AUTEURS: Martijn Baalman Rosanne Vermaat Sonja Alfring
NEDERLANDS LEERWERKBOEK NEDERLANDS - DEEL B
EINDREDACTIE: Jan van den Hurk Marijke van Huijstee Snel achterhalen waar een tekst over gaat. Je luisteraars boeien bij een presentatie. Een pakkende tekst schrijven. Beoordelen of een artikel bruikbaar is voor een werkstuk. Dit zijn slechts enkele voorbeelden van vaardigheden die aan bod komen in dit leerwerkboek. Vaardigheden die je niet alleen nodig hebt bij je studie en in je toekomstige beroep, maar die ook belangrijk zijn voor het centraal examen Lezen en Luisteren 3F. In dit leerwerkboek - dat uit twee delen bestaat: A en B - vind je een heldere uitleg van alle theorie die je nodig hebt. Verder bevat dit leerwerkboek talrijke voorbeelden en veel oefenmateriaal. Voorbeelden die jou aanspreken en die laten zien hoe anderen taal gebruiken, zodat je van hen kunt leren. Praktische opdrachten die je helpen met het verwerken en toepassen van de theorie. In dit deel vind je bovendien een overzicht van de regels voor spelling en grammatica en een samenvatting van alle theorie uit het leerwerkboek zodat je alles overzichtelijk bij elkaar hebt.
NEDERLANDS
Dit leerwerkboek is een onderdeel van Taalblokken, de complete methode Nederlands voor het mbo.
3F
ISBN 978 90 345 9707 6
Dit boek is onderdeel van een combipakket. Taalblokken Nederlands Bouwstenen Taalvaardigheden bestaat uit een Deel A en een Deel B. Artikelnummer combipakket: 56O166 ISBN combipakket: 978 9O 345 97O8 3
9 789034 597076
560165
Leerwerkboek
3F DEEL B
BOUWSTENEN TAALVAARDIGHEDEN
NEDERLANDS Leerwerkboek
3F DEEL B
BOUWSTENEN TAALVAARDIGHEDEN
AUTEURS: Martijn Baalman Rosanne Vermaat Sonja Alfring
EINDREDACTIE: Jan van den Hurk Marijke van Huijstee
8
Hoofdstuk 6 Taalblokken I Nederlands
Conclusies trekken
3F
In de eerste paragraaf leer je bedoelingen achterhalen en daaraan conclusies verbinden. Je schrijft een klachtenbrief en tijdens de gesprekslessen ga je in op de achterliggende bedoelingen en gevoelens in onder andere slechtnieuwsgesprekken, klachten- en reflectiegesprekken. In de tweede paragraaf leer je dat er verschillen zijn tussen de doelen van de schrijver of spreker en de behoeften van de lezer of luisteraar. Je leert werken met het AIDA-model en schrijft een verkooptekst. Je voert een gesprek waarin je probeert in te spelen op de verschillende doelen en behoeften van de deelnemers. In de derde paragraaf leer je conclusies trekken uit lees- en luisterteksten. Je leert werken met de STARRT-methode. Je beschrijft in een korte tekst conclusies en je schrijft een reflectieverslag. Ook oefen je met het mondeling weergeven van conclusies.
9
Achterliggende bedoelingen
1
Voorbeelden Er is vaak een verschil tussen wat iemand zegt en wat iemand eigenlijk bedoelt. Lees de onderstaande situaties.
1 TEKST 1, 2 EN 3
Twitter Bus 11 rijdt niet. Waardeloos!
2 De melk staat in de koelkast Je zit een broodje te eten aan tafel. Op tafel staat brood, wat beleg en de koffiepot. Je broer komt binnen. Hij wil ook wel wat eten. Hij gaat aan tafel zitten en zegt tegen jou: Is er ook melk? Jij reageert met de volgende zin: Ja hoor, in de koelkast.
3 Wat gezellig hier! Je hebt de opdracht gekregen van je vakdocent om in viertallen een opzet te maken voor jullie presentatie. De opzet moet op papier komen en ingeleverd worden. De docent loopt langs en beantwoordt vragen van verschillende groepjes. Zij heeft jouw groepje al een paar keer gewaarschuwd omdat jullie zoveel lawaai maken. Na een kwartier komt de docent ook bij jouw groepje en ziet dat jullie nog niets op papier hebben. Zij zegt: Zo, het is zeker gezellig hier.
OEFENING
1
Wat bedoel je eigenlijk te zeggen met je tweet in tekst 1?
10
Dat de bus waarmee jij altijd naar school gaat niet rijdt. Dat je ervan baalt dat je te laat op school komt.
OEFENING
2
HOOFDSTUK
6
Wat bedoel je eigenlijk te zeggen in tekst 2?
Dat de melk in de koelkast staat. Dat hij best zelf de melk kan pakken.
OEFENING
3
Wat bedoelt de docent eigenlijk met zijn opmerking ‘Zo, het is zeker gezellig hier’.
Ga nu eindelijk eens een keer aan het werk. Leuk dat jullie zo gezellig met elkaar omgaan.
TEKST 4 Ook in teksten is de bedoeling weleens anders dan wat er letterlijk wordt beweerd. De volgende mail is binnengekomen in je mailbox.
GRATIS CABRIO WINNEN? MAAK UW KEUZE:
KIES BMW >
KIES MINI >
KIES AUDI >
UW ADRES KAN ELKE DAG WINNEN! Geachte heer Hordijk, Deze zomer is het feest, elke dag maakt een adres in Nederland kans een cabrio te winnen. Kans op een weekend cabrio rijden is gratis. Wilt u de cabrio houden? Activeer dan een kennismakingslot. U speelt de eerste maand gratis mee en daarna automatisch betaald verder voor € 10,50 (incl. StraatprijsVerdubbelaar) per lot, per trekking.
Kies uw cabrio Rijdt u graag in een BMW 320i een MINI John Cooper Works of toch liever in een Audi A5? Kies uw autokleur op de site en doe mee met uw eigen adres. Ik hoop straks met de sleutels van de cabrio voor uw deur te staan! Met vriendelijke groet, Nationale Postcode Loterij
X PS Uw adres kan elke dag winnen!
E-mailbericht van Nationale Postcode Loterij
OEFENING
1
Wat wil Gaston Starreveld eigenlijk zeggen in deze mail?
Dat de ontvanger van de mail een keuze kan maken uit drie cabrio’s. Dat de ontvanger van de mail vooral eerst zijn kennismakingslot moet activeren.
Taalblokken Nederlands | Hoofdstuk 6 | Conclusies trekken
11
2
Theorie Communicatie is best ingewikkeld, omdat mensen vaak iets anders bedoelen dan zij letterlijk zeggen of schrijven. Mensen zeggen soms precies het tegenovergestelde van wat zij eigenlijk bedoelen. Daarom is het belangrijk om goed te letten op de manier waarop iemand iets schrijft of zegt.
MANIEREN OM DE BEDOELING TE ACHTERHALEN WAT S C H R I J F T O F Z E G T I E M A N D L E T T E R L I J K ?
De zinnen die iemand schrijft en spreekt zijn het belangrijkste in goede communicatie. In dit voorbeeld: ‘Ja hoor, in de koelkast’. Je gaat ervan uit dat de zinnen nauwkeurig zijn en dat deze de waarheid weergeven. In een gesprek kun je bij onduidelijkheden vragen naar de bedoeling. Dat is lastiger bij geschreven teksten en filmpjes, waardoor de schrijvers en makers bij deze vorm van communicatie meer hun best moeten doen om duidelijk te zijn. H O E VO E LT D E S C H R I J V E R /S PR E K E R Z I C H?
Met de zin ‘Ja hoor, in de koelkast’ zeg je tegen je broer dat jij geen zin hebt om op te staan. De schrijver van bijvoorbeeld een klachtenbrief zal boos of teleurgesteld zijn. Anders had hij geen klacht. Een student die op een open dag van zijn roc meehelpt, zal trots zijn op zijn school. In zakelijke brieven is het van belang de gevoelens te onderdrukken om serieus genomen te worden. Maar ook professionele schrijvers hebben slechte dagen, waarbij ze hun gevoelens laten doorschemeren. H O E W E R K T D E S C H R I J V E R /S PR E K E R A A N D E R E L AT I E M E T D E L E Z E R /LU I S T E R A A R?
Met de zin ‘Ja hoor, in de koelkast’ geef jij de relatie aan: jij bent mijn broer, dus ik kan best tegen je zeggen dat je zelf de melk moet pakken. Een verkoopbrief daarentegen werkt alleen als je de lezer vriendelijk benadert. Wie een klacht heeft, doet er goed aan om zijn lezer met respect te benaderen. Daarmee vergroot je de kans dat de klachtenbehandelaar je helpt met een goede oplossing. Bij elke vorm van communicatie is er een effect op de relatie, dus probeer daar aan te werken. W E L K E AC T I E V R A AG T D E S C H R I J V E R /S PR E K E R A A N D E L E Z E R /LU I S T E R A A R?
Luister naar mijn verhaal, vraagt de docent. Maar ook zonder dit te vragen, verlangt de docent dat van je. Hij dwingt dit af door je aan te kijken, zijn stem te verheffen of een grapje te maken. In het voorbeeld betekent de zin ‘Ja hoor, in de koelkast’ dat je vraagt of je broer zelf de melk even kan pakken. Dit kan ook duidelijker, maar minder aardig: ´Haal de melk uit de koelkast´.
12
3
Oefenen met lezen
HOOFDSTUK
6
NADRUK LEGGEN OEFENING
1
Kijk nog een keer naar de situaties in tekst 1, 2 en 3 en naar tekst 4. Lees de volgende zinnen. Geef met een kruisje in de juiste kolom aan waarop de nadruk ligt. Tekst 2: De melk staat in de koelkast
Inhoud
Gevoel
Relatie
Actie
Ik heb geen zin om op te staan.
X
Ja hoor, in de koelkast.
X
Pak de melk lekker zelf!
X
Jij bent mijn broer, je kunt best zelf de melk pakken.
X
Inhoud
Gevoel
Relatie
Actie
Bus 11 rijdt niet. Waardeloos!
Jij bent mijn vriendin, dus jij kunt het doorgeven aan de docent.
Ik baal ervan dat ik te laat voor de toets kom.
Wil jij tegen de docent zeggen dat ik te laat kom?
Inhoud
Gevoel
Relatie
Actie
Ik ben de docent, ik bepaal hier wat er gebeurt.
Ga nu eindelijk ook eens wat doen!
Ik vind het vervelend dat jullie niets uitvoeren.
Zo, het is zeker gezellig hier.
Inhoud
Gevoel
Relatie
Actie
Gratis Cabrio winnen? Maak uw keuze: enzovoort
Koop snel een kennismakingslot!
Jij wilt ook vast rijden in een Cabrio.
Geachte meneer, ik heb een mooie prijs voor u.
Tekst 1: De bus rijdt niet
Tekst 3: Wat gezellig hier!
Tekst 4
Taalblokken Nederlands | Hoofdstuk 6 | Conclusies trekken
13
TEKST 5 Lees onderstaande tekst. Geef antwoord op de volgende vragen.
Zelfportretten: fenomeen krijgt cultstatus Zelfportretten (‘selfies’) verschijnen elke paar seconden op Twitter en Facebook. Ze laten zien hoe mooi, cool, verveeld of gewoon we zijn. Exhibitionisme wordt bon ton.
JULIEN ALTHUISlUS Rihanna doet het, Justin Bieber doet het, Lady Gaga ook, net als Kim Kardashian, Heidi Klum, Craig David (ja, Craig David), Beyoncé, miljoenen pubers en Heleen van Royen. En geef nou toe: u heeft het vast ook wel eens gedaan. Danwel voor een spiegel; danwel met een gestrekte arm en krampachtig gebogen wijsvinger. Zo’n foto die we van onszelf maken en vervolgens ‘met de rest van de wereld’ delen op Facebook, Twitter of Instagram noemen we een selfie. Naar de kapper geweest? Selfie. Op je laptop aan het werk in een café? Selfie. In het park een boek aan het lezen? Selfie. Op vakantie op een wit strand? Selfie. Een selfie beperkt zich niet per definitie tot één organisme. Je kunt jezelf uitstekend op de foto zetten, samen met je malle kat of met je hartsvriendin, proostend met een witbiertje. Zelfportretten zijn natuurlijk van alle tijden, maar het fenomeen selfie is het afgelopen jaar pas echt groot geworden. Op 12 oktober vorig jaar was selfie het woord van de dag op urbandictionary.com, een officieus online woordenboek voor populaire taal. Het woord stond in december in de Top-10 Buzzwords van Time Magazine. De Wall Street Journal publiceerde een artikel met tips voor de perfecte selfie. Zoek op Twitter op #selfie en word overspoeld met zelfportretten van veelal pubers. Letterlijk elke paar seconden verschijnt er een nieuwe selfie. En dat zijn dan alleen de gebruikers die de moeite nemen om de desbetreffende hashtag te gebruiken. Het zal slechts een kwestie van tijd zijn voordat het woord in het gezaghebbende woordenboek van Merriam-Webster wordt opgenomen.
Eenvoudigweg zeggen dat de selfie de zoveelste internethype is die wel voorbijgaat, is te simpel. Dat we met alle uitgebreide Facebook-profielen, berichtjes op Twitter en foto’s op Instagram veel van onszelf weggeven, is niets nieuws. Maar de selfie is weer een nieuwe stap in het digitale exhibitionisme. Door smartphones met goede camera’s en snel mobiel internet kunnen miljoenen mensen binnen een paar seconden zien dat je net wakker bent, een ei staat te bakken of je thuis aan het vervelen bent. Het is de meest intieme vorm van je leven delen op de sociale media. Tegelijkertijd is de selfie kunstmatig. Hoe willekeurig, nonchalant of spontaan de zelfportretjes ook lijken, over elke selfie is nagedacht. De getuite lippen, de zwoele blik, de lach: ze zijn geposeerd. Een selfie is per definitie zelfbewust. En laat dat nou net dodelijk zijn voor de spontaniteit. Daarnaast is het kijk-mij-eens-gehalte hoog. Allemaal willen we laten zien hoe cool, interessant, mooi, verveeld of gewoon wij en onze levens zijn. Het maakt de selfie een tikje sneu. Zeker in het geval dat de selfie niet pretendeert een selfie te zijn; dat het onderwerp van de foto zich zogenaamd niet bewust is van het feit dat hij of zij een foto van zichzelf neemt. Maar ondanks - of dankzij - die sneufactor heeft de selfie ook een hoog cultpotentieel. De behoefte aan aandacht drijft mensen bij vlagen tot waanzin. Verschillende websites bieden al overzichten van de beste, mooiste, meest mislukte, grappigste selfies: een voor de spiegel geschoten zelfportret van een jongen met in zijn ene hand dus zijn smartphone en in zijn andere hand een grasmaaier. Of rapper Eminem die een stoer hoofd trekt met op de achtergrond de Mona Lisa. Of een jongen met een haarnetje
op zijn hoofd die chocoladesaus over zijn ontblote bovenlijf heen giet. De koningin van de selfie, Rihanna, heeft op haar Instagram-account @ badgalriri (4,7 miljoen volgers) in nog geen jaar tijd meer dan 230 foto’s van zichzelf geplaatst. In een recent interview gaf ze een paar geheimen weg: ‘Zorg dat het licht goed is. En probeer een goede invalshoek te krijgen op dat wat voor jou die dag goed werkt. Als het tieten zijn; zorg dat je die pakt. Als het om je gezicht gaat, kijk dan fel.’ De Cape Times, een krant in ZuidAfrika, toverde voor een reclamecampagne legendarische foto’s om tot selfies: de kus van William en Kate, een portret van Winston Churchill, de omhelzing van aartsbisschop Desmond Tutu en dominee Beyers Naudé uit 1984 en de iconische foto V-J Day in Times Square van een zoenende Amerikaanse matroos en een verpleegster uit 1945. Dat de selfie wordt gebruikt in reclamecampagnes – ook het Australische lingeriemerk Bendon riep jonge vrouwen op selfies met hun beste vriendinnen in te sturen (besties) – zegt iets over de status van het fenomeen. De selfie is inmiddels bon ton; langzaam wringt hij zich los uit de handen van het internet. Op weg naar volwassenheid. 2013 wordt het jaar van de selfie. Vinden we zelf. Uit: de Volkskrant, 9 februari 2013
14
OEFENING
HOOFDSTUK
1
6
Je wilt weten wat de schrijver bedoelt met een ‘selfie’. Hoe ga je de tekst lezen?
Globaal. Intensief. Zoekend.
OEFENING
2
Wat is de hoofdgedachte van deze tekst?
Selfies worden vaak gebruikt in reclamecampagnes. Selfies worden steeds populairder. Tips helpen je om de perfecte selfie te maken.
OEFENING
3
Wat is de bedoeling van de schrijver met deze tekst?
Hij wil de lezer uitleggen wat een selfie is. Hij wil verklaren waarom de selfie zo populair is. Hij wil de lezer ervan overtuigen dat selfies stom zijn.
OEFENING
4
De schrijver probeert steeds de lezer erbij te betrekken door zijn verhaal heel herkenbaar te maken. Met welke zinnen bereikt hij dat vooral? Vier antwoorden zijn goed.
Rhianna doet het, Justin Bieber doet het, Lady Gaga ook … En geef nou toe, u heeft het vast ook wel eens gedaan. Je kunt jezelf uitstekend op de foto zetten, samen met je malle kat of met je hartsvriendin … Zelfportretten zijn natuurlijk van alle tijden, maar het fenomeen selfie is het afgelopen jaar pas echt groot geworden. Letterlijke elke paar seconden verschijnt er een nieuwe selfie. Maar de selfie is weer een nieuwe stap in het digitale exhibitionisme. Door smartphones met goede camera’s … kunnen miljoenen mensen zien dat je net wakker bent, een ei staat te bakken …
OEFENING
5
In de tekst geeft de schrijver zijn mening over selfies. Schrijf drie zinnen op waaruit die mening blijkt. Geef ook aan hoe de houding van de schrijver is tegenover selfies. In onderstaand schema staan al twee zinnen uit de tekst. Mening
Positieve houding
Negatieve houding
Eenvoudigweg zeggen dat de selfie de zoveelste internethype is die wel voorbijgaat, is te simpel.
Tegelijkertijd is de selfie kunstmatig.
Taalblokken Nederlands | Hoofdstuk 6 | Conclusies trekken
15
OEFENING
6
Welke conclusie trekt de schrijver over de selfie?
De selfie is steeds meer een normaal verschijnsel en niet alleen meer op internet. Pubers willen laten zien met een selfie hoe cool en interessant ze zijn. Vooral beroemde mensen gebruiken een selfie om contact te houden met hun fans.
OEFENING
7
In de tekst komt een aantal woorden voor dat afkomstig is uit het Engels of het Frans. Schrijf deze woorden op in de tabel. Schrijf ook de betekenis op. Woord
Betekenis
OEFENING
8
In de tekst wordt gesproken over ‘de top tien Buzzwords’. Wat wordt hiermee bedoeld?
OEFENING
9
Dit is een klassikale opdracht. Maak een top 5 van Nederlandse buzzwoorden die op dit moment gebruikt worden. Schrijf ze in de tabel. Wat is volgens jou de betekenis van de woorden? Woord 1
16
Betekenis
HOOFDSTUK
TEKST 6
6
Een infographic is een afbeelding waarin informatie in tekst en beeld wordt weergegeven. Infographics worden vaak gebruikt om resultaten van een onderzoek weer te geven. Je vindt infographics veel op internet, maar ook in kranten en tijdschriften. Werk samen met een medestudent. Bekijk de infographic ‘Nederlanders die een webshop willen beginnen’. www.winkeltje.nl Bespreek de volgende vragen.
Van: www.frankwatching.com
Taalblokken Nederlands | Hoofdstuk 6 | Conclusies trekken
17
OEFENING
1
Wat is het onderwerp van de infographic?
OEFENING
2
Wat is het doel van de maker van de infographic?
OEFENING
3
Wat wil de infographic vooral laten zien?
OEFENING
4
Welke algemene conclusie kun je trekken uit de infographic?
OEFENING
5
Geef drie redenen waarom het handig is om een infographic te gebruiken.
OEFENING
6
Welk onderdeel is het belangrijkst in een infographic?
18
De inhoud. Het gevoel van de schrijver De relatie met de lezer. Wat de lezer ermee moet doen.
4
Oefenen met schrijven
HOOFDSTUK
6
OPDRACHT 1 Werk samen met een medestudent. Lees de volgende situaties. Situatie 1: Je staat in een drukke tram en je ziet dat er achterin nog plek is. Je vraagt een onbekende naast je: ‘Ga eens even opzij!’. De man kijkt je geïrriteerd aan. Situatie 2: Je werkt sinds een maand op zaterdag bij PostNL als postsorteerder. Je vindt het leuk werk, maar het gaat allemaal nog niet zo snel. Vandaag ook niet. Je collega komt naar je toe en zegt: ‘Stop hier maar mee. Dat gaat zo echt niet.’ Jij wordt boos en loopt weg. Situatie 3: Je bent op je stagebedrijf. Een collega zegt: ‘Dit verslag moet vóór vier uur gekopieerd zijn. Vijftig keer graag.’ Jij denkt: ‘Ja hoor, dat komt morgen wel.’ OEFENING
1
Waarom verloopt de communicatie in deze situaties moeizaam?
OEFENING
2
In elke zin komt duidelijk naar voren hoe de spreker zijn relatie ziet met de ander. Hoe kun je in deze situaties beter reageren, zodat de communicatie makkelijker verloopt? Herschrijf de zinnen. Situatie 1: Ga eens even opzij!
Situatie 2: Stop hier maar mee. Dat gaat zo echt niet.
Situatie 3: Dit verslag moet voor vóór vier uur gekopieerd zijn. Vijftig keer graag.
OPDRACHT 2 Lees de volgende situatie. Je hebt een abonnement op de sportschool bij je in de buurt. Het abonnement kost € 25 per maand. De kosten worden via automatische incasso van je rekening afgeschreven. Je sport daar met veel plezier. De faciliteiten zijn goed en de medewerkers zijn aardig en behulpzaam. Vorige week zag je dat er € 32,50 was afgeschreven van je rekening. Dat klopt niet. Bij de sportschool vertellen ze je dat je een brief moet schrijven naar het hoofdkantoor. Denk eerst na over de verschillende aspecten van je boodschap. Geef antwoord op de vragen.
Taalblokken Nederlands | Hoofdstuk 6 | Conclusies trekken
19
OEFENING
1
Inhoud: wat is de hoofdgedachte die je wilt overbrengen?
OEFENING
2
Wat vind je van deze situatie?
OEFENING
3
Hoe kun je de goede relatie die je hebt met de sportschool gebruiken om je doel te bereiken?
OEFENING
4
Wat wil je dat de ontvanger van je brief gaat doen?
OEFENING
5
Maak de brief compleet. Schrijf in je brief wat je klacht is en hoe volgens jou de klacht opgelost moet worden. Let erop dat de brief duidelijk maakt wat je wilt én dat deze vriendelijk is.
Jacqueline de Vries Hoofdstraat 63 1402 TL Bussum Sportschool Be Fit Postbus 18900 1012 EL Amsterdam Beste meneer, mevrouw, Sinds 6 januari jl heb ik een abonnement op uw sportschool. Ik betaal hiervoor € 25 per maand via automatische incasso. [Je eigen tekst]
Ik hoop snel van u te horen. Met vriendelijke groet, Jacqueline de Vries
20
Twitter
OPDRACHT 3 Bekijk de volgende tweet en de infographic ‘Nederlanders zijn tevreden’. Beantwoord daarna de vragen.
HOOFDSTUK
6
Hans Smit@hanssmit Weer mijn fiets gestolen! Het gaat slecht in Nederland. #zelfbeeld Nederlanders
Nederlanders zijn tevreden...
...ook de kinderen zijn blij...
Rapportcijfer voor tevredenheid over het leven, 2000-2009
Percentage 13-jarigen met hoge tevredenheid. 2009/2010
Nr.1 Nr. 2 Costa Rica Denemarken
92 88 86 83 82 82 79 79 79
8,5
Nr. 3 IJsland
Nr. 4 Zwitserland
8,2
8,0
8,3
Meisjes
Nr. 5 Finland
7,9
De vijf meest tevreden landen
Nr. 16 Nederland
Bron: World database of happiness
Jongens Nederland Vlaanderen Noorwegen Engeland Frankrijk VS Duitsland Rusland Polen Turkije
62
97 90 92 91 87 85 85 84 80 68
Bron: WHO-HSBC 2009/2010 survey
...er wordt weinig gepest...
7,6 Nr.145 Benin
Nr. 146 Zimbabwe
Nr. 147 Burundi
Nr. 148 Tanzania
Percentage kinderen dat kortgeleden meermaals iemand heeft gepest
Nr. 149 Togo
Meisjes 26 13 15
3,0
3,0
2,9
2,8
9 11 9
2,6
De vijf meest ontevreden landen
6 8 4 3
...relatief weinig Nederlandse kinderen drinken alcohol...
35 28 19 22 18 13 13 10 9 4
Bron: WHO-HSBC 2009/2010 survey
Percentage 15-jarigen dat wekelijks of vaker alcohol nuttigt, 2009/2010 meisjes
Jongens Roemenië Oostenrijk Rusland Griekenland Frankrijk Duitsland Vlaanderen VS Nederland Zweden
jongens
Tsjechië
Italië
Vlaanderen
Engeland
Duitsland
Denemarken
Frankrijk
Nederland
Polen
Zweden
Bron: WHO-HSBC 2009/2010 survey
...de criminaliteit daalt...
Nederland Denemarken Finland
24
32
21
15
Oostenrijk
Duitsland
België
Frankrijk
Tsjechië
Zweden
Spanje
Bron: Eurobarometer Voluntary work
Percentage mensen dat slachtoffer was van criminaliteit ,1 26 ,9 25 ,4 24 ,9
26
30 ,2
34
26
37
,7
39
,9
43
33
57
Bron: SCP • Culturele veranderingen
Percentage mensen dat regelmatig vrijwilligerswerk doet
31
...Nederland loopt voorop met vrijwilligerswerk...
’05
’06 ’07
’08 ’09
’10 ’11
...toch gaat het slechter volgens de meerderheid. In procenten, het gaat: Achteruit Neutraal
Vooruit
65
67
32
29
29
23
9
5
5
4
’70
’80
’93
’04
’09
59
63
40 37
33
Uit: de Volkskrant, 4 februari 2013
OEFENING
1
Wat is het onderwerp van de infographic?
Taalblokken Nederlands | Hoofdstuk 6 | Conclusies trekken
21
OEFENING
2
Wat gaat goed in Nederland volgens de infographic?
OEFENING
3
Wat wil de maker vooral laten zien in de infographic?
OEFENING
4
Reageer in 50 tot 100 woorden op de tweet van medestudent Hans Smit waarin hij zich beklaagt over Nederland. Gebruik de feiten uit de infographic.
5
Oefenen met luisteren VIDEO/AUDIO 1 Log in en ga naar Taalblokken. Ga naar de Bibliotheek. Klik op Kijk- en luisterfragmenten Bouwstenen 3F. Kies hoofdstuk 6 en beluister fragment 1.
In Stand.nl, een programma van Radio 1, praat de presentator met Joël Voordewind, Tweede Kamerlid van de ChristenUnie, over de stelling dat jongeren onder de 21 geweigerd moeten worden in coffeeshops. Uit onderzoek in Nieuw-Zeeland blijkt namelijk dat mensen die blowen dommer worden. OEFENING
1
Wat denk je dat de mening is van Joël Voordewind over de stelling?
Hij is het eens met de stelling. Hij is het oneens met de stelling. Hij heeft geen mening.
OEFENING
2
Waarom denk je dat?
22
OEFENING
3
HOOFDSTUK
6
Klopt jouw antwoord bij oefening 1?
OEFENING
4
Joël Voordewind noemt twee argumenten om zijn mening te onderbouwen. Schrijf deze argumenten op.
Op de website www.stand.nl wordt ook de mening van de luisteraars gevraagd over de stelling. Dit is het resultaat.
Home » Stellingen » Politiek » Coffeeshops moeten jongeren onder de 21 weigeren
Stelling uit de uitzending van 28 augustus 2012 in politiek
Coffeeshops moeten jongeren onder de 21 weigeren 76% eens (946) 24% oneens (306)
1252 stemmen
145 reacties
Reageer
Van: www.stand.nl
OEFENING
5
Wat denk je? Welke mensen luisteren naar dit programma? Zijn het mannen of juist vrouwen? Jongeren of ouderen?
OEFENING
6
Wat wil Joël Voordewind eigenlijk bereiken met betrekking tot dit onderwerp?
OEFENING
7
Hoe komt de boodschap van Joël Voordewind op jou als luisteraar over?
Betrouwbaar. Onbetrouwbaar.
Taalblokken Nederlands | Hoofdstuk 6 | Conclusies trekken
23
OEFENING
8
Hoe bereikt hij dat? Noem minimaal drie dingen.
VIDEO/AUDIO 2 Log in en ga naar Taalblokken. Ga naar de Bibliotheek. Klik op Kijk- en luisterfragmenten Bouwstenen 3F. Kies hoofdstuk 6 en bekijk fragment 2.
Je ziet twee deskundigen die in debat gaan over de stelling ‘Nederlandse ziekenhuizen maken structureel fouten’. OEFENING
1
Wat is de functie van de twee deskundigen in het dagelijks leven? Wilna Wind is
OEFENING
2
Wat denk je als je kijkt naar de functies van de twee deskundigen? Wie is vóór de stelling?
Ariën Hofman. Wilna Wind.
OEFENING
3
Wie heeft het in zijn of haar verhaal vooral over de verschillen in kwaliteit tussen de ziekenhuizen?
24
Ariën Hofman. Wilna Wind.
OEFENING
4
HOOFDSTUK
6
Wie heeft het in zijn of haar verhaal vooral over de goede kwaliteit van de Nederlandse gezondheidszorg?
Ariën Hofman. Wilna Wind.
OEFENING
5
Wat is volgens mevrouw Wind het belangrijkste probleem?
Dat patiënten geen vertrouwen in de ziekenhuizen hebben. Dat er fouten gemaakt worden in de ziekenhuizen. Dat er een machtsverhouding is tussen artsen en patiënten.
OEFENING
6
Wilna Wind zegt: ‘Er zijn ziekenhuizen, daar zijn je amandelen al geknipt als je langsfietst’. Wat bedoelt zij met deze zin?
In sommige ziekenhuizen kun je beter niet behandeld worden. In sommige ziekenhuizen doen ze operaties die helemaal niet nodig zijn. In sommige ziekenhuizen kun je beter niet je amandelen laten knippen.
OEFENING
7
Waarom maakt zij deze grap?
Om aan te geven dat de verschillen tussen de ziekenhuizen in Nederland groot zijn. Om aan te geven dat ze weinig vertrouwen heeft in de Nederlandse ziekenhuizen. Om aan te geven dat in veel ziekenhuizen onnodige operaties worden uitgevoerd.
OEFENING
8
Lees onderstaande conclusies. Wie van de deskundigen zou deze conclusies kunnen verdedigen? Zet een kruisje in de juiste kolom. Conclusie
Wilna Wind
Ariën Hofman
Patiënten hebben weinig vertrouwen in de zorg.
De verschillen tussen de ziekenhuizen zijn te groot.
Nederlandse ziekenhuizen behoren tot de beste van Europa.
Als er fouten gemaakt worden, moeten die erkend worden.
OEFENING
9
Wat valt je op aan de houding en gelaatsuitdrukking van Ariën Hofman?
OEFENING
10
Welke conclusie kun je trekken over hoe hij zich voelt?
Taalblokken Nederlands | Hoofdstuk 6 | Conclusies trekken
25
OEFENING
11
In het fragment komt een aantal moeilijke woorden voor. Lees onderstaande zinnen uit de tekst. Ken je de betekenis van de onderstreepte woorden? Vul het schema in. -
Waar gewerkt wordt, worden fouten gemaakt. Dat geldt ook in ziekenhuizen. Dokters zijn niet onfeilbaar. De dokter weet meer. Hij is de autoriteit. Gaat het over incidenten of gaat er structureel iets mis? Vindt u het denigrerend als er zo’n grap wordt gemaakt? Mensen willen goede informatie. Als er een fout gemaakt wordt, dan willen de mensen dat het erkend wordt, transparant is. Woorden
Onfeilbaar
De autoriteit
Het incident
Denigrerend
Transparant
26
Ik kan de betekenis afleiden uit de tekst
Ik herken een deel van het woord
Ik zoek de betekenis op of vraag het aan iemand
Betekenis
6
Oefenen met spreken / gesprekken voeren
HOOFDSTUK
6
Gevoelens spelen een belangrijke rol in gesprekken. Het is altijd de kunst om iemand correct te behandelen, zelfs als de boodschap minder prettig is. Want zo is de kans groter dat iemand vervelend nieuws of kritiek accepteert. We zien dat bijvoorbeeld in slechtnieuwsgesprekken, klachtengesprekken en reflectiegesprekken. Je gaat straks kijken naar twee fragmenten uit het tv-programma Oog in oog. Lees eerst de introductie.
VIDEO/AUDIO 3 Log in en ga naar Taalblokken. Ga naar de Bibliotheek. Klik op Kijk- en luisterfragmenten Bouwstenen 3F. Kies hoofdstuk 6 en bekijk fragment 3.
Sven Kockelman heeft Peter R. de Vries uitgenodigd voor het programma Oog in oog. In dit programma praat de presentator met zijn gast over allerlei zaken. In de mail waarin Peter R. de Vries wordt uitgenodigd staat het volgende: Ik zou met je willen praten over jouw maatschappelijke betrokkenheid, de kritiek die je geregeld twittert op Wilders, over de moraal in de samenleving en je niet aflatende jacht op de misdaad. Ik zou het mooi vinden als we ook zouden kunnen praten over het feit dat je via het werk van je dochter begaan bent met de Derde Wereld. Wellicht kunnen we ook vooruitblikken naar je nieuwe televisieseizoen. OEFENING
1
Sven Kockelman wil in ieder geval met Peter R. de Vries praten over vijf onderwerpen. Welke?
OEFENING
2
Staat – als je de uitnodiging leest – Sven Kockelman welwillend of kritisch tegenover Peter R. de Vries?
Taalblokken Nederlands | Hoofdstuk 6 | Conclusies trekken
27
OEFENING
3
Leg uit waarom je dat denkt.
OEFENING
4
Vergelijk deze introductie met de tekst uit de mail. Komt de manier waarop Peter R. de Vries hier geïntroduceerd wordt overeen met deze tekst?
VIDEO/AUDIO 4 Log in en ga naar Taalblokken. Ga naar de Bibliotheek. Klik op Kijk- en luisterfragmenten Bouwstenen 3F. Kies hoofdstuk 6 en bekijk fragment 4.
OEFENING
1
Peter R. de Vries raakt geïrriteerd. Waarom?
OEFENING
2
Waar is Peter R. de Vries eigenlijk boos over?
28
Als je kritiek geeft aan iemand moet je erop letten dat je opbouwende kritiek geeft. Bekijk het volgende schema. In dit schema staat een aantal kenmerken waaraan opbouwende kritiek zou moeten voldoen. Het gaat er hierbij om dat je begrijpt dat je iets negatiefs zegt. Maar je doet dat zo, dat de ander zich als persoon gewaardeerd voelt. Inhoudelijk negatief, maar wat de relatie betreft zo positief mogelijk.
HOOFDSTUK
6
Opbouwende kritiek Gaat over het hier en nu en niet over wat er in het verleden gebeurd is. Gaat over gedrag en niet over de persoon. Is beschrijvend en feitelijk en niet interpreterend en veroordelend. Is specifiek en concreet in plaats van algemeen en abstract. Mening is geformuleerd in de ik-vorm. Gaat over zaken die veranderd kunnen worden.
OPDRACHT 1 OEFENING
1
Lees de volgende zinnen. In deze zinnen geeft de spreker kritiek. Het is negatieve kritiek. Waarom is het negatieve kritiek? Vul het schema in. Plaats één of twee kruisjes per uitspraak. 1 2 3 4 5 6 7
Wat ben jij toch onhandig als je de thee en koffie schenkt. Zoals jij met klanten praat, dat kan echt niet hoor. Jij bent je boek zeker weer vergeten! Ben je daar eindelijk? Jij komt ook altijd te laat. Je bent altijd zo irritant in de klas. In het vorige project kon ik alles alleen doen. Waarom help je me nu niet eens een keer? Als je dyslexie hebt, moet je toch weten dat je in tijdnood kunt komen. Zin
Gaat over iets uit het verleden
Gaat over de persoon
Is interpreterend en veroordelend
Is algemeen en abstract
Mening wordt gepresenteerd als feit
Gaat over onveranderbare zaken
1
2
3
4
5
6
7
Taalblokken Nederlands | Hoofdstuk 6 | Conclusies trekken
29
OEFENING
2
Formuleer de zinnen opnieuw zodat de negatieve kritiek wordt omgebouwd in opbouwende kritiek. 1
2
3
4
5
6
7
30
HOOFDSTUK
6
Taalblokken Nederlands | Hoofdstuk 6 | Conclusies trekken
31
Doelen en behoeften
1
Voorbeelden Jouw communicatie verloopt beter als je je richt op de behoefte van de lezer of luisteraar. Het is daarom verstandig om op de stoel van de ander te gaan zitten.
VIDEO/AUDIO 5 Log in en ga naar Taalblokken. Ga naar de Bibliotheek. Klik op Kijk- en luisterfragmenten Bouwstenen 3F. Kies hoofdstuk 6 en bekijk fragment 5.
Je bent aan het zappen en komt terecht bij De wereld leert door. In dit programma praat de presentator met een deskundige over wat vingerafdrukken nog meer kunnen vertellen. OEFENING
1
Wat voor soort programma is De wereld leert door?
Een amusementsprogramma. Een discussieprogramma. Een informatief programma.
OEFENING
2
Wat is de bedoeling van de deskundige?
Hij wil de kijker informeren over de nieuwe technieken op het gebied van vingerafdrukken. Hij wil de kijker overtuigen van het nut van vingerafdrukken. Hij wil de kijker spannende proefjes laten zien met vingerafdrukken.
OEFENING
3
Wat is de bedoeling van de presentator?
Hij wil geïnformeerd worden over de nieuwe technieken op het gebied van vingerafdrukken. Hij wil spannende proefjes doen met vingerafdrukken. Hij wil zich laten overtuigen van het nut van vingerafdrukken.
OEFENING
4
Wat is het achterliggende doel van de presentator?
32
Een interessant programma maken voor de kijker. Een leuke avond hebben. Kennis opdoen over de nieuwe technieken van vingerafdrukken.
OEFENING
5
HOOFDSTUK
6
De behoefte van de kijker bepaalt of hij of zij wegzapt, de tv uitdoet of blijft kijken. Wat zou met betrekking tot dit programma een reden kunnen zijn waarom de kijker blijft kijken? Eén reden is al genoemd. Noem nog drie redenen.
– De kijker heeft altijd al meer willen weten over vingerafdrukken.
TEKST 7 Elke dag krijg je wel berichten in je mailbox waar je niet om hebt gevraagd. Vandaag komt het bericht binnen van het bedrijf FitForMe. Je hebt ooit eens een voedingstest gedaan op deze site.
Subject From [afzender] > [ontvanger]
Beste heer Hordijk, Daar is ie dan ... Vitamine B12 is vanaf nu als zuigtablet verkrijgbaar bij FitForMe! Het winnende supplement waar jullie in september massaal op hebben gestemd. In deze nieuwsbrief lees je alles over vitamine B12. > Nieuw: Vitamine B12. als zuigtablet! > Alles wat je wilt weten over vitamine B12. > Wanneer extra vitamine B12?
W!
U NIE
Nieuw: Vitamine 812 als zuigtablet! Vitamine B12 is een belangrijke vitamine voor veel functies in je lichaam. Zo is B12 goed voor je hart en bloedvaten, ondersteunt het je geheugen en concentratie en zorgt het voor een goede gemoedstoestand. Ook zorgt deze vitamine er voor dat je dagelijks voldoende energie hebt! Vitamine B12 van FitForMe vormt met 1000 mcg B12 een goede en krachtige aanvulling op jouw dagelijkse voeding. De zuigtablet is makkelijk in te nemen, heeft een lekkere frambozensmaak en bevat vitamine B12 in de vorm van het bioactieve methylcobalamine. Deze vorm wordt direct opgenomen door je mondslijmvlies. Zo weet je zeker dat je iedere dag voldoende B12 binnenkrijgt. > Bestel jouw vitamine B12
Van: FitForMe
Taalblokken Nederlands | Hoofdstuk 6 | Conclusies trekken
33
OEFENING
1
Wat voor soort tekst is dit bericht?
Een informatieve tekst. Een instructieve tekst. Een betogende tekst.
OEFENING
2
Wat is de hoofdgedachte van deze tekst?
Er is een nieuw product op de markt. Een zuigtablet is makkelijk in te nemen. Vitamine B12 is een belangrijke vitamine.
OEFENING
3
Wat wil het bedrijf bereiken met deze mail?
Informatie geven over een nieuw product. Ervoor zorgen dat de lezer het nieuwe product gaat kopen. Het bedrijf bij een andere doelgroep onder de aandacht brengen.
OEFENING
4
Op welke behoefte van de lezer speelt het bedrijf in met deze advertentie?
Op de behoefte om gezond en gelukkig te leven. Op de behoefte om meer informatie te krijgen over het product. Op de behoefte om te weten wanneer je vitamine B kunt gebruiken.
OEFENING
5
Wanneer zou jij deze mail gaan lezen?
34
2
Theorie
HOOFDSTUK
6
DOELEN
De bekendste doelen van schrijvers en sprekers zijn: Informeren Instrueren Betogen Vermaken In hoofdstuk 1 zijn deze doelen uitgebreid beschreven.
BEHOEFTEN VEILIGHEID
Je bent op zoek naar een scooterhelm omdat deze je beschermt bij ongevallen. Je vindt veiligheid belangrijk, dus de verkoper toont je testgegevens waaruit blijkt dat de helm is goedgekeurd. In het programma over vingerafdrukken (Video/audio 5) sluiten de doelen van de spreker goed aan op de behoeften van de kijker als dit iemand is die zich zorgen maakt over zijn veiligheid. G E ZO N D H E I D
In de mail over vitaminetabletten speelt de schrijver in op de behoefte aan een gezond leven. Als de lezer zich hierover niet drukt maakt, is de communicatie niet geslaagd. S TAT U S
Waarom koop je schoenen van een bepaald merk? Vaak doe je dat om er goed mee voor de dag te kunnen komen. Je hebt de behoefte op deze manier je status te verbeteren. R E S PE C T
In alle persoonlijke communicatie heeft de lezer of luisteraar behoefte aan respect. Hij wil op fatsoenlijke wijze behandeld worden. Wie hier aandacht aan besteedt, vergroot zijn kansen op effectieve communicatie. Doelen van de schrijver of spreker zijn vaak anders dan de behoeften van de lezer of luisteraar. In een gesprek wil een verkoper je ertoe bewegen het product te kopen, terwijl jij je geld liever in je zak houdt. Een goede verkoper zal het dan niet over geld hebben, maar over het voordeel dat het product je oplevert. Daarbij speelt hij in op jouw behoeften. Hoe beter doelen en behoeften op elkaar zijn afgestemd, hoe succesvoller de communicatie verloopt.
Taalblokken Nederlands | Hoofdstuk 6 | Conclusies trekken
35
3
Oefenen met lezen BEHOEFTEN Welke behoefte is aan de orde in deze kwesties? Het kunnen er ook meer zijn. Vul de tabel in. Kies uit de behoeften veiligheid, respect en status. Kwestie
Vreest of wenst
Je bent je memorystick met een presentatie vergeten mee te nemen.
Is bang af te gaan bij de presentatie. Vreest een onvoldoende.
Je bent vaak ziek.
Vreest het project niet te halen. Vreest als slappeling te worden beschouwd en daardoor geen relatie te kunnen krijgen.
Je bent voordat je je diploma hebt gehaald al werkzaam in jouw branche.
Wenst een baan met perspectief.
Je draagt kleren van drie jaar oud.
Vreest af te gaan.
Je hebt gesolliciteerd, maar hoort verder niets.
Vreest een afwijzing en wenst een correcte behandeling.
Behoefte
OPDRACHT 1 Bekijk nog een keer de mail van de Nationale Postcodeloterij (tekst 4 in dit hoofdstuk). OEFENING
1
Wat is het doel van de mail?
OEFENING
2
Op welke behoefte van de lezer speelt de Postcodeloterij hier in?
Op de behoefte om te willen winnen. Op de behoefte om goede doelen te steunen.
OEFENING
3
Je activeert een gratis kennismakingslot. Welk gevolg wordt - tussen neus en lippen vermeld in de mail?
36
HOOFDSTUK
TEKST 8
6
Lees de tekst ‘Gezinnen kunnen in de stad hun drukte beter aan’. Geef antwoord op de vragen.
Gezinnen kunnen in de stad hun drukte beter aan 1 In NRC Handelsblad werd vorige week vrijdag aandacht besteed aan het tekort aan plekken op basisscholen in Amsterdam voor de kinderen die hier wonen. Als reden voor de groei van het aantal kinderen in de stad werd de crisis genoemd. Hierdoor kunnen ouders hun huis niet verkopen en blijven ze in de stad wonen. Hoewel dit zeker een element is, gaat deze redenering voorbij aan het fenomeen dat steeds meer gezinnen bewust kiezen voor de stad. Aan de Universiteit van Amsterdam is door Lia Karsten al veel onderzoek hiernaar gedaan. Onderzoeker Willem Boterman struinde de wachtkamers af naar zwangere stadsbewoners voor zijn promotie op dit onderwerp. 2 Deze ‘stadsgezinnen’ kunnen verhuizen naar de rand van de stad en daarbuiten, maar verkiezen de stad en juist het centrumstedelijke deel van de stad om te wonen en hun kinderen op te laten groeien. Door te blijven, kunnen ze genieten van alle stedelijke attracties. Concerten,van klassiek tot alternatief, cafés en restaurants, musea en andere stedelijke voorzieningen bevinden zich op fietsafstand. Bovendien
kunnen de gezinnen hun drukke leven efficiënter organiseren door in de stad te wonen. Op weg van hun werk naar het ophalen van de kinderen van crèche of school kunnen ze snel de laatste boodschappen doen. In een stad waar alles dicht op elkaar zit, is het doen van dit soort Multi purpose trips op de (bak)fiets een stuk eenvoudiger dan als vader of moeder dit met de auto over grote afstanden moet doen. Ten slotte kiezen deze gezinnen voor de stad omdat hun vrienden dat ook doen. Het geeft hun identiteit, en wellicht zelfs een sociale status als stadsgezin. 3 De keus voor de stad betekent ook inleveren voor deze gezinnen. Zo krijgen ze een stuk minder vierkante meters voor een flink hogere prijs, hebben ze vaak geen eigen tuin, geen carport of parkeerplek voor de deur. En dan is het ook nog een stuk drukker in de stad. De stad moet ze daar wel iets voor aanbieden. De gezinnen zorgen met hun gedrag en bestedingen voor het draagvlak onder de stedelijke voorzieningen, en zij zijn maatschappelijk actief op scholen, sportverenigingen en dergelijke. Het draagt uiteindelijk bij aan de
diversiteit in de stad als er kinderen wonen. Reden genoeg om als stad bewust te kiezen voor de stadsgezinnen, net zoals de stadsgezinnen bewust kiezen voor de stad. 4 Daarom moet de stad zorgen voor voldoende plekken op de scholen, zoals in NRC Handelsblad geschetst, maar ook voor bijvoorbeeld een goed onderhouden park in de buurt, als stadstuin voor al die mensen die op etages wonen. Parkeergarages en voorzieningen als Greenwheels en Car2Go maken autogebruik mogelijk. Ook bij de inrichting van de openbare ruimte kan meer rekening gehouden worden met de jongste bewoners van de stad en hun ouders. Brede stoepen bijvoorbeeld, waar kinderen kunnen spelen en hun ouders op een bankje voor het huis elkaar ontmoeten. Op de woningmarkt moet er meer ruimte komen voor de stadsgezinnen. Dit betekent niet direct een koopwoning met tuin, maar juist grotere etages, bijvoorbeeld door bestaande kleine, goedkope huurwoningen samen te voegen en door het voor ontwikkelaars aantrekkelijk te maken om deze woningen te bouwen. Uit: NRC Handelsblad, 5 januari 2013
Taalblokken Nederlands | Hoofdstuk 6 | Conclusies trekken
37
OEFENING
1
Wat is het onderwerp van de tekst?
De crisis in Nederland. De woningmarkt. Stadsgezinnen.
OEFENING
2
Wat is de hoofdgedachte van de tekst?
Een stad heeft genoeg te bieden voor een gezin. Gezinnen kiezen bewust voor de stad. Stadsgezinnen kunnen hun huis niet verkopen.
OEFENING
3
De tekst bestaat uit vier alinea’s. Vul de tabel in. Zet het nummer van de alinea bij het juiste tussenkopje. Tussenkopjes
Alinea
Bijdrage aan diversiteit Inleiding Keuze voor de stad Goede voorzieningen
OEFENING
4
Waarom kiezen gezinnen ervoor om in het centrum van de stad te blijven wonen? Noem drie argumenten.
OEFENING
5
Welke conclusie kun je het beste trekken na het lezen van deze tekst?
Crisis of geen crisis, gezinnen kiezen voor de stad. Laat de stad dan ook kiezen voor de stadsgezinnen. In de stad moeten de woningen worden aangepast om gezinnen geschikte huisvesting te bieden. Stadsgezinnen kunnen beter verhuizen naar de rand van de stad.
OEFENING
6
Werk samen met een medestudent. Waarom heb je juist voor deze conclusie gekozen?
38
4
Oefenen met schrijven
HOOFDSTUK
6
OPDRACHT 1 Lees de tekst ‘Moet ik mijn vader terugbetalen’ uit Volkskrant Magazine. In deze tekst vraagt een vrouw (25) de lezers om raad.
Moet ik mijn vader terugbetalen? Lezers vragen andere lezers om raad bij problemen en dilemma’s Redactie MACHTELD VAN GELDER
GEEN ZOLEN Onze kleinzoon is na het vwo naar DAGDELEN Een werkweek heeft 21 dagdelen. Daarvan Costa Rica gegaan om schildpadjes te beschermen. kun je er vijf gebruiken voor ontspanning, sport en Hij werkte hard met vakkenvullen, maar kon sociale contacten. Eén om je moeder te helpen. niet alles betalen. Hij vroeg ons 1.000 Gebruik er elf om te werken. Dan heb euro te leen. Na Costa Rica heeft je er nog vier over om een andere In april was hij weer vakken gevuld en ons baan te zoeken. Manita Koop terugbetaald. Hij had geen (55), Delft. ik werkzoekend en had zolen meer onder zijn ik geld nodig. Ik wilde mijn tijd schoenen, zo had hij BIJZONDER Ik heb drie gespaard, maar hij kinderen van 22, 26 niet verdoen met vakkenvullen omdat mag voortaan altijd en 29 jaar De oudste ik echt een serieuze baan wilde zoeken. van ons lenen. Opa twee hebben net als en oma Van Dijkjij een studieschuld. Aangezien mijn vader meer geld heeft dan Biegelaar (70), Dus zo bijzonder mijn moeder, heb ik hem gevraagd of hij mij Willemstad is dat niet. Mijn middelste zoon geld kon geven (1.000 euro). Hij wilde eigenlijk GEKOCHTE TIJD heeft ook moeite lenen. Ik accepteerde dat. Maar eigenlijk wil U heeft al weer gehad met het een parttime vinden van een ik maar een gedeelte terugbetalen, of niets, baan, dankzij de baan. Hij heeft alles omdat ik aan mijn moeder ook niets hoef met geleend geld aangegrepen om een terug te betalen. Ik heb nu een parttime gekochte tijd. Alle baan te vinden. Ook reden voor uw vader het vullen van vakken. baan en zit met een studieschuld. om de lening om te Geld is geld. Inge Wijker Wat denkt u? zetten in een schenking. (57), Amsterdam Hetgeen fiscaal ook mag. Als Vrouw, (25), naam bij redactie bekend uw vader als ‘trojka’ niet een MEEKIJKEN Ga op eigen benen beetje helpt wie dan wel? Bedenk staan, ga werken, stop met het echter dat u in dat geval gedwongen vergelijken van ouders, kijk niet mee in bent tot eeuwige dankbaarheid. Of u daarop zit je vaders portemonnee, tel je zegeningen. Karel te wachten? Bernard van den Berg (66), Helmond Oostervink (33), Nijmegen TOCH NOG Komt dat goed uit, die parttime baan, zo kunt u toch nog vakkenvullen en het geleende geld terugbetalen. Henny de Hoog (63), Mariahout GRUWELEN De macht van het ontbrekende geld is altijd het grootst! Is je vader altijd heel voorzichtig met geld omgegaan, dan zal hij ervan gruwen dat jij moet lenen. Kan hij het goed missen, dan moet ie er niet moeilijk over doen. Begin maar met 20 euro per maand. Onderhandelen dus. Leo Weeber (58), Delft
UITSPELEN Vrouw van 25? Ik zie het gedrag van een meisje dat haar gescheiden ouders nog steeds tegen elkaar uitspeelt. Ga toch maar twee avonden vakkenvullen, betaal je vader terug en koop voor je moeder een bos bloemen. Suzanne van der Hijden (51), Tilburg STEENTJE Ik ken je situatie. Met dat verschil dat ik keihard onder mijn niveau werk om mijn steentje bij te kunnen dragen thuis. Betaal je vader terug, zodat je hem en jezelf weer recht kan aankijken. Mara Gelderblom (23), Tilburg Uit: Volkskrant Magazine, 5 januari 2013
Werk samen met een medestudent. Beantwoord de vragen op de volgende bladzijde en schrijf een korte reactie.
Taalblokken Nederlands | Hoofdstuk 6 | Conclusies trekken
39
OEFENING
1
De vrouw vraagt om advies. Welk advies wil ze eigenlijk horen? Met andere woorden: wat is haar behoefte?
OEFENING
2
Met welke lezersreactie is de vrouw het meest blij, denk je?
OEFENING
3
Bedenk samen wat je wil bereiken met je reactie.
OEFENING
4
Schrijf de reactie. Komt jullie doel overeen met de behoefte van de vrouw?
OPDRACHT 2 Werk samen met een medestudent. OEFENING
1
Beschrijf in een brief een probleem waar jullie tegenaan lopen. Dat kan bijvoorbeeld een probleem zijn op stage, in een relatie, thuis of met geld. OEFENING
2
Wissel de brief uit met een ander tweetal. OEFENING
3
Schrijf een reactie op de brief van het andere tweetal. OEFENING
4
Lees de reactie van de anderen op jullie probleem. Bespreek met het andere tweetal of jullie het advies kunnen gebruiken en geef daarvoor één argument.
40
HOOFDSTUK
OPDRACHT 3
6
Op internet kom je de tekst ‘Een hartverwarmend briefje van Sanne’ tegen. Lees de tekst.
Leuke tips om met je school in actie te komen!
Een hartverwarmend briefje van Sanne… Sanne Duitshof heeft al veel meegemaakt. Ze is nog maar vier, maar afgelopen augustus moest ze alweer voor de derde keer geopereerd worden aan een hersentumor. Onderzoeken, prikken, dokters en toch blijft ze vrolijk en stoer. Sanne gaf ons dit briefje, dat ze samen met haar moeder had geschreven.
LEES MEER
Organiseer een sponsorloop voor CliniClowns
LEES MEER
Charity Dinner 20 juni
Wat zijn we trots! Sanne had bij haar laatste ziekenhuisopname geen cadeautjes aan haar vriendjes en familie gevraagd. Liever wilde ze een donatie voor de CliniClowns - en zo heeft ze maar liefst 251 ingezameld! Een bedrag dat ze met een grote glunder persoonlijk aan clowns Streep en Kluts heeft overhandigd. Een vrolijk en ontroerend moment, want wat was ze trots. En wat zijn wij trots op haar!
LEES MEER
Doe mee aan een evenement voor CliniClowns!
BEKIJK DE KALENDER
Ook jouw gift is onmisbaar Sanne wil heel graag dat meer zieke kinderen een bezoekje van onze clowns krijgen. Kinderen die ziek zijn en net als Sanne een lach verdienen. Zij weet als geen ander hoe hard die lach nodig is. Maar om meer kinderen te bezoeken zijn er wel meer clowns nodig. Jij kunt dit mogelijk maken. Help je mee, net als Sanne, met een extra gift? Mede namens haar alvast hartelijk bedankt! Doneer vandaag nog! 18
Van: www.cliniclowns.nl
OEFENING
1
Wat is het doel van de schrijver van deze tekst?
De lezer te informeren over de stichting CliniClowns. De lezer over te halen om geld te doneren aan de stichting CliniClowns. De lezer te vertellen over de ervaringen van Sanne.
Taalblokken Nederlands | Hoofdstuk 6 | Conclusies trekken
41
STR ATEGIE
De schrijver probeert zijn doel met een bepaalde strategie te bereiken. Hij maakt hierbij gebruik van het AIDA-model. In het AIDA-model worden vier stappen beschreven die in een reclameboodschap of verkooptekst aan bod moeten komen. De letters staan voor: AT T E N T I O N
Op de eerste plaats moet de tekst de aandacht trekken van de lezer. Dit kan bijvoorbeeld door gebruik van kleuren en plaatjes. INTEREST
Als je de aandacht van de lezer hebt, is het belangrijk de aandacht vast te houden door belangstelling te wekken bij de lezer. Dit kan bijvoorbeeld door aan te sluiten bij een vraag of probleem waarvoor de lezer een oplossing zoekt. DESIRE
Desire betekent hier het oproepen van ‘verlangen’ of ‘de behoefte’. In deze fase gaat het erom de belangstelling van de lezer om te zetten in ook daadwerkelijk iets willen doen. Dit kan de schrijver bereiken door bijvoorbeeld de positieve kanten te benoemen van een product of dienst. AC T I O N
In deze laatste fase zet de tekst de lezer aan tot actie.
OEFENING
2
Bekijk nog een keer de tekst van CliniClowns. Pas het AIDA-model toe op deze tekst. Zet in het schema de woorden Attention – Interest – Desire – Action op de goede plaats. Sanne Duitshof heeft al veel meegemaakt. Ze is nog maar vier, maar afgelopen augustus moest ze alweer voor de derde keer geopereerd worden aan een hersentumor.( …) Sanne gaf ons dit briefje. Gebruik van foto’s, brief van Sanne, aansprekende titel Jij kunt dit mogelijk maken. Help je mee, net als Sanne, met een extra gift? Doneer vandaag nog! Sanne heeft € 251 ingezameld. Sanne wil heel graag dat meer zieke kinderen een bezoekje van onze clowns krijgen. Kinderen die ziek zijn en net als Sanne een lach verdienen.
OPDRACHT 4 OEFENING
1
Werk samen met een medestudent. Je gaat een verkooptekst schrijven op één A4. -
-
42
Kies eerst waarvoor je een verkooptekst gaat schrijven. Dit kan een product of dienst zijn of een goed doel. Het kunnen bestaande producten / diensten / goede doelen zijn, maar je mag ook zelf iets bedenken. Bedenk op wie je je richt. Geef aan op welke lezersbehoefte je je tekst richt. Gebruik in je tekst het AIDA-model. Zorg voor een aantrekkelijke lay-out met kopjes en plaatjes.
5
Oefenen met luisteren
HOOFDSTUK
6
VIDEO/AUDIO 6 Log in en ga naar Taalblokken. Ga naar de Bibliotheek. Klik op Kijk- en luisterfragmenten Bouwstenen 3F. Kies hoofdstuk 6 en bekijk fragment 6.
Je ziet in het fragment Mark Rutte, minister-president van het kabinet Rutte 2, in gesprek met parlementair verslaggever Ferry Mingelen. Ze praten over de vraag of de regering nog wel vertrouwen geniet in de Tweede Kamer en bij de kiezer. Ferry Mingelen stelt drie vragen aan Mark Rutte. OEFENING
1
Geeft Mark Rutte een duidelijk antwoord op de eerste vraag?
Ja. Nee.
OEFENING
2
Is Ferry Mingelen tevreden met het antwoord?
Ja. Nee. Hoe weet je dat?
OEFENING
3
Wat doet Mark Rutte bij de tweede vraag?
Hij geeft nu wel een duidelijk antwoord. Hij herhaalt zijn antwoord uit de vorige vraag.
OEFENING
4
Ferry Mingelen stelt ook een derde vraag. Wat valt je op bij deze vraag?
Hij begint over een heel ander onderwerp. Hij stelt weer dezelfde vraag, nu iets anders geformuleerd.
OEFENING
5
Wat is het doel van Ferry Mingelen?
OEFENING
6
Wat is de boodschap van Mark Rutte in dit interview?
Taalblokken Nederlands | Hoofdstuk 6 | Conclusies trekken
43
6
Oefenen met spreken / gesprekken voeren OPDRACHT 1 Je hebt drie weken geleden afgesproken met je docent dat jouw groepje morgen een presentatie houdt. Vandaag blijkt dat wegens ziekte van één van de groepsleden de presentatie nog niet helemaal klaar is. Je gaat op zoek naar je docent om te vragen of de presentatie een week kan worden uitgesteld. Je docent heeft andere belangen. Hij moet het resultaat van de presentatie eind van deze week hebben, zodat hij de periode kan afsluiten. Werk samen met een medestudent. Bespreek de vragen. OEFENING
1
Wat is je doel?
OEFENING
2
Wat is de behoefte van de docent?
OEFENING
3
Hebben jullie (de student en de docent) een gemeenschappelijk belang?
OEFENING
4
Bereid het gesprek voor. Houd rekening met de expressieve en relationele aspecten van je boodschap. Welk beeld wil je dat je docent van je krijgt? En hoe moet je relatie met je docent zijn tijdens en na het gesprek? Bedenk: hoe je het gesprek begint. hoe je je verzoek naar voren brengt. hoe je reageert als je docent negatief reageert op je verzoek. mogelijke alternatieve oplossingen. OEFENING
5
Voer het gesprek met een ander tweetal. Verdeel eerst de rollen student en docent. Kies dan wie van elk tweetal het gesprek gaat voeren en wie het gesprek gaat observeren.
44
HOOFDSTUK
6
Taalblokken Nederlands | Hoofdstuk 6 | Conclusies trekken
45
Conclusies trekken
1
Voorbeelden Conclusies trek je voortdurend om betekenis te geven aan wat je leest en hoort. Maar je moet daarmee wel voorzichtig zijn.
TEKST 9 Je ziet in de krant de volgende grafiek staan.
Uit: NRC Handelsblad, 15 januari 2013
OEFENING
1
Welke conclusie kun je trekken uit de grafiek?
Hoe kouder het land, hoe groter de kans dat het een Nobelprijswinnaar voortbrengt. Landen met minder inwoners hebben een grotere kans om Nobelprijswinnaars voort te brengen. Landen waarin men veel melk drinkt, hebben een grotere kans om de Nobelprijs te winnen dan landen waarin men minder melk drinkt. Wie de Nobelprijs wil winnen, doet er goed aan veel melk te drinken. Bekijk nu het artikel dat bij de grafiek hoort.
46
Met melk meer kans op een Nobelprijs, maar niet heus
Niet de nationale chocoladeconsumptie, maar die van melk beïnvloedt de kans op een Nobelprijs van een land. Dat schreven neurologen Sarah Linthwaite en Geraint Fuller van het Gloucester Royal Hospital gisteren in een parodiërend artikeltje in Practical Neurology. Met hun publicatie vallen Linthwaite en Fuller de conclusies aan van de New Yorkse cardioloog Franz Messerli, die in oktober - traditioneel de maand van de Nobelprijzen - in het New England Journal of Medicine beweerde dat landen waarin meer chocola gegeten wordt een grotere kans hebben op een Nobelprijs. Het was een vrolijk onderzoekje dat niet bedoeld was om heel serieus genomen te worden. Maar de conclusies van Messerli gingen prompt als een interessant wetenschapsfeitje de wereld over.
Het onderzoek van Messerli bood een ‘verklaring’ voor relatief rijke medailleoogst van Zwitserland; door hun recordhoge chocola -inname (ruim elf kilo per persoon per jaar), krijgen Zwitsers veel flavonoïden binnen wat hen intelligenter zou maken. Uit de grafiek volgt dat een land gemiddeld per inwoner vier chocoladerepen van 100 gram extra moet verorberen om er een Nobelprijswinnaar bij te krijgen.
Linthwaite en Fuller pakken het al even ludiek aan. Melkconsumptie is een betere voorspeller van de Nobelkansen van een land, schrijven zij. Ze toveren een grafiek tevoorschijn die laat zien dat Zweden het zo goed doet omdat de Zweden per persoon jaarlijks 340 kilo (zo is het berekend) melk achterover slaan. Zwitserland komt daar met 300 kilo per jaar vlak achteraan. Vitamine D, aanwezig in de melk zou de nationale intelligentie oppompen.
Eerder werd in deze krant al geconstateerd dat het onderzoekje van Messerli feitelijk ‘slodderwetenschap’ was; nu komen ook vakgenoten met kritiek. Kennelijk is de academische grap van Messerli onder het algemene publiek toch zo gaan leven, dat een repliek uit de wetenschap niet kon uitblijven.
Misschien moeten landen overwegen massaal chocolademelk te gaan drinken, suggereren de Britten, om twee vliegen in één klap te slaan in de Nobelrace. Hun boodschap is duidelijk: met statistieken kunnen de meest absurde verbanden worden gelegd. Maar dat wil niet zeggen dat er een oorzakelijk verband is.
HOOFDSTUK
6
Uit: NRC Handelsblad, 15 januari 2013
OEFENING
2
Lees de titel van het artikel. Klopt jouw conclusie bij oefening 1 volgens de schrijver als je kijkt naar de titel?
Taalblokken Nederlands | Hoofdstuk 6 | Conclusies trekken
47
OEFENING
3
In de eerste alinea staat: ‘Dat schreven neurologen Sarah Linthwaite en Geraint Fuller van het Gloucester Royal Hospital gisteren in een parodiërend artikeltje in Practical Neurology.’ Wat betekent ‘een parodiërende artikeltje’? Zoek de betekenis op in een woordenboek.
OEFENING
4
Welke conclusie trekken de wetenschappers Sarah Linthwaite en Geraint Fuller in het artikel?
2
Vitamine D verhoogt de intelligentie. Een statistisch verband is niet hetzelfde als een oorzakelijk verband. Drink meer chocolademelk om meer Nobelprijswinnaars voort te brengen.
Theorie Conclusies trekken is meer dan alleen begrijpen wat er gezegd wordt. Je moet een stapje verder denken: wat vloeit er logisch gezien uit de informatie voort?
CONCLUDEREN B E S C H R I J F WAT J E Z I E T.
Plaatjes, infographics, grafieken – ze brengen allemaal een boodschap over. Als je in woorden beschrijft wat je ziet, is dat een conclusie die je trekt. Natuurlijk blijf je zo dicht mogelijk bij de feiten en ben je in staat daarnaar te verwijzen. G E E F A A N WAT D E A N D E R VO LG E N S J O U B E D O E LT.
Zoek naar de achterliggende bedoelingen. Kijk en luister nauwkeurig om de juiste conclusies te trekken over wat iemand werkelijk bedoelt. Controleer jouw interpretaties door te vragen of je de bedoeling begrepen hebt. WAT D O E J E E R M E E?
Instructieve teksten moeten je verder helpen om iets te doen. Advertenties proberen je tot handelen aan te zetten. Denk na of je ook daadwerkelijk tot handelen wilt overgaan op basis van deze teksten. GEEF JE MENING.
Betogende teksten willen jouw standpunt veranderen. Laat je je beïnvloeden of niet? Doe je dat om de ander te plezieren of omdat je het ermee eens bent? Als je het ermee eens bent, zorg er dan voor dat je de argumenten weet waarop jouw conclusie is gebaseerd. KIES.
Wanneer je een advies krijgt, is het de vraag of je dat wilt opvolgen. Luister goed naar de argumenten en trek dan zelf de conclusie: doen of niet doen. Soms heeft jouw keuze gevolgen voor anderen, bijvoorbeeld als jij uit drie sollicitanten de meest geschikte moet kiezen. Het is dan van belang jouw conclusie te onderbouwen. Conclusies trekken is afwegen: kun je, gegeven de argumenten, de conclusie hard maken? Maak geen fouten door conclusies te trekken die je niet kunt onderbouwen.
48
3
Oefenen met lezen
HOOFDSTUK
6
OPDRACHT 1 Bekijk nog een keer tekst 6 in Oefenen met lezen op bladzijde 17, de infographic over het starten van een webshop. Uit onderzoek is gebleken dat er een verschil is tussen mannen en vrouwen. OEFENING
1
Welke conclusies kun je trekken over de verschillen tussen mannen en vrouwen bij het starten van een webshop? Streep het foute antwoord door. 1 2 3 4 5
Het percentage mannen dat een webshop wil gaan beginnen is groter | kleiner dan het percentage vrouwen. Mannen hebben meer | minder tijd nodig om de webshop online te krijgen dan vrouwen. Mannen verwachten meer | minder geld te gaan verdienen met de webshop dan vrouwen. Mannen verwachten meer | minder tijd per week te gaan besteden aan de webshop dan vrouwen. Mannen en vrouwen willen dezelfde | andere producten gaan verkopen in hun webshop.
Je hebt de onderzoeksresultaten gezien over hoe mannen en vrouwen een webshop beginnen. Hoe denk jij hierover? Geef antwoord op de vragen. OEFENING
2
Wat voor soort webshop zou jij gaan beginnen?
OEFENING
3
Waardoor wordt jouw webshop vooral succesvol?
OEFENING
4
Hoeveel uur per week ben je bezig met het onderhouden van je webshop?
OEFENING
5
Hoeveel denk je te gaan verdienen met je webshop?
Taalblokken Nederlands | Hoofdstuk 6 | Conclusies trekken
49
TEKST 10 Lees de tekst ‘Wie wil in 2023 emigreren naar Mars?’ Dit artikel is gepubliceerd op www.bright.nl, een internetsite over technologie, design en style.
NIEUWS UITPAKPARTY RECENSIES UITLEGPARTY VIDEOS DOWNLOADS RUBRIEKEN
Wie wil in 2023 emigreren naar Mars? tags: science Mars One hoopt in 2023 de eerste menselijke nederzetting op Mars voor elkaar krijgen. Een reality tv-programma moet het project bekostigen. Het in Nederland gevestigde Mars One heeft ambitieuze plannen. Het hoopt in 2023 de eerste vier mensen op Mars te kunnen laten wonen. De bedoeling is dat deze mensen daadwerkelijk emigreren van de Aarde naar Mars. Iedere twee jaar zal de nederzetting op Mars uitgebreid worden met vier nieuwe mensen. In 2033 leven er dan 20 mensen op Mars. Mars One beweert een technisch plan ontwikkeld te hebben dat zo simpel mogelijk is. Voor ieder onderdeel van de missie hebben ze al een potentiële leverancier gevonden, zoals SpaceX dat onlangs de eerste succesvolle commerciële vrachtvlucht naar het ISS stuurde. Uiteraard hangt aan een dergelijke missie een fors kostenplaatje. Mars One wil het project financieren met een reality tv-show; ‘the biggest media spectacle in history’. Iedere stap van de missie kunnen we dan volgen en dat begint bij de selectie van de astronauten. Iedereen mag zich aanmelden in 2013 voor de selectie. Je zult hier op Aarde eerst geruime tijd in een gesimuleerde Mars-nederzetting wonen, werken en trainen. En de wereld kijkt via de tv mee. In 2014 start de ontwikkeling van een communicatiesatelliet die in 2016 gelanceerd wordt. In oktober 2016 moet deze satelliet met 2500 kilogram voedsel op Mars landen. Vervolgens zal een Mars rovervoertuig in 2018 op Mars moeten landen om de ideale plek voor de nederzetting te zoeken. Slechts drie jaar later in 2021 zullen alle onderdelen voor de nederzetting, waaronder twee wooneenheden, twee life supporteenheden en nog een extra rover op Mars moeten zijn beland. De rovers moeten vervolgens alle componenten naar de nederzetting verplaatsen en de nederzetting voorbereiden op de komst van de eerste vier migranten in 2023. De productie op Mars van water en zuurstof moet dan al geheel geautomatiseerd werkend zijn. Mars One klinkt te mooi om waar te zijn. De NASA en de ESA voorzien pas na 2030 de eerste mensen op Mars. Uiteraard wordt een dergelijk project als Mars One niet belemmerd door politiek of logge overheidsinstantie maar technisch zijn we nog vele jaren verwijderd van bemande missies naar Mars. Ook de menselijke factor van jaren afzondering op Mars lijkt ook zo even van tafel geveegd om maar niet te spreken over de gevaren van straling en dergelijke. In Bright#46 die volgende week in de winkel ligt, lees je het verhaal van het succes maar ook van de enorme technische uitdaging van drie generaties NASA Mars rovers die laten zien dat het Mars One plan op een dergelijke korte termijn verre van realistisch is. Maar ja, dat is reality tv wel vaker. Van: www.bright.nl
50
OEFENING
1
HOOFDSTUK
6
Wat voor soort tekst is dit artikel?
Een betogende tekst. Een informatieve tekst. Een informatieve tekst.
OEFENING
2
Wat is de hoofdgedachte van deze tekst?
Er komt een reality tv-programma over de eerste menselijke nederzetting op Mars. Het plan om in 2023 de eerste menselijk nederzetting op Mars te realiseren, is niet realistisch. In 2023 moet de eerste menselijke nederzetting op Mars gerealiseerd zijn.
OEFENING
3
Trek op basis van de informatie uit de tekst een conclusie voor jezelf en voor anderen. -
Denk jij dat er mensen zijn die mee willen doen met het reality tv-programma en willen wonen op Mars? Geef argumenten voor je antwoorden. Gebruik hiervoor de informatie uit de tekst.
-
Wil jijzelf meedoen met het reality tv-programma en op korte termijn gaan wonen op Mars?
OEFENING
4
Bekijk de onderstreepte woorden in de tekst. Lees de zinnen waarin ze voorkomen. Door welk woord met dezelfde betekenis kun je de onderstreepte woorden vervangen? Woord
Vervangen door
De nederzetting Potentiële – potentieel De selectie De missie De component belemmerd – belemmeren
Taalblokken Nederlands | Hoofdstuk 6 | Conclusies trekken
51
TEKST 11 In de krant vind je het artikel ‘Trein-app laat zien waar nog zitplaatsen zijn’. Lees het verkennend.
Trein-app laat zien waar nog zitplaatsen zijn AMSTERDAM - VAN ONZE VERSLAGGEVER SANDER HEIJNE
Staand reizen in een uitpuilende spitstrein. Het is na vertragingen vermoedelijk de grootste ergernis van spoorforenzen. En dat terwijl er verderop in de trein soms nog genoeg zitplaatsen beschikbaar zijn. De NS heeft een oplossing bedacht voor passagiers die niet zelf op het idee komen een rondje door de trein te lopen. Een smartphone-app waarmee reizigers kunnen zien in welk rijtuig nog zitplaatsen zijn.
De NS test de applicatie in een aantal intercity’s. De testtreinen zijn uitgerust met infraroodapparaatjes die voortdurend meten hoeveel reizigers zich in elk rijstel bevinden. De informatie is per smartphone beschikbaar, zodat reizigers nog voor de trein stilstaat kunnen zien aan welke kant van het perron ze de grootste kans hebben op een zitplaats. De applicatie toont ook waar de eerste- en tweede klasse- en stiltecoupés zijn en of de trein is uitgerust met draadloos internet. ‘Een leuk speeltje voor en door hightechfreaks’ , noemt Rikus Spithorst van de Maatschappij voor Beter OV het 2 miljoen euro kostende experiment van de NS. ‘Dit is typisch een middel waarmee techneuten en marketingtypes proberen te verbloemen dat diezelfde NS in de spits op veel trajecten te korte treinen inzet.’ De NS gaat er in de ogen van Spithorst ten onrechte vanuit dat iedere reiziger een smartphone heeft. Hij ziet een logischer plek voor de informatie: de stationsborden met actuele vertrekinformatie. De NS werkt eraan om de informatie van de app ook daar te
tonen, zegt woordvoerder Edwin van Scherrenburg van de NS, maar op de borden is de ruimte beperkt. Verder wijst Van Scherrenburg erop dat de NS dankzij de infraroodapparatuur een betere dienst kan leveren. ‘We hopen sneller te kunnen zien welke treinen structureel te vol zijn en als een trein strandt, kunnen we dankzij deze informatie beter inschatten hoeveel bussen we moeten inzetten.’ Uit: de Volkskrant, 5 februari 2013
OEFENING
1
Wat is het onderwerp van dit artikel?
Nieuwe stationsborden. De nieuwe trein-app van de NS. De vertraging bij de NS.
OEFENING
2
Wat is het doel van dit artikel?
52
De lezer informeren over de nieuwe app. De lezer informeren over vertragingen bij de NS. De lezer instrueren over de nieuwe app. De lezer ervan overtuigen dat de NS te korte treinen inzet.
OEFENING
3
HOOFDSTUK
6
Rikus Spitshorst is negatief over de trein-app. Hij noemt drie argumenten. Schrijf de argumenten op.
OEFENING
4
Is Edwin van Scherrenburg positief of negatief over de nieuwe app?
OEFENING
5
Welke argumenten geeft Van Scherrenburg?
OEFENING
6
Je reist veel met de trein. Ga je deze app downloaden? Geef aan waarom wel of waarom niet.
4
Oefenen met schrijven OPDRACHT 1 OEFENING
1
Zoek naar vijf stagebedrijven voor jezelf die jou op het eerste gezicht wel geschikt lijken. Beoordeel deze op de volgende aspecten: -
Is het werk geschikt en past het bij mijn opleiding? Krijg ik goede begeleiding? Passen de uren en de periode in mijn lesrooster? Ken ik mensen die goede ervaringen hebben met dit bedrijf? Krijg ik een stagevergoeding? Is het bedrijf voor mij goed bereikbaar?
Schrijf de namen van de bedrijven in kolom 1. Zet in kolom 2 t/m 5 een beoordeling. Gebruik de volgende symbolen: --
= slecht = matig □ = neutraal + = voldoende ++ = goed Taalblokken Nederlands | Hoofdstuk 6 | Conclusies trekken
53
Naam bedrijf
OEFENING
Geschikt soort werk
Goede begeleiding
Passende uren en periode
Goede ervaringen in het verleden
Met stagevergoeding
2
Geef in een tekst van maximaal tien regels je conclusies. Schrijf op welke drie bedrijven jij het meest geschikt vindt als stageplek. Geef bij elk bedrijf de belangrijkste redenen aan.
54
Goed bereikbaar
HOOFDSTUK
OPDRACHT 2 OEFENING
6
1
Schrijf een reflectieverslag van één A4’tje over je laatste project. Beschrijf in je verslag minimaal drie competenties die je in het project hebt ingezet. Dat kunnen competenties zijn als vakdeskundigheid toepassen, analyseren, op behoeften en verwachtingen van de klant inspelen, samenwerken en overleggen, formuleren en rapporteren, plannen en organiseren, materialen en middelen inzetten, onderzoeken, creëren en innoveren, kwaliteit leveren, instructies en procedures opvolgen, overtuigen en beïnvloeden. Gebruik bij het schrijven van je verslag de STARRT-methode.
STARRT-METHODE
De STARRT-methode is een belangrijk hulpmiddel bij het schrijven van een reflectieverslag. STARRT staat voor: S I T UAT I E
Beschrijf de situatie. Wie waren de betrokkenen? Waar speelde het zich af? TA A K
Wat was jouw taak in deze situatie? Wat wilde je bereiken? AC T I E
Wat heb je concreet gezegd of gedaan? R E SU LTA AT
Wat was het gevolg van je actie? Hoe reageerde de omgeving op dit resultaat? R E FL E C T I E
Hoe kijk je er op terug? Wat ging goed, wat kon anders / beter? Wat heb je ervan geleerd? Wat zegt dit over jouw competenties in deze situatie? T R A N S FE R
Wat ga je in een andere situatie gebruiken van wat je geleerd hebt? Hoe ga je dat aanpakken?
Taalblokken Nederlands | Hoofdstuk 6 | Conclusies trekken
55
5
Oefenen met luisteren VIDEO/AUDIO 7 Log in en ga naar Taalblokken. Ga naar de Bibliotheek. Klik op Kijk- en luisterfragmenten Bouwstenen 3F. Kies hoofdstuk 6 en bekijk fragment 7.
Je wilt na je mbo-opleiding misschien doorstuderen op het hbo. In dit filmpje vertellen acht (oud-)studenten over hun overstap van mbo naar hbo. OEFENING
1
Over welke onderwerpen wordt gesproken in het filmpje? Vijf antwoorden zijn goed.
Advies om wel of niet door te studeren. Motivatie om hbo te doen. Grotere keuze in opleiding op hbo. Studiefinanciering. Verschil in aantallen studenten op hbo en mbo. Verschil in docenten op hbo en mbo. Verschil in studenten op hbo en mbo. Verschil in werkwijze op hbo en mbo.
OEFENING
2
De (oud-)studenten vertellen waarom zij kiezen of gekozen hebben voor het hbo. Welke vijf redenen noemen ze?
OEFENING
3
Wat zou voor jou een argument zijn op basis van het filmpje om wel of niet voor het hbo te kiezen?
56
HOOFDSTUK
VIDEO/AUDIO 8
6
Log in en ga naar Taalblokken. Ga naar de Bibliotheek. Klik op Kijk- en luisterfragmenten Bouwstenen 3F. Kies hoofdstuk 6 en bekijk fragment 8.
Je gaat een filmpje bekijken van twee sollicitanten die beiden solliciteren naar de functie van commercieel medewerker binnendienst. Lees eerst wat deze functie inhoudt.
Wat doe je als commercieel medewerker binnendienst? Je werkt in de verkoop. Je werkt voor een bedrijf dat iets wil verkopen aan klanten. Jij zorgt ervoor dat de koop wordt gesloten en dat alles goed wordt geregeld. Vanachter je bureau heb je veel contact met klanten. Je belt, je mailt en je regelt veel. Je zoekt uit wat de klant wil en je zorgt ervoor dat hij dat krijgt. Je zoekt uit hoeveel het gaat kosten en hoe lang de levering duurt. Daardoor heb je ook veel contact met collega’s op andere afdelingen. Na al het overleg doe je de klant een goed aanbod. Als de klant het aanbod ook goed vindt, dan stel je een verkoopcontract of orderbevestiging op. Soms werk je mee aan speciale verkoop- en marketingacties. Wat zijn je taken? - Je informeert en adviseert klanten. - Je werft klanten en/of opdrachten. - Je voert verkoopgesprekken. - Je stelt offertes op. - Je houdt je bezig met de orderverwerking. - Je houdt klant- en assortimentsgegevens bij.
OEFENING
1
Lees de zinnen. Zet een kruisje in de juiste kolom. Je kunt ook twee kruisjes zetten. Kandidaat 1, Sarah
Kandidaat 2, Sophie
De sollicitant presenteert zich goed bij binnenkomst.
De sollicitant is passend gekleed.
De sollicitant heeft een open houding.
De sollicitant maakt voldoende oogcontact.
De sollicitant is geïnteresseerd en enthousiast.
De sollicitant is goed voorbereid.
De sollicitant is rustig en ontspannen.
De sollicitant heeft voldoende kennis van het bedrijf.
De sollicitant geeft passende antwoorden.
De sollicitant kan haar antwoorden voldoende motiveren.
De sollicitant kan duidelijk verwoorden wat haar competenties zijn.
De sollicitant heeft een passende opleiding gedaan.
De sollicitant heeft passende werkervaring.
Taalblokken Nederlands | Hoofdstuk 6 | Conclusies trekken
57
OEFENING
2
Trek nu je conclusie. Welke sollicitant vind je het meest geschikt voor de functie en waarom?
58
6
Oefenen met spreken / gesprekken voeren
HOOFDSTUK
6
OPDRACHT 1 In Oefenen met schrijven, opdracht 2 op bladzijde 55 heb je een reflectieverslag geschreven. Lees nu het reflectieverslag van een medestudent en beantwoord de volgende vragen. OEFENING
1
Wat is de beschreven situatie?
OEFENING
2
Welke competenties zijn hierbij behandeld?
OEFENING
3
Wat is de conclusie van de schrijver? Waarom trekt hij deze conclusie?
OEFENING
4
Presenteer de antwoorden op de vragen uit je hoofd aan je medestudenten. Vraag je medestudent van wie je het verslag hebt gelezen of je zijn verslag goed hebt weergegeven.
OPDRACHT 2 OEFENING
1
Werk samen met een medestudent. Bedenk een situatie die je kunt tegenkomen op je stage waarbij je moet omgaan met een klacht. Een van jullie krijgt de rol van medewerker die reageert op een klacht, de ander de rol van klant / patiënt / collega die een klacht heeft. Voer het gesprek. Het resultaat van het gesprek moet zijn dat de klacht goed afgehandeld is en dat degene die een klacht had, tevreden naar huis gaat.
Taalblokken Nederlands | Hoofdstuk 6 | Conclusies trekken
59
AUTEURS: Martijn Baalman Rosanne Vermaat Sonja Alfring
NEDERLANDS LEERWERKBOEK NEDERLANDS - DEEL B
EINDREDACTIE: Jan van den Hurk Marijke van Huijstee Snel achterhalen waar een tekst over gaat. Je luisteraars boeien bij een presentatie. Een pakkende tekst schrijven. Beoordelen of een artikel bruikbaar is voor een werkstuk. Dit zijn slechts enkele voorbeelden van vaardigheden die aan bod komen in dit leerwerkboek. Vaardigheden die je niet alleen nodig hebt bij je studie en in je toekomstige beroep, maar die ook belangrijk zijn voor het centraal examen Lezen en Luisteren 3F. In dit leerwerkboek - dat uit twee delen bestaat: A en B - vind je een heldere uitleg van alle theorie die je nodig hebt. Verder bevat dit leerwerkboek talrijke voorbeelden en veel oefenmateriaal. Voorbeelden die jou aanspreken en die laten zien hoe anderen taal gebruiken, zodat je van hen kunt leren. Praktische opdrachten die je helpen met het verwerken en toepassen van de theorie. In dit deel vind je bovendien een overzicht van de regels voor spelling en grammatica en een samenvatting van alle theorie uit het leerwerkboek zodat je alles overzichtelijk bij elkaar hebt.
NEDERLANDS
Dit leerwerkboek is een onderdeel van Taalblokken, de complete methode Nederlands voor het mbo.
3F
ISBN 978 90 345 9707 6
Dit boek is onderdeel van een combipakket. Taalblokken Nederlands Bouwstenen Taalvaardigheden bestaat uit een Deel A en een Deel B. Artikelnummer combipakket: 56O166 ISBN combipakket: 978 9O 345 97O8 3
9 789034 597076
560165
Leerwerkboek
3F DEEL B
BOUWSTENEN TAALVAARDIGHEDEN