Konferentie Nederlandse Religieuzen
bulletin
jaargang 12 • nummer 1 • maart 2009
“Eens gaf Hij op sabbat onderricht in een synagoge. Daar bevond zich een vrouw die al achttien jaar leed onder een geest die haar ziek maakte. Ze liep krom en was niet in staat zich op te richten. Jezus zag haar en sprak haar aan. ‘ Vrouw’, zei Hij, ‘u bent van uw kwaal verlost.’ Hij legde haar de handen op en onmiddellijk rechtte ze haar rug, en ze prees God.”
( L u c a s 13 , 1 0 -13 )
Zou de opgestane ook ons kunnen oprichten? Platformdag 2 april 2009
inhoud In beeld.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 • Blijf zo genadig met ons bezig. In gesprek met Zr Esther Geertsma 4 • Nieuwjaarsbijeenkomst bestuur, commissies en medewerkers KNR 8 • Bestuurswisselingen 9 Gerechtigheid & Vrede. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 • CMBR 40 jaar door Ton van Iersel 10 Religieuzen in de kunst. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 • Pierre Eijck, jeugdleider en edelsmid door Herman Lieberom sdb 12 Aandachtige zorg. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 • Zusters van Voorzienigheid zoeken bondgenoten 14
De redactie van het Bulletin wenst u een Zalig Pasen
Projecten.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16 • Project een stap verder 16
2009 Colofon Het KNR-bulletin (ISSN: 1569-9447) is een uitgave van de afdeling communicatie van de KNR en verschijnt vijf maal per jaar. Middels dit bulletin wil de redactie de religieuzen in Nederland en hun bondgenoten informeren over ontwikkelingen die zich afspelen in de wereld der religieuzen in brede zin. De redactie behoudt zich het recht voor om toegezonden kopij in te korten. Aan ieder bestuur van de bij de KNR aangesloten religieuze instituten en aan de redacties van congregatiebladen wordt een exemplaar verstrekt. Daarnaast ontvangen leden van commissies van de KNR het blad. Afzonderlijke communiteiten en individuele religieuzen kunnen het bulletin op aanvraag toegezonden krijgen. Artikelen mogen met bronvermelding overgenomen worden. Illustratie voorzijde: Pierre Eijck Vormgeving en lay-out: Vormweijs, Nijmegen Druk: Drukkerij Berne, Heeswijk-Dinther KNR-afdeling communicatie, Postbus 111, 5201 AC ’s-Hertogenbosch Redactiesecretariaat/Eindredactie: Will van de Ven T: 073 - 6921321, F: 073 - 6921322, E:
[email protected] www.knr.nl / www.religieuzen.nl / www.bewogenheid.nl Het volgende nummer van dit blad verschijnt in mei 2009. Sluitingsdatum kopij voor het volgende nummer: 13 april 2009
Varia. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18 • Vredesboodschap 2009 paus Benedictus XVI 18 • Meditatieve Evocatie 18 • Fotografie in een klooster 18 • Vacatures Retraitecentrum Klein Sion 18 • Ruimte gezocht voor project Sharing Fair Europe 19 • Ruimte gezocht voor Project Waardevol 19 • Religieuzenprijs 19 Jongeren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 • Jongerenwerk van de Maristen door Ton Bun sm 20 Boeken, brochures & audiovisueel materiaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24 • Witte zuster in donker Afrika - Portret van een boerenfamilie. Joke Linders 24 • Spirit. Peter Denneman 24 • Schoolpijn. Daniel Pennac 25 • Bezielde zorg. Liesbeth Labbeke, Vefie Poels & Rob Wolf 26 • Zeven vragen aan Augustinus. Paul van Geest en Monic Slingerland 26 • Eén van hart. Brieven van François de Sales. Judith de Raat 27 • Kijk het Vaticaan Religieus leven. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28 • Dit houdt nooit meer op. In gesprek met Miriam Beeke 28 Goed voor je hart. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31 • Column Ben Verberne msc 31 Agenda. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
In beeld Blijf zo genadig met ons bezig In gesprek met Zr Esther Geertsma Vorig jaar werd zr Esther Geertsma tot provinciaal gekozen van de Kleine Zusters van St. Joseph, waarmee ze sinds 1965 verbonden is. Dit instituut behoort met ruim 250 leden tot de grotere vrouwencongregaties. Binnen de congregatie lopen momenteel diverse projecten, die veel tijd en aandacht vragen. Recent bracht zr Esther een bezoek aan China om de plekken te bezoeken, waar de zusters in de vorige eeuw hebben gewerkt. Al met al beleeft ze haar functie als een grote uitdaging, die weer een nieuw licht werpt op de binding die ze ruim veertig jaar geleden aanging. Erfgoed koesteren In de Gasthuisstraat 2 in het centrum van Heerlen wordt hard gewerkt aan een verbouwing. In dit voormalige moederhuis van de zusters was tot voor kort het generalaat van de congregatie gehuisvest. Na een ingrijpende renovatie zal hier een multifunctioneel centrum komen, ontworpen door architect Jo Coenen. Hier heeft de stichter, mgr Savelberg, gewoond. In de authentieke kamers waar hij geleefd heeft, was reeds een kleine permanente tentoonstelling ondergebracht. Nu zijn de vrouwen van De Nieuwe Collectie bezig met het samenstellen van een expositie over de zusters, om op die manier de herinnering aan hen levend te houden. En Annemarie Strijbosch werkt aan een film, die een dwarsdoorsnede van de congregatie zal opleveren. Genoemde filmmaakster koos aanvankelijk in samenspraak met het bestuur voor acht interviews. Gaandeweg groeide echter het enthousiasme en de fascinatie voor de zusters en daarom werd besloten niet alleen portretten te maken, maar een documentaire film. De film en de expositie zullen nog dit
4
k nr bu l let in 1 | 2009
jaar gereed komen. Esther: Het is heel boeiend om al die levensverhalen vast te leggen. Onze zusters hebben zo vreselijk hard gewerkt. In alle eenvoud is dat toch vaak de rode draad van hun levens. Vanaf dit najaar zal de Heerlense gemeenschap een prachtig cultureel erfgoed rijker zijn, waar mensen hopelijk graag naar toe zullen komen om cultuur en inspiratie op te doen en om het leven van onze zusters te leren kennen. Historica dr. Gabrielle Dorren, die eerder onder meer de geschiedenis van de Nederlandse missionarissen van het Heilig Hart (MSC) heeft beschreven1), is bereid gevonden om de historie van de zusters te boekstaven. Dit boek, waarvoor alle zusters reeds schriftelijk geïnterviewd zijn, verschijnt volgend jaar. De titel van deze geschiedenis is al bekend: Met de Minsten der Mijnen. Deze verwijzing naar Matteus 25:40 heeft een drievoudige betekenis. In de eerste plaats slaat de titel op de opdracht die de congregatie zich heeft gesteld: zorg voor mensen die niet meetellen in de maat1 Titel van dit boek: Door de wereld bewogen.
schappij of die buiten de boot dreigen te vallen. De tweede betekenis zit verscholen in het woordje ‘met’. Dat zegt iets over de wijze waarop zusters die opdracht hebben vervuld, namelijk dat de doorsnee Kleine Zuster zich niet boven maar naast de doelgroep wenst te plaatsen. Dat wijst op een diep besef van wederkerigheid. En de derde betekenis van de titel heeft betrekking op de zusters zelf en hun eenvoud. Zonder ophef en met de grootste vanzelfsprekendheid zijn er bergen werk verzet. De wijze waarop de zusters optraden was met eenvoud. Zij lieten zich nergens op voorstaan, wierpen geen drempels op en sloten niemand buiten. Sterke vrouwen Esther Geertsma (Seppe, 1942) groeide op in West-Brabant in een onorthodox gezin. Van een afstand sloeg Esther de zusters gaande, die in haar geboorteplaats werkzaam waren in de wijkzorg en in een groot retraitehuis van de Redemptoristen. De lagere school doorliep Esther in Oudenbosch, waar zusters en broeders uiteraard ook nadrukkelijk aanwezig
waren. Vervolgens kreeg ze les van de Franciscanessen van het Gertrudislyceum in Roosendaal. Het maakte allemaal weinig indruk op Esther: Eigenlijk vond ik zusters altijd vreselijk. Aan die weerzin zou een einde komen toen het gezin naar Breda verhuisde. Nadat ze was afgestudeerd bleek het moeilijk om een baan te vinden in het onderwijs. Daarom ging ze een korte periode werken bij de kinderen in Moederheil. Dat was bij haar om de hoek en zo leerde ze de zusters van een heel andere kant kennen. Toen werden zij haar collega’s en ontdekte zij dat het normale, aardige vrouwen waren. Esther was onder de indruk: Dat je als gemeenschap van vrouwen opkomt voor mensen die tus-
sen wal en schip dreigen te vallen raakte bij mij aan een gevoelige snaar. Daardoor kwam ik op het idee om non te worden. Vervolgens kreeg ze een baan op de school in Nieuwenoord te Baarn, een tehuis voor geestelijk gehandicapten. Daar werd ze nog veel indringender geconfronteerd met de gepassioneerde en tegelijkertijd blijmoedige wijze waarop de zusters zich dag en nacht voor zwakzinnige kinderen inzetten. De zusters zijn in Nieuwenoord als pioniers begonnen en hebben de kiem gelegd voor wat nu een modern tehuis is met een goede visie op zorg. Het had Esther zodanig geïnspireerd dat ze besloot om een zelfde levenskeuze te maken. Vandaar dat ze in 1965 naar Heerlen is vertrokken.
Op een breuk vlak Daar kwam ze in een oud model van kloosterleven terecht, al hingen er al veel veranderingen in de lucht. Ze was de eerste die alleen en niet in groepsverband intrad en ze ging gekleed in een moderne variant op het klassieke habijt. Ze herinnert zich de ramen in het noviciaat, die allemaal voorzien waren van mat glas. Na een half jaar werd er transparant glas geplaatst, zodat de novicen naar buiten konden kijken. De contacten tussen de werelden binnen en buiten het klooster namen toe, al gingen de ontwikkelingen voor sommigen niet snel of niet ver genoeg. Voor Esther was dat veranderende perspectief, de nieuwe lente, van levensbelang.
k nr bu l let in 1 | 2009
5
in beeld
Dankzij de tegenbeweging is ze in het klooster gebleven. In het noviciaat was er naast een eigen ook een gezamenlijk vormingsprogramma met andere congregaties. Esther genoot samen met anderen onder meer van de lessen van Baptiste Thijssen in Imstenrade. Esther: Ik heb veel kansen gekregen èn genomen. Na het noviciaat ging ze de opleiding volgen tot maatschappelijk werkster en achtereenvolgens in Roermond en in Weert werken als gezinsvoogd. Daarna werd ze maatschappelijk werkster in de Donksbergen in Duizel, een instelling voor geestelijk gehandicapten. Haar taak bestond uit de begeleiding van de ouders van de honderden pupillen. Esther doorkruiste heel de provincie Brabant en besprak met ouders hun vragen. Vaak kwamen er schuldgevoelens en pijnlijke ervaringen met de kerk boven tafel. En toen hoorde Esther over de nieuwe theologische opleiding voor mensen met een HBO-opleiding: de ATO in Dijnselburg. Ze kreeg toestemming om de ATO te gaan doen en verhuisde (weer) naar Nieuwenoord. Het bleek een gelukkige keuze. Esther: Het was een geweldige opleiding met heel kleurrijke figuren, waar je goed leerde analyseren en strategisch denken. Ik ben er meer mens door geworden. De opleiding is uiteindelijk opgeheven, maar er is nog steeds een hechte band tussen de toenmalige studenten. Na een stage in Amersfoort en pastoraal werk vanuit een franciscaanse leefgroep in Leiden kwam Esther in een kleine alternatieve groep van medezusters in Zeelst
in beeld
terecht. Van daaruit heeft ze acht jaar pastoraal werk verricht in Tilburg. Daarbij werd Esther heel actief binnen de vrouw- en geloofbeweging, met name in de Werkgroep Vrouw en Kerk van het bisdom Den Bosch. Dat werd op een gegeven moment een moeilijke en op sommige terreinen onhoudbare situatie. De zusters van Schijndel, de zusters franciscanessen van Oirschot en de Kleine Zusters van de H.Joseph namen juist in die periode het initiatief voor een centrum voor vrouwen wereldwijd geloven, Sarah Yasmine. Dat centrum vond onderdak in Huize Maranatha in Duizel. Daar heeft Esther vijftien jaar gewerkt als coördinator, later werd het centrum verplaatst naar Eindhoven. Esther: Het was een geweldig mooi kleinschalig centrum, waar vooral westerse middenklasse-vrouwen op af kwamen. Het was vaak moeizaam om vrouwen uit andere culturen erbij te betrekken, hoewel we daar wel ons best voor hebben gedaan, bijvoorbeeld door het aanbieden van algemeen vormende activiteiten zoals zingen, koken of dansen. In het jaar dat Esther zestig werd, sloot Sarah Yasmine. Tevreden blikt ze terug op dit prachtige en ook moedige initiatief, waar vrouwen veel inspiratie aan hebben ontleend. Vrijmoedig besturen Esther heeft lange tijd vrij autonoom haar gang kunnen gaan, al heeft ze wel altijd commissie- en vormingswerk gedaan, ook voor de eigen zusters. Toen ze in september 2002 in het bestuur kwam, betekende dat een
grote overgang voor haar, zozeer dat ze zelfs even het woord cultuurshock laat vallen. Als provinciaal overste heeft ze van meet af aan bespreekbaar gemaakt te willen blijven wonen op haar eigen plek in Veldhoven. Esther: Daarmee is een traditie van 135 jaar doorbroken, maar ik heb gemerkt dat de zusters zich open en ontvankelijk tonen in de mate waarin je jezelf vrijmoedig gedraagt. De feestdagen zoals Kerstmis of Pasen brengt ze thuis door. Ook omdat zij al lange tijd verbonden is aan een liturgische gemeenschap, waarin zij van tijd tot tijd mee voorgaat. Op 21 juni en 11 februari – de grote feestdagen van de congregatie – verdeelt ze haar aandacht. Esther: Ik ben niet alleen provinciaal van het moederhuis en ga op feestdagen juist een keer naar de zusters in Breda of in Egmond. Die zusters zijn daar blij mee en ik wil nadrukkelijk provinciaal zijn voor de hele provincie. Hoewel het soms best zwaar is vindt ze haar taak als provinciaal heel mooi. Ze is erg bewogen door ‘haar’ zusters en wordt steeds opnieuw geraakt door hun levensverhalen: Zij zijn een bron van inspiratie en nu krijg ik een kans om dichterbij hun verhalen te komen. Door mijn positie kijk ik nu heel anders naar zusters, met een andere gevoeligheid. Er wordt veel van de zusters gevraagd qua flexibiliteit en herschikking in hun denken. Ze hebben soms
wel hun verdriet erbij, maar ze kunnen het. Die spankracht en veerkracht liggen in de lijn van hun leven. In hun handelen zie ik een beeld van het heilige in het alledaagse. In deze fase van ons leven wordt de gehechtheid aan elkaar groter en de gevoeligheid voor wat er aan kostbare dingen is. We durven duiden wat er mooi en goed is, ook in het gewone leven van alledag. Bijvoorbeeld nabij zijn in het sterven van een medezuster. En nu een buitenstaander tegen onze geschiedenis aankijkt en ons dat teruggeeft zien we onszelf met andere ogen, groeit ons zelfbewustzijn. We hebben toch lange tijd een beetje een minderwaardigheidscomplex gehad. Ten onrechte, want het is wel bijzonder wat onze zusters gedaan hebben, wie zij zijn. Het apostolaat van de Kleine Zusters lag in het werken met verstandelijk gehandicapten, in het huishoudelijk werk in seminaries en colleges, de verpleging in ziekenhuizen en het onderwijs in enkele scholen. De zusters hebben gemissioneerd in China, Indonesia en later in Kenya. In 1922 gingen zes zusters naar China, terwijl ze op dat moment amper benul hadden waar dat lag. Na twee-en-eenhalve maand kwamen ze daar aan. In totaal zijn er 44 zusters heen gegaan, tien van hen zijn er gestorven, de meesten aan tyfus. De geschiede-
nis van de zusters in China wordt getekend door vervolging, oorlog, geweld, bombardementen, deportatie, internering en ziekte. Onder het bewind van Mao werden zij in 1952 het land uitgezet. Toen hadden de zusters al een inlandse congregatie gesticht, de Elisabethzusters, die vele jaren ondergronds heeft moeten werken. Het Chinese avontuur van de zusters is heel goed gedocumenteerd. Er zijn talrijke brieven en er is prachtig fotomateriaal. Op basis van de gedetailleerde beschrijvingen in de correspondentie kwamen Esther en Margret Dekker vorig jaar soms bij toeval in China plekken op het spoor, waar de zusters hadden gewoond, gewerkt en gebeden. Esther: We hadden een verhaal gelezen van Moeder Timothea, die onderweg naar Kiang Chow in een sneeuwstorm terecht kwam. Ze kon een paard en wagen huren en vertelde de voerman dat de zusters ergens op een heuvel bij een toren woonden. Ze werd afgezet bij een toren van een boeddhistische tempel. Uiteindelijk kwam ze gelukkig wel op de plaats van bestemming. Wij hadden haar brieven gelezen en konden ons oriënteren toen we de torens van de boeddhistische tempel en even later van de katholieke kerk zagen. Alles klopte!! We reden een steil weggetje naar boven en daar stond inderdaad het authentieke klooster, waarin onze zusters tot 1952 gewoond hadden en waar nu hun opvolgsters leven. Zij zijn doorgegaan in de lijn van onze zusters en werken met ouderen, met geestelijk gehandicapten en zij hebben ook - evenals onze zusters destijds kleine polikliniekjes.
Blijf zo genadig met ons bezig ‘Blijf zo genadig met ons bezig’, zo luidt het thema, waarop de Kleine Zusters een jaar lang persoonlijk en als gemeenschap zullen reflecteren. In haar bijdrage in het congregatieblad gaf Zuster Provinciaal al een voorzet hiertoe. Een citaat: ‘Blijf zo genadig met ons bezig’. Misschien mag je het een hartenkreet noemen: God, zie naar mij, naar ons om. Het is immers een oerverlangen van ieder mens om gezien te worden. Maar het is tegelijkertijd ook een bevestiging: het is goed zoals U het tot nu toe gedaan hebt en ga in Godsnaam zo verder met ons. In het lied staat: Gij zijt onzichtbaar voor onze ogen en niemand heef t U ooit gezien. Maar wij vermoeden en geloven dat Gij ons draagt, dat gij ons dient.
Dat zijn prachtige woorden. God hebben we nooit gezien. En toch … met die God zijn wij op weg gegaan, daar hebben wij ons leven aan gewaagd. Op weg gegaan met een God die eigenschappen heeft van mensen. Of hebben wij mensen eigenschappen van God? Een God die met ons bezig is en nog wel genadig met ons bezig is. Een God die ons draagt en dient, zegt het lied. Steeds weer opnieuw, een hele geschiedenis door. Ga ‘zo’ door met ons. Blijf zo met ons bezig ‘opdat wij niet uit elkaars genade gevallen’ zoals we zingen in een ander lied.
WvdV w w w.denieuwecollectie.nl
in beeld
edio januari vond in het Stedelijk Museum een nieuwjaarsbijeenkomst plaats voor het Bestuur, de leden van de Commissies en de medewerkers van het Bureau KNR. Bij die gelegenheid heeft de voorzitter van de KNR, Tjeu Timmermans O.Carm., zijn verwachtingen voor 2009 uitgesproken. Hij stelde dat (zin)zoekers met hun vragen meer en meer de weg weten te vinden naar de KNR. Dat is een heuglijke ontwikkeling. Maar de mogelijkheden om in te treden zijn beperkt, omdat slechts een gering aantal religieuze instituten nog mensen opneemt en in staat is een goed vormingsprogramma aan te reiken. De mogelijkheden van vorming tot religieus leven zijn derhalve ook beperkt. Volgens de voorzitter is het noodzakelijk om als KNR ruimte te bieden aan mensen, die als religieus willen leven, maar nog geen plaats vinden om dat te doen. Hij suggereerde de mogelijkheid van een gemeenschap, waarin mensen die daarnaar verlangen gevormd kunnen worden tot religieuzen. Tjeu Timmermans acht het wenselijk dat religieuze instituten structureel verantwoordelijkheid nemen voor een vormingsmogelijkheid zoals de School van Spiritualiteit van het Titus Brandsma Instituut te Nijmegen. Een dergelijke opleiding kan het religieuze leven verder dragen voor hen die in deze tijd daarvoor kiezen. In de tweede plaats beklemtoonde de voorzitter dat het belangrijk is om het missionaire aandachtsveld vast te houden en daarin krachten te bundelen, zowel in wetenschappelijk opzicht als qua inzet en activiteiten. In dit verband heeft de KNR
8
k nr bu l let in 1 | 2009
Nieuwjaarsbijeenkomst
woorden vonden weerklank bij velen. Ondanks gevoelens van machteloosheid mogen we de hoop op vrede niet opgeven. Zij had ook een boodschap voor alle commissieleden. Dat er elk jaar 300 oudere vrouwelijke religieuzen naar de Nationale Vredesdag komen geeft aan dat de betrokkenheid van zusters op gerechtigheid groot is en dat zij daarvoor een vorm op eigen maat zoeken. Voor alle religieuzen in en buiten commissies is het zinvol om na te denken over de eigen houding en niet zozeer over wat ànderen (zij) moeten doen.
foto’s: Herman Lieberom sdb
M
in beeld
een werkgroep in het leven geroepen, die op korte termijn een advies moet formuleren over de vorm waarin dat aandachtsveld behouden kan blijven. Tenslotte wees pater Timmermans op het belang van goede communicatie en op de kracht van getuigenissen, waarin religieuzen Gods bevrijdende Woord present kunnen stellen. Vervolgens kwamen de voorzitters van de diverse KNR-commissies aan het woord. Jan Hafmans CSsR, de voorzitter van de Commissie Roepen tot Religieus Leven, sloot in zijn be-
toog naadloos aan bij de woorden van de voorzitter KNR. ‘Zijn’ commissie wil zich namelijk gaan richten op vragen als: −− Kunnen we ontmoetingsplekken faciliteren waar jonge mensen openlijk en vrij over hun geloven en hun verlangen kunnen uitwisselen? −− Hoe gaan we om met het feit dat jonge mensen met een serieuze roeping tot religieus leven, vaak niet of nauwelijks een passende vitale gemeenschap kunnen vinden waar ze zouden kunnen toetreden?
De voorzitter van de Commissie Vredesvraagstukken, zr. Aloysa van Amersfoort, sloot aan bij de actualiteit van de heftige confrontatie tus-
sen Israel en de Palestijnen. Zij stelde dat het belangrijk is om het uit te houden bij de vragen naar het waarom en waardoor van dit lijden. Haar
Hierna was het tijd voor Traditionele verhalen uit Afrika, een optreden van Angèle Jorna en Jalli Lamin Kuyateh. Angèle Jorna, ‘een zwarte ziel in een wit vel’ werkt al ruim twintig jaar in het Afrika Museum in Berg en Dal. Vanaf 1997 treedt zij ook geregeld op met Jalli Lamin Kuyateh, afkomstig uit Gambia, die meesterkoraspeler is. Samen vertolkten zij tijdens de KNRnieuwjaarsbijeenkomst de spirit van Afrika. De één in woord, de ander in zang en muziek. De één vanuit ervaring, de ander vanuit traditie. Het was een sfeervolle afsluiting van een vruchtbaar samenzijn. w w w.afrika.moetjehoren.info
Bestuurswisselingen Paters Assumptionisten (regio Nederland) • Jan Zuiker, regionaal overste • Leo van der Klaauw, 1e assistent • Henk Sibum, 2e assistent • Edward Geldtmeijer, regionaal econoom
Zusters van Barmhartigheid • Zr. Wilfrieda Voets, provinciaal overste • Zr. Vera Bartels, assistente • Zr. Gervasia Reintjes, raadslid • Zr. Tarcise Verheijen, raadslid • Zr. Marianne Vogels, raadslid • Zr. Modestus Voets, raadslid
k nr bu l let in 1 | 2009
9
gerechtigheid & vrede
Gerechtigheid & Vrede Veertig jaar CMBR: een scharnierpunt ‘Op zoek naar sporen van God’, was het thema waarmee het CMBR haar veertigjarig bestaan vierde. ‘Een scharnierpunt in de geschiedenis van de Nederlandse missie’, constateerde voorzitter Theo Vergeer in zijn woord van welkom. Een term die tijdens de dag meerdere malen zou terugkomen. Een term die duidelijk maakte dat de toekomst van de missionaire beweging nog open ligt, met zijn mogelijkheden en valkuilen. Maar ook met de opdracht om alle partners binnen dit proces tot hun recht te doen komen. Na een kort meditatief moment verkenden beide secretarissen, Tom Boesten en Gerard Moorman, het huidige missionaire landschap en zij wezen daarin op enkele wezenlijke dilemma’s. Enerzijds komen we het woord ‘missie’ steeds meer tegen in het dagelijks spraakgebruik (bedrijven willen zich bijvoorbeeld van elkaar onderscheiden door een ‘Mission Statement’), anderzijds wordt de inhoud van het begrip steeds onduidelijker. Welke activiteiten behoren al dan niet tot het missionaire werk? Hoe positioneert de kerk zich in het missionaire veld: als deel van de wereld of als een bastion buiten de wereld? Tegenwoordig wordt er veel gesproken over missie als presentie, over missie zonder macht, dit in tegenstelling tot de missie die kon rekenen op ruime politieke of financiële steun uit het buitenland. Maar kan missie zonder het ontwikkelen van macht? En zo nee, wie zouden die macht dan moeten krijgen? Beide secretarissen constateerden dat er niet alleen sprake is van vergrijzing en verwarring, maar ook van nieuw elan, van geestkracht. Die kracht zien zij op velerlei plekken en
10
k nr bu l let in 1 | 2009
bij velerlei personen. Niet alleen bij veel Nederlandse religieuzen, maar zeker ook bij leken, geassocieerden, buitenlandse religieuzen, parochies van allochtonen en bij de evangelicalen. Geestkracht is niet alleen te vinden binnen allerlei structuren, maar tegenwoordig ook veel buiten die structuren. De secretarissen vroegen de aanwezige religieuze organisaties om te experimenteren, leken uit te dagen en hen de ruimte te geven. Professor Rogier van Rossum gaf zijn visie op de katholieke missionaire opvattingen en praktijken gedurende de afgelopen veertig jaar. Die zag hij geworteld in Lucas 14. Wanneer de koning te horen krijgt dat alle bruiloftsgasten de uitnodiging afzeggen, geeft hij zijn dienaar opdracht genodigden te zoeken buiten de bestaande kringen en ze te dwingen binnen te komen. De bandbreedte van die opdracht was overigens nogal ruim. Naast de jezuïtische opvatting, dat daarbij best wat macht gebruikt mocht worden, bestond de augustijnse die koos voor een strategie van het visser-zijn. De mensen moesten zelf leren bijten. Een belangrijk inspira-
tor voor van Rossum was Ivan Illich. Evenals veel missionarissen zag hij het aanvankelijk als zijn taak om goede werken te doen. Juist als middel om de ‘anderen’ over de grens te trekken. Maar van Illich leerde hij dat missie van twee kanten moet komen. Een missionaris roept iets op, maar dat wordt pas gewaardeerd als die ook antwoord geeft op het verzoek van mensen: doe met ons mee, ga over onze grens. Dan werk je samen in solidariteit. Het CMBR heeft deze weg gevolgd door onder andere de professionaliteit van de ‘inheemse’ kerk te verstevigen en de eigenstandigheid van mensen te versterken. Een belangrijk moment in het Latijns-Amerikaanse kerkwordingsproces is de bisschoppenconferentie van Medellin (1968). De bisschoppen kozen toen voor de onderdrukten, legden de kern van het kerk-zijn bij de basisgemeenschappen en pleitten voor het vervullen van de missionaire opdracht door te delen in het leven van de armen. Dit werd bepalend voor wat religieuzen onder missie gingen verstaan. Vanuit vier werkvelden werd vervolgens een impressie gegeven over hoe missie zich tegenwoordig ontwik-
kelt. Zuster Bets Verbakel vertelde hoe een kleine gemeenschap van zusters van Schijndel in Eindhoven, gedreven door het visioen van gerechtigheid, vrede en leefbaarheid van de aarde, groeide in haar werk met uitgeprocedeerde vluchtelingen, hoe de zusters kwamen tot samenwerking met andere groeperingen en hoe zij concreet gestalte gaven aan openheid naar de samenleving. Alexandra de Krijger werkt als wijkpastor in Rotterdam. Zij ervaart dagelijks de spanning van de straat. Haar zorg strekt zich uit over Turkse wijkbewoners en oudere mensen van Nederlandse oorsprong. Die zorg is heel basaal en gaat van het helpen bij het invullen van formulieren tot hulp bij problemen in de opvoeding. Het is dialoog op ooghoogte. En al wordt er niet over God gesproken, God komt wel degelijk ter sprake. Zij vraagt zich af: waar hoor ik bij? Zij heeft veel van religieuzen geleerd maar ervaart
geen ‘wij’ en ze betwijfelt of de religieuzen ook naar haar kijken. ‘Ik ben ook missionaris’, zegt zij. Zuster Christella Warini, franciscanes van Denekamp, is afkomstig uit Indonesië. Zij verduidelijkte met dia’s haar inspiratie om werkzaam te zijn met jongeren en de moeite die het haar kostte om hier haar plaats te vinden. ‘De plaats waar ik sta is zichtbaar, maar om me heen is het mistig.’ En dan ziet ze dat ‘het nieuwe al begonnen is’, dat jongeren de drempel naar het klooster overstappen om te praten over hun ervaringen en verlangens. Wim Kroeze is coördinator in het Vormingscentrum SMA, dat mensen voorbereidt op uitzending naar het buitenland en ze begeleidt bij terugkeer. Ook hij zoekt naar meer samenwerking.
gen. Gelukkig was er ook veel mogelijkheid om met elkaar in contact te komen, onder leiding van Irmgard Busch na de verschillende bijdragen, en informeel tijdens de pauzes. Voor het CMBR en voor allen die de missionaire gedachte een warm hart toedragen, ligt nu de opdracht op tafel: Hoe gaan wij verder als missionaire beweging? Volgens professor van Rossum moeten we de oplossing vooral zoeken in lichte organisaties (à la Taizé). ‘Zorg dat mensen elkaar herkennen en zich erkend voelen.’ Een aanbeveling die Alexandra de Krijger zeker zal aanspreken.
Ton van Iersel
Alles bij elkaar was het een pittige dag voor de ongeveer 130 aanwezi-
De inleidingen van Rogier van Rossum en Alexandra de Krijger staan op de KNR-site: w w w.knr.nl/commissies/CMBR . De site van de gemeenschap van zr Bets Verbakel: w w w.hoogstraatgemeenschap.nl Wim Kroeze vindt u hier: w w w.sma-nederland.nl/missionarissen.html en w w w.netwerkurbanmission.nl
k nr bu l let in 1 | 2009
11
religieuzen in de kunst
Religieuzen in de kunst Pierre Eijck jeugdleider en edelsmid Pierre Eijck (*1926) is geboren in Eindhoven, waar zijn vader in het centrum van de stad een zaak had in uurwerken, sieraden en optiek. Van jongs af aan had ook Pierre belangstelling voor dit vak. Niettemin koos hij als midden twintiger voor een leven als religieus bij Don Bosco. In de Don Bosco-centra van Den Haag, Rijswijk en Scheveningen was hij een gewaardeerde en sportieve jeugdleider. Daarnaast was hij veel op pad om – vooral in het Westland – geld in te zamelen voor het jeugdwerk, dat aanvankelijk zonder enige subsidie opgezet was. In de schaarse vrije uurtjes kriebelde het kunstenaarsbloed. Dan kon je hem vinden in zijn piepkleine werkplaatsje. En al doende ontwikkelde Pierre daar een geheel eigen stijl van werken met allerlei materialen.
Tussen alle grote en kleine kunstwerken springt één reeks er opvallend uit. In dat werkstuk kon ook de jeugdleider in hem zich helemaal kwijt. Voor de kapel van het Don Bosco Jeugdcentrum in Rijswijk maakte Pierre Eijck namelijk een kruisweg. Hij liet zich daarbij vanzelfsprekend inspireren door de moeizame tocht van Jezus naar Calvarië, maar er was nog een andere bron van inspiratie. Het was een jongen uit het internaat die hem op het spoor zette van deze bijzondere kruisweg. Kruisweg met (de) kinderen In een klein boekje, waarin de foto’s en teksten van de kruisweg zijn samengebracht, vertelt Pierre waarom er op elke kruiswegstatie kinderen staan: ‘Dat heeft te maken met het jeugdwerk als salesiaan van Don Bosco.
Don Bosco (1815 - 1888 in Italië) was een groot kindervriend. Op het oorspronkelijke ontwerp van de eerste statie stonden geen kinderen (zie de foto van de omslag op de linker pagina boven). Toen ik die klaar had, zei een jongen tegen mij: ‘Het is wel mooi gemaakt maar het is toch iets van 2000 jaar geleden!’ En het was juist mijn bedoeling om te laten zien dat het verhaal van Jezus’ lijden zich herhaalt, nu ook nog, iedere dag. Kijk maar naar de televisie en lees de kranten. En kijk ook eens om je heen. Hoeveel kinderen moeten niet lijden door honger, verdriet, ziekte en allerlei ellende. Door de opmerking van die jongen besloot ik op elke statie kinderen er bij te zetten. Kinderen van nu in de kleding van deze tijd. Zo probeerde ik die 2000 jaar te overbruggen. Om het beeldverhaal zo sterk mogelijk over te laten komen heb ik steeds geprobeerd mijzelf in iedere gebeurtenis in te
leven. Dat geldt ook voor de kinderen: ‘Wat zou jij gedaan hebben?’ Bij de staties staan geen bijbelteksten of gebeden. Het leek me beter dat ieder met zijn eigen gedachten bezig zou zijn en zich met eigen woorden tot God zou richten. Als dit te moeilijk is en niet lukt … dan kun je proberen jezelf te verplaatsen in de figuren die zijn uitgebeeld.’
In de loop der jaren heeft Pierre Eijck veel kinderen èn volwassenen geïnspireerd om op deze eenvoudige manier te mediteren over het lijden van Jezus … en over het lijden van vele mensen op de hele wereld.
Herman Lieberom sdb
aandachtige zorg
Aandachtige zorg Bondgenoten? Wij zoeken jullie! De zusters van ‘De Voorzienigheid’ staan niet alleen in hun zorg om de zorg. Veel religieuzen delen die verontrusting. Is het mogelijk de krachten te bundelen en samen na te denken over de plannen voor een oefenplaats in aandachtige zorg? In deze bijdrage vertelt Agnes Grond de voorgeschiedenis van een steen, die is gaan rollen. ‘Ik heb een steen verlegd in een rivier op aarde’, zongen de zusters van ‘De Voorzienigheid’ bij hun jubileumviering. Met terechte trots. 155 jaar eerder begon de congregatie haar bestaan: een handjevol sterke vrouwen dat in de Amsterdamse Jordaan zorgde voor kinderen naar wie niemand omkeek. Nu, na een periode van grote bloei, gaat het opnieuw om een kleine groep vrouwen, met een gemiddelde leeftijd van boven de tachtig. Nog steeds sterke vrouwen want zij durven - net als veel andere religieuzen - onder ogen te zien dat zij en hun congregatie aan het einde van hun weg zijn gekomen. En zij durven te getuigen van wat zij geloven en willen nalaten. Twee jaar daarvoor had het kapittel van de congregatie geadviseerd ‘mede in verband met de wijze waarop men momenteel in de maatschappij omgaat met zorg’ zich te buigen over de spirituele nalatenschap. ‘In een geloofsbrief of testament zou moeten staan hoe de congregatie de evange lische waarden vormgegeven heeft in liefdewerken. Wij hopen daarbij dat een vonk kan overspringen naar diegenen die na ons de zorgtaken op zich nemen.’
14
k nr bu l let in 1 | 2009
De zusters zijn vervolgens samen gaan nadenken over wie ze zijn, hoe ze zo geworden zijn, wat er in het verleden goed en minder goed ging, en welke waarden zó belangrijk zijn dat zij ze willen doorgeven. Het resulteerde in een geloofsbrief waarin zij vanuit het levensverhaal van de congregatie naar het heden kijken en zich afvragen hoe het werk verder gaat, hoe zij op een goede manier samen oud worden en hoe zij de waarden die zij altijd fundamenteel vonden voor goede zorg - liefde, trouw en verbondenheid - opnieuw onder de aandacht kunnen brengen. De geloofsbrief zegt: ‘Goede zorg betekent de handen uit de mouwen steken waar dat nodig en zinvol is, met liefde, geduld en respect voor de wensen en eigenaardigheden van de ander. Maar goede zorg gaat verder dan actief handelen en het bieden van oplossingen. Het is ook nabijheid en aandacht, het is een relatie aangaan en de tijd nemen – ook als er niets meer te doen is – met menselijkheid als toetssteen.’ Lange tijd heeft de congregatie gezorgd voor mensen wier waardigheid geschonden werd. Dat kon omdat er weldoe ners waren die in hun werk geloofden en dat mogelijk maakten. ‘Nu wij
zelf het werk niet meer kunnen doen, is het onze beurt om anderen in hun werk te steunen.’ Vervolgens kwam de vraag op tafel hoe een congregatie van religieuzen die allemaal rond de tachtig zijn en zelf vaak zorg nodig hebben, nog kan meewerken aan het realiseren van goede zorg. Alleen als weldoener? Of ook concreter? Is er niet meer moge lijk en wenselijk dan alleen geld en mooie intenties? Dat het afgelopen jaar het jaar was van het Religieuze Erfgoed prikkelde de fantasie. Bijna vanzelfsprekend wordt bij religieus erfgoed gedacht aan kerken, kloosters en religieuze kunst. Maar het immateriële erfgoed en het behoud daarvan is misschien veel belangrijker, want dat kan betekenis hebben voor de samenleving van nu. Om dit erfgoed door te geven, zei kerkhis toricus Peter Nissen terecht, moeten er plekken blijven bestaan waar het wordt voorgeleefd. Het bestuur van de congregatie heeft toen contact gezocht met een aantal vertrouwde mensen. Mensen die het visioen delen dat menslievende zorg mogelijk is - ook in deze tijd waarin
de menselijke maat verloren dreigt te gaan - en dat daarin de mense lijke waardigheid van degenen die zorg nodig hebben en die zorg geven voorop staat. Uitgenodigd werden vertegenwoordigers van de Konfe rentie Nederlandse Religieuzen, de stichting Presentie, de beweging van Barmhartigheid, de stichting Reliëf, de Katholieke Bond voor Ouderen en de stichting Sint Jacob die ondermeer Bosbeek beheert, het verzorgings huis waar een deel van de congregatie woont. Ieder met eenzelfde grote mate van betrokkenheid en toewijding, maar verschillend in hun doelstellingen, deskundigheid en aanpak. Hieruit is een werkgroep voortgekomen die twee keer bij elkaar is geweest om ervaringen uit te wisselen, dromen te delen en voorwaarden te verzamelen om die dromen in praktijk te brengen. Nu wordt nagedacht
over een plan om ergens een oefen plaats te realiseren van aandachtige zorg. Niet als doel op zich maar om te bezien of anno 2009 in de praktijk van een zorgcentrum zulke zorg mogelijk is. En zeker ook in de hoop dat anderen hiervan de vruchten kunnen plukken. Zorg om de zorg leeft namelijk niet alleen bij de zusters van ‘De Voorzienigheid’. Veel religieuze ordes en congregaties delen die verontrusting. Daarom pleitte de KNR in 2005 in een brief aan de toenmalige staatssecretaris mevrouw Ross-van Dorp ervoor om een ‘zorgvisie op menselijke maat’ tot uitgangspunt van haar beleid te maken. Op die brief is nauwelijks reactie gekomen en beleid is er niet op gemaakt. De Congregatie van ‘De Voorzienigheid’ wil met haar geloofsbrief en met haar plannen voor een oefenplaats, de kern van dit pleidooi opnieuw onderstrepen.
Ze hoopt te laten zien dat het anders kan en zij zoekt daarvoor bondgenoten bij andere ordes en congregaties. Niet voor praktische of uitvoerende taken, wel om mee te denken, om een draagvlak te vormen en de religieuze waarden te bewaken die aan de basis liggen van aandachtige zorg. Want hoe breder dit initiatief wordt gedragen, hoe groter de mogelijkheden en de reikwijdte zullen zijn, en hoe overtuigender de boodschap. Hoe mooi zou het immers zijn als de spirituele erfenis van religieuzen niet alleen in letters bewaard blijft maar ook in het leven doorgaat. Als de vonk overspringt en als ‘door het verleggen van die ene steen de stroom nooit meer dezelfde weg zal gaan’.
Agnes Grond publicist en lid van de werkgroep
Voelt u zich aangesproken en wilt u meer weten, neemt u dan contact op met de congregatie via het secretariaat. E:
[email protected] of T: 023 892 9942.
k nr bu l let in 1 | 2009
15
projecten
Projecten
Identiteit Joy4You is een onderdeel van Stichting de Burcht-Armenzorg, die hulp op evangelische grondslag verleent. Joy4You beschouwt liefde, trouw, vriendelijkheid, respect, gelijkwaar-
Project ‘ … een stap verder! Armoede is voor veel huishoudens in Utrecht een dagelijkse realiteit, al vormt een laag inkomen vaak niet het enige probleem. Naast schulden kan er sprake zijn van huwelijksproblemen, psychische nood of andere sociale problemen. Sinds 1991 heeft de Stichting de Burcht-Armenzorg in Utrecht verschillende initiatieven ontplooid als aanvulling op de bestaande zorgvoorzieningen: een
rehabilitatiecentrum, een kringloopwinkel en sinds najaar 2007 Joy4You. Joy4You is een restaurant waar daken thuislozen, eenzamen en mensen met een minimuminkomen een gezonde, gratis maaltijd kunnen krijgen. De medewerkers van Joy4You bieden de gasten niet alleen catering, maar ook een luisterend oor.
16
k nr bu l let in 1 | 2009
−− Huisbezoek Vanuit het Restaurant Joy4You zet een team van vrijwilligers en één maatschappelijk medewerker zich in om huishoudens te coachen en bij te staan bij praktische problemen. Mensen krijgen bezoek in hun eigen woning. Bij de kennismaking is het de belangrijkste taak voor de vrijwilliger om een luisterend oor te bieden. Daarnaast is er de mogelijkheid voor het stellen van (praktische) vragen. Vaak kan er direct al hulp of advies gegeven worden. Als de (gezins)situatie meer tijd en aandacht vraagt wordt er een Plan van Aanpak gemaakt. Doel hiervan is om te komen tot een oplossing van de ontstane situatie.
lening. Er wordt onvoorwaardelijke zorg geboden aan iedereen, ongeacht geloofsovertuiging, leeftijd, ras, taal, cultuur en sociale positie.
Meer informatie bij het secretariaat van de Commissie PIN T: 073 692 1304; w w w.joy4you.burchtarmenzorg.nl
Uitbreiding Als uitbreiding van de activiteiten van Joy4You is recentelijk ‘ … Een stap verder!’ gelanceerd. Binnen dit project werken vrijwilligers en professionals samen binnen één organisatie. Daarnaast zijn er veel contacten met andere lokale zorgorganisaties. Het is van belang dat mensen daadwerkelijk verder geholpen worden. Mensen hebben immers meer nodig dan alleen eten of meer inkomen om uit hun problemen te komen. Voor diverse doelgroepen worden daarom activiteiten ontwikkeld om gerichte oplossingen te zoeken. ‘ … Een stap verder!’ richt zich hierbij op alleenstaanden, jongeren, eenoudergezinnen, ouders en kinderen die in de knel zitten. Er zijn verschillende manieren om de doelgroep te bereiken:
digheid en vergeving als belangrijke richtlijnen voor de activiteiten. Joy4You hanteert een duidelijke scheiding tussen geloofsoverdracht en hulpver-
−− Spreekuur Wekelijks houdt een maatschappelijk werker een ‘spreekuur’ voor bezoekers van Joy4You. Zij kunnen terecht met hun vragen over opvoeding, schuldhulpverlening, huisvesting, werk, administratie en contacten met instanties. De maatschappelijk werker is op de hoogte van de mogelijkheden binnen het Nederlandse zorgstelsel en zal hierdoor als ‘voordeur’ naar andere instanties kunnen fungeren. −− Gespreksgroepen Onder begeleiding van een ervaren groepswerker is er de mogelijkheid om deel te nemen aan gespreksgroepen. Voor tieners zijn er meidengroepen (12-16jr) en jeugdgroepen.
varia/korte berichten
Varia / korte berichten Ruimte gezocht voor project Sharing Fair Europe Vredesboodschap 2009 paus Benedictus XVI Het secretariaat KNR heeft de boodschap van de paus voor de ‘Werelddag voor de Vrede’ (1 januari) ontvangen: Fighting poverty to build peace. U kunt de tek st opvragen bij het Bureau KNR. De voorlopige Nederlandse ver taling is te vinden op internet. w w w.katholieknederland.nl/rkkerk /media/kerkelijke - documentatie/2008/detail_objectID682062.html Tezijner tijd zal een ver taling verschijnen in de reek s Kerkelijke Documentatie van het SRKK
Meditatieve Evocatie
Aanvragen bij Zuster Suzanne Beens, Bredabaan 737, 2990 Wuustwezel, T: 03- 6630114
Onder deze noemer houdt zuster Suzanne Beens voordrachten. Zij is Franciscanes Missionaris van Maria en op haar repertoire staat onder meer Het levensverhaal van Franciscus van Assisie in poëzievorm (duur: 70 minuten). Geschikt voor de Veertigdagentijd is haar voordracht Getsemanie volgens het Evangelie, geïnspireerd door Nico ter Linden (duur: 20 minuten). Aanbevolen voor groepen bij speciale gelegenheden of tijdens de Goede Week.
Reacties: Desiree Meulemans, T: 030 272 3503 of E: desiree@ desireemeulemans.nl
Desiree Meulemans wil heel graag mooie, zorgvuldige en sfeervolle foto’s maken van u en uw werkzaamheden in uw leefomgeving. Zij is een vrouw van 42 jaar en werkzaam als vormgeefster en fotografe. Het is al heel lang haar wens om het bijzondere leven in en om het klooster op een mooie manier in beeld te brengen. Biedt u haar de gelegenheid om een of meerdere dagen bij u te verblijven en te fotograferen? Als dank en tegenprestatie mag u de foto’s hebben voor eigen gebruik.
Fotografie in een klooster
Vacatures Retraitecentrum Klein Sion Meer informatie bij retraitecentrum Klein Sion, T: 0575 562832 of 06 29053389 Hr. J. te Riele, E: j.g.m.te.
[email protected]. Adres Retraitecentrum: Arnhemsestraat 60 6974 AK Leuvenheim
18
k nr bu l let in 1 | 2009
Met ingang van 1 januari 2009 zijn de Broeders van St. Jan vanuit het Retraitecentrum Klein Sion te Leuvenheim (bij Zutphen) verhuisd naar Utrecht om de Gerardus Majella parochie en een studentenpastoraat te leiden. Voor het Retraitecentrum is pr. pastor R. Oldeampsen bereid gevonden de geestelijke leiding op zich te nemen. Hij is op zoek naar enkele zusters die hem willen bijstaan voor werkzaamheden zoals administratie, receptie en keuken. Goede woonruimte voor de zusters is aanwezig. Het huis staat op de lijst van Rijksmonumenten en is gelegen in een prachtige landelijke omgeving.
Zuster Mary Elise Rasch van de Zusters van de Goede Herder is met het project Sharing Fair Europe gehuisvest in het Conferentiecentrum van de Zusters van OLV ter Eem in Amersfoort. Het project Sharing Fair Europe is bedoeld om vrouwen en hun families te ondersteunen met wie de Zusters van de Goede Herder in ontwikkelingslanden samenwerken. Veel van deze vrouwen in het Zuiden werkten gedwongen in de prostitutie of werden verhandeld. Nu kunnen ze een inkomen verwerven door het maken van nijverheidsproducten, die via het netwerk van de Goede Herder in Europa gedistribueerd worden. Aangezien het Conferentiecentrum van de Zusters van OLV ter Eem verkocht zal worden, zoekt zuster Mary Elise dringend op korte termijn naar een alternatief onderdak. Zij is bereid hiervoor een redelijke vergoeding te betalen. De ruimte die zij zoekt zou bij voorkeur geen tijdelijke oplossing ter overbrugging moeten bieden, maar een perspectief voor de langere termijn. Het gaat zowel om opslagruimte voor de nijverheidsproducten als om kantoor- en woonruimte (voor minstens twee zusters).
Meer informatie bij Zr Mar y Elise Rasch: GSM: 06 11 31 71 92 T/F: 033 258 3795 E:
[email protected] of bij Will van de Ven T: 073 – 6921321 E:
[email protected]
Ruimte gezocht voor Project Waardevol Project Waardevol is gestart vanuit de inspiratie van de woorden van Jezus: ‘Ik was hongerig, en u gaf mij te eten’ en ‘Ik was een vreemdeling, en u liet mij binnenkomen’. Met andere woorden: God hecht waarde aan alle mensen op aarde en dat vormt de basisinspiratie. Voor het project Waardevol is men op zoek naar passende accommodatie. Doel is het vormen van een kleinschalige gemeenschap met een aantal wooneenheden voor zowel mensen die tot de doelgroep behoren als mensen die dit project willen ondersteunen. De doelgroep bestaat uit mensen, die de kans op een ‘waardig’ leven missen, omdat het hen ontbreekt aan geld, onderdak, dagbesteding. Zij beschikken wel over de kracht en de (sociale) vaardigheden om zelfstandig te kunnen wonen en buur te zijn. Ze zijn bereid om te werken, tenzij ouderdom of ziekte dat onmogelijk maakt. Men kan denken aan uitgeprocedeerde asielzoekers, maar ook aan afgekickte verslaafden, exdaklozen en voormalige prostituees. Lennert (43) en Irene Blom (40) zijn initiatiefnemers van het project. ‘Willen leven in de nabijheid van God’ is hun uiteindelijke doel en motivatie. Er wordt gezocht naar passende accommodatie, tegen een redelijke financiële vergoeding. Een klooster zou een ideale plek kunnen zijn voor dit christelijk-maatschappelijk bewogen initiatief.
Meer informatie via E:
[email protected] of T: 033 463 0709
Religieuzenprijs U kunt nog steeds (tot 31 maart aanstaande) nominaties insturen voor de Religieuzenprijs! We zoeken naar bevlogen werkers in vorming en/of onderwijs. Inspirerende initiatieven die passen in genoemd kader, kunt u onder de aandacht van de jury brengen. Deze bestaat uit uit zr R. Geurts scmm, br W. Swüste en dhr. R. van Ruijven.
Uw brief kunt u richten aan Jur y RELIGIEUZEN-prijs, p/a Postbus 111, 5201 AC ’s-Her togenbosch
k nr bu l let in 1 | 2009
19
jongeren
Jongeren Jongeren in Loreto Loreto is het huis van de Paters Maristen in Lievelde. Reeds enkele decennia zijn jongeren hier welkom voor dagprogramma’s, weekenden of een jeugddriedaagse. Het programma voorziet in veel sport en spel, maar ook in thema’s als ‘onderweg zijn’ en ‘dromen van de toekomst’. In onderstaande bijdrage geeft Marist Ton Bun enkele ervaringen weer met jongeren in de leeftijd van veertien tot twintig.
FF serieus Ruim een jaar geleden werd ik uitgenodigd bij een groep tieners om te vertellen van mijn leven als kloosterling. Zodra ik binnenkwam in hun centrum, schrok ik me een hoedje. Wat waren deze jongeren druk. Ze renden heen en weer en er klonk veel (harde) muziek. Ze waren bezig met het spel muziekquiz. De leiding liet een muziekfragment horen en de tieners moesten raden welk stukje het was. Ik kon zelf niet één melodie thuisbrengen. Wat een wereld van verschil. Ik voelde me vreemd en onwennig in hun gezelschap. Plotseling viel mijn oog op een deur met het opschrift ff serieus. De deur
20
k nr bu l let in 1 | 2009
gaf toegang tot een stemmige ruimte met enkele icoonafbeeldingen, kussens op de grond en hier en daar een lichtje. Er was ook een hoekje ingericht waar men zelf een kaarsje aan mocht steken. De ruimte ademde de sfeer van Taizé, er ging rust van uit en er heerste een serene stilte. Op een gegeven moment ging het gezelschap naar deze ruimte. Ieder zocht een plekje. Een enkeling stak eerst even een lichtje aan. En nu ff serieus. Ik vertelde de tieners mijn levensverhaal. Het was muisstil en iedereen was vol aandacht. De concentratie waarmee zij luisterden was indrukwekkend. Wezenlijke dingen raakte ik aan als roeping, mijn levenskeuze en mijn gefascineerd zijn door het
mysterie van God. Na een kort gesprek met de tieners ging de groep terug naar de andere ruimte met muziek en versnaperingen. Na afloop nodigde ik hen uit om naar Loreto te komen, zodat ze kunnen zien waar ik woon. Ze bezochten me op een zomeravond. De groep sprokkelde wat hout bij elkaar en verzamelde zich rond een klein kampvuur. Toen werd het thema van de avond aangesneden: vriendschap. Uiteenlopende ervaringen en belevenissen hierover werden uitgewisseld. Vriendschap geeft je een gevoel van samen zijn, het delen van een geheim. In Bijbelse verhalen betekent vriendschap in contact zijn
k nr bu l let in 1 | 2009
21
jongeren
met elkaar. Ik vroeg hen naar hun vriendschapsband met God. Ervaren ze ook Zijn liefde voor hen? Het samenzijn buiten rond het vuur werd afgesloten met een kort moment in de kapel. In een hoek van de kapel kon iedereen een lichtje aansteken. Een enkeling sprak daarbij een bede of gedachte uit. Het werd muisstil ff serieus. De tieners stonden enkele minuten als groep rond de lichtjes en waren vol aandacht. Het ontroerde me zeer: het geheim van de stilte, de geladen stilte, was voelbaar aanwezig. Nadat de tieners vertrokken waren, bleef ik achter met een gevoel van verwondering en voldoening. Zal er een Goddelijk geheim in deze tieners aan het ontwaken zijn? Groep jongeren uit de Mariaparochie De Mariaparochie biedt jongeren in de leeftijd van 16 en 17 jaar het vormsel aan. Een kloosterweekend vormt een onderdeel van de weg naar dit sacrament. Dit jaar hebben zeven jongeren zich aangemeld. Namens Loreto begeleidt Gerry Slüter het programma en zij begint met het ontsteken van een kaars. Gerry vertelt daarbij over de betekenis van licht voor haarzelf.
jongeren
Dankzij de omgeving en de sfeer van Loreto is een ontmoetingsspel een werkelijke ontmoeting. Heel open vertellen de vormelingen wat hen raakt, wat hen beweegt, waarvan ze dromen. Ook de begeleiders vertellen dit. In zo’n kringgesprek wordt er met volle aandacht naar elkaar geluisterd. Er is geen competitie en geen jaloezie. Ieders verhaal mag er zijn. Er is plaats voor de pijn van pesterijen en voor momenten van verlies. De jongelui zijn enthousiast over deze aanpak. Het brengt hen dichter bij elkaar. Zo hadden zij elkaar nog niet leren kennen. Natuurlijk zijn ook deze jongeren druk met school, met bijbaantjes en uitgaan. Maar als je hen uitnodigt om te vertellen wat hen raakt, komen ze tot wezenlijke dingen. Eén van de deelnemers verzuchtte: ‘Ik ben blij dat ik bij een parochie hoor die ons dit programma aanbiedt.’ Het mooie van zo’n weekend bij Loreto is dat de kandidaat-vormelingen hun persoonlijke verhalen inkleuren met verhalen en symbolen van God. Dat gebeurde ook letterlijk toen hen de opdracht werd gegeven om het Pinksterverhaal van de nederdaling van de H. Geest met kleuren in een schilderstuk tot uitdrukking te brengen. In zo’n kort weekend is er de tijd en ruimte om aan de slag te gaan in
een sfeer en een klimaat die je alleen in een klooster kunt aantreffen. Nieuwsgierig naar het vreemde Tenslotte een derde categorie jongeren aan wie Loreto gastvrijheid biedt. Elk jaar komt er een groep leerlingen van een middelbare school naar Loreto. Steeds weer blijkt er grote belangstelling te zijn voor dit soort dagen. De bedoeling is dat de leerlingen kennismaken met het ritme in een klooster en dingen opsteken van de achtergronden van het huis, waar ze te gast zijn. Het gaat dan om leerlingen van 16/17 jaar van een doorsnee middelbare school. De school is zelf stevig verankerd in katholieke wortels en benut de mogelijkheden om leerlingen daarmee in contact te laten komen. De groep die naar Loreto komt is meestal niet groter dan tien tot twaalf leerlingen. Zij maken de gebedstijden en de eucharistieviering mee. Zij volgen aandachtig de gebedsmomenten van de religieuze gemeenschap, al is merkbaar dat het voor de meesten van hen vreemde rituelen zijn. De psalmen in ons middaggebed laten zich ook niet gemakkelijk verstaan. Ik heb er zelf jaren over gedaan om toegang te krijgen tot de vaak weerbarstige taal van de psalmen. Leerlingen laten zich dan ook
eerder op de melodie van het zingen meenemen, dan op de inhoud van de woorden. Bij de rite van de eucharistie voelen leerlingen zich eerder een buitenstaander dan een direct betrokkene in het mysterie van het geloof. Toch zijn ze nieuwsgierig naar een leven in een klooster.
acties bleek dat ze het als rustgevend hadden ervaren. Ze vonden het prettig even niks te hoeven en waren zich ervan bewust dat er weer een nieuwe dag was aangebroken. Voor de meesten van hen was dit een eerste kennismaking met mediteren, die zeer positief gewaardeerd werd.
Niet zelden hebben leerlingen eenzijdige beelden van het leven in een religieuze gemeenschap. Zo hebben zij de indruk, dat wie in een klooster leeft, eigenlijk niks mag. Zij menen dat een religieus met handen en voeten gebonden is, totaal onvrij. Bovendien is hij of zij volkomen vervreemd van de wereld en weet niet wat zich daar afspeelt. Ze vragen zich af of een kloosterling wel gelukkig is.
Natuurlijk willen de leerlingen ook weten hoe de dag verder wordt ingevuld. Wat doet een kloosterling de hele dag? Zo’n vraag is slechts het voorportaal van het eigenlijke gesprek over de weg die leidt tot deze levenskeuze. Ze zijn nieuwsgierig naar mijn leven als religieus, naar de vrijheden en belemmeringen die dat met zich meebrengt, met name voor het onderhouden van vriendschappen. Ik vertel dat roeping niet eens en voor altijd gegeven is en dat mijn leven een voortdurende afstemming vergt op de stem van wie mij roept. Het valt me bij deze gesprekken telkens weer op, hoe geboeid de leerlingen luisteren. Een authentiek levensverhaal laat hen niet onberoerd. Als hun gesprekspartner in het klooster word ik voor hen plotseling iemand van vlees en bloed, een mens die bidt, lacht en huilt.
Van mensen die in een klooster leven verwachten middelbare scholieren dat zij in elk geval bidden en misschien ook wel tijd vrijmaken voor meditatie. Maar hoe gaat dat in zijn werk? Ik nodigde de leerlingen uit om ’s morgens voor het ontbijt mee te doen aan een korte meditatie. Ik was benieuwd of ze wel zouden komen. Op het afgesproken tijdstip was iedereen in de kapel aanwezig om de dag in stilte te beginnen. Na een korte introductie kon ieder ruim tien minuten lang de stilte in. Uit hun re-
Uit de evaluatie aan het einde van hun verblijf bleek duidelijk, dat de
leerlingen een reëler beeld hadden gekregen. Toch blijft het leven in een religieuze gemeenschap een wereld, die ver van hun dagelijkse werkelijkheid afstaat. Is dat het fascinerende? Is dat de reden, waarom ze zo graag naar Loreto komen? Tot slot Ontmoetingen met jongeren houden me zelf fris en open voor een nieuwe generatie. Jongeren zijn ontvankelijk en nieuwsgierig. Zij hebben geen enkele behoefte om zich af te zetten tegen religie en kerk, want ze hebben er nauwelijks ervaring mee opgedaan. Geboeid zijn ze door de persoonlijke verhalen, die gaan over de binnenkant van mijn religieuze leven. Authenticiteit staat daarbij hoog in het vaandel. Ze vragen me of ik werkelijk leef zoals ik wil leven en of religieus leven me echt de ruimte en vrijheid biedt, zoals ik beweer. Jongeren ervaren onze levensstijl als vreemd en tegelijkertijd fascinerend.
Ton Bun, Marist
boeken & brochures
Boeken & brochures
De lagen van de ui
In het voetspoor van Tante Zuster Door middel van brieven, reisverslagen, documenten en andere archiefstukken heeft Joke Linders de geschiedenis gereconstrueerd van de boerenfamilie Wesselingh in het Zuid-Hollandse Groenendijk en in het bijzonder die van haar tante Aagje (1892-1938). Aagje treedt op haar twintigste in bij de witte zusters en vertrekt in 1913 naar Afrika. Eerst naar Algerije en dan voorgoed naar Oeganda, waar de zusters zich wijdden aan onderwijs, ziekenzorg en catechisatie, met specifieke aandacht voor de situatie en de ontwikkeling
van vrouwen. Het boek schetst een gedetailleerd en genuanceerd beeld van door idealen gedreven missionarissen, vermengd met treurige ervaringen als ziektes, oorlogen en armoede. Tante Aagje overleed in 1938 als gevolg van een auto-ongeluk. Joke Linders over de hoofdpersoon van haar boek: Ik vond Aagje avontuurlijk, ze heeft hoger onderwijs in Oeganda op poten gezet. Ze had elan en durf. Aagje is bij de witte zusters gegaan omdat ze iets van de wereld wilde zien. Het was niet zozeer een vlucht van de boerderij, want ze hield van het boerenleven. Ze kon kaas maken als de beste. Ik zie het meer als een emancipatoire keuze. Ze was slim, maar studeren was niet aan de orde. De
schrijfster ging ook naar Afrika om de plekken te bezoeken waar haar Tante Zuster had gewerkt. Hierover vertelt zij: De school werkt nog zoals zij die heeft opgezet. Het is een Engels systeem, vrij strikt en met de meisjes in schooluniform. Blauw met wit, Maria’s kleuren. Aagjes beeltenis zie je op foto’s die in het gebouw hangen. Haar graf wordt goed onderhouden, eigenlijk hopen de bannabikira dat ze zalig wordt verklaard. Er zijn 500 leerlingen en 200 Afrikaanse nonnen. Voor meisjes in Afrika is schoolgaan bij de nonnen en intreden in een religieuze gemeenschap nog steeds de beste kans om iets te leren, en een manier om los te komen van de gesloten dorpsgemeenschap. Het is, net als destijds voor Aagje, een kans op emancipatie.
Joke Linders. Witte zuster in donker Afrika - Portret van een boerenfamilie. Querido, 256 pagina’s € 18,95. ISBN: 978 90 214 3445 2
Spirit Mediapastor en montfortaan Peter Denneman schreef jarenlang voor de televisiegids van de KRO een eenvoudige, uitdagende zin. In deze zogenaamde ‘sprankels’ klinkt de evangelische levensbeschouwing voortdurend door. De 365 mooiste sprankels - voor elke dag één - zijn in deze uitgave gebundeld.
Bijvoorbeeld: God is altijd ‘soms’ Leef met je hoofd in de wolken, maar met je voeten op de grond Echte leiders hebben oog voor de zwaksten Als geen ander weet Jozef dat je zonder dromen blind wordt.
Peter Denneman. Spirit. Iets om over na te denken. Sprankel voor elke dag. Uitgeverij Abdij van Berne, Heeswijk. ISBN 978-90 -8972- 012-2 Prijs: € 14,95
24
k nr bu l let in 1 | 2009
Het boek Schoolpijn is autobiografie, roman en essay inéén. De auteur Daniel Pennac was ooit zelf een slechte leerling, maar tot ieders verbazing schopte hij het later tot leerkracht en succesvol schrijver. Ondanks jarenlange pijn en frustratie slaagde Pennac erin om zijn diploma te halen, hetgeen hij toeschrijft aan de passie en toewijding van enkele bijzondere leraren. Hij besluit ook zelf zo’n gedreven leraar te worden. In Schoolpijn is een ervaringsdeskundige aan het woord; moeiteloos kruipt Pennac in de huid van de slechte leerling en in die van de leerkracht. De bespiegelingen over pedagogie, het schoolsysteem, de rol van ouders, het gezin, de televisie, de moderne communicatiemiddelen en het verlangen naar kennis zijn speels en helder verwoord. Hoe creëer je kansen voor leerlingen die door bijna iedereen zijn afgeschreven? Wat is het effect van stigmati-
sering op de ontwikkeling van een individu? Hoe te voorkomen dat het laatste restje zelfrespect van moeilijke leerlingen nog verder de vernieling ingaat? Volgens Pennac ligt de sleutel in het schenken van aandacht en zelfvertrouwen. Alleen zo haal je eruit wat erin zit. Pennac neemt zijn leerlingen serieus door hen gewoon gedichten of filosofische fragmenten uit het hoofd te laten opzeggen. De kinderen maken er aanvankelijk een sport van, maar na een poosje begint de tekst te intrigeren, en willen ze erover praten. Pennacs remedie komt neer op het overwinnen van je diepste angst en het bestrijden van het magische doemdenken. Deze adviezen mogen (al te) simpel klinken, omdat ze voorbijgaan aan foute onderwijsstructuren. Maar terecht benadrukt Pennac ook de relatief autonome factor van de kwaliteit van de relatie leraar-leerling. Om het vaak ten onrechte gebezigde L-woord maar te vermijden. Onze ‘slechte leerlingen’ (leerlingen die de naam hebben dat het nooit iets met ze zou worden) komen nooit alleen naar school. Er komt een ui de klas binnen: een aantal lagen verdriet, angst, ongerustheid, rancune, boosheid, onbevredigde behoeften, een woeste onverschilligheid, en dat alles tegen de achtergrond van een verleden vol schaamte, een heden dat weinig goeds te bieden heeft, en een verloren toekomst. Zie ze komen, met hun lichamen in wording en hun familie in hun rugzakken. De les kan pas beginnen als de last op de grond staat en de ui gepeld is.
Dit fragment uit Schoolpijn sluit goed aan bij de bevindingen uit het WRRrapport Vertrouwen in de school, dat eind januari is aangeboden aan de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid pleit in dit rapport voor een ‘andere’ school die uitgaat van een bredere taakopvatting dan alleen het overdragen van kennis. De missie van zo’n school is jongeren te geleiden naar een plek in de maatschappij, en alles te doen wat daarvoor noodzakelijk is, inclusief zorg voor de sociaal-emotionele noden van hun leerlingen, hulp bij eventuele problemen met geld, huisvesting, ongewenste zwangerschap, enzovoort. De school kan zo uitgroeien tot veilige haven die tegenwicht biedt aan de chaos en risico’s in hun leven. De laatste jaren wordt vaak gesteld dat scholen zich (weer) uitsluitend met kennisoverdracht moeten bezig houden en niet met andere taken. De raad concludeert echter dat dit voor dreigende uitvallers contraproductief is. De school moet deze leerlingen allereerst voldoende structuur en verbondenheid bieden. Pas dan ontstaat er een basis waarop leren kan plaatsvinden. Met name in (delen van) het mbo vereist dit een ‘cultuuromslag’. WRR-voorzitter prof. dr. W. van de Donk zal bij gelegenheid van de uitreiking van de Religieuzenprijs op 7 oktober 2009 een lezing houden, waarin hij zijn visie op de ontwikkelingen in het onderwijs verwoordt.
Daniel Pennac Schoolpijn. Meulenhof f prijs: € 18,90 222 pagina’s. ISBN: 978 9 029 08236 5 Het WRR-rappor t Vertrouwen in de school is downloadbaar vanaf de site w w w.wrr.nl
k nr bu l let in 1 | 2009
25
boeken & brochures
boeken & brochures
Bezielde zorg Deze publicatie – over een thema dat veel religieuzen ter harte zal gaan vormt de neerslag van het colloquium, dat Stichting Echo in 2006 heeft georganiseerd. De bundel omvat twee overzichtsartikelen met betrekking tot de gezondheidszorg in België en Nederland door vrouwelijke religieuzen in de negentiende en twintigste eeuw. Joos van Vugt schrijft over de
Liefdevolle correspondentie spirituele traditie van verplegende congregaties, zuster Maria Mediatrix van Schagen en zuster Marie-Thérèse van Meerbergen komen als ervaringsdeskundigen aan het woord. Een fotokatern visualiseert de zorgpraktijk door religieuzen. Er zijn ook portretten-in-woorden van vrouwelijke en mannelijke religieuze verpleegkundigen. Voorts is er een artikel over de financiering van de krankzinnigenverpleging voor de Tweede Wereldoorlog. De bundel sluit af met een beschouwing van Annelies van Heijst over de waardering van de liefdewerken, nu religieuzen bijna volledig verdwenen
zijn uit de zorg. Van Heijst bepleit een genuanceerde waardering van de liefdewerken. Kritiekloos bewieroken noch ongefundeerd neersabelen van de inzet van religieuzen is terecht. De ascetische kloostermentaliteit, waarin versterven en onthechten, omarmen van lijden en offerzin de hoogste waarden waren, die tot spirituele volmaaktheid zouden leiden, heeft de opkomst en bloei van de zustercongregaties mogelijk gemaakt. Toch ging juist dat dualistisch ascetisme in de twintigste eeuw remmend werken, hetgeen leidde tot de neergang van deze vorm van kloosterleven.
Liesbeth Labbeke, Vef ie Poels & Rob Wolf. Bezielde zorg. Verpleging door katholieke religieuzen in Nederland en Vlaanderen (negentiende-twintigste eeuw). Deel VIII in de serie Metamor fosen (Hilversum: Uitgeverij Verloren). ISBN 9 789087 040680
Augustinus in het dagelijks leven In dit boekje schetsen de auteurs Paul van Geest en Monic Slingerland in grote lijnen het leven van Augustinus. Zij maken zich ook een voorstelling van Augustinus op 72-jarige leeftijd, die zijn De Stad Gods nog wil afronden en die zijn werk wil nazien en ordenen voor het nageslacht. Puttend uit zijn preken, brieven en boeken hebben de auteurs Augustinus’ visie op zeven levensvragen weergegeven. Het zijn vragen naar hoe een mens gelukkig wordt, hoe we goede vriendschappen aangaan; waaraan een goede leider te herkennen is en hoe iemand zich kan voorbereiden op de dood. Zeven vragen aan Augustinus is een geslaagde introductie voor wie wil
kennis maken met deze levenswijze kerkvader. Maar ook doorgewinterde Augustinus-kenners kunnen zich laten verrassen door de verfrissende en toegankelijke woordkeuze van de auteurs. Nieuwe formuleringen kunnen, zeker als het gaat om eeuwenoude en vertrouwde teksten, smeulende vuurtjes nieuw leven inblazen. Vertrouwd én verrassend is bijvoorbeeld het volgende fragment: Wij weten pas wie wij zijn als wij anderen lief hebben. Zelf heb ik mensen ongelukkig gemaakt door me af te sluiten voor de liefde die ze me zo graag wilden geven, zonder daarbij iets terug te vragen. Ik laat het hierbij, als u het goed vindt. Wel weet ik nu dat we door liefhebben God op het spoor komen.
Ik gebruik met opzet dit beetje plechtige woord. Liefhebben. Dat is net anders dan houden van. Liefhebben gaat diep. Liefde is ook eeuwig. We kunnen bedroefd worden door het verlies van iemand aan wie we onze liefde mochten geven. Ons hart kan pijnlijk doorstoken worden als we de geliefde persoon niet meer zien. De tranen kunnen over onze wangen stromen. Maar met het verlies van die persoon gaat niet de liefde verloren die u over en weer voor elkaar voelde. Die liefde blijft bewaard in de schatkamer van het hart, van uw hart en in het hart van degene die u zo mist, met scherpe en scheurende pijn. Die liefde blijft bewaard in de schatkamer van het hart en is met Christus geborgen in de hemelse voorraadschuur.
Paul van Geest en Monic Slingerland. Zeven vragen aan Augustinus. Augustijnse spiritualiteit voor het dagelijks leven. Uitgeverij Ten Have. ISBN 9789025958886
26
k nr bu l let in 1 | 2009
In 1609 verscheen de Inleiding tot het devote leven, ofwel Philothea, geschreven door François de Sales. Het boek is fijnzinnig en met humor geschreven en werd met groot enthousiasme ontvangen. Er verschenen vele herdrukken en vertalingen van deze religieuze bestseller. De Philothea is ontstaan uit een briefwisseling van François met Louise de Charmoisy. Zij is één van de correspondenten aan wie in dit boek aandacht wordt besteed. François onderhield het con-
tact met zijn vrienden voor een belangrijk deel door het schrijven van brieven. Zijn taal is soms beeldend en bloemrijk en doet daardoor enigszins gedateerd aan. Voor de geestverwanten van François was het belangrijk om de Salesiaanse spiritualiteit weer toegankelijk te maken voor mensen van deze tijd. Er werd een werkgroep geformeerd en Judith de Raat werd benaderd voor de uitvoering van dit project. François de Sales (1567-1622) was een liefdevol geestelijk leidsman, die via zijn diepgaand contact met mensen groeide in die rol. Judith de Raat koos uit het oeuvre van François zes typerende correspondenten, vier vrouwen en twee mannen. Zij heeft hieruit een aantal authentieke brieven zo letterlijk mogelijk vertaald en van een inleiding voorzien. In deze presentatie leren we François de Sales kennen als een sympathiek persoon, die mild is voor de mensen, die zijn pad kruisen en die een optimistisch mensbeeld koestert. François stelt zich als geestelijk begeleider bescheiden op. Niet hijzelf, maar de persoon die wordt begeleid,
staat centraal. Het motto dat als leidraad dient in al zijn raadgevingen aan anderen: Doe alles uit liefde, niets uit dwang. Judith de Raat biedt een aantal typeringen van de Salesiaanse spiritualiteit, die verklaren waarom mensen uit de 21e eeuw zich daar nog steeds door kunnen laten inspireren. De mystiek van François de Sales is praktisch van aard. Soms staat het handelen zelfs op de eerste plaats: wie merkt dat zijn gedachten of gevoelens stilstaan kan toch stappen blijven zetten bij het gaan van de weg en wel op de meest eenvoudige wijze, namelijk die van het lichaam: niet met het hart, maar met de voeten. Mensen hebben de mogelijkheid om aan zichzelf te werken, zichzelf te ontwikkelen en in liefde te groeien. De spiritualiteit van François heeft een hoog werkelijkheidsgehalte en neemt het alledaagse leven van gewone mensen als uitgangspunt. Het is voor alle mensen onder alle omstandigheden te doen. Je hoeft niet het klooster in om een goede christen te zijn, je kunt dat tot stand brengen binnen de vorm die je leven nu heeft. Er worden geen buitenissigheden van je gevraagd.
Judith de Raat Eén van hart. Brieven van François de Sales. ISBN: 90 -78729 - 06 -8. 160 pagina’s, € 17, 50. Bestellen via: Salesianum, Gemondseweg 41, 5481 XW Schijndel,
[email protected] De site w w w.oblaten.osfs.nl is helemaal vernieuwd en een bezoek waard!
Wat u altijd al wilde weten over het Vaticaan Wie zorgen voor de veiligheid van de paus? Wat komt er bij kijken om de tienduizenden bezoekers van de Sint Pieterskerk te ontvangen? Hoe reist de paus en hoe verhoudt hij zich tot de wetenschap? Hoe word ik heilig?
Vaticaankenner Stijn Fens geeft in de TV-serie Kijk het Vaticaan een antwoord te geven op dit soort vragen. Er zijn twee series van zes afleveringen gemaakt. Het resultaat: laagdrempelige infotainment, luieren en toch
nuttige kennis opdoen. Via de site van Katholiek Nederland zijn alle afleveringen te bekijken. Wie toch liever een DVD in huis haalt, kan daarvoor terecht bij KRO’s webwinkel.
w w w.katholieknederland.nl/kijkhetvaticaan of w w w.kijkhetvaticaan.nl
k nr bu l let in 1 | 2009
27
Religieus leven
Wie ziet en niet in beweging komt, bewijst
Dit houdt nooit meer op
de ander geen dienst.
In gesprek met Miriam Beeke
En wie in beweging komt zonder geraakt te
Miriam Beeke is aangesteld als ‘lekenoverste’ in Klooster Annahof te Schijndel-Wijbosch. Ze gaat zingend naar haar werk en komt er fluitend vandaan. In deze bijdrage vertelt ze over haar werk en over de betekenis van de School voor Spiritualiteit voor haar ontwikkeling. Na ruim zes jaar bij de zusters franciscanessen van Oirschot in een soortgelijke functie gewerkt te hebben, maakte Miriam Beeke in 2005 de overstap naar Klooster Annahof, waar de Zusters van Liefde van Jezus en Maria, Moeder van Goede Bijstand te Schijndel wonen. Voor Miriam was het bijzonder te ervaren dat ze deel ging uitmaken van een religieuze gemeenschap. Miriam: Al langere tijd waren religieuzen vertrouwd met leken-krachten in de verzorging en in de keuken. Maar dat is van een andere aard dan het aanstellen van een niet-lid van de congregatie op een sleutelpost binnen de gemeenschap. Er is moed voor nodig om een niet-religieus tot hoofd van de gemeenschap te benoemen, het getuigt van lef en van zelfbewustzijn. De zusters zien mijn functie niet als noodoplossing, maar zijn blij dat er mensen zijn die op deze manier willen werken. Die realistische kijk zie ik als de rijkdom van deze congregatie. De zusters van liefde hebben een Vincentiaanse spiritualiteit. Daardoor ervaren zij ieder mens die hun pad kruist als een kans op een Godsontmoeting. Eigenlijk zit het al in hun spiritualiteit om leken een andere plek te geven. Hierdoor ervaar ik deze functie niet zozeer als een baan, maar als een mogelijkheid deel te nemen aan een gemeenschap.
28
k nr bu l let in 1 | 2009
Annahof is een kloostergemeenschap waar meerzorg wordt geboden aan veertig zusters in een sterk wisselende samenstelling. Vanaf 2008 zijn er dertien zusters verhuisd naar elders dan wel overleden en zijn er dertien nieuwe bijgekomen. Miriam: de kern van mijn taak is om mensen tot hun recht te laten komen als religieus, als individu en als deel van een congregatie. In een regulier verzorgingshuis bepaalt de instelling de regels. Hier doen de zusters dat met elkaar en hier merk je veel duidelijker wanneer er mutaties zijn. De gemiddelde leeftijd van de zusters is bijna 90. Het gaat er om de samenhang te bevorderen, de spirit er in te houden. Natuurlijk moet je zelf wel religieus zijn om dit werk goed te kunnen doen. Je moet in de gemeenschap gaan staan. Ik ben blij met de ruimte die mij gegeven wordt. Ik was de opvolgster van zuster Mansueta en gezien mijn leeftijd en voorgeschiedenis eigenlijk nog maar een snotneus. Ik ben niet continu hier, maar werk 36 uur per week, dus de zusters moeten mijn ogen en oren zijn wanneer ik er niet ben. In tegenstelling tot de zusters heb ik nog een leven naast mijn leven hier. De werkdag begint voor mij met een ronde langs de drie huiskamers, waar de zusters ’s ochtends zitten te ontbijten. Dat ik ze allemaal echt gezien heb is voor mij heel
zijn, geef t slechts een aalmoes. Het gaat erom
wezenlijk, opdat ik weet wie niet lekker in haar vel zit, wie bijzondere aandacht nodig heeft. Veertig leidsters Miriam: Ik ben eigenlijk 40 verschillende leidsters. Bij de ene zuster sla je gemakkelijk een arm om haar heen, een ander stelt dat helemaal niet op prijs. Sommigen houden van een grapje, terwijl anderen de voorkeur geven aan een meer ingetogen benadering. De zusters geven het zelf aan en ik vind het boeiend om met al die verschillen om te gaan. Alle zusters hebben hun eigen karakter en zijn over het algemeen erg open en aanspreekbaar. Dat komt omdat iedereen momenten heeft ingebouwd in haar dagorde waarop zij op zichzelf reflecteert. Dat werpt vruchten af en zodoende is mijn werk hier bij deze oudere mensen een kwestie van schatgraven. De geestkracht, het aanpassingsvermogen en de pit van de zusters vind ik inspirerend, ontroerend en verbazend. Soms raakt een religieuze in de verleiding om te denken: Kennelijk zijn we niet meer nodig. Ze vragen zich af waar ze het allemaal voor gedaan hebben. Maar dan vind ik het belangrijk hen te laten ervaren hoe zij in de mooiste fase van de Congregatie zijn aanbeland, waarin deze tot voltooiing komt. Ze hebben een wezenlijke bijdrage geleverd door
die dynamiek te koesteren en om die drieslag steeds weer te vertalen naar de concrete gebeurtenissen van alledag.
gratis of goedkoop onderwijs te bieden en met hun inzet voor vrouwen. Deze zusters zijn vrouwen van de wereld, die concreet waar blijven maken waar ze in geloven, ook als ze zelf daarvan de consequenties moeten dragen. Dat is heel bijzonder. Mede door haar werk bij de zusters is Miriam zich de vraag gaan stellen hoe bepalend het is voor je levensgeluk wanneer je zelf keuzes kunt maken, omdat in haar ervaring religieuzen gemiddeld met meer tevredenheid terug kijken op hun leven dan anderen: Mensen worden gelukkig als ze niet zozeer de maakbaarheid vooropstellen, maar een open oog houden
voor dat wat is. Ze zien, worden geraakt en komen in beweging. Het gaat om die drieslag, want wie ziet en niet in beweging komt, bewijst de ander geen dienst. En wie in beweging komt zonder geraakt te zijn, geeft slechts een aalmoes. Het gaat erom die dynamiek te koesteren en om die drieslag steeds weer te vertalen naar de concrete gebeurtenissen van alledag. Volgens Miriam bepaalt de gemeenschap waarvoor je werkt wat voor leidster je kunt zijn. Het scheelt al enorm wanneer het besluit om een lekenoverste aan te stellen goed is voorbereid. Mensen in haar positie fungeren optimaal, wanneer ze als
rolmodel voor medewerkers ervaren kunnen worden. Hetzelfde geldt voor functies als hoofd van de verzorging en hoofd van de werkorganisatie. Het dagelijkse contact met mensen in deze levensfase ziet Miriam als een goede voorbereiding op haar eigen verouderingsproces: Oudere mensen zijn van waarde en hebben waardigheid, juist wanneer ze weinig meer kunnen. Wanneer een zuster in de war raakt is het van belang dat haar tafelgenoten met haar in gesprek blijven, want als die zuster niet meer ervaart dat ze op een normale manier bejegend wordt, zal ze in versneld tempo de oriëntatie kwijtraken. Zoals bij veel religieuzen is ook bij
k nr bu l let in 1 | 2009
29
religieus leven
Miriam cultuurkritiek een wezenlijk element in haar levenshouding: De tijd van het wachten, waarin de omvorming plaatsvindt, ontbreekt of wordt ondergewaardeerd. Mensen kunnen niet meer omgaan met uitgesteld verlangen. Dat is jammer, want wat is er mis met vervelen, met rustig met je eigen gedachten bezig zijn? De goede dingen in het leven worden vaak als vanzelfsprekend beschouwd en er is onvoldoende ruimte voor verwondering. Je mag je best verwonderen en verheugen over het feit dat je als vrouw op deze plek geboren bent. Er is een constante drang om nieuwe spullen aan te schaffen, nieuwe dingen te beleven. Mensen zijn heel snel verveeld, terwijl er zoveel is om je over te verwonderen, om blij mee te zijn. Hou de verwondering en de zachtheid in jezelf en in anderen levend. School voor Spiritualiteit Miriam wilde beter toegerust zijn voor haar werk en voorzag dat ze haar zoektocht naar mogelijke coaches buiten de gemeenschap moest voortzetten, gezien de toenemende schaarste aan zusters. Om het werk in de geest van de zusters te kunnen doen was het belangrijk om de eigen spiritualiteit verder te ontwikkelen. Lieneke Dashorst, een vroegere collega, volgde de opleiding aan de School voor Spiritualiteit en enthousiasmeerde haar voor die cursus. Hierdoor is in Miriam een ontwikkeling in gang gezet: Enerzijds heeft dat de verwarring vergroot, het besef van niet-weten en anderzijds ben ik er zelfbewuster van geworden. Ik ben jarenlang manager geweest in de thuiszorg, heb enkele jaren voor de klas gestaan en toen zag ik ineens die advertentie: leidster gevraagd in een klooster. Het kwam gewoon op mijn weg. De opleiding laat me
in versneld tempo doorgroeien en zorgt ervoor dat ik beter leiding kan geven. De contacten met de zusters en de cursus betekenen een verrijking van mijn eigen spiritualiteit waardoor ik beter mijn omgeving kan verstaan. Er zijn ook lastige modules bij de cursus, zoals bijvoorbeeld de hermeneutiek. Miriam ondervond dat het toch zinvol kan zijn om door te zetten, ondanks de weerstand die je ervaart: Zo voelde ik bij het maken van mijn werkstuk voor het eerst dat een tekst speciaal voor mij geschreven was. En in De navolging van Christus van Thomas van Kempen ging het om de zin van beproeving. Die tekst stond me ontzettend tegen, maar geleidelijk brak ik door mijn weerstand heen en werd ontvankelijk voor wat daar stond. Die opleiding leidt dus tot een herschikking van je eigen opvattingen. Miriam heeft heel erg genoten van het lesblok over de
God…. Dat God jou nodig heeft om Hem gestalte te geven betekent dat er dus een actieve houding van mij verwacht wordt. Braaf zijn is niet genoeg. Zo’n basis geeft een volwassener relatie met God. In de continue ontwikkeling van mijn eigen Godsbeeld ervaar ik een spanning tussen het niet-passief zijn enerzijds en anderzijds het niet zelf de regie opeisen. God is gaandeweg meer naast mij dan boven mij. God is niet mijn vriendje, mijn gelijke, maar de betrekking is doordrenkt met een mateloos respect. Miriam vindt het heerlijk om les te krijgen, maar realiseert zich dat uitsluitend cognitieve ontwikkeling niet voldoende is. Wanneer ze over enkele maanden de opleiding heeft afgerond wil ze alles eerst een jaar laten bezinken. De leerstof moet goed uit kunnen rijpen. Maar de inzichten die ze heeft opgedaan, kunnen nu al worden gebruikt: Van Cassianus heb ik
De tijd van het wachten, waarin de omvorming plaatsvindt, ontbreekt of wordt ondergewaardeerd. Mensen kunnen niet meer omgaan met uitgesteld verlangen. Dat is jammer, want wat is er mis met ver velen, met rustig met je eigen gedachten bezig zijn? spiritualiteit van de Minne; dat betekende een enorme verrijking van haar Godsbesef: het besef dat Hij ook naar mij reikt. Dat er wederkerigheid is. Het Hooglied van Johannes van het Kruis vond ik ook heel bijzonder. Door het lezen en herlezen van die teksten wordt er iets in gang gezet wat je niet meer kunt stoppen. Er wordt een verlangen gewekt waar je nooit meer vanaf komt. Het was een openbaring te ontdekken dat ze in de Middeleeuwen veel moderner keken naar
geleerd dat de reden waarom je het klooster ingaat niet bepaalt of je een goed religieus zult zijn. Die gedachte heb ik laatst gebruikt als aanleiding voor een huiskamergesprek. Veel zusters hebben een sterk ontwikkeld vermogen om het leven te accepteren zoals het zich aan hen voordoet. Ik denk dat Hij wel veel van ze moet houden, want het is een heel sterke gemeenschap van zusters, die steeds opnieuw in elkaar investeren en steeds opnieuw de relatie aangaan.
Column Goed voor je hart Ooit was ik in Zuid-Afrika; een prachtig land met een rijke literatuur! Op een dag liep ik watertandend rond in een soort Bruna-winkel in Johannesburg. Ik vergaapte me aan ZuidAfrikaanse boeken en half verscholen tussen de rekken luisterde ik met één oor naar de taal die om mij heen gesproken werd. Zo was er een klant op zoek naar een calculator. ‘Heeft u voor mij een sompompie?’, vroeg hij aan de verkoopster. Zuid-Afrikaans klinkt smeuïg en de woorden zijn vaak beschrijvend. Zo heet een oorlogsschip een ‘voor-niks-nie-bangnie-skip’. En midden in de steppe van Transvaal wees iemand mij op een kanjer van een struik met gevaarlijke doorns, waarvan je uit de buurt moet blijven. Heet die struik misschien daarom een ‘wacht-een-beetje-bos’?
Soms denk ik dat we op de drukke kruispunten in Nederland een paar wacht-een-beetje-bosjes moesten planten. Sommige chauffeurs zouden dan veel voorzichtiger gaan rijden. Ze zouden minder drammen en bij het rode licht niet alleen hun auto tot stilstand brengen, maar ook zelf in de wachtstand gaan. Want wachten is zeggen: ‘Nu even niet’, even geen drukte, geen wapperende handen, geen zappende ogen, geen rusteloos overleg. Wachten is soms … goed voor je hart! Ik was eens op retraite bij de Trappisten in Zundert. Een van de monniken vertelde dat stille dagen belangrijk zijn voor een mens: dan krijgt je ziel de kans je lichaam weer in te halen. Kijk, dat is spiritualiteit! Zorgen dat je
door haast niet van jezelf vervreemdt. Aandacht hebben voor je diepste diep en van daaruit verder gaan. Daarom zijn pleisterplaatsen zo belangrijk in onze samenleving; plaatsen waar je kunt beluisteren of je ziel met je meereist en of jíj meereist met je ziel. Kloosters hebben van ouds die functie, maar ook musea en zelfs de Veertigdagentijd kan daarvoor dienen. Vaart minderen en wachten zijn voorwaarden om ‘lichaam en ziel weer bij elkaar te brengen’. Wachten is immers de vraag de vraag laten, de druk opzij drukken. Wachten is onthechting, braak liggen, tot leegte bereid zijn. Ophouden met rennen en gas terugnemen zijn een levenskunst. Daarom, niet doordrammen zoals een voor-niks-nie-bang-nieskip, maar stil staan bij een wachteen-beetje-bosje!
Ben Verberne msc
WvdV Meer informatie: w w w. zustersvanliefde.nl en http://w w w.titusbrandsmainstituut.nl/svs/index.htm
30
k nr bu l let in 1 | 2009
k nr bu l let in 1 | 2009
31
Agenda
2009 28 maart
2 april
Platform Toekomst van Religieus Leven
2 april
Studie en ontmoetingsdag voor beleidsmedewerkers
26 mei
Bijeenkomst kleine congregaties
4 juni 8 juli
Algemene Ledenvergadering KNR Dag voor jonge religieuzen (tot 35 jaar)
12 september
Nationale Vredesdag voor Religieuzen
24 september
Bijeenkomst kleine congregaties
7 oktober
Uitreiking religieuzenprijs
8 oktober
Studie/bezinningsdag voor monialen Thema: Mystiek in de Psalmen door Kees Waaijman O.Carm.
9 oktober
Platform Toekomst van Religieus Leven
12 november (30 januari), 20 maart, 5 juni 20 maart 5 juni
32
Open dag School voor Spiritualiteit
k nr bu l let in 1 | 2009
Algemene Ledenvergadering KNR Open Studiedagen Religie en Gender Over het thema ‘religieuze heilss ymbolen en lichaamsbeelden’. Lichaam als heilsbemiddeling. Maaike de Haardt en Lieve Troch Lichaamsbeelden, heilssymbolen en gender in de moderne westerse cultuur Maaike de Haardt en Grietje Dresen. Informatie bij voorkeur via e-mail:
[email protected] of T: 024 361 2476