Activiteiten schakeltaken
LEERKRACHTGEDEELTE ACTIVITEIT: DE JUISTE BOOR Omschrijving van de activiteit Op basis van omschrijvingen van soorten boren kunnen de leerlingen deze soorten herkennen en onderscheiden en weten ze in welke praktijksituaties de boren worden gebruikt. Fase Gevorderde geletterdheid; functioneel lezen Taaldoelen en / of leesvoorwaarden – deelvaardigheden 2. De leerlingen kunnen op beschrijvend niveau relevante informatie uit schriftelijke teksten verwerken Concreet: de leerlingen kunnen gereedschap identificeren op basis van een schriftelijke omschrijving. 4. De leerlingen kunnen op structurerend niveau relevante informatie selecteren uit schriftelijke teksten Concreet: de leerlingen kunnen uit schriftelijke omschrijvingen van het gebruik van gereedschap afleiden in welke situatie ze welk gereedschap nodig hebben.
Competenties Functionele competenties De leerling beheerst inzichten en vaardigheden ten aanzien van techniek in de eigen omgeving Duur 1 à 2 lesuren Lesschema
Fase 1
Organisatie klassikaal
2
in duo’s
Activiteit de lln bekijken een boor en borenset en bespreken vormelijke verschillen de lln lezen van elke boor de naam en de omschrijving; op basis hiervan identificeren ze verschillende (afbeeldingen van) boren de lln lezen voor elke
Centrum voor Taal en Onderwijs – Kathleen Collijs
Materiaal een (universele) boor en borenset
kopieerbladen met de teksten over boren en toepassingen + bijhorende afbeeldingen
Activiteiten schakeltaken
3
klassikaal
boor een functieomschrijving; daarna lezen ze verschillende toepassingen en linken ze de juiste toepassing met de juiste boor de lln bespreken hoe kopieerbladen met je de verschillende de teksten over boren moet gebruiken boren en welke veiligheidsmaatregelen je best in acht neemt
Voorbereiding Plan deze taak na een activiteit waarbij de leerlingen boren moeten gebruiken, bijvoorbeeld eenvoudige klussen (dingen omhoog hangen) of iets knutselen. Zorg voor een boor en borenset of vraag op school aan een praktijkleerkracht om gereedschap te mogen ontlenen. Lesverloop Fase 1 (voorgesprek – vooractiviteit) Idealiter gebeurt deze taak naar aanleiding van één of meerdere praktische opdrachten met boren. Bijvoorbeeld: een nestkastje in elkaar zetten en ophangen (gebruik van houtboor, gatenzaag en eventueel steenboor). De leerlingen hebben dan zelf ervaren dat er meerdere boren zijn voor verschillende toepassingen. De activiteit kan ook kaderen in een schakelproject (voorbereiding op een beroepsrichting) of verwerking van een snuffelstage. Breng een universele boor en een set boren mee naar de klas. Laat de leerlingen eventueel omschrijven hoe de boren van elkaar verschillen qua vorm en breng zo impliciet relevante woorden aan (punt, scherp, rond, vooraan), bijvoorbeeld: Die hulpstukken (gatenzaag) lijken helemaal niet op de andere; welke vorm hebben ze (rond)? Lijken ze op boren (nee; meer op zagen)? Welke punt heeft deze boor (houtboor; scherp)? En deze (metaalboor, rond)? Waarom zouden de punten van boren verschillend zijn (sommige materialen zijn zachter)? Fase 2 (uitvoering mits ondersteuning) Laat de leerlingen samenwerken in duo’s. Deel de kopieerbladen uit met de omschrijving van de boren. Gebruik echte boren of de afbeeldingen van boren zie kopieerbladen. Leg uit dat de leerlingen telkens de eerste zinnetjes moeten lezen en de juiste naam aan de juiste boor moeten koppelen. Help de leerlingen als het technisch of begrijpend lezen problemen stelt. Ondersteun door te focussen op relevante informatie of door het denkproces te verwoorden, bijvoorbeeld: Je moet telkens het eerste zinnetje lezen; wat staat er over de glasboor (die heeft een pijltje vooraan). Welke boor zie je met een pijltje vooraan?
Centrum voor Taal en Onderwijs – Kathleen Collijs
Activiteiten schakeltaken
Welke boren heb je nog niet gevonden tussen de afbeeldingen: de metaalboor en de houtboor? Waar moet je op letten; wat is er verschillend bij die twee boren?
Bespreek de oplossingen. Laat de leerlingen formuleren waarom de boren die specifieke vorm hebben, bijvoorbeeld: de steenboor heeft een beiteltje vooraan omdat je er door het harde steen mee moet kappen. Deel vervolgens de kopieerbladen uit met de omschrijving van verschillende toepassingen van boren. Laat de leerlingen opnieuw samenwerken in duo’s. Vertel de leerlingen dat ze moeten uitzoeken waar je de verschillende soorten boren voor gebruikt. Help ook hier bij problemen met technisch of begrijpend lezen. Focus op relevante informatie en ondersteun de leerlingen om de betekenis van onbekende woorden te achterhalen, bijvoorbeeld: Weet je nog dat we het in de taken over tunen over een spoiler hadden? Wat kan je allemaal in een plafond plaatsen (lampen, licht); zou een spotje een groot licht zijn? Hoe is het plafond; is een hol plafond van steen? Bespreek de oplossingen. Laat de leerlingen eventueel nog andere toepassingen formuleren. Fase 3 (nabespreking – afsluitende activiteit) Bespreek klassikaal de tips om de verschillende soorten boren te gebruiken; verwijs waar mogelijk terug naar situaties die de leerlingen zelf hebben meegemaakt. Laat de leerlingen formuleren waarom je al dan niet een gaatje moet voorboren, het materiaal moet koelen, enzoverder. Bijvoorbeeld: bij een gatenzaag moet je geen gaatje voorboren want dan ben je het midden van je cirkel kwijt; glas en metaal zijn hard en vertonen veel weerstand zodat je ze best koelt. Demonstreer het slagmechanisme van een boor. Bespreek tenslotte algemene veiligheidsregels voor boren samen met de leerlingen. Differentiatie / ondersteuning Misschien zijn de leerlingen niet vertrouwd met de benamingen van verschillende materialen: hout, steen, metaal, ... Pols hiernaar in het voorgesprek door de leerlingen over praktische opdrachten te laten vertellen of eventueel explicieter door de leerlingen materialen in de klas (muur van steen, stoelpoten van metaal, ...) te laten benoemen. Doe eventueel één opdracht klassikaal als voorbeeld. Wijs de leerlingen op de structuur van de tekstjes over verschillende soorten boren en laat hen deze structuur expliciteren: het eerste zinnetje gaat altijd over ‘hoe ziet de boor er uit’; het tweede zinnetje over ‘waarvoor gebruik je de boor’ en het laatste bevat tips over hoe de boor te gebruiken. Geef de leerlingen bij de vraagjes over toepassingen de visuele ondersteuning op het laatste kopieerblad. Bij elke afbeelding staat bovendien een invulzinnetje dat als steun kan dienen om de juiste oplossing te vinden.
Centrum voor Taal en Onderwijs – Kathleen Collijs
Activiteiten schakeltaken
Differentiatie / aanpassing -/+ (-) Beperk de soorten boren. Maak van de tweede opdracht (het gebruik van soorten boren) eventueel een mondelinge opdracht. (+) Laat sterke leerlingen de gebruikstips zelf lezen en bespreken. Verklank samen het moeilijke woord ‘slagmechanisme’ of breng het als globaalwoord aan. Laat sterke leerlingen een schema maken met tips voor gebruik van de verschillende boren: voorboren of niet; koelen of niet; snel of traag boren, ...
Centrum voor Taal en Onderwijs – Kathleen Collijs
Activiteiten schakeltaken
KOPIEERBLAD ACTIVITEIT: DE JUISTE BOOR de glasboor o o o
De glasboor heeft vooraan een soort pijltje →. De glasboor dient om door glas te boren. Voorbeeld: de deur van een douche. Boor niet te snel of te hard. Koel het glas met water. Plak een stuk tape voor je boort.
de houtboor o o
o
De houtboor heeft een scherpe punt >. De houtboor dient om twee stukken hout aan elkaar te zetten. Voorbeeld: een kader. Of om hout vast te zetten met een vijs of bout. Voorbeeld: een raam. Boor grote gaten voor.
de steenboor o
De steenboor heeft vooraan een hard plaatje.
o o
Dat lijkt op een kleine beitel . Voorbeeld: een muur van baksteen. De steenboor dient om in steen te boren. Zet het slagmechanisme aan.
de gatenzaag o o o
De gatenzaag heeft de vorm van een rondje of cirkel O. De gatenzaag dient om een cirkel te maken in een plaat. Voorbeeld: een gat voor een stopcontact. Boor geen gat voor.
de metaalboor o o o
De metaalboor heeft geen scherpe punt. De punt is afgerond ). De metaalboor dient om in metaal te boren. Voorbeeld: een blik. Boor traag. Maak eerst een klein putje. Koel met olie.
_____________________________________________________________________
TIPS VOOR JE VEILIGHEID! ZET EEN BRIL OP. PAS OP DAT DE BOOR NIET KAN WEGGLIJDEN.
Centrum voor Taal en Onderwijs – Kathleen Collijs
Activiteiten schakeltaken
Vragen 1. Je wil een spoiler op je auto zetten. Welke boor heb je nodig? 2. Je wil een nestkastje maken voor je tuin. Je hebt hier nog oude planken voor. Welke boor heb je nodig?
3. Je wil een spotje plaatsen in het plafond. Het plafond is hol. Welke boor heb je nodig? 4. Je wil een kader aan de muur hangen. De muur is van baksteen. Welke boor heb je nodig?
5. Je wil een spiegel hangen in je badkamer. Eerst moet je gaatjes maken in de spiegel. Welke boor heb je nodig?
Centrum voor Taal en Onderwijs – Kathleen Collijs
Activiteiten schakeltaken
Je wil een spoiler op je auto zetten. Je auto is van ...
Je wil een spotje plaatsen in een hol plafond.
Je wil gaatjes maken in een spiegel. De spiegel is van ...
Centrum voor Taal en Onderwijs – Kathleen Collijs
Je wil een nestkastje maken van planken. Het kastje is van ...
Je wil een kader hangen aan de muur. De muur is van ...