Voortgangsrapportage 8 ketenanalyse afvalverwijdering BESIX - OVT Utrecht
BESIX Nederland Branch 23 februari 2015 DEFINITIEVE rapportage
Voortgangsrapportage 8 ketenanalyse Eindrapport
-1-
Documenttitel
Voortgangsrapportage 8 ketenanalyse
afvalverwijdering BESIX OVT Utrecht Verkorte documenttitel Status Datum Projectnaam
Voortgangsrapportage 8 ketenanalyse Eindrapport
Voortgangsrapportage ketenanalyse DEFINITIEF 23 februari 2015
Voortgangsrapportage CO2-prestatieladder
-2-
0.
INHOUDSOPGAVE
Blz. 1
INLEIDING
4
2
VOORTGANG
5
2.1
Hoeveelheid afval en scheidingspercentage
5
2.2
Transporten
6
2.3
CO2-emissiereductie
7
Voortgangsrapportage 8 ketenanalyse Eindrapport
-3-
1.
INLEIDING Dit is de 8e tussentijdse rapportage van de voortgang op de reductiemaatregelen ten aanzien van de CO2-emissies zoals beschreven in de studie over de afvalketen ‘Ketenanalyse afvalverwijdering BESIX bouwproject OVT Utrecht’ van 11 mei 2011 (ref.9W2876.02/R0001/904118/Nijm) en gewijzigd op 30 augustus 2011 (Ref.9W2876.02/R0004/902985/Rott). De eerste voortgangsrapportage dateert van 5 oktober 2011. Voor de certificatie van Niveau 5 bepaalt Eis 4.B.2 van de CO2-prestatieladder (conform SKAO Handboek 2.0, 23 juni 2011) dat op basis van de eerdere ketenanalyse: “Het bedrijf ten minste halfjaarlijks (intern én extern) de voortgang [rapporteert] ten opzichte van de doelstellingen voor het bedrijf en de projecten waarop CO2-gerelateerd gunningvoordeel verkregen is”. BESIX en ketenpartner Beelen Recycling (hierna te noemen: Beelen) willen CO2emissiereductie bereiken door: 1. Meer containers per rit en grotere containers in te zetten bij inzameling van het bouwafval van de bouwplaats; 2. Meer scheiding toe te passen op de bouwplaats; 3. Betonpuin toe te passen als grindvervanging in beton in plaats van wegondergrond. In deze voortgangsrapportage is het mogelijk om een gedeeltelijke toetsing te doen op de eerste twee punten door een vergelijking te maken met een referentiesituatie. Voor de vulgraad en het scheidingspercentage is de referentie het project Amsterdam Bijlmer Arena dat BESIX enkele jaren geleden heeft uitgevoerd. Voor transport betreft dit een berekening in de ketenanalyse op basis van tonkilometer.
Voortgangsrapportage 8 ketenanalyse Eindrapport
-4-
2
VOORTGANG
2.1
Hoeveelheid afval en scheidingspercentage Tabel 1 laat de door Beelen ingezamelde hoeveelheden afval zien van 1 januari 2014 t/m. 31 december 2014. Tabel 1: Hoeveelheden ingezameld afval Afvalstroom
In gewicht (ton)
In % t.o.v. totaal
B-hout
150,78
A-hout
1,40
0,1%
Bouw en sloopafval
382,37
29,0%
Mengpuin < 50 * 50 cm
707,46 24,40
53,6% 1,8%
36,46
2,8%
Mengpuin > 50 * 50 cm Betonpuin Asfalt schoon
11,4%
Papier / karton
2,34 11,50
0,2% 0,9%
Hard kunststof
2,04
0,2%
Folie
1,10
0,1%
Bedrijfsafval
9,38
Totaal
1.329,23
Totaal excl. bedrijfsafval
1.319,85
Scheidingspercentage
100%
71,0%
Het scheidingspercentage, gedefinieerd als de totale hoeveelheid afval minus de hoeveelheid bouw- en sloopafval en bedrijfsafval, over 2014 is: 71,0%. Bij het referentieproject Amsterdam Bijlmer Arena bedroeg het scheidingspercentage 51,5%. Het herstel eind 2013, van het positieve scheidingspercentage na een korte periode dat dit een stuk lager lag heeft zich in 2014 voortgezet. Derhalve zijn er geen maatregelen nodig.
Voortgangsrapportage 8 ketenanalyse Eindrapport
-7-
2.2
Transporten Voor transport van het afval naar de verwerkingssite ’s in Houten en Rotterdam zijn containers van 6m3, 9m3 (inclusief gesloten containers), 20m3, 40m3, maar vanwege ruimtegebrek ook een aantal 3m3 en rolcontainers ingezet. In Tabel 2 staat een overzicht van de transporten. De containers van 3m3 wordt verder buiten beschouwing gelaten, omdat de invloed van deze container ten opzichte van het geheel nihil is.
Tabel 2: Transporten in verschillende formaten containers Formaat
Aantal (st.)
3 m3
5
6 m3
105
9 m3
280
Overig, 20 en 40 m3
9 134
Rolcontainer +pers Totaal
533 (=3.528,0 m3)
Totaal excl. rolcontainers + pers
399 (=3.365,0 m3)
Het gemiddelde containervolume (waarbij de rolcontainers en pers = 134st. buiten beschouwing worden gelaten) is daarmee 3.365m3/ 399 st. = 8,4 m3/st (daling containervolume van ca. 10%). Het gebruik van 9 m3-containers, dat zich vanaf de start van het project doorgezet, is deze periode, en vooral in het laatste half jaar van 2014, een stuk minder als het voorgaande jaar. Uit de rapportage van Beelen is niet na te gaan hoeveel containers per rit worden getransporteerd. Na augustus 2011 worden veel rolcontainers toegepast voor de afvalstromen papier / karton en bedrijfsafval. We nemen aan dat de rolcontainers met een inname-voertuig worden getransporteerd. In deze zin 100% voldoet de invoering van containers aan de doelstelling van het scheiden van afval.
Voortgangsrapportage 8 ketenanalyse Eindrapport
-8-
Formatted: Not Highlight
Beelen rapporteert naast het tonnage ook hoeveel m3 afval er is afgevoerd en verwerkt. Hiermee kan een maat voor de vulgraad worden bepaald; hoe voller een afgevoerde container is, hoe gunstiger dit is in het kader van energiebesparing en CO2- emissiereductie, zie Tabel 3. Tabel 3: Indirect bepaalde vulgraad voor de verschillende afvalstromen Afvalstroom (1)
2014 M3 containers
Vulgraad (kg afval / m3 container)
B-hout
942
160
A-hout
9
156
1.512
253
Mengpuin < 50 * 50 cm
743
952
Mengpuin > 50 * 50 cm
27
904
Betonpuin
69
528
Asfalt schoon
6
390
Hard kunststof
30
68
Folie
27
41
Bouw en sloopafval
1
Voor afval dat is afgevoerd in rolcontainers (papier / karton, bedrijfsafval) is het niet mogelijk de vulgraad te bepalen, omdat de inhoud van de rolcontainers onbekend is.
Bij de voortgangsrapportage over heel 2012 is een gemiddelde vulgraad van 413 kg afval per m3 container berekend. Deze is voor 2013; 320 kg afval per m3 en voor 2014 is dit; 389 kg afval per m3. Ten opzichte van de referentiesituatie, het project Amsterdam Bijlmer Arena, is de vulgraad 11% hoger (de vulgraad was daar 345 kg afval/m3 container). Er is een duidelijke verbetering van de vulgraad t.o.v. 2013; 22%.
2.3
CO2-emissiereductie Hoeveelheid afval en scheidingspercentage In de referentiesituatie werd 48,5% van het afval niet gescheiden op de projectlocatie. Voor OVT Utrecht is dit voor 2014; 29,0%. In de eerste voortgangsrapportage (aug 2011) was dit overigens slechts 9% (!). Er wordt aangenomen dat de CO2-winst komt uit het feit dat de sorteerinstallatie van Beelen bij meer scheiding op locatie minder hoeft te worden ingezet. Conform de ketenanalyse kent de sorteerinstallatie een CO2-emissiefactor van 455 gram/kWh en een energiegebruik van 6,06 kWh per ton afval. De totale hoeveelheid afval over 2014 bedroeg, conform Tabel 1; 1.319,9ton (excl. bedrijfsafval) . Deze hoeveelheid wordt op alle drie genoemde percentage toegepast om de getallen onderling te kunnen vergelijken, zie Tabel 4.
Voortgangsrapportage 8 ketenanalyse Eindrapport
-9-
Tabel 4: CO2-winst als gevolg van meer afvalscheiding CO2 –winst t.o.v. referentiesit.
% niet gescheiden afval
Hoeveelheid (% * 442.100 kg)
Uitstoot (ton CO2)
48,5% (referentiesituatie)
214.419
591
-
39.789
110
81%
28% (OVT Utrecht 2011)
123.788
341
42%
33,5% (OVT Utrecht 1e helft 2012)
148.104
408
31%
99.915
275
54%
54,7% (OVT Utrecht 1e helft 2013)
241.829
666
-11%
41,6% (OVT Utrecht 2013)
183.914
507
14%
25,7% (OVT Utrecht 1e helft 2014)
113.620
313
47%
92.841
256
43%
9% (OVT Utrecht t/m aug. 2011)
22,6% (OVT Utrecht 2012)
21,0% (OVT Utrecht 2014)
Over 2014 is, ten opzichte van de referentiesituatie, een CO2-winst behaald van 43%.
Transporten Conform de ketenanalyse wordt voor de transportafstand 16 km aangehouden met een CO2-conversiefactor van 480 gram CO2/ tonkm als referentiesituatie. In de ketenanalyse en de eerste twee voortgangsrapportage zijn alleen situaties met containers van 3 m3, 6 m3 en 9 m3 bekeken. De containers van 20 en 40 m3 en de rolcontainers en pers (papier/karton, bedrijfsafval) worden daarom in deze berekening buiten beschouwing gelaten. Voor toekomstige rapportage wordt wel aanbevolen om deze containers mee te nemen. In dat geval moet worden achterhaald hoe de 20 en 40 m3 containers, rolcontainers en pers precies vervoerd worden en voor de rolcontainers, wat de inhoud daarvan is en of gebruik wordt gemaakt van een achterlader. Voor OVT Utrecht zijn over 2014; 7 containers van 20 m3 en 1 container van 40 m3 gebruikt voor het transport van vooral mengpuin, B-hout en Bouw- en Sloopafval. Omdat de 20 en 40m3- containers niet worden meegenomen in de transportberekeningen, moet hiervoor worden gecorrigeerd. Het bouw- en sloopafval wordt voor 1.452 (=131*9 + 44*6 + 3*3) / 1.512 (=131*9 + 44*6 + 3*3 + 3*20) = 96,0% meegenomen in de transportberekening. Het betonpuin wordt voor 9 (=1*9) / 69 (=1*9 + 1*20 +1*40) = 13,0% meegenomen in de transportberekening. Het mengpuin wordt voor 555 (=49*9 + 19*6) / 635 (= 49*9 + 19*6 + 4*20 ) = 87,0% meegenomen in de transportberekening. De referentieberekening voor 2014 loopt dan als volgt: 96,0%*382.370 + 13,0%*36.460 + 87%*709.900 + 150.780 + 1.400 + 2.340 + 2.040 + 1.100 = 1.147.088 kg = 1.147,1 ton afval. Voortgangsrapportage 8 ketenanalyse Eindrapport
- 10 -
CO2-uitstoot: 16 km * 480 gram CO2/tonkm * 1.147,1 ton afval = 8.809,7 ton CO2. In de ketenanalyse en de eerste voortgangsrapportage is uitgebreid ingegaan op de CO2-winst die te behalen is wanneer grotere containers en/of meer containers per rit worden ingezet. De relatieve CO2-emissie ten opzichte van de referentieberekeningen is als volgt samen te vatten: Tabel 5: Relatieve CO2-emissie (in %) ten opzichte van referentieberekeningen (gebaseerd op ketenanalyse en eerste voortgangsrapportage) Container (m3)
een container / rit
twee containers / rit
drie containers / rit
vier containers / rit
3
219%
110%
73%
55%
6 9
110% 73%
55% 37%
37% 24%
27% n.v.t.
Uit de Beelen-rapportage blijkt dat in de periode 1e helft 2014; 2 container van 3 m³, 5 container van 6 m³ en 205 van 9 m³ zijn ingezet. Uit de rapportage is niet te halen hoeveel containers er per rit zijn gebruikt. Daarom is de CO2- winst berekend voor één, twee en drie containers per rit, zie Tabel 6. Uit Tabel 2 valt af te leiden dat het percentage gebruikte 9 m3-containers in 2014; 93,2% was en het percentage 6 m3 containers 2,3% en de 3m3 containers 0,9%. 9,3% is dus afgevoerd met 20 en 40 m3 containers. Dit percentage blijkt gedurende het project steeds hoger te worden, derhalve wordt het aanbevolen om deze containers bij de volgende rapportages ook mee te nemen in de berekeningen. Dit zal de CO2 –winst positief beïnvloeden. Voorbeeldberekening CO2-winst (één container/ rit):
tot eind 2014, één container/rit; referentiesituatie: 8.809,7ton CO2; 1,3%*219% + 26,3%*110% + 70,2%*73% = 83,0%; CO2-winst (ton CO2): (100%-83,0%)* 8.809,7 = 1.498ton CO2
Tabel 6: CO2-winst ten opzichte van referentieberekeningen (ton CO2) Situatie
één container / rit
twee containers / rit
T/m medio augustus 2011
243
674
823
Tot eind 2011
566
1.453
1.761
Tot juli 2012
821
1.571
1.829
Tot eind 2012
891
1.595
1.853
Tot juli 2013
806
1.788
2.133
Tot eind 2013
2.660
5.598
6.652
Tot juli 2014 Tot eind 2014
1.529 1.498
3.517 5.110
4.232 6.343
Voortgangsrapportage 8 ketenanalyse Eindrapport
- 11 -
drie containers / rit