Kwaliteitsverslag gezondheidscentrum DWL-de Esch 2012
Inhoudsopgave Inleiding
3
Hoofdstuk 1 Visie en doelstellingen 1.1 Visie op kwaliteit 1.2 Doelstellingen van het gezondheidscentrum
4 4 4
Hoofdstuk 2 Organisatie van het gezondheidscentrum 2.1 Historie 2.2 Organisatievorm 2.3 Personele bezetting 2.4 Praktijkvorm van de huisartsen
5 5 5 6 7
Hoofdstuk 3 Het primaire product 3.1 Wijkopbouw 3.2 Huisartsenpraktijk a Kwantiteit van de huisartsenpraktijk b Praktijkondersteuning en chronische aandoeningen c Programmatische preventie d Stervensbegeleiding e Relatie Erasmus Universiteit
8 8 8 8 11 14 17 17
3.3 3.4 3.5 3.6 3.7
18 21 22 22 24
Fysiotherapie en manuele therapie Haptotherapie, coaching en counseling Voeding en Leefstijl Logopedie Samenwerkingsvormen
Hoofdstuk 4 Interne en externe deskundigheidsbevordering
25
Hoofdstuk 5 Activiteiten buiten het gezondheidscentrum 5.1 Daklozenproject 5.2 Huisartsenopleiding
25 25 27
Hoofdstuk 6 Jaarverslag Tandartsenpraktijk
28
Hoofdstuk 7 Financiën
28
Hoofdstuk 8 Tot slot
28
Bijlage: demografische gegevens/spreadsheet DWL-de Esch
29
2
INLEIDING De gezondheidszorg in Nederland is een zaak van ons allemaal. De steeds oplopende kosten van de gezondheidszorg is een probleem omdat wij enerzijds de kwaliteit van die zorg erg belangrijk vinden, terwijl anderzijds de uitgaven van de overheid steeds meer onder druk staan. We vergeten wel eens dat ‘de overheid’ eigenlijk staat voor ons gezamenlijke belang. Gelukkig is recent door de minister erkend dat de eerstelijns gezondheidszorg goedkoper is dan de tweedelijns voorzieningen. En dat het daarom verstandig is om de taken zoveel mogelijk in die eerste lijn te laten uitvoeren. Dat hierdoor de kosten van die eerste lijn dus hoger worden is daarbij natuurlijk onvermijdelijk. Maar de extra kosten zijn minder dan de bespaarde kosten in de tweede lijn. In ons vorige jaarverslag deden wij al een oproep om op deze manier naar de mogelijkheden van kostenreductie in de gezondheidszorg te kijken. Wij hopen erg dat deze manier van kijken naar de gezondheidszorg en de fysiotherapie ook weer zal leiden tot het opnemen in het basispakket. Met deze vormen van zorg kan heel vaak erger en duurder in een later stadium worden voorkomen. De intentie van ons gezondheidscentrum is om zo veel mogelijk gezondheidsvoorzieningen onder één dak bijeen te brengen. Naast de duidelijkheid voor de mensen, die van die diensten gebruik willen of moeten maken, is er ook het grote voordeel dat bij allerlei vragen en korte overlegmomenten over patiënten de lijnen erg kort zijn en de mensen elkaar ‘op de gang’ erg makkelijk even kunnen aanspreken. Naast de aanwezigheid van de huisartsen, de fysiotherapeuten en de tandartsen is ook het ‘in huis beschikbaar zijn’ van de haptonoom en de logopedist een groot goed. De ontwikkeling van het maatschappelijk werk baart onze zorg. De begeleiding van psychosociale problematiek is in deze vormen ook erg belangrijk om in de eerste lijn op te vangen. Ook hier zou een kosten-baten analyse (wat zijn de kosten in de eerst lijn, wat zijn de besparingen in de tweede lijn daardoor) uiterst wenselijk zijn. Na alle moeilijkheden is er nu toch ‘licht aan het eind van de tunnel’ voor de uitbreiding van het gezondheidscentrum. Na de zomer 2013 hopen we met de nieuwbouw ter starten. Het uitbreidingsplan is er op gericht om de bestaande dienstverlening meer ruimte te geven. “Het huidige jasje’ is wat krap geworden en dat zal nu worden verholpen. Het bestuur van Gezondheidscentrum DWL-De Esch is trots op de mensen, die in het gezondheidscentrum zorg verlenen op een niveau wat zeer hoog is. Er is een klachtencommissie, en dat vinden wij allen zeer belangrijk. Ook al zijn er de laatste tijd geen klachten geweest. Wij zijn er eigenlijk van overtuigd dat dat niet komt omdat de mensen de weg naar die klachtencommissie niet zouden kunnen vinden. Maar wij blijven alert. Klantgerichtheid vinden wij zeer belangrijk. Namens het bestuur van GC DWL, Hans Stenfert Kroese, Ria Bikker Jacob Klink, Liesbeth de Koning
3
Hoofdstuk 1 Visie en doelstellingen 1.1 Visie op kwaliteit Evenals voorgaande jaren hebben wij de patiëntenzorg hoog in het vaandel staan. In de visie van het gezondheidscentrum wordt de patiënten een kwalitatief goede zorg geboden door in te spelen op ontwikkelingen in de eerstelijns- en huisartsenzorg, door zorgvuldig onderling overleg, door adequate na- en bijscholing, door een efficiënte klachtenregeling en door een goed contact met de bewoners en hun organisaties in de wijk. Onze basisregels zijn: - goed doen, - niet schaden, - respect hebben voor de wensen van het individu - en daarbij ook de gemeenschap niet bovenmatig belasten. 1.2 Doelstellingen van het Gezondheidscentrum. De primaire doelstelling van de praktijk is de patiënten een kwalitatief goede zorg te bieden. Overige doelstellingen zijn: * laagdrempelige toegankelijke zorg leveren * evidence-based eerstelijnsgezondheidszorg aanbieden; * de werkdruk voor de medewerkers gezond houden; * het opleiden van nieuwe eerstelijnsgezondheidswerkers. Met name huisartsen, doktersassistenten, praktijkondersteuners en fysiotherapeuten.
4
Hoofdstuk 2 Organisatie van het Gezondheidscentrum 2.1 Historie Rond 1870 kwamen cholera en tyfus veel voor in Rotterdam. De mensen haalden hun drinkwater uit de singels. Hierdoor raakten ze besmet. De enige manier om dit te stoppen was het drinkwater te verbeteren, wat ook gebeurde. Er werden drinkwaterbekkens gebouwd, die het water uit de rivier zuiverden. Voor een constante druk waren een pompgebouw en een watertoren nodig. Zo is het DWL-terrein ontstaan. Deze historische panden zijn gelukkig bewaard gebleven voor de wijk. De voormalige directeurswoning werd verbouwd tot het huidige gezondheidscentrum. In 1987 konden de huisarts en een tandarts van hun tijdelijke woningwetwoning verhuizen naar het nieuwe pand. In het voorjaar van 1994 is het gezondheidscentrum uitgebreid met een aanbouw. Hierdoor kon er meer zorg geboden worden. Het team werd uitgebreid met een diëtiste, praktijkondersteuner, huisarts in opleiding, er kon meer fysiotherapie gegeven worden. Intussen zijn we weer uit ons pand gegroeid. De plannen voor uitbreiding en verbouwing zijn in een vergevorderd stadium, en wij hopen in 2013 uit te kunnen breiden. 2.2 Organisatievorm Gezondheidscentrum DWL-de Esch is een stichting, waarin de diverse medewerkers in het gezondheidscentrum participeren. In het gezondheidscentrum werken huisartsen met twee praktijkondersteuners en twee doktersassistentes, fysiotherapeuten, haptotherapeut, tandarts met tandartsassistente, mondhygiënist, orthodontist, protheticus, logopedisten, maatschappelijk werker en diëtist,. Het huisartsenlaboratorium komt 5 dagen per week een half uur om bloed af te nemen. Er is een extern bestuur. Het bestuur vergaderde in 2013 over onder andere de volgende thema’s: - onderhoud pand - financiën - plannen uitbreiding pand - accreditering huisartsen - kwaliteit - schoonmaak - relatie met EUR/medische zorg op de campus - patiënt tevredenheidsonderzoek
De klachtencommissie heeft geconstateerd dat er in 2012 geen klacht is binnengekomen.
5
2.3 Personele bezetting Huisartsen: Huisarts in dienst: Huisarts in opleiding: Praktijkondersteuners: Doktersassistentes:
Fysiotherapeuten:
Haptotherapeut: Logopedie: Maatschappelijk werker: Diëtist: Wijkverpleegkundigen:
M.M.P. van Meer M.T. Slockers M. Linssen (tot 1 oktober 2012) E. Bergmans (per 1 oktober 2012) W. van Dijk T. Keçeli-Yöney S. Pavkovic-Petricevic E. Akgün, stagiaire C. Bos B. Kuijpers-de Ridder E.L. Francke R. Kanner R. Wepster A. Zuiderent I. van Arendonk T. van Schaik-‘t Hart L. Wisse M. Kool * (tot 1 april 2012) E.M. Jacobs E. Colijn ** S. Ramsaransing**
* in dienst van Stichting DOCK ** in dienst van Thuiszorg Rotterdam In het bestuur van het gezondheidscentrum zitten: Voorzitter: H.E. Stenfert Kroese Penningmeester: J. Klink Secretaris: L. de Koning Algemeen lid: R. Bikker, huisarts
6
2.4 Praktijkvorm van de huisartsen In het gezondheidscentrum is een duo-huisartsenpraktijk gevestigd, bestaande uit een mannelijke huisarts (M.T. Slockers) en een vrouwelijke huisarts (M.M.P. van Meer). Sinds 2000 wordt het team versterkt door een huisarts in opleiding. Deze arts werkt in de praktijk mee, in 2012 onder supervisie van huisarts Slockers. Sinds oktober 2009 werkt in de praktijk 2 dagen in de week voor huisarts van Meer een hidha (huisarts in dienst van huisarts). Tevens maken twee praktijkondersteuners, twee doktersassistentes en een stagiaire in opleiding tot doktersassistente deel uit van het team. De huisartsen hebben samen een kostenmaatschap. Dat wil zeggen: aparte praktijken met eigen patiënten, maar gedeelde kosten, personeel en computersysteem. Wij werken al jaren met een huisartseninformatiesysteem (HIS), genaamd Microhis, waarbij we wat de hardware betreft ondersteund worden door FuTec. We maken deel uit van het ASP-systeem van FuTec, waarbij de centrale computer onze gegevens beheert, wat betreft back-up, updates, onderhoud en indien nodig probleemoplossing. Er is gezorgd voor goede beveiliging, zodat de privacy van de patiëntgegevens goed gewaarborgd is. Tevens hebben we een beveiligde toegang tot internet, die het werk meer diepgang en gemak geven. Sinds 2009 is het mogelijk via de website (www.gezondheidscentrumdwl.praktijkinfo.nl) herhaalreceptuur aan te vragen. Er is de mogelijkheid tot consultatie van de huisartsen via internet middels een e-consult. Er kan ook informatie ingewonnen worden over reizigersadvisering, met een in te vullen formulier. Aan de hand daarvan kan de praktijkondersteuner een advies formuleren dat dan geaccordeerd wordt door de huisarts. Daarnaast staat op de website actuele informatie over campagnes, bijvoorbeeld de griepvaccinaties, vakanties van de artsen en ander nieuws. Tevens zijn er een aantal links geplaatst naar sites, die betrouwbare medische informatie geven.
NHG-praktijkaccreditering In 2011 is een nieuwe cyclus van 3 jaar gestart. Opnieuw is onze praktijk geaccrediteerd door de NHG in 2012. Wij voldoen aan de kwaliteitseisen, die hiervoor gesteld worden. Deze betreffen: - beroepsregistratie van huisartsen, praktijkondersteuners en doktersassistentes; - gebruik huisartseninformatiesysteem en systematisch registreren; - aanwezigheid van een klachtencommissie; - eisen wat betreft infectiepreventie; - telefonische bereikbaarheid, met name de aanwezigheid van een spoedlijn; - aanwezigheid van een triagesysteem en medicatie voor spoedeisende zorg; - een goed functionerend controlesysteem voor aanwezige medicatie in dokterstassen en in de praktijk - er zijn protocollen voor herhaalmedicatie, polyfarmacie, klachtenopvang en klachtenafhandeling, melden en afhandelen van (bijna-)incidenten. We werken met gestructureerde verbeterplannen met in 2012 als onderwerpen: optimaliseren ADEMD-gericht registreren, scannen papieren dossiers, project palliatieve
7
thuiszorg, project kwetsbare ouderen , opzetten van Preventie Consult CVRM (risico inschatting voor hart- en vaatziekten). Daarnaast zijn we continu bezig met vernieuwing en verbetering. We hebben in 2012 ook een nieuwe patiëntenraadpleging gedaan, waarbij hieronder de sterkste en zwakste punten staan aangegeven. De sterke punten bevestigen voor ons de primaire gerichtheid op (het belang van) de patiënt. De verbeterpunten nemen wij ons ter harte. Wachttijden in de wachtkamer zijn en blijven heel vervelend voor de patiënt, en dit heeft continu onze aandacht, maar is niet altijd te voorkomen: mensen maken een afspraak voor 10 minuten, maar niet altijd is te voorspellen hoeveel tijd iemand nodig heeft. Hetzelfde geldt voor de telefonische bereikbaarheid. Opvallend is wel, dat blijkbaar nog niet voor iedereen duidelijk is, dat wij altijd van 8.00-17.00 uur telefonisch bereikbaar zijn. Wij zullen dat duidelijker communiceren. Gehorigheid aan de balie hopen we met de geplande verbouwing te kunnen verbeteren. Heel belangrijk vinden we goede uitleg aan de patiënt over de behandeling, dus dat informatie over bijwerkingen van geneesmiddelen gemist wordt, is zeer belangrijk voor ons. We gaan er hard aan werken dit te verbeteren. Over het algemeen werd de praktijk met een 8.3 gewaardeerd, iets waar we heel trots op zijn. Tabel: top 5 sterke punten van de huisartspraktijk % 1. 19. Kunnen mensen in de wachtkamer horen of zien wat er in de spreek- of onderzoekskamer gebeurt?
96,0
2. 36. Behandelde uw huisarts u met respect? 3. 3. Weet de patiënt voldoende over de organisatie van de praktijk? 4.22. Huisarts legde begrijpelijk uit? 90,6 5. 25. Nam uw huisarts u serieus?
92,2 91,4
88,7
Tabel: top 5 minder sterke punten van de huisartspraktijk % 1. 21. Hielp uw huisarts u binnen 15 minuten 23,7 na de afgesproken tijd? 2. 6. Kreeg u binnen 2 minuten iemand aan de 28,3 telefoon als u overdag de huisartspraktijk belde? 3. 18. Kunnen mensen in de wachtkamer 26,8 horen wat er aan de balie wordt besproken? 4. 4. Kon u tussen 8.00 uur en 17.00 uur op 39,7 elk moment terecht bij de huisartsenpraktijk? 5. 30. Informeerde uw huisarts u over 39,1 mogelijke bijwerkingen van de voorgeschreven geneesmiddelen?
8
Wij zijn trots op het kwaliteitskeurmerk van de NHG. Hiermee kunnen we ook naar buiten toe aantonen, dat verbetering van kwaliteit hoog in ons vaandel staat. We zijn voor Achmea een pluspraktijk! Achmea Zorgverzekering hecht veel waarde aan een goede service vanuit de huisartsenpraktijk. Ook wij hebben dit hoog in ons vaandel staan. Om dit te stimuleren is door Achmea de Module Pluspraktijk ontwikkeld. Indien een praktijk aan een aantal voorwaarden voldoet, mag deze zich Pluspraktijk noemen. Die voorwaarden zijn: 1. De praktijk is zonder onderbreking geopend tussen 08.00 en 17.00 uur. Tussen 17.00 en 18.00 uur zijn met de HAP afspraken gemaakt om de huisartsenzorg te leveren tegen het reguliere dagtarief. 2. Patiënten kunnen tussen 08.00 en 17.00 uur zonder beperkingen bellen om telefonisch een afspraak met de huisarts te plannen en medische vragen te stellen. 3. De praktijk heeft een praktijkwebsite voor patiënten. 4. De praktijk voert een Door de Client Bekeken Huisartsenpraktijk onderzoek uit en maakt de resultaten van dit onderzoek via de website aan patiënten bekend. 5. Patiënten die naar een andere zorgverlener worden doorverwezen, krijgen tijdens het consult, of direct daarna de verwijsbrief/het recept mee, of worden digitaal verwezen. Als de huisarts langer nodig heeft om de verwijsbrief/het recept op te stellen, dan biedt hij aan om deze kosteloos aan het huisadres van de patiënt te sturen, of het recept aan de apotheek door te geven. 6. De praktijk is fysiek geschikt voor toegang voor patiënten die in een rolstoel zitten. Daarnaast moet er voldaan worden aan 3 optionele voorwaarden uit de volgende lijst: Optie1: Online afspraken plannen. Optie2: E-mail consult. Optie3: Ochtend-,avond-/weekendspreekuur Optie4: Afname kweekmateriaal in de praktijk Optie5: Online aanvragen van herhaalmedicatie. Optie6: Telefoonsysteem conform toolkit bereikbaarheid LHV. Optie7: POH-GGZ. Wij zijn er trots op, dat we aan alle voorwaarden op één na (POH-GGZ) voldoen. We hebben nauwelijks veranderingen hoeven doorvoeren om in aanmerking te kunnen komen voor deze module. Sinds december 2012 is er een elektronisch wachtkamer informatie systeem. Dit is een soort beeldkrant op een wachtkamerscherm met informatie over de praktijk, zoals afwezigheid van vakantie, maar ook bijvoorbeeld nieuws, weer etc.
9
Hoofdstuk 3 Het primaire product 3.1 Wijkopbouw Voor een overzicht van gegevens over de wijkopbouw verwijzen we naar de bijlage. Er deden zich geen grote veranderingen voor in de opbouw van de wijk. 3.2 Huisartsenpraktijk 3.2a Kwantiteit van de huisartsenpraktijk Opbouw van de praktijkpopulatie: Leeftijdsgroep M. Slockers 0 tot 9 jaar 8,2 % 10 tot 19 jaar 8,2 % 20 tot 64 jaar 69.1 % 65 tot 79 jaar 10,0 % 80 jaar of ouder 4,2 % Totaal personen 2.893
M.M.P. van Meer 10.7 % 9,8 % 64.9 % 10,6 % 3,8 % 2.048
Wijk (2009) 7,0% 8,3% 69,4% 11,3% 3,9% 4.367
In- en uitstroom van patiënten:
Verhuizingen Geboortes Sterfte
2010 118 32 18
M.T. Slockers 2011 2012 78 99 29 37 18 20
2010 98 28 23
M.M.P. van Meer 2011 2012 61 54 17 33 8 11
Consulten M.M.P.vanMeer M.T. Slockers Totaal
2009 6331 8797 15128
2010 6097 9198 15295
Visites 2011 6183 9724 15907
2012 5943 8926 14869
2009 2010 2011 2012 336 353 278 269 612 747 581 597 948 1100 859 866
Medische verrichtingen assistentes: 2009
2010
10
2011
2012
Beide praktijken
1289
1434
1550
1866
3.2b Praktijkondersteuning en chronische aandoeningen Zoals velen bekend, werken we al jaren samen met T. Keçeli-Yöney, begonnen als doktersassistente, maar alweer 10 jaar praktijkondersteuner. Onze doktersassistente S. Pavkovic is in september 2011 begonnen met de opleiding tot praktijkondersteuner. De uitbreiding van de zorg voor chronische patiënten was en is hierdoor in goede handen! Diabetes Mellitus In 2009 is de inzet van de praktijkondersteuners om diabetespatiënten te begeleiden bij insulinebehandelingen succesvol gebleken. We hebben 45 (46 in 2011) patiënten, die insulineafhankelijk zijn, bij de huisartsen onder behandeling. Nog te melden valt, dat in 2012 nog systematischer gekeken is naar nierfunctieverlies bij de diabetespatiënten. Een manier om de resultaten te objectiveren, is te kijken naar de gemiddelde waarde van het HbA1c: een waarde in het bloed, die aangeeft hoe de suikerspiegel over een langere periode geregeld is. Het doel is het HbA1c onder de 53 mmol/mol (7%) te krijgen. Uit de tabel hieronder blijkt dat deze doelstelling wat betreft de gemiddelde waarde voor onze diabetespatiënten benaderd wordt. Steeds duidelijker wordt ook, dat diabetes niet alleen een ziekte van de stofwisseling is, maar ook een vaatziekte. De richtlijnen voor de overige risicofactoren voor vaatziekten, zoals bloeddruk en cholesterolwaarden, zijn strenger geworden. Onze gemiddelde waarden voor cholesterol in het bloed, die overigens berekend zijn op alle cholesterolbepalingen, niet alleen bij diabetespatiënten, of andere hoogrisicopatiënten, zijn ook opgenomen in de tabel. In 2009 hebben de huisartsen zich aangesloten bij een regionaal samenwerkingsverband genaamd Izer, om de diabeteszorg nog beter geprotocolleerd te kunnen uitvoeren. De belangrijkste reden is, dat vanuit de overheid de financiering voor de diabetes zorg via één DBC (diagnose-behandel-combinatie) geregeld is. De “houder” van de DBC is verantwoordelijk voor het gebruik van het budget. Dat wil zeggen de verdeling van het budget over laboratorium, diëtiste, huisarts/poh, oogarts en eventuele inschakeling van ter zake deskundige internist. Als individuele huisarts is het lastig per patiënt een dergelijk budget te beheren. Derhalve zijn er onderlinge afspraken gemaakt in een zogeheten zorggroep (Izer in dit geval) die beschikt over de benodigde deskundigheid en contacten met bovengenoemde diensten (laboratoria, diëtisten, internisten etc.). De belangrijkste aanpassing voor ons was het uitbreiden van de registratie in Portavita. In 2012 waren er 265 (2011 255) mensen met diabetes in de huisartsenpraktijk. Het is duidelijk dat er zich een diabetesepidemie voltrekt ook in onze wijk. Een relatief hoog aantal Hindoestanen levert een groter percentage op dan verwacht zou worden. Via de zorggroep Izer is het mogelijk om doelmatig en protocollair te kunnen werken. Relatief simpel is het na te gaan wie zijn jaarlijkse controle bij huisarts of oogarts of voetcontrole nog niet heeft gekregen en wie nog niet voldoende is ingesteld.
11
Bij de benchmark diabetes (vergelijking tussen deelnemers aan de diabetes zorggroep) bleek dat wij relatief veel diabetespatiënten met insuline aan het begeleiden zijn; in totaal 2x zoveel. De benchmark vergelijking laat zien hoeveel diabetespatiënten het relatief goed of slecht doen wat betreft nierschade, oog- en voetcomplicaties.
Aantal Diabetes Tensiemeting Funduscontrole Voetcontrole BMI
M.T. Slockers 2011 2012 158 171 128 148 93 95 108 131 90 111
M.M.P. Van Meer 2011 2012 100 95 87 84 58 52 56 67 65 67
streefwaarden 85% 90% 70% 80% 90%
Astma en copd In 2012 hebben de beide artsen en de praktijkondersteuner T. Keçeli-Yöney nascholing gevolgd in het begeleiden en beoordelen van longpatiënten. Deze cursus was georganiseerd door de zorggroep Izer, in samenwerking met Caspir, de landelijke organisatie, gericht op de verbetering van de zorg voor longpatiënten. Deze cursus was een aanloop naar het opstarten van de astma/copd module binnen Izer en binnen het registratiesysteem (KIS = Portavita). In 2012 is de geprotocolleerde zorg uitgebreid naar COPD. De link naar ons eigen systeem via samenvattende berichten is nog niet geeffectueerd. Toch helpt dit ons (nog) gestructureerder onze longpatiënten te vervolgen. In 2011 is een groot deel van de longpatiënten in het registratiesysteem ingevoerd, zodat we er in 2012 mee kunnen gaan werken. In 2012 hebben we de laatste module 6 gevolgd en kunnen we 3 jaar weer tegenaan. Helaas hebben we veel problemen gehad met de koppeling van onze spirometrie met Portavita wat vertraging heeft opgeleverd bij het in beeld brengen van onze COPD patiënten. Ook hebben we problemen gehad met de OZIS koppeling wat inhoudt dat Portavita gegevens kan importeren/weglezen uit/naar ons Microhis. Hart- en vaatziekten De NHG-standaard CVRM (cardiovasculair risicomanagement) biedt een systematisch kader voor het in kaart brengen van hoog-risicopatiënten. Dit leidt tot zorgvuldiger behandeladviezen. Hiermee hebben we in 2012 een groot aantal patiënten (opnieuw) beoordeeld en zo nodig behandelingen aangepast. De volgende stap is het in kaart brengen van mensen die mogelijk een hoger risico lopen, maar wat bij hen en bij ons nog niet bekend is. Hiertoe is het PreventieConsult ontwikkeld. We hebben in 2012 een start gemaakt met het organiseren van dit preventieconsult. In 2012 zijn totaal 58 patiënten gezien. We hebben ervoor gekozen om de mensen die geen hart en vaatziekte of diabetes hebben een uitnodiging te sturen. We zijn begonnen met de leeftijdsgroep 65-70 jaar omdat daar relatief veel gezondheidswinst te bereiken is. Volgens de NHG richtlijnen worden mensen gescreend op suiker, cholesterolwaarden, nierfunctie, rookgedrag, bloeddruk, leefstijl en leeftijd en geslacht. Daarmee kunnen we een risicoinschatting berekenen: de kans op het krijgen van een hart of vaatziekte de
12
komende tien jaren. Deze NHG richtlijn is evidence-based. Bij mensen met een risico op hart- of vaatziekte boven 20 % de komende tien jaar wordt medicatie naast leefstijladvies geadviseerd. Bij risico boven de 10 % maar beneden de 20% wordt via beslismodel bepaald of leefstijladvies genoeg is of ook medicatie nodig is. De gesprekken worden gevoerd met een van de praktijkondersteuners. De opkomst bleek hoog en de gesprekken werden door patiënten zeer gewaardeerd. De doelgroep is later veranderd naar mensen tussen 60 en 65 jaar. Het afkappunt zal rond de 53 jaar liggen in 2013 waarna de groep uitgenodigd gaat worden 1 keer per 5 jaar.
M.T. Slockers 2009 2010 2011 Cholesterol 5,4 5,6 5,4 Hba1C 7,1 7,1 52
M.M.P. van Meer 2009 2010 2011 2012 5,5 5,5 5,3 5,3 7,0 7,0 53 53
2012 5,4 52
Medische verrichtingen praktijk ondersteuner: 2009 Doppler 45 Stoppen met roken POH 33 Diabetescontroles 783 Astma/COPD begeleiding 635 Reizigersadvisering 87 24 uurs bloeddrukmeting 36 Totaal 1619
2010 47 60 604 909 59 64 1450
2011 36 68 789 568 31 49 1541
2012 31 22 1074 459 62 59 1707
Stoppen met roken We hebben al jaren een stop-roken-programma wat mensen kunnen volgen bij onze praktijkondersteuner. Ze komen dan ongeveer 4 à 5 keer. Onze praktijkondersteuner heeft daar een speciale training voor gevolgd. In 2010 en 2011 zijn er 60 en 68 mensen geweest die meegedaan hebben met stop-rokenprogramma bij onze gekwalificeerde praktijkondersteuner. In 2012 werd er geen vergoeding gegeven voor de stop-roken- ondersteunende medicatie. We zien dan ook een dramatische terug val in stop-roken aantallen naar 22. Ook het succespercentage van mensen zonder medicamenteuze ondersteuning is aanzienlijk slechter geweest. Gelukkig lijkt dat zich in 2013 weer te herstellen met een inhaalvraag nu dat weer wordt vergoed.
Jaar 2011 2012
aantal patiënten 68 22
gestopt 29 2 13
niet gestopt 35 15
onbekend 4 5
Laboratoriumaanvragen door huisartsen en praktijk ondersteuner bij STAR: 2009 2010 2011 2012 Bloedafnames Chlamydia&gonorrhoe
2816
3201
3312
3391
566
653
603
554
Kwetsbare ouderen In 2012 is via Achmea een module gestimuleerd om kwetsbare ouderen beter te monitoren en te bewaken. Een van de praktijkondersteuners heeft de sociale kaart opnieuw tegen het licht gehouden. Ze is begonnen met het aanleren en uitvoeren van speciale testen om kwetsbaarheid beter in kaart te brengen. Eerder was al met valpreventie-test en MMSE hier aandacht aan besteed. Via gericht monitoring en huisbezoeken werd bekeken in het proefjaar 2012 bij negentien mensen hoe kwetsbaarheid te verbeteren. Goed overleg met familie en omgeving is daarbij essentieel. Ook wensen rondom levenseind vastleggen zijn van belang. Meestal betekent dit goed overleg met wijkverpleging .Ook het polyfarmacieoverleg met apotheek is daarbij belangrijk om kwetsbaarheid te verminderen .Een goed monitoring systeem elektronisch is daarbij van belang. Bij het goed mobiel houden speelt fysiotherapie een belangrijke rol
3.2c Programmatische preventie Griepvaccinaties We hebben in 2012 1089 (2011 1058) van onze patiënten die behoren tot de doelgroep voor de griepvaccinatie in belangrijke mate kunnen bereiken. Dit is 82% van de doelgroep. Landelijk wordt 69%gevaccineerd. Het vertrouwen in de overheid c.q. wetenschappers lijkt wel minder dan in het verleden, zoals in alle autoriteiten, maar het persoonlijke contact dat wij hebben met onze patiënten maakt, dat hun vertrouwen in ons als huisartsen groot is. Dit leidt tot een zeer bevredigend resultaat.
aantal
2009 1202
2010 1150 (3x)
2011 1058
2012 1089
Baarmoederhalsonderzoek Dit jaar zijn bij 254 (vorig jaar 259) patiënten uitstrijkjes gemaakt in het kader van vroegtijdige opsporing van baarmoederhalskanker. In 2010 is de huisartsenpraktijk oproepen voor het bevolkingsonderzoek gaan doen op eigen briefpapier verzonden door de huisartsenpraktijk. Voorheen gebeurde dat door een organisatie voor bevolkingsonderzoek. Het zelf gericht uitnodigen door de huisartsenpraktijk zou landelijk 10 -15% grotere opkomst geven. We zijn in ieder geval optimistisch voor de toekomst.
14
aantal
2009 115
2010 215
2011 259
2012 254
Bevolkingsonderzoek borstkanker In 2012 is bij 457 (vorig jaar 33) patiënten een mammografie gemaakt in het kader van het bevolkingsonderzoek voor vroegtijdige opsporing van borstkanker. Verschil in aantal personen is verklaarbaar aangezien patiënten in een cyclus van 1x per 1,5 jaar opgeroepen worden. In verband met een zeer groot aantal vrouwen die voor doorverwijzing werden opgeroepen is overleg geweest met het bevolkingsonderzoek bureau BOC. Uiteindelijk werden in de praktijk van Slockers 10 vrouwen voor extra onderzoek opgeroepen. Er is geen verklaring anders dan een statistische variatie gevonden. Bij huisarts van Meer deed zich dit niet voor.
aantal
2009 32
2010 410
2011 33
2012 457
Adviezen voor tropenreizigers Al jaren zijn beide huisartsen actief in advisering aan reizigers naar (sub)tropische gebieden. We worden op de hoogte gehouden van de nieuwste ontwikkelingen door de LCR (Landelijk Coördinatiecentrum Reizigersadvisering). Beide huisartsen zijn ook ingeschreven in een speciaal register voor huisartsen die reizigersadvisering in hun takenpakket hebben, op grond van bewezen kennis en ervaring met deze problematiek. Wij vinden het belangrijk ons hiermee bezig te houden, omdat de medische voorgeschiedenis belangrijk is bij de te geven adviezen. Ook na de reis is het belangrijk dat wij op de hoogte zijn van eventuele gevolgen. Door het gebruik van een standaardformulier kunnen we gestructureerd advies geven. In 2007 hebben wij de vergunning verworven om zelf gele koorts vaccinatie toe te dienen. Het gele koortsvaccin is levend vaccin, erg instabiel, en opslag ervan vereist speciale behandeling. Door goede afspraak met de apotheek kunnen we de ‘cold chain’ zoals die vereist is, garanderen. Twee assistentes hebben cursussen gevolgd in het voorbereiden van de adviezen, en de artsen schrijven de recepten uit en geven eventueel aanvullende adviezen. Marktwerking in de zorg heeft er toe geleid dat Achmea als belangrijkste verzekeraar in ons gebied in het aanvullend pakket de vergoeding van reizigersadvisering sterk aan het sturen is geweest. Bij Meditel en Achmea Health wordt vaccinatie volledig vergoed. Bij de huisarts is er maar 75% vergoeding. Dit zorgt voor een oneigenlijk verschil. Ondanks dat huisartsen bij herhaling hebben aangeboden om bij Achmea voor een lager tarief de zorg te willen geven werd dit niet gehonoreerd door Achmea. Achmea wilde toch 25% van de rekening doorsturen naar verzekerde. Ze doen dat niet naar Meditel en Achmea Health klanten. Voor een goed reisadvies is kennis nodig van de patiënt en van de lokale
15
situatie en van de algemene reizigersadviezen. Aangezien wij degene zijn die het meest van onze patiënten weten en gecertificeerde opleidingen en abonnementen hebben denken wij dat Achmea oneigenlijk concurreert. Slockers heeft daarom bij NMA bezwaar gemaakt tegen de opstelling dat Achmea geen lager tarief van huisartsen toestaat .Hierover is in september 2011 bij de NMA een hoorzitting geweest. In 2012 heeft de NMA besloten om het bezwaar niet ontvankelijk te verklaren. Men vond het belang niet groot genoeg. Het bewaar bij de NMA door Slockers heeft er wel toe geleid dat Achmea in 2012 bij zes miljoen klanten voor de reizigersadvisering een vast bedrag in plaats van percentage vergoeding heeft afgesproken. Helaas is de belofte die Achmea in september in 2011 heeft gedaan tegenover de NMA namelijk niet meer noemen van percentage alleen voor 2012 gegolden. Ook in 2013 geldt weer een aanmerkelijk voordeel voor Meditel ondanks de belofte van Achmea op een hoorzitting in 2011. Bij de rechtbank is beroep aangetekend tegen de beslissing van NMA. NMA zegt geen voorrang te willen geven aan dit onderzoek. Belang van marktpositie van huisartsen wordt door Achmea ondermijnd, stelt klager (Slockers). De rechtbank oordeelt uiteindelijk dat belang eiser niet individueel genoeg is. Rechtbank vond het lovenswaardig dat Slockers opkomt voor belangen van patiënten. De door eiser gestelde benadeling is niet het gevolg van de vergoeding maar van de voorwaarde van het contract tussen zorgverzekerde en zorgverzekeraar. Klacht wordt niet ontvankelijk verklaard door de rechtbank.
Preconceptie advies Wij vinden dat de huisarts vaak het best op de hoogte is van het gedrag van aanstaande ouders. Een huisarts is op de hoogte van ziekten en (on)gezonde leefstijl. Het is belangrijk al vóór de bevruchting op de hoogte te zijn van het risico op aangeboren afwijkingen, die familiair voorkomen. Bij veel mensen uit het Middellandse Zee gebied en bij mensen van Creoolse afkomst komen bijvoorbeeld vormen van bloedarmoede voor die overdraagbaar zijn. Goed preconceptieadvies en zo nodig screening is van groot belang voor deze groepen. Daarnaast is de huisarts op de hoogte van eventuele schadelijke invloeden door het werk. Wij geven iedereen die zwanger wil worden adviezen over gezond gedrag zoals: - foliumzuur al bij zwangerschapswens gaan slikken. - niet roken (nooit!); alcoholgebruik matigen in de zwangerschap. - geen andere drugs gebruiken (nooit!). Anticonceptie- en preconceptieadvies liggen wat ons betreft zeer dicht bij elkaar. Er bestaat een speciaal elektronisch ondersteunend programma om goed adviezen te geven. Op het eind van 2010 is preconceptie advies ook gehonoreerd in een contract met Achmea.
16
Chlamydia screening Elke werkdag wordt bij bijna 2 patiënten een soa onderzoek in de huisartsenpraktijk uitgevoerd. Jongeren in onze wijk zijn ook benaderd voor het meedoen aan een bevolkingso0nderzoek in 2012 . We hopen dat het bevolkingsonderzoek het aantal chlamydiabesmettingen in de toekomst doet dalen. Het is nog te vroeg om die conclusie te trekken. Recente literatuur laat niet alleen een groot risico zien ten gevolge van chlamydia op buitenbaarmoederlijke zwangerschap en onvruchtbaarheid, maar ook op perinatale sterfte en vroeggeboorte.
Chlamydia positief Gonorrhoe positief
2009 27 5
2010 22 2
2011 28 5
2012 17 5
3.2 D Stervens3begeleiding. In de deelgemeente Kralingen-Crooswijk werken huisartsen en wijkverpleegkundigen mee met het project Zorgpad Stervensbegeleiding. Via afspraken rond het stervensproces tussen wijkverpleegkundige en huisarts probeert het project onvolkomenheden vóór te zijn rond het sterfbed. Zo wordt onrust, delirant gedrag en pijn beter gemonitord. Daarnaast is in 2011 een project gestart ter verbetering van de palliatieve zorg in het laatste jaar vóór overlijden: het PaTz (Palliatieve Thuiszorg). Via een gesystematiseerde methode met kleurencodes worden palliatieve patiënten op een lijst gezet en zes wekelijks besproken in een team van huisartsen, wijkverpleging en consultatief verpleegkundige en verpleeghuisarts. De bedoeling hiervan is te anticiperen op te verwachten problemen in deze fase van het leven. Gemiddeld staan er 10-15 mensen op deze lijst. In 2012 is dit project succesvol voortgezet. Met name wordt er stil gestaan of zorgvuldig markeringsgesprekken zijn vastgelegd rondom het sterven. Markeringsgesprekken zijn belangrijk bij groot overleg met familie, waarbij aandacht is voor mogelijke plek van sterven, palliatie en overdracht naar huisartsenpost. 3.2 E Relatie Erasmus Universiteit. Als geaccrediteerde praktijk ontvangen we al 26 jaar coassistenten en de laatste 12 jaar huisartsen-in-opleiding. Daarnaast vullen we wekelijks enquêtes in en geven we gegevens over patiënten om therapieën vanuit EMC te helpen evalueren bij wetenschappelijk onderzoek. Ook geven we al 25 jaar gastcolleges aan de medische faculteit en recent ook aan de economische faculteit (Woudestein). We hebben twee studentenflats in de wijk en hebben afspraken over internationale MBA studenten zodat zij als passant snel geholpen kunnen worden.
17
Sinds oktober 2009 is dokter van Meer aan het Huisartsen Instituut van de Erasmus Universiteit verbonden als universitair docent. In deze functie geeft zij twee dagen in de week onderwijs aan een groep AIOS (artsen in opleiding tot huisarts) en begeleidt hen bij hun ontwikkeling tot huisarts. Twee dagen in de week wordt zij nu vervangen door een HIDHA (huisarts in dienst van een huisarts). Zo garanderen we de continuïteit en bereikbaarheid van de praktijk! Dat is vanaf 1 januari dokter Linssen, vanaf 1 oktober dokter Bergmans in verband met zwangerschapsverlof dokter Linssen. Bij het realiseren van een campus op het Woudestein terrein is in 2012 veel energie gaan zitten voor het gezondheidscentrum om de toekomstige gezondheidsvoorzieningen voor studenten mee te helpen ontwikkelen. Aanvankelijk werd er door de EUR aan een gezondheidscentrum gedacht. Later werd een satelliet van een gezondheidscentrum of Hoed overwogen. In augustus 2012 werd ons gezondheidscentrum betrokken. We hebben immers een innige band met de universiteit en zijn naaste buur, op 350 meter van de hoofdingang gelegen. Na voorlichting door de EUR is een aanbestedingsprocedure gestart. De planning was dat er 470 studentenkamers in september 2013 gerealiseerd zouden moeten worden. Na de aanbestedingsronde is in 2012 duidelijk geworden dat een nevenvestiging niet verantwoord was. Het consumptiecijfer bij studenten blijkt 1,7 te zijn, terwijl het bij de rest van de Nederlandse populatie (ook deze leeftijdsgroep ) 4,0 is. Internationale studenten hebben een volledige medische verzekering voor 450 euro per jaar in tegenstelling tot Nederlanders die via zorgpremie en loonstrookje gemiddeld 2500 euro kwijt zijn. Ongeveer 5% van het bedrag van het zorgbudget wordt besteed aan huisartsenzorg. Het College van Bestuur heeft afgezien van verdere vestigingsplannen en ons bedankt voor onze inspanningen en heeft toegezegd bij veranderingen in de toekomst, op dit punt samen te willen werken.
3.3 Fysiotherapie en manuele therapie Verrichtingen E.L. Francke / Zuiderent R. Wepster / Zuiderent R. Kanner
2009 3686 1737 3217
2010 3746 3134
2011 3171 1758 3059
2012 2988 1507
Fysiotherapie In 2012 heeft Erica Idi-Francke de cursus zwangerschap gerelateerde bekkenpijn afgerond.
18
De afgelopen jaren is er veel aandacht geweest voor bekkenklachten die optreden tijdens en na de zwangerschap. Er zijn hierdoor veel nieuwe inzichten ontstaan in de epidemiologische en pathofysiologische kenmerken van de patiëntengroep, klinische testen en behandelmethodes. De prevalentie van zwangerschap gerelateerde bekkenpijn ligt bij de verschillende studies tussen 39 en 80%. Er zijn geen verschillen tussen westerse en niet-westerse culturen. De genoemde aantallen blijven al tientallen jaren constant in de publicaties. Er kan dus geen sprake zijn van ‘modeziekte’ of hype. Dankzij meerdere gepubliceerde wetenschappelijke onderzoeken weten we dat veel vrouwen in de zwangerschap effectief therapeutisch begeleid kunnen worden door de fysiotherapeut. Slechts 7% van de kraamvrouwen heeft ook na de bevalling klachten en een deel hiervan wordt als chronische bekkenpatiënt nog langere tijd door de fysiotherapeut behandeld. De mate van klachten kan sterk variëren: van zeurende pijn sacro-iliacaal tot sterk invaliderende klachten van onvermogen bij alledaagse bewegingen, zoals het optillen van een been of het naar voren bewegen met de romp. Het afgelopen decennium is er voortschrijdend inzicht in de meest optimale musculaire en stabilisatiepatronen voor bekken en lage rug, waarvan dankbaar gebruik kan worden gemaakt bij de revalidatie van patiënten met bekkenpijn. Deze cursus heeft inzicht gegeven in: - de anatomie en bewegingsmogelijkheden van het bekken - de specifieke veranderingen in het bekken tijdens de bevalling en de periode postpartum - de symptomen herkennen die horen bij zwangerschap gerelateerde bekkenpijn - kennis van recente onderzoeksresultaten op het gebied van zwangerschap gerelateerde bekkenpijn - kennis van de therapiemogelijkheden bij acute en chronische klachten Belangrijk is te weten dat deze cursus alleen een basis is voor zwangerschap gerelateerde bekkenklachten en indien noodzakelijk de cliënten doorgestuurd zullen worden naar een verder gespecialiseerde Bekkenbodemtherapeut.
Manuele Therapie Sinds 2009 is E. Idi-Francke naast allround Fysiotherapeut ook Master Manueel Therapeut. De opleiding Master Manueel Therapie houdt het volgende in: De inhoudelijke uitgangspunten van de professionele masteropleiding komen voort uit een expliciete visie op fysio-manuele therapie. Fysio-manuele therapie wordt primair gezien als een mensgerichte vorm van hulpverlening met daarin een bijzondere plaats voor een technisch-gerichte aanpak. Het is een vorm van hulpverlening waarbij het methodisch ontrafelen van en het hulp bieden bij problemen in het menselijke bewegen centraal staan. De fysio-manuele therapeut oriënteert zich vanuit verschillende
19
perspectieven op dit menselijke bewegen. Dit meerdimensionale perspectief als uitgangspunt voor het professionele proces van ‘clinical decision making’ wordt gevormd door de biopsychosociale benaderingswijze. Een specialisatie in de Manueel therapie is het in kaart brengen van duizeligheidsklachten. Door het kennen en herkennen van de symptomen van dizzyness en draaiduizeligheid (vertigo) en de behandeling hiervan, is E. Idi-Francke bij deze klachtpatronen ook inzetbaar met de ManueelTherapie. In 2011 zijn de aanmeldingen voor Manuele therapie teruggelopen met als oorzaak het zwangerschapsverlof van fysio-manueeltherapeut E. Idi-Francke wat waargenomen werd door A. Zuiderent (allround fysiotherapeut). Verwijzingen voor manuele therapie kwamen terecht bij R. Wepster. Vermindering van het aantal verrichtingen heeft ook te maken met het verlof en met de vermindering van aantal werkuren van E. Idi-Francke.
Medical Taping Concept / Kinesiotape De gedachte achter kinesiotape is dat beweging en spieractiviteit essentieel zijn om de gezondheid te behouden of te herstellen. De achtergrondgedachte is dat spieren niet alleen nodig zijn voor beweging, maar ook bepalend zijn voor bijvoorbeeld de bloed- en lymfecirculatie en de lichaamstemperatuur. Als spieren niet goed functioneren, kan dat dus een scala aan klachten en aandoeningen geven. In 2006 is fysiotherapeut E. Francke met dit concept aan het werk gegaan. In 2007 kreeg dit een vervolg vooral met behandelingen van mensen met tennisellebogen en golfellebogen (zie ook kwaliteitsverslag 2006). Een andere aandoening waar deze behandelmethode ingezet is: Plantaire fasciitis (een ontsteking van de fascia aan de onderkant van de voetzool). In de praktijk blijkt dat er direct na aanbrengen van de Medical Tape verlichting ervaren wordt, daardoor het natuurlijke looppatroon voor een groot deel direct wordt hervat. Sinds 1 januari 2008 werken fysiotherapeut R. Kanner en E. Francke samen met het administratiebedrijf D-Pay. Dit bedrijf zorgt voor de afhandeling van de betalingen en vergoedingen voor de behandelingen fysiotherapie. Dit betekent dat patiënten contact moeten opnemen met D-Pay als er problemen zijn met betalingen of vergoedingen. De fysiotherapeuten onderling hebben in 2012, de samenwerking versterkt door met grotere regelmaat overleg te plannen om inhoudelijke zaken te bespreken. Door inzichten en overleggen betreffende elkaars werkveld en specialisaties is er sprake van een verbetering van zorgaanbod. Ook is er veel besproken en gebrainstormd over uitbreidingsmogelijkheden van het gezondheidscentrum en het effect hiervan op de praktijkvoering. R.Wepster heeft in 2012 ook advies gegeven met betrekking tot arbeid gerelateerde klachten bij verschillende werkgevers. In 2012 heeft R. Kanner met veel enthousiasme zijn vak uitgeoefend. Daarin is geen verandering ten opzichte van 2011.
20
We wachten allemaal op de veelbelovende verbouwing, omdat dat de mogelijkheid gaat bieden groepsprogramma’s op te zetten voor met name de begeleiding van COPD patiënten.
3.4 Haptotherapie, coaching en counseling 2012 heeft voor De Tweede Verdieping, praktijk voor haptonomie en coaching, in het teken gestaan van verdieping in Systemisch Werk middels imaginatie en opstellingen van familie en organisatie dynamieken. Het opstellen is een methode, die zonder veel woorden, helpt inzicht te verkrijgen in vaak onbewuste processen die spelen bij het instant houden van (vage) klachten en problemen. Opstellingen kunnen verhelderende en bevrijdende inzichten geven voor mensen die worstelen met vragen over relaties met een partner, met ouders, broers of zussen en met kinderen, vragen over het eigen leven, over patronen die steeds terugkomen, over een diep onverklaarbaar verdriet of het steeds vastlopen in bijvoorbeeld werksituaties.
Haptotherapie In 2012 hebben 102 mensen zich aangemeld voor haptotherapie. 25% van deze aanmeldingen kwam via interne verwijzingen. Overige aanmeldingen kwamen via het Spine and Joint Centrum, huisartsen in de regio, opleiding voor coaching, de website en via via. De behandelingen haptotherapie worden tussentijds geëvalueerd. Onderwerpen die aan de orde komen zijn verwachtingen, de samenwerking en het behalen van de doelstelling. Aan het einde van het traject vindt een schriftelijke en mondelinge eindevaluatie plaats. Over het algemeen zijn de cliënten tevreden over het resultaat van de behandeling. Cliënten geven onder andere aan dat zij zich vitaler voelen, beter in balans zijn en beter voor zichzelf kunnen opkomen. Coaching en counseling In 2012 is de vraag voor coaching en counseling veelal op gebied van life counseling en health coaching en loopbaan coaching geweest (*) Een enkele aanmelding kwam via interne verwijzing; Overige aanmeldingen kwamen via bedrijfsartsen in de regio en via via. Het betreft veelal korte coachtrajecten, van ongeveer 5 sessies in drie maanden. Ter ondersteuning aan de coachtrajecten wordt gebruikt gemaakt van het digitale systeem Coaching Pro en e-coaching. Cliënten zijn over het algemeen zeer tevreden met het behaalde coaching resultaat en geven aan dat zij anders met zichzelf en lastige situaties kunnen omgaan.
21
(*) Life Coaching en counseling Mensen ondersteunen bij: - vraagstukken rond werk/privé balans - vraagstukken rond zingeving - algehele persoonlijke ontwikkeling - vraagstukken rond relaties. (*) Health Coaching en counseling Vragen voor curatieve- en preventieve vraagstukken op het gebied van welzijn en gezondheid op werk. (*) Loopbaan coaching Vraagstukken in het kader van carrière, arbeid en verzuim: - carrièreplanning
3.5 Voeding en Leefstijl Diëtist Ellen M. Jacobs is sinds vele jaren verbonden aan GHC De Esch. Daarnaast werkt zij met haar Praktijk voor Voeding & Leefstijl op verschillende locaties in onder andere Kralingen, Ommoord en ’s-Gravenland (Capelle aan den IJssel). Extern Een belangrijke externe ontwikkeling die gevolgen had voor de toegankelijkheid van dieetadvisering en -begeleiding was de eind 2011 aangekondigde overheidsmaatregel dat dieetzorg met ingang van 2012 niet langer in de basisverzekering zou zijn opgenomen. Een zorgelijke ontwikkeling. Na een duidelijk zichtbaar ‘laatste kans effect’ eind 2011, waaruit bleek dat veel klanten nog onder ‘oude voorwaarden’ naar de diëtist wilden, liep het volume aan (nieuwe) klanten direct vanaf het begin van 2012 terug. Het aantal nieuwe klanten op locatie De Esch daalde met circa 15%. Het aantal vervolgconsulten daalde echter nog veel sterker; dit lag in 2012 bijna twee derde (!) lager dan het voorgaande jaar. Tegenover de teruggang in ‘reguliere’ verwijzingen stond een voortgaande opkomst van ketenzorg. Diëtist E.M. Jacobs heeft een contract met IZER (Integrale Zorggroep Eerstelijn Rijnmond). IZER is een organisatie voor en door huisartsen en heeft inmiddels meer dan 160 aangesloten huisartsen. Het doel van IZER is namens de aangesloten huisartsen Diagnose Behandel Combinaties (DBC) -contracten met de zorgverzekeraars af te sluiten. Daarnaast biedt IZER de aangesloten huisartsen de mogelijkheid om praktijkondersteuners in te zetten ter ondersteuning van medische taken in de praktijk. De praktijkondersteuners melden patiënten met diabetes bij de diëtist aan via het informatiesysteem PortaVita (Webgebaseerd Keten Informatie Systeem (KIS)). Vervolgens rapporteert de diëtist via dit systeem terug na elk consult. Klanten en activiteiten
22
Er zijn op de locatie De Esch in 2012 door de diëtist in totaal 35 (2011: 41) nieuwe klanten gezien. Meer specifiek betrof het onder andere 19 mensen met DM, 12 met overgewicht, 2 met ondergewicht, 1 met hypercholesterolemie en 1 met COPD. Er werden door de diëtist 60 (2011: 185) vervolgconsulten gehouden. Overige activiteiten in 2012 hadden onder meer betrekking op: - het geven van de cursus ‘Samen Sportief Afvallen’ (SSA). Dit is een 8 weken durend programma, waarbij de cursisten twee keer in de week onder begeleiding van een fysiotherapeut een beweegles volgen en een keer per week een voedingles van de diëtist volgen. In de wijk De Esch hebben de fysiotherapeuten (nog) geen oefenruimte, waardoor deze cursus in 2012 helaas nog niet in dit centrum (en de wijk) kon worden aangeboden; - deelnemen en cases inbrengen bij de transmurale bijeenkomsten (diëtisten eerste en tweede lijn); - presentaties bij IZER benchmarkavond. Daarnaast heeft Ellen M. Jacobs zich aangesloten bij de in 2012 nieuw opgerichte organisatie RED (Rotterdamse Eerstelijns Diëtisten). Primaire doel van deze organisatie was ‘samen optrekken’ om zo een effectievere gesprekspartner te kunnen zijn in de samenwerking en het overleg met overheid en zorgverzekeraars. Kwaliteit en deskundigheid In het kader van permanente educatie heeft Ellen M. Jacobs eind 2011 aan alle gestelde eisen voldaan. Daarmee werd zij begin 2012 opnieuw voor een periode van 5 jaar in het kwaliteitsregister paramedici opgenomen.
3.6 Logopedie In het jaar 2012 werden er, net zoals in het jaar ervoor gemiddeld 22 kinderen per week behandeld. Er is nog een korte wachtlijst met een gemiddelde wachttijd van 5 weken.
Hieronder volgt een schema van de stoornisverwijzingen van 2012: Stoornis Stoornis stem Stoornis afwijkende mondgewoonten Stoornis spraak/taal Stoornis in de auditieve verwerking
2010 5% 25%
2011 5% 15%
2012 5% 15%
50% 20%
50% 30%
60% 20%
23
3.7 Samenwerkingsvormen Interne overlegvormen: De kern van ons gezondheidscentrum is het voortdurend in contact staan met elkaar, waardoor effectieve zorg geleverd kan worden. De dagelijkse contacten in de gangen en de koffiekamer zijn essentieel. Daarnaast hebben we een aantal gestructureerde overlegvormen. HOF-overleg: huisartsen en fysiotherapeuten overleggen met elkaar over relevante zaken. Afwisselend bespreken we casus, waarbij we elkaars mening vragen. Soms vindt overdracht plaats van manueel therapeut naar haptonomie, of van haptonoom naar algemeen fysiotherapeut voor activering. Vaak ook zijn de huisartsen blij met het delen van de aandacht voor patiënten die extra zorg nodig hebben. De volgende onderwerpen zijn besproken: antidepressiva gebruik, psychosomatische klachten, copd en fysiotherapie, en copd casus. Huisartsenoverleg: gestructureerd overleg met de praktijkondersteuner, de huisarts-in-opleiding en onderling overleg vindt in ieder geval regelmatig plaats. Dagelijks overleg met elkaar en met de assistentes is vanzelfsprekend. Ouderenoverleg: er was overleg met een sociaalpsychiatrisch verpleegkundige van BAVO RNO, over psychiatrische problematiek bij ouderen. Wachtlijsten konden soms omzeild worden, nuttige adviezen werden met elkaar besproken. Patz overleg: zes wekelijks overleg met verpleeghuisarts en verpleegkundige Externe overlegvormen: Overleg met de bewonersorganisatie: Met deze organisatie is in 2012 een jaarlijks overleg geweest over ontwikkelingen binnen het gezondheidscentrum en de wijk. We beschouwen de bewonersorganisatie als een belangrijk klankbord. Relatie met huisartsenpost: De waarneming is tijdens de avonden en nachten en in het weekend en van vrijdag 17.00 uur tot maandag 8.00 uur. De diensten worden vanuit de centrale huisartsenpost Sint Franciscus gedraaid. Hier zijn altijd doktersassistentes, huisartsen en taxichauffeurs aanwezig. De overdracht van de contacten tijdens de diensten vindt plaats door toezending via Lifeline (een elektronische postbusservice) naar het computersysteem van de desbetreffende huisartsen. Sinds 2008 zijn aanpassingen gedaan om te zorgen dat niet alleen huisartsenposten de verslagen van de consulten toezenden aan de eigen huisarts maar dat de huisartsen op de posten ook inzage hebben in het dossier van de eigen huisarts. Dit geldt echter nog niet voor alle aangesloten huisartsen. Dit is dan weliswaar geen elektronisch patiënten dossier voor heel het land, maar geeft wel meer informatie op de huisartsenpost, wat vooral de patiëntveiligheid ten goede komt. Overleg met de apotheek: Apothekersoverleg: het gezondheidscentrum werkt samen met de apotheek, gevestigd in het winkelcentrum. Er vinden regelmatig besprekingen plaats met de apotheker over ontwikkelingen en problemen. Daarnaast participeren huisartsen en apotheker in het farmacotherapieoverleg, door de HAGRO en verschillende apotheken.
24
Samen met de apotheek is bij ongeveer 42 (vorig jaar 61) patiënten door middel van een gestandaardiseerd concept tussen huisarts en apotheker ingegaan op polyfarmacie. Elke patiënt is uitvoerig besproken en de zin van therapievormen en combinaties per individu zijn uitgebreid geëvalueerd en per patiënt indien nodig teruggekoppeld. De expertise van apotheek en huisarts, gekoppeld aan automatiseringssystemen van huisarts en apotheek, leverde veel informatie op. Overleg in intervisiegroep: M.T. Slockers en M.M.P. van Meer zijn ieder actief in hun eigen intervisiegroep voor huisartsen. Onze praktijk ondersteuner T. Keçeli-Yöney is ook actief in haar intervisiegroep. De leden van deze groep komen 1 x per 3 maanden bij elkaar. De intervisiegroep is gestart naar aanleiding van een werkervaringsbijeenkomst, die ook 1 x per 3 maanden wordt gehouden. De onderwerpen die in deze bijeenkomsten aan de orde kwamen, waren: - ouderenzorg - copd en bewegen - nieuwe ontwikkelingen rondom diabetes en insuline - evaluatie
Hoofdstuk 4 Interne en externe deskundigheidsbevordering Door alle medewerkers van het gezondheidscentrum is actief geparticipeerd in verschillende nascholingsactiviteiten. S. Pavkovic is begonnen als praktijkondersteuner en doet zelfstandig spreekuren. In de huisartsenpraktijk heeft een huisarts-in-opleiding haar derde jaar gedaan. M. Slockers is samen met huisarts Hendriks verantwoordelijk voor de organisatie van nascholingscursussen in het Havenziekenhuis. Aan het zwembadpersoneel van het Kralingse Zwembad is opnieuw instructie gegeven.
Hoofdstuk 5 Activiteiten buiten het gezondheidscentrum
5.1 Daklozenproject Nieuw Havenzicht is in 2012 geopend. Opvang binnen Havenzicht gebeurde in een voormalig schoolgebouw. Dit pand is in het verleden door Arbo en brandweer afgekeurd. Jarenlang is opvang tijdelijk gerealiseerd in een houten noodgebouw. Uiteindelijk is op dezelfde locatie een prachtig nieuw gebouw gerealiseerd. Dit pand is in april in gebruik genomen en in juni officieel geopend door burgemeester Aboutaleb. Binnen Havenzicht is er opvang voor dak- en thuislozen. Elke avond kunnen er dertig mensen overnachten in een bed, bad en brood voorziening. Op jaarbasis maken er ongeveer 600 unieke personen gebruik van de nachtopvang. Daarnaast zijn er twintig 25
verpleegbedden voor zieke dak- en thuislozen. Veel patiënten die na ontslag uit het ziekenhuis komen, worden opgevangen om verder te herstellen of om terminale zorg te krijgen. Eenmaal is in 2012 actieve euthanasie uitgevoerd (dit is in twintig jaar niet eerder op Havenzicht verpleegbedden gerealiseerd). Verder worden er zieke daklozen vanuit de opvang en de straat opgenomen. Constant zijn er wel een aantal bedden gevuld met illegalen die zorg nodig hebben. Het Centrum voor Dienstverlening, waar Havenzicht onder valt, heeft daar een contract voor met CVZ om de inkomstenderving te regelen. Moeizamer is het voor onverzekerde Moer Landers (mensen uit Roemenië en Bulgarije). Zij voldoen niet aan het criterium dat ze illegaal genoemd kunnen worden. Problematiek met het CIZ (indicatie orgaan) is er veelvuldig geweest omdat het dakloos zijn op zich niet voor hogere zorgzwaarte in het CIZ pakket zorgt. Eindeloze discussies zijn er geweest dat maatschappelijke opvang en zorg in elkaar overlopen. Dit vraagt een onevenredige hoeveelheid tijd en energie van medewerkers. Doordat Havenzicht medisch goed geoutilleerd is, dreigt er een overloop voor nachtopvang van licht zieke dak- en thuislozen. Deze mensen worden niet opgenomen op de ziekenboeg maar maken gebruik van vast bed van de nachtopvang om medische redenen. Daardoor werden te veel andere mensen geregeld uitgeloot. Dit geeft regelmatig bij verpleegkundige en straatdokter buikpijn. Kiezen we voor rust en regelmaat bij iemand die ontregeld is en vier maal per dag insuline moet spuiten waardoor een aantal anderen die week vaker uitloten en geen nachtopvang hebben? De wachttijden voor Rotterdamse burgers bij burgerzaken voor het regelen van ID zorgde voor stremming in verzekeringsaanvragen bij zieke daklozen. Gelukkig is er nu, middels werkbezoek wethouder Florijn, een tussenpersoon voor geregeld op het stadhuis. Uit onderzoek verricht door een master BMG student blijkt dat de zorgzwaarte zeer zwaar is gelet op team samenstelling en doelgroep op de verpleegbedden. De ziekenboeg mocht alleen gerealiseerd worden volgens nieuwe AWBZ regels, zodat er bijna alleen maar eenpersoonskamers gerealiseerd zijn. Dit staat in schril contrast met de nachtopvang. In de nachtopvang bestaan nog wel twee zalen met ieder zes mensen per zaal. Op de locatie van nieuw Havenzicht zijn ook 17 plaatsen voor al langer uitgezworven zwervers. Zij hebben daar een woonplek in een eigen kamer met begeleiding omdat ze op tenminste vier levensterreinen problemen hebben. Naast verslaving hebben ze allen zware psychiatrische problematiek, ernstige medische problemen en een handicap (vrijwel blind, rolstoel of iets dergelijks).Voor deze populatie is met name in verband met hun grote hoeveelheid medicijnen overleg met apotheek gestart tijdens zogenaamde polyfarmacie besprekingen. Op jaarbasis hebben de straatverpleegkundige en straatdokter ongeveer veertienhonderd contacten tijdens het spreekuur. Dit bestaat niet alleen uit mensen van ziekenboeg en nachtopvang; ook komen er elke woensdagavond onverzekerden, illegalen en marginaal gehuisveste mensen op het spreekuur. Ook in 2012 was de tandheelkundige zorgbehoefte schrijnend. Indien mensen in deze populatie in het verleden al tandartsverzekeringen hadden, zijn die verzekeringen vaak opgeschort in verband met wanbetalingen. Ook in 2012 is ondersteuning van GGZ vanuit Delta om de week waardevol gebleken. Een sociaal psychiatrische verpleegkundige geeft om de week ondersteuning tijdens het
26
spreekuur waardoor een ‘warme’ overdracht kan plaatsvinden. Regelmatig zijn er gemotiveerde medisch studenten bij het spreekuur aanwezig geweest. Het spreekuur op Havenzicht is deel van het straatdokter project dat ondersteund wordt door de GGD en op vijf andere locaties ook spreekuren heeft. Huisarts Slockers doet mee met kwartaal Justitie-GGZ overleg namens De Kring van Rotterdamse huisartsen. In het kader van de activiteiten voor dak- en thuislozen heeft Slockers een aantal (gast)colleges gegeven en spreekbeurten gehouden: 16 januari tropenminor BMG/ medische faculteit over ongedocumenteerden en illegalen in de stad. 19 februari presentatie over palliatieve zorg bij dak- en thuislozen. 15 maart presentatie voor huisartsenopleiders: omgaan met moeilijke patiëntengroepen. 23 maart tuberculose congres Rotterdams stadhuis; met film presentatie belang tuberculose bestrijding gezien vanuit de huisarts. 12 juni demonstratie college over medische zorg aan daklozen voor 250 medisch studenten. 15 augustus wethouder Florijn op werkbezoek bij spreekuur Havenzicht. 4 oktober lezing voor het Rotterdams Medisch Genootschap over straatdokter werk. 9 oktober college EUR BMG faculteit: minor over problemen in de grote stad. 15 oktober presentatie voor verpleegkundigen Hoge School Rotterdam. Het project van verpleegbedden en opvang en wonen is succesvol door de uiterst betrokken en gedreven en ervaren medewerkers en verpleegkundigen.
5.2 Huisartsenopleiding Huisarts Van Meer zit al jaren in de selectiecommissie voor artsen die zich aanmelden voor de huisartsenopleiding, de laatste jaren, sinds zij werkzaam is als docent en groepsbegeleider bij de opleiding tot huisartsen aan het Huisartseninstituut van het Erasmus MC, als vertegenwoordiger van het instituut. We merken dat de belangstelling voor de opleiding toeneemt, alsook de kwaliteit van de kandidaten. Jaarlijks kunnen 86 mensen starten op twee startdata: 1 maart en 1 september. De aanmeldingen voor deze plaatsen zijn de afgelopen jaren ruim voldoende geweest, zodat we goed kunnen kiezen op kwaliteit. Het is verheugend, dat zoveel goedgekwalificeerde basisartsen ons weten te vinden, en opvallend, dat ook steeds meer mensen, die in een ander vakgebied gepromoveerd zijn, of al (een deel van) een andere specialistenopleiding gevolgd hebben, uiteindelijk toch voor het huisartsenvak kiezen. Dit is denk ik mede te danken aan de positieve aandacht, die door de intensieve samenwerking tussen de LHV en het ministerie leidt tot betere beeldvorming van ons vak.
Hoofdstuk 6 jaarverslag van Tandartsenpraktijk De Esch Het jaarverslag van de tandartsenpraktijk wordt apart verzorgd.
27
Hoofdstuk 7 Financiën Het Gezondheidscentrum DWL-de Esch is een onafhankelijke, niet-gesubsidieerde stichting. De verschillende professionals hebben het pand in verschillende appartementen in eigendom. Via het grondbedrijf is er verandering in eigendom bij een aantal appartementen ontstaan: de erfpacht is afgekocht. Subsidiering zal in de toekomst voor gezondheidscentra meer gekoppeld worden aan prestatie-indicatoren. Het goed behandelen volgens richtlijnen van mensen met diabetes en andere chronische aandoeningen zal extra gehonoreerd worden. Hiermee zou overhead gefinancierd kunnen worden. Hoe dit uitgevoerd gaat worden is nog niet duidelijk. Dat betekent dat we nog steeds op eigen kracht, op eigen kosten en met eigen tijdsinvestering vormgeven aan de samenwerking. Wij zijn dankbaar geleid te worden door een bestuur, op vrijwillige basis maar op hoog professioneel niveau.
Hoofdstuk 8 Tot slot Wij verzorgen een mooi product, in dit verband feitelijk een onmogelijk begrip, omdat wij tegen verdere commercialisering zijn. Wij willen ook dit jaar in het bijzonder ons bestuur bedanken. We bedanken verder iedereen die met ons het werken en samenwerken in 2012 mogelijk heeft gemaakt! Voor mensen zorgen is niet alleen een mooi vak maar geeft ook voldoening!
Een apart kwaliteitsverslag voor wijkverpleging en maatschappelijk werk wordt aangeleverd door de Stichting Thuiszorg en de Stichting Dock
28
Rotterdam , 1994, 1999, 2009 - Buurt: De Esch
totaal aantal inwoners [aantal personen] % mannen [% personen] % vrouwen [% personen] % inwoners 0 t/m 4 jaar [% personen] % inwoners 5 t/m 9 jaar [% personen] % inwoners 10 t/m 14 jaar [% personen] % inwoners 15 t/m 19 jaar [% personen] % inwoners 20 t/m 34 jaar [% personen] % inwoners 35 t/m 54 jaar [% personen] % inwoners 55 t/m 64 jaar [% personen] % inwoners 65 t/m 79 jaar [% personen] % inwoners 80 jaar en ouder [% personen] Percentage Surinamers [% personen] Percentage Antillianen [% personen] Percentage Kaapverdianen [% personen] Percentage Turken [% personen] Percentage Marokkanen [% personen] Percentage Overig niet-westers [% personen] Percentage Autochtonen [% personen] Percentage Overige Europese Unie [% personen] Percentage Overig westers [% personen] totaal aantal woningen [aantal woningen] % huurwoningen [% woningen] % koopwoningen [% woningen] % een-persoonshuishouden [% huishoudens] % ongehuwd stel zonder kinderen [% huishoudens] % gehuwd stel zonder kinderen [% huishoudens] % ongehuwd stel met kinderen [% huishoudens] % gehuwd stel met kinderen [% huishoudens] % een-ouder huishouden [% huishoudens] Bronnen: Gemeentelijke Basis Administratie (GBA) WoningBevolkingsOnderzoeksBestand (WBOB)
29
1994
1999
2009
4.423
4.641
4.367
50,1
49,5
49,1
49,9
50,5
50,9
5,5
4,7
3,5
5,2
4,8
3,5
3,5
5,2
3,3
3,1
4,2
5,0
33,5
29,9
28,1
28,9
30,6
28,1
8,3
8,5
13,2
10,1
9,3
11,3
2,0
2,8
3,9
9
10
9
1
2
2
1
2
3
1
2
4
0
1
3
3
6
10
73
65
57
6
6
6
5
7
6
-
2.398
2.573
-
90
82
-
10
18
-
-
57,0
-
-
8,5
-
-
14,0
-
-
2,4
-
-
6,3
-
-
10,9