leerwerkboek
6
leerwerkboek
6
ISBN 978-90-01-84103-4
Naam 9 789001 841034
255545 Wijzer Natuur & Techniek 6 LWB.indd 1
25-09-14 22:17
Inhoud
1 Zo werkt je lichaam 4
4 Nieuw leven 68
Les 1 Lekker bewegen 5 Les 2 Stevig en beweeglijk 8 Les 3 De wereld om je heen 12 Les 4 De huid 16 Samenvatting 20 Test jezelf 21 Kies je taak 22
Les 1 Op de kinderboerderij 69 Les 2 Eieren leggen 72 Les 3 Jonge zoogdieren 76 Les 4 Bloemen en insecten 80 Samenvatting 84 Test jezelf 85 Kies je taak 86
SamenWijzer!
5 Muziek en licht 88
Wat eten mensen? 24
2 Kringloop in de natuur 26 Les 1 Herfst in het bos 27 Les 2 Bomen in de herfst 30 Les 3 Paddenstoelen 34 Les 4 De voedselkringloop 38 Samenvatting 42 Test jezelf 43 Kies je taak 44
3 Het weer en de ruimte 46
Les 1 De schoolband speelt 89 Les 2 Muziekinstrumenten en geluid 92 Les 3 Licht en kleur 96 Les 4 Meer kleuren 100 Samenvatting 104 Test jezelf 105 Kies je taak 106
SamenWijzer! Hoe communiceren mensen en dieren met elkaar? 108 Werkbladen 110 Alfabetische begrippenlijst 120 Bronvermelding 124
Les 1 Goed zeilweer? 47 Les 2 Wat voor weer wordt het? 50 Les 3 Zon en wind 54 Les 4 Alles draait om de zon 58 Samenvatting 62 Test jezelf 63 Kies je taak 64
SamenWijzer! Wat is de invloed van de mens op het milieu? 66 © Noordhoff Uitgevers bv
255545.indb 3
3 02/12/14 7:30 PM
Hoofdstuk
1
4 255545.indb 4
Zo werkt je lichaam Dit hoofdstuk gaat over je lichaam. Je leert hoe het in elkaar zit en wat je ermee kunt doen. Met je lichaam ervaar je wat er om je heen gebeurt. Op allerlei manieren krijg je informatie binnen. Zo ontdek je de wereld!
© Noordhoff Uitgevers bv
02/12/14 7:32 PM
Les
1
Kijken en doen
© Noordhoff Uitgevers bv
255545.indb 5
Lekker bewegen Poeh, wat is het heet! In het zwembad kun je afkoelen, spelen en wat lekkers eten en drinken. • De kinderen in het water bewegen. Omcirkel de plekken waar hun armen en benen buigen. • Hoe merken de kinderen wat er gebeurt? Schrijf cijfers in de vakjes: zien (1), horen (2), proeven (3), ruiken (4) of voelen (5). • Kijk naar de picknicktafel. Hoe smaakt het eten? Kleur in de rondjes de smaken: zoet – roze, zout – rood en zuur – geel. • Kleur de voetballers. Laat zien dat ze het erg warm hebben.
5 02/12/14 7:32 PM
Les 1 Lekker bewegen
Zwemmen Tim is dol op zwemmen. Vandaag neemt hij een frisse duik. ‘Oh pap, echt jammer dat je het water niet in mag’, zegt Tim. ‘Ja, joh! Zonde van mijn conditie. Jij zwemt me straks zo voorbij!’, antwoordt zijn vader. ‘Dat geloof ik niet’, zegt Tim. ‘Jouw zwemtechniek is super.’ Tims vader lacht en laat z’n spierballen zien. ‘Ja, ik trainde met die zwemjuf daar. Inge was vroeger topsporter! Misschien wil ze jou wel helpen om je armspieren te trainen.’ Tim springt op. ‘Echt? Dat ga ik vragen!’ Vader knikt. ‘Goed idee. Dan drink ik mijn koffie.’
1
In het zwembad a Wat doe jij het liefst in het zwembad?
b Waarom moet je nooit in ondiep water duiken?
c Stel dat je topzwemmer wilt worden. Wat kun je daar nu al aan doen?
2
Beweeg je lijf a In de puzzel staan woorden die je ziet op de kijkplaat. De woorden staan J, I, L en K Streep ze door. b Schrijf de letters die je overhoudt achter elkaar op. Bewegen is
O G F
L
E
N
G O A
G D D O
L
E
D
E O L
B
D V
R
E
T
A W Z
E
S
L W F
I
U R D
P
I
A
S
P
I
E
B
A
L
L
N
B
A U
I
P
R
P
L
K
K O E
I
F
F O K
T
R U
E
R
G P
C O O B
Z W E M B
O E
G R M R O O E
A D
E M R
I
T
I
D N O C
R U
T
A
I
R N G K
J
T
E O V
R
E
H
L
B
A
N A S
N
E
N
I
R
T
R M E
N
I
Z O U
T
U
T
E O Z
E
N
Z W E M
J
U
Z W E
E
T
N A
T
R
E
A
R
F
T
6 255545.indb 6
1 Zo werkt je lichaam
© Noordhoff Uitgevers bv
02/12/14 7:32 PM
3 6
2 1 5
4 7
3
Handen en voeten Kijk naar de plaatjes hierboven. Zet het goede nummer voor het woord. enkel grote teen hiel nagel pols scheenbeen vingerkootje
4
Woorden die je al kent Vul het juiste woord in. Kies uit: botten – bouwstoffen – energie – huid – vitamine D Uit je eten haal je
om te bewegen.
Je groeit door de
die in je eten zitten.
Je
maakt
als de zon erop
schijnt. Van die vitamine worden je
sterker.
Je leert
• in les 2 hoe je beweegt met je botten en spieren en waar je gebit voor is. • in les 3 hoe je proeft en ruikt, hoe je met je ogen ziet en met je oren hoort. • in les 4 dat je voelt met je huid en dat mensen en dieren worden beschermd door hun huid.
Taken
• Er zijn vier taken. Kijk op bladzijde 22.
© Noordhoff Uitgevers bv
255545.indb 7
1 Zo werkt je lichaam
7 02/12/14 7:32 PM
Les
2
Stevig en beweeglijk
Dit ga je leren Deze les gaat over de botten en spieren in je lichaam. Je leert over de belangrijkste botten van je lijf en hoe je lichaamsdelen kunnen bewegen. Je leert wat je doet met je tanden en kiezen. schedel
Sterke botten
sleutelbeen
schouderblad opperarmbeen wervelkolom
ribben bekken
ellepijp spaakbeen
dijbeen knieschijf kuitbeen
scheenbeen
Een volwassene heeft 206 botten.
1
Hoeveel botjes voel je in jouw hand? Je kunt ze het best tellen als je ze beweegt. Zonder botten is je hand zo slap als een handschoen. Botten zijn hard en sterk. Als ze toch breken, groeien ze weer aan elkaar. In je lijf zit een stevige constructie van botten. Door dit skelet kun je rechtop lopen en bewegen. Ook beschermt je skelet belangrijke delen van je lichaam.
Kijk maar naar je schedel. Die botten in je hoofd zijn een soort helm om je hersenen. Vanuit je hersenen gaan zenuwen door de wervelkolom in je nek en rug, naar de rest van je lijf. Je wervelkolom bestaat uit losse botjes met stevige elastische schijven ertussen. Daardoor kun je je rug buigen. Aan de wervelkolom zitten je ribben, die beschermen je hart en longen.
Tot op het bot a De constructie van alle botten is je Kleur het grote bot waaraan je benen vastzitten, geel. Dat bot heet Waar zitten je armen vast? Zet daar cirkels om. b Een mens heeft
ribben.
Je ribben zitten vast aan de c Een gebroken bot groeit vanzelf aan elkaar. Waarom moet er toch gips om? Kies twee antwoorden. Het gips houdt gebroken botten droog. hard. recht. stil. 2
Bescherming a Wat beschermen deze botten? Trek lijnen. ribben
zenuwen
schedel
longen
wervelkolom
hersenen hart
b Kleur de schedel, de ribben en de wervelkolom rood.
8 255545.indb 8
1 Zo werkt je lichaam
© Noordhoff Uitgevers bv
02/12/14 7:32 PM
Bewegende botten Als je tegen een bal schopt, beweeg je de botten in je voet, knie en heup. De botten zelf zijn hard en kunnen niet buigen. Ze kunnen alleen bewegen door gewrichten. Gewrichten zitten op plaatsen waar twee botten aan elkaar vastzitten. Sommige gewrichten gaan alleen heen en weer, net als een deur. Je knie is zo’n scharniergewricht. Andere gewrichten kun je naar alle
3
kanten draaien, bijvoorbeeld je heup. Aan de bovenkant van je bovenbeen heeft het bot de vorm van een ouderwetse ronde kogel. In het bot van je bekken zit een soort kom, daar past die kogel precies in. Zo’n gewricht heet dan ook een kogelgewricht. In je schouders zitten ook kogelgewrichten. Daardoor kun je je armen omhoog doen en ronddraaien.
Door je gewrichten kun je dansen en springen.
Buigen en draaien a Je ziet hiernaast de twee soorten gewrichten. Schrijf onder elk gewricht de juiste naam. b Kijk naar de foto bij de tekst. Daan is dol op breakdance! Welke gewrichten kan Daan heen weer bewegen? Schrijf er een S bij. Welke gewrichten kan hij draaien? Schrijf er een K bij. c Wat is je vingerkootje voor een gewricht? Het is een kogelgewricht / scharniergewricht. Leg je antwoord uit. Je vingerkootje kan
4
In je hele lijf a Omcirkel waar of niet waar. Als je rent, buigen de botten in je been. waar / niet waar Botten hebben altijd een rechte vorm.
waar / niet waar
Gewrichten verbinden twee botten.
waar / niet waar
In je schedel zitten ook gewrichten.
waar / niet waar
b Welke gewrichten bewegen als je schrijft? duim heup pols elleboog knie schouder
© Noordhoff Uitgevers bv
255545.indb 9
1 Zo werkt je lichaam
9 02/12/14 7:32 PM
Les 2 Stevig en beweeglijk
Spierballen
pees
spier Van topsport krijg je sterke spieren.
5
Buig je arm eens. De spier in je bovenarm, je biceps, zorgt ervoor dat je onderarm omhoog gaat. De spier wordt korter en dikker en dat kun je voelen. Om je arm weer te strekken trekt een andere spier aan de achterkant van je arm samen. Spieren zitten met pezen vast aan je botten. In je knieholte kun je die pezen goed voelen. Wist je dat er meer dan
600 spieren in je lichaam zitten? Daarbij horen ook de spieren in je gezicht, waarmee je lacht en praat. En de spieren in je buik, waarmee je ademt en rechtop staat. Spieren worden sterker als je beweegt. Bij sporters die veel trainen, zie je grote spierballen. Een erg belangrijke spier in je lijf is je hart. Je hart klopt automatisch door, dag en nacht. En dat is maar goed ook!
Buigen en strekken a Kijk naar de foto. Teken een pijltje bij de biceps van deze kampioen. b Wat weet je van spieren? Omcirkel het juiste woord. Als een spier samentrekt, wordt hij dikker / dunner. Aan het uiteinde van een spier zit een bot / pees. Spieren train je door veel te bewegen / eten. Je hart wordt sterker / vlugger door sporten.
6
Spierbundels Vier mensen vertellen over hun topsport. Kijk eens naar hun getrainde lichamen. Bij welke sporters klopt het lijf met hun verhaal? Kleur de twee juiste praatwolken.
Ik won een gouden medaille op de 5 kilometer schaatsen! Mijn beste worp met kogelstoten was 18 meter!
10 255545.indb 10
1 Zo werkt je lichaam
Samen met mijn paard was ik een van de besten bij het springparcours.
Bij zwemmen gaat het om kracht, techniek en uithoudingsvermogen.
© Noordhoff Uitgevers bv
02/12/14 7:33 PM
glazuur
Laat je tanden zien Lekker! Je broer trakteert op pizza. Jij krijgt een punt en neemt een hap. Je ziet de rechte tandafdruk van je snijtanden. De korst van de pizza is wat taaier. Je gebruikt je hoektanden om er een stuk af te scheuren. Die hap kun je niet zomaar doorslikken. Eerst maal je het voedsel fijn met je kiezen. Zo glijdt het eten gemakkelijker door je keel en is het beter te
7
kroon
verteren. Kiezen zijn veel groter en knobbeliger dan tanden, daarom kun je er zo goed mee kauwen. De buitenste harde laag van je tanden en kiezen is het glazuur. Vanaf een half jaar krijgen baby’s tanden en kiezen. Als kinderen ongeveer zes zijn, worden hun melktanden een voor een vervangen. Dan krijgen ze een volwassen gebit.
tandvlees zenuw en bloedvaten
wortel
bot
Het harde glazuur kan slijten door zuren, bijvoorbeeld in frisdrank.
Zet je tanden erin Op de afbeelding zie je een snijtand / kies. De wortels van je tanden zitten vast in het kaakbot / tandvlees. In het glazuur / de wortel van je kies lopen zenuwen. Het deel van de kies dat je ziet, is de kroon / wortel. Door goed poetsen voorkom je gaatjes in het glazuur / bot.
8
Je hele skelet Je weet nu veel van het skelet. Doe de opdracht op werkblad 1 op bladzijde 110.
9
Blessures Een bot kun je breken of kneuzen. Dat noem je een blessure. Welke blessures kun je nog meer krijgen? Je spieren kunnen
Je huid kan
Je gewrichten kunnen
Ik weet nu
• de woorden: het glazuur, de hoektand, het kogelgewricht, de pees, het scharniergewricht, de schedel, het skelet, de snijtand, de spier, de wervelkolom. • dat er in je lijf een skelet zit van botten die bewegen door gewrichten en spieren, en dat je eten met je tanden afbijt en met je kiezen kauwt.
Ben je klaar? • Werk verder aan je taak. © Noordhoff Uitgevers bv
255545.indb 11
1 Zo werkt je lichaam
11 02/12/14 7:33 PM
Les
3
De wereld om je heen
Dit ga je leren Deze les gaat over proeven, ruiken, zien en horen. Je leert welke verschillende smaken er zijn en hoe je die proeft. Je ziet hoe je oog en oor er vanbinnen uitzien. En je leert hoe ze samenwerken met je hersenen. Smakelijk eten
Sushi maak je van witte rijst met zeewier.
1
Toen jij een baby was, stopte je van alles in je mond. Met je tong voelde je dat een rammelaar glad is en een knuffel harig. Nu gebruik je deze bijzondere spier vooral om te praten en te proeven. Op je tong zitten kleine smaakknoppen. Daarmee proef je zoete ranja en zure melk. Zure melk? Hè, bah, die is bedorven! Je tong waarschuwt je dus voor eten dat niet veilig is.
Als je chips eet, proef je zout. Houdt je juf van koffie? Dat smaakt een beetje bitter, net als witlof en grapefruit. Met je hele tong proef je de basissmaken zoet, zuur, zout en bitter. Een Japanse professor ontdekte nog een vijfde smaak: umami. Dat betekent verrukkelijk in het Japans. In Italiaanse kaas, zalm, bouillon en zeewier proef je deze hartige smaak.
Smaken verschillen a Zet een kruisje bij de goede smaak. Soms zijn het er meer. bitter zoet
zout
zuur
appelmoes augurk drop mandarijn spruitjes b Waarom doen kinderen soms appelmoes over eten dat ze niet lekker vinden?
2
Umami De kok van restaurant ‘Lekker’ maakt een umami hoofdgerecht van sushi met oestersaus. Kijk naar de tabel hieronder. Bedenk ook een gerecht met veel umami. Kies drie of vier ingrediënten.
Bron: Hoeveel milligram umamismaak in 100 gram eten.
oude kaas: 1200 kip: 44 zeewier: 1378 rund: 33
12 255545.indb 12
1 Zo werkt je lichaam
sardientjes: 280 oestersaus: 900 sojasaus: 780 ui: 18
aardappelen: 102 tomaten: 246 chinese kool: 100 erwtjes: 200 © Noordhoff Uitgevers bv
02/12/14 7:33 PM
Lekker luchtje Heb jij dat ook? Je krijgt meteen zin in pannenkoeken als je ruikt dat iemand ze bakt. Eigenlijk ‘proef’ je dan met je neus. Als er een pannenkoek aanbrandt, is je trek ineens over. Je neus geeft een seintje aan je hersenen dat dit voedsel vies is en niet gezond. Wat je ruikt, roept soms een gevoel of herinnering op. Bij de geur van chloor denk je meteen aan
zwemmen. Je neus kan duizenden verschillende geuren ruiken. Dat merk je pas goed als je verkouden bent en je neus verstopt zit. Ook je eten smaakt dan heel anders. Normaal werken je tong en neus goed samen, maar met een verstopte neus proef je veel minder. Dat is handig om te weten. De volgende keer als je spruitjes eet, knijp jij je neus dicht!
3
Neuzen Welke vier zinnen over de neus zijn juist? Kruis ze aan. Je neus herkent geuren van vroeger. herkent het verschil tussen boslucht en zeelucht. ruikt het als de melk bedorven is. ruikt ongeveer 350 verschillende geuren. werkt prima als je verkouden bent. werkt samen met je tong.
4
De geur van thuis Kijk naar de tekening hieronder. Schrijf bij ieder cijfer welke geur je in die ruimte ruikt. 1
5
2
6
3
7
4
8
7
6
5
3
4
8 1
© Noordhoff Uitgevers bv
255545.indb 13
Op een warme dag ruikt de hele buurt naar barbecue.
2
1 Zo werkt je lichaam
13 02/12/14 7:33 PM
Les 3 De wereld om je heen
Kijk nou!
hoornvlies
netvlies
pupil
lens
iris
oogzenuw
Wat je ziet, gaat van je netvlies via de oogzenuw naar je hersenen.
5
Wat is de kleur van jouw ogen? Blauw, bruin of grijs? Het gekleurde deel heet iris. In het midden zit een zwart rondje: je pupil. Die wordt groter in het donker en kleiner bij fel licht. Zo komt er altijd precies genoeg licht in je oog. Dat licht komt van iets wat je ziet. Het licht gaat eerst door de lens. Die stelt het beeld scherp. Dan valt het op de achterkant van je
oogbol, je netvlies. Het netvlies is heel gevoelig voor licht en zet dat om in signalen. Via de oogzenuw gaan die signalen naar je hersenen. Daar wordt er een beeld van gemaakt. Zo zie je alles om je heen. Het doet pijn als er vuil in je ogen komt. Je tranen spoelen je ogen weer schoon. De haartjes van je wenkbrauwen en wimpers houden het meeste vuil tegen.
Je eigen kijkers a Wat hoort bij elkaar? Trek lijnen. ooglid
stelt scherp
hoornvlies
zet licht om in signalen
wimper
regelt hoeveelheid licht
lens pupil netvlies
laat licht door beschermt het oog vangt vuil op
b Teken in deze ogen een iris met pupil. In 1 teken je een oog in de schemer. In 2 teken je een oog in de felle zon. Geef de iris dezelfde kleur als je eigen ogen. c Teken één oog af met de wimpers en de wenkbrauw. Kleur het ooglid roze. 6
1
2
Bescherming a Hoe gaat zand weer snel uit je oog? Kies twee goede antwoorden. Je doet vlug je ogen dicht. Dan doet het minder pijn. Je ogen maken meer traanvocht. Je huilt het zand uit je oog. Je oogleden knipperen en vegen zo het zand naar je ooghoek. b Waarom is het niet handig om het zand uit je oog te wrijven?
14 255545.indb 14
1 Zo werkt je lichaam
© Noordhoff Uitgevers bv
02/12/14 7:34 PM
Hoor eens! Zet de radio hard en leg je hand op de boxen. Voel je ze trillen? Geluiden zijn trillingen van de lucht. Met je oorschelp vang je die op. De geluidstrillingen komen in je gehoorgang tegen een dun vlies, dat ook gaat trillen. Achter dat trommelvlies zitten drie botjes, de kleinste botjes van je lichaam. De allerkleinste is twee millimeter! Die botjes geven de trillingen
verder door naar het binnenoor met het slakkenhuis. Daar vangt de oorzenuw de trillingen op en geeft ze als signalen door aan je hersenen. Zo hoor je een bij zoemen en een sirene loeien. Door te harde geluiden kan je gehoor beschadigd raken en hoor je minder goed. Daarom dragen bouwvakkers en ook muzikanten gehoorbeschermers.
gehoorgang
slakkenhuis trommelvlies
In het slakkenhuis geven kleine haartjes de trillingen door.
7
Trrrrrring! Hoe hoor je een geluid? Kies het juiste rijtje. oorschelp J botjes J trommelvlies J hersenen J binnenoor J zenuw oorschelp J trommelvlies J botjes J binnenoor J zenuw J hersenen oorschelp J trommelvlies J binnenoor J botjes J zenuw J hersenen
8
Zintuigen Met je zintuigen beleef je alles om je heen. Welke zintuigen gebruik je vooral bij elk uitje? Kies de belangrijkste. Vul het schema in. horen
proeven
ruiken
zien
bioscoop boswandeling dierentuin ijssalon 9
Niet meer horen Stel je voor dat je doof bent. Wat zou jij dan het meest missen?
Welk hulpmiddel kunnen slechthorende mensen gebruiken?
Ik weet nu
• de woorden: het binnenoor, bitter, de geur, de iris, de lens, het netvlies, de pupil, het trommelvlies, umami. • dat er vijf verschillende smaken zijn, hoe je ogen werken en dat je hoort door trillingen in de lucht en in je oor.
Ben je klaar? • Werk verder aan je taak. © Noordhoff Uitgevers bv
255545.indb 15
1 Zo werkt je lichaam
15 02/12/14 7:34 PM
Les
4
De huid
Dit ga je leren Deze les gaat over je huid, hiermee kun je voelen. Je huid beschermt je lichaam. Dieren hebben veren, haren of schubben, die ze beschermen tegen de zon of vijanden. Je leert hoe het is om niet te kunnen zien. Voel maar! Met je zintuigen kun je horen, proeven, ruiken en zien. Daarmee krijg je informatie over wat er in je omgeving gebeurt. Er is nog een vijfde zintuig. Dat zit in je huid. Overal op je lichaam voel je met je huid, dat noem je tasten. Je voelt het verschil tussen een zachte handdoek en een harde steen. Met je huid voel je pijn, kou en het verschil tussen ruw of glad. Vooral je vingertoppen zijn heel gevoelig, net als je lippen. Op die plekken zitten meer zenuwen in de huid. Iedere zenuw stuurt signalen naar je hersenen. Blinde mensen kunnen ‘lezen’ met hun vingertoppen.
1
Dat kriebelt! a Kijk naar de foto. Omcirkel de lichaamsdelen waarmee je het best kunt voelen. b Er zijn nog meer gevoelige plekken op je lijf. Waar voel je kietelen het best? Zet drie kruisjes. arm neus bovenbeen oksel handpalm rug knie voetzool c Hoe komt het dat je op sommige plekken meer voelt?
2
Au! Wat voel je? Zet op elke plek het nummer van het woord dat daar het best past. brandnetel (1) – hete pan (2) – lievelingsknuffel (3) – ijsblokje (4) – schuurpapier (5) – stoeptegel (6) – valse hamster (7) temperatuur
16 255545.indb 16
1 Zo werkt je lichaam
pijn
hard/zacht
ruw/glad
© Noordhoff Uitgevers bv
02/12/14 7:34 PM
Je verpakking Om jouw lichaam zit je huid, een levende verpakking. In je huid zitten behalve zenuwen ook klieren die huidsmeer maken. Door deze talg blijft er genoeg vocht in je huid en dat houdt hem soepel. Verder beschermt dit vettige laagje je huid tegen bacteriën en schimmels. Als je het heel warm hebt, zweet je. De zweetklieren in je huid maken waterdruppels.
3
Die verdampen en daardoor koel je weer af. Zo gaat de warmte uit je lijf. Je huid zorgt er ook voor dat je niet te veel afkoelt. Als het koud is, stroomt er minder bloed doorheen en gaan je haren overeind staan. Verder kan je huid zichzelf repareren. Als je valt, komt er bloed uit kapotte bloedvaten. Het bloed droogt op. Dit korstje valt eraf als je vel genezen is.
spiertje
talgklier
zweetklier
zenuw
Zo ziet je huid er van binnen uit.
Kippenvel a Kijk naar de afbeelding. Zet een b bij het bloedvat. Zet een h bij het haartje. b Bij kou heb je kippenvel en staan je haartjes overeind. Hoe komt dat?
c Ayla zegt in de kleedkamer: ‘Jee, wat zweet ik, echt niet fris! Waarom zweet je eigenlijk?’ Haarvriendinnen geven antwoord. Wie heeft gelijk? Kleur die praatwolk. Je raakt niet oververhit, door zweten koel je af. 4
Door te zweten wordt je huid schoon.
Zweet beschermt je lichaam tegen bacteriën.
Beschadigd a Je valt op het schoolplein. Au, je knie geschaafd! Wat doe je eerst? Schoonspoelen met water en het bloed laten drogen. Wachten tot er een korst op komt. Zalf erop smeren en een pleister plakken. b De huid van dit meisje is ook beschadigd. Wat ging hier mis?
c Hoe kun je zorgen dat dit niet gebeurt? © Noordhoff Uitgevers bv
255545.indb 17
1 Zo werkt je lichaam
17 02/12/14 7:34 PM
Les 4 De huid
Huiden van dieren
Jezelf oprollen werkt goed bij een vos, maar niet bij een auto.
5
6
18 255545.indb 18
Een kip heeft pas echt kippenvel! Als een vogel het koud heeft, zet hij zijn veren overeind. Tussen de veren komt meer lucht, zo houdt het dier zijn warmte beter vast. Mensen hebben te weinig haren om hun lijf op deze manier te isoleren tegen de kou. Je kunt wel drie laagjes kleding aantrekken, dat is warmer dan één dikke trui. Dieren hebben
In het bos Sjoerd vertelt in zijn spreekbeurt over dieren in het bos. In zijn aantekeningen staan twee fouten. Zet een streep onder die twee fouten. Veilig en warm Kijk naar de dieren op de plaatjes. Wat voor huid of haren hebben ze? Vul de goede woorden in. Kies uit: pantser – schubben – snorharen – stekels – vacht – veren
1 Zo werkt je lichaam
ook bescherming nodig tegen hitte. De haren van een hond voorkomen dat de zon direct op zijn huid schijnt. Zijn vacht zorgt ervoor dat hij niet kan verbranden. Een egel rolt zich op als een hond hem besnuffelt. Zijn stekels beschermen hem tegen gevaar. Een deel van de huid van een schildpad is keihard. Hierin kan hij zich veilig terugtrekken.
Roodborstje: – warm weer: veren overeind.
Eekhoorn: – winter dikke vacht, staart is dekentje. – zomer dunnere vacht, staart is parasol.
Egel: – stekels net als haar maar dikker, harder, scherper. – rolt op bij gevaar. Kever: – dekschilden, zachte buitenkant.
© Noordhoff Uitgevers bv
02/12/14 7:34 PM
Suze Geerts Suze is slechtziend, daarom zit ze op een speciale basisschool in Rotterdam. Het schoolgebouw is aangepast aan kinderen die weinig of niets zien. Er zitten bijvoorbeeld armleuningen op alle muren. De muren van de gymzaal zijn zacht en in de gymvloer zitten lampen. Bij ieder spel worden weer andere lijnen verlicht. Net als de meeste blinde mensen leert ze braille
7
lezen. Dat zijn kleine bobbeltjes op papier, die je kunt voelen. Elke letter heeft een ander bobbeltjespatroon en zo leest ze letter voor letter met haar vingers. Op haar school zijn ook speciale computers, die hardop voorlezen wat je typt. Maar boven de computer van Suze hangt een hele felle lamp. Zo kan ze met een groot lettertype zelf lezen.
In de bal zit een belletje, zo horen de spelers waar hij is.
Hoe goed hoor jij? Je gaat onderzoeken hoe een blinde zijn gehoor traint.
Stap 1
Je doet dit experiment in een stille ruimte zoals een leeg lokaal. Behalve werkblad 2 op bladzijde 111 heb je een blinddoek en een muziekinstrument nodig.
Stap 2
Denk je dat je, zonder te kijken, precies kunt bepalen waar een geluid vandaan komt? ja nee Hoe zal dat gaan met één oor dicht? minder goed hetzelfde beter
Stap 3
Kijk op het werkblad en doe het experiment met het stemgeluid. Hoe vaak hoorde je het goed met twee oren? Hoe vaak hoorde je het goed met één oor?
Stap 4
keer.
Doe het experiment met het muziekinstrument. Hoe vaak hoorde je het goed met twee oren?
keer.
Hoe vaak hoorde je het goed met één oor? Stap 5
keer.
keer.
Hoe hoorde je beter? Omcirkel. met één oor / met twee oren Hoe denk je dat dit komt?
Ik weet nu
• de woorden: isoleren, de talg, tasten, de zintuigen, zweten. • dat er zenuwen in je huid zitten waar je mee tast en dat de zweet- en talgklieren in de huid helpen je lijf te beschermen.
Ben je klaar? • Werk verder aan je taak. © Noordhoff Uitgevers bv
255545.indb 19
1 Zo werkt je lichaam
19 02/12/14 7:34 PM
Samenvatting Les 1
Lekker bewegen
Sporten is leuk om te doen en goed voor je lichaam. Als je flink beweegt, voel je je spieren. Na afloop ben je lekker moe. In het zwembad zijn ook al je zintuigen actief. Je voelt het water langs je huid, je ruikt de lucht van chloor of de sportschoenen die je uittrekt. Je hoort alle geluiden om je heen, zoals het fluitje van de badjuffrouw. En natuurlijk zie je alles wat er om je heen gebeurt. Les 2
Stevig en beweeglijk
Je lichaam staat stevig overeind door een skelet. De schedel beschermt je hersenen. Door de wervelkolom in je rug lopen de belangrijkste zenuwen. Je beweegt je skelet door scharniergewrichten en kogelgewrichten. Daar zorgen spieren voor die met pezen aan je botten vastzitten. In je gebit zitten snijtanden en hoektanden waarmee je bijt. De buitenste harde laag om je tanden en kiezen is het glazuur. Les 3
De wereld om je heen
Door proeven, ruiken, zien en horen weet je wat er om je heen gebeurt. Met je tong proef je zuur, zoet, zout, bitter en umami. Met je neus ruik je verschillende geuren. Het licht gaat door de lens in je oog en valt op het netvlies. Midden in de iris van je oog zit de zwarte pupil. Geluiden vang je op met je oorschelp. Geluidstrillingen laten het trommelvlies trillen. In het binnenoor worden geluiden doorgegeven aan de hersenen. Les 4
De huid
Proeven, ruiken, zien, horen en tasten zijn je zintuigen. Je tast of voelt met je huid. Je huid is ook de bescherming van je lichaam. Beschadigde huid geneest weer. Door te zweten koel je af. Talg uit talgklieren zorgt dat je huid niet uitdroogt. Onze huid isoleert niet zo goed. Alleen op het hoofd waar haren groeien. Bij veel dieren houdt de huid warmte en kou tegen door een vacht, stevige schubben of veren.
20 255545.indb 20
1 Zo werkt je lichaam
© Noordhoff Uitgevers bv
02/12/14 7:34 PM
Test jezelf 1
Woorden Welk woord hoort niet in het rijtje thuis? Zet daar een cirkel om. • de schedel – het skelet – de spieren – de wervelkolom • het glazuur – de hoektanden – de pezen – de snijtanden • de iris – het netvlies – de pupil – het trommelvlies • het gehoor – de tast – het zien – het zweten
2
Zo werkt het Maak juiste zinnen. Trek een lijn van links naar rechts. Je kiezen
beschermt je
door middel van je gewrichten.
Je schedel
beweeg je
hersenen tegen schokken.
Je skelet
kauwen je
spieren met je botten.
Je pezen
verbinden je
voedsel in kleine stukjes.
3
Zintuigen Schrijf bij ieder plaatje twee woorden die erbij horen. Kies uit: bitter – geur – lens – licht – binnenoor – reuk – trommelvlies – umami
4
Met huid en haar Zet een kruisje voor de drie juiste zinnen. De veren van een vogel beschermen tegen warmte en kou. De vijf zintuigen zijn: eten, ruiken, zien, horen en tasten. Een vacht van een hond isoleert beter dan jouw huid. Bij warmte komt er zweet uit je huid, zo koel je af. Talgklieren zorgen ervoor dat je warmte vasthoudt.
5
Rusten Na een dag bewegen, eten, voelen en beleven is je lichaam toe aan rust en ontspanning. Leg uit waarom dat belangrijk is.
© Noordhoff Uitgevers bv
255545.indb 21
1 Zo werkt je lichaam
21 02/12/14 7:35 PM
Kies je taak Samen met je leerkracht kies je een taak. Kruis die taak hieronder aan. Elke taak bestaat uit vijf stappen, die beschreven staan op een kopieerblad. Bij elke stap hoort een vraag. De antwoorden op die vragen schrijf je hiernaast op. Voor sommige taken heb je nog een tweede kopieerblad nodig. De kopieerbladen krijg je van je leerkracht.
t!
he 1 Maak
1 1
1 2
3 Test het!
1 5
Puzzelen
Smaakproeven
Gelukkig is je lijf geen puzzel die uit elkaar kan vallen! Stel je voor, een hele berg botjes, hoe krijg je die weer goed in elkaar? En als je skelet springt, in welke houding staan de botten dan? Kies een leuke beweging voor jouw skelet. Leg de botten goed neer en plak ze op!
Ben je ook zo dol op snoep, ijs of patat? Kun je alle smaken onderscheiden? Proef je het verschil tussen zoet, zoeter, zoetst? En wat kun je nog proeven met je neus dicht? In deze taak ga je onderzoeken hoe goed je kunt proeven. Ook verzin je zelf smaakproeven voor elkaar.
Je kunt deze taak doen na les 2.
Je kunt deze taak doen na les 3.
2 Kijk verder!
1 3
1 4
4 Onderzoek het!
1 6
1 7
Botten van vroeger
Gefopt
Van opgravingen kunnen we veel leren. In Nederland zijn oude skeletten van mensen gevonden, en zelfs van dinosaurussen. Wetenschappers als archeologen en paleontologen graven die botten op. Je onderzoekt hoe ze dat doen. Wat kun je door die botten leren over de geschiedenis? Hoe bewaren wij informatie voor de mensen die hier over 1000 jaar leven?
Soms kun je je ogen beter niet geloven. Je ziet de werkelijkheid niet zoals die is. Je hoeft geen bril hoor, je ogen foppen je gewoon. In deze taak ga je onderzoeken wat een optische illusie is. Ook bedenk je zelf een tekening waar je ogen van in de war raken. Je kunt deze taak doen na les 3.
Je kunt deze taak doen vanaf les 2.
22 255545.indb 22
1 Zo werkt je lichaam
© Noordhoff Uitgevers bv
02/12/14 7:35 PM
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Stap 5
Terugkijken Hoe ging het werken aan je taak? Hoe beter het ging, hoe meer rondjes je kleurt. Het maken van een plan. Het zoeken naar informatie of voorbeelden. Het werken aan de taak. Het presenteren of afronden van de taak. Ik heb met plezier aan de taak gewerkt. Heb je samengewerkt? Vul dan ook dit in: Het verdelen van het werk. Elkaar helpen en elkaars werk controleren. Het samen werken aan de taak.
© Noordhoff Uitgevers bv
255545.indb 23
1 Zo werkt je lichaam
23 02/12/14 7:35 PM
Wat eten mensen? Eetbare planten zoeken in de natuur. Of planten kweken op een akker of in een moestuin. Zo kwamen de mensen aan hun eten toen er nog geen supermarkt was. Je gaat onderzoeken welke wilde planten je kunt eten.
Natuur & techniek
Eten uit de natuur 1a Bekijk bron 1, 2 en 3. Omcirkel het juiste woord. Het meisje gaat groentesoep klaarmaken. Ze stookt het vuur op met verse / dunne / dode takken. b Waarom kun je zonder voldoende kennis beter geen wilde planten eten?
2a Is een paardenbloem geschikt als voedsel?
b In de herfst is er eekhoorntjesbrood te vinden. In welke bron heb je dat gelezen?
c Maak zelf een recept voor een groentesoep met planten uit de natuur.
Bron 1: Uit de nieuwsbrief van een natuurclub.
’We leerden van de gids hoe je vuur maakt en hoe je brandnetels herkent, plukt en eet. Op sommige blaadjes zaten vlindereitjes. Er zijn dus ook rupsen die van brandnetels houden. Voor de groentesoep vonden we behalve brandnetel, dille, bieslook, look-zonder-look en paardenbloem. We plukten vooral de jonge blaadjes van de paardenbloem, want de oude zijn een beetje bitter. Fluitenkruid durfden we niet te plukken want dit lijkt op de giftige dollekervel. In de herfst gaan we hazelnoten zoeken en graven we de wortels van de pastinaak uit. Hopelijk vinden we dan ook eekhoorntjesbrood. Lekker!’
Bron 2: Foto van eekhoorntjesbrood.
Bron 3: Van een website over survivaltraining.
24 255545.indb 24
SamenWijzer!
© Noordhoff Uitgevers bv
02/12/14 7:35 PM
Aardrijkskunde
Geschiedenis
Zelf plukken
Vergeten groente
Er zijn mensen die graag groente, fruit en noten willen oogsten in hun eigen buurt. Daarom worden er fruitbomen in bossen en langs paden geplant. Ook leggen ze op lege plekken in de stad moestuinen aan.
Wij kunnen groenten eten die in een warm klimaat groeien. Ze worden met de boot of het vliegtuig hier naartoe gebracht of ze worden geteeld in verwarmde kassen. Vroeger aten mensen groente uit hun eigen moestuin. Kinderen kregen aardperen, aardappels, snijbiet, schorseneren of pastinaken op hun bordje. Allemaal planten die zich in ons klimaat thuis voelen.
2a Tussen deze flats is een moestuin aangelegd. Wat verandert er voor de kinderen die hier wonen?
b Voor sommige planten is het nog wat te koud. Hoe is er voor extra warmte gezorgd?
5a Van welk voedsel heb je nooit gehoord? Onderstreep dat. b Kijk naar het schilderij ‘De aardappeleters’ van Vincent van Gogh. Arme mensen aten toen zelfs aardappels als ontbijt. Waarom aten ze zo vaak aardappels?
5 Welke planten of vruchten uit de vrije natuur heb jij geplukt en gegeten?
6a Typ de zoekwoorden ‘moestuin’ en ‘groente’ en klik op ‘afbeeldingen’. Bekijk een aantal foto’s. Welke groenten heb jij wel eens gegeten? Schrijf er minstens drie op.
b Typ de zoekwoorden ‘kas’ en ‘groente’ en klik op ‘afbeeldingen’. Welke groenten worden in kassen gekweekt? Noem er twee.
Ik ontdekte
• dat je sommige wilde planten kunt eten, maar niet allemaal. • dat mensen vroeger en ook nu groente in hun eigen moestuin kweken.
Ben je klaar? • Werk verder aan je taak. © Noordhoff Uitgevers bv
255545.indb 25
SamenWijzer!
25 02/12/14 7:35 PM
Werkblad 1 Bij hoofdstuk 1, les 2, opdracht 8 – Je hele skelet a Schrijf de namen van de botten op de goede plek. Kies uit: kuitbeen – dijbeen – schouderblad – sleutelbeen – opperarmbeen b Je onderarm bestaat uit twee botten, welke?
Wat voel je in je onderarm als je alleen deze twee botten beweegt?
Hoe is dat met je onderbeen? Bewegen je scheenbeen en je kuitbeen ook zo?
c Buig je been. Hoe heet het gewricht dat je gebruikt?
Schrijf in de tekening een S voor een scharniergewricht en een K voor een kogelgewricht bij alle gewrichten die je kent. d Waar zit een heel grote spier? In je
e Met welke spieren til je je arm op? Omcirkel die spieren. f Voel de pezen in je knieholte. Kleur die op de tekening blauw.
110
Werkblad 1
255545_BM_Werkblad.indd 110
© Noordhoff Uitgevers bv
02/12/14 9:36 PM
Werkblad 2 Bij hoofdstuk 1, les 4, opdracht 7 – Hoe goed hoor jij? a Ga op een stoel zitten met een blinddoek om. Straks gaat een ander kind iets tegen je zeggen. Wat denk je, kun je precies aangeven waar het geluid vandaan komt? A Schrijf je antwoord bij Stap 2. b Doe het experiment. Jij zit geblinddoekt op de stoel. Je klasgenoot staat ergens en zegt duidelijk een woord. Jij wijst naar de plek waar hij of zij staat. Dit doe je drie keer, met hetzelfde woord maar op een andere plek. Wist je steeds precies waar je klasgenoot stond? A Schrijf je antwoord bij Stap 3. Doe hetzelfde met één oor dicht. A Schrijf bij Stap 3 ook op hoe dit ging. Draai nu de rollen om.
c Nu gaan jullie precies hetzelfde experiment doen met een muziekinstrument. Doe dit ook eerst met twee oren en dan met één oor. A Schrijf op bij Stap 4 hoe het ging. d Wat hoorde je beter? Omcirkel. stemgeluid / geluid van muziekinstrument Hoe denk je dat dat komt?
A Schrijf bij Stap 5 op hoe het ging met twee oren en één oor. e Dit experiment doen blinde mensen ook om hun gehoor te trainen. Zo leren ze te kijken naar mensen die praten.
© Noordhoff Uitgevers bv
255545.indb 111
Werkblad 2
111 02/12/14 7:53 PM
Alfabetische begrippenlijst A de aaseter Dier dat dode dieren eet. 38 absorberen Iets in zich opnemen. 98
B de baarmoeder Het deel van de buik waarin een baby of een jong dier groeit tot de geboorte. 77 baltsen Gedrag van een mannetjesdier waarmee het indruk probeert te maken op een vrouwtje waarmee het wil paren. 76 de barometer Apparaat dat de luchtdruk meet. 55 het beeldscherm Scherm van een tv of computer waarop je beelden ziet. 101 bevruchten Zaadcellen dringen in de eicellen. 75 het binnenoor Deel van het oor binnen in je hoofd. 15 bitter Sterke basissmaak, bitter zit in spruitjes, lof en grapefruit. 12 het blaasinstrument Muziekinstrument dat geluid maakt als je er lucht in blaast. 94 het bladgroen De groene kleur in een plant. 33 het bodemdiertje Klein dier dat in en op de grond leeft. 38 de bol Ronde bol met lagen waaruit een nieuwe plant kan groeien. 82
120 255545.indb 120
Alfabetische begrippenlijst
broeden Op eieren zitten en die warm houden tot de jongen eruit komen. 72 de buisjes Gaatjes aan de onderkant van de hoed van een paddenstoel. 35
C Celsius Schaalverdeling voor de temperatuur. 54 condenseren Het vloeibaar worden van waterdamp. 51
D de dooier Het gele gedeelte van een ei. 73 de draagtijd De tijd dat een jong dier in de moederbuik groeit. 78
E eetbaar Iets wat je kunt eten. 37 de eicel Het ei van een vrouw of een vrouwelijk dier. 77
G de geluidsgolven Manier waarop geluid zich door de lucht verplaatst. 92 de geur Dat wat je ruikt. 13 giftig Iets waar je ziek van wordt of dood aan gaat. 37 het glazuur Buitenste harde laag van tanden en kiezen. 11
© Noordhoff Uitgevers bv
02/12/14 7:53 PM
H de hagel Stukje ijs dat uit een wolk op aarde valt. 53 het halfrond Noordelijke of zuidelijke helft van de aardbol. 59 het hemellichaam Iets wat een baan in de ruimte beschrijft. 60 de hoektand Puntige tand. 11 het huidmondje Een klein gaatje in een blad waardoor een plant ademt. 32 de humus Poep van bodemdiertjes. 39
I het ijskristal IJsdeeltje met een regelmatige hoekige vorm. 53 de iris Het gekleurde deel van het oog. 14 isoleren Warmte vasthouden. 18
J de jaarring Cirkel die je ziet in het hout van een doorgezaagde boomstam. 30
K kiemen Het begin van een nieuwe plant. 31 de klankkast Kast van een muziekinstrument waardoor het geluid wordt versterkt. 92 kleurenblind Het niet zien van bepaalde kleuren. 102 de knol Dikke, ronde wortel waaruit een nieuwe plant kan groeien. 82 © Noordhoff Uitgevers bv
255545.indb 121
het kogelgewricht De plek waar twee botten aan elkaar zitten en ronddraaien. 9 het kompas Een apparaat waarop je kunt zien waar het noorden is. 56
L de larve Jong van een insect. 80 de ledlamp Lamp die veel licht geeft en weinig energie verbruikt. 96 de lens Deel van het oog dat scherp stelt. 14 levendbarend Er komen levende jongen uit het moederlichaam. 74 de lichtbron Iets wat licht geeft. 97 de luchtdruk Druk die de lucht uitoefent. 55 de luidspreker Een box waarmee de signalen omgezet worden in geluid. 95
M de maan Hemellichaam dat in een vaste baan om de aarde draait. 60 mengen Van primaire kleuren andere kleuren maken. 99 het mengpaneel Apparaat om muziekinstrumenten en zang te laten samenklinken. 95 de metamorfose Gedaanteverandering bij insecten, van larve naar volwassen dier. 80 de mineralen Voedingsstoffen. 39
Alfabetische begrippenlijst
121 02/12/14 7:53 PM
de schedel Alle botten in je hoofd. 8
N de navelstreng Een soort slangetje tussen de baby en de placenta. 79 de neerslag Regen, hagel en sneeuw. 52 het netvlies Deel van het oog waar het licht op valt. 14
O onderscheiden Verschillen herkennen. 100 het orgaan Deel van het lichaam met een bepaalde functie. 79
P de pees Taai uiteinde van een spier waarmee die aan het bot vastzit. 10 de plaatjes Dunne lamellen onder de hoed van een paddenstoel. 35 de placenta Een deel van de baarmoeder dat voor voedsel en zuurstof voor de baby zorgt. 79 de planeet Hemellichaam dat om de zon draait. 58 de primaire kleuren Rood, geel, blauw. 99 de pupil Zwart rondje in de iris. 14
S de satelliet Apparaat dat op grote hoogte om de aarde draait. 50 het scharniergewricht De plek waar twee botten aan elkaar zitten en heen en weer bewegen. 9
122 255545.indb 122
Alfabetische begrippenlijst
de schors Buitenste laag van de stam en de takken van een boom. 30 de schutkleur Kleur die niet opvalt in de omgeving. 73 het seizoen Jaargetijde, periode van het jaar. 59 het skelet Alle botten in een lichaam bij elkaar. 8 het slaginstrument Muziekinstrument dat geluid maakt als je erop slaat. 94 het snaarinstrument Muziekinstrument met snaren die geluid maken als je ze aanraakt. 93 de snijtand Voortand waarmee je bijt. 11 de spier Langgerekt weefsel in je lichaam dat kan samentrekken en strekken. 10 splitsen Iets in delen scheiden. 97 de spot Lamp die een bundel gericht licht geeft. 96 de stamper Deel van een bloem waarin eicellen zitten. 81 stemmen Hier: een muziekinstrument op de juiste toonhoogte brengen. 93 de ster Hemellichaam in de vorm van een gloeiende gaswolk die licht geeft. 60 het stuifmeel Zaadcellen bij planten. 81 de symbiose Samenleven van twee soorten die van elkaar afhankelijk zijn. 36 © Noordhoff Uitgevers bv
02/12/14 7:53 PM
T de talg Vettige stof die wordt gemaakt door je huid. 17 tasten Voelen. 16 de temperatuur Hoe warm of koud het is. 54 het territorium Het eigen leefgebied van een dier. 72 terugkaatsen Iets gaat terug in de richting waar het vandaan komt. 98 de thermometer Instrument waarmee je meet hoe warm of koud het is (de temperatuur). 54 het trommelvlies Vlies in het oor waar geluidstrillingen tegenaan komen. 15
U ultraviolet Kleur die mensen niet zien, maar veel insecten wel. 102 umami Hartige smaak in bijv. zeewier, oude kaas. 12
V versterken Geluid sterker maken. 92 verteren Het omzetten van natuurlijk afval in mineralen door dieren, schimmels en bacteriën. 34 de voedingsstof Stof die een levend wezen nodig heeft. 38 de voedselkringloop Het rondgaan van voedingsstoffen in een leefgebied. 40 de voortplanting Wat met het krijgen van jongen te maken heeft. 76 © Noordhoff Uitgevers bv
255545.indb 123
de vrucht Voortbrengsel van een plant waar de zaden in zitten. 31 vruchtlichaam Deel van een schimmel waar de sporen in of op groeien. 34
W de waterdamp De onzichtbare gasvorm van water. 51 het weerstation Verzameling instrumenten om het weer te meten. 50 de wervelkolom De rij botjes die van boven naar beneden in je rug zit. 8 de windkracht De sterkte van de wind. 57 de windrichting Daar waar de wind vandaan komt. 56 de windsnelheidsmeter Instrument waarmee je de windsnelheid meet. 57
Z de zaadcellen Piepkleine bolletjes met een staartje die kunnen zwemmen. Ze komen van een man / mannelijk dier. 75 de zintuigen Vermogens om iets waar te nemen. 16 het zonnestelsel Zon met alle hemellichamen die eromheen draaien. 58 de zwamvlok Geheel van schimmeldraden. 34 zwanger Zo heet het als er een baby in de moederbuik groeit. 78 zweten Vocht uit de huid dat naar buiten komt. 17 Alfabetische begrippenlijst
123 02/12/14 7:53 PM