CA
S BE
I LL
SU
CETERO CENSEO LUDENDUM ESSE
Jaargang 19 nummer 1, maart 2007
periodiek van Casus Belli, vereniging voor roleplayers, board- en wargamers
Colofon De Nieuwsbrief van Casus Belli jaargang 19 nummer 1 maart 2007
Kopij Kopij kan ingeleverd worden bij of opgestuurd worden naar de redactie. Als de redactie het kan ontcijferen, mag er handgeschreven tekst ingeleverd worden. Een ingetikte tekst wordt echter meer gewaardeerd. Formaat: ASCII of LATEX, maar Word en dergelijke mag ook. Inleveren op 3.5 inch floppen, op CD, USB-stick of per e-mail.
Redactie Marleen Overkamp xxxxx xxxxx xxxxx xxxxx
[email protected] xxxxx
Overname van artikelen Voor het overnemen van een artikel uit de Nieuwsbrief moet vooraf toestemming verkregen worden van de auteur(s) van het artikel of van de redactie. Ook dient de bron vermeld te worden. Het copyright van de artikelen ligt bij de auteurs.
Hand- en spandiensten: Frank en Marc Casus Belli Bijeenkomsten: Caf´e ‘de Fiets’, Grotestraat 8, Nijmegen Postadres: Boeckstaetehof 506, 6543 HA Nijmegen Webstek: www.casusbelli.nl Algemene e-mail:
[email protected] Website e-mail:
[email protected]
Deadline volgende Nieuwsbrief: eind april 2007
0
Redactioneel
Inhoud 0 Colofon
Het jaarlijkse Casus Belli live roleplaying evenement genaamd ‘ALV’ is weer goed verlopen, althans, alle deelnemers hebben het overleefd. Na afloop zijn een paar mensen nog even financieel uitgekleed op de spellenveiling – sommige spellen bleken behoorlijk duur te zijn – maar dat mag de pret niet drukken. En zoals ik al gokte was het bestuur inderdaad eerder klaar met de formatie dan de regering, al scheelde het dit keer niet zoveel.
1 Redactioneel & Inhoud 2 Agenda Overzicht van activiteiten op spellengebied van Casus Belli en anderen. 3 Geboren: Francis Zoon van Jennifer en Sander. 4 De avonturen van Whisper Whisper gaat naar Thuringenstad en de tempel van Helos.
Ik zal jullie niet langer vervelen met redactionele praatjes, deze eerste Nieuwsbrief van 2007 is weer heel behoorlijk gevuld. Dus waar wacht je op?
7 Spellenweekend Een heel weekend spelletjes spelen bij Louis en Odile.
Veel leesplezier, Marleen
8 Nieuw in het DTP-hoekje Spelrecensie van ‘Highlander’, een spel over de slagen van Prestonpans in 1745 en Culloden in 1746. 18 Boekrecensie Recensie van het boek ‘Standards and Uniforms of the French Cavalry under Louis XIV, 1688-1714’, over, inderdaad, Franse uniformen. 19 Quasi Bellorum Lekker veel en lekker sappig, de oogst is weer goed deze keer. . . 21 Info Casus Belli
1
CA
S BE
I LL
SU
CETERO CENSEO LUDENDUM ESSE
Agenda Data van activiteiten van (leden van) Casus Belli en van andere interessante evenementen. Ontbreekt jouw activiteit? Geef het door aan de redactie! Voor Casus Belli activiteiten, zie www.casusbelli.nl Uitgebreide agenda’s zijn beschikbaar op www.ducosim.nl en www.murphysheroes.nl.
20 mrt - Wisselrollenspel Start van een nieuwe cyclus, 19:30 in Caf´e de Fiets. Spelers en DM’s welkom, DM’s wel graag uiterlijk 2 weken van te voren aanmelden via
[email protected] 1 apr - Noorderspel De grootste gratis spellenbeurs van NoordNederland met als thema ‘Speeltijd’. Georganiseerd door Rabenhaupt. Met winkels, toernooien en kleine korte wedstrijden. Locatie: DSW Stadspark, Peizerweg 128, Groningen. Voor meer info en routebeschrijving: www.noorderspel.nl 1 apr - Meet & Greet bij Roll The Dice Voor alle spelliefhebbers, maar vooral voor verenigingen en spelgroepen om ervaringen uit te wisselen en natuurlijk te spelen! Wel even van te voren aanmelden. Veldhoven, 11-22 uur. Info: www.rollthedice.nl 20 t/m 22 apr - Elf Fantasy Fair Alles rond fantasy, Kasteel De Haar, Haarzuilens. Dit jaar inclusief LARP-veldslag tussen Romeinen en Carthagers. Info: www.elffantasy.nl 21 apr - Salute Zero Seven Grote wargames conventie, georganiseerd door de South London Warlords. Met gratis Lord of the Rings miniaturen voor de eerste 4000 bezoekers. Locatie: ExCel, London. Info: www.salute.co.uk 4 t/m 6 mei - Spelletjesweekend Louis en Odile organiseren een heel weekend spelletjes spelen, zie info op pagina 7. 12 mei - Murphy Mania Terug van weggeweest, de conventie van zustervereniging Murphy’s Heroes. Vanaf
nu in dans- en partycentrum Wesseling in Delft, 100 meter van het NS station. Info: www.murphysheroes.nl 14 t/m 20 mei - HexaCon XXI Een hele week wargamen in Braunfels! Met een aantal toernooien en de lezing van Frank. Info: www.ghs-kosim.de 19 mei - Ducosim Spellenbeurs Toernooien, demonstraties van nieuwe spellen, participatiespellen en diverse verkoopstands in de Jaarbeurs Utrecht. Info: www.ducosim.nl 26 mei - Pinksterspel 2007 Speel bekende en minder bekende bordspellen bij Spelgroep Phoenix in buurthuis ’t Spoortje, Leiden. Info: www.spelgroepphoenix.nl 16/17 jun - DomDipCup 4 Diplomacy toernooi, georganiseerd door ‘The Joker’, Utrecht. Info: www.geocities.com/rlokers/dda (ook voor andere Diplomacy zaken) 13 t/m 15 jul - Nationale Vlootdagen Bekijk die (moderne) oorlogsschepen eens op ware grootte en zelfs van binnen! Met onder andere Hr.Ms. De Zeven Provinci¨en en drie Nederlandse onderzeeboten. Info: www.nationalevlootdagen.nl 25/26 aug - Middeleeuws Weekend ‘Gebroeders van Limburg’ festival, een weekend Middeleeuwen in Nijmegen. Met diverse re-enactmentgroepen en nog veel meer. Info: www.gebroedersvanlimburgweekend.nl
2
Francis – 18 januari 2007 – 3365 gram – 54 centimeter
Geboren: Francis
Wat loopt er op de club? Een kort overzicht van lopende activiteiten binnen Casus Belli (voor zover bekend). • Wisselrollenspel. Probeer eens een ander rollenspelsysteem. . . 3 `a 4 keer per jaar (om de 14 weken) start er een nieuwe cyclus. Info: Casus Belli website. • Wisselwargame en langer lopende wargames bij leden thuis. • Diverse rollenspellen.
Beste CB-leden, In het kader van de nieuwste lange termijnwerving strategie van Casus Belli hebben wij een zeer tastbare bijdrage gedaan aan de aanwas van potentiele jeugdleden! Wij zijn heel blij met de geboorte van onze zoon Francis (Nederlands uitgesproken) Lodewijk Hartogensis. Jennifer & Sander
Moenen & Mariken Mocht je aan de bijeenkomst op zondag niet genoeg hebben, of jouw favoriete spel wordt daar niet gespeeld? Onze Nijmeegse spellenwinkel Moenen & Mariken organiseert iedere week diverse activiteiten. Kijk op www. moenen-en-mariken.nl voor de details.
3
De avonturen van Whisper De avonturen van Whisper gaan verder tijdens de proloog van het live roleplaying event ‘Charm XI’.
stad.” Even durfde ik hem niet aan te kijken. “Ik heb alles gedaan wat ik kon voor de doden hier. Ik wil graag verder.” Endar knikte begrijpend. “Ik zal je komen opzoeken zodra ik ook in de stad ben.” Een enkele traan ontsnapte aan mijn hevige geknipper. Endar ving hem op met zijn witte handschoen voordat ik hem kon wegvegen. Hij keek me aan, en glimlachte warm. “Wij zullen elkaar wederzien, Whisper, dat beloof ik je.” Met die woorden namen we afscheid, en mijn reis naar de grote stad begon. Zowel tijdens de reis als nadat we aan waren gekomen in de stad, merkte ik dat mensen naar mij staarden. Het woord “beestling” hoorde ik wel eens vallen als ze dachten dat ik buiten gehoorsafstand was, kennelijk een verzamelnaam van de mensen voor alle dierenvolken. Hun reacties op mij waren gelukkig over het algemeen positief; ze waren blij verrast om te merken dat ik hun taal foutloos spreek, en ze zagen mij eerder als schattig met mijn zachte pels en de grote oren dan als iets gevaarlijks. Daarnaast waren er ook veel mensen die hun schouders ophaalden en doorgingen met waar ze mee bezig waren; beestling of katvrouw, het interesseerde ze niet, er moest brood op de plank komen. Veel mensen maken zich druk om geld, heb ik gemerkt. Ik heb me aangeleerd om voorzichtig met het onderwerp om te gaan, omdat ik het nut van de metalen plaatjes nog steeds niet helemaal zie. Ik heb al wel mijn eerste paar zilverstukken verdiend door de soldaten op reis naar de grote stad te helpen met jagen en fourageren, en toen ik eenmaal in de stad aankwam heb ik ze bijna meteen weer uitgegeven aan een aantal genezingsdrankjes. Veel nuttiger dan metalen schijfjes. De stad! Wat een bouwsel! Ik keek mijn ogen uit. Gebouwen blijven mij verbazen, zowel als de vele gereedschappen die mensen gebruiken om hout, steen en metaal mee te bewerken. Mensen zijn heel ingenieus.
Er kwam geen teken van Helos. Wel een hele compagnie soldaten van de Hertog. Ik besloot ze te volgen terug naar het kamp van Heer Marcellus. Het kamp bleek in rep en roer bij mijn terugkomst; niet alleen had een groep Necromagi¨ers om losgeld gevraagd omdat ze de hofmagi¨er van de Hertog, Mentor, gevangen hadden genomen, ook had de compagnie soldaten aangekondigd dat de Baron van Ra¨anor de oorlog had verklaard aan het Groot-Hertogdom Turingen. Degene die hier het meest verbaasd over was, was natuurlijk jonkheer Thanos, de zoon van de baron. Hij en Heer Marcellus zorgden meteen dat het kamp opgebroken werd, zodat ze konden terugkeren naar Turingenstad om te overleggen met de Hertog. Tot mijn grote verbazing en opluchting, liep Endar gezond en wel door het kamp. Ik had de neiging om op hem af te rennen en hem helemaal te besnuffelen, maar ik bedacht me op tijd. Mensen zouden zulk gedrag vast niet op prijs stellen. Voorzichtig liep ik op hem af. “Je bent weer beter. . . ” zei ik zacht. Opeens wist ik weer waar ik mijn naam aan te danken had. Endar draaide zich naar mij om en glimlachte breed. “Ik had alleen maar rust nodig.” Hij aaide mij voorzichtig over mijn kop. “Ik was wel wakker soms vannacht. Dankjewel dat je bij me was.” Voorzichtig snuffelde ik toch aan hem, en hij liet me begaan. Toen wees ik op de soldaten om ons heen, en vroeg: “Wat ga jij nu doen?” “Ik blijf bij de Tempel van Tijd voor nu.” De blik in zijn ogen was nogal serieus. “Ik kan hier nu nog niet weg. En jij?” Ik keek om me heen en dacht goed na. Ik was nieuwsgierig naar de stad, en ik wilde graag van gedachten wisselen met andere priesters van Helos. “Ik ga met de soldaten mee, naar de
4
“Dat geeft niet, hoor. Ik hoop alleen niet dat je van mij verwacht dat ik je ook besnuffel.” antwoordde hij met een glimlach. “Hoe gaat het met je?” Ik leidde hem mee naar een rustig hoekje van de binnenplaats zodat we konden praten. Hij vertelde mij dat de Tempel van Tijd was dichtgegaan op een zelfde mysterieuze wijze als dat hij was geopend, en ik vertelde hem dat ik hier veel had geleerd van de abt en van Lacierta, en dat ik graag wilde leren lezen om zo nog meer te kunnen leren. Uiteindelijk vertelde ik hem ook dat ik weer naar buiten verlangde. “De stad is prachtig, ik blijf me verbazen over alle bouwsels hier, maar ik mis de wildernis. Slapen onder de blote hemel, in een hoopje bladeren, zelf mijn eten vangen, als je begrijpt wat ik bedoel.” Ik haalde mijn schouders op, een gebaar dat ik mensen vaak had zien maken als ze niet goed wisten hoe ze iets moesten zeggen. “Ik heb gehoord dat er oorlog is buiten. Mensen zijn bang. Ze zijn blijkbaar niet zo gewend aan oorlog. Ik wel. Mijn volk is eigenlijk constant in oorlog met de honden, de ratten, noem maar op. Ik begrijp mensen nog niet zo goed.” Endar knikte begrijpend. “Het is natuurlijk allemaal nieuw voor je, de manieren waarop mensen leven. Als je er lang genoeg mee in contact bent, begrijp je het vanzelf. Het is niet zo moeilijk als het lijkt. We zijn tenslotte allemaal creaties van de goden dus hebben we ook veel gemeen. Er is hier inderdaad al erg lang geen oorlog meer geweest, buiten de gebruikelijke orc aanvallen zo af en toe.” Toen ik aan Endar vroeg hoe het met hem ging, klonk hij vermoeid. “Met mij gaat het goed, maar met mijn oude vrienden gaat het minder. Paul heb ik hier nog niet terug kunnen vinden. Ik heb hem het laatst gezien enkele minuten voordat ik. . . je weet wel. . . Hij vluchtte de bossen in. En Keira is nog steeds ziek. . . Haar lichaam is weer hersteld. . . maar ze is erg moe. Ze slaapt heel veel.” Er viel een stilte terwijl hij naar de grond staarde. Het lot is zo wreed en onvoorspelbaar, en mensen zijn echte kuddedieren die elkaar no-
De sfeer in de stad was broeierig. Er woonden al sinds vanouds ook veel Ra¨anorieten in de stad, die nu ook niet precies wisten wat ze aanmoesten met de nieuwe oorlog. Sommigen hadden hun winkels gesloten omdat de Turingers hen argwanend bekeken, anderen overwogen om terug te keren naar de baronie, maar durfden niet goed, omdat die reis hun dwars door het front heen zou leiden. Ik zocht mijn toevlucht in de tempel voor Helos, waar ik met respect werd ontvangen. “Voor de dood is iedereen gelijk, mijn kind.” zei de vader abt mij. “Ook priesters van jouw ras zijn hier welkom.” Al snel leerde ik dat ik nog veel te leren had. Lezen, bijvoorbeeld. Telkens weer als ik een vraag stelde of iets wilde leren, werd ik verwezen naar een boek in de bibliotheek, waarna ik verlegen vroeg of iemand me het betreffende stuk wilde voorlezen. De vele gebruiken van de Orde van Helos werden mij ´e´en voor ´e´en aangeleerd. Dat een priester bescheiden hoort te zijn en niet in weelde zal leven, voelt voor mij heel natuurlijk. Dat priesters graag reizen in groepen van twee was ook fijn om te horen, maar de koele en gereserveerde waardigheid waarmee een priester zich behoort te gedragen wil mij nog niet helemaal lukken. Ik leerde Lacierta kennen, een jonge priesteres net als ik, maar een mens. Toegeweid en bescheiden, en ze bezat wel de waardigheid en gereserveerdheid die ik miste. Ze vond het niet erg om mij voor te lezen, en ze was nieuwsgierig naar waar ik vandaan kwam en wat ik had meegemaakt, zonder enige jaloezie. “Mijn tijd komt nog wel.” zei ze dan. “Als ik hard werk en aan al mijn plichten voldoe, dan komt al het andere vanzelf.” Ik had al enkele weken doorgebracht in Turingenstad toen Endar op een dag de tempel kwam binnenlopen. Hij keek nieuwsgierig om zich heen, sprak de eerste de beste acoliet aan die hij zag, en vroeg meteen naar mij. Ik voelde dat ik begon te stralen zodra ik hem zag, en ik kon me niet bedwingen om hem van top tot teen te besnuffelen. “Ik weet dat mensen dat niet doen. . . ” zei ik zacht. “Maar ik heb je zo lang niet gezien.”
5
Ik ben pas net klaar met mijn school. Daarbij weten bisschoppen meestal ook veel meer over de andere geloven.” “Dus we gaan naar het front?” Ik keek hem aan. Hij knikte.
dig hebben, dacht ik bij mezelf. Endar keek op. “Ik ben blij dat het goed met je gaat gezien de omstandigheden. En ik heb eigenlijk ook een vraag: Ik ben door mijn Orde gevraagd om met Marcellus mee te reizen naar de grens. Er reist een bisschop van de Tempel van Helena mee die ik moet beschermen. Ik had gehoopt dat je misschien zin had om mee te gaan. Dan heb je weer wat meer gevoel van vrijheid. Hier word je nogal in de gaten gehouden. Het is niet zo gevaarlijk als het lijkt. Ik ga natuurlijk niet meevechten in de oorlog, alleen de bisschop beschermen.” Ik grijnsde. “Een excuus om naar buiten te mogen? Ik ga met je mee! Binnen zitten kan ik later wel als ik oud ben. Nu voel ik me nog een zwerfkat; ik hoor buiten.” “Echt waar?” Endar begon ook te stralen. “Geweldig. Ik was al bang dat ik je weer een tijdje niet zou zien, want we vertrekken over een paar dagen al.” Onwillekeurig gaf ik hem een kopje en begon te spinnen. Hij aaide mij en kriebelde tussen mijn oren. Ik grinnikte. “Bij jou zijn is fijn. Je schrikt niet zo als ik kattendingen doe.” Endar knikte tevreden terwijl ik tegen hem aan kroop op de bank. “En je bent ook gewend aan het leven buiten de stad. Ik kan je rustig even alleen laten zonder me zorgen over je te maken. En ik hoop dat jij ook zo over mij denkt. Ik red me wel, ook als het oorlog is.” Endar fronste lichtelijk. “Nou ja, gewend aan het buitenleven. . . Ik ben blij dat ik het tot nu toe nog gered heb. Ik heb een groot deel van mijn leven binnen doorgebracht, in de school. Maar nu ik erover nadenk, daar was ik ook liever buiten. Trainen in plaats van binnen genezing oefenen. Misschien heb je toch wel gelijk.” Ik sprong van de bank af en rekte mij langzaam uit in de zon. “Wij horen daar buiten, jij en ik. De bisschop waarschijnlijk niet, dus die kan onze hulp wel gebruiken. Ik hoop alleen dat zij net zoveel begrip kan opbrengen voor mijn geloof als jij.” Endar glimlachte en stond ook op. “Ik denk het wel, ze is veel wijzer en ervarener dan ik.
Ik ben toen naar de abt gegaan en die vond dat Lacierta veel zou kunnen leren door met ons mee te gaan. Aan het front van een oorlog is er veel werk voor een priester van Helos. Lacierta had veel gestudeerd op het gebed om overledenen ten ruste te leggen, en ze was tevreden dat het nu tijd was om dit in de praktijk te gaan brengen. Ik voelde me ook goed dat we nu met zijn twee¨en waren, zoals dat hoorde. Op de dag van het vertrek voegden wij ons bij de compagnie soldaten van Heer Marcellus. Lacierta droeg haar lange zwarte haar strak naar achteren en we droegen beiden een zwart corset en een lange zwarte rok. De soldaten van Marcellus droegen hun gebruikelijke wit met rode tabbards en Endar en de bisschop gingen gekleed in het wit met blauw. De bisschop was een lange vrouw met golvend blond haar en een warm en wijs gezicht. Ze was blij om mij en Lacierta te ontvangen in de groep. Daarnaast reisden er nog enkele avonturiers mee met de compagnie, en ook jonkheer Thanos, zijn vriend Warrick en een aantal anderen met scharlaken rode tabbards. Toen we eenmaal op weg gingen, vroeg Endar mij waar ik nu eigenlijk vandaan kwam. “Mijn volk woont in Leeuwenberg.” begon ik te vertellen. “Dat is vanaf hier, naar de grens met beestlingen land, dan dwars door het territorium van het geitenvolk, daarna nog langs het land van het rattenvolk en dan de vlakte oversteken naar de voet van de bergen. Als de oorlogen met de ratten of de honden weer oplaaien, is het veilig om allemaal samen te wonen. Maar veel katten wonen liever alleen.” Ik kon de bitterheid in mijn stem niet goed meer onderdrukken. “Net als ik, denk ik.” Hij keek me verbaasd aan. “Helemaal alleen? Daar is toch niets aan? De meeste mensen vinden het fijn om samen te leven, ook al er geen oorlog is.” Ik schudde neerslachtig mijn kop. “Leeuwen-
6
berg is niet meer mijn thuis. Ik hoorde dat mensen nieuwsgierig en zelfs tolerant zijn tegenover andere rassen, dus toen ben ik op weg gegaan naar het land van de mensen. Toen Helos tot mij sprak, was dat om mij naar de tempel te leiden. Naar de begraafplaats daar in de buurt waar de doden werden misbruikt. En misschien wel naar jou. . . ” “Ik denk dat Helos zag dat we je hulp nodig zouden hebben bij de tempel. Want zonder jou zouden die ondoden ons allemaal verslagen hebben. Maar natuurlijk kunnen we nooit met zekerheid zeggen dat we begrijpen wat de goden bedoelen.” Even leek hij na te denken. “Als Hij je naar mij heeft geleid, ben ik Hem erg dankbaar. Ik heb niet veel vrienden, en de vrienden die ik had zijn ziek, of spoorloos. . . Ik ben erg blij dat je bij me bent.”
Spellenweekend 4,5 en 6 mei Zeer geachte en geliefde familie, vrienden en kennissen, Het is weer zover. Vanaf vrijdag 4 tot en met zondag 6 mei is het weer spelletjesweekend! Zoals gebruikelijk, start het geheel op vrijdag, rond 19:00 uur, en zal het zondag rond 19:00 uur afgelopen zijn! Stel je voor, 48 uur achter elkaar spelen! Al die spellen die je anders nooit speelt, omdat er niemand is die mee wil doen, of dat ene spel dat je nu wel uit de kast wilt trekken om te komen spelen. Hier gebeurt het allemaal, van ganzenbord, tot kolonisten van Catan, van Carcasonne tot Britannia. Breng zelf een spel mee, of ga op onderzoek in onze spellenverzameling, dan wel in die van de andere gasten! En vergeet ook niet, om je vrienden/vriendinnen, kennissen en/of familie mee te nemen, als die ook graag spellen spelen! Wij zorgen tijdens deze dagen voor ontbijt, lunch en diner, en verder liters thee en koffie. Andere lekkere hapjes en drinken mag een ieder naar hartewens meebrengen. Verder is het huis een niet-roken zone, maar we hebben een semibeschut balkon om aan je nicotineverslaving te werken.
We hebben lang gepraat tijdens de reis naar het front. Ik hoorde van Endar dat Heer Marcellus erop uit was om een klein dorp nabij een grenspost te heroveren. Thanos en zijn mannen reisden mee omdat zij wilden uitzoeken waarom de Baron zo plotseling de oorlog had verkaard en of ze het conflict niet met diplomatie konden oplossen. Ik vond het bijzonder om deze mannen, aanhangers van Ragnor, de God van de Strijd, zo te horen praten. Onder de avonturiers bevonden zich weer enkele bekende gezichten, die ik al eerder in het kamp van Marcellus had gezien; de magi¨ers Locus de elf, Oshrov met het bijzondere accent en Mordakai met de brandende handen, maar ook Ataio de boself, Mionie de druide, Nala het reuzenkind, Daphne de priesteres van Radon en Mirak de man met de tulband. Naast Bisschop Sara Witteveen, reisde ook haar zuster Hilde Witteveen, priesteres van Ragnor, mee. Na een flinke tocht zouden wij aankomen in Vennewoud, een klein dorpje vlak bij de grens, dat kortgeleden was overvallen door soldaten van Ra¨anor.
Vanwege de grote schare kinderen die tegenwoordig in onze vriendenkring aanwezig is, hebben we dit jaar een kinderspecial gepland, en wel op zondagochtend vanaf 10:30 tot ongeveer 13:00. Dus breng je kinderen en hun spelletjes ook eens mee! Groeten en hopelijk tot spoedig ziens! Odile en Louis
Ellen
7
Nieuw in het DTP-hoekje (1) Highlander van BSO games/Canons en Carton Er is ongetwijfeld iets fascinerends en romantisch aan het idee van de nobele wilde, iemand die vaak als contrast ten voorbeeld wordt gehouden aan de verdorven geciviliseerde grotestadsbewoner. E´en van de eersten, die op deze manier een stereotype werden, waren de leden van de verschillende clans in de Schotse Hooglanden. En, zoals zo vaak, was er wel enig verschil tussen het beeld en de werkelijkheid. Het is in dit verband overigens kenmerkend dat dit dwepen met de nobele hooglanders vooral kenmerkend is voor de romantiek, toen zij al lang geen gevaar meer vormden1 . Hoe dit zo gekomen is wordt op de speltafel onder andere getoond door het spel Highlander van Richard Berg, waarin de veldslagen van Prestonpans (1745) en Culloden (1746) centraal staan. Dit spel is een desk top spel, dus met een relatief kleine oplage zo goedkoop mogelijk uitgegeven en dat betekent dat de koper dus counters moet knippen en plakken. De meeste grognards zullen hier echter hun hand niet voor omdraaien. Voor een algemene beschrijving van de gebeurtenissen in 1745 verwijs ik naar een eerder artikel in de Nieuwsbrief, dat sinds enige tijd ook te lezen valt op de ‘Frank files’ van de Casus Belli website2 . Ik hoop dat de lezer kan begrijpen dat ik niet al te zeer in herhalingen wil vervallen en bovendien staat bij dit spel niet de campagne centraal, maar twee individuele veldslagen.
Records terechtgekomen is als kortste veldslag aller tijden, dan is waarschijnlijk wel die van Prestonpans geweest. De slag zelf duurde niet langer dan tien minuten! Zoals de ontwerper al stelt zal de wargamer met het spelen meer tijd kwijt zijn. . . De timing van de landing van Charles Stuart was vrij goed. Groot-Brittanni¨e was verwikkeld in een oorlog met Frankrijk op het continent, hetgeen betekende dat er niet veel troepen meer in Engeland zelf waren. Na zijn landing verzamelde Bonnie Prince Charlie clans die hem wilden steunen en trok hij naar het zuiden, richting Edinburg. Een klein Hannoveraans3 regeringslegertje in de hooglanden, geleid door generaal John Cope, werd omzeild en dit ging vanuit het noorden scheep te Aberdeen om naar Dunbar te zeilen en van daaruit naar Edinburgh op te marcheren. Helaas voor Cope bereikte prins Charles Edinburgh eerder. Nu moest het wel tot een confrontatie komen. Charles rukte op is oostelijke richting, Cope in westelijke. Beide legertjes troffen elkander bij Prestonpans, een klein stadje. Op zich zou je denken dat een geregeld leger het kluitje ongewassen Hooglanders wel aan zou kunnen maar dat was hier niet het geval. Eigenlijk kon Cope, met iets meer dan 2000 man, maar rekenen op ´e´en regiment. De andere regimenten waren net gerekruteerd en nog bijzonder onervaren. Om een voorbeeld te geven, luitenant-kolonel Whitefoord van de mariniers, de commandant van de artillerie, had voor de bediening van zijn kanonnen slechts de beschikking over vier invaliden voor de bediening van tien kanonnen! En de Hooglanders waren berucht om hun charge, een woeste aanval, die zo snel mogelijk op een melee uit moest lopen en die het moest hebben van zijn angstaanjagend voorkomen en de vaart
Prestonpans, 21 september 1745 Als er ´e´en veldslag is, die in het Guiness Book of 1
Klein detail: In 1745 kende men nog geen clan tartanpatronen voor de kilt zoals nu. Die zijn grotendeels vroeg 19de eeuws maakwerk, resultaat van een samenwerking tussen een Caledonian Society in Londen en een stoffenfabrikant. 2 Frank van den Bergh, The ’45, in Nieuwsbrief jaargang 13, nummer 2 van april 2001 voor de oudere leden onder ons, of zie de Casus Belli website onder Frank files.
3
Omdat de koning van Engeland van het huis Hanover was, werden de regeringssoldaten Hanoverians genoemd, hoewel er zich geen echte Hannoveraan onder hen bevond.
8
rie een salvo af had gegeven zweeg zij (er waren niet genoeg mannen meer om ze te herladen!) en het was alsof dit salvo het startschot was geweest voor de Hooglanders. Die zetten hun beruchte charge in. Op dat moment herinnerde een groot deel van het regeringsleger zich ineens dat zij een urgente afspraak elders was vergeten. Onder de eersten die het staal van de Schotse broadswords proefden was de artilleriebediening, die geen schijn van kans had. Erachter stond een eskadron Britse dragonders, dat de Jacobieten had kunnen stuiten, maar in plaats daarvan vluchtte nadat een paar paarden door
die het had ontwikkeld. Eigenlijk kwamen de Hooglanders uit het westen en de Britten uit oostelijke richting, maar voordat de slag begon slaagden de Jacobieten er in om om het leger van Johnny Cope heen te trekken. Dat laatste was enigszins in verwarring door het voortdurende veranderen van positie, maar uiteindelijk stelden beide partijen zich toen weer tegenover elkander op. Het initiatief lag duidelijk bij prins Charles en zijn mannen en zij aarzelden dan ook geen moment. Nadat de op de rechterflank van het regeringsleger geconcentreerde regeringsartille-
9
kogels verwond waren. Hun kolonel, Gardiner, deed nog zijn best om in zijn eentje verder te vechten met de infanterie, maar hij werd door een Schot met een grote Lochaber bijl neergehouwen. De Britse infanterie was nu compleet op de rechterflank ontbloot en had niets bij zich om zich in de man tegen man gevechten mee te verdedigen. Cope had, in zijn oneindige wijsheid, bij hun vertrek uit Stirling Castle naar het noorden bevolen dat alle zwaarden in het kasteel achtergelaten moesten worden. En zo werd ook de Britse infanterie linie opgerold. In tien minuten was het allemaal voorbij. De restanten van de infanterie en cavalerie stroomden van het slagveld af en vluchtten voor hun leven. Brigadier Fowke en kolonel Lascelles stuitten in hun vlucht te Berwick, vele kilometers van het slagveld, op de oude generaal Lord Mark Kerr, die hen terechtwees: “Good God! I have seen some battles, heard of many, but never of the first news of a defeat being brought by the general officers before”4 . Het was duidelijk geworden dat dit niet zo maar een opstandje was en dat de regering in Londen nu een echt probleem er bij had. Culloden, 16 april 1746 Begin 1746 was de situatie volkomen veranderd. Strategisch gezien had Charles zijn kans op de troon van Engeland vergooid, door zich, na een opmars in zuidelijke richting die tot Derby gekomen was, weer terug te trekken op Schotland. Maar nu had hij een heel ander regeringsleger achter zich aan dan het groepje ‘Zijner Majesteits ongeregelde geregelde troepen’ waarmee die arme Johnnie Cope het moest doen. De regering had nu regimenten regular veteranen van het vasteland van Europa teruggebracht naar huis en zij werden geleid door William Augustus, Duke of Cumberland, een zoon van de Engelse koning, die als veldheer al de nodige er4
Dit doet mij denken aan de Carolina campaign in de Amerikaanse vrijheidsoorlog. Hierin kreeg de overoptimistische Amerikaanse generaal Horatio Gates in het begin zo’n pak rammel van de Britten dat hij zelf de eerste vluchteling was die zich in Charlotte, N.C. meldde. De volgende conversatie is overgeleverd: “Schildwacht! Heb je al vluchtelingen van de slag gezien? Nee generaal, u bent de eerste!”
varing op het continent op had gedaan (weliswaar bestond die ervaring vooral uit verslagen worden door de Fransen, maar goed, dat is ook ervaring). Bovendien had hij zijn soldaten gedrild in een nieuwe manier van bajonet vechten die bijzonder effectief zou blijken5 . Tegelijkertijd was de kwaliteit van de Jacobitische troepen achteruit gegaan. Zij voelden aan dat de kans op een ‘regime change’ eigenlijk verkeken was en men wist over het leger van Cumberland dat hen achtervolgde. De situatie werd verergerd doordat Charles zijn troepen niet kon uitbetalen. Een grote goudzending (£15.100,–) uit Frankrijk had hem niet bereikt. Deze werd bij de Kyle of Tongue door een Brits schip onderschept en door de bemanning aan land gebracht en in een plaatselijk loch geworpen (waaruit de regeringssoldaten het uiteindelijk weer bijna allemaal opvisten). Charles had zich met zijn leger teruggetrokken op Inverness in het hoge noorden en werd daar nu geconfronteerd met een dramatische ` Cumberland het hoofd bieden o`f zich keuze. Of nog verder terugtrekken de Hooglanden in en er een soort van guerilla oorlog gaan voeren. Omdat dat laatste betekende dat Charles het beheer over zijn uiteen gespreide leger kwijt zou raken en het bovendien in een dergelijke situatie helemaal onmogelijk zou zijn om nog op de troon te komen, koos Charles ervoor om de strijd aan te gaan. Een van zijn beste ondergeschikten, Lord George Murray, kwam op de proppen met het idee om een overval op het Britse leger uit te voeren in de nacht van 15 op 16 april 1746. Op zich was het een goed idee, want de 15de was de verjaardag van de hertog van Cumberland en het kon verwacht worden dat de Britse troepen zich die nacht aan de alcohol te buiten zouden gaan en dus niet echt in staat zouden zijn om adequate tegenstand te bieden. Helaas voor de Jacobieten was de uitvoering 5
De infanteristen werden er op getraind om niet de man voor hen aan te vallen, maar de man schuin rechts voor hen. Die had namelijk zijn rechterarm omhoog om met zijn zwaard te zwaaien en daardoor was zijn rechteroksel en borstkas ontbloot en kwetsbaar voor de bajonet.
10
van dit plan knudde. In de nacht raakten zij de weg kwijt en uiteindelijk keerden zij weer op hun schreden terug. De volgende ochtend kon het contrast tussen de beide legers niet groter zijn. De Hannoveranen, die goed uitgeslapen waren (zij hadden niets van de nachtmars gemerkt!), goed gevoed en de avond tevoren wat drank gehad hadden, tegenover de Jacobieten, vermoeid, onbetaald, hongerig en dorstig. Nooit de beste combinatie om aan een veldslag te beginnen. De twee legers kwamen tegenover elkaar te staan op Drummossie Moor, in de buurt van Culloden House. Als de Jacobieten op volle sterkte waren geweest, zouden zij 6400 man in het veld gebracht hebben; maar op de ochtend zelf stonden er minder in de slaglinies6 . Tegenover hen stonden 7.000 Britse soldaten. De Jacobitische artillerie (elf 3-ponders en een 4ponder) had nauwelijks geoefende bedieningsmanschappen. De Jacobieten kozen hun positie zo dat zij op de flanken gedekt werden door stenen muren van ommuurde weilanden, hetgeen de effectiviteit van de Britse cavalerie zou moeten beperken. Maar er was ruzie onder de clans. De MacDonalds, die (althans volgens eigen zeggen) traditioneel de meest eervolle plaats claimden op de rechtervleugel van de voorste lijn, hadden nu de positie aan de linkerflank toegewezen gekregen, terwijl de Atholl brigade op de rechterflank werd opgesteld. Dit was niet echt een goede keuze, omdat de Athollmen minder agressief waren dan de MacDonalds en er tussen de MacDonalds en de Britten een stuk moerassig land lag. De ommuurde weilanden op de rechterflank werden niet door de Jacobieten bezet, een beslissing die nog nare gevolgen zou hebben. Voordat de slag begon verbreedden beide partijen hun linies, waarvoor men bij de Jacobieten troepen uit de tweede, en aan de Hannoveraanse kant troepen uit de derde lijn gebruikte. Voordat de slag begon zag generaal-majoor Bland aan de Britse kant de lege ommuurde weide op de rechterflank van de Jacobieten als
een kans en begon hij er de muren te slopen om er cavalerie en Hooglanders in Britse dienst doorheen te sturen. De slag begon met een kanonnade. Maar al snel werd duidelijk dat de Jacobitische artillerie veruit de mindere was. Ditmaal werden de Britse drieponders niet bemand door een allegaartje van invaliden, maar door professionele kanonniers van het Royal Regiment of Artillery. Al spoedig werd het merendeel van de Jacobitische artillerie het zwijgen opgelegd. Nu was het aan de verzamelde clanleden om te lijden onder het artillerie bombardement. Dat duurde niet lang. Al spoedig zetten de clans zich in beweging. De MacDonalds rukten een beetje op, vuurden hun pistolen op de Britten af en probeerden hen zo tot een onbesuisde aanval te verleiden. Maar dit maal bleef de Britse discipline intact en men ging hier niet op in. Op de rechterflank stormden ongeveer 1500 clansmen op de Britse linie af, waarbij zij zich concentreerden op het 4th Regiment of Foot (Barrell’s). De klap was enorm. De Hooglanders hakten met hun broadswords op de redcoats in. Barrell’s regiment werd in twee¨en gebroken (zij verloren 126 van de 325 man!) en ook de buren, Munro’s 37th Regiment of Foot, waren al spoedig in de problemen. Maar nu werd het verschil met Prestonpans en andere slagen duidelijk; achter de gebroken regimenten stond een tweede linie om de klap op te vangen. De regimenten van Bligh (20th), Ligonier (8th), Sempill (25th) en Wolfe (59th) schaarden zich in het gevecht en vormden een zak waarin de Hooglanders van drie kanten onder vuur genomen werden. Zoals een rapport aan het Franse ministerie van oorlog vermeldde:
6
Ongeveer 5000 waarvan er velen stonden te knikkebollen van de slaap.
11
“De Jacobitische charge had geen gebrek aan vaart en geweld, maar het had niet het effect dat wij hoopten, want de tweede linie dwong de eerste met de punt van de bajonet om stand te houden en de tweede linie deed dit met al te meer enthousiasme omdat dit voor hen de beste manier was om zich te dekken tegen de furie van de Hooglanders. Bovendien wa-
ren de rangen zo vol gepakt dat zelfs de mannen die door de Hooglanders aan stukken gehakt waren niet neervielen en de levenden, gewonden en doden zo’n solide massa vormden dat de Hooglanders er niet doorheen konden breken.” Voor de Hooglander charge, die het moest hebben van agressiviteit en vaart en die al evenzeer een psychologisch wapen was als een fysieke tactiek, was dit een funeste ontwikkeling. Op deze plek vielen er in een paar minuten ongeveer 700 Jacobieten. De overlevenden trokken zich terug waarbij sommige in hun frustratie stenen naar de Britse soldaten wierpen. Elders op het slag veld speelden zich andere gevechten af. Op de uiterste rechterflank
van de Jacobieten vochten Hannoveraanse Argyll militieleden en Britse dragonders, nadat ze door de stenen muren die de weide omgeven had heen gebroken waren, tegen onder andere Schotse troepen in Franse dienst (een detachement van het regiment Royal Ecossois). Die slaagden er in om de dreiging op deze flank in ieder geval tegen te houden. Op de linkerflank van de Jacobieten kwamen de MacDonalds niet veel naar voren, gehinderd als ze werden door het moeras. Zij vormden niet veel meer dan wandelende schietschijven voor de Britse artillerie. De beslissing was echter gevallen bij de clans die de Britse linie bestormd hadden. Deze waren door de verdediging en het concentrische vuur gebroken en vluchtten nu naar achteren.
12
Prins Charles probeerde ze wel tegen te houden, maar tevergeefs. Nu kwamen ook op de linkerflank van de Jacobieten de Britse dragonders naar voren. Prins Charles moest wel het slagveld verlaten als hij niet gevangengenomen wilde worden. De aftocht werd onder andere gedekt door de zogenaamde ‘Irish piquets’, detachmenten van Ierse regimenten in Franse dienst. Hun commandant, Brigadier Walter Stapleton, sneuvelde hierbij. Zij verloren hierbij ongeveer de helft van hun manschappen. De dragonders zetten nu de achtervolging in en er was, zoals een van de mannen, James Ray, het uitdrukte: “much knapping of noddles”. Niet alles wat door de dragonders op de weg naar Inverness gedood werd, was een vluchteling van Culloden. “De weg naar Inverness was bedekt met lijken. En veel van de inwoners die niet twijfelden aan het succes, die uit nieuwsgierigheid kwamen om de actie te zien, of misschien in de hoop op buit, gingen niet meer naar huis om het verhaal te vertellen, want omdat zij met hun eigen mensen gemengd waren konden wij de een niet van de ander onderscheiden.” Op het eigenlijke slagveld stuurde Cumberland nu zijn troepen uit om de gewonde Jacobieten met het geweer of de bajonet af te maken. De dag na Culloden vond men negentien gewonde Jacobieten in een schuur; zij werden er uit gesleept, tegen de muur gezet en doodgeschoten. Het aantal gesneuvelde rebellen was ongeveer 1.500. Er werden slechts 154 gevangenen gemaakt, tegenover 222 gevangenen van de Schotse en Ierse regimenten in Franse dienst, die bij Culloden gevochten hadden. Hierop volgde een systematische vernietiging van het clansysteem en een onderdrukking van het Jacobitisme. Prins Charles slaagde er, na veel avonturen, in om een boot naar Frankrijk te nemen, maar werd nooit meer een gevaar voor de Engelse troon. Ook economische ontwikkelingen be¨ınvloedden dit proces en voltooiden de vernietiging van de oude clan structuur. De
agressieve vechterstraditie van de Hooglanders kreeg een plaats in de Schotse regimenten van het Britse leger, waar het gebruikt kon worden bij de opbouw van het Britse Empire. Een zestigtal jaren later waren de woeste rebellen van 1745 verworden tot romantische ‘noble savages’, die bewonderd konden worden zonder dat er politieke consequenties aan verbonden moesten worden. Het spel Zoals al eerder gezegd is Highlander een desk top publishing spel. Dat betekent dat het goedkoop is7 en dat de koper zelf de counters moet maken (je krijgt alleen een vel, dat moet je dus zelf op karton plakken en uitknippen). De bedenker van het spel is Richard Berg. Nu is Berg een man die al vele jaren zijn sporen verdiend heeft met het maken van spellen en je mag dus als speler het nodige van hem verwachten. Laten wij eens kijken hoe hij zich van zijn taak gekweten heeft. De kaart De kaart heeft een bewerking gekregen door Patrick da Silva en is duidelijk. Er zijn geen ambigu¨ıteiten te vinden. Het terrein is plat en op de kaart van Prestonpans staan er een paar dorpjes. Op de kaart van Culloden staan verder alleen de muren van de weilanden en het moeras in het midden van de kaart. Een klein detail dat onjuist is: op de kaart van Prestonpans loopt er van Cockenzie naar de rand van de kaart een trail. Dat was in het echt een primitieve spoorweg, waarover kolenwagons door paardentractie voortgetrokken werden. Wat ik iets vervelender vind is dat de kaart van Culloden eigenlijk niet breed genoeg is. Want als je de spelkaart vergelijkt met een kaart van de echte slag dan zie je dat de plaats waarop de Argyll milities en de dragonders van de Hannoveraanse linkerflank door de muren om de weilanden heen gingen meer naar het zuiden ligt dan op de kaart. Dat maakt het voor de Jacobitische speler relatief makkelijk om de Hannoveraanse aanval door de muren heen te snel af te zijn. Wat bijzonder opvalt is dat er in
13
7
e 18,– om precies te zijn.
de regels sprake is van een flight point track die op de kaart moet staan, maar dat die nergens op de kaart te vinden is. Wel zijn er counters voor bijgeleverd (!). De counters Ook hier zijn er weinig onduidelijkheden. De counter toont een meerkleuren afbeelding van een soldaat met verschillende waarden (grootte, type wapen, defensieve capaciteit in meleegevechten, trainings niveau en bewegingswaarde). Kortom, een eenduidig geheel. Je kunt aan de counters goed afzien dat er tegenwoordig veel mogelijkheden zijn om fraaie counters te maken. Wij hoeven ons als gamers niet meer tevreden te stellen met alleen maar de bekende NATO symboliek, hoe duidelijk die ook is. Een klein detail is er fout: in de setup voor Culloden is er aan de Britse kant sprake van Sempill’s 21st Regiment of Foot. Maar in de countermix is er geen counter voor dit regiment; wel een voor de ‘Royl Scots Fus’, De Royal Scots Fusiliers. De intelligente lezer snapt het al, beide eenheden zijn een en dezelfde. Maar dat kan iemand die niet op de hoogte is van Britse regimenten in de 18de eeuw op een dwaalspoor brengen. De regels Ik kan iets minder complimenteus zijn over de regels. Hoewel zij over het algemeen duidelijk zijn ontbreken er naar mijn mening toch een paar zaken. Om te beginnen mis ik een schema van welke waarde waar op de counter staat. Het wordt wel opgesomd in de regels en werd ook wel opgehelderd in een e-mail briefwisseling met Patrick da Silva, maar het had wat mij betreft duidelijker kunnen zijn. Een duidelijk minpuntje. Ook valt het op dat de ontwerper af en toe zijn gevoel voor humor uitgeleefd heeft. Zo kon hij het niet nalaten om bij een counter van twee clans wier naam met Mac begint een opmerking over de Big Mac te maken. Deze humor zal misschien niet door alle spelers gewaardeerd kunnen worden. Ik vind het wel leuk, maar zou toch nog liever gehad hebben dat men nog iets meer aandacht aan de inhoud van de regels besteed zou hebben.
Hoe speelt het Het is om te beginnen opvallend dat het spel geen aparte beurten kent. De verschillende fases in het spel volgen elkander op. Beide strijdkrachten zijn verdeeld in ‘commands’, die om de beurt geactiveerd kunnen worden. Bij Prestonpans hebben beide legers overigens maar een command. Wanneer er een command geactiveerd is, kan het de volgende dingen doen: – Aangeven een highlander charge te beginnen (natuurlijk alleen voor Highlander eenheden) – Het uitvoerenvan een reactie op de highlander charge – Bewegen/vuur fase – Melee (shock) fase – Rally fase (om gevluchte troepen weer te bijeen te brengen) Wanneer een command dan dat alles gedaan heeft kan de speler die aan de beurt was proberen door te gaan door een andere command van zijn partij te activeren (maar niet degene die net al geactiveerd was) en gooit hij een dobbelsteen tegen de initiative rating van de commandant van het command dat hij wil activeren. Gooit hij gelijk of lager, dan heeft hij het initiatief, zo niet dan gaat het initiatief naar de tegenstander, die dan een command van zijn leger mag activeren. Daarnaast mag een speler, indien een tegenstander een ander command van zijn leger wil activeren, proberen tussendoor te gaan door het initiatief te grijpen. Dit kan hij doen door met een commandant gelijk of onder diens initiative rating te gooien. Gooit hij er over heen dan mag de speler die oorspronkelijk aan de beurt was enig command naar keuze (ook al is die al net ervoor eerder geactiveerd geweest) activeren. Deze regels doen een beetje denken aan het commando- en troef systeem van GMT’s Great Battles of History (GboH) series (niet toevallig ook een spel waar Richard Berg aan meegewerkt heeft) maar ze zijn simpeler. Dit betekent dat spelers elkander voortdurend afwisselen en het verder ook geen effect heeft of een command eerder geactiveerd is geweest (zoals bijvoorbeeld wel het geval is bij de GboH serie). Zo golft het spel dus voortdurend door tot
14
er een beslissing bereikt is. Wat bij het spelen van met name Culloden opvalt, is dat de Britten onder Cumberland een veel en veel betere kans hebben op turn continuation dan de Jacobieten (voor de Britten een kans van 4 op 6 en bij de arme Jacobieten een kans van 1 op 6!). Dit zorgt er voor dat er voor de Jacobieten bij Culloden eigenlijk geen lol aan is. Met de superieure turn continuation kan de Britse speler kringetjes lopen om de arme Hooglanders, die meestal alleen maar kunnen afwachten waar de klap gaat vallen. . . De spelregels zijn in dit geval bijzonder in het voordeel van de Britse speler. Er bestaat de mogelijkheid om de belabberde prins Charles van Culloden te vervangen door een betere Charles van Prestonpans, maar dan zijn de Jacobieten nog altijd in het nadeel. De regels bereiken hier misschien wel een historisch effect, maar zij gaan ten koste van het spelplezier van ten minste ´e´en van de spelers. In de move/fire fase mogen eenheden bewegen en/of schieten. Wanneer eenheden zich bui-
ten de command range van hun leider bevinden mogen zij dit ook, maar mogen zij niet een vijandelijke zone of control (zoc) binnenlopen. Die zoc hebben alle eenheden (behalve de artillerie) alleen in hun frontale hex sides. Er zijn drie momenten waarop een eenheid mag schieten: 1) wanneer zijn commando geactiveerd wordt; 2) wanneer er op een eigen eenheid door een vijandelijke eenheid geschoten is en deze binnen schietbereik is en 3) wanneer een vijandelijke eenheid zijn frontale zoc hokjes binnenloopt. Om de resultaten van het schieten te bepalen gooit de speler een dobbelsteen met modifiers, onder andere voor het type vuurmond waarmee geschoten wordt en de toestand waarin de schietende eenheid zich bevindt. Dat levert een morale check, disorder of niets op. Wanneer een eenheid die disordered is opnieuw disordered wordt door vijandelijk vuur dan moet hij zich een hokje terugtrekken. Disordered artillerie is vernietigd. Eenheden die voor de eerste maal schieten hebben een extra voordeel; Hooglanders die chargeren mogen daarna niet meer
15
schieten (zij hebben hun pistolen en musketten weggeworpen om hun zwaarden te trekken). Dan volgt melee of shock combat: in deze fase mogen eenheden vijandelijke eenheden die zich in hun frontale hexes bevinden aanvallen. Allereerst wordt aangegeven welke eenheden wie aanvallen; dan wordt de aanvallende eenheid op de verdedigende geplaatst en tenslotte wordt de melee uitgevochten. De aanvaller bekijkt de Shock Resolution Table, gooit een dobbelsteen met allerlei mogelijke modificatoren en vergelijkt het resultaat met de toestand van de verdediger (normaal of disordered). De worp kan gemodificeerd worden door onder andere grootte voordeel, positie voordelen, chargerende Hooglanders, type eenheid en terrein. Soms moet een aanvaller na een succesvol melee gevecht doorgaan, het veroverde hokje in en nieuwe eenheden in zijn frontale hokjes aanvallen. Dit kan overigens maar een maal per melee. De Hooglanders hebben een speciale aanval, de highlander charge. Hooglander eenheden kunnen die uitvoeren wanneer zij tenminste 2 hokjes en niet meer dan 3 hokjes verwijderd van een vijandelijke eenheid beginnen. De eenheid die het doel hiervan is mag in de move/fire fase niets doen. In de shock fase beweegt de Hooglander tot naast zijn doel. Dan vuurt de Hooglander eenheid zijn musketten af met een -1 op de dobbelsteen en werpt musketten af. Vervolgens gooit de eenheid die het doel van de charge is of die reactie vuur mag uitvoeren of niet (waarbij onervaren eenheden een nadeel hebben). Daarna gaat de Hooglander eenheid het hokje van de verdediger in en voert een shock aanval uit met een +3 op zijn dobbelsteenworp. Dit is een bijzonder dodelijk voordeel!8 Dan wordt gegooid voor de voortzetting van de aanval, indien mogelijk alvorens de volgende Hooglander eenheid zijn charge in zet. Een Highlander command heeft natuurlijk meerdere eenheden en dus kan een aantal van dergelijke charges dramatische effecten hebben. Disordered eenheden mogen rallyen als zij 8
Dit voordeel geldt overigens niet in de slag van Culloden!! Dit is het effect van de nieuwe bajonet dril van de Britten en de uitputting van de Schotten.
een hele activering niets doen en niet naast een vijandelijke eenheid staan. Opvallend is dat leiders in het spel alleen een commando functie hebben. Zij kunnen gevechten niet be¨ınvloeden. Daar staat tegenover dat zij ook niet kunnen sneuvelen (iets wat kolonel Stapleton van de Irish Piquets overigens wel deed in de echte slag bij Culloden!). Uiteindelijk wordt de overwinning bepaald door het scoren van flight points, die op de (niet bestaande) flight point track bijgehouden moeten worden. In de praktijk gaat het ook met opschrijven op een papiertje. Elke eenheid is zijn sterkte in flight points waard wanneer hij vernietigd wordt en artillerie eenheden zijn een flight point waard. Het flight level van een leger wordt gecontroleerd iedere keer nadat een command een gratis activering ondergaan heeft. Beide spelers tellen dan hun totaal aantal van flight points op en werpen een dobbelsteen. Wanneer het totaal van deze waarden boven het in de spelregels beschreven flight level uit komt is het spel voorbij en heeft de andere speler gewonnen. De flight levels liggen vast in de regels en vari¨eren nogal. Bij Culloden hebben de regeringssoldaten 10 punten meer dan de rebellen, een flink voordeel. Het is duidelijk dat de Hannoveraanse speler eigenlijk bij Prestonpans geen schijn van kans en geen alternatief heeft. Hij kan hoogstens proberen van de kaart af te lopen (dat moet wel lukken), maar dan wint de Jacobitische speler sowieso. Bij Culloden kan hij het daarentegen makkelijker aan doen. De druk om aan te vallen ligt bij de Jacobitische speler. Wanneer die echter besluit dat hij er beter aan doet om een defensief spel te spelen kan de Hannoveraanse speler zijn troepen (en vooral zijn artillerie) langzaam naar voren bewegen om zo de rebellen in een lastige positie te brengen waarin zij uiteindelijk de keuze krijgen: of van de kaart terug trekken, of aan reepjes geschoten te worden, of aanvallen. En de charge heeft meestal een historisch resultaat. De Jacobitische speler wordt op deze manier wel heel duidelijk gemaakt dat prins Charles een wel bijzonder onfortuinlijke
16
plek en timing gekozen had om slag te leveren en dat hij door de Britse regulars volledig overklast was. Conclusies Ik moet mij afvragen wat Richard Berg in godesnaam bezield heeft om een spel over deze situaties te maken. Beide veldslagen zijn zo overduidelijk eenzijdig dat er eigenlijk niet al te veel lol aan is. Zoals een spel over de slag bij New Orleans in 1815 in mijn collectie tussen Britten en Amerikanen dat door de eerste partij niet gewonnen kan worden (wel een historisch resultaat overigens). Highlander doet mij met name denken aan een eerder spel van Richard Berg, Soldiers of the Queen (Strategy & Tactics 95, voor de echt oude grognards onder mijn lezers). Dit spel ging over de slagen van Ishandlwana en Omdurman en waren ook telkens door een partij niet te winnen. De enige suggestie die ik hier kan doen is dezelfde die Richard Berg al deed bij dat eerdere spel: allebei de slagen na elkaar spelen met dezelfde rolverdeling. Diegene die de Brit bij Prestonpans speelde verdient het hem ook bij Culloden te spelen. Berg heeft dat zelf ook wel door gehad: zo geeft hij in de spelregels met name voor Culloden allerlei what if mogelijkheden, die de Hooglanders wat meer kansen moeten geven om het spel te winnen. Er zijn geen opties voor de Britten in Prestonpans; die blijven de klos. Dit spel is wat de historische situaties betreft, eigenlijk alleen maar aangeraden aan diegenen, zoals ik, die coˆ ute que coˆ ute een spel over deze veldslagen in hun collectie willen hebben, beroepssadisten of -masochisten (wel even opletten welke partij je kiest want anders zul je niet aan je trekken komen!), erfelijk behepte mensen met een Schotse afwijking of van die types die de whisky wel lekker vinden en daarom denken dat er een spel over de Schotse geschiedenis gemaakt zou moeten worden. (Guilty on several charges, your honour!) Tenslotte moet ik bekennen dat mij ´e´en ding opviel. Het spel heeft geen random events table. En dit voor een spel van Richard ‘Random Events Table’ Berg? Je gaat je bijna afvragen of dit eigenlijk wel een spel van hem is.
Frank van den Bergh Bronnen: • Video: 1745/ Chasing the deer (ondertussen ook verkrijgbaar op DVD) • Video: Rebellion/Rebellion the forty-five, opgenomen van de BBC • CD: Drambuie Kirkliston Pipe Band, A link with the ’45, Greentrax recordings, 1995, CDtrax 084. • Michael Barthorp, The Jacobite Rebellions 1689-1745, London, Osprey publishing, 1987 • Cristopher Duffy, The ’45, London, Cassell, 2003 • Mark G. McLaughlin, The Wild Geese. The Irish Brigades of France and Spain, London Osprey publishing, 1980 • John Prebble, Culloden, Harmondsworth, Penguin, 1978 • Stuart Reid, 1745. A military history of the last Jacobite Rising, Staplehurst, Spellmount, 1996 • Stuart Reid & Angus McBride, Highland Clansmen 1689-1746, London, Osprey publishing, 1997 • Stuart Reid & Mike Chappell, 18th Century Highlanders, London, Osprey publishing, 1993 • Stuart Reid, What they really wore, in: Military Illustrated, no 97 • Stuart Reid, The Highland Charge – Bravehearts or Scare-crows?, in Military Illustrated, no 103 • Stuart Reid, Fighting the Pretender, in: Military Illustrated, no 134. • Philip Warner, Famous Scottish Battles, z.p., Fontana, 1976 En uiteindelijk natuurlijk dat prachtige en inspirerende product van de Schotse laaglanden: Auchentoshan!
17
Boekrecensie Robert Hall, Giancarlo Boeri and Yves Roumegoux, Standards and Uniforms of the French Cavalry under Louis XIV, 1688-1714, Farnham, Pike and Shot Society, 2005, 165p, 61 platen, ISBN 0-902768-30-2 Eindelijk viel in de week voor kerst9 het langverwachte derde deel van het werk van Robert Hall over de veldtekens en uniformen van het Franse leger onder Lodewijk XIV in de bus. Het leger van de zonnekoning was een groot leger dat eind zestiende en begin zeventiende eeuw in West-Europa een dominante rol speelde en alleen door bondgenootschappen van meerdere andere landen beteugeld kon worden. Bovendien was het in deze tijd onder andere qua organisatie en uniformering ook een voorbeeld voor de rest van Europa. Geen wonder dat er meerdere studies over dit leger verschenen zijn. In de serie boeken die Robert Hall gepubliceerd heeft staan echter de regimenten en vooral hun uniformen en vaandels centraal. De boeken zijn enorm gedetailleerde studies, waarin regiment na regiment de revue passeert, hun kolonels en veldtochten opgesomd en hun uniformen en standaarden beschreven worden. Bovendien zijn er een zestigtal kleurenplaten die de uniformen, vaandels en standaarden tonen. Naast de normale uniformen worden ook de afwijkende uniformen, die door tamboers en trompetters gedragen werden, wanneer zij bekend zijn, getoond. Soms komen ook de wapenschilden van de kolonel-eigenaars van de regimenten voorbij, omdat deze aanwijzingen bieden over de kleuren die bij tamboers- en trompetterslivreien gebruikt werden (kolonels kleedden hun tamboers en trompetters vaak in hun eigen livrei). Ook worden, waar bekend, de compagniesstandaarden van de regimenten getoond, hoewel ik er bij moet zeggen dat het hier vaak gaat om reconstructiepogingen omdat exacte historische gegevens ontbreken of maar gebrekkig aanwezig zijn. Desalniettemin komen die reconstructies zeer plausibel over. 9
De lezers die mijn eerdere recensies gezien hebben weten dat deze boeken, die in een beperkte oplage gedrukt zijn (deel 1 verscheen in een oplage van 400 wereldwijd!), de absolute top vormen. Er bestaan, voor zover mij bekend, geen andere meer gedetailleerde boeken over de uniformen en veldtekenen van het leger van Lodewijk XIV. In deel 3 staat de Franse cavalerie centraal. Allereerst is daar natuurlijk de cavalerie van de lijfwacht van de koning, de beroemde Maison du Roi. Deze bestond uit de Gardes du Corps, de Gendarmes en de Chevaux l´egers van de Garde, de musketiers van de Garde en de Grenadiers te paard. Deze werden gevolgd door de Gendarmerie de France, die uit totaal 16 compagnie¨en bestond. Het grootste deel van het boek is gewijd aan de ”Cavalerie L´eg`ere”, zoals de Franse linie-cavalerie in die dagen genoemd werd (in contrast tot de oorspronkelijk zware cavalerie van de Gendarmerie). Het gaat hier om een groot aantal regimenten. Hier vallen ook de eerste huzarenregimenten van het Franse leger onder, die in een semi-Hongaars kostuum geuniformeerd werden. Onwillekeurig gaan bij een dergelijk boek de gedachten uit naar de twee fantastische delen van La guerre en dentelle van Liliane en Fred Funcken. In vergelijking hiermee wordt duidelijk dat Hall veel meer ruimte besteed heeft aan de cavalerie l´eg`ere, terwijl Funcken toch net iets meer de aangewezen bron blijft voor de Maison du Roi. Dit blijkt met name bij de vaandels, waar de computerafbeeldingen van Hall toch net iets minder historisch overkomen. Maar dat doet eigenlijk nauwelijks ter zake, Afsluitend kan ik alleen maar zeggen dat ik mij bijzonder bevoorrecht voel over dergelijke fantastisch secundair bronnenmateriaal te mogen beschikken. Hall, Boeri en Roumegoux hebben met deze serie van drie boeken een monument opgericht voor deze ‘giant of the grand siecle’. Frank van den Bergh
Kerst 2005, de recensie is al wat ouder –red
18
Quasi Bellorum F. nam R. mee naar de Ducosim spellenbeurs en kreeg daar van verschillende kanten van oude wargamers die hem al jaren kennen de vraag: “Is dat je dochter?” R, niet wetend dat de Quasi Bellorum pers overal haar oor te luisteren legt, vertelde dit verhaal op een zondagmiddag. Vanaf dat moment staat ze ook bekend als ‘De dochter van de generaal’. F. en A. spelen een testpotje Highlander, in dit geval de slag van Prestonpans, 1745. N. komt er bij staan en stelt een plastic poppetje van een Samurai cavalerist op: “Nog cavalerie nodig?” F: “Dit is het verkeerde continent!” N: “Och, ’t zijn allebei eilanden. . . ” Na de nederlaag/overwinning bij Prestonpans stellen A. en F. Culloden op. F: “. . . en in hokje. . . de Glenbuckets. Ha! Buckets of whisky!” A: “Nee, nee, nee, dat is Glen Bouquet!” Tijdens een spelletje ‘Republic of Rome’ vond M1 . blijkbaar dat een van A.’s karakters (Cato de oudere om precies te zijn) een beetje teveel van het goede was. Hij besloot daar wat aan te doen toen hij Censor (opperrechter) werd en had zelfs al een een aanklager gevonden in de persoon van R. Maar A. had helemaal geen zin om z’n waardevol persoon te verliezen en maakte de volgende gedachtekronkel openbaar: “Ik heb hier ene Furius en die wordt nu nogal ‘furious’ en gaat nu naar de tempel waar hij in zijn functie van Pontifex Maximus (opperpriester) de ingewanden van de offerdieren bestudeert. Hij komt daar tot de conclusie dat deze aanklacht de goden onwelgevallig is en ik veto deze dan ook!” Commentaar van M2 : “Ik zie dat er niks veranderd is sinds ik in Rome was!” F. en A. gaan ‘Greek Tragedy’ spelen. Dit gaat over de Italiaanse inval in Griekenland tijdens WO2. F. leest het commentaar van de ont-
werper voor: “Als de Italiaanse speler er in de historische opzet in slaagt om dit te winnen is hij zijn carriere misgelopen!” Als F. later een van de spelregels in een vet ‘Allo, allo’-achtig Italiaans accent voorleest zegt M: “Je bent Griek, gebruik een Grieks accent!” F: “Ik vertaal het in het Italiaans!” A. gooit drie(!) Italiaanse divisies tegen ´e´en(!) Grieks bergregiment, en slaagt er maar nauwelijks in het regimentje van zijn plaats te duwen. A: “Drie divisies en nog is dat rotregimentje niet kapot.” M: “Nu begrijp je Thermopylai wat beter.” A: “Dat is helemaal niet leuk.” Voor de militair-historisch gehandicapten onder ons: in 480 v.C. besloot de Perzische koning der koningen Xerxes voor eens en altijd met die lastige Grieken af te rekenen. Hij trok met een enorm leger en dito vloot (de bronnen vari¨eren van een kwart tot 1,7 miljoen man) naar Griekenland. Bij de pas van Thermopylai wisten slechts 7000 Grieken onder de Spartaanse koning Leonidas (wiens 300 Spartanen de ruggegraat van die strijdmacht vormden) de aanvallen van zeker 150.000 Perzen (onder wie de beroemde ‘Onsterfelijken’) dagenlang met bloedige verliezen af te slaan. Pas door verraad konden de Perzen de Griekse positie passeren. Leonidas stuurde toen de meeste troepen terug naar Athene terwijl hij met zijn 300 Spartanen en 1100 Beotiers hun aftocht dekte. Dit gevecht tot (letterlijk) de laatste man is de basis en inspiratiebron voor een hele reeks militaire legendes en een nieuwe Hollywoodfilm genaamd ‘300’. Tijdens de ALV stelt het bestuur voor, in de persoon van voorzitter B, om de spelfouten in het Huishoudelijk Reglement te verbeteren. N: “Verbeter ze nou maar gewoon en verveel de vergadering er niet mee!” B: “Kijk, de dreiging om ze allemaal op te noemen en in stemming te brengen is meestal vol-
19
doende om dit voor elkaar te krijgen!” Suus (van ‘de Fiets’) brengt B. zijn door hem bestelde ‘Coupe Katherina’ vernoemd naar A1 .’s dochter. A1 tegen A2 : “Zo, nou is de familie compleet!” Tijdens een sessie ‘Talisman’ trekt F. een ‘Rod of Ruin’ waarmee hij andere spelers strength en craft af kan nemen. R1 . (wijzend naar R2 ): “Doe ’t bij haar; zij heeft mijn onzichtbaarheidsspreuk gejat!” R2 : “Doe ’t bij hem! Hij is een irritant en hyperactief baasje!” F. (speelt de Zulu) en R. (speelt de Inquisitor) maken een beetje ruzie. R. komt wel erg vaak in de tavern waar R. enen gooit en dus zich bezat. R: “Ik ben de inquisitie!” F: “Inquisitie? InquiZATie!” Wanneer het een beurt later weer raak is concludeert F. slechts: “Quod erat demonstrandum.” R. verslaat voor de tweede maal A. in een tweegevecht en neemt hem een goud af. B: “A, hoe lang ben je al getrouwd? Je weet dat vrouwen je geld kosten!” R. speelt een hex kaart op F. uit. R: “Ik speel een hex.” A: “Ja, dat weten we al lang!” Er ontstaat een discussie tussen R. en B. B: “De vrouw is onbetrouwbaar.” R: “Waarom is het altijd de vrouw, waarom niet de student, de geschiedenisstudent, de kleine mens of de brunette?” B: “Je hebt het allemaal, dus je bent heel erg evil!”
potje War at Sea II. F. krijgt in beurt 3 de Tirpitz en wil deze gebruiken om ‘once and for all’ de Baltische Zee schoon te vegen. Maar het loopt anders. De Tirpitz wordt door de kruister Maxim Gorki meteen tot zinken gebracht. F. is hoorbaar in zijn ontzetting, kijkt om zich heen en kreunt: “Gelukkig is er hier geen tapijt om op te vreten.” In de Warhammer campagne staat J.’s karakter Christabella terecht voor een tribunaal van de inquisitie voor immoreel gedrag en corruptie van minderjarigen. Getuige deskundige Elfrieda (E.) staat haar bij. E/Elfrieda: “Een aantal van de ahum. . . posities die Christabella zou hebben ingenomen met haar 14 jarige dienstmeid Gabi en de jonge Franzie Wald zijn fysiek onmogelijk voor een mens. Gabi moet onteerd zijn door een dubbelganger die Christabella’s gedaante had aangenomen.” J/Christabella: “Ik ben een maagd en een trouw aanhangster van Sigmar!” Spelleider D/inquisiteur: “Uw maagdelijke staat zou te controleren moeten zijn.” Enig onderzoek volgt. . . E/Elfrieda: “Ziet u wel heren inquisiteurs een volmaakt intact maagdenvlies!” Een hier niet nader te noemen persoon maakt ploink-ploink geluidjes en een gebaar alsof hij ergens tegenaan tikt. J: “Ik wil naar huis!” In ‘Gunslinger’ wordt F. voor de zoveelste keer getroffen: “Ik lig nu dood te bloeden.” Neefje R: “Cool!”
A. en F. spelen een potje 1904/1905. A. (Japanner) won uiteindelijk het scenario. Bij het afscheid nemen van A. en I. zegt A: “Het is maar goed dat jij niet met I. getrouwd bent. Je bent overduidelijk niet in staat om Rusland te verdedigen!” Vrijdagavond 23 februari speelden L. en F. een
20
Casus Belli Bestuursleden Voorzitter: Bas Kokke xxxxx xxxxx
[email protected] Secretaris: Remco van Vugt xxxxx xxxxx
[email protected] Penningmeester: Jennifer Hartogensis-Pfundt xxxxx xxxxx
[email protected] Algemeen & evenementen: Arvid Waldrich xxxxx xxxxx
[email protected]
Casus Belli Bijeenkomsten Wij zijn elke zondag van 14:00 tot ongeveer 24:00 uur te vinden in de bovenzaal van Caf´e ‘de Fiets’, Grotestraat 8 te Nijmegen. Contributie & Donateurschap Bank: 500876479 t.n.v. Casus Belli te Nijmegen Contributie (per jaar): Jeugdlid e 10 Donateur e 10 Lid e 20 Er is geen jeugddonateurschap of los Nieuwsbrief abonnement.
21