Klanttevredenheidsonderzoek Wmo “Zelfstandig wonen”
Gemeente Opmeer Juli 2014
Colofon Uitgave :
I&O Research BV Van Dedemstraat 6c 1624 NN Hoorn Tel. (0229) 282555 www.ioresearch.nl
Rapportnummer :
2014-2038
Datum :
juli 2014
Opdrachtgever :
Gemeente Opmeer
Auteurs :
Drs. Ankie Lempens Roy van der Hoeve MSc.
Het overnemen uit deze publicatie is toegestaan, mits de bron duidelijk wordt vermeld.
Klanttevredenheidsonderzoek Wmo
Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Eigen kracht 2.1 Zelfstandig wonen 2.2 Domotica 2.3 Hulpbehoefte 2.4 Sociale netwerken
3. Sociale kracht 3.1 Vrijwilligerswerk
3.2 Mantelzorg 3.3 Burenhulp 3.4 Seniorenwijzer Bijlagen: Achtergrondkenmerken respondenten
Klanttevredenheidsonderzoek Wmo
Samenvatting De gemeente Opmeer wil weten hoe haar inwoners denken over hun zelfredzaamheid en het zo lang mogelijk zelfstandig wonen. Hiervoor is een schriftelijke enquête uitgezet onder 2.000 inwoners van 45 jaar en ouder. In totaal deden 863 inwoners mee. In dit hoofdstuk beschrijven we de belangrijkste uitkomsten.
Sociaal netwerk De Opmeerders ervaren doorgaans weinig eenzaamheidsgevoelens. Ze hebben genoeg mensen in hun sociale netwerk om op terug te vallen en ervaren voldoende verbondenheid. Senioren zijn vaker eenzaam. Dit komt vooral doordat zij een kleiner sociaal netwerk hebben. Hierin ligt een belangrijke taak voor de gemeente; meer dan de helft vindt dat de gemeente een rol heeft in het bevorderen van contacten tussen Opmeerders. Bijna tweederde is van mening dat er in de gemeente voldoende ontmoetingsplekken zijn om in contact te komen met buurtbewoners. Zeven procent ervaart een tekort hieraan.
Eigen kracht
Zelfstandig wonen & domotica* Volgens de 45-plussers in Opmeer is vooral een veilige woonomgeving en een sociaal netwerk belangrijk om zo lang mogelijk thuis te kunnen blijven wonen. Van de woningen zelf is – volgens eigen zeggen - één op de vijf geschikt voor bewoning op latere leeftijd. Voor bijna de helft geldt dat na kleine aanpassingen. Circa een tiende is ongeschikt. Domotica kunnen het woongemak en -veiligheid vergroten. Bijna alle 45-plussers hebben (enige) belangstelling hiervoor, met name voor elektronica die gericht is op veiligheid en zorg.
Sociale kracht Vrijwilligerswerk Ongeveer de helft van de 45-plussers in Opmeer verricht vrijwilligerswerk. Een kwart geeft aan hier eventueel geïnteresseerd in te zijn. Drie op de tien kent het Vrijwilligerspunt, toch heeft maar vier procent er wel eens gebruik van gemaakt.
Hulpbehoefte In Opmeer maakt tien procent van de 45-plussers gebruik van diensten of producten vanuit de Wmo, met name vervoersvoorzieningen en huishoudelijke hulp. Ruim de helft is bekend met het Wmo-loket van de gemeente. Negen procent maakte hier in het verleden wel eens gebruik van. Zij waarderen de dienstverlening gemiddeld met een 7,0.
Burenhulp De meerderheid van de inwoners biedt hulp aan buurtbewoners als hierom gevraagd wordt. Met name 45-64 jarigen verlenen relatief veel burenhulp. Vooral voor hulp bieden bij vervoer en boodschappen doen, is veel belangstelling. De meeste inwoners weten echter niet hoe ze in contact kunnen komen met hulpbehoevenden.
4
*Domotica is consumentenelektronica die erop is gericht individuele woonwensen, woonveiligheid en woongemakken van
Klanttevredenheidsonderzoek Wmo
mensen te vergroten
Samenvatting Mantelzorg Eén op de zeven van de 45-plussers is mantelzorger. De meeste Opmeerders zijn onbekend met de mantelzorgondersteuning. Onder de 65-plussers en mantelzorgers is de bekendheid groter.
Er blijkt kortom een groot potentieel te zijn van inwoners die zeggen anderen (wellicht) te willen helpen bij ondersteunende activiteiten Bijna de helft van hen weet echter niet hoe zij met hulpvragers in contact kunnen komen. Daarbij komt dat de bekendheid van het huidige ondersteuningsaanbod voor mantelzorgers, vrijwilligers, maar ook van de Seniorengids relatief laag is.
De Seniorenwijzer* Tweederde van de 45-plussers is onbekend met de Seniorenwijzer. De bekendheid en het gebruik ligt (vanzelfsprekend) een stuk hoger onder de 65-plussers. Bij voorkeur ontvangt men de gids zowel op papier als digitaal. Relatief veel senioren hebben liever alleen een papieren versie.
Zelfstandig wonen en domotica Acht op de tien Westfriezen wonen in een woning die niet geschikt is voor bewoning op hoge leeftijd. Bij het merendeel is dit door middel van aanpassingen aan de woning wel te bewerkstelligen. Naast een veilige omgeving en sociaal netwerk, speelt ook de aanwezigheid van algemene voorzieningen –zoals winkels voor dagelijkse boodschappen - een belangrijke rol in het zelfstandig kunnen blijven wonen. Domotica en internet bieden hulpbehoevenden mogelijkheden om bij het wegvallen van voorzieningen, toch diensten aan huis te ontvangen. Voor domotica bestaat zeker belangstelling, vooral op het gebied van zorg en veiligheid. Een ruime meerderheid van de senioren beschikt ook over internet, 18 procent nog niet. Hier liggen kansen, juist omdat internet ook een rol kan spelen in het bestrijden van eenzaamheid. Daarentegen kent het ook nadelen zoals het beperkte persoonlijke contact, wat juist zo belangrijk is voor het sociale netwerk van een kwetsbare persoon.
Conclusies Eenzaamheid, eigen en sociale kracht De eigen kracht van de Opmeerders is stevig maar de gemeente heeft volgens de meerderheid van de inwoners wel een rol bij het met elkaar in contact brengen van (hulpbehoevende) inwoners. Vijf procent geeft aan geen sociaal vangnet te hebben bij problemen en zeven procent heeft behoefte aan meer mogelijkheden om buurtgenoten te ontmoeten. Door deze laatst genoemde groep beter in beeld te brengen en te koppelen aan de mensen die zeggen anderen te kunnen helpen wordt de eigen kracht van de bevolking nog groter. Ruim negen op de tien inwoners biedt wel eens de helpende hand aan naasten – buren, familie of vrienden – of zeggen anderen te kunnen helpen als dat nodig is bij vervoer of boodschappen doen tot het bieden van gezelschap. Verder is een grote groep inwoners actief als vrijwilliger of daartoe bereid.
Klanttevredenheid maatschappelijke ondersteuning Inwoners die in het verleden wel eens gebruik maakten van het Wmo-loket zijn doorgaans tevreden over de dienstverlening. Gemiddeld beoordelen zij dit met een 7,0. Dertien procent geeft een onvoldoende (5 of lager). De 65plussers zijn over het algemeen iets positiever.
5
* De Seniorenwijzer is opgenomen in de gemeentegids en biedt informatie over activiteiten, adressen en organisaties voor
Klanttevredenheidsonderzoek Wmo
senioren. De gids is het resultaat van samenwerking tussen de Seniorenraad, de Wering en de gemeente Opmeer.
Hoofdstuk 1 Inleiding
1
1. Inleiding Achtergrond onderzoek Sinds de invoering van de Wmo is er rondom de visie en uitvoering van deze ondersteuningswet veel gewijzigd. Met de kanteling verschuift de Wmo van aanbodgericht naar een model waarbij de zelfredzaamheid en het eigen initiatief van de burger belangrijker wordt. Dat zorgt voor veranderingen in de toekomst. Zo wordt er meer een beroep gedaan op de eigen kracht, het sociale netwerk en de omgeving van de mensen met ondersteuningsbehoefte. Daarnaast zal het ondersteuningsaanbod steeds meer verschuiven van individuele voorzieningen naar collectieve voorzieningen, die niet per se meer door de gemeente aangeboden zullen worden. De kernvraag in het Wmo-beleidsplan van de gemeente Opmeer luidt dan ook: ‘Hoe kunnen inwoners, betrokken organisaties en de gemeente de
Tabel 1 Respons naar kern en leeftijd 45-64 jarigen
65-plussers
totaal
Hoogwoud
190
158
348
Opmeer/Spanbroek
220
199
419
61
35
96
471
392
863
Aartswoud/De Weere totaal
beweging maken van zorgen voor de inwoners van Opmeer met een participatiebeperking, naar samen zorgen dat deze inwoners in staat zijn mee te doen?’ (bron: ‘Iedereen doet mee! Op weg naar eigen en
Analyse De antwoordcategorieën ‘weet niet’ en ‘geen antwoord’ zijn, mits anders aangegeven, buiten de analyse gehouden. Indien de percentages niet optellen tot 100% is dit het gevolg van afrondingsverschillen.
zelfredzaamheid’, 27 juni 2013). De eigen kracht en regie van inwoners vormen het uitgangspunt. Om hierin meer inzicht te krijgen voor wat betreft de Opmeerse bevolking, is onderliggend onderzoek uitgevoerd.
Om geldige uitspraken te kunnen doen, is een weging toegepast naar leeftijd en kern waardoor de uitkomsten representatief zijn voor de bevolking van Opmeer van 45 jaar en ouder.
De doelstelling van het onderzoek is het bieden van inzicht in: • de situatie rondom eenzaamheid, eigen en sociale kracht; • de wensen en mogelijkheden rondom zelfstandig wonen en domotica; • de klanttevredenheid rondom het aanbod aan maatschappelijke ondersteuning.
7
Klanttevredenheidsonderzoek Wmo
Werkwijze onderzoek Het onderzoek is uitgevoerd door middel van een schriftelijke enquête. De vragenlijst is opgesteld in overleg met de gemeente Opmeer. In totaal zijn 2.000 inwoners van 45 jaar en ouder benaderd met het verzoek een schriftelijke vragenlijst in te vullen. Hieraan hebben 863 45-plussers gehoor gegeven; een respons van 43%.
Hoofdstuk 2 Eigen Kracht
2
2.1 Zelfstandig wonen Veilige woonomgeving meest belangrijk om thuis te kunnen blijven wonen De Wmo streeft ernaar mensen zolang mogelijk thuis te laten wonen, al dan niet geholpen door het sociaal netwerk. Aan de 45-plussers is gevraagd wat hiervoor nodig is. Het meest belangrijk vinden zij een veilige woonomgeving, gevolgd door een sociaal netwerk en voorzieningen, zoals winkels voor dagelijkse boodschappen. Minder van belang achten zij een boodschappenservice en hulp bij de administratie. In Aartswoud en De Weere hecht men minder waarde aan winkels in de buurt dan in Hoogwoud en Opmeer/Spanbroek.
Meeste woningen (nog) niet geschikt om op oudere leeftijd te bewonen Het type woning is van invloed op iemands zelfstandigheid: inwoners die zichzelf minder goed redden, kunnen bijvoorbeeld dankzij nultreden- of levensloopbestendige woningen wel zelfstandig blijven wonen. De meerderheid van de 45-plussers vindt de eigen woning niet geschikt om tot op hoge leeftijd te bewonen (eventueel na aanpassing), ook als de mobiliteit (verder) afneemt. Voor 6% is de woning echt niet geschikt en ook niet aan te passen. Een derde van de 65-plussers zegt dat de woning geschikt is om te bewonen op latere leeftijd. Na kleine aanpassingen zegt driekwart van deze groep te kunnen blijven wonen in hun huidige woning.
Figuur 1 Belangrijk om zelfstandig te kunnen blijven wonen in eigen dorp/buurt, % (zeer) belangrijk een veilige woonomgeving
98%
een sociaal netwerk in de directe omgeving
97%
winkels voor de dagelijkse boodschappen in de buurt
96%
hulp in het huishouden
Tabel 2 Woning geschikt om te bewonen op hogere leeftijd
90%
hulp bij kleine klusjes in het huis
84%
een boodschappenservice
81%
hulp bij het invullen van formulieren/administratie
72%
0%
Klanttevredenheidsonderzoek Wmo
50%
100%
45-64 jarigen
65-plussers
totaal
woning is geschikt
14%
32%
21%
woning geschikt na kleine aanpassingen
50%
44%
48%
woning geschikt na veel aanpassingen
26%
18%
23%
woning geheel niet geschikt
10%
6%
9%
2.2 Domotica Veel belangstelling voor domotica Bijna alle 45-plussers (92%) geven aan belangstelling te hebben voor domotica in hun woning. De voorkeur gaat met name uit naar elektronica gericht op veiligheid en zorg. Minder inwoners - maar toch bijna een kwart - hebben interesse in domotica die mensen met elkaar in contact brengt.
Figuur 2 Gebruik en belangstelling domotica, % belangstelling veiligheid
45%
zorg
Domotica is consumentenelektronica die erop is gericht individuele woonwensen,
41%
41%
42%
woonveiligheid en woongemakken van mensen te vergroten. Deze elektronische hulpmiddelen kunnen worden gebruikt om het comfort en veiligheid te verhogen, maar ook voor welzijns- en zorgdiensten a.
Comfort-domotica: bijvoorbeeld: afstandsbediening voor temperatuur en
comfort contact
licht, robot stofzuiger. a.
27% 24% 0%
Veiligheids-domotica: bijvoorbeeld: automatisch uitschakelen van
48% 41%
20%
40%
zeker belangstelling
60%
80%
100%
misschien belangstelling
kookapparatuur, alarm, bewegingssensor bij lange tijd geen beweging. a.
‘Contact’-domotica: bijvoorbeeld: op afstand ‘koffie drinken’ met familie via beeldtelevisie, vrijwilligersdiensten op ‘bestelling’.
a.
Zorg-domotica: bijvoorbeeld direct contact met zorgverlener/ medewerker
Tabel 3 Toegang en gebruik internet 45-64 jarigen
65-plussers
totaal
ja, en ik gebruik het regelmatig
88%
55%
75%
ja, maar ik gebruik dit niet regelmatig
10%
26%
16%
nee
2%
18%
9%
thuiszorg, deze stuurt bericht om medicijnen in te nemen of kijkt mee via iPad bij medicijnengebruik.
Internetgebruik onder senioren lager Voor het gebruik van sommige domotica is internet nodig. Ruim negen op de tien Opmeerders heeft thuis of in zijn/haar directe omgeving toegang tot internet. Dit geldt in mindere mate voor de 65-plussers (81%), terwijl bijna alle (98%) 45-64 jarigen internettoegang hebben.
Klanttevredenheidsonderzoek Wmo
2.3 Hulpbehoefte Merendeel ontvangt huishoudelijke hulp Een belangrijke indicator voor de zelfredzaamheid van de inwoners zijn verstrekte indicaties in het kader van de AWBZ. Op 1 juli 2013 beschikten 385 Opmeerders over een (geldige) indicatie voor AWBZzorg voor lichamelijke problematiek; dit is 3,4% van de gehele bevolking. De meesten ontvangen zorg op grond van somatische (lichamelijke) ziekten, aandoeningen of beperkingen (180). Hiervan is 68% 65 jaar of ouder (CIZ, 2013). Daarnaast maakt circa 10% van 45-plussers (ook) gebruik van diensten of producten die de gemeente vanuit de Wmo verstrekt. Daarbij gaat het vooral om vervoersvoorzieningen en huishoudelijke hulp. Merendeel inwoners kent Wmo loket De meerderheid (59%) kent het Wmo-loket van de gemeente Opmeer. De helft heeft er wel eens van gehoord, maar nooit bezocht. Meer 65plussers kennen het loket dan 45-65 jarigen. Negen procent van de Opmeerders maakte weleens gebruik van het Wmo-loket. Gemiddeld waarderen zij de dienstverlening met een 7,0. Ongeveer één op de acht geeft een onvoldoende (5 of lager). De 65-plussers zijn over het algemeen iets positiever over deze dienstverlening.
7,0
Geeft men gemiddeld aan de dienstverlening van het Wmo-loket.
Klanttevredenheidsonderzoek Wmo
Figuur 3 Gebruikmaking Wmo-diensten/producten vervoersvoorziening
7%
huishoudelijke hulp
6%
woonvoorziening
3%
anders
1% 0%
2%
4%
6%
8%
Tabel 4 Bekendheid met Wmo-loket 45-64 jarigen 65-plussers
totaal
niet mee bekend
45%
35%
41%
wel eens van gehoord
51%
48%
50%
wel eens gebruik van gemaakt
4%
17%
9%
2.4 Sociale netwerken 65-plussers ervaren vaker eenzaamheidsgevoelens De meerderheid van de 45-plussers heeft geen last van eenzaamheidgevoelens. Driekwart van hen kan op genoeg mensen terugvallen en voelt zich met veel mensen verbonden. Zeven op de tien inwoners geven aan dat ze mensen in hun omgeving hebben op wie ze volledig kunnen vertrouwen. 45-64 jarigen hebben minder vaak dan 65-plussers te maken met eenzaamheid en kunnen ook iets vaker terugvallen op mensen in hun sociale omgeving. Zij missen minder vaak mensen om zich heen en voelen zich daardoor minder snel alleen.
Tabel 5 Stellingen over eenzaamheid en sociale omgeving (% ‘zeker’ en ‘ja’)
Aan de hand van de stellingen in tabel 5 is een somscore voor ‘eenzaamheid’ berekend*. Deze somscore loopt van 0 tot 6, waarbij een hogere score overeenkomt met meer eenzaamheid. Zoals hierboven al duidelijk werd scoren 65-plussers hier hoger op dan 45-64 jarigen.
Heeft onvoldoende mensen op wie zij in geval van narigheid terug kunnen vallen.
65-plussers
totaal
2%
6%
4%
76%
73%
75%
67%
60%
64%
74%
68%
72%
2% 2%
6% 2%
4% 2%
ik ervaar een leegte om me heen er zijn genoeg mensen op wie ik in geval van narigheid kan terugvallen ik heb veel mensen met wie ik me nauw verbonden voel er zijn genoeg mensen op wie ik volledig kan vertrouwen ik mis mensen om me heen vaak voel ik me in de steek gelaten
Figuur 4 Gemiddelde somscore eenzaamheid
45-64 jaar
5%
45-64 jarigen
1,1
65+
1,5
totaal
1,2
0
1
2
3
4
5
6
* Deze eenzaamheidsschaal is ontwikkeld door De Jong-Gierveld en van Tilburg. Tijdschrift voor Gerontologie en Geriatrie.
Klanttevredenheidsonderzoek Wmo
2.4 Sociale netwerken Voldoende ontmoetingsplekken in Opmeer Opvallend is dat bijna een derde van de 45-plussers vindt dat mensen in hun eigen omgeving meer voor elkaar zouden moeten doen/betekenen dan nu het geval is. Twintig procent is het hier mee oneens en een grote groep (51%) oordeelt neutraal. Meer dan de helft is van mening dat de gemeente een rol heeft in het bevorderen van contacten tussen Opmeerders. Ontmoetingsplekken spelen daarbij een belangrijke rol. Ruim zes op de tien vinden dat deze in de eigen buurt in voldoende mate aanwezig zijn. Zeven procent van de inwoners is van mening dat deze er te weinig zijn en mist vooral een buurthuis of horecagelegenheid. In Aartswoud en De Weere mist een groter gedeelte van de 45-plussers dergelijke ontmoetingsplekken.
Suggesties om buurtbewoners meer met elkaar in contact te brengen: • “Buurtbarbecue.” • “Een buurtwebsite oprichten voor het lenen van gereedschap, • • •
kleine klusjes bij elkaar doen, koken, tuinieren” “Een centrale plek in het dorp om samen koffie te drinken.” “Kleine groepjes om koffie te drinken bij elkaar thuis. “Via een contactpunt of meldpunt”
Figuur 5 Stellingen over sociale contacten in de buurt
in mijn buurt zijn voor mij voldoende plaatsen waar ik buurtgenoten kan ontmoeten
61%
de gemeente heeft een rol in het bevorderen van contacten tussen mensen in Opmeer
32%
53%
mensen in mijn omgeving zouden meer voor elkaar moeten doen of betekenen
40%
30%
0%
51%
20%
40%
(zeer) eens
Klanttevredenheidsonderzoek Wmo
7%
60% neutraal
7%
20%
80% (zeer) oneens
100%
Hoofdstuk 3 Sociale kracht
3
3.1 Vrijwilligerswerk Potentieel aan vrijwilligers aanwezig Circa de helft van 45-plussers verricht een vorm van georganiseerd vrijwilligerswerk. Met name in Aartswoud/De Weere zijn velen actief (61%). Naast de groep huidige vrijwilligers, ligt er een behoorlijk potentieel. Vijftien procent van de 65-plussers is bereid in de nabije toekomst vrijwilligerswerk te doen. Onder de 45-64 jarigen zou 30% dat zelfs best willen doen. Vrijwilligerspunt weinig bekend Een kwart van de 45-plussers kent het Vrijwilligerspunt en 4% heeft hier wel eens gebruik van gemaakt. Gemiddeld beoordelen zij het loket met 7,1*. Negen procent geeft een onvoldoende (5 of lager).
Figuur 6 Verrichten van vrijwilligerswerk ja
47%
nee, ben ik ook niet van plan
29%
nee, maar eventueel wel bereid
24%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
Tabel 6 Bekendheid met het Vrijwilligerspunt 45-64 jarigen 65-plussers vrijwilligers
totaal
mee bekend en gebruik van gemaakt
3%
4%
6%
4%
mee bekend
24%
26%
32%
25%
niet mee bekend
73%
70%
63%
72%
*Vanwege de lage aantallen (n=23) dienen de uitkomsten met voorzichtigheid geïnterpreteerd te worden.
Klanttevredenheidsonderzoek Wmo
3.2 Mantelzorg Mantelzorgondersteuning relatief onbekend Veertien procent van de 45-plussers biedt mantelzorg aan een familielid of andere naaste die langdurig ziek en/of gehandicapt is, psychische klachten heeft of om een andere reden langere tijd zorg of ondersteuning nodig heeft. Mantelzorgers in Opmeer kunnen voor ondersteuning terecht bij de Wering. De meerderheid van de 45-plussers (66 procent) is onbekend met deze voorziening. Onder de 65-plussers is de bekendheid groter; bijna 40% van hen kent de diensten van de Wering. Een kleine groep (2 procent) heeft hier ook gebruik van gemaakt. Zij zijn over het algemeen (zeer) tevreden hierover. Gemiddeld geven ze een 7,5*. Eén persoon geeft een onvoldoende (5 of lager).
14%
Tabel 7 Bekendheid met het mantelzorgondersteuning van de Wering 45-64 jarigen mee bekend en gebruik van gemaakt
2%
65-plussers mantelzorgers totaal 2%
6%
2%
mee bekend
30%
37%
37%
32%
niet mee bekend
69%
61%
57%
66%
Van de 45-plussers is mantelzorger
13%
Van de 45-64 jarigen is mantelzorger
15%
Van de 65-plussers is mantelzorger
*Vanwege de lage aantallen (n=15) dienen de uitkomsten met voorzichtigheid geïnterpreteerd te worden.
Klanttevredenheidsonderzoek Wmo
3.3 Burenhulp Meerderheid biedt hulp aan buurtbewoners wanneer dit nodig is Ruim de helft van de 45-plussers biedt hulp aan buurtbewoners. Een bijna even groot deel verleent geen hulp, maar zou dit wel doen als erom gevraagd werd. Slechts drie procent geeft aan dit ook niet te doen indien gevraagd. Met name 45-64 jarigen verlenen relatief veel burenhulp (55%). Tussen de verschillende kernen is te zien dat inwoners van de kleine kernen, als Aartswoud en De Weere, elkaar vaker helpen dan in de grotere kernen als Opmeer en Spanbroek.
Opmeerders vooral geïnteresseerd in hulp bieden bij vervoer Op de eerste plaats wil men anderen helpen met het bieden van vervoer, gevolgd door boodschappen doen of het helpen met klusjes in en om het huis. Ook gezelschap bieden en helpen in de huishouding, zijn activiteiten waar de inwoners anderen bij willen helpen. Daarnaast noemen 45-plussers nog de volgende vormen van hulp die zij graag willen bieden zoals; een luisterend oor, computerondersteuning en op huisdieren passen.
Meeste inwoners onbekend met wijze waarop ze in contact kunnen komen met hulpbehoevenden Aan de Opmeerders die nu nog geen hulp verlenen, maar dit wel zouden willen, is gevraagd of zij weten hoe zij in contact kunnen komen met mensen die advies of hulp nodig hebben. Een derde van de inwoners zegt dit te weten, vooral de groep 45-64 jarigen. Opvallend is dat in Aartswoud en De Weere een groter gedeelte van de inwoners weet hoe ze in contact moeten komen met hulpbehoevenden.
Figuur 7 Vormen van ondersteuning die men zou willen bieden, % zeker
1
Hulp bieden bij vervoer (35%)
2
Hulp bieden boodschappen (33%)
3 Tabel 8 Bekendheid met wijze waarop in contact te komen met hulpbehoevenden 45-64 jarigen
65-plussers
totaal
ja
38%
33%
36%
nee
52%
42%
48%
niet van toepassing
10%
25%
16%
Klanttevredenheidsonderzoek Wmo
Hulp bieden klusjes in en om het huis (23%)
4
Gezelschap bieden (20%)
5
Hulp bieden bij de huishouding (14%)
3.4 Seniorenwijzer Seniorenwijzer bij voorkeur op papier en digitaal De seniorenwijzer is opgenomen in de gemeentegids en biedt informatie over activiteiten, adressen en organisaties voor senioren. De gids is het resultaat van samenwerking tussen de Seniorenraad, de Wering en de gemeente Opmeer. Ruim een derde van de 45-plussers is bekend met de gids en 2% heeft er wel eens gebruik van gemaakt. De bekendheid en het gebruik ligt (vanzelfsprekend) een stuk hoger onder 65-plussers. Bij voorkeur raadpleegt men de wijzer zowel op papier in de gemeentegids, als digitaal. Dit geldt in mindere mate voor 65-plussers; 39% geeft de voorkeur aan een papieren versie en 38% aan een combinatie. Van de 45-64 jarigen ontvangt elf procent de wijzer het liefst digitaal. Eén op de zes heeft geen uitgesproken mening hierover.
34%
Van de 45-plussers kent de Seniorenwijzer Tabel 9 Voorkeurmedium de Seniorenwijzer 45-64 jarigen 65-plussers
48%
Van de 65-plussers kent de Seniorenwijzer
Klanttevredenheidsonderzoek Wmo
totaal
in gemeentegids
15%
39%
25%
via internet
15%
6%
11%
beide
52%
38%
46%
weet niet
18%
18%
18%
Bijlagen Achtergrondkenmerken respondenten
Achtergrondkenmerken Figuur 9 Geslacht
Figuur 8 Leeftijd
45 tot 65 jaar
Man
55%
Figuur 10 Kern Opmeer/Spanbroek
42%
49%
Hoogwoud 65 jaar en ouder
Vrouw
46%
0%
20%
40%
59%
0%
60%
20%
Aartswoud/de Weere 40%
60%
20%
40%
60%
Figuur 12 Type woning
ik woon met partner zonder thuiswonende kinderen
50%
koopwoning
28%
ik woon alleen
11%
0%
Figuur 11 Thuissituatie
ik woon met partner en 1 of meer thuiswonende kinderen
40%
80%
huurwoning van het gemeentelijke woningbedrijf
19%
14%
huurwoning van een particuliere verhuurder
ik woon met 1 of meer kinderen, maar zonder partner
anders
andere woonsituatie 0%
20%
40%
60%
0%
20%
40%
60%
80%
100%