CA
S BE
I LL
SU
CETERO CENSEO LUDENDUM ESSE
Jaargang 22 nummer 1, juni 2010
periodiek van Casus Belli, vereniging voor roleplayers, board- en wargamers
Colofon De Nieuwsbrief van Casus Belli jaargang 22 nummer 1 juni 2010
Kopij Kopij kan ingeleverd worden bij of opgestuurd worden naar de redactie. Als de redactie het kan ontcijferen, mag er handgeschreven tekst ingeleverd worden. Een ingetikte tekst wordt echter meer gewaardeerd. Formaat: ASCII of LATEX, maar Word en dergelijke mag ook. Inleveren op CD, USB-stick of per e-mail.
Redactie Marleen Overkamp
[email protected] Hand- en spandiensten: Frank en Marc
Overname van artikelen Voor het overnemen van een artikel uit de Nieuwsbrief moet vooraf toestemming verkregen worden van de auteur(s) van het artikel of van de redactie. Ook dient de bron vermeld te worden. Het copyright van de artikelen ligt bij de auteurs.
Casus Belli Bijeenkomsten (let op, nieuw adres!): Caf´e ‘De Verdieping’, Platenmakersstraat 3, Nijmegen Postadres: Hillekensacker 22-25, 6546 LE Nijmegen Webstek: www.casusbelli.nl Algemene e-mail:
[email protected] Website e-mail:
[email protected]
Afbeeldingen Een verantwoording van de gebruikte afbeeldingen is te vinden op pagina 25. Deadline volgende Nieuwsbrief: eind juli 2010
0
Redactioneel
Inhoud 0 Colofon
Eindelijk, daar is-ie dan, de eerste(!) Nieuwsbrief van 2010. Ja inderdaad, veel te laat, zelfs zo laat dat het geen zin meer heeft om jullie een ‘gelukkig Nieuwjaar’ te wensen want het jaar is al weer half voorbij. En hoe dat komt? Wel, jullie redactrice had hier en daar wat andere dingen te doen die helaas voorrang hadden.
1 Redactioneel & Inhoud 2 Geschiedenis met zevenmijlslaarzen Recensie van het spel ‘China, the Middle Kingdom’, door Frank. 10 Hunter: The Vigil Een gevarieerde groep demonenjagers heeft problemen met ‘The Children of the Seventh Generation’, een organisatie van demonen-aanbidders.
Vanwege de vertraging van deze Nieuwsbrief is het dus even de vraag hoeveel Nieuwsbrieven er dit jaar uit gaan komen. Op dit moment mik ik op vier in totaal. . . Tenzij jullie me gaan overstelpen met kopij natuurlijk!
13 Agenda Inspiratie voor de vakantie (en daarna).
Zoals jullie kunnen zien hiernaast, hebben we een nieuwe vervolgserie (hopelijk) in de Nieuwsbrief: de avonturen van Sister Nicole in het rollenspel ‘Hunter: The Vigil’. Ja inderdaad, hetzelfde rollenspel dat eens in de 4 weken op de club speelt (meestal de week na Amber). Dus voor iedereen die wil weten wat daar zoal gebeurt: lezen. Het verhaal is overigens wel in het Engels, want Sister Nicole is Engels.
14 Trafalgar per e-mail Tweede deel van een serie over het spelen van de Slag bij Trafalgar per e-mail. 15 I Love Your Brain Laat je hersenen kraken bij dit gedicht. . . 16 Amber - Shock of Chaos Matthew doet de Logrus, na zich goed voorbereid te hebben met een brief aan zichzelf. . .
En last but not least: we hebben een primeur in de Nieuwbrief, ik geloof niet dat we al eerder een gedicht hebben gehad. . .
20 Kleine nieuwtjes van het front Een dubbele aflevering divers wargamenieuws.
Veel leesplezier, Marleen
23 Quasi Bellorum Best wel veel Quasi. 25 Info Casus Belli
1
Geschiedenis met zevenmijlslaarzen Een recensie van ‘China, the Middle Kingdom’ van Decision Games gevonden met het beroemde terracotta leger, waarvan nog maar een deel is opgegraven. Een lang lot was deze dynastie echter niet beschoren. Zijn opvolger was zwak en werd in 207 van de troon gestoten door een opstand onder een boer Liu Bang, die daarmee de Han dynastie (207 voor Christus – 220 A.D.) oprichtte. De Han zetten de ontwikkelingen die de Qin begonnen waren door en breidden hun gezag uit, vooral langs de zijderoute naar het westen. Zo werd er handel gedreven met het Romeinse rijk. Keizer Tiberius verbood op een moment de invoer van zilver in het Romeinse rijk omdat de kosten het goud uit het westen weg deed vloeien (een interessante parallel met het probleem van de Britten in de 19de eeuw die voor Chinese thee alleen met zilver konden betalen). In 220 viel het koninkrijk van de Han uiteen in drie koninkrijken: de Wei, de Shu en de Wu. Alle drie probeerden China onder hun leiding te verenigen, maar waren er niet sterk genoeg voor. De periode eindigde toen de Wei de Shu versloegen en op hun beurt door een ex-generaal van de Wei verslagen werden die nu de Jin dynastie vormde. Deze bleef echter maar 51 jaar aan de macht, waarna China uiteenviel onder de binnenvallende stammen uit het noorden. In het zuiden van China volgde een periode die bekend staat als de zes dynastie¨en, in het noorden van China was er tegelijkertijd de periode van de zestien koninkrijken, die elkaar in verschillende incarnaties bestreden. Uiteindelijk kwam er in 581 een einde aan deze anarchie met de vorming van de Sui dynastie. De Sui hebben een zekere overeenkomst met de Qin; beiden begonnen met krachtige keizers, die veel projecten ter hand namen en die opgevolgd werden door zwakkelingen. Onder de Sui werd begonnen met de aanleg van het grote kanaal van 1700 kilometer tussen Beijing in het noorden en Yangzhou en Hangzhou in het zuiden. Het kanaal hielp met de eenwording van het
Een spelsysteem dat al jaren populair is bij de Nijmeegse spellenclub op Casus Belli is het systeem van ‘Britannia’. Dit spel werd jaren geleden ontworpen door Lew Pulsipher en werd daarna in grote aantallen verspreid door the Avalon Hill Game Company. Het succes van dit spel leidde tot andere spellen met een vergelijkbaar systeem. Maharadja, Chariot Lords, Italia en Rus zijn meer of minder succesvolle afstammelingen van Britannia. En nu is de laatste loot aan deze stam verschenen en wordt het toneel verplaatst naar het Verre Oosten. China, om precies te zijn. Een stukje geschiedenis (eufemisme van het jaar) Het samenvatten van de geschiedenis van China in een paar pagina’s is een welhaast onmogelijke opgave voor iedere schrijver. Maar al vanaf de oudheid is er een geschreven geschiedenis van China. Door de eeuwen heen wisselden dynastie¨en en invallende volkeren elkander af, maar er was, zeker in vergelijking met WestEuropa, bijna altijd ´e´en (of meerdere) centrale macht(en), die het land bijeen hielden of probeerden te houden. De pre-historie (het Chinese bronzen tijdperk van 2.200 tot 256 voor Christus) werd gedomineerd door de Xia, Shang en Zhou dynastie¨en. Met het uiteenvallen van deze laatste dynastie begon het tijdperk van de strijdende staten (403-221 voor Christus), waarin maar liefst zeven staten elkander naar het leven stonden. Dit was ook het tijdperk van de grote filosofen Kongfuzi (Confucius) en Laozi (Lao-tse). Uiteindelijk kwamen de Qin als winnaars uit de strijd en zij bestuurden een deel van China van 221 tot 207 voor Christus. De eerste keizer Qin Shihuangdi verenigde het land, bouwde wegen en standaardiseerde gewichten, maten en muntgeld en de geschreven taal. Ook begon hij met de bouw van de grote muur. China dankt zijn naam aan hem. Zijn tombe werd in 1974
2
echter slechts 50 jaar en er kwam een einde aan door het aan de macht komen van de Song dynastie in 950. Je zou met recht kunnen zeggen dat de Song dynastie een renaissance periode voor China was. Zo werden de drukpers en het kompas uitgevonden. De Song werden een groot handelsrijk hoewel ze gek genoeg militair tamelijk zwak waren (dit ondanks de uitvinding van buskruit, kanonnen en raketten). Zo verloren de Song Noord-China aan de Khitans, die aldaar de Liao dynastie vormden. Tenslotte sloten de Song tegen de Khitans een dom verbond met de Mongolen, waarvan zij het gevaar onderschatten. En toen die eenmaal binnen waren gingen ze niet meer weg en namen ze in 1279 onder Kubilai Khan de boel over. De restanten van de Song werden verdreven naar Zuid-China. Gedurende dit tijdperk van Mongoolse heerschappij (ook wel bekend als de Yuan-dynastie) bezocht Marco Polo China. De Mongolen behandelden de Chinezen als onderklasse en dit leidde tot veel wrok. Na zijn dood werd Kubilai opgevolgd door zwakkere khans en China werd geteisterd door de pest zodat de Yuan dynastie geen lang leven beschoren was. In 1368 was het alweer voorbij. In dat jaar slaagde een boer, Zhu Yuanzhang, er in om de dynastie omver te werpen en de volgende keizer van China te worden. De dynastie die hij vestigde, de Ming, bleef aan de macht tot 1644. De Ming herstelden de grote muur (de grote muur zoals hij er vandaag uitziet is de muur die door de Ming herbouwd is). Maar een muur bouwen is ´e´en ding, er een krachtig garnizoen houden is een ander. Door corruptie werd de muur onvoldoende bemand en in 1644 wisten de invallers uit Mantsjoerije de muur over te steken. De Ming dynastie werd onderworpen en de Qing dynastie, de laatste keizerlijke dynastie, kwam in China aan de macht. Tijdens deze dynastie begon de vorming van het moderne China zoals we dat vandaag de dag kennen. In het begin waren ook de Qing keizers sterke leiders, maar in de 19de eeuw kregen zwakke keizers in toenemende mate te maken met agressieve en opdringerige Europese en Amerikaanse handelaren en militairen. De capaciteiten van de-
Qin Shi Huangdi, eerste keizer van China land op politiek, militair en cultureel terrein en stimuleerde interne migratie. Het kanaal is de langste kunstmatige waterloop ter wereld en is vandaag de dag nog altijd in gebruik (men is nu bezig met plannen om het kanaal te verlengen). In 618 kwam de Tang dynastie aan de macht. Dit is de geschiedenis ingegaan als de ‘gouden eeuw’ van China. Net als de Han voor hen waren de Tang bezig met het onder controle krijgen (en houden) van de zijderoute naar het westen en verschillende reizigers uit India, Centraal Azi¨e en het Midden-Oosten bereikten China. In de hoofdstad van de Tang werden tegelijk vier grote wereldgodsdiensten beleden (Christendom, Jodendom, Islam en Boeddhisme). Onder de Tang werd ook het papiergeld voor het eerst ingevoerd. Net zoals de Han te lijden hadden onder invallen van de Hunnen, hadden de Tang te maken met barbaarse invallen, in dit geval de Oeigoeren. En net zoals de Han dynastie waren de latere keizers van de Tang zwakke leiders en viel het keizerrijk opnieuw uiteen en volgde een nieuwe periode van kleinere rijkjes (907-960). De periode staat bekend als die van de vijf dynastie¨en (in Noord-China) of de tien koninkrijken (in Zuid-China). Deze periode duurde
3
ze invallers werden door de Qing volledig onderschat, tot hun grote nadeel. Want er werd wel handel gedreven (in maar ´e´en stad die open was voor vreemdelingen, Guangzhou [Canton]) maar deze werd veel Chinezen noodlottig. E´en van de voornaamste exportproducten van China was thee (naast zijde, porselein, katoen en papier) en in ruil daarvoor vloeide een grote stroom zilver en goud van het westen naar China. Met name de Britten waren hier wanhopig over en stuurden in 1793 een ambassade met de laatste Europese technische producten naar China om ze voor Europese industri¨ele producten te interesseren. Maar de Qing keizer Qianlong zag het als tribuut en was er niet in ge¨ınteresseerd. Uiteindelijk vonden de Britten echter iets waar de Chinezen wel belangstelling voor hadden: opium. Dus begonnen zij in India grote hoeveelheden opium te verbouwen en naar China te smokkelen. De Qing dynastie vond dat maar niets en probeerde deze smokkel onder controle te krijgen. De Britse reactie hierop was duidelijk: oorlog! In de Eerste Opiumoorlog werd China verslagen en gedwongen het voor China ongunstige verdrag van Nanjing te ondertekenen. Vanaf dat moment tot in de twintigste eeuw begonnen ook andere landen hun invloed in China uit te breiden. Frankrijk, Duitsland, Rusland en Japan waren de belangrijkste landen die dit deden en in verschillende steden concessies oprichtten. Tegelijkertijd waren er in China verschillende opstanden, waarvan de Taiping opstand de belangrijkste was. Dit is nog altijd het op ´e´en na dodelijkste conflict uit de wereldgeschiedenis (30 miljoen doden)1 . Eind 19de eeuw ontstond er in de provincie Shandong een opstand die de geschiedenis in is gegaan als de Boxer opstand. Dit leidde tot het beleg van de westerse ambassades in Beijing in 1900. Alle belangrijke westerse landen stuurden een expeditiemacht naar China om deze opstand de kop in te drukken. Dit betekende eigenlijk het einde van de Qing, hoewel het nog
tot 1911 duurde alvorens de laatste keizer afgezet werd en China formeel een republiek werd onder Sun Yixian (Sun Yat Sen). Maar het centraal gezag was zwak, zodat er in de jaren ’20 en ’30 van de twintigste eeuw veel warlords waren met hun kleine rijkjes. Tegelijk begon in deze periode de opkomst van de Communisten onder Mao Zedong. Dit leidde tot een burgeroorlog, die onderbroken werd door een oorlog met Japan (1937). De Japanners dachten het zwakke China wel even onder de voet te kunnen lopen, maar China is groot, heel groot, zodat het voor de Japanners een monster werd dat voortdurend meer Japanse soldaten vroeg, en waar de Japanners wel belangrijke steden in het oosten en de voornaamste verbindingswegen controleerden, maar niet het platteland2 . Na de nederlaag van het Japanse leger in de Tweede Wereldoorlog ging de burgeroorlog tussen de Communisten en de Guomindang (Kuo min tang) van Jian Jieshi (Chiang Kai Shek) door en die eindigde in 1949 met de nederlaag van de laatsten die zich op Taiwan terugtrokken, terwijl op het vasteland de Volksrepubliek China uit werd geroepen. En zo is de situatie tot de dag van vandaag ondanks verschillende pogingen om opnieuw een eenheid te vormen. Zowel het vasteland (de Volksrepubliek China) als Taiwan (de republiek China) hebben de pretentie het enige echte China te zijn met de ander als afvallige staat. Afwisselend onderhandelen beiden of ratelen zij met sabels, maar een verandering van deze situatie lijkt de komende tijd niet in zicht, hoewel er driftig handel tussen beiden gedreven wordt. Het spel ‘China, the Middle Kingdom’ is een spel van Tani Chen, een Chinees die afstudeerde aan het Massachusetts Institute of Technology en nu werkt als advocaat, dat in 2008 is uitgegeven is door Decision Games. Het komt in 2
Het verhaal gaat dat iemand na WO 2 de Britse veldmaarschalk Montgomery vroeg wat deze uit WO 2 geleerd had. Montgomery antwoordde: “Val nooit Rusland binnen. Val nooit China binnen. Val nooit Rusland ´en China binnen”. Een waarheid als een koe.
1
Voor een spelrecensie over een spel over dit conflict, zie het artikel Chinoiserie in de Frank files van de Casus Belli website.
4
Kaart van ‘China, the Middle Kingdom’, gebaseerd op een moderne landkaart.
een dikke doos van standaard formaat met een kaart, spelregels (16 pagina’s maar met voorbeelden), in totaal 456 counters, 50 land- en score-kaarten, twee score-vellen (dat valt in vergelijking met de stapel die Avalon Hill leverde zwaar tegen), vier held- of interventie-kaarten en vier dobbelstenen. Spelers zullen flink de score-kaarten moeten kopi¨eren alvorens ze gaan spelen. De schaal van het spel is dat iedere beurt variabel is (kan een paar honderd jaar zijn) en er wordt geen schaal voor de kaart of hoeveel man een counter is gegeven.
Bangladesh en Pakistan op de kaart staan, die toch rond het begin van het spel niet bestonden. Om van Myanmar (de naam voor Burma die door de lokale junta gebruikt wordt) nog maar te zwijgen. En, oh, ja, Korea is natuurlijk ook verdeeld in Noord- en Zuid-Korea. Tja. Ik weet nog niet of dit veel effect heeft op het spel, maar uit historisch oogpunt is dit voor mij een duidelijk minpunt. Lew Pulsipher maakt duidelijk dat de benadering van de ontwerper nadelen heeft vanuit historisch oogpunt. Zo zijn Taiwan en Tibet vanaf het begin in het spel, hoewel beiden gedurende de oudheid en Middeleeuwen geen deel van China uitmaakten, en zijn Vietnam en Korea niet in het spel, hoewel Vietnam eeuwen door de Chinezen gedomineerd werd en Korea jaren een Chinese vazalstaat was. Zoals de regels nu staan kan een speler Korea ook niet binnenvallen (en, oh, ja, ik zou gedacht hebben dat Korea bergachtig was, maar op deze kaart is het dat niet). Wel komen de Wei uit Korea China in, maar dat is iets anders.
De kaart Zoals je wellicht verwachtte toont de kaart China en de omliggende landen. China is verdeeld in verschillende provincies, die allemaal een nummer hebben, iets wat onder andere gebruikt wordt bij de bepaling van de locatie van eventuele opstanden. Er zijn 46 gebieden, maar 18 ervan zijn “buitenland”, waar binnenvallende legers opgesteld worden die zich dan in een beurt de kaart op moeten vechten. Iedere provincie heeft een eigen kleurtje en op het eerste gezicht valt er weinig op te merken. Maar een aantal dingen vielen uw scribent toch op: om te beginnen is voor de spelkaart gebruik gemaakt van een moderne landkaart. Met andere woorden, de indeling in provincies is die van de Volksrepubliek China en ook de omliggende landen zijn modern. Zo zie je landen als
En nog een ander klein detail: in de spelregels beweert de ontwerper dat het grote kanaal in rood op de kaart staat. Het staat er in blauw. Opvallend is ook dat de Yangtse tweemaal op de kaart voorkomt. De belangrijkste versie is de rivier die gemerkt staat als ‘Game boundary’. Daarnaast is er een dun lijntje dat als ‘Yangtse
5
actual course’ gemarkeerd is. Ik vraag mij af waarom dat is. Toegegeven, de echte Yangtse kronkelt wat meer dan de game boundary versie, maar toch. Verder wordt er in de spelregels bij de population expansion gesproken over “lowered” provinces. Ik vermoed dat hier moeras-achtige gebieden `a la Lindsey op de kaart van Britannia mee bedoeld worden. Maar die zijn nergens op de kaart te vinden. Waarschijnlijk zijn deze in een eerdere versie van het spel gesneuveld zonder dat de spelregel aangepast is. Ook is er een probleem met een ‘vier provinci¨en punt’. De provincies Shandong (35), Jiungsu (36), Anhui (22) en Henan (34) komen elkaar tegen op een ‘vier provinci¨en punt’. Hier klopt echter iets niet. De kaart suggereert dat eenheden van Shandong naar Anhui en vice versa kunnen en niet van Jiungsu naar Henan. Maar volgens de regels ligt het precies andersom: je kunt dus wel van Jiungsu naar Henan lopen en vice versa en niet van Shandong naar Anhui. Er zijn bij de kaart dus wel een paar steekjes gevallen.
De counters tonen een plaatje met een soldaat van de betreffende mogendheid en de naam en een cijfer. Dat cijfer is de power factor van de natie van de eenheid (hierover verderop meer). Opvallend is dat de power factor van een volk (de Qin) op de counters (3) verschilt van die op de kaart (5). Bij nader inzien moet die op de kaart gebruikt worden (blijkt ook uit de opsomming in de spelregels). Daarnaast zijn er counters voor leiders (hier aangeduid als keizers) en ja, ook Mao wordt voor het spelgemak even als keizer aangeduid. Verder zijn er markers voor buitenlandse concessies in de latere beurten van het spel (beurt 21 tot en met 23). Leuk is daarbij dat de afbeelding volgens de maker het echte zegel is van Shanghai International Settlement. Tja, dat zal wel. Er zijn voor de helden en de invention cards ook counters beschikbaar, zodat je de invention cards niet uit hoeft te knippen. Het valt mij op dat sommige volkeren erg weinig counters hebben (de Haan hebben bijvoorbeeld maar twee counters) en dat verliezen bij een dergelijk volk dus extra zwaar tellen. In vergelijking met Britannia loopt het aantal legers per volk sterker uiteen (bij Britannia tussen de vijf en de twintig, bij China tussen de twee en de dertig) met alle gevolgen van dien voor volkeren met heel weinig counters. Een tegenslag is een ramp en ze zijn zo van de kaart (letterlijk).
De kaarten Net als in Britannia heeft ieder volk een eigen kaart, waarop staat wanneer ze opkomen en wanneer en waarvoor zij punten scoren. Een verschil is de power factor van elk volk. Die speelt een rol bij gevechten en opstanden, waarover verderop meer. Bij de kaarten kloppen dingen af en toe niet, zoals de gegevens over het punten scoren van de Kushan. Die duiken in beurt 3 op en krijgen in beurten 3, 6 en 9 dezelfde punten voor het bezit van gebieden (4 punten voor Xinjiang, drie voor other plains en 1 12 voor highlands. Dit ondanks het feit dat ze in beurt 3 alleen Xinjiang en highland gebieden kunnen bereiken en andere plains gebieden buiten bereik zijn. Ofwel, deze puntenvoorwaarden zijn een typisch gevalletje ‘copy-paste’, maar dat komt gelukkig lang niet bij elke kaart voor.
Hoe speelt het, of: China, the muddle kingdom Zoals ik al aan het begin schreef, is ‘China, the Middle Kingdom’ een Britannia kloon en dat betekent dat het verloop van een spelbeurt diegenen die Britannia kennen heel bekend voorkomt. Wanneer een speler aan de beurt is wordt eerst bepaald welk volk er geactiveerd wordt. Net als in Britannia beschikt een speler over meerdere volkeren die in de loop van het spel opkomen en weer verdwijnen. Dan is er de bevolkingsgroei. Net als in Britannia levert een open provincie het volk dat het bezit het een punt op, en een highland provincie een half punt. Bij drie punten komt er een legertje van dat volkje bij (tot aan de countermix). Dan
De counters De counters zijn allemaal bedrukt aan ´e´en kant (aan de andere kant tonen ze hun basiskleur).
6
uitgevochten. Dit gaat net zo lang door tot er ´e´en partij eigenaar van een provincie is. Dit lijkt allemaal heel erg op Britannia, maar er zijn toch grote verschillen. Om te beginnen moeten aanvallende legers 4 of hoger gooien om een leger van de tegenstander te vernietigen en moeten verdedigende legers 5 of hoger gooien. Ja, je leest het goed, de aanvaller is in het voordeel. Legers die een tegenstander in een highland gebied aanvallen krijgen een −2 modifier op hun worpen. Legers die verdedigen tegen de Yuan in een berggebied in beurt 15 krijgen deze bonus niet. De aanwezigheid van een keizer levert dieroll modifiers op. Het eigen leger met de keizer krijgt een +1, de tegenstander een −1 op zijn worp. Wanneer er twee keizers tegenover elkaar staan heffen zij de bonussen op (kan alleen bij Mao Zedong en Jian Jieshi). Legers die over de grote muur heen aanvallen hebben een −1 op de worp. Dit maakt provinces als BinnenMongoli¨e en Ninxia tamelijk immuun voor aanvallen op elkaar want de aanvaller krijgt te maken met een −2 voor de highlands plus een −1 voor de muur. Buitenlandse invallers (Britten, Russen, Duitsers, Fransen en Japanners) hoeven slechts 3 of hoger te gooien om een Chinees leger te slopen en wanneer zij eigen gebied verdedigen, vernietigen zij een Chinees leger op 4 of meer. Om zelf gesloopt te worden is een 6 nodig, of ze nu aanvallen of verdedigen (ook wanneer twee Europese legers tegen elkaar vechten). Na een rondje vechten mag eerst de verdediger en daarna de aanvaller kiezen of hij zich terugtrekt. Wordt er niet teruggetrokken dan gaat het vechten door naar de volgende ronde, net als bij Britannia. Een belangrijk verschil tussen Britannia en China the Middle Kingdom is dat bepaalde volkeren in het eerste spel zich mogen onderwerpen aan een invaller, zoals bijvoorbeeld de Brigantes aan de Romeinen. Deze laatste moeten dan toestemming geven voor een eventuele groei. Die mogelijkheid heeft China the Middle Kingdom niet. Volkeren vechten tegen elkaar tot er een vernietigd is. Een ander verschil is dat elke speler een uit-
worden de nieuwe legers (en eventuele versterkingen) op de kaart geplaatst in gebieden die dat volk al bezit en waar tenminste ´e´en leger staat. De meeste nieuwe legers beginnen in een land dat aan China grenst en moeten dan in hun eerste beurt binnenvallen. Dan wordt het tijd om iets met al die nieuwe troepen te gaan doen. Het bewegen gaat ook als in Britannia; met dit verschil dat legers door twee naastliggende provincies mogen bewegen wanneer het vlakten zijn. Beweegt een leger de highlands in dan stopt het meteen. Wanneer een leger een provincie met een ander leger (zelfs van dezelfde speler) binnenloopt stopt hij ook meteen, tenzij hij een twee tegen ´e´en meerderheid of groter heeft, dan mag de speler die aan de beurt is met troepen van dat volk door (net als in Britannia). Het spel telt twee major invasions (en die zijn dan ook meteen behoorlijk erg major). In beurt 15 komen de Yuan (Mongolen) binnenstormen en drie beurten later zijn de Qing aan de beurt. Beiden hoeven slechts een 1:1 verhouding in een provincie te hebben om door te kunnen gaan. De Yuan mogen in beurt 15 ook door highlands heen zonder te stoppen. Wanneer een leger begeleid wordt door een keizer kan hij drie provincies bewegen in plaats van twee. Vanaf beurt 10 kan een speler gebruik maken van het grote kanaal, hetgeen ook een extra gebied movement oplevert. Je moet dan wel langs twee naburige provincies met het kanaal gaan. Een aantal volkeren (de Ming en de Qing en de Britten en Nationalisten) beschikt over boats en kan via de Pacific bewegen en sommige (met name Europese) volkeren komen op de oceaan op, wat niet betekent dat zij boats hebben; zij moeten zo snel mogelijk aan land. Na de bewegingen komen de gevechten. Die gaan net zo als bij Britannia: je telt de aantallen aanvallende en verdedigende legers in een provincie op, je stelt eventuele modifiers vast en gooit dobbelstenen om de resultaten te bepalen. Vervolgens mogen overgebleven legers van de verdedigers (eerst) en de aanvaller ervoor kiezen om zich terug te trekken en als dat niet het geval is, wordt er een volgende ronde
7
Volgens de spelregels stellen de Zhao zich in Sha’anxi (provincie 33) en Hebei (provincie 46) op. Die eerste provincie moet waarschijnlijk Shanxi (provincie 45) zijn, want anders zitten de twee legers van de Zhao in twee aparte provincies met een ander ertussen en zijn ze zeer kwetsbaar. Dat blijkt ook wel uit de geschreven opstelling. Alleen de provincienummers zijn fout. Voor dit soort onduidelijkheden is het ook goed om de kaarten van de volkeren te controleren. Invasies van buitenaf; opstanden en rebellies van binnen, of: China the meddle kingdom. Een spel dat draait om de opkomst en ondergang van de verschillende volkeren kan natuurlijk niet zonder de invallen van andere volken. Net als in Britannia zijn er hier ook veel verschillende buitenlandse invallers. Maar er zijn er maar een paar die echt iets speciaals doen. Zo komen in beurt 15 de Yuan binnendenderen. Buiten China staan zij beter bekend als de Mongolen. Hun inval is vernietigend. Om te beginnen vernietigen zij legers van de tegenstander met een worp van 3 of meer en kunnen zij alleen met een worp van 6 sneuvelen. Bovendien hebben zij geen nadelen van de terreineffecten van highlands en de grote muur. Zij mogen verder bij een 1:1 verhouding door een gebied heen. En tenslotte hebben zij als major invasion DRIE beurten achter elkaar. Wat zij tegen die tijd van China nog niet veroverd hebben zal de moeite van het veroveren niet waard zijn. Het is duidelijk dat zij nooit van Montgomery’s uitspraak gehoord hebben. In beurt 18 is er dan een invasie van de Qing, die ook drie beurten achter elkaar krijgen maar zonder de terrein effecten. Wel kunnen zij bij een verhouding van 1:1 door een gebied marcheren. Een ander binnenvallend volk zijn de Qin, maar hierover zijn de regels bijzonder zwijgzaam. Zij beginnen op beurt 1 in drie provincies en in beurt 1 komt Zheng met vier versterkende legertjes binnen. Zij hebben echter geen invasies van meerdere beurten omdat de regels er over zwijgen. Dan zijn er de Europeanen. Die hebben ook
vinding heeft die hij eenmaal per spel mag gebruiken. Het effect is een +1 op de rol van de aanvallende speler voor een slag. Verder heeft iedere speler een held kaart. Wanneer een held uitgespeeld wordt kan hij ervoor zorgen dat een veldslag overgedaan mag worden met de oorspronkelijke troepen, etc. Er zij natuurlijk geen garanties dat deze re-roll succesvoller is! Twee kaarten per speler op een spel van (in de lange versie) 24 beurten komt op mij wat weinig over. Ik zou er de voorkeur aan hebben gegeven wanner er o´f een paar meer o´f geen van deze kaarten per speler in het spel hadden gezeten. Ik heb al aangestipt dat een keizer een dieroll modifier heeft. Wanneer een keizer zonder legers in een provincie komt te zitten, verwijdert de tegenstander de keizer van het bord en krijgt evenveel punten als de power factor van het verslagen land. Indien een land helemaal veroverd wordt worden alle legers van de kaart gehaald (inclusief die in de reinforcement box). De veroverende speler krijgt dan evenveel punten als de power factor van het verslagen land en hij krijgt evenveel eenheden als de power factor van het verslagen land in zijn reinforcement box voor latere beurten (als de countermix het toestaat en die is af en toe zeer beperkend). Wanneer beide landen elkaar tegelijk vernietigen krijgen beide punten voor de power factor van de ander maar niemand krijgt meer versterkingen. De buitenlandse invallers kunnen niet op deze manier veroverd worden. Een laatste noot nog bij dit deel van het artikel: er zit een fout in de beginopstelling.
8
gebreken die uiteindelijk afdoen aan het spelplezier. Al spelende kreeg ik het idee dat de uitgever het spel te snel op de markt gebracht heeft. Het had duidelijk nog iets meer ontwikkeld moeten worden. Verder lijkt het mij dat de playtesters tijdens hun playtests aardig hebben zitten slapen omdat er een aantal fouten inzitten die zij er makkelijk uit hadden kunnen (en moeten) pikken. Zoals het bij Britannia-achtige spellen geldt zit er een redelijk grote mate van abstractie in het spel (je weet bijvoorbeeld niet hoe sterk een leger is). Dat is bij een spel als dit redelijk acceptabel, maar gezien het geringe aantal counters van sommige volkeren zou ik graag iets meer inzicht gehad hebben in de manier waarop de ontwerper het aantal counters per volk bepaalde. Daar staat tegenover dat het spel ‘China, the Middle Kingdom’, met al zijn gebreken, de spelers een groots en dramatisch panorama biedt van de geschiedenis van dit bijzondere land, waarvan men in het westen over het algemeen zo weinig weet. Voor mensen die zich in de geschiedenis van China zouden willen verdiepen, zouden een paar potjes van dit spel een leuk begin kunnen zijn.
iets speciaals: wanneer zij een provincie veroveren bouwen zij daar een Europese concessie. En die leveren punten op. Voor de Britten, Fransen en Russen levert iedere concessie twee punten per beurt op, voor de Duitsers 3 punten per beurt. Ja dat betekent dat je als Brit punten kunt krijgen voor een concessie die door bijvoorbeeld Fransen gebouwd is. Als een concessie eenmaal in een gebied ligt blijft hij daar tot beurt 24, ook al verlaten Europese legers de provincie of lopen er Chinese legers binnen. Verschillende volkeren komen op de kaart als resultaat van opstanden. Om te bepalen in welke provincie een rebellie begint, gooi je twee dobbelstenen die je van laag naar hoog leest. . . dat nummer is dan het nummer van de eerste provincie van de rebellie. Mochten er loyale legers in die provincie zijn dan worden die vervangen door legers van het nieuwe volk. Vervolgens wordt er gegooid voor provincies met loyale legers naast de eerste provincie. Je gooit tegen de power factor van het loyale volk. Als je meer gooit dan de power factor blijven de legers loyaal, zo niet dan lopen ze over. Onder rebellies vallen de rebellie van de Han tegen de Qin, de Shu, Wu en Wei tegen de Han, de Tang tegen de Sui, de Ming tegen de Yuang en de Taipings mogen twee maal tegen de Qing rebelleren. Verder zijn er volkeren die in opstand komen. De Sui, Song, Nationalisten en Communisten komen in opstand. Hiervoor is er wel een lege provincie nodig. De regels leggen niet uit wat er gebeurt als er geen lege provincie is, maar mijn ervaring met dit spel leert me dat de slijtage meestal zo groot is dat er ergens op de kaart wel een Chinees provincie’tje leeg staat voor zo’n opstand. Deze opstandige legers kunnen dan in hun eerste beurt tweemaal achter elkaar bewegen en aanvallen.
Frank van den Bergh Bibliografie • De verboden stad, hofcultuur van de Chinese keizers (1644-1911), Rotterdam, Museum Boymans van Beuningen, 1990 • Lynn E. Bodin, Chris Warner, The Boxer Rebellion, London, Osprey publishing, 1979 • John P. Greer, The Armies and Enemies of Ancient China, 1027 B.C. – 1288 AD, Goring by Sea, Wargames Research Group, 1975. • Ian Heath, Michael Perry, The Taiping Rebellion 1851-66, London, Osprey publishing, 1994 • Ian Heath, Armies of the Nineteenth Century: Asia: 2 China, St. Peter Port, Foundry publications, 1998 • www.grognard.com/info1/chinaking. txt
Conclusies De maker heeft met ‘China, the Middle Kingdom’ heel erg veel hooi op zijn vork genomen. Meer dan bijvoorbeeld Lew Pulsipher deed bij Britannia, dat slechts de periode 43-1066 besloeg. Ik kan mij niet helemaal aan de indruk onttrekken dat hij iets meer afbeet dan hij kon verwerken. Het spel heeft namelijk nogal wat
9
Hunter: The Vigil Sessies 1 en 2 DM: Daniel Spelers: Sister Nicole (Ellen), Kees de Vries (Marc), Jeroen Meijers (Stijn), Kurt Golddigger (Harmen), Godric Glossop III (Luuk), Professor C.C. Hooft (Rense) It was a normal day at the Order of Saint Francis Monastery not far from Oxford, when Sister Nicole Burns opened her email and found a message from the man who was sometimes called The Black Pope; Hans Kolvenbach. Sister Nicole raised an eyebrow. Unusual. In his message, Hans asked her to meet with a friend of his, a Dutch priest called Father Kees de Vries, who was staying in London on official business for the Malleus Maleficarum. Father de Vries was a respected exorcist and Hans had reason to believe his life was in danger. “Duty calls.” Sister Nicole mumbled, as she packed everything she could possibly need into her sports bag. After a brief telephone call to the Father’s Bed & Breakfast room, she went out to meet him for coffee. “If Hans says I’ll need your help, I’d be honoured to have you by my side.” The Father told her. He asked no questions about her skills, her specialties or what was in the bag. His only question was: “Do you know the organisation called the Ashwood Abbey?” He explained that he was called in when the Abbey was in more trouble than they could handle. And such was the case at the moment. Sister Nicole listened carefully as he continued. He was working together with four men from the Abbey: Baron Godric Glossop VII, a local nobleman, Professor C.C. Hooft, a specialist in history and mythology, Jeroen Meijers, a lawyer with good police connections and a shady art dealer from America called Kurt Golddigger. They were investigating a group of demon worshippers who called themselves The Children of
the Seventh Generation. They had kidnapped girls to sacrifice them, stolen dangerous demonic artefacts and the story became more worrying and less coherent as it progressed. Sister Nicole buried her face in her hands. “Have you any idea who might want to threaten you, Father?” She asked him. Unfortunately, he could think of several people and organisations, even without mentioning individual demons. Sister Nicole sighed and suggested she would accompany him on his investigations from now on. The Father thanked her and they left together, to go to the Abbey and meet his associates there. As the Father and the Sister approached the Abbey from the nearest bus stop, several very expensive cars pulled up in the Abbey’s driveway. The men emerging from the cars were equally posh, but greeted them kindly and showed them to the side-entrance. Where the door had been kicked in... The lawyer proceeded to put up police tape across the doorway and the American pulled a gun out of his pocket, yelling: “Let’s get that intruder y’all!”. Sister Nicole paused to get her hunting rifle out of the bag, and the men from the Abbey smiled with surprise to see that she knew how to load it. The men seemed in no hurry to be the first to pursue the intruder, so Sister Nicole told the Father to stick close and ran into the building. She soon found two disembowelled bodies in the hallway. She crouched and, without anyone seeing it, furtively licked the blood. Suppressing a shiver, she closed her eyes as a throbbing nausea came over her. It was a familiar feeling, but it never ceased to turn her stomach. She rose to her feet and the sickening feeling beckoned her. Up the stairs, it pointed, past several doors on the landing and then down another hall. She motioned to the Father and the other men to follow her as she started to run. “We’re looking for someone with stigmata.”
10
She said to the father. Sister Nicole looked over her shoulder to see the baron and the American brandishing their guns, as the Professor got his cell phone and dialled a number. The scene in the hallway was like a cheap horror movie: a giant man in a metal mask was clutching a meat cleaver while standing over a dismembered body. Blood poured from his hands as well as from behind his mask. “Hold it right there, sir!” The Sister said firmly, but the giant turned to raise the cleaver above his head and storm towards them. Not even the Sister’s shot hitting him in the middle of his chest could deter him. As he dug the meat cleaver into the Sister’s abdomen, she glared at him and sneered: “Do you have any idea what is awaiting you in hell?” A paralysing vision caused the giant to topple over and slink away into a foetus position. As Sister Nicole tried not to bleed all over the floor and the good Father pulled her away from the giant, the baron and the American proceeded to shoot he giant, with little result. The lawyer then had the bright idea to grab a random demonic item from a nearby room, transform into a lust demon and sodomise the giant. While the professor was still on the phone, Father de Vries invoked the powers of the Lord almighty, Jesus Christ and the Holy Ghost to heal Sister Nicole’s wound. When she was feeling a little better, Sister Nicole helped the good Father to care for the nine victims of the giant man, who had died mostly of exhaustion and blood loss. The men from the Abbey apparently thought it necessary to make raunchy jokes and show much disregard for the deceased by complaining. The Father decided he preferred working with respectful people and he accompanied Sister Nicole to the nearest hospital to have her wound looked over again. When the members of the Ashwood Abbey asked Sister Nicole about the stigmata, she explained that when she tries to track a criminal, there’s a side-effect that causes the stigmata, and it makes the criminal easier to find. The men reacted with a mixture of admiration and jealousy, but without any further questions.
The good Father then asked to borrow Sister Nicole’s laptop to do some research about what was going on. The giant with the meat cleaver was a member of the Children of the Seventh Generation, and they were angry with the Abbey because other things that had happened earlier in the investigation. This was their way of retribution. The Children of the Seventh Generation, the Father read out loud, was an organisation of demon worshippers. The demons they revered were often horrors from other dimensions that should never set foot on our world. Professor Hooft found out, through all his calling on the phone, that the giant had help: a man called Richard Caine, who was also a dealer in shady art and a member of a group called Aegis Kai Doru. They collect magical and demonic artefacts, and the American Kurt seemed to know them. The men from Ashwood Abbey climbed into their fancy cars to have a “meeting” with this Richard Caine. As they left, the Sister and Father had a good talk about their skills and how they could work together more closely. What other strange and dangerous demons await the Sister? Why does she have a hunting rifle? Why does she lick the blood of victims to become nauseous? Find out next month1 .
11
1
Well – on the next page, actually -red.
On the next day, Father de Vries and Sister Nicole spent some time distributing food to the poor and went to a decent pub afterwards. The TV in the pub was set to FoxNews where anchors seemed to be in a panic because there had been a terrorist attack. On Bill O’Reilly himself! While he was in London to interview a man called Richard Caine. While the anchors screeched about muslims and the incompetence of the British police-force, the Father and the Sister exchanged worried looks. The camera’s showed the “muslim terrorists” fleeing in a black helicopter and Sister Nicole clearly recognised the face of Kurt Goldigger. As the Father asked the barman to turn off that nonsense, Sister Nicole’s cell phone went off. Aleister Crowley almost begged her and the Father to come back to the Ashwood Abbey to help them fix this whole FoxNews scandal. “We are exorcists, sir, not spindoctors.” The Sister replied, but Father de Vries nodded and got up to go out. “We should at least try to help.” They joined the gentlemen of the Ashwood Abbey for lunch the next day, who were all in fervent denial that they had anything to do with it. “Richard Caine has been eaten by a demon.” Baron Godric finally admitted. Professor Hooft turned away with an uncomfortable look on his face. Caine had connections with the Prince of Thousand Leaves, Jeroen Meijers explained. He was eaten by a Tibetan reincarnation demon. And Bill O’Reilly was devoured by a swarm of green hornets. This didn’t sound like much of an explanation to the Sister at all. “So you went to see Caine to accuse him of the attack on the Abbey?” The Father asked them, to make the story a little more clear. Godric nodded, Jeroen sighed and the Professor nervously looked around the room. As the Father started to explain to them that the road to Hell was paved with dishonesty and mistrust, a painful silence came of the gentlemen. “Your presence might have prevented this from getting so out of hand.” Jeroen whispered to the Sister. Mr. Meijers asked Sister Nicole to come with him to the police office. More bodies have been found that may have been partly eaten by the
same Tibetan reincarnation demon. A certain John Marsters and an artist called Mang Wing. Father de Vries came forward with a book on demonology that described the reincarnation demon and the related ritual. When performed properly, the ritual would summon the demon to devour the person who summoned it and two others of “equal value”. One of these three would be reborn as something better, but the text was unclear on the details. Strangely enough, none of three victims seemed to be in a position that their life was going to end soon; they didn’t seem to need a rebirth. They were young and priviliged. Sister Nicole pondered this and the state of her “associates”. Kurt gave an interview to FoxNews about his new gallery as a sort of alibi and he didn’t seem to feel the least bit of guilt over whatever might have happened to either Caine or O’Reilly. Both the Baron and the Professor did seem to be troubled, and perhaps even slightly delusional, but they refused to speak of it. Sister Nicole hoped that Jeroen was right...
12
Ellen
CA
S BE
I LL
SU
CETERO CENSEO LUDENDUM ESSE
Agenda Data van activiteiten van (leden van) Casus Belli en van andere interessante evenementen. Ontbreekt jouw activiteit? Geef het door aan de redactie! Voor Casus Belli activiteiten, zie www.casusbelli.nl Uitgebreide agenda’s zijn beschikbaar op www.ducosim.nl en www.murphysheroes.nl.
17/18 jul - 2e Historisch Rendez-vous Historisch correct tentenkamp met o.a. Kelten, Vikingen en middeleeuwers. Demonstraties van vechtkunsten en ambachten, met om 4 uur ’s middags een Multiperiod Battle. Beekse Bergen, Hilvarenbeek. Info: www.historyexperience.nl 5 t/m 15 aug - Romeins Festival Groot Romeins Festival in het Archeon, met Legio II Augusta uit Britannia. Info: www.archeon.nl 19 t/m 23 aug - Sail Amsterdam Het grootste zeilevenement ter wereld, met vele zeilschepen, van oude replica’s tot zeer modern, Amsterdam. Info: www.sail2010.nl 28/29 aug - Middeleeuws Weekend ‘Gebroeders van Limburg’ festival, een weekend Middeleeuwen in Nijmegen met ridders, middeleeuws eten, een trebuchet en nog veel meer. Info: www.gebroedersvanlimburgweekend.nl 28/29 aug - Spellen aan Zee Eerste Haagse spellenbeurs, met bord- en kaartspellen. Er is ook een NK Kolonisten van Catan (van tevoren inschrijven). ’s Gravenhaagse Bridge School, Den Haag. Info: www.spellenaanzee.nl 31 aug - Wisselrollenspel Start van een nieuwe cyclus, 19:30 in onze nieuwe locatie caf´e De Verdieping. Spelers en DM’s welkom, DM’s van te voren aanmelden via
[email protected] 11 sep - Ducosim Spellenbeurs Toernooien, demonstraties van nieuwe spellen, participatiespellen en diverse ver-
koopstands in theater De Flint, Amersfoort. 11/12 sep - Colours 2010 Het grootste wargaming en military modeling evenement in Zuid Engeland. Diverse spellen, handelaren, en wargame kampioenschappen. Newbury Race Course, Newbury, Berkshire, UK. Info: www. colours.org.uk 18/19 sep - Elf Fantasy Fair Arcen Alles rond fantasy, LARP, Middeleeuwen, Sci-Fi etc. Kasteeltuinen Arcen. Info: www.elffantasyfair.com 25/26 sep - Festival Levende Geschiedenis Het grootste re-enactment evenement van Nederland, met groepen uit de Romeinse tijd t/m de Koude Oorlog. Landgoed De Barendonk, Beers (tussen Grave en Cuijk, dus om de hoek!). Info: www.levendegeschiedenis.com 9/10 okt - DUZI 2010 Heel veel tinnen miniaturen in een grote hal, daarnaast oa. tabletop gaming en toernooien. Niederrheinhalle, Wesel. Info: www.duzi.info 21 t/m 24 okt - Spiel Essen De grootste spellenbeurs ter wereld, met alles van kinderspellen tot wargames. Info: www.internationalespieltage.de Moenen & Mariken Vaker een spel spelen? Onze Nijmeegse spellenwinkel Moenen & Mariken organiseert iedere week diverse activiteiten. Kijk op www. moenen-en-mariken.nl voor de details.
13
Trafalgar per e-mail Verslag vanaf ‘het laatste linie-schip’, deel 2 In het tweede deel van deze serie artikelen over de Slag bij Trafalgar per e-mail wil ik het eens hebben over de zeilkunsten van de deelnemers, oftewel: het manoevreren met zo’n schip. Je zou denken, wat valt daar nou over te vertellen? Nou, misschien meer dan je denkt. . . Het manoevreren met een grote vloot is altijd ‘interessant’. Ja, je hebt van tevoren een strategie afgesproken, maar als je eenmaal bezig bent met de slag, krijg je problemen met 1. de tegenstander 2. je mede-admiraals en -kapiteins. Dat de tegenstander interfereert met je zorgvuldig opgestelde plan, is standaard – daarvoor heb je een tegenstander. Problemen met je mede-kapiteins. . . zijn eigenlijk ook standaard. Er zijn altijd figuren die je signalen niet snappen of niet w´ıllen snappen en gewoon hun eigen plan trekken. In een Play-by-E-Mail (PBeM) spel is dit niet minder dan op een speelbord, en het kan op meerdere niveau’s in de hi¨erarchie plaatsvinden. Zo was de leider van de Frans-Spaanse vloot, admiraal Villeneuve (gespeeld door een Australi¨er) een paar beurten geleden meerdere keren aan het seinen dat de vloot naar een specifieke van tevoren bepaalde positie moest varen. Iets wat hijzelf op dat moment al aan het doen was, alleen de rest van de vloot schoot nog niet erg op. Om mijn eigen eskader als voorbeeld te gebruiken, na het sein van Villeneuve seinde onze eigen admiraal, admiraal Gravina, dat ons eskader de huidige koers moest blijven aanhouden, wat echt niet de richting was die Villeneuve van ons vroeg! Daarna herhaalde Villeneuve zijn sein nog een keer, maar nu specifiek voor ons. . . als kapitein leek het mij verstandiger om mijn eigen admiraal te volgen, en zo zien vonden de andere kapiteins dat ook. Overigens zullen we uiteindelijk wel terechtkomen op de plek die Villeneuve vroeg, alleen nemen we een omweg waarbij we meer kans hebben om op de Britten te schieten.
Ondertussen had Niek in de voorhoede het probleem dat minstens ´e´en kapitein zijn signalen (een gedetailleerdere versie van Villeneuve’s signalen) niet opvolgde. . . het resultaat was dat het desbetreffende schip, de Mont-Blanc, in botsing kwam met zijn admiraal, op een erg ongelukkig moment. De schepen zaten ook nog aan elkaar vast en het lukte niet om ze meteen los te krijgen – wat ertoe leidde dat Niek’s schip de volle laag kreeg van een stuk of drie Britten en in brand werd geschoten. Na nog een sternrake1 was zijn schip zo zwaar beschadigd dat hij zich over moest geven. Moraal van dit verhaal: luister naar uw admiraal! Over botsingen gesproken: daar hebben we er al diverse van gehad, meer dan in een gemiddelde WS&IM zeeslag bij Casus Belli, terwijl de spelers toch bijna een week per beurt de tijd hebben om hun beweging te plannen! Blijkbaar is dat geen garantie dat ook de j´ uiste beweging gepland wordt. Ik denk dat we tot nu toe in totaal bijna 10 botsingen hebben gehad, en een paar bijna-botsingen, en dat in 20 beurten. Nu is het wel zo dat elk schip door een andere speler gezeild wordt, dus we hebben niet die prachtig gesynchroniseerde en ge¨ıntegreerde eskaders die je in de Casus Belli WS&IM slagen ziet. Daarbij komt nog dat een aantal spelers onervaren zijn met zeilspellen, en dus slecht kunnen inschatten wat andere schepen gaan doen. Het lijkt erop dat er iets meer van die spelers aan de Frans-Spaanse kant terecht zijn gekomen, we hebben in ieder geval meer botsingen gehad dan de Britten. Onervarenheid spreekt ook uit dat soort fouten als ‘bakboord’ plotten in plaats van ‘stuurboord’ – iets wat minstens drie keer gebeurd is, afgaande op wat onlogische bewegingen van schepen, en ´e´en keer daarvan kwam het schip 1
Sternrake: schot van dichtbij op de kwetsbare achterkant van een schip, waarbij de kanonskogels in de lengterichting over en door het schip vliegen. Doet in het algemeen veel schade.
14
in kwestie met z’n boeg in de wind te liggen. . . geen prettige positie voor een vierkant getuigd zeilschip, en je bent weer een paar beurten kwijt voordat je weer lekker doorzeilt. Verder zijn er hier en daar ook schepen die niet met de maximale snelheid varen terwijl we toch allemaal graag in de buurt van de tegenstander willen komen. Op zich is dat nog niet zo erg, maar wel als daardoor een manoevre (draaien met meerdere schepen vlak bij elkaar) bijna de mist ingaat. Plus je kunt er daarna niet meer op vertrouwen dat de kapitein in kwestie de volgende beurt w´el z’n volle snelheid gebruikt, wat er in dit geval op neer kwam dat het schip er vlak achter flink in de remmen moest. Vervolgens ben je weer een beurt of twee bezig met versnellen zodat je weer door kunt varen. . . dus zijn we w´e´er een beurt later bij het gevecht. En dan was er nog dat akkefietje met de twee vooropvarende schepen van ons eskader, waarbij de admiraal had geseind ze na elkaar (dus in opeenvolgende beurten) moesten draaien met maximale snelheid. Het eerste schip draaide al vroeg in de beurt (in plaats van aan het eind zoals ik zou doen), waardoor het schip erachter er tegenaan knalde. . . Gelukkig dreven ze met z’n tweetjes een beetje af zodat de rest van het eskader er tenminste niet moeilijk omheen hoefde te zeilen. Conclusie: ook in een PBeM spel met beurten van een week en voldoende nadenktijd gaan er manoevres gigantisch de mist in en wordt de slag al snel een grote chaos. . . Rest mij om flink door te zeilen zodat ik eindelijk mijn bedrage aan de chaos kan gaan leveren! Marleen alias Capt. Don Cosm´e Churruca aan boord van San Juan de Nepomuceno
15
I Love Your Brain I lust for you especially your hands for they are holding my heart if only you were closer I crave for you especially your legs for they are so nice and plump if only I could reach you I hunger for you especially your breasts for they are so sweet looking if only I could touch you I starve for you especially your brain for I’m a zombie in love if only I could eat you Harmen
Amber - Shock of Chaos Sessie 15 Comyn ontdekt dat het Siegel Disc ‘patroon’ (dat de vorm heeft van een Mandelbrot set) verdwenen is. Hij maakt dus een nieuwe versie. Ondertussen gaat Takako op audi¨entie bij koning Random en bij koning Swayvill, om toestemming te vragen voor haar huwelijk met Benedictus. Ook bereidt ze met de hulp van Michael, Matthew en Torrik de arrestatie van Dirxon voor. Na een goede voorbereiding begint Matthew aan zijn Logrus-bemiddeling. Omdat hij verwacht hierna gek en/of zijn geheugen kwijt te zijn (iets wat vrijwel altijd gebeurt) heeft hij zichzelf een brief geschreven met belangrijke informatie over zichzelf. Oh, en Auralis schijnt weer gesignaleerd te zijn in de ambassade. . . kan hij zich weer vertonen na die mislukte aanslag op Swayvill?
Comyn’s Dirry Awakening on some Siegel Disc shadow: no pattern drawn here (Made one some time ago), but hooves of horse and trails of snake. Hmm, Unicorn and Serpent inquisitive as well? Wiping them away and redrawing shape of MandelBrot-man. After while, pattern drawing improving. Using center, trying trumping away from Disc: no such workings. However, focus will on Mandelbrot pattern causing teleport to Ygg. Fine, out of disc now. Ygg tells me that not real teleport, because neutral patterns always teleport to borderlines. Next, I get contact from pupil1 , asking about relation Dworkin and me: that clear, we are brothers. Can’t remember who’s older though. Pupil then preparing for Logrus negotiation. We trump to Cave. Suhuy immediately also in cave: pupil telling he’s ready. Suhuy then takes ring from pupil finger telling no weapons near Logrus: very dangerous. Suhuy then opening gateway to Logrus and guides pupil to cave, wishing pupil goodbye or swift death. Gateway closes after pupil and some time later Logrus 1
Matthew
pulsing. Auralis next contacting and asking Auralis trap removal in embassy. Ok, (and will check Suhuy about Auralis bona fides). Torrik wanting go back to Siegel Disc and Commodus asking about shadow Formosa. Tell all I know (nut much). Also removed Trex constraints in embassy garden. All of garden possible playing and hunting ground. Trump to my room in embassy, pick some books on beginning and trump to fast shadow for resting and readink. After some time and reading, resting and some sleeping, I find quite some agreements and also disagreements on the nature of the guardians of the beginning. Torrik contacts me and trumps to my fast shadow. In his opinion, the essence of our neutral pattern is that it is a closed surface. So it cannot be traversed in the normal sense but needs to be covered. He asks me if I can help him to develop shape shifting skills. So now I have a fourth pupil in just a short time. I foresee one difficulty though. As he is not just an ordinary Pattern initiate, his ways might be to rigid to succeed in short time, but then training can never harm, can it? Marc
Matthew’s brief aan zichzelf Hallo toekomstige zelf, Wanneer je deze brief leest, is het mogelijk dat je niet meer weet wie je bent. Daarom heb ik besloten deze brief te schrijven, zodat je geen al te domme beslissingen neemt. Ik ga ervan uit dat je op zijn minst nog Engels weet zometeen: zo nee, dan leer je het maar. In ieder geval is hier je naam – of in ieder geval de mijne: misschien dat je een nieuwe wil – Matthew Silverstone. Waar jij bent Allereerst een korte beschrijving van de wereld,
16
de – hoewel er zeer veel Aardes zijn, is deze wat “echter” dan de anderen, omdat de prinsen en prinsessen van Amber er regelmatig zijn geweest – ben ik in 1933 geboren, in een republiek genaamd de Verenigde Staten van Amerika. Daar ben ik begonnen te studeren aan de Philadelphia Museum School of Art. Op je 20e kwam ik echter Fiona, prinses van Amber, tegen, en zij heeft mij naar Amber gebracht en door verscheidene Schaduwen rondgeleid. Door dit alles heeft mijn studie wat vertraging opgelopen, en toen ik uiteindelijk afstudeerde in 1961, heette het het Philadelphia Museum College of Art. Inmiddels zal het alweer een andere naam hebben: kennelijk heeft het zich afgescheiden van het museum zelf. . . maar ik dwaal af. voor het geval je je hele geheugen kwijt bent. Er zijn 2 polen der realiteit: Orde en Chaos. Aan de kant van Orde is er het universum bekend als Amber, met als machtsymbool het Patroon, en als mascotte de Eenhoorn. De huidige koning is Random, aangezien Oberon, de overspelige vorige koning, overleden is in de oorlog met Chaos. De andere kinderen van Oberon zijn hiermee akkoord gegaan, omdat de Eenhoorn hem gekozen heeft. Aan de kant van Chaos zijn er de Hoven van Chaos, met meer adel dan middeleeuws Europa. Hun machtsymbool is de Logrus, en hun mascotte het Serpent. De huidige koning is Swayvill, hoewel er behoorlijk veel slachtoffers vallen in de strijd om zijn opvolging: mogelijk heeft hij niet lang meer. Tussen deze twee polen zijn er oneindig (dat denkt men tenminste) veel universums – ook wel ‘Schaduwen’ genoemd. In het midden staat de – intelligente – boom Ygg, die de grens tussen de twee territoria aangeeft. Hoewel beide uiteinden zichzelf als “puur” zien en neerkijken op de “Schaduwlingen”, lijkt het erop dat het bij beide kanten er behoorlijk barbaars aan toegaat. Altru¨ıstisch gedrag is bij hen een zonde, vertrouwen een dwaasheid en excuses aanbieden taboe. Wie ik ben In ´e´en van deze Schaduwen, bekend als Aar-
Nadat de Hoven een oorlog met Amber begonnen en deze in de Slag bij Chaos verloren, is er door Amber een diplomatieke missie opgezet, met als doel een Amber-ambassade in de Hoven op te zetten. Ik ben door Fiona naar voren geschoven als ´e´en van de vier leden van deze missie. . . en dat brengt me bij je huidige situatie. Tijdens de missie ben ik er namelijk achter gekomen dat ik de zoon ben van Flora, prinses van Amber en halfzus van Fiona, en van Gramble, hoofd van het Chaos-huis Sawall. Dit werd verder gecompliceerd doordat Fiona en Flora elkaar niet mogen, en ze allebei een hekel hebben aan Gramble. Ook heb ik, toen er een ninja-aanval op zowel de ambassade als huis Sawall, de Kerk van het Serpent en het koninklijk huis kwam, huis Sawall helpen verdedigen, en later zelfs Swayvill zelf helpen beschermen tegen een moordaanval. Tevens ben ik officieel uit de troonopvolging van de Hoven gestapt toen ik erachterkwam dat ik vierde in de rij was, en kort na de ninja-aanval in de leer gegaan om uiteindelijk de Logrus te kunnen begaan, wat de reden is dat ik je deze brief schrijf. De Logrus begaan heeft namelijk nogal wat effect op iemands geestelijke gezondheid, en ik kan er niet van uitgaan dat jij en ik dezelfde persoon zullen zijn. Het is mogelijk dat ik slechts enige tijd gek word, of een zwart gat in mijn geheugen heb, maar het kan ook dat mijn
17
persoonlijkheid dusdanig verandert dat jij en ik niet dezelfde persoon meer zijn. Hoewel dit misschien raar klinkt – immers, iedereen verandert dagelijks een beetje – zul je het waarschijnlijk wel begrijpen. Het is overigens belangrijk om te onthouden dat wij in veel aspecten (in ieder geval vanuit anderen gezien) nog steeds dezelfde persoon zullen zijn, en dat je waarschijnlijk niet al te makkelijk aan mijn verplichtingen zal kunnen ontsnappen. Wie je dient te kennen In mijn leven heb ik verscheidene vrienden opgedaan. Echter, de meeste van hen wonen in Schaduw, en heb ik al een tijd niet gezien. Onze Hoedster zal je kunnen helpen als je hen weer wilt spreken, maar ik vat eerst even samen wie wij in Amber en de Hoven kennen. Ik zal beginnen met Fiona, Flora en Gramble, aangezien zij mij na aan het hart liggen. Vergeet niet regelmatig met ze te praten – zolang je maar niet al te veel tijd met Gramble doorbrengt, want dat heeft Fiona verboden. Fiona: onze half-tante en ex-vriendin – laat ik volstaan met te zeggen dat familiebanden in Amber gecompliceerd zijn. We zijn nog steeds goede vrienden, en ze kan je waarschijnlijk helpen met eventuele psychische problemen. Flora: onze liefhebbende moeder, en al dan niet de moeder van Rense. Als je mode- of levensadvies nodig hebt, kan zij je helpen. Gramble: onze overspelige en enigzins sexistische vader. Advies over vrouwen kun je beter niet vragen. Dan nu de andere leden van de diplomatieke missie, en de Chaosieten die ons stiekem willen saboteren. Je zult er maar aan moeten wennen dat veel Chaosieten het resultaat lijken te zijn van een eeuwenoud fokproject met advocaten, politici en gangsters, en veel Amberieten het resultaat van net zo’n fokproject, maar dan met New Yorkers en Fransen. Torrik: even groot als wij, maar breder. Een overimpulsieve beroepsmilitair met een zeer grote vogel. Voormalig militair hoofd van de missie en nu kennelijk priester. Zijn vader is
Benedict, prins van Amber, en zijn moeder Lintra van het huis Hendrake. Ga alleen naar hem toe als je geen andere keuze hebt: hij is niet bepaald competent. Takako: diplomatiek hoofd van de missie (wij zijn haar assistent). Volzus van Torrik, hoewel ze er beiden pas tijdens de missie zijn achtergekomen. Intelligenter, behoedzamer, diplomatieker en competenter dan haar broer. Michael: voormalig militair assistent, nu militair hoofd. Zijn vader is Bleys, een volbroer van Fiona, waar hij zijn stiekeme trekjes van heeft. Ik kan goed met hem opschieten en samenwerken, hoewel je enigzins behoedzaam zal moeten zijn – zo werken vriendschappen het beste in de barbaarse uiteinden van het multiversum. Dirxon: komt uit Rebma, de onderzeese zusterstad van Amber, om een handelsconsulaat op te richten in de Hoven. Hij is vriendelijk, maar vertrouw hem niet meer dan nodig is. Auralis: hoofd van het Chaos-team dat de ambassade in “goede” banen moet leiden. Arrogant, neerbuigend, en hij heeft geprobeerd Swayvill te vermoorden, hoewel dat zo klunzig ging, dat er misschien meer achter steekt. Ik mag hem niet, en hij is niet te vertrouwen. Commodus: assistent van Auralis. Ik mag hem niet echt, maar ik ken hem eigenlijk niet zo goed. Vader van Rense. Comyn: architect van de ambassade en doodgraver van de Hoven. Tevens onze leermeester in de Logrus – hoewel Suhuy, de wachter van de Logrus, die rol zal overnemen als je eenmaal de Logrus goed beheerst. Nogal gek, maar wel aardig. Zijn draakje is mijn creatie – iets wat overigens alleen wij, hij en het draakje weten. Wanneer hij de Logrus (te)veel gebruikt, verandert hij in een blob. Alexander: de kok van de ambassade. Ik haat hem, en jij kunt dat beter ook doen. Hij heeft onze sabel (die ook Alexander heet) met een psychische truc gejat. Wees voorzichtig bij hem: hij mag niet weten dat Fiona ons van de effecten van zijn truc genezen heeft. Rense: dochter van Commodus, niet deel van de missie. Zogenaamd dochter van Flora, hoewel Flora zich liet ‘ontslippen’ dat dit niet zo
18
is. Ze lijkt aardig. Tot slot nog wat andere belangrijke namen: Rex: onze Duitse Herder. Gegijzeld door Benedict, hoewel hij er zelf niet zo veel van zal merken. Hugin, Munin, Charlie, Harry, Alfred, Ralph, Mason, Edward, Donovan: onze raven. Gegijzeld door Benedict, hoewel hij Hugin heeft laten gaan. Hugin en Munin hebben een band met Ygg. Bill Roth: Amerikaan en advocaat. Helpt bij het vredesverdrag. Benedict: ik haat hem, maar hij is het meeste van iedereen te vertrouwen. Hij heeft Rex en de raven gegijzeld: vraag hem zelf maar waarom. Indien hij het je niet wil vertellen: het komt er op neer dat we door beide kanten worden gewantrouwd. Dworkin: vader van Oberon, maker van het Patroon, en vermist. Als ik er niet in geslaagd ben hem te vinden en te vragen met Amber contact op te nemen, valt die taak aan jou toe. Hij is in gevaar – ene Victor, de leider van de ninja’s, wil hem dood – en dient hiervan op de hoogte gebracht te worden. Random: de koning van Amber. Hij schijnt wat volwassener te zijn dan zijn broers en zussen – met uitzondering misschien van Corwin, maar die is al enige tijd vermist. Wat je kunt Het is misschien handig om te weten welke vermogens wij hebben, zodat je daar fatsoenlijk gebruik van kan maken. Allereerst heb ik van Fiona geleerd om Troeven te maken: magische speelkaarten waarmee je dwars door de universums heen een plaats of persoon kunt bereiken, en je erheen transporteren en/of met hen communiceren. Mijn vaardigheid schijnt echter op Orde gebaseerd te zijn, dus het is mogelijk dat je problemen met de Troeven hebt. Ook heb ik mij op het occulte gericht, waardoor ik een verzameling aan toverspreuken – sommige standaard, sommige zelf ontworpen – heb leren beheersen. Hoewel hun werking beperkt is, kunnen ze zeer van te pas komen als
je je voorbereidt op de situatie. Hiernaast heb ik ook geleerd om voorwerpen magische eigenschappen te geven, waardoor deze bijvoorbeeld meer schade doen, tegen hardere klappen kunnen, of zelfs intelligentie krijgen. Indien je je dit niet meer kunt herinneren, moet je Comyn maar eens vragen om je naar Unseen University te brengen, en daar een boek over Conjuration openslaan. Ik ben er overigens een stuk beter in dan de suffe professoren bij die universiteit, en kan dan ook betere artefacten maken dan in de boeken staan, maar dat terzijde. Tot slot heb ik geleerd mijn eigen gedaante te veranderen, iets wat een vereiste voor de Logrus is. Door dit te combineren met Conjuration kun je wezens uit je eigen bloed scheppen, zoals de brenger van deze brief laat zien. Indien wij de Logrus successvol zijn begaan, heb je overigens het vermogen om deze te gebruiken om door Schaduw te reizen. Door je op een persoon of plaats te concentreren, kun je jezelf er als het ware naar toe “trekken”. Wees hier wel voorzichtig mee. De toekomst Ik raad je aan allereerst met Benedict contact op te nemen – zijn Troef zit bij deze brief, je hoeft je er alleen maar voldoende op te concentreren. Hij zal je verder kunnen helpen, je meer over onze missies kunnen vertellen en je de bezittingen kunnen geven die ik bij hem achterliet om ze tegen de Logrus te beschermen. Tevens raad ik je aan met Hugin en Ygg te praten. En onthou deze dingen: • Vertrouw Hugin en de Hoedster zoals je je beste vriend zou vertrouwen: met je leven. • Vertrouw Michael, Benedict, Random, Comyn en Dworkin zoals je een gewone vriend zou vertrouwen: zolang ze niet vreemd doen. • Vertrouw de rest zoals je een vreemde zou vertrouwen – een vreemde waarvan je weet dat hij een vuurwapen op zak heeft. • Pas op voor de spelletjes van onze ouders. Ik wens je sterkte.
19
Robert
Kleine nieuwtjes van het front Tactiques Napoleon uitgebreid Jean Tessier blijft bezig met het verfijnen van zijn spelsysteem en het uitbreiden van het aantal scenario’s (zie ook Nieuwsbrief jaargang 2007, nummer 2). In augustus 2009 verscheen een nieuwe, bijgewerkte versie van de spelregels, de zogenaamde Sch¨onbrunn edition. En er zijn inderdaad weer een aantal kleine dingen veranderd. E´en van de dingen die veranderd is, is dat de lijsten van de eenheden nu een afstand van de ‘zones de cavalerie’ geven. Die ‘zones de cavalerie’ werken bijna als een klassieke zone of control, met dien verstande dat zij eenheden die door de ‘zone de influence de cavalerie’ van een cavalerie-eenheid bewegen een extra bewegingspunt per hex kosten. Eindelijk komen de spelregels met inhoudsopgave: een belangrijke verbetering die het opzoeken van bepaalde regels vergemakkelijkt! Onder de nieuwe uitbreidingen die Jean gemaakt heeft is er eindelijk een voor ‘Los Arapiles’, het spel van Sim Tac over de slag bij Salamanca (1812). Bij deze slag wist Arthur Wellington met zijn Brits-Portugese leger de Fransen onder Marmont te verslaan. Salamanca is een tamelijk grote slag met veel eenheden, dus het is alleen aanbevolen aan diegenen die veel tafelruimte hebben. Nieuwe TCS en OCS De jongens van MMP/The Gamers blijven ons verblijden met nieuwe spellen in series waar zij beroemd mee geworden zijn, te weten de Operational Combat Series (OCS) en de Tactical Combat Series (TCS). In de eerste reeks verscheen ‘Baltic Gap 1944’, een spel over de Sovjet-Russische opmars in de Baltische staten in de zomer en herfst van 1944. Hoewel de situatie voor de Duitse speler op het eerste gezicht tamelijk hopeloos lijkt, is hij toch in staat om venijnige tegenslagen uit te delen. Het spel in de TCS is ‘GD’42’, een derde spel over de gevechten van het infanterieregiment (later infanteriedivisie) Grossdeutschland in de Tweede Wereldoorlog. In dit spel staan gevechten van het Sovjet-Russiche offen-
sief ‘operatie Mars’ centraal. Dit offensief was bedoeld om een Duitse uitstulping in de frontlijn in de buurt van Rhzev af te knijpen en moest ongeveer tegelijkertijd met operatie Uranus (het Sovjet-Russische tegenoffensief rond Stalingrad) plaatsvinden. Het feit dat operatie Mars lang niet zo bekend is, spreekt op zich al boekdelen: de operatie werd een grote mislukking voor de Russen. Nieuwe Vae Victis Hors serie en bordspel Vae Victis blijft ook produceren. Recentelijk verscheen hun hors serie nummer 12, met als thema de slag bij Aspern-Essling in 1809. Tegelijkertijd verscheen ook de laatste uitbreiding in het Jours de Gloire systeem, een wargame over Aspern-Essling. Over deze slag tussen Fransen en Oostenrijkers heb ik jaren geleden al eens een artikel geschreven naar aanleiding van AspernEssling van the Gamers. Het Jours de Gloire systeem is afgeleid van het het systeem dat Richard Berg ontwikkelde voor ‘Triumph and Glory’ van The Gamers, maar heeft zich over de afgelopen jaren (sinds 1997!) meer en meer ontwikkeld en is in de loop van de jaren steeds meer verfijnd. Aspern-Essling is de 26e veldslag met dit systeem, dus je kunt wel stellen dat het zijn sporen verdiend heeft en ik kijk uit naar wat de toekomst zal brengen (onder andere is er een spel aangekondigd over de slag van Ocana in 1809). In de hors serie wordt de ontwikkeling van het systeem mooi geschetst. Zowel het spel als de hors serie nummer 12 zijn ook apart verkrijgbaar. Zie www.vaevictismag.com. Battles magazine 3 Gisteren (26 februari j.l.) ploften met een hoorbare klap de 138 pagina’s van Battles magazine 3 in de brievenbus. Na de hoge standaarden die in afleveringen ´e´en en twee gesteld werden had ik er lang naar uitgekeken, want hij had vertraging opgelopen. Ook deze aflevering staat weer bol van recensies, overzichtsartikelen en de historische achtergrond en spelregels van het bijgesloten spel. Net als de voorgaande afleveringen is ook deze aflevering gedrukt in meerkleuren-
20
druk en het is een lust voor het oog. In deze aflevering worden onder andere Ici, c’est la France, PQ 17, 1805 Sea of Glory, Struggle for the Galactic Empire, Where there is Discord, Richard III en Field Commander: Alexander besproken. Daarnaast zijn er analyses van Pursuit of Glory en Liberty Roads (voor dit laatste spel zijn er drie nieuwe counters aan de counters van het spel toegevoegd). Ook is er een panorama van de spellen van Minden Games en de Napoleontische spellen van OSG. Daarnaast zijn er interviews met Chris Janiec, Pascal da Silva, Jerry Taylor en Gary Graber. Bovendien bevat deze aflevering, net als de voorgaande, een aantal scenario’s voor Advanced Squad Leader, Advanced Squad Leader Starter Kit, Lock and Load and Combat Commander. Het valt mij wel op dat alle gepubliceerde scenario’s voor tactische spellen zijn. In het artikel Most Wanted bespreken spelontwerpers spellen waar zij aan werken of die ‘in de pijplijn’ zitten. Het spel in deze aflevering is ‘A week in hell, Hue, 1968’. Hiermee gaan we terug naar ´e´en van de hoogtepunten van de Vietnamoorlog, het Tet offensief. Tijdens het Tet offensief slaagden Noord-Vietnamese troepen er in om Hue grotendeels te veroveren op de Army of the Republic of Vietnam en de Amerikanen. Dezen lanceerden meteen een tegenaanval. Een deel hiervan, de herovering van de stad Hue ten zuiden van de Perfume River, staat in dit spel, dat zich afspeelt van 31 januari tot 6 februari 1968, centraal. Op dit moment kan ik nog niet veel zeggen over hoe het speelt, behalve dat het een solitair spel is waarin de speler tegen een systeem speelt. Wel valt ook hier op dat het grafisch bijzonder goed in elkaar steekt. Kortom, Battles magazine zet de lijn voort die vanaf aflevering 1 is ingezet. Ik heb er ondertussen een abonnement op genomen en ik kan alleen maar iedereen die een goed tijdschrift wil volgen hetzelfde aanraden. Al was het alleen maar omdat je er dan een bonusspelletje bij krijgt, ‘Storm over Kunlun Pass’ van Terence Ko. Dit spel speelt zich af in de Zuid-Chinese provincie Guangxi in 1939. Toen landden de Japanners 50.000 man op de kust in een poging om de Guomindang te verslaan. De provincie-
hoofdstad Nanning werd snel ingenomen, maar ten noorden ervan ontstond een veldslag bij de strategische Kunlun Pass waar 50.000 Chinezen 5.000 Japanners aanvielen. Het spel Storm over Kunlun Pass is afgeleid van het eerder uitgegeven ‘Storm over Taierzhuang’ (in eerste versie uitgegeven door Perry Moore Games en recentelijk gepubliceerd in Against the Odds Volume 7, number 1 (#25). Nu is Storm over Taierzhuang eigenlijk een spel dat solitair zou moeten zijn omdat een speler (de Japanner) blijkbaar niet kan winnen, dus wat dit betekent voor Storm over Kunlun kan ik nu nog niet zeggen. Info: www.battlesmagazine.com Ancient Warfare magazine Al een paar jaar wordt er hier in Nijmegen het tijdschrift Ancient Warfare uitgegeven, een Engelstalig tijdschrift over aspecten van de oorlogvoering in de klassieke oudheid. Net als Battles is ook dit een full-colour uitgave, meestal met fraaie kleurenplaten. De afleveringen draaien meestal om een bepaald thema en in de laatste aflevering (volume IV, issue 1) staan de Italiaanse volkeren centraal die uiteindelijk door Rome onder de voet gelopen werden. De soldaten van Villanova en de Etrusken, de Samnieten en de Tarentijnen passeren de revue. De veldslag van Bovianum tussen Romeinen en Samnieten wordt uitgebreid beschreven en voorzien van een prachtige afbeelding op de middenplaat. Daarnaast is er een interessant artikel over bioarcheologie en oude slagvelden, of: wat kun je nog uit oude schedels en botten vinden over veldslagen uit de klassieke oudheid. Vaak blijkt dat erg veel te zijn. De stoffelijke resten leveren inzichten op over doodsoorzaken en eerdere verwondingen die door de jaren heelden. Een artikel dat ik zeer de moeite waard vond, is een discussie over de vraag of het Romeinse Rijk een ‘grand strategy’ kende, dit naar aanleiding van het boek The Grand Strategy of the Roman Empire van Edward Luttwak uit 1976. Tegenwoordig wordt daar toch iets anders over gedacht. Daarnaast bevat het tijdschrift ook nog boek- en zelfs spelrecensies van recent gepubliceerde boeken en spellen. Voor iedereen met belangstelling voor oorlogvoering in de klassieke
21
oudheid en liefhebbers van GMT’s Great Battles of History serie is dit blad een aanrader. Info: www.ancient-warfare.com The Nafziger Collection online! Onder de echte wargamers is de naam George Nafziger al jaren lang er een van grote faam. Nafziger is een gepensioneerde kapitein van de Amerikaanse marine, die als hobby slagordes van legers en veldslagen uit de geschiedenis verzamelde. Hiermee cre¨eerde hij een geweldige secundaire bron voor wargamers en militaire historici. Gedurende de afgelopen jaren kon je slagordes van de collectie tegen geldelijke betaling bij mijnheer Nafziger zelf bestellen, en er zijn ook verschillende van zijn slagordes over legers in de Tweede Wereldoorlog in druk verschenen (ik heb er natuurlijk een paar), maar nu heeft hij besloten om zijn collectie online te zetten bij de website van het Command and General Staff College van het Amerikaanse leger. De reden ervoor kan hij zelf het beste beschrijven: “Gentlemen (and ladies), I have donated the notorious Nafziger Collection of orders of battle to the U.S. Army’s Combined Arms Research Library (CARL). It is online and free to the world. I’m afraid I do not have the URL and I understand that it is still in a “teething” process, but it is there. You may be wondering why. There are several reasons. First, technology was killing me. The collection was in WordStar, a DOS-based program, and Windows XP and Vista would not allow me to print the documents, so I found myself having to maintain a Windows 98 machine (and a spare, just in case). Sooner or later, I would no longer be able to get to the data. Technological changes would lose it to me (and you). Second, I’m 60. Sadly, I’m not going to live forever. I imagined, not unrealistically, that since my wife and kids know nothing about the collection, could care less about it, would see a Windows 98 machine and think “junk” and place the computer, its hard drive and all the collection on the curb for the garbage collector, that my death would result in the disappearance of something
that meant a lot to me as a hobby and a labor of love. Soooo, when approached by a friend two to three years ago, I realized this was the best solution. Besides, there is some sweet irony about a Navy Captain having his stuff figure so prominently on a U.S. Army website. :-) And, in some sense, maybe I will achieve a modicum of immortality, leaving a legacy that will haunt you all long after I’ve shed this mortal shell. And with that, if any of you are silly enough to want to order something on the old website (which is still functional), I will take your money, but pretty soon I’m going to take it down and leave a link to the army’s website. Enjoy, make use of it, and consider it my gift to the wargaming community.” Deze verzameling is in een woord fantastisch. Het aantal slagordes loopt in de honderden, zo niet duizenden (7.985 slagordes, om exact te zijn). Er zijn slagordes bij van zeeslagen en landslagen, lijsten van verdelingen van troepen etc., etc. Het enige vervelende is dat de individuele pdf’s aangegeven zijn door een code, bijvoorbeeld 625NXAA.pdf. Het zou voor het zoeken beter geweest zijn wanneer ze een naam hadden gekregen, die verwees naar de slag of het leger dat er beschreven wordt. Nu moet je af en toe flink zoeken, hoewel de cijfers natuurlijk een afkorting van het jaartal van de slagorde zijn. Maar ja, wanneer je een slagorde uit bijvoorbeeld 1805 zoekt, dan kun je aardig zoeken want er staan er nogal wat op. Ik ben de afgelopen dagen bezig geweest de site te verkennen (en heb hem maar meteen gebookmarkt). Ik kan alleen maar mijn grote dankbaarheid aan George Nafziger en het Command and General Staff College uitspreken. Wat mijzelf betreft, excuse me while I have a wargasm. . . (Afbeelding gecensureerd omwille van de geestelijke gezondheid van het lezerspubliek) Zo, dat lucht op. Zie: www.alternatewars.com/CARL/ Nafgizer_CARL.htm www.cgsc.edu/carl/nafziger/index.asp
22
Frank van den Bergh
Quasi Bellorum De paparazzi van de Nieuwsbrief zijn undercover bij de ALV in januari aanwezig geweest – en niet zonder resultaat. . . A. kon niet aanwezig zijn en liet zijn bijdrage voorlezen door R. A. (per brief): “Ik zal u niet vervelen met een lang verhaal, dat laat ik aan iemand anders over.” B: “Vanaf dit jaar hoeft die boetepot1 niet meer, hij [F.] krijgt last van z’n oude dag.” F: “Wacht even, geef mij die hamer, ik wil hem op z’n kop slaan!” R: “Niet te hard h`e? We hebben hem nog nodig.” M: “Die hamer dus. . . !”
Wanneer F. met de ‘6 Dynasties’ de Qi uitroeit: “Qi zien we nooit meer te-rug!” De Yan van A. zijn aan de beurt. De spelers maken hiervan gebruik om hun stripkennis te bewijzen. A: “Waar is de Yan?” R: “Waar zijn de Yans?” F: “Waar zijn de kinderen?” A: “Waar is de rode kater?” Wanneer de Kushans Tibet aanvallen en uitgeroeid worden, concludeert M: “De aanvaller is in het voordeel en de dobbelsteen compenseert het!”
J. spreekt uit ervaring over de problemen van een penningmeester: “De mensen bl´even maar geld doneren!”
R. leent een paar dobbelstenen en gooit vervolgens slecht. R. op enigszins verontwaardigde toon: “Een ´e´en, een ´e´en en een twee!” L: “Daar red je levens mee!”
Maar ook tijdens de gewone Casus Belli bijeenkomsten staan onze paparazzi met het schrijfblok in de aanslag. . .
Na een paar uur spelen zonder bril krijgt A. eindelijk zijn bril en bekijkt de kaart: “Oh, we spelen in China!”
In het fantasy kaartspel ‘Aye Dark Overlord’ gaan de karakters naar een dating site. A: “Dating.org?” M: “Dating.ork!” Het spel ‘China the Middle Kingdom’, een nieuwe Britannia-variant, wordt getest F. (in een zwaar melige bui): “We zijn klaar met de Han. Dat was de Han-vraag.” F, kijkt na een beurt waarin de Han opgekomen zijn naar een door de Han gedomineerde kaart: “Wat een ge-Han-nes.” F. krijgt versterking van de Shu in Shanxi en verovert het naburige Shaanxi. R: “Is dit The Shaanxi redemption?” 1
Voor de boete als B. en zijn tweelingbroer door elkaar worden gehaald.
Maar ook in een rollenspel als ‘Hunter: the Vigil’ hebben onze paparazzi hun oor te luisteren gelegd. . . H. speelt een nogal excentrieke Amerikaanse kunsthandelaar, genaamd Kurt Golddigger. Als hij op stap gaat, zegt hij: “Ik wil niet al teveel opvallen, dus ik rij vandaag in mijn verchroomde Hummer.” R. vertelt over hem: “Kurt’s idee van discreet optreden is zonder napalm en anti-tank wapens.” L. speelt Baron Godric Glossop III, die zich in een moeilijke situatie afvraagt: “What would Brian Boitano do?”2 Waarop Sister Nicole Burns vraagt wie die Bri2
Zie en.wikipedia.org/wiki/What Would Brian Boitano Do%3F
23
an is. Glossop antwoordt: “E´en of andere ijshockeyer. . . of een kunstschaatser ofzo. Iets met ijs.” Quasi-quasi-Bellorum: F. meldt zich bij de tafel waar Hunter wordt gespeeld met: “Moet je horen wat er nou is gebeurd.” E: “Waarom schrijf je het niet op?” En dan was er nog een test van het megagame ‘De Bello Gallico’, over de inval van Caesar in Galli¨e. Daar was uw paparazzo ook aanwezig, voor de gelegenheid verkleed als Galli¨er. L. vraagt zich af waarom je goud krijgt in verband met je ‘maritale status’. M1: “Nou, je gaat met je vrouw naar de markt en verkoopt haar als slaaf!” M2 (zijn vrouw) hoort dat: “Dat is nog eens een andere manier van met je vrouw naar de winkel gaan. . . die zullen we onthouden!”
M1: “Net als de geheime diensten; de enige regel is ‘stay in the game’.” A: “Nee, nee, net als de Katholieke kerk, daar kom je ook niet meer uit als je er eenmaal inzit. Tenzij door excommunicatie door de Paus en dat is voor de gemiddelde kerkganger echt niet makkelijk!” R: “Is dat een uitdaging?” In Braunfels wordt een playtest gehouden van ‘Carribean Conquest’, een ´erg groot spel. R. is bezig de positie van al zijn kolonisatielegers op te schrijven: “Ja, en met name al mijn cavalerie.” H: “Jij speelt toch Hollander? Wat doe je dan op een paard?” R: “Cavalerie is heel handig. Het geeft een +1 bij het uitroken van een piratennest.” S: “Zeepaardjes.”
Raiden (rooftochten houden) zit in de cultuur van de Galli¨ers. L: “Zijn er ook mogelijkheden om anoniem te raiden?” M: “Hoe heet de vrouw van Abraracourcix?” L: “Schatje!” L., het stamhoofd van de Aedu¨ı, na wat slaven veroverd te hebben: “Kijk eens wat ik heb: schilddragers!” De barden in Galli¨e zijn de verspreiders van nieuwsberichten, maar ze mogen niet zomaar feitjes opnoemen, ze moeten zingen, dichten of er een echt verhaal van maken. A. als bard: “Caesar is groot, Caesar is machtig, hij is iets van 1 meter tachtig.” Zomaar een zondag, A. leidt ´e´en van zijn rollenspellen. M1. komt bij zijn tafel staan: “Alweer Amber?” A: “Ja, het wil maar niet ophouden.” M2: “Het heet niet voor niets ‘The Perpetual Game’.” A: “Als je er eenmaal inzit kom je er niet meer uit.”
24
Lijst van figuren Voorpagina: de Chinese muur bij Mutianyu - Uitsnede van foto door Ofol, CC-BY 2.5 (creativecommons.org/licenses/by/2.5/deed.nl), via Wikimedia Commons . . . . . Qin Shi Huangdi – public domain, via Wikipedia . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . c Kaart van het spel ‘China, the Middle Kingdom’ – Decision Games (decisiongames.com), illustratie bij recensie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . c Informatiekaart voor de Sui, uit ‘China, the Middle Kingdom’ – Decision Games, illustratie bij recensie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Titelblad van ‘Malleus Maleficarum’, 1520 – public domain, via Wikipedia . . . . . . . Brain – public domain, via OpenClipart.org . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Mandelbrot set, door Adam Majewski – public domain, via Wikipedia . . . . . . . . . .
-1 3 5 8 11 15 17
Info Casus Belli Casus Belli Bestuursleden Voorzitter: Remco van Vugt
[email protected] Vice-voorzitter: Andr´e Steenveld Sr.
[email protected] Penningmeester: Berry Lijklema
[email protected] Secretaris: Luuk Weyers
[email protected]
Casus Belli Bijeenkomsten Wij zijn elke zondag van 14:00 tot ongeveer 22:00 uur te vinden in Caf´e ‘De Verdieping’, Platenmakersstraat 3 te Nijmegen. Dit is om de hoek van onze oude locatie, Caf´e de Fiets. De Platenmakersstraat is een zijstraat van de Grotestraat. Contributie & Donateurschap Bank: 500876479 t.n.v. Casus Belli te Nijmegen Contributie (per jaar): Jeugdlid e 10,Donateur e 11,25 (of meer) Lid e 15,Er is geen jeugddonateurschap. Nieuwsbrieven kunnen gedownload worden van de Casus Belli webstek. De webversie is wel enigszins uitgekleed (alleen voornamen of initialen). Wil je de volledige versie? Word dan lid of donateur!
25