Konferentie Nederlandse Religieuzen
bulletin
jaargang 12 • nummer 5 • december 2009
Wij blijven in het licht geloven, zingen psalmen, schreeuwen psalmen, fluiten psalmen in het donker. Uit: Eva’s Lied 2, G. Luijpers/ J. Boevé
inhoud In beeld.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 • De tederheid is het geheim van de kracht. In gesprek met Wim Swüste fic 4 • Religieuzenprijs 2009 8 • Bestuurswisselingen 9 • Afscheid Ben Wanders van de KNR 10 Gerechtigheid & vrede. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 • ‘Heer laat uit mij groeien waartoe Gij mij gemaakt heeft’ De Graalbeweging 12
Het bestuur en de
Religie & kunst. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 • Van kijken naar zien. Felicia Dekkers 14 • Spiritualiteit in beeld. Over het werk van Jaap Min. Door Wiel Logister smm 16
medewerkers van de KNR wensen u een vredig kerstfeest
Projecten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18 • Project Tintelingen in Eindhoven 18
en Gods zegen in 2010
2009
Varia. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 • Aanbod woonruimte • Huis gezocht • Huisvesting gezocht • Huisvesting asielzoekers • 50 jaar Gods Werkhof • Schipholwakes • Open studedagen • Besturendag WRGV 20 Jongeren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22 • Zie mij. In gesprek met Zr Bernadette van Loon (Filles de la Sagesse) 22
Colofon Het KNR-bulletin (ISSN: 1569-9447) is een uitgave van de afdeling communicatie van de KNR en verschijnt vijf maal per jaar. Middels dit bulletin wil de redactie de religieuzen in Nederland en hun bondgenoten informeren over ontwikkelingen die zich afspelen in de wereld der religieuzen in brede zin. De redactie behoudt zich het recht voor om toegezonden kopij in te korten. Aan ieder bestuur van de bij de KNR aangesloten religieuze instituten en aan de redacties van congregatiebladen wordt een exemplaar verstrekt. Daarnaast ontvangen leden van commissies van de KNR het blad. Afzonderlijke communiteiten en individuele religieuzen kunnen het bulletin op aanvraag toegezonden krijgen. Artikelen mogen met bronvermelding overgenomen worden. Illustratie voorzijde: Heleen Vink (achtergrondfoto) Vormgeving en lay-out: Vormweijs, Nijmegen Druk: Drukkerij Berne, Heeswijk-Dinther KNR-afdeling communicatie, Postbus 111, 5201 AC ’s-Hertogenbosch Redactiesecretariaat/Eindredactie: Will van de Ven T: 073 - 6921321, F: 073 - 6921322, E:
[email protected] www.knr.nl / www.religieuzen.nl / www.bewogenheid.nl Het volgende nummer van dit blad verschijnt in maart 2010. Sluitingsdatum kopij voor het volgende nummer: 8 februari 2010.
Boeken & brochures.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24 • We waren er altijd. Franciscanessen van de H. Elisabeth 1880-2009. José Eijt. 24 • Laat ons nu eerst een Te Deum zingen. Regina Mattens o.p. 24 • De Bijbel cultureel. Marcel Barnard & Gerda van de Haar (red.) 25 • Bernardus van Clairvaux. Ommekeer. Krijn Pansters & Guerric Aerden ocso (red.) 26 • Zuster, Moeder Aarde 26 • Gebroken wil, verstorven vlees. E. Bosgraaf 27 • Het gaat door! Spiritualiteit en inspiratie in voormalig slotklooster Gods Werkhof 27 • De donkere stilte van God. Ervarenderwijs op zoek. Jan Bluyssen 28 Goed voor je hart. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28 • Column Ben Verberne msc 28 Religieus leven. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30 • ‘De plaats waar je staat is heilige grond’. Feestelijke bijeenkomst Zusters van Liefde, Schijndel 30 Agenda. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
In beeld Het kennen van jezelf is een van
De tederheid is het geheim van de kracht
de grootste opgaven die je als
In gesprek met Wim Swüste fic
mens hebt. Je ziet wat je zwakke
Op 8 december vond in de kapel van De Beyart de officiële herdenking plaats van de 200 e sterfdag van Louis Rutten, de stichter van de Congregatio Fratrum Immaculatae Conceptionis, zoals de Broeders van Maastricht officieel heten. Rutten was een sociaal en religieus diep bewogen man, die zich zorgen maakte over de religieuze onverschilligheid waarin veel mensen vervielen, deels vanwege de ellendige levensomstandigheden. Op het terrein van het geloofsonderricht en ter verbetering van de positie van de armen ondernam hij tal van initiatieven. Rutten ondervond hierbij veel tegenwerking en raakte daardoor lichamelijk uitgeput. Zijn besluit een broedercongregatie op te richten leidde in 1840 tot de officiële stichting. De congregatie verspreidde zich snel door Nederland en België, waar de broeders werkten in scholen en weeshuizen, zich over dove kinderen ontfermden en enkele internaten stichtten. Rutten kreeg hulp in de persoon van Bernardus Hoecken, een geboren leider. Deze werd in 1841 tot overste gekozen en hielp met de opbouw van de congregatie. Rond 1860 verslechterde de zwakke gezondheid van Louis Rutten. Hij raakte somber en pessimistisch en zag overal problemen. Na een zenuwinzinking werd hij in 1871 opgenomen in een verpleeghuis van de Broeders Alexianen in Tienen (België), waar br Bernardus hem tweewekelijks bezocht. Br Wim Swüste is voorzitter van de Werkgroep Herdenking Mgr. Rutten/Br. Bernardus. In dat kader zijn dit jaar regiobijeenkomsten georganiseerd voor alle (ex-)broeders en vond ook de plechtige viering plaats in de Beyartkapel. Volgend voorjaar vindt de première plaats van de film ‘Het eerste begin’, die handelt over de periode tot 1880 in de congregatie. In
4
k nr bu l let in 5 | 2009
mei 2010 zal een groep van dertien broeders uit Chili, Indonesië, Ghana en Malawi twee weken te gast zijn in Nederland in het kader van het 170 jarige bestaan van de FIC. Door zijn contacten met medebroeders hier ervaart Br Wim Swüste dat hij in een grote beweging staat: In Indonesië bijvoorbeeld, vallen honderden docenten onder onze scholenstichting. Ze weten alles over Rutten, al zijn ze nooit in Nederland geweest. Dat frappeert me toch steeds opnieuw. Louis Rutten en Bernard Hoecken blijven ons inspireren. Dat doen ze via hun geschriften, maar nog meer
en vervelende kanten zijn, maar je ontdekt ook je (onverwachte) grote rijkdommen.
door hun voorbeelden van broederlijkheid en oprechte betrokkenheid bij de armsten. Het is bijzonder dat er in elke fase van onze collectieve levensloop als congregatie weer andere facetten uit het leven van de stichter belicht worden. Rutten was de laatste twintig jaar van zijn leven neerslachtig en moedeloos. Tot voor kort werd die periode veronachtzaamd. Maar met name in Nederland staan we juist de laatste jaren open voor dat lijden en ervaren we die episode als enorm inspirerend.
Familie Omdat zijn vader elektrotechnisch ingenieur bij de NV Philips was, groeide Wim Swüste (1938) op in Eindhoven, hoewel zijn ouders afkomstig waren uit Den Haag. Hij vindt het ‘een wonder’ dat zijn ouders het ruim 65 jaar met elkaar hebben uitgehouden, want ze waren elkaars tegenpool. Wim: Mijn moeder was onderwijzeres. Ze kon zalig koken en deed ijverig op maandagmorgen de was, die op zondagavond in een grote ketel in de keuken werd ‘voorgewassen’. Maar van schoonmaken moest ze niks hebben. Ze las liever alles wat los en vast zat en luisterde graag naar de talloze mensen die bij ons over de vloer kwamen. Ze trotseerde het oordeel van anderen en ging in 1947 naar de trouwmis van onze hoogzwangere werkster. Mijn moeder haalde familieleden in huis die in de problemen zaten, ze was nuchter en had lak aan paus
en bisschoppen. Toen ze als 93-jarige op haar sterfbed lag vertrouwde ze me toe ‘dat ze best wel domme dingen had gedaan, maar ook heel wat goeds’. Ik denk nog vaak met weemoed en dankbaarheid aan haar terug. Wim is erg gehecht aan de geschiedenis van zijn familie. Hij beheert het familiearchief en zijn appartement is boordevol met tastbare herinneringen: de bronzen kroonluchter bijvoorbeeld, die zijn grootouders op hun koperen bruiloft kregen van het personeel van ‘Swüste Sanitair’ of het trouwservies van zijn ouders, de obligaties van de Transsiberische Spoorlijn uit 1898, het schaartje waarmee zijn vader in de oorlog de voedselbonnen knipte. Hij doorliep het Augustinianum en de Kweekschool in Eindhoven, waar het idee bij hem op kwam om broeder te worden. Wim: Mijn oudste broer was al goed op weg om Jezuïet te worden en
mijn oom Jan was Broeder FIC. Hij sprak steeds met liefde over zijn medebroeders, het was gezellig in de kloosters waar hij verbleef en hij was een goede schoolmeester. Mij staat nog altijd helder voor ogen hoe het als een flits door me heen ging: ‘Ik wil broeder worden.’ God mag weten waar dat vandaan kwam. Het was zo. Een vlucht voor het leven dat ik voor me zag liggen? Een gevoel van overdreven religiositeit? Ik weet het tot op de dag van vandaag nog niet en in wezen is het ook helemaal niet interessant. De reactie van zijn ouders toen hij hen in zijn plannen liet delen herinnert hij zich ook nog. Wim: Mijn moeder vond het fijn dat ik broeder wilde worden ‘en gelukkig geen Jezuïet’. En mijn vader zei met een enigszins door emotie verstikte stem dat hij ook broeder geworden zou zijn als hij ‘mamma’ nooit had ontmoet. In 1959 trad Wim in bij de Broeders FIC.
k nr bu l let in 5 | 2009
5
in beeld Ruimte Wim: De eerste jaren leefde ik op golven van geluk. Ik moest nog studeren (hoofdakte), genoot van de geboden vrijheid en deed trouw mijn oefeningen. Mijn eerste professie vond ik een feest en eigenlijk is dat zo gebleven. Ik kreeg ontzettend veel ruimte om te zijn wie ik was. Er waren ook momenten van tegenslag, dat het niet ging, dat ik oeverloos verliefd werd, dat ik met mezelf geen raad wist. Ik vond dan troost bij Ellen Warmond in haar gedicht ‘Bijna om niets’.
me thuis in onze congregatie vanwege de aandacht die er is voor elkaar, vanwege de ruimte voor je persoonlijke ontwikkeling en voor ieders eigenheid en vanwege het stijlvol leven en de bewogenheid om God en mensen. Toen ik gezakt was voor l.o. Frans en in Engels geen zin had, vond de provinciale overste het een prima idee dat ik in Nijmegen aan de K.U. journalistiek zou gaan studeren. Met dat aanbod raakten ze precies de goede snaar en daar ben ik het bestuur nog steeds dankbaar voor. Dat werd het startpunt van een gevarieerde loopbaan. Wim kwam terecht bij het Pauselijk Missiewerk van de Al mijn woorden heb ik al opgedeeld Kinderen, het Hoger tussen jij en jou en jouw Katechetisch Instimeer kan ik niet doen tuut in Nijmegen, de KRO Schoolradio ik leg mijn handen op en hij gaf katechese het hakblok van je argwaan op een LOM-school. Ook kreeg hij de ik roep de vogels aan kans om tien jaar om bijval met br Anton van der Geest bij het de wind houdt zich afzijdig Centrum Ondermaar goedmoedige wolken zeggen wijs Service te gaan dat het verdriet voorbij is. werken – een uiterst vruchtbare periode. Daarna koos men Gedicht door Ellen Warmond, hem in het provingebundeld in Naar men zegt (1955) ciaal bestuur, gedurende twee termijnen van zes jaar, Ik heb ontdekt dat de FIC voor mij de een periode waarin hij medebroeders ideale club is. Bij deze mannen ervaar ik nabij was en veel organiseerde. Ook warmte, genegenheid en trouw. Ik heb liep hij toen tegen zijn grenzen aan, er veel kansen gekregen om me op een waardoor hij een half jaar uitgeranbreed vlak te vormen. Gaandeweg heb geerd was. Hoewel hij erg graag naar ik begrepen dat je elke dag je roeping Chili had gewild, moest hij vervolopnieuw moet ontdekken. Pas in je kist gens tegen zijn zin naar Maastricht kan er gezegd worden dat je ‘trouw’ bent om leiding te geven aan De Beyart. geweest en je opdracht als mens goed Totdat De Beyart in 1980 de deuren hebt vervuld. Maar ik ben blij dat ik voor opende voor andere habijten was het deze groep mannen gekozen heb. Ik voel een exclusief verzorgingshuis voor
Bijna om niets
6
k nr bu l let in 5 | 2009
de broeders FIC. Achtereenvolgens arriveerden de Karmelietessen, de Reparatricen, de Medische Missiezusters en de zusters van de Retraite, de Benedictinessen en de Ursulinen. In 2000 is het huis opengesteld voor niet-religieuzen en er zijn inmiddels al 35 leken. Wim woonde aanvankelijk ook in De Beyart, hetgeen tot bijzondere taferelen kon leiden, zoals blijkt uit de volgende anekdote. Wim: Het was zondagochtend rond half acht, toen er op mijn deur werd geklopt door een van de bewoonsters. Ik vroeg: Zuster komt u helpen met het opmaken van het bed? Nee zei ze, de kraan doet het niet. Oh dat treft, was toen mijn reactie, toevallig kom ik uit een loodgietersfamilie. Om niet helemaal opgeslokt te worden door het werk drongen wijze medebroeders er bij Wim op aan, dat hij alleen zou gaan wonen. Hij heeft nu een mooie flat in Maastricht vlak bij het Gouvernement en tijdens heldere nachten ziet hij in de verte de lichtjes van Luik. Hij maakt deel uit van een communiteit, de Capucijnengang. De vijftien jaar die hij werkzaam was in De Beyart heeft hij als positief ervaren. Hij geniet ervan om zieken en gezonden nabij te zijn, om sturing te geven en een bedrijf te leiden. Vier jaar geleden gaf hij de aanzet voor een trend door op zijn 67e te stoppen. Bij dat afscheid moesten ‘de ruitenwissers’ aan, want de betrekkingen met de mensen van De Beyart waren heel hecht. Onlangs, bij het organiseren van een Regiodag in Maastricht, moest Wim aan diverse ‘instanties’ toestemming vragen voor het gebruik van ruimte. Zo ondervond hij aan den lijve dat het niet langer het ‘eigen’ huis van de broeders is en dat voelt toch nog steeds wat onwennig.
Groei Al dan niet vrijwillig heeft Wim in zijn leven verschillende malen stil gestaan bij zichzelf en bij hetgeen hem beweegt. In 1995 maakte hij met zijn vriend Cor Kremers een voettocht van zes weken naar Santiago. Wim: Dat was een indrukwekkende ervaring: de afhankelijkheid van de welwillendheid van anderen, de rijkdom van natuur en cultuur, het los moeten laten van hygiëne, het gaan van de weg en het gevoel te staan in een eeuwenoude traditie. Meerdere malen liep Wim vast in zijn leven en was hij helemaal leeg van het gehol, het gedraaf en georganiseer. Hij werd teruggeworpen op zichzelf, voelde zich onbegrepen en in de steek gelaten. Wim: Zr. Christa Schrama heeft me daar vakkundig doch gestreng doorheen geholpen. Ze heeft me laten ervaren dat je maar een beperkte bagage hebt meegekregen als mens en dat je dáármee vrede moet hebben. Door dit rijpingsproces ben ik milder geworden, zeker ten opzichte van mezelf, maar ook in de contacten met anderen. Na zijn pensionering hield hij een sabbatjaar en onder de goede begeleiding van Thérèse Bergmans kwam hij tot meer zelfkennis. Wim: Het kennen van jezelf is een van de grootste opgaven die je als mens hebt. Je ziet wat je zwakke en vervelende kanten zijn, maar je ontdekt ook je (onverwachte) grote rijkdommen. Je pelt jezelf af als een ui en dan ontdek je een diep liggende schat die erg kostbaar is. Jaren geleden werd ik getroffen door de tekst van Tagore ‘De tederheid te bewaren is het geheim van de kracht’. Die tekst maakte ik tot mijn levensdevies. Het belangrijkste dat je als mens kan overkomen is het ontmoeten van tederheid in woord en daad. Mijn devies stelt me voor een uitdaging, omdat ik bij tijd en wijle helemaal niet zo teder ben en me evenmin als zodanig gedraag. Daarom moet ik er mee aan de
slag blijven. Eigenlijk zijn we allemaal sociaal wat gehandicapt en vinden het moeilijk om anderen werkelijk toe te laten. Tijdens een cursus ontdekte Wim dat zijn persoonlijkheid binnen het enneagram als de Perfectionist wordt omschreven (type 1). Wim: Ik ben heel precies en hecht aan allerlei regels. Het kan me enorm irriteren wanneer anderen zich niet aan de regels houden. Maar als je weet wat voor type een ander is, neemt je verdraagzaamheid toe. Dan kun je makkelijker accepteren dat iets nu eenmaal bij die persoon hoort. Sommige mensen associëren tederheid met vrouwelijkheid, wellicht ziet men er zelfs wat ‘verwijfds’ in. Maar het is juist zo mooi en ontroerend om die kwaliteit ook te mogen ervaren in kleine attenties of woorden van mannen. Tederheid krijgt voor mij vorm in de lieve en welgemeende aandacht voor degene die mijn levenspad kruist. Dat behoeft helemaal niet erotisch of seksueel te worden ingekleurd. Het krijgt gestalte door getroffen worden door een ander: door een handicap, een dwars karakter, door verdriet, wederzijdse aantrekkingskracht of een mooie verschijning. Je ontdekt dan ook weer opnieuw dat je door jouw God op een persoonlijke wijze wordt bemind. Dat er Iemand is die je trouw blijft in alle momenten van je leven en die je leert dat je mild moet zijn en blijven ten opzichte van jezelf. Ik stel me voor dat Hij tegen een boom zit, met wijd open armen en dat ik lekker in zijn schoot mag zitten, met zijn armen liefdevol om me heen. ‘Je mag er zijn voor Mij, dus voor iedereen.’ Dat is een uiterst rustgevende gedachte, die me elke dag weer op de been houdt. Een gedachte die ik koester als ik dagelijks een uurtje vrij maak voor Hem om de accu op te laden, steeds weer met het prettige gevoel dat er Iemand is die onvoorwaardelijk van me houdt, ondanks alles.
WvdV
in beeld
in beeld
Religieuzenprijs 2009 Op 7 oktober 2009 werd voor de tweede keer de Religieuzenprijs uitgereikt en wel aan Belinda Terlouw. Het was een feestelijke bijeenkomst, waarbij diverse sprekers (m/v) het woord voerden. De prijswinnares zelf vertelde uitvoerig over haar inspiratiebronnen, onder wie haar jongste zoon. Van hem leerde ze hoezeer kinderen ernaar verlangen om zelf te mogen denken. De toespraak van Belinda en van de andere sprekers op 7 oktober zijn terug te vinden op de KNR-site. Op verzoek sturen we u de teksten toe.
Bestuurswisselingen Congregatie van de Broeders van Barmhartigheid • broeder Nederstigt, regionaal overste • broeder Gerdes, plaatsvervangend overste • dhr. De Kerf, bestuurslid • dhr. Peeters, bestuurslid • dhr. Van der Steen, bestuurslid
In de nieuwe structuur voor het bestuur van de Karmel-federatie is er een federale raad én een raad van toezicht. De personele samenstelling is aldus: Federale raad • zuster Lucia van Steensel ocd, Arnhem, voorzitster • zuster Bernadette Koenegras ocd, Arnhem, vice-voorzitster • zuster Mariëtte de Charro ocd, Maastricht • zuster Renée Geurts s.c.m.m., ‘s-Hertogenbosch • mr B.M.A. Wanders, Vught Raad van toezicht • pater Ignace Wishaupt ocd, Maastricht, voorzitter • mw. C.J.M. Wesenaar - de Vette, Utrecht • dhr. J.C.A. Vorstenbosch, Liempde Dochters van Onze Lieve Vrouw van het Heilig Hart • zuster Mary Ringnalda, provinciale overste • zuster Irmgard Bos • zuster An Peeters • zuster Hermien Lorist • zuster Elly van Dijk Rectificatie Missionarissen van Scheut In het oktobernummer van het KNR bulletin is een foutje geslopen. Henk Kaal cicm is weliswaar lid van het Provinciaal Bestuur en contactpersoon en afgevaardigde van zijn congregatie bij de KNR, maar de nieuwe provinciaal overste is Jef Matton (sinds 1 juli 2009). Het provincialaat is gevestigd in Brussel.
8
k nr bu l let in 5 | 2009
k nr bu l let in 5 | 2009
9
in beeld
in beeld
Afscheid Ben Wanders van de KNR In 1997 zegde Ben Wanders (Heerlen, 1947) na 22 jaar het onderwijs vaarwel, omdat bepaalde ontwikkelingen in het beroepsonderwijs hem niet zinden. Ben: Het werd steeds meer een drempelloze instroom en daarbij veranderde je rol als leraar: van kennisoverdrager werd je politieman. Dat lag me helemaal niet. De vacature bij de KNR trof hem als een ideale combinatie voor zijn interesses en vaardigheden. Ben was blij toen hij indertijd de overstap kon maken naar de wereld van de religieuzen. Hoe prettig dat je als mens-van-middelbare-leeftijd de mogelijkheid krijgt om je leven een nieuwe wending te geven! Inmiddels zijn we ruim twaalf-eneen-half jaar verder en komt er op 1 januari aanstaande een einde aan Ben’s dienstverband bij de KNR. Zijn afscheid wordt g´ evierd ´ door middel van een symposium bij de Zusters van Barmhartigheid in Eindhoven. Daarbij zullen onder anderen mgr Jan de Kok ofm en zr Laetitia Aarnink jmj het woord voeren. Sedert zijn aantreden zijn er in de loop der jaren tal van verschuivingen in werkzaamheden opgetreden. Aan een drietal KNR-commissies leverde hij een belangrijke bijdrage: FKR, KAR en RR. Als opvolger van Karin Mingels was hij jarenlang secretaris van de Financiële Kommissie voor Religieuzen (FKR), totdat dit door anderen werd overgenomen en hij zijn betrokkenheid voortzette als ‘gewoon’ FKR-lid. Vanaf 1997 heeft hij met veel plezier geparticipeerd in de commissie voor kerkrechtelijke aangelegenheden, de KAR. Na het vertrek van Ad Teurlings heeft hij zich ook in fiscale problemen verdiept, maar gelukkig bracht de komst van Cees Backer hierin verlichting. Hierdoor ontstond er ruimte om het Rechtspositiereglement – uit het takenpakket van Will van de Ven – op zich te nemen. De voorbereiding van de fusie van de voormalige samenwerkingsverbanden tot een
10
k nr bu l let in 5 | 2009
nieuwe KNR per 1 januari 2004 was een juridische puzzle, die Ben ook de nodige hoofdbrekens heeft gekost. De komst van collega juriste Janneke Doe betekende dat Ben geleidelijk de algemene juridische kwesties - met betrekking tot zaken als AOW, huur, koop en arbeidsrecht - aan haar kon overdragen. Ben heeft ook deel uitgemaakt van gremia buiten de KNR. Als voorzitter van de Werkgroep voor de inkoop energie voor alle kerken en kloosters in Nederland was hij sterk betrokken bij de besprekingen, die er toe leidden dat van 2006 tot en met 2008 door de deelnemende kerken gezamenlijk maar liefst 1,3 miljoen euro is bespaard op energiekosten. De laatste jaren is Ben intensief betrokken geraakt bij de afbouw van religieuze instituten, zelf spreekt hij liever van afronding en voltooiing. Hij bestudeerde de juridische contouren, die hierbij van belang zijn, raadpleegde de beschikbare documentatie op dit terrein en ontwikkelde, overigens in samenspel met vele anderen, modellen voor de afronding van religieuze instituten. Daarbij raakte hij onder de indruk van de visie en de kwaliteiten van
het ‘triumviraat’ pater Henk de Vries, pater Cl. Brenninkmeijer en dhr Van Spaendonck. Laatstgenoemde heeft onder andere het vermogensrechtelijk reglement geïntroduceerd bij de religieuze instituten en daarmee heeft hij hen een instrument verschaft, dat de juridische positie in het externe rechtsverkeer heeft verhelderd. Voordat Van Spaendonck dit probleem tackelde waren er verschillende juridische vormen, zoals zedelijk lichaam, stichting en vereniging. Veel religieuze instituten waren zelfs meervormig, bijvoorbeeld tegelijkertijd een kerkelijke instelling en een burgerlijke stichting. Dit gaf een religieus instituut in zekere zin het karakter van een januskop vanwege de verschillende rechtsgevolgen die aan de onderscheiden vormen verbonden zijn. Ben vindt afbouw geen sinecure: Het zijn complexe processen, die vaak het karakter aannemen van Echternachtse springprocessies, dus twee stappen voorwaarts en dan weer een stap terug. Het vergt veel van alle betrokkenen, maar bovenal van de betreffende religieuze besturen. Het einde van zijn dienstverband betekent meer ruimte voor andere bezigheden, want gelukkig is hij vooralsnog gevrijwaard van
uderdomskwalen, zodat hij tal van o activiteiten kan ontplooien. Ben weet zich een bevoorrecht mens als deel van een familie, die vier generaties omvat. Als oppasopa zorgt hij in principe de maandagen voor zijn kleindochter Mette, die dit jaar geboren is en deze taak verschaft hem veel vreugde. Zijn vrouw Ingrid, dochter Floor, zoon Joris en schoondochter Lieke mogen evenals zijn hoogbejaarde moeder en schoonmoeder ook rekenen op zijn tijd en aandacht. Binnen zijn woonplaats Vught is hij recentelijk voorzitter geworden van de Werkgroep Wonen en senioren. Graag gaat Ben zich bekwamen in het ambachtelijke boekbinden, zodat hij de losse deeltjes in zijn boekenkast tot een esthetisch verantwoord product kan samenbrengen. Voorts hoopt hij de komende jaren zijn theologie-studie af te kunnen ronden. Om muziek te beluisteren of weer een nieuwverschenen biografie te lezen trekt hij zich graag af en toe ‘als een monnik’ terug in zijn studeerkamertje. Lyrisch kan hij ook worden over het heuvellandschap van ZuidLimburg, waar hij een zomerhuis met zijn verwanten deelt. Wat hem betreft zal hij daar dus regelmatig te vinden zijn.
Het einde van Ben’s dienstverband betekent niet dat hij geen contacten met religieuzen meer zal hebben. Ook na 1 januari zal hij - als bestuurslid dan wel als lid van de Raad van Toezicht dan wel als adviseur (lid van de REA) - betrokken blijven bij een zevental religieuze instituten: de Zusters van Barmhartigheid (Ronse), de Federatie van de Ongeschoeide Karmelietessen, de Broeders Penitenten, de Zusters van het Kostbaar Bloed (Windraak), de Zusters Franciscanessen van Veghel, de Broeders van Maastricht en de Missiezusters van Asten. De betrokkenheid is in goed overleg met het Bureau KNR tot stand gekomen. Ben: Ik heb met veel plezier en toewijding voor religieuzen gewerkt en wat blijft is mijn enorme waardering voor de doelgroep, voor de wijze waarop zij zich met voorbijgaan aan alles, met al hun menselijke eigen/aardigheden en (soms ook) onaardigheden, hebben ingezet. Niet ter meerdere eer en glorie van zichzelf, niet voor een ik, maar voor een jij-situatie. Er is alle reden om trots te zijn op wat zij tot stand hebben gebracht en ik hoop dan ook dat zij deze fase zullen ervaren als een fase waarin zij als collectief en individueel tot voltooiing mogen komen.
WvdV
k nr bu l let in 5 | 2009
11
Gerechtigheid & Vrede ‘Heer laat uit mij groeien waartoe Gij mij gemaakt heeft’ Kennismaking met De Graalbeweging Op de site presenteert de Graalbeweging zichzelf als ‘een internationale eigentijdse vrouwenbeweging geworteld in een lange christelijke traditie.’ De Graalbeweging verenigt vrouwen die zich inzetten voor een rechtvaardige, vredelievende en duurzame samenleving, die zich thuis voelen bij vieringen waarin oude en nieuwe rituelen en symbolen centraal staan en die hechten aan internationale en interculturele contacten. De Graalbeweging werd in 1921 gesticht als Vrouwe van Nazareth door Jacques van Ginneken s.j. Van Ginneken was van mening dat lekenvrouwen, die niet beperkt werden door kloostermuren en regels, een bijdrage zouden kunnen leveren aan de transformatie van de wereld. Rond 1939 was de Graal uitgegroeid tot een kleurrijke beweging, waarbij zich duizenden jonge vrouwen uit Nederland, Engeland en Duitsland hadden aangesloten vanuit een diepe en persoonlijke bewogenheid. De beweging is anno 2009 nog altijd springlevend, zo blijkt tijdens een gesprek met Graallid Elly König. De wijze waarop Elly in contact kwam met de Graal is eigenlijk exemplarisch voor de wijze waarop een nieuwe generatie vrouwen diezelfde weg vindt. Ze werd geraakt tijdens de Goede Week viering, die ze in De Tiltenberg bijwoonde. Vanaf 1996 was ze een tijdlang ‘vriendin’ en circa vijf jaar geleden werd ze actief lid door het organiseren van wandelingen en themadagen. Elly hecht aan het wereldwijde karakter van De Graal en neemt regelmatig deel aan internationale bijeenkomsten. Impliciet of expliciet is het streven er op gericht om vrouwen in hun kracht te laten komen. De pijlers van De Graal zijn
12
k nr bu l let in 5 | 2009
bijvoorbeeld Reiki-teacher en zij gaat elk jaar naar Bosnië om getraumatiseerde vrouwen te helpen bij de verwerking van hun ervaringen en om een eigen kappersbedrijfje te starten. Diverse Graalleden zijn ook actief binnen de Stichting Religieuzen tegen Vrouwenhandel (SRTV).
Vorming is steeds een belangrijk aandachtspunt geweest binnen de Graalbeweging. Toen Elly besloot om Graallid te worden nam ze een maand vrij van haar werk om deel te nemen aan een vormingsprogramma in het Graalcentrum in Cornwall-on-Hudson (USA). Daarbij ging het om de ontwikkeling van spiritualiteit en maatschappelijke be- kernkwaliteiten door het bestuderen wogenheid, hemel en aarde. Er is res- van Bijbelfragmenten, theologischpect voor ieders persoonlijke accent daarin en voor de thematiek, die op een bepaald moment in ieders leven speelt. Elly: We komen als leden van de Graal uit verschillende geloofstradities, o.a. RK, protestant en presbyteriaans. Er is een actieve kern van circa 25 vrouwen, in leeftijd variërend van 40 tot 90 jaar. Sommigen van hen zetten zich in voor de vredesbeweging, voor vluchtelingen en illegalen. Daarbij zoekt men steeds op welke wijze de eigen talenten het best tot hun recht kunnen komen. Een Graallid is
feministische scholing en aandacht voor stilte/meditatie en het aandachtig bidden. Dergelijke kadervorming is van belang voor het voortbestaan van de beweging. Elly gaat dit najaar naar Brussel voor een cursus om processen van interreligieuze dialoog te begeleiden. Elly: Wij vinden het belangrijk om de interreligieuze dialoog te bevorderen. Vandaar dat we ook positief staan tegenover het Hagar-Sarahproject, een initiatief bedoeld om vrouwen van joodse, christelijke en islamitische komaf nader tot elkaar te brengen. Decennialang was de Graalbeweging synoniem met de Tiltenberg, het huis dat in 1931 in Vogelenzang gebouwd werd voor de opleiding van Graalleden. Vanaf het midden van de jaren tachtig van de vorige eeuw trok de Tiltenberg, vanwege de zenprogramma’s en de vrouwenprogramma’s, jonge mensen aan. Hoewel zij in eerste instantie kwamen voor het cursusaanbod, bleek al gauw, dat zij ook bereid waren om de schouders onder de Graal te zetten. Daarmee begon een heel nieuwe wind door de Graal te waaien. Nieuwe kernwoorden vanaf die tijd zijn: feministische theologie, vrouw en geloof, vrouwen-
vieringen, inspiratie vanuit oosterse meditatievormen, zen, boeddhisme en christendom, ecologisch bewustzijn. Toekomst In de jaren negentig vond er een diepgaande herbezinning plaats in de hele Nederlandse Graal. Na de verkoop van de Tiltenberg werd in de zomer van 2005 een nieuw pand gekocht op de Nieuwegracht te Utrecht. Elly: Het Graalhuis biedt een platform aan vrouwen om zich bezig te houden met feministische theologie, met ecosofie en met vrouwenspiritualiteit. Wij willen vrouwen rondom de Graal en Graalvriendinnen zo mogelijk ondersteunen. Zo gaat bijvoorbeeld Annelies Henstra met de internationale Graal deelnemen aan de klimaattop in Kopenhagen. Zij heeft het project ‘recht van kinderen op de natuur’ opgezet. Erkenning van een dergelijk recht kan een belangrijke bijdrage leveren aan het herstel van de relatie van kinderen met de natuur. Vooralsnog ontbreekt dit fundamentele recht in het Verdrag inzake de Rechten van het kind van de Verenigde Naties. Elly: Het nieuwe Graalhuis is een inspirerende plek en dat trekt veel mensen.
Maar wat beklijft daarvan en wat betekent dit voor de toekomst? Daar maken we ons uiteraard wel zorgen om. Er is behoefte aan continuïteit, maar je kunt van jonge vrouwen tegenwoordig moeilijk zo’n commitment verlangen. Zij willen zich niet meer op dezelfde wijze aan een geloofsbeweging verbinden als eerdere generaties. Daarom werd er naast het Graallidmaatschap een nieuwe mogelijkheid van betrokkenheid gecreëerd: Graalvriendin. De Graalvriendinnen vormen een brede groep van vrouwen die geïnteresseerd zijn in de Graal, van tijd tot tijd deelnemen aan activiteiten en taken op zich nemen om de beweging te ondersteunen. Zij organiseren af en toe programma’s of nemen deel aan commissies. Soms besluiten vriendinnen na een tijd om lid te worden van de Graalbeweging. Elly is lid van het landelijk Graalteam, dat eenmaal per maand vergadert. Daarnaast zijn er gespreksgroepen, waarin uitwisseling in een huiselijke sfeer centraal staat. Elly: De laatste keer kwam de groep bij mij thuis. Het zijn acht personen en ze komen uit Hoorn, Oegstgeest, Amsterdam en Den Haag. We spraken met elkaar over de vraag: Wat is heilig voor je? Dit contact, deze persoonlijke gesprekken, voeden mij in mijn dagelijkse bestaan. Tijdens de algemene ledenvergadering, die eenmaal per jaar plaats vindt, wordt gesproken over meer algemene thema’s. Bijvoorbeeld over vragen als hoe kan de Europese Graal een gezicht krijgen? Wat betekent het Goede Leven in Europa en wat kunnen we daar aan bijdragen? Bij De Graal is het steeds die wisselwerking tussen actie en contemplatie, tussen spiritualiteit en maatschappelijke bewogenheid, die vrouwen inspireert en gaande houdt. Daarmee blijft het ook voor komende generaties een boeiende beweging.
WvdV
w w w.degraalbeweging.nl • w w w.ceji.org • w w w.hagar-sarah.nl • w w w.waarde.nl/proj-rechtopnatuur.html
k nr bu l let in 5 | 2009
13
religie & kunst
Van kijken naar zien Felicia Dekkers is neerlandica, theologe en kunstenares. Ruim tien jaar geleden werd ze in Gods Werkhof door twee religieuzen (Augustijnen) gevraagd om een workshop te leiden en om toe te treden tot de bezinningscommissie van hun klooster in Werkhoven. Deze activiteiten vormden het begin van Beeldzin, haar eigen bureau van waaruit ze lezingen, workshops en vormingsdagen verzorgt. Daarnaast is zij (beeld)redacteur bij Uitgeverij Abdij van Berne in Heeswijk. Haar eerste opdracht vanuit Heeswijk was indertijd het maken van het boekje Op weg naar Kerstmis. Daarvan is dit jaar een tiende editie uitgebracht. De uitgeverij heeft recentelijk een enorme groei doorgemaakt, waardoor het aantal publicaties per jaar verviervoudigde (van 6 tot 24 uitgaven). Dit heeft onder meer te maken met een verschraling van de ‘gewone’ boekenmarkt. Je moet constateren dat levensbeschouwelijke uitgeverijen zoals Kok/Kampen, Gooi & Sticht alleen nog bestsellers uitbrengen van auteurs als Depak Chopra en Anselm Grün. Recent werk van Felicia betreft onder meer de opmaak van Op bezoek in de abdij, een introductiebrochure bedoeld voor jongeren en de Stiltekalender. Onlangs publiceerde Uitgeverij Berne de eerste religieuze roman, getiteld Een vrouw als Job, geschreven door Cia van Woezik. Felicia bedacht hiervoor titel en beeld van de cover. Zij werkt ook mee aan bladen als Interpretatie, Vrouw en Geloof (uit België) en ze is redactielid van de Stad Gods. Trager kijken Felicia is muzisch ingesteld en houdt er van om de vaste beeldvorming rond religie, spiritualiteit en gender te doorbreken en mensen te prikkelen door verrassende combinaties van beelden en teksten. Felicia: Er
14
k nr bu l let in 5 | 2009
is echt een opmerkelijke verschuiving gaande in de verhouding tekst / beeld. De toename van beelden is een algemeen verschijnsel, dat je overal in onze samenleving aantreft. Als je nu tijdschriften van twintig jaar geleden doorbladert, dan denk je: lazen we dat indertijd allemaal in zwart/wit en op dat grauwe wcpapier? Het stoort Felicia dat iedereen weliswaar beeld gebruikt tegenwoordig, maar dat men niet weet op welke wijze men dat kan doen. Er worden nog zelden lezingen gehouden zonder plaatjes via een beamer, maar daarbij wordt beeld vaak als een soort tekst gepresenteerd, terwijl het bijzondere van beeld nu juist is dat het de verbeelding vermag op te roepen. Felicia: Poëzie, beeldende kunst en goede literatuur zetten je verbeelding in
erking. Wanneer ik een bezinningsbijw eenkomst leid probeer ik mensen ertoe te verleiden om het kijken te vertragen. Dat kan wanneer ze even het ordeningsprincipe stil zetten en zich de vraag stellen wat er te zien is. Vooral wanneer mensen samen kijken zien ze veel en komt er een spannende wisselwerking op gang. Het is fantastisch om met oudere mensen naar beeld te kijken. Ondanks de grote mate van diversiteit heb je geen last van verschillen in opleidingsniveaus, omdat mensen niet bevraagd worden op hun kennis. Je doet een appèl op wat er nú gebeurt. De een helpt de ander. Op het eind zijn ze verbaasd over wat ze allemaal uitgewisseld hebben en over de verbinding die er is ontstaan tussen beeld en thema. Of zoals Felicia schreef in een recent artikel in Speling: Het proces van kijken, benoemen, associëren en interprete-
Beeldzin op maat De werkwijze bij lezingen en bezinningsdagen bestaat doorgaans uit een combinatie van een inleidend gedeelte en een onderdeel met groepswerk. In beide onderdelen wordt er op een interactieve manier met kunst en/of film gewerkt. Bij een workshop ligt het accent meer op het oefenen en toepassen van beeld en verhalen binnen het eigen werk. Het is mogelijk om in overleg een programma samen te stellen dat aansluit bij de eigen situatie. Felicia hanteert in haar werk verschillende modellen: het mozaïekmodel, het extra tijdmodel en het visueel verhalen vertellen. Het is belangrijk om de keuze van de didactiek af te stemmen op de doelgroep. Felicia laat zich graag inspireren door de vragen, die bij haar worden neergelegd, maar ze kan ook zelf onderwerpen aanreiken voor lezingen en workshops. Onderstaand een indruk van het aanbod: −− Het gelovig krediet van de crisis oftewel hoe kredietwaardig is ons geloof...? −− Elke tijd, de tijd van je leven! Over leeftijd, levenstijd, lévende tijd… −− De ídeale vrouw: vanuit welk perspectief? −− Kan mystiek het christendom vernieuwen? −− God en de kunst: een spagaat of een samenwerking?
−− Exodus als levensmodel aan de hand van een schilderijencyclus −− De levensboom: hoe ben je geworteld? Zo kijkt Felicia Het klooster Saint Benet bevindt zich halverwege de weg omhoog op de berg Montserrat in Spanje: een modern klooster van de Benedictinessen met een strak en sober vormgegeven kapel. Geen zwarte Madonna in een grote kerk zoals wel boven op de berg. Hier vind je een kapel met houten banken, een ambo, een altaar en twee ramen, maar eenmaal gezeten word je onverwachts geraakt. Hoog achter het altaar zijn twee grote ramen, die elkaar in een hoek raken. Midden op het raam een Gekruisigde, alweer, maar anders. Vanwege de hoek die het raam maakt, zie je hier geen lijdensfiguur hangend aan een
kruis, maar een Christus die ieder in de ruimte omarmt, jou ook. Terwijl je dit beseft kijk je uit op de wereld achter het raam, de rotsen van Montserrat en de blauwe lucht daar achter. In plaats van het uitzicht op een lijdende Christus hangend aan een muur achter het altaar zoals in de meeste kerkruimtes, nodigt deze plaats jou uit om via de omarming, de liefde van Christus te kijken naar de wereld. Deze ‘gewone’ plaats wordt zo een ‘andere plaats’. De architect en kunstenaar bewerken dat deze kapelruimte je dieper dan normaal raakt en tot een opdracht wordt, aan jou, aan ieder die in deze ruimte verkeert. En het is juist dit geraakt worden dat ons voert tot een ervaring van het hogere, het andere, dat wat mogelijk is: zo’n ruimte wordt dan een plaatsnaam van God, voor even…
WvdV
Website: w w w.beeldzin.nl • email:
[email protected] Bron van tek st over en foto van kloosterkapel: Interpretatie 2009 -7
kloosterkapel Saint Benet in Montserrat, Spanje
Religie & kunst
ren vertraagt het be-gríjpen, het vastleggen. Langzaam kom je met elkaar tot iets dat het kunstwerk in je oproept en dat is lang niet altijd precies wat de kunstenaar erin gelegd heeft. In dat kijken, samen kijken, luisteren en ervaren van kunst ontmoeten we ook elkaar, de ander, en wanneer iets ontstaat, de Ander. Zo opent zich het oppervlak naar het transcendente. Zo wordt een ervaring even een religieuze ervaring.
15
religie & kunst
Spiritualiteit in beeld Religie en kunst zijn voortdurend in beweging. Van oudsher ontwikkelt het ene zich gelijktijdig met het andere, waarbij nu eens de kunstenaar vooropgaat en dan weer het religieuze sentiment. Beide zijn ook altijd gedateerd, met het gevolg dat nieuwe generaties soms niet veel hebben met wat voorafging. Maar dat kan ook weer verkeren, zoals blijkt in het werk van Jaap Min in de kapel van de montfortanen in Oirschot. Min (1914-1987) uit het Noord-Hollandse Bergen was een studiegenoot van Karel Appel en Corneille aan de kunstacademie in Amsterdam. Hij ontwikkelde zich op een eigen manier en is vooral bekend geworden door zijn schilderingen van het Noord-Hollandse landschap. Daarnaast heeft hij veel religieus werk gemaakt. Hij had korte tijd op het montfortaanse kleinseminarie in Schimmert gezeten. In 1953 werd hij gevraagd om in het koor van de kapel van het grootseminarie het leven van Montfort uit te beelden en een aantal glas-in-loodramen te ontwerpen. In het middenschip zou een kruisweg moeten komen.
De opdracht hield Min intens bezig. Lange periodes woonde hij, ver van zijn gezin, in het seminarie, waar hij schilderde en zich verdiepte in het leven en de geschriften van Montfort. Geleidelijk kwam hem voor ogen wat het moest worden. Het vertrekpunt moest de Drie-eenheid zijn, zoals door Montfort onderstreept aan het begin van zijn “Verhandeling over de Ware Godsvrucht”. In het middelste raam van het koor heeft Min daarom de centrale plaats gegeven aan de Vader, de Zoon en de Geest. Het verlangen van Montfort om in de voetstappen van de apostelen te treden drukte hij vervolgens uit in de klassieke voorstelling van deze twaalf leerlingen in de apsis van oude kerken. Zij vullen de zes andere ramen. Op de muren daaronder heeft Min o.a. de twee kernmomenten uit Montforts verkondiging verbeeld: de Annunciatie aan het begin van het Evangelie en het Kruis als climax ervan. Terwijl de twee Maria-panelen van serene toewijding getuigen, komt elders het leven met zijn dramatiek en zijn tegenslagen naar voren. De apocalyptische situatie in zijn dagen deed Montfort bidden om ‘priesters van vuur’ en om vrouwen die van de wijsheid van het kruis zouden getuigen door hun zorg voor de armen. Dat inspireerde Min bij zijn uitbeelding van de congregaties die
Montfort heeft gesticht: de montfortanen en de Dochters der Wijsheid. In de kruisweg komt een centraal thema van Montfort terug: Christus die het lijden van mensen draagt en voor hen sterft. Jaap Min heeft er een vijftiende statie aan toegevoegd: de Verrezen Christus in het volle licht, die doet denken aan de voorstelling van Matthias Grünewald in Colmar. Dat licht contrasteert met de donkere kleuren van de andere staties. Dat contrast is ook in ander werk van Min aanwezig. Het donker krijgt veel nadruk, maar er zijn ook momenten waarop het licht doorbreekt. In de uitwerking liet de kunstenaar zich leiden door wat hij een paar jaar later zijn leerlingen aan de Kunstacademie van Maastricht op het hart zou binden: schilderen uit het hart en uitgaan van het persoonlijk contact met de mensen en de dingen. Dat kwam overeen met hoe hij de montfortanen zag: missionarissen die dichtbij mensen moeten staan zonder te vluchten in levensvreemde theorieën. Met dit uitgangspunt stond Min dichtbij het religieuze realisme van Limburgse kunstenaars als Charles Eyck, Joep Nicolas en Gène Eggen. Tegenwoordig zien we dat op een nieuwe manier terug bij Sjef Hutschemakers, een leerling van Jaap Min.
Zoals de kruisweg van Jezus in middeleeuwse passiespelen en nog steeds in Tegelen en Oberhammergau wordt geactualiseerd, zo heeft Jaap in de figuren van de Via Dolorosa mensen opgenomen die hij in het seminarie tegenkwam. Een hogepriester doet denken aan de toenmalige overste en een van de beulen heeft veel weg van een gedreven seminarist. Nadat in de jaren zestig het altaar was verplaatst en vernieuwd, heeft Min in 1971 de ruimte geïntegreerd in zijn eerdere werk. Rond een bronzen kruis van Brom schilderde hij kleuren die aansloten bij de Montfortpanelen. Ook ontwierp hij een nieuw tabernakel. Aan de buitenkant wilde hij vier keer het gezicht van Christus laten terugkomen. Hoe hij Christus moest uitbeelden, hield hem bezig. Hij maakte een groot aantal ontwerpen, waarvan hij er uiteindelijk vier heeft gebruikt. De rest kreeg later een plaats in de zogenaamde Jaap Minzaal van het oude grootseminarie. Niemand vond de strenge, donkere
voorstellingen echt mooi. De koppen pasten niet bij het hoopvolle beeld van Christus in de nieuwe theologie en verkondiging. Totdat er plotseling iets gebeurde. Tijdens de voorbereiding van de Open Monumentendag 2009 ontstond de idee om in de Jaap Min-zaal ook ander werk van de kunstenaar te laten zien. Zijn artistiek aangelegde familie bracht een aantal andere schilderijen mee en ging aan de slag met de inrichting van de zaal. Enkele kleinkinderen ontfermden zich over de koppen en hingen ze op rondom een Christus aan het Kruis. Het effect was verbluffend. Plotseling kregen de koppen een nieuwe expressiviteit. Ze laten zien wat zich volgens Jaap heeft afgespeeld op het gelaat van Christus tijdens zijn laatste levensuren. Het werk van Min heeft een stempel gedrukt op de voorstellingswereld en de fantasie van heel wat montfortanen. Ze kunnen het leven en de spiritualiteit van Montfort niet voor
zich zien zonder aan de kapel van Oirschot te denken. Dat geldt ten eerste degenen die de kunstenaar in de kapel aan het werk hebben gezien. Tijdens de beeldenstorm van de jaren zestig verflauwde de interesse, maar ze kwam later weer terug. Toen enkele jaren geleden werd besloten het klooster te verkopen, rees bij de montfortanen en ook in het dorp Oirschot de vraag wat er met de kapel en met het werk van Min moest gebeuren. Er is onderzocht, of de muurschilderingen herplaatst konden worden in het generalaat in Rome of ergens in het land van Montfort (Vendée/Bretagne); ook de confraters in Indonesië hadden interesse. Dat bleek technisch onmogelijk. Op 6 november 2009 zijn klooster en kapel verkocht aan de gemeente Oirschot. Zij zal in overleg met de montfortanen een Stichting in het leven roepen die de kapel gaat beheren. Wat er met het kruis en de Christuskoppen gebeurt, staat nog niet vast.
Wiel Logister smm
k nr bu l let in 5 | 2009
17
projecten
Projecten
Veranderingen In 2008 heeft het Tint-programma een nieuwe moderne presentatie gekregen. De basisprogramma’s voor persoonlijke ontwikkeling, ontmoeting en gesprek en de zondagsliturgie bleven gehandhaafd. Nieuw was onder meer de deelname met een eigen activiteit aan het bunkerfestival van de culturele en levensbeschouwelijke organisaties, de deelname aan het introductieprogramma met een bezinningsactiviteit, het themaprogramma ‘Time Out’, een tweedaags stiltefestival en het themaprogramma ‘Wat eten we vandaag?’. Daarbij werd in samenwerking met de islamitische studentenvereniging een interreligieuze maaltijd gehouden.
Tintelingen in Eindhoven De Oecumenische Eindhovense Studentenkerk (ESK) is een samenwerkingsverband van de Studentenparochie Verrijzenis van Christus en de PKN-gemeente in Eindhoven. In een sterk geseculariseerd milieu biedt ESK de 23.000 studenten van de TUE en de Fontys Hogeschool een pastoraal programma met liturgische, vormende, bezinnende en begeleidende diensten. Enkele jaren geleden viel de financiële steun van de RKK en de Radboudstichting weg en is een veranderingsproces gestart om tot een structureel gezond ESK te komen. Het programmatisch aanbod aan de studenten moest vernieuwd worden en men ging op zoek naar andere sponsoren voor het pastoraat. Het nieuwe aanbod draagt de naam Tintelingen in Eindhoven. De Commissie PIN besloot vorig jaar dit vernieuwingsproject te steunen voor een periode van drie jaren.
k nr bu l let in 5 | 2009
Een voorbeeld uit het aanbod: Wat raakt je? Wat inspireert je? Waarom doe je wat je doet? Er wordt om de twee weken een Pasta en Passie avond georganiseerd. Daarvoor vragen we studenten om met filmsuggesties te komen die met hun passie te maken hebben. We willen verder ook speciaal internationale studenten uitnodigen. Zo kun je bijvoorbeeld een filmsuggestie doen die jouw
v aderland typeert of wat iets te maken heeft met je hobby of je (toekomstige) werk. Voorwaarde is wel dat de film Engels gesproken moet zijn of Engels ondertiteld. Voorafgaand aan de film is er de mogelijkheid om samen te eten. Het inkomstenpatroon is volledig anders geworden. De bijdragen van de leden en deelnemers zijn gestegen, de PKN en de katholieke studentenparochie handhaafden hun bijdragen en de universiteit levert een bijdrage in de personele kosten en de huisvesting. Met de Fontys Hogeschool zijn positieve gesprekken gestart over hun financiële bijdrage.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met het secretariaat van de Commissie PIN. Op internet zijn verschillende f ilmpjes, die een goed beeld geven van het werk van Tint: w w w.stiltefestival.nl en w w w.nieuw wij.nl/index.php?pageID =13&messageID =3225 Dit is de site van Tint: web.tue.nl/tint/index.php?H= 0
Stiltefestival Fotografie: Bar t van Overbeeke
18
Met de grote publicitaire activiteiten werden tussen 100 en 400 studenten ‘oppervlakkig’ bereikt. De overige programma’s trokken een wisselende deelname. In totaal waren er meer dan 300 studenten betrokken bij de middag- avond- of weekendactiviteiten.
varia / korte berichten
Varia / korte berichten Open middag Gods Werkhof Aanbod woonruimte
Wanneer u belangstelling heef t voor het wonen in Catharinahof, kunt u contact opnemen met Zr. Angèle Schamp o.p., Postbus 40040, 6504 AA Nijmegen, T: 024 - 3772275
Catharinahof is een appartementencomplex in Nijmegen en bevat 81 wooneenheden. Catharinahof is gebouwd als wooncentrum voor zelfstandig wonende Zusters Dominicanessen van Neerbosch. Om leegstand te voorkomen worden de appartementen ook verhuurd aan leden van andere religieuze instituten en aan leken die affiniteit hebben met religieus leven. Momenteel zijn er leden van 14 verschillende religieuze instituten gehuisvest. Er wordt aandacht gegeven aan de religieuze identiteit van de bewoners. Zo is er een kapel in huis waarin vieringen worden gehouden en het koorgebed wordt gebeden. Ook is er jaarlijks een bezinningsaanbod. Het huis heeft voorts algemene ruimten.
Huis gezocht Pater Peter Westerman Huize Loreto Kloosterstraat 5, 7137 MZ Lievelde T: 0544 393389 bgg 393380 E:
[email protected]
De paters Maristen zijn op zoek naar woonruimte in of in de buurt van de volgende steden Nijmegen, Den Bosch, Tilburg. Het liefst zouden zij een huis voor drie tot zes personen kopen of huren, zodat ze vóór of rond medio 2011 kunnen verhuizen. Een stedelijke omgeving en de nabijheid van een woonzorgcentrum (met verpleegafdeling) heeft hun voorkeur. Mocht iemand hen opmerkzaam willen maken op een geschikt pand of deel daarvan, dan horen zij dat graag.
Huisvesting gezocht
Ziet u mogelijkheden om pastoor Mosa een geschik te huisvesting te bieden neemt u dan contact op met de afdeling Communicatie van de KNR.
In Nederland is een gemeenschap van Syrische Katholieken, die geregeld samenkomt voor vieringen en ontmoetingen. Binnen deze gemeenschap is een pastoor aangesteld, met zending van de bisschop van Utrecht. Zijn naam is Noël Mosa. In verband met een noodzakelijke verhuizing, is pastoor Mosa op zoek naar woonruimte. Bij voorkeur is dit centraal in Nederland, maar in ieder geval binnen de driehoek van Amsterdam, Nijmegen en Rotterdam. Het is voor hem belangrijk om te kunnen leven in een gemeenschap van andere priesters c.q. religieuzen. Het gaat dan ook om inwoning en niet om een zelfstandige woonruimte. Pastoor Mosa spreekt goed Frans en redelijk Nederlands.
Binnenkort is het 50 jaar geleden dat priorij Gods Werkhof in Werkhoven als slotklooster in gebruik genomen werd door de monialen Augustinessen. De Stichting Gods Werkhof gaat op 10 januari 2010 samen met de huidige gebruiker van het gebouw, Conferentiecentrum Samaya, uitgebreid aandacht besteden aan dit jubileum door middel van een open middag waarbij iedereen welkom is. Door middel van presentaties, foto’s, films, rondleidingen en korte workshops krijgt u een beeld van hetgeen zich allemaal in de priorij heeft afgespeeld en nog afspeelt. Annemiek Schrijver zal die middag in de kapel een interview houden met 2 vrouwen van toen en nu: Josephine Boevé die als religieuze in het slotklooster leefde en Mieke Beijer-Tollenaar die na het vertrek van de zusters op eigentijdse wijze invulling gaf aan deze spirituele plek.
Wilt u aansluitend genieten van een feestelijk biologisch 3- gangendiner? Dat kan. Svp reser veren via de receptie: T: 0343-552332 of via E:
[email protected]. Voor meer informatie, het volledige programma van de open middag en informatie over het jubileumboek: w w w.godswerkhof.nl
Misdadige ketenen losmaken… Jesaja 56 Aan het eind van een startbaan op Schiphol staat een gevangenis voor mensen die niet in Nederland mogen (ver)blijven omdat ze niet over voldoende papieren beschikken. Tijdens een grote brand in 2005 kwamen hier 11 gevangenen om het leven. De woorden van Jesaja kunnen als een oproep verstaan worden om stil te staan bij wat er in deze gevangenis met mensen gebeurt. In de tijd voor Pasen worden er wakes georganiseerd bij dit Cellencomplex Schiphol Oost. Deze wakes, die een uur duren, worden telkens vanuit de traditie en het gedachtegoed van een andere geloofsgemeenschap gehouden. Op 17 februari, Aswoensdag, is de beurt aan Religieuzen voor Vluchtelingen en Catholic Worker.
De wake op Schiphol Oost begint om 14.00u. Om 13. 30u. ver trek t de speciale bus vanaf Amsterdam NS Station Zuid/ W TC. Voor meer informatie: I: w w w.schipholwakes.nl of T: 020 - 6922536 of E:
[email protected]
Open studiedagen Catharina Halkes / Unie NK V Leerstoel Religie en Gender De data van de Open Studiedagen, georganiseerd door het Instituut voor Feminisme en Christendom zijn: 5 februari, 26 maart en 21 mei 2010. Het thema is: ‘Volksreligie en nieuwe religieuze bewegingen: vrouwendomeinen?’ Lezingen worden gegeven door Grietje Dresen, Maaike de Haardt, Lieve Troch e.a.
Informatie via E:
[email protected] of T:024 -3612168
COA zoekt huisvesting voor asielzoekers Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Rogier Moulen Janssen of Will van de Ven
20
k nr bu l let in 5 | 2009
Het Centraal orgaan Opvang Asielzoekers (COA) als onderdeel van het Ministerie van Justitie is op zoek naar diverse locaties in Nederland voor het huisvesten van asielzoekers. Met name in de regio ‘s-Hertogenbosch is deze huisvestingsvraag, mede door de aanwezigheid van een IND-vestiging, zeer hoog. Wellicht is er enige leegstand in sommige kloostercomplexen, die tijdelijk door het COA ingevuld kan worden?
Besturendag WRGV Op 9 f ebruari 2010 in vindt in ’s-Hertogenbosch de jaarlijkse Besturendag plaats, georganiseerd door Het Werkverband Religieuzen voor Gerechtigheid en Vrede. Het thema is dit keer mensenhandel.
k nr bu l let in 5 | 2009
21
jongeren
Jongeren Zie mij In gesprek met Zr Bernadette van Loon (Filles de la Sagesse) Tijdens een feestelijke bijeenkomst vierde Stichting Moria op 13 oktober jongstleden het 15-jarig bestaan. Bij die gelegenheid werden al degenen die dit project voor jeugdige ex-gedetineerden een warm hart toedragen in het zonnetje gezet. Onder hen natuurlijk ook zr Bernadette van Loon, die sinds 2001 vrijwilligster is bij Moria. Moria Ruim acht jaar geleden werd zr Bernadette ‘getipt’ door een medezuster over werken bij Moria: Ik maakte een afspraak met André Stuart en ik kon meteen blijven. Daar was ik blij om, want het is fijn om bij die jongens te zijn. Toen zr Bernadette indertijd begon waren zr Raymunda, zr Rinie, zr Josephine en zr Mariet – allen Zusters van Julie Postel – ook vrijwilligster bij Moria. Zij vormden de ‘ochtendploeg’ en zr Bernadette kwam twee middagen per week naar de Sofiaweg. Zr Bernadette: Toen was de afspraak dat de jongens bij toerbeurt inkopen zouden doen en koken voor de groep. Ik sta nog steeds versteld hoeveel die jongens kunnen eten. Toen een van hen zin had in gebakken aardappels heb ik hem voorgedaan hoe hij ze moest schillen. De laatste tijd kookt ieder voor zich, zodat men beter leert om voor zichzelf te zorgen en om te budgetteren. Dat gaat heel goed. Inmiddels gaat zr Bernadette nog een keer per week. Zr Bernadette: Op woensdagochtend ga ik vanuit Alverna op mijn brommertje naar Nijmegen. Vaak kom ik dan enkele jongens tegen, die onderweg zijn
22
k nr bu l let in 5 | 2009
naar hun werk. De een roept: dag zuster en een ander: dag oma. De bewoners die thuis zijn, komen beneden voor het ontbijt. Als er een nieuwe jongen is, dan neem ik hem mee op mijn ronde door het huis. We zamelen het vuile wasgoed in en draaien een wasje. We vullen closetpapier aan, wassen gordijnen, zemen de ramen of geven de keuken een extra beurt. Dat zijn allemaal dingen waar ik een knul bij nodig heb. En op deze manier lopen ze allemaal wel een keertje met mij mee en is er gelegenheid om wat te praten, zo daar behoefte aan is. Ik roep steeds dat er nooit een afwasmachine moet komen, want dan ontneem je jezelf de kans om spontaan een gesprek aan te knopen. We hebben enkele jaren geleden het nieuwe huis aan de Louiseweg betrokken. Daar is een werkplaats ingericht en er is een groot bos waar ze zich heerlijk kunnen uitleven. Het huis en de tuin vergen veel onderhoud, en er scharrelen ook wat kippen rond. Wanneer een jongen bij Moria komt is het zaak om te achterhalen waar zijn interesse ligt, zodat daarbij aangesloten kan worden.
Een nieuwe bel? Bernadette (Oirschot, 1941) komt uit een groot Brabants gezin met tien kinderen, zes meisjes en vier jongens. Al vond ze zichzelf ‘ niet zo’n bidziel’, toch koos ze van harte voor het kloosterleven. Na vruchtbare jaren in de gezinszorg gaf zr Bernadette gehoor aan een oproep om in Amsterdam samen met anderen de Mirjamgroep op te richten. Achter het Centraal Station runde deze groep een huiskamer, waar overwegend verslaafde straatprostituees terecht konden voor een praatje, koffie en wat rust. Zr Bernadette was met hart en ziel verknocht aan dat werk en die vrouwen. Het was dan ook niet eenvoudig, toen zij tien jaar geleden gevraagd werd om naar Berg en Dal te komen ten behoeve van haar medezusters. Maar ze zei toch JA, al had ze tijdens de eerste maanden veel last van heimwee. Zr Bernadette: ‘Ik heb hard gewerkt in Amsterdam, maar het was heerlijk: de omgeving, de mensen, het werk, de vrijheid en de humor. Als je door de stad fietste en rinkelde om een andere fietser in te halen dan zei zo iemand: En wijffie, een nieuwe
bel gekregen?’ Dat je banden opbouwt met mensen, die je na verloop van tijd weer los moet laten is een constante factor in haar leven. Ook nu weer bij Moria met al die jongeren, die op den duur zelfstandig verder moeten. Zr Bernadette: Sommige jongens vertellen je hun hele levensverhaal. Paul bijvoorbeeld, een heel lange knul, die veel verdriet had, omdat zijn ouders zich doodschaamden voor hem. Dan zei hij: ik weet ook wel dat het fout was wat ik heb gedaan, maar ik ben er toch voor gestraft? Met Bennie heeft ze ook een tijdlang intensief opgetrokken: We poetsten samen zijn kamer en ik attendeerde hem op de plekken die hij ‘vergeten’ was, onder het bed of de bank. Op een gegeven moment had hij op afbetaling een computer aangeschaft. Nachtenlang zat hij achter dat ding en hij kon nog maar moeilijk uit bed komen. Toen ben ik gestopt met hem te helpen, want als ze zelf niets doen, dan hou ik er mee op. De meeste jongens hebben geen flauw benul van religieuzen. Dan vragen ze wel ’s Hebt u kinderen, heeft u een man? Het woord’ zuster’ wekt bij hen associaties met een ziekenhuis. Dan vertel ik dat ik een ‘nonneke’
ben en dat ik een eenpersoonsbed heb, waar niemand bij past. De jongens komen wel echt voor me op. Als iemand zich in hun ogen tegenover mij minder goed gedraagt krijgt hij dat gelijk te horen: Ja, maar dat is wel een zuster. De jongens zien je dus wel als speciaal. Toen Danny een bospad aangelegd had door de boomwortels weg te halen en alles te egaliseren stelde ik voor om zijn pad in te zegenen. Met champagne vroeg hij. Nee, zei ik, met een Weesgegroetje. Nou daar was hij ook erg verguld mee. Een goede bodem Enkele jaren geleden verhuisden de Dochters der Wijsheid vanuit Berg en Dal naar Alverna. Zr Bernadette: We hebben het hier in Rivo Torto heel goed. Ik ondersteun mijn medezusters met boodschappen, koken, wassen of strijken en er worden inspirerende bezinningsbijeenkomsten georganiseerd. Desondanks gaat er soms gewoon iets wringen bij mij. Daarom ben ik zo blij met de jongens van Moria. Ik geniet van hun gewone gespreksstof, over het voetballen bijvoorbeeld. We hebben nu een heerlijke gevarieerde groep. Een paar jongens werken
bij Het Goed in Nijmegen, een winkel in tweedehands goederen. Er is ook een grote Antilliaan bij, die zijn haren in een net draagt en mij ‘oma’ noemt. Er zijn nu vijftien jongens, het huis zit helemaal vol. De jongste is 20 of 21 en de oudste is 25. Ik wil niet altijd weten wat hun achtergronden zijn, want dan sta je misschien minder open. Veel jongens hebben schulden, omdat het ze allemaal te gemakkelijk gemaakt wordt om geld te lenen van de bank. Voor alle praktische punten hebben ze begeleiding, zodat ze leren de consequenties te overzien en te dragen van hun handelen. Af en toe zijn ze superlief en dan vraag ik: Heb je soms iets van me nodig? Ze houden echt rekening met mij en zullen in mijn aanwezigheid geen grove moppen tappen. Ik ben altijd blij dat ze naar me toe komen. Zo is er een knul, die het heerlijk vindt om in bad te liggen en daarom moet hij dat ook schoon houden. Twee weken achtereen liet hij me trots zien hoe goed hij gepoetst had. De derde week moest ik hem er toch weer met de haren bij slepen. Ook bij het reinigen van het fornuis maken ze er zich soms te gemakkelijk van af en dan zeg ik: Hier heb je alleen maar zachtjes over geaaid. Ferdi heeft nu een woning gekregen en hopelijk gaat dat goed, want het is nog zo’n speels jong. Hij heeft nu een vriendinnetje. Als zij maar niet alles voor hem gaat opknappen, want dan is hij het zo verleerd om zelfstandig een huishouden te voeren. Na hun vertrek zoeken de jongens soms toch weer contact. Dat is voor mij het bewijs dat de bodem goed is geweest. Laatst zag ik Jeroen, die tegenwoordig bij een groot tuincentrum werkt. Toen hij me zag kreeg ik twee kussen en een glas jus d’orange. Ach, je kunt het niet overbrengen, het zijn vaak zulke rijke momenten als het klikt. Daar doe ik het voor, dat houdt me echt op de been. WvdV w w w.stichtingmoria.nl
k nr bu l let in 5 | 2009
23
boeken & brochures
Boeken & brochures Zorgende zusters Op 1 augustus 1880 werd in Breda een nieuwe cong reg at ie gesticht: de Franciscanessen van de H. Elisabeth. Haar werkterrein vormde de verpleging van zieken aan huis. Binnen twintig jaar werkten de zusters ook in de ziekenhuis-
verpleging, de wijkverpleging en de bejaardenzorg. Later zorgden zij bovendien voor ongehuwde moeders en hun kinderen en trokken zij naar de missie op Sumatra. Dit boek gaat over de wijze waarop de zusters het devies van hun congregatie ‘Ik was ziek en gij hebt mij bezocht’ (Mt. 25, 36) meer dan een eeuwlang in de praktijk hebben gebracht. De zusters stonden dag en nacht klaar voor de zieken. Die grenzeloze inzet stond echter op gespannen voet met de eisen die het religi-
euze leven aan hen stelde. Voor alle zusters was dit een persoonlijk dilemma; voor sommigen was het een reden om de congregatie te verlaten. Op haar hoogtepunt in 1952 telde de congregatie 355 leden. In 2008 leefden er in Nederland nog 44 zusters. Op Sumatra deed zich een omgekeerde ontwikkeling voor. De Indonesische zustergemeenschap heeft zich ontwikkeld tot een zelfstandige congregatie van bijna tweehonderd leden: Kongregasi Suster Fransiskanes Santa Elisabet.
José Eijt. We waren er altijd. Zusters in zorg en verpleging. Franciscanessen van de H. Elisabeth 1880 -2009. Van Ierland Uitgeverij B.V. ISBN 978-90 -78071- 68- 6
Religieuzen in oorlogstijd Er lijkt zich de laatste jaren een hernieuwde belangstelling voor de Tweede Wereldoorlog af te tekenen, hetgeen onder meer blijkt uit de succesvolle televisieserie De Oorlog. Over de ervaringen van religieuzen in oorlogstijd is nog weinig bekend. Deze publicatie voorziet dan
ook in een hiaat. Hoewel Nijmegen in september 1944 werd bevrijd, bleek al snel dat de vrede nog enige tijd op zich zou laten wachten. De geallieerden strandden bij Arnhem en Nijmegen werd gedurende zeven maanden frontstad. Ook aan de vele kloosters in Nijmegen, gingen die verschrikkingen niet voorbij. Aan de hand van de kronieken die de zusters in de jaren 1939-1946 schreven doet zr Regina Mattens verslag van het leven van de dominicanessen van Neerbosch in die periode. De zusters werden ge-
dwongen te evacueren, te vluchten of een veilig heenkomen te zoeken in de schuilkelders van hun huizen. Er was gebrek aan alles, vooral aan voedsel. Ondanks de ellende en ontberingen bleven zij iedereen bijstaan die een beroep op hen deed: kinderen en ouderen, passanten, buurtbewoners. Zij hadden daarbij ook oog voor de mens achter de bezetter, in overeenstemming met het Evangelische: “Hebt uw vijanden lief, doet wel aan die u haten”.
Regina Mattens o.p. Laat ons nu eerst een Te Deum zingen. De Dominicanessen van Neerbosch en de Tweede Wereldoorlog. ISBN 978 90 5625 305 9 Omvang 350 blz. Prijs €19,95Ierland Uitgeverij B.V. ISBN 978-90 -78071- 68- 6
24
k nr bu l let in 5 | 2009
De Bijbel en de moderne kunsten Dit bijzondere naslagwerk laat zien hoe bijbelse verhalen, thema’s en motieven weerklank vinden in de kunsten van de twintigste en de eenentwintigste eeuw: de beeldende kunst, de film, het toneel, de muziek en de literatuur. De twintigste eeuw was een eeuw van secularisatie, maar dat betekent verrassend genoeg niet dat de Bijbel verdween uit de cultuur. In de kunsten is de Bijbel een prominente rol blijven spelen en voortdurend hebben kunstenaars zich laten inspireren door teksten, passages en verhalen uit de Bijbel. De Bijbel cultureel biedt de kunstwerken aan rond 67 trefwoorden en passages, zoals: de schepping, David, Maria, de verloren zoon, de Bergrede, de Tien Geboden en het hemelse Jeruzalem. Op deze manier ontstaat een unieke dieptepeiling van de moderne kunsten in de westerse wereld. Qua opbouw vormen drie rubrieken de ruggengraat van het boek, die bij ieder trefwoord terug komen: steeds is er een vrij uitvoerige PRESENTATIE van een kunstwerk uit een van de genres, gevolgd door enige korte KARAKTERISTIEKEN van werken uit verschillende genres en door een ESSAY over een breder onderwerp, dat door het trefwoord werd opgeroepen. Door deze indeling wordt er niet alleen ingezoomd op een kunstwerk, maar ook geïnventariseerd en worden bredere tendensen besproken en conclusies getrokken. Dit boek beweegt zich in een spanningsveld, omdat de Bijbel in de kunst
enerzijds belachelijk is gemaakt en bespot, terwijl er anderzijds tegenbewegingen zijn, waarbij kunstenaars op hun manier hun geloof verwoorden, soms met een aanstootgevend idioom. De kracht van het boek zijn de duidelijke analyses van afzonderlijke kunstwerken (in film, poëzie, theater, beeldende kunst, cabaret) en van de verschillende genres. Zo opent het boek met een aantal relevante beschouwingen over de plaats van de Bijbel in de beeldende kunst, de film (‘tussen doelwit en inspiratiebron’), het theater (‘een moeizame relatie’), de muziek en de literatuur. De vele afzonderlijke beschouwingen zijn waardevol en verrassend. Ik had me bijvoorbeeld niet eerder gerealiseerd dat in het werk van Bob Dylan de hele Bijbel weerspiegeld wordt. Als joods opgegroeide jongen kent hij het Oude Testament door en door. Met name in zijn liedteksten voor zijn bekering laat hij zien hoe vertrouwd hij is met Abraham en de profeten. Zo refereert hij in de titelsong van Highway 61 Revisited rechtstreeks aan het offer van Izak, slaat ‘Sad-Eyed Lady Of The Lowlands’ direct op Jeremia 8:21-9:1 en is ‘All Along The Watchtower’ niet te begrijpen zonder kennis van Jesaja 21:8. Dit boek toont onder meer de worsteling van kunstenaars om moderne vormen te gebruiken voor de boodschap van de Bijbel, maar ook treffen we meer traditionele verwerkingen van de Bijbel aan, zoals in de film
‘Tien Geboden’. Of denk aan de vele kunstvormen die de boodschap van de Bijbel willen doorgeven in passiespelen en -muziek, de incarnatiepoëzie, kunstwerken van Mark Chagall, het dichtwerk van Martinus Nijhoff. Deze kunstproducten ademen een heel ander klimaat dan wat doorgaans voorkomt in de popmuziek, de film, het theater en in veel gevallen ook de beeldende kunst. De redactie van De Bijbel cultureel is ervan uitgegaan dat ironie, provocatie en kritiek het belang van de Schrift eerder onderstrepen dan ondergraven, maar dat is misschien te optimistisch of generaliserend gesteld. Een kunstzinnige verwerking van Bijbelse thema’s kan ook aanstoot geven – denk bijvoorbeeld aan de verbeelding van het leven van Jezus Christus (met name in de filmwereld) of aan de rancuneus getoonzette benadering van bijvoorbeeld Maarten ’t Hart. Aan de andere kant laten vele kunstproducties van de twintigste eeuw zien welke diepe levensvragen hieraan ten grondslag liggen. De Bijbel cultureel mikt op twee doelgroepen: Bijbellezers die in kunst geïnteresseerd zijn en kunstkenners die zich willen oriënteren op de rol van de Bijbel in de kunsten. Dit boek nodigt uit om zelf moderne kunstwerken te ervaren als mogelijkheden, die nieuwe vensters openen op vertrouwde Bijbelfragmenten.
Marcel Barnard en Gerda van de Haar (red.) De Bijbel cultureel. De Bijbel in de kunsten van de twintigste eeuw. Uitgeverij Meinema, Zoetermeer. ISBN 978 90 211 4220 3; 736 pagina’s; € 89,90.
k nr bu l let in 5 | 2009
25
boeken & brochures
boeken & brochures
Ommekeer Bernardus van Clairvaux (1090 - 1153) was een invloed r ijke Franse abt en de belangrijkste promotor van de hervormende kloosterorde van de Cisterciënzers. Na de dood van zijn moeder in 1113 trad Bernard toe tot de Cisterciënzer orde. Reeds drie jaar later kreeg hij opdracht om een dochterklooster te stichten, dat hij de naam Claire Vallée, ‘Clairvaux’ gaf.
Versterving en zelfkastijding Bernard predikte een onmiddellijk geloof, waarin de Maagd Maria de bemiddelaar was. In het jaar 1128 speelde Bernard een rol in het Concilie van Troyes, waarin hij de contouren van de Regels van de Tempeliers schetste, die al snel het ideaal van de christelijke adel werden. Bernardus was de eerste Cisterciënzer monnik die werd opgenomen in de Heiligenkalender. Paus Pius VIII gaf hem in 1830 de titel van ‘Doctor van de Kerk’. Vanaf dat moment geldt hij ook als kerkleraar. In 1139 sprak Bernardus een aantal studenten in Parijs toe over het thema bekering. Zijn toespraak is
nu voor het eerst in het Nederlands uitgegeven, met een informatieve inleiding, handige registers en een goudkleurig leeslint. Prachtig! Dit ervaringsdocument biedt de mogelijkheid kennis te maken met Bernardus’ verfijnde spreek- en denktrant. Bernardus leefde vanuit Gods woord dat dagelijks via koorgebed en lectio divina bij hem binnen kwam en hij beschrijft hoe het woord van de Schrift aansluiting zoekt bij onze innerlijkheid. Voor mensen die terugkeren naar hun hart, bewerkt dat woord een radicale omvorming en dit opent de weg naar gelukzaligheid.
Krijn Pansters & Guerric Aerden ocso (red.) Bernardus van Clair vaux, Ommekeer, De omvormende kracht van Gods woord. ISBN: 9789055739332. € 24,90. 136 pagina’s.
Zuster, Moeder Aarde
De werkgroep ‘Integrity of Creation’ van de Unies van Vrouwelijke en Mannelijke Religieuzen te Rome bracht in april 2009 een brochure uit over de milieucrisis. Het Cen-
traal Missionair Beraad Religieuzen (CMBR) heeft de brochure vertaald en aangepast aan de Nederlandse situatie. De Nederlandse titel luidt ‘Zuster, Moeder Aarde’, naar een strofe uit het Zonnelied van Franciscus van Assisie. Guy Dilweg ofm van het Franciscaans Milieuproject Stoutenburg hield tijdens de presentatie van de brochure een gloedvol betoog waarin hij demonstreerde hoe vreugdevol een leven van meer aandacht voor en betrokkenheid op de aarde kan zijn. Het eerste deel van de brochure geeft een overzicht van de toestand van
onze planeet Aarde, toegespitst op vijf aspecten: klimaatverandering, biologische diversiteit, olie, water en genetische modificatie. Het tweede deel biedt theologische en ethische overwegingen. Het laatste deel is geschreven door Guy Dilweg ofm. Hij geeft praktische tips hoe je stappen kan nemen om milieuvriendelijker te leven. Dat is niet alleen goed voor het milieu, maar ook voor jezelf. Door de gehele tekst heen zijn gebeden opgenomen uit verschillende religieuze tradities en korte berichten hoe religieuzen overal ter wereld zich concreet inzetten voor het milieu.
De volledige tek st van de lezing van Guy Dilweg tijdens de presentatie is te vinden op de website van de KNR, maar we sturen u deze op verzoek ook graag toe. ‘Zuster, Moeder Aarde’ telt 40 pagina’s. De prijs is € 6, - inclusief verzending. T: 073 – 692 132. E:
[email protected].
26
k nr bu l let in 5 | 2009
religieuzen, negen mannen en negen vrouwen, in leeftijd variërend van 70 tot 92 jaar.
Op dit onderwerp is theoloog en godsdienstpsycholoog Emke Bosgraaf onlangs gepromoveerd. Aanleiding voor het onderzoek was een studiereis met zijn promotor, emeritus hoogleraar godsdienstpsychologie Patrick Vandermeersch, naar een dorpje in het noorden van Spanje, waar regelmatig rituele geselprocessies gehouden worden. Vandermeersch schreef een boek over deze praktijken en kreeg bij verschijning daarvan van verschillende kanten te horen dat zelfgeseling tot voor kort ook voorkwam in het Nederlandse kloosterleven. Reden voor Bosgraaf om daarnaar onderzoek te gaan doen. Als bronnen gebruikte hij onder meer kloostertijdschriften, ascetische handboeken, gedenkboeken van kloosterordes, regels en constituties, kerkrecht en kerkelijke encyclieken. Ook interviewde hij achttien
Uit deze interviews bleek dat rond de jaren vijftig, zestig in de kloosters nog veel religieuze tuchtmethodes werden toegepast. De lichaamsgerichte omvatten het nachtkoor, de boeteketting, zelfgeseling, het eten van bitterkruid (alsem, absint)en vasten. Terugkijkend hadden de Nederlandse religieuzen de meeste moeite met de geestelijke versterving. Deze omvatte het stilzwijgen (silentium), het schuldkapittel, boetedoeningen en de oefeningen in nederigheid, bestaande uit refterpenitenties en noviciaatspraktijken. In actieve religieuze gemeenschappen werd vooral in het eenjarige noviciaat veel nadruk gelegd op versterving. Bij congregaties die zich toelegden op onder meer zorg en onderwijs, groeide het inzicht dat men met een verzwakt lichaam maatschappelijke taken minder goed kon uitvoeren. In contemplatieve gemeenschappen bleef het min of
meer een vast onderdeel van het religieuze leven. Vooral de vrouwen in (semi-)contemplatieve ordes hadden het zwaar, concludeert Bosgraaf. ‘Veel abdissen en novicenmeesteressen hielden zich strikt aan de richtlijnen, vanuit de klassiek christelijke opvatting dat de vrouw, sinds Eva, meer geneigd is tot zondigheid dan de man. Het vrouwelijke lichaam moest daarom ook meer en strakker worden gedisciplineerd.’ Het was niet het Tweede Vaticaans Concilie dat de afschaffing van versterving inluidde. Uit de kloosters zelf klonk al in de vroege jaren vijftig kritiek – op psychologische, medische en theologische gronden. Bij de eerste twee vormen van kritiek ging het om de relatie tussen versterving en geestelijke en lichamelijke gezondheid in de kloosters. In de theologische kritiek stond het dualisme tussen lichaam en geest centraal. Religieuzen die de spirituele zin van zelfkastijding niet inzagen, omzeilden dat soms door in de eigen kamer of heel zachtjes te slaan of juist heel hard, kermende kreten slakend, maar dan wel op hun kussen.
E. Bosgraaf, Gebroken wil, verstor ven vlees. Een historisch-psychologische studie over verster ving in het Nederlandse kloosterleven (1950 -1970). Groningen 2009. ISBN: 9789036740265.
Het gaat door! Dit is de titel van een kleurrijk boek met veel foto’s. In de eerste twee hoofdstukken wordt een beeld gegeven van de veranderingen die zich in de afgelopen 50 jaar in Gods
Werkhof, en daarmee in Katholiek Nederland, hebben afgespeeld. In de 5 hoofdstukken daarna worden via de thema’s Roeping, Verbondenheid, Openheid, Stilte en Ruimte bruggen
geslagen tussen toen en nu. Mede door de meditatieve teksten, gebeden en prachtige foto’s is dit boek geworden tot een bron van inspiratie.
Meer informatie op w w w.godswerkhof.nl Het gaat door! Spiritualiteit en inspiratie in voormalig slotklooster Gods Werkhof. Uitgeverij Matrijs. ISBN 978 90 5345 400 8. 144 pagina’s, Introductieprijs € 19,95, na 1 april € 24,95.
k nr bu l let in 5 | 2009
27
boeken & brochures
Column
Dit geschrift van de oud-bisschop van ‘s-Hertogenbosch is de vrucht van een lang en bewogen leven als gelovige, priester en herder. Het is een zeer toegankelijke verhandeling over spiritualiteit, waarin hij voortbouwt op eerdere publicaties over het geloof in de hedendaagse cultuur. In ‘De donkere stilte van God’ spreekt de persoon Jan Bluyssen, die zich een Godzoeker toont en herder tegelijk, die het volk Gods nooit uit het oog verliest. Zijn geschrift is een neerslag van zijn eminent pastorale doelstelling om de mystieke ervaring toegankelijk te maken voor de mens van nu in het alledaagse leven. De deemoed, die hij beschrijft als de oorsprong van de authentieke mystiek, klinkt op elke pagina door. Terwijl Bluyssen de laatste zal zijn om zich op enige mystieke ervaring te laten voorstaan, leidt hij ondertussen zijn lezers kundig en liefdevol - bijna ongemerkt - binnen
Ervarenderwijs op zoek
Goed voor je hart
in de mystieke ervaring van alledag, waarin God naar voren komt als de bodemloze grond van ons leven en de ongrijpbare en onpeilbare bron van de liefde (aangeduid met het middeleeuwse ‘Minne’). De lezer krijgt het gevoel dat er hier niet zozeer óver God wordt gepraat als wel van úit God. De ervaringskennis waarop de auteur zich baseert, is dan ook die van de Minne zelf, die nooit ophoudt te zoeken naar een liefde die alles gelooft en alles hoopt wat juist de rede als onbevattelijk beoordeelt. Al zoekend bemiddelt de auteur de ervaring van de verborgen God die vanwege diens oneindig kwalitatieve onderscheid met de schepping slechts via sporen en indirect te ervaren is.
Huppelend kwam ze vanmiddag uit school: het dochtertje van mijn buurman. Op 6 december heeft ze ’s morgens vrij! De reden stond vermeld in de brief die de meester haar mee naar huis gaf: Dan kan ze haar sinterklaascadeautjes rustig op zich laten inwerken. Inderdaad, kinderen krijgen soms een halve vrachtwagen vol geschenken. Schoolmeesters blijkbaar ook. Een mens moet dat tot zich kunnen nemen. De knuffels moeten gerangschikt worden op grootte, kleur en aaibaarheid. En… waar hang ik de nieuwe boor en de elektrische bladversnipperaar? Een halve vrije dag om sinterklaascadeaus te verwerken. Dat hééft wel wat.
Het denken met het hart, zo eigen aan de mysticus, blijkt ook vandaag nog een heilzame weg te zijn voor de zoekende ziel. Daarbij doet de auteur voortdurend recht aan de ommekeer van Vaticanum II en weet hij zowel in het vertrekpunt als ook in de methodiek van de mystiek de plaats van de menselijke ervaring binnen de Godservaring vast te houden en vruchtbaar te maken. In veertien paragrafen neemt mgr. Bluyssen de hedendaagse lezer mee in de ongekende diepte van de Godservaring:
via Mozes, Johannes de evangelist, Augustinus, Bernardus en Meester Eckart betreedt hij behoedzaam de mystiek van Jan van Ruusbroec. Het kernbegrip van deze grote Brabander blijkt ook het kernbegrip van Bluyssen te zijn: de Minne zelf. De auteur wil de hedendaagse mens helpen om binnen te treden in de mysterievolle duisternis waarin God zich hult. En dit langs de weg van de liefde, de Minne, via de levenskunst van hoofd én hart. De donkere stilte van God hoeft ons geen angst in te boezemen, maar mag ons fascineren tot in onze diepste vezels. Bluyssen legt de diepste Godervaring open voor de gewone mens en biedt grond aan een eigentijdse lekenspiritualiteit, die bestemd is voor het hele volk Gods en niet enkel voor een elite. ‘De donkere stilte van God’ is een juweel van een traktaat, een absolute aanrader in de hedendaagse catechese en mystagogie binnen de Small Christian Communities van onze huiskringen, parochies, gemeentes en alle andere plekken waar in vertrouwelijke overgave en daadwerkelijke aandacht voor de medemens naar God gezocht wordt.
Het brengt me op een suggestie voor de laatste dag van het jaar! Gooi de deur op slot, muziekje aan en laat alle geschenken van het afgelopen jaar de revue passeren. Het wordt een dag om de zegeningen van het voorbije jaar te tellen. Moèt dat dan, zo’n aparte dag? Ja, want wij Nederlanders zijn een gedenkend volk. Zonder gedenkdagen dreigt in onze Lage Landen alles te verwateren en te verwaaien. Vandaar: de dag van de vrijgezel, de dag van de radio, secretaressedag, dag van de hygiëne, wereldmissiedag, dag van de verpleging en, als het aan mij ligt, op 31 december de Teldag der Zegeningen! Op de laatste dag van het jaar dus geen klaagmuur oprichten voor de
bezuinigingen van het kabinet en voor de verhoging van de AOW-leeftijd. Ook niet voor de gemeentereiniging die hartje zomer drie keer uw vuilnisbak oversloeg of voor de tandarts, die twee kiezen sloopte waardoor u links niet meer kunt bijten. Maar een levensgroot prikbord voor de vrede in huis, omdat je je redelijk kunt redden, voor anderhalve dag zon toen je op vakantie was, voor de verlossing van een steenpuist, voor de jasmijn die bij de keukendeur in bloei staat en vooral omdat de zon door de wolken brak toen op de laatste dag van het jaar de hele wereld in het glinsterende winterlicht nog eens aan je voorbijtrok.
Ben Verberne msc
Ad Verest
Jan Bluyssen, De donkere stilte van God. Er varenderwijs op zoek. Met een inleiding van Gerard Rooijakkers en een slotbeschouwing door Peter Nissen. Uitgeverij Veerhuis. ISBN: 978908730024. Prijs€ 19,95
28
k nr bu l let in 5 | 2009
k nr bu l let in 5 | 2009
29
Religieus leven ‘De plaats waar je staat is heilige grond’ De congregatie van de Zusters van Liefde te Schijndel kent twee speciale feestdagen in het jaar, dat is de stichtingsdag op 1 november en het feest van Maria, Moeder van Goede Bijstand op 24 mei. Op 1 november 1836 stichtte de toenmalige pastoor van Schijndel, Antonius van Erp, de Congregatie van de Zusters van Liefde. Mieke de Bref werd de eerste zuster van de congregatie en zij startte met het geven van godsdienstonderwijs en werklessen aan Schijndelse meisjes, als aanvulling op het toenmalige (zeer beperkte) openbaar onderwijs. Elk jaar op 1 november komen zoveel mogelijk zusters naar het Moederhuis voor een gezamenlijk dagprogramma en voor onderlinge ontmoeting. Dit keer werd de stichtingsdag gevierd op 30 oktober. Aangezien enkele maanden geleden de laatste vier zusters vanuit Curaçao terug waren gekeerd naar Nederland, stond deze dag in het teken van de zending. De terugkeer van deze zusters betekent voor de congregatie de afronding van de buitenlandse zendingsperiode van 1920 tot 2009. Een markant feit gegeven is hierbij dat de eerste ‘missie’ in 1920 Curaçao was en dat Curaçao nu in 2009 ook de laatste plek is waar de zusters nog aanwezig waren.
Afscheid van Curaçao De Congregatie Zusters van Liefde van Schijndel was 89 jaar aanwezig op Curaçao. De zusters hebben vooral gewerkt in het onderwijs en in de zorg en opvang van kinderen en volwassenen. Alvorens de laatste vier zusters terugkeerden hebben zr Truus Sonder en zr Mirjam Litjens begin juli op Curaçao het afscheid bijgewoond. Tijdens een ontvangst bij de gouverneur ontving de congregatie in de persoon van zr. Engracia Kong een Koninklijke Onderscheiding. Enkele dagen later werden de zusters op Schiphol verwelkomd door vijftien medezusters en na aankomst in Schijndel was er een korte viering in de kapel van het moederhuis.
30
k nr bu l let in 5 | 2009
Tijdens bijna negentig jaar van buitenlandse missie en zending hebben veel zusters zich ingezet voor mensen, ver van Nederlandse bodem, niet alleen op Curaçao, maar ook in Chili, Zambia, Indonesia, op de Filippijnen en in Duitsland. De afbouw van deze presentie in het buitenland is voor de congregatie belangrijk om bij stil te staan. Vandaar dat er een speciale voorbereidingsgroep aan de slag is gegaan rond het thema Zending Anders Nu. Alle zusters van de congregatie en enkele genodigden waren op 30 oktober present in het Moederhuis voor deze feestelijke bijeenkomst. ’s Ochtends na de ontvangst vertelde algemeen overste zr Truus Sonder in hoofdlijnen de geschiedenis van de
God ons al voor was geweest. De mensen hadden al een geloof.’
congregatie. Hoewel het verhaal bekend is voor de zusters, beluisterden zij daarin toch weer nieuwe accenten. Dat is de kracht van de herhaling, wanneer je je hernieuwd open stelt voor vertrouwde verhalen en liederen. Vervolgens besprak Manon Vanderkaa de kernelementen van de religieuze missionaire traditie: de centrale plek voor de mens, de geestkracht, het uithoudingsvermogen, het grensoverschrijdend karakter, de politieke stellingname, de wederkerigheid en de eenheid van de congregatie in alle verscheidenheid. Ten aanzien van de wederkerigheid werd opgemerkt: ‘We gingen naar de uiteinden van de aarde om mensen de Blijde Boodschap te brengen en toen bleek dat
Daarna was er weer gelegenheid voor onderlinge ontmoeting tijdens een feestelijke, zeer goed verzorgde maaltijd. Belangstellenden konden kennis nemen van een expositie, die was ingericht in de gangen en die als motto droeg: De plaats waar je staat is heilige grond (Ex. 3,5). Op hun eigen meesterlijke wijze gaven de mensen van De Letterling, Adri Bosch en Thérèse Heijne vervolgens weer hoe de zusters van Liefde in den vreemde en dicht bij huis hun roeping gestalte hebben gegeven. In die weergave stonden twee personen centraal:
zuster Kosmo en haar nichtje Paulo. Dat nichtje is op zoek naar haar levensopdracht en hoopt die te vinden door middel van een glazen bol. Zuster Kosmo toont haar foto-album en wekt daarmee de interesse van haar nicht. Samen gaan ze op reis en ontmoeten mensen in de verschillende continenten. Onderweg zien, horen en leren zij van alles. Onder andere dat Afrikanen de tijd hebben, waar wij Europeanen volstaan met de klok. Aan het eind van de dag werd een monument onthuld in de centrale hal van het Moederhuis: een glazen bol met daarop elf kristallen parels, die de plekken markeren waar de zusters hebben gewerkt.
Gedurende het gehele programma werden de verhalen van de verschillende spreeksters afgewisseld met harpspel en gezang door mevrouw Jopie Jonkers. Naast de fraaie bloemenarrangementen in de kapel was er nog een andere bijzondere blikvanger: de Banier van de Mensheid. Deze Banier is een teken van verbondenheid van allen die streven naar Pacem in Terris. Frederick Franck (19092006) ontwierp de banier, bestaande uit vijf dubbele banen, die onderafdelingen van het ENE mensenras vertegenwoordigen: bruin, rood, geel, wit en zwart. De groene wimpel symboliseert de aarde, moeder van ons allen.
Een impressie van deze dag en de tek sten zijn te vinden op de site w w w. zustersvanliefde.nl. Harpiste/zangeres Jopie Jonkers heef t ook een site: w w w.jopiejonkers.com
Lied (derde strofe):
Toen onze eerste zusters Nu zal wat vruchten droeg de tijd verduren. Wat goed begonnen is zal niet vergaan, Wat wij verzamelden in onze schuren, Daar mogen anderen van voort bestaan. Wij gaan met open handen door de straten En hoor, een lied van hoop en pijn krijgt stem, Het zingt van God, het zingt in alle staten Dat alles eens voltooid zal zijn in Hem.
k nr bu l let in 5 | 2009
31
Agenda
09 2010
32
21 januari 4 februari 4 maart 25 maart 29 april 10 juni 11 september 28 september 7 oktober 11 november
k nr bu l let in 5 | 2009
17 december Symposium afscheid Ben Wanders — EINDHOVEN
De Toekomst van de Noord-Brabantse kloostergebouwen — EINDHOVEN
Studiemiddag Netwerk Religieuzen voor Vluchtelingen — ’S-HERTOGENBOSCH
Studiedag financieel-economische onderwerpen — ‘S-HERTOGENBOSCH Bijeenkomst beleidsmedewerkers — ‘S-HERTOGENBOSCH Platform Toekomst van Religieus Leven — NADER TE BEPALEN Algemene Ledenvergadering KNR — ‘S-HERTOGENBOSCH Nationale Vredesdag voor Religieuzen — ‘S-HERTOGENBOSCH Bijeenkomst kleine congregaties — ‘S-HERTOGENBOSCH Platform Toekomst van Religieus Leven — ‘S-HERTOGENBOSCH Algemene Ledenvergadering KNR — ‘S-HERTOGENBOSCH