Zorgplan bs. de Esch 2012.2013
bs. de Esch
1
INLEIDING .................................................................................................. 2
2 DOELSTELLING ............................................................................................. 3 3
UITGANGSPUNTEN .................................................................................. 4
4
DE ZORGSTRUCTUUR .............................................................................. 5 4.1 Inleiding .................................................................................................. 5 4.2 De intern begeleider ................................................................................. 5 4.3 Het samenwerkingsverband .................................................................... 6 4.4 De leerlingenzorg..................................................................................... 7 4.4.5 De positie van de ouders ..................................................................... 10 4.5 Volgen van leerlingen ............................................................................ 15 4.6 Collega’s ............................................................................................... 15 4.7 Directie ................................................................................................. 16
5
BEGELEIDING .......................................................................................... 17 5.1 Begeleiding LGF-leerlingen.................................................................... 17 5.2 Externe begeleiding ............................................................................... 17
6
HET LEERLINGVOLGSYSTEEM.............................................................. 18
7 OVERLEG ...................................................................................................... 19 Leerlingbesprekingen / groepsbesprekingen ............................................... 19 8
DE ORTHOTHEEK ..................................................................................... 20
9
BIJLAGEN .................................................................................................. 21 Bijlage 1 De toetskalender 2012.2013 ......................................................... 22 Bijlage 2 Oudergespreksformulier .............................................................. 24 Bijlage 3 Overdrachtsformulier .................................................................... 26 Verklarende woordenlijst: ............................................................................ 28
Zorgplan 2012 / 2013 de Esch Oldenzaal
1
INLEIDING
Voor u ligt het zorgplan van basisschool De Esch. Dit zorgplan geeft aan op welke wijze op onze school wordt omgegaan met de verschillen tussen de kinderen, m.n. de kinderen die speciale zorg nodig hebben. Dat niet alle kinderen dezelfde ontwikkeling doormaken is duidelijk. Voor alle leerlingen, ook degenen die niet tot de “gemiddelde” groep behoren, de plusleerlingen, de cognitief zwakkere leerlingen en de gedragsmoeilijke kinderen hebben we een aanbod om een zo goed mogelijke voortgang van hun ontwikkeling te realiseren. Dit zorgplan geeft een beeld van het functioneren van de leerlingenzorg op De Esch.
Zorgplan 2012 / 2013 De Esch Oldenzaal
2 DOELSTELLING
De leerlingenzorg op De Esch is bedoeld voor alle leerlingen die onderwijs ontvangen bij ons op school. Zij houdt zich bezig met de volledige persoonsontwikkeling van de kinderen. Dus niet alleen de cognitieve ontwikkeling, maar ook de sociaal-emotionele ontwikkeling. Verwijzend naar de visie van De Esch, waarin vermeld wordt dat de persoonlijke ontwikkeling van elk kind centraal staat en dat elk kind met plezier naar school moet gaan, om te komen tot een goed leerproces, zien we het uitdrukkelijk tot onze taak behoren, hiervoor zorg te dragen. De leerkracht stemt zijn instructie, de keuze van activiteiten en de materialen zoveel mogelijk af op de verschillende behoeften van de individuele leerling. Hierbij bepalen we verschillende doelen, waaraan de leerlingen moeten kunnen voldoen. We hebben hoge, ambitieuze (doch reële) verwachtingen van de kinderen bij hun sociaal-emotionele en cognitieve ontwikkeling.
Zorgplan 2012 / 2013 de Esch Oldenzaal
3
UITGANGSPUNTEN
Om de doelstelling te bereiken zijn er een aantal uitgangspunten, die het vertrekpunt vormen voor een goede leerlingenzorg. De leerlingen op onze school zijn gegroepeerd volgens het leerstofjaarklassensysteem. Binnen de jaargroepen wordt gedifferentieerd naar tempo en niveau op tenminste 3 niveaus , beschreven in het groepsplan. Het uitgangspunt van het team is om met de ontwikkelings- en/of leerproblemen zo vroeg mogelijk te signaleren en de leerlingen hierbij te begeleiden. Ouders betrekken we zo vroeg mogelijk bij eventuele problematiek. De interne begeleiders coördineren de schoolinterne leerlingenzorg. De leerlingenzorg is een voorwaarde, een conditie, die kan bijdragen tot een verantwoorde begeleiding van de leerlingen in en soms buiten de groep. Als zodanig is de leerlingenzorg geen doel op zich, maar een middel om een zo hoog mogelijke kwaliteit van onderwijs en leerlingbegeleiding te bereiken. Een goede leerlingenzorg kenmerkt zich door: Een systematisch volgen van de leerlingen op sociaal-emotioneel, cognitief en gedragsmatig niveau, zodat problemen tijdig worden gesignaleerd. Een vaste procedure van bespreken en analyseren van leerling-gegevens. Een planmatige aanpak van onderwijs om te voldoen aan de behoeften van de leerling, n.a.v. de uitkomsten van de analyses. Een consequente uitvoering van dit plan. Een evaluatie van de uitvoering en resultaten met zo nodig daaraan gekoppeld een beschrijving in een groepsplan of individueel handelingsplan en in het weekplan. Verantwoordelijk voor de leerlingenzorg zijn de directie, de ib-ers en de groepsleerkrachten van de school.
Zorgplan 2012 / 2013 De Esch Oldenzaal
4
DE ZORGSTRUCTUUR
4.1 Inleiding Uitgangspunt van onze leerlingenzorg is vroegtijdige signalering van speciale onderwijsbehoeften van de leerling door de groepsleerkracht. We hebben ons als doel gesteld, dat elke leerkracht aan het eind van het schooljaar 2012-2013 werkt met groepsplannen voor drie hoofdvakgebieden, t.w. Rekenen, Technisch Lezen en Spelling. .Voor 2013-2014 volgt dan Begrijpend Lezen. In deze groepsplannen wordt voor alle leerlingen de onderwijsbehoefte beschreven. Er wordt door de leerkracht een indeling gemaakt in drie niveaus binnen het vakgebied. Binnen deze niveaus wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de mogelijkheden van elk kind, gebaseerd op LOVS Citotoetsgegevens, methodetoetsen en observaties van leerkracht op het gebied van b.v. motivatie, werkhouding en zelfstandigheid. De doelen en de aanpak van de drie niveaus staan beschreven in het groepsplan. Voor de vakgebieden waarvoor groepsplannen gemaakt worden zullen geen individuele handelingsplannen meer gemaakt worden tenzij een leerling op eigen leerlijn gaat werken. Voor vakgebieden waarvoor geen groepsplan gemaakt wordt, worden door de leerkracht nog wel individuele handelingsplannen gemaakt. Binnen de structuur van de leerlingenzorg is de groepsleerkracht de eerst verantwoordelijke. De leerkracht observeert, analyseert gegevens en maakt de groepsplannen. De interne begeleiders begeleiden de leerkrachten, bekijken alle groepsplannen en zo nodig wordt in overleg gekeken op welke wijze het onderwijs in de groep, waarbij aandacht is voor alle kinderen, vorm kan worden gegeven. Gebruik makend van elkaars kennis en ervaring is het schoolteam beter in staat problemen te signaleren en elk kind te begeleiden al naar gelang de onderwijsbehoefte. 4.2 De intern begeleider Om de hulp te coördineren en te structureren zijn op De Esch Charlotte Oldengarm (groep 1-6) en Gerry Nijenhuis (groep 7-8) als intern begeleider werkzaam. Zij: - coördineren de zorg op school. - hebben een ondersteunende taak die voornamelijk bestaat uit het adviseren, organiseren en coördineren.
Zorgplan 2012 / 2013 de Esch Oldenzaal
- nemen aanvullende tests af als de gewone toetsen niet voldoende inzicht in bepaalde problematiek geven. - adviseren leerkrachten over extra hulpmateriaal en aanpak. Per jaar worden drie leerling- en groepsbesprekingen gehouden met leerkracht en IB-ers. - voeren besprekingen over individuele leerlingen gedurende het schooljaar om de voortgang van de zorgleerlingen te volgen. - dragen er zorg voor dat leerlingen op de juiste manier worden overgedragen naar de volgende groep waarbij de doorgaande lijn en de speciale aanpak van zorgleerlingen niet onderbroken wordt. - hebben contacten met de leerkrachten uit het speciaal basisonderwijs (voor Collegiale Consultatie) en het speciaal onderwijs (voor Ambulante Begeleiding) om nog beter hulp te kunnen bieden aan de leerlingen. - maken deel uit van netwerken van IB’ers . - hebben contact met alle instanties buiten school; in het ZAT met de schoolverpleegkundige en het maatschappelijk werk, de schoolbegeleidingsdienst, de peuterspeelzaal, Thuiszorg, Mediant, GG-Zon, begeleidingsinstituut Helios, etc.. - bewaken de voortgang v.w.b. het gebruik van het leerlingvolgsysteem (Cito, Zien!) in Parnassys en het protocol voor dyslexie. Ouders die de voortgang van hun kind willen bespreken, doen dat in eerste instantie met de groepsleerkracht. Hij/zij maakt het kind de hele dag mee en heeft een goede kijk op de ontwikkeling van het kind in de groep. Twee maal per jaar is er een tien-minuten-gesprek n.a.v. het eerste en tweede rapport. Daarnaast kan de interne begeleider worden aangesproken door leerkrachten en/of ouders voor extra ondersteuning tijdens het gesprek. Soms is een onderzoek door onderwijsspecialisten (bv. van Expertis of GG-Zon) noodzakelijk om meer zicht te krijgen op de dieperliggende oorzaken van een speciale onderwijsbehoefte van een kind. De intern begeleider vraagt het onderzoek aan. Dit gebeurt alleen met toestemming van de ouders en verloopt via de POA (Platform voor Onderzoek en Advies) van het samenwerkingsverband. De aard van het onderzoek hangt af van de problematiek; didactisch : rekenen, taal, lezen, functieonderzoek (bij jonge kinderen), een psychologisch of een dyslexieonderzoek. Elk onderzoek vindt in principe plaats op school. Van het onderzoek wordt een schriftelijk verslag gemaakt voor de school en de ouders. De deskundigen geven advies over de hulp die gegeven kan worden. In principe is elk advies gericht op het begeleiden van het kind op de eigen basisschool, zo nodig met extra ondersteuning van buitenaf. Bij uitzondering wordt geadviseerd het kind aan te melden bij een school voor speciaal onderwijs. 4.3 Het samenwerkingsverband In het kader van Passend onderwijs zijn alle scholen in ons land ondergebracht in samenwerkingsverbanden (SWV).
Zorgplan 2012 / 2013 De Esch Oldenzaal
De Esch maakt deel uit van SWV 23.02. In het licht van de naderende zorgplicht voor schoolbesturen vormt handelingsgericht werken en diagnosticeren een belangrijk element. Daarom wordt er binnen dit samenwerkingsverband overgegaan tot de invoering van de één-zorgroute. Hierbij stellen we de volgende doelen: - Onze school is in staat haar onderwijs af te stemmen op de (specifieke) onderwijsbehoeften van de kinderen; - Onze school is in staat vroegtijdig leerlingen te signaleren die extra aandacht nodig hebben en handelen preventief en pro-actief wanneer het lijkt dat leerlingen een achterstand in hun ontwikkeling oplopen; - de leerkrachten zijn competent om handelingsgericht te werken; - de zorgstructuur op onze school is transparant; - de schoolinterne en schoolexterne zorg binnen het SWV en de regio zijn goed en schoolnabij op elkaar afgestemd. Eén-zorgroute biedt een gemeenschappelijk referentiekader voor samenwerking in de regio; - we willen de instroom vanuit het basisonderwijs naar het speciaal (basis)onderwijs terugdringen; - we bieden doorgaande zorg bij de instroom van (risico)leerlingen uit peuterspeelzalen en kinderdagopvang in groep 1 van de basisschool en doorgaande lijnen bij de overgang van leerlingen uit groep 8 van de basisschool naar het voortgezet onderwijs. De centrale gedachte van Passend Onderwijs is, dat een kind een ononderbroken ontwikkelingslijn moet kunnen doormaken. Er moet rekening gehouden worden met de specifieke mogelijkheden en behoeften van het kind. Dit noemen we: Onderwijs op Maat. Dit betekent dat scholen hun onderwijsaanbod moeten afstemmen op de verschillende behoeften van kinderen. De ontwikkeling wordt bijgehouden in een Leerlingvolgsysteem. De reguliere basisschool maakt gebruik van de deskundigheid van leerkrachten vanuit de speciale scholen voor basisonderwijs (AB - SBaO). Deze adviseert bijvoorbeeld over het gebruik van specifieke leer- en hulpmiddelen en geeft advies over leerlingen met specifieke leer- en ontwikkelingsproblemen. 4.4 De leerlingenzorg 4.4.1. De zorglijn binnen onze school. De zorgstructuur van De Esch is gericht op een continu proces van onderwijs op maat en gerichte zorg aan de leerlingen op school. Vanaf de plaatsing tot het moment dat de leerling de school verlaat is het onderwijs / de zorg van de leerkrachten in de groepen gericht op de individuele mogelijkheden en hulpvragen van de leerlingen. Dit moet er toe leiden dat de leerlingen zich op de verschillende ontwikkelingsgebieden, te weten: cognitief, sociaal, emotioneel, zelfstandigheid, fysiek en creatief, binnen hun mogelijkheden optimaal ontwikkelen. Om dit zo goed mogelijk vorm te geven werkt De Esch vanaf schooljaar 2011-2012 met groepsplannen.
Zorgplan 2012 / 2013 de Esch Oldenzaal
Tijdens dat schooljaar is er gewerkt aan de ontwikkeling van de groepsplannen voor Technisch Lezen en Rekenen. Schooljaar 2012-2013 zal dit uitgebreid worden met de groepsplannen voor Spelling en in schooljaar 2013-2014 met Begrijpend Lezen. Dit in samenhang met de keuze voor een definiteive methode voor Begrijpend Lezen. In een groepsplan wordt voor alle leerlingen in een groep de onderwijsbehoeftes beschreven. Op grond hiervan en de resultaten die het kind laat zien, wordt er door de leerkracht een indeling gemaakt in 3 niveaus binnen elk vakgebied. Binnen deze niveaus wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de mogelijkheden van elk kind. De leerkracht bespreekt zo nodig het kindbetreffende deel van het groepsplan met de ouders van de zorgleerlingen. Dit kunnen zowel leerlingen zijn die moeite hebben met de leerstof, als leerlingen die meer en moeilijker stof aankunnen. Voor de vakgebieden waarvoor groepsplannen gemaakt worden zullen geen individuele handelingsplannen meer gemaakt worden tenzij een leerling op eigen leerlijn gaat werken. Voor vakgebieden waarvoor geen groepsplan gemaakt wordt, worden door de leerkracht nog wel individuele handelingsplannen gemaakt die besproken worden met de ouders. De intern begeleiders hebben binnen de leerlingenzorg een coördinerende rol. Zij bewaken de kwaliteit van het onderwijs en zijn verantwoordelijk voor de leerlingenzorg in school. Zij bespreken samen met de leerkrachten a.d.h.v. de resultaten en bevindingen de groepsplannen en eventuele individuele handelingsplannen. Twee/ drie keer per jaar vindt er een leerlingbespreking plaats. Daarin bekijkt de interne begeleider samen met de leerkracht het onderwijsniveau van de kinderen en ook de sociaal-emotionele ontwikkeling. Soms is die bespreking de aanleiding voor nader onderzoek, voor een individuele of groepsgewijze aanpak of voor een aanpassing van de geboden leerstof. Er kan ook worden besloten, na de leerling-besprekingen, om samen met andere leerkrachten de situatie van een leerling door te spreken. De Esch heeft de volgende richtlijnen geformuleerd voor die leerlingen die cognitief en/of sociaal-emotioneel niet voldoen aan de verwachtingen: • De leerling wordt besproken in een leerling-bespreking. In het groepsplan of individuele handelingsplan wordt aangegeven welke gerichte hulp er wordt gegeven, gedurende welke periode en welke doelen er gesteld worden. Extra zorg die wordt gegeven en is vastgelegd in een groepsplan of een individueel handelingsplan wordt besproken met de ouders. • Mocht de extra ondersteuning niet het gewenste resultaat hebben opgeleverd, dan wordt dit in een volgend groepsplan of individueel handelingsplan aangegeven. Eventueel worden aanvullende toetsen afgenomen. Een groepsplan wordt minimaal twee keer per jaar gemaakt, in januari en juni na afname van de LOVS-citotoetsen. Tussendoor vinden bijstellingen plaats.
Zorgplan 2012 / 2013 De Esch Oldenzaal
• Wanneer er vragen zijn over een leerling die wij zelf niet kunnen beantwoorden, dan wordt de leerling door de intern begeleider besproken met externe deskundigen. Dit kan zijn de leerlingbegeleider van Expertis of een deskundige van het Onderwijszorgcentrum. Als extra onderzoek of hulp buiten onze school nodig is, dient de intern begeleider daarvoor een aanvraag in. 4.4.2 Toetsing en het leerlingvolgsysteem De school volgt de ontwikkeling en de vordering van de leerlingen tijdens de acht jaren basisonderwijs. Dit gebeurt door middel van observaties, methode-gebonden toetsen en LOVS-citotoetsen. De Cito-toetsen zijn ondergebracht in het leerlingvolgsysteem van Parnassys. Naast de cognitieve ontwikkeling wordt ook de sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen gevolgd. Dit gebeurt met Zien!, een onderdeel van het leerlingvolgsysteem van Parnassys. 4.4.3 Logopedie Als de leerkracht signaleert dat er logopedische problemen zijn bij, dan wordt dit met de ib-er en de ouders besproken. Hierna kan er in overleg met de ouders een advies gegeven worden het kind te laten verwijzen door de huisarts naar een logopedist(e). 4.4.4 Verwijzing speciaal onderwijs Zolang een leerling met plezier naar school gaat, zich goed blijft ontwikkelen en de leerkracht een goede begeleiding kan geven zullen we een kind niet verwijzen naar een andere school. Als De Esch echter niet meer de mogelijkheid heeft om een kind verantwoord op school les te geven en te begeleiden, dan zal de intern begeleider, na overleg met de ouders, het kind bij de POA (Platform Onderwijs en Advies) aanmelden. Vanuit het POA kan dan (preventieve) ambulante begeleiding gegeven worden die de leerkracht en de school meer houvast kan geven. Deze is in principe gericht op het op school houden van de leerling. Als echter plaatsing in het speciaal (basis)onderwijs op een gegeven moment wenselijk is, moeten de ouders en de school daarvoor de aanvraag doen bij de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL). De intern begeleider vult dan samen met de leerkracht een onderwijskundig rapport in. Hiermee moet aangetoond kunnen worden of de school de nodige inspanning heeft verricht om het kind op de eigen school zo goed mogelijk te helpen. Blijkt dat het geval en blijken de resultaten toch achtergebleven te zijn dan kan er toestemming verleend worden. In de PCL zijn zowel het sbo (speciaal basisonderwijs) als het bo (basisonderwijs) vertegenwoordigd. De PCL wordt ondersteund door externe orthopedagogen. De PCL is verantwoordelijk voor:
Zorgplan 2012 / 2013 de Esch Oldenzaal
- het afgeven van een beschikking (toewijzing) voor het speciaal basisonderwijs - het toekennen van ambulante begeleiding door de POA (Platform Onderwijs en Advies) - het geven van een verwijzingsadvies naar een andere instelling
4.4.5 De positie van de ouders Vanaf het eerste moment dat een leerkracht zich zorgen maakt over de ontwikkeling van een leerling, neemt zij/hij contact op met de ouders. Zolang de extra zorg binnen de mogelijkheden van de school valt, heeft de leerkracht regelmatig een gesprek met de ouders over de vorderingen. Als een leerling een eigen leerlijn heeft wordt er een individueel handelingsplan gemaakt, besproken en door de ouders ondertekend. Wanneer besloten wordt een onderzoek aan te vragen buiten school wordt dat met de ouders besproken en aan hen om toestemming gevraagd. Het verslag van het onderzoek wordt met de ouders besproken. Van alle leerlingen wordt een leerling-dossier aangelegd, zodat een goed overzicht ontstaat van alle acties die school in de schoolloopbaan van het kind ondernomen heeft. Dit dossier wordt zoveel mogelijk digitaal gevuld in Parnassys. Het resterende “papieren” gedeelte staat in afgesloten kasten in de gang bij de directie. Uiteraard zijn ouders gerechtigd het leerling-dossier van hun eigen kind op school in te zien. Van de gesprekken met ouders van lage C-, D- en E-leerlingen wordt een verslag gemaakt aan de hand van het oudergespreksformulier. Hierop worden o.a. vermeld: - de te ondernemen en afgesproken acties - de gemaakte afspraken - een nieuwe datum voor overleg 4.4.6 Doublure of overgaan “Onderwijs op maat” zou in principe zittenblijven moeten uitsluiten. Toch kan worden overwogen om een kind een jaar bij de kleuters te laten verlengen of in de hogere klassen te laten doubleren. Daarbij is het volgende van belang: In de groepen 1 en 2 staat de vooruitgang van de ontwikkeling van het kind centraal . Criteria zijn de observaties van de leerkracht en de uitslag van de landelijk genormeerde LOVS-cito toetsen. In de groepen 3 tot en met 8 wordt gekeken naar het behalen van de minimumdoelen van taal, lezen en rekenen en de uitslagen van de LOVS-citotoetsen en naar het welbevinden van de leerlingen. De leerkrachten en de intern begeleider overleggen bij achterblijven van resultaten met de ouders of het beter is dat een kind de groep over doet. Ze proberen gezamenlijk tot een besluit te komen. De uiteindelijke beslissing over wel of niet zittenblijven wordt door de schoolleiding genomen.
Zorgplan 2012 / 2013 De Esch Oldenzaal
Wij hanteren de volgende criteria en procedures bij doublures: 1. De verwachting is, dat door de doublure, het kind de achterstanden geheel of gedeeltelijk kan inhalen. Met andere woorden: het moet zin hebben! 2. Het kind vertoont in principe op meerdere gebieden een achterstand. Het streven is, om ons onderwijs zo in te richten, dat zittenblijven voornamelijk in de groepen 1 t/m 5 plaatsvindt. 3. Een kind doubleert gedurende zijn schoolcarrière slechts eenmaal. 4. Een kind dat blijft zitten, is altijd besproken in één of meerdere gesprekken met ouders/verzorgers, leerkracht(-en) en IB- er. Tijdens de 10minutengesprekken in maart moet er zeker al twijfel zijn over voldoende voortgang van de leerling. Deze moet dan ook besproken worden met de ouders. 5. De uiteindelijke beslissing om het kind te laten doubleren is een schoolbeslissing. 6. Wanneer vanuit school de keus wordt gemaakt, om een kind met grote twijfels toch door te laten stromen naar de volgende groep, moet aan twee eisen worden voldaan: • De ouders moeten over deze twijfels en de motivatie waarom het kind toch overgaat, nauwkeurig op de hoogte worden gesteld. • Bovenstaande wordt eveneens goed beschreven in het leerlingendossier van het betreffende kind door leerkracht(en). Bij de uiteindelijke besluitvorming kunnen de volgende “checkpunten” een rol spelen: - toetsresultaten en dagelijks werk - werkhouding - concentratie - sociaal- emotionele ontwikkeling - zelfstandigheid - motorische ontwikkeling - luisterhouding - motivatie
4.4.7 Najaarskinderen De inspectie geeft aan dat kinderen niet op grond van hun geboortedatum in de kleuterbouw blijven. De overgang van een leerling heeft niet te maken met de leeftijd maar wel met de ontwikkeling die de leerling doormaakt. De regeling dat een kleuter voor 1 oktober zes jaar moet zijn om naar groep 3 te kunnen gaan wordt niet meer gehanteerd. We bekijken per leerling of hij/zij door kan, onafhankelijk van de geboortedatum. We willen als school bevorderen dat een leerling acht aaneengesloten jaren op de basisschool verblijft. Na anderhalf jaar kleuteronderwijs kijkt de school of het verstandig is de zogenaamde najaarskinderen ( geboren in oktober, november, december) door te laten gaan naar groep 3 of dat een jaar in groep 2 blijven een beter besluit is.
Zorgplan 2012 / 2013 de Esch Oldenzaal
Om een goede beslissing te kunnen nemen kijkt de leerkracht naar de volgende aspecten: • De werkhouding van het kind moet goed zijn: een kind moet langere tijd achter elkaar door kunnen werken, gemotiveerd zijn om te werken en het kind moet ook uit zichzelf regelmatig kiezen voor ontwikkelingsmaterialen en moeilijke spelletjes. • Hoe is de sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind, speelt het met kinderen van groep 2, voelt het zich thuis bij deze leeftijdsgroep en is de leerling ook door andere kinderen in de groep opgenomen. Het moet emotioneel stabiel zijn en zelfvertrouwen hebben. • Hoe ver is het kind in de spelontwikkeling, is er sprake van gevorderd rollenspel, zoekt het kind ook naar extra uitdagingen in het spel, kiest het ook voor moeilijke activiteiten. • De taalontwikkeling is erg belangrijk: spreekt de leerling in goed opgebouwde zinnen, heeft het een rijke woordenschat en beheerst hij/zij de leesvoorwaarden. • Op het gebied van de rekenontwikkeling moet een kind goed kunnen tellen, logisch kunnen denken en de rekenvoorwaarden beheersen. • Wat de motoriek betreft, moet een kind de fijne motoriek voldoende hebben ontwikkeld, omdat het moet leren schrijven. • Het kind moet snel van begrip zijn, een goede concentratie hebben, een brede belangstelling hebben en goed gemotiveerd zijn om naar groep 3 te gaan. 4.4.8 Aangepast programma Het komt wel eens voor dat een kind, ondanks de geboden extra hulp, voor een vak de leerstof niet kan volgen. Zo’n leerling haalt op dat gebied niet altijd het eindniveau van de basisschool. De school stelt dan een aangepast programma op en een ontwikkelingsperspectief (OP) en zorgt dat er een zo goed mogelijke aansluiting is bij het vervolgonderwijs. Vaak is dit praktijkonderwijs of een school voor speciaal onderwijs. Dit gaat in nauw overleg met de ouders. In een enkel geval stroomt een kind, na overleg met de ouders, vanuit groep 7 door naar het vervolgonderwijs. Dat kan alleen als het kind 8 jaren basisonderwijs heeft genoten.
4.4.9 Dyslexie Dyslexie is een stoornis die gekenmerkt wordt door een hardnekkig probleem in het aanleren en accuraat en/of vlot toepassen van het lezen en/of het spellen op woordniveau. Dyslexie is een probleem voor kind, ouder én school, waarvan we steeds beter weten dat vroegtijdige onderkenning en vroegtijdige hulpverlening de beste resultaten geven. De school zal de kinderen, van wie het vermoeden bestaat dat zij (ernstige) dyslexie hebben, moeten signaleren en intensief moeten begeleiden.
Zorgplan 2012 / 2013 De Esch Oldenzaal
Op De Esch wordt gewerkt volgens een dyslexieprotocol. De school heeft een belangrijke taak bij de aanpak van leesproblemen en dyslexie. Met effectief leesonderwijs zorgt de school ervoor dat een kind met (ernstige) leesproblemen verzekerd kan zijn van ondersteuning tijdens de hele schoolloopbaan. Ook is door de overheid bepaald dat sinds 1 januari 2009 behandeling van kinderen met de ernstigste vorm van dyslexie onder het basispakket van de zorgverzekering valt. Dit geldt voor kinderen die geboren zijn na 01-01-2000. Voor deze kinderen vragen we, in overleg met ouders, een onderzoek aan. Er zijn sinds kort mogelijkheden voor ouders van kinderen met ernstige lees- en/of spellingproblemen om in groep 7 hun kind mee te laten doen aan een dyslexieonderzoek. Het kind moet dan wel voldoen aan de toelatingsnormen. Als dyslexie aangetoond wordt krijgt het kind in het vervolgonderwijs extra mogelijkheden aangeboden. Voor dit onderzoek wordt een bijdrage gevraagd van de ouders. Het grootste deel van de kosten wordt gedragen door het Samenwerkingsverband en het Twents Carmel College. Hierbij worden de volgende doelen gesteld: - de leerlingen, die daarvoor in aanmerking komen, gaan met een dyslexieverklaring naar het Voortgezet Onderwijs. - de leerlingen kunnen dan in de eerste weken een dyslexiepas krijgen, waarop vermeld staat hoe de leerling gefaciliteerd en/of gedispenseerd moet worden. 4.4.10 Begeleiding van meerbegaafde leerlingen We willen als school ook de meerbegaafde leerlingen optimaal begeleiden. Dat betekent dat er ook voor de kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong speciale aandacht is binnen de school en de groep. Binnen onze methodes is er extra oefen- en verdiepingsstof voor deze kinderen. Belangrijk daarbij is, dat de organisatie in de klas zodanig is, dat de leerkracht de mogelijkheid heeft om hen hierbij te begeleiden. Op aangeven van de basisschool kan een kind worden ingedeeld bij een bovenschoolse plusgroep. Dit “vangnet” hoogbegaafdheid bestaat uit een plusklas voor (hoog)begaafde leerlingen waarvoor de maatregelen die op schoolniveau zijn genomen onvoldoende zijn om hen voldoende veiligheid en uitdaging te bieden. Deze plusklas heeft de volgende doelen: - tijd en ruimte bieden voor ontmoeting en uitwisseling tussen ontwikkelingsgelijken - aan de hand van projectwerk (waarin de vakken geïntegreerd zijn) groepsgewijs uitdaging bieden - sociale vaardigheidstraining bieden toegespitst op deze doelgroep. 4.4.11 Leerlingen met een handicap Met ingang van het schooljaar 2003-2004 hebben kinderen met een geïndiceerde handicap in principe toegang tot de reguliere basisschool. Dit op grond van de Wet op de Expertisecentra (WEC) en Leerlinggebonden financiering (LGF).
Zorgplan 2012 / 2013 de Esch Oldenzaal
Ouders van leerlingen krijgen financiële mogelijkheden, het “rugzakje”, om hun kind op een reguliere school voor primair onderwijs die hulp te geven die het kind behoeft. Om voor zo’n “rugzakje” in aanmerking te komen moet het kind aangemeld worden bij een Commissie van Indicatiestelling (CvI). Ouders zijn verantwoordelijk voor het aanleveren van de gegevens die nodig zijn voor indicatie. Op grond van landelijk vastgestelde normen bepaalt de CvI of het kind in aanmerking komt voor indicering, en dus voor een “rugzakje”. Ouders van kinderen waarvoor de indicatie is afgegeven, hebben de mogelijkheid hun kind aan te melden bij een school voor speciaal onderwijs of kunnen kijken of een school voor regulier onderwijs ook tot de mogelijkheden behoort. Informatie over de mogelijkheden en grenzen in de zorg die de school te bieden heeft, wordt door de directie met de betreffende ouders besproken. Bij specifieke behoeftes van een kind moet goed bekeken moet worden of de school deze kan vervullen. Ook de procedure voor aanmelding kan opgevraagd worden bij de directie van de school. Op school kunt u tevens informatie opvragen over de “rugzakregeling” in het algemeen, het adres van de CvI, etc..
De leerling-gebonden financiering verdwijnt per 1 augustus 2013. In plaats daarvan wordt het passend onderwijs ingevoerd. Schoolbesturen zijn vanaf die datum verplicht om voor elk kind dat extra ondersteuning nodig heeft, een zo passend mogelijke onderwijsplek te bieden. Ouders hoeven dan niet meer zelf op zoek te gaan naar een passende plek.
4.4.12 Grenzen aan de zorg We streven op school naar optimale zorg voor alle leerlingen. Dit geldt voor leerlingen met een handicap/stoornis maar ook voor leerlingen die geen zichtbare handicap/stoornis hebben. Een grens van zorg is moeilijk te beschrijven en wordt per individu bekeken. Wat is voor welk kind, welke klas, welke leerkracht, de beste oplossing? We willen voor De Esch toch een uitgangspunt formuleren in de grens aan de zorg. Hierbij realiseren we ons dat we altijd per kind en groep bekijken wat er mogelijk is. Het doel van de school is dat alle kinderen zich goed en verantwoord kunnen ontwikkelen binnen de groep waarin een kind geplaatst wordt. Er kunnen situaties zijn waarbij er voor de school een grens is aan de mogelijkheden om een goede en verantwoorde ontwikkeling van een kind te garanderen. Bij de beoordeling daarvan houden we rekening met: 1. 2.
Zelfvertrouwen. Verstoring van rust en veiligheid.
Zorgplan 2012 / 2013 De Esch Oldenzaal
3. 4.
Discrepantie tussen onderwijs of verzorging/ behandeling. Verstoring van het leerproces voor de andere zorgleerlingen/leerlingen.
4.5 Volgen van leerlingen De school heeft hiervoor een aantal concrete uitgangspunten in het kader van de zorgstructuur bepaald: Het voeren van oudergesprekken ook buiten de reguliere jaarlijkse geplande gesprekken, zoals hoort bij een school met een laagdrempelig karakter. Zorg voor een goede overdracht van leerlingen intern als ook extern. Hieronder valt ook de observatieoverdracht van de peuterspeelzaal en het kinderdagverblijf Zorg voor een vroegtijdige signalering. Zorg voor goede dossiervoering, waarvan ouders inzage mogen hebben. Zorg voor een onderwijssysteem waarin, binnen de mogelijkheden van de school, ook die leerlingen worden begeleid, die vallen in de categorie zorg- en risicoleerlingen. Dit vraagt van leerkrachten deskundigheid op het gebied van didactiek en pedagogiek. De structuur van de interne begeleiding is er op gericht de leerkrachten nadrukkelijk op deze gebieden te ondersteunen. Zorg voor de plusleerlingen, want ook deze leerlingen kunnen in de categorie zorgleerlingen vallen. Voor leerlingen die alleen de basisstof verwerken, op eigen niveau of op aangepast niveau werken is er afstemming tussen school en ouders. Kinderen met LGF: Voor kinderen die met een rugzakje op onze school kunnen blijven, betrekken we ambulante begeleiding vanuit het betreffende cluster. Deze ambulant begeleider kan enerzijds zelf met de leerling aan het werk gaan, anderzijds geeft hij of zij het team adviezen met betrekking tot leerstof, materialen en de geschikte pedagogische/didactische aanpak voor deze leerlingen. 4.6 Collega’s
De zorgstructuur is er op gericht om de collega’s zo goed als mogelijk te ondersteunen waar het gaat om begeleiding van zorg- en risicoleerlingen. Consultatie volgens een vaste jaarlijkse planning en op momenten dat de leerkracht en/of intern begeleider dat wenselijk acht, is noodzakelijk. In dit kader wordt de leerkracht ook ondersteund bij het opstellen van handelingsplannen. De zorgstructuur is er op gericht om de leerkracht ook in pedagogisch en didactisch opzicht te ondersteunen opdat de deskundigheid van de leerkracht wordt vergroot. We denken hierbij o.a. aan hulp bij het signaleren en analyseren.
Zorgplan 2012 / 2013 de Esch Oldenzaal
4.7 Directie a. Er vindt structureel (wekelijks) overleg plaats tussen de directie en de intern begeleiders. Punten die tijdens dit overleg aan de orde kunnen komen, zijn o.a.: organisatie rond toetsing, leerlingbespreking en LVS overleg IB-ers met groepsleerkrachten en ouders de zorgleerlingen van dat moment analyse op school-/groepsniveau b. De directeur wordt als eindverantwoordelijke, indien gewenst, bij directe uitvoeringswerkzaamheden van intern begeleider(s) betrokken.
Zorgplan 2012 / 2013 De Esch Oldenzaal
5
BEGELEIDING
5.1 Begeleiding LGF-leerlingen Door toekenning van uren vanuit het CvI (leerlinggebonden budget) kan het wenselijk zijn dat een LGF-leerling extra hulp buiten de groep krijgt. Dit staat dan omschreven in het groepsplan of het individueel handelingsplan. We streven ernaar de kinderen zo weinig mogelijk uit de groep te halen.
5.2 Externe begeleiding De school kan bij de schoolbegeleidingsdienst Expertis op aanvraag begeleiding krijgen op onderwijskundig gebied, maar ook op het gebied van leerlingenzorg. Zij kunnen onderzoeken uitvoeren op leer- en persoonlijkheidsgebied. Naast de schoolbegeleiding vanuit Expertis heeft onze school ook nog te maken met Ambulante Begeleiding van bijv. het Roessingh en van het Maatman. Deze begeleiding kan bijv. ingezet worden bij leerlingen die vanwege hun lichamelijke handicap een begeleidingstraject volgen vanuit het Roessingh of vanwege spraak-/taalproblemen vanuit het Maatman. Met zo’n Ambulant Begeleider onderhouden we structureel contact. We bespreken dan de stand van zaken en ook wat de te nemen vervolgstappen zijn. Verder zijn er Ambulant Begeleiders vanuit het POA (Platform Onderwijs en Advies). Het POA regelt bovenschoolse zorg vanuit het Samenwerkingsverband, waartoe onze school behoort. De verpleegkundige Jeugdgezondheidszorg komen in de basisschoolperiode 2 keer voor elk kind op school. Als het kind in groep 2 en groep 7 zit vindt er een preventief onderzoek plaats. Er wordt dan naar de lichamelijke, geestelijke, cognitieve en psychosociale ontwikkeling van het kind gekeken. Aan ouders wordt gevraagd een vragenlijst in te vullen. Samen met het JGZ-dossier (Jeugdgezondheidszorg) geeft dit een beeld van het kind. Als het kind extra aandacht nodig heeft worden de ouders uitgenodigd voor een aanvullend onderzoek op het spreekuur van de arts of verpleegkundige van de JGZ.
Zorgplan 2012 / 2013 de Esch Oldenzaal
6
HET LEERLINGVOLGSYSTEEM
Om alle leerlingen goed te kunnen volgen gebruiken we een aantal instrumenten, waarvan de data worden opgenomen in Parnassys, ons administratie- en leerlingvolgsysteem. We gebruiken hiervoor: Toetsen uit LOVS-Cito, voor cognitieve ontwikkeling Toetsen uit het dyslexieprotocol Observatielijsten van ZIEN! voor sociaal-emotionele ontwikkeling De Cito-entreetoets in groep 7 De Cito-eindtoets in groep 8 Toetsen behorend bij de methodes. (deze worden momenteel nog niet verwerkt in Parnassys) M5 meldsysteem
De niet-methodetoetsen en de momenten waarop ZIEN! wordt ingevuld staan genoteerd op de toetskalender, zodat er een planmatig volgen ontstaat. Alle leerlingen worden op regelmatige momenten bekeken door de leerkracht en zo nodig door de IB-er. De leerkracht en de IB-er zijn verantwoordelijk voor het correct invullen van de lijsten. Naast deze concrete gegevens blijft het hele jaar observeren en analyseren van de leerkracht een belangrijke component bij het beoordelen van leerlingen. Bijzonderheden worden altijd genoteerd in het (digitale) leerling dossier. De leerkracht zorgt ervoor dat alle leerlingen op het eind van het jaar goed worden overgedragen aan de volgende leerkracht. Zij/ hij maakt hierbij gebruik van het overdrachtsformulier als leidraad. De school krijgt op deze manier een goed beeld van de leerling en kan na acht jaar een gefundeerd schooladvies geven betreffende het vervolgonderwijs.
Zorgplan 2012 / 2013 De Esch Oldenzaal
7 OVERLEG Leerlingbesprekingen / groepsbesprekingen Voor het begin van nieuwe schooljaar draagt de leerkracht de leerlingen over aan de leerkracht van het volgende jaar. De IB’er draagt er zorg voor dat de aanpak van de zorgleerling in het nieuwe schooljaar zonder stagnatie doorloopt. Drie keer per jaar vindt er een leerlingbespreking plaats. Daarin bekijkt de interne begeleider samen met de leerkracht het onderwijsniveau van de kinderen en de sociaal-emotionele ontwikkeling. Soms is die bespreking de aanleiding voor nader onderzoek, voor een verandering in de individuele of groepsgewijze aanpak of voor een aanpassing van de geboden leerstof. Na de afname van een Cito-toets wordt een groepsbespreking gehouden met de desbetreffende leerkracht. Aanwezig zijn dan de groepsleerkracht en de IB'er. In deze bespreking worden de toetsresultaten doorgenomen. De groepsplannen worden bekeken, er zijn leerlingen die naar een andere niveaugroep gaan en er wordt bepaald welke kinderen in aanmerking komen voor extra begeleiding. Voor dit onderdeel van een betreffend leerstofgebied wordt een groeps- of handelingsplan opgesteld. In dit plan staat zo nauwkeurig mogelijk omschreven welke stof de komende periode behandeld zal gaan worden. Groepsplannen worden minimaal 2 keer per jaar opgesteld en tussendoor geëvalueerd en bijgesteld De leerkracht is verantwoordelijk voor het opstellen en uitvoeren, eventueel met ondersteuning van de intern begeleider. Aan het eind van elke begeleidingsperiode zal er geëvalueerd worden door de leerkracht en de IB-er. Deze evaluatie wordt vermeld op het groepsplan en is uitgangspunt voor een aangepast of nieuw groepsplan. De richtlijnen op De Esch betreffende plaatsing van leerlingen in aanpak 1, 2 en 3 zijn als volgt: Aanpak 1; extra instructie of verlengde instructie; leerlingen met D- en E-scores. Aanpak 2; gemiddelde groep: leerlingen met C- en B-scores. Aanpak 3; korte instructie, zelfstandig werk, uitdagende extra stof; A- en A+-scores. Dit zijn richtlijnen, het kan heel goed zo zijn dat de leerkracht, door observatie van bv. werkhouding van de leerling, besluit om een leerling die moeite heeft met zelfstandig werk in de aanpak 2 groep te plaatsen terwijl er wel A-scores worden behaald.
Zorgplan 2012 / 2013 de Esch Oldenzaal
8
DE ORTHOTHEEK
Een orthotheek is een geordend geheel van onderzoeks- en handelingsmiddelen ten dienste van kinderen met ontwikkelings-, leer- en/of gedragsproblemen. Het hele team is verantwoordelijk voor de orthotheek, d.w.z. worden er materialen uit de orthotheek gebruikt, dan zorgt de leerkracht ervoor dat ze weer terugkomen. Dit wordt bijgehouden op een overzicht van “uitgeleende” materialen. De Ib-ers zorgen voor een zo compleet mogelijke uitrusting van de orthotheek. In de orthotheek bevinden zich materialen voor diagnose, remediering en achtergrond. Bijvoorbeeld over kleuters met ontwikkelingsachterstand, problemen op gebied van rekenen, taal, lezen, spelling, schrijven, gedrag.
Zorgplan 2012 / 2013 De Esch Oldenzaal
9 Bijlagen 1. Toetskalender 2. Oudergespreksformulier 3. Overdrachtsformulier 4.
Zorgplan 2012 / 2013 de Esch Oldenzaal
Bijlage 1 De toetskalender 2012.2013
Dec.2012
In Parnas-
groep1
groep 2
groep 3
groep 4
groep 5
groep 6
SIDI
SIDI
Herfstsignalering
DMT 1,2,3
DMT
SIDI
AVI
voor C,D,E)
SIDI
groep 7
groep 8
DMT 3 (+2+1 voor C,D,E)
DMT 3 (+2+1
voor C,D,E)
AVI
voor C,D,E)
AVI
AVI
SIDI
AVI (evt.)
SIDI
SIDI
ZIEN:
ZIEN:
ZIEN:
ZIEN:
+ lln.vrag.lijst
+ lln.vrag.lijst
+ lln.vrag.lijst
+ lln.vrag.lijst
Sys? Oktober
November
Niet
Wel
ZIEN: BT
ZIEN
ZIEN
ZIEN
en
3
(+2+1
DMT
3
(+2+1
SIDI
WB December Januari
Alle
toet-
TVK
TVK
Rekenen
Rekenen
Rekenen
Rekenen
Rekenen
Rekenen
sen
Rekenen
Rekenen
Woordenschat
Begr. Lezen
Begr. Lezen
Begr. Lezen
Begr. Lezen
Begr.Lezen
invoeren
voor
voor
Techn. Lezen
Woordenschat
Woordenschat
Woordenschat
Woordenschat
Techn.Lezen
kleuters
kleuters
Wintersign.:
Techn. Lezen
Techn. Lezen
Techn. Lezen
Techn.Lezen
DMT3 (+2+1 voor C,D,E)
DMT 1A
AVI
AVI
AVI
AVI
Spelling:niet werkw.
Spelling
DMT 1,2,3
DMT
DMT 3 (+2 +1
DMT 3 (+2 + 1 voor C,D,E)
Spelling:werkw.
Spelling
voor C,D,E)
voor C,D,E)
Spelling
Spelling
Spelling
3
Februari
(+2+1
CITO EINDTOETS
Zorgplan 2012 / 2013 De Esch Oldenzaal
Maart
Wel
ZIEN:
ZIEN
alles
ZIEN
ZIEN
Lente-signalering:
ZIEN
ZIEN
ZIEN
ZIEN
+lln.vrag.lijst
+lln.vrag.lijst
+lln.vrag.lijst
+lln.vrag.lijst
DMT 1B+2B April Mei
Juni
Alle
toet-
DMT 1-2-3
sen
(na kern 9)
invoeren
AVI (evt.)
Alle
toet-
CITO ENTREE TOETS
TVK
TVK
Rekenen
Rekenen
Rekenen
Rekenen
Rekenen
sen
Rekenen
Rekenen
Begr. Lezen
Begr. Lezen
Woordenschat
Woordenschat
Woordenschat
invoeren
voor
voor kleu-
Woordenschat
Woordenschat
Techn. Lezen
Techn. Lezen
Techn. Lezen
kleuters
ters
Techn. Lezen
Techn.Lezen
AVI
AVI
AVI
Eindsignalering
AVI
DMT
DMT 1C+2C+3C
DMT 1,2,3
voor C,D,E)
voor C,D,E)
Spelling:niet werkw.
AVI (evt.)
Spelling
Spelling
Spelling
Spelling:werkw.
Spelling
Zorgplan 2012 / 2013 de Esch Oldenzaal
3
(+2+1
DMT
3
(+2+1
DMT 3 (+2+1 voor C,D,E)
Bijlage 2 Oudergespreksformulier
Oudergespreksformulier
Datum:
____________________________________________________________________________ Leerling: .................................................................................................................................. Groep: .......................................................
Leerkracht: .....................................................
Aanwezig bij het gesprek: 1 ................................................................
3 .....................................................................
2 ................................................................
4 .....................................................................
Reden van het gesprek: ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. .................................................................................................................................................
(Voorlopige) Conclusie(s): ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. .................................................................................................................................................
Voortgang / afspraken: .................................................................................................................................................
Zorgplan 2012 / 2013 De Esch Oldenzaal
................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. .................................................................................................................................................
Datum nieuwe afspraak: .............................
Plaats: ............................................................
Paraaf gespreksdeelnemers: 1 .................................................................
3 .....................................................................
2 .................................................................
4 .....................................................................
Zorgplan 2012 / 2013 de Esch Oldenzaal
Bijlage 3 Overdrachtsformulier
Overdrachtformulier voor overdracht leerlingen naar het volgende jaar. -
Invullen voor elke leerling in Parnassys; voor zorgleerlingen in ook individuele dossiermap. Alleen vermelden hetgeen van toepassing is.
Wat is leuk/goed aan dit kind? 1. Thuissituatie: Broertjes/zusjes op school (gehad)? Plaats in de kinderrij? Scheiding: Ouders gescheiden? Wanneer? Hoe staat het kind erin? Hoe is verhouding ouders? Wat zijn afspraken met school betreffende informatie aan beide ouders? Is er ouder, broer/zus overleden? Wanneer? Hoe is de zorg van de ouders naar dit kind? Hoe is de lichamelijke verzorging? Brengt het kind op tijd dingen mee (terug)? Zijn ouders (over)bezorgd of laten ze het kind teveel los? Medische bijzonderheden? Medicijngebruik? (Denk aan toestemmingsformulier van de ouder(s). Directe actie nodig bij vallen, bloedingen, etc.? Allergisch? Operatie(s) gehad? Brildragend, hoorproblemen. 2. Kindgebonden en sociaal-emotionele factoren: PO gehad, wanneer, uitslag? Opvallende kindkenmerken, karakter, temperament, gevoeligheden, links-/rechtshandig. Opvallende ontwikkelingen tijdens opgroeien? Contact met medeleerlingen en leerkracht.
Zorgplan 2012 / 2013 De Esch Oldenzaal
Kan (niet) goed met wie? Omgaan met conflicten. Hoe ligt het kind in de groep? Zelfstandigheid, taakgerichtheid, werktempo, motivatie, netheid op eigen bezittingen en dingen van school. Motoriek, grove en fijne. Luisterhouding. Omgaan met afspraken en regels.
3. Cognitief gebied: Individueel dossier aanwezig? OPP aanwezig? Leesvoorwaarden, rekenvoorwaarden. Cito-uitslagen. Lezen: AVI-niveau, Zon-, maan-, ster-, raket-kind VLL, Estafette aanpak 1-2-3. Rekenen: minimumprogramma, routeboekje.
4. Overdracht groepsplannen Technisch Lezen + Rekenen -
Ingevuld in een nieuw groepsplan: Namen leerlingen verdeeld over de 3 groepen voorzien van - Cito E score(s) - Vaardigheidsgroei Evaluatie resultaten vorige groepsplannen TL + Rekenen e ( de 1 en de laatste kolommen van het nieuwe groepsplan zijn dus ingevuld!)
Mei 2012, IB
Zorgplan 2012 / 2013 de Esch Oldenzaal
Verklarende woordenlijst: Ambulant begeleider Een extern hulpverlener vanuit scholen voor Speciaal Onderwijs of vanuit het POA. Clusters Een aantal scholen voor kinderen met specifieke problemen, t.w: Cluster 1: scholen voor visueel gehandicapte kinderen of meervoudig gehandicapte kinderen die slechtziend of blind zijn. Cluster 2: scholen voor dove en slechthorende kinderen, kinderen met ernstige spraakmoeilijkheden en/of taalmoeilijkheden en kinderen met communicatieve problemen zoals bij bepaalde vormen van autisme. Cluster 3: scholen voor leerlingen met lichamelijke en/of verstandelijke beperkingen, langdurig zieke kinderen en leerlingen met epilepsie. Cluster 4: scholen voor kinderen met psychiatrische stoornissen of ernstige gedragsproblemen en scholen die verbonden zijn aan pedologische (kinderkundige) instituten.
Commissie van Indicatiestelling Als ouders denken dat hun kind speciale zorg nodig heeft, kunnen zij hun kind aanmelden bij het CvI. Hierbij gaat het om zorg vanuit een van de 4 clusters. Voor de aanvraag is onder andere een onderwijskundig rapport nodig, dat wordt ingevuld door de basisschool.
1-zorgroute Met de 1-zorgroute wordt op groeps-, school- en bovenschools niveau het onderwijs passend gemaakt aan de onderwijsbehoeften van alle leerlingen.
Zorgplan 2012 / 2013 De Esch Oldenzaal
Intern begeleider De intern begeleider coördineert de leerlingenzorg. LGF leerling Leerlinggebonden financiering (lgf), de rugzak, is extra geld dat een school krijgt voor leerlingen met een handicap, ziekte, ernstige gedragsstoornis of psychisch probleem. LVS In het Leerlingvolgsysteem worden alle gegevens van de leerling bijgehouden. Hierdoor krijgen school en ouders zicht op de studievoortgang van het kind. LWOO Als een leerling in het voortgezet middelbaar beroepsonderwijs (vmbo) extra ondersteuning nodig heeft, kan hij leerwegondersteunend onderwijs (lwoo) volgen. Passend Onderwijs In het Passend Onderwijs krijgen scholen de plicht een passende onderwijsplek te bieden aan leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben.
POA Platform voor Onderwijs en Advies. Het POA regelt bovenschoolse zorg vanuit het Samenwerkingsverband, waartoe onze school behoort. PCL Permanente Commissie Leerlingenzorg. Deze commissie bepaalt of plaatsing van een leerling op een speciale school voor basisonderwijs noodzakelijk is. Samenwerkingsverband
Zorgplan 2012 / 2013 de Esch Oldenzaal
Om leerlingen met leer- en opvoedingsproblemen zo goed mogelijk in het basisonderwijs te kunnen opvangen, werken de scholen samen in samenwerkingsverbanden. SBO Scholen voor speciaal basisonderwijs (sbo) zijn basisscholen bedoeld voor: moeilijk lerende kinderen, kinderen met opvoedingsmoeilijkheden en alle andere kinderen die speciale zorg en aandacht nodig hebben. Sociaal emotioneel De belangrijkste ontwikkelingen van het kind liggen op sociaal-emotioneel en cognitief gebied (leervermogen) . Op sociaal gebied leert het kind steeds beter met anderen omgaan. Bovendien leert het zijn eigen emoties en persoonlijkheid steeds beter kennen.
Zorgplan 2012 / 2013 De Esch Oldenzaal