KLEINE LEKKEN, GROTE GEVOLGEN De jongeren sluiten een deal met de school: als zij het waterverbruik van de school kunnen verminderen, mogen ze een watervriendelijk initiatief opzetten. Door hun eigen waterverbruik te berekenen, door op onderzoek te gaan in het schoolgebouw en door nuttige tips te verzamelen, gaan ze na op welke manier er water kan worden bespaard. Ze stellen een concreet waterbesparingsplan op voor de school en gaan over tot actie: kleine technische ingrepen worden uitgevoerd en een sensibiliseringscampagne wordt opgezet.
Water, water, water ... we drinken liever bier Inhoud
De jongeren berekenen door middel van een test hoeveel water zij thuis verbruiken en zoeken nuttige spaartips voor thuis. Ze schatten vervolgens het waterverbruik op school in en toetsen dit aan het reële waterverbruik door de watermeterstand op te nemen en de waterfactuur van de school te bekijken. Na een discussie over het nut van water besparen, worden er afspraken gemaakt over een waterbesparingsplan op school.
Doelgroep
3de graad BSO Deeltijds Onderwijs
Vakgebied
Project Algemene Vakken
Materialen
werkbladen, computer met internetverbinding (bij voorkeur 1 per 2 jongeren) en waterfactuur van de school
Doelen
Functionele taalvaardigheid ₪ uit mondelinge en schriftelijke informatie de essentie kunnen halen (ET1) ₪ over die informatie kunnen reflecteren en ze kunnen evalueren (ET2) ₪ mondeling kunnen argumenteren (ET4) ₪ eenvoudige informatie schriftelijk kunnen formuleren (ET5)
Functionele rekenvaardigheid ₪ evenredigheden functioneel kunnen toepassen met het principe van de regel van drieën (ET7) ₪ in praktische situaties de verworven wiskundige denkmethodes uit de tweede graad zelfstandig kunnen toepassen (ET8)
Milieu-educatie ₪ bij het verbruiken van diensten oog kunnen hebben voor kleinschalige initiatieven in het kader van een duurzame ontwikkeling (ET4)
www.cteno.be/sterke_schakels ₪ ₪ ₪ ₪ ₪ ₪
STERKE SCHAKELS
1
Lesschema
Lesschema fase 1
2
3
4
5
werkvorm
activiteit
materiaal
individueel
jongeren vullen individueel een test in rond waterverbruik
per twee
jongeren geven elkaar nuttige spaartips
klassikaal
jongeren bespreken de resultaten
klassikaal
jongeren maken een lijstje van de plaatsen waar water wordt gebruikt op school
per twee
jongeren maken een schatting van het waterverbruik op school
klassikaal
jongeren bespreken de uitkomsten
klassikaal/ individueel
jongeren nemen de watermeterstand op
werkblad 5
uitbreiding: jongeren maken kennis met authentieke formulieren
werkblad 6-7
individueel
jongeren zoeken relevante gegevens op de waterfactuur
waterfactuur van de school
per twee
jongeren berekenen de kost van een lekkende kraan
werkblad 8
klassikaal
jongeren houden een discussie over de zinvolheid van water besparen
klassikaal
jongeren bespreken hoe ze het besparingsplan op school zullen aanpakken
Kleine lekken, grote gevolgen
computer + internet of werkblad 1 werkblad 2 werkblad 2-3
werkblad 4
werkblad 9
2
Lesbeschrijving
Lesbeschrijving ₪ Fase 1 Vraag de jongeren of zij er een idee van hebben hoeveel water ze per dag gemiddeld verbruiken. Laat ze een schatting maken. Vraag waarvoor ze zoal water gebruiken en waarvoor het meeste. Laat de jongeren hun waterverbruik berekenen op de site www.vmw.be onder ‘Verbruik’ of op www.xard.be onder ‘Water/mens-water’ en laat hen het resultaat afprinten. Als je geen computer ter beschikking hebt, geef hen dan werkblad 1. Hierop kunnen ze ook hun waterverbruik berekenen. Geef de jongeren werkblad 2 en zeg hen opdracht 1 uit te voeren. Ze vergelijken hun waterverbruik met dat van de gemiddelde Belg. Zet de jongeren per twee, bij voorkeur een jongere die veel water verbruikt bij een jongere die minder water verbruikt. Laat de jongeren eerst hun scores met elkaar vergelijken. Wat komt overeen? Wat is verschillend? Waarvoor gebruiken ze het meeste water? Laat ze vervolgens op basis van hun eigen ervaringen en de tips op de websites, aan elkaar nuttige spaartips geven. Dit noteren ze op werkblad 2 bij opdracht 2. Geef tenslotte werkblad 3. Laat hen daarin nog meer tips zoeken of bepaalde tips bijsturen. Deze noteren ze bij op werkblad 2. Bespreek kort met de hele groep welke tips de jongeren hebben opgeschreven en op welke manier ze denken om die in de praktijk om te zetten. Vraag na of er al jongeren zijn die thuis water besparen en hoe ze dat doen. ₪ Fase 2 Vertel de jongeren dat zij een (ruwe) schatting zullen maken van de hoeveelheid water die elke dag verbruikt wordt op school. Brainstorm met de jongeren op welke plaatsen in het schoolgebouw er zoal water wordt verbruikt. Maak een lijst op het bord. Zet de jongeren per twee. Laat elk duo een andere plaats van het schoolgebouw kiezen (op basis van de lijst). Vraag hen om te schatten hoeveel water er dagelijks op deze plaats wordt verbruikt. Sta vooraf even stil bij de manier waarop ze dit gaan berekenen. Bijvoorbeeld: hoe kunnen we te weten komen hoeveel water er verbruikt wordt in de toiletten? Wat moeten we daarvoor allemaal weten? (hoeveel toiletten, hoeveel jongeren, hoeveel keer gaat een jongere naar het toilet). Geef daarbij niet zelf de antwoorden, maar laat die zoveel mogelijk uit de jongeren komen. Geef pas dan werkblad 4 aan de duo’s. Bespreek klassikaal de uitkomsten en sta stil bij de manier waarop de jongeren tot hun resultaten zijn gekomen. Tel tenslotte alle berekeningen samen op. Wil je weten hoeveel water er per persoon per dag wordt verbruikt op school? Deel dan alles door het aantal jongere en personeelsleden op de school. Zou de schatting kloppen? Vraag de jongeren op welke manier ze dat te weten kunnen komen (in fase 3 gebeurt dit aan de hand van de watermeterstand, in fase 4 door de waterfactuur te bekijken). ₪ Fase 3 Deel werkblad 5 uit. Ga met de jongeren naar de plaats in het schoolgebouw waar de watermeter zich bevindt. Laat de jongeren de meterstand opnemen. Spreek een beurtrol af om dit gedurende Kleine lekken, grote gevolgen
3
Lesbeschrijving
een periode elke dag te doen. Je kan de jongeren ook om de beurt elk uur de stand laten noteren. Hou de stand bij op een grafiek in de klas. Bespreek de volgende dag/ week (afhankelijk van de gekozen periode): ■ Hoeveel m³ water wordt er dagelijks verbruikt op school? Hoeveel liter is dat? Laat de jongeren zelf aangeven hoe ze tot de berekeningen komen. Komt dit overeen met onze schatting? Is er een groot verschil? Hoe zou dat komen? Zoek naar mogelijke redenen voor het verschil (lekken, posten vergeten, foute berekening). ■ Wat zijn de piekuren, -momenten, -dagen waarop water wordt verbruikt op de school? Hoe zou dat komen? Formuleer een aantal hypotheses. Vertel de jongeren dat ze in de volgende les op onderzoek zullen gaan in het schoolgebouw. Op die manier kunnen ze nagaan of de hypotheses kloppen. Uitbreiding: Leg uit dat op basis van de watermeterstand de prijs voor het water wordt bepaald voor een huishouden. Laat de jongeren kennismaken met enkele authentieke formulieren waarop de watermeterstand moet worden ingevuld, bv. bij de jaarlijkse meting (werkblad 6) of bij een verhuis (werkblad 7). Op de site van de watermaatschappij in jouw regio vind je de documenten online. Je kan hier ook dieper ingaan op de manieren van betalen: betaal je via domiciliering of via een jaarlijkse betaling? Hoe doe je dat met domiciliëring? Laat ze eventueel een papier voor domiciliëring invullen. Een voorbeeld vind je ook terug op werkblad 7. ₪ Fase 4 Water besparen kan een groot verschil maken in je portemonnee. Water besparen op school, kan dus de waterfactuur aanzienlijk naar beneden halen. Geef de jongeren elk een kopie van de waterfactuur op school. Laat hen individueel de belangrijkste gegevens zoeken: ■ Wat is het verbruik? Voor welke periode? ■ Wat is het totaalbedrag van de factuur? Wat moet de school betalen? ■ Welke kosten komen er nog bij het verbruik? Waarvoor zijn die kosten? (Je betaalt niet enkel de levering van het drinkwater, maar in de prijs is ook de afvoer en de zuivering van het afvalwater inbegrepen.) ■ Wat kost 1m³ water? (De eenheidsprijs van 1m³ water kan je ook terugvinden op de website van de watermaatschappij in jouw regio.) Differentiatie ■ Loop rond en ondersteun de jongeren die het moeilijk hebben om de gegevens op de factuur te vinden. Stel gerichte vragen of richt hun aandacht op bepaalde onderdelen of subtitels van de factuur, zonder onmiddellijk zelf het antwoord te geven. Onderhandel over de betekenis van moeilijke woorden indien de jongeren vastraken. Kijk eens, wat staat hier? Ja, verbruiksperiode. Wat staat ernaast? Dat zijn data, wat zou dat willen zeggen? Wat betekent dat, denk je? ■ Schakel de jongeren die snel de gegevens hebben gevonden in om hun buur te helpen. ■ Zet de snellere jongeren aan het werk om op basis van de cijfers op de factuur uit te rekenen hoeveel water er gemiddeld per dag wordt verbruikt. Wat is het verbruik in liters? Hoeveel schooldagen waren er in die periode? Deel door het aantal schooldagen en je kent het gemiddelde verbruik per dag. Bespreek de antwoorden klassikaal. Vraag de jongeren waar ze de gegevens op de factuur hebben gevonden. Je kan dit uitbreiden door de jongeren een factuur van thuis te laten meebrengen. Tip: Voor meer informatie over hoe je een factuur leest, vind je op www.ibde.be (onder ‘Praktijk/ prijzen/uw factuur’) een duidelijke uitleg met een voorbeeld.
Kleine lekken, grote gevolgen
4
Lesbeschrijving
Deel werkblad 8 uit. Zet de jongeren per twee (heterogene groepen) en laat hen berekenen hoeveel één lekkende kraan per jaar kan kosten, op basis van de eenheidsprijs per m³. Discussieer met de jongeren over de zin van water besparen. Zijn de jongeren overtuigd dat water besparen zin heeft? Waarom zouden ze besparen? Je kan er geld mee besparen, maar er zijn nog tal van andere redenen. Lok een discussie uit door de jongeren een aantal stellingen voor te leggen: ■ Er is genoeg water. In Vlaanderen regent het zoveel en onze planeet wordt niet voor niets de ‘blauwe planeet’ genoemd: zo’n 70% van de aarde is bedekt met water. (Alleen zuiver en zoet water is geschikt voor de mens om te gebruiken. Het meeste water op onze planeet is zout en vervuild. Slechts 0,6% van alle water op aarde is geschikt voor consumptie.) ■ Water kost niet veel. We betalen eigenlijk weinig voor ons waterverbruik. Je kan dus beter volop water verbruiken. (Geen goed idee. Water is schaars. Wij ondervinden daar weinig van. De gemiddelde Belg gebruikt gemiddeld 120 liter, of 12 volle emmers per dag. Maar in heel wat landen is er watertekort. In Ghana bijvoorbeeld kunnen de mensen gemiddeld slechts 10 liter water per dag gebruiken, één emmer dus! Zeg nu zelf, wat kan je met één emmer doen?) ■ Flessenwater is veel gezonder dan kraantjeswater. Als je flessenwater drinkt, dan bespaar je meteen op je waterverbruik thuis. (Klopt niet. Leidingwater is een ideale dorstlesser. Het wordt veel beter gecontroleerd dan het flessenwater, dus de kwaliteit is prima en het is bovendien veel goedkoper. Water besparen doe je niet door minder te drinken, integendeel. Je doet het best door minder van dat goede drinkwater te gebruiken voor toepassingen als planten gieten, poetsen, WC doorspoelen, ...). Uitbreiding: Hou een waterdegustatie: laat de jongeren een aantal verschillende soorten water proeven (kraantjeswater, bronwater, mineraalwater). Laat ze de smaak omschrijven en aangeven welk water ze het lekkerst vinden. Proeven ze het verschil? Vergelijk nadien de etiketten van de flessen en ga na wat de verschillende bestanddelen zijn. Bekijk ook de samenstelling van het kraantjeswater in de regio (bv. via de website van de watermaatschappij). ₪ Fase 5 Daag de jongeren uit: we gaan water besparen op school en jullie moeten hiervoor oplossingen zoeken. Hoe meer jongeren we hiervoor warm krijgen, hoe meer we kunnen besparen. Maak met de jongeren een deal: wanneer zij erin slagen het waterverbruik op school te verminderen - kunnen ze nagaan via de watermeterstand -, kan er één of andere watervriendelijk initiatief worden gepland dat de jongeren zelf mogen kiezen, bv. een spreker op school, een waterreceptie, een uitstap, een drinkfontein op de speelplaats (meer achtergrond vind je in de bijlage van de volgende activiteit “Actie!”). Deel werkblad 9 uit. Overleg met de jongeren op welke manier ze hun ‘besparingsplan’ kunnen opzetten. Opmerking: Breng de directie vooraf op de hoogte van jullie plannen om water te besparen op school. Indien de school een factuur voor water krijgt op basis een maandelijkse of driemaandelijkse meteropname kan je met de directie afspreken dat de jongeren het gerecupereerde geld kunnen besteden voor een initiatief op school.
Kleine lekken, grote gevolgen
5
Werkblad 1
WATERTEST Opdracht Water gebruiken we elke dag. Stel je eens een dag zonder water voor: geen douche bij het opstaan, geen lekkere kop koffie of thee bij het ontbijt, geen water om het toilet door te spoelen,... Van water liggen we niet wakker. En toch, het is levensnoodzakelijk. Hoeveel water gebruik jij op één dag? Vul de tabel in en reken uit.
Verbruik
Activiteit
Verdeelsleutel
Resultaat
…. keer
bad
… X 120 liter
... …. liter
…. minuten
douche
… x 7,8 liter
... …. liter
…. keer
wastafel
… x 4 liter
... …. liter
…. keer
toilet
… x 9 liter
... …. liter
…. keer
toilet met spaarknop
... x 4,5 liter
... …. liter
…. keer
wasmachine
... x 97 liter
... …. liter
…. keer
handwas
... x 40 liter
... …. liter
…. keer
vaatwasmachine
... x 25 liter
... …. liter
…. keer
afwassen met voorspoelen
... x 20 liter
... …. liter
…. keer
afwassen
... x 5 liter
... …. liter
…. keer
auto wassen met tuinslang
... x 150 liter
... …. liter
…. keer
auto wassen met emmer
... x 40 liter
... …. liter
…. keer
tuin sproeien
... x 10 liter
... …. liter
…. keer
water drinken
... x 0,5 liter
... …. liter
…. keer
kok en
... x 2 liter
... …. liter
…. keer
handen wassen
... x 1,4 liter
... …. liter
…. keer
koffie/ thee zetten
... x 1 liter
... …. liter
…. keer
schoonmaken
... 2,4 liter
... …. liter
Overige
2,9 liter
Totaal
2,9 liter ..........
(Bron: Water. MOS – Milieuzorg op school, 2003)
Kleine lekken, grote gevolgen
6
Werkblad 2
TEST JE WATERVERBRUIK Opdracht 1 Je hebt je dagelijks waterverbruik berekend. Verbruik je nu veel of weinig? En waarvoor gebruik je het meeste water? Vergelijk dit eens met de gemiddelde Belg en vul hieronder aan. De gemiddelde Belg verbruikt 120 liter drinkwater per dag. Verbruik jij meer of minder? ............................................................................. De gemiddelde Belg gebruikt het meeste drinkwater om het toilet door te spoelen: zo’n 43 liter per dag! Waarvoor gebruik jij het meeste water? .............................................................................
Opdracht 2 Op welke manier zou je je waterverbruik kunnen verminderen? Denk eens na. Misschien doe je thuis al aan waterbesparing. Zet je per twee. Geef elkaar enkele nuttige tips en schrijf ze op. Enkele spaartips die jullie nuttig vinden om thuis toe te passen: ............................................................................. ............................................................................. ............................................................................. ............................................................................. ............................................................................. ............................................................................. .............................................................................
Kleine lekken, grote gevolgen
7
Werkblad 3
PRAKTISCHE TIPS OM WATER TE BESPAREN Opdracht Hier enkele tips waarmee je niet enkel kostbaar drinkwater spaart, maar ook de waterfactuur tot 40 à 50% kan beperken. Zoek enkele nuttige spaartips voor thuis en noteer ze op werkblad 2.
Algemeen ■ Spoor regelmatig lekken op. Houd gedurende één minuut een maatbeker onder een lekkende kraan en bekijk hoeveel water er is verloren gegaan. ■ Hou de stand van de watermeter regelmatig in de gaten. Neem de stand van de watermeter op bij het begin van een periode dat er geen water zal verbruikt worden en controleer op het einde. Er mag geen verschil zijn. Keuken ■ Zet de vaatwasmachine pas op als ze vol is. Heb je een kleine afwas, dan doe je dat beter met de hand. ■ Gebruik het waswater van groenten om kamerplanten water te geven. ■ Bij de aankoop van een nieuwe vaatwasmachine kies je best voor een zuinig toestel met A-label. Wasplaats ■ Laat de wasmachine slechts draaien als ze vol is. Verzamel de vuile was tot je een volle wasmachine hebt. ■ Vermijd voorwasprogramma’s: ze zijn meestal overbodig en verbruiken veel water. Erg vuile was kan je een nachtje laten weken. ■ Was op een zo laag mogelijke temperatuur. Hoe lager de temperatuur van het wasprogramma, hoe lager het waterverbruik. Zo bespaar je niet enkel water, maar ook energie die nodig is om het water te verwarmen. ■ Het laatste spoelwater van je wasmachine kan je nog gebruiken om te poetsen. ■ Als je een nieuwe wasmachine koopt, kies dan voor een wasmachine met een A-label.
Energiezuinig A-label
Badkamer ■ Laat de kraan niet lopen wanneer je je tanden poetst of je handen wast. Gebruik een beker bij het tanden poetsen. ■ Je hoeft niet elke dag een bad te nemen om proper te zijn. Neem liever een douche. Een douche verbruikt de helft minder water en is even hygiënisch. ■ Spring zuinig om met shampoo en zeep. Minder shampoo vraagt minder water om je haar te spoelen en zorgt voor minder afvalstoffen in het water. ■ Plaats een waterbesparende douchekop. Een gewone douchekop verbruikt 10 tot 18 liter water per minuut. Een goede spaardouchekop heeft genoeg met 5 tot 9 liter per minuut en kost niet meer dan een gewone doucheknop. Met een spaardouchekop kan je heel wat geld besparen!
Kleine lekken, grote gevolgen
Spaardouchekop
8
Werkblad 3
Toilet ■ Eén spoelbeurt in een toilet zonder spaarknoppen verbruikt 10 liter water. Een toilet mét spaarknoppen verbruikt slechts 6 liter per spoelbeurt. Kies voor een toilet met een waterstop of spaarknop. Je kunt ook een waterstop plaatsen in een bestaand toilet. Een waterstop kost slechts 8,6 euro en daarmee kan je 50% water besparen. ■ Steek een volle fles water of een steen in de spoelbak van het toilet, zo kan er minder water in de spoelbak. Zorg er wel voor dat er nog voldoende doorspoeling is. ■ Een lek in het toilet kan je opsporen door een beetje kleurstof (bv. rodebietensap) in het water van de spoelbak toe te voegen. Wacht even zonder het toilet door te spoelen. Is het water in de pot ook gekleurd? Dan is er ongetwijfeld een lek.
Toilet met spaarknoppen
Toilet met waterstop
Woonkamer ■ Gebruik regenwater om de planten te gieten. ■ Giet de planten best ’s morgens of ’s avonds. Overdag verdampt het water vóór de planten het kunnen opnemen. ■ Gebruik regenwater om de vloeren te poetsen. ■ Gebruik geen agressieve schoonmaakmiddelen. Hoe minder troep in het water, hoe sneller het water gezuiverd is. Auto/ fiets ■ Was de auto of fiets met emmer en spons in plaats van met de tuinslang of hogedrukreiniger. ■ Gebruik regenwater om de auto te wassen. (Naar: ‘Handige waterbesparing.’ Brochure Vlaams-Brabant)
Kleine lekken, grote gevolgen
9
Werkblad 4
WATERVERBRUIK OP SCHOOL Opdracht Waar gebruiken jullie water op school? Wat doen jullie ermee? Wordt er water verspild? Er vloeien dagelijks heel wat liters water door de school: door de toiletten, in de keuken, in de wasplaats, bij de schoonmaak, in de ateliers, … Kies per twee één plaats in het schoolgebouw waar water gebruikt wordt (elk groepje een andere plaats). Schat hoeveel water er door de kranen vloeit. Tel nadien alles samen op. Benieuwd of jullie het waterverbruik van de hele school goed geschat hebben.
Hoe berekenen? Stap 1: Schat hoeveel keer een jongere/ een personeelslid gemiddeld per dag naar het toilet gaat/ de kraan gebruikt/ een douche neemt/ de vaatwas gebruikt/ een emmer vult/ … Stap 2: Vermenigvuldig met het verbruik (zie tabel op werkblad 1). Nu ken je het verbruik per persoon per dag. Stap 3: Vermenigvuldig met het aantal personen dat gebruik maakt van dit waterpunt. Dan ken je het dagelijks verbruik op school.
We schatten dat er dagelijks ...................……….…. liter water wordt verbruikt in …………………………………………….……………………………………… (naam plaats).
Kleine lekken, grote gevolgen
10
Werkblad 5
WATERMETER Opdracht Hebben jullie het waterverbruik op school goed geschat? Neem de proef op de som. Ga naar de watermeter in het schoolgebouw. Hoe lees je de watermeter af? De cijfers voor de komma (wit en zwart) geven het aantal verbruikte m³ weer (1m³ = 1000 liter). De eerste drie cijfers na de komma (wit op rood) staan voor dm³ (1dm³ = 1 liter). Noteer enkel de cijfers voor de komma. Noteer de stand morgen opnieuw op hetzelfde tijdstip. Wat is het dagelijkse waterverbruik op school? Spreek een beurtrol af en herhaal deze meting op geregelde tijdstippen. Op die manier kunnen jullie zien of er van dag tot dag meer of minder water wordt verbruikt op school.
Datum
Uur
Kleine lekken, grote gevolgen
Stand watermeter in m³
11
Werkblad 6
FORMULIER JAARLIJKSE METING
Kleine lekken, grote gevolgen
12
Werkblad 7
FORMULIER OVERNAMEDOCUMENT
Kleine lekken, grote gevolgen
13
Werkblad 7
Kleine lekken, grote gevolgen
14
Werkblad 7
Kleine lekken, grote gevolgen
15
Werkblad 8
WATER KOST GELD Opdracht Heb je er een idee van hoeveel een lekkende kraan kost? Of een lekkend toilet? Reken uit hoeveel euro’s je per jaar kan sparen door een lekkende kraan of een lekkend toilet op te sporen en te herstellen. Schrijf de resultaten in onderstaande tabel. Indien je de exacte kostprijs per kubieke meter water nog niet kent, kan je die op de waterfactuur of op de website van de watermaatschappij in jouw regio vinden. Nu overtuigd?
Een lekkende kraan die druppelt, verspilt gemiddeld 35 m³ water per jaar. Een lekkende kraan die een fijne waterstraal laat lopen, verspilt gemiddeld 140 m³ water per jaar. Een lekkende kraan die een gewone waterstraal laat lopen, verspilt gemiddeld 552 m³ per jaar. Een lekkende toiletspoeling verspilt gemiddeld 219 m³ per jaar.
Lek
Verspilde hoeveelheid
Kostprijs tegen ……. €/ m³
Druppel voor druppel
4 liter/ uur 35 m³/ jaar
………………… €/ jaar
Fijn waterstraaltje
16 liter/ uur 140 m³/ jaar
………………… €/ jaar
Waterstraaltje
63 liter/ uur 552 m³/ jaar
……………….. €/ jaar
Lek van WC waterspoeling
25 liter/ uur 219 m³/ jaar
……………….. €/ jaar
Deze cijfers zijn gemiddelden. Ze kunnen veel hoger oplopen naar gelang van de werkelijke debieten en de geldende prijs per m³. (Naar: www.ibde.be)
Kleine lekken, grote gevolgen
16
Werkblad 9
DEAL! Opdracht Water besparen op school: hoe begin je eraan? Denk eerst samen na hoe jullie het zullen aanpakken. Waarmee ga je starten? Wat doe je nadien? Hieronder vinden jullie een overzicht van de stappen die kunnen gebeuren. Nog ideeën? Vul ze aan
1. Ga op onderzoek in het schoolgebouw. Waar zijn er knelpunten? 2. Doe een aantal concrete voorstellen: hoe gaan jullie die knelpunten aanpakken? Welke oplossingen zijn er? 3. Schiet in actie! Wat kunnen jullie zelf doen? Aan wie kunnen jullie hulp vragen? 4. Sensibiliseer de andere jongeren en leerkrachten op school. Hoe gaan jullie die overtuigen om mee water te besparen? 5. Evalueer. Wat vonden jullie ervan? Wat heeft het waterbesparingsplan opgeleverd? Nog ideeën voor de aanpak van jullie waterbesparingsplan op school? Schrijf ze hieronder. ............................................................................. ............................................................................. ............................................................................. ............................................................................. ............................................................................. ............................................................................. .............................................................................
Kleine lekken, grote gevolgen
17