Op Het Vinkentouw Nummer 125, juli 2012
In dit nummer:
Trekellen.nl: wat brengt dat ons? Ringverslag 2011 In Memoriam: Wout Vuyk, ringer 309 Roodmus met broedvlek op Schiermonnikoog Woutéra van Andel verlaat Vogeltrekstation Geciteerd uit Ringersnet Terugmeldingen 2012-2
Periodiek van het Vogeltrekstation Centrum voor vogeltrek en demografie Vogeltrekstation is een samenwerkingsverband van NIOO-KNAW en de Ringersvereniging
Nummer 125, juli 2012
OP HET VINKENTOUW - nr. 125, juli 2012 Periodiek van het Vogeltrekstation – centrum voor vogeltrek- en demografie (voorheen de Nederlandse Ringcentrale). Het Vogeltrekstation is een samenwerkingsverband van NIOO-KNAW en de Ringersvereniging. Op Het Vinkentouw verschijnt drie maal per jaar en wordt gratis toegezonden aan alle ringvergunninghouders en relaties. Verkoop van losse nummers uitsluitend via www.vogeltrekstation.nl/winkel. Downloadbaar als pdf op www.vogeltrekstation.nl/resultaten/op-het-vinkentouw. Vogeltrekstation Postbus 50 6700 AB Wageningen tel. (0317) 473 465 fax. (0317) 473 675 email:
[email protected] website: www.vogeltrekstation.nl Redactie: Ton Eggenhuizen, Henk van der Jeugd, Jan Staal, Gijs van Tol. Illustraties: Wim Verholt, Christian Kampichler, VRS Castricum, auteurs Layout: Henk van der Jeugd Druk: Multicopy, Ede ISSN 1386-985X Kopij: Bijdragen graag per email, bij voorkeur in Word for Windows (office 2000 of recenter), of op een andere wijze, overeen te komen met de redactie. Naamgeving van vogels volgens Voous (1980). Geciteerde literatuur in de tekst als volgt: (Jansen 1996), (De Visser & Pietersen 1984), bij meer dan twee auteurs (Klaasen et al. 1999), in volgorde van publicatie (Pietersen 1976; Jansen 1991). De literatuurlijst behoort op alfabetische volgorde te zijn op het eerste woord van de familienaam. Titels s.v.p. in de originele taal. Voorbeelden: Svensson L. 1992. Identification Guide to European Passerines. Stockholm. ISBN 91-630-1118-2. Visser K.L. de 1948. Veel Struisvogels dit jaar. Op Het Vinkentouw 12: 4-7. Voous K.H. 1980. Lijst van Europese Broedvogels, inclusief Nederlandse Vogellijst. Limosa 53: 91-103. Vragen omtrent aanlevering van kopij richten aan Henk van der Jeugd. De redactie behoudt zich het recht voor de binnengekomen artikelen te redigeren, u krijgt daarna uw kopij ter lezing retour. Kopij voor het komende nummer (OHV nr.126) inzenden voor 1 september 2012.
2 - Op Het Vinkentouw
Nummer 125, juli 2012
Voorwoord Zoals gebruikelijk in het zomernummer van Op Het Vinkentouw presenteren we het ringverslag over het afgelopen jaar, het jubileumjaar 2011. Rekening houdend met het feit dat nog niet alle gegevens zijn ingevoerd lijkt 2011 opnieuw een jaar te zijn met zeer veel geringde vogels. Een terugblik op de laatste tien jaar wijst uit dat 2010 voorlopig het jaar was met de meeste geringde vogels in Nederland ooit. Gedurende het afgelopen decennium werden er –gemiddeld- elk jaar 5.000 vogels méér geringd dan het jaar ervoor. Zet die groei verder door? Het antwoord op die vraag is waarschijnlijk ja; het aantal ringers neemt nog steeds toe (we verwachten de 500e actieve ringer in 2012 te begroeten!) en nieuwe projecten als RAS en ring-MUS zijn onverminderd populair en leiden tot steeds meer geringde vogels. Vooral het aantal geringde, Nederlandse broedvogels neemt toe, en dat is goed nieuws omdat we graag meer willen weten over ‘onze’ vogels. Ik schrijf dit voorwoord in Abisko, in het uiterste noorden van Zweden, met uitzicht op besneeuwde bergtoppen aan de ene kant, en het spiegelgladde Torneträsk aan de andere kant. Overal hoor ik het nasale geluid van de zingende kepen, af en toe klinkt de roep van een noordse boszanger. In de bergen hoor je het geknor van alpensneeuwhoenders en de wat treurige zang van beflijster en morinelplevier. In een mooi stuk berkenbos steekt een lynx het pad over en verdwijnt geruisloos tussen het groen. Wildernis ligt hier op een steenworp afstand. Hoewel het hier prachtig is realiseer ik me tegelijkertijd hoe bevoorrecht we zijn in Nederland. Bijna elke vogel in Nederland kan worden geteld, geringd en op de voet gevolgd door een leger aan vrijwilligers, en we worden daarbij niet gehinderd door geografische of klimatologische beperkingen. Hoe anders is het hier, waar zelfs het eerstvolgende dal al schier onbereikbaar is en we slechts kunnen ruiken aan de perifierie van het vogel wel-en-wee. In deze OHV naast het ringverslag een vergelijking van vangsten tussen zes ringstations gebaseerd op gegevens van trektellen.nl. Naast gegevens over trektellen, waarvoor de site oorspronkelijk in het leven werd geroepen, worden hier in toenemende mate vangstgegevens van ringstations en CES locaties gemeld. Een korte bijdrage van het eiland Schiermonnikoog waar dit voorjaar een roodmus met broedvlek werd gevangen, onomstotelijk bewijs van het broeden van deze soort op het eiland dit jaar.
Nadat in mei medewerker Christian Kamplichler VT verliet -omdat zijn contract was afgelopen- en gelukkig een leuke positie bij de collega’s van SOVON wist te vinden, vertrekt nu ook Woutéra van Andel. Woutéra was lange tijd werkzaam bij het Vogeltrekstation en voor veel ringers de reddende engel bij problemen met POOT, GRIEL en andere gegevensvragen. Woutéra vertelt in deze OHV zelf waarom ze weg gaat. We zullen haar missen, en wensen haar veel plezier toe in haar nieuwe baan. Op www.vogeltrekstation.nl is de vacature te bekijken die per direct beschikbaar is. Schuilt er onder de Nederlandse ringers een applicatiebeheerder met SQL kennis die het waagt GRIEL te beheren? Tenslotte: is dit de laatste papieren OHV? De redactie speelt met de gedachte om OHV voortaan alleen nog als pdf beschikbaar te stellen, met slechts een zeer beperkte papieren oplage. Lees de mededelingen achterin dit nummer! Henk van der Jeugd
Agenda 28 Juli 2012
certificering Ooijse Graaf
11 Augustus 2012
certificering Zwarte Meer
25, 26 augustus 2012
Dutch Bird Fair
1 september 2012
certificering Budel
8 september 2012
certificering Westenschouwen
22 september 2012
certificering Meijendel
29 september 2012
certificering Schiermonnikoog
24 november 2012
Landelijke dag SOVON/VBN 52e Ringersdag
8 december 2012
Inhoud Voorwoord
3
Agenda
3
Inhoud
3
Trektellen.nl: wat brengt dat ons?
4
Ringverslag 2011
5
In Memoriam: Wout Vuyk, ringer 309
17
Roodmus met broedvlek op Schiermonnikoog
17
Woutéra van Andel verlaat Vogeltrekstation
18
Terugmeldingen 2012-2
18
Mededelingen van het Vogeltrekstation
19
Op Het Vinkentouw - 3
Nummer 125, juli 2012
Wat is het toch heerlijk om bij het krieken van de dag in het veld te zijn aan het begin van een mooie CES ochtend (Christian Kampichler).
in januari 2011 op trektellen.nl stonden. Voor het onderstaande verhaal maakt het weinig uit of deze cijfers nog worden aangepast of niet. Het gaat ons namelijk niet om een volledig waterdicht verhaal, maar meer om trends. Voor het verhaal is wel belangrijk dat we gegevens hebben over het aantal uren dat er gevangen werd en over hoeveel meter mistnet er gebruikt werd. Het aantal uren dat er gevangen werd staat in de meeste gevallen netjes vermeld op trektellen.nl maar voor een aantal locaties wordt het aantal meters mistnet dat werd opgezet niet vermeld. In dit geval is navraag gedaan en wordt het verstrekte aantal meters gebruikt voor de berekeningen. Resultaten
Trektellen.nl: wat brengt dat ons? Robert Luttik en Ton Eggenhuizen Inleiding Na het ringen zij we telkens weer benieuwd wat er op de andere ringplaatsen zoal gevangen is en deze informatie is te halen op trektellen.nl. Je bent dan nieuwsgierig of de anderen het net zo goed hebben gedaan als jij en of ze bijvoorbeeld geluk hebben gehad door iets bijzonders te vangen. Sinds twee jaar ringt de eerste auteur op twee locaties (VRS van Lennep, Kennermerduinen en Vogelringgroep de Grauwe Gans, Oostvaardersdijk Almere) en kreeg hij het idee om de resultaten van de verschillende ringgroepen eens te vergelijken. Elke locatie heeft zo zijn eigen kenmerken: verschillende biotopen, het wel of niet gebruiken van slagnetten, wel of niet beschikken over elektriciteit, het aantal meters mistnet, wanneer en hoelang er geringd wordt. Zo zijn er waarschijnlijk nog wel een aantal punten op te noemen. Methode We gebruiken de gegevens die voor een zestal locaties (meer dan 5.000 gevangen vogels in 2010)
Het eerste dat opvalt in tabel 1 is dat twee locaties (meer dan honderd soorten gevangen hebben en dat de andere vier locaties tussen de 60 en 90 soorten hebben gevangen. Dit kan waarschijnlijk gedeeltelijk verklaard worden door het aantal dagen dat er gevangen is, maar ook uit het feit dat de banen in de duinen beschikken over slagnetten waardoor er een aantal soorten gemakkelijker gevangen kan worden dan op de andere locaties (denk hier bijvoorbeeld aan steltlopers die veelal op geluid gevangen worden). Om te kijken of de verschillen tussen de zes locaties verklaard kunnen worden door verschillen in vanginspanning is een multiple regressie gedaan van het aantal vogels en het aantal soorten op het aantal vangdagen, het aantal uren per vangdag, en het aantal meters net (tabel 3). De beste relatie (laagste P) is zowel voor het aantal gevangen vogels als het aantal gevangen soorten het aantal dagen dat er gevangen wordt. Het aantal uren per dag en het aantal meters net doen er dan niet toe (tabel 3). Het beeld hierboven beschreven voor 2010 wordt bevestigd als we dezelfde exercitie voor 2009 herhalen.
Tabel 1. Vangstgegevens van een zestal ringstations in Nederland uit 2010. Gegevens zijn ontleend aan www.trektellen.nl en aangevuld met informatie van de betrokken ringers (meters net). Vogelringstation Vogelringgroep De Grauwe Gans VRS AW-duinen VRS Castricum VRS het Gooi VRS van Lennep, Kennermerduinen VRS Schiermonnikoog
4 - Op Het Vinkentouw
soorten 63 87 139 64 116 74
vogels 6.608 7.745 16.839 8.824 12.547 14.083
dagen 46 107 259 89 209 158
uren 236 624 1289 465 1454 1846
vogels/ dag 144 72 65 99 60 89
uren/ dag 5,13 5,83 4,98 5,22 6,96 11,68
vogels/ uur 28 12 13 19 9 8
m. net 310 260 333 120 300 550
terug 1.211 1.121 1.697 1.869 1.116 3.081
Nummer 125, juli 2012 Tabel 2. Vangstgegevens van een zestal ringstations in Nederland op 12 dagen in 2010 dat er op alle zes locaties werd gevangen. vogels/ uren/ vogels/ vogels/ Vogelringstation soorten vogels uren dag dag uur uur/net m. net terug Vogelringgroep De Grauwe Gans 192 6,08 31 47 2.299 73 0.09 332 356 VRS AW-duinen 94 5,67 17 51 1.130 68 0.06 260 111 VRS Castricum 116 6,42 18 69 1.392 77 0.07 260 103 VRS het Gooi 176 7,00 25 46 2.115 84 0.21 120 336 VRS van Lennep, Kennermerduinen 78 6,92 11 55 931 83 0.04 311 99 VRS Schiermonnikoog 119 14,67 8 51 1.428 176 0.01 547 333
De analyse die we tot nu toe hebben uitgevoerd heeft betrekking op de ruwe gegevens. Om de efficiëntie van de ringplaatsen te kunnen bepalen is het het eerlijkst om alleen die dagen in de berekening mee te nemen waarop alle zes de ringplaatsen vogels geringd hebben. De veronderstelling hierbij is dan dat factoren zoals het weer minder invloed zullen uitoefenen op de uitkomst. Tabel 3. Relatie tussen aantal vogels en aantal soorten en aantal vangdagen, vanguren en meters net, gebaseerd op een multipele lineaire regressie analyse. Relatie Aantal vogels aantal dagen aantal uren / dag meters net Aantal soorten aantal dagen aantal uren / dag meters net
parameter T Model R2 = 0.92 43.72 164.77 4.32 Model R2 = 0.97 0.36 -6.13 0.05
VRS Castricum tussen 0.06 en 0.07 en bij de VRS van Lennep en de VRS Schiermonnikoog respectievelijk 0.03 en 0.01 (tabel 2). Van de laatste ringplaats is bekend dat zij de netten de gehele dag open laten staan en als hiervoor gecorrigeerd zou worden dan komt deze locatie ook op ongeveer 0.03 uit. Uit een regressieanalyse blijkt dat er geen relatie is tussen vanguren of meters net en de aantallen gevangen vogels op de zes locaties (alle P > 0,8).
P 0.05 0.80 0.73 0.02 0.14 0.42
In 2010 bleken hiervoor 12 dagen in aanmerking te komen: 25 juli, 1, 8 ,14 en 21 augustus, 5, 11 en 18 september, 3, 10 en17 oktober en 7 november (tabel 2). Gemiddeld worden er 53 verschillende soorten gevangen. Alleen bij Castricum worden er duidelijk meer soorten gevangen. De twee plaatsen in het midden van het land hebben juist de laagste soortendiversiteit. Dit wordt wellicht mede veroorzaakt door het feit dat beide locaties geen slagnetten gebruiken en daardoor niet specifiek met geluid reageren op overvliegende vogels. De twee locaties in het binnenland vangen wel de meeste vogels: meer dan 2.000 vogels tegen 900 tot 1.400 op de andere locaties. Dit schept echter een vertekend beeld want om dit geheel vergelijkbaar te maken moeten nu het aantal uren en het aantal meter mistnet in de berekening betrokken worden. Na deze correctie blijkt dat bij de VRS het Gooi per uur per meter net 0.21 vogels gevangen te worden, bij de Vogelringgroep de Grauwe Gans 0.09, bij de VRS AW-duinen en de
Figuur 1. Druipnet VRS Castricum (VRS Castricum).
De eindconclusie van dit rekenwerk is dat –na controle voor verschillen in het aantal vangdagener grote verschillen in zowel het aantal gevangen soorten als het aantal gevangen vogels blijven bestaan. Deze worden niet veroorzaakt door verschillen in de netlengte of het aantal vanguren per dag. Kennelijk zijn er dus andere kenmerken, zoals ligging en habitat, die de verschillen tussen de onderzochte ringstations veroorzaken. Robert Luttik en Ton Eggenhuizen Noot redactie: Dit is slechts een vingeroefening. Natuurlijk gaat het er niet om om het aantal vogels te optimaliseren (lees “zo veel mogelijk te vangen”). Het is echter wel goed om te beseffen waardoor de vogelaantallen beïnvloed worden. Het is daarmee ook van groot belang om de basisgegevens (aantal uren gevangen, aantal netten, welke netten) goed bij te houden. Op Het Vinkentouw - 5
Nummer 125, juli 2012
Ringverslag 2011 Henk van der Jeugd & Woutéra van Andel In het hier gepresenteerde overzicht zijn alle ringen terugmeldgegevens verwerkt zoals bekend bij het Vogeltrekstation op 12 juni 2012. De gepresenteerde gegevens zijn deels nog niet gechecked op fouten. Dit verslag volgt dezelfde indeling als dat over 2010 (OHV 123). Bij de terugmeldingen wordt onderscheid gemaakt tussen terugmeldingen van vogels met een Nederlandse ring in het buitenland, vogels met een buitenlandse ring in Nederland, en vogels met een Nederlandse ring in Nederland. Een aantal soorten dat in eerdere ringverslagen voorkwam is verdwenen omdat duidelijk is geworden dat de waarnemingen van deze soorten op invoerfouten berustten. Andere soorten zijn weer toegevoegd nadat deze ten onrechte uit eerdere verslagen waren verwijderd. Het opschonen van het ringverslag en de database is een doorgaand proces. Zo staan er ook nog vangsten in van vogelsoorten die officieel niet op de Nederlandse lijst staan. Deze gevallen zullen de komende tijd onder de loep worden genomen. Net als in het vorige verslag (OHV 123) is er ook in dit verslag een aantal taxonomische wijzigingen. We volgen zoveel mogelijk de indeling volgens de BOU omdat deze in de meeste EURING landen wordt gehanteerd (De Nederlandse lijst volgens de CSNA onderscheidt meer taxa op soortniveau, maar deze visie wordt in veel EURING landen – nog- niet gedeeld). In het vorige verslag werd al uitgelegd hoe de indeling van het grauwe klauwier complex, tegenwoordig met onderscheid tussen grauwe, Turkestaanse en Daurische klauwier ertoe heeft geleid dat de oude EURING code voor grauwe klauwier, 15150, nu grauwe klauwier sp. heet, omdat deze code geen onderscheid maakt tussen de drie bovengenoemde soorten. Hetzelfde geldt voor de klapeksters, de water- en oeverpiepers (zie OHV 123 voor een uitgebreide bespreken van deze soortgroep) en een aantal andere soortgroepen. Nog steeds zijn we bezig met de revisie van taxonomie en naamgeving. Dit proces is nog lang niet afgerond. Omdat het moeilijk is alle taxonomische wijzigingen in de huidige EURING code op logische wijze in te bedden is onlangs binnen het bestuur van EURING de intentie uitgesproken de huidige EURING code te gaan verlaten en te verangen door een universeel coderingssysteem dat alle vogelsoorten van de 6 - Op Het Vinkentouw
wereld omvat zoals dat nu in ontwikkeling is door het team achter Birds of the World. De introductie van deze nieuwe code zal echter nog wel enige tijd duren, en u zult hier binnenkort meer over gaan horen. Er is nu ook voor gekozen om niet gangbare ondersoorten uitsluitend aan te duiden met hun latijnse naam en niet langer met de Nederlandse naam om te voorkomen dat er een ratjetoe aan naamgevingen bestaat bij soorten waarvan sommige ondersoorten wel, en andere geen nederlandse naam hebben. Alleen bij de zeer gangbare ondersoorten, waar bovendien alle ondersoorten een Nederlandse naam hebben, is de Nederlandse naam gehandhaafd (bijvoorbeeld zwartbuik, witbuik- en zwarte rotgans). De volgorde van de soorten volgt de EURINGcode. Daarom is de volgorde niet strict taxonomisch omdat sommige soorten pas later zijn toegevoegd met een hoge EURING-code en dus onderaan de lijst staan. Exoten worden tussen haakjes geplaatst. Soms worden grote aantallen niet op soort gedetermineerde vogels genoemd. Het betreft hier vrijwel zonder uitzondering (zéér) oude vangsten uit de tijd dat de kennis over determinatie van soorten in de hand nog veel geringer was dan nu. Voorbeelden zijn eend sp. (113, allemaal van vóór 1960), stern sp. (133, vóór 1970), alk sp. (21, uit 1990 en 2005, asielvogels), roodstaart sp. (35, alle uit 1947), karekiet sp. (69, vóór 1960), en mees sp. (391, van vóór 1960 en betreft meest matkop / glaskop). Gelukkig komt dit nu vrijwel nooit meer voor. Tabel 1. Aantal geringde en teruggemelde vogels sinds 2001. Jaar 2011 2010 2009 2008 2007 2006 2005 2004 2003 2002 2001
Aantal geringd 265.424 289.157 252.693 285.150 249.616 229.586 270.156 247.119 268.356 239.629 222.590
Aantal teruggemeld 51.170 52.558 78.321 82.763 58.562 56.559 58.500 56.738 69.431 68.799 69.755
Het aantal geringde vogels in 2011 ligt met ruim 265 duizend hoger dan wat in de ringverslagen over 2009 en 2010 werd gepresenteerd. Na de publicatie van die beide ringverslagen zijn echter
Nummer 125, juli 2012
Omdat na de publicatie van de ringverslagen altijd meer gegevens worden ingevoerd, tot vele jaren na de ringdatum, worden hier de op dit moment in de database aanwezige aantallen geringde en teruggemelde vogels gegeven sinds 2001 (tabel 1). In 2010 werden er meer vogels geringd dan ooit tevoren, maar 2011 kan daar nog over heen gaan wanneer alle gegevens zijn ingevoerd. Figuur 1 toont het aantal geringde vogels per jaar sinds 1911. Vanaf 1991 zijn alle geringde vogels digitaal aanwezig, daarvóór loopt het aantal ingevoerde gegevens achter bij het aantal dat in de jaarlijkse ringverslagen is opgegeven. Circa 3,5 miljoen ringgegevens wachten nog op vertoetsing! Sinds 1991 is het aantal jaarlijks geringde vogels gemiddeld met bijna 5.000 per jaar gestegen. 300
ringverslagen database, alles ingevoerd
Aantal geringde vogels x 1000
250
database, deels ingevoerd
100 90
35%
teruggemeld verhouding teruggemeld / geringd
30%
80 25%
70 60
20%
50 15%
40 30
10%
20 5%
10 0 1911
1931
1951
1971
1991
Verhouding teruggemeld / geringd
Aantal teruggemelde vogels x 1000
nog veel gegevens ingevoerd, en de verslagen geven daarom een vertekend beeld. Op dit moment zijn er 289.157 geringde vogels uit 2010 aanwezig in de database (ruim 40 duizend méér dan in het gepubliceerde ringverslag over dat jaar), terwijl uit 2009 252.693 geringde vogels aanwezig zijn (15 duizend méér dan het gepubliceerde ringverslag over dat jaar). Ook uit 2011 zullen nog meer ringgegevens worden ingevoerd. Zo ontbreken nog gegevens van ganzen die binnenkort vanuit geese.org worden toegevoegd.
0% 2011
Figuur 2. Aantal teruggemelde vogels en de verhouding tussen terugmeldingen en ringgegevens sinds 1911.
Net als het aantal geringde vogels is ook het aantal teruggemelde vogels sinds 1911 enorm toegenomen. Met name sinds het midden van de jaren 70 is het aantal terugmeldingen relatief sneller gestegen dan het aantal ringgegevens. Dit komt, achtereenvolgens, door de introductie van mistnetten, kleurringen, het invoeren van ‘eigen’ terugmeldingen (sinds 1991) en de introductie van CES en RAS die veel terugmeldingen opleveren. Hoewel er bij sommigen vrees bestaat dat de introductie van GRIEL een negatief effect heeft gehad op het aantal publieke terugmeldingen, blijkt dit niet uit de cijfers. Publieke terugmeldingen maken maar een klein (maar belangrijk!) deel van alle terugmeldingen uit (circa 5.000 per jaar), en dit aantal is niet gedaald. Verklaring van de gebruikte termen
200
Geringd (ringed): 150
Pull: nestjong, nog niet vliegvlug (euringcode 1) Pull: nestling or chick, unable to fly (euringcode 1) 1kj: eerste kalenderjaar (euringcode 3) 1kj: first calender year (euringcode 3) Vg: volgroeid (euringcode 2 en >3) Vg: full grown + adult (euringcode 2 and >3)
100
50
0 1911
1931
1951
1971
1991
2011
Figuur 1. Aantal geringde vogels per jaar sinds 1911. Sinds 1991 (rode lijn) zijn alle ringgegevens digitaal aanwezig. De donkerblauwe lijn toont wat er van vóór 1991 aanwezig is in de database, de lichtblauwe lijn toont wat er volgens de ringverslagen geringd zou moeten zijn.
In 2011 werden 51.170 vogels teruggemeld. Dit is nagenoeg gelijk aan het aantal in 2010, maar lager dan de aantallen in 2009 en in 2008 (zie tabel 1). Dit wordt vermoedelijk veroorzaakt door het nog ontbreken van een deel van de terugmeldingen van vogels met kleurringen.
Teruggemeld (recoveries and recaptures) NL-b: Nederlandse ring teruggemeld in het buitenland. NL-b: Dutch ring recovered abroad b-NL: Buitenlandse ring teruggemeld in Nederland b-NL: Foreign ring recovered in the Netherlands NL-NL: Nederlandse ring teruggemeld in Nederland NL-NL: Dutch ring recovered in the Netherlands Totaal: Totaal aantal terugmeldingen Totaal: total number of recoveries Henk van der Jeugd & Woutéra van Andel
[email protected] Op Het Vinkentouw - 7
Nummer 125, juli 2012 Geringd 2011
_ Code
soort
00020
roodkeelduiker
pull
1 kj
vg
_ 1911-2011 _
totaal
totaal 23
parelduiker
5
00040
ijsduiker
2
00050
geelsnavelduiker
00070
dodaars
00090
fuut
1
4
5
1,230
24
12
7,344
7,380
1
00120
geoorde fuut
1
1
12
00220
noordse stormvogel
4
4
73
stormvogeltje
00710
jan-van-gent
00720
aalscholver
00721
aalscholver ssp. carbo
00722
aalscholver ssp. sinensis
00800
kuifaalscholver
00950
roerdomp
00980
woudaap
01040
kwak
01190
kleine zilverreiger
01210
grote zilverreiger
01220
blauwe reiger
01240
purperreiger
01310
zwarte ooievaar
01340
ooievaar
01360
zwarte ibis
01440
lepelaar
01470
Europese flamingo
01520
knobbelzwaan
01531
fluitzwaan
01532
kleine zwaan
01540
wilde zwaan
01560
zwaangans
01570
rietgans sp.
01571
taigarietgans
01574
toendrarietgans
01580
kleine rietgans
01590
kolgans
01591
kolgans spp. albifrons
01592
Kolgans ssp. flavirostris
01600
dwerggans
01610
grauwe gans
01613
soepgans
01620
indische gans
01630
sneeuwgans
8 - Op Het Vinkentouw
1
149
8
vaal stormvogeltje
1
16
122
3
00550
3
totaal
14
roodhalsfuut
00520
12
_
NL-NL
13
kuifduiker
grauwe pijlstormvogel
1
b-NL
2
00110
noordse pijlstormvogel
NL-b
1,150
00100
00460
2011
NL-b b-NL NL-NL totaal
00030
00430
Teruggemeld _ _ 1911-2011
1
4
6
1
3
4
7
152
2 1
1
4
141
2
2 1
1
15
4
4
1
2
3
28 3 3
4
3
185
7
12,247
1
2
1
3
12
239
26
277
18
3
22
1,266
1,620
891
3,777
4
7
15
11
13
39
1 92
92
387
3
1 4
7
11
3
3
672
30
19
74
123
15
5
19
39
1
8
10
19
6
4
277
287
421
4,358
5,714
177
641
29 2
2
6
7
13
31,060
13
13,762
13
63
1,626 2
2
194 6
63
1 2 1
1
9
11
935
1
2
464 3
14
2
19
921
4,509
953
20,966
26,428
169 24,881
60
49,595
74,536
724
13,055
14,767
2 606
14
2
622
12,158
279
53
589
264
1
1
266
8,819
67
3
99
17
179
177
373
22,456
22
25
147
548
1
2
2
1
1
194
988
12
13
83
1,863
179
2,125
1
1
1
206
6
213
4
4
1,774
1,871
561
4,206
1
4
1
6
7
7
178
63
31
272
3
236
91
83
410
153 11,962
618
13,102
25,682
4
12
23
1 2
2
32
1
1 14,574 7 5
35
40
2,653
2
2
1,973
2
1
335
516
851
48,122
63
7
588
2
5
5
7
15
56
3,695
83 5
7
7 2
6 21
20
1
2 131
7
2
23
68
77
2
2
7
544 1
1
1
4,936
131 43,761
49,241
2
2
11
12
2
2
Nummer 125, juli 2012 Geringd 2011
_ Code
soort
01659
gans sp.
01660
canadese gans
01661
grote canadese gans
01664
kleine canadese gans
01670
brandgans
01681
zwartbuikrotgans
01682
witbuikrotgans
01690
roodhalsgans
01700
nijlgans
01710
casarca
01730
bergeend
01770
carolinaeend
01780
mandarijneend
01790
smient
01820
krakeend
01840
wintertaling
01860
wilde eend
01890
pijlstaart
01900
bahamapijlstaart
01910
zomertaling
01940
slobeend
01949
eend sp.
01960
krooneend
pull
1 kj
vg
_ 1911-2011 _
totaal
totaal
30
39
69
286
3
3
3
63
178
242
9,467
12
1
1
2,116
1
203
38
192
433
1021
1
2
3
2
16 1
10
27
49
4
11
16
3
23
10
54
6
8
252
10
33
28,369
4
2
7
8
15
2,496
1
1
43
137
180
57,430
8
307
612
973
40,688
5
5
5
12,776
3
96
28
127
1
1
2
548
401
570
1,519
65
205
950
1,220
29
2
1
3
2
6
4
56
1,897
1,957
10
54
7 2
252
1
374
181
609
1
24
1
3
1
2,203
2,207
2,369
168
850
3,387
93
119
464
1
9
7,217
953
2,451
10,621
122
151
2,165
2,505
5,636
10,306
1
1,697
119
900
2,716
19 17
11
28
2
2
6,411
688
19
153
860
7,744
1,008
169
310
1,487
113
2
141
3
4
29
36
889
93
235
73
401
5
1
1
2
264
1,104
eider
02120
ijseend
02130
zwarte zee-eend
683
02150
grote zee-eend
69
02180
brilduiker
11
9
20
3,878
2
2
21,710
2
1
1
184 1
33
1
35
16
18
1,113
324
7,728
9,165
1
1
1
9
4
18
31
3
1
4
26
3
41
1
45
6 21
2
23
57 2
656
1
02200
nonnetje
30
02210
middelste zaagbek
15
02230
grote zaagbek
02550
5 1
23
topper
02510
totaal
10
02060
zeearend
3
1,994
02040
rode wouw
10
1
kuifeend
02430
_
NL-NL
2
02030
02390
1
3
tafeleend
wespendief
b-NL
3 1
witoogeend
zwarte wouw
NL-b
4
02020
02380
2011
NL-b b-NL NL-NL totaal
01980
02310
Teruggemeld _ _ 1911-2011
55
1
1
18
2
57
1,290
1
3
3
1
13
27
5
7 3
14 39
4
15 3
6
1
2
11
vale gier
4
4
monniksgier
1
1
18,685
20
3,050
3
2
8
10
378
2
4
10
5
9
71
02600
bruine kiekendief
371
2
02610
blauwe kiekendief
19
1
7
10
268
60
510
838
1
1
77
24
249
350
02630
grauwe kiekendief
104
1
105
1,724
16
16
75
9
60
144
02670
havik
632
12
18
662
25,516
3
2
104
109
195
71
2,507
2,773
02690
sperwer
673
97
62
832
42,647
4
6
89
99
697
755
4,668
6,120
02692
siberische sperwer
02870
buizerd
1,186
231
322
1,739
45,717
12
9
302
323
594
452
5,356
6,402
1
Op Het Vinkentouw - 9
Nummer 125, juli 2012 Geringd 2011
_ Code
soort
02871
steppebuizerd
02900
ruigpootbuizerd
02920
schreeuwarend
pull
1 kj
vg
_ 1911-2011 _
totaal
totaal
11
10
21
50
steppenarend
2 1
02980
dwergarend
1
03010
visarend
03040
torenvalk
03070
roodpootvalk
03090
smelleken
03092
smelleken ssp. subaesalon
03100
boomvalk
44
03200
slechtvalk
100
03320
korhoen
03580
rode patrijs
03670
patrijs
1
2
3
2,241
03700
kwartel
10
392
402
1,914
03940
fazant
04070
waterral porseleinhoen
04110
kleinst waterhoen
04210
kwartelkoning
04240
waterhoen
04290
meerkoet
04330
kraanvogel
04460
grote trap
04500
scholekster
04550
steltkluut
04560
kluut
04590
griel
04690
kleine plevier
279
278
3,866
137,584
5
5
180
1
5
50
3,480
2
2
104
558
49
583
49
3
3
6
3,829
407
105
512
14,008
10
30
40
1,082
12
1
10 - Op Het Vinkentouw
1
20
10
37
2
12
4
4
57
11
125
193
15
29
22
185
130
337
77
77
1
1
6
2 82
88
34
15
46
95
3
3
10
621
634
31
52
24
945
1021
17
28
42
50
1
4
7
12
3 3
1
27 2
2
11
5
3
8
9
300
146
1,627
2,073
17
19
429
252
44,605
45,286
2 1 349
69
411
829
93,536
2
19
18,255
1
31
18
230
253
1,759
1,192
3
5
1
9
1
1
8
10
299
136
765
1,200
2
4
1
1
59
11
341
411
1
3
76
65
1,455
1,596
1
1
756
851
14 73
4
50
127
5,294
2
6
8
16
4,680
10
10
1
1
5,653
8
8
57
45
3,936 4,171
3 614
8,107
136,789
38
32 15,881
13
3
110
126
1,822
56
3,685
4
6
19
70
123
3,445
190
3,432
7,067
167
522
248
937
1
1
2 2
1
34 80 5
3,306
234
435
1,283
176,442
2
2
21
369
390
12,448
1
4
15
15
24
68
74
1,518
76
124 1
1
2
1
1,807
164 35
18,832
6
1
32
6
2
5
97 17
1
drieteenstrandloper
1 7
1
1
kanoet ssp. islandica
18,799
2
aziatische goudplevier
04970
17
15,931
26,422
amerikikaanse goudplevier
04962
1
824
24,886
04842
kanoet ssp. canutus
16 2,044
52
04840
04961
462
226
strandplevier
Kievit
1 436
1
28
morinelplevier
Kanoet
4
18
184
04820
04960
5
24
04770
04930
8
30
14
Zilverplevier
1 22
690
bontbekplevier ssp. tundrae
noordelijke goudplevier
5
16 1
04702
04860
totaal
29
35
04852
6
10
bontbekplevier
goudplevier
_
NL-NL
1
bontbekplevier ssp. hiaticula
zuidelijke goudplevier
2
6
04701
04851
4
5 3,309
04700
04850
b-NL
1
arend sp.
klein waterhoen
NL-b
1
02979
04100
2011
NL-b b-NL NL-NL totaal
02940
04080
Teruggemeld _ _ 1911-2011
3
2
1
1
2
4
14
24
11
49
Nummer 125, juli 2012 Geringd 2011
_ Code
soort
05010
kleine strandloper
pull
1 kj
vg
_ 1911-2011 _
totaal
totaal
Teruggemeld _ _ 1911-2011
2011
NL-b b-NL NL-NL totaal
615
05020
temmincks strandloper
26
05080
siberische strandloper
1
05090
krombekstrandloper
05100
paarse strandloper
05120
bonte strandloper
05121
bonte strandlopper ssp. alpina
292
05122
bonte strandlopper ssp. arctica
7
05123
bonte strandlopper ssp. schinzii
178
05140
breedbekstrandloper
05160
blonde ruiter
05170
kemphaan
05180 05190 05200
poelsnip
05270
grote grijze snip
05290
houtsnip
5 87
5 487
574
NL-b 5
b-NL 10
_
NL-NL 1
1
534 648
4
47,443
9
4
totaal 16 1
10
4
4
4
28
214
246
14
13
495
1,050
647
2,192
9
9
1
1
8 1 143
693
836
29,186
10
3
25
38
433
128
455
1016
bokje
11
23
34
1,237
33
1
30
64
watersnip
20
67
87
14,446
547
147
254
948
5 1 20
05320
grutto
127
05321
grutto ssp. limosa
257
05322
grutto ssp. islandica
05340
rosse grutto
05380
regenwulp
05410
wulp
05450
zwarte ruiter
05460
tureluur
05461
tureluur ssp. totanus
05462
tureluur ssp. robusta
05480
groenpootruiter
12
26
46
2,472
4
1
1
6
239
42
113
394
3
3
84
90
753
66
1,163
1,982
8
8
7
2
81
90
64
310
470
51
190
43,246
66
323
3,591
1032
1059
15,552
1 27 2
5
7
3,071
9
4
1
14
9,778
1
3
4
611
194
28
34
256
28,504
1
5
3
24
29
96 68
17
7
92
1
3
1
5
419
79
305
803
14
4
1
2
32
35
391
214
1,149
1,754
3
3
69 1,233 13
21
34
2,147
135
66
201
3,782
6
5
11
652
05530
witgat
05540
bosruiter
05560
oeverloper
38
18
56
3,664
05610
steenloper
116
83
199
8,540
05640
grauwe franjepoot
05650
rosse franjepoot
2
05659
steltloper sp.
4
05660
middelste jager
05670
kleine jager
05680
kleinste jager
05690
grote jager
05750
zwartkopmeeuw
05760
lachmeeuw
05780
dwergmeeuw
05820
kokmeeuw
05850
dunbekmeeuw
05900
stormmeeuw
05901
Stormmeeuw ssp. canus
05902
russische stormmeeuw
05910
kleine mantelmeeuw
5
2
1 1
5
2
6
18
16
13
44
73
1
61
11
7
79
3
21
8
18
47
8
6
1
15
1
1
20
21
22
63
138
149
77
927
6,284
7,288
1
1
61
1
1
4 5
8
3 16 213
7
220
4,282
41
9
4
54
1026
8 1
1
156
2
158
78
185
1,289
1 194
1
16
1 6
23
1,248
113
435
1,796
266,830
189
352
349
890
8,331 37,745 144,632 190,708
2
8
120
130
63,360
14
49
32
95
1,384
3,817
4,131
9,332
3
73
76
3477
14
7
21
78
13
671
762
2
2
173
1
24
146
743
34,556
52
1
573
117
1
1
2
4
2
49
55
147
316
673
1,472
2,713
4,858
Op Het Vinkentouw - 11
Nummer 125, juli 2012 Geringd 2011
_ Code
soort
pull
1 kj
05911
kleine mantelmeeuw ssp. fuscus
05912
kleine mantelmeeuw ssp. graellsii
05913
kleine mantelmeeuw ssp. intermedius
05920
zilvermeeuw
05921
zilvermeeuw ssp. argentatus
71
05928
zilvermeeuw ssp. argenteus 385
05922
heuglins meeuw
05926
vg
_ 1911-2011 _
totaal
totaal 4,113
3
57
131
104,540
1
1
25
05927
pontische meeuw
1
1
13
05980
kleine burgemeester
05990
grote burgemeester
06000
grote mantelmeeuw
06009
meeuw sp.
1
06010
ross' meeuw
1
06020
drieteenmeeuw
06050
lachstern
06060
reuzenstern
33
1
805
4
stern sp.
06260
witwangstern
06270
zwarte stern
06280
witvleugelstern
1
06340
zeekoet
1
06359
alk sp.
7
10
30
839
68,786
7
68
1
1
132
1,138
1
23
5
28
26
980 1
2
122
1 1
1
3
127
17
1
75
93
1,585
907
854 6,546
9,038 2
297
1,345
1,311
8,141
10,797
27
40
55
576
671
3
2
3
8
4,947
1
1
1
3
88
46
182
316
7
3
33
43
58
35
394
487
1
5
6
51
475
178
704
1
1
11
152
133 443 4
345
620 5
969
15,163
1
403
6
3,120 21
1
1
204
1 2
9,566
06840
turkse tortel
7
93
155
255
14,917
07610
60
1
25
12,941
steenuil
109
243
186
oehoe
11
1
400
07570
98
34
80
07440
447
1
123
dwergooruil
294
20
4
kerkuil ssp. guttata
120
7,590
186
07390
33
155,147
91
07352
217
240
102
kerkuil
185
2,193
houtduif
kerkuil ssp. alba
37,066
43
84
holenduif
07351
24,592
134
272
06700
07350
9,520
8
1
06680
koekoek
2,954
3
185
kleine alk
halsbandparkiet
361
55
155
papegaaiduiker
07240
53
1736
06540
07120
1
297
06470
zomertortel
651
152
2
2
dwergstern
tortel sp.
155
392
107
2
854
06259
06919
60
7
5
06240
06870
2
1
32
73
visdief
alk
172
3
totaal
10 2
noordse stern
zwarte zeekoet
166
_
NL-NL
6
2
06160
06380
27
b-NL
1
06150
06360
23
9
geelpootmeeuw
grote stern
5 2
805
dougalls stern
NL-b
6
500
06140
2011
NL-b b-NL NL-NL totaal
82
06110
Teruggemeld _ _ 1911-2011
1
1
2
140 4
4
10
11
13 381
1 1
14
14
18
29
456
503
33
34
156
81
1028
1,265
12
12
78
57
826
961
93
4
67
164
1
1
4,249 2
15
17
45
32
3
11
46
2,220
4,345
63
286
4,694
95,096
2
3
5 86
1
16
32
3
3
3
3
25
12
60
97
1012
1060
1008
869
21,321
23,198
4
4
10
10
1
1
1
38
39
1 2
19
1
3
5
9
3,576
2 19
441
4,036
44,129
5
1
1,062
1,068
63
76
11,759
11,898
bosuil
318
6
49
373
17,270
1
1
98
100
81
56
3,152
3,289
07670
ransuil
50
63
52
165
15,687
79
79
175
145
2,396
2,716
07680
velduil
6
1
4
11
2,117
41
11
159
211
12 - Op Het Vinkentouw
Nummer 125, juli 2012 Geringd 2011
_ Code
soort
07700
ruigpootuil
07780
nachtzwaluw
07950
gierzwaluw
08310
ijsvogel
08400
bijeneter
08460
hop
08480
draaihals
08550
grijskopspecht
08560
groene specht
08630
zwarte specht
pull
1 kj
vg
_ 1911-2011 _
totaal
totaal
12
23
488
1
1
5
3
12
20
739
22,743
67
67
39
10
603
652
101
16
117
4,810
18
18
54
126
534
714
3
3
5
38
47
8 18 43
28
71
1,648
2
4
4
kleine bonte specht
09610
kalanderleeuwerik
200
182
1,975
1
3
201
205
927
5
11
36
52
382
10,001
23
2
2
17
3
26
558
09740
boomleeuwerik
158
3
80
241
2,186
09760
veldleeuwerik
263
8
645
916
94,264
huiszwaluw
10020
grote pieper
10040
mongoolse pieper
10050
duinpieper
10080
siberische boompieper
10090
boompieper
180
8
9
1,930
1,947
4
4
1
1
49
51
2
3
1
kortteenleeuwerik
zwaluw sp.
180
1
kuifleeuwerik
10019
4
6
09720
10010
3
4
09680
oeverzwaluw
3
1
middelste bonte specht
boerenzwaluw
7 552
1 1
5
5
4
3
36
43
11
12
119
36
614
769
1
1
2
453 19 1,959 4,145 6,583 304
6,104
132,186
12
8
1451
1471
475
459
18,285
19,219
8,008 2,581 17,172
610,805
34
20
1015
1069
874
319
15,863
17,056
1
66
67
25
31
925
981
1
2
212
374
890
31,965 9
1
1
91
1
1
75
1
1 1 34
245
108
353
11,569
1743
866
2,643
192,915
10110
graspieper
10120
roodkeelpieper
10140
waterpieper/oeverpieper
10141
waterpieper
7
2
9
911
10142
oeverpieper
2
21
23
503
10143
oeverpieper ssp. littoralis
7
1
8
1,556
10159
pieper sp.
1
1
8
8
9
4
159
172
35
37
394
86
729
1,209
1
1
4 19
3 5
7
2
4
2
8
1
15
4
20
17
2
84
103
7
gele kwikstaart
10172
engelse kwikstaart
81
10173
noordse kwikstaart
45
10180
citroenkwikstaart
10190
grote gele kwikstaart
18
135
18
171
6,564
10200
witte kwikstaart
41
239
221
501
31,117
10201
witte kwikstaart ssp. alba
89
1
4
10202
witte kwikstaart ssp. yarrellii
17
17
352
2
10239
kwikstaart sp.
181 20
pestvogel
10500
waterspreeuw
3
2
10170
10480
1
347
08870
09920
1
totaal
4
08830
09810
_
NL-NL
5
grote bonte specht
strandleeuwerik
b-NL
6
grote bonte specht ssp. major
leeuwerik sp.
NL-b
388
08761
09799
2011
NL-b b-NL NL-NL totaal 3
08760
09780
Teruggemeld _ _ 1911-2011
11
226
100
337
14,388
1
1
1 2
18
20
16
33
32
81
96
89
336
521
3
1
6
5
16
5
26
1
1
5
10
Op Het Vinkentouw - 13
2
Nummer 125, juli 2012 Geringd 2011
_ Code
soort
pull
10503
waterspreeuw ssp. aquaticus
1 kj
vg
_ 1911-2011 _
totaal
totaal
Teruggemeld _ _ 1911-2011
2011
NL-b b-NL NL-NL totaal
NL-b
b-NL
_
NL-NL
totaal
2
10660
winterkoning
21
1138
856
2,015
101,524
10840
heggenmus
5
1,934
1033
2,972
117,090
10940
alpenheggenmus
10990
roodborst
11030
noordse nachtegaal
22
1
1
2
7,496 1,716
9,234
257,213
1
1
27
834
834
33
29
24,221
24,283
4
4
912
920
82
163
17,752
17,997
12
15
1,651
1,678
510
578
28,046
29,134
11040
nachtegaal
920
174
1094
19,663
3
204
207
61
7
1,952
2,020
11060
blauwborst
534
232
766
12,904
6
242
248
88
38
2,754
2,880
11061
roodsterblauwborst
1
1
134
1
5
6
11062
witsterblauwborst
260
191
451
7,381
244
258
88
97
3,054
3,239
11130
blauwstaart
8
9
9
11170
perzische roodborst
1
4
1
1
11210
zwarte roodstaart
11220
gekraagde roodstaart
11289
roodstaart sp.
11370
paapje
11390
roodborsttapuit
11394
aziatische roodborstt.
11460
tapuit
11462
groenlandse tapuit
11700
goudlijster
11860
beflijster
11861
beflijster ssp. torquatus
11862
Beflijster ssp. alpestris
11870
merel
11950
vale lijster
11980
kramsvogel
12000
zanglijster
1 6
26
12
44
6,362
227
296
201
724
60,122
9
5
2
1
1
19
9
36
64
42
44
106
52
932
1,090
13
6
76
95
62
64
42
11
304
357
4
4
18
4
1,488
1,510
35 43
9
52
8,927
28
220
74
322
11,477
280
10
69
359
10,680
3
7
10
264
4
4
2
1
1
2
3
4
27
31
998
1
1
1
5,139 2,827
8,111
327,535
6
6
9
3
21
33
14
1,882
1,934
1,346
972
43,376
45,694
1
4
238
94
280
612
1
238
242
1,054
169
4,460
5,683
13 145
38
5 42
94
93
187
36,642
3
2,454
621
3,117
129,969
3
12001
Zanglijster ssp. philomelos
48
2
50
1,402
1
1
3
6
9
12002
zanglijster ssp. clarkei
37
1
38
483
1
1
1
16
17
1,076
618
1,694
109,008
39
40
495
91
1,409
1,995
138
15
143
296
12010
koperwiek
12012
Koperwiek ssp. coburni
12020
grote lijster
12069
lijster sp.
12200
cetti’s zanger
12260
graszanger
12330
siberische sprinkhaanzanger
12350
kleine sprinkhaanzanger
12360
sprinkhaanzanger
12370
krekelzanger
12380
snor
12410
zwartkoprietzanger
12420
waterrietzanger
1
66 4
4
3
11
9,358 3
7
11
18
215
1
9
10
3
5
64
72
3
182
185
66
16
2,148
2,230
2
2
27
5
330
362
5
1
5
11
936
418
10,417
11,771
1
1
4
4
12 8 2 853
255
1,108 1
6
44
370
7,013
13
598
4,085
96,653
2
29 19
1 326
18,566
3
1
1
1
33
37
2 13
12430
rietzanger
12470
veldrietzanger
2
12480
struikrietzanger
1
1
2
726
472
1,198
44,555
7
2
165
174
132
90
4,623
4,845
448 10,372 4,114 14,934
555,829
242
105
2,371
2,718
6,129
2,559
61,584
70,272
12500
bosrietzanger
12510
kleine karekiet
14 - Op Het Vinkentouw
4
2,912 1,169
57
21
910 1
988 1
Nummer 125, juli 2012 Geringd 2011
_ Code
soort
12512
kleine karekiet ssp. fuscus
12530
grote karekiet
12549
karekiet sp.
12550
vale spotvogel
12560
kleine spotvogel
12590
spotvogel
pull
1 kj
vg
_ 1911-2011 _
totaal
totaal
Teruggemeld _ _ 1911-2011
2011
NL-b b-NL NL-NL totaal
NL-b
b-NL
_
NL-NL
totaal
1 5
7
12
7,361
1
1
2
48
39
350
437
17,186
59
59
16
15
810
841
1
1
69 2 11 133
135
165
433
12600
orpheusspotvogel
2
1
3
20
12650
baardgrasmus
1
1
2
11
12670
kleine zwartkop
12730
sperwergrasmus
15
461
899
22,847
1 1
1 1
6 15 388
511
1
147
148
31
36
36
23
2,087
2,141
12740
braamsluiper
12742
braamsluiper ssp. blythi
12743
braamsluiper ssp. halimodendri
1
1
12750
grasmus
24
1,604
955
2,583
51,524
3
1
616
620
70
28
5,478
5,576
12760
tuinfluiter
28
1,872
1064
2,964
104,891
14
4
406
424
284
205
8,558
9,047
12770
zwartkop
26 19,966 7,687 27,679
334,489
61
66
1,075
1,202
1,401
1005
12,390
14,796
12779
grasmus sp.
1
12930
grauwe fitis
29
12950
noordse boszanger
19
12980
pallas' boszanger
2
2
4
13000
bladkoning
7
7
2
57
59
13001
bladkoning ssp. inornatus
5
13002
bladkoning ssp. humei
3
13010
raddes boszanger
13030
bruine boszanger
13070
bergfluiter
13080
fluiter
4
13110
tjiftjaf
18
13111
tjiftjaf ssp. collybita
13112
tjiftjaf ssp. fulvescens
13113
tjiftjaf ssp. tristis
13114
tjiftjaf ssp. abietinus
13115
iberische tjiftjaf
13120
fitis
13122
fitis ssp. acredula
4 1
65 20
41
61
897
15 1
1
2
33
20
1,561
1
5,033 5,419 10,470
4
12
212,738
13
1
27
16
16
203
2,579 2,235
4,814
256,225
1
1
35
13140
goudhaan
528
306
834
119,670
13150
vuurgoudhaan
220
59
279
13,035
40
44
218
19,567
13430
kleine vliegenvanger
13480
withalsvliegenvanger
13490
bonte vliegenvanger
13640
baardman
14130
(blauwvleugelminla)
14280
(withals-kuiftimalie)
14370
staartmees
2
2
1388
382
4
4
1
1
1,335
1,364
1
1
5
6
1
1
8
10
234
18,686
19,302
1
38
39
6
6
4
4
1
14
15
188
28,825
29,293
3
3
1
fitis ssp. yakutensis
grauwe vliegenvanger
1 1359
75
zanger sp.
vliegenvanger sp.
16
81 1
13129
13369
1
5
13123
13350
1
1
16
13
280
2 12
134
2 1 1
95
97
130
171
5,904
6,205
22
23
9
13
966
988
10
11
27
7
476
510
3
3
7 1
1
111 3
7,533
942
8,563
328,272
3
312
320
246
116
10,143
10,505
140 1,170
88
1,310
91,673
1
5
110
111
98
42
6,711
6,851
5
564
569
25
30
10,694
10,749
1 1 7
366 1,028
1,401
55,376
Op Het Vinkentouw - 15
Nummer 125, juli 2012 Geringd 2011
_ Code
soort
14371
witkopstaartmees
14400
glanskop
14420
matkop
pull
1 kj
vg 12
170
_ 1911-2011 _
totaal 12
totaal 176
43
277
20,892
68
68
54
200
27,646
50
50
kuifmees
6
29
36
71
7,613
621
24
86
731
93,114
14620
pimpelmees
3,253
6,918 4,411 14,582
457,779
14623
pleskes mees
14640
koolmees
10,729
6,924 5,676 23,329
862,573
14669
mees sp.
14790
boomklever taigaboomkruiper
taigaboomkruiper ssp. macrodactyla
wielewaal
15150
grauwe klauwier sp.
15151
grauwe klauwier
15200
klapekster sp.
15201
klapekster
15230
roodkopklauwier
15390
gaai
15490
ekster
15570
notenkraker
17
29
30
4
2,883
2,887
1
9
4,025
4,035
25
25
2
1,138
1,140
2
57
59
79
104
3,338
3,521
18
8
3,909
3,935
284
455
63,021
63,760
12
4
5,879
5,895
448
656 118,176 119,280
154
154
3
4
278
18
18
3
1
1
2
1,669
1,671
29
79
181
6
13
510
521
26,292
4
1
5
221
172
3
410
13,210
18
1,133
89
73
1
614
7
1
6,678
7
6
1 1
89
3
738
11
5
16
26
1
7
60
137
197
8,361
32
32
35
72
41
119
9,174
5
5
8
4
1 5
252
264
1
1
26
985
1,046
2
4
930
936
7
3
9
19
2
2
1
1
69
60
216
1
1
33
40
283
356
9
10
31
10
4,312
4,353
22
49
4
75
2
2
3
1
45
49
178
187
6,001
2,773
6,440
15,214
34 6
109
Europese notenkraker
15600
kauw
15630
roek
1
15671
zwarte kraai
2
bonte kraai
1
3,285
1,417
1
Siberische notenkraker
raaf
totaal
4
142
1
15572
15720
_
NL-NL
3,274
25
18
15571
15673
b-NL
391 1,250
14864
15080
NL-b
1
14860
boomkruiper
9
64
zwarte mees
buidelmees
9
146
14610
14900
2011
NL-b b-NL NL-NL totaal
14540
14870
Teruggemeld _ _ 1911-2011
330
162
298
790
31,042
18
3
4
4,469
18
38
9,692
10
429
2,946
689,566
2 1
67
399 10
spreeuw roze spreeuw
15910
huismus
229
2,952 3,392
6,573
44,557
15980
ringmus
519
420 1,754
2,693
147,202
16330
roodoogvireo
16360
vink
16380
keep
16400
Europese kanarie
16490
groenling
16530
putter
156
153
309
20,761
16540
sijs
133 2,219
2,352
16600
kneu
397
16620
frater
6
16630
barmsijs
7
32
39
9,099
1
1
44
51
104
199
16631
grote barmsijs
5
272
277
30,886
19
19
169
41
327
537
16632
groenlandse barmsijs
27
35
176
38
844
1,058
3
3
kleine barmsijs witstuitbarmsijs
16 - Op Het Vinkentouw
449
3,059
15840
16640
1,421
2,783
15820
16634
1,076
2
3
6
9,342
9,342
1
4
50,731
50,736
2
1
314
317
145
170
4,233
4,548
4
5 18
1,013 2,130 121
17
25
1093
3,161
329,669
10
3
334
347
1,364
499
6,341
8,204
1,214
127,112
4
8
67
79
567
276
1,687
2,530
16
5
34
55
4
19
516
539
810
849
13,150
14,809
17
17
150
50
217
417
166,407
4
10
43
57
1,181
909
3,819
5,909
604
103,063
2
1
35
38
538
166
681
1,385
6
31,759
2
2
535
327
561
1,423
2
2
2,175
844 2,561
3,422
164,620
182
2 320
156
476
16,191 94
4
4
Nummer 125, juli 2012 Geringd 2011
_ Code
soort
pull
16642
witstuitbarmsijs ssp. exilipes
16650
witbandkruisbek
16660
kruisbek
16680
grote kruisbek
16790
roodmus
16820
(Mexicaanse roodmus)
16990
haakbek
17100
goudvink
17101
noordse goudvink
17170
appelvink
1 kj
vg
_ 1911-2011 _
totaal
totaal
291
1
1
4,861
2
3
164
1
1
1
307
602
15,898
41
41
1
237
238
23
12
2,957
2,992
1
54
55
8
54
77
528
1
1
1,620
2
2
1
1,380
1
1
4
1
7
12
4
4,053
3
10
21
46
77
18530
maskergors
18560
witkopgors
18570
geelgors
1
3
50 342
1
1
1
1
21
21
1
1
4
142
201
14,754
15
1
3
4
1
24
25
1
1
310
370
1
3
6
6
2
4
11,553
12,390
20 4
55
18660
ortolaan
18670
steenortolaan
1
18700
geelkeelgors
1
18710
geelbrauwgors
1
474
28
32
2
17 3
3
90
5,224
139,519
2
10 2,620 2,604
19
9
775
803
525
312
4
18810
zwartkopgors
18820
grauwe gors
19180
Baltimore troepiaal
20230
(Chileense Flamingo)
20800
(zwarte zwaan)
24995
soort niet aanvaard
24997
kooivogel / exoot
24998
hybride
90170
spotvogel x orpheusspotv.
90172
orpheus- x spotvogel
99999
ring verloren/vernietigd
00000
soort onbekend
totaal
100
5
ijslandse sneeuwgors
bruinkopgors
83
70
sneeuwgors nivalis
18800
9
4
18502
rietgors
8
44
18501
wilgengors
1
1
3
18770
totaal
26 1
18760
_
NL-NL
13 4
ijsgors
bosgors
b-NL
26 1
sneeuwgors
dwerggors
NL-b
8
18500
18740
2011
NL-b b-NL NL-NL totaal
1
18470
18730
Teruggemeld _ _ 1911-2011
1 5
1
7
5
208 1 1
6
6
34
1
1
1
1 19
20
47
51
1
1
8 1 1 1
1
36
1
96
1
1
4 1
1
1
1
2 5
10
137
152
6,242
21
13
28
62
1,239
2
1
9
12
12
33
54
99
58,467 116,791 90,166 265,424 10,796,256 1,658 1,559 47,953 51,170 131,655 105,500 1,202,262 1,439,417
Op Het Vinkentouw - 17
Nummer 125, juli 2012
In Memoriam: Wout Vuyk, ringer 309 Aad Vuyk Op 29 november 2011 is Wout Vuyk in zijn woonplaats Dronten op 82-jarige leeftijd overleden. Wout was ringer sinds 1950 en één van de oprichters van VRS Nebularia. Na pionierswerk, kijken en inventariseren volgde al relatief snel het eerste ringwerk samen met jeugdvriend Leen van Ree in het naoorlogse Kralingse bos in Rotterdam. Later kwamen er ringactiviteiten in de omgeving van Rockanje en op Vlieland. Daarna was hij vanaf de jaren zestig vooral actief op de vinkenbaan te Westenschouwen in Zeeland. Hij heeft daar vele duizenden vogels door zijn handen laten gaan. Hij ving er veel aansprekende soorten, zoals een ruigpootbuizerd samen met zijn zoon Aad. Verder grauwe kiekendief en strandleeuwerik, om er enkele te noemen. Een van de indrukwekkendste ringmomenten voor hem was het ringen van een steenarend in Schotland. Hij heeft alle ontwikkelingen binnen de ringgroep VRS Nebularia van dichtbij meegemaakt.
In 2009 verhuisde Wout vanuit Rotterdam naar Dronten om dichter bij zijn familie te kunnen zijn. Zoals dat gaat bij een echte ringer, ging het in zijn nieuwe woonomgeving toch weer snel kriebelen. Wout vond in de omgeving al weer vlot aansluiting bij ringgroep VRS De Glinte in de Kamperhoek. Met een aantal andere enthousiaste mederingers werd er met wekelijkse regelmaat gevangen nabij de trektelpost ‘Ketelbrug’, wat hem toch weer een nieuwe handsoort opleverde namelijk een grote karekiet. Na een ziekbed van bijna een jaar overleed Wout op 29 november 2011. Aad Vuyk
Roodmus met broedvlek op Schiermonnikoog Ardi Noorman Schiermonnikoog, 19 juni 2012. Op deze dag een ring-MUS ochtend gepland in mijn tuin aan de noordkant van het dorp, waar ik acht netjes heb staan. De ochtend begon licht bewolkt , nagenoeg windstil en tamelijk koud. En een geringe hoeveelheid vogels, maar wie het kleine niet eert… De zon kwam er al snel bij, hetgeen de vangsten niet ten goede kwam. Om 13.45 uur liep ik het laatste rondje met als resultaat één vogel, maar wel één die mij verraste, nl. een wijfje roodmus, 2kj met een prominente broedvlek (ruigrens adv 1).
Figuur 1. Roodmus vrouw met broedvlek stadium 6, indicatief voor een nest met jongen, Schiermonnikoog (A.G. Duiven).
Ik heb collega ringer A.G. Duiven gebeld, die, mede vanwege de geringe afstanden, hier snel ter plaatse was met fototoestel om deze vangst digitaal vast te leggen (figuren 1 en 2).
Wout Vuyk op zijn 80ste verjaardag, september 2009 te Dronten.
18 - Op Het Vinkentouw
In de eerste helft van mei lieten zich op het eiland regelmatig één of meerdere mannen (maximaal 5) horen en ook de eerste twee weken van juni hoorde ik af en toe een zingend exemplaar vanuit mijn tuin, zij het minder prominent dan in mei.
Nummer 125, juli 2012
Geciteerd uit Ringersnet Gijs van Tol Naast OHV is Ringersnet een belangrijk medium voor de communicatie tussen ringers (HULDE aan de webmasters!). Naast een snelle uitwisseling van feiten en meningen is Ringersnet soms ook de basis voor gedegen studies, zoals bijvoorbeeld over de mezentrek.
Figuur 2. Roodmus vrouw, Schiermonnikoog. Een duidelijke ruigrens is te zien in de armpendekveren, hetgeen de determinatie als 2kj eenvoudig maakt (A.G. Duiven).
Ardie Noorman Naschrift Vogeltrekstation: De Roodmus vestigde zich als broedvogel in Nederland in 1987, en het eerste zekere broedgeval van de soort vond dat jaar eveneens plaats op Schiermonnikoog. In de jaren negentig vond aanvankelijk snelle uitbreiding plaats, maar vanaf de eeuwwisseling is de soort zeldzaam, met jaarlijks vijf tot tien territoria (SOVON). Meldingen van zekere broedgevallen zijn zeldzaam. Deze vangst vormt het bewijs van een zeker broedgeval op Schiermonnikoog in 2012.
Woutéra van Vogeltrekstation
Andel
verlaat
Per 1 augustus 2012 ga ik het Vogeltrekstation verlaten, omdat ik een andere baan gevonden heb. Ik krijg de kans om een functie te vervullen op het gebied van applicatiebeheer/ontwikkeling in de levensmiddelensector. Aangezien ik levensmiddelentechnologie gestudeerd heb en ik daarbij een stuk dichter bij huis kan gaan werken, heb ik deze kans niet voorbij laten gaan. Toch wil ik graag van de gelegenheid gebruik maken om u hartelijk te bedanken. Want uiteindelijk heeft u bijgedragen aan het feit dat ik de afgelopen 8 jaren met veel plezier bij het Vogeltrekstation gewerkt heb! Woutéra van Andel
Het is niet de bedoeling om alle informatieuitwisseling op Ringersnet samen te vatten voor OHV. Toch zijn er zo nu en dan discussies waarvan je denkt: “Hé, dat is misschien wel interessant om dit later nog eens terug te lezen”. Deze keer een heel bescheiden en eenzijdige greep uit de informatie uitwisseling op Ringersnet. Allereerst een vervolg op de discussie over zwarte merel vrouwen uit OHV nr 124, en dan slechts één onderwerp, over jonge merels. Dat is meteen een goed moment om de vraag op te werpen of dit ‘geciteerd’ wel steeds van één persoon moet komen, met alle beperkingen van dien. Dus als u als enthousiaste volger van Ringersnet onderwerpen tegenkomt die naar uw mening een ruimere verspreiding of verdere verdieping verdienen... Merels Het vrijwel ontbreken van Nederlandse merelmeldingen uit België, dat gesignaleerd werd in een vorige ‘geciteerd uit Ringersnet’ liet me niet los. Om een indruk te krijgen waar in de trektijd geringde merels tegenwoordig heen trekken geven de kaartjes uit GRIEL wel een goed beeld; die bevestigen in grote lijnen de bevindingen van Speek en Speek (1984). Om een indruk te krijgen van de aantallen geringde vogels per regio en van het percentage dat daarvan uit het buitenland wordt teruggemeld was Woutéra van Andel zo vriendelijk om wat gegevens uit de database te leveren. Daarbij is gekeken naar -Totaal aantal merels dat gedurende de trektijd (1 september tot 31 december) is geringd in de jaren 2000 t/m 2011, per provincie en per Waddeneiland -Buitenlandse terugmeldingen van deze vogels. Dat leverde verrassende resultaten op; die zijn samengevat in tabel 1. Het eerste dat opvalt in de gegevens is de verdeling van de vangsten over Nederland. Méér dan de helft van de geringde merels komt van een paar vangplekken op de waddeneilanden, met name van Vlieland (ruim Op Het Vinkentouw - 19
Nummer 125, juli 2012 20.000), Texel en Schiermonnikoog (beide ca 10.000). Tabel 1. Merels geringd in de periode 1 sep – 31 dec in de jaren 2000 t/m 2011 en buitenlandse terugmeldingen van deze vogels. regio geringd Wadden 41.858 Gr, Fr, NH 24.529 Rest NL 13.532 Totaal NL 79.919
terug (%) 220 (0,53) 92 (0,38) 23 (0,17) 335 (0,42)
UK 131 38 6 175
Be 1 4 1 6
N, S, Fi 48 18 6 72
Er blijven dus nog genoeg vragen over; zo vraag ik mij af waar de in België gecontroleerde Britse merels vandaan komen. Zijn dat noordelijke vogels, die via Engeland in België komen? En gaan die dan ook weer via dezelfde weg terug, of vliegen ze dan wel via Nederland en Duitsland? Of bestaat het merendeel van de ‘Engelse’ merels in België gewoon uit Britse broedvogels? En waarom trekken die dan wel weg, terwijl de Nederlandse merels dat nauwelijks doen? Jonge merels
Met uitzondering van Groningen worden in de noordelijke provincies Friesland (ruim 7000) en Noord-Holland (ruim 15.000) ook flinke aantallen merels geringd, maar duidelijk minder dan op de Waddeneilanden. De rest van Nederland levert maar een marginale bijdrage: nauwelijks 16 % van de vangsten komt van het grootste deel van het land! Misschien dat er in het binnenland wat minder geschikte plekken zijn om merels te vangen, maar dan nog steken de aantallen in bijvoorbeeld Zuid-Holland en Zeeland (resp ca 2000 en ca 3000 merels) toch wel erg pover af bij de ruim 15.000 merels in Noord-Holland. Deze verdeling over Nederland wekt daarom sterk de indruk dat de buitenlandse merels vooral langs de noordrand van Nederland trekken. Verder valt op dat het aandeel buitenlandse terugmeldingen ook niet evenredig over Nederland verdeeld is. Vanaf de Waddeneilanden komen ook procentueel de meeste buitenlandse meldingen, terwijl de bijdrage van de rest van Nederland vrijwel te verwaarlozen is. Opmerkelijk is ook dat uit België vrijwel geen terugmeldingen komen, en dat ook hier de bijdrage van de rest van Nederland te verwaarlozen is. Dat geeft dus aan dat er zelfs vanuit aangrenzende provincies in Nederland vrijwel geen dispersie is van rondzwervende (eerstejaars) vogels naar aangrenzende provincies in België. Er lijkt in de buitenlandse terugmeldingen geen duidelijke verschuiving van de herkomst- of overwinteringsgebieden. Alleen het aantal meldingen uit Frankrijk en Spanje lijkt zo op het eerste gezicht wat minder dan in de Ringatlas (Speek & Speek) is aangegeven. Ook is niet vast te stellen of er nu verhoudingsgewijs meer of minder ‘noordelijke’ merels doortrekken dan 30 jaar geleden.
20 - Op Het Vinkentouw
Begin juni postte Philippe Scheepens de volgende observatie op Ringersnet: “Terwijl in de loop der jaren het totaal aantal geringde merels per jaar hier toeneemt, neemt het aantal juvenielen dat we vangen tussen 1 april en 20 september (dus buiten de trek) af”. Uit de bij het bericht gevoegde grafiek blijkt dat tussen 1979 en 2011 het aantal juvenielen daalt van gemiddeld 80 per jaar naar gemiddeld 50 per jaar. Hij vraagt zich af of lezers hiervoor een verklaring hebben. In de reacties wordt onder andere nestgelegenheid als belangrijk knelpunt genoemd in stedelijke gebieden. In het broedseizoen wordt volop gesnoeid en gemaaid, wat grotere bomen en struiken worden gerooid en klimop wordt door huiseigenaren en woningbouwverenigingen meestal niet getolereerd. Moderne ‘asfalttuinen’ zijn zowel voor nestgelegenheid als voedselvoorziening niet gunstig. In enkele reacties wordt aangegeven dat er mogelijk een effect is van een toename van predatoren zoals ekster en gaai en, in stedelijk milieu, ook kat en steenmarter. Een tegengestelde ervaring wordt gemeld uit de Achterhoek. In en rond een ruime plattelandstuin broeden ekster, gaai en sperwer; toch is in de tuin een zeer gevarieerde broedvogelbevolking aanwezig. Maar helaas is hier niet duidelijk of de potentiële predatoren ook zijn toegenomen. Een uitgebreide reactie van Arend Timmerman geeft inzicht in de complexe samenhang van de populaties van verschillende vogelsoorten: “Bij ons broeden op ca 1500 ha platteland en 2 dorpen ca 300 paar merels. De laatste 20 jaar is dat aantal in het buitengebied flink toegenomen omdat de houtwallen intensief worden onderhouden en de ondergroei dus is toegenomen. In de beide dorpen broeden nu ca 1/3 van het aantal broedparen. In de 90 jaren hadden wij ca 60 paar eksters en
Nummer 125, juli 2012 spaarzaam vlaamse gaaien. Nu zijn er nog 35 eksters over en is het aantal gaaien sterk toegenomen. Gaaien en eksters worden al jaren niet meer bejaagd. De eksters worden vooral gepredeerd door de nu aanwezige haviken en zijn als broedvogel dus bijna gehalveerd. Die concentreren zich inmiddels in en rond de dorpen, dit in tegenstelling tot de zwarte kraaien (stabiele populatie van ca 80 paar waarop ook niet of nauwelijks wordt gejaagd), die vooral in de houtwallen broeden. Het aantal merels dat in de dorpen vroeg jongen krijgt is erg klein. Die worden vooral opgegeten door katten, eksters en gaaien. Bij ons is er geen enkele verband met het onderhoud van de tuinen. Bij ons is de steenmarter ook prominent aanwezig; die houdt geregeld de bewoners ‘s nachts wakker op zijn/haar tochten over de daken op zoek naar jonge mussen en spreeuwen. Het is bij ons heel gewoon dat wij pas eind juli en in augustus jonge merels zien. Kennelijk worden er genoeg geboren in ons werkgebied om het aantal nog te laten groeien”. Gefascineerd door dit onderwerp kwam ik op een oude studie van David Lack (1967) aan stadsmerels in Londen. De studie bevat veel gegevens die relevant zijn voor de vraag van Philippe. Zo concludeert Lack dat stadsmerels in vergelijking met ‘bosmerels’ eerder broeden en een wat kleiner
legsel hebben en dat er minder voedsel voor de jongen beschikbaar is. Daardoor verhongeren meer jongen, maar daar staat tegenover dat er in de stad minder predatie is, waardoor meer jongen overleven. Als we kijken naar België en Nederland dan dringt zich de suggestie op dat de mindere predatie van merels in stedelijk milieu inmiddels mogelijk is ‘rechtgetrokken’ door een toename van predatoren in het stedelijk milieu. Een suggestie die overigens ook door Ton Eggenhuizen wordt aangereikt in de discussie. Al met al dus geen sluitend antwoord op de vraag van Philippe Scheepens. Maar dat hoort er nu eenmaal bij; vaststellen van een trend is één (en dat is vaak al moeilijk genoeg), maar het ontraadselen van de oorzaken van populatie veranderingen is meestal heel lastig op te lossen puzzel! Literatuur Lack, David. 1967. The european blackbird in gardens and woods. In: Population studies of birds. Oxford Univ. Press, London. p. 119- 137. Speek, B.J. en G. Speek 1984. Vogeltrekatlas. Thieme, Zutphen.
Thieme’s
Correctie In de ‘geciteerd uit Ringersnet’ in OHV 124 is helaas de tabel met vleugelmaten van de verschillende ondersoorten weggevallen. Tabel 1. Vleugellengtes van enkele ondersoorten van de merel (met dank aan Kees Roselaar) herkomst merels en gemeten aantal 29 mannen uit Skandinavië 35 Engelse, Nederlandse en Duitse broedvogels 157 Saksische broedvogels vlg Eck 7 maximus van NW Himalaya 8 intermedius uit de Tien Shan
balg gem. (mm) 134,1 130,6 128,5 159,6 142,4
balg range (mm) 128 - 140 125 - 137 120 - 136 156 - 165 136 - 150
Veldmaat gem. (mm)* 136,8 133,2 131,0 162,8 145,2
Veldmaat range (mm)* 131 - 143 128 - 140 122 - 139 159 - 168 139 - 153
*Veldmaat = balgmaat + 2 %, range afgerond op hele millimeters. In de tabel zijn adulte en 2e kj mannen gecombineerd, hoewel 2e kj mannen gemiddeld 3 mm kleiner zijn. Vrouwen zijn gemiddeld 5 mm kleiner dan mannen (juv vrouw 8 mm korter dan ad man).
Op Het Vinkentouw - 21
Nummer 125, juli 2012
Terugmeldingen 2012-2 Henk van der Jeugd De hier vermelde terugmeldingen zijn vrijwel altijd ingezonden door de betreffende ringer of melder, en soms geselecteerd uit onze databank. Een fotokopie (of uw attendering via e-mail) van uw memorabele melding is altijd van harte welkom. Terugmeldingen van vogels met Nederlandse ringen en/of vogels gevonden in Nederland die om de één of andere reden bijzonder zijn. S.v.p. niet een vijf jaar oude zilvermeeuw. Uw hulp voor deze rubriek wordt erg op prijs gesteld, omdat wij niet de gelegenheid hebben alle terugmeldingen stuk voor stuk te bezien. Mandarijneend, Aix Galericulata Arnhem 5229255
De Mandarijneend is van nature een lange afstandstrekker. Binnen Europa zijn er verschillende grensoverschrijdende meldingen. De verste binnen Europa bekende melding is een Mandarijneend die van Engeland naar Rusland is gevlogen. Maar de Arnhemse populatie die al jaren wordt bestudeerd lijkt behoorlijk honkvast. Maar nu dus de verrassing. Een 1kj man die werd geringd met ringnummer 5229255 op 10 augustus 2005 te Velp (Gld) werd met regelmaat teruggezien in de omgeving van Arnhem/Velp op t/m 12 maart 2006. Daarna nooit meer totdat hij dood werd gemeld op 13 september 2008 uit Svorksjoen, SørTrøndelag, Noorwegen. Dit is 1259 kilometer van de ringplek! Frank Majoor heeft op het Vogeltrekstation de originele meldbrief erbij gezocht. De melder schrijft: "found the ring on a foot of something that looked like a dead duck (?). Feathers and bones found 200m from the shore of Svorksjen (a lake). Probably eaten by some bird of prey". Uit navraag bij de melder blijkt dat de Mandarijneend in de omgeving van de vindplaats schaars is. Ook Nederlandse mandarijneenden kunnen dus een flinke afstand afleggen. Met dank aan Frank Majoor en Jan Schoppers Zeearend, Haliaeetus albicilla, Hiddensee AA 9363
Op 24 november 2011 werd van een onvolwassen Zeearend te Eemdijk, Eemmond (52° 16’ N, 05° 20’ O) de kleurring, Zwart AX32, afgelezen met telescoop. De vogel bleek geringd te zijn als pullus/niet vliegvlug op 11 juni 2011 te Heteborn, Harz, Sachsen-Anhalt in Duitsland. (51° 53’ 12” N, 11° 18’49” O). Ondanks de aandacht die deze soort 22 - Op Het Vinkentouw
de afgelopen jaren krijgt werden volgens het Ringverslag 2010 tot nu toe nog slechts 7 terugmeldingen (b-NL ) verzameld. In 2011 kwamen er twee terugmeldingen bij (waaronder deze), en werd een verlate melding uit een eerder jaar toegevoegd zodat het aantal terugmeldingen nu 10 bedraagt. De melder schrijft: “Op mijn 58e verjaardag mijn eerste waarneming van een Zeearend in het wild.” Met dank aan J.M. van Muiswinkel. Torenvalk, Falco tinnunculus Arnhem 3539845 Deze Torenvalk werd als broedende 2e kj vrouw geringd te De Krim (52° 39' 14” N, 5° 35’ 38” O) op 5 mei 2011. De vogel werd tevens voorzien van een kleurring. Op 7 april 2012 werd de vogel, eveneens broedend, waargenomen te Altopiano del Beinale, Magliano Alpi, Cuneo in Italië (44° 28’
15" N, 7°48'54") E door B. Caula. Op 16 april 2012 werd de kleurring opnieuw afgelezen en gefotografeerd door M. Giordano. Hierboven het fotografische bewijs van deze uitzonderlijke terugmelding. Dat torenvalken een broeddispersie van een dergelijke omvang laten zien is ongewoon. Met dank aan Jan Leferink Bokje, Lymnocryptes minimus, Arnhem H 292198 Geringd als volgroeid op 14 oktober 2009 en maar vier dagen later, op 18 oktober 2009 geschoten te Coueron, Pays de Loire, Frankrijk (47° 12’ N 01°.43’ W). Voordat dit onfortuinlijke kleine snipje werd geschoten wist het in vier dagen tijd een afstand van 734 km af te leggen. Bokje, Lymnocryptes minimus, Arnhem H 292283 Geringd als volgroeid op 31 oktober 2009 en vervolgens gecontroleerd door een ringer als vrouw >1kj op 2 december 2009 te Lannemezan, Midi-Pyrenees, Frankrijk (43° 07’ N, 00° 23’ O). De afgelegde afstand bedroeg 1079 km. Controles van bokjes door ringers zijn zeldzaam.
Nummer 125, juli 2012 Heggenmus, Prunella modularis, London T 891827
Op 5 oktober 2007 ving ik een geringde heggenmus in onze tuin "It Labadiskebosk" te Broeksterwoude. Deze bleek op 25 september 2006 geringd te zijn op het (Schotse) Orkneyeiland ‘Holland’. In eerste instantie dacht ik dat het niet zo'n bijzondere terugmelding was, maar onlangs kwam ik toevallig ‘mijn terugmelding’ tegen in een lijst met opvallende terugmeldingen in het ringverslag van de BTO over 2007 (‘Bird ringing in Britain and Ireland in 2007’, Ringing & Migration (2008) 24, 104–144). Daar stond ondermeer het volgende: “Although Dunnocks in Britain & Ireland are generally sedentary, over much of the rest of its range the species is migratory. This is the seventh report of a BTO-ringed Dunnock in the Netherlands.” Daaruit blijkt dat er maar weinig van de in Groot Brittanië geringde heggenmussen uit Nederland teruggemeld worden. En deze is zelfs geringd in of op Holland! Daarna heb ik natuurlijk ook nog even gekeken in Griel. Daaruit blijkt het aantal in Nederland aangetroffen heggenmussen, afkomstig uit Groot Brittanië, vanaf 1970 slechts 7 te zijn en slechts 1 (deze), komt van de Schotse eilanden. Ontvangen van Harry de Boer Vuurgoudhaan, Regulus ignicapillus, Gdansk LH 27722
Deze Poolse vuurgoudhaan werd geringd op 21 september 2009 te Krynica Morska Lesniczowka, in Polen (54° 24’ N, 19° 31’ O) en gecontroleerd op 8 november 2009 te Veenhuizen, Drenthe, NL. Terugmeldingen van in het buitenland geringde vuurgoudhanen zijn zeldzaam, en dit was de eerste uit Polen. Met dank aan Erik Maassen Spreeuw, Sturnus vulgaris, Arnhem K 540567 Deze spreeuw werd als 2e kj man geringd op 7 februari 1975 te Meppel (Dr). Na 33 jaar werd alleen de ring gevonden op 1 juli 2008 te Augustow, Podlaskie, Polen. Hoe oud deze spreeuw echt is geworden is helaas onbekend. Met dank aan Erik Maassen
Mededelingen van het VT Henk van der Jeugd Gebruik vangmiddelen binnen het ring-MUS project.
Binnen het ring-MUS project mag naast mistnetten ook gebruik worden gemaakt van andere vangmiddelen zoals inloopkooien, klapvallen en slagnetten. De voorwaarde voor dit gebruik was tot nu toe dat op een ring-MUS vangdag alle vangmiddelen moesten worden opgesteld. Met name in kleine tuinen blijkt echter dat dit niet werkbaar is. Het tegelijk gebruiken van bijvoorbeeld een mistnet en een klapval werkt slecht. Het mistnet schrikt de vogels af, waardoor de klapval niet effectief is. Daarom mogen vanaf nu de vangmiddelen gescheiden, op verschillende dagen, worden gebruikt. U kunt bijvoorbeeld het vangen met een mistnet en het vangen met een klapval afwisselen, of bijvoorbeeld de klapval wat vaker in de zomer en het mistnet wat vaker in de winter gebuiken. Het is wel van belang dat u de verschillende vangmiddelen allemaal met enige regelmaat blijft gebruiken om het soortenspectrum niet te beperken. OHV voortaan digitaal? Binnen de redactie wordt overwogen om OHV voortaan uitsluitend digitaal te verspreiden, als pdf, aan alle ringers die over een emailadres beschikken. Gedrukte exemplaren worden dan alleen nog verstuurd naar die ringers die geen email hebben, en naar een aantal relaties. De kostenbesparing van circa € 7.000 per jaar is helaas nodig om de begroting van Vogeltrekstation sluitend te krijgen. Een tweede argument is dat OHV door een aantal ringers niet of slecht wordt gelezen, en de hoeveelheid kopij die we ontvangen terugloopt. U kunt de pdf desgewenst zelf thuis printen. Indien u wilt reageren op dit voorstel kunt u ons mailen, bellen of schrijven. Certificering 2012: nog enkele plaatsen vrij Voor de zangvogelcertificeringen die in 2012 worden georganiseerd hebben we dit jaar veel aanmeldingen ontvangen. Zoveel dat alle dagen doorgang zullen vinden. Bij Nebularia op Westenschouwen zijn op 8 september nog twee plaatsten vrij, en op Schiermonnikoog op 29 september zijn zelfs nog vier plaatsen vrij. Beide bijeenkomsten zijn speciaal: Bij Nebularia zal aandacht worden besteed aan de kunst van het vaststellen van de leeftijd aan de hand van schedelverbening. Schiermonnikoog betreft een nieuwe locatie, en deze bijeenkomst geeft u de mogelijkheid kennis te maken met dit ringstation in een mooie en spannende tijd van het jaar. Opgeven kan via de website.
Op Het Vinkentouw - 23
Nummer 125, juli 2012 Certificering, een voortgaand proces Binnen het certificeringssysteem moet elke ringer minimaal één maal per drie jaar een bijeenkomst bijwonen. De agenda (www.vogeltrekstation.nl/informatie-voor-ringers/agenda-certificeringsbijeenkomsten) van dergelijke bijeenkomsten staat op onze website, evenals de volledige tekst van het certificeringssysteem. Aanmelden kan via het webformulier of direct vanuit de agenda op de voorpagina van de website. Op de website kunt u met behulp van uw ringersnummer ook nazien wanneer u voor het laatst een bijeenkomst hebt bijgewoond. Op uw ringvergunning wordt bovendien de datum vermeld waarop uw certificeringsstatus afloopt. Zorg dat u tijdig een nieuwe bijeenkomst heeft gevolgd! Als u op 1 maart in de voorgaande drie jaren geen bijeenkomst succesvol hebt bijgewoond (of een dienstverband met een beroeps-onderzoeksinstelling is niet aantoonbaar), dan wordt uw ringvergunning niet verlengd. (Te) weinig geringd? Beginnend in 2006 gaan we elk jaar uiterlijk op 1 maart het afgelopen jaar evalueren: als het aantal geringde vogels van een ringer (vrijwel) nihil is dan vraagt het Vogeltrekstation u dat toe te lichten. Als er dan voor ons geen beeld zichtbaar wordt waarin verbetering gaat optreden dan wordt (dat deel van) de ringvergunning op 1 maart van dat jaar niet verlengd. (Op Het Vinkentouw nr.104, blz.5) CES-gegevens op tijd insturen Het CES-project levert belangrijke informatie op over reproductie en overleving van Nederlandse broedvogels. Om een vlotte verwerking en snelle rapportage mogelijk te maken verzoeken we u dringend uw ring- en terugmeldgegevens van het CES-project, inclusief de ingevulde overzichtslijst, uiterlijk op 1 oktober van het zelfde jaar aan het VT te melden, zodat kort daarna met de controle van de gehele gegevenset kan worden begonnen. Over te laat ingestuurde gegevens kan geen vergoeding voor de gebuikte ringen worden betaald. CES is ons belangrijkste monitoring project en die gegevens moeten op tijd binnen zijn, anders verliest het project zijn actualiteit, en daarmee zijn waarde. Jaarlijks verlengen van uw ringvergunning. Elke ringvergunning heeft een geldigheidsduur van één jaar (1 maart - 1 maart). Bij het novembernummer van Op het Vinkentouw zit een formulier waarop u uw handtekening kunt zetten en terugsturen: ‘ja, ik wil volgend jaar weer een ringvergunning’. Een aantal mensen vergeet dat te doen, of heeft geen formulier ontvangen en merkt ook niet dat zij dan in februari geen nieuwe vergunning toegestuurd krijgen. U kunt het formulier ook downloaden van onze website. Hebben wij, om wat voor reden dan ook, uw brief met handtekening voor een nieuwe vergunning niet ontvangen dan kan dat tot 1 juli worden rechtgezet. Na 1 juli wordt uw ringvergunning beeindigd. U kunt opnieuw een aanvraag indienen, die wordt dan beoordeeld volgens de dan geldende normen. Bestellen van ringen Normaal gesproken worden bestellingen in onze webwinkel elke week afgehandeld en verstuurd, soms vaker. Het kan echter voorkomen dat door grote drukte de verwerking van bestellingen trager verloopt. We verzoeken u dringend daarmee rekening te houden voor uw ringactiviteiten en uw bestellingen tijdig te plaatsen. We kunnen niet garanderen dat ‘last-minute’ bestellingen van ringen tijdens het veldseizoen op tijd kunnen worden afgehandeld. Bestellingen buiten de webwinkel worden niet langer geaccepteerd. We verzoeken u zoveel mogelijk te betalen met IDEAL. Klachten over verzoeken opsturen van ringgegevens Regelmatig krijgen we klachten van de ringers over het feit dat er veel verzoeken om ringgegevens (‘navragen’) bij uw berichten in GRIEL staan. Begrijpelijk, maar er is een logische verklaring. U krijgt zo’n verzoek van ons als er een terugmelding door ons ontvangen is van een ring die aan u verstrekt is en uw ringgegevens zijn er nog niet. We stellen het dan op prijs als u die ringgegevens z.s.m. aan ons door geeft, dan krijgt u ook z.s.m. de terugmelding opgestuurd. Heeft u nog geen toegang tot GRIEL en wilt u graag ringgegevens invoeren, meld het ons en u kunt aan de slag. Maar het gebeurt ook regelmatig dat iemand een terugmelding doorgeeft waarbij er een fout in het ringnummer is geslopen. Als de ringgegevens wel aanwezig zijn krijgt de ringer een verkeerde terugmelding (bv. geringd als Tuinfluiter, teruggemeld als Boerenzwaluw); als die ringgegevens niet aanwezig zijn, dan krijgt de eigenaar van de ringstreng ten ontechte een verzoek om die ringgegevens op te sturen, terwijl de desbetreffende ring nog niet is gebruikt. Deze navragen worden veroorzaakt door lees- tik- of schrijffouten van de melder en worden automatisch gegenereerd. Vogeltrekstation kan hier niets aan doen, maar ontvangt natuurlijk wel graag bericht van u dat de ring nog niet is gebruikt. We weten dan dat de melding onjuist is en kunnen deze verwijderen.
24 - Op Het Vinkentouw