Kenmerk: E. Wauben Agendapunt nr. 015 Raadsvergadering d.d. 26-03-2012
Vaals, 01-03-2012
Aan de Raad der gemeente Vaals Onderwerp Aanpassen Bouwverordening aan de veertiende serie wijzigingen MBV1992. Voorstel/conceptbesluit 1. De op dit moment geldende gemeentelijke Bouwverordening (met dertiende serie wijzigingen) per 1 april 2012 in te trekken; 2. Ter uitvoering van de welstandstoets/ -advisering te kiezen voor: a. de huidige werkwijze met de welstandscommissie te continueren dan wel; b. het werken met een dorpsbouwmeester. Indien de Raad kiest voor 2b: 3. Het profiel voor de dorpsbouwmeester vast te stellen; 4. Indien de Raad kiest voor een dorpsbouwmeester (2b.) dan zijn er vervolgens weer twee keuze mogelijkheden: a. aansluiten bij het rayon landelijk Parkstad Limburg; b. eigen gemeentelijke dorpsbouwmeester aan te trekken. 5. Een keuze te maken over de wijze van invulling voor de dorpsbouwmeester. 6. De gemeentelijke Bouwverordening (met veertiende serie wijzigingen) per 1 april 2012, gelijktijdig met de inwerkingtreding van het Bouwbesluit 2012, inwerking te laten treden, waarbij de keuze is voor: a. versie 1 bij gemeentelijke dorpsbouwmeester; b. versie 2 bij rayon dorpsbouwmeester; c. versie 3 bij welstandscommissie.
A. Bouwbesluit 2012 en Bouwverordening 14e serie De rijksoverheid werkt aan een nieuw Bouwbesluit om de bouwtechnische eisen leesbaarder, eenvoudiger en eenduidiger te maken. Er komt een nieuwe Algemene Maatregel van Bestuur, die onder meer het Bouwbesluit 2003 en het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken (Gebruiksbesluit) zal vervangen. Het nieuwe Bouwbesluit treedt landelijk op 1 april 2012 in werking. Aanpassing van de VNG modelbouwverordening en dus ook van onze gemeentelijke bouwverordening is daarom noodzakelijk. In het Bouwbesluit 2012 staan artikelen, die nu nog in de bouwverordening worden geregeld en per 1 april a.s. overgaan naar het landelijke Bouwbesluit.
Bijlage I behorende bij dit raadsvoorstel bevat een overzicht van de artikelen welke in het Bouwbesluit 2012 zijn opgenomen, die nu nog in de bouwverordening worden geregeld en met het inwerking treden van het nieuwe Bouwbesluit 2012 vervallen. Vooralsnog blijven gemeenten wettelijk verplicht om een bouwverordening te hebben. Artikel 8 van de Woningwet geeft geclausuleerd aan welke onderwerpen in een bouwverordening geregeld moeten en mogen worden. Middels de ledenbrief ECGR/U201101606 Lbr. 11/059 (bijlage II bij dit raadsvoorstel) stelt de VNG de gemeenten in kennis van de noodzakelijke aanpassingen of wijzigingen. De VNG adviseert de gemeenten de wijzigingen door te voeren overeenkomstig de aan de ledenbrief toegevoegde veertiende serie wijzigingen van de Model-bouwverordening (MBV). Door tegelijk met het nieuwe Bouwbesluit in werking tredende wijzigingen van de Woningwet (Stb. 2009, 324 en Stb. 2010, 187) wordt dat aantal onderwerpen gehalveerd en resteren in de bouwverordening slechts voorschriften over drie onderwerpen, namelijk: – stedenbouwkundige voorschriften; – voorschriften inzake tegengaan van bouwen op verontreinigde bodem; – procedurele welstandsvoorschriften. B. Welstandstoets/-advisering Onderdeel van de bouwverordening is ook de wijze van de zogenaamde “toetsing van bouwplannen aan redelijke eisen van welstand”. De raad maakt bij het vaststellen van de 14e serie Bouwverordening de keuze voor de werkwijze van de zogenaamde “toetsing van bouwplannen aan redelijke eisen van welstand”. Daartoe heeft de gemeenteraad de keuze uit drie mogelijkheden, namelijk: 1. Een welstandscommissie (zoals tot op heden het geval is); 2. Een gemeentelijke dorpsbouwmeester (gemeentelijk niveau). 3. De dorpsbouwmeester van Rayon Landelijk Parkstad Limburg (regionaal niveau). Op grond van besluiten en uitspraken van de gemeenteraad in de afgelopen jaren bespeurt het college een teneur dat de Raad voorstander is van een dorpsbouwmeester. In 2007 heeft de gemeenteraad unaniem een initiatiefvoorstel (CDA) aangenomen, waarin het college is opgedragen de werkwijze van de welstandscommissie te evalueren. Bij de evaluatie die in december 2008 aan de raad is voorgelegd, pleitte het toenmalige college overigens voor het instandhouden van de welstandscommissie. De evaluatie is als bijlage III bijgevoegd. De advisering via de welstandscommissie kost ons nu op jaarbasis ruim € 20.000. Hierop kan door het instellen van een dorpsbouwmeester worden bespaard. In het dekkingsplan van de kadernota 2011 (weliswaar niet vastgesteld) is opgenomen dat er vanaf 2012 structureel € 13.000 bezuinigd dient te worden op de kosten van welstandsadviezen. De raad gaf daarbij aan de mogelijkheden te willen bezien om de welstandsadvisering via de huidige welstandscommissie te vervangen door een gemeentelijk dorpsbouwmeester. In de begroting 2012 is de bezuiniging overigens teruggebracht tot € 8000,-- op grond van wetenschap dat het eerdere bedrag niet realiseerbaar is. De Raad zal een keuze moeten maken tussen: a. ofwel continueren van de huidige welstandscommissie; b. ofwel werken met een (gemeentelijk dan wel regionale) dorpsbouwmeester. Voor- en nadelen welstandscommissie: Voordelen: – reguliere commissie bestaat uit 3 deskundigen, dus meer “gewogen” advisering; – vervanging bij afwezigheid/ziekte van commissieleden is geregeld. Nadelen: – leden van de commissie hebben (meestal) geen directe binding met de gemeente en dus gevoel bij de gewenste beeldkwaliteit; – weinig sturingsmogelijkheden op (klantgericht) werken door commissie; – welstandsadviezen zijn relatief kostbaar omdat de commissie uit 3 leden bestaat (uurloon € 125,- per persoon inclusief reiskosten).
Voor- en nadelen dorpsbouwmeester: Voordelen: – meer binding bij gemeente en gevoel bij gewenste beeldkwaliteit; – betere dienstverlening richting burger door persoonlijk (1 op 1) overleg; – meer sturingsmogelijkheden op (klantgerichte) werking gemeentelijk bouwmeester; – ervaring en deskundigheid gemeentelijk bouwmeester ook inzetbaar op kwaliteit ruimtelijke ontwikkelingen (bestemmingsplannen, beeldkwaliteitsplan, specifieke bouwplannen); – minder kostbaar dan welstandscommissie omdat slechts 1 deskundige wordt ingezet i.p.v. 3 . Nadelen: – advisering is meer afhankelijk van subjectief oordeel van 1 deskundige; – vervanging bij afwezigheid/ziekte goed regelen.
C. Profiel /taakomschrijving dorpsbouwmeester De dorpsbouwmeester is belast met zowel wettelijke als niet wettelijke verplichte taken. De wettelijke taken worden uitgevoerd op grond van de Woningwet. De dorpsbouwmeester is beleidsmatig gebonden aan het door de gemeenteraad vastgestelde gemeentelijk welstandsbeleid (welstandsnota). Wettelijke taken: 1. Toetsing van vergunningplichtige bouwwerken De dorpsbouwmeester adviseert burgemeester en wethouders over de welstandsaspecten van omgevingsvergunning voor het bouwen. De dorpsbouwmeester baseert zijn advies op de in de welstandsnota genoemde welstandscriteria. 2. Jaarverslag dorpsbouwmeester De dorpsbouwmeester legt aan het College van Burgemeester en Wethouders éénmaal per jaar een verslag voor van de door hem verrichte werkzaamheden. In het verslag zet hij uiteen op welke wijze toepassing is gegeven aan de welstandscriteria. Dit verslag maakt onderdeel uit van de ingevolge de Woningwet door de burgemeester en wethouders voor de gemeenteraad jaarlijks op te stellen verslaglegging omtrent de wijze waarop zij invulling hebben gegeven aan het aspect welstand. Niet wettelijke verplichte taken: 3. Desgevraagd kan de dorpsbouwmeester naast zijn reguliere taken: a. adviezen verstrekken m.b.t. de beoordeling van aanvragen voor reclames; b. noodzakelijk geacht overleg voeren met betrokkenen bij de voorbereiding van bouwplannen, schetsplannen of principeverzoeken; c. adviezen uitbrengen aan burgemeester en wethouders over de welstandsaspecten van in voorbereiding zijnde structuurplannen, bestemmingsplannen, beeldkwaliteitplannen, stedenbouwkundige plannen en andere relevante beleidstukken; d. adviseren over stedenbouwkundige en architectonische ontwikkelingen die van belang zijn voor de ruimtelijke kwaliteit in de gemeente; e. adviseren over het toepassen van artikel 13a van de Woningwet, d.w.z. advisering over geconstateerde buitensporigheden in het uiterlijk van bouwwerken die ook voor niet-deskundigen evident zijn; f. overleg voeren met gemeentelijke vakafdelingen over het door de gemeenteraad vastgestelde welstandsbeleid met de welstandscriteria, alsmede de reguliere evaluatie daarvan. De ontwikkeling van voorstellen tot bijstelling van het welstandsbeleid in samenspraak met de ambtelijke organisatie behoort mede tot zijn taak; g. ongevraagd advies uitbrengen over nieuwe (architectonische) ontwikkelingen, materiaaltoepassingen e.d. mede in relatie tot bestaand beleid c.q. bestaande welstandscriteria; h. adviseren over aspecten van beleidsvoornemens waarbij de ruimtelijke kwaliteitszorg, het welstandstoezicht dan wel de monumentenzorg in het geding zijn. De dorpsbouwmeester dient in ieder geval te beschikken over de volgende competenties en vaardigheden, namelijk: – kennis van de eigenheid van de gemeente Vaals; – dichtbij de burger staan, zodat de dienstverlening richting de burger door persoonlijk (1 op 1) overleg
centraal staat. D. Invulling dorpsbouwmeester Indien de Raad kiest voor een dorpsbouwmeester (2b.) dan zijn er vervolgens weer twee keuze mogelijkheden: a. aansluiten bij de dorspbouwmeester van het rayon landelijk Parkstad Limburg; b. eigen gemeentelijke dorpsbouwmeester aan te trekken. a. Aansluiten rayon landelijk Parkstad Limburg De mogelijkheid bestaat om aan te sluiten bij de dorpsbouwmeester van Rayon Landelijk Parkstad Limburg. Deze bestaat uit de gemeenten Nuth, Onderbanken, Simpelveld, Voerendaal en Gulpen-Wittem. Dit houdt in dat gemeente Vaals gebruik kan maken van de kennis en kunde van de heer Z. Hofman (architect BNA) en de reserve-bouwmeester B. Keijzers (architect BNA). Voor- /nadelen aansluiten rayon landelijk Parkstad Limburg: Voordelen: – gebruik maken van de brede kennis en kunde van de reeds ingestelde rayon-organisatie; – minder kostbaar dan welstandscommissie omdat slechts 1 deskundige wordt ingezet i.p.v. 3; – vervanging bij afwezigheid/ziekte is geregeld. Nadelen: – rayon-bouwmeester heeft (waarschijnlijk) minder directe binding met de gemeente en dus gevoel bij de gewenste beeldkwaliteit dan gemeentelijk bouwmeester; – advisering is meer afhankelijk van subjectief oordeel van 1 deskundige. a1. Financieel: De welstandstoets/ -advisering via aansluiting bij het rayon landelijk Parkstad Limburg gaat naar schatting € 9.000,-- op jaarbasis bedragen. De exacte kosten zijn moeilijk in te schatten. In de begroting van 2012 is structureel €12.000,-- opgenomen voor de dorpsbouwmeester. Vooraf zullen hierover met de dorpsbouwmeester duidelijke afspraken moeten worden gemaakt betreffende het takenpakket. a2. Ambtelijke uren: In geval van aansluiting bij het rayon Landelijk Parkstad Limburg zijn het aantal ambtelijke uren identiek aan de huidige situatie (75 uren op jaarbasis). De rayon-secretaris heeft een eigen takenpakket. b. Voor- /nadelen gemeentelijke dorpsbouwmeester: Voordelen: – meer binding bij gemeente en gevoel bij gewenste beeldkwaliteit; – betere dienstverlening richting burger door persoonlijk (1 op 1) overleg; – meer sturingsmogelijkheden op (klantgerichte) werking gemeentelijk bouwmeester; – ervaring en deskundigheid gemeentelijk bouwmeester ook inzetbaar op kwaliteit ruimtelijke ontwikkelingen (bestemmingsplannen, beeldkwaliteitsplan, specifieke bouwplannen); – minder kostbaar dan welstandscommissie omdat slechts 1 deskundige wordt ingezet i.p.v. 3. Het specifiek lokaal beleid met eigenheid van Vaals betreffende het welstandsbeleid kan worden opgesteld door een gemeentelijk dorpsbouwmeester met kennis van zaken. Nadelen: – advisering is meer afhankelijk van subjectief oordeel van 1 deskundige; – vervanging bij afwezigheid/ziekte goed regelen. b1. Financieel De advisering via de welstandscommissie kost ons nu op jaarbasis ruim € 20.000, terwijl de offerte van de gemeentelijke dorpsbouwmeester uitkomt op € 12.000 per jaar. Een besparing dus van € 8.000, die het aanstellen van een gemeentelijk bouwmeester interessant maakt. Op de offerte zijn de volgende kanttekeningen gemaakt namelijk:
– – –
de kosten van de monumentencommissie (circa € 2.000,--) dienen opgenomen te worden in het totaalbedrag van € 12.000,--; de vervanging van de dorpsbouwmeester ingeval van verhindering, verlof en/of ziekte dient duidelijk geregeld te worden, bijvoorbeeld door het aanstellen van een reserve-dorpsbouwmeester; de reiskosten dienen in het uurbedrag van € 100,-- verrekend te zijn.
De offerte is toegevoegd als bijlage IV. b2. Ambtelijke uren: Bij de welstandsvergadering van een gemeentelijke dorpsbouwmeester zal ambtelijke administratieve ondersteuning nodig zijn voor het voorbereiden, begeleiden van bijeenkomsten en uitwerken van adviezen. Uitgaande van een welstandsvergadering 1 x per 2 weken komt dat neer op 25 vergaderingen voor het gehele jaar (circa 5 uren per twee weken). Onder 'ambtelijk secretaris, ambtelijke administratieve ondersteuning' wordt verstaan taken die nu uitgevoerd worden door het secretariaat van de districtorganisatie. Bij de keuze voor een gemeentelijke dorpsbouwmeester dienen deze taken door de ambtelijk medewerker gedaan worden. De inschatting is dat het gaat om een belasting van 125 uur op jaarbasis: • agenda opstellen 1 x per 2 weken; • verslaglegging van de vergadering; • de gegevens voor de declaraties van de gemeentelijk dorpsbouwmeester bijhouden en (financieel) afhandelen; • dit geldt ook voor het bijhouden en verstrekken van de gegevens voor de jaarlijkse evaluatie en het schriftelijk uitwerken van de adviezen van de behandelde bouwplannen. Deze taken drukken op de reguliere werkzaamheden van de ambtelijk medewerker. Daarentegen worden deze taken nu ook al gedeeltelijk door de ambtelijk medewerker uitgevoerd (circa 75 uur op jaarbasis). Dit betekent dat ten opzichte van de huidige situatie met de welstandscommissie naar schatting maximaal 50 uren op jaarbasis extra weggezet dienen te worden ten behoeve van administratieve ondersteuning van de gemeentelijke dorpsbouwmeester. De Raad dient een keuze te maken tussen: a. ofwel aansluiten bij de dorpsbouwmeester van het rayon landelijk Parkstad Limburg; b. ofwel werken met een gemeentelijke dorpsbouwmeester. Indien de Raad kiest voor het werken met een gemeentelijke dorpsbouwmeester, is het aan de Raad die beslist hoe hier verder invulling aangegeven gaat worden. De Raad dient ook een gemeentelijke dorpsbouwmeester vervolgens te benoemen. E. Vaststellen Bouwverordening (met veertiende serie wijzigingen) Mocht de raad kiezen voor een gemeentelijke dorpsbouwmeester dient de raad bouwverordening versie 1 vast te stellen (bijlage V). Bouwverordening versie 2 dient vastgesteld te worden indien een dorpsbouwmeester aangesloten bij het Rayon wordt ingesteld (bijlage VI). Indien de raad wenst de huidige invulling van de welstandstoets/-advisering te handhaven dient door de raad bouwverordening versie 3 vastgesteld te worden (bijlage VII). Doel/meetbaar effect Voldoen aan wettelijke verplichtingen/beschikken over actuele voorschriften en invulling te geven aan de welstandstoezicht/-advisering. Uitvoering Planning De nieuw vast te stellen bouwverordening dient per 1 april 2012, gelijktijdig met de invoering van het Bouwbesluit 2012 in werking te treden. Communicatie Op grond van de Gemeentewet zal het raadsbesluit tot vaststelling van de veertiende wijziging worden bekend gemaakt in het Vaalser Weekblad en op de website van de gemeente Vaals worden
gepubliceerd. In de Bouwverordening (veertiende serie wijzigingen) worden de wijzigingen integraal overgenomen en de gewijzigde versie wordt gepubliceerd. Na de bekendmaking moet zowel de Rechtbank Maastricht als de VROM-inspectie een afschrift van het raadsbesluit krijgen. Evaluatie/controle n.v.t. Korte samenvatting De rijksoverheid werkt aan een nieuw Bouwbesluit om de bouwtechnische eisen leesbaarder, eenvoudiger en eenduidiger te maken. Er komt een nieuwe Algemene Maatregel van Bestuur, die onder meer het Bouwbesluit 2003 en het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken (Gebruiksbesluit) zal vervangen. Het nieuwe Bouwbesluit treedt landelijk op 1 april 2012 in werking. Aanpassing van de VNG modelbouwverordening en dus ook van onze gemeentelijke bouwverordening is daarom noodzakelijk. In het Bouwbesluit 2012 staan artikelen, die nu nog in de bouwverordening worden geregeld en per 1 april a.s. overgaan naar het landelijke Bouwbesluit. Onderdeel daarvan is ook de keuze die de Raad moet maken ten aanzien van de werkwijze inzake welstandsadvisering. Hierbij kan de Raad kiezen voor continuering van de huidige welstandscommissie of te werken met een dorpsbouwmeester. De definitieve datum van inwerkingtreding van het nieuwe Bouwbesluit 2012 is 1 april 2012. Gelijktijdig dient de 14e serie wijzigingen Bouwverordening in werking te treden. J.W.M. Rijnders MPM Secretaris
drs. R.L.T. van Loo Burgemeester