De juiste mensen op de juiste plek

Jaardocument De Groene Welle 2013 “De juiste mensen op de juiste plek”

De juiste mensen op de juiste plek Geïntegreerd jaardocument 2013 De Groene Welle

Versie: mei 2014

Adres De Groene Welle Postbus 552, 8000 AN Zwolle [email protected] www.groenewelle.nl 13US

1


Inleiding De juiste mensen op de juiste plaatsen; dat was in 2013 de rode draad in onze organisatie. Na de start van de uitvoering van het nieuwe strategisch uitvoeringsplan in 2012, was afgelopen jaar het moment om onze organisatie anders in te richten. In dit document zetten wij op een rij welke activiteiten we hebben ondernomen in het kader van deze herijking, presenteren we de ontwikkelingen die er speelden binnen onze onderwijsinstelling, geven we aan welke keuzes we hebben gemaakt en welke invloeden de maatschappij om ons heen heeft gehad op ons functioneren en presteren. Hierbij focussen wij ons op onze core business: het geven van vo- en mbo-onderwijs. Uiteraard voldoet het jaardocument aan de vereisten die gesteld worden door de overheid en is het gebaseerd op de inrichtingsvereisten, zoals opgenomen in het Burgerlijk Wetboek en nader uitgewerkt in de richtlijn RJ660_Onderwijsinstellingen. Daarnaast hebben we nieuwe elementen ingevoegd, zoals de continuïteitsparagraaf. Leeswijzer Het jaardocument van De Groene Welle kent een overzichtelijke opbouw. Per hoofdstuk houden we ieder jaar een vaste indeling aan. We gaan hierbij zoveel mogelijk kernachtig in op de doelstellingen, de ervaringen en verklaringen en de verwachtingen voor de verdere jaren. Deze verwachtingen vormen de doelstellingen voor het volgende verslagjaar. Uiteraard hangt alles nauw samen met de prestatieafspraken die we in de zomer van 2012 in ons strategisch uitvoeringsplan ‘De Groene Welle: Brug naar het groene leven’ hebben beschreven. De opbouw van het jaardocument volgt de indeling van dit strategisch uitvoeringsplan. Op deze manier is één oogopslag duidelijk welke activiteiten bij welke pijler of onderdeel van het uitvoeringsplan horen. Een beknopt overzicht van de behaalde resultaten tot nu toe vindt u in de bijlage. In een oogopslag leest u hier hoe wij scoren op de voor ons belangrijke onderdelen. Elk hoofdstuk van het jaardocument staat voor een pijler uit het strategisch uitvoeringsplan. In hoofdstuk 1 ‘Wie zijn we’ vertellen we wat onze missie, kernwaarden en pijlers zijn en gaan we in op onze juridische structuur. In hoofdstuk 2 ‘Het beste uit jezelf halen’ gaan we onder meer in op onze onderwijsprestaties en investeringen. Ook presenteren we hier onze rendementen van het vo en mbo. In hoofdstuk 3 ‘Samen staan we sterk’ vertellen we over onze internationale activiteiten en samenwerkingsverbanden, onder meer op het vlak van onderwijsuitvoering en innovatie. Ook staan hier de cijfers rondom onze inspanningen op het gebied van leerlingbegeleiding. Hoofdstuk 4 ‘Vakmanschap is meesterschap’ vertelt over onze medewerkers in 2013 en de tevredenheid van studenten en BPVbedrijven. In hoofdstuk 5 ‘Ondernemerschap’ laten we zien welke kansen en mogelijkheden we hebben benut om onze organisatie en onze deelnemers te laten groeien. Tenslotte gaan we in hoofdstuk 6 uitgebreid in op de financiële verantwoording. Horizontale verantwoording Het document dat voor u ligt, is geschreven om ons verticaal te verantwoorden naar onder meer Ministerie en Inspectie. Via onze website publiceren we ook een samenvatting, gericht op de horizontale verantwoording naar medewerkers, ouders/verzorgers, bedrijfsleven en regionale overheidsinstellingen. Met deze splitsing doen wij recht aan de verschillende doelgroepen waaraan wij ons willen verantwoorden. Via nieuwsbrieven voor de diverse stakeholders worden onze belangrijkste partners uitgenodigd om met ons in gesprek te gaan over het jaardocument 2013. De input uit de gesprekken gebruiken wij weer bij het opstellen van onze jaarplannen. Uiteraard kunt u nu ook al via [email protected] een reactie geven.

2


Wij kiezen voor een (primair) digitale benadering van onze doelgroepen, omdat het past bij ontwikkelingen in de maatschappij. Communicatie verschuift steeds meer van papier naar digitaal, en De Groene Welle gaat mee in deze trend. Maar uiteraard verdwijnt het persoonlijke contact nooit! Wij wensen u inspirerende leesmomenten!

3


Verklarende woordenlijst 4Groen BBL BOL De 5 rollen van de docent E-Twinning en E-Space EVC-traject

Implementatietoets BKS MIP POP PTA School-Ex

Remuneratiecommissie

Symbiose leerling Triple R4EU VO 23.05

Qlikview ZAT VSV Audit commissie

PDCA

PTO WOLF rapportages

Samenwerkingsverband van Nordwin College, AOC Terra, AOC Oost en De Groene Welle Beroeps Begeleidende Leerweg Beroeps Opleidende Leerweg Een training waarin naar voren komt welke vijf rollen effectieve leraren vervullen in hun lessen. De leraar is: gastheer, presentator, didacticus, pedagoog en afsluiter. Internationaal communicatieplatform voor leerlingen en internationale werkruimte voor docenten Een traject rondom Erkenning van eerder Verworven Competenties. Dat wat geleerd is op school, in werk of privé wordt beoordeeld en erkend. EVC maakt zichtbaar welke kennis, inzichten en ervaringen zijn opgedaan. De test waarin gekeken wordt of de nieuwe kwalificatiedossiers voldoende mogelijkheden bieden voor het maken van onderwijs MeerjarenInvesteringsPlan Een persoonlijk ontwikkelingsplan, waarin afspraken staan tussen werknemer en werkgever over de persoonlijke ontwikkeling van de werknemer. Programma van Toetsing en Afsluiting Met het School ex-programma spant De Groene Welle zich in om met begeleidings- en ombuiggesprekken gediplomeerde mbo’ers door te laten studeren en te stimuleren te kiezen voor een studie met arbeidsmarktperspectief. Het School ex-programma maakt deel uit van het Actieplan Jeugdwerkloosheid, dat de ministers van OCW en Sociale Zaken in maart 2013 lanceerden. De remuneratiecommissie functioneert onder verantwoordelijkheid van de Raad van Toezicht en heeft als taak om de Raad van Toezicht voorstellen te doen over het bezoldigingsbeleid van de Raad van Toezicht en het totale beloningpakket van individuele bestuurders Leerling van het speciaal voortgezet onderwijs die een deel van de opleiding bij De Groene Welle volgt Internationaal project waarin Rights, Respect and Responsibility for Europe centraal staan Het samenwerkingsverband voortgezet onderwijs 23.05, waarin alle scholen voor voortgezet onderwijs (VO) en voortgezet speciaal onderwijs (VSO) in de regio IJssel-Vecht samenwerken om passend onderwijs voor elke leerling aan te bieden. Een Business Intelligence (BI) tool voor data analyse, dashboards en rapportage. ZorgAdviesTeams Voortijdig SchoolVerlaten Groep personen belast met het uitvoeren van de kwaliteitscontrole binnen opleidingen en/of scholen. Belangrijke instrumenten zijn het Toezichtskader Inspectie 2012 en de zelfevaluaties. De PDCA-cyclus of kwaliteitscirkel van Deming is een creatief hulpmiddel voor (proces)besturing, ontwikkeld door de Amerikaanse statisticus William Edward Deming. De cirkel bestaat uit vier stappen: Plan, Do, Check en Act. Programma van Toetsing en Onderwijs; het geeft voor alle onderbouwklassen aan wat voor elk vak en elk niveau het programma is. Rapportages rondom resultaten examenvak met het computerprogramma WOLF (Windows Optisch Leesbaar Formulier).

4


Inhoudsopgave

Inleiding .......................................................................................................................................... 2 Verklarende woordenlijst................................................................................................................... 4 Verklaring bevoegd gezag 2013 ......................................................................................................... 6 Verslag van het College van Bestuur .................................................................................................. 7 Verslag van Raad van Toezicht ......................................................................................................... 8 Wie zijn wij?..................................................................................................................................... 9 Het beste uit jezelf halen ................................................................................................................ 13 Samen staan we sterk .................................................................................................................... 21 Vakmanschap is meesterschap ........................................................................................................ 27 Ondernemerschap .......................................................................................................................... 34 Financieel resultaat, besturing en verwachtingen: Jaarrekening 2013 ............................................... 37 Bijlage Overzicht van nevenfuncties College van bestuur ............................................................... 78 Bijlage Samenstelling Raad van Toezicht en rooster van aftreden ................................................... 78 Bijlage Nevenfuncties Raad van Toezicht ...................................................................................... 79 Bijlage Verantwoording Code Goed Bestuur in de BVE sector ......................................................... 80 Bijlage Overzicht van opleidingen 2013......................................................................................... 84 Bijlage Overzicht projecten en regelingen (additionele middelen) De Groene Welle 2013 ................. 85 Bijlage Jaarverslag 2013 OR De Groene Welle ............................................................................... 86 Bijlage Jaarverslag 2013 Examencommissie De Groene Welle ........................................................ 87 Bijlage Prestatieafspraken 2012-2015 ........................................................................................... 88

5


Verklaring bevoegd gezag 2013 Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap verplicht het bevoegd gezag tot een verklaring dat alle opleidingen voldoen aan de wettelijke vereisten. De wettelijke vereisten definieert De Groene Welle als alle relevante onderwijswet- en regelgeving. Dus: 

       

Voldoen aan de zorgplicht informatievoorziening door het beschikbaar stellen van: a) Het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA) aan vmbo-leerlingen en ouders/verzorgers. b) Het onderwijs- en examenreglement aan studenten in het mbo. c) Een opleidingsgids voor vo en mbo. d) Het informeren van studenten over de arbeidsmarktperspectieven van de opleiding waarvoor ze zich aanmelden en inschrijven. e) Het verhelderen van schoolkosten vo en mbo. Het verstrekken van een geldige onderwijs- en BPV-overeenkomst aan de studenten in het mbo. Melden van voortijdig schooluitval via de daarvoor geldende procedures. Uitvoeren en communiceren van klachtenregelingen met betrekking tot examens, BPV en vertrouwenszaken. Voldoen aan de wet BIO. Voldoen aan de wettelijke minimum uren norm voor onderwijstijd in het vo en mbo. Toegankelijkheid van de opleiding. Systematische aandacht voor onze onderwijskwaliteit in vmbo en mbo. Het voldoen aan de eisen van medezeggenschap van medewerkers en studenten.

Als organisatie hebben wij ons in 2013 gehouden aan alle relevante weten regelgeving. Ook het toezicht is volgens de Governance Code uitgevoerd.

6


Verslag van het College van Bestuur Frida Hengeveld, voorzitter College van Bestuur De Groene Welle, blikt kort terug op 2013 Onderwijs is voortdurend in beweging: het is mensenwerk. Op basis van onze visie heeft er in 2013 een herijking van de organisatie plaatsgevonden, met als doel de goede mensen op de goede plekken in de organisatie te plaatsen. Het resultaat is een plattere organisatie, waarin meer mensen een verantwoordelijkheid nemen én krijgen op basis van hun competenties. Het was een intensief proces, waarin we rond de zomer afscheid hebben genomen van een aantal goede mensen, waarvoor we helaas geen plaats meer hadden. In 2013 hebben we de inzet van middelen met 8% teruggebracht. We zagen namelijk in 2012 onze inkomsten met 8% teruglopen. Door ons ingrijpen is er vanaf de zomer 2013 weer sprake van een financieel gezonde situatie. Ondertussen zat in 2013 ook de buitenwereld niet stil. De politiek sloot een Nationaal Onderwijs Akkoord en het ministerie van Economische Zaken (waar wij deel van uitmaken) besloot tijdens het jaar nieuwe spelregels rondom innovatiemiddelen in te voeren. De inspectie onderzocht de Staat van de Instelling binnen het mbo en deed onderzoek bij ons vo. Uit de conclusies van het vo-onderzoek blijkt dat we (vanwege het gemiddelde van drie jaren) echt op een voldoende afkoersen. De onvoldoende voor de kwaliteitsborging kan in 2014 omgezet worden in een voldoende, zo is de verwachting van de inspectie. De directie heeft aan het einde van 2013 teruggeblikt en geconstateerd dat we tevreden zijn hoe we dit jaar hebben gedraaid. Natuurlijk zijn we trots op het feit dat we binnen de begroting zijn gebleven. Maar we zijn vooral trots op onze medewerkers; zij hebben met elkaar de schouders eronder gezet en zijn er, ondanks de oplopende werkdruk, toch in geslaagd hun werk goed uit te voeren. En om dat werk draait het: leerlingen en studenten begeleiden in hun leerproces, zodat ze goede burgers worden, goede beroepsbeoefenaren of goede studenten in vervolgonderwijs. Het bewijs van het goede werk is bijvoorbeeld het slagingspercentage van 98% in het vo en een daling van meer dan 50% in de VSV-cijfers. Ook hier geldt: de goede mensen op de goede plaatsen. In dit jaarverslag presenteren we deze en andere onderwerpen, waarmee we ons in 2013 hebben bezig gehouden, en verantwoorden we ons voor de inzet van de publieke middelen die ons ter beschikking staan. Zoals u zult zien: onze school bruist en leeft als nooit tevoren. En met deze activiteiten is De Groene Welle een Brug naar het Groene Leven. Frida Hengeveld Voorzitter College van Bestuur De Groene Welle

7


Verslag van Raad van Toezicht Hein Dijkstra, voorzitter Raad per 1 januari 2014, licht toe In 2013 is de Raad van Toezicht vijf keer bij elkaar geweest en heeft verschillende elementen uit het strategisch uitvoeringsplan en de P&C-cyclus besproken. Basisdocumenten hierbij waren het jaardocument 2012, de kaderbrief en de begroting 2013, de meerjarenraming, de adviesbrief van de accountant en het Jaarplan De Groene Welle 2013. Door deze documenten en de gespreken heeft de raad kunnen constateren dat de organisatie, volgens plan, op koers is. Financiën Op basis van de resultaten uit 2012 is er afgelopen jaar opnieuw extra aandacht geweest voor de financiële situatie. Met bestuurder en controller is uitgebreid gesproken over de begroting en de ombuiging van de uitgavenkant op het gebied van personele inzet. Bij het maken van een risicoanalyse voor de gehele organisatie heeft de Raad van Toezicht een actieve inbreng gehad. Uiteraard is de gepresenteerde meerjarenraming en de landelijke benchmark van de mbo-instellingen besproken. De raad was vooral geïnteresseerd in de vergelijking tussen de verschillende AOC’s en de afwijkingen die daarin optreden. Hoge loonkosten sprongen daarbij in het oog. In 2013 heeft de Raad van Toezicht een nieuwe accountant benoemd: vanaf 2014 gaan we verder met Ernst & Young. Kwaliteit van onderwijs De raad constateerde dat de resultaten van het vo een stijgende lijn laten zien. De resultaten /opbrengsten zijn echter nog niet op het gewenste niveau, voornamelijk doordat er binnen het vo wordt gerekend met een gemiddelde over drie jaren. De organisatie is op de goede weg. Het onderzoek naar de staat van de instelling voor het mbo heeft de raad actief gevolgd en de rapportages zijn besproken. Het voorstel aan de inspectie om ook met de Raad van Toezicht in gesprek te gaan is door hen niet overgenomen. De raad heeft de bestuurder ondersteund in haar actie om bij de inspectie een klacht in te dienen over de beoordeling over de kwaliteitsborging. De Groene Welle is van mening dat het toezicht kader onvoldoende recht doet aan de mogelijkheden en werkwijze van een kleine instelling en de keuzes die bestuurlijk gemaakt zijn. Aan het einde van 2013 heeft de Raad van Toezicht afscheid genomen van drie leden en is er een nieuwe voorzitter gekozen. Het aantal leden wordt teruggebracht tot vijf en in januari 2014 wordt er een nieuw lid geworven met een financieel profiel. Governance Code De Groene Welle past de code ‘Goed bestuur in de BVE’ (zie bijlage Verantwoording Code Goed bestuur in de BVE sector) toe en in het kader hiervan heeft de Raad van Toezicht in 2013 aandacht besteed aan het eigen functioneren. De voorzitter heeft met ieder lid evaluatiegesprekken gevoerd rondom het individuele functioneren en het functioneren van de raad als geheel. De geldende kaders van de Governance Code waren in deze gesprekken het uitgangspunt. In 2014 zal de Raad van Toezicht in het kader van de Governance Code een klokkenluidersregeling opstellen en de werkwijze in commissies formaliseren en onderbouwen met een beschrijving van verantwoordelijkheden. In 2013 is er een remuneratiecommissie ingesteld, naast de al aanwezige auditcommissie. De Raad heeft niet gekozen voor een aparte onderwijscommissie, omdat de kwaliteit van onderwijs een verantwoordelijkheid is voor alle leden. In de Raad is gesproken over de nieuwe Branchecode; waarbij de aanbevelingen voor Raden van Toezicht zijn overgenomen. Relatie met de organisatie Het voornemen van de raad is om in 2014 meer zichtbaar te zijn voor en in de organisatie. In 2013 is gestart met het voeren van een breed gesprek: een carrousel met OR, teamleiders en directieleden. Dit zal in 2014 worden herhaald en uitgebreid met contacten met teams. Door onze aanwezigheid bij diverse activiteiten laten we zien dat we betrokken zijn bij de organisatie en de mensen die er werken.

8


Wie zijn wij? Missie en visie De Groene Welle is een groene school voor vmbo- en mbo-onderwijs. Wij werken aan de ontwikkeling van mensen en bieden hen een duidelijk beeld van de mogelijkheden voor een (vervolg)loopbaan in de (internationale) groene sector of sectoren geënt op het groen. Dit doen wij door in een groene context activiteiten uit te voeren gericht op leren en innoveren. Het onderwijs wordt verzorgd door competente en bevoegde medewerkers, die oog hebben voor de wensen en verwachtingen van het beroepenveld en wat leerlingen en studenten nodig hebben om te leren. Onze stafdiensten ondersteunen het onderwijsproces daarbij professioneel. Onze school is een veilige school met een gestructureerde werkwijze. Wij denken en werken vanuit de grondgedachte zorgvuldig en respectvol om te gaan met alles wat we tot de natuur kunnen rekenen. Hierbij richten wij ons vanuit Zwolle en Hardenberg op verschillende doelgroepen in Noordoost Nederland. De kern van ons werk is het aanbieden van voorbereidend beroepsonderwijs, kwalificerende opleidingen en cursussen en het uitvoeren van projecten gericht op innovatie. Dit doen wij samen met het bedrijfsleven, andere scholen in de regio en binnen de groene kolom van vmbo-mbo-hbo-wo. Strategie In 2012 hebben we ons strategisch uitvoeringsplan ‘De Groene Welle: Brug naar het groene leven’ vastgesteld. De realisatie van de prestatie indicatoren worden in de bijlage weergegeven. Bij iedere keuze in de organisatie kijken we naar de samenhang met de strategische agenda. Op deze manier hangen alle acties met elkaar samen en werken we op een systematische en planmatige wijze. Het uitvoeringsplan geeft ons ook focus; iets waar we bij het schrijven van het MIP al ons voordeel mee hebben gedaan. Dit plan, geschreven op verzoek van het ministerie van Economische Zaken, beschrijft onze ambitie gericht op innovatie en heeft nu een directe link met onze reeds geformuleerde strategie. Elk jaar kiezen wij een thema, dat als een rode draad door onze activiteiten loopt. In 2013 was het jaar thema ‘De goede mensen op de goede plaatsen’. Na het aanbrengen van focus in 2011 en het organiseren van werk in 2012, was het tijd om onze organisatie aan te passen. Op deze manier kunnen we gestelde doelen halen en in onze visie zijn het de mensen die ertoe doen. Kernwaarden en pijlers Respect, in nauwe relatie met ons groene karakter, de kernwaarde van De Groene Welle. Leerlingen, studenten, medewerkers en andere samenwerkingspartners hebben respect voor zichzelf en hun individuele mogelijkheden, respect voor elkaar en respect voor hun school- en werkomgeving.

is

Binnen De Groene Welle staan drie pijlers centraal: ondernemerschap, vakmanschap en samenwerking. Alle activiteiten die we uitvoeren koppelen we aan één van deze pijlers. Zo zijn alle doelstellingen en activiteiten van De Groene Welle herkenbaar en dragen ze bij aan een grotere samenhang tussen de activiteiten. De gekozen pijlers passen bij onze medewerkers en studenten, ze geven focus en energie en sluiten goed aan bij ons onderwijs. Het beeldmerk maakt in een oogopslag helder wat onze strategie, kernwaarden en pijlers zijn.

9


Kernactiviteiten In 2013 volgden 424 leerlingen een vo-opleiding (vmbo en Het Groene Lyceum) bij De Groene Welle in Zwolle. In samenwerking met het Vechtdal College bieden wij ook vmbo-groen aan in Hardenberg. In schooljaar 2013/2014 zaten er 30 leerlingen in klas drie en 15 leerlingen in klas 4. In het mbo stonden in 2013 1291 studenten ingeschreven. Het team Cursusonderwijs en Contractactiviteiten heeft voor circa 1500 personen op de commerciële markt een bijscholing of cursus georganiseerd. Het onderwijs wordt gegeven vanuit de locaties Zwolle en Hardenberg. In de bijlage staat het overzicht van opleidingen in 2013. Juridische structuur Als onderwijsinstelling bieden wij neutraal (algemeen bijzonder) onderwijs. De rechtspersoonlijkheid van De Groene Welle is een stichtingsvorm met de naam Stichting Agrarisch Opleidings Centrum de Groene Welle. De stichting is opgericht in 1991 en is gevestigd in Zwolle. Aan de stichting is een tweetal partijen verbonden: het commanditaire vennootschap LOC Hardenberg en de Stichting Leerbedrijven. Deze laatste maakt het mogelijk dat studenten activiteiten kunnen uitvoeren bijvoorbeeld op het vlak van ondernemen. Organisatiestructuur De Groene Welle wordt bestuurd door mw. F.W. (Frida) Hengeveld, voorzitter College van Bestuur. In 2013 is gewerkt met een directieteam bestaande uit de voorzitter College van Bestuur (voorzitter directieteam), directeur vo/mbo (gecombineerd vanaf 1 april 2013) en directeur stafdiensten. Deze directeuren geven leiding aan hun MT (managementteam) bestaande uit de directeur en de teamleiders. Binnen het vo is er sprake van twee teams, het mbo kent vier teams en binnen de stafdiensten zijn er twee teams actief. De teamleider is hiërarchisch verantwoordelijk voor zijn/haar team. Stafmedewerkers leveren een bijdrage aan de strategische doelen van de organisatie op het terrein van kwaliteit, innovatie, marketing en communicatie, internationalisering, personeel en organisatie, en zorg/leerlingbegeleiding. In 2013 vond de uitvoering plaatst van de voorgenomen herijking van de organisatie. Deze herijking was nodig om een betere samenwerking te realiseren tussen vo en mbo en tussen Zwolle en Hardenberg en om studenten in Zwolle en Hardenberg een zelfde programma te bieden. Daarnaast was de opgave om met minder financiële middelen te werken ook aanleiding om de organisatie te herzien. Het effect van de herijking is tweeledig: er is een plattere organisatie ontstaan met kortere lijnen en door de goede mensen op de goede plek te zetten, kunnen collega’s verantwoordelijkheid nemen (professioneel statuut). Dit laatste punt volgt uit onze visie dat wij een leer- en werkgemeenschap zijn. De omvang van het management is teruggebracht. Vanwege de herijking is het aantal teams binnen het mbo teruggebracht van zeven naar vier. Om de teamleiders nog beter te laten functioneren starten wij samen met het CPS een training onderwijskundig en opbrengstgericht leiderschap voor teamleiders. Dit traject loopt door in 2014. Naast de teams (die in de lijnorganisatie vallen) werkten we in 2013 met vaksecties en sterrolhoudergroepen. De laatste groepen bespreken onderwerpen die gelden voor de gehele 10


organisatie, bijvoorbeeld zorg en begeleiding, internationalisering en marketing en communicatie. De sterrolhouders zorgen er voor dat hun onderwerp goed verankerd wordt in hun team. Ook vormen ze de verbinding tussen de teams en de organisatie/staf. Vaksecties zijn verantwoordelijk voor de inhoud van het onderwijs en de innovatie die gekoppeld is aan de beroepen waarvoor wij opleiden. Vanuit de vaksecties zijn er verbindingen naar docenten in andere AOC’s van onze samenwerkingspartners in 4Groen. We werken met twee locaties, die vallen onder één directeur. Daardoor is er geen onderscheid tussen bestuurs- en vestigingsniveau. In de vaksecties zijn mensen vanuit beide locaties actief. De teamleider, verantwoordelijk voor het team in Hardenberg is ook verantwoordelijk voor de locatie en de externe contacten met bijvoorbeeld het Alfa College en het Vechtdal College. In 2014 evalueren we de herijking van de organisatiestructuur en de werking van teams, vaksecties en sterrolhoudergroepen. We kijken dan in hoeverre de nieuwe structuur de vooraf gestelde doelen en effecten faciliteert. Cursus en contractonderwijs Binnen Cursus en contractonderwijs van De Groene Welle worden commerciële activiteiten aangeboden op het gebied van opleidingen en cursussen voor particulieren en bedrijven. De gerealiseerde omzet in 2013 bedroeg ca. € 343.000,-. Een stijging van € 65.000,- ten opzichte van 2012. Het aantal cursisten was circa 1500. Gezien de economische situatie een resultaat waar met voldoening op teruggekeken kan worden. Een groot deel van de stijging van inkomsten is te danken aan de werking van het adviseursteam. Duurzame relaties gebaseerd op kennis, transparantie en vertrouwen zijn opgebouwd en hebben interessante (maatwerk)trajecten opgeleverd, zelfs in een tijd van crisis. In 2013 is ook nadrukkelijk gekeken naar het efficiënter inzetten van het personeel op de afdeling Cursus en contractonderwijs. Het efficiënter inzetten van personeel is gekoppeld aan de implementatie van een geschikt softwaresysteem voor de totale cursusadministratie. Het programma van eisen is gemaakt en de eerste testen zijn uitgevoerd. Doelen voor 2014 en verder  



In 2014 zal het softwaresysteem verder worden geïmplementeerd. We blijven investeren in het adviseursteam. Dat de ontwikkelde werkwijze daadwerkelijk vruchten begint af te werpen, rechtvaardigt de werkwijze en continuering. Als organisatie vinden we het belangrijk om deze activiteiten voor het werkveld aan te blijven bieden, naast het reguliere onderwijsaanbod. Inspelen op de ontwikkeling rondom het rijbewijs trekker rijden. Waarschijnlijk zal vanaf januari 2015 het CBR de afname van examens trekker rijden afnemen. Hierdoor ontstaat een nieuwe markt: het aanbieden van rijlessen voor de trekker. Binnen 4Groen wordt dit gezamenlijk opgepakt en uitgewerkt.

Huisvesting De Groene Welle kent twee locaties met mooie gebouwen, die zorgen voor een aangename werken leeromgeving. In Hardenberg zit onze locatie in het LOC+, waarvan wij samen met een aantal partijen eigenaar zijn. Het onderhoud van deze locatie vindt dan ook plaats vanuit het Stichtingsbestuur, waarin onze directeur stafdiensten zitting heeft. Voor het onderhoud van de locatie in Zwolle werken wij aan de hand van een meerjarenonderhoudsplan, dat drie jaar geleden is opgesteld. In 2013 hebben we, conform de jaarplanning, onder andere het onderhoud aan vloeren en het schilderwerk binnen het gebouw

11


opgepakt. Alle werkzaamheden zijn binnen het budget gebleven door kritischer in te kopen en zelf werkzaamheden uit te voeren. In het totaal is in 2013 € 62.603,- aan groot onderhoud uitgegeven. In augustus 2013 werden wij geconfronteerd met een brandstichting. De opslagruimte in de buurt van de fietsenstalling is door een nog onbekende dader aangestoken. De schade kon beperkt worden tot het gebouw zelf en de inhoud. Begin 2014 is deze schade definitief afgerond en de kosten bedroegen voor opstal en inboedel € 112.391,- (incl. btw). Onze verzekering dekte de schade. In het najaar 2012 zijn we gestart met een aanpassing van het gebouw in Zwolle en de omliggende tuin. Vanwege de toekomstige intensivering van het onderwijs willen we optimaler gebruik kunnen maken van het gebouw en tuin. Ook de start van nieuwe opleidingen maakten aanpassingen noodzakelijk. In 2013 zijn wij conform het originele plan verder gegaan met deze aanpassingen.

Europees aanbesteden In 2013 hebben wij samen met het Deltion College een traject van Europees aanbesteden voor de schoonmaak gedaan. VFM Facility experts heeft ons bij dit traject begeleid. Nadat het bestek was opgesteld hebben een achttal partijen gereageerd. Vijf partijen zijn uitgenodigd de offerte toe te lichten. Uiteindelijk is de keuze gevallen op het schoonmaakbedrijf Visschedijk facilitair. Vanaf 1 augustus 2013 verzorgt dit bedrijf de schoonmaak van ons gebouw. Doelen voor 2014 en verder   

Het afronden van het in 2012 gestarte traject met betrekking tot de aanpassing van het gebouw en de omliggende tuin. Uitvoering geven aan het groot onderhoudsplan zoals deze voor 2014 is opgesteld. Laten opstellen van een realistische planning groot onderhoud voor de komende drie jaren.

Toelatingsbeleid en toegankelijkheid De Groene Welle beoogt voor alle (potentiele) jongeren een passende plek op school te realiseren. Dit doen wij door ons toelatingsbeleid zo helder en transparant mogelijk te formuleren. Wij onderscheiden globaal vier fases in de toelatingsprocedures: aanmelding, onderzoek, inschrijving en plaatsing. Alle studenten die zich aanmelden krijgen een intake gesprek, waarbij we aandacht besteden aan onder meer de vooropleiding, het beroepsbeeld, de arbeidsmarktmogelijkheden en de motivatie. Wanneer blijkt dat een student niet op de juiste plek terecht gaat komen met zijn keuze kijken we of er alternatieven zijn binnen onze eigen onderwijsinstelling of daarbuiten. Zo nodig vindt een verlengde intake plaats. Wij willen bij de toelating uiteraard zorgvuldig zijn. Daarom besteden wij in ons voorlichtingsmateriaal ook aandacht aan de procedures en criteria. Daarnaast werken we met een Handboek Intake, waarin onze procedures en criteria zijn vastgelegd. Dit handboek wordt jaarlijks met de collega’s van de intake besproken.

12


Het beste uit jezelf halen Kwaliteitszorg In het visiedocument ‘Kaders voor Kwaliteitszorg’ dat jaarlijks bijgesteld wordt, hebben we op een rij gezet wat onze visie is op kwaliteit en de manier waarop we dat willen borgen. In dit kader hebben we in 2013 conform planning een format ontwikkeld en toegepast voor de teamplannen. In de praktijk blijkt dat de teamplannen nog te weinig SMART zijn en vrij veel onderwerpen bevatten. Hierop nemen we in 2014 actie. In 2013 zijn we er wel in geslaagd de plannen meer van de teams te laten zijn. Het Jaarplan mbo is de basis voor de teamplannen mbo en het document ‘Doorontwikkeling VMBO’ is de basis voor de teamplannen vo. Deze overkoepelende plannen bevatten team overschrijdende ambities met voor 2013 (vooral) actiepunten op de beleidsterreinen onderwijs, organisatie, studenten en personeel. In het kader hiervan hebben verschillende teams actiepunten geformuleerd. Zo richt het team Agro zich onder meer op het verbeteren van de samenwerking tussen de verschillende opleidingen in Zwolle en Hardenberg. Team Dier wil het verzamelen en analyseren van beschikbare gegevens gebruiken om diploma- en jaarresultaat te verbeteren en Team Groen richt zich op het formaliseren van Green Projects als vorm van leren in de praktijk en het inventariseren van de machines en gereedschappen. Team Hardenberg werkt onder meer aan de verbetering van tevredenheid bedrijven over de BPV en een goed ingevuld en betrouwbare absentieregistratie. Teams vo werken aan de opbrengsten en doorontwikkeling Groen Lyceum. In 2013 zijn de opleidingen Veehouderij (niveau 4) en Paardenhouderij (niveau 3) in samenwerking met 4Groen extern geaudit en hebben de opleidingen Groen, grond en infra (niveau 3) en Dierverzorging (niveau 2) de zelfevaluatie uitgevoerd. In de teamplannen van de onderzochte opleidingen zijn verbeterpunten opgenomen. Met deze systematische aanpak zullen we de komende jaren doorgaan. Kwaliteit maak je samen en in dit kader heeft de administratie in samenwerking met onderwijs, vaksecties en ondersteunende diensten een grote verbeterslag gemaakt op het gebied van het innen van schoolgeld op een gestandaardseerde manier. Zo is er een overeenkomst studentenbijdrage inclusief toelichting opgesteld. Daarnaast is er een format ontwikkeld voor de facturatie en specificatie van de studiekosten. De verbetering leidt tot minder vragen bij studenten; zij weten nu al in een vroeg stadium welke kosten er aan een opleiding zijn verbonden. Dit heeft ook weer een positief effect op het betalingsproces. Doelen 2014 en verder    

PDCA-cyclus wordt volledig uitgevoerd in teams voor wat betreft de teamplannen en andere (onderwijs)projecten. Daardoor wordt weer een stap op weg gezet naar systematische borging. Uitvoeren van interne zelfevaluaties/audits gekoppeld aan onderwijs en aan de ondersteunende processen. Kwaliteitsborging voldoet aan de eisen in het Toezichtskader Inspectie. Opbrengsten vo laten een verbetering zien.

Onderwijsprestaties Onze kerntaak is het opleiden van mensen voor een (internationale) groene functie/beroep of vervolgopleiding in de (groene) onderwijskolom. In alle gevallen nemen ze de kennis, inzichten en vaardigheden mee, die zij bij ons hebben geleerd. Om voor hen een goede Brug naar Het Groene Leven te zijn, moeten wij ons zelf ook ontwikkelen. In 2013 hebben wij op het gebied van onderwijs onder meer de volgende prestaties geleverd.

13




Doorontwikkeling vmbo In 2013 hebben we verder gewerkt aan de doorontwikkeling van het vmbo om de basiskwaliteit van ons groene vmbo-onderwijs te verhogen. Zo hebben alle vaksecties PTA’s bijgesteld en aangevuld met een PTO. Daarnaast zijn de toetsen inclusief de normering en de secuur aangepast. Het MT vo heeft daarnaast het advies overgenomen om minimaal twee keer per schooljaar met elke vaksectie de ontwikkelingen en vernieuwingen van het vak te bespreken. Het vervolgonderzoek van de Inspectie toonde een positieve ontwikkeling aan. En in juni 2014 hopen we voor alle vo niveaus voldoende te scoren.



Vergroten instroom derdejaars vmbo In 2013 is het gelukt de instroom in klas 3 te vergroten. Hiermee ontstaat een goede aanvulling op het leerlingenbestand van klas 2 en hebben we volop mogelijkheden om meer leerlingen door te laten stromen naar de groene sector en een groene mbo-opleiding. Met het organiseren van sectororiëntatielessen voor leerlingen van andere vo scholen hoopt De Groene Welle in 2014 meer aandacht te krijgen voor het groen onderwijs. Doel is om de instroom in het derde jaar nog meer te vergroten.



Start Het Groene Lyceum In 2013 zijn we gestart met Het Groene Lyceum, waarmee we leerlingen met een hoger profiel een (groen) alternatief bieden voor de route naar het hbo. Na de voorbereidingen in 2012 is het vervolg voortvarend opgepakt: kaders rondom het onderwijsprogramma zijn uitgewerkt, docenten zijn geworven en het ‘inwerken’ met de docentengroep heeft vorm gekregen. Zeventien leerlingen zijn in augustus 2013 gestart met een deel van hun lesstof op de Ipad.



Intensivering en verkorting mbo-opleidingen In augustus 2014 zullen de meeste vierjarige mbo-opleidingen verkort worden tot drie jaar. Hierdoor kunnen leerlingen uit het vmbo sneller doorstromen via het mbo naar het hbo. Voor De Groene Welle betekent dit alle niveau 4 opleidingen (behalve Dierenartsassistent paraveterinair) worden terug gebracht naar drie jaar. In 2013 zijn hiervoor de eerste voorbereidingen getroffen, zoals het aanpassen van de stageplannen.



Leerlijnenmodel en onderwijsconcept In 2013 hebben we gewerkt aan een leerlijnenmodel en een onderwijsconcept ontwikkeld, waarin verschillende contexten voor studenten uitgangspunt zijn: Leren in School, Leren in Bedrijf (BPV) en Leren in de Praktijk. Vanuit dit concept hopen we vanaf augustus 2014 voldoende onderwijstijd op een motiverende manier te realiseren.

Doelen 2014 en verder   

 

We blijven werken aan de verhoging van de instroom vo (inclusief Groen Lyceum) en streven naar 435 leerlingen in 2015. We starten met een tweede 1e klas van 20 leerlingen in Het Groene Lyceum. In 2015 moeten minimaal 60 leerlingen Het Groene Lyceum volgen. In 2014 richten we ons op de professionalisering van docenten in het werken met digitale hulpmiddelen ook zullen we leeractiviteiten van het mbo inpassen in de tweede klas van Het Groene Lyceum. Daarnaast gaan we de samenwerking aan met de andere lycea in Nederland om van Het Groene Lyceum een sterk merk te maken. We werken aan een systeem dat de onderwijstijd snel en eenvoudig inzichtelijk maakt. Op deze manier kunnen we bij eventuele afwijkingen tijdig ingrijpen. Invoering van verkorting en intensivering mbo vanaf augustus 2014.

14


 

De sterrolhoudergroepen beter neerzetten en effectief laten werken in de schakelrol naar teams. Vaksecties over de locaties heen faciliteren om zich te ontwikkelen.

Onderwijskundige en onderwijs programmatische zaken Om ons onderwijs goed te kunnen faciliteren en studenten op een juiste manier te begeleiden naar een vervolgtraject hebben we in 2013 verschillende activiteiten uitgevoerd. Hierbij de belangrijkste op een rij. 

Taal en rekenen Wij streven er naar dat al onze mbo-studenten bij diplomering beschikken over het vereiste beheersingsniveau Taal en Rekenen. Dit doen we onder andere door goede faciliteiten te organiseren op dit vlak. Zo krijgen alle studenten bij aanvang van het schooljaar een nulmeting en worden ze gedurende het onderwijs, gevolgd in hun ontwikkeling. Daarnaast werken we met het drieslagstelsel (reguliere lessen, extra ondersteuningslessen voor taal- en/of rekenzwakke studenten en Remedial Teaching) en delen we studenten in op niveaugroepen. In het schooljaar ‘13/’14 hebben we het aantal uren voor taal en rekenen (in onder- en bovenbouw) nogmaals iets omhoog gebracht. Vooral door het aanbod van zogenaamde ondersteuningslessen, gegeven door één persoon, ontstaat er rust en regelmaat in de te behandelen thema’s. De examinering is per september 2013 van start gegaan en in het vroege voorjaar van 2014 zal een eerste uitgebreide evaluatie worden georganiseerd.

Doelen 2014 en verder 



 



Continue blijven werken aan passend taal- en rekenonderwijs, met voldoende uitdaging en differentiatiemogelijkheden om zo de motivatie van studenten te verhogen en het beheersingsniveau te verbeteren. Professionalisering docenten, door het aanbieden van een cursus rondom didactiek en pedagogiek. Met behulp van ‘de vijf rollen van de leraar’ worden lessituaties uitgespeeld, geëvalueerd en vindt intervisie plaats. Blijven organiseren van gedifferentieerde lessen. Vervolmaking van het studentenvolgsysteem op basis van nulmeting met verfijnde toewijzing naar ondersteuning en Remedial Teaching. Resultatenbeheer en roostering In 2013 is Magister doorontwikkeld op het vlak van resultatenbeheer. Ook is er hard gewerkt aan het koppelen aan Qlikview, ons managementinformatiesysteem. Het doel om voor het einde van het jaar iedere teamleider in Qlikview de resultaten van het onderwijs, voor zijn opleidingen te kunnen laten zien, is gerealiseerd. Het uitleveren van overzichtelijke (voortgangs)rapporten van studieresultaten voor leerlingen/studenten blijft lastig en is in ontwikkeling. Vanuit onderwijsteams zullen keuzes gemaakt moeten worden, die organisatie breed worden gevolgd. Voor de roostering werken we in UNTIS. De koppeling tussen UNTIS en Magister verloopt ondertussen beter en door het aantrekken van een roostermaker worden veel problemen opgelost. Het roosteren en de informatie naar leerlingen/studenten is sinds augustus 2013 verbeterd, maar nog niet op het gewenste niveau.

15


Doelen 2014 en verder    

Verder vormgeven van de organisatie voor de uitvoering van het onderwijs, zoals basissystemen voor cijferverwerking en roostering en verbetering van onderlinge communicatie. Standaardisering om efficiënt te kunnen werken, ook als er in de toekomst minder middelen zijn. Expertise en specialisme bij teamleiders op het vlak van resultaten en onderwijskundig leiderschap blijven ontwikkelen. Verbeterde analyse van informatie door de koppeling van Magister naar Qlikview.

Klachtenbehandeling en incidenten Binnen De Groene Welle is de directiesecretaris verantwoordelijk voor de klachtenprocedure. Zij zorgt ervoor dat de klacht bij de juiste persoon wordt neergelegd en dat de klacht binnen de afgesproken periode wordt afgehandeld. De Groene Welle werkt met een interne klachtencommissie, die toezicht houdt op de zorgvuldigheid van afhandeling en uitspraken doet over de inhoud. Voor klachten die wij intern niet kunnen oplossen werken we samen met de externe klachtencommissie van het Deltion College. In 2013 is het aantal interne klachten ten opzichte van 2012 stabiel gebleven. Voor de klachten en vragen is door betrokken collega’s in goed overleg en naar tevredenheid een oplossing geboden. Er zijn geen klachten voorgelegd aan de externe klachtencommissie. Ook via de on-line ‘Ombudslijn MBO’ zijn geen klachten binnen gekomen. Doelen 2014 en verder 

 

Klachtenprocedure inzichtelijker maken voor interne doelgroepen door deze ook op intranet te plaatsen. Aan het begin van het schooljaar middels een online-campagne aandacht vragen voor het onderwerp. Blijven realiseren dat klachten kansen zijn om te verbeteren en hier in de communicatie richting betrokkenen ook op blijven wijzen. Klachten analyseren en verbeter-/preventiemaatregelen communiceren aan alle mogelijke betrokkenen.

Overzicht klachten en incidenten 2013 Afdeling vo

Locatie

Soort klacht/incident

Relatie

Aantal

Afgehandeld

Extern

Zwolle

Gedrag schoolmaatschappelijk werker (klacht) Verzoek vergoeding nieuwe mobiel leerling (incident) Lichamelijk geweld (incident) Gedragscode overtreden docent (klacht) Tussentijdsvertrek volledig lesgeld betalen (klacht)

ouder

1

Ja

0

ouder

1

Ja

0

2 leerlingen ouder

2 1

ja ja

0 0

ouder

1

ja

0

Onenigheid BPV bureau (incident) Studentenbijdrage (klacht) Afronding en/of voortgang opleiding Klachten over stagiaire en docent

student student ouder stageadres Totaal

1 3 2 1 7

Ja Ja Ja Ja

0 0 0 0

Zwolle Zwolle Zwolle Zwolle mbo Zwolle Zwolle Zwolle Zwolle

16


Aantal leerlingen en studenten In 2013 stonden 424 leerlingen ingeschreven bij het vo; hiermee is onze doelstelling van minimaal 395 leerlingen gehaald. In Het Groene Lyceum zijn we gestart met 17 leerlingen, drie minder dan het gewenste aantal. Het aantal mbo-studenten in 2013 was 1291; 44 studenten stonden ingeschreven als symbiose leerling. Hiermee hebben we de doelstelling van 1320 leerlingen niet behaald. De daling in aantal studenten mbo verklaren wij doordat minder studenten zich inschreven voor een BBL-opleiding als gevolg van de economische crisis. We hopen de komende jaren met gewogen studenten stabiel te blijven (gewogen is BOL= 1; BBL= 0,5 in de bekostiging). Doelen 2014 en verder 



1900 1850 1800 1750 1700 1650 1600

In 2014 hebben zich minimaal 415 leerlingen ingeschreven bij het groene vo. Het aantal leerlingen dat Het Groene Lyceum volgt is 35. Het uiteindelijke doel is om in 2015 435 voleerlingen te hebben. In 2014 hebben meer dan 1153 studenten zich ingeschreven bij het mbo, waarbij we uitgaan van zogenaamde gewogen deelnemers en niet, van de in het Strategische uitvoeringsplan genoemde, absolute aantallen.

Leerlingenaantal (vmbo, mbo, symbiose)

Leerlingenaantal (Groene Welle totaal) 1873 1835 1726

2000

57

1500

1715

1000

42

39

44

1332 1349 1307 1291

500 0 2010

2011

2012

2013

484

444

380

424

2010

2011

2012

2013

symbiose mbo vmbo

Leerlingenaantal

OpbrengstenLeerlingenaantal vmbo (vmbo, mbo, symbiose) (Groene Welle totaal) Het aantal gediplomeerde vmbo’ers ligt in 2013 hoger dan vorig jaar, namelijk 98,2% vs. 91,2%. De 2000 1873 1900 57 60 42de Theoretische stijging zit in het resultaat1835 van de diploma’s Kaderberoepsgerichte Leerweg (KB) en 39 1813 1799 1500 Leerweg (TL); deze laten een relatief grote stijging zien. De resultaten maken deels de doelstelling symbiose voor 1800 1000 1328 1332 1349 1307 1726 2013 waar: de resultaten in 2013 volgen de landelijke gemiddelden. mbo 1697 Aantal 1700 500 In 2013 is hard ingezet op het verkleinen van het verschil tussen Centraal 484 444 (CE) 471 Eindexamen 380 en de vmbo 0 School Examens (SE). Zo hebben we de examenresultaten en de Wolfrapportages besproken met de 1600 2009 2010 2011 2012 2007 2008 2009 2011 2012 vaksecties en met de2010 individuele docenten. De gemaakte afspraken zijn opgenomen in de vakwerkplannen en gaan over onder meer extra lessen voor vakken en maatregelen voor leerlingen die achterblijven in resultaat. Denk hierbij aan het oefenen van examenopgaven en het opnemen van examenopgaven in de schoolexamens. De inspanningen hebben wel hun vruchten afgeworpen. De slagingspercentages in de kaderberoepsgerichte- en gemengde leerweg zijn toegenomen. De verschillen tussen SE en CE zijn verder gedaald maar nog niet op voldoende niveau.

17


Voor 2014 en verder  

Het aantal gediplomeerden in het vmbo is tenminste 95% in 2015. Voor 2014 hopen we op een slagingspercentage van 93,5%. Voor zowel GL als KB is het verschil tussen CE en SE binnen de landelijke norm van 0,5. Ook de BB volgt de landelijke norm. We doen dit door in te zetten op het periodiek bespreken van de resultaten SE en CE, het maken van analyses hiervan en het opstellen van handelingsplannen. Daarnaast blijven we zorgen voor lesstof en toetsen op goed niveau en blijven leerlingen de examenopgaven oefenen. We differentiëren in de klas en brengen alle leerlingen naar hetzelfde doel/niveau (opbrengstgericht werken).

Overzicht opbrengsten vmbo 2012-2013 Leer weg1

N=

Terug getrokken

Deelnemers

Gezakt

Herexamen

Geslaagden

VM2 KB GL LWT Ambelt Totaal

37 39 24 1 10 111

0 0 0 0 0 0

37 39 24 1 10 111

0 1 1 0 0 2

0 0 0 0 0 0

37 38 23 1 10 109

% geslaagden 2012-2013 100% 97,4% 95,8% 100% 100% 98,2%

% geslaagden 2011-2012 100% 90,7% 76% 100% 100% 91,2%

Overzicht opbrengsten vmbo 2009-2013 N= Teruggetrokken Deelnemers Gezakt Herexamen Geslaagden % geslaagden

2009 118 2 116 4 0 112 96,6%

2010 96 3 93 5 0 88 94,6%

2011 136 2 134 11 0 123 91,8%

2012 129 4 125 11 0 114 91,2%

2013 111 0 111 2 0 109 98,2%

Diploma- en jaarresultaat mbo

Uit de gegevens van CFI DUO blijkt dat het jaarresultaat van De Groene Welle structureel hoger ligt dan het gemiddelde van de vergelijkingsgroep. Ook met het diplomaresultaat scoren we hoger dan gemiddeld. Onderstaande gegevens zijn gebaseerd op de definitieve bronfoto’s 2010 t/m 2013. Het resultaat is conform onze doelstelling dat het diploma- en jaarresultaat gelijk of hoger is dan het landelijke cijfer. Afstroom naar een lagere niveau willen we zoveel mogelijk beperken door een nog betere intake, plaatsing en begeleiding vanaf de start van de opleiding. De opleidingen laten overigens een verschillend beeld zien: onvoldoende is gescoord bij paraveterinair, zo is geconstateerd bij inspectie onderzoek. Andere opleidingen zijn wel voldoende. Voor 2014 en verder  

Voor de komende jaren richten we ons op een stabiel diploma- en jaarresultaat binnen het mbo. We werken aan een goede match tussen intake en uitstroom. Het percentage studenten dat uitstroomt in de opleiding waarvoor ze zich aanmelden volgt het landelijke gemiddelde.

1

VM2 = doorlopende leerlijn naar mbo niveau 2, KB= kaderberoepsgerichte leerwerg, GL = Gemengde leerweg, LWT = Leerwerktraject, Ambelt = diplomering leerlingen extern

18




Door een zorgvuldige en regelmatige monitoring van de vorderingen op het gebied van taal en rekenen en het bieden van kwalitatief goed onderwijs zorgen we ervoor dat de centrale examinering van taal en rekenen geen belemmering is voor het behalen van een mbo-diploma.

Overzicht diploma- en jaarresultaat 2010-2013 (bron CFI DUO) 2010

2011

2012

2013

eigen instelling

Vergelijkings groep

eigen instelling

Vergelijkings groep

eigen instelling

Vergelijkings groep

eigen instelling

Vergelijkings groep

Diploma resultaat

79,1%

71,9%

75,5%

72,1%

77,7%

71,6%

79,8%

75,4%

Jaar resultaat

77,6%

71,5%

73,9%

71,2%

76,8%

71,1%

78,9%

74,7%

Extern rendement De Groene Welle wil graag weten wat gediplomeerde leerlingen en studenten gaan doen na hun diplomering. Wanneer we kijken naar het vmbo dan zien we dat van de 109 leerlingen die in 2013 het examen vmbo behaalden, het grootste deel is ingestroomd in een opleiding bij De Groene Welle (44 leerlingen). De opleidingen bij Landstede en het Deltion College scoorden een tweede plek. De meeste leerlingen die doorstroomden naar De Groene Welle kozen voor een opleiding binnen groen, zoals Hoveniers, Groenvoorziening en Sportvisacademie (18 leerlingen). Ook de dieropleidingen scoorden hoog. De interne doorstroom ligt in 2013 hiermee op 40%, een lichte stijging van 4% ten opzichte van vorig jaar. De doorstroom blijft nog iets achter bij de doelstelling van 42%. Op dit moment hebben we geen cijfers over de verblijfsduur. Het percentage zittenblijvers wordt nog niet structureel bijgehouden. De doelstelling is om dit mee te nemen in de ontwikkeling van ons managementinformatiesysteem. Uiteraard presenteren wij de gegevens dan ook in het jaardocument. In 2013 hebben we ook het School-Ex uitgevoerd. 92% Van onze eindexamenstudenten heeft gereageerd (322 ingeleverde kaartjes). Het aantal mbo-studenten dat doorstroomt naar het hbo was in 2013 9%. Dit percentage is conform onze doelstelling. Doelen 2014 en verder 



We willen stapsgewijs een interne doorstroom realiseren van 50% in 2015. Om dit te realiseren blijven we de komende jaren projecten draaien als meeloopdagen eigen mbo en gezamenlijke (internationale) projecten. De samenwerking als gevolg van de verbinding na de herijking moet de komende jaren tot resultaat leiden. De doorstroom naar het hbo neemt stapsgewijs toe naar 15% in 2015. Voor 2014 willen we een doorstroom van 12% realiseren.

19


Overzicht uitstroom leerlingen vmbo naar vervolgonderwijs ‘13

‘12

‘11

groen

18

8

15

dier

17

18

bloem

5

vee

Overzicht interne doorstroom vmbo-mbo ‘13

‘12

‘11

De Groene Welle

44

42

39

13

Deltion College

19

24

30

6

3

Landstede

19

33

46

2

6

4

Overige

8

15

12

plant

1

2

0

Onbekend

1

0

2

paard

1

2

0

Overzicht wat mbo-studenten na diplomering gaan doen (School Ex) Doorstuderen hbo Doorstuderen mbo Werken, heb al een baan Werkzoekend Iets anders, weet het nog niet

2013 9% 22% 43% 17% 7%

Percentage nieuwe voortijdig schoolverlaters (VSV'ers) Al enkele jaren spant De Groene Welle zich in om het aantal VSV‘ers te verlagen. Het aantal VSV‘ers bedroeg in het peiljaar 2005-2006 62. In 2010-2011 waren het er 57, in 2011-2012 44 en in 2012-2013 hadden we 21 VSV’ers. Sinds de start van het landelijke project ‘Aanval op de schooluitval’ heeft De Groene Welle haar ambitie gerealiseerd om het aantal voortijdig schoolverlaters met 20% te reduceren. Met deze score zijn we de op een na beste onderwijsinstelling van Nederland en beste groene onderwijsinstelling op het gebied van daling VSV. In het vo zijn de cijfers voor het voortijdig schoolverlaten stabiel op circa 2%. De daling is toe te schrijven aan onder andere een meer systematische en uitgebreidere intakeprocedure, grote aandacht voor het ontwikkelen van een realistisch beroepsbeeld, geïntensiveerde begeleiding bij dreigende uitval en verzuimregistratie (invoering van het verzuimprotocol). Ook de deelname aan de regionale projecten, zoals het toekomsttraject, heeft een positieve invloed op de terugdringing van het aantal VSV‘ers. Voor 2014 en verder 

In onze prestatieafspraken 2012-2015 hebben we aangegeven dat we in 2013 maximaal 53 VSV’ers willen noteren. Dit aantal is nu al gerealiseerd. We richten ons in 2014 op maximaal 30 VSV’ers. We verwachten namelijk de grens te hebben bereikt in onze mogelijkheden om voortijdig schoolverlaten tegen te gaan.

20


Samen staan we sterk Samenwerking is voor ons een voorwaarde om goed werk te leveren. Allereerst werken we binnen onze organisatie met elkaar samen. Werken in teams is hierbij de basis. Kennis delen, samen verantwoordelijkheid nemen en het samen ontwikkelen van beleid zijn aspecten die een belangrijke rol spelen in de teams. Daarnaast werken we samen met het (regionale) bedrijfsleven aan innovatie. Uiteraard werken we ook samen met andere scholen en maken we actief deel uit van de groene kolom. Alleen door samenwerking met deze verschillende partners kunnen wij (onderwijs)activiteiten uitvoeren en zorgen voor kwalitatief goede opleidingen en vakmensen. Vakmensen waar de (internationale en regionale) arbeidsmarkt om vraagt. Regelingen en projecten In 2013 heeft De Groene Welle op verzoek van het ministerie van EZ een Meerjaren InvesteringsPlan (MIP) geschreven. Hierin geven we aan op welke manier wij de komende jaren onze rol als ‘groen kenniscentrum’ gaan inrichten. Belangrijke aspecten zijn de intensivering van samenwerking tussen onze locaties en tussen vo en mbo en een goede samenwerking tussen de onderwijsinstellingen van 4Groen. Door samen op te trekken, taken en kennis te (ver)delen en samen onderwijs te ontwikkelen kunnen we onze rol goed vervullen. Samenwerking met het bedrijfsleven speelt bij alle onderdelen een rol. Conform onze doelstelling in het strategisch uitvoeringsplan waren we in 2013 actief in vier innovatieve projecten: Multileren (school als kenniscentrum), Wie maakt me los (professionalisering), 4Groen (professionalisering) en Groene Educatie in de stad (school als kenniscentrum). Doel van de projecten is om samen met het groene bedrijfsleven en andere kennisinstellingen te werken aan het ‘kennis inbrengen in het onderwijs’. Projecten die in 2013 succesvol zijn afgerond zijn: Multifunctionele Landbouw, Creatief ketengericht ondernemen, Internationale Competenties, Programma Paardenhouderij en Groen Proeven. De opbrengsten van deze projecten zijn opgenomen in de curricula van de opleidingen. Op de website van de Groene Kennis Coöperatie zijn de eindrapportages en opbrengsten in te zien. De financiering van de verschillende projecten is de afgelopen jaren sterk veranderd. Dit maakt dat wij hogere eisen stellen aan de interne projectaanvragen. Zo speelt de vraag van nut en noodzaak een belangrijke rol en moet er een duidelijke verbinding zijn met de strategische uitvoeringsagenda en vragen uit de regio. Daarnaast is betrokkenheid van externe partijen in alle gevallen een voorwaarde. Vanwege deze strengere eisen hebben wij een aantal van de aangevraagde projecten niet kunnen honoreren. De aanvragen ‘BIOBASED Tuinbouw’, ‘WATER’ en ‘StadsLandbouw’ zijn wel gehonoreerd. Deze zullen de komende jaren in de organisatie worden uitgezet. Zo zal er een Meeting Point NoordNederland worden geopend. In dit kenniscentrum zullen de komende jaren onderwijs en bedrijfsleven samenwerken aan innovatieve projecten binnen de topsector tuinbouw en uitgangsmaterialen. Daarnaast zullen projecten als De Groene Karavaan, Professionalisering, Samenwerking in 4Groen en Leren in de praktijk worden opgestart of verder uitgevoerd. Alle activiteiten zijn beschreven in het MIP 2014-215. Doelen voor 2014 en verder     

Verder vormgeven van Meeting Point Noord-Nederland. Medewerkers en teams verbinden aan innovatie projecten uit de MIP. Samenwerking in 4Groen voortzetten. Inhoudelijke vernieuwing van programma’s voor opleidingen invullen. Crossovers onderzoeken, waaronder Groen en Techniek. 21


  

Professionalisering van docenten. Internationalisering uitbouwen binnen de gestelde beleidskaders. Groen voor Burgers uitwerken volgens plan.

Medezeggenschap De Groene Welle vindt het belangrijk om te weten wat haar stakeholders bezig houdt, wat ze belangrijk vinden en waar ze waarde aan hechten. Daarom gaan wij op verschillende manieren met ze in gesprek. Uiteraard hebben wij de betrokkenheid met stakeholders als medewerkers, studenten en ouders ook formeel geregeld, conform de Wet op de Ondernemingsraden, aangevuld met specifieke regels voor onderwijs. 

OR De Ondernemingsraad is in 2013 acht keer bij elkaar gekomen. In deze bijeenkomsten zijn verschillende onderwerpen aan de orde geweest, zoals begroting, jaarrekening en vakantieregeling. Daarnaast is er uitgebreid aandacht geschonken aan de OR-verkiezingen, de financiële situatie van de school en de herijking van de organisatie. In de bijlage is het jaarverslag OR opgenomen. Ook voor 2014 houdt de OR actief de vinger aan de pols en zal ze zich buigen over een andere werkwijze binnen de OR en de vergaderingen. Doel: meer organisatiegericht werken. De OR informeert haar achterban via digitale nieuwsbrieven en plaatst op intranet de notulen van alle vergaderingen.



Ouderraad De ouderraad vo heeft zich volop geconcentreerd op haar taak om een stabiel orgaan te zijn, waarin ouders als klankbord kunnen optreden. De positief kritische houding van de ouderraad is door De Groene Welle gewaardeerd. In 2013 is onder andere het pestprotocol verder uitgewerkt en is de stage voor de bovenbouwleerlingen onder de loep genomen. Ook de thema’s verzekering en veiligheid tijdens de stage waren onderdeel van gesprek en leiden tot verschillende aanbevelingen. Speerpunt was ook de groeiende zorg voor uitval van vomedewerkers. De ouderraad is in 2013 aangevuld met ouderdeelname vanuit het nieuw gestarte Groene Lyceum. Samen zijn de taken verdeeld en is het specialisme van de verschillende deelnemende ouders uitgesproken. In 2014 wil de ouderraad vo fungeren als klankbordgroep en toezicht houden op goede communicatie naar ouders (schriftelijk en digitaal). Ook wil ze mede vorm geven aan de invulling van de vrijwillige ouderbijdrage.



Studentenraad mbo Na een informatie- en wervingstraject zijn in 2013 vijf studenten actief in de studentenraad mbo. De enthousiaste groep heeft veel plannen, die volgen uit een brainstrom uit 2012. Samen met de directeur vo/mbo zijn de speerpunten voor 2014 geformuleerd. Dit zijn onder meer het organiseren van een feest, het lanceren van een studentenpas en het onder de aandacht blijven houden van een beter georganiseerde examinering. Met deze onderwerpen wil de studentenraad haar bekendheid vergroten.

Leerlingenbegeleiding De begeleidingsstructuur binnen De Groene Welle voor leerlingen en studenten is goed georganiseerd. Zo is de zorgcoördinator samen met de leerlingbegeleiders, externe ambulante begeleiders, schoolmaatschappelijk werkers en orthopedagoog verantwoordelijk voor de efficiënte uitvoering. De (bovenschoolse) ZAT’s hebben voor het mbo een verbindende rol tussen de instellingen in de regio en zorgorganisaties. In 2013 is er binnen De Groene Welle ook gewerkt met de sterrolhouders Zorg en begeleiding. De sterrolhouder is voor zijn team het eerste aanspreekpunt rondom begeleiding en werkt nauw samen met de zorg coördinator.

22


Ook hebben wij een stuurgroep Passend Groen geformeerd, die zich bezig houdt met de ontwikkelingen rondom passend onderwijs. In het voorjaar 2014 presenteert de werkgroep een ondersteuningsprofiel voor vo en mbo. Het invoeren van het Passend Onderwijs is een uitdaging voor iedereen: docenten en leerlingen. Het formuleren van onderwijszorgarrangementen (licht/zwaar) geeft aan wat onze (on)mogelijkheden zijn binnen het begeleidingsaanbod bij De Groene Welle. De ervaringen die we hebben op gedaan met de zogenaamde Kansklas bieden goede uitgangspunten voor de uitvoering van ons Passend Onderwijs. De Kansklas is inmiddels doorontwikkeld tot de huidige A-klassen. Vanaf augustus 2014 zal Passend Groen worden geïmplementeerd. We evalueren en monitoren regelmatig om zo tijdig te kunnen bijstellen. In 2013 is ook gestart met een huiswerkklas vo, waarin onderbouwleerlingen onder begeleiding huiswerk kunnen maken op school. Van deze huiswerkklas maken gemiddeld 15 leerlingen gebruik. Daarnaast is in het derde leerjaar ook begeleiding gecreëerd voor LWT (Leerwerktraject) leerlingen. Aan alle LWOO leerlingen (klas 1) zijn hulplessen technisch en begrijpend lezen, spelling en rekenvaardigheid aangeboden. Het handelingsplan van individuele leerlingen is in 2013 ‘omgedoopt’ tot Ondersteuningsplan met concrete en haalbare doelen (zowel cognitief als sociaal-emotioneel), geformuleerd door school, leerling en ouders. Met deze nieuwe opzet vergroten we de betrokkenheid van leerling en ouders in het begeleidingstraject. In 2013 is door het afnemen van methode-onafhankelijke toetsen (CITO-VAS) de voortgang van de studieresultaten op het gebied van Nederlands, Engels en rekenvaardigheden in beeld gebracht. Doelen voor 2014 en verder        



Het samenwerkingsverband VO 23.05 ontwikkelt planmatige implementatie van Passend Onderwijs op regionaal niveau naar aanleiding van de ondersteuningsprofielen. Na het opstellen van het ondersteuningsprofiel (vo en mbo) worden de zorgarrangementen van De Groene Welle geformuleerd (Ondersteuningsplan) en uitgevoerd. Doorontwikkeling van A klassen. Herijken van de samenwerking met ambulante begeleiding in het kader van Passend Onderwijs. Maximale kansen bieden voor alle leerlingen (met of zonder indicatie): doorontwikkeling van de Groenplus voorziening/huiswerkklas. Professionalisering van docenten met betrekking tot leerlingen/studenten met een specifieke zorgbehoefte in het kader van Passend Onderwijs. Uitwerken van het Passend Onderwijs in het mbo. De intakeprocedure opnieuw aanscherpen; in de ‘verlengde intake’ moet duidelijk worden welke begeleiding (licht of zwaar) nodig is. De leerling-doorstroomdossiers van de toeleverende scholen moeten zo compleet mogelijk zijn. Onderzoeksverslagen moeten in het dossier aanwezig zijn om een label ‘’stoornis’’ toe te kennen in Magister. LOB (Loopbaan Begeleiding) inzetten als preventieve begeleidingsfaciliteit.

Zorg in cijfers De zorgcijfers vo laten voor 2013 een lichte stijging zien in het aantal ten opzichte van 2012. Waren er toen nog 191 leerlingen met een problematiek; in 2013 ging het om 198 leerlingen.

Zorg in cijfers - vo 250

Problematiek

198

191

200 175

Interne/aanvullende begeleiding

170

150

SMW

100

In 2013 waren er 42 leerlingen die interne/aanvullende begeleiding kregen (2012: 37). Achttien leerlingen hebben gesprekken

Besproken in ZAT

50

LGF

0

2010

2011

2012

2013

RT

23


gehad met het schoolmaatschappelijk werk (SMW) en 22 leerlingen zijn besproken in het ZAT (smal en breed). In 2013 waren er 51 leerlingen met een zogenaamd rugzakje (LGF). Dit is een stijging van 15 ten opzichte van 2012. 63 Leerlingen vo kregen in 2012 remedial teaching. Deze stijging is te verklaren door de verbreding van het aanbod hulplessen en remedial teaching in klas 1 en 2. De zorgcijfers mbo laten voor 2013 wederom een stijging zien. Hadden in 2012 nog 580 studenten een problematiek; in 2013 is dit aantal gestegen naar 659. Reden van deze toename: tijdens de intakeprocedure worden belemmerende factoren en de hulpvraag van de student steeds beter in kaart gebracht.

Zorg in cijfers - mbo 659

700 580

600

471

500 406 400

Problematiek

Interne/aanvullende begeleiding SMW

300 Besproken in ZAT

200 100

LGF

0 In 2013 waren er 71 studenten die interneRT 2010 2011 2012 2013 /aanvullende begeleiding kregen. 16 Studenten hebben gesprekken gehad met het schoolmaatschappelijk werk (SMW) en 54 studenten zijn besproken in het ZAT. In 2013 waren er 71 studenten met een zogenaamd rugzakje (LGF). Dit is een stijging van 11 ten opzichte van 2012. 16 Studenten mbo kregen in 2013 remedial teaching (dit aantal is exclusief de cijfers van de locatie Hardenberg).

Samenwerking tussen teams In 2013 is het aantal onderwijsteams teruggebracht naar zes. In de werkwijze van de teams speelt onderlinge samenwerking een belangrijke rol. Deze samenwerking wordt gefaciliteerd door structureel overleg tussen de teamleiders vo en mbo onderling en de werkwijze met vaksecties en sterrolhouders. Door de gemêleerde samenstelling van deze laatste twee groepen wordt inbreng vanuit verschillende teams eenvoudiger en structureler. Samenwerking bedrijfsleven Samenwerking met het bedrijfsleven is belangrijk; dit geeft studenten namelijk de mogelijkheid om praktijkervaring op te doen. Binnen De Groene Welle zijn collega’s zich er zeer van bewust dat leren in de beroepspraktijk (en dus in samenwerking met het bedrijfsleven) een belangrijk onderdeel van een opleiding is. In het kader van het landelijke traject Focus op Vakmanschap zijn we daarom in 2013 ook gestart met een projectmatige voorbereiding op ‘Leren in de Praktijk’. Ook de BPV is van belang in de relatie met het bedrijfsleven; school en bedrijf vinden elkaar hierin met het ‘Leren in Bedrijf’. Naast ‘Leren in de Praktijk’ en ‘Leren in de School’ is dit het derde element uit ons onderwijsconcept. In 2013 hadden wij net als in 2012 het hoogste percentages matching van erkende BPV-bedrijven en studenten van alle AOC’s. Een teken dat ons werkproces goed loopt. De samenwerking met het bedrijfsleven is ook belangrijk voor de uitvoering van ons MIP. Binnen de werkvelden paardenhouderij, groene ruimte (incl. water en aquacultuur), boomteelt, tuinbouw en multifunctionele landbouw zal een groep mensen uit het regionale bedrijfsleven samen met een team van topdocenten van 4Groen verantwoordelijk zijn voor de invulling van opleidingsprogramma’s op hoofdlijnen. De landelijk vertraagde invoering van de BKS maakt dat er nog niet voor alle werkvelden (dossiers) een invulling is. We hopen hier in 2014 invulling voor te krijgen. Landelijk is er een afspraak, dat mbo-instellingen een uniform tevredenheidsonderzoek onder stagebedrijven gaan uitvoeren (zogenaamde BPV Monitor). Wij hebben daarom ons reeds geplande onderzoek uitgesteld tot 2014 en sluiten ons hiermee aan bij de landelijke BPV Monitor. De uitkomsten kunnen we dan ook eenvoudig vergelijken met andere (groene) onderwijsinstellingen.

24


Uit het onderzoek van de inspectie naar de ‘Staat van de instelling’ in 2013 bleek dat de werkprocessen rond begeleiding tijdens de BPV onvoldoende geborgd waren. We hebben hiervoor een verbeterplan opgesteld, waarbij ook de kwaliteit van de stage en -opdrachten aan de orde komen. We willen met deze verbeterslag de tevredenheid over de stage bij bedrijven verhogen. Doelen voor 2014 en verder 

   

We willen een kwaliteitsimpuls op het gebied van Leren in Bedrijf. Dit willen we doen door het aantal stage bedrijven waarmee we samenwerken te verminderen en meer in te zetten op kwaliteit. Hierin volgen we de ontwikkeling van het Kenniscentrum, dat verantwoordelijk is voor het certificeren van bedrijven. In het kader van het interne project Focus en de samenwerking in 4Groen, gaan we de gedachte van Leren in de Praktijk verder uitwerken. We (her)ontwikkelen een beleid rondom leerwerkbedrijven in het vo. Hiermee willen we een kwaliteitsslag maken en leerlingen een goed bedrijf bieden passend bij de opgestelde kaders. We laten het BPV bureau verder ‘indalen’ in de studentenadministratie en onderzoeken het kwaliteitseffect hiervan. Op basis van de uitkomsten van het inspectieonderzoek heeft het onderdeel BPV prioriteit gekregen op de verbeteragenda en loopt er een project voor verbetering dat in 2014 wordt afgerond.

Samenwerking brancheorganisaties, kenniscentra en andere AOC’s De Groene Welle is lid van de MBO raad, de AOC raad en de VO raad. Bij de eerste twee is in 2013 een afslankingsoperatie op gang gekomen. Binnen de AOC raad heeft dit geleid tot fundamentele keuzes: we werken in de groene beroepskolom samen met De Groene Tafel (AOC’s/HAS/WO), die zorgt voor belangenbehartiging. De AOC raad wordt omgebouwd naar een netwerkorganisatie, die vanaf medio 2014 geen onafhankelijk voorzitter meer kent en mogelijk een andere naam krijgt. Samen met Aequor werken we door aan de nieuwe kwalificatiestructuur. Ministeriële besluitvorming heeft geleid tot uitstel van deze structuur. Samen met onze collega’s 4Groen kiezen wij er voor om de nieuwe kwalificatiestructuur in 2016-2017 te implementeren. Tot die tijd kunnen we ons richten op zorgvuldige voorbereiding vanuit een efficiënte inzet van docenten. In 2013 zijn we binnen 4Groen gestart met pilots voor de diverse werkvelden, waarin docenten (over de grenzen van de eigen instelling heen) meedenken over de invulling van de nieuwe kwalificatiestructuur. Daarnaast werken we binnen 4Groen samen op het vlak van kwaliteitszorg (interne audits). Dit laatste werd door de inspectie positief gewaardeerd, omdat we op deze manier het aspect ‘onafhankelijke borging’ goed invullen. Samenwerking Zwolse8 Sinds 2011 werken Hogeschool Windesheim, Katholieke Pabo Zwolle, Gereformeerde Hogeschool, ARTEZ, Cibap Vakcollege voor Verbeelding, Landstede, Deltion College en De Groene Welle samen in de Zwolse8. In 2013 heeft deze Zwolse samenwerking gewerkt aan de onderwerpen: een bruisende binnenstad, huisvesting voor studenten en ondernemerschap, Creativiteit en Innovatie. De samenwerking kent geen juridische verbinding, maar door samen op te trekken en ook samen het gesprek met de gemeente te voeren versterken we elkaar. De Groene Welle heeft zich in 2013 actief gecommitteerd aan de onderwerpen bruisende binnenstad (door uitvoering van Studiebeurs Zwolle) en ondernemerschap. Dit heeft geresulteerd in de participatie van studenten in de Bruisweek en uitvoeringsactiviteiten zoals het Starters ABC, dat in 2013 in ons gebouw heeft plaatsgevonden. In 2014 start de Zwolse8 met een hernieuwde agenda.

25


Samenwerking in de groene kolom Sinds 2013 werken we ook samen in diverse Centra voor Innovatief Vakmanschap (CIV). Deze CIV’s zijn een uitwerking van het Topsectoren beleid. De Groene Welle volgt de activiteiten van het CIV Agrofood en het CIV Water en is actief in het CIV Tuinbouw en uitgangsmaterialen. Dit doen we onder andere door invulling te geven aan het Meeting Point Noord Nederland. In dit kenniscentrum zullen de komende jaren onderwijs en bedrijfsleven samenwerken aan innovatieve projecten binnen de topsectoren tuinbouw en uitgangsmaterialen. De opening van het Meeting Point Noord-Nederland is in 2013 voorbereid en wordt in 2014 uitgevoerd. De opbrengsten van de CIV’s gebruiken we om ons onderwijs te optimaliseren door actueel lesmateriaal, dat wordt ontwikkelt, in te zetten in het onderwijs. In het platform MBO ‘Overijssels Vakmanschap is Overijssels Meesterschap’ zetten we samen met AOC Oost het onderdeel Agrofood op de agenda; één van de prioriteiten van de provincie Overijssel, initiatiefnemer van het platform. Agrofood krijgt ook een eigen agenda is het samenwerkingsverband van 17 gemeentes in de regio Zwolle en drie provincies. De complete agenda richt zich op economische ontwikkeling. We werken hier samen met het Groenhorst College en de CAH. Bestuurlijke samenwerking In 2013 heeft De Groene Welle daarnaast met verschillende instanties een bestuurlijke samenwerking gehad. We zijn meegegaan in de overgang van het oude samenwerkingsverband vo rondom zorg en begeleiding naar het nieuwe samenwerkingsverband 2305. Ook maken we onderdeel uit van de SOSR (Strategisch Overleg Starters in de Regio). Deze wordt in 2014 gepositioneerd onder de Economic Board en kent een eigen werkorganisatie ‘Onderwijs en Ondernemen’ (zie ook samenwerking Zwolse8). Daarnaast maken we deel uit van het bestuur van LOC+ Hardenberg. De Stichting Promotie Zwols Beroepsonderwijs is in 2013 opgeheven en omgezet in een werkgroep. Beursvloer 2013 In het voorjaar heeft De Groene Welle weer deelgenomen aan Beursvloer Zwolle. Op dit evenement ruilen ondernemers en maatschappelijke organisaties met gesloten beurs producten en diensten. De Groene Welle heeft matches gemaakt met zes organisaties. Met de deelname willen wij een bijdrage leveren aan Maatschappelijk Betrokken Ondernemen.

26


Vakmanschap is meesterschap Wij leiden vakmensen op, jong en oud, die (kwalitatief en kwantitatief) voldoen aan de wensen van de (groene) arbeidsmarkt en die het beste uit zichzelf halen. Vakmensen, met liefde voor hun vak, intrinsiek gemotiveerd om aan hun ontwikkeling te blijven werken en die energie krijgen van de resultaten die zij behalen. Om goede vakmensen te kunnen afleveren, moeten onze medewerkers ook vakmensen zijn. Daarom investeren wij op een planmatige manier in onze medewerkers en onze medewerkers in zichzelf. Ook stimuleren wij het dubbele vakmanschap van docenten: vakkundig in een vak en vakkundig als docent. Aantal medewerkers In 2013 hadden we gemiddeld 181 medewerkers in dienst. Rond de zomervakantie hebben we maatregelen moeten nemen om de formatie weer op het juiste niveau te krijgen. Door een groei in het vmbo en door de vervanging van langdurige zieken is in het najaar de formatie weer iets boven de vastgestelde norm van 143 fte gekomen. De verwachting is dat het aantal fte in 2014 weer binnen de norm zal komen. Aantal medewerkers Aantal medewerkers

2013

2012

2011

Vmbo Mbo OOP Directie Totaal

51 87 35 4 177

46 86 33 5 170

52 91 37 5 185

Flexibele formatie Aandachtspunt blijft de zogenaamde flexibele formatie. Op 1 januari 2013 was deze flexibele formatie 15,5% van de totale formatie. Dit ligt iets hoger dan de minimaal gewenste omvang van 15%. Door de genomen maatregelen bedraagt de omvang van de flexibele formatie nu 12,4%. Dit is minder dan het percentage van 15% dat wij als ondergrens wenselijk achten. In het aannamebeleid van de komende jaren zal het accent in eerste instantie weer liggen op het aannemen van medewerkers met een dienstverband voor bepaalde tijd. Onderstaand overzicht is gebaseerd op de stand per 31 december 2013. Vanwege het langdurig ziekteverzuim is er momenteel 4,6 fte boven de vastgestelde norm aan flexibele formatie aanwezig is. Flex formatie in aantal FTE

2013

2012

Groene Welle Breed MBO VO OOP

17,7 8,3 6,6 2,8

21,8 11,8 6,9 3,1

In 2014 zullen de gevolgen van de intensivering binnen het mbo zichtbaar worden. Duidelijk wordt dan ook welke gevolgen dit zal hebben voor de formatie. In Qlikview volgen we de personele ontwikkeling per maand. Door hier frequent op te sturen zijn we op dit dossier ‘in control’. Dubbel vakmanschap De Groene Welle wil het vakmanschap van haar docenten stimuleren. Daarom zijn wij in het voorjaar van 2013 een traject gestart, waarin wij (nogmaals) hebben gekeken naar de bevoegdheden van ons 27


docentenkorps. Uiteindelijk waren een aantal docenten wel bekwaam, maar (nog) niet bevoegd. Bevoegde docenten zijn belangrijk. Daarom hebben wij met de (nog) niet bevoegde docenten afspraken gemaakt. Vier docenten zijn nu bezig met een lerarenopleiding en hopen deze medio 2014 af te ronden. Voor vijf docenten hebben wij een EVC traject georganiseerd. Al deze trajecten zijn in 2013 succesvol afgerond. Vorig jaar hebben wij het bij team AVO een pilot gedaan met de scholing ‘De 5 rollen van de docent’. Op grond van de goede resultaten doen nu ook de andere teams deze scholing. Conform afspraak hebben alle docenten begin 2013 een persoonlijk ontwikkelgesprek gehad en zijn we na de kerstvakantie weer gestart met het voeren van de functioneringsgesprekken. Doel is dat medio april 2014 iedere medewerker zijn/haar functioneringsgesprek heeft gehad. Voorjaar 2014 willen wij gebruiken om een methodiek voor het voeren van beoordelingsgesprekken te ontwikkelen. Deze zal dan, in nauwe samenwerking met de OR, in het najaar worden ingevoerd. Doelen voor 2014 en verder 



 

Het afronden van het in 2013 gestarte traject met CPS gericht op Onderwijskundig en opbrengstgericht leiderschap voor de teamleiders en de directeur. Daarnaast worden vaksectie voorzitters nog verder getraind. De scholing ‘De 5 rollen van een docent’ wordt ook in de andere teams afgerond. We bieden een training timemanagement aan voor alle docenten, op verzoek van docenten en teamleiders. Deze training is bedoeld om de werkdruk bij docenten te verminderen door slimmer met de werkzaamheden en tijd om te gaan. Afronden van de scholingsactiviteiten voor docenten die nog niet bevoegd zijn. Doel is om alleen bevoegde docenten voor de klas te hebben. Het invoeren van een beoordelingssysteem.

Ziekteverzuim In 2012 merkten wij al op dat het langdurig Voortschrijdend ziekteverzuim jaargemiddelde ziekteverzuim licht toeneemt. Het afgelopen jaar kregen wij na de zomer te maken met een 10,00 6,49 5,26 4,90 4,74 forse stijging van het aantal langdurige 4,24 5,00 ziekteverzuim gevallen. Gemiddeld werd in 0,00 2013 ongeveer 2,7 % van het verzuim 2009 2010 2011 2012 2013 veroorzaakt door het langdurig verzuim. Uit de maandelijkse analyse van de oorzaken van ziekteverzuim blijkt dat van de 14 langdurige ziekteverzuimgevallen 78% geen relatie heeft met werk en/of werkomstandigheden; het verzuim heeft veelal een medische oorzaak. Het kortdurende ziekteverzuim laat in 2013 een scherpe daling zien. Reden: de leidinggevende reageert sneller op frequent of dreigend frequent verzuim en de bedrijfsarts houdt sinds het voorjaar 2013 spreekuur op locatie. In 2014 richten we ons op een verzuimpercentage van 5%. We voorzien dat dit erg lastig wordt, gezien de doorlooptijd van de langdurige ziektegevallen.

28


Arbo-beleid Binnen De Groene Welle werken we met een dagelijks bestuur van de Arbocommissie (bestaande uit drie leden). Het bestuur is in 2013 vijf keer bij elkaar geweest. De Arbocommissie (bestaande uit acht leden) heeft twee keer overlegd. In 2013 is er een ontruimingsoefening geweest, waarbij externe waarnemers de aandachtpunten in een rapport hebben verwoord. Vanuit de RI&E is regelmatig naar de vrije toegang van de nooduitgangen gekeken. Daarnaast is alle elektronisch apparatuur door een extern bureau gekeurd en zijn ook andere keuringen uitgevoerd, zoals de keuring van de trappen. Ook is de noodverlichting kritisch bekeken en aangepast. Door een Arbo-adviseur van Achmea Vitale is bij één medewerker in Zwolle een werkplekonderzoek geweest. Tijdens dit onderzoek heeft de betrokkene tips gekregen om de werkplek ergonomisch verantwoord in te richten. Doordat de bedrijfsarts spreekuur houdt op onze locatie in Zwolle (zie ook ziekteverzuim), kan ook sneller op Arbo technische zaken worden ingespeeld. Doelen voor 2014 en verder    

Formuleren van een nieuw ontruimingsplan naar aanleiding aandachtspunten 2013. Uitvoeren van een nieuwe RI&E voor de locatie Zwolle. Organiseren van een ontruimingsoefening. Naar aanleiding van de RI&E nieuw meerjarig uitvoeringsplan opstellen en de acties voor 2014 uitvoeren.

BAPO Binnen het onderwijs kennen medewerkers vanuit de CAO de mogelijkheid gebruik te maken van de zogenaamde BAPO. Dit is vastgelegd in bijlage G van de CAO BVE. De BAPO heeft tot doel de senioren voor het arbeidsproces te behouden door taakverlichting en -vermindering. Binnen De Groene Welle hebben in 2013 38 medewerkers gebruik gemaakt van deze regeling. In totaal ging het om 4,89 fte. Doelgroepenbeleid De Groene Welle heeft op dit moment geen beleid geformuleerd rondom aanname van verschillende doelgroepen, zoals vrouwen in managementfunctie en inzet WA-jongeren. De doelstelling voor 2013 was om hierop actie te ondernemen. Door de hoeveelheid aan andere onderwerpen is dit niet gerealiseerd. Voor 2014 staat het formuleren van doelgroepenbeleid opnieuw op de agenda. Wel hebben inmiddels een tweetal medewerkers van de sociale werkvoorziening een plek binnen onze organisatie gevonden. Een medewerker ondersteunt de conciërges bij schoonmaakwerkzaamheden, terwijl de ander zich bezig houdt met het onderhoud en uitleen van materiaal in het magazijn. Beëindiging arbeidsovereenkomst In 2013 hebben we, zoals eerder aangegeven, te maken gehad met een forse inkrimping van de formatie vanwege de teruglopende inkomsten. De inkrimping op de formatie werd gerealiseerd door beëindiging van arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd. Dit was vaak in een constructie met PFlex of een uitzendbureau. Met deze medewerkers is een loopbaantraject besproken; slechts twee medewerkers hebben hiervan gebruik gemaakt.

29


Ondanks de forse inkrimping is er in 2013 geen ontslagvergoeding uitgekeerd. In 2013 waren er geen onvervulde vacatures. Reden Eigen verzoek FPU Van rechtswege Arbeidsongeschikt Anderzijds/pflex

2013 Aantal medewerkers 0 7 4 1 4

Aantal fte 0,00 5,02 3,30 0,42 2,44


Aantal fte 5,70 1,35 3,47 0,00 0,91


Aantal fte 1,10 3,10 1,05 0,60 0,80

Wachtgeldverplichtingen In het kader van het ‘eigen risico’-schap bij werkloosheiduitkering is De Groene Welle verantwoordelijk voor het begeleiden van medewerkers naar nieuw werk in geval van werkloosheid. Daarnaast heeft De Groene Welle de verplichting de uitkering voor haar rekening te nemen. De verplichting wordt namens De Groene Welle uitgevoerd door het UWV. Binnen De Groene Welle worden deze acties gecoördineerd vanuit de afdeling HRM. Een extern loopbaanadviesbureau verzorgt voor ons de begeleiding van de medewerker naar ander werk. Formeel ligt de controle op de uitvoering van de WW en BW bij het UWV en de werkgever. Voor de werkgever is het lastig relevante informatie te krijgen, zoals informatie over het voldoen aan sollicitatieverplichting van oud-medewerkers. Een extern bureau ondersteunt ons bij deze vraagstukken. In 2013 is een bedrag van € 12.407,- bespaard op de wachtgeldverplichtingen. Een aantal ex-werknemers voldeden namelijk niet aan de wettelijke verplichtingen, waardoor het UWV een terugbetaling heeft gedaan aan De Groene Welle. In totaal hebben in 2013 zeven medewerkers gebruik gemaakt van de rechten op een werkloosheiduitkering en vier van de bovenwettelijke uitkering. Scholing In 2013 hebben alle lesgevende medewerkers een POP (Persoonlijk Ontwikkelings Plan) gesprek gehad. Conform de doelstelling heeft 80% van de medewerkers hieraan voorafgaand de zogenaamde professionaliteitsscan ingevuld. Dit is een zelfassessment, waarbij de medewerker zelf inzicht krijgt in zijn/haar functioneren met betrekking tot de competenties vereist voor de uitoefening van zijn vak. De Groene Welle stimuleert dat docenten zich inschrijven in het Lerarenregister; investeren in het eigen vakmanschap moet op die manier een tweede natuur worden. In 2013 is er een vrijblijvende oproep gedaan om zich in te schrijven. 15 Medewerkers hebben hieraan gehoor gegeven. Hiermee is onze doelstelling van 30% ingeschreven docenten niet gehaald. We hebben aan het Lerarenregister niet actief aandacht besteed, omdat het Lerarenregister ook onderwerp was van het Nationaal Onderwijs Akkoord. In 2013 is een bedrag van € 80.722,- uitgegeven aan scholing. Daarnaast hebben vier docenten gebruik gemaakt van de zogenaamde lerarenbeurs. Doelen voor 2014 en verder  



Afronding van de functioneringsgesprekken. Conform artikel E-4 van de CAO willen wij in het voorjaar 2014 de Ondernemingsraad een voorstel doen voor een beoordelingssystematiek. Het doel van deze beoordelingssystematiek is om te evalueren en te beoordelen hoe medewerkers binnen de organisatie functioneren. Eind 2014 hebben zich 30% meer docenten ingeschreven in het Lerarenregister dan in 2013. Uiteindelijk streven we ernaar dat in 2015 90% van de leraren zich hebben ingeschreven.

30


Functiemix Eind 2013 is in samenspraak met de Ondernemingsraad een werkgroep geformeerd met als doel gericht beleid te ontwikkelen op het gebied van de functiemix. Omdat wij onder de CAO BVE vallen, zijn er voor ons geen landelijke normen vastgesteld. De verwachting is dat deze werkgroep, bestaande uit leden OR en leden directie medio 2014 haar aanbevelingen naar de Ondernemingsraad stuurt. De werkgroep is geformeerd, omdat op dit moment de verdeling van functiegroepen onevenredig is verdeeld. De LC en LD docenten zitten vooral in de leeftijdsgroepen boven de 50 jaar, wat de doorgroei voor jongere docenten lastig maakt. Wanneer we inzoomen op de getallen en een splitsing maken tussen het vo en het mbo blijkt, dat percentage mbo-docenten met een LC-functie hoger is dan in het vo. Dit is te verklaren door de leeftijd van het docentenkorps mbo; zij zijn relatief ouder dan de docenten van het vo en hebben zich in het kader van hun loopbaan ontwikkeld tot een LC docent. Daarnaast zorgen ook (individuele) afspraken uit het verleden ervoor dat het percentage LC-docenten in het mbo hoger is. Doelen voor 2014 en verder 

In 2014 streven we er naar dat 21% van de docenten in een LC schaal zit en 11% van de docenten in de LD schaal. De overige 68% zit in de LB schaal.

Inschaling medewerkers en personeelslast De verdeling van functieschalen geeft een beeld van het niveau van de functies die binnen De Groene Welle aanwezig zijn. Wij houden in het kader van de personeelslast dit overzicht goed in te gaten en proberen hierop goed te sturen om zo een onvoorziene stijging van de personeelskosten te voorkomen. Daarnaast geeft de verdeling ons informatie over loopbaanontwikkelingen binnen De Groene Welle. De inschaling van medewerkers in 2013 geeft het volgende beeld: % verdeling van medewerkers over de functieschalen 60,0

48,3

50,0 40,0 30,0

17,6

20,0 10,0

0,0 0,0

2,8 4,0 3,4 2,3

8,0 3,4 1,7 1,7 2,8 1,1 1,1 1,1 0,0 0,0 0,6 0,0

0,0 1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12

13

14

15

16

17

LB

LC

LD

Personeelslast Uit het onderstaande overzicht blijkt de gemiddelde personeelslast per onderdeel binnen De Groene Welle. Groene Welle Breed OOP MBO VO

2013 € 65.706 € 61.270 € 69.909 € 65.940

2012 € 64.767 € 61.096 € 66.906 € 63.750

2011 € 62.929 € 59.371 € 65.017 € 61.950

2010 € 60.928 € 57.475 € 62.940 € 59.991

31


Kwaliteit examinering De examencommissie, bestaande uit vertegenwoordigers van het vmbo en mbo, is in 2013 zes keer bij elkaar geweest. Tijdens deze bijeenkomsten zijn er vo- en mbo-onderwerpen behandeld en is er (conform doelstelling) vooral aandacht geschonken aan de deskundigheid van de examenfunctionarissen en de centrale examinering taal en rekenen in vo en mbo. In 2013 heeft de examencommissie een extern lid met een onderwijsachtergrond uit een andere onderwijsorganisatie aangesteld om de kwaliteit van de commissie te borgen. Uit het oordeel van de inspectie rondom haar onderzoek naar de Staat van de Instelling blijkt dat zowel het product als het proces rondom examinering in orde is. In 2013 zijn er twee klachten rondom examinering binnen gekomen. Deze zijn naar tevredenheid afgehandeld. In het schooljaar 2013/2014 zal de examencommissie zich richten op het monitoren van verschillende lopende processen, zoals de evaluaties van de PvB’s. In de bijlage staat het complete jaarverslag van de examencommissie. Tevredenheid medewerkers Voor 2013 stond er een medewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO) op de planning. De voorbereidingen voor dit onderzoek, zoals het opstellen van vragen en het maken van het tijdspad, zijn conform plan uitgevoerd. De daadwerkelijke afname is uitgesteld tot het voorjaar 2014. Medewerkers werken dan bijna een schooljaar in de nieuwe (team)structuur en kunnen dan ook beter beoordelen hoe het werken in deze nieuwe structuur gaat. Het onderzoek wordt uitgevoerd in landelijk verband. Daardoor kunnen de resultaten ook naast andere deelnemende scholen worden gelegd. In 2013 zijn de individuele teams overigens wel bezig geweest met het uitrollen van de actiepunten uit de vorige MTO, zoals het structureel plannen van werkoverleggen. Tevredenheid leerlingen en studenten In 2013 zijn er (conform planning) geen tevredenheidsonderzoeken onder leerlingen en studenten uitgevoerd. De landelijke tevredenheidsmetingen van het LAKS voor het vo en de JOB Monitor voor het mbo staan voor het voorjaar 2014 op de agenda. Wel zijn leerlingen van het derde leerjaar vo geënquêteerd over hun tevredenheid met de school en opleiding. De resultaten zijn inmiddels gepubliceerd in Vensters voor Verantwoording. De derdejaars voleerlingen van De Groene Welle beoordelen de school met een 6,8. Dit is conform het landelijke beeld. Opvallend is dat ze alom tevreden zijn met hun mentor en dat leerlingen aangeven goed te weten waar ze terecht kunnen. Bij (met name GL-) leerlingen is het gevoel van veiligheid en sfeer groot. Doelen voor 2014 en verder  

De leerling tevredenheid in het vmbo neemt toe van een 7,0 in 2012 naar een 7,5 in 2015. De studenttevredenheid in het mbo neemt toe van een 6,5 in 2012 naar een 7 in 2015.

Tevredenheid ouders/verzorgers In voorjaar 2013 is ook aan de ouders/verzorgers van derdejaars vmbo-leerlingen gevraagd naar hun tevredenheid over de school. De algemene tevredenheid over de school is 6,9 (landelijk 7,2). Bij alle niveaus (BB, KB en GL) is er een hoge mate van tevredenheid over sfeer en veiligheid en de mentor. Ouders van basisberoepsgerichte leerlingen zijn ook erg tevreden over de mate waarin hun mening telt (8,1). Kader-ouders zijn daar juist ontevredener over (5,8). Ouders van GL- leerlingen waarderen de respectvolle behandeling van hun kind. De complete resultaten staan vermeld bij Vensters voor Verantwoording. De tevredenheid van ouders zal het komende jaar ook onderwerp van gesprek zijn bij de klankbordgroepen en in de ouderraad.

32


Tevredenheid bedrijfsleven In 2013 is geen tevredenheidsonderzoek uitgevoerd onder het bedrijfsleven. Reden: we sluiten ons in 2014 aan bij de landelijke BPV Monitor, die ons ook de mogelijkheid geeft om een benchmark uit te voeren. Wel is er in het kader van het inspectieonderzoek ‘Staat van de Instelling’ actief navraag gedaan naar de tevredenheid van bedrijven rondom de opleiding Dierenartsassistent paraveterinair in Hardenberg. Middels een telefonische enquête zijn circa 40 bedrijven bevraagd naar hun ervaringen met de opleiding en de school. Bedrijven waren ontevreden over bezoekfrequentie, contact met de school en de BPV opdrachten. Wel zijn ze tevreden met het niveau en de prestatie van de stagiair(e). De resultaten uit het onderzoek zijn meegenomen in een verbeterplan rondom BPV waar alle opleidingen van De Groene Welle hun voordeel mee kunnen doen. Doelen voor 2014 en verder 

We streven naar een 6,4 voor de gemiddelde tevredenheid van het bedrijfsleven in 2014. Uiteindelijk willen we dat het bedrijfsleven ons in 2015 waardeert met een 7,0. Deze stijging moeten we kunnen realiseren door het contact met het bedrijfsleven te intensiveren, ze een partnerrol laten vervullen in onderwijs en begeleiding van de stagiair(e) en vooral door de dialoog met het bedrijfsleven aan te gaan.

Actieplan Focus op vakmanschap Van september tot en met december 2013 heeft de projectgroep ‘Focus’ zich beziggehouden met het ontwerpen en vaststellen van formats van onder andere opleidingsplannen en opdrachtbeschrijvingen, die bij invoering van de BKS zullen worden gebruikt. Samen met de partners van 4Groen kiest De Groene Welle er voor om de nieuwe kwalificatiestructuur in augustus 2016 in te voeren; de verplichte datum vanuit de overheid. Daarom verleggen we in 2014 de focus naar intensiveren en verkorten. In 2013 heeft de implementatietoets BKS in 4Groen verband plaatsgevonden. Ook de reacties richting Aequor zijn in 4Groen verband verstuurd. Op deze manier hebben we laten zien dat we gezamenlijk optrekken in dit traject. Naar aanleiding van de implementatietoets zijn voor diverse dossiers aandachtspunten geformuleerd. Deze worden inmiddels op landelijk niveau opgelost of zullen in 2014 worden opgepakt. De nieuwe kwalificatiestructuur en de implementatietoets waren ook de onderwerpen van de studiedag 4Groen, waar verschillende 4Groen collega’s aan deelnamen. Tijdens deze studiedag werden per vakgebied in samengestelde groepen de diverse BKS-dossiers besproken. De studiedag leidde later het jaar tot het instellen van de pilotgroepen per dossier. Doelen voor 2014 en verder 

 

Verdere voorbereidingen rondom de invoering van de BKS in 4Groen verband. Pilotgroepen buigen zich over de verschillende kwalificatiedossiers en onderzoeken waar door uitwisseling en/of gezamenlijke projecten de samenwerking verder kan worden vormgegeven. Samenwerking in constructie van ‘halffabricaten’ rondom lesmateriaal. Zo blijft er een gemeenschappelijke basis, maar kan de concrete invulling per AOC plaatsvinden. Uitwerken van de nieuwe dossiers in het onderwijsmodel van De Groene Welle.

33


Ondernemerschap Ondernemerschap komt in al onze opleidingen aan bod en staat voor het zoeken van kansen en mogelijkheden. Het samenspel tussen een ondernemende houding, het hebben van kennis en het oefenen van vaardigheden komt in de leersituaties van de opleiding aan bod. Bij het ondernemerschap kijken we ook over de grenzen. We stimuleren alle studenten om tijdens de opleiding internationale ervaring op te doen. Mini-ondernemingen Het concept ‘Mini-ondernemingen’ dat op dit moment bij verschillende opleidingen wordt ingezet, bouwen we de komende jaren uit in samenwerking met de andere Zwolse mbo-scholen. In het concept laten we studenten ervaren wat het betekent om een eigen onderneming te hebben. Ze ontwikkelen zo, als toekomstig medewerker een ondernemende houding. In 2013 was het concept ‘miniondernemingen’ onderdeel van bijna 100% van onze mbo-opleidingen (niveau 4). Hiermee hebben we onze doelstelling van 75% behaald. We streven er naar dat in 2015 alle mbo-opleidingen, waar ondernemerschap een rol speelt, met een mini-onderneming werken. In 2013 hebben zich in Hardenberg vijf mini-ondernemingen gepresenteerd; hierbij waren zes opleidingen betrokken (Dierverzorging, Dierenartsassistent Paraveterinair, Werkbegeleider Zorgbedrijf Veehouderij, Groen, grond & infra en Hoveniers). In Zwolle waren er 25 mini-ondernemingen in 11 opleidingen (Dierverzorging, Wildlife, Dierenartsassistent Paraveterinair, Paardenhouderij, Paardensport, Hoveniersbedrijf en groenvoorziening, Sportvisacademie, Bloemist, Groene (detail)handel, Plantenteelt, Bos- en natuurbeheer). Rondom de mini-ondernemingen is in 2013 een Wikiwijs arrangement ontwikkeld, dat door iedereen is gebruikt en aangevuld. Ook vond er een gezamenlijke pitch plaats tijdens de Open dag. Starters ABC In de regio Zwolle werken alle mbo- en hbo-instellingen op het thema ‘ondernemerschap’ samen binnen de SOSR (Strategisch Overleg Starters in de Regio). Dit overleg richt zich op het stimuleren van startende ondernemers in alle sectoren. In 2013 was De Groene Welle het decor van het vierde StartersABC, hét startersevent voor studentondernemers. 150 Studenten uit Zwolle, waarvan 25 van De Groene Welle, hebben zich in een middag vullend programma actief laten informeren over wat er komt kijken bij het zelfstandig ondernemen. Bryan Allport, de studentondernemer van De Groene Welle en Anicare, de minionderneming van De Groene Welle presenteerden zich aan de jury. Ook in 2014 zal De Groene Welle actief deelnemen aan het StartersABC. Ondernemerschap en voorgenomen prestaties Vanwege het uitstel van de ontwikkeling van de beroepsgerichte kwalificatiestructuur maken we met onze plannen rondom ‘ondernemerschap’ een voorbehoud. We streven er wel naar dat 15% van de mbo-studenten kiest voor het certificaat ‘Ondernemerschap’, dat na 2016 kan worden gehaald in het keuzedeel van de opleiding. Burgerschap en loopbaanontwikkeling In 2013 zijn we gestart met het LOB project van MBO diensten. Er is een visiedocument en een implementatieplan opgesteld met als doel dat in 2017 LOB een verankerd en integraal onderdeel is van de curricula van alle opleidingen binnen De Groene Welle. We willen dat studenten goede loopbaancompetenties kunnen ontwikkelen en in staat zijn tot zelfsturing. Daarnaast willen wij studenten een goed en reëel beeld geven van beroepen en de arbeidsmarkt.

34


Vanuit elk team is een vertegenwoordiger bij het project betrokken. Op dit moment werkt het projectteam aan het verzamelen en ontwikkelen van opdrachten voor het eerste leerjaar. In 2013 hebben vanuit elk team twee docenten een training gevolgd voor het houden van loopbaanoriëntatie gesprekken. De overige docenten krijgen hiervoor in het schooljaar 2014/2015 een training uitgevoerd door de collega’s. Internationalisering De Groene Welle kijkt bij het ondernemerschap over de grenzen. We stimuleren alle studenten om tijdens de opleiding internationale ervaring op te doen. Dit kan tijdens een excursie naar het buitenland, maar uiteraard ook door een internationale stage. In 2013 was elk team zelf verantwoordelijk met betrekking tot internationale programma’s en projecten. Dit houdt in dat het team doelen, ideeën en wensen ontwikkelt en dat de leden van het team uitvoering geven aan de verschillende internationale projecten. De inzet van medewerkers zorgde ervoor dat in 2013 weer veel leerlingen en studenten (al dan niet financieel ondersteund) een deel van hun opleiding in het buitenland verbleven. In het mbo ging het dan voornamelijk om een Internationale beroepspraktijkvorming (I-BPV) van minimaal 4 weken; in het vmbo gaven leerlingen uitvoer aan activiteiten binnen partnerschapsprojecten. Uiteraard werden er door buitenlandse leerlingen en docenten ook tegenbezoeken afgelegd. In 2013 heeft De Groene Welle het vmbo Comenius project ‘Triple R4EU’ afgerond met een groots opgezette theatershow en is een nieuw project opgestart: ‘Health is Wealth’. In dit project werken een zestal partnerscholen afkomstig uit Spanje, Polen, Engeland, Letland, Tsjechië en Turkije samen aan de onderwerpen duurzame voedselproductie, gezond eten, gezond bewegen en gezond leven. Het project wordt binnen het reguliere lessenaanbod door verschillende leerlingen en docenten voorbereid en uitgewerkt. De communicatie wordt voornamelijk uitgevoerd via E-Twinning en E-Space (internationaal communicatieplatform voor leerlingen en internationale werkruimte voor docenten). Beide platforms zijn in 2013 verder ontwikkeld. Binnen het mbo heeft De Groene Welle samen met zeven andere AOC’s twee studentenprojecten I-BPV aangevraagd en een project voor scholing van medewerkers/docenten. Daarnaast hebben we in samenwerking met het Kenniscentrum Handel, Aequor en drie andere AOC’s een keuzedeel I-BPV ontwikkeld en tal van internationale BKS-competenties beschreven. Ook werkten we mee aan het raamwerk voor het leerarrangement internationale competenties voor het MBO onderdeel Loopbaan & Burgerschap. Voor 2014 en verder   



 

We blijven zelf de verantwoordelijkheid van alle teams met betrekking tot internationale programma’s en projecten bevorderen. Het mondeling vo-examen Duits wordt in het voorjaar 2014 afgenomen in en met ondersteuning van de docenten van de partnerschool in Duitsland. De opgedane kennis van collega’s die naar het buitenland zijn geweest moeten meer worden gedeeld door het geven van presentaties in hun team. Zo wordt duidelijk welk voordeel we hebben met de door hen nieuw verworven kennis en ervaringen. Het behalen van een aantal competenties tijdens een I-BPV willen we ombuigen naar het volgen van een deel van de opleiding in het buitenland. We werken toe naar een leerovereenkomst met daarin een deel van de opleiding beschreven. Herzien van ons beleid inzake Internationalisering in het onderwijs van de toekomst. Verdieping van de samenwerking binnen 4Groen om zo eenvoudiger aan grote programma’s mee te kunnen doen, samen nieuwe opdrachten binnen te halen en gebruik te maken van elkaars sterke kanten. Doel: de kwaliteit van studeren in het buitenland verbeteren. 35


Overzicht aantal mobiliteiten naar het buitenland in het kader van I-BPV of scholing Aantal personen met subsidie Leonardo da Vinci

Aantal personen zonder subsidie

‘09

‘10

‘11

‘12

‘13

‘09

‘10

‘11

‘12

‘13

Studenten/leerlingen

28

12

34

34

35

58

72

93

94

89

Medewerkers

10

12

21

1

1

16

9

28

4

1

Jonge werknemers / alumni

0

2

0

2

0

0

0

0

0

0

Overzicht aantal mobiliteiten naar het buitenland in het kader van partnerschapsprojecten Comenius / vmbo

Leonardo da Vinci / mbo

‘09

‘10

‘11

‘12

‘13

‘09

‘10

‘11

‘12

‘13


2

10

18

20

24

0

0

0

0

0

Medewerkers

2

10

10

10

10

0

12

18

18

14

Overzicht aantal personen naar Nederland in het kader van mobiliteit en partnerschappen Mobiliteit, I-BPV en scholing

Partnerschapsprojecten

‘09

‘10

‘11

‘12

‘13

‘09

‘10

‘11

‘12

‘13


14

12

8

14

10

6

6

8

8

24

Medewerkers

12

10

24

12

16

6

22

38

24

14

Jonge werknemers / alumni

2

0

0

0

1

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t

Ontwikkeling Associate degree opleidingen De CAH (Christelijke Agrarische Hogeschool) organiseert samen met verschillende groene onderwijsinstellingen Associate degree opleidingen (AD-opleidingen). Deze tweejarige hbo-opleidingen zijn gericht op Bedrijfskunde (Dronten) en Ondernemerschap (Almere, start in 2013). In 2012 hebben wij aangegeven graag te willen participeren in deze AD-opleidingen. Met het aanbieden van deze ondernemende AD-opleidingen kunnen onze studenten hun opleiding vervolgen op niveau 5. Inhoudelijke AD-opleidingen voor het groene onderwijs worden niet aangeboden. Doorstroom naar hbo betekent daar instroom in een bachelor opleiding. Wel zijn we zelf actief in het opzetten van internationale programma’s op niveau 5, die mogelijk in de toekomst vergelijkbaar zijn met de ADtrajecten. Deze programma’s richten zich op vakmanschap in de bloemensector en de aquacultuur. De Groene Welle kiest ervoor om zelf geen Associate degree opleidingen te ontwikkelen op het vlak van ondernemerschap; met de komst van de Hanzelijn wordt de afstand voor studenten uit Zwolle en omgeving naar Dronten en Almere makkelijk overbrugbaar.

36


Financieel resultaat, besturing en verwachtingen: Jaarrekening 2013 In dit deel van ons jaarverslag leggen wij verantwoording af over de inzet van onze financiële middelen. We kijken hier naar het vermogen en de schulden (balans), het behaalde resultaat (winst/verlies rekening) en overige financiële verplichtingen en risico’s. Met toevoeging van deze jaarrekening is ons jaardocument een zogenaamd Geïntrigeerd Jaarverslag. We hebben bij de start van 2013 afspraken gemaakt met de Raad van Toezicht over de begroting, waarbij we gewerkt hebben met een breuk in de uitgaven rond de zomer, met name gekoppeld aan de personele uitgaven. Alleen door afscheid te nemen van veel collega’s hebben we onze begroting aan het eind van 2013 volgens plan kunnen realiseren. In september heeft de bestuurder aan de Raad van Toezicht een signaal afgegeven dat de leerlingen aantallen van het vmbo hoger waren dan in de begroting was meegenomen. Het aantal gewogen deelnemers van het mbo was ook hoger. Daarop heeft de Raad van Toezicht ingestemd met beleid inzake voorfinanciering met duidelijke afspraken over registratie met een meer jaren perspectief. Een tweede waarschuwing betrof de inzet van ziektevervanging voor een groep medewerkers met langdurig ziekteverzuim als gevolg van niet werk gerelateerde oorzaken. De gedeeltelijke vervanging van deze zieke collega’s was noodzakelijk. Verder is opmerkelijk dat er minder inkomsten additioneel zijn geweest als gevolg van gewijzigd beleid van het ministerie van EZ wat in mei zichtbaar werd. Tot slot was ook de extra uitkering in december vanuit OC en W gekoppeld aan het Nationaal Onderwijs Akkoord verrassend. De managementinformatie met betrekking tot financiën heeft afgelopen jaar goed gewerkt. Maandelijks vonden control-gesprekken plaats en met name het patroon van personele inzet, de basis voor deze begroting, is intensief gevolgd.

Zwolle, 28 mei 2013

Voorzitter College van Bestuur, Mevrouw Drs. F.W. Hengeveld

37


Financiële positie

Financiële kengetallen Solvabiliteit Liquiditeit Rentabiliteit Kapitalisatiefactor

Financiële analyse Balanstotaal Exploitatie resultaat Netto resultaat Begroting Verschillen netto resultaat - begroting

2011

2012

2013

61,96% 0,83 0,95% 26,36%

60,38% 0,81 -5,04% 26,02%

61,93% 0,97 -1,49% 26,28%

2011 €

2012 €

2013 €

Sector AOC's

Wett. norm

63% 0,91 -1,00%

20 - 60% > 0,50 0 max. 35%

16.620.829 16.024.660 15.502.451 69.382 -750.046 -213.619 192.005 -623.907 -74.730 8.000 300.001 -412.107 184.005 -923.908 337.377

Solvabiliteit De solvabiliteit (eigen vermogen / balans totaal) geeft aan of het bestuur op langere termijn aan haar financiële verplichtingen kan voldoen. Een gezonde waarde van de solvabiliteit ligt tussen 20 – 60%. De streefwaarde van De Groene Welle is een solvabiliteit die ligt tussen de 55 – 60%. In 2013 is de schuldpositie sterker gedaald dan de afname van het Eigen Vermogen, waardoor er een lichte stijging van de solvabiliteit ontstaat. Intern is gesproken over deze waarde in relatie tot de waarde van het vastgoed. Liquiditeit De liquiditeit (vlottende activa / kortlopende schuld) geeft aan of het bestuur op korte termijn aan haar verplichtingen kan voldoen. Een gezonde waarde van de liquiditeit ligt boven 0,5. In 2013 zijn de kortlopende schulden sterker gedaald dan het totaal van de vlottende activa, waardoor er een stijging van de liquiditeit ontstaat. Rentabiliteit De rentabiliteit (resultaat gewone bedrijfsvoering / baten gewone bedrijfsvoering) geeft aan of het bestuur de baten en lasten met elkaar in evenwicht kan houden. Een gezonde waarde van de rentabiliteit heeft meerdere jaren een waarde van nul. De streefwaarde van De Groene Welle is een rentabiliteit die ligt tussen 2 – 3%. In 2013 is een negatief exploitatieresultaat behaald, waardoor de rentabiliteit onder de ondergrens is uitgekomen. Ten opzichte van 2012 is de rentabiliteit gestegen door meer sturing op financiën en gerichte acties op het verminderen van lasten. Dit effect is het gevolg van de vastgestelde begroting voor 2013 en was te verwachten. Kapitalisatiefactor De kapitalisatiefactor signaleert of een onderwijsinstelling zijn kapitaal al dan niet efficiënt benut. Dit kengetal wordt berekend door het totale vermogen, minus gebouwen en terreinen (materieel en financieel) te delen door de totale baten (incl. financiële baten). De totale baten van De Groene Welle zijn meer dan 12 miljoen euro en valt hiermee onder de grote schoolbesturen. Als signaleringsgrens wordt voor grote schoolbesturen een bovengrens van 35% gehanteerd.

38


Risicomanagement In 2013 heeft er binnen De Groene Welle een risico-inventarisatie en –analyse plaatsgevonden. De bestuurder heeft samen met de controller een lijst opgesteld van voor De Groene Welle mogelijk relevante risico’s. Dit heeft geresulteerd in een lijst met risico’s verdeeld over de categorieën toezicht, budget, communicatie, facilitair, omgeving, onderwijs, organisatie en personeel. De risico’s die als meest urgent werden herkend in de organisatie zijn hieronder weergegeven in de zogenaamde “Top-10”. Per risico is aangegeven welke actie ondernomen is om het risico te beheersen. In 2014 vindt er opnieuw een risico-inventarisatie plaats. Nr. Categorie 1 Budget

Risico Beheersing Vermindering budget als gevolg van overheidsbeleid (zorg, 30+, ect.) - Managementrapportage (maand) - Instellingsrapportage (kwartaal) - Gesprekkencyclus - Formatiekrimp 2 Budget Vermindering leerlingenaantal VO - Wervingscampagne - Verbeteren kwaliteit 3 Budget Vermindering (aanvullende) subsidies en overige inkomsten - Zie punt 1 4 Organisatie Managementinformatie onvoldoende - Qlikview - Managementrapportage (maand) - Instellingsrapportage (kwartaal) - Gesprekkencyclus - Interne audits 5 Communicatie Communicatie intern - Vernieuwd intranet - Qlikview - Overleg MT/DT 6 Onderwijs Kwaliteit onderwijs: opbrengsten 7 Personeel Professionaliteit personeel: houding en gedrag - Scholing 8 Personeel

Professionaliteit personeel: competenties

9 Personeel

Kwaliteit teamleiders

10 Onderwijs

Kwaliteit en bedrijfsvoering: kwaliteitsborging

-

Gesprekkencyclus Scholing Gesprekkencyclus Scholing Coaching Tevredenheidsonderzoek

Een aanvullend risico wat De Groene Welle raakt is de borgstelling (€ 150.000) voor Hippisch Centrum de Haerst. Deze financiële verbinding vormt een risico op het moment dat bijv. de financiering door de bank wordt ingetrokken. Om dit risico te beheersen is er contact met de Rabobank en is de directie van De Haerst gevraagd om De Groene Welle te informeren over de financiële situatie door het aanleveren van jaarrekeningen en accountantsverslagen. Het risico van de effecten Passend Onderwijs in relatie met OPDC Het Lumeijn, een voorziening van het samenwerkingsverband, is voor het personele deel in 2013 komen te vervallen. Naar tevredenheid zijn twee medewerkers van OPDC Het Lumeijn overgenomen en ingezet binnen de formatie. In 2014 vervalt het vastgoed risico door een voorgenomen overdracht van de stichting en de daaraan gekoppelde verplichtingen aan één van de grote schoolbesturen uit het samenwerkingsverband. Na bespreking van het risicomanagement is op verzoek van de Raad van Toezicht gestart met de voorbereiding van interne audits op de interne administratieve processen.

39


Overige rapportages Voor de rapportages met betrekking tot: - rapportage aanwezigheid en werking van het interne risicobeheersings- en controlesysteem en de beschrijving van de belangrijkste risico’s en onzekerheden, verwijzen wij u naar de eerder vermelde risicomanagement. Voor de rapportage toezichthoudend orgaan verwijzen wij u naar het verslag van de Raad van Toezicht in het jaarverslag.

Treasurybeleid Het treasurybeleid vindt plaats binnen de kaders van de regeling van het ministerie van OCW. Bij het aantrekken, respectievelijk uitzetten van alle benodigde en niet direct-benodigde middelen wordt gehandeld in overeenstemming met de in de regeling gestelde verplichtingen. In 2013 hebben er geen beleggingen plaatsgevonden in risicodragend kapitaal. De zogenaamde vrije liquide middelen staan op een bedrijfsspaarrekening bij de Rabobank. Er hebben zich in 2013 geen liquiditeitsproblemen voorgedaan.

40


Notitie Helderheid De thema’s uit de “Notitie Helderheid in de bekostiging van het beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie” worden hieronder kort weergegeven: Thema 1: Uitbesteding bekostigd onderwijs Voorheen werd het initiële onderwijs gedeeltelijk uitbesteed aan OPDC Het Lumeijn. In 2013 is gestart met de afbouw van OPDC Het Lumeijn, waardoor er in 2013 geen nieuwe vo-leerlingen geplaatst zijn. Thema 2: Investeren van publieke middelen in private activiteiten De rijksbijdrage is niet aangewend voor investeringen in activiteiten voor of in samenwerking met een derde, die op geen enkele wijze een relatie hebben met de kernactiviteiten onderwijs, onderzoek en kennisoverdracht. Tevens wordt de regeling “beleggen en belenen” nageleefd, zoals uiteengezet in de treasury paragraaf. Thema 3: Het verlenen van vrijstellingen Vrijstellingen worden uitsluitend verleend op basis van eerder behaalde proeves voor het betreffende onderdeel. Dit betreft een enkele vrijstelling per deelnemer. Thema 4: Les- en cursusgeld niet betaald door de deelnemer zelf Les- en cursusgeld wordt door de deelnemer zelf betaald. Na uitdrukkelijk verzoek van de deelnemer kan de factuur voor het les- en cursusgeld gericht worden aan en betaald worden door instellingen, gemeenten of bedrijven. Thema 5: In- en uitschrijving van deelnemers in meer dan één opleiding tegelijk. Er zijn deelnemers die tijdens het schooljaar wisselen van uitstroomprofiel dan wel de school verlaten zonder diploma of op een ander niveau dan de inschrijving per 1 oktober. In 2013 waren er in totaal 69 uitstromers. Thema 6: De deelnemer volgt een andere opleiding dan waarvoor hij is ingeschreven Er zijn deelnemers die tijdens het schooljaar van een voltijds variant overstappen naar een deeltijds variant en omgekeerd. Redenen hiervoor zijn het aangeboden krijgen van een baan of ontslag. Er zijn deelnemers die switchen van opleiding, uit oogpunt van werkgelegenheid of door persoonlijke omstandigheden. Er zijn deelnemers die een diploma uitgereikt krijgen op een lager niveau dan het hogere niveau waarvoor ze ingeschreven zijn. Zij verlaten de school om diverse redenen. Deze deelnemers zijn gekwalificeerd, waardoor ze niet worden aangemerkt als vroegtijdig schoolverlater. In 2013 waren er in totaal 40 “ommezwaaiers”. Thema 7: Bekostiging van maatwerktrajecten ten behoeve van bedrijven Dit thema is niet van toepassing anders dan in activiteiten die vallen onder Cursus en Contract. Er vindt geen koppeling plaats tussen maatwerkactiviteiten en inschrijving in de BBL. Thema 8: Buitenlandse deelnemers en onderwijs in het buitenland. Dit thema is niet van toepassing.

41


Toekomst paragraaf Hieronder treft u een korte toelichting op de begroting 2014 aan, waaronder de aanduiding van de ontwikkelingen die hierop van invloed zijn inclusief een meerjarenperspectief. Intern werken wij met de kaderbrief voor de begroting die, voorafgaand aan het begrotingsproces, wordt opgesteld. De hieronder vermelde ontwikkelingen maken onderdeel uit van onze risicoanalyse, die onderdeel is van deze kaderbrief. Strategische ontwikkelingen en de financiële meerjarenplanning In 2014 worden we geconfronteerd met de uitvoering van de intensivering en verkorting van niveau 4 opleidingen, die in onze situatie leidt tot een grote verschuiving (al onze niveau 4 opleidingen zijn vierjarig en op één na moeten ze driejarig worden). Daardoor ontstaat er in de tweede helft van 2014 een verhoging van activiteiten met de daarbij behorende kosten, om alsnog aan de regelgeving betreffende onderwijstijd te kunnen voldoen. Pas de komende jaren zal er sprake zijn van inverdieneffecten. De bekostiging laat een geleidelijke opbouw van inkomsten zien als tegemoetkoming van de toename in activiteiten. Dit zal vragen om voorfinanciering terwijl op dit moment nog niet precies te overzien is wat de gevolgen zijn omdat docenten nog bezig zijn met de ombouw van de programma’s. In het jaarverslag 2012 hebben we uitgebreid stil gestaan bij de risico’s als gevolg van afspraken uit het regeerakkoord betreffende innovatiemiddelen, die in de praktijk deels gebruikt worden voor uitvoering van lessen van een aantal aangegeven opleidingen uit de agro food sector. Dit ter compensatie van kleine groepen en dure infrastructuur. Dit risico blijft onverkort van kracht. Ook in 2014 zal een risicoinventarisatie plaatsvinden, op basis van de analyse die in 2013 heeft plaatsgevonden. Ook de meerjarenraming zal in het voorjaar opnieuw geactualiseerd worden, waarbij de jaarrekening van 2013 uitgangspunt is. Met de Raad van Toezicht is afgesproken dat in 2014 in de instellingsrapportage, die per kwartaal verschijnt, meer aandacht aan informatie over de forecast gegeven wordt. Personeel In de kaderbrief is duidelijk gemaakt dat de personele ombuiging in 2013 effect heeft gehad: op basis van de geprognosticeerde aantallen studenten instroom kunnen we het personeelsbestand in 2014 stabiel houden. De investering in de kwaliteit van personeel, zowel op onderwijskundig als vakinhoudelijk vlak, blijft een punt waarop gestuurd wordt. In 2014 gaan we een beloningssystematiek introduceren waarbij een koppeling wordt gemaakt met de functiemix. Uit deze ontwikkeling zal volgen dat er een mogelijk ander kostenplaatje ontstaat, beleid wordt bijgesteld en er komt een overgangsregeling. Samenwerking In onze strategie is samenwerken een pijler. De samenwerking met verschillende instellingen om ons heen is in 2014 onderwerp van onderzoek. De financiële effecten en doelen, worden daarin meegenomen.

42


Verwachtingen 2014 De begroting voor 2014 is als volgt vastgesteld: 2014 € Baten Rijksbijdragen Overige bijdragen Totaal

12.539.602 1.445.529 13.985.131

Lasten Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten Totaal Saldo baten en lasten Financiële baten en lasten Exploitatie resultaat Resultaat LOC+ Netto resultaat

-10.213.214 -675.000 -1.212.100 -2.100.424 -14.200.738 -215.607 -74.000 -289.607 120.000 -169.607

Zwolle, 6 december 2013

Voorzitter College van Bestuur, Mevrouw Drs. F.W. Hengeveld

43


Jaarrekening Balans per 31 december 2013 (voor resultaatbestemming) 31 december 2013 €

31 december 2012 €

10.543.188 2.444.672 12.987.860

11.061.959 2.458.939 13.520.898

502.523 2.012.068 2.514.591

348.667 2.155.095 2.503.762

15.502.451

16.024.660

9.600.575 1.235.717 2.083.265 2.582.894

9.675.305 1.068.398 2.206.663 3.074.294

15.502.451

16.024.660

1 Activa Vaste activa 1.1 Materiële vaste activa 1.2 Financiële vaste activa Totaal

Vlottende activa 1.3 Vorderingen 1.4 Liquide middelen Totaal Totaal activa

2 Passiva 2.1 Eigen Vermogen 2.2 Voorzieningen 2.3 Langlopende schulden 2.4 Kortlopende schulden Totaal passiva

44


Staat van baten en lasten 2013 €

Begroting 2013 €

2012 €

3 Baten 3.1 Rijksbijdragen 3.2 Overige overheidsbijdragen en –subsidies 3.3 Les- en examengelden 3.4 Cursusgelden en baten werk in opdracht van derden 3.5 Overige baten Totaal baten 4 Lasten 4.1 Personeelslasten 4.2 Afschrijvingen 4.3 Huisvestingslasten 4.4 Overige lasten Totaal lasten Saldo baten en lasten 5 Financiële baten en lasten Exploitatie resultaat 6 Resultaat LOC+ Netto resultaat

10.414.118 2.095.226 340.279 568.302 880.494 14.298.419

10.100.752 2.052.407 319.000 568.993 678.667 13.719.819

9.892.205 3.060.850 530.733 635.724 632.862 14.752.374

-10.221.119 -678.886 -1.230.668 -2.301.416 -14.432.089

-9.657.620 -759.835 -1.206.650 -2.542.821 -14.166.926

-10.468.040 -750.354 -1.215.060 -2.998.242 -15.431.696

-133.670

-447.107

-679.322

-79.949

-85.000

-70.724

-213.619

-532.107

-750.046

138.889

120.000

126.139

-74.730

-412.107

-623.907

45


Kasstroomoverzicht 2013 €

2012 €

Kasstroom uit operationele activiteiten Saldo baten en lasten Resultaat LOC+ Netto resultaat De Groene Welle

-213.619 138.889 -74.730

-750.046 126.139 -623.907

678.886 167.319 846.205

750.354 137.549 887.903

-153.856 -491.400 -645.256

97.031 13.528 110.559

Totaal kasstroom uit operationele activiteiten

126.219

374.555

Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen in materiële vaste activa Overige (des)investeringen in financiële vaste activa Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten

-160.116 14.267 -145.849

-219.375 27.017 -192.358

Kasstroom uit financieringsactiviteiten Aflossing langlopende schulden incl. kortlopend deel Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten

-123.398 -123.398

-123.336 -123.336

Mutaties liquide middelen

-143.028

58.861

Aanpassing voor: Afschrijvingen Mutaties voorzieningen Verandering in vlottende middelen: Vorderingen Schulden

46


Grondslagen voor de jaarrekening Algemeen De activiteiten van de Groene Welle zijn juridisch ondergebracht in Stichting AOC de Groene Welle. De statutaire vestigingsplaats van deze stichting is Zwolle. De voornaamste activiteiten van de stichting bestaan uit het verzorgen van onderwijs. De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving, die uitgegeven is door de Raad voor de Jaarverslaggeving. Deze bepalingen zijn van toepassing op grond van de Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs (RJ 660). De jaarrekening is opgesteld in euro’s. Voor zover van toepassing zijn ter vergelijking de realisatiecijfers opgenomen van het voorgaande jaar, en de cijfers van de goedgekeurde begroting van 2013. De gehanteerde grondslagen van waardering en resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van het voorgaande jaar. Verbonden partijen Als verbonden partijen worden aangemerkt, alle rechtspersonen waarover overheersende zeggenschap, gezamenlijke zeggenschap of invloed van betekenis kan worden uitgeoefend. Ook rechtspersonen die overwegende zeggenschap kunnen uitoefenen, statutaire directieleden en nauwe verwanten zijn verbonden partijen. Van betekenis zijnde transacties met verbonden partijen worden toegelicht, voor zover deze niet onder de normale marktvoorwaarden hebben plaatsgevonden. Hiervan worden toegelicht de aard en de omvang van de transactie en de andere informatie die nodig is voor het verschaffen van inzicht. Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld op basis van de indirecte methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit liquide middelen. Schattingen Om de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening te kunnen toepassen, is het nodig dat het management van de instelling zich over verschillende zaken een oordeel vormt, en dat het management schattingen maakt die essentieel kunnen zijn voor de in de jaarrekening opgenomen bedragen. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft. Grondslagen voor de waardering van activa en passiva Materiële vaste activa De materiële vaste activa worden gewaardeerd volgens de aanschafwaarde, verminderd met lineair berekende afschrijvingen, gebaseerd op de economische levensduur. Op terreinen wordt niet afgeschreven. Financiële vaste activa Deelnemingen worden gewaardeerd tegen netto vermogenswaarde.

47


Financiële instrumenten Financiële instrumenten omvatten handels- en overige vorderingen, geldmiddelen, leningen en overige financieringsverplichtingen, handelsschulden en overige te betalen posten. De stichting maakt geen gebruik van derivaten. De overige vorderingen worden na de eerste opname gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode, verminderd met bijzondere waardeverminderingsverliezen. De langlopende schulden en overige financiële verplichtingen worden na eerste opname gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode. Vorderingen De vorderingen worden opgenomen tegen nominale waarde, voor zover noodzakelijk onder aftrek van een voorziening voor het risico van oninbaarheid. Liquide middelen De liquide middelen staan, voor zover niet anders vermeld, ter vrije beschikking van het bestuur. Eigen vermogen Het eigen vermogen bestaat uit algemene reserves en de bestemmingsreserves en/of –fondsen. Hierin is tevens een segmentatie opgenomen naar publieke en private middelen. De algemene reserve betreft een buffer ter waarborging van de continuïteit van de school en wordt opgebouwd uit resultaatbestemming van overschotten die ontstaan uit het verschil tussen de toegerekende baten en de werkelijk gemaakt lasten. In geval van een tekort wordt dit resultaat ten lasten van de algemene reserve gebracht. Bestemmingsreserves zijn reserves met een beperktere bestedingsmogelijkheid, die door het bestuur zijn aangebracht. Indien de beperktere bestedingsmogelijkheid door derden is aangebracht, wordt dit deel aangemerkt als bestemmingsfonds. Bestemmingsreserves De bestemmingsreserve BAPO is in 2010 ontstaan als gevolg van een stelselwijziging. Per 31-12-2010 is de eerder gevormde voorziening BAPO vrijgevallen ten gunste van de bestemmingsreserve BAPO. De lasten, voortvloeiend uit de BAPO, worden vanuit de bestemmingsreserve ten gunste van de algemene reserve geboekt. De bestemmingsreserve Kwaliteit is in 2012 gevormd met als doel de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren en wordt uitgevoerd in 2012 tot en met 2014. De lasten, voortvloeiend uit de kwaliteitsverbetering, worden vanuit de bestemmingsreserve ten gunste van de algemene reserve geboekt. De bestemmingsreserve niet bestede niet-geoormerkte subsidies is in 2012 gevormd ten behoeve van in 2013 te verantwoorden niet-geoormerkte subsidies (prestatiebox vo).

48


Voorzieningen Algemeen Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan, waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is in te schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde, met uitzondering van de voorziening jubilea. Voorziening jubilea De voorziening jubilea wordt opgenomen voor verwachte lasten gedurende het dienstverband van de werknemers op basis van de contante waarde berekening en blijfkans. Bij de berekening van deze voorziening is dezelfde systematiek gehanteerd als in voorgaande jaren. Voorziening groot onderhoud De voorziening groot onderhoud is gevormd voor de toekomstige kosten van groot onderhoud aan de bedrijfsgebouwen. De toevoeging aan de voorziening wordt bepaald op basis van het geschatte bedrag van het onderhoud en de periode die telkens tussen de werkzaamheden van groot onderhoud verloopt, gebaseerd op een meerjaren onderhoudsplan. Voorziening grondsanering De voorziening grondsanering is gevormd voor toekomstige kosten voor de grondsanering aan de Piet Heinstraat te Hardenberg. In december 2008 is het gebouw en terrein verkocht aan de gemeente Hardenberg. Onderdeel van de verkoop was de afspraak dat De Groene Welle de kosten voor de grondsanering (lichte vervuiling) voor haar rekening zou nemen. In december 2008 is € 25.000 in een notarieel depot gestort in de verwachting dat de grond binnen een jaar gesaneerd zou worden. De sanering heeft nog niet plaatsgevonden. Daarom is in het eerste kwartaal van 2010 het depot vrijgevallen ten gunste van De Groene Welle, terwijl gelijktijdig in een overeenkomst met de gemeente Hardenberg is vastgelegd dat De Groene Welle tot maximaal € 25.000 (jaarlijkse indexatie 3%) aansprakelijk gesteld kan worden voor de toekomstige saneringskosten. Hiertoe is in 2010 een voorziening opgenomen. Langlopende schulden Schulden met een resterende looptijd van meer dan één jaar worden opgenomen onder langlopende schulden. De op korte termijn (binnen één jaar) verschuldigde aflossingen worden opgenomen onder de kortlopende schulden. De waardering van de langlopende schulden is toegelicht onder de financiële instrumenten. Kortlopende schulden Schulden met een resterende looptijd van maximaal één jaar worden aangeduid als kortlopend. Schulden worden niet gesaldeerd met activa. De waardering van de kortlopende schulden is toegelicht onder de financiële instrumenten. Overlopende passiva betreffen vooruit ontvangen bedragen (waaronder geoormerkte subsidies) en nog te betalen bedragen die aan een verstreken periode zijn toegekend. Van bedragen die voor meerdere jaren beschikbaar zijn gesteld, wordt het nog niet bestede gedeelte op deze post aangehouden. Vrijval ten gunste van de staat van baten en lasten geschiedt naar rato van de besteding.

49


Grondslagen voor bepaling van het resultaat Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de baten en alle aan het verslagjaar toe te rekenen lasten. De lasten worden bepaald met inachtneming van de hiervoor vermelde waarderingsgrondslagen. De baten en lasten worden toegerekend aan de verslagperiode waarop deze betrekking hebben. Rijksbijdragen OCW en EZ Onder de rijksbijdragen worden de vergoedingen voor personele en materiële kosten opgenomen. De rijksbijdragen worden toegerekend aan het verslagjaar. Overige baten Onder de overige baten worden de vergoedingen opgenomen die niet verstrekt zijn door het ministerie van OCW en EZ, gemeenten, provincie of andere overheidsinstellingen. De overige baten worden toegerekend aan het verslagjaar waarop ze betrekking hebben. Personeelsbeloningen en pensioenen Voor de medewerkers van de organisatie is een pensioenregeling getroffen die kwalificeert als een toegezegde pensioenregeling. Deze pensioenregeling is ondergebracht bij een bedrijfstakpensioenfonds (ABP) en wordt – overeenkomstig de in de RJ aangereikte vereenvoudiging – in de jaarrekening verwerkt als toegezegde bijdrageregeling. Dit betekent dat het over het boekjaar verschuldigde als kosten worden verantwoord. De risico’s van loonontwikkeling, prijsindexatie en beleggingsrendement op het fondsvermogen zullen mogelijk leiden tot toekomstige aanpassingen in de jaarlijkse bijdragen aan het pensioenfonds. Deze risico's komen niet tot uitdrukking in een in de balans opgenomen voorziening. Informatie over de eventuele tekorten en de gevolgen hiervan voor de pensioenpremies in de toekomstige jaren is niet beschikbaar. Afschrijvingen De afschrijvingen zijn gerelateerd aan de aanschafwaarde van de desbetreffende materiële vaste activa. In het jaar van investeren wordt naar tijdsgelang afgeschreven. De volgende afschrijvingspercentages worden gehanteerd: Gebouwen Inventaris, apparatuur en installaties Vervoersmiddelen Computers en intranet

3,33 - 5 – 10 6,67 20 20

50


Toelichting op de balans per 31 december 2013 ACTIVA Vaste activa Materiële vaste activa Gebouwen en terreinen In maart 1999 is in Zwolle het nieuwe schoolgebouw opgeleverd (stichtingskosten € 11.109.937). De afschrijvingstermijn is 30 jaar (3,33%), met ingang van 1 januari 1999. In 1996 is in Zwolle op gepachte grond een smederij gebouwd (stichtingskosten € 111.930) ten behoeve van de opleiding hoefsmid. De afschrijvingstermijn is 20 jaar (5%), met ingang van 1 januari 1997. Inventaris en computers Inventaris In augustus 2007 is in Hardenberg het LOC+ opgeleverd. Buiten de stichtingskosten om zijn er in eigen beheer investeringen gedaan. De afschrijvingstermijn is 10 jaar (10%), met ingang van 1 januari 2008. In 2013 bestaan de investeringen voornamelijk uit de aanschaf van beamers, digiborden en schoolmeubilair. De totale investering is € 51.397. Computers In 2013 bestaan de investeringen voornamelijk uit het vervangen en uitbreiden van pc’s. De totale investering is € 40.321. Intranet In 2013 bestaan de investeringen uit het volledig vernieuwen van intranet. De totale investering is € 68.398.

51


VA Vaste activa

1.1

Materiële vaste activa

1.1.1 Gebouwen en terreinen Smederij Koggelaan

1.1.2 Inventaris en computers LOC Hardenberg Inventaris Computers Intranet 1.1.3 Installaties 1.1.4 Vervoersmiddelen

Materiële vaste activa

Aanschaf prijs

Afschr. Cum.

Boekwaarde

€

€

1-1-2013 €

340.279 15.128.100 15.468.379

-177.582 -5.571.730 -5.749.312

162.697 9.556.370 9.719.067

114.256 2.826.030 428.253 51.533 95.343 41.730 3.557.145

-50.466 -1.821.816 -269.742 -39.982 -22.247 -10.000 -2.214.253

63.790 1.004.214 158.511 11.551 73.096 31.730 1.342.892

19.025.524 -7.963.565 11.061.959

OZB en verzekerde waarde gebouwen en terreinen OZB-waarde gebouwen en terreinen Verzekerde waarde gebouwen

Invest.

Desinvest.

Afschr.

€

€

€

Afschr. Aanschaf Desinvest. €

€

Afschr.

€

Boekwaarde 31-12-2013 €

-16.600 -407.816 -424.416

340.279 15.128.100 15.468.379

-194.182 -5.979.546 -6.173.728

146.097 9.148.554 9.294.651

160.116

-11.426 -161.090 -50.390 -16.862 -6.356 -8.347 -254.471

114.256 2.877.427 468.574 119.931 95.343 41.730 3.717.261

-61.892 -1.982.906 -320.132 -56.844 -28.603 -18.347 -2.468.724

52.364 894.521 148.442 63.087 66.740 23.383 1.248.537

160.116

-678.887

19.185.640

51.397 40.321 68.398

-8.642.452 10.543.188

2013 2012 14.575.000 14.575.000 25.328.000 16.954.800

52


Financiële vaste activa 1.2

Financiële vaste activa

Boekwaarde Kapitaal 1-1-2013 storting € 1.2.1 Deelnemingen

2.458.939

€

Uitkering op Resultaat Boekwaarde kapitaal deelnemingen 31-12-2013 storting €

€

€

-153.156

138.889

2.444.672

Deelnemingen In 2005 hebben de gemeente Hardenberg, het Alfacollege en De Groene Welle (aandeel is 9,66%) een stichting opgericht voor de nieuwbouw en het beheer van het Lokaal Opleidingscentrum te Hardenberg. De doelstelling luidt volgens uittreksel van de Kamer van Koophandel te Zwolle, d.d. 31 januari 2006: Het ontwikkelen, realiseren, beheren en exploiteren van het Lokale Opleidingscentrum Plus. Het betreft publiekgerichte diensten op het gebied van onderwijs en cultuur die bij elkaar worden gebracht, waardoor onderlinge samenwerking en versterking van functies worden gestimuleerd. Per kwartaal wordt van de oorspronkelijke kapitaalstorting € 38.289 terug betaald aan De Groene Welle. Jaarlijks neemt De Groene Welle voor 9,66% deel in het netto resultaat van LOC Hardenberg. Voor 2013 is dit € 138.889. De boekwaarde van de deelneming is derhalve het aandeel van De Groene Welle in het eigen vermogen van LOC Hardenberg. De Groene Welle heeft de deelneming gewaardeerd volgens de netto vermogenswaarde. Dit overeenkomstig met de Richtlijn Jaarverslag Onderwijs (RJ 660) welke voorschrijft dat deelnemingen waarin invloed van betekenis wordt uitgeoefend op het zakelijke en financiële beleid worden gewaardeerd tegen de netto vermogenswaarde.

53


Vorderingen 1.3

1.3.1 1.3.2 1.3.3 1.3.4

Vorderingen

Debiteuren Nog te ontvangen bedragen Ministerie OCW Overlopende activa Vorderingen

31 december 2013

31 december 2012

€

€ 196.115 226.044 40.000 40.364 502.523

221.860 84.317 21.228 21.262 348.667

5.056 3.364 31944 40.364

16.714 2.340 2.008 200 21.262

Uitsplitsing 1.3.4.1

1.3.4.2

Vooruitbetaalde kosten algemeen Vooruitbetaalde kosten leerlingen/studenten Vooruitbetaalde kosten projecten Overige overlopende activa Overlopende activa

Ministerie OCW Onder de vorderingen op het Ministerie van OCW is de afrekening opgenomen van het project “Wie maakt mij los”. Deze vordering loopt in het eerste half jaar van 2014 af.

Liquide middelen 1.4

Liquide middelen

1.4.1 1.4.2

Kas Bank



2.612 2.009.456 2.012.068

2.509 2.152.586 2.155.095

1.688 924 2.612

1.793 716 2.509

236.180 1.773.276 2.009.456

626.321 1.526.265 2.152.586

Uitsplitsing 1.4.1.1 1.4.1.2

Kas Koggelaan Kas Hardenberg Kas

1.4.2.1 1.4.2.2

Rekening courant Rabobank Bedrijfsspaarrekening Rabobank Bank

54


Eigen vermogen 2.1

Eigen Vermogen (voor resultaatbestemming)

Stand € 2.1.1

Algemene reserve

Publieke bestemmingsreserves 2.1.2 Bestemmingsreserve BAPO 2.1.3 Bestemmingsreserve Kwaliteit 2.1.4 Bestemmingsreserve niet bestede nietgeoormerkte subsidies Eigen Vermogen

Resultaat Resultaat Overige Stand 2012 2013 mutaties 31-12-2013 € € € €

8.920.849

239.035

9.085.154

584.413 136.647

-205.639

378.774 136.647

33.396

-33.396

9.675.305

-74.730

-74.730

9.600.575

Voorzieningen 2.2

Voorzieningen Stand Onttrekking/ Stand Dotaties 1-1-2013 vrijval 31-12-2013 € € € €

2.2.1 2.2.2 2.2.3

Jubilea Groot onderhoud Grondsanering Piet Heinstraat Voorzieningen

81.033 962.365 25.000

433 240.000

-10.511 -62.603

70.955 1.139.762 25.000

1.068.398 240.433

-73.114

1.235.717

55


2.3

Langlopende schulden Stand Aangegane Stand Kortlopend Looptijd Aflossingen 1-1-2013 leningen 31-12-2013 deel >1 jaar € € € €

2.3.1 2.3.2

Rabobank 3257915136 Rabobank 3312912393 Langlopende schulden

1.705.009 624.990 2.329.999

0

-73.394 -50.004

1.631.615 574.986

-123.398

2.206.601

73.332 50.004

293.328 200.016

Looptijd > 5 jaar

1.265.017 324.966

Rentevoet

4,40% 3,95%

123.336 493.344 1.589.983

Langlopende schulden Rabobank 3257915136 In verband met de financiering van het LOC+ te Hardenberg is in maart 2006 een hypothecaire lening bij de Rabobank afgesloten. De rente staat voor 5 jaar vast en is in maart 2011 herzien. Er is een aflossingsverplichting tot en met 2036. Rabobank 3312912393 In verband met meerwerk activiteiten rondom de bouw van het LOC+ te Hardenberg, is er in juni 2009 een lening aan het LOC+ verstrekt van € 750.000. Dit geldbedrag was in eerste instantie gefinancierd middels een rekening-courant krediet. In juni 2010 is dit rekening-courant krediet omgezet naar een hypothecaire lening ter grootte van € 750.000. Voor deze lening is er een aflossingsverplichting tot en met 2025. Voor beide hypothecaire leningen geldt als onderpand het schoolcomplex met toebehoren, ondergrond, erf en tuin, staande en gelegen te 8017 JN, Zwolle, Koggelaan 7. In verband met de leningen o/g RABOBANK U.A. zijn per balansdatum de volgende zekerheden gesteld: een hypothecaire inschrijving van € 5.000.000 op de onroerende zaken te Zwolle

56


2.4

Kortlopende schulden



2.4.1 2.4.2 2.4.3 2.4.4 2.4.5 2.4.6 2.4.7

Aflossingsverplichting langlopende schuld Crediteuren Nog te betalen bedragen Belastingen en premies sociale verzekeringen Schulden ter zake van pensioenen Overige kortlopende schulden Overlopende passiva Kortlopende schulden

123.336 562.451 400.254 138.399 315.384 1.043.070 2.582.894

123.336 466.126 30.882 420.915 135.398 695.542 1.202.095 3.074.294

2.4.4.1 Loonheffing 2.4.4.2 Omzetbelasting Belastingen en premies sociale verzekeringen

400.926 -672 400.254

421.240 -325 420.915

2.4.6.1 Salaris personeel 2.4.6.2 Vakantiegeld, eindejaarsuitkering en bindingstoelage 2.4.6.3 Overige Overige kortlopende schulden

5.758 275.979 33.647 315.384

2.825 313.673 379.044 695.542

171.425 681.477 12.000 19.274 158.894 1.043.070

187.513 604.310 33.180 20.568 356.524 1.202.095

Uitsplitsing

2.4.7.1 2.4.7.2 2.4.7.3 2.4.7.4 2.4.7.5

Vooruit ontvangen lesgelden Vooruit ontvangen subsidies OCW/EZ Vooruit ontvangen cursusgelden Werk door derden Overige Overlopende passiva

57


Niet in de balans opgenomen verplichtingen Borgstelling Er is een borgstelling van € 150.000 afgegeven aan de Rabobank ten behoeve van de financiering van manege De Haerst. Grondsanering In verband met de mogelijke grondsanering aan de Piet Heinstraat te Hardenberg is de gemeente Hardenberg in 2010 schriftelijk met De Groene Welle overeengekomen, dat zij tot maximaal € 25.000 (met jaarlijkse indexering van 3%) verantwoordelijk gesteld kan worden voor de saneringskosten. De Groene Welle heeft hiervoor in 2010 een voorziening opgenomen van € 25.000. Leasecontract Er is een leasecontract met BNP Paribas betreffende lease van kopieermachines. Dit contract loopt van 1 maart 2011 tot 1 maart 2017. De verplichting is per jaareinde in totaal € 53.162. Waarborgfonds Als uitvloeisel van de aansluitovereenkomst met de Stichting Waarborgfonds BVE, kent elke aangesloten instelling, zo ook De Groene Welle, een voorwaardelijke verplichting van 2% van de jaarlijkse Rijksbijdrage. Vakantieaanspraken Voor onderwijsinstellingen, vallende onder de WVO, is het op basis van artikel 5 van de (gewijzigde) regeling “Onvoorziene gevallen bij invoering vereenvoudiging bekostiging voortgezet onderwijs” (kenmerk: WJZ-2005/54063802 en kenmerk VO/F-2006/1769) toegestaan een vordering op te nemen op het Ministerie van OCW. Hiervan is geen gebruik gemaakt. De bestaande schuld aan het personeel in verband met de tot en met december opgebouwde bruto vakantieaanspraken is per jaareinde in totaal € 275.979. WW Er is een verplichting aan het UWV en KPMG voor de betaling van (bovenwettelijke) WW uitkeringen van ontslagen medewerkers. De verplichting is per jaareinde in totaal € 393.202 (berekend over de periode 2014-2021). De Groene Welle heeft hiervoor geen voorziening gevormd. De omvang van deze verplichting is in verband met het inschatten van het vinden van een nieuwe werkgever voor de ex-medewerker, niet betrouwbaar in te schatten. Ter dekking van deze kosten ontvangt De Groene Welle wachtgeld.

58


Toelichting op de staat van baten en lasten In dit hoofdstuk lichten we de realisatie van 2013 van De Groene Welle toe en maken we een vergelijking met de begroting van 2013 en de realisatie van 2012. Baten

Baten in €

Baten in €

12.000.000 10.000.000 8.000.000 6.000.000 4.000.000 2.000.000 0

2013 Begroting

12.000.000 10.000.000 8.000.000 6.000.000 4.000.000 2.000.000 0

2013

2012

De baten bestaan voornamelijk uit Rijksbijdragen. De totale baten zijn in 2013 met € 453.000 gedaald ten opzichte van 2012. Een uitzondering hierop zijn de Rijksbijdragen en overige baten, deze zijn gestegen. Rijksbijdragen De Rijksbijdrage is in 2013 € 313.000 hoger dan begroot. Voor het VO is € 173.000 meer Rijksbijdrage ontvangen dan begroot. Hiervan is € 47.000 meer ontvangen door een hoger aantal LWOO-leerlingen (begroot: 159 / gerealiseerd: 164), € 15.000 meer door een verhoging van het tarief voor huisvesting en € 111.000 door onverwachte aanvullende bekostiging vanuit het Rijk (jonge leerkrachten VO € 26.000 / bijzonder aanvullend VO € 85.000). Vanuit het herfstakkoord is onverwacht meer geld beschikbaar gesteld voor het MBO. Hierdoor is er voor het MBO € 140.000 meer Rijksbijdrage ontvangen dan begroot. Overige overheidsbijdragen en –subsidies De baten uit subsidies zijn in 2013 € 42.800 hoger dan begroot. Onder de overige subsidies vallen de geoormerkte en niet-geoormerkte subsidies van OCW en EZ. De OCW en EZ geoormerkte subsidies zijn in totaal € 29.400 lager dan de begroting. De geoormerkte subsidies worden verantwoord in model G, waarbij er onderscheid wordt gemaakt tussen aflopende en doorlopende subsidies. De OCW niet-geoormerkte subsidies zijn € 72.200 hoger dan begroot (zie onderstaand). Realisatie > begroting: VMBO-MBO 2 Visueel gehandicapten VOA LGF-BVE LGF-VO

+ + + + +

€ € € € €

26.500 (drie extra deelnemers aan het vm2-traject) 3.100 47.300 (verhoging VOA-budget) 3.400 7.900 59


Realisatie < begroting: LGF-Down Wachtgeld

- € 3.500 - € 12.500

Cursus- en lesgelden De baten uit cursus- en lesgelden zijn in 2013 € 21.300 hoger dan begroot. Cursus- en lesgelden bestaan uit gelden die elk schooljaar bij studenten/leerlingen in rekening worden gebracht voor activiteiten die niet door de overheid (via de rijksbijdrage) worden gefinancierd. De studentenbijdrage MBO is € 18.300 hoger dan begroot. De voornaamste oorzaak is de verschuiving van het studentenaantal van BBL naar BOL. De leerlingenbijdrage VO is € 3.000 hoger dan begroot. Dit wordt veroorzaakt door de groei in het VO (+ 44 leerlingen per 1-10-2013). Baten in opdracht van derden Cursusgelden contractonderwijs De baten uit cursusgelden voor contractonderwijs zijn in 2013 € 46.900 lager dan begroot. De afwijking wordt veroorzaakt door het niet doorgaan van de cursus Greenkeeper (€ 10.500) en het achterblijven van de afname van cursussen Werken volgens de Flora- en Faunawet, niveau 1, 2 en 3 (€ 36.400). Overige baten werk in opdracht van derden De baten uit werk in opdracht van derden zijn in 2013 € 46.200 hoger dan de begroting. Deze stijging heeft vooral te maken met door de AOC Raad toegekende bedragen voor “Trots op onze docenten” (€ 35.000) en “kwaliteit MBO 2013-2015” (€ 10.000). Overige baten De overige baten zijn in 2013 € 201.800 hoger dan begroot (zie onderstaand). Realisatie > begroting: Verhuur/medegebruik Bijdragen automaten/kantine Uitleen personeel Overige baten VO Groen Hardenberg

+ + + + +

€ € € € €

4.700 13.600 94.700 (deelname medewerkers in diverse activiteiten) 90.500 (buitenlandse stages/excursies, doorstroom HBO) 34.700 (nieuw contract afgesloten)

Realisatie < begroting: Wettelijk lesgeld BBL ZW-WAO gelden Doorbelaste kosten

- € 10.000 (afname aantal BBL-ers) - € 12.400 - € 14.000

60


Lasten

De lasten bestaan voornamelijk uit personeelslasten. De totale lasten zijn in 2013 met € 999.600 gedaald ten opzichte van 2012. Een uitzondering hierop zijn de huisvestingslasten, deze zijn gestegen. In 2013 is er sterk gestuurd op krimp van de formatie met als resultaat een daling van de personeelslasten ten opzichte van 2012. Op de overige lasten is een besparing gerealiseerd door kritisch te zijn op uitgaven en sterk te sturen op afwijkingen ten opzichte van de begroting. Personeelslasten In 2013 moest er een forse krimp in de personeelsbezetting doorgevoerd worden. Deze bezuiniging kon grotendeels pas vanaf augustus gerealiseerd worden in verband met contractverplichtingen tot eind juli. We werden geconfronteerd met een hoog langdurig ziekteverzuim (niet werk gerelateerd) van bijna 7%, waarbij als uitgangspunt is gehanteerd, dat alleen de lestaken zijn vervangen. In de praktijk komt dit neer op een vervanging van ongeveer 50%. Ook was er een groei in het leerlingenaantal VO. De afwijking in de lonen en salarissen en personeel niet in loondienst wordt veroorzaakt door: Groei leerlingenaantal VO (+ 2,5 fte ad € 66.000 x 5/12) Doorlopende contracten Vervanging (langdurig) zieken en onvoorzien Grotere stijging sociale- en pensioenlasten dan voorzien

€ 69.000 € 343.400 € 131.000 € 79.000

Lonen en salarissen De lonen en salarissen zijn in 2013 € 403.700 hoger dan begroot. Zie toelichting personeelslasten. Overige personeelslasten Dotaties personeelsvoorzieningen De dotaties aan de personeelsvoorzieningen zijn in 2013 € 10.000 lager dan begroot. Het betreft de voorziening jubilea. Personeel niet in loondienst De lasten voor personeel niet in loondienst zijn in 2013 € 218.700 hoger dan begroot. Zie toelichting personeelslasten. 61


Overig De overige personeelslasten zijn in 2013 € 48.700 lager dan begroot. De afwijking wordt voornamelijk veroorzaakt door het vrijvallen van middelen voor het VSV-project “warme overdracht” (€ 33.500), welke niet waren begroot. Afschrijvingen De afschrijvingslasten zijn in 2013 € 81.000 lager dan begroot. De afwijking wordt voornamelijk veroorzaakt door met terugwerkende kracht vanaf 2010, een correctie door te voeren op afschrijvingen van subsidies (- € 62.000). Daarnaast zijn de investeringen in vaste activa lager uitgevallen dan begroot. Huisvestingslasten De huisvestingslasten zijn in 2013 € 24.000 hoger dan begroot (zie onderstaand). Realisatie > begroting: Onderhouds- en beveiligingscontracten Elektriciteit Warmte Belastingen Kleine overschrijdingen overige posten

+ + + + +

€ € € € €

7.400 (uitbreiding contracten) 14.000 (prijscorrecties) 34.400 (lange koude periode voorjaar) 6.400 1.800

Realisatie < begroting: Huur lokalen/ruimten Huur en exploitatiekosten LOC+ Schoonmaakkosten

- € 5.000 - € 15.900 (correctie huurprijs per m2) - € 19.100 (nieuw schoonmaakcontract)

Overige lasten De overige lasten zijn in 2013 € 241.400 lager dan begroot. De afwijking wordt voornamelijk veroorzaakt door de afname van het aantal KIGO-projecten en daarmee samenhangende kosten (- € 52.600), afname van de kosten sector VO/BVE (- € 51.400) en minder materiële uitgaven voor subsidies (- € 169.700). Daar staat tegenover dat de administratie en beheerslasten zijn gestegen (+ € 32.400).

62


Financieel resultaat In 2013 is een netto resultaat begroot van € 412.100 negatief. Inclusief rente en het resultaat deelneming bedraagt het netto resultaat van 2013 € 74.700 negatief. Het resultaat blijft binnen begroting, de belangrijkste verklaringen hiervoor zijn: Voorfinanciering Als gevolg van de stijging van de leerlingen- en studentenaantallen in augustus 2013, moet de toename van de onderwijsactiviteiten voorgefinancierd worden. Immers voor het VO volgt de uitbetaling van het huidige aantal leerlingen pas in 2014 (t-1) en voor het MBO pas in 2015 (t-2). De totale voorfinanciering bedraagt ca. € 189.000. Rijksbijdrage Vanuit het Nationaal Onderwijs Akkoord is onverwacht meer geld beschikbaar gesteld. Voor het MBO bedraagt dit ca. € 140.000 en voor het VO ca. € 111.000.

63


Overheidsbijdragen

3.1 3.2

Rijksbijdragen OCW/EZ Overige subsidies OCW/EZ Overheidsbijdragen



10.414.118 2.095.226 12.509.344

9.892.205 3.060.850 12.953.055

1.349.995 745.231 2.095.226

2.194.244 866.606 3.060.850

237.335 1.112.660 1.349.995

518.952 1.675.292 2.194.244

745.231 745.231

866.606 866.606

2.095.226

3.060.850



54.977 285.302 340.279

58.493 472.240 530.733

343.071 225.231 568.302

278.479 357.245 635.724

5.682 138.628 736.184 880.494

1.275 144.292 487.294 632.861

Uitsplitsing Overheidsbijdragen OCW EZ Totaal

Uitsplitsing Overige subsidies

3.2.1 3.2.2

OCW Geoormerkte subsidies Niet-geoormerkte subsidies Overige subsidies OCW

3.2.3

EZ Geoormerkte subsidies Overige subsidies EZ Totaal

Andere baten 3.3

Cursus- en lesgelden

3.3.1 3.3.2

Lesgelden sector VO Cursusgelden sector BVE Cursus- en lesgelden

3.4

Baten in opdracht van derden

3.4.1 3.4.2

Contractonderwijs Overige baten werk in opdracht van derden Baten in opdracht van derden

3.5

Overige baten

3.5.1 3.5.2 3.5.3

Verhuur Kantine locatie Zwolle Overige Overige baten

64


Lasten 4.1

Personeelslasten

4.1.1 4.1.2 4.1.3

Lonen en salarissen Overige personeelslasten Af: ontvangen uitleen personeel Personeelslasten



-9.095.884 -1.197.428 72.193 -10.221.119

-9.059.686 -1.453.485 45.130 -10.468.041

Uitsplitsing 4.1.1.1 4.1.1.2 4.1.1.3 4.1.1.4

Brutolonen en salarissen Sociale lasten Pensioenpremies Onttrekking personele voorzieningen Lonen en salarissen

-7.133.197 -879.271 -1.093.927 10.511 -9.095.884

-7.154.517 -890.137 -1.023.292 8.260 -9.059.686

4.1.2.1 4.1.2.2 4.1.2.3 4.1.2.4

Dotaties personele voorzieningen Personeel niet in loondienst Overig Dienstreizen Overige personeelslasten

10.078 -927.658 -213.705 -66.143 -1.197.428

-13.407 -1.193.243 -168.811 -78.024 -1.453.485

136,1 11,1 147,2

140,6 14,5 155,1

In loondienst Niet in loondienst Gewogen aantal fte

65


4.2

Afschrijvingen

4.2.1

Materiële vaste activa Afschrijvingen

4.3

Huisvestingslasten

4.3.1 4.3.2 4.3.3 4.3.4 4.3.5 4.3.6 4.3.7

Huur Klein onderhoud en exploitatie Dotatie groot onderhoud Energie en water Schoonmaakkosten Heffingen Overig Huisvestingslasten

4.4

Overige lasten

4.4.1 4.4.2 4.4.3

Administratie en beheerslasten Inventaris, apparatuur en leermiddelen Overige (algemeen, VO/BVE, contractonderwijs, werk in opdracht van Overige lasten



-678.886 -678.886

-750.354 -750.354

-344.728 -76.180 -240.000 -262.362 -195.872 -111.426 -100 -1.230.668

-346.899 -72.194 -240.000 -238.234 -211.823 -105.609 -300 -1.215.059

-347.001 -183.902

-363.476 -244.005

-1.770.513

-2.390.762

-2.301.416

-2.998.243

-721.585 -52.956 -214.644 -125.177 -90.651 -565.500 -1.770.513

-730.873 -52.136 -331.070 -89.013 -228.087 -959.582 -2.390.761

19.003 -98.952 -79.949

33.777 -104.501 -70.724

-37.752 -3.025 -40.777

-45.853 -2.474 -48.327

Uitsplitsing 4.4.3.1 Algemeen Sector VO Sector BVE Contractonderwijs Werk in opdracht van derden Additionele middelen

Financiële baten en lasten 5

Financiële baten en lasten

5.1 5.2

Rentebaten Rentelasten Financiële baten en lasten

Honorarium accountant Honorarium onderzoek jaarrekening Honorarium andere niet-controlediensten

66


Model E Verbonden Partijen Juridische

Statutaire

Code

vorm 2013

zetel

activiteiten

Eigen vermogen

Resultaat Art 2:403 Deelname Consolidatie jaar BW

Naam

CV Beheersmaatschappij LOC+ Stg. Leerbedrijven Groene Welle

CV Stichting

Hardenberg Zwolle

3 4

31-12-2013 €

2013 €

Ja / Nee

%

Ja / Nee

-

138.889 -

Ja Nee

9,66 -

Nee Nee

Code activiteiten: 1. Contractonderwijs, 2. Contractonderzoek, 3. Onroerende zaken, 4. Overige

Verbonden partijen In 2005 hebben de gemeente Hardenberg, het Alfacollege en De Groene Welle een stichting opgericht voor de nieuwbouw en het beheer van het Lokaal Opleidings Centrum (LOC+) te Hardenberg. In 2006 heeft De Groene Welle een Stichting Leerbedrijven opgericht. Binnen de Stichting Leerbedrijven doen leerlingen praktijkervaring op door het oprichten van miniondernemingen.

67


Model WNT Bezoldiging van bestuurders en toezichthouders (in euro’s)

Voorzittersclausule van Bestuurder met toepassing dienstbetrekking J/N

Bestuurder

Toezichthouders

Toezichthouder Toezichthouder Toezichthouder Toezichthouder Toezichthouder Toezichthouder Toezichthouder

J

Voorzitter of lid

V L L L L L L

Naam

F.W. Hengeveld

Naam

J.A.M.L. Houben H. Dries R.M.B. Grefelman-Neppelenbroek G. Naber A.C.G. Kalter H. Dijkstra H.F. Buisman-Kruize

Ingangsdatum Einddatum dienstverband dienstverband

1-6-2010 onbepaalde tijd

Ingangsdatum Einddatum dienstverband dienstverband

1-1-2007 12-4-2005 1-1-2007 1-1-2007 1-1-2007 20-6-2011 1-1-2012

n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.

Omvang Uitkeringen Onkosten- Beloningen dienst- Beloning beëindiging vergoedingen op termijn verband dienstverband FTE

€

1

107.510

€ 12.035

€

€

10.260

Omvang Uitkeringen Onkosten- Beloningen dienst- Beloning beëindiging vergoedingen op termijn verband dienstverband FTE

€

n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.

5.445 3.933 2.750 3.328 3.933 3.328 3.328

€

€

€

Het normenkader rondom de ‘’Wet Normering bezoldiging Topfunctionarissen Publieke en Semi-publieke Sector (hierna :WNT) is bekrachtigd in het Besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 26 februari 2014, nr. 2014-0000106049 en de Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 26 februari 2014, nr. 2014-0000 104920. De Aanpassingswet WNT is als onderdeel van dit normenkader nog niet formeel aangenomen door de Eerste Kamer. Voor het opmaken van de jaarrekening is in lijn met de mededeling van de minister van BZK d.d. 12 februari 2014, gepubliceerd in de Staatscourant d.d. 18 fe-bruari 2014, de Aanpassingswet WNT wel als onderdeel van het normenkader gehanteerd.

68


Model G Verantwoording subsidies G1 Verantwoording van subsidies zonder verrekeningsclausule De prestatie is ultimo boekjaar conform de subsidiebeschikking Omschrijving

Jaar

Kenmerk

Bekwaamheid en professionalisering

2013 493118-1

Ontvangen Bedrag van t/m toewijzing boekjaar € €

Totaal

87.910

87.910

87.910

87.910

geheel uitgevoerd

nog niet geheel uitgevoerd

√

G2A Verantwoording van subsidie met verrekeningsclausule, aflopend per ultimo verslagjaar

Omschrijving

Jaar

Kenmerk

Lerarenbeurs L. Woltinge/A. Loef Lerarenbeurs Groene Impuls School Groene Impuls School Groene Impuls Internationalisering Groene Impuls Professionalisering Praktijkleren Box 1 Schoolmaatschappelijk werk Taal en Rekenen Taal en Rekenen Prestatie subsidie convenant VSV Prestatie subsidie convenant VSV

2009 2012 2011 2012 2012 2012 2012 2012 2012 2013 2012 2013

2012/2/278212 BEK-2010/82044 M 2011/2/242302 2011/2/242302 2011/2/242302 2011/2/242302 BEK-2011/80124 M BEK-2011/79640-M BEK-12/77480 M BEK-12/64566 M BEK-12/64566 M

Totaal

Bedrag van Saldo toewijzing 1-1-2013 € € 4.055 8.393 113.025 111.518 20.073 26.764 451.202 31.656 111.123 116.420 14.000 34.000

60 8.393 26.372 111.518 18.548 18.535 113.112 18.248 19.178

1.042.229

381.964

14.000 34.000

Ontvangen t/m Kosten boekjaar boekjaar € € 4.055 8.393 113.025 111.518 20.073 26.764 451.202 31.656 111.123 116.420 14.000 34.000

60 8.393 26.372 111.518 18.548 18.535 113.112 18.248 19.178 118.562 14.000 34.000

Totale kosten €

Saldo 31-12-2013 €

4.055 8.393 113.025 111.518 20.073 26.764 451.202 31.656 111.123 118.562 14.000 34.000

0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

1.042.229 500.526 1.044.371

0

69


G2B Doorlopend tot in volgend verslagjaar

Omschrijving

Jaar

Kenmerk

Praktijkleren Box 1 Praktijkleren Box 2 Groene Impuls School Kenniscentrum Groene Impuls Internationalisering Groene Implus Professionalisering Landelijke agenda en Authentiek onderwijs Schoolmaatschappelijk Werk

2013 2013 2013 2013 2013 2013 2013

483015-5 483015-5 483015-5 483015-5 483015-5 483015-5 BEK-2013/134 M

Totaal

Bedrag Ontvangen van Saldo t/m Kosten toewijzing 1-1-2013 boekjaar boekjaar € € € € 445.888 199.777 86.707 17.341 21.677 91.297 30.893 893.580

445.888 199.777 86.707 17.341 21.677 91.297 30.893

Totale kosten €

Saldo 31-12-2013 €

280.432 144.555 5.106 4.519 22.534

280.432 144.555 5.106 4.519 22.534

6.894

6.894

165.457 55.221 81.601 12.822 -858 91.297 23.999

893.580 464.040 464.040

429.539

70

Jaardocument De Groene Welle 2013 ‘De juiste mensen op de juiste plek’

(Voorstel) bestemming van het exploitatieresultaat 2013 € Saldo baten en lasten Resultaat LOC+ Renteresultaat Vrijval bestemmingsreserve Vrijval bestemmingsreserve Vrijval bestemmingsreserve Vrijval bestemmingsreserve

-133.670 138.889 -79.949 Sociaal Fonds BAPO Kwaliteit niet bestede niet-geoormerkte subsidies

Naar de algemene reserve

205.639

2012 € -679.322 126.139 -70.724 22.890 211.922 38.353

33.396 164.305

-350.742

Gebeurtenissen na balansdatum Na afloop van het boekjaar hebben zich geen gebeurtenissen voorgedaan die belangrijk zijn voor de interpretatie van de cijfers in de jaarrekening. Samenwerkingsverbanden De Groene Welle heeft een samenwerkingsverband met OPDC Het Lumeijn. In overeenstemming met het Besluit samenwerking VO-BVE wordt hierover gerapporteerd. Per peildatum volgen de volgende aantallen leerlingen per brinnummer elders onderwijs: Aantal leerlingen Brinnr.

13US

Schoolnaam

De Groene Welle

Volgt onderwijs bij 2013

2012

-

5

OPDC Het Lumeijn

71


Continuïteitsparagraaf Kengetal (31-12)

2013

2014*

2015*

2016*

Personele bezetting in FTE - Management / directie - Onderwijzend personeel - Overige medewerkers Totaal

4,2 101,8 30,0 136,1

3,9 98,3 30,0 132,2

3,9 99,1 30,0 133,0

3,9 101,6 30,0 135,5

Studentenaantallen MBO Leerlingenaantallen VO Totaal

1.248 423 1.671

1.250 427 1.677

1.250 428 1.678

1.250 471 1.721

* prognose

Toelichting kengetallen Personele bezetting Ondanks de intensivering van het onderwijs, blijft de bezetting nagenoeg gelijk. Leerlingen- en studentenaantallen De verwachting is dat de leerlingenaantallen in het VO en de studentenaantallen in het MBO stabiel blijven. Huisvesting Het schoolgebouw in Zwolle is in eigendom. Er wordt jaarlijks een voorziening getroffen voor groot onderhoud.

72


Balans 2013 €

2014* €

2015* €

2016* €

Activa

Vaste activa - Materiële vaste activa - Financiële vaste activa Totaal

10.543.188 2.444.672 12.987.860

10.011.689 2.411.516 12.423.205

9.478.479 2.378.360 11.856.839

8.953.769 2.345.204 11.298.973

2.514.591

2.904.860

3.795.417

4.075.782

15.502.451

15.328.065

15.652.256

15.374.755

- Algemene reserve - Bestemmingsreserve publiek - Bestemmingsreserve privaat

9.085.154 515.421

8.915.551 515.419

9.263.078 515.419

9.058.911 515.419

Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden

1.235.717 2.083.265 2.582.894

1.386.216 1.959.929 2.550.950

1.486.216 1.836.593 2.550.950

1.536.216 1.713.257 2.550.950

15.502.451

15.328.065

15.652.256

15.374.753

Vlottende activa Totaal activa Passiva

Eigen vermogen

Totaal passiva * prognose

Toelichting balans Financieringsstructuur Er vinden geen wijzigingen plaats in de huidige financieringsstructuur. Er wordt geen nieuwe lening aangegaan en de bestaande leningen worden jaarlijks afgelost. Huisvestingsbeleid Het schoolgebouw in Zwolle is in eigendom, er zijn geen nieuwbouwplannen. Het schoolgebouw in Hardenberg wordt gehuurd, daarnaast is er een deelneming in stichting LOC+ Hardenberg. Mutaties reserves, fondsen en voorzieningen De bestemmingsreserves BAPO en Kwaliteit lopen de komende jaren af.

73


Staat van baten en lasten 2013 € Baten - Rijksbijdragen OCW/EZ - Overige subsidies OCW/EZ - Lesgelden VO - Cursusgelden BVE - Baten in opdracht van derden - Overige baten Totaal

10.414.118 2.095.226 54.977 285.302 568.302 880.494 14.298.419 2013 €

Lasten - Personeelslasten - Afschrijvingen - Huisvestingslasten - Overige lasten Totaal Saldo baten en lasten Saldo financiële bedrijfsvoering Saldo buitengewone baten en lasten Totaal resulaat

2014* € 10.440.779 2.098.824 54.000 238.000 312.695 840.834 13.985.132 2014* €

2015* €

2016* €

11.072.220 2.000.000 54.000 246.000 321.000 862.000 14.555.220

11.175.673 1.100.000 54.000 246.000 329.000 884.000 13.788.673

2015* €

2016* €

-10.221.119 -678.886 -1.230.668 -2.301.416 -14.432.089

-10.213.213 -675.000 -1.212.100 -2.100.424 -14.200.737

-10.189.500 -724.710 -1.230.000 -2.121.000 -14.265.210

-10.458.000 -724.710 -1.248.000 -1.633.000 -14.063.710

-133.670 -79.949 138.889 -74.730

-215.605 -74.000 120.000 -169.605

290.010 -62.486 120.000 347.524

-275.037 -49.127 120.000 -204.164

* prognose

Toelichting staat van baten en lasten Leerlingen- en studentenaantallen De verwachting is dat de leerlingenaantallen in het VO en de studentenaantallen in het MBO stabiel blijven. Andere bekostigingsrelevantie variabelen In 2016 zullen de praktijkleergelden verdwijnen, dit is van grote invloed op de overige subsidies. Contractactiviteiten Contractactiviteiten zijn een klein onderdeel van de omzet. De verwachting is dat dit de komende jaren niet zal veranderen als gevolg van de crisis en verschuiving van taken tussen landelijke overheid, provincies en gemeenten. Het zal moeite kosten het huidige niveau te handhaven. De organisatie kiest hier bewust voor in het kader van relatiebeheer met bedrijven. Personele bezetting Er wordt gestuurd op een personele bezetting die in overeenstemming is met de beschikbare middelen. In het meerjaren formatieplan zal met name in 2016 sprake zijn van een grote aanpassing. Hiertoe wordt er een flexibele schil opgebouwd. Huisvesting Er zijn geen nieuwbouwplannen, wel is er een voorziening getroffen voor groot onderhoud.

74


Gegevens over de rechtspersoon Algemeen Naam Adres Telefoon Fax Naam contactpersoon Bestuursnummer Brinnummer KvK nummer E-mail Internet

: : : : : : : : : :

Stichting Agrarisch Opleidings Centrum de Groene Welle Koggelaan 7, 8017 JN Zwolle (038) 467 11 20 (038) 422 34 36 Mevrouw Drs. F.W. Hengeveld 40097 13US 41024625 [email protected] www.groenewelle.nl

Samenstelling Raad van Toezicht 2013 De heer J.A.M.L. Houben : voorzitter De heer H. Dries : lid Mevrouw R. Grefelman : lid De heer R. Kalter : lid De heer G. Naber : lid Mevrouw E. Kruize : lid De heer H. Dijkstra : lid

Samenstelling College van Bestuur 2013 Mevrouw Drs. F.W. Hengeveld (directievoorzitter)

75


Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan:

Stichting AOC de Groene Welle

Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de jaarrekening 2013 van Stichting AOC de Groene Welle te Groningen gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2013 en de staat van baten en lasten over 2013 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen.

Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en resultaat getrouw dient weer te geven, in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs en de Beleidsregels toepassing Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT), alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor de financiële rechtmatigheid van de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming dienen te zijn met de in de relevante weten regelgeving opgenomen bepalingen. Het bestuur is voorts verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de naleving van die relevante weten regelgeving mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten.

Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle, als bedoeld in Artikel 2.5.3, lid 4 van de Wet educatie en beroepsonderwijs. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden, het onderwijscontroleprotocol OCW/EZ 2013 en de Beleidsregels toepassing WNT, exclusief het Controleprotocol WNT. Dit vereist dat wij voldoen aan voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan alsmede in het kader van de financiële rechtmatigheid voor de naleving van die relevante weten regelgeving, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de stichting. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en de gebruikte financiële rechtmatigheidscriteria en van de redelijkheid van de door het bestuur van de stichting gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden.

76


Oordeel betreffende de jaarrekening Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting AOC de Groene Welle te Groningen per 31 december 2013 en van het resultaat over 2013 in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs en de Beleidsregels toepassing WNT. Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties over 2013 in alle van materieel belang zijnde aspecten voldoen aan de eisen van financiële rechtmatigheid. Dit houdt in dat de bedragen in overeenstemming zijn met de in de relevante weten regelgeving opgenomen bepalingen, zoals vermeld in paragraaf 2.3.1. Referentiekader van het onderwijscontroleprotocol OCW/EZ 2013. Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge Artikel 2:393, lid 5 onder e en f van het BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 van het BW is opgesteld, en of de in Artikel 2:392, lid 1 onder b tot en met h van het BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in Artikel 2:391, lid 4 van het BW. Ten slotte vermelden wij dat het jaarverslag voldoet aan de in de relevante weten regelgeving opgenomen bepalingen, zoals vermeld in paragraaf 2.2.5 Jaarverslag van het onderwijscontroleprotocol OCW/EZ 2013.

Groningen, 11 juni 2014

Ernst & Young Accountants LLP

w.g. drs. R.H. Bouman RA

77


Bijlage Overzicht van nevenfuncties College van bestuur Naam organisatie Expertise Centrum BeroepsOnderwijs Stichting Bijzondere Hoogleraren Max Grootte Curatorium Bijzonder Hoogleraar E. de Bruijn Regiegroep examinering vmbo Beleidsgroep Kenniscirculatie GKC Programmateam Water en Leven Lang Leren GKC Nationaal regie orgaan Onderwijsonderzoek Examinering MBO

Functie Lid programmaraad Bestuurslid

Jaar van aftreden -

Lid

-

Lid Voorzitter Ambassadeur

2013 2014

Lid voorzitter

2014

Bijlage Samenstelling Raad van Toezicht en rooster van aftreden Naam

In functie per

Aftredend per

Dhr. J. Houben (voorzitter)

2007

2013

Niet herbenoembaar

Mw. R. Grefelman

2007

2015

Niet herbenoembaar

Dhr. R. Kalter

2007

2014

Niet herbenoembaar

Dhr. H. Dries

2005

2013

Niet herbenoembaar

Dhr. H. Dijkstra

2011

2015

Herbenoembaar

Dhr. G. Naber

2007

2014

Niet herbenoembaar

Mw. E. Kruize

2012

2016

Herbenoembaar

78


Bijlage Nevenfuncties Raad van Toezicht Dhr. J. Houben      

Crown Gillmore - Functie: directeur –Betaald Zorg West Midden Brabant, Breda - Functie: voorzitter Raad van Toezicht – Betaald Het Nationaal Katholiek Thuisfront - Functie: voorzitter – Onbetaald Revalidatie Medisch Centrum Groot Klimmendaal - Functie: lid Raad van Toezicht –Betaald Joint venture Siza/Groot Klimmendaal - Functie: voorzitter – Onbetaald Schaepmanfonds - Functie: lid bestuur – Onbetaald

Dhr. H. Dijkstra             

Koninklijke Vereniging De Friesche Elfsteden - Functie: vicevoorzitter / secretaris – Onbetaald ROC Aventus - Functie: voorzitter Raad van Toezicht – Betaald Odyssee Training & Advies - Functie: voorzitter Raad van Commissarissen – Betaald Nederland Vlaamse Accreditatie Organisatie - Functie: voorzitter Instellingsauditcommissie – Betaald Stichting Orthopedagogisch Centrum De Ambelt - Functie: Voorzitter Raad van Toezicht – Betaald Veria, zorgorganisatie extramurale zorg - Functie: vicevoorzitter Raad van Toezicht – Betaald Marketing Oost - Functie: lid Raad van Toezicht – Betaald Schouwburgen De Spiegel en Odeon - Functie: lid Raad van Toezicht - Onbetaald Werkgeversberaad Hardenberg - Functie: voorzitter – Betaald It Sil Heve’ - Functie: voorzitter - Niet betaald Nederlands Vlaamse Accrediatie Organisatie - Functie: lid bezwaarschriftencommissie – Betaald Vastgoed Zwolle B.V. - Functie: bewaarder/toezichtshouder Stichting Obligatiehouders – Betaald Rekenkamercommissie gemeente Hattem - Functie: voorzitter – Betaald

Mw. R. Grefelman 

Fa. Grefelman (Loonwerkbedrijf) - Functie: directeur/eigenaar - Betaald

Dhr. R. Kalter    

Tuinbouwbedrijf Witlof Withlove C.V. - Functie: directeur/eigenaar – Betaald Koel en Vriesbedrijf Kalter Marknesse - Functie: eigenaar – Betaald Ontslagadviescommisie UWV - Functie: lid kamer Arnhem – Betaald Geothermie Koekoekspolder - Functie: lid begeleidingscommissie - Onbetaald

Dhr. H. Dries    

Dion - Functie: directeur - Betaald Stichting Pensioenfonds OWASE - Functie: bestuurslid – Betaald Rotary Hardenberg - Functie: bestuurslid – Onbetaald Nationaal Exameninstituut - Functie: bestuurslid - Onbetaald

Dhr. G. Naber  

KNHS - Functie: Beleidsmedewerker - Betaald Trainings- en Africhtingsstal Naber-Lozeman - Functie: directeur/eigenaar - Betaald

Mw. E. Kruize     

SWZ - Functie: commissaris - Betaald OOZ - Functie: voorzitter Raad van Toezicht - Betaald Driezorg - Functie: lid Raad van Toezicht - Betaald Kulturhus Hattem - Functie: bestuurslid – Onbetaald OSG Hengelo – Functie: vice-voorziter - Betaald

79


Bijlage Verantwoording Code Goed Bestuur in de BVE sector

Deel 1: Taken, verantwoordelijkheden, inrichting en werkwijze colleges van bestuur Afspraak uit de code ‘Goed bestuur in de bve-sector’

1.

Het CvB zorgt bij verschillende inkomstenbronnen voor een heldere scheiding in de

Check instelling √

verantwoording 2.

Het CvB regelt (indien van toepassing) vertegenwoordigingsbevoegdheid in een

√

bestuursreglement of procuratieregeling. 3.

Het CvB zorgt voor actuele informatie over de behoeften en wensen van belanghebbenden en

√

neemt die aantoonbaar mee in zijn besluitvorming. 4.

Het CvB vraagt de RvT goedkeuring voor: a.

de visie op basis waarvan het CvB wenst te opereren

b.

het strategisch meerjarenplan, de begroting, het jaarplan, de jaarrekening en het jaarverslag

c.

(wijzigingen in) het bestuursreglement

d.

besluiten tot statutenwijziging of ontbinding van de rechtspersoon, of het aanvragen van

√

faillissement of surseance van betaling e. 5.

overige majeure beslissingen, vast te leggen in de statuten en/of het bestuursreglement

Het CvB legt verantwoording aan de RvT af over de gang van zaken in de instelling en zijn

√

eigen functioneren en verschaft de RvT daartoe actief de nodige informatie. 6.

Het CvB verschaft de RvT alle informatie die deze nodig heeft voor zijn toezichttaak.

√

7.

Het CvB legt belangrijke beslissingen en complexe zaken voor advies voor aan de RvT.

√

8.

Het CvB legt zijn taken en werkwijze vast in de statuten en/of het bestuursreglement.

√

9.

De RvT stelt de omvang van het CvB vast.

√

10. Het CvB omschrijft bij een meerhoofdig CvB in het bestuursreglement de taken,

nvt

verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de leden. 11. De RvT werkt bij de werving en selectie van CvB-leden met vooraf door het CvB opgestelde en openbare profielen. De profielen worden voor advies voorgelegd aan de ondernemingsraad en

√

de studentenraad. 12. De RvT evalueert jaarlijks (de leden van) het CvB en bespreekt met hen de verwachtingen en

√

wensen voor de toekomst. 13. Leden van de RvT mogen niet worden benoemd in het CvB van dezelfde instelling.

√

14. Bij belet of ontstentenis van alle CvB-leden voorziet de RvT tijdelijk in het bestuur.

√

15. Leden van het CvB vragen voor het aanvaarden van betaalde of onbetaalde nevenfuncties

√

goedkeuring aan de RvT. 16. De RvT stelt criteria vast, op grond waarvan goedkeuring wordt verleend of onthouden aan

√

nevenfuncties van CvB-leden. 17. Relevante nevenfuncties van CvB-leden worden in het jaarverslag openbaar gemaakt.

√

18. Een lid van het CvB meldt een (potentieel) tegenstrijdig belang aan de voorzitter van de RvT

√

en zijn collega CvB-leden. De RvT beslist of er sprake is van een tegenstrijdig belang.

80


19. Een CvB-lid neemt niet deel aan discussie en besluitvorming over een onderwerp waarbij dat

√

lid een tegenstrijdig belang heeft. 20. Belangenverstrengeling bij een CvB-lid is niet toegestaan bij familiaire of zakelijke relaties met

√

RvT-leden, CvB-leden en managementleden die rechtstreeks onder het CvB vallen. 21. Belangenverstrengeling bij een CvB-lid is niet toegestaan bij substantiële zakelijke relaties tussen de eigen organisatie en een andere rechtspersoon waar een CvB-lid financiële belangen

√

heeft of bestuurder of toezichthouder is. 22. Het CvB zorgt voor een integriteitscode, na overleg met de ondernemingsraad.

√

Deel 2: Taken, verantwoordelijkheden, inrichting en werkwijze raden van toezicht Afspraak uit de code ‘Goed bestuur in de bve-sector’

23. De RvT legt zijn taken en werkwijze vast in de statuten en/of het bestuursreglement. 24. De RvT stelt de omvang van de RvT vast, de competenties die nodig zijn, de zittingsduur en de honorering. Alle zaken rond de samenstelling van de RvT worden geregeld in de statuten en/of

Check instelling √ √

het bestuursreglement. 25. De RvT benoemt, schorst en ontslaat de leden van de RvT.

√

26. Bij vacatures in de RvT stelt de RvT een profielschets op. Alle profielen worden voor advies

√

voorgelegd aan het CvB, de ondernemingsraad en de studentenraad. 27. Bij vacatures in de RvT worden afspraken gemaakt over de wervings- en selectieprocedure. 28. De zittingsperiode voor leden van de RvT is vier jaar, met de mogelijkheid tot herbenoeming voor één termijn. Daarbij wordt het lid beoordeeld op basis van zijn competenties in relatie tot

√ √

de profielschets. 29. De RvT stelt een rooster van aftreden vast, waarin enerzijds fris bloed en anderzijds

√

continuïteit wordt gewaarborgd. 30. De leden van de RvT ontvangen een honorering. De RvT stelt de hoogte van deze honorering

√

vast. 31. Een lid van de RvT wordt genoemd op bindende voordracht van de ondernemingsraad, indien

√

de OR van dit wettelijke recht gebruik wil maken. 32. Voormalige leden van het CvB, voormalige werknemers of iemand die belangrijke zakelijke

√

relaties heeft gehad met de instelling, kunnen geen lid van de RvT van deze instelling worden. 33. De leden van de RvT functioneren zonder last en ruggespraak.

√

34. De instelling maakt het financieel mogelijk dat de RvT over een secretariaat beschikt.

√

35. Taken, verantwoordelijkheden, bevoegdheden en samenstelling van door de RvT in te stellen

2014

commissies worden vastgelegd in een commissiereglement. 36. De RvT benoemt de externe accountant. De opdrachtverlening tot nietcontrolewerkzaamheden wordt goedgekeurd door de RvT. De externe accountant woont de vergaderingen van de RvT bij, waarin wordt gesproken over de jaarrekening en de

√

managementletter. De externe accountant rapport zijn bevindingen over de jaarrekening tegelijkertijd aan de RvT en het CvB. De keuze voor de accountant wordt om de zes jaar gemotiveerd heroverwogen. 37. De RvT evalueert jaarlijks de leden van het CvB en het College als team. Conclusies en

√

afspraken worden vastgelegd in een dossier dat wordt beheerd door of namens de RvT. 81


38. De RvT evalueert jaarlijks zijn eigen inrichting en functioneren en de bijdragen van de afzonderlijke leden, in afwezigheid van het CvB. Conclusies en afspraken worden vastgelegd in

√

een dossier dat wordt beheerd door of namens de RvT. 39. De RvT legt de werkwijze bij de evaluatie van het CvB en de RvT vast in het

√

bestuursreglement. 40. De RvT draagt zorgt voor een transparante en toegankelijke klokkenluidersregeling en voor

2014

een correcte afwikkeling. 41. Een lid van de RvT meldt een (potentieel) tegenstrijdig belang aan de voorzitter van de RvT en

√

zijn collega RvT-leden. De RvT beslist of er sprake is van een tegenstrijdig belang. 42. Een lid van de RvT neemt niet deel aan discussie en besluitvorming over een onderwerp

√

waarbij dat lid een tegenstrijdig belang heeft. 43. Belangenverstrengeling bij een RvT-lid is niet toegestaan bij familiaire of zakelijke relaties met

√

RvT-leden, CvB-leden en managementleden die rechtstreeks onder het CvB vallen. 44. Belangenverstrengeling bij een RvT-lid is niet toegestaan bij substantiële zakelijke relaties tussen de eigen organisatie en een andere rechtspersoon waar een RvT-lid financiële belangen

√

heeft of bestuurder of toezichthouder is. 45. Relevante nevenfuncties van RvT-leden worden in het jaarverslag openbaar gemaakt.

√

Deel 3: Inrichting en verantwoording over de horizontale dialoog Klachtenregelingen voor externe en interne belanghebbenden Afspraak uit de code ‘Goed bestuur in de bve-sector’

46. Het CvB formuleert wie externe belanghebbenden zijn, welke belanghebbenden waarbij worden betrokken, hoe de belanghebbenden bij de beleidsontwikkeling worden betrokken en


waarover, hoe en aan wie welke informatie wordt gegeven. 47. De instellingen geven vorm aan de afspraken in het professioneel statuut voor werknemers. 48. Het CvB zorgt voor transparante, eenvoudige en gemakkelijk toepasbare klachtenregelingen voor externe belanghebbenden en interne belanghebbenden en zorgt ervoor dat deze

√ √

klachtenregelingen bij de belanghebbenden bekend is. 49. De instellingen leggen verantwoording over de horizontale dialoog met externe

√

belanghebbenden af in het jaarverslag. Eis overheid

50. Het geheel van verslaggevingsdocumenten bestaande uit jaarrekening, jaarverslag en overige


gegevens 51. Aansluiting BW en verslaggeving onderwijs met 

Aansluiting BW en richtlijnen jaarverslaggeving onderwijs



Afwijkingen en in aanvulling op BW



Aanvullende richtlijnen m.b.t. personeelsbeloningen, profileringsfonds(HO) en

√

vergoedingen en declaraties (HO) 

Aanlevering gegevens

52. WEB met verplichtingen t.a.v. 

Kwaliteitszorg en verslag examens



Jaarrekening



Jaarverslag, nadere regels en verplichting om te vermelden hoe wordt omgegaan met

√

82


de code Goed Bestuur 

Verslag deelnemersraad



Bestuur en inrichting van de instellingen

53. UWEB met nadere uitwerking verplichtingen WEB t.a.v. informatie en controleprotocol 54. Controleprotocol met nadere uitwerking accountantscontrole en verantwoording met o.a. overzicht wet en regelgevingen en overzicht verantwoording van subsidiemiddelen conform

√ √

Wet overige OCW-subsidies (WOOS) of de Regeling onderwijs subsidies (ROS) 55. Medezeggenschap over strategische keuzes voor de instellingen conform Wet op de ondernemingsraden (WOR) en zeggenschap over onderwijs (Professioneel Statuut) en

√

werkverdeling (CAO)

83


Bijlage Overzicht van opleidingen 2013 Vmbo

Mbo

Basisberoepsgerichte Leerweg

Lifestyle design

Kaderberoepsgerichte Leerweg Gemengde Leerweg Theoretische Leerweg door Gemengde Leerweg incl. Duits aan te bieden LWOO Het Groene Lyceum

Bloemist Hoveniers en Groenvoorziening Sportvisacademie Zwolle (Sportvisserij & aquacultuur) Bos- en natuurbeheer Sier- en boomteelt Dierverzorging Dierenartsassistent (paraveterinair) Dierentrimmer Wildlife Hoefsmid Paardensport Paardenhouderij (Glas)groenteteelt Veehouderij Groen, grond en infra Werkbegeleider zorgbedrijf Groene (detail)handel Dierendetailhandel

Cursussen en contractactiviteiten Motorkettingzaag, basis, lichte en zware velling Snoeien, basis Snoeien, laan- en straatbomen Kroonsnoei jonge bomen Uitvoeren boomverzorging Boomveiligheidscontrole (VTA & IBA-methode) Werkvoorbereiden boomverzorging Werken in bomen met klimuitrusting, basis en vervolg Klim- en afbreektechnieken Werken volgens gedragscode Flora en Faunawet, niveau 1, 2 en 3 Plantenkennis, basis en vervolg Tuintekenen, basis en vervolg Beheer landschappelijke beplanting Bosmaaier Onderhoud kleine tuin- en parkmachines Maatwerk toolboxbijeenkomsten Begeleiden voortplanting paard DFA 1, DFA 1 + 2 (Bloem) Gespecialiseerd Bloemwerk ´Eigen stijl´ Praktijkopleider Effectief leidinggeven VCA basis en VCA VOL BHV en BHV-herhaling Veilig werken langs de weg Trekkerrijbewijs Heftruck Beheer begraafplaatsen Verlengingsbijeenkomsten licenties uitvoeren en bedrijfsvoeren gewasbescherming Licentie Uitvoeren gewasbescherming Licentie Bedrijfsvoeren gewasbescherming Verschillende maatwerktrajecten DFA 1, DFA 1 + 2 (Bloem) Boomveiligheid Examentraining Veilig werken met de hoogwerker Beheer inheemse flora Toepassen inheemse flora

84


Bijlage Overzicht projecten en regelingen (additionele middelen) De Groene Welle 2013 Afgeronde Projecten Wie maakt me los Programma Multi Functionele Landbouw Creatief Ketengericht Ondernemen Internationale competenties in het MBO Lopende Projecten Multileren Opgestarte Projecten Water Biobased Tuinbouw StadsLandbouw

Programma Paardenhouderij Groen Proeven Groen Proeven Expertgroep

Groene Educatie in de stad

Centrum Innovatief Vakmanschap (MP) Focus op vakmanschap 4 Groen

Regeling Groene Impuls

Uitgaven 2013 € 207.130

Leerlinggebonden Budget Lerarenbeurs Maatschappelijke Stage Praktijkleren Box 1 Praktijkleren Box 2 Prestatiebox MBO Prestatiebox VO Professionalisering Schoolmaatschappelijk werk Taal en rekenen VSV Warme overdracht

€ € € € € € € € € € €

209.320 29.350 24.000 394.320 144.550 70.000 88.880 146.110 25.140 135.600 33.540

Inzet onder andere Internationaal: Diverse buitenlandse projecten Kenniscentrum: Groen Lyceum Sportvisserij en aquacultuur FOGT tuinbouw Paraveterinair Remedial Teaching Diverse kleine projecten Professionalisering: Paraveterinair AA150 Innovatie PO/VMBO Ureninzet personeel/extra begeleiding leerlingen Ureninzet vervangend personeel Ureninzet personeel/werkweek Gastdocenten/stal De Groene Weelde Gastdocenten/extra praktijklessen Ureninzet personeel Ureninzet personeel Scholing Ureninzet personeel/extra begeleiding leerlingen Ureninzet personeel/scholing Ureninzet personeel

85


Bijlage Jaarverslag 2013 OR De Groene Welle Eén van de belangrijkste taken van de ondernemingsraad (OR) is het plegen van overleg namens de werknemers met de schoolleiding over de gang van zaken in de school. Niet alleen personele zaken, maar ook algemene zaken worden meegenomen. Dit allemaal in het belang (voortbestaan) van de onderneming. De OR is in 2013 acht keer bij elkaar gekomen. In de bijeenkomsten zijn verschillende onderwerpen de revue gepasseerd, zoals begroting, jaarrekening en vakantieregeling. Door aandacht te geven aan deze structurele onderwerpen, middels een dynamische jaaragenda, borgt de OR instellingsprocessen, die belangrijk zijn voor een goede voortgang. Veel processen bezitten namelijk een continue karakter en keren regelmatig terug. Het overleg met de schoolleiding heeft drie invalshoeken: instemming, advies en informatie. Op basis van deze drie invalhoeken worden de kaders waarin de OR kan functioneren helder. In onderstaand schema staan de onderwerpen die in 2013 aan de orde zijn gekomen: Onderwerp

Instemming

Advies

Formatieplan gebaseerd op ratio’s

V

Salarisadministratie

V

Herijking organisatie

V

Kaders begroting 2014

V

Informatie

Daarnaast heeft de OR zich in 2013 op een aantal punten extra verdiept:   

  

De OR-verkiezingen: we beschikken op dit moment over een volwaardige OR met personeelsleden uit alle geledingen van onze instelling. De financiële situatie van de school: een terugkerend onderwerp waar de OR zich sterk voor maakt en waarbij de insteek is om weer financieel gezond te worden. De herijking van de organisatie: dit brengt de nodige veranderingen met zich mee, die we goed proberen te monitoren. Ook proberen we zorg te dragen voor een goede evaluatie en waar nodig mogelijk aanpassing. Wisseling van taken: in 2013 is er een wisseling van de voorzitter en secretaris geweest. Budget en scholing OR: hierover zijn afspraken gemaakt. Samenwerking: een controlerende rol op het beleid van het bestuur en de directie.

In 2014 wil de OR een aantal onderwerpen de revue laten passeren.      

Werktijdenregeling: hoe kan dit het beste tot stand komen. Nieuwe vakantieregeling: hoe wordt de nieuwe vakantieregeling vo en mbo (in het kader van de Wet op Onderwijstijd) juist geïmplementeerd. Werkwijze OR en vergaderingen: meer gericht op behartiging van organisatiebelang en minder op belangenbehartiging. Voordracht lid Raad van Toezicht: maken van een bindende voordracht volgens de Wet op de Ondernemingsraden. Relatie met de bestuurder: verder uitbouwen. Contact met achterban: twee keer per jaar een bijeenkomst organiseren waarin de achterban wordt geconsulteerd.

86


Bijlage Jaarverslag 2013 Examencommissie De Groene Welle De examencommissie bestaat in 2013 van de directie de voorzitter F.W. Hengeveld, directeur MBO/VO de heer E. Fikse en beleidsmedewerker kwaliteitszorg, H. Dolfsma. De examencommissie is in 2013 acht keer bij elkaar geweest. Tijdens deze bijeenkomsten zijn er onderwerpen behandeld die betrekking hebben op het mbo en het vmbo. Binnen de commissie is er een unanieme tevredenheid over de werkwijze, mix van uitwisseling en discussie. In 2013 zijn er geen officiële klachten ingediend. In het komende schooljaar zal de examencommissie zich met name focussen op deskundigheid van de examenfunctionarissen en de centrale examinering taal en rekenen in het mbo en vmbo. Onderwerp PVB Tool Diplomering MBO MVT in het MBO VSV

Toezichtskader BVE voor Zelfevaluatie

Vrijstellingenbeleid MVT

Examens taal en rekenen Extraneus Examenreglement Project verbetering schoolexamens Brondocument Diploma’s Toetscommissie Citovolgsysteem VO monitor

Vervolg inspectiebezoek Examenreglement

Besluit Er zijn 13 tablets aangeschaft. Instructie door Trajectplanner, deze groep instrueert daarna de eigen teamleden. Tijdpad is in overleg met de administratie vastgelegd In FOGT-verband werken de examensecretarissen de zaken slaagregeling uit en de tekst voor het diploma aanhangsel Het aantal VSV-ers binnen De Groene Welle is laag. Toch wordt aan de teamleiders op op basis van de meest voorkomende (of duidelijkste) reden van VSV verbeterpunten te formuleren en deze op te nemen in het teamplan. Bij dreigende uitval wordt het toekomsttraject uitgevoerd. De 4Groen werkgroep kwaliteitsaudits heeft een instrument ontwikkeld op basis van toezichtskader BVE voor zelfevaluatie en audit. Op alle AOC’s zijn hiermee pilot audits uitgevoerd. Op basis van de ervaringen tijdens de pilotexamens wordt het instrument, indien noodzakelijk bijgesteld en vanaf schooljaar 2012 – 2013 in deze vorm ingezet. De Groene Welle kan in een 3 jarencyclus zowel zelfevaluatie als interne audit plannen. Het vrijstellingen mbo beleid is vastgesteld Na het AOC Raad-besluit tot harmonisering van eisen mvt zijn de examensecretarissen gestart met het opstellen van examenplannen voor alle crebo’s in het aanbod. Het examenplan maakt deel uit van de OER en borgt dat een cohort taal, rekenen en de mvt(‘s) volgens de eisen van het kwalificatiedossier afgesloten heeft. De organisatie van deze pilot verloopt volgens plan. Voorstel eisen taal en rekenen worden vastgesteld Extraneusregeling aangepast op basis van format platform MBO. Examenkandidaat ondertekent vanaf nu een overeenkomst met looptijd van max. 12 maanden. Examenreglement. Het examenreglement t.b.v. centrale examens Taal en Rekenen MBO 2012-2013 is vastgesteld evenals het protocol digitale examinering taal en rekenen Het streven is om te komen tot een systematiek van cijfertoekenning SE

mbo/vmbo mbo

Brondocument leerbedrijven en examinering vastgesteld Bijlagen diploma’s MBO worden ondertekend door directeur MBO Instelling toetscommissie bestaande uit externe deskundigen van regionale VMBO scholen en andere AOC’s. Citovolgsysteem is afgeschaft VMBO neemt de komende 3 jaren deel aan de VO monitor. Alumni worden ca. 6 maanden na schoolverlaten geënquêteerd, doel is gegevens over doorstroom naar MBO te verkrijgen en hiermee een doorlopende leerlijn succesvol vorm te geven Rapport besproken met docenten. Verder doorontwikkeling met als uitgangspunt: Wat kun jij hierin doen ? Examenreglement VMBO groen 12-13 vastgesteld

mbo mbo vmbo

mbo mbo mbo

mbo

mbo mbo

mbo mbo mbo mbo

vmbo vmbo

vmbo vmbo

87


Bijlage Prestatieafspraken 2012-2015

*een bijstelling van het leerlingenaantal (absoluut) vanwege definitieve gegevens DUO rondom aanmeldingen 1 oktober 2012.

88

De juiste mensen op de juiste plek

Recommend Documents