Journalistiek (Ma) Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - M Journalistiek - 2010-2011
Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - M Journalistiek - 2010-2011
I
De masteropleiding Journalistiek heeft als doel het opleiden van wetenschappelijk geschoolde journalisten en journalistiekwetenschappers. Studenten maken kennis met theoretische inzichten over de eigenschappen en effecten van journalistieke teksten en doen onderzoek naar vernieuwingen in de journalistieke praktijk. Een bijzonder kenmerk van de masteropleiding is de multidisciplinaire opzet. Door de combinatie van inzichten uit tekstwetenschap en communicatiewetenschap kunnen journalistieke producten in hun maatschappelijke context worden bestudeerd. De masteropleiding Journalistiek duurt één jaar, en omvat 60 studiepunten. De opleiding kan niet in deeltijd gevolgd worden. Het programma is zo opgebouwd dat er een voortdurende wisselwerking tussen inhoudelijke en op beroepsvaardigheden gerichte (onderdelen van) vakken is. De vier inhoudelijke onderwijsblokken in het eerste semester (periode 1 en 2) thematiseren ieder vanuit een eigen invalshoek het profiel van de master. In periode 3 loop je het blok Onderzoeksjournalistiek, als vervolg op de onderwijsblokken van het eerste semester. In het tweede semester bereid je je voor op het schrijven van de masterthesis (20 stp). In het onderwijsblok Onderzoeksvaardigheden (periode 4) verdiep je je in de methoden en technieken van onderzoek die specifiek relevant zijn voor het onderzoek dat je zelf wilt gaan doen. Eveneens in periode 4 loop je het onderwijsblok Reflectie op de journalistieke praktijk. Het onderzoek voor de masterthesis begint in periode 4, en wordt afgemaakt in periode 5 en 6. Overzicht van de opleiding (pdf)
Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - M Journalistiek - 2010-2011
II
Inhoudsopgave
Master Journalistiek
1
Vak: Impact van journalistieke producten
1
Vak: Interview, van gesprek naar journalistiek product
2
Vak: Journalistieke genres: veranderingen in vorm en functie
3
Vak: Key issues in de journalistiekwetenschap
4
Vak: Ma-scriptie journalistiek
5
Vak: Methoden voor data-analyse, Ma
6
Vak: Nieuwsframes, nieuwsimpact en burgerschap
8
Vak: Nieuwsproductie en burgerschap
9
Vak: Onderzoek naar bronnen
10
Vak: Onderzoek naar de journalistieke praktijk
12
Vak: Practicum civiele en onderzoeksjournalistiek
13
Vak: Practicum onderzoeksjournalistiek
14
Vak: Publieks- en effectonderzoek
16
Vak: Reflectie op de journalistieke praktijk
17
Vak: Toegepaste methoden en technieken
18
Vak: Vorm en functies van journalistieke producten
18
Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - M Journalistiek - 2010-2011
III
Master Journalistiek Vakken:
Naam
Periode
Credits
Code
Impact van journalistieke producten
3.0
L_NCMAJOU007
Interview, van gesprek naar Periode 1 journalistiek product
5.0
L_NCMAJOU001
Journalistieke genres: veranderingen in vorm en functie
6.0
L_NCMAJOU006
Key issues in de journalistiekwetenschap
6.0
L_NCMAJOU005
Ma-scriptie journalistiek
Ac. Jaar (september)
20.0
L_NCMAJOUSCR
Methoden voor dataanalyse, Ma
Periode 4
5.0
L_CAMAALG006
Nieuwsframes, nieuwsimpact en burgerschap
6.0
L_NCMAJOU010
Nieuwsproductie en burgerschap
6.0
L_NCMAJOU009
5.0
L_AAMAJOU001
6.0
L_NCMAJOU008
10.0
L_NCMAJOU004
6.0
L_AAMAJOU003
Onderzoek naar bronnen
Periode 1
Onderzoek naar de journalistieke praktijk Practicum civiele en onderzoeksjournalistiek
Semester 1
Practicum onderzoeksjournalistiek Publieks- en effectonderzoek
Periode 2
5.0
L_AAMAJOU002
Reflectie op de journalistieke praktijk
Periode 4
5.0
L_NCMAJOU003
3.0
L_AAMAJOU004
5.0
L_NCMAJOU002
Toegepaste methoden en technieken Vorm en functies van journalistieke producten
Periode 2
Impact van journalistieke producten Vakcode
L_NCMAJOU007 ()
Credits
3.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
dr. J.M.W.J. Lamerichs
Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - M Journalistiek - 2010-2011
8-6-2012 - Pagina 1 van 19
Doel vak Studenten leren in deze cursus vanuit een door henzelf ontwikkeld nieuwsproduct het effect van de vormgeving op de gebruiker te testen. Doel is om het product te verbeteren op basis van de theorie uit het vak Journalistieke genres: veranderingen in vorm en functie. De leerdoelen van deze cursus zien er als volgt uit: 1) studenten passen kennis toe uit het domein van de journalistiekwetenschap (sociaal-wetenschappelijke en discourse benaderingen) dat journalistieke genres beschrijft: 2) studenten zijn in staat om journalistiekwetenschappelijke methodologieën toe te passen om relevante kenmerken van journalistieke genres te testen: 3) studenten beheersen de vaardigheid om de inhoud van een nieuwsproductie in vormgeving te variëren. Inhoud vak In de masteropleiding Journalistiek hebben studenten verscheidene producten gerealiseerd op basis van productiefactoren of productiedoelstellingen. Aan het (directe) effect van nieuwsproducten op de gebruikers van het nieuws is weinig aandacht besteed. Wel is er kennis opgebouwd van genrekenmerken in het nieuws en mogelijke gebruikseffecten. Een hard-nieuwsbericht kan bijvoorbeeld met of zonder 'omgekeerde piramidestructuur' zijn geschreven. Er zijn wisselende verwachtingen over de effecten die beide structuren op een lezer zullen hebben. Bovendien kan het uitmaken of zo'n bericht in een krant of online wordt gepubliceerd. Deze en vergelijkbare effecten worden onderzocht door eigen materiaal te bewerken en te testen volgens een geëigende methode die aansluit bij het te onderzoeken effect. Hoewel geen methode wordt uitgesloten gaan we uit van een experimenteel design of een opzet met focusgroepen. Onderwijsvorm Werkgroepbijeenkomsten, individuele begeleiding Toetsvorm Afsluitend werkstuk Literatuur Onderzoeksliteratuur in artikelen (wordt nader bekend gemaakt) Doelgroep Master studenten Journalistiek
Interview, van gesprek naar journalistiek product Vakcode
L_NCMAJOU001 (505702)
Periode
Periode 1
Credits
5.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
dr. J.M.W.J. Lamerichs
Docent(en)
dr. J.M.W.J. Lamerichs
Lesmethode(n)
Hoorcollege, Werkcollege
Doel vak De student is in staat om het genre interview en zijn uiteenlopende subgenres te beschrijven, te analyseren en kritisch te beoordelen op
Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - M Journalistiek - 2010-2011
8-6-2012 - Pagina 2 van 19
zijn relatieve kwaliteiten, en kan hierbij gebruik maken van relevante concepten uit de discourse analyse. Inhoud vak Tijdens de colleges verkennen de studenten het genre interview in verschillende journalistieke tradities. Studenten maken kennis met uiteenlopende subgenres en benaderen deze op drie niveaus: 1) de setting, context en representatie waarvoor binnen het interview gekozen is; 2) de positie van de interviewer en de geïnterviewde in het interview en 3) de interactionele dynamiek van het interview. Deze niveaus worden geïntroduceerd en geanalyseerd aan de hand van theorie, concrete interviewpassages en (dossier-)opdrachten. Daarnaast werken studenten in groepjes aan een onderzoeksvoorstel dat erop gericht is een zelf gekozen interview te analyseren op basis van een van drie niveaus. De colleges, de opdrachten en het werken aan het onderzoeksvoorstel zijn er op gericht meer kennis te krijgen over doel(-en) en vorm van verschillende interviewgenres en om de relatieve kwaliteiten van elk genre beter te kunnen duiden. Ook wordt er aandacht besteed aan de vraag hoe een interview beter kan worden afgestemd op het specifieke doel dat de interviewer ermee wil bereiken. Toetsvorm Opdrachten en eindwerkstuk Literatuur De literatuur wordt door middel van een literatuurlijst bekend gemaakt op de vakkensite en is beschikbaar via de UBVU. Doelgroep Master studenten Journalistiek Overige informatie Inschrijven verplicht via TIS
Journalistieke genres: veranderingen in vorm en functie Vakcode
L_NCMAJOU006 ()
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
dr. J.M.W.J. Lamerichs
Doel vak Tijdens dit vak bestuderen studenten specifieke nieuwsvormen als journalistieke genres. Studenten onderzoeken welke verwachtingen worden gewekt door het inzetten van bepaalde journalistieke genres en hoe journalistieke genres zijn veranderd. De leerdoelen van deze cursus zien er al volgt uit: 1) studenten maken kennis met discourse en sociaal wetenschappelijke benaderingen van journalistieke genres; 2) studenten zijn in staat om deze journalistiekwetenschappelijke benaderingen toe te passen om relevante kenmerken van verschillende journalistieke genres te identificeren en te omschrijven; 3) studenten leren om specifieke nieuwsvormen als (voorbeeld van) een journalistiek genre te analyseren. Inhoud vak
Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - M Journalistiek - 2010-2011
8-6-2012 - Pagina 3 van 19
Journalistieke genres worden bepaald door vorm (nieuwsbericht, interview, reportage), onderwerp (politieke berichtgeving, entertainmentnieuws, sportjournalistiek), doelgroep of platform (online nieuws). Tijdens de cursus analyseren we veranderende genres in verschillende media: de hard- nieuwstekst (voorpaginanieuws in de krant en online), de reportage en het interview (krant - televisie - radio). De analyse is gericht op het voorspellen van mogelijke effecten bij de gebruiker van het nieuws, waarbij we ervan uitgaan dat specifieke genres bepaalde verwachtingen oproepen bij de gebruiker. In de cursus wordt specifiek aandacht besteed aan de werking van narrativiteit (denk aan omgekeerde piramide model, lineair vertelmodel, conversationalisatie en personalisering). Onderwijsvorm Hoorcolleges en opdrachten Toetsvorm Tussentijdse opdrachten en een afsluitend werkstuk Literatuur Montgomery, M. (2007). The discourse of broadcast news. A linguistic approach. Milton Park: Routledge. En verder: onderzoeksliteratuur in artikelen (wordt nader bekend gemaakt). Doelgroep Master studenten Journalistiek
Key issues in de journalistiekwetenschap Vakcode
L_NCMAJOU005 ()
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
prof. dr. I.C. Costera-Meijer
Doel vak Na afloop van de cursus kan de student: • de systematiek herkennen achter de disciplinaire invalshoeken (communicatiewetenschappelijk, tekstwetenschappelijk of cultural studies benadering) bij journalistiekwetenschap; • reflecteren op de historische en maatschappelijke samenhang tussen drie sleuteltermen van de journalistiekwetenschap: burgerschap, genre en narrativiteit; • gebruik maken van en schakelen tussen verschillende tradities binnen journalistiekwetenschap; • herkennen hoe journalistiek onze primaire bron van kennis en zingeving is geworden; • een beredeneerd antwoord geven op belangrijke ethische en normatieve dimensies van journalistiek en journalistiekwetenschap; • wetenschappelijk reflecteren op het ontstaan van nieuwe journalistieke waarden in relatie tot nieuwe journalistieke genres, vertelvormen en platforms. Inhoud vak In Key Issues in Journalistiekstudies worden de belangrijkste vraagstukken en debatten binnen journalistiekstudies in hun samenhang
Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - M Journalistiek - 2010-2011
8-6-2012 - Pagina 4 van 19
bestudeerd. Wekelijks worden opdrachten gemaakt waardoor studenten leren te reflecteren op de historische en maatschappelijke samenhang tussen drie sleuteltermen van de journalistiekwetenschap - burgerschap, genre en narrativiteit. Een voorbeeld van die verwevenheid is dat journalistiek wel de zuurstof van de democratische samenleving wordt genoemd. Dat betekent dat journalistiek mensen in staat stelt als geïnformeerde burgers richting te geven aan hun eigen bestaan en dat van anderen. Waar komt dat vanzelfsprekende verband vandaan? Wat betekent dit voor journalistiek in landen waar geen sprake is van democratie? En zijn alle journalistieke genres of vertelvormen wel even bevorderlijk voor de democratie? Een tweede invalshoek is de manier waarop een communicatiewetenschappelijke invalshoek bij de studie van burgerschap, genre en narrativiteit tot andere vragen en antwoorden leidt dan een tekstwetenschappelijke of cultural studies benadering. Die verschillen hebben ondermeer consequenties voor de manier waarop ‘publiek’ wordt bestudeerd. Zo kent de communicatiewetenschap een lange traditie waarin de effecten van journalistieke ‘teksten’ (print, video, audio) op het publiek worden onderzocht aan de hand van verschuivingen in de publieke opinie. Vanuit een tekstwetenschappelijk perspectief bestaat er oog voor de effectiviteit van journalistieke communicatie. Hoe kan een bepaald nieuwsbericht door een bepaalde vormgeving of wijze van vertellen beter onthouden of begrepen worden? In een cultural studies traditie kijken wetenschappers van oudsher naar het gebruik van journalistieke teksten. Bijvoorbeeld: hoe structureert het lezen, lijken of checken van nieuws het dagelijks leven van mensen. Oog krijgen voor en leren schakelen tussen deze wetenschapstradities is een tweede doelstelling van Key Issues. Tenslotte is er in Key Issues aandacht voor de ethische en normatieve dimensies van journalistiek. Niet uitsluitend in termen van klassieke professionele waarden (zoals hoor- en wederhoor, accountability, transparantie). Nieuwe media dwingen tot het nadenken over nieuwe journalistieke waarden, bijvoorbeeld: interactie, empathie, nieuwsgemeenschap, engagement of verbeeldingskracht. Studenten leren de consequenties (wetenschappelijk en professioneel) te doordenken van dergelijke noties. Onderwijsvorm Werkcolleges Toetsvorm Wekelijkse opdrachten en presentaties en een afsluitend werkstuk. Beoordeling zal plaatsvinden met cijfers (0-10). Er is sprake van aanwezigheidsplicht. Literatuur • Karin Wahl-Jorgensen & Thomas Hanitz (2009) The Handbook of Journalism Studies. New York, London: Routledge • een elektronisch samen te stellen reader. Doelgroep Masterstudenten journalistiek
Ma-scriptie journalistiek Vakcode
L_NCMAJOUSCR (505653)
Periode
Ac. Jaar (september)
Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - M Journalistiek - 2010-2011
8-6-2012 - Pagina 5 van 19
Credits
20.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
prof. dr. I.C. Costera-Meijer
Doel vak Het doel van de masterscriptie is te laten zien dat de student in staat is om zelfstandig een onderzoek naar contextgerichte journalistiek op te zetten, uit te voeren en daar helder en wetenschappelijk verantwoord over te rapporteren. Na afloop kan de student: Journalistieke verschijnselen en problemen definiëren en analyseren met behulp van communicatiewetenschappelijke en/of taalwetenschappelijke theorieën; theoretische benaderingen onderling vergelijken; op basis van geselecteerde theoretisch raamwerk of model construeren en/of op basis van empirisch materiaal een theoretisch raamwerk genereren; relevante methoden en technieken van sociaal- wetenschappelijk of taalwetenschappelijk onderzoek toepassen; zelfstandig een empirisch onderzoek opzetten, uitvoeren en hierover rapporteren; empirische resultaten relateren aan theoretische debatten binnen het gekozen domein; kritisch en normatief reflecteren op theoretische en empirische bevindingen. Inhoud vak In de masterscriptie Journalistiek schrijven de studenten een afsluitend onderzoeksverslag. Op basis van een analyse van recente literatuur met betrekking tot het gekozen thema, wordt een probleemstelling geformuleerd, en een onderzoek opgezet, uitgevoerd en gerapporteerd. De probleemstelling benadert het journalistieke domein op een contextgerichte of publiekgerichte wijze. De probleemstelling kan vanuit een communicatiewetenschappelijke achtergrond of vanuit een tekstwetenschappelijke achtergrond geformuleerd worden. De student kan ook voor een interdisciplinaire aanpak kiezen waarin beide benaderingen een rol spelen, maar interdisciplinariteit is geen eis in de masterscriptie. Onderwijsvorm Individueel traject of scriptiewerkgroep. In het geval van scriptiewerkgroep beginnen studenten de masterscriptie Journalistiek groepsgewijs. Gaandeweg het traject wordt de begeleiding individueler. Doel is om door uitwisseling van kennis en ervaringen, bespreking van knelpunten en kennisname van elkaars voorlopige producten de voortgang en de kwaliteit van met elkaar verwante; scripties te bewaken en bevorderen. Elke scriptiewerkgroep bepaalt zelf het ritme en de agenda van haar bijeenkomsten. Toetsvorm Masterscriptie Vereiste voorkennis Vakken van de master Journalistiek uit periode 1, 2, 3 en 4 Doelgroep Master studenten Journalistiek
Methoden voor data-analyse, Ma
Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - M Journalistiek - 2010-2011
8-6-2012 - Pagina 6 van 19
Vakcode
L_CAMAALG006 (542738)
Periode
Periode 4
Credits
5.0
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
drs. E. Akkerman
Docent(en)
drs. E. Akkerman, M. Borger MA
Lesmethode(n)
Werkcollege, Computerpracticum
Doel vak Inzicht verkrijgen in de toepasbaarheid van kwalitatieve data-analyse en corpusgebaseerd tekstonderzoek. Inzicht verkrijgen in de wijze waarop de toepassing van deze methoden kan worden ondersteund met behulp van ICT-methoden en –technieken. Praktische ervaring opdoen met de toepassing van één van deze onderzoeksmethoden aan de hand van de analyse van een concrete dataset. Inhoud vak In journalistiekwetenschappelijk onderzoek kunnen verschillende typen vraagstellingen centraal staan. Afhankelijk daarvan wordt gewerkt met verschillende typen data (zoals interviews of journalistieke teksten) en worden verschillende onderzoeksmethoden gehanteerd. Als er sprake is van een beperkte hoeveelheid complexe data (zoals één of meer interviews), het onderzoeksonderwerp zich richt op bepaalde relaties tussen verschijnselen en de werkwijze interpretatief is, waarbij dataverzameling en -analyse elkaar typisch cyclisch-interactief afwisselen, wordt meestal kwalitatieve data-analyse toegepast. Als er sprake is van een grotere hoeveelheid onderzoeksmateriaal en het betreffende materiaal voornamelijk geanalyseerd moet worden op basis van vooraf vastgestelde categorieën, wordt vaak een techniek gebruikt die corpusgebaseerd tekstonderzoek wordt genoemd. Hierbij speelt een (deels kwantitatieve) vergelijking van tekstgenres vaak een belangrijke rol. In beide gevallen kan de computer een belangrijke ondersteunende rol spelen. Bij kwalitatieve analyse wordt daarbij het programma Atlas.ti gebruikt. Bij corpusgebaseerd tekstonderzoek kunnen diverse computerprogramma’s worden ingezet. In de eerste fase van deze cursus worden beide onderzoeksmethoden toegelicht, zowel in theorie als (beknopt) in de praktijk. In het tweede gedeelte doet de cursist meer diepgaande ervaring op met de methode die het meest in aanmerking komt voor toepassing in zijn of haar scriptieonderzoek. Hierin wordt op basis van een concrete onderzoeksvraag een dataset geanalyseerd met behulp van de daarvoor geschikte programmatuur, hetgeen resulteert in een onderzoeksverslag. Onderwijsvorm Werkcolleges en computerpractica. Toetsvorm Tussentijdse opdrachten en eindwerkstuk, inclusief geanalyseerde dataset. Aanwezigheid op de werkcolleges is verplicht. Afwezigheid dient te worden gecompenseerd middels een literatuurverslag. Literatuur Practicummateriaal en achtergrondliteratuur worden aangeboden via Blackboard.
Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - M Journalistiek - 2010-2011
8-6-2012 - Pagina 7 van 19
Doelgroep Masterstudenten Journalistiek
Nieuwsframes, nieuwsimpact en burgerschap Vakcode
L_NCMAJOU010 ()
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
prof. dr. J. Kleinnijenhuis
Doel vak Na afloop van de cursus kan de student: • de actuele wetenschappelijke stand van zaken met betrekking tot theorievorming over nieuwseffecten in het algemeen en framing in het bijzonder samenvatten en ordenen tot een eigen betoog; • onderzoek naar nieuwseffecten en framing beoordelen op wetenschappelijke relevantie en kwaliteit; • aangeven hoe het nieuws systematisch in kaart kan worden gebracht en geanalyseerd; • een gefundeerde keuze maken voor methoden van onderzoek (kwantitatief, kwalitatief, cross-sectioneel, longitudinaal) om causale relaties aan te tonen; • resultaten van effectonderzoek interpreteren en op journalistieke relevantie beoordelen; • frames in journalistieke producten analyseren; • verschillende frames hanteren in journalistieke producties; • een reële inschatting maken van mogelijke consequenties van bepaalde frames op verschillende publieksgroepen. Inhoud vak ‘Nieuwsframes, nieuwsimpact en burgerschap’ gaat als het ware verder waar ‘nieuwsproductie en burgerschap’ ophoudt. Bij nieuwsproductie en burgerschap gaat het om de productie van nieuws en de gevolgen die dat heeft voor de specifieke kenmerken van het nieuws. In nieuwsframes, nieuwsimpact en burgerschap wordt onderzocht wat de daadwerkelijke effecten van het nieuws zijn voor burgers. Het vak begint met de bestudering van de dynamiek en de impact van nieuwsgolven en hypes die zo sterk onze dynamische informatiesamenleving kenmerken. De impact van al dat nieuws is afhankelijk van herhaling en inkadering. Herhaling en inkadering zijn sleutelbegrippen in wetenschappelijke theorieën over agendavorming en framing. Een vraag over framing is bijvoorbeeld welk patroon in het nieuws eraan bijdraagt dat politiek correcte berichtgeving de weerzin tegen de multiculturele samenleving juist kan versterken. Naast aandacht voor theorieën over nieuwsgolven en hypes, is er ook aandacht voor methodische aspecten van het onderzoek hiernaar. Hoe het verloop van het nieuws in kaart kan worden gebracht, dus hoe media-archieven met behulp van inhoudsanalyse systematisch geanalyseerd kunnen worden, vormt een belangrijk aandachtspunt. In de praktijkopdrachten oefenen studenten eerst in het aanbieden van dezelfde informatie via verschillende frames. Daarna leren zij tot een gemotiveerde keuze te komen om nieuwsverhalen vanuit een bepaald frame te produceren. In het tweede gedeelte van de cursus verschuift de aandacht naar effecten. Effecten van nieuws hangen mede af van de voorkennis en de vooroordelen (of predisposities) van burgers. We onderscheiden effecten
Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - M Journalistiek - 2010-2011
8-6-2012 - Pagina 8 van 19
van nieuws of nieuwsframes op houding, opvattingen en gedrag van burgers (bijvoorbeeld op nieuwsvoorkeuren, economische preferenties, of politieke voorkeuren). De interactie tussen publiekskenmerken en nieuwskenmerken vormt een rode draad in de bestudering van effecten van nieuws. Vanuit een methodologisch oogpunt betekent dit, dat behalve een cross-sectionele invalshoek (verschillende media, verschillende bronnen, verschillende kijkers en lezers) vooral de longitudinale invalshoek van belang is (opeenvolgende dagen, weken, maanden). Om studenten gevoelig te maken met de mogelijke impact van het nieuws voor burgers, wordt geoefend in hoe effecten kan worden gemeten. In de bijbehorende praktijkopdrachten wordt geoefend in het produceren van journalistieke producten waarbij het te verwachten effect op de beoogde doelgroep in ogenschouw wordt genomen. Studenten leren tot een gemotiveerde keuze te komen om nieuwsverhalen te maken met het beoogde effect om tot oplossingen voor bepaalde problemen van bepaalde bugers te komen. Bovendien wordt geoefend in het inzetten van reacties van burgers op journalistieke producten in follow up. De praktijkopdrachten worden altijd geproduceerd gericht op journalistieke platforms die geëigend zijn voor het soort nieuws dat geproduceerd wordt. Onderwijsvorm Twee uur per week hoorcollege waarin de theorie wordt toegelicht en besproken. Vier uur per week werkcollege waarin de opdrachten worden begeleid. Toetsvorm Tentamen. Beoordeling in de vorm van cijfers (0-10). Aanwezigheid bij de werkcolleges verplicht. Literatuur Nadere informatie volgt Doelgroep masterstudenten journalistiek
Nieuwsproductie en burgerschap Vakcode
L_NCMAJOU009 ()
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
dr. A.M.J. van Hoof
Doel vak Na afloop van de cursus kan de student: • de actuele wetenschappelijke stand van zaken met betrekking tot theorievorming over agendabuilding en nieuwsproductieprocessen samenvatten en ordenen; • onderzoek naar agendabuilding en nieuwsproductieprocessen beoordelen op wetenschappelijke relevantie en kwaliteit; • gegevens verzamelen over het nieuwsproductieproces middels reconstructie-interviews en de data analyseren; • zelfstandig nieuwsbronnen aanboren onder burgers om zo hun agenda vast te stellen; • vorm geven aan de agenda van de burger en institutionele bronnen in crossmediale journalistieke producties;
Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - M Journalistiek - 2010-2011
8-6-2012 - Pagina 9 van 19
• laagdrempelige journalistieke producties vervaardigen die burgers in staat stellen een bijdrage te leveren aan de samenleving. Inhoud vak In nieuwsproductie en burgerschap is de focus gericht op de waarneming van journalisten en nieuwsbronnen van de publieke ruimte en op de motieven en overwegingen die bij hen een rol spelen in de beslissing om tot publicatie over te gaan. Met andere woorden: het gaat over het proces van nieuwsselectie en agenda-building. In dit vak wordt een theoretische uitwerking van deze thema’s gecombineerd met een een bestudering van de journalistieke praktijk. Het vak kent een theorielint waarin de thematieken van het vak aangereikt, besproken en verwerkt worden. Simultaan daaraan loopt het praktijklint waarin het journalistieke processen van nieuwsselectie en agenda building in de praktijk worden bestudeerd, geoefend en toegepast. Dat gebeurt enerzijds doordat studenten zelf bezig zijn met het maken van journalistieke producten en daardoor oefenen met het uitvoering geven aan de thematieken die in het theorielint worden aangesneden. Anderzijds gebeurt dat doordat studenten het handelen van journalisten die in de praktijk werkzaam zijn, bestuderen en daarop reflecteren. Onderwijsvorm Hoorcollege en werkcolleges Toetsvorm Tentamen, wekelijkse opdrachten, portfolio. Beoordeling geschiedt mbv cijfers (0-10). Op de werkcolleges is aanwezigheid verplicht. Literatuur Onder voorbehoud: Reich, Z. (2008). Sourcing the news: Key issues in journalism. An innovative study of the Israeli press. Cresskill (NJ): Hampton Press. En delen uit: Wahl-Jorgensen, K., & Hanitz, T. (2009). The handbook of journalism studies. New York, London: Routledge. Elektronische reader Doelgroep Masterstudenten journalistiek
Onderzoek naar bronnen Vakcode
L_AAMAJOU001 (500802)
Periode
Periode 1
Credits
5.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
dr. A.M.J. van Hoof
Docent(en)
dr. A.M.J. van Hoof
Lesmethode(n)
Hoorcollege, Werkcollege
Doel vak De student heeft kennis van en inzicht in recente wetenschappelijke literatuur met betrekking tot de rol van bronnen in het journalistieke productieproces; de student kan het gebruik van bronnen binnen een bepaalde journalistieke context verklaren vanuit productieomstandigheden; de student kan de specifieke kenmerken van
Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - M Journalistiek - 2010-2011
8-6-2012 - Pagina 10 van 19
brongebruik binnen diverse journalistieke tradities (traditionele journalistiek, populaire journalistiek, civiele journalistiek) herkennen en analyseren op mogelijke effecten en maatschappelijke consequenties; de student toont inzicht in de maatschappelijke betekenis van het gebruik van bronnen binnen diverse journalistieke tradities (traditionele journalistiek, populaire journalistiek, civiele journalistiek); de student en kan op verschillende manieren selectie en presentatie van bronnen in journalistieke producten inzetten; de student kan in groepsverband een onderzoek naar brontransparantie uitvoeren. Inhoud vak In deze cursus wordt recente wetenschappelijke literatuur over de relatie tussen journalisten en bronnen bestudeerd, waarbij als uitgangspunt geldt dat journalisten en bronnen in het publicatieproces van actuele informatie, wederzijds afhankelijk van elkaar zijn. Journalisten zijn afhankelijk van bronnen omdat deze hen informatie verschaffen over actuele onderwerpen. Bronnen hebben belang in de manier waarop die informatie (al dan niet) openbaar gemaakt wordt en zijn daarin afhankelijk van journalisten. Onderzoek laat zien dat de invloed van verschillende categorieën van bronnen sterk verschilt. In het algemeen kennen journalistieke producten een sterke oververtegenwoordiging van officiële bronnen. Bovendien is mede als gevolg van de sterke professionalisering van voorlichting en public relations, de invloed van niet-journalisten op het tot stand komen van journalistieke media-inhoud toegenomen. Kortom, de vraag naar de verhouding tussen bronnen en journalisten, werpt licht op de machtsrelaties tussen journalisten en bronnen en tussen maatschappelijke actoren. Verschillende journalistieke tradities (traditionele journalistiek, populaire journalistiek, civiele journalistiek) proberen een andere invulling te geven aan de selectie en presentatie van bronnen. Daarmee wordt ook een andere representatie van de macht gegeven. Het eerste gedeelte van de cursus is vooral gericht op bestudering en verwerking van literatuur, waarbij verschillende thema's rondom het transactieproces tussen bronnen en journalisten besproken worden. Daarna gaan studenten ook oefenen in alternatieve manieren om om te gaan met selectie en presentatie van bronnen in journalistieke producten. Het tweede gedeelte van de cursus spitst zich toe op het doen van onderzoek naar het transactieproces tussen bronnen en journalisten. Onderwijsvorm Combinatie van hoor en werkcolleges. De basisliteratuur van de cursus wordt besproken en toegelicht in een aantal hoorcolleges. Studenten kiezen daarna zelf voor een bepaalde verdieping van de literatuur en presenteren dat tijdens werkgroepbijeenkomsten. In andere werkgroepbijeenkomsten oefenen studenten in alternatieve manieren in het selecteren en presenteren van bronnen in journalistieke producten. De periode waarin het onderzoek naar bronnen wordt uitgevoerd, wordt begeleid met werkcolleges. In de laatste bijeenkomst presenteren de studenten de resultaten van hun onderzoek Toetsvorm Het eindcijfer voor het vak is gebaseerd op drie 'werkstukken': - Individueel theoretisch paper (40 %) Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - M Journalistiek - 2010-2011
8-6-2012 - Pagina 11 van 19
- Portfolio van journalistieke producten (20 %) - Onderzoeksverslag (groepswerk) (40 %) Alle deelcijfers dienen voldoende te zijn. Literatuur Elektronische reader Doelgroep Master studenten Journalistiek Overige informatie Inschrijven verplicht via TIS (Letteren)
Onderzoek naar de journalistieke praktijk Vakcode
L_NCMAJOU008 ()
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
dr. A.M.J. van Hoof
Doel vak De student kan kritisch reflecteren op de maatschappelijke betekenis van de journalistieke praktijk; de student kan twee theoretische invalshoeken uit het eerste semester integreren in een vraagstelling voor praktijkrelevant onderzoek naar de journalistieke praktijk; de student kan een uit de journalistieke praktijk voortkomende onderzoeksvraag omzetten in een onderzoekbare vraagstelling; de student kan een praktijkrelevant onderzoek uitvoeren volgens de empirische cyclus; de student kan reflecteren op de mogelijke (ethische) implicaties van opdrachtonderzoek; de student geeft blijk van een open en onderzoekende houding en staat open voor vraagstukken verband houdend met journalistieke vernieuwing. De student kan de resultaten van onderzoek vertalen naar aanbevelingen voor de praktijk. Inhoud vak In dit blok onderzoekt de student de praktijk van de journalistiek. Dat wil zeggen dat de student leert om (de impact van) journalistieke producten en praktijken te onderzoeken in een maatschappelijke context. Dat betekent systematische aandacht voor de mogelijkheden en blokkades voor vernieuwing op het gebied van genres, routines, organisatievormen, vertelvormen, publieken, bronnen etc. binnen de journalistieke praktijk. De student verwerkt en integreert de stof van het eerste semester op een creatieve manier. Het praktijkonderzoek zal in de regel in opdracht van een mediaorganisatie worden verricht. Dat betekent dat studenten leren omgaan met de beperkingen en de mogelijkheden van opdrachtonderzoek. De onderzoeksopdracht is gericht op de impact en/of kwaliteit van een bepaalde vernieuwende journalistieke praktijk. Daarbij valt te denken aan een bescheiden publieksonderzoek, een productieonderzoek, een tekstanalyse van de berichtgeving, of een bronnenonderzoek. De studenten dienen voor hun praktijkonderzoek aansluiting te zoeken bij de theoretische invalshoeken die in semester 1 aan de orde zijn gesteld. Indien noodzakelijk voor het beantwoorden van de onderzoeksopdracht, leren studenten nieuwe onderzoeksmethodes. Het praktijkonderzoek mondt uit in aanbevelingen voor de journalistieke praktijk en de opdrachtgevende mediaorganisatie.
Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - M Journalistiek - 2010-2011
8-6-2012 - Pagina 12 van 19
Onderwijsvorm De begeleiding vindt plaats in kleine groepen van vier tot zes studenten. Eenmaal per week komt de werkgroep bij elkaar, waarbij studenten en begeleider onderling de voortgang van het praktijkonderzoek bespreken en kennis en ervaring uitwisselen. Door elkaar kritisch te bevragen leren studenten de eigen visie en vraagstelling helder te formuleren. Toetsvorm Presentatie advies en onderzoeksverslag. Op de werkgroepbijeenkomsten is aanwezigheid verplicht. Beoordeling geschiedt in de vorm van cijfers (010) Literatuur Afhankelijk van onderzoeksvraag van de mediaorganisatie Vereiste voorkennis De vakken van periode 1 en 2 Doelgroep masterstudenten journalistiek
Practicum civiele en onderzoeksjournalistiek Vakcode
L_NCMAJOU004 (505707)
Periode
Semester 1
Credits
10.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
dr. E.J. Lubbers
Docent(en)
dr. E.J. Lubbers
Lesmethode(n)
Hoorcollege, Werkcollege, Practicum
Doel vak De student kan de verschillen en overeenkomsten tussen diverse journalistieke tradities benoemen, herkennen en in een historische context plaatsen; de student kan op basis van gangbare en civieljournalistieke criteria en een grondige kennis van de samenstelling, belangstelling en informatiebehoefte van uiteenlopende publieksgroepen relevante en originele onderwerpen en invalshoeken bepalen; de student kan vanuit uiteenlopende gezichtspunten doelmatig en doelgericht informatie vergaren met behulp van verschillende methoden en nieuwsgaringtechnieken, waarbij naast officiële bronnen vooral officieuze en informele bronnen ontsloten moeten kunnen worden; de student kan gericht en doelmatig grote hoeveelheden gevarieerde en veelvormige informatie analyseren, selecteren, in een voor de burger relevante en pragmatische context plaatsen en vervolgens effectief presenteren met gebruikmaking van een uitgebreid repertoire aan stijlmiddelen. Door zijn werkwijze maakt de civiele journalistiek in sterke mate gebruik van onderzoeksjournalistieke principes en methoden. De student kent deze principes en methoden en kan ze in de (civieljournalistieke) context toepassen. De student kan eigen producten en handelen verantwoorden op grond van een helder en goed onderbouwd beeld van journalistieke kwaliteit, resp. op basis van
Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - M Journalistiek - 2010-2011
8-6-2012 - Pagina 13 van 19
ethische en civieljournalistieke maatstaven. Het practicum Civiele en onderzoeksjournalistiek start met een historisch en modelmatig overzicht van verschillende journalistieke tradities en hun maatschappelijke rol en betekenis. Dit mondt uit in een behandeling van de achtergronden en specifieke kenmerken van de civiele journalistiek en de professionele, maatschappelijke en ethische implicaties van deze relatief jonge stroming in de journalistiek. Inhoud vak Na deze introductie in de eerste twee weken volgt een periode van 12 weken (periode 1 en 2) waarin aan de hand van voorbeelden theorie en praktijk worden gekoppeld. Voorbeelden van civiele journalistiek en voorbeelden van institutionele journalistiek worden geanalyseerd op probleemstelling, invalshoek, brongebruik en uiteindelijke publicatievorm en getoetst aan de civiel-journalistieke uitgangspunten. Publieksgerichtheid, contextualiteit en multimedialiteit zijn daarbij leidende begrippen. Daarnaast werken studenten aan eigen producties over onderwerpen in Amsterdam ten behoeve van de website Buurtleven, met de mogelijkheid van doorplaatsing van het materiaal onder meer naar AT5. De producties kunnen geschreven producties, audio bijdragen of videoproducties zijn. De werkzaamheden ten behoeve van de website worden wekelijkse besproken in de colleges. Daarbij wordt systematisch aansluiting gezocht bij de overige vakken in deze periode. Dit eerste deel van het Practicum levert een portfolio op van (samenhangende) vraagstukken in de stad of wijk waar de student als journalistiek werkzaam is geweest. In periode 3 werken de studenten full time aan hun onderzoeksjournalistieke project. De resultaten van het onderzoeksjournalistieke project worden gepresenteerd in de vorm van een webdossier. De onderzoeksjournalistieke activiteiten worden begeleid door drie theoretische colleges waarin de principes van de onderzoeksjournalistiek worden behandeld aan de hand van de literatuur en waarin wordt gereflecteerd op de maatschappelijke betekenis en de ethiek van de onderzoeksjournalistiek. Het Practicum zal worden afgesloten met presentaties van het webdossier, in een symposium in februari. Toetsvorm Portfolio (periode 1+2) en webdossier (periode 3) Literatuur * Wordt nog nader bekend gemaakt * Reader Doelgroep Master studenten Journalistiek Overige informatie Inschrijven verplicht via TIS
Practicum onderzoeksjournalistiek Vakcode
L_AAMAJOU003 ()
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - M Journalistiek - 2010-2011
8-6-2012 - Pagina 14 van 19
Coördinator
drs. M.G. Onrust
Doel vak Na afloop van de cursus kan de student: binnen een beperkte tijd een onderzoekbare vraag formuleren die het onderzoeken waard is; deze vraag vertalen in een plan van aanpak; op basis van het plan van aanpak goed onderzoek doen, dat wil zeggen zaken die verborgen zijn boven tafel krijgen; het gevonden materiaal op juiste en systematische wijze ordenen een procesblog bijhouden; verschillende onderzoeksmethoden toepassen; kritisch naar de eigen bronnen kijken en de belangen die de verschillende partijen vertegenwoordigen onderscheiden en goed neerzetten; een onderzoeksjournalistiek verhaal presenteren in een helder en duidelijk vormgegeven webdossier in een passende stijl en genre. Inhoud vak Een onderzoeksjournalist wil zaken onthullen die door macht of door een chaos aan feiten verborgen blijven en die inzicht in de weg staan. Een onderzoeksjournalist graaft dieper dan een journalist en voegt waarde toe. Om die reden is zij onmisbaar voor een democratische samenleving. Onderzoeksjournalistiek geeft mensen informatie waardoor ze meer greep krijgen op hun eigen situatie en de samenleving en die ze nergens anders kunnen vinden. Dat kan om politieke zaken gaan, financiële kennis of dienstverlening van alledag. Een van de stellingen die we onderzoeken is de vraag: moet een onderzoeksjournalist iets willen aanrichten, iets willen veranderen? In het blok Onderzoeksjournalistiek leren studenten in één maand tijd hoe ze van een onderzoeksvraag tot een goed verhaal kunnen komen. Kennis en ervaring die in periode 1 en 2 is opgedaan, komen samen. Centraal staat het leren formuleren van een gepaste onderzoeksvraag en het opstellen van een plan van aanpak. Het plan bepaalt het succes van het verdere project en het omvat de onderwerpkeuze en de motivatie daarvoor, de stelling als uitgangspunt en de vragen die de stelling oproept, de bronnen en een lijst afspraken voor interviews. Studenten leren om doortastend op te treden, maar ook flexibel te zijn en alternatieven te vinden als een spoor bijvoorbeeld doodloopt. Er wordt aandacht besteed aan het ordenen van het materiaal en het bijhouden van een procesblog. De student leert naast verschillende onderzoeksmethoden om kritisch naar de eigen bronnen te kijken, en de belangen die de verschillende partijen vertegenwoordigen te onderscheiden en goed neer te zetten. Het einddoel is het maken van een webdossier, een overzichtelijke website met een kernpublicatie (mag tekst of film zijn) die doorlinkt naar basismateriaal, zoals gevonden documenten of een uitgebreidere weergave van een interviews. Bij de presentatie is het van belang het juiste genre te kiezen, en te letten op de taal, de stijl en de verzorging van het geheel. Onderwijsvorm De maand januari is ingericht voor onderzoeksjournalistiek. Met de methode van Mark Lee Hunter, Story-based Inquiry, kiezen studenten een verhaal dat het waard is uitgezocht te worden. Dat verhaal geeft houvast in alle fases van het onderzoek: de research, het schrijven, het checken en het publiceren. De kern van de methode is om aan het begin een stelling te poneren en deze geleidelijk aan te toetsen. Nadat de eerste feiten zijn gecheckt, bepalen studenten of ‘er een verhaal inzit’. Dan maken studenten een plan van aanpak met tijdsschema van de mijlpalen in het onderzoek. Het proces van het onderzoek – van de keuze en het gebruik van de methoden tot de verscheidenheid van bronnen - is in de Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - M Journalistiek - 2010-2011
8-6-2012 - Pagina 15 van 19
beoordeling net zo belangrijk als het eindproduct. De procesblog staat iedere week centraal in de individuele beoordeling, en de wekelijkse redactievergadering volgt de voortgang van ieder project. In alle fases van het verhaal wordt nagedacht over de promotie van het verhaal, en hoe je het kan pitchen. Toetsvorm De beoordeling is individueel, en wordt wekelijks bijgehouden op basis van ingeleverde opdrachten en inzet voor het project. Het eindcijfer wordt bepaald door de prestaties op het gebied van 1. Plan van aanpak (25%), 2. Onderzoeksmethoden (25%), 3. Eindproduct (25%), 4. De eigen bijdrage (25%). De beoordeling geschiedt in cijfers (0-10). Aanwezigheid op de bijeenkomsten is verplicht. Literatuur Mark Lee Hunter et al (2007) Story-Based Inquiry: A manual for investigative journalists, with (in alphabetical order): Nils Hanson, Rana Sbbagh, Luuk Sengers, Drew Sullivan and Pia Thordsen, preface by Yosri Fouda. zie: http://www.luuksengers.nl/ . Luuk Sengers (2009) Onderzoeksjournalistiek, researchproces van idee tot verhaal, Lannoo, Amsterdam Facultatief: Eveline Lubbers (ed) (2002) Battling Big Business, countering greenwash, front groups and other forms of corporate bullying, Greenbooks, UK. Doelgroep Masterstudenten journalistiek
Publieks- en effectonderzoek Vakcode
L_AAMAJOU002 (500803)
Periode
Periode 2
Credits
5.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
prof. dr. J. Kleinnijenhuis
Docent(en)
prof. dr. J. Kleinnijenhuis
Lesmethode(n)
Werkcollege
Doel vak Kennis: de student heeft kennis van recente wetenschappelijke artikelen met betrekking tot de effecten van journalistieke producten op het publiek en kan deze artikelen plaatsen binnen verschillende onderzoekstradities (bijvoorbeeld agendavorming, framing). Attitudes: het besef journalistieke verantwoordelijkheid te dragen voor de impact van de nieuwsstroom, waarvan afzonderlijke journalistieke berichten deel uitmaken. Vaardigheden: De student kan onderzoeksgegevens met betrekking tot de nieuwsinhoud en de effecten daarvan (op beperkte schaal) vergaren, analyseren en interpreteren vanuit een theoretisch kader. Inhoud vak Nieuwsgolven en hypes, die door de journalistiek in het leven worden geroepen of gehouden, kenmerken onze dynamische informatiesamenleving. De impact van al dat nieuws op lezers, kijkers en surfers, en dus ook
Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - M Journalistiek - 2010-2011
8-6-2012 - Pagina 16 van 19
op de overheid en het bedrijfsleven, is afhankelijk van herhaling en inkadering. Herhaling en inkadering zijn sleutelbegrippen in wetenschappelijke theorieën over agendavorming en framing. Een vraag over framing is bijvoorbeeld welk patroon in het nieuws eraan bijdraagt dat politiek correcte berichtgeving de weerzin tegen de multiculturele samenleving juist kan versterken. Effecten van nieuws hangen daarnaast af van de voorkennis en de vooroordelen (of predisposities) van kijkers, lezers en surfers. De interactie tussen publiekskenmerken en nieuwskenmerken vormt een rode draad in de literatuur die bestudeerd wordt bij Publieks- en effectonderzoek. In de practica leren studenten om zelfstandig nieuwsontwikkelingen te inventariseren en te duiden met behulp van - deels geautomatiseerde, deels handmatige - inhoudsanalysetechnieken. Studenten leren om gegevens over het nieuws te koppelen aan publieksgegevens (beurskoersen, (panel)survey- onderzoek) om de impact van nieuws te kunnen duiden in termen van wetenschappelijke theorieën over de interactie van publiekskenmerken en nieuwskenmerken. In de practica wordt ook aandacht besteed aan de nieuwsvoorkeuren van het publiek. Toetsvorm Practicumverslagen en tentamen Literatuur * Enkele recente onderzoeksartikelen (wordt nader bekendgemaakt) * Reese, S., Gandy, O., Grant, A. (Eds.), Framing public life, Mahwah: Lawrence Erlbaum, 2001 * Syllabus, achtergrondliteratuur voor practica, en practicumhandleiding bij practica (nader bekend te maken op colleges) Aanbevolen voorkennis Inleiding Communicatiewetenschap, Nieuws en Reputatie A Doelgroep Master studenten Journalistiek Overige informatie Inschrijven verplicht via TIS (Letteren)
Reflectie op de journalistieke praktijk Vakcode
L_NCMAJOU003 (505704)
Periode
Periode 4
Credits
5.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
prof. dr. I.C. Costera-Meijer
Docent(en)
prof. dr. I.C. Costera-Meijer, dr. A.M.J. van Hoof
Lesmethode(n)
Werkcollege
Doel vak De student kan kritisch reflecteren op de maatschappelijke betekenis van de journalistieke praktijk; de student kan twee theoretische invalshoeken uit het eerste semester integreren in een vraagstelling voor praktijkgerelateerd onderzoek; de student kan een praktijkgerelateerd onderzoek uitvoeren volgens de empirische cyclus;
Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - M Journalistiek - 2010-2011
8-6-2012 - Pagina 17 van 19
de student kan resultaten van onderzoek vertalen naar aanbevelingen voor de praktijk. Inhoud vak In dit blok reflecteert de student op de praktijk van de journalistiek. Dat wil zeggen dat de student er blijk van geeft journalistieke verschijnselen in een maatschappelijke context te kunnen plaatsen en de implicaties die journalistiek heeft voor en op het publiek te kunnen duiden. De student verwerkt en integreert de stof van het eerste semester op een creatieve manier. De reflectie krijgt de vorm van evaluerend onderzoek naar de impact en/of kwaliteit van een bepaalde vernieuwende journalistieke praktijk. Daarbij valt te denken aan een bescheiden publieksonderzoek, een productieonderzoek, een tekstanalyse van de berichtgeving, of een bronnenonderzoek. De studenten dienen voor hun evaluatieonderzoek aansluiting te zoeken bij de theoretische invalshoeken die in semester 1 aan de orde zijn gesteld. De reflectie mondt uit in aanbevelingen voor de journalistieke praktijk. Onderwijsvorm De begeleiding vindt plaats in kleine groepen van vijf tot tien studenten. Eenmaal per week komt de werkgroep bij elkaar, waarbij studenten en begeleider onderling de voortgang bespreken en kennis en ervaring uitwisselen. Door elkaar kritisch te bevragen leren studenten de eigen visie en vraagstelling helder te formuleren. Toetsvorm Werkstuk Vereiste voorkennis De vakken van de master Journalistiek van periode 1 en 2 Doelgroep Master studenten Journalistiek Overige informatie Inschrijven verplicht via TIS
Toegepaste methoden en technieken Vakcode
L_AAMAJOU004 ()
Credits
3.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
drs. M.G. Onrust
Vorm en functies van journalistieke producten Vakcode
L_NCMAJOU002 (505703)
Periode
Periode 2
Credits
5.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
dr. L. Lagerwerf
Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - M Journalistiek - 2010-2011
8-6-2012 - Pagina 18 van 19
Docent(en)
dr. L. Lagerwerf
Lesmethode(n)
Hoorcollege, Werkcollege
Doel vak De student heeft kennis van en inzicht in de specifieke kenmerken van journalistieke teksten wat betreft structuur en stijl, in het bijzonder narrativiteit; de student kan de (werking van) stilistische middelen die een rol spelen bij het 'sensationaliseren' en 'perspectiveren' van informatie herkennen en kan alternatieven formuleren; de student probeert de (werking van) stilistische middelen die van invloed zijn op journalistieke teksten toe te passen op radio- en videoreportages. Inhoud vak Mede onder invloed van de digitale journalistiek is de analoge journalistieke tekst gelaagder geworden. Het nieuwsfeit wordt steeds vaker ingebed in een nonlineaire structuur met verschillende narratieve elementen. Gestuurd door koppen, layout, en/of afbeelding maken lezers hun eigen selectie uit dit aanbod. Persoonlijke, narratieve elementen trekken daarbij de aandacht. In dit college over journalistieke producten wordt in de eerste plaats (a) aandacht besteed aan eigenschappen van tijdsstructuur en stijl die een rol spelen bij het onderscheid in de diverse genres in journalistieke teksten. In de tweede plaats (b) komen die taalgebruiksaspecten aan de orde die kunnen dienen als meetinstrument van de houding of stance van de journalist. Hieronder vallen transitiviteit, referentie en perspectivering: vanuit welke invalshoek wordt een nieuwsverhaal belicht? Wie zijn de betrokken actoren en welke rol spelen zij? Hoe wordt naar hen verwezen? Wat wordt als feitelijk en bekend voorgesteld? Wie komt aan het woord en hoe? In de derde plaats (c) is er aandacht voor de rol die structuur- en stijlmiddelen spelen bij het afstemmen van de informatie op een goede ontvangst bij het beoogde publiek. Aan welke elementen herkennen we een al dan niet doelbewuste conversationalisering (meer "praat- achtig"), sensationalisering (meer "ervaringsgericht") en grounding ("plaatsbepaling, verantwoording")? Met de omschreven analytische instrumenten onderzoeken we of dezelfde verschijnselen zich voordoen in andere nieuwsmedia, zoals radio, televisie en internet. Toetsvorm Groepspresentatie, opdrachten en tentamen Literatuur Wordt nader bekendgemaakt Doelgroep Master studenten Journalistiek, CIW en Nederlandse Taal en Cultuur Overige informatie Inschrijven verplicht via TIS
Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - M Journalistiek - 2010-2011
8-6-2012 - Pagina 19 van 19