Jaardocument St. Antonius Ziekenhuis 2012
Koers op kwaliteit Met vizier op vertrouwen
Colofon Versie: 1.0 Eindredactie:
mw. N.J. Polman en P.B. van der Nat (Jaardocument 2012) J.P.J. van den Broek, manager Financiën & Informatievoorziening (Jaarrekening 2012)
3
INHOUD DEEL I MAATSCHAPPELIJLK VERSLAG
5
Voorwoord Raad van Bestuur
7
Verslag van de Raad van Toezicht
8
Verslag van de Medische Staf
13
1. Uitgangspunten van de verslaggeving
17
2. Profiel van de organisatie
18
3. Governance
25
4. Beleid, inspanningen en prestaties
29
DEEL II JAARREKENING
71
DEEL III BIJLAGEN
119
Bijlage publicaties
126
4
5
DEEL I MAATSCHAPPELIJK VERSLAG
6
7
Voorwoord Raad van Bestuur Het jaar 2012 is een jaar geweest waarin we gezamenlijk een grote hoeveelheid werk hebben verzet en mooie nieuwe initiatieven hebben vormgegeven. Wij realiseren ons dat we in het afgelopen jaar een grote inzet hebben gevraagd van medewerkers en medisch specialisten, maar zijn ervan overtuigd dat we hiermee de kwaliteit van zorg verder verbeteren en goed voorbereid zijn op de veranderende context van concentratie en spreiding van zorg, toenemende concurrentie en aangescherpte kwaliteitsnormen. In 2012 is het meerjarenbeleidsplan 2012-2016 “Kiezen voor Kwaliteit” vastgesteld. Hiermee is de koers bepaald voor de komende jaren. Concrete doelstellingen zijn geformuleerd om de kwaliteit van zorg te verbeteren, waarbij duidelijk focus wordt gelegd op de ziekenhuisbrede speerpunten cardiothoracale en vasculaire zorg, oncologische zorg en reguliere zorg. Binnen de reguliere zorg hebben alle specialismen keuzes gemaakt voor focusgebieden binnen hun eigen portfolio van activiteiten. Het afgelopen jaar heeft ook in het teken gestaan van de voorbereiding van de ingebruikname van onze prachtige nieuwe locatie in Utrecht (Leidsche Rijn). Hierbij is in onderling overleg een keuze gemaakt voor de zorgverdeling over de ziekenhuislocaties, waarbij er voor gekozen is om de hoofdlocaties in Utrecht en Nieuwegein een duidelijk zorgprofiel te geven, waarbij onder andere de oncologische zorg geconcentreerd wordt in Utrecht en de cardiologisch-vasculaire zorg in Nieuwegein. Tegelijkertijd is als gevolg van de verhuizing en nieuwe zorgverdeling een reorganisatie gestart. Over dit traject wordt zorgvuldig gecommuniceerd met de betrokken medewerkers en wordt nauw samengewerkt met de Ondernemingsraad. Voor de komende jaren zijn vier leidende principes benoemd, waarin wordt aangeven wat ons bindt, motiveert en inspireert: Goed en verantwoord’ (het kompas), ‘Gerichte ambitie’ (het doel), ‘Afspraken maken en aanspreekbaar zijn’ (het gedrag) en ‘Regie nemen, verbinding zoeken’ (het team). Deze leidende principes worden in het komende jaar verder vormgegeven . In het voorwoord willen wij graag ook wederom alle specialisten, medewerkers en vrijwilligers bedanken voor alle inspanningen bij het realiseren van de beste zorg en behandeling voor onze patiënten en bij het bereiken van de goede resultaten.
Raad van Bestuur St. Antonius Ziekenhuis Juni 2013
Prof. Dr. D.H. Biesma Voorzitter Raad van Bestuur
Ir. F.A.M. Spijkers Lid Raad van Bestuur
Ir. D.M. Schraven Lid Raad van Bestuur
8
Verslag van de Raad van Toezicht In dit jaarverslag legt de Raad van Toezicht verantwoording af over zijn werkzaamheden in het afgelopen jaar. De Raad van Toezicht doet verslag conform de gestelde relevante normen van de algemene rekenkamer en indien van toepassing, aan de codes voor goed bestuur, conform de Zorgbrede Governance Code. Samenstelling De Raad van Toezicht bestond in het verslagjaar uit vijf tot zeven leden (zie hieronder). De leden beschikken over uiteenlopende achtergronden en kennisgebieden: financieel-economisch, juridisch, bestuurlijk, sociale zaken en arbeidsverhoudingen, gezondheidszorg, onderwijs, bedrijfsleven. De leden van de Raad van Toezicht hebben geen zakelijke binding met het St. Antonius Ziekenhuis en zijn afkomstig uit verschillende maatschappelijke sectoren. De Raad van Toezicht kent centrale specifieke commissies: de Remuneratiecommissie, Auditcommissie en de Commissie Kwaliteit en Veiligheid. Daarnaast is sprake van collegiaal toezicht vanuit de specifieke maatschappelijke achtergrond van eenieder. Naam Jaar van RvT Commissie Hoofdfuncties benoeming Mr. B. Staal 2011 remuneratie- Gepensioneerd, Voorzitter commissie Nederlandse Vereniging van Banken (halftime) tot 1 mei 2013 J.L.M. Bartelds RA 2011 Auditcommissie Gepensioneerd Voormalig voorzitter Raad van Bestuur Fortis N.V./S.A. R.G. van Ingen 1995 Auditcommissie Gepensioneerd Voormalig Directeur Stichting Koninklijke Nederlandse Jaarbeurs
(Neven) functies Voorzitter Raad van Toezicht St. Antonius ziekenhuis Voormalig commissaris van de Koningin Utrecht President-commissaris ONVZ-zorgverzekeraar (laatste termijn) voorzitter RvA Twynstra Gudde (laatste termijn) lid Raad van Toezicht TROS lid Nationaal Comité 4 en 5 mei Voorzitter Nationale Veteranendag lid Bestuur Nationaal Restauratie Fonds (aflopend) Lid Raad van Toezicht St. Antonius Ziekenhuis Voorzitter Bestuur Carel Nengermanfonds Lid Raad van Toezicht Stichting Zorgspectrum Voorzitter Raad van Commissarissen Stichting Beheer Onroerend Goed Hospice Nieuwegein Voorzitter Bestuur van het VSB Vermogensfonds Voorzitter Raad van Toezicht VSB Donatiefonds Voorzitter Bestuur R.K. Luchthaven- pastoraat Schiphol Lid Raad van Toezicht Coöp. Eerstelijns Medisch Centrum Nieuwegein U.A. Lid Raad van Toezicht St. Antonius Ziekenhuis Lid Raad van Commissarissen Jaarbeurs Holding BV Non executive Board member UFI (Exhibition Association) Board supervisor VNU-Asia/Shanghai
9
Naam Jaar van RvT Commissie Hoofdfuncties benoeming Ir. B.F. Dessing 2007 Remuneratie- Gepensioneerd commissie Voormalig Voorzitter van de Raad van Bestuur van Zorgverkeraar VGZ-IZA-Trias-Univé Mw. Mr. M.M. Jonk 2011 Commissie Kwaliteit Partner CMS Derks en Veiligheid Star Busmann Prof. dr. R. Grol 2012 Commissie Kwaliteit en Veiligheid M.W.J. Hinssen 2012 Auditcommissie Gepensioneerd Voormalig lid Raad van Bestuur SNS Reaal
(Neven) functies Lid Raad van Toezicht St. Antonius Ziekenhuis Lid Bestuur Prof.dr. Jaap Swieringa Stichting Lid Audit Committee Alg.Rekenkamer Lid Raad van Toezicht NOS Vzt. Bestuur Stichting Benchmark GGZ Lid Raad van Advies Deerns Groep BV Lid Raad van Advies van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZA) Lid Raad van Advies MC Groep Bussum Adviseur Nationaal Register Commissarissen en Toezichthouders Industry expert Waterland private equity investments Lid Bestuur Walter Maas Huis Lid Raad van Toezicht Ned.Ver. voor Cardiologie (NVVC) Vzt. College Deskundigen NHG-Praktijkaccreditering Lid Raad van Toezicht Revalidatiecentrum De Hoogstraat Lid visitatiecommissie Stichting Spoorwegpensioenfonds en Stichting Pensioenfonds Openbaar Vervoer Lid Raad van Toezicht Nierstichting Nederland Lid Vereniging AEGON Lid Raad van Toezicht St. Antonius Ziekenhuis Lid Raad van Toezicht St. Antonius Ziekenhuis Emiritus hoogleraar Radboud Universiteit Nijmegen en Universiteit Maastricht Lid Raad van Commisarissen Pantein Adviseur bestuur Nederlandse Federatie UMCS NFU Lid commissie doelmatigheidsonderzoek ZonMW Voorzitter Raad van Advies Zorg binnen bereik ZBB Lid selectiecommissie harkness fellowship commonwealth fund Voormalig directeur en nu adviseur IQ HealthCare Nijmegen Lid Raad van Toezicht St. Antonius Ziekenhuis Penningmeester Nationaal Restauratiefonds te Hoevelaken Lid Raad van Toezicht Woningstichting Kleine Meijerij Te Den Bosch/Rosmalen
Jaarlijks constateert de Raad van Toezicht of (neven) functies van de leden van de Raad van Toezicht leiden tot belangenverstrengeling c.q. verbinding tussen de Raad van Toezicht en de organisatie. Dit is in 2012 niet het geval geweest.
10
Werving en selectie nieuwe leden Eind 2012 is de heer Van Ingen afgetreden. De Raad van Toezicht, de Raad van Bestuur, het Stafbestuur en de Ondernemingsraad zijn hem zeer erkentelijk voor zijn inspanningen voor het St. Antonius Ziekenhuis. De heer Van Ingen was vanaf 1995 lid van de Raad van Toezicht van het ziekenhuis en had zitting in de auditcommissie, waar hij zich bezig heeft gehouden met het deelterrein financiën. Vanuit zijn functie in de Raad van Toezicht heeft de heer Van Ingen een belangrijke bijdrage geleverd aan de realisatie van de nieuwe locatie van het St. Antonius in Utrecht (Leidsche Rijn). Daarnaast zijn in 2012 de heren Hinssen en Grol benoemd als nieuwe leden van de Raad van Toezicht. De heer Hinssen is lid geworden van de auditcommissie en heeft in september voor het eerst deelgenomen aan de vergadering van de Raad van Toezicht. De heer Grol is lid geworden van de commissie kwaliteit en veiligheid en heeft in oktober voor het eerst deelgenomen aan de vergadering van de Raad van Toezicht.
Informatiebronnen en aantallen vergaderingen De Raad van Toezicht kwam in het verslagjaar 2012 zes keer in vergadering bijeen. Op een enkele vergadering na was de voltallige Raad van Toezicht bij de vergaderingen aanwezig.. De voorzitter van de Raad van Toezicht heeft daarbij frequent overleg met de (voorzitter van de) Raad van Bestuur.
Reglement De Raad van Toezicht heeft een reglement, waarin de taken en verantwoordelijkheden zijn vastgelegd. Reglement en de statuten van de stichting geven inhoud aan het toezicht op en het samenspel met de Raad van Bestuur, en ook op het functioneren van de Raad zelf. Hierbij wijkt de werkwijze van de Raad van Toezicht op één punt af van de Zorgbrede Governancecode, zijnde de maximale zittingsduur van leden van de Raad van Toezicht. Motivatie hiervoor is dat het St. Antonius ziekenhuis en haar rechtsvoorgangers in tijden van fusies het belang van continuïteit van bestuurders van groot belang acht. Per 2013 vervalt dit punt. De facto houdt de Raad van Toezicht zich nu reeds aan de zorgbrede Governance Code.
Zelfevaluatie De Raad van Toezicht heeft eind 2012 een zelfevaluatie uitgevoerd, die is besproken in de vergadering van februari 2013. Gezien de nieuwe samenstelling van de Raad van Toezicht is hierin onder andere gesproken over de verwachtingen ten aanzien van het functioneren van de Raad van Toezicht.
Bezoldiging Raad van Toezicht Per 1 januari 2012 is de bezoldiging aangepast naar 13000 euro voor de voorzitter en 9000 euro voor de leden conform landelijk geldende regels.
Jaarverslag en jaarrekening/Overleg met externe accountant Het jaardocument 2012 is in aanwezigheid van de externe accountant besproken, goedgekeurd en vastgesteld op 6 mei 2013. De managementletter van de accountant met onder meer zijn bevindingen over het financiële beheer, planning en control, administratieve gegevens en geautomatiseerde gegevensverwerking, werd behalve in de Auditcommissie, ook in de plenaire vergadering van de Raad van Toezicht besproken.
Interne beheersing- en controlesystemen door middel van beleidsrapportages Per kwartaal worden beleidsrapportages opgesteld voor de Raad van Toezicht vanuit de Raad van Bestuur. De beleidsrapportages bevatten de volgende aspecten: 1. Productie en financiën 2. Kwaliteit en veiligheid 3. Reputatie/gastvrijheid 4. Medisch specialistisch handelen (relatie RvB – Medische Staf, cohesie en samenwerking binnen Medische Staf) 5. Speciale opgaven (Samenwerking, fusie/lateralisatie, nieuwbouw/verbouw) 6. Medewerkers De aspecten worden weergegeven aan de hand van kritische succesfactoren en een korte toelichting.
11
Jaarplan Raad van Toezicht De Raad van Toezicht vergadert conform een jaarplan. Naast de onderwerpen vanuit de Planning en Control Cyclus is in 2012 een jaarkalender gehanteerd, waarin de hoofdthema’s in de beleidsvorming terugkomen in de agendering van de Raad van Toezichtvergaderingen. De onderwerpen worden gepresenteerd door de portefeuillehouders vanuit de Raad van Bestuur, al dan niet ondersteund door betrokken medisch specialisten en/of managers. De vergaderingen in mei, september en december hadden een vast karakter. De beleidsrapportages hebben daarbij het karakter van evaluatie en zo nodig aanvullende actie. Zij beïnvloeden zo de beleidsdocumenten voor het volgend jaar. In iedere vergadering komt een thema aan de orde. Daarnaast zijn er de vaste onderwerpen. De vaste thema’s zijn: • Bouw/verbouw • ICT/logistiek • Kwaliteit/veiligheid • Innovatie, topklinische zorg, research • HRM • Marketing, positionering • Governance • Samenwerking/ondernemerschap
ziekenhuis in Utrecht (Leidsche Rijn). Een zeer divers spectrum van thema’s is hierbij van belang en is aan de orde geweest binnen de Raad van Toezicht: de reorganisatie, de nieuwe zorgverdeling, de planning en organisatie van de verhuizing zelf en de financiën die met de ingebruikname van de nieuwe locatie gepaard gaan.
Organisatie De Raad van Toezicht kent een Remuneratiecommissie en een Auditcommissie en een commissie Kwaliteit en Veiligheid.
Er is gekozen voor flexibiliteit van agendering van de thema’s, mede afhankelijk van de actualiteit. Tijdens iedere vergadering zijn door middel van schriftelijke adstructies de belangrijkste actuele zaken besproken. Specifiek is aandacht geschonken aan de volgende onderwerpen:
De Remuneratiecommissie fungeert als selectie- en benoemingscommissie en doet voorstellen inzake de bezoldiging van de leden van de Raad van Toezicht en van de Raad van Bestuur. De conclusies en aanbevelingen worden in de plenaire vergaderingen van de Raad van Toezicht behandeld.
Kwaliteit en Veiligheid
De Remuneratiecommissie bestond in 2012 uit de volgende leden: de heer Staal en de heer ir. B.F. Dessing. De commissie werd ondersteund door mevrouw drs. L.A.A. van Reeuwijk, secretaris RvT/RvB (tot september 2012).
De Raad van Toezicht geeft op systematische wijze aandacht aan de kwaliteit van de kerntaken patiëntenzorg, onderwijs en onderzoek. Hiervoor is een jaarlijkse ontmoeting ingericht met een vertegenwoordiging van de Medische Staf. De Raad van Toezicht heeft ook zelf een specifieke commissie Kwaliteit en Veiligheid geïnstalleerd. In 2012 is prof. dr. R. Grol benoemd in de Raad van Toezicht. prof. dr. R. Grol is emeritus-hoogleraar ‘Kwaliteit van Zorg’ aan de universiteiten van Nijmegen en Maastricht en is lid geworden van de commissie Kwaliteit en Veiligheid.
Strategie en regionale samenwerking In het kader van de ontwikkelingen in 2012 van de samenwerking met het Ziekenhuis Hofpoort Woerden en het Ziekenhuis Rivierenland Tiel heeft de Raad van Toezicht in het afgelopen jaar tijdens meerdere vergaderingen aandacht geschonken aan de relatie met beide ziekenhuizen, waaronder de samenwerkingsovereenkomst die in het afgelopen jaar gesloten is met het Ziekenhuis Rivierenland Tiel. Daarnaast is ook het meerjarenbeleidsplan 2012-2016 “Kiezen voor Kwaliteit” onderwerp van gesprek geweest in het overleg tussen de Raad van Bestuur en de Raad van Toezicht.
De Auditcommissie ziet toe op het financieel-economisch beleid (financiële informatieverschaffing, begroting, jaarrekening, belangrijke investeringen en leningen, systeem van risicobeheersing en –controle, keuze van de accountant) en adviseert de Raad van Toezicht hierin. De Auditcommissie kwam in 2012 zes keer bijeen. Daar werden met het lid van de Raad van Bestuur, de portefeuillehouder Financiën en, wanneer nodig de externe accountant, onderwerpen behandeld. De conclusies en aanbevelingen werden vervolgens in de plenaire vergaderingen van de Raad van Bestuur behandeld. Ook werd het verslag van de vergadering van de Auditcommissie bij de vergaderstukken van de Raad van Toezichtbijeenkomsten gevoegd. De Auditcommissie bestond in 2012 uit de volgende leden: de heer R.G. van Ingen, voorzitter (tot december 2012), de heer J.L.M Bartelds, lid, de heer Hinssen (vanaf augustus) de heer F.A.M. Spijkers, lid Raad van Bestuur en de heer J.P.J. van den Broek, manager Financiën en Informatievoorziening.
Nieuwbouw Utrecht Een centraal thema in het afgelopen jaar binnen de gehele organisatie was de voorbereiding van de verhuizing naar het nieuwe
De commissie Kwaliteit en Veiligheid houdt toezicht op de kwaliteit en veiligheid. De leden van de commissie in 2012 waren de
12
heer B. Staal (tot september), mevrouw M. Jonk, de heer R. Grol (vanaf september) en de heer D.M. Schraven. De commissie wordt ondersteund door mevrouw Dr. L. Pijnenborg, arts, Manager Kwaliteit, Veiligheid & Verantwoording. De Raad van Toezicht heeft haar goedkeuring gegeven aan de (neven)functies van de leden van de Raad van Bestuur. De Raad van Toezicht heeft geconstateerd dat daarbij van belangenverstrengeling geen sprake is. De Raad van Toezicht spreekt haar vertrouwen uit over de koers van de Raad van Bestuur.
Vaststellen bezoldiging bestuurders De bezoldiging van de bestuurders geschiedt conform de NVZDregeling van 2001. In 2012 zijn alleen vaste inkomens gehanteerd en geen bonussen. In 2012 is de onkostenregeling voor de leden van de Raad van Bestuur eveneens aangepast, conform de NVZDrichtlijn.
Vooruitblik De Raad van Toezicht heeft als aandachtspunten voor de komende periode genoemd: de samenwerking in de regio, in het bijzonder met het Zuwe Hofpoort Ziekenhuis en het Ziekenhuis Rivierenland Tiel, de verdere voorbereiding van de verhuizing en ingebruikname van de nieuwe locatie in Utrecht en meer in het algemeen de kwaliteit van de kerntaken patiëntenzorg, onderwijs en onderzoek.
Dankwoord De medewerkers, Raad van Bestuur en de Medische Staf hebben in het afgelopen jaar veel energie en inzet getoond. De contacten met de adviesorganen Ondernemingsraad, Cliëntenberaad en Stafbestuur zijn constructief geweest. De Raad van Toezicht wil graag zijn erkentelijkheid uitspreken naar de Raad van Bestuur, Medische Staf, alle medewerkers en vrijwilligers van het ziekenhuis voor de door hen getoonde inzet. De Raad van Toezicht heeft het jaarverslag 2012 goedgekeurd op 6 juni 2013. Raad van Toezicht St. Antonius Ziekenhuis Mr. B. Staal Voorzitter
13
Verslag van de Medische Staf Het jaar 2012 is voor de Medische Staf van het St. Antonius Ziekenhuis een dynamisch jaar geweest. De thema’s samenwerking met andere ziekenhuizen, transparantie van kwaliteit en veiligheid waaronder hygiënemaatregelen, de discussies rondom de zorgverdeling tussen de locaties Nieuwegein en Utrecht/ Leidsche Rijn zijn onderwerpen geweest die regelmatig de revue passeerden in de overleggen van de Medische Staf. De Medische Staf is verder intensief bezig geweest met het aanbrengen van focus in het zorgaanbod. Dit stelt ons namelijk beter in staat om te excelleren en bevordert de kwaliteit van zorg. Aan de hand van de contouren nota is dit verder uitgewerkt in 2012 in het strategisch meerjarenbeleidsplan “Kiezen voor kwaliteit”.
Zorgportfolio Het St. Antonius Ziekenhuis heeft drie speerpunten vastgesteld: cardiothoracale & vasculaire zorg, oncologische zorg en reguliere zorg. Het St. Antonius Ziekenhuis heeft een reputatie op het gebied van cardiothoracale en vasculaire zorg (CTV) hoog te houden en beschouwt dit ook als een continue uitdaging. Binnen het speerpunt CTV valt de zorg voor patiënten hart-, vaat- en longaandoeningen. Door de combinatie van innovatie, transparantie m.b.t. kwaliteit van zorg, onderzoek (grote R&D-afdeling) en grote aantallen patiënten heeft het speerpunt CTV een nationale uitstraling. Op oncologisch gebied behoort het St. Antonius Ziekenhuis na de fusie met Mesos in 2008 tot de vijf grootste ziekenhuizen in Nederland (bron: IKNL). Het oncologische zorgpalet omvat niet alleen de 5 hoogvolume tumorsoorten (borst, prostaat, colon, long en huid), maar ook laagvolume tumoren, zoals pancreas- en slokdarmkanker; tevens heeft het St. Antonius enkele specialistische en innovatieve behandelingen op oncologisch gebied, zoals de Da Vinci robot (urologische tumoren), HIPEC (colon- en ovariumcarcinoom) en autologe stamceltransplantaties (hematooncologie). Het St. Antonius Ziekenhuis richt zich de komende jaren binnen de reguliere zorg op zogenaamde focusgebieden, die recent (2012/2013) zijn gedefinieerd binnen het derde speerpunt, reguliere zorg. Hieronder vallen bijvoorbeeld: 24-uurs verloskunde, het geboortecentrum Alnatal en fertiliteitzorg, Intensive Care zorg met extra aandacht voor medicatieveiligheid, Bariatrie (multidisciplinaire benadering door chirurgie, psychiatrie en diëtetiek), hoog-complexe gastro- intestinale chirurgie.
Kwaliteit en veiligheid Kwaliteit en Veiligheid zijn thema’s die blijvende aandacht moeten krijgen. Er is een toenemende vraag van zorgverzekeraars, IGZ, wetenschappelijke verenigingen om transparantie te geven over de kwaliteit van de geleverde zorg. Dit betekent dat -naast het
leveren van patiëntenzorg- in toenemende mate wordt gevraagd aan maatschappen om uitkomstindicatoren te ontwikkelen en daarover te rapporteren zodat daardoor de zorg weer verbeterd kan worden. Het selecteren van de relevante kwaliteitindicatoren die daadwerkelijk inzicht gegeven in de kwaliteit (resultaat) van de geleverde zorg is daarbij belangrijk. In 2013 zal dit verder worden uitgewerkt. Het St. Antonius Ziekenhuis heeft samen met het Catharina Ziekenhuis in Eindhoven in het traject ‘Meetbaar Beter’ als eerste in Nederland inzicht gegeven in de uitkomsten van de behandelingen van hun hartcentra aan de hand van een zeer beperkt aantal zeer relevante indicatoren. Bij het ontwikkelen hiervan is met een nieuwe methodiek gemeten wat het effect van bepaalde ingrepen is op onder meer de kwaliteit van leven van de patiënt. In de Medische Staf is een start gemaakt met het verder ontwikkelen van een beperkt aantal kwaliteitsindicatoren op de focusgebieden van de maatschappen en vakgroepen. In de jaarplan gesprekken met de maatschappen en vakgroepen zal dit een terugkerend thema zijn.
Verder is in 2012 een nieuwe calamiteitenprocedure, een benoemingsprocedure en een reglement mogelijk disfunctioneren medisch specialist in tijdelijk dienstverband vastgesteld. Vanaf maart 2012 heeft het St. Antonius te maken gehad met een uitbraak van vancomycineresistente enterokokken (VRE). Dit blijkt een hardnekkig en terugkerend probleem. Dat heeft geleid tot een aanscherping van de hygiënemaatregelen en het elkaar onderling aanspreken op de afspraken.
Samenwerking andere ziekenhuizen In 2012 is het samenwerken met andere ziekenhuis een belangrijk thema geweest. De reden voor de samenwerking is het realiseren van kwaliteitsverbeteringen door complexe zorg te concentreren en basiszorg te spreiden. Het St. Antonius Ziekenhuis verwacht door de samenwerking het aanbod van topklinische zorg te kunnen versterken. Hierbij lag de focus in 2012 op de
14
samenwerking met het Ziekenhuis Rivierenland in Tiel en het Zuwe Hofpoort Ziekenhuis in Woerden. Met het Zuwe Hofpoort Ziekenhuis wordt gestreefd naar een intensivering van de samenwerking. Welke vorm dit moet krijgen wordt nader onderzocht in 2013 middels een Meerwaarde Onderzoek door een extern bureau. De ziekenhuizen, die al op verschillende terreinen samenwerken, zijn sinds medio 2012 bezig met een verkenning van de mogelijkheden tot verdere samenwerking. Met het Ziekenhuis Rivierenland is in 2012 een samenwerkingsovereenkomst vastgelegd waarin de uitgangspunten van de medische samenwerking zijn opgenomen. Daarnaast is de Stichting Samenwerking Gezondheidszorg Midden-Nederland opgericht die zal dienen als formeel overlegorgaan tussen beide ziekenhuizen. Verdere samenwerkingsafspraken tussen specialismen worden vastgelegd in deelovereenkomsten, die vallen binnen het kader van de overkoepelende samenwerkingsovereenkomst. De betreffende maatschappen en de ziekenhuizen zullen partij zijn bij deze deelovereenkomsten.
ontwikkelen van goede medische zorg, zowel regulier als topklinisch met daarnaast het opleiden van medisch specialisten en het verrichten van toegepast wetenschappelijk onderzoek. Hierbij willen wij graag alle medisch specialisten en medewerkers bedanken voor hun inspanningen in 2012 maar bovenal voor het realiseren van de goede zorg voor en behandeling van onze patiënten.
Onderzoek, innovatie en opleiding In het St. Antonius wordt veel klinisch wetenschappelijk onderzoek verricht. In 2011 is een ziekenhuisbrede research en development (R&D) afdeling opgezet. Onder leiding van dr. W.J.W Bos zal de in komende jaren de organisatie van de R&D verder versterkt worden. Daarnaast zal het wetenschappelijk onderzoek inhoudelijk gestimuleerd en gestuurd worden door de drie voor klinische zorg gedefinieerde speerpunten te verbinden met een aantal research thema’s. Profilering op onze twee topklinische speerpunten zal ook een impuls voor onderzoek en innovatie opleveren. De Antonius Academie werkt in 2013 verder aan vernieuwing van opleidingen in samenwerking met de Centrale OpleidingsCommisie. De medische vervolgopleidingen zullen de komende jaren in het teken staan van de implementatie van de gemoderniseerde opleidingsplannen die door de wetenschappelijke verenigingen zijn geschreven. Medio 2013 verhuist de Antonius Academie van de locatie Weverstede naar onze nieuwe locatie in Utrecht/Leidsche Rijn. Op deze locatie wordt een nieuwe onderwijsvleugel in gebruik genomen. De samenwerking binnen de Medische Staf en met de organisatie is een essentiële factor voor het realiseren van de ambities van de Medische Staf. De maatschappen en vakgroepen zijn de afgelopen periode vrijwel allemaal gegroeid als gevolg van de fusie. De interne communicatie en organisatie zijn complex, evenals het invullen van deelgebieden en het bezetten van de locaties met de (deelgebieden-)specialisten en in de diensten. Ook het stafbestuur merkt dat het een uitdaging is om alle stafleden te bereiken, te informeren en de cohesie binnen de staf te bevorderen. Dit is en blijft een belangrijk thema voor de Medische Staf. Al met al heeft de Medische Staf van het St. Antonius opnieuw belangrijk bijgedragen aan de nadere profilering en het goede resultaat van ons ziekenhuis. Ook heeft de Medische Staf stappen gezet in de ambitie van de staf; te weten het realiseren en verder
Namens het bestuur van de Medische Staf
R.J. Snijder, Voorzitter bestuur Medische Staf
15
Algemeen
Vergaderingen Stafbestuur
De Medische Staf wordt vertegenwoordigd door het bestuur van de Medische Staf. De bestuurssamenstelling met de verdeling van functies was ultimo 2012 als volgt:
Het Stafbestuur vergadert wekelijks met de Raad van Bestuur. Belangrijke overlegpunten van dit wekelijks overleg in 2012 zijn: de uitwerking van de strategie van het ziekenhuis 2012-2016, het kwaliteits- en veiligheidsbeleid, samenwerking met de andere ziekenhuizen, samenwerking met huisartsen innovatie en onderzoek, het toetsbaar en transparant opstellen van het ziekenhuis en de staf (zoals bijv. uitkomstindicatoren), de nieuwbouw in Utrecht en in Nieuwegein en de ICT/ het EPD.
R.J. Snijder, longarts, voorzitter Stafbestuur L.J. Bras, anesthesioloog-intensivist, vice-voorzitter Stafbestuur en penningmeester a.i. dr. P.M.N.Y.H. Go, chirurg dr. G.C.M. Graziosi, gynaecoloog dr. M.F.J. Stolk, MDL-arts dr. B.J.M. Vlaminckx, medisch microbioloog vacature De functie van adviseur werd vervuld door mw. N.J. Polman. Het secretariaat werd in 2012 gevoerd door mw. C.A.E. van Schaik en mw. A.B. Baarn. Benoemingen in 2012: 01-01-2012 dhr. dr. K.G. Auw Yang, orthopedisch chirurg 01-01-2012 dhr. dr. M.C Post, cardioloog 01-02-2012 mw. dr. M.J. Agterof, internist-oncoloog 01-02-2012 dhr. dr. N. van Lelyveld, maag-darm-leverarts 01-05-2012 dhr. F.N. Hofman, cardio-thoracaal chirurg 01-06-2012 dhr. dr. G.J.E. Oosterhuis, gynaecoloog 01-06-2012 dhr. D.E. Sluijs, sportarts 01-07-2012 mw. dr. M. Söhne, internist-hematoloog 01-07-2012 mw. J.M.I. Vos, internist-hematoloog 15-10-2012 mw. M.W.P. Zaanen-Bink, SEH-arts 01-12-2012 mw. dr. K.A.B.M. Pruissen-Peeters, dermatoloog * buitengewoon staflid Vertrokken in 2012: 01-01-2012 dhr. dr. H.W.M. Plokker, cardioloog 01-01-2012 mw. A.S. Blankhart, gynaecoloog 01-02-2012 dhr. W.K. Brand, radioloog 01-04-2012 dhr. W.J. van Boven, cardio-thoracaal chirurg 01-06-2012 dhr. dr. J.F. Verzijlbergen, nucleair geneeskundige 01-06-2012 dhr. dr. R.I.F. van der Waal, dermatoloog 01-07-2012 mw. dr. M.J. Overbeek, longarts 01-09-2012 dhr. A.W.M. Rupert, kinderarts 01-09-2012 mw. dr. E. Meijer, internist-hematoloog 01-11-2012 mw. M.A.W. Geurts, reumatoloog 01-12-2012 dhr. H.H. Bonnet, radioloog Benoemingscommissie gestart in 2012, benoeming vinden plaats in 2013: • Twee cardio-thoracaal chirurgen • MDL-arts • Nucleair geneeskundige • Reumatoloog • Longarts • Anesthesioloog
Vergaderingen Stafraad De Stafraad heeft in 2012 elf maal vergaderd op 12 januari, 2 februari, 15 maart, 5 april, 10 mei, 7 juni, 5 juli, 6 september, 20 september, 4 oktober en 1 november. Standaard werd in de Stafraadsvergadering de strategie, de samenwerking met andere ziekenhuizen, kwaliteit en veiligheid, de aanpassing reglementen en regelingen, de installatie van benoemingscommissies en de voordracht van nieuwe stafleden besproken.
Algemene leden vergaderingen (ALV) Op 6 december 2012 heeft er een Algemene Leden Vergadering (ALV) plaatsgevonden. Tijdens deze ledenvergadering werd o.a. gesproken over de samenwerking met andere ziekenhuizen, het jaarplan 2013, het meerjarenbeleidsplan, de nieuwe toelatingsovereenkomst en de transparantieregeling rondom grants besproken.
16
17
1. Uitgangspunten van de verslaggeving In dit document doen de Raad van Toezicht, de Medische Staf en de Raad van Bestuur verslag van de mate waarin de doelstellingen van het St. Antonius Ziekenhuis voor 2012 zijn gerealiseerd. De volgende uitgangspunten zijn gehanteerd bij het opstellen van de jaarverslaggeving: • De verslaggevingperiode is het boekjaar 2012. • De reikwijdte betreft de rechtspersoon St. Antonius Ziekenhuis.
Opbouw Het maatschappelijk verslag hoeft met ingang van het verslagjaar 2012 niet meer verplicht volgens een vast format te worden opgesteld. Bij het opstellen van het jaardocument 2012 is wel de indeling van het maatschappelijk verslag, zoals voorgaande jaren voorgesteld door het ministerie van VWS, gehanteerd. Het jaardocument 2012 is als volgt opgebouwd: • De verslagen van de Raad van Toezicht en de Medische Staf zijn allereerst in een apart onderdeel van het jaardocument bijgevoegd. Vervolgens is het verslag van Raad van Bestuur opgenomen. • In hoofdstuk 2 wordt aandacht besteed aan het profiel en een aantal kerngegevens van het St. Antonius Ziekenhuis. • In hoofdstuk 3 komen onderwerpen aan de orde die te maken hebben met de besturing van het ziekenhuis, de bedrijfsvoering en de wijze waarop de besturing en medezeggenschap is geregeld. • In hoofdstuk 4 komen het beleid en de plannen voor 2012 van het ziekenhuis kort aan de orde. Tevens wordt ingegaan op de prestaties in 2012. Deze prestaties zijn gekoppeld aan de plannen voor 2012. Daarnaast zijn aparte paragrafen voor ICT en Vastgoed opgenomen omdat deze gebieden grote impact hebben op ons primair proces en aanzienlijke investeringen vergen in de komende jaren. • Tot slot komen in Deel II de financiële prestaties aan de orde: de jaarrekening.
Proces Dit jaardocument is met de hulp van vele medewerkers tot stand gekomen. De eindredactie lag in handen van de senior adviseurs van de Raad van Bestuur/ Medische Staf. De Raad van Bestuur heeft op 4 juni 2013 over het jaardocument en de jaarrekening een besluit genomen ter vaststelling. Het jaardocument en de jaarrekening zijn voor inzage door de accountant vrijgegeven. Tevens is het jaardocument/jaarrekening voor advisering aan het medisch stafbestuur en ondernemingsraad voorgelegd. Op 6 juni 2013 heeft de Raad van Toezicht het jaardocument/ jaarrekening goedgekeurd. Daarna is het jaardocument op 21 juni 2013 gedeponeerd bij het CIBG.
18
2. Profiel van de organisatie 2.1 Algemene identificatiegegevens
2.2 Structuur van de organisatie
Naam verslagleggende Stichting St. Antonius Ziekenhuis rechtspersoon Adres Koekoekslaan 1 Postcode 3435 CM Plaats Nieuwegein Telefoonnummer 088 - 320 30 00 Identificatienummer(s) Nza 010-0901 Nummer Kamer van 41177415 Koophandel E-mailadres
[email protected] Internetpagina www.antoniusziekenhuis.nl
Het St. Antonius Ziekenhuis heeft drie ziekenhuislocaties, te weten in Nieuwegein, Utrecht Oudenrijn en Utrecht Overvecht. Daarnaast beschikt het St. Antonius Ziekenhuis over meerdere buitenpoliklinieken, Utrecht Veldhuizen, Polikliniek Utrecht Vleuterweide en Polikliniek Houten. Op tactisch niveau functioneren zorgeenheden, medisch-ondersteunende eenheden en de ondersteunende eenheden (zie bijgevoegd organogram, ultimo 2012).
Toelatingen Door de Wet Toelating Zorginstellingen (WTZi) worden vanaf 1 januari 2006 academische, algemene, categorale ziekenhuizen en zelfstandige behandelcentra instellingen voor medisch specialistische zorg (IMSZ) genoemd. Het St. Antonius Ziekenhuis is een IMSZ: alle voorkomende zorg wordt geleverd.
19
De zorgeenheden worden aangestuurd door een managementteam, bestaande uit een zorgmanager en een medisch manager.
• Het Huisvestingsplan 2012-2014 • Het Investeringskader 2012-2016
Medische staf
Het volledige overzicht van instemmings- en adviesvragen aan de OR is hieronder weergegeven.
Alle (medisch) specialisten die werkzaam zijn in het ziekenhuis, zijn lid van de Vereniging Medische Staf. Naast een Stafbestuur is er sprake van een Stafraad, waarin gemandateerde afgevaardigden per maatschap of vakgroep zitting hebben. De Stafraad komt maandelijks bijeen. De Algemene Ledenvergadering komt daarnaast tenminste één maal per jaar bijeen. Verder zijn de vrijgevestigde medische specialisten verenigd in de Stafmaatschap. Een groot aantal stafleden verleent actieve medewerking aan diverse staf- en ziekenhuiscommissies. Ook zijn stafleden actief als medisch manager op tactisch niveau of als medisch coördinator op operationeel niveau.
Toelatingen Door de Wet Toelating Zorginstellingen (WTZi) worden vanaf 1 januari 2006 academische, algemene, categorale ziekenhuizen en zelfstandige behandelcentra instellingen voor medisch specialistische zorg (IMSZ) genoemd. Het St. Antonius Ziekenhuis is een IMSZ (type 2): alle voorkomende zorg wordt geleverd.
Ondernemingsraad De ondernemingsraad (OR) bestaat uit 19 leden en kent drie commissies, te weten: algemeen beleid, sociaal beleid en zorg, financieel beleid, bouw en logistiek. De OR geeft invulling aan haar medezeggenschapstaak vanuit de visie dat er een balans moet zijn tussen zowel het medewerkerbelang als het bedrijfsbelang, waardoor een zo hoog mogelijk kwaliteitsniveau van zorg wordt bereikt. De OR functioneert op strategisch niveau als gesprekspartner van de Raad van Bestuur. De OR bevordert het belang van de medewerkers en van de organisatie (werkklimaat, arbeidsverhoudingen, arbeidsomstandigheden en arbeidsvoorwaarden). In 2012 heeft de ondernemingsraad een grote hoeveelheid onderwerpen besproken. Een centraal thema waar de Ondernemingsraad een belangrijke rol in heeft gespeeld in 2012 is de voorbereiding van de verhuizing naar en ingebruikname van de nieuwe locatie in Utrecht (Leidsche Rijn). Onderdeel van de voorbereiding was het bepalen van het profiel van het ziekenhuis: wat is de verdeling van zorgverlening over de locaties in Utrecht en in Nieuwegein. De OR heeft hierin continu meegedacht, met helder oog voor de impact op de medewerkers van het St. Antonius Ziekenhuis. De verhuizing en herverdeling van zorg gaat gepaard met een reorganisatie, waarbij de OR intensief betrokken is. Daarnaast zijn in 2012 de volgende grotere thema’s behandeld: • Samenwerkingsovereenkomst met het Ziekenhuis Rivierenland te Tiel • Meerjarenbeleidsplan 2012-2016 “Kiezen voor Kwaliteit” • Opzet Patiënt track Systeem • Aanschaf Electronisch Voorschijf Systeem
Instemmingsaanvragen (“zaken die het personeel aangaan”) • • • • • • • • • •
Reiskostenregeling woon- werkverkeer Vakantieregeling Klinische Farmacie ondersteuning IC (OR niet ingestemd) Werktijdenwijziging roomservice Leden klachtencommissie medewerkers Reiskostenvergoeding stagiaires Aangewezen vakantiedagen 2013 Extra begeleiding bij arbeidsongeschiktheid Tijdelijke aanpassing geldende vakantieregeling voor 2013 Wijziging loonlijnen
Adviesaanvragen (“zaken die de organisatie aangaan”) • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Reorganisatie beddencentrale Financiering keuken Planning en Control cyclus 2011 Organisatiestructuur oncologiecentrum Visie op kwaliteit en veiligheid Kiosk Overvecht Centralisatie scopenreiniging Positionering verpleegkundig specialist Handboek AO-IC Inrichting IC Invulling zorgeenheden Korte termijn ICT strategie Antonius Welkom 2012 Ouderengeneeskunde Samenwerkingsovereenkomst Saltro 4e managementlaag en rol zorgcoördinator Reorganisatie Anesthesiologische Intake Tijdelijke reorganisatie Interne Geneeskunde Vervanging document management systeem Leiderschapsprogramma Arbeidsmarkttoeslag (senior-) productontwikkelaars Inrichting CIO-office Rolbeschrijving medische manager Aankoop EVS en cytostatica systeem Reorganisatie endoscopie Huisvestingsplan 2012-2014 Procedure melding calamiteiten patiëntenzorg Uitstel renovatie D2 en D3 4e managementlaag binnen ZE Hart & Longen Aanschaf CT, MRI en PET CT t.b.v. Leidsche Rijn ICT Governance Lange termijn ICT-strategie inzake ZIS, EPD en deelsystemen Klachtenrapportage van de betroken arts naar maatschap Herpositionering afsprakenbeheer en nieuwe naam afdeling informatiemanagement • Reiskostenvergoeding stagiaires
20
• • • • • • • • • • • •
Verbouwing SEH Nieuwegein Vervolg Productieve Verpleegteam Zorgverdeling Nieuwegein - Utrecht Intentieverklaring AxionContinu inzake zorghotel in Leidsche Rijn BTW medische secretaresses en trials voor firma’s Herziening administratief proces lokale toetsing onderzoeksdossiers Samenwerkingsovereenkomst Ziekenhuis Rivierenland Selectie ERP-systeem Inkoopbeleid patiëntgebonden kosten Managementstructuur eenheid Hart Zorgclustering Nieuwegein - Utrecht Overgang IiP-MTO
• • • • • • • • • • •
Document management systeem (2) Managementstructuur Innovaties nieuwe medische technologieën Meerjarenbeleidsplan 2012-2016 Patiënt Track System Reorganisatie herinrichting zorg fase 2 Jaarplan/begroting 2013 Begroting excellente zorg Salesorganisatie Training autonomie verpleegkundigen Investeringskaders 2012-2016
Ongevraagde adviezen OR • Ongevraagd advies reanimatie • Aanbevelingen beleidskader 2013 • Tijdelijke reorganisatie interne geneeskunde (negatief advies)
Advies- en instemmingsaanvragen Santeon • Ledenovereenkomst Santeon
Verpleegkundige Adviesraad De VAR draagt bij aan de realisatie van een toonaangevend ziekenhuis door zich te focussen op de inhoudelijke processen en de borging hiervan uitend in gevraagd en ongevraagd advies en meedenken met relevante stakeholders. De VAR geeft advies aan de Raad van Bestuur over beleidszaken welke betrekking hebben op de verpleegkundige professie. Sinds 1 april 2012 heeft de VAR een Dagelijks Bestuur. Het DB vergadert elke twee weken; het complete bestuur een keer per maand. In 2012 heeft de VAR gefaciliteerd in het bevorderen en verbeteren van de verpleegkundige professionaliteit, door middel van thema-avonden, symposium van de Dag van de Verpleging en presentaties van kwaliteitsprojecten van (student) verpleegkundigen.
2.3 Kerngegevens Het St. Antonius Ziekenhuis is een algemeen topklinisch opleidingsziekenhuis dat zich richt op patiëntenzorg, opleiding en onderzoek. Het St. Antonius ziekenhuis heeft vestigingen in Utrecht, Nieuwegein en Houten. Het St. Antonius Ziekenhuis biedt reguliere basiszorg in haar eigen verzorgingsgebied. Daarnaast heeft het ziekenhuis diverse topklinische functies, op grond van de Wet Bijzondere Medische Verrichtingen en een aantal topreferente functies. Voor veel specialismen heeft het ziekenhuis een centrum- of doorverwijsfunctie (topreferente functie). Omdat topzorg, innovatie en onderzoek belangrijk zijn, wordt voortdurend geïnvesteerd in moderne en geavanceerde technieken voor zowel diagnostiek als behandeling. Zo beschikt het ziekenhuis over moderne beeldvormende technieken (MRI, CT en PET-scan), endoscopische operatiekamers en moderne faciliteiten voor moleculaire diagnostiek. Kerngegevens, productie, personeel en opbrengsten Wordt aangeleverd door F&I tegelijk met financieel jaarverslag.
21
Kerngegevens, productie, personeel en opbrengsten Nadere kerngegevens Aantal erkende bedden Waarvan bedden voor hartbewaking Waarvan bedden voor intensive care met mogelijkheid voor beademing Waarvan bedden voor intensive care zonder mogelijkheid voor beademing Waarvan bedden voor PAAZ Spoedeisende Hulp 7x 24 uur beschikbaar (locaties Nieuwegein en Oudenrijn) Nadere kerngegevens Gemiddelde verpleegduur Aantal opnamen excl. overnamen en dagverpleging Aantal eerste polikliniekbezoeken Aantal overige polikliniekbezoeken Aantal dagverplegingen of deeltijdbehandelingen Waarvan aantal zware dagverplegingen Aantal klinische verpleegdagen
Kerngegevens capaciteit, personeel, bedrijfsopbrengsten, productie Capaciteit Aantal feitelijk beschikbare bedden (klinisch en dag/deeltijdbeh.) op 31 dec. Waarvan feitelijk beschikbare PAAZ- en PACZ-bedden Personeel Aantal personeelsleden in loondienst excl. med. spec. Aantal fte personeelsleden in loondienst excl. med. spec. Aantal medisch specialisten (loondienst + inhuur + vrij beroep) Aantal fte med. spec. (loondienst + inhuur + vrij beroep) Bedrijfsopbrengsten Totaal bedrijfsopbrengsten verslagjaar Waarvan omzet A-segment/PAAZ Waarvan omzet B-segment Overige bedrijfsopbrengsten Productie Aantal in verslagjaar geopende DOT-zorgproducten/DBC’s
2012 1.102 20 30 8 37
2011 1.102 20 30 8 37
ja
ja
4,9 45.521 239.180 420.136 51.609 8.570 221.196
5,0 44.716 243.233 384.355 55.927 6.601 222.751
848 37
848 37
4.912 3.583 274 n.b.
4.958 3.490 291 259,8
399.517.000 254.941.000 93.937.000 50.639.000
382.680.000 243.213.000 94.364.000 45.103.000
378.434
354.609
Vergunningen op grond van artikel 2 Wet bijzondere medische verrichtingen op 31 december Categorie Vergunning Ja/nee Transplantaties Niertransplantatie nee Harttransplantatie nee Longtransplantatie nee Levertransplantatie nee Pancreastransplantatie nee Transplantatie van de dunne darm nee Haematopoëtische stamceltransplantaties ja Transplantatie van de eilandjes van Langerhans nee Radiotherapie nee Bijzondere neurochirurgie nee Hartchirurgie Openhartoperaties (OHO) ja
22
Automatic implantable cardiovertor defibrillator (AICD) Ja Ritmechirurgie Ja Percutane transluminale coronaire angioplastiek (PTCA) Ja Klinisch genetisch onderzoek en erfelijkheidsadvisering Nee In vitro fertilisatie (IVF) Nee Neonatale intensive care unit (NICU) Nee
Aanwijzingen op grond van artikel 8 Wet bijzondere medische verrichtingen op 31 december Aanwijzing Ja/nee Pediatrische intensive care unit (PICU) Nee Hemofiliebehandeling Nee Traumazorg Ja Pijnrevalidatie en revalidatietechnologie Nee HIV-behandelcentra (Humaan Immunodeficiëntie Virus) Nee Cochleaire implantaties Nee Uitnameteams orgaandonatie Nee
2.4 Samenwerkingsrelaties
Santeon Ziekenhuizen
Het St. Antonius Ziekenhuis kent een groot aantal stakeholders, die in vijf groepen zijn te groeperen: • patiënten(organisaties); • zorgverzekeraars; • overheid en (zijn) inspecties (gemeentelijk, provinciaal en landelijk); • andere zorgaanbieders (waaronder verwijzers); • overige instanties en bedrijven.
In 2007 hebben vijf samenwerkende topklinische ziekenhuizen de Vereniging Samenwerkende Ziekenhuizen opgericht. Naast het St. Antonius Ziekenhuis participeren hierin het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis (Amsterdam), het Canisius-Wilhemina Ziekenhuis (Nijmegen), het Catharina-ziekenhuis (Eindhoven), het Martini Ziekenhuis (Groningen). Met ingang van 1 januari 2009 is het Medisch Spectrum Twente (Enschede) toegetreden. De samenwerkende ziekenhuizen richten zich als landelijke vereniging vooral op de hoogwaardige kwaliteit van behandeling en zorg, het versterken van de bijzondere positie die de ziekenhuizen hebben als opleidingsziekenhuizen voor medisch specialisten en zorgprofessionals, de profilering als goed werkgever en het behalen van schaalvoordeel voor een aantal backoffice activiteiten als ICT en inkoop. Vanaf 31 maart 2010 profileert de Vereniging Samenwerkende Ziekenhuizen zich als Santeon.
Met de eerste drie groepen zijn de relaties, zoals die bij alle ziekenhuizen bestaan. Wel zijn er enkele specifieke relaties, zoals: • aan de Stichting Cliëntenbelang is het enquêterecht voor patiënten toebedeeld, zoals opgenomen in de WTZi; • met de regiovertegenwoordiging van ZN is een contract gesloten rond de omvang en kwaliteit van de zorgproductie in het schaduwbudget; met alle zorgverzekeraars over de zorgproductie in DOT: • met de Gemeente Nieuwegein is sprake van een Samenwerkingsovereenkomst inzake o.a. bestemmingsplan en parkeren; • met tal van zorgaanbieders wordt samengewerkt in het ROAZ (Regionaal Overleg Acute Zorg); • met vele bedrijven en instanties bestaan overeenkomsten over samenwerking, leveranties, e.d., belangrijke overeenkomsten betreffende leningen, medische apparatuur, bouwaangelegenheden en financieringen en parkeren. In deze paragraaf geven wij een overzicht van de belangrijkste samenwerkingsrelaties van het St. Antonius Ziekenhuis met andere zorgaanbieders en overige instanties en bedrijven.
Samenwerkende Topklinische opleidingsziekenhuizen (STZ) Met 27 andere opleidingsziekenhuizen in Nederland werkt het St. Antonius Ziekenhuis samen in de Vereniging Samenwerkende Topklinische opleidingsziekenhuizen (STZ). Kern van het samenwerkingsverband van deze ‘Teaching Hospitals’ vormen de medisch specialistische opleidingen en de topklinische en topreferente functies. De STZ-ziekenhuizen voelen zich gezamenlijk verantwoordelijk voor: • het bevorderen van hoogwaardige patiëntenzorg, topklinische behandeling en topreferente zorg; • onderwijs en opleidingen in brede zin; • toegepast wetenschappelijk onderzoek; • zorginnovatie. Daarnaast werken de STZ-ziekenhuizen samen met andere zorgaanbieders in hun regio. Hun voorzieningenniveau ligt immers tussen dat van de universitaire medische centra en dat van de andere algemene ziekenhuizen. In taakstelling en in niveau hebben de topklinische opleidingsziekenhuizen overeenkomsten met beide typen ziekenhuizen. Met
23
beide niveaus hebben de STZ-ziekenhuizen verwijs- en terugverwijsrelaties; met beide bestaan op veel gebieden samenwerkingsafspraken.
aan medisch specialistische zorg voor de inwoners van de regio Woerden te kunnen blijven garanderen. Het St. Antonius Ziekenhuis denkt hiermee het aanbod van topklinische zorg te kunnen versterken.
Stichting Partners in Gezondheidszorg In het voorjaar van 1998 werd tussen het toenmalige Academisch Ziekenhuis Utrecht (thans het Universitair Medisch Centrum Utrecht) en het St. Antonius Ziekenhuis een samenwerkingsovereenkomst getekend, gericht op intensivering van de inhoudelijke samenwerking tussen beide ziekenhuizen. Later dat jaar werd dit geformaliseerd in een gezamenlijke stichting Partners in Gezondheidszorg. De samenwerking richtte zich in eerste instantie vooral op de hart-longdisciplines. De samenwerking binnen de hartlongdisciplines werd later teruggebracht en de statuten van de stichting zijn daaraan aangepast. In 2004 is het samenwerkingsdocument uitgebreid tot andere functies en disciplines. In 2011 verliep de samenwerking conform dit document. Begin 2012 is de stichting Partners in Gezondheidszorg op verzoek van het UMC Utrecht opgeheven. Zaken worden nadien rechtstreeks geregeld in overeenkomsten tussen het UMC Utrecht en het St. Antonius Ziekenhuis.
Ziekenhuis Rivierenland Tiel Het St. Antonius Ziekenhuis en Ziekenhuis Rivierenland in Tiel ondertekenden op 3 december 2012 een samenwerkingsovereenkomst. De ziekenhuizen willen met de samenwerking bereiken dat medisch specialistische zorg voor de inwoners van de regio Rivierenland dichtbij beschikbaar blijft. Daarnaast is de Stichting Samenwerking Gezondheidszorg Midden-Nederland opgericht die zal dienen als formeel overlegorgaan tussen beide ziekenhuizen. De samenwerking stelt het St. Antonius Ziekenhuis in staat om relatief weinig voorkomende aandoeningen van topklinische aard te kunnen blijven uitvoeren. De wens om verdere samenwerkingsmogelijkheden te verkennen komt voort uit het beleid van de landelijke overheid, de zorgverzekeraars en wetenschappelijke verenigingen van medisch specialisten. Zij bepleiten sommige (veelal complexe) vormen van zorg te concentreren en daarnaast reguliere zorg zo veel mogelijk te spreiden. In de samenwerkingsovereenkomst zijn de algemene kaders vastgelegd waarbinnen maatschappen en ziekenhuisafdelingen concrete samenwerkingsinitiatieven kunnen ontplooien. Specifieke afspraken tussen maatschappen en afdelingen zullen worden vastgelegd in deelovereenkomsten. Omdat beide huizen zelfstandig blijven, verandert er niets in de besturingstructuur van de afzonderlijke organisaties. Het recht van vrije artsenkeuze voor patiënten zal onverminderd worden gegarandeerd.
Zuwe Hofpoort Ziekenhuis Met het Zuwe Hofpoort Ziekenhuis wordt gestreefd naar een intensivering van de samenwerking. Vertrekpunt is dat een samenwerking meerwaarde oplevert voor de patiënt. De belangrijkste aanleiding om samenwerking te gaan intensiveren is het realiseren van kwaliteitsverbeteringen door complexe zorg te concentreren en basiszorg te spreiden. Het Zuwe Hofpoort Ziekenhuis verwacht door de samenwerking een breed pakket
De ziekenhuizen, die al op verschillende terreinen samenwerken, zijn sinds medio 2012 bezig met een verkenning van de mogelijkheden tot verdere samenwerking. Uit de verkenningen is gebleken dat er voldoende draagvlak is om te komen tot de ondertekening van een intentieverklaring tot samenwerking en een onderzoek te starten naar de samenwerkingsmogelijkheden op medisch inhoudelijk en ondersteunend gebied. Het onderzoek richt zich op de gezamenlijke doelstellingen: verbetering van kwaliteit, toegankelijkheid en doelmatigheid van zorg in de regio. De intentieverklaring is tot stand gekomen in nauw overleg met de stafbesturen van beide ziekenhuizen. De Ondernemingsraden en Cliëntenberaden hebben een positief advies afgegeven. De Raden van Toezicht van beide ziekenhuizen hebben de intentieverklaring goedgekeurd.
AlNatal Sinds 1 januari 2005 bestaat het geboortecentrum AlNatal. Dit is een zelfstandig behandelcentrum, waarin het St. Antonius Ziekenhuis en de vrijgevestigde specialisten participeren naast de verloskundigenpraktijk De Spildraai.
Transmuraal Centrum Houten In dit centrum werkt het St. Antonius Ziekenhuis nauw samen met de Houtense huisartsen op drie terreinen: de huisartsenpost, de poliklinieken en de huisartsenkliniek. In 2012 is de huisartsenkliniek gepositioneerd bij Zorgspectrum.
Transmuraal Centrum Overvecht Op 1 juli opent Polikliniek Utrecht Overvecht. Vanaf 1 april worden al afspraken op deze nieuwe locatie ingepland, zodat de eerste polikliniekbezoeken op 1 juli kunnen plaatsvinden. De polikliniek is gevestigd aan de Neckardreef 6, bij het verpleeghuis Tamarinde in de wijk Utrecht Overvecht.
Transmurale Apotheek De Transmurale Apotheek St. Antonius Beheer BV is een openbare apotheek op de begane grond van het St. Antonius Ziekenhuis (doorgaans de ‘Antonius Apotheek’ genoemd). Voor de uitvoering van de transmurale apotheek is een samenwerkingsovereenkomst getekend tussen gezondheidszorgcentrum De Roerdomp en het St. Antonius Ziekenhuis. De apotheek fungeert als schakelpunt tussen de intra- en extramurale zorg. Daarnaast is de Antonius Apotheek dienstapotheek voor de regio Nieuwegein, IJsselstein, Vianen en Lopik. Patiënten kunnen direct bij ontslag of na een polikliniekbezoek hun medicijnen ophalen in de Antonius Apotheek. De patiënten zijn erg enthousiast over deze service. De Antonius Apotheek is operationeel vanaf 19 juni 2006.
24
Samenwerking met GG&GD Utrecht en GGD MiddenNederland Het St. Antonius Ziekenhuis, GG&GD Utrecht en GGD MiddenNederland hebben op 19 juli 2007 een samenwerkingsovereenkomst getekend met daarin duidelijke afspraken over onderlinge samenwerking en afstemming. Met de ondertekening van dit convenant wordt het Medisch Microbiologisch en Immunologisch Laboratorium van het St. Antonius Ziekenhuis per 1 september 2007 officieel een regionaal Openbare GezondheidsZorg (OGZ)laboratorium.
Stichting “Ketenzorg Lek en Hollandsche IJssel eo” De Stichting “Ketenzorg Lek en Hollandsche IJssel eo” (opgericht in 2008) is een geformaliseerd podium waarin transmurale en/of ketenzorgthema’s gecentraliseerd worden bestuurd en georganiseerd. De rechtstreeks betrokken partners (ziekenhuis, medisch specialisten en huisartsen) hebben een plaats in de beherende rechtspersoon.
Leidsche Rijn Julius Gezondheidszorgcentra Het St. Antonius Ziekenhuis is een van de oprichtende partijen geweest voor de eerstelijns gezondheidscentra. Momenteel wordt in inhoudelijke zorgprojecten met elkaar samengewerkt.
Medisch Coördinatie Centrum Het Medisch Coördinatie Centrum St. Antonius Ziekenhuis (MCC) is het overlegorgaan voor samenwerking en afstemming met huisartsen. In het MCC zijn de huisartsenverenigingen uit het verzorgingsgebied en de Medische Staf vertegenwoordigd. Het aandachtsgebied van het MCC is verbeteren van de relatie en samenwerking tussen huisartsen en specialisten/ het ziekenhuis.
Primair Huisartsenposten Op locatie Nieuwegein en in het Transmuraal Centrum Houten is een huisartsenpost van Primair gevestigd, op locatie Leidsche Rijn wordt een huisartsenpost geopend.
Saltro In 2012 is een intentieovereenkomst getekend tussen Saltro en het St. Antonius Ziekenhuis met als doel ketenzorg rondom diagnostiek efficiënter te organiseren om zo de kwaliteit van zorg en service naar patiënten te verbeteren. In 2012 zijn gesprekken gestart om hier invulling aan te geven.
Zorggroepen Met verschillende zorggroepen in het verzorgingsgebied van het St. Antonius Ziekenhuis zijn ketenafspraken gemaakt voor samenwerking op het gebied van diabetes mellitus en/ of COPD. Het betreft Stichting Multidisciplinaire Zorg Houten, de Coöperatie Stadsmaatschap Utrecht, Leidsche Rijn Julius Gezondheidscentra en Stichting Ketenzorg Kanaleneiland.
Q-Park Op basis van het Masterplan Huisvesting is in 2007 gestart met de bouw van de definitieve parkeergarage. Deze garage is door een externe partij (Q-Park), in nauw overleg met het St. Antonius
Ziekenhuis, ontwikkeld, gebouwd en geëxploiteerd. De garage biedt ruimte aan 1450 auto’s en is eigendom van Q-park.
25
3. Governance 3.1 Bestuur en toezicht Zorgbrede Governance Code Het St. Antonius Ziekenhuis hanteerde tot 2009 de NVZ-governancecode. De per 1 januari 2011 geïntroduceerde Zorgbrede Governancecode heeft ook in het St. Antonius Ziekenhuis de NVZ-governancecode vervangen; dit heeft niet geleid tot nieuwe governance-aspecten.
3.2 Raad van Bestuur Het St. Antonius Ziekenhuis kent een reglement voor de Raad van Bestuur waarin de verantwoordelijkheden van de Raad van Bestuur zijn geëxpliciteerd. Kernelementen zijn de verhouding tot de Raad van Toezicht, verantwoording, taakverdeling, functioneren, besluitvorming en (het niet aanwezig zijn van) belangenverstrengeling. In onderstaande tabel zijn alleen de (neven) functies opgenomen welke niet uit hoofde van de hoofdfunctie worden vervuld.
Samenstelling Raad van Bestuur Prof. dr. D.H. Biesma Ir. F.A.M. Spijkers Ir. D.M. Schraven
Voorzitter Raad van Bestuur St. Antonius Ziekenhuis Hoogleraar Interne Geneeskunde van UMC Utrecht Bestuurslid van St. Antonius Onderzoeksfonds Lid Raad van Toezicht Julius Gezondheidscentrum Leidsche Rijn. Lid Raad van Bestuur St. Antonius Ziekenhuis Voorzitter Raad van Commissarissen Antonius Apotheek B.V. Lid Raad van Toezicht Utrecht Centrum voor de Kunsten (UCK) Lid Raad van Toezicht Hospice Nieuwegein Lid Bestuur Okura Executive Circle Lid Raad van Bestuur St. Antonius Ziekenhuis Lid Raad van Commissarissen Antonius Apotheek B.V.
Secretaris Raad van Bestuur (tot 1 september 2012, daarna vacature): mw. drs. L.A.A. van Reeuwijk
zorg, onderwijs, bedrijfsleven. Zie ook het eerdere ‘Verslag Raad van Toezicht’.
3.4 Bedrijfsvoering De Raad van Bestuur is verantwoordelijk voor de bepaling, uitvoering en monitoring van de strategie en de doelstellingen van het ziekenhuis. De Raad van Bestuur delegeert bevoegdheden aan managers van zorgeenheden, medisch ondersteunende en algemeen ondersteunende eenheden.
Planning- en Controlcyclus 2012 De Planning- en Controlcyclus is richtinggevend voor de ontwikkeling, vormgeving, uitvoering, toetsing en verantwoording over het gevoerde beleid. Belangrijk startpunt daarbij is het meerjarenbeleidsplan “Kiezen voor Kwaliteit” dat in 2012 door de Raad van Bestuur en het Stafbestuur is vastgesteld met concrete doelstellingen op het terrein van zorg, onderwijs en onderzoek voor de jaren 2012-2016. Jaarlijks wordt in de Kaders voor Beleid, het jaarplan, de begroting en het jaardocument vooruit gekeken naar de voortgang en teruggekeken op het realiseren van de doelstellingen in het meerjarenbeleidsplan. Dit wordt in gezamenlijkheid door de Raad van Bestuur en het Stafbestuur uitgevoerd. In het voorjaar zijn met alle maatschappen/vakgroepen in aanwezigheid van de verantwoordelijke managers van de zorgeenheden door het Stafbestuur en de Raad van Bestuur gesprekken gevoerd over de verwachte ontwikkelingen in hun vakgebied, portfolio-vraagstukken, regionale samenwerking, het ontwikkelen van kwaliteitsindicatoren en de productieontwikkeling. Daarna is een gezamenlijk beleidskader van de Raad van Bestuur en het Stafbestuur opgesteld waarin de doelstellingen voor 2012 zijn opgenomen. Het beleidskader bevat voor de managers van de eenheden concrete doelstellingen die zij dienen te vertalen in jaarplannen en begrotingen van de eenheden. Op basis van deze jaarplannen wordt een ziekenhuisbreed jaarplan en begroting opgesteld.
Concernrapportage ZiGT In 2012 is ook gestart met het opstellen van de concernrapportage ZiGT. In deze rapportage wordt aan de hand van een dashboard met vier kwadranten, te weten: (i) productie en financiën, (ii) kwaliteit en logistiek, (iii) personele ontwikkelingen en (iv) patiënt, zorgverzekeraars en verwijzers een maandelijkse update gegeven over de voortgang. Deze rapportage gaat dus verder dan alleen een financiële rapportage.
3.3 Raad van Toezicht De Raad van Toezicht bestond in het verslagjaar uit zeven leden (in 2012 zijn twee nieuwe leden benoemd en is een lid afgetreden, waarmee vanaf januari 2013 de Raad van Toezicht uit zes leden bestaat). De leden beschikken over uiteenlopende achtergronden en kennisgebieden: financieel-economisch, juridisch, bestuurlijk, sociale zaken en arbeidsverhoudingen, gezondheids-
Treasurystatuut In 2012 is het Treasurystatuut vernieuwd. In het nieuwe Treasurystatuut is een aansluiting gemaakt met de planning en control cyclus. Daarnaast wordt ook aandacht gegeven aan cashmanagement en is de beschreven organisatie van de treasuryfunctie vereenvoudigd doordat het aansluit bij de wenselijke praktijk.
26
Investeringskader 2012-2016 In 2012 is een ziekenhuisbreed actueel meerjaren investeringsbeleid voor medische en overige inventaris vastgesteld. In dit investeringskader 2012-2016 zijn de benodigde investeringen in de periode t/m 2016 opgenomen. Daarbij is ook kritisch gekeken naar de optimalisatie van de vereiste investeringen in het licht van de strategie en doelmatigheid van het ziekenhuis. Uit het meerjarenperspectief blijkt dat de investeringen passen binnen de cashflow ontwikkelingen en de afspraken met de banken.
Salesteam In 2012 is een salesteam gestart, om de onderhandelings- en verkoopkracht van het ziekenhuis te versterken. Binnen het salesteam wordt de strategie richting de zorgverzekeraars in afstemming met de stafmaatschap opgepakt en uitgewerkt, vooral waar het prijs, kwaliteits- en marketingaspecten betreft. Tevens heeft het salesteam de lead bij de onderhandelingen en afspraken met de zorgverzekeraars.
en ruime loopbaanmogelijkheden zijn belangrijke voorwaarden voor het St. Antonius Ziekenhuis om personeel te werven én te behouden. Ook wil het St. Antonius Ziekenhuis een topwerkgever zijn, die haar medewerkers ziet als de unieke kracht om de organisatiedoelstellingen te kunnen realiseren. Tegelijkertijd is de context van deze tijd dat de turbulentie in de gezondheidszorg vraagt om een slagvaardige en flexibele organisatie. In toenemende mate zal de organisatie hierop moeten anticiperen om financieel gezond te blijven en daarmee de continuïteit van de werkgelegenheid ook in de toekomst te kunnen blijven garanderen. Op basis van deze visie is in 2012 een nieuw sociaal plan afgesloten.
Crisis en continuïteitsmanagement Ontruimingsoefeningen • In 2012 zijn er in totaal 62 ontruimingsoefeningen gehouden, op de locaties Nieuwegein, Overvecht en Oudenrijn. • Er zijn acht inzetoefeningen georganiseerd in samenwerking met Falck, gericht op het trainen van de BHV-ploeg.
Fraudebeheersing Wordt aangeleverd door F&I tegelijk met financieel jaarverslag.
BHV Opleidingen
Financiële risico’s Wordt aangeleverd door F&I tegelijk met financieel jaarverslag.
• In 2012 zijn 362 BHV-ers naar een nascholing geweest. • Het totaal aantal BHV-ers is op 1 januari 2013; 462. • Het aantal plaatsvervangende Hoofden BHV ligt op 43.
Niet financiële risico’s
BHV Inzet
Het St. Antonius Ziekenhuis levert topzorg op een patiëntveilige en patiëntvriendelijke wijze. Dat wil zeggen: doeltreffend, doelmatig, patiëntgericht én van goede kwaliteit. Het St. Antonius Ziekenhuis valt onder de Kwaliteitswet zorginstellingen. Onder andere ten aanzien van de volgende thema’s heeft de Raad van Bestuur beleid ontwikkeld:
• In 2012 heeft de BHV-organisatie 108 keer opgetreden, verdeeld over de drie hoofdlocaties. • Hiervan zijn 55 ongevalmeldingen en 53 brandmeldingen. • Er hebben zich geen echte branden voorgedaan en er zijn geen ontruimingen van patiënten en/of medewerkers geweest.
Patiëntveiligheid
Opleiden-Trainen-Oefenen Rampenopvang
Op basis van analyses van klachten, incidenten en calamiteiten, een patiëntveiligheidsscan uitgevoerd door een externe consultant en gesprekken met stakeholders zijn zes ziekenhuisbrede risico’s benoemd waar actief op beleid is geformuleerd. Zie voor meer details hoofdstuk 4.3.
• In 2012 hebben 9 cursisten deelgenomen aan de HospitalMIMS opleiding, 4 cursisten aan de Advanced Hazmat Life Support en zijn 7 SBAR communicatietrainingen georganiseerd voor de acute verloskunde. • Het ziekenhuis nam deel aan het crisiscoördinatorenoverleg, het Projectteam- en de Stuurgroep OTO. • Leergangen en oefeningen Crisiscommunicatie, instellen van het Actiecentrum Communicatie. • Rampoefening voor leden Crisisteam, interne presentaties Rampenopvang, deelname aan congressen en symposia crisisbeheersing. • Presentatie crisis- en continuïteitsmanagement door bestuur tijdens de Kenniskring Crisisbeheersing. • Optreden als waarnemer bij oefeningen van het Erasmus MC en Meander Medisch Centrum. • Ontwikkeling van het concept Leidraad Continuïteitsmanagement voor ziekenhuizen.
Reputatiemanagement In de komende periode is de marketing en communicatie rondom de ingebruikname van de nieuwbouwlocatie een belangrijk strategisch thema. Hiervoor is in 2012 een communicatieplan ontwikkeld. Dit richt zich er op om inwoners en huisartsen in het verzorgingsgebied en verwijzers in de tweede lijn goed te informeren over de verhuizing. Doel is daarmee tevens om minimaal het huidige patiëntenbestand te behouden en waar mogelijk het marktaandeel te vergroten.
Arbeidsmarkt De toenemende krapte op de arbeidsmarkt dwingt ons meer dan ooit een aantrekkelijke werkgever te zijn en te investeren in de arbeidstoekomst van onze medewerkers. Zorgelijk is echter dat de tekorten vooralsnog zullen blijven toenemen, eerder en sterker bij de gespecialiseerde functies. Goede arbeidsomstandigheden
Bedrijfshulpverlening Bedrijfshulpverlening (BHV) is bij wet vastgelegd in de Arbeidsomstandigheden wet- en regelgeving, en verplicht de organisatie zich voor te bereiden op restrisico’s. Dit zijn de risico’s
27
die resteren nadat de uitkomsten van de Risico Inventarisatie & -Evaluatie (R, I & -E) zijn uitgevoerd. Naast een stelsel van preventieve maatregelen onderhoudt het St. Antonius Ziekenhuis een uitgebreide BHV organisatie die 24/7 paraat staat om bij incidenten op te treden.
Rampenopvang De Rampenopvang is de wettelijke verplichting om als zorginstelling optimale zorg te verlenen aan slachtoffers van calamiteiten en rampen, ondanks een disbalans tussen slachtofferaanbod en opvangcapaciteit. Als onderdeel van de Witte kolom werkt het St. Antonius Ziekenhuis nauw samen met de Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR) van de Veiligheidsregio Utrecht. Met hulp van stimuleringsgelden van het ministerie van VWS, wordt op basis van een jaarplan vorm gegeven aan het Opleiden-Trainen-Oefenen traject (OTO).
(Zorg)continuïteit Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) stelt dat de zorgsector zich beter moet voorbereiden op rampen- en crisissituaties. In het auditrapport op basis van de uitgevoerde NIAZ audit in het St. Antonius Ziekenhuis van 26 en 27 januari 2012, heeft het NIAZ het opstellen van continuïteitsplannen beoordeeld als “deels adequaat”. Aan het normelement “Continuïteit kritieke voorzieningen/noodplannen” is de prioriteit “hoog” toegekend. Gedurende 2011-2012 is een Leidraad Continuïteitsplan ontwikkeld. In 2012 is deze gevolgd door een Business Impact Analyse (BIA). Op basis van de Leidraad en de resultaten van de BIA worden in 2013 op afdelingsniveau maatregelen getroffen om de veiligheid en zorgcontinuïteit in geval van een continuïteitsbedreigende calamiteit te waarborgen.
Integraal risico-management In 2013 wordt het concept van integraal risico-management vormgegeven en uitgewerkt.
door het St. Antonius Ziekenhuis. Deze presentatie besteedt naast de informatie die de organisatie wil delen ook aandacht aan de aandachtspunten van het cliëntenberaad; • Tijdens een werkbijeenkomst wordt het advies door het cliëntenberaad opgesteld; • Na akkoord van de meerderheid van de leden die betrokken zijn geweest bij dit thema, wordt het advies aangeboden bij de Raad van Bestuur; • Op elk advies wordt een (schriftelijke) reactie door de Raad van Bestuur gegeven. Naast de vooraf bekende speerpunten staat het cliëntenberaad open voor signalen van patiënten en de organisatie. Leden van het cliëntenberaad zijn benoemd per vergadering. Dat maakt het mogelijk om aanwezig te zijn als expert voor een bepaald thema. De praktijk heeft inmiddels uitgewezen dat er een compacte kern van dragers is die experts uitnodigen in de werkbijeenkomsten om gezamenlijk het advies op te stellen. Deze experts zijn ervaringsdeskundigen, patiëntorganisaties en kennisinstituten. Het cliëntenberaad is een groot voorstander van coproductie. Zij zet zich graag in om vroegtijdig betrokken te zijn bij de ontwikkeling van visies en/of projecten. Dit om voortijdig haar inbreng te geven nog voordat het een formele adviesaanvraag is. Ons in ziens maakt deze wijze participatie dat onze visie vroegtijdig wordt ingebed en daarmee is het formele advies in feite een bekrachtiging van datgene wat we met elkaar al hebben ontwikkeld. Dat vraagt van het St. Antonius Ziekenhuis een proactieve houding om ons vroegtijdig te betrekken. In 2012 is gebleken dat het cliëntenberaad steeds meer betrokken wordt door de organisatie als klankbord vanuit patiëntperspectief. Dit heeft ook buiten de formele vergaderingen plaatsgevonden.
Advisering 3.5 Cliënten(be)raad Doelstelling De cliëntenraad heeft als doel de ontwikkelingen van het St. Antonius Ziekenhuis te beïnvloeden vanuit patiëntenperspectief. Het is een advies- en medezeggenschapsorgaan van de Raad van Bestuur. De cliëntenraad behartigt de gemeenschappelijke belangen van patiënten. Daarbij richt de raad zich vooral op de aspecten van de zorg zoals patiënten die direct ervaren. Bijvoorbeeld: kwaliteit van zorg, bejegening, positie van de patiënt, toegankelijkheid, veiligheid, tijd en aandacht voor patiënten, privacy, beleid inzake klachten en klachtenbehandeling.
Werkwijze Op basis van de speerpunten is en jaaragenda opgesteld. Deze wordt afgestemd met de Raad van Bestuur en vastgesteld binnen het cliëntenberaad. Voor de speerpunten geldt het volgende proces om te komen tot een advies: • Het cliëntenberaad stelt een lijst met aandachtspunten op voor het speerpunt; • Tijdens het cliëntenberaad wordt een presentatie gegeven
Het cliëntenberaad heeft in 2012 advies uitgebracht over: • De meerjarenvisie • Visie op kwaliteit en veiligheid • Visie op oncologische zorg • Visie op cardiothoracale en vasculaire zorg • CQI index Het cliëntenberaad heeft over een aantal onderwerpen geen advies uitgebracht, omdat de inbreng van het Cliëntenberaad tijdens de vergadering voldoende was voor de Raad van Bestuur. Deze inbreng is vastgelegd in de notulen. Onderwerpen waren onder meer: • Strategische zorginkoop • Wat kan er beter rondom de VRE- bacterie Het cliëntenberaad heeft op eigen initiatief een start gemaakt met het agenderen van het onderwerp gezamenlijke besluitvorming, oftewel shared decision making. Het is een manier van werken waarbij arts en patiënt samen tot een beleid komen dat het beste bij de patiënt past.
28
In 2012 hebben er zeven overleggen met de Raad van Bestuur plaatsgevonden. Daarnaast heeft het cliëntenberaad zeven werkbijeenkomsten gehad.
Ontwikkeling Het cliëntenberaad heeft haar werkwijze geëvalueerd in het vierde kwartaal van 2012. Dat heeft geleid tot een eerste inhoudelijk jaarplan voor 2013. Daarbinnen een focus voor de eigen invalshoek van het cliëntenberaad in aansluiting op de meerjarenvisie van het St. Antonius Ziekenhuis.
29
4. Beleid, inspanningen en prestaties 4.1 Meerjarenbeleid In 2013 zal een aantal zaken de nodige aandacht vergen, zoals de verhuizing naar Leidsche Rijn, de verdere regionale samenwerking met Tiel en Woerden en het toenemende belang van meting en transparantie van kwaliteit van zorg. Dit alles onder een financieel onzeker gesternte. Immers, de effecten van de systeemwijziging naar DOT zijn op dit moment nog niet goed te overzien. Wel weten we dat de kapitaallasten en de investeringen in de komende jaren fors gaan toenemen. De bouw van het ziekenhuis in Utrecht verloopt conform planning en zal het gebouw in het voorjaar 2013 opgeleverd worden. De ingebruikname van het nieuwe ziekenhuis zal in september 2013 plaatsvinden, de ziekenhuislocaties Oudenrijn en Overvecht worden gesloten en er komt een nieuw transmuraal centrum in Overvecht. Dit zal er aan bijdragen dat er op veel fronten doelmatiger gewerkt kan worden dan nu met de locaties Overvecht en Oudenrijn het geval is. Voorbeelden hierbij zijn: de integratie van de keuken(s), minder balies, recepties en beveiliging is nodig op twee locaties, doelmatigere verpleegafdelingen, OK, beter bezette poliklinieken, en overige ondersteunende diensten, minder reizen, transport, efficiëntere ondersteuning, etc.
De Raden van Bestuur en de Stafbesturen van het Zuwe Hofpoort Ziekenhuis en het St. Antonius Ziekenhuis zijn al enige tijd met elkaar in gesprek over de mogelijkheden voor een intensievere samenwerking. Voor het St. Antonius Ziekenhuis is regionale samenwerking van waarde voor behoud en uitbreiding van de topreferente zorg op onder meer cardiothoracaal, vasculair en oncologisch gebied. In 2013 wordt een onderzoek verricht naar de meerwaarde van samenwerking tussen ons ziekenhuis en het Zuwe Hofpoort Ziekenhuis. Op basis hiervan zal eventuele verdere samenwerking worden vormgegeven. Het St. Antonius Ziekenhuis en Ziekenhuis Rivierenland in Tiel ondertekenden 3 december 2012 een samenwerkingsovereenkomst. De ziekenhuizen willen met de samenwerking bereiken dat medisch specialistische zorg voor de inwoners van de regio Rivierenland dichtbij beschikbaar blijft. De samenwerking stelt het St. Antonius Ziekenhuis in staat om relatief weinig voorkomende aandoeningen van topklinische aard te kunnen blijven uitvoeren. In de samenwerkingsovereenkomst zijn de algemene kaders vastgelegd waarbinnen maatschappen en ziekenhuisafdelingen concrete samenwerkingsinitiatieven kunnen ontplooien. Specifieke afspraken tussen maatschappen en afdelingen zullen worden vastgelegd in deelovereenkomsten. In 2013 zal dit verder worden uitgewerkt.
4.2 Algemeen beleid Vaststelling zorgverdeling locaties Nieuwegein en Utrecht (Leidsche Rijn) De opening van de nieuwe locatie in Utrecht is aangegrepen als gelegenheid om opnieuw na te denken over de zorgverdeling over de ziekenhuislocaties. In 2012 is de zorgverdeling tussen de twee locaties Nieuwegein en Utrecht (Leidsche Rijn) uitgewerkt binnen de kaders van de meerjarenstrategie. Dit leidde tot een aantal verschuivingen in de klinische zorg, waarvan de impact op patiënten, personen en processen zorgvuldig in kaart is gebracht. Beide ziekenhuislocaties behouden een volledig aanbod aan poliklinische zorg. De cardiovasculaire zorg zal zich klinisch vooral in Nieuwegein ontwikkelen; tevens is daar het merendeel van de acute en complexe ketenzorg (zoals ICU, SEH en 7x24u verloskunde) geconcentreerd. De locatie in Utrecht/Leidsche Rijn profileert zich op het gebied van de oncologie en daarbij passende spoeddiagnostiek; tevens komt in deze locatie het zwaartepunt voor beweging en psychiatrie. Verder zal hier ook 24/7 een SEH en HAP functie zijn, die als keten zal functioneren met de acute zorg in Nieuwegein. In overleg met de Medische Staf is verder gekeken naar de uitwerking van de oncologische zorg in de Utrecht/Leidsche Rijn, waarbij de doelstelling is om de kliniek, dagbehandeling en de polikliniek zoveel als mogelijk bij elkaar te positioneren.
30
Ziekenhuisportfolio In 2011 is een start gemaakt met het kiezen van de medische speerpunten van het ziekenhuis. Dit is in 2012 verder uitgerold in afstemming met alle maatschappen en vakgroepen. Dit heeft geresulteerd in het ziekenhuisportfolio dat is opgenomen in het meerjarenbeleidsplan 2012-2016. Hiermee zijn duidelijke keuzes gemaakt voor de zorg waar de focus op gelegd wordt en waar niet. Binnen de topzorg heeft het ziekenhuis twee speerpunten gedefinieerd: cardiothoracaal & vasculaire zorg (met zwaartepunt in locatie Nieuwegein) en oncologische zorg (met zwaartepunt de nieuwbouw locatie Leidsche Rijn). Het St. Antonius Ziekenhuis onderscheidt zich van oudsher in de kwaliteit van cardiothoracale en vasculaire zorg (CTV). In het speerpunt CTV verenigt het St. Antonius Ziekenhuis de zorgverlening rondom hart, vaat en longen. De combinatie van kwaliteit/innovatie, onderzoek (grote R&D-afdeling) en de grote aantallen patiënten maakt dat CTV een speerpunt met nationale uitstraling is binnen ons ziekenhuis. Ten aanzien van de oncologische zorg omvat het zorgpalet binnen het ziekenhuis zowel de vijf hoogvolume tumorsoorten (borst, prostaat, colon, long en huid), maar ook de laagvolume tumoren (zoals pancreas en slokdarm) en enkele spécialités en innovatieve behandelingen, zoals de Da Vinci, HIPEC en stamceltransplantaties.
vereenvoudigd en gestimuleerd. Concreet heeft dit ertoe geleid dat op de nieuwe locatie een verpleegafdeling specifiek gericht op oncologie wordt ingericht. Daarnaast wordt de dagbehandeling oncologie naast de verpleegafdeling oncologie ingericht. Tot slot wordt een multidisciplinaire oncologie poli ingericht, waar vanuit verschillende specialismen (o.a. longen, interne geneeskunde, en chirurgie) de oncologische poliklinische zorg wordt geleverd. Marketing & Communicatie heeft veel aandacht besteed aan de naamgeving van het kankercentrum en de marktpositionering. Tevens is de website van het kankercentrum vernieuwd qua tekst en foto’s. De informatiemarkt voor kankerzorg en de verpleegkundige refereeravond zijn zeer succesvol geweest. Voor de hoogvolume oncologie zijn zogenaamde dashboards ontwikkeld, om gerichte verbeteracties te kunnen starten. Daarnaast is een start gemaakt met de integratie van de DICA-lijsten in het EPD. De klankbordbijeenkomsten zijn goed bezocht. In Santeon-verband zijn 2 projecten gestart; de best practices in de zorgpaden (de zogenaamde ‘big 4) inventariseren en overal implementeren en voor long- en prostaatkanker is het uitkomstindicatorenproject Meetbaar Beter gestart. De urologie voert diverse oncologische operaties (prostaat en blaas) sinds vorig jaar uit mbv de Da Vinci robot. Op grond van een uitgebreide analyse op wetenschappelijk oncologische publicaties zijn speerpunten benoemd.
Opening nieuwe intensive- en mediumcare Het St. Antonius Ziekenhuis zal zich binnen het speerpunt reguliere zorg voornamelijk richten op de gekozen focusgebieden. Binnen de reguliere zorg kan een aantal focusgebieden worden onderscheiden, bijvoorbeeld (niet limitatief!): • 24-uurs verloskunde, het geboortecentrum AlNatal en fertiliteitszorg; • IC zorg en de onlangs verbouwde IC/MC afdeling; • Bariatrie (chirurgie, psychiatrie, diëtetiek). De definitieve vaststelling van alle focusgebieden zal in het voorjaar van 2013 plaatsvinden.
Regionale samenwerking Vanwege haar supraregionele functie en de topreferente zorg op cardiothoracaal, vasculair en oncologisch gebied heeft het St. Antonius Ziekenhuis samenwerkingsrelaties met verschillende ziekenhuizen en andere zorginstellingen in de regio. Binnen deze samenwerkingsrelaties lag de focus in 2012 op de samenwerking met het Ziekenhuis Rivierenland in Tiel en het Zuwe Hofpoort Ziekenhuis in Woerden. Meer informatie hierover is ook terug te vinden in paragraaf 2.4.
Kankercentrum In 2012 is besloten de oncologische zorg te herpositioneren. De oncologische zorg wordt geconcentreerd op de nieuwe locatie in Utrecht. Hierbij zijn de mogelijkheden onderzocht om de oncologische zorg ook binnen het gebouw zoveel mogelijk op één locatie vorm te geven. Belangrijke uitgangspunten hierbij zijn het aanbieden van zorg rondom de patiënt, maar ook de meerwaarde dat medisch specialisten met oncologische expertise dicht bij elkaar in de buurt werken en het informele overleg hierdoor wordt
In 2012 heeft een grote verbouwing van de nieuwe IC/MC plaatsgevonden. Een moderne IC/MC afdeling is van groot belang voor het topklinische profiel van het ziekenhuis. De verhuizing naar de nieuwe IC/MC afdeling is daarbij zeer goed en zorgvuldig verlopen met minimale impact voor patiënten en medewerkers.
Nieuwe keuken In de laatste drie maanden 2012 is de keuken op locatie Nieuwegein verbouwd. De nieuwe verbouwde keuken biedt meer mogelijkheden om de service uit te breiden en voedselveiligheid te borgen voor de komende jaren. Gedurende de verbouwing is de continue service en dienstverlening geborgd gebleven.
Zorglogistiek Het beter organiseren van de zorglogistiek verdiende ook in 2012 weer volop aandacht. Het SLIM- programma is in 2010 bij St. Antonius Ziekenhuis geïntroduceerd. Verder implementatie van verbeteracties liepen ook door in 2012 en nieuwe projecten zijn gestart. De focus lag in 2012 op het ontwikkelen van operationele sturingsindicatoren voor afdelingen/poli’s (bijvoorbeeld ten aanzien van beschikbare en benutte bedcapaciteit, doorlooptijden etc.) en het trainen van onze medewerkers in de SLIM-methodiek, waarbij een tiental projecten is opgestart voor “action learning” tbv de medewerkerteams. Er is daarnaast een intern programmanagement ingericht met een interne programmamanager. Binnen het programmanagement worden projecten geprioriteerd, trainingsprogramma’s geïnitieerd en de voortgang van de verschillende projecten gemonitord.
31
Excellente Zorg Eind 2011 is het programma Excellente Zorg geïntroduceerd in het ziekenhuis. Het programma Excellente Zorg streeft naar de volgende doelen: • Verbetering van de Kwaliteit van zorg • Gemotiveerde, autonome verpleegkundigen die regie nemen over hun eigen werk • Een cultuur van continue leren en reflectie • Het binden, boeien en behouden van verpleegkundigen. De belangrijkste pijlers van het programma zijn de twee projecten de verpleegkundige professionaliteit (‘WAT’) en het productieve verpleegteam (‘HOE’). Het project Verpleegkundige Professionaliteit heeft als doelstelling om de deskundigheid, autonomie
en professionaliteit van verpleegkundigen te vergroten. In het Productieve Verpleegteam nemen verpleegkundigen de regie om de verpleegkundige processen continu te verbeteren. Het Programma Excellente Zorg levert een positieve bijdrage aan de ambitie van het St. Antonius Ziekenhuis op het gebied van kwaliteit, veiligheid en efficiënt werken op de verpleegafdelingen en de poliklinieken. Inmiddels is een aantal verbeteringen zichtbaar zoals aanzienlijke toename van de registratie verpleegsensitieve indicatoren, verbeteringen opname en ontslagproces, toename patiënttevredenheid, verbeteringen visite lopen, verhoging kwaliteitsbesef, vergroten aanspreekcultuur, terugdringing verspilling voorraden, afname verstoringen bij verpleegkundigen.
32
Informatiemanagement & ICT Het St. Antonius Ziekenhuis is een vooruitstrevende zorgorganisatie die voorop loopt bij diverse medisch-technische ontwikkelingen. Om deze vooraanstaande positie te kunnen handhaven heeft het ziekenhuis een adequaat geïntegreerde informatievoorziening nodig ter ondersteuning van zorg- en bedrijfsprocessen. Om belangrijke verbeterpunten aan te pakken wordt een nieuwe strategie ontwikkeld en is in 2012 een herstructurering van de ICT-voorziening in gang gezet. Voor de coördinatie van verschillende initiatieven en om grote ICT-programma’s aan te sturen is daartoe per 1 februari een CIO aangesteld met de opdracht om Informatiemanagement en ICT te integreren en de eenheid Informatiemanagement & ICT (I&I) in te richten. Belangrijke speerpunten hierin zijn het formeren van het CIO Office, de introductie van ICT-governance en projectportfolio-management, beleidsontwikkeling en professionalisering van ICT en (changemanagement) processen.
Inrichting van de eenheid I&I In eerste instantie is een werkorganisatie opgezet met de bedoeling om deze te laten uitgroeien naar een nieuwe organisatiestructuur. Het nieuwe CIO Office is operationeel en het functioneel beheer van diverse zorgapplicaties is opnieuw gepositioneerd. De eenheid bestaat thans uit het CIO Office, Beheer Zorgapplicaties, ICT Advies & Innovatie, ICT Productontwikkeling, ICT Beheer, ICT Services en Managementondersteuning. Er zijn programma’s gestart gericht op samenwerking en professionalisering. De ontwikkelingen hebben plaatsgevonden in goed overleg met P&O en de OR.
ICT-governance De complexiteit van ICT-vraagstukken en de snelheid van nieuwe ontwikkelingen vraagt om een heldere organisatie en besluitvorming. Er bleek grote behoefte aan betere afstemming tussen vraag en aanbod op het gebied van informatievoorziening en daarmee het overbruggen van de kloof tussen ICT en gebruikers. Om hier grip op te krijgen was een cultuuromslag in de omgang met informatievraagstukken en besturingsmogelijkheden door de organisatie noodzakelijk. In het kader van ICT-governance zijn nieuwe overlegstructuren geïntroduceerd zoals het Informatie BesturingsOverleg (IBO), de Informatie Raad (I-raad) en het Informatie Advies Overleg (IAO). Binnen de kwadranten en eenheden zijn Informatie-eigenaren (managers) en informatieadviseurs aangewezen. Het besluitvormingsproces is opnieuw vormgegeven. De eerste bijeenkomsten in de nieuwe overlegstructuren hebben inmiddels plaatsgevonden. Tevens is de coördinatie van grote projecten ter hand genomen met het opzetten van projectportfolio-management.
Lange termijn ICT-strategie In het kader van de lange termijn strategie zijn er twee opties: doorgaan met de eigen ontwikkeling, dan wel vervangen van IntraZis/EPD en iSoft/ZIS door een geïntegreerd systeem (bestof-breed versus best-of-suite). Deze strategische keuze heeft
grote implicaties en behoeft daarom gedegen onderzoek en een zorgvuldige afweging en besluitvorming. Medio 2012 is een project gestart voor de verdere invulling van de lange termijn strategie. Hierbij wordt uitgegaan van de werkhypothese dat een overstap van best-of-breed naar best-of-suite wenselijk dan wel onvermijdelijk is, om de gewenste geïntegreerde informatievoorziening te realiseren welke noodzakelijk is voor de ondersteuning van de organisatiestrategie. Er is meer inzicht en kennis nodig over verschillen en overeenkomsten in functionaliteit tussen de huidige applicaties en beschikbare bestof-suite mogelijkheden, alsmede in de mate van inrichtingsvrijheid en kosten. Daarnaast is de termijn waarop eventueel een pad naar een suite ingeslagen wordt nog een vraagstuk. Het CIO Office voert de regie bij het opzetten van een adequate projectorganisatie. In 2012 heeft een uitgebreide analyse en verwerking van de resultaten plaatsgevonden.
Korte termijn ICT-strategie Vooruitlopend op besluiten in het kader van de lange termijn strategie is het stellen van doelen voor de korte termijn noodzakelijk. Deze waren gericht op het continueren van de huidige zelfontwikkelde applicaties ter ondersteuning van het primaire (zorg)proces en waar relevant verbeteren ervan. Het huidige afsprakensysteem is verouderd en kent teveel functionele beperkingen voor een goede, servicegerichte patiëntenlogistiek. Bovendien is dit systeem niet langer toereikend door de komende ingebruikname van onze nieuwbouwlocaties. Om deze redenen is na selectie de implementatie van het nieuw afsprakensysteem UltraGenda gestart, met een aan de nieuwbouw aangepaste planning. De invoering van dit nieuwe systeem is in belangrijke mate gericht op procesverbetering. Dit is een noodzakelijke slag die gemaakt moet worden vooruitlopend op de implementatie van een nieuw ziekenhuisinformatiesysteem, ongeacht de keuze voor best-of-breed dan wel best-of-suite. Daarnaast bestond er grote urgentie voor het verbeteren van de ondersteuning van processen rondom financiën, inkoop, goederenlogistiek en projectondersteuning. Hiervoor is in 2012 het selectie- en implementatietraject ERP van start gegaan. In het kader van de kort termijn strategie zijn verder onder andere onderzoeken gedaan naar de impact op de ICT-voorzieningen door ingebruikname van de nieuwbouwlocaties en naar de implementatie van een nieuwe Pc-infrastructuur. Dit laatste in verband met licenties, onderhoud en achterblijvende prestaties van de huidige infrastructuur.
Projecten De eenheid I&I was in 2012 betrokken bij veel projecten. Om met name de grote projecten te kunnen beheersen is het projectenportfolio dashboard ingevoerd met rapportages per project. Hiermee wordt invulling gegeven aan het ICT-beleid voor de korte en middellange termijn. De beschikbare ICT-capaciteit is in kaart gebracht en vervolgens is bepaald welke projecten prioriteit moeten krijgen. Hierbij heeft brede afstemming binnen de organisatie plaatsgevonden.
33
4.3 Algemeen kwaliteitsbeleid Het St. Antonius Ziekenhuis zet de komende jaren wederom in op kwaliteit en patiëntveiligheid als basis voor de gastvrije topzorg die het ziekenhuis wil bieden. Hierbij staat de patiënt op de eerste plaats. Het succes van ons ziekenhuis wordt bepaald door het continu verbeteren van onze kwaliteit. Vanuit verschillende gebieden zoals vanuit patiënttevredenheidsonderzoeken (CQ-index) worden initiatieven uitgewerkt, geïmplementeerd en geborgd. Maar ook wordt gewerkt aan het meer transparant maken van kwaliteit door middel van (outcome) kwaliteitsindicatoren. De kwaliteitsbepalende indicatoren met bijbehorende doelstellingen voor 2012 zijn benoemd en komen later in dit document aan de orde.
Afdeling Kwaliteit, Veiligheid en Verantwoording (KVV) De nieuwe afdeling KVV heeft het afgelopen jaar een belangrijke bijdrage geleverd aan de uitwerking van kwaliteit van zorg binnen de organisatie. De uitgangspunten op het gebied van Kwaliteit, Veiligheid en Verantwoording sluiten aan op de toekomstvisie van het St. Antonius Ziekenhuis. Vanuit de afdeling wordt ondersteuning geboden bij het: • Meten van de ziekenhuisbrede kwaliteit van zorg op alle essentiële gebieden; • Analyseren van klachten, incidenten, claims, complicaties, infecties, calamiteiten en sterfgevallen om de aard, ernst en frequentie van (potentiële) schade inzichtelijk te krijgen; • Sturen op kwaliteit van zorg door middel van instrumenten en projecten die in de lijn worden uitgezet, het geven van feedback op basis van metingen en analyses, en het sturen op ziekenhuisbrede risico’s door middel van het risicomodel; • Verantwoorden van de geleverde kwaliteit van zorg naar stakeholders. De samenwerking met de Medische Staf, het management van zorgeenheden en ondersteunende eenheden is uitgebreid en geoptimaliseerd. Daarnaast is er gewerkt aan de ‘zichtbaarheid’ van de afdeling. Er is een website ‘Kwaliteit, Veiligheid en Verantwoording’ ingericht en er zijn concrete plannen voor het uitbrengen van een organisatiebrede nieuwsbrief. De integratie vanuit kwaliteits- en patiëntveiligheidsperspectief zal zich steeds verder ontwikkelen en vorm krijgen binnen de organisatie
Prioriteiten Naast de bestaande initiatieven is gewerkt aan de vijf prioriteiten voor het kwaliteitsbeleid genoemd in het visiedocument 20122014 en het Meerjarenbeleidsplan 2012-2016. De resultaten van 2012 staan vermeld in onderstaand overzicht.
Prioriteit 1: Proactief sturen op kwaliteit, gericht op uitkomsten van zorg Visiedocument 2012-2014: “Uitkomst van deze prioriteit moet in ieder geval zijn dat eenheden en vakgroepen in gezamenlijkheid op jaarbasis een “scan” uitvoeren van de kwaliteitsprioriteiten, en een geïntegreerd plan ontwikkelen hoe deze aan te pakken. Hierin heeft een set van ‘outcome’ indicatoren waarop gefocust gaat worden een centrale plaats. Dit is de input voor de dialoog met
Raad van Bestuur en Stafbestuur over het afspreken van kwaliteitsdoelstellingen. Hierbij kan de ondersteuning van de centrale afdeling Kwaliteit, Veiligheid & Verantwoording worden ingeroepen. In 2012 willen we hier graag een begin mee maken – dit zal een geleidelijk proces van een aantal jaren worden.” In 2012 zijn de volgende activiteiten binnen prioriteit 1 verricht: 1. Er is een dashboard ontwikkeld met kwaliteits- en veiligheidsindicatoren; 2. De uitkomsten uit patiënttevredenheidsonderzoek zijn geanalyseerd, en verbetermaatregelen zijn ingezet; 3. De uitkomsten uit IGZ- en Zichtbare Zorgindicatoren zijn geanalyseerd en hebben zo nodig tot acties geleid; 4. Middels het project Meetbaar Beter is gewerkt aan het ontwikkelen van eigen uitkomstindicatoren in Santeonverband. De activiteiten binnen prioriteit 1 worden achtereenvolgens toegelicht.
1. Dashboard Kwaliteit en Logistiek en concernrapportage Sinds 2012 is de maandelijkse concernrapportage ten behoeve van de Raad van Bestuur uitgebreid met indicatoren rond kwaliteit en veiligheid. De indicatoren zijn in 5 groepen ondergebracht: 1. speerpunten 2. verpleegkundige zorg 3. volume 4. (potentiële) schade 5. logistiek. In het dashboard is te zien of de indicator afwijkt van de gestelde norm en of de indicator is verbeterd of verslechterd ten opzichte van de vorige periode. Veel energie is gestoken in het automatisch ontsluiten van de gegevens. In afstemming met de managers van de zorgeenheden zal het dashboard in 2013 nog verder verbeterd worden.
2. Uitkomsten Patiënttevredenheid a. Vanaf 2004 wordt ziekenhuisbreed, structureel en periodiek de tevredenheid of ervaringen van patiënten over de kwaliteit van de geleverde zorg gemeten. Tot en met 2010 is het PTO (patiënttevredenheidsonderzoek) uitgevoerd. Vanaf 2011 zijn we samen met de andere Santeon ziekenhuizen patiëntervaringen gaan meten middels de Consumer Quality Index Ziekenhuizen (CQI-Z). Ieder jaar worden er twee metingen uitgevoerd. De voorjaarsmeting in mei/ juni en de najaarsmeting in december/ januari. b. Bovendien bestaat er nu een externe benchmark, zodat het St. Antonius Ziekenhuis de resultaten kan vergelijken met de andere Santeon ziekenhuizen, de ziekenhuizen van elkaar kunnen leren en gezamenlijk verbetertrajecten kunnen oppakken. c. Vanuit de 2012 resultaten zijn concrete verbeteracties gestart rondom: • wachttijd en informatie over uitloop; • informatievertrekking bij opname en ontslag; • informatie en communicatie rondom medicatie; • inspraak eigen inbreng van patiënten. d. Specifieke doelstellingen en verbeterprojecten op specialisme- en afdelingsniveau nemen de managers en afdelingshoofden in hun jaarplannen op (in samenspraak met de Raad van Bestuur).
34
3. IGZ-kwaliteitsindicatoren De IGZ-kwaliteitsindicatoren functioneren als signalen op grond waarvan men een I indruk kan krijgen van de geleverde kwaliteit en veiligheid van de zorg. Het sinds 2003 jaarlijks rapporteren van de indicatoren maakt de zorg transparanter; een ontwikkeling die het St. Antonius Ziekenhuis van harte toejuicht. Hiermee wordt de maatschappelijk gewenste openheid aan de patiënt geboden. Naast deze externe verantwoording is met name het stimuleren van interne kwaliteitsverbetering een belangrijk doel. Voor de ziekenhuisorganisatie en de Medische Staf betekent het een voortdurend willen werken aan het optimaliseren van de zorg. In 2012 is vanuit de afdeling Kwaliteit, Veiligheid en Verantwoording in samenwerking met de ICT-afdeling een enorme slag gemaakt in het automatisch uit het EPD halen van kwaliteitsindicatoren i.p.v. het handmatig uit het EPD lichten. Inmiddels is de kwaliteitsrapportage van het St. Antonius rond IGZ-indicatoren volledig geautomatiseerd.Bij 80% van de indicatoren scoort het St.Antonius op of beter dan het landelijk gemiddelde. De IGZ-indicatoren zijn verdeeld in 6 hoofdgroepen, te weten: 1. Operatief proces 2. Verpleegkunde Indicatoren 3. Oncologische indicatoren 4. Harten vaten 5. Infecties 6. Overige indicatoren Bij de hoofdgroepen Operatief Proces, Oncologische indicatoren, Hart en Vaten en Overige indicatoren zijn de scores van het St Antonius over het algemeen (veel) beter dan het landelijk gemiddelde. Wat betreft de hoofdgroep Verpleegkundige indicatoren, met name op het gebied van decubitus en ondervoeding kan het St Antonius nog verder verbeteren. In 2012 is hier middels het Programma Excellente Zorg door de verpleegkundigen veel energie in gestoken. In 2013 zal dit thema blijvend aandacht houden. Wat betreft het onderwerp Infecties registreert het St Antonius bij vijf aandoeningen via de Registratiemodule van PREZIES . Vanaf 2013 gaat de centrale lijn gerelateerde sepsis via PREZIES geregistreerd worden.
4. Meetbaar beter In het project ‘Meetbaar Beter” wordt gewerkt aan de ontwikkeling van eigen prestatie-indicatoren in Santeonverband. Doelstelling is het realiseren van een passend kwaliteitsbeleid bij speerpunten van zorg. Toetsing vindt plaats via een grondige methodologie door een nationale klankbordgroep (IGZ,verzekeraars, Patiëntverzekeraars) en door een International Academic Advisory Board. In 2011 is gestart met cardiovasculaire aandoeningen. In 2012 is het project uitgebreid met de oncologische aandoeningen prostaatkanker en longkanker. Hierbij wordt vooral gekeken naar gekeken naar best practices en richtlijnen.
1 2
Prioriteit 2: Inzicht en sturen op ziekenhuisbrede risico’s Visiedocument 2012-2014: “Uitkomst van deze prioriteit moet zijn dat de risicogebieden worden geïdentificeerd, dat hiervoor krachtige indicatoren worden ontwikkeld, en meldings- en rapportageprocedures worden vastgesteld, en afspraken over interventies duidelijk zijn, en waar nodig verantwoording kan worden afgelegd aan patiënten en toezichthouders.” In 2012 zijn de volgende activiteiten binnen prioriteit 2 verricht: 1. Het VMS-veiligheidsprogramma met de 10 thema’s is verder geïmplementeerd. 2. De jaarlijkse klachten zijn nader geanalyseerd, en hebben zo nodig tot verbetermaatregelen geleid. 3. Prospectief is op drie gebieden een risico-inventarisatie gedaan: CVA, heup/knie- operaties en colorectale operaties. 4. De belangrijkste ziekenhuisbrede risicogebieden zijn geïnventariseerd. 5. De (H)SMR gaf geen reden tot nadere actie. Bij ernstige incidenten is een SIRE-onderzoek ingesteld,. Dit komt aan de orde bij prioriteit 4.
Het landelijk gemiddelde wordt elk jaar gepubliceerd in de IGZ-uitgaves ‘Het resultaat telt’. PREZIES staat voor PREventie van ZIEkenhuisinfecties door Surveillance. Het PREZIES-netwerk is een samenwerkingsverband van deelnemende ziekenhuizen en het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM).
35
1. VMS-veiligheidsprogramma Het landelijke VMS- veiligheidsprogramma is eind 2012 afgerond. Alle thema’s zijn geïmplementeerd, echter de borging is nog niet bij alle thema’s gerealiseerd. Enkele thema’s behoeven in 2013 nog extra aandacht: • Het voorkomen van wondinfecties; • Voorkomen van (lijn) sepsis; • Medicatieveiligheid bij opname en ontslag. Medische ontwikkelingen en voortschrijdend inzicht heeft er toe geleid dat de doelstelling van een aantal thema’s is bijgesteld en/of is uitgebreid. Duidelijk is dat ook in 2013 de voortgang van de thema’s gemonitord wordt en de aandacht voor de borging binnen de gerealiseerde thema’s gehandhaafd blijft. In onderstaand overzicht wordt de stand van zaken aangegeven. Thema 1 Voorkomen van wondinfecties na een operatie 2a Voorkomen en behandeling van ernstige sepsis
Einddoelstelling Terugbrengen van de postoperatieve wondinfecties tot onder de streefwaarde van het 25ste percentiel voor 5 door het ziekenhuis gekozen indicatoroperaties Het streven is dat bij 90% van alle geopereerde patiënten de bundel wordt nageleefd. Bundel: 1. Deurbewegingen, mechanische tellers 2. Antibioticaprofilaxe 3. Ontharen pre-operatief 4. Normothermie
Stand van zaken Niet voor alle indicatoroperaties is de doelstelling behaald Bundel is nog niet volledig geïmplementeerd.
Voor december 2012 heeft landelijk een relatieve reductie plaatsgevonden van 1. Ziekenhuissterfte van ernstige sepsis 2. Sterfte aan ernstige sepsis < 30 dagen na diagnose ernstige sepsis Elk element van de resuscitatie- en managementbundel bij minimaal 80% van de patiënten wordt toegepast.
Gegevens zijn beschikbaar maar nog niet volledig geanalyseerd. De bundel wordt toegepast.
2b Voorkomen van lijnsepsis en Het optreden van lijnsepsis verminderen tot <3 gevallen van lijnsepsis per 1000 catheterdagen. Om deze doelstelling te kunnen bereiken is het streven dat bij tenminste 90% van de centraal veneuze catheters de sepsisbundel geheel wordt nageleefd. 3 Vroege herkenning en behandeling Voor december 2012 is landelijk de imple- van de bedreigde patiënt mentatie van het Spoed Interventie team (SIT) gerealiseerd met als doel reductie van onbedoelde schade. 4 Medicatieveiligheid bij opname Bij iedere patient vindt bij opname en en ontslag en ontslag medicatieverificatie plaats.
Organisatiebreed protocol is opgesteld, de inzet van een “lijnenteam” is georganiseerd. Aan de koppeling en registratie Metavision/EPD/Prezies wordt nog gewerkt.
Doelstelling is behaald.
Het elektronisch medicatie voorschrijfsysteem start begin 2013 met een pilot. Op een groot aantal afdelingen vindt medicatieverificatie plaats bij opname en ontslag van de patiënt.
36
Thema
Einddoelstelling
Stand van zaken
5 . Kwetsbare oudere Alle klinische patiënte van 70 jaar en ouder worde gescreend op 1. Delier 2.Vallen 3. Ondervoeding 4. Fysieke beperkingen Op alle geconstateerde risico’s worden preventieve – en behandelinterventies ingezet. 6. Optimale zorg bij acute coronair Op 31 december 2012 werkt 100% van syndromen de Nederlandse ziekenhuizen volgens de European Society of Cardiology (ESC) richtlijnen: • Bij ten minste 90% van de patiënten met een acuut STEMI is binnen 90 minuten na het eerste medisch contact de PCI behandeling in een PCI-centrum gestart. • Ten minste 90% van de patiënten heeft de ‘gouden vijf’ medicijnen voorgeschreven gekregen bij ontslag. • Alle patiënten die in aanmerking komen voor hartrevalidatie volgen een revalidatieprogramma. 7 Vroeg herkenning en behandeling Het voorkomen van onnodige lijden door van pijn pijn bij iedere klinisch opgenomen volwassene of op de SEH door vroege herkenning en behandeling van pijn. 8 High riskmedicatie Het proces van klaarmaken en toediening van parenterale medicatie is geïmplementeerd. Borging procedure “Voor Toediening Gereed Maken”. 9 Verwisseling van en bij patiënten Voor december 2012 is het aantal verwisselingen van patient, plaats en zijde en interventie gedaald. Bij electieve ingrepen wordt gestreefd naar 0 verwisselingen. De Time Outprocedure wordt uitgevoerd. 10 Voorkomen van nierinsufficiëntie bij vasculairgebruik van jodiumhoudende contrastmiddelen
Het voorkomen van contrastnefropathie bij patiënten door identificatie van patient met verhoogd risico op contrast- nefropathie en het nemen van adequate maatregelen ter preventie van contrasnefropathie bij hoogrisicopatiënten.
2. Klachten Voor het indienen van klachten biedt het ziekenhuis twee mogelijkheden: • Bemiddeling via de klachtenfunctionaris;
Screening vindt plaats, en over het algemeen worden zo nodig interventies ingezet. Dit laatste kan nog niet automatisch gemeten worden. Er wordt geregistreerd en de eerste analyses zijn beschikbaar. De richtlijn wordt toegepast.
Pijn scores worden in de kliniek geregistreerd, vanaf 2013 vindt registratie op de spoedeisende hulp. plaats. Op een aantal afdelingen wordt de VTGM uitgevoerd door apothekersassistenten. Voor verschillende afdeling zoals de IC worden medicatiespuiten bereid in de apotheek. Time out procedure wordt afgevinkt in het EPD.
Registratie toediening contrast in het EPD wordt gerealiseerd Nog geen organisatiebreed protocol beschikbaar.
• Behandeling door de klachtencommissie voor patiënten. Beide klachtenprocedures staan afzonderlijk beschreven in een reglement. De procedures gaan uit van de volgende definitie van een klacht: elk naar voren gebracht bezwaar tegen het functio-
37
neren van een hulpverlener of hulpverlenende instelling, komende van een gebruiker van de gezondheidszorg. Deze klachtomschrijving is zowel gericht op individuele genoegdoening van de klager als op verbetering van kwaliteit van de zorgverlening.
Procedure Klagers kunnen een klacht indienen via de website van het ziekenhuis (invullen van een klachtenformulier), per brief, per telefoon en door middel van persoonlijk bezoek. De klachtenfunctionaris bemiddelt vanuit een onafhankelijke positie in het ziekenhuis en spreekt géén oordeel uit over de gegrondheid van een klacht. Bij blijvende onvrede kan de klacht worden voorgelegd aan de klachtencommissie. Dit kan ook zonder dat er een bemiddelingsprocedure aan voorafgaat. De klachtenfunctionaris registreert de klachten voor interne kwaliteitsbewaking in een klachtenregistratiesysteem. Ieder half jaar worden de klachten besproken met de Raad van Bestuur. Hierbij komen vooral de terugkerende klachten aan de orde en acties die daarop gevolgd zijn. Met behulp van het klachtenregistratiesysteem worden twee keer per jaar geanonimiseerde gegevens aangeleverd aan het management. De maatschappen krijgen sinds einde 2012 twee maal per jaar de klachten van collega’s op naam aangeleverd. De klachtenfunctionarissen bespreken de overzichten twee maal per jaar met de managers en met een selectie van maatschappen; de klachtenfunctionarissen nemen de gevolgde of gewenste verbetermaatregelen en borging van deze maatregelen met hen door. De klachtenfunctionaris geeft de managers of maatschappen hierbij zo nodig advies. Indien de klachtenfunctionaris een klacht in behandeling neemt waarbij (mogelijk) een calamiteit aan de orde is, meldt hij/zij dit direct aan de Raad van Bestuur.
Resultaten 2012 In 2012 hebben de klachtenfunctionarissen in totaal 818 klachten in bemiddeling genomen, bestaande uit 966 deelklachten. Ten opzichte van het voorgaande jaar, waarin 764 klachten/920 deelmeldingen werden bemiddeld, is dit een lichte stijging. Klachtenfunctionaris 2009 2010 2011 2012 Aantal klachten 984 712 764 818 Aantal deelklachten 1242 899 920 966 Opvallend is dat er weinig verandering heeft plaats gevonden in de wijze van indiening van klachten. In 2012 kwamen 38% van de klachten binnen via e-mail, in 2011 was dit 37 %. Zowel in 2012 als in 2011 werd 29% via een telefonisch contact ingediend. In 2012 schreef 18 % van de klagers een klachtbrief, in 2011 was dit 20%. Tot slot kwam 15% van de klagers kwam persoonlijk langs om de klacht kenbaar te maken, in 2011 was dit 14%. In 2012 werd -net als voorgaande jaren- bij de klachtenfunctionaris het meest geklaagd in de categorie organisatorisch, maar het aantal daalde binnen deze categorie van 37% naar 34%. De categorie organisatorisch betrof in 2012 ondermeer klachten over niet nakomen van afspraken, logistiek rondom operatieplan-
ning, polikliniek afspraken problemen of lange wachttijd tijdens polibezoeken. Het aantal ingediende klachten over methodisch technische zaken bleef gelijk ten opzichte van het vorige klachtjaar namelijk 25%. In deze categorie werd geklaagd over onzorgvuldig handelen, verkeerde verslaglegging, onvoldoende zorg, onjuiste of gemiste diagnose, verkeerde behandeling of vermeende fouten. Het aantal klachten over bejegening/communicatie steeg dit jaar licht (stijging van 18 naar 21%). De klachten in deze categorie gaan in 2012 onder andere over onheuse bejegening, onvoldoende communicatie of niet serieus nemen van patiënten en of naasten. Er werd dit jaar meer geklaagd over gebrekkige voorlichting (16 %, in 2011 was dit nog 11%). De overige klachten hadden betrekking op financiën (4 %) qua aantal bijna gelijk aan vorig jaar ( 3%). Vele klachten hebben bijgedragen aan of geleid tot maatregelen of oplossingen ten behoeve van de individuele klager, bijvoorbeeld oplossen van onduidelijkheid rondom behandelbeleid, bemiddeling bij maken van poliafspraken en planning operaties. Naast individuele oplossingen/maatregelen werden er naar aanleiding van klachten ook algemenere verbetermaatregelen ingevoerd, bijvoorbeeld aanpassen van een informatiefolder over onderzoek, aanpassen voorlichtingsbrief over (mogelijke) vergoeding door zorgverzekeraars, aanscherpen laatste zorg door arts bij ontslag op verpleegafdeling, aanpassen laatste zorg aan overledenen op verpleegafdelingen. Een maatschap heeft naar aanleiding van klachten over te veel wisseling van artsen op de poli, ervoor gekozen om patiënten bij vervolgafspraken voortaan zoveel mogelijk bij dezelfde ‘vaste’ arts terug te laten komen.
Procedure via Klachtencommissie en resultaten 2012 De klachtencommissie voor patiënten is een onafhankelijk optredende commissie, met een onafhankelijke voorzitter en vice-voorzitter. In 2012 zijn beide functies vervuld door twee rechters van de Rechtbank Utrecht. De commissie vormt in haar samenstelling een gerede afspiegeling van medewerkers, verwijzers naar- en gebruikers van- het ziekenhuis. Behandeling van een klacht bij de commissie leidt tot een uitspraak, waarin wordt geoordeeld of de klacht gegrond of ongegrond is. Eventueel verbindt de commissie daaraan een advies aan de Raad van Bestuur van het ziekenhuis. Indien de commissie een klacht in behandeling neemt waarbij (mogelijk) een calamiteit aan de orde is, meldt zij dit aan de Raad van Bestuur. De procedure bij de klachtencommissie verloopt op basis van hoor en wederhoor. Indien de commissie dit wenselijk acht, nodigt zij betrokken partijen uit voor een hoorzitting. De klachtenregeling waarborgt dat de klager en beklaagde zich bij de behandeling van de klacht door een advocaat of andere deskundige kunnen laten bijstaan. Met een gemiddelde doorlooptijd van 5 maanden werd dit jaar wederom niet in alle gevallen voldaan aan de in het klachtenreglement gestelde termijn van 4 maanden. Conform het reglement ontvingen betrokkenen hierover tussentijds bericht. Net als in voorgaande jaren vroegen zowel klagers als beklaagden regelmatig uitstel, omdat zij meer voorbereidingstijd nodig hadden bij het formuleren van hun reacties. Ook veroorzaakte het organi-
38
seren van hoorzittingen extra oponthoud. Eind 2012 waren er 5 klachtzaken, bestaande uit 15 deelklachten, nog niet afgerond. Dit jaar werd “herhaling te voorkomen” als voornaamste reden voor klagers genoemd om de klacht in te dienen (36%). Bij 26% van de klachten wilden klagers graag antwoord krijgen op vragen. Als overige reden werden erkenning van de klacht (16%), correctie van de beklaagden of excuses van beklaagden (beiden 11%) genoemd. Van de 35 deelklachten waarover in 2012 een uitspraak werd gedaan hadden 25 deelklachten betrekking op methodisch/technische zaken, drie op relatie, zes op voorlichting en één op organisatorische zaken. Dit sluit aan bij de aard en hoeveelheid van de klachten in voorgaande jaren. Klachten op het gebied van methodische technisch handelen gingen dit jaar over onjuiste behandelingen, onzorgvuldig handelen, onjuiste of gemiste diagnose, onnodig uitstel bij onderzoek en onvoldoende overdracht of verslaglegging. Bij deze categorie werden van de 25 deelklachten, vijf deelklachten gegrond en drie gedeeltelijk gegrond verklaard. Bij klachten over relatie (totaal drie) betrof klachten over onvoldoende communicatie, onheuse bejegening en het niet serieus nemen van patiënt en familie. De commissie verklaarde bij deze categorie één klachtonderdeel deels gegrond. De commissie verklaarde vijf klachten over tekortschietende voorlichting over een behandeling aan patiënt en familie gegrond. Er was dit jaar net als in het vorige klachtjaar maar één organisatorische klacht (over bereikbaarheid); deze klacht werd ongegrond verklaard. Net als bij de klachten die via bemiddeling worden afgehandeld, wordt er bij de klachtencommissie het meest geklaagd over artsen namelijk bij 29 deelklachten. Bij vijf deelklachten werd er geklaagd over verpleegkundigen. In tegenstelling tot de resultaten uit de bemiddeling, wordt bij de klachtencommissie niet tot nauwelijks geklaagd over ondersteunend personeel; dit betrof slecht één deelklacht. Bij een aantal klachten gaven beklaagden gedurende de procedure zelf al aan welke verbetermaatregelen zij genomen hadden. Dit proactief optreden van beklaagden had tot gevolg dat de klachtencommissie bij vier van de 15 gegronde deelklachten in totaal zeven aanbevelingen heeft doen uitgaan. Deze aanbevelingen werden overgenomen door de Raad van Bestuur: • Bij een klacht over tekortschieten van voorlichting over te verwachten postoperatieve beeld adviseert de commissie de Raad van Bestuur er op toe te zien dat de preoperatieve voorlichting (inclusief huidige ondersteunende informatiefolders) bij deze ingrepen wordt aangepast. • Bij een klacht over tekortschietende voorlichting over de behandeling aan patiënt en familie adviseert de commissie dat de rol van hoofdbehandelaar binnen dit behandelteam beter gedefinieerd moet worden, waarbij de hoofdbehandelaar het team duidelijk aanstuurt en regievoerend is ten aanzien van de begeleiding van de patiënt en de familie, hierin bijvoorbeeld ondersteund in de vorm van een casemanager.
• De commissie adviseert de Raad van Bestuur om er op toe te zien, dat er bij de voorbereiding en informatievoorziening bij een ingreep ook de nodige aandacht besteed wordt aan het psychische aspect. • De commissie adviseert de Raad van Bestuur er op toe te zien, dat de het betrokken behandelteam in samenspraak met huisartsen onderzoekt hoe de psychische nazorg na een behandeling verbeterd kan worden. • De commissie adviseert de Raad van Bestuur er op toe te zien of de aangekondigde maatregelen rondom het verbeteren van kennis bij verpleegkundige op de betrokken afdeling geborgd worden. • De commissie adviseert de Raad van Bestuur er op toe te zien dat de betrokken artsen en maatschap in een protocol vastleggen wie er bij het optreden van een medische fout met een patiënt en naasten communiceert. • De commissie adviseert de Raad van Bestuur naar aanleiding van een klacht waarbij verwisseling van medicatie had plaats gevonden, maatregelen te nemen ter voorkoming van een vergelijkbare verwisseling in de toekomst. Alle aanbevelingen zijn inmiddels opgevolgd, of worden gemonitord door de afdeling Kwaliteit, Veiligheid & Verantwoording.
39
Overzichtstabel Klachtencommissie klachtjaar 2009-2012 Aantal 2009 Aantal 2010 Aantal 2011 Aantal 2012 Aantal nieuwe klachten ingediend bij de klachtencommissie 23 16 19 14 Aantal nieuw ingediende deelklachten bij de klachtencommissie 54 32 40 37 Aantal door de klachtencommissie in behandeling genomen klachten (uitspraak) 17 19 15 14 Aantal door de klachtencommissie in behandeling genomen deelklachten (uitspraak) 41 41 36 35 Aantal klachtzaken nog niet afgerond 10 5 8 5 Aantal deelklachten nog niet afgerond 23 12 15 15 Aantal klachtzaken waarbij de klachtencommissie advies heeft uitgebracht 3 1 3 4 (bestaande uit 7 adviezen) Aantal deelklachten dat gegrond/ gedeeltelijk gegrond is verklaard 20 gegrond 10 gegrond 15 gegrond 14 gegrond (waarvan 3 = 25 % (waarvan 5 (waarvan 5 gedeeltelijk gedeeltelijk gedeeltelijk gegrond) gegrond) gegrond) = 49 % = 42 % = 40% Hoorzittingen 2 1 3 4 Ingetrokken klachten 3 1 1 1 Gemiddelde doorlooptijd 5 maanden 5 maanden 5 maanden 5 maanden
3. Prospectieve Risico Inventarisatie Er zijn drie Prospectieve Risico Inventarisaties (PRI) uitgevoerd bij de volgende processen: • CVA-proces waarbij de focus lag op de trombolyse en het verblijf op de stroke-unit gedurende 24 uur na de interventie. • De totale heup/knie-operatie. • Het colorectale operatieve proces. De PRI’s zijn multidisciplinair uitgevoerd waarbij specifieke verbetermaatregelen zijn vastgesteld. De ervaringen met de PRI waren positief. Met name de multidisciplinaire aanpak resulteerde in concrete verbeterpunten binnen het proces. Voorbeelden van verbeterpunten zijn o.a. de afstemming en uitvoering van het antistollingsbeleid tijdens het pre- en peroperatief proces en de afspraken met betrekking tot de patiënt met diabetes. In 2013 zullen opnieuw PRI’s worden uitgevoerd o.a bij de implementatie van nieuwe systemen zoals het elektronisch voorschrijfsysteem van medicatie en op kritieke zorgprocessen.
4. Belangrijkste ziekenhuisbrede risico’s Op basis van analyses van klachten, incidenten en calamiteiten, een patiëntveiligheidsscan uitgevoerd door een externe consultant en gesprekken met stakeholders zijn voorlopig zes ziekenhuisbrede risico’s benoemd. Deze zes risico’s zijn: 1. Ziekenhuisinfecties en BRMOs (bijzonder resistente microorganismen). 2. Medicatiefouten: bij het voorschrijven, bij het verstrekken, bij opname en ontslag. 3. Gebrek aan verantwoordelijkheid nemen - doen wat is afgesproken - elkaar aanspreken. 4. Suboptimale communicatie en overdrachten tussen disciplines/afdelingen.
5. Niet goed functioneren specialist / maatschap. 6. Fouten rond (nieuwe) medische technieken en interventies. In het kader van een uitbraak van VRE (Vancomycine resistente bacterie) is in 2012 veel aandacht besteed aan het voorkomen van ziekenhuisinfecties en het bevorderen van de basishygiëne (risico 1 en 3). Risico 2 heeft aandacht gekregen door het aanschaffen van een Electronisch Voorschrijfsysteem. Er is een protocol opgesteld rond dysfunctioneren van medisch specialisten (risico 5), en er is een inventarisatie gedaan naar de stand van zaken van de invoering van het Convenant Veilige Toepassing Medische Technologie (risico 6). Voor risico 4 loopt geen ziekenhuisbreed project, maar krijgt wel specifieke aandacht bij klachten, incidenten en calamiteiten (reactief).
5. Sterftecijfer HSMR Het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft voor 77 Nederlandse ziekenhuizen de gestandaardiseerde sterftecijfers (Hospital Standard Mortality Rates) over 2011 berekend. Het St. Antonius Ziekenhuis haalde een score van 100 in 2011. Dat wil zeggen dat 50% van de ziekenhuizen in Nederland hoger dan ons ziekenhuis scoort en 50% lager. Voorlopig kunnen we hier nog geen conclusies aan verbinden ten aanzien van de kwaliteit van geleverde zorg. De HSMR is nog onvoldoende valide en daarom nog niet geschikt om ziekenhuizen onderling met elkaar te vergelijken.
Prioriteit 3: Werken aan gedrag, doen wat is afgesproken. Visiedocument 2012-2014: “Uitkomst van deze prioriteit moet zijn dat wordt gekomen tot een pragmatische set gedragen normen, waar ook naar gehandeld wordt en waar men elkaar op aanspreekt, onafhankelijk van hiërarchie.” Vanuit de werkgroep Bewustwordingscampagne zijn het afgelopen jaar twee campagnes georganiseerd. In het voorjaar is
40
aandacht geschonken aan decubituspreventie en het nemen van adequate interventies. In het najaar is de campagne ‘Hygiëne, gewoon doen’ en ‘Aanspreken, gewoon doen’ gestart. De campagne richt zich op de toepassing van hygiënische maatregelen zoals het handhaven van de kledingvoorschriften en toepassing van de juiste handhygiëne. Een veilige cultuur creëren waarin men elkaar aanspreekt op aandachtspunten is hierbij essentieel. De resultaten van de hygiënecampagne lijken zich positief te ontwikkelen. Doelstelling is 100% naleving van de hygiënevoorschriften en dat percentage is nog niet bereikt. Zo’n 90% van de medewerkers houdt zich inmiddels aan de voorschriften. De Kerngroep ‘Hygiëne, gewoon doen!’ is in september 2012 ingesteld om een pakket maatregelen op te stellen dat zorgt voor betere naleving van de kleding- en hygiënevoorschriften. De Kerngroep heeft inmiddels diverse maatregelen getroffen om de hygiëne in het ziekenhuis te verbeteren. Voorbeelden hiervan zijn hygiënechecks voorafgaand aan iedere visiteronde (timeouts), de hygiënekaart voor patiënten en de hygiëne-audits (de zogenoemde quickscans) en verplichte E-learning module. Aanpassingen in het zorgproces, zoals handalcohol bij het bed, verbeterde afspraken rondom schoonmaak en invoering van contactpersonen infectiepreventie (CIP) op de afdelingen, zijn ingevoerd. De Kerngroep heeft ook maatregelen ingezet gericht op gedragsverandering en zal met een plan komen met betrekking tot de handhaving van regels. Er zijn aantoonbare verbeteringen op naleving basishygiëne gemeten en dit wordt met regelmaat gemonitord.
Prioriteit 4: Betere processen en transparantie bij claims en calamiteiten Visiedocument 2012-2014: “Uitkomst van deze prioriteit moet zijn dat er in de eerste plaats betere procedures worden opgesteld, ten tweede dat er een grotere mate van patiënttevredenheid is voor de afhandeling en ten derde dat de claimbedragen gaan dalen.” In 2012 zijn de volgende activiteiten binnen prioriteit 4 verricht: 1. Claims: maandelijks analyse van nieuwe claims met differentiatie van aanpak en kijken naar mogelijkheid versnelling lopende claims. 2. Calamiteiten: procedure vastgesteld met daarin de verantwoordelijkheden vastgelegd, en speciale aandacht voor transparantie richting patiënt of nabestaanden. Ook rond het interne onderzoek dat verricht wordt n.a.v. een calamiteit is een groot aantal verbeterslagen gemaakt.
worden de nieuwe claims geanalyseerd, waarbij gekeken wordt hoe de claim zo goed en snel mogelijk af te handelen, in het belang van de patiënt. NB de cijfers over 2012 zijn in april pas bekend.
2. Calamiteiten Er is een calamiteitenprocedure ontwikkeld met een duidelijke vastlegging van verantwoordelijkheden, met name de melder, de Raad van Bestuur, het management, de afdeling Communicatie, en de afdeling Kwaliteit, Veiligheid en Verantwoording (KVV). De afdeling KVV heeft de regiefunctie en bewaakt coördinatie en afstemming tussen de betrokken partijen. Binnen de procedure is speciale aandacht voor de impact van de calamiteit op de patiënt/ naasten/nabestaanden en op de betrokken hulpverleners. De procedure is vanaf tweede helft 2012 geïmplementeerd en wordt bij een calamiteit verstuurd aan de betrokkenen.
Meldingen Incidenten Patiëntenzorg Een van de mogelijkheden om patiëntveiligheid te vergroten en de kwaliteit van zorg te verbeteren is het analyseren van MIPmeldingen (meldingen incidenten patiëntenzorg). Binnen de MIPmeldingen worden zowel daadwerkelijke incidenten als bijnaincidenten gemeld. Het doel is de oorzaken van deze incidenten te achterhalen en de basisoorzaken te vinden om zo herhaling van deze incidenten in de toekomst te vermijden.
MIP-commissie De MIP-commissie stelt ziekenhuisbrede problemen aan de orde door middel van brieven aan de Raad van Bestuur, Stafbestuur of betrokken managers en voert SIRE-onderzoeken uit op calamiteiten. De ziekenhuisbrede problemen vanuit MIP-meldingen worden in de MIP-commissie ingebracht door de vertegenwoordigers van de zorgeenheden die zitting hebben in de MIPcommissie. Deze worden gesignaleerd door de commissies die zich bezig houden met de decentrale afhandeling, de VIMcommissies. Ook kunnen VIM-commissies MIP-meldingen die ziekenhuisbrede aandacht nodig hebben zelf onder de aandacht brengen van de MIP-commissie.
VIM-commissies In 2011 hadden ongeveer 90% van alle afdelingen in het ziekenhuis een VIM-commissie, in 2012 is dit percentage gestegen naar boven de 95% (inclusief alle poliklinieken). Het overgrote deel van de MIP-meldingen wordt afgehandeld via de VIM-commissie. De MIP-commissie ziet het als haar taak de continuïteit van de VIM-commissies te bewaken, en te zorgen dat er een grotere betrokkenheid van medisch specialisten in de VIM-commissies komt.
1. Claims MediRisk hanteert vanaf 2010 ‘gedifferentieerd premiebeleid’ op basis van schade afgelopen vijf jaar en eigen risico van € 5.000,per schadeletsel. Het schadepercentage van het St. Antonius Ziekenhuis was over de periode 2007-2011 wat hoger dan de referentiegroep, met name veroorzaakt door een casus uit 2008. Het aantal letselschades is toegenomen. Vanaf 2012 wordt er een nieuwe aanpak toegepast samen met MediRisk: Maandelijks
MIP-meldingen In 2012 zijn in totaal 4627 MIP-meldingen gedaan. Dit is een daling van 15% ten opzichte van 2011. Meer dan een jaar na de specifieke aandacht voor het MIP-melden vanuit de bewustwordingscampagne patiëntveiligheid in 2011 is te zien dat de stijging die we in 2011 zagen niet is volgehouden. Als reden wordt met name een hoge werkdruk aangegeven en de beperkingen van
41
de software. Deze zal in 2013 worden vervangen. Gemiddeld worden er 385 MIP-meldingen per maand gedaan, waarbij er gedurende de zomermaanden minder meldingen worden gedaan. In onderstaande tabel wordt de verdeling van de categorie MIP-meldingen weergegeven, deze is al een aantal jaar redelijk stabiel. Categorie MIP melding Behandeling / verzorging Bloedproducten Medicatie (incl. infusie) Vallen Overig Totaal
2011 2011 2012 2012 n % n % 1082 20% 954 21% 75 1% 67 1% 1898 36% 1607 35% 479 9% 435 9% 1788 34% 1564 34% 5322 100% 4627 100%
In vergelijking met 2011 is er een lichte stijging in het aantal meldingen door arts-assistenten en medisch specialisten te zien van in totaal 5% naar 7%. Functie melder verpleegkundige medisch specialist arts-assistent overig totaal
2011 2011% 2012 2012% 3920 74% 3420 74% 128 2% 122 3% 172 3% 176 4% 1102 21% 909 20% 5322 100% 4627 100%
Uit de tabel ‘Categorie MIP melding’ is op te maken dat de grootste groep meldingen te maken heeft met medicatie. Er is in 2012 nog geen Elektronisch Voorschrijf Systeem waardoor er om die reden wellicht geen daling in de medicatie MIP-meldingen te zien is. De categorieën ‘overig’ en ‘behandeling/verzorging’ hebben veel overlap qua inhoud van de meldingen. Opvallende meldingen binnen deze twee categorieën zijn: • (Bijna) patiëntverwisselingen/onduidelijke patiëntidentificatie; • Onduidelijkheid in afspraken; • Communicatie; • Niet werken / onbereikbaarheid seinen en piepers. Een voorbeeld van een terugkerende MIP-melding die onder de aandacht is gebracht van het Stafbestuur is het niet noteren/bespreken van het reanimatiebeleid bij opname. De MIP-meldingen die betrekking hebben op ‘vallen’ zijn in absolute aantallen al een paar jaar stabiel ondanks de extra scholing en aandacht in screening en verpleegplannen voor kwetsbare ouderen en valrisico. Calamiteiten In 2012 heeft de MIP-commissie 21 SIRE-onderzoeken uitgevoerd op incidenten Uitkomst SIRE-onderzoek Aantal Opmerking Aanpassingen/verbetermaatregelen in gang gezet 11 Geen calamiteit: wel complicatie of calculated risk 5 Hiervan zijn 2 aan de IGZ gemeld. Geen calamiteit; communicatie / logistiek 1 Geen melding IGZ in het kader kwaliteitswet Onderzoek nog niet afgerond 4 Totaal 21 Bij 11 SIRE-onderzoeken werden aanbevelingen gedaan om protocollen of werkwijzen aan te passen en/of nieuw beleid op te stellen. Enkele voorbeelden hiervan zijn: • Herinvoering van het MDO tussen de chirurgen en de radiologen; • Aanpassing van protocollen voor cito bepalingen op de dag van de kuur; • Aanpassing protocol bij verwisseling vaten door invoering vier-ogen principe; • Extra visite rondes lopen in weekenden door medisch specialisten; • Invoering controle en registratie functioneren piepers voor aanvang dienst. Al aanbevelingen zijn inmiddels opgevolgd, en/of worden gemonitord door de afdeling Kwaliteit, Veiligheid & Verantwoording.
42
Prioriteit 5: Bestuurlijke en organisatorische borging van kwaliteitsbeleid Visiedocument 2012-2014: “Uitkomst van deze prioriteit moet zijn dat in 2012 er: a) Een afdoende kwaliteitsdialoog is tussen Raad van Bestuur en eenheden, waarbij eenheden de ambitie en bijbehorende plannen neerleggen en opvolgen, en b) Een centrale afdeling Kwaliteit, Veiligheid & Verantwoording gevormd is incl. medisch-analytische competentie.” In 2012 zijn de volgende activiteiten binnen prioriteit 5 verricht: Er is een dashboard ontwikkeld op het gebied van kwaliteit en veiligheid, en in de kaders voor beleid zijn afspraken gemaakt rond onderwerpen op het gebied van kwaliteit en veiligheid (zie ook prioriteit 1). In onderstaand stuk zal met name stilgestaan worden op de activiteiten rond de NIAZ-accreditatie, interne audits en scholing.
NIAZ Sinds 2003 heeft het ziekenhuis actief gewerkt aan de opbouw van het kwaliteitssysteem Het NIAZ bestuur heeft in november 2006 besloten het accreditatiebewijs af te geven met een geldigheid van vier jaar. In 2010 is het ziekenhuis geheraccrediteerd. Daarbij zijn 16 verbeterpunten vastgesteld waarvoor een actieplan is opgesteld. In januari 2012 is de voortgang van de uitvoering van het actieplan getoetst door het NIAZ. De belangrijkste aandachtspunten zijn: • Het ontbreken van een adequaat Document Beheer Systeem (DBS) waardoor de toepasbaarheid van kwaliteitsdocumenten onvoldoende gerealiseerd wordt. • Het ontbreken van een Elektronisch medicatie Voorschrijf Systeem(EVS) waardoor het voorschrijven van medicatie veiliger wordt. Het jaar 2013 staat in het teken van de voorbereidingen voor de NIAZ-heraccreditatie in mei 2014. Naast het huidige ziekenhuisbrede NIAZ accreditatiebewijs beschikken de volgende afdelingen ook over een eigen specifiek certificeringbewijs: • Klinisch Chemisch Laboratorium (CCKL). • Medische Microbiologie en Immunologie (CCKL). • Pathologie (CCKL). • Pharmacie (GMPz bereidingen en GMP verpakken/etiketteren/afleveren). • Interne Geneeskunde/Stamceltransplantatie (JACIE). • Faciliteiten en Services (ISO en HACCP). • Vastgoed & Techniek (ISO). • Vastgoed & Techniek (TNO-keur voor medische ruimten). • Dialyse (HKZ). Het kwaliteitsbeleid is primair gericht op het systematisch opzetten, toetsen en borgen van een kwaliteitssysteem en een daarmee samenhangend veiligheidsmanagementsysteem (VMS).
Interne audits Binnen het geïntegreerd kwaliteitsbeleid maakt de interne audit deel uit van de kwaliteitscyclus. Vanuit de voorwaarden voor de
NIAZ-accreditatie wordt geëist dat het interne auditsysteem volledig operationeel is. Dit houdt in dat aan de hand van auditrapportages actieplannen gemaakt zijn en dat de voortgang van verbeteracties gevolgd wordt. Vanaf 1 januari 2012 is de herziene NIAZ-norm 2.3 ingevoerd en wordt deze toegepast bij de interne audit. Het afgelopen jaar zijn in totaal 14 audits uitgevoerd waarvan één procesaudit namelijk het zorgproces longcarcinoom. De verbeterpunten vanuit het actieplan van de NIAZ-heraccreditatie worden meegenomen in de uitvoering van de interne audit. Daarnaast blijft patiëntveiligheid een belangrijk thema binnen het interne auditsysteem. Begin februari 2012 zijn 11 kandidaten door een extern bureau Kerteza opgeleid tot interne auditor. Het aantal auditoren is nu 56 inclusief zeven medisch specialisten. De medisch specialisten worden vooral ingezet bij kritische afdelingen zoals bijvoorbeeld de SEH en bij procesaudits. Participatie van de medisch specialist bij een interne audit geeft een duidelijke meerwaarde. Het verhoogt het draagvlak van de afdeling om de resultaten van de interne audit serieus te nemen en de audit krijgt meer diepgang omdat er inhoudelijk op alle niveaus doorgevraagd kan worden. Het afgelopen jaar zijn twee bijeenkomsten georganiseerd voor de auditoren. Doel van de bijeenkomsten is het uitwisselen van ervaringen, verbreden van kennis en het bespreken van de voortgang van de planning. Uit de auditrapportages blijkt dat de afgelopen jaren op veel afdelingen veel geïnvesteerd is in een concrete verbetercultuur. Het project Productief Verpleegteam” heeft hier zeker aan bijgedragen. Toch is er zeker nog een aantal verbeterpunten te noemen zoals de onvoldoende borging van de procedure ‘Voorbehouden Handeling”. Ook het gebruik van ‘papieren kwaliteitsdocumenten” wordt op veel afdelingen nog toegepast. In de voorbereiding op de heraccreditatie zal aan dit punt specifieke aandacht geschonken worden.
Documentbeheersysteem De voorbereidingen voor de vervanging van het huidige documentbeheersysteem zijn gestart. Er is gekozen voor het Open IMS systeem dat eind 2013 geïmplementeerd wordt. Het nieuw systeem is gebruiksvriendelijker, de zoekfunctie is verbeterd en het raadplegen van documenten is eenvoudig. Naast het programma van eisen dat in 2012 is vastgesteld, wordt ook een beleidsvisie uitgewerkt. In deze beleidsvisie is opgenomen dat alle kwaliteitsdocumenten in het nieuwe Document Beheer Systeem worden opgenomen. Eind mei 2013 vindt de pilot plaats op een aantal verpleegafdelingen. Eind 2013 zal het Document beheersysteem in productie zijn genomen.
Scholing In 2012 werd vanuit de afdeling KVV regelmatig scholing gegeven over de volgende onderwerpen: • Kwaliteit en patiëntveiligheid, • Omgaan met klachten en de rol van de klachtenfunctionaris, • Wet en regelgeving zoals BIG en WGBO, jurisprudentie en tuchtrecht. De scholing werd gegeven aan verpleegkundigen,leidinggeven den, arts-assistenten en medisch specialisten. In 2013 worden
43
deze scholingen gecontinueerd, uitgebreid en vastgelegd in het scholingsplan 2013.
4.4. Kwaliteitscommissies Verenigde Commissies Mensgebonden Onderzoek (VCMO) De Verenigde Commissies Mensgebonden Onderzoek (VCMO) is een regionale Medisch Ethische Toetsingscommissie (METC) die ontstaan is uit een samenwerking tussen het St. Antonius Ziekenhuis, het Meander Medisch Centrum, het Diakonessenhuis en later ook het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis. De VCMO is erkend als METC en beoordeelt als zelfstandig bestuursorgaan onderzoeksaanvragen die onder de Wet medisch wetenschappelijk onderzoek met mensen (WMO) vallen. De leden van de VCMO vormen een vertegenwoordiging van de vier ziekenhuizen, waar mogelijk naar rato van het aantal ingediende onderzoeken per ziekenhuis. Het dagelijks bestuur bestond in 2012 uit dr. V.H.M. Deneer (voorzitter), klinisch farmacoloog uit het St. Antonius Ziekenhuis, dr. S.K. Klein (secretaris), internist uit het Meander Medisch Centrum, mw. mr. S. de Weerd en mw. mr. drs. H. Schoofs, beiden ambtelijk secretaris en jurist uit het St. Antonius Ziekenhuis.
Geconcludeerd kan worden dat er sprake is van een stijging van het aantal door de industrie gesponsorde onderzoeken in 2012. Dit is een stijging van 35% ten opzichte van het aantal industrie gesponsorde studies in 2011. Het totale aantal ingediende eigen geïnitieerde studies is in 2012 afgenomen met 14%. Het aantal ingediende geneesmiddelenstudies is met 47% afgenomen t.o.v. 2011. Hierbij is ook het aantal eigen geïnitieerd geneesmiddelenonderzoek afgenomen ten opzichte van 2011. Het aantal medisch hulpmiddelen studies is daarentegen aanzienlijk gestegen (72%) ten opzichte van 2011.
Verdeling per specialisme De onderzoeksaanvragen die in 2012 bij de VCMO zijn ingediend door onderzoekers uit de deelnemende centra van de VCMO, zijn afkomstig van de volgende specialismen: Cardiologie (13), Interne geneeskunde (11), Anesthesiologie (5), Orthopedie (5), Heelkunde (4), Longziekten (4), Radiologie (3), Vaatchirurgie (3), Psychiatrie/Medische psychologie (2), Gynaecologie (1), Kindergeneeskunde (1), Klinische Farmacie (1), SEH (1), Ziekenhuisapotheek (1).
Beoordelingstermijn Aantal ingediende studies In 2012 zijn 55 nieuwe onderzoeksaanvragen ingediend in verhouding tot 52 aanvragen in 2011. Van de 55 ingediende onderzoeksaanvragen zijn er 34 aanvragen afgehandeld, 1 studie viel niet onder de reikwijdte van de WMO en 1 studie is door de onderzoeker ingetrokken. Daarnaast zijn er in 2012 nog 17 aanvragen afgehandeld die in 2011 waren aangeboden, waarvan 1 studie niet onder de reikwijdte van de WMO viel en 3 studies door de onderzoeker zijn ingetrokken. De onderzoeksaanvragen die in 2012 nog niet zijn afgehandeld worden in 2013 verder afgehandeld. De commissie heeft in 2012 in totaal 46 besluiten gegeven over aanvragen die in 2011 en 2012 zijn ingediend. In 2011 waren 49 besluiten afgegeven door de commissie. Geconcludeerd kan worden dat in 2012 in totaal 6% meer studies zijn ingediend dan in 2011. Er zijn door de commissie 6% minder besluiten gegeven dan in 2011.
Indieners Van de 55 onderzoeksaanvragen die in 2012 in behandeling zijn genomen, zijn er 36 (65%) ingediend door onderzoekers vanuit het St. Antonius Ziekenhuis, 12 (22%) vanuit het OLVG, 4 (7%) vanuit het Meander Medisch Centrum en 1 (2%) vanuit het Diakonessenhuis. Er zijn geen aanvragen ingediend door externe indieners. Er is 1 studie die zowel vanuit het St. Antonius Ziekenhuis als het OLVG is ingediend (2%), en 1 studie die zowel vanuit het St. Antonius Ziekenhuis als het Diakonessenhuis is ingediend (2%). Van de in behandeling genomen onderzoeksaanvragen zijn er 23 (42% van het totaal in 2012) door de industrie gesponsord. In 2011 waren dit er 15, dus een toename in het aantal industrie gesponsorde studies. De commissie ontving 8 (15%) geneesmiddelenstudies, waarvan 6 (75%) geneesmiddelenstudies eigen geïnitieerd waren. In 2012 ontving de commissie 25 medisch hulpmiddelen studies. Hiervan waren 8 (32%) medisch hulpmiddelen studies eigen geïnitieerd.
De gemiddelde beoordelingstermijn in 2012 was 49 dagen. De wettelijke beoordelingstermijn voor geneesmiddelenstudies bedraagt 60 dagen en voor niet-geneesmiddelenstudies 2 x 56 (112) dagen. In 2011 bedroeg de gemiddelde beoordelingstermijn 48 dagen. Van één studie is de wettelijke termijn overschreden. Het aantal dagen dat de onderzoekers gebruikten om antwoorden te geven op vragen van de commissie bedroeg gemiddeld 45 dagen. In 2011 was dit 38 dagen. Geconcludeerd kan worden dat de gemiddelde beoordelingstermijn bij de commissie met 1 dag (2%) is toegenomen t.o.v. 2011, maar daarmee nog steeds ruim binnen de wettelijke beoordelingstermijn blijft. Doordat een aantal in 2012 ingediende studies pas in 2013 zullen worden afgehandeld, kan de uiteindelijke doorlooptijd van 2012 nog iets veranderen. Belangrijkste prestatie indicatoren uit jaarplan VCMO 2012 In 2012 heeft de VCMO voldaan aan de beschreven punten van het kwaliteitsbeleid. De belangrijkste prestatie indicatoren voor 2012 zijn gerealiseerd, te weten digitalisering van de onderzoeksdossiers, digitaal vergaderen, de benoeming van een nieuwe voorzitter en het werven van nieuwe leden. Meer informatie hierover is te vinden in het uitgebreide jaarverslag van VCMO dat vanaf 1 april 2013 te downloaden is van de website van de VCMO (www.vcmo.nl).
Infectiepreventiecommissie De Infectiepreventiecommissie is het forum waar voorstellen voor infectiepreventierichtlijnen en de implementatie van die richtlijnen worden besproken en waar de aanpak van voorkomende ziekenhuisbrede problemen op het gebied van infecties wordt gecoördineerd. Ook dit jaar vonden de vergaderingen van de IPC plaats, doormiddel van videoconferencing.
44
In 2012 vergaderde de IPC vier maal een uur. Er is onder meer aandacht besteed aan de volgende onderwerpen: Decentraal reinigen van bedden; • Diverse uitbraken, NORO virus, Influenza, MRSA, VRE, BRMO en RSV; • Tuberculoseprotocol; • Implementatie disposable microvezeldoekjes; • Handhavingcampagne dienstkleding; • Reiniging/desinfectie TEE-transducers; • Calamiteitenknop op de OK; • VRE verheffing op locaties Oudenrijn en Nieuwegein • Registratie postoperatieve wondinfecties; • Implementatie vaccinatie Varicella Zoster; • Het HACCP systeem van F&S; • Uitslagen waterkweken Legionella; • Waterbeheersplan; • Validatie prevalentiestudie door PREZIES (Preventie van Ziekenhuisinfecties door Surveillance); • Adviezen m.b.t. de nieuwbouw en verbouw; • Infecties bij pijnbestrijding, d.m.v. elektrostimulatie; • Het perifere en centrale lijnenbeleid, ziekenhuisbreed; • Evaluatie Influenzavaccinatie seizoen 2011/2012.
Non-valvulair atriumfibrilleren met CHA2DS2-VASc-score ≥ 1 Preventie van VTE na electieve heup of knievervangend operatie Behandeling van diep veneuze trombose (DVT)
Commissie bloedtransfusie St Antonius Ziekenhuis De commissie bloedtransfusie van het St Antonius Ziekenhuis is in 2012 éénmaal plenair bijeengekomen, en éénmaal zijn vergaderstukken per email ter reactie aan de commissie aangeboden. In 2012 is een daling in het gebruik van erytrocytenconcentraten (EC) geconstateerd. Tegenover deze daling in EC-gebruik stond een stijging van het gebruik van plasma (FFP) en trombocytenconcentraten (TC). De stijging in het plasmagebruik is toe te schrijven aan 3 patiënten met TTP die gezamenlijk 560 FFP toegediend kregen. Het verbruik van trombocytenconcentraten (TC) is voor het zesde achtereenvolgende jaar gestegen. De stijging in TC blijft een landelijke trend en is deels toe te schrijven aan het steeds frequenter gebruik van plaatjesremmende therapie, die door verwijzende centra niet tijdig gestaakt wordt. Het verbruik aan bloedprodukten en de stijging tov 2011, alsmede de hiermee samengaande kosten zijn onderstaand weergegeven.
2012 % tov 2011
Kosten
Commissie antistolbeleid De commissie antistolbeleid bestaat uit 14 specialisten uit verschillende disciplines. De commissie werkt volgens het principe dat bij een beoogde revisie de betrokken specialismen ingeschakeld worden om hieraan vorm te geven. De commissie beraadt zich nog over de wijze waarop de ingezette grote revisie plaats moet hebben. De opzet is het protocol op te splitsen in een zestal hoofdstukken, met ieder twee verantwoordelijk auteurs, teneinde op een adequate wijze revisies te kunnen doorvoeren met een breed draagvlak. Voorstellen tot revisie zullen, nadat consensus is bereikt binnen de betrokken maatschap/vakgroep, door de hoofdauteurs geëffectueerd worden. Belangrijk breekpunt is de discussie of slechts naar (inter)nationale richtlijnen verwezen moet worden of dat in het protocol samenvattingen van de richtlijnen gegeven moeten worden. Een belangrijke verandering is de door de minister goedgekeurde introductie van de “Nieuwe Orale Anti-Coagulantia”(NOAC’s). Deze zijn geregistreerd voor non-valvulair atriumfibrilleren (CHA2DS2-VASc-score ≥ 1), VTE preventie na THP en TKP, en behandeling DVT. Slechts voor de twee eerstgenoemde indicaties is ook de vergoeding geregeld. Een delegatie van de commissie heeft zich bezig gehouden met het protocolleren van de introductie van de NOAC’s, een voorwaarde van de minister om van start te kunnen gaan. Deze protocollering is over de jaarwisseling heen getild, en houdt afspraken in hoe om te gaan met de bloedende patiënt op NOAC’s, welke patiënten ondanks het ontbreken van een formele noodzaak getest moeten worden op medicatie effectiviteit cq overdosering, registratie van bloedingen etc. De uitwerking van een kwaliteitsproject voor deze patiëntengroep is gestart. Het protocol zal begin 2013 gereed zijn.
Erytrocyten concentraat Trombocyten concentraat Vers bevroren plasma
12130 2240 3164
- 6 % ¤ 2.617.555 + 2 % ¤ 1.180.083 + 4 % ¤ 583.558
De kosten voor bloedprodukten bedragen hiermee in 2012 ¤ 4.381.196 en zijn hiermee met 1 % gedaald tov 2011, ondanks een prijsstijging van 2 % van bloedprodukten. Om de voortgaande trend in stijgend bloedgebruik (wederom) in kaart te brengen is door een AIOS klinische chemie, in nauw overleg met de anesthesiologie en hematologie een interne audit bloedgebruik uitgevoerd. Gedurende een periode van 4-6 weken is van de afdelingen IC, hematologie en heelkunde ieder aangevraagd bloedprodukt retrospectief beoordeeld op validiteit. Hieruit bleek dat slechts enkele procenten van de bloedprodukten om dubieuze of onterechte redenen toegediend werden. Ondanks deze kleine te behalen winst is hier nog ruimte voor verbetering. De preoperatieve bestellijst bloedprodukten is op ingekort voor enkele indicaties voor thoraxchirurgie, orthopedie en MDL-chirurgie.. Een belangrijk aandachtspunt blijft de hemovigilantie, waarvoor binnen het St Antonius Ziekenhuis de hemovigilantiemedewerker actief is. Haar taak is het bewaken van de bloedtransfusieketen van aanvraag tot toediening, alsmede het registreren, inschatten en melden van bijwerkingen. De inschatting is dat bijwerkingen op bloedprodukten door verpleegkundige en behandelaar adequaat herkend en gemeld worden. In 2012 werden 24 meldingen transfusiereactie ontvangen, waarvan 5 graad 2 (met als gevolg (verlengde) ziekenhuisopname), en werd één melding met een ernstgraad 3 (direct levensbedreigende ernstige morbiditeit tgv een bloedtransfusie: heftige anafylactische reactie) ontvangen. Negen reacties, waaronder de graad 2 en 3 meldingen waren met een imputabiliteit “waarschijnlijk” tot “zeker” terug te voeren op de transfusie. Voor een gedetailleerd overzicht van meldingen en
45
bloedverbruik wordt verwezen naar het jaarverslag hemovigilantie 2012.
Commissie Orgaan- en weefseldonatie Het doel van deze commissie is het ziekenhuis te ondersteunen bij het leveren van goede zorg rond postmortale orgaan- en weefseldonatie. De commissie vergaderde dit jaar vier maal en leverde naast de reguliere zaken, het volgende op: • Onderzoeksrapport ‘Tevredenheid nabestaanden van orgaandonoren over de (na-)zorg’. Als gevolg van dit onderzoek zal de nazorg door de ICU begin 2013 worden aangepast. • Nieuwe EPD – module donorherkenning. • Beleidsvoorstel regionale herstructurering donorwerving. Veel tijd werd geïnvesteerd in het anticiperen en reageren op de landelijke herstructurering donorwerving die plaats vindt in opdracht van de minister van VWS.
Orgaandonatie Bij één van de acht aanvankelijk medisch geschikt geachte donoren waarbij geen bezwaar in het Donorregister werd aangetroffen, vond daadwerkelijk orgaandonatie plaats. Van de overige zeven overledenen werd drie maal geen toestemming door de nabestaanden verleend, werd één maal geen toestemming verleend door de Officier van Justitie en bleek er bij drie later in het traject toch een medische contra-indicatie te zijn.
Eén van de resultaatgebieden in de Wm is energie(-efficiency). Ook vanuit beleid ziekenhuis heeft dit onderwerp bijzondere aandacht. Naast het voortzetten van verbeteringen door onder andere toepassen nieuwe technieken voor verlichting, luchtbehandeling met verbeterde mogelijkheden voor terugwinnen van warmte en het optimaliseren van instellingen van bedrijfstijden en setpoints van de installatie, is een deel van de installatie voor opslag van warmte en koude in de bodem (WKO) aangepast en fungeert een deel van de koelinstallatie als warmtepomp en is het hergebruiken van opgeslagen energie verder verbeterd. Eind 2012 is tevens een onderzoek gestart naar het toepassen van energie van zonlicht door middel van zonnepanelen.
Prestaties In het kader van (maatschappelijk) verantwoord en duurzaam ondernemen zijn in 2012 initiatieven gestart waarbij het integreren van advies en wegingen van duurzaamheid, milieu en ergonomie belangrijke elementen worden in de besluitvorming tot investeringen in gebouwen en (medische) apparatuur. In juli 2011 heeft de gemeente Utrecht een controle uitgevoerd op de lopende milieuvergunning voor de locatie Utrecht Oudenrijn. Tijdens deze controle zijn twee overtredingen geconstateerd en twee adviezen uitgebracht. De noodzakelijke maatregelen zijn in 2012 afgerond, waarmee aan de eisen in de vergunning wordt voldaan.
Weefseldonatie Bij 42 van de 53 overledenen met toestemming voor donatie, vond daadwerkelijk weefseldonatie plaats. Dit leidde tot 82 hoornvlies-, 20 hartklep-, 12 huid- en 4 botdonaties.
Milieu Beleid Het beleid inzake milieu wordt gezien als een integraal onderdeel van het ondernemersbeleid en zal tenminste voldoen aan wettelijke normen en voorschriften. Hierbij is een duidelijke relatie met de energievoorziening en mogelijke alternatieven voor energieopwekking en opslag van koude en warmte in de bodem. Het streven is om de belasting van het milieu te beheren en waar mogelijk te verminderen.
Inspanningen Locatie Nieuwegein heeft een vigerende vergunning Wet milieubeheer (Wm) 2005/ 19165 waarin voorschriften voor het in werking hebben van een ziekenhuis. Hierop worden (periodiek) controles uitgevoerd door de gemeente, waar mogelijk in combinatie en samenwerking met het Hoogheemraadschap “de Stichtse Rijnlanden” in het kader van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Wvo-vergunning). De in de voorschriften opgenomen eisen ten aanzien van keuringen, metingen en/ of registraties alsook relevant onderhoud en inspecties zijn in 2012 volledig uitgevoerd. De in eind 2011 door gemeente Nieuwegein geconstateerde afwijkingen zijn gecorrigeerd.
Commissie Milieu & Veiligheid Eind 2010 is het reglement van de Commissie Milieu & Veiligheid door de Raad van Bestuur vastgesteld (041-2010). In de intentieverklaring is de doelstelling van de commissie toegelicht. Milieu en veiligheid zijn componenten van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO). Dit houdt in dat een organisatie verantwoordelijkheid neemt voor de effecten van de bedrijfsactiviteiten op mens en milieu. Door bewuste keuzes te maken en zo een balans te bereiken tussen People, Planet en Profit. Maar ook groei en innovatie te realiseren. MVO wordt zichtbaar door een integrale visie op ondernemerschap, waaruit blijkt dat de onderneming waarde creëert op economisch, ecologisch en sociaal gebied. Een visie die verankerd is in alle bedrijfsprocessen. Die gedachte vormt ook de kern van de intentieverklaring Milieu & Veiligheid. De commissie heeft op basis van deze intentieverklaring verschillende uitgangspunten geprioriteerd. MVO is maatwerk. De commissie beschouwt MVO als een proces, waarin wordt gezocht naar haalbare stappen om MVO vorm te geven. De commissie heeft zich gedurende 2012 beijverd voor een systematische afweging van MVO-aspecten bij belangrijke bestuursbesluiten. Dit betekent voor managers en staf dat in voorstellen minimaal een passage wordt besteed aan de effecten van het gevraagde besluit op Milieu & Veiligheid.
46
Het Beleidsplan Milieu & Veiligheid omvat de beleidsterreinen: Beleidsterrein Security Management Systeem
Doelstelling 2012-2013 Periodieke afstemming tussen bestuur en management F&S en KVV over integraal veiligheidsmanagementsysteem.
Status In uitvoering
Continuïteitsplan zorg
Business Impact Analyse, (Concept)Leidraad Continuïteitsplan, implementatie op afdelingsniveau d.m.v. afdelingscalamiteiten- plannen
In uitvoering/conform planning
Screeningsbeleid
Besluitvorming omtrent VOG en implementatie.
Gerealiseerd
Vervoersplan Portefeuille gevaarlijke stoffen: aantrekken veiligheidsadviseur AVR t.b.v. transport in huis, scholingsvoorstel. Gescheiden afvalinzameling Vastgoed & Techniek: Milieuhok en bulkopslag aangepast. Bedrijfsenergieplan Informatiebeveiliging M.b.t. de NEN 7510 heeft I&I een door de IGZ verplicht gestelde externe heraudit van de integrale risicoanalyse op zorggerelateerde informatiesystemen in 2012 met positief resultaat doorstaan. De NEN 7510 norm is eind 2011 vernieuwd en verplicht organisaties nu tot het implementeren van een ISMS (Information Security Management Systeem). Hiervoor is na goedkeuring van de RvB in 2012 professionele ISMS-software aangeschaft. Dit management systeem wordt in 2013 gebruikt voor de verdere implementatie van de NEN 7510 norm voor informatiebeveiliging in de zorg.
Gerealiseerd, scholing te bepalen.
Patiëntveiligheid
Veiligheidsmanagementsysteem (VMS) patiëntveiligheid, meten en analyseren kwaliteit zorg, verantwoording aan stakeholders.
In uitvoering / conform planning
Bedrijfshulpverlening
Cyclische borging opleidingen en oefeningen. Voorbereiding op nieuwbouw Utrecht.
In uitvoering / conform planning
Rampenopvang
Ontwikkeling van klassieke rampenopvang naar integrale crisisbeheersing. Uitwerking naar crisis- en continuïteitsmanagement.
In uitvoering / conform planning
Veilige Zorg
Continueren beleid
Gerealiseerd
Bewustwording
Opstellen meerjarenbeleidsplan commissies Gezondheid & Vitaliteit en Milieu & Veiligheid, toetsing voorgenomen beleid op MVO doelstellingen, leveren integraal dashboard.
In uitvoering / conform planning
CBRN
Realiseren bouwkundige aanpassingen, VOG traject, toegangsbeleid, aanschaf omnicellkast t.b.v. KCL.
Gerealiseerd
De Commissie Milieu & Veiligheid komt periodiek bijeen. Het Meerjarenbeleidsplan omvat de periode 2011-2014.
Energie Het energieverbruik wordt nauwlettend gevolgd. Aan de hand van dagelijkse meetwaarden uit het gebouwbeheersysteem en maandelijkse rapportages op basis van meterstandenopname en factuurgegevens vindt analyse op het energieverbruik plaats.
In uitvoering / conform planning
Inspanningen In 2012 is proactief ingezet op aanvullende energiebesparende maatregelen. Bij nieuwbouw en verbouwingen zijn nieuwe verlichtingstechnieken en energiezuinige verlichtingsarmaturen toegepast. Door de toepassing van infrarood aanwezigheidsensoren en daglichtregelingen wordt het energieverbruik verder gereduceerd. Op de locatie Nieuwegein is een systeem aangelegd voor warmteen koudeopslag in de bodem. Om een goede klimaatbeheersing
47
in het ziekenhuis te kunnen waarborgen is op warme dagen voldoende koeling nodig om de aangezogen lucht te kunnen koelen. Het toepassen van WKO is, met al zijn aanpassingen, zeer omvangrijk en wordt sinds 2010 in vijf fasen uitgevoerd. De WKO is voor de koude opwekking in de tweede fase geoptimaliseerd. De koude bronnen worden met 6°C koud water duurzaam en efficiënt gevuld zodat in warmere dagen deze koude kan worden benut. Hiermee is het nijpend te kort aan koude energie opgelost. De derde fase is om de warmte die de warmtepompen opwekken bij het produceren van koude ook nuttig te gebruiken. Hiervoor zullen enkele warmtewisselaars worden geplaatst en aangesloten op diverse warmte afnemers in het ziekenhuis. Voorbeelden hiervan zijn radiatoren, naverwarmers, en vloerverwarming in de entreehal. De derde fase van het project Warmte Koude Opslag (WKO) is afgerond en betreft het inkoppelen van de warmtepomp op het leidingnet voor centrale verwarming, aanvullend op de stadsverwarming. Door de warmte van de warmtepomp te gebruiken reduceren wij de inkoop van warmte. De koude die door de warmtepomp gelijktijdig wordt opgewekt kan direct worden benut op plaatsen waar deze koudevraag is en het overschot aan koude wordt opgeslagen in de bodem en kan later weer worden gebruikt.
Prestaties De energiegrafieken tonen, naast de seizoensinvloeden en tariefschommelingen, een redelijk constant beeld. Dit ondanks de vele uitbreidingen in gebouwen, installaties en (medische) apparatuur. Het energieverbruik is op alle locaties, ondanks uitbreiding en verschuiving van productie, redelijk stabiel. In 2012 zijn de energieresultaten van het St. Antonius Ziekenhuis getoetst binnen het Milieu Platform Zorgsector. Op basis van de jaarresultaten van 20 algemene ziekenhuizen is een barometer gemaakt en zijn gemiddelde kengetallen berekend. Deze kengetallen, waaronder energieverbruikcijfers, bouwkundige, installatietechnische en productieparameters zijn het uitgangspunt voor de vergelijking binnen de aangesloten ziekenhuizen. Op basis van een eerste inventarisatie na afloop van het verslagjaar 2012, bevindt het St. Antonius Ziekenhuis zich ten opzichte van het referentiekader in het midden van de deelnemende ziekenhuizen.
Bouw Speerpunten voor de bouw waren in 2012 de ontwikkeling van de nieuwbouw in Leidsche Rijn en de uitvoering van het Masterplan Huisvesting voor de locatie Nieuwegein.
Masterplan Huisvesting locatie Nieuwegein. Dit Masterplan Huisvesting omvat een groot aantal projecten met uitvoering in de periode van 2008 tot en met 2015.
Inspanningen Nieuwbouw locatie Utrecht Er is in 2012 hard gewerkt aan de nieuwe locatie van het St. Antonius Ziekenhuis in Utrecht, dat wordt gebouwd net naast de A2 aan de rand van de wijk Leidsche Rijn. De bouw is voorspoedig verlopen en de planning op schema. Op 2 juni 2012 heeft de aannemer, in samenwerking met het St. Antonius Ziekenhuis, het
bouwterrein opengesteld voor bezichtigingen tijdens de ‘dag van de bouw’. Een groot aantal medewerkers, omwonenden en andere belangstellenden hebben deze mogelijkheid tot kennismaking met het gebouw aangegrepen. In maart 2013 wordt de nieuwbouwlocatie opgeleverd. Op dat moment zijn alle technische installaties volledig operationeel. Een aanzienlijk deel van de medische inrichting is al ruim voor oplevering geplaatst en getest. Het inrichten met overige apparatuur en meubilair gebeurt in de periode tussen oplevering en ingebruikname. De ontwikkelingen in de medische wereld gaan snel. Dit maakt dat er het afgelopen jaar al een aantal nieuwe ontwikkelingen in de zorg bouwkundig zijn doorvertaald en aangepast gedurende het bouwtraject. Voor een aantal van deze wijzigingen heeft de aannemer aangegeven dat deze de planning van het bouwproces ernstig zouden belemmeren. Na 15 maart 2013 wordt binnen de Nieuwbouwlocatie nog een groot aantal aanpassingen gedaan. In 2012 zijn vanuit alle eenheden kwartiermakers aangesteld als vaste contactpersonen voor de nieuwbouworganisatie. Met deze kwartiermakers is de begroting opgesteld en het verhuisdraaiboek gemaakt. In plenaire bijeenkomsten zijn de kwartiermakers geinformeerd over de vorderingen en het vervolgtraject.
Onderzoek bereikbaarheid Om de bereikbaarheid van de nieuwe locatie voor patiënten en bezoekers optimaal te kunnen inregelen en communiceren is een bereikbaarheidsonderzoek uitgevoerd. Het doel is om met een gerichte communicatie de inwoners van de verschillende Utrechtse wijken, maar ook de overige bestaande en toekomstige patiënten, op maat te voorzien van communicatie over de bereikbaarheid van de nieuwe ziekenhuislocatie per auto, openbaar vervoer of fiets. Het onderzoeksrapport geeft aan welke stappen nodig zijn om tot een, voor het St. Antonius Ziekenhuis optimale, situatie te komen. Het NS-station Stadscentrum Leidsche Rijn zal in juni 2013 gereed zijn en ligt op zo’n 600 meter afstand van de hoofdingang van de nieuwbouwlocatie.
Ingebruikname Volgens de huidige planning zal de verhuizing vanuit de huidige locaties in september 2013 plaatsvinden.
Locatie Nieuwegein Buiten de in het Masterplan genoemde projecten worden in beginsel geen (grootschalige) initiatieven genomen ten aanzien van bouw. Aan dit beleidsvoornemen ligt de financiering van de nieuwbouw en lopende projecten ten grondslag. Daarbij is de Contourennota met speerpunten voor de periode 2012 – 2016 van invloed op initiatieven voor bouw en ontwikkeling.
Nieuwbouw Intensive Care De nieuwe Intensive Care afdeling is in de zomer van 2012 in gebruik genomen. Het gebouw was op tijd wind en waterdicht, waardoor de bouw geen vertraging opliep in de planning tijdens de korte periode van strenge vorst, begin 2012.
48
Renovatie Operatiekamers 8, 9, 10 Sinds begin juli 2012 is gewerkt aan de renovatie van 3 thoraxchirurgie operatiekamers. OK 8, 9 en 10 behoorden tot de laatste 5 oude type operatiekamers. In de vernieuwde operatiekamers zijn pendels aangebracht om alle voorzieningen beter te kunnen situeren rondom de operatietafel. Hierdoor bevinden zich minder slangen, snoeren en andere voorzieningen op de vloer. Evenals de eerdere renovaties is ook in deze OK’s een ‘2-temperatuur laminaire downflow plenum’ aangebracht, voor een gecontroleerde luchtstroming. Bijzonder aan deze renovatie is de beperkte beschikbare ruimte in de techniekruimte en boven het OK-plafond. Dit vereiste extra innovatieve voorzieningen in het ontwerp.
Vleugel B 3 – is ingericht als nieuwe Herstelafdeling van Zorgspectrum (voorheen Schakelafdeling) en beschikt over 24 eenpersoons verblijfsruimtes, waarvan twintig met gedeeld sanitair per twee kamers. Daarbij heeft de afdeling één gesluisde isolatiekamer gekregen. In de afwerking zijn materialen en toepassingen gebruikt zoals in het ziekenhuis, maar ook afgestemd op het kleurgebruik van Zorgspectrum. Vleugel A 2 – is gerenoveerd en ingericht voor de zorgeenheid Geneeskunde. Ook het eerder gebouwde achterste gedeelte is hiermee in gebruik genomen. In september 2012 zijn patiënten van D2 verhuisd naar de nieuwe A2.
Vleugel H bg – Secretariaat Plastische Chirurgie Spoedeisende Hulp/ambulancehal De voorbereiding voor de nieuwbouw en verbouw van de voormalige Intensive Care ten behoeve van de Spoedeisende Hulp (SEH) en Huisartsenzorg is in volle gang. Op basis van een geïntegreerd programma van eisen zijn in 2012 de eerste ontwerpen van gevel en indeling gemaakt. In combinatie met het overkappen van de ruimte voor ingang Noord zal ook een ruime opstelplaats voor ambulances worden gerealiseerd. In de nieuwe situatie is er sprake van scheiding tussen de verschillende verkeersstromen. Naast een eigen ingang voor ambulances komt er een eigen ingang voor patiënten SEH/Huisartsen en de huidige ingang Noord voor diensten en personeel. De portier/ beveiliging zal tussen deze drie ingangen worden gepositioneerd. De indeling van de nieuwe SEH voorziet in een intensief samen gebruiken van een groot deel van de ruimten met de huisartsen. Zo is er één gesluisde entree, een gezamenlijke balie met naastgelegen callcenter huisartsen en koffiekamer. Patiënten voor de spoedeisende hulp en huisartsen kunnen na triage in diverse onderzoekkamers worden gezien met nabij gelegen Buckey, gipskamer en fasttrack. De SEH beschikt daarnaast over 11 onderzoekkamers, 2 gesluisde onderzoekkamers high-care en twee traumakamers. In een nabij gelegen grote stafkamer is het in de toekomst mogelijk een CT-scanner te plaatsen. Achter de onderzoek- en behandelruimten is een observatorium voorzien met zes bedplaatsen, uitbreidbaar naar maximaal 9 plaatsen. Centraal gelegen in de verschillende functiegebieden komen werkplekken voor artsen en verpleegkundigen. Op de afdeling zijn verschillende algemene ruimten beschikbaar voor gesprekken met familie, opslag steriele medische hulpmiddelen en afval en een apotheek.
Renovatie verpleegafdelingen Vleugel B 2 – Neurologie is volledig gerenoveerd met een bewaakte stroke unit waardoor specifieke behandeling en observatie van de patiënten kan plaatsvinden. Vanuit een teampost met glaspui is direct zicht op de patiënten mogelijk. Sanitaire voorzieningen bestaan ondermeer uit in hoogte verstelbare wastafels, waardoor voor iedere patiënt de juiste instelling kan worden gevonden. Op de nieuwe verpleegafdeling is tevens een ruimte voor overdracht en besprekingen gerealiseerd. Op de verpleegkamers zijn televisietoestellen gemonteerd aan het plafond.
Dit project betreft een verbouwing ten behoeve van een multifunctionele overleg- / overdrachtruimte, uitgerust met videoconferencing. Dit project is een opvolging van een recente visitatie en is in juni 2012 opgeleverd.
Vleugel B 1 De aanpassingen aan de werkkamers voor de Raad van Bestuur, de Bestuurskamer en het sanitair zijn in 2012 afgerond.
Vleugel A 1 De Klinische Farmacie is voorzien van een Cleanroom voor de realisatie van een IV station (robot). Hiervoor was het noodzakelijk de bestaande garderobe van de Klinische Farmacie te verplaatsen. Deze verbouwing is onderdeel van een verbetering van het logistieke proces en daarmee samenhangende aanpassing van werkruimten voor de Klinische Farmacie.
Vleugel C bg Voor de Nucleaire Geneeskunde is het laboratorium gerenoveerd. Door aanpassing van de huidige indeling is ruimte ontstaan voor een nieuw research laboratorium die voldoet aan de C-GMP richtlijnen. Met de renovatie is het gehele luchtkanalenstelsel vervangen en heeft het laboratorium een geheel eigen luchttoevoerkast en afzuigsysteem gekregen. Bijzonder aan dit project is dat het huidige B-lab van ‘s morgens 7.00 tot 12.00 uur in gebruik bleef en daarbij aan alle eisen moest blijven voldoen. Met de aanpassingen van het laboratorium is het gebruik van en studies met nieuwe radioactieve isotopen mogelijk geworden. Na afronding van de werkzaamheden van het laboratorium zijn de gangen bij de afdeling gerenoveerd, zodat samen met de verbouwing van de afdeling longen er een geheel ‘vernieuwde’ uitstraling is in vleugel C bg.
Mbg - Centrale hal In 2012 is een algehele facelift van de centrale hal uitgevoerd, met nieuwe centrale balie voor de receptie en het inschrijfbureau. De wachtruimten in de hal zijn voorzien van nieuwe zitbanken. Een projectiewand zorgt voor de benodigde informatievoorziening.
49
seerd. Het systeem wordt voorzien van een zogenaamd Tracksysteem om stappen in het reinigingsproces te bewaken. Dit systeem is ook gekozen voor de nieuwbouw Leidsche Rijn. De CSA start in 2013 met het centraal reinigen van scopen voor Endoscopie, KNO, OK, Longen en Urologie. Aansluitend worden de decentrale reinigingsruimten opgeheven of verbouwd voor gescheiden opslag van vuile en schone scopen.
Huisvestingplan
Nieuwe Centrale Keuken De centrale keuken is geheel vernieuwd om volgens het ontkoppeld koken systeem te kunnen werken. Tijdens de verbouwing is gebruik gemaakt van een tijdelijke keuken, op het terrein bij de expeditie, teneinde het restaurant te kunnen blijven voorzien. Ook was bij de tijdelijke keuken een grote koelcel beschikbaar, als tussenopslag voor de ontkoppeld gekookte maaltijden vanuit de locatie Utrecht. De vernieuwde keuken is ingericht voor het ontkoppeld koken en volledig naar de HACCP-richtlijnen. De keuken bevat verschillende compartimenten, waaronder zes koel-/vriescellen, een aparte portioneerruimte, spoelkeuken, dieetkeuken, centrale keuken en kantoren. De logistiek begint bij het goederen ontvangst waar de goederen worden uitgepakt en naar positie gesorteerd. Het bereide voedsel wordt vanuit de keuken of dieetkeuken via een snel terugkoelproces (Blastchillers) tijdelijk gekoeld opgeslagen in de koelcel. Vanuit de portioneerruimte worden de maaltijden voor de patiënten in speciale regenereerwagens geserveerd en vervolgens in de koelcel geplaatst. De spoelkeuken bevat drie nieuwe vaatwassers met een aparte wasplaats voor de wagens. Centraal in de keuken is een kantorenblok gesitueerd. De renovatie is gestart in augustus 2012, met de totale sloop van de oude keuken. Door geluidsoverlast voor de onderliggende SEH en OK’s moest het werk regelmatig worden stilgelegd. Hierdoor ontstond vertraging ten opzichte van de planning, hetgeen is opgelost door het werken in avonden en weekenden. Eind 2012 is de nieuwe keuken in gebruik genomen.
Centraal magazijn In het centraal magazijn is de indeling gewijzigd en daarmee de capaciteit en kwaliteit van opslag voor diverse (steriele) goederen verbeterd. Het beperken van kruisingen van in- en uitgaand verkeer van goederen bevordert de logistieke doorstroming in enerzijds leveringen van leveranciers en distributie naar interne en externe locaties anderzijds. De bestaande goederenlift is gemoderniseerd.
Het huisvestingsplan is een samenspel van interne en externe verhuizingen met als doel het (tijdelijk) oplossen van bestaande ruimteknelpunten. Centraal in de huisvestingsvraag staat het denkpatroon ten aanzien van ruimte binnen de organisatie van het St. Antonius Ziekenhuis. Met de introductie van “het nieuwe werken” kan ook binnen het St. Antonius Ziekenhuis ruimte worden gewonnen. Geen persoonlijke (vaste) werkplekken, maar flexwerken, slimmer roosteren en creatieve oplossingen zullen, samen met dit huisvestingsplan, bijdragen aan het oplossen van de ruimteknelpunten. Op basis van de bekende huisvestingsvraagstukken is een aantal scenario’s onderzocht. Om voor de korte- en middellange termijn binnen het ziekenhuis ruimte te creëren voor patiëntgebonden functies (direct en indirect) is het onvermijdelijk om kantoorfuncties extern te plaatsen. Deze externe huisvesting is voor de komende twee jaar gevonden in ‘The Wellbuilding’ aan de Weverstede, waar de Antonius Academie reeds is gehuisvest. In ‘The Wellbuilding’ zijn de 1e en 2e verdieping gehuurd en geschikt gemaakt voor de huisvesting van F&I, I&I en M&C. In Vleugel Zuid 1 worden voorbereidingen getroffen voor noodzakelijke aanpassingen om de managers bedrijfsvoering zorgeenheden, inclusief secretariaten en beleidsmedewerkers, de afdelingen KVV, Z&O en een deel van de Pathologie te huisvesten. In Vleugel Zuid 2 blijft de afdeling Inkoop gehuisvest, alsmede VCMO en Diëtetiek. In januari en februari 2013 zullen diverse interne verhuizingen van en naar Vleugel Zuid plaatsvinden. Tevens vindt de verdere uitwerking plaats voor het huisvesten van de logeer- en piketafdeling in Vleugel Zuid 3.
Terreinen De hoofdingang West, aan de straatzijde, heeft een metamorfose ondergaan. Een nieuwe luifel geeft een prachtige aanblik vanaf de tramzijde. De bestrating is gecombineerd met nog uit te groeien en te bloeien soorten gewassen die zijn gezaaid en gepoot. Nieuwe bomen en lantaarnpalen geven daarbij het complete beeld in lijn met het eerder aangelegde terrein op de hoek Koekoekslaan / Doorslag. Na voltooiing van de overkapte opstelplaats voor ambulances zal het terrein aan de noordzijde in gelijke stijl opnieuw worden aangelegd.
Techniek Centrale Scopenreiniging Ten gevolge van aangescherpte eisen voor de reiniging van scopen en probes is bij de Centrale Sterilisatie Afdeling (CSA) een centrale scopen reiniging gerealiseerd. De afdeling heeft speciale reinigingsmachines, waarbij, naast de verbeterde kwaliteit van reinigen, ook een scheiding tussen vuil en schoon wordt gereali-
In het kader van het Meerjaren onderhoudsplan is in februari 2012 gestart met het vervangen van de drie 2.500 liter boilers die ruim 30 jaar dienst hebben gedaan. Gelijktijdig zijn leidingen aangepast, waardoor de warmwater installatie volledig is geoptimaliseerd. De waterverdelers zijn vernieuwd en alle hoofdafsluiters vervangen.
50
Binnen de eenheid Vastgoed & Techniek werkt de afdeling Techniek vanuit vooraf vastgestelde budgetten waarmee de gebouwen en gebouwgebonden installaties in stand moeten worden gehouden. Eind 2011 is een meerjaren onderhoud exploitatiebegroting opgesteld voor de periode 2011 – 2030. Om aan te sluiten bij het beschikbare budget zijn er prioriteiten gesteld die inzicht geven welke activiteiten daadwerkelijk uitgevoerd moeten worden. Hierbij staat de patiëntveiligheid en de continuïteit van het zorgproces centraal. Deze keuzes worden gemaakt volgens onderstaande prioriteitstelling: 1. Wettelijke eisen 2. Patiëntveiligheid en continuïteit zorgproces 3. Overige instandhouding in kader van kwaliteit en uitstraling De vertaalslag van deze prioriteitstelling naar het werkelijk onderhoudsprogramma is gebaseerd op de jarenlange ervaring van de afdeling Techniek met het benodigde onderhoudsprogramma en de levensduur van de aanwezige installaties. Vanuit deze uitgangspunten is de begroting afgestemd op het beschikbare budget. Naast de exploitatiebegroting is tevens de investeringsbegroting opgesteld. In de praktijk zijn deze begrotingen sterk van elkaar afhankelijk. Zowel de exploitatie als de herinvesteringen van installaties die vervangen dienen te worden, moeten binnen vastgestelde budgetten worden gerealiseerd. Met deze begrotingen wordt vooraf inzicht verkregen in de te verwachte toekomstige kosten, zodat er tijdig beslissingen genomen kunnen worden waarmee de budgetten en werkelijke besteding zo goed mogelijk op elkaar afgestemd kunnen worden. Tijdens het opstellen van de begroting is gebleken dan veel installaties en bouwkundige objecten een langere levensduur hebben dan de norm (NEN 2767). Dit is onder andere te danken aan het intensief onderhoud en de consequente inspectierondes die worden uitgevoerd. Bij afwijkingen en/of storingen wordt er snel ingegrepen en corrigerende acties uitgevoerd, hetgeen de levensduur ten goede komt. Installaties en bouwkundige objecten die ouder worden, vragen meer aandacht en er zijn meer kosten benodigd voor het onderhoud teneinde de betrouwbaarheid te kunnen garanderen. Per definitie gaan de meeste kosten van onderhoud in het laatste deel van het levensduur zitten. Het gevolg van de langere levensduur van de installaties en bouwkundige objecten is dan ook dat de exploitatiekosten hoger worden en tegelijkertijd de investeringskosten dalen. Hierbij zijn de besparingen van de uitgestelde investeringen hoger dan de bijkomende kosten voor de exploitatie. Ondanks deze mogelijke besparingen dient de patiëntveiligheid en continuïteit van het zorgproces geborgd te blijven. Deze uitgangspunten worden door de afdeling Techniek scherp in de gaten gehouden bij het bepalen van het einde levensduur van de installaties en bouwkundige objecten.
Gebouwveiligheid In het 2e kwartaal van 2012 is gestart met het aanpassen van de huidige brandmeldinstallatie. Alle automatische- en handbrandmelders en nevenindicatoren worden vervangen en aangesloten op nieuwe subcentrales. In de recent gerenoveerde afdelingen zijn deze melders en indicatoren reeds vervangen. In 2013 beschikt het ziekenhuis wederom over een geheel gemoderniseerde en certificeerbare installatie. Aansluitend, en in relatie tot het project telecommunicatie zal ten behoeve van de alarmeringsinstallatie en de stille ontruimingsinstallatie verder uitwerking worden gegeven aan het gebruik van mobiele communicatiemiddelen zoals telefonie, personenzoekinstallatie en portofoons.
Polikliniek Utrecht Noord In juli 2012 is op locatie Zorgcentrum Tamarinde aan de Neckardreef te Utrecht gestart met nieuwbouw- en verbouwwerkzaamheden. Hier wordt een deel van de ruimten die het ziekenhuis langdurig gaat huren van Careyn, geschikt gemaakt voor de polikliniek Utrecht Noord. In de polikliniek worden voor een groot aantal specialismen spreekkamers, algemene behandelkamers, een gynaecologie / urologie behandelkamer gerealiseerd, met daarnaast ruimten voor audiometrie, longfunctie, echo en röntgen. In het centrum zal ook een (bloed)prikpunt van Saltro worden voorzien. Medio april 2013 zal de oplevering plaatsvinden. Aansluitend worden inrichtingen en apparatuur geplaatst. Per 1 juli 2013 zal de polikliniek Utrecht Noord in gebruik worden genomen.
Polikliniek Houten In oktober 2012 is aan het Spoor in Houten gestart met de nieuwbouw van de St. Antonius Polikliniek en Huisartsenpost Houten. Het nieuwe gebouw bestaat uit twee verdiepingen welke op de 1e verdieping met een luchtbrug zal worden verbonden aan het naastgelegen Medisch Centrum Hofspoor. Medio oktober 2013 zal de oplevering plaatsvinden. Na inrichting en (ver)plaatsen medische apparatuur zal de verhuizing van de Loerickerstee (huidige polikliniek Houten) naar Het Spoor eind 2013 plaatsvinden.
51
4.5 Kwaliteit ten aanzien van medewerkers, personeelsbeleid, kwaliteit van het werk Algemeen Beleid Goede arbeidsomstandigheden en ruime ontwikkelings- en loopbaanmogelijkheden zijn belangrijk voor het St. Antonius Ziekenhuis om personeel te werven en te behouden. Ook zet het St. Antonius in op het vergroten van de duurzame inzetbaarheid van medewerkers om continu over voldoende en goed gekwalificeerde medewerkers te kunnen beschikken.
• Ook is de strategische personeelsplanning als input voor o.a. werving en opleiding in 2012 verder ingericht. • Met betrekking tot het behoud van medewerkers is het introductieprogramma verder geoptimaliseerd. De ziekenhuisbrede speerpunten krijgen aandacht in een organisatiebrede introductie bestemd voor alle nieuwe medewerkers. Het functiegerichte inwerken vindt daarna binnen de eigen afdeling plaats. • Daarnaast heeft het St. Antonius Ziekenhuis de certificering van Topemployer door het onderzoeksbureau CRF, als onderdeel van het St. Antonius Ziekenhuis als aantrekkelijke werkgever, wederom behaald.
Excellente Zorg Klokkeluidersregeling De Raad van Bestuur van het St. Antonius Ziekenhuis acht het van belang dat degenen die ten behoeve van het ziekenhuis werkzaam zijn, op adequate en veilige wijze melding kunnen doen van eventuele vermoedens van misstanden in het ziekenhuis. Het St. Antonius Ziekenhuis beschikt over een klokkenluidersregeling. Hieronder worden het beleid, de inspanningen en de prestaties per aandachtsveld weergegeven:
Arbeidsmarkt Beleid St. Antonius Ziekenhuis speelt in op de te verwachten krapte op de arbeidsmarkt. Zij spant zich in een aantrekkelijke werkgever zijn voor de huidige en nieuwe medewerkers. Dit doet zij onder andere door te investeren in ontwikkeling en behoud van haar medewerkers. In 2012 richtten de activiteiten zich vooral op het effectiever benutten van het aanbod van arbeidskrachten zowel binnen als buiten het ziekenhuis. Doelstellingen hierbij zijn: • Vergroten van de effectiviteit van werving. • Verbeteren van de effectiviteit en het verminderen van kosten bij de inzet van flexibel personeel. • Vergroten van de mobiliteit door het verder ontwikkelen van loopbaanpaden. • Verminderen van het aantal medewerkers dat binnen één jaar weer vertrekt. • Beter meetbare en stuurbare arbeidsmarktcommunicatie. Inspanningen en prestaties waren in 2012: • Vanuit de afdeling P&O wordt, onder andere gebruikmakend van een recruitmenttool, strakker regie gevoerd op het werving & selectie proces. • Het terugbrengen van de werving via print-media en optimaal gebruik maken van digitale middelen hetgeen leidde tot kostenreductie. • Voor de totale inzet van Flexibele Arbeid wordt een plan uitgewerkt om de regie verder te centraliseren. Voorbeelden van de inspanningen zijn: een pilot met een recruitment-traject voor SEH-verpleegkundigen, centrale prijsafspraken met detacheringbureaus en het eerder genoemd recruitmenttool.
Beleid Het programma Excellente Zorg maakt sinds 2011 onderdeel uit van het beleid van het St. Antonius Ziekenhuis. De focus van het programma ligt op een aantal kenmerken (de 8 magneetkenmerken), die de randvoorwaarden vormen voor het leveren van excellente zorg aan patiënten en het bieden van een aantrekkelijke werkomgeving waar verpleegkundigen graag willen werken. De Santeon Ziekenhuizen, die allen deelnemen aan de landelijke pilot Excellente Zorg, zetten zich zowel gezamenlijk als individueel per ziekenhuis, actief in om de verpleegkundige professionaliteit en kwaliteit te verbeteren in het programma Excellente Zorg. De doelstelling van het programma is dat patiënten de best mogelijke zorg ontvangen, geleverd door verpleegkundigen die hun werk met plezier uitvoeren volgens de daarvoor geldende richtlijnen en de laatste stand van de wetenschap. Dit wordt aangeboden in een omgeving die ingericht is op de noden en wensen van patiënten en is ingebed in een omgeving van gedrevenheid en passie.
Inspanningen Om de doelstelling te realiseren worden binnen het programma thema’s en projecten opgestart die allen als uitgangspunt hebben (een of meerdere van) de 8 magneetkenmerken te bevorderen. Het afgelopen jaar is een aantal initiatieven succesvol opgestart: • Verhogen van de registratie- en interventiegraad van de verpleegsensitieve indicatoren. Inmiddels is de registratiegraad gemiddeld met 30-40% gestegen; • Creëren van een klimaat dat verpleegkundig onderzoek bevordert; • Ontwikkelen van een toetsingskader voor voorbehouden handelingen; • Uitbreiden van de mogelijkheden voor e-learning; • Onderzoek naar stimuleren van Evidence Based Practice; • Training pro-activiteit voor verpleegkundigen; • Triviant voor de poliklinieken; • Leiderschapsprogramma voor leidinggevenden. Naast bovenstaande initiatieven maakt ook het project Het Productieve Verpleegteam onderdeel uit van het programma Excellente Zorg. Het Productieve Verpleegteam is een
52
programma, dat verpleegkundigen gestructureerde methoden en tools aanbiedt, die ontworpen zijn om zelf de omgeving van de afdeling en de werkprocessen die zich hierin afspelen te verbeteren. De focus ligt daarbij op het verbeteren van de kwaliteit van zorg, toename van patiënttevredenheid en medewerkertevredenheid en terugdringen van verspilling. Alle processen op de afdeling worden stap-voor-stap verbeterd. Inmiddels nemen 16 verpleegafdelingen deel aan dit project.
Verzuim, Gezondheid, Vitaliteit en Duurzame Inzetbaarheid Beleid met betrekking tot verzuim Het totale verzuimpercentage op organisatieniveau terugbrengen naar 3,6%, De meldingsfrequentie per medewerker van gemiddeld 1,4 terugbrengen naar 1,3 De gemiddelde verzuimduur terugbrengen naar 13,0 dagen.
Inspanningen Het bestaande beleid is geactualiseerd en omgezet in een plan van aanpak waarin met name de taakverdeling en de verschillende rollen verder zijn geëxpliciteerd. De diverse trainingen over de visie op verzuim, wetgeving ( Wet Verbetering Poortwachter), gesprekstechnieken en het gebruik van de database worden breder ingezet. St. Antonius Ziekenhuis is sinds juli 2011 eigen risicodrager in het kader van de WGA. Daarmee wordt invloed uitgeoefend op de WIA-instroom. In 2012 heeft deze aanpak verder vorm gekregen. Het verzuim is gedaald van 4,6% in 2011 naar 4,2%, de meldingsfrequentie was 1,21%. Het in 2012 aangepaste plan van aanpak leidt tot een structurele daling van het verzuim en zal in 2013 verder worden geïmplementeerd.
Gezondheid en Vitaliteit Beleid De focus verleggen van ziekte en verzuim naar gezondheid & vitaliteit.
Inspanningen Managers en leidinggevenden worden gestimuleerd hun rol te nemen. Duidelijk is dat in eenheden waar de focus hierop gericht is een daling van het verzuim waarneembaar is. Deze voorbeelden worden gebruikt voor de verbreding in het gehele ziekenhuis. De commissie gezondheid en vitaliteit ondersteunt de uitvoering van het beleid.
Prestaties Het onderwerp gezondheid en vitaliteit staat op de agenda en is meer dan voorheen onderwerp van gesprek.
(RI&E) uit te voeren. Darmee wordt bijgedragen aan de veiligheid van medewerkers.
Inspanningen Tweede helft 2011 en eerste helft 2012 is bij alle afdelingen de risico-inventarisatie uitgevoerd. Deze RI&E is per eenheid geaudit. Managers hebben hierdoor stuurinformatie en afdelingen gebruiken elkaars ervaringen om gezamenlijk op te trekken.
Prestaties In 2012 hebben de laatste 40 van de 80 afdelingen een RI&E uitgevoerd. Met alle afdelingen zijn plannen van aanpak opgesteld om de veiligheidssituatie te verbeteren. Daarnaast zijn ziekenhuisbrede punten geanalyseerd en besproken met Faciliteiten & Services en Vastgoed & Techniek.
Duurzame inzetbaarheid Beleid Het vergroten van de duurzame inzetbaarheid van medewerkers om blijvend over voldoende en goed gekwalificeerde medewerkers te kunnen beschikken.
Inspanningen en prestaties Binnen het ziekenhuis is toenemend bewustzijn dat met duurzame inzetbaarheid wordt bedoeld een goed evenwicht tussen de aandacht voor gezondheid en vitaliteit aan de ene kant en de inzet op ontwikkeling en opleiding, kwaliteit van leidinggeven en persoonlijk leiderschap van medewerkers aan de andere kant. Duurzame Inzetbaarheid kent een integrale aanpak vanuit een centrale ambitie. Vitaliteit en gezondheid is een verantwoordelijkheid van zowel medewerker als werkgever. Gezonde en vitale medewerkers dragen bij aan een vitale organisatie. In zeven eenheden is het programma gestart met behulp van een speciaal daarvoor ontwikkeld strategiespel. Per eenheid heeft dit een vervolg op maat gekregen. Op verschillende manieren is ook ziekenhuisbreed aandacht gegeven aan behoud van de vitaliteit van medewerkers, bijvoorbeeld door aansluiting bij Bedrijfsfitness, de jaarlijkse Antoniusloop voor medewerkers, worskhops mindfulness en verschillende workshops over de balans werk/ privé. De commissie Gezondheid & Vitaliteit is drie keer bijeen geweest. Er ligt een plan van aanpak voor het vervolg dat in 2013 wordt uitgevoerd.
Investors in People en Medewerkersonderzoek Beleid Het continueren van de aandachtspunten zoals geformuleerd bij de Investors in People accreditatie van het St. Antonius Ziekenhuis december 2009. Het gebruik van het Medewerkeronderzoek om dit structureel te monitoren.
Inspanning en prestaties Risico inventarisatie en evaluatie Beleid Het ziekenhuis voldoet aan de wettelijke verplichting iedere vijf jaar voor alle afdelingen een Risico Inventarisatie en Evaluatie
• IiP is inmiddels onderdeel van de structuur. • Zowel organisatiebreed als binnen de eenheden zijn verbeterpunten gecommuniceerd en verbeteracties uitgevoerd. • De uitkomsten van (de IiP vragen uit) het medewerkeronder-
53
zoek leveren positieve feedback op de effecten van eerder uitgevoerde verbeteracties. Deze zijn teruggekoppeld aan de verschillende eenheden en afdelingen die daaraan weer vervolg hebben gegeven. Eind 2012 is het MTO opnieuw uitgevoerd en begin 2013 krijgt het ziekenhuis feedback op de 6 ziekenhuisbrede verbeterpunten. Ook eenheden en afdelingen krijgen gerichte feedback op de eigen organisatorische eenheid.
Prestaties naar aanleiding van MTO 2010 1. Het leiderschapsprogramma voor (verpleegkundig) afdelingshoofden is gestart in maart 2012. 2. Autonomie & taakduidelijkheid: Autonomie is als speerpunt in het programma Excellente Zorg opgenomen 3. Ontwikkelen generiek functiehuis, ondersteunend aan de HR-gesprekscyclus. 4. Interne communicatie en betrokkenheid medewerkers: P&O en Marketing en Communicatie hebben in samenwerking de interne communicatie verbeterd.
5. Trainingen voor ergocoaches als vervolg op de Beeldschermwerk Campagne van oktober 2011. 6. Agressie en geweld. Agressieprogramma’s zijn voor de zorg aangeboden. 7. Fysieke belasting De RI&E is versneld uitgevoerd.
TOP team ‘TOP’ staat voor Trauma Opvang Personeel. Het TOP-team bestaat uit een doorsnede van het ziekenhuispersoneel en biedt hulp na een schokkende of traumatische gebeurtenis. Leden van het team zijn speciaal voor deze taak getraind. Op 31 december 2012 bestond het TOP team uit 13 leden.
Beleid en inspanningen In 2012 zijn 20 nieuwe incidenten bij het TOP-team gemeld. Dit aantal is de afgelopen jaren stabiel. Naar aanleiding van de meldingen zijn 38 individuele gesprekken gevoerd en 3 groepsbijeenkomsten begeleid.
54
van arbeidsconflicten scoort hoog. Bij het overgrote deel van de meldingen speelt de manier van communiceren een grote rol. Hierdoor voelt men zich niet gehoord en/of begrepen, alleen staan in de kwestie of bedreigd in het voortbestaan van de baan.
De incidenten betroffen: • Traumatische ervaringen op de werkvloer. • Fouten gemaakt door medewerkers op de werkvloer. • Plotseling overlijden collega. • Incidenten in de privésfeer die gevolgen hadden voor de uitvoering van het werk. Naast individuele begeleiding geeft het TOP team ook voorlichting en klinische lessen over het meemaken van een traumatische gebeurtenis.
In een aantal zaken is er sprake van slecht of geen gehoor vinden bij P&O. Er is nog steeds behoefte aan een duidelijke plaats waar men informatie kan halen over mogelijkheden, rechten en ondersteuning en advies. In een aantal situaties is er goed overleg en samenwerking met de coördinator re-integratie, wat leidt tot succesvolle bemiddeling.
Klachtencommissie voor medewerkers In 2012 kwamen bij de commissie 3 klachten en twee meldingen binnen. Bij twee klachten werd de formele behandelingsprocedure gevolgd en een advies aan de Raad van Bestuur uitgebracht. De Raad van Bestuur nam over beide klachten een besluit. In één zaak werd het standpunt van de commissie volledig gevolgd, in de andere gedeeltelijk. Eén klacht kon worden bemiddeld en is naar tevredenheid opgelost. Eén melding had betrekking op een in 2010/2011 bemiddelde klacht waarin de klachtencommissie in 2012 niets meer voor de klager kon doen. Een melding werd verwezen, omdat het probleem nog niet langs de reguliere weg binnen het ziekenhuis was besproken.
Vertrouwenspersonen In 2012 is door 25 medewerkers gebruik gemaakt van de diensten van de vertrouwenspersoon. Dit houdt een gemiddelde van 2,8 contactmomenten in. Daarnaast was er mailwisseling, overleg en administratie. Er is een daling van klachten ten opzichte van 2011 terwijl het aantal contactmomenten iets toe nam. Wat opvalt is het aantal jonge medewerkers, soms nog in opleiding, dat een beroep doet op de vertrouwenspersoon. In drie gevallen was sprake van klachten van seksuele intimidatie. Bij de overige klachten gaat het hoofdzakelijk om intimidatie in de verhouding tussen medewerker en leidinggevende: de medewerker voelt zich onheus bejegend en geïntimideerd. Een aantal keren is dit gekoppeld aan ziek- en herstelmelding en re-integratie. In andere gevallen is er sprake van beschuldiging van plotseling niet meer goed functioneren. Ook bejegening door collega’s, intimidatie op de werkvloer en de wijze van oplossen
In 2012 hebben bovendien de volgende activiteiten plaats gevonden: • Drie keer intervisie samen met de vertrouwenspersoon van het Hofpoort ziekenhuis, onder leiding van een externe intervisor. • Overleg met OR, hoofd P&O en lid Raad van Bestuur. • Overleg met klachtencommissie. • Herhalingstraining voor vertrouwenspersonen. Per 1 januari 2013 stopt Juul Langejans als vertrouwenspersoon. In 2013 zal het vergroten van de bekendheid met vertrouwenspersonen en het mogelijk samenwerken met vertrouwenspersonen in andere ziekenhuizen aandacht krijgen.
Incidenten met medewerkers In 2012 zijn 21 bedrijfsongevallen geregistreerd. Deze variëren van niet ernstig tot zeer ernstig. De gemelde bedrijfsongevallen worden beoordeeld en wanneer nodig wordt een ongevalonderzoek ingesteld. Bij twee bedrijfsongevallen is een melding bij de Arbeidsinspectie gedaan. Een maal door de werknemer zelf, een maal door de werkgever. Bedrijfsongevallen worden centraal gemeld en digitaal geregistreerd. Incidenteel komen schriftelijke meldingen binnen. Er zijn aanwijzingen dat niet alle bedrijfsongevallen gemeld worden. Daarop wordt in 2013 verdere actie ondernomen door hiervoor meer aandacht te vragen.
Cijfers op het gebied van P&O St. Antonius Ziekenhuis Uitstroom (incl. oproepkr.) Instroom (incl. oproepkr.)
Aantal 479
FTE 266,4
535
337,3
St. Antonius Ziekenhuis Verzuim (exclusief zwangerschapsverlof) Verzuim totaal personeel in loondienst St. Antonius Ziekenhuis Totaal personeel Patiëntgebonden functies
Totaal aantal vacatures per 31 december 41 24
4,2 Moeilijk vervulbare vacatures per 31 december 2 2
55
4.6 Samenleving Vervolg succesvolle aanpak kindermishandeling Utrechtse ziekenhuizen In november 2007 ondertekenden de ziekenhuizen in de provincie Utrecht, de provincie Utrecht, Bureau Jeugdzorg / AMK, de zorgverzekeraars en Alleato het convenant ‘Sluitende aanpak Kindermishandeling ziekenhuizen provincie Utrecht’. In dit convenant legden partijen vast zich te willen inzetten voor de versterking van de aanpak van kindermishandeling. Het St. Antonius Ziekenhuis heeft een commissie signalering kindermishandeling en is in 2012 keer vijf bij elkaar geweest voor vorming van beleid. De casuïstiekbesprekingen hebben eveneens vijf maal plaatsgevonden. Hoofdpunten beleid 2012: • Screenings instrument signalering kindermishandeling op poli’s. Met de medisch stafraad is gesproken over een screeningsinstrument (mishandeling - verwaarlozing ) voor specialisten die kinderen op hun poli zien. Hierover hebben tevens gesprekken plaatsgevonden met specialisten en het Informatiemanagement / EPD. • Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling Eerste initiatieven zijn genomen ter invoering van de Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling in het ziekenhuis. • Cijfers 2012 In 2012 hebben 8988 kinderen tot 18 jaar de SEH bezocht. - 90 werden ‘niet pluis’ bevonden - waarvan na verder onderzoek bij 28 het vermoeden bleef gehandhaafd - voor 1 werd melding gedaan bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling - voor 4 een melding bij Bureau Jeugdzorg - voor 6 gold een ander traject (maatschappelijk werk, psycholoog, voogd) De 90 kinderen die ‘niet pluis’ werden bevonden, zijn alle besproken in de casuïstiekbesprekingen. In 2012 werden 18 oudermeldingen (bij ouders die op de SEH komen ten gevolge van TS, intoxicatie of huiselijk geweld en die thuiswonende kinderen hebben, legt de SEH altijd contact met Bureau Jeugdzorg) gedaan.
4.7 Medische opleidingen Het St. Antonius Ziekenhuis is een van de oudste en grootste niet-academische opleidingsklinieken in Nederland. Het ziekenhuis verzorgt velerlei opleidingen voor onder andere medisch specialisten, verpleegkundigen, laboranten en paramedici. Het St. Antonius Ziekenhuis maakt als ‘Teaching Hospital’ deel uit van de STZ (Samenwerkende Topklinische Ziekenhuizen). Binnen de STZ neemt het St. Antonius Ziekenhuis een vooraanstaande plaats in als grootste opleidingsziekenhuis betreffende het aantal erkende medische en verpleegkundigen opleidingen en artsen in opleiding tot medisch specialist.
Het St. Antonius Ziekenhuis heeft de ambitie als ziekenhuis vooraanstaand en onderscheidend te zijn en te blijven, en dit geldt ook voor de medische en verpleegkundige opleidingen. Per 1 januari 2008 is het leerhuis St. Antonius Academie opgericht. De St. Antonius Academie heeft de taak de medisch specialistische en verpleegkundige opleidingen te ondersteunen en te stimuleren ten aanzien van onderwijsvernieuwing en kwaliteitsverbetering.
56
Centrale Opleidingscommissie De Centrale Opleidingscommissie (COC) van het St. Antonius Ziekenhuis fungeert als overlegorgaan conform het kaderbesluit van het Centraal College Medische Specialismen (CCMS) van 11 mei 2009, ingegaan op 1 januari 2011. Kerntaken van de COC zijn het bewaken van de kwaliteit van de opleidingen en het opleidingsklimaat, het ondersteunen bij visitaties, het bevorderen van kennisuitwisseling en het bemiddelen bij geschillen tussen AIOS en opleiders. De COC kent een dagelijks bestuur en plenaire vergaderingen. De leden van het dagelijks bestuur (DB) zijn de COC-voorzitter, COC-secretaris en de voorzitter en secretaris van de aiosvereniging. Het DB wordt evenals de COC ondersteund door de afdeling medische opleidingen van de St. Antonius Academie. Het DB kwam in 2012 acht keer bijeen en de plenaire COC is heeft vijf maal vergaderd.
OOR Utrecht De Onderwijs- en & Opleidingsregio Utrecht (OOR Utrecht) speelt een belangrijke rol bij de verdeling van capaciteit en regionale afspraken op het gebied van kwaliteit en strategie. De voorzitter van de RvB van het St. Antonius Ziekenhuis is vicevoorzitter van de bestuursvergadering van de OOR Utrecht. De
bestuursvergadering wordt voorbereid door het leerhuismanagersoverleg. Het hoofd medische opleidingen van de St. St. Antonius Academie is lid van dit overleg. In 2012 hebben vier bestuurlijke vergaderingen plaatsgevonden. Jaarlijks wordt in de OOR Utrecht een symposium georganiseerd. In 2012 heeft het hoofd medische opleidingen een workshop multidisciplinair opleiden verzorgd.
Initiële opleiding geneeskunde In het St. Antonius Ziekenhuis verzorgen vrijwel alle specialismen een opleiding voor co-assistenten. Zij kunnen in het eerste jaar via Studentencoördinatie geplaatst worden voor een verpleegkundige stage. In het derde, vierde en vijfde jaar van de opleiding kunnen zij de benodigde co-schappen voor hun opleiding tot basisarts in het St. Antonius Ziekenhuis volgen. Dit betreft voornamelijk studenten van de Universiteit Utrecht, maar ook enkele studenten van de Vrije Universiteit, Universiteit Groningen en de Technische Universiteit Twente hebben hier een stage gevolgd. Hieronder volgt een overzicht van de maatschappen die co-schappen verzorgen, het aantal co-assistenten en het aantal jaarplaatsen van de locaties Nieuwegein en Utrecht:
Maatschap
Aantal co-
assistenten
Aantal keuzeco’s,
Aantal jaarplaatsen
ASAS stage en onderzoeksstage
Anesthesiologie
- 10
Cardiologie
- 24
Cardiothoracale chirurgie
-
1
Dermatologie
26
-
Gynaecologie
47 9 5,64
Heelkunde I, AKO vergoeding, studiejaar 3
49
1
5
5,88
Heelkunde II, studiejaar 5 locatie Oudenrijn
43
Interne Geneeskunde I, AKO vergoeding, studiejaar 3
75
Interne Geneeskunde II, studiejaar 5, locatie Oudenrijn
41
Kindergeneeskunde
31 4 3,72
KNO
38
-
5,16
18
9
-
4,92
3
2,28
Longgeneeskunde
- 5
MMI
- 1
Neurologie UMCU (= 6 weken) Nieuwegein
43
3
5,16
Neurologie VU ziekenhuis (= 4 weken) OR
23
-
1,77
Orthopedie
- 4
Plastische Chirurgie
-
Psychiatrie
4
16 2 1,92
Radiologie
- 1
Revalidatiegeneeskunde
-
1
Spoedeisende Hulp
-
12
Urologie
-
2
Totaal
432 109 46,45
57
Het totaal aantal jaarplaatsen dat door acht maatschappen werd verzorgd, bedroeg in 2012 46,45. In totaal hebben 432 medische studenten hun reguliere co-schap in het St. Antonius Ziekenhuis gevolgd.
Medische vervolgopleidingen De medische vervolgopleidingen en de zogenoemde bètaberoepen (klinische chemie, klinische fysica en klinische farmacie) staan sinds 2010 in het teken van de implementatie van de gemoderniseerde opleidingsplannen die door de beroepsverenigingen zijn vastgesteld. Om alle betrokkenen zo goed mogelijk voor te bereiden op de implementatie van de modernisering heeft de Centrale Opleidingscommissie (COC) van het St. Antonius Ziekenhuis in 2010 een actieplan in werking gezet. Dit plan bestaat uit drie fasen: 1. Lokale opleidingplannen. 2. Professionalisering opleiders en opleidingsgroepen. 3. Kwaliteitszorg.
ad 1. Lokale Opleidingplannen In de periode 2010-2011 is voor alle (medische) vervolopleidingen een lokaal opleidingsplan ontwikkeld. In deze lokale opleidingsplannen is onder andere vastgelegd welke specifieke opleidingsonderdelen of modules worden aangeboden. Verder zijn per opleidingsonderdeel de leerdoelen, leermiddelen en toetsen vastgelegd. Dit proces is ondersteund door een onderwijskundige van de Antonius Academie.
ad 3. Kwaliteitszorg Om alle medische vervolgopleidingen te ondersteunen bij de implementatie van de modernisering, werd halverwege 2010 een cyclus van interne audits (proefvisitaties) gestart. Het hoofddoel van de eerste ronde interne audits was om, zonder extra administratieve last, vast te stellen in hoeverre de modernisering al aantoonbaar was geïmplementeerd. Om de audits inhoudelijk goed vorm te geven werd ondersteuning gevraagd van een onafhankelijke adviseur. In de eerste cyclus zijn binnen twee jaar tijd 21 audits gedaan. Op basis van de bevindingen uit de interne audits heeft de COC in 2012 het integrale kwaliteitsbeleid voor de vervolgopleidingen vastgesteld. De stafmedewerker kwaliteit van de afdeling medische opleidingen is belast met de implementatie hiervan. In 2012 is, als onderdeel van het ziekenhuisbrede kwaliteitszorgplan, met alle opleiders een structuur van kwaliteitsmeting afgesproken, die is afgestemd op de specifieke kenmerken van de opleiding in het St. Antonius Ziekenhuis. In dit plan staat de volledige PDCA-cyclus van de opleiding beschreven, inclusief toetsinstrumenten en termijnen voor verbeteracties. Deze plannen worden als kwaliteitsparagraaf toegevoegd aan de lokale opleidingsplannen. De voorbereidingen hiervoor zijn in het najaar van 2012 gestart en worden afgerond per 1 maart 2013. De cyclus van interne audits (proefvisitaties) die medio 2010 door de COC is gestart, is in 2012 gecontinueerd. In totaal zijn in deze periode 21 interne audits verricht en 2 follow-up audits.
Visitaties en erkenningen ad 2. Docentprofessionalisering Eén van de kwaliteitsindicatoren van het St. Antonius Ziekenhuis is dat de opleiders en plaatsvervangend opleiders de cursus Teach the Teacher (TtTI) volgen. Met als peildatum 31 december 2012 hebben tot nu toe van de 51 (plaatsvervangend) opleiders 45 opleiders module I gevolgd, module II is door 18 opleiders gevolgd en 6 opleiders namen deel aan module III. De basismodule, die opengesteld is voor overige leden van de opleidersgroep, is in totaal door 137 personen gevolgd. De modernisering van onze vervolgopleidingen vraagt ook een professionalisering van de leden van de opleidingsgroepen op didactisch vlak. De zogenoemde Teach the Teacher-trainingen bieden hiervoor een goede basis, maar er is ook een programma nodig om de geleerde vaardigheden te onderhouden en verder te ontwikkelen. Daarom heeft de COC vorig jaar de werkgroep docentprofessionalisering ingesteld. De werkgroep heeft als opdracht meegekregen een vervolgprogramma op de TtT-trainingen te ontwikkelen. De werkgroep heeft twee sporen uitgezet. Het eerste omvat het voldoen aan het STZ-criterium dat minimaal 80% van de staf een Teach the Teacher-training heeft gevolgd. Het tweede spoor is gericht op de langere termijn en betreft het ontwikkelen van een systeem, waarmee opleiders in staat worden gesteld om zich binnen het opleidersprofiel, dat in juni 2012 door de KNMG is vastgesteld, door te ontwikkelen. Dit programma gaat begin 2013 van start.
De intensieve voorbereidingen op het ‘nieuwe visiteren’ heeft ook in 2012 zijn vruchten afgeworden. In 2012 is (verlenging van de) erkenning van de volgende opleidingen verleend: Maatschap Duur Dermatologie Gevisiteerd, uitslag nog niet bekend Kindergeneeskunde 5 jaar Revalidatiegeneeskunde 5 jaar SEH 5 jaar Ziekenhuisapotheker 5 jaar Van de volgende opleidingen is de tussentijdse rapportage in 2012 akkoord bevonden: • Heelkunde • Radiologie De opleiding Longgeneeskunde heeft een uitbreiding op de erkenning gekregen voor de OSAS-stage op locatie Overvecht. Bij de volgende specialismen is een nieuwe (plaatsvervangend) opleider aangetreden: • Kindergeneeskunde: Mw. drs. I.M.A. Lukkassen is benoemd tot plaatsvervangend opleider. • Nucleaire Geneeskunde: Mw. drs. R.G.M. Keijsers is benoemd tot waarnemend opleider. • Neurologie: Mw. dr. S.C. Tromp is benoemd tot plaatsvervangend opleider.
58
Voor de opleiding dermatologie is bij de Registratiecommissie Geneeskundig Specialisten (voorheen MSRC) een erkenning aangevraagd. De visitatie heeft plaatsgevonden in september 2012. Een besluit over de erkenning wordt begin 2013 verwacht.
van de Raad van Bestuur, voorzitter Centrale Opleidingscommissie en de manager van het leerhuis, vormde de commissie die het St. Antonius Ziekenhuis waardevolle tips heeft gegeven.
Disciplineoverstijgend onderwijs In 2012 zijn de voorbereidingen getroffen voor de erkenningsaanvraag opleiding reumatologie. Het lokaal opleidingsplan is geschreven en de beoogd opleider en waarnemend opleider hebben de TtT gevolgd.
Voorbereiding STZ-visitatie In het eerste kwartaal van 2013 zal het St. Antonius Ziekenhuis opnieuw door de STZ worden gevisiteerd. Mede omdat de erkenningscriteria in 2012 zijn verscherpt, is een goede voorbereiding van belang. Daarom heeft de afdeling medische opleidingen op 5 december een proefvisitatie georganiseerd. Een delegatie uit het Catharina Ziekenhuis Eindhoven, bestaande uit de voorzitter Datum Onderwerp 24 Januari Klachten en Aansprakelijkheid 29 Februari Informed Consent 28 Maart CATs 24 April Lagerhuisdebat Medische Opleidingen: de AIOS aan zet 23 Mei Ziekenhuismanagement 21 Juni De dikke patiënt 18 September Kwaliteit en Patiëntveiligheid 24 Oktober Wetenschappelijk onderzoek 22 November Voeding 13 December Personalised Medicine
Introductie onderwijsprogramma A(N)IOS Het introductie onderwijsprogramma voor arts-assistenten vormt een terugkerend aandachtspunt. Het programma bestaat uit twee delen: een algemeen en een specifiek deel. Het algemene deel is ontwikkeld door de Antonius academie en het specifieke deel door de Acute Zorgraad. Het programma beslaat in totaal 5 dagen. In 2012 is het 12 keer georganiseerd.
Eén van de doelstellingen van de COC is het bevorderen van de ontwikkeling van de algemene competenties van de medisch specialist. Het disciplineoverstijgend onderwijs (DOO) is daarvoor een goed middel. Op basis van het programma dat door de werkgroep Disciplineoverstijgend Onderwijs is opgesteld, zijn in 2012 door de afdeling Medische Opleidingen sessies DOO georganiseerd. Dit onderwijs is bestemd voor: A(N)IOS, co-assistenten en andere geïnteresseerden, zoals de researchnurses en verpleegkundig specialisten. In 2012 was het gemiddelde aantal deelnemers van deze sessies 38 personen. Hieronder volgt een overzicht van de sessies, het daarbij besproken onderwerp, de sprekers en het aantal deelnemers. Sprekers Mw. C. Hoebee, klachtenfunctionaris St. Antonius Ziekenhuis Prof. dr. mr. J. Legemaate, hoogleraar gezondheidsrecht AMC drs. Miebet Wilhelm, hoofd Bibliotheek Antonius Academie Onder voorzitterschap van dr. Bart Vlaminckx microbioloog Dhr. R.J. Snijder, Longarts en Voorzitter Bestuur Medische Staf Dhr. J. Zuurbier, Bedrijfskundig Adviseur Dhr. H.P.A. van Dongen, Anaesthesioloog, Mw. C. Knibbe, Klinische Farmacie, Dhr. J. Borstlap, Beeldvormende Techniek Dr. Loes Pijnenborg, arts manager afdeling Kwaliteit, Veiligheid & Verantwoording Erik Scholten, anasthesioloog-anesthesist, medisch manager afdeling kwaliteit, Veiligheid en Verantwoording Dhr. W.J.W. Bos, Internist-nefroloog en hoofd R&D Dhr. P. Stadhouders, MDL-arts Mw. H. Froon, diëtiste Mw. E. Schoots, sportarts Dhr. J.A. Kummer, Patholoog Dhr. J. ten Berg, Cardioloog
Deelnemers 30 31 31 47
29
42
41
34 43
50
Het algemene deel staat voornamelijk in het teken van het instrueren van de nieuwe A(N)IOS, zodat ze goed aan de slag kunnen in het St. Antonius Ziekenhuis. Het specifieke deel is verplicht voor alle A(N)IOS die op de SEH met patiënten in contact komen. De training is opgezet volgens de ABCDE-techniek. Centraal staat de vroege herkenning en behandeling van de vitaal bedreigde patiënt.
59
In totaal hebben 395 deelnemers de introductie doorlopen. Daarvan hebben 145 aan de algemene introductie deelgenomen, 133 aan de BLS/ALS en 117 aan de Acute Zorg ABC training. Hieronder volgt een overzicht van het aantal deelnemers, per onderdeel, per maand voor 2012: Maand Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December
Onderdeel Aantal deelnemers 2 dagen algemene introductie 13 1 dag BLS/ALS 10 2 dagen Acute Zorg ABC training 17 2 dagen algemene introductie 14 1 dag BLS/ALS 9 2 dagen algemene introductie 14 Waarvan enkel EPD en DBC 1 1 dag BLS/ALS 14 2 dagen Acute Zorg ABC training 17 2 dagen algemene introductie 13 Waarvan enkel EPD en DBC 2 1 dag BLS/ALS 12 2 dagen algemene introductie 5 Waarvan enkel EPD en DBC 1 1 dag BLS/ALS 11 2 dagen Acute Zorg ABC training 20 2 dagen algemene introductie 13 Waarvan enkel EPD en DBC 2 1 dag BLS/ALS 9 2 dagen algemene introductie 12 Waarvan dag 1 enkel DBC 1 1 dag BLS/AlS 8 2 dagen Acute Zorg ABC training 21 2 dagen algemene introductie 13 1 dag BLS/ALS 12 2 dagen algemene introductie 16 1 dag BLS/ALS 16 2 dagen Acute Zorg ABC training 21 2 dagen algemene introductie 12 1 dag BLS/ALS 13 2 dagen algemene introductie 8 1 dag BLS/ALS 10 2 dagen Acute Zorg ABC training 21 2 dagen algemene introductie 12 1 dag BLS/ALS 9
Intervisie In 2012 is gestart met een pilot intervisie voor aios. Intervisie is een laagdrempelige vorm van deskundigheidsbevordering waarbij collega’s een beroep doen op elkaar om mee te denken over persoons- en functiegebonden vraagstukken en knelpunten uit de eigen werksituatie. Intervisie draagt bij aan de ontwikkeling van de competenties communicatie, samenwerking en professionaliteit. De bijeenkomsten werden begeleid door J. van Trier, psychiater en NHG-erkend intervisor. Gezien de positieve ervaringen,
hebben de COC en aiosvereniging besloten om de intervisie in 2013 te continueren.
Overige onderwijsbijeenkomsten Naast het DOO heeft de afdeling Medische Opleidingen nog een aantal andere onderwijsbijeenkomsten georganiseerd. Naam Cursus/ Training Aantal Totaal aantal bijeenkomsten Deelnemers 2012 2012 ICH-GCP Training 4 85 Donatiecounseling 4 16 Wetenschappelijke Posters 2 28 maken SPSS 6 33 Attitudetraining 1 15
Laparoscopie Trainers In overleg met de werkgroep Minimale Invasieve Chirurgie (MIC) zijn op proef twee Laparoscopie Trainers geplaatst in een oefenruimte van de Academie op F1. De proef is een groot succes geweest en in samenspraak met de MIC, COC en Antonius Academie is tot aanschaf overgegaan. De trainers zijn in december 2012 geïnstalleerd.
AIOS-registratie en opleidingsfonds De afdeling Medische Opleidingen beschikt over een database met de door de betreffende registratiecommissie goedgekeurde opleidingsgegevens van de in het St. Antonius Ziekenhuis werkende AIOS. Deze database wordt gebruikt als gegevensbron voor plaatsing en financiële afwikkeling van opleidingsplaatsen van arts-assistenten. De ontwikkelingen hieromtrent worden in de COC-vergadering besproken. Het totaal aantal assistenten in opleiding tot specialist (inclusief de zogenaamde bèta beroepen, SEH-artsen en GZ-psychologen) in 2012 bedroeg 159,35 FTE.
60
In onderstaande tabel wordt het percentage FTE per specialisme weergegeven: Specialisme Gem. FTE/mnd Gem. FTE/mnd Gem. FTE/mnd Gem. FTE/mnd 2012 Anesthesiologie 17,28 17,95 20,15 19,64 Cardiologie 19,68 20,54 17,44 13,26 Cardio-thoracale Chirurgie 4,33 2,58 2,50 2,41 Gynaecologie 2,46 2,00 4,09 3.38 Heelkunde 5,00 4,50 5,50 6,89 Heelkunde - VO CTC 0,50 1,08 1,50 0,92 Heelkunde - VO Orthopedie 3,58 3,21 3.04 3,67 Heelkunde – VO Plastische Chirurgie - 0,75 1,00 0,25 Heelkunde - VO Urologie - - 2,00 4,00 Interne Geneeskunde 10,05 9,40 10,44 13,93 Interne Geneeskunde - VO Cardiologie 7,72 5,75 4,92 6,64 Interne Geneeskunde - VO Klinische Geriatrie 1,00 0,57 1,57 0,51 Interne Geneeskunde - VO Longgeneeskunde 2,58 4,17 3,25 3,59 Interne Geneeskunde - VO MDL 2,50 3,92 4,25 4,33 Interne Geneeskunde - VO Nucleaire Geneeskunde 1,25 1,50 1,33 2,08 Interne Geneeskunde –VO Reumatologie 0,92 Kindergeneeskunde 3,45 1,83 2,71 2,96 Klinische Chemie 1,00 1,00 1,00 1,83 Klinische Farmacie 3,75 3,50 3,50 4,00 Klinische Fysica 1,00 2,08 2,83 3,75 KNO - 0,92 1,00 2,08 Longgeneeskunde 9,40 9,15 9,67 10,38 MDL 4,63 4,33 4,67 5,57 Medische Microbiologie en Immunologie 3,33 3,33 2,17 2,19 Neurologie 2,25 1,25 4,00 1,62 Klinische Neurofysiologie 2,70 2,47 - 1,86 Nucleaire Geneeskunde 1,57 0,42 2,85 3,01 Orthopedie 4,87 7,96 7,71 7,63 Pathologie 2,50 2,00 2,33 2,12 Revalidatiegeneeskunde 0,97 0,98 1,00 1,25 Plastische Chirurgie 2,25 1,08 1,88 1,00 GZ-Psychologie 1,78 1,60 0,89 0,9 Psychiatrie 2,54 4,58 3,97 3,31 Radiologie 9,55 11,35 12,71 13,18 Spoedeisende Geneeskunde 6,39 6,10 6,22 6,22 Urologie 2,50 2,00 2,17 1,45 TOTAAL 144,36 146,85 156,26 159,35
Verpleegkundige opleidingen de Antonius Academie Onderwijsvernieuwing Het innovatieproject ‘Modernisering Medisch en Verpleegkundig Onderwijs’ is in 2012 verder ontwikkeld en geimplementeerd. De leerplannen van de Opleiding tot Verpleegkundige en de Verpleegkundige Vervolgopleidingen zijn in nauwe samenwerking met de praktijk opnieuw ontwikkeld. Eind 2012 is er een begin gemaakt met de implementatie. In het nieuwe curriculum van de opleidingen vormen de CanMeds competenties de eindtermen van de opleiding. Daarnaast zijn de structuur en de inhoud van de nieuwe opleidingen bepaald door twaalf thema’s die de beroeps-
praktijk van de verpleegkundige kenmerken. Deze bijstelling van het curriculum draagt sterk bij aan een krachtiger invulling van competentiegericht onderwijs (en leren) en een meer open en flexibele structuur van het curriculum. In het nieuwe onderwijs worden vier onderwijsmethoden toegepast: praktijkleren, vaardigheidstraining, E-learning en contactonderwijs. De vier methoden worden vrijwel altijd in combinatie met elkaar of zelfs tegelijkertijd toegepast. Om een optimaal leerrendement te bereiken is het aanbieden van een verscheidenheid aan onderwijsmethodieken noodzakelijk.
61
Opleiding tot Verpleegkundig Endoscopist In nauwe samenwerking met de Nederlandse Vereniging MaagDarm-Leverartsen (NV-MDL) en V&VN Maag-Darm-Lever heeft de St. Antonius Academie een opleidingsplan ontwikkeld voor de opleiding tot Verpleegkundig Endoscopist. De ontwikkeling van het opleidingsplan werd ondersteund door een werkgroep samengesteld uit vertegenwoordigers van de NV-MDL en V&VNMDL. In oktober 2012 is de eerste groep van start gegaan, in samenwerking met het Wenckebach instituut en Foreest Medical School (Medisch Centrum Alkmaar). Beide centra beschikken over een simulator waar de studenten verpleegkundig endoscopist de verplichte simulatietraining van in totaal vijf dagen kunnen volgen.
schappelijk onderzoek doen vertegenwoordigd zijn) die fungeert als klankbordgroep voor de St. Antonius Research & Development afdeling. De feedback op de infrastructurele activiteiten en de feedback op de strategie is van grote meerwaarde. In 2012 heeft dit geleid tot een groter draagvlak binnen de gehele organisatie.
Coaching & Loopbaanontwikkeling De afdeling Coaching & Loopbaanontwikkeling bestaat inmiddels ruim tien jaar. Het aantal cliënten met een vraag om begeleiding of coaching is in 2012 toegenomen. Ook is er meer vraag geweest om intervisie. Cliënten komen vanuit alle disciplines en zowel de resultaten als de klanttevredenheid zijn uitstekend geweest.
Digitaal leerportaal De Academie beschikt over een digitaal leerportaal waar steeds meer onderwijsactiviteiten worden ondergebracht. Het aantal medewerkers dat toegang heeft tot het leerportaal is gestegen tot ruim 3000. Ook voor medisch specialisten is een deel van het leerportaal ingericht. Het aantal e-learning programma’s dat via het leerportaal gevolgd kan worden is 40. Voor 2013 wordt een uitbreiding naar meer dan 50 voorzien. De Academie is voorzien van WiFi en is gestart met het digitaal aanbieden van onderwijsproducten aan de studenten. Op termijn zal de Academie haar onderwijs alleen nog maar via het digitale leerportaal aanbieden. Studenten kunnen met hun laptop of een ander device inloggen in het leerportaal en hebben tijdens de lessen thuis, op het werk of binnen de Academie de beschikking over hun leerplannen.
Bedrijfsvoering De bedrijfsvoering van de Academie is bijna volledig geautomatiseerd via het systeem CAS (Camera Administratie Systeem). Het is op maat ontwikkeld en voorziet in de docenten-, studenten- en in de lokalenplanning en de financiële administratie.
4.8 Innovatie en Onderzoek St. Antonius Research & Development Na de oprichting van deze afdeling in 2011, heeft 2012 met name in het kader gestaan van het verder ontwikkelen van de infrastructuur en de start met de inhoudelijke professionalisering van klinisch wetenschappelijk onderzoek. Voor de inhoudelijke diepgang van de Research en Development is een strategienota 2013-2016 geschreven en voor goedkeuring voorgelegd aan de Raad van Bestuur, het Stafbestuur en de Stafraad.
R&D Raad De R&D Raad is een ziekenhuiscommissie (waarin alle maatschappen, arts-assistenten en verpleegkundigen, die aan weten-
Borgen kwaliteit en veiligheid van onderzoek Op basis van het advies van de NFU om de kwaliteit te waarborgen van zelf geïnitieerd wetenschappelijk onderzoek binnen het ziekenhuis, is de St. Antonius R&D gestart met de opzet van een audit/monitoringsysteem samen met de trialburo’s van de afzonderlijke maatschappen. In 2012 hebben de R&D bureaus 6 studies succesvol bij elkaar gecontroleerd. Door de aankondiging van de interne audit/monitor, waren de onderzoekers waarbij de studie werd gecontroleerd goed voorbereid. De audit/monitor kon daardoor binnen ca. 4 uur per studie plaatsvinden.
Lokale Toetsing (voor heen LTME) Per 1 september jl. is het administratieve proces voor de lokale toetsing van onderzoeksdossiers in het St. Antonius Ziekenhuis gewijzigd. Aanleiding hiervoor vormt o.a. de nieuwe gewijzigde richtlijn externe toetsing (RET) die consequenties heeft voor de interne procedure van toetsing van onderzoek dat in het Antonius wordt uitgevoerd. Het doel van deze richtlijn externe toetsing is het versnellen en vereenvoudigen van de procedure. Inherent hieraan zal er minder getoetst worden waardoor meer verantwoordelijkheid bij de zorgmanager en de onderzoeker komt te liggen. Deze nieuwe richtlijn betreft onderzoek dat primair al door een andere erkende METC is goedgekeurd. Door deze richtlijn is de LTME per september 2012 komen te vervallen en toetst de Antonius R&D of een studie niet strijdig is met het Antonius beleid, de onderzoeker deskundig en bekwaam is, de verzekering correct is en het onderzoekscontract (getoetst door een jurist) akkoord is. Bij niet-WMO studies worden onderzoekers geacht zich aan de privacy aspecten te houden. De Antonius R&D zal de studies schriftelijk binnen 1 week beoordelen.
Aantal ingediende studies In 2012 zijn bij de Antonius R&D, 57 WMO onderzoeksprotocollen ingediend met een verzoek voor toestemming van de RvB. In verhouding tot 70 WMO onderzoeksprotocollen in 2011 is dit een daling van 15%. Van de in 2012 ingediende WMO onderzoeksprotocollen zijn er 51 afgehandeld. Daarnaast zijn er
62
5 onderzoeksprotocollen uit 2011 afgehandeld en van 3 WMO onderzoeksprotocollen kon in 2012 nog geen toestemming worden afgegeven, deze worden in 2013 afgehandeld. Twee onderzoeksprotocollen zijn komen te vervallen. Naast de WMO onderzoeksprotocollen zijn 59 studies aangeboden die niet onder de werking van de WMO (niet-WMO studies) vallen. In 2011 waren dat 34 studies, dus een toename van het aantal ingediende niet-WMO studies met 20%. In 2012 zijn door de Antonius R&D geen negatieve adviezen gegeven.
Beoordelingstermijn Er bestaat geen wettelijke beoordelingstermijn voor het geven van toestemming door de RvB. De richtlijn externe toetsing gaat uit van 30 dagen. De gemiddelde beoordelingsduur voor een toestemming door de RvB bedroeg in 2012 netto 24 dagen. In verhouding tot 33 dagen in 2011 is dit een daling van 9 dagen (8%). De netto beoordelingstermijn geeft alleen de tijd in dagen dat een protocol bij de Antonius R&D ter beoordeling ligt. De daling van de doorlooptijd is o.a. te verklaren doordat er door de Antonius R&D marginaal is getoetst en de werkwijze efficiënter verloopt door digitale invoering van de studies. Het gemiddelde doorstroomcijfer voor WMO-plichtige studies vanaf september 2012 is 10 dagen, het gemiddelde doorstroomcijfer voor niet WMO-plichtige studies vanaf september 2012 is 4 dagen.
Aantal protocollen per specialisme De WMO onderzoeksprotocollen die in 2012 bij de Antonius R&D zijn ingediend, zijn afkomstig van de volgende specialismen: Interne geneeskunde (21), Gynaecologie (11), Longziekten (4), Kindergeneeskunde (4), Cardiologie (4), Chirurgie/heelkunde (3), Maag Darm Lever (2), Vaatchirurgie (2), Radiologie (1), Neurologie (1), Nucleaire geneeskunde (1), Revalidatiegeneeskunde (1), Urologie (1) Anesthesiologie (1). De niet-WMO studies die in 2012 bij de Antonius R&D zijn ingediend zijn afkomstig van de volgende specialismen: Interne geneeskunde (11), Cardiologie (8), Kindergeneeskunde (5), MDL (5), Longziekten (4), Anesthesiologie (4), Heelkunde (4), Gynaecologie (2), Neurologie (2), Orthopedie (2), Plastische chirurgie (2), Pathologie (1), Klinische perfusie (1), KNO (1), Medische microbiologie (1), Oncologie (1) Dermatologie (1), Radiologie (1), Urologie (1), Vaatchirurgie (1), Ziekenhuisapotheek (1). De diversiteit in specialismen die onderzoek indienen is in vergelijking tot 2011 voor niet- WMO studies iets toegenomen. Opvallend is de stijging van het aantal studies dat door interne geneeskunde is ingediend. Ook door Longziekten en MDL zijn meer studies ingediend dan in 2011.
Belangrijkste prestatie indicatoren Specifieke doelstellingen voor 2012 waren het optimaliseren van werkprocessen en documenten waardoor er een kwaliteitsslag gemaakt zou worden. Deze doelstellingen zijn gerealiseerd. Daarnaast is het beperken van de doorlooptijd tot 24 dagen voor zowel WMO plichtige studies, als studies die niet onder de WMO vallen gerealiseerd. Concluderend zijn er meer studies ingediend die sneller zijn afgehandeld, waarbij de kwaliteit hoog is gebleven.
Stimuleren van wetenschappelijk onderzoek PromovendiClub (PC) De Promovendiclub is een platform voor iedereen binnen het St. Antonius Ziekenhuis die zich bezig houdt met een promotieonderzoek. Binnen ons ziekenhuis zijn op dit moment zo’n 70 personen bezig met een promotieonderzoek. Sommigen zijn daar fulltime mee bezig, anderen doen het naast hun werk. Om dit zo efficiënt mogelijk te kunnen doen en het wiel niet steeds opnieuw uit te hoeven vinden, is in het voorjaar van 2012 de Promovendiclub opgericht: een platform om informatie te delen, vragen te stellen en van elkaar te leren. Renske Vorselaars (Longziekten), Margreke Brill (Klinische Farmacie) en Marloes van der Aa (Kindergeneeskunde) zijn alle drie fulltime bezig met promoveren. Daarnaast vormen ze samen met de dr. Willem Jan Bos (hoofd R&D) het bestuur van de Promovendiclub. Hoewel het St. Antonius Ziekenhuis als niet-academisch ziekenhuis erg vooruitstrevend is in het doen van onderzoek, heeft het geen grote onderzoeksgroepen zoals academische ziekenhuizen. Dit betekent dat het vaak zo dat er bij een specialisme slechts één persoon aan het promoveren is. Dankzij de Promovendiclub kunnen promovendi meer samen doen met collega’s uit andere specialismen. Zo stimuleren we kruisbestuiving, waardoor mensen die met hetzelfde bezig zijn op een ander vakgebied samen iets kunnen opzetten. Bovendien is het eenvoudiger om computerprogramma’s of cursussen voor een grote groep te realiseren dan voor één of twee promovendi per vakgebied.” Om te inventariseren waar promovendi behoefte aan hebben, is een enquête uitgezet. De maandelijkse bijeenkomsten worden zo ingericht dat iedereen daar iets aan heeft. Zo heeft de subsidiespecialist een praatje gehouden en is vanuit de Medische Bibliotheek uitgelegd wat allemaal mogelijk is. We merken nu al dat het werkt, dat mensen elkaar steeds beter weten te vinden. Op deze manier krijg je meer inzicht in wat er verder aan onderzoek wordt gedaan in het ziekenhuis. We willen het aanbod zo goed mogelijk afstemmen op de behoefte, met als uiteindelijk doel dat het promoveren in het St. Antonius Ziekenhuis makkelijker gaat.”
Verpleegkundig OnderzoeksPlatform (VOP) In het najaar van 2012 zijn we gestart met de Verpleegkundig OnderzoeksPlatform. Het bestuur bestaat uit verpleegkundig specialisten: Marije de Lange, Dewi Stalpers en Nol Verbeek en dr. Willem Jan Bos (Hoofd R&D). De VOP komt één keer in de twee maanden bijeen met als doel: het stimuleren van wetenschappelijk onderzoek bij verpleegkundigen. Net als bij de PromovendiClub heeft hier ook een enquête plaatsgevonden met de vraag waar de verpleegkundig onderzoekers behoefte aan hebben. Op basis van de uitslag van de enquête heeft het bestuur uitgezocht welke onderzoeken er op de plank liggen en welke ondersteuning vanuit het ziekenhuis mogelijk is, zoals ondersteuning vanuit de bibliotheek, ondersteuning van epidemiologen (voor bijvoorbeeld statistisch onderzoek) etc. Om tot een goed programma te komen zal nauw samengewerkt worden met de personen van de zieken-
63
huis initiatieven Excellente Zorg en Evidence Based Practice.
Promasys DataManagementSysteem Onderzoek Om wetenschappelijk onderzoek te stimuleren heeft de Raad van Bestuur het DataManagementSysteem van Promasys aangeschaft. In het Promasys systeem kan een studie veilig worden opgebouwd en is volgens de Good Clinical Practisch (GCP) ingericht, zodat de kwaliteit gewaarborgd wordt. In december 2011 heeft de eerste Promasys training plaatsgevonden met een groep van 16 personen waaronder onderzoekers en R&D medewerkers. In 2012 zijn er 5 studies opgebouwd in dit systeem en lopen naar wens.
Subsidioloog Om onderzoek te stimuleren heeft de Raad van Bestuur besloten om voor 2 jaar een subsidioloog te subsidiëren. Na selectie in december 2011 heeft de R&D gekozen voor Kim Vereijken, subsidieadviseur van Berenschot. Kim Vereijken is in april 2012 gestart en is één middag per week aanwezig. Mede door haar hulp zijn in 2012 drie van de vier ingediende onderzoeksvoorstellen bij GGG (Goed Gebruik Geneesmiddelen) van ZonMW goedgekeurd en is subsidie toegewezen.
Stageplaatsen Door alle wetenschappelijke onderzoeken die plaatsvinden in ons ziekenhuis is de behoefte aan wetenschappelijke onderzoeksstagiaires gestegen. Studenten geneeskunde, farmacie, biomedische wetenschappen etc. volgen voor hun studie een wetenschappelijke onderzoeksstage van 3 tot 6 maanden. Deze stage kunnen ze lopen in het betreffende UMC, maar ook in een algemeen topklinisch ziekenhuis. Voor onze onderzoekers is het prettig als een student een deelonderzoek voor zijn/haar rekening neemt. Voordeel voor de student in ons ziekenhuis is dat de kans om patiëntgebonden onderzoek te doen groter is dan in een UMC en dat wij als organisatie actief helpen zoeken naar een geschikte stageplaats. Om de studenten te interesseren voor ons ziekenhuis, nemen we als Antonius R&D samen met een paar onderzoekers (meestal promovendi) deel aan de stagemarkt van het UMCU.
Wetenschapsdag Op 28 juni organiseerden R&D en arts-assistentenvereniging Antoniaan de St. Antonius Wetenschapsavond. Op deze avond presenteerden onderzoekers van ons ziekenhuis hun onderzoek, mondeling of via een poster. De ‘call for abstracts’ leverde dit jaar veel inzendingen op vanuit diverse specialismen. Onder toeziend oog van een volle Maarten Rook-zaal en de zevenkoppige jury onder leiding van voorzitter dr. Joost Vermaat werden zes mondelinge voordrachten en drie case report presentaties gegeven. Avondvoorzitter en hoofd R&D Willem Jan Bos leidde de levendige discussie die na elke voordracht ontstond.
Onderwijs in Onderzoek – samen met de Academie GCP-trainingen In 2012 heeft de Academie drie Good Clinical Practice (GCP) trainingen samen met de firma Roche verzorgd. Er voor was veel belangstelling. Totaal zijn er 89 personen getraind waaronder
medisch specialisten, arts-onderzoekers, R&D medewerkers. Samen met Roche wordt gewerkt aan een GCP-training light voor informed consent vragen en inclusie in studie. Deze cursus is nog ontwikkeling en zal opgenomen worden in het maandelijkse introductieprogramma van de AIOS’ van het ziekenhuis.
Cursus Wetenschappelijk Engels Uit de enquête van de PromovendiClub bleek dat er grote behoefte is aan een cursus Wetenschappelijk Engels. In het najaar van 2012 is samen met bureau Babel een cursus gestart voor – in eerste instantie – de promovendi binnen het ziekenhuis. Deze cursus bestaat uit 8 lessen van 3 uur en helpt de onderzoekers met het schrijven van artikelen voor publicaties in gerenommeerde wetenschappelijke bladen. De eerste cursus is succesvol verlopen en de deelnemers zijn zeer enthousiast over de meerwaarde.
Behaalde resultaten in 2012 De resultaten van het centrale R&D bureau waren in 2012 vooral het verder uitwerken van de plannen die in 2011 nog in de ontwikkelfase waren, zoals de kwaliteitstoetsing van de onderzoeken, de opzet van de PromovendiClub, het Verpleegkundig OnderzoeksPlatvorm, het organiseren van cursussen voor onderzoekers en de start van de inhoudelijke professionalisering.
Publicaties 2012 In het ziekenhuis is in wetenschappelijk oogpunt veel gepresteerd 2012: 152 publicaties in peer-reviewed tijdschriften over onderzoek dat in het St. Antonius Ziekenhuis werd uitgevoerd. 10 promoties, waarbij de studies volledig of grotendeels in het St Antonius Ziekenhuis zijn uitgevoerd.
Top 3 high impact articles 2012 Voight BF, …, Peters BJM, …, Deneer VHM, … Plasma HDL cholesterol and risk of myocardialinfarction: a mendelian randomisation study. Lancet2012; 380(9841):572-580. ImpactFactor :32.498 Bakker OJ, …, Besselink MG, Bollen TL, …, van Ramshorst B, …, Weusten BL,Timmer R, Dutch Pancreatitis Study Group, Collaborator namens St. AntoniusZiekenhuis:, Rijkers GT.Endoscopictransgastric vs surgical necrosectomy for infected necrotizing pancreatitis: arandomized trial. JAMA2012; 307(10):1053-1061. ImpactFactor :30.011 van HooffSR, …, Kummer JA, … Validation of a gene expression signature for assessmentof lymph node metastasis in oral squamous cell carcinoma. Journal of Clinical Oncology2012; 30(33):4104-4110. ImpactFactor :18.372
64
High Impact St. Antonius artikelen 2012 (1e en/of 2e auteur Antoniaan) Boersma LVA, …, van Boven WJ, …, Kelder J, Wijffels M, Atrial fibrillation catheter ablation versus surgical ablation treatment (FAST): a 2-center randomized clinical trial. Circulation 2012; 125(1):23-30. Impact Factor : 14.429 Erlinge D, ten Berg J, …, Bergmeijer T, …. Reduction in platelet reactivity with prasugrel 5 mg in low-bodyweight patients is noninferior to prasugrel 10 mg in higher-bodyweight patients: results from the FEATHER trial. Journal of the American College of Cardiology 2012; 60(20):2032-2040. Impact Factor : 14.156 Tigchelaar CK, …, Seldenrijk CA. An unusual rectal mass. Gastroenterology 2012; 143(3):e16-e17. Impact Factor : 11.675 van Moorsel CHM, … .. Genetic susceptibility to sarcoidosis : a chronic inflammatory disorder. American Journal of Respiratory & Critical Care Medicine 2012; 186(9):816-818. Impact Factor : 11.080 Remmelts HH, van de Garde EM, Meijvis SC, …, Grutters JC, Biesma DH, Bos WJ, Rijkers GT. Addition of vitamin D status to prognostic scores improves the prediction of outcome in community-acquired pneumonia. Clinical Infectious Diseases 2012; 55(11):1488-1494. Impact Factor : 9.154 Greving JP, Schonewille WJ, … . on behalf of the BASICS Study Group. Predicting outcome after acute basilar artery occlusion based on admission characteristics. Neurology 2012; 78(14):1058-1063.. Impact Factor : 8.017
verrichten zijn een zeer welkome aanvulling op het werk van de beroepskrachten. De vrijwilligers van de Patiëntenvervoersdienst zorgen er bijvoorbeeld voor dat patiënten van verpleegafdeling naar de operatieafdeling of onderzoeksafdeling worden vervoerd. Vrijwilligers van de Dienst Geestelijke verzorging worden ingeschakeld voor het ronddelen van de weekbrief en het vervoer van patiënten rond de zondagse kerkdiensten en vieringen. De vrijwilligers van de Unie van Vrijwilligers (UVV) afdeling Nieuwegein zijn met name werkzaam in locatie Nieuwegein. Ze worden ingezet bij de bloemverzorging, de boekenuitleen aan patiënten, de kinderopvang voor polikliniekbezoekers, gastvrouwprojecten en het onderhouden van vriendschappelijk contact met uitbehandelde patiënten die nog in het ziekenhuis moeten blijven. Voor alle vrijwilligers die activiteiten verrichten in onze organisatie is een vrijwilligersbeleid van kracht hetgeen o.a. betekent dat vrijwilligers geregistreerd staan, een identificatiepas dragen, gevaccineerd zijn en behandeld worden als medewerkers. In 2012 is op verzoek van onze organisatie door de U.V.V. een toekomstvisie opgesteld. Een feit is dat het vrijwilligerswerk zich voortdurend ontwikkelt in een veranderende maatschappij en een veranderende werkorganisatie. Van de vrijwilligers wordt verwacht dat ze meegaan in deze flow; de organisatie stelt vrijwilligers in staat om ontwikkelingen te volgen en zich eigen te maken. Beide partijen hebben de wens uitgesproken om een convenant op te stellen waarin de samenwerkingsafspraken zijn vastgelegd. Een aantal vrijwilligersprojecten zijn aangepast aan de eisen van deze tijd en de wensen van onze klanten. Hierbij wordt nauw samengewerkt met de afdeling Faciliteiten & Services in het kader van Service en Gastvrijheid. In 2012 is weer een aantal nieuwe gastvrouw/heer projecten opgestart zoals op de SEH in locatie Oudenrijn, het project over ondervoeding (multifood project afdeling g3) en een gastvrouw voor de rondleidingen op zaterdagen bij Alnatal. In 2012 een gewenste aanpassing in de kledinglijn voor vrijwilligers gerealiseerd. Tot slot zijn alle vrijwilligers tijdens twee plenaire bijeenkomsten geïnformeerd over de thema’s hygiëne en infectiepreventie en de te nemen maatregelen bij het uitvoeren van hun werkzaamheden. Want ook voor vrijwilligers zijn de geldende richtlijnen over infectiepreventie van kracht!
4.9 Vrijwilligers Het St. Antonius Ziekenhuis heeft een bloeiende vrijwilligersorganisatie. De maatschappelijke waardering komt mede tot uitdrukking in het werk dat vele vrijwilligers met liefde in het St. Antonius Ziekenhuis verrichten. In totaal zijn er binnen het ziekenhuis ± 500 vrijwilligers actief, waarvan 340 in locatie Nieuwegein en 160 in de locaties Utrecht Oudenrijn en Utrecht Overvecht. Het gaat hierbij om vrijwilligers van o.a. de patiëntenvervoersdienst, de Dienst Geestelijke Verzorging en de Unie voor Vrijwilligers (UVV). Begin 2012 is de samenwerking met de RANO (Radio Amateurs Netwerk Organisatie) stopgezet nadat het bestuur van de RANO de opheffing had aangekondigd. Met elkaar vormen vrijwilligers een onmisbare schakel in de keten van de dienstverlening. De werkzaamheden die de vrijwilligers
In de standaard vrijwilligersovereenkomst is de contractduur voor onbepaalde tijd teruggebracht naar één jaar. Het streven is om eenmaal per twee jaar een evaluatiegesprek te voeren met de individuele vrijwilliger. Met de digitale dossiervoering voor registratie van (functionerings)problemen met individuele vrijwilligers is een start gemaakt. De dossiervoering is ondersteunend bij casussen waar het functioneren ter discussie staat. Per januari 2013 valt het volledige vrijwilligerswerk onder Zorg & Ondersteuning. Ten behoeve van het nieuwe ziekenhuis in Leidsche Rijn zijn in ieder geval twee vrijwilligersprojecten geselecteerd: patiëntenvervoer en een kinderspeelplaats. Voor het inrichten van beide projecten staat de organisatie in Nieuwegein model. In januari 2013 is een start gemaakt met kennismakings-
65
en belangstellingsgesprekken met de vrijwilligers uit de locaties in Utrecht. Voor het aantrekken van nieuwe vrijwilligers voor locatie Utrecht Leidsche Rijn is inmiddels contact gelegd projectmanager Leidsche Rijn van de vrijwilligerscentrale Utrecht.
wordt aandacht gegeven aan de ontwikkelingen in de externe bekostiging en de impact hiervan op de opbrengstverantwoording 2012, de financiële besturing en kijken we vooruit naar 2013.
Het resultaat 4.10
Financieel beleid
In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de financiën van het ziekenhuis. Meer specifiek zal aandacht worden besteed aan het financiële resultaat 2012 en de ontwikkeling van de financiële positie van het ziekenhuis in zijn algemeenheid. Tevens wordt de financiële positie weergegeven ten opzichte van de doelstellingen zoals opgenomen in de begroting en het treasury jaarplan. Verder
Het geconsolideerd resultaat over 2012 bedraagt ¤ 5,3 mln. Dit resultaat is voor circa ¤ 0,7 mln. positief beïnvloed door bijzondere posten. Het genormaliseerde resultaat bedraagt hiermee ¤ 4,6 mln. tegenover een begroot resultaat van ¤ 4,4 mln. Onderstaand is een overzicht opgenomen van de omvang en samenstelling van de resultaten in de afgelopen jaren.
X ¤ 1.000 Omzet A-segment/PAAZ Omzet B-segment
2012 254.941 93.937
2011 243.213 94.364
2010 257.128 89.847
Subtotaal Overige bedrijfsopbrengsten
348.878 50.639
337.577 346.975 45.103 40.759
299.349 37.493
Totale opbrengsten
399.517
382.680
336.842
Personeelskosten Afschrijvingen op vaste activa Overige bedrijfskosten: • patiëntgebonden kosten • overige kosten Totale bedrijfslasten
203.408 20.003
194.427 188.631 23.592 43.922
177.293 22.509
104.328 52.342 380.081
89.402 57.449 364.870
80.200 48.999 329.001
387.734
87.033 55.110 374.696
Bedrijfsresultaat
19.436
Financiële lasten
14.044
8.947
4.161
3.401
5.392 0 45 5.347
8.863 979 76 9.766
8.877 4.100 0 12.977
4.440 3.174 0 7.614
Resultaat uit gewone bedrijfsvoering Buitengewone baten Vennootschapsbelasting en belang derden Resultaat boekjaar Winstmarge: gewone bedrijfsvoering Liquiditeit Solvabiliteit: eigen vermogen/balanstotaal Budgetratio
Door de wijziging in de bekostiging laten de opbrengsten zich enigszins moeilijk vergelijken met voorgaande jaren. Als omzet in het A-segment is het ‘schaduwbudget’ verantwoord. Onder de omzet B-segment is de omzet van het oude ‘B-segment’ opgenomen. Duidelijk is dat de opbrengsten uit WBMV productie in 2012 zijn achtergebleven. Dit komt vooral vanwege onderproductie op de OHO’s, ICDs en PTCA’s. In de reguliere productie laten de parameters een groei zien van
17.810 13.038
2009 232.900 66.449
1,35% 2,32% 2,29% 1,18 0,84 0,91 16,9% 24,0% 25,5% 24,6% 24,3% 21,5%
7.841
1,31% 0,53 23,5% 21,0%
circa 1,5%. Hiermee is in 2012 de groei achtergebleven op de begroting. De overige opbrengsten zijn met name toegenomen door de overheveling van extramurale naar intramurale zorg m.i.v. 2012 (bijv. MSVT en TNF-Alpha). Deze overheveling is ook zichtbaar bij de toename van de patiëntgebonden kosten.
66
De personele kosten stijgen door een toename van het gemiddeld aantal personeelsleden met 93fte en een salarisstijging als gevolg van de cao van gemiddeld 2%. De groei in het aantal personeelsleden bedraagt hiermee ruim 2,5 % en stijgt hiermee harder dan de productie. Dit betekent dat in 2012 de productiviteit is gedaald. Wanneer we rekening houden met de laatste tranche afschrijving IVA in 2011 van ¤ 3,9 mln. zijn de afschrijvingskosten in 2012 licht gestegen. De komende jaren zullen deze door investeringen in afronding nieuwbouw Leidsche Rijn, Masterplan en ICT gaan toenemen. De overige kosten dalen door de verwerking van per saldo bijzondere posten.
Opnames Verpleegdagen Dagverpleging Eerste polikliniekbezoeken Herhaalbezoeken Gemiddelde verpleegduur: • werkelijk • doelstelling
In het resultaat is per saldo voor ¤ 0,7 mln. aan bijzondere posten opgenomen. Hieronder zijn baten opgenomen die voortkomen uit ‘balansschoning’ en de afwikkeling van de nacalculatie 2011 na een positieve uitspraak van de NZa op een hierop gemaakt bezwaar. Anderzijds zijn een aantal noodzakelijke reserveringen getroffen voor onder andere materiële controles, reorganisatie, telefonie en heeft er een gift plaats gevonden aan het St. Antonius Onderzoeksfonds. Volledigheidshalve is in onderstaande tabel de productie nog weergegeven in klassieke parameters (niet gewogen aantallen), ongeacht het segment waarin ze vallen:
2012 2011 2010 2009 45.521 44.716 41.327 39.379 221.196 222.751 222.891 225.185 51.609 55.927 48.456 49.416 239.180 243.233 230.921 224.931 420.136 384.355 362.262 323.027 4.9 5,0
De ontwikkeling van de financiële positie In het najaar van 2012 is het ‘financieel meerjarenperspectief 2012-2016’ vastgesteld, hierbij is ook rekening gehouden met de vastgestelde investeringskaders voor 2012-2016. Met de banken zijn ratio’s afgesproken waaraan moet worden voldaan. Het gaat hier om de solvabiliteitsratio (eigen vermogen ten opzichte van balanstotaal), de budgetratio (eigen vermogen ten opzichte van de opbrengsten) en de debt service cover ratio
Solvabiliteit Budgetratio Debt service cover ratio
De financiële lasten zijn gestegen door een toename van vreemd vermogen ter financiering van de lopende investeringsactiviteiten.
5,0 5,0
5,4 5,3
5,7 5,3
(operationele cashflow gedeeld door de som van rente, aflossingen en leasetermijnen). Voor deze ratio’s zijn over de jaren heen normen afgesproken. Onderstaand is de ontwikkeling van deze ratio’s weergegeven. Uit het genoemde meerjarenperspectief 2012-2016 blijkt dat bij realisatie hiervan ook de komende jaren voldaan zal kunnen worden aan deze normen. Indien bij de berekening van de solvabiliteitsratio rekening wordt gehouden met het surplus aan liquiditeit bedraagt de ratio 18,5%.
2012 2011 Realisatie Norm Realisatie 16,9% 12% 24,0% 24,6% 15% 24,3% 1,5 1,2 2,0
Norm 12% 15% 1,4
67
Medio 2013 zal de nieuwbouw in Utrecht Leidsche Rijn worden betrokken. De vordering van de bouw ligt op schema, ook budgettair. Het Masterplan Huisvesting voor de locatie Nieuwegein voorziet voor de periode tot 2015 in investeringen in renovatie en verbouwing. In 2012 zijn in dit kader onderstaande belangrijke investeringen gerealiseerd: • Nieuwbouw IC • Afronding 1e tranche Renovatie verpleegafdelingen • Herindeling schakelafdeling • Entreegebied • Renovatie OK’s • Centralisatie keuken en magazijn De financiering van nieuwbouw, totale masterplan en investeringen in apparatuur voor in totaal ¤ 335 mln. is zeker gesteld door de financieringsovereenkomsten met Rabobank en BNG, gedeeltelijk gewaarborgd door het Waarborgfonds voor de Zorgsector. De faciliteit bestaat uit een deel van ¤ 285 mln. bedoeld voor de investering in nieuwbouw Leidsche Rijn (incl. inventaris) en het Masterplan. De overige ¤ 50 mln. zijn bedoeld als revolverend krediet voor de investering in inventaris Nieuwegein. De faciliteit van ¤ 285 mln. bestaat uit langlopende roll-over leningen. Om het risico van renteschommelingen op (90% van) deze leningen af te dekken maakt het ziekenhuis gebruik van
een interest rate swap (IRS). Door middel van de IRS wordt via een renteruil de variabele rente omgezet in een vaste rente. Met betrekking tot financiële instrumenten is het beleid van het ziekenhuis om te voldoen aan de voorwaarden van kostprijs hedge-accounting in overeenstemming met RJ 290. Op basis hiervan wordt de afgedekte positie niet in de balans verwerkt. Er is geen sprake van een margin call of andere bijstortingsverplichting. Voorwaarde voor het toepassen van kostprijs hedge-acounting is een effectieve hedge. Ultimo 2012 is er sprake van een tijdelijk ineffectiviteit van ¤ 23,5 mln. Voor de rentelasten die samenhangen met deze ineffectiviteit is een voorziening gevormd van ¤ 0,8 mln. De ineffectiviteit zal in 2013 worden opgelost. Hiermee zijn de doelstellingen op het gebied van solvabiliteit en liquiditeit in 2012 gehaald. Ook ten opzichte van het gemiddelde van de Nederlandse algemene ziekenhuizen heeft het St. Antonius Ziekenhuis een goede solvabiliteit en rentabiliteit.
Veranderingen in de externe bekostiging en opbrengstverantwoording 2012 In 2012 zijn ziekenhuizen overgegaan op volledige prestatiebekostiging. Parallel aan de invoering van prestatiebekostiging heeft de invoering van DOT plaatsgevonden. De invoering van de nieuwe DBC-zorgproducten (DOT) was essentieel voor de invoering van prestatiebekostiging. Het St. Antonius Ziekenhuis volgt de ontwikkelingen in de externe bekostiging op nauwe voet, brengt risico’s en kansen in kaart en anticipeert hierop. Zo zijn in de aanloop naar deze veranderingen in 2011 reeds de nodige voorbereidingen getroffen. Eind 2012 is een (externe) audit uitgevoerd op de opzet en werking van de informatiearchitectuur teneinde tot een continue monitoring en verbetering te komen. De conclusie hieruit was dat waar het gaat om DOT-aspecten m.b.t. contractbeheer, planning en control, waardering onderhandenwerk, beheersmodel medische specialisten en liquiditeit en facturering het St. Antonius Ziekenhuis beter scoort dan de benchmark. Dit is niet het geval waar het gaat om de beheersmatige aspecten van ICT en AO/IC. Hier zijn nog verbeteringen nodig. Door introductie van DBC-zorgproducten (DOT), de invoering van prestatiebekostiging, de nieuwe contractvormen én de samenloop met het transitiemodel en het beheersmodel medische specialisten kent de omzetverantwoording over 2012 een hoge mate van complexiteit. Op basis van signalen heeft de NVZ in 2012 het initiatief genomen om een praktische handleiding/handreiking voor de omzetbepaling 2012 te ontwikkelen. Deze handreiking geeft een nadere duiding van de NZa beleidsregels en geeft richting aan de financiële verantwoording in het kader van de jaarrekening 2012. Het St. Antonius Ziekenhuis heeft deze handreiking bij het opmaken van deze jaarrekening integraal toegepast. Voor een nadere toelichting op de opbrengstverantwoording 2012 wordt verwezen naar paragraaf 5.1.4.1 van de jaarrekening.
68
Financiële besturing In 2011 is gestart met het project ZIGT. Met het project ZIGT beoogt het ziekenhuis integrale bestuurlijke informatie verbetering te verbeteren. Het project ZIGT is gestoeld op de Balanced scorecard gedachte. Het is hierbij de bedoeling dat data volledig automatisch worden ontsloten en via veredeling tot informatie leiden die periodiek wordt opgenomen in een scorecard. Deze scorecard bestaat uit de kwadranten Financiën en productie, Personeel, kwaliteit en proces en markt. Vanaf maart 2012 is de nieuwe concernrapportage ontwikkeld en in gebruik genomen. Onderliggende gegevens worden deels geautomatiseerd uit ZIGT/ Antonius Intelligence datawarehouse gehaald en worden deels nog via een binnen ZIGT gemaakte applicatie door de kwadranthouders handmatig ingevuld vanuit diverse bronnen. In december 2012 is het project afgesloten en overgedragen aan de lijnorganisatie. In 2013 zal een verdere ontwikkeling ter hand worden genomen. In 2012 is het vigerende investeringsbeleid herijkt met het vaststellen van de ‘investeringskaders 2012-2016’. Binnen deze meerjaren kaders zal per jaar de investeringsruimte nader worden vastgesteld. In 2012 is ook het ‘financieel meerjarenperspectief 2012-2016’ vastgesteld. Hierbij is o.a. rekening gehouden met groeiverwachting, ontwikkeling van de productiviteit en het investeringskader. In het najaar van 2012 is het treasurystatuut geactualiseerd en door de RvT bekrachtigd. In het najaar van 2011 is de revitalisering van de eenheid financiën en informatie opgepakt. Het doel van deze revitalisering is het verder professionaliseren van de financiële functie. Inmiddels zijn de nodige resultaten bereikt: o.a. is het management vervangen, processen zijn beschreven, rapportages zijn tijdig en betrouwbaar beschikbaar en is gestart met de selectie van een nieuw financieel systeem (ERP). De revitalisering zal in het voorjaar van 2013 worden afgerond met een formele reorganisatie. Tot slot is met ingang van het boekjaar 2012 Ernst &Young benoemd tot controlerend accountant.
Vooruitkijkend naar 2013 In de begroting 2013 is een positief resultaat voorzien van ¤ 5 mln. Hierbij is uitgegaan van een groei in het productievolume van circa 2,5%. In het eerste kwartaal van dit jaar is gebleken dat deze groei tot nu toe niet wordt gerealiseerd. Dit beeld doet zich landelijk voor. Onduidelijk is in hoeverre deze trendbreuk, die mede samenhangt met het hogere eigen risico, zich in de loop van het jaar zal blijven manifesteren. De verwachting is dat hierdoor het begrote resultaat niet zal worden gehaald. In dit licht is inmiddels een kostenbesparingsprogramma in werking gesteld dat erop gericht is de capaciteiten binnen het ziekenhuis in overeenstemming te brengen met de productiedaling. Verder zal 2013 in het teken staan van het in gebruik nemen van de nieuwe locatie Leidsche Rijn.
In april 2013 heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (hierna NZa) een onderzoek ingesteld naar mogelijke foutieve of onterecht verstuurde declaraties door het St. Antonius Ziekenhuis in de periode 2008 - 2011. Voor dit onderzoek heeft de NZa informatie opgevraagd over bepaalde declaraties. Het St. Antonius Ziekenhuis heeft de opgevraagde informatie inmiddels aangeleverd. De uitkomsten van dit onderzoek zijn echter niet op korte termijn te verwachten. De Raad van Bestuur en de Medische Staf van het St. Antonius Ziekenhuis hechten een groot belang aan rechtmatigheid. Naar aanleiding van en in samenhang met het door de NZa geïnitieerde onderzoek hebben de Raad van Bestuur, het bestuur van de Vereniging Medische Staf en het Bestuur van de Stafmaatschap dan ook besloten een compliance-onderzoek te laten uitvoeren door een extern onafhankelijk van het ziekenhuis opererende onderzoekscommissie. Dit onderzoek van de externe commissie omvat: 1. het vaststellen van mogelijke onregelmatigheden als het gaat om registratie en declaratie en het komen tot een oplossing hiervoor 2. het uitvoeren van een onderzoek naar de organisatie, de besturing en de controle binnen het ziekenhuis als het gaat om registratie en declaratie (de governance) Onder leiding van een interne commissie zal voorts: 3. een “kwaliteitslabel compliance” worden ingevoerd wat organisatiebreed wordt uitgerold en geïmplementeerd. In september worden de uitkomsten van de deelonderzoeken 1. en 2. verwacht. Vooruitlopend op de uitkomsten van het door de onderzoekscommissie uitgevoerde onderzoek en het door de NZa geïnitieerde onderzoek is er naar de kennis van heden een zo goed mogelijk benadering gemaakt van de verwachte en redelijkerwijze in te schatten financiële effecten hiervan. Dit effect is in de jaarrekening 2012 verwerkt. Voor een nadere toelichting hierop verwijzen wij naar hetgeen hierover is vermeld onder 5.2.4. Gebeurtenissen na balansdatum.
4.11 Vooruitblik In 2013 zal een aantal zaken de nodige aandacht vergen, zoals de verhuizing naar Leidsche Rijn, de verdere regionale samenwerking met Tiel en Woerden en de toenemende belangstelling voor transparantie van kwaliteit van zorg. Dit alles onder een financieel onzeker gesternte. Immers, de effecten van de systeemwijziging naar DOT zijn op dit moment nog niet goed te overzien. Wel weten we dat de kapitaallasten en de investeringen in de komende jaren fors gaan toenemen. De bouw van het ziekenhuis in Utrecht verloopt conform planning. Het gebouw zal in het voorjaar 2013 opgeleverd worden. De ingebruikname van het nieuwe ziekenhuis zal in september 2013 plaatsvinden, de ziekenhuislocaties Oudenrijn en Overvecht worden gesloten en er komt een nieuw transmuraal centrum in Overvecht. Dit zal er aan bijdragen dat er op veel fronten doelmatiger gewerkt kan worden dan nu met de locaties Overvecht
69
en Oudenrijn het geval is. Voorbeelden hierbij zijn: de integratie van de keuken(s), minder balies, recepties en beveiliging is nodig op twee locaties, doelmatigere verpleegafdelingen, OK, beter bezette poliklinieken, en overige ondersteunende diensten, minder reizen, transport, efficiëntere ondersteuning, etc. De Raden van Bestuur en de Stafbesturen van het Zuwe Hofpoort Ziekenhuis en het St. Antonius Ziekenhuis zijn al enige tijd met elkaar in gesprek over de mogelijkheden voor een intensieve samenwerking. Voor het St. Antonius Ziekenhuis is regionale samenwerking van waarde voor behoud en uitbreiding van de topreferente zorg op onder meer cardiothoracaal, vasculair en oncologisch gebied. In 2013 wordt een onderzoek verricht naar de meerwaarde van samenwerking tussen ons ziekenhuis en het Zuwe Hofpoort Ziekenhuis. Op basis hiervan zal eventuele verdere samenwerking worden vormgegeven. Het St. Antonius Ziekenhuis en Ziekenhuis Rivierenland in Tiel ondertekenden 3 december 2012 een samenwerkingsovereenkomst. De ziekenhuizen willen met de samenwerking bereiken dat medisch specialistische zorg voor de inwoners van de regio Rivierenland dichtbij op kwalitatief goed niveau beschikbaar blijft. De samenwerking stelt het St. Antonius Ziekenhuis in staat om relatief weinig voorkomende aandoeningen van topklinische aard te kunnen blijven uitvoeren. In de samenwerkingsovereenkomst zijn de algemene kaders vastgelegd waarbinnen maatschappen en ziekenhuisafdelingen concrete samenwerkingsinitiatieven kunnen ontplooien. Specifieke afspraken tussen maatschappen en afdelingen zullen worden vastgelegd in deelovereenkomsten. In 2013 zal dit verder worden uitgewerkt. In het afgelopen jaar heeft de samenwerking tussen de hartcentra van het St. Antonius Ziekenhuis en het Catharina Ziekenhuis in Eindhoven binnen het initiatief Meetbaar Beter geleid tot de eerste Meetbaar Beter publicatie. In deze “Meetbaar Beter Boeken” wordt aan de hand van uitkomstindicatoren volledig transparant gepubliceerd over de kwaliteit van zorg van beide centra. Inmiddels heeft een groot aantal ziekenhuizen aangegeven zich bij dit initiatief te willen aansluiten. Daarnaast is het St. Antonius Ziekenhuis in Santeon verband soortgelijke trajecten gestart voor longkanker en prostaatkanker. Tot slot is eind 2012 een project gestart om zes maatschappen te begeleiden met het bepalen van uitkomstindicatoren voor een van de focusgebieden van de maatschap. Doelstelling is om uiteindelijk voor alle focusgebieden binnen het ziekenhuis een verbetercyclus te realiseren op basis van uitkomstindicatoren.
70
71
en Oudenrijn het geval is. Voorbeelden hierbij zijn: de integratie van de keuken(s), minder balies, recepties en beveiliging is nodig op twee INHOUDSOPGAVE Pagina locaties, doelmatigere verpleegafdelingen, OK, beter bezette poliklinieken, en overige ondersteunende diensten, minder reizen, transport, efficiëntere ondersteuning, etc. 5.1 Geconsolideerde jaarrekening 2011 74 5.1.1 Geconsolideerde balans per 31 december 2011 80 van Bestuur en de Stafbesturen van het Zuwe Hofpoort en het St. Antonius Ziekenhuis zijn al 81 enige tijd met elkaar Raden5.1.2 De Geconsolideerde resultatenrekening over 2011Ziekenhuis in gesprek5.1.3 over de mogelijkheden een intensieve samenwerking. Voor het St. Antonius Ziekenhuis is regionale82 samenwerking van Geconsolideerdvoor kasstroomoverzicht over 2011 waarde voor behoud en uitbreiding de topreferente zorg op onder meer cardiothoracaal, vasculair en oncologisch 5.1.4 Grondslagen vanvan waardering en resultaatbepaling 83 gebied. In 2013 wordt onderzoek verricht naar meerwaarde vanbalans samenwerking tussen ons ziekenhuis en het Zuwe Hofpoort86 Ziekenhuis. Op basis een5.1.5 Toelichting op dedegeconsolideerde per 31 december 2011 hiervan zal eventuele verdere samenwerking worden vormgegeven. vaste activa 5.1.6 Mutatieoverzicht materiële vaste activa/financiële 93 5.1.7 Specificatie ultimo boekjaar onderhanden projecten en gereedgekomen projecten 96 Het Ziekenhuisschulden Rivierenland in Tiel ondertekenden 3 december 2012 een samenwerkingsovereenkomst. De St. Antonius 5.1.8 Ziekenhuis Overzichten langlopende ultimo 2011 97 ziekenhuizen met de samenwerking bereiken dat medisch specialistische zorg voor de inwoners van de regio 5.1.9willen Toelichting op de geconsolideerde resultatenrekening over 2011 98Rivierenland dichtbij op goed niveau beschikbaar samenwerking stelt het St. Antonius Ziekenhuis in staat om relatief weinig voorkomende kwalitatief 5.1.10 Enkelvoudige balans blijft. per 31Dedecember 2011 103 aandoeningen van te kunnen blijvenover uitvoeren. In de samenwerkingsovereenkomst zijn de algemene 5.1.11 topklinische Enkelvoudigeaard resultatenrekening 2011 106 kaders vastgelegd waarbinnen maatschappen en ziekenhuisafdelingen concrete samenwerkingsinitiatieven kunnen ontplooien. Specifieke 5.1.12 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling 107 afspraken tussen maatschappen vastgelegd in per deelovereenkomsten. 2013 zal dit verder worden uitgewerkt. 5.1.13en afdelingen Toelichtingzullen op deworden enkelvoudige balans 31 december 2011In 110 5.1.14 Mutatieoverzicht materiële vaste activa/financiële vaste activa 117 5.1.15 jaar Specificatie ultimo boekjaar onderhanden projecten enSt. gereedgekomen projecten Catharina120 In het afgelopen heeft de samenwerking tussen de hartcentra van het Antonius Ziekenhuis en het Ziekenhuis in Eind binnen 5.1.16 Overzicht langlopende ultimo 2011Meetbaar hoven het initiatief Meetbaar Beterschulden geleid tot de eerste Beter publicatie. In deze “Meetbaar Beter121 Boeken” wordt aan de van 5.1.17 Toelichting volledig op de enkelvoudige over 2011 122 heeft een groot hand uitkomstindicatoren transparant resultatenrekening gepubliceerd over de kwaliteit van zorg van beide centra. Inmiddels aantal ziekenhuizen aangegeven zich bij dit initiatief te willen aansluiten. Daarnaast is het St. Antonius Ziekenhuis in Santeon verband soortgelijke trajecten gestart voor longkanker en prostaatkanker. Tot slot is eind 2012 een project gestart om zes maatschappen te bege5.2 Overige gegevens 129 leiden met het bepalen van uitkomstindicatoren voor een van de focusgebieden van de maatschap. Doelstelling is om 5.2.1 Vaststelling en goedkeuring jaarrekening 130uiteindelijk voor alle focusgebieden binnen het ziekenhuis verbetercyclus te 130 realiseren op basis van uitkomstindicatoren. 5.2.2 Statutaire regeling een resultaatbestemming 5.2.3 Resultaatbestemming 130 5.2.4 Gebeurtenissen na balansdatum 130 5.2.5 Ondertekening door bestuurders en toezichthouders 130 5.2.6 Controleverklaring 131
DEEL II JAARREKENING
72
Stichting St. Antonius Ziekenhuis
INHOUDSOPGAVE
Pagina
5.1 5.1.1 5.1.2 5.1.3 5.1.4 5.1.5 5.1.6 5.1.7 5.1.8 5.1.9 5.1.10 5.1.11 5.1.12 5.1.13 5.1.14
Jaarrekening 2012 Geconsolideerde balans per 31 december 2012 Geconsolideerde resultatenrekening over 2012 Geconsolideerd kasstroomoverzicht over 2012 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling geconsolideerde jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde balans per 31 december 2012 Mutatieoverzicht materiële vaste activa Specificatie ultimo boekjaar onderhanden projecten en gereedgekomen projecten Overzicht langlopende schulden ultimo 2012 Toelichting op de geconsolideerde resultatenrekening over 2012 Enkelvoudige balans per 31 december 2012 Enkelvoudige resultatenrekening over 2012 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling enkelvoudige jaarrekening Toelichting op de enkelvoudige balans per 31 december 2012 Toelichting op de enkelvoudige resultatenrekening over 2012
374 475 576 677 1384 2394 2798 2899 100 29 106 35 107 36 108 37 109 38 112 41
5.2 5.2.1 5.2.2 5.2.3 5.2.4 5.2.5
Overige gegevens Vaststelling en goedkeuring jaarrekening Statutaire regeling resultaatbestemming Resultaatbestemming Gebeurtenissen na balansdatum Controleverklaring
115 44 115 44 115 44 115 44 118 44
73
Stichting St. Antonius Ziekenhuis
5.1 GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
74
Stichting St. Antonius Ziekenhuis
5.1 GECONSOLIDEERDE JAARREKENING 5.1.1 GECONSOLIDEERDE BALANS PER 31 DECEMBER 2012 (na resultaatbestemming) Ref. ACTIVA
31-dec-12
(x €1.000)
31-dec-11
(x €1.000)
Vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa Totaal vaste activa
1 2
343.220 193 343.413
252.946 1.075 254.021
3 4
8.405 47.223
8.179 31.153
5 7 8
6.650 99.422 77.385 239.085
0 86.895 7.075 133.302
582.498
387.323
Vlottende activa Voorraden Onderhanden werk uit hoofde van DBC's / DBC-zorgproducten Vorderingen uit hoofde van financieringstekort Overige vorderingen Liquide middelen Totaal vlottende activa Totaal activa Ref.
PASSIVA Eigen vermogen Kapitaal Collectief gefinancierd gebonden vermogen Niet-collectief gefinancierd vrij vermogen Totaal eigen vermogen
9
31-dec-12
(x €1.000)
31-dec-11
(x €1.000)
1 96.194 2.220 98.415
1 89.178 3.888 93.067
20.940
15.510
Voorzieningen Overige voorzieningen
10
Langlopende schulden (nog voor meer dan een jaar)
11
260.389
126.312
5 6 12 13
11.718 1.133 3.623 186.280 202.754
23.006 0 0 129.428 152.434
582.498
387.323
Kortlopende schulden (ten hoogste 1 jaar) Schulden uit hoofde van financieringsoverschot Schulden uit hoofde van transitieregeling Schulden uit hoofde van honorariumplafond Overige kortlopende schulden Totaal kortlopende schulden Totaal passiva Pagina 3
75
Stichting St. Antonius Ziekenhuis 5.1.2 GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING OVER 2012 Ref. BEDRIJFSOPBRENGSTEN: Omzet DBC's / DBC-zorgproducten A-segment Omzet DBC's / DBC-zorgproducten B-segment Omzet PAAZ Niet-gebudgetteerde zorgprestaties (exclusief DBC's / DBC-zorgproducten A- en B-segment) Subsidies Overige bedrijfsopbrengsten Som der bedrijfsopbrengsten
2012
(x €1.000)
2011
(x €1.000)
21 22 23 24
248.184 93.937 6.757 7.156
236.223 94.364 6.990 6.839
25 26
28.894 14.589
25.791 12.473
399.517
382.680
203.408 20.003 156.670 380.081
194.427 23.592 146.851 364.870
19.436
17.810
-14.044
-8.947
5.392
8.863
0 0 0
979 0 979
5.392
9.842
-25
-40
5.367
9.802
-20
-36
5.347
9.766
BEDRIJFSLASTEN: Personeelskosten Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Overige bedrijfskosten Som der bedrijfslasten
27 28 29
BEDRIJFSRESULTAAT Financiële baten en lasten
30
RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSUITOEFENING Buitengewone baten Buitengewone lasten Buitengewoon resultaat
31 31
RESULTAAT VOOR BELASTINGEN Vennootschapsbelasting RESULTAAT NA BELASTINGEN Belang derden RESULTAAT BOEKJAAR RESULTAATBESTEMMING
2012
Het resultaat is als volgt verdeeld:
(x €1.000)
Toevoeging/(onttrekking): Reserve aanvaardbare kosten Bestemming niet collectief gefinancierd vrij vermogen Bestemmingsfondsen
7.016 -1.669 0 5.347 Pagina 4
2011
(x €1.000)
8.687 64 1.015 9.766
76
Stichting St. Antonius Ziekenhuis 5.1.3 GECONSOLIDEERD KASSTROOMOVERZICHT (x €1.000)
Kasstroom uit operationele activiteiten Bedrijfsresultaat
2012
(x €1.000)
(x €1.000)
19.436
Aanpassingen voor: - afschrijvingen - mutaties voorzieningen - vennootschapsbelasting - belang derden
20.003 5.430 -25 -20
Veranderingen in vlottende middelen: - voorraden - mutatie onderhanden projecten uit hoofde van DBC's / DBC-zorgproducten - vorderingen - vorderingen/schulden uit hoofde van financieringstekort respectievelijk -overschot - kortlopende schulden (excl. schulden aan banken)
25.388
17.810 23.592 -539 -40 -36
-226
-1.398
-16.070 -12.527
-9.831 -10.903
-17.938
13.927
61.608
14.847
8.154
59.671
Kasstroom uit bedrijfsoperaties 799 -14.293 0
Ontvangen interest Betaalde interest Buitengewoon resultaat Totaal kasstroom uit operationele activiteiten
-13.494
2011
(x €1.000)
22.977
-51 40.736
299 -9.246 979
46.177
-7.968 32.768
Kasstroom uit investeringsactiviteiten -134.076 23.799 883 0
Investeringen materiële vaste activa Desinvesteringen materiële vaste activa Mutatie leningen u/g Overige investeringen in financiële vaste activa Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten
-81.215 6.553 0 12 -109.394
-74.650
Kasstroom uit financieringsactiviteiten 147.150 -2.435 -10.638 -550
Nieuw opgenomen leningen Mutatie in kortlopende deel langlopende schulden Aflossing langlopende schulden Waardering financiele vaste activa Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten Mutatie geldmiddelen Pagina 5
39.850 0 -10.334 0 133.527
29.516
70.310
-12.366
77
Stichting St. Antonius Ziekenhuis 5.1.4 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING GECONSOLIDEERDE JAARREKENING 5.1.4.1 Algemeen Grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de Regeling verslaggeving WTZi, de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, in het bijzonder RJ 655 inzake de jaarverslaggeving door zorginstellingen, en Titel 9 Boek 2 BW. Toelichting onzekerheden financiële positie 2012 De omzetverantwoording over 2012 van ziekenhuizen in Nederland kent een hoge mate van complexiteit en sectorbrede financiële risicoʼs als gevolg van een aantal systeemwijzigingen die tegelijkertijd zijn ingevoerd door de introductie van nieuwe DBC-zorgproducten (DOT), de uitbreiding van de financiering van dure geneesmiddelen, de invoering van prestatiebekostiging en het macrobeheersingsinstrument. Hierbij is sprake van nieuwe contractvormen met zorgverzekeraars op basis van schadelastjaar en samenloop met zowel het transitiemodel als het beheersmodel medische specialisten. Deze systeemwijzigingen hebben geleid tot aanpassingen in processen, systemen en verantwoordings, administratie en declaratievoorschriften. Als gevolg van deze wijzigingen zijn ervaringscijfers beperkt. Het transitiemodel voor uitbreiding van de prestatiebekostiging bepaalt de omvang van de vordering op het CVZ of de schuld aan het zorgverzekeringsfonds. Een overschrijding van het macro-omzetplafond wordt sectorbreed verrekend en overschrijdingen van het macro-honorariumplafond worden afgedragen aan het zorgverzekeringsfonds. Het verrekenbedrag en de hiervoor genoemde eventuele overschrijdingen worden in belangrijke mate beïnvloed door voornoemde systeemwijzigingen en definitief vastgesteld in 2014. De wijze van bepaling hiervan is op dit moment nog niet volledig duidelijk. De NVZ heeft eind oktober op basis van signalen uit het veld het initiatief genomen om een praktische leidraad/handreiking voor de omzetbepaling 2012 te ontwikkelen. De Handreiking geeft een nadere duiding van de NZa beleidsregels en geeft richting aan de financiële verantwoording in het kader van de jaarrekening en in het kader van het transitiemodel en beheersmodel medisch specialisten. Het document is niet vrijblijvend en geeft voor de verschillende omzetelementen een (voorgeschreven) richtlijn hoe de instelling daar in de jaarrekening en de deelverantwoordingen over 2012 en 2013 mee om moet gaan. De NZa heeft in haar circulaire (CI/13/9c) de Handreiking geformaliseerd als nadere uitleg van haar geldende beleidsregels en nadere regels. De Handreiking biedt mogelijkheden voor het bepalen van de opbrengsten en verrekeningen die leiden tot verschillende uitkomsten. Dit gaat gepaard met interpretatievrijheden. In deze jaarrekening heeft het St. Antonius ziekenhuis de Handreiking voor de omzetverantwoording 2012 integraal toegepast. Voornoemde ontwikkelingen leiden tot inherente onzekerheden rondom de omzet (onder andere bepaling van de schadelast en toerekening daarvan aan de boekjaren 2012 en 2013), de waardering van onderhandenwerk, de honorariavergoedingen voor vrijgevestigd medisch specialisten, verrekenbedragen met zorgverzekeraars, het CVZ en het zorgverzekeringsfonds en daarmee ook het resultaat over 2012 en het eigen vermogen ultimo 2012.
Pagina 6
78
Stichting St. Antonius Ziekenhuis 5.1.4 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING GECONSOLIDEERDE JAARREKENING Toelichting onzekerheden financiële positie 2012 (vervolg) De Raad van Bestuur heeft ten behoeve van de bepaling van het resultaat en de financiële positie schattingen gemaakt op basis van de beschikbare informatie. Voor de inschatting van de onzekerheden die samenhangen met het voorgaande achten wij de navolgende inzichten van belang: • Met alle zorgverzekeraars zijn voor 2012 schadelastafspraken met een maximale schadelast per zorgverzekeraar overeengekomen. • De gerealiseerde en de nog te verwachte schadelast per zorgverzekeraar in totaal liggen in alle gevallen boven de schadelastafspraken. Hierbij is de schadelast A-segment voor 87% toegerekend aan 2012 en voor 13% aan 2013 en de schadelast B-segment voor 77% toegerekend aan 2012 en voor 23% aan 2013. • De verplichting uit overschrijding van schadelastafspraken is voor zover deze toegerekend kan worden aan het boekjaar (methode opbrengstverdeling) opgenomen als verplichting. • De verwachte schadelast is hierbij bepaald op basis van de (gecertificeerde) tool van Casemix. • De waardering van het onderhandenwerk is hierbij geschat op 50% van de geschatte verkoopwaarde. • De prijsstrategie van het ziekenhuis borgt dat er geen sprake is van verlieslatende contracten. • De nuancering van de gefactureerde omzet, vanwege controles door zorgverzekeraars na 2012 die er toe kunnen leiden dat een deel van de gefactureerde omzet afgewezen dan wel gecorrigeerd moet worden, kan in alle gevallen worden opgevangen binnen de overschrijding van de schadelastafspraak dan wel de hiervoor gemaakte reservering. • Voor de hoogte van het schaduwbudget is een principeafspraak overeengekomen met de zorgverzekeraars in het lokaal overleg. • Voor zover de hoogte van de omzet prestatiebekostiging uitkomt boven het schaduwbudget is sprake van een transitiebedrag. Voor 2012 is 95% van dit bedrag opgenomen als te betalen verrekenbedrag.
Voorzover noodzakelijk zijn bij de posten onderhanden werk, het verrekenbedrag, de overlopende vordering op het CVZ/schuld aan het zorgverzekeringsfonds en de omzet specifieke toelichtingen opgenomen. Op basis van bovenstaande uitgangspunten en een uitwerking overeenkomstig de Handreiking hebben wij de opbrengstverantwoording 2012 en de direct hiermee samenhangende posten in de balans (onderhanden werk DBC-zorgproducten, verplichting aan de zorgverzekeraars en verplichting aan het zorgverzekeringsfonds) verantwoord. De uiteindelijke uitkomsten zullen blijken uit de eindafrekeningen met zorgverzekeraars, het definitieve verrekenbedrag en eventuele definitieve overschrijding van het macro-omzetplafond en macrohonorariumplafond.
Voorts heeft in april 2013 de Nederlandse Zorgautoriteit een onderzoek ingesteld naar mogelijke foutieve of onterecht verstuurde declaraties door het St. Antonius Ziekenhuis in de periode 2008 - 2011. Voor een nadere toelichting hierop en de verwerking van de mogelijke financiële effecten hiervan verwijzen wij naar hetgeen hierover is vermeld onder 5.2.4. Gebeurtenissen na balansdatum. De raad van bestuur is van mening dat met voornoemde toelichting de jaarrekening het vereiste inzicht geeft in de financiële positie van de instelling. Pagina 7
79
Stichting St. Antonius Ziekenhuis 5.1.4 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING GECONSOLIDEERDE Continuïteitsveronderstelling Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling. Vergelijking met voorgaand jaar Ter vergroting van het inzicht, zijn in enkele gevallen vergelijkende cijfers aangepast. De aanpassingen hebben geen vermogens- of resultaateffect. De wijzigingen in RJ 655 die per 1 januari 2013 van toepassing zijn, zijn prospectief toegepast. Consolidatie De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld met toepassing van de grondslagen voor de waardering en de resultaatbepaling van stichting St. Antonius Ziekenhuis.
De financiële gegevens van de groepsmaatschappijen en de andere in de consolidatie betrokken rechtspersonen en vennootschappen zijn volledig in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen onder eliminatie van de onderlinge verhoudingen en transacties. Belangen van derden in het vermogen en in het resultaat van groepsmaatschappijen zijn afzonderlijk in de geconsolideerde jaarrekening tot uitdrukking gebracht. In de geconsolideerde jaarrekening zijn opgenomen de stichtingen en vennootschappen die tot de groep behoren. Dit betreft de volgende stichtingen en vennootschappen: • Antonius Behandelcentrum BV (50%, proportioneel geconsolideerd voor 50%) • St. Antonius Parkeer Exploitatie BV (100%) • Transmurale apotheek St. Antonius Beheer BV (80%, belang derden voor 20%) • Antonius Zorgservices Beheer BV (100%) • Stichting Antonius Zorgservices (100%) • Stichting Antonius Behandelcentrum (100%) Verbonden rechtspersonen Alle groepsmaatschappijen, zoals opgenomen in de paragraaf consolidatie, evenals de deelnemingen toegelicht onder de toelichting op de financiële vaste activa worden aangemerkt als verbonden partij. Transacties tussen groepsmaatschappijen worden in de consolidatie geëlimineerd. Verder is ook het groepshoofd St. Antonius Ziekenhuis aan te merken als verbonden partij. De transacties tussen de verbonden partijen hebben hoofdzakelijk betrekking op de levering en afname van medicijnen, medische verrichtingen en financieringen. Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld op basis van de indirecte methode. Pagina 8
80
Stichting St. Antonius Ziekenhuis 5.1.4 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING GECONSOLIDEERDE JAARREKENING 5.1.4.2 Grondslagen van waardering van activa en passiva Activa en passiva Activa en passiva worden in het algemeen gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld, vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. Toelichtingen op posten in de balans, resultatenrekening en kasstroomoverzicht zijn in de jaarrekening genummerd. Gebruik van schattingen De opstelling van de jaarrekening vereist dat het management oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft. Materiële vaste activa De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs onder aftrek van cumulatieve afschrijvingen en cumulatieve duurzame waardeverminderingen.
De afschrijvingen worden berekend als een percentage over de aanschafprijs volgens de lineaire methode op basis van de economische levensduur. Op grond en onderhanden projecten wordt niet afgeschreven. Voor de gehanteerde afschrijvingspercentages wordt verwezen naar de mutatieoverzichten materiële vaste activa.
Duurzame waardevermindering Jaarlijks wordt getoetst of de boekwaarde hoger is dan de terugverdiencapaciteit, zijnde de hoogste van de opbrengstwaarde en de bedrijfswaarde. Is de boekwaarde hoger dan de terugverdiencapaciteit, dan is sprake van bijzondere waardevermindering. Op basis van modellen is berekend of de huidige en toekomstige investeringen in materiële vaste activa terugverdiend kunnen worden door middel van reguliere exploitatie. De uitkomsten zijn sterk afhankelijk van veronderstellingen. De belangrijkste veronderstellingen zijn: - een disconteringsfactor van 6,4%; - een jaarlijkse groei van de ontvangsten van 2,5% tot en met 2016, na 2016 een jaarlijkse groei van 1%; - een jaarlijkse groei van de uitgaven van 2,5%. Op grond van de uitkomsten van de modellen is geen sprake van bijzondere waardevermindering.
Pagina 9
81
Stichting St. Antonius Ziekenhuis 5.1.4 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING GECONSOLIDEERDE JAARREKENING Financiële vaste activa Deelnemingen in groepsmaatschappijen en overige deelnemingen waarin invloed van betekenis kan worden uitgeoefend, worden gewaardeerd volgens de nettovermogenswaardemethode. Invloed van betekenis wordt in ieder geval verondersteld aanwezig te zijn bij het kunnen uitbrengen van 20% of meer van de stemrechten. De nettovermogenswaarde wordt berekend volgens de grondslagen die gelden voor deze jaarrekening; voor deelnemingen waarvan onvoldoende gegevens beschikbaar zijn voor aanpassing aan deze grondslagen, wordt uitgegaan van de waarderingsgrondslagen van de desbetreffende deelneming. Indien de waardering van een deelneming volgens de nettovermogenswaarde negatief is, wordt deze op nihil gewaardeerd. Deelnemingen waarop geen invloed van betekenis kan worden uitgeoefend, worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs. Indien sprake is van een duurzame waardevermindering vindt waardering plaats tegen deze lagere waarde; afwaardering vindt plaats ten laste van de resultatenrekening.
De verstrekte leningen worden opgenomen tegen nominale waarde. Voorraden Voorraden zijn gewaardeerd tegen kostprijs onder aftrek van, indien noodzakelijk, een voorziening voor incourantheid. Financiële instrumenten Afgeleide financiële instrumenten
Het St. Antonius Ziekenhuis maakt gebruik van interest rate swaps (IRS) om het risico op renteschommelingen af te dekken dat gelopen wordt op de langlopende roll-over leningen. Deze leningen kennen een variabele rente (Euribor). Door middel van de IRS wordt via een renteruil de variabele rente omgezet in een vaste rente. De IRS heeft een looptijd van 20 jaar tot juli 2029. Met betrekking tot afgeleide financiële instrumenten is het beleid van St. Antonius Ziekenhuis om te voldoen aan de voorwaarden van kostprijshedge-accounting in overeenstemming met RJ 290. Op basis hiervan wordt de afgedekte post niet in de balans verwerkt. De marktwaarde van het hedge-instrument wordt toegelicht onder de niet in de balans opgenomen verplichtingen en activa. Voorwaarde voor het toepassen van kostprijshedge-accounting is het periodiek vaststellen dat sprake is van een effectieve hedge. De effectiviteit van de IRS wordt jaarlijks getoetst. Ultimo 2012 is sprake van tijdelijke ineffectiviteit. De ineffectiviteit heeft betrekking op een gedeelte van €23,5 miljoen. Deze tranche, bestemd voor inventaris, kon nog niet worden getrokken gezien de latere aanschaf. Voor de ineffectiviteit is een reservering gevormd van € 0,8 miljoen. De ineffectiviteit zal in 2013 worden opgelost. Pagina 10
82
Stichting St. Antonius Ziekenhuis 5.1.4 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING GECONSOLIDEERDE JAARREKENING Onderhanden werk uit hoofde van DBC's / DBC-zorgproducten Onderhanden werk DBC's/DBC-zorgproducten heeft betrekking op DBC's/DBC-zorgproducten die vóór balansdatum geopend en per balansdatum nog niet afgesloten zijn. Het onderhanden werk wordt gewaardeerd tegen 50% van de verwachte facturatiewaarde van de DBC's/DBC-zorgproducten. Op het onderhanden werk wordt in mindering gebracht de permanente voorschotten ontvangen van zorgverzekeraars. Vorderingen Vorderingen worden opgenomen voor de nominale waarde. Een voorziening wordt getroffen op de vorderingen op grond van verwachte oninbaarheid. Liquide middelen Liquide middelen bestaan uit kas en banktegoeden met een looptijd korter dan twaalf maanden. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Collectief gefinancierd gebonden vermogen De reserve aanvaardbare kosten dient ter egalisatie van de jaarlijkse overschotten en tekorten op de exploitatie. Niet-collectief gefinancierd vrij vermogen De algemene reserve van het St. Antonius Ziekenhuis wordt gevormd door toevoeging van een percentage van de opbrengsten uit trials. In 2012 is vanuit deze reserve een gift verstrekt van €2 miljoen aan het St. Antonius Onderzoeksfonds. De bestemmingsreserve is gevormd ter financiering van faciliteiten om het welzijn van (oud-) medewerkers te bevorderen. Voorzieningen (algemeen) Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten.De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. Wanneer verplichtingen naar verwachting door een derde zullen worden vergoed, wordt deze vergoeding als een actief in de balans opgenomen indien het waarschijnlijk is dat deze vergoeding zal worden ontvangen bij de afwikkeling van de verplichting. Voorziening groot onderhoud De voorziening groot onderhoud wordt gevormd voor verwachte kosten inzake periodiek onderhoud van panden, installaties, e.d., gebaseerd op een meerjaren onderhoudsplan. De voorziening is gebaseerd op nominale waarde. Pagina 11
83
Stichting St. Antonius Ziekenhuis 5.1.4 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING GECONSOLIDEERDE JAARREKENING Voorziening opgebouwde, niet opeisbare rechten inzake jubileumuitkeringen Dit betreft een voorziening voor toekomstige jubileumuitkeringen. De voorziening betreft de contante waarde van de in de toekomst uit te keren jubileumuitkeringen. De berekening is gebaseerd op gedane toezeggingen, blijfkans en leeftijd. Reorganisatievoorziening
De reorganisatievoorziening is gebaseerd op concrete, reeds geplande reorganisatie van afdelingen danwel personeelsleden op individueel niveau. Voorziening persoonlijk levensfase budget De voorziening persoonlijk levensfase budget (PLB) betreft een voorziening uit hoofde van een CAO verplichting. Het persoonlijk levensfase budget kwalificeert als een beloning met opbouw van rechten. De voorziening betreft het verschil tussen opgebouwde en opgenomen rechten. Langlopende schulden Langlopende schulden worden opgenomen voor het nog niet afgeloste deel van de aangegane leningen onder aftrek van de aflossingsverplichting binnen twaalf maanden na balansdatum. Financieringstekort/overschot Het financieringstekort/overschot heeft betrekking op het verschil tussen de ontvangen DBC-declaraties in het Asegment en aanvullende vergoedingen en het berekende extern budget mbt de boekjaren 2011 en eerder.
5.1.4.3 Grondslagen van resultaatbepaling Algemeen
Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de baten en de lasten over het verslagjaar, met inachtneming van de hiervoor reeds vermelde waarderingsgrondslagen. De baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop deze betrekking hebben, uitgaande van historische kosten. Verliezen worden verantwoord als deze voorzienbaar zijn; baten worden verantwoord als deze gerealiseerd zijn. Baten (waaronder nagekomen budgetaanpassingen) en lasten uit voorgaande jaren die in dit boekjaar zijn geconstateerd, worden aan dit boekjaar toegerekend. Pensioenen Het St. Antonius Ziekenhuis heeft voor haar werknemers een pensioenregeling. Hiervoor in aanmerking komende werknemers hebben op de pensioengerechtigde leeftijd recht op een pensioen dat afhankelijk is van leeftijd, salaris en dienstjaren. De regeling is ondergebracht bij het Pensioenfonds Zorg en Welzijn (gepubliceerde dekkingsgraad februari 2013 is 103%). Het St. Antonius Ziekenhuis heeft geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen in geval van een tekort bij Pensioenfonds Zorg en Welzijn anders dan het effect van hogere toekomstige premies. Het St. Antonius Ziekenhuis verantwoordt daarom alleen de verschuldigde premies tot en met het eind van het boekjaar in de jaarrekening. De werkelijk betaalde pensioenkosten worden verantwoord in de resultatenrekening. Pagina 12
84
Stichting St. Antonius Ziekenhuis
5.1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS ACTIVA 1. Materiële vaste activa 31-dec-12
De specificatie is als volgt:
(x €1.000)
31-dec-11
(x €1.000)
Bedrijfsgebouwen, terreinen en installaties Andere vaste bedrijfsmiddelen, technische en administratieve uitrusting Materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering en vooruitbetalingen op materiële vaste activa
130.763 62.380 150.077
122.301 54.483 76.162
Totaal materiële vaste activa
343.220
252.946
Het verloop van de materiële activa in het verslagjaar is als volgt weer te geven: Boekwaarde per 1 januari Bij: investeringen Af: afschrijvingen
2012
(x €1.000)
2011
(x €1.000)
252.946 134.076 20.003
198.011 100.296 19.614
17.460 0 6.339 23.799
19.193 6.554 0 25.747
Boekwaarde per 31 december
343.220
252.946
Aanschafwaarde Cumulatieve afschrijvingen
483.290 140.070
378.872 125.926
Gereedgekomen onderhanden projecten Verkoop Oudenrijn Overige desinvesteringen
Toelichting: Voor een nadere specificatie van de materiële vaste activa verwijzen wij naar de mutatieoverzichten. De investeringen in gebouwen maken deel uit van het Masterplan huisvesting van het St. Antonius Ziekenhuis. Dit Masterplan (locatie Nieuwegein) voorziet in de periode van 2005 tot circa 2015 in een renovatie van bestaande bouwdelen (na circa 25 jaar gebruik) en tegelijk in uitbreiding van de capaciteit. De investeringen in inventaris hebben enerzijds betrekking op de vervanging van bestaande apparatuur, vaak onder gelijktijdige verbetering van de functionaliteit en anderzijds op de aanschaf van nieuwe apparatuur noodzakelijk voor nieuwe medischtechnologische ontwikkelingen. De activa in uitvoering hebben hoofdzakelijk betrekking op de nieuwbouw Leidsche Rijn. De materiële vaste activa zijn bezwaard met hypotheek en in eigendom van het St. Antonius Ziekenhuis. De locatie Oudenrijn is in 2011 afgestoten en wordt tot en met de oplevering van Leidsche Rijn teruggehuurd. De locatie Overvecht is in 2011 verkocht, doch zal naar verwachting pas per 2 januari 2014 worden getransporteerd. De verzekerde waarde van de materiële vaste activa bedraagt per 31 december 2012 € 599,9 miljoen (2011: €631,4 miljoen).
Pagina 13
85
Stichting St. Antonius Ziekenhuis
5.1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS ACTIVA 2. Financiële vaste activa 31-dec-12
De specificatie is als volgt:
(x €1.000)
31-dec-11
(x €1.000)
Deelnemingen Vorderingen op deelnemingen Overige vorderingen
0 0 193
200 100 775
Totaal financiële vaste activa
193
1.075
Het verloop van de financiële vaste activa is als volgt:
(x €1.000)
Boekwaarde per 1 januari 2012
1.075
Bij: verstrekte lening Af: ontvangen aflossing leningen Af: waardeverminderingen
250 -582 -550
Boekwaarde per 31 december 2012
193
Toelichting: St. Antonius Ziekenhuis houdt de volgende deelnemingen: *St. Antonius Cardiologiecentrum Gooi BV (40%) *Medirisk BV. Het belang varieert afhankelijk van het aantal deelnemers in deze BV. Gemiddeld genomen ligt het aantal deelnemers rond de 70. Beide deelnemingen zijn op nihil gewaardeerd.
De waardeverminderingen hebben betrekking op afwaardering van deelnemingen en vorderingen op deelnemingen. Op de overige vorderingen is gedurende 2012 conform schema afgelost. Pagina 14
86
Stichting St. Antonius Ziekenhuis
5.1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS ACTIVA 3. Voorraden 31-dec-12
De specificatie is als volgt:
(x €1.000)
Medische middelen Voedingsmiddelen Hulpmiddelen Technische middelen Af: voorziening incourante voorraad Totaal voorraden
31-dec-11
(x €1.000)
8.847 138 117 303 -1.000
7.816 90 109 164 0
8.405
8.179
Toelichting: Inventarisatie van de voorraad op alle afdelingen (ondermeer operatiekamers, röntgen-cardiologie en de klinische farmacie) geeft een actueel beeld van de voorraad. Een voorziening voor incourantheid van voorraden is gevormd voor €1 miljoen. De waarde van de niet in de balans opgenomen consignatievoorraad bedraagt ultimo 2012 € 2.048.000 (2011: €1.848.000).
4. Onderhanden werk uit hoofde van DBC's / DBC-zorgproducten 31-dec-12
De specificatie is als volgt:
(x €1.000)
31-dec-11
(x €1.000)
Onderhanden werk DBC's / DBC-zorgproducten A-segment Onderhanden werk DBC's / DBC-zorgproducten B-segment Onderhanden werk PAAZ-afdeling Onderhanden werk derden Af: ontvangen voorschotten
32.840 19.547 2.591 0 -7.755
22.760 12.694 3.236 218 -7.755
Totaal onderhanden projecten
47.223
31.153
Toelichting: Ultimo 2012 bestaat het onderhanden werk uitsluitend uit DBC-zorgproducten. De DBC-zorgproducten zijn vóór balansdatum geopend en per balansdatum nog niet afgesloten. Het onderhanden werk wordt gewaardeerd tegen 50% van de verwachte facturatiewaarde van de DBC-zorgproducten. Op het onderhanden werk zijn de permanente voorschotten ontvangen van zorgverzekeraars in mindering gebracht. Deze zijn ongewijzigd ten opzichte van ultimo 2011.
Pagina 15
87
Stichting St. Antonius Ziekenhuis
5.1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS 5. Vorderingen uit hoofde van financieringstekort en schulden uit hoofde van financieringsoverschot t/m 2009
(x €1.000)
Saldo per 1 januari Financieringsverschil boekjaar Correcties voorgaande jaren Betalingen/ontvangsten Subtotaal mutatie boekjaar Saldo per 31 december Stadium van vaststelling (per erkenning):
2010
(x €1.000)
2011
(x €1.000)
2012
(x €1.000)
totaal
(x €1.000)
-21.554
17.569
-19.021
0
-23.006
0 1 21.553 21.554
0 -2 -17.567 -17.569
0 2.411 4.892 7.303
0 6.650 0 6.650
0 9.060 8.878 17.938
0
0
-11.718
6.650
-5.068
c
c
c
a
a= interne berekening b= overeenstemming met zorgverzekeraars c= definitieve vaststelling NZa
31-dec-12
(x €1.000)
Waarvan gepresenteerd als: - vorderingen uit hoofde van financieringstekort - schulden uit hoofde van financieringsoverschot
6.650 11.718 -5.068
31-dec-11
(x €1.000)
0 23.006 -23.006
Toelichting: Het financieringsoverschot over 2011 is begin 2013 definitief vastgesteld door de NZa. Het St. Antonius Ziekenhuis bespreekt met de NZa de mogelijkheid tot finale afrekening van de oude bekostiging tot en met 2011.
Pagina 16
88
Stichting St. Antonius Ziekenhuis
5.1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS 6. Vorderingen uit hoofde van transitieregeling en schulden uit hoofde van transitieregeling 2012
De specificatie is als volgt:
(x €1.000)
Schaduwbudget (op basis van afspraken met verzekeraars) Af: A omzet (inclusief overloop) Af: B nieuw (binnen transitiemodel = B-2012) honorariumomzet loondienst met vergoeding in schaduwbudget in B nieuw Bij: overschrijding schadelastafspraken Transitiebedrag Het transitiebedrag wordt verwerkt in: 2012 95% 2013 70%
248.184 -135.054 -149.676 35.354 -1.192
-1.133 -834
Toelichting: De NZa vereist in de Regeling Transitie bekostigingsstructuur medisch specialistische zorg (NR/CU-208) dat St. Antonius Ziekenhuis de gerealiseerde omzet uit prestatiebekostiging en de omzet die zou zijn behaald onder de oude bekostigingssystematiek jaarlijks vaststelt. Het verschil tussen beide bedragen wordt aangeduid met de term transitiebedrag. St. Antonius Ziekenhuis neemt ultimo 2012 een schuld uit hoofde van de Regeling Transitie bekostigingsstructuur medisch specialistische zorg op als afzonderlijke post in de balans.
7. Overige vorderingen 31-dec-12
De specificatie is als volgt:
(x €1.000)
Vorderingen op debiteuren Nog te factureren omzet DBC's / DBC-zorgproducten Af: ontvangen voorschotten Vooruitbetaalde bedragen Nog te ontvangen bedragen Totaal overige vorderingen
31-dec-11
(x €1.000)
82.531 94.578 -99.837 1.466 20.684
16.002 48.058 0 1.684 21.151
99.422
86.895
Toelichting: De vorderingen laten ultimo 2012 een toename zien, voornamelijk doordat eind 2012 meer DBC-zorgproducten nog te factureren waren en daarmee minder geïncasseerd was in vergelijking met 2011. Eind maart 2013 staat er van de post debiteuren en nog te factureren nog €35 miljoen open als nog te ontvangen. De voorziening die in aftrek op de vorderingen op debiteuren is gebracht, bedraagt €644.000 (2011: €593.000) Voor zover het geen permanente voorschotten betreft, zijn de ontvangen voorschotten in mindering gebracht op de vorderingen op debiteuren en de nog te factureren omzet DBC-zorgproducten. De voorschotten zullen in 2013 verrekend worden met de openstaande vorderingen.
Pagina 17
89
Stichting St. Antonius Ziekenhuis
5.1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS ACTIVA 8. Liquide middelen 31-dec-12
De specificatie is als volgt:
(x €1.000)
31-dec-11
(x €1.000)
Bankrekeningen Kassen
77.365 20
7.060 15
Totaal liquide middelen
77.385
7.075
Toelichting: De liquide middelen zijn vrij beschikbaar. De kredietfaciliteit bij Rabobank bedraagt €60 miljoen en is ultimo 2012 niet aangewend.
Pagina 18
90
Stichting St. Antonius Ziekenhuis
5.1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS PASSIVA 9. Eigen vermogen 31-dec-12
Het eigen vermogen bestaat uit de volgende componenten:
(x €1.000)
Kapitaal Collectief gefinancierd gebonden vermogen Niet collectief gefinancierd vrij vermogen Totaal eigen vermogen Kapitaal
31-dec-11
(x €1.000)
1 96.194 2.220 98.415
1 89.178 3.888 93.067
Overige mutaties
Saldo per 31-dec-2012
Saldo per 1-jan-2012
Resultaatbestemming
1
0
0
1
1
0
0
1
Saldo per 1-jan-2012
Resultaatbestemming
Overige mutaties
Saldo per 31-dec-2012
Reserve aanvaardbare kosten
89.178
7.016
0
96.194
Totaal collectief gefinancierd gebonden vermogen
89.178
7.016
0
96.194
Saldo per 1-jan-2012
Resultaatbestemming
Overige mutaties
Saldo per 31-dec-2012
2.549 273
-1.767 98
0 -19
782 352
979
0
0
979
87
20
0
107
3.888
-1.649
-19
2.220
Het verloop is als volgt weer te geven:
(x €1.000)
Kapitaal
Collectief gefinancierd gebonden vermogen Het verloop is als volgt weer te geven:
(x €1.000)
Niet collectief gefinancierd vrij vermogen Het verloop is als volgt weer te geven:
(x €1.000)
Algemene reserves: St. Antonius Ziekenhuis Private entiteiten Bestemmingsfondsen: Sociaal fonds Belang derden: De Roerdomp in de Transmurale Apotheek St. Antonius Beheer BV 20% Totaal niet-collectief gefinancierd vrij vermogen
(x €1.000)
(x €1.000)
(x €1.000)
(x €1.000)
(x €1.000)
(x €1.000)
Toelichting: De resultaatbestemming is toegelicht bij de geconsolideerde winst- en verliesrekening. Het sociaal fonds is gevormd ter financiering van faciliteiten om het welzijn van (oud-) medewerkers te bevorderen. Pagina 19
(x €1.000)
(x €1.000)
(x €1.000)
91
Stichting St. Antonius Ziekenhuis
5.1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS PASSIVA 10. Voorzieningen
Saldo per 1-jan-2012
Het verloop is als volgt weer te geven:
(x €1.000)
Overige voorzieningen: Groot onderhoud
Opgebouwde, niet opeisbare rechten inzake jubileumuitkering Reorganisatie Persoonlijk levensfase budget Totaal voorzieningen
Dotatie (x €1.000)
Onttrekking (x €1.000)
Saldo per 31-dec-2012 (x €1.000)
5.000
2.400
464
6.936
3.036 1.617 5.857 15.510
408 2.500 2.968 8.276
241 1.287 854 2.846
3.203 2.830 7.971 20.940
Toelichting in welke mate (het totaal van) de voorzieningen als langlopend moeten worden beschouwd:
31-dec-2012
Kortlopend deel van de voorzieningen (< 1 jr.) Langlopend deel van de voorzieningen (> 1 jr.) Hiervan langlopend (> 5 jaar)
2.965 17.975 10.246
Toelichting per categorie voorziening:
De voorziening groot onderhoud dient ter egalisatie van de kosten van groot onderhoud. Gezien de ouderdom van het gebouw in Nieuwegein zal vervanging en/of revisie plaatsvinden van (delen van) gebouwen en installaties. Onttrekking vindt plaats op grond van het lange termijn onderhoudsplan dat loopt tot en met 2016. De post opgebouwde, niet opeisbare rechten inzake jubileumuitkering betreft de contante waarde van in de toekomst verschuldigde uitkeringen in verband met jubilea van personeelsleden. Hierbij is rekening gehouden met de vertrekkans en een salarisstijging van 2% De reorganisatievoorziening kent onderliggers waarvoor maandelijks wordt onttrokken. In tegenstelling tot 2011 wordt ultimo 2012 de reservering voor persoonlijke levensfase budget verantwoord als voorziening. De voorziening is als volgt opgebouwd: Voorziening reguliere rechten 6.983 Voorziening overgangsrecht 45 t/m 49 jaar 988 7.971
11. Langlopende schulden (nog voor meer dan een jaar) 31-dec-12
De specificatie is als volgt:
(x €1.000)
Schulden aan banken Totaal langlopende schulden (nog voor meer dan een jaar)
260.389 260.389 2012
Het verloop is als volgt weer te geven:
31-dec-11
(x €1.000)
(x €1.000)
126.312 126.312 2011
(x €1.000)
Stand per 1 januari Bij: nieuwe leningen Af: aflossingen
136.857 147.150 10.638
107.341 39.850 10.334
Stand per 31 december
273.369
136.857
12.980
10.545
260.389
126.312
Af: aflossingsverplichting komend boekjaar Stand langlopende schulden per 31 december
Toelichting in welke mate (het totaal van) de langlopende schulden als langlopend moeten worden beschouwd: Kortlopend deel van de langlopende schulden (< 1 jr.), aflossingsverplichtingen Langlopend deel van de langlopende schulden (> 1 jr.) (balanspost) Hiervan langlopend (> 5 jaar)
12.980 260.389 196.344
Voor een nadere toelichting op de langlopende schulden wordt verwezen naar de bijlage overzicht langlopende schulden. De aflossingsverplichtingen zijn verantwoord onder de kortlopende schulden. Toelichting: Voor de verstrekte zekerheden wordt verwezen naar 5.1.8 overzicht langlopende schulden ultimo 2012. Pagina 20
10.545 126.312 77.102
92
Stichting St. Antonius Ziekenhuis
5.1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS PASSIVA 12. Schulden uit hoofde van honorariumplafond 2012
(x €1.000)
Lokaal omzetplafond -/- gedeclareerd -/- mutatie Onderhanden projecten Saldo in balans (schuld)
61.338 60.600 4.361 -3.623
Toelichting: Als de honorariumomzet van de vrijgevestigd specialisten in een ziekenhuis of een zelfstandig behandel centrum boven het door de NZa vastgestelde plafond uitkomt, draagt de zorginstelling het meerdere af aan het zorgverzekeringsfonds. Dit zogenaamde honorariumplafond is gebaseerd op de beleidsregel Beheersmodel vrijgevestigd medisch specialisten (BR/CU-2041) en de Nadere regel Beheersmodel vrijgevestigd medisch specialisten (NR/CU-207). De declaratie van het honorarium vindt volledig via het St. Antonius Ziekenhuis plaats. Pagina 21
93
Stichting St. Antonius Ziekenhuis
5.1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS PASSIVA 13. Overige kortlopende schulden 31-dec-12
De specificatie is als volgt:
(x €1.000)
Overschrijding schadelastplafonds A- en B-segment Crediteuren Aflossingsverplichtingen langlopende leningen Belastingen en sociale premies Schulden terzake pensioenen Nog te betalen salarissen Vakantiegeld Vakantiedagen Overige schulden en overlopende passiva Totaal overige kortlopende schulden
31-dec-11
(x €1.000)
43.495 24.990 12.980 37.568 2.240 1.155 6.115 2.481 55.256
0 24.182 10.545 23.114 1.710 938 5.734 2.984 60.221
186.280
129.428
Toelichting: De overschrijding van de schadelastplafonds A- en B-segment dient te worden terugbetaald aan de zorgverzekeraars. De toename in de belastingen en sociale premies wordt voornamelijk veroorzaakt door de te betalen integratieheffing op de nieuwbouw Leidsche Rijn. Deze post neemt toe in overeenstemming met het gereedkomen met de nieuwbouw. Onder “overige schulden en overlopende passiva” is een reservering opgenomen voor nog te verwachten effecten van materiële controles op rechtmatigheid en het NZa-onderzoek. Voor een nadere toelichting hierop verwijzen wij naar hetgeen hierover is vermeld onder 5.2.4. Gebeurtenissen na balansdatum. 14. Financiële instrumenten Renterisico Het St. Antonius Ziekenhuis maakt gebruik van langlopende leningen met een variabele rente (Euribor). Het renterisico wordt afgedekt door middel van interest rate swaps. Voor een verdere toelichting met betrekking tot deze interest rate swaps verwijzen wij naar de waarderingsgrondslagen en de niet in de balans opgenomen verplichtingen. 15. Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen Renterisico
Om haar renterisico te beheersen, maakt St. Antonius Ziekenhuis gebruik van een Interest Rate Swap (IRS). Dit instrument wordt gebruikt om het renterisico op een langlopende lening met een variabele rente af te dekken. De marktwaarde van de financiële instrumenten is bepaald aan de hand van de waarde in het economische verkeer. Het betreft het bedrag dat St. Antonius Ziekenhuis zou ontvangen of betalen om het contract ultimo boekjaar te beëindigen. De marktwaarde van de IRS ultimo 2012 bedraagt € 40,4 miljoen negatief (2011: € 28,6 miljoen negatief). De ineffectiviteit ultimo 2012 bedraagt €23,5 miljoen en zal in 2013 worden opgelost.
Verplichtingen uit hoofde van het macrobeheersinstrument Bij het opstellen van deze jaarrekening bestaat nog geen inzicht in de realisatie van het macrobeheersinstrument-omzetplafond over 2012. Hierdoor zijn de ziekenhuizen niet in staat een betrouwbare inschatting te maken van de uit het macrobeheersinstrument voortkomende verplichting. Als gevolg daarvan is deze verplichting niet tot uitdrukking gebracht in de balans per 31 december 2012. Langlopende huur- en onderhoudscontracten Het totaal van de jaarlijks verschuldigde bedragen uit hoofde van langlopende huur- en onderhoudsverplichtingen bedraagt €6,9 miljoen. Waarborgfonds voor de zorgsector Een deel van de langlopende leningen is geborgd door het Waarborgfonds voor de Zorgsector. De stichting is gehouden om een obligo te betalen wanneer het risicovermogen van het Waarborgfonds minder dan het garantieniveau bedraagt. Voor het ziekenhuis is ultimo 2012 het bedrag aan geborgde leningen € 82.037.000 (2011: € 50.122.000) en er bestaat derhalve een recht op obligo van 3% ad € 2.461.000 (2011: € 1.504.000). Transitiebedrag 2013 Aangezien de prestatieomzet hoger is uitgekomen dan het schaduwbudget dient het St. Antonius Ziekenhuis in 2013 70% van het transitiebedrag te verrekenen. Dit verrekenbedrag bedraagt €0,8 miljoen. Mogelijke uitkomst Nza-onderzoek
In april 2013 heeft de Nederlandse Zorgautoriteit een onderzoek ingesteld naar de rechtmatigheid van de facturatie in de periode 2008-2011. Voor een nadere toelichting hierop en de verwerking van de mogelijke financiële effecten hiervan verwijzen wij naar hetgeen hierover is vermeld onder 5.2.4. Gebeurtenissen na balansdatum. Pagina 22
(x €1.000)
109.302
Boekwaarde per 1 januari 2012
251.310 53.575 197.735
Boekwaarde per 31 december 2012
88.433
0 0 0
591 591
Stand per 31 december 2012 - aanschafwaarde - cumulatieve afschrijvingen
Mutaties in boekwaarde (per saldo)
- desinvesteringen aanschafwaarde cumulatieve afschrijvingen per saldo
- terugname geheel afgeschreven activa .aanschafwaarde .cumulatieve afschrijvingen
91.154 2.721
160.747 51.445
Stand per 1 januari 2012 - aanschafwaarde - cumulatieve afschrijvingen
Mutaties in het boekjaar - investeringen - afschrijvingen
(x €1.000)
(x €1.000)
79.626
111.575 31.949
-9.535
23.752 0 23.752
0 0
20.654 6.437
89.161
114.673 25.512
pagina 23
65.859
120.405 54.546
11.376
77 30 47
5.238 5.238
22.268 10.845
54.483
103.452 48.969
WTZi- vergunningsplichtige WTZi- meldingsplichtige WMG-gefinancierde vaste activa vaste activa vaste activa
5.1.6.1 Mutatieoverzicht naar aard
343.220
483.290 140.070
90.274
23.829 30 23.799
5.829 5.829
134.076 20.003
252.946
378.872 125.926
(x €1.000)
Totaal vaste activa
5.1.6 GECONSOLIDEERD MUTATIEOVERZICHT MATERIELE VASTE ACTIVA op grond van art. 5a Regeling verslaggeving WTZi
Stichting St. Antonius Ziekenhuis
94
(x €1.000)
(x €1.000)
0 0 0
0 0
0%
4.682
Boekwaarde per 31 december 2012
Afschrijvingspercentage
66 79.626 48
4.682 197.735 0
5%
18
-3 111.575 31.949
324 324 23.752 0 23.752 0 0 -9.535 0
0 3
0 251.310 53.575
0 0 88.433 0
0 0
0 0 591 591
21 20.654 6.437
390 89.161 369
4.682 109.302 0 4.682 91.154 2.721
114.673 25.512
(x €1.000)
160.747 51.445
(x €1.000)
Terreinvoorzieningen
Stand per 31 december 2012 Mutaties in boekwaarde (per saldo) - aanschafwaarde - cumulatieve afschrijvingen Stand per 31 december 2012 - aanschafwaarde Boekwaarde per 31 december 2012 - cumulatieve afschrijvingen
Mutaties in het boekjaar - investeringen - afschrijvingen Mutaties in het boekjaar - investeringen - terugname geheel afgeschreven activa - afschrijvingen .aanschafwaarde .cumulatieve afschrijvingen - terugname geheel afgeschreven activa .aanschafwaarde - desinvesteringen .cumulatieve afschrijvingen aanschafwaarde cumulatieve afschrijvingen - desinvesteringen per saldo aanschafwaarde cumulatieve afschrijvingen Mutaties in boekwaarde (per saldo) per saldo
Stand per 1 januari 2012 - aanschafwaarde - cumulatieve afschrijvingen Stand per 1 januari 2012 - aanschafwaarde Boekwaarde per 1 januari 2012 - cumulatieve afschrijvingen
Grond
(x €1.000)
pagina 24
5%
1.829
pagina 23 44.382 2%
5.189 343.220 3.360
1.419 483.290 140.070
25 25 23.829 30 23.799 0 0 90.274 0
1.874 455 5.829 5.829
410 134.076 20.003
3.340 252.946 2.930
378.872 125.926
(x €1.000)
Verbouwingen
(x €1.000)
Totaal vaste activa
87.590 65.859 43.208
12.781 120.405 54.546
0 0 77 30 47 0 0 11.376 0
14.630 1.849 5.238 5.238
31.601 22.268 10.845
72.960 54.483 41.359
103.452 48.969
(x €1.000)
Gebouwen
5.1.6.2 WTZi-vergunningplichtige vaste activa WTZi- vergunningsplichtige WTZi- meldingsplichtige WMG-gefinancierde vaste activa vaste activa vaste activa
5.1.6.1 Mutatieoverzicht naar aard
5%
4.703
11.662 6.959
3.812
0 0 0
242 242
4.226 414
891
7.678 6.787
(x €1.000)
Installaties
5.1.6 GECONSOLIDEERD MUTATIEOVERZICHT MATERIELE VASTE ACTIVA op grond van art. 5a Regeling verslaggeving WTZi
Stichting St. Antonius Ziekenhuis
0%
142.121
142.121 0
70.424
0 0 0
0 0
70.424 0
71.697
71.697 0
(x €1.000)
Onderhanden Projecten
197.735
251.310 53.575
88.433
0 0 0
591 591
91.154 2.721
109.302
160.747 51.445
(x €1.000)
Subtotaal vergunning
95
65.001
Boekwaarde per 31 december 2012 5%
87.190 22.189
Stand per 31 december 2012 - aanschafwaarde - cumulatieve afschrijvingen
Afschrijvingspercentage
-10.329
6.292 0 6.292
0 0
Mutaties in boekwaarde (per saldo)
- desinvesteringen aanschafwaarde cumulatieve afschrijvingen per saldo
- terugname geheel afgeschreven activa .aanschafwaarde .cumulatieve afschrijvingen
159 4.196
75.330
Boekwaarde per 1 januari 2012
Mutaties in het boekjaar - investeringen - afschrijvingen
93.323 17.993
(x €1.000)
Trekkingsrechten
Stand per 1 januari 2012 - aanschafwaarde - cumulatieve afschrijvingen
5.1.6.3 WTZi-meldingsplichtige vaste activa
0%
4.477
4.477 0
12
17.460 0 17.460
0 0
17.472 0
4.465
4.465 0
(x €1.000)
Onderhanden Projecten
pagina 25
69.478
91.667 22.189
-10.317
23.752 0 23.752
0 0
17.631 4.196
79.795
97.788 17.993
(x €1.000)
Subtotaal
10%
10.148
19.908 9.760
782
0 0 0
0 0
3.023 2.241
9.366
16.885 7.519
(x €1.000)
79.626
111.575 31.949
-9.535
23.752 0 23.752
0 0
20.654 6.437
89.161
114.673 25.512
(x €1.000)
InstandSubtotaal houding meldingsplichtige activa
5.1.6 GECONSOLIDEERD MUTATIEOVERZICHT MATERIELE VASTE ACTIVA/FINANCIELE VASTE ACTIVA op grond van art. 5a Regeling verslaggeving WTZi
Stichting St. Antonius Ziekenhuis
96
21.681 10.587
Mutaties in het boekjaar - investeringen - afschrijvingen
Afschrijvingspercentage
Boekwaarde per 31 december 2012
Stand per 31 december 2012 - aanschafwaarde - cumulatieve afschrijvingen
Mutaties in boekwaarde (per saldo)
- desinvesteringen aanschafwaarde cumulatieve afschrijvingen per saldo
10%
61.757
115.118 53.361
11.094
0 0 0
4.237 4.237
50.663
Boekwaarde per 1 januari 2012
- terugname geheel afgeschreven activa .aanschafwaarde .cumulatieve afschrijvingen
97.674 0 47.011
(x €1.000)
Inventaris
Stand per 1 januari 2012 - aanschafwaarde - cumulatieve herwaarderingen - cumulatieve afschrijvingen
5.1.6.4 WMG-gefinancierde vaste activa
(x €1.000)
20%
0
0 0
-84
77 30 47
61 61
0 37
84
138 0 54
Vervoermiddelen
20%
623
1.808 1.185
366
0 0 0
940 940
587 221
257
2.161 0 1.904
pagina 26
(x €1.000)
Automatisering (x €1.000)
0%
3.479
3.479 0
0
0 0 0
0 0
0 0
3.479
3.479 0 0
Onderhanden projecten
65.859
120.405 54.546
11.376
77 30 47
5.238 5.238
22.268 10.845
54.483
103.452 0 48.969
(x €1.000)
Subtotaal WMG
5.1.6 GECONSOLIDEERD MUTATIEOVERZICHT MATERIELE VASTE ACTIVA/FINANCIELE VASTE ACTIVA op grond van art. 5a Regeling verslaggeving WTZi
Stichting St. Antonius Ziekenhuis
97
70.424 7.792 2.125 567 1.111 770 810 720 149 757 599 2.073 87.897
71.697 0 0 1.321 1.262 1.104 0 0 608 0 0 169 76.161
(x €1.000)
2012
17.460
0 7.413 2.125 0 2.373 1.874 0 0 757 757 599 1.562
(x €1.000)
(x €1.000)
146.598
142.121 379 0 1.888 0 0 810 720 0 0 0 680
2013 2012/2013 2012 2013 2012 2012 2013 2013 2012 2012 2012 2014
Jaar van oplevering
Pagina 27
Toelichting: Deze specificatie heeft betrekking op de WTZi-vergunningsplichtige en WTZi-meldingsplichtige vaste activa.
Leidsche Rijn OK/IC Renovatie verpleegafdeling A2 Bouwdelen b,c,d,f,h Renovatie verpleegafdeling B2 Herindeling schakelafdeling Centralisatie keuken Gebouwveiligheidsplan Entreegebied Derde fase WKO Aanpassing afdeling radiologie Diverse kleinere projecten
(x €1.000)
t/m 2011
t/m 2012 ondergereed handen
Investeringen
5.1.7 SPECIFICATIE ULTIMO BOEKJAAR ONDERHANDEN PROJECTEN EN GEREEDGEKOMEN PROJECTEN
Stichting St. Antonius Ziekenhuis
98
Datum
1-sep-08 1-okt-06 7-jul-01 1-jun-03 30-mrt-01 30-mrt-01 30-jun-05 3-okt-05 1-mrt-06 1-jun-04 1-jul-05 1-okt-06 30-sep-04 5-jan-04 22-dec-95 15-jan-96 1-okt-04 29-apr-09 1-apr-08 12-okt-10 23-dec-10 31-dec-12 29-dec-11 15-mei-11 1-mrt-12 29-dec-10 24-jun-11 17-okt-11 16-feb-12 29-mrt-12 26-apr-12 7-jun-12 29-aug-12 7-dec-12
Leninggever
ASN Bank ABN AMRO Bank ABN AMRO Bank ABN AMRO Bank NWB NWB NWB NWB NWB NWB BNG BNG BNG NWB Nat. Nederlanden Nat. Nederlanden ASN Bank ASN Bank Rabobank Rabobank Rabobank Rabobank Rabobank Rabobank/BNG Rabobank/BNG Rabobank/BNG Rabobank/BNG Rabobank/BNG Rabobank/BNG Rabobank/BNG Rabobank/BNG Rabobank/BNG Rabobank/BNG Rabobank/BNG Totaal
10.000 1.361 1.860 5.105 4.538 4.538 12.860 1.815 3.431 12.930 2.720 2.040 9.075 11.340 6.171 12.705 10.206 5.000 5.000 10.000 6.750 9.200 3.000 25.000 25.000 16.700 12.800 11.600 10.400 14.300 28.400 6.200 19.900 21.200
(x €1.000)
Hoofdsom
10 8 20 15 15 15 20 10 10 19 10 10 16 19 20 28 18 20 5 10 7 10 7 30 30 30 30 30 30 30 30 30 30 30
Totale looptijd Soort lening
lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair
5.1.8 Overzicht langlopende schulden ultimo 2012
BIJLAGE
Stichting St. Antonius Ziekenhuis
4,50% 3,99% 4,24% 3,82% 3,98% 2,34% 3,51% 2,99% 3,54% 4,61% 3,02% 4,02% 3,54% 4,69% 6,94% 7,35% 4,25% 4,77% 3,83% 3,36% 3,76% 2,44% 3,10% 6,40% 6,40% 6,40% 6,40% 6,40% 6,40% 6,40% 6,40% 6,40% 6,40% 6,40%
% 7.000 136 272 2.383 1.361 1.361 9.002 726 1.716 7.486 1.088 1.020 5.105 7.162 1.234 5.899 6.237 4.500 2.000 8.833 5.786 0 3.000 12.450 0 16.700 12.800 11.600 0 0 0 0 0 0 136.857
(x €1.000)
1.000 45 181 340 303 303 643 182 343 680 272 204 567 597 309 454 567 250 1.000 1.000 964 0 434 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 10.638
(x €1.000)
6.000 91 91 2.043 1.058 1.058 8.359 544 1.373 6.806 816 816 4.538 6.565 925 5.445 5.670 4.250 1.000 7.833 4.822 9.200 2.566 25.000 25.000 16.700 12.800 11.600 10.400 14.300 28.400 6.200 19.900 21.200 273.369
(x €1.000)
1.000 0 0 340 0 0 5.144 0 0 3.403 0 0 1.701 3.581 0 3.176 2.835 3.000 0 2.833 0 4.561 398 21.458 21.458 14.334 10.987 9.957 8.927 12.274 24.377 5.322 17.081 18.197 196.344
(x €1.000)
Restschuld Aflossing Restschuld 31 december in 2012 over 5 jaar 2012
Pagina 28
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 9.200 0 12.550 25.000 0 0 0 10.400 14.300 28.400 6.200 19.900 21.200 147.150
(x €1.000)
Nieuwe Werke- Restschuld lijke- 31 december leningen in rente 2011 2012
6 2 2 6 4 4 13 3 4 11 3 4 8 11 3 12 10 17 1 8 5 10 6 30 30 30 30 30 30 30 30 30 30 30
Resterende looptijd in jaren eind 2012
lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair
Aflossingswijze
1.000 45 0 340 302 302 643 181 343 681 272 204 567 597 309 454 567 250 1.000 1.000 964 928 434 208 208 139 107 97 87 119 237 52 166 177 12.980
(x €1.000)
Aflossing 2013
waarborgfonds waarborgfonds waarborgfonds waarborgfonds waarborgfonds waarborgfonds waarborgfonds waarborgfonds waarborgfonds staatslening waarborgfonds waarborgfonds waarborgfonds staatslening staatslening staatslening staatslening waarborgfonds waarborgfonds pandrecht pandrecht hypothecair hypothecair waarborgfonds waarborgfonds hypothecair en pandrecht hypothecair en pandrecht hypothecair en pandrecht hypothecair en pandrecht hypothecair en pandrecht hypothecair en pandrecht hypothecair en pandrecht hypothecair en pandrecht hypothecair en pandrecht
Gestelde zekerheden
99
100
Stichting St. Antonius Ziekenhuis
5.1.9 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING BATEN 21. Omzet DBC's / DBC-zorgproducten A-segment 2012
De specificatie is als volgt:
(x €1.000)
2011
(x €1.000)
Gefactureerde omzet DBC's / DBC-zorgproducten A-segment Mutatie onderhanden werk DBC's / DBC-zorgproducten A-segment
238.104 10.080
236.522 -299
Totaal
248.184
236.223
22. Omzet DBC's / DBC-zorgproducten B-segment 2012
De specificatie is als volgt:
(x €1.000)
2011
(x €1.000)
Gefactureerde omzet DBC's / DBC-zorgproducten B-segment Mutatie onderhanden werk DBC's / DBC-zorgproducten B-segment Mutatie onderhanden werk private entiteiten
87.083 6.854 0
92.700 2.296 -632
Totaal
93.937
94.364
23. Omzet PAAZ 2012
De specificatie is als volgt:
(x €1.000)
2011
(x €1.000)
Gefactureerde omzet PAAZ Mutatie onderhanden werk PAAZ
7.402 -645
6.691 299
Totaal
6.757
6.990
24. Niet-gebudgetteerde zorgprestaties (exclusief DBC's / DBC-zorgporducten A- en B-segment) 2012
De specificatie is als volgt:
(x €1.000)
2011
(x €1.000)
Opbrengsten in opdracht van andere instellingen (WDS)
7.156
6.839
Totaal
7.156
6.839
Pagina 29
101
Stichting St. Antonius Ziekenhuis
5.1.9 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING BATEN 25. Subsidies 2012
De specificatie is als volgt:
(x €1.000)
2011
(x €1.000)
Opleidingsfonds Overige subsidies
24.772 4.122
23.023 2.768
Totaal
28.894
25.791
26. Toelichting overige bedrijfsopbrengsten 2012
De specificatie is als volgt:
(x €1.000)
Overige dienstverlening Overige opbrengsten Totaal
Pagina 30
2011
(x €1.000)
4.618 9.971
4.396 8.077
14.589
12.473
102
Stichting St. Antonius Ziekenhuis
5.1.9 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING 27. Personeelskosten 2012
De specificatie is als volgt:
(x €1.000)
2011
(x €1.000)
Lonen en salarissen Sociale lasten Pensioenpremies Andere personeelskosten: Subtotaal Personeel niet in loondienst
148.857 19.082 13.180 8.848 189.967 13.441
140.111 18.815 11.926 9.403 180.255 14.172
Totaal personeelskosten
203.408
194.427
Specificatie gemiddeld aantal personeelsleden (in FTE's) per segment: Algemene administratieve functies Hotelfuncties Patiëntgebonden functies Leerling-verpleegkundig personeel Terrein- en gebouwgebonden functies
650 458 2.253 181 41
618 443 2.203 184 42
Gemiddeld aantal personeelsleden op basis van full-time eenheden
3.583
3.490
Toelichting: De personeelskosten stijgen door een toename van ruim 90 FTE's, een salarisstijging conform de CAO van 1,5% per 1 juli 2012 en een toename van de eindejaarsuitkering met 0,5%.
28. Afschrijvingen vaste activa 2012
De specificatie is als volgt:
(x €1.000)
Nacalculeerbare afschrijvingen: - immateriële vaste activa - materiële vaste activa
2011
(x €1.000)
0 9.177
3.979 9.140
Overige afschrijvingen: - materiële vaste activa
10.826
10.473
Totaal afschrijvingen
20.003
23.592
Pagina 31
103
Stichting St. Antonius Ziekenhuis
5.1.9 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING 29. Overige bedrijfskosten 2012
De specificatie is als volgt:
(x €1.000)
Voedingsmiddelen en hotelmatige kosten Algemene kosten Patiënt- en bewonersgebonden kosten
2011
(x €1.000)
11.456 22.199 104.328
10.628 34.487 89.402
Onderhoud en energiekosten: - Onderhoud - Energie Subtotaal
3.220 4.392 7.612
3.360 4.680 8.041
Huur en leasing Dotaties en vrijval voorzieningen
2.799 8.276
3.046 1.247
156.670
146.851
Totaal overige bedrijfskosten
Toelichting: De toename van de patiënt- en bewonersgebonden kosten wordt voornamelijk veroorzaakt door de medisch verplaatste thuiszorg die met ingang van 2012 is overgekomen uit de AWBZ.
Pagina 32
104
Stichting St. Antonius Ziekenhuis
5.1.9 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING 30. Financiële baten en lasten 2012
De specificatie is als volgt:
(x €1.000)
Rentebaten Subtotaal financiële baten
2011
(x €1.000)
799 799
299 299
Rentelasten Waardeveranderingen financiële vaste activa Subtotaal financiële lasten
-14.293 -550 -14.843
-9.246 0 -9.246
Totaal financiële baten en lasten
-14.044
-8.947
31. Buitengewone baten en lasten 2012
De specificatie is als volgt:
(x €1.000)
2011
(x €1.000)
Afwikkeling sociaal fonds
0
979
Totaal buitengewone baten en lasten
0
979
32. Bezoldiging bestuurders en toezichthouders Voor bezoldiging bestuurders en toezichthouders verwijzen wij naar de toelichting op de enkelvoudige resultatenrekening. Pagina 33
105
Stichting St. Antonius Ziekenhuis
5.1.9 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING 33. Honoraria accountant
2012
(x €1.000)
De honoraria van de accountant zijn als volgt *1: Controle van de jaarrekening Overige controlewerkzaamheden Niet-controlediensten Totaal honoraria accountant *1
125 18 76
165 72 34
219
271
In 2012 was Ernst&Young de controlerend accountant en in 2011 PWC.
34. Transacties met verbonden partijen Van transacties met verbonden partijen is sprake wanneer een relatie bestaat tussen de instelling, haar deelnemingen en hun bestuurders en leidinggevende functionarissen. Er hebben zich geen transacties met verbonden partijen voorgedaan op niet-zakelijke grondslag.
Pagina 34
2011
(x €1.000)
106
Stichting St. Antonius Ziekenhuis
5.1.10 ENKELVOUDIGE BALANS PER 31 DECEMBER 2012 (na resultaatbestemming) Ref. ACTIVA
31-dec-12
(x €1.000)
31-dec-11
(x €1.000)
Vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa Totaal vaste activa
1
343.065 273 343.338
252.740 1.175 253.915
Vlottende activa Voorraden Onderhanden werk uit hoofde van DBC's / DBCzorgproducten Vorderingen uit hoofde van financieringstekort Overige vorderingen Liquide middelen Totaal vlottende activa
8.193
8.008
47.223 6.650 102.840 75.769 240.675
30.935 0 88.612 3.249 130.804
Totaal activa
584.013
384.719
PASSIVA
Ref.
Eigen vermogen Kapitaal Collectief gefinancierd gebonden vermogen Niet-collectief gefinancierd vrij vermogen Totaal eigen vermogen
2
31-dec-12
(x €1.000)
31-dec-11
(x €1.000)
1 96.194 1.761 97.956
1 89.178 3.528 92.707
20.940
15.510
260.389
126.312
Kortlopende schulden (ten hoogste 1 jaar) Schulden uit hoofde van financieringsoverschot Schulden uit hoofde van transitieregeling Schulden uit hoofde van honorariumplafond Overige kortlopende schulden Totaal kortlopende schulden
11.718 1.133 3.623 188.254 204.728
23.006 0 0 127.184 150.190
Totaal passiva
584.013
384.719
Voorzieningen Overige voorzieningen Langlopende schulden (nog voor meer dan een jaar)
Pagina 35
107
Stichting St. Antonius Ziekenhuis 5.1.11 ENKELVOUDIGE RESULTATENREKENING OVER 2012 2012
(x €1.000)
BEDRIJFSOPBRENGSTEN: Omzet DBC's / DBC-zorgproducten A-segment Omzet DBC's / DBC-zorgproducten B-segment Omzet PAAZ Niet-gebudgetteerde zorgprestaties (exclusief DBC's / DBC-zorgproducten A- en B-segment) Subsidies Overige bedrijfsopbrengsten Som der bedrijfsopbrengsten
2011
(x €1.000)
248.184 93.937 6.757 7.156
236.223 94.996 6.990 6.839
28.894 9.515
25.791 10.577
394.443
381.416
202.180 19.936 153.036 375.152
193.363 23.510 146.592 363.465
19.291
17.951
-14.042
-8.943
5.249
9.008
0 0 0
979 0 979
5.249
9.987
BEDRIJFSLASTEN: Personeelskosten Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Overige bedrijfskosten Som der bedrijfslasten BEDRIJFSRESULTAAT Financiële baten en lasten RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSUITOEFENING Buitengewone baten Buitengewone lasten Buitengewoon resultaat RESULTAAT BOEKJAAR RESULTAATBESTEMMING 2012
Het resultaat is als volgt verdeeld:
(x €1.000)
Toevoeging/(onttrekking): Reserve aanvaardbare kosten Bestemming niet collectief gefinancierd vrij vermogen
7.016 -1.767 5.249 Pagina 36
2011
(x €1.000)
8.687 1.300 9.987
108
Stichting St. Antonius Ziekenhuis 5.1.12 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING ENKELVOUDIGE JAARREKENING De waarderingsgrondslagen voor de enkelvoudige jaarrekening komen overeen met de waarderingsgrondslagen voor de geconsolideerde jaarrekening. In de toelichting op de enkelvoudige jaarrekening is een aantal jaarrekeningposten niet opgenomen, aangezien het aandeel van groepsmaatschappijen in de betreffende jaarrekeningposten verwaarloosbaar is. Voor de toelichting op deze posten verwijzen wij naar de toelichting van de desbetreffende jaarrekeningposten in de geconsolideerde jaarrekening. Verder is, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW, in de toelichting een verschillenoverzicht opgenomen van het eigen vermogen en resultaat (artikel 2:389 lid 10 BW) en de vermelding van de bezoldiging van bestuurders en commissarissen.
Pagina 37
109
Stichting St. Antonius Ziekenhuis
5.1.13 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE BALANS ACTIVA 1. Financiële vaste activa 31-dec-12
De specificatie is als volgt:
(x €1.000)
31-dec-11
(x €1.000)
Deelnemingen Vorderingen op deelnemingen Vorderingen op groepsmaatschappijen Overige vorderingen
0 0 80 193
200 100 0 875
Totaal financiële vaste activa
273
1.175
Het verloop van de financiële vaste activa is als volgt:
(x €1.000)
Boekwaarde per 1 januari 2012
1.175
Bij: verstrekte lening Af: ontvangen aflossing leningen Af: waardeverminderingen
250 -602 -550
Boekwaarde per 31 december 2012
273
Toelichting: St. Antonius Ziekenhuis houdt de volgende deelnemingen: *St. Antonius Cardiologiecentrum Gooi BV (40%) *Medirisk BV. Het belang varieert afhankelijk van het aantal deelnemers in deze BV. Gemiddeld genomen ligt het aantal deelnemers rond de 70. Beide deelnemingen zijn op nihil gewaardeerd. De waardeverminderingen hebben hierop betrekking. Op de langlopende vorderingen is gedurende 2012 conform schema afgelost.
Pagina 38
110
Stichting St. Antonius Ziekenhuis
5.1.13 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE BALANS PASSIVA 2. Eigen vermogen 31-dec-12
Het eigen vermogen bestaat uit de volgende componenten:
(x €1.000)
Kapitaal Collectief gefinancierd gebonden vermogen Niet collectief gefinancierd vrij vermogen Totaal eigen vermogen
1 96.194 1.761
1 89.178 3.528
Overige mutaties
Saldo per 31-dec-2012
97.956
Kapitaal
31-dec-11
(x €1.000)
92.707
Saldo per 1-jan-2012
Resultaatbestemming
1
0
0
1
1
0
0
1
Saldo per 1-jan-2012
Resultaatbestemming
Overige mutaties
Saldo per 31-dec-2012
Reserve aanvaardbare kosten
89.178
7.016
0
96.194
Totaal collectief gefinancierd gebonden vermogen
89.178
7.016
0
96.194
Saldo per 1-jan-2012
Resultaatbestemming
Overige mutaties
Saldo per 31-dec-2012
Algemene reserves Sociaal fonds
2.549 979
-1.767 0
0 0
782 979
Totaal niet-collectief gefinancierd vrij vermogen
3.528
-1.767
0
1.761
Het verloop is als volgt weer te geven:
(x €1.000)
Kapitaal
Collectief gefinancierd gebonden vermogen Het verloop is als volgt weer te geven:
(x €1.000)
Niet collectief gefinancierd vrij vermogen Het verloop is als volgt weer te geven:
(x €1.000)
(x €1.000)
(x €1.000)
(x €1.000)
(x €1.000)
(x €1.000)
(x €1.000)
Toelichting: De resultaatbestemming is toegelicht bij de enkelvoudige winst- en verliesrekening. Het sociaal fonds is gevormd ter financiering van faciliteiten om het welzijn van (oud-) medewerkers te bevorderen. Pagina 39
(x €1.000)
(x €1.000)
(x €1.000)
111
Stichting St. Antonius Ziekenhuis
5.1.13 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE BALANS PASSIVA Specificatie aansluiting geconsolideerd - enkelvoudig vermogen 31 december 2012 en resultaat over 2012 De specificatie is als volgt :
Eigen vermogen
(x €1.000)
Enkelvoudig eigen vermogen en resultaat: St. Antonius Zorgservices St. Antonius Behandelcentrum Totaal geconsolideerd eigen vermogen en resultaat
Pagina 40
Resultaat
(x €1.000)
97.956
5.249
417 42
72 26
98.415
5.347
112
Stichting St. Antonius Ziekenhuis 5.1.14 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE RESULTATENREKENING 3. Bezoldiging bestuurders en toezichthouders De bezoldiging van de bestuurders van de zorginstelling over het jaar 2012 is als volgt: Naam
Biesma
1 Vanaf welke datum is de persoon als bestuurder werkzaam in uw organisatie? 2 Maakt de persoon op dit moment nog steeds deel uit van het bestuur? 3 Tot welke datum was de persoon als bestuurder werkzaam in uw organisatie? 4 Is de persoon in het verslagjaar voorzitter van het bestuur geweest? 5 Zo ja: hoeveel maanden is de persoon voorzitter geweest in het verslagjaar? 6 Wat is de aard van de (arbeids)overeenkomst? 7 Welke salarisregeling is toegepast?* 8 Wat is de deeltijdfactor? (percentage) 9 Bruto-inkomen, incl. vakantiegeld, eindejaarsuitkering, salaris en andere vaste toelagen a. Waarvan: verkoop verlofuren b. Waarvan: nabetalingen voorgaande jaren 10 Bruto-onkostenvergoeding*** 11 Werkgeversbijdrage sociale lasten 12 Werkgeversbijdrage pensioen 13 Ontslagvergoeding 14 Bonussen 15 Totaal inkomen (9 t/m 14, excl. 9a en b) 16 Cataloguswaarde auto van de zaak verminderd met eigen bijdrage****
Schraven
Spijkers
1-9-2010
1-3-2011
1-7-2003
ja
ja
ja
ja
nee
nee
12
0
0
Bepaald** 1 100% 240
Bepaald** 1 100% 215
Onbepaald 2 100% 215
0 0 2 8 27 0 0 277 48
0 0 9 8 24 0 0 256 46
0 0 6 8 24 0 0 253 48
Toelichting: * 1) huidige NVZD-regeling, 2) oude NVZ-regeling ** Kan maximaal worden verlengd met een termijn van 6 jaren. ***Met ingang van 1 september 2012 is de bruto onkostenvergoeding komen te vervallen. ****Aan alle bestuurders is een auto ter beschikking gesteld met een aanschafwaarde van max. €48.000,00. ****Voorzover de aanschafwaarde hoger is, wordt deze verrekend via een eigen bijdrage. In bovenstaande tabel genoemde bedragen zijn x €1.000 In de bezoldiging is de crisisheffing niet opgenomen. In totaal bedraagt de crisisheffing voor de bestuurders gezamenlijk € 28.162.
De bezoldiging van de leden van de raad van toezicht van de zorginstelling over het jaar 2012 is als volgt: Naam
Functie
Bezoldiging
Staal Jonk Hinssen Ingen Bartelds Grol Dessing
Toezichthouder, voorzitter Toezichthouder, lid Toezichthouder, lid (aangetreden per 1 september 2012) Toezichthouder, lid Toezichthouder, lid Toezichthouder, lid (aangetreden per 1 september 2012) Toezichthouder, lid
(x €1.000)
Toelichting: De honorering van de RvT betreft met ingang van 1 januari 2012: voorzitter €13.000, lid €9.000 Pagina 41
13 9 3 9 9 3 9
113
Stichting St. Antonius Ziekenhuis
Ondertekening door bestuurders en toezichthouders
W.G. prof. dr. D.H. Biesma
W.G. mr. B. Staal
W.G. ir. D.M. Schraven
W.G. ir. F.A.M. Spijkers
Pagina 42
114
Stichting St. Antonius Ziekenhuis
5.2 OVERIGE GEGEVENS
115
Stichting St. Antonius Ziekenhuis 5.2 OVERIGE GEGEVENS 5.2.1 Vaststelling en goedkeuring jaarrekening De raad van bestuur van Stichting St. Antonius Ziekenhuis heeft de jaarrekening 2012 vastgesteld in de vergadering van 4 juni 2013. De raad van toezicht van de Stichting St. Antonius Ziekenhuis heeft de jaarrekening 2012 goedgekeurd in de vergadering van 6 juni 2013. 5.2.2 Statutaire regeling resultaatbestemming In de statuten is geen bepaling opgenomen omtrent de bestemming van het behaalde resultaat. 5.2.3 Resultaatbestemming Het resultaat wordt verdeeld volgens de resultaatverdeling in paragraaf 5.1.2. 5.2.4 Gebeurtenissen na balansdatum In april 2013 heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (hierna NZa) een onderzoek ingesteld naar mogelijke foutieve of onterecht verstuurde declaraties door het St. Antonius Ziekenhuis in de periode 2008 - 2011. Voor dit onderzoek heeft de NZa informatie opgevraagd over bepaalde declaraties. Het St. Antonius Ziekenhuis heeft de opgevraagde informatie inmiddels aangeleverd. De uitkomsten van dit onderzoek zijn echter niet op korte termijn te verwachten. Naar aanleiding van en in samenhang met het door de NZa geïnitieerde onderzoek hebben de Raad van Bestuur, het bestuur van de Vereniging Medische Staf en het Bestuur van de Stafmaatschap besloten een complianceonderzoek te laten uitvoeren door een extern onafhankelijk van het ziekenhuis opererende onderzoekscommissie. In september worden de eerste uitkomsten van dit onderzoek verwacht. Jaarlijks neemt het St. Antonius Ziekenhuis in haar balans een reservering op voor nog te verwachten effecten van materiële controles op rechtmatigheid door zorgverzekeraars. Vooruitlopend op de uitkomsten van het door de onderzoekscommissie uitgevoerde onderzoek en het door de NZa geïnitieerde onderzoek is er naar de kennis van heden een zo goed mogelijk benadering gemaakt van de verwachte en redelijkerwijze in te schatten financiële effecten hiervan. Bij de bepaling van de hoogte van de reservering voor materiële controles, welke in de jaarrekening is opgenomen onder de kortlopende schulden, is met deze effecten rekening gehouden. Op dit moment is het niet opportuun om vooruit te lopen op de uitkomsten van het onderzoek en daarmee op de financiële implicaties van eventuele sancties.
Er zijn verder geen gebeurtenissen na balansdatum van materiële betekenis voor het beeld van de jaarrekening. 5.2.5 Controleverklaring De controleverklaring is opgenomen op de volgende pagina.
Pagina 44
116
117
Controleverklaring
118
119
120
121
DEEL III BIJLAGEN
122
Ondernemingsraad 2012 Kiesgroep zorg Mw. V. Cooymans (waarnemend voorzitter) mw. H. Dijk Mw. C. Hoogendoorn dhr. J. de Jong (tot september 2012) mw. M. Karidas mw. C. Krommert dhr. G. Muis (voorzitter) mw. M. Roozenboom Mw. M. Sandman Dhr. H. Scheepmaker Dhr. F. Strik (secretaris)
Kiesgroep algemeen ondersteunend Dhr. C. Blaauw (waarnemend secretaris tot 1 april 2012) Dhr. H. Dissel dhr. F. van Ee dhr. R. Eggenhuizen
J.W. Wirds, anesthesioloog, medisch manager (aandachtsgebied IC) E.J.M. Andriessen, anesthesioloog, medisch manager (aandachtsgebied OK-complex)
Zorgeenheid Harten Ir. M. Geurts, manager zorg/bedrijfsvoering Dr. L.V.A. Boersma, cardioloog, medisch manager
Zorgeenheid Longen & Transmurale zorg A.C. Zwaan, manager zorg/bedrijfsvoering Dr. J.J. Mager, longarts, medische manager
Zorgeenheid Heelkunde I. Schillevoort, manager zorg/bedrijfsvoering E. van de Pavoordt, chirurg, medisch manager
Zorgeenheid Geneeskunde Mw. A. Stunnenberg, manager zorg/bedrijfsvoering Dr. I.A. Eland internist, medisch manager
Kiesgroep medisch ondersteunend
Zorgeenheid Vrouw Kind
Mw. R. Duijveman (waarnemend secretaris vanaf 1 april 2012) dhr. D. Pinas mw. C. v.d. Wal
Mw. M. Barten, manager zorg/bedrijfsvoering S. Veersema, gynaecoloog, medisch manager
Zorgeenheid Hersenen De OR kent drie vaste commissies, te weten: algemeen beleid, sociaal en zorg beleid, financieel, bouw en logistiek beleid.
Medische Stafbestuur De bestuurssamenstelling met de verdeling van functies was ultimo 2012 als volgt: R.J. Snijder, longarts, voorzitter Stafbestuur L.J. Bras, anesthesioloog-intensivist, vice-voorzitter Stafbestuur en penningmeester a.i. dr. P.M.N.Y.H. Go, chirurg dr. G.C.M. Graziosi, gynaecoloog dr. M.F.J. Stolk, MDL-arts dr. B.J.M. Vlaminckx, medisch microbioloog vacature De functie van adviseur werd vervuld door mw. N.J. Polman.
Mw. Y. van Vliet, manager zorg/bedrijfsvoering H. Koers, psychiater, medisch manager
Medisch-ondersteunende eenheden De samenstelling van het management en medisch-management van de medisch-ondersteunende eenheden was ultimo 2012 als volgt:
Radiologie Dr. J.P.M. van Heesewijk, radioloog, medisch manager afdeling radiologie
Geestelijke Verzorging A.H.J.M. de Haan
Klinisch Chemisch Laboratorium Dr. D. van Loon, klinisch chemicus M. Figee
Klinische Farmacie
Zorgeenheden
M.M. Tjoeng, ziekenhuisapotheker
Klinische Fysica en Instrumentatie
De samenstelling van het management en medisch-management van de zorgeenheden was ultimo 2012 als volgt:
Ir. C. van Swol, klinisch fysicus, medisch manager H Borger, manager
Zorgeenheid OK/IC
Medische Microbiologie en Immunologie
L.J. Peek, manager zorg/bedrijfsvoering
Dr. B.M. de Jongh, medisch microbioloog
123
Nucleaire Geneeskunde Dr. J.F. Verzijlbergen, nucleair geneeskundige (tot april 2012)
Paramedische Behandeling en Revalidatie Mw. A.E. Langezaal-Flohil, revalidatie arts, medisch manager Mw. M. Gerbens, manager
Pathologie Dr. P.C. de Bruin, medisch manager M. Figee, bedrijfsvoerend manager
Algemeen ondersteunende eenheden Samenstelling Ultimo 2012:
Marketing en Communicatie Mw. C. Codée
Faciliteiten & Services F. Kolkman
Financiën & Informatievoorziening J.P.J. van den Broek
ICT G. Krediet/J.Th.J.M. Houben (ad interim)
Inkoop P.M. van Eijden
Personeel & Organisatie F. Kolkman (ad interim), B. Peek
Vastgoed & Techniek W. Corsten
Antonius Academie Samenstelling ultimo 2012:
Directie Dr. P.Chr. de Jong Mw. dr. M. Kaljouw
124
(Medisch) specialistische opleidingen per 31-12-2012 Opleiding opleider Anesthesiologie dr. H.P.A. van Dongen Cardiologie dr. J.M. ten Berg Cardiothoracale Chirurgie dr. W.J. Morshuis Dermatologie dr. A.Y. Goedkoop Gynaecologie dr. J.H. Schagen van Leeuwen Heelkunde dr. P.M.N.Y.H. Go Interne Geneeskunde dr. A.B.M. Geers Kindergeneeskunde dr. W.A.F. Balemans KNO dr. M.P. Copper Longgeneeskunde dr. F.M.N.H. Schramel Medische Microbiologie dr. B.M. de Jongh MDL dr. R. Timmer Neurologie/KNF mw. dr. M.F.G. van der Meulen Nucleaire Geneeskunde mw. dr. M.M.C. van Buul Orthopedie dr. M.R. Veen Pathologie dr. C.A. Seldenrijk Plastische Chirurgie dr. A.B. Mink van der Molen Psychiatrie H. Koers Radiologie dr. J.P.M. van Heesewijk Revalidatiegeneeskunde H.G.A. Hacking SEH dr. Ph. Wittich Urologie dr. P.L.M. Vijverberg GZ-psycholoog mw. C.E. Flik Klinische Chemie dr. D. van Loon Klinische Fysica & Instr. dr. ir. C.F.P. van Swol
opl. duur plv opleider 5 jaar dr. P. Bruins 4 jaar dr. M.C.E.F. Wijffels 4 jaar dr. R.H. Heijmen 1 jaar dr. B.U.G.A. Meijer 3 jaar dr. G.C.M. Graziosi 6 jaar dr. B. van Ramshorst 4 jaar dr. W.J.W. Bos 3 jaar mw. I.M.A. Lukkassen 1 jaar dr. F.J.M. Disch 4 jaar prof. dr. J.C. Grutters 2 jaar dr. M. Tersmette 2 jaar dr. M.F.J. Stolk 1 jaar mw. dr. S.C. Tromp 4 jaar mw. dr. R.G.M. Keijsers 3 jaar J.A.C. Zijl 2 jaar dr. M.F.M. van Oosterhout 1 jaar dr. E.D.H. Zonnevyllle 1 jaar nvt 5 jaar dr. H.W. van Es 1 jaar nvt 4 jaar L.P. Reusen 2 jaar M.G. Onaca 2 jaar nvt 4 jaar dr. ir. H.J.T. Ruven 4 jaar ir. J.B.A. Habraken
Ziekenhuisapotheker 4 jaar dr. M.M. Tjoeng E.H.H. Wiltink Klinische Farmacologie mw.prof. dr. C.A.J. Knibbe groep ziekenhuisap. mw. dr. V.H.M. Deneer Klinische Farmacologie mw. Prof. dr. C.A.J. Knibbe groep overigen mw. dr. V.H.M. Deneer Medische Immunologie mw. dr. A.M.E. Claessen dr. A.J. van Houte Gastro-intestinale Chir. dr. B. van Ramshorst nvt Vaatchirurgie dr. J.P.P.M. de Vries nvt Interventieradiologie dr. J.A. Vos nvt
125
Medische Staf 2012 ALGEMENE CHIRURGIE mw. dr. D. Boerma dr. P.M.N.Y.H. Go dr. E.R. Hammacher dr. E.J. Hazebroek dr. R. Koelemij R.H.W. van de Mortel dr. H.D.W.M. van de Pavoordt dr. B. van Ramshorst M.J.M. Segers mw. dr. A.B. Smits E.B.M. Theunissen dr. J.P.P.M. de Vries A.J.M. van Wieringen* dr. M.J. Wiezer dr. J. Wille dr. Ph. Wittich
ANESTHESIOLOGIE E.J.M. Andriessen mw. O.W.H.M. Borchert L.J. Bras dr. P. Bruins dr. H.P.A. van Dongen S.P.M. van Egeraat W.J. Hofsté L.J. Hoogenboom dr. M. van Iterson A.J.W.J. van der Lely A.L. Liem Dr. D.J.F. Nieuwenhuijs P.G. Noordzij H.J.A. Nijhuis J. Poell C.J. Pronk L.P. Reusen S. Rigter E. Scholten L. Timmerman dr. R.M.J. Wesselink J.W. Wirds
CARDIOLOGIE. locatie Nieuwegein E.T. Bal dr. J.M. ten Berg dr. L.V.A. Boersma F.D. Eefting J. van der Heyden dr. W. Jaarsma E.G. Mast dr. M.C. Post dr. B.J.W.M. Rensing dr. M.J. Suttorp dr. E.F.D. Wever M.C.E.F. Wijffels
CARDIOLOGIE, locatie Utrecht R. Bergshoeff Tj.A.R. van Lier H. Roozendaal mw. dr. M.A.M. Stofmeel-Schweizer R.M. van Tooren
CARDIOTHORACALE CHIRURGIE E.J. Daeter dr. R.H. Heijmen F.N. Hofman T.L. de Kroon dr. W.J. Morshuis U. Sonker A. Yilmaz
DERMATOLOGIE mw. dr. A.Y. Goedkoop S. Koppen mw. B.U.G.A. Meijer mw. dr. K.A.B.M. Pruissen-Peeters dr. P.H.A. Steegmans dr. R.A. Tupker
GYNAECOLOGIE dr. E. van Beek mw. A.M. Bouwmeester dr. G.C.M. Graziosi A.M. van Heusden M.E. Kars J.G. Lange mw. J.N. van der Leij mw. dr. W.M. Monincx dr. G.J.E. Oosterhuis mw. dr. L.S.M. Ribbert dr. J.H. Schagen van Leeuwen dr. H.S. The S. Veersema mw. M.M.A. Vernooij Prof. dr. R.H.M. Verheijen*
INWENDIGE ZIEKTEN Internisten: mw. M.J. Agterof dr. W.J.W. Bos dr. I.A. Eland mw. N.M. van Es dr. A.B.M. Geers C.B. Hunting dr. W.T. Jellema dr. P.C. de Jong dr. H.R. Koene mw. dr. M. Los mw. A.H. Pijlman mw. Dr. M. Söhne dr. G.E.M.G. Storms dr. H.H. Vincent
126
mw. J.M.I. Vos mw. dr. I.M.M.J. Wakelkamp O. de Weerdt
KLINISCHE CHEMIE dr. C.M. Hackeng dr. D. van Loon dr. ir H.J.T. Ruven
Internist-intensivist mw. dr. H.S. Biemond-Moeniralam A.J. Meinders
Maag-darm-leverartsen: A. Al-toma M.C.J.M. Becx dr. N. van Lelyveld N. Mahmmod P.J. van der Schaar P.H.G.M. Stadhouders dr. M.F.J. Stolk J. Tenthof van Noorden dr. R. Timmer dr. B.L.A.M. Weusten Reumatoloog: dr. E.J. ter Borg mw. dr. Y.A. de Man mw. S.A. Vreugdenhil
KLINISCHE FARMACIE mw. dr. V.H.M. Deneer A. van Dijk dr. E.M.W. van de Garde mw. prof. dr. C.A.J. Knibbe mw. dr. M.Y.M. Peeters M.M. Tjoeng E.H.H. Wiltink
Poliklinisch/transmuraal apotheker mw. M. Meijs* mw. K.I. Oostrom*
KLINISCHE FYSICA ir. J.B.A. Habraken* ir. P.B. de Munck dr. L. Romijn dr. ir. C.F.P. van Swol
KAAKCHIRURGIE
KLINISCHE GENETICA
dr. J.P.A. van den Bergh J.W.F.H. Frenken mw. C.T.M. Geraedts F.W. Huisman S.A. Zijderveld
B.P.M. van Nesselrooy*
Bijzondere tandheelkunde Prof. dr. M.S. Cune* A.J.G. Francois* mw. dr. M.E. Geertman* mw. M.E. van Leer* H.P. Volkers* R.F. van Vuren*
KINDERGENEESKUNDE W.A.F. Balemans mw. M. ten Berge-Kuipers mw. H.E. Blokland-Loggers mw. M. van Dongen-Baal mw. J.K. ten Haaf mw. dr. J. Heidema mw. J.L.A.M. van Hillegersberg-Schilder mw. J.J.G. Hoorweg-Nijman mw. I.M.A. Lukkassen mw. E.D.M. Post dr. J.A. Schipper T.J. van Veen mw. A.M. Vlieger mw. dr. M. van der Vorst mw. H. van Wieringen mw. D.H.H. Fandri
KNO HEELKUNDE dr. M.P. Copper F.J.M. Disch W.P. Godefroy L. Hakim D. Kupperman L.C. Prins
LONGZIEKTEN mw. F.T. van Beek Prof. dr. J.C. Grutters mw. S.W.A. van Haarlem mw. dr. G.J.M. Herder mw. D.A. van Kessel mw. B.A.H.A. van Mackelenbergh dr. J.J. Mager dr. J.D. Oudijk dr. H.J. Reesink dr. F.M.N.H. Schramel R.J. Snijder J. van der Zeijden
MEDISCHE MICROBIOLOGIE dr. B.M. de Jongh J.A. Kaan dr. M. Tersmette dr. B.J.M. Vlaminckx dr. G.P. Voorn IMMUNOLOGIE
127
mw. dr. A.M.E. Claessen* dr. A.J. van Houte*
NEUROCHIRURGIE dr. P.H.J.M. Elsenburg W.B.M. Slooff*
PATHOLOGIE dr. P.C. de Bruin dr. K.C. Kuijpers dr. J.A. Kummer mw. dr. A.M. van Leeuwen dr. M.F.M. van Oosterhout dr. C.A. Seldenrijk
KLINISCHE NEUROFYSIOLOGIE dr. E.H.J.F. Boezeman mw. dr. S.C. Tromp
NEUROLOGIE dr. S.T.F.M. Frequin P.H.E. Hilkens dr. J.I. Hoff dr. E.L.J. Hoogervorst dr. H.W. Mauser mw. dr. M.F.G. van der Meulen H.M. Schippers W.J. Schonewille H.P. Siegers mw. dr. L.L. Teunissen dr. O.J.M. Vogels dr. P.H. Wessels
PLASTISCHE CHIRURGIE mw. A. Braakenburg dr. A.B. Mink van der Molen M.B. Stubenitsky dr. D.H. Zonnevylle
PSYCHIATRIE mw. L.M.T. Breteler Dr. J.M.Th. van Griensven mw. J.M. Hegeman H. Koers R.H.H. Lanting mw. G.A.M. Roelfs mw. N.D. Schiemanck J.C.A.M. van Trier
PSYCHOLOGIE NUCLEAIRE GENEESKUNDE mw. dr. M.M.C. van Buul mw. dr. R.G.M. Keijsers dr. J. Lavalaye
OOGHEELKUNDE, locatie Nieuwegein J.H.G.M. Bistervels J.M. Hillenius C.A.G.M. Vester Mw. K. Wiertz-Arts
OOGHEELKUNDE, locatie Utrecht mw. S.R.S. Debrabandere mw. A.M.P. Muradin-Toolens M. van Tilborg
ORTHOPEDIE dr. K.G. Auw Yang dr. M. van Dijk L.N. Marting M.J.G.M. Speth dr. M.R. Veen R.N. Wessel J.A.C. Zijl
mw. E.D. van den Assem mw. A.E. Boersma mw. M. Brouwer mw. S.E.M. Evelein-Oomen mw. C.E. Flik mw. I.L. Hendriks R.T.M. Leenen* mw. N. Plandsoen mw. L.M. Silberbusch mw. M.S. Storm van Leeuwen-Kassens mw. N. van der Veer F.A.M. Vernooij mw. E.G.H.M. Voogt-Blommerde
RADIOLOGIE, locatie Nieuwegein T.L. Bollen dr. H.W. van Es dr. J.P.M. van Heesewijk D.A.F. van den Heuvel M. van Leersum dr. M.J.L. van Strijen dr. J.A. Vos dr. J. Zapletal
RADIOLOGIE, locatie Utrecht Sportgeneeskunde: H.K. van der Kolk* D.E. Sluijs* R.J. Timmermans*
P.T.M. Appelman F.A. Breuking J.P. Gelissen H.W. Kooiman
128
RADIOTHERAPIE mw. M Albregts* mw. L. van de Bunt*
REVALIDATIE H.G.A. Hacking mw. A.E. Langezaal-Flohil F.J. Slim mw. M. Verhoef*
UROLOGIE J.J.H. Beck* mw. K. van Dalen* dr. J.R. Spermon* A.A.G.M. Giesbers K.W.H. Gisolf mw. E.F.H. van der Linden A.R. Meijer dr. H.H.E. van Melick M.G. Onaca mw. S. van Selm* dr. P.L.M. Vijverberg
SEH -artsen S.J.G.P. Aller, SEH-arts Mw. A. de Jong, SEH-arts H.M. van Oyen, SEH-arts N.J. Plantenga, SEH-arts Mw. A. Schmidt, SEH-arts M.F. Verhagen, SEH-arts Mw. L. Vermeer, SEH-arts Mw. M.E. Vreeburg, SEH-arts Mw. M.W.P. Zaanen-Bink, SEH-arts OVERIGEN J. de Waard, verpleeghuisarts* J. van Loevesijn, arts-seksuoloog* P.W. van Leeuwen, hospice arts* * Buitengewone stafleden
Toehoorders dr. ir. J.M.T. Bakker, afdeling experimentele cardiologie, Academisch Medisch Centrum te Amsterdam
129
Publicaties Publicatielijst 2012 RefType Aantal Disserataties 15 Journal 330 (+41 epub ahead of print) Abstracts 92 Overige 88 (+1 epub ahead of print)
Dissertaties Ahlers SJGM. Pain still hurts : pain assessment and pain management in intensive care patients. s.l.: s.n., 2012. Alipour A. Leukocytes and complement in atherosclerosis. s.l.: s.n., 2012. Bouman HJ. Towards personalized antiplatelet therapy. s.l.: s.n., 2012. Braak SJ. Cone-beam CT-guidance in Interventional Radiology. s.l.: s.n., 2012. Elias-Smale SE. Coronary artery calcification and cardiovascular risk prediction. s.l.: s.n., 2012. Haas FJLM. Contribution of clinical chemistry in the diagnostic procedure of deep venous thrombosis. s.l.: s.n., 2012. Kelder JC. Diagnosing heart failure in primary care. s.l.: s.n., 2012. Korthagen NM. Apoptotic and immunological markers in idiopathic pulmonary fibrosis: evolving concepts of pathogenesis. s.l.: s.n., 2012. Meijvis SCA. Strategies to improve clinical management of community-acquired pneumonia. s.l.: s.n., 2012. Rijken MJ. Malaria in pregnancy: ultrasound studies of fetal growth. s.l.: s.n., 2012. Schuurman JP. Artery ligation in the treatment of hemorrhoidal disease. s.l.: s.n., 2012. Tacken-Kastelijn EA. Bronchiolitis obliterans syndrome after lung transplantation : biomarkers for inflammation and fibrogenesis. s.l.: s.n., 2012. van der Heyden JAS. Carotid artery stenting prior to cardiac surgery. s.l.: s.n., 2012. van Iterson M. Functional heterogeneity of oxygen supply with blood and hemoglobin-based oxygen carriers in porcine models of hemorrhagic shock. s.l: s.n., 2012.
Verschuur-Maes AHJ. Columnar cell lesions of the breast: clinical significance and molecular background. s.l.: s.n., 2012.
Journal articles Abdullah-Koolmees H, Gerbranda T, Deneer VHM, Tjoeng MM, De Ridder AJ, Gardarsdottir H, Heerdink ER. Discontinuation of anticoagulant care during admission to a psychiatric hospital. European Journal of Clinical Pharmacology 2012; [Epub ahead of print]. Abizaid A, Costa JR, Jr., Banning A, Bartorelli AL, Dzavik V, Ellis S, Gao R, Holmes DR, Jr., Jeong MH, Legrand V, Neumann FJ, Nyakern M, Orlick A, Spaulding C, Worthley S, Urban PM, e-SELECT Investigators, Collaborator namens St. Antonius Ziekenhuis: Suttorp MJ. The sirolimus-eluting Cypher Select coronary stent for the treatment of bare-metal and drug-eluting stent restenosis: insights from the e-SELECT (Multicenter Post-Market Surveillance) registry. JACC: Cardiovascular Interventions 2012; 5(1):64-71. Abouyahya I, Alhan C, Westers TM, te Boekhorst PA, KappersKlunne MC, Coenen JL, Heyning FH, Huls GA, de Wolf JT, Imholz AL, Koene HR, Veth G, de Kruijf EJ, Muus P, Planken EV, Segeren CM, Vasmel WL, van der Velden AM, Velders GA, Koedam J, Ossenkoppele GJ, van de Loosdrecht AA. Treatment with lenalidomide in myelodysplastic syndromes with deletion 5q; results from the Dutch named patient program. Leukemia & Lymphoma 2012; [Epub ahead of print]. Ahlers SJGM, van Gulik L, van Dongen EPA, Bruins P, van de Garde EMW, van Boven WJ, Tibboel D, Knibbe CAJ. Efficacy of an intravenous bolus of morphine 2.5 versus morphine 7.5 mg for procedural pain relief in postoperative cardiothoracic patients in the intensive care unit: a randomised double-blind controlled trial. Anaesthesia & Intensive Care 2012; 40(3):417-426. Ahlers SJGM, Elens LL, van Gulik L, Schaik RH, van Dongen EPA, Bruins P, Tibboel D, Knibbe CAJ. The Val158Met polymorphism of the COMT gene is associated with increased pain sensitivity in morphine treated-patients undergoing a painful procedure after cardiac surgery. British Journal of Clinical Pharmacology 2012; [Epub ahead of print]. Ahmed AU, Nieuwenhuijs VB, van Eijck CH, Gooszen HG, van Dam RM, Busch OR, Dijkgraaf MG, Mauritz FA, Jens S, Mast J, van Goor H, Boermeester MA, Dutch Pancreatitis Study Group, Collaborator namens St. Antonius Ziekenhuis: Rijkers GT. Clinical outcome in relation to timing of surgery in chronic pancreatitis: a nomogram to predict pain relief. Archives of Surgery 2012; 147(10):925932. Albu C, Swaans M, ten Berg JM. With the back against the wall: TAVI in a patient with endocarditis. Catheterization & Cardiovascular Interventions 2012; [Epub ahead of print]. Ali UA, Bruno MJ, Issa Y, Gooszen HG, Fockens P, Boermeester MA, Pancreatitis Werkgroep Nederland, Collaborators werkzaam in het
130
St. Antonius Ziekenhuis: van Ramshorst B, Boerma D, Hazebroek EJ, Timmer R, Weusten BLAM, Bollen TL, Biemond HS. Betere pijncontrole bij chronische pancreatitis door vroege chirurgie? Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 2012; 156(5):A4469. Almac E, Aksu U, Bezemer R, Jong W, Kandil A, Yuruk K, DemirciTansel C, Ince C. The acute effects of acetate-balanced colloid and crystalloid resuscitation on renal oxygenation in a rat model of hemorrhagic shock. Resuscitation 2012; 83(9):1166-1172. Avci M, Vos JA, Kolvenbach RR, Verhoeven EL, Perdikides T, Resch TA, Espinosa G, Bockler D, de Vries JPPM. The use of endoanchors in repair EVAR cases to improve proximal endograft fixation. Journal of Cardiovascular Surgery 2012; 53(4):419-426. Bakker MF, Jacobs JW, Welsing PM, Verstappen SM, Tekstra J, Ton E, Geurts MA, van der Werf JH, van Albada-Kuipers GA, Jahangierde Veen ZN, van der Veen MJ, Verhoef CM, Lafeber FP, Bijlsma JW, on behalf of the Utrecht Rheumatoid Arthritis Cohort Study Group, Collaborators werkzaam in het St. Antonius Ziekenhuis: ter Borg EJ, Vreugdenhil SA. Low-dose prednisone inclusion in a methotrexate-based, tight control strategy for early rheumatoid arthritis: a randomized trial. Annals of Internal Medicine 2012; 156(5):329-339. Bakker MF, Jacobs JWG, Kruize AA, van der Veen MJ, van BoomaFrankfort C, Vreugdenhil SA, Bijlsma JWJ, Lafeber FPJG, Welsing PMJ. Misclassification of disease activity when assessing individual patients with early rheumatoid arthritis using disease activity indices that do not include joints of feet. Annals of the Rheumatic Diseases 2012; 71(6):830-835. Bakker OJ, van Santvoort H, Besselink MGH, Boermeester MA, van Eijck C, Dejong K, van Goor H, Hofker S, Ahmed AU, Gooszen HG, Bollen TL, for the Dutch Pancreatitis Study Group. Extrapancreatic necrosis without pancreatic parenchymal necrosis: a separate entity in necrotising pancreatitis? Gut 2012; [Epub ahead of print]. Bakker OJ, van Santvoort HC, van Brunschot S, Geskus RB, Besselink MGH, Bollen TL, van Eijck CH, Fockens P, Hazebroek EJ, Nijmeijer RM, Poley JW, van Ramshorst B, Vleggaar FP, Boermeester MA, Gooszen HG, Weusten BLAM, Timmer R, Dutch Pancreatitis Study Group, Collaborator namens St. Antonius Ziekenhuis: Rijkers GT. Endoscopic transgastric vs surgical necrosectomy for infected necrotizing pancreatitis: a randomized trial. JAMA 2012; 307(10):1053-1061. Bartelink IH, Boelens JJ, Bredius RG, Egberts AC, Wang C, Bierings MB, Shaw PJ, Nath CE, Hempel G, Zwaveling J, Danhof M, Knibbe CAJ. Body weight-dependent pharmacokinetics of busulfan in paediatric haematopoietic stem cell transplantation patients: towards individualized dosing. Clinical Pharmacokinetics 2012; 51(5):331-345.
Bartelink IH, van Kesteren C, Boelens JJ, Egberts TC, Bierings MB, Cuvelier GD, Wynn RF, Slatter MA, Chiesa R, Danhof M, Knibbe CAJ. Predictive performance of a busulfan pharmacokinetic model in children and young adults. Therapeutic Drug Monitoring 2012; 34(5):574-583. Bastiaannet E, Uyl-de Groot CAP, Brouwers AH, van der Jagt EJ, Hoekstra OS, Oyen W, Verzijlbergen JF, van Ooijen B, Thompson JF, Hoekstra HJ. Cost-effectiveness of adding FDG-PET or CT to the diagnostic work-up of patients with stage III melanoma. Annals of Surgery 2012; 255(4):771-776. Becker J, van Rijswijk J, Versteijnen B, Evers A, van den Akker E, van Beek E, Bolte A, Rijnders R, Mol B, Moons K, Porath M, Drogtrop A, Schuitemaker N, Willekes C, Westerhuis M, Visser G, Kwee A. Is intrapartum fever associated with ST-waveform changes of the fetal electrocardiogram? A retrospective cohort study. BJOG 2012; 119(11):1410-1416. Becker JH, Kuipers LJ, Schuit E, Visser GH, van den Akker ES, van Beek E, Bolte AC, Rijnders RJ, Mol BW, Porath MM, Drogtrop AP, Schuitemaker NW, Willekes C, Westerhuis ME, Moons KG, Kwee A. Predictive value of the baseline T-QRS ratio of the fetal electrocardiogram in intrapartum fetal monitoring: a prospective cohort study. Acta Obstetricia & Gynecologica Scandinavica 2012; 91(2):189-197. Bekken JA, Vos JA, Aarts RA, de Vries JP, Fioole B. DISCOVER: Dutch Iliac Stent trial: COVERed balloon-expandable versus uncovered balloon-expandable stents in the common iliac artery: study protocol for a randomized controlled trial. Trials 2012; 13(1):215. Bensley RP, Hurks R, Huang Z, Pomposelli F, Hamdan A, Wyers M, Chaikof E, Schermerhorn ML. Ultrasound-guided percutaneous endovascular aneurysm repair success is predicted by access vessel diameter. Journal of Vascular Surgery 2012; 55(6):15541561. Benzinou M, Clermont FF, Letteboer TG, Kim JH, Espejel S, Harradine KA, Arbelaez J, Luu MT, Roy R, Quigley D, Higgins MN, Zaid M, Aouizerat BE, van Amstel JK, Giraud S, Dupuis-Girod S, Lesca G, Plauchu H, Hughes CC, Westermann CJJ, Akhurst RJ. Mouse and human strategies identify PTPN14 as a modifier of angiogenesis and hereditary haemorrhagic telangiectasia. Nature Communications 2012; 3:616. Berger P, van Herwaarden JA, Harkisoen S, de Vries JPPM, Ekkelenkamp M, Moll FL. Surgical treatment of infected aortic grafts. Journal of Cardiovascular Surgery 2012; 53(6):719-734. Bergmeijer TO, ten Berg JM. Valor de la determinación del genotipo de CYP2C19 *2 y *17 en la práctica clínica. Prometedor, aunque todavía no está listo Value of CYP2C19 *2 and *17 Genotyping in Clinical Practice. Promising but Not Ready Yet. Revista Espanola de Cardiologia 2012; 65(3):205-207.
131
Bloch Thomsen PE, Jons C, Moerch Joergensen R, Gang UJ, Huikuri HVM, Juha H, Raatikainen P, Virtanen V, Boland J, Anttonen O, Hoest N, Boersma LVA, Platou ES, Becker D, Messier MDP. Response to letter regarding article, “long-term recording of cardiac arrhythmias with an implantable cardiac monitor in patients with reduced ejection fraction after acute myocardial infarction: the cardiac arrhythmias and risk stratification after acute myocardial infarction (CARISMA) study”. Circulation 2012; 125(1):e240. Boel ME, Rijken MJ, Brabin BJ, Nosten F, McGready R. The epidemiology of postpartum malaria: a systematic review. Malaria Journal 2012; 11:114. Boersma D, van Strijen MJL, Kloppenburg GTL, van den Heuvel DAF, de Vries JPPM. Endovascular retrieval of a dislodged femoral arterial closure device with Alligator forceps. Journal of Vascular Surgery 2012; 55(4):1150-1152. Boersma D, Kloppenburg GTL, Vos JA, van den Heuvel DAF, de Vries JPPM. Fenestrated endograft repair of suprarenal aortic patch aneurysm in a patient with Marfan syndrome. Vascular & Endovascular Surgery 2012; 46(1):66-69. Boersma LVA, Castella M, van Boven WJ, Berruezo A, Yilmaz A, Nadal M, Sandoval E, Calvo N, Brugada J, Kelder JC, Wijffels MCEF, Mont L. Atrial fibrillation catheter ablation versus surgical ablation treatment (FAST): a 2-center randomized clinical trial. Circulation 2012; 125(1):23-30. Bollen TL, Singh VK, Maurer R, Repas K, van Es HW, Banks PA, Mortele KJ. A comparative evaluation of radiologic and clinical scoring systems in the early prediction of severity in acute pancreatitis. American Journal of Gastroenterology 2012; 107(4):612-619. Bollen TL. Imaging of acute pancreatitis: update of the revised Atlanta Classification. Radiologic Clinics of North America 2012; 50(3):429-445. Bouman HJ, van Werkum JW, Rudez G, Hackeng CM, Leebeek FW, ten Cate H, ten Berg JM, de Maat MP. The relevance of P2Y12receptor gene variation for the outcome of clopidogrel-treated patients undergoing elective coronary stent implantation: A clinical follow-up. Thrombosis & Haemostasis 2012; 107(1):189191. Bouwense SA, Besselink MGH, Brunschot S, Bakker OJ, Santvoort HC, Schepers NJ, Boermeester MA, Bollen TL, Bosscha K, Brink MA, Bruno MJ, Consten EC, Dejong CH, Duijvendijk P, Eijck CH, Gerritsen JJ, Goor H, Heisterkamp J, Hingh IH, Kruyt PM, Molenaar IQ, Nieuwenhuijs VB, Rosman C, Schaapherder AF, Scheepers JJ, Spanier MB, Timmer R, Weusten BLAM, Witteman BJ, van Ramshorst B, Gooszen HG, Boerma D. Pancreatitis of biliary origin, optimal timing of cholecystectomy (PONCHO trial): study protocol for a randomized controlled trial. Trials 2012; 13:225.
Bouwes A, van Poppelen D, Koelman JH, Kuiper MA, Zandstra DF, Weinstein HC, Tromp SC, Zandbergen EG, Tijssen MA, Horn J. Acute posthypoxic myoclonus after cardiopulmonary resuscitation. BMC Neurology 2012; 12:63. Bouwes A, Binnekade JM, Kuiper MA, Bosch FH, Zandstra DF, Toornvliet AC, Biemond HS, Kors BM, Koelman JHTM, Verbeek MM, Weinstein HC, Hijdra A, Horn J. Prognosis of coma after therapeutic hypothermia: a prospective cohort study. Annals of Neurology 2012; 71(2):206-212. Braak SJ, Herder GJM, van Heesewijk JPM, van Strijen MJL. Pulmonary masses: initial results of cone-beam CT guidance with needle planning software for percutaneous lung biopsy. Cardiovascular & Interventional Radiology 2012; 35(6):1414-1421. Braak SJ, van Melick HHE, Onaca MG, van Heesewijk JPM, van Strijen MJL. 3D cone-beam CT guidance, a novel technique in renal biops : results in 41 patients with suspected renal masses. European Radiology 2012; 22(11):2547-2552. Breet NJ, van Werkum JW, Bouman HJ, Kelder JC, Harmsze AM, Hackeng CM, ten Berg JM. The authors’ reply. Heart 2012; 98(4):343-344. Brill MJE, Diepstraten J, van Rongen A, van Kralingen S, van den Anker JN, Knibbe CAJ. Impact of obesity on drug metabolism and elimination in adults and children. Clinical Pharmacokinetics 2012; 51(5):277-304. Broeders JAM, Bredenoord AJM, Hazebroek EJ, Broeders IAM, Gooszen HGM, Smout AJM. Reflux and belching after 270 degree versus 360 degree laparoscopic posterior fundoplication. Annals of Surgery 2012; 255(1):59-65. Bruins Slot MH, Rutten FH, van der Heijden GJ, Doevendans PA, Mast EG, Bredero AC, Glatz JF, Hoes AW. Gender differences in pre-hospital time delay and symptom presentation in patients suspected of acute coronary syndrome in primary care. Family Practice 2012; 29(3):332-337. Buijs A, Poot M, van der Crabben S, van der Zwaag B, van Binsbergen E, van Roosmalen MJ, Tavakoli-Yaraki M, de Weerdt O, Nieuwenhuis HK, van Gijn M, Kloosterman WP. Elucidation of a novel pathogenomic mechanism using genome-wide long mate-pair sequencing of a congenital t(16;21) in a series of three RUNX1-mutated FPD/AML pedigrees. Leukemia 2012; 26(9):2151-2154. Camenzind E, Wijns W, Mauri L, Kurowski V, Parikh K, Gao R, Bode C, Greenwood JP, Boersma E, Vranckx P, McFadden E, Serruys PW, O’Neil WW, Jorissen B, van Leeuwen F, Steg PG, PROTECT Steering Committee and Investigators, Collaborator namens St. Antonius Ziekenhuis: Suttorp MJ. Stent thrombosis and major clinical events at 3 years after zotarolimus-eluting or sirolimus-eluting coronary stent implantation: a randomised, multicentre, open-
132
label, controlled trial. Lancet 2012; 380(9851):1396-1405. Cappato R, Smith WM, Hood MA, Crozier IG, Jordaens L, Spitzer SG, Ardashev AV, Boersma LVA, Lupo P, Grace AA, Bardy GH. Subcutaneous chronic implantable defibrillation systems in humans. Journal of Interventional Cardiology 2012; 34(3):325-332. Claessens NJM, Maas KW, Kummer JA, Schramel FMNH. Endobronchiale ultrasonografie met transbronchiale naaldaspiratie bij stadiering van longcarcinomen. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 2012; 156(46):A4741. Cobbaert C, Weykamp C, Franck P, de Jonge R, Kuypers A, Steigstra H, Gunnewiek JK, van Loon D, Jansen R. Systematic monitoring of standardization and harmonization status with commutable EQA-samples : five year experience from the Netherlands. Clinica Chimica Acta 2012; 414:234-240. Colli A, Verhoye JP, Heijmen RH, Antunes M. Low-dose acetyl salicylic acid versus oral anticoagulation after bioprosthetic aortic valve replacement: final report of the ACTION registry. International Journal of Cardiology 2012; [Epub ahead of print]. D’Ascenzo F, Bollati M, Clementi F, Castagno D, Lagerqvist B, de la Torre Hernandez J, ten Berg JM, Brodie BR, Urban P, Jensen LO, Sardi G, Waksman R, Lasala JM, Schulz S, Stone GW, Airoldi F, Colombo A, Lemesle G, Applegate RJ, Buonamici P, Kirtane AJ, Undas A, Sheiban I, Gaita F, Sangiorgi G, Modena MG, Frati G, Biondi-Zoccai G. Incidence and predictors of coronary stent thrombosis: evidence from an international collaborative metaanalysis including 30 studies, 221,066 patients, and 4276 thromboses. International Journal of Cardiology 2012; [Epub ahead of print]. Danner UN, Evers C, Sternheim L, van Meer F, van Elburg AA, Geerets TA, Breteler LMT, de Ridder TD. Influence of negative affect on choice behavior in individuals with binge eating pathology. Psychiatry Research 2012; [Epub ahead of print]. de Cock CC, Elders J, van Hemel NM, van den Broek K, van Erven L, de Mol B, Talmon J, Theuns DA, de Voogt W. Remote monitoring and follow-up of cardiovascular implantable electronic devices in the Netherlands : an expert consensus report of the Netherlands Society of Cardiology. Netherlands Heart Journal 2012; 20(2):5365. de Cock RF, Allegaert K, Schreuder MF, Sherwin CM, de Hoog M, van den Anker JN, Danhof M, Knibbe CAJ. Maturation of the glomerular filtration rate in neonates, as reflected by amikacin clearance. Clinical Pharmacokinetics 2012; 51(2):105-117. de Feijter JM, de Grave WS, Hopmans EM, Koopmans RP, Scherpbier AJ. Reflective learning in a patient safety course for finalyear medical students. Medical Teacher 2012; 34(11):946-954. de Groot B, de Deckere ER, Flameling R, Sandel MH, Vis A. Perfor-
mance of illness severity scores to guide disposition of emergency department patients with severe sepsis or septic shock. European Journal of Emergency Medicine 2012; 19(5):316-322. de Groot JR, Driessen AH, van Boven WJ, Krul SP, Linnenbank AC, Jackman WM, de Bakker JM. Epicardial confirmation of conduction block during thoracoscopic surgery for atrial fibrillation - a hybrid surgical-electrophysiological approach. Minimally Invasive Therapy & Allied Technologies 2012; 21(4):293-301. de Jong-Pleij EAP, Ribbert LSM, Pistorius LR, Tromp E, Bilardo CM. The fetal profile line: a proposal for a sonographic reference line to classify forehead and mandible anomalies in the second and third trimester. Prenatal Diagnosis 2012; 32(8):797-802. de Jong-Pleij EAP, Vos FI, Ribbert LSM, Pistorius LR, Tromp E, Bilardo CM. Prenasal thickness-to-nasal bone length ratio: a strong and simple second- and third-trimester marker for trisomy 21. Ultrasound in Obstetrics & Gynecology 2012; 39(2):185-190. de Jong PH, Weel AE, de Man YA, Huisman AM, Gerards AH, van Krugten MV, Luime JJ, Hazes JM. Brief Report: to squeeze or not to squeeze, that is the question! Optimizing the disease activity score in 28 joints by adding the squeeze test of metatarsophalangeal joints in early rheumatoid arthritis. Arthritis & Rheumatism 2012; 64(10):3095-3101. de Jonge V, Sint Nicolaas J, Cahen DL, Moolenaar W, Ouwendijk RJ, Tang TJ, van Tilburg AJ, Kuipers EJ, van Leerdam ME, SCoPE Consortium, Collaborator namens St. Antonius Ziekenhuis: Stolk MFJ. Quality evaluation of colonoscopy reporting and colonoscopy performance in daily clinical practice. Gastrointestinal Endoscopy 2012; 75(1):98-106. de Jonge V, Sint Nicolaas J, van Baalen O, Brouwer JT, Stolk MFJ, Tang TJ, van Tilburg AJ, van Leerdam ME, Kuipers EJ, or the SCoPE consortium. The incidence of 30-day adverse events after colonoscopy among outpatients in the Netherlands. American Journal of Gastroenterology 2012; 107(6):878-884. De Raet JM, Vos JA, Morshuis WJ, van Boven WJ. Surgical management of superior vena cava syndrome after failed endovascular stenting. Interactive Cardiovascular & Thoracic Surgery 2012; 15(5):915-917. de Ranitz-Greven WL, Bos DC, Poucki WK, Visser GH, Beulens JW, Biesma DH, de Valk HW. Advanced glycation end products, measured as skin autofluorescence, at diagnosis in gestational diabetes mellitus compared with normal pregnancy. Diabetes Technology & Therapeutics 2012; 14(1):43-49. de Steenwinkel FD, Hokken-Koelega AC, de Man YA, de Rijke YB, de Ridder MA, Hazes JM, Dolhain RJ. Circulating maternal cytokines influence fetal growth in pregnant women with rheumatoid arthritis. Annals of the Rheumatic Diseases 2012; [Epub ahead of print].
133
de Vries JPPM. The proximal neck: the remaining barrier to a complete EVAR world. Seminars in Vascular Surgery 2012; 25(4):182-186. de Vries JPPM. Commentary: treatment of complex thoracoabdominal or juxtarenal aortic aneurysms with a multilayer stent. Journal of Endovascular Therapy 2012; 19(1):125-127.
nary expert panel. Neuromodulation 2012; 15(5):420-435. den Boer SL, Schipper JA. Feeding and drinking skills in preterm and low birth weight infants compared to full term infants at a corrected age of nine months. Early Human Development 2012; [Epub ahead of print].
de Vries JPPM. Comments regarding ‘Comparison of stent free cell area and cerebral lesions after unprotected carotid artery stent placement’. European Journal of Vascular & Endovascular Surgery 2012; 43(1):15.
Dienava-Verdoold I, Marchetti MR, te Boome LC, Russo L, Falanga A, Koene HR, Mertens K, Brinkman HJ. Platelet-mediated proteolytic down regulation of the anticoagulant activity of protein S in individuals with haematological malignancies. Thrombosis & Haemostasis 2012; 107(3):468-476.
de Vries R, Haas FJLM, on behalf of the working group for revision of the Dutch Blood Transfusion Guideline 2011. English Translation of the Dutch Blood Transfusion Guideline 2011. Clinical Chemistry 2012; 58(8):1266-1267.
Diepstraten J, Chidambaran V, Sadhasivam S, Esslinger HR, Cox SL, Inge TH, Knibbe CAJ, Vinks AA. Propofol clearance in morbidly obese children and adolescents: influence of age and body size. Clinical Pharmacokinetics 2012; 51(8):543-551.
de Vries R, Haas FJLM. English translation of the Dutch Blood Transfusion guideline 2011. Vox Sanguinis 2012; 103(4):363.
Diepstraten J, Hackeng CM, van Kralingen S, Zapletal J, van Dongen EPA, Wiezer RJ, van Ramshorst B, Knibbe CAJ. Anti-Xa levels 4 h after subcutaneous administration of 5,700 IU Nadroparin strongly correlate with lean body weight in morbidly obese patients. Obesity Surgery 2012; 22(5):791-796.
Deer TR, Prager J, Levy R, Rathmell J, Buchser E, Burton A, Caraway D, Cousins M, De Andres J, Diwan S, Erdek M, Grigsby E, Huntoon M, Jacobs MS, Kim P, Kumar K, Leong M, Liem AL, Dowell Ii GC, Panchal S, Rauck R, Saulino M, Sitzman BT, Staats P, StantonHicks M, Stearns L, Wallace M, Willis KD, Witt W, Yaksh T, Mekhail N. Polyanalgesic Consensus Conference 2012: recommendations for the management of pain by intrathecal (intraspinal) drug delivery: report of an interdisciplinary expert panel. Neuromodulation 2012; 15(5):436-466. Deer TR, Levy R, Prager J, Buchser E, Burton A, Caraway D, Cousins M, De Andres J, Diwan S, Erdek M, Grigsby E, Huntoon M, Jacobs MS, Kim P, Kumar K, Leong M, Liem AL, McDowell GC, Panchal S, Rauck R, Saulino M, Sitzman BT, Staats P, Stanton-Hicks M, Stearns L, Wallace M, Willis KD, Witt W, Yaksh T, Mekhail N. Polyanalgesic Consensus Conference - 2012: recommendations to reduce morbidity and mortality in intrathecal drug delivery in the treatment of chronic pain. Neuromodulation 2012; 15(5):467-482. Deer TR, Prager J, Levy R, Rathmell J, Buchser E, Burton A, Caraway D, Cousins M, De Andrés J, Diwan S, Erdek M, Grigsby E, Huntoon M, Jacobs M, Kim P, Kumar K, Leong M, Liem AL, McDowell G, Panchal S, Rauck R, Saulino M, Sitzman BT, Staats P, StantonHicks M, Stearns L, Wallace M, Willis KD, Witt W, Yaksh T, Mekhail N. Polyanalgesic Consensus Conference - 2012: consensus on diagnosis, detection, and treatment of catheter-tip granulomas (inflammatory masses). Neuromodulation 2012; 15(5):483-496. Deer TR, Prager J, Levy R, Burton A, Buchser E, Caraway D, Cousins M, De Andrés J, Diwan S, Erdek M, Grigsby E, Huntoon M, Jacobs M, Kim P, Kumar K, Leong M, Liem AL, McDowell G, Panchal SJ, Rauck R, Saulino M, Staats P, Stanton-Hicks M, Stearns L, Sitzman BT, Wallace M, Willis KD, Witt W, Yaksh T, Mekhail N. Polyanalgesic Consensus Conference - 2012: recommendations on trialing for intrathecal (intraspinal) drug delivery: report of an interdiscipli-
Dobson D, Lucassen PL, Miller JJ, Vlieger AM, Prescott P, Lewith G. Manipulative therapies for infantile colic. Cochrane Database of Systematic Reviews 2012; 12:CD004796. Douma RA, Tan M, Schutgens R, Bates SM, Perrier A, Legnani C, Biesma DH, Ginsberg JS, Bounameaux H, Palareti G, Carrier M, Mol GC, Le Gal G, Kamphuisen PW, Righini M. Using an age-dependent D-dimer cut-off value increases the number of older patients in whom deep vein thrombosis can be safely excluded. Haematologica 2012; 97(10):1507-1513. Draga RO, Grimbergen MCM, Kok ET, Jonges TN, van Swol CFP, Bosch RJ. The quality of 5-aminolevulinic acid-induced photodynamic diagnosis and transurethral resection of bladder tumors: does the urologist play a role? Urologia Internationalis 2012; 89(3):326-331. Dullens HF, Schipper ME, van Kuik J, Sohns W, Scheenstra M, van Wichen DF, van Oosterhout MFM, de Jonge N, de Weger RA. Integrin expression during reverse remodeling in the myocardium of heart failure patients. Cardiovascular Pathology 2012; 21(4):291298. Dyrbye BA, Dubois L, Vink R, Horn J. A patient with clove oil intoxication. Anaesthesia & Intensive Care 2012; 40(2):365-366. Eftimov F, Vermeulen M, van Doorn P, Brusse E, van Schaik I, The Predict study Group Coinvestigators, Collaborator namens St. Antonius Ziekenhuis: Vogels OJM. Long-term remission of CIDP after pulsed dexamethasone or short-term prednisolone treatment. Neurology 2012; 78(14):1079-1084.
134
Elbers PWG, Prins WB, Plokker HWM, van Dongen EPA, van Iterson M, Ince C. Electrical cardioversion for atrial fibrillation improves microvascular flow independent of blood pressure changes. Journal of Cardiothoracic & Vascular Anesthesia 2012; 26(5):799-803. Elzinga M, Segers MJM, Siebenga J, Heilbron E, de Lange-de Klerk ESM, Bakker F. Inter- and intraobserver agreement on the Load Sharing Classification of thoracolumbar spine fractures. Injury 2012; 43(4):416-422. Erlinge D, ten Berg JM, Foley D, Angiolillo DJ, Wagner H, Brown PB, Zhou C, Luo J, Jakubowski JA, Moser B, Small DS, Bergmeijer TO, James S, Winters KJ. Reduction in platelet reactivity with prasugrel 5 mg in low-body-weight patients is noninferior to prasugrel 10 mg in higher-body-weight patients: results from the FEATHER trial. Journal of the American College of Cardiology 2012; 60(20):2032-2040. Eshuis R, Boonzaaijer M, van Wieringen H, Pruijs JEH, Sakkers RJB. Assessment of the relationship between joint laxity and migration of the hip in children with Down syndrome. Journal of Children’s Orthopaedics 2012; 6(5):373-377. Fernandez-Martin JL, Carrero JJ, Benedik M, Bos WJW, Covic A, Ferreira A, Floege J, Goldsmith D, Gorriz JL, Ketteler M, Kramar R, Locatelli F, London G, Martin PY, Memmos D, Nagy J, Naves-Díaz M, Pavlovic D, Rodríguez-García M, Rutkowski B, Teplan V, Tielemans C, Verbeelen D, Wüthrich RP, Martínez-Camblor P, CabezasRodriguez I, Sánchez-Alvarez JE, Cannata-Andia JB. COSMOS: the dialysis scenario of CKD–MBD in Europe. Nephrology Dialysis Transplantation 2012; [Epub ahead of print]. Flink M, Hesselink G, Pijnenborg L, Wollersheim H, VernooijDassen M, Dudzik-Urbaniak E, Orrego C, Toccafondi G, Schoonhoven L, Gademan PJ, Johnson JK, Ohlen G, Hansagi H, Olsson M, Barach P, on behalf of the European HANDOVER Research Collaborative. The key actor: a qualitative study of patient participation in the handover process in Europe. BMJ Quality & Safety 2012; 21(Suppl 1):i89-i96. Fransen van de Putte DE, Fischer K, Pulles AE, Roosendaal G, Biesma DH, Schutgens RE, Mauser-Bunschoten EP. Non-fatal cardiovascular disease, malignancies, and other co-morbidity in adult haemophilia patients. Thrombosis Research 2012; 130(2):157-162. Fransen van de Putte DE, Fischer K, de Knegt RJ, Posthouwer D, van Erpecum KJ, Biesma DH, Mauser-Bunschoten EP. Beneficial effect of successful HCV treatment in patients with inherited bleeding disorders, assessed by liver stiffness measurements. Haemophilia 2012; 18(3):e266-e272. Franssen LE, Bos WJW. Inspanningsgebonden oedeem door hormoonhoudend spiraaltje. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 2012; 156(45):A4978.
Franssen LE, Franssen MJ, Jeurissen ME. Een oude vrouw met een stijve duim. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 2012; 156:A4550. Freeman LM, Bloemenkamp KW, Franssen MT, Papatsonis DN, Hajenius PJ, van Huizen ME, Bremer HA, van den Akker ES, Woiski MD, Porath MM, van Beek E, Schuitemaker N, van der Salm PC, Fong BF, Radder C, Bax CJ, Sikkema M, van den Akker-van Marle, van Lith JM, Lopriore E, Uildriks RJ, Struys MM, Mol BW, Dahan A, Middeldorp JM. Remifentanil patient controlled analgesia versus epidural analgesia in labour : a multicentre randomized controlled trial. BMC Pregnancy & Childbirth 2012; 12:63. Freeman ML, Werner J, van Santvoort HC, Baron TH, Besselink MGH, Windsor JA, Horvath KD, Vansonnenberg E, Bollen TL, Vege SS. Interventions for necrotizing pancreatitis: summary of a multidisciplinary consensus conference. Pancreas 2012; 41(8):11761194. Freling HG, van Slooten YJ, van Melle JP, Mulder BJ, van Dijk AP, Hillege HL, Post MC, Sieswerda GT, Jongbloed MR, Willems TP, Pieper PG, On behalf of the PROSTAVA investigators. Prosthetic valves in adult patients with congenital heart disease: rationale and design of the Dutch PROSTAVA study. Netherlands Heart Journal 2012; 20(10):419-424. Gans SL, van Westreenen HL, Kiewiet JJ, Rauws EA, Gouma DJ, Boermeester MA. Systematic review and meta-analysis of somatostatin analogues for the treatment of pancreatic fistula. British Journal of Surgery 2012; 99(6):754-760. Geuzebroek GSC, van Amersfoorth SCM, Hoogendijk MG, Kelder JC, van Hemel NM, de Bakker JMT, Coronel R. Increased amount of atrial fibrosis in patients with atrial fibrillation secondary to mitral valve disease. Journal of Thoracic & Cardiovascular Surgery 2012; 144(3):327-333. Godschalk TC, Hackeng CM, ten Berg JM. Towards personalized medicine based on platelet function testing for stent thrombosis patients. Thrombosis 2012; 2012:617098. Greving JP, Schonewille WJ, Wijman CAC, Michel P, Kappelle LJ, Algra A, on behalf of the BASICS Study Group. Predicting outcome after acute basilar artery occlusion based on admission characteristics. Neurology 2012; 78(14):1058-1063. Haas FJLM, Schutgens RE, Biesma DH, Laterveer RH, Kluft C. Diagnostic possibilities of specific fibrin(ogen) degradation products in relation to venous thromboembolism. Blood Coagulation & Fibrinolysis 2012; [Epub ahead of print]. Habib N, Jerzewski A, Koomen EM, Groenemeijer BE, Waalewijn RA, Braam RL, ten Hove W, Overtoom TTC. Subclavian artery perforation complicating coronary angiography. Netherlands Heart Journal 2012; 20(6):288-290.
135
Harmsze AM, van Werkum JW, Hackeng CM, Ruven HJT, Kelder JC, Bouman HJ, Breet NJ, ten Berg JM, Klungel OH, de Boer A, Deneer VHM. The influence of CYP2C19*2 and *17 on on-treatment platelet reactivity and bleeding events in patients undergoing elective coronary stenting. Pharmacogenetics & Genomics 2012; 22(3):169-175.
Hermanides RS, van Werkum JW, Ottervanger JP, Breet NJ, Gosselink AT, van Houwelingen KG, Dambrink JH, Hamm C, ten Berg JM, van ‘t Hof AW. The effect of pre-hospital glycoprotein IIb–IIIa inhibitors on angiographic outcome in STEMI patients who are candidates for primary PCI. Catheterization & Cardiovascular Interventions 2012; 79(6):956-964.
Hegeman JM, Kok RM, van der Mast RC, Giltay EJ. Phenomenology of depression in older compared with younger adults: metaanalysis. British Journal of Psychiatry 2012; 200:275-281.
Hermanides RS, Ottervanger JP, ten Berg JM, Gosselink AT, van Houwelingen G, Dambrink JH, Stella PR, Hamm C, van ‘t Hof AW. Net clinical benefit of prehospital glycoprotein IIb/IIIa inhibitors in patients with ST-elevation myocardial infarction and high risk of bleeding: effect of tirofiban in patients at high risk of bleeding using CRUSADE bleeding score. Journal of Invasive Cardiology 2012; 24(3):84-89.
Hegeman JM, Wardenaar KJ, Comijs HC, de Waal MW, Kok RM, van der Mast RC. The subscale structure of the Inventory of Depressive Symptomatology Self Report (IDS-SR) in older persons. Journal of Psychiatric Research 2012; 46(10):1383-1388. Heij L, Niesters M, Swartjes M, Hoitsma E, Drent M, Dunne A, Grutters JC, Vogels OJM, Brines M, Cerami A, Dahan A. Safety and efficacy of ARA290 in sarcoidosis patients with symptoms of small fiber neuropathy: a randomized, double blind, pilot study. Molecular Medicine 2012; [Epub ahead of print]. Heijmen RH, Thompson MM, Fattori R, Goktay Y, Teebken OE, Orend KH. Valiant thoracic stent-graft deployed with the new captivia delivery system: procedural and 30-day results of the valiant captivia registry. Journal of Endovascular Therapy 2012; 19(2):213-225. Heikkinen T, Young J, van Beek E, Franke H, Verstraeten T, Weil JG, Cioppa GD. Safety of MF59-adjuvanted A/H1N1 influenza vaccine in pregnancy: a comparative cohort study. American Journal of Obstetrics & Gynecology 2012; 207(3):177.e1-177.e8. Heins MJ, Schermer TR, de Saegher ME, van Boven K, van Weel C, Grutters JC. Diagnostic pathways for interstitial lung diseases in primary care. Primary Care Respiratory Journal 2012; 21(3):253254. Heisen M, Treur MJ, van der Hel WS, Frequin STFM, Groot MT, Verheggen BG. Fingolimod reduces direct medical costs compared to natalizumab in patients with relapsing-remitting multiple sclerosis in The Netherlands. Journal of Medical Economics 2012; 15(6):1149-1158. Hemke AC, Dekker FW, Bos WJW, Krediet RT, Heemskerk MBA, Hoitsma AJ. Oorzaken voor verminderd aandeel peritoneale dialyse als niervervangende behandeling in Nederland. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 2012; 156:A3871. Hermanides RS, Ottervanger JP, Dambrink JH, Dill T, van Houwelingen G, ten Berg JM, Kolkman E, Hamm C, van ‘t Hof AW. Risk of bleeding after prehospital administration of high dose tirofiban for ST Elevation Myocardial Infarction. International Journal of Cardiology 2012; 157(1):86-90.
Heron M, Grutters JC, ten Dam-Molenkamp KM, Hijdra D, van Heugten-Roeling A, Claessen AME, Ruven HJT, van den Bosch JMM, van Velzen-Blad H. Bronchoalveolar lavage cell pattern from healthy human lung. Clinical & Experimental Immunology 2012; 167(3):523-531. Hijdra D, Vorselaars ADM, Grutters JC, Claessen AME, Rijkers GT. Differential expression of TNFR1 (CD120a) and TNFR2 (CD120b) on subpopulations of human monocytes. Journal of Inflammation 2012; 9(1):38. Hoefnagel LDC, Moelans CB, Meijer SL, van Slooten H-J, Wesseling P, Wesseling J, Westerend J, Bart J, Seldenrijk CA, Nagtegaal ID, Oudejans J, van der Valk P, van Gils CH, van der Wall E, van Diest PJ. Prognostic value of estrogen receptor and progesterone receptor conversion in distant breast cancer metastases. Cancer 2012; 118(20):4929-4935. Hogema BM, Slot E, Molier M, Schneeberger PM, Hermans MH, van Hannen EJ, van der Hoek W, Cuijpers HT, Zaaijer HL. Coxiella burnetii infection among blood donors during the 2009 Q-fever outbreak in the Netherlands. Transfusion 2012; 52(1):144-150. Hoogendijk MG, Potse M, Coronel R. Early repolarization patterns: the good, the bad, and the ugly? Heart Rhythm 2012; 9(2):230231. Hoogendijk MG. Diagnostic dilemmas: overlapping features of brugada syndrome and arrhythmogenic right ventricular cardiomyopathy. Frontiers in Physiology 2012; 3:144. Hoogendoorn M, Smalbrugge M, Stobberingh EE, van Rossum SV, Vlaminckx BJM, Thijsen SF. Prevalence of antibiotic resistance of the commensal flora in Dutch nursing homes. Journal of the American Medical Directors Association 2012; [Epub ahead of print]. Houthuizen P, van Garsse LA, Poels TT, de Jaegere P, van der Boon RM, Swinkels BM, ten Berg JM, van der Kley F, Schalij MJ, Baan J, Jr., Cocchieri R, Brueren GR, van Straten AH, den Heijer P, Bentala M, van Ommen V, Kluin J, Stella PR, Prins MH, Maessen JG, Prinzen FW. Left bundle-branch block induced by transcatheter aortic
136
valve implantation increases risk of death. Circulation 2012; 126(6):720-728. Houtveen JH, Hornsveld HK, van Trier JCAM, van Doornen LJ. Vraagtekens bij het werkingsmechanisme van slow-breathing en hartcoherentietraining. Tijdschrift voor Psychiatrie 2012; 54(10):879-888. Hubers AJ, Heideman DAM, Herder GJM, Burgers SA, Sterk PJ, Kunst PW, Smit HJ, Postmus PE, Witte BI, Duin S, Snijders PJF, Smit EF, Thunnissen E. Prolonged sampling of spontaneous sputum improves sensitivity of hypermethylation analysis for lung cancer. Journal of Clinical Pathology 2012; 65(541):545. Hunfeld M, Remmers M, Hoogenboezem R, Frank M, van der Mee M, Hazra HSM, Tromp SC, Boezeman EHJF, Tavy DL, Keunen RW. Late septic encephalopathy and septic shock are not associated with ongoing cerebral embolism. Perspectives in Medicine 2012; 1(1-12):224-227.
Group. Foley Catheter Versus Vaginal Prostaglandin E2 Gel for induction of labor at term (PROBAAT Trial): an open-label, randomized controlled trial. Obstetrical & Gynecological Survey 2012; 67(2):71-73. Kaan JA, Frakking FNJ, Arents NL, Anten S, Roest HI, Rothbarth PH. Klinisch beeld en gevaren van brucellose in Nederland. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 2012; 156(12):A4460. Kadouch DJ, Maas SM, Dubois L, van der Horst CM. Surgical treatment of macroglossia in patients with Beckwith-Wiedemann syndrome: a 20-year experience and review of the literature. International Journal of Oral & Maxillofacial Surgery 2012; 41(3):300-308. Karakullukcu B, Stoker SD, Wildeman AP, Copper MP, Wildeman MA, Tan IB. A matched cohort comparison of mTHPC-mediated photodynamic therapy and trans-oral surgery of early stage oral cavity squamous cell cancer. European Archives of Oto-RhinoLaryngology 2012; [Epub ahead of print].
Hurks R, Pasterkamp G, Vink A, Hoefer IE, Bots ML, van de Pavoordt HDWM, de Vries JPPM, Moll FL. Circumferential heterogeneity in the abdominal aortic aneurysm wall composition suggests lateral sides to be more rupture prone. Journal of Vascular Surgery 2012; 55(1):203-209.
Kardaun SH, Tupker RA. Symmetrical drug-related intertriginous and flexural exanthema (Baboon syndrome) induced by omeprazole. International Journal of Dermatology 2012; 51(9):11341137.
Ince I, de Wildt SN, Peeters MYM, Murry DJ, Tibboel D, Danhof M, Knibbe CAJ. Critical illness is a major determinant of midazolam clearance in children aged 1 month to 17 years. Therapeutic Drug Monitoring 2012; 34(4):381-389.
Kastelijn EA, van Moorsel CHM, Ruven HJT, Lammers JW, Grutters JC. Genetic polymorphisms and bronchiolitis obliterans syndrome after lung transplantation: promising results and recommendations for the future. Transplantation 2012; 93(2):127-135.
Jacobs L, Samson MM, Verhaar HJ, Koek HL. Therapeutic challenges in elderly patients with symptomatic hypercalcaemia caused by primary hyperparathyroidism. Netherlands Journal of Medicine 2012; 70(1):35-38.
Kaya A, Heijmen RH, Kelder JC, Morshuis WJ. First 102 patients with the biovalsalva conduit for aortic root replacement. Annals of Thoracic Surgery 2012; 94(1):72-77.
Jansen NE, van Leiden HA, Haase-Kromwijk BJJM, van der Meer NJM, Vorstius Kruijff E, van der Lely N, van Zon H, Meinders AJ, Mosselman MJ, Hoitsma AJ. Inzet van getrainde donatiedeskundigen: vaker toestemming van nabestaanden voor orgaan- en weefseldonatie. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 2012; 156:A4300. Jozwiak M, Oude Rengerink K, de Leeuw JW, Mol BW, Bloemenkamp KW, Benthem M, van Beek E, Dijksterhuis MG, de Graaf I, van Huizen ME, Oudijk MA, Papatsonis DN, Perquin DA, Porath M, van der Post JA, Rijnders RJ, Scheepers HC, Spaanderman ME, van Pampus MG. Foleykatheter versus prostaglandine E2-gel voor inleiden van aterme baring. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 2012; 156(27):A4844. Jozwiak M, Oude Rengerink K, Benthem M, van Beek E, Dijksterhuis MGK, de Graaf IM, van Huizen ME, Oudijk MA, Papatsonis DNM, Perquin DAM, Porath M, van der Post JAM, Rijnders RJP, Scheepers HCJ, Spaanderman MEA, van Pampus MG, de Leeuw JW, Mol BWJ, Bloemenkamp KWM, for the PROBAAT Study
Keijsers RGM, van den Heuvel DAF, Grutters JC. Imaging the inflammatory activity of sarcoidosis. European Respiratory Journal 2012; [Epub ahead of print]. Kessels K, de Groot NL, Fidder HH, Timmer R, Stolk MFJ, Offerhaus GJ, Siersema PD, on behalf of the Familial Colorectal Cancer Study Group Utrecht. Recording of family history is associated with colorectal cancer stage. European Journal of Gastroenterology & Hepatology 2012; [Epub ahead of print]. Koene HR. Eltrombopag is effectief bij therapieresistente aplastische anemie. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 2012; 156:A5397. Koers H. Reactie op ‘Acute ingrijpmedicatie’. Tijdschrift voor Psychiatrie 2012; 54(1):103-104. Kolk A, Sportel IG, te Riele WW, Hazebroek EJ, van Ramshorst B, Wiezer MJ. Inwendige herniatie na laparoscopische maagbypass. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 2012; 156:A4393.
137
Koole D, Hurks R, Schoneveld A, Vink A, Golledge J, Moran CS, de Kleijn DP, van Herwaarden J, de Vries JPPM, Laman JD, Huizinga R, Pasterkamp G, Moll FL. Osteoprotegerin is associated with aneurysm diameter and proteolysis in abdominal aortic aneurysm disease. Arteriosclerosis, Thrombosis & Vascular Biology 2012; 32(6):1497-1504. Korenromp IHE, Meeus M, Bleijenberg G. Nederlandstalige definitie van chronische vermoeidheid. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 2012; 156(16):A4403. Korenromp IHE, Grutters JC, van den Bosch JMM, Heijnen CJ. Post-inflammatory fatigue in sarcoidosis: personality profiles, psychological symptoms and stress hormones. Journal of Psychosomatic Research 2012; 72(2):97-102. Kornegoor R, Verschuur-Maes AHJ, Buerger H, Hogenes MC, de Bruin PC, Oudejans JJ, van der Groep P, Hinrichs B, van Diest PJ. Molecular subtyping of male breast cancer by immunohistochemistry. Modern Pathology 2012; 25(3):398-404. Kornegoor R, Verschuur-Maes AHJ, Buerger H, Hogenes MC, de Bruin PC, Oudejans JJ, Hinrichs B, van Diest PJ. Immunophenotyping of male breast cancer. Histopathology 2012; 61(6):11451155. Kornegoor R, Moelans CB, Verschuur-Maes AHJ, Hogenes MC, de Bruin PC, Oudejans JJ, Marchionni L, van Diest PJ. Oncogene amplification in male breast cancer: analysis by multiplex ligationdependent probe amplification. Breast Cancer Research & Treatment 2012; 135(1):49-58. Kornegoor R, Moelans CB, Verschuur-Maes AHJ, Hogenes MC, de Bruin PC, Oudejans JJ, van Diest PJ. Promoter hypermethylation in male breast cancer: analysis by multiplex ligation-dependent probe amplification. Breast Cancer Research : BCR 2012; 14(4):R101. Kornegoor R, Verschuur-Maes AHJ, Buerger H, Hogenes MC, de Bruin PC, Oudejans JJ, Hinrichs B, van Diest PJ. Fibrotic focus and hypoxia in male breast cancer. Modern Pathology 2012; 25(10):1397-1404. Kornmann VN, Treskes N, Hoonhout LH, Bollen TL, van Ramshorst B, Boerma D. Systematic review on the value of CT scanning in the diagnosis of anastomotic leakage after colorectal surgery. International Journal of Colorectal Disease 2012; [Epub ahead of print]. Korthagen NM, van Moorsel CHM, Kazemier KM, Ruven HJT, Grutters JC. IL1RN genetic variations and risk of IPF: a meta-analysis and mRNA expression study. Immunogenetics 2012; 64(5):371377. Korthagen NM, van Moorsel CHM, Barlo NP, Kazemier KM, Ruven HJT, Grutters JC. Association between variations in cell
cycle genes and idiopathic pulmonary fibrosis. PLoS ONE 2012; 7(1):e30442. Kortram K, van Ramshorst B, Bollen TL, Besselink MGH, Gouma DJ, Karsten T, Kruyt PM, Nieuwenhuijzen GA, Kelder JC, Tromp E, Boerma D. Acute cholecystitis in high risk surgical patients: percutaneous cholecystostomy versus laparoscopic cholecystectomy (CHOCOLATE Trial): Study protocol for a randomized controlled trial. Trials 2012; 13:7. Kovaleva A, Remmelts HHF, Rijkers GT, Hoepelman AIM, Biesma DH, Oosterheert JJ. Immunomodulatory effects of macrolides during community-acquired pneumonia: a literature review. Journal of Antimicrobial Chemotherapy 2012; 67(3):530-540. Krabbenborg MA, Danner UN, Larsen JK, van der Veer N, Elburg AA, Ridder DT, Evers C, Stice E, Engels RC. The Eating Disorder Diagnostic Scale: psychometric features within a clinical population and a cut-off point to differentiate clinical patients from healthy controls. European Eating Disorders Review 2012; 20(4):315-320. Krekels EH, Danhof M, Tibboel D, Knibbe CAJ. Ontogeny of hepatic glucuronidation; methods and results. Current Drug Metabolism 2012; 13(6):728-743. Krekels EH, Tibboel D, Danhof M, Knibbe CAJ. Prediction of morphine clearance in the paediatric population how accurate are the available pharmacokinetic models? Clinical Pharmacokinetics 2012; 51(11):695-709. Kroeze SG, van Melick HHE, Nijkamp MW, Kruse FK, Kruijssen LW, van Diest PJ, Bosch JL, Jans JJ. Incomplete thermal ablation stimulates proliferation of residual renal carcinoma cells in a translational murine model. BJU international 2012; 110(6b):E281-E286. Kroeze SGC, Grimbergen MCM, Rehmann H, Bosch JLH, Jans JJM. Photodynamic therapy as novel nephron sparing treatment option for small renal masses. Journal of Urology 2012; 187(1):289-295. Kulo A, Peeters MYM, Allegaert K, Smits A, de Hoon J, Verbesselt R, Lewi L, van de Velde M, Knibbe CAJ. Pharmacokinetics of paracetamol and its metabolites in women at delivery and postpartum. British Journal of Clinical Pharmacology 2012; [Epub ahead of print]. Lakeman MME, The HS, Schellart RP, Dietz V, ter Haar JF, Thurkow A, Scholten PC, Dijkgraaf MGW, Roovers JPWR. Electrosurgical bipolar vessel sealing versus conventional clamping and suturing for vaginal hysterectomy: a randomised controlled trial. BJOG 2012; 119(12):1473-1482. Lambeck YK, van Westreenen HL, Weusten BLAM, Timmer R, Boerma D. Fundusvarices als zeldzame oorzaak van hematemesis. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 2012; 156(34):A4992.
138
Lauw MN, Bus EW, van Wulfften Palthe AF, Coppens M, Homburg CH, Middeldorp S, van der Schoot CE, Koene HR, Biemond BJ. Relevance of the JAK2V617F mutation in patients with deep vein thrombosis of the leg. Annals of Hematology 2012; 91(1):103107. Leeuwenburgh MMN, Monpellier V, Vlaminckx BJM, Go PMNYH. Streptococcus milleri in intraabdominal abscesses in children after appendectomy: incidence and course. Journal of Pediatric Surgery 2012; 47(3):535-539. Leeuwenburgh MMN, Wiarda BM, Bipat S, Nio CY, Bollen TL, Kardux JJ, Jensch S, Bossuyt PMM, Boermeester MA, Stoker J. Acute appendicitis on abdominal MR images: training readers to improve diagnostic accuracy. Radiology 2012; 264(2):455-463. Lokhorst HM, van der Holt B, Cornelissen JJ, Kersten MJ, van Oers M, Raymakers R, Minnema MC, Zweegman S, Janssen JJ, Zijlmans M, Bos G, Schaap N, Wittebol S, de Weerdt O, Ammerlaan R, Sonneveld P. Donor versus no-donor comparison of newly diagnosed myeloma patients included in the HOVON-50 multiple myeloma study. Blood 2012; 119(26):6219-6225. Luiking ML, van Linge R, Bras LJ, Grypdonck M, Aarts L. Psychometric properties of the Dutch version of the American nursing activity scale in an intensive care unit. Journal of Advanced Nursing 2012; 68(12):2750-2755. Luykx JJ, Bakker SC, Lentjes E, Boks MP, van Geloven N, Eijkemans MJ, Janson E, Strengman E, de Lepper AM, Westenberg H, Klopper KE, Hoorn HJ, Gelissen HP, Jordan J, Tolenaar NM, van Dongen EPA, Michel B, Abramovic L, Horvath S, Kappen T, Bruins P, Keijzers P, Borgdorff P, Ophoff RA, Kahn RS. Season of sampling and season of birth influence serotonin metabolite levels in human cerebrospinal fluid. PLoS ONE 2012; 7(2):e30497. Luykx JJ, Vis R, Tijdink JK, Dirckx M, van Hecke J, Vinkers CH. Psychotic symptoms after combined metronidazole-disulfiram use. Journal of Clinical Psychopharmacology 2012; [Epub ahead of print]. Maarse W, Rozendaal AM, Pajkrt E, Vermeij-Keers C, Mink van der Molen AB, van den Boogaard MJ. A systematic review of associated structural and chromosomal defects in oral clefts: when is prenatal genetic analysis indicated? Journal of Medical Genetics 2012; 49(8):490-498. Massarenti L, Yilmaz A. Incomplete endothelialization of left atrial appendage occlusion device 10 months after implantation. Journal of Cardiovascular Electrophysiology 2012; 23(12):13841385. McGready R, Phyo AP, Rijken MJ, Tarning J, Lindegardh N, Hanpithakpon W, Than HH, Hlaing N, Zin NT, Singhasivanon P, White NJ, Nosten F. Artesunate/dihydroartemisinin pharmacokinetics in acute falciparum malaria in pregnancy: absorption, bioavailability,
disposition and disease effects. British Journal of Clinical Pharmacology 2012; 73(3):467-477. McGready R, Lee S, Wiladphaingern J, Ashley E, Rijken MJ, Boel M, Simpson J, Paw M, Pimanpanarak M, Mu O, Singhasivanon P, White N, Nosten F. Adverse effects of falciparum and vivax malaria and the safety of antimalarial treatment in early pregnancy: a population-based study. Lancet Infectious Diseases 2012; 12(5):388396. Meijvis SCA, van de Garde EMW, Rijkers GT, Bos WJW. Treatment with anti-inflammatory drugs in community-acquired pneumonia. Journal of Internal Medicine 2012; 272(1):25-35. Merckel LG, van der Heijden J, Jongen LM, van Es HW, Prokop M, Waaijer A. Effect of stenting on cerebral CT perfusion in symptomatic and asymptomatic patients with carotid artery stenosis. American Journal of Neuroradiology 2012; 33(2):280-285. Meuffels DE, Poldervaart MT, Diercks RL, Fievez AW, Patt TW, Hart CP, Hammacher ER, van Meer F, Goedhart EA, Lenssen AF, MullerPloeger SB, Pols MA, Saris DB. Guideline on anterior cruciate ligament injury. Acta Orthopaedica 2012; 83(4):379-386. Meulenbeld HJ, van Werkhoven ED, Coenen JLLM, Creemers GJ, Loosveld OJL, de Jong PC, ten Tije AJ, Fosså SD, Polee M, Gerritsen W, Dalesio O, de Wit R. Randomised phase II/III study of docetaxel with or without risedronate in patients with metastatic Castration Resistant Prostate Cancer (CRPC), the Netherlands Prostate Study (NePro). European Journal of Cancer 2012; 48(16):2993-3000. Milstein DM, van Kuijen AM, Copper MP, Karakullukcu B, Tan IB, Lindeboom JA, Fokkens WJ, Ince C. Monitoring microcirculatory alterations in oral squamous cell carcinoma following photodynamic therapy. Photodiagnosis and Photodynamic Therapy 2012; 9(1):69-75. Mulder AAW, Wijffels MCEF, Wever EFD, Kelder JC, Boersma LVA. Arrhythmia detection after atrial fibrillation ablation: value of incremental monitoring time. Pacing & Clinical Electrophysiology 2012; 35(2):164-169. Mulder AAW, Wijffels MCEF, Wever EFD, Boersma LVA. Freedom from paroxysmal atrial fibrillation after successful pulmonary vein isolation with pulmonary vein ablation catheter-phased radiofrequency energy: 2-year follow-up and predictors of failure. Europace 2012; 14(6):818-825. Mulder AAW, Balt JC, Wijffels MCEF, Wever EFD, Boersma LVA. Safety of pulmonary vein isolation and left atrial complex fractionated atrial electrograms ablation for atrial fibrillation with phased radiofrequency energy and multi-electrode catheters. Europace 2012; 14(10):1433-1440. Nahuis MJ, Oude Lohuis E, Kose N, Bayram N, Hompes P, Oosterhuis GJE, Kaaijk EM, Cohlen BJ, Bossuyt PP, van der Veen F, Mol
139
BW, van Wely M. Long-term follow-up of laparoscopic electrocautery of the ovaries versus ovulation induction with recombinant FSH in clomiphene citrate-resistant women with polycystic ovary syndrome: an economic evaluation. Human Reproduction 2012; 27(12):3577-3582.
Pennekamp CW, Tromp SC, Ackerstaff RGA, Bots ML, Immink RV, Spiering W, de Vries JPPM, Kappelle LJ, Moll FL, Buhre WF, de Borst GJ. Prediction of cerebral hyperperfusion after carotid endarterectomy with transcranial Doppler. European Journal of Vascular & Endovascular Surgery 2012; 43(4):371-376.
Nicolai MPJ, Fidder HH, Beck JJH, Bekker MD, Putter H, Pelger RCM, van Driel MF, Elzevier HW. Sexual abuse history in GI illness, how do gastroenterologists deal with it? Journal of Sexual Medicine 2012; 9(5):1277-1284.
Perdikides T, Melas N, Lagios K, Saratzis A, Siafakas A, Bountouris I, Kouris N, Avci M, van den Heuvel DAF, de Vries JPPM. Primary endoanchoring in the endovascular repair of abdominal aortic aneurysms with an unfavorable neck. Journal of Endovascular Therapy 2012; 19(6):707-715.
Nieuwenhuijs DJF, Bruce J, Drummond GB, Warren PM, Wraith PK, Dahan A. Ventilatory responses after major surgery and high dependency care. British Journal of Anaesthesia 2012; 108(5):864-871. Olde Nordkamp LR, Knops RE, Bardy GH, Blaauw Y, Boersma LVA, Bos JS, Delnoy PP, van Dessel PF, Driessen AH, de Groot JR, Herrman JP, Jordaens LJ, Kooiman KM, Maass AH, Meine M, Mizusawa Y, Molhoek SG, van Opstal J, Tijssen JG, Wilde AA. Rationale and design of the PRAETORIAN trial: a Prospective, RAndomizEd comparison of subcuTaneOus and tRansvenous ImplANtable cardioverter-defibrillator therapy. American Heart Journal 2012; 163(5):753-760.e2. Olde Nordkamp LRA, Dabiri Abkenari L, Boersma LVA, Maass AH, de Groot JR, van Oostrom AJHHM, Theuns DAMJ, Jordaens LJLM, Wilde AAM, Knops RE. The entirely subcutaneous implantable cardioverter-defibrillator: initial clinical experience in a large Dutch cohort. Journal of the American College of Cardiology 2012; 60(19):1933-1939. Oostdijk EAN, de Smet AM, Kesecioglu J, Bonten MJM, on behalf of the Dutch SOD-SDD Trialists Group, Collaborators werkzaam in het St. Antonius Ziekenhuis: Wesselink RMJ, de Jongh BM. Decontamination of cephalosporin-resistant Enterobacteriaceae during selective digestive tract decontamination in intensive care units. Journal of Antimicrobial Chemotherapy 2012; 67(9):2250-2253. Ossenkoppele GJ, Stussi G, Maertens J, van Montfort K, Biemond BJ, Breems DM, Ferrant A, Graux C, de Greef GE, Halkes CJM, Hoogendoorn M, Hollestein RM, Jongen-Lavrencic M, Levin MD, van de Loosdrecht AA, van Marwijk Kooij M, van Norden Y, Pabst T, Schouten HC, Vellenga E, Verhoef GEG, de Weerdt O, Wijermans P, Passweg JR, Lowenberg B. Addition of bevacizumab to chemotherapy in acute myeloid leukemia at older age: a randomized phase 2 trial of the Dutch-Belgian Cooperative Trial Group for Hemato-Oncology (HOVON) and the Swiss Group for Clinical Cancer Research (SAKK). Blood 2012; 120(24):4706-4711. Pedersen SS, Lambiase P, Boersma LVA, Murgatroyd F, Johansen JB, Reeve H, Stuart AG, Adragao P, Theuns DA. Evaluation oF FactORs ImpacTing CLinical Outcome and Cost EffectiveneSS of the S-ICD: design and rationale of the EFFORTLESS S-ICD Registry. Pacing & Clinical Electrophysiology 2012; 35(5):574-579.
Post S, van den Broek AJ, Rensing BJWM, Pasterkamp G, Goumans MJ, Doevendans PA. Reduced CD26 expression is associated with improved cardiac function after acute myocardial infarction: Insights from the REPERATOR study. Journal of Molecular & Cellular Cardiology 2012; 53(6):899-905. Post S, Post MC, van den Branden BJL, Eefting FD, Goumans MJ, Stella PR, van Es HW, Wildbergh TX, Rensing BJWM, Doevendans PA. Early statin treatment prior to primary PCI for acute myocardial infarction: REPERATOR, a randomized placebo-controlled pilot trial. Catheterization & Cardiovascular Interventions 2012; 80(5):756-765. Postma EL, Verkooijen HM, van Esser S, Hobbelink MG, van der Schelling GP, Koelemij R, Witkamp AJ, Contant C, van Diest PJ, Willems SM, Borel R, I, van den Bosch MA, Mali WP, van Hillegersberg R. Efficacy of ‘radioguided occult lesion localisation’ (ROLL) versus ‘wire-guided localisation’ (WGL) in breast conserving surgery for non-palpable breast cancer: a randomised controlled multicentre trial. Breast Cancer Research & Treatment 2012; 136(2):469-478. Postma S, Bergmeijer TO, ten Berg JM, van ‘t Hof A. Pre-hospital diagnosis, triage and treatment in patients with ST elevation myocardial infarction. Heart 2012; 98(22):1674-1678. Prins WB, Yilmaz A, Noordzij PG. Bacterial endocarditis with septic pulmonary embolism due to pacemaker lead infection. Netherlands Heart Journal 2012; [Epub ahead of print]. Quax RA, de Man YA, Koper JW, van Rossum EF, Willemsen SP, Lamberts SW, Hazes JM, Dolhain RJ, Feelders RA. Glucocorticoid receptor gene polymorphisms and disease activity during pregnancy and the postpartum period in rheumatoid arthritis. Arthritis Research & Therapy 2012; 14(4):R183. Reinders JSK, Gouma DJ, Heisterkamp J, Tromp E, van Ramshorst B, Boerma D. Laparoscopic cholecystectomy is more difficult after a previous endoscopic retrograde cholangiography. HPB 2012; [Epub ahead of print].
140
Remmelts HHF, Meijvis SCA, Kovaleva A, Biesma DH, Rijkers GT, Heijligenberg R. Changes in serum cortisol levels during community-acquired pneumonia: the influence of dexamethasone. Respiratory Medicine 2012; 106(6):905-908. Remmelts HHF, van de Garde EMW, Meijvis SCA, Peelen EL, Damoiseaux JG, Grutters JC, Biesma DH, Bos WJW, Rijkers GT. Addition of vitamin D status to prognostic scores improves the prediction of outcome in community-acquired pneumonia. Clinical Infectious Diseases 2012; 55(11):1488-1494. Remmelts HHF, Meijvis SCA, Heijligenberg R, Rijkers GT, Oosterheert JJ, Bos WJW, Endeman H, Grutters JC, Hoepelman AI, Biesma DH. Biomarkers define the clinical response to dexamethasone in community-acquired pneumonia. Journal of Infection 2012; 65(1):25-31. Remmelts HHF, Meijvis SCA, Biesma DH, van Velzen-Blad H, Voorn GP, Grutters JC, Bos WJW, Rijkers GT. Dexamethasone downregulates the systemic cytokine response in patients with communityacquired pneumonia. Clinical & Vaccine Immunology: CVI 2012; 19(9):1532-1538. Rijken MJ, Papageorghiou AT, Thiptharakun S, Kiricharoen S, Dwell SL, Wiladphaingern J, Pimanpanarak M, Kennedy SH, Nosten F, McGready R. Ultrasound evidence of early fetal growth restriction after maternal malaria infection. PLoS ONE 2012; 7(2):e31411. Rijken MJ, Gilder ME, Thwin MM, Ladda Kajeechewa HM, Wiladphaingern J, Lwin KM, Jones C, Nosten F, McGready R. Refugee and migrant women’s views of antenatal ultrasound on the Thai Burmese border: a mixed methods study. PLoS ONE 2012; 7(4):e34018. Rijken MJ, Mulder EJ, Papageorghiou AT, Thiptharakun S, Wah N, Paw TK, Dwell SL, Visser GH, Nosten FH, McGready R. Quality of ultrasound biometry obtained by local health workers in a refugee camp on the Thai–Burmese border. Ultrasound in Obstetrics & Gynecology 2012; 40(2):151-157. Rijken MJ, McGready R, Boel ME, Poespoprodjo R, Singh N, Syafruddin D, Rogerson S, Nosten F. Malaria in pregnancy in the AsiaPacific region. Lancet Infectious Diseases 2012; 12(1):75-88. Rijken MJ, Moroski WE, Kiricharoen S, Karunkonkowit N, Stevenson G, Ohuma EO, Noble JA, Kennedy SH, McGready R, Papageorghiou AT, Nosten FH. Effect of malaria on placental volume measured using three-dimensional ultrasound: a pilot study. Malaria Journal 2012; 11:5. Robbers LF, Nijveldt R, Beek AM, Kemme MJ, Delewi R, Hirsch A, van der Laan AM, van der Vleuten PA, Piek JJ, Zijlstra F, van Rossum AC, On behalf of the HEBE investigators, Collaborators werkzaam in het St. Antonius Ziekenhuis: Biesma DH, Bosschaert MAR, Rensing BJWM, ten Berg JM. Intracoronary infusion of mononuclear cells after PCI-treated myocardial infarction and
arrhythmogenesis: is it safe? Netherlands Heart Journal 2012; 20(3):133-137. Robroeks CM, van Vliet D, Jobsis Q, Braekers R, Rijkers GT, Wodzig WK, Bast A, Zimmermann LJ, Dompeling E. Prediction of asthma exacerbations in children: results of a one-year prospective study. Clinical & Experimental Allergy 2012; 42(5):792-798. Rubboli A, Dewilde W, Huber K, Eeckhout E, Herzfeld I, Valencia J, Windecker S, Airaksinen K, Lip G. The management of patients on oral anticoagulation undergoing coronary stent implantation: a survey among interventional cardiologists from eight European countries. Journal of Interventional Cardiology 2012; 25(2):163169. Rutten JMTM, Reitsma JB, Vlieger AM, Benninga MA. Gut-directed hypnotherapy for functional abdominal pain or irritable bowel syndrome in children: a systematic review. Archives of Disease in Childhood 2012; [Epub ahead of print]. Safari D, Marradi M, Chiodo F, Dekker HATh, Shan Y, Adamo R, Oscarson S, Rijkers GT, Lahmann M, Kamerling JP, Penades S, Snippe H. Gold nanoparticles as carriers for a synthetic Streptococcus pneumoniae type 14 conjugate vaccine. Nanomedicine 2012; 7(5):651-662. Schaap J, Kauling RM, Boekholdt SM, Post MC, van der Heyden JAS, de Kroon TL, Rensing BJWM, Verzijlbergen JF. Zero coronary calcium in the presence of severe isolated left main stenosis detected by CT coronary angiography in a patient with typical angina and equivocal myocardial perfusion SPECT. Journal of Nuclear Cardiology 2012; 19(1):165-168. Schaap J, Kauling RM, Boekholdt SM, Post MC, van der Heyden JAS, de Kroon TL, van Es HW, Rensing BJWM, Verzijlbergen JF. Usefulness of coronary calcium scoring to myocardial perfusion SPECT in the diagnosis of coronary artery disease in a predominantly high risk population. International Journal of Cardiovascular Imaging 2012; [Epub ahead of print]. Scharf C, Ng GA, Wieczorek M, Deneke T, Furniss SS, Murray S, Debruyne P, Hobson N, Berntsen RF, Schneider MA, Hauer HA, Halimi F, Boveda S, Asbach S, Boesche L, Zimmermann M, Brigadeau F, Taieb J, Merkel M, Pfyffer M, Brunner-La Rocca HP, Boersma LVA. European survey on efficacy and safety of dutycycled radiofrequency ablation for atrial fibrillation. Europace 2012; 14(12):1700-1707. Scholtes VPW, de Borst GJ, de Vries JPPM, Moll FL, Pasterkamp G, van den Bosch MAAJ, Vink A. Subintimal angioplasty track of the superficial femoral artery: a histological analysis. Circulation: Cardiovascular Interventions 2012; 5(1):e6-e8. Scholtes VPW, Johnson JL, Jenkins N, Sala-Newby GB, de Vries JPPM, de Borst GJ, de Kleijn DPV, Moll FL, Pasterkamp G, Newby AC. Carotid atherosclerotic plaque matrix metalloproteinase-
141
12-positive macrophage subpopulation predicts adverse outcome after endarterectomy. Journal of the American Heart Association 2012; 1(6):e001040. Scholzel BE, Post MC, Plokker HWM, Snijder RJ. Clinical worsening during long-term follow-up in inoperable chronic thromboembolic pulmonary hypertension. Lung 2012; 190(2):161-167. Schonewille WJ, Greving JP, Kappelle LJ, Algra A. Predicting outcome after acute basilar artery occlusion based on admission characteristics. Neurology 2012; 79(13):1410. Schoormans D, Mulder BJM, van Melle JP, Pieper EG, van Dijk APJ, Sieswerda G-JTJ, Hulsbergen-Zwarts MS, Plokker HWM, Brunninkhuis LGH, Vliegen HW, Sprangers MAG. Patients with a congenital heart defect and Type D personality feel functionally more impaired, report a poorer health status and quality of life, but use less healthcare. European Journal of Cardiovascular Nursing 2012; 11(3):349-355. Schrijver AM, Reijnen MM, van Oostayen JA, Hoksbergen AW, Lely RJ, van Leersum M, de Vries JPPM. Initial results of catheterdirected ultrasound-accelerated thrombolysis for thromboembolic obstructions of the aortofemoral arteries: a feasibility study. Cardiovascular & Interventional Radiology 2012; 35(2):279-285. Schuit E, Kwee A, Westerhuis MEMH, van Dessel HJHM, Graziosi GCM, van Lith JMM, Nijhuis JG, Oei SG, Oosterbaan HP, Schuitemaker NWE, Wouters MGAJ, Visser GHA, Mol BWJ, Moons KGM, Groenwold RHH. A clinical prediction model to assess the risk of operative delivery. BJOG 2012; 119(8):915-923. Schuurman JP, Go PMNYH. Anal duplex fails to show changes in vascular anatomy after the haemorrhoidal artery ligation procedure. Colorectal Disease 2012; 14(6):e330-e334. Schuurman JP, Borel Rinkes IH, Go PMNYH. Hemorrhoidal artery ligation procedure with or without Doppler transducer in grade II and III hemorrhoidal disease: a blinded randomized clinical trial. Annals of Surgery 2012; 255(5):840-845. Schuurman TN, Stiekema A, Schagen van Leeuwen JH, Verheijen RHM. Systematic lymphadenectomy in patients with clinical stage II endometrial carcinoma: a case report and review of the literature. European Journal of Gynaecological Oncology 2012; 33(5):530-533. Siemensma EP, Tummers-de Lind van Wijngaarden RF, Festen DA, Troeman ZC, van Alfen-van der Velden AA, Otten BJ, Rotteveel J, Odink RJ, Bindels-de Heus GC, van Leeuwen M, Haring DA, Oostdijk W, Bocca G, Mieke Houdijk EC, van Trotsenburg AS, HoorwegNijman JJG, van Wieringen H, Vreuls RC, Jira PE, Schroor EJ, van Pinxteren-Nagler E, Pilon JW, Lunshof LB, Hokken-Koelega AC. Beneficial effects of growth hormone treatment on cognition in children with Prader-Willi syndrome: a randomized controlled trial and longitudinal study. Journal of Clinical Endocrinology & Meta-
bolism 2012; 97(7):2307-2314. Sint Nicolaas J, de Jonge V, de Man RA, ter Borg F, Cahen DL, Moolenaar W, Stolk MFJ, van Tilburg AJP, Valori RM, van Leerdam ME, Kuipers EJ, for the SCoPE consortium. The Global Rating Scale in clinical practice: a comprehensive quality assurance programme for endoscopy department. Digestive & Liver Disease 2012; 44(11):919-924. Sint Nicolaas J, de Jonge V, Cahen DL, Ouwendijk RJ, Tang TJ, van Tilburg AJ, van Leerdam ME, Kuipers EJ, SCoPE Consortium, Collaborator namens St. Antonius Ziekenhuis: Stolk MFJ. Awareness of surveillance recommendations among patients with colorectal adenomas. Clinical Gastroenterology & Hepatology 2012; 10(4):405-411. Sjatskig J, Yilmaz A, van Boven WJ, Sonker U, Waanders FG, Kloppenburg GTL. Feasibility of mitral valve surgery using minimal extracorporeal circulation. Perfusion 2012; 27(4):264-268. Slim FJ, van Schie CH, Keukenkamp R, Faber WR, Nollet F. Increased plantar foot pressure in persons affected by leprosy. Gait & Posture 2012; 35(2):218-224. Smit JG, Kasius JC, Eijkemans MJ, Koks CA, van Golde R, Oosterhuis JG, Nap AW, Scheffer GJ, Manger PA, Hoek A, Kaplan M, Schoot DB, van Heusden AM, Kuchenbecker WK, Perquin DA, Fleischer K, Kaaijk EM, Sluijmer A, Friederich J, Laven JS, van Hooff M, Louwe LA, Kwee J, Boomgaard JJ, de Koning CH, Janssen IC, Mol F, Mol BW, Torrance HL, Broekmans FJ. The inSIGHT study: costs and effects of routine hysteroscopy prior to a first IVF treatment cycle. A randomised controlled trial. BMC Women’s Health 2012; 12:22. Smits A, de Cock RF, Cossey V, Knibbe CAJ, Allegaert K. Is indirect hyperbilirubinemia a useful biomarker of reduced propofol clearance in neonates? Biomarkers in Medicine 2012; 6(3):283-289. Smits AJJ, Kummer JA, Hinrichs JW, Herder GJM, ScheidelJacobse KC, Jiwa NM, Ruijter TE, Nooijen PT, Looijen-Salamon MG, Ligtenberg MJ, Thunnissen FB, Heideman DA, de Weger RA, Vink A. EGFR and KRAS mutations in lung carcinomas in the Dutch population: increased EGFR mutation frequency in malignant pleural effusion of lung adenocarcinoma. Cellular Oncology 2012; 35(3):189-196. Snijder RJ, Schaap J, Verzijlbergen JF, Post MC. Imaging of an unusual case of a completely unroofed coronary sinus without persistent left superior vena cava. European Heart Journal Cardiovascular Imaging 2012; [Epub ahead of print]. Spruijt NE, Widdershoven JC, Breugem CC, Speleman L, Homveld IL, Kon M, Mink van der Molen AB. Velopharyngeal dysfunction and 22q11.2 deletion syndrome: a longitudinal study of functional outcome and preoperative prognostic factors. Cleft PalateCraniofacial Journal 2012; 49(4):447-455.
142
Spruijt NE, Reijmanhinze J, Hens G, Vander Poorten V, Mink van der Molen AB. In search of the optimal surgical treatment for velopharyngeal dysfunction in 22q11.2 deletion syndrome: a systematic review. PLoS ONE 2012; 7(3):e34332. Spuls PI, Go PMNYH. Endoveneuze ablatie en sclerotherapie versus conventionele chirurgie bij stamvarices. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 2012; 156:A4476. Staartjes WR, van Putte BP, Schramel FMNH. Contralateral pneumothorax draining via postpneumonectomy space. Annals of Thoracic Surgery 2012; 94(2):e35-e36. Stallmann HP, Borstlap J, Bollen TL. Water-soluble contrast agents in small bowel obstruction: a useful discriminator. American Journal of Roentgenology 2012; 199(6):W783. Steenen SA, Dubois L, Saeed P, de Lange J. Ophthalmologic complications after intraoral local anesthesia: case report and review of literature. Oral Surgery, Oral Medicine, Oral Pathology & Oral Radiology 2012; 113(6):e1-e5. Stege G, Vos PJ, Dekhuijzen PN, Hilkens PHE, van de Ven MJ, Heijdra YF, van den Elshout FJ. Manual vs. automated analysis of polysomnographic recordings in patients with chronic obstructive pulmonary disease. Sleep & Breathing 2012; [Epub ahead of print]. Stegeman SA, Nijhuis I, van Leeuwen AM, Bonsing BA, Steenvoorde P. The value of frozen section biopsy in diagnosing necrotizing fasciitis: proposal of a new grading system. Journal of Tissue Viability 2012; 21(1):13-16. Surie S, Reesink HJ, van der Plas MN, Hardziyenka M, Kloek JJ, Zwinderman AH, Bresser P. Plasma brain natriuretic peptide as a biomarker for haemodynamic outcome and mortality following pulmonary endarterectomy for chronic thromboembolic pulmonary hypertension. Interactive Cardiovascular & Thoracic Surgery 2012; 15(6):973-978. Swaans M, Post MC, van der Ven HAJ, Heijmen RH, Budts W, ten Berg JM. Transapical treatment of paravalvular leaks in patients with a logistic EuroSCORE of more than 15%: acute and 3-month outcomes of a “proof of concept” study. Catheterization & Cardiovascular Interventions 2012; 79(5):741-747. Swaans MJ, Post MC, Rensing BJWM, Boersma LVA. Percutaneous left atrial appendage closure for stroke prevention in atrial fibrillation. Netherlands Heart Journal 2012; 20(4):161-166. Swaans MJ, Post MC, Rensing BJWM, Boersma LVA. Ablation for atrial fibrillation in combination with left atrial appendage closure: first results of a feasibility study. Journal of the American Heart Association 2012; 1(5):e002212.
Tajik P, van der Tuuk K, Koopmans C, Groen H, van Pampus M, van der Berg P, van der Post J, van Loon A, de Groot C, Kwee A, Huisjes A, van Beek E, Papatsonis D, Bloemenkamp K, van Unnik G, Porath M, Rijnders R, Stigter R, de Boer K, Scheepers H, Zwinderman A, Bossuyt P, Mol B. Should cervical favourability play a role in the decision for labour induction in gestational hypertension or mild pre-eclampsia at term? An exploratory analysis of the HYPITAT trial. BJOG 2012; 119(9):1123-1130. Tarning J, Rijken MJ, McGready R, Phyo AP, Hanpithakpong W, Day NP, White NJ, Nosten F, Lindegardh N. Population pharmacokinetics of dihydroartemisinin and piperaquine in pregnant and nonpregnant women with uncomplicated malaria. Antimicrobial Agents & Chemotherapy 2012; 56(4):1997-2007. te Boekhorst BC, van ‘t Klooster R, Bovens SM, van de Kolk KW, Cramer MJ, van Oosterhout MFM, Doevendans PA, van der Geest RJ, Pasterkamp G, van Echteld CJ. Evaluation of multicontrast MRI including fat suppression and inversion recovery spin echo for identification of intra-plaque hemorrhage and lipid core in human carotid plaque using the mahalanobis distance measure. Magnetic Resonance in Medicine 2012; 67(6):1764-1775. te Raa GD, Tonino SH, Remmerswaal EB, van Houte AJ, Koene HR, van Oers MH, Kater AP. Chronic lymphocytic leukemia specific T-cell subset alterations are clone-size dependent and not present in monoclonal B lymphocytosis. Leukemia & Lymphoma 2012; 53(11):2321-2325. Teeuwen K, Adriaenssens T, van den Branden BJL, Henriques JP, van der Schaaf RJ, Koolen JJ, Vermeersch PH, Bosschaert MAR, Tijssen JG, Suttorp MJ. A randomized multicenter comparison of hybrid sirolimus-eluting stents with bioresorbable polymer versus everolimus-eluting stents with durable polymer in total coronary occlusion: rationale and design of the Primary Stenting of Occluded Native Coronary Arteries IV study. Trials 2012; 13:240. ten Berg JM, Deneer VHM. Antiplatelet therapy: Does CYP2C19 genotype affect clinical outcome? Nature Reviews Cardiology 2012; 9(4):192-194. ten Klooster L, van Moorsel CHM, van Hal PT, van den Blink B, Nossent GD, Verschuuren EA, Kwakkel-van Erp JM, van de Graaf EA, van Kessel DA, Grutters JC. Hoge sterfte van patienten met idiopathische pulmonale fibrose op Nederlandse longtransplantatiewachtlijst. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 2012; 156(2):A3752. ter Borg EJ, van der Waal RIF. Een man met een rood oor. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 2012; 156(28):A3175. Teutelink A, Cancrinus E, van de Heuvel D, Moll F, de Vries JPPM. Preliminary intraobserver and interobserver variability in wall stress and rupture risk assessment of abdominal aortic aneurysms using a semiautomatic finite element model. Journal of Vascular Surgery 2012; 55(2):326-330.
143
Thio HB, Balak DM, Meilof JF, Stegeman CA, Voskuyl AE, Werkgroep ‘Consensus diagnostiek kleinevatenvasculitis’, Collaborator namens St. Antonius Ziekenhuis: Grutters JC. Richtlijn ‘Diagnostiek kleinevatenvasculitis’. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 2012; 156(21):A4317.
van Baal M, Bollen TL, Bakker O, van Goor H, Rijkers GT, Boermeester M, Dejong C, van Eijck C, Gooszen H, van der Harst E, van Santvoort H, Besselink MGH, for the Dutch Pancreatitis Study Group. Diagnosing infected necrotizing pancreatitis: clinical signs, gas bubbles or routine fine-needle aspiration? Pancreatology 2012; 12(6):574.
Thunnissen E, Boers E, Heideman DA, Grunberg K, Kuik DJ, Noorduin A, van Oosterhout MFM, Pronk D, Seldenrijk CA, Sietsma H, Smit EF, van Suylen R, von der TJ, Vrugt B, Wiersma A, Witte BI, den Bakker M. Correlation of immunohistochemical staining p63 and TTF-1 with EGFR and K-ras mutational spectrum and diagnostic reproducibility in non small cell lung carcinoma. Virchows Archiv 2012; 461(6):629-638.
van Baal M, Besselink MGH, Bakker O, van Santvoort H, Schaapherder A, Nieuwenhuijs V, Gooszen H, van Ramshorst B, Boerma D, for the Dutch Pancreatitis Study Group. Timing of cholecystectomy after mild biliary pancreatitis: a systematic review. Annals of Surgery 2012; 255(5):860-866.
Tigchelaar CK, Brosens LA, Seldenrijk CA. An unusual rectal mass. Gastroenterology 2012; 143(3):e16-e17.
van Baal MC, Kohout P, Besselink MGH, van Santvoort HC, Benes Z, Zazula R, Rijkers GT, Gooszen HG. Probiotic treatment with Probioflora in patients with predicted severe acute pancreatitis without organ failure. Pancreatology 2012; 12(5):458-462.
Tilburg JJHC, Rossen JWA, van Hannen EJ, Melchers WJG, Hermans MHA, van de Bovenkamp J, Roest HJ, de Bruin A, Nabuurs-Franssen MH, Horrevorts AM, Klaassen CHW. Genotypic diversity of Coxiella burnetii in the 2007-2010 Q fever outbreak episodes in The Netherlands. Journal of Clinical Microbiology 2012; 50(3):1076-1078. Ton E, Bakker MF, Verstappen SM, ter Borg EJ, van Albada-Kuipers IA, Schenk Y, van der Veen MJ, Bijlsma JW, Jacobs JW, on the behalf of the Utrecht Rheumatoid Arthritis Cohort study group. Look beyond the disease activity score of 28 joints (DAS28): tender points influence the DAS28 in patients with rheumatoid arthritis. Journal of Rheumatology 2012; 39(1):22-27. Tuinenburg A, Rutten A, Kavousi M, Leebeek FWG, Ypma PF, Laros-van Gorkom BAP, Nijziel MR, Kamphuisen PW, MauserBunschoten EP, Roosendaal G, Biesma DH, van der Lugt A, Hofman A, Witteman JCM, Bots ML, Schutgens REG. Coronary artery calcification in hemophilia A: no evidence for a protective effect of factor VIII deficiency on atherosclerosis. Arteriosclerosis, Thrombosis & Vascular Biology 2012; 32(3):799-804. Tytgat SH, Rijkers GT, van der Zee DC. The influence of the CO2 pneumoperitoneum on a rat model of intestinal anastomosis healing. Surgical Endoscopy 2012; 26(6):1642-1647. Udo EO, van Hemel NM, Zuithoff NP, Kelder JC, Crommentuijn HA, Koopman-Verhagen AM, Voskuil T, Doevendans PA, Moons KG. Long-term outcome of cardiac pacing in octogenarians and nonagenarians. Europace 2012; 14(4):502-508. Uijlings R, Balt JC, Boom P, Wever EFD. Cardiac sarcoidosis mimicking non-ST-elevation myocardial infarction. Journal of Cardiovascular Medicine 2012; 13(4):277-280. Valkenburg AJ, van Dijk M, de Leeuw TG, Meeussen CJ, Knibbe CAJ, Tibboel D. Anaesthesia and postoperative analgesia in surgical neonates with or without Down’s syndrome: is it really different? British Journal of Anaesthesia 2012; 108(2):295-301.
van Beers-Tas MH, Heidema J, van Dongen-van Baal M. Een neonaat met subumbilicale zwellingen. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 2012; 156(44):A4084. van Boeckel PG, Dua KS, Weusten BLAM, Schmits RJ, Surapaneni N, Timmer R, Vleggaar FP, Siersema PD. Fully covered selfexpandable metal stents (SEMS), partially covered SEMS and selfexpandable plastic stents for the treatment of benign esophageal ruptures and anastomotic leaks. BMC Gastroenterology 2012; 12:19. van Brakel R, Meijer GJ, Verhoeven JW, Jansen J, de Putter C, Cune MS. Soft tissue response to zirconia and titanium implant abutments: an in vivo within-subject comparison. Journal of Clinical Periodontology 2012; 39(10):995-1001. van Brunschot S, van Santvoort H, Boermeester M, Dijkgraaf M, Timmer R, Bruno M, Vleggaar F, Bakker O, Besselink MGH, Voermans R, Bollen TL, van Eijck C, van Goor H, Dejong C, Poley J, Nieuwenhuijs V, Hofker H, Schaapherder A, Lameris J, Gooszen H, Fockens P, for the Dutch Pancreatitis Study Group. Endoscopic transluminal step-up approach versus surgical step-up approach in patients with infected necrotizing pancreatitis (TENSION): design and rationale of a randomized controlled multicenter trial. Pancreatology 2012; 12(6):574-575. van Brunschot S, Bakker OJ, Besselink MGH, Bollen TL, Fockens P, Gooszen HG, van Santvoort HC. Treatment of necrotizing pancreatitis. Clinical Gastroenterology & Hepatology 2012; 10(11):11901201. van de Kant KD, Jansen MA, Klaassen EM, van der Grinten CP, Rijkers GT, Muris JW, van Schayck OC, Jobsis Q, Dompeling E. Elevated inflammatory markers at preschool age precede persistent wheezing at school age. Pediatric Allergy & Immunology 2012; 23(3):259-264.
144
van de Luijtgaarden MWM, Noordzij M, Tomson C, Couchoud C, Cancarini G, Ansell D, Bos WJW, Dekker FW, Gorriz JL, Iatrou C, Garneata L, Wanner C, Cala S, Stojceva-Taneva O, Finne P, Stel VS, van Biesen W, Jager KJ. Factors influencing the decision to start renal replacement therapy: results of a survey among European nephrologists. American Journal of Kidney Diseases 2012; 60(6):940-948.
GD, Bloemenkamp KW, van Wijngaarden WJ, Sikkema M, Haak MC, Pernet PJ, Porath M, Molkenboer JF, Kuppens S, Kwee A, Kars ME, Woiski M, Weinans MJ, Wildschut HI, Akerboom BM, Mol BW, Willekes C. Induction of labor versus expectant management in women with preterm prelabor rupture of membranes between 34 and 37 weeks: a randomized controlled trial. PLoS Medicine 2012; 9(4):e1001208.
van de Wall BJ, Draaisma WA, Consten EC, van der Kaaij RT, Wiezer MJ, Broeders IA. Does the presence of abscesses in diverticular disease prelude surgery? Journal of Gastrointestinal Surgery 2012; [Epub ahead of print].
van der Heyden JAS, Wolters FJ, Garin N, Blant SA, Inglin M, Bal ET, Suttorp MJ. The role of embolic protection devices during carotid stenting prior to cardiac surgery in asymptomatic patients: empty filters? Catheterization & Cardiovascular Interventions 2012; 80(1):112-119.
van den Besselaar AM, Haas FJLM, Kuypers AW. Harmonization and external quality assessment of antithrombin activity assays. Thrombosis Research 2012; 129(2):187-191. van den Boogaard M-J, Créton M, Bronkhorst Y, van der Hout A, Hennekam E, Lindhout D, Cune MS, Ploos van Amstel HK. Mutations in WNT10A are present in more than half of isolated hypodontia cases. Journal of Medical Genetics 2012; 49(5):327-331. van den Bosch WF, Spreeuwenberg P, Wagner C. Variations in hospital standardised mortality ratios (HSMR) as a result of frequent readmissions. BMC Health Services Research 2012; 12:91. van den Branden BJL, Swaans MJ, Post MC, Rensing BJWM, Eefting FD, Jaarsma W, van der Heyden JAS. Percutaneous edge-to-edge mitral valve repair in high-surgical-risk patients: do we hit the target? JACC: Cardiovascular Interventions 2012; 5(1):105-111. van den Branden BJL, Rahel BM, Laarman GJ, Slagboom T, Kelder JC, ten Berg JM, Suttorp MJ. Five-year clinical outcome after primary stenting of totally occluded native coronary arteries: a randomised comparison of bare metal stent implantation with sirolimus-eluting stent implantation for the treatment of total coronary occlusions (PRISON II study). EuroIntervention 2012; 7(10):1189-1196. van der Beek ESJ, Geenen R, de Heer FA, Mink van der Molen AB, van Ramshorst B. Quality of life long-term after body contouring surgery following bariatric surgery: sustained improvement after 7 years. Plastic & Reconstructive Surgery 2012; 130(5):11331139. van der Bij AK, van Dijk K, Muilwijk J, Thijsen SFT, Notermans DW, de Greeff S, van de Sande-Bruinsma N, on behalf of the ISIS-AR study group, Collaborators werkzaam in het St. Antonius Ziekenhuis: de Jongh BM, Vlaminckx BJM. Clinical breakpoint changes and their impact on surveillance of antimicrobial resistance in Escherichia coli causing bacteraemia. Clinical Microbiology & Infection 2012; 18(11):E466-E472. van der Ham DP, Vijgen SM, Nijhuis JG, van Beek JJ, Opmeer BC, Mulder AL, Moonen R, Groenewout M, van Pampus MG, Mantel
van der Heyden JAS, van Werkum JW, Hackeng CM, Kelder JC, Breet NJ, Deneer VHM, Ackerstaff RGA, Tromp SC, de Vries JPPM, Vos JA, Suttorp MJ, Elsenberg EH, van Neerven D, Schonewille WJ, Wolters F, ten Berg JM. High versus standard clopidogrel loading in patients undergoing carotid artery stenting prior to cardiac surgery to assess the number of microemboli detected with transcranial Doppler: results of the randomized IMPACT trial. Journal of Cardiovascular Surgery 2012; [Epub ahead of print]. van der Linde D, Andrinopoulou ER, Oechslin EN, Budts W, van Dijk AP, Pieper PG, Wajon EM, Post MC, Witsenburg M, Silversides CK, Oxenius A, Bogers AJ, Takkenberg JJ, Roos-Hesselink JW. Congenital valvular aortic stenosis in young adults: predictors for rate of progression of stenosis and aortic dilatation. International Journal of Cardiology 2012; [Epub ahead of print]. van der Maas A, Lie E, Christensen R, Choy E, de Man YA, van Riel P, Woodworth T, den Broeder AA. Construct and criterion validity of several proposed DAS28-based rheumatoid arthritis flare criteria: an OMERACT cohort validation study. Annals of the Rheumatic Diseases 2012; [Epub ahead of print]. van der Straten LM, van Stel HF, Spee FJM, Vreeburg ME, Schrijvers AJP, Sturms LM. Safety and efficiency of triaging low urgent self-referred patients to a general practitioner at an acute care post: an observational study. Emergency Medicine Journal 2012; 29(11):877-881. van der Valk ME, Mangen MJ, Leenders M, Dijkstra G, van Bodegraven AA, Fidder HH, de Jong DJ, Pierik M, van der Woude CJ, Romberg-Camps MJL, Clemens CH, Jansen JM, Mahmmod N, van de Meeberg PC, van der Meulen-de Jong A, Ponsioen CY, Bolwerk CJM, Vermeijden JR, Siersema PD, van Oijen MGH, Oldenburg B. Healthcare costs of inflammatory bowel disease have shifted from hospitalisation and surgery towards anti-TNF therapy: results from the COIN study. Gut 2012; [Epub ahead of print]. van der Waal RIF. Melanoom. Nederlands Tijdschrift voor Tandheelkunde 2012; 119(1):17. van der Waal RIF. Plaveiselcelcarcinoom. Nederlands Tijdschrift voor Tandheelkunde 2012; 119(1):17.
145
van der Waal RIF. Cheilitis granulomatosa. Nederlands Tijdschrift voor Tandheelkunde 2012; 119(7-8):355. van der Waal RIF. Verruca seborrhoica. Nederlands Tijdschrift voor Tandheelkunde 2012; 119(7-8):355. van der Wagen LE, ter Borg EJ. Pijnlijke, gezwollen hand na carpaletunneloperatie. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 2012; 156(18):A3122. van Deursen AM, van Mens SP, Sanders EA, Vlaminckx BJM, de Melker HE, Schouls LM, de Greeff SC, van der Ende A, on behalf of the Invasive Pneumococcal Disease Sentinel Surveillance Laboratory Group. Invasive pneumococcal disease and 7-valent pneumococcal conjugate vaccine, the Netherlands. Emerging Infectious Diseases 2012; 18(11):1729-1737. van Dijk LJEW, Beijer MC, Veersema S, Mol BWJ, Timmermans A. Current practice in the removal of benign endometrial polyps: a Dutch survey. Gynecological Surgery 2012; 9(2):163-168. van Doesburg MH, Henderson J, Mink van der Molen AB, An KN, Amadio PC. Transverse plane tendon and median nerve motion in the carpal tunnel: ultrasound comparison of carpal tunnel syndrome patients and healthy volunteers. PLoS ONE 2012; 7(5):e37081. van Doesburg MH, Henderson J, Yoshii Y, Mink van der Molen AB, Cha SS, An KN, Amadio PC. Median nerve deformation in differential finger motions: ultrasonographic comparison of carpal tunnel syndrome patients and healthy controls. Journal of Orthopaedic Research 2012; 30(4):643-648. van Doesburg MH, Mink van der Molen AB, Henderson J, Cha SS, An KN, Amadio PC. Sonographic measurements of subsynovial connective tissue thickness in patients with carpal tunnel syndrome. Journal of Ultrasound in Medicine 2012; 31(1):31-36. van Gulik L, Ahlers SJGM, van de Garde EMW, Bruins P, van Boven WJ, Tibboel D, van Dongen EPA, Knibbe CAJ. Remifentanil during cardiac surgery is associated with chronic thoracic pain 1 yr after sternotomy. British Journal of Anaesthesia 2012; 109(4):616622. van Hooff SR, Leusink FK, Roepman P, Baatenburg de Jong RJ, Speel EJ, van den Brekel MW, van Velthuysen ML, van Diest PJ, van Es RJ, Merkx MA, Kummer JA, Leemans CR, Schuuring E, Langendijk JA, Lacko M, de Herdt MJ, Jansen JC, Brakenhoff RH, Slootweg PJ, Takes RP, Holstege FC. Validation of a gene expression signature for assessment of lymph node metastasis in oral squamous cell carcinoma. Journal of Clinical Oncology 2012; 30(33):4104-4110. van Iterson M, Bezemer R, Heger M, Siegemund M, Ince C. Microcirculation follows macrocirculation in heart and gut in the acute phase of hemorrhagic shock and isovolemic autologous whole
blood resuscitation in pigs. Transfusion 2012; 52(7):1552-1559. van Kerkvoorde TC, Veersema S, Timmermans A. Long-term complications of office hysteroscopy: analysis of 1028 cases. Journal of Minimally Invasive Gynecology 2012; 19(4):494-497. van Kuijk JP, Geers ABM. Classic polyarteritis nodosa. Clinical & Experimental Nephrology 2012; [Epub ahead of print]. van Lammeren GW, Pasterkamp G, de Vries JPPM, Bosch L, de Haan JJ, de Kleijn DP, Moll FL, Vink A. Platelets enter atherosclerotic plaque via intraplaque microvascular leakage and intraplaque hemorrhage: a histopathological study in carotid plaques. Atherosclerosis 2012; 222(2):355-359. van Lammeren GW, Catanzariti LM, Peelen LM, de Vries JPPM, de Kleijn DP, Moll FL, Pasterkamp G, Bots ML. Clinical prediction rule to estimate the absolute 3-year risk of major cardiovascular events after carotid endarterectomy. Stroke 2012; 43(5):12731278. van Lammeren GW, den Hartog AG, Pasterkamp G, Vink A, de Vries JPPM, Moll FL, de Borst GJ. Asymptomatic carotid artery stenosis: identification of subgroups with different underlying plaque characteristics. European Journal of Vascular & Endovascular Surgery 2012; 43(6):632-636. van Leeuwen-Segarceanu EM, Dorresteijn LD, Vogels OJM, Biesma DH, Bos WJW. Arterial stiffness is increased in Hodgkin Lymphoma survivors treated with radiotherapy. Leukemia & Lymphoma 2012; [Epub ahead of print]. van Leeuwen-Segarceanu EM, Dorresteijn LDA, Pillen S, Biesma DH, Vogels OJM, van Alfen N. Progressive muscle atrophy and weakness after treatment by mantle field radiotherapy in hodgkin lymphoma survivors. International Journal of Radiation Oncology, Biology, Physics 2012; 82(2):612-618. van Lelyveld N, van Oijen MG, Schwartz MP. Kwaliteitsindicatoren voor coloscopie: verschillen in poliepdetectie tussen endoscopisten in 1 ziekenhuis. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 2012; 156(24):A4219. van Meegeren ME, van Veghel K, de Kleijn P, van Roermund PM, Biesma DH, Lafeber FP, Roosendaal G. Joint distraction results in clinical and structural improvement of haemophilic ankle arthropathy: a series of three cases. Haemophilia 2012; 18(5):810-817. van Meerkerk G, van de Graaf EA, Kwakkel-van Erp JM, van Kessel DA, Lammers JW, Biesma DH, de Valk HW. Diabetes before and after lung transplantation in patients with cystic fibrosis and other lung diseases. Diabetic Medicine 2012; 29(8):e159-e162.
146
van Mens SP, Meijvis SCA, Grutters JC, Vlaminckx BJM, Bos WJW, Rijkers GT. Dexamethasone treatment has no effect on the formation of pneumococcal antibodies during community-acquired pneumonia. Clinical & Vaccine Immunology: CVI 2012; 19(5):811813. van Moorsel CHM, Christiani DC. Genetic susceptibility to sarcoidosis : a chronic inflammatory disorder. American Journal of Respiratory & Critical Care Medicine 2012; 186(9):816-818. van Oostrom AJHHM, Wijffels MCEF, van Boven WJ, Nicastia D, Boersma LVA. Positron emission tomography in a complex case of cardiac device-related infection. Europace 2012; 14(12):1806. van Putte BP, Oztürk S, Siddiqi S, Schepens MA, Heijmen RH, Morshuis WJ. Early and late outcome after aortic root replacement with a mechanical valve prosthesis in a series of 528 patients. Annals of Thoracic Surgery 2012; 93(2):503-509. van Putten PG, ter Borg F, Adang RP, Koornstra JJ, RombergCamps MJ, Timmer R, Poen AC, Kuipers EJ, van Leerdam ME. Nurse endoscopists perform colonoscopies according to the international standard and with high patient satisfaction. Endoscopy 2012; 44(12):1127-1132. van Saet A, de Wildt SN, Knibbe CAJ, Bogers AJ, Stolker RJ, Tibboel D. The effect of adult and pediatric cardiopulmonary bypass on pharmacokinetic and pharmacodynamic parameters. Current Clinical Pharmacology 2012; [Epub ahead of print]. van Santvoort HC, Bakker OJ, Besselink MGH, Bollen TL, Gooszen HG. Reply. Gastroenterology 2012; 142(7):e21-e22. van Schie CH, Slim FJ, Keukenkamp R, Faber WR, Nollet F. Plantar pressure and daily cumulative stress in persons affected by leprosy with current, previous and no previous foot ulceration. Gait & Posture 2012; [Epub ahead of print]. van Tilborg TC, Eijkemans MJ, Laven JS, Koks CA, de Bruin JP, Scheffer GJ, van Golde RJ, Fleischer K, Hoek A, Nap AW, Kuchenbecker WK, Manger PA, Brinkhuis EA, van Heusden AM, Sluijmer AV, Verhoeff A, van Hooff MH, Friederich J, Smeenk JM, Kwee J, Verhoeve HR, Lambalk CB, Helmerhorst FM, van der Veen F, Mol BW, Torrance HL, Broekmans FJ. The OPTIMIST study: optimisation of cost effectiveness through individualised FSH stimulation dosages for IVF treatment : a randomised controlled trial. BMC Women’s Health 2012; 12:29. van Treijen M, Kummer JA, van der Waal RIF. Een vrouw met unilateraal tepeleczeem. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 2012; 156:A3224. van Vilsteren FG, Phoa KN, Alvarez Herrero L, Pouw RE, Sondermeijer CM, van Lijnschoten G, Seldenrijk CA, Visser M, Meijer SL, van Berge Henegouwen MI, Weusten BLAM, Schoon EJ, Bergman JJ. Circumferential balloon-based radiofrequency ablation of Barrett’s esophagus with dysplasia can be simplified, yet efficacy
maintained, by omitting the cleaning phase. Clinical Gastroenterology & Hepatology 2012; [Epub ahead of print]. van Vilsteren FG, Pouw RE, Alvarez Herrero L, Peters FP, Bisschops R, Houben M, Peters FT, Schenk BE, Weusten BLAM, Visser M, ten Kate FJ, Fockens P, Schoon EJ, Bergman JJ. Learning to perform endoscopic resection of esophageal neoplasia is associated with significant complications even within a structured training program. Endoscopy 2012; 44(1):4-12. van Vilsteren FG, Alvarez Herrero L, Pouw RE, Visser M, ten Kate FJ, van Berge Henegouwen MI, Schoon EJ, Weusten BLAM, Bergman JJ. Radiofrequency ablation and endoscopic resection in a single session for Barrett’s esophagus containing early neoplasia: a feasibility study. Endoscopy 2012; 44(12):10961104. van Well GT, Sanders MS, Ouburg S, van Furth AM, Morre SA. Polymorphisms in toll-like receptors 2, 4, and 9 are highly associated with hearing loss in survivors of bacterial meningitis. PLoS ONE 2012; 7(5):e35837. van Wely BJ, van den Wildenberg FJ, Gobardhan P, van Dalen T, Borel Rinkes I, Theunissen EBM, Wijsman JH, Ernst M, van der Pol CC, Madsen EV, Vles WJ, Wauters CA, de Wilt JH, Strobbe LJ. “Axillary recurrences after sentinel lymph node biopsy: a multicentre analysis and follow-up of sentinel lymph node negative breast cancer patients”. European Journal of Surgical Oncology 2012; 38(10):925-931. van Werkum MH, Swaans MJ, van Es HW, Rensing BJWM, van Heesewijk JPM. Case 190. Radiology 2012; 265(1):314-316. Veltkamp M, van Moorsel CHM, Rijkers GT, Ruven HJT, Grutters JC. Genetic variation in the Toll-like receptor gene cluster (TLR10-TLR1-TLR6) influences disease course in sarcoidosis. Tissue Antigens 2012; 79(1):25-32. Verduyn SC, Biesma B, Schramel FMNH, van der Scheer FW, Langenfeld MK, de Peuter MA, Dingemans AM. Estimating quality adjusted progression free survival of first-line treatments for EGFR mutation positive non small cell lung cancer patients in The Netherlands. Health & Quality of Life Outcomes 2012; 10:108. Vergouwen MD, Compter A, Tanne D, Engelter ST, Audebert H, Thijs V, de Freitas G, Algra A, Kappelle JL, Schonewille WJ. Outcomes of basilar artery occlusion in patients aged 75 years or older in the Basilar Artery International Cooperation Study. Journal of Neurology 2012; 259(11):2341-2346. Vergouwen MDI, Algra A, Pfefferkorn T, Weimar C, Rueckert CM, Thijs V, Kappelle LJ, Schonewille WJ, on behalf of the Basilar Artery International Cooperation Study (BASICS) Study Group. Time is brain(stem) in basilar artery occlusion. Stroke 2012; 43(11):3003-3006.
147
Verhagen AF, Schoenmakers MCJ, Barendregt W, Smit H, van Boven WJ, Looijen M, van der Heijden EHFM, van Swieten HA. Completeness of lung cancer surgery: is mediastinal dissection common practice? European Journal of Cardio-Thoracic Surgery 2012; 41(4):834-838.
Working Group, Collaborator namens St. Antonius Ziekenhuis: Vlaminckx BJM. Population distribution of Beta-lactamase conferring resistance to third-generation cephalosporins in human clinical enterobacteriaceae in the Netherlands. PLoS ONE 2012; 7(12):e52102.
Vermeersch P, Appelman Y, Horstkotte D, Richardt G, Boland J, Lalmand J, Coussement P, Castadot M, Janssens L, Agostoni P, Buysschaert I, Suttorp MJ. Safety and efficacy of the cobalt chromium PRO-Kinetik coronary stent system: results of the MULTIBENE study. Cardiovascular Revascularization Medicine 2012; 13(6):316-320.
Voight BF, Peloso GM, Orho-Melander M, Frikke-Schmidt R, Barbalic M, Jensen MK, Hindy G, Hólm H, Ding EL, Johnson T, Schunkert H, Samani NJ, Clarke R, Hopewell JC, Thompson JF, Li M, Thorleifsson G, Newton-Cheh C, Musunuru K, Pirruccello JP, Saleheen D, Chen L, Stewart AFR, Schillert A, Thorsteinsdottir U, Thorgeirsson G, Anand S, Engert JC, Morgan T, Spertus J, Stoll M, Berger K, Martinelli N, Girelli D, McKeown PP, Patterson CC, Epstein SE, Devaney J, Burnett MS, Mooser V, Ripatti S, Surakka I, Nieminen MS, Sinisalo J, Lokki ML, Perola M, Havulinna A, de Faire U, Gigante B, Ingelsson E, Zeller T, Wild P, de Bakker PIW, Klungel OH, Maitland-van der Zee A-H, Peters BJM, de Boer A, Grobbee DE, Kamphuisen PW, Deneer VHM, Elbers CC, Onland-Moret NC, Hofker MH, Wijmenga C, Verschuren WMM, Boer JM, van der Schouw YT, Rasheed A, Frossard P, Demissie S, Willer C, Do R, Ordovas JM, Abecasis GR, Boehnke M, Mohlke KL, Daly MJ, Guiducci C, Burtt NP, Surti A, Gonzalez E, Purcell S, Gabriel S, Marrugat J, Peden J, Erdmann J, Diemert P, Willenborg C, König IR, Fischer M, Hengstenberg C, Ziegler A, Buysschaert I, Lambrechts D, van de Werf F, Fox KA, El Mokhtari NE, Rubin D, Schrezenmeir J, Schreiber S, Schäfer A, Danesh J, Blankenberg S, Roberts R, McPherson R, Watkins H, Hall AS, Overvad K, Rimm E, Boerwinkle E, TybjaergHansen A, Cupples LA, Reilly MP, Melander O, Mannucci PM, Ardissino D, Siscovick D, Elosua R, Stefansson K, O’Donnell CJ, Salomaa V, Rader DJ, Peltonen L, Schwartz SM, Altshuler D, Kathiresan S. Plasma HDL cholesterol and risk of myocardial infarction: a mendelian randomisation study. Lancet 2012; 380(9841):572580.
Vermeulen F, Swinkels BM, van Boven WJ. Konno procedure for prosthetic aortic valve endocarditis: 34-year follow-up. Annals of Thoracic Surgery 2012; 93(1):302-304. Vernooij C, Vreeburg ME, Segers MJM, Hammacher ER. Treatment of torus fractures in the forearm in children using bandage therapy. Journal of Trauma & Acute Care Surgery 2012; 72(4):1093-1097. Verrijn Stuart AA, de Jager W, Klein MR, Teklenburg G, Nuboer R, Hoorweg JJG, de Vroede MA, de Kruijff I, Fick M, Schroor EJ, van der Vlist GJ, Meerding J, Kamphuis S, Prakken BJ. Recognition of heat shock protein 60 epitopes in children with type 1 diabetes. Diabetes/Metabolism Research & Reviews 2012; 28(6):527-534. Verschuur-Maes AHJ, de Bruin PC, van Diest PJ. Epigenetic progression of columnar cell lesions of the breast to invasive breast cancer. Breast Cancer Research & Treatment 2012; 136(3):705-715. Vink MA, Dirksen MT, Tijssen JG, Suttorp MJ, Patterson MS, van Geloven N, Ijsselmuiden AJ, Slagboom T, Kiemeneij F, Laarman GJ. Lack of long-term clinical benefit of thrombus aspiration during primary percutaneous coronary intervention with paclitaxeleluting stents or bare-metal stents: Post-hoc analysis of the PASSION-trial. Catheterization & Cardiovascular Interventions 2012; 79(6):870-877. Vlieger AM, Rutten JM, Govers AMAP, Frankenhuis C, Benninga MA. Long-term follow-up of gut-directed hypnotherapy vs. standard care in children with functional abdominal pain or irritable bowel syndrome. American Journal of Gastroenterology 2012; 107(4):627-631. Voermans RP, Le Moine O, von Renteln D, Ponchon T, Giovannini M, Bruno M, Weusten BLAM, Seewald S, Costamagna G, Deprez P, Fockens P. Efficacy of endoscopic closure of acute perforations of the gastrointestinal tract. Clinical Gastroenterology & Hepatology 2012; 10(6):603-608. Voets GM, Platteel TN, Fluit AC, Scharringa J, Schapendonk CM, Stuart JC, Bonten MJ, Hall MA, on behalf of the National ESBL Surveillance Working Group and National ESBL Surveillance
Vorselaars ADM, Snijder RJ, Grutters JC. Increased number of pulmonary embolisms in sarcoidosis patients. Chest 2012; 141(3):826-827. Vorselaars ADM, Keijsers RGM, Grutters JC. Earlobe sarcoidosis. Sarcoidosis Vasculitis & Diffuse Lung Diseases 2012; 29(1):5557. Vos FI, de Jong-Pleij EAP, Ribbert LSM, Tromp E, Bilardo CM. Three-dimensional ultrasound imaging and measurement of nasal bone length, prenasal thickness and frontomaxillary facial angle in normal second- and third-trimester fetuses. Ultrasound in Obstetrics & Gynecology 2012; 39(6):636-641. Vos RJ, Yilmaz A, Sonker U, Kloppenburg GTL. Acute mediastinal bleeding during vacuum-assisted closure. International Wound Journal 2012; [Epub ahead of print]. Vos RJ, Yilmaz A, Sonker U, Kelder JC, Kloppenburg GTL. Vacuumassisted closure of post-sternotomy mediastinitis as compared to open packing. Interactive Cardiovascular & Thoracic Surgery 2012; 14(1):17-21.
148
Vos RJ, Yilmaz A, Sonker U, Kelder JC, Kloppenburg GTL. Primary closure using Redon drains vs vacuum-assisted closure in poststernotomy mediastinitis. European Journal of Cardio-Thoracic Surgery 2012; 42(4):e53-e57. Waasdorp EJ, Gorrepati ML, Rafii BY, de Vries JPPM, Zarins CK. Sideways displacement of the endograft within the aneurysm sac is associated with late adverse events after endovascular aneurysm repair. Journal of Vascular Surgery 2012; 55(4):947-955. Walhout RJ, Post MC, Plokker HWM. Stenting in percutaneous treatment of adult aortic coarctation. Netherlands Heart Journal 2012; 20(7-8):338. Wang C, Peeters MYM, Allegaert K, Blusse van Oud-Alblas HJ, Krekels EH, Tibboel D, Danhof M, Knibbe CAJ. A bodyweightdependent allometric exponent for scaling clearance across the human life-span. Pharmaceutical Research 2012; 29(6):15701581. Wegdam-Blans MC, Kampschreur LM, Delsing CE, Bleeker-Rovers CP, Sprong T, van Kasteren ME, Notermans DW, Renders NH, Bijlmer HA, Lestrade PJ, Koopmans MP, Nabuurs-Franssen MH, Oosterheert JJ, The Dutch Q fever Consensus Group, Collaborators werkzaam in het St. Antonius Ziekenhuis: Vlaminckx BJM, de Vries JPPM. Chronic Q fever: review of the literature and a proposal of new diagnostic criteria. Journal of Infection 2012; 64(3):247259. Westerhuis ME, Porath MM, Becker JH, van den Akker ES, van Beek E, van Dessel HJ, Drogtrop AP, van Geijn HP, Graziosi GCM, Groenendaal F, van Lith JM, Mol BW, Moons KG, Nijhuis JG, Oei SG, Oosterbaan HP, Rijnders RJ, Schuitemaker NW, Wijnberger LD, Willekes C, Wouters MG, Visser GH, Kwee A. Identification of cases with adverse neonatal outcome monitored by cardiotocography versus ST analysis: secondary analysis of a randomized trial. Acta Obstetricia & Gynecologica Scandinavica 2012; 91(7):830-837. Westerhuis ME, Schuit E, Kwee A, Zuithoff NP, Groenwold RH, van den Akker ES, van Beek E, van Dessel HJ, Drogtrop AP, van Geijn HP, Graziosi GCM, van Lith JM, Nijhuis JG, Oei SG, Oosterbaan HP, Porath MM, Rijnders RJ, Schuitemaker NW, Wijnberger LD, Willekes C, Wouters MG, Visser GH, Mol BW, Moons KG. Prediction of neonatal metabolic acidosis in women with a singleton term pregnancy in cephalic presentation. American Journal of Perinatology 2012; 29(3):167-174.
Wiarda BM, Heine DG, Mensink P, Stolk MFJ, Dees J, Hazenberg HJ, Stoker J, Kuipers EJ. Comparison of magnetic resonance enteroclysis and capsule endoscopy with balloon-assisted enteroscopy in patients with obscure gastrointestinal bleeding. Endoscopy 2012; 44(7):668-673. Wiarda BM, Mensink PB, Heine DG, Stolk MFJ, Dees J, Hazenberg H, Stoker J, van der Woude CJ, Kuipers EJ. Small bowel Crohn’s disease: MR enteroclysis and capsule endoscopy compared to balloon-assisted enteroscopy. Abdominal Imaging 2012; 37(3):397-403. Wiendels NJ, Tromp SC. Orthostatische tremor: wankelen bij stilstaan. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 2012; 156(21):A4396. Wierda E, Reesink HJ, Bruining H, van Delden OM, Kloek JJ, Bresser P. Successful pulmonary endarterectomy in a patient with Klinefelter Syndrome. Case Reports in Pulmonology 2012; 2012:Article ID 104195. Wiersema AM, Jongkind V, Bruijninckx CM, Reijnen MM, Vos JA, van Delden OM, Zeebregts CJ, Moll FL, The CAPPA study group (Consensus on Arterial PeriProcedural Anticoagulation). Prophylactic perioperative anti-thrombotics in open and endovascular abdominal aortic aneurysm (AAA) surgery: a systematic review. European Journal of Vascular & Endovascular Surgery 2012; 44(4):359-367. Willemink MJ, van Es HW, Koobs L, Morshuis WJ, Snijder RJ, van Heesewijk JPM. CT evaluation of chronic thromboembolic pulmonary hypertension. Clinical Radiology 2012; 67(3):277-285. Willemink MJ, van Es HW, Helmhout PHP, Diederik AL, Kelder JC, van Heesewijk JPM. The effects of dynamic isolated lumbar extensor training on lumbar multifidus functional cross-sectional area and functional status of patients with chronic nonspecific low back pain. Spine 2012; 37(26):E1651-E1658. Woutersen-Koch H, Smout AJPM, Flik CE, Hulshof CTJ, de Wit NJ, van der Horst HE. Multidisciplinaire richtlijn prikkelbaredarmsyndroom. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 2012; 156:A4584.
Westerman LJ, Stel HV, Schipper ME, Bakker LJ, Neefjes-Borst EA, van den Brande JH, Boel EC, Seldenrijk CA, Siersema PD, Bonten MJ, Kusters JG. Development of a real-time PCR for identification of brachyspira species in human colonic biopsies. PLoS ONE 2012; 7(12):e52281.
Zaal A, Louwers J, Berkhof J, Kocken M, ter Harmsel W, Graziosi GCM, Spruijt J, Balas C, Papagiannakis E, Snijders P, Meijer C, van Kemenade F, Verheijen RHM. Agreement between colposcopic impression and histological diagnosis among human papillomavirus type 16-positive women: a clinical trial using dynamic spectral imaging colposcopy. BJOG 2012; 119(5):537-544.
Wiarda B, Stolk MFJ, Heine D, Mensink P, Thieme M, Kuipers EJ, Stoker J. Patient burden and patient preference: comparing mr enteroclysis, capsule endoscopy and balloon-assisted enteroscopy. Journal of Gastroenterology & Hepatology 2012; [Epub ahead of print].
Zhang YM, Boerwinkel DF, He S, Weusten BLAM, Xue LY, Fleischer DE, Lu N, Dawsey SM, Zuo SM, Qin XM, Dou LZ, Bergman JJ, Wang GQ. Prospective feasibility study on the use of multiband mucosectomy for endoscopic resection of early squamous neoplasia in the esophagus. Endoscopy 2012; [Epub ahead of print].
149
Zijlmans M, Lango T, Hofstad EF, van Swol CFP, Rethy A. Navigated laparoscopy - liver shift and deformation due to pneumoperitoneum in an animal model. Minimally Invasive Therapy & Allied Technologies 2012; 21(3):241-248. Zijlstra H, van Middendorp H, Devaere L, Larsen JK, van Ramshorst B, Geenen R. Emotion processing and regulation in women with morbid obesity who apply for bariatric surgery. Psychology & Health 2012; 27(12):1375-1387. Zuzak TJ, Bonkova J, Careddu D, Garami M, Hadjipanayis A, Jazbec J, Merrick J, Miller J, Ozturk C, Persson IAL, Petrova G, Saz Peiro P, Schraub S, Simoes-Wust AP, Steinsbekk A, Stockert K, Stoimenova A, Styczynski J, Tzenova-Savova A, Ventegodt S, Vlieger AM, Langler A. Use of complementary and alternative medicine by children in Europe: published data and expert perspectives. Complementary Therapies in Medicine 2012; [Epub ahead of print].
Abstracts Abdullah-Koolmees H, Gerbranda T, Deneer VHM, Tjoeng MM, De Ridder AJM, Gardarsdottir H, Heerdink ER. Discontinuation of anticoagulant care during admission in a psychiatric hospital. Pharmacoepidemiology & Drug Safety 2012; 21(Suppl 3):287. Agulnik JS, Chouaid C, Herder GJM, Ziske C, Mitchell P, Vansteenkiste JF, Eriksson J, Finnern HW, Lungershausen J, Lester J, LUCEOR Study Group. Treatment and treatment outcomes of advanced NSCLC patients in routine clinical care: results of the retrospective LUCEOR study. Journal of Clinical Oncology 2012; 30(15 suppl):6058. Alvarez Herrero L, Visser M, van Berge Henegouwen MI, Bergman JJ, Weusten BLAM. Botulin and steroid injection directly after widespread endoscopic resection do not prevent severe stenosis in an esophageal porcine model. Gastrointestinal Endoscopy 2012; 75(4, Supplement):AB465. Backus BE, Six AJ, Doevendans PA, Kelder JC, Steyerberg EW, Vergouwe Y. Prognostic factors in chest pain patients: a quantitative analysis of the HEART score. European Heart Journal 2012; 33(Suppl 1):916. Baldus S, Butter C, Schillinger W, Kuck KH, Hausleiter J, van der Heyden JAS, Schofer J, Maisano F, Ince H, Corti R, Ussia GP, Boekstegers P, Bekeredjian R, Kowalski M, Sievert H, Franzen O. Real-world European experience with percutaneous treatment of significant mitral regurgitation: demographics and procedural outcomes. EuroIntervention 2012; 8(Suppl N):N187. Bergmeijer TO, Janssen PW, Oibans T, Godschalk TC, Rozemeijer R, Deneer VHM, Hackeng CM, ten Berg JM, on behalf of St. Antonius center for platelet function research. POPular Risk Score for individualized antiplatelet therapy following non-urgent PCI. European Heart Journal 2012; 33(Suppl 1):312-313.
Bergmeijer TO, Angiolillo DJ, James S, Wagner H, Brown PB, Zhou C, Jakubowski JA, Moser BA, Erlinge D, ten Berg JM. Pharmacokinetics and pharmacodynamics of prasugrel 5 mg in low body weight patients and prasugrel 10 mg in higher body weight patients. European Heart Journal 2012; 33(Suppl 1):315. Boerwinkel DF, Holz J, Aalders M, Weusten BLAM, Visser M, Bergman JJ. First human feasibility study on third generation autofluorescence endoscopy for the detection of early neoplasia in Barrett’s esophagus. Gastrointestinal Endoscopy 2012; 75(4, Supplement):AB210. Chouaid C, Mitchell PLR, Agulnik J, Herder GJM, Lester JF, Vansteenkiste J, Eriksson JA, Finnern HW, Lungershausen J. Health-related quality of life in advanced non-small cell lung cancer (NSCLC) patients. Value in Health 2012; 15(4):A227. Chu D, Lipkin M, Wang A, Ferrandino M, Olbert P, Kapoor R, Vijverberg PLM, de la Rosette J, Preminger G. Imaging modalities and stone-free rates: results from the clinical research office of the endourological society percutaneous nephrolithotomy global study. Journal of Urology 2012; 187(4 Suppl):e885. de Bruin M, Harkema U, den Ouden Y, Jaklovski M, Wieman B, Geytenbeek B, Huberts E, Dekker A, Koster H. Structured cooperation in dietetics. Nutrition & Dietetics 2012; 69(Suppl. 1):102. de Cock RF, Allegaert K, Sherwin CM, de Hoog M, van den Anker JN, Danhof M, Knibbe CAJ. Extrapolation of the developmental glomerular filtration rate model derived from amikacin clearance to netilmicin and vancomycin in preterm and term neonates. Clinical Pharmacology & Therapeutics 2012; 91(Supplement 1):S28. de Cock RF, Allegaert K, Kulo A, de Hoon J, Verbesselt R, Danhof M, Knibbe CAJ. Developmental pharmacokinetics of propylene glycol in preterm and term neonates. Clinical Pharmacology & Therapeutics 2012; 91(Supplement 1):S27-S28. Delewi R, van der Laan A, Robbers L, Hirsch A, Nijveldt R, van der Vleuten P, Tijssen J, Tio R, Waltenberger J, ten Berg JM, Doevendans P, Aengevaeren W, van Rossum A, Piek J, Zijlstra F. Intracoronary infusion of mononuclear cells compared with standard therapy after acute myocardial infarction: 2 year magnetic resonance imaging results of the Randomized Controlled Hebe Trial. Journal of the American College of Cardiology 2012; 60(17, Supplement):B149. Dey T, Backus B, Wieczorek H, Aach T, Verzijlbergen JF. Clinical evaluation of a new low dose Tc-rest, Tl-stress single-scan cardiac SPECT protocol indicating improved accuracy. Journal of Nuclear Medicine 2012; 53(Suppl 1):1867.
150
Diepstraten J, Chidambaran V, Sadhasivam S, Esslinger H, Cox S, Inge T, Knibbe CAJ, Vinks A. Population pharmacokinetic modeling of propofol in obese children and adolescents. Clinical Pharmacology & Therapeutics 2012; 91(Supplement 1):S51. Diepstraten J, Janssen EJH, Hackeng CM, van Kralingen S, Peeters MYM, van Dongen EPA, Wiezer RJ, van Ramshorst B, Knibbe CAJ. Population pharmacodynamics of nadroparin in morbidly obese patients using anti-Xa levels as pharmacodynamic endpoint. Clinical Pharmacology & Therapeutics 2012; 91(Supplement 1):S27. Diepstraten J, Janssen EJH, Hackeng CM, van Kralingen S, van Dongen EPA, Wiezer MJ, van Ramshorst B, Knibbe CAJ. Anti-Xa levels after a subcutaneous injection of 5700 IU nadroparin in morbidly obese patients. British Journal of Clinical Pharmacology 2012; 73(2):315. Erlinge D, Gurbel P, James S, Lindahl TL, Svensson P, Brown PB, Zhou C, Jakubowski JA, ten Berg JM, Angiolillo DJ. Prasugrel 5mg in the very elderly is non-inferior to prasugrel 10mg in non-elderly patients: the generations trial, a pharmacodynamic (PD) study in stable CAD patients. European Heart Journal 2012; 33(Suppl 1):675. Ettema R, Peelen L, Koops-Oosterhuis A, van Meeuwen E, Schuurmans M. Malnutrition screening in older patients undergoing cardiac surgery: both in preoperative patients not having an increased weight and in postoperative overfilled patients. European Geriatric Medicine 2012; 3(Supplement 1):S9. Flik CE, Laan W, Smout A, de Wit N. Medical costs of irritable bowel syndrome patients referred to secondary care in the Netherlands. Gut 2012; 61(Suppl 3):A422. Frakking FNJ, Rottier WR, Dorigo W, van Hattem J, van Hees BC, Kluytmans AJW, Dumont-Lutgens S, Prins JM, Thijsen SFT, Verbon A, Vlaminckx BJM, Stuart CJ, Leverstein-van Hall M, Bonten MJM. Characteristics and consequences of inadequate therapy of bacteraemia due to extended-spectrum beta-lactamase (ESBL)producing Enterobacteriaceae in a Dutch cohort. Clinical Microbiology & Infection 2012; 18(Supplement 3):528. Frings V, Boellaard R, Herder GJM, Peters G, Honeywell R, Thunnissen F, Hoekstra O, Smit E. Pemetrexed induced thymidylate synthase inhibition in non-small cell lung cancer (NSCLC) in vivo: a pilot study with [18F]FLT PET and clinical outcome. Journal of Nuclear Medicine 2012; 53(Suppl 1):19. Gasparini M, Proclemer A, Kloppe A, Lunati M, Ferrer JBM, Hersi A, Gulaj M, Wijffels MCEF, Klersy C, Santi E, Manotta L, Arenal Maíz Á. The new era of ICD detection window: not too early is the best strategy! Data from the multicenter randomized prospective Advance III trial. Heart Rhythm 2012; 9(9):1578-1579.
Gurbel PA, Angiolillo DJ, ten Berg JM, James S, Lindahl TL, Svensson P, Jakubowski JA, Brown PB, Duvvuru S, Sundseth S, Walker JR, Small DS, Moser BA, Winters KJ, Erlinge D. Pharmacokinetic and pharmacodynamic effects of prasugrel and clopidogrel according to CYP2C19 genotype in very elderly and non-elderly patients with coronary artery disease. Circulation 2012; 126(21 Suppl):A10678. Hamdine O, Broekmans F, Eijkemans MJC, Cohlen BJ, Verhoeff A, van Dop PA, Bernardus RE, Lambalk CB, Oosterhuis GJE, Holleboom C, van den Dool-Maasland GC, Verburg HJ, van der Heijden PFM, Blankhart A, Fauser BCJM, Laven JSE, Macklon NS. Does initiation of GnRH antagonists on cycle day 2 result in a more favourable follicular phase endocrine profile compared to initiation on cycle day 6. Human Reproduction 2012; 27(Supplement 2):P-488. Houthuizen P, van Garsse LAFM, Poels TT, ten Berg JM, van der Kley F, Baan J, den Heijer P, Stella P, Prinzen FW, de Jaegere P. Prognostic effects and cause of death after transcatheter aortic valve implantation induced left bundle branch block during longterm follow-up. European Heart Journal 2012; 33(Suppl 1):582. Houwink API, Brill MJE, Schmidt S, van Dongen EPA, van Ramshorst B. Subcutaneous adipose tissue and serum concentrations of cefazolin in morbidly obese patients undergoing laparoscopic gastric bypass surgery. BJA: British Journal of Anaesthesia 2012; 108(suppl 2):ii260-ii261. Jakubowski JA, Angiolillo DJ, Zhou C, ten Berg JM, Brown PB, James S, Winters KJ, Erlinge D. The influence of body weight on the pharmacodynamic response to clopidogrel and prasugrel: an integrated analysis of the FEATHER study. European Heart Journal 2012; 33(Suppl 1):316. Jakubowski J, Erlinge D, Gurbel P, Zhou C, Winters K, Brown P, Lindahl T, Svensson P, ten Berg JM, James S, Angiolillo D. A comparison of 5 mg Prasugrel with 75 mg Clopidogrel in very elderly coronary artery disease patients: pharmacodynamics and rates of high on-treatment reactivity. Journal of the American College of Cardiology 2012; 60(17, Supplement):B15. Janse JA, Goedegebuure RSA, Veersema S, Broekmans FJM, Schreuder HWR. Hysteroscopic placement of tubal sterilization micro-inserts on a virtual reality simulator: assessment of the learning curve. Human Reproduction 2012; 27(Suppl 2):P-581. Janssen K, Charangat C, Vernooij MMA, Schagen van Leeuwen JH, The HS. Outcome of anterior and posterior transvaginal mesh repair for pelvic organ prolapse: an observational study. International Urogynecology Journal and Pelvic Floor Dysfunction 2012; 22(Suppl 1):S147. Jaspers Focks J, Bergmeijer TO, Brouwer MA, Clappers N, van Oijen MG, te Morsche RH, Hackeng CM, Peters WH, ten Berg JM, Verheugt FW. The -765G>C polymorphism in the gene
151
encoding for cyclooxygenase-2 increases the risk for atherothrombotic events in patients with coronary artery disease: a prospective one-year follow-up study. Circulation 2012; 126(21 Suppl):A15457. Klaassen E, Hovig S, van de Kant K, Jobsis R, van Schayck O, Rijkers GT, Dompeling E. Prediction of asthma at age 6 by means of the response to inhaled corticosteroids in pre-school children with recurrent wheezing. Allergy 2012; 67 Supplement 96:27. Kooiman J, Sijpkens YW, Brulez HC, de Vries JPPM, Hamming JF, van der Molen AJ, Aarts NJ, Cannegieter SC, Rabelink TJ, Huisman MV. Randomized study of short prehydration with sodium bicarbonate versus standard pre- and posthydration with sodium chloride to prevent contrast induced acute kidney injury: the Salina trial. Circulation 2012; 126(21 Suppl):A12835. Kooiman J, Le Haen PA, Gezgin G, de Vries JPPM, Boersma D, Brulez HF, Sijpkens YW, van der Molen AJ, Cannegieter SC, Hamming JF, Huisman MV. Contrast induced acute kidney injury and clinical outcome after intra-arterial and intravenous contrast administration: risk assessment adjusted for patient characteristics by design. Circulation 2012; 126(21 Suppl):A14585. Koole D, Hurks R, Vink A, van der Kraak PH, Schoneveld A, de Kleijn DP, de Vries JPPM, van Herwaarden JA, Moll FL, Pasterkamp G. Smoking affects the microarchitecture in abdominal aortic aneurysm disease. British Journal of Surgery 2012; 99(Supplement 7):S3. Kortram K, Donkervoort S, Dijksman L, van Ramshorst B, Gouma D, Boerma D. How to further lower the complication rate after laparoscopic cholecystectomy. HPB 2012; 14(Suppl S2):20-21. Kortram K, van Ramshorst B, Vlaminckx BJM, Wiezer MJ, Boerma D. The value of extended postoperative antibiotic prophylaxis after laparoscopic cholecystectomy in acute cholecystitis. HPB 2012; 14(Suppl S2):24. Koster TD, Ramjankhan FZ, van de Graaf EA, Luijk HD, Grutters JC, Meijer RCA, van Kessel DA, Kwakkel-van Erp JM. The crossed wiring technique, especially the parasternal technique, is associated with less sternal dehiscence after bilateral lung transplantation. Journal of Heart & Lung Transplantation 2012; 31(4, Supplement 1):S249. Koyak Z, Kroon B, de Groot JR, Bouma BJ, Wagenaar LJ, van Dijk AJ, C.A. R, van Gelder IC, Post MC, Mulder BJ. Management of first onset supraventricular tachycardias in adults with congenital heart disease. Circulation 2012; 126(21 Suppl):A10911. Kroes M, Braak SJ, van Strijen MJL, Busser W, Hoogeveen YL, de Lange F, SchultzeKool L. Laser guidance in combination with needle path planning reduces fluoroscopy time and patient radiation dose in cone-beam CT needle interventions. Journal of Vascular & Interventional Radiology 2012; 23(3,
Supplement):S31. Kroeze S, van Melick HHE, Nijkamp M, Kruijssen L, van Diest P, Bosch R, Jans J. Incomplete thermal ablation induces increased proliferation of renal carcinoma cells in a murine model. Journal of Urology 2012; 187(4 Suppl):e119-e120. Krul SPJ, van Amersfoorth SCM, Geuzenbroek GSC, Driessen AHG, Wilde AAM, de Bakker JMT, de Groot JR. Myofibroblasts do not contribute to the substrate for atrial fibrillation. A study of human left atrial appendages. European Heart Journal 2012; 33(Suppl 1):817-818. Künzli H, van Oijen MG, Timmer R, Schwartz MP, Witteman BJ, Weusten BLAM, Siersema PD, Vleggaar FP. EUS-guided drainage is an effective treatment for the majority of symptomatic peripancreatic fluid collections. Gastrointestinal Endoscopy 2012; 75(4, Supplement):AB439. Leeuwenburgh MMN, Wiezer MJ, Wiarda BM, Bouma WH, Phoa SSKS, Stockmann HBAC, Jensch S, Houdijk APJ, Vrouenraets BC, van Es HW, Gratama JWC, Spilt A, Cobben LPJ, Bossuyt PMM, Stoker J, Boermeester MA, namens de OPTI. Accuracy of Magnetic Resonance Imaging for discrimination between simple and perforated appendicitis. British Journal of Surgery 2012; 99(Supplement 7):S6. Liem AL, Russo M, van Buyten JP, Smet I, Huygen F. Dorsal root ganglion stimulation for the treatment of failed back surgery syndrome. Pain Practice 2012; 12(Supplement 1):87. Liem S, Schuit E, Lim AC, van Pampus M, Bloemenkamp K, Duvekot H, Hasaart T, Hummel P, Bernardus R, Groenwold R, Kars ME, van Oirschot C, Kwee A, Papatsonis D, Porath M, Spaanderman M, Willekes C, Mol B, Wilpshaar J. The effect of twin-to-twin interval on neonatal outcome of the second twin. American Journal of Obstetrics & Gynecology 2012; 206(1, Supplement):S80-S81. Michel MS, Vervenne W, Goebell PJ, Von Weikersthal LF, Freier W, de Santis M, Zimmermann U, Bos MMEM, Trojan L, Lerchenmuller CA, Schenk M, Staehler MD, Flörcken A, Pahernik S, Los M, van Arkel C, Schirrmacher-Memmel S, Eichelberg C. Phase III randomized sequential open-label study to evaluate efficacy and safety of sorafenib (SO) followed by sunitinib (SU) versus sunitinib followed by sorafenib in patients with advanced/metastatic renal cell carcinoma without prior systemic therapy (SWITCH Study): Safety interim analysis results. Journal of Clinical Oncology 2012; 30(15 suppl):4539. Pallesen LP, Puetz V, Gerber J, Dzialowski I, Michel P, Pfefferkorn T, Mattle HP, Kappelle LJ, Wiedemann B, Khomenko A, Algra A, von Kummer R, Demchuk AM, Schonewille WJ, BASICS Study Group. Perfusion CT in patients with Basilar Artery Occlusion: diagnostic and prognostic value in the Basilar Artery International Cooperation Study. Stroke 2012; 43(2 Meeting Abstracts):Abstract 2972.
152
Phoa KY, Pouw RE, van Vilsteren FG, Sondermeijer C, ten Kate FJ, Visser M, Meijer SL, van Berge Henegouwen MI, Weusten BLAM, Mallant-Hent RC, Schoon EJ, Bergman JJ. Prospective long-term follow-up after radiofrequency ablation for Barrett’s Esophagus with high-grade dysplasia and/or early cancer. Gastrointestinal Endoscopy 2012; 75(4, Supplement):AB449. Phoa KY, Pouw RE, Bisschops R, Pech O, Ragunath K, Weusten BLAM, Schumacher B, Rembacken B, Meining A, Messmann H, Schoon EJ, Gossner L, Mannath J, Seldenrijk CA, Visser M, Lerut AE, Rösch T, Seewald S, ten Kate FJ, Ell C, Neuhaus H, Bergman JJ. Radiofrequency ablation combined with endoscopic resection for Barrett’s Esophagus with early neoplasia in 132 patients: results of a prospective European multicenter study (Euro-II). Gastrointestinal Endoscopy 2012; 75(4, Supplement):AB159-AB160. Post EDM, Daamen J, Balemans WAF. “Snipping of a tongue tie” in neonates with ankyloglossia and breastfeeding problems: outcomes and complications. Archives of Disease in Childhood 2012; 97(Suppl 2):A486. Postma E, Verkooijen HM, van Esser SE, Hobbelink MG, van der Schelling GP, Koelemij R, Witkamp AJ, Mali W, van den Bosch MAAJ, van Hillegersberg R. Radio-guided occult lesion localisation (ROLL) versus wire-guided localisation (WGL) in breast conserving surgery for non-palpable breast cancer (ROLL study): a randomised clinical multicenter trial. European Journal of Cancer 2012; 48(Suppl 1):S105. Postma E, Verkooijen HM, van Esser SE, Hobbelink MG, van der Schelling GP, Koelemij R, Witkamp AJ, van den Bosch MAAJ, van Hillegersberg R. Localisation failures with radio-guided occult lesion localisation : pitfalls and solutions. European Journal of Cancer 2012; 48(Suppl 1):S218. Proclemer A, Gasparini M, Kloppe A, Lunati M, Martinez Ferrer JB, Hersi A, Gulaj M, Wijffels MCEF, Klersy C, Santi E, Manotta L, Arenal Maiz A. Anti-tachycardia pacing efficacy in the setting of prolonged arrhythmia detection : new data from the ADVANCEIII study. Circulation 2012; 126(21 Suppl):A14010. Rijkers GT, van Mens SP, Meijvis SCA, Endeman H, van Velzen-Blad H, Biesma DH, Grutters JC, Vlaminckx BJM. Longitudinal analysis of pneumococcal antibodies during community-acquired pneumonia. Book of Abstracts and App, Planet xMAP 2012, Monte Carlo, Monaco 2012. Russo M, Brooker C, Verrills P, Cousins M, van Buyten JP, Liem AL. Dorsal root ganglion stimulation for the treatment of chronic neuropathic foot pain. Pain Practice 2012; 12(Supplement 1):87. Schaap J, de Groot JAH, Nieman K, Meijboom W, Boekholdt SM, van der Heyden JAS, de Kroon TL, Rensing BJWM, Moons KGM, Verzijlbergen JF. Hybrid myocardial perfusion SPECT/CT-a and invasive coronary angiography in patients with stable angina pectoris lead to similar treatment decisions. European Heart Journal 2012; 33(Suppl 1):95.
Schaap J, Boekholdt S, Nieman K, Meijboom W, Post MC, van der Heyden JAS, Rensing BJWM, Verzijlbergen JF. Diagnostic performance of hybrid SPECT/CT imaging for the diagnosis of coronary artery disease in a high risk population. Journal of Nuclear Medicine 2012; 53(Suppl 1):248. Schaap J, de Groot J, Nieman K, Meijboom W, Boekholdt S, van der Heyden JAS, de Kroon TL, Rensing BJWM, Moons C, Verzijlbergen JF. Treatment decisions based on hybrid myocardial perfusion SPECT and CT coronary angiography. Journal of Nuclear Medicine 2012; 53(Suppl 1):243. Schellings D, Ottervanger JP, van Zoelen AB, Dambrink JH, Hamm C, Suryapranata H, ten Berg JM, van ‘t Hof A. The additive value of baseline N-terminal pro-BNP assessment in the evaluation of patients treated with primary PCI, eligible for early discharge. Circulation 2012; 125(19):e697-e698. Schölvinck D, Alvarez Herrero L, Visser M, Bergman JJ, Weusten BLAM. Does Lugol’s Staining prevent stenosis formation induced by radiofrequency ablation of esophageal squamous epithelium? A study in a porcine model. Gastrointestinal Endoscopy 2012; 75(4, Supplement):AB472. Smorenburg CH, Seynaeve C, Wymenga MANM, Maartense E, de Graaf H, de Jongh FE, Braun HJ, Los M, Schrama JG, Portielje JEA, Hamaker M, van Tinteren H, de Groot SM, van Leeuwen-Stok EAE, Nortier HWR. First-line chemotherapy with pegylated liposomal doxorubicin versus capecitabine in elderly patients with metastatic breast cancer: results of the phase III OMEGA study of the Dutch Breast Cancer Trialists’ Group (BOOG). Cancer Research 2012; 72(24 Supplement 3):P1-12-05. Sonneveld P, de Weerdt O, Levin MD, Ghidey W, Vellenga E, Klein SK, Doorduyn J, Kersten MJ, Wijermans PW, Lokhorst H. Escalated dose bortezomib once weekly combined with lenalidomide and dexamethasone (eVRD) followed by lenalidomide maintenance in first relapse of multiple myeloma (MM): the HOVON 86 Phase 2 Trial. ASH Annual Meeting Abstracts 2012; 120(21):1853. Sonneveld P, Asselbergs E, Zweegman S, van der Holt B, Kersten MJ, Vellenga E, van Marwijk-Kooy M, de Weerdt O, Lonergan S, Lokhorst H. Carfilzomib combined with thalidomide and dexamethasone (CTD) is an highly effective induction and consolidation treatment in newly diagnosed patients with multiple myeloma (MM) who are transplant candidate. ASH Annual Meeting Abstracts 2012; 120(21):333. Stork AC, Notermans NC, Cats EA, Vlam L, van den Berg LH, Rijkers GT, van der Pol WL. Cytokine patterns in mgus polyneuropathy and mmn. Journal of the Peripheral Nervous System 2012; 17(2):272273. Suttorp MJ. A randomised comparison of sirolimus-eluting stent implantation with zotarolimus-eluting stent implantation for the treatment of total coronary occlusions: one-year clinical and
153
eight-month angiographic outcome of the prison III trial. EuroIntervention 2012; 8(Suppl N):N127. Tajik P, van der Tuuk K, Koopmans C, Groen H, van Pampus M, van der Berg P, van der Post J, van Loon A, de Groot C, Kwee A, Huisjes A, van Beek E, Papatsonis DNM, Bloemenkamp KWM, van Unnik G, Porath M, Rijnders R, Stigter R, de Boer K, Scheepers L, Bossuyt P, Mol B. Should cervical ripeness play a role in the decision for labor induction in women with gestational hypertension or mild preeclampsia at term: an exploratory analysis of the HYPITAT trial. American Journal of Obstetrics & Gynecology 2012; 206(1, Supplement):S349. Teeuwen K, van den Branden BJL, Rahel BM, Laarman GJ, Tijssen JPG, Kelder JC, Slagboom T, ten Berg JM, Suttorp MJ. Long-term angiographic superiority of sirolimus-eluting stents compared to bare metal stents in total coronary occlusions in the primary stenting of totally occluded native coronary arteries II. European Heart Journal 2012; 33(Suppl 1):554-555. Teeuwen K, van den Branden BJL, Koolen J, Henriques J, Tijssen J, Kelder JC, van der Schaaf R, Vermeersch P, Rensing BJWM, Suttorp MJ. Two-year clinical outcomes of primary stenting of totally occluded native coronary arteries iii (PRISON III): a randomized comparison of sirolimus-eluting stent implantation with zotarolimus-eluting stent implantation for the treatment of total coronary occlusions. Journal of the American College of Cardiology 2012; 60(17, Supplement):B126-B127. ter Borg EJ, Kelder JC. Lower prevalence of extra-glandular manifestations and anti-SSB antobodies in patients with primary Sjogrens syndrome and the widespread pain syndromen. Evidence for a relatively benign subset. NVR 2012;226-227. Valkenburg AJ, van Dijk M, de Leeuw TG, Meeussen CJ, Knibbe CAJ, Tibboel D. Anaesthesia and postoperative analgesia in surgical neonates with or without Down’s Syndrome: is it really different? Survey of Anesthesiology 2012; 56(3):133. van de Wall B, Draaisma W, Consten E, Wiezer MJ, van der Kaaij R, Broeders I. The diagnostic value of serologic inflammation markers and body temperature in discriminating complicated from uncomplicated diverticulitis. Colorectal Disease 2012; 14(Suppl. 2):40. van der Linde D, Andrinopoulou ER, Oechslin EN, Budts W, van Dijk APJ, Pieper PG, Wajon EMCJ, Post MC, Witsenburg M, Bogers AJJC, Takkenberg JJM, Roos-Hesselink JW. Factors influencing natural course of congenital aortic stenosis in young adults: a multicenter study. Cardiology 2012; 121(2):142. van der Sluis PC, Ubink I, van der Horst S, Boonstra J, Voest EE, Borel-Rinkes IHM, Wiezer MJ, Schipper MEI, Siersema P, Los M, van Hillegersberg R, Lolkema MP. Safety of epirubicin, cisplatin and capecitabin chemotherapy in resectable oesophageal or gastro-oesophageal junction adenocarcinoma outside clinical
trials. Diseases of the Esophagus 2012; 25(Supplement 1):89. van Duursen MB, Smeets EE, Nijmeijer SM, de Jong PC, van den Berg M. Adjuvant endocrine therapy in human and canine breast cancer treatment: 6.1.K. Journal of Veterinary Pharmacology and Therapeutics 2012; 35(Supplement 3):17. van Goor A, Wolf E, de Haan E, Jaarsma W. Rapid access cardiology clinic - results of referrals for chest pain, shortness of breath and arrythmias in patients with no previous history of coronary artery disease. European Journal of Cardiovascular Nursing 2012; 11(1 Suppl 1):S59. van Hannen EJ, Jonkers S, Cummings C, Shumaker M, Ferlinz A. Development of a TaqMan array card for the simultaneous detection of 16 pathogens causing gastroenteritis. Clinical Microbiology & Infection 2012; 18(Supplement 3):503. van Meer T, Veersema S. Removal of Essure Device. Journal of Minimally Invasive Gynecology 2012; 19(6, Supplement):S83. van Schil P, Stockman B, Hendriks J, den Hengst WA, van Putte BP, van Boven WJ, Rodrigus IER, Versteegh MIM. Isolated lung perfusion in combination with lung resection for the treatment of pulmonary metastases. Interactive Cardiovascular & Thoracic Surgery 2012; 15(Suppl 2):S146. van Vilsteren FG, Alvarez Herrero L, Pouw RE, Phoa KY, Sondermeijer C, van Lijnschoten G, Seldenrijk CA, Visser M, van Berge Henegouwen MI, Weusten BLAM, Schoon EJ, Bergman JJ. Simplifying radiofrequency ablation of Barrett’s Esophagus: a randomized multicenter trial comparing three different treatment regimens for circumferential ablation using the Halo360 system. Gastrointestinal Endoscopy 2012; 75(4, Supplement):AB158. van Vilsteren FG, Alvarez Herrero L, Pouw RE, Schrijnders D, Sondermeijer C, Bisschops R, Lopez-Jamar JME, Meining A, Neuhaus H, Parra-Blanco A, Pech O, Ragunath K, Rembacken B, Schenk E, Visser M, ten Kate FJ, Reitsma JB, Weusten BLAM, Schoon EJ, Bergman JJ. A prospective multicenter study to identify predictive markers for initial treatment response after circumferential radiofrequency ablation for Barrett’s Esophagus with early neoplasia. Gastrointestinal Endoscopy 2012; 75(4, Supplement):AB158-AB159. van Wiemeerch S, Yilmaz A. Closed chest video-assisted thoracoscopic lobectomy: results of 2010—2011. Interactive Cardiovascular & Thoracic Surgery 2012; 15(Suppl 1):S56. van Zeggeren L, van Herwaarden JA, Verhagen HJ, Werson DA, Zandvoort HJ, Goncalves FB, Moll FL, de Vries JPPM. Obstruction of the endurant endograft post- EVAR: incidence and treatment results. Journal of Vascular Surgery 2012; 55(6, Supplement):22S. Vogel M, Casteleijn CW, Bruins P, Meinders AJ. A new patient mobilization scoring system in the ICU: what is the degree of similarity in scores between assessors in daily use? Critical Care 2012;
154
16(Suppl 1):S187. Vrijenhoek JE, den Ruijter HM, de Borst GJ, de Kleijn DP, de Vries JPPM, Vink A, Moll FL, Pasterkamp G. Gender is strongly associated with the presence of atherosclerotic plaque hemorrhage and an effect modifier in the relation between plaque hemorrhage and cardiovascular outcome. Circulation 2012; 126(21 Suppl):A9789. Wagner H, Jakubowski J, Angiolillo D, ten Berg JM, Foley D, Brown P, Zhou C, Bergmeijer TO, James S, Winters K, Erlinge D. Prasugrel 5 mg in low body weight patients results in similarly low rates of high on-treatment platelet reactivity as prasugrel 10 mg in higher body weight patients. EuroIntervention 2012; 8(Suppl N):N90. Wagner H, Jakubowski JA, Angiolillo DJ, ten Berg JM, Small DS, Zhou C, Bergmeijer TO, James S, Winters KJ, Erlinge D. Clopidogrel is associated with weaker platelet inhibition, lower active metabolite concentration and more poor responders in higher body weight patients compared with lower body weight patients. European Heart Journal 2012; 33(Suppl 1):318. Wevers MR, Ausems MG, Bleiker EM, Rutgers EJ, Witkamp AJ, Hahn DE, Brouwer T, Kuenen MA, van der Sanden-Melis J, van der Luijt RB, Hogervorst FB, van Dalen T, Theunissen EBM, van Ooijen B, de Roos MA, Borgstein PJ, Vrouenraets BC, Huisman JJ, Bouma WH, Rijna H, Vente JP, Valdimarsdottir H, Verhoef S, Aaronson NK. Rapid genetic counseling and testing in newly diagnosed breast cancer patients, findings from an RCT. Cancer Research 2012; 72(24 Supplement 3):P4-11-01. Willems S, Vink A, Quax P, de Borst GJ, de Vries JPPM, van de Weg SM, Moll FL, de Kleijn DP, Hoefer IE, Pasterkamp G. Total mast cell numbers in human carotid atherosclerotic plaques and tryptase plasma levels are predictive for future cardiovascular events. Circulation 2012; 126(21 Suppl):A18348. Zandvoort HJ, Kaan ED, de Vries JPPM, Moll FL, van Herwaarden JA. A femorofemoral bypass for aneurysmal or stenotic arterial disease: is there a difference in outcome? Journal of Vascular Surgery 2012; 55(6, Supplement):55S-56S.
Overige publicaties Bastos Gonçalves F, de Vries JPPM, Voute MT, Hendriks JM, Rouwet EV, ten Raa S, Moll FL, van Herwaarden JA, Verhagen HJM. About fitness, safety and risk of AAA repair, what is the best... in extremely angulated proximal AAA necks? In: Bequemin JP, editor. Controversies and Updates in Vascular Surgery. 2012. Beldman TFJ, Hoogenboom LJ. Het carcinoïdsyndroom en anesthesie. A&I 2012; 4(2):54-58. Besteman SB, Vlaminckx BJM, Fandri DHH, Heidema J. Een zuigeling met tweemaal een recidief late groep-B-streptokokkensepsis. Nederlands Tijdschrift voor Medische Microbiologie 2012; 20(2):65-69.
Casteleijn CW. Patiënt mobiliseer frame : een vroeg-mobiliseer algoritme voor de intensive care-patiënt. Kritiek 2012; 30(3):3-5, 7. de Jong PC. Editorial. ‘Concentratie van oncologische zorg: de medisch specialist moet aan zet’ en ‘Centralisatie van chirurgische behandeling van oesofaguscarcinoom in de VIKC-regio Oost-Nederland’. Nederlands Tijdschrift voor Oncologie 2012; 9(7):292-293. de Lange M. Persisterende pijn poststernotomie : een probleem of niet? : onderzoek naar pijnklachten na een openhartoperatie. Cordiaal 2012; 33(3):76-79. de Vries E, Vlieger AM. Een kind met frequente infecties. In: Draaisma JMT, Bot P, Swart JF, editors. Probleemgeoriënteerd denken in de kindergeneeskunde : een praktijkboek voor de opleiding en de kliniek. Utrecht: De Tijdstroom, 2012: 129-135. Diepstraten J, van Kralingen S, Peeters MYM, Deneer VHM, van Ramshorst B, van Dongen EPA, Danhof M, Knibbe CAJ. Farmacokinetiek en farmacodynamiek van propofol bij morbide obese patiënten. PW Wetenschappelijk Platform 2012; 6(4):68-72. Dodemont SRP, van Pelt JPA, van Rooijen F, Wakelkamp IMMJ, van der Waal RIF. Gele handen door ‘groene’ voeding. Nederlands Tijdschrift voor Dermatologie en Venereologie 2012; 22(5):320-321. Flik CE. Psychological treatment methods for IBS. E learning module IBS. UEG education online learning platform 2012. 2012. Fuijkschot M, Mosselman MJ. Ziekenhuizen in Nieuwegein en Tiel vergemakkelijken herkenning donoren. Transparant 2012; 51(april):19. Haas FJLM, de Vries RR. De gereviseerde Richtlijn Bloedtransfusie 2011. Nederlands Tijdschrift voor Hematologie 2012; 9(7):259262. Hackeng CM, ten Berg JM, Deneer VHM, Ruven HJT, van Werkum JW. Anti-platelet therapy in (cardio)vascular disease. Nederlands Tijdschrift voor Klinische Chemie en Laboratoriumgeneeskunde 2012; 37(1):22-24. Hartmann F, Vlieger AM. Effects of mind-body therapies in children. Focus on Alternative & Complementary Therapies 2012; 17(2):91-96. Hengstman GJ, Hupperts RM, van Munster ETh, Siepman TA, Frequin STFM, de Jong B, Killestein J, Sanders EA. Fingolimod bij multiple sclerose: een praktische richtlijn. Tijdschrift voor Neurologie & Neurochirurgie 2012; 113(2):82-89. Horiks A, Wiltink EHH. Het veld aan de slag. Ketenzorg antistolling moet sluitend worden. Pharmaceutisch Weekblad 2012; 147(11):13.
155
Joziasse L, ten Cate D. CarVasZ 2012 : M/V : 30 November in de ReeHorst te Ede. Cordiaal 2012; 33(3):103.
Kromhout P. Erytropoëtine, een hormoon met vele toepassingen. Analyse 2012; 67(10):297-301.
Kaan JA, Frakking FNJ, Arents NL, Anten S, Roest HI, Rothbarth PH. Klinisch beeld en gevaren van brucellose in Nederland. Analyse 2012; 67(9):266-269.
Kromhout P. De bloed-hersenbarrière, het verdedigingsmechanisme van ons commandocentrum. Analyse 2012; 67(4):100104.
Kaandorp CJE, van der Waal RIF. Klinische probleemstellingen : onderzoek en diagnostiek van 236 aandoeningen. 2e herz ed. Houten: Prelum uitgevers, 2012.
Kromhout P. Verstoorde osmolaliteit : dat voel je aan je water. Analyse 2012; 67(2):36-41.
Kastelijn L, Snijder RJ, Ruven HJT. Longembolie : kliniek en diagnostiek. Analyse 2012; 67(8):228-233. Klaassen EMM, van de Kant KDG, Jöbsis Q, Høvig STP, van Schayck CP, Rijkers GT, Dompeling E. Symptoms, but not a biomarker response to inhaled corticosteroids, predict asthma in preschool children with recurrent wheeze. Mediators of Inflammation 2012; 2012(3.263):Article ID 162571. Klomp H. Tijdelijke bescherming voor levensbedreigende ventriculaire ritmestoornissen : ‘Dankzij het LifeVest ben ik nog steeds in leven’. Cordiaal 2012; 33(2):44-46. Korenromp IHE, Krabbenbos IP, van Swol CFP, van Dongen EPA, Vogels OJM, Grutters JC, Boezeman EHJF. Attenuated laser evoked potentials in sarcoidosis patients in clinical remission. Journal of Neurology Research 2012; 2(5):189-197. Krekels EHJ, Neely M, Panoilia E, Tibboel D, Capparelli E, Danhof M, Mirochnick M, Knibbe CAJ. From pediatric covariate model to semiphysiological function for maturation: part I - extrapolation of a covariate model from morphine to zidovudine. CPT: Pharmacometrics & Systems Pharmacology 2012; 1:e9. Krekels EHJ, Johnson TN, den Hoedt SM, Rostami-Hodjegan A, Danhof M, Tibboel D, Knibbe CAJ. From pediatric covariate model to semiphysiological function for maturation: part II - sensitivity to physiological and physicochemical properties. CPT: Pharmacometrics & Systems Pharmacology 2012; 1:e10. Kromhout P. Fosfaat, voor gezonde botten, DNA en energiestofwisseling. Analyse 2012; 67(6):172-176. Kromhout P. Calcium, niet alleen voor sterke botten. Analyse 2012; 67(5):132-137. Kromhout P. Pancreasziekten, verloop behandeling en complicaties. Analyse 2012; 67(8):236-240. Kromhout P. Defect in ATP-vorming als oorzaak voor complex klachtenpatroon. Analyse 2012; 67(9):260-265. Kromhout P. Urinezuur - de jacht op jicht. Analyse 2012; 67(1):14-18.
Kromhout P. Koperstapeling, ziekten van Menkes en Wilson. Analyse 2012; 67(7):206-211. Levi MM, Oudega R, Wiltink EHH. Antitrombotica. In: Everdingen JJE, Glerum JH, Schobben AFAM, Wiersma Tj, editors. Diagnose en therapie 2013-2014. Houten: Bohn Stafleu van Loghum, 2012: 779-791. Meijvis SCA. Strategieën om de behandeling van een longontsteking te verbeteren. Tijdschrift voor Infectieziekten 2012; 7(3):105-107. Muris AH, Smolders J, Damoiseaux J. Comment on the article by Allen et al. ‘A pilot study of the immunological effects of highdose vitamin D in healthy volunteers’. Multiple Sclerosis Journal 2012; [Epub ahead of print]. Pennekamp CWA, Tromp SC, Ackerstaff RGA, Bots ML, Immink RV, Spiering W, de Vries JPPM, Kappelle LJ, Moll FL, Buhre WF, de Borst GJ. When to perform transcranial Doppler to predict cerebral hyperperfusion after carotid endarterectomy? Perspectives in Medicine 2012; 1(1-12):119-121. Peters BJM, de Boer T, Maitland-van der Zee A-H. Statines : nut en noodzaak van genotypering. Pharmaceutisch Weekblad 2012; 147(8):22-24. Post EDM, Verduijn MM. Medicatie en borstvoeding, mag dat? De juiste interpretatie van de literatuur. Bijblijven 2012; 28(4):2026. Rab M, Rijkers GT. Antibody response to pneumococcal polysaccharide vaccination in patients treated with biologicals. In: Rijkers GT, editor. Pneumococcal Conjugate Vaccines. Future Medicine Ltd, 2012: 94-103. Rietveld A, van der Meulen MFG, de Beukelaar JW, Sillevis Smitt PA, Wessels PH. Paraneoplastisch syndroom bij melanoom. Tijdschrift voor Neurologie & Neurochirurgie 2012; 113(5):212-217. Rijkers GT, editor. Pneumococcal conjugate vaccines. Future Medicine Ltd, 2012. Rijkers GT. Pneumococcal conjugate vaccines. In: Rijkers GT, editor. Pneumococcal conjugate vaccines. Future Medicine Ltd, 2012: 2-7.
156
Rijkers GT. Nieuwe toepassingsgebieden van probiotica. Folia Orthica : podium voor voeding, suppletie en gezondheid 2012;(1):30-31.
ter Borg EJ. Malaise en pijn. In: Jansen T, van Riel P, Tak P-P, editors. Reumatologie in beeld. Houten: Bohn Stafleu van Loghum, 2012: 76-78.
Rijkers GT. Probiotika fördern die Gesundheit von Mutter und Kind. Folia Orthica : Forum für Ernährung, Nahrungsergänzung und Gesundheit 2012;9-13. Rijkers GT. Pneumococcal vaccination in elderly. In: Rijkers GT, editor. Pneumococcal conjugate vaccines. Future Medicine Ltd, 2012: 32-45.
ter Borg EJ, van Vugt RM, Hewitt B. Fourth Dutch-Antillian-Suriname Clinic of Rheumatology and Emerging Infectious diseases. Nederlands Tijdschrift voor Reumatologie 2012; 15(2):35-37. ter Borg EJ, van Werkum MH, van Buul MMC. Spontane comminutieve insufficiëntiefractuur van het os ilium bij een patiënte met zeer ernstige osteoporose. Osteoporose Journaal 2012;(juni):29, 31-32.
Roodhart JML, Bos WJW. Hoeveel moet de bloeddruk verlaagd worden na een ischemisch CVA? Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 2012; 156:A4582.
ter Borg EJ. Stop met overbodig labonderzoek : dure serologische bepalingen bij artritis en rugpijn vaak zelfs nadelig. Medisch Contact 2012; 67(73):2032-2034.
Ruven HJT, Grutters JC. Genotype-dependent values of serum biomarkers in interstitial lung diseases. Nederlands Tijdschrift voor Klinische Chemie en Laboratoriumgeneeskunde 2012; 37(1):54-56.
Tupker RA. Prediction of skin irritation by noninvasive bioengineering methods. In: Rustemeyer T, Elsner P, John SM, Maibach HI, editors. Kanerva’s Occupational Dermatology. Berlin ; London: Springer, 2012: 1119-1132.
Schipper JA. Een spugende zuigeling. In: Draaisma JMT, Bot P, Swart JF, editors. Probleemgeoriënteerd denken in de kindergeneeskunde : een praktijkboek voor de opleiding en de kliniek. Utrecht: De Tijdstroom, 2012: 71-78.
Tupker RA. Journal scan Filaggrinemutatie R501X en 2282del4 is geassocieerd met kloven aan de handen: resultaten van een cross-sectionele populatiestudie. Nederlands Tijdschrift voor Allergie & Astma 2012; 12(1):37.
Schoots EJM, Bouman JL, Weusten BLAM, Troyanovich SJ, Yoo JU. A patient with midthoracic back pain and dysphagia: a case report. International Journal of Therapy & Rehabilitation 2012; 19(1):5358.
Tupker RA. Diagnostiek en therapie bij de zuigeling met eczeem. 65e Herhalingscursus Kindergeneeskunde, Emma Kinderziekenhuis AMC, Texel, April 2012. 2012.
Schramel FMNH. Behandeling van longcarcinoom. www farmacotherapie org 2012;(Januari). Segerink LI, Sprenkels AJ, Oosterhuis GJE, Vermes I, van den Berg A. Microfluidic chips for semen analysis. Journal of the International Federation of Clinical Chemistry and Laboratory Medicine 2012; 23(3):1-4. Severs D, Bos WJW. Reductie totale sterfte bij gebruik ACEremmers. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 2012; 156:A5249. Smelt JJG, den Hertog M, [et al.]. Stomazorg : Evidence-based Richtlijn Stomazorg Nederland. 2012. s.l., V&VN afdeling stomaverpleegkundigen. ten Cate D. PCNA 18th Annual Symposium : Washington, 12-14 april 2012. Cordiaal 2012; 33(3):96-97. ten Cate H, Wiltink EHH. Noodzaak ketenzorg trombosebehandeling. ApotheekActueel 2012; 2(2). ter Borg EJ. Acute nekpijn en dysfagie bij een violiste. In: Jansen T, van Riel P, Tak P-P, editors. Reumatologie in beeld. Houten: Bohn Stafleu van Loghum, 2012: 45-46.
van Asseldonk MJMD, Dicke HC, Hoff JI, van Harten B, Bloem BR, Keus SHJ, Munneke M. Richtlijn Voeding bij de ziekte van Parkinson. Den Haag: Boom Lemma, 2012. van Asseldonk MJMD, Dicke HC, van den Beemt BJW, van den Berg DJ, ter Borg S, Duin GM, Govers SLHM, van Teeffelen JJ, Hoff JI, van Harten B, Bloem BR, Keus SHJ, Munneke M. Richtlijn Diëtetiek bij de ziekte van Parkinson. Den Haag: Boom Lemma, 2012. van Balen DEM, de Jong DC, van der Westerlaken MML, Nagtegaal JE. Operatie : eerst helderheid over allergiën. Pharmaceutisch Weekblad 2012; 147(47):26-28. van Beek EM, Verheul AAM, van Houte AJ, Kortlandt W. Evaluatie van een kwantitatieve bepalingsmethode van Bence Jones eiwitten in urine. Nederlands Tijdschrift voor Klinische Chemie en Laboratoriumgeneeskunde 2012; 37(3):217-219. van der Heyden JAS, Swaans M, Post MC. Clip op de lekkende klep. Hart & Slagaders : tijdschrift van de Belgische cardiologische liga 2012;(September):II-IV. van der Woude JAD, Custers RJH, Veen MR. Subperiostaal abces bij acute osteomyelitis. Nederlands Tijdschrift voor Orthopaedie 2012; 19(3):94-97.
157
van Dijk M, Lavalaye J. Nuclear imaging in orthopaedic decision making with focus on ankle and foot. Tijdschrift voor Nucleaire Geneeskunde 2012; 34(4):968-976. van Dongen HPA, Reusen LP. De A van anesthesiologie : de opvang van het thoraxtrauma. A&I 2012; 4(4):38-42. van Gils-Verrij L, Bos WJW. Hematurie: risicofactor voor eindstadium nierfalen. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 2012; 156:A4277. van Gils E, Rijkers GT, Sanders E. Current and future guidelines for pneumococcal conjugate vaccination. In: Rijkers GT, editor. Pneumococcal Conjugate Vaccines. Future Medicine Ltd, 2012: 78-92. van Kan C, van der Plas MN, Kloek JJ, Reesink HJ, Bresser P. Thromboembolic pulmonary hypertension: effects of pulmonary endarterectomy. In: Cardoso P, editor. Topics in Thoracic Surgery. s.l.: InTech, 2012: 95-116. van Schie CH, Slim FJ. Biomechanics of the diabetic foot: the road to foot ulceration. In: Veves A, Giurini JM, LoGerfo FW, editors. The diabetic foot : medical and surgical management. New York: Springer, 2012: 203-216. Vernooij FAM. Mindfulness: waarheid, wijsheid? MGv medium voor ggz en verslavingszorg 2012. Vernooij FAM, Noldus S. The process of peace: mindfulness as a fundamental key. In: Kovacevic EL, Medvjed JJ, editors. Psychology of peace. s.l.: Nova Science Pub Inc, 2012: 97-116. Vink M, Schmit Jongbloed L, Meyboom-de Jong B, van Rooijen A. Artsenopleiding duurt nog steeds te lang. Medisch Contact 2012; 67(37):2014-2016. Vos JMI, Minnema MC, Wijermans PW, Croockewit S, Chamuleau ME, Pals ST, Klein SK, Delforge M, van Imhoff GW, Kersten MJ. Richtlijn voor diagnostiek en behandeling van de ziekte van Waldenström. Nederlands Tijdschrift voor Hematologie 2012; 9(6):219-231. Wiendels NJ, Tromp SC. Snelle tremoranalyse in de spreekkamer met behulp van uw smartphone. Tijdschrift voor Neurologie & Neurochirurgie 2012; 113(2):93-94. Wijntjes J. Boekbespreking: Kleur bekennen met het teamrolspel Welke rol speel jij? Kritiek 2012; 28(2):34. Wijntjes J. Tijdschriftbespreking : Intensive and Critical Care Nursing 2011: 27(4). Kritiek 2012; 30(1):17. Wijntjes J. Boekbespreking: Werken met een budget. Kritiek 2012; 28(5):23.
Wijntjes J. Tijdschriftbespreking : Intensive and Critical Care Nursing 2011: 27(6). Kritiek 2012; 30(4):14-15. Wiltink EHH. Nieuwe richtlijnen en nieuwe orale anticoagulantia : atriumfibrilleren. Apotheek Actueel 2012; 1(2). Wiltink EHH. Medicatieveiligheid: “To err is human”. A&I 2012; 4(4):49-55. Zinkstok SM, Bertens D, de Kruijk JR, Tromp SC. Effect of helium on cerebral blood flow: A n = 1 trial in a healthy young person. Perspectives in Medicine 2012; 1(1-12):301-303.
158
Bijlage Jaarverslag Santeon 2012
Santeon studies
Het St. Antonius ziekenhuis vormt met vijf andere topklinische ziekenhuizen in Nederland de landelijke ziekenhuisketen Santeon. Met deze ziekenhuizen delen wij de ambitie om topzorg te leveren in een gastvrije, mensgerichte omgeving. Gezamenlijk werken we aan toonaangevende zorgkwaliteit, excellent werkgeverschap en doelmatige bedrijfsvoering. Om onze doelen te bereiken, delen wij kennis en ervaring; we wisselen ‘best practices’ uit en werken aan gezamenlijk projecten. In 2012 is de implementatie van Santeon Share voorbereid. Dit online SharePoint platform verbindt de zes ziekenhuizen ook digitaal en vergemakkelijkt zo de samenwerking. Vanaf begin 2013 is het platform beschikbaar voor Santeon projectgroepen.
Eind 2012 is de eerste medische Santeon studie van start gegaan. Onderwerp: community acquired pneumonia (CAP), thuis opgelopen longontstekingen. Het succesvolle onderzoek van het Antonius Ziekenhuis in 2011 - naar het effect van toevoeging van ontstekingsremmer aan antibiotica op de snelheid van genezing van patiënten - is in 2012 doorgezet naar een grotere populatie. Naast het Antonius Ziekenhuis deden het Catherina Ziekenhuis, het Canisius Wilhelmina Ziekenhuis en het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis mee aan het vervolgonderzoek. De tweede Santeon Wetenschapsdag in oktober - dit jaar in het OLVG - is druk bezocht en stond in het teken van impact van onderzoek. Henk Smid (directeur van ZonMw) en Wim Kohler (wetenschapsjournalist NRC) waren twee externe sprekers, naast de presentaties van de ziekenhuizen.
Onderstaand een overzicht van de resultaten die in Santeonverband in 2012 behaald zijn.
Medische zorg: kwaliteit, veiligheid en innovatie Santeon uitkomstindicatoren In navolging van het succes van Meetbaar Beter Cardio is in september 2012 het project Meetbaar Beter Oncologie gestart. Longartsen en urologen werken toe naar een set - voor de patiënt relevante en wetenschappelijke onderbouwde - uitkomstindicatoren voor longkanker en prostaatkanker. Hiervoor nemen inmiddels verschillende belanghebbende partijen (NFK, SONCOS, Achmea, DICA) deel aan de klankbordgroep van de beide projecten. Ook de wetenschappelijke verenigingen zijn/worden aangesloten. De verwachting is dat de resultaten in het vierde kwartaal van 2013 gepresenteerd kunnen worden.
Complexe Ketenzorg In mei 2012 is begonnen met het project complexe oncologische zorgpaden. Het project heeft tot doel best practices in organisatie, doorloop- en toegangstijden, afstemming verwijzers etc., tussen de zes ziekenhuizen uit te wisselen en te komen tot de kenmerken van een Santeon Zorgpad. Het betreft in 2012 borst-, long- en prostaatkanker. In koppels van twee ziekenhuizen zijn de best practices uitgewerkt en getoetst bij de andere vier Santeon ziekenhuizen, zodat er inmiddels consensus is over een Santeon Zorgpad en wat dat betekent voor patiënten en verwijzers. Resultaten van dit project worden in de loop van 2013 verwacht.
Clinical Rules Het project Clinical Rules is een initiatief van het Catharina Ziekenhuis. Met de TU Eindhoven hebben zij Gaston ontwikkeld. Deze software biedt de mogelijkheid om de actuele klinische toestand van de patiënt mee te wegen in de medicatiebewaking. Hierdoor neemt de kwaliteit en veiligheid van medicatiebeslissingen toe. In 2012 is gewerkt aan de voorbereidingen voor toepassing van Gaston in 2013 bij het Canisius Wilhelmina Ziekenhuis en het Medisch Spectrum Twente, zoals de technische beschrijving van de clinical rules en van de databases. Uitbreiding naar de andere huizen staat voor 2014 op de planning.
Santeon Alert Systeem In 2012 hebben de ziekenhuizen ervaringen met calamiteiten en verbeteracties gedeeld. In twee bijeenkomsten presenteerden calamiteitenonderzoekers uit de zes ziekenhuizen aan elkaar twee recente calamiteiten, de doorgevoerde verbeteringen en de alerts voor de andere vijf ziekenhuizen. Dit Santeon alert systeem zal in 2013 worden ondersteund met ICT en een database. Hiermee kan het structureel worden ingezet voor uitstekende patiëntveiligheid en zorgkwaliteit.
CQI-Ziekenhuizen Eind 2012 hebben inmiddels 20 ziekenhuizen besloten deel te nemen aan de CQI-Ziekenhuizen (CQI-Z), waaronder de acht academische ziekenhuizen. CQI-Z is het patiëntervaringsonderzoek dat Santeon samen met de stichting Miletus (verzekeraars) en de patiëntenfederatie NPCF heeft ontwikkeld. In oktober heeft Santeon samen met Miletus voor de tweede keer een landelijk symposium CQI-Z georganiseerd (‘van meten naar doen’). Santeon is door Miletus gevraagd om met de Orde van Medisch Specialisten, NVZ, NFU, ZKN, NPCF en het kwaliteitsinstituut deel te nemen aan het samenwerkingsoverleg voor de landelijke afstemming inzake de patiëntervaringsmetingen.
VTGM In 2012 is het in 2011 gestarte project ‘Voor Toediening Gereed Maken’ (VTGM) van medicatie afgerond. Zes apothekers uit de ziekenhuizen hebben drie best practices uitgewerkt en geïmplementeerd. Het betreft het door de apotheek op voorraad bereiden van kant en klare spuiten en het centraal bereiden door twee van de zes apotheken, het klaarmaken van geneesmiddelen (injecties) op de verpleegafdelingen door apothekersassistenten en een gezamenlijke e-learningmodule voor verpleegkundigen. Deze drie modellen kunnen passend worden gemaakt voor ieder Santeon ziekenhuis. Inmiddels is er een artikel over de samenwerking en de resultaten in het Pharmaceutische Weekblad verschenen.
Uitwisseling medische specialisten Het uitwisselen van kennis, ervaringen, best practices tussen medische specialisten in Santeonverband is in 2012 toegenomen. In een groot aantal focusprojecten zijn artsen betrokken en/of
159
in de lead: complexe oncologische zorgpaden, meetbaar beter oncologie, clinical rules, zorgconcept gynaecologie, laboratoria klinische chemie, duurzame inzetbaarheid medisch specialisten, de CAP studie en de Santeon Wetenschapsdag in het najaar.
2013 afgerond. Voor 2013 staan tevens nieuwe inkoopprojecten op de planning: gynaecologie, chirurgische handschoenen en kaakimplantaten. In 2013 worden wederom besparingen verwacht.
Excellent werkgeverschap
Benchmark Financiën
In 2012 hebben alle Santeon ziekenhuizen wederom het CRFkeurmerk ‘Top Employer’ gekregen. Daar zijn we trots op en het bevestigt het belang dat de huizen hechten aan goed werkgeverschap.
Jaarlijks vindt er een financiële benchmark tussen de Santeon ziekenhuizen plaats. Gekeken wordt naar productie- en opbrengstanalyses, bedrijfsdrukte en inzet van mensen en middelen. Ook in 2012 is de benchmark uitgevoerd. Deze gegevens geven goede input voor het continu verbeteren van de eigen bedrijfsvoering.
Excellente Zorg In 2012 is Excellente Zorg als ‘going concern’ binnen Santeon verder opgepakt door het Verpleegkundig Overleg binnen Santeon. Tussen de ziekenhuizen zijn best practices uitgewisseld, ervaringen gedeeld en werkbezoeken afgelegd. De samenwerking met Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland (V&VN) is in 2012 gecontinueerd. Excellente Zorg is gebaseerd op het succesvolle Magnet concept in de Verenigde Staten. In september 2012 hebben Santeon verpleegkundigen een werkbezoek afgelegd aan het North West Community Hospital in Chicago, een van de magneetziekenhuizen in de VS.
Duurzame inzetbaarheid medisch specialisten In september 2012 is door het Catharina Ziekenhuis en het Canisius Wilhelmina Ziekenhuis een werkconferentie georganiseerd over de IFMS, voor stafvoorzitters en IFMS commissies van de zes ziekenhuizen. IFMS staat voor Individueel Functioneren Medisch Specialisten. In 2013 worden in koppels van twee ziekenhuizen de best practices op drie gebieden geïnventariseerd: a. de werving en selectie van artsen; b. het verbinden van medisch specialisten aan staf en ziekenhuizen (en Santeon); c. het boeien van medisch specialisten in de verschillende fases van werken en bestaan.
E-learning In 2012 zijn verschillende e-learningmodules gezamenlijk gemaakt: DOT (‘DBC op weg naar transparantie’), medisch rekenen en VTGM. Daarnaast zijn afspraken gemaakt over de uitwisseling en het gebruik van ontwikkelde modules binnen de ziekenhuizen.
Doelmatige bedrijfsvoering Santeon Inkoop Door in Santeonverband inkooptrajecten te doen, kunnen we besparingen realiseren door de schaalvoordelen. Succesvol zijn geweest: inkoop farmacie groothandels en de heronderhandeling Deli-XL. In 2012 hebben we met de gezamenlijke inkoop en hernieuwde contracten zo’n 3,5 mln. euro bespaard. Contractbesprekingen over orthopedie, handschoenen en hechtmateriaal lopen door in 2013. De gesprekken met Roche over samenwerking en schaalvoordelen voor de Santeon ziekenhuizen bij inkoop van de Roche producten zijn in 2012 gestart en worden begin
160
Stichting St. Antonius
Introductie Dr. Antonius
Onderzoeksfonds Onderzoeken In 2012 was het Onderzoeksfonds wederom zeer actief. Er werden dit jaar 29 onderzoeksvoorstellen ontvangen en daarvan werden er 6 gehonoreerd die samen een totaalbedrag van ¤ 259.000 van het Onderzoeksfonds ontvingen.
De 6 gehonoreerde studies door het Onderzoeksfonds van 2012 met vermelding van de eerste aanvragers: 1. “Snelle en accurate identificatie van 2e primaire longtumoren versus metastasen” van dr. G.J. Herder (longziekten) en dr. J.A. Kummer (Pathologie) 2. “Individual or Group hypnotherapy in the treatment of Irritable Bowel Syndrome in primary and secondary care” van drs. C.E. Flik (Psychologe / Psychotherapeute) 3. “Treatment of high-risk early esophageal carcinoma after complete endoscopic resection: adjuvant surgical lymph node dissection without esophagectomy” van Prof Dr B.L.A.M. Weusten (Interne Geneeskunde/ Maag- Darm Leverziekten) 4. “Pravastatin to improve prognosis after pneumonic acute exacerbation” van dr. E.M.W. van de Garde (Klinische Farmacie) 5. “Interstitiële longziekten door statines: genetische risicofactoren” van dr. V.H.M. Deneer (Klinische Farmacie) 6. “Dynamiek in pneumokokken-dragerschap, -antistoffen en –pneumonie wereldwijd” Eerste aanvrager: Drs. S.P. van Mens (Medische Microbiologie)
Werving In 2012 waren 0,8 FTE (Noortje Koppelman stafmedewerker 0,4 FTE en Jan Versteegh directeur fondsenwerving 0,4 FTE) actief voor het Onderzoeksfonds. De uitgevoerde wervingsactiviteiten waren als volgt.
In 2012 hebben wij Dr. Antonius geïntroduceerd. Dr. Antonius is een pluche beertje van 24 of 40 cm groot en te koop bij de winkels van Vermaat (die dit geheel belangeloos voor ons doet) voor resp. ¤ 14,95 en ¤ 29,95. Hij heeft een witte doktersjas aan met links een stethoscoop geprint boven een zak en rechts de vermelding Dr. Antonius. Dr. Antonius is ingezet om omzet te generen; het imago van het St.Antonius Onderzoeksfonds warmer en menselijker te maken en werd als cadeau gebruikt. Er is een fc labeltje dat om de hals hangt en dat uitlegt dat de helft van de aankoopprijs naar het Onderzoeksfonds gaat. Er werden 500 grote en 1000 kleine beren aangeschaft, waarop in 2012 al een eerste omzet van ¤ 4.185 werd gerealiseerd.
Bedrijven Eind 2012 waren er 25 bedrijven lid van onze Kring van Ambassadeurs. Er werden voor hen 4 bijeenkomsten gehouden waar wij gemiddeld 35 gasten ontvingen. Er werden op die avonden succesvolle presentaties gehouden door de afdeling pathologie, farmacologie, interne/nefrologie, de Nierstichting en Blömer accountants. Een van de bedrijfsleden doneerde een klanten registratie systeem Afas ERP.
Grote giften Benaderen van ex-patiënten Met de afd.A3 werd in de maanden april, mei en juni een pilot uitgevoerd; er werden 454 ex-patiënten gemaild met een totale conversie van 7% met een gemiddeld opbrengst van ¤ 57 p/jr. per respondent. Naar aanleiding van dit veel belovende resultaat werd de pilot uitgebreid naar de zorgeenheden Hart-Long, Geneeskunde, Heelkunde, Hersenen en Man, Vrouw Kind. In 2012 werden in deze uitgebreide pilot 4 mailsessies uitgevoerd naar 3.824 ex-patiënten. In April 2013 zal hierop een evaluatie plaatsvinden.
Infomappen Naast de pilot is door het Onderzoeksfonds een zg. Infomap ontwikkeld waarin A5 & A4 documenten opgeborgen kunnen worden. Deze map wordt in 2102 ( en 2013) aan diverse zorgafdelingen als map aangeboden die men kan gebruiken bij het meegegeven van afdelingsgerelateerde informatie (naast reeds bijgevoegde informatie over het Onderzoeksfonds!). Ook de conversie van deze mappen zal in April 2013 plaats vinden.
Er werden 2 grote giften gedaan en wel door Afas automatisering, Leusden en de fam. Vulto, Schalkwijk.
Nalatenschappen Het Onderzoeksfonds neemt deel aan www.goednalaten.nl. Er werd op 31 oktober daarom een Goed Nalaten Beurs gehouden bij ons in het Auditorium waar wij met 12 andere goede doelen alsmede 3 notarissen ongeveer 72 particulieren ontvingen die zich verder wilden oriënteren op het gebied van nalatenschappen.
Organisatie Er werden 3 WAR bijeenkomsten, 2 Bestuursbijeenkomsten en 10 dagelijks bestuur bijeenkomsten gehouden. Het Onderzoeksfonds heeft gastvrij onderdak gevonden op kantoor op de afdeling Fotografie op F1 kantoor.
Diversen Op 11oktober namen wij deel aan de Oncologiemarkt die door het ziekenhuis in de centrale hal georganiseerd werd. Rond de Kerst werd er een verkoopsessie met beren op de middag voor gepensioneerden georganiseerd.
161