KWALITEITSVERSLAG 2013

KWALITEITSVERSLAG 2013

Zandstraat 26 • 8500 Kortrijk TEL.: 056/22 00 90 • FAX: 056/22 81 29 • e-mail : [email protected] BE 59 4600 2905 0126 • ondernemingsnummer : 0408710587

Begeleidingscentrum Bethanie vzw

Kwaliteitsverslag 2013

2

Inhoud Voorwoord

5

1. Voorstelling Begeleidingscentrum Bethanie 1.1 Korte voorstelling 1.2 De inrichtende macht 2 Jongeren en ouders 2.1 De werking van 2013 in statistieken 2.2 Ouderwerking 2.2.1 Interne ouderwerking 2.2.1.1 Interne ouderwerking in het dagcentrum 2.2.1.2 Interne ouderwerking in het begeleidingstehuis 2.2.2 Externe ouderwerking 2.2.2.1 Ontmoetingsgroep De Treffer 2.2.2.2 Overkoepelend overleg oudergroepen 2.3 Brochuren en website 2.4 Samenwerking met verwijzers 3 Thema’s binnen de werking 2013 3.1 Nieuwe uitdagingen in 2013 3.1.1 Het eerste jaar binnen het Experimenteel Modulair Kader 3.1.2 Werkgroep Dynamo 3.1.3 Eerste jaar CANO 3.1.4 Positieve heroriëntering en zorg voor herstel 3.1.5 85-jaar Bethanie 3.1.6 Intersectorale Prioritaire Hulpvragen (IPH) 3.2 Verbeterprojecten- & Werkgroepen 3.2.1 Op vzw-niveau 3.2.2 Op niveau van het dagcentrum 3.2.3 Op niveau van het begeleidingstehuis 3.3 Interne denkdagen 3.3.1 Dagcentrum 3.3.2 Begeleidingstehuis 3.4 Binnenstebuiten, een nieuw project omtrent dagbesteding 3.5 Evaluatie van de bijkomende erkenning 3.6 Jongerenvergaderingen 3.6.1 Jongerenvergaderingen in het dagcentrum 3.6.2 Jongerenvergaderingen in het begeleidingstehuis 4 De zorg voor onze medewerkers 4.1 Preventie en bescherming van werknemers op het werk 4.2 Personeelsverloop 4.3 Personeelsactiviteiten 4.3.1 Sociaal overleg en informatieverstrekking 4.3.2 Personeelsstatuut 4.4 VTO-beleid 5 Bethanie op breder maatschappelijk vlak 6 Bijlage bij het kwaliteitsverslag 2013 6.1 Bijlage 1: statistische gegevens 2013 6.2 Bijlage 2: kwaliteitsplanning 2014 6.3 Bijlage 3: lijst van personeel werkzaam op 1 januari 2014 6.4 Bijlage 4: VTO in 2013



7 7 8 9 9 11 11 11 12 13 13 14 15 15 17 17 17 19 19 20 21 22 22 22 24 25 27 27 27 28 31 33 33 34 35 35 35 36 36 37 37 39 41 43 51 57 59

3



4

Voorwoord - 85 jaar alive and kicking 2013 was als directeur een jaar om trots te zijn. Trots om deel uit te maken van een vzw die reeds meer dan 85 jaar van betekenis wil zijn voor mensen die hun leven op de rails willen houden. En dat vierden we. Met een feestelijke zitting in mei en een tuinfeest in augustus. En meer nog dan genot om het jaartal, was er de voldoening om datgene wat medewerkers en ook jongeren realiseerden om dit feestgebeuren te verheffen. Ongekende talenten kwamen bovendrijven, het gaf heel veel voldoening om zoveel goesting te kunnen ontdekken. Trots om ons eerste jaar als cano-voorziening in te gaan. En ook al zien we ons niet als label-jagers, de erkenning voor onze inzet om met de moeilijkste doelgroep aan de slag te gaan, deed deugd. De afgelopen tien jaar reorganiseerden we onze werking in functie van deze doelgroep: dit had zowel impact op personeelsinzet, infrastructuur, projecten, nieuwe erkenningsaanvragen, … We gaan de ingeslagen weg verder. Blij dat het Experimenteel Modulair Kader (EMK) met zijn enveloppefinanciering ons de sleutels gaf om onze organisatie beter aan te sturen met meer zelfverantwoordelijkheid. Blij dat de goede samenwerking met het Centrum voor Gezins-en Jongerenbegeleiding zich vertaald heeft naar een wederzijds engagement om de samenwerking te intensifiëren. In het najaar 2013 ondertekenden beide Raden van Bestuur een intentieovereenkomst. Maar 2013 was ook een jaar van bezorgdheden. En de belangrijkste bezorgdheid mag dan het tempo zijn waarop veranderingen en implementaties dienen te gebeuren. Het risico is groot dat er steken vallen. Zoals met het registratiesysteem BINC dat tijdelijk in de koelkast ging en waarbij de verwachtingen die samen met het systeem geïmplementeerd werden niet konden waargemaakt worden. Bezorgdheid ook dat de overheid de logische verantwoording omtrent de besteding van de middelen niet met kwalitatieve maar met eenzijdige of beperkte kwantitatieve criteria wenst te doen. Het staat al in het decreet… kan er dan nog bijgestuurd worden? Bezorgdheid dat ook Integrale Jeugdhulp aan een te hoog tempo geïmplementeerd zal moeten worden. Met alle gevolgen vandien. We zijn voorstander van vooruitgang en evolutie. Maar er moet ruimte zijn voor bijsturing. Dit was ook ons uitgangspunt om als sector de initiatieven van de overheid te onderschrijven. De toekomst zal ons van antwoord dienen. Veel leesgenot. Rudy Van Eeckhout Directeur



5

Voor wie na lezing van dit kwaliteitsverslag bijkomende inlichtingen wenst, verwijzen wij naar de stafmedewerkers: Rudy Van Eeckhout Directeur Sabien De Mol Pedagogisch Coördinator Griet Pype Pedagogisch coördinator Gunter Spitaels Administratief verantwoordelijke


056/22.00.90

[email protected]

056/22.89.36

[email protected]

056/22.00.90

[email protected]

056/22.00.90

[email protected]


6

1. Voorstelling Begeleidingscentrum Bethanie 1.1

Korte voorstelling

Begeleidingscentrum Bethanie is een multifunctionele organisatie binnen de integrale jeugdhulp en meer bepaald de bijzondere jeugdbijstand. Bethanie is tevens één van de negen cano-organisaties in Vlaanderen. Multifunctioneel mag zeer letterlijk genomen worden, want ondanks een eerder beperkte capaciteit, 25 jongeren en/of gezinnen, hebben we een zeer breed aanbod. We beschikken over volgende modules: -

module dagbegeleiding: naschoolse begeleiding van tien jongens en meisjes tussen 6 en 18 jaar module verblijf: 24u/24 verblijf voor 10 meisjes tussen 12 en 18 jaar module contextbegeleiding: contextbegeleiding voor 25 jongeren en hun gezin tussen 6 en 18 jaar. Dit betekent dat we naast de contextbegeleiding gekoppeld aan dagbegeleiding of verblijf ook nog over een mobiel aanbod voor 5 jongeren beschikken. Dit kan zowel contextbegeleiding aan huis zijn of contextbegeleiding gericht op autonoom wonen.

De modules contextbegeleiding waarover we beschikken verschillen qua intensiteit. Elf modules zijn erkend binnen een basisintensiteit, negen modules binnen een middenintensiteit en vijf modules binnen een hoge intensiteit. -

-

ondersteunende module: er wordt ondersteuning gegeven aan onze andere begeleidingsmodules op vlak van dagbesteding, verdieping of deblokkering van de begeleiding, time-out. kortdurend crisisverblijf: bedoeld voor jongeren die binnen onze module dagbegeleiding of binnen onze mobiele contextbegeleiding nood hebben aan een kortdurende opvang.

Intern heeft het kind natuurlijk een naam. Ons dagcentrum De Horizon verbindt de modules dagbegeleiding met contextbegeleiding, Bethanie verbindt het verblijf met de contextbegeleiding alsook de mobiele contextbegeleiding. Onze ondersteunende module werd ‘Binnenstebuiten’ gedoopt. Naast de basiserkenning in modules is onze werking gericht op een bijzondere doelgroep, met name adolescente meisjes in de moeilijkste contexten. Dit komt tot uiting in extra erkenningen: -

erkenning als 1-bisverblijf: weerspiegelt zich in een opnameplicht. bijkomende erkenning om de uitstroom uit de gemeenschapsinstelling De Zande te Beernem te faciliteren. erkenning als Cano-organisatie: een erkenning en een blijvende opdracht om met de moeilijkste doelgroep aan de slag te gaan en te blijven en dat op een zeer contextueeel gerichte manier.

Meer info over Begeleidingscentrum Bethanie op www.bethaniekortrijk.be



7

1.2

De inrichtende macht (d.d. 31/12/2013)

De vzw wordt geleid door de Raad van Bestuur, aangesteld door de Algemene Vergadering. 1. De Statutaire Algemene Vergadering kwam bijeen op 25 april 2013. 2. De Raad van Bestuur hield haar vergaderingen op 10 januari, 07 februari, 12 maart, 25 april, 30 mei, 5 september, 7 november en 05 december 2013.

Op 31 december 2013 was deze als volgt samengesteld: -

Mevrouw Mevrouw Mevrouw Mevrouw Mevrouw Mevrouw

Goedele Van Dorpe – De Coninck – voorzitter Katherine Vandromme – D’hulst – secretaris Anna Delfosse – Van Cauwenbergh – penningmeester Rita Hocke – Boedts Anne-Marie de Béthune – Drieskens Katrien Lannoy - Mattelaer



8

2. Jongeren en ouders 2.1 De werking van 2013 in statistieken We verwijzen tevens naar de statistieken in bijlage 1. Opmerking vooraf. Het is niet evident om de statistische gegevens zomaar te vergelijken met deze van de voorgaande jaren.

In plaats van twee afdelingen (dagcentrum en begeleidingstehuis) zijn er nu vijf modules. De flexibele norm (waarbij we zeer breed konden schakelen tussen residentieel en mobiel werken) is geformaliseerd in een gedwongen opsplitsing. We stonden voor de keuze om de criteria die we jaarlijks bekeken verder op te splitsen naar modules maar dan was er de vraag naar de relevantie van een dergelijke statistisch kleine groep. Anderzijds is er het registratiesysteem van de overheid Binc dat tijdelijk door de overheid stopgezet werd voor optimalisatie maar waar we ook op verhopen om gegevens te verzamelen volgens geijkte criteria die dan tegelijkertijd benchlearning toelaten. En tot slot heeft de overheid nieuwe criteria in het leven geroepen om meer zicht te krijgen op de werking en het aanbod vanuit de voorzieningen. Deze streefcijfers zijn een verenging van de begeleidingswerkelijkheid. Ze meten wat ze beogen te meten maar niet de totaliteit. In onze visie kunnen ze enkel een aanzet zijn tot discussie. De organisatie kende in 2013 een bezetting van 93,16 %. Dit mag als een continue volledige bezettingsgraad beschouwd worden gezien ook de noodzakelijke opnameprocedures die soms langer uitvallen dan voorheen.

De bezetting van het verblijf was quasi 100%. Tijdens de overgangsregeling in het eerste kwartaal liep de bezetting van de module verblijf op tot bijna 114 %. Dit kwam door eerdere gedane engagementen op vlak van residentiële opname. De module verblijf sloot het jaar af met quasi 100 %. Deze inspanning wordt door het enveloppedenken niet gehonoreerd. Omdat de forfaitaire subsidiëring afgerond wordt op 95 % verliezen we 5 % van de dagprijs of € 2338 op jaarbasis. De bezetting van de module dagbegeleiding rondde af op 90,52 % en die van de mobiele contextbegeleiding op 85,64 %. Dit lagere cijfer moet in verhouding gezien worden tot het overtal in de module verblijf tijdens het eerste kwartaal. De overheid wenst zicht te krijgen op de benutting van de modules en dit door te focussen op de kernfactoren van de module. Dit is geen slechte invalshoek op voorwaarde dat het geheel niet uit het oog verloren wordt. Zo wenst de overheid de benutting van de gesubsidieerde bedden in kaart te brengen. Het aantal reële overnachtingen binnen de verblijfsmodule bedroeg 57 % van het maximaal aantal overnachtingen. Daar moet onmiddellijk aan toegevoegd worden dat 30 % van de afwezigheden door overnachtingen binnen de familiale context was. Dit komt overeen met een gemiddelde van 2 overnachtingen thuis per jongere per week (inclusief feestdagen en vakantieperiodes). De overige afwezigheden (zie bijlage 1) zijn te verklaren door mobiele opbouw, een hoog aantal fugue-nachten en korte time-outs in de psychiatrie of gemeenschapsinstelling, time-outs die we zelf organiseren, externe kampen en hospitalisatie.



9

In 2013 waren er 9 officiële time-outs naar de gemeenschapsinstelling te Mol of in de psychiatrie. Ze hadden betrekking op 6 jongeren. Tijdens deze time-outs bleef de begeleiding doorlopen en verhoogde zelfs de personeelsinzet.

De reële aanwezigheidsdagen in dagbegeleiding bedroegen 68,10 % versus de maximale bezetting en 75,60 % versus de effectieve bezetting. Ook hier ligt enkel pedagogische motivatie ten grondslag. Uitgedrukt in aanwezigheidsuren voldeed de module dagbegeleiding met 119 % van het verwachtte aantal.

Belangrijker dan het cijfer op zich is dat er in de realiteit geen wijziging is met wat er de voorgaande jaren gebeurde op vlak van benutting en bezetting. Wat we deden, en nog doen, gebeurt op basis van dezelfde personeelssubsidies en werkingsmiddelen. De benuttingsgedachte creëert de perceptie dat er eigenlijk onvoldoende gebeurt. De realiteit dat er in het weekend of op feestdagen jongeren naar huis gaan hangt vast met de realiteit dat er tijdens het weekend en op feestdagen met een minimale dienstverlening gewerkt wordt. Als de benutting kunstmatig omhoog moet, dan lijkt het ons vanzelfsprekend dat ook het personeelsbestand omhoog moet.

De ondersteunende module was voor ons een nieuw gegeven. De bedoeling is dat we aan minstens 12 jongeren een minimum aantal dagdelen begeleiding aanbieden die het begeleidingsprogramma van jongeren ondersteunt. De eerste kwartalen stonden in het teken van de uitbouw van deze module, we haalden 32 % van de verwachte dagdelen. Op jaarbasis bereikten we 14 jongeren en het aanbod bedroeg, eenmaal op dreef, in de twee laatste kwartalen 106 %.

Dat de flexibiliteit, die we hoog in het vaandel dragen, bleef aanhouden, blijkt ook uit de cijfers. Op een capaciteit van 25 jongeren waren er 15 opnames hoofdzakelijk via de jeugdrechtbank: vier via het comité voor bijzondere jeugdzorg naar de module dagbegeleiding, de andere elf jongeren werden aangemeld door de jeugdrechtbank. Er waren zeven schakelmomenten tussen de modules: vier schakelmomenten vinden plaats tussen de module verblijf en de module (mobiele) contextbegeleiding.

Tot slot is er de registratie van de face-to-facecontacten binnen de contextbegeleiding. Volgens onze convenant moeten er 44 uur face-to-facecontacten plaatsvinden op weekbasis en dus 2288 op jaarbasis. Ook hier gaat de overheid van een utopische 100 % bezetting. We realiseerden 113 % van het beoogde doel.



10

2.2 Ouderwerking 2.2.1 Interne ouderwerking 2.2.1.1 Interne ouderwerking in het dagcentrum Er werden zoals georganiseerd.

gewoonlijk

een

aantal

ouderavonden

en

gezinsactiviteiten

18/02/2013: Individuele begeleiding De ouders werden uitgenodigd op een informatienamiddag over het invoeren van een vaste IB-dag. Het was even wachten op alle ouders en een aantal ouders haakten op het laatste moment nog af. Aan de hand van een powerpointvoorstelling kregen de ouders uitleg over het invoeren van een vaste dag voor de individuele begeleiding tijdens de schoolweken voor de meeste jongeren en wat hiervan de meerwaarde kan zijn. De ouders kregen een duidelijk voorbeeld te zien van de gewijzigde dagstructuur op dinsdag. Daarna werd er nog tijd gemaakt om met elke ouder de afspraken voor de individuele begeleiding concreet te maken.

09/04/2013: Paasbrunch Na een kort welkom aan de ouders en jongeren konden ze een keuze maken tussen vier workshops. Er was een aanbod ‘paasmandje’ knutselen voor de allerkleinsten, lekkerbekken konden hun hartje ophalen bij het maken van koekjes, anderen konden dan weer hun snit en naai-talenten bovenhalen en er waren ook enthousiastelingen die aan de slag gingen met snoeihout om hier een mooi bloemstuk van te maken. Tijdens de brunch heerste er een gezellige sfeer. Er werd gekeuveld en iedereen leerde elkaar wat beter kennen. Daarna kregen we ‘hoog bezoek’. De paashaas had een heleboel chocolade-eieren verstopt in de tuin. Alle enthousiaste kinderen speurden mee. Daarna werden alle gevonden eitjes eerlijk verdeeld. We konden terugblikken op een geslaagde dag en vonden het boeiend om de interacties tussen de ouders, de kinderen en de andere leden van het gezin te zien.

03/06/2013: driedaagse De ouders en jongeren werden om 17u verwelkomd in het dagcentrum. Zij namen plaats in de zetels en stoelen die waren klaargezet om naar de powerpointvoorstelling te kijken. Zij kregen uitleg over het driedaags kamp van dit jaar. Ze konden kijken naar de foto’s van vorig jaar en kregen een voorsmaakje van het kamp dit jaar. De ouders konden nog vragen stellen en kregen een kampfolder mee. Als afsluiter kon iedereen aanschuiven voor een bord spaghetti. Deze spaghetti werd door onze jongeren zelf gemaakt.

04/07/2013: onthaal jongeren na driedaagse Aangename sfeer, alle aanwezige ouders waren geïnteresseerd in de verhalen van hun zoon/dochter en konden op een positieve manier hun zoon/dochter verwelkomen. De jongeren waren enthousiast, elk op hun manier. De jongeren en ouders genoten van een deugddoend drankje en ijsje.



11

We houden dit onthaalmoment kort want de jongeren (alsook de begeleiders) zijn na zo’n grensverleggend kamp wel toe aan wat rust. Moe maar voldaan keerde iedereen huiswaarts.

27/08/2013: tuinfeest Samen met alle jongeren van de ganse vzw, ouders, broer en zussen konden we genieten van een groots tuinfeest naar aanleiding van het 85-jarig bestaan van de vzw (zie verder).

18/12/2013: winterfeest Dit jaar géén al te warme jas... géén slee... maar toch stond de winter voor de deur, werd het weer tijd om het binnen gezellig te maken en nodigden we alle jongeren samen met hun gezinnen uit voor ons 'winterfeest'. We verwelkomden onze gasten met een hapje en een drankje in de schaduw van onze kerstboom. Lieve las plechtig haar nieuwjaarsbrief voor en wenste alle gezinnen een prettig 2014 toe. Daarna zwaaiden de deuren van ons casino opnieuw open. Elk gezin werd door een enthousiaste croupier begeleid aan de speeltafel. Dit jaar konden de gezinnen 'goede voornemens' winnen. Een goede gezondheid is belangrijk maar het mocht ook wel wat méér zijn... Later op de avond wisselden we een stevige 'kerstbeat' voor wat rustigere 'jingle bells'. Iedereen kon aanschuiven aan het warme buffet. Tijdens het dessert kregen we bezoek van het kerstvrouwtje die ieder kind verraste met een leuk geschenk. Ook de jongeren hadden een geschenk -een zelfgemaakte sleutelhanger- om aan hun ouders te geven. Dit winterfeest was een fijne, sfeervolle avond voor onze jongeren en hun gezinnen. We hebben genoten!

2.2.1.2 Interne ouderwerking in Begeleidingstehuis Ook dit jaar werd de traditie van een aantal contextavonden met de jongeren en hun context aangehouden. Opzet blijft nog steeds om mensen tot bij ons te krijgen en op die manier te werken aan verbondenheid tussen jongeren en hun gezin en de verbondenheid tussen ons begeleidingscentrum en de gezinnen. Ook de jongeren in mobiele contextbegeleiding en CBAW worden hierop uitgenodigd samen met hun context. We ondervinden dat veel jongeren vanuit mobiele begeleiding op deze uitnodiging ingaan.

Woensdagavond 30 januari ’14 : de jaarlijkse nieuwjaarsreceptie. Ouders en jongeren aan het werk. Er werden 3 schilderijen gemaakt over gevoelens. We startten met een rondje. Aan de hand van een insteek van de begeleider en met heel wat beschikbaar materiaal werd in 3 groepjes een kunstwerk gemaakt dat daarna in de leefgroep opgehangen werd. De resultaten van dit uurtje werken in een klein groepje mochten gezien zijn en er waren beslist ouders die zich heel graag van hun artistieke kant lieten zien.



12

Daarna was er tijd voor een gezellige maaltijd. Hesperolletjes met witloof of prei en pureepatatjes. Een maaltijd door de begeleiders gemaakt die door iedereen warm onthaald werd.

27/08/2013: tuinfeest Samen met alle jongeren van de ganse vzw, ouders, broer en zussen konden we genieten van een groots tuinfeest naar aanleiding van het 85-jarig bestaan van de vzw (zie verder).

2.2.2 Externe ouderwerking Naast het verhogen van de individuele betrokkenheid van de ouders in onze dagelijkse werking willen we ook stilstaan bij meer gemeenschappelijke thema’s. Er is ons engagement in de regionale ontmoetingsgroep De Treffer en in het Overkoepelend Overleg Oudergroepen. (O.O.G.) Zowel de ouders vanuit ons dagcentrum als vanuit ons begeleidingstehuis worden uitgenodigd en gemotiveerd tot deelname.

2.2.2.1 Ontmoetingsgroep De Treffer Drie ouders (één lopende en twee afgesloten begeleidingen) werden vanuit ons dagcentrum geïntroduceerd in de ontmoetingsgroep en blijven volwaardig lid. In de rand vermelden we dat de ontmoetingsgroep stoelt op ouderparticipatie. Het vastleggen van thema’s gebeurt dan ook steeds in onderling overleg en samenspraak. De bijeenkomsten van De Treffer werden als volgt ingevuld.

22/01/2013: nieuwjaarsbijeenkomst (Locatie: Hof van de Heerlijkheid – Heule) Iedereen bracht zijn/haar nieuwjaarswens. Hapjes en drankjes werden verzorgd door een paar ouders samen met een begeleidster. De data en activiteiten voor de bijeenkomsten in 2013 werden voorgesteld. Daarnaast werd gebrainstormd rond de feestviering van Martine die als één van de pioniers van de oudergroep afscheid neemt van de groep om meer tijd te kunnen spenderen aan haar kleinkinderen en zo veel meer. 12/03/2013: creatieve avond (Locatie: dagcentrum De Horizon – Kortrijk) We haalden onze creatieve talenten naar boven en maakten een verrassend geschenk voor Martine. Martine is medestichter van de oudergroep en neemt in mei afscheid van de groep. Dit en ook haar verjaardag kunnen en willen we niet zomaar voorbij laten gaan. 16/05/2013: feestviering Martine (Locatie: Centrum Jongeren- en Gezinsbegeleiding – Kortrijk) We starten de avond met onze allerbeste wensen, gevolgd door een muzikale en ontspannende verrassing verzorgd door een sjamaan met zijn klankschalen. Aansluitend was er een receptie.



13

18/06/2013: vreemde keuken (Locatie: Hof van de Heerlijkheid – Heule) We werden deze avond ingewijd in de Marokkaanse keuken en konden erna smullen van een lekkere maaltijd bereid in de tajine. 17/09/2013: “De nieuwe autoriteit – een zoektocht naar opvoeden” (Locatie: dagcentrum De Horizon – Kortrijk) Als insteek namen we het boek “De nieuwe autoriteit: samen werken aan een krachtige opvoedingsstijl thuis, op school en in de samenleving” geschreven door Haim Omer. Er werden een aantal stellingen uit het boek naar voor gebracht die in groep bediscussieerd werden. Een leerrijke en boeiende avond! We evalueerden nog even kort het lopende werkjaar en zochten naar nieuwe thema’s voor 2014. 26/11/2013: Rots en Water We konden vorig jaar reeds proeven van een avondje Rots en Water, een methodiek die gebruikt wordt om je weerbaarheid te verhogen: omgaan met moeilijke situaties, keuzes maken, zelfbeheersing, zelfvertrouwen, zelfreflectie. Op vraag van de oudergroep werd nogmaals beroep gedaan op de collega’s van Cohesie, die ons aan de lijve zouden laten ervaren wat deze training inhoudt. Door een samenloop van omstandigheden bij heel wat leden kon deze bijeenkomst echter niet doorgaan.

“De Treffer” is tevens de naam van het tijdschrift dat door ouders en hulpverleners van de ontmoetingsgroep wordt geschreven. De redactie berust bij de pedagogisch coördinator van dagcentrum De Horizon.

2.2.2.2 Overkoepelend Overleg ouderGroepen (OOG) De groep komt jaarlijks een vier- à zestal keren samen en heeft een tweeledig doel : -

De redactie van tijdschrift Schouders (=tijdschrift voor ouders door ouders) Uitwisseling van informatie en thema’s binnen de verschillende oudergroepen

De bijeenkomsten vonden plaats op 14/01/2013, 25/03/2013, 06/05/2013, 24/06/2013, 09/09/2013 en 25/11/2013 Het tijdschrift Schouders verscheen in: -

maart 2013: “Bijzondere jeugdzorg en Geestelijke Gezondheidszorg” juni 2013: “Bijzondere jeugdzorg: bekijk het eens anders’” november 2013: “Bijzondere jeugdzorg: anders bekeken!”

De pedagogisch coördinator van het dagcentrum is actief lid van deze overleggroep.



14

2.3 Brochures en website Om onze jongeren en ouders zo goed mogelijk te informeren omtrent onze werking ter voorbereiding van een eventuele opname of doorheen de begeleiding werden doorheen de jaren een aantal brochures ontwikkeld. In 2013 kwam er een nieuwe kleurenfolder die beknopt de organisatie beschrijft volgens de realiteit van de integrale jeugdhulp. Onze andere folders zijn beschikbaar maar moeten nog geupdate worden naar de correcte terminologie. Verblijf Onthaalbrochure. Vrije tijd buitenshuis in Bethanie. TCK. Mobiele contextbegeleiding Ambulante begeleiding. BZW. Binnenstebuiten – ondersteunende begeleiding Brochure voor samenwerkingspartners. Brochure voor jongeren. Brochures voor ouders met kinderen in verblijfsmodule of in mobiele contextbegeleiding Brochure voor ouders. Financiële brochure voor ouders en jongeren. Dagbegeleiding Onthaalbrochure voor gezinnen. Infobrochure competentietraining. Onze regels en afspraken. In 2013 werd onze website, www.bethaniekortrijk.be, volledig herzien. Inhoudelijk gebeurde er een volledige afstemming op het nieuwe hulpverleningslandschap dat gewijzigd zal worden door de integrale jeugdhulp vanaf 2014.

2.4 Samenwerking met verwijzers In 2013 waren de belangrijkste verwijzers het comité voor bijzondere jeugdzorg te Kortrijk en de Jeugdrechtbank te Kortrijk (zie bijlage 1). Ook de rechtbank van Ieper en Veurne deden een beroep op ons aanbod. Voor de verwijzers in de vrijwillige hulpverlening, was 2013 een moeilijk jaar daar dit het laatste jaar in hun huidige constellatie was: vanaf 2014 worden de bureau’s opgeheven, de bemiddelingscommissies zullen stoppen en ook de sociale dienst zal er mee ophouden. Er was heel wat onzekerheid omtrent de verdere tewerkstelling en dit leidde tot veel personeelswissel. We willen in ieder geval iedereen danken voor de positieve samenwerking en zullen in 2014 menig consulent in een andere rol weer ontmoeten.



15

De jeugdrechtbank nam in 2013 75 % van de plaatsingen in Bethanie voor haar rekening. De jeugdrechtbank is eerder beperkt gevat in de integrale jeugdhulp. Om verwijzers beknopt te informeren omtrent onze werking werd de werking inhoudelijk gemoduleerd binnen de moduledatabank. Voor meer informatie verwijzen we naar onze vernieuwde algemene folder (2013) en naar onze website www.bethaniekortrijk.be. Desgevallend kan men ook de brochures voor cliënten opvragen.



16

3. Thema’s binnen de werking in 2013 3.1 Nieuwe uitdagingen in 2013 3.1.1 Het eerste jaar binnen het Experimenteel Modulair Kader Sedert 1 januari ’13 zijn we binnen het modulair kader erkend als een organisatie binnen de Bijzondere jeugdzorg die volgende modules aanbiedt : -

10 modules verblijf +13-jarige meisjes, 1bis 10 modules dagbegeleiding in groep 11 modules contextbegeleiding basisintensiteit 6 modules contextbegeleiding middenintensiteit 5 modules contextbegeleiding hoge intensiteit 3 modules contextbegeleiding ifv autonoom wonen 1 module ondersteunende begeleiding 1 module crisisopvang voor interne jongeren

Aangezien het EMK pas in de eerste helft van 2012 voor het eerst ter sprake kwam, kon er op 1 januari van een blitzstart gesproken worden. Ondanks het strakke tempo juichen we de wijziging toe en dit om drie redenen: - Vooreerst is het een zeer belangrijke stap in de realisatie van onze belangrijkste inhoudelijke langetermijndoelstelling van de afgelopen jaren. We ijveren voor een breed aanbod naar ons doelpubliek met een grote samenwerking tussen onze afdelingen, waarbij cliënten naadloos kunnen schakelen. We delen de duidelijke profilering van de contextbegeleiding ook al beseffen we dat periodieke ondersteuning door een ambulant of verblijfsaanbod niet weg te cijferen is. - Ten tweede heeft het ons toegelaten om onze CANO-erkenning vorm te geven: onze realiteit van mobiele begeleidingen kreeg een volwaardig statuut (zonder die erkenning hadden we aan flexibiliteit moeten inleveren) en dit gold ook voor de uitbouw van ondersteunende begeleiding. - Tot slot betekende het EMK ook de start van een enveloppefinanciering die we toejuichen. De enveloppefinanciering vergroot onze financiële beweeglijkheid, laat ons toe om zelf accenten te leggen in onze werking. De omschakeling van een reguliere subsidiering naar een enveloppefinanciering verliep in onze organisatie budgetneutraal. Samengaand met het EMK probeerde de overheid ook criteria te bepalen om de werking van een organisatie te meten. Dit was en is geen sinecure. Fixatie op één punt staat gelijk met verenging en riskeert een verkeerde realiteit weer te geven. Zo is de telling van het aantal overnachtingen binnen de module verblijf in de organisatie een nieuw criterium. De vraag is dan: is een hoog aantal overnachtingen positief te noemen (het gaat immers om een verblijfsmodule) of moeten we dit als negatief percipiëren (de opdracht van de overheid luidt immers om meer contextueel te gaan werken). Moet de hulpverlener stimuleren en begeleiden naar reïntegratie in het gezin, een alternatieve gezinscontext, deelname aan jeugdkampen (met minder overnachtingen tot gevolg) of juist afhoudend zijn naar overnachtingen buitenshuis, om positief te scoren.



17

Moeten we in een opnamebeleid aansturen op jongeren met zo weinig mogelijk perspectief of ons focussen op de jongste leeftijden (waar de bezorgdheid om een goede zorgomgeving bij overnachtingen scherper is) om goed te scoren. En wat is de verantwoordelijkheid dan van een organisatie die in de feiten maar in zeer beperkte mate mee beslist wie in een verblijfsmodule terechtkomt en tot hoelang die verblijfsmodule aanhoudt? Immers, de jeugdrechtbank is verantwoordelijk voor drie vierden van de plaatsingen binnen onze organisatie. Als de overheid woord houdt en zich beperkt tot het zoeken naar ijkpunten binnen een individuele organisatie kan dit een goed criterium zijn. Maar het risico is zeer groot dat de cijfers verengd worden tot benchmarking (ipv –learning) en gepaard gaan met waarde-oordelen. Hetzelfde geldt voor de registratie van face-to-facecontacten om een oordeel te vormen over de inzet inzake contextbegeleiding. Ook hier is de vraag welk waardeoordeel hier op termijn zal aan vasthangen. - Het is niet objectief te omschrijven wat de definitie van een zinvol face-to-facecontact is. Eenieder geeft er een eigen interpretatie aan. Bovendien is elk contact gerelateerd aan een startsituatie: bij gezinnen die al gespreksbereid zijn of een ruimere context hebben kunnen gemakkelijker face-to-face contacten gerealiseerd worden. - Face-to-face houdt de noodzaak in van een tweerichtingsverkeer. Als de ander “de andere kant opkijkt” is er geen face-to-face. Naast de confronterende face-to-face invalshoek zijn er tal van andere momenten die bijdragen aan de contextbegeleiding: telefoons, ouderavonden, gewoon feest houden (om een niet coöpererende ouder over de drempel te krijgen). Het aspect van relatie-opbouw is niet te onderschatten. - Zelfs als het verwachte aantal face-to-face contacten bereikt wordt, is dit geen garantie op goed werken. Wie in totaliteit drie uur preekt tegen een jongere scoort hoger dan iemand die gedurende anderhalf uur een participatief gesprek voert, ook al zal dit tweede gesprek wellicht effectiever van aard zijn. - Ten slotte is er ook het element aanklampendheid die onze werking binnen de bijzondere jeugdzorg kenmerkt: veelvuldige telefoons om ouders betrokken te houden, sms’en, skypen, niet opgeven als een ouder niet opdaagt of als we ondanks afspraak een gesloten deur vinden, werken aan kleine succeservaringen,… Dit is niet terug te vinden in dergelijke registraties.

We onderschrijven het belang van verantwoording van de middelen t.a.v. de maatschappij maar zien meer heil in een kwalitatieve audit door de zorginspectie op basis van een aantal kwaliteitscriteria dan in een kwantitatieve registratie waarbij kwaliteitswerking ondergeschikt wordt aan concrete streefcijfers. Het EMK is, zoals de afkorting duidt, nog steeds in een experimenteel stadium. We hopen dat de bezorgdheden van de sector meegenomen worden naar een definitief modulair kader.



18

3.1.2 Werkgroep Dynamo Op 21/06/2012 startte de werkgroep DYNAMO. Met DYNAMO wilden we een blauwdruk maken van een hernieuwde werking, waarin de werking van het dagcentrum en het begeleidingstehuis meer geïntegreerd verliep en er naadloos geschakeld kon worden binnen ons aanbod wanneer dit wenselijk was. In 2013 werd dit proces uitgebreid naar de volledige medewerkersploeg. Dit gebeurde enerzijds door een inhoudelijke afstemming te maken in visie. Op een vormingsdag werd de volledige ploeg ondergedompeld in de positieve heroriëntering (zie 3.1.4.) In het najaar kwam er een primeur door de eerste visietweedaagse die doorging met overnachting op domein Hoogveld te Veldegem. Ook de administratieve en logistieke medewerkers waren de eerste dag aanwezig. In de opbouw naar meer samenwerking werden vier thema’s weerhouden om in 2014 verder uit te werken : -

het evolueren naar één contextteam voor de volledige organisatie het gezamelijk organiseren van sociale vaardigheidstraining het gezamenlijk organiseren van (een beperkt aantal) maaltijden afstemmen en samenwerken op vlak van studiebegeleiding

3.1.3 Eerste jaar CANO Op 28 november ’12 besliste de CANO–commissie unaniem om ons begeleidingscentrum het CANO-label toe te kennen. Voor ons een bevestiging voor het werk dat we intern geleverd hadden rond het gedachtengoed van CANO. 2013 was dan ook ons eerste jaar als CANO-organisatie. We hebben de erkenning met een CANO-label gevierd op de feestelijke zitting op 31 mei ’14 in het kader van het 85-jarig bestaan van onze vzw. Naast een aantal gastsprekers en een feestelijke receptie werd ons het officiële CANO-label overhandigd dat in de inkom van een organisatie opgehangen werd. Hiermee werden we ook lid van een aantal overleggroepen onder de CANO-organisaties, waaronder het overleg voor directies van CANO-organisaties, de CANO-commissie, het overleg stafmedewerkers CANO en de intervisiegroep voor contextbegeleiders. De overleggroepen komen ongeveer tweemaandelijks samen. Begin september ’13 namen we ook deel aan een waarderend onderzoek met alle CANOorganisaties. Medewerkers uit de 9 CANO-organisaties kwamen bijeen, samen met betrokken jongeren en ouders en samenwerkingspartners van de verschillende organisaties. In kleine discussiegroepjes werden ervaringen uitgewisseld en werd op zoek gegaan naar datgene wat CANO sterk maakt. Wat werkt binnen het CANO-model? Wat maakt dat een CANO-organisatie het verschil kan maken? En, hierbij aansluitend, wat kunnen uitdagingen voor CANO zijn? Dit onderzoek resulteert in 5 concrete actieplannen die in werkgroepen verder uitgewerkt zullen worden in 2014 en de daaropvolgende jaren.



19

a. De verblijfsfunctie heruitvinden: organisatorisch én inhoudelijk. We buigen ons over het residentiële verblijf in een voorziening en over alternatieve verblijfsvormen, wanneer het verblijf in een groep niet kan. b. 10 volwassenen in het netwerk. Samen met de jongere en hun ouders zoeken we in iedere begeleiding naar 10 volwassenen, niet professionelen, die mee het handelingsplan opnemen. c. De CANO-klas Nieuwe en bestaande medewerkers inwijden in de CANO-visie en expertise delen. d. Sociale media Exploreren en uitwerken van mogelijkheden in het kader van informatie en ehulp, voor jongeren, ouders, hulpverleners, partners. e. Interne en externe profilering We maken verder werk van de profilering van CANO binnen en buiten de sector. Vanuit Bethanie zullen we ons alvast engageren in een aantal van deze werkgroepen om deze actiepunten mee vorm te geven. Voor ons was dit eerste jaar CANO een boeiend jaar. De verbondenheid met de andere CANO-organisaties is inspirerend. We merken op dat we een gemeenschappelijke taal hebben. We werken met hetzelfde doelpubliek en met dezelfde drive voor de ons toevertrouwde jongeren en gezinnen. Uiteraard –en gelukkig maar– heeft iedere organisatie zijn eigen accenten en werking en net daarom is de onderlinge uitwisseling een heuse meerwaarde. Bovenal blijven we het CANO-kwaliteitslabel ook als een heuse uitdaging ervaren om onze werking verder uit te bouwen en de nieuwe wegen te verkennen.

3.1.4 Positieve heroriëntering en zorg voor herstel - Geloven in de positieve kracht van mensen ! En vooral erop focussen en er actief naar op zoek gaan. - Binnen een begeleiding actief op zoek gaan naar de krachten bij mensen en op die manier de verantwoordelijkheden voor hun situatie terug geven. - Zorg voor verbondenheid en aandacht geven aan die verbinding. - Aandacht voor herstel bij breuken en conflicten. Niet alleen sanctioneren maar ook stilstaan bij de emoties omtrent het gebeurde. De visie van de positieve heroriëntering willen we verder verankeren in onze organisatie. We gingen er in 2013 verder mee aan de slag. Binnen het team contextbegeleiders namen opnieuw 3 mensen deel aan de opleiding positieve heroriëntering. Het is ons streven om alle mensen uit het contextteam op te leiden tot procesbegeleider in de positieve heroriëntering.



20

Daarnaast waren we op zoek naar een manier om de visie ook verder uit te dragen naar de volledige begeleidersgroep. Positieve heroriëntering is immers meer dan een methodiek van (context)begeleiding. Het is een visie die we willen uitdragen, een geloof in mensen en krachten van mensen die we willen uitstralen binnen onze volledige werking. Als we hier echt voor willen gaan, moeten we alle begeleiders hierin mee krijgen. We gingen in zee met Ligand voor een teamdag positieve heroriëntering voor alle begeleiders van het begeleidingscentrum. Een dag van ‘kennismaken met’ en een klein beetje verdieping… Het was een inspirerende dag die een grote stap vooruit betekende in het denken en praten in een gemeenschappelijke taal. Tegelijk kwam de feedback dat één dag kort was, misschien te kort, en dat hierin ook een uitdaging ligt om verder te blijven zoeken hoe we medewerkers kunnen blijven inspireren.

3.1.5 85 jaar-Bethanie We vierden het 85 jarig bestaan van onze vzw. Meer informatie over die geschiedenis vind je op onze website www.bethaniekortrijk.be. Het feestgebeuren zorgde voor een dynamiek die voelbaar was bij raad van bestuur, medewerkers en cliënten. Voorafgaand werden de jongeren betrokken in het maken van een kunstwerk, waarbij kunstenaar Joeri Stubbe uit Zaffelare de leiding nam. Er werd een videoclip opgenomen met de Kortrijkse hiphopband Rijmtechniekers. Er ontstond een samenbracht.

gelegenheidsgroep,

‘de

Bethanie-band’,

die

muzikale

collega’s

Op 31 mei was er een feestzitting in de Budascoop te Kortrijk. Een kleine evocatie van onze geschiedenis en daarna twee centrale thema’s. Eerst toelichting bij de Canowerking in Vlaanderen door Luc Deneffe, voorzitter van Cano-Vlaanderen en daarna stelde kinderen jeugdpsychiater dr. Belo Mussche haar project jeugdpsychiater@huis voor. De recente samenwerking met dit project was voor ons immers een ware ontdekking : een psychiater die de professionaliteit van de jeugdhulpvoorzieningen erkent en zich zelf naar de cliënten toe begeeft. Samen-werking in zijn meest letterlijke vorm. Met de uitreiking van het Cano-label door administrateur-generaal van het Agentschap Joongerenwelzijn Stefaan Van Mulders was dit meteen de officiële en publieke start van onze Cano-werking. En uiteraard kreeg ook de Bethanieband zijn plaats in het feestprogramma. Tot slot van de namiddag bracht de directeur van Bethanie een kritische noot bij de uitdagingen van de organisatie en bij uitbreiding de sector. In augustus ging er dan een tuinfeest door voor al onze jongeren, hun gezin en andere contextfiguren, de medewerkers, de bestuurders. Met een springkasteel, een suikerspin, een visjeskraam, een parcours met volksspelen, een touwtrekwedstrijd, een stukje taart, een tombola … werd een aangename en feestelijke sfeer gecreëerd. En de zon was van de partij.



21

3.1.6 Intersectorale Prioritaire Hulpvragen (IPH) We kregen in 2013 vanuit het intersectoraal regionaal overleg voor de eerste maal de vraag om een jongere te begeleiden met een prioritaire hulpvraag. Vanuit dit overleg worden extra middelen ingezet voor de begeleiding van complexe problematieken bij jongeren. De begeleiding is tevens sterk gestoeld op intersectorale samenwerking. Concreet betrof het de heropname van een jongere die reeds bij ons verbleven had. Vanuit de gesloten gemeenschapsinstelling De Zande werd een aanvraag voor een IPHdossier ingediend. Wij gingen, samen met een aantal partners in de regio, in zee om de begeleiding terug op te starten. Er werd een handelingsplan opgemaakt dat aantoont welke extra ondersteuning binnen deze begeleiding ingezet zal worden en welke extra middelen hiervoor nodig zijn. We kozen ervoor om met verschillende partners samen te werken en de extra middelen vooral in te zetten op extra personeel (een begeleider die extra uren ingezet kon worden voor de individuele begeleiding van de jongere.) Daarnaast werd vooral ingezet op extra middelen op vlak van dagbesteding. Het was en is een moeilijke zoektocht, bij momenten soms turbulent, maar de aanklampendheid van onszelf en de verschillende partners is sprekend in deze zoektocht.

3.2 Verbeterprojecten- en Werkgroepen 3.2.1 Op vzw-niveau Werkgroep dossier Reeds geruime tijd opteren we ervoor om ons duidelijker te profileren als één organisatie (we verwijzen o.m. naar een gemeenschappelijke infofolder van de vzw, één kwaliteitshandboek, één personeelsvergadering, …). Op vzw-niveau werden doorheen de laatste jaren reeds heel wat inspanningen geleverd om onderling meer af te stemmen op elkaar ( stafvergaderingen, personeelsvergaderingen, journaal, presa, …). Er werden heel wat werkgroepen, verbeterprojecten en overlegmomenten georganiseerd op vzw-niveau, waarbij de werknemers vanuit de verschillende werkvormen en vanuit verschillende functies werden bijeengebracht. Ondertussen werd ons begeleidingscentrum erkend als een organisatie voor bijzondere jeugdzorg inzake het EMK. Dit betekent o.m. dat we een multifunctionele organisatie zijn en intern kunnen schakelen tussen verschillende modules. Intern schakelen houdt in dat (bij voorkeur) de contextbegeleider de constante blijft binnen het begeleidingstraject (dus doorheen eventuele verschillende modules binnen de vzw). De weg naar één contextteam op vzw-niveau werd hierdoor geopend. In concreto betekent dit dat de contextbegeleiders in de toekomst jongeren/dossiers zullen begeleiden uit de diverse modules binnen de vzw. De prioritaire opdrachten van een contextbegeleider zijn enerzijds de inhoudelijk, pedagogische begeleiding in se, anderzijds de registraties en verslaggeving.



22

Uit zorg voor onze medewerkers en met de focus op efficiënt werken opteerden we ervoor om de contextbegeleiders actief te laten participeren aan het denkproces om te komen tot éénzelfde officiële verslaggeving op vzw-niveau en dit chronologisch te behandelen (handelingsplan, evolutieverslag, …). Vandaar het bijeenroepen van de werkgroep dossier, bestaande uit de directie, de pedagogisch coördinatoren en een delegatie contextbegeleiders. In de voorbereiding werden de sterktes en zwaktes geïnventariseerd van de bestaande verslaggeving uit de verschillende geledingen. De pedagogisch coördinatoren hebben deze samen met de wettelijke en decretale bepalingen en andere wetgeving (cfr. wet op privacy, DRPM, …) meegenomen in een voorontwerp dat werd voorgelegd aan de werkgroep. Dit voorontwerp is een samensmelting van alle positieve elementen die we alvast wensten te behouden, maar ter discussie lag en voor wijzigingen/aanvullingen vatbaar was. De werkgroep kwam in 2013 twee maal bijeen. In augustus stond het handelingsplan op de agenda met hieraan gekoppeld een experimenteerfase. In september was er een evaluatie en bijsturing van het handelingsplan en werd het evolutieverslag herwerkt. Niet alleen de layout werd telkens aangepast maar er was een kruisbestuiving tussen de contextbegeleiders uit de vershillende modules rond inhoudelijke thema’s. Het overlegplatform was een moment van ontmoeting (elkaars concrete werking en achterliggend gedachtengoed/visie beter leren kennen binnen een positieve en constructieve sfeer) alsook een verrijking (elkaar versterken en gezamenlijk streven naar iets kwalitatief beter). Ondertussen is deze officiële verslaggeving geïmplementeerd op vzw-niveau.

Verbeterproject : Evalueren van de begeleiding van school en werk adhv het PROZA-model In het kader van de continue verbetering en bijsturing van de hulp- en dienstverlening worden de verschillende aspecten van kwaliteitszorg aan de hand van het PROZA-model geëvalueerd. Zoals afgesproken binnen de kwaliteitsplanning werd in 2012 het thema ‘begeleiden van school en werk’ geëvalueerd adhv het PROZA-model. In 2013 stond geen nieuwe zelfevaluatie op de agenda. We wilden in eerste instantie aan de slag gaan met de verbeterpunten die uit de bevraging van 2012 naar voor kwamen. In het dagcentrum resulteerde dit in 2013 in een werkgroep studiebegeleiding (zie verder). In het begeleidingstehuis werd op niveau van de individuele jongere nagedacht over de manier waarop het studie-uur zinvol ingevuld kan worden, ook bij die jongeren die geen studie of huistaken hebben vanuit school. De kwaliteitswerkgroep De documentenmap is voortdurend in beweging. Ook in 2013 werden opnieuw een aantal documenten geüpdated en nieuwe documenten geïntegreerd in de documentenmap en werd de organisatie van de documentenmap lichtjes gewijzigd om overzichtelijker te kunnen werken.



23

3.2.2 Op niveau van het dagcentrum Werkgroep studiebegeleiding De studiebegeleiding vervult een prominente rol binnen de werking van de module dagbegeleiding. We rekenen het tot onze opdracht om een persoonsgerichte en een contextgerichte studiebegeleiding te organiseren op maat van elke jongere. Er werd diep nagedacht over een systeem waarbij elke jongere verschillende fasen doorloopt op eigen tempo. Het systeem is niet van toepassing bij de kinderen uit de lagere school en bij jongeren waarbij vanuit de school geen school- of studeerwerk wordt meegegeven. Deze manier van werken, heeft als doel de jongeren een aantal schoolse vaardigheden/competenties aan te leren met als einddoel hen optimaal voor te bereiden op de studie binnen de context en/of het zelfstandig studeren. We opteren voor een gedeelde verantwoordelijkheid van de jongere, de context en de Horizon. De jongere en de context worden betrokken door een hoge mate van inspraak. Het blijft wel belangrijk om de studiebegeleiding te kaderen binnen de problematiek, de hulpvraag, de noden en de begeleidingsdoelstellingen. Naast het uitwerken van het concept werd bekeken hoe we dit dagelijks samen met de jongere kunnen evalueren, op welke manier hierrond kan gecommuniceerd worden met de ouders (om hun betrokkenheid te verhogen), hoe we het systeem aantrekkelijk kunnen maken voor onze jongeren, hoe we kunnen schakelen van het huidig naar het nieuw systeem. We besloten dat het systeem begin 2014 geïmplementeerd kan worden binnen de dagelijkse werking.

Werkgroep individuele begeleiding De werkgroep focuste tijdens de voorbije jaren vooral op het zoeken en experimenteren met andere methodieken (dan het verbaal gesprek) binnen de individuele begeleiding van de jongeren. In 2013 gingen we de uitdaging aan om te zoeken op welke manier een vast IB-moment voor elke jongere binnen de dagelijkse werking kan gerealiseerd worden. Een vast tijdstip biedt meer duidelijkheid en garanties voor de jongere en garandeert de individuele begeleider om exclusief met de toegewezen jongere te kunnen bezig zijn zonder verantwoordelijkheden naar de groep toe te moeten dragen. Hiermee werd ook letterlijk de poort geopend om de IB’s meer of gemakkelijker buiten het dagcentrum te laten doorgaan. In een eerste fase richtten we ons op een vast IB-moment tijdens de schoolvakanties: er werd stilgestaan bij mogelijke organisatorische knelpunten en hoe deze konden aangepakt worden. De uurroosters van de begeleiders werden in onderlinge samenspraak aangepast en er werd een contactavond georganiseerd om ahv een powerpointvoorstelling de jongeren en de ouders te informeren over de wijzigingen binnen de dagelijkse werking. Dit werd door allen positief onthaald. Tijdens de experimenteerfase merkten we dat dit zeer vlot verliep en de jongeren ook heel enthousiast waren. Er werd regelmatig geëvalueerd en bijsturing was nauwelijks nodig. Zo konden we in een tweede fase bekijken op welke manier we dit ook binnen de schoolvakanties konden waar maken. Er kwam veel denken zoekwerk aan te pas maar uiteindelijk slaagden we erin om een systeem uit te werken, te experimenteren en dit alles te communiceren met de jongeren en de ouders. We besluiten dat het een zeer langdurig proces was enerzijds omwille van de uitval van personeel uit de werkgroep anderzijds omwille van de veelheid aan organisatorische knelpunten.



24

3.2.3 Op niveau van het begeleidingstehuis Werkgroep studio-wonen Reeds in 2012 werd een aanzet gegeven tot het herwerken van onze TCKwerking en werden een aantal krachtlijnen op papier gezet voor de verdere uitwerking van dit nieuwe concept: We willen jongeren begeleiden vanuit een individuele studio en het aanbod aanpassen op maat van de jongere. Dit betekent dat de begeleiding die iedere jongere krijgt onderling sterk kan verschillen. Met het oog op aanklampend werken en een duidelijke focus op dagbesteding worden een aantal zorgfuncties omtrent budgetteren terug door ons overgenomen. Bovendien kiezen we er ook voor om het aantal studio’s uit te breiden en de leefgroep kleiner te maken.

Dit betekende een herwerking en verfrissing van onze TCK-werking. Sinds 2013 spreken we niet meer van TCK-begeleiding maar van ‘studio-wonen’. Er werd een werkgroepje gevormd die een groot stuk van het jaar ongeveer tweewekelijks samen kwam en de vernieuwde werking op papier voorbereidde.

-

We kozen ervoor om de overstap naar een studio niet meer te linken aan de leeftijd van 16,5 jaar. In principe kan elke jongere die bij ons verblijft de overstap maken naar een studio ongeacht de leeftijd indien dit aangewezen is in haar traject. De mogelijkheid tot een individuele benadering primeert dan op de leeftijd van de jongere.

-

Er worden wekelijks individuele weekoverzichten gemaakt met de jongeren waarin hun planning van de week staat: daginvulling? Afspraken? Kookmomenten? Individuele gesprekken? Te nemen vrije uren? Planning kuis studio? We streven er naar, meer als vroeger, de inspraak van de jongeren hierin mee te nemen.

-

We pasten het systeem van leefgeld aan. De voorziening betaalt terug zelf een aantal kosten en neemt dus terug meer zorg op. Daarnaast krijgen de jongeren wekelijks voedingsgeld en kunnen ze niet-voedingsgeld verdienen op basis van de aanwezigheid op hun daginvulling de week voordien.

-

We streven ernaar om de nabijheid van de begeleiders te verhogen op studiowonen. Hiervoor werden nieuwe afspraken gemaakt bij de invulling van de uurrooster. De opvolging van de jongeren op studio is niet meer gelinkt aan twee begeleiders maar wel aan diensten.

-

De strikte scheiding tussen leefgroep en TCK is een stuk opgeheven. De invoering van een rookverbod op de studio’s heeft dit mede in de hand gewerkt omdat de jongeren van op studio nu ook naar de tuin komen om te roken. Daarnaast vinden we het belangrijk dat iedereen, ook de jongeren op studio, deel kunnen nemen aan een onthaalmoment in de leefgroep.

-

Er is ook een gezamenlijk activiteitenaanbod (avondactiviteit, daguitstappen en activiteiten in de vakanties, meerdaagse uitstappen) voor alle jongeren die in de voorziening verblijven, ongeacht hun begeleidingsvorm.



25

-

Tijdens het weekend sluiten de aanwezige jongeren vanuit studiowonen ook aan in de leefgroep.

Werkgroep Middelengebruik ‘Naar een vernieuwd beleid omtrent drug- en middelenmisbruik.’ Een nieuw beleid rond drug- en middelenmisbruik! We waren er in 2011 reeds intensief mee bezig en verzamelden toen heel wat materiaal op vlak van preventie en begeleiding. De begeleiding van onze jongeren noopt ons tot nadenken over doelen en strategieën omtrent de aanpak van drugproblemen bij onze jongeren. Steeds meer jongeren zijn hier op dit vlak matig of sterk mee bezig. Gaandeweg is onze expertise hierrond gegroeid, onze visie een stuk veranderd. De nood aan een nieuwe visietekst die al deze opvattingen samenbrengt blijft bestaan. We hadden het voornemen om dit in 2013 opnieuw duidelijk op papier te zetten. Eind november ’13 kwam een vernieuwd werkgroepje voor de eerste maal samen en er werd een agenda gemaakt voor de werkgroep drugs in 2014. Dit wordt meegenomen naar de planning van volgend jaar.



26

3.3 Interne denkdagen 3.3.1 Dagcentrum

Op 22 januari 2013 werd in samenwerking met Ligand vorming rond positieve heroriëntering georganiseerd voor de beide begeleidingsteams op vzw-niveau. In oktober 2013 gingen we met de voltallige personeelsploeg op visie tweedaagse. Gezien de impact hiervan op de uurroosters waren er slechts twee interne denkdagen. Op 19 maart 2013 werd in een eerste dagdeel gezocht naar mogelijkheden om ook tijdens de schoolvakanties een “vast” individueel begeleidingsmoment mogelijk te maken. Verschillende voorstellen werden op tafel gelegd en er werd besloten om één concept verder uit te werken. In het tweede dagdeel kregen we theoretische achtergronden en praktijkillustraties over het werken met pro-actieve cirkels en hoe deze kunnen bijdragen tot een positief en veilig basisklimaat in de groep. Op 10 september 2013 werd grondig stilgestaan bij een nieuw concept voor de studiebegeleiding met focus op het zelfstandig leren studeren en het contextgericht werken. Om toch voldoende aandacht te kunnen besteden aan het bespreken van inhoudelijke thema’s worden de teamvergaderingen tijdens de schoolweken als volgt georganiseerd. In week 1 is er een grondige bespreking van de jongeren en hun context (alle jongeren komen aan bod) en kunnen enkel nog dringende zaken of een aantal kleine variapunten besproken worden. In week 2 worden de jongeren kort overlopen (enkel dringende zaken of belangrijke info komen aan bod) en is er ruimte om andere pedagogische thema’s inhoudelijk te verdiepen. Een greep uit de thema’s die in 2013 aan bod kwamen: uitwerken van een nieuw concept binnen de studiebegeleiding, transfer van informatie vanuit externe vorming of deelname aan externe overlegkanalen, interne en externe ouderwerking, interne registraties, terugkoppeling vanuit diverse werkgroepen/ verbeterprojecten, … Binnen de overlegvergaderingen met de groepsbegeleiders wordt vooral gefocust op het plannen van activiteiten, jongerenvergaderingen, groepsaangelegenheden zoals de tafelmomenten edm.

3.3.2 Begeleidingstehuis Het voorbije jaar werd heel hard gewerkt aan ons nieuw concept van studio-wonen. Een nieuwe visie op studio-wonen en nieuwe systemen ontstonden, gestoeld op deze nieuwe visie. Om het werk van de werkgroep uit te dragen naar alle begeleiders werden hierrond 2 denkdagen georganiseerd. 26 februari ’13: Denkdag studio-wonen : voorstelling nieuw concept. De werkgroep studio-wonen bracht verslag uit van de nieuwe systemen die uitgewerkt werden: het nieuwe financiële systeem, een aanpassing van vrijetijdssystemen, de voorstelling van nieuwe formulieren die gebruikt werden. Een dag met heel veel informatie. Tegelijk kwamen ook nog heel wat vragen en onduidelijkheden naar boven. Een boeiende denkdag met veel discussie en ‘huiswerk’ voor de werkgroep studio-wonen.



27

30 april ’13 : Denkdag rond studio-wonen Na de eerste denkdag bleek dat we nog te weinig stilgestaan hadden met het ganse team bij de visie-ontwikkeling rond studio-wonen. De eigenheid van het studio-wonen ligt heel sterk in het aspect van alleen wonen op een kleine studio. Veel discussies gaan in de richting van het zoeken van een evenwicht tussen sturing en zelfbepaling van de jongeren. Wat bepaal je als begeleider? Wat volg je op? En waar geef je de experimenteerruimte die deze jongeren zo hard nodig hebben? Op dez e denkdag gingen we uitgebreid in op verdere visie-ontwikkeling. Aan de hand van een aantal stellingen en situaties probeerden we onze visie te verhelderen.

3.4 Binnenstebuiten, een nieuw project omtrent dagbesteding Eind 2012 hadden we een idee, een concepttekst met een duidelijke motivatie waarom we dit wilden, een goedgekeurde ondersteunende module, een paar gedreven pioniers voor BinnensteBuiten en vooral veel goesting om dit project uit de grond te stampen. Eind 2013 kunnen we met trots een volwaardige visietekst en een jaar vol BinnensteBuiten-ervaringen voorstellen. Toegegeven, het was een jaar met zoeken naar de juiste aanpak, timmeren aan het concept en hier en daar wat leergeld betalen. Maar momenteel durven we spreken van een goed draaiende module BinnensteBuiten. In wat volgt willen we graag voorstellen wat de visie van BinnensteBuiten is en wat de belangrijkste accenten in onze werking zijn.

BinnensteBuiten We worden in onze werking steeds meer geconfronteerd met schoolloze jongeren die al ruimere tijd de band met school verloren zijn en voor wie schoollopen niet perspectiefbiedend is. School staat voor hen vaak gelijk met gevoelens van uitsluiting, falen en frustraties. Een andere groep zijn de werkloze jongeren: ze zijn schoolmoe en moeilijk reïntegreerbaar in het onderwijs. Ze profileren zich als werkzoekend, maar zijn dikwijls om diverse redenen niet klaar voor de arbeidsmarkt. De taakspanning ontbreekt; het probleemoplossend vermogen om met job- gerelateerde frustraties om te gaan, is onvoldoende ontwikkeld; accepteren dat de werktijd dagelijks de prioritaire tijdsinvulling wordt, is moeilijk. Vanuit een geloof in de krachten van de jongeren en vanuit onze taak om hen kansen te geven tot ontplooiing willen we een zinvol dagbestedingsprogramma aanbieden, waarbij we hen proberen voorbereiden op een terugkeer naar een reguliere dagbesteding (school of werk). Binnen het experimenteel modulair kader kozen we er als CANO-voorziening voor om hiertoe een ondersteunende module te organiseren. Zo ontstond begin 2013 BinnensteBuiten. De start van een turbulente zoektocht… naar een antwoord op de problematiek van de dagbesteding.



28

Het specifiek dagbestedingsaanbod van BinnensteBuiten wil zich eveneens richten op jongeren voor wie specifieke methodieken een meerwaarde kunnen betekenen in hun begeleidingsproces. Een meerdaagse activiteit met overnachting kan voor deze jongeren eveneens overwogen worden. Binnen(kant) en Buiten(kant) Tijdens de activiteiten willen we zowel de binnenkant als de buitenkant van de jongeren aanspreken. Onder binnenkant begrijpen we de zachte, emotionele kant waarbij we, via de activiteiten, een weg zoeken naar de kern van het individueel mens zijn. We willen de jongeren bewust maken van eigen gevoelens en emoties en hen taal laten vinden om dit op een constructieve manier te uiten. Ook het opbouwen van een positief zelfbeeld, het krijgen van inzicht in eigen krachten of het helder krijgen van toekomstperspectief zijn voorbeelden van doelstellingen die hieronder thuis horen. Een tocht terug naar de roots van de jongeren (eventueel met het ontmoeten van sleutelfiguren) en expressie via kunst (schilderen, maken van collage, aan de slag met foto’s, beeldhouwen, poëzie, muziek, dans, theater,…) zijn slechts enkele voorbeelden uit het palet van mogelijke activiteiten. De buitenkant verwijst naar de maatschappelijke verwachtingen waaraan jongeren zich moeten leren conformeren. Aangemelde jongeren moeten zeer jong (= bij recente meerderjarigheid) en dus vaak veel vroeger dan leeftijdsgenoten op eigen benen kunnen staan. Voldoen aan maatschappelijke verwachtingen en verplichtingen is hierbij noodzakelijk. Jongeren moeten hiertoe vaardigheden aanleren, dikwijls met slechts een beperkt klankbord of steun van oudere volwassenen. Wij beschouwen het dan ook onze taak om jongeren hierop voor te bereiden. Beoogde doelstellingen zijn onder andere het verhogen van probleemoplossend vermogen, het bijbrengen van arbeidsattitudes of het aanleren van sociale vaardigheden. Fysiek inspannende activiteiten waarbij jongeren op een gezonde manier hun grenzen verleggen, behoren tot deze groep; muurklimmen, fietsen, een wandeltocht, kajakken, … Net zoals samen ergens aan de slag gaan (de kinderboerderij, een RVT of een kinderdagverblijf) of met dieren op pad gaan. De activiteiten worden op de individuele behoeften (vertaald in doelstellingen) van de jongere afgestemd en kunnen dus bijgevolg met één jongere doorgaan. Een activiteit met meerdere jongeren is eveneens mogelijk. Daarbij zal dan eerder aan groepsgerichte doelstellingen (zoals onder andere aanleren van sociale vaardigheden, of leren nemen van verantwoordelijkheid) gewerkt worden. Indien wenselijk is ook hier een individuele toets per jongere mogelijk. BinnensteBuiten kan zowel uit een invulling voor één dagdeel als uit een te doorlopen traject bestaan. We streven naar een aanbod van vier dagen per week (maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag) waarbij er een evenwicht is tussen activiteiten gericht op de buitenkant en activiteiten gericht op de binnenkant.



29

Reflectie We geloven erin dat jongeren al doende leren. Om hen echter bewust te maken van eigen krachten, kwaliteiten en/ of vaardigheden en met het oog op transfer naar andere (school- of werk gerelateerde) situaties, besteden we bij iedere activiteit uitgebreid aandacht aan de reflectie. “Hoe hebben ze iets ervaren?”, “ wat nemen ze hieruit mee?”, zijn vragen die hierbij steeds terugkeren. Buiten de voorziening De activiteiten zoveel mogelijk buiten de muren van Bethanie laten doorgaan, zien we als een absolute meerwaarde. Het tijdig uit bed geraken en de stap naar de buitenwereld zetten, lijken ons een belangrijke eerste aanzet tot het terug meedraaien in het reguliere school – en arbeidscircuit. Het letterlijk weg zijn van de voorziening lijkt ook een effect te hebben op de sfeer tijdens de activiteit. Jongeren lijken wat te kunnen loskomen van de dagdagelijkse beslommeringen, wat een meer ontspannen houding en focus op de activiteit (en bijhorende doelstellingen) ten goede komt. Houding van de begeleider Tijdens een BinnensteBuitenactiviteit proberen we zoveel mogelijk naast de jongere(n) te gaan staan. We vertrekken vanuit de idee dat we samen de opdracht krijgen om een activiteit tot een goed einde te brengen. Evengoed jongere als begeleider worden uitgedaagd om eigen grenzen te verleggen en bepaalde aspecten van zichzelf bloot te geven.

Een korte getuigenis van een dag ‘BinnensteBuiten’: 8u10, Sofie zit klaar om te vertrekken op BinnensteBuiten. Hoewel de begeleider haar al tweemaal gaan wekken is, ligt Kitty nog in haar bed. ’s Morgens vrolijk opstaan, is niet meteen haar kwaliteit, maar het verzorgen van dieren wel! Haar hierop wijzen, blijkt de duw te zijn die ze nodig had. 8u30, “maak een tekening van wat je verwacht van vandaag”, is vandaag de opener van onze ronde. Iedereen krijgt de kans om iets te zeggen en we zijn vertrokken. Sofie is wat nerveus want heeft nog nooit meer dan 5 km gewandeld; Kitty denkt dat het wel chill zal zijn want bij pony’s voelt ze zich echt op haar gemak; Joke vindt het best spannend want voor haar is het de eerste keer dat ze een BinnensteBuiten–dag organiseert. Gelukkig staat ze er niet alleen voor want iedereen neemt vandaag een deeltaak op zich. 9u30, we komen aan in Wortegem waar we de pony’s eerst gaan verzorgen om er dan een ritje op te maken. Kitty neemt het voortouw want zij ging als kind vaak naar een manege. Joke en Sofie blijven in het begin op een veilige afstand, maar worden geleidelijk aan door Kitty geïntroduceerd in de wereld van de pony’s. Een beetje schrik en onzekerheid maken plaats voor een plezant gebeuren. 11u30, als er iemand goed kan koken dan is het Joke wel, maar ook in openlucht op één vuurtje met een beperkt budget? Na wat bloed, zweet en veel geduld smullen we van onze macaroni met hesp en kaassaus. Misschien de volgende keer hotdogs? Of toch gewoon wat vroeger beginnen koken want dit is echt lekker! 13u30, kaartlezen is nog wat onontgonnen terrein voor Sofie. Is het wel zinvol om dit te leren in het gps-tijdperk? Als het echt moet, zal zij het wel doen. Tien kilometer samen onderweg door bos, straten en langs de velden brengt heel wat verhalen boven. De voeten beginnen pijn te doen, onze rugzak weegt precies wat zwaarder dan deze morgen, maar het doet toch vooral deugd om eens “ver” weg van Bethanie te zijn.



30

16u, vingergooien is vandaag de manier waarop we stilstaan bij afgelopen dag. Iedereen toont gelijktijdig het aantal vingers dat de activiteit een score van 0 tot 5 geeft. Sofie is geschrokken dat ze eigenlijk nog best goed kan kaartlezen, Joke is trots dat ze pony durfde rijden en Kitty is vooral blij dat ze nu terug naar haar bed kan (maar ook wel een beetje blij dat ze er deze morgen toch op tijd uit raakte).

Uitdagingen van BinnensteBuiten : BinnensteBuiten staat ongetwijfeld nog voor een aantal uitdagingen. In 2014 willen we het project nog breder integreren in de organisatie en de betrokkenheid op BinnensteBuiten verhogen binnen het team verblijf (CANO) en het team dagbegeleiding. We gaan op zoek naar een externe locatie die als uitvalsbasis kan dienen. We gaan verder op zoek naar samenwerkingen in kader van dagbesteding, time-out en herstel. We gaan er met volle goesting mee verder omdat we ondervonden dat dit project een meerwaarde biedt ten aanzien van onze werking.

3.5 Evaluatie van de bijkomende erkenning De bijkomende erklenning houdt in dat we ons engageren om de instroom van meisjes in een gesloten gemeenschapsinstelling trachten te voorkomen en de uitstroom te bevorderen. a. Kenmerken van de begeleide jongeren en instroom Van de 6 nieuwe jongeren die in 2013 werden opgenomen binnen onze voorziening zijn er 5 opgenomen binnen de bijkomende erkenning. De 6e jongere werd opgenomen in de module contextbegeleiding in een vrije plaats mobiele begeleiding.

geslacht Geboortedatum Datum aanmelding GI / bijkomende vermelding van reden opname

Datum opname 1e opname / heropname Begeleidingsvorm Einddatum bijkomende erkenning Einddatum binnen onze voorziening

Jongere 1 V 15/4/1994 25/09/2012

Jongere 2 V 26/11/1998 22/05/2013

Jongere 3 V 2/2/1999 17/6/2013

Verblijf in GI / Jongere met complexe problematiek

Jongere met complexe problematiek/ goedkeuring prior door regioverantwoordelijke

28/01/2013 heropname

Jongere met complexe problematiek / goedkeuring absolute prioriteit door regioverantwoordelijke 9/7/2013 1e opname

residentiële begeleiding 15/04/2013



Niet beëindigd 31/12/2013




op


op

30/8/2013 1e opname

op

31

geslacht Geboortedatum Datum aanmelding GI / bijkomende vermelding van reden opname Datum opname 1e opname / heropname Begeleidingsvorm Einddatum bijkomende erkenning Einddatum binnen onze voorziening

Jongere 4 V 16/8/1996 8/3/2013

Jongere 5 V 26/1/1996 2/10/2013

Verblijf in GI / IPH-ddossier

14/10/2013 heropname

Verblijf in GI / Jongere met complexe problematiek 2/12/2013 Heropname



Niet beëindigd op 31/12/2013

Niet beëindigd op 31/12/2013

We hebben vanuit het begeleidingstehuis bij iedere vrije plaats in eerste instantie een plaats binnen de bijkomende erkenning geactiveerd. Ook in 2013 stelden we vast dat er vanuit de Zande en de verwijzende instanties niet steeds aanmeldingen zijn met betrekking tot de bijkomende erkenning. Op 9/7/2013 en op 30/8/2013 namen we twee maal een jongere op binnen de bijkomende erkenning die niet uit de Gemeenschapsinstelling kwam. Tweemaal omdat er in de Zande geen kandidaten waren voor de plaatsen bijkomende erkenning. b. Gebruik van de ingezette middelen De beschikbare middelen van de bijkomende erkenning worden nog steeds ingezet in een voltijdse contextbegeleider om ons ambulant team te versterken. Ons ambulant team staat zowel in voor de gezinsbegeleiding van de leefgroep- en studiojongeren als voor de begeleiding van de jongeren in CBAW en mobiele begeleiding. Voor een capaciteit van 15 jongeren (vebrljif en mobiele begeleiding) zetten we nu 2,5 VTE in die louter aan contextbegeleiding doen, weliswaar ook nog aangevuld met de contextuele interventies van de groepsbegeleiders. Dit stelt ons in staat om de intensiteit die we voorstaan ook effectief te realiseren. c. Samenwerking met de betrokken partners We blikken terug op een positieve samenwerking met de Zande in 2013. Tussen de pedagogisch coördinator van Bethanie en de sociale dienst van de Zande is er regelmatig overleg. Vanuit Bethanie gaan we een vrije plaats telkens signaleren zodat binnen de Zande overlegd kan worden of er kandidaten zijn voor de bijkomende erkenning. De Zande neemt contact op wanneer ze een jongere op onze wachtlijst voor bijkomende erkenning plaatsen.



32

Een van de opgenomen jongeren werd aangemeld met een prioritaire hulpvraag en met de inzet van bijkomende middelen vanuit het IROJ West-Vlaanderen. In kader van de opstart van deze begeleiding was er regelmatig constructief overleg met de begeleiders van De Zande en werd een overgangsperiode voorzien om de overstap van de gesloten voorziening naar ons begeleidingscentrum geleidelijk te realiseren. Er werden een aantal verlofmomenten georganiseerd. Op 6 maart ‘13 vond de stuurgroep in De Zande plaats. In een jaarlijkse evaluatiemoment staan we stil bij de onderlinge samenwerking en worden een aantal aspecten uit de werking geëvalueerd. We stellen beiden vast dat we van een onderlinge constructieve samenwerking kunnen spreken. d. Algemene evaluatie en besluit We noemen onze bijkomende erkenning geen ‘nieuwe’ erkenning meer. Het is een vast gegeven binnen onze werking en het wordt ook op die manier ervaren door de verwijzers en De Zande zelf.

3.6 Jongerenvergaderingen 3.6.1 Jongerenvergaderingen in het dagcentrum -

In 2013 werden 20 jongerenvergaderingen (= jove’s) gepland. De deelname aan een jove is niet verplicht maar we stellen opnieuw vast dat de meeste jongeren dit jaar doorgaans aanwezig waren. Er werden telkens korte verslagen opgemaakt ofwel door een jongere uit de groep ofwel door een begeleider. De thema’s die aan bod kwamen waren: planning, voorbereiding en evaluatie van activiteiten tijdens de verschillende schoolvakanties, hygiëne en wellness, verslaving, hoe ga ik om met internet, zeg “dag” tegen pesten, afspraken rond IB’s tijdens de zomervakantie, maaltijden tijdens het kamp, wat is participatie, normen en waarden, wat zijn de gevaren van de sociale media en hoe kan ik mijn persoonlijke gegevens beveiligen, terug naar school, wat zijn je grootste angsten (Halloweenperiode), wat zijn jouw rechten (cfr. DRPM). Ter afronding van elke jove werd kort stilgestaan bij het verloop van de vergadering (Wat liep goed? Wat liep minder goed? Waarop letten we in de toekomst?). De jove’s kenden doorgaans een positief verloop.

-

Zoals gewoonlijk werden naast de jove’s tijdens de schoolvakanties ook “rondjes” georganiseerd. Elke dag werd gestart met een rondje van een 15-tal minuten: vooreerst werd het dagprogramma voorgesteld en daarna kreeg elkeen het woord om zijn intentie te formuleren om die dag bij te dragen tot een positieve groepssfeer. Bij het afsluiten van de dag werd opnieuw een klein rondje gedaan met een korte evaluatie van de activiteiten, de groepssfeer en het verwezenlijken van ieders intentie. De rondjes kenden een positief verloop: de jongeren waren meer gemotiveerd om zich echt in zetten, sommigen spoorden anderen doorheen de dag ook aan om het goed te doen en daarnaast groeide het besef dat ze zelf verantwoordelijkheid in de groepscohesie kunnen dragen. De rondjes zijn daarnaast ook uitstekende oefenmomenten voor communicatieve vaardigheden.



33

3.6.2 Jongerenvergaderingen in het begeleidingstehuis Zowel binnen de leefgroep als jongerenvergaderingen gehouden.

Datum 14/1/2013 2/4/2013 10/7/2013

17/7/2013 18/7/2013 31/7/2013 28/8/2013

2/10/2013

13/11/2013

November 2013

binnen

de

TCK-werking

werden

regelmatig

Onderwerp -Planning krokusvakantie : inspraak van de jongeren -Toelichting en feedback van de jongeren op de bezoekregeling TCK-vergadering : uitleg van nieuwe principes binnen studiowonen + keuze van activiteiten De jongeren kunnen ‘hun gedacht ‘ zeggen rond een aantal afspraken, oa rond uren van slapengaan. Verdelen van de extra taken Groepsvergadering leefgroep : Tijdens vakantieweken wordt er regelmatig een groepsvergadering gepland. In de groepsvergadering werd de afgelopen week met de jongeren geëvalueerd en werd er vooruitgeblikt op de komende week. De jongeren krijgen inspraak in een aantal activiteiten en maken samen een verdeling op van de taken in huis. Bespreking huisregels : GSM-regels / regels omtrent roken / afspraken rond ‘extra taken en kuis’ Jongeren kunnen voorstellen doen . Terugkoppeling van de jongeren van de vastgelegde afspraken rond GSM-gebruik en roken. Aan de hand van hun voorstellen werden de regels bijgestuurd binnen de teamvergadering en opnieuw voorgesteld aan de jongeren. Rondes met de jongere rond ‘respect voor elkaar’ in huis. Aandacht voor onderlinge feedback.

Daarnaast wordt nog steeds 2 maal per week een rondje georganiseerd na de maaltijd. Er wordt door een jongere of een begeleider een thema aangebracht waarop iedereen zijn reactie geeft. Naar aanleiding van bepaalde situaties of tijdens kampsituaties worden er ook regelmatig bijkomende rondjes georganiseerd.



34

4. De zorg voor onze medewerkers Een organisatie in de bijzondere jeugdzorg staat of valt met zijn medewerkers. De doelstellingen, visie en zorg voor kwaliteit scheppen het kader maar de kwaliteit blijft sterk afhankelijk van datgene wat in de relatie tussen ouders/jongeren en de medewerkers gebeurt. Zij zijn immers diegenen die het dagelijks moeten waarmaken De lijst van onze medewerkers kan je terugvinden in bijlage 3.

4.1 Preventie en bescherming van werknemers op het werk Naast de gangbare en steeds terugkerende preventiemaatregelen werd in 2013 vooral aandacht besteed aan de volgende items: Op vlak van brandveiligheid werden de volgende acties ondernomen: de instructies bij rook- en brandalarm, de klemborden en aanverwante documenten werden aangepast, alle werknemers kregen een uitgebreide toelichting hiervan en er werden evacuatieoefeningen georganiseerd. Er werd een procedure “onthaal nieuwe medewerkers” uitgeschreven die vanaf 2014 zal geïmplementeerd worden. In het kader van inspraak en participatie van medewerkers rond de reorganisatie van de vzw was er in het najaar een visietweedaagse. Begeleidend personeel kreeg intensieve vorming in functie van het psycho-sociaal welzijn met nadruk op positieve heroriëntering en verbindend werken. Veiligheidsinstructiekaarten voor arbeidsmiddelen (machines) en gevaarlijke producten werden verder aangevuld. In februari kwam er een rookverbod op de individuele studio’s. Dit kwam ten goede aan de brandveiligheid maar ook aan de gezondheid van de jongeren en medewerkers. Eind 2013 verstreek de termijn van het lopend Globaal Preventieplan 2008-2013. Dit betekent dat er voor de periode van 2014-2018 een nieuw GPP dient opgesteld te worden.

4.2 Personeelsverloop Het retentiebeleid in onze sector blijft moeilijk In 2012 verliet geen enkele medewerker vanuit een contract onbepaalde duur onze organisatie. In 2013 werd dit in de praktijk spijtig genoeg gecompenseerd. Vijf medewerkers met een contract onbepaalde duur verlieten in 2013 de organisatie. Eén medewerker werd coördinator buitenschoolse kindervang. Eén medewerker werd coördinator tweedekansonderwijs. Eén medewerker ging als zorgleerkracht werken binnen het buitengewoon onderwijs. Eén medewerker was niet tevreden met haar jobtime en koos voor een voltijds aanbod dichter bij huis. En bij één medewerker werd het contract beëindigd. We stellen steevast vast dat medewerkers met een contract onbepaalde duur die de organisatie verlaten ook de bijzondere jeugdzorg verlaten en opteren voor een job met een duidelijke uurregeling of voor een verantwoordelijke functie.



35

2013 was wel opnieuw een vruchtbaar jaar met twee collega’s die uit zwangerschapsverlof terugkwamen en één collega die in preventieve verwijdering ging. Dit levert ieder jaar veel tijdelijke medewerkers op, gepaard met de drie tijdelijke medewerkers die in de zomer bijkomend aangeworven worden om het zomerverlof van de vaste begeleiders te compenseren.

4.3 Personeelsactiveiten Op 4 februari 2013 hadden we opnieuw ons jaarlijks nieuwjaarsfeest waar ook partners en kinderen van medewerkers op uitgenodigd zijn. Het 85-jarig bestaan van onze vzw was het thema van de speech. Een uitgebreid pastabuffet was het vervolg en het nieuwjaarsgeschenk was deze keer een “Oil & Vinegar” pakket. Later op het jaar organiseerde het feestcomité (bestaande uit vrijwillige medewerkers) voor alle medewerkers een bierquiz. De opkomst was groot en we mochten naar huis met een flesje bier met een exclusief Bethanie-etiket. In 2013 startte ook een nieuwe traditie. Voorafgaand aan de personeelsvergadering verorberen we samen een ‘broodje Bethanie’: stokbrood, groentjes en diverse soorten beleg zijn beschikbaar en ieder belegt zelf zijn broodje. Een grotere vorm van teambuilding mochten we ook op onze tweedaagse ervaren. De twee dagen waren doorspekt van gezamenlijke opdrachten: samen koken, samen kwissen en ervaringsactiviteiten.

4.3.1 Sociaal overleg en informatieverstrekking Om het sociaal overleg te stimuleren en te kanaliseren zijn er elk jaar drie vaste personeelsvergaderingen: in februari, juni en oktober. Aangezien de directie in juni in ziekteverlof was, werd er voor het eerst in jaren een vergadering geannuleerd.

We weerhouden enkele grotere thema’s die aan bod kwamen in februari en oktober: het nieuwe experimenteel modulair kader en de gevolgen hiervan voor onze organisatie, de viering van 85 jaar Bethanie, de samenwerking met het Centrum voor Jongeren- en gezinsbegeleiding, het diversiteitsplan, de sociale maribel, prestatieregistratie via Presa, preventie en welzijn op het werk, de vervangende feestdagen in 2014, de verloning van de nachtprestaties.

Om eenieder tegelijkertijd te informeren rond bepaalde thema’s en gebeurtenissen bestaat er reeds meer dan tien jaar een nieuwsbrief die ad hoc verspreid wordt door de directie. In 2013 waren dit 14 edities. Nieuw is dat de nieuwsbrieven voortaan ook elektronisch verstuurd worden naar de bestuurders en naar medewerkers die langdurig afwezig zijn (bv zwangerschap). Op die manier kan de betrokkenheid beter aanhouden.



36

4.3.2 Personeelsstatuut De nachtdienst is gekenmerkt door een specifieke regeling van telling van nachturen. Er was hiervoor een jobtime voorzien van 19/38 per nachtbegeleider. Omdat in de nieuwe regeling o.m. de arbeidstijd op zaterdagnacht tussen 22u en 6u (initieel voorzien voor 3 u arbeidstijd), ondanks het feit dat het om een zogenaamde slapende waak gaat, verhoogd werd tot 8 u ipv 5u werd de jobtime van de nachtbegeleiders verhoogd tot 22,5/38. De verwachting is hierbij wel dat de nachtbegeleiderskamer onderhouden wordt door de nachtbegeleiders zelf.

4.4 VTO-beleid Mede op vraag van de medewerkers werd vooral geopteerd voor langdurige opleiding in modulevorm en intensieve vorming. Deze waren voornamelijk gericht op de begeleiding van de jongere en zijn context. Voor de gevolgde vorming in 2013 verwijzen we naar bijlage 5.



37



38

5. Bethanie op breder maatschappelijk vlak Als organisatie hebben we oog voor het ruimere hulpverleningseiland” staat in onze opdrachtsverklaring.

geheel.

“We

zijn

geen

Bethanie is sterk geëngageerd in de koepelorganisatie Jongerenbegeleiding-Informant (zowel Raad van Bestuur als diverse Overleggroepen), het Samenwerkingsverband Trainingscentra voor Kamerbewoning (Raad van Bestuur en Overleggroep), het Vlaams Samenwerkingsverband voor de Dagcentra (Algemene Vergadering en Overleggroepen) maar is als werkgever ook lid van het Vlaams Welzijnsverbond. We maken deel uit het Regionaal Overleg Bijzondere Jeugdbijstand Kortrijk-RoeselareTielt en participeren in het Samenwerkingsverband Herstelgerichte en Constructieve Afhandelingen te Kortrijk en van de stuurgroep ‘Loopplanken tussen wal en schip’ dat meer aansluiting wil zoeken in de overgang tussen jongerenhulpverlening en hulpverlening aan volwassenen.. We zijn vertegenwoordigd in de Raad van Bestuur van de jongerenwerking vzw Boothuis te Kortrijk en van het Steunpunt Jeugdhulp te Brussel. Samen met het Centrum Jongeren- en Gezinsbegeleiding te Kortrijk en het Oranjehuis te Heule vormen we de stuurgroep van de oudergroep “De Treffer”. De pedagogisch coördinator van het dagcentrum zorgt voor de redactie van het tijdschrifje “de treffer” en zetelt als enige uit de provincie West-Vlaanderen in OOG, d.i. het overkoepelend overleg van oudergroepen. OOG vormt tevens de redactieraad van het tijdschrift “Schouders”. We begeleiden jaarlijks stagiairs Bachelor in de Orthopedagogiek vanuit de Hogeschool Vives te Kortrijk. Zowel in het begeleidingstehuis als in het dagcentrum konden we een 2de en 3de jaarsstagiair(e) introduceren in onze werking. Ook in 2013 waren we gastheer voor diverse overlegmomenten. Als organisatie zijn we in het verleden geconfronteerd geweest met de juridische gevolgen van de huidige arbeidswetgeving die onze sector op basis van onze middelen in een onwettelijk kader dwingt. In de afgelopen jaren probeerden we onze financiële kwetsbaarheid op dat vlak te minderen. Er is vanuit andere organisaties ruime interesse voor onze ervaring terzake. Binnen de koepelorganisatie Jongerenbegeleiding is een werkgroep Arbeidstijden actief die voorgezeten wordt door de directie. Eind 2013 ondertekenden de Raden van Bestuur van vzw Begeleidingscentrum Bethanie en vzw Centrum voor Jongeren- en Gezinsbegeleiding een intentieovereenkomst om nauwer met elkaar samen te gaan werken. Nabijheid, de reeds aanwezige samenwerking en het wederzijds respect voor elkaars werking liggen hieraan ten grondslag. Dit wederzijds engagement betekent niet een terugplooien op de eigen organisaties maar behoudt de open spirit om verder met elke andere organisaite samen te werken waar dit een meerwaarde kan hebben voor ons doelpubliek.



39



40

6. Bijlagen bij het kwaliteitsverslag 2013 6.1 6.2 6.3 6.4

Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage

1: 2: 3: 4:

Statistische gegevens 2013 kwaliteitsplanning 2014 lijst van personeel werkzaam op 1 januari 2014 VTO in 2013



41



42

6.1 Bijlage 1: statistische gegevens 2013 6.1.1 Bezetting van de modules binnen de organisatie max. aantal dagen

module dagbeg + context

verblijf + context

mobiele + context

max.

effectief

%

max.

effectief

%

max. effectief

Totaal bezetting %

dagen

%

KW 1

2250

900

826

91,77%

900

1024

113,78%

450

286

63,56%

2136

94,93 %

KW 2

2275

910

855

93,95%

910

971

106,70%

455

386

84,84%

2212

97,23 %

KW 3

2300

920

738

80,22%

920

809

87,93%

460

431

93,70%

1978

86,00 %

KW 4

2300

920

885

96,20%

920

830

90,22%

460

460

100,00%

2175

94,57 %

9125

3650

3304

90,52%

3650

3634

99,56% 1825

1563

85,64%

8501

93,16 %

De bezettingsgraad van onze organisatie over alle modules heen bedroeg in 2013 maar liefst 93,16 %. Dit mag als een continue volledige bezettingsgraad beschouwd worden gegeven ook de noodzakelijke opnameprocedures die soms langer uitvallen dan voorzien omdat bv de cliënt nog niet overtuigd is, de verwijzer eerst nog een gesprek met de betrokkenen wil aangaan, de begeleidingsomstandigheden duidelijker moeten worden, de betrokkene spoorloos is, een begeleiding vroeger stopt dan voorzien, …. Opmerking : a. Wat betreft de bezetting: vanaf 01/01/2013 werd er vanuit het Experimenteel Modulair Kader gestart met een strikte scheiding tussen het residentieel en mobiel aanbod. Echter, we waren in het najaar 2012 engagementen aangegaan met jongeren die zich op dat moment in de gesloten gemeenschapsinstelling en de psychiatrie bevonden, om ze in het voorjaar residentieel op te nemen. Dit verklaart de zeer hoge residentiële bezetting en de zeer lage mobiele bezetting in het eerste kwartaal. b. Wat betreft de financiering: 2013 is het eerste jaar van de enveloppefinanciering waarbij er een forfaitaire bezettingsgraad van 95 % wordt gesubsidieerd. Binnen de verblijfsmodule werd er in 2013 99,56 % bezetting gerealiseerd. Uitgaande van de dagprijs van 14,05 € zoals die in 2012 nog geldig was betekent dit een ‘subsidieverlies’ van 2338,48€ omwille van deze hogere bezetting. Op het eerste zicht lijkt dit te compenseren door de lagere bezettingsgraad bij de module dagbegeleiding en contextbegeleiding maar dit is niet zo. Voor de module contextbegeleiding is er geen dagprijs voorzien en de dagprijs van de module dagbegeleiding bedroeg 4,19 €. Een zogenaamde ‘subsidiewinst’ door een lagere bezetting bedraagt hier 685 € wat het verlies niet compenseert. Op jaarbasis.



43

6.1.2 In-en uitstroom op organisatorisch vlak Het betreft hier jongeren die nieuw instromen in de organisatie of volledig uitstromen uit de organisatie en de vraag in welke module zij bij hun opname instromen en bij hun vertrek uitstromen

dagbeg + context (cap 10)

verblijf + context (cap 10)

mobiele contextbeg. (cap 5)

Opnames

7

6

1

Vertrekkenden

6

3

4

De directe opname in de module mobiele contextbegeleiding was beperkt. Anderzijds was er wel veel meer uitstroom. We kunnen concluderen dat jongeren niet van begin tot einde in dezelfde module verblijven. Dit wordt geïllustreerd in de volgende weergave.

6.1.3 Interne schakeling naar een ander module VAN Dagbegeleiding + contextbegeleiding

NAAR →

Verblijf + contextbegeleiding Contextbegeleiding Contextbegeleiding gericht op autonoom wonen

Verblijf + contextbegeleiding

Contextbegeleiding

contextbegeleiding autonoom wonen

→

→

→

0 1 0

dagbegeleiding + contextbegeleiding

0

contextbegeleiding

1

contextbegeleiding gericht op autonoom wonen

3

verblijf + contextbegeleiding dagbegeleiding + contextbegeleiding contextbegeleiding autonoom wonen dagbegeleiding + contextbegeleiding contextbegeleiding verblijf + contextbegeleiding


AANTAL


1 0 1

0 0 0

44

De interne schakelingen gebeuren vooral binnen de canowerking. Binnen een capaciteit van 15 jongeren zien we hier toch 7 schakelmomenten. Binnen de verblijfsmodule zijn er daar bovenop ook nog schakelingen tussen het leefgroepsverblijf en het studioverblijf.

6.1.4 Kortdurende Time-out in kinderen jeugdpsychiatrie of gemeenschapsinstelling Kortdurende time-out houdt in dat we ons als organisatie engageren tot heropname. De time-out vindt plaats in de gemeenschapsinstelling of de kinderen jeugdpsychiatrie, wordt beslist door de jeugdrechtbank en duurt 14 dagen. Tijdens die periode loopt de begeleiding verder en blijft ook de kamer voorbehouden tot terugkeer. Er waren in 2013 negen time-outs met betrekking tot 6 minderjarigen. Eén minderjarige had 3 time-outs, één minderjarige twee time-outs.

6.1.5 Verwijzende instantie bij opname in 2013

MODULE Dagbeg. + contextbeg. CBJ Kortrijk

Verblijf + contextbeg.

Contextbeg.

contextbeg. autonoom wonen

4

0

0

0

3

3

1

4

CBJ Roeselare CBJ Ieper CBJ Veurne TOTAAL CBJ JRB Kortrijk JRB Ieper

2

JRB Oudenaarde JRB Veurne

1

TOTAAL JRB

3

6

1

0

6.1.6 Leeftijd bij opname

lftd 6 7 8 9 10 11 12

Dagbeg. Verblijf + Contextbeg. contextbeg. contextbeg.

Tot. 1 2 0 0 0 2 0

1 2

2


contextbeg. autonoom wonen


45

13 14 15 16 17

2

1

0 4 1 0 4

1

14

2

4

tot

7

6

6.1.7 Reële overnachtingen binnen de verblijfsmodule In 2013 werd voor het eerst het concept ‘benutting van de bedden’ naar voren geschoven: hoeveel keer per jaar beslaapt het kind het bed van de organisatie? Residentiële begeleiding dreigt dan verengd te worden tot de vraag of een bed al dan niet beslapen wordt. De residentiële module (en dit voor de duur van die module) garandeert een verblijfscontext voor de betrokken jongere maar dit kan zowel binnen als buiten de organisatie zijn. Binnen de opdracht van de organisatie om binnen een open setting contextgericht, ontwikkelingsbevorderend, maatschappelijk integrerend of perspectiefbiedend te werken is het inherent aan die opdracht dat overnachtingen ook buiten de organisatie georganiseerd worden.

Max. aantal Effectieve bezettingsdagen bezettingsdagen

Effectieve overnachtingen

% % overnachting overnachtingen tgo tgo 100 % effectieve bezetting bezetting

Kwartaal 1

900

1024

654

72,67%

63,87 %

Kwartaal 2

910

971

505

55,49%

52,00 %

Kwartaal 3

920

809

432

46,96%

53,40 %

Kwartaal 4

920

840

478

51,96%

57,59 %

3650

3644

2069

56,68 %

56,78 %

De vraag stelt zich natuurlijk waarom de jongeren die aan de verblijfsmodule zijn toegewezen niet in de organisatie overnachten. Vooreerst menen we dat we enkel kunnen uitgaan van de effectieve bezetting en niet van een utopische 100 % bezetting. In onze praktijk van 2013 is dit een vergelijkbaar cijfer. Op 3644 potentiële verblijfsnachten (cfr bezetting) overnachtten de jongeren 1575 keer buiten de organisatie. 1093 nachten daarvan waren in de familiale context: het gaat hier om thuisverblijf tijdens het weekend of feestdagen of eventueel vakanties. Ruw geschat is dit gemiddeld 2 overnachtingen/week in een eigen context. Ten opzichte van het totaal aantal begeleidingsdagen verklaart dit 30 % van de afwezigheden. De overige 14 % afwezigheid is te verklaren door mobiele opbouw (4,7 %). De mobiele begeleiding wordt opgestart maar nog binnen de verblijfsmodule. Enerzijds omdat dit vangnet de betrokkenen beter over de streep trekt, anderzijds gebeurt het ook dat de jeugdrechtbank contextbegeleiding enkel wil opstarten binnen een verblijfsmodule.



46

Ook een hoog aantal fuguenachten (3,9 %) zorgt voor afwezigheid. In situaties van aanhoudend weglopen is de jeugdrechtbank afhoudend om het verblijf te stoppen bij gebrek aan alternatieven. Een heropname is dus ten allen tijde mogelijk. Een derde grote factor zijn de korte time-outs in de psychiatrie of de gemeenschapsinstelling (2,9 %) waarbij de begeleiding verder loopt ondanks het buitenshuis overnachten. Gezien de verplaatsingen die ermee gepaard gaan (gewoonlijk naar de gemeenschapsinstelling te Mol) is de personeelsinzet groot tijdens die time-outs. In onze registraties weerhouden we als afwezigheid ook nog onze eigen time-outs, bv bij zorgboeren (0,7 %), externe vrijetijdsbesteding (bv kampen) (0,7 %), overnachtingen in kader van hospitalisatie (0,2 %) en school of werk (0,05 %). De verscheidenheid in motivatie toont aan dat de overnachtingsafwezigheid een vrij onvoorspelbaar karakter heeft en dat er door de aard van de afwezigheid ook geen mogelijkheid is om bedden beter te benutten.

6.1.8 Reële aanwezigheid van jongeren in dagbegeleiding

Jongeren in dagbegeleiding komen hoe dan ook niet op weekend- of feestdagen. Het maximaal aantal dagen waarop hieronder gedoeld wordt is dus zonder weekend- of feestdagen. We bekijken eerst het aantal aanwezigheidsdagen Het opbouwen van een registratiesysteem die tegemoet moest komen aan deze nieuwe verwachting vergde tijd.

Kwartaal 1-2-3-4

Max. bezettingsdgn

Effect. bezettingsdgn

Effect. aanwezigheidsdgn

Aanw. versus Aanw. versus effect. max bezetting bezetting

2510

2246

1649

65,70 %

73,42 %

We noteren iets meer dan 25 % afwezigheid met betrekking tot de toevertrouwde jongeren in dagbegeleiding. Het aantal aanwezigheidsuren in de volgende kolom zal duidelijk maken dat dit geen afbreuk doet aan het aanbod. 8 % van de afwezigheden is te herleiden tot afspraken binnen de context van het handelingsplan (bv thuisdag voor adolescenten), in 4,5 % is de afwezigheid in kader van school of externe georganiseerde vrijetijdsbesteding (bv voetbal), in 4 % om een mobiel aanbod bij het einde van de begeleiding, in 3,3 % gaat het om ziekte of onterechte afwezigheid en in 2,7 % gaat het om een sluiting van het dagcentrum (de visietweedaagse neemt de helft van dit percentage voor haar rekening). Uiteraard betekent de afwezigheid niet dat de begeleiding ophoudt.



47

We bekijken nu het aantal aanwezigheidsuren De overheid vewacht een gemiddelde van 3u aanwezigheid per werkdag / per capaciteitseenheid. De registratie gebeurde hier vanaf het tweede kwartaal omdat het registratiesysteem nog niet op punt stond.

Max. werkdagen Kwartaal 2-3-4 1906

Verwachte Effectieve % voldaan aanwezigheidsuren aanwezigheidsuren 5718

6820

119 %

Hieruit blijkt duidelijk dat we aan deze verwachting voldoen.

6.1.8 Face-to-face contacten binnen de contextbegeleiding Contextbegeleiding is moeilijk te kwantificeren. Het gaat om een begeleiding die zich zowel in de breedte (omstandigheden creëren die de uitvoering van het handelingsplan faciliteren), in de diepte (het betrekken van contextfiguren waarbij goede face-to-face gesprekken het ultieme doel zijn) als in de hoogte (inspanning, aanklampendheid en volharding) afspeelt. De overheid focust in haar verwachting met betrekking tot contextbegeleiding eenzijdig op de face-to-facecontacten. Binnen onze organisatie moeten er wekelijks 44 uur face-to-face contextbegeleiding georganiseerd worden of 2288 uren op jaarbasis. Het gaat zowel om de face-to-face contacten binnen contextbegeleiding gekoppeld aan dagbegeleiding, aan verblijf als aan de mobiele contextbegeleiding of deze gericht op autonoom wonen.

Te realiseren uren face-to-face contextbeg

Gerealiseerd aantal uren face-to-face contextbegeleiding

% realisatie tgo verwachting

Kwartaal 1

572

572

100 %

Kwartaal 2

572

699

122 %

Kwartaal 3

572

660.76

116 %

Kwartaal 4

572

659.58

115 %

2288

2591.34

113 %

Het registratiesysteem om het aantal uren contextbegeleiding te bepalen was pas klaar tegen het tweede kwartaal. Het eerste kwartaal werd geneutraliseerd door een fictieve toepassing van 100 % realisatie.



48

6.1.9 Ondersteunende module : Binnenstebuiten Opstartfase Vanaf 1 januari 2013 waren we erkend voor een ondersteunende module. Dit houdt in dat we per jaar een intern gericht ondersteunend programma kunnen uitbouwen voor de jongeren binnen onze organisatie, hoofdzakelijk bedoeld voor de cano-doelgroep. De subsidiering voorziet in het organiseren van 10 dagen (20 dagdelen) voor minimaal 12 unieke jongeren of 240 dagdelen. Deze nieuwe erkenningsvorm (gepaard met alle veranderingen binnen het experimenteel modulair kader) zorgde voor een reorganisatie binnen de werking. Er werd een stuurgroep opgericht om deze module op te starten en vanaf februari 2013 werd er een begeleider vrijgesteld.

Minimaal te presteren dagdelen

Gepresteerde dagdelen

% bezetting tgo minimale dagdelen

Kwartaal 1

60

15

25 %

Kwartaal 2

60

23

38 %

120

38

32 %

Binnen deze opstartfase werd er geëxperimenteerd en vastgesteld dat ook de jongeren moesten groeien in deze nieuwe verwachting vanuit de organisatie.

Kwartaal 3 Kwartaal 4

Minimaal te presteren dagdelen

Gepresteerde dagdelen

% bezetting tgo minimale dagdelen

60

60

100 %

60

67

112 %

120

127

106 %

Vanaf het derde kwartaal werd aan de norm van de dagdelen voldaan. Naast het aantal dagdelen moesten er 12 unieke jongeren bereikt worden. Het waren er 14 in 2013. Ter verduidelijking moet aangebracht worden dat we voor onszelf de lat hoog gelegd hebben bij de uitbouw en registratie van deze module. Zo betreft de registratie binnen onze ondersteunende module enkel de extra activiteiten die uitgebouwd zijn in het kader van de erkenning. Een belangrijke voorwaarde is hierbij dat het aanbod buiten de organisatie plaatsgrijpt en dat ze verlopen volgens de modaliteiten van de ondersteunende module. De ondersteunende begeleidingsmomenten die op het domein van de organisatie plaatsvinden (bv interne dagbesteding bij niet schoolgaanden) zijn niet in deze registratie weerhouden, tenzij het om zeer uitzonderlijke opdrachten gaat onder begeleiding van de vrijgestelde projectbegeleider. Strikt genomen zouden ook deze binnen de ondersteunende module geregistreerd kunnen worden. We willen echter vooral focussen om jongeren buitenshuis binnen een vergelijkbaar urenkader als school of werk een zinvolle invulling te geven die bijdraagt aan hun individuele situatie. Bovendien is onze module zeer individueel en sterk op maat opgevat. Dit houdt een intensieve voorbereiding en bijsturing in.



49



50

6.2 Bijlage 2: Kwaliteitsplanning 2014 Kwaliteitsplanning laat zich niet vatten in jaartallen en afgebakende periodes. De verbetering van onze werking is een continue opdracht net als de implementatie van nieuwe verwachtingen vanuit de overheid. We voelen ons soms in snelheid genomen: krijgen we nog wel de tijd om zelf te denken? Om met onze medewerkersploeg zelf stil te staan bij wat we willen verbeteren of bij creëren? Of moeten we gewoon slaafs regelgeving volgen?

Onze kritische geest erkent de normen van de overheid als maatschappelijke opdrachtgever maar wil hoe dan ook de vinger aan de pols houden binnen de eigen werking. En dat gaat niet steeds van een leien dakje.

Binnen de kwaliteitsplanning 2014 komen er drie grote thema’s naar voren. Vooreerst is er de verderzetting van onze zoektocht als begeleidingscentrum naar meer effectiviteit en efficiëntie in de samenwerking van wat tot 2013 twee afdelingen waren: het begeleidingstehuis en het dagcentrum. Onze WG Dynamo was al in 2013 actief en dit mondde uit in een visietweedaagse eind 2013. Beide werkingen kennen veel verschillen: zowel in doelpubliek (canowerking en dagbegeleiding), leeftijd (adolescenten versus kinderen en adolescenten) als geslacht (meisjes versus gemengd). Toch zien we hier mogelijkheden tot verdere samenwerking.

Het tweede grote thema wordt de implementatie van de nieuwe decretale bepalingen inzake kwaliteitszorg.

Ten derde is er oog voor de opstart van de Integrale Toegangspoort vanaf 1 maart 2014 en voor de implementatie van alle inhoudelijke en administratieve gevolgen ervan. Drie grote thema’s wiens implicaties méér dan een jaarplanning omvatten. Maar uit ervaring weten we dat de zorg voor kwaliteit zich niet tot de officiële planning beperkt. Ook in 2014 zullen we oog hebben voor de adhoc thema’s die ongetwijfeld op ons af zullen komen.

6.2.1 HERDEFINIEREN VAN MISSIE EN DOELSTELLINGEN

Binnen de visietweedaagse in 2013 werden 4 belangrijke invalshoeken bepaald om onze nieuwe missie te duiden: de krachten van de betrokkenen als uitgangspunt, de mens-inverbondenheid, de herstelgedachte en een realistische inbedding. De kwaliteitswerkgroep maakt een ontwerp op deze basis en legt dit voor aan de Raad van Bestuur en de brede personeelsgroep.



51

I.

EEN BETERE INTEGRATIE VAN DE DEELWERKINGEN IN DE TOTALITEIT VAN ONS BEGELEIDINGSCENTRUM

Vanuit de werkgroep Dynamo werden in eerste instantie vier thema’s weerhouden die verder uitgediept moeten worden. De werkgroepen hebben geen beslissingsbevoegdheid. Zij fungeren als denktank. In elke werkgroep zit minstens een stafmedewerker. De stafmedewerkers zijn procesbewaker en niet per se voorzitter. De werkgroepen brengen verslag uit aan de bredere medewerkersgroep die feedback geeft. Aanpassingen worden besproken. De finale knoop wordt doorgehakt door de staf. De vier werkgroepen hebben als thema : a. Efficiënter organiseren van warme maaltijden op bepaalde tijdstippen. Sedert het nieuwe modulair kader is de flexibele norm verdwenen en is er een duidelijke opsplitsing tussen de residentiële jongeren en de jongeren die mobiel begeleid worden. Voor de residentiële jongeren overwegen we in eerste instantie een interne studio omdat de focus dan eerder blijft liggen op de individuele situatie in plaats van op het groepsleven binnen een instelling. Maar een studioverblijf is niet voor elke jongere aangewezen. Twee tot drie jongeren zullen dan een kleine leefgroep bemannen. Het is belangrijk voor hen dat ze binnen die kleine groep rust vinden en tegelijkertijd de stimulerende aandacht van de begeleider op dienst ervaren. De vraag stelt zich of op woensdagmiddag en op schoolvakantiemiddagen de maaltijd gezamenlijk kan gebruikt worden door jongeren van het dagcentrum en het begeleidingstehuis én met welke aspecten er allemaal rekening dient gehouden te worden.

b. Effectiever organiseren van studiemomenten Het dagcentrum zet zeer sterk in op haar studiebegeleiding. Grosso modo kunnen we stellen dat de nood aan een sterk opvolgende studiebegeleiding geldt voor 80 % van de dagcentrumjongeren en voor 10 à 20 % van de residentiële jongeren. Het handhaven van een studieklimaat en het leren leren is een moeilijke opdracht voor de residentiële jongeren. Hoe kunnen we toch voldoende inzetten voor die kleine groep residentiële jongeren die een intensieve opvolging van studie nodig hebben? Hoe zou een samenwerking kunnen gerealiseerd worden?

c. Komen tot één contextbegeleidersteam Er is een merkbaar onderscheid in de probleemstelling tussen de jongeren die de module dagbegeleiding volgen en de andere jongeren . Dit betekent niet dat dit daarom twee aparte specialisaties contextbegeleiders vergt. Een contextbegeleider werkt met de situatie die gepresenteerd wordt: diverse leeftijden van de jongeren, binnen gedwongen of in vrijwillige hulpverlening, individuele problematieken.



52

In de afgelopen jaren werden al veel inspanningen geleverd om methodieken af te stemmen net als de administratieve taakverwerking. De huidige twee contextbegeleiderteams zijn beperkt samengesteld (twee + drie begeleiders) wat ze beiden kwetsbaar maakt bij personeelswissel, verlofperiodes, jobtimevermindering, …

d. Sociale vaardigheidstraining Hoe kunnen we de krachten bundelen om een aanbod uit te werken dat voor beide groepen relevant is? De nood is er immers in beide afdelingen. Deze vier werkgroepen organiseren zich tegen eind juni. De resultaten worden gepresenteerd aan de bredere personeelgroep en becommentarieerd. Vanuit de directie zal er een blauwdruk gemaakt worden met de organisatorische impact van deze keuze. Deze zal in eerste instantie op de staf afgetoetst worden en daarna aan de bredere personeelsgroep voorgelegd worden. Op dat moment zal ook een implementatiedatum bepaald worden.

II.

IMPLEMENTATIE VAN DE NIEUWE DECRETALE BEPALINGEN INZAKE KWALITEITSZORG Kort samengevat hebben de nieuwe decretale bepalingen betrekking op het implementeren van zelfevaluatie op groeiniveaus en het introduceren van een aantal nieuwe thema’s. Aangezien we in het verleden een beroep deden op PROSE zelfevaluatiesysteem, gaan we nagaan of we deze methodiek aanhouden.

als

Onze kwaliteitscoördinator participeert in 2014 aan de werkgroep kwaliteit van de koepelorganisatie Jongerenbegeleiding-Informant die de implementatie interviseert. Binnen de kwaliteitswerkgroep van Bethanie zullen de nieuwe decretale bepalingen doorgenomen worden en zal nagegaan worden in welke mate ons kwaliteitshandboek dient aangepast te worden. Er zal hierbij veel aandacht zijn voor het thema zelfevaluatie: zowel de nieuwe decretale verwachtingen, ons bestaande Prose-gebruik als methodiek en de invalshoeken die we meenemen vanuit de werkgroep Kwaliteit van Jongerenbegeleiding-Informant en vanuit het overleg van de Cano-organisaties. Andere thema’s die nu al weerhouden worden voor bespreking en/of updaten van bestaande praktijken/teksten zijn : -

visie op contextbegeleiding grensoverschrijdend gedrag en onze reactie daarop de plaats van gezonde voeding in onze werking aandacht voor corporate governance (binnen staf en raad van Bestuur)

De kwaliteitswerkgroep zal indien wenselijk hierbij oproepen tot een ad hoc werkgroep die eenmalig of meer bijeenkomt. Het is alvast duidelijk dat de implementatie ook in 2015 een belangrijke plaats zal innemen in de planning.



53

III.

DE OPSTART VAN DE INTEGRALE TOEGANGSPOORT

Op 1 maart 2014 is het zover. Meer dan 15 jaar voorbereiding resulteren in de geboorte van de integrale jeugdhulp. Van een vroeggeboorte kun je dan nauwelijks spreken, maar nog wel van een couveusekindje. We zijn blij dat het er bijna is maar het zal nog extra zorgen kunnen gebruiken. Met de nodige aandacht kunnen heel wat kinderziektes overwonnen worden. We geloven niet zozeer in ultiem afgewerkte werkstukken, we hopen vooral dat er ruimte is voor bijsturing waar dit nodig zal blijken. Een project van dit formaat verdient dit. Met onze organisatie zullen we anticiperen op de toegangspoort en op alle veranderingen die dit voor ons zal meebrengen. En laat ons nu al zeggen dat er begin 2014 nog veel onduidelijkheid is omtrent wat de toegangspoort voor ons zal betekenen.

IV.

VERDERE UITBOUW VAN BINNENSTEBUITEN, ONZE ONDERSTEUNENDE MODULE Onze ondersteunende module werd in het voorjaar 2013 opgestart. In 2014 willen we ze verder uitbouwen en borgen. We zoeken daarbij naar verbreding van de betrokkenen die uitvoeren (niet enkel de projectbegeleider), we focussen op een locatie buiten Bethanie die toelaat om binnenhuisactiviteiten buiten Bethanie te organiseren, we maken werk van activiteiten die inspelen op de emotionele beleving (omgaan met gevoelens, met je lichaam, op zoek gaan naar jezelf).

V.

DOORLOPENDE ENGAGEMENTEN EN AD HOC - OPDRACHTEN Opdrachten die gedurende het jaar naar voren worden geschoven vanuit de aard van de pedagogische werking of vanuit de snel evoluerende regelgeving en de implicaties ervan. -

Het diversiteitsplan dat in 2012 gestart werd, wordt in 2014 gefinaliseerd.

-

In beide teams zijn er pedagogische thema’s en afspraken die op tafel liggen ter evaluatie en bijsturing.

-

Binnen onze participatie aan Cano-vlaanderen gaan we engagementen aan om de werking verder uit te bouwen. We denken daarbij onder meer aan het zoeken naar meer ondersteunende contextfiguren buiten de professionele omkadering (streven naar tien) en het herdenken van de verblijfsfunctie binnen de canobegeleiding.

-

De samenwerking tussen Begeleidingscentrum Bethanie en het Centrum voor Jongeren- en Gezinsbegeleiding wordt in 2014 verder geïntensifieerd. Er komt een nauwere samenwerking op diverse domeinen. Wat nu al vastligt is een uitwisselingsnamiddag voor medewerkers, er zal gezamenlijke vorming worden georganiseerd in het kader van de opstart van de integrale toegangspoort. Ook het beleid inzake veilig dataverkeer en overheidsopdrachten zal op elkaar afgestemd worden.



54

VI.

ORGANISATORISCHE – MATERIELE DOELSTELLINGEN We weerhouden in onze planning vijf grotere doelstellingen :

VII.

1.1.

Het opstarten van het zorgstrategisch plan voor VIPA. Dit krijgt terug relevantie nu het modulair kader duidelijk is en opgestart werd.

1.2.

We plannen de realisatie van een achtste studio in het kader van een geïndividualiseerde benadering met bewust gekozen leefgroepsmomenten.

1.3.

Er wordt gestreefd naar een erkenning om fiscale attesten uit te reiken. Binnen ons sociaal ondernemerschap is de aandacht voor bijkomende fundraising een noodzakelijk gebeuren.

1.4.

Nieuwe brandveiligheidsnormen leiden ons naar de installatie van branddeuren op de slaapkamers /studio’s.

1.5.

De verfraaiing van de gangen (zowel naar gangkleur als naar verlichting).

PREVENTIE & WELZIJN

Er komt een nieuw (vijfjaarlijks) globaal preventieplan in het kader van de wet op welzijn van personeel. Er zal in 2014 vooral aandacht zijn voor het EHBO-beleid en de implementatie van de onthaalprocedure voor nieuwe werknemers.



55



56

6.3 Bijlage 3: Lijst van personeel werkzaam op 1 januari 2014 naam

functie

Directie Rudy Van Eeckhout

Directeur

Administratie Gunter Spitaels Carine Colasse

adm. verantwoordelijke adm bediende

Logistiek – Technisch personeel Rita Coudron Sofie Callant Jean-Piere Van Drogenbroeck

koken + onderhoud onderhoud+ huishouden technisch onderhoud

Begeleidingsteam Begeleidingstehuis Griet Pype Sarah Bertem Eveline Neyrinck Firdaousse Omari Tom Persyn Melissa Salomez Liesbeth Seghers Joke Seynaeve Darky Seynaeve Ann-Sophie Soenen Joke Van Hamme Cindy Vande Vyvere Jelle Vandenheede Liesbeth Vanhaverbeke

Ped. Coördinator + kwaliteitscoördinator contextbegeleider nachtbegeleider nachbegeleider groepsbegeleider groepsbegeleider groepsbegeleider Hoofdbegeleider groepsbegeleider groepsbegeleider Hoofdbegeleider contextbegeleider groepsbegeleider groepsbegeleider contextbegeleider

+

Begeleidingsteam Dagcentrum Sabien De Mol Lieve Bouckaert Valerie Noreilde Stéphanie Vancauwenberghe Ellen Vandaele Delphine Verheye Saïn Vandecaveye

Ped. Coördinator + Preventieadviseur contextbegeleider groepsbegeleider contextbegeleider

Vervanging

groepsbegeleider contextbegeleier groepsbegeleider

vervanging



57



58

6.4 Bijlage 4: VTO in 2013

Opleidingen Omschrijving van vorming

Organisatie

duur

7,5

aantal deelnemers BT 10

DC 6

log/dir/adm 1

Visiedag positieve heroriëntering

Ligand

Vorming dagcentra "methodiekuitwisseling"

De Marbol, Jozin, Tobias, De Totem, De Horizon

7

Tango : basis

Acerta

15

3

Arbeidstijdenreglementering PC 319.1

Upgrading

7

1

Rekenmodule personeelsbegroting

Vlaams Welzijnsverbond

2

2

6

Vorming procesbegeleider in de positieve heroriëntering Stent-opleiding 2013-2014 2daagse vorming Jongerenwelzijn. Met vereende kracht naar een nieuwe jeugdhulp in Vlaanderen.

Ligand

22,5

2 1

1 1

Jongerenwelzijn

7,5

1

1

Trainen van sociale vaardigheden bij jongeren

Jo-In

22,5

1

Vorming BZW

CJGB

1

2

Studiedagen Omschrijving van vorming

Organisatie

duur

aantal deelnemers BT 0 1 1

DC 1

Verontrust : wat zie ik? Wat voel ik? Wat doe ik? Opstartdag EMK De Limiet : Uitstap-begeleiding (USB)

IJG West-Vlaanderen Jongerenwelzijn vzw Nieuwland

7,5 7,5 2

Doe-dag participatie

Jongerenwelzijn ism Cachet + Nevermind

7,5

1

ROOII

vzw De Som

3

1

Opleiding in digitale media, internettools en mediawijsheid Reflectienamiddag EMK

Jo-In

21

1

Jongerenwelzijn

3

1

Een leerling met ASS in de klas

Bemok



2,5

log/dir/adm 1 1

1

1

59

Spreken met kinderen (6-13j)

Oranjehuis-CAW Visserij

4

1

1

Visie 2daagse vzw

ism Jo-In

17

13

6

1

Inleiding nieuw decreet IJH

Bethanie

1,5

12

5

1

CANO- Studiedag

CANO-Vlaanderen

2,5

3

1

Studiedag Jo-In : De begeleider als duizendpoot

Jo-In

7

3

1

Studiedag : Laten (er)varen? Ervaringsleren als methodiek in de hulpverlening

OEBJ

7

2

Sociaal ondernemersschap – voor directies

Steunpunt Jeugdhulp

8

Complexe hulpvragen in de Jeugdhulp

Integrale Jeugdhulp

2,5

1

1

Toelichting Zorginspectie Participatie

Zorginspectie Vl. Overheid

2,5

1

1

1

1

Werkbezoeken Omschrijving van vorming

Organisatie

duur

aantal deelnemers

Opening De Gapaert

vzw De Witte Berken

1,5

BT 2

Log-in : rondleiding in de gebouwen en toelichting van de vernieuwde werking

CIB Roeselare

1,5

1

DC 1

log/dir/adm

Lezingen / toespraken / beurzen / andere Omschrijving van vorming

Organisatie

duur

aantal deelnemers BT

COJ "Caleidoscoop van de Jeugdzorg" Uitreiking certificaten pos.her. Sociaal Artisitek Project De Zande Debat rond gelukkig worden, maatschappelijke kwetsbaarheid en jeugdzorg


COJ West-Vlaanderen Ligand De Zande Jongerenzorg West-Vlaanderen


2 7,5 2

4 2

2

2

DC 1 1

log/dir/adm 1 1 1

60

KWALITEITSVERSLAG 2013

Recommend Documents