Noord NL•19 Periodiek magazine SNN Maart 2013 • jaargang 6
Europese wintergasten in the top of Holland • In zomer nieuwe subsidieregeling van start • Noord-Nederland en Leningrad Oblast evalueren eerste jaar G2G-project • Centrum Duurzaam brengt onderwijs dichter bij bedrijfsleven • De Marne trekker van internationaal project North Sea Fish • Tweede editie Prins Claus Mastergala
2
Inhoud
Agenda in ‘t kort
Europese Commissie bezoekt S3 Thematic Workshop
4
De leden bezochten Noord-Nederland om ervaringen uit te wisselen en gezamenlijk plannen te maken.
26 en 27 maart SNN staat op de Trade Experience Leeuwarden, WTC 10 april Afscheidsreceptie Rob Engelsman Drents museum, Assen
ROC Friese Poort werkt aan een Centrum Duurzaam
12
Op één locatie worden techniekopleidingen gekoppeld aan duurzame technieken
10, 11 en 12 mei Europa Kijkdagen Nederland
Gemeente de Marne trekker in internationaal project 14
Medio juni Een tweede Russische delegatie komt naar Nederland voor een studietour
Project North Sea Fish koppelt visserij en toerisme in Lauwersoog aan elkaar
Samenwerking Target leidt tot kruisbestuiving en spin offs
6 augustus - 1 september 2 Afsluiting van het Agro-Valleyproject, met onder meer deelname aan de AgroRus beurs, een demonstratiedag en een afsluitend seminar 18
Noorden loopt voorop op het gebied van big data
En verder Nieuwe NIOF-regeling in 2013 Bilateraal jaar Nederland-Rusland G2G-project Agro Valley, hoe staan we er nu voor Russische ambassadeur in Nederland aan het woord Ambassadeurs bezoeken Noord-Nederland Impressie van het Prins Claus Mastergala
6 8 10 11 16 17
1 4-18 oktober Golden Autumn beurs in Moskou met presentatie van de resultaten van het project.
Noord NL maart 2013
3
Voorwoord Onderweg
Op woensdag 10 april neemt Rob Engelsman afscheid. Dit wordt voorafgegaan aan een symposium ‘De kracht van samenwerking’. Verschillende sprekers waaronder bijvoorbeeld oud-hockeyer/coach en verslaggever van Radio Langs de Lijn, Tom van ’t Hek, zullen dit thema op hun eigen manier belichten. Datum: woensdag 10 april Locatie: Drents Museum, Brink 3 in Assen Tijdstip: Symposium: van 15.00 – 16.30 uur Afscheidsreceptie: 17.00 tot 19.00 uur Noteert u de datum alvast in uw agenda? Een persoonlijke uitnodiging volgt binnenkort.
Deze editie van de Noord NL is voor mij een bijzondere editie. Bijzonder vanwege de mooie mijlpalen die erin genoemd worden. Vooral op het gebied van samenwerking zijn er grote stappen gezet, zowel binnen NoordNederland als over de grens. We zijn met z’n allen nu al enige tijd onderweg en ik zie deze mijlpalen als stations die we tijdens onze gezamenlijke reis passeren, op deze manier blijft de noordelijke samenwerking zich ontwikkelen.
Ook binnen onze regionale grenzen worden volop resultaten geboekt. We werken aan een nieuwe NIOF-subsidie voor het MKB. Want het levert veel op! Gebruikers van de NIOF-subsidie vertellen hier zelf meer over. Op grote schaal werken kennisinstellingen, bedrijfsleven en overheid gezamenlijk aan succesvolle projecten die allemaal bijdragen aan een sterkere economie in Noord-Nederland. Noord-Nederland als voorloper op het gebied van big data, kortom een kansrijke regio!
Het huidige subsidieprogramma loopt op zijn einde en projecten zijn volop in de uitvoeringsfase beland. Concrete resultaten zijn in kaart gebracht en wat is er nu mooier dan het resultaat te zien van je werk! In deze editie leest u bijvoorbeeld hoe een relatief kleine gemeente in Noord-Nederland de trekker is in een groot internationaal project.
Het is een tijd van uitvoering en resultaat, maar ook van voorbereiding voor het nieuwe programma. Want het eindstation is nog niet in zicht. Noord-Nederland werkt aan een strategie die aan dit nieuwe programma ten grondslag ligt. Een Europese delegatie van kennisinstellingen, bedrijven en beleidsmakers op allerlei niveaus – regionaal, provinciaal, nationaal, Europees, de OECD - bezocht eind januari onze regio om persoonlijke ervaringen uit te wisselen en plannen te maken.
Ook volop aandacht voor het bilaterale jaar Nederland-Rusland waarin wij als Noord-Nederland de eer hebben om de eerste Russische delegatie uit de Leningrad Oblast, provincie rondom St. Petersburg, te verwelkomen en onze regio in al zijn facetten te laten zien.
Voor mij persoonlijk is dit een speciaal nummer van de Noord NL. Dit is mijn laatste voorwoord dat ik mag verzorgen.
In april aanstaande neem ik afscheid van het SNN en draag ik met veel vertrouwen het stokje over aan de nieuwe directeur, Eise van der Sluis. In mijn 13 jaren als directeur van het SNN heb ik Noord-Nederland zien opbloeien en vanuit een achterstandspositie zien groeien naar een kansrijke regio. Een regio waar initiatieven tot stand komen en partijen elkaar weten te vinden en, nog belangrijker, elkaar weten te versterken! Nu is het zaak deze stijgende lijn door te zetten. Een goed vertrekpunt voor de nieuwe directeur en een mooi eindstation voor mij om uit te stappen. Ik wens u allen een goede reis! Rob Engelsman Directeur SNN
4
Professor Philip McCann was een van de hoofdrolspelers tijdens deze conferentie.
Witte straten, pleinen en plantsoenen. Schaatsen op natuurijs. Op donderdag en vrijdag 24 en 25 januari 2013 lag Noord-Nederland er schilderachtig en extra ‘noordelijk’ bij. Een onverwachte bonus voor een bijzondere delegatie. Meer dan 120 afgevaardigden uit alle hoeken en windstreken van Europa waren te gast in Friesland, Groningen en Drenthe. Zij kwamen er hun licht opsteken: Hoe pakt Noord-Nederland regionale innovatie aan?
De conferentie van het Smart Specialisation Platform van de Europese Commissie stond in het teken van de voorbereidingen van de Europese regio’s op de Europese 2020-strategie. Dag 1 begon bij Philips Consumer Lifestyle in Drachten en werd afgesloten bij het Groninger museum, met aandacht voor Noordelijke kunst. Op dag twee kwamen de genodigden bijeen in het Groninger Provinciehuis. Er was een belangrijke plek ingeruimd voor de ‘S3 Thematic Workshop’, een initiatief van de Europese Commissie, de RUG en het SNN.
Volgens het nieuwe Europese beleidsplan voor 20142020 moet iedere regio die aanspraak maakt op Europese fondsen een S3 hebben ontwikkeld. Dat heeft de Europese Commissie als voorwaarde gesteld om subsidies effectiever te maken.
S3 staat voor Smart Specialisation Strategy. De kern is: ‘Doe niet iets totaal nieuws, maar ga uit van bestaande krachten en breng die verder tot ontwikkeling’. De pijlen zijn gericht op kennis en innovatie, efficiënt omgaan met natuurlijke hulpbronnen, bevordering van de werkgelegenheid en de gemeenschapszin in de regio’s. Regio’s die dat goed aanpakken, zien hun concurrentiekracht toenemen. En er ontstaat ruimte voor slimme groei, duurzame groei en inclusieve groei. S3 spitst zich toe op grote maatschappelijke vraagstukken, zoals ‘hoe kunnen we gezonder leven?’ en ‘hoe zorgen we voor meer banen zonder het klimaat aan te tasten?’. Verder ligt de aandacht bij het tijdig meten en beoordelen van de resultaten van Europese, landelijke, regionale en private investeringen in de periode tot 2020. Het gezelschap bestond uit de leden van de Europese Commissie, beleidsmakers en vertegenwoordigers en wetenschappers van allerlei Europese regio’s.
Onschatbare waarde Gespreksleider, autoriteit op het gebied van S3 en een van de hoofdrolspelers tijdens de conferentie was Professor
Noord NL maart 2013
Philip McCann, hoogleraar Economische Geografie aan de Rijksuniversiteit Groningen en speciaal adviseur van EU-commissaris van Regionaal Beleid Johannes Hahn. Professor McCann: “Tijdens deze twee dagen kunnen kennisinstellingen, bedrijven en beleidsmakers op allerlei niveaus – regionaal, provinciaal, nationaal, Europees, de OECD – persoonlijke ervaringen uitwisselen en plannen maken. Dat is van onschatbare waarde.
S3 concretiseren, monitoren en evalueren McCann: “De Europese Commissie heeft alle informatie verzameld om normen te kunnen vaststellen voor het monitoren en evalueren van de smart specialisation strategies van alle Europese lidstaten en regio’s. Ook is gesproken over wat we onder innovatie verstaan. En over het belang van valorisatie: werkelijke, toegevoegde maatschappelijke waarde creëren met innovaties. Verder is aan bod gekomen hoe om te gaan met de verschillen in ontwikkelingspotentie tussen opkomende ontwikkelingen, bijvoorbeeld nieuwe hoogwaardige voedingsmiddelen en bewezen stabiele markten, zoals energievoorziening en toerisme.”
Willem Reek, coördinator van de conferentie: “Laat het niet bij laboratoriumonderzoek en mooie rapporten, maar pas bevindingen direct toe in de maatschappij. Dan plukt iedereen er de vruchten van.”
5
Wat is nieuw aan S3? Het woord ‘innovatie’ wordt te pas en te onpas gebruikt. Kan professor McCann uitleggen wat zo nieuw is aan de S3 benadering? “We beginnen beter te begrijpen dat we innovatie als een samenhangend systeem moeten beschouwen. Alle schakels in de keten moeten zo goed mogelijk met elkaar worden verbonden en hoe verschilt per regio. Naar het hele systeem kijken, betekent dus ook kijken naar de feedback en de interactieve procedures die bij innovatie in het bedrijfsleven al lang gemeengoed zijn.”
Slim specialiseren en effect meten
Hoe legt S3 de focus op de eigen kracht in de drie noordelijke provincies? Voor Noord-Nederland zijn gezondheid, energie, water en voeding en de technologie van sensoren om de dwarsverbindingen tussen deze terreinen mogelijk te maken belangrijke troeven. Het Noorden loopt ook voorop in het concreet toepassen van innovatie. Deze thema’s vormen de basis van de S3 strategie zoals die in Noord-Nederland gestalte krijgt. De aanpak is tot stand gekomen in samenwerking met bedrijfsleven, universiteiten en HBO’s. Daarnaast hebben mensen met verstand van gezondheidszorg, onderwijs en welzijn meegedacht evenals gemeenten, Rijk, Europese partnerregio’s en provincies.
Willem Reek is coördinator van de conferentie namens het SNN en lid van het Europese S3 Platform. Ook hij is een kenner van de S3 strategie en benadrukt het vernieuwende ervan: “In voorafgaande beleidsperiodes kregen regionale overheden en kenniscentra geld van Europa. Zij bepaalden zelf hoe ze dit geld aanwendden om de innovatie en de economie in de regio te stimuleren. Maar de effecten bleven vaak onderbelicht. In deze nieuwe periode (2014 – 2020) wordt vooraf gekeken of een investering door Brussel daadwerkelijk effectief is. Dus vooraf bepalen welke maatschappelijke vraagstukken je wilt oplossen en dat onderbouwen door te laten zien welke aanpak je kiest en hoe je het effect meetbaar maakt.”
Kanalen en polders Reek vervolgt: “Het meten is niet zozeer bedoeld om de uitgaven te verantwoorden, maar om sneller te weten of en hoe je aanpak werkt. Want er is minder geld en dus is het zaak dat het effectief besteed wordt. Laat het niet bij laboratoriumonderzoek en mooie rapporten, maar pas bevindingen direct toe in de maatschappij. Dan plukt iedereen er de vruchten van.”
Tot slot een persoonlijke vraag. Wat laat Philip McCann als eerste aan zijn familie en vrienden uit Engeland zien in het Noorden? “De kanalen en de polders. Dat prachtige landschap van zowel stad als platteland. Gewoon zomaar wat rondlopen is al een schitterende ervaring – overal water en sluizen, en bruggen. En al die fietsende mensen. Misschien doodgewoon voor jullie Noorderlingen, maar ik vind het adembenemend...”
Het Noorden loopt voorop in het concreet toepassen van innovatie
6
In zomer nieuwe subsidieregeling van start Effectmeting: succesvolle NIOF zorgt voor meer innovatie én meer omzet De Noordelijke Innovatie Ondersteuningsfaciliteit (NIOF), een subsidieregeling van het SNN, is de afgelopen jaren een doorslaand succes geweest. Die conclusie mag worden getrokken nu uit een effectmeting blijkt dat de NIOF bij ontvangers van deze subsidie heeft geleid tot meer innovatie én groei van de omzet. Met de NIOF worden ondernemers in het MKB ondersteund bij innovatie. Sinds 2005 is maar liefst 92 miljoen euro aan subsidie verleend. Vorig jaar zou een recordaantal van 1200 aanvragen zijn bereikt, als het budget in augustus niet was uitgeput. Dat komt neer op vier aanvragen per dag. Het merendeel van de projecten betrof ontwikkelingstrajecten en strategische marketingplannen.
Eerste onderzoek “Er wordt wel eens getwijfeld aan de effectiviteit van subsidies, maar echt goed is dat nooit onderzocht”, zegt Henk Emmens van het SNN. “Wij hebben dat nu wel gedaan. En dan blijkt dat de NIOF heel succesvol is. We hebben besloten om de effectmeting een vast onderdeel te maken van het subsidie-afhandelingsproces.” Bij de effectmeting is gekeken naar de bedrijfseconomische prestaties van bedrijven die NIOF-subsidie hebben ontvangen en bedrijven die geen aanvraag hebben gedaan. De effecten zijn gemeten over de periode 2009 t/m 2011.
Als belangrijkste resultaten zijn naar voren gekomen dat de subsidieontvangers meer omzet hebben geboekt, meer investeringen in R&D hebben gedaan en een groter concurrerend vermogen hebben gerealiseerd. Zonder subsidie zouden veel projecten niet zijn uitgevoerd.
Nieuwe NIOF Mede op basis van deze resultaten heeft het SNN besloten dat er een nieuwe NIOF komt. Hiervoor wordt acht miljoen euro beschikbaar gesteld. Waarschijnlijk gaat de regeling op 1 juni 2013 van start.
‘Dankzij NIOF meer en sneller kunnen ontwikkelen’ GPSim in Annen
Herinvestering
“De NIOF is voor ons een heel aantrekkelijk subsidie-instrument. Als relatief klein bedrijf hebben we onze ontwikkelkosten dankzij deze subsidie behoorlijk kunnen reduceren. Tien tot twintig procent van de kosten is erdoor gedekt.” Zo omschrijft Vincent van Mulligen van GPSim in Annen de waarde van de NIOF-subsidie waarop dit bedrijf al enkele keren een beroep heeft gedaan. GPSim ontwikkelt en fabriceert simulatoren: entertainmentsimulatoren voor een cruisemaatschappij en simulatoren voor rijvaardigheidstrainingen, onder meer voor hulpdiensten.
“Wat wij verdienen op onze entertainmentsimulatoren, herinvesteren we in de ontwikkeling van rijvaardigheidstrainers”, legt van Mulligen uit. “Die willen we naar een hoger plan tillen. De NIOF-subsidie hebben we gebruikt voor materiaalkosten bij de ontwikkeling van een prototype en voor deelname aan een buitenlandse beurs. Dankzij de NIOF hebben we meer en sneller kunnen ontwikkelen. Zonder deze subsidie zouden we veel langer over het ontwikkeltraject hebben gedaan. De NIOF heeft flink bijgedragen aan onze innovatiekracht. Omdat het product nog niet is uitontwikkeld, is nog niet duidelijk wat het effect zal zijn op onze omzet. Maar we gaan er vanuit dat die zal groeien. Wij vinden overigens dat de beoordeling van de NIOF-aanvraag, de administratieve eisen en controle vrij streng en omvangrijk zijn , waardoor kleinere aanvragen relatief weinig voordeel opleveren.”
Noord NL maart 2013
7
Twitter Vanaf 11 maart volgt u al het nieuws rondom de huidige en de nieuwe NIOF-regeling ook via Twitter! www.twitter.com/niofsnn.
‘Meer omzet, extra banen en nieuwe klanten’ Delta Instruments in Drachten Een sterkere concurrentiepositie door toegenomen innovatievermogen, meer omzet en op korte termijn ook nog eens extra werkgelegenheid en nieuwe klanten. Ziedaar de actuele ontwikkelingen bij Delta Instruments in Drachten, die mede te danken zijn aan NIOF-subsidie. Deltra Instruments ontwikkelt en levert analyseapparatuur aan de zuivelindustrie voor het meten van de chemische en biologische samenstelling van zuivelproducten. Bij het bedrijf, dat wereldwijd opereert, werken ruim veertig mensen. De afgelopen jaren heeft Delta Instruments NIOF-subsidie aangevraagd voor elektronicaprojecten en het ontwikkelen van nieuwe producten. Het grootste project betrof de realisering van een hoogwaardig combisysteem, gericht op snelheid en meetkwaliteit.
‘Door de NIOF pak je innovaties eerder op’
ontwikkelen”, zegt Anne Gerben Terpstra van Deltra Instruments. “Zonder de NIOF zouden we dit ook gedaan hebben, maar hadden we er langer over gedaan. Wij investeren 25% van onze omzet in R&D. Door dat beleid én de NIOF hebben we met ons combisysteem een betere concurrentiepositie kunnen creëren. In het eerste jaar dat we dit systeem op de markt hebben gebracht, hebben we al een extra omzet van meer dan een miljoen euro gedraaid. Wij rekenen op meer nieuwe klanten en dan zijn voor de productie ook extra mensen nodig.”
bij het implementeren van Polca, een systematiek voor werklastbeheersing. Dankzij deze systematiek reguleert de doorstroming van orders gemakkelijker en worden mensen op de werkvloer meer betrokken. Ook is NIOF-geld verkregen bij het invoeren van de Smed-techniek, een methode voor omsteltijden van machines en voor een project op het vlak van employability.
Zeer toegankelijk Variass Group in Veendam Sinds 2010 heeft de Variass Group in Veendam, een bedrijf dat hoogwaardige industriële elektronicaproducten ontwikkelt en levert, drie keer dankbaar gebruik gemaakt van NIOF-subsidie. Met positieve gevolgen. “De NIOF is een prima regeling die een perfecte opstap biedt voor procesinnovatie”, stelt Henk Smid van Variass tevreden vast.
Acceptabele ontwikkeltijd “De NIOF heeft ons in staat gesteld om dit systeem binnen acceptabele tijd te
Variass heeft een beroep op de NIOF gedaan voor het inhuren van externe deskundigheid
Volgens Smid is de NIOF ‘een zeer toegankelijke subsidieregeling die het mogelijk maakt om zaken eerder op te pakken’. “Je houdt je met innovaties bezig die anders minder snel in beeld zouden zijn”, legt hij uit. “De NIOF heeft er bij ons aan bijgedragen dat we onze processen beter beheersen. Daardoor hebben we onze kosten kunnen reduceren en onze concurrentiepositie sterker gemaakt. We zijn de laatste jaren ook gegroeid. Je kunt stellen dat de NIOF daar indirect een bijdrage aan heeft geleverd.”
8
Festivalprogramma en economische activiteiten Noord-Nederland pakt uit met ‘Ruslandjaar’
Exposities, concerten, toneelvoorstellingen, films, conferenties, handelsmissies en forumdiscussies. Het is zomaar een greep uit het scala aan activiteiten dat dit jaar in Noord-Nederland op het programma staat in het kader van ‘2013: Nederland-Ruslandjaar’. Een bilateraal jaar dat bedoeld is om de relatie tussen beide landen te verstevigen, onder meer door gezamenlijk evenementen te organiseren.
Russen op bezoek Een belangrijk onderdeel van het NederlandRuslandjaar vormen de bilaterale weken tussen NoordNederland en de Leningrad Oblast (provincie rondom St. Petersburg). Van 4 tot 6 maart brengt een grote Russische delegatie een bezoek aan Noord-Nederland. De delegatie bestaat onder meer uit bestuurders op de terreinen van landbouw, energie, water, Healthy Ageing en bedrijven. De week zal in het teken staan van verschillende economische activiteiten om bestaande relaties te verdiepen. In oktober (28 – 31 oktober) wordt in Leningrad Oblast een Noord-Nederlandse week georganiseerd.
Bert Panman (links) en Rob van der Ploeg
Naast tal van nationale activiteiten is in NoordNederland op initiatief van Stichting Noord-Nederland Rusland 2013 (Gasunie, Gasterra, provincie Groningen, gemeente Groningen en Rijksuniversiteit) een ambitieus festivalprogramma ontwikkeld.
“Deze vijf partijen zien in het bilaterale jaar een mooie gelegenheid om met het Noorden volop te participeren”, zegt Bert Panman, coördinator van de activiteiten in Noord-Nederland. “Zij onderhouden al banden met Russische partners. Denk aan relaties op het gebied van energie en wetenschap, maar ook waar het gaat om agrobusiness of stedenbanden.”
Noord NL maart 2013
9
Economische agenda Naast het festivalprogramma (zie www.nnr2013.nl) is er een economische agenda opgesteld, waarin het SNN en KvK Noord een belangrijk aandeel hebben. Behalve onder meer conferenties, handelsmissies en beurzen is er in maart een Russische Leningrad Oblast week in Noord-Nederland en in oktober een Noord-Nederlandse week in Leningrad Oblast (zie www.snn.eu/nederlandruslandjaar en het kadertje).
Succesvol aardappelproject Veel economische activiteiten vloeien voort uit de samenwerkingsovereenkomst die de noordelijke provincies in 2009 hebben gesloten met de Leningrad Oblast. Binnen dat agreement hebben beide regio’s samen succesvolle initiatieven ontwikkeld. Zo is bijvoorbeeld een project in de aardappelteelt gestart: het Agro Valley project. De resultaten hiervan worden op landbouwbeurzen in St. Petersburg (AgroRus, eind augustus 2013) en Moskou (Golden Autumn, oktober 2013) gepresenteerd (zie ook artikel p.10). “In het kader van dit project is met diverse betrokken partijen vanuit Nederland onderzoek gedaan naar de wijze waarop de Russen hun productie kunnen verhogen en ook efficiënter en kwalitatief beter kunnen maken”, vertelt Rob van der Ploeg, Rusland-coördinator voor het SNN. “De gegeven adviezen zullen de komende tijd worden uitgevoerd. Hier worden ook Noord-Nederlandse bedrijven bij betrokken.”
Van der Ploeg meldt dat de samenwerkingsovereenkomst met de Leningrad Oblast zal worden verlengd met drie jaar. “Dat biedt volop perspectief om naast projecten in de agrobusiness ook initiatieven te realiseren op de terreinen van watertechnologie, energie en Healthy Ageing. Wij hebben in Noord-Nederland op deze terreinen veel expertise opgebouwd met clusterprojecten. Die kennis kunnen we mooi benutten.”
Energieforum Op het vlak van energie wordt eind mei, door de NNR2013 stichting in Groningen een forumdiscussie met sprekers van hoog niveau gehouden. Doel van dit forum is het
verstevigen van de energiesamenwerking tussen Rusland en Nederland. Bij dit forum zijn Gasunie, Gasterra, Energy Academy Europe en Energy Delta Institute betrokken. Dit forum zal ook worden bezocht door een delegatie uit Kaliningrad, een van de internationale partners van de stad Groningen. “Uit het Ruslandjaar valt veel winst te behalen”, is de overtuiging van Panman. “Zowel economische als culturele en wetenschappelijke banden kunnen aanzienlijk worden versterkt. Dat biedt ook voor het bedrijfsleven alle kans om contacten met Russen te leggen of relaties uit te bouwen…”
10
Noord-Nederland en Leningrad Oblast evalueren eerste jaar G2G-project
“Alles wijst op een positief vervolg” Een jaar na de start van het G2G-project Agro Valley vertrok een Nederlandse delegatie naar de Leningrad Oblast voor een midterm evaluatie. De belangrijkste vraag was of de Russische deelnemers bereid zouden zijn de aanbevelingen van de Nederlandse onderzoekers aan te nemen en te investeren om de productie van aardappelen in de Russische provincie te verhogen. Die vraag kon na afloop met een volmondig ‘ja’ worden beantwoord, vertelt projectcoördinator Ida Doorn van het SNN.
G2G Agro Valley In het G2G-project Agro Valley werken het SNN en de Leningrad Oblast samen om de productie van de aardappelteelt in de Russische provincie te verbeteren. Door het project op overheidsniveau te organiseren, biedt het Nederlandse bedrijven een kans waardevolle relaties op te bouwen in de provincie rond St. Petersburg. SNN zal Agro Valley in de laatste week van augustus in het kader van het Nederland-Ruslandjaar presenteren als een mooi voorbeeld van waar een goede samenwerking tussen beide landen toe kan leiden.
Alle Russische stakeholders waren aanwezig bij de midterm evaluatie in St. Petersburg. Die was behalve om de stand van zaken in kaart te brengen, ook bedoeld om naar het vervolg van het project te kijken. Voor de Nederlandse delegatie hing de voortgang van Agro Valley af van de bereidheid van de Russische betrokkenen om aanbevelingen over te nemen en in de uitvoering te investeren. “We hadden wel goede hoop dat die duidelijkheid er zou komen, maar helemaal zeker weet je het nooit. Het was dus best spannend”, vertelt Doorn.
Vooruit kijken Met de toezeggingen van Russische zijde, wijst alles op een positief vervolg, aldus Doorn. “De boeren gaven aan de technische aanbevelingen over te willen nemen.” De projectcoördinator denkt dat de eerste successen die op de deelnemende boerderijen zijn geboekt met eenvoudige ingrepen die
geen geld kosten, hieraan een belangrijke bijdrage hebben geleverd. “We hebben laten zien wat de winst kan zijn van bijvoorbeeld iets dieper poten om ziekten te voorkomen. Door die eerste resultaten is er een vertrouwensband ontstaan. Daarop kunnen we voortbouwen.”
Doorn is ervan overtuigd dat ook de restjes twijfel die de Russen nog hadden over het train-de-trainerprogramma van Agro Valley, worden weggenomen als de resultaten in de praktijk zichtbaar worden. Het doel van dit programma is dat zowel de agronomische kennis als inzicht in het Gouden Driehoekmodel zich als een olievlek over de oblast verspreidt. In maart wordt met de directeur van de Universiteit van Leningrad bekeken of het nodig is meer trainers te trainen om dit doel te realiseren.
Proefboerderij Ook de beoogde proefboerderij, vergelijkbaar met ‘t Kompas in Valthermond van Praktijkonderzoek Plant en Omgeving (PPO) van de Wageningen Universiteit (WUR), lijkt er te komen. De Russische deelnemers hechten veel belang aan zo’n boerderij. Tijdens hun studietour door Noord-Nederland hebben ze gezien wat die kan betekenen voor de sector. Met een investeringsplan, opgesteld door SNN, wil de Leningrad Oblast haar invloed aanwenden om het benodigde budget in Moskou los te krijgen. Aan dat plan wordt inmiddels gewerkt.
Meer informatie over de inhoud van het Agro Valley-project leest u in voorgaande edities van de Noord NL op www.snn.eu/noordnl
Noord NL maart 2013
11
Ambassadeur Roman Kolodkin over zijn werk in Nederland Benieuwd naar het werk van een ambassadeur stelden wij de Russische ambassadeur in Nederland, Roman Kolodkin een aantal vragen. Want wat vind hij eigenlijk van de Nederlanders? En wat kan een ambassade voor een burger betekenen? Hoe lang bent u al in Nederland? Wat valt u op? “Ik werk al meer dan drie jaar in Nederland. Het is een mooi en geriefelijk land dat dankzij de enorme arbeidzaamheid van het volk groei en bloei kent. Ik blijf me verbazen over hoe Nederlanders zichzelf weten te organiseren, over hun ongecompliceerde waardigheid en pragmatisme, hun rustige, nu en dan nietgehaaste doelgerichtheid, hun vermogen het nationale met het internationale te verenigen, en over uw reislust.”
– natuurlijk, in overeenstemming met het internationale recht en rekening houdend met de Nederlandse wetgeving – aan zijn burgers de noodzakelijke consulaire hulp.”
Wat kunt u als ambassadeur betekenen voor (Russische) inwoners van Nederland? “Wij streven ernaar het werk van de Russische scholen waarvan er meer dan tien in Nederland zijn, en van de Nederlandse Vereniging van Russische landgenoten die veel Nederlandse Russen verenigt, te ondersteunen. Wij organiseren of helpen met de organisatie van concerten en tentoonstellingen die onder andere onze landgenoten graag bezoeken. Wij helpen hen deel te nemen aan evenementen die in Rusland of in derde landen voor de Russische diaspora worden opgezet. Wij geven hen de mogelijkheid hun grondwettelijke rechten te realiseren en deel te nemen aan de verkiezingen in ons land in de door ons opgezette stembureaus. In het algemeen willen wij toegankelijk en open blijven voor onze hier wonende medeburgers.”
“Ik blijf me verbazen over hoe Nederlanders zichzelf weten te organiseren..en over uw reislust.” Wat houdt uw functie precies in? “Mijn hoofdbezigheid is mijn land, Rusland betrouwbaar in Nederland te vertegenwoordigen, al het noodzakelijke te doen voor de ontwikkeling van goede betrekkingen tussen onze landen en volken en tegelijk de rechten en belangen van Rusland en van zijn burgers en juridische personen te garanderen. En vanzelfsprekend op de ambassade leiding te geven zodat die goed functioneert.” “Een van de belangrijkste doelstellingen van het werk van de ambassade is de verdediging van de rechten en wettelijke belangen van de Russische landgenoten die in Nederland wonen. Wanneer die rechten worden geschonden, verleent de ambassade
Hoeveel mensen werken er bij de ambassade? Met welke vragen kan iemand bij jullie terecht? “Wat betreft ons personeelsbestand heeft onze ambassade minder mensen in dienst dan de
ambassade in Duitsland of Frankrijk maar meer dan de gemiddelde ambassade van Rusland in Europa. Er werken bij ons diplomaten die zich bezig houden met politieke kwesties, met economische onderwerpen, wetenschap, recht, cultuur en onderwijs, met militaire samenwerking en wij hebben een consulaire afdeling. Men kan zich tot de ambassade wenden met vragen over bilaterale betrekkingen op het gebied van alle zojuist genoemde deelgebieden. Onze contactgegevens en een korte informatie over het werk van de ambassade is te vinden op de website www.rusembassy.nl.”
Hoe is het initiatief van het Bilaterale jaar tussen Rusland en Nederland ontstaan? En wat levert het op? “De viering van het Jaar van Rusland in Nederland en het Jaar van Nederland in Rusland was een logische stap in de dynamische ontwikkeling van de Russisch-Nederlandse verhoudingen. De gemeenschappelijke verklaring over de viering van het bilaterale jaar werd tijdens het officiële bezoek aan Rusland van minister-president Mark Rutte in oktober 2011 ondertekend. Tussen onze landen wordt op praktisch alle gebieden een vruchtbare samenwerking gerealiseerd. Aan de basis daarvan liggen de bilaterale handelseconomische en investeringscontacten en de zakelijke samenwerking op gebieden als energie, landbouw, gezondheidszorg, transport en
watermanagement. Een belangrijke plaats in de bilaterale samenwerking neemt traditioneel de samenwerking in tussen Russische regio’s en de Nederlandse provincies. Er worden economische conferenties en andere fora, presentaties van ondernemingen, thematische werkbezoeken en handelsmissies gehouden. Ook ontwikkelen zich de contacten op het gebied van onderwijs en cultuur.” Wij verwachten dat de activiteiten die men voornemens is in 2013 te organiseren, met name tussen de regio Leningrad Oblast en Noord-Nederland, aan deze samenwerking een nieuwe impuls zullen geven.”
Hoe zou u de relatie tussen de regio Leningrad Oblast en Noord-Nederland beschrijven? “Tussen Leningrad Oblast en Noord-Nederland bestaan lange historische en zakelijke banden. Die samenwerking verkreeg een nieuw elan in 2009 toen tussen de Regering van Leningrad Oblast en het SNN een overeenkomst werd getekend over samenwerking. Leningrad Oblast en Noord-Nederland hebben iets gemeenschappelijks. In deze twee kustgebieden werden havenactiviteit en zeetransport ontwikkeld en speelt de landbouw een belangrijke rol in de economie.”
Benieuwd wat de Nederlandse ambassadeur in Rusland, Jennes de Mol op deze vragen antwoordt? Kijk dan op www.snn.eu.
12
Duurzaamheid als verbindende factor in ambitieus project Centrum Duurzaam brengt onderwijs dichter bij bedrijfsleven Centrum Duurzaam. Dat is de naam van een nog te realiseren centrum voor instructie, informatie en innovatie op het gebied van duurzaamheid in Leeuwarden. Een ambitieus project, dat een karakteristiek voorbeeld is van initiatieven die het onderwijs en de arbeidsmarkt beter op elkaar aan laten sluiten.
Uitbreiding opleidingsaanbod
Het betreft hier een project van ROC Friese Poort. Dat wil het centrum onderbrengen in een gebouw van haar onderwijscomplex aan de Anne Wadmanwei. Dit pand zal de komende maanden worden verbouwd om het geschikt te maken voor de beoogde plannen. Eind volgend jaar moet het klaar zijn.
“Wij gaan onze reguliere techniekopleidingen doorspekken met bestaande duurzame technieken”, licht projectleider Jouko van der Mast de plannen nader toe. “Daar worden speciale lesmodules voor ontwikkeld. Ook wordt apparatuur voor instructie en proefnemingen aangeschaft. Verder wordt het aanbod van cursussen in het kader van de nascholing van werkenden in de techniekbranche flink uitgebreid. In het centrum wordt goed zichtbaar gemaakt wat er zoal beschikbaar is op het gebied van duurzame technieken. In een ‘showroom’ komen diverse proefopstellingen.”
Kruisbestuiving
Werkplaats en database
Centrum Duurzaam wil de kennis en ervaring in het bedrijfsleven benutten voor het opleiden van jonge vakmensen waar het gaat om het toepassen van innovatieve duurzame technieken. Tegelijkertijd moet het centrum op termijn voorzien in de behoefte van het MKB aan goed opgeleide werknemers op dit gebied.
Van der Mast wijst erop dat in het centrum tal van infrastructurele voorzieningen komen die het noordelijke MKB kunnen ondersteunen bij plannen voor duurzame innovaties. “Er wordt onder meer een innovatieve werkplaats opgezet”, vertelt hij. “In deze ruimte kunnen bijvoorbeeld projecten worden gedaan in opdracht van bedrijven. Ook kunnen start-ups van deze werkplaats gebruik maken om samen met studenten uit het MBO en HBO hun ideeën verder uit te werken in concrete producten. Dat gebeurt onder begeleiding van het betreffende bedrijf en hun docenten. Verder is het de bedoeling dat er een database op het gebied van duurzame technieken wordt ontwikkeld. Die kan door het MKB worden geraadpleegd om te kijken wat er allemaal beschikbaar is aan relevante producten of technologieën.”
Een vorm van kruisbestuiving die beide partijen in de toekomst voordelen biedt. Het centrum wil het MKB bovendien informatie verstrekken over duurzaamheid en de technologie die daar bij hoort.
‘Techniekopleidingen doorspekken met duurzame technieken’
Met Centrum Duurzaam is in totaal een investering van vijf miljoen euro gemoeid. Het SNN draagt 1,8 miljoen bij, terwijl de provincie Fryslân er twee ton in steekt. In de financiering is
Noord NL maart 2013
13
Daan Postma (links) en Jouko van der Mast
verder een half miljoen euro opgenomen als cofinanciering, onder meer van bedrijven die apparatuur beschikbaar stellen voor bijvoorbeeld de proefopstellingen.
‘Dit initiatief kan MKB flinke impuls bezorgen bij innovatie’
Er is bovendien een adviesgroep met experts gevormd die op de achtergrond fungeert en waar nodig eventueel kan zorgen voor bijsturing.“
Verbeterde instroom “Met dit project kunnen we ook de instroom van studenten verbeteren”, vult Van der Mast aan. “Door het aspect duurzaamheid te benadrukken, bereiken we ook andere doelgroepen. Verder is het de bedoeling om het thema duurzaamheid niet alleen in de techniekopleidingen een prominente plaats te geven, maar op termijn ook modules te ontwikkelen voor onze andere opleidingen.”
Onderscheid Postma ziet ook nog een ander voordeel in de keuze van het stevig profileren van het fenomeen duurzaamheid in de opleidingen van ROC Friese Poort. “We kunnen ons daarmee nadrukkelijk onderscheiden van andere onderwijscentra”, stelt hij. “Het is dan natuurlijk wel van groot belang om goede lesprogramma’s en faciliteiten te hebben. En die zijn in dit Centrum Duurzaam straks in ruime mate beschikbaar…”
Adviesgroep met experts Volgens vestigingsdirecteur Daan Postma van ROC Friese Poort in Leeuwarden - deze onderwijsinstelling heeft ook vestigingen in Drachten, Heerenveen en Emmeloord - kan Centrum Duurzaam het MKB een flinke impuls bezorgen bij innovatieplannen. “Wij kunnen met dit initiatief straks niet alleen goede studenten afleveren”, zegt hij, “maar er via nascholing ook voor zorgen dat medewerkers van bedrijven duurzame technieken beter kunnen adviseren en installeren. We trekken de kennis als het ware naar binnen.
Lezingen en workshops over duurzame technieken Centrum Duurzaam gaat ook regelmatig activiteiten organiseren die in het teken staan van duurzame technieken. Zo komen er bijvoorbeeld maandelijks lezingen of workshops over actuele onderwerpen die bestemd zijn voor studenten, docenten en leidinggevenden uit het bedrijfsleven. Zij kunnen op deze bijeenkomsten kennis en ervaringen uitwisselen. Ook andere belangstellenden zijn welkom bij deze sessies. De eerste lezing over het gebruik van warmtepompen en aardwarmte is inmiddels gehouden. Deze lezing is goed bezocht door vertegenwoordigers van bedrijven, studenten en docenten.
14
Visserij en toerisme Lauwersoog straks samen sterk De Marne trekker van internationaal project North Sea Fish
Het Europees programma ‘Interreg IV-B Noordzeeregio 2007-2013’ is een fonds voor transnationale samenwerking waarin ook het SNN participeert. In veel projecten die binnen dit programma worden uitgevoerd, speelt NoordNederland een prominente rol. In de persoon van Anna van Dijk heeft het SNN een Interregcoördinator voor het Noordzeeprogramma die de afstemming met de drie noordelijke provincies verzorgt om partijen gezamenlijk bij de Interregprogramma’s te laten aanhaken.
Hoe een kleine gemeente trekker kan zijn van een groot internationaal project. Dat laat de gemeente De Marne zien met haar vooraanstaande rol in het project North Sea Fish, dat onderdeel is van het Europese programma ‘Interreg-IVB Noordzeeregio 2007-2013’. Als leadpartner heeft De Marne in dit groot opgezette project niet alleen een aanjagende, maar vooral ook coördinerende functie. De participatie van De Marne in North Sea Fish heeft alles te maken met de geplande ruimtelijke ontwikkeling van Lauwersoog. Bij dit proces wordt ingezet op zowel een duurzaam toekomstperspectief voor de visserij als op een dynamische ontwikkeling van recreatie en toerisme. De deelname aan North Sea Fish past naadloos in deze filosofie.
Kleine visserijhavens North Sea Fish richt zich op perifeer gelegen, kleine visserijhavens rond de Noordzee en stimuleert innovatie in logistiek en duurzaamheid. In het project werkt De Marne twee jaar lang samen met de Deense haven Hanstholm, de kennisinstituten van Hull (Engeland) en ILVO (België) en de
Nederlandse gemeenten Harlingen en Sluis. De nauwe samenwerking biedt De Marne de mogelijkheid om de ontwikkeling van Lauwersoog in een breder kader te plaatsen. Bovendien kan de gemeente als leadpartner optimaal gebruik maken van de kennis van haar projectpartners.
marktomstandigheden en strengere milieuregels. Er wordt te weinig geïnvesteerd in een duurzame visserij, terwijl de vraag naar duurzame visproducten juist groter wordt. Met dit project kan een kwaliteitsslag worden gemaakt die bijdraagt aan een sterkere visserijcultuur.
Kwaliteitsslag
Daarbij zoeken we de verbinding met recreatie en toerisme. Dat moet je niet geïsoleerd doen, maar samen met andere havens. We hebben daarom een beroep Jong (l) Interregfonds.” en Sake Hoekstra gedaan opFred het de Europese
“De visserij vormt een belangrijke bedrijfstak voor de lokale economie”, constateert wethouder Harm Evert Waalkens van De Marne. “De sector is onder druk komen te staan door verslechterende
Noord NL maart 2013
15
Aanjager
Brandpunt
Binnen North Sea Fish voert De Marne drie projecten uit. Zo is pas geleden in de persoon van voormalig gedeputeerde Douwe Hollenga een aanjager voor de visserij aangesteld. Hollenga was vier jaar portefeuillehouder visserij in het Regionaal College Waddengebied. Het afgelopen jaar was hij lid van een commissie die aan het ministerie advies uitbracht over het toekomstperspectief voor de wadden- en garnalenvisserij. De aanjager moet een brug slaan tussen overheid en vissers en de vissers ondersteunen bij het inspelen op de veranderde omstandigheden. Daarbij gaat het ook om het stimuleren van concrete projecten, inclusief de financiering. Bovendien moet hij zorgen voor een goede balans tussen de belangen van de visserij en de sector recreatie en toerisme.
Waalkens ziet in het verbeteren van de functie van de haven, het behoud van werkgelegenheid en innovatie in zowel visserij als toerisme de belangrijkste pijlers onder de toekomstige ontwikkeling van Lauwersoog. “De haven moet met z’n unieke ligging een brandpunt worden van innovatie en werkgelegenheid”, stelt hij. “De haven moet nadrukkelijk op de kaart komen en zo’n positie krijgen dat niemand meer om Lauwersoog heen kan…”
Duurzame haven Verder stelt de gemeente De Marne een programma van eisen op voor de inrichting van een toekomstbestendige haven. Waalkens: “De haven is ruim veertig jaar oud. Er werken hier in de visserij, op de visafslag, in de logistiek en in de dienstverlening zo’n tweeduizend mensen. Daar past een moderne, goed uitgeruste haven bij, waar de vissersvloot en de pleziervaart de komende
25 jaar mee vooruit kunnen. Eind van dit jaar moet het inrichtingsplan klaar zijn. In de plannen gaan we onder meer uit van kadeverlenging aan de oost- en zuidzijde, het schouwen van de logistiek en het geschikt maken van de visafslag als garnalencentrum waar machinaal wordt gepeld.”
Startconferentie De projectpartners in North Sea Fish komen donderdag 18 april naar Lauwersoog voor de officiële startconferentie van het project. Zij zullen daar hun voorgenomen projecten presenteren en kennis en ervaringen uitwisselen. De bijeenkomst wordt gekoppeld aan de opening van een semi-permanent informatiecentrum over Lauwersoog.
Combinatie met toerisme Omdat Lauwersoog zich steeds meer ontwikkelt als toeristische trekpleister, is de gemeente ook nadrukkelijk op zoek naar initiatieven die de visserij en het toerisme met elkaar verbinden. “Jaarlijks komen er 1,8 miljoen bezoekers naar dit gebied”, weet Waalkens. “In onze visie moeten we er alles aan doen om deze mensen langer in de regio te houden dan dat ze alleen even een visje komen eten. We moeten ze bijvoorbeeld ook informatie over het Waddengebied geven en de Waddenzee als Werelderfgoed promoten. Verder wordt gedacht aan een verse vismarkt en een hotel aan de haven. Het is belangrijk dat initiatieven in zowel de visserij als het toerisme elkaar versterken en elkaar niet in de weg staan.”
Wethouder Harm Evert Waalkens van gemeente De Marne
16
Tweede editie Prins Claus Mastergala
Een muzikaal evenement van hoog niveau
Op vrijdagavond 15 februari vond in de Grote Zaal van De Oosterpoort te Groningen de tweede editie van het Master Gala plaats. Dit gala wordt jaarlijks georganiseerd door het Prins Claus Conservatorium, onderdeel van de Hanzehogeschool Groningen. Het SNN is een van de sponsoren, mede vanwege de bestaande contacten in Duitsland. Volgens de voorzitter van het SNN, Jacques Tichelaar past een grensoverschrijdende culturele ontmoeting in deze tijd. ,,Landsgrenzen vervagen, regio’s werken samen. Overheden, bedrijfsleven en onderwijs in Noord-Nederland en Noord-Duitsland weten elkaar steeds beter te vinden. Hier, in deze internationale regio wordt gewerkt aan Europa. Het is goed dat je belangrijke relaties niet alleen in vergaderkamers ontmoet. Een gala is een prachtige netwerkbijeenkomst.’’
Marnix Krop, de Nederlandse ambassadeur in Duitsland, en dr. Heinz Peter Behr, de Duitse ambassadeur in Nederland, zijn de beschermheren van dit initiatief.
Onder de genodigden van het Master Gala waren vertegenwoordigers van Duitse en Nederlandse overheden en bedrijven. De heer
De muzikale invulling van de avond werd dit jaar verzorgd door het Prins Claus Conservatorium van de Hanzehogeschool Groningen en de Hochschule der Künste Bremen. Studenten van beide instellingen vormden samen het Hanze Symfonie Orkest. Commissaris van de Koningin, Max van den Berg opende het gala met een welkomstwoord. Daarin benadrukte hij niet alleen het natuurlijke partnerschap van Noord-Nederland en Noord-Duitsland maar ook het belang om gezamenlijk op te trekken richting Europa.
SNN-voorzitter Jacques Tichelaar, Commissaris van de Koningin in Drenthe, genoot van het concert. “Ik ben blij dat dit Master Gala na de succesvolle première in 2012 een traditie begint te worden. Het is een muzikaal evenement van hoog niveau.’’
‘’We zijn beide kansrijke regio’s. Strategisch gelegen, midden in het hart van NoordwestEuropa. Met een vergelijkbare economische structuur. Krachtige bedrijven en hoogstaande kennisinstellingen. Met gezamenlijke sterke punten.’’ Het orkest stond onder leiding van de Franse gastdirigent Marc Piollet.
Er werden onder meer liederen van Gustav Mahler en de indrukwekkende 5e symfonie van Dmitri Shostakovich ten gehore gebracht. “Het Mastergala wordt hét relatie-event voor Duitsland en Nederland in het voorjaar. De kracht zit in de traditie!”
Het Mastergala zal in 2014 gezamenlijk met het Prins Claus Concert georganiseerd worden. Dit concert, ter ere van Prins Claus, wordt eens in de vier jaar georganiseerd. Er wordt een compositie geschreven speciaal voor de Prins, deze wordt tijdens het concert ten gehore gebracht door de studenten van het Prins Claus Conservatorium met ondersteuning van andere koren en orkesten.
Noord NL maart 2013
17
Delegatie ambassadeurs bezoeken Noord-Nederland
De innovatieve kanten van Noord-Nederland belicht Op uitnodiging van het SNN hebben de Nederlandse ambassadeurs uit Denemarken, Estland, Finland, Noorwegen en Zweden, de buitenlandse ambassadeurs in Den Haag uit Estland en Litouwen en hun honorair consuls op 30, 31 januari en 1 februari 2013 een werkbezoek aan Noord-Nederland gebracht.
Tijdens het werkbezoek werd de gelegenheid geboden om met de ambassadeurs in gesprek te gaan.
Letterlijk met de voeten in de modder bij de Dairy Campus in Leeuwarden. Kees de Koning leidt de delegatie rond. Het bezoek stond in het teken van de innovatieve kanten van Noord-Nederland. Nieuw dit jaar is dat er gelegenheid was om in gesprek te gaan met de ambassadeurs. Het driedaagse programma bestond uit verschillende economische en sociale activiteiten in Drenthe, Fryslân en Groningen. Met als doel de ambassadeurs een up-to-date beeld te geven van de concrete toepassingen van innovatie in Noord-Nederland op de noordelijke economische thema’s water- en sensortechnologie, energie, Healthy Ageing en agribusiness.
Het driedaagse bezoek van de ambassadeurs werd feestelijk afgesloten met een netwerkdiner in het Drents Museum in Assen, waar de heer Jacques Tichelaar, commissaris van de Koningin in Drenthe en tevens voorzitter van het SNN de ambassadeurs welkom heette.
Prof. dr. Gerald de Haan, directeur Eriba, legt de groep in zijn lab uit op welke wijze er onderzoek wordt gedaan naar Healthy Ageing. Ook was er in het programma voldoende tijd om te netwerken met vertegenwoordigers van de provincies en gemeenten, kennisinstellingen, intermediaire organisaties en het bedrijfsleven dat zaken doet met deze Noordoost-Europese landen.
Ymke van der Geld, manager valorisatie LifeLines, verzorgt een rondleiding door het Lifelines centre in Groningen.
18
Samenwerking Target leidt tot kruisbestuiving en spin offs ‘Noorden dé big data regio van Nederland’
Professor Edwin Valentijn van de astronomische onderzoeksgroep OmegaCen van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) benadrukt het meermalen: “Noord-Nederland heeft alles in huis om dé big data regio van Nederland te worden. Maar eigenlijk zijn we dat ook al... Overal wordt veel over big data gepraat, maar geen regio profileert zich er zo sterk mee als het Noorden. Wij lopen echt voorop!”
Valentijn kan het weten. Als programma-coördinator van het ICT-project Target houdt hij zich intensief bezig met big data, de term voor zeer grote hoeveelheden data. Big data is wereldwijd booming, maar zorgt mede dankzij Target juist in Noord-Nederland voor nieuwe economische activiteiten en hoogwaardige werkgelegenheid.
‘Wij lopen echt voorop!’
Professor Valentijn: “We moeten ons blijven profileren als de big data regio.”
Proeftuin
Uniek testbed
Target – het grootste publiek-private ICT-project in ons land – is met ondersteuning van onder meer het SNN in 2009 van start gegaan en heeft een looptijd t/m 2014. Het project behelst de opbouw van een duurzaam economisch cluster intelligente informatiesystemen, gericht op het beheer van data afkomstig uit sensornetwerken. Door de samenwerking tussen wetenschap en bedrijfsleven in dit kenniscluster worden complexe en schaalbare datasystemen ontwikkeld en verbeterd. De proeftuin maakt concrete markttoepassingen mogelijk voor nieuwe producten en diensten.
“Het hart van het kenniscentrum is een uniek testbed voor de opslag en verwerking van data”, vertelt Valentijn. “Dit testbed heeft een capaciteit van tien petabytes. Om dat een beetje tastbaar te maken: dat is een hoeveelheid data gelijk aan een stapel dvd’s met een hoogte van dertig Martinitorens…”
De partners in het project zijn: OmegaCen, Donald Smits Centrum voor Informatie Technologie (CIT), Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG), Kunstmatige Intelligentie (RUG), Target Holding, IBM, Oracle, Nspyre, ASTRON en Elkoog. Zij willen big data op innovatieve wijze inzetten voor zowel wetenschappelijke als maatschappelijke en commerciële projecten.
ASTRON en LifeLines De kennis en technologie van Target worden momenteel al ingezet bij een grote diversiteit aan onderzoeksprojecten die gebaseerd zijn op zeer grote datastromen. Valentijn: “Denk bijvoorbeeld aan ASTRON dat het testbed gebruikt voor de opslag van enorme hoeveelheden gegevens van LOFAR, de grootste radiotelescoop in de wereld. Ook wordt het testbed benut voor het project LifeLines van het UMCG, een onderzoek gebaseerd op een databank met gegevens van 165.000 personen.” Een ander project dat gebruik maakt van de faciliteiten van Target is Monk, een onderzoeksmethode waarmee honderd
Noord NL maart 2013
19
Datacentrum voor ruimteonderzoek ESA
kilometer handgeschreven teksten van het Nationaal Archief digitaal toegankelijk kan worden gemaakt. “Ook buitenlandse projecten zijn aangesloten op het testbed”, zegt Valentijn. “Zo is in Chili een groothoek camera geïnstalleerd voor een zoekprogramma van de ESO, waarbij met een grote telescoop op zoek wordt gegaan naar donkere materie. Diverse onderzoeksgroepen verspreid over Europa werken via Target’s informatiesystemen met de data.”
Regionale spin offs Valentijn wijst erop dat een belangrijk doel van Target valorisatie van kennis is. In dit verband zijn als spin offs van Target recent vier nieuwe regionale bedrijven gestart: e-Vitality, dat e-Health producten en diensten ontwikkelt, Dataprovider Links, dat navigatie op internet in kaart brengt, Songa, een online muziekdienst en Veam Video dat het mogelijk maakt om thuis videosollicitaties op te nemen. En dan is er nog het Infoversum in Groningen, een Target spin off in het kader van kennisverspreiding. Het Infoversum wordt een 3D big datadome theater waar wetenschap, bedrijfsleven en cultuur samenkomen. Het wordt rond mei 2014 geopend. “We boeken inmiddels veel succes bij het MKB waar het
gaat om het mogelijk maken van markttoepassingen”, constateert Valentijn. “Ik ben trots op de gerealiseerde spin offs. En er zit nog meer in de pijplijn. Er is echt sprake van kruisbestuiving. Daarom moeten we ons hier blijven profileren als dé big data regio van Nederland. Dat is voor dit gebied van grote economische betekenis. Daar kunnen we mee scoren…”
Met de toekenning van Target was 32 miljoen euro gemoeid. Het SNN heeft hier voor de helft aan bijgedragen. De partners hebben de andere helft gefinancierd. De verwachting was dat Target zou leiden tot veel nieuwe bedrijven, honderd arbeidsplaatsen en honderd miljoen euro aan uitgelokte investeringen. “Inmiddels zijn we hard op weg”, zegt Valentijn. “Aan directe nieuwe investeringen en banen schat ik dat we rond een derde zijn. Er zit nog meer aan te komen. De aanzuigkracht van onze projecten is enorm. En we hebben de indirecte effecten nog niet in kaart gebracht.”
Als spin off van Target wordt in Groningen een hoogwaardig datacentrum ingericht voor sterrenkundig onderzoek. Dit onderzoek wordt verricht door de Euclid-satelliet die in 2020 wordt gelanceerd door ruimtevaartorganisatie ESA. Het centrum maakt het informatiesysteem voor alle gegevens die deze satelliet verzamelt en waaraan zeker duizend onderzoekers in heel Europa zullen werken. Met de Euclid-missie hoopt de ESA een groot mysterie in de sterrenkunde te ontrafelen: de aard en betekenis van donkere materie en donkere energie. Het heelal wordt geobserveerd met zeer geavanceerde waarnemingsapparatuur. De eigenschappen van miljarden sterrenstelsels kunnen hiermee gedetailleerd in kaart worden gebracht. Met de oprichting en operaties tot 2018 van het datacentrum is 7,3 miljoen euro gemoeid aan voornamelijk personeelskosten. De onderzoeksschool voor astronomie NOVA, de organisatie voor ruimteonderzoek SRON en de RUG hebben samen 3,1 miljoen beschikbaar gesteld. De overige gelden komen van de deelnemende kennisinstituten van RUG, NWO en Universiteit Leiden.
20
Kop www.snn.eu Hoofdkop Noord NL is een uitgave van het Samenwerkingsverband Noord-Nederland namens Drenthe, Fryslân en Groningen en verschijnt vier keer per jaar tekst Harry Knevelbaard Joke Schaapman Communicatie SNN foto’s Fotografie Willem Jan Kleppe Deborah Roffel Ewoud Rooks Niels Cornelis Meijer realisatie VNR creative druk Scholma Druk, Bedum abonnementen Gratis aan te vragen via www.snn.eu redactie SNN Postbus 779, 9700 AT Groningen
[email protected] www.snn.eu