaakt? (pag.15)
Verticaal 2. Hoe heet de app die Casper en Alexander bespreken? (pag.19) 3. Wat gaan ze maken van de wrakstukken van de MH17? (pag.7) 5. Welke film staat er op nummer 1 van de bios top-7? (pag.29) 6. Hoe wordt november ook wel genoemd? (pag.14) 7. Wat maakt Maor Zabar? (pag.14) 8. Hoe heet de wandelroute van het Amsterdam Light Festival? (pag.21) 9. Hoe heet de hoofdpersoon uit ‘Het jaar dat de wereld op zijn kop stond’? (pag.23) 10. Waar wonen de meeste dikke mensen? (pag.16) 12. Wat is de voornaam van de First Lady van Zimbabwe? (pag.11)
LESBRIEF Opdracht 4 – Antwoorden woordzoeker
WEEK
49