CA
S BE
I LL
SU
CETERO CENSEO LUDENDUM ESSE
Jaargang 21 nummer 2, juli 2009
periodiek van Casus Belli, vereniging voor roleplayers, board- en wargamers
Colofon De Nieuwsbrief van Casus Belli jaargang 21 nummer 2 juli 2009
Kopij Kopij kan ingeleverd worden bij of opgestuurd worden naar de redactie. Als de redactie het kan ontcijferen, mag er handgeschreven tekst ingeleverd worden. Een ingetikte tekst wordt echter meer gewaardeerd. Formaat: ASCII of LATEX, maar Word en dergelijke mag ook. Inleveren op CD, USB-stick of per e-mail.
Redactie Marleen Overkamp
[email protected] Hand- en spandiensten: Frank en Marc
Overname van artikelen Voor het overnemen van een artikel uit de Nieuwsbrief moet vooraf toestemming verkregen worden van de auteur(s) van het artikel of van de redactie. Ook dient de bron vermeld te worden. Het copyright van de artikelen ligt bij de auteurs.
Casus Belli Bijeenkomsten: Caf´e ‘Billard Paleis’, Bloemerstraat 23, Nijmegen Postadres: Hillekensacker 22-25, 6546 LE Nijmegen Webstek: www.casusbelli.nl Algemene e-mail:
[email protected] Website e-mail:
[email protected]
Afbeeldingen Een verantwoording van de gebruikte afbeeldingen is te vinden op pagina 45. Deadline volgende Nieuwsbrief: begin augustus 2009
0
Redactioneel
Inhoud 0 Colofon
<< Klont >>! Het is dat de Nieuwsbrief tegenwoordig electronisch is, anders hadden jullie gelijk gemerkt dat de postbode hijgend en steunend naar de voordeur strompelt, met veel moeite een zware envelop met inhoud door de brievenbus schuift, iets mompelt over dat drie postzegels veel te weinig is voor zoiets en vervolgens opgelucht weer vertrekt. En die deuk in de vloer achter de voordeur was ook nog een hele tijd zichtbaar geweest. Maar niets van dat alles, de Nieuwsbrief is electronisch dus dit keer zijn het jullie mailboxen die kreunen onder alle bitjes en bytejes1 . . .
1 Redactioneel & Inhoud 2 Agenda Genoeg te doen deze zomer en herfst! 4 Amber – Shock of Chaos Michael maakt wat meer Chaos, Comyn verherbouwt de ambassade en Dirxon rapporteert over zijn aankomst in de Hoven. 11 Boekrecensie Recensie van het boek ‘The War of the Austrian Succession’, voor wie nog meer historische achtergronden van de Oostenrijkse Successieoorlog wil lezen.
Anders gezegd, deze Nieuwsbrief is DIK. Zie het maar als compensatie voor het feit dat dit nummer ook te laat is. Mocht je je afvragen waar die dikte vandaan komt, onze megaschrijver Frank heeft dit keer een mega-artikel ingeleverd, naast nog wat kleiner spul. Nou had ik dat artikel natuurlijk kunnen splitsen, maar dat zou dan tussen het historische gedeelte en de spelbeschrijving moeten gebeuren, en dan zou die spelbeschrijving in de volgende Nieuwsbrief wat kaal zijn. Gekoppeld aan het feit dat ik het artikel ook nog van wat plaatjes heb voorzien betekent dit dat Frank bijna de helft van de Nieuwsbrief heeft gevuld. Bijna? Ja, want 21,5 is net geen 22. . . Maar er was wel een leger aan schrijvers nodig om die andere helft te vullen: Robert L, Berry, Marc, Louis, Ellen, Jennifer, Andr´e Sr en de paparazzi van de Quasi. Bedankt allemaal!
12 Uit de memoires van Abraxas de Schandpaalbehager De belevenissen van de ‘duivels’ tijdens het jubileumrollenspel van afgelopen november. 14 Een “Kabinettskrieg” pur sang Recensie van het spel ‘Cockpit of Europe’ over de Oostenrijkse Successieoorlog van Red Sash Games, door Frank. 33 Pendragon De jonge ridders gaan op zoek naar hun geliefden en naar de Saksen. Zullen zij hen vinden in het Woud van Perdue? 34 Kleine nieuwtjes van het front Divers wargame-nieuws. 36 Impressie van ‘Breakthrough 1940’ Fotoverslag van dit megagame, dat afgelopen april gespeeld werd.
Veel leesplezier, Marleen
40 De Nieuwsbrief, 21 jaar jong Een korte historie van dit blad. . . 43 Quasi Bellorum 45 Info Casus Belli 1
No electrons were harmed while performing their duties in the creation, distribution and storage of this magazine.
1
CA
S BE
I LL
SU
CETERO CENSEO LUDENDUM ESSE
Agenda Data van activiteiten van (leden van) Casus Belli en van andere interessante evenementen. Ontbreekt jouw activiteit? Geef het door aan de redactie! Voor Casus Belli activiteiten, zie www.casusbelli.nl Uitgebreide agenda’s zijn beschikbaar op www.ducosim.nl en www.murphysheroes.nl.
koopstands in theater De Flint, Amersfoort. Tevens voorronde van het NK Agricola. 12 sep - Renaissance and Reformation Megagame over de religieuze, politieke en militaire conflicten in Europa ten tijde van keizer Karel V. Locatie: Londen. Info/ boeken: www.megagame-makers.org.uk 12/13 sep - Colours 2009 Het grootste wargaming en military modeling evenement in Zuid Engeland. Demonstratie- en participatie-spellen, handelaren, en wargame kampioenschappen. Newbury Race Course, Newbury, Berkshire, UK. Info: www.colours.org.uk 19/20 sep - Elf Fantasy Fair Arcen Alles rond fantasy, LARP, Middeleeuwen, Sci-Fi etc. Kasteeltuinen Arcen. Info: www.elffantasyfair.com 26 sep Voorronde NK Agricola Kwalificatietoernooi voor het NK Agricola, bij Spelgroep Phoenix in Leiden. Info: www.spelgroepphoenix.nl 26/27 sep - Festival Levende Geschiedenis Het grootste re-enactment evenement van Nederland, met groepen uit diverse perioden. Landgoed De Barendonk, Beers (tussen Grave en Cuijk, dus om de hoek!). Info: www.levendegeschiedenis.com 10/11 okt - DUZI 2009 Heel veel tinnen miniaturen in een grote hal, daarnaast oa. een schildercompetitie, tabletop gaming en Warhammer en Blood Bowl toernooien. Niederrheinhalle, Wesel. Info: www.excaliburminiaturen.de
10 t/m 12 jul - Herdenking Invasie Walcheren 1809 Herdenking van de Britse inval in Zeeland in 1809. Met een invasie vanuit zee1 en een veldhospitaal. Locatie: Veere. Info: www.veere1809.nl 10 t/m 12 jul - Marinedagen 2009 Bekijk die (moderne) oorlogsschepen eens op ware grootte en zelfs van binnen! Verder ook demonstraties van mariniers, helikopters etc. Info: www.defensie.nl/marine/marinedagen 6 t/m 16 aug - Romeins Festival Groot Romeins Festival in het Archeon. Info: www.archeon.nl 29/30 aug - Middeleeuws Weekend ‘Gebroeders van Limburg’ festival, een weekend Middeleeuwen in Nijmegen met diverse activiteiten (en trebuchet!). Info: www.gebroedersvanlimburgweekend.nl 5/6 sep - Mallifique 2009 Re-enactment (Napoleontisch) in Malle, Belgi¨e. Info: www.mallifique.be begin sep? - Wisselrollenspel Start van een nieuwe cyclus, 19:30 in de achterzaal van het Billard Paleis. Spelers en DM’s welkom, DM’s van te voren aanmelden via
[email protected]. Datum: hou de CB website in de gaten. 12 sep - Ducosim Spellenbeurs Toernooien, demonstraties van nieuwe spellen, participatiespellen en diverse ver1
Vanaf een schip. . . nou ja, schip, ze hebben de ‘Soeverijn’ gecharterd en dat is een vierkante bak met zeiltjes, ‘ge¨ınspireerd’ door VOC-schepen, die pijn doet aan je ogen. Kijk daar dus vooral niet naar. –red.
2
Amber rollenspel De Amber rollenspelgroep speelt geregeld op de club op zondag. Zo mogelijk wordt er een apart plekje geregeld. De data waarop gespeeld gaat worden, onder voorbehoud: • 12 juli • daarna om de 4 weken De Startrek groep is gestopt, dus die speelt niet meer op de zondag.
22 t/m 25 okt - Spiel Essen De grootste spellenbeurs ter wereld, met alles van kinderspellen tot wargames. Info: www.internationalespieltage.de 7 nov - Crisis 09 Wargame & fantasy conventie georganiseerd door Tin Soldiers of Antwerp. Met ‘Hordes of miniature soldiers’. Metropolis, Antwerpen. Info: www.tsoa.be 7 nov - Master of Europe III Politiek en militair megagame over de strijd om de heerschappij in Europa in 1813. Locatie: Londen. Info/boeken: www.megagame-makers.org.uk 14/15 nov - Spellenspektakel De Nederlandse spellenbeurs, met onder andere de laatste voorronde en de finale van het NK Agricola. In de IJsselhallen te Zwolle. Info: www.spellenspektakel.nl 12 dec - Ducosim Spellenbeurs Toernooien, demonstraties van nieuwe spellen, participatiespellen en diverse verkoopstands in theater De Flint, Amersfoort. 12/13 dec - Midwinter fair Archeon Overdekte Fantasy en Gothic markt, met o.a. vechtshows, ambachten, Celtic Folk en demo’s van LARP groepen, Archeon, Alphen a/d Rijn. Info: www.archeon.nl Wat loopt er op de club? Een kort overzicht van lopende activiteiten binnen Casus Belli (voor zover bekend). • Wisselrollenspel. Probeer eens een ander rollenspelsysteem. . . 3 `a 4 keer per jaar (om de 16 weken) start er een nieuwe cyclus. Info: Casus Belli website. • Langer lopende wargames bij leden thuis. • Diverse rollenspellen. Moenen & Mariken Mocht je aan de bijeenkomst op zondag niet genoeg hebben, of jouw favoriete spel wordt daar niet gespeeld? Onze Nijmeegse spellenwinkel Moenen & Mariken organiseert iedere week diverse activiteiten. Kijk op www. moenen-en-mariken.nl voor de details.
3
Amber – Shock of Chaos Sessie 11
wanted to stay there forever and a day. Took real effort to get him to come back with me. Care to tell me what place you got the unkindness at? Matthew: Nou, Benedict maakt me wel behoorlijk boos, maar. . . Michael: . . . I meant the ravens. Matthew: Oh! Dat vertel ik je niet. Michael slaakt een ge¨ergerde zucht terwijl hij met zijn hand tegen zijn voorhoofd slaat. Michael: Do you have to act as annoying as a Chaosite? You’re ready to replace that bastard Auralis if you keep that act up. Matthew: Vind je? Ik vond het een degelijk recht-toe-recht-aan antwoord. Weet je zeker dat je niet gewoon kribbig bent? Michael geeft een schop tegen ´e´en van de lijken. Michael: Feel free to ask these buggers whether or not I’m feeling grumpy. Anyway, care to tell me why I had to say hi to Rense the Knifer for you, or are you not going to tell me that either? Matthew houdt zijn hoofd even scheef. Matthew: Gelijk oversteken. Vertel me wie je vader is. Michael: Bleys. Your turn. Matthew: Half-zus. Ik kwam haar in Amber tegen. Michael: Are all of his children as promiscuous as he was? Matthew: Dat is mijn moeder waar je het over hebt. Michael: Good for you. Back to my questions, how did you get Hugin back from Benedict? Last time I checked, he kidnapped all your pets to keep you on a leash. Hugin kijkt op van zijn maal, vliegt op en landt op Michael’s schouder. Michael: What do you want? Hugin: To talk to the Chief, of course. And I’ll answer your question while I’m at it. He told Benedict he needed me. Benedict agreed. Michael: I guess rationality currently is not
Na de afgebroken staatsbegrafenis van Lily blijkt dat er een schaduwstorm heeft gewoed in de ambassade en dat troefkrachten gecorrumpeerd zijn: alle aanwezige Amber soldaten en Michael zijn ingekort tot 25cm. Gelukkig is dat niet permanent: ze groeien vanzelf weer naar hun oude lengte, al gaat dat niet snel. Diverse personen blijken hoog in de troonsopvolging van Chaos te staan: Matthew, Alexander en Commodus worden bewaakt door Black Guards, van Auralis is dat onduidelijk, die heeft immers de koning aangevallen. Michael staat iets lager (geen Black Guards) maar stapt er erg snel uit, want een hoge positie is niet best voor de gezondheid. Takako roept een ambassadeoverleg bij elkaar. Daar blijkt Matthew een zoon te zijn van Flora en Gramble van Sawall, Michael weet niet wie z’n moeder is en Torrik is een zoon van Benedict en Lintra (en dus een volle broer van Takako). Takako presenteert daar het nogal dodelijke geloofsbrievenprotocol, Michael meldt dat het gebruik van Amber troeven in de ambassade tot krimp kan leiden. Logrus troeven hebben dat probleem niet. . . Matthew: Het volgende gesprek vindt plaats na de gebeurtenissen uit de elfde sessie. Michael: Any and all information exchanged in this conversation is available to the participants, and the participants only. Matthew staat op een balkon van kasteel Amber en krijgt troefcontact van Michael. Als hij het aanneemt, ziet hij deze in de tuin van de Ambassade staan, omringd door de lijken van T-Rexen. Hugin de raaf zit op eentje in te pikken. Matthew: . . . Wil ik het weten? Michael: Surely you knew ravens are scavengers. Matthew: En jij een jager? Michael: Us lions must eat too, you know. By the way, Hugin already knew Ygg, he
4
get back to the subject of relatives. The news at the meeting we had earlier was rather shocking, what with you being a child of Florimel, Dirxon a son of Llewella and Torrik a full-blood brother of Lady Takako, child of Benedict and Lintra. I always knew he was a bastard, but I guess it’s official now. Hugin: I guess he takes after his father. Maybe it runs in the family? Matthew: Ik hoop van niet. Ik krijg het al zwaar genoeg nu hij voortaan ook met begrafenissen meegaat. Michael: Maybe if we’re lucky, he’ll go with one horizontally soon enough, after which more will follow. Matthew: Gaat dit over de zelfmoordclausule in het protocol voor het aanbieden van onze geloofsbrieven aan de hondenkoning? Want ik was niet van plan me daaraan te houden, als het zover komt. Michael: I was thinking along the lines of him dying a heroic death and ridding us all of his presence. Hm. I feel like killing things again. Any interesting prey nearby? Hugin: Well, there’s some man-sized dragonflies nearby. Could you send me to Matthew first, though? Michael: Sure sure. Here’s your little bird of prey again. Try not to lose him again. Michael verbreekt het troefcontact en kijkt naar de lijken. Een duivelse grijns verschijnt op zijn gezicht. Michael: Let’s stir up some Chaos and see what comes out.
present in either Court. Any news in Amber, Matthew? Matthew: Ik heb. . . nog niet echt met mensen gepraat. Michael: Are you blushing? Irrelevant, moving on. What was your score again? Matthew: Score? Michael: Your place in the conga line of death. The succession order, of course! Hugin: Fourth place. And yours? Michael: Seventh. I guess Rense’s position was near mine, considering she has Black Guards now. Unless an awful lot of people decided to be smart or to be dead. . . Matthew glimlacht even. Matthew: Commodus zijn gedrag was wel grappig. Hij barstte zowat in huilen uit toen Rense zei dat ze geen afstand wou doen. Moeder genoot er ook van. Jij was daarentegen erg gretig afstand te doen van jouw claim op de troon: zodra je merkte dat ik bij Genealogie was, sprong je haast door het troefcontact heen. Michael: You’ll have to forgive me for not having a deathwish. It surprised me you got out of the line yourself, it would have suited your recent ambitions quite well, what with you being a Defender of Sawall, Protector of Swayvill and Disciple of Comyn. Hugin: Nifty titles, Chief. When were you going to tell us about them? Matthew: Sawall en Comyn waren van voor jullie tijd, en nadat Benedict jullie ontvoerd had, heb ik de hondenkoning helpen beschermen tegen een moordaanslag. En Michael verzint die titels ter plekke. Mijn erestudentschap bij de Kerk van het Serpent, daarentegen. . . Michael: Aren’t you just a student of Comyn instead? Which reminds me, the guy is rather overenthousiastic. I wanted to learn how to draw trumps in Chaos-style, yet he told Suhuy I wanted to learn the Logrus. Unlike you, however, I intend to drop out before I get that far. At least I got a trump of that fast shadow of his, so I can recover easily next time I shrink. This mess with Amber-style trumps is really annoying, the way we shrink whenever we go through them or whenever the weather turns bad. Anyway, let’s not dwell on that and
Robert en Berry
Comyn’s Dirry Comyn over de aankomst van Dirxon, de staatsbegrafenis van Gramble II en de verherbouwing van de Ways of Barimen in verband met het nieuwe consulaat van Rebma1 . Daarna is hij nog een tijdje bezig met slapen om weer bij te komen2 . . . 1 2
5
Sessie 8, Nieuwsbrief jg 20 nr 4 (sep 2008), p 18 Sessie 9, Nieuwsbrief jg 20 nr 5 (dec 2008), p 26
from my own rooms?). Anyway, may the Victors fall in peace and a very long time. Procession then continues through back of Barimen garden: provided lots of snarling dinosaurs there. Takako and Dirxon being attacked by Auralis’ dragon flies again but now taking it in good fortune. Next proceeding to ways of Hendrake back to church and usual finishing of services. When back after funeral, summoning sign of Logrus and preparing for good power drawing from Logrus, feeling fine, warm feeling and folding and reshaping shadows of embassy. Disciple watching. Then to bed and zzzz.
Dirry 8 After awakening, breaking my fast, and then replacing shield at Embassy entrance (Maybe this will shaken some a bit, but then, aren’t we all Barimen around here?). Mandor pays a visit with a new guy, a Dirxon of Rebma, being fluid variant of rock solid Amber. His queen wants opening of trade between Rebma and Chaos and establish big restaurant here. So Dirxon asks me for separate entrance for restaurant/consulate with trade mission and big kitchen and so. Hmm, love seafood and sushi/sashimi. Good, will be doing this after funeral of Gramble II. Dirxon also wanting special corridor with medaillon openings to embassy. Since Auralis not present, can’t ask him for other shadow verherrestitchings, so will also recalibrating time at same time (Takako very pleasing about this). Now noticing Takako carrying a pet demon, cuty cuty Eye of Anguis Fragilis also needing (small) room. Ok do that in one shadow redecorating. Then Torrik, Takako, Dirxon and me discuss what’s happened during fight. I also trump Matthew, disciple should look while I restitch shadows: is good lesson. Hihi, he seems to have some size problem now and being 10x smaller than used to be. Amusing, would be good practice in personal reshaping, but since he is an Amberite, still not used to shape shifting. Suggest prana/bindu exercises for him like Bene Gesserit as first training in shape shifting: if able to do in mind, then also easier to do with mind. At funeral, Dirxon and Takako are present as princes of Amber at 4th Sawall row. Yo, Dirxon guy has some sort of Chaos form, so there is more to this guy than directly meeting eye. Sawall family of course in front with disciple on small table (sweet). Next to table, princess Flora (disciple mother) dressed in eye catching red: quite good looking. Wondering how many more being Chaos-Flora offshoots (or inshoots, more accurately). Usual procedure in church and then pit procession. On arriving, there quite a lot falling in pit, shouting Victoreee. . . For some reason, reminding me of carpet lost again (and stolen
Dirry 9 Snore. . . snore. . . After breakfast, I discuss with Dirxon the interior decorating of fishy restaurant, conference centre and consulate. Back to bench later. Somehow my left leg experiencing some pulling: I try to follow it using right leg and see where we get. I dance some merry-go-round. When I summon the sign of the Logrus (just to see where it is coming from), the pulling disappears. Oh well, I settle again to slumber a bit, this time with the sign in my mind. What a dreammingggg. . . After waking, I remember that my carpet was stolen from my rooms. So I use the Logrus and shadow tendrils to try and pull my carpet from shadow like I did before. I not succeed but located carpet, yes, near Pit. So trumping to Pit and try pulling it to me. Somehow cannot get a hold onto. This really madening. Anyway if we cannot gets our carpet, then nobody. I use tendrils to pump as much Logrus energy into trump carpet as possible to destroy. Carpet coloring red, green, a blue (like Victor guy). Boemmm. . . . . . Dreamt again, of playing Tocate and Fuge. Awaking near Ygg: what is the matter with that tree shadow. Why awakening there? Ygg telling after some time that I not knowing who Comyn being and needing rest for remembering. Trusting Ygg seeming good idea. Next checking on consulate telling Dirxon now knowing good way for protecting case deposits
6
Oude tekening van een slapende monnik against Pattern shifting/breaking and Logrus shifting/tendrils namely Trump of course, or better outfit each deposit which autotrumps unwanted contacts. Hmm, also good punishments, trumping Logrus guys with tendrils near Pattern and Pattern guys in Logrus cave. Resulting fireworks should make guys thinking again before reattempting. Collect disciple telling going to very fast shadow (1000 x chaos), where I can really sleep long and time for disciple to grow back into shape and really practice shifting a bit. I awaken with a Trump contact from Suhuy: Lilly Langtree of house Sawall (but also grandchild of Swayvill) died while asleep (what a boring way of dying). At the moment I must have slept 23 days in this fast shadow. The burial is planned in 3 Chaos days from now under the flag of house Sawall and will be led by the King himself. Her son (hey that is Alexander) will be present (temporarily discharged from mental institution): Suhuy asks me to take some additional precautions. My disciple is also gone, but he dropped note telling me he is back into shape again. So I still have plenty time to sleep a bit more trying to remember what I am. The sleeping helps with another thing: my mind is quite orderly again. I continue to sleep. Sometime later I get disturbed by annoying trump from Com-
modus. As he needs a little lesson in politeness, I open a second Trump on the Logrus cave, fix the contact with him in such a way that he cannot pull out and then connect both Trump images to show him the greatness of our Sign of Creation. This shows one interesting fact namely that Commodus has not yet negotiated the Logrus. What is he, a Lord of Chaos or just a feeble Human? Back to sleep. Sometime later I also have an interesting dream in shadow Earth where I sit and drink with Commodus’ daughter Rense (Good looking but still very young) in a bar called the Blue Hand. Had quite a couple of beers in my dream, but afterwards not many memories. Zzzzzzzzzzz. . . . . . . . . Marc
Het rapport van Dirxon Dagboek annex rapport van Dirxon over zijn eerste tijd in Chaos: het opzetten van het consulaat, de begrafenis van Gramble II. . . Sessie 8 Dag-, rapportage- en verslagboek van de diplomatieke missie ter oprichting van een handelsconsulaat van Rebma in de Hoven van Chaos, door Dirxon, afgezant van hare majesteit Koningin Moire van Rebma, en zoon van Llewella, prinses van Amber.
7
heb ik afgesproken dat, als ik wat voor mijn afdeling nodig heb, ik dat via hem (of zijn baas, Auralis, nu niet aanwezig) regel. Tevens heb ik afgesproken, dat hij mij, als de tijd daar is, een rondleiding door de hoven zal geven, nadat ik heb bewezen dat ik in staat ben om het daarbuiten te overleven (door mijn arm in chaosvorm te veranderen). Nadat ik iets opgevangen had over de veldslag die in de ambassade gewoed had, heb ik er bij Commodus op aangedrongen dat de eventuele bewaking van mijn consulaat alleen geschiedt door persoonlijk door hem gekozen en vertrouwde soldaten. Dat heeft hij min of meer toegezegd. Michael komt er bij, en beklaagt zich dat troefcontact niet mogelijk is. Niet zo verwonderlijk, in de hoven van Chaos, met Pattern troeven. . . Maar goed, Michael vreest een tweede aanval, aangezien de vorige aanval ook voorafgegaan werd door een onderbreking van het troefcontact. Commodus is hiervan niet onder de indruk, en weet te vertellen dat zo’n storm wel vaker voorkomt. Takako wordt ook naar de hal getrokken door het onweer buiten. Ik laat het gesprek op de veldslag komen, en vraag haar wat ze ervan weet. Verbazingwekkend wat een info zo’n vraag kan geven, en ze hebben niet eens in de gaten dat ze ondervraagd worden. . . Maar goed, ken de vijand en jezelf niet dan win je de helft van de gevechten, ken jezelf en de vijand niet, dan ditto. Ken je beiden, dan zul je altijd zegevieren. Nu dus voortaan opletten wat ik zelf laat vallen. . . De info: De aanvallers waren ninja’s, of in ieder geval personen die zo gekleed waren, en zo vochten. Zij droegen geen huiskleuren, dus dat kan betekenen dat ze niet door hun huis ondersteund worden, of dit niet te schande willen maken. Dat moet ik nog verder onderzoeken. Tegelijk met de ambassade werden ook de Ways van Sawall, het koninklijk paleis en de tempel/kerk van de Serpent aangevallen. Kennelijk een beweging die uit is op meer dan alleen het verwijderen van de smet van de nederlaag. Analyse: De kerk/serpent heeft niet tot de overwinning geleid, dus tijd voor een nieuwe hi¨erarchie, of geloof. Sawall ondersteunt, na
Dat was een heftige tijd, die eerste paar dagen in Chaos. Bij mijn aankomst in de hoven, werd ik door Mandor, het contact van mijn tante bij de hoven, opgevangen. Aangezien er ook een ambassade van Amber opgericht wordt, en men alle veiligheidsrisico’s kennelijk op 1 plek wil hebben, is er besloten dat ons consulaat gebruik moet maken van hetzelfde “gebouw” (ofwel Ways, zoals ze hier heten) als dat van die ambassade. Mandor leidde mij naar de ingang daarvan, alwaar ik enkele personen ontmoette, die mij verder in de ambassade wereld zouden inwijden. Ik werd voorgesteld aan ambassadeur (of in ieder geval leider van de groep die de ambassade moet opzetten) Takako, en aan de assistent veiligheidsofficier, ene Michael. Deze veiligheidsofficier was nogal vrijgevig met info, voordat hij mij naar mijn naam vroeg. Ik hoop dat ik straks betere beveiliging krijg. . . Nadat ik aan Takako duidelijk gemaakt had, dat ik eigenlijk een eigen afdeling wilde, en liefst ook een eigen ingang, verwees zij mij naar Comyn, de architect, die in de tuin zit. Daarna vertrokken Takako en Michael, samen. Ik zag Comyn in de tuin, op zijn bankje, en had enkele plezierige uren, met hem uitleggen wat ik precies met mijn “vleugel” wil. Onder andere GEEN verbindingen met de ambassade, behalve via een geheime toegang, die alleen ik kan openen (met mijn medaillon). Ik heb niet de indruk dat Takako enig toezicht wil houden op mijn afdeling/consulaat, en dat komt mij wel goed uit. . . Analyse: Of Takako heeft geen invloed op Comyn, of ze weet niet/realiseert zich niet, dat ze mij zou kunnen/moeten controleren, of ze heeft mogelijkheden die ik nu over het hoofd zie. Opletten en rekening houden met het laatste. Proberen een sorceror en een logrus deskundige de boel te laten bekijken, om te speuren naar, mij onbekende, surveillance mogelijkheden. Door Comyn werd ik vervolgens verwezen naar Commodus, die de (plaatsvervangend) liaison met de hoven bleek te zijn. Deze heer, die ik in de hal van de ambassade aantrof (ook getrokken door het zware onweer buiten) is duidelijk beter thuis in het Grote Spel. Met hem
8
van de amber troepen, en de chaosbewaking aan onze kant, heeft daarbij het loodje gelegd. Er wordt ook vermeld dat de leider van de aanval Victor heet, dat deze tijdens het gevecht verdween, vermoedelijk gedood door onder andere Michael, en dat niet duidelijk is bij welk huis deze Victor hoort. Wel is bekend dat deze groep de naam heeft van Fans of the Mourning Serpent (FOMS). Zoals gezegd, onderzoek banden met de fans in Amber. Deze foms hebben ook laten weten dat ze Dworkin zullen proberen te vinden en doden. Ben benieuwd wat daarvan de betekenis is. Alle leden van huis Barimen uitschakelen? Zijn ze nog wel even bezig. Humm, daar hoor ik dus ook toe. . . Ondertussen is duidelijk geworden dat ik mijn eerste offici¨ele plicht al zal moeten vervullen. De begrafenis van Gramble II, van huis Sawall, waarvoor ook de ambassadeur is uitgenodigd. Ik heb bij Comyn aangegeven, die daar kennelijk enige weet van heeft, dat ik liefst een eigen cort`ege heb, en niet bij Amber wil horen, aangezien ik een afzonderlijke diplomatieke entiteit ben, en me zo ook wil profileren. Aantekening: Hummm, snel enkele bezoeken regelen aan de meest vooraanstaande huizen. Commodus eens vragen wie dat zijn, en of hij mij daar kan introduceren. Een soldaat van amber komt binnen met ene Matthew op zijn schouder. Deze Matthew blijkt de assistent van Takako te zijn. Takako heeft ook iemand op haar schouder, en wel Ay van Anghuish Franguis (oid), die een protocol deskundige blijkt te zijn. Takako maakt een opmerking dat ze eventueel banden heeft met huis Hendrake. Moet ik nog eens navragen welke dat precies zijn. Matthew wordt vervolgens weggetroefd, wat nogal onbeleefd is, hoewel hij wel de moeite neemt om in ieder geval een excuus te stamelen. Vervolgens word ik naar de kerk van de begrafenis getroefd. Ik ben te zeer bezig met veranderen in chaosvorm om me te excuseren. Zo zie je maar weer, de pot verwijt de ketel. Ik kom in het vak van huis Sawall uit, op de vierde rij, met 2x4 bodyguards om mij heen. Even later verschijnt Takako naast mij. Matthew, inclusief een soort barkruk (waar
de nederlaag, de amberieten teveel, en de koning heeft de oorlog verloren, dus Down with the King. Ben benieuwd of deze “fans” contact of verbinding hebben met die die Random hebben proberen te vermoorden. Bericht aan tante en ma versturen om die “fans” te onderzoeken, en of dit al echo’s heeft in Rebma. Misschien dat dit een derde macht is? Patroon van Corwin, of iemand anders? En wie heeft er baat bij, als zowel in de hoven, als in Amber een nieuwe heerser verschijnt? Note to Self: Probeer uit te vinden of Swayvill meer dan gebruikelijke aanslagen heeft gehad, de laatste tijd. Aantekening: Kent Swayvill Dworkin, en zo ja, hoe staan ze tegenover elkaar? Probeer iemand te vinden die zo oud is dat deze beiden nog kent. (Heb iets gehoord over ene Suhuy? En wil die daar dan over vertellen?) Verder met het verslag: Na het gesprek over de slag, loop ik naar de keuken, waarbij Commodus een cryptische opmerking maakt over Venus Vliegenvangers. . . Maar goed, na een goed maal weer terug naar de hal, wat zo ongeveer de centrale plek van de ambassade lijkt te zijn. Om enig inzicht in het gebouw te krijgen, loop ik er aan de buitenkant (dus ook buiten de tuin) omheen, maar daar word ik niet veel wijzer van. Bij terugkomst in de hal blijkt er ene Torrik verslag uit te brengen aan Takako. Deze Torrik, die het hoofd van de beveiliging (dus de baas van Michael) blijkt te zijn, geeft mij al snel de verklaring waarom Michael zo loslippig is. Dit is duidelijk een vecht soldaat, en geen “cape en degen” type. Hij heeft ongeveer het hele verslag van het gevecht al gegeven, voordat hij er ook maar aan denkt om mijn naam te vragen. Kennelijk vertrouwt hij mij op mijn blauwe ogen. . . ;-). Ik hoop echt dat de beveiliging van het consulaat straks beter is. Maar ja, daar kan ik dan ook een van mijn ondergeschikten voor uitkiezen. Goed, de info over de slag. Deze was nogal rampzalig voor de bewaking. Meer dan de helft
9
hij op staat aangezien hij, na een troefongelukje, nog maar 25 cm groot is), staat bij huis Sawall, die midden in de kerk staan. Naast hem staat tante Flora! Maar ja, dat zij contacten had met Chaos wisten we al tijdens de oorlog. De ceremonie is redelijk kort, en daarna gaat het in processie naar de pit. Als we naar de pit lopen, zien we in de verte een hoop figuurtjes (te klein om precies te herkennen, maar zo te zien mens- en chaosvormachtig), vanuit de lucht in de pit vallen. Als we dichterbij komen, neemt het af, om helemaal gestopt te zijn, tegen de tijd dat we ze zouden kunnen hebben herkend. Jammer. Nadat het overschot van Gramble II aan de pit is toevertrouwd, lopen we terug naar de kerk. Als we door de tuinen van de ambassade (die op het bordje aan de ingang onder andere “Ways of Bariman” genoemd worden) komen, worden we door twee grommende T-rexen in het oog gehouden. Vervolgens komen er grote libellen aan, die proberen om Takako, Matthew en Flora aan te vallen. Als ze op Takako afgaan, en ze voor mij langs vliegen (aangezien Takako naast mij loopt) sla ik er ook een paar neer. De rest wordt door Takako, die erg goed is met haar katana, omgelegd. Terug in de tempel/kerk, gaat men vervolgens heen. Eerst de koning, dan huis Sawall, dan Takako, en, na een gepaste periode, ik, waarna de rest van kerk volgt. Analyse: Overigens interessant dat Flora bij huis Sawall staat, en niet bij ons in de buurt. Is zij directe familie van de overledene, of is zij “incognito”, wat nogal moeilijk is, als je in mensvorm tussen chaosvormen staat, aanwezig? Zij heeft tenslotte een hogere prinsenrang in Amber dan ik (of Takako). Hoe is in deze haar loyaliteit, en als wat is zij in de hoven? Bericht naar ma en tante voor meer info. Na de begrafenis lopen Flora, Takako en Matthew terug naar de ambassade. Daar aangekomen blijkt dat Flora de moeder is van de dochter van Commodus. (Humm, toch directer bij huis Sawall betrokken als ik dacht.) Die dochter is nu bij Flora, maar dat is niet de wens van Commodus. Flora weet hem duidelijk te maken, dat aangezien HIJ niet voor ZIJN dochter
kan zorgen, ZIJ voor HAAR dochter zal zorgen. Analyse: Proberen uit te vinden wat die dochter in Amber aan het doen is, en wat Flora haar eventueel leert. Kan natuurlijk een fantastische dubbelagent worden, in beide hoven. Voorstel tot koppelen aan iemand van Rebma Secret Service, voor nabij bewaking? Vriendin of vriend maakt volgens mij niet uit. Maar dat kan agent ter plaatse beter beoordelen. Takako weet Flora nog te vragen om een kopie van de protocollen, zoals die in Amber gebezigd worden. Ik vraag me af wie er op het idee gekomen is om zo iemand als “proto” ambassadeur aan te stellen. Is het misschien de bedoeling dat deze missie mislukt? Analyse: (Laten) uitzoeken wie er belang bij heeft dat de oorlog weer oplaait, en wie dan de beste kansen heeft om te winnen. Benedict daar een bericht over sturen, voor analyse? Of is hij meer met veldslagen, en minder met politieke strategie bezig? Proberen we gewoon. Goed. Ondertussen is, na de begrafenis, Comyn bezig om, samen met Matthew, die bij hem in de leer lijkt te zijn (waar liggen zijn loyaliteiten? Weet Random dit?) de nieuwe vleugel te maken. Dit lukt prachtig, alleen is het geheel ten opzichte van mijn tekening in spiegelbeeld. Ach ja, kleine dingen hou je toch. Maar verder is alles volgens mijn aanwijzingen, inclusief binnenatmosfeer (dat wil zeggen, gevuld met (warm) water, en als je binnenkomt zorgt een speciale betovering ervoor dat je ook onder water kunt ademen, zoals op de trap naar Rebma. Tevens heeft Comyn mijn ingang van en naar de ambassade aangelegd. Ben benieuwd of, en zo ja, wanneer ze die vinden. Nu nog een lijst naar Commodus/Auralis, met daarin alle spullen die ik nodig denk te hebben. Dat was dan een kort verslag van mijn aankomst en eerste activiteiten aan de Hoven. Volgende keer meer!
10
Louis
Boekrecensie Reed Browning, The War of the Austrian Succession, New York, St. Martin’s Griffin, 1995, 445 p., ISBN0-312-12561-5 Het is ´e´en van mijn overtuigingen dat er aan historische bordspellen (wargames) vaak zo veel onderzoek ten grondslag ligt dat ze bijna als bronnenmateriaal bij een geschiedenisstudie gebruikt zouden kunnen worden. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat veel spellen tegenwoordig voorzien worden van een bibliografie. Dat kan de ge¨ınteresseerde speler dan weer wijzen op literatuur die zijn kennis kan uitdiepen. Zo ook in dit geval. De maker van het spel ‘Cockpit of Europe’ (elders in deze Nieuwsbrief gerecenseerd, zie pagina 14) raadde het boek van Reed Browning bijzonder aan, en ik moet zeggen dat hij daar niet ongelijk in had. De Oostenrijkse Successieoorlog is een van die 18de eeuwse oorlogen, die de geschiedenis in zijn gegaan als de “Kabinettskriege” en die tegenwoordig grotendeels vergeten zijn omdat ze niet echt veel grote resultaten hadden. Maar Browning weet overtuigend aan te tonen dat er in deze oorlogen meer aan de hand was dan op het eerste gezicht lijkt. Om dit te bereiken geeft hij een uitgebreide beschrijving van de oorzaken en de achtergronden van deze oorlog, die gelegen zijn in het feit dat de Duitse keizer van het huis Habsburg bij zijn overlijden geen mannelijke opvolger had. Beieren probeerde met Franse militaire steun het keizerschap te verwerven, hetgeen voor een korte tijd lukte. In het noorden zag Frederik II van Pruisen zijn kans schoon om aan gebiedsuitbreiding te gaan doen ten koste van Oostenrijk. Omdat de Franse en Pruisische uitbreidingen het Europese machtsevenwicht bedreigden, werden Groot-Brittanni¨e en de Republiek der Nederlanden er in betrokken (de laatste met frisse tegenzin). Naast gevechten in Belgi¨e en in Duitsland en het huidige Tsjechi¨e werd er ook in Itali¨e veel gevochten, waar de Spanjaarden probeerden een eigen koninkrijkje voor ´e´en van de Spaanse koningszonen te veroveren.
Browning is er in geslaagd om dit conflict in al zijn militaire, diplomatieke en politieke aspecten weer te geven in een bijzonder lezenswaardig, duidelijk en goed geschreven boek. Zijn schrijfstijl is helder. Browning hanteert in zijn beschrijvingen een chronologische opzet, waarin hij soms van het ene theater van operaties naar het andere springt. Dit is echter niet zo verwarrend als het lijkt want het is goed aangegeven met hoofdstukken en sub-hoofdstukken. De hoofdstukken maken op hun beurt ook nog deel uit van vijf grote delen met een groot thema, wat het opzoeken van een hoofdstuk over een bepaald aspect (zoals bijvoorbeeld de vredesonderhandelingen aan het einde van de oorlog) in de inhoudsopgave zeer vergemakkelijkt. De schrijver heeft er voor gekozen om het boek niet van illustraties te voorzien, hetgeen misschien voor lezers die niet veel met alleen tekst op hebben een teleurstelling kan zijn. De focus van Browning zijn boek ligt op de gebeurtenissen in Europa. De gevechten van deze oorlog die zich buiten Europa afspeelden worden niet (de First Carnatic War) of nauwelijks (de inname van de Franse vesting Louisbourg in Canada door de Britten) genoemd. Als ik een minpuntje mag noemen: de kaarten. Er zijn een paar kaarten in het boek maar die zijn uiterst summier. Ze geven alleen grenzen, rivieren en belangrijke steden. Persoonlijk had ik liever meer en uitgebreidere kaarten gezien.
11
Frank van den Bergh
Uit de memoires van Abraxas de Schandpaalbehager In Nimwegen wordt een nieuwe kerk gebouwd, die ingewijd gaat worden met drie zeer heilige relikwie¨en; onderdelen van de lichamen van overleden heiligen of zoiets. En het kruis waar Jezus aan gehangen heeft. En dan zeggen die smerige gelovigen dat wij macaber zijn. . . Dus om die heilige stukjes lijk voor hun neus weg te stelen en aan Onze Meester te offeren, heb ik wat volgelingen bij elkaar geronseld. Twee jonge ridders, Wouter van Wijchen en Wouter van Beuningen, Fransien die eigenlijk Frans heet, Bob de Boer, Leo de Pyromaan en natuurlijk de lieftallige Serpentia. (Gespeeld door Luuk, Richard en Stefan) Op de markt kopen wij een stel paarden en gaan onderweg. Na een paar dagen reizen komen wij bij een herberg waar het erg gezellig is. We genieten van het gezelschap en de drank en Fransien gaat, zoals hij/zij dat gewend is, met de herbergier naar bed als dank. Als wij de volgende ochtend aan het ontbijt zitten, is hij/ze helaas nergens meer te bekennen. Terwijl sommigen van ons zich afvragen waar hij/ze zou kunnen zijn, mompelt Leo, die net uit de stal terugkomt, dat we maar beter kunnen opschieten. Ik knik en geef de order om te vertrekken. Terwijl we wegrijden, vat de herberg vlam en zien we de herbergier in paniek proberen het vuur uit te maken. Ik laat de groep weten dat ik hen nog wel in zal halen en keer om. Een leuk excuus voor geweld laat ik niet aan mijn neus voorbijgaan. “Jij!” brul ik naar de herbergier. “Wat heb jij met Fransien gedaan?! Je zult boeten!” De domme herbergier neemt onbevreesd een knuppel ter hand en valt mij aan, waarna ik mijn muil opensper en de knuppel verzwelg. Hoewel hij hiervan schrikt, deinst hij niet terug en het komt tot een uiterst vermakelijk handgemeen. Pas als ik kokend zuur over de onnozele man heen braak, sterft hij. Na nog een paar dagen reizen, komen we bij
een brug over een diep ravijn. De draak die de brug bewaakt, eist dat hij ´e´en van ons mag opeten voordat de rest van de groep mag oversteken. Wetende dat ik niet kan sterven, werp ik mij op als vrijwilliger, maar de draak antwoordt smalend dat hij geen demonen lust. Serpentia valt dus ook meteen al af. Terwijl wij aan de kant stappen, kijkt de rest van de groep elkaar berekenend aan. Terwijl de Wouters nog nadenken, trekt Leo zijn wapen en begint Bob te slaan. Opgelucht dat de keus niet op hen is gevallen, gaan de Wouters ook meteen tot de aanval over, terwijl Serpentia en ik hen geamuseerd gadeslaan. Arme Bob probeert snel de enige bijzondere kracht die hij bezit en verandert zichzelf in een ezel. Het geknuppel stopt maar ´e´en verbaasd moment, maar wordt daarna meteen weer voortgezet, in de overtuiging dat Bob wel weer terug zal veranderen in een mens als hij eenmaal dood is. Tot grote teleurstelling van ons allen, blijft hij ezel, en de draak spreekt onvermurwbaar: “Ik wilde een mens eten, geen ezel.” Weer kijken onze menselijke volgelingen elkaar berekenend aan. De Wouters grijnzen naar elkaar en heffen dan dreigend hun wapen op naar Leo, die zich meteen tot de draak richt: “Is er misschien iets dat ik voor je kan doen zodat je mij niet opeet?” De draak is natuurlijk een slim beest en ziet meteen dat Leo een aantal medische vaardigheden bezit. En dus belooft hij Leo dat hij niet opgegeten zal worden, als hij de ingegroeide teennagel van de draak behandelt. Zo gezegd, zo gedaan. Die Leo is gewiekster dan ik had gedacht. En de Wouters, die geen van beiden echt dappere ridders zijn, kijken elkaar weifelend aan. Om hen te motiveren, biedt Serpentia aan dat de winnaar met haar de nacht mag doorbrengen. Met hernieuwde motivatie gaan de Wouters elkaar te lijf. Wouter van Wijchen sterft en wordt aan de draak aangeboden als
12
blikvoer, terwijl Wouter van Beuningen trots Serpentia bij de arm neemt. Later reizen wij door een sinister bos en komen op een open plek een gebouwtje tegen. Leo en Wouter gaan even kort binnen kijken en concluderen dat het een kapelletje is. Ik haal mijn neus op en wil zo snel mogelijk weer weg, maar Leo begint de houten banken in de kapel tegen de muur aan te stapelen zodat het beter zal branden, en Serpentia wil nog even de muurschilderingen bestuderen, want die zijn best bloederig. Iets met onthoofde vrouwen. . . Ik besluit het altaar te ontheiligen door er mijn ontbijt van vanochtend op te deponeren terwijl Leo een vuurtje aanwakkert. Als we buiten staan en de boel goed brandt, komen er opeens een aantal grote zwarte beren uit het struikgewas. Mijn oh zo moedige volgelingen zwaaien een beetje naar ze met fakkels, maar de beren zijn niet bang van vuur. Ik geef de order om verder te reizen en we stijgen op onze paarden en rijden ervandoor terwijl achter ons het vuur overslaat van de kapel naar de omringende bomen. Als we bij een heilige toren met drie identieke deuren komen, stuur ik Serpentia door de ene deur en Wouter door de andere, terwijl ik zelf Leo op sleeptouw neem. Iemand moet hem ervan weerhouden dat hij het relikwie in de fik steekt voor we het naar Onze Meester hebben gebracht. We verschijnen op een berg buiten een oude stad, die ik zou moeten herkennen, maar mijn geheugen laat me in de steek. Heilige plekken is ook een erg oninteressant studie-onderwerp. . . Niet ver bij ons vandaan zien we een Joodse begraafplaats. Dan begint mij iets te dagen: zou dit Jerusalem zijn? We gaan de stad binnen en ik vraag een koopman waar hier de criminelen terecht worden gesteld, omdat ik schat dat het kruis van Jezus daar ook wordt bewaard. Op het plein waar criminelen worden terechtgesteld, komen wij een lid van de Nimweegse stadswacht tegen. Hoe vreemd! Leo, die nog een appeltje te schillen heeft met de stadswacht vanwege die beschuldiging van brandstichting, trekt zijn wapen en bespringt
de simpele ziel. In ´e´en slag morsdood. Schitterend! Dan bevriest Leo opeens. Letterlijk. Er hangen ijspegels aan zijn snor. Met mijn bovennatuurlijke zintuigen zie ik een onzichtbare man wegvluchten en ik stijg op om hem, zinnend op wraak, achterna te vliegen. Hij stopt even om obscene gebaren naar mij te maken, maar naast het feit dat ik oude opoetjes schokkendere beledigingen heb zien uiten, had zijn magie geen enkel effect op mij. Grappig genoeg, sluit hij zich bij mij aan en ik hernoem hem Jonathan de Overloper. Terwijl ik hem in de gaten houd, wetend dat hij zich tegen mij zal keren, gaan we samen op zoek naar het kruis. Nadat we een aantal roddels hebben aangehoord, komen we erachter dat de moeder van de keizer in de stad is om een kerk met een heilig object te bezoeken. Als we daar aankomen, zien we drie houten kruisen uitgestald en eentje wordt vastgehouden door Albertus Magnus, de hulpbisschop van Keulen! De heilige boon herkent mij meteen voor wat ik ben en schreeuwt naar de speciale garde die de keizerlijke moeder beschermt: “Bescherm het kruis!” Jonathan de Overloper doet zijn naam eer aan en stelt Magnus voor hem te helpen mij te verslaan. Ik besluit er een spektakel van te maken: ik stijg op, laat het donderen en bliksemen en bulder: “Het is Gods wil dat ik het kruis meeneem!” De slechtste leugen die ik ooit heb bedacht, moet ik toegeven. “Heiligschennis!” roept Magnus, terwijl de garde zich in een falanx opstelt en hun bogen trekt. Ik open mijn muil en besproei iedereen met kokend zuur, maar die schijnheilige bisschop blijkt immuun. De soldaten die niet huilend van de pijn op de grond liggen, beginnen op mij te schieten. Het eerste salvo van pijlen weet ik op te slokken, maar daarna heb ik toch echt maagpijn. Terwijl ik met pijlen doorzeefd word, krijs ik: “Magnus, ik krijg je nog wel!” Dan sterf ik. De volgende ochtend ontwaak ik weer bij Mijn Meester en vervloek ik die huichelachtige bisschop van een Albertus Magnus.
13
Opgetekend door Ellen.
Een “Kabinettskrieg” pur sang Een recensie van ‘Cockpit of Europe’ van Red Sash Games Er zijn bepaalde delen van Europa, die door hun strategische ligging keer op keer het toneel van oorlogen werden. Een bekend voorbeeld hiervan is de stad Adrianopel, het huidige Edirne in Turkije, waar door de eeuwen heen tot aan het begin van de 20ste eeuw niet minder dan 16 veldslagen plaatsvonden. In WestEuropa is het huidige Belgi¨e een bekend voorbeeld. Gelegen tussen Frankrijk en Nederland, Groot-Brittanni¨e en Duitsland, was Belgi¨e regelmatig de favoriete plaats voor de rest van West-Europa om veldslagen en campagnes te beslissen. Dit geldt ook voor de periode van de 18de eeuw. Al tijdens de Spaanse Successieoorlog waren er meerdere veldslagen in Belgi¨e uitgevochten, dat zou tijdens de Oostenrijkse Successieoorlog niet veel anders zijn. Hoe kon het zover komen? Ruzie om een troonopvolging De aanleiding was de Duitse keizer Karel VI, die in 1711 zijn halfbroer Josef I op had gevolgd. Al sinds een heel lange tijd was het verkiesbare keizerschap van het Heilige Duitse Rijk der Roomse Natie1 in handen van de Habsburgers, die het ambt van vader op zoon vervulden. Maar nu had Karel een probleempje: zijn troonopvolger was geen zoon, maar een dochter: Maria Theresia heette zij. En de Salische wet, die hier van toepassing was, verbood de opvolging in de vrouwelijke lijn. Maria Theresia kon formeel dus niet de waardigheid van keizer krijgen. Dit probleem kostte arme Karel veel hoofdbrekens, maar uiteindelijk dacht hij in 1713 een oplossing gevonden te hebben. Die oplossing was de zogenaamde Pragmatieke Sanctie. De belangrijkste punten hiervan waren:
1) De gebieden van de Oostenrijkse Habsburgers zouden intact moeten blijven. 2) Als Karel VI geen mannelijke nazaten had zou de keizerlijke troon aan Maria Theresia toevallen (haar echtgenoot zou formeel keizer worden) en 3) Wanneer de lijn van Maria Theresia uit zou sterven, zouden nazaten van Josef I aan de beurt zijn om op te volgen. Bijna alle belangrijke Europese landen, inclusief Pruisen en Frankrijk, tekenden er voor. De enige Europese vorst die dat vertikte was Karl Albert, de koning van Beieren. Omdat hij afstamde van een eerder keizer, Ferdinand I, interpreteerde hij het testament van Ferdinand zo dat hij als Duits keizer zou moeten opvolgen indien de lijn van mannelijke afstammelingen van Ferdinand I uit zou sterven. Pogingen om dit probleem bij leven en welzijn van Karel VI op te lossen mislukten compleet.
1
Een rijk dat formeel terugging op het oude Romeinse keizerrijk en dat door Karel de Grote hersteld was. De Duitse keizer was echter zo machteloos dat Voltaire er over opmerkte dat het rijk noch heilig, noch Rooms, noch Duits was. . .
14
Maria Theresia op 11-jarige leeftijd
En op 20 oktober 1740 was het dan zover: Karel VI verwisselde het tijdelijke voor het eeuwige. Volgens de Pragmatieke Sanctie werd Maria Theresia gekroond tot koningin van Oostenrijk en Hongarije. Zij beijverde zich om haar echtgenoot, Franz-Stephan van Lotharingen-Toscane, tot Duits keizer te laten kronen. Maar zij kreeg meteen te maken met andere kandidaten. Niet alleen Karl Albert, maar ook Philips V van Spanje en Augustus III van Saksen maakten aanspraak op de Duitse keizerskroon. De claims van de laatste twee spelen in dit verhaal nauwelijks een rol. Maar Karl Albert, dat was andere koek. Dit was serieuze competitie. Maar omdat Beieren een middelgrote Duitse staat was die niet de middelen van Oostenrijk-Hongarije kon evenaren was het Karl Albert duidelijk dat hij in zijn eentje zijn claim niet door kon zetten. Daarom wendde hij zich tot buurman Frankrijk. Het Frankrijk van koning Louis XV was ´e´en van de landen die de Pragmatieke Sanctie ook ondertekend hadden, maar ja, de Bourbons en de Habsburgers waren nu eenmaal erfvijanden en zo’n buitenkansje om je erfvijand dwars te zitten kun je niet laten lopen, zo dachten ze in Versailles. Dus bood de Franse regering Karl Albert hulp aan, hulp die hij maar al te graag aannam. De Fransen claimden overigens dat zij alleen maar hulptroepen aan Karl Albert leverden, en dus technisch gesproken niet in oorlog zouden zijn met Oostenrijk (en daarmee het verdrag van de Pragmatieke Sanctie dus niet zouden schenden!). Let wel, de hulptroepen (40.000 Fransen) waren vier maal zo sterk als het hele Beierse leger (10.000 man)! Op dit moment begon ook de jonge koning Frederik II van Pruisen (later beter bekend als Frederik de Grote) zich te roeren. Hij was ´e´en van de keurvorsten en hij bood aan Maria Theresia te steunen, maar wilde daarvoor wel in ruil de provincie Silezi¨e hebben. Maria Theresia weigerde dat. Frederik was echter niet de man om dat van een vrouw te pikken en op 16 december 1740 viel hij met het Pruisische leger Silezi¨e binnen. Hiermee was de lont in het kruidvat geworpen. En om het helemaal bont
te maken bood hij nogmaals aan om voor de echtgenoot van Maria Theresia te stemmen, zo lang hij Silezi¨e mocht houden. Pure chantage, dus! Tegenover zijn naaste companen gaf Frederik overigens toe dat een van zijn voornaamste beweegredenen was dat hij wilde dat er over hem gesproken werd. Nou, daarover kon hij tevreden zijn, want dat werd er! Lodewijk XV van Frankrijk sprak voor heel Europa toen hij de situatie bondig samenvatte met: “De man is gek!”. Heel Europa verwachtte dat het ervaren Oostenrijkse leger die rare Pruisen wel even ervan langs zou geven, maar de eerste veldslag tussen Pruisen en Oostenrijkers, die van Mollwitz, eindigde tot verbazing van iedereen, Frederik II incluis, met een Pruisische overwinning. Oostenrijk had bovendien andere problemen: Hongarije was in opstand. Om de Oostenrijkers te ondersteunen verklaarden Groot-Brittanni¨e en de Republiek der Verenigde Nederlanden hun bijval voor de Pragmatieke Sanctie. Zij begonnen Oostenrijk diplomatiek en met andere middelen “secours te bieden”. Niet dat dit voorlopig enige consequenties had: Engeland had het te druk met een zeeoorlog met Spanje en vreesde voor de kwetsbaarheid van Hannover voor een Pruisische aanval. De Republiek wilde niets doen dat het machtige Frankrijk boos kon maken en de Zuidelijke Nederlanden kon doen bedreigen en bleef de Fransen vlootvoorraden en luxe goederen verkopen. . . Oorlog tussen Frankrijk en Oostenrijk Op 7 juni 1741 verklaarde Frankrijk Oostenrijk dan toch de oorlog en in juli viel een FransBeiers expeditieleger Bohemen binnen. De bedoeling was om Karl Albert op de Boheemse troon te plaatsen. Praag viel in Franse handen en op 19 december 1741 werd Karl Albert tot koning van Bohemen gekroond. Maar nu mobiliseerde Oostenrijk haar legers. Twee legers werden gevormd: een hoofdleger onder Ludwig A. von Khevenh¨ uller en een secundair leger onder prins Karel van Lotharingen (de jongere broer van de echtgenoot van Maria Theresia). Het secundaire leger zou
15
Karl Albert als keizer Karel VII de Fransen en Beieren in Bohemen aanvallen, maar het hoofdleger onder Khevenh¨ uller had de meest interessante taak: een aanval op Beieren zelf. Karl Albert had dat makkelijk voor hem gemaakt door het grootste deel van zijn leger mee te nemen naar Bohemen en dus hoefde aan de Beierse grens niet op enige tegenstand van betekenis gerekend te worden. En het was een beetje gˆenant dat op de dag dat Karl Albert zijn ambitie realiseerde en tot Duits keizer Karel VII gekroond werd (24 januari 1742) het Oostenrijkse leger zijn hoofdstad (M¨ unchen) innam. De Beierse troepen moesten dus spoorslags Bohemen weer verlaten. In 1742 tekende Frederik een vredesverdrag met Oostenrijk, en dus was hij (tijdelijk) uit de oorlog. De Fransen in Praag werden door het Oostenrijkse leger van Karel van Lotharingen ingesloten. Maar een nieuw Frans leger was onder leiding van maarschalk Maillebois de Rijn overgestoken en de rest van het jaar brachten Fransen en Oostenrijkers door met heen en weer ma-
noeuvreren. Het Franse leger in Bohemen, nu onder leiding van maarschalk Belle-Isle, moest zich in hartje winter uit Bohemen terugtrekken over bergpassen, waarbij zij veel leden onder de winterse omstandigheden. Een kleinere Franse legermacht hield Praag bezet totdat het begin 1743 moest capituleren. In april-mei van dat jaar lanceerden de Oostenrijkers twee samenkomende invasies van Beieren, die er na een veldslag voor zorgden dat Franse en Beierse troepen het land in westelijke richting verlieten. Rond deze tijd had de Britse koning George II een leger van 40.000 Hannoveraanse, Britse en Nederlandse troepen bij elkaar gebracht, het leger van de Pragmatieke Sanctie, en dit trok nu Duitsland in via de vallei van de Rijn, Main en Neckar. Een Frans leger van 30.000 man onder maarschalk Noailles rukte vanaf de Rijn op om dit leger te blokkeren en om de terugtocht van Broglie te dekken. In de vallei van de Main stuitten beide legers op elkaar en Noailles slaagde er in om het Pragmatische Leger klem te zetten tegen de rivier. Op 27 juni vond er bij Dettingen een veldslag plaats. De Britse infanterie wist die min of meer te winnen (beide partijen claimden de overwinning, maar de Engelsen behielden het veld). Dit was overigens de laatste keer dat een Brits koning zelf de leiding had op een slagveld. En, vreemd als het lijkt, Engeland was nog altijd niet in oorlog met Frankrijk. Nederland ook niet, trouwens. Officieel waren het slechts hulptroepen voor Oostenrijk. Maar dat feit werd nu door Versailles eventjes alsnog ongedaan gemaakt, want in april 1744 verklaarde het de oorlog aan Engeland. Invasiepoging van Engeland Na Dettingen verschoof de aandacht van de Fransen langzaam maar zeker naar de Oostenrijkse Nederlanden. Terwijl Franse legers in Duitsland van hot naar her marcheerden waren de Fransen flink bezig met plannen voor een invasie van Engeland om de schande van Dettingen uit te wissen. Een leger van 12.000 man onder leiding van maarschalk Maurice de Saxe2 , een man die nog vaak in dit artikel voor
16
2
De Saxe had gezegd dat hij er met een leger van
zal komen, verzamelde zich bij Duinkerken. In zijn gevolg bevond zich ook de troonpretendent van de verdreven Stuart familie, prins Charles Edward Stuart. Van een uitvoering van deze plannen kwam echter niets terecht omdat dit afhankelijk was van de Franse vloot, onder leiding van de bijna 80 jaar oude3 en niet al te actieve Comte de Roquefeuil. De Britse marine die hem moest tegenhouden, stond onder leiding van admiraal Sir John Norris, ook meer dan 80 jaar oud. Maar in tegenstelling tot de Rocquefeuil had hij wel zijn energie behouden. De Franse Atlantische vloot zeilde op 8 februari uit en de 12de kreeg Norris bericht dat zij op zee waren. Op 6 mei van dat jaar lagen 15 Franse en 19 Britse linieschepen tegenover elkaar toen er de dag er op een grote storm opstak die alles uiteendreef. Achttien Britse schepen werden beschadigd, ´e´en zonk er. Aan de Franse kant werden een aantal schepen compleet ontmast en de Franse marine verloor admiraal Rocquefeuil door een hartaanval. Maar het invasieflottielje leed het meest. Hoewel de Saxe er in slaagde om zijn mannen van boord te krijgen gingen veel kanonnen, ander materiaal en transportschepen verloren. Dat was het einde van grootscheepse invasieplannen. De Britten waren ervan overtuigd dat een invasie niet mogelijk zou zijn en de Fransen besloten hun aandacht te richten op campagnes aan land4 . Belegeringen in de Oostenrijkse Nederlanden Dat betekende dat de focus van de actie verschoof naar het theater van de Oostenrijkse Nederlanden (het huidige Belgi¨e). De forten langs de zuidgrens van de Oostenrijkse Nederlanden vormden de zogenaamde barri`ere en die wer30.000 man voor kon zorgen dat “in Londen de mis gezongen zou worden”. Maar hij kreeg, typisch genoeg, natuurlijk slechts een derde van deze macht! 3 Het valt op hoe oud de commandanten in deze oorlog vaak waren! De Nederlandse generaal Cronstr¨om was 86 toen hij probeerde Bergen op Zoom tegen de Fransen te houden. 4 En ik altijd maar denken dat Japan het alleenrecht had op kamikazes!
den (als gevolg van de vrede van Rijswijk in 1697) bezet gehouden door Nederlandse troepen. Deze steden waren Namen, Doornik, Ieperen, Warneton, Menin, Veurne en fort Knocke. Dit waren geen kleine jongens. Tournai5 , bijvoorbeeld, de sterkste vesting in de barri`ere, was ontworpen door niemand minder dan Vauban. Maar iedere keten is zo zwak als de zwakste schakel. En in deze rij van vestingen waren er meerdere zwakke schakels. De zwakste schakels waren het gebrekkige onderhoud en bewapening door de enthousiaste bezuinigingen op defensie van de Heren Staten6 en het gebrek aan enthousiasme onder de 15.500 Nederlandse troepen die er in garnizoen lagen. Frankrijk stuurde een groot leger van 87.000 man naar de Oostenrijkse Nederlanden en koning Lodewijk XV zelf kwam met hofhouding en maˆıtresses ook mee om de nodige militaire ervaring op te doen. Aan de geallieerde kant stonden 65.000 man onder de wapenen, de 15.500 in garnizoen meegerekend. Opvallend is op dit punt dat het officieel nog altijd geen oorlog was tussen Frankrijk en de Republiek. De Fransen begonnen hun campagne met een aanval op een andere creatie van Vauban, het fort van Menen, dat de weg naar het noorden vanuit Rijssel blokkeerde en een garnizoen van 1.500 man Nederlandse troepen had. De Fransen begonnen in de nacht van 28 op 29 mei 1744 hun loopgraven te openen en op 5 juni gaf het garnizoen zich over, na een tamelijke flut tegenstand. (De Nederlandse verdediging werd gekenmerkt door vriendelijk gepraat tussen Franse en Nederlandse soldaten dus op veel tegenstand hoefde niet gerekend te worden.) Maurice van Saksen merkte op dat dit beleg veel langer duurde dan nodig was, omdat men aan Louis XV een belegering volgens het boekje wilde demonstreren. Met Menen was het curriculum ‘belegeringskunst’ van Louis XV blijkbaar meteen voltooid, want andere vestingsteden konden sneller ingenomen worden. Ieperen, Veurne en Knocke waren door Vau5
Tournai is de Franse naam voor Doornik –red In die tijd een gebruikelijke naam voor de Staten Generaal –red
17
6
ban als vanuit het zuiden onneembaar beschouwd, maar het beleg van Ieperen begon op 15 juni en het garnizoen gaf zich negen dagen later over. Knocke capituleerde een paar uur nadat de loopgraven op 29 juni geopend waren en Veurne gaf zich twee weken later over. De westelijke helft van de beroemde barri`ere, die in Nederland zo essentieel geacht werd voor de verdediging van het land, was ineengezakt als een doorgeprikte souffl´e. . . De verbazing van de Fransen was zo mogelijk nog groter dan die van de Nederlanders7 . De Fransen konden echter in de rest van het jaar 1744 niet meer dan deze successen profiteren omdat een Oostenrijks leger onder prins Karel van Lotharingen vanuit Duitsland de Rijn overstak en in Lotharingen binnenviel. Het Franse leger in Vlaanderen moest in hoog tempo naar het oosten om de Oostenrijkers te blokkeren en bovendien werd Louis XV ernstig ziek (pokken). Zo ernstig, dat hij zelfs in Metz de laatste sacramenten al kreeg toegediend. Om boete te doen verbande Louis zelfs in augustus tijdelijk zijn nogal oorlogszuchtige maˆıtresse, Madame de Chateauroux. Maar na herstel en terugkeer naar Parijs in november 1744 veranderde Louis opnieuw van mening. Browning drukt het heel fraai uit: “he decided that the pleasures of wantonness exceeded those of command”. Lang zou hij echter niet van haar kunnen genieten, want nog voor haar offici¨ele herstel als ‘maˆıtresse en titre’ overleed zij op 8 december aan de pokken. In Vlaanderen bleef Maurice de Saxe alleen achter met een leger van 40.000 man tegen 70.000 ‘Pragmatieken’. Desondanks wist Maurice met handige manoeuvres te voorkomen dat er vestingen verloren gingen. Tegen het eind van het jaar waren de legers naar hun winterkwartieren gegaan en de grotere acties in dit toneel moesten nog een jaar op zich laten wachten. 7
De hertogin van Chateauroux, maˆıtresse des konings, schreef: “er kon voor mij niets glorieuzer of meer vlijend zijn als de inname van Ieperen in negen dagen. De grootvader van de koning (Lodewijk XIV), hoe groot hij ook was, bereikte nooit iets vergelijkbaars”
De campagne van 1745 In Vlaanderen en in het westen begon Maurice de Saxe zijn legers in maart in de buurt van Valenciennes te concentreren. Mons, Charleroi en Tournai werden bedreigd. In deze campagne stonden de geallieerden onder bevel van de tweede zoon van koning George II, de hertog van Cumberland, die rond midden april zijn troepen samentrok in de omgeving van Brussel. Van hieruit rukte zijn leger op in de richting van Mons, waar Cumberland de klap verwachtte. Maar Maurice de Saxe deed het anders. Hij viel Tournai aan en op 29 april werden de eerste loopgraven van het beleg om Tournai geopend. Nu moest Cumberland de bedreigde vesting wel te hulp komen en dat betekende dat de slag die geleverd zou worden om het bezit van Tournai uitgevochten zou worden rondom het kleine plaatsje Fontenoy, waar de Fransen zich goed voorbereid hadden, onder andere door het versterken van dorpje en het plaatsen van redoutes. Toen op 8 mei koning Louis XV in hoogsteigen persoon ook nog bij Tournai arriveerde waren de voorbereidingen compleet. Op 11 mei kwam het hier tot een veldslag. Nederlandse troepen vielen onder andere het versterkte dorp Fontenoy aan, maar deden dit op een niet enthousiaste manier die de Franse troepen gemakkelijk af wisten te slaan. De Britse soldaten waren van ander slag. Die vormden een groot open carr´e dat door het Franse centrum heen dreigde te drukken, alvorens het uiteindelijk toch van drie kanten door infanterie en cavalerie in de tang genomen en teruggeslagen werd8 . 8
Hier vond, zo wil het verhaal, een van de mooiste momenten plaats die karakteristiek was voor oorlogvoering in deze tijd: Britse Garde soldaten kwamen tegenover militairen van de Gardes Fran¸caises te staan. Lord Hay kwam naar voren, groette de Franse tegenstanders, bracht een toast uit met een veldfles en zei: “Gentlemen of the French Guards, I hope that today you are going to wait or us and not throw yourself into the Escault as you did in the Main at Dettingen!” Volgens Voltaire waren Hay en zijn Franse tegenhanger, Comte d’Anterroches, zo hoffelijk om er op te staan dat de andere partij eerst zou schieten. Dat lieten de Britten zich geen tweemaal zeggen. Hun salvo brak de Gardes Fran¸caises en deed ze in paniek terugtrekken.
18
Omdat de veldslag in het begin van het campagneseizoen plaatsvond, konden Fransen nu op hun gemak Tournai belegeren. De stad viel dan ook op 20 juni. Hierna was Ath aan de Dender aan de beurt en een van zijn ondergeschikten, generaal Ulric Frederic Waldemar de L¨owendahl, een afstammeling van de Deense koning Frederik III, werd met 5.000 Franse troepen naar Gent gestuurd. Tot verrassing van het Nederlandse garnizoen zwommen Franse soldaten op 15 juli de slotgracht door en lieten ze de ophaalbrug zakken. Oudenaarde en Brugge capituleerden snel en eind juli stond het Franse leger aan de grens van Zeeuws Vlaanderen. Omdat de Franse minister van Buitenlandse zaken, d’Argenson, de Republiek niet onnodig in de armen van de Engelsen wilde drijven, moest het Franse leger hier halt houden. De rest van het jaar bracht het leger door met het opruimen van Britse en Oostenrijkse posities die in Vlaanderen overgebleven waren (Termonde, Nieuwpoort en Oostende). Nu had Frankrijk ook nog andere ijzers in het vuur, en een ervan was de pretendent voor
de Britse troon van het huis Stuart, Charles Stuart, de Young Pretender. Die kreeg steun van de Franse minister van Marine, Maurepas (maar niet van de rest van het kabinet!) en van Ierse kooplui aan de westkust van Frankrijk in de hoop dat zij in Groot-Brittanni¨e een ‘regime change’ zouden kunnen bewerkstelligen. De mislukte landingspoging in Engeland van een paar jaar tevoren toonde aan dat er mogelijkheden waren en Charles Stuart was ongeduldig genoeg om het te gaan proberen. Hoe dit afliep is in eerdere artikelen in de Nieuwsbrief beschreven9 . Het jaar 1746 In 1746 ging de oorlog gewoon door omdat hij door kon gaan, zoals Voltaire dat zo mooi zei. Er waren wel onderhandelingen in Breda, maar die waren er van de Franse kant vooral op gericht om de Republiek los te weken van Engeland, en de Britten (die aan de onderhandelingen deelnamen) deden dan al het mogelijke om de voortgang van de onderhandelingen te vertragen. De campagne begon dit jaar pas laat, in juli. Mons en Charleroi werden ingenomen. Maar de focus was dit jaar Namen. De stad werd belegerd en capituleerde op 1 oktober 1746. Maurice dacht dat hiermee het campagneseizoen voorbij was, maar daarin vergiste hij zich. Ook dit jaar kwam het weer tot een grote veldslag, bij Rocoux10 in het huidige Belgi¨e toen het geallieerde leger op de westoever van de Maas richting Luik oprukte. Maurice had helemaal geen zin in een veldslag, maar toen de geallieerden over het riviertje de Jaar heen trokken zag hij een kans om ze eens grondig te vernietigen en amateurs te leren hoe het spel gespeeld moet worden. De geallieerden, in de minderheid en in een positie zonder diepte, stonden met hun rug naar de Maas tot aan Luik, maar hadden nagelaten het te bezetten. 9
Maarschalk Maurice de Saxe
The ’45, artikel te vinden onder ‘The Frank Files’ op www.casusbelli.nl en: Nieuw in het DTP hoekje in: Nieuwsbrief, jaargang 19, nummer 1, ook te vinden onder www.casusbelli.nl 10 Tegenwoordig heet het dorpje Rocourt, het ligt pal noordwest van Luik.
19
Tussen de Oostenrijkers op de geallieerde rechterflank en de rest was er een ravijn. Op 10 oktober bracht de Saxe zijn troepen in positie voor de aanval en (hoe typerend voor de man!), hij maakte gebruik van een actrice in zijn theatergroep om zijn officieren het bericht te geven dat de aanval de volgende dag ingezet zou worden. De focus van de aanval werd door de Saxe op de Nederlandse troepen gelegd, die door iedereen als de zwakke schakel gezien werden (een beetje een soort reputatie als de Italianen in WO II hadden. . . ) en daarna zouden dan de Britten omsingeld moeten worden. Maar de slag op 11 oktober liep niet zoals Maurice de Saxe gedacht had. In de eerste plaats werkte het weer niet mee, zodat de slag pas rond de middag kon beginnen. En tot stomme verbazing van iedereen vochten de Nederlandse troepen fel, zodat van een doorbraak en omsingeling van de Britten niets terechtkwam. De Nederlanders werden in een slijtageslag langzaam opgebruikt, en de Saxe moest ook de Oostenrijkers op de andere flank vastpinnen, zodat zij de aftocht van de Britten niet zouden kunnen dekken. Helaas voor hem had hij daarvoor een ondergeschikte gekozen, Clermont-Gallerande, die heimelijk jaloers op hem was. Deze had maar liefst twee uur nodig om zijn troepen in linie op te stellen en de Britten maakten van de tijd gebruik om het slagveld te verlaten. De Fransen verloren 3.750 man, de geallieerden 7.000. Oorlog in Nederland in 1747 Ondanks alle pogingen om tot vrede te komen ging de oorlog door, het jaar 1747 in. Een van de belangrijkste veranderingen was het ontslag van de Franse minister van buitenlandse zaken d’Argenson en zijn vervanging door de markies van Puisieulx. Zijn voornaamste doelen waren de maritieme staten (Groot-Brittanni¨e en de Republiek). Nederland zou aangevallen, en indien nodig, vernietigd moeten worden. Dit jaar zou de oorlog naar Nederland brengen. Bij een vergadering in Den Haag in de lente van 1747 spraken Groot-Brittanni¨e, de Republiek en Oostenrijk af om weer een flink veldleger van 132.000 man op de been te brengen. En
de Hertog van Cumberland, die het jaar ervoor met de Jacobieten had afgerekend bij Culloden, zou opnieuw opperbevelhebber worden. Tegelijkertijd verspreidde zich een algemene oorlogsmoeheid door Europa en werd de komende campagne vooral gezien als middel om nog goede onderhandelingsposities voor een vredesverdrag te verkrijgen. Maar dit jaar begon het campagneseizoen laat, dit kwam door aanhoudend slecht weer. Zoals zo langzamerhand gebruikelijk waren de Fransen als eersten uit de startblokken en zij namen Sluis en Cadzand in. Hiermee verkregen zij controle over Zeeuws-Vlaanderen en de zuidelijke oever van de Schelde. Het was ook nu pas, op het moment dat een Frans leger van 136.000 man de Generaliteitslanden binnen trok, dat Frankrijk Den Haag duidelijk maakte dat hun openlijke steun aan landen die vijandig tegenover Frankrijk stonden niet langer getolereerd zou worden en dat Frankrijk de Republiek de oorlog verklaarde. Het allereerste effect van de oorlogsverklaring en de verovering van Zeeuws-Vlaanderen was een omwenteling in Holland die opnieuw een lid van het huis van Oranje-Nassau het stadhouderschap bracht. Want sinds het overlijden van stadhouder Willem III was er voor de tweede maal in de Nederlandse geschiedenis geen stadhouder aangesteld (het tweede stadhouderloze tijdperk). Nu viel de eer te beurt aan een telg van de Friese tak van de Oranje-Nassau’s, die als Willem IV aangesteld werd tot erfstadhouder. Helaas voor de Republiek was hij niet echt geschikt voor de taak die hij nu op zijn schouders kreeg en bovendien is hij maar korte tijd stadhouder gebleven (hij overleed in 1751). Cumberland had de taak gekregen om de slag met de Fransen aan te gaan op voor de geallieerden gunstige voorwaarden en om dit te doen marcheerde hij stoutmoedig via Tilburg Belgi¨e in. Het leger van de Saxe kampeerde tussen Leuven en Mechelen en breidde alleen zijn veldversterkingen uit. De situatie was in zijn voordeel; zijn positie gold als onneembaar, zijn bevoorradingslijnen werden niet bedreigd en hoewel men in Den Haag grote beloften over troepenleveranties gedaan had, telde het gealli-
20
Maurice de Saxe bij de Slag bij Lawfeld eerde leger 40.000 man minder dan het Franse. Maurice de Saxe kon zich dus veroorloven om af te wachten en, als de geallieerden hun kruit verschoten hadden, had hij de keus om `of Maastricht, o`f Bergen op Zoom aan te vallen. De slag bij Lawfeld Na drie weken van niets bereiken was Cumberland zo langzamerhand wanhopig geworden. Toen hoorde hij dat er een Frans gedetacheerd korps onder de Prince de Clermont in de buurt van het oude slagveld van Rocoux opereerde. Hier was een kans. Op 15 juni brak Cumberland zijn kamp op om op de 26de bij de rivier de Demer aan te komen. Maar ondanks het feit dat hij drie dagen voorsprong had op de Saxe, bleek dat onvoldoende. De Fransen slaagden
er in om zich aan te sluiten bij het korps van Clermont, waarbij zij op een dag een ongehoorde dagmars van 50 kilometer aflegden. Alles bij elkaar stonden er nu 225.000 man tegenover elkaar in een gebied van 42 vierkante kilometer. De slag die hier plaats zou vinden zou de grootste slag van de oorlog zijn. De geallieerden stonden pal ten westen van Maastricht op een lijn die zich uitstrekte van Kessel tot voorbij Groot-Spouwen, waarbij ze een belangrijke fout gemaakt hadden door de lijn niet aan te laten sluiten op de buitenwerken van de vesting Maastricht. En daar wilde de Saxe zijn aanval inzetten. Allereerst zouden de Fransen een aanval op Lawfeld11 uitvoeren om de aandacht 11
Tegenwoordig heet het dorpje dat zijn naam aan de slag gaf Lafelt.
21
te trekken en dan zou de hoofdaanval op de geallieerde linkerflank volgen met als doel het geallieerde leger van Maastricht af te snijden. De geallieerden hadden het dorp Lawfeld in brand gestoken en daarom dachten de Fransen dat zij het opgegeven zouden hebben. Maar dat was een vergissing. Op de valreep had de Britse generaal Ligonier de hertog van Cumberland ervan overtuigd dat het dorp toch bezet moest worden. De Fransen, die met Rocoux in gedachten hun aanval vroeg in de ochtend begonnen waren, vielen niet minder dan vijf maal Lawfeld aan, iedere keer opnieuw met verse troepen. Het lukte wel om daarmee de geallieerde aandacht op het centrum te vestigen, maar tegen een hogere tol dan voorzien. Tegen twee uur ’s middags was Lawfeld definitief in Franse handen gevallen en nu vond de Saxe het tijd om zijn hoofdaanval in te zetten. Opnieuw viel de aanval op de Nederlandse troepen, die vrijwel meteen rechtsomkeert maakten en het slagveld verlieten, de nodige verwarring bij de Britten veroorzakend. De comte d’Estrees bracht nu op bevel van de Saxe de Franse cavalerie naar voren om het geallieerde leger van Maastricht af te snijden. Maar opnieuw was het Ligonier die ingreep. Hij stond met de geallieerde cavalerie achter het centrum opgesteld en leidde die nu naar voren. Dit leidde tot een gigantisch en fel ruitergevecht op de open vlakte van de Jaar, waar de Fransen gestopt werden. De veldslag kon echter niet meer ten gunste van de geallieerden gekeerd worden, want elders op het slagveld had de Franse druk de overhand gekregen en zo diende Ligonier’s charge vooral om ruimte te cre¨eren voor een aftocht. Ligonier werd overigens door de Fransen gevangen genomen. Hij werd naar de Saxe gebracht die hem aan koning Louis XV voorstelde met de woorden: “Sire, ik stel u aan de man voor die al mijn plannen met een enkele glorieuze actie teniet deed”. De geallieerde troepen konden dankzij de opoffering van de cavalerie het slagveld op een ordelijke wijze verlaten. De geallieerden hadden 5.000 man verloren in deze slag, de Fransen 10.000; Lawfeld was de meest bloedige slag in de Nederlanden geweest.
De belegering van Bergen op Zoom Maar nu hadden de Fransen hun handen vrij, hoewel het Pragmatische leger in de buurt bleef. De Saxe beval nu generaal Ulric Frederic Waldemar de L¨owendahl, om met 30.000 man Bergen op Zoom te gaan belegeren. En dat was een goede zet. Omdat de Fransen meer mannen hadden, konden zij een sterk korps detacheren en daardoor de geallieerden met een dilemma opzadelen. Want indien het geallieerde leger Bergen op Zoom ging ontzetten, kon de Saxe op zijn gemak Maastricht belegeren. En als het geallieerde leger in de buurt van Maastricht zou blijven om een beleg te voorkomen of te hinderen, dan had L¨owendahl vrij spel. Het werd het laatste. L¨owendahl marcheerde met zijn leger naar Bergen op Zoom en sloeg een beleg voor de stad. Maar omdat Bergen de parel van Menno van Coehoorn was met uitgebreide vestingwerken, die bovendien gedekt werden door moerassen en via de zee bevoorraad konden worden, zag het er naar uit dat het een lang beleg zou worden. L¨owendahl liet zich echter niet afschrikken en opende in de nacht van 14 op 15 juli de eerste parallel. Al gauw kwam hij er achter dat hij toch een probleem had en hij schreef naar huis: “Ik ben bezig een fort aan te vallen dat een meesterwerk in de vestingbouw is en dat ik niet kan omsingelen. Het heeft een flink garnizoen en een leger erachter om het te steunen.” Ook de commandant van het garnizoen van Bergen, de 86-jarige generaal Cr¨onstrom maakte duidelijk hoe hij de zaak bezag:
22
“Ik ben maar een man, maar wanneer ik 50 dappere kerels kan vinden die bij me blijven kan ik de stad behouden of onder haar ru¨ınes begraven worden. . . Want Bergen op Zoom is een maagd en zij zal net als de dochter van de dappere Romein Virginius sterven alvorens zij onteerd en van ons genomen zal worden door de onbetrouwbare Galli¨er.”
Vesting Bergen op Zoom in 1747, in kaart gebracht in opdracht van L¨owendahl Hij had echter wel een probleem: om te beginnen was hij zo oud dat hij in een draagstoel de vesting rond gedragen moest worden, maar bovendien waren er in de vesting twee prinsen, die een hekel aan elkander hadden, namelijk de prins van Hessen-Philipstal, de garnizoenscommandant voor Cr¨onstrom en de prins van Saksen-Hildburghausen. Deze twee bemoeiden zich voortdurend met het reilen en zeilen van het beleg. Tegen midden augustus waren de Fransen er in geslaagd om zich in de bedekte weg van de vesting in te graven, ondanks Nederlandse tegen-mijnen. Aan de Nederlandse kant was de sterkte van het garnizoen door de beschietingen en ziekten achteruit gegaan. Wel wekte het langdurig beleg in heel Nederland enthousiasme op. Zo stuurde ’s-Hertogenbosch bijvoorbeeld 250 vaten bier, met de verontschuldiging dat er in stad en omgeving niet meer te krijgen was. Andere voorraden waren er in Bergen op Zoom te over. In september werd L¨owendahl wanhopig en besloot hij een riskante onderneming uit te voeren, namelijk een bestorming. Op de ochtend van 16 september gaven twee salvo’s van mor-
tieren het sein voor drie colonnes om hun bestorming te beginnen. Door de ruzies tussen de prinsen, ziekten en algemene malaise waren de bastions die bestormd werden maar zwak bezet en de Fransen slaagden er in om ze in te nemen. De aanwezige Nederlandse troepen probeerden zich te verzetten maar werden “gemassacreert”. Nu ontstonden er in de stad straatgevechten, onder andere op de grote markt en voor de Markiezenhof, waar Cr¨onstrom verbleef. Volgens sommige verhalen moest de oude generaal in pantoffels en met slaapmuts op het hoofd Bergen verlaten. Uiteindelijk moesten de Nederlandse troepen zich terugtrekken en bleef de stad in Franse handen. Wat volgde zou je, met enige fantasie, een gewelddadige ontmaagding van “la Pucelle” Bergen op Zoom kunnen noemen. Volgens het oude oorlogsrecht mocht, indien een stad stormenderhand ingenomen werd, de aanvaller de stad plunderen. Om dit te voorkomen waren er regels over wanneer een belegerd fort overgegeven diende te worden. Dus formeel gezien stonden de Fransen in hun recht. Maar de wreedheid waarmee zij nu in Bergen op Zoom tekeer gingen was niet meer gezien sinds de ‘bad old days’
23
van de Dertigjarige oorlog. “De Fransche soldaat heeft in die plaats alles tot kinderen, vrouwen en suygelingen incluis vermoord”. Tegen 10.00 uur waren er al 2.000 burgers afgeslacht en 1.000 verwond. Hoewel L¨owendahl dit direct betreurde, was de schok van deze excessen in heel West-Europa groot. De Saxe begreep dit ook; hij zei tegen Louis XV dat hij L¨owendahl alleen kon ophangen of tot veldmaarschalk bevorderen. Omdat het eerste niet goed kon, werd het het laatste. Het beleg van Bergen-op-Zoom, dat 64 dagen geduurd had, was door de lengte ervan de grote frustratie van de Fransen in een serie van Vlaamse successen. Het einde van de oorlog Maar nu waren alle partijen de oorlog meer dan zat. Vredesonderhandelingen werden begonnen in Aken. Maar de oorlog ging ondertussen wel door. Begin april 1748 sloeg maarschalk de Saxe een beleg voor Maastricht en de onderhandelaars konden in Aken de Franse belegeringsartillerie horen. Maastricht had een garnizoen van maar liefst 10.000 man en men verwachtte dat het lang vol kon houden. Onder druk van het beleg werd er een voorlopig vredesverdrag gesloten. Het definitieve vredesverdrag verhaastte de overgave van Maastricht, dat in de tweede week van mei eervol werd overgegeven. Hiermee kwam een eind aan de Oostenrijkse Successieoorlog. Frankrijk, dat geen zin had in territoriale uitbreiding, gaf al zijn veroveringen in Vlaanderen weer op. Frederik de Grote, die in Duitsland twee oorlogen tegen Oostenrijk gevoerd had, behield de zijne. In ruil voor Vlaanderen kreeg Frankrijk haar Canadese vesting Louisbourg terug, die de Britten hadden ingenomen. In Itali¨e veranderde er ook niet al te veel. Engeland behield Hannover en de ‘balance of power’ onder Europese staten die het zo lief was. De Spaanse plannen om voor een zoon van de Spaanse koningin een eigen koninkrijkje te cre¨eren, kwamen uiteindelijk tot niets. De belangrijkste gevolgen waren dat Frankrijk toenadering zocht tot Oostenrijk en dat de oorlog voor de Republiek definitief het einde als
grote mogendheid inluidde. Wat Frankrijk betreft, het had veel geleden om alle veroveringen weer weg te geven. Geen wonder dat er in het land een nieuw gezegde opkwam: “bˆete comme la paix” (geschift als de vrede) of “cette paix stupide”. In minder dan tien jaar zou de Europese machtsstrijd opnieuw oplaaien. . . Het spel ‘Cockpit of Europe’ is een spel voor twee spelers in een serie over Europese conflicten in de eerste helft van de 18de eeuw waarin met name de Oostenrijkse Successieoorlog centraal staat (een spel, T¨ urkenkrieg, gaat over de OostenrijksTurkse oorlog van 1737). De ontwerper van deze serie spellen is de Canadees Ian Weir, die deze spellen in eigen beheer uit heeft gegeven onder de merknaam Red Sash Games. Omdat het hier gaat om spellen die een minder bekend conflict tot onderwerp hebben, zijn ze in een kleine oplage verschenen, met helaas een bijbehorende prijs. . . Laten wij eens kijken hoe het spel in elkaar zit. De kaart De kaart bestaat uit twee A3 kaarten in kleurendruk die Noord-Frankrijk, Belgi¨e en het zuidelijke deel van de Republiek tonen. In tegenstelling tot het grootste deel van de wargamekaarten heeft deze kaart geen hexagons. In plaats daarvan bewegen de eenheden van op de kaart gedrukt punt naar punt. Die punten staan wel in zeshoeken tot elkaar. Met andere woorden, het effect is hetzelfde als op een klassieke kaart met hexagons, maar het ziet er toch anders uit. Deze manier van kaarten maken werd jaren geleden voor het eerst toegepast bij het spel ‘Drive on Damascus’, dat in The Wargamer nummer 15 gepubliceerd werd. Ik vroeg me destijds altijd al af waarom niet meer ontwerpers deze manier van hexes aangeven gebruikten. De kaart oogt op de eerste blik behoorlijk gecompliceerd. Je hebt verschillende basis terreintypen, met er over heen weer andere terrein effecten. Met andere woorden, bij het spelen zal het vaak aankomen op het optillen van counters
24
Detail van de kaart, met Bergen op Zoom als een ‘walled town’ om te kijken wat er allemaal voor terrein onder ligt. E´en van de zaken waar je op moet letten is bijvoorbeeld dat je in lege gebieden (Nederland bijvoorbeeld) verschillende kanalen in het binnenland hebt, waarvan de transportmogelijkheden aangegeven worden door een blauw stippellijntje. Dat laatste is wat moeilijk om te zien. Naast de verschillende soorten terrein heb je ook nog het door de mens gemaakte terrein, voornamelijk ommuurde steden (walled towns), gefortificeerde steden (fortified cities), forten en fortified area’s. Hierbij stoort het mij wel dat de parel van Menno van Coehoorn, Bergen op Zoom, maar een stadje (walled town) is!! Ik kan me indenken dat dit met opzet gedaan is om in het spel een beleg van Bergen op Zoom a` la L¨owendahl mogelijk te maken, maar het steekt mijn nationale trots toch wel een beetje dat Bergen op Zoom slechts een walled town is en Antwerpen een fortified city. Daarentegen voelt mijn regionale trots zich gestreeld door het feit dat Nijmegen in ieder geval de status van fortified city gekregen heeft. Quite right! Er zijn op de kaart nog een aantal andere zaken die mij storen. Zo ligt Katwijk ongeveer op de plaats van Leiden (en is het een walled town,
wat mij overdreven lijkt) en is Leiden verhuisd naar een plek ten zuid-westen van Amsterdam, pal ten oosten van het Haarlemmermeer, zo ongeveer waar nu Aalsmeer ligt. Wat nog meer storend is, is dat de terrain effect chart duidelijk maakt dat er “major rivers” en “riverine routes along major rivers” zijn. Het verschil tussen die twee is nauwelijks waarneembaar (de tweede soort moet een iets donkere tint blauw hebben, maar het zal in de praktijk nauwelijks te zien zijn) maar speelt in de praktijk wel een belangrijke rol. Kortom, de kaart is mooi, maar had uit praktische overwegingen iets beter gekund. De counters De counters stellen de militaire eenheden (meestal brigades) voor en de leiders. Daarnaast zijn er ook nog een aantal counters welke hulptroepen voorstellen, maar die komen alleen uit de doos wanneer er een veldslag is. De voorkant van de counters toont een licht abstracte versie van een infanterie of cavalerie uniform van het desbetreffende leger. Omdat uniformen in die tijd vaak nogal op elkaar leken is er in de rechter bovenhoek een symbooltje afgedrukt om de partij duidelijk te maken: o´f een fleur-de-lys voor de Bourbonse eenheden ´of een
25
kokarde voor de geallieerde legers. Desondanks komt het mij voor dat spelers van dit spel voor de infanterie eventjes de vuistregel voor uniformen uit de 18e eeuw moeten leren (katholieke staten: witte jassen; protestantse staten: blauwe jassen; Engeland, Hannover en Denemarken: rode jassen; Rusland: groene jassen). Bovendien is een grondige bestudering van Liliane en Fred Funcken’s Les Uniformes et les Armes des soldats de la guerre en dentelle voor de spelers van dit systeem geen overbodige luxe. Het zal duidelijk zijn dat u schrijver op dit punt, gezien zijn levenslange passie voor uniformenkunde, een niet te onderschatten voordeel heeft. Op de achterkant van de counter staat de naam van de brigade, het type brigade, het contingent (of de nationaliteit) waar de brigade toe behoort en de maximale sterkte, de combat effectiveness en de movement allowance. Ja, je las het goed, de maximale sterkte. Want in dit spelsysteem kunnen sterktes van brigades vari¨eren. Om de sterktes van de brigades bij te houden wordt gebruik gemaakt van zogenaamde Pollard markers12 . Dit zijn counters met een cijfer langs elke kant van de counter. De zijde met die met het cijfer onder de bovenrand van de counter ligt geeft dan de sterkte aan. Het nadeel aan dit systeem is dat het heel snel leidt tot grote torens van counters die zich over de kaart proberen te bewegen met alle risico’s van dien. Om dit te ondervangen heeft de maker 12 Als ik mij niet vergis genoemd naar Bob Pollard, die dit systeem als eerste toepaste in het oude World Wide Wargamers spel ‘Napoleon at Austerlitz’ uit Wargamer nummer 17.
Counters met kleurrijke uniformen
Een paar van de genoemde counters van leiders heel slim grote vellen papier bijgevoegd waarin spelers brigades die bij een leger horen kunnen parkeren en alleen een leger counter op de kaart kunnen plaatsen. Pollard markers zijn niet ideaal, maar op dit moment schiet mij geen andere mogelijkheid te binnen om de ups en downs in sterktes van brigades weer te geven (of je zou gaan moeten werken met logsheets, maar dan moet je verliezen weer uitgummen als je versterkingen krijgt. Nee, ook dat is niet ideaal. . . ). Naast de counters voor de eenheden en de verschillende markers zijn er ook nog counters voor de generaals, maarschalken en andere leiders. Bij sommige bekende leiders zijn ze keurig voorzien van een portretje van de man, bij andere niet. Daarnaast staan er de leadership rating, de influence rating, de rang, het contingent, een symbool voor de persoonlijkheid en de command span op de counter afgedrukt. Het is leuk om te zien dat in dit spel ook de persoonlijkheid van de leider een rol speelt. Er zijn overigens vier soorten persoonlijkheden: rash, agressive, cautious en timid. Op zich lijkt er met de leider counters niks mis. Alleen is er bij de titulatuur van de Nederlandse leiders iets misgegaan. Zo staat er “Algemeen van infanterie Cr¨onstrom” of “Luitenant algemeen van cavalerie”. Het duurde even voordat bij mij het kwartje viel. Tja, ik vermoed dat je dat ervan krijgt als je termen als “luitenant generaal” of “generaal van infanterie”door iets als Babelfish laat vertalen. . . Ook de omschrijvingen van Duitse militaire eenheden zijn niet altijd even goed vertaald. Een kniesoor (zoals uw recensent) die hier op let. Mijnheer Weir heeft in ieder geval geprobeerd
26
de juiste titulatuur te vinden (hoewel ik mij afvraag wat er in het Russisch op de counters van Russische eenheden staat en of dat wel correct Russisch is13 ). Hoe het speelt In ´e´en woord, ingewikkeld. Er zijn in een campagne, om te beginnen, twee soorten beurten: beurten in het campaign season en winterkwartier beurten (de laatste alleen in campaign games). Een normale beurt bestaat uit twee fases, een Operations Phase en een Administration Phase. De Operations Phase De operations phase steekt als volgt in elkaar: Het geheel begint met initial actions, te weten, het checken of er random events plaatsvinden, het vaststellen welke partij van de twee het strategisch initiatief bezit en het bepalen hoe het weer aan het begin van de operaties is. Het strategisch initiatief is belangrijk omdat de speler met het strategisch initiatief het tempo van het spel aangeeft. Hij is ook de enige speler die voor zijn acties in de operations phase betaalt en die depots mag verplaatsen. Vervolgens worden de operaties uitgevoerd. Iedere operatie begint met het bepalen van het operationele initiatief. Hiervoor gooit elke speler een dobbelsteen en de speler met de hoogste worp wint. Bij gelijke worpen wint de speler met het operationeel initiatief. Vervolgens bepaalt de actieve speler of er een movement of een non-movement operatie plaatsvindt. Bij een non-movement operatie heeft een speler de keuze uit drie opties: a) proberen het weer te veranderen, b) een beleg (van een vesting) uit te voeren of c) de beurt over te laten gaan. Een poging om het weer te veranderen mag overigens alleen uitgevoerd worden door de speler met het strategisch initiatief. Iedere poging kost een Operation point. Over deze punten, en hun effect op het spel zo meteen meer. 13
Navraag bij een Russische native speaker bevestigde mijn ergste vrees; wat er ook staat, het is geen begrijpelijk Russisch. Bedankt, Irina.
Bij een movement operatie activeert de speler die het operationele initiatief heeft een eigen formatie en beweegt deze. Een formatie kan een eenheid zijn of een groep van eenheden onder een marker van een grotere formatie (zeg een aantal brigades onder een korpshoofdkwartier). Wanneer een formatie door zijn bewegingspunten heen is of een door een vijandelijke eenheid bezet hokje binnenloopt, stopt de beweging (er zijn dus in dit spel geen zones of control). In de volgende impuls selecteert de inactieve speler een eigen formatie en maakt hij een leiderschapscheck. Hij gooit een dobbelsteen en wanneer de worp gelijk of lager is dan de leadership rating van de betreffende leider, dan mag hij de formatie activeren. Vervolgens mag de actieve speler hetzelfde doen en zo gaat het verder tot beide spelers hun leiderschapscheck niet halen of niet verder willen gaan. Wanneer een speler eenmaal zijn leiderschapscheck niet haalt mag hij overigens die beurt niet verder meer proberen om formaties te activeren. Eventjes iets over die operation points: in principe hebben de spelers een onbeperkte voorraad operation points. Maar bij iedere operation point die uitgegeven wordt verschuift een marker op de Peace index and operations track. Vanaf nummer 6 op die track moet de speler een dobbelsteen gooien; wanneer de dobbelsteen worp gelijk of lager is dan het in het hokje staande cijfer is de Operations phase afgelopen. De volgende stap is het inzetten van hulptroepen. Deze worden niet op de kaart bewogen als onderdeel van formaties. In plaats daarvan blijven zij in de Auxiliaries available box tot zij nodig zijn voor een bepaalde taak. Bij het uitvoeren van die taak kunnen zij op de kaart geplaatst worden of tijdelijk toegevoegd worden aan een formatie. Deze taken worden tijdens de operations phase uitgevoerd maar zijn geen operations en kosten dus geen operations points. In een movement impulse mogen er twee taken per impuls uitgevoerd worden, in een non-movement impulse ook, maar mogen ook alle vijandelijke tasks (indien er meer dan twee zijn) gescreend worden. De negen taken die de auxiliaries uit kunnen
27
voeren zijn: Ambuscades: Deze worden gedurende een vijandelijke impuls uitgevoerd om de beweging van de vijand te vertragen. Reconnaissance: uit te voeren in een eigen operatie om informatie te krijgen over de samenstelling van vijandelijke formaties. Bridge building: pontonnier auxiliaries kunnen in een eigen movement impulse eigen eenheden in staat stellen om voor lagere kosten in punten een rivier over te steken. Combat support: Auxiliaries kunnen in een veldslag op verschillende manieren ondersteunen. Raiding: dit kan in een eigen operation gebruikt worden tegen vijandelijke depots om hun bevoorradingscapaciteit te verminderen. Plundering: het effect hiervan is om de fourage capaciteit van terrein te verminderen. Rearguard: kan in een eigen operational impulse uitgevoerd worden om een formatie te helpen om een veldslag te vermijden. Screening: hiermee kunnen vijandelijke auxiliaries bij de uitvoering van hun taken gehinderd worden. Tenslotte is er Siege work: auxiliaries kunnen bij een beleg helpen door een gunstige modifier op de dobbelsteenworp te geven. Het volgende stadium is dat formaties die bewogen hebben attrition checks moeten ondergaan en je ook regio’s moet checken hoe het staat met hun capaciteit om fourage te leveren want die kan achteruit gaan. Ook moeten depots die gebruikt werden checken of zij gereduceerd worden. Gevechtssysteem Dan komen we bij het eigenlijke gooi- en smijtwerk, ofwel de veldslagen. Veldslagen worden in dit spel op een ietwat abstracte, maar originele manier weergegeven. Deze beginnen met de voorbereidingen. Allereerst kijken beide spelers welke formaties die zich in het hokje bevinden aan de veldslag kunnen deelnemen. Vervolgens mogen beide spelers proberen de veldslag uit te stellen in een poging om versterkingen bij de vechtende troepen te krijgen voordat de
veldslag begint. Indien dat lukt (door met een dobbelsteen gelijk aan of lager dan de leiderschapswaarde van de commanderende generaal te gooien) kan een formatie die in het hokje was maar die door de speler niet geselecteerd was, bij de slag gevoegd worden. Indien het lukt en er nog andere mogelijke formaties in het hokje staan die ook nog toegevoegd kunnen worden, kan hij daar ook voor gooien, zij het met een cumulatieve +1 modifier opgeteld bij de worp. Het volgende stadium is het organiseren van het leger in wings door het plaatsen van eenheden op zogenaamde ‘wing cards’, waarvan elke speler er maximaal tien heeft. Een wing mag uit een beperkt aantal eenheden bestaan: o´f vier infanteriebrigades en een artilleriebatterij o´f vier cavalerie brigades. Het aantal wings dat een front kan vormen (de zogenaamde ‘engaged’ wing) wordt bepaald door het terrein waar de veldslag in plaats vindt, vari¨erend van zes wings in een clear hex tot drie wings in een ‘wooded hills’ hex. Mochten er wings over zijn dan worden die of ‘supporting’ wings of ‘reserve’ wings, met dien verstande dat er voor elke twee engaged wings een supporting wing mag zijn, en hetzelfde geldt voor de reserve wings. Het eigenlijke vechten vindt plaats van wing tegen wing. De schietende speler stelt vast wat de collectieve combat effectiveness van de wing is en gooit een dobbelsteen op een tabel om daarmee vergeleken de verliezen (hit factors) vast te stellen. Deze kunnen uiteenlopen van een punt tot een fractie van een punt. Maar dan komt het: die hit factor wordt vermenigvuldigd met het aantal eenheden in de wing. Met andere woorden, als je vier eenheden in een wing hebt en je gooit een hit factor 14 oftewel 25% dan heb je nog een hit point bij de tegenstander er af geschoten. Hierbij is het belangrijk te weten dat de verdediger altijd als eerste schiet en dat het vuren niet simultaan is. Het schieten begint met de verdediger op zijn linkerflank en beweegt dan alternerend tussen beide spelers naar zijn rechterflank. De verdediger is overigens de speler wiens troepen al in het hokje waren toen eenheden van de tegenstander het hokje binnenmarcheerden om een veldslag te forceren. Cavalerie eenheden kun-
28
nen charges uitvoeren wanneer hun wing commander een leiderschapscheck haalt. Bij charges wordt het aantal eenheden in de wing verdubbeld voor het gevecht. Daar staat tegenover dat een chargerende wing na afloop van de charge automatisch shaken is. Wings die verliezen lijden moeten moreel checks ondergaan; als gevolg hiervan kunnen wings shaken of shattered raken. Een shaken wing schiet nog maar met halve vuursterkte en mag geen charges uitvoeren. Een shaken wing die nog eens een moreel check niet haalt geldt als shattered. Dit heeft ernstige consequenties. De wing verdwijnt van de kaart en de eenheden worden aan ´e´en kant van de kaart opgestapeld. De eenheden gelden ook als shattered, niet als vernietigd, maar ze komen niet meer in de slag voor. Wanneer wings shaken zijn mogen de spelers als al het schieten gedaan is proberen deze te rallyen door een dobbelsteenworp te gooien tegen hun leiderschapscapaciteit. Voor cavalerie wings geldt hierbij een −2 modifier en dat is gunstig. Vervolgens checken de spelers of een leger zo veel verliezen geleden heeft dat het het slagveld moet verlaten. Spelers mogen ook proberen vrijwillig de slag op te geven. Vindt dit niet plaats dan gaat de slag door met de reorganisatie. In deze fase mogen spelers proberen engaged wings af te lossen of een gat in de linie van engaged wings met een supporting wing te vullen. Verder kunnen supporting wings aan andere engaged wings toegewezen worden. Spelers mogen ook proberen eenheden vanuit een supporting wing naar een engaged wing over te plaatsen en proberen hun reserve wings in de strijd te brengen. Vervolgens begint een nieuwe gevechtsronde. Aan het einde van het gevecht wordt de winnaar bepaald en moeten de terugtrekkende troepen een leiderschapscheck maken om te kijken of zij niet wegvluchten in een general rout. De vijand mag tenslotte proberen om de terugtrekkende troepen te achtervolgen. Belegeringen Vijandelijke forten kunnen belegerd en ingenomen worden via belegeringsregels. Belegeringen vinden ook in een operations phase plaats.
Wanneer een eigen formatie een hokje met een vijandelijke fortificatie binnenkomt moet het de fortificatie gaan blokkeren en zijn operaties be¨eindigen. Maar ´e´en formatie mag een fort blokkeren of belegeren (hoewel andere formaties er in de loop van een beleg aan toegevoegd kunnen worden). Een fort blokkeren vindt automatisch plaats wanneer een leger een hokje met vijandelijk fort binnen loopt. Een formeel beleg beginnen is iets anders. Om te beginnen moet een fort al geblokkeerd zijn en moet de belegeraar een operations point betalen. Het valt overigens op dat dit alleen de speler met het strategisch initiatief kan zijn. Het beleg wordt uitgevochten door Siege Resolution Operations, die een operations point elk kosten. Een beleg bestaat in principe uit vijf stadia (Investment, Approach, Lodgement, Breach en Escalade) en hiervoor moet op de siege tabel gegooid worden. Wanneer de worp een natuurlijke 9 is dan kan er op de Special Siege Results Table gegooid worden (wanneer de belegeraar dat voor de worp aangegeven had). Dan wordt er weer een dobbelsteenworp gegooid om te kijken wat er voor soort speciale gebeurtenis plaatsvindt (List, uitval of bijzondere verliezen) en dan moet daar weer voor gegooid worden. De resultaten kunnen dramatisch zijn, zoals het vallen van de vesting door verraad of het sneuvelen van een eigen leider. Uiteindelijk komt dan, al dan niet na veldslagen, na enige activaties die tenminste zes operations points gekost hebben, het einde van de operations phase. De Administration Phase Dan komt de administratie aan bod. Hierin checkt men allereerst of strategische of speciale effecten zich voorgedaan hebben en zo ja, wat de gevolgen ervan kunnen zijn. Dan mogen landeenheden (maar hoofdkwartieren niet) bewogen worden, zo lang zij tenminste drie movement points van vijandelijke eenheden af blijven, en strategische beweging maakt een driedubbel aantal movement points mogelijk. In sommige spellen (deze niet) zitten ook regels voor bewegingen over zee en die bewegingen worden ook in deze fase uitgevoerd. Vervol-
29
Het Pruisische leger tijdens de Slag bij Mollwitz gens mogen eenheden die binnen vier movement points van elkaar staan strength points uitwisselen. Vervolgens komen versterkingen op de kaart. Het volgende stadium is dat hoofdkwartieren die geen leider hebben er ´e´en toegewezen kunnen krijgen en een speler kan proberen leiders die hem niet bevallen hun commando te ontnemen door een dobbelsteen te gooien tegen hun influence rating. Is de worp gelijk aan of lager dan de waarde dan is de generaal afgelost, anders blijft hij zitten. In de praktijk betekent dit dat je heel laag moet gooien. Vervolgens kunnen gebruikte hulptroepen (auxiliaries) weer van de kaart en terug hun vakje in. Een belangrijk onderdeel, en zeker niet het minste, is de bevoorrading en dit komt als allerlaatste aan bod. Om te beginnen checkt elke speler de verbindingen tussen zijn depots en de Ultimate Line of Communication (ULC) (zeg, de eigen hoofdstad, of voor de Britten een belangrijke haven). Als een depot afgesneden is
van zijn ULC is er een grotere kans dat het depot droog komt te staan. Vervolgens mag alleen de speler met strategisch initiatief zijn depots verplaatsen (tot aan 10 movement points; die depots blijven dan tot aan de administratie fase van de volgende beurt in beweging en mogen al die tijd geen supply leveren). Dan gooien spelers dobbelstenen om te zien of depots aangevuld worden en zo ja, met hoeveel logistieke punten. Tenslotte worden eventueel ULC herplaatst en depots die bewogen hebben weer terug op de kaart geplaatst. De bevoorrading In dit verband moet er eventjes een woord aan de bevoorradingsregels gewijd worden. Zoals het een spel over de 18de eeuw betaamt spelen de depots een grote rol bij de bevoorrading. Ik had het al even aangestipt bij de administratiefase, maar de bevoorradingsregels zijn redelijk gecompliceerd.
30
In de administratiefase stel je vast of er voor-
raden zijn; het eigenlijke bevoorraden vindt plaats tijdens de operations fase. Hiervoor zijn er twee mogelijkheden. In principe voeden alle eenheden zich door uit foerageren te gaan. Dit vindt plaats als onderdeel van de attrition check na bewegingen in een operations phase. Foerageren kan een hokje (of uiteindelijk zelfs een hele provincie) leegplunderen14 . En, je kunt het verwachten, wanneer ongeregelde auxiliaries gaan foerageren neemt de kans op uitputting van het land toe15 . Wanneer een hokje leeggeplunderd wordt en een Forage Depleted of Forage Exhausted marker krijgt, geldt dat ook voor de zes omliggende hokjes. Om nu te voorkomen dat hele landstreken onbewoonbaar worden, maakten legers in deze tijd veel gebruik van depots. Vaak werden deze ingericht in forten. Depots kunnen tot negen ‘logistical points’ bevatten waarmee effecten van Forage depleted of Forage exhausted die roll modifiers voorkomen kunnen worden. Dan worden die depots op hun beurt wel weer leger. De wintermaanden De boven beschreven beurtvolgorde geldt alleen voor de veldtochten die in de zomermaanden uitgevochten worden. Maar het spel biedt ook de mogelijkheid voor campaign games van meerdere jaren. In de wintermaanden echter gingen legers over het algemeen hun winterkwartieren in. En hiervoor heeft het spel een speciale winter quarters sequence of play, die bestaat uit ´e´en eerste en ´e´en laatste beurt. De eerste beurt bestaat uit 1) Break contact: het uiteengaan van de legers die naar posities gaan waaruit zij bevoorraad kunnen worden; 2) Uitwisseling van gevangenen; 3) Strategische of speciale gebeurtenissen; 4) Een check om te kijken of er iemand gewonnen heeft; 14
Tijdens de Spaanse successie oorlog heeft het Franse leger in de campagne van 1709 het foerageren zelfs gebruikt om hele gebieden van voedsel te ontdoen om zo een geallieerde opmars te bemoeilijken. De tactiek van de verschroeide aarde is al oud. 15 Natuurlijk zijn de Russische kozakken kampioen foerageerders en gebied-leeg-plunderaars. . .
5) het vaststellen van de maand met de laatste beurt van winterkwartieren (beide spelers kiezen een maand en het gemiddelde van beide maanden geldt) en 6) het verplaatsen van de turn marker. De laatste beurt begint met 1) het controleren of partijen nieuwe middelen krijgen (versterkingen, replacements en nieuwe depots) en plaatsen die op de kaart; 2) Dan wordt het strategisch initiatief bepaald zoals volgens de exclusieve regels (in dit spel heeft Frankrijk altijd het strategisch initiatief); 3) De speler met strategisch initiatief mag een mobilisatie beweging uitvoeren en 4) tenslotte begint de nieuwe campagne. Bijzondere regels Zoals te verwachten valt zijn er in dit spel ook nog een aantal exclusive rules, die de bijzondere omstandigheden van deze campagne weergeven. Ik zal daar echter niet uitgebreid op in gaan omdat zij niet veel uitleg behoeven. Maar zo zijn er speciale regels voor het terrein en de verschillende legers in het spel die allemaal hun eigen voor- en nadelen hebben. In het campaign game zijn er speciale regels voor het sluiten van vrede (en een zogenaamde “peace index”). Ook worden hier allerlei bijzondere strategische gebeurtenissen en hun invloed op het spel uitgelegd, zoals de Nederlandse revolutie (de aanstelling van stadhouder Willem IV) en de aanwerving van een Russisch expeditie leger (dat dit keer wel op de kaart kan verschijnen). Het spel heeft vier kleine scenario’s die de jaren 1744, ’45, ’46 en ’47 beslaan en een campaign game over de hele oorlog van 1744 tot 1748. Conclusies Zoals duidelijk geworden is, hebben we hier te maken met een bijzonder interessant spel over een onderwerp, wat tot nu toe aan de aandacht van spelontwerpers is ontsnapt. Bovendien is dit spel er ´e´en van een hele serie met allemaal dezelfde basisregels, zodat als je ‘Cockpit of Europe’ kent, je moeiteloos ook de spellen over Duitsland (Sport of Kings) en Itali¨e (Queen’s
31
– Christopher Duffy, The fortress in the age of Vauban and Frederick the Great, 16601789, Londen, 1985. – Christopher Duffy, The Military Experience in the Age of Reason, Londen, 1987. – Siegfried Fiedler, Kriegswesen und Kriegsf¨ uhrung im Zeitalter der Kabinettskriege, Koblenz, 1986 (in: Georg Ortenburg, Heerwesen der Neuzeit, Abteilung II, Band 2). – Liliane en Fred Funcken, Les Uniformes et les Armes des soldats de la guerre en dentelle, z.p., Casterman, 1975. – Denis Gandilhon, Fontenoy, France dominating Europe, Parijs, 2008. – G´erard A. Geerts, Samenwerking en confrontatie. De Frans-Nederlandse militaire betrekkingen, voornamelijk in de Franse tijd, Amsterdam, 2002. – R.J.A. van Gils, W. Klinkert, H. Roozenbeek, Bergen op Zoom als militaire stad, Den Haag, 1996 (Brochure reeks sectie militaire geschiedenis Koninklijke Landmacht, nummer 16). – Jurgen Luh, Ancien R´egime Warfare and the Military Revolution, Groningen, 2000. – Olaf van Nimwegen, De Republiek der Verenigde Nederlanden als grote mogendheid. Buitenlandse politiek en oorlogvoering in de eerste helft van de achttiende eeuw en in het bijzonder tijdens de Oostenrijkse Successieoorlog (1740-1748), Amsterdam, 2002. – Georg Ortenburg, Waffe und Waffengebrauch im Zeitalter der Kabinettskriege, Koblenz, 1986 (in: Georg Ortenburg, Heerwesen der Neuzeit, Abteilung II, Band 1). – H. Ringoir, De Nederlandse Infanterie, Bussum, 1968. – http://www.voltaire-integral.com/ Html/15/10PREC20.html#i11
Gambit) kunt spelen. De spelregels zijn over het algemeen duidelijk, maar ik had graag nog iets meer voorbeelden gehad. Iedereen die de regels, de uitgebreide exclusieve regels en de nog iets uitgebreidere historische achtergrond doorleest zal onder de indruk zijn van de grondigheid waarmee Weir zich van zijn taak als ontwerper gekweten heeft. Desondanks zijn er op www.grognard. com toch nog wel enige errata en aanvullingen te vinden (zie: www.grognard.com/errata1/ cockpit.txt en www.grognard.com/errata1/ cockpit1.txt). Het is overduidelijk dat dit spel, evenals de zusterspellen met dit systeem, het beste als een “labour of love” omschreven kan worden. Maar daar kleeft ook een nadeel aan. In de ijver om alle aspecten van deze oorlog in het spel de plaats te geven die hen toekomt, is de balans tussen speelbaarheid en simulatie toch wel heel duidelijk naar het laatste doorgeslagen. Spelers die dus een lekker makkelijk spelletje willen spelen moeten gewaarschuwd worden. Zij kunnen hier beter niet aan beginnen. Alleen al aan de set-up voor een klein scenario heb ik een hele avond moeten besteden. De spelers die echter bereid zijn om tijd en moeite te investeren om dit spel onder de knie te krijgen, zullen beloond worden met een rijk palet aan historische personen, legereenheden en acties uit deze ver vervlogen tijd en een inzicht krijgen in de mogelijkheden en onmogelijkheden van oorlogvoering rond het midden van de achttiende eeuw. Frank van den Bergh
Bronnen (en aanbevolen literatuurlijst) – J. Belaubre, L’Armee des provinces unies des Pays-Bas pendant la guerre de succession d’Autriche, in: Carnet de la Sabretache, no. 126, 1995. – Reed Browning, The War of the Austrian Succession, New York, 1995. – Ren´e Chartrand, Eug`ene Leliepvre, Louis XV’s Army, Oxford, 1996-1998 (5 delen).
De website van Red Sash Games is www.redsashgames.com.
32
Pendragon Aflevering 4 Alein – Sander Chestelaine – Bart Gerin – Rense Floridas – Theo Camelot – Zomer 540 A.D. De ridders van Heer Robert zijn in een groep samengevoegd met de Heer van Dover, de oudere echtgenoot van Bronwyn van Dover, en een jonge ridder uit het gevolg van de Heer van Dorchester, de grote liefde van Helena van Dorchester. Zij krijgen van Heer Mordred de opdracht om het Woud van Perdue uit te kammen. Dit woud ligt in het zuidoosten van Albion, dichtbij de Saksische kust. Floridas wil eerst de dorpen aan de zuidkust van Sussex bezoeken. Hij wil zien of die misschien zijn ingenomen door Saksen en hij wil zich ervan vergewissen dat de vrouwen de Britse Eilanden nog niet hebben verlaten en meegenomen zijn naar het thuisland van de Saksen, of erger nog verkocht aan de slavenhalers, die verder naar het zuiden wonen. Hij hoopt de Saksen eventueel vanaf de kusten verder het binnenland in te kunnen drijven. Alein denkt dat de Saksen zich schuilhouden in het Woud van Perdue. Een paar dagen na hun vertrek uit Camelot komen de ridders aan in het kleine plaatsje Magounsm aan de kust. Dit dorpje blijkt niet te zijn ingenomen door Saksen en het ligt vredig in de Britse zon. Wel zijn er problemen, een aantal dorpelingen zijn verdwenen in het Woud van Perdue. De groep vermoedt de aanwezigheid van de Saksen en zij willen het Woud doorzoeken. Floridas stuurt wel een boodschapper vanuit het dorp naar Heer Mordred in Camelot om hem te vertellen wat zij inmiddels hebben aangetroffen. Het is juist om een militaire leider van een campagne op de hoogte te houden van wat er gaande is. De groep trekt het Woud van Perdue in. Vrij snel treffen zij een groep Saksen op oorlogspad.
Floridas valt deze vuige bandieten direct aan. De rest van de groep volgt hem, om hem te steunen. Met veel moeite weten zij de Saksen te overmeesteren en te verjagen. De Saksen vluchten het woud in, de groep volgt hen in een langzamer tempo. Floridas wil weer een boodschapper sturen, maar Alein en Chestelaine willen eerst meer informatie verzamelen, anders hebben zij Heer Mordred niets te vertellen. Wanneer de groep verder het woud intrekt, komen zij al snel bij een versterkte plaats. Dit is een klein versterkt fort, groot genoeg voor ongeveer 20 man. Het bestaat uit een aantal hutjes en een houten wal. De groep vraagt zich af of de vrouwen hier gevangen gehouden worden. Floridas besluit de omgeving van het kampje te verkennen, hij ontdekt een weg die naar het kampje leidt. Wanneer hij het kampje nadert, hoort hij de stem van Gwendolyn. Hij wil haar redden, maar heeft zijn lesje geleerd met de aanval op de Saksische krijgers eerder op de dag. Hij valt het kampement niet aan, maar hij brengt verslag uit aan zijn collega-ridders. Zij willen weten of de andere vrouwen er ook waren. Floridas vermoedt van wel. Alein vindt de aanwezigheid van een versterkte Saksische basis in het Woud verontrustend. Hij wil n´ u iemand op de hoogte stellen van deze ontwikkeling. Floridas en Chestelaine stellen voor om een schildknaap te sturen. Floridas wil ook niet afwachten tot die hulp arriveert. Er moet nu ingegrepen worden. De groep besluit de weg die Floridas eerder vond te volgen, weg van het kampement. Ze willen weten waar die heen leidt. Al snel komen zij uit bij een tweede versterkt kampement. Deze is gesitueerd op een rotsachtige heuvel en is moeilijk te benaderen. Maar langs ´e´en kant loopt er een pad tegen de rotsachtige heuvel op. Deze wordt goed bewaakt door Saksen. Dan horen zij ook uit dit kampement vrouwenstemmen komen. Chestelaine herkent de
33
stem van Bronwyn. Vervuld van ridderlijke passie wil hij haar onmiddellijk redden. De anderen weten hem tegen te houden. Dan besluit Chestelaine om het object van zijn affectie bij nacht te gaan redden. Zijn vrienden willen hem bijstaan, maar zij weten dat zij het niet op kunnen nemen tegen alle Saksen. Jennifer
Kleine nieuwtjes van het front Vae Victis veranderd! Helaas, helaas, het was al aangekondigd. Met ingang van nummer 85 is de Vae Victis, het bekende Franse boardwargame tijdschrift, op de schop gegaan. De belangrijkste verandering is het feit dat als gevolg van de hoge ontwikkelingskosten de grote bijgesloten spellen het loodje hebben moeten leggen en vervangen worden door kleine spelletjes (leuk misschien als instapspelletje, maar verder niet echt interessant). Ze gaan nu wel twee keer per jaar een echt groot spel uitbrengen met echte counters. Het eerste spel dat op de rol staat is een bewerking van Arnhem 1944 uit Vae Victis nummer 14. Wel moet gezegd worden dat een al mooi uitgegeven tijdschrift nog een graadje mooier is geworden. Verder bevat het allerlei spelrecensies en rubrieken die ook in de oude Vae Victis aan te treffen waren. Klein detail: de leuke strip Ciel de Bataille over de avonturen van Napoleon en zijn beschermengel Nelson op de verschillende slagvelden van de geschiedenis is ook tot een einde gekomen. Jammer, jammer. . . Gratis wargames! Wie zegt er dat alleen de zon voor niets op gaat! Als je weet waar je moet zoeken kun je gratis interessante wargames vinden. Je moet ze alleen wel even downloaden en dan uit een kleurenprinter persen (o.k., dus het is niet helemaal gratis) en dan natuurlijk even in de weer met schaar en lijmpot om de counters te maken. Een echte grognard zal zich door zulke futiliteiten natuurlijk niet laten weerhouden om weer een interessant spel aan zijn collectie toe te voegen. Nu zal iedereen vragen: waar vind ik die gratis wargames? Nou, bij de Valgame Wargame club uit Valdagno in Itali¨e! Die geven een tijdschrift uit, No Turkeys! genaamd, waar nog wel een een downloadbaar spel bij zit. De eerste in de reeks, een jaartje of zo geleden,
34
ging over de slag van Caldiero in 1796, waarin Napoleon zowaar klop kreeg van de Oostenrijkers (iets waarom je er nooit iets over hoort), de tweede was een Eerste Wereldoorlogspel en de meest recente is een simulatie van de slag om de brug van Lodi in 1796, waarin Napoleon persoonlijk de Franse artillerie leidde. Zie: www.valgame.eu/noturkey/noturkeys1_ 09.pdf en www.valgame.eu/noturkey/lodi1_ 09.pdf. Lodi is een heel kleine veldslag (zeker in vergelijking met monsters als Wagram en Austerlitz) en lijkt bijzonder geschikt om als instapspel te fungeren om mensen het spelsysteem te leren. Dit spel maakt gebruik van het spelregelsysteem van de La Bataille series, om precies the zijn de Regulations of the year XXII. Voor de spelers die nu echter beginnen te wanhopen omdat de La Bataille spellen zo moeilijk zijn is er goed nieuws. Want: Tactiques Napoleon uitgebreid! Jean Tessier, de bedenker van het Tactiques Napoleon systeem, dat ik al eens eerder onder de aandacht mocht brengen, heeft de afgelopen maanden niet stilgezeten. Zijn website is onderhevig geweest aan een bewerking en er staan nu nieuwe scenario’s op. Zo zijn er o.a. scenario’s over de slag bij Eylau (ho, wat heb ik hier lang op moeten wachten!), Canope en ook de slag bij Rivoli. Canope, Sagunto en Rivoli zijn overigens spellen de Spaanse uitgever Simtac. Ook staat er een scenario in over een spel dat ik nog niet gepubliceerd gezien heb, te weten over de slag van Tamames (Spanje 1809) en wordt er o.a. een spel over de slag bij Wagram aangekondigd. Ook heeft hij de spelregels ook een complete bewerking en verandering laten ondergaan. Onder andere de lay-out en inhoud van de tabellen is totaal veranderd en hij heeft er nu ook een inhoudsopgave bij. Da’s handig want dan hoef jij er niet zelf meer een te maken. Ook heeft hij een scenario op de website gezet over een spel van de Italiaanse Valgame Wargame Club, au Pont de Lodi geheten, dat compleet gratis van internet gedownload kan worden. Ho, bij deze oude grognard schiet het ge-
moed opnieuw vol, gorgelend en fluitend! Zie: www.tactiquesnapoleon.com. Oververhitting? Neem ijswater! (of thee, natuurlijk!) Ook de jongens van Avalanche Press hebben niet op hun lauweren liggen rusten. De nieuwste aanwinsten zijn: Voor hun Second World War at Sea series het spel ‘Arctic Convoy, naval warfare in the far North, 1941-1943’ en voor hun Great war at Sea series een scenario boek, ‘South China Sea’. Het spel is zo langzamerhand als van Avalanche verwacht mag worden: ondiepe platte doos; twee (erg mooie) operationele kaarten en een tactische kaart; heel erg mooie counters en een spelsysteem dat zo langzamerhand beproefd is. Omdat het hier gaat over de Arctische konvooien naar Moermansk en Archangelsk in WO II staan hier de konvooien centraal en hun belagers. Voorop natuurlijk de Icy Queen of the North, de Tirpitz. . . ‘Arctic Convoy’ bevat zes battle scenario’s en twintig operational scenario’s. ‘South China Sea’ is een boekje met what-if scenario’s, gebaseerd op de premisse dat GrootBrittanni¨e en de V.S. midden jaren ’20 van de vorige eeuw met elkaar in oorlog raken en dit onder andere tot zeegevechten voor de kust van China leidt. Naast de scenario’s bevat South China Sea een operationele kaart van het al lange uitverkochte spel U.S. Navy Plan Orange. Om deze scenario’s te spelen zijn echter wel vijf andere producten van Avalanche press nodig (’t is alsof ze het er om doen, nietwaar?) zodat dit scenario boek alleen aan te bevelen is voor mensen die alles van de serie hebben. Wel is het lovenswaardig dat de makers de logsheets van de schepen direct na de scenario’s hebben afgedrukt, hetgeen veel zoekwerk in stapels papier scheelt. South China Sea heeft twee battle scenario’s en acht operational scenario’s.
35
Frank van den Bergh
Impressie van ‘Breakthrough 1940’ Vijf jaar na ‘Market Garden’ was het op 25 april 2009 zover: er was weer een megagame op Nederlandse bodem. Ook dit keer met een (gedeeltelijk) Nederlands thema: de inval van de Duitsers in mei 1940. Het megagame ‘Breakthrough 1940’ behandelde echter niet alleen de inval in Nederland, maar ook de operaties in Belgi¨e en Frankrijk, dus het hele westfront. Zo’n 80 spelers en scheidsrechters verzamelden zich in het Liefland College in Utrecht voor dit evenement. Het was een beetje passen en meten om iedereen een plek te geven. De scheidsrechters vonden dit niet zo erg: de afstand tot de hoofdkaart in de scheidsrechterskamer was klein en vooral geen trappen. Tijdens het spel had iedereen last van de ge-
Het Nederlandse hoofdkwartier bruikelijke “fog of war”. Zo had mijn groep, het Duitse 16e leger (waarvan ik dus liaison umpire was), na een aanvaring met een club Belgen in een dorpje niet in de gaten dat die Belgen meteen daarna het dorp verlieten. Wel kregen ze verwarde berichten uit hun achterhoede over ‘Belgen’ maar ze deden daar niet veel aan. Toen besloten ze het hoofdkwartier van het 16e ‘niet-tactisch’ naar voren te bewegen1 , op hetzelfde moment dat de Belgen in kwestie besloten om niet-tactisch richting Luik te gaan. En raad eens? Die twee groepen kwamen elkaar dus in het midden tegen! Gelukkig voor het hoofdkwartier waren de Belgen net zo ver1
Jim Wallman’s introductie voor de scheidsrechters
Door niet-tactisch te bewegen kan een grotere afstand afgelegd worden, maar het is ook gevaarlijker omdat er geen rekening wordt gehouden met gevechten.
36
Scheidsrechters voeren spelersorders uit
Planning bij het Franse kabinet
rast als zij. Maar het hoofdkwartier kreeg wel een tik: mijn spelers moesten even het lokaal uit, ´e´en van de spelers van de Belgen mocht 30 seconden naar de kaart kijken, waarna ik een rukje aan de kaart gaf om de verwarring in het hoofdkwartier te simuleren. . . Verder kwam ik ‘koningin Wilhelmina’ (gespeeld door Andr´e Sr) nog tegen op de gang.
Bleek dat Wilhelmina weliswaar eerst naar Londen was gegaan, maar inmiddels weer terug was gekomen en in een onderzee¨er bij IJmuiden zat! Aan het eind bleek dat de Belgen een wapenstilstand met de Duitsers hadden gesloten, waarbij “alle vreemde troepen” het land uit moesten. Dat waren dus niet alleen de Duitsers zelf, maar ook de Engelsen en de Fransen!
37
Vooral de Fransen waren hier zachtjes gezegd niet blij mee. . . Kortom, het was weer een geslaagd megagame. Mocht je dit zelf eens (opnieuw) mee willen maken, dit megagame is gebaseerd op een ouder megagame van Jim Wallman. Dat megagame, ‘Springtime for Hitler’, zal komend jaar op 8 mei (dus op een paar dagen na 70 jaar na dato) opnieuw gespeeld worden in Londen. Dus misschien tot ziens! Marleen De foto’s bij dit artikel zijn gemaakt door c Frank Timmers. Voor meer foto’s, zie en breakthrough1940.lion-x.nl. Webstek van dit megagame: www.xs4all.nl/~derkgroe/megagames/ Webstek van de Megagame Makers: www.megagame-makers.org.uk
Het was passen en meten op de gang
Verwerken van alle luchtmachtacties
Detailplanning. . .
38
Drukte rond de grote scheidsrechterskaart bij het uitvoeren van de orders van de verschillende groepen en het afwikkelen van eventuele gevechten.
Links: de verblijfplaatsen van koningin Wilhelmina Midden: ‘Wilhelmina’ schrijft een proclamatie Boven: Rotterdam gebombardeerd!
Aan het einde van het spel is er een debriefing in de aula. Hier wordt voor veel spelers (die meestal maar een klein deel van de actie zien) duidelijk wat er nou ´echt is gebeurd. . .
39
De Nieuwsbrief, 21 jaar jong We hebben een tweede lustrum gevierd en stilgestaan bij alle spellen, spelen en andere activiteiten van Casus Belli. Er is zelfs toegezegd om een ‘top 100 Quasi Bellorum’ op te stellen. Er is mijns inziens te weinig aandacht geweest voor de Nieuwsbrief zelf. In een verkennende poging om een ‘top 100’ op te stellen heb ik het CB-archief uit een u allen welbekende bibliotheek gelicht. Jaargang 1, nummer 1 had een voorwoord waarin de doelstelling van de Nieuwsbrief vorm gegeven werd. Het begin van de eerste paragraaf uit de eerste Nieuwsbrief van CB wil ik de leden van nu niet onthouden.
(Nieuwsbrief CB, 1e jaargang, nummer 2) Een der helden valt ‘per ongeluk’ in het water. Moedig schreeuwt Adat uit: “Ik spring er achteraan!” Vragende blik richting DM: “Hoe goed zwem je met een harnas?” “Als een baksteen. . . ” Een der helden is juist te pletter gevallen. Vol goede moed klautert Sigorlas weer helemaal naar beneden, om tegen het lijk de legendarische woorden te spreken: “Als God had gewild dat we zouden vliegen had hij ons wel vleugels gegeven.” Chaotische boeken hebben op priester Adat een nogal vreemde uitwerking: hij krijgt er brandwonden van. Hij doet dan ook niets liever dan ze vernietigen. En er is weer een Chaotisch boek in Br¨ ummels handen gevallen. Adat: “Hier dat boek. . . ik wil het verbranden!” Br¨ ummel: “Nee! Het is van mij.” Adat: “Hier!” (onder bedreiging van zijn niet echt kleine zwaard). Br¨ ummel: “Dus jij wilt dat boek?!” Adat: “Ja!” Br¨ ummel: “Okee. . . Vang!” Zojuist het spel ‘Raid on St. Nazaire’ gekocht, een solitair spel over de Britse commandoactie daar. Een nieuwe klant, nog net buiten gehoorafstand, komt binnen. “Als je hem nu eens de Duitsers laat spelen, dan biedt hij eindelijk behoorlijk tegenstand!”
(Nieuwsbrief van de Nijmeegse Vereniging voor Roleplaying-, Board- en Wargames Casus Belli, 1e jaargang nummer 1, januari 1989) Voorwoord: Voor je ligt het eerste nummer van de Nieuwsbrief waarmee het bestuur hoopt de leden regelmatiger van de gebeurtenissen bij Casus Belli op de hoogte te stellen. Deze Nieuwsbrief is niet bedoeld om allerlei verhalen en verslagen te gaan bundelen, maar om de leden op de hoogte te houden van de plannen van het bestuur. . . Voor de Nieuwsbrief (en het bestuur!) geldt duidelijk ook de eerste wet van elk spel: “Een (goed) plan overleeft het eerste contact met spelers niet”. Reeds in de tweede Nieuwsbrief wordt een strip geplaatst met (verkapt) de ervaringen van de (CB?) ‘Rune Quest groep’. En de eerste spelbespreking staat in aflevering 3, geschreven door van Niek, over ‘Britannia’. Een spel dat nog steeds gespeeld wordt. Op de voet gevolgd door Frank met een artikel over ‘2nd fleet’, een paar pagina’s verder in dezelfde aflevering. De eerste Quasi Bellorum staat in aflevering 2. Niet een quasi zoals ze tegenwoordig geschreven worden:
Je begrijpt het al, de Nieuwsbrief heeft nooit aan haar doelstellingen voldaan, diverse redacteurs en schrijvers hebben het medium ‘naar eigen inzicht’ ge- of misbruikt. En ik heb daar bewijs voor gezien. In jaargang 5, aflevering 5 wordt een korte samenvatting gegeven over het verleden van de
40
41
Nieuwsbrief. Er wordt met geen woord meer gerept over de originele doelstellingen. En in jaargang 7, aflevering 1 verschijnt voor het eerst de CB-kat, zij het op een speelse manier, bezig met een bolletje wol. Nog niet op de voorkant maar dat zou niet lang meer duren. De dobbelstenen op de voorkant, in die jaren gebruikt voor het aangeven van jaargang en afleveringsnummer, worden vakkundig gesloopt door de kat1 . In jaargang 11, aflevering 2, wordt een kort overzicht van uitgaven en redacteurs gegeven. De redactie is begonnen met Niek. Tevens verantwoordelijk voor de eerste ‘schending’ van de doelstellingen van de Nieuwsbrief. Wat niet als ‘verzachtende omstandigheid’ aangevoerd kan worden is dat in de eerste jaren van de Nieuwsbrief de redactie zelf alle artikelen schreef. QED. Ik denk dat we de redactie dankbaar mogen zijn voor het inzicht dat de doelstellingen te beperkt waren om er lezers mee te winnen. In de eerste twee jaar heeft de Nieuwsbrief maar liefst zes (6) redacteurs ‘versleten’. Vanaf het derde jaar was er ´e´en redacteur (Louis) die in de loop van het vijfde jaar bijgestaan werd door anderen. In het vijfde jaar komt ook Marleen er bij. Zij is vanaf dat moment de constante factor in de redactie. Pas dan worden ook elk jaar slechts en exact vijf uitgaven per jaar geproduceerd. Tot en met het tiende jaar is het nog een komen en gaan van diverse namen maar vanaf het tiende jaar uitgave 5 is de redactie stevig en alleen in handen van Marleen. Het kortste artikel dat ik tegen gekomen ben is zeven zinnen lang, genaamd ‘Magic, de recensie’ (door Frank):
Die versla je en je neemt hun kaarten over. Net als vroeger met knikkers. Dat was het. De vraag wie de meeste artikelen in de afgelopen 20 jaar heeft geschreven kan iedereen waarschijnlijk wel raden. Maar hoe veel schreef hij er? In ieder geval komt Marleen op een goede tweede plek met 51 artikelen. Dit komt grotendeels door het schrijven van campagneverslagen. Op dezelfde manier heeft Ellen 32 artikelen op haar naam staan waarmee ze een vierde plek bezet. Dat het niet hoeft te komen van campagneverslagen laat Niek zien. Hoewel hij de laatste vijf jaar niet meer schrijft heeft hij 35 publicaties op zijn naam staan. En gezamenlijk kunnen de nummers twee, drie en vier niet op tegen nummer ´e´en, Frank met 128 publicaties over 20 jaar. In tabelvorm: Auteur Aantal publicaties over 20 jaar2 Frank 128 Marleen 51 Niek 35 Ellen 32 En dit gebeurt allemaal onder de redactie van Marleen en de stroom van artikelen van Frank. Hoe zou de Nieuwsbrief er uit zien zonder deze twee constante factoren? Andr´e
Het is een kaartspel. Een verzamelkaartspel. Je koopt een basisdoos en liefst een heleboel boosters (dat zijn kleine pakjes losse kaarten). Je speelt met anderen, die ook kaarten hebben. 1
Met reden, want vrijwel niemand wist het verband tussen de stippen op de dobbelsteen en de jaargang/het nummer! –red. (en sloper van de dobbelsteen)
2
(Bestuurs)publicaties als ALV verslagen, redactioneel woord etc. uitgesloten.
42
Quasi Bellorum De Fallout wisselcampagne is een post-apocalyptisch verhaal waarin de kernramp kort na de jaren 50 is gebeurd. De groep zit al 20 jaar in een bunker in jaren-vijftig sfeer, en een paar personen worden nu naar buiten gestuurd om te kijken of het alweer veilig is en of ze een werkend onderdeel kunnen vinden voor de waterzuiveraar die kortgeleden is stukgegaan. Een oude oorlogsveteraan, Dick Johnson, wil maar al te graag de bunker uit. Buiten treffen zij een verwoest landschap aan en met af en toe nog tekenen van de beschaving in de jaren 50. Langs een kromgetrokken asfaltweg staat een oud, vergeeld maar nog intact billboard waarop een vrouw een nieuw model stofzuiger aanprijst. GM: “De vrouw op het billboard heeft precies hetzelfde haar als Mrs. Brown van de bewonersvereniging van de bunker, die altijd klaagt dat er teveel lawaai is en er niet goed opgeruimd wordt.” Dick: “Ik trek mijn pistool en schiet haar recht door het voorhoofd! Dat wilde ik eigenlijk al twintig jaar doen!” R. speelt de technische man van de groep, Gecko. Ze volgen al een tijdje de sporen van een paar rupsbanden en hij kijkt door zijn geavanceerde verrekijker in het rond naar de robot waarvan de sporen zijn. Opeens stopt de robot en Gecko ziet een rood lampje. “Tenzij dat zijn achterlicht is, komt hij nu deze kant op.” Later in het spel, als men verwondingen bespreekt. Gecko: “Ik heb een biomonitor wristband, dus als ik dood zou zijn, zou ik het weten.” In de Adventure wisselcampagne die zich afspeelde in Italiaans Somaliland in 1938 speelt S. de butler en bodyguard van de Italiaanse professor Bart. Hij heeft natuurlijk de power Threat Awareness. S.: “De professor is zeer gevaarlijk als er geen
koffie is.” Als S. staat te tolken tussen Italianen en Somali¨ers, klaagt hij: “Het Italiaans heeft wel 358 woorden voor steekpenningen en het Somalisch maar 8!” Tot hun grote verbazing ontmoet de groep avonturiers echte Djinns, vlammende mannen met broeken aan. GM als Djinn: “Wij niet mens zijn.” D. met grote verbazing: “Maar u bent wel broekdragend.” Djinn: “Ja, anders jij mijn blote lont zien.” De avonturiers zijn op zoek naar een vrijwilliger om door een mysterieus portaal heen te sturen. De Duitse Oberleutnant stelt voor om een lokale neger aan te wijzen als vrijwilliger, maar de rest vindt dat ze de mensen in het dorp te vriend willen houden. J.: “De mensen in dit dorp hebben vast een of andere vete met een ander dorp, kunnen we er daar niet ´e´en van nemen dan?” Op een zondag is L. een geheimzinnige buis aan het naaien. A.: “Is dat een neuswarmer voor een miereneter?” L.: “Ja!” M1 komt hier later op terug. Hij vraagt aan L. hoe ze heet maar krijgt een ontwijkend antwoord. M1 : “Ben je lid? Ja, dan heb je ieder recht op anonimiteit verspeeld!” B.: “Ik kan je haar naam wel geven.” L. kijkt hem vuil aan. M1 aan B.: “Is ze jouw vriendin?” B. en L. in koor: “NEE!” en L. dreigt M1 met haar naald. M1 : “Ik ben 15 jaar getrouwd geweest, denk je dat ik daarvan onder de indruk ben?” F. begint zich af te vragen waar de clou van dit verhaal zit en vraagt ook aan L. wat ze nu eigenlijk aan het breien is? M2 : “F., er is een verschil tussen naaien en
43
breien!” M1 : “Hij is niet getrouwd geweest.” Moraal van het verhaal: we weten nog steeds niet wat L. nou aan het naaien was! A. en F. spelen ‘S.P.Q.R. Bragadas Plain’, F. als Romein, A. als Carthager. B. over de opstelling: “Deze linie (de opstelling van het Romeinse legioen) representeert F. zijn rimpels, de andere toont A. z’n starheid.” A. is verbaasd over de Carthaagse Heavy Cavalry en leest iets niet goed. “Wat? HIV Cavalry? hadden ze toen al aids?” B: “F. is zo verliefd op zijn boekenverzameling en dus zo gelukkig in de liefde dat zijn die rolls wel slecht moeten zijn.” F. komt bij A., en doet meteen het spel ‘Wilhelmina’ in zijn tas omdat hij het daarvoor vergeten was. Later bedenkt A. dat hij dat spel nog mee moet geven. F.: “Het eerste wat ik deed toen ik binnenkwam, was Wilhelmina in de koffer.” Tijdens het spellenweekeinde bij L. en O. heeft een stel jochies op een middag de M&M’s opgemaakt. M. doet vervolgens de pinda’s in de M&M zak. Wanneer de jochies de zak willen bietsen zet M. de zak weg. Maar J. geeft de zak prompt aan de jochies, die hem in no-time leegeten. M.: “Ik vind jou niet meer lief.”
B.: “Wat voor biertje, want er zijn veel soorten biertjes.” A1 : “Een Dabje, zegt ze.” L.: “Hij zegt dat ik een Dabje wil.” B.: “Wacht, jij laat hem bepalen wat je zegt?” L.: “Ik heb een vaderfiguur nodig!” Dan komt A2 erbij zitten. L.: “Wil jij mijn vaderfiguur zijn?” Na een Amber sessie wil L. zijn karakter een brief laten sturen. Bij gebrek aan ander papier schrijft hij die op de rand van een bierviltje. L. tegen de spelleider: “Dit is een brief aan de koning, in rondschrift, hij begint bij ‘Majesteit’. . . ” M. en F. spelen ‘Bellum Gallicum’, over de veldtochten van Caesar in Galli¨e. Tijdens een slag raakt Marcus Antonius gewond. F.: “Wat zal Cleopatra boos zijn.” M.: “Marcus heeft z’n ballen eraf. F.: “Maar als je eenmaal gewond bent, heb je elke beurt 50% kans dat de ballen genezen zijn!” F. over zijn tegenspeler, die overigens de Romeinen speelt: “M. heeft een zeker Belgisch postuur. . . ”
Nadat F. bij ‘De kroning van Willem Alexander’ voor de tweede maal een cruciale worp verknald heeft, zeg hij: “L., mijn worpen zijn zo slecht dat het niet anders kan dan dat ik vanavond de liefde van m’n leven moet ontmoeten!” F. en B. spelen ‘Striking the Anvil’, het bijgesloten spel uit het nieuwe blad Battles. F. (Duitser) klaagt over het kleine aantal eenheden dat hij in de invasiegebieden op de kaart heeft staan. B.: “Het spijt me, ik zal beter mijn best doen.” Discussie aan de bar van de achterzaal van het Billard Paleis:
44
Lijst van figuren Voorpagina: George II van Groot Britanni¨e tijdens de Slag bij Dettingen - John Wootton, rond 1743, public domain. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . San Virila slaapt gedurende 300 jaar (Navarra) - verm. oud genoeg dus public domain . Maria Theresia 11 jaar - Andreas M¨oller, 1727, public domain . . . . . . . . . . . . . . Keizer Karel VII (detail van schilderij) - Georges Desmar´ees, rond 1766, public domain Maurice, comte de Saxe - Maurice Quentin de La Tour (1704-1788), public domain . . . Battle of Lauffeldt, 1747 - Pierre Lenfant, schilderij uit die tijd, public domain . . . . . Kaart van Bergen op Zoom in 1747 - Anoniem, 1747, public domain . . . . . . . . . . . c Gedeelte van de kaart van ‘Cockpit of Europe’ - Red Sash Games, illustratie bij recensie c Sample van counters van ‘Cockpit of Europe’ - Red Sash Games, illustratie bij recensie c Sample van counters van ‘Cockpit of Europe’ - Red Sash Games, illustratie bij recensie Prussian Army during battle of Mollwitz 1741 - Anoniem, 19e eeuw, public domain . . c Alle foto’s van ‘Breakthrough 1940’ - Frank Timmers, 2009, breakthrough1940. lion-x.nl. Gepubliceerd met toestemming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . c Strip ‘Rune’s Quest’ - Robert Haasdijk en Harry Beker, 1989, eerder gepubliceerd in Nieuwsbrief jg1 nr2, maart 1989 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
-1 7 14 16 19 21 23 25 26 26 30 36 41
Info Casus Belli Casus Belli Bestuursleden Voorzitter: Remco van Vugt
[email protected] Vice-voorzitter: Andr´e Steenveld Sr.
[email protected] Penningmeester: Berry Lijklema
[email protected] Secretaris: Theo Boots
[email protected]
Casus Belli Bijeenkomsten Wij zijn elke zondag van 14:00 tot ongeveer 22:00 uur te vinden in de achterzaal van Caf´e ‘het Billard Paleis’, Bloemerstraat 23 te Nijmegen. Contributie & Donateurschap Bank: 500876479 t.n.v. Casus Belli te Nijmegen Contributie (per jaar): Jeugdlid e 10,Donateur e 11,25 (of meer) Lid e 15,Er is geen jeugddonateurschap of los Nieuwsbrief abonnement.
45