~
~
TECHNISCHE VOORLICHTING 171
WETENSCHAPPELIJK EN TECHNISCH CENTRUM VOOR HET BOUWBEDRIJF
BEHEER EN BEREKENING VAN DE KOSTPRIJS VOOR ONDERNEMINGEN VAN STEENHOUWERIJ EN MARMERBEWERKING
>< ëi5 Cf) Cf)
INHOUD
::::s
cD Q)
.:t=
'6>
(ij
Voorwoord
3
c: ctS
>
0 0 ë ctS
~
(j) 0
Cl.
I co C\I
0
C\I
~
r-,
LO
0
Z
en 0 co co m ~
03
(j) Q)
E E Q)
(j) ~
Cf)
~ ëi5
"'C
c: ctS ctS
E Q)
~
Deel 1. 2. 3. 4. 5.
I - Direkte kosten = technische kostprijs Samenstelling van de verkoopprijs Materiaalkosten en materiaalbeheer Kosten voor mankracht Onderaannemingskosten Materieelkosten
Deel 11 - Indirekte kosten = algemene ondernemingskosten 1. Inleiding 2. Identifikatie van de algemene kosten 3. Raming van de algemene kosten 4. Verdeling of toerekening van de algemene kosten 5. Specifieke bouwplaatskosten 6. Registratie van de opgelopen algemene kosten 7. Kontrole van de werkelijke algemene kosten
5 5 6 11 17 18 21 21 23 29 35 38 40 40
Deel 111 .. Winst en risico's 1. Noodzaak van winst 2. Relatie omzet/rendabiliteit
46 46 47
Deel IV .. Besluiten 1. Doelstellingen van de kostprijs 2. Algemeen besluit
49 49 53
Lijst van de bijlagen
55
Deze Technische Voorlichting werd opgesteld onder de leiding van een werkgroep die als volgt was samengesteld :
Belgische Bond der Verenigingen van Meester-Steenhouwers: de HH. L. DESCHUYTENER, voorzitter van de werkgroep J. DASCOTTE
Koninklijke Federatie der Meester-Marmerbewerkers van België: de HH. J. MATHYS G. LEROY
Federatie van Blauwe-Hardsteengroeven : de HH. J.-F. ABRAHAM E. LEMAIGRE
Sekretarissen : de HH. Ph. GOSSELIN, W.T.C.B. O. MEERT, W.T.C.B.
1ste trimester 1988 WETENSCHAPPELIJK EN TECHNISCH CENTRUM VOOR HET BOUWBEDRIJF Inrichting erkend bij toepassing van de besluitwet van 30 januari 1947 Maatschappelijke zetel: Lombardstraat 41, 1000 Brussel Proefstation: avenue Pierre Holoffe 21, 1342 Limelette
Verantwoordelijke uitgever: ir. C. De Pauw, Lombardstraat 41, 1000 Brussel Drukkerij PUVREZ, n.v. Fonsnylaan 59, 1060 Brussel
Het, zelfs gedeeltelijk, overnemen of vertalen van de tekst van deze Technische Voorlichting is slechts toegelaten na schriftelijk akkoord van de verantwoordelijke uitgever.
VOORWOORD
Deze Technische Voorlichting is voornamelijk bestemd voor alle patroons van K.M.O. die bij de volgende federaties aangesloten zijn : Belgische Bond der Verenigingen van Meester-Steenhouwers -
Koninklijke Federatie der Meester-Marmerbewerkers van België
-
Federatie van Blauwe-Hardsteengroeven.
Indien beheren voorzien is, dan is een onderneming leiden voorzien, uitvoeren en kontroleren. Een bedrijf is iets levends, het heeft een eigen leven en een persoonlijke evolutie die afhankelijk is van zijn leider. Deze moet niet enkel over de technische kennis beschikken om uit te voeren, maar hij moet ook kunnen voorzien en kontroleren. Hij moet onder andere een begroting opmaken vóór de bestelling en de ramingen ervan tijdens de uitvoering nagaan.
Om een begroting op te stellen moet hij niet alleen de tijden evalueren, maar ook alle andere elementen die de kostprijs vormen kennen. Een eenvoudige oplossing voor een Federatie die haar leden wil bijstaan, was het opstellen van barema's en tarieven. Deze zijn echter slechts indikatief omdat de elementen in iedere onderneming verschillend zijn. Het vaststellen van een metode die geldig is voor alle bouwvakken zou een andere oplossing kunnen vormen. Deze zijn echter dermate verschillend van elkaar dat wij er de voorkeur aan hebben gegeven om uit te gaan van een algemene metode en deze hier meer speciaal aan te passen aan het beroep van aannemer-steenhouwer en aan de beroepen voor de verwerking en de toepassing van natuurmarmer. Deze studie is voor u, meester-steenhouwers en meester-marmerbewerkers, onontbeerlijk, omdat ze derwijze is opgevat dat ze geldig blijft, ongeacht de evolutie van uw beroep. De beroepen van meester-steenhouwer en meester-marmerbewerker worden geregeld door de vestigingswetten. Deze Technische Voorlichting draagt bij tot het verwerven van de beheerskennis nodig voor de vestiging en kan als basisdokument voor studiedagen en bijscholingskursussen dienen.
De berekening van de kostprijs mag vooral niet worden verward met de algemene boekhouding. De algemene boekhouding, die verplicht en noodzakelijk is, geeft u resultaten, maar geen ramingen, omdat ze precieze verrichtingen registreert nadat ze werden uitgevoerd. De berekening van de kostprijs wordt vóór, tijdens en na de uitvoering van de bestellingen gemaakt en geeft u gestadig een nauwkeurig beeld van de werking van uw bedrijf. Moge het gebruik van deze studie een gunstige invloed hebben op uw onderneming. De technici van het W.T.G.B. en de leiders van de Federaties die ze hebben opgesteld, zullen dan hun doel hebben bereikt. 3
De cijfervoorbeelden worden slechts gegeven ter illustratie van de besproken teoretische begrippen. De cijfers vormen bijgevolg geen enkele norm voor de bedrijven. Iedere aannemer moet de eigen gegevens van zijn bedrijf toepassen, rekening houdend met de beroepsbekwaamheid van zijn arbeiders, de mechanisatiegraad van het bedrijf en de werkorganisatie.
4
DEEL-I DIREKTE KOSTEN
= TECHNISCHE KOSTPRIJS
1. SAMENSTELLING VAN DE VERKOOPPRIJS
Men moet de samenstellende elementen van de kostprijs bepalen en onderzoeken hoe men, op basis van deze prijs, de verkoopprijs van een werk kan bepalen. De verkoopprijs omvat: A. de direkte kosten (= technische kostprijs) : -
materialen (goederen) (zie § 2, p. 6)
-
mankracht (loonkosten + sociale lasten) (zie § 3, p. 11)
-
onderaannemers (zie § 4, p. 17)
-
materieel (zie § 5, p. 18).
B. de indirekte kosten (= algemene ondernemingskosten) : algemene kosten voor administratie, beheer en voorraad (zie Deel 11, p. 21). C. de winst + de risico's. De volledige kostprijs (A + B) is de bodemprijs, waaronder de aannemer in geen geval mag verkopen. Doet hij het toch, dan loopt hij onvermijdelijk verlies op, ook al is het risico misschien onbestaande. De technische kostprijs (A) laat toe de uitvoering van het werk te kontroleren. In bijlage 1 (p. 56) wordt een model gegeven van een begrotingskaart om de elementen van de verkoopprijs op een pagina te schikken. In de bijlagen 2, 3 en 4 (p. 57 tot 59) wordt een voorbeeld van begroting gegeven voor drie soorten werken.
5
2. MATERIAALKOSTEN EN MATERIAALBEHEER
2.1 INLEIDING Alvorens de kostprijs van een werk te berekenen, moeten eerst alle uitvoeringsaspekten worden geëvalueerd. Vandaar de noodzaak om alle vereiste gegevens te registreren, met name: -
naam, adres en alle andere gegevens betreffende de kontraktant (B.T.W.-nummer, registratienummer, financiële instelling, enz.) alsook een beschrijving van het uit te voeren werk
-
klant (algemeen aannemer, administratie, partikulier)
-
architekt (naam, adres, telefoonnummer)
-
adres van de bouwplaats (eventueel afstand)
-
staat van de bestaande of als bestaand beschouwde ondergrond
-
te leveren materialen, hun kwaliteit en afwerking
-
voorziene overeenkomsten omtrent de offerte, de aanvang van de werken, de oplevering, de betalingsmodaliteiten, de plaatsing van natuursteen en het gereedschap
-
hoeveelheid en type van materieel (stellingen, hijstoestellen, enz.) en van plaatsingsmaterialen (zand, cement)
-
eventuele plannen en studies
-
beschermingsmiddelen.
2.2 MATERIAALKOSTEN Onder « materiaalkosten» verstaat men de kosten van de materialen die moeten worden gebruikt om een werk uit te voeren. De materiaalkosten omvatten : -
de geldende tariefprijs
-
de bijkomende kosten
-
de transportkosten
-
de loskosten
-
de kosten voor de eerste verwerking.
Tariefprijs Het is de overeengekomen prijs die de aannemer aan zijn leverancier betaalt. De aftrekbare B.T.W. is niet in deze prijs begrepen.
Bijkomende kosten Dit zijn de kosten voor het vastspieën, het wegen, het verpakken, de douane, de oplevering van de goederen, de verzekeringen, ...
Transportkosten De transportkosten zijn de kosten voor het transport van de materialen van de exploitatieplaats van de groeve of zaak naar de plaats van verwerking, hetzij de werkplaats, hetzij de bouwplaats. Deze kosten worden toegevoegd aan de aankoopprijs van de materialen (zie bijlage 4, p. 59). De goederen worden, behoudens tegenbepalingen, op risico van de koper vervoerd.
6
Loskosten
Dit zijn de kosten die voortvloeien uit de goederenbehandeling, het gebruik van een laadbrug, enz. Kosten voor de eerste verwerking
Materialen die ruw worden gekocht, moeten in de onderneming een eerste transformatie ondergaan (polijsten, slijpen, kitten, enz.) om later te worden bewerkt. De kosten voor eerste verwerking moeten in de materiaalkosten verrekend worden.
2.3 TE VERWERKEN HOEVEELHEDEN 2.31 Werkwijze Men bèrekent de hoeveelheden natuursteen door de gegevens van het uit te voeren werk volledig te analyseren. Bij de analyse van de plannen en beschrijvende dokumenten (bestek) moet metodisch tewerk worden gegaan. De opstelling of de kontrole van de hoeveelhedenstaat moet worden gesteund op nauwkeurige regels vastgesteld door de meetmetode die bepaald is in het bestek of, zoniet, in de norm NBN B 06-001 C). Indien men geen plan bezit en de maten ter plaatse worden opgenomen, is het aanbevolen ruitjespapier te gebruiken, waarop men een eenvoudige schets maakt van de verschillende elementen en de maten noteert. Aldus kan men een meetstaat en een offerte opstellen die overeenstemmen met de eisen van de klant en het werk beter voorbereiden. Bij de bepaling van deze gegevens (voorstudie en meetstaat) kan men, naargelang van het type van bouwwerk, voorgedrukte formulieren gebruiken (zie bijlagen 8, 9 en 10, p. 63 tot 66). De uit te voeren werken worden in de meetstaat per type (materiaal, dikte, afwerking) geklasseerd. Dergelijke onderverdeling is van belang voor de voorbereiding, de uitvoering van het werk en de fakturatie. De meetstaat vermeldt de nettohoeveelheden natuursteen voor het uit te voeren werk. Deze hoeveelheden worden nadien opgenomen in een fabrikatieborderel dat na de bestelling aan de uitvoerders kan worden overgemaakt.
2.32 Berekening van het materiaalverlies (2) Het materiaalverlies bij natuursteen (grondstof) moet bijzonder aandachtig worden berekend. Iedere aannemer moet trachten het materiaalverlies bij natuursteen zo nauwkeurig mogelijk te bepalen, ten einde het percentage ervan in de kostprijs (of de direkte kosten) te kunnen verrekenen. Aan de hand van de empirische materiaalverliespercentages kunnen de overeenkomstige vermenigvuldigingsfaktoren worden bepaald. Deze faktoren vermenigvuldigt men -
hetzij met de nettohoeveelheden materialen (bepaald in de meetstaat)
-
hetzij met de eenheidsprijzen van de materialen om rekening te houden met de verliezen in de prijsstudie.
De vermenigvuldigingsfaktor (VF) is de verhouding tussen de totale materiaalhoeveelheid en de nettomateriaalhoeveelheid ~
totale hoeveelheid
nettohoeveelheid
verlies
A
B
totale hoeveelheid VF=------nettohoeveelheid
C)
e)
------+
A+B
A
Norm NBN B 06-001 Metingen van gebouwen. Meetmethoden voor hoeveelheden. Brussel, B.I.N., 1982. Zie bijlage 11, p. 68.
7
Indien 8 A
= x % verlies = 100 % - x %
VF
=
A+8
A
en 100
0/0
------=--100 x 0/0 1 - x %
-
De totale hoeveelheid natuursteen is dan het produkt van de nettohoeveelheid en de vermenigvuldigingsfaktor : totale hoeveelheid
=
nettohgeveelheid x VF
Voorbeeld Voor een bepaald werk wordt een verliespercentage voorzien van 25 natuursteen. totale hoeveelheid = 100
nettohoeveelheid
= 75 0/0
%
op de totale hoeveelheid
0/0
verlies:
x = 25
0/0
Men heeft VF
=
100 100
%
100
% -
x%
100
%
-
0/0
25
0/0
= 1,333
De nettohoeveelheid gemeten volgens de plannen en het bestek is gelijk aan 100 m 2 . De hoeveelheid nodig om het werk uit te voeren is gelijk aan de nettohoeveelheid vermenigvuldigd met de vermenigvuldigingsfaktor, namelijk 100 m 2 x 1,333
= 133',3 m2
Besluit nettohoeveelheid x VF = totale hoeveelheid Het materiaalverlies bij natuursteen hangt samen met: -
de kenmerken van de natuursteensoort (adering, ...) het type van uitgevoerde werken
-
de opgelegde maten
-
het gebruikte materieel
-
de bouwplaats
-
de vakkennis
-
het breukrisico.
De globale hoeveelheid materiaalverlies bij natuursteen kan echter niet per bouwplaats worden berekend omwille van de tijd die het verzamelen van de gegevens in beslag neemt. Deze berekening moet worden gemaakt op jaarbasis, waarbij over het geheel van de bouwplaatsen het gemiddelde van het materiaalverlies moet worden verdeeld. Men mag hierbij echter niet uit het oog verliezen dat sommige werken veel grotere of veel kleinere verliezen veroorzaken dan andere. Het is enkel in deze uitzonderlijke gevallen dat de aannemer de vermenigvuldigingsfaktor respektievelijk mag verhogen of verlagen. Afhankelijk enerzijds van de platen in voorraad of bij de leverancier, en anderzijds van de afmetingen van de te vervaardigen stukken, is het aangeraden de materiaalverliezen zo klein mogelijk trachten te houden door het versnijden met zorg te bestuderen. Een doeltreffend materiaalbeheer maakt het mogelijk om het verschil tussen de werkelijk gebruikte hoeveelheden en de voor ieder bouwwerk geleverde (voorziene) hoeveelheden te bepalen. In tabel 1 worden de voornaamste verliespercentages met hun overeenkomstige vermenigvuldigingsfaktor gegeven.
8
Tabel 1 Vermenigvuldigingsfaktor voor de nettohoeveelheid (ordinaat, afb. 1)
Verliespercentage op de totale hoeveelheid (abscis, afb. 1)
5 7,5 10 12,5 15 17,5 20 22,5 25 27,5 30 32,5 35 37,5 40 42,5 45 47,5
%
1,026 1,082 1,111 1,143 1,178 1,212 1,250 1,290 1,333 1,379 1,429 1,482 1,539 1,600 1,667 1,739 1,818 1,905
0/0 %
0/0 %
0/0 %
0/0 %
0/0 %
0/0 %
0/0 %
0/0 %
0/0
Verliespercentage op de totale hoeveelheid (abscis, afb. 1)
-
50 52,5 55 57,5 60 62,5 65 67,5 70 72,5 75 77,5 80 82,5 85 87,5 90
%
Vermenigvuldigingsfaktor voor de nettohoeveelheid (ordinaat, afb. 1) 2,00 2,105 2.222 2,353 2,500 2,667 2,857 3,077 3,333 3,636 4,00 4,444 5,00 5,714 6,667 8,00 10,00
0/0 % % %
0/0 % % %
0/0 %
0/0 % % %
0/0 %
FM Y
4JOO
3J OOI - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - t -
2JOO
x 25% Afb. 1 -
Bepaling van de vermenigvuldigingsfaktor. 1
y
=-1
x
met x en y in decimalen
Op de abscis, verliespercentage op de totale hoeveelheid (0/0) Op de ordinaat, vermenigvuldigingsfaktor met nettohoeveelheid (FM)
9
2.4 RAMING VAN DE KOSTEN VAN GRONDSTOFFEN VÓÓR DE VERWERKING Om de kosten van de te gebruiken grondstoffen te ramen, past men op het produktieborderel de eenheidskosten toe die werden berekend volgens de metode beschreven in § 2.2 (p. 6). In de bijlagen 5, 6, 11 en 12 (p. 60, 61, 68 en 69) worden enkele voorbeelden betreffende de berekening van de materiaalhoeveelheden gegeven. Bijlage 7 (p. 62) geeft een overzicht van de voornaamste technische voorschriften voor de ondernemingen van steenhouwerij en marmerbewerking.
Bovengrondse steengroeve.
10
3. KOSTEN VOOR MANKRACHT
3.1. ALGEMEEN Zonder de moeilijkheid van een korrekte berekening van de kosten van de voor een werk vereiste materialen te onderschatten, moet men erkennen dat deze berekening gemakkelijker is dan die van de loonkosten. De bezoldiging van arbeid is zeer duur. De loonkosten zijn de laatste jaren in verhouding sterker gestegen dan de andere faktoren die de kostprijs bepalen. Het is bijgevolg onontbeerlijk de loonkosten goed te kontroleren, vooral in arbeidsintensieve ondernemingen zoals de meeste ondernemingen van steenhouwerij en marmerbewerking. De bepaling van de arbeidstijden en van het overeenkomstige loon bij de voorkalkulatie is gebaseerd op de ervaring en de berekening van vroegere werken. Uit enquêtes is echter gebleken dat er nog altijd aannemers zijn die de loonkosten niet afzonderlijk berekenen en die gewoon weinig nauwkeurige rekenmetoden toepassen, wat uiteraard tot ernstige misrekeningen kan leiden. De berekening van de lonen is een ingewikkelde zaak die een diepgaande kennis en het konstant volgen van de wetgeving vergt. Er bestaan sociale sekretariaten die zich met deze berekeningen belasten, er de verantwoordelijkheid voor dragen en een antwoord geven op alle vragen van de aannemers met betrekking tot de sociale wetgeving (R.S.Z., ...). Uw respektieve Federaties kunnen u hieromtrent informeren.
3.2 KOSTEN BEGREPEN IN HET UURLOON De totale loonkosten omvatten het brutoloon en de sociale lasten.
3.21 Brutoloon Het brutoloon van een arbeider bestaat uit: het aantal betaalde uren vermenigvuldigd met het kontraktueel uurloon (baremaloon of hoger)
C)
de loonbijslagen voor bijzondere werken (ongezonde, hinderlijke of lastige werkenjï") de loontoeslagen voor arbeid buiten de gebruikelijke daguren.
3.22 Sociale lasten verbonden met het brutoloon Onder lasten verbonden met het brutoloon verstaat men alle kosten die naast de brutolonen deel uitmaken van de loonkosten. Opmerking
De bedrijfsvoorheffing en de aan de bron ingehouden R.S.Z.-bijdragen mogen niet als lasten worden beschouwd, daar deze stortingen afgetrokken worden van de aan de arbeiders betaalde brutolonen.
C)
Zie Collectieve Arbeidsovereenkomst (C.A.O.) van de Nationale Confederatie van het Bouwbedrijf.
11
De sociale lasten kunnen in twee grote kategorieën worden onderverdeeld: lasten die aan openbare organismen worden gestort en lasten die aan privé-organismen en aan de arbeiders worden gestort. 3.22.1 Lasten die de onderneming aan openbare organismen stort (R.S.Z. en paritaire organismen van het bouwbedrijf)
Deze lasten worden berekend op basis van een verplicht tarief dat in de ruimte onveranderlijk is voor alle bedrijven van eenzelfde kategorie. Dit tarief wordt toegepast op het brutoloon. De tarieven kunnen echter variëren in de tijd naargelang v~n de beslissingen die in de sociale sektor worden genomen.
Tabel 2 -
Tarief op 1 juli 1986
Omschrijving
Ziekte- en invaliditeitsverzekering Werkloosheid Kinderbijslagen Jaarlijkse vakantie Pensioen Beroepsziekten Fonds voor Bestaanszekerheid Kredieturen R.S.Z.-aanslag op gewoon vakantiegeld Fonds voor arbeidsongevallen Sluiting ondernemingen Loonmatiging Weerverlet Getrouwheidspremie Heraanpassing R.S.Z.-bijdrage
Inningsorganisme
Tarief (*) - 10 arbeiders
+ 10 arbeiders
R.S.Z. R.S.Z. R.S.Z. R.S.Z. R.S.Z. R.S.Z. R.S.Z. R.S.Z.
6 1,23 7 6 8,86 0,65 26,35 0,03
6 2,83 7 6 8,86 0,65 26,35 0,03
R.S.Z. R.S.Z. R.S.Z. R.S.Z. Verlofkas voor het Bouwbedrijf Verlofkas voor het Bouwbedrijf Verlofkas voor het Bouwbedrijf
4,78 0,3 0 6,59
4,93 0,3 0,12 6,59
2,1
2,1
9,12
9,12
0,38
0,38
Totaal
79,39
81,26
0/0
0/0
(*) De meester-steenhouwers en meester-marmerbewerkers behoren tot de kategorie A.
3.22.2 Lasten die de onderneming stort aan privé-organismen en aan de arbeiders
Deze lasten variëren (vrij weinig) van de ene onderneming tot de andere naargelang van bij voorbeeld het privé-organisme waarmee het bedrijf werkt. De in tabel 3 (p. 13) vermelde tarieven zijn gemiddelden die representatief zijn voor de ondernemingen van steenhouwerij en marmerbewerking. De tarieven moeten op de brutolonen worden toegepast. Voor een bedrijf met minder dan 10 arbeiders bedroegen de sociale lasten op 01/07/86 : -
lasten betaald aan openbare instellingen
79,39
0/0
lasten betaald aan privé-instellingen en aan de arbeiders
29,22
0/0
Maribel-operatie Totaal
- 3,2
0/0
105,41
0/0
Deze percentages kunnen in de tijd verschillen naargelang van de in de sektor genomen beslissingen. Voor de percentages die thans van toepassing zijn, verwijzen wij naar de publikaties van de beroepsorganisaties. 12
Tabel 3 -
Tarief op 1 juli 1986 Inningsorganisme
Omschrijving
Opmerking
Betalingswijze van de R.S.Z.-bijdragen
Wanneer de onderneming voor de berekening van de lonen een beroep doet op een sociaal sekretariaat, betaalt ze een beheerbljdraqe Nettopremies betaald aan de verzekeringsmaatschappijen Aankoop of huur van veiligheidsmaterieel (signalisatie, valnetten, ...) Bedrag betaald voor geneeskundig onderzoek Aankoop en onderhoud van de werkkledij of vergoeding betaald aan de arbeiders
0,34
Sociaal sekretariaat
8,5
Verzekeringsmaatschappij Privé-bedrijf
1,4
Geneeskundige dienst Privé-bedrijf
Wanneer de arbeiders zich met eigen middelen verplaatsen Wanneer de arbeiders lange verplaatsingen moeten maken Feestdagen en diverse soorten afwezigheidsdagen betaald aan de arbeiders
2,27
Arbeider
2,05
Arbeider
8
Arbeider
2 3,58
Arbeider Arbeider
Verzekering arbeidsongevallen en B.A. Arbeidsbescherming Arbeidsgeneeskunde Werkkledij
Tarief
0,6 0,48
>
Mobiliteit van de arbeidskrachten: - verplaatsingskosten -
mobiliteitsvergoeding
Wettelijke feestdagen
Weerverlet Gewaarborgd uurloon en klein verlet Totaal
29,22
Voorbeeld
Berekening van de totale loonkosten van een geschoolde arbeider 1ste graad op 01/07/86 : - uurloon volgens barema: 294 F/u - loonlasten (105,41 % van 294 F) : 309,90 F/u. De totale uurloonkosten voor deze arbeider bedragen 603,9 F/u.
3.3 BEREKENING VAN HET GEMIDDELDE UURLOON VAN DE ONDERNEMING De gemiddelde uurloonkosten moeten vanzelfsprekend worden bepaald volgens de reële cijfers van de onderneming. Het aandeel van de loonkosten in de berekening van de kostprijs is groot, omdat het dit bedrag is dat in aanmerking wordt genomen voor de prijsoffertes. Bij de berekening van het gemiddelde uurloon moet de patroon rekening houden met het werk dat hij rechtstreeks op de bouwplaats of in de werkplaats verricht en dit korrekt waarderen. Wanneer de patroon het werk niet persoonlijk verricht, moet hij immers een beroep doen op een arbeider met een ekwivalente bekwaamheid. De loonkosten van de patroon moeten bijgevolg worden gewaardeerd minstens op basis van de kosten van deze eventuele vervangingsarbeider. De gemiddelde uurloonkosten worden berekend door de som van de totale uurlonen van alle arbeiders te delen door het aantal arbeiders. Nemen wij als voorbeeld een onderneming met het volgende personeel: - de patroon, wiens werk op de bouwplaats 25 % hoger C) wordt gewaardeerd dan dat van een geschoolde arbeider van de 2de graad - drie geschoolde arbeiders 1ste graad. - drie geoefende arbeiders. 13
Volgens de barema's van toepassing op 1 juli 1986, is de gemiddelde uurloonkost : barema
sociale lasten (105,41 0/0)
totaal
-
patroon: 313,7 F + 25 0/0
392,1 F
413,3 F
805,4 F
-
3 geschoolden 1ste graad : 3 x 294 F
882
F
929,7 F
1.811,7 F
-
3 geoefenden : 3 x 274,4 F
823,2 F
867,7 F
1.690,9 F 4.308
-
totale uurloonkosten : 4.308 F
-
gemiddelde uurloonkosten (er zijn 7 arbeiders) :
4.308 F 7
= 615,4
F
F/uur
3.4 BEREKENING VAN DE BENODIGDE TIJDEN Nu wij het uurloonbedrag kennen, dat moet worden voorzien bij de prijsberekening, moeten we nog het aantal arbeidsuren bepalen dat nodig is voor de uitvoering van de verschillende bewerkingen. 3.41 Produktie, rendement, tijdnormen Voorbeeld Een ploeg van 2 arbeiders kan 14 m 2 natuursteenelementen van een bepaald type in één dag behouwen. Alle faktoren zoals behandeling, persoonlijke verzorging, ... zijn in deze tijdsduur meegerekend. Men heeft: -
dagproduktie : 14 m2 voor een ploeg van twee man; de dagproduktie is de hoeveelheid werkeenheden die in één dag worden uitgevoerd rendement:
14 m2
= 0,875
2 x 8h -
tijdnorm:
16 u 14 m
2
m2/manuur; het rendement is de hoeveelheid werk die in één manuur wordt uitgevoerd
= 1,143 manuur/m": de tijdnorm
is de tijd uitgedrukt in manuur die nodig is voor de uitvoering van een bepaalde werkeenheid.
3.42 Bepaling van de tijdnormen of rendementen De tijdnormen of rendementen kunnen op verscheidene wijzen worden bepaald, bij voorbeeld: -
op basis van vakmanschap en ervaring
-
aan de hand van een arbeidstudie uitgevoerd in het eigen bedrijf en gebaseerd op tijdstudies en multi-momentopnamen
-
aan de hand van gegevens die eigen zijn aan de onderneming en die voorkomen in de dagrapporten, produktiebons, enz.
3.42.1 Metode gegrond op vakmanschap en ervaring Door de dagelijkse praktijk kan men een zekere ervaring opdoen omtrent de tijd die nodig is om een element te verwerken of om een bewerking uit te voeren .. De aannemer-steenhouwer of -marmerbewerker kan, gebruik makend van deze ervaring, de uitvoeringstijd van bepaalde werken vooropstellen. Deze tijdsraming heeft vaak betrekking op de dagproduktie en omvat doorgaans bijkomende faktoren zoals behandeling, persoonlijke verzorging, ... Belangrijk is bij de berekening dat een analytische benadering van de benodigde arbeidstijd plaatsvindt. Aandacht dient dan ook te worden besteed aan: -
de plannen of tekeningen van het uit te voeren werk
-
het te verwerken type natuursteen
14
-
de omstandigheden waarin dient gewerkt te worden
-
de bereikbaarheid van de werkplaats
-
de toe te passen werkmetode en de te gebruiken gereedschappen het aantal uit te voeren bewerkingen
3.42.2 Tijdstudie per bewerking in de onderneming
De aannemer kan ook een tijdstudie uitvoeren of laten uitvoeren voor iedere bewerking. Deze tijdstudie kan een onontbeerlijk hulpmiddel zijn bij grote of repetitieve werken. De tijdstudie of, in ruimere zin de arbeidsmeting, bestaat in het toepassen van bepaalde technieken, die tot doel hebben de arbeidsinhoud van een bepaalde taak vast te leggen door de tijd te meten die een arbeider nodig heeft om deze taak te verrichten in welomschreven werkomstandigheden. De tijdstudie heeft als doel alle niet-produktieve tijden op te sporen, deze volledig of gedeeltelijk weg te werken en tijdnormen vast te leggen voor de verschillende bewerkingen. Voorbeeld van de opsplitsing in basisbewerkingen voor de berekening van de tijd
1. Steenhouwerij: uitvoering van een reeks vensterdorpels -
op maat versnijden van de plaat
-
slijpen van de voorkant vande dorpel
-
manueel beitelen van de voorkant van de dorpel
-
manueel beitelen van de zijkanten van de dorpel
-
slijpen van de kanten
-
slijpen van de druiplijst.
2. Marmerbewerking : uitvoering van een reeks vensterbanken -
keuze van de snede
-
polijsten van de plaat
-
op maat versnijden van de gepolijste plaat (met inkappingen)
-
belijsten van de kanten, indien nodig
-
polijsten van de kanten en randen
-
opslag van de afgewerkte steen vóór verzending.
3.42.3 Normen of richttijden
In verscheidene landen werden handboeken over richttijden gepubliceerd. Deze studies zijn echter niet toepasbaar op gelijk welk werk. Ze moeten aan ieder afzonderliJk geval worden aangepast. Bovendien moet men rekening houden met de hypotesen aangenomen bij de uitvoering van deze studies. Men dient aandacht te besteden aan het al dan niet uitvoeren van bepaalde onderdelen waaruit de richttijden zijn opgebouwd, of aan de grondigheid waarmee de bewerkingen worden uitgevoerd. In de bijlagen 19 en 31 (p. 76 en 99) worden een rekenvoorbeeld en een bibliografie gegeven over tijdnormen en richttijden.
3.42.4 Gegevens eigen aan de onderneming, afkomstig van dagrapporten, produktiebons, enz.
Ten einde de tijd die de arbeiders nodig hebben om een bepaalde taak uit te voeren beter te waarderen, is het van belang de gepresteerde uren en de geleverde produktie tijdens vorige gelijkaardige bouwplaatsen bij te houden. Er bestaan verschillende staten om de gepresteerde uren te registreren en ze per bewerking op te splitsen: -
weekrapporten (bijlagen 13, 14, 17 en 18, p. 70, 71, 74 en 75)
-
dagrapporten (bijlagen 15 en 16, p. 72 en 73)
-
bouwplaatsverslagboekje, enz. 15
Doel is de gepresteerde uren en de uitsplitsing van de uren per bewerking op één enkel dokument te groeperen. De berekening van de tijdnormen van de arbeiders vereist bovendien een staat van de gekumuleerde hoeveelheden per bewerking.
De steenhouwer aan het werk.
16
4. ONDERAANNEMINGSKOSTEN
Onderaannemingskosten moeten slechts worden voorzien wanneer de aannemer-steenhouwer of -marmerbewerker een beroep doet op derden om een deel van het werk uit te voeren (bij voorbeeld gevelreiniging, stellingen, beeldhouwwerk, plaatsing, enz.). De kostprijs wordt berekend op basis van de offerte van de onderaannemer. Om de kosten van de verschillende onderaannemers te vergelijken, kan een tabel worden opgesteld, waarop de volgende gegevens vermeld staan : -
de aard van de werken en leveringen
-
de voorziene eenheden en hoeveelheden
-
de eenheidsprijzen en de totale prijzen
-
de betalingsvoorwaarden
-
de voorgestelde termijn.
Aan de hand van deze criteria kan de aannemer zijn beslissing treffen rekentnq houdend met de betrouwbaarheid, de handvaardigheid en de vakkennis van de onderaannemer. Een onderaannemer kan de goedkoopste lijken vóór de uitvoering van een werk, maar achteraf toch de duurste blijken. Men mag dus nooit een globale offerte vragen, maar men moet een gedetailleerde offerte eisen. Indien de aannemer geen gedetailleerde offerte van de onderaannemer kan bekomen, moet hij bij het opstellen van de onderaannemingsovereenkomst de details van de aanneming duidelijk aangeven.
17
5. MATERIEELKOSTEN
5.1 GEBRUIKSTARIEF VAN HET MATERIEEL Voor steenhouwerswerken is een geschikte en vaak dure uitrusting vereist. De kosten van dit materieel worden berekend naargelang van het uit te voeren werk. De kosten worden steeds berekend op de totale gebruikstijd van de machine (de eenheid kan de vierkante meter, de lopende meter, ... zijn). De gebruikskosten zijn noodzakelijk voor gangbaar materieel waarvan de gebruikstijd kan worden gemeten, zoals onder meer: -
zaag-slijpmachines
-
beslag
-
polijstschijven
-
frijnmachines
-
kantschuurmachines en spoelkop.
Het materieel dat niet in de direkte kosten wordt verrekend moet in de algemene kosten worden opgenomen (bruggen, enz.). De moeilijkheid ligt in de raming van de totale gebruiksduur van de voornaamste machines en hun uitrusting: a. sommige machines en hun hulpstukken dienen voor meerdere werken in het kader van verscheidene kontrakten (bij voorbeeld, zaag-slijpmachine: ± 1.500.000 SF); in dit geval moet de machine over alle uitgevoerde kontrakten worden afgeschreven b. sommige machines kunnen dienen voor een specifiek werk in het raam van een bepaald kontrakt (bij voorbeeld, geprofileerde diamantslijpmachine : ± 60.000 SF); in dat geval moet de machine op het betrokken kontrakt worden afgeschreven. Men stelt aldus een gebruikstarief op, dat alle door het materieel veroorzaakte kosten bevat. 5.2 BEREKENING VAN DE KOSTPRIJS VAN HET MATERIEEL PER PRODUKTIEF UUR De kostprijs van het materieel is afhankelijk van de totale kosten van het materieel en van de bezettingsgraad. Dit betekent dat men enerzijds de aankoopprijs van het materieel moet berekenen en anderzijds het aantal prestatie-uren van het materieel voor het volgende jaar moet ramen. 5.21 Berekening van de materieelkosten Men moet rekening houden met de volgende kosten. 5.21.1 Onderhouds- en herstellingskosten Sommige van die gegevens kan men in de boekhouding van het bedrijf vinden. Voorbeelden: vervanging van de lagers, smeren, riemen, elektromotor, ... 5.21.2 Hulpmaterieel Hiervoor kan men een gemiddeld jaarpercentage van de aankoopwaarde berekenen. Deze gegevens vindt men eveneens in de bedrijfsboekhouding. Voorbeelden: diamantschijf, slijpmachine, boorijzer, boor. 18
5.21.3 Energieverbruik
Het energieverbruik kan worden bepaald op basis van de katalogus van de konstrukteur en door verbruikstests. Voorbeeld (volgens de katalogus)
-
vermogen van het toestel: 5,5 PK, of 5,5 PK x 0,736
-
prijs van 1 kWh : 5 F
-
gebruiksduur : 5 uur/dag
-
verbruik: 4,04 kWh x 5 F/kWh x 5 u/dag
= 101
= 4,04 kWh
F/dag.
5.21.4 Afschrijvingen
Door de afschrijving moet de aannemer een voldoende groot bedrag terugwinnen wanneer het materieel technisch of ekonomisch versleten is, om een nieuwe machine te kunnen kopen, die hem dezelfde diensten kan bewijzen (zie bijlage 30, p. 95).
5.22 Bezettingsgraad van het materieel In een eerste fase berekent men de materieelkosten in de veronderstelling dat het kontinu wordt gebruikt, wat praktisch nooit het geval is. Daarom worden.de materieelkosten in een tweede fase berekend door aan te nemen dat het niet kontinu wordt gebruikt. Het aantal dagen tijdens dewelke het materieel kontinu kan worden gebruikt, is gelijk aan: -
aantal dagen per jaar
-
aantal niet gewerkte dagen: - zondagen' - zaterdagen - feestdagen - verlof - 39-urenweek
365 52 52 10 20 6 140
140 225
Het materieel is bijgevolg 225 dagen per jaar beschikbaar (behoudens weerverlet, ...) Wanneer het kontinu wordt gebruikt, moet men van deze beschikbare dagen de niet-produktieve uren aftrekken (uren voor onderhoud, herstelling, reiniging, ...). Uit prikkaarten en/of dagrapporten blijkt dat deze niet-produktieve tijd bij voorbeeld 15 % kan bedragen. Het aantal uren dat het materieel wordt gebruikt ingeval het kontinu wordt gebruikt, is dan gelijk aan: -
aanwezigheidsuren : 225 x 8
-
niet-produktieve uren: 1.800 x 15 %
1.800 u 270 u 1.530 u
5.23 Berekening van de kostprijs van het materieel per produktief uur De samenstellende elementen van de materieelkosten zijn gekend: -
onderhoud en herstelling
-
hulpmaterieel
-
afschrijvingen
-
energieverbruik. 19
We kunnen dus deze kosten voor het volgende jaar reeds ramen. We kennen ook het aantal produktieve. uren bij kontinu gebruik van de machine, bij voorbeeld 1.530 u. Aan de hand van deze gegevens kunnen we de kosten van het materieel berekenen. Bijlage 23 (p. 82) geeft een voorbeeld van de berekening van de materieelkosten per produktief uur.
De marmerbewerker aan het werk.
20
DEEL 11 INDIREKTE KOSTEN = ALGEMENE ONDERNEMINGSKOSTEN
1. INLEIDING
1.1 BEPALING VAN DE ALGEMENE KOSTEN ~'''''~In-gfóte
lijnen kunnen de algemene kosten worden omschreven als kosten die onafscheidelijk verbonden zijn ,··,.aan het bestaan en de struktuur van de onderneming en die door haar worden gemaakt, ongeacht zij al of niet werken uit te voeren heeft. Dat zijn bij voorbeeld de PTT-kosten, de tlnanclële kosten, de aankoop van inschrijvingsdokumenten, de kosten voor de publikatie van de balans, de kosten voor verzekeringen, enz. Deze kosten worden soms ook vaste kosten genoemd. In feite zijn ze niet altijd vast in de strikte zin van het woord. Daarom spreken we liever van algemene ondernemingskosten. AI deze kosten zijn onvermijdelijk; ze zijn een onontbeerlijke voorwaarde voor de werking van het bedrijf. Ze moeten worden opgenomen in de meetstaat en worden gefaktureerd. 1.2 HOE MOET DE BEDRIJFSLEIDER TE WERK GAAN OM DE ALGEMENE KOSTEN TE BESTUDEREN? (zie afb. 2, p. 22) 1.21 De aannemer moet beschikken over de basisgegevens die nodig zijn voor de kontrole (zie § 2, p. 23). Daartoe moet hij de kosten identificeren, klasseren en uitgaande van de vorige boekjaren hun bedrag bepalen. Hij moet tevens op de hoogte zijn van de evolutie van de markt en de ontwikkeling van zijn bedrijf voorzien (omzet, personeelsuitbreiding). 1.22 Aan de hand van die gegevens zal hij zijn vooruitzichten opstellen (algemene kosten waarderen). 1.23 Bovendien moet hij weten hoe hij de algemene kosten dient te verdelen. Daarvoor moet hij een toerekeningsmetode kiezen.
1.24 Aan de hand van de boekhouding zal hij de werkelijke kosten registreren tijdens het jaar. 1.25 De vooruitzichten en de werkelijke kosten worden gekonfronteerd om vergelijkingen te maken. Deze vergelijkingen bieden de aannemer nieuwe basisgegevens die hij later zal kunnen gebruiken. 21
Vorige boekjaren
Basisgegevens : - identifikatie } - klassering - bepaling van het huidige bedrag - marktevolutie
van de algemene kosten
Kontrole: vergelijking tussen vooruitzichten en reële uitgaven
Vooruitzichten: algemene kosten waarderen als funktie van de toekomst
Toerekeningsmetode bepalen: - marktevolutie - evolutie van de onderneming
Afb. 2 -
22
Registratie:
l/--
reële algemene kosten van de onderneming
I
r",
"'J-------I
Schematische voorstelling van de te bestuderen elementen.
2. IDENTIFIKATIE VAN DE ALGEMENE KOSTEN
2.1 INLEIDING Alvorens het bedrag van de algemene kosten van zijn bedrijf te kunnen bepalen, moet de patroon in de eerste plaats onderzoeken welke algemene kosten erin voorkomen. Dit betekent dat hij deze kosten moet identificeren. Het meest geschikte uitgangspunt daartoe vormt de struktuur van de onderneming. De struktuur van de onderneming omvat alle elementen waaruit het bedrijf op een gegeven moment bestaat en die nodig zijn opdat zij effektief zou kunnen werken. Enkele struktuurelementen zijn bij voorbeeld: -
het juridisch statuut (zie § 2.2 hieronder)
-
het tewerkgesteld personeel dat niet voorzien is in de direkte kosten (zie § 2.3 hieronder)
-
de hulp van externe diensten (zie § 2.4, p. 25)
-
de uitrusting van de onderneming (zie § 2.5, p. 25)
-
de gebouwen (zie § 2.6, p. 26)
-
de kantooruitrusting (zie § 2.7, p. 27)
-
de financiële kosten (zie § 2.8, p. 28).
De algemene kosten kunnen worden bepaald rekening houdend met deze opsomming. Van essentieel belang hierbij is dat men geen kosten vergeet, maar evenzeer dat men er geen tweemaal rekent. Iedere post van de algemene kosten stemt met een rekening van het genormaliseerd boekhoudplan. Daartoe hebben we naast iedere rubriek het nummer van de betrokken rekening vermeld.
2.2 ALGEMENE KOSTEN VERBONDEN MET HET JURIDISCH STATUUT VAN DE ONDERNEMING Men onderscheidt hierbij : -
de eenmanszaken: geen specifieke algemene kosten ten gevolge van dit statuut
-
de vennootschappen (B.V.B.A., N.V., koöperatieve vennootschap, ...) : - jaarlijkse kosten van bijeenroeping: statutaire algemene vergadering en eventueel buitengewone algemene vergaderingen - rekening 61253 - publikatiekosten van de jaarrekening: neerleggen bij de griffie van de rechtbank van koophandel -
rekening 61530 - afschrijving van de honoraria en registratierechten bij de oprichtingsakte en van de wijzigingen. Dit is een eenmalige kost - rekening 6300 - afschrijving van de kosten voor de publikatie van de statuten in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad (bij de oprichting van de vennootschap en bij wijziging van de statuten). Dit is eveneens een eenmalige kost.
2.3 ALGEMENE KOSTEN VERBONDEN MET HET TEWERKGESTELDE PERSONEEL (niet opgenomen in de direkte kosten) Men onderzoekt: -
de bezoldiging van de patroon -
rekening 62000 23
-
rekening 62040 de bezoldiging van het kaderpersoneel van de onderneming - rekening 62020. de bezoldiging van de meewerkende echtgenote en van de hulpkrachten -
2.31 Bezoldiging van de patroon - rekening 62000 2.31 .1 Waarom dient de patroon van een eenmanszaak zichzelf een bezoldiging toe te kennen? In de praktijk beschouwt men het als normaal dat de patroon van een eenmanszaak zich geen bezoldiging toekent, maar de gemaakte winst als dusdanig beschouwt. Hoewel deze regel overeenstemt met de fiskale praktijk, belet hij de aannemer een goede kostprijsberekening te maken en een juiste kostenkontrole door te voeren. Hij brengt tevens het voortbestaan van het bedrijf in gevaar, en dit om de volgende redenen: 1. er dient een onderscheid te worden gemaakt tussen enerzijds de persoon van de patroon van een eenmanszaak en anderzijds de persoon van de onderneming. Dit is een ekonomische realiteit. Enerzijds levert de patroon de onderneming een hoeveelheid kapitaal en arbeidsvermogen, anderzijds dient de onderneming als morele persoon deze prestaties te vergoeden in de vorm van een bezoldiging voor de patroon en een vergoeding voor het geïnvesteerde kapitaal 2. het feit dat de bezoldiging van de patroon niet als een algemene kost wordt beschouwd, brengt mee dat de algemene kosten van de onderneming ondergewaardeerd worden en bijgevolg voor een te laag bedrag in de verkoopprijzen doorgerekend worden. Dit betekent eveneens dat de bezoldiging van de patroon ofwel volledig ofwel gedeeltelijk op de voorziene winstmarge zal moeten worden gerekupereerd. Meestal blijkt dan op het einde van het jaar dat de winst onvoldoende is voor het dekken van een normale vergoeding van de patroon, om dan nog niet te spreken van een normale vergoeding van het geïnvesteerde kapitaal en van de reserves die de onderneming moet kunnen aanleggen ten einde haar groei zelf te kunnen financieren en eventuele verliezen te dragen. 2.31.2 Hoe groot is deze bezoldiging? Om het bedrag van de bezoldiging van de patroon te berekenen, moet een onderscheid worden gemaakt tussen: -
de patroon van een eenmanszaak die deelneemt aan de uitvoering van de werken
-
de patroon van een eenmanszaak die niet rechtstreeks deelneemt aan het manueel werk.
1ste geval: bezoldiging van de patroon van een eenmanszaak die deelneemt aan de uitvoering van de werken
Uit een vergelijkende studie blijkt dat een aantal elementen tussen de loonkost van een arbeider en die van een zelfstandige: -
geheel of gedeeltelijk gelijklopen. Deze posten waarvan het impakt gemakkelijk te berekenen is, slaan hoofdzakelijk op de diverse vormen van de bezoldiging, zoals brutoloon, feestdagen, vakantiegeld, enz.
-
volledig uit elkaar lopen, omdat ze wel een betekenis hebben voor de arbeider en niet voor de zelfstandige.
Ondanks de vastgestelde verschillen tussen de stelsels van zelfstandigen en arbeiders moet de patroon, voor de evaluatie van de uren die hij rechtstreeks aan manueel werk besteedt, als referentie minimaal de loonkost van een geschoolde arbeider van de 2de graad nemen, verhoogd met 25 0/0. 2de geval: bezoldiging van de patroon van een eenmanszaak die niet rechtstreeks aan het manueel werk deelneemt
In aansluiting met wat wij hierboven gezegd hebben betreffende de meewerkende of alleenstaande zelfstandige patroon, kan men voor de bepaling van de bezoldiging van een niet-meewerkende patroon uitgaan van de wedde van een weddetrekker met dezelfde funktie. De totale loonkosten van een bediende is samengesteld uit -
de brutobezoldiging
-
het vakantiegeld + 13de maand (eventueel)
-
de patronale bijdragen, omvattende: - bijdrage pensioen - bijdrage werkloosheid
24
-
verzekering ziekte en invaliditeit verzekering arbeidsongevallen verzekering burgerlijke aansprakelijkheid kredieturen arbeidsgeneeskunde.
De hoogte van zijn brutobezoldiging moet de patroon evenwel zelf vaststellen. Op grond van dit bedrag kan hij dan zijn totale loonkost berekenen die hij geheel als algemene kosten dient te beschouwen.
2.32 Bezoldiging van de echtgenote en van de hulpkrachten - rekening 62040 Wanneer de echtgenote van de patroon of hulpkrachten in de onderneming werken, is het normaal dat zij voor dit werk worden beloond. Naargelang van het soort gepresteerd werk zullen het ekwivalent van hun loon alsook de eruit voortvloeiende lasten worden beschouwd als algemene kosten (indien ze beheerswerkzaamheden uitoefenen) of als direkte kosten (voor de uren besteed aan de uitvoering van de werken).
2.33 Bezoldiging van het kaderpersoneel van de onderneming - rekening 62020 Hieronder verstaan we alle lonen en vergoedingen die aan het administratief personeel van de onderneming, de ploegbazen, ... worden betaald. Hiertoe dient ook het werkgeversaandeel in de sociale lasten op deze lonen en vergoedingen te worden gerekend.
2.4 ALGEMENE KOSTEN VERBONDEN MET DE BELONING VAN DERDEN Afgezien van de bezoldiging van de personen die effektief in de onderneming werken, moet de onderneming vergoedingen of bijdragen betalen aan personen of organismen waaraan ze bepaalde taken toevertrouwt of waarop ze in sommige gevallen een beroep kan doen. Zo kan men bijvoorbeeld de volgende gevallen onderscheiden:
rekening 61332
-
erelonen van de boekhouder en de belastingconsulent -
-
bijdragen : - aan beroepsverenigingen - rekening 61542 - aan het W.T.C.S. - rekening 61541
-
erelonen van experten (ingenieurs, advokaten, enz.) -
-
organismen voorde technische kontrole van het materieel -
rekening 61320 rekening 61333.
2.5 ALGEMENE KOSTEN VERBONDEN MET DE UITRUSTING VAN DE ONDERNEMING 2.51 Voertuigen Dit zijn alle kosten die verband houden met de personenwagen(s) en de vrachtwagen(s) van de onderneming. De autokosten omvatten :
rekening 63022
-
de afschrijving -
-
de huur of operationele leasing -
-
de verzekeringen: burgerlijke aansprakelijkheid, omnium, diefstal, brand -
-
-
rekeningen 61214 (gasoil), 61216 (LPG), 61217 (benzine) olie, smeerstoffen en vetten - rekening 61134 herstellingen en onderhoud - rekening 61134 technische kontrole - rekening 61134
-
eventueel huur van een garage -
-
banden -
-
rekening 61114 rekening 61353
de brandstof -
rekening 61111
rekening 61134 25
rekening 6404
-
verkeersboeten -
-
bijdrage aan Touring Wegenhulp -
-
verkeersbelasting - rekening 64000
-
mobilofoon -
radiotaks -
rekening 61550
rekening 6403 rekening 61250
Indien de patroon de wagen ook voor privé-verplaatsingen gebruikt, moet hij de hierboven vermelde kosten voor een bepaald percentage in de algemene kosten opnemen. Voorbeeld
De aannemer schat dat de wagen voor aD 0/0 voor zijn zaak rijdt. Dan zullen meegerekend worden in de algemene kosten.
aD %
van alle jaarlijkse kosten
2.52 Materieel De materieelkosten omvatten alle kosten die verband houden met de toestellen en gereedschappen die worden gebruikt voor het zagen, polijsten, schoonmaken, enz. en die niet opgenomen werden in de direkte kosten. Het betreft al het materieel waarvan de gebruikstijd niet kan worden gemeten: -
liften
-
laadbrug
-
kompressor
-
pompen
-
zandstraaltoestellen
-
watergordijn
-
stellingen
Deze kosten kunnen als volgt gesplitst worden:
rekening 63021
-
afschrijvingen -
-
onderhoud en herstellingen - wisselstukken - herstellingen - smeermiddelen - wasmiddelen
-
energieverbruik - drijfkracht - stookolie - gas
-
diverse kosten op machines : - technische kontrole van het materieel - rekening 61333 - onroerende voorheffing op het materieel - rekening 64001 - verzekeringen - rekeningen 61352 en 61357
rekening 61132 :
rekening 61213 :
2.53 Klein materieel en klein gereedschap - rekening 6017 Het betreft de kosten in verband met klein of snelslijtend gereedschap, zoals slijpschijven, kleine boormachines, schuurmiddelen, enz. Op basis van vroegere gegevens (die in de boekhouding voorkomen), raamt men de te voorziene kosten voor de aankoop van klein materieel tijdens het volgende boekjaar (bij voorbeeld: kitspuiten, schoppen, kruiwagens, ...).
26
2.6 KOSTEN VOOR GEBOUWEN De gebouwen waarin de onderneming gevestigd is, brengen bepaalde kosten mee die als algemene kosten moeten worden beschouwd. Deze gebouwen zijn kantoren, werkplaatsen, winkels of opslagruimten. Hierbij kunnen zich twee gevallen voordoen: ofwel de onderneming huurt de gebouwen, ofwel de patoon en/of zijn echtgenote zijn eigenaar van de gebouwen.
2.61 De onderneming huurt de gebouwen Voor zover deze uitsluitend voor bedrijfsdoeleinden worden gebruikt, dienen alle kosten die hieruit voortvloeien in de algemene kosten opgenomen te worden. De in acht te nemen elementen zijn : -
rekening 61111 de brandverzekering - rekening 61350
-
de onroerende voorheffing (indien ze ten laste van de huurder is) -
-
de verwarming -
-
-
de huurprijs en de huurlasten -
rekening 64001
rekeningen 61211 en 61215 het onderhoud en de herstellingen - rekening 61131 de verlichting - rekening 61212.
Wanneer deze gebouwen ook privé-gedeelten omvatten (woning) dient men slechts het gedeelte bestemd voor bedrijfsdoeleinden als algemene kosten te beschouwen. ' Wanneer dit geval zich voordoet, doet men er goed aan twee huurkontrakten vanaf het begin te voorzien: een huurkontrakt voor de partikuliere gedeelten en een huurkontrakt voor de voor bedrijfsdoeleinden gebruikte gedeelten, waarbij men beide kontrakten laat registreren voor een grotere rechtszekerheid.
2.62 De patroon en/of zijn echtgenote zijn eigenaar van de gebouwen In dat geval kunnen de gebouwen worden beschouwd als behorend tot: -
het privé-patrimonium van de eigenaars, hetgeen betekent dat de bedrijfsgebouwen niet behoren tot het patrimonium van de onderneming. Voor de toerekening van de kosten van de gebouwen kan de patroon een effektieve huur toepassen, die als kost dient te worden beschouwd. Verder zijn er nog de verwarming, de verlichting, het onderhoud, taksen en belastingen
-
het patrimonium van de onderneming; in dat geval bestaan de kosten van de bedrijfsgebouwen uit: - de afschrijving - rekening 63022 - de onroerende voorheffing - rekening 64001 - de brandverzekering - rekening 61350 - de verwarming - rekeningen 61211 en 61215 - het onderhoud en de herstellingen - rekening 61131 - de verlichting - rekening 61212 - de taksen.
2.7. KANTOORKOSTEN We onderscheiden enerzijds de kosten die voortvloeien uit de kantooruitrusting, en anderzijds de kosten die noodzakelijk zijn voor de werking van het kantoor.
2.71 Kosten voor kantooruitrusting Deze kosten hebben betrekking op schrijfmachines, computers, rekenmachines, bureaus, tekentafels, telefooninstallatie, enz., en omvatten: -
de afschrijving -
rekening 63022
-
het onderhoud en de herstellingen -
-
de huur -
-
de diefstalverzekering -
rekening 61133
rekening 61113 rekening 61351. 27
2.72 Werkingskosten van het kantoor en aankopen van verbruiksgoederen Het betreft uitgaven voor: -
rekening 61242 de kosten voor telefoon, telegrammen, telex, telefax - rekening 61250
-
de aankoop van postzegels -
-
de inschrijvingsdokumenten -
-
-
de aankoop van briefomslagen, stempels, enz. -
rekening 61253
rekening 61241 allerlei drukwerk - rekening 61240
2.8 FINANCIELE KOSTEN - rekening 6500 Hieronder verstaan we de interesten en lasten die de onderneming aan banken of andere kredietinstellingen moet betalen voor : -
de financiering van het materieel
-
het gebruik van een kaskrediet
-
de fiskale dienst (financiering van de voorafbetaling van de bedrijfsbelasting).
Deze lasten kunnen een zeer belangrijke post vormen. Vandaar de noodzaak ze afzonderlijk te behandelen en tot een minimum te beperken.
2.9 ALGEMENE KOSTEN VOORTVLOEIEND UIT DIVERSE FUNKTIES Deze kosten worden meestal bepaald aan de hand van de fakturaties van de leveranciers en instellingen.
2.91 Commerciële funktie
rekening\ 61523
-
publiciteit -
-
dokumentatie -
-
rekening 61521 studiereizen - rekening 61510 kursussen - rekening 61512 representatiekosten - rekening 61511 maken van stalen.
2.92 Belastingen, taksen e.d, - rekening 6402 -
gemeente- en provinciebelastingen op drijfkracht, personeel, enz.
-
taksen op lichtreklames
-
taksen op industrieel afval
-
taksen op gevaarlijke en ongezonde ondernemingen
-
agglomeratiebelasting.
OPMERKING: DE ALGEMENE KOSTEN VANUIT FISKAAL EN BEDRIJFSEKONOMISCH OOGPUNT In de kostprijsberekening dient men de algemene kosten te bestuderen vanuit bedrijfsekonomisch standpunt, en niet vanuit boekhoudkundig oogpunt. Zo ziet de fiskus de vergoeding voor de gepresteerde arbeid van de leider van een eenmanszaak en voor de meewerkende familieleden niet als kostenpost. Ook wat betreft afschrijvingen is er een duidelijk onderscheid. Fiskaal mag men afschrijven op de aanschaffingswaarde, terwijl vanuit bedrijfsekonomisch gezichtspunt men op de vervangingswaarde moet afschrijven, rekening houdend met de ekonomische levensduur. De hiervoor beschreven toestand wordt schematisch voorgesteld in afbeelding 3.
28
~
/
/.~~
/
//
/
E~onpmlsch /
Fiskaal resultaat
Z'
/
/
.(
-:
resultaat // /
Bezoldigingen van de patroon
c:
C>
o o
(ij ctS ~
en
Aanpassing afschrijvingen op de vervangingswaarde
"ï=
.::; +ol
:::::s
o o
.c
o en
·E
o c: o ~ Q)
en
'-" +ol
~
N
-0
o
..c
.i:
Q)
Q)
E
Totale kosten (fiskaal)
c:
c, C>
:::::s
o,
.-.... +ol
Totale kosten (fiskaal)
c:
Q)
+ol
en
o
~
Afb. 3 -
Schema van de samenstelling van de algemene kosten vanuit fiskaal en bedrijfsekonomisch oogpunt.
3. RAMING VAN DE- ALGEMENE KOSTEN (1)
Wanneer bepaald is welke kosten als algemene kosten zullen beschouwd worden, kan men beginnen met het bedrag te bepalen van elk samenstellend deel. Dit bedrag moet worden geraamd (gewaardeerd) voor het volgend werkjaar. Deze waardering is zeer belangrijk omdat men deze kosten niet te hoog mag ramen waardoor de kostprijs te sterk zou stijgen, maar ook niet te laag waardoor men uiteindelijk het gevaar loopt de werkelijke algemene kosten niet meer te kunnen dekken. Om deze bedragen zo goed mogelijk te kunnen bepalen, zal het ondernemingshoofd zich enerzijds steunen op de werkelijke kosten van de voorgaande jaren en anderzijds op de algemene ekonomische situatie van de sektor. 3.1 WERKELIJKE ALGEMENE KOSTEN VAN DE VOORGAANDE JAREN De algemene kosten van vorig werkjaar kan men berekenen aan de hand van de boekhouding. De boekhouding moet een hulpmiddel zijn bij de kostenbeheersing. De meeste gegevens kan men erin terugvinden, op voorwaarde dat men het boekhoudkundig rekeningplan gebruikt en volgt (2).
C)
Zie bijlagen 25 en 26 (p. 84 en 88). (2) Zie « Nomenclatuur en praktische gids van rekeningen », Brussel, N.C.B. Zie voorts « Inleiding tot de boekhouding W.T.C.B., Kursus-Konferentie, nr. 33, 1983. Voor verdere inlichtingen betreffende de boekhouding wende men zich tot het W.T.C.B., Direktie Beheer.
».
Brussel,
29
Ondernemingen die nog nooit een analyse van hun algemene kosten hebben gemaakt, gaan best als volgt te werk: -
in de eerste plaats gaat men de soorten algemene kosten die voorkomen in de onderneming bepalen op basis van de hiervoor beschreven punten (zie hoofdstuk 2, p. 23)
-
aan de hand van de bekomen lijst gaat men de werkelijke algemene kosten gedurende een bepaalde periode (bij voorbeeld 1 jaar) registreren.
Wij raden de patroons van deze ondernemingen aan dag na dag de uitgaven aan algemene kosten te noteren. 3.2 EVOLUTIE VAN DE ALGEMENE KOSTEN VOORZIEN VOOR HET VOLGENDE JAAR 3.21 Marktevolutie (voor het volgende boekjaar) Het is voor het ondernemingshoofd een dwingende noodzaak zich op de hoogte te houden van : -
de algemene ekonomische toestand
-
de toestand van de sektoren waarin hij werkt
-
de toestand van de sektoren waaraan hij levert
-
de prijsschommelingen
-
de meest waarschijnlijke klanten
-
de industrialisatiegraad
-
het beleid van de overheid met betrekking tot bepaalde domeinen, zoals restauratie, renovatie, subsidiëring en fiskaliteit.
Deze inlichtingen kan hij bekomen in : -
vaktijdschriften (<< Het Bouwbedrijf» bij voorbeeld)
-
de syndikale kamer en de beroepsorganisatie
-
gesprekken met kollega's.
3.22 Evolutie van de algemene kosten De evolutie van de algemene kosten kan op twee manieren worden voorzien: - eerste metode: men steunt zich zoveel mogelijk op de gegevens van de voorgaande jaren. Aan de hand van een tabel met inlichtingen over de vroegere evolutie van de onderneming kan men de gemiddelde jaarlijkse stijging van de algemene kosten per post in percenten bepalen -
tweede metode: de patroon moet de evolutie van zijn onderneming voor het volgende jaar voorzien; er kunnen zich drie gevallen voordoen: - uitbreiden - verkleinen - gelijk blijven.
Verder kan men zich ook de volgende vragen stellen: -
gaat men administratief personeel aanwerven?
-
gaat men als patroon nog meewerken ?
-
gaat men een ploegbaas aanwerven ?
-
gaat men nieuwe machines aankopen?
-
hoeveel kontrakten heeft men al voor volgend jaar?
3.3 VOORBEELD VAN DE EVALUATIE VAN DE ALGEMENE KOSTEN Aan de hand van de identifikatie van de algemene kosten gaan we nu een budget van algemene kosten opstellen voor een fiktieve onderneming van natuursteenwerken. 3.31 Algemene kosten voortvloeiend uit het juridisch statuut De firma Vandersteen is een B.V.B.A. (Besloten Vennootschap met Beperkte Aansprakelijkheid) en betaalt 30
jaarlijks 8.000 F voor de publikatie van de jaarrekening.
3.32 Bezoldigingen 3.32.1 Patroon
Bij het onderzoek naar de struktuur van de onderneming stelt men vast dat de patroon per dag -
gemiddeld 5 uur meewerkt met de arbeiders en
-
gemiddeld 3 uur besteedt aan administratieve arbeid.-
Dit betekent dat de loonkost van de patroon voor 3/8 als algemene kosten dient te worden beschouwd. Voor de bepaling van de loonkosten van de patroon nemen we het brutoloon van een geschoolde arbeider van de 2de graad op 01/07/86 en het tarief van de sociale lasten op dezelfde datum. We nemen verder aan dat de patroon 210 dagen per jaar werkt. We hebben:
= 392,1 F/u
-
brutoloon per 01/07/86 : 313,7 F/u + 25
-
sociale lasten per 01/07/86 : 105,41 0/0, dus 413,3 F
%
loonkost per uur: 805,4 F (3)
= 6.443 F = 1.353.072 F
-
loonkost per dag : 805,4 F x 8 u
-
loonkost per jaar: 6.443 F x 210 dagen
-
aandeel van de algemene kosten in de loonkosten : 1.353.072 F x 3
8
= 507.402
F
Opmerking
Laten we bij voorbeeld veronderstellen dat de patroon niet effektief meewerkt met de arbeiders en zich voltijds bezig houdt met de leiding van de onderneming en de administratieve en commerciële taken. Hij wordt met een weddetrekker gelijkgesteld. Dan moeten we als algemene kosten meerekenen: 840.000 F
-
de brutobezoldiging, bij voorbeeld 70.000 F x 12
-
de sociale lasten,
-
het dubbel vakantiegeld: 70.000 F x 0,85
59.500 F
-
een 13de maand
70.000 F
-
totale loonkost
± 32 %
:
840.000 F x 0,32
268.800 F
1.238.300 F
3.32.2 Echtgenote
De echtgenote van de patroon vindt dat een brutobezoldiging van 18.000 F per maand overeenstemt met wat zou moeten worden betaald aan een weddetrekkende bediende met dezelfde funktie. De totale loonkost toe te rekenen aan de algemene kosten is dus : -
brutobezoldiging per jaar: 18.000 F x 12
-
sociale lasten,
-
dubbel vakantiegeld: 18.000 F x 0,85
15.300 F
-
13de maand
18.000 F
-
totale loonkost
± 32 %
:
216.000 F x 0,32
216.000 F 69.120 F
318.420 F
3.32.3 Bedienden
In ons voorbeeld heeft de onderneming geen bedienden. (3) Cf. Deel I, § 3.3, p. 13.
31
3.32.4 Sociale dienst (kantine) De onderneming beschikt over een kantine waarvan de bedrijfskosten geraamd worden op 5.000 F per jaar (koffie, enz.).
3.32.5 Totaal van de bezoldigingen 507.402 F + 318.420 F + 5.000 F
= 830.822 F
Het vorige jaar bedroeg dit totaal 820.000 F.
3.33 Vergoedingen aan derden Deze kosten omvatten : Kosten van het vorige jaar
Geraamde kosten voor het volgende jaar
-
ereloon van de boekhouder-fiskalist
76.000 F
76.000 F
-
jaarlijkse bijdragen aan : - de beroepsverenigingen - het W.T.C.B.
38.000 F 22.000 F
38.000 F 22.000 F
5.000 F
10.000 F
141.000 F
146.000 F
-
ereloon van experten totaal
3.34 Uitrustingskosten 3.34.1 Voertuigen De onderneming heeft voor ieder voertuig een samenvattende kostentabel opgesteld. Voor het voertuigenpark (twee voertuigen) komt men tot het volgende resultaat: Kosten van het vorige jaar
Geraamde kosten voor het volgende jaar
280.000 F
280.000 F
-
afschrijving
-
verzekeringspremies
50.000 F
50.000 F
-
verkeersbelasting
10.000 F
10.000 F
-
benzineverbruik
240.000 F
240.000 F
-
onderhoud en herstellingen
100.000 F
104.000 F
-
technische kontrole
1.500 F
1.500 F
-
overtredingen
3.000 F
3.000 F
-
niet-aftrekbare B.T.W.
50.000 F
50.000 F
734.500 F
738.500 F
Kosten van het vorige jaar
Geraamde kosten voor het volgende jaar
totaal
3.34.2 Materieel niet begrepen in de direkte kosten De kosten voor dit materieel worden als volgt verdeeld :
-
afschrijving
40.000 F
42.000 F
-
onderhoud en herstellingen
12.730 F
13.000 F
-
wisselstukken
9.780 F
10.000 F
-
onroerende voorheffing op materieel
6.000 F
6.000 F
68.510 F
71.000 F
totaal 32
3.34.3 Klein materieel en klein gereedschap Voor de aankoop van klein materieel en klein gereedschap wordt een bedrag van 25.000 Fingeschreven (tijdens het vorige boekjaar werd een bedrag van 20.000 Fingeschreven).
3.35 Kosten voor gebouwen en gronden Voor de terbeschikkingstelling (verhuring) van de gebouwen en gronden die tot het privé-patrimonium van de patroon en zijn echtgenote behoren, rekenen zij aan de onderneming een effektieve huur van 15.000 F per maand. Dit bedrag omvat de onroerende voorheffing, maar niet de brandverzekering. De totale kosten voor gebouwen omvatten : Kosten van het vorige jaar
Geraamde kosten voor het volgende jaar
180.000 F
180.000 F
13.000 F
14.000 F
huur: 15.000F x 12 brandverzekering -
verwarming
56.000 F
60.000 F
-
water en elektriciteit
20.000 F
23.000 F
-
provisie voor onderhoud
26.000 F
30.000 F
295.000 F
307.000 F
totaal
3.36 Kantoorkosten 3.36.1 KostefrVOOr kantooruitrusting De aankoopwaarde van het kantoormeubilair en de kantoormachines bedraagt: -,
-
2 bureausaän 10.000 F
20.000 F
-
3 kasten aan 7.000 F 1 schrijfmachine aan 15.000 F
21.000 F
-
1 rekenmachine aan 8.000 F
-
4 stoelen aan 1.500 F
15.000 F 8.000 F 6.000 F totaal
70.000 F
Deze uitrusting wordt over een periode van 10 jaar afgeschreven, zodat de jaarbegroting van de algemene kosten voor dit materieel afschrijvingskosten bevat van:
70.000 F 10
= 7.000 F
Bovendien is de onderneming sedert twee jaar uitgerust met een computer met een waarde van 250.000 F, die over vijf jaar moet worden afgeschreven, dus 50.000 F/jaar. 3.36.2 Werkingskosten van het kantoor en aankoop van verbruiksgoederen De werkingskosten van het kantoor, d.w.z. de aankoop van briefpapier, fotokopieën, potloden, drukwerk, listings, enz., worden geraamd op 15.000 F per jaar. De verzendingskosten (postzegels, ...) bedroegen het vorige jaar 22.670 F en worden nu op 25.000 F geraamd. De telefoonkosten worden geraamd op 4.000 F per twee maand, dus 24.000 F per jaar of 2.000 F per maand.
= 61.670 F. + 24.000 F = 64.000 F.
Totaal voor het vorige boekjaar: 15.000 F + 22.670 F + 24.000 F Totaal voor het volgende boekjaar: 15.000 F + 25.000 F
3.37 Financiële kosten De financiële kosten van de onderneming ramen wij op 20.000 F per jaar.
33
3.38 Algemene kosten voortvloeiend uit diverse funkties 3.38.1 Commerciële funktie Kosten van het vorige jaar
-
4.216 F
boeken, dokumentatie
Geraamde kosten voor het volgende jaar
6.000 F
-
deelname aan kursussen
8.710 F
9.000 F
-
catalogi en publiciteit
12.250 F
20.000 F
-
representatiekosten
15.480 F
17.000 F
40.656 F
52.000 F
totaal 3.38.2 Belastingen, taksen e.d.
Kosten van het vorige jaar
Geraamde kosten voor het volgende jaar
-
provinciebelastingen
5.000 F
5.000 F
-
gemeentebelastingen
10.000 F
10.000 F
-
diverse verzekeringen
20.000 F
20.000 F
35.000 F
35.000 F
totaal
3.39 Samenvatting van de algemene kosten Kosten van het vorige jaar
Geraamde kosten voor het volgende jaar
8.000 F
8.000 F
Bezoldigingen
820.000 F
830.822 F
Vergoedingen aan derden
141.000 F
146.000 F
voertuigen
734.500 F
738.500 F
materieel
68.510 F
71.000 F
klein materieel en klein gereedschap
20.000 F
25.000 F
295.000 F
307.000 F
Juridisch statuut
Uitrusting: -
Kosten voor gebouwen en gronden Kantoorkosten : -
uitrusting
57.000 F
57.000 F
-
werking
61.670 F
64.000 F
20.000 F
20.000 F
Financiële kosten Kosten voortvloeiend uit diverse funkties : -
commerciële funktie
40.656 F
52.000 F
-
belastingen, taksen e.d.
35.000 F
35.000 F
2.301.336 F
2.354.322 F
totaal
3.4 UITSPLITSEN VAN DE BEGROTE ALGEMENE KOSTEN Indien men in de loop van het jaar wil kontroleren in hoever de werkelijke algemene kosten de geraamde algemene kosten al dan niet overtroffen hebben, volstaat een jaarlijkse raming niet. Daarom moet het totale geraamde bedrag post per post worden uitgesplitst in een bepaald aantal periodes. Deze uitsplitsing kan gebeuren volgens een maandelijkse periode. Daar dit evenwel een tamelijk zwaar werk 34
is en de vergelijkingsbasis zonder grote betekenis is, verkiezen wij een uitsplitsing per drie maanden (zie bijlage 25, p. 84). De driemaandelijkse vooruitzichten kunnen op een curve worden uitgezet.
4. VERDELING OF TOEREKENING VAN DE ALGEMENE KOSTEN
Indien het bedrag van de algemene kosten voor het komend werkjaar geraamd is, moet worden gezocht naar een manier om deze te verdelen en terug te verdienen. Zoals reeds gezegd, moeten de algemene kosten billijk worden verdeeld over en gedragen door alle klanten naargelang van het uit te voeren werk. 4.1 VOORWAARDEN WAARAAN DE VERDEELSLEUTEL MOET VOLDOEN De verdeelsleutel moet worden toegepast op elk werk. Hij mag van het ene tot het andere jaar niet te veel veranderen en als er verandering in is, moet deze verband houden met de werking van de onderneming. Hij moet rechtstreeks verband houden met de produktie, want het zijn de afgewerkte produkten die de algemene kosten zullen moeten dragen. 4.2 MOGELIJKE TOEREKENINGSMETODEN Om de algemene kosten toe te rekenen, kan men te werk gaan volgens twee metoden : -
toerekening per produktief manuur
-
verdeling over het geheel van de direkte kosten.
4.21 Toerekening per produktief manuur Een onderneming van steenhouwerij of marmerbewerking verricht verschillende soorten aktiviteiten (verschillende typen steenwerken, lijstwerken, graveerwerken, beeldhouwwerken, slijpwerken, plaatsingswerken, enz.). De kosten van de grondstoffen variëren nogal sterk naargelang van de soort van werkzaamheden en zijn op jaarbasis vrij moeilijk te schatten. Het is gemakkelijker de te presteren uren voor het komend jaar te ramen. De toerekening van de algemene kosten per arbeidsuur biedt de volgende voordelen: -
de arbeidsuren zijn aanwezig in de meeste werken
-
ze staan in direkt verband met de produktie
-
ze zijn gemakkelijk te ramen per werk en op jaarbasis voor de gehele onderneming. 35
Vandaar dat vele ondernemingen de arbeidsuren als verdeelsleutel voor de algemene kosten nemen. De toeslag voor algemene kosten (A.K.) wordt als volgt berekend: toeslag A.K.
=
totaal A.K. aantal arbeidsuren op jaarbasis
Aangezien men nooit zeker is of op het einde van het jaar het aantal voorziene arbeidsuren zal worden bereikt, is het aangeraden tabellen bij te houden waarop gegevens over arbeidsuren vermeld staan. Bovendien vergemakkelijken deze tabellen de evaluatie voor de volgende jaren.
4.21.1 Voorbeeld van bepaling van het aantal werkdagen
-
aantal dagen in een jaar
-
aantal niet gewerkte dagen : - zondagen - zaterdagen - feestdagen - vakantie - rekuperatiedagen in toepassing van de 39-urenweek
365 52 52 10 20 6 140
140 225
-
klein verlet, ziekte, weerverlet (raming)
- 15 210 dagen
210 dagen x 8 uur
= 1.680 u/jaar of 1.680 arbeidsuren
per jaar en per arbeider.
Onder arbeidsuren moet men aanwezigheidsuren verstaan.
4.21.2 Voorbeeld van verdeling van de algemene kosten per produktief manuur
De firma heeft 6 arbeiders: 6 x 1.680 u
= 10.080
uren.
De patroon werkt gemiddeld 5 uur per dag met de arbeiders mee: 5 u x 210 d
= 1.050 uren.
Gemiddeld heeft men dus op een bouwplaats 10.080 u + 1.050 u
= 11.130 aanwezigheidsuren
per jaar.
Sommige van deze uren werden echter reeds toegewezen, bij voorbeeld wanneer in de materiaalkosten rekening wordt gehouden met de twee uren nodig voor het lossen wanneer de goederen aan de onderneming worden geleverd. Deze uren moeten worden afgetrokken om ze niet tweemaal in rekening te brengen: 11.130 uren - 100 reeds toegewezen uren Uit de prikkaarten blijkt dat 8
%
=
11.030 uren.
van deze uren niet rechtstreeks produktief zijn:
=
11.030 uren - 882 uren (80/0)
10.148 uren.
De algemene kosten bedragen 2.354.342 F; dit bedrag moet vermeerderd worden met de geldelijke waarde van de niet-produktieve uren: 882 u x 615,4 F (G.U.L.)
= 542.783 F.
Het totaal dat per produktief uur moet worden verdeeld bedraagt dus : 2.354.322 F + 542.783 F 10.148 u
= 285 F.
Dit betekent dat de aannemer voor ieder produktief uur dat aan de klant wordt gefaktureerd, 285 F aan de volledige loonkost moet toevoegen om zijn algemene kosten te kunnen dekken. 36
Opmerking Wanneer de patroon een toeslag voor algemene kosten van 285 F/uur toepast, dan bevat de uurbegroting die hij opstelt met het oog op zijn prijsofferte dus niet de indirekt produktieve uren, zoals de uren die worden besteed aan bij voorbeeld onderhoudswerken.
4.22 Verdeling over het geheel van de direkte kosten In andere bedrijven varieert het aandeel van de mankracht sterk van het ene werk tot het andere, omwille van de verscheidenheid van de werken. In dergelijke omstandigheden zou een verdeling van de algemene kosten op basis van de produktieve uren verkeerd zijn, omdat dan de bouwplaatsen met veel mankracht een overbelasting aan algemene kosten zouden hebben, terwijl de bouwplaatsen waar de materialen zeer belangrijk zijn, weinig belast zouden worden. Om deze fout te vermijden moeten de algemene kosten over het geheel van de direkte kosten worden verdeeld. De moetlljkheld ligt in de raming van de direkte kosten. Men kan hiervoor als volgt te werk gaan: -
voorziene A.K. :
-
valorisatie van de niet-produktieve uren:
2.354.322 F 542.783 F 2.897.105 F
De voorziene omzet bedraagt 18.000.000 F. De voorziene winstmarge bedraagt 10
%
van de omzet.
Men heeft dus: -
omzet
18.000.000 F
-
winst
- 1.800.000 F
-
algemene kosten
- 2.897.105F
-
direkte kosten
13.302.895F.
De 2.897.105 F algemene kosten moeten dus over het geheel van de direkte kosten van 13.302.895 F worden verdeeld. Dit komt erop neer dat voor iedere 1.000 F gefaktureerde direkte kosten, m'en 218 F algemene kosten moet toevoegen. Ongeacht de struktuur van de direkte kosten (relatief aandeel van de mankracht) en indien de omzet korrekt werd geraamd, zullen de algemene kosten gemiddeld genomen gedekt zijn.
37
5. SPECIFIEKE BOUWPLAATSKOSTEN
5.1 INLEIDING De uitvoering van een bepaald werk in steen of marmer brengt kosten met zich mee, die de aannemer bij de kostenanalyse nergens in het bestek vermeld vindt, omdat ze geen rechtstreeks verband houden met de uitvoering van het werk. Het niet-meerekenen van deze kosten in de kostprijs heeft een onderschatting van de begrote kosten tot gevolg en vervalst de winstvoorziening. Daarom moet de aannemer bij de berekening van de inschrijvingsprijs voor een bepaald werk ook een opsomming maken van de kosten die moeten worden gemaakt en die niet rechtstreeks toerekenbaar zijn.
5.2 ENKELE SPECIFIEKE BOUWPLAATSKOSTEN 5.21 Kosten in verband met de inrichting van de bouwplaats Deze omvatten : -
werkvergaderingen
-
oprichten en demonteren van steigerwerk reklameborden
-
huur van speciale steigers
-
lossen van materialen
-
onderhoud van de bouwplaats
-
opruiming van de bouwplaats
-
veiligheidsvoorzieningen
-
gemeentebelasting op personeel, stellingen, omheiningen, ...
-
verzekering tegen specifieke risico's van de bouwplaats
-
reis- en verblijfkosten van het personeel
-
proeven op materialen, konstrukties, ...
-
verwarming
-
pro-ratarekening.
5.22 Diverse kosten Deze omvatten : -
waarborgstelling
-
financiering
-
oplevering van het werk
-
herstellen van schade aan werken van andere onderaannemers
-
beschermmiddelen
-
onderhoud gedurende de garantieperiode
38
5.3 TOEREKENINGSMETODE VOOR DE SPECIFIEKE BOUWPLAATSKOSTEN (S.Bpl.K.) a. De aannemer maakt het totaal van de kosten die hij voor een bepaalde bouwplaats verwacht. Aan de opsomming van de posten van de bouwheer voegt hij een post toe, die hij bij voorbeeld bouwplaats» noemt.
«
inrichting
b. De aannemer kan eveneens deze kosten voor inrichting van de bouwplaats over het geheel van de posten verdelen.
39
6. REGISTRATIE VAN DE OPGELOPEN ALGEMENE KOSTEN C)
Om de opgelopen algemene kosten te kunnen kontroleren en waar nodig maatregelen te nemen, zal men moeten registreren welke algemene kosten worden opgelopen. Het bedrag evenals de periode waarin deze algemene kosten worden opgelopen" moeten worden vastgelegd. Deze registratie verloopt in twee fasen: -
eerste fase : men noteert de bedragen van de opgelopen algemene kosten
-
tweede fase : deze bedragen worden op de «tabel van de algemene kosten» naast de geraamde bedragen geschreven. Op het einde van iedere periode wordt het totaal gemaakt van de opgelopen algemene kosten per periode en in gekumuleerde waarde (zie bijlage 27, p. 89).
De driemaandelijkse totalen kunnen op een curve worden uitgezet (zie bijlagen 28 en 29, p. 93 en 94). Bijlage 27 (p. 89) biedt de aannemer de mogelijkheid om per kostensoort een vergelijking te maken tussen de voorziene en de werkelijke kosten. Bij belangrijke afwijkingen kan men dan gemakkelijker de oorzaken opsporen. Aldus kan men doelmatiger bijsturende maatregelen treffen of kan men de evolutie van bepaalde kosten beter in de hand houden.
7. KONTROLE VAN DE WERKELIJKE ALGEMENE KOSTEN
Aangezien het waarderen van de algemene kosten gebeurd is op basis van gegevens van vorige jaren en van bepaalde toekomstverwachtingen dient men uiteraard na te gaan of deze berekeningen wel beantwoorden aan de werkelijkheid. De kontrole van de algemene kosten gebeurt het best in twee stappen: -
eerste stap: vergelijking van de voorziene algemene kosten met de werkelijk opgelopen algemene kosten
-
tweede stap: kontrole in hoeverre de algemene kosten worden terugverdiend.
C) 40
Zie bijlage 27 (p. 89).
7.1 VERGELIJKING TUSSEN DE VOORZIENE EN DE WERKELIJKE ALGEMENE KOSTEN (1) De vergelijking tussen de voorziene en de werkelijke algemene kosten bestaat in het meten en verklaren van de verschillen. Het is duidelijk dat er verschillen zullen zijn tussen raming en werkelijkheid. Zo kan bij voorbeeld een faktuur die op het einde van een periode moet binnenkomen, met enkele dagen vertraging ontvangen worden, en daardoor een groot verschil veroorzaken tussen wat er voor de periode begroot was en wat er in feite geregistreerd werd. . Deze vergelijking heeft tot doel: -
het doen zoeken naar de redenen waarom er verschillen zijn; dit gebeurt liefst post per post en voor iedere periode het doen beoordelen van deze verschillen, d.w.z. nagaan of ze tijdelijk zijn of nog zullen voorkomen
-
het doen zoeken naar middelen, om de nadelige verschillen weg te werken.
7.2 KONTROLE VAN DE TERUGVERDIENDE ALGEMENE KOSTEN (2) 7.21 Bepaling en berekening van de brutomarge De algemene kosten kunnen slechts terugverdiend worden nadat de direkte kosten (materiaal-, loon-, onderaannemers- en materieelkosten) terugverdiend zijn. Om de algemene kosten te kunnen terugverdienen en eventueel winst te maken, moeten de gefaktureerde verkoopprijzen hoger zijn dan de werkelijke direkte kosten. Het verschil tussen de gefaktureerde verkoopprijzen en de direkte kosten (+ eventuele bouwplaatskosten) noemt •. men de brutomarge : BRUTOMARGE
= GEFAKTUREERDE VERKOOPPRIJZEN
- DIREKTE KOSTEN
Ten einde in de berekening van de brutomarge een systematische lijn te trekken, gaan we ze steeds uitvoeren op basis van volgend schema: 1. verkoop (verkoopprijs + herzieningen 2. direkte kosten -
= fakturatie)
materiaalkosten loonkosten kosten voor onderaannemers materieel totaal kosten
3. brutomarge BRUTOMARGE (3)
VERKOOP - DIREKTE KOSTEN (1) (2)
7.22 Kontrole van de dekking van de algemene kosten door de brutomarge In de eerste plaats dienen wij er de aandacht op te vestigen dat praktisch gezien elk werk een positieve brutomarge moet vertonen. Een negatieve brutomarge betekent dat de opbrengst of de verkoopprijzen lager zijn dan de direkte kostprijs (verbruikte materialen, arbeidsuren, materieel en onderaannemers). Veelvuldig komt het geval voor waarbij de verkoopprijs lager is dan de totale kostprijs (direkte kosten + algemene kosten), d.w.z. dat de berekening van het resultaat wel een positieve brutomarge aangeeft, maar dan een die niet voldoende hoog is voor het dekken van de algemene kosten die normaal toegerekend werden aan dat werk. Op het ene werk zal de brutomarge dus kleiner zijn dan de voorziene dekking van de algemene kosten, en op het andere werk groter dan de geraamde algemene kostendekking. Daarom moet men de brutomarges van de verschillende werken samenstellen en vergelijken met de opgelopen algemene kosten.
C)
Zie bijlage 27 (p. 89). (2) Zie bijlage 29 (p. 94).
41
Is op het ogenblik van de kontrole de som van de brutomarges groter dan de opgelopen algemene kosten, dan maakt het bedrijf op dit ogenblik winst. Is deze kleiner, dan lijdt het bedrijf op dit ogenblik verlies. Om een overzicht te krijgen van de ontwikkeling die het bedrijf doormaakt, stellen wij voor een driemaandelijkse vergelijking te maken tussen de som van de brutomarges en de opgelopen algemene kosten. Het is aan te raden om halfjaarlijks (rond de vakantieperiode) een volledige situatie op te maken van de reeds opgelopen algemene kosten en tevens een raming te maken van de algemene kosten die de onderneming nog zal moeten maken tot aan het einde van het jaar. Het totale bedrag van deze kosten wordt dan vergeleken met de op dit moment reeds gerealiseerde totale brutomarge. Op deze wijze kan de aannemer zien op welk moment de onderneming effektief winstgevend wordt. Voor de onderneming is het zeer belangrijk het moment te kennen waarop de dekking van de algemene kosten gerealiseerd wordt, omdat zij pas vanaf dit moment in de winstzone belandt en de rentabiliteitsgrens overschrijdt (= break-even punt). In afbeelding 4 (p. 43) wordt het voorzienings- en kontroleproces van de algemene kosten schematisch voorgesteld.
7.23 Voorbeeld van de kontrole van de dekking van de algemene kosten Nemen we terug het voorbeeld van de firma Vandersteen waarvoor we voor het ganse jaar volgende gegevens hebben : -
omzet:
1ste 2de 3de 4de
3.036.820 6.183.880 6.864.600 4.019.800
kwartaal kwartaal kwartaal kwartaal totaal
-
materiaalkosten:
1ste 2de 3de 4de
kwartaal kwartaal kwartaal kwartaal
-
direkte loonkosten (produktieve en niet-produktieve) :
1ste 2de 3de 4de
kwartaal kwartaal kwartaal kwartaal
onderaannemers:
-
algemene kosten van de onderneming (werkelijke) :
F F F F
7.153.000 F 1.043.688 2.157.600 2.366.400 1.392.312
totaal -
20.105.100 F 1.072.950 2.217.430 2.432.020 1.430.600
totaal
F F F F
F F F F
6.960.000 F
OF 1ste 2de 3de 4de
kwartaal kwartaal kwartaal kwartaal
606.405 584.405 669.656 625.406 totaal
F F F F
2.485.872 F
We berekenen de brutomage van de onderneming per kwartaal:
1sta kwartaal Verkopen Direkte kosten - materialen - loonkosten
3.036.820 F 1.072.950 F 1.043.688 F 2.116.638 F
- 2.116.638 F brutomarge
42
920.182 F
VOORZIENING
ALGEMENE KOSTEN (budget)
I BOUWPLAATS 1 bouwplaatskosten direkte kosten van de posten
-
BOUWPLAA'·S 2
bouwplaatskosten
deel van de A.K.
direkte kosten van de posten
deel van de A.K.
winst en risico
winst en risico
KONTROLE BOUWPLAATS 1 voorziene uren
gepresteerde uren x werkelijke uurloon fakturen materialen fakturen onderaannemers
bestellingen prestaties
verkoop (som van vorderingsstaten en herzieningen)
S.BpI.K. brutomarge
BOUWPLAATS 2 werkelijke kosten
verkoop
brutomarge
Werkelijke algemene kosten Januari Februari Maart
, I I
I I
Afb. 4
,
Schema van het voorzienings- en kontroleproces van de algemene kosten.
43
Wanneer we de bekomen brutomarge vergelijken met de werkelijke algemene kosten voor het kwartaal, dan zien we dat de algemene kosten gedekt worden door een bedrag van 920.182 F - 606.405 F
= 313.777
F
2de kwartaal
6.183.880 F
Verkopen Direkte kosten -
materialen
2.217.430 F
-
loonkosten
2.157.600 F 4.375.030 F
- 4.375.030 F brutomarge
1.808.850 F
Toestand na het eerste halfjaar:
-
gèkumuleerde brutomarge: 920.187 F + 1.808.850 F
= 2.729.032
F
-
gekumuleerde werkelijke algemene kosten: 606.405 F + 584.405 F
-
dekkingsoverschot : 2.729.032 F - 1.190.810 F = 1.538.222 F.
=
1.190.810 F
Dit betekent dat men op het einde van het eerste halfjaar reeds 1.538.222 F gedekt heeft aan algemene kosten die nog op te lopen zijn tijdens de tweede helft van het jaar. 3de kwartaal
6.864.600 F
Verkopen Direkte kosten -
materialen
2.432.020 F
-
loonkosten
2.366.400 F 4.798.420 F
- 4.798.420 F brutomarge
2.066.180 F
Gekumuleerde toestand na 9 maand:
= 4.795.212
-
gekumuleerde brutomarge: 920.182 F + 1.808.850 F + 2.066.180 F
-
gekumuleerde werkelijke algemene kosten: 606.405 F + 584.405 F + 669.656 F
F
=
1.860.466 F.
Wanneer we het bedrag van de gekumuleerde brutomarge (4.795.212 F) nemen dan zien we dat deze op het einde van het 3de kwartaal reeds hoger ligt dan de totale voorziene algemene kosten (2.354.322 F, zie bijlage 27, p. 89). Dit betekent dat zonder buitengewone stijging van de algemene kosten tijdens het 4de kwartaal de onderneming reeds in de winstzone beland is (het teoretisch break-even punt is in het derde kwartaal bereikt). 4de kwartaal
4.019.800 F
Verkopen Direkte kosten -
materialen
1.430.600 F
-
loonkosten
1.392.312 F 2.822.912 F
- 2.822.912 F brutomarge
Toestand op het einde van het jaar:
-
44
totaal gerealiseerde brutomarge: 920.182 F + 1.808.850 F + 2.066.180 F + 1.196.888 F
= 5.992.100
F
1.196.888 F
'
-
totaal werkelijke algemene kosten: 2.485.872 F (zie bijlage 27, p. 89)
-
nettomarge (winst) : 5.992.100 F - 2.485.872 F
= 3.506.228
F.
De nettomarge die we hier bekomen, is een reële winst voor de onderneming na aftrek van alle kosten (loon van de patroon inbegrepen). Dit bedrag mag dus geenszins verward worden met het inkomen van de patroon. Zoals we gedaan hebben met de geraamde en de werkelijke algemene kosten kunnen we ook de brutomarge per periode op een curve uitzetten (zie bijlage 29, p. 94). De curve van de brutomarge snijdt de lijn van het totaal voorziene bedrag van de algemene kosten en de lijn . van de werkelijk opgelopen algemene kosten op het einde van het derde kwartaal. Deze snijpunten betekenen dat de onderneming op dat moment haar evenwicht bereikt, d.w.z. dat alle kosten gedekt zijn en dat de onderneming in de winstzone gekomen is (men is over het break-even punt).
7.24 Geval waarbij de brutomarge de algemene kosten niet dekt De oorzaken kunnen veelvuldig zijn: -
slechte berekening van de toeslag voor algemene kosten
-
slechte berekening van de kostprijzen en verkoopprijzen: slechte schatting van de uitvoeringstijden - het materiaal was duurder dan voorzien ~
-
slechte organisatie van de werkplaats: te veel verloren uren, b.v. bij de materiaalverhandeling
-
te weinig werk, terwijl men de arbeiders in dienst wil houden: men heeft een overbezetting aan personeel, terwijl de omzet te klein is
-
niet gelijklopen van de opgelopen algemene kosten en het aantal werken, bij voorbeeld, in januari, betaling van de verzekeringen, aankoop van stookolie voor de verwarming, enz., en zeer weinig werk.
Er zijn meerdere oplossingen mogelijk. Men kan onder meer: -
de interne organisatie voortdurend verbeteren
-
een betere berekening van de kost- en verkoopprijzen maken en vooral de marktprijzen niet blindelings volgen
-
de algemene kosten drukken
-
de brutomarge verhogen (algemene kosten + winst); deze oplossing heeft echter geen direkt effekt en zal bovendien het moeilijk maken om nieuwe werken te bekomen.
45
DEEL III WINST EN RISICO'S
1. NOODZAAK VAN WINST
Winst is een inkomen dat moet dienen om een normale vergoeding toe te kennen aan het eigen vermogen van de onderneming, dit onafhankelijk van de bezoldiging van de patroon. Ze is dus het bedrag dat overblijft nadat de patroon zichzelf, alsook alle werkingskosten van de onderneming heeft betaald. Winst is absoluut noodzakelijk om de volgende drie redenen: 1. men moet een inkomen verkrijgen dat ten minste gelijk is aan een geldplaatsing Indien de patroon, in plaats van zijn kapitaal in de onderneming te investeren, staatsobligaties had gekocht, zou hij een gewaarborgd vast inkomen- hebben gehad. De risico's C) die de aannemer neemt, moeten worden gekompenseerd door een voldoende hoge winstmarge die het geïnvesteerd kapitaal vergoedt. Het is dus normaal dat het inkomen van de patroon, die zijn kapitaal in de onderneming heeft geïnvesteerd met het risico alles te verliezen, ten minste gelijk is aan het inkomen uit een risicoloze belegging. 2. men moet het hoofd bieden aan de inflatie Indien de gemiddelde inflatiegraad 2 % per jaar bedraagt, dan zal de vervanging van een aankoop van 100.000 F van vandaag na 5 jaar 110.408 F kosten. Bijgevolg, om dezelfde werkkapaciteit te behouden, moet het kapitaal van de onderneming het inflatieritme volgen. 3. men moet de eventuele verliezen van bepaalde bouwplaatsen kunnen kompenseren en bijgevolg beschikken over een bepaalde reserve, zodat men niet onmiddellijk met bankroet is bedreigd. Een patroon die winst maakt, zal de evolutie en de vooruitgang in de bouwsektor beter kunnen volgen, omdat hij enkele dagen per jaar zal kunnen besteden aa!1 het bezoeken van handelsbeurzen, het bijwonen van vakkonferenties en het verzamelen van dokumentatie.
C) 46
Insolventie van de klant, stakingen, breuk van goederen of materieel, enz.
2. RELATIE OMZET/RENDABILITEIT
In heel wat aannemingsbedrijven, zowel kleine als grotere, stellen wij een jacht naar de grootst mogelijke omzet vast. Omzet realiseren is voor vele aannemers een ware obsessie, zeker in tijden van inkrimpende markt en dalende vraag. Twee ekonomische aspekten van de onderneming dienen te worden verduidelijkt: 1. omzet en winst 2. omzet en dekking van de algemene kosten. 2.1 OMZET EN WINST Bij nader onderzoek blijkt dat de bedrijfsleiders zich meestal niet afvragen of hun omzet rendabel is en of het wel zinvol is deze tot elke prijs te willen verhoqen.: Nemen we een onderneming die 2 ze dus een winst van 200.000 F.
%
winst maakt op haar omzet. Bij een omzet van 10.000.000 F realiseert
Veronderstellen we nu dat onze ondernemingen deze rendabiliteit onvoldoende vindt en als norm een winst van 4 % op de omzet eist. In dit geval zal ze reeds een winst van 200.000 F bereiken bij een omzet van 5.000.000 F. Bij gelijkblijvende winst (200.000 F) is het gemakkelijker een omzet van 5.000.000 F te behalen en te beheersen, dan dit het geval is bij een omzet van 10.000.000 F. I
2.2 OMZET EN DEKKING VAN DE ALGEMENE KOSTEN Het voorgaande betekent echter helemaal niet dat de bedrijfsleiding geen aandacht dient te besteden aan het aspekt omzet. De onderneming moet in elk geval een minimale omzet met een voldoende winstmarge bereiken om haar algemene kosten te kunnen dekken. Voorbeeld
Nemen we een onderneming die 600.000 F aan algemene kosten heeft. Deze kosten mogen hoogstens 15 % (2) van de omzet bedragen. Deze onderneming zal bijgevolg minimaal een omzet van 600.000 F x 100 15
= 4.000.000 F
(2) Dit percentage varieert naargelang van het soort van bedrijf.
47
moeten behalen om haar algemene kosten te dekken. Noteren we hierbij dat de onderneming dan nog geen frank winst gemaakt heeft. Van het grootste belang is dat de bedrijfsleiding bij het behalen van de nodige omzet in de eerste plaats streeft naar het bekomen van een zo hoog mogelijk winstpercentage waarbij de onderneming nog konkurrerend blijft. Uit wat vooraf gaat, zien we dat er een rechtstreekse relatie bestaat tussen de omzet en de rendabiliteit. Het streefdoel van de onderneming inzake deze relatie dient te zijn: een zo hoog mogelijke rendabiliteit (winstpercentage) bij een zo hoog mogelijke omzet.
Een rendabiliteitspercentage dat lager ligt dan hetgeen noodzakelijk is voor het dekken van de algemene kosten, leidt vanzelfsprekend tot verlies. Het verhogen van de omzet in deze voorwaarden leidt alleen tot groter verlies en tenslotte tot het failliet of het verdwijnen van de onderneming, gezien geen enkele onderneming eindeloos onder de rode streep kan werken.
48
DEEL IV BESLUITEN
1. DOELEINDEN VAN DE KOSTPRIJSBEREKENING
De berekening van de kostprijs heeft een viervoudig doel : 1. ze is de basis voor de verkoopprijs of aanbiedingsprijs 2. ze is een hulpmiddel bij de werkvoorbereiding 3. ze biedt de mogelijkheid om de uitvoering van de werken en de doelmatigheid van het bedrijfsbeleid te kontroleren 4. ze is een maatstaf bij de keuze: zelf doen of uitbesteden.
1.1 DE KOSTPRIJS, EEN BASIS VOOR DE VERKOOPPRIJS (AANBIEDINGSPRIJS) De berekening van de : -
direkte kosten: - materialen - mankracht - onderaannemers - materieel
-
indirekte kosten: algemene kosten
-
winst
bij de studie van een uit te voeren werk laat de aannemer toe een prijsofferte in te dienen met kennis van zijn voorziene winstmarge. 1.2
i$ KOSTPRIJS, EEN HULPMIDDEL BIJ
DE WERKVOORBEREIDING
Eenmaal de overeenkomst gesloten, is er echter nog niets verdiend. Men moet inderdaad het werk uitvoeren en pas aan het einde van het werk zal het vooropgestelde resultaat zijn berei kt.
Ptet is niet verantwoord te wachten tot het einde van het werk om het resultaat te berekenen. Het is doeltreffender gebruik te maken van de aanbestedingsstudie, ten einde de uitvoering beter voor te bereiden. Wanneer men over de nodige materialen beschikt, wanneer de arbeiders nauwkeurige richtlijnen hebben ontvangen en wanneer men week na week weet welke etappe moet voltooid zijn (volgens de voorwaarden van de overeenkomst), heeft men bijkomende waarborgen voor het bereiken van een goed resultaat.
49
1.3 DE KOSTPRIJS, EEN KONTROLEMIDDEL VOOR DE UITVOERING VAN DE WERKEN EN DE DOELMATIGHEID VAN HET BEDRIJFSBELEID Zeer vaak wordt de aannemer gekonfronteerd met het probleem van de kontrole van zijn kostprijs. In het beste geval bepaalt hij het globale verschil tussen de reële kostprijs en die van de kostenraming. Nochtans biedt de analyse van dit globale verschil geen enkele informatie voor. de aannemer wat betreft zijn oorsprong: -
komt het verschil van een fout in de kostenraming - op het rendement a priori ? - op de hoeveelheid?
-
komt het verschil van een slecht rendement van de arbeiders?
-
komt het verschil van de stijging van de eenheidsprijzen (Ionen, materialen, materieel, onderaannemers) die niet werd gekompenseerd door de herzieningsformule ?
In de kostprijs van een werk kunnen drie typen verschillen voorkomen (zie afb. 5) : -
verschil op het rendement of verschil in uurbegroting
-
verschil op de hoeveelheden
-
verschil op de eenheidsprijzen.
De eerste twee zijn fundamenteel bij het instellen van een bouwplaatskontrole. Het derde verschil laat toe de toepassing van de herzieningsformule te kontroleren.
F Reëel: 184.000 i - - - - - - : - - - - - - - - - - - - - - - - - - - e C
Verschil op de eenheidsprijzen
=
23.070 F
Rendementsverschil : 1.230 F (*) Verschil in hoeveelheid
=
7.700 F
Voorzien: 154.000a-----...J.4ir Toegelaten: 105 Reëel: 107 hH
Voorzien: 100 Afb. 5 -
Bepaling van de verschillen in de direkte kosten. Op de abscis, begroting in manuren (hH) Op de ordinaat, direkte kosten (F)
(*) gewaardeerd via de eenheidsprijs van de aktiviteit
De bepaling van de diverse verschillen op de direkte kosten van een bouwplaats laat de aannemer toe de zwakke kanten van zijn organisatie op te sporen en aldus het produktiebeheer van zijn onderneming te verbeteren. Het instellen van een systematische kontrole van de aktiviteiten van een bouwplaats is voornamelijk gebaseerd op de bepaling van de basisverschillen : rendementsverschil (of verschil op de uurbegroting) -
50
verschil in hoeveelheden.
De bepaling van deze twee verschillen vereist: -
de omschrijving van de bouwplaatsaktiviteiten op basis van de posten van de inschrijving en van de uitvoeringswijze
-
de berekening van de voor iedere aktiviteit voorziene uurbegroting
-
de dagelijkse kontrole van de gepresteerde uren en de splitsing ervan per aktiviteit
-
de regelmatige registratie van de werkelijk uitgevoerde hoeveelheden voor de verschillende aktiviteiten. Hoe korter de periode (maand, twee weken, week), hoe sneller het opsporen van de verschillen en bijgevolg hoe sneller de bouwplaatsleider bepaalde aktlvltelten tijdens de uitvoering kan rechtzetten.
Voorbeeld (volgens afbeelding 5)
a. Prijsofferte Aan de hand van de berekening van de kostprijs van 2 m3 dorpel in blauwe steen kunnen de kosten en de te leveren werkuren worden geraamd, namelijk (zie punt A op de grafiek van afb. 5) : -
geraamde kosten : 154.000 BF begroting in manuren: 100 manuren.
b. Uitvoering Tijdens de uitvoering stelt men vast dat (zie punt C op de grafiek) : -
de geleverde hoeveelheid tot 2,1 m3 is overschreden
-
de uitvoeringstijd 107 manuren bedraagt
-
de totale uitgaven 184.000 BF bedragen.
c. Berekening van de verschillen -
Verschil in hoeveelheid: 2,1 m3 - 2 m3 = + 0,1 m3 , of in kosten: 7.700 BF. Vraag: laat het kontrakt toe de klant te vragen dit supplement te betalen ?
-
Verschil in rendement Indien men voor de hoeveelheid van 2 m3 een begroting van 100 manuren (m.u.) had voorzien, zou men voor 2,1 m3 een toegelaten begroting moeten hebben van: 100 - - x 2,1 = 105 manuren (m.u.) 2 Het rendementsverschil bedraagt dus: 107 m.u. reële begroting of in kosten: 2 x 615 BF
105 m.u. toegelaten begroting
+ 2 m.u.,
= 1.230 BF.
Opmerking: het werk duurde 2 uur langer dan hetgeen was toegestaan.
-
Verschil op de eenheidsprijzen Dit verschil wordt als volgt berekend: reële kosten - hoeveelhedenverschil - rendementsverschil - voorziene kosten = 186.000 BF - 7.700 BF - 1.230 BF - 154.000 BF = 23.070 BF. Vraag: kan dit verschil worden terugverdiend door de herzieningsformule toe te passen?
Produktielijn
Afbeelding 5 geeft de diverse verschillen die in het voorgaande voorbeeld berekend werden. De produktielijn A B geeft de relatie aan die bestaat tussen de toegelaten kosten en het overeenstemmende aantal manuren. Hiermee bekomt men de geraamde tijdnorm voor het uit te voeren werk (in bovengemeld voorbeeld: 50 m.u. voor 1 m3 (77.000 BF). 51
1.4 DE KOSTPRIJS, EEN MAATSTAF BIJ DE KEUZE: ZELF DOEN OF UITBESTEDEN Het juist berekenen van de kostprijs van verschillende werkzaamheden biedt de mogelijkheid vergelijkingen te maken met hetgeen andere, meer gespecialiseerde bedrijven voor dezelfde werkzaamheden in rekening brengen. Op die wijze kan men een goede keuze maken tussen zelf uitvoeren of in onderaanneming uitgeven. Werken die eventueel voor uitbesteding in aanmerking komen zijn bij voorbeeld:
-
de plaatsing van stellingen
-
het draaien van stijlen
-
het transport
-
de plaatsing het graveerwerk het beeldhouwwerk
Opmerking
Ten einde rekening te kunnen houden met alle wijzigingen aan de plannen en/of beschrijvingen van de uit te voeren werken, is het onontbeerlijk een bouwplaatsboekje (werkboekje) bij te houden waarin alle gevraagde wijzigingen worden opgenomen, medeondertekend door de architekt en de klant (zie bijlage 21, p. 80).
52
2. ALGEMEEN BESLUIT
(afb. 6)
Iedere meester-steenhouwer of meester-marmerbewerker berekent zijn kostprijs, maar al te dikwijls is de gevolgde metode zo weinig nauwkeurig, dat ze tot ernstige misrekeningen kan leiden. Daarom moet hij de juiste kostprijs kennen. Bij het uitvoeren van zijn taak neemt de patroon risico's. Hij legt vaak de bestaanszekerheid en het kapitaal van zijn onderneming in de weegschaal. Voortdurend moet hij trachten zijn kosten te drukken en de rendabiliteit van zijn bedrijf te verhogen. Hij moet dus zijn produkten of diensten verkopen tegen een prijs die minstens gelijk is aan de kostprijs. Wanneer dit niet het nagestreefde doel zou zijn, dan zou de ekonomische en sociale rol van de onderneming niet langer bestaan.
onderneming ekonomische en sociale basiscel haar aktiviteit doet de onderneming leven
noodzaak van kostprijsberekening
Afb. 6
53
De cijfervoorbeelden worden slechts gegeven ter illustratie van de besproken teoretische begrippen. De cijfers vormen bijgevolg geen enkele norm voor de bedrijven. Iedere aannemer moet de eigen gegevens van zijn bedrijf toepassen, rekening houdend met de beroepsbekwaamheid van zijn arbeiders, de mechanisatiegraad van het bedrijf oen de werkorganisatie.
54
LIJST VAN DE BIJLAGEN
Bijlage 1
Begrotingskaart. Model.
56
Bijlage 2
Begrotingskaart. Voorbeeld 1 : monument van blauwe steen.
57
Bijlage 3
Begrotingskaart. Voorbeeld 2 : dorpels.
58
Bijlage 4
Begrotingskaart. Voorbeeld 3 : trap van marmer.
59
Bijlage 5
Voorbeeld van de berekening van de kosten van natuursteen: dorpel van blauwe steen (petit granit).
60
Voorbeeld van de berekening van de kosten van natuursteen: trapbekleding van opgevulde travertijn.
61
Lijst van de voornaamste voorschriften en aanbevelingen uitgegeven door het W.T.C.B. voor ondernemingen van steenhouwerij en marmerbewerking
62
Bijlage 8
Opnemingsstaat. Model.
63
Bijlage 9
Opnemingsstaat. Voorbeeld.
65
Bijlage 10
Identifikatiekaart van de klant.
66
Bijlage 11
Voorbeeld van de berekening van het snijverlies : blauwe steen.
68
Bijlage 12
Voorbeeld van de berekening van de kosten van platen en korsten blauwe steen op de bouwplaats geleverd (per vrachtwagen van 3 rn"),
69
Bijlage 13
Weekverslag van een arbeider. Model.
70
Bijlage 14
Weekverslag van een arbeider. Voorbeeld.
71
Bijlage 15
Blad voor de registratie van de dagelijks door de ploeg gepresteerde uren. Model.
72
Bijlage 16
Blad voor de registratie van de dagelijks door de ploeg gepresteerde uren. Voorbeeld.
73
Bijlage 6 Bijlage 7
Bijlage 17
Weekverslag van een ploeg. Model.
74
Bijlage 18
Weekverslag van een ploeg. Voorbeeld.
75
Bijlage 19
Voorbeeld van de berekening van tijdnormen en richttijden.
76
Bijlage 20
Omrekening van de zestigdelige tijdsindeling in decimale tijdsindeling.
79
Bijlage 21
Opdracht tot het uitvoeren van bijwerken.
80
Bijlage 22
Berekening van de kostprijs van het materieel per produktie-uur. Model.
81
Bijlage 23
Berekening van de kostprijs van een machine-uur. Voorbeeld voor een zaag-lijstwerkmachine.
82
Bijlage 24
Afschrijvingstabel.
83
Bijlage 25
Tabel van de voorziene algemene kosten. Voorbeeld.
84
Bijlage 26
Grafiek van de gekumuleerde voorziene algemene kosten.
88
Bijlage 27
Tabel van de voorziene algemene kosten en werkelijke algemene kosten. Voorbeeld.
89
Bijlage 28
Vergelijkingsgrafiek van de voorziene algemene kosten en werkelijke algemene kosten.
93
Vergelijkingsgrafiek van de voorziene algemene kosten, de werkelijke algemene kosten en de brutomarge.
94
Bijlage 30
Het begrip afschrijving.
95
Bijlage 31
Bibliografie van de tijdnormen.
99
Bijlage 29
55
BEGROTINGSKAART. MODEL 01
0)
ONDERNEMING:
KLANT:
OFFERTEDATUM :
ARCHITEKT:
Nr. BEGROTING:
BESTELLINGSDATUM : Nr. BESTELLING:
LEVERINGSDATUM:
CD .1;
g
'-ctl
2
CIT1
MATERIALEN
......
s:::::
Omschrijving
en
ctl
.::B C) s:::::
Q)
...J
Q)
~ Q) Q)
èë
®
iE "'CCP
.::B C) 0 0 :::I:
ti)
"'" .cp
Totaal
Eenheidsprijs
Totale prijs
MATERIEEL
UITVOERINGSTIJD VAN DE BEWERKINGEN
cc Oc
as as
@)
MANKRACHT
1
2
3
4
5
6
7
8
UITVOERINGSTIJD PER MATERIEEL
a
Totaal
b
c
d
e
f
,
CD
VERKOOPPRIJSBEREKENING
CO ® ® ®
Materialen Onderaannemers Mankracht Materieel
•
®
TOTAAL MANUREN
J
GEMIDDELD UURLOON
(@
TOTALE KOSTEN MANKRACHT
Tot. uren materieel Kosten materieel TOTAAL@;
OPMERKINGEN/SCHETS
BEWERKINGEN 1 2
Totaal direkte kosten Alaemene kosten
0/0
OP
direkte kosten)
Winst
0/0
OP
direkte kosten)
3 4 5 6 7 8
MATERIEEL a b c d e
f
~
m-
ee Verkoooorlls zonder B.T.W.
CD
....I.
BEGROTINGSKAART. VOORBEELD 1 : MONUMENT VAN BLAUWE STEEN. KLANT: L. Desmet Laarnebaan 90 9210 HEUSDEN ARCHITEKT:
ONDERNEMING: Monument P. V.B.A. Kerkstraat 15 9000 GENT
OFFERTEDATUM : 27/11/86
Nr. BEGROTING: 860275
BESTELLINGSDATUM : 01/02/87
J. Deniis Nr. BESTELLING: 105
LEVERINGSDATUM:
CD
MATERIALEN
~Q)
......
m
~
® ~
Blauwe steen/Petit granit
_
.. .
ö>
~
Omschrijving
11)
Q)
~
§
S
S
-g
g
~
~
Totaal (m")
Eenheidsprijs
Totale prijs
®
~~
cS 2
=
i,
z, 0,22
Fundering
1
1,80 0,80 0,08
0,116
0,24
B
Voetstuk
1
0,78 0,15 0,10
0,012
0,15
-
C
Lichaam
1
0,78 0,08 0,5
0,032
0,10
-
D
0,1q
Urnen
30.000
MATERIEEL
UITVOERINGSTIJD VAN DE BEWERKINGEN
A
Totaal
@)
MANKRACHT
s,
4b
-
-
0,03 -
6
Sb
7
8
0,28 0,19
-
0,42
6,00
2,5
UITVOERINGSTIJD PER MATERIEEL
abc
Totaal
1,26
0,46
0,80
0,46
0,18
0,28
9,21
0,10
0,19
d
e
f
4.800
2
3.000
plaatsing: 3 uur voor 2 man
6,00 I
TOTAAL MANUREN
CD • •
4.800 VERKOOPPRIJSBEREKENING
CD Materialen
®
Onderaannemers
®
Materieel Tota~dire~e ko~en
Alaemene kosten 21 8 Winst
10
%
%
(00 dlrekte kosten)
(00 direkte kosten)
•
3.000
GEMIDDELD UURLOON
([ij)
TOTAAL KOSTEN MANKRACHT
0,74
1,27
500
100
10.412 TOTAAL® 370
127
615
Kosten
materieel
OPMERKING/SCHETS
4.800 3.000 10.412 497
(@ Mankracht
®•
Tot. uren 16,93 materieel
1a~9
497
BEWERKINGEN
Zaaen SUioen ziikanten SUioen voorkant Beitelen ziikanten 5 Beitelen voorkant 1 2 3 4
MATERIEEL
Zaaa-liistwerkmachine Friinmachine Poliistmachine Waoenina e Sliiomachine
a b c d
~6~B~eh~o~u~w~e~n~~~~~f~~~~~~~~~
7 Beeldhouwwerk 8 Graveren
4.078 1.871
01
~ Di"
CC
.........
Verkoooortls zonder B.T.W.
24.658
CD N
BEGROTINGSKAART. VOORBEELD 2 : DORPELS.
01 00
KLANT: M. De Koninck J. Van Rijswijeklaan 51 2018 ANTWERPEN ARCHITEKT: E. Nachteraaele
ONDERNEMING: Luvten F. Oudstriiderslaan 5 2500 LIER
OFFERTEDATUM : 15/10/86
Nr. BEGROTING: 860243
BESTELLINGSDATUM : 31/01/87 LEVERINGSDATUM:
CD
MATERIALEN
+-'
_
.. .
~ ~
Omschrijving
t)
11
Q)
g>
~
Deurdorpels
15A Vensterdorpels
~
~
~
~
g ~
~
~
2
1,20 0,25 (410
5
e
®
Blauwe steen/Petit granit
<®
Nr. BESTELLING: 97
Totaal (m2 )
Eenheidsprijs
Totale prijs
~~
62 :8
UITVOERINGSTIJD VAN DE BEWERKINGEN
la
a,
3b
0,06
0,40
0,38
-
1,50 0,25 0,08
0,15
1,30
1,20
1,80 2,40
-
0,60
-
23
Idem
3
0,95 0,25 0,08
0,057
0,50
0,40
27
Deurdorpel
1
3,40 0,25 0,10
0,085
0,60
0,50
Totaal
®
MANKRACHT
MATERIEEL
.:0 CD
0,352
30.000
-
4c 0,8
0,80 1,00
Sc 1,20
1,70
6a
7d
8
UITVOERINGSTIJD PER MATERIEEL
Totaal
abc
7,78
0,40
0,38
2,00
0,8
7,50
2,10
3,00
2,40
0,30
2,60
0,80
1,00 0,80
9,80
0,60
0,50
-
-
5,00
6,00
2,70
e
d
f
5,00
6,00
10.560
,
CD •• 10.560
VERKOOPPRIJSBEREKENING
CD ® ® ®
Materialen Onderaannemers Mankracht Materieel
3a363
<®
TOTALE KOSTEN MANKRACHT
17.023 TOTAAL@> 1.950 488 592,502.750
3,90
4,88
500
100
7,90 11,00
75
BEWERKINGEN
Zaaen Slijpen zijkanten SliiDen voorkant Beitelen ziikanten 5 Beitelen voorkant 1 2 3 4
250 5.780
MATERIEEL a b c d
Zaaa-liistwerkmachine SliiDmachine Friinmachine KomDressor
e
~6~D~ru=iD~/~i~=t~~~~~f~~~~~~~~~
7 ODbikken 8
Alaemene kosten 218
0/ 0
(op direkte kosten)
7.273
Winst
%
(00 direkte kosten)
3.336
10
-
GEMIDDELD UURLOON
OPMERKINGEN/SCHETS 10.560 17.023 5.780
T~a~dire~eko~en
®.
Tot. uren 27,68 materieel Kosten 615 materieel
TOTAAL MANUREN
~ Di"
(Q
Verkoooortls zonder B.T.W.
43.972
CD W
BEGROTINGSKAART. VOORBEELD 3 : TRAP VAN MARMER. ONDERNEMING: De Coen P. Bloemenstraat 7 2638 REET
KLANT: D. Schelfhout Gretrvstraat 59 2018 ANTWERPEN ARCHITEKT:
OFFERTEDATUM : 01/09/87
Nr. BEGROTING: 87054
BESTELLINGSDATUM : 17/09/87
Y. Eeckhout LEVERINGSDATUM:
CD
® ti!
MATERIALEN
@)
Nr. BESTELLING: 21
®
MANKRACHT
MATERIEEL
IQ)
_
.. .
~ ~ z ü)
Q)
g,
~
~
Ornschrijvinq
~
$
~
~
Q)
g
~
Totaal (rn")
Eenheidsprijs
Totale prijs
~~ e5 2
=
UITVOERINGSTIJD VAN DE BEWERKINGEN
r,
z,
3b
4
Sc
6
7
8
UITVOERINGSTIJD PER MATERIEEL
Totaal
abc
d
e
f
Opgevulde
.. 2cm
Treden
16 1,00 0,30
4,80
1.500
7.200
1,00 0,80
1,20
Stootborden
16 1,00 0,14
2,24
1.500
3.360
0,60
1,20
Verdubbeling
16 1,00 0,08
1,60
1.500
2.400
0,50
Snijverlies
1,83
1.500
2.745
Lijm
1 kg
300
300
0,80
1,00 4,00
3,00
1,00 2,00
2,80
0,60
1,20
5,30
0,50
0,80
1,00
24,00
Plaatsing
1
TOTAAL MANUREN
CD • •
16.005 VERKOOPPRIJSBEREKENING I)' 11
1ITl ~
Materialen Onderaannemers Mankracht Materieel
• -
GEMIDDELD UURLOON
@)
TOTAAL KOSTEN MANKRACHT
615
Kosten materieel
39.091
2,10
4,00
1,00
500 100
50
~1.586 TOTAAL® 1.050 400
50
OPMERKINGEN/SCHETS 16.005 21.586 1.500
Totaal dire~e ko~en
®•
Tot. uren 35,10 materieel
BEWERKINGEN 1 2 3 4 5
Zaaen Poliisten zichtk. Poliisten zichtvl. Liimen trapneuzen Plaatsen
1.500 MATERIEEL
a Zaaamachine b Poliistmachine c Boormachine d
e
~6~B~0~~~n~a~a=te~n~s~t~00~t=b~.~f~~~~~~~~~
7 8 Alcemene kosten 21 8
%
(op direkte kosten)
8.522
Winst
%
(op direkte kosten)
3.909
10
01 CD
~
m-
ee verkoooorus zonder B.T.W.
51.522
CD
~
Bijlage 5
VOORBEELD VAN DE BEREKENING VAN DE KOSTEN VAN NATUURSTEEN: DORPEL VAN BLAUWE STEEN (PETIT GRANIT)
1. Kosten van natuursteen Platen van blauwe steen (petit granit) : -
prijs leverancier zonder B.T.W., platen van 10 cm :
-
bijkomende kosten (opslag, ...) :
-
kosten voor het transport per vrachtwagen van 10 T : 6 platen van 10 cm (2,50 x 1,00) = 3.000 BF
2.715 F/m2
3.000 F per m2 plaat: - - 15 -
loskosten : 2 arbeiders, 1/2 uur per vrachtwagen per m2
-
200 F/m2
615 F :
15
= 615 BF 41 F/m2
=
kosten voor de eerste verwerking totaal
2. Te verwerken hoeveelheid (zie bijlage 11, p. 68)
a. Normhoeveelheid Dorpel van blauwe steen (petit granit) Hoeveelheid
= 596 dm"
of 5,96 m2 platen van 10 cm
b. Snijverlies Per plaat bedraagt het verlies gemiddeld 15 -
het uitschot (gebreken in de steen)
-
het versnijden van de plaat.
Verlies
=
%
voor de dorpels, rekening houdend met:
15 % van de brutohoeveelheden.
Brutohoeveelheid
= 1,176 (*) x nettohoeveelheid = 1,176 x 5,96m 2 = 7,01 m2
3. Kostprijs van de aan de klant te leveren materialen 7,01 m2 x 2.956 BF/m 2
(*) Zie afb. 1 (p. 9)
60
= 20.722 BF
2.956 F/m2
Bijlage 6
VOORBEELD VAN DE BEREKENING VAN DE KOSTEN VAN NATUURSTEEN : TRAPBEKLEDING VAN OPGEVULDE TRAVERTIJN
1. Kosten van natuursteen Plaat van travertijn van 2 cm dikte :
1.132 F/m2
-
prijs leverancier zonder B.T.W. :
-
bijkomende kosten (wegen, vastspieën, ...) :
120 F/m2
-
kosten voor het transport per vrachtwagen van 20 T = 15.000 BF per m2 plaat (± 75 m 2 per levering) :
200 F/m2
-
loskosten : 2 arbeiders, 1/2 uur per vrachtwagen 2 M x 2,5 u x 615 BF/u = 3.075 F 3.075 F = per m2 : 75
41 F/m2
totaal
1.493 F/m 2
2. Te verwerken hoeveelheid
a. Normhoeveelheid Treden van opgevulde travertijn: 16 stuks, met inbegrip van de stootborden en de verdubbeling van de trapneus volgens schets (zie bijlage 4, p. 59). b. Nettohoeveelheid volgens plan aantal
lengte
breedte
m2
treden
16
1,00
0,30
4,80
-
stootborden
16
1,00
0,14
2,24
-
verdubbeling trapneus
16
1,00
0,10
1,60
-
totaal
8,64
c. Snijverlies Voor een rechte trap en naargelang van de kwaliteit van de geleverde travertijn, wordt het verlies van de brutohoeveelheid op 18 % geraamd. Brutohoeveelheid = 1,22 (*) x nettohoeveelheid = 1,22 x 8,64 m2 = 10,54 m2
3. Kostprijs van de aan de klant te leveren materialen 16 treden en stootborden : 10,54 m2 x 1.493 F
= 15.736
SF, met verdubbeling van de trapneus.
(*) Zie afb. 1 (p. 9).
61
Bijlage 7
LIJST VAN DE VOORNAAMSTE VOORSCHRIFTEN EN AANBEVELINGEN UITGEGEVEN DOOR HET W.T.C.B. VOOR ONDERNEMINGEN VAN STEENHOUWERIJ EN MARMERBEWERKING
Technische Voorlichtingen T.V. 56 Het bekleden van gevels met natuursteenplaten (mei 1967) T.V. 72 Marmer, onyx en hard graniet gebruikt in België (mei 1968) T.V. 80 Witte natuursteen üuli 1970) T.V. 146 Vertikale buitenbekledingen van dunne natuursteenplaten (april 1983) T.V. 148 Het lijmen van steen en marmer üuli-augustus 1983) T.V. 156 Blauwe hardsteen (petit granit) (november-december 1984) T.V.163
Gesteenten en mineralen. Bijlage 1 : De Doornikse steen. Bijlage 2 : De steen van Vinalmont (maart 1986)
Artikels in W.T.C.B. - tijdschrift 1967/3 De dekstenen en de verankering van leuningen van bruggen in gewapend of voorgespannen beton. Mary A. en RichelIe P. (p. 18). 1968/4 Siliconen en het gebruik ervan bij de bescherming van gevels in baksteen of natuursteen. Hisette J.P. en Dam J.P. (p. 4). 1969/1 Bepaling van de vorstbestandheid van bouwmaterialen door de kwikporeusheidmeting. Gérard R. (p. 6). 1969/2 De bescherming van kalksteen met siliconen. Eerste resultaten van een W.T.C.B.-K.I.P.-onderzoek. Hisette J.P. en Dam J.P. (p. 12). 1970/3 Bepaling van de waterdamppermeabiliteit van bouwmaterialen. Uyttenbroeck J. en Ptacek J. (p. 5). 1972/2 Vragen en antwoorden. Bruinachtige vlekken op witte marmer (p. 17). 1972/3 Vragen en antwoorden. Leggen van een vloerbekleding in Solnhofensteen (p. 15). 1972/4 Vragen en antwoorden. Beschadigingen op een gevelbekleding in zwart marmer (p. 39). 1972/4 Vragen en antwoorden. Bevuiling veroorzaakt door cementvoegen van granieten monumenten (p. 47). 1984/2 Bibliografische kroniek. Steen en marmer. Materialen, verwerking, bescherming, reiniging, onderhoud (p. 38).
Algemeen bestek voor de uitvoering van privé-bouwwerken, 2de deel, technische voorschriften Aflevering 6
Metselwerk. Gevelbekledingen met natuursteen en beton. Ingegraven konstrukties (F.A.B.-N.C.B.W.T.C.B., 2de uitgave, 1979).
Kursussen . . Konferenties 42
62
Bouwpatologie. Steen en marmer (1985).
Bijlage 8
OPNEMINGSSTAAT. MODEL
Om te vermijden dat er bij het uittrekken vergissingen worden gemaakt, hoeveelheden vergeten of hoeveelheden tweemaal meegeteld, moet een metodische vorm worden gebruikt, waarin de verschillende afmetingen in een logische volgorde worden vermeld, zodanig dat het nazicht gemakkelijk kan verlopen. De hoeveelheden kunnen systematisch worden uitgetrokken door gebruik te maken van bladen waarop de maten van het bouwwerk worden genoteerd. De bladen hebben het formaat A4 (zie model hierna) en worden als volgt verdeeld : kolom 1 : a. richtnummer of nummer van de staat b. werkomschrijving c. deelberekeningen, aanduiding van verklarende schema's én opmerkingen kolom 2: referenties van de gebruikte meetmetode voor de berekening van de hoeveelheden kolom 3 : eenheid waarin de hoeveelheid wordt gemeten kolom 4 : vermenigvuldiging van de maten of aanduiding van het aantal stuks kolommen 5, 6 en 7: afmetingen kolom 8 : deeltotalen kolom 9 : algemeen totaal.
leder hoeveelhedenblad draagt de naam van het projekt, het bewuste bestekartikel, het bladnummer en de datum van de opmeting. Opgelet lap eenzelfde blad wordt slechts één bestekartikel gemeten.
N.B. De verschillende posten van de meetstaat moeten zoveel mogelijk in de logische volgorde van hun uitvoering worden bestudeerd, zowel voor de ruwbouw als voor de afbouwen de speciale technieken.
63
0') ~
I
ONTWERP
PLAN/LIGG ING
POST
ONTWERPER Omschrijving I Opmerkingen
SMM
Eenheid
Aantal
Blad: Datum:
Subtotalen
AFMETINGEN
I
richtnummer
I I I
I
I
I I I I I I I I I I I I I I I I
TOTAAL
OPNEMINGSSTAAT. VOORBEELD ONTWERP
I
PLAN/LIGGING
POST
Blad: Datum:
ONTWERPER
Omschrijving / Opmerkingen
SMM
Eenheid
Aantal
Subtotalen
AFMETINGEN
TOTAAL
I
richtnummer
I I
I
Dorpel van blauwe steen (<< petit granit »)
"'"
A
Vensterdorpels (gelijkvloers)
m3
10
1,20
0,25
0,10
B
.Vensterdorpels (1ste verdieping)
m3
7
1,35
0,25
0,10
C
Deurdorpels
m3
2
1,15
0,25
0,10
0,030
0,300
0,03375 afgerond op 0,034
0,238
0,02875 afgerond op 0,029
0,058
,
0,596 of 596 dm 3
I
~
Q)
cc Q)
01
CD
U)
Bijlage 10
IDENTIFIKATIEKAART VAN DE KLANT (*)
(voorzijde)
Object : Warenhuis
«
't Centrum
Werknummer : 1485
»
Adres : Dorpsplein - Zwalm
Datum: 08/04/1985
Tel. :
Er is aandacht geschonken aan:
Door:
x
Opmerkingen
dir./calc.
x x x x x
open begroting
Aannemingsvorm Type van begroting Meldingsdatum van het werk Plaats en tijd van aanbesteding Datum binnenkomst van de aanvraag Datum indienen van offerte
calc. dir.
dir./calc.
06.04.1981 10.04. 1981 (14. 15) Aan.mij. 04.04.1981 zie aanbesteding
Onderdelen uit het bestek Administratieve bepalingen Wetten/voorschriften
calc. calc.
Risicoregelingen Peildatum Aanvang van het werk Aantal werkdagen
x x x x
l f
vermoedelijk ± febr. 1982 100
calc.
?
Oplevering van het werk Boeteclausule Betali ngstermijnen Stelposten Meer- en minderwerk Verrekenposten Schatposten Weekstaten / eigen staten of verplicht model Werkplanning van de hoofdaannemer Eigen werkplanning Voortgangscontrole
zie bestek, geen bijzonderheden geen
calc. dir.
x
ja ! zie bestek moet nog geregeld worden
calc. uitv.
x
. hoogte dekvloer opletten!
calc. calc.
x x
neen neen
dir./uitv. dir.
worden gevraagd komt nog
calc./uitv. uitv.
zie planning aannemer
~
Voorschriften betr. bouwmethode. Voorschriften betr. bouwstoffen
~
zie bestek
Voorschriften betr. uitvoering Aantal tekeningen conform bestek
calc.
x
akkoord
Vragen of onduidelijkh. in bestek/ tek. opg. met:
calc.
x
met calc. bouwmij.
Voorschriften natuursteen
zie bestek
N.B. Sommige bouwondernemingen gebruiken een kaart van dit type of vereenvoudigde modellen.
(*) Overgenomen uit van de uitgever.
66
«
Handleiding calculatie schildersbedrijf». Leeuwarden, Uitgeverij EISMA, 3de uitgave, 1981. Met de toelating
(achterzijde) Er is aandacht geschonken aan :
Door:
x
Opmerkingen )
Tijdstip levering van natuursteen
r }
Naam offerte leveranciers dir.
x
zie bestek kan met kraan op objekt
Afspraken met hoofdaannemer
Gebruik steigers Gebr. van water/stroom op de bouw Gebruik van kantine op de bouw Huren / eigen keet Verzekeringen
dir./ca/c.
meegerekend in ca/co akkoord
dir.
x x
ca/co
x
normaal
ca/co
akkoord
Afspraken met de directie
Leveringen en/of uitv. door derden Vaststellen van de kostprijs Ber. van hoev. werk: m3/m 2/m/st
niet van toepassing ca/c./dir.
Vastst. materiaalnormen/verbr.
ca/co
Materiaalbegroting per onderdeel
ca/co
x x x x x
standaardmeetmethode
100/135 normaal
Doorn. van prod.lmat. omschrijv.
ca/co
Aanvragen materialen/offertes
ca/co
Vastst. van objectgebonden kosten
ca/co
zie begroting
Vaststellen reisen verblijfkosten Personenvervoer
ca/co
zie begroting
ca/co
zie begroting
ca/co
zie begroting
Vaststellen van benodigde tijd Tijdnormen per eenheid en per laag Berekenen van loonkosten
ca/co adm. Hr. J
Specificatie manuren
ca/co
Vaststellen van uitvoeringskosten
ca/co
Is er al of niet op tariefw. gerek.
ca/co
Vastst. van inschrijfprijs/offerte
is gedaan (zie bijlage)
zie begroting
x x x x
doorgegeven zie begroting zie begroting ja, zie 100/135
dir.
Ingecalculeerde risico's
ca/po
zie begroting
Ingecalculeerde winst
ca/co
zie begroting
Eindcontrole van de berek. prijs
dir.
Wijzigingen aangebracht
dir.
Eindcontrole van de offerte
dir.
Contacten voor de aanbesteding
dir.
Afspraken gemaakt met
dir.
i.v.m. bespr. begroting
Vaststellen reisen verblijfkosten
67
Voorbeeld van de berekening van het snijverlies : blauwe steen
(j)
00
UIT
IN
Data
Leveranciers
01/01/87 05/02/87 25/02/87 16/03/87 06/04/87 13/04/87
Inventaris G.W........ H.............
30/04/87
In
C............. G.W ......... H.............
h/nr. faktuur
o/nr. faktuur
2405 B A 5137 PB /4213 2605 B A 6240
10/87 15/87 22/87 28/87 32/87
Aftrek uit 30/04/87 01/05/87
Saldo Reële inventaris
Inventaris G.W........ enz.
Waarden (vertrek groeve) (F)
Gemiddelde prijs per m3 (F)
15,250 3,252 3,322 2,953 3,502 3,710
540.643 98.389 114.782 80.174 95.079 131.705
35.452
31,989
1.060.772
33.161
- 19,475
- 645.810
12,514
414.962
33.161
10,644
- 360.836
33.901
1,870
54.126
-
Snijverlies ofwel (op saldo)
01/05/87 04/05/87
Hoeveelheden (rn")
Data
Klanten
27/02/87 05/03/87 13/03/87 19/03/87 26/03/87 03/04/87 09/04/87 16/04/87 29/04/87
A.............. B............. A..............
C............. B............. A.............. A.............. D............. E..............
o/nr. faktuur
1/87 2/87 3/87 4/87 5/87 6/87 7/87 8/87 9/87
Hoeveelheden (m")
Waarden uit (F)
Gemiddelde prijs per m3 (F)
645.810
33.161
1,560 2,350 1,875 3,652 2,552 1,630 1,803 2,525 1,528
19,475
Uit (4 maanden)
,
14,94 oio op de brutohe eveelheid 18 oio op :te nettohoeve elheid
2810 B
48/87
10,644 3,502
360.836 124.321
33.901 04/05/87
B.............
10/87
2,520
~
iii"
te (I)
...L ...L
Voorbeeld van de berekening van de kosten van platen en korsten blauwe steen op de bouwplaats geleverd (per vrachtwagen van 3 m3 )
Rente op opslag (2 % op 3 maand)
Totalen (F)
Snijverlies (18%)
Kostprijs op bouwplaats
60 (4)
(5)
(6)
(7)
(8)
200 200 200 200 200
213 213 213 213 213
728 592 561 562 605
37.141 30.193 28.624 28.683 30.856
6.685 5.435 5.152 5.163 5.554
43.826 35.628 33.776 33.846 36.410
200 ' 200
213 213
366 367
18.679 18.718
3.362 3.369
22.041 22.087
Tariefprijs groeve per m2 (handelskeus)
Tariefprijs groeve per m3
Transportprijs per m3
Prijs voor het laden en wegen per m3
C)
(2)
(3)
(3)
Platen 5 8 10 12 15
1.775 2.295 2.715 3.265 4.400
35.500 28.688 17.150 27.208 29.338
500 500 500 500 500
Korsten 5 8
870 1.395
17.400 17.438
500 500
Dikte (cm)
Prijs voor het lossen (20 min. per m3 = 660 F x 20
,
C)
Tarief door de leverancier toegepast voor zijn fakturatie. Omrekening van de prijzen per m2 in prijzen per m". Kosten van de laatste verzendingen (minstens 3) door een onafhankelijk vervoerder (vrachtwagen van 10 ton). Opgetelde kosten gedeeld door de kubieke inhoud van iedere opgetelde faktuur. Volgens de kontrole van de werktijden doen 2 mannen er 1/2 uur over om 3 m3 te lossen. Bruto-uurloonkost + 100 oio sociale lasten, in dit geval: 320 F + 320 F = 640 F. Hetgeen het geld zou hebben opgebracht indien het gedurende 3 maand zou zijn belegd. Er wordt ervan uitgegaan dat het 3 maand duurt om de voorraad platen en korsten te bewerken: 2 oio op de som van de bedragen vermeld in de voorgaande vier kolommen. (6) Totalen van de bedragen vermeld in de voorgaande vijf kolommen. Gemiddeld percentage volgens magazijnboek. (8) Kosten op de bouwplaats vóór het behouwen.
(2) (3) (4) (5)
e)
(j)
co
~ s;-
ec CD
...a. N
'-J
o.
WEEKVERSLAG VAN EEN ARBEIDER. MODEL
Arbeider:
Week van
Gewerkte uren Nr. bestelling
tot
Diverse uren
Werkzaamheden
M
D
W
D
V
,
~
ti
Totaal uren
C.Q
CD
......
w
WEEKVERSLAG VAN EEN ARBEIDER. VOORBEELD
Arbeider: Eddy
Week van 20/09 tot 25/09 I
Gewerkte uren Nr. bestelling
Diverse uren
Werkzaamheden
M 20/09
D 21/09
97
Zagen dorpel
2u
4u
97
Slijpen dorpel
2u
2u
87
.Frijnen dorpel
4u
2u
W 22/09
D
V
23/09
24/09
8u
8u
Bet. verlof
8u I
~ Totaal uren
Bu
8u
8u
f.-8 u
8u
Si cc CD
..... ~
""'"
Bijlage 15
BLAD VOOR DE REGISTRATIE VAN DE DAGELIJKS DOOR DE PLOEG GEPRESTEERDE URE~ MODEL
-
z
BOUWPLAATS
w
Nr. BESTELLING
Cl::: ui
~
3: PLOEG
Cl:::
w
Cl C)
PLOEGBAAS
z ëi
5
DATUM
z
/
Cl
BOUWPLAATSBAAS
« « CODIFICATIE
NAAM EN VOORNAMEN
TOTAAL AANTAL UREN
Volgnummer
2 3 4
5 6 7 8 9 10 1]
12 13 14
15 16
17 18
19
20 21
22 23 TOT. 1
72
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
Bijlage 16
BLAD VOOR DE REGISTRATIE VAN DE DAGELIJKS DOOR DE PLOEG GEPRESTEERDE UREN VOORBEELD
BOUWPLAATS Nr. BESTELLING PLOEG
Jansens 105
Jos
z
w
:::.::: 0::: W
~
0:::
E
"-
ctS
c: t:: ~
::::--
:>
E N
~ ......
::::>
~
.E
"(J)
"-
c: ~
Z
0
0
z
ëi 0
BOUWPLAATSBAAS
t:: (J) ~
w
o PLOEGBAAS
"-
(J)
c
:::"
ctS
c
« s «
(J)
e :::s :::s
~
0..
~
I-
...:x::
c
ctS
-e
I
(J)
(j)
DATUM
!
c:
01/02
(J)'
>
CODIFICATIE NAAM EN VOORNAMEN
TOTAAL AANTAL UREN
Volgnummer
Fred LUYTEN
4
2
Dirk DEVOS
3
Marcel VAN ACKER
4
4
Michel VANDIEST
2
4
B
4
4
B
4
B 6
B
5 6
7 8 9 10 1]
12
13 14
15 16
17 18
19
20 21
22 23 TOT.
10 12 1 2
10 3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15·
73
Weekverslag van een ploeg. Model '-J
~
Onderneming : ...•.....-....... ~ ..'........................
Geleverde materialen
Datum : ........~ ....•....
Bouwplaats : ....................."..........................................................
Nr. bestelbon
Leverancier
Beschrijving materialen
Hoeveelh.
Uitgevoerde werken
Naam
Nr. werk ,
Datum"
maandag
"'1'"
...........................................
dinsdag ...........................................
woensdag ...........................................
donderdag ...........................................
vrijdag ...........................................
zaterdag ...........................................
~ Di'" cc (D
Totaal per werk
I
.....
'-'
Weekverslag van een ploeg. Voorbeeld Onderneming : ...Y~rm~$.~~n
Geleverde materialen
05/05/87 Datum .~ .................
.....................
Bouwplaats : ...... Aéil.'~~.7.P!~~~~~ ................................................... Uitgevoerde werken
Nr. bestelbon
Leverancier
Beschrijving materialen
Hoeveelh.
217
1.
Vloerbedekking van opgevulde travertijn
2.
Vensterbank
3.
Muurbekleding van roze' marmer
4.
Plint van travertijn
5. ...
Vanhout
Naam
1
Nr. werk Datum
maandag
...........................................
5
1
2
i3
1
4
1 5
3
I
21
Jensen
De Prater
Verbrugge
3
4
/3
I
3
dinsdag ...........................................
woensdag ...........................................
8
8
8 I
donderdag
8
............................................
4
4
vrijdag ...........................................
~
zaterdag
m-
...........................................
ee CD
'-J
01
Totaal per werk
B
B
...L
12
co
I
Bijlage 19
VOORBEELD VAN DE BEREKENING VAN TIJDNORMEN EN RICHTTIJDEN
Tijdnormen A. Platen blauwe steen (petit granit), dikte 10 cm
Bewerking Hoeveelheid uitgevoerd in de periode
h
Uren gepresteerd in de periode
u
Zagen:
-
Slijpen:
-
Machinaal frijnen : -
Manueel frijnen:
-
u h
u h
u h
u h
Slijpen
Zagen
Machinaal frijnen
50
30
30
10
m
m2
m2
m2
20
21
41
35
20
= - - = 0 40 50
'
u/m
21
= - - = 0 70 u/rn" 30
'
41
= - - = 1 367 u/m2 30
'
35
= - - = 3 50 u/m2 10
'
8. Romeinse travertijn 40 x 40, dikte 2 cm
Bewerking
Hoeveelheid uitgevoerd in de periode Uren gepresteerd in de periode
Zagen:
-
Polijsten: -
Plaatsen: -
76
Zagen
Polijsten
Plaatsen
50
200
200
h
u h
u h
u h
u
m
m2
4
275
4
= - - = 0 08 u/m 50
275
=-- = 200
'
1 375 u/m2 '
180
= - - = 0 9 u/m2 200
'
Manueel frijnen
m2 180
TITITI~~~~u BOU
K STEN
Bewerking : leggen en/of stellen van natuursteen Bouwdeel : leistenen bordes- en trapbekleding
Code: 382 Bladnr. : 1
Richttijdenblad
Datum : maart 1984
TOELICHTING. Bordes: de richttijden zijn gegeven in manuren per m2 bordes, voor het leggen van ± 2 m2 en in manuren per m voor het stellen van de plinten. De richttijden zijn inclusief het schoonvegen, natmaken en aanbranden van de vloer en het zagen van de passtukken. Treden en stootborden: de richttijden zijn gegeven in manuren per trede met stootbord voor het opperen en stellen van een leistenen bekleding. De treden en stootborden zijn in de werkplaats op maat gezaagd. De richttijden zijn inclusief het schoonvegen, natmaken en aanbranden van de trap en exclusief het zagen van de treden. N.B. Het gebruik van de richttijden is alleen mogelijk in samenhang met de toelichting; zie de rubriek (b)EA.
•
RICHTTIJDEN Bordes Bewerking
Tegels Aanmaken en opperen specie Transporteren en opperen tegels Leggen tegels Inwassen en afwerken vloer Totaal in manuren per m2
Plinten Stellen, tot 0,50 m, in manuren per stuk Stellen, vanaf 0,50 m, in manuren per meter
Romaans verband
In banen gelegd
0,09 0,08 0,99 0,28
0,09 0,07 0,98 0,28
1,44
1,42
0,08 0,21
0,08 0,21
--
Treden en stootborden Tegels Aanmaken en opperen specie Transport en opperen treden Transport en opperen stootborden Stellen treden Stellen stootborden Inwassen
0,04 0,01 0,01 0,23 0,17 0,26
--
Totaal in manuren per trede
0,72
Plintstukken op trede Stellen en voegen in manuren per stuk
0,07
De richttijden hebben betrekking op de hierboven omschreven bewerkingen en de hierna vermelde invloedsfactoren.
77
•
MATERIAALSOORT EN AFMETINGEN - leisteen treden 275 x 40 mm lengte ± 1.000 mm - leisteen stootborden 122 x 15 mm lengte ± 1.000 mm - leisteen banenverband, 6 banen per m - leisteen romaans verband, 20 tegels per m2 - leisteen plinten 75 mm hoog - specie, mengverhouding 1 cement en 3 zand - tegellijm op cementbasis - houtkrullen/zaagsel
•
MATERIEEL/GEREEDSCHAP - meetgereedschap - kraspen - rubberhamer - spaan, troffel en voegspijker - draad met tegelhoekjes - waterpas - aluminium rei - handstoffer - trekker - bezem - spons - steenzaagmachine bakkruiwagen - steenkruiwagen - speciemolen
•
OMSTANDIGHEDEN - goed begaanbare werkplek - transportafstand : 25 m
•
AANTAL ARBEIDERS 1 natuursteenwerker
•
SCHEMA' VAN WERKZAAMHEDEN A
I
2
3
A = aanvoer materiaal 1 = schoonmaken en aanbranden trap/bordes 2 = opperen specie en leisteen 3 = stellen leisteen op trap/bordes 4 = stellen plinten 5 = inwassen en afwerken 6 = overgang De handeling die door de gestippelde lijn is aangegeven, is niet opgenomen in de richttijden. •
ATTENTIE De richttijden zijn gebaseerd op een goede organisatie van het werk in de voorbereiding en uitvoering, en op een goede instructie. Ze bevatten een toeslag voor rust, persoonlijke verzorging en arbeidstechnisch bijkomende en onregelmatige handelingen, alsmede een bepaalde organisatietoeslag. In de meeste gevallen zullen ze echter nog met een bouwplaatscoëfficiënt moeten worden verhoogd.
De bruto richttijden van de bladen zijn gebaseerd op de netto tijdgegevens die in opdracht van de redactie van « Bouwkosten» door de Stichting Arbeidstechnisch Onderzoek Bouwnijverheid uit haar Centraal Tijden Archief zijn samengesteld. De toeslagfactor die voor het berekenen van de bruto richttijden werd gehanteerd, is eveneens afkomstig van genoemde stichting.
© 1985 Uitgeversmaatschappij C. Misset B.V.; auteursrecht voorbehouden.
Deze bladen zijn overgenomen uit de Nederlandse catalogus «Richttijden nieuwbouw» (Bouwkosten, nr. 157 a, september 1985, Misset, Doetinchem), met de toelating van de uitgever waarvoor onze beste dank. Voor meer informatie hieromtrent wordt verwezen naar het W.T.C.B., Direktie Beheer.
78
Bijlage 20
OMREKENING VAN DE ZESTIGDELIGE TIJDSINDELING IN DECIMALE TIJDSINDELING
Als men met rendementen rekent, is het aan te raden de zestigdelige tijdsindeling om te zetten in een decimale tijdsindeling: 1 u 30 min wordt dan 1,5 u Men schrijft bij voorbeeld voor de uitvoering van 10m 2 gevelbekleding 10m 2 x 1,5 u/m2
= 15 u
en geen 10m2 x 1 u 30 min/m"
=
13 u
Omrekeningstabel Zestigdelige minuten 1 uur
= 60 min 5 min 10 min 15 min 20 min 25 min 30 min 35 min 40 min 45 min 50 min 55 min
Honderddelige minuten 1 uur
=
100,00 c.u. (*) 8,35 c.u. 16,70 c.u. 25,00 c.u. 33,40 c.u. 41,75 c.u. 50,00 c.u. 58,45 c.u. 66,80 c.u. 75,00 c.u. 83,50 c.u. 91,85 c.u.
(*) c.u. : canti-uur.
79
Bijlage 21 OPDRACHT TOT HET UITVOEREN VAN BIJWERKEN
EKSEMPLAAR BESTEMD VOOR DE
AA.Nl~.I!,;lYI.l!,;li.
OPDRACHT TOT HET UITVOEREN VAN BIJWERKEN Ondergetekende: Adres: Bouwheer van: het woonhuis - het nijverheidsgebouw - de weg - het schoolgebouw of ........................................................................... (*)
gelegen te
. ..
verklaart opdracht gegeven te hebben aan de heer
<0
..
Adres' Aannemer van
aan bovenvermeld bouwwerk volgende bijkomende
werken uit te voeren:
(*)
.
a) tegen de overeengekomen som van
b) uit te voeren in regie. De uitvoeringstermijn wordt met Datum: ('l<)
F, in letterschrift:
c) tegen de overeengekomen eenheidsprijzen. werkdagen / kalenderdagen (*) verlengd. .
Handtekening:
doorhalen wat niet past.
uitgegeven door de Syn~·h.i:!l ;';amer der •...c lcnigde Ailll:~emers v{;"r de Bouwnijvcrheid in het arrondissement Aalst v.z.w.d.•
Residentie "Keisersvest",Esplanadeplein 11, 9300 Aalst
80
Bijlage 22
BEREKENING VAN DE KOSTPRIJS VAN HET MATERIEEL PER PRODUKTIE-UUR MODEL
Materieel:
Datum:
Aankoopprijs :
Energieverbruik : Kostprijs van de energie : Afschrijvingsduur:
Vervangingswaarde:
A. KOSTPRIJS VAN HET MATERIEEL PER PRODUKTIE-UUR BIJ TOTALE BEZETTING -
Afschrijving op vervangingswaarde
................. F/jaar
-
Onderhouds- en herstellingskosten
................. F/jaar
-
Nieuw hulpmaterieel
................. F/jaar
Kostprijs bij totale bezetting
=
F/jaar
Aantal werkdagen/jaar :
................ dagen
Aantal weken/jaar:
--- =
Aantal dagen/week:
................ dagen
Energieverbruik per uur:
.............
kW x
F/kW
weken
=
F/u
B. KOSTPRIJS VAN HET MATERIEEL PER PRODUKTIE-UUR BIJ NIET-TOTALE BEZETTING Produktie-uren per week Aangepaste kostprijs/ uur
Energieverbruik/uur
Materieelkost per produktie-uur
81
Bijlage 23
BEREKENING VAN DE KOSTPRIJS VAN EEN MACHINE-UUR
Voorbeeld voor een zaag-lijstwerkmachine
Materieel:
Aankoopprijs: 1.000.000 F
zaag-Iijstwerkmachine
Datum: 28/08/87
= 4,05 kW/u
Energieverbruik: 5,5 pk x 0,736 Kostprijs van de energie: 5 F/kW Afschrijvingsduur: 6 jaar
Vervangingswaarde: 1.100.000 F
A. KOSTPRIJS VAN HET MATERIEEL PER PRODUKTIE-UUR BIJ TOTALE BEZETTING -
Afschrijving op vervangingswaarde
... .1.~.~ . ~~$.
-
Onderhouds- en herstellingskosten
......9.9.·.Q.Q.Q. F/jaar
-
Nieuw hulpmaterieel
......9.Q...Q.Q.Q. F/jaar
Kostprijs bij totale bezetting
F/jaar
= ....$.Q.?..~~$.
F/jaar
.......g.1P...
dagen
Aantal werkdagen/jaar :
210
Aantal weken/jaar:
5 ......... §..... dagen
Aantal dagen/week : Energieverbruik per uur : ..~~Q.9
kW x
9
F/kW
=
~P
F/u
B. KOSTPRIJS VAN HET MATERIEEL PER PRODUKTIE-UUR BIJ NIET-TOTALE BEZETTING
Produktie-uren per week Aangepaste kostprijs/ uur
82
8 308.333 8 x 42
=
918
308.333
12 x 42
20
16
12
= 612
308.333
16 x 42
= 459
308.333
20 x 42
Energieverbruik/uur
20
20
20
20
Materieelkost per produktie-uur
938
632
479
387
= 367
Bijlage 24
AFSCHRIJVINGSTABEL
Type van materieel :
I
zaag-lijstwerkmachine
Jaar
Huidige aankoopwaarde (F) ,.
I
Aankoopwaarde : 1.500.000 F Nog af te schrijven (F)
Aantal overblijvende afschrijvingsjaren
I
Geraamde levensduur: 10 jaar
Wettelijke afschrijving (F)
Aanbevolen jaarlijkse afschrijving
Werkelijke afschrijving (F)
(F)
1988
1.605.000
0
1.605.000
9
150.000
168.421
168.421
1989
1.700.000
168.421
1.531.579
8
150.000
185.396
185.396
1990
1.770.000
353.817
1.416.183
7
150.000
197.409
197.409
N.B. Voor de berekening van de afschrijving op de vervangingswaarde, zie Bijlage 30, p. 95.
83
TABEL VAN DE VOORZIENE ALGEMENE KOSTEN. VOORBEELD
co ~
2de kwartaal
1ste kwartaal Kode boekhouding
Type van algemene kosten
Budget jaarbasis
kwartaal voorzien
1.
reëel
kwartaal voorzien
reëel
3de kwartaal
gekumuleerd voorzien
reëel
kwartaal voorzien
reëel
4de kwartaal
gekumuleerd voorzien
reëel
kwartaal voorzien
reëel
gekumuleerd voorzien
reëel
Juridische vorm 8.000
8.000
8.000
- patroon
507.402
126.850
126.850
253.700
- echtgenote
318.420
79.605
79.605
159.210
5.000
1.250
1.250
- boekhouder - fiskalist
76.000
31.000
15.000
- bijdrage beroepsvereniging
38.000
- bijdrage W.T.C.B.
22.000
- publikatiekosten
8.000
8.000'
- statutaire vergadering
- ... 2.
Bezoldigingen 380.551
126.851
507.402
79.605'
238.815
79.605
318.420
2.500
1.250
3.750
1.250
5.000
46.000
15.000
61.000
15.000
76.000
38.000
38.000
38.000
22.000
22.000
10.000
10.000
126.851
- meewerkende kinderen - bedienden
, - sociale dienst (kantine)
- ...
3.
Externe diensten
22.000
22.000
- sociaal sekretariaat - erelonen experten - dataverwerkingsdienst
- ...
10.000
5.000
5.000
5.000
~
m
(.Q
CD I\) (J1
4.
Uitrustingskosten Voertuigen - afsch rijvi ng
280.000
70.000
70.000
140.000
70~000
210.000
70.000
280.000
- verzekeringspremies
50.000
50.000
50.000
50.000
-:- verkeersbelasting
10.000
10.000
10.000
10.000
- verbruik
240.000
50.000
50.000
100.000
70.000
170.000
70.000
240.000
- onderhoud en herstelli ngen
104.000
26.000
26.000
52.000
26.000
78.000
26.000
104.000
1.500
1.500
- technische kontrole
1.500
1.500
1.500
- huur van garage
3.000,
750
750
1.500
750
2.250
750
3.000
50.000
12.500
12.500
25.000
12.500
37.500
12.500
50.000
- afschrijving
42.000
10.500
10.500
21.000
10.500
31.500
10.500
42.000
- onderhoud en herstellingen
13.000
3.250
3.250
6.500
3.250
9.750
3.250
13.000
- wisselstukken
10.000
2.500
2.500
5.000
2.500
7.500
2.500
10.000
6.000
6.000
6.250
18.750
- verkeersboetes - bijdrage Wegenhulp - niet-aftrekbare B.T.W.
- ... Materieel
- onroerende voorheffing
6.000
6.000
- technische kontrole - huur van materieel
- ... , Klein mat. en gereedschap .... 00 01
25.000
6.250
6.250
12.500
6.250
25.000
00
1ste kwartaal
0)
Kode boekhouding
Type van algemene kosten
Budget jaarbasis
kwartaal voorzien
5.
reëel
2de kwartaal kwartaal voorzien
reëel
3de kwartaal
gekumuleerd voorzien
reëel
kwartaal voorzien
reëel
4de kwartaal
gekumuleerd voorzien
reëel
kwartaal voorzien
reëel
gekumuleerd voorzien
reëel
Kosten voor gebouwen - huurprijs
180.000
45.000
45.000
135.000
45.000
180.000
45.000
90.000
14.000
14.000
14.000
35.000
25.000
60.000
- afsch rijving - brandverzekering
14.000
14.000
- onroerende voorheffing
60.000
25.000
10.000
35.000
- provisie voor onderhoud
30.000
7.500
7.500
15.000
7.500
22.500
7.500
30.000
- elektriciteit, water
23.000
5.750
5.750
11.500
5.750
17.250
5:750
23.000
57.000
14.250
14.250
28.500
14.250
42.750
14.250
57.000
- bureelbenodigdheden
15.000
5.000
5.000
10.000
5.000
15.000
- telefoon + telex
24.000
6.000
6.000
12.000
6.000
18.000
6.000
24.000
- verzendingskosten
25.000
6.250
6.250
12.500
6.250
18.750
6.250
25.000
- verwarming (8 maand/jaar) - verlichting
- ..
6.
,
Kantoorkosten a) Kantooruitrusting b) Werkingskosten
- onderhoud meubilair - diverse admin. kosten
-
'"
15.000
~
m
CC CD N
<.n ............
<:
CD
:<
o te --...
7.
Financiële kosten
20.000
5.000
5.000
10.000
5.000
15.000
5.000
20.000
- intresten op kaskrediet - intresten op financieringen - belastingsservice - wissel kosten - fiskale zegels
- ...
8.
Diverse funkties a) Commerciële funktie
20.000
5.000
5.000
10.000
5.000
15.000
5.000
20.000
- abonnem. en dokument.
6.000
1.500
1.500
3.000
1.500
4.500
1.500
6.000
- kursussen
9.000
2.250
2.250
4.500
2.250
6.750
2.250
9.000
17.000
4.250
4.250
8.500
4.250
12.750
4.250
- catalogi en publiciteit
- representatiekosten
17.000 1
- lnschrijvlnqsdokumenten - studiereizen
- ... b) Belastingen, taksen e.d. - gemeentebelastingen
10.000
5.000
5.000
5.000
5.000
10.000
- taks op lichtreklames - provinciebelastingen - verzekeringen
5.000
5.000 20.000
5.000
2.354.322
576.205
5.000
5.000
5.000
5.000
15.000
20.000
1.782.116
572.206
2.354.322
- ...
00 '-J
totaal
559.705
1.135.910
646.206
Bijlage 26
GRAFIEK VAN DE GEKUMULEERDE VOORZIENE ALGEMENE KOSTEN
~l
2.4 . . . . - . . - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - .
2.354.32~~
2.3 -
j"
2.2 -
j'
j'
2.1 -
j'
2-
I·
1.9 -
I·
1.8 -
;·782.116
1.7-
j.
1.6 1.5 -
/
1.4-
1° j.
1.3 -
jO
1.2 -
/0 1'.135.910
1.1 -
j'
1-
j'
0.9 0.8-
0.7- jO
/
/
I
/
/
0.6.(576.205 ....... 0.5 -t---------.----------.-------............ I
-
Einde 1ste trimester
Einde 2de trimester Op de abscis, tijd in trimesters. Op de ordinaat, bedragen in miljoen frank.
88
Einde 4de trimester
TABEL VAN DE VOORZIENE ALGEMENE KOSTEN EN WERKELIJKE ALGEMENE KOSTEN. VOORBEELD 2de kwartaal
1ste kwartaal Kode boekhouding
Type van algemene kosten
Budget jaarbasis
kwartaal voorzien
1.
reëel
kwartaal voorzien
reëel
3de kwartaal
gekumuleerd voorzien
reëel
kwartaal voorzien
reëel
4de kwartaal
gekumuleerd voorzien
reëel
. 8.000'
8.000
kwartaal voorzien
reëel
gekumuleerd voorzien
reëel
Juridische vorm 8.000
8.000
8.000
- patroon
507.402
126.850
126.850
126.850
- echtgenote
318.420
79.605
79.605
79.605
- publikatiekosten
8.000
8.000
126.850
253.700
253.700
79.605
159.210
159.210
8.000
8.000
- statutaire vergadering
- ...
2.
Bezoldigingen
126.851 79.6051
126.851
380.551
380.551
126.851
126.851
507.402
507.402
79.605
238.815
238.815
79.605
79.605
318.420
318.420
- meewerkende kinderen - bedienden
<
5.000
1.250
1.250
1.250
1.250
2.500
2.500
1.250
1.250
3.750
3.750
1.250
1.250
5.000
5.000
- boekhouder - fiskalist
76.000
31.000
20.000
15.000
20.000
46.000
40.000
15.000
20.000
61.000
60.000
15.000
36.000
76.000
96.000
- bijdrage beroepsvereniging
38.000
38.000
20.000
38.000
20.000
38.000
20.000
- bijdrage W.T.C.B.
22.000
22.000
10.000
22.000
10.000
10.000
5.000
10.000
10.000
- sociale dienst (kantine)
- ...
3.
Vergoedingen aan derden
22.000
10.000
22.000
10.000
- sociaal sekretariaat - erelonen experten
10.000
5.000
5.000
5.000
5.000
5.000
- dataverwerkingsdienst
~
- ...
CC
ar
00
CD
<.0
N
~
<..0
o
1ste kwartaal Kode boekhouding
Type van algemene kosten
Budget jaarbasis
kwartaal voorzien
4.
2de kwartaal kwartaal
reëel
voorzien
3de kwartaal
gekumuleerd
reëel
voorzien
reëel
kwartaal voorzien
4de kwartaal
gekumuleerd
reëel
voorzien
reëel
70.000
70.000
210.000
210.000
gekumuleerd
kwartaal voorzien
reëel
voorzien
reëel
70.000'
280.000
280.000
Uitrusti ngskosten Voertuigen - afschrijving
280.000
70.000
70.000
70.000
70.000
140.000
140.000
70.000
- verzekeringspremies
50.000
50.000
50.000
50.000
50.000
50.000
50.000
~
10.000
10.000
10.000
10.000
10.000
10.000
10.000
verkeersbelasting
- verbruik
240.000
50.000
90.000
50.000
70.000
100.000
160.000
70.000
90.000
170.000
250.000
70.000
85.000
240.000
335.000
- onderhoud en herstellingen
104.000
26.000
28.000
26.000
28.000
52.000
56.000
26.000
30.000
78.000
86.000
26.000
30.000
104.000
116.000
1.500
1.500
1.500
1.500
1.500
1.500
1.500
1.500
1.500
1.500
750
750
2.250
2.250
750
1.500
3.000
3.750
- technische kontrole
1.500
- huur van garage
3.000
750
1.500
750
50.000
12.500
12.500
12.500
12.500
25.000
25.000
12.500
12.500
37.500
37.500
12.500
12.500
50.000
50.000
- afsch rijving
42.000
10.500
10.500
10.500
10.500
21.000
21.000
10.500
10.500
31.500
31.500
10.500
10.500
42.000
42.000
- onderhoud en herstellingen
13.000
3.250
3.500
3.250
3.500
6.500
7.000
3.250
3.500
9.750
10.500
3.250
3.500
13.000
14.000
- wisselstukken
10.000
2.500
2.500
2.500
2.500
5.000
5.000
2.500
2.500
7.500
7.500
2.500
2.500
10.000
10.000
6.000
6.000
6.000
6.000
6.000
6.000
- verkeersboetes - bijdrage Wegenhulp - niet-aftrekbare B.T.W.
- ..
,
Materieel
- onroerende voorheffing - technische kontrole
6.000
~
ar
ca
CD
- huur van materieel
- ...
I\) ~
<' CD ""'C
< o
tO .........
Klein mat. en gereedschap
25.000
6.250
10.000
6.250
180.000
45.000
45.000
10.000·
12.500
20.000
6.250
10.000
18.750
30.000
6.250
10.000
25.000
40.000
45.000
45.000
90.000
90.000
45.000
45.000
135.000
135.000
45.000
45.000
180.000
180.000
14.000
14.000
14.000
14.000
14.000
14.000
14.000
14.000
35.000
35.000
35.000
35.000
25.000
25.000
60.000
60.000
••• e
5.
Kosten voor gebouwen - huurprijs - afschrijving .- brandverzekering
14.000
- onroerende voorheffing - verwarming (8 maand/jaar)
60.000
25.000
25.000
10.000
10.000
- provisie voor onderhoud
30.000
7.500
7.500
7.500
7.500
15.000 .
15.000
7.500
7.500
22.500
22.500
7.500
7.500
30.000
30.000
- elektriciteit, water
23.000
5.750
5.750
5.750
5.750
11.500
11.500
5.750
5.750
17.250
17.250
5.750
5.750
23.000
23.000
14.250
57.000
57.000
7.000
15.000
20.000
- verlichting
-...
6.
I
Kantoorkosten
57.000
14.250
14.250
14.250
14.250
28.500
28.500
14.250
14.250
42.750
42.750
- bureelbenodigdheden
15.000
5.000
4.000
5.000
6.000
10.000
10.000
5.000
3.000
15.000
13.000
- telefoon + telex
24.000
6.000
8.000
6.000
8.000
12.000
16.000
6.000
8.000
18.000
24.000
6.000
8.000
24.000
32.000
- verzendingskosten
25.000
6.250
7.000
6.250
7.000
12.500
14.000
6.250
7.000
18.750
21.000
6.250
7.000
25.000
28.000
a) Kantooruitrusting
14.250
b) Werkingskosten
- onderhoud meubilair - diverse admin. kosten
- ... <.0
2de kwartaal
1ste kwartaal <.0
N
Kode boekhouding
Type van algemene kosten
Budget jaarbasis
kwartaal voorzien
7.
kwartaal
reëel
voorzien
I
reëel
3de kwartaal
gekumuleerd voorzien
I
reëel
kwartaal voorzien
I
reëel
4de kwartaal
gekumuleerd voorzien
reëel
gekumuleerd
kwartaal voorzien
reëel
voorzien
reëel
20.000
5.000
6.000
5.000
6.000
10.000
12.000
5.000
6.000
15.000
18.000
5.000
6.000
20.000
24.000
20.000
5.000
6.000
5.000
6.000
10.000
12.000
5.000
6.000
15.000
18.000
5.000
6.000
20.000
24.000
- abonnem. en dokument.
6.000
1.500
1.800
1.500
1.800
3.000
3.600
1.500
1.800
4.500
5.400
1.500
1.800
6.000
7.200
- kursussen
9.000
2.250
2.500
2.250
2.500
4.500
5.000
2.250
2.500
6.750
7.500
2.250
12.500
9.000
10.000
17.000
4.250
4.400
4.250
4.400
8.500
8.800
4.250
4.400
12.750
13.200
4.250
4.400
17.000
17.600
10.000
5.000
5.000
5.000
5.000
Financiële kosten - intresten op kaskrediet - intresten op financieringen - belastingsservice - wissel kosten - fiskale zegels
- ...
8.
Diverse funkties a) Commerciële funktie - catalogi en publiciteit
- representatiekosten - inschrijvingsdokûmenten - studiereizen
- ... b) Belastingen, taksen e.d. - gemeentebelastingen
5.000
5.000
5.000
10.000
5.000
5.000
10.000
5.000
5.000
10.000
20.000
11.000
- taks op lichtreklames - provinciebelastingen - verzekeringen
5.000 20.000
5.000 5.000
5.000
10.000
5.000
15.000
11.000
~ ;C.Q (I) I\)
- ...
-..J ..........
<
(I)
-t
totaal
2.354.322
576.205
606.405
559.705
584.405 1.135.910 1.190.810
646.206
669.656 1.782.116 1.860.466
572.206
625.406 2.354.322 12.485.872
o<
iE
~
Bijlage 28
VERGELIJKINGSGRAFIEK VAN DE VOORZIENE ALGEMENE KOSTEN EN WERKELIJKE ALGEMENE KOSTEN
Jl
2.5 - + - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - . . 2.485.872 ) 1 2.4 2.354.n2). 1/ 2.3 -
/
/ ./ I .1
2.2 2.1 -
/
2-
V/
1.860. 46
1.8 -
11/1.782.116
1.7 -
I /
1.6 -
/
"
II -I " 1,1
1. 4 -
//
Ij Ij"
1.3 -
1. 2 -
1.190.810//" I ~ 1.135.910
1.1 -
I.
II I " 1 1. II I· 1./
0.9 -
0.7-
//
1/
1.5-
.
/ .I
11/
1.9 -
08-
"
/
II
1/ I·
/.,'1
1/606. /.05 0.61~576. 205 0.5 -1---------.---------...-------1-----.....
-
Einde 1ste tri mester
Einde 4de trimester Op de Op de - ._.-
abscis, tijd in trimesters. ordinaat, bedragen in miljoen frank. .- .voorziene algemene kosten. - - werkelijke algemene kosten.
93
Bijlage 29
VERGELIJKINGSGRAFIEK VAN DE VOORZIENE ALGEMENE KOSTEN, DE WERKELIJKE ALGEMENE KOSTEN EN DE BRUTOMARGE
6.....----------------------...
5
4
3 2.485.872
----------------------
2
- - - 7 L.
/,/.~.3 4.322
/",,'
I
1.860466A::::~· ......::""'~ 782.116 /.~.'/
I
1
1.190.~~~/ ""~r
920.18~~·
606.405
~~
~.
576.205
1. 135.910
I I
I I O........----------.---------.-------""lf--lllllllll!lilll8 x
Einde 1ste trimester
Einde 2de trimester
Einde 3de trimester
Einde 4de trimester
Op de abscis, tijd in trimesters. Op de ordinaat, bedragen in miljoen frank. A. Teoretisch evenwichtspunt. 8. Werkelijk evenwichtspunt. Vanaf het ogenblik X, is de gefaktureerde brutomarge integraal winst. voorziene algemene kosten - - - - werkelijke algemene kosten brutomarge
94
Bijlage 30
HET BEGRIP AFSCHRIJVING
1. Algemeen Een meester-steenhouwer of meester-marmerbewerker doet vaak investeringen, waardoor hij duurzame produktiemiddelen verwerft zoals gebouwen, voertuigen, nieuw of tweedehands materieel (zaagmachines, lijstwerkmachines, ...), die hem toelaten zijn werkzaamheden lange tijd (meerdere jaren) uit te voeren. Het is duidelijk dat de voor de aanschaf van een investeringsgoed verrichte uitgave geen eenmalige kost kan zijn. Ten einde de kosten korrekt te verdelen, wordt een deel van de investeringsprijs (= bedrag van de afschrijving) aan ieder gebruiksjaar toegerekend. De fiskale wetgeving inzake het bepalen van het afschrijvingsbedrag valt niet samen met de in de onderneming toegepaste regels. De fiskus laat een bepaald afschrijvingspercentage toe op de aanschaffings- of boekwaarde. De nieuwe technische uitvindingen die een snelle veroudering van de produktiemiddelen veroorzaken, en de muntontwaarding hebben geen invloed op het fiskaal systeem dat de afschrijvingsmogelijkheden regelt. Indien men op de aankoopwaarde afschrijft, dan zal er op het einde van de afschrijvingsperiode niet genoeg geld terugverdiend zijn om het oude materieel te vervangen. In de praktijk bepalen de ondernemingen van jaar tot jaar het afschrijvingsbedrag als kostenpost, rekening houdend met de snelheid van de ekonomische veroudering van de uitrusting en met eventuele prijsstijgingen. Het afschrijvingsbedrag kan op verschillende manieren worden berekend: lineaire afschrijving leder jaar wordt hetzelfde bedrag afgeschreven. Voorbeeld
Afschrijving van een draagbare zaagmachine: aankoopprijs: 100.000 F - afschrijvingsduur: 6 jaar 100.000 F - jaarlijks afschrijvingsbedrag : 6 -
=
16.667 F.
degressieve afschrijving De eerste jaren wordt een groot bedrag, de laatste jaren een klein bedrag afgeschreven.
95
Voorbeeld
Afschrijving van een draagbare zaagmachine: - aankoopprijs: 100.000 F - afschrijvingsduur: 6 jaar - quotiteiten : 6 + 5 + 4 + 3 + 2 + 1 = 21 - afschrijvingsbedrag :
6
=
28.571 F
x 100.000 F
=
23.809 F
x 100.000 F
=
19.048 F
x 100.000 F
=
14.286 F
x 100.000 F
=
9.524 F
x 100.000 F
=
4.762 F
1ste jaar: - - x 100.000 F 21
5
2de jaar: - 21 4 3de jaar: - 21 3 4de jaar: - 21 2 5de jaar: - 21 1 6de jaar: - 21
100.000 F -
afschrijving die ieder jaar wordt vastgelegd naargelang van de stijging van de aankoopwaarde Voorbeeld
Afschrijving van een draagbare zaagmachine: - aankoopprijs: 100.000 F - afschrijvingsduur: 6 jaar -
vervangingswaarde reeds afgeschreven bedrag nog af te schrijven wettelijke afschrijving afschrijving op de vervangingswaarde
1ste jaar 110.000 F
OF 110.000 F 16.667 F 18.333 F
2de jaar 114.000 F 18.333 F 95.667 F 16.667 F 19.133 F
3de jaar 120.000 F 37.466 F 82.531 F 16.667 F 20.634 F
De te verrichten berekening is : nog af te schrijven (SF) resterende levensduur (laar) Dus: 1ste jaar:
110.000 F
6
; 2de jaar:
95.667 F
5
; 3de jaar:
82.534 F
4
De patroon moet de vervangingswaarde en de levensduur van zijn materieel jaarlijks schatten. Naargelang van de staat van de uitrusting en haar ekonomische levensduur kan hij het aantal afschrijvingsjaren verhogen of verlagen.
2.. Technische levensduur en ekonomische levensduur Onder « technische» levensduur van een produktiemiddel verstaat men het aantal jaren dat het technisch in staat is de gewenste prestaties te leveren. De « ekonomische » levensduur van een produktiemiddel is de tijd waarin het nog rendabel kan worden gebruikt. Het is de ekonomische levensduur die het bedrag van de afschrijving bepaalt. De evolutie van bij voorbeeld de zaagtechnieken verloopt echter zo snel, dat het niet uitgesloten is dat er , binnen enkele jaren veel krachtiger en efficiënter materieel op de markt komt. Indien blijkt dat het meer rendabel zou zijn met een nieuwe machine te werken, dan wordt het ogenblik bereikt waarop de oude machine ekonomisch verouderd is. De ekonomische levensduur is dus bijna altijd korter dan de technische levensduur en ten hoogste hieraan gelijk. In de berekening van de kostprijs moet de uitrusting bijgevolg worden afgeschreven naar de ekonomische levensduur.
96
De via de afschrijving vrijgemaakte bedragen vormen geen inkomen, ook al ziet het er voor sommigen zo uit. Bedrijfsekonomisch gezien mogen deze bedragen niet worden uitgegeven.
3m Afschrijving op de aanschaffings- of vervanqlnqswaarde
De patroon van een onderneming van steenhouwerij of marmerbewerking heeft niet de keuze om zijn investeringen al of niet af te schrijven. De wetgever verplicht hem immers de nodige afschrijvingen jaarlijks toe te passen. In de meeste gevallen mag uitsluitend op de aankoopwaarde worden afgeschreven. De fiskus beschouwt als winst het verschil tussen het afschrijvingsbedrag berekend op de vervangingswaarde en het bedrag berekend op de aankoopwaarde. Nemen we hetzelfde voorbeeld als hiervoor gegeven voor de afschrijving die ieder jaar vastgelegd is volgens de stijging van de aankoopwaarde. We hebben voor het eerste jaar : bedrag van de afschrijving op de vervangingswaarde: 18.333 F/jaar bedrag van de afschrijving op de aankoopwaarde : 100.000 F - - - - = 16.667 F/jaar 6 jaar (fiskaal toelaatbaar bedrag) De fiskus beschouwt het verschil 18.333 F - 16.667 F = 1.666 F als winst en zal bij voorbeeld 40
%
belasting innen op dit bedrag.
In het afschrijvingsbedrag op de aankoopwaarde (20.000 F in ons voorbeeld) moet men dus een meerwaarde rekenen van 0
1.666 F 60
0/0
= 2.777 F
Het afschrijvingsbedrag op de vervanqinqswaarde bedraagt dan 16.667 F + 2.777 F
= 19.444 F in plaats van 18.333 F
4. Boekhoudkundige illustratie van de noodzaak van de berekening van de afschrijving op de vervangingswaarde door het belastingssupplement in de kostprijs op te nemen Nemen we twee ondernemingen A en B die slechts per machine-uur verkopen (tot het uiterste vereenvoudigd voorbeeld omdat er normaal gezien mankracht en dergelijke bijkomen). Deze ondernemingen bezitten beide een machine die op 1 januari werd gekocht tegen 210.000 SF en over 8 jaar moet worden afgeschreven. De vervangingswaarde wordt op 231.000 SF geschat. De onderneming A berekent de kostprijs met inbegrip van de afschrijving op de aankoopwaarde; de onderneming S berekent de kostprijs met inbegrip van de afschrijving op de vervangingswaarde. Onderneming A
Kostprijs:
16.667 F
18 % winst:
+ 3.000 F
-
Opbrengst :
19.667 F
-
Voorstelling van de resultaatrekening - lasten (afschrijving) : - opbrengst: - brutowinst: 19.667 F - 16.667 F = - 40 % belasting op 3.000 F : - nettowinst:
16.667 F 19.667 F 3.000 F - 1.200 F 1.800 F 97
Onderneming B
Kostprijs:
19.444 F
winst :
+ 3.500 F
-
Opbrengst :
22.944 F
-
Voorstelling van de resultaatrekening - lasten (afschrijving) : 19.444 F - opbrengst: 22.944 F - brutowinst: 22.944 F - 19.444 F = 3.500 F De fiskus zal de brutowinst alsook het verschil tussen de afschrijving op de vervangingswaarde en de wettelijke afschrijving (19.444 F - 16.667 F) met 40 % belasten - 40 % belasting op 3.500 F + 2.777 F : - 2.510 F
18
%
- nettowinst:
990 F
Besluit
De onderneming B werkt met een kostprijs die overeenstemt met de reële kosten, wat niet het geval is voor de onderneming A die haar kostprijs onderschat en bijgevolg een denkbeeldige winstmarge neemt. De onderneming A maakt een winst van 1.800 F die echter slechts schijnbaar is, vermits de afschrijvingen onvoldoende zijn. In werkelijkheid is de winst nagenoeg nul (1.800 F - 1.666 F), wanneer men het belastingssupplement aftrekt. Sa Rekenformule Om het bedrag van de afschrijving op de vervangingswaarde te berekenen (bedrijfsekonomisch verantwoord) en aangezien men fiskaal enkel op de aankoopwaarde mag afschrijven, kan men de volgende formule gebruiken: bedrag van de afschrijving op de vervangingswaarde = vervangingswaarde
reeds gedane afschrijvingen
aankoopprijs
resterende levensduur
aankoopprijs
totale levensduur
+ ----totale levensduur
(1 - belastlnqs-v op de winst)
Voorbeeld
Afschrijving van een speciale boormachine -
aankoopprijs: 100.000 F
-
afschrijvingsduur: 6 jaar
-
geraamde vervangingswaarde: 110.000 F
-
belasting: 40
%
op de winst.
Men heeft : 1ste jaar: 110.000 F - 0
100.000
6
100.000 F +----
6 (1 - 0,4)
18.333 F - 16.667 F)
+ 16.667F = 19.444F
(
6
0,6
2dejaar: 114.000F - 19.444F
5
100.000 100.000 F
6
+ (1 - 0,4) enz.
98
6
18.911 F - 16.667F) (
0,6
+ 16.667 F = 20.407 F
Bijlage 31
BIBLIOGRAFIE VAN DE TIJDNORMEN
1.
7. Page, J.S. Building Construction Cost Data 1978. 36th Annual Edition, Duxbury (Massachusetts), Robert Snow Means Company Inc., 1977.
2.
Estimation's General Construction Man-Hour Manual. Houston (Texas), Gulf Publishing Cy.
8. Pulver, H.E. 1982 Dodge Construction System Costs. New Vork, Mc Graw-Hill Information Systems Company, 1981.
Construction Estimates and Costs. Mc Graw-Hill Book Cy.
3. Duic, W.Z. en Trapp, F.C. Handbuch für die Kalkulation von Bauleistungen. Wiesbaden-Berlin, Bauverlag GmbH. 4. Gazel, R. Temps d'exécution des travaux de béton armé, maçonnerie et pierre de taille. Paris, Editions Eyrol-les, 1978. 5. Jabot, R. Les temps de I'entretien. Puteaux (France), Hommes et Techniques. 6. Jelsma, O. Het maken van begrotingen voor de bouwwereld. 's Gravenhage, Uitgeverij Mouton & Co N.V.
9.... Richttijden voor bouwactiviteiten. Amsterdam/Brussel, Agon Elsevier, Uitgeversmaatschappij C. Misset B.V., 1974.
10....
Temps élémentaires d'exécution et matériaux du bätiment et des travaux publics. Surgères (France), Callon, 1967.
11. Walker, F.R. The Building Estimator's Preference Book. Chicago, Mc Clurg/Shoeworker, Architects and Engineers.
99
Trefwoorden: KOSTPRIJSBEREKENING - BEDRIJFSBEHEER - FINANCIEEL BEHEER - KOSTENRAMING - KOSTPRIJS - WINST VERKOOPPRIJS - KOSTEN KONTROLE - GEHOUWEN STEEN - MARMER - MEETSTAAT -INSCHRIJVING (VERBINTENIS)
Prijsklasse: A 7