mosterd
MOSterd sprak met
Johan Verstraete
MOSterd sprak met
Johan Verstraete (Dienst Mondiale Vorming Protos): “Samenwerken maakt ons sterker”
PROTOS is een ngo (Niet-gouvernementele organisatie), opgericht in 1977. PROTOS is lid van de koepel 11 11 11. In het Zuiden is de organisatie vooral actief op het vlak van water, d.w.z. drinkwater, irrigatiewater voor de landbouw en het beheer van het afvalwater (hygiënische sanitatie). In het Noorden (Vlaanderen – België) doet PROTOS aan sensibilisering i.v.m. de mondiale wateruitdagingen en aan lobbywerk. MOS werkt samen met PROTOS. Het “watertraject” van vorig schooljaar had als hoogtepunt de “freeze” in zes grote steden op Wereldwaterdag. Dit schooljaar is er opnieuw samenwerking met PROTOS met als hoogtepunt “The World Walks for Water” op 22 maart 2011. (Zie MOSterd 17, p. 13) Tijd dus om eens kennis te maken met de educatieve bezieler van PROTOS, Johan Verstraete. Zelden zo’n inspirerend man gehoord.
Johan: Toen ik hier kwam werken was de educatieve werking van de organisatie vooral gericht op Haïti. Daar is PROTOS ook gestart. De Haïtianen maakten er ons attent op dat de problemen niet bij hen lagen maar bij ons. “Jullie in WestEuropa moeten mee de antwoorden zoeken voor het feit dat wij hier ‘onderontwikkeld’ zijn. Ga beter aan de mensen in België en West-Europa vertellen dat jullie mee verantwoordelijk zijn voor de manier waarop wij hier nu nog leven.” MOSterd: De Haïtianen brachten jullie organisatie tot dat inzicht? Johan: Ja, dat gebeurde op een van onze eerste congressen met partners uit het Zuiden in Haïti.
In een vorig leven heb ik nog in Bolivia gewerkt. Daar kreeg ik ook zo’n boodschap mee: “Waarom werk je niet in jouw land? Waarom blijf je eigenlijk hier? Je kent onze geschiedenis amper. Je kunt beter de geschiedenis van je eigen land gebruiken om te gaan vertellen welke toestanden hier heersen”. Oorspronkelijk hadden we op de Noorddienst van PROTOS een landenbenadering. De eerste landen waarover ik educatieve modules ontwikkelde, waren Haïti en Benin, het land van “la porte de non-retour.”1 Op die plaats werden de slaven samengebracht en verscheept naar Latijns-Amerika. Begin 2000 vroegen we ons af of we niet beter de problematiek thematisch zouden benaderen.
18 1
nvdr. De deur waardoor je nooit terugkomt. Het monument op het strand bij Ouidah in Benin symboliseert de slavenhandel vanuit West-Afrika naar Amerika.
mosterd
Zo werd “water” als centraal thema naar voor geschoven. Water werd de invalshoek om PROTOS hier in Vlaanderen een gezicht te geven. MOSterd: Waren de kernactiviteiten van PROTOS toen ook al gericht op de waterproblematiek? Johan: Ja, water stond van bij het begin in onze werking centraal. Maar we hadden ook aandacht voor o.a. microkrediet en honingteelt: we zochten naar manieren om ervoor te zorgen dat lokale boeren een inkomen hadden. Maar vanaf begin 2000 kozen we uitsluitend voor water als centraal thema en invalshoek. MOSterd: Wanneer is PROTOS opgericht en door wie? Johan: PROTOS werd in 1976 in het leven geroepen door een aantal jong afgestudeerden van de universiteiten van Gent en Leuven, samen met een mecenas-industrieel uit het Gentse. In oktober 1977 werd de organisatie als ngo erkend en kreeg ze ook overheidssubsidies voor de eerste projecten. In de beginjaren werkte PROTOS enkel in Haïti. Vanaf 1982 volgden ook Congo en kort daarna Burundi.
MOSterd sprak met
Johan Verstraete
In onze Noordwerking stellen wij de landen niet meer centraal. Wij hebben aandacht voor de problematiek van onderontwikkeling, van globalisering, van liberalisering, van privatisering, van schending van de mensenrechten via het thema water. PROTOS is actief in negen verschillende landen. De huidige tendens is om zoveel mogelijk lokale mensen aan te werven. We proberen de kennis die daar is beter te valoriseren. Hoe kunnen we de lokale besturen en werkers sterker maken? Hoe kunnen we ze in contact brengen met de lokale bevolking? Hoe kunnen we de lokale bevolking mee op de kar trekken om het lokale beleid mee waar te maken, te democratiseren?
PROTOS: water powers people water maakt mensen sterker – geef mensen water en ze zijn in staat om zelf hun veld te irrigeren, te oogsten en zelf hun producten te verkopen
MOSterd: Een belangrijk onderdeel van de Noordwerking is educatie en dat is jouw opdracht? Johan: Ik ben inderdaad verantwoordelijk voor educatie. Dat houdt in: educatie voor leerkrachten en leerlingen (scholenwerking), maar ook educatie voor de ‘wateractoren’. We proberen de werknemers van waterbedrijven ook bewust te maken van de mondiale waterproblematiek. MOSterd: Werk je nog altijd voor het basisonderwijs? Johan: Op het moment dat we gekozen hebben voor de thema-
MISSIE van PROTOS: PROTOS wil rechtvaardige en wederzijds verrijkende relaties tussen Noord en Zuid bevorderen. PROTOS wil helpen bij duurzame en bevrijdende processen die geïntegreerd zijn in de plaatselijke cultuur en sociale omstandigheden, en die moeten zorgen voor een beter welzijn van de kansarme bevolkingsgroepen in het Zuiden. Daarbij is water essentieel. PROTOS komt speciaal op voor een rechtvaardig, duurzaam en participatief waterbeheer in Noord en Zuid.
19
mosterd
MOSterd sprak met
Johan Verstraete
tische aanpak (= water als inrijpoort om na te denken over globale uitdagingen), heb ik besloten speciaal aandacht te hebben voor een groep die minder aan de bak komt: nl. het technisch onderwijs (tso). Een tiental jaar geleden werd er door ngo’s i.v.m. de Noord-Zuidwerking enorm geïnvesteerd in het aso. Dus besloot ik mij vooral te concentreren op het tso. Ik heb dan ook het lager onderwijs niet meer opgezocht, dat zou teveel hooi op de vork zijn. Natuurlijk bezoek ik ook asoscholen (maar ook bso- en buso-scholen). De tso-groep blijft voor mij echter de belangrijkste doelgroep omdat zij veel te maken hebben met water: je kunt geen enkel beroep noemen waar water niet bij te pas komt. Maar ik wou ook een “statement” maken. Het is niet omdat jullie “zogezegd” minder verstandig zijn, dat jullie geen belangrijke rol kunnen spelen in het bewustmakingsproces i.v.m. water! Van iemand die technisch goed onderlegd is, kunnen anderen heel wat leren i.v.m. milieuvriendelijke alternatieven. MOSterd: Wat doe jij precies op een school? Wat houdt een “optreden” van Johan Verstraete in? Johan: Dat hangt er vanaf. Ik probeer mijn “optreden” in de school te richten op wat PROTOS in het Zuiden doet: trachten jezelf overbodig te maken. “Empowering people” betekent mensen helpen op zo’n manier dat ze het zelf kunnen waarmaken. Die principes pas ik ook toe bij mijn educatieve programma’s. Ik heb materiaal gemaakt voor leerkrachten over de Noord-Zuid problematiek, met als invalsbasis water. Water is een mooie
“De tso-groep blijft voor mij de belangrijkste doelgroep, omdat zij veel te maken hebben met water: je kunt geen enkel beroep noemen waar water niet bij te pas komt.”
20
illustrator van een aantal uitdagingen die zich aandienen. Wanneer we in 2000 startten met de thematische aanpak i.v.m. water, vond ook de “uittocht” plaats van de grote waterbedrijven, naar het Zuiden, naar Afrika. Een grote golf van liberalisering. Er is al heel wat strijd gevoerd tegen die bedrijven die de waterverdeling willen privatiseren. Duidelijk uit winstoogmerk. Uiteraard ging PROTOS daar tegenin. Water is een mensenrecht, je kunt het niet zomaar gaan privatiseren. En o.a. over die problematiek geven we dan informatie aan de leerkrachten. Ik heb ook een spel gemaakt: “Water voor later”. De bedoeling was de verschillende uitdagingen die zich stelden i.v.m. water bespreekbaar te maken voor leerlingen aso. Voor tso heb ik “WaterS-T-O-F” gemaakt. Dat is uiteindelijk geëvolueerd naar “Palanka”2.
Een bespreking met leerlingen tso gaat dan over duurzaamheid in die vier categorieën. Investeringen in de school zullen ook rekening houden met die vier categorieën. Mijn boodschap voor de leerlingen en de school is dan: een goede school is als een goed waterprogramma. Je investeert op de vier gebieden. Zo wordt ook het begrip “duurzaamheid” duidelijker. Zo’n programma op een school duurt ongeveer twee uur3. Maar ik investeer ook heel wat tijd in materiaal dat de leerkrachten kunnen gebruiken gedurende één lesuur. En dan ben ik overbodig. MOSterd: Waaraan geef je zelf de voorkeur? Zelf een programma gaan brengen of de school enkel materiaal aanreiken? Johan: Ik investeer bewust in beide. Ik wil met leerlingen in contact blijven komen. Zo weet je wat er leeft. Daarop kun je inspelen en nieuwe dingen
S Wat is de sociale duurzaamheid? In welke mate kan het programma zich
enten op sociale verwezenlijkingen, maakt het gebruik van wat er is op sociaal vlak?
T Wat is de technisch-technologische duurzaamheid? Je moet geen dingen
bedenken met gesofisticeerde computergestuurde pompsystemen als er geen elektriciteit is!
O Wat is de organisatorische duurzaamheid? Wat leeft daar organisatorisch
in de streek en kun je daarop inspelen zodat het programma op langere termijn leefbaar is?
F Wat is de financiële duurzaamheid van het programma? nvdr. Overzicht van wat er allemaal bij komt kijken om een dorp in het Zuiden duurzaam van water te voorzien: Wat zijn ontwikkelingsprogramma’s voor het Zuiden? Wat houdt dat in? Waarop wordt gelet? In een opdrachtenspel verdienen de deelnemers “beloningsstukken” waarmee ze dorpen kunnen verbinden met een waterbron + nabespreking. 3 Zie voor meer educatief aanbod: www.protos.be 2
mosterd
bedenken en aanreiken. Anderzijds werk ik ook graag voor leerkrachten. Ik probeer leerkrachten te stimuleren om buiten hun vak na te denken. Leerkrachten zijn gewoonlijk heel sterk in het uit elkaar rafelen van dingen, als een puzzel. Maar we leven in een tijdperk waarin het erop aankomt om de puzzelstukken terug in mekaar te steken. Over de grenzen heen. Integratie is een sleutelwoord. Ik probeer de dingen heel concreet te maken. Bijv. water halen. Daar zijn ze in het Zuiden zeer creatief in. Leerlingen hier daag ik uit om een fiets op zo’n manier te lassen dat je daar vijf bidons kunt aanhangen. In het Zuiden slaagt een kind van twaalf jaar erin om zo 5 x 15 liter (=75kg) te vervoeren. Of we maken een Tipi Tap: een systeem waarmee je via een voetpedaal een bidon kunt bewegen om je handen te wassen.
MOSterd sprak met
Johan Verstraete
Heel belangrijk indien je van de wc komt om besmetting te voorkomen. Zo doen we aan sanitatie in het Zuiden, maar je kunt dat systeem ook gebruiken op een camping. Dat maakt het voor de leerlingen zeer reëel, concreet en voorstelbaar. MOSterd: En welke boodschap geef je zo mee? Johan: De boodschap is dat water een zeer belangrijk goed is, dat we het samen moeten beheren zodat het geen economisch goed wordt. Water is een mensenrecht. We zijn samen verantwoordelijk, we zullen op een “watervriendelijker” manier moeten leren leven. Onze partners in Ecuador vinden dat we met zijn allen meer “bewakersverzorgers” moeten worden van water. MOSterd: En zullen we er als samenleving in slagen om dat doel te verwezenlijken? Johan: Als pedagoog ben ik altijd optimistisch. Ik geloof in de “maakbaarheid” van de samenleving. En dat het al eens verkeerd loopt,
“Leerkrachten zijn gewoonlijk heel sterk in het uit elkaar rafelen van dingen, als een puzzel. Maar we leven in een tijdperk waarin het erop aankomt om de puzzelstukken terug in mekaar te steken. Over de grenzen heen. Integratie is een sleutelwoord.”
Hand-washing is a simple, important process all people need to perform before handling food, eating and administering medications. A Tipi Tap is a plastic container of some kind, suspended from a horizontal stick. The user causes a stream of water to pour from the container when stepping on a stick attached to the jug by a string, allowing him to wash his hands without touching the water container. Lees meer: het artikel ‘How to Make a Tipi Tap” vind je op http://www.ehow.com.
21
mosterd
MOSterd sprak met
Johan Verstraete
is ook normaal. En dat het geld een groter gewicht heeft, dat is een feit waar we rekening mee moeten houden. Maar je krijgt de democratie die je verdient. Dat is op een school ook zo. Democratie betekent niet dat je in verband met alles inspraak moet hebben. Jongeren denken te snel dat het betekent dat ze het schoolreglement, de schoolkeuzes en waar de school voor staat, moeten veranderen. Betrokkenheid moet je leren gebruiken. Wij leerkrachten en vormers moeten een kritische betrokkenheid stimuleren. En je kunt meer doen dan je op het eerste gezicht denkt. Het is niet allemaal zwart-wit. Er zijn heel wat grijstonen. In die grijstonen moeten leerkrachten gaan zoeken naar een manier om jongeren te betrekken. Dat is iets waar jullie bij MOS toch ook aandacht aan besteden: betrokkenheid, participatie! Ik hoor dat bij het bezoek op Wereldwaterdag van minister Schauvliege aan het Sint-Pau-
lusinstituut in Gent, de leerlingen absoluut zelf het bezoek vorm wilden geven en vragen opstellen voor de minister. Dat is een zuiver staaltje van oprechte betrokkenheid. (Zie MOSterd 17, p.13) MOSterd: Is dat ook een van de redenen waarom je als privépersoon zo’n belangstelling hebt voor KRAS4 (het vroegere Scholierenparlement)? Johan: KRAS behandelt mondiale thema’s. En wij moeten “mondialer” leren denken. Lokaal handelen, mondiaal denken. Je moet trachten te weten wat er in de wereld gebeurt. Je kunt je ogen niet sluiten voor het feit dat wij bijv. katoen halen uit streken waar er een waterprobleem is. Het gebruik van pesticiden en insecticiden is er schering en inslag om veel te kunnen oogsten. Er verdwijnt dus veel vergif in het grondwater. Je moet je daarvan bewust zijn. Ik heb moeite met de verkoop van aardbeien of kersen in het PROTOS: water maakt vrij water is de hefboom tot ontwikkeling PROTOS: agua por la vida : water is de basis van het leven
midden van de winter. Dat komt ook omdat ik een tijd verbleven heb in Bolivia. Je krijgt daar voeling mee. Die mensen werken ook dertien, veertien uur per dag maar worden daar niet voor betaald en gehonoreerd zoals wij. Het mondiale aspect is de eerste reden waarom KRAS mij interesseert, maar het heeft ook te maken met mijn werk. PROTOS is ook mondiaal georiënteerd. Met het thema water kun je veel richtingen uit. Bijna alles heeft met water te maken: gezondheid, landbouw, noem maar op. Wat mij ook in KRAS interesseert is de aanzet tot kritisch denken. Ik blijf hopen dat ik heel wat jongeren wakker kan maken PROTOS: l’eau, un droit naturel water is een mensenrecht, waterverdeling mag niet worden geprivatiseerd voor een aantal dingen. Ik vertoef graag onder jongeren, ik geef graag “les”, ik discussieer graag, ik animeer graag. MOSterd: Denk je dat je veel jonge mensen “raakt” met je boodschap? Johan: Dat zou je natuurlijk beter aan de jongeren zelf vragen. Ik merk wel dat soms niet zo zeer wat ik vertel hen doet nadenken (ook natuurlijk), maar vooral het enthousiasme, de gedrevenheid die ik heb, het feit dat ik er echt in geloof, dát raakt hen! Vraag maar eens aan leerkrachten waarom zij een bepaald vak geven. In heel veel gevallen krijg je als antwoord dat ze ooit zelf “begeesterd” zijn geweest door een leerkracht van hetzelfde vak. PROTOS beïnvloedt jongeren, MOS trouwens ook. Samen staan we sterker: integratie, synthese! Ik ben ervan overtuigd dat ik veel jongeren doe nadenken over belangrijke zaken voor de wereld. Voorwaarde is: je moet ze als mens serieus nemen. Een stagiair die hier een tijdje gewerkt heeft, schreef in zijn eindwerk: “Door mijn stage
“Ik ben ervan overtuigd dat ik veel jongeren doe nadenken over belangrijke zaken voor de wereld. Voorwaarde is: je moet ze als mens serieus nemen.”
22
4
Meer informatie op http://kras.globelink.be/
mosterd
hier bij PROTOS ben ik mij ervan bewust geworden dat ik op een andere manier met water moet omspringen.” Zoiets lezen doet deugd, want het bewijst dat je mensen beïnvloedt. Ook bij leraren zie je dat je soms echt invloed hebt. Je mag niet vergeten dat leraren met zoveel verhalen vanuit zoveel verschillende hoeken worden benaderd, dat het voor hen moeilijker en moeilijker wordt om een synthese te maken. MOSterd: De samenwerking met MOS, wat is daar precies de meerwaarde van? Johan: Ten eerste geven we zo een belangrijke boodschap mee: samen kunnen we meer bereiken dan alleen. Twee: we moeten over de muren heen kijken en samen zoeken naar oplossingen. We zijn wel met verschillende dingen bezig, maar eigenlijk gaat het om hetzelfde: zo kan het niet verder, we moeten onszelf vragen stellen over onze consumptie en onze manier van leven. MOS en PROTOS leren toch veel van elkaar, niet? We moeten vooral ook het voorbeeld geven. Wij verwachten van de leraar zedenleer of godsdienst dat zij/hij met de Noord-Zuidverhouding bezig is en samen met de leraar biologie die aandacht heeft voor milieuzorg leergebiedoverschrijdend werk verricht. Dan moeten wij
als aanbieders dat ook doen: samenwerken. Ken je Coprogram? Dat is de Vlaamse federatie van ngo’s voor ontwikkelingssamenwerking. Coprogram behartigt de gezamenlijke belangen van haar leden bij verschillende overheden en ondersteunt haar leden in hun organisatorische uitdagingen en in hun streven naar kwaliteit. Onder het wakend oog van Coprogram proberen wij ngo’s ervoor te zorgen dat we educatief meer samenwerken. Die tendens wordt steeds groter en onze werkin-gen sterker! Door die groeiende samenwerking worden wereldburgerschap en duurzaamheid steeds meer het kader van onze werkingen. Alles raakt mekaar. Lokale duurzaamheid bestaat niet, je moet het mondiaal durven en leren invullen. Jullie lokale MOS-verhaal moet je kaderen in de ruime wereld. En je moet aan anderen vertellen dat we allemaal op een andere manier moeten leren omspringen met water, energie, afval. MOSterd: Je benadrukt heel sterk de actiegerichtheid bij educatie. Waarom? Johan: Ik heb ooit een thesis gemaakt over het verband tussen impressie en expressie. Door dingen te doen (ook al weet je niet waarom) kom je tot een besef, leer je iets. Het
MOSterd sprak met
Johan Verstraete
begint niet altijd vanuit een idee dat je dan omzet in actie. Het is ook door dingen te doen dat je je bewust kunt worden van een aantal elementen. Je stuurt je gedrag bij vanuit een actie, vanuit het feit dat je iets hebt meegemaakt. Het emotionele is ook belangrijk. Je leert niet uitsluitend met je ‘kop’, je leert met je hele lijf. Vanuit dat oogpunt wil ik de actiecomponent centraal stellen. MOSterd: Zeker wat duurzame ontwikkeling betreft, is kennisoverdracht toch ook heel belangrijk? Johan: Ja, maar we komen met die kennis meestal op verkeerde momenten bij de jongeren. Interesse is dan miniem. Maar als je actiemomenten inbouwt, maak je als het ware de poort groter om kennis te laten binnenvloeien. Kennis om de kennis heeft geen zin. Je moet ze prikkelen zodat ze zelf informatie willen opzoeken.
“We komen met kennis meestal op verkeerde momenten aan bij de jongeren. Interesse is dan miniem. Maar als je actiemomenten inbouwt, maak je als het ware de poort groter om kennis te laten binnen vloeien.” MOSterd: Wanneer zeg je van jezelf “ik ben geslaagd in mijn opzet”? Johan: [lange stilte] Als iemand mij over een jaar of tien zou zeggen: “Jij bent in onze klas geweest en ik ben toen echt over een aantal dingen beginnen nadenken.” Ik zou een inspirator, een bezieler willen zijn. Tijdens mijn “optredens” appelleer ik, prikkel ik graag mensen. Educatie is altijd een beetje overdrijven, soms zelfs een beetje aandikken en scherp stellen om mensen op ideeën te brengen. Nu en dan moet je hen eens een ongemakkelijk gevoel bezorgen. Zwijg maar eens drie minuten. Dat is een eeuwigheid…. MOSterd: Dank je voor het gesprek. Interview: Mike Stoens en Eric Craenhals
23