Konferentie Nederlandse Religieuzen
bulletin
jaargang 13 • nummer 5 • december 2010
Het bestuur en de medewerkers van de KNR wensen u een vredig kerstfeest en Gods zegen in 2011
inhoud In beeld.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 • Niet alles is af, maar dat hoeft ook niet. In gesprek met zr Simone Huisman 4 • Bestuurswisselingen 7 Goed voor je hart. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 • Column Ben Verberne msc 8 Gerechtigheid & vrede. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 • Generale Assemblee WUCWO. Thérèsa Vandeweyers 9 • Nalatenschapsproject over menslievende zorg. Aloysa van Amersfoort 10 • De menselijke maat 11 • Over twintig jaar is Congo een mooi land. In gesprek met Cor vd Brand M.Afr. 12 Duurzaam & spiritueel. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 • Duurzaamheid: ‘Alles hangt met alles samen’ Gerard Moorman 14
2010 Colofon Het KNR-bulletin (ISSN: 1569-9447) is een uitgave van de afdeling communicatie van de KNR en verschijnt vijf maal per jaar. Middels dit bulletin wil de redactie de religieuzen in Nederland en hun bondgenoten informeren over ontwikkelingen die zich afspelen in de wereld der religieuzen in brede zin. De redactie behoudt zich het recht voor om toegezonden kopij in te korten. Aan ieder bestuur van de bij de KNR aangesloten religieuze instituten en aan de redacties van congregatiebladen wordt een exemplaar verstrekt. Daarnaast ontvangen leden van commissies van de KNR het blad. Afzonderlijke communiteiten en individuele religieuzen kunnen het bulletin op aanvraag toegezonden krijgen. Artikelen mogen met bronvermelding overgenomen worden. Illustraties voorzijde: Maria met kind door Piet Schopping (tentoonstelling Wonder boven wonder in Bijbels museum) en Fotograaf Peter Beemsterboer van KBS uitgave ‘Leven van het land’ (coverafbeelding) Vormgeving en lay-out: Vormweijs, Nijmegen Druk: Drukkerij Berne, Heeswijk-Dinther KNR-afdeling communicatie, Postbus 111, 5201 AC ’s-Hertogenbosch Redactiesecretariaat/Eindredactie: Will van de Ven T: 073 – 6921321, F: 073 – 6921322, E:
[email protected] www.knr.nl / www.religieuzen.nl / www.bewogenheid.nl Het volgende nummer van dit blad verschijnt in maart 2011. Sluitingsdatum kopij voor het volgende nummer: 14 februari 2011.
Verlangen.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 • Column Evelien Meijs 15 Projecten.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16 • Project Docu Congo 16 Varia. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18 • Ontvangen. Rudolf van Dijk • Keukeninventaris gevraagd • Migratie van religie, migratie van het heilige • Geboekstaafd: geschiedenis priesterreligieuzen en actieve vrouwelijke religieuzen • Het Innerlijk-Kloosterspel. Magda Visser 18 Religieus leven. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21 • Kleurrijk Religieus Leven 13 november 2010. Gerard Moorman 21 • Nieuw licht op de marteldood van missionarissen in China. Vincent Hermans 22 • De Schrift ligt op straat. In gesprek met Wiel Bellemakers c.m. 24 Religieus erfgoed. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26 • Religieus erfgoed in Limburg 26 Boeken / brochures / beeld.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28 • Leven van het land. Albert Kamp & Peter Beemsterboer • Tikkop. Adriaan van Dis • Aarde, mijn aarde. Franciscaans Milieuproject • Vergeetboek. Douwe Draaisma • Het geheim van de fakkel. Christa Hijstek o.p. • Het dansende verlangen. Vincentius Huizinga ocso. 28 Agenda. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
In beeld
Vroeger werd ik altijd kwaad op mezelf vanwege de uren die ik verspilde met ziek zijn.
Niet alles is af, maar dat hoeft ook niet
het niet vol. Ik heb vriendschap gesloten
In gesprek met zuster Simone Huisman
met mijn ME, het maakt me ook tot wie
Zuster Simone Huisman is het jongste lid van haar congregatie, de zusters franciscanessen van Heythuysen. Ze geeft cursussen in het franciscaans centrum La Verna en vormt met haar medezuster Joke Tijssen een communiteit in Slotervaart. Geef alles op Simone Huisman (Amsterdam, 1945) werd vlak na de bevrijding geboren. Ze groeide op in een ruimdenkend katholiek gezin, waarin ze een gelukkige jeugd doormaakte. Simone bezocht de RK MMS van de zusters van Heythuysen en werd vooral geboeid door de radicaliteit van Jezus van Nazareth. Dit betekende voor haar alles op te geven en het klooster in te gaan. Haar ouders stonden kritisch ten aanzien van haar kloosterplannen, want het kloosterleven was in hun ogen al niet meer van deze tijd. Simone woonde diverse Open Zicht Weekenden bij en stond zo als 17-jarige in Heythuysen op de brug over de gracht rond het klooster. Al voordat ze daar met iemand sprak wist ze dat ze er thuis hoorde. Simone: De zusters waren verstandig en drongen er op aan dat ik eerst een beroep zou leren. Ze kreeg een baan, werd verliefd en begon aan een opleiding tot verpleegkundige. Halverwege die opleiding ging ze tóch naar Heythuysen, waar ze als 21-jarige intrad samen met twee anderen. Simone: De andere twee zijn vrij snel vertrokken. Na de zogenaamde ‘belofte’ groeide ik in twaalf jaar tijd toe naar de definitieve binding, de eeuwige geloften. Dat gaf heel veel ruimte. Na het
4
k nr bu l let in 5 | 2010
noviciaat maakte ze tal van omzwervingen en belandde via Winterswijk, Eindhoven, opnieuw Heythuysen, Sittard, Hoorn, Haarlem en Aalsmeer uiteindelijk dertien jaar geleden in Amsterdam. Daar heeft ze theologie gestudeerd en een scriptie geschreven over een tekst van Zacharia. Mandalatekenen In Aalsmeer en vervolgens in Amsterdam woonde Simone samen met medezuster en pastoraal werkster Joke Tijssen. Beide zusters komen wekelijks samen voor bezinning met de franciscanen uit de Derkinderenstraat. Simone: Wij kregen een flat in deze wijk en drie maanden later volgden de franciscanen op twee minuten loopafstand. Hun bezinningscentrum La Verna werd opgestart en mij werd gevraagd om een cursus over Clara te geven. Maar ik was herstellende van een langdurig ziek zijn en het enige waartoe ik mijzelf in staat achtte was mandala tekenen. Zelf had ik tijdens mijn genezingsproces de helende en genezende werking hiervan ervaren door iedere dag een mandala te tekenen. Je kunt het altijd en overal doen, want er is niet meer voor nodig dan een stukje pa-
Tot ik tot het inzicht kwam: zo hou je
ik ben en daar ben ik blij mee. Ik trek met mijn ME op als met een gezel.
pier en enkele kleurpotloden. Vanuit deze ervaring heb ik mandala cursussen opgezet. Een cursus mandalatekenen bestaat uit 21 bijeenkomsten verspreid over anderhalf jaar. In die periode tekenen de deelnemers een kaartspel van 40 mandala’s over even zo vele levensthema’s. Simone: Per bijeenkomst
het lijkt wel alsof we al jaren samen optrekken. Als voorbereiding op haar 40 jarig jubileum van gaan in het spoor van Franciscus en Clara borduurde zij een mandala die in symbolen dit stuk levensweg weergeeft.
staan twee onderwerpen centraal. Het is een innerlijke reis die iedereen kan maken, een ontdekkingsreis naar jezelf, naar je omgang met God. Het is prachtig om te zien wat er aan mensen gebeurt, tot welke inzichten ze komen, doordat ze die 40 mandala’s tekenen. Je moet loslaten dat je niet zou kunnen tekenen. Je tekent vanuit je eigen innerlijk en het worden allemaal juweeltjes. Onlangs ben ik weer met een nieuwe groep begonnen en
Chi Neng Qigong Vanaf haar 18e levensjaar is Simone met tussenpozen ernstig ziek geweest. Later is die chronische aandoening gediagnosticeerd als ME (myalgische encefalomyelitis). Dat betekent voor haar dat ze uitgeput raakt van alles wat ze onderneemt. Gezien haar beperkte energie moet ze haar activiteiten goed plannen en er rekening mee houden, dat op elke inspanning een terugslag volgt. Nadat ze al veel wegen had bewandeld om haar ziekte te overwinnen adviseerde een medezuster haar om Chi Neng Qigong te proberen. Simone
was in eerste instantie vrij sceptisch, maar haar medezuster drong aan en leende haar een video-opname. Simone: Het waren beelden van een vrouw, die heel langzame bewegingen maakte. Het sprak me erg aan. Die vrouw was totaal opgenomen in het grote geheel en tegelijkertijd helemaal bij zichzelf. Circa acht jaar geleden ben ik zelf met Chi Neng begonnen en ik heb nooit meer een dag overgeslagen. Gedurende de eerste drie maanden werd ik steevast erg misselijk. Dat was een normale reactie, zo begreep ik later. Ik ben tijdens mijn opleiding ook naar China geweest en ik zie me daar nog staan op een kokosplantage. De leraar zei: de bomen, het gras, de bloemen en wij vormen allemaal één grote familie. Ook daarom hoort Chi Neng bij mij; het is zo franciscaans. Denk maar aan het Zonnelied, waarin de hele schepping als broeder en zuster wordt aangesproken. Chi Neng werkt alleen wanneer het een geïnte-
greerd deel van je leven uitmaakt. In de cursussen probeer ik in tien avonden over te brengen dat je van de aarde bent en dat je van de hemel bent. Door heel eenvoudige gebaren wissel je de energie van buiten met de energie van binnen uit. Chineng is geschikt voor iedereen, zieken, ouderen of gehandicapten. Het gaat om een gewaar worden van één zijn, dat je deel bent van een groter geheel. Altijd aanwezige Naast La Verna is ze ook al jaren betrokken bij de Dominicus-gemeente. Simone was de eerste katholieke vrouw in het liturgisch team van de Dominicus. Haar medezusters staan helemaal achter dit werk, dat zij beschouwen als hun bijdrage aan vernieuwende vormen van kerk-zijn. Twee maal per jaar organiseert zij samen met een aantal mensen een labyrint workshop. Dit is het resultaat
k nr bu l let in 5 | 2010
5
in beeld
in beeld
Bestuurswisselingen Broeders Onze Lieve Vrouw van Lourdes (algemeen) • broeder Theo van den Boer, algemeen overste • broeder Nico Simanjuntak, plaatsvervanger • broeder Ton Houdé, raadslid • broeder Polykarpus Sin, raadslid Broeders van Onze Lieve Vrouw van Lourdes (provinciaal) • broeder Jan van der Steen, provinciaal overste • broeder Leon Jansen, plaatsvervanger • broeder Antoine Ruttenberg, raadslid
van een samenwerking tussen La Verna en de Dominicus. Simone: Het is mijn taak om het labyrint in te zegenen, het te maken tot een heilige plek, zodat diegenen die er binnen gaan beschermd zijn en geleid worden. Als ze uit het labyrint komen reik ik een kaarsje aan en zeg iets persoonlijks, afhankelijk van het thema. Tijdens de Advent is het thema ‘Je ster vinden en volgen’. In het voorjaar is er een paas- of een zomerlabyrint. Daarbij staat het genieten van de volle bloei centraal, ook in je eigen leven. Het labyrint is een oeroud symbool en ritueel. Je hoeft het pad maar te volgen en je daar aan over te geven. Vanuit het Nieuw Liedfonds bleek de behoefte aan een korte tekst die kan functioneren als tussenzang, bijvoorbeeld bij voorbeden of als acclamatie. Simone: Spontaan kwamen de woorden in mij op, woorden die mij als het ware gegeven werden: Altijd Aanwezige, cirkel en kern van mijn leven, jij trekt aan en omhult, ruimte van liefde nodig mij uit om binnen te gaan. Woorden waarin ik
6
k nr bu l let in 5 | 2010
mijn geloof in God en wat God voor mij betekent mag uitdrukken. De muziek bij de tekst werd gecomponeerd door Tom Löwenthal. Simone staat open voor al wat zich aandient: Vanwege mijn constante beperking ga ik intensief om met de tijd. Vroeger werd ik altijd kwaad op mezelf vanwege de uren die ik verspilde met ziekzijn. Tot ik tot het inzicht kwam: zo hou je het niet vol. Ik heb vriendschap gesloten met mijn ME, het maakt me ook tot wie ik ben en daar ben ik blij mee. Ik trek met mijn ME op als met een gezel. Ik ben onlangs 65 geworden, maar voor mij verandert er niets, want ik leef al het grootste deel van mijn leven als een bejaarde. Desondanks is mijn leven heel gevuld met medezusters en goede vrienden. In 2006 heeft ze acht dagen doorgebracht in een kluis van een Clarissenconvent in Ierland. Simone: Een opmerking van een Claris bracht toen veel teweeg. Zij zei: Jezus van Nazareth is Christus, maar Christus is meer dan Jezus van Nazareth. Daar begreep ik toen niets van en tijdens
het teruglopen naar mijn kluis geraakte ik in verwarring. Ik had het gevoel dat de grond onder mijn voeten werd weggeslagen. Ik meende God in wie ik verankerd was helemaal kwijt te raken. Na twee dagen van vertwijfeling kwam het inzicht dat God en Christus een en dezelfde zijn. Mijn bewustwording van die drie-ene God voegt wezenlijk iets toe; het is een mysterie dat mijn leven verrijkt. Een andere indrukwekkende ervaring was haar bedevaart naar Lourdes. Simone: In Lourdes was ik heel ziek geworden en belandde ik in een rolstoel. Toen heb ik ervaren dat men in Lourdes respect heeft voor de zieke. Men gaat voor je opzij; je hebt voorrang. Het respect voor elkaar zoals de ander ís, dat deed mij zo ontzettend goed. Dat komt overeen met de ruimte die er in de Franciscaanse spiritualiteit is voor de gebrokenheid van het bestaan; er is een plek voor het lijden. Niet alles is af en hoeft ook niet af te zijn. Dat vind ik een bijzonder troostrijke en levenwekkende ervaring.
Nieuw regionaal overste Broeders van Liefde • De Generale Raad van de Congregatie Broeders van Liefde heeft met ingang van 13 oktober 2010 broeder Jos Mathijssen benoemd tot regionale overste van de Nederlandse St.-Maria Regio. Broeder Mathijssen werkt momenteel als regionale overste van Zuid-Afrika. Hij zal in Zuid-Afrika de lopende zaken afhandelen en overdragen aan zijn opvolger. Tot zijn aantreding in Nederland zal zijn taak waargenomen worden door de plaatsvervangend, broeder W. Lips, regionale overste. Minderbroeders Conventuelen • Theo Scholtes ofm conv, minister provinciaal • Johan Stege ofm conv, vice-minister provinciaal • Hans Visser ofm conv, definitor, tevens provincie-secretaris • Harry Uitendaal ofm conv, definitor, tevens provincie-econoom • Schaas Vermeulen ofm conv, definitor Zusters Franciscanessen van Oirschot • zuster Marcelline van de Ven, provinciale overste • zuster Eugenie Elbers • mevrouw mr. Yvette Couwenhoven • de heer drs. Jan Koonings • de heer Peter Meijs MBA mevrouw drs. Marie-Louise Luybregts is benoemd tot directeur van de Nederlandse provincie
WvdV
k nr bu l let in 5 | 2010
7
Goed voor je hart
Gerechtigheid & Vrede
Verlangen
WUCWO Assemblee
Ik loop door het oude centrum van Amersfoort. In de schaduw van de Lieve-Vrouwetoren staat op een hoek een van de oudste huizen van de stad. In de muur is een nis uitgespaard. Daarin moet ooit een beeld hebben gestaan. Vandaag ligt er in het plaveisel vóór die lege nis ‘n straattegel waarin gebeiteld staat “Verlangen naar een beeld”. Dat betekent: de leegte niet opvullen, niet toestaan dat je verzadigd wordt met surrogaat en gericht blijven op de vervulling. Advent is van ouds de tijd waarin het grote verlangen van mensen stem krijgt, zoals in het oude lied ‘Rorate coeli’, waarvan de woorden geleend zijn van de profeet Jesaja. Er is in ons een verlangen geplant waardoor wij ons hele leven, soms bijna onbewust, blijven zoeken naar het goddelijke.
Dat verlangen vraagt tijd, tijd om zich te verduidelijken, een naam te krijgen, uit te zuiveren en tot rijpheid te groeien. Dat betekent niet dat je in de tussentijd alles op zijn beloop laat en apathisch toekijkt totdat ‘de tomaten rijp zijn’. Het vraagt juist dat we ons bewust voegen naar het ritme van de aarde, de seizoenen, waakzaam en attent reageren op het goede moment. Het vraagt dat wat we met de aarde doen, ook doen met onszelf en met de ander. Zo wordt het leven van mensen een Advent: een tijd van verlangen, van jezelf uit-rekken naar wat nog niet is, jezelf verlengen tot het onbekende, het onervarene, het nieuwe, het andere. Verlangen is daarom ook dromen, trachten, wachten en dulden; het is uitstel en dageraad, lente en belofte. Verlangen is steeds weer anders. Het
is als een ‘waakzame slaapwandelaar’ (Mulisch) zwerven naar het land achter de horizon, naar wat kinderen zien en dichters. Het is luisteren naar een lied dat aarzelend wordt ingezet, maar de kracht heeft uit te groeien tot een belofte die je opent en je een vreugde bezorgt, die niemand je kan afnemen. Zo wachten wij mensen op de Messias die komen gaat. Hij is een nauwelijks opvallende twijg aan een boomstronk. Eén die onder ons staat, maar die wij niet kennen. Een vlam in een schijnbaar overweldigende nacht, maar die meer licht geeft dan wij verwachten. Dat wij die vlam, dat licht mogen zijn. Daar hoop ik op
Ben Verberne msc
Van 5 tot en met 11 oktober vond in Jeruzalem de ‘2010 Centenary Assembly’ van WUCWO plaats, waaraan zo’n 500 leden van vrouwenorganisaties uit 63 verschillende landen deelnamen. WUCWO is de Wereld Unie van Katholieke Vrouwenorganisaties, waarvan de Unie NKV en verschillende Nederlandse vrouwenorganisaties lid zijn. Onze delegatie bestond uit Marleen Peters-Van der Heyden voor Zij-Actief, Ina de Graaff voor de UnieNKV en Thérèsa Vandeweyers voor de KNR. De Assemblee had een feestelijk karakter, omdat het 100-jarig bestaan van de organisatie werd gevierd. In haar openingstoespraak ging presidente Karen Hurley in op de geschiedenis van WUCWO, die in 1910 werd opgericht in Brussel op initiatief van Madame de Vélard. Zij was presidente van de Franse vrouwenliga die nu Action catholique des femmes (Acf) heet. Van WUCWO zijn bijna 100 organisaties lid. Deze zijn actief in 66 landen en verdeeld over vijf regio’s: Afrika, Azië-Australië, Europa, Latijns-Amerika/Caraibisch gebied en Noord-Amerika. In 2007 werd WUCWO erkend als een publieke lekenorganisatie binnen de R-K. Kerk. Karen Hurley benadrukte dat een nauwe samenwerking met het Vaticaan voor WUCWO belangrijk is. Er werd een boodschap van de Paus voorgelezen, waarin hij sprak over de rol van vrouwen in de missie van de kerk. Het thema van de studiedagen ‘Jullie zullen mijn getuigen zijn’, uit de Handelingen van de Apostelen (1-8) werd in enkele lezingen veelzijdig belicht. Over het algemeen gaven de spreeksters een ideaalbeeld van het leven van vrouwen en moeders, een beeld dat
het huidige WUCWO-Bestuur graag wil uitdragen. Er was weinig gelegenheid om met de sprekers of anderen te discussiëren, uiteraard gebeurde dit wel aan tafel en in de wandelgangen. We vroegen ons af in welke vorm dit thema een vervolg zou kunnen krijgen binnen onze organisaties. Het programma voorzag tweemaal in paneldiscussies met enkele studenten van de Hebreeuwse universiteit en met katholieke Palestijnse vrouwen. Tijdens de statutaire vergadering werden twaalf resoluties aangenomen. Alle 26 kandidaten voor de Board zijn gekozen. De leden van dit algemeen bestuur kozen vervolgens uit twee kandidaten Maria Giovanna Ruggieri tot nieuwe presidente. Zij was vice-presidente Europa; in die functie werd voor de komende periode Barbara Mary Stitt gekozen. Jeruzalem Iedereen is wel vertrouwd met beelden van de ‘Stad van Vrede’. Toch is het bijzonder om via een van de vele toegangspoorten de oude stad binnen te gaan en de dagelijkse werkelijkheid te ervaren. In het programma waren vieringen in verschillende
kerken opgenomen en gelukkig ook enkele excursies. Eén tochtje voerde naar Bethlehem, een Palestijnse enclave omringd met een hoge, kilometers lange muur. Zwaar bewapende soldaten controleerden of de foto in ons paspoort overeenkwam met de persoon in de bus. Wij bezochten ook de geboortegrot van Jezus, het geboortehuis van Maria, de Hof van Olijven, het huis van Pilatus en de kerker waar Jezus een nacht verbleef vóór zijn kruisiging. Ook bezochten wij de Klaagmuur, waar we geklaagd hebben over ons eigen klagen… De ontmoeting met vrouwen uit zoveel verschillende landen was voor mij heel verrijkend en onvergetelijk. Wij hebben oude bekenden begroet en kennisgemaakt met veel nieuwe ‘collega’s’. Het is interessant te horen hoe vrouwen in andere landen leven en werken. En verrassend om te zien hoe kleurrijk velen zich presenteerden bij speciale gelegenheden, zoals bij de slotviering van de Generale Assemblee in de St. Saviourskerk. Nu kunnen wij weer op zoek naar mogelijkheden om in ons land aan de voortzetting van deze bijeenkomst te werken.
Zr. Thérèsa Vandeweyers k nr bu l let in 5 | 2010
9
gerechtigheid & vrede
gerechtigheid & vrede
Nalatenschapsproject ‘menslievende zorg’ De ‘zorg om de zorg’ is binnen de KNR geen nieuw thema. In 2005 werd deze zorg in studie genomen en scherp verwoord in een brief aan de staatssecretaris van VWS, mevrouw Ross-Van Dorp. Daarop volgde een gesprek tussen haar en een delegatie van de KNR. Sindsdien bleef het aangewakkerde vuurtje smeulen. De zusters van de Voorzienigheid te Heemstede hebben op hun laatste kapittel (2008) besloten tot een zogenaamd ‘nalatenschapsproject’, dat een bijdrage wil zijn aan ‘menslievende zorg’. Dit kapittelbesluit bewees hoe hardnekkig deze zorg om de zorg verankerd is bij religieuzen. De zusters van de Voorzienigheid wisten dat dit niet alleen voor hen gold en zij riepen anderen op om met hen de weg te gaan in het zoeken naar een geschikte vorm voor die nalatenschap. De commissie Vrouwencontacten van de KNR vindt een bredere inbedding van dit project ook van belang en bood ondersteuning aan naar vermogen. In oktober en november 2010 voerde een vijftigtal zusters de eerste gesprekken. De meeste deelneemsters waren uiteraard zusters van de Voorzienigheid uit Heemstede, maar daarnaast waren nog twaalf andere congregaties vertegenwoordigd. Ook drie leden van de commissie Vrouwencontacten namen er aan deel. De leiding van deze dagen was in handen van een projectgroep bestaande uit Gisela Hoeve en Elly Moonen (vanuit de Congregatie van Heemstede), Madeleine Timmermann ( Stichting Presentie) en Miranda Nes (zorgcoördinator bij de Juliana zusters). Na deze eerste gespreksrondes volgen er nog vier bezinnings- en reflectiebijeenkomsten in wat kleiner verband. Het uiteindelijke doel is te komen tot een beginseldocument, waarin omschreven staat, waar het in menslievende zorg uitdrukkelijk om gaat. Het zal de basis vormen voor het nalatenschapsproject, waartoe het kapittel besloot. De menslievende praktijken, die als spiegelprojecten dienden, waren verpleeghuis de Lingehof te Bemmel, het buurtpastoraat te Utrecht, de jongerenopvang Kwintes te Almere en het Centrum voor Dienstverlening te Rotterdam. Bij deze vier gesubsi-
10
k nr bu l let in 5 | 2010
dieerde organisaties is het duidelijk, dat de zorgbehoeftige niet als object, maar als subject wordt gezien. Wat wil de bewoner (v/m)? Is haar of zijn echte vraag gehoord? De visie, het verlangen en de beleving van de zorgbehoeftige vormen het uitgangspunt. Het is van belang van elke medewerker binnen de organisatie te weten wat men onder zorg verstaat. Dat is niet vanzelfsprekend eenduidig en het vergt veel communicatie om op één lijn te komen. De tijdsdruk speelt een grote rol, maar kan verdwijnen als er met de bewoner wordt gepraat. Zo’n gesprek kan plaats vinden tijdens activiteiten zoals wassen en aankleden. De Lingehof heeft er uitdrukkelijk voor gekozen om de zorg te laten prevaleren boven de organisatie. Alle betrokkenen van de Lingehof hebben er aan meegewerkt om van hun zorg een ‘presentieproject’ te maken, bestaande uit drie fasen: bewustwording, verdieping en toepassing in de praktijk. De diverse visies op zorg zijn er in gesprek bracht. Luisteren naar de bewoners werd in het proces heel cruciaal. Elkaar als mensen gaan aankijken leverde een betere sfeer op, waar ieder wel bij vaarde. Het buurtpastoraat in een
achterstandswijk vindt plaats binnen een plancultuur, waar mensen zelf minder meetellen. De buurtpastores proberen te kijken met de ogen van de buurtbewoners. Dat leidt tot ontmoetingen en een gevoel van ruimte, waar je mag zijn wie je bent en waar je je geleefde vragen kunt stellen. De spanning tussen het plan en het creëren van vrije ruimte behoeft aandacht. Het zwerfjongerenproject Kwintes gaat bij de opvang uit van de oorzaak van het ‘zwerven’, hoe heeft het zover kunnen komen? In het project investeert men vooral in de relatieopbouw, een vermogen dat bij de meesten zwaar gefrustreerd is. Menslievende zorg wordt in dit project een wederzijds leerproces, waarin vooral wordt gericht op de eigen kracht en de eigenheid, zelfs het mysterie van de betreffende medemens. Het Centrum voor Dienstverlening afficheert zichzelf als een transitieproject in de dienstverlening aan diverse typen van zorgbehoeftigen. Om je vooringenomenheid te overwinnen en relatiegericht te werken is het nodig om patronen van kijken en denken te doorbreken. Dit vraagt een ander management, waarin niet het pro-
Foto’s: Peter Jongejan
duct denken, samengevat in ‘uurtjefactuurtje’ voorop staat, maar ook een voortdurend besef van je eigen valkuilen. Het perspectief wisselt pas als je in de schoenen van de meest kwetsbaren gaat staan en besef hebt van de echte behoeften. Tijdens deze twee dagen gingen de harten van de zusters wagenwijd open voor deze eigentijdse projecten, die door de jongere generatie zo
waarachtig zijn gepresenteerd. Vooral de wijze waarop met onze kwetsbare medemensen wordt omgegaan heeft erg aangesproken. De deelneemsters - allemaal op jaren - waren ontroerd, enthousiast en gemotiveerd om in beweging te komen. Alle reden om verder te reflecteren op deze bijzondere menslievende inzet in onze samenleving nu.
Aloysa van Amersfoort
De menselijke maat Ook in het Sint Elisabeth ziekenhuis in Tilburg is men op zoek naar de menselijke maat in de zorg. Op 4 november werden religieuzen geïnformeerd over de wijze waarop men van dit ziekenhuis het liefste ziekenhuis van Nederland te maken. Daarbij wil het ziekenhuis staan in de traditie van de religieuzen die zich wijdden aan de zorg. Dit streven krijgt vorm in samenwerking met theologen van de Universiteit van Tilburg.
Meer info: w w w.liefziekenhuis.nl Het verslag van de bijeenkomst van 4 november is binnenkor t terug te vinden op de website van de KNR of op te vragen bij het secretariaat KNR, T: 073 – 6921321.
k nr bu l let in 5 | 2010
11
gerechtigheid & vrede
gerechtigheid & vrede
Over twintig jaar is Congo een mooi land In gesprek met Cor van den Brand M.Afr. Cor van den Brand is Missionaris van Afrika en al jarenlang de drijvende kracht achter het Afrika Europa Netwerk (AEN), waarvan hij sinds 2001 voorzitter is.
Congo Cor van den Brand (Handel, 1932) werd in 1964 benoemd voor het oosten van Congo, waar hij gedurende negen jaar zou werken. Pater Van den Brand: Mijn kijk op missie, als iets wat we uit Europa brachten, is sterk veranderd door mijn werk in Afrika. We hebben geleerd om goed te luisteren naar de overste, want dat was immers de stem van God. Ik heb een traditionele opleiding gehad, waarin er buiten de kerk geen heil was. Maar in Congo ontdek je dat je God niet hoeft te brengen, omdat die er al lang is. Je hoeft enkel maar hun religiositeit te ondersteunen en goed naar hen te luisteren, omdat je niet alleen de waarheid in pacht hebt. Ik heb veel van de mensen meegekregen, ook als een spiegel voor onze eigen samenleving. De jaren in Congo zijn de meest ingrijpende jaren van mijn leven geweest, het heeft mijn verdere leven doordesemd van aandacht en inzet voor Afrika. In 2006 ben ik als waarnemer van de presidentverkiezingen terug geweest naar Bukavu in Congo, waar ik vroeger gewerkt heb. Na vele jaren van oorlog zijn de Congolezen nu vol goede moed begonnen aan een nieuwe toekomst voor hun land. Laten wij hen daarin tot steun zijn. Afrika-Europa Netwerk Het AFRICA-EUROPE FAITH AND JUSTICE NETWORK (AEFJN) is in
12
k nr bu l let in 5 | 2010
1988 opgericht in Rome door de besturen van een 40 tal missionaire instituten, die van oudsher in Afrika werkzaam zijn. Het doel was en is het ondersteunen van de groeiende aandacht in Afrikaanse kerkelijke kringen voor meer rechtvaardige en evenwichtige economische verhoudingen tussen de volkeren van Afrika en Europa. Het AFRIKA-EUROPA NETWERK (AEN) is een onderdeel van het AEFJN. Namens 16 missionaire instituten/congregaties, van wie leden als missionarissen in Afrika werkzaam zijn of zijn geweest zet het AEN zich in voor positieve informatie over Afrika en voor het verrichten van lobby-werk. Pater Van den Brand: Afrika zit bij ons als het ware in ons bloed en daarom prikken wij door de algemeenheden en negatieve zaken heen die dikwijls in de pers over Afrika verschijnen. Wij willen van ganser harte het goede en positieve van Afrika en de Afrikanen laten zien. Over Afrika wordt vaak beweerd dat het corrupte regimes heeft en dat er constant oorlog is. Maar dan vraag ik: Van wie hebben ze dat geleerd? En hebben onze voorouders ook niet een 80-jarige oorlog meegemaakt? Pater Van den Brand krijgt veel informatie uit de eerste hand vanuit verschillende Afrikaanse landen. Zo breed mogelijk verspreiden van informatie en lobbyen ten gunste van Afrika
zijn de hoofdtaken van het AEN. Het Netwerk ijvert onder meer voor eerlijke handel tussen Afrika en de EU, de toegang tot zuiver drinkwater en medicijnen en de kwijtschelding van schulden. Het AEN wil duidelijk maken dat rijke noordelijke landen en hun internationale organisaties nog steeds de neiging en de macht hebben om in het belang van hun grote industrieën en bedrijven de wet voor te schrijven aan zuidelijke arme landen. Gelukkig komt het zuiden steeds meer in verzet. Pater van den Brand: De Afrikanen zitten in een leerproces en beginnen steeds minder te slikken. Zoals de president van Senegal het glashelder heeft verwoord: ‘We willen ons niet meer als joker laten gebruiken door de rijke landen.’ Werk van lange adem Het lobbyen gebeurt schriftelijk door brieven en handtekeningenacties. Het bijwonen van bijeenkomsten met politici laten de Netwerk-leden over aan NGO’s met wie ze samenwerken zoals Cordaid, Oxfam-Novib, Icco, IKV/Pax Christi en anderen. Pater Van den Brand: Het lobbyen is werk van lange adem, echt missionair werk dus, van brieven schrijven en nog eens schrijven en nog eens... naar leden van de regering en het parlement, van de Europese Commissie en het Europees
Parlement en naar internationale beleidsmakers, zoals de G8. Soms krijg je echt positieve reacties, soms fraaie volzinnen, soms helemaal niets. We hebben een steentje kunnen bijgedragen aan het verdrag tegen clusterbommen. Je geeft de moed niet op, maar gaat rustig door met schrijven en handtekeningenlijsten opsturen. Daartoe zoek je telkens het gunstige ogenblik uit en de juiste adressanten. Je legt vragen uit Afrika voor, met oplossingen zoals zij die voorstellen. Het AEN wil de doelgroep niet beperken tot leden van de 16 missionaire instituten/congregaties, maar zoekt steeds naar nieuwe bondgenoten die de mensen van Afrika een warm hart toedragen. Ook zijn de netwerkleden nadrukkelijk op zoek naar opvolgers, die het stokje kunnen overnemen. Daarbij denkt men aan Afrikaanse religieuzen in Nederland en aan missionaire werkers. Maar ook anderen zijn van harte uitgenodigd om zich aan te sluiten. Pater Van den Brand: Ik heb veel mensen het boek Congo aangeraden. Daarin laat David van Reybrouck Afrikanen aan het woord, net zoals wij dat proberen te doen. Afrikanen maken zoveel ellende mee, maar ze leggen zich niet bij de situatie neer. Ondanks alles blijven ze vol hoop. Over 20 jaar is Congo een mooi land volgens hen.
WvdV
Veel meer informatie is te vinden op de site w w w. afrikaeuropanetwerk.nl (onder andere een bespreking van het boek Congo. Een geschiedenis van David van Reybrouck). Via email
[email protected] kan men zich aanmelden voor de gratis Nieuwsbrief VAN HER EN DER.
k nr bu l let in 5 | 2010
13
Duurzaam & spiritueel
Verlangen
Duurzaamheid: ‘Alles hangt met alles samen’ Het afgelopen jaar heeft de KNR voor het eerst met een jaarthema gewerkt. Tijdens de Algemene Vergadering van de KNR op 11 november werd het thema ‘Duurzaamheid’ afgesloten. Maar br. Cees van Dam wees erop dat er van een echte ‘afsluiting’ natuurlijk geen sprake kan zijn. Werken aan duurzaamheid is onlosmakelijk verbonden met het charisma van religieuzen en blijft een aandachtspunt. Br. Cees van Dam memoreerde dat alle KNR-commissies het afgelopen jaar aandacht hebben besteed aan het thema. Verder stonden een aantal goed bezochte studiedagen in het teken van het thema, onder andere de studiedag van het WRGV op 16 maart en de jaarlijkse Vredesdag in september, georganiseerd door de commissie Vredesvraagstukken. Ook veel religieuze instituten hebben het afgelopen jaar werk gemaakt van het thema. Tijdens de algemene vergadering vertelden twee provinciale oversten welke stappen er binnen hun instituut zijn gezet. Zuster Mary Ringnalda fdnsc deelde de ervaringen met een uitgebreid vormingsprogramma dat haar zusters het afgelopen jaar hebben gevolgd in samenwerking met de missionarissen van het Heilig Hart (msc). Het was ontroerend te horen over het enthousiasme waarmee ook de oudste zusters aan de slag waren gegaan met het thema. Broeder Jan van den Eijnden ofm begon zijn presentatie met de opmerking dat oudere mannelijke religieuzen moeilijker te enthousiasmeren zijn. Daar is een andere aanpak vereist. Hij sprak over het beleid
14
k nr bu l let in 5 | 2010
van ‘vergroening’ dat zijn orde het afgelopen jaar officieel heeft vast gesteld. Een ‘uiterlijke vergroening’, dat wil zeggen het milieuvriendelijker maken van de gebouwen door middel van technische aanpassingen. Verder willen de franciscanen ook werk maken van een ‘innerlijke vergroening’ middels een vormingsprogramma voor alle leden. Binnen elke gemeenschap is een ‘groene broeder’ aangesteld die toeziet op het proces van dubbele ‘vergroening’. De afsluiting van het jaarthema kreeg een bijzonder cachet door de inbreng van de Amerikaanse zuster Miriam MacGillis. Zij geniet internationale bekendheid op het vlak van spiritualiteit en ecologie. Geïnspireerd door het werk van de passionist Thomas Berry, richtte zij in 1980 Genesis Farm op in New Jersey, een centrum dat ecologische bewustwording wil bevorderen. De Dominicanessen van Caldwell, het instituut waartoe zuster Miriam behoort, steunen deze plek en zien het als een voortzetting van hun traditionele apostolaat in het onderwijs. In 2005 ontving zuster Miriam de Thomas Berry Award (dat wordt uitgereikt door het Forum
on Religion and Ecology van de universiteit van Yale). En in 2007 riep Grist Magazine, een invloedrijk online tijdschrift dat zich richt op het milieu, haar uit tot een van de 15 ‘groene wereldleiders’. Speciaal voor de algemene vergadering had zij een video boodschap opgenomen, waarin zij ons opriep ons te verdiepen in de nieuwe kosmologische inzichten over het ontstaan en de ontwikkeling van de Aarde. ‘Onze theologische, filosofische en morele tradities zijn belangrijk, maar we moeten dieper dan deze gaan om te begrijpen hoe de mensheid momenteel bezig is het leven op aarde te vernietigen. We spreken in onze katholieke traditie over twee Boeken van Openbaring: de Heilige Schrift en de Schepping. Onze inzichten in het tweede boek, dat van de Schepping, hebben de afgelopen decennia een hoge vlucht genomen. We weten nu meer over de Schepping - van het meest minuscule tot het meest omvattende niveau - dan welke generatie voor ons ook. De boodschap van de wetenschappers die baanbrekende nieuwe inzichten hebben opgedaan is telkens dezelfde: alles hangt met alles samen, wij mensen zijn ingebed in
het geheel, en onderling afhankelijk van al het andere in het universum.’ Aan het slot van de bijeenkomst werd Gerard Moorman, stafmedewerker van de CMBR door het bestuur aangesteld als de ‘groene secretaris’ van de KNR. Hij is aanspreekpunt voor zaken rond milieu. De pagina ‘Duurzaamheid’ op de website van de KNR blijft. Volgend jaar zal hij samen met zuster Elly Verrijt mmz en broeder Guy Dilweg ofm met enige regelmaat meditatieve teksten rond onze verbondenheid met de schepping plaatsen. Gerard participeert namens de KNR in het Interkerkelijk Milieu Netwerk, een oecumenisch platform van kerkelijke groepen die zich met het milieu bezig houden. Er is binnen dit netwerk veel kennis en know how aanwezig die ook van belang is voor de leden van de KNR. Verder vertelde Gerard dat hij de mogelijkheden zal bekijken om met individuele religieuzen die zich sterk engageren op milieuvlak iets te organiseren, daarbij wel rekening houdend met de hoge gemiddelde leeftijd van de religieuzen in Nederland.
God is stil Wij gaan onze wegen. Bidden om brood en leidt ons niet in bekoring. Wij proberen de goede strijd te strijden, falen en strijden opnieuw. Wij kiezen en bevragen onze keuzes. Soms zijn we bang. Het rumoer leidt ons af. Maar wij zijn en onze adem komt van God, onze ogen zijn Zijn licht. Voorbij het goed of fout, voorbij schuld of grens, is er geen buiten, enkel binnen. Wij hoeven niet te twijfelen. De dingen zijn. Ik ben. Jij bent. God is. Is. Overal.
Evelien Meijs
Binnenkor t zal op de website van de KNR een ver taling van de integrale tek st van Miriam MacGillis beschikbaar zijn, op de pagina ‘Duurzaamheid’.
k nr bu l let in 5 | 2010
15
projecten
Projecten Eerlijke kans bij asielaanvraag Congolezen Het project Eerlijke kans bij asielaanvraag Congolezen van de stichting Docu Congo richt zich op de juridische en maatschappelijke ondersteuning van asielzoekers uit de Democratische Republiek Congo. De doelstelling van de stichting is het bevorderen van de naleving van mensenrechten, zoals verwoord in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, speciaal met het oog op de in Nederland verblijvende Congolezen. Docu Congo wil via rechtstreekse contacten of schriftelijk informeren over de ontwikkelingen in DR Congo. De stichting volgt kritisch de asielpolitiek in Nederland en vraagt de ‘beslissers’ en de publieke opinie om aandacht voor wat niet overeenstemt met principes van recht en humaniteit. De primaire doelgroep van Docu Congo bestaat uit Congolese vluchtelingen die in Nederland asiel aanvragen maar geen mogelijkheden en hulpmiddelen hebben om hun vluchtverhaal te bewijzen. De secundaire doelgroep wordt gevormd door hulpverleners, advocaten, journalisten en politici die de expertise en kennis van Docu Congo gebruiken voor steun aan asielzoekers en/of het verbeteren van asielzoekersprocedures. Docu Congo houdt zich inmiddels al weer bijna vijftien jaar bezig met het steunen van Congolese asielzoekers in het bewijzen van hun vluchtverhaal. Congo is een befaamde ‘failed state’ oftewel gemankeerde staat. Het is daarom moeilijk voor Congolese vluchtelingen om hun vluchtverhaal te bewijzen. Congolese asielzoekers ondervinden dikwijls grote problemen omdat de IND hun asielverhaal niet aannemelijk vindt. Het merendeel van de geleverde documenten wordt door de IND geacht door corruptie verkregen te zijn en daarmee als vals bestempeld en afgewezen. Via haar netwerk in Congo en haar contacten met Congolezen in Nederland is de stichting in staat informatie te verzamelen voor asieladvocaten en anderen. Door middel van het werk van de stichting in specifieke zaken kan aangetoond worden dat de indivi-
16
k nr bu l let in 5 | 2010
duele ambtsberichten, opgesteld door Buitenlandse zaken, onjuiste en/of onvolledige informatie verschaffen. Indien noodzakelijk wordt er ook onderzoek in Congo zelf gedaan. Docu Congo heeft zich gespecialiseerd in zorgvuldig onderzoeken van de echtheid van documenten door intensieve en langdurige contacten op te bouwen met mensenrechtenactivisten en betrouwbare advocaten uit DR Congo. Docu Congo laat documenten die door de IND afgewezen zijn opnieuw toetsen via haar kanalen en in het merendeel van de gevallen kan de zaak heropend worden vanwege het bewijs dat de documenten echt zijn. Het verifiëren van documenten en waarborgen dat de stukken goed in Nederland terecht komen lijkt een droge taak, maar het beïnvloedt de levens van tientallen Congolese vluchtelingen en geeft hen weer de
mogelijkheid om een toekomst op te bouwen. De specifieke expertise van Stichting Docu Congo kan schijnbaar verloren asielzaken weer kansrijk maken. Het gaat om mensen, die vaak al jaren in zeer benarde en perspectiefloze situaties verkeren. Er is samenwerking met aanverwante organisaties zoals Vluchtelingenwerk, het Landelijk Ongedocumenteerden Steunpunt (LOS), het Internationaal Netwerk van Lokale Initiatieven ten behoeve van Asielzoekers (INLIA), het ASKV Steunpunt Vluchtelingen, Stichting Participating Refugees in Multicultural Europe (Prime), de kerken, Defence for Children, Amnesty International en diverse Congolese zelforganisaties en mensenrechtenorganisaties. Docu Congo ontvangt geen subsidie van de overheid en is volledig afhankelijk van giften en fondsen.
Een van de velen die Docu Congo hielp Maanden zat hij weg te teren in een donker ‘cachot’, als hij ineens wordt opgehaald. Hij vreest gedood te worden, maar nee, hij moet een overall aan. Hij moet meehelpen bagage in een te vliegtuig laden al kan hij haast niet op zijn benen staan. En dan begrijpt hij dat hij bevrijd is en op een vliegtuig wordt gezet naar…ja, naar waar? Geen idee! In een voormalig klooster dat tot AZC is omgevormd probeert hij zijn evenwicht terug te vinden in Nederland. Diepverdrietig omdat hij afgesneden is van de hem bekende wereld en mensen. Dan wordt hij aan de telefoon geroepen. Tot zijn verbazing hoort hij een
vrouw in het Frans vertellen dat een organisatie Docu Congo hem uitnodigt zijn verhaal te komen vertellen, zodat hij geholpen kan worden om zijn asielaanvraag te onderbouwen. Hoe weten zij dat hij hier is? Is dat een valstrik? vraagt hij zich af. Maar hij neemt het risico hen te vertrouwen en pakt de kans. Uiteindelijk heeft hij een status en de Nederlandse nationaliteit gekregen, voorts is hij herenigd met vrouw en kinderen. Soms kijkt hij nog wel eens terug op de strijd die hij moest leveren om te bewijzen dat hij geen leugens had verkocht over de problemen die hem in zijn land bijna het leven hadden gekost. Dan zegt hij: Zonder mijn advocaat en Docu Congo had ik het niet gered.
Een taaie strijd was het. Onderzoekers van Buitenlandse Zaken waren wel bij zijn moeder komen checken, maar hadden daarna een fout rapport uitgebracht, waardoor de IND hem wegens valse verklaringen afwees. De studentenorganisatie die hij leidde zou niet bekend zijn in zijn woonplaats. Zijn ervaringen leken ontleend aan een verhaal van Kafka. Maar advocaat en Docu Congo bleven hem geloven, Docu Congo vond positieve getuigen, de advocaat ging tot het gaatje en zo eindigde na meer dan vijf jaar de strijd om gerechtigheid toch in zijn voordeel.
Meer informatie via het secretariaat PIN 073 – 6921306 of w w w.docucongo.org en het blog Congolese impressies van Mieke Rang
k nr bu l let in 5 | 2010
17
Varia / korte berichten Ontvangen
De redactie bestaat uit Rudolf van Dijk O.Carm., Annie Coppens-Baeten en Rein Vaanhold. Uitgeverij Valkhof Pers te Nijmegen staat garant voor een fraaie uitvoering. Bij voorintekening via
[email protected] kost het boek € 17,50.
Keukeninventaris gevraagd
Op vrijdagmiddag 11 maart 2011 zal in het bezinningshuis Loreto van de Paters Maristen te Lievelde een boek worden gepresenteerd onder de titel Ontvangen. De religieuze bronnen van onze gastvrijheid. Het is een initiatief van de Werkgroep Kloosterspiritualiteit oostelijk Noord-Brabant en Gelderland. In dit zelfstandige informele verband werken sinds enkele decennia religieuzen en hun achterban van een aantal kloosters binnen deze provincies samen inzake aanbod en vormen van gastvrijheid. In de jaren 2008-2009 organiseerde de Werkgroep Kloosterspiritualiteit intern vier studie-etmalen over gastvrijheid, telkens vanuit een andere spirituele gezichtshoek. Het materiaal dat deze studie-etmalen opleverde, vormt de grondslag voor het boek dat de Werkgroep Kloosterspiritualiteit vanaf het begin voor ogen stond: geen systematische studie of wetenschappelijk onderzoek, maar de neerslag van wat de leden van de Werkgroep vanuit hun eigen inzichten en ervaringen zelf hadden ingebracht. De bijdragen weerspiegelen dan ook de verschillende spirituele tradities die tijdens de studie-etmalen centraal stonden. Ze pretenderen echter in geen enkel opzicht volledigheid. Het zijn immers de pennenvruchten van slechts een aantal leden van een regionaal werkverband dat zelf lang niet alle bestaande religieuze tradities in zich bergt. Wel acht de Werkgroep Kloosterspiritualiteit de inhoud van het boek voldoende representatief voor de kloostergastvrijheid in het hele Nederlandse taalgebied. Concreet omvat Ontvangen. De religieuze bronnen van onze gastvrijheid bijdragen uit de traditie van de benedictijnen (Henry Vesseur), de kruisheren (Rein Vaanhold), de reguliere kanunnikessen van Windesheim (Rudolf van Dijk en Gerry van der Loop), de minderbroeders en clarissen (Sjoerd Hertog, Agatha Gelens en Annie Coppens-Baeren), de karmelieten (Rudolf van Dijk), de augustijnen (Joost Koopmans), de paters maristen (Ton Bun), de sacramentijnen (Frans Gelens), Karmelbeweging (Gerry van der Loop), Augustijnse Lekenbeweging (Annemieke Pacilly) en de parochie in haar sacramentijnse variant (Annie Coppens-Baeten). Aan deze bijdragen gaat een bezinnende inleiding vooraf onder de titel Denkend over gastvrijheid door Annie Coppens-Baeten. Voor het Woord vooraf tekent de bekende Vlaamse benedictijn Dirk Hanssens.
Namens de Werkgroep Kloosterspiritualiteit Rudolf van Dijk O.Carm
Yvonne Hopstaken is werkzaam als kok, onder andere bij Zin in Werk Vught. Zij zoekt gebruikte keukeninventaris zoals bijvoorbeeld grote pannen. Heeft u overtollige keukenspullen? Neemt u dan contact op.
Migratie van religie, migratie van het heilige De Catharina Halkes/Unie NKV leerstoel Religie en Gender organiseert voor de twaalfde maal haar jaarlijkse drie open studiedagen voor studenten en belangstellenden. Doel van de studiedagen is het in brede kring onder de aandacht brengen van actuele ontwikkelingen en thema’s op het gebied van vrouwenstudies theologie en religiewetenschappen.
k nr bu l let in 5 | 2010
Data: 4 februari, 25 maar t en 20 mei 2011. Meer informatie op w w w.bewogenheid.nl
J.Y.H. A. Jacobs. Werken in een dwarsverband. Een portret van de gezamenlijke Nederlandse priesterreligieuzen 1840 -2004. ISBN 978 90 5625 336 3. Uitgeverij: Valkhof Pers. 400 pagina’s. Prijs €22,50
Geboekstaafd: geschiedenis priesterreligieuzen en actieve vrouwelijke religieuzen Dit keer volstaan we met het vermelden van de exacte gegevens van deze twee belangwekkende historische studies over religieus leven in Nederland.
18
Yvonne Hopstaken M 06 - 40614075 w w w.eetwatbijjepast.nl
Annelies van Heijst, Marjet Derk s en Marit Monteiro. Ex caritate. Kloosterleven, apostolaat en nieuwe spirit van actieve vrouwelijke religieuzen in Nederland in de 19 e en 20 e eeuw. ISBN:9789087041533. Uitgeverij: Verloren. 1195 pagina’s. Prijs: €55,-.
k nr bu l let in 5 | 2010
19
varia/korte berichten
Religieus leven Het Innerlijk-Kloosterspel Magda Visser is opgegroeid in de protestantse traditie en voelt zich uitgedaagd om als moderne Godzoeker de wijsheid van de monastieke levenskunst te integreren in haar leven. Zij heeft een bijzonder spel ontwikkeld. Via dit spel kan men kennis maken met de monastieke levenskunst. In onderstaande bijdrage gaat zij in op inhoud en vorm van het door haar bedachte Innerlijk-Kloosterspel.
Zilver en goud bezit ik niet… Op 13 november jl. vond de elfde bijeenkomst Kleurrijk Religieus Leven plaats. Ruim 90 deelnemers namen deel: buitenlandse religieuzen, Nederlandse missionarissen en enkele leken. Leidraad van de dag was de opmerking van de apostel Petrus aan de verlamde man: ‘Zilver en goud bezit ik niet, maar wat ik heb, dat geef ik u.’ (Hand. 3,6) Een prachtige verwoording van een missie met lege handen…
Bouw je eigen klooster In dit spel kun je je eigen Innerlijk Klooster ‘bouwen, inrichten en bewonen’. De ruimten van het klooster staan symbool voor de verschillende levensgebieden in je eigen leven. Elke kloosterruimte staat voor bepaalde thema’s. Zo gaat het bij de Kloosterpoort o.a. om keuzes maken en ‘ja’ durven zeggen; in de Cel om inkeer en rust; in de Kapel om toewijding en dankbaarheid etc. In dit spel gaat het niet om winnen, maar om de winst die het je oplevert voor je dagelijkse leven. Het doel is kennis maken met de monastieke levenskunst, het verkennen van je innerlijke ruimte en het vertalen van je opgedane ervaringen naar je persoonlijk leven. Een spel met ruimte voor diepgang én speelsheid, ervaring én uitwisseling, beleving én gesprek.
Het Innerlijk-Kloosterspel bevindt zich in de laatste fase van ontwikkeling en is daarom nog niet te koop. Wel kan het spel onder begeleiding van Magda Visser gespeeld worden. Dat kan op 12 maart 2011 in de Kloosterbibliotheek van Wittem. Om het spel zo optimaal mogelijk te ontwikkelen is zij nog op zoek naar groepen en/of individuen die willen spelen. Heef t u een groep( je) met wie u het spel wilt spelen dan kunt u haar uitnodigen. Wilt u het spel alleen met haar spelen, dan bent u van har te welkom in Culemborg. Voor meer informatie en aanmelding: Magda Visser, T: 0345-519633, E:
[email protected] w w w. zininkunst.com
20
k nr bu l let in 5 | 2010
Monastiek bouwmateriaal Je kiest aan het begin van het spel één of meer kloosterruimten. De keuze wordt bepaald door de thema´s van de ruimten die voor jou op dat moment van belang zijn. Tijdens het spel ga je vervolgens ontdekken bij jezelf wat je nodig hebt om die ruimte(n) te bouwen. Daarvoor heb je de beschikking over vier soorten Bouwkaarten: de Grondstoffen zijn deugden en kwaliteiten in jezelf. Om deze te kunnen opdelven, ga je Gereedschappen (vaardigheden) verzamelen en kun je Bouwactiviteiten (werk-woorden) ontplooien. Tijdens de bouw stuit je op tegenslagen en blokkades waarvoor je een oplossing moet vinden en houd je Bouwafval (blokkades en schaduwkanten) over: wat kan gerecycled worden en wat kan weg? Naast de bouwkaarten kun je monastiek advies inwinnen door gebruik te maken van vier soorten Kloosterkaarten: de Leefregel wijst je de weg om uiterlijke regels te verinnerlijken. In de Geestelijke begeleiding houdt de abt/abdis je de spiegel voor en helpt je bij zelfonderzoek en reflectie. Omdat bouwen een ambacht is en oefening vraagt, zijn er ook Omvormende Oefeningen. Tenslotte kun je je voor monastieke bouw-, inrichtings- en woonadviezen laven aan Monastieke Wijsheid: citaten van kloosterlingen. Spelvormen Er zijn verschillende manieren om dit spel te ‘spelen’. Het kan basis en uitgangspunt zijn voor een gesprek, maar het kan ook onderdeel zijn van een meditatieve wijze van zelfonderzoek. Als er veel tijd beschikbaar is, kunnen er ook creatieve werkvormen worden ingezet, zoals meditatief tekenen en schilderen, werken met beeldende kunst, creatief schrijven etc. Het bijzondere van dit spel is verder dat het zowel individueel, in een 1-op-1-contact en in groepen gespeeld kan worden.
De leden van de werkgroep KRL hebben me ook dit jaar weer verbaasd doen staan. Natuurlijk kende ik als voorzitter van de werkgroep het programma. Maar tijdens de dag heb ik meermalen met open mond toegekeken hoe de leden van de werkgroep zaken hadden voorbereid en uitvoerden. De middag vooraf hadden we met een groepje de kantine van het Ds. Pierson College in Den Bosch klaar gezet. In een handomdraai toverden de Indonesische en Filippijnse zusters met grote doeken de grote, open ruimte om tot een sfeervolle, warme plek met precies de juiste mix tussen intimiteit en openheid. Diezelfde creativiteit en aandacht voor detail sprak uit de manier waarop zuster Christella Warini als dag-
voorzitster de sprekers aankondigde, uit de zorgvuldige lay out van het programmaboekje en andere onderdelen van de dag. Kenmerkend voor de bijeenkomsten KRL is inmiddels ook het handige gebruik van techniek. Met powerpointpresentaties, filmfragmenten en muziek kan een bijeenkomst mooi verlevendigd en verrijkt worden. En een aantal buitenlandse religieuzen is wat dat betreft een kei. Ik voelde in de loop van het ochtend hoe het programma door de frisse inbreng van de buitenlanders een eigen dynamiek kreeg die oversloeg op bijna alle deelnemers. Toen zuster Christella vlak voor het plenum aan het eind van de ochtend de gehele zaal voor de tweede keer een dansje
wist te ontlokken aan de hand van een video animatie, was de hilariteit onder de deelnemers compleet en het ijs geheel gebroken. Ik denk dat de werkgroep KRL zo iets heeft laten zien van de verrijking die de buitenlandse religieuzen betekenen voor de KNR en het religieuze leven in Nederland. Zilver of goud bezitten ze niet, maar wel lef, creativiteit en een enorme dosis goede wil. Diezelfde lef en creativiteit liet de jonge Timorese zuster Elvira Telik ssps zien in haar inleiding ’s ochtends. Pas vier jaar in Nederland is haar Nederlands nog gebrekkig. Maar ze durfde het aan ons toe te spreken in het Nederlands, rustig articulerend en daardoor goed te volgen voor iedereen. Ze had een koffer meegenomen, die ze
k nr bu l let in 5 | 2010
21
religieus leven
op een gegeven moment tevoorschijn haalde onder de lessenaar, om te illustreren welke bagage ze had meegenomen uit haar geboorteland: het geloof dat haar door haar ouders was meegegeven en haar bereidheid steeds te blijven leren. Even later verscheen een kleine rugzak die ze aandeed om aan te geven dat ze als religieuze licht blijft reizen op haar levensweg, zonder zilver en goud. Met een lied sloot ze haar toespraak af. Elvira’s verhaal sloot mooi aan op de inleiding die Geeske Hoving, een jonge Nederlandse vrouw die via Jongeren & Missie in Ghana heeft gewerkt, voorafgaand had gehouden. Centraal daarin stond een verhaal van Godfried Bomans over een bramenplukker die in alle armoe de gave had de rijkdom van het leven ten volle te beleven, maar die juist daarom gezien werd als een zonderling. Zonder ook maar een keer het woord God te noemen – zoals later werd opgemerkt – bracht Geeske een diepe spirituele boodschap over. De getuigenissen van de twee spreeksters en de reflectie daarop aan het eind van de ochtend door pater Theo Vergeer stimuleerden het gesprek in de taalgroepen ’s middags. De open sfeer nodigde uit tot het delen van heel persoonlijke verhalen. De gesprekken in de taalgroepen waren bedoeld als een soort Dienst van het Woord, die naadloos over ging in een plenaire Dienst van de Tafel in de grote zaal. Aan het slot daarvan las een vertegenwoordiger uit elke groep voor wat wij kunnen geven, zonder iets te bezitten: een glimlach die anderen om ons heen verrijkt, een hart dat bereid is grenzen te overschrijden en te delen met anderen.
Gerard Moorman
22
k nr bu l let in 5 | 2010
religieus leven
Nieuw licht op de marteldood van missionarissen in China In het martelarenboek van de 20 ste eeuw worden drie Nederlandse bisschoppen beschreven, alle drie vermoord in Azië. De Scheutist Mgr. Hamer is in heel Nederland bekend. De twee anderen, Mgr. Aerts msc en Mgr. Schraven cm zijn dat nauwelijks. Wat Mgr. Schraven betreft is de reden eenvoudig. Decennialang hing er een waas van onzekerheid rondom deze moord. Pas onlangs is er helderheid gekomen. De moord Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog is de Limburgse bisschop Frans Schraven apostolisch vicaris van het Chinese vicariaat Zhending, 260 kilometer ten zuiden van Peking. Als de Japanners in aantocht zijn, vluchten 5-6.000 mensen, vooral vrouwen en meisjes naar zijn grote missieresidentie. De missie wordt een ware ‘veiligheidszone’. Op 9 oktober verovert het Japanse leger de stad. In de ochtend brengen enkele officieren een beleefdheidsbezoek aan Mgr. Schraven. De hele dag door dringen plunderaars de residentie binnen. ’s Avonds om zeven uur is de bisschop met alle priesters in de eetzaal voor het avondmaal. Een bende van ongeveer tien personen dringt de eetzaal binnen, blinddoekt alleen de negen Europeanen en bindt hun handen op de rug. Ze worden weggevoerd en op een vrachtauto geladen die voor de poort staat te wachten. Niemand verneemt iets over hen. Een zeer angstige tijd voor de achterblijvers breekt aan. Zoektochten worden ondernomen. Tevergeefs. Een maand later doet men aan de voet van een pagode een gruwelijke ontdekking. Waarschijnlijk zijn de missionarissen nog diezelfde avond met bajonetten gestoken, om
het leven gebracht en enkelen nog levend op een brandstapel gegooid. De massamoord van Zhending wordt een begrip bij de Japanners. Wie zijn de daders en waarom deze moord? De overgebleven missionarissen zijn er zeker van wie de daders zijn. Zijn het niet de Japanners zelf dan hun handlangers in dienst van het Japanse leger. Ondertussen is het bericht van de ontvoering de wereld over gegaan en de Japanse autoriteit kan niet anders dan vijf weken na de moord een onderzoeksteam naar Zhending sturen. Binnen 24 uur bekent de Japanse officier Yokoyama de schuld van het Japanse leger. Direct starten onderhandelingen over compensatie. Met deze gegevens reist Yokoyama terug naar Peking. Aanvankelijk lijkt het erop dat de Japanse legerautoriteit zal instemmen met de bevindingen én de compensatie. Overleg over deze kwestie met Tokio vindt plaats, maar plots neemt de zaak een wending en weigert het opperbevel van het leger langer de schuld van de moord op zich te nemen. Volgens hem zijn de Chinezen de daders. Politiek ontstaat er een rel tussen Japan en de Europese landen die onderdanen verloren hebben, met name Frankrijk en Nederland. Japan blijkt onwrikbaar en weigert resoluut excuses aan te bieden, betuigt alleen maar spijt. Over het motief gonst het van geruchten. Niemand weet het zeker. Zeventig jaar lang is men onzeker. Vijf jaar geleden bereikte een klein boekje uit China, geschreven in opdracht van de
ondergrondse bisschop, opvolger van Mgr. Schraven, ons land. Hij geeft als motief: ‘bescherming van vrouwen tegen seksueel misbruik door Japanse soldaten’. Een onderzoek in allerlei archieven bevestigt de juistheid van dit motief. Zo verklaren Japanse soldaten een jaar na de moord: ‘Als de missionarissen de gevraagde 200 meisjes gegeven hadden, zouden de missionarissen niet vermoord zijn’. Betekenis Is hun dood vergeefs geweest? Als bij wonder worden vrouwen noch meisjes na de moord ook maar één haar gekrenkt. Als de beschermers zijn weggevoerd en vermoord, zijn vrouwen voor het grijpen en seksueel te misbruiken. Het gebeurt niet. Maar er is méér. De dood van drie Nederlandse missionarissen, naast Mgr. Schraven ook Broeder Geerts uit Oudenbosch en pater Wouters uit Breda en hun zes Europese lotgenoten reikt bijna zeker verder dan dit feit alleen. Twee maanden na hun dood valt de toenmalige hoofdstad Nanking in handen van de Japanners en een van de meest gruwelijke massamoorden van de moderne geschiedenis vindt daar plaats. Een ware orgie van geweld. In zes weken tijd worden 300.000 Chinezen vermoord. Soms liggen lijken metershoog in de straten. Een groep van 27 buitenlanders onder leiding van de Duitser John Rabe slaagt er in een veiligheidszone in te richten en 200.000 Chinezen te beschermen. Regelmatig zien ze zelf de dood in de ogen als Japanners hen in woede bedreigen. Zij vragen
zich af hoe het komt dat zij niet zelf vermoord worden. Het antwoord ligt bij Mgr. Schraven en gezellen. In de compensatieregeling wordt van Japan geëist dat er geen ‘missionarissen’ meer worden vermoord. Op verzoek van kolonel Yokoyama vond er een requiemmis voor de martelaren plaats. Daarbij was een groot aantal hoge Japanse officieren en kolonels aanwezig. Na de mis worden zij apart toegesproken door Yokoyama ‘om dergelijke misverstanden in de toekomst te voorkomen’. Deze zelfde legerdivisie, trekt daarna naar Nanking en richt daar mee de slachting aan onder leiding van dezelfde officieren! Vóór de val van Nanking werd de gewone Japanse soldaat nadrukkelijk te verstaan gegeven westerlingen te ontzien. Volgens verschillende getuigen hebben Mgr. Schraven c.s. er alles aan gedaan om vrouwen en meisjes te beschermen. Vanuit hun christelijke geloof wilden zij voorkomen dat de waardigheid van de vrouw zou worden aangetast door seksueel geweld. Tevens waren zij ook beschermers van vluchtelingen, een wereldwijd zeer actueel probleem. Om die redenen blijken deze martelaren nu in China nog altijd vereerd te worden door katholieke gelovigen. Een reden te meer er voor te zorgen dat Mgr. Schraven en gezellen ook hier de aandacht krijgen die zij verdienen. Vincent Hermans Zie ook: w w w.mgrschraven.nl
k nr bu l let in 5 | 2010
23
religieus leven
De Schrift ligt op straat In gesprek met Wiel Bellemakers cm De Lazaristen vormen een Sociëteit van Apostolisch Leven en zijn gesticht door Vincent Depaul. In het Studiehuis in Nijmegen, vernoemd naar Vincent, woont Wiel Bellemakers, die behalve Lazarist ook canonist is, met een passie voor de geschiedenis van zijn Congregatie in China. Onlangs nam hij afscheid als voorzitter van de commissie Kerkrechtelijke Aangelegenheden voor Religieuzen (KAR). Oorlogskind Wiel Bellemakers cm (Brunssum, 1933) groeide op in een Lazaristenparochie en wilde al jong priester worden. De oorlog maakte een onuitwisbare indruk op hem: Bij de inval van de Duitsers op 10 mei trokken colonnes zingende soldaten voorbij, evenals pantservoertuigen en paarden die kanonnen trokken. Die dag schijn ik aan mijn moeder gevraagd te hebben: ‘Is dat omdat ik afgelopen zondag, de dag van mijn Eerste H. Communie, zo goed gebeden heb?’ Een kwart van de 16000 inwoners van Brunssum was van Duitse, Poolse, Slowaakse en Sloveense afkomst. In onze straat woonden vijf Duitse gezinnen en enkele NSB-gezinnen. Tussen hen en de anderen ontstond een diepe kloof. En de angst werd voelbaar, bijvoorbeeld toen een meester tijdens schooltijd werd opgepakt vanwege zijn ondergrondse werk, of toen de Sicherheitsdienst een pater kwam halen, die in het verzet zat. En op Dolle Dinsdag stonden ineens zeven huizen in de straat leeg. Onze Duitse overbuurvrouw riep nog ‘Auf Wiedersehen’. Dat alles draag ik nog altijd met me mee. Zingt een nieuw lied Net 17 jaar stond hij op een stralend zonnige dag voor het station van Venlo in zijn zwarte toog met lange zwarte jas, op zijn hoofd een zwarte deukhoed, in de hand een grote koffer, wachtend op de bus naar Panningen.
24
k nr bu l let in 5 | 2010
Voorbijgangers gaapten hem aan: Het was zo onwezenlijk, zeker als je daar vanuit onze tijd op terugkijkt. Het maakte diepe indruk toen hij vernam dat de seminaristen van het Moederhuis in Parijs alle diensten van de Goede Week in het Frans hadden gezongen, hetgeen werd uitgezonden op de TV: Onze overste was een musicus en liturg, die psalmen en liederen van NCRV-uitzendingen optekende en liet zingen in het Lof. Niet in de hoogmis of de vespers, want dan moest alles in het latijn. Het verbaasde hem dat de Duitse bisschoppen de Bet- und Singmesse toestonden. Al dergelijke feiten verschaften ons de zekerheid dat de volkstaal vroeg of laat zou worden ingevoerd. P Bellemakers werd cantor en dirigent van het seminariekoor: Ik ben nog steeds dankbaar dat ik toen die opdracht gekregen heb. Na het seminarie ben ik tot 1980 blijven dirigeren en volgde zo de ontwikkelingen van de Nederlandse kerkmuziek. Bij mijn wijding koos ik als leidmotief voor mijn verdere liturgische pastoraat: ‘Zingt een nieuw lied voor God den Here’. En dat heeft hij gedaan in veel kerkdiensten. In de lente van 1958 trokken zijn negen jaargenoten naar Curaçao, Brazilië, Chili, Ethiopië en Java. Wiel moest naar Rome om kerkelijk recht te studeren. Hij had een vaste assistentie in een klein convent van zusters. Als de zusters hun retraite hielden, fietste hij in alle vroegte naar de Sint Pieter om aan een van de altaren
de H. Mis te lezen (‘Mijn fiets zette ik opzij tegen de Sint Pieter aan’). Van zijn studie kerkelijk recht heeft hij vooral onthouden dat alle wetten een antwoord zijn op problemen, die hier en nu opgelost moeten worden. Dat impliceert dat andere tijden andere antwoorden kunnen vereisen. Bijzonder was zijn contact met de Procurator Generaal van de Congregatie: Hij leerde mij dat voor alles wel een oplossing te vinden is in de Romeinse Curie. De codex bepaalt bijvoorbeeld dat niemand langer dan twee termijnen overste mag zijn. O ja, een derde termijn kan ook nog. Maar dan is het uit. Dat is correct, maar er kunnen redenen zijn, zoals bij de Dochters van Liefde in Istanbul, waardoor je wel 33 jaar overste kunt blijven. Zo leerde ik dat Rome de uitvoering van een kerkelijke wet flexibel aanpast aan de argumenten. Kerkelijke rechtbank Tot 1969 was hij verbonden aan de priesteropleiding, eerst binnen de congregatie, vervolgens aan het Theologisch Instituut in Eindhoven, dat door de Augustijnen, de Norbertijnen, de Assumptionisten, de Spiritijnen en de Lazaristen werd opgericht. Via zijn lidmaatschap van het Curatorium van HTP, later UTP, in Heerlen blijft hij betrokken bij de ambtsopleiding met alle verwikkelingen vandien. Het waren decennia van diep ingrijpende veranderingen met een impact, die nog altijd merkbaar is. Het
werk van p Bellemakers voor de dekenaten Apeldoorn en Deventer leidde tot een klein weekendpastoraat in Hoenderloo, waarvan hij recentelijk na 40 jaar afscheid heeft genomen. Over de jaren dat hij verbonden was aan de kerkelijke rechtbank van het aartsbisdom Utrecht komt hij niet uitgepraat. Nog altijd prijst hij zich gelukkig dat hij dat werk heeft mogen doen. Veertien jaar lang ging hij in gesprek met mannen en vrouwen, die na een scheiding, opnieuw een kerkelijk huwelijk wilden sluiten: Verhalen van menselijke zwakheid, van diepe pijn, van jarenlang leed heb ik gehoord. Hoe mensen door alle bittere ervaringen heen uitgroeiden en na een scheiding als persoon totaal open bloeiden. Zij hebben mij zoveel geleerd! Door hun levenservaring heb ik geleerd dat de Schrift nog steeds vervulling vindt én dat die Schrift, zoals wel eens gezegd wordt, ‘op straat ligt’. Je komt heel veel oude verhalen dagelijks tegen. Dat mensen zo open hun verleden konden delen en hun zoeken, hun falen, hun verdriet, hun gevecht met God in de nacht, hun vertrouwen in Gods barmhartigheid wanneer eindelijk zo’n moeilijke scheidingsbeslissing werd genomen, maakt hem stil: Wie ben ik dat ik dat alles mocht aanhoren! Ik vergeet nooit de toen 35-jarige vrouw, die na veel ellende besloot te scheiden. Ik vroeg haar: Hoe ga je nu om met je man, als die de kinderen komt ophalen? Ze keek me aan en zei: Wat ik ook met hem heb meegemaakt … ik moet mild zijn, anders heeft hij en heb ook ik geen toekomst meer. Daarna ben ik heel lang stil gebleven. Het was in de Advent en in de Mariakerk van Apeldoorn zongen we de psalm Voor kleine mensen is Hij bereikbaar. Die vrouw leerde mij wat mildheid ten diepste is. Toen begreep ik
die psalmwoorden: een woord van vrede van mens tot mens. De woorden van Kerstmis kregen ineens een veel diepere betekenis: Verschenen is de mildheid en de trouw van onze God. God geeft ons toekomst! Mildheid geeft toekomst aan hem, aan mij! China In 1988 werd hij tot provinciale overste gekozen en gedurende de eerste jaren in die nieuwe functie was er een leegte door het gemis van de gesprekken met de gescheidenen. Maar gaandeweg kwamen de gesprekken met confraters op gang kwamen én las hij ter voorbereiding van uitvaarten of gedachtenisvieringen hun dossier door: Wat een mannen! Ieder met zijn karakter en begaafdheden. Wat hebben velen van hen hun roeping ondanks alle menselijke kleinheid op een voortreffelijke manier waar gemaakt! In 1997 nam hij afscheid als provinciaal en trok hij met negen confraters uit verschillende landen drie weken door China in de voetsporen van de confraters, die daar meer dan 100 jaren hadden gewerkt. Naderhand ging hij er nog tweemaal heen, samen met Frans Bomers, oud-missionaris van Taiwan. Ze bezochten veel bisschoppen, spraken met priesters, zusters en gelovigen. Ze hoorden verhalen over de Nederlandse missionarissen, wier namen nog altijd leven en ze hoorden over het lijden en de opstan-
ding van de Chinese Kerk: Wij zouden dagen kunnen vertellen over hetgeen wij daar aan christelijke geloofskracht hebben ervaren. In een gesprek met een bisschop, gewijd na de goedkeuring daartoe van de paus, vroegen we hem, aansluitend bij de Petruslezing van die zondag: Hoe hebt u die 23 jaren werkkamp beleefd? Hoe hebt u dat kunnen uithouden? Hij antwoordde in het Latijn: Ik heb alle jaren gedacht: Non moriar sed vivam et narrabo opera Domini. Ik zal niet sterven, ik zal leven en Gods wonderdaden verkondigen. Wij beiden hadden geen woorden meer na deze geloofsverklaring uit Psalm 118. Wat een doorleefd Schriftgetuigenis. Het is waar: De oude woorden van de H. Schrift leven midden onder ons.
WvdV
religieus erfgoed
Religieus erfgoed Religieus erfgoed in Limburg – Richtlijn voor ondersteuning De heer Marten Van Harten is historicus en adviseur maatschappelijke ontwikkeling. In opdracht van de provincie Limburg heeft hij het afgelopen jaar 19 besturen van religieuze instituten in Limburg bezocht en ondervraagd over hun plannen ten aanzien van de kloostergebouwen. Dit verkennende onderzoek vormde een vervolg op het Beleidskader Kerken en kloosters van de provincie Limburg (juli 2008) en de studiedag ‘Toekomst van Limburgse kloostergebouwen’ in Sittard (juli 2009). In samenwerking met de KNR en andere partijen ondersteunt de provincie een proces van passende en rendabele herbestemmingen van vrijkomende kloostergebouwen. Bij het Beleidskader van 2008 is een lijst gevoegd van rijksmonumentale kloosters, waarvan 23 nog in religieus gebruik waren. Deze hebben de gezamenlijke prioriteit van de provincie Limburg en de KNR. Anno 2010 zijn vier van deze kloosters al verkocht, waarvan drie met een passende herbestemming. In de komende vijf jaar zullen naar verwachting nog drie à vier rijksmonumentale kloosters vrijkomen, terwijl er 16 een religieuze bestemming blijven behouden. De heer Van Harten heeft door dit onderzoek een genuanceerd beeld gekregen van de kansen en mogelijkheden voor de Limburgse kloosters. Beknopt vat hij zijn bevindingen sa-
26
k nr bu l let in 5 | 2010
men: In Limburg zijn er vooral mogelijkheden voor educatieve bezinningscentra en voor kwaliteitszorg (ouderen). Het is belangrijk dat religieuzen zich realiseren dat de sluiting van kloosters geen aftelsom is, maar mede afhankelijk is van het beleid van overheden en van religieuze instituten zelf. De meerwaarde van sommige Limburgse kloosters is de link naar de stichters. Het sociaal kapitaal van lekenorganisaties, sleutelfiguren en andere maatschappelijke partijen in buurt of regio kan nog beter worden benut. Toekomstplannen: drie richtingen Elf van de 23 prioritaire kloosters zijn gebouwd als wijkklooster of regionaal centrum in en nabij de steden. Typische wijkkloosters zijn bijvoorbeeld het Heilig Hart-klooster in Sittard-Overhoven of een stedelijk complex zoals Onder de Bogen en De Beyart in Maastricht. De grote kloosters in het buitengebied hadden een regionale functie, zoals Huize Loreto in Simpelveld. De toekomstplannen voor deze kloosters richten zich vooral op herbestemmingen in de zorgsector, vaak aansluitend op bestaande
kloosterverzorgingshuizen. Vijf kloosters van missiecongregaties zijn gebouwd als opleidingscentra voor missionarissen. De missiehuizen zijn het hart van de Limburgse kloosterdorpen: het Missiehuis Sint Michael en het Heilig Hartklooster in Steyl, het Redemptoristenklooster in Wittem en het Missiehuis van SMA in Cadier en Keer. In de visie van de missiecongregaties zijn nevenbestemmingen van vrijkomende gebouwen voor bezinning een positief antwoord op behoeften aan rust en spirituele diepgang in de samenleving. Zeven kloosters van contemplatieve gemeenschappen zijn gebouwd voor een leven van bidden en werken ‘achter de slotmuur’, met eigen ambachtelijke werkplaatsen. De typische slotkloosters van monialen liggen vaak in het hart van wijken en buurten, Bij deze slotkloosters is dreigende leegstand minder aan de orde. Hier zien we initiatieven om bijgebouwen open te stellen voor retraites, meeleefdagen of gespreksgroepen. De Birgittinessen van het Heilig Hartklooster in Weert hebben na een fusie van
de vergrijsde slotgemeenschap met een jongere internationale tak, een omslag gemaakt naar ‘oecumenische gastvrijheid’. Andere contemplatieve gemeenschappen investeren vooral in revitalisering van traditionele functies en vermijden bouwkundige ingrepen in de rijksmonumentale gebouwen zoveel mogelijk, zoals Priorij Nazareth in Tegelen en Abdij Benedictusberg in Vaals. Eigentijdse functies Sinds de recessie van 2008 tekent zich een verschuiving af in het proces van herbestemming van kloosters. Plannen voor herbestemming en verkoop worden opgeschort of teruggedraaid. Bij de meeste kloosters zien we meer of minder kwetsbare initiatieven voor nevenbestemmingen onder eigen beheer. De verbouwing van het Savelbergklooster in Heerlen tot cultureel en educatief centrum is daar een goed voorbeeld van. De Kleine Zusters van de Heilige Joseph zetten vooral in op behoud van de kapel van hun stichter als plaatselijk én
internationaal spiritueel erfgoed. Bij nevenbestemmingen zien we vaak een geleidelijke overgang van traditionele naar nieuwe maatschappelijke functies. Bij actieve congregaties ligt hernieuwing van zorgfuncties voor de hand. De Broeders van Maastricht ontwikkelen al sinds 10 jaar De Beyart tot vernieuwend en buurtgericht woonzorgcentrum. Ook bij missiecongregaties is er een doorgaande lijn van de vroegere ‘volksmissie’ van pelgrimages, naar omvorming tot internationale bezinnings- en opleidingscentra in en rond de kloosterdorpen Steyl, Wittem en Cadier. Leerzaam voorbeeld: SittardOverhoven Het onderzoek was niet alleen inventariserend maar ook activerend, door besturen aan te moedigen vroegtijdig te beginnen met verkenning van opties van herbestemming of nevenbestemming. In overleg met de KNR heeft de provincie het klooster van MSC in Sittard geselecteerd voor extra ondersteuning als een leerzame
casus. De methode sluit aan op de handleiding van de KNR ‘Herbestemming van kloosters’ (2008), met bijzondere aandacht voor de vorming van maatschappelijk draagvlak. Het klooster van de Missionarissen van het Heilig Hart vormt in meerdere opzichten het historische ‘hart van de buurt’: de voortrekkersrol van de MSC bij de wijkopbouw en het ontstaan van sociale en culturele voorzieningen wordt nog in brede kring gewaardeerd. Samen met architect Theo van Wijk organiseerde de heer Van Harten een workshop met belanghebbende partijen, waaronder de gemeente, een woningcorporatie en buurtverenigingen: De werktafels leveren vier ‘wensdromen’ en acht concrete opties op, waarbij onder meer gekeken werd naar functionele samenhang binnen het complex, het groene en zorgzame karakter van de buurt, en doorstroommogelijkheden voor oudere bewoners. Daarbij werden ook mogelijke overnamepartners genoemd die aanvaardbaar zijn voor de MSC.
WvdV
De lessen uit deze casus zijn gepresenteerd op de studiedag ‘ Toekomst van Limburgse kloostergebouwen – 2’ in Heerlen, ok tober 2010. Het rappor t zal naar ver wachting in januari 2011 geheel of gedeeltelijk openbaar zijn.
k nr bu l let in 5 | 2010
27
boeken & brochures
Boeken & brochures
Tikkop
Verwonderd staan over de aarde
Bonaventura, de grote Franciscaanse theoloog, sprak over het universum als ‘een boek dat een weerspiegeling en beschrijving is van haar Maker, de Drieëne God.’ Verwondering over de schoonheid en pracht van de aarde tilt ons op uit onze dagelijkse beslommeringen en doet ons vragen wat onze oorsprong is. We staan echter maar zelden echt stil bij de wereld waarin we leven, wonen en werken. Albert Kamp, bijbelwetenschapper, heeft in samenwerking met de fotograaf Peter Beemsterboer een boek gepubliceerd dat ruimte wil scheppen voor de verwondering over onze natuurlijke leefomgeving. Het is een fotoboek met teksten. Of andersom.
Hoe dan ook, korte schriftfragmenten, gekoppeld aan een tekst en beeld uit deze tijd zetten vaak op verrassende manier aan tot verdere reflectie. Hoofdthema van het boek is de relatie tussen God, mens en aarde. De ene keer gaat een Bijbeltekst vergezeld van een verhaal uit de dagelijkse praktijk van boeren. Zo vertelt een boerin in aansluiting op de beroemde tekst van Jesaja over de woestijn die weer gaat bloeien (Jes. 35, 1-7) hoe aangrijpend en vreugdevol het voor haar is de koeien in de lente voor het eerst weer de wei te zien oplopen. “Misschien is dit wel de mooiste dag van het jaar. Naar buiten – die enorme levenslust die door de aderen van
de beesten gaat op het moment dat de deuren opengaan. Ieder jaar opnieuw heb ik de behoefte om deze dag te vieren.” Bij andere teksten staat een directe tekstuitleg door een theoloog. En op andere plaatsen in het boek komen dichters of filosofen aan het woord. Die verscheidenheid doorbreekt enigszins de kadans van het boek. Je wordt als lezer iets te vaak op een ander been gezet. Maar in haar geheel slaagt het boek verder goed in haar opzet om langs verschillende wegen op te wekken tot eigen reflectie. De foto’s zijn van een verstilde schoonheid. Ze tonen de relatie tussen stad en land, de herkomst van ons voedsel of de spanning tussen cultuur en natuur. Peter Beemsterboer vertelt in de verantwoording aan het eind van het boek dat het hem niet gaat om de idylle, maar om de schoonheid die er altijd al is in alles, groot of klein, hoe alledaags ook. Naast de vele fraaie natuurfoto’s, zijn er ook beelden van sporen van een tractor door de klei of een wonderlijk mooie van een file in de ochtendzon. Een met veel creativiteit en enthousiasme gemaakt boek, dat uitstekend ook als alternatief ‘boek op de koffietafel’ kan dienen in gemeenschappen van religieuzen.
Alber t Kamp & Peter Beemsterboer, Leven van het land. Stilstaan bij mens en aarde. KBS, 14 4 blz., € 24,95 ISBN 9789061731535
28
k nr bu l let in 5 | 2010
Gerard Moorman
Afrika is het continent dat Van Dis al decennialang bezighoudt en waar hij telkens weer naar terugkeert. In 2008 maakte hij de met de Nipkowschijf bekroonde serie documentaires voor de VPRO-televisie Van Dis in Afrika. Tikkop is deel twee van een tweeluik over hoofdpersoon Mulder, die we
al kennen van De wandelaar, Van Dis’ vorige roman. Het in Parijs en ZuidAfrika spelende Tikkop gaat over verraad, maar ook over vriendschap en liefde voor een taal en een land. Twee anti-apartheidsstrijders ontmoeten elkaar weer in het nieuwe Zuid-Afrika. Van Dis putte ervoor uit eigen leven: in de jaren zeventig studeerde hij Afrikaans en spande hij zich in voor de anti-apartheidsbeweging. Van Dis maakte kennis met de naar Frankrijk uitgeweken Zuid-Afrikaanse schrijver Breyten Breytenbach en leverde een bescheiden bijdrage aan het verzet. In die levensfase kwam Van Dis terecht in een internationale gemeenschap. Het was een gemeenschap van vreemdelingen waarin niemand meer een vreemdeling was. Daar voelde hij zich wel bij. Van Dis woont sinds zeven jaar in Parijs, de grootste Afrikaanse stad buiten Afrika. Dat heeft zijn betrokkenheid
weer doen oplaaien. Van Dis schrijft over Zuid-Afrika, omdat er volgens hem zoveel Afrika in onszelf zit. Hij beschouwt Zuid-Afrika met zijn raciale en religieuze diversiteit als een sociaal laboratorium, dat ons een spiegel voorhoudt. Een tikkop is, in het Afrikaans, een verslaafde aan tik, een goedkope drug. De roman Tikkop ademt begrip voor het menselijk tekort, gevoel voor humor, liefde voor de Afrikanen, de taal en het land. Van Dis schreef opnieuw een eerlijke roman over de teloorgang van illusies van bewogen mensen in de weerbarstige realiteit van een land, waarin de scheidslijnen nog altijd getrokken worden door kleur en armoede. Zijn bespiegelingen geven weer hoe een gewetensvol mens, voorbij de schaamte over zijn onbeduidendheid, kan blijven proberen om het verschil te maken.
Adriaan van Dis. Tikkop. Uitgeverij Augustus. 224 pagina’s. ISBN: 9789045702445. Prijs: € 18.95
Tachtig teksten om van de aarde te gaan houden In deze bundel, samengesteld door de communiteit van het Franciscaans Milieuproject in Stoutenburg, zijn teksten samengebracht uit allerlei religieuze tradities. Zij kunnen helpen de aarde te doorgronden in haar diepste betekenis: vol van een mysterie dat ons in leven houdt en tegelijk ons verre overstijgt. De inleiding zegt ervan: Alles wat leeft en bestaat is ons gegeven als een broeder, als een zuster. Wij delen met elkaar het schepsel
zijn, geschapen door dezelfde Vader. Vandaar ook dat Franciscus zingt over onze zúster moeder aarde. Zo kijken naar de aarde is geen vrijblijvende zaak. Het gaat immers niet alleen om een mooie ervaring, het gaat erom steeds meer te gaan leven in overeenstemming met die ervaring. Wanneer je gaat ervaren dat heel de natuur trilt en beeft van een mysterieuze Aanwezigheid, van God, dan pas je wel op. Die schepping schaden, is
de Schepper schaden. De teksten nodigen ons uit mee te gaan in verwondering, in respect en in liefde voor deze unieke planeet, blauwe knikker in een zwart heelal en vruchtbare grond voor wie haar bewonen.
Franciscaans Milieuproject. Aarde, mijn aarde, teksten om van de aarde te gaan houden. 120 pagina’s. € 5,- exclusief por tokosten. Prijs meerdere exemplaren op aanvraag. T: 033 4945500.
k nr bu l let in 5 | 2010
29
boeken & brochures
boeken & brochures
Vergeetboek
Op de website van Douwe Draaisma staat een citaat van Cees Nooteboom: ‘De herinnering is als een hond die gaat liggen waar hij wil.’ Zo ervaart ook Draaisma het geheugen: als een ongezeglijk en eigenzinnig verschijnsel, waarop we weinig grip hebben. Draaisma is al decennialang gefascineerd door het geheugen, dat raadselachtige fenomeen van de menselijke geest dat ons maakt tot wie wij zijn, maar ons ook geregeld voor de gek houdt. Na zeer succesvolle boeken over het geheugen (Waarom het leven sneller gaat als je ouder wordt en De heimweefabriek) is er nu sinds kort het Vergeetboek. Waarom hebben we zo’n slecht geheugen voor dromen? Bestaat verdringen? Wat gebeurt er met gedeelde herinneringen als degene waar je die herinneringen mee deel-
Brandende fakkel de er niet meer is? Hoe kan het dat een collega wel jouw idee heeft onthouden, maar is vergeten dat het van jou afkomstig was? Volgens Douwe Draaisma gaan de lastigste vragen die je over het geheugen kunt stellen niet over herinneren maar over vergeten. In zijn Vergeetboek put Draaisma moeiteloos uit verschillende disciplines om een antwoord te vinden op die moeilijke vragen. Wat is het lot – of de verblijfplaats – van verdrongen herinneringen? Kunnen geheugensporen werkelijk uit onze hersenen verdwijnen of ‘vergeten’ we doordat die sporen niet meer toegankelijk zijn? Veel mensen hebben vreemde ervaringen met hun geheugen en dat geldt zeker niet alleen voor ouderen. Sommige gebeurtenissen en personen zijn volledig vergeten, terwijl er anderzijds haarscherpe en tot in alle details herinnerde episodes bewaard zijn gebleven. Zulke ervaringen doen ons stil staan bij de vraag naar het waarheids- of werkelijkheidsgehalte van onze herinneringen. Bedrading Draaisma’s Vergeetboek bevat dertien stukken over de werking van het geheugen – of juist over het falen ervan. Het begint met het verschijnsel van de eerste herinnering, waarover veel misverstanden en foute veronderstellingen bestaan. De gemiddelde eerste herinnering gaat terug naar het
derde, vierde levensjaar. Draaisma laat zien dat al die eerste herinneringen veel op elkaar lijken, zodat ze dus minder uniek zijn dan we zelf denken. Draaisma gaat in op de rol van de ouders, de manier waarop informatie wordt opgeslagen, de rol van taal en later van foto’s. Hij maakt aannemelijk dat ‘onze herinneringen eerder reconstructies dan recapitulaties van onze ervaringen zijn’. Draaisma is echter vooral geïnteresseerd in al het vergeten dat aan die eerste herinnering voorafgaat. ‘De hersenen worden bij de geboorte casco opgeleverd.’ Daarna moet er nog heel wat bedrading worden aangelegd en er moet eerst zoiets als een zelfbesef zijn, voordat iets een herinnering kán worden. Als er in het brein nog geen ‘ik’ is dat zich kan herinneren, zal er ook niets opgeslagen worden. Van ‘vergeten’ kan dan nog geen sprake zijn. De dertien essays van het Vergeetboek zijn vrij losjes met elkaar verbonden. Een interessant stuk gaat over de vraag of ‘verdringen’ bestaat, en wat we aan moeten met ‘verdrongen herinneringen’, bijvoorbeeld aan seksueel misbruik. Er is een stuk over het vergeten van dromen, over de man die geen gezichten kon onthouden, over het geheugen van mensen met het syndroom van Korsakov – en over nog veel meer. Het Vergeetboek is een caleidoscopisch boek over wat we graag willen weten over vergeten.
Douwe Draaisma. Vergeetboek. Historische Uitgeverij. 280 pagina’s. ISBN 978 90 6554 0553 Prijs: €19,95. Zie ook de boeiende verhalen op w w w.vergeetboek.nl
30
k nr bu l let in 5 | 2010
Zuster Christa Hijstek o.p. schreef een boek over het leven van Sint Dominicus. In Het geheim van de fakkel wordt het verhaal van Dominicus de Guzman verteld aan de hand van de tweeling Bas en Boris. Deze twee jongens komen tijdens een vakantie in Spanje bij toeval in Caleruega, waar ze een museum over de Heilige Dominicus vinden. De jongens zijn niet zo geïnteresseerd in heiligen en hebben meer oog voor een zwerfhond met een brandende fakkel in zijn bek. Tot hun stomme verbazing kan de hond praten: ‘Natuurlijk kan ik praten! Dat hoor je toch! Ik ben trouwens Mingo en mijn taak is om het vuur van Sint Dominicus over de hele wereld te verspreiden.’ Deze hond illustreert hoe zuster Christa de weinige feiten,
die bekend zijn over Dominicus’ leven, mengt met een herinterpretatie van de vrome legendes die zich om de heilige hebben gevormd. Mingo is namelijk volgens de overlevering afkomstig uit een droom van Dominicus’ moeder Juana. Het hondje staat dan voor Dominicus en de brandende fakkel voor de liefde en vurigheid van zijn boodschap. Samen met Mingo beleven de kinderen de belangrijkste gebeurtenissen in het leven van Dominicus: zijn studie in Palencia, zijn bemoeienis met de kathaarse ketters, zijn voortdurende pogingen om zijn orde door de paus goedgekeurd te krijgen. Tussen de bedrijven door krijgt de jonge lezer allerlei historische en kerkelijke wetenswaardigheden voorgeschoteld.
Christa Hijstek o.p. Het geheim van de fakkel. Uitgeverij Berne ISBN 978-9078039 –16 –7 Prijs: €18,45. w w w.dominicanessenvanbethanie.nl
‘Het geschilderd leven van mijn ziel’ Vincent Huizinga (1965) tekende tijdens rustige momenten op de boerderij van zijn vader in Marknesse en deze bezigheid bracht hem grote vreugde. In Het dansende verlangen heeft broeder Vincentius de schilderijen verzameld uit de periode 19942010, die in persoonlijk en religieus opzicht het belangrijkst zijn geworden in zijn oeuvre. De lezer wordt
door de schilderijen, tekeningen en poëtische teksten meegenomen in de spirituele ontwikkeling van een man die monnik werd, maar daarbij altijd kunstenaar is gebleven. Zelf ziet hij de zestig werken in dit boek als een korte biografie van zijn eigen leven. Broeder Vincentius Huizinga ocso is monnik van abdij Sion in Diepenveen.
Vincentius Huizinga ocso. Het dansende verlangen. Een geschilderd leven. Uitgeverij Calbona; ISBN-13: 978-94 -90075-57- 6. Prijs: € 19,50.
k nr bu l let in 5 | 2010
31
Agenda
2011
32
k nr bu l let in 5 | 2010
2010
10 december Kleurrijk Religieus Café — DEN BOSCH
13 januari Platformdag Missionaire Oversten 22 februari Besturendag WRGV.
5 maart
11 maart
Presentatie ‘Ontvangen’ — LIEVELDE
29 maart
Studiedag Geaarde Spiritualiteit met als thema
Een volk in verwarring, tussen hoop en vrees, — DEN BOSCH
6 april
Ontmoetingsdag Beleidsmedewerk(st)ers — DEN BOSCH
7 april
Overleg Priesterreligieuzen — DEN BOSCH
28 april
9 juni
Algemene Ledenvergadering KNR — DEN BOSCH
11 juni
Roepingen-orientatiedag — NADER TE BEPALEN
17 juni
Dag voor jonge religieuzen — NADER TE BEPALEN
27 september
11 oktober
Religieuzenprijs III — DEN BOSCH
21 oktober
Platform Toekomst van Religieus Leven — DEN BOSCH
10 november
Oorlog verkopen. De kracht van propaganda — OVERLOON Open dag School voor Spiritualiteit — NIJMEGEN
Platform Toekomst van Religieus Leven — DEN BOSCH
Bijeenkomst kleine congregaties — DEN BOSCH
Algemene Ledenvergadering KNR — DEN BOSCH