concept, 14 september 2010
Welstandsnota
Koers Op Kwaliteit Opdrachtgever: Gemeente Emmen 2010
Koers op Kwaliteit 3
inhoud Leeswijzer
4
Inleiding
5
1 2 3 4 5 6 7 8
Welstandsbeleid Geen welstandscriteria Basis welstand 3.1 Specifieke criteria 3.1.1 Wegdorpen 3.1.2 Esdorpen 3.1.3 Veendorpen en linten 3.1.4 Agrarische bebouwing 3.1.5 Randen van Bedrijventerreinen en Recreatiegebieden 3.1.6 Ensembles Uitgebreide welstand 4.1 Specifieke criteria 4.1.1 Ensembles 4.1.2 Beschermde dorpsgezichten 4.1.3 Monumenten Vrijwillige welstand Ontwikkelingsgebieden met specifieke welstand, beeldkwaliteitplannen De trendsetter en de trendvolgers Reclame 8.1 Reclame aan winkels 8.2 Reclame aan woningen 8.3 Reclame aan bedrijfs-, kantoorpanden of aan panden met een bijzondere bestemming 9 GSM -masten 10 Welstandscriteria bij excessen 11 Begrippenlijst Bijlage: – lijst met alle Rijks- Provinciale en Gemeentelijke monumenten
6 7 8 10 11 13 15 18 18 19 23 21 23 26 28 29 30 31 33 33 34 34 35 36 42
4 Welstandsnota Emmen
Leeswijzer Het nieuwe welstandsbeleid wordt u aangeboden in twee delen: 1 De aanbiedingsnota Deze geeft in het kort de doelstellingen en de uitgangspunten weer voor het nieuwe beleid. Zij gaat in op de verschillende kwaliteitsniveaus voor het welstandsbeleid en geeft de stimulansen welke in het nieuwe welstandsbeleid opgenomen zijn, weer. De aanbiedingsnota geeft ook de belangrijkste verschillen aan van het huidige welstandsbeleid ten opzichte van het voorliggende nieuwe welstandsbeleid. 2 De welstandsnota In deze nota wordt het welstandsbeleid, gericht op de gebruiker, weergegeven. De organisatie Na het vaststellen door de Raad van het welstands beleid zal het nieuwe welstandsbeleid ingevoerd worden in de gemeentelijke organisatie. Deze welstandsnota bevat de criteria waaraan bouwplannen in Emmen moeten voldoen om het predikaat "voldoet aan redelijke eisen van welstand" te kunnen krijgen. Dit predikaat is nodig om voor het betreffende bouwplan een bouwvergunning (omgevingsvergunning) af te kunnen geven. Om snel een weg te vinden in de welstandsnota zijn de volgende aspecten van belang: Reguliere bouwvergunningen (omgevingsvergunning) Als uw bouwplan vergunningplichtig is, moet dit ook voldoen aan de welstandscriteria en de gebiedsgerichte criteria voor het gebied waar u wilt bouwen. Deze bouwaanvragen worden getoetst aan het welstands beleid voor het gebied, waarin het bouwplan ligt.
De secretaris van de welstandscommissie heeft de bevoegdheid van de welstandscommissie om kleinere bouwplannen goed te keuren, maar kan ze ook afkeuren indien de afwijkingen met het beleid zeer duidelijk en helder zijn. De indiener kan dan wel verzoeken om het bouwplan toch aan de commissie voor te leggen. Bouwaanvragen, welke van enige importantie zijn en een grote impact op de omgeving hebben of waarover bij de secretaris twijfels bestaan, worden aan de commissie voorgelegd. Bouwplannen, welke mogelijk een trendsettende werking hebben, worden altijd aan de commissie voorgelegd. In Emmen worden twee welstandsregimes onderscheiden: 1 gebieden met een basis welstand, verreweg het grootste deel van Emmen. 2 gebieden met uitgebreide welstand. Emmen kent ook enkele gebieden, waarvoor bij een bouwaanvraag geen welstandstoetsing nodig is. Om te weten in welk gebied uw aanvraag ligt, raadpleegt u de kaart met de welstandsniveaus welke in deze nota opgenomen is. In de legenda van de kaart zijn alle gebieden zonder welstandscriteria (bij een bouwaanvraag) benoemd. Bouwplannen, waarvoor naast een bouwvergunning ook een monumentenvergunning (omgevings vergunning) is vereist, worden in een samengestelde welstands-monumentencommissie behandeld. In het verslag en advies van deze samengestelde commissie worden de argumenten die tot het advies geleid hebben benoemd en de basis van de beoordeling, het zij de welstandsnota dan wel de monumentenverordening wordt duidelijk vermeld. Dit, om bij beroeps procedures voldoende duidelijkheid te verschaffen. De commissie adviseert aan het college van B en W.
Koers op Kwaliteit 5
Inleiding Aandacht voor ruimtelijke kwaliteit Het bestemmingsplan en de welstandsnota zorgen samen voor het waarborgen van de ruimtelijke kwaliteit. Het bestemmingsplan geeft daarbij alle partijen duidelijkheid over wat, hoeveel en waar er gebouwd mag worden, het welstandsbeleid geeft aan hóe er gebouwd mag worden. De rol van het welstandsbeleid is het ondersteunen en begeleiden van de vormgevers en initiatiefnemers van de bebouwde omgeving met randvoorwaarden en richtlijnen. Met als doel het bewaken en bevorderen van de ruimtelijke kwaliteit.
De gemeente Emmen, gelegen op de grens van zand- en veengronden, heeft haar wortels op de Hondsrug en is verder ontwikkeld in het veenkoloniale gebied. Emmen bezit een groot buitengebied waarin zowel zand- als veendorpen liggen, elk met een eigen dorpsgezicht. De stad Emmen is van oorsprong een esdorp en is grotendeels ontwikkeld na de Tweede Wereldoorlog als “open groene stad” met de (eerste) woonerven en brinken. De (cultuur) historie en stedenbouwkundige onderlegger liggen aan de basis van de huidige ruimtelijke kwaliteit en vormen de opmaat voor het toekomstige beleid en kwaliteit.
welstandniveaus gemeente Emmen 71 16
44
Nieuw-Weerdinge
44 30 44
Roswinkel
23 Weerdinge
72
38
24
17
89
46
18
56
47 84
Emmen
25 93
85
54
58
51
87
53
40
40
12
92
26 73
67
36
55
31
39
74
65
63 62
61
40
70 83
91
EmmerCompascuum
7
40 11
10
94
19
64
66
BargerCompascuum
37
NieuwDordrecht
52
32
20
39
68 13
14
28
77
43
75 75
43
43
21
82
27
Zwartemeer
5
76
6
43 78
57
42
Veenoord
50
3
Erica
NieuwAmsterdam
4
Klazienaveen
29
43 41 43
1
22
41
41
Zandpol
2
79
41
geen welstand
8
bedrijventerrein Weiteveen
45
woonwagencentrum
9
59
45
recreatieterrein
basis welstand
45
Schoonebeek
basis welstand
34
wegdorp
33
esdorp
15 81
60
veendorp en lint
Nieuw-Schoonebeek
35
80
bijzondere ensembles
beeldkwaliteitsplan 35
BKP
uitgebreide welstand uitgebreide welstand bijzondere ensembles
6 Welstandsnota Emmen
1
Welstandsbeleid
Art. 12 en 12a van de Woningwet vormen de juridische basis van het welstandsbeleid. De raad dient een welstandsnota met toetsingscriteria vast te stellen. Daarbij kan acht worden geslagen op de volgende onderwerpen: –– de aanvaardbaarheid van het ontwerp in relatie tot de karakteristiek van de reeds aanwezige bebouwing, de openbare ruimte dan wel de stedenbouwkundige of landschappelijke context; –– massa, structuur, maat en schaal, detaillering, materiaalkeuze en kleurstelling; –– samenhang in het bouwwerk voor wat betreft de onderlinge relatie tussen de samenhangende delen daarvan. Ruimtelijk kwaliteitsbeleid: de plaats van het welstandsbeleid Het toetsen van bouwplannen van burgers en bedrijfsleven aan "redelijke eisen van welstand" door de lokale overheid wordt door sommigen gezien als onnodige bemoeizucht. Over het algemeen wordt het echter geaccepteerd dat de gemeente waakt over de openbare ruimte, die nu eenmaal in belangrijke mate wordt vormgegeven door private bouwwerken. "De buitenkant van het gebouw is immers de binnenkant van de stad." Toezicht op de kwaliteit van bouwwerken geeft de burger de zekerheid, dat de in zijn omgeving te realiseren bouwwerken van voldoende architectonische kwaliteit zullen zijn. In deze is vooral de relatie tussen het bestemmingsplan en het welstandsbeleid van belang. Het bestemmingsplan regelt onder meer de functie en het ruimtebeslag van bouwwerken voor zover dat nodig is voor een goede ruimtelijke ordening. Het welstandsbeleid zorgt voor voldoende kwaliteit van de te realiseren bebouwing. Zicht is plicht Zicht is Plicht is voor deze welstandsnota dan ook dé belangrijkste drijfveer. Zicht is plicht duidt op de verantwoordelijkheid die eenieder heeft voor de uitstraling van het bouwwerk naar de omgeving en dus voor de kwaliteit van het bouwwerk. De planindiener dient rekening te houden met die gewenste kwaliteit. Immers, een goede kwaliteit van de in de omgeving liggende panden is voor ieders belang, zowel visueel als economisch. De criteria voor deze gewenste kwaliteit zijn in deze welstandsnota vastgelegd. Wat de omgeving kan zien, is leidend. Als u Emmen binnen rijdt, ervaart u de eerste belangrijke zichtlijnen: de randen van de invalswegen, de randen van het landelijke gebied, de bedrijventerreinen en de woongebieden.
Deze randen zijn uitermate belangrijk en hier zal getoetst worden op goede kwaliteit. Het landelijke gebied heeft grote zichtafstanden. Hoe groter de afstand, des te minder zijn details waarneembaar en zal er meer getoetst worden op algehele uitstraling van wat je vanaf grote afstand nog waarneemt. De gevels welke vanaf de straatzijde op korte afstand waarneembaar zijn, zijn dus ook weer veel belangrijker in detail. De binnenterreinen van industrieterreinen en recreatiegebieden zijn niet aan een welstandstoets onderhevig. Deze zijn op de welstandskaart aangegeven. Voor deze binnengebieden is echter wel vrijwillige welstand mogelijk. Hardheidscriterium Vernieuwende en afwijkende architectuur in gebieden met basis welstand wordt gestimuleerd maar wordt dan wel getoetst aan de criteria voor uitgebreide welstand.. Het bouwplan moet dan ook van een bijzondere schoonheid zijn die een vernieuwende kwaliteit toevoegt als het af wijkt van de basis welstandsregels. Het is immers redelijk dat er hogere eisen worden gesteld aan de zeggingskracht en het architectonische vakmanschap naarmate een bouwwerk zich sterker van zijn omgeving onderscheidt. In de gebieden met uitgebreide welstand kan de welstandscommissie ook afwijken van de uitgebreide welstandscriteria indien zij van oordeel is, dat de kwaliteit van het ontwerp uitsteekt boven de welstandscriteria en het ontwerp ook zorgt voor een sterke kwaliteitsverbetering van de omgeving. Het welstandsbeleid in twee categorieën Een van de uitgangspunten voor het samenstellen van deze welstandsnota is de vereenvoudiging van de regelgeving en alleen regels stellen waar dit nodig is. Dit heeft er toe geleid dat er naast gebieden waar geen welstandscriteria van toepassing zijn, slechts twee categorieën voor welstand zijn, te weten: –– de basis welstand en –– de uitgebreide welstand Het hanteren van alleen deze indeling zou echter de gewenste kwaliteit van specifieke gebiedseigen bebouwing en bijzondere ensembles onvoldoende ondersteunen. Daarom zijn aanvullend op het welstandsgebied ook specifieke criteria toegevoegd, welke het gewenste kwaliteitsbeleid voor deze bebouwing ondersteunen. Op de kaart “welstandsniveaus gemeente Emmen” is in kleur aangegeven waar deze niveaus van welstand van toepassing zijn.
Koers op Kwaliteit 7
2
Geen welstandscriteria
Gebieden en objecten zonder welstandscriteria De gemeenteraad heeft enkele gebieden en categorieën van bouwwerken aangewezen waarvoor bij de oprichting en aanpassing van het bouwwerk geen redelijke eisen van welstand gelden. Om uiteenlopende redenen zijn voor deze gebieden geen specifieke welstandscriteria opgenomen. Zo kan de zelfsturende werking om te zorgen voor een kwalitatief en aantrekkelijke omgeving reden zijn om deze gebieden welstandsvrij te maken, maar ook in gebieden die een zeer privaat karakter hebben (bedrijven terreinen) of een experimenteel karakter hebben en in
gebieden waar weinig gebouwd wordt is hier gekozen om niet te sturen op het uiterlijk van de bebouwing. De in deze nota opgenomen excessenregeling geldt echter wel voor deze gebieden. Zie hiervoor hoofdstuk 10, “welstandscriteria bij excessen”. Er zijn geen welstandscriteria van toepassing voor: –– binnenterreinen van werk- en bedrijventerreinen –– recreatieterreinen –– woonwagencentra Deze gebieden zijn te vinden op de welstandskaart.
8 Welstandsnota Emmen
3
Basis welstand
De basis welstand is van toepassing op bouwwerken en gebouwen waarbij, vooral vanuit stedenbouwkundig oogpunt, de onderlinge samenhang van het gebouw met zijn omgeving, beschouwd vanaf de openbare weg en het openbaar groen, belangrijk is. De stedenbouwkundige samenhang van complexen en straatbeelden is essentieel in deze gebieden. Het welstandsbeleid richt zich in deze gebieden op de voorkanten van bouwwerken en bouwblokken en de aan de openbare ruimte liggende zij- en achterkanten. Criteria zijn erop gericht om de hoofdvorm van een gebouw of blok zo veel als mogelijk intact te laten. Ingrepen in een blok of in een samenhang van blokken worden beoordeeld in verhouding tot de aanpalende blokken en de stedenbouwkundige impact van de verandering in haar omgeving. Het beleid is alleen op hoofdzaken gericht en vastgelegd.
In de gemeente Emmen geldt voor het overgrote deel de basis welstand. Het basis welstandsbeleid is naast een groot deel van de stad Emmen, ook van toepassing op de bebouwing van de dorpen en de bebouwing in het buitengebied. Vernieuwende en afwijkende architectuur wordt gestimuleerd door middel van het hardheidscriterium waarbij dan wel getoetst wordt aan de criteria voor uitgebreide welstand. Voor onderstaande gebieden gelden alleen de criteria van de basis welstand. De stad Emmen Woonwijken De woonwijken in Emmen zijn door de periode waarin ze zijn ontstaan verschillend qua opzet. Aan elke wijk ligt een duidelijk stedenbouwkundig plan ten grondslag dat zich kenmerkt door een specifieke wijkopbouw en bebouwingstypologie. Per wijk is een grote eenheid in stratenpatronen, bebouwingstypologie en architectonische kwaliteit. Emmermeer is de eerste naoorlogse wijk. Een proeftuin voor verschillende experimenten met systeembouw. De buurt kent een open verkaveling met privé-tuintjes en veel openbaar groen. Angelslo is een wijk uit de jaren 50 tot 60. De naam is ontleend aan een klein gehucht met deze naam. Gebouwd volgens de principes van een open groene stad. De wijk kent een opbouw van wijkontsluitingsweg naar de buurtstraat en erven. De woonblokken zijn plat afgedekt en hebben de voorzijde aan de straat en de tuinen veelal aan openbaar groenstroken.
Emmerhout, Laan van de Eekharst
Bargeres, Brinkenweg
Angelslo
Koers op Kwaliteit 9
Voorzieningen als scholen liggen in grote groenstroken. De aanwezige beplanting, bomen en de hoogteverschillen in het terrein zijn hierbij behouden. Op strategische plekken is hoogbouw en etagebouw gerealiseerd. De kwaliteit van de wijk ligt voornamelijk in de stedenbouwkundige opzet en groene omgeving. Emmerhout is gebouwd volgens een typerende erfstructuur. De woningblokken hebben grotendeels platte daken, in het noorden van de wijk hebben ze wel een kap. Bargeres is gebouwd op de voormalige es van Noord Barge. Dwars door de wijk loopt het Oranjekanaal. De wijk is ontsloten door een ringweg waaraan de verschillende zogenaamde brinken zijn gesitueerd. Per brink is een eigen woningtypologie gerealiseerd. Er zijn hierdoor veel verschillende woningtypes en er is nauwelijks hoogbouw. Centraal in de wijk ligt aan het kanaal een klein winkelcentrum. De Bargeres heeft een sterk divers woningbeeld. Rietlanden is de eerste wijk die buiten de rondweg is gerealiseerd. Verschillende woonerven in dambord patroon liggen in het groen. Per erf is de woning typologie gevarieerd en zijn huur- en koopwoningen gemengd. Het totaalbeeld is hierdoor afwisselender dan de eerder gerealiseerde woonwijken.
Delftlanden. De meest recente woonwijk van Emmen is nog in ontwikkeling. Voor deze wijk is een beeldkwaliteitplan van toepassing. Na realisatie zal het welstandsregime "basis welstand" van toepassing zijn. De woonblokken in de verschillende te onderscheiden wijken kenmerken zich door een sterke eenheid in structuur en gevelindeling. Samen met het vele openbare groen in de buurten geeft dit een gewaardeerd en rustig beeld. Daar waar achterkanten aan de openbare weg zijn gesitueerd ontstaat al snel een rommelig beeld door een veelheid aan schuttingen en bouwwerken elk met een eigen kleur en materiaalgebruik. Overige bouwwerken als kerken, scholen en openbare voorzieningen hebben een centrale plaats in de wijk. Dorpen Vanaf wegen en kanalen is het veengebied in cultuur gebracht en zijn in de loop van de tijd dorpen ontstaan. Kleinschalige woonwijken, bedrijventerreinen en recreatievoorzieningen als sportvelden hebben zich in oksels van kruispunten ontwikkeld waardoor een verdichting van de bebouwing tot dorpen is gevormd. De oorspronkelijke bebouwing van de linten of esdorpen is echter nog veelal tot in het centrum van het dorp aanwezig. De woonwijken en overige voorzieningen als scholen en winkels in de dorpen zijn echter niet typisch maar vertonen veelal een tijdsbeeld.
Woonpark Sandur is de meest zuidelijke wijk aan de grote Rietplas. Eerst opgezet als recreatieterrein maar inmiddels kan in het overgrote deel van de wijk permanent gewoond worden. De wijk kent overwegend woningen die vrijstaand zijn. De wijk ligt geïsoleerd en wordt ontsloten door een enkele hoofdentree.
In het buitengebied staan incidenteel in het open landschap los geplaatste woningen en agrarische bedrijven. Bij de moderne boerenbedrijven hebben agrarische ontwikkelingen geleid tot grootschalige schuren, waarbij deze bijgebouwen de woningen in grootte fors overtreffen. Ze staan deels in het open, vlakke land en zijn al van verre zichtbaar. De schuren bezitten een eenvoudige hoofdvorm met enkelvoudige
Klazienaveen Molenwijk
Centrum Nieuw-Amsterdam
10 Welstandsnota Emmen
zadeldaken. Het materiaalgebruik is divers maar met een duidelijk onderscheid in gevel en dakmateriaal. Het kleurgebruik is ingetogen en gevels zijn sober vormgegeven. De detaillering is eenvoudig. De ambitie in dit gebied is gericht op het behoud van de bestaande kwaliteit. De criteria voor de basis welstand zijn: Hoofdvorm –– bij verbouw of aanbouw is het materiaalgebruik, kleurgebruik en detaillering van het bestaande bouwwerk richtinggevend. Gevelaanzicht –– de gevels van het bouwwerk, welke van uit de openbare ruimte in het zicht liggen, dienen van eenzelfde architectuur te zijn. Deze architectuurstijl past in de stijlkenmerken van de omgeving. –– bij wijziging van de gevel, de kapvorm of de kleur dient de eenheid binnen en samenhang van een aaneengesloten bouwblok niet verstoord te worden.
3.1 Specifieke, aanvullende criteria voor basis welstandsgebieden In de gemeente Emmen liggen vele wijken en dorpen met verschillende kenmerken en kwaliteiten. Voor al deze gebieden gelden de criteria van basis welstand en, in een aantal deelgebieden, de uitgebreide welstand. Het hanteren van alleen de basis criteria zou de gewenste kwaliteit van specifieke gebiedseigen of specifieke bebouwing onvoldoende ondersteunen. Daarom zijn in het welstandsgebied met de basis welstand ook specifieke criteria toegevoegd, welke het gewenste kwaliteitsbeleid voor deze bebouwing ondersteunen. Deze op de basis welstandscriteria aanvullende criteria worden bij de beschrijving van de onderstaande gebieden genoemd. Deze aanvullende criteria zijn ook alleen van toepassing voorzover het te toetsen onderdeel in het zicht ligt vanaf openbaar gebied.
Erfafscheidingen –– bij erfafscheidingen aan de openbare weg de eenheid in bestaande oplossingen respecteren. Hardheidscriterium –– vernieuwende en afwijkende architectuur bij ver- en nieuwbouw wordt gestimuleerd en getoetst aan de criteria voor uitgebreide welstand.
Weiteveen nieuwbouw
Roswinkelerstraat
Koers op Kwaliteit 11
3.1.1 Wegdorpen Er zijn drie gebieden waar op smalle zandruggen wegdorpen zijn ontstaan. Dit is een kenmerkende bebouwing waar vroeger de randveenontginningen hebben plaatsgevonden. Het betreft: –– in het noorden Roswinkel –– langs de zandgrond aan de oostkant van de Hondsrug –– de vervening in het zuiden langs de randen van het Schoonebeekerdiep Roswinkel ligt op het eerste gezicht in het grootschalige veengebied. Toch is het oorspronkelijk als randveenontginning ontstaan waar op een zandrug in twee fasen een dubbellint van bebouwing ontwikkeld is. Het noordoostelijke lint is het oudste lint. De latere grootschalige vervening van het aangrenzende gebied is door middel van een tweede lint, parallel aan het oude lint ontstaan. Doordat de boerderijen hun recht van opstrek behielden konden aan het nieuwe lint alleen boerderijen gebouwd worden op plaatsen waar aan het oude lint geen boerderijen staan.
voorzien van een rijke detaillering. De Oldambtster boerderij wordt ook wel "villaboerderij" genoemd. Het woonhuis is gebouwd onder één doorlopende nok met de schuur, waarbij het woonhuis smaller is dan de schuur. De schuur is zeer groot. De kap heeft een zadel dak met aan de voorzijde een wolfseind. Boven het woongedeelte bevinden zich de graan- en zaadzolders, vaak met vele raampjes. Voor de Oldambtster boerderijen zijn vaak grote tuinen aangelegd. Barger-Oosterveld en Nieuw-Dordrecht. Langs de oostrand van Emmen ligt een smalle rand van randveenontginningen. Ook hier is wegdorpbebouwing aanwezig.
De boerderijen zijn voornamelijk van het Oldambster type. De boerderijen kenmerken zich door een groot volume, waarbij de woonhuizen voornaam zijn en zijn Nieuw Dordrecht, Oranjedorpstraat
Roswinkel wegdorp
Barger-Oosterveld en Nieuw-Dordrecht wegdorp
12 Welstandsnota Emmen
De wegdorpbebouwing van Schoonebeek en Nieuw-Schoonebeek is ontstaan op de overgang van het veen naar het beekdal van het Schoonebeekerdiep. Aan de noordzijde van het Schoonebeekerdiep hebben zich op een smalle dekzandrug het dorp Schoonebeek en de buurtschappen Kerkeind en Middendorp ontwikkeld. De wegdorpen hebben (schijnbaar) willekeurig verspreide boerderijen, verbonden door een zeer bochtig verlopende weg. Het landschap en de bebouwing heeft nog veel van zijn oorspronkelijke ensembles met typerende bebouwingskenmerken kunnen behouden.
De kwaliteit van deze omgeving wordt bepaald door de onregelmatige aaneenschakeling van forse boerderijen, kleinere boerderijen en woningen veelal terugliggend geplaatst van de doorgaande weg. De bebouwing kent een ietwat afwijkende typologie in vergelijking met de bebouwing van de oudere esdorpen en jongere veendorpen. De volumes zijn wat krachtiger door de vaak opgetrokken topgevels met vakwerk en bijzonder gevelsierwerk. De erven zijn licht opgehoogd en zijn rijk beplant met geriefhout.
Schoonebeek, Europaweg
Schoonebeek, Europaweg
Schoonebeek, Middendorp en Nieuw-Schoonebeek wegdorp Schoonebeek, Middendorp en Nieuw-Schoonebeek wegdorp
Koers op Kwaliteit 13
Ambitie: –– sturen op behoud van de wegdorpen in maat en schaal als structuurdrager van het randveenlandschap –– aansluiten op de oorspronkelijke bouwstijl (vorm, kleur en materialen) –– uitzonderingen toegestaan mits landschappelijk ingepast en verbijzonderd (kerken, scholen, e.d.) Criteria aanvullend op de basis welstandscriteria voor bovengenoemde wegdorpen: –– gebouwen dienen individueel duidelijk een eigen karakter te behouden bij ver en/of aanbouw. (Gevel)compositie, kleur en materiaalgebruik vormen hierbij een samenhangend beeld –– het karakter van voor- en achterhuis bij boerderijen dient bij (ver)bouw behouden te blijven –– aan- en uitbouwen en bijgebouwen hebben een ondergeschikte positie –– agrarische bedrijfsgebouwen liggen achter of naast het hoofdgebouw –– het dakvlak van oorspronkelijke boerderijen heeft een gesloten karakter
3.1.2 Esdorpen Het esdorpen landschap van de zandgronden vormt het oudste landschap van de gemeente. Het is uitgesproken kleinschalig en rijk aan landschapselementen: wegbeplanting, houtwallen, monumentale bomen en bosschages. De brinkdorpen aan de randen van het escomplex zijn veelal nog gaaf en hebben hun karakteristieke structuur behouden. In de stad Emmen, van oorsprong tevens een brink(es)dorp, is de oorspronkelijke dorpsstructuur nog op onderdelen herkenbaar. De dorpen Noordbarge, Zuidbarge en Weerdinge zijn cultureel waardevolle esdorpen. De karakteristiek van de dorpen wordt bepaald door de typerende hoofdstructuur met een open brink in het hart van het dorp en de losse boerderijen in wisselende richting hieromheen gegroepeerd. Essentieel zijn de doorzichten en rietgedekte boerderijen waarvan er slechts enkele voorzien zijn van een decoratieve toevoeging.
Noordbargerstraat
Noordbarge en Zuidbarge esdorp
Zuidbarge, Halvemaanweg
14 Welstandsnota Emmen
Ambitie: –– de esdorpen zijn in belangrijke mate bepalend voor de identiteit en afleesbaarheid van de ontginningsgeschiedenis van de hogere zandgronden. De samenhang van de bebouwing en het totaalbeeld bepalen in grote mate het beeld en aanvullingen en vernieuwingen dienen in dat licht worden beoordeeld –– behouden en versterken van het landelijke groene karakter in de esdorpen criteria aanvullend op de basis welstandscriteria voor bovengenoemde esdorpen: –– de samenhang van bebouwing en bouwwerken op het erf passen binnen de erfstructuur van het esdorp –– erfafscheidingen: passend bij het karakter van het erf. –– eenvoud en soberheid zijn bepalend voor de architectuur
Zuidbargerstraat
Zuidbargerstraat
Weerdinge
Weerdinge esdorp
Weerdinger Dorpsstraat
Koers op Kwaliteit 15
3.1.3 Veendorpen en linten Vanaf dijken en kanalen is het land in cultuur gebracht en zijn de lintdorpen ontstaan. Een aantal lintdorpen is in de loop van de tijd uitgegroeid tot dorpen. De oorspronkelijke lintbebouwing is nog veelal tot in het centrum van het dorp aanwezig. Hoewel alle dorpen en linten op eenzelfde ontstaansgeschiedenis bogen, is er vanwege de verschillende herkomst van de oorspronkelijke bewoners wel een onderscheid in bebouwing, sfeer en beleving in de dorpen. Zo zijn in het noorden de oorspronkelijke boerderijen geïnspireerd op het Groninger type, in het zuiden op het Saksische type. Was de lintbebouwing in eerste aanleg heel basic (plaggenhutten), in later jaren zijn de van oorsprong kleine huisjes uitgebreid en uitgebouwd en hier en daar zelfs vervangen.
Het gevelbeeld van de lint bebouwing wordt desondanks gekenmerkt door een vaste ritmiek met grotere en kleinere woningen voornamelijk met de nokrichting haaks op de weg. In de loop der jaren hebben aan- en bijgebouwen en uitbreidingen het beeld meer gevarieerd gemaakt, maar niet minder herkenbaar. Veendorpen en linten zijn: Nieuw-Weerdinge, Emmer-Compascuum, Barger-Compascuum, Klazienaveen, Erica, Nieuw-Amsterdam, Zwartemeer en Weiteveen. De samenhang in de linten is met name te vinden in de ritmiek van bouwmassa's van één tot twee lagen met kap. De oude lintbebouwing loopt veelal nog door tot in de dorpen en geeft een herkenbare houvast aan de oorspronkelijke structuur.
Weerdinger kanaal Noordzijde
Kloostermanswijk Oostzijde
Dommerskanaal Noordzijde
Weerdinger kanaal Noordzijde
16 Welstandsnota Emmen
Barger-Compascuum veendorp en lint
Erica en Nieuw-Amsterdam veendorp en lint
Emmer-Compascuum veendorp en lint
Klazienaveen en Oranjedorp veendorp en lint
Koers op Kwaliteit 17
Ambitie: –– lintbebouwing heeft een waardevol cultuurhistorisch ruimtelijke karakteristiek die behouden dient te blijven. –– de kenmerkende transparantie van de lintbebouwing dient behouden te blijven. –– vernieuwing is mogelijk onder voorwaarde dat nieuwe invullingen een architectonische kwaliteit toevoegen.
criteria aanvullend op de basis welstandscriteria voor bovengenoemde veendorpen en linten: –– enkelvoudige bouwmassa met een duidelijke kap met de nokrichting loodrecht op de weg –– eenvoud en soberheid zijn bepalend voor de architectuur –– bijgebouwen terugliggend naast of achter het hoofdgebouw –– de specifieke criteria voor agrarische bebouwing in het buitengebied ( zie hieronder) zijn hier tevens van toepassing
Vaart Noordzijde Nieuw-Amsterdam
Nieuw-Weerdinge veendorp en lint
Weiteveen veendorp en lint
18 Welstandsnota Emmen
3.1.4 Agrarische bebouwing In het buitengebied staan verspreid in het landschap agrarische bedrijven. Het bouwen is hier veelal gericht op een verdere ontwikkeling en schaalvergroting. Een inpassing op het erf, aansluitend op de bestaande structuur van het landschap is van groot belang om te zorgen dat deze schaalvergroting zich voegt in het landschap. Ambitie: –– schaalvergroting en nieuwe ontwikkelingen in het buitengebied dienen geïnspireerd te zijn op bestaande kwaliteiten van de erfbebouwing en de omgeving criteria aanvullend op de basis welstandscriteria voor bovengenoemde agrarische bebouwing: –– nieuwe stallen en bedrijfsgebouwen respecteren de bestaande erfstructuur –– nieuwe stallen en bedrijfsgebouwen zijn sober in detaillering, grote vlakken hebben een gedekte kleur en de dakbedekking heeft een duidelijke profilering –– overige bouwwerken zoals silo’s zijn gedekt van kleur en sluiten aan bij de kleuren van de overige bouwwerken op het erf –– bij ver- of nieuwbouw van bedrijfswoningen is de hoofdvorm afgeleide van of passend bij de boerderijvorm op het erf. –– bij uitbreiding van de woonfunctie dient het onderscheid tussen woon en bedrijfsgedeelte van de boerderij herkenbaar te blijven –– geen glimmende materialen –– toepassen van materialen en kleuren wordt beoordeeld op de instandhouding van de erfkarakteristiek
Roswinkelerstraat, hoek Weerdingermarke
3.1.5 Randen van Bedrijventerreinen en Recreatiegebieden In de gemeente liggen een aantal grootschalige kassencomplexen, werkgebieden, bedrijventerreinen en recreatiegebieden. Deze gebieden hebben een maatschappelijk, economisch en recreatief belang en de bebouwing is hier veelal functioneel van aard. De beleving van deze gebieden vanuit het landelijke gebied wordt in grote mate bepaald door de ligging aan doorgaande wegen. Daarnaast liggen er in de dorpen kleinschalige bedrijventerreinen en recreatiegebieden. De kwaliteit van de bedrijventerreinen is sterk uiteenlopend van kwalitatief hoogwaardige en representatieve bedrijventerreinen, tot oudere terreinen waar de uitstraling voornamelijk wordt bepaald door een functionele bedrijfsvoering en gelijksoortige gebouwen. De ruimtelijke kwaliteit van de binnengebieden van deze bebouwing wordt, door de eisen aan de functie en bouwmassa, net als bij de recreatiegebieden, voldoende gereguleerd door het bestemmingsplan. Het welstandsbeleid beperkt zich dan ook tot de randen van deze terreinen. Ambitie –– De ambitie voor deze gebieden ligt in het ontwikkelen van kwalitatief sterke randen en zones langs doorgaande wegen zoals gebiedsontsluitingswegen en stroomwegen. –– Terughoudende reclame-uitingen en sober kleur- en materiaalgebruik moeten hieraan bijdragen.
Verlengde Scheperweg
Koers op Kwaliteit 19
Criteria aanvullend op de basis welstandscriteria voor bovengenoemde bedrijventerreinenen recreatiegebieden: –– de gevelopbouw aan de randen en zones langs doorgaande wegen zoals gebiedsontsluitingswegen en stroomwegen heeft een sterke uitstraling door een duidelijke afstemming van gevelopeningen, materiaalkeuze en detaillering –– kleurgebruik: basis accenten in een contrasterende kleur toegestaan. Het overwegende kleurbeeld is rustig en terughoudend zowel in het aantal kleuren als ook de kleurintensiteit –– materiaalgebruik: geen grote reflecterende gevelvlakken –– erfafscheidingen hebben een hoge esthetische kwaliteit
3.1.6 Ensembles Een aantal ensembles en complexen in de woonwijken en –buurten heeft bijzondere kwaliteiten die hierdoor medebepalend zijn voor de diversiteit van de woningen van Emmen. Voor deze ensembles en complexen worden, afhankelijk van de benoemde karakteristiek een of meerdere criteria benoemd die meer specifiek sturen op het behoud van deze kwaliteit. Ambitie: –– aanvullend op de basis welstand een extra kwaliteitsbewaking op de bestaande, oorspronkelijke architectuur Muwi woningen (van Selbachstraat e.o.) Het betreft hier een bijzonder complex huurwoningen dat recentelijk is gerenoveerd. Kenmerkend zijn de eenvoud in gevelopbouw en de witte gevels met kleuraccenten per blok en straat. Criteria aanvullend op de basis welstandscriteria voor de Muwiwoningen: –– gevels in één (lichte) kleur, in wit of lichtgrijstint; –– kleuraccenten bij deuren en ramen toegestaan
Rand Bargermeer bedrijventerrein
MUWI woningen bijzondere ensembles
Emmermeer, van Coevordenstraat
20 Welstandsnota Emmen
Laan van het Kwekebos (Emmerhout) Een complex van geschakelde en verspringende woningen met grote doorlopende kappen en houten gevelsegmenten in verschillende (gedekte) kleuren. Ondanks de leeftijd (jaren ‘60/70) is er nog relatief weinig beeldverstoring . Het complex heeft geen dakkapellen aan de voorzijde
Criteria aanvullend op de basis welstandscriteria voor de Laan van het Kwekebos: –– dakvorm: geen verstoringen door dakkapellen –– kleuraccenten alleen op houten gevelsegmenten
Emmerhout, Laan van het Kwekebos
Laan van het Kwekebos bijzondere ensembles
Emmerhout, Laan van het Kwekebos
Koers op Kwaliteit 21
4
Uitgebreide welstand
De uitgebreide welstand is van toepassing op gebouwen, complexen en bouwwerken waar een hoge ambitie aan ten grondslag ligt. Het gaat hier om zeer beeldbepalende gebouwen en groepen van gebouwen welke ruimtelijk en architectonisch een eenheid vormen. Deze bebouwing is dusdanig gesitueerd, dat alle zijden van het bouwwerk, alsmede de omgeving van het bouwwerk, zeer beeldbepalend zijn. Een aantal winkelcentra, monumenten en een aantal specifieke gebouwen vallen onder de uitgebreide welstand. De criteria zijn dan ook van toepassing op alle zijden van het bouwwerk. Criteria zijn erop gericht om de hoofdvorm van een gebouw of blok intact te laten. Ingrepen in een blok of een samenhang van blokken worden beoordeeld in verhouding tot de aanpalende blokken en de stedenbouwkundige impact van de verandering in haar omgeving. Architectonisch relevante details, materiaal en kleur worden in samenhang met de omgeving en het blok richting gegeven. De uitgebreide welstand is van toepassing op: –– het centrum van Emmen –– het centrum van Klazienaveen –– alle monumenten binnen de gemeente –– complexen en ensembles zie hoofdstuk 4.1
Emmen centrum Het centrumgebied van Emmen is in relatief korte tijd (1950 tot nu) uitgegroeid van een esdorp naar een stadscentrum met veel voorzieningen en allure. De grote stappen die in die periode gezet zijn, zijn op hoofdlijnen nog herkenbaar. Aan de noordzijde van de Markt treffen we nog delen van het oude dorp met haar typerende brink- en wegenstructuur aan. Aan de zuidzijde ligt het voorzieningencomplex van de Weiert met de grotere winkelformules en stedelijke voorzieningen. Langs de Wilhelminastraat heeft veel nieuwbouw gezorgd voor een schaalsprong van uitvalsweg naar stadsstraat. De Hondsrugweg op zijn beurt heeft het centrumgebied verkeersluw gemaakt en er voor gezorgd dat nieuwe gebieden worden ontsloten en van functie veranderen. De verhuizing van het Noorderdierenpark naar de Es is daarvan een mooi voorbeeld. Centrale plek in het centrum is de Markt met fraaie bomen, een busstation en kerkgebouw. De Markt lag vroeger buiten het centrum, maar is nu de verbindende eenheid tussen de centrumdelen. Aan de oostzijde van de spoorlijn is het centrumgebied minder dynamisch van aard en heeft in de afgelopen jaren vooral onderdak geboden aan tal van onderwijsvoorzieningen. Voor belangrijke delen van het centrumgebied zal het welstandstoezicht langs de lijn van ontwikkeltrajecten met beeldkwaliteitplannen plaats vinden. Delen van het centrumgebied vallen onder de categorie uitgebreide welstand.
centrum van Emmen uitgebreide welstand
Centrum Klazienaveen Het centrum van Klazienaveen is in de loop van de decennia ingrijpend van gedaante veranderd. Het centrum werd in vroegere jaren, net als dat nu nog in Nieuw-Amsterdam, Erica en vergelijkbare dorpen het geval is, vooral bepaald door het ruime kanaal dat de plaats in twee delen splitste. Na de gedeeltelijke demping van de (verlengde) Hoogeveensevaart ter plaatse kon er zich in de loop der jaren een centrumgebied ontwikkelen met dwarsverbanden en parkeervoorzieningen en bloeide de middenstand op. Een aantal jaren geleden werd er in het middeldeel een ‘nieuw schip’ afgemeerd, bestaande uit winkel- en horecavoorzieningen met appartementen: het Baken. Het is van belang de oude bebouwing en de nieuwbouw goed op elkaar af te stemmen. Vandaar dat hier het regiem van de categorie ‘uitgebreide welstand’ van toepassing is.
22 Welstandsnota Emmen
Ambitie: –– Het welstandsniveau vraagt om een hoge ambitie. –– Het beleid is gericht op het behouden en herstellen van de (cultuurhistorische) karakteristieken van de ruim telijke structuur, de openbare ruimte en de bebouwing. –– De specifieke historische kenmerken van de ruimtelijke structuur en de openbare ruimte van de binnenstad vormen de uitgangspunten voor herstel en nieuwbouw. –– Voor de gebieden die zijn aangetast door grootschalige ingrepen wordt gekozen voor kwalitatief herstel. –– Bij herstel en nieuwbouw behouden van de individuele opzet van de bebouwing en de relatie met de openbare ruimte. Criteria voor uitgebreide welstand Algemeen –– de verschijningsvorm van het bouwwerk heeft een relatie tussen vorm, gebruik en constructie. Deze vormgeving heeft zijn eigen samenhang en logica. Hoofdvorm –– gebouwen en bouwwerken moeten de eenheid binnen de bestaande gevelwand respecteren en leveren een positieve bijdrage aan de kwaliteit van de openbare ruimte. –– de hoogte- en breedteverhouding van een bouw volume moet aansluiten bij de overige volumes in de straat.
Gevelaanzicht –– onderpui en bovenverdiepingen moeten een samenhangend gevelbeeld vormen. –– betekenissen van vormen passen in de context en worden zorgvuldig gebruikt en uitgewerkt. –– gebouwen hebben op de begane grond geen blinde gevels of blinde gevelopeningen aan zijden die aan het openbaar gebied grenzen. Rolluiken moeten minimaal 80% transparant zijn en aan de binnenzijde van de pui worden geplaatst. –– zonwering moet in vorm, materiaal en kleur aansluiten bij de gevel. Materiaalkeuze, kleurgebruik en detaillering –– materiaal, kleur, textuur en licht ondersteunen het karakter van het bouwwerk en de samenhang met de omgeving. De materiaalkeuze is vrij maar het dienen hoogwaardige en duurzame materialen te zijn. –– er is een zorgvuldige en op duurzaamheid gerichte bouwkundige detaillering. –– de kleurstelling sluit logischerwijs aan op de reeds aanwezige kleuren van het bouwwerk en passen tevens in de straatwand. Erfafscheidingen –– gebouwde erfafscheidingen passen in het straatbeeld en ondersteunen de relatie van het gebouw met de openbare ruimte.
centrum van Klazienaveen uitgebreide welstand
centrum van Klazienaveen uitgebreide welstand
Koers op Kwaliteit 23
4.1 Specifieke, aanvullende criteria voor uitgebreide welstandsgebieden Voor een aantal gebieden binnen de uitgebreide welstand zou het hanteren van de criteria de gewenste bestaande kwaliteit van specifieke gebiedseigen bebouwing onvoldoende ondersteunen. Daarom zijn ook in het welstandsgebied met de uitgebreide welstand specifieke criteria toegevoegd, welke het gewenste kwaliteitsbeleid voor deze bebouwing ondersteunen. Deze aanvullende criteria worden bij de beschrijving van de onderstaande gebieden genoemd.
4.1.1 Ensembles Een aantal ensembles en complexen in de woonwijken en woonbuurten heeft bijzondere kwaliteiten die medebepalend zijn voor de diversiteit van de woningen van Emmen. Voor deze ensembles en complexen worden, afhankelijk van de benoemde karakteristiek, een of meerdere criteria aanvullend op de uitgebreide welstand benoemd die meer specifiek sturen op het behoud van deze kwaliteit. Ambitie: –– een hoge kwaliteitsbewaking die stuurt op de bestaande architectonische kenmerken Asserbrink Een fraai complex van geschakelde woningen, in 2 clusters gegroepeerd. De geschakelde woningen kenmerken zich door schuine lijnen in dak en door geveleenheid met de houten gevels. Alles in een donkere kleur, oranje daklijsten, witte kozijnen en ramen en een dakbedekking van leien. Er zijn geen losse bijgebouwen; er is een beperkt aantal gerealiseerde aangebouwde garages en carports.
Bargeres, Asserbrink
Criteria aanvullend op de uitgebreide welstandscriteria voor de Asserbrink: –– materiaal en kleur: overwegend hout in een donkere (zwarte) kleur –– kleuraccenten voor deuren, ramen en lijstwerk
Centrum Klazienaveen, Langestraat
Asserbrink bijzondere ensembles
Centrum Klazienaveen, Het Schip
24 Welstandsnota Emmen
Boskamp (+ Boomstraat) Een aantal twee onder een kap woningen met grote rieten zadeldaken. De woningen hebben deels Engelse stijlkenmerken. De woningen zijn vrij gesitueerd langs de straat met relatief brede bermen met een verspringende rooilijn. De gevels zijn wit gestuukt. De woningen hebben geen verbijzonderingen (bijv. dakkapellen) aan de straatzijde. Criteria aanvullend op de uitgebreide welstandscriteria voor de Boskamp: –– gevels hoofdgebouwen in één kleur (wit of lichtgrijs) –– zadeldak met riet voor het hoofdgebouw; geen dakopbouwen of daktoevoegingen –– bijgebouwen vrijstaand en ondergeschikt
Emmen, Boskamp
Omgeving Meijerswegje Een complex met relatief grote en brede woningen, oorspronkelijk gebouwd voor de staf van de Enkafabriek, op ruime kavels. De woningen hebben gevels van wit gekeimd metselwerk met flauw aflopende bitumen daken en een nok haaks op de weg. Criteria aanvullend op de uitgebreide welstandscriteria voor de omgeving van het Meijerswegje: –– behoud van oorspronkelijke gevelbeeld, kleur, afmetingen en vormgeving. –– zadeldak van bitumen, nok haaks op de weg
Emmen, Meyerswegje
Boskamp bijzondere ensembles
Meijerswegje bijzondere ensembles
Koers op Kwaliteit 25
Gorzenveld (6 patiowoningen in de Rietlanden) Voornamelijk vrijstaande vrije sectorwoningen waarvan een klein deel projectmatig gebouwd zijn. Bijzonder is de groep van 6 geschakelde (patio)woningen bij de entree van het veld: (soort van) ‘wachters’; sterk beeld, bijzonder ensemble
Oosterstraat (stadsvilla’s) Bijzonder complex vanwege verkaveling, stramien en eenvoud. Van belang om beeld en ritme van het geheel te bewaken; daarbij is de eenduidige erfscheiding een sterk bindende factor.
Criteria aanvullend op de uitgebreide welstandscriteria voorde 6 patiowoningen aan de Gorzenveld: –– kleur & vorm hoofdgebouwen als bestaand, –– ensemble als zodanig bewaken en beschermen;
Criteria aanvullend op de uitgebreide welstandscriteria voor de stadsvilla's van de Oosterstraat: –– vormgeving en kleurstelling van de hoofdvolumes respecteren –– erfafscheiding: hekwerk en/of haag.
Rietlanden, Gorzenveld
Oosterstraat
Gorzenveld bijzondere ensembles
Oosterstraat bijzondere ensembles
26 Welstandsnota Emmen
Poolwoningen (Erica) Bijzondere verkaveling, van oorsprong eenvoudig woningtype en bouwvorm. In de loop van de jaren zijn de nodige uitbreidingen en toevoegingen gerealiseerd die het beeld hebben doen veranderen (volle kavels) Criteria aanvullend op de uitgebreide welstandscriteria voor de Poolwoningen: –– hoofdgebouw wit –– aan- en bijgebouwen ondergeschikt
Binnenbaan
4.1.2 Beschermde dorpsgezichten Binnen de gemeente liggen drie beschermde dorps gezichten; Westerse Bos, Oosterse Bos en Westenesch. Dit zijn gebieden met een bijzonder, historisch karakter. Het zijn cultuurhistorisch waardevolle nederzettingen die in belangrijke mate bepalend zijn voor de identiteit en historie van de gemeente en daarom dienen te worden behouden en waar mogelijk hersteld. Het begrip beschermd stads- en dorpsgezicht wordt in de Monumentenwet 1988 als volgt omschreven: "groepen van onroerende zaken die van algemeen belang zijn wegens hun schoonheid, hun onderlinge ruimtelijke of structurele samenhang dan wel hun wetenschappelijke of cultuurhistorische waarde en in welke groepen zich één of meer monumenten bevinden". Het gaat hier dus niet om de bescherming van de individuele panden op zich, maar ook om de straten patronen, de samenhang en de formaten van de panden ten opzichte van elkaar en het straatbeeld. Het gaat niet alleen om de mooie voorgevels, maar om de totale bebouwing en stedenbouwkundige opbouw van de stad of het dorp. Bescherming van gezichten en bescherming van objecten kunnen elkaar aanvullen, maar niet vervangen. De gezichtsbescherming richt zich op de stedenbouwkundige karakteristiek en wil het toekomstig functioneren daarvan veilig stellen. De objectbescherming wil het architectonisch beeld veiligstellen en de authenticiteit van het materiaal behouden. Westenesch Westenesch is een esdorp. De structuur van het esdorp is een losse bebouwing in wisselende richtingen rondom de open brink in het hart van het dorp. Essentieel zijn de doorzichten, open groene ruimten en beplanting. De boerderijen zijn rietgedekt met weinig franje.
Poolwoningen bijzondere ensembles
Westenescherstraat
Koers op Kwaliteit 27
Ambitie: –– de esdorpen zijn in belangrijke mate bepalend voor de identiteit en afleesbaarheid van de ontginningsgeschiedenis van de hogere zandgronden. De samenhang van de bebouwing en het totaalbeeld bepalen in grote mate het beeld en aanvullingen en vernieuwingen dienen in dat licht worden beoordeeld –– behouden en versterken van het landelijke groene karakter in de esdorpen
Westerse Bos en Oosterse Bos Westerse Bos en Oosterse Bos zijn wegdorpen. Deze kenmerken zich door een langgerekte smalle slingerende bebouwingsstrook met een opstrekkende verkaveling. De bebouwing heeft een onregelmatige aaneenschakeling van forse boerderijen, kleinere boerderijen en woningen. Vanaf de weg is tussen de bebouwing door het landelijk gebied waarneembaar.
criteria aanvullend op de uitgebreide welstandscriteria voor Westenesch: –– de samenhang van bebouwing en bouwwerken op het erf passen binnen de erfstructuur van het esdorp –– erfafscheidingen: hekwerken passend bij het karakter van het erf zijn kwalitatief duurzaam, eenvoudig en bescheiden in vormgeving in een tegen de natuur wegvallende tint: naturel hout, donkergroen, antraciet, zwart –– eenvoud en soberheid zijn bepalend voor de architectuur
Westerse Bos
Westenesch bijzondere ensembles
Westerse Bos bijzondere ensembles
28 Welstandsnota Emmen
Ambitie: –– Sturen op behoud van de wegdorpen in maat en schaal als structuurdrager van het randveenlandschap –– aansluiten op de oorspronkelijke bouwstijl (vorm, kleur en materialen) Criteria aanvullend op de uitgebreide welstandscriteria voor Westerse Bos en Oosterse Bos –– gebouwen dienen individueel duidelijk een eigen karakter te behouden bij ver en/of aanbouw. (Gevel)compositie, kleur en materiaalgebruik vormen hierbij een samenhangend beeld –– het karakter van voor- en achterhuis bij boerderijen dient bij (ver)bouw behouden te blijven –– aan- en uitbouwen en bijgebouwen hebben een ondergeschikte positie –– agrarische bedrijfsgebouwen liggen achter of naast het hoofdgebouw –– het dakvlak van oorspronkelijke boerderijen heeft een gesloten karakter
4.1.3 Monumenten Beschermde monumenten worden gekenmerkt door een samenhangend en gaaf geheel van architectonische stijlkenmerken. Een monument kan representatief zijn voor een bepaalde bouwstijl, maar kan ook een rijke bouwgeschiedenis hebben met verwijzingen naar verschillende bouwstijlen. Voor zover de bouwgeschiedenis niet duidelijk afleesbaar is, kan zij door bouwhistorisch onderzoek aan het licht komen. Monumenten worden in hoge mate gewaardeerd om hun architectuurhistorische kwaliteit, waardoor zij belangrijk bijdragen aan de kwaliteit en de identiteit van hun omgeving. Een bouwplan voor een monument wordt getoetst aan het monumentenbeleid. Richtinggevend is hiervoor de redengevende omschrijving van het monument. Naast de toetsing aan het monumentenbeleid wordt het bouwplan voor wat betreft de welstandsaspecten getoetst aan de onderstaande criteria. (De lijst met Rijks- provinciale en gemeentelijke monumenten is als bijlage in deze nota opgenomen.) Ambitie: –– het beleid is gericht op het behouden van de historische kenmerken van het monument. Criteria aanvullend op de uitgebreide welstandscriteria voor monumenten: –– toevoegingen aan, op of bij monumenten worden op herkenbare wijze vormgegeven. Hierbij vormen de historische stijlkenmerken van het monument de inspiratiebron. –– er is aandacht voor zorgvuldige detaillering en materiaalkeuze.
Oosterse Bos bijzondere ensembles
Oosterse Bos
Koers op Kwaliteit 29
5
Vrijwillige welstand
Het welstandstoezicht is geregeld in een wettelijk kader. Voor die gebieden, waarvoor door de gemeenteraad welstandsbeleid is vastgesteld, geldt dit wettelijke kader en dient getoetst te worden aan dit kader. Voor gebieden, waarvoor geen welstandscriteria opgenomen zijn is welstandsbegeleiding echter wel mogelijk. Dit is de vrijwillige welstand. Deze vrijwillige welstand kan ook van toepassing zijn op lichtvergunningplichtige bouwwerken en bouwwerken waarvoor in het geheel geen vergunning aangevraagd hoeft te worden. Een
burger kàn zijn conceptbouwplan, gelegen in de criteriavrije gebieden, ter toetsing aan de welstand voorleggen met diverse redenen: hij wil verzekerd zijn van een goede architectonische en omgevingskwaliteit van zijn bouwwerk voor zichzelf of hij kan met een positieve begeleiding door de welstand een veiligheid inbouwen tegen eventuele bezwaren uit zijn omgeving. De planindiener is niet verplicht te bouwen naar een vrijwillig verstrekt advies.
30 Welstandsnota Emmen
6
Ontwikkelingsgebieden met specifieke welstand zoals beeldkwaliteitplannen
De gemeente kan al dan niet op verzoek van de burger, een gebied aanwijzen waar zij een nieuwe ontwikkeling voor staat. Voor deze nieuwe ontwikkeling kan een nieuw bestemmingsplan en/ of een nieuwe, voor dat gebied geldende welstandsnota gemaakt worden. Deze specifieke welstandsnota's worden Beeldkwaliteitplannen genoemd. Zij regelen het nieuwe gewenste welstandsbeleid voor dié locatie. Indien er geen nieuw beleid door de Raad vastgesteld is, geldt de huidige welstandsnota. In een beeldkwaliteitplan wordt ook aangegeven, welke welstandscriteria er op het bouwwerk van toepassing zijn als het bouwwerk gerealiseerd is. Het toekomstige welstandbeleid, gericht op het beheer van de bebouwing, is hiermede direct door de Gemeenteraad vastgesteld. In een beeldkwaliteitsplan zijn welstandscriteria voor nieuwbouw opgenomen. Deze zijn bedoeld voor de toetsing van de aanvragen om bouwvergunning. In nieuw vast te stellen beeldkwaliteitsplannen zal ook worden aangegeven voor welke periode deze moeten gelden en welke welstandscriteria, nadat de ontwikkeling is voltooid, in de beheersfase moeten gelden. Mogelijkheid is ook dat het beeldkwaliteitsplan dan kan vervallen zodat alleen nog de basis welstand geldt. Het toekomstige welstandbeleid, gericht op het beheer van de bebouwing, is hiermede direct door de Gemeenteraad vastgesteld.
Voor wat betreft eerder vastgestelde beeldkwaliteits plannen waarin een dergelijke regeling niet is opgenomen, zal periodiek (bij herziening of evaluatie van de welstandsnota) moeten worden bezien of de geldigheid dan kan vervallen en voor dat gebied dan volstaan kan worden met basis welstand.
Beeldkwaliteitplannen zijn er voor 61 Emmen, Delftlanden, 1e uitwerking 62 Emmen, Delftlanden, 2e uitwerking 63 Emmen, Delftlanden, 3e uitwerking 64 Emmen, Waanderveld 65 Emmen, Bargermeer 66 Emmen, Gorzenveld II 67 Emmen, Business Park Meerdijk 68 Emmen, Bedrijventerrein A-37 70 't Zand, Laan van het Kwekebos en Landtong (deel Landtong) 71 Nieuw weerdinge, Mandebroek III 72 Emmer-Compascuum, Koppelveenwijk/Maatschappijweg 73 Klazienaveen, Landgoed Scholtenszathe (De Verbeelding) 74 Klazienaveen, Landgoed Scholtenszathe (Werkhoek) 75 Klazienaveen, de Planeet 76 Klazienaveen, Molenbuurt 77 Klazienaveen, Pollux 78 Zwartemeer, Zuidwest IV 79 Amsterdamsche Veld 80 Nieuw Schoonebeek, Bekels Erf 81 Schoonebeek, Stroomdal Zuidrand 82 Nieuw-Amsterdam/Veenoord, bedrijventerrein de Tweeling 83 Emmerschans Noord 84 Emmerhout Noord 85 Winkelcentrum Emmerhout 87 Angelslo cluster 4 89 Aireydorp-oost 91 Minister Kanstraat 92 Hollestelle 93 de Schans 94 Emmen, Waanderveld II wonen en werken 95 Serrestallen (zie aparte themakaart voor de gehele gemeente)
Koers op Kwaliteit 31
Van toepassingsverklaring welstandscriteria serrestallen
Van toepassingsverklaring
VASTGESTELD DOOR DE RAAD VAN DE GEMEENTE EMMEN BIJ BESLUIT VAN.. ....................................
DE VOORZITTER,
DE SECRETARIS,
32 Welstandsnota Emmen
7
De trendsetter en de trendvolgers
De trendsettersregeling heeft de ambitie om de hoofdvorm van een gebouw, van de straatgevelwand of van een blok in takt te laten. Ingrepen in een bouwblok of een samenhang van blokken worden beoordeeld in verhouding tot de aanpalende blokken en de stedenbouwkundige impact van de verandering in haar omgeving. Ingrepen in één gebouw kunnen de ruimtelijke kwaliteit van het straatbeeld sterk aantasten. De eenheid en uniformiteit in deze straatbeelden is van essentieel belang. Indien ingrepen wenselijk zijn, dienen die van hoogwaardige kwaliteit te zijn en repeteerbaar te zijn voor de overige bouwonderdelen van de straatgevelwand.
Een eerste goedgekeurde aanpassing met hoge welstandskwaliteit kan door de welstandscommissie betiteld worden als "trendsetter". Dit bouwplan is dan bepalend voor elke volgende ingreep in hetzelfde gebouw of bouwblok. Een nieuwe aanvraag, welke gelijk is aan de trendsetter is trendvolger en wordt van een positief welstandsadvies voorzien. Een nieuwe aanvraag, welke afwijkt van de trendsetter, wordt door de welstandscommissie beoordeeld, waarbij de trendsetter richtinggevend is. Afwijkende ontwerpen welke aan de welstandscriteria voldoen kunnen echter niet geweigerd worden als zij de trendsetter niet volgen.
Koers op Kwaliteit 33
8
Reclame
De gemeente Emmen kent een reclameverordening. De reclameverordening en ook de hieronder uitgewerkte reclamecriteria gelden voor de gehele gemeente. Ook voor die gebieden, waar geen welstandscriteria vooraf gelden en voor de gebieden met Beeldkwaliteitplannen. Deze verordening is procedureel van aard. Zij verwijst voor de toetsing op kwaliteit in artikel 3.3 van de reclameverordening naar het welstandsbeleid. De weigeringsgronden en criteria om reclame toe te laten zijn (citaat): 1 "Een reclamevergunning kan worden geweigerd: a in het belang van de voorkoming van ontsiering van de onroerende zaak en/of de omgeving; b in het belang van de verkeersveiligheid; c in het belang van de voorkoming of beperking van overlast voor gebruikers van de in de nabijheid gelegen onroerende zaak. 2 Alvorens toepassing te geven aan het eerste lid sub a. wordt hieromtrent advies van een commissie van onafhankelijke deskundigen gevraagd. Hetgeen in de vigerende Bouwverordening van de gemeente Emmen omtrent het welstandstoezicht is bepaald, vindt overeenkomstig toepassing ten aanzien van de advisering over aanvragen om reclamevergunning."
–– per onderneming is maximaal 1 enkelzijdige reclame en 1 uitsteekreclame toegestaan. Van deze regel zijn uitgezonderd hoekpanden, waarvoor geldt dat op beide voorgevels per onderneming 1 enkelzijdige reclame en 1 uitsteekreclame is toegestaan. –– de haaks geplaatste reclame mag maximaal 80 x 80 centimeter groot zijn en maximaal 80 centimeter uitsteken. –– enkelzijdige reclame mag maximaal 1/3 van de gevelbreedte bestrijken. De maximale hoogte bedraagt 0,50 m. –– de reclame doet geen afbreuk aan panden met een glasgevel architectuur. –– reclame mag niet knipperen en in de omgeving van woningen mag de reclame ook niet bewegen –– etalageruiten op de begane grond en ramen op de verdiepingen mogen niet met reclames worden beplakt of beschilderd. Voor woon- winkelpanden geldt aanvullend dat: –– reclame alleen aan de voorgevel ter hoogte van de begane grond mag worden aangebracht en minimaal o,50 m. onder de onderkant van het kozijn op de eerste verdieping dient te blijven
Indeling naar gebieden. 1 reclame aan winkels 2 reclame aan woningen 3 reclame aan bedrijfs- kantoorpand of met een bijzondere bestemming
Los geplaatste reclame –– uitstallingen en losse reclameobjecten, met inbegrip van vlaggenmasten, banieren en zuilen dienen in vormgeving, maatvoering, kleurstelling en materiaalgebruik te worden afgestemd op de architectuur van het gebouw waar de reclameobjecten voor zijn geplaatst. –– per pand mogen maximaal 2 losse reclameobjecten, dan wel 1 uitstalling en 1 los reclameobject worden geplaatst.
8.1 Reclame aan winkels
8.2 Reclame aan woningen
Gevelreclame –– gevelreclame dient qua vormgeving, maatvoering, kleurstelling, verlichting, materiaalgebruik en wijze van plaatsing afgestemd te zijn op de architectonische uitstraling van de bebouwing; –– boven de dakrand mag geen reclame worden aangebracht. –– de reclame dient betrekking te hebben op de onderneming die in het bedrijf is gehuisvest.
–– een uithangbord met een maximale uitsteekmaat van 50 cm en een max. oppervlakte van 0,5 m2 of een gevelreclamebord met een maximale oppervlakte van 0,5 m2, beiden bevestigd onder de bovenkant van de vloer van de eerste verdieping. –– Losse reclameobjecten, met inbegrip van vlaggenmasten, banieren en zuilen, lichtreclame en verlichte reclame, zijn niet toegestaan.
De welstandsnota van de gemeente Emmen heeft voor het toetsen van reclameaanvragen de volgende criteria opgesteld:
34 Welstandsnota Emmen
8.3 Reclame aan bedrijfs-, kantoorpanden of aan panden met een bijzondere bestemming Gevelreclame –– Aan panden met een bedrijfs-, kantoor- of bijzondere bestemming buitren de bebouwde kom met als hoofdbestemming wonen waar bedrijfsmatige activiteiten plaatsvinden; in deze gevallen gelden de criteria van 8.2 –– aan panden met een bedrijfs-, kantoor- of bijzondere bestemming mag boven de dakrand geen reclame worden aangebracht. –– er mag één gevelreclame nabij de hoofdtoegang tot het pand worden aangebracht. Hierop geldt de volgende uitzondering: –– indien meerdere zijden van het pand of complex aan de openbare weg zijn gesitueerd, is op al deze zijden één gevelreclame toegestaan –– reclame aanduidingen op bedrijfs- en kantoorverzamelgebouwen hebben maximaal één reclame/naam aanduiding en per gehuisveste ondernemer één reclame uiting bij de entree van maximaal 0,5 m2. De reclame-uitingen dienen in uitstraling en maatvoering op elkaar te worden afgestemd –– voor bedrijven aan de randen van bedrijfsterreinen geldt aanvullend; gevelreclame dient qua vormgeving, maatvoering, kleurstelling, materiaalgebruik en wijze van plaatsing op zichzelf aanvaardbaar te zijn en afgestemd te zijn op de architectonische uitstraling van het gebouw. Los geplaatste reclame –– per pand zijn maximaal 4 losse reclameobjecten. –– Voor panden buiten de bebouwde kom geldt: –– los geplaatste reclame: Per pand is één los reclameobject toegestaan. –– lichtreclame en verlichte reclame is niet toegestaan. –– alle reclame dient grotendeels te worden uitgevoerd in gedekte kleuren.
9
GSM-masten
Uit het Nationaal Antennebeleid vloeit voort dat in beperkte mate op voorhand welstandseisen voor antenne-installaties aan de providers kenbaar kunnen worden gemaakt. Deze moeten bij de bespreking van het plaatsingsplan bekend gemakt worden. Aanvullende criteria: –– De bekabeling, de kabelgoten, de antennedragers en de techniekkasten moeten worden uitgevoerd in een kleur en reflectiefactor, die overeenkomt met de kleur en de reflectiefactor van het bouwdeel waarop deze onderdelen worden bevestigd, dan wel met een kleur en reflectiefactor waarmee (het gedeelte van) de antenne-installatie zoveel mogelijk tegen de achtergrond wegvalt. –– Zichtbare belettering en/of reclame-uitingen aan (een gedeelte van) de antenne-installatie zijn niet toegestaan.
Koers op Kwaliteit 35
10 Welstandscriteria bij excessen Handhaving De gemeente heeft met deze welstandsnota regels voor het welstandstoezicht vastgesteld en zal zich ook inspannen voor de naleving daarvan. Het is ongewenst dat in gebieden met welstandstoezicht gebouwen ontstaan, welke in ernstige mate in strijd zijn met redelijke eisen van welstand en door hun buitensporige uitstraling en verschijning hevige reacties oproepen. Excessenregeling Repressief toezicht: Overeenkomstig artikel 12-a van de Woningwet kunnen burgemeester en wethouders de eigenaar van een bouwwerk dat in "ernstige mate in strijd is met redelijke eisen van welstand" aanschrijven om die strijdigheid op te heffen. Volgens datzelfde wetsartikel moeten de criteria hiervoor in de welstandsnota opgenomen zijn. Voor heel Emmen is de excessenregeling van toepassing. Deze excessenregeling is ook van toepassing op gebouwen en bouwwerken, welke in het verleden gebouwd zijn met vergunning en door ernstig verval of verandering hevige reacties oproepen. Bouwwerken, waarvoor geen specifieke welstandscriteria in deze nota opgenomen zijn, en dus zonder welstandstoets vóóraf gebouwd kunnen worden, vallen onder de excessenregeling indien zij in ernstige mate in strijd zijn met redelijke eisen van welstand (WW art 12a sub b)
Criteria bij excessen Er is sprake van een exces, indien een bouwwerk in ernstige mate in strijd is met redelijke eisen van welstand. De gemeente Emmen hanteert bij het toepassen van deze excessenregeling het basiscriterium dat er sprake moet zijn van een buitensporigheid in het uiterlijk die ook voor niet-deskundigen evident is en die afbreuk doet aan de ruimtelijke kwaliteit van een gebied. Het gaat hierbij om zaken die aantoonbaar ondeugdelijk van uitvoerig zijn, verloedering van de omgeving van het bouwwerk in de hand werken, of anderszins aanstootgevend zijn. Vaak heeft dit betrekking op: –– het visueel of fysiek afsluiten van een bouwwerk voor zijn omgeving –– het ontkennen of vernietigen van architectonische bijzonderheden bij aanpassing van een bouwwerk –– armoedig materiaalgebruik –– toepassing van felle of contrasterende kleuren –– te opdringerige reclames –– een te grove inbreuk op wat in de omgeving gebruikelijk is (zie daarvoor de gebiedsgerichte welstandscriteria) –– verwaarlozing en verval. De strijdigheid wordt door de welstandscommissie getoetst aan de gebiedsgerichte criteria of, bij gebieden waarvoor geen welstandscriteria gelden bij het oprichten van een bouwwerk, aan de uitgebreide welstandscriteria zoals ze in deze nota opgenomen zijn.
36 Welstandsnota Emmen
12 Begrippenlijst A Aanbouwen: een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw. Aangekapt: Met kap bevestigd aan dakvlak. Achterkant: De achtergevel, het achtererf en het dakvlak aan de achterzijde van een gebouw; de zijgevel, het zijerf en het dakvlak aan de zijkant van een gebouw voor zover die zijde (zijdelings) niet gekeerd is naar de weg of het openbaar groen Afdak: Hellend dak, hangend of op stijlen aangebracht tegen een gebouw of een muur, om als gedeeltelijke beschutting te dienen. Afstemmen: In overeenstemming brengen met. Antennedrager: Antennemast of andere constructie bedoeld voor de bevestiging van een antenne. Antenne-installatie: Installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie.
Behouden: handhaven, bewaren, in stand houden. Belendende: Naastgelegen, (direct) grenzend aan. Beschot: Houten bekleding van een muur, inwendig als een lambrisering, meestal niet tot de volle hoogte. Bestrating: Verharding in de vorm van straatstenen of tegels. Bijgebouw: Een op zichzelf staand al dan niet vrijstaand gebouw, behorende bij een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw, qua afmetingen ondergeschikt is aan dat hoofdgebouw en niet direct toegankelijk is vanuit dat hoofdgebouw. Blinde wand, muur of gevel: Gevel of muur zonder raam, deur of andere opening. Boeiboord: Opstaande kant van een dakgoot of dakrand, meestal uitgevoerd in hout of plaatmateriaal. Boerderij: Gebouw/gebouwen op een erf met een (oorspronkelijk) agrarische functie en het daarbij behorende woonhuis. Borstwering: Lage dichte muur tot borsthoogte. Bouwblok: Een geheel van geschakelde bebouwing.
Architectonische kwaliteit: Ambachtelijke en compositie waarde van het bouwwerk Asymmetrisch dak: Zadeldak met twee verschillende goothoogtes en/of dakhellingen. Authentiek: Overeenstemmend met het oorspronkelijke, origineel, eigen kenmerken dragend, oorspronkelijk.
B
Bouwen: Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen of het vergroten van een bouwwerk. Bouwlaag: Een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder.
Band: Horizontale versiering in de gevel in afwijkend materiaal, meestal natuursteen, kunststeen of baksteen
Bouwvergunning: Vergunning als bedoeld in artikel 40, eerste lid van de Woningwet.
Bebouwing: Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Bouwperceel: Een aaneengesloten terreinoppervlak, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegestaan.
Bedrijfsbebouwing: Gebouwen ten behoeve van bedrijven zoals hallen, werkplaatsen en loodsen; hebben meestal een utilitair karakter.
Bouwwerk: Algemene benaming voor alle soorten gebouwde objecten.
Koers op Kwaliteit 37
Bovenbouw: Het bovendeel van een gebouw; heeft meestal betrekking op de schuine kap van een huis met de daarbij behorende kopgevels.
Daktrim: Afwerking bovenzijde dakrand ten behoeve van waterkering. Dakvlak: Een vlak van het dak/kap.
Bungalow: Meestaal vrijstaande woning waarvan alle vertrekken op de begane grond zijn gesitueerd. Buitengebied: Het gebied, dat niet in de bebouwde kom(men) van de gemeente Emmen ligt met uitzondering van de genoemde gebieden in hoofdstuk 3.1.1, 3.1.2 en 3.1.3.
C Carport: Afdak om de auto onder te stallen, meestal bij of grenzend aan een woning.
Dakvoet: Laagste punt van een schuin dak. Het snijpunt van de daklijn en de onderliggende gevellijn. Damwandprofiel: Metalen beplatingmateriaal met een damwandprofilering. Detail: Ontmoeting/aansluiting van verschillende bouwdelen zoals gevel en dak of gevel en raam. Detaillering: Uitwerking, weergave van de verschillende onderdelen c.q. aansluitingen.
Classicisme: Stroming in de bouwkunst, bouwstijl. Diversiteit: Verscheidenheid, afwisseling, variatie. Compositie: Ordening van de verschillende onderdelen van een bouwwerk of situering van een gebouw ten opzichte van de omringende bebouwing. Conformeren: Zich voegen naar, gelijkvorming maken, aanpassen aan, afstemmen op. Context: Omgeving, situatie, geheel van omringende ruimtelijke kenmerken.
Drager en invulling: De drager is de constructie van een gebouw, waaraan de invulling is toegevoegd om te beschermen tegen weer en wind (heeft vooral betrekking op gebouwen uit de jaren vijftig en zestig, waarbij het verschil tussen drager en invulling werd gebruikt om de woning in een groot gebouw of rij huizen te onderscheiden).
Contrasteren: Een tegenstelling vormen.
Dwarskap: Kap waarbij de noklijn haaks op de weg ligt.
D
E
Dak: iedere bovenbeëindiging van een gebouw.
Eerste verdieping: Tweede bouwlaag van de woning of het woongebouw, een souterrain of kelder niet daaronder begrepen.
Dakafdekking: Vlak of hellend dak van een gebouw, waarop dakbedekking is aangebracht. Dakhelling: De hoek tussen het dak en de aanliggende vloer. Dakkapel: Ondergeschikte toevoeging aan een dakvlak, vooral bedoeld om de lichttoevoer te verbeteren en het bruikbaar woonoppervlak te vergroten. Daknok: Hoogste punt van een schuin dak. Horizontale snijlijn van twee dakvlakken, de hoogste lijn van het dak Dakopbouw: Een toevoeging aan de bouwmassa door het verhogen van de nok of dakrand van het dak, die het silhouet van het oorspronkelijke dak verandert. Dakraam: Raam in een dak.
Ensemble: Architectonisch en stedenbouwkundig compositorisch geheel. Erf: al dan niet bebouwd perceel of een gedeelte daarvan,dat direct is gelegen bij een gebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor zover een bestemmingsplan van toepassing is, de bestemming deze inrichting niet verbiedt. Voorerf: gedeelte van het erf dat aan de voorzijde van het gebouw is gelegen Achtererf: gedeelte van het erf dat aan de achterzijde van het gebouw is gelegen Zijerf: gedeelte van het erf dat aan de zijkant van het gebouw is gelegen
38 Welstandsnota Emmen
Erker: Kleine toevoeging van meestal één bouwlaag aan de gevel van een gebouw, op de begane grond meestal uitgevoerd in metselwerk, hout en glas. Evenwichtig: Passend binnen compositie.
F
Hoek- en kilkeper: snijlijn van twee aansluitende dakvlakken. Hoofdgebouw: Een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken
Flat: Groot gebouw met meerdere verdiepingen/ woonlagen. De appartementen in de flat zijn meestal gelijkvloers en worden op hun beurt flat/flatjes genoemd.
I
G
Industriebebouwing: Bebouwing met een industriële bestemming.
Galerij: Gang aan de buitenkant van een (flat)gebouw die toegang verschaft tot de afzonderlijke woningen. Gebouw: Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt. Gepotdekseld: Horizontaal gedeeltelijk over elkaar vallende gevelbeplating (oorspronkelijk houten planken). Gevel: Verticaal scheidingsvlak van een gebouw tussen buiten en binnen. (Gevel)geleding: Onderverdeling van de gevel in kleinere vlakken. Verticale, horizontale of figuratieve indeling van de gevel door middel van gevelopeningen, metselwerk, verspringingen of andere gevelkenmerken en -detailleringen.
Individueel gebouw: Zelfstandig, op zichzelf staand gebouw.
Installatie: set van beeld- en/of geluidsapparatuur, het aanbrengen van technische toestellen (montage) en/of deze toestellen zelf
K Kap: Samenstel van houten, ijzeren of betonnen onderdelen dat de dakbedekking draagt. Kapvergroting: Vergroting van het dak door middel van een dakopbouw. Karakter: Kenmerkende vorm en uiterlijk (van de bebouwing). Kavel: Grondstuk, kadastrale eenheid. Keper: Snijlijn van twee aansluitende dakvlakken.
Gevelmakelaar: Decoratieve bekroning van een geveltop.
Kern: Veelal kleinschalig stedelijk gebied, ook wel centrum van een dorp of stad.
Goot: Waterafvoer, veelal tussen gevel en dakvlak.
Kilkeper: Dakrib op de binnenhoek van twee dakschilden.
Goothoogte: de hoogte van de horizontale snijlijn van het dakvlak met het gevelvlak tot aan het peil, ondergeschikte bouwdelen als goten van dakkapellen niet meegerekend. Gootklos: Zie klossen. Gootlijn: Veelal horizontale lijn die een goot of meerdere goten aan de gevel vormen.
H Hoekaanbouw: Grondgebonden toevoeging meestal van één bouwlaag aan de hoek van een gebouw.
Klossen: Uit de muur stekende houten of gemetselde blokjes ter ondersteuning van uitstekende onderdelen van een gebouw zoals dakgoten. Kop: In het algemeen gebruikt om de smalle kant van een rechthoekige vorm aan te duiden, bijvoorbeeld bij een gebouw.
L Lak: Afwerklaag van schilderwerk. Landschappelijke waarde: De aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het waarneembare deel van het aardoppervlak, dat wordt bepaald door
Koers op Kwaliteit 39
de onderlinge samenhang en beïnvloeding van (niet levende en levende) natuur.
monumentenlijst zoals deze luidt op het tijdstip van het vaststellen door de gemeenteraad van deze nota.
Langskap: Kap waarbij de noklijn parallel aan de weg ligt.
Muurdam: Op de erfgrens aan de gevel gemetselde muur.
Latei: Draagbalk boven gevelopening.
N
Lessenaarsdak: Dak met één hellend, niet onderbroken, dakvlak.
Natuurlijke waarde: De aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door geologische, geomorfologische, bodemkundige en biologische elementen, zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang.
Lichtkoepel: Raamconstructie meestal in een plat dak, in de vorm van een koepel.
Negge: Het vlak c.q. de maat tussen de buitenkant van de gevel en het kozijn.
Lijst: Een meestal versierde en geprofileerde rand als bekroning van de bovenzijde van een gevel. Kroonlijst, gootlijst.
Nok: Horizontale snijlijnen van twee dakvlakken, de hoogste lijn van het dak.
Lineair: Rechtlijnig, langgerekt.
O
Lint(bebouwing): Langgerekte lijn van (veelal vrijstaande) bebouwing langs een weg of waterverbinding.
Onderbouw: Het onderdeel van een gebouw; heeft meestal betrekking op de begane grond van een huis met meerdere verdiepingen.
Luifel: afdak buiten tegen de muur van een gebouw aangebracht en verder niet ondersteund, meestal boven een deur, raampartij of gehele pui.
M Maaiveld: Bovenzijde van het terrein dat een bouwwerk omgeeft, de grens tussen grond en lucht, de gemiddelde hoogte van het terrein, grenzend aan de gevels, op het tijdstip van de aanvraag om bouwvergunning. Mansardekap: Dak met een geknikte vorm, waarbij het onderste deel van het dak steiler is dan het bovenste deel. Markies: Opvouwbaar zonnescherm. Massa: Volume van het gebouw of bouwdeel. Metselverband: Het zichtbare patroon van metselwerk. Middenstijl: Verticaal deel in het midden van een deur- of raamkozijn. Monument: Aangewezen onroerend goed als bedoeld in artikel 3 van de Monumentenwet 1988, de door de provincie vastgestelde provinciale monumentenlijst en de door de gemeenteraad vastgestelde gemeentelijke
Ondergeschikt: Voert niet de boventoon. Ontsluiting: De toegang tot een gebouw, gebied of een terrein. Oorspronkelijk: Origineel, aanvankelijke vorm, authentiek. Oorspronkelijke gevel: Gevel behorend tot de oudste gevels van een gebouw, gevel van een gebouw in zijn oorspronkelijke staat. Openbaar groen: Met het openbaar groen wordt bedoeld hetgeen daaronder in het normale spraakgebruik wordt verstaan, zoals parken plantsoenen en speelveldjes, die het gehele jaar (of een groot deel van het jaar) voor het publiek toegankelijk zijn. Een weiland, bos of water kan in dit verband niet worden aangemerkt als openbaar groen. Orthogonaal: Rechthoekig. Oriëntatie: De hoofdrichting van een gebouw. Overstek: Bouwdeel dat vooruitsteekt ten opzichte van het eronder gelegen deel.
P Paneel: Rechthoekig vlak, geplaatst in een omlijsting.
40 Welstandsnota Emmen
Penant: Gemetselde steunpilaar van het fundament van een gebouw, metselwerk in een gevel langs openingen.
Risaliet: Gevelvoorsprong, vooruitspringende partij van een bouwlichaam, messtal in het midden of op de hoeken
Pilaster: Weinig uitspringende muurpijler, die dient om een boog of hoofdgestel te dragen.
Ritmiek: Regelmatige herhaling.
Piramidedak: Dak met vier gelijkvormige, driehoekige vlakken, die in een punt in de nok samenkomen. Plaatmateriaal: Bouwmateriaal dat in plaatvorm geleverd wordt, zoals hout (triplex en multiplex), kunststof (bijvoorbeeld trespa) of staal (vlak of met profiel) meestal ten behoeve van gevelbekleding. Plint: Een duidelijk te onderscheiden horizontale lijn aan de onderzijde van een gebouw. Profiel: omtrek van een gebouw of bouwdeel (bijvoorbeeld kozijn) of een doorsnede daarvan Profilering: aangebrachte vorm en maatvoering van profiel
Rollaag: Een in verband gemetselde laag van op hun kant of kop gemetselde stenen. Horizontale of gebogen rij stenen of betonbalk boven een gevelopening of aan de bovenzijde van een gemetselde wand. Rooilijn: Lijn die in het bestemmingsplan of bouwverordening aangeeft waarbinnen gebouwd mag worden.
S Schilddak: Dak met vier hellende vlakken waarvan twee grote en twee kleine vlakken. Schuur: Bijgebouw ten behoeve van opslag. Slagenlandschap: Een landschap met langgerekte ontginningslinten met haaks daarop een stelsel van smalle kavels gescheiden door afwateringssloten.
Portiek: Gemeenschappelijke trappenhuis en/ of een terugspringende ruimte voor de straat- of toegangsdeur.
Situering: Plaats van het bouwwerk in zijn omgeving.
R
Speklaag: lichte natuurstenen band als afwisseling in baksteenmetselwerk, doorgaans van Brabantse arduin, later ook van zandsteen.
Raamdorpel: Horizontal stenen element onder de onderdorpel van een houten kozijn, dat ervoor zorgt dat water onder het kozijn buiten het muurvlak wordt afgevoerd. Raamhout: Hout waaruit ramen vervaardigd worden of omlijsting waarbinnen het paneel van een deur of beschot wordt ingesloten. Ook wel draaiende of schuivende delen van kozijn/post.
Spiegel: Gedeelte, gedekt met dakpannen, in een dakvlak van een stolp die voor het overige met riet is afgedekt. Straatzijde: De zijde van een gebouw die is toegekeerd naar de weg of naar openbaar groen.
Referentiekader: Het geheel van waarden en normen binnen een bepaalde groep waarnaar verwezen kan worden.
Stijl: 1 Architectuur of vormgeving uit een bepaalde periode of van een bepaalde stroming. 2 Kolomvormige draagconstructie (bij stolpboerderij).
Renovatie: Vernieuwing.
T Tactiel: Met de tastzin verbonden.
Respecteren: Met eerbied behandelen, eerbiedigen, waarderen. Rijenwoningen: Geschakelde eengezinswoningen in een rij. Rijtjeshuis: Huis als onderdeel van een reeks aaneengebouwde, gelijkende woningen.
Tent-, punt- of piramidedak: Dak gevormd door vier driehoekige dakschilden die in één punt bijeenkomen. Textuur: De waarneembare(voelbare) structuur van een materiaal (bij metselwerk dus de oneffenheden van de steen en het voegwerk).
Koers op Kwaliteit 41
Traditioneel: Gebouwd volgens oude gewoonten. Trendsetter: een klein bouwplan dat als standaard voor een bepaalde straat of bij een bepaald bouwblok is aangewezen door de welstandscommissie, met als doel het bewaren van de samenhang en de ritmiek van het straatbeeld waar dit van belang is voor de ruimtelijke kwaliteit. Tympaan: Driehoekig of segmentvormige bekroning van een (klassiek) gebouw of van een onderdeel daarvan.
U Uitbouw: Een gebouw dat als vergroting van een staande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
V Verdieping: bouwlaag Vliering: Bergruimte in de nok van een kapconstructie. Volant: Strook stof als afronding en versiering van zonnescherm of markies. Voorgevellijn: Denkbeeldige lijn die strak loopt langs de voorgevel van een bouwwerk tot aan de perceelsgrenzen. Voorgevelrooilijn: Voorgevelrooilijn als bedoeld in het bestemmingsplan dan wel de gemeentelijke bouwverordening. Voorkant: De voorgevel, het voorerf en het dakvlak aan de voorzijde van een gebouw; de zijgevel, het zijerf en het dakvlak aan de zijkant van een gebouw voor zover die zijde (zijdelings) gekeerd is naar de weg of het openbaar groen. Weg: Weg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994. Windveer: Plank bevestigd langs de kanten van een met riet of pannen gedekt dak ter afdekking van de voorrand. Worden soms aan de bovenzijde over elkaar gekeept.
Woning: Een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijke huishouding. Wolfdak/wolfeinden: Schilddak met aan voorzijde kleiner dakvlak als aan achterzijde, specifiek voor boerderijen.
Z Zadeldak: Een dak dat aan twee zijden schuin is met een symmetrisch profiel. Zicht vanaf de openbare weg en openbaar gebied: Alle gevel(delen), welke staande op het openbaar gebied zichtbaar zijn in enig jaargetijde. Zijgevellijn: Denkbeeldige lijn die strak loopt langs de zijgevel van een bouwwerk tot aan de perceelsgrenzen. Zijkant: De zijgevel, het zij-erf en het dakvlak aan de zijkant van een gebouw.
42 Welstandsnota Emmen
Lijst met alle Rijks- Provinciale en Gemeentelijke monumenten mei 2010 nummer 45390
monument AR
adres Barger-Oosterveld, Veldweg
PM2-0308 PM2-0308 EM0078 PM2-0292
PMV PMV GM PMV
Binnenbaan Binnenbaan Boetseweg Boskamp
510955 PM1-0035 45377
RM PM AR
Boslaan Boslaan Boslaan
33399 PM2-0273 PM2-0246 EM0005 510952 PM2-0250 EM0044 EM0082 EM0084 510968 510932 510933 510934 510935 510929 510930 14965 EM0057 EM0058 510969 PM2-0306 45378
RM PM PM GM RM PM GM GM GM RM RM RM RM RM RM RM RM GM GM RM PMV AR
Burgemeester Osselaan Burgemeester Osselaan 12 De Mente 2 De Molenkamp De Molenkamp De Omloop 8 Dommerskanaal ZZ Dommersweg Dommersweg Dorpsstraat Dorpsstraat Dorpsstraat Dorpsstraat Dorpsstraat Dorpsstraat Dorpsstraat Dorpsstraat Eemslandweg Eemslandweg Eemslandweg Emmalaan Emmer Dennen/Randweg
45382
AR
Emmerbosch
45374 46891 PM1-0007
AR RM PM
Emmerdennen Europaweg Europaweg
GM PM RM PMV AR
huisnr.
situering F/9577; F/9857
2 - 28 (even) 1 - 15 (oneven) 22 1-30 (even en oneven) 2-3 16 C/10039
5 12 2 6-7 12 8 110 10 15-16 21 23 23 23 23 29 29 69 26 43 133 13 t/m 23 (oneven) C/10688 C/8940
C/3747 12 46
Gemeentelijk monument Provinciaal monument Rijksmonument Provinciaal monument in procedure, valt onder voorbescherming Archeologisch monument
Koers op Kwaliteit 43
plaats
omschrijving
datering
Emmen
Terrein waarin overblijfselen van 2 veenbruggen. a. 530 plm 40 BC (Gr.N 4622) b. 1170 plm 50 BC (Gr.N. 4149) (Gedeeltelijke bescherming). Woningbouw Woningbouw schultehuis Woningbouw
1963 1963 ca. 1642 1946
Erica Erica Roswinkel Emmen Emmen Emmen Emmen
Schoonebeek Schoonebeek Schoonebeek Emmen Emmen Klazienaveen Nieuw-Amsterdam Nieuw-Amsterdam Nieuw-Amsterdam Weerdinge Weerdinge Weerdinge Weerdinge Weerdinge Weerdinge Weerdinge Weerdinge Zwartemeer Zwartemeer Zwartemeer Emmen Emmen Emmen
Emmen Schoonebeek Schoonebeek
Onderwijs en wetenschap burgerwoning (boswachterswoning) Terrein, waarin 7 grafheuvels. Datering: Neolithicum en/of Bronstijd. (Gedeeltelijke bescherming, voor zover betreft de daarin gelegen grafheuvels zelf, alsmede een strook van 10 m rondom gemeten vanaf de voet.) Boerderij “de Boo”, recreatiegebouw NAM Kerk dubbel woonhuis Woonhuis Kerk krimpenboerderij woonhuis woonhuis Boerderij Boerderij Schuur Wagenloods Bakhuisje Boerderij Schuur Boerderij villaboerderij winkelwoning Overheidsgebouw, grenswachtershuis Woningbouw Terrein waarin 13 grafheuvels. Datering: Neolithicum en/of Bronstijd. (Gedeeltelijke bescherming). Terrein waarin 4 grafheuvels. Datering: Neolithicum en/of Bronstijd. (Gedeeltelijke bescherming, voor zover betreft de daarin gelegen grafheuvels zelf, alsmede een strook van 10 m rondom gemeten vanaf de voet.) Terrein waarin het hunebed D 45. Datering: Neolithicum. Boerderij boerderij
1917 1919
1949-51 1950 1938 1959-60 1912 1910 1910 1860-1865 1870-1875 1870-1875 1870-1875 1870-1875 1870-1875 1870-1875 1930 1925 1904 1956
1905
44 Welstandsnota Emmen
nummer
monument
adres
huisnr.
PM1-0086 PM1-0101 45376 PM1-0118
PM PM AR PM
Europaweg Europaweg Fokkinge Slag Grens Europaweg
116 143
PM1-0117 510970 510946 510945 507453 14967 45375 526275 45391
PM RM RM RM RM RM AR RM AR
Griendtsveenstraat (in Dommerskanaal) Griendtsveenstraat Griendtsveenstraat Griendtsveenstraat Griendtsveenstraat Halvemaanweg Haselackers Havenstraat / Verlengde Vaart NZ Heerenstreek
32 39 41 57 144 3
PM2-0252 45381 46589 46588 510943 PM2-0268 EM0001 510957 EM0019 14960 14956 EM0003 510949 510948 EM0080 EM0004 14964 33786 510950 510944 EM0011 PM1-0108 510958 PM1-0096 510951 510959 EM0016 PM2-0245 EM0039
PM AR RM RM RM PM GM RM GM RM RM GM RM RM GM GM RM RM RM RM GM PM RM PM RM RM GM PM GM
Heidebloemstraat Heidehiem;de Wolfsbergen Heirweg Heirweg Hogeweg Hoofdkanaal OZ Hoofdkanaal OZ Hoofdkanaal OZ Hoofdkanaal WZ Hoofdkanaal WZ Hoofdstraat Hoofdstraat Hoofdstraat Hoofdstraat Hoofdstraat Hunenbaan IJsspoorweg Industrieweg Julianastraat Kamerlingswijk WZ Kanaal A NZ Kanaal A NZ Kanaal B ZZ Kanaalweg Kapelstraat Kerkweg Kloosterweg Meerstraat 2 Meester Ovingstraat
2
GM PM RM PMV AR
situering Bij F/7846
paal 160 I Bij
F/7852 2 / 54 F/10873; F/9874
C/8939; L/764 4 6 50 2 81 83 64 109 6 8-10 24 26 110-114 1 32 15 27 136 18 110 228 18 63 124 40-42 2 39
Gemeentelijk monument Provinciaal monument Rijksmonument Provinciaal monument in procedure, valt onder voorbescherming Archeologisch monument
Koers op Kwaliteit 45
plaats
omschrijving
datering
Schoonebeek Nieuw-Schoonebeek Emmen Nieuw- Schoonebeek / Nederlands-Duitse grens Erica Amsterdamscheveld Amsterdamscheveld Amsterdamscheveld Emmen Zuidbarge Emmen Erica Nieuw-Dordrecht
N.H. kerk R.K. kerktoren Terrein waarin het hunebed D 46. Datering: Neolithicum. grenspaal
1927 1855
Schutsluis Dienstwoning Dienstwoning Dienstwoning Locomotievenloods Boerderij Terrein waarin het hunebed D 47. Datering: Neolithicum. Woonhuis Terrein waarin overblijfselen van een houten weg. Datering: Neolithicum. Kerk Urnenveld. Datering; IJzertijd. Boerderij Boerderij Kerk Muziekkapel R.K. huishoudschool Kerk vervenerswoning Molen Gerechtsgebouw postkantoor Woonhuis Woonhuis winkelwoning middenstandswoning Molen Molen Kerk Kerkelijke dienstwoning schoolgebouw buurthuis Nijverheid (Oude smederij) turfstrooiselfabriek Kerk Kerk zusterhuis Kerk villa
rond 1925 1912 1912 1911 1910-1911
Erica Emmen Emmen Emmen Zwartemeer Emmer-Compascuum Emmer-Compascuum Emmer-Compascuum Emmer-Compascuum Emmer-Compascuum Emmen Emmen Emmen Emmen Emmen Emmen Weerdinge Veenoord Emmen Zwartemeer Emmer-Compascuum Emmer-Compascuum Emmer-Compascuum Schoonebeek Emmen Erica Emmer-Compascuum Emmen Klazienaveen
rond 1800
1897
1965-1970
1921 1923 1923 1924
1910 1934 1930-1935 1907 1935
1878 1921 1929 na 1926 1914 1926 1923 1933 1914 1948-49 1910
46 Welstandsnota Emmen
nummer
monument
adres
huisnr.
EM0040 PM2-0306 PM2-0306 510971 33411 EM0006 510960 EM0009 34301 EM0062 EM0052 14959 45372 45373
GM PMV PMV RM RM GM RM GM RM GM GM RM AR AR
Meester Ovingstraat Meijerswegje Meijerswegje Middendorp Middendorp Minister Kanstraat Mr Ovingstraat Nassaulaan Nieuw Amsterdamseweg Noordbargerstraat Noordbargerstraat Noordeind Odoornerweg Odoornerweg
54-55 2 t/m 28 (even) 1 t/m 11 (oneven) 10 13 30 1 27 7 88 92 21
33412 393994 394059 394065 33413 393995 33414 393996 33415 33416 33417 393997 394134 45370
RM RM RM RM RM RM RM RM RM RM RM RM RM AR
Oostersebos Oostersebos Oostersebos Oostersebos Oostersebos Oostersebos Oostersebos Oostersebos Oostersebos Oostersebos Oostersebos Oostersebos Oostersebos Oosterseweg
4 4a 4 4 8 8 11 11 13 15 17 17 17
14968 EM0083 510953 45380
RM GM RM AR
Oranjekanaal NZ Oude Roswinkelerweg Oude Zuidbargerstraat Oude-Roswinkelerweg
7 25 6
EM0015 EM0018 506118 EM0063 EM0065 EM0064
GM GM RM GM GM GM
Pannenkoekendijk Pannenkoekendijk Peelstraat Postweg Postweg Postweg
82 90 162 125-127 129 131
GM PM RM PMV AR
situering
Bij T/553 T/554
Bij Bij Bij Bij
Bij Bij T/174
L/376
Gemeentelijk monument Provinciaal monument Rijksmonument Provinciaal monument in procedure, valt onder voorbescherming Archeologisch monument
Koers op Kwaliteit 47
plaats
omschrijving
datering
Klazienaveen Emmen Emmen Schoonebeek Schoonebeek Emmen Klazienaveen Emmen Schoonebeek Emmen Emmen Emmen Emmen Emmen
marechausseekazerne Woningbouw Woningbouw Boerderij Boerderij kantoorwoning Woonhuis middenstandswoning Boerderij hallenhuisboerderij transformatorhuisje Boerderij Terrein waarin het hunebed D 41. Datering: Neolithicum. Terrein waarin een maar vermoedelijk twee grafheuvels. Datering: Neolithicum en/of Bronstijd. (Gedeeltelijke bescherming.) Boerderij Schuur Schuur Straatmeubilair (Put) Boerderij Schuur Boerderij Schuur Boerderij Boerderij Boerderij Schuur Varkensschuur Terrein waarin het hunebed D 44. Datering: Neolithicum. (Gedeeltelijke bescherming.) Molen schoolgebouw Winkel Terrein waarin 2 grafheuvels. Datering: Neolithicum en/of Bronstijd. (Gedeeltelijke bescherming, voor zover betreft de daarin gelegen grafheuvels zelf, alsmede een strook van 10 m rondom gemeten vanaf de voet.) krimpenboerderij villaboerderij Turfstrooiselfabriek R.K. verenigingsgebouw R.K. onderwijzerswoning R.K. lagere school
1905 1956 1956 1849
Schoonebeek Schoonebeek Schoonebeek Schoonebeek Schoonebeek Schoonebeek Schoonebeek Schoonebeek Schoonebeek Schoonebeek Schoonebeek Schoonebeek Schoonebeek Westenesch Zuidbarge Emmen Emmen Emmen
Erica Erica Emmen Barger-Compascuum Barger-Compascuum Barger-Compascuum
1936 1930 1930 1901 ca. 1930
1940 1920
1911 1935 1913 1932 1929 1928
48 Welstandsnota Emmen
nummer
monument
adres
huisnr.
situering
394606 511961 514838 514839 14961 510967 EM0053 EM0054 EM0055 EM0081 EM0067 EM0026 45369
RM RM RM RM RM RM GM GM GM GM GM GM AR
Rietlandenstraat Rietlandenstraat Rietlandenstraat Rietlandenstraat Rondweg Roswinkelerstraat Roswinkelerstraat Roswinkelerstraat Roswinkelerstraat Runde NZ Runde ZZ Runde ZZ Schietbaanweg
10 26 26 26 98 82 101 104 127 43-44 107 108
Bij
45371 510961 14958 510954 PM2-0291 PM2-0306 PM2-0259 45379
AR RM RM RM PM PMV PM AR
Schimmer Es Scholtenskanaal OZ Schoolstraat Schoolstraat Schoonebeekerdiep Sophielaan Sparrenlaan 4-5 Sparrenlaan/Randweg
510947 510966 14963 PM2-0251 EM0023 510962 EM0045 510964 EM0046 EM0047 EM0048 510963 EM0059 45027
RM RM RM PM GM RM GM RM GM GM GM RM GM AR
Splitting Stad Stad Statenweg 2 Stationsstraat Vaart NZ Vaart ZZ Vaart ZZ Vaart ZZ Vaart ZZ Vaart ZZ Vaart ZZ Vaart ZZ Valtherbosch
45383
AR
Valtherbosch
GM PM RM PMV AR
Bij Bij Bij
T/101
T/341 62 5 5 1 t/m 11 (oneven) 4-5 C/10688; C/10687
142 16 24 2 79 139 2 66 72 74 74 86 104a-105
Gemeentelijk monument Provinciaal monument Rijksmonument Provinciaal monument in procedure, valt onder voorbescherming Archeologisch monument
Bij
B/9468 C/3690;C/3691; C/3733;C/3734
Koers op Kwaliteit 49
plaats
omschrijving
Zuidbarge Zuidbarge Zuidbarge Zuidbarge Emmerschans Roswinkel Roswinkel Roswinkel Roswinkel Emmer-Compascuum Emmer-Compascuum Emmer-Compascuum Westenesch
Straatmeubilair (Waterput) Boerderij Schuur Boerenerf Fort,vesting,onderd. Boerderij krimpenboerderij krimpenboerderij villa marechausseekazerne N.H. pastorie N.H. zaalkerk Terrein waarin het hunebed D 42. Datering: Neolithicum. Gedeeltelijke bescherming voor zover betreft het daarin gelegen hunebed alsmede een strook van 25 m rondom. Terrein waarin het hunebed D 43. Datering: Neolithicum. Kerk Toren Kerk Waarnemingspost Luchtwacht Woningbouw Schoolgebouw Terrein waarin 2 grafheuvels. Datering: Neolithicum en/of Bronstijd. (Gedeeltelijke bescherming, voor zover betreft de daarin gelegen grafheuvels zelf, alsmede een strook van 10 m rondom gemeten vanaf de voet.) Kerk Kerkelijke dienstwoning Kerk Kerk villa Kerk woonhuis Overheidsgebouw bedrijfswoning brugwachterswoning trambrug Kerk (orgel) marechausseekazerne Terrein waarin een grafheuvel. Datering: Neolithicum en/of Bronstijd. (Gedeeltelijke bescherming). Terrein waarin de hunebedden D 38, D 39, D 40, een grafheuvel en een complex zogenaamde hoogakkers. Datering: Neolithicum en Middeleeuwen. (Gedeeltelijke bescherming).
Emmen Klazienaveen-Noord Emmen Emmen Schoonebeek Emmen Emmen Emmen
Emmen Roswinkel Roswinkel Emmen Emmen Nieuw-Amsterdam Nieuw-Amsterdam Nieuw-Amsterdam Nieuw-Amsterdam Nieuw-Amsterdam Nieuw-Amsterdam Nieuw-Amsterdam Nieuw-Amsterdam Emmen Emmen
datering 1863 1920-1930
1910-1915 1922 1928 1935 1921 1930 1933
1922 ca. 1200 1856 1954 1956 1956
1923 1887 1965 1919 1925 1882 1908 1900 1900 1920 1873 1890
50 Welstandsnota Emmen
nummer
monument
adres
huisnr.
situering
45384
AR
Valtherbosch
C/3461;C/3460; C/3459
45385
AR
Valtherbosch
B/9468
45386
AR
Valtherbosch
C/2690
45387
AR
Valtherbosch
C/2684;C/2687; C/2688;C/2689
45388
AR
Valtherbosch
B/1280
EM0007 EM0012 EM0070 PM2-0271 510937 510938 EM0017 14962 EM0071 EM0049 EM0050 EM0051 EM0076 510956 14966 33400 393998 394094 33406 33401 33407 33402 33408 33403 389115 33404 33405 33418 33410
GM GM GM PM RM RM GM RM GM GM GM GM GM RM RM RM RM RM RM RM RM RM RM RM RM RM RM RM RM
Veenkampenweg Veenkampenweg Verlengde Oosterdiep Verlengde Oosterdiep OZ 116 Verlengde Oosterdiep WZ Verlengde Oosterdiep WZ Verlengde Vaart ZZ Verlengde Vaart ZZ Verlengde van Echtenskanaal NZ Weerdingerkanaal NZ Weerdingerkanaal NZ Weerdingerkanaal ZZ Weerdingerkanaal ZZ Westenesscherstraat Westenesscherstraat Westersebos Westersebos Westersebos Westersebos Westersebos Westersebos Westersebos Westersebos Westersebos Westersebos Westersebos Westersebos Westersebos Westersebos
GM PM RM PMV AR
4 14 167 116 67 67 77, 77a en 77b 85 33 208 212 68 143 50 88 5 5 5 10 11 12 13 14 17 17 21, 21a 23 26, 28 30
Gemeentelijk monument Provinciaal monument Rijksmonument Provinciaal monument in procedure, valt onder voorbescherming Archeologisch monument
Bij
Bij Bij
Koers op Kwaliteit 51
plaats
omschrijving
Emmen
Terrein waarin een grafheuvel. Datering: Neolithicum en/of Bronstijd. (Gedeeltelijke bescherming, voor zover betreft de daarin gelegen grafheuvel zelf, alsmede een strook van 10 m rondom gemeten vanaf de voet). Terrein waarin 6 grafheuvels en mogelijk sporen van een urnenveld. Datering: Neolithicum en/of Bronstijd. Gedeeltelijke bescherming. Standplaats van het vernielde hunebed D 37A. Datering: Neolithicum. (Gedeeltelijke bescherming). Terrein waarin 3 grafheuvels. Datering: Neolithicum en/of Bronstijd. Gedeeltelijke bescherming voor zover betreft de daarin gelegen grafheuvel zelf, alsmede een strook van 10 m rondom gemeten vanaf de voet. Terrein waarin een grafheuvel. Datering: Neolithicum en/of Bronstijd. villa villa schutsluis Viertorenburg Kerk Kerkelijke dienstwoning woonhuis Molen gereformeerde zaalkerk villa dwarsboerderij villaboerderij N.H. zaalkerk Boerderij Boerderij Boerderij Schuur Varkensstal annex stookhut Boerderij Boerderij Boerderij Boerderij Boerderij Boerderij Aardappelkelder Boerderij Boerderij Boerderij Boerderij
Emmen
Emmen Emmen
Emmen Emmen Emmen Barger-Compascuum Bargercompascuum Barger-Compascuum Barger-Compascuum Erica Erica Zwartemeer Nieuw-Weerdinge Nieuw-Weerdinge Nieuw-Weerdinge Nieuw-Weerdinge Emmen Westenesch Schoonebeek Schoonebeek Schoonebeek Schoonebeek Schoonebeek Schoonebeek Schoonebeek Schoonebeek Schoonebeek Schoonebeek Schoonebeek Schoonebeek Schoonebeek Schoonebeek
datering
1938 1939 1900 1923 1923 1911 1920 1910 1919 1910 1911
52 Welstandsnota Emmen
nummer
monument
393999 394120 510965 PM2-0260 PM1-0103 PM1-0104 PM1-0105
RM RM RM PM PM PM PM
GM PM RM PMV AR
adres
huisnr.
situering
Westersebos Westersebos Zijtak WZ Zuidbargerstraat 94 Zusterweg Zusterweg Zusterweg
30 30 142 94 17 19 21
Bij Bij
Gemeentelijk monument Provinciaal monument Rijksmonument Provinciaal monument in procedure, valt onder voorbescherming Archeologisch monument
Koers op Kwaliteit 53
plaats
omschrijving
datering
Schoonebeek Schoonebeek Nieuw-Amsterdam Zuidbarge Weiteveen Weiteveen Weiteveen
Schuur Schuur Woonhuis Schoolgebouw R.K. pastorie R.K. kerk R.K. verpleeghuis
1885-1890 1955-1959 1918 1918 1929
54 Welstandsnota Emmen
Colofon Koers op kwaliteit is een uitgave van de gemeente Emmen. Samenstelling Het Oversticht te Zwolle in samenwerking met de afdelingen Vergunningen en Fysiek Ruimtelijke Ontwikkeling gemeente Emmen
MM42830-8/10