3
Leerwerkboek
Praktijkgerichte richtingen
Johan Verstraete
Leerwerkboek
Glenn Van Bellegehem Céline Bundervoet Marita Van Auwenis Brigitte Ketels Lieve Knop Annemie Schepens Marian Van den Bunder Greet Verstocken
www.vanin.be ISBN 978-90-306-6499-4 548295
inclusief
onlinelesmateriaal
a Sanoma company
57048_COV_NETWERK_3T LWB_ORANJE.indd 1
a Sanoma company
3
a Sanoma company
27/03/12 11:16
Vraag 1
Wat neem je mee op reis?
Luisteren, schrijven, spreken
Lezen is altijd een beetje reizen. Je laat je vertrouwde omgeving achter je om iets nieuws te ontdekken. Vandaag vullen we onze rugzak met speciale voorwerpen.
1 Waarover gaat het? 2 Wat neem je mee op reis?
1 Waarover gaat het? Opdracht 1
Luister naar het fragment uit Een rugzak vol van Gerda van Erkel.
Noteer drie vragen die bij je opkomen terwijl je luistert. 1 2 3
2 Wat neem je mee op reis? Opdracht 2
Spreek- en schrijfopdracht
1 Je stopt een aantal speciale dingen in je rugzak: – een voorwerp waaraan je gehecht bent (geen iPod, geen gsm, geen camera); – een doosje met een herinnering (goede of slechte); – een boek dat je absoluut wilt lezen of dat jou boeide; – een lied of een film die voor jou belangrijk is. 2 Schrijf er telkens bij waarom je dat koos. 3 Verwerk alles op een creatieve manier (foto, prent, tekening …).
Vraag 1 - Wat neem je mee op reis?
9
Opdracht 3 Werken met OVUR Hoe ga je aan de slag? Oriënteren 1 Maak een lijstje van wat in je rugzak moet/mag. 2 Noteer ook waarom je dat koos. Wat?
Waarom?
Voorbereiden 1 Wat vertel je over het voorwerp in je rugzak? 2 Noteer dat schematisch in de tabel. Voorwerp
10
Deel 1
Tekst
Uitvoeren Nu komt de schrijffase. Verwerk de gegevens die je noteerde in een doorlopende tekst. Reflecteren Voor je de opdracht afgeeft, overloop je deze checklist. Wat niet in orde is, pas je aan.
Checklist Iedere zin begint met een hoofdletter en eindigt met een leesteken. Ik heb mijn tekst op spelling gecontroleerd. Ik heb gezorgd voor afwisseling in mijn woordkeuze. Niet elke zin begint met het onderwerp. Het werk ziet er creatief uit (een rugzak, een foto, een afbeelding …). Voor je de opdracht afgeeft, controleer je deze checkfase. Wat niet in orde is, pas je aan. Dit kon ik goed
Dit moet ik nog oefenen
Vraag 1 - Wat neem je mee op reis?
11
Vraag 2
Kies jij soms ook de verkeerde schoenen?
Over tekstbronnen, tekstsoorten, teksttypes en tekstdoelen Over fictie en non-fictie
Je gaat op schooluitstap. Je vriendin koos voor wandelschoenen terwijl jij er graag altijd modieus bijloopt. Stevig wandelen de hele dag. En door het slechte zomerweer ligt het wandelpad er drassig bij. Gevolg: je elegante schoenen naar de bliksem! Had je het doel van de reis maar beter voor ogen gehouden … Met teksten is het als met schoenen. Je kiest maar beter de juiste soort.
1 2 3 4
Gebruik je ogen en je oren Ga je naar een huwelijksfeest of wil je bergen beklimmen? Wandelschoenen: kies je voor gore-tex of voor echt leer? Sta jij al stevig in je schoenen?
1 Gebruik je ogen en je oren Opdracht 1
Bekijk de verschillende beeldfragmenten en vul telkens het kader in. Centraal thema
12
Deel 1
Teksttype
Tekstdoel informeren
ontroeren
ontspannen
overtuigen
informeren
ontroeren
ontspannen
overtuigen
informeren
ontroeren
ontspannen
overtuigen
informeren
ontroeren
ontspannen
overtuigen
informeren
ontroeren
ontspannen
overtuigen
informeren
ontroeren
ontspannen
overtuigen
2 Ga je naar een huwelijksfeest of wil je bergen beklimmen? Opdracht 2 Wat wil de auteur bereiken? Wat is zijn doel als hij het volgende schrijft? Kies uit de mogelijkheden in opdracht 1. a een reclameslogan b een sprookje c een opmerking op je toets d een tekst over antilopen e een rouwkaartje
Tekstdoel Waarom schrijft iemand een tekst? Het antwoord is altijd een werkwoord. Als een auteur een tekst schrijft, wil hij daar telkens iets mee bereiken. Hij heeft een bepaald doel. Soms wil een auteur mensen inlichten over iets, dan is informeren zijn tekstdoel. Tekstsoort Bij elk van de tekstdoelen hoort ook een bepaalde tekstsoort. Als een auteur reclame wil maken voor een bepaald artikel gebruikt hij een ander soort tekst dan wanneer hij gebruikers wil meedelen hoe ze datzelfde artikel moeten gebruiken. Hij streeft dan een ander doel na. Informeren doe je bijvoorbeeld aan de hand van een informatieve tekst. Naast informatieve teksten heb je nog ontspannende, overtuigende en ontroerende teksten.
3 Wandelschoenen: kies je voor gore-tex of voor echt leer? Er is keuze genoeg in het assortiment wandelschoenen. Als specialist wil je natuurlijk het juiste type gebruiken. En laat dat nu net zo zijn bij teksten ...
Opdracht 3
Kies het juiste type uit. De keuzemogelijkheden zijn: recept, huwelijksaankondiging, gedicht, zoekertje, e-mailbericht.
1 Je wilt je fototoestel verkopen want je hebt er een nieuw gekregen. Je schrijft een 2 Je wilt een afspraak maken met je vriendinnen. Je schrijft een
Vraag 2 - Kies jij soms ook de verkeerde schoenen?
13
3 Je wilt je vriendin vertellen hoe zij die lekkere taart kan bakken. Je schrijft een 4 Je wilt je vriend(in) verrassen op Valentijn. Je schrijft een 5 Jef en Sofie gaan trouwen. Je schrijft een
Teksttypes Er bestaan heel veel teksttypes, bijvoorbeeld: een recept, een liedje, een advertentie, een sollicitatie, een krantenartikel, een tijdschriftartikel, een gedicht, een kattebelletje, een filmbespreking, een interview, een jeugdboekfragment, een geschiedenisles, een reclameboodschap, een tv-programma, een inhoudsopgave …
4 Sta jij al stevig in je schoenen? Opdracht 4
Lees de teksten.
Tekst 1 Ik trok een streep: tot hier, nooit ga ik verder dan tot hier. Toen ik verder ging trok ik een nieuwe streep, en nog een streep.
De zon scheen en overal zag ik mensen, haastig en ernstig, en iedereen trok een streep, iedereen ging verder. Uit : Toon Tellegen, Over liefde en over niets anders
Naar: Bryan Christy, magazine.nationalgeographic.nl
Woordverklaring
14
Deel 1
eduidend briefje kattebelletje = klein, onb
Tekst 2
Op 14 september 1998 stapt op de internationale luchthaven van Mexicostad Wong Keng Liang uit een vliegtuig van Japan Airlines. De dunne, bebrilde Maleisiër gaat gekleed in een gebleekte spijkerbroek, een lichtblauw jasje en een T-shirt met een witte leguanenkop erop. Hij wordt opgewacht door George Morrison, het hoofd van Special Operations, een vijfkoppige elite-eenheid van U.S. Fish and Wildlife Service. Anson, zoals Wong wereldwijd door dierensmokkelaars en opsporingsambtenaren wordt genoemd, wordt door de Mexicaanse politie in de boeien geslagen. Morrison en zijn collega’s hebben de vangst van hun leven gedaan met Anson, ’s werelds meest gezochte handelaar in beschermde dieren. Zijn arrestatie is voorbereid door opsporingseenheden in Australië, Canada, Mexico, Nieuw-Zeeland en de Verenigde Staten, en vormt de bekroning van een vijf jaar durende undercoveroperatie. Niet eerder is de illegale handel in beschermde dieren zo’n grote slag toegebracht, zeggen kenners. Dierensmokkel is veel te lang en in veel te veel landen door de vingers gezien. Om de wereld te laten zien dat dierensmokkelaars wel degelijk criminelen zijn, wil de Amerikaanse justitie Anson koste wat kost veroordeeld krijgen. Dus wordt hij niet alleen aangeklaagd op grond van de Lacey Act, waarin de bescherming van wilde planten en dieren is vastgelegd, maar ook beschuldigd van samenzwering, illegale handel en witwaspraktijken.
Tekst 3 Politiek is de (per definitie onvolmaakte) wijze waarop in een samenleving de belangentegenstellingen van groepen en individuen tot hun recht komen – meestal op basis van onderhandelingen – op de verschillende bestuurlijke en maatschappelijke niveaus. Waar de scheidslijn loopt tussen het politieke en het ethische en sociale is een vraag waar veel verschil van mening over bestaat. De meeste wetenschappers erkennen dat er sprake moet zijn van enig potentieel tot het gebruik van macht of geweld om een vraagstuk als politiek te bestempelen – bij het beslissen van een politiek conflict is meestal sprake van een verplaatsing van macht van de ene groep of persoon naar een andere groep of persoon. Een persoon die een ambt of functie in de politiek vervult heet een politicus (vrouwelijk: politica). Uit: Wikipedia
Tekst 4 Categorie: Nagerecht Zo maak je het: – Maak sterke koffie. Gebruik daarvoor 1 maatje koffie per kopje. – Splits de eieren en hou het eiwit van 1 ei apart. – Meng vervolgens met een mixer de 2 eierdooiers, de bloemsuiker en de amaretto tot een luchtig beslag. Het mengsel moet een lichte kleur hebben. – Voeg de mascarpone toe en mix alles tot een glad geheel. – Klop het eiwit stijf en schep het voorzichtig met een houten lepel door de mascarponecrème. Klop de lepel niet af op de rand van de kom, want zo klop je de lucht uit het opgeklopte eiwit. – Dompel de speculaasjes een voor een in de koffie maar niet te lang: ze moeten nog een beetje krokant zijn. – Leg ze op de bodem van een kom. – Bedek de speculaasjes met een laag mascarponecrème. – Daarop komt dan weer een laag met koffie doordrenkte speculaasjes en vervolgens weer een laag crème. Herhaal het nog een keer. – Zet de tiramisu 4 uur in de koelkast om op te stijven. – Strooi vlak voor het opdienen met een bloemsuikerzeef een laagje cacaopoeder over de tiramsiu.
Bereidingstijd: 35 min. Recept voor vier personen Dit heb je nodig: 125 g speculaas (Lotus) 250 g mascarpone sterke koffie 2 eierdooiers 1 eiwit 50 g bloemsuiker 2 el amaretto cacaopoeder
• • • • • • • •
Naar: www.solo.be
Vraag 2 - Kies jij soms ook de verkeerde schoenen?
15
Tekst 5
4 REACTIES Kylie005 zegt op 13/01 @ 21:08 Ik vind dat mijn resultaten er enorm zijn op achteruit gegaan sinds ik Facebook heb. Tijdens het schooljaar zit ik nogal veel op fb waardoor ik mijn schoolwerk altijd uitstel. Tijdens de examens kan ik er gelukkig van blijven (: kaatjeuuh zegt op 13/01 @ 14:52 Ja, ik kan het verschil ontspanning-studeren afbakenen, en het lukt me ook goeie punten te halen. Annelienke zegt op 13/01 @ 13:24 Dankjewel voor de informatie! Ik doe mijn eindwerk over sociale netwerken :D Bambinaa zegt op 13/01 @ 13:21 Neen hoor. Je kunt ook op facebook zitten en goeie punten halen.. Ma ik ben ni verslaafd fzo
Uit: www.maks.be
Tekst 6
Tekst 9 Jantje zit op school. Zegt de juf: ‘Wie zichzelf dom vindt, mag gaan staan.’ Iedereen blijft zitten. Opeens gaat Jantje staan. Juf: ‘Dus jij vindt jezelf dom, Jantje.’ ‘Nee juf’, zegt Jantje, ‘maar ik vind het zo zielig dat u de enige bent die staat.’ Naar: moppen123.nl
Tekst 7
Zumba club Lieverlee
The Hottest latin workout Speciale studentenactie op abonnementen
16
Deel 1
Tekst 8
Voor onze klant, een topspeler in de wereld van sportartikelen, zijn wij op zoek naar een onthaalbediende fulltime, regio Antwerpen Functieomschrijving: U staat in de eerste plaats in voor: algemene taken die passen binnen het kader van een goed onthaal: beantwoorden van telefonische oproepen, verdeling en verzameling van binnenkomende en uitgaande post, organisatie van de verzendingen met koerierdienst, reservatie huurwagens, meehelpen aan de organisatie van vergaderingen/bijeenkomsten/ evenementen, opvolging van de planning van de Benelux-medewerkers, bestelling van bureaumateriaal, toezien op orde en netheid van de bureaus en vergaderzalen …
Profiel: – U hebt gevoel voor service en passie voor de klant, gericht op actie en uitdagingen; – U neemt initiatief, geeft blijk van teamspirit en verantwoordelijkheidszin; – U kunt zorgen voor een efficiënte persoonlijke werkorganisatie; – U bent veeleisend t.o.v. zichzelf en stipt in de uitvoering; – U scoort goed in het telefonische onthaal; – U beheerst de belangrijkste IT-werkinstrumenten (Outlook, Word, Excel, PowerPoint); – U bent tweetalig Frans/Nederlands; – U kunt vlot samenwerken met het onthaal van de winkel van Antwerpen.
Aanbod: Wij bieden u reële doorgroeimogelijkheden, een jong enthousiast en sportief team, een uitgebreid takenpakket … Kortom, een hele uitdaging! Interesse? Stuur uw cv en motivatiebrief naar
[email protected] Naar: candidate.manpower.com
Opdracht 5
Combineer de verschillende (tekst)fragmenten met hun teksttype. 1
Ik trok een streep
A
tekst uit encyclopedie
2
Dierenhandel
B
recept
3
Politiek
C
mopje
4
Tiramisu
D
chatberichten
7
Reacties
E
bierviltje
8
Hoegaarden
F
tekst uit wetenschappelijk tijdschrift
9
Jantje
G
advertentie
10
Zumba
H
gedicht
1
2
3
4
5
6
7
8
Vraag 2 - Kies jij soms ook de verkeerde schoenen?
17
Opdracht 6 Wat is de bron van de teksten uit opdracht 4 en 5? Noteer het antwoord in de tabel onder ‘bronvermelding’. Waar vind je die informatie? Hoe wordt het genoteerd?
Zijn deze teksten fictie (verzonnen) of non-fictie (niet verzonnen)? Antwoord met een kruisje in de juiste kolom. Bronvermelding 1 Ik trok een streep 2 Dierenhandel 3 Politiek 4 Tiramisu 5 Reacties 6 Hoegaarden 7 Jantje 8 Zumba
Opdracht 7 Wat is het doel van de auteur bij de teksten? Kies uit: ontspannen – informeren – overtuigen – ontroeren Tekst 1 2 3 4 5 6 7 8
18
Deel 1
Doel
Fictie
Non-fictie
Opdracht 8
Schrijf in het volgende kader telkens twee voorbeelden van teksttypes bij het tekstdoel en de tekstsoort. Tekstdoel
Tekstsoort
ontspannen = om te genieten, te ontspannen, om aangename momenten te bezorgen aan iemand (of die nu spannend of rustgevend zijn maakt niks uit)
ontspannende tekst
informeren = om iets te weten te komen iets mee te delen, informatie te geven
informatieve tekst
overtuigen = om te overtuigen, aan te zetten tot, iemand beïnvloeden in zijn gedachten of zijn handelen door hem te overtuigen
overtuigende tekst
emotioneren/ontroeren = om gevoelens op te wekken, te ontroeren, om op iemands gevoelens in te spelen, emotie teweeg te brengen
ontroerende tekst
Teksttype
Voorbeelden
Opdracht Welk 9 doel heeft de schrijver voor ogen als hij deze teksten/zinnen schrijft. Noteer telkens de letter van de zin bij het juiste tekstdoel in de vierde kolom van de tabel. a Een dichter wil een gedicht schrijven. b Een personeelsdirecteur schrijft een jobadvertentie. c Een farmaceutische firma schrijft een bijsluiter voor een geneesmiddel. d Je moeder laat weten wat je moet kopen in de supermarkt. e De orthodontist geeft je een briefje waarop vermeld staat dat je tijdens de schooluren aanwezig was in zijn praktijk. f Samsung wil jongeren overtuigen om hun gsm-toestellen te kopen. g Dirk Bracke begint aan een nieuw jeugdboek over meisjestehuizen. h Je schrijft een grappig briefje naar je vriendin die aan de andere kant van de klas zit.
Woordverklaring rekking heeft op farmaceutisch = wat bet middelen het bereiden van genees undige gericht elk dhe tan = st nti do ortho regelmatig een van op de ontwikkeling it blijvend geb
Vraag 2 - Kies jij soms ook de verkeerde schoenen?
19
Vooraleer je een tekst grondig leest, maak je voor jezelf uit: 1 Welk teksttype is dit? Voorbeelden van teksttypes zijn: krantenartikels, recensies, reclame, geschiedenislessen, gedichten, recepten, geboortekaartjes … 2 Welke tekstsoort is dit? De tekstsoorten zijn: overtuigend, ontroerend, ontspannend en informerend. 3 Wat is de bedoeling van de auteur? (het tekstdoel) De tekstdoelen zijn: overtuigen, ontroeren, ontspannen en informeren. 4 Waarover gaat deze tekst? = thema (fictie) of trefwoord (non-fictie) 5 Fictie: teksten die vooral geschreven zijn om te ontspannen of te ontroeren Non-fictie: teksten die vooral geschreven zijn om te informeren of te overtuigen
Wat moet je kennen?
20
Wat moet je kunnen?
Je kent het begrip ‘bronvermelding’.
Je kunt de bron van een tekst aanduiden.
Je kent het verschil tussen fictie en nonfictie.
Je kunt teksten onderverdelen in fictie en non-fictie.
Je kent de teksttypes.
Je kunt een teksttype herkennen. Je kunt het juiste teksttype gebruiken voor een bepaald tekstdoel.
Je kent de vier tekstdoelen.
Je kunt het tekstdoel benoemen. Je kunt inschatten wat je als lezer van een tekst kunt verwachten.
Je kent de vier tekstsoorten.
Je kunt een tekstsoort herkennen en benoemen.
Je kent het stappenplan om zakelijke teksten te lezen.
Je kunt zelfstandig een zakelijke tekst lezen, gebruik makend van het stappenplan.
Deel 1
Vraag 3
Hoe gebruik je een kompas?
Over hoe je een spreekdoel vooraf bepaalt
Ben jij al eens gedropt in een bos? De weg terug is niet altijd zo makkelijk te vinden, maar een kompas helpt je al een eind op weg. Natuurlijk is het ontzettend belangrijk dat je weet hoe je een kompas moet lezen. Je oriëntatie hangt daarvan af. Als je een presentatie moet brengen, bevind je je eigenlijk in dezelfde situatie. Je voelt je handen klam worden, je mond voelt kurkdroog aan, het zweet breekt je uit. Hoe kun je je klasgenoten, je leraar of misschien zelfs een onbekend publiek boeien? De sleutel tot succes is een goede oriëntatie en een degelijke voorbereiding. Je spreekdoel vooraf bepalen, is daar een vast onderdeel van.
1 Een kompas wijst altijd naar het noorden 2 Leg je kompas juist op de kaart 3 Waag de sprong!
1 Een kompas wijst altijd naar het noorden Opdracht 1 1 Denk terug aan het OVUR-principe: wanneer je een spreekopdracht krijgt, moet je je eerst oriënteren. Welke W-vragen zijn daarbij belangrijk? Geef drie voorbeelden.
2 Het komt er vooral op aan je publiek te boeien. Wie je toehoorders zijn, is voor je aanpak van levensbelang. Welke vragen stel je jezelf het best vooraf? Schrijf een vijftal mogelijke vragen op.
Woordverklaring trument dat de kompas = magnetisch ins armee je kunt wa en st windstreken aanwij gaat je ting rich lke bepalen in we afzetten ens erg and iem = en dropp
Vraag 3 - Hoe gebruik je een kompas?
21
2 Leg je kompas juist op de kaart Opdracht 2
Je geeft in drie situaties een presentatie. Ga per twee zitten en denk na over deze vragen: a Wat is het spreekdoel: informeren/overtuigen/ontspannen/ontroeren? b Welke hoofdzaken zou je toelichten? c Presenteer je op een formele of informele manier? Licht toe. Situaties: 1 Een groep leiders stelt de speelpleinwerking voor aan leerlingen uit het lager onderwijs. 2 Enkele leerlingen proberen directie en leraren ervan te overtuigen dat er tijdens de middagpauze een ontspanningsruimte voor de leerlingen nodig is. 3 Je houdt een presentatie voor de klas over je favoriete dessert, een supergame, je lievelingsacteur, een beestige rockband … Spreekdoel
Inhoud
Toon
1
2
3
Opdracht 3
Net als op een carrousel, ga je de klas rond en vergelijk je je antwoord met dat van je klasgenoten. Komen jullie doorgaans overeen of zijn er duidelijke verschillen?
Om je spreekopdracht met succes te volbrengen, bepaal je vooraf grondig je spreekdoel. Of je formele of informele taal gebruikt, hangt daar nauw mee samen. Je kiest voor: – formeel als de vorm belangrijk is; – informeel als je niet aan vormregels gebonden bent.
Woordverklaring
22
Deel 1
ie waarop je je carrousel = kermisattract autootjes, op in n ete gez , laat ronddraaien paardjes, in schuitjes …
3 Waag de sprong! Opdracht 4
Breng een voorwerp dat je koestert mee naar de klas. Dat kan een teddybeer zijn, je oude beugel, je eerste leesboekje, een kaartje … Dan is het nu aan jou! Stel je voorwerp voor aan je klasgenoten. Oriënteren Wat is je spreekdoel? Maak een duidelijke keuze. Ik wil mijn publiek informeren/overtuigen/ontspannen/ontroeren. Ik gebruik daarvoor formele taal, want het is een klasopdracht. Voorbereiden Zoek een voorwerp dat je na aan het hart ligt. Brainstorm over je voorwerp. Daarvoor kun je de W-vragen gebruiken. Houd je spreekdoel goed voor ogen!
Oefen je spreekopdracht. Ga, als je die mogelijkheid hebt, voor de spiegel staan en vertel je verhaal luidop. Gebruik de checklist bij Reflecteren. Uitvoeren Ik breng Ik voer mijn spreekopdracht uit op
mee naar de klas. /
/
Reflecteren Je leraar en je klasgenoten overlopen de checklist om je te beoordelen. Wat leerde je bij?
Woordverklaring
ouden, verzorgen, koesteren = liefdevol bijh warmte geven elijk formeel = zakelijk, afstand niet plechtig k, elij oed gem = eel inform
Vraag 3 - Hoe gebruik je een kompas?
23
Checklist
Ik heb een voorwerp mee dat ik koester. Ik heb een duidelijk spreekdoel. Ik spreek verzorgd Standaardnederlands. Ik kijk mijn publiek aan. Ik straal enthousiasme uit en ik ben mijn zenuwen de baas.
Wat moet je kennen? Je weet wat een spreekdoel is.
24
Deel 1
Wat moet je kunnen? Bij spreek-, luister- en kijkopdrachten kun je het spreekdoel bepalen.
Vraag 3 - Hoe gebruik je een kompas?
25
/15
TOTAAL
Attitude
/5
Reflectie
/10
Stap 1: Afstemmen op doel
1
2
3
4
5
1
2
Je bent een beginner. Je hebt nog een aantal werkpunten:
0
H et lukt de leerling niet om kritisch over zichzelf na te denken. D e informatie die de leerling opzocht, is niet betrouwbaar. D e leerling haalde zijn informatie uit één bron.
0
De leerling geeft weinig informatie. Het doel van de videoclip is bovendien helemaal niet duidelijk.
Beginner
Gevorderde
7
8
Misschien kun je de volgende keer op dit werkpunt letten:
Je bent goed op weg. Dit heb je erg goed gedaan:
3
D e leerling kan zichzelf op bepaalde punten kritisch beoordelen, maar heeft het met enkele items toch nog moeilijk. D e informatie die de leerling opzocht, is over het algemeen betrouwbaar. D e leerling haalde zijn informatie uit meer dan één bron.
6
D e leerling geeft voldoende informatie, maar het doel van de videoclip is niet duidelijk. H et doel van de videoclip is duidelijk, maar de leerling geeft onvoldoende informatie.
Noteer hier je eigen vorderingen. Je wordt beoordeeld op stap 1.
Vorderingsfiche
10
5
Knappe prestatie: je bent een expert.
4
D e leerling slaagt erin zichzelf kritisch te beoordelen. D e informatie die de leerling opzocht, is volledig betrouwbaar. D e leerling haalde zijn informatie uit verschillende bronnen.
9
De leerling geeft veel informatie. Bovendien is het doel van de videoclip overduidelijk.
Expert
Vraag 4
Mag ik even wegdromen in boekenland?
Over literatuur en spreken/verhaalsoorten
Boeken worden niet geschreven om in de rekken te blijven liggen, maar om verkocht te worden. Daarvoor gebruiken de auteur en zijn uitgever enkele technieken. Eén van die technieken is de aantrekkingskracht. Het uitzicht van een boek moet de lezer bekoren. De cover is dus heel belangrijk.
1 Kan ik je verleiden met een cover en een achterplattekst? 2 Met welk verhaal kan ik je bekoren? 3 Welk boek zou je willen lezen?
1 Kan ik je verleiden met een cover en een achterplattekst? Opdracht 1
Bekijk de covers van deze jeugdboeken. Lees daarna de teksten.
Floor en Marcia zijn dikke vriendinnen. Marcia heeft een internetvriendje en spoort Floor aan om ook haar gegevens op een site te zetten. Ze leert Floor hoe ze moet omgaan met chatten, met de webcam en met te persoonlijke vragen. Floor vindt het niet echt leuk, tot ze door een modellenbureau uitgenodigd wordt voor een fotoreportage. Ze kan het bureau ervan overtuigen dat Marcia ook de moeite is, zodat ze dit avontuur samen kunnen beleven. Maar wat begint als een droom, eindigt in een nachtmerrie …
Bo is veertien en prostitueert zich om thuis weg te vluchten en leuke spullen te kunnen kopen. De politie arresteert haar terwijl ze met een klant in bed ligt. De straf: een verblijf in een gesloten instelling in Beernem. Het leven is er erg hard en eenzaam, ondanks enkele vriendschappen. Bo denkt voortdurend aan ontsnappen. De zoveelste poging slaagt. Even later laat ze zich overhalen om als escorte naar een privéfeestje te gaan. Daar loopt het goed mis.
26
Deel 1
1
2
Woordverklaring eren via internet chatten = praten met and verbonden met het webcam = een camera kunt zien internet zodat je de andere t rne site: pagina op inte
Jef woont met zijn zwakbegaafde zus Iene en zijn mooie moeder in een flat. Er is ook nog Süleyman, zijn vervelende vriend die er altijd is, alsof hij bijna een broer is. Jef heeft zijn vader nooit gekend. Het enige wat hij van hem weet, is dat zijn ogen te dicht bij elkaar stonden. Dan ben je door de duivel bezeten. En dat hij door zijn moeder vermoord is met een keukenmes …
Dolores zal nooit opgroeien tot een normale volwassene; dat merkt ze al snel. Haar vader verkoopt haar als cadeautje voor een verwende prinses. Dolores wordt nar. En een nar kan en moet zeggen wat er op haar hart ligt. Toch groeit er een echte vriendschap tussen haar en de prinses. In het Spaanse moederland van de koning voelt Dolores zich heel alleen. Maar in één van de paleizen leert ze het Moorse kamermeisje Meryem kennen. Die wordt Dolores’ hartsvriendin waar ze altijd terecht kan als ze bespot wordt of zich ongelukkig voelt.
3
4
Als Isabella Swan naar het regenachtige Forks verhuist en de 5 mysterieuze en aantrekkelijke Edward Cullen ontmoet, neemt haar leven een spannende en angstige wending. Edward, met zijn krijtwitte huis, gouden ogen, betoverende stem en bovennatuurlijke gave, is zowel onweerstaanbaar als ongenaakbaar. Tot nog toe heeft hij zijn ware identiteit verborgen weten te houden, maar Bella is vastbesloten achter zijn duistere geheim te komen.
Moeders zijn gevaarlijk met messen
Iedereen gaat dood. Dat weten we allemaal. Met nog maar een paar maanden te leven weet de 16-jarige Tessa dat beter dan de meeste mensen. Ze heeft een lijst gemaakt met tien dingen die ze nog wil doen voor ze doodgaat. Nummer één is seks. Ze wil ook nog drugs gebruiken en autorijden. Maar het is niet altijd eenvoudig om te krijgen wat je wilt. En krijgen wat je wilt is niet altijd krijgen wat je nodig hebt. En soms worden dingen belangrijk waarvan je het nooit had verwacht.
6
Woordverklaring wending = ommekeer aam verkopen zich prostitueren = je lich voor geld ikbaar ongenaakbaar = onbere
Vraag 4 - Mag ik even wegdromen in boekenland?
27
Het jaar 3113. Een stad in de toekomst, zonder toekomst. Het verkeer verloopt ondergronds door lange tunnels. De mensen werken in torenhoge gebouwen, met elkaar verbonden door kabelliften. Boven vliegen zeppelins die de stad bewaken. De rivieren zijn overdekt met een glazen schild en door de mist moet de verlichting ook overdag branden. Historische gebouwen zoals kerken en kathedralen worden met een stalen harnas beschermd tegen aanslagen en vandalisme. Mike Snow is vijftien en probeert te overleven in een wereld waar alles twee keer wordt beleefd: eerst live en nadien in ‘replayfiles’ op het net. Als Mike het bezoek krijgt van de mysterieuze Cora wil hij haar helpen om haar ontvoerde, autistische broertje terug te vinden. Het begin van een spannende zoektocht in een wereld waar niets is wat het lijkt en waar het verschil tussen mensen en klonen niet te merken is.
Als de negenjarige Bruno op een dag uit school komt, zijn al zijn spullen in kratten gepakt. Zijn vader heeft promotie gekregen en Bruno en zijn familie moeten verhuizen naar een plek die ver weg is, waar niets te doen is en waar niemand is om mee te spelen. Hun nieuwe huis staat naast een hek dat zich uitstrekt zover het oog maar reikt, een hek dat Bruno afschermt van de vreemde mensen die hij daarachter ziet bewegen. Bruno wil ontdekkingsreiziger worden en besluit op onderzoek uit te gaan. Op een van zijn tochten ontmoet hij een jongen wiens leven en omstandigheden erg verschillen van die van hem. Toch sluiten de jongens vriendschap, maar het is een vriendschap die niet zonder gevolgen blijft …
Een man geeft zijn vrouw en dochtertje een afscheidskus en gaat op reis. Hij laat alles achter zich om in een nieuw land een beter leven op te bouwen. In het land van aankomst is alles vreemd en angstaanjagend. De mensen zijn anders, het alfabet is onbekend en er lopen de wonderlijkste wezens rond. Hij voelt zich eenzaam zonder familie en vrienden, maar hij kan niet opgeven.
8
9 Nathan zit in het politiekantoor en wacht tot een inspecteur hem komt ondervragen. Ondertussen overdenkt hij de voorbije gebeurtenissen. Hij vindt dat hij niks verkeerd heeft gedaan; dat Elke er zelf om gevraagd heeft. Hij is geen doetje, nee, dat geeft hij wel toe. Maar slecht? Nee, slecht is hij niet.
10
Woordverklaring
28
Deel 1
afgespeeld wordt replayfiles = wat opnieuw d eer gek f autistisch = in zichzel uit de cellen van is an sta ont die kloon = mens één persoon
7
Opdracht 2 Welke achterplattekst hoort bij welke cover? 1 Hoe ga je te werk om deze opdracht tot een goed einde te brengen?
2 Wat doe je als je geen verband ziet?
3 Zet nu het nummer van de juiste achterplattekst bij de titel van elk boek. De kolom ‘genre’ laat je nog leeg. Titel boek
Achterplattekst
Genre
Spiegels De aankomst Slecht Twilight Moeders zijn gevaarlijk met messen De jongen in de gestreepte pyjama Het engelenhuis Chatroom Voor ik doodga Dolores
4 Was het een moeilijke opdracht?
5 Hoe komt het dat sommige covers niet overeenstemmen met de achterplattekst?
De illustrator zorgt voor een mooie cover. Die moet tot de verbeelding spreken. Op het achterplat vind je de beknopte inhoud van het boek of de achterplattekst. Heel dikwijls is er een verband tussen de cover en de achterplattekst.
Vraag 4 - Mag ik even wegdromen in boekenland?
29
2 Met welk verhaal kan ik je bekoren? Opdracht 3
Je kent al heel wat verhaalsoorten. We zetten ze even op een rijtje.
1 Vul de correcte term in. Kies uit: sciencefictionverhaal – probleemverhaal – historisch verhaal – misdaadverhaal – spannend verhaal – griezelverhaal – stripverhaal – oorlogsverhaal – fantasy – horror – avonturenverhaal 1 Als een verhaal gaat over gebeurtenissen uit het verleden, spreek je van een
2 In
wordt meestal een moord gepleegd.
3 Verhalen die zich afspelen in een toekomstige tijd, worden genoemd. 4 Gaat het verhaal over de oorlog, dan spreek je van een 5 Boeken vertellen vaak verhalen over jongeren die met iets worstelen:
6 Suske en Wiske zijn 7 Als het verhaal de lezer echt bang maakt door de gebeurtenissen of de personages (seriemoordenaar), dan spreek je van 8 In
beleven de personages
allerlei avonturen. 9 Achtervolgingen, verdwijningen … maken deel uit van
10
creëren figuren die je kippenvel bezorgen.
11 In
herken je tovenaars, draken …
2 Met welke genres heb je te maken bij de covers en achterplatteksten? 1 Hoe weet je welk genre je moet noteren?
2 Noteer nu in de tabel bij opdracht 2 bij iedere titel het genre dat erbij past. 3 Vond je dat een moeilijke opdracht?
Een ander woord voor verhaalsoort is genre. Het genre zegt iets over welk soort verhaal het is.
30
Deel 1
3 Welk boek zou je willen lezen? Je weet nu hoe je moet uitvissen waarover een boek gaat. Je bekijkt de cover, de titel, de auteur en de achterplattekst opnieuw. Kies een boek dat je absoluut zou willen lezen. Vertel je klasgenoten daarover. Hoe ga je aan de slag? Oriëntering Maak een top drie van boeken die in aanmerking komen. Boekenkeuze
Waarom?
Voorbereiding Maak een definitieve keuze. Noteer drie redenen waarom het boek je voorkeur krijgt. Gekozen boek
Waarom? – – –
Straks moet je over je boek vertellen aan je klasgenoten. Het is belangrijk dat je bij hen interesse wekt. Noteer voor jezelf waar je zeker op moet letten tijdens de spreekoefening. Deze vragen kunnen je alvast op weg helpen. Voor wie spreek je? (= ontvanger) Wat is je spreekdoel? Welke lichaamstaal past bij dit spreekdoel? Wat is belangrijk voor de uitspraak? Wat voor de intonatie?
Vraag 4 - Mag ik even wegdromen in boekenland?
31
Checklist Straks zul je over je boek vertellen aan je klasgenoten. Het is belangrijk dat je bij hen interesse wekt. Deze checklist kan je daarbij helpen. Ik heb een boek gekozen. Ik heb een duidelijk spreekdoel. Ik spreek verzorgd Standaardnederlands. Ik straal enthousiasme uit. Ik let op mijn intonatie. Ik heb mijn zenuwen onder controle. Ik durf mijn publiek aankijken. Ik ben origineel. Ik heb de opdracht goed voorbereid. Uitvoering Je hebt je voorbereid. Nu is het aan jou om de anderen te laten genieten van je boekenkeuze. Reflectie Een reflectiemoment achteraf is heel belangrijk. Zo leer je wat goed was of wat nog beter kan. Vul de tabel aan. Dit kon ik goed
Wat moet je kennen? Je kent de verhaalsoorten.
32
Deel 1
Dit moet ik nog oefenen
Wat moet je kunnen? Je herkent de verhaalsoorten en kunt ze benoemen. Je begrijpt wat in een achterplattekst staat. Je kunt een keuze maken en motiveren. Je kunt op een vlotte manier over een keuze vertellen.
Vraag 5
Moeder, waarom lez(v)en wij?
Enquête over leesgedrag
Lezen is proeven. Bitterzoet, zwaar op de maag, heerlijk exotisch, licht pikant of zelfs aangebrand. Teksten heb je in alle maten en vormen. Voor sommigen is lezen een hobby en passie, voor anderen is het eerder een oersaai tijdverdrijf. Vind jij lezen belangrijk? Wat lees je het liefst? Vul de enquête in. Ben je een echte lezer? Ik lees één boek per week. Ik lees minstens twee boeken per maand. Ik lees één boek per maand. Ik lees twee boeken per trimester. Ik lees minder dan vijf boeken per jaar. Ik lees alleen in de vakantie. Ik lees een boek omdat het moet voor school. Ik lees nooit een boek. Wat lees je het allerliefst? Stripverhalen, want ik houd van een visuele voorstelling. Detectiveverhalen, want ik houd van spanning. Fantasieverhalen, want dan kan ik mijn verbeelding laten werken. Probleemboeken, want dan lees je wat anderen meemaken. Gedichten, want dan lees je over gevoelens van anderen en herken je jezelf. Informatieve boeken, want dan leer je veel bij. Oorlogsverhalen, want geschiedenis interesseert me. Humoristische verhalen, want ik lach graag. Sciencefictionverhalen, want ik fantaseer graag over wat niet kan.
Vraag 5 - Moeder, waarom lez(v)en wij?
33
Hoe kies je een boek? Ik ga vooral op de titel af: als die me aanspreekt, lees ik het boek. Ik kijk vooral naar de cover: die moet er leuk uitzien. Voor mij is de achterplattekst belangrijk. De auteur speelt een belangrijke rol. Ik verslind alle boeken van auteurs die ik graag lees. Ik lees een boek omdat de leraar een fragment voorlas in klas. Ik lees een boek omdat mijn vriend/vriendin erover vertelde. Ik lees een boek waarover ik iets vernam via internet, de krant, de radio, een tijdschrift … Hoe moet het verhaal zijn? Het moet spannend zijn vanaf het begin, zodat ik meteen in het verhaal zit. Er moet minstens één personage zijn waarin ik me kan inleven. Het verhaal mag niet te ingewikkeld zijn. Het verhaal moet mij doen denken aan situaties die kunnen gebeuren in het dagelijkse leven. Het verhaal mag niet te langdradig zijn met heel veel beschrijvingen. Is verplichte literatuur goed? Ja, want anders zou ik er nooit toe komen om een boek te lezen. Nee, want nu vind ik lezen nog erger. Ja, want zo heb ik de liefde voor het boek ontdekt. Ja, want zo kun je met de klas over boeken praten. Nee, pure tijdverspilling, want zo heb ik minder tijd om te chatten of televisie te kijken..
34
Deel 1
Vraag 6
Wat is er mis met sitroen?
Over het belang van een correcte spelling
Waarom schrijven we ‘citroen’ en niet ‘sitroen’? Is het niet eenvoudiger om alles te schrijven zoals je het hoort? Wat is er dus mis met sitroen? In het eerste deel van deze les denk je na over het belang van een correcte schrijfwijze. In het tweede deel krijg je enkele hulpmiddelen aangereikt om foutloos te schrijven. Zo leer je bijvoorbeeld werken met het Groene Boekje.
1 Waarom moet je correct kunnen schrijven? 2 Hulpmiddelen om correct te schrijven
1 Waarom moet je correct kunnen schrijven? Opdracht 1
Bekijk de teksten. OMG! plz, w8 my HVJ :-x
op
Kbe ier al1 tuis. Komde nie af?
Kunne wafspreke om 11u20? We moete nog e tiket kope è. Tot strx
1 Tot welk teksttype behoren de teksten?
2 Wie is de zender van de boodschappen?
3 Waaraan kun je dat zien?
4 In welke andere berichten vind je nog veel spelfouten terug?
5 Vind je het storend dat er zoveel spelfouten in staan? Waarom wel/niet?
Vraag 6 - Wat is er mis met sitroen?
35
6 Welke mensen vinden correcte spelling heel belangrijk?
7 In welke berichten zijn spelfouten wel storend?
Als jongeren met elkaar communiceren via chat of sms, dan wemelt het vaak van de spelfouten. Volwassenen vinden een correcte spelling toch heel belangrijk. Ook het teksttype speelt daarin een grote rol.
Opdracht 2
Bekijk de zoekertjes.
Antwerpen
Heel België
u ruiten tinten? wij doen het voor u op afspraak 3 ruiten ( 2 achterstezeiruiten + achterruit ) 90 euro 5 ruiten ( 2 portierruiten + 2 achterzeiruiten + achterruit) 150 euro alles aan 65% ,75% ,80% of 95% getint aan u de keus goede kwaliteid met garantie vermelde bij afspraak het type auto en aantal ruiten in welke tint de zwarte is 6jaar een klaze paard en is een karendach en komt uit een dorco en spring licht bij de lrv en wij hebben thuis 17 paarden zitten en als ge begrijpt is da wa te veel hé en daar voor moeten er een paar paarden weg maar moet wel een goei thuis hebben en mensen die hem wel goed behandelen want een top paard moet versorgt worden hé en die daar naast is 3jaar gezeet het wel moelijk en als ge goed kijkt heft hij zijn voor pooten tot aan zijn kin en da voor een 3jaarige zeer goed maar wel nog ni zadelmak gaan we nog aan beginen is ruin en ook karendach en hebben ook graag een goei thuis voor hem dank u om te komen kijken
Uit: www.kapaza.be
1 Onderstreep de foutief gespelde woorden. 2 Hoe komen de zoekertjes over?
Correct schrijven is noodzakelijk in sommige situaties om niet uitgelachen te worden, om ernstig genomen te worden.
Woordverklaring
36
Deel 1
ding staan, communiceren = in verbin spreken (met) , ben heb t persoonlijk contac
Opdracht 3
Bekijk de reclameadvertenties. Bij Paracoach.nl werken enkel paragnost, mediums en kaartleggers die hun sporen hebben verdiend en aantoonbaar beschikking over paranormale gaven. Zij kunnen u bij uitstek helpen met het krijgen van nieuwe inzichten en u weer op weg helpen. Laat het leven u niet beinvloedden maar bepaal je eigen lot. Wij helpen u uit liefde. Uit: www.paracoach.nl
Kan je al zingen of piano spelen? mischien noten lezen of totaal niet… Maakt niets uit, ik speel al 21 jaar piano en zing al heel die tijd! Wil je graag op gehoor kunnen spelen en jezelf aoutodidact kunnen noemen, dan moet je bij mij ziijn en een pak nieuwe boeiende akoorden leren en op kunnen zingen natuurlijk!! Mathias Van den Broeck 0469 123 489 Antwerpen Uit: www.gratiszoekertje.be
1 Boezemen de advertenties jou veel vertrouwen in? Waarom wel/niet?
2 Markeer de fouten en corrigeer ze.
Correct kunnen schrijven is noodzakelijk om vertrouwen te wekken.
Vraag 6 - Wat is er mis met sitroen?
37
Opdracht 4
Bekijk deze tekst.
1 Tot welk teksttype behoort de tekst?
2 Wat valt je op? Waarin schuilt de humor van de prent?
3 Je leraar dicteert je enkele woorden. Schrijf ze op zoals jij ze graag wilt schrijven, zonder rekening te houden met spellingregels. Het zal er zeker en vast grappig uitzien!
4 Vergelijk jouw woorden met die van een klasgenoot. Wat valt je op?
5 Vul de juiste letters in. a De st
gers van de dag: Belgacom en Philips.
Het schip lag aan de st
ger.
b Duurt het no
lang?
Karel no
c Ze zullen die
ken omhakken.
Die gewichten worden morgen ge
d Wie deed het hoogste bo
?
e Het schip zat vast in het sli
De boord van je sli f Wat een st g Welk krui
Jan kwam helpen.
Na die val deden al mijn bo Die sli
kt. en pijn.
werd de chauffeur fataal.
steekt uit je jeans. le helling, zeg!
helpt tegen hoofdpijn?
Dat is haar st
l, haar manier van doen.
Toen ontplofte het krui
7 Waarom is het belangrijk dat de woorden correct geschreven worden?
Spelling is een kwestie van afspraken maken met als doel misverstanden te vermijden en vlotter te communiceren. Die afspraken moet je dus goed kennen en naleven. Bovendien wekken taalfouten vaak ergernis op en worden mensen die veel taalfouten maken, niet altijd ernstig genomen.
Woordverklaring
38
Deel 1
en gewichten geijkt = inf. ijken: maten merken, juist afstellen
2 Hulpmiddelen om correct te schrijven Opdracht 5
Leer de spellingregels. Eerst en vooral is het belangrijk de vaste spellingregels goed te kennen. Zo zijn er duidelijke regels over werkwoordsuitgangen. Verder ligt ook vast wanneer je een hoofdletter moet schrijven of wanneer samenstellingen een tussenletter krijgen. Welke schrijfwijze is correct? Zoek de spellingregel op in je vademecum.
1 Wendy’s/Wendys vriendje is een jazzzanger/jazz-zanger. a Wendy’s of Wendys?
b jazzzanger of jazz-zanger?
2 Is dat nu Andreas’/Andreas’s nieuwe GSM/gsm? a Andreas’ of Andreas’s?
b GSM of gsm?
3 Een Trabant is een grappig auto’tje/autootje uit de 60’er/60-er jaren. a auto’tje of autootje?
b 60’er jaren of 60-er jaren?
Leer spellingregels zo veel mogelijk uit het hoofd. Als je toch twijfelt, kun je ze opzoeken in het vademecum achteraan in je leerwerkschrift.
Vraag 6 - Wat is er mis met sitroen?
39
Opdracht 6 Werken met het Groene Boekje Het Groene Boekje is de officiële woordenlijst van de Nederlandse taal. 1 Welke informatie vind je wel in een woordenboek, maar niet in het Groene Boekje?
2 Bekijk het fragment uit het Groene Boekje en zoek de gevraagde informatie op.
1 Markeer de correct gespelde woorden. a identificatie / identifikatie b ijshocky / ijshockey c ijsmachine / ijsmachiene 2 Vul het correcte hulpteken aan in elk woord. a ICT
bedrijf
b idee
nbus
c idee
fixe
3 Maak de juiste samenstelling. Let op eventuele tussenletters. a idee + bus b identiteit + bewijs c iep + hout
40
Deel 1
Naast de officiële spelling krijg je in het Groene Boekje nog heel wat bijkomende informatie. Deze oefeningen leren je wat die informatie inhoudt en hoe je er best mee omgaat. Werk opnieuw met het fragment uit het Groene Boekje. 3 Informatie bij de zelfstandige naamwoorden a Wat vind je bij het woord ‘iglo’?
Wat betekent de afkorting ‘m’? b Wat vind je bij het woord ‘ijsveld’?
Welke afkorting zou je hier zelf kunnen toevoegen? c Zoek het woord ‘ijscokar’. Welke informatie krijg je bij dat woord wel die je niet kreeg bij de vorige zn? Waarom?
4 Bijkomende informatie bij werkwoorden a Zoek ‘idealiseren’. Welke vormen van het werkwoord worden erbij vermeld?
b Zoek ‘ijsracen’. Welke vormen van het werkwoord worden erbij vermeld? Waarom is er een verschil met het vorige werkwoord?
5 Bijkomende informatie bij bijvoeglijke naamwoorden a Welke informatie krijg je bij het woord ‘ijselijk?’
b Welke informatie krijg je bij het woord ‘idioot’?
6 Splitsen in lettergrepen 1 Verdeel de woorden in lettergrepen. a iepenspintkever b ijshockeywedstrijd
Vraag 6 - Wat is er mis met sitroen?
41
2 Doe hetzelfde voor deze woorden. – Wat gebeurt er met het trema? a ideeënroman b Iberiër 7 Vul in met ei of ij. Bij twijfel zoek je het woord op in het Groene Boekje. gd je te geloven.
a Ik ben gen
ver zat een r
b Aan de v
ger.
veel te besch
c We zijn alleb
d Sinterklaas brengt marsep
den.
n.
n viel in duizend stukken uiteen.
e De vaas uit porsel
nh
f Je kunt haar niet vertrouwen. Ze is soms zo sch
lig.
8 Vul in met c of k. Bij twijfel zoek je het woord op in het Groene Boekje. a In dat pretpark hebben ze toffe attra riti
b Die
us heeft overal
ties. ritiek op en levert telkens veel
c In welk lo
aal hebben we nu les?
d Een advo
aat draagt meestal een kraaknet ir
e De
g Met graan
ostuum.
usvoorstelling telde die avond een re
f Wil jij je notities voor die zieke leerling
ommentaar.
ordaantal bezoekers.
opiëren?
irkels leggen buitenaardse wezens
onta
t met onze aarde.
9 Zoek de juiste schrijfwijze van deze moeilijke woorden op. a piama – pyjama – pyama
e trompetist – trompettist
b idyllisch – idylisch – idillisch
f coëficiënt – coëfficient – coëfficiënt
c hiacint – hyacint – hyasint
g aplaudisseren – applauddisseren – applaudisseren
d pinguin – pinguïn
Bij twijfel raadpleeg je het Groene Boekje.
tip
42
Het Groene Boekje staat ook online op www.woordenlijst.org
Deel 1
Opdracht 7
Gebruik de spellingcontrole op je pc. In de werkbalken bovenaan je document vind je een spelling- en grammaticacontrole. In Windows 2007 ziet dat er zo uit:
Die ziet soms fouten over het hoofd. Kijk maar naar het volgende voorbeeld.
Wordt jij ook zo vaak geconfronteert met spelfouten? Weet iemand hoe je ze kunt vermeiden? 1 De computer duidt ‘geconfronteert’ aan als fout. Hoe schrijf je dat woord correct?
2 De spellingcontrole zag wel nog twee andere fouten over het hoofd. Duid ze aan en verbeter ze.
Gebruik altijd de spellingcontrole als je met de computer werkt. Op die manier haal je de tikfouten en de opvallende spelfouten uit je tekst. Lees zelf wel je tekst nog eens grondig na, want de computer ziet fouten over het hoofd!
Wat moet je kennen? Je kent het belang van een correcte spelling. Je kent de verschillende manieren om de juiste schrijfwijze van een woord te achterhalen.
Wat moet je kunnen? Je kunt de woorden uit de oefeningen correct spellen. Je kunt de verschillende manieren toepassen om de juiste schrijfwijze van een woord te achterhalen.
Woordverklaring , lieflijk, romantisch idyllisch = schilderachtig
Vraag 6 - Wat is er mis met sitroen?
43
Vraag 7
Hoe is het gesteld met je spelling?
In deze les test je de spellingvaardigheid van een klasgenoot en wordt ook je eigen spelling onder de loep genomen.
1 Test! Spelletje zeeslag 2 Remediëringsoefeningen
1 Test! Spelletje zeeslag Vorm op het rooster allebei ‘boten’ met de 25 opgegeven woorden die je krijgt van je leraar. Doe dat in deze opstelling: – één boot van vijf woorden – twee boten van vier woorden – twee boten van drie woorden – drie boten van twee woorden Let op: schrijf de woorden correct over! Je tegenspeler doet hetzelfde, maar met andere woorden. De opstelling is dezelfde. Een tweede rooster krijg je van je leraar. Dat is jouw ‘lege zee’. Spelverloop: De aanvallende speler geeft een letter-cijfercombinatie op. Als de aanvaller het woord foutloos heeft geschreven, mag die een punt noteren in de scoretabel. Als de aanvaller een fout geschreven heeft, dan moet hij die corrigeren. Als op die plaats in het rooster van je tegenspeler geen boot ligt, is je bom in zee gevallen. Je tegenspeler antwoordt met: ‘plons’. De aanvallende speler kleurt het vakje dat leeg blijft in met blauw. Ligt er op de getroffen plaats een ‘boot’, dan dicteert de tegenspeler het getroffen woord aan de aanvaller. Die schrijft het (foutloos!) op in zijn of haar rooster. Heb je het correct geschreven, dan mag je een punt noteren. Was het woord fout, dan corrigeer je dat. Er wordt dan geen punt toegekend. Dan is de tegenspeler aan zet. Die geeft op zijn beurt een letter-cijfercombinatie op. Als hij geen doel raakt, wordt het vakje blauw ingekleurd. Als hij wel een boot raakt, dan dicteert de eerste speler het getroffen woord aan de tegenspeler. Als die het woord foutloos schrijft, dan levert dat een punt op. Als hij het woord verkeerd spelt, corrigeert de tegenspeler zijn fout en krijgt hij geen punt. Zo probeer je allebei zo snel mogelijk een hele boot te raken. Zijn alle woorden van een boot geraakt, dan keldert het schip. De aanvaller mag de boot markeren en krijgt 5 punten. Het spel is ten einde als een speler alle boten van de tegenstander tot zinken heeft gebracht. Ook daarvoor krijg je nog eens 5 extra punten. De winnaar is degene die de meeste punten verzameld heeft.
44
Deel 1
Hoe kun je revanche nemen? Dit spel speel je tweemaal. Voor de tweede spelbeurt krijg je van je leraar 25 nieuwe woorden. Let op: je mag je boten enkel horizontaal en verticaal zetten.
tip
Hoe meer je boten elkaar raken, des te makkelijker wordt het voor je tegenstander om ze te vinden.
Vraag 7 - Hoe is het gesteld met je spelling?
45
46
Deel 1
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
A
B
C
D
E
F
F E D C B
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
A
Vraag 7 - Hoe is het gesteld met je spelling?
47
48
Deel 1
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
A
B
C
D
E
F
F E D C B
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
A
Vraag 7 - Hoe is het gesteld met je spelling?
49
2 Remediëringsoefeningen Nadat je het dictee gemaakt hebt, kun je jezelf bijwerken voor spelling waar dat nodig is. 1 Meervoud van zelfstandige naamwoorden 2 Verkleinwoord van zelfstandige naamwoorden 3 Hoofdletters 4 Tussenletters in samenstellingen
Opdracht 1
Meervoud van zelfstandige naamwoorden Geef het meervoud van deze zelfstandige naamwoorden. antenne
kleinigheid
atheneum
koe
bed
kolibrie
buis
menu
bureau
Noor
café
notaris
catalogus
orchidee
cursus
rad
dictee
slee
dreumes
slimmerik
eekhoorn
spons
kilo
villa
Opdracht 2 Verkleinwoord van zelfstandige naamwoorden Geef het verkleinwoord van deze zelfstandige naamwoorden.
50
antenne
kleinigheid
atheneum
koe
bed
kolibrie
buis
menu
Deel 1
Opdracht 3
bureau
Noor
café
notaris
catalogus
orchidee
cursus
rad
dictee
slee
dreumes
slimmerik
eekhoorn
spons
kilo
villa
Hoofdletters Schrijf hoofdletters waar dat nodig is. a
mijn vader verkiest moezelwijn boven een whisky.
b het rode kruis organiseert elk jaar een stickeractie. c
‘s avonds moet je niet lang aanschuiven.
d de technicus van nokia wist onmiddellijk wat er scheelde. e vandaag krijg je bij het nieuwsblad gratis een blikje palm. f
mijn zus studeert aan de katholieke hogeschool leuven.
g bij onze terugkeer hielden wij halt om enkele flessen bordeaux te kopen. h lerland behaalde een tweede plaats op het eurosongfestival. i
in turkije vindt men nog geregeld overblijfselen uit de oudheid.
j
volgend jaar gaan we naar marseille aan de middellandse zee.
k
mijn ouders zijn een weekend naar nice met de thalys.
l
de gazet van antwerpen was de eerste krant om het nieuws te melden.
m het vliegtuig naar barcelona had uren vertraging. n wij werden aan boord verwelkomd door een franssprekende kapitein. o welke stad is de hoofdstad van kroatië?
Vraag 7 - Hoe is het gesteld met je spelling?
51
Opdracht 4 Tussenletters Maak samenstellingen en schrijf tussenletters waar dat nodig is. (Hond + jobs) (1) en (rat + klussen) (2). Heb je er ooit aan gedacht om als hond of paard door het leven te gaan? Geen examens en huistaken, geen vervelende klusjes in huis, heerlijk uitslapen … Momenteel leiden veel (huis + dieren) (3) bij ons een luilekkerleventje en mag je dus wel een beetje jaloers op ze zijn. Toch zijn er ook heel wat dieren die elke dag een zware taak voor de boeg hebben. We stellen je voor aan President Wilson. Duiven spelen al (eeuw + lang) (4) een belangrijke rol in oorlogen. Vooral in de Eerste, maar ook nog tijdens de Tweede Wereldoorlog waren (post + duiven) (5) onmisbaar voor het overbrengen van belangrijke strategische militaire informatie. In 1918 vloog President Wilson tijdens het Maas-Argonneoffensief wel veertig kilometer door het (artillerie + geschut) (6) van het vijandelijke front. Hij kwam er niet zonder (veer + scheuren) (7) vanaf. Bij zijn aankomst hing de geheime boodschap aan de (gewricht + banden) (8) van zijn afgeschoten poot. Andere duiven werden ingezet om (lucht + foto’s) (9) te nemen van de posities van de vijand. Zo werd ‘fotograaf Scotch’ tijdens de Tweede Wereldoorlog door een geheim agent in Nederland gedropt. Hij bereikte Engeland met 38 (micro + foto’s) (10). Mission accomplished! In Brussel op het (Pantsertroepen + square) (11) staat een monument als aandenken aan al die overleden gevleugelde (oorlog + helden) (12). Zelfs in huidige oorlogen is de rol van de vliegende held niet uitgespeeld. De Amerikaanse soldaten namen in de recente oorlog tegen Irak duiven mee in de woestijn. Niet voor de gezelligheid, maar als (sein + gevers) (13). Duiven merken veel sneller dan mensen wanneer er een (gifgas + aanval) (14) is. Als er chemische stoffen in de lucht hangen, worden duiven ziek of gaan ze dood. Ook valken worden bij conflicten ingezet. In november 2000 onderschepten Indiase (grens + wachten) (15) een valk die uitgerust was met (spionage + camera’s) (16). De valk werd door de Pakistaanse troepen getraind.
Uit: iD Noteer hier je antwoorden.
52
1
9
2
10
3
11
4
12
5
13
6
14
7
15
8
16
Deel 1
Opdracht 5
Markeer de juiste titel van de stripalbums. a
De Bokkenrijders / De Bokkerijders (Suske en Wiske)
b De duivejagers / De duivenjagers (Bessy) c
De gouden ganzeveer / De gouden ganzenveer (Suske en Wiske)
d De junglebloem / De junglenbloem / De junglesbloem (Suske en Wiske) e De zonnetempel / De zonnentempel (Kuifje) f
Het berebeklag / Het berenbeklag (Suske en Wiske)
g Het sterrekind / Het sterrenkind (Thorgal)
Vraag 7 - Hoe is het gesteld met je spelling?
53
Vraag 8
Wil je zwemmen tussen haaien of vliegen naar de regenboog?
Informatie verzamelen voor een schrijfopdracht
Nee, je bent niet beland in een of ander sciencefictionscenario. De extreme sporten uit de titel kun je wel degelijk beoefenen! Ben je nieuwsgierig om meer te weten te komen over zulke uitdagingen? In deze vraag is het de bedoeling dat je in je portfolio informatie verzamelt over buitengewone sporten. Daarvoor moet je verschillende bronnen raadplegen en de gevonden info kritisch beoordelen. Is de informatie objectief of subjectief? Geeft de schrijver een feit of een mening weer? Als klap op de vuurpijl schrijf je zelf een informatieve tekst over een extreme sport die jou interesseert.
1 Om in de sfeer de komen 2 Informatie verzamelen 3 Kruip in je pen
1 Om in de sfeer de komen Opdracht 1
Lees deze tekst. In 1995 werd het begrip ‘extreme sports’ voor het eerst gebruikt om gevaarlijke sporten te definiëren. Verschillende van die sporten stonden bekend als ‘outlaw sports’ omdat ze op verschillende plaatsen verboden waren wegens te gevaarlijk. Sommige ervan zijn ondertussen geaccepteerd en zelfs geëvolueerd tot olympische sport, zoals bijvoorbeeld snowboarden. Toch zijn er nog veel voorbeelden te vinden van extreme sporten die zo riskant zijn dat een ongeval dikwijls de dood betekent. Mensen beoefenen de sporten om er een kick van te krijgen. Het lichaam maakt als reactie op een kick het hormoon adrenaline aan. Adrenaline werkt als een natuurlijke drug en is dan ook verslavend. Adrenalinejunkies willen steeds hoger, sneller, gevaarlijker …
‘Twenty years from now you will be more disappointed by the things that you didn’t do than by the ones you did do. So throw off the bowlines. Sail away from the safe harbor. Catch the trade winds in your sails. Explore. Dream. Discover.’ Mark Twain
Woordverklaring
54
Deel 1
rd geaccepteerd = aanvaa k ontwikkeld elij eid geëvolueerd = gel
1 Wat weet je al over het onderwerp?
2 Heb je zelf ervaring met een extreme sport?
3 Hoe sta je tegenover extreme sporten?
2 Informatie verzamelen Opdracht 2 Verzamel informatie over een extreme sport die jou interesseert: bungeejumpen, klifduiken, parkour, via ferrata, treinsurfen, speedskiën, cave diving, big wave surfing, basejumpen, freediving, streetluge … Hoe ga je te werk? 1 Verzamel drie teksten over de sport die je koos. Zoek daarvoor info op het internet. Zorg ervoor dat je zeker één informatieve tekst hebt. 2 Geef bij iedere tekst de tekstbron (Wie plaatste de site op het internet?) en het tekstdoel (informeren, ontspannen, ontroeren, overtuigen). 3 Lees de informatieve tekst aandachtig en markeer de hoofdzaken (belangrijkste informatie). 4 Bewaar de gevonden informatie in je leesportfolio.
3 Kruip in je pen Opdracht 3 1 Schrijf een korte, informatieve tekst over één extreme sport. a Baseer je op de informatie die je verzameld hebt. b Schrijf een tekst van minimaal tien en maximaal vijtien regels waarin je uitleg geeft over de extreme sport die je gekozen hebt. c Schrijf de tekst voor je klasgenoten (doelgroep) die over het onderwerp nauwelijks iets afweten. d Zoek een pakkende inleiding met een (retorische) vraag, een sterke stelling, een choquerende openingszin … Aan 245 km/u op de skilatten ben je snel in het dal. Wie wil geen fortuin verdienen met één stunt? En toen verkrampten zijn vingers en viel hij in het niets …
Vraag 8 - Wil je zwemmen tussen haaien
55
2 In het midden schrijf je enkele alinea’s waarin je de belangrijkste info vermeldt. Iedere alinea geeft antwoord op één kernvraag (Wat zijn de spelregels? Wie zijn de bekendste sporters? Waar is het uitgevonden? Welke ongevallen gebeurden al? …) 3 Het slot van een artikel bevat vaak een conclusie. Soms kun je ook nog nieuwe informatie geven, bijvoorbeeld plannen voor de toekomst. En het kan nog extremer, want er worden plannen gemaakt om …
Checklist
Ik heb een boeiende inleiding. Ik heb de spelling van moeilijke woorden gecontroleerd (http://woordenlijst.org/). Ik heb de hoofdletters en de leestekens gecontroleerd. Ik heb zinnen die samen horen in een alinea gegroepeerd. Ik heb me aan de gevraagde lengte gehouden (tien tot vijftien regels). Ik heb netjes gewerkt. Ik heb de tekst goed afgerond. In het slot heb ik de inhoud kort samengevat en/of ideeën over de toekomst gegeven.
Wat moet je kennen? Je weet wat een extreme sport is.
56
Deel 1
Wat moet je kunnen? Je kunt informatie verzamelen over een onderwerp. Je kunt de hoofdzaken aanduiden in een tekst. Je kunt zelf een tekst schrijven over een onderwerp waarover je informatie hebt opgezocht.
Vraag 9
Routine? Maar je kent de weg toch al?
Over hoe je woordbetekenissen kunt achterhalen
Lezen doen we op de één of andere manier allemaal. Denk maar aan een handleiding, een recept … noem maar op. Ook luisteren kun je niet wegdenken uit taal en communicatie: een grappige anekdote, een instructie van je leraar, een nieuwsbericht … Als je een tekst leest of ernaar luistert, gebeurt het wel eens dat je een aantal woorden niet helemaal begrijpt. Dan is het nodig dat je probeert te achterhalen wat ze juist betekenen. In deze vraag leer je hoe je het best te werk gaat.
1 Wie zoekt, die vindt 2 Een bommelding?! 3 Dat kleine beetje maakt een wereld van verschil
1 Wie zoekt, die vindt Opdracht 1
Stel, je leest een stukje tekst waarin het woord ‘onorthodox’ voorkomt. Je pijnigt je hersenen, maar hoe hard je ook probeert, je kunt niet met de betekenis op de proppen komen. Hoe probeer je alsnog de betekenis van het woord te achterhalen? Een brainstorm …
Opdracht 2
Duid de juiste betekenis van de vetgedrukte woorden aan. Verbeter je antwoord door een woordenboek te raadplegen.
1 Probeer andere mensen niet te benijden om hun geluk. jaloers zijn op nijpen plat maken 2 Wanneer je de anatomie van de mens bestudeert, zie je dat die ingenieus in mekaar zit. kernenergie zelfstandigheid beschrijft de lichaamsbouw
Woordverklaring
het gewone, erkent onorthodox = wijkt af van k, abnormaal, ongewoon geen gezag, ongebruikelij
Vraag 9 - Routine? Maar je kent de weg toch al?
57
3 De uitvoering van dat toneel draaide uit op een fiasco. mislukking samenwerking ijskoud 4 Sensitieve personen zijn erg zorgzaam met zichzelf en anderen. heel gevoelig heel verstandig zintuiglijk 5 De fiets heeft te lang in de regen gestaan en is aan het oxideren. zuurstof geven roesten blinken
Je kunt de betekenis van moeilijke woorden achterhalen door het woordenboek te raadplegen.
Opdracht 3
Overloop met je buur de opgesomde woorden in het kader. Schrijf ze daarna in de passende kolom. platform – gps – decoderen – strategiespellen – hybride – monopolist – commerciële – simulaties – processor – queeste – gesmaakt worden – medium – offline – consoles – karaoke
Woorden die ik ken
Woorden die mijn buur kent
Woorden die geen van ons beiden kent
Soms kun je de betekenis van moeilijke woorden achterhalen door aan iemand anders uitleg te vragen.
58
Deel 1
2 Lees het artikel. Vul de gaten in de tekst op met woorden uit de vorige oefening.
De Vlaamse game-industrie Wat zijn games? Vanuit cultuurwetenschappelijk oogpunt zijn games een
als film of
popmuziek. Ze doen een beroep op verhalen, tekenstijlen, personages en schuiven denkbeelden naar voor. Een columnist vergeleek ze met rock-‘n-roll: een verworvenheid van jongeren en verkeerd begrepen door ouderen. Cool en gevaarlijk tegelijk, kortom jongerencultuur. Het eerste computerspel Space War ontstaat in de vroege jaren zestig.
games verschijnen in de jaren zeventig
met Pong als gangmaker. Tot eind jaren zeventig zijn ze exclusief Amerikaans met Atari als sport- en racespellen-
In de jaren tachtig verschuift het zwaartepunt naar Japan.
Speelkaartenfabrikant Nintendo en Sony introduceren de Japanse popcultuur en het personage Mario. In de jaren negentig evolueren de tweedimensionale games naar 3D-First-Person-Shooters. Tegenwoordig is het internettijdperk aangebroken. Massively Multiplayer Online Games, met duizenden spelers tegelijk, spelen zich af in onlinewerelden. De belangrijkste is World of Warcraft met meer dan negen miljoen abonnees. Internet doet ook zijn intrede in de consolewereld. Sony en Microsoft strijden voor hun plaats in de huiskamer. De nieuwe
beschikken over een harde schijf,
een Blu-ray of HD-dvd-lezer en een tv te
om high definition film en De spelconsole lijkt de drager bij uitstek voor muziek,
film en tv. Een andere trend die zich sinds de jaren negentig doorzet, is de uitbreiding van het gamepubliek. In de jaren tachtig spelen vooral kinderen en tieners, in hoofdzaak jongens, hoewel Pacman, Frogger, Mario en Tetris ook door tienermeisjes
Sinds de
Sony PlayStation de kaart van de jeugdcultuur en oudere tieners trekt, groeit het medium met zijn generatie mee. Twintigers en dertigers grijpen tegenwoordig graag naar een spel of spelen met hun kinderen. Toch gamen meisjes en vrouwen minder dan jongens en mannen. Ontwikkelaars proberen het vrouwelijke publiek over de streep te trekken met dans-, fitness- en -games. Games zoals Buzz en Brain Training richten zich op een ouder publiek en de Nintendo Wii doet het prima bij gezinnen. Speltechnisch zijn games in te delen in diverse types: Beat’em ups en First , adventures met een
Person Shooters, of
van een dure of gevaarlijke werkelijkheid, spellen die lijken op
bordspellen, role playing games en party-games (zoals Wii-spellen) … games tasten de grens af tussen online en Spelers lossen fictieve puzzels op waarbij de reële wereld dient als Tv, gsm en
geven de spelers informatie.
Naar: Instituut Samenleving & Technologie, Dossier 14 – Game on!
Vraag 9 - Routine? Maar je kent de weg toch al?
59
3 Hoe heb je de tekst kunnen vervolledigen? Schrijf de woorden in de passende kolom. Het woord wordt in de tekst uitgelegd.
Ik begrijp de betekenis door de zinnen die voor en na het woord komen (de context).
Deze woorden begrijp ik nog altijd niet.
4 Zoek de woorden die je nog altijd niet begrijpt, op in een woordenboek. Woord
Betekenis
De betekenis van moeilijke woorden kun je achterhalen doordat de tekst zelf een verklaring biedt of doordat je de betekenis uit de context kunt afleiden. Als je de betekenis van een woord zelf niet kunt achterhalen, zoek je het op in een woordenboek.
2 Een bommelding?! Opdracht 4
60
Zoek de juiste betekenis van het vetgedrukte woord op in een woordenboek. Noteer ook een andere betekenis die je voor dat woord in het woordenboek vindt. Maak vervolgens een goede zin met een andere betekenis.
Deel 1
1 Na het kamp klonk haar stem een beetje rauw. andere betekenis: nieuwe zin: 2 De peuter bonkte met zijn hoofdje tegen de deurstijl. andere betekenis: nieuwe zin: 3 We maakten een wandeling over een smal pad. andere betekenis: nieuwe zin: 4 De renovatie van hun huis gaat hen een bom geld kosten. andere betekenis: nieuwe zin: 5 Tijdens zijn sollicitatiegesprek maakte de nerveuze kandidaat een kapitale fout.
andere betekenis: nieuwe zin: 6 ’s Avonds installeert mijn mama zich graag met een boek op de bank. andere betekenis: nieuwe zin: 7 Na twee uur wachten in de ijzige kou ben ik tot op het bot verkleumd. andere betekenis: nieuwe zin:
3 Dat kleine beetje maakt een wereld van verschil Opdracht 5
Het voor- of achtervoegsel kan je helpen om de betekenis van een woord te achterhalen. Geef bij elke verklaring het juiste woord. Bijvoorbeeld: slechts gedeeltelijk professioneel = semiprofessioneel 1 vroegere vrouw
vrouw
2 heel erg modern
modern
3 tegen Amerika
Amerikaans
4 zonder hoop 5 niet mogelijk
hope mogelijk
Vraag 9 - Routine? Maar je kent de weg toch al?
61
6 tussen de regio’s 7 met nogal wat heuvels
Opdracht 6
regionaal heuvel
8 voorgeschiedenis
historie
9 niet sociaal
sociaal
10 je persoonlijke vliegtuig
vliegtuig
Zoek in het woordenboek zoveel mogelijk nieuwe woorden met deze voor- en achtervoegsels. Maak vervolgens een goede zin die de betekenis van één nieuw woord verduidelijkt. Bijvoorbeeld: -loos: hulpeloos, spoorloos, hopeloos, woordeloos, kosteloos … Zin: Je kunt kosteloos overschakelen naar een andere abonnementsformule.
1 ex-: zin: 2 on-: zin: 3 wan-: zin: 4 -aard zin: 5 -vol: zin:
Wat moet je kennen? Je kent de verschillende manieren om de betekenis van een woord te achterhalen. Je kent de betekenis van voor- en achtervoegsels. Je kent de verwarrende woorden. Je kent de woordverklaringen.
62
Deel 1
Wat moet je kunnen? Je kunt de betekenis van een woord achterhalen aan de hand van de context, een woordenboek, … Je kunt woorden van eenzelfde woordfamilie/-veld verklaren.
Vraag 10
Wat is de zin van deze zin? (1)
Kijken hoe een zin in mekaar zit
Elke dag komen duizenden zinnen en nog meer woorden op je af: je zegt ze, je hoort ze, je leest ze. Als je spontaan spreekt, hoef je weinig na te denken over de volgorde van je woorden. Gelukkig maar. Toch zit daar een systeem in. Ontdekken hoe zinnen in elkaar zitten en daarover nadenken is iets wat je op school doet. Eerst fris je samen enkele termen op en daarna kun je met de oefeningen aan de slag.
1 Het onderwerp 2 Het werkwoordelijk gezegde 3 Het naamwoordelijk gezegde 4 Oefeningen
1 Het onderwerp (afkorting: o)
Zebra wil dat verzorger altijd T-shirt met zwart-witte strepen draagt Een dierenverzorger in een Chinese zoo moet altijd een T-shirt dragen met zwart-witte strepen want anders wil een pas geboren zebra niet eten. De babyzebra werd begin juli geboren en vijf dagen later stierf zijn moeder. Dat melden Chinese media. Nadat de moeder gestorven was, wilden de verzorgers van de zoo van Wuhan de kleine zebra toevertrouwen aan de vader. ‘Maar die weigerde elke verantwoordelijkheid en trapte naar de baby telkens die in zijn buurt kwam’, zegt verzorger Chen Nong. Die dagen droeg Chen toevallig een gestreept T-shirt en de kleine zebra reageerde steeds opgewonden telkens hij de verzorger in zijn buurt zag. De zoo bouwde een aparte kooi voor het dier en gaf hem melk. Het diertje wilde alleen drinken als Chen zijn T-shirt met strepen droeg. ‘Hij zocht ook altijd naar mijn tepels. Ik gaf hem echter mijn duim om aan te zuigen.’ Volgens een woordvoerder van de zoo is het nog nooit gebeurd dat een babyzebra het zonder moeder overleeft in de dierentuin. ‘We hopen dat het nu wel lukt en dat zou een mirakel zijn.’ (belga/jv) Naar: www.hln.be
Opdracht 1
Markeer het onderwerp in de zinnen.
a De babyzebra werd begin juli geboren. b Het diertje wilde alleen drinken als Chen zijn T-shirt met strepen droeg.
Woordverklaring , ijverig. Komt van: ambitieus = eerzuchtig ven stre ambitie: eerzucht, reclame maken voor promoten = bevorderen,
Vraag 10 - Wat is de zin van deze zin? (1)
63
c Een dierenverzorger in een Chinese zoo moet altijd een T-shirt dragen met zwart-witte strepen want anders wil een pas geboren zebra niet eten. d Ik gaf hem echter mijn duim om aan te zuigen. e De kleine zebra reageerde steeds opgewonden telkens hij de verzorger in zijn buurt zag.
tip
Het onderwerp is het zinsdeel waarover in de zin iets gezegd wordt.
2 Het werkwoordelijk gezegde (afkorting: wwg)
Genkse politie neemt filmende scholieren voor echte overvallers ‘Kies een spannend onderwerp en maak daar een creatief filmpje over.’ Zo luidde de opdracht in het Sint-Jan Berchmanscollege in Genk. De scholieren boksten daarop een overvalscenario in elkaar dat gegarandeerd een 10 zou scoren voor spanning: een gewapende overval en de gijzeling van enkele brave huismoeders in een wasserette. Het kon niet fout lopen, dachten ze, want zowel de uitbater als de klanten wisten van het scenario. Maar dat was zonder de agent gerekend, die toevallig voorbijkwam. De man had geen dienst, maar toen hij de pruiken en de wapens van de jongeren zag, sloeg hij alarm. De politie zette de straat af. Luttele ogenblikken later bestormden zestien zwaarbewapende agenten in kogelvrije vesten de wasserette. De scholieren stonden van schrik aan de grond genageld. Met
Opdracht 2
het pistool in de aanslag sommeerde de politie hen alle wapens op de grond te gooien. Maar meer dan een nepwapen en een stel handboeien hadden de jongeren niet bij. Gelukkig beseften ze meteen de ernst van de situatie en deden ze geen domme dingen’, zegt politiecommissaris Rita Hubachs. ‘Had een van hen een wapen naar de agenten gericht, dan waren er ongetwijfeld schoten – en wellicht ook doden – gevallen. De jongeren waren compleet de kluts kwijt. Het duurde een tijd voor ze weer bij hun positieven waren.’ De leerlingen hebben een nieuwe opdracht gekregen, want toen de politie binnenviel, waren ze zodanig verstijfd van angst, dat ze vergaten om verder te filmen. Naar: www.nieuwsblad.be
Onderstreep het onderwerp in deze zinnen. Markeer in elke zin het wwg. a Een groep jonge mannen stapte een wassalon binnen. b Ze droegen pruiken en zonnebrillen. c Ze vielen andere mensen in het wassalon aan. d Een agent had dat allemaal gezien. e Vlug riep hij zestien collega’s op. f De agenten wilden de jonge mannen arresteren. g De jongens gaven zich meteen over.
64
Deel 1
h Ze waren immers voor een opdracht voor de school aan het filmen. i Toen stonden de agenten daar voor joker. j Achteraf konden ze wellicht allemaal om het voorval lachen.
tip
Opdracht 3
Het werkwoordelijk gezegde geeft aan wat het onderwerp doet of wat ermee gebeurt.
Het wwg bestaat soms uit meer delen. In de tabel zie je verschillende mogelijkheden. Verbind die telkens met de juiste voorbeeldzin. Delen van het wwg
tip
Voorbeeldzinnen
pv
•
•
Mijn buur heeft tijdens het examen gespiekt.
pv + vd
•
•
Mijn buur probeert tijdens het examen te spieken.
pv + adpv
•
•
Mijn buur kijkt tijdens het examen af.
pv + inf
•
•
Mijn buur spiekt tijdens het examen.
pv + te + inf
•
•
Mijn buur zal zeker spieken tijdens het examen.
pv + aan het + inf
•
•
Mijn buur valt zeker en vast door de mand.
pv + inf + inf
•
•
Mijn buur is tijdens het examen aan het spieken.
pv + vd + inf
•
•
Mijn buur heeft tijdens het examen zitten spieken.
pv + vd + inf + inf
•
•
Hij vergist zich heel erg als hij denkt dat de leraar hem niet doorheeft.
pv + ww uitdr
•
•
Ik heb het werk thuis nog niet gedaan kunnen krijgen.
pv + wnd vn
•
•
Mijn buur zou tijdens het examen gespiekt hebben.
Je kunt ook de delen van het wwg benoemen. Er zijn verschillende mogelijkheden.
Vraag 10 - Wat is de zin van deze zin? (1)
65
3 Het naamwoordelijk gezegde (afkorting: nwg) Onze dichtstbijzijnde ster De zon is onze dichtstbijzijnde ster. Ze geeft ons licht en warmte maar straalt ook gevaarlijk ultraviolet licht uit. Dat licht kan zonnebrand en kanker veroorzaken. Zonder de zon zou er geen daglicht zijn. Onze planeet zou er dan donker en bevroren bij liggen, zonder oceanen van vloeibaar water, en zonder leven. De zon is in feite een enorme bol superheet gas. Ze meet 1,4 miljoen kilometer. Dat is 109 keer de diameter van de aarde. De massa van de zon is 1,989 x 1030 kilogram (1 989 quadriljoen ton), ofwel 330 000 keer het gewicht van de aarde. De aarde past ongeveer 1 300 000 maal in de zon. De corona is de hete atmosfeer rondom de zon, die zich uitstrekt over miljoenen kilometers. Zij is normaliter niet met het blote oog zichtbaar, maar wel tijdens een volledige zonsverduistering. Ze is dan als een lichtkrans waarneembaar. De temperatuur in het binnenste van de zon bedraagt zo’n 15 000 000 °C. De opkomende of ondergaande zon lijkt wel klein, maar dat is alleen maar omdat ze ongeveer 150 miljoen km van ons vandaan staat. Het zonlicht doet er ongeveer acht minuten over om die afstand af te leggen – ook al verplaatst het zich met een snelheid van rond de 300 000 km/s. Dat betekent dat wanneer we de zon zien ondergaan, dat in feite acht minuten eerder al is gebeurd! Naar: www.esa.int en Wikipedia
Opdracht 4
Onderstreep in elke zin het onderwerp. Markeer telkens het nwg: duid pv en nwd apart aan. Voorbeelden: Fernando Alonso was in 2005 wereldkampioen formule 1. Wat was Fernando Alonso? nwg:
pv
+ nwd
De enige echte tegenstander van Alonso leek de Fin Räikkönen. nwg:
pv
+ nwd
Mijn buur is altijd al vals geweest. nwg:
pv
+ nwd + vd
a De zon is onze dichtstbijzijnde ster. b De massa van de zon is 1 989 quadriljoen ton. c De opkomende of ondergaande zon lijkt klein. d De zon is een enorme bol superheet gas. e Tijdens een zonsverduistering wordt de corona zichtbaar.
66
Deel 1
Wie is de enige echte tegenstander?
Wat is mijn buur?
tip
Het naamwoordelijk gezegde vertelt wat of hoe het onderwerp is of wordt. Het nwg bestaat uit de pv, alle andere werkwoorden en een naamwoordelijk deel (afkorting: nwd). Dat is het zinsdeel dat de eigenschap of toestand van het onderwerp weergeeft. Je vindt het via de vragen: Hoe?/Wat?/Wie? + nwg + o
4 Oefeningen
Vraag 10 - Wat is de zin van deze zin? (1)
67
Uit: Merho, Kiekeboe, De Duivelse Driehoek
Opdracht 5
Onderstreep het onderwerp. Duid wwg of nwg aan. Schrijf tussen haakjes uit welke delen het wwg bestaat. Kijk naar de mogelijkheden in opdracht 3. a Ik zal me creatief bezighouden!
b Een intellectueel zoals ik moet de nieuwsberichten toch volgen.
d De verdwijningen vonden plaats in de legendarische Bermudadriehoek.
68
Deel 1
e Van een Bermudadriehoek heb ik nog nooit gehoord!
f De Bermudadriehoek, bijgenaamd de Duivelse Driehoek, is het deel van de Atlantische Oceaan tegen-
over de zuidoostkust van de Verenigde Staten.
g Nooit vond men een lichaam of wrakstuk weer.
h Deze streek is een van de drukst bevaren en overvlogen gebieden ter wereld.
i Intelligent leven heeft zich volgens mij al duizenden jaren ontwikkeld op de bodem van de oceaan.
j Losse stukken aardkorst, die draaikolken doen ontstaan, zijn de oorzaak van deze rampen.
k Doch nu laten we de man aan het woord die waarschijnlijk dit mysterie kan oplossen.
l Toevallig kreeg ik een document in handen.
n Ik heb het in verzekerde bewaring gegeven.
Opdracht 6 Werk in groepjes en maak zelf telkens een zin waarin het gevraagde zinsdeel aanwezig is en markeer het. a een zin met een nwg
b een zin met een wwg
c een zin met een wwg dat bestaat uit een pv en een vd
d een zin met een wwg dat bestaat uit een pv en een te + inf
e een zin met een nwg dat bestaat uit een pv en te + inf en een nwd
f een zin met een wwg bestaande uit een pv en een inf + inf
g een zin met een nwg bestaande uit een pv + vd + nwd
Vraag 10 - Wat is de zin van deze zin? (1)
69
h een zin met een nwg bestaande uit een pv + nwd
i een zin met een wwg bestaande uit een pv + wnd vn
j een zin met een wwg bestaande uit een pv + ww uitdr
Vraag
Notatie
Zinsdeel
Over wie wordt er iets gezegd? (personen) Waarover wordt er iets gezegd? (zaken)
o
onderwerp
Wat doet het onderwerp? Wat gebeurt er met het onderwerp? Welke werkwoorden zeggen wat het onderwerp doet of wat ermee gebeurt?
wwg
werkwoordelijk gezegde
Wat is het onderwerp? Wat gebeurt er met het onderwerp? Welke (werk)woorden zeggen wat of hoe het onderwerp is of wordt?
nwg
naamwoordelijk gezegde
Hoe/wat/wie + nwg + o?
nwd
naamwoordelijk deel
Over wie wordt er iets gezegd? Waarover wordt er iets gezegd?
o
onderwerp
Wat doet het onderwerp? Wat gebeurt er met het onderwerp? Welke werkwoorden zeggen wat het onderwerp doet of at ermee gebeurt?
wwg
werkwoordelijk gezegde
Wat is het onderwerp? Hoe is het onderwerp? Welke (werk)woorden zeggen wat of hoe het onderwerp is of wordt?
nwg
naamwoordelijk gezegde
Hoe/wat/wie + nwg + o?
nwd
naamwoordelijk deel
pv
persoonsvorm
vd
voltooid deelwoord
adpv
afscheidbaar deel van de persoonsvorm
inf
infinitief
te+ inf
te + infinitief
Delen van het werkwoordelijk gezegde Ja-neenvraag -> pv = eerste woord
70
Deel 1
aan het + inf
aan het + infinitief
inf + inf
infinitief + infinitief
vd + inf
voltooid deelwoord + infinitief
vd + inf + inf
voltooid deelwoord + infinitief + infinitief
ww uitdr
werkwoordelijke uitdrukking
wnd vn
wederkerend voornaamwoord
Reflectie: Hoe ging het? Zet telkens een kruisje in de passende kolom. Zinsdeel
Dit kon ik goed
Dit moet ik nog oefenen
o wwg nwg delen van wwg/nwg
Wat moet je kennen? Je kent de juiste vragen om zinsdelen te kunnen vinden en benoemen. Je kent de zinsdelen: o, wwg en nwg.
Wat moet je kunnen? Je kunt de zinsdelen vinden, aanduiden en benoemen in een zin. Je kunt de zinsdelen herkennen en aanduiden.
Vraag 10 - Wat is de zin van deze zin? (1)
71
Vraag 11
Waarom blijven sommige sporen spoorloos?
Over fictie/non-fictie, literair/zakelijk taalgebruik
Als je met de trein reist, is het belangrijk dat je weet wanneer en waar je trein precies vertrekt. De conducteur kan je helpen het juiste spoor te nemen. Als je het spoor bijster raakt bij een opdracht in de klas, helpt je leraar je op weg. Vandaag reiken we je het juiste spoor aan bij je speurtocht in literaire en zakelijke teksten. Wat moet je zien? Hoe doe je dat?
1 2 3 4
Is dit echt gebeurd? Is mijn taalgebruik correct? Wat is de bedoeling? Is er een doorbraak?
1 Is dit echt gebeurd? Opdracht 1
Lees het fragment uit Brei met mij van Evelien de Vlieger.
Nog een prettige dag
5
10
15
20
72
Ik zag Ulrike en Ian staan toen ik terugkwam van het park. Mijn moeder en mijn vriendje, min of meer. Ze stonden aaneengezogen in onze keuken. Hun hoofden maakten draaiende bewegingen, ik dacht eerst zelfs niet aan een kus. Ik zag ze door het keukenraam en dook onmiddellijk weg, alsof ik degene was die iets verkeerds deed. Ik liep het tuinpad weer af, het eerste stuk voorovergebogen, en toen terug de straat op. Mijn hart ging wild tekeer. Vanuit de buggy lachte Linus me toe. Als hij mij maar zag, was alles goed. Het waaide in mijn hoofd. Eerst zachtjes en toen heel hard. Al mijn gedachten waren weggevaagd, er hield er maar één stand: weg, weg van hier, weg van haar. Ik liep snel, in één rechte lijn, weg van ons huis. De buggy voortduwen ging moeilijk. Alles woog zwaar. Het was alsof ik verdoofd was of onder water liep. Ik wandelde zwijgend verder. Bij het station was Linus al ingedommeld. Dat heb je met baby’s: als ze in beweging zijn, vallen ze in slaap. Misschien maar goed ook. Hij kon nu maar beter niet in mijn ogen kijken. Het schermpje liet de vertrektijden van de treinen zien. Er waren er heel wat en ze gingen overal heen. Niet dat ik ergens naartoe wilde, ik kon alleen niet terug naar huis. Lang hoefde ik niet eens te wachten om te vertrekken. Ik ging toch maar eerst naar het stationscafé. Op een leeg perron zou ik me bedenken, rechtsomkeert maken. Iedereen keek vreemd op toen ik het café binnenkwam. Wie is dat meisje met die baby? Wat komt zíj hier doen? Ik ging zitten en deed mijn ogen dicht. Ik zag Ulrike en Ian tegen het zwart van mijn oogleden. Haar haar onder zijn arm geklemd. Zijn wang tegen haar wang. Ik deed mijn ogen snel weer open en zag het bord op de toog, tussen de varens. ‘Zoengerecht: meloen met Italiaanse’ kon ik nog lezen. Zelfs de plastic varens lachten me uit. De dienster kwam naar mijn tafeltje. ‘Wat zal het zijn?’ Ze loenste enorm. Ze had evengoed tegen iemand aan het andere eind van de ruimte kunnen spreken. ‘Een tomatensap.’ Er kwam een normaal geluid uit me, daar schrok ik van. Ik had gedacht dat er alleen een schrille toon te horen zou zijn.
Deel 1
25
Ze kwam snel met mijn tomatensap en één verpakte beschuit. ‘Merci – DankUwel, Nog een prettige dag’, stond er op de rekening, en ook haar naam, ‘Mauricette’. Het klonk allemaal vreemd. Alsof ik opeens een andere taal sprak. ‘Meteen afrekenen, graag’, zei Mauricette. Ik telde het geld en ging staan. Mijn keel zat helemaal dichtgeschroefd, ik kon niet drinken. Uit: Evelien de Vlieger, Brei met mij
1 Wat gebeurt er met de ik-persoon, Heide?
2 Is ze alleen?
3 Waar gaat ze naartoe?
Opdracht 2
Lees het artikel Nieuwe zoekactie naar meisje zonder resultaat.
Nieuwe zoekactie naar meisje zonder resultaat 04/06/2011 SUSTEREN - Precies een week na de verdwijning van een 6-jarig meisje, blijft het kind uit Susteren spoorloos. Een veertigtal vrijwilligers heeft het afgelopen weekend nogmaals de buurt uitgekamd waar het meisje is verdwenen, maar zonder resultaat. Dat zegt Vic De Dender van de Cel Vermiste Personen.
De vrijwilligers, voornamelijk buurtbewoners en kennissen van de familie, hebben nogmaals de zone doorzocht die eerder al door de speurders werd uitgekamd. Hun actie leverde niets op. Gedurende het weekend werd ook het politieonderzoek naar de onrustwekkende verdwijning voortgezet. De agenten die zich met de zaak bezighouden beslisten vorige week om geen vrijaf te nemen tijdens het hemelvaartsweekend. In het belang van het onderzoek worden echter geen details gegeven over de inhoud van de politieactiviteiten dit weekend.
Maandag maken alle betrokken partijen een stand van zaken op rond de verdwijning. Na het avondmaal Het zesjarige meisje verdween in de nacht van zondag op maandag na een ruzie tijdens het avondmaal. Een ouder broertje zag haar naar buiten lopen. Toen de ouders de verdwijning opmerkten, begonnen ze meteen naar hun dochter te zoeken. Omstreeks zeven uur de volgende ochtend verwittigde de vader de politie. Een grootschalige zoektocht leverde niets op, en de speurders hebben geen enkele aanwijzing. Niemand leek de peuter te hebben opgemerkt. Vic De Dender van de cel Vermiste Personen wordt ongerust. ‘Naarmate de tijd vordert, moet je de realiteit onder ogen zien’. Met wat we nu weten, denk ik niet dat we nog naar een levend kind zoeken.’
1 Wat is het thema van beide teksten?
2 Waarom loopt de ik-persoon in Brei met mij weg van huis?
Vraag 11 - Waarom blijven sommige sporen spoorloos?
73
3 Waarom is het meisje uit het krantenartikel weggelopen?
4 Vergelijk de twee teksten. Brei met mij
Vermist meisje
Fictie/non-fictie Teksttype Tekstdoel Taalgebruik
2 Is mijn taalgebruik correct? Opdracht 3
Zoek naar verschillen in taalgebruik tussen literaire en zakelijke teksten. De kenmerken in de tabel hieronder zetten je op het juiste spoor. Kenmerken Telwoorden: veel/weinig
Woordkeuze – vergelijkingen (als) – metaforen (zonder als) – uitdrukkingen – personificaties (dieren, dingen krijgen eigenschappen van mensen) – tekenende ww, bn – moeilijke woorden – zakelijke woorden
Lay-out: – eenvoudig – afwisseling Lengte tekst: kort/lang
74
Deel 1
Literair taalgebruik Brei met mij
Zakelijk taalgebruik Vermist meisje
3 Wat is de bedoeling? Opdracht 4
Formuleer waarom je in verschillende teksten een verschillend taalgebruik hanteert. Literair taalgebruik Auteurs willen iets zo
Zakelijk taalgebruik Journalisten
. Ze willen dat je je alles gemakkelijk kunt voorstellen. Daarvoor gebruiken
.
Bijvoeglijke naamwoorden worden alleen gebruikt om iets beter te beschrijven.
ze veel
4 Is er een doorbraak? Opdracht 5
Lees dit literaire fragment en de zakelijke tekst.
Het dwaalspoor
5
10
15
20
Ik hoorde mijn naam al nog voor ik zelf iets had gezegd. Het was Pat. Ik was blij dat ik ‘ja’ kon zeggen. ‘Heide, waar ben je? We zijn doodongerust. Is alles goed met jullie?’ Vóór alles was Pat bezorgd. Hij werd niet meteen boos. Ik hoorde Ulrike op de achtergrond praten. ‘Ik wil alleen met jou praten, Pat. Zeg maar tegen Ulrike dat zij je het beste kan uitleggen waarom ik gisteren niet naar huis kwam.’ ‘Het was iets met Ian, ze heeft het me verteld. Luister, Heide, ik begrijp je reactie, maar ik vind wel dat je Linus hier niet in mag meesleuren. Het is een baby, geen pop. Hij heeft van alles nodig.’ Dat moest hij net zeggen. ‘Ik heb alles bij me voor hem.’ ‘Ik weet het, Heide, we zijn er te weinig geweest voor Linus. Zowel ik als Ulrike beseffen dat. Ik snap nog altijd niet hoe het zover is kunnen komen, maar we willen het goedmaken, tegenover Linus én tegenover jou. Geef ons die kans, wil je. Kom naar huis, allebei.’ Het deed me zo goed om zijn stem te horen dat ik bijna toegaf. Bovendien zei hij alles wat ik wilde horen: zíj hadden spijt, zíj wilden het goedmaken. Toen nam Ulrike de telefoon over. Ze ging meteen in de aanval. ‘Heide, waar ben je? Besef je wel wat je aanricht, in godsnaam?’ Ik antwoordde niet. ‘In godsnaam’ was heel erg slecht gekozen na mijn nacht in het toilethok. ‘Je doet met jezelf wat je wilt, voor mijn part, maar Linus is nog geen zes maanden’, zei ze. Toen hoorde ik Pat weer van alles op de achtergrond zeggen. Hij is àl zes maanden, dacht ik. Typisch. Ze ratelde nog iets over de politie op haar verongelijkte toontje, als
Vraag 11 - Waarom blijven sommige sporen spoorloos?
75
25
30
35
een heks op speed, yak yak yak. Ik luisterde nauwelijks, maar dacht na. Stel dat ze de politie zouden bellen. Ze hadden het niet zo op uniformen, maar stel dat ze het nu toch zouden doen. Dat moest ik vermijden. ‘Ik ben bij oma Piek’, zei ik. Het bleef stil aan de andere kant. De naam gleed de keuken binnen als een giftige wolk. ‘Bij oma Piek?’ klonk het ten slotte. Het was Pat die het vroeg. ‘Waarom stuurde je dan een sms’je dat je bij een vriendin was?’ ‘Gewoon. Ik wilde met rust gelaten worden.’ ‘Mag ik oma Piek dan even spreken?’ ‘Ze is er nu niet’, zei ik. Totale stilte. Ulrike zei iets dat ik niet verstond. ‘Tja’, zei Pat toen. ‘Dus je komt nog niet naar huis?’ ‘Nee.’ ‘Dan komen we Linus halen.’ ‘Nee. Als je dat van plan bent, ben ik hier meteen weg.’ Pat zonder woorden. Uit: Evelien de Vlieger, Brei met mij
Doodsoorzaak meisje nog niet gekend 18 juni 2010 (De Nieuwe Morgen) De procureur des konings van Roermond, Francine De Jong, heeft gisterenmiddag bevestigd dat het lijkje dat dinsdagavond werd aangetroffen in de Maas in Susteren, wel degelijk van de 6-jarige Anke L. is. Het meisje was vermist sinds 28 mei. Gisterenmorgen werd in het ziekenhuis
van Maastricht een autopsie uitgevoerd op het lichaam, maar de doodsoorzaak is voorlopig nog niet gekend. Volgens één theorie werd Anke het slachtoffer van een verkeersongeval en gooide een panikerende bestuurder haar in de Maas.
1 Markeer de moeilijke woorden in de krantenartikels. Zoek hun betekenis op. Woord
76
Deel 1
Verklaring
2 Onderzoek Brei met mij op literair taalgebruik. Kenmerken
Voorbeelden
Beeldspraak
Bijvoeglijke naamwoorden
Werkwoorden
Wat moet je kennen? Je weet wat een literaire tekst is. Je weet wat een zakelijke tekst is. Je kent de kenmerken van literair taalgebruik. Je kent de kenmerken van zakelijk taalgebruik. Je weet wat de bedoeling is van literair taalgebruik. Je weet wat de bedoeling is van zakelijk taalgebruik.
Wat moet je kunnen? Je herkent een literaire tekst. Je herkent een zakelijke tekst. Je kunt de kenmerken van literair taalgebruik terugvinden. Je kunt de kenmerken van zakelijk taalgebruik terugvinden. Je kunt de bedoeling van literair taalgebruik achterhalen. Je kunt de bedoeling van zakelijk taalgebruik achterhalen.
Vraag 11 - Waarom blijven sommige sporen spoorloos?
77
Vraag 12
Mag ik eens kijken in je toverhoed, vriend van de poëzie?
Over algemene kenmerken van poëzie
Er waren eens verdwaalde woorden. Ze dwarrelden en buitelden in het rond. Niemand die ze zag. Maar plotseling kwam iemand dichter. Hij raapte de woorden op, verzamelde ze, schikte en herschikte ze. En kijk, die woorden werden zinnen. De zinnen weefden zich tot verzen en vele verzen toverden een … gedicht.
1 2 3 4
Dag vriend van de poëzie Wat wil de dichter ons vertellen? Wat is de bedoeling van een gedicht? Hoe herken je een gedicht?
1 Dag vriend van de poëzie Opdracht 1
Houd jij van gedichten?
1 Wanneer heb je eens een gedicht gelezen?
2 Weet je nog welk gedicht?
3 Heb je ooit al eens een gedicht geschreven?
4 Waarover ging dat gedicht?
78
Deel 1
5 Kruis aan wat poëzie is voor jou. Voor mij ...
Ja
Nee
moet poëzie rijmen moet poëzie uit verzen en strofen bestaan moet poëzie over gevoelens gaan moet poëzie je verrassen moet poëzie met weinig woorden veel zeggen moet poëzie spelen met woorden (dubbele betekenissen ...) moet poëzie je ontroeren of je amuseren heeft poëzie geen echt doel
Opdracht 2
Kijk en luister naar vriend van de poëzie Wim Helsen met Poëzie van Herman de Coninck.
Poëzie Zoals je tegen een ziek dochtertje zegt : mijn miniatuurmensje, mijn zelfgema akt verdrietje, en het helpt niet; zoals je een hand op haar hete voorhoo fdje legt, zo dun als sneeuw gaat liggen, en het helpt niet: zo helpt poëzie. Heman de Coninck
1 Waarover vertelt Herman de Coninck in zijn Poëzie?
2 Wat wil dat kind?
3 Gaat het in een gedicht vooral om feiten of om gevoelens?
Vraag 12 - Mag ik eens kijken in je toverhoed, vriend van de poëzie?
79
Opdracht 3 Wat vind je van het gedicht?
1
2
3
4
spannend
saai
grappig
triestig
realistisch verrassend
oppervlakkig
rijke taal
sobere taal
moeilijk
gemakkelijk
Opdracht 4
Helpt poëzie volgens Herman de Coninck?
Opdracht 5
Lees deze gedichten.
Stilstaan
Ik voel me ozo heppie, zo heppie deze dag, en als je vraagt: wat heppie als ik eens vragen mag, dan zeg ik: hoe wat heppie, wat heppik aan die vraag, heppie nooit dat heppieje dat ik hep vandaag? Joke van Leeuwen
Vanmorgen horloge gepakt: staat stil. Kapot. Niks meer aan te doen. Op het balkon gezeten. Broodje kaas gegeten. Poes gestreeld. Geraniums water gegeven. Radio aangezet. Gewenst dat niet alleen mijn horloge maar ook deze dag stil zou blijven staan. Gil vander Heyden
80
Deel 1
Gil vander Heyden, Taartjes van glas
Heppie
Bekentenis
Wat ik wil
Ik heb je lief. Nee. Heb ik niet.
Ik sta je bij. Beloof ik. Ben stapel op je. Hou je vast. Ik. Hou. Van. Jou. Geloof ik. Bart Moeyaert
Bart Moeyaert, Verzamel de liefde
Ik word je lief. Dat voel ik. Ik ga met jou. Nee. Ga ik niet.
Ik wil niet goed zijn, niet leuk, niet sterk, niet dapper, niet aardig, niet vrolijk, niet grappig, niet eerlijk en niet verstandig, en ook niet de wijste, de beste, de eerste of de laatste alleen maar klein beetje, een tikkeltje onvindbaar (behalve voor jou). Toon Tellegen
Toon Tellegen, Gedichten 1977-1999
Ik mag je. Nee. Ik mag je niet. Ik moet je. Dat bedoel ik.
1 Ga per twee zitten. Vul in waarover de gedichten gaan. – Heppie
– Stilstaan
– Bekentenis
– Wat ik wil
Vraag 12 - Mag ik eens kijken in je toverhoed, vriend van de poëzie?
81
2 Beoordeel nu met je partner de gedichten. Heppie
Stilstaan
1
2
3
4
1
2
3
4
spannend
saai
spannend
saai
grappig
triestig
grappig
triestig
realistisch
realistisch
verrassend
oppervlakkig
verrassend
oppervlakkig
rijke taal
sobere taal
rijke taal
sobere taal
moeilijk
gemakkelijk
moeilijk
gemakkelijk
Bekentenis
Wat ik wil
1
2
3
4
1
2
3
4
spannend
saai
spannend
saai
grappig
triestig
grappig
triestig
realistisch
realistisch
verrassend
oppervlakkig
verrassend
oppervlakkig
rijke taal
sobere taal
rijke taal
sobere taal
moeilijk
gemakkelijk
moeilijk
gemakkelijk
3 Wat is de bedoeling van een gedicht? Opdracht 6
Dichters hebben je iets te zeggen!
1 Wat zou de hoofdbedoeling van een dichter zijn?
2 Welke gevoelens ken je?
3 Achterhaal met je partner welke gevoelens aan bod komen in de gedichten die jullie lazen. Gedicht Naamloos gedicht Heppie
82
Deel 1
Gevoelens
Stilstaan Bekentenis Wat ik wil
In een gedicht gaat het vooral om emoties, om het weergeven van gevoelens. Dat zijn bijvoorbeeld angst, verliefdheid, boosheid, ontgoocheling, gemis, verdriet, eenzaamheid, blijheid, ongelukkig zijn …. Soms kan een gedicht ook louter ontspannend zijn. De dichter probeert met zo weinig mogelijk woorden zo veel mogelijk te zeggen.
4 Hoe herken je een gedicht? Opdracht 7
Het uiterlijk van een gedicht
1 Is er uiterlijk een verschil tussen een gedicht en een literair fragment? 2 Vergelijk Heppie met ons normale taalgebruik. Wat valt er op?
3 Mag dat zo?
4 Is dat ook zo bij de andere gedichten? Wat zijn de eigenaardigheden? Stilstaan Wat ik wil Bekentenis 5 Kan dat ook bij een literair fragment?
Vraag 12 - Mag ik eens kijken in je toverhoed, vriend van de poëzie?
83
6 Wie is er meer vrij: een dichter of een schrijver?
7 Hoe noem je de regels in een gedicht? 8 Hoe noem je de alinea’s in een gedicht? Hoe heet de tussenruimte?
Gedicht Een gedicht bestaat uit verzen.
Een tekst bestaat uit regels.
Een aantal verzen vormen een strofe.
Een aantal regels vormen een alinea.
Er is ruimte tussen de strofes: witregels.
Er is geen ruimte tussen de alinea’s.
Een vers is soms één woord.
Een regel is altijd een hele zin.
Een dichter mag schrijven zoals hij wil: dichterlijke vrijheid.
Een auteur moet de spellingregels respecteren: hoofdletters, leestekens, correcte spelling van woorden …
Wat moet je kennen? Je kent de basiskenmerken van een gedicht/ literair fragment (uiterlijk). Je weet wat de dichterlijke termen betekenen: verzen, strofes, witregel, dichterlijke vrijheid. Je weet wat het doel van een gedicht is. Je weet dat een gedicht een thema heeft.
84
Literair fragment
Deel 1
Wat moet je kunnen? Je kunt de basiskenmerken vinden in een gedicht/literair fragment. Je kunt de dichterlijke termen toepassen. Je kunt de bedoeling van een gedicht weergeven. Je kunt het thema van een gedicht vinden.
Buitenspel 1
In deze les oefen je dertig woorden die voorkwamen in deel 1. Het zijn woorden die zichzelf buitenspel zetten omdat ze zich niet schikken naar de regels. Die spelbrekers kunnen dus voor problemen zorgen!
Spelbrekers 1 1 Als spreker moet je je oriënteren op het doel van je presentatie. 2 In een persuasieve tekst probeer je je lezer te overtuigen van je mening. 3 Jordy’s basketters moeten nodig de wasmachine in. 4 Je blijft afwezig op school wegens de begrafenis van je oma. 5 Een journalist brengt verslag uit van een aardbeving. 6 Er zijn veel manieren om vrienden te verliezen: een stom conflict bijvoorbeeld. 7 Net als op een carrousel ga je de klas rond. 8 Je moet de informatie op een creatieve manier verwerken. 9 Als Isabella Swan naar het regenachtige Forks verhuist en de mysterieuze Edward Cullen ontmoet, neemt haar leven een spannende en angstige wending. 10 Dat isolement is ontstaan in zijn jeugd. 11 Hij werd seksueel misbruikt door zijn onderwijzer. 12 Floor vindt het niet echt leuk, tot ze door een modellenbureau uitgenodigd wordt voor een fotoreportage. 13 Buiten Candy is er niets wat hem nog interesseert. 14 Gooide een panikerende chauffeur hem in de Maas? 15 Ook luisteren kun je niet wegdenken uit taal en communicatie. 16 Griezelverhalen creëren figuren die je kippenvel bezorgen. 17 Leg uw vraag voor aan één van onze professionele medewerkers. 18 Wil je graag op gehoor kunnen spelen en jezelf een autodidact noemen? 19 Als je de regels niet meer weet, dan kun je ze ook nalezen in het vademecum achteraan in je leerwerkschrift. 20 De jongen met de gestreepte pyjama is een heel aangrijpend jeugdboek. 21 Onze school organiseert elk jaar een stickeractie. 22 De commissie heeft keurig werk geleverd. 23 De plannen waren nogal ambitieus.
Buitenspel 1
85
24 Er moet minstens één personage zijn waarin ik me kan inleven. 25 Ben je nieuwsgierig naar de details van die uitdagingen? 26 De scholieren boksten een scenario in elkaar. 27 Dat is normaliter niet met het blote oog zichtbaar. 28 Het begrip ‘extreme sports’ wordt gebruikt om gevaarlijke sporten te definiëren. 29 Sommige van die sporten zijn ondertussen geaccepteerd. 30 Snowboarden is een olympische sport.
Opdracht 1 Welke woorden zitten verstopt in de cadeautjes?
t
e d f n i i r e e n
o s i
l
s y
a
r
r s
86
Deel 1
u o e
e
c
r
r i e
n o
r p
e
e e e t
e
a c
u
m e
s
e
k e
v
t
e
c
k
i e r a e c t t
z
g
c
i s
e
a d
e e t m n
l
e
i
u
n c
m
r
d m e
n
s
u
m c a c m u i t i o e
e l
Opdracht 2
Vul een passend woord in zodat de zin volledig is. Kies een woord uit het woordpakket. niet toe dat ik pas na middernacht thuis a Mijn ouders staan kom. Voor deze ene keer hebben ze een uitzondering gemaakt. : hij wil het koste wat het kost schoppen tot
b Die man is heel adjunct-directeur in dat bedrijf.
beroemde modeontwerpers een nieuwe collectie.
c Elk seizoen
d Hij kan zowel over mode als over literatuur of tuinbouw of muziek meespreken, omdat hij zich voor al die zaken e Een overtuigende tekst wordt ook wel een zoals een ontroerende tekst een emotieve tekst genoemd wordt.
tekst genoemd,
bewoner sprong van het dak van zijn brandende huis.
f De
g Na de brutale overval kon het personeel van de bank rekenen op psychologische hulp om de gebeurtenis te verwerken. zijn eigen verhaallijn.
h In de soapserie Thuis heeft elk
Opdracht 3 Vul het kruiswoordraadsel in met woorden uit het woordpakket. Horizontaal
Verticaal
4 uitvaart 7 door de sneeuw glijden op een brede plank 9 een bedrijf waar fotomodellen, figuranten en modellen voor modeshows zich kunnen inschrijven en dat voor die modellen screentests en audities regelt 10 ruzie, meningsverschil 11 weetgraag 12 nachtkleding die bestaat uit een broek en een jasje
1 2 3 5
groep mensen die de taak heeft iets te organiseren toestel waarin je je kleren kunt reinigen voortbrengende, scheppende beschrijving van de opeenvolgende scènes van een film of toneelstuk 6 verslaggever 8 iemand die dingen zelf geleerd heeft zonder les te krijgen van iemand
1
2
3
5 4
7
6
8
9
10
11
12
Buitenspel 1
87
Woordencocktail 1 Woorden heb je dagelijks nodig. Om een gesprek te kunnen aanknopen, om iets te begrijpen … Zonder woorden ben je niks. In de eerste lessen heb je al heel wat nieuwe woorden gezien. Hier herhaal je ze nog eens.
1 Computertermen 2 Werkwoorden 3 (Her)Ken je deze woorden nog? 4 Creatief
1 Computertermen Opdracht 1
Jongeren besteden gemiddeld zes tot tien uur per week aan games. En wie niet gamet, houdt zich wel op een andere manier bezig met de computer. Het is je waarschijnlijk ook al opgevallen dat er heel wat woordenschat uit het Engels komt. Hoe komt dat?
Opdracht 2
Even kijken of jij ook al die termen kent en begrijpt. Kun je het kruiswoordraadsel volledig invullen? 2
Horizontaal
1 3
5
4
1 direct communiceren met elkaar via het internet 5 centrale verwerkingseenheid in een computer 6 camera die verbonden is met het internet, waardoor je continu een video of beelden te zien krijgt Verticaal
6
2 … games = een kruising tussen twee soorten games 3 Als je iets opnieuw wilt bekijken, druk je op … 4 een computersysteem, specifiek gemaakt om spellen op te spelen
88
Deel 1
Opdracht 3
Kun je ook verklaren wat deze woorden uit het Engels betekenen? chatten webcam hybride processor replay
2 Werkwoorden Opdracht 4
Ken je het werkwoord dat we zoeken? Schrijf het naast de verklaring en ga daarna op zoek in het woordraster. De woorden staan zowel horizontaal, verticaal als diagonaal. C
N
N
A
V
I
G
E
R
E
N
O
N
F
R
E
O
V
N
N
T
E
E
R
N
E
N
N
D
R
X
A
X
E
R
Z
E
B
N
E
R
E
A
E
O
R
E
K
R
T
E
J
Z
V
Y
R
F
C
L
I
E
A
R
K
U
N
B
A
L
E
U
I
U
Ë
E
M
N
N
E
E
W
L
M
T
T
N
T
R
E
S
U
T
H
P
I
U
I
P
S
U
A
E
N
T
O
V
S
P
T
E
E
E
N
M
N
N
C
M
X
X
S
O
O
R
Y
C
E
M
C
J
O
K
O
S
K
R
B
E
Y
C
K
O
M
R
R
Q
K
D
S
D
T
N
Q
A
J
C
P
T
B
N
E
R
E
R
G
E
T
N
I
aanvaarden spreken (met) iemand ergens afzetten beoordelen maten en gewichten juist afstellen ergens deel van gaan uitmaken
Woordencocktail 1
89
iets wat je nauw aan het hart ligt, bewaren een bepaalde richting volgen bevorderen of reclame maken voor je lichaam te koop aanbieden
zich
nabootsen appreciëren afwisselen
Opdracht 5
Als je de eerste 12 letters uit het rooster die niet gebruikt zijn naast elkaar zet, vind je nog een werkwoord. Welk werkwoord?
Wat betekent het?
3 (Her)Ken je deze woorden nog? Opdracht 6 Vul de ontbrekende woorden aan. Geert Hoste kon het publiek aan het lachen a De brengen met zijn humoristische verhalen over het koningshuis. b Mijn vriendin doet geheimzinnig of
over haar weekendplannen.
c Ik kan niet tot zijn binnenste doordringen; hij blijft d Meisjes die hun lichaam te koop stellen, komen in de e Misdadigers proberen hun ware ik of f De sterk in zichzelf gekeerde jongen vertoont
90
Deel 1
terecht. te verstoppen. eigenschappen.
Opdracht 7
Welke woorden worden hier voorgesteld?
4 Creatief Opdracht 8
Schrijf in groepjes een verhaaltje van minimaal tien regels met deze woorden. Vervolgens leest ieder groepje zijn verhaal voor. Wie komt het origineelste uit de hoek? gelag – invalide – monopolist – queeste – slogan – carrousel
Bewaar je schrijfopdracht in je portfolio.
Woordencocktail 1
91
Zelftoets 1
Wat heb ik geleerd en wat weet ik daar nog van? Werk samen met een partner. Maak elke opdracht eerst afzonderlijk. Vergelijk daarna jullie oplossingen en bespreek de verschillen. Als je twijfelt, kun je je leraar om hulp vragen.
Zakelijk lezen – Literatuur – Poëzie 1 Wat is het tekstdoel in de volgende teksttypes? a een artikel in een tijdschrift met als titel Het regenwoud moet blijven
b een strip waarin aan mensen in India het belang van gekookt water wordt uitgelegd
c een liefdesgedicht
d de instructies bij een gezelschapsspel
e de montagehandleiding bij een nieuw schoenkastje
f een verkiezingspamflet van een nieuwe politieke partij
g een testament
h een verslag van een voetbalwedstrijd
i een fragment uit een dagboek
j een verslag uit het dossier van een misdadiger
92
Deel 1
/10
2 Zijn deze zinnen objectief of subjectief?
/10
a Mijn nicht heeft een bruin en een groen oog. b Ik had een fantastische vakantie! c Het deel voor de pauze werd snel gespeeld. d Hevige regens veroorzaken wateroverlast. e De autoverzekering voor jongeren is veel te duur. f Belg overlijdt bij auto-ongeval in de Beierse Alpen. g Kinderen zijn lastposten! h Het laatste nieuwe boek van de auteur telt 135 bladzijden. i Dat valt mee! j Het vorige dat ik las, telde er 231! 3 Ken je de kenmerken van poëzie nog?
/10
Gedicht
Literair fragment
Een gedicht bestaat uit
Een tekst bestaat uit
Een aantal verzen vormt
Een aantal regels vormt
Er is ruimte tussen de strofes:
tussen de alinea’s.
Een vers is soms
Een regel is altijd
Een dichter mag schrijven zoals hij wil:
Een auteur moet de respecteren:
4 Waarom schrijft iemand een gedicht?
/5
– Wat drukt de dichter meestal uit in zijn gedicht?
/1
– Waarover gaat het meestal?
/3
– Wat is de bedoeling van het gedicht hierna?
/1
Zelftoets 1
93
, daar begint het mee. ,
In ‘deftig’ zit in ‘hij’ vind je De
met
vliegt over zee.
gehuurd,
daar reed ik mee naar het einde van het alfabet. Willem Wilminck, Het ABC van Willem, Uitgeverij Querido
Taalbeschouwing: taalsysteem
94
Deel 1
kun je maar weinig doen, zit in ‘verstuurd’.
Laatst had ik een
1 Werken met het Groene boekje
zit onder een voetbalschoen,
Een
en .
:
/4
1 C of k: markeer de juist gespelde woorden. a hectare / hektare b hectisch / hektisch c hattrik / hattrick d hecatombe / hekatombe
/5
2 Hulptekens: vul het correcte hulpteken aan. a H bom b hebraisme c hebreeuws d havoer e hbo er
/5
3 Tussenletters in samenstellingen: maak de juiste samenstelling. a haas + pad b haas + distel c havik + neus d hectare + toeslag e hazelnoot + boom
4 Naast de officiële spelling krijg je per woord nog heel wat bijkomende informatie. Hoe ga je daarmee om? Werk opnieuw met de bladzijden uit het Groene Boekje. /9 a Tot welke woordsoort behoort het woord ‘haveloos’? Hoe weet je dat? Welke bijkomende informatie wordt er gegeven? /3
b Geef de correcte vervoeging van het werkwoord ‘haten’.
/2
c Bij het woord ‘havanna’ worden de drie betekenissen van het woord vermeld. Waarom is dat noodzakelijk?/1
d Splits de woorden in lettergrepen. Wat gebeurt er met het trema?
/3
– hebraïsme – Hebreeër
Zelftoets 1
95
2 Onderstreep het onderwerp. Markeer het naamwoordelijk of werkwoordelijk gezegde. Noteer achter elke zin of je een wwg of nwg hebt. /36 a Hij zet de warme kraan aan. b Het water blijft koud. c De boiler is nog steeds niet gemaakt. d Hij zal het zolderraam openzetten. e Door het open raam komt de muziek van het feest schuin aan de overkant binnen. f De baby van beneden begint hartverscheurend te huilen. g Hij hoort de buurvrouw uit haar bed komen. h Het gehuil wordt alleen maar erger. i Hij ergert zich aan het geluid. j Hij zet zijn cd op. k Bij het tweede nummer bonkt iemand op zijn deur. l ‘Je hebt ons kind wakker gemaakt!’ Naar: Carry Slee, Fatale liefde
Taalbeschouwing: woordenschat en correct taalgebruik 1 Welk taalregister (formeel of informeel) gebruik je in een zakelijke tekst aan … a je mama vanop vakantie om te laten weten hoe het met je gaat? b de ombudsman van de stad om te melden dat het voetpad voor jullie huis er erg gevaarlijk bij ligt? c een bevriende buurvrouw om te vragen of ze even wil kijken of je je raam wel gesloten hebt, want het begint vreselijk te onweren? d je nichtje om af te spreken in de stad? e het secretariaat van de school omdat je vermoedt dat je voor de vakantie je jas aan de kapstok hebt laten hangen en nu heb je hem nodig omdat het koud is? f je tante om te vragen of je op haar feest je vriendin/vriend mag meebrengen, want die logeert dat weekend net bij je? g de directie van Quick omdat je wilt solliciteren naar een vakantiejob? h de directie van Quick om te bedanken voor de vakantiejob waarin je je echt heel goed gevoeld hebt? i de redactie van CosmoGirl!/Goal!/Top Gear Magazine om je abonnement op te zeggen? j de organisatoren van het festival dat je bezocht om te vragen of ze volgend jaar ook een standje kunnen voorzien met petjes, paraplu’s e.d. om in te spelen op de weersomstandigheden? Dit jaar hadden een paar van je vriendinnen namelijk een zonneslag.
96
Deel 1
/10
2 Vul de ontbrekende woorden in.
/10
a De politie brengt hem in contact met de feiten: hij c
hem met de
feiten. b De s
Philippe Geubels kon het publiek aan het lachen brengen met
zijn grappige stem. c Mensen met een andere nationaliteit hebben het vaak moeilijk om zich aan te passen aan onze cultuur: het i
in ons land loopt moeilijk.
d Ik kan niet tot zijn binnenste doordringen; hij blijft o e De sterk in zichzelf gekeerde jongen vertoont a
eigenschappen.
f De feestvierders vroegen zich op het einde van de avond wel af wie dat g
zou betalen.
g In een middeleeuws verhaal wordt Walewein op een q
gestuurd: hij
gaat op zoek naar het vliegende schaakbord. h Met een microscoop kun je m
beestjes onderzoeken.
i Die muzikant bespeelt zijn viool op een zeer o
wijze, dat heb ik nog
nooit gezien! j De studente s
dat ze ziek was, zodat ze het examen niet moest
afleggen. 3 Deze woorden hebben meer dan één betekenis. Vorm twee zinnen waarin je het woord telkens in een andere betekenis gebruikt.
/6
a bom 1
2
b wortel 1
2
c schot 1
2
4 Gebruik een correct voor- of achtervoegsel om het woord te vervolledigen. a Een dieet zonder zout is een zout b Zijn voorsprong is reus c Thomas’ haar is wel
dieet. . Ik denk niet dat iemand hem nog kan inhalen. kort geknipt. Hij lijkt zelfs kaalgeschoren.
d Mijn buurvrouw is tegen het koningshuis: ze is e Het is een
/5
monarchistisch.
nationale judowedstrijd: verschillende landen nemen deel.
Zelftoets 1
97