Johannes Paulusschool SCHOOLPLAN

Johannes Paulusschool

SCHOOLPLAN 2012-2016

Inhoudsopgave Schoolplan 2012-2016 Voorwoord

3

Hoofdstuk 1 Inleiding .................................................................................................................... 5 1.1 Doelen en functie van het schoolplan ................................................................................ 5 1.2 Procedures voor het opstellen en vaststellen van het schoolplan ...................................... 5 1.3 Verwijzingen ...................................................................................................................... 5 Hoofdstuk 2 Schoolbeschrijving .................................................................................................. 6 2.1 Gegevens school ............................................................................................................... 6 2.2 Kenmerken schoolleider en leraren .................................................................................. 6 2.3 Kenmerken leerlingen ....................................................................................................... 6 2.4 Kenmerken ouders en omgeving ...................................................................................... 7 2.5 Prognoses: interne en externe ontwikkelingen ................................................................. 8 2.6 Referentiekaders Taal en Rekenen.................................................................................... 9 Hoofdstuk 3 Het onderwijskundig beleid .................................................................................. 10 3.1 De missie .......................................................................................................................... 10 3.2 De visie van de school ..................................................................................................... 12 3.2.2 Algemene visie van de Johannes Paulus School.............................................................. 12 3.2.3 Specifiek onderwijskundig beleid ................................................................................... 14 3.3 Levensbeschouwelijke identiteit ...................................................................................... 14 3.4 Leerstofaanbod ................................................................................................................. 15 3.5 Taalleesonderwijs ............................................................................................................ 18 3.6 Rekenen en Wiskunde...................................................................................................... 19 3.7 Sociaal-emotionele ontwikkeling..................................................................................... 21 3.8 Actief Burgerschap en sociale cohesie ............................................................................ 21 3.9 ICT ................................................................................................................................... 22 3.11 Leertijd ............................................................................................................................. 24 3.13 Didactisch handelen ......................................................................................................... 26 3.14 Actieve en zelfstandige rol van de leerlingen .................................................................. 26 3.15 Zorg en begeleiding ......................................................................................................... 28 3.16 Passend onderwijs (afstemming) ..................................................................................... 30 3.17 Opbrengstgericht werken ................................................................................................. 32 Hoofdstuk 4 Integraal personeelsbeleid .................................................................................... 34 4.1 De schoolleiding .............................................................................................................. 34 4.2 Beroepshouding – professionele cultuur .......................................................................... 37 4.3 Instrumenten voor personeelsbeleid ................................................................................ 37 5.1. Organisatiestructuur en – cultuur ..................................................................................... 41 5.2. Structuur Werkwijze ........................................................................................................ 41 5.3. Schoolklimaat .................................................................................................................. 41 5.5 Communicatie .................................................................................................................. 43

Schoolplan Johannes Paulusschool|

2012-2016

1

Hoofdstuk 6 Financieel beleid ................................................................................................... 47 Hoofdstuk 7 Kwaliteitsbeleid ...................................................................................................... 50 7.1 Kwaliteitszorg ................................................................................................................. 50 7.2 Wet- en regelgeving ........................................................................................................ 53

7.3 7.4 7.5 7.6 7.7 7.8 7.9 7.10 7.11

Terugblik Schoolplan 2007-2011 ................................................................................... 53 Zelfevaluatie....................................................................................................................54 Analyse Inspectierapport................................................................................................ 54 Analyse Quickscan……................................................................................................. 54 Analyse Oudervragenlijst............................................................................................... 54 Analyse Leraren vragenlijst........................................................................................... 55 Het evaluatieplan ............................................................................................................ 57 Kwaliteitsprofiel – Onze verbeterpunten ........................................................................ 58 Plan van Aanpak 2012-2016 ........................................................................................... 60

7.8 7.6 7.7 7.11

Analyse lerarenvragenlijst .............................................................................................. 56 Het evaluatieplan ............................................................................................................ 57 Kwaliteitsprofiel – Onze verbeterpunten ........................................................................ 58 Plan van Aanpak 2012-2016 ........................................................................................... 60


2012-2016

2

Voorwoord De indeling van het schoolplan 2012-2016 is afgestemd op het Strategisch beleidsplan van Stichting Scala en de beleidsterreinen die wij relevant vinden voor onze schoolontwikkeling. De onderscheiden beleidsterreinen komen (deels) overeen met de kwaliteitsaspecten die de Inspectie van het Onderwijs onderscheidt in haar toezichtskader. Deze beleidsterreinen vormen de focus voor onze kwaliteitszorg (zie hoofdstuk 7). Dit betekent, dat wij deze beleidsterreinen: 1. Beschrijven

Wat beloven we? [zie schoolplan]

2. Periodiek (laten) beoordelen

Doen wij wat we beloven? [zie hoofdstuk 7.9]

3. Borgen of verbeteren

Wat moeten wij borgen? Wat verbeteren? [zie hoofdstuk 7.10 t/m 7.14]

In het schoolplan zijn hoofdstukken opgenomen (zie inhoudsopgave) die nader ingaan op de doelen die we stellen ten aanzien van de beleidsterreinen. De competenties die wij hanteren voor de persoonlijke ontwikkeling van onze werknemers (in de geest van de wet Beroepen in het onderwijs) zijn uitgewerkt in het Integraal Personeelsplan van Scala. Het beschreven personeelsbeleid in het schoolplan gaat alleen in op de aspecten die niet bovenschools geregeld zijn.


2012-2016

3

Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Doelen en functie van het schoolplan Ons schoolplan beschrijft, binnen de kaders van het Strategisch beleidsplan van Stichting Scala- in de eerste plaats onze kwaliteit: onze missie, onze visie en de daaraan gekoppelde doelen en verbeterplannen, oftewel ambities. Met behulp van WMKPO hebben we in kaart gebracht waar onze sterke punten en onze zwakke punten liggen. Zo is zicht verkregen op de verbeterdoelen voor de komende vier jaar. Het schoolplan functioneert daardoor als verantwoordingsdocument (wat beloven we?) naar de overheid, het bevoegd gezag en de ouders, en als planningsdocument (wat willen we wanneer verbeteren?) voor de planperiode 2012-2016. Op basis van ons vierjarige Plan van Aanpak (zie hoofdstuk 7) stelt de Schoolleider jaarlijks een verbeterplan op. Jaarlijks blikken we terug en wordt verantwoording afgelegd over de uitvoer van verbeteractiviteiten van dat schooljaar en de opbrengsten daarvan. Op deze wijze geven we vorm aan een cyclus van plannen, uitvoeren en evalueren. 1.2 Procedures voor het opstellen en vaststellen van het schoolplan Het schoolplan is door de schoolleider opgesteld in overleg met het team. De teamleden hebben meegedacht over de invulling van de verschillende hoofdstukken, vooral over de ambities en de planning hiervan. De komende vier jaar zullen we planmatig hoofdstukken van ons schoolplan met elkaar bespreken. De verbeteractiviteiten worden 2 keer per jaar in het team geëvalueerd en bijgesteld. Via de nieuwsbrief en de website worden ouders geïnformeerd. Daarnaast zal de schoolleider, in overleg met het team, aan het einde van ieder schooljaar het verbeterplan voor het komende jaar samen vaststellen. In het verbeterplan worden de beleidsterreinen weergegeven waarin het volgend schooljaar wordt gewerkt. Op de volgende manier houden van het schoolplan levend in het team door:  Ontvangen schoolplan  2 x keer per jaar bespreken in teamvergadering  Verantwoordelijken voor het levend houden stukjes, evt. door beelden maken  WMKPO blijven uitvoeren  Stukjes opnemen in nieuwsbrief, website  Verandertrajecten reflecteren aan schoolplan 1.3 Verwijzingen In het schoolplan verwijzen we naar de volgende beleidsstukken:             

Strategisch beleid Stichting Scala Strategisch personeelsplan Stichting Scala Het Zorgplan van Stichting Scala Het Zorgplan van de Johannes Paulus School De schoolgids van de Johannes Paulusschool Katern plan van Zorg en Begeleiding WMK-PO Meerjarenplanning Leermiddelen Katern Actief Burgerschap en Sociale Integratie [visie, doelen en aanbod] Notitie leerlijn ICT Notitie Coöperatief Leren Vierjarenplan Cultuureducatie Huiswerkbeleid Scaladocument interne zorgadviseur


2012-2016

-5-

Hoofdstuk 2 Schoolbeschrijving 2.1 Gegevens school R.k. Bs. Johannes Paulusschool Demer 19 5256 AB Heusden Telefoon E-mail Website

: 0416-665211 : [email protected] : www.jpsheusden.nl

2.2 Kenmerken schoolleider en leraren De Johannes Paulussschool valt onder Stichting Scala. Stichting Scala kent sinds 2011 een bovenschools directeur bestuurder, die wordt getoetst door een Raad van Toezicht. De directeur bestuurder wordt bijgestaan door een beleidsmedewerker onderwijs & kwaliteit, een beleidsmedewerker Personeel en Organisatie, een stafmedewerker Facilitaire zaken en een Office Manager. De school wordt geleid door de schoolleider. Op de Johannes Paulusschool wordt deze functie ingevuld door mevrouw C. van Casteren. Zij organiseert op schoolniveau het primair onderwijsproces en is verantwoordelijk voor het onderwijskundig beleid op de school, waaronder de kwaliteit van het onderwijs en de zorgstructuur. Zij is het algemeen aanspreekpunt voor zowel ouders als teamleden. De schoolleider (SL) wordt bijgestaan door twee bouwcoördinatoren (OB-BB) en een Interne Zorgadviseur (IZA). De IZA is verantwoordelijk voor passend onderwijs aan de zorgleerlingen binnen en buiten de groep. Het aantal teamleden (excl. de schoolleider en de IZA) is 12: 1 in voltijd en 11 in deeltijd. De school beschikt daarnaast over 1 onderwijsassistent (OA). De leeftijdsopbouw wordt gegeven in onderstaand schema (stand van zaken per 01-09-2012). Per (01-09-2012) Ouder dan 50 jaar Tussen 40 en 50 jaar Tussen 30 en 40 jaar Tussen 20 en 30 jaar Jonger dan 20 jaar Totaal

MT 0 1 0 0 0 1

OP 1 4 5 2 0 12

OOP 1(IZA) 1(OA) 0 0 0 2

2.3 Kenmerken leerlingen Onze school (die in schoolgroep 1 valt) wordt bezocht door 190 kinderen (stand van zaken 01-092012). Slechts 2 leerlingen kent een gewicht. Onderstaand schema geeft de aantallen leerlingen per groep en het percentage gewogen leerlingen. De conclusie is, dat er nauwelijks sprake is van gewogen leerlingen. De leerling prognose vanuit de gemeente laat zien dat de school te maken krijgt met een terugloop van het leerlingenaantal. Groep Groep 1 Groep 2 Groep 3 Groep 4 Groep 5 Groep 6 Groep 7 Groep 8 Totaal

Aantal 16 29 21 26 25 25 31 17 190

0,0 16 29 21 26 24 25 30 17 188

0,3 0 0 0 0 1 0 0 0 1

1,2 0 0 0 0 0 0 1 0 1

gewicht


2012-2016

6

2.4 Kenmerken ouders en omgeving Onze school staat in Heusden (Gemeente Heusden) en ligt in een vestingstad met woningen in een hogere prijsklasse. In de nabije omgeving liggen meerdere kleine dorpjes die tot de gemeente Heusden behoren. De gemeente Heusden heeft goede onderwijsvoorzieningen, verspreid over de kernen binnen de gemeente. Er zijn peuterspeelzalen en er zijn goede mogelijkheden voor kinderopvang. Ook het basisonderwijs is goed vertegenwoordigd. Er zijn verschillende roomskatholieke scholen, 3 openbare scholen, twee protestantchristelijke basisscholen en er is 1 nutsmontessorischool. Na de basisschool kunnen de kinderen binnen de gemeente doorstromen naar het Voortgezet onderwijs. Het d’Outermontcollege is een scholengemeenschap met de richtingen vbo, mavo, havo en vwo. Basiseducatie wordt gegeven in Drunen aan het Koning Willem 1 College. Ook verzorgt het College middelbaar beroepsonderwijs. Het college biedt meer dan 250 (beroeps) opleidingen op het gebied van techniek, economie, dienstverlening en gezondheidszorg en educatie. Voor Speciaal onderwijs zijn er mogelijkheden in Oud Heusden, Waalwijk en ‘sHertogenbosch. In ‘s-Hertogenbosch kan men terecht voor middelbaar en hoger beroepsonderwijs. Middelbaar beroepsonderwijs kan gevolgd worden aan het ROC. Hier worden opleidingen aangeboden op het gebied van Techniek, Dienstverlening, Gezondheidszorg, Economie, Basiseducatie en Volwasseneducatie. Voor het hoger beroepsonderwijs kan gekozen worden uit de Hogeschool ’s-Hertogenbosch met de afdelingen HTS, HEAO, HSOA en de Academie voor Beeldende Kunst en Vormgeving. Daarnaast is er nog het STOAS (agrarisch/pedagogisch) en de Hogeschool Katholieke Leergangen, de PABO en de Agrarische Hogeschool. Onze leerlingen komen voornamelijk uit Heusden Vesting, Herpt en vanuit enkele nabij gelegen dorpen. De kengetallen laten zien, dat onze school te maken heeft met een HBO-populatie. Veel ouders hebben na het voortgezet onderwijs een hogere opleiding genoten. Het opleidingsniveau van de ouders wordt gegeven in onderstaand schema. De kengetallen laten zien, dat onze school te maken heeft met een groep 3 populatie met een hogere opleiding inclusief Mavo. De ouderpopulatie laat geen directe gevolgen zien voor ons beleid m.b.t. actief burgerschap en sociale integratie.

Groep Groep 1 Groep 2 Groep 3 Groep 4 Groep 5 Groep 6 Groep 7 Groep 8 Totaal

Groep 3 Hoger incl. Mavo 14 27 18 26 23 23 28 15 174

Groep 2 VBO/VMBO k en b 2 2 3 0 2 2 2 2 15


Groep 1 (V)SO-ZMLK

1 1

2012-2016

7

2.5 Prognoses: interne en externe ontwikkelingen In het kader van ons nieuwe schoolplan zien we voor de komende vier jaren een aantal sterke punten (intern en extern) en zwakke punten (intern en extern) voor wat betreft de school, het personeel en de leerlingen. We willen daarmee nadrukkelijk rekening houden in ons beleid en onze beleidskeuzen. INTERN

EXTERN

KANSEN  Collegiale, flexibele leerkrachten;  Goede mogelijkheden/materialen voor differentiëren;  Inzet digitaal materiaal binnen de lessen.  Breed aanbod aan inhoudelijk onderwijs;  Goede zorg vanuit PMM voor kinderen en collegae;  Open sfeer en goede samenwerking binnen het team;  Afstemming binnen de school  Coöperatief Leren  Sfeer/betrokkenheid tussen team, leerlingen en ouders. (schoolbreed)  Geïntegreerd en groepsdoorbrekend lesaanbod in de bovenbouw waarbij talenten van leerkrachten benut worden.  Benutten van expertises binnen het team (zoals autisme – hoogbegaafdheid - gespecialiseerde groepsleerkracht - ….)  Onderwijsaanbod waarbij zelfstandigheid en het zelfverantwoordelijk leren van leerlingen wordt vergroot middels takenbord (OB) en taakbrief (BB)  Wisselingen personeel o.a. door sociaal plan  Kinderen hebben brede interesse/ en algemene kennis;  Betrokken, positieve MR en ouderraad;  De kinderen gaan respectvol met elkaar en de leerkracht om;  Ouders zijn beleefd naar het team;  Veilige leefomgeving;  Hoog opleidingsniveau ouders  Jeugdnetwerk.  Goede contacten met externe instanties d.m.v. Zorg Advies Team (zat), waaronder CJG, Juvans, GDD, wijkagent en Mikz (kinderopvang)

BEDREIGINGEN  Borgen van de kwaliteit van de zorg, door wisselingen in interne zorgadviseurs.  Aanvankelijk en technisch leesmethode is verouderd.





  


Beschikbare formatie wat betreft ondersteuning/RT en borgen/uitdiepen van coöperatief leren Aantal leerlingen dat overblijft tussen de middag m.b.t. het aantal beschikbare overblijfkrachten en beschikbare ruimte/mogelijkheden. Populatie (weinig culturen vertegenwoordigd en daardoor weinig contact met andere culturen) Ouderparticipatie (veel gezinnen waar beide ouders (fulltime) werken. Verkeers/parkeerproblematiek rondom school.

2012-2016

8

2.6 Referentiekaders Taal en Rekenen Het ministerie heeft in juni 2010 in een brief de scholen op de hoogte gesteld van de referentieniveaus taal en rekenen. Het team van onze school heeft kennisgenomen van de referentiekaders taal en rekenen die gelden vanaf 1 augustus 2010. Voor het hele onderwijs is hierin vastgelegd wat leerlingen moeten kennen en kunnen als het gaat om Nederlandse taal en rekenen / wiskunde. We zijn ons aan het oriënteren welke maatregelen de school moet nemen om helemaal volgens deze referentiekaders te werken. Er zal gekeken worden naar de rol, betekenis, functie en precieze inhoud van de referentieniveaus. Nagegaan wordt wat de consequenties zijn van de referentieniveaus voor onze school. Het taal- en rekenbeleid wordt daartoe onder de loep genomen. Vooral zal worden gekeken of de tussendoelen die momenteel worden gehanteerd, overeenkomen met de referentieniveaus. Mocht dit niet het geval zijn, dan zullen hierop aanpassingen worden gemaakt. In schooljaar 2012-2013 wordt een nieuwe methode voor rekenen en voor begrijpend lezen aangeschaft. In het volgende schooljaar wordt gestart met het maken van groepsplannen voor deze vakken waarin de referentieniveaus een plek zullen krijgen. In schooljaar 2013-2014 wordt een nieuwe methode voor aanvankelijk lezen geselecteerd.


2012-2016

9

Hoofdstuk 3 Het onderwijskundig beleid 3.1 De missie De missie van Scala Scala wil zorg dragen voor veilige scholen, waar kinderen graag zijn en leren om vertrouwen in eigen kunnen te krijgen. Zij gaan daarbij voor: - Vernieuwend onderwijs; - Passend onderwijs; - Resultaat en zichtbaar goede kwaliteit; - Ontwikkeling, leren en welzijn voor kinderen in de leeftijd van 2 tot 14 jaar; - Een breed en divers onderwijsaanbod; - Delen van verantwoordelijkheid; - Invloed geven op eigen ontwikkeling/leerproces; - Een brede ontwikkeling; waarbij de ontwikkeling en het leren van het kind centraal staan en iedereen ertoe doet. De missie van onze school De Johannes Paulusschool is een katholieke basisschool voor kinderen van 4 t/m 12 jaar. Wij hanteren het leerstofjaarklassensysteem, met veel aandacht voor de onderwijsbehoeften van het individuele kind. Onze school staat open voor alle leerlingen, mits ze onze identiteit respecteren. Het is ons doel om leerlingen cognitief en sociaal te ontwikkelen, zodat ze kunnen doorstromen naar een voor hen optimale vorm van vervolgonderwijs. Gelet op het eerste vinden we m.n. de vakken Taal en Rekenen van belang, en gezien het tweede besteden we veel aandacht aan de sociaal-emotionele ontwikkeling en zetten wij ons in tot het (mede) opvoeden van de leerlingen tot volwaardige en respectvolle burgers. Slogan en kernwaarden Onze slogan is: “Schitteren van Micro naar Macro”. Richtinggevende uitgangspunten zijn: Elk kind is uniek Elk kind is anders Elk kind heeft zijn talenten Elk kind is sociaal De Johannes Paulusschool staat voor: Een veilige en vertrouwde omgeving - Een school met orde en regelmaat - Een school waar waarden en normen belangrijk zijn - Een school met ruimte en aandacht voor ieder kind - Een school met een goed pedagogisch en didactisch klimaat - Een school met oog voor nieuwe (technische) ontwikkelingen Streefbeelden Voor de komende vier jaar zijn de volgende richtinggevende uitspraken van belang voor onze activiteiten en prioritering: 1. Onze school werkt opbrengstgericht; 2. Er wordt structureel en systematisch aandacht geschonken aan de sociaal-emotionele ontwikkeling; 3. Het aanbod op het gebied van taal en lezen is afgestemd op de leerlingenpopulatie en huidige eis en voldoet aan de kerndoelen van het onderwijs; 4. Het onderwijs op onze school is aangepast aan de onderwijsbehoeften van de kinderen; 5. Op onze school wordt veel aandacht besteed aan coöperatief leren (zowel op leerling/groepsniveau als op leerkrachtniveau) 6. Op onze school zijn we gestart met het werken met de 1-zorgroute en is er een plan van aanpak voor de volledige integratie ervan binnen onze school. 7. Onze school start met het uitwerken van een duidelijke Pedagogische Identiteit; 8. Op school wordt gewerkt volgens het Directe Instructiemodel


2012-2016

10

Deze punten zijn verder uitgewerkt in het plan van aanpak (hoofdstuk 7 kwaliteitsbeleid) Missiebeleid Om de missie van de school en van Scala levend te houden is een brochure samengesteld. Deze is terug te vinden op de website www.scalascholen.nl. De missie van de school wordt jaarlijks tijdens de algemene ouderavond, MR-vergadering en Teamvergadering besproken om de missie te blijven borgen.


2012-2016

11

3.2 De visie van de school 3.2.1 De visie van Scala Ieder kind heeft een Scala aan talenten. Wij zorgen dat ieder kind die talenten kan tonen en kan ontwikkelen. In een omgeving die veilig is, die uitnodigt en die uitdaagt. Wij moedigen aan dat kinderen zelf een bijdrage leveren aan hun eigen leerproces. Scala kiest voor een brede ontwikkeling bij kinderen. Het gaat niet alleen om het vergaren van kennis, de sociaal-emotionele of de motorische ontwikkeling. De interesses en de leefwereld van kinderen krijgen alle ruimte.

3.2.2 Algemene visie van de Johannes Paulus School Coöperatief leren staat centraal binnen onze school.

De woordspeling hierboven is niet bepalend voor de volgorde van de inhoud, want velerlei zaken grijpen in en/of lopen door elkaar. Het zijn wel trefwoorden om onze visies te verwoorden. Aangezien het concept van Coöperatief Leren een prominente plek in onze school heeft starten we met co-op. Opstaan duidt in de richting, dat we meningen/ opvattingen hebben en daar ook voor staan. Maar ook dat we mogen laten zien waar we voor staan, dat mogen we ook uitdragen. Dus, als het vanzelfsprekend is dat we ergens voor staan, eigen standpunten hebben, kwaliteiten hebben, dan moeten we niet “alleen maar” mooie plannen bedenken en maken, maar vooral de goede dingen ook uitvoeren. Dat vraagt meer discipline van team en management! Alle leerkrachten worden geschoold door onze Coach Coöperatief Leren. Zij verzorgt klassenbezoeken, coacht leerkrachten, zorgt constant voor vernieuwende werkvormen en zorgt ervoor dat deze visie levendig blijft. Levensbeschouwelijke identiteit De Johannes Paulusschool is een school op katholieke grondslag. De school gaat uit van de overtuiging, dat in onze katholieke geloofsgemeenschap mensen zoeken naar vormen van geluk, leven en liefde, geïnspireerd door het leven van Jezus Christus. De leerlingen van onze school worden op weg gezet om open te staan voor deze Christelijke oriëntatie. De school staat open voor andersdenkenden. Van ouders en leerlingen wordt respect verwacht voor elkaars (geloofs)overtuiging. Het levensbeschouwelijk onderwijs bestaat uit schoolcatechese, aandacht voor andere geestelijke stromingen en sociale of Christelijke waardeoriëntatie. We zien een sterke relatie tussen levensbeschouwelijke vorming, sociaal-emotionele ontwikkeling, actief burgerschap en sociale cohesie. In de school krijgt het woord katholiek invulling binnen het levensbeschouwelijke onderwijs, de relatie met de geloofsgemeenschap en door de opstelling van de leerkracht. De communicatie tussen leerkracht en leerlingen staat hierbij centraal. Dit zien we terug bij gezamenlijke vieringen, kerkbezoeken en tijdens o.a. Kerst, Pasen en Carnaval etc.


2012-2016

12

Pedagogisch en didactisch handelen Lesgeven is de kern van ons werk. We onderscheiden pedagogisch en didactisch handelen, hoewel dit onderscheid in de praktijk niet als zodanig bestaat. Goed didactisch handelen, bestaat niet zonder goede pedagogiek en andersom. Het is belangrijk om oog te hebben voor het individuele kind. Belangrijke pedagogische noties zijn: zelfstandigheid, eigen verantwoordelijkheid, reflecterend vermogen en samenwerking. Een pedagogisch klimaat waarbij alle leerlingen zich veilig voelen. Wij vinden het belangrijk dat er een goede sfeer heerst tussen de leerkrachten en de leerlingen, tussen de leerlingen onderling en tussen de leerkrachten onderling. Gelet op de didactiek vinden we de volgende zaken van groot belang: - interactief lesgeven; actieve betrokkenheid leerlingen stimuleren; - onderwijs op maat geven: differentiëren; - gevarieerde werkvormen hanteren om alle talenten te benutten; - een kwaliteitsvolle instructie verzorgen volgens het directe instructiemodel; - kinderen zelfstandig (samen) laten werken. - Coöperatief leren In het schooljaar 2012-2013 starten we met het formuleren van een Pedagogische Identiteit voor de Johannes Paulus School. Zorg en begeleiding Om tegemoet te komen aan de onderwijsbehoeften van alle leerlingen, wordt op Johannes Paulusschool veel aandacht geschonken aan de zorg en begeleiding. De ontwikkeling van de leerlingen wordt gevolgd met behulp van Cito-toetsen (cognitief), methode gebonden toetsen en SCOL (sociaal-emotioneel). De zorg richt zich op het wegwerken of verkleinen van onderwijsachterstanden (leerprestaties) en het verbeteren van de sociaal-emotionele ontwikkeling. De toetsresultaten beschouwen we als indicatief. Het totaalbeeld van de leerling –zoals dat in het gesprek tussen Interne Zorgadviseur en leerkracht aan de orde komt- bepaalt de onderwijsbehoefte van de leerling. De zorg richt zich op meerdere typen leerlingen. In de eerste plaats focust de zorg zich op de IVen V-leerlingen, leerlingen die sterk terugvallen in resultaten en leerlingen met sociaal-emotionele problemen. Daarnaast besteden we bij de zorg en begeleiding aandacht aan de (meer) begaafde leerlingen. De zorgleerlingen worden besproken in de leerlingenbespreking. Middels de groepsbespreking met de Interne Zorgadviseur worden alle leerlingen gevolgd. In het schooljaar 2011-2012 is de gehele zorgstructuur opnieuw vastgelegd in het Zorgplan. Het Zorgplan gaat uit van de 1-Zorgroute. Dit nieuwe Zorgplan is in samenwerking met het schoolteam tot stand gekomen en de MR heeft haar instemming verleend. Met ingang van het schooljaar 2012-2013 wordt er gewerkt volgende deze nieuwe zorgstructuur. Gedurende dit schooljaar wordt het meerdere keren geëvalueerd met het schoolteam. Voor meer informatie verwijzen wij dan ook naar dit Zorgplan.


2012-2016

13

3.2.3 Specifiek onderwijskundig beleid Onderwijskundig concept Onze school streeft ernaar alle kinderen in een veilige omgeving zo te begeleiden, dat ze maximale ontplooiingskansen krijgen. Dit betekent dat het onderwijs zo georganiseerd moet zijn, dat alle kinderen op elk gebied volledig aan hun trekken komen. Door het voeren van een goede organisatie met daarin een juist klassenmanagement waarin kinderen veel zelfstandig bezig zijn, is er aandacht mogelijk voor het individuele kind. Ook is er veel aandacht voor coöperatief leren. Op de Johannes Paulusschool wordt gedifferentieerd naar instructiebehoefte en naar leerstofbehoefte (op niveau en tempo). Om kinderen optimaal te begeleiden en goed zicht te houden op de vorderingen hanteert onze school een goed registratie- en observatiesysteem. De leerlingen zijn voor de instructie ingedeeld in niveaugroepen. Bij een te grote achterstand is er de mogelijkheid om de instructie op een lager niveau te volgen, maar een kind kan ook versneld door de leerstof gaan. De gebruikte methodes spelen hierop in. Na aanbieding van de basisstof is er de mogelijkheid van herhaling, inoefening of verrijkingsstof. Zo kunnen we omgaan met verschillen in leren. Onze onderwijskundige speerpunten De school heeft een aantal principes vastgesteld voor kwalitatief goed onderwijs. Ten aanzien van ons onderwijs (effectief onderwijs) zoeken we naar een goede balans tussen de aandacht voor de cognitieve ontwikkeling en de sociaal/emotionele en van de kinderen. Van belang zijn de volgende aspecten: 1. De leertijd wordt effectief besteed 2. Het leren van de leerlingen staat centraal 3. De leerkrachten hebben hoge verwachtingen van de leerlingen en laten dat positief merken door kinderen te stimuleren. Wij proberen bij ieder kind op elk niveau eruit te halen wat erin zit. 4. Leerlingen die dat nodig hebben krijgen extra aandacht 5. Er wordt gewerkt met basisstof, herhalingsstof, verrijkingsstof 6. De leerkrachten passen hun onderwijs aan gelet op de kwaliteiten van een kind, een groepje of de groep als geheel 7. De leraren werken opbrengstgericht (vanuit heldere doelstellingen) 8. Leerkrachten zorgen voor een ordelijk en gestructureerd klimaat dat geschikt is voor leren en onderwijzen 9. De communicatie (interactie) tussen de leerkracht en de leerlingen en de leerlingen onderling verloopt geordend 10. Het belang van de (bege)leidende en sturende rol van de leerkracht wordt onderkend 11. De leerkrachten zetten waar mogelijk aan tot het werken met (behulp van) ICT-middelen 12. De zorg en begeleiding is een onderdeel van het handelen van de leerkrachten 13. Leraren besteden nadrukkelijk aandacht aan coöperatief leren. 14. Er wordt in alle bouwen gestreefd naar mogelijkheden tot thematisch en betekenisvol leren. 15. Er wordt gestreefd naar het optimaal benutten van talenten van leerkrachten. 3.3 Levensbeschouwelijke identiteit Onze school is een Rooms Katholieke basisschool. Tweewekelijks wordt expliciet aandacht geschonken aan levensbeschouwelijke vorming. Hierbij wordt naast de eigen levensbeschouwelijke identiteit ook aandacht besteed aan andere geestelijke stromingen. We zien een sterke relatie tussen levensbeschouwelijke vorming, sociaal-emotionele ontwikkeling (o.a. omgaan met de ander en de omgeving – ontwikkeling sociale vaardigheden), actief burgerschap en sociale cohesie. We vinden het belangrijk, dat leerlingen op een goede wijze met elkaar omgaan en dat ze respect hebben voor de mening en visie van anderen.


2012-2016

14

Onze ambities zijn: 1. We besteden tweewekelijks aandacht aan levensbeschouwelijke vorming; 2. We besteden expliciet aandacht aan verschillende geestelijke stromingen; 3. We besteden gericht en methodisch aandacht aan de sociaal-emotionele ontwikkeling (waarbij het accent ligt op omgaan met jezelf, de ander en de omgeving); middels de methode relaties en seksualiteit. 4. We besteden aandacht aan actief burgerschap en sociale cohesie; 5. We werken met de methode Kleur om kinderen bewust te maken van verschillen in de samenleving. Beoordeling en verbeterpunten (zie hoofdstuk 7) De ambities worden 1 x per vier jaar beoordeeld door de schoolleider en het team m.b.v. de Quick Scan uit WMK-po. In februari 2012 is de Quick Scan voor levensbeschouwing voor het laatst afgenomen. Hieruit kwamen de volgende punten naar voren waarop actie moet worden ondernomen. Sterke punten De school besteedt expliciet aandacht aan vieringen De leraren houd en in hun onderwijs rekening met de uniciteit van het kind De leraren kennen en respecteren de grondslag van de school Mogelijke verbeterpunten De leraren laten zich, voor wat betreft de omgang met elkaar en de leerlingen, inspireren door de Bijbel De leraren besteden in hun lessen expliciet aandacht aan Bijbelse normen en waarden De leraren besteden aandacht aan kennis van de Bijbel 3.4 Leerstofaanbod Op onze school gebruiken we moderne methoden die voldoen aan de kerndoelen. Voor de toetsing van de leerstof maken we gebruik van methodeonafhankelijke (CITO leerlingvolgsysteem) en methodegebonden toetsen. Ten aanzien van leerstofaanbod hebben we de volgende ambities vastgesteld: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.

Onze methodes voldoen aan de kerndoelen (zie overzicht) We gebruiken methode gebonden toetsen (zie overzicht) Het leerstofaanbod vertoont een doorgaande lijn Het leerstofaanbod voorziet in verschillende onderwijsen instructiebehoeften Het leerstofaanbod voorziet in de ondersteuning van de sociaal-emotionele ontwikkeling Het leerstofaanbod voorziet in het gebruik leren maken van ICT Het leerstofaanbod voorziet in aandacht voor intercultureel onderwijs Het leerstofaanbod bereidt leerlingen voor op het vervolgonderwijs Het leerstofaanbod op het gebied van wereldoriëntatie, expressie, techniek en Engels wordt in de bovenbouw en onderbouw geïntegreerd aangeboden. 10. De leerstof wordt zoveel als mogelijk aangeboden en verwerkt middels Coöperatief Leren van Kagan &Kagan. 11. De school besteedt aandacht aan actief (goed) burgerschap. 12. Het leerstofaanbod sluit uit aan bij de actualiteit. 13. Binnen het leerstofaanbod worden ook schoolbrede/groepsoverstijgende activiteiten ingepland. (WO/Cultuur-projecten, leesprojecten, vieringen, ‘Rondje Theater’, sportdag, kamp)

Beoordeling en verbeterpunten (zie hoofdstuk 7) De ambities worden 1 x per vier jaar beoordeeld door de schoolleider en het team m.b.v. de Quick Scan uit WMK-po. Het onderdeel aanbod is voor het laatst gemeten met de Quick scan in februari 2012. De volgende verbeterpunten zijn naar voren gekomen:


2012-2016

15

Sterke punten  De leerinhoud en voor Nederlandse taal en Rekenen en wiskunde worden aan voldoende leerling en aangeboden tot en met het niveau van leerjaar 8  De aangeboden leerinhoud en voor Nederlandse taal en Rekenen en wiskunde zijn dekkend voor de kerndoelen  De leerinhoud en in de verschillende leerjaren sluiten op elkaar aan Mogelijke verbeterpunten  De school met een substantieel aantal leerling en met een leerlingengewicht biedt leerinhoud en aan die passen bij de onderwijs behoeften van leerlingen met een taalachterstand  De school heeft een aanbod gericht op bevordering van sociale integratie en burgerschap, met inbegrip van het overdragen van kennis over en kennismaking met de diversiteit in de samenleving Overzicht methoden en toetsinstrumenten Vak Methodes Taal en spelling  Kleuterplein  Taal Actief  De leessleutel.  Eigen leergang Presentaties (gr 5 t/m 8)  Aanvullende leergang werkwoordspelling/ontled en in ontwikkeling Lezen (technisch en  Fonemisch Bewustzijn begrijpend) (CPS)  Van Beginnende geletterdheid tot lezen (delubas)  Leessleutel  Goed gelezen (voortgezet technisch lezen)  Goed gelezen (begrijpend en studerend lezen)  Wat zeg je? Rekenen

 Kleuterplein  Rekenrijk  Eigen tafelleerlijn

Schrijven

 Schrijfdans (gr 1 t/m 3)  Schrijven zonder pen (gr 1 t/m 3)  Schrijfsleutel (gr 3 t/m 8)  Rondje Verkeer (gr 3/4)  OVEF (gr 5/6)  JVK (gr 7/8)

Verkeer


Toetsinstrumenten Cito - Taal voor kleuters (groep 1 en 2) Cito – Woordenschat (groep 3 t/m 8) Cito – Spelling (groep 4 t/m 8) Methodegebonden toetsen (groep 3 t/m 8) Cito – entreetoets (gr 7), Cito – eindtoets (8) (Evt. luistertoets cito voor zorgleerlingen) herfstsignalering (gr 3) (in protocol leesproblemen en dyslexie!) Methodegebonden toetsen (gr 3 t/m 8) Cito – Leestechniek (3) en Leestempo (3– 7) Cito – Begrijpend lezen (gr 3 t/m 8) DMT (gr 3 t/m 8) AVI – kaarten (nieuwe versie) (gr 3 t/m 8); diagnostiserend Entree (7), Eind cito (8) Protocol Leesproblemen – Dyslexie Toetsen groep 1-2 dyslexieprotocol Methodegebonden toetsen (groep 3 t/m 8) Cito - Rekenen (gr 1 t/m 8) Tempotoets rekenen (gr 4 t/m 8) Tafeltoetsen (zelf ontwikkeld) (gr 4 t/m 8) CITO – entreetoets (7), CITO – eindtoets (8)

Methodegebonden toetsen (gr 5 t/ m 8)

2012-2016

16

Catechese (levensbesch., Sova en burgerschap) S.E.O. en gezond gedrag

Wereldoriëntatie (gesch., aard, topo, natuur, cultuur en techniek)

Expressie

(mu/da/dr/te/ha/tex) Engels Frans Bewegingsonderwijs

ICT

 Kleur (gr 1 t/m 8)  Relationele en seksuele vorming (1-8)  Sociale vaardigheden vanuit Coöperatief leren  (1-8) vlg. Kagan & Kagan  Liefdesplein (7/8)  Kleuterplein (gr 1/2)  Huisje Boompje Beestje (gr 3/4 )  Alles-in-1 (gr 5 t/m 8)  Aanvullende topoleergang (in ontwikkeling)  Schooltvweekjournaal (gr 7/8)  Eigen leergang te/ha/tex (gr 1 t/m 4 en 5 t/m 8) (in ontwikkeling)  Moet je doen dans (gr 1 t/m 4)  Moet je doen muziek (gr 1 t/m 4)  Alles-in-1 (gr 5 t/m 8)  Alles-in-1/Apart (gr 5 t/m 8)  Alex en Zoë  Pixel  Bewegingsonderwijs in het speellokaal (gr 1-2)  Basislessen bewegingsonderwijs (gr 3-8) spel + toestellen  ….

Scol (lkr & lln gr 6 t/m 8)

 Zelf ontwikkelde leerlijn ICT.  Schoolbits

Methodegebondentoetsen

Overig

(Evt. SVL voor zorgleerlingen)

Methodetoetsen op het gebied van kennis en topo (zelf ontwikkelt). (gr 5 t/m 8) Cito – Wereldoriëntatie (gr 6/7) Cito Studievaardigheden gr 6/7 Eindcito WO (gr 8)

-

Methodegebondentoetsen (zelf ontwikkeld) (gr 5 t/m 8) Methodegebonden toetsen (gr 5 t/m 8) Eigen screenings/observatiegegevens

Zelf ontwikkeld kleuter observatie en registratiesysteem (gr 1/2)


2012-2016

17

Overzicht m.b.t. methodevervanging Vak

Aanschaf

Kleuterpakket

2007-2008

Ontwikkelings materiaal Aanvankelijk lezen Voortgezet lezen

2012

2013 2014 2015

2016

2017

2018

2019

2020

x x x

Taal

2008-2009

Schrijven

2009-2010

Rekenen

x x x x

Wereldoriëntatie

2009-2012

x

Techniek

2009-2012

Gezond gedrag

2011

x x x x x x x x x

Aardrijkskunde Geschiedenis Natuur Verkeer

Engels

2011-2014

Muziek

2009-2012

Dans

2009-2012

Textiel

2009-2012

Handvaardigheid

2009-2012

Tekenvaardigheid

2009-2012

Lich. oefening

2009-2012

x

x

Catechese ICT



3.5

Schoolbits

x Zie verder De Meerjarenplanning Leermiddelen; Zie Meerjarenbegroting Taalleesonderwijs

Nederlandse taal is een belangrijk vakgebied op de Johannes Paulus school. Het onderwijs in Nederlandse taal is erop gericht, dat leerlingen:  vaardigheden ontwikkelen waarmee ze deze taal doelmatig gebruiken in situaties die zich in het dagelijks leven voordoen;  effectief kunnen communiceren;  kennis en inzicht verwerven over betekenis, gebruik en vorm van taal;  plezier hebben en houden in het gebruiken en beschouwen van taal. Ook bij veel andere vakken is taal belangrijk. Het is nodig dat kinderen snel goed kunnen lezen, omdat ze daardoor de informatie bij de andere vakken sneller kunnen begrijpen en gebruiken. Vanaf groep 1 heeft de Johannes Paulusschoolwerken haar methoden hierop afgestemd. Het leesplezier van de leerlingen wordt bevorderd door de klassenbibliotheek en het voorlezen. In gr 1-2 is er al een aantal jaren specifiek aandacht voor fonemisch, fonologisch bewustzijn en beginnende geletterdheid. Vanaf groep 5 wordt de mondelinge en schriftelijke taalvaardigheid verder ontwikkeld door het houden van presentaties (spontane vertelbeurten, boekbesprekingen, spreekbeurten en groepspresentaties), het maken van werkstukken en het maken van boekverslagen.


2012-2016

18

Onze ambities zijn: 1. De school beschikt over een goede methode voor aanvankelijk leesonderwijs met veel differentiatiemogelijkheden; 2. De school beschikt over goede (actuele) methodes voor taal, begrijpend lezen (bijna) en technisch lezen; Is dat wel zo op JPS /is als ambitie beschreven 3. De school besteedt voldoende aandacht aan taal- en woordenschatonderwijs; 4. De school besteedt voldoende aandacht aan studievaardigheden; 5. Het aanbod is afgestemd op de leerlingenpopulatie; 6. Alle taalvakken en -onderdelen staan duidelijk vermeld in het lesrooster; 7. De school geeft technisch lezen t/m groep 6 8. De school heeft normen vastgesteld voor het leesonderwijs; 9. Kinderen die uitvallen op technisch lezen krijgen extra leertijd d.m.v. Leesinterventieprogramma, speciale leesbegeleiding (o.b.v. ouder of stagiaire) groepslezen (tutorlezen met groep 8) 10. De school beschikt over een Protocol Dyslexie met de mogelijkheid tot de inzet van Taal in Blokjes; 11. In groep 2 worden de kinderen gescreend door de logopediste 12. We laten de kinderen taal beleven door extra activiteiten, zoals de Kinderboekenweek, het ‘voorleesrecord, het leesbevorderingsprogramma “De rode draad” vanuit de bibliotheek, de ‘voorleeswedstrijd’ (groep 8) en een bibliotheekbezoek (gr3) 13. In de bovenbouw zijn aanvullende afstemmingsafspraken vastgesteld op het gebied van stellen, presentaties houden, het maken van werkstukken, het maken van boekverslagen. Op dit moment wordt gewerkt aan afstemming op het gebied van werkwoordspelling/ontleden en spelling (kleurenstrategie) 14. We gebruiken methode gebonden toetsen en Cito-toetsen om de ontwikkeling van de leerlingen te volgen. Beoordeling en verbeterpunten (zie hoofdstuk 7) De ambities worden tenminste 1 x per vier jaar beoordeeld door de schoolleider en het team m.b.v. de Quick scan WMK-po. In februari 2012 is voor het laatst de Quick Scan afgenomen voor taalleesonderwijs. Hieruit kwamen de volgende verbeterpunten naar voren: Sterke punten De school hanteert een taalmethode die voldoet aan de kerndoelen In de groep en 1 en 2 wordt gericht aandacht besteed aan klanken en letters De school is sterk gericht op de taallees ontwikkeling van de leerlingen Mogelijke verbeterpunten  Het onderwijs in technisch lezen wordt gegeven tot en met groep 8  De leraren besteden veel aandacht aan woordenschatonderwijs  

Als nieuw aandachtspunt voegen we hieraan toe: Oriëntatie op de referentiekaders Taal Aanvullende taal/leesactiviteiten om de resultaten van het technisch lezen te verbeteren

3.6 Rekenen en Wiskunde Rekenen en wiskunde vinden we een belangrijk vak. Het rooster borgt, dat we expliciet aandacht besteden aan rekenen en wiskunde en aan het automatiseren van het geleerde. We constateren dat het automatiseren in de methode onvoldoende aan bod komt en dat een doorgaande lijn voor het automatiseren van de basissommen nodig is. Ook komen de praktische onderdelen als meten, tijd en geld onvoldoende aan bod (vooral ook in de toetsing) Wat betreft het automatiseren is er een aanvullende leerlijn (incl. toetsen) samengesteld op het gebied van de tafels en deeltafels voor groep 4 t/m 8.


2012-2016

19

We gebruiken moderne methodes vanaf groep 1 en Cito-toetsen om de ontwikkeling van de leerlingen te volgen. Onze ambities zijn: 1. We beschikken over een moderne, eigentijdse methode (groep 1 t/m 8). In het schooljaar 2012-2013 wordt een nieuwe methode geselecteerd en deze wordt in 2013-2014 geïmplementeerd 2. In groep 1 en 2 wordt er les gegeven aan de hand van leerlijnen in de methode Kleuterplein 3. De leraren besteden structureel aandacht aan rekenen en wiskunde (rooster) 4. We beschikken over een doorgaande leerlijn automatiseren 5. Het rooster vermeldt de aandacht die besteedt wordt aan automatiseren 6. We volgen de ontwikkeling van de leerlingen m.b.v. methodegebonden toetsen en het CitoLVS 7. Per groep hebben we voor de Cito-toetsen normen vastgesteld. Voor de uitvallers op de rekencito (categorie IV en V) wordt een analyse van de cito gemaakt. 8. We gebruiken de methodegebonden toetsen systematisch 9. De leraren beschikken over voldoende kennis en vaardigheden t.a.v. de moderne rekendidactiek. In het schooljaar 2012/2013 zal een werkgroep binnen het team zich buigen over de moderne rekendidactiek en het keuzetraject van een nieuwe rekenmethode uitzetten. Hierbij zal rekening gehouden worden met de referentieniveaus. 10. De leraren stemmen –indien noodzakelijk- de didactiek af op de groep 11. De leraren werken (m.i.v. 2013-2014) bij rekenen en wiskunde met groepsplannen (HGW) 12. Werken met stof op het gebied van meten, tijd en geld. Het aanbod is dekkend m.b.t. kerndoelen. Beoordeling en verbeterpunten (zie hoofdstuk 7) De ambities worden 1 x per vier jaar beoordeeld door de schoolleider en het team m.b.v. de Quick Scan in WMK-po. In februari 2012 is de Quick Scan voor rekenen en wiskunde het laatst afgenomen. Sterke punten  Bij de aangeboden leerinhoud en voor Rekenen en wiskunde betrekt de school alle kerndoelen als te bereiken doelstellingen  De leraren geven duidelijke uitleg van de leerstof (betekenis vol, toewerken naar verkorting, tempo verhoging, foutloos, aandacht voor inslijpen, herhalen)  De leraren bevorderen strategisch denken en leren  Het leerstofaanbod Rekenen en wiskunde is dekkend voor de kerndoelen  De school heeft voldoende tijd geroosterd voor Rekenen en wiskunde  De school zet genormeerde toetsen in om de vordering en te bepalen Mogelijke verbeterpunten  De schoolleiding bevordert de deskundigheid van leraren op het gebied van het onderwijs in Rekenen en wiskunde en specifiek voor het automatiseren  De leerinhouden voor het automatiseren van basis kennis Rekenen en wiskunde zijn afgestemd op de onderwijsbehoeften van de individuele leerlingen  Oriëntatie op de referentiekaders Rekenen


2012-2016

20

3.7 Sociaal-emotionele ontwikkeling Het sociaal-emotionele welbevinden van de leerlingen heeft veel invloed op hun totale functioneren. Onze school levert een bijdrage aan de ontwikkeling van het kind tot een persoon met een eigen identiteit in een veranderende maatschappij. Dit doen we door het bieden van een veilige basis, waarin respect, rust, warmte, vertrouwen en uitdaging belangrijke elementen vormen. Er wordt structureel en systematisch aandacht besteed aan de sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen. De ontwikkeling van de groep en de individuele leerlingen wordt tijdens de Groeps-Leerling bespreking besproken (leerkracht en interne zorgadviseur). In deze gesprekken worden ook mogelijke aanpakken voor een groep of voor een individuele leerling besproken. Onze ambities zijn: 1. Onze school besteedt structureel en systematisch aandacht aan de sociaal-emotionele ontwikkeling (zie rooster) waarbij schoolbrede afspraken zijn over de invulling binnen de klas. 2. Onze school beschikt over een methode voor sociaal-emotionele ontwikkeling 3. Onze school beschikt over een LVS voor sociaal-emotionele ontwikkeling (Scol), 4. De sociaal emotionele ontwikkeling komt aan bod tijdens de Groeps-leerlingbespreking met de Interne zorgadviseur 5. Het rapport geeft waarderingen voor de sociaal-emotionele ontwikkeling 6. De leerlingen vullen vanaf groep 6 jaarlijks een vragenlijst in 7. We koppelen de sociaal-emotionele ontwikkeling aan godsdienstonderwijs (methode kleur) en actief burgerschap 8. De school beschikt over een aanvullende leerlijn op het gebied van relationele en seksuele vorming. 9. Binnen het coöperatief leren wordt veel aandacht besteed aan de sociaal emotionele ontwikkeling. Ook wordt per 4 weken een vaardigheid centraal gesteld middels de ‘T-kaart’. 10. Onze school beschikt over extra materialen zoals o.a. “het Coole kikker-project” en het taakspel om in overleg met de IZA groepsbreed in te zetten, wanneer een groep dit nodig heeft. 11. Onze school kan gebruik maken van de SOVA-projectgroep binnen Scala, van waaruit extra zorg in de vorm van SOVA-trainingen geboden kan worden aan ‘zorg-leerlingen’. 12. Leerlingen van onze school kunnen terugvallen op de PMM-ers van onze school. Beoordeling en verbeterpunten (zie hoofdstuk 7)  De ambities worden 2 x per twee jaar beoordeeld met behulp van Scol Onze verbeterpunten:  Implementatie van een LVS voor sociaal/emotionele ontwikkeling (Scol)  De school heeft normen gekoppeld aan het LVS (Scol)  De sociaal emotionele ontwikkeling komt aan bod tijdens Groeps-leerlingbespreking met de interne zorgadviseur 3.8 Actief Burgerschap en sociale cohesie Leerlingen groeien op in een steeds complexere, pluriforme maatschappij. Onze school vindt het van belang om haar leerlingen op een goede manier hierop voor te bereiden. Leerlingen maken ook nu al deel uit van de samenleving. Allereerst is kennis van belang, maar daar blijft het wat ons betreft niet bij. Vanuit onze christelijke identiteit vinden wij het belangrijk dat leerlingen op een bewuste manier in het leven staan, waarbij ze niet alleen respect hebben voor anderen, maar ook naar anderen omzien. In de school leren wij leerlingen daarom goed samen te leven en samen te werken met anderen. Wij willen leerlingen brede kennis over en verantwoordelijkheidsbesef meegeven voor de samenleving. Onze ambities (doelen) zijn: 1. We voeden onze leerlingen op tot fatsoenlijke evenwichtige mensen die respectvol (vanuit duidelijke waarden en normen) omgaan met zichzelf, de medemens en de omgeving.


2012-2016

21

2. Wij voeden onze leerlingen op tot personen die weten wat democratie inhoudt en die daar ook naar handelen. Ze leren hun mening over maatschappelijke thema’s te verwoorden 3. We voeden onze leerlingen op tot mensen die “meedoen”, die actief betrokken willen zijn op de samenleving en die gericht zijn op samenwerking. 4. We voeden onze leerlingen op tot personen die kennis hebben van, en respect voor andere opvattingen en overtuigingen (religies). 5. We richten ons op de algemene ontwikkeling en we geven onze leerlingen culturele bagage mee voor het leven. We beschikken nog niet over een document Actief Burgerschap en Sociale Integratie. Beoordeling en verbeterpunten (zie hoofdstuk 7) De ambities worden 1 x per vier jaar beoordeeld door de schoolleider en het team. In mei 2010 is de Quick Scan afgenomen voor Aanbod en kwaliteitszorg rondom Burgerschap en sociale integratie. Hieruit kwamen de volgende verbeterpunten naar voren:  De school heeft een aanbod gericht op de bevordering van burgerschap en integratie  De school brengt burgerschap en integratie zelf in de praktijk  De school besteedt structureel aandacht aan burgerschap en integratie gerelateerde kerndoelen;  De school bevordert basiswaarden die nodig zijn voor participatie in de democratische rechtstaat;  De school bevordert kennis, houding en vaardigheden die nodig zijn voor de participatie in de democratische rechtstaat. 3.9 ICT Sinds het schooljaar 2010-2011 is ervoor gekozen om het ICT gebruik deels op stichtingsniveau te organiseren. Dit houdt in de aanschaf van hardware, scholing, onderhoud, ondersteuning leerkrachten, digitalisering leerling dossiers, administratief systeem en de website georganiseerd, aangestuurd, ingekocht en verzorgd wordt door de domeinmanager facilitaire zaken. Voor verdere inhoudelijke uitwerking verwijzen wij naar het ICT plan van Scala. Ook zijn er nog zaken die op schoolniveau georganiseerd worden, dit zijn; leerling-software en digibord-software (selectie, vernieuwen, implementeren), opzetten, bewaken en hanteren van de doorgaande leerlijn ICT passende bij de uitgangspunten van de school. Inhoudelijk uitwerken en implementatie van digitale dossiers en rapportage op leerling en groepsniveau. Bewaken van de kwaliteit en inzet van ICT onderwijs binnen de school. ICT neemt in ons onderwijs een steeds belangrijkere plaats in. De maatschappij van nu vraagt van onze leerlingen ICT-kennis en –vaardigheden, daarom leren we onze leerlingen planmatig om te gaan met ICT-middelen middels een uitgewerkte leerlijn ICT binnen onze school. Daarnaast vinden wij het omgaan met software, de veiligheid en het juist leren omgaan met deze digitale wereld van belang. Daarom maken wij onze leerlingen mediawijs door jaarlijkse training mediawijsheid. In onze opvattingen over de inrichting van ons onderwijs neemt het rekening houden met verschillen tussen leerlingen een steeds belangrijkere plaats in. Daarbij streven leraren er naar om leersituaties te creëren waarin leerlingen zowel in eigen tempo kunnen werken als leren samenwerken met anderen. De leraren gebruiken ICT in hun lessen en borgen, dat de leerlingen aan de slag (kunnen) gaan met de computer(s), de ICT-programma’s en de bijbehorende software.


2012-2016

22

Onze ambities zijn:               

De leerling-software wordt kritisch bekeken en aanschaf en afschrijving worden bewuste keuzes gemaakt. (geen kwantiteit maar kwaliteit) De leerling software wordt intensiever ingezet binnen de groep. De leraren maken optimaal gebruik van het digitale schoolbord middels vernieuwde methode gebonden software. We maken nog intensiever gebruik van het ICT-lokaal door implementeren nieuwe methode gebonden software. De leraren beschikken over voldoende ICT-kennis en -vaardigheden De school beschikt over technisch en inhoudelijk goede (werkende) hard- en software De computervaardigheden worden gemeten aan de hand van de methodegebonden toetsen van Schoolbits. Verdere digitalisering leerlingvolgsysteem. (leerling dossiers, rapportage) Kinderen bewust maken van voordelen en gevaren van het internet middels lessen Media Wijsheid Evalueren en mogelijk aanpassen van de ICT leerlijn. De leerlingen kunnen werken met Word, Excel en PowerPoint (einde basisschool) De leerlingen werken met software bij taal, rekenen, lezen en wereldoriëntatie De leerlingen kunnen een werkstuk maken met een verzorgde lay-out De leerlingen zijn vertrouwd met Internet De leraren geven opdrachten die het gebruik van het Internet stimuleren

Beoordeling en verbeterpunten (zie hoofdstuk 7) De ambities worden 1 x per vier jaar beoordeeld door de schoolleider en het team middels de Quick Scan van WMK-po. In februari 2012 is de QuickScan ICT afgenomen met de volgende resultaten. Sterke punten  De inzet van ICT draagt bij aan het realiseren van een uitdagende leeromgeving  (onderwijsleerproces )  De leerling en gebruiken ICT in voorkomende gevallen om in een betekenisvolle context te werken (actief leren). De school gebruikt ICT voor het bieden van specifieke hulp bij leerachterstand en of leermoeilijkheden(leerling begeleiding) en voor uitdaging of verrijking! Mogelijke verbeterpunten  De leraren maken optimaal gebruik van het digitale schoolbord  De leerlingen werken met software bij taal, rekenen, lezen en wereldoriëntatie  De leraren beschikken over voldoende ICT-kennis en -vaardigheden  De school zorgt ervoor, dat ICT -gebruik plaats vindt met voldoende en adequate apparatuur en voorziening en voor leerlingen en personeel (infrastructuur)  De school evalueert systematisch de effecten van de inzet van ICT (kwaliteitszorg) Voor verdere inhoudelijke uitwerking van de ICT-leerlijn verwijzen wij naar de notitie ICT beleidsnotitie 2012-2016. 3.10

Techniek en wetenschap

Op de Johannes Paulusschool willen we aandacht besteden aan techniek en wetenschap. Kinderen in de basisschoolleeftijd tonen een natuurlijke affiniteit tot ontdekken, onderzoeken, experimenteren, construeren en ervaren. Bezig zijn met techniek en wetenschap biedt deze mogelijkheden, maar vraagt tevens een gedegen intellectuele verdieping en attitudevorming. Het is juist daarom dat in de harmonische ontwikkeling van een kind het technische niet mag ontbreken. Een positieve waardering voor techniek en de technische beroepen, die in woord en daad door de


2012-2016

23

basisschool uitgedragen wordt, heeft ook een positieve impact op de instelling van ouders ten aanzien van techniek. Dit is van belang omdat het merendeel van de keuzes voor een vervolgopleiding vanuit de thuissituatie bepaald worden. Een integrale benadering van school, kind en ouders is dan ook zeer belangrijk. Naast een maatschappelijke en economische legitimatie is er dus een sterke pedagogisch didactische legitimatie om al in het basisonderwijs meer aandacht te besteden aan techniek en wetenschap. Vanuit deze verantwoordelijkheden ontmoeten het onderwijs, maatschappelijke organisaties en bedrijfsleven elkaar. Onze ambities (doelen) zijn: 1. We ontwikkelen bij onze leerlingen een positieve houding t.o.v. techniek en wetenschap 2. De leerlingen kunnen oplossingen ontwerpen, maken en gebruiken bij technische problemen. Zij hanteren daarbij enkele elementaire technische inzichten waaronder in elk geval: constructieprincipes (materiaalgebruik, stevigheid, verbindingen), bewegings- en overbrengingsprincipes (hefboom, katrol, tandwiel). 3. De leerlingen kunnen een aantal technische producten uit de eigen leefwereld op hun niveau onderzoeken naar functionaliteit, materiaalgebruik en vormgeving en kunnen de werking ervan verklaren. 4. In de bovenbouw is er vierjarenprogram op het gebied van techniek. Jaarlijks wordt er binnen het geïntegreerde lesaanbod van Alles-in-1 een thema aangeboden binnen het vakgebied techniek. (bouwen – vervoer en verkeer - energie – communicatie) 5. Leergang Techniek en wetenschap opzetten voor de onderbouw met een Techniekexpert binnen Stichting SCALA aansluitend bij Kleuterplein (groep 1-2) en de thema’s van groep 3 en 4. 6. Expertise docent techniek en wetenschap doorgeven zodat ook teamleden experts worden. Sterke punten  De school zorgt voor een aangename, ondersteunende en motiverende omgeving voor de leerling en (schoolklimaat) Mogelijke verbeterpunten  De school waarborgt de kwaliteit van de toets ingaan het einde van het primair onderwijs t.a.v. Techniek (kwaliteitszorg)  De zorg voor kwaliteit van het vak Techniek is systematisch (kwaliteitszorg )  De school waarborgt de kwaliteit van de toetsing gedurende de schoolloopbaan van de leerlingen t.a.v. Techniek (kwaliteitszorg ) 3.11 Leertijd Uit onderzoek blijkt dat effectieve besteding van de leertijd een grote bijdrage levert tot het verhogen van de prestaties van leerlingen. Op onze school proberen we daarom verlies van leertijd te voorkomen door goede planning, een duidelijk rooster en het bieden van veel structuur. We zorgen ervoor dat de leerlingen voldoende leertijd krijgen om zich de leerstof eigen te maken. In principe trachten we zo alle leerlingen in acht jaar de einddoelen basisonderwijs te laten halen. Onze ambities zijn: 1. 2. 3. 4. 5.

Leraren bereiden zich schriftelijk voor: programma en tijd(en) Leraren zorgen voor een effectief klassenmanagement (voorkomen verlies leertijd) Op schoolniveau wordt er voldoende onderwijstijd gepland Leraren beschikken over een expliciet week- en dagrooster Leraren hanteren heldere roosters met daarin opgenomen de leerlingenzorg vanuit de groepsplannen. 6. Leraren variëren de hoeveelheid leertijd afhankelijk van de onderwijsbehoeften 7. Er komen schoolbrede afspraken over de te besteden lestijd per vakgebied met daarbij de mogelijkheid tot variëren volgens punt 6. Beoordeling en verbeterpunten (zie hoofdstuk 7)


2012-2016

24

De ambities worden tenminste 1 x per vier jaar beoordeeld door de schoolleider en het team middels WMK-po. De laatste meting van de indicator leertijd is van februari 2012. Er werd toen uit onderzoek voor leerkrachten de volgende verbeterpunten geconstateerd: Verbeterpunten  Leraren hanteren heldere roosters met daarin opgenomen de leerlingenzorg vanuit de groepsplannen.  Leraren variëren de hoeveelheid leertijd afhankelijk van de onderwijsbehoeften  Er komen schoolbrede afspraken over de te besteden lestijd per vakgebied met daarbij de mogelijkheid tot variëren Sterke punten  Het ongeoorloofd verzuim van leerling en blijft beperkt  De uitval van geplande onderwijs activiteiten blijft beperkt  De school heeft voor Nederlandse taal en Rekenen en wiskunde onderwijs tijd gepland conform het landelijk gemiddelde van scholen met een vergelijkbare leerlingenpopulatie.3.12 Pedagogisch Klimaat Onze school probeert een onderwijsleersituatie te scheppen die het mogelijk maakt een doorgaand ontwikkelingsproces bij de kinderen te bewerkstelligen op alle aspecten van de ontwikkeling. We willen daarbij rekening houden met de eigen geaardheid van de kinderen, hun verschillen in ontwikkeling, begaafdheid, belangstelling en motivatie. Onze leraren zijn van cruciaal belang. Zij hebben (onder meer) een vormende (opvoedende) taak: waarbij zij hun leerlingen opvoeden tot goede burgers. Wij hechten veel waarde aan een positieve en motiverende leraar, een begeleider die ervoor zorgt, dat de leerlingen het werk zelfstandig en samen met anderen kunnen doen. Daarbij hanteren we duidelijke regels en ambities: 1. De leraren zorgen voor een ordelijke klas 2. De leraren zorgen voor een functionele en uitdagende leeromgeving 3. De leraren gaan positief en belangstellend met de leerlingen om 4. De leraren zorgen voor interactie met en tussen de leerlingen 5. De leraren bieden de leerlingen structuur 6. De leraren zorgen voor veiligheid 7. De leraren hanteren de afgesproken regels en afspraken 8. De leraren laten de leerlingen zelfstandig en coöperatief werken 9. De leraren dragen gezamenlijk verantwoording voor alle leerlingen op onze school. 10. De leraren stimuleren de betrokkenheid en de sfeer tussen alle leerlingen van onze school. 11. De school organiseert schoolbrede projecten en vieringen om de saamhorigheid te bevorderen. Beoordeling en verbeterpunten (zie hoofdstuk 7) De ambities worden een 1 x per vier jaar beoordeeld door schoolleider en team m.b.v. de Quick Scan van WMK-po. Het pedagogisch handelen is in februari 2012 in kaart gebracht onder de leerkrachten. Het tevredenheidsonderzoek dat in mei 2011 is afgenomen was niet betrouwbaar aangezien de respons minimaal was. In mei 2013 wordt het tevredenheidsonderzoek weer onder de ouders en leerlingen afgenomen Dit onderdeel is in februari 2012 door de leerkrachten zeer positief beoordeeld. Sterke punten  De leraren zorgen ervoor, dat de leerlingen op een respectvolle manier met elkaar omgaan  De leraren geven de leerling en positieve persoonlijke aandacht  De leraren tonen in gedrag en taalgebruik voor alle leerlingen respect Verbeterpunten  In schooljaar 2012/2013 wordt een startgemaakt met het formuleren van de Pedagogische Identiteit voor de Johannes Paulus School.


2012-2016

25

3.13 Didactisch handelen Op onze school geven de leraren op een effectieve wijze gestalte aan adaptief onderwijs. We geven onderwijs op maat, en daarom differentiëren we bij de instructie en de verwerking (zowel naar inhoud als naar tempo). Omdat we veel waarde hechten aan de zelfstandigheid van de leerlingen, laten we leerlingen waar mogelijk samenwerken. Onze ambities zijn: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.

Lessen zijn goed opgebouwd De instructie wordt gedifferentieerd aangeboden op drie niveaus De leraren geven directe instructie De leraren zorgen dat er meerdere oplossingsstrategieën aan bod komen De leerlingen werken zelfstandig samen De leraren geven ondersteuning en hulp De leraren laten leerlingen hun werk regelmatig zelf corrigeren De leraren zorgen voor stofdifferentiatie De leraren zorgen voor tempodifferentiatie De leraren bieden de leerstof zoveel als mogelijk aan middels Coöperatief Leren van Kagan &Kagan 10. Bij het geven van instructies maken de leraren gebruik van ‘grote groep- kleine groep 11. De leraren bieden de lesstof op een enthousiaste, motiverende manier aan 12. De leraren maken gebruik van gevarieerde werkvormen bij het aanbieden van de lesstof 13. De leraren dragen zorg voor een goede werksfeer in de klas. Beoordeling en verbeterpunten (zie hoofdstuk 7) De ambities worden een 1 x per vier jaar beoordeeld door schoolleider en team middels WMK-po. Het didactisch handelen is voor het laatst met een tevredenheidsonderzoek onder leerkrachten gemeten in mei 2011. Uit dit onderzoek onder de leerkrachten komen de volgende verbeterpunten naar voren:  De leraren geven expliciet les in strategieën voor leren en denken  De leraren geven de leerling en feedback op hun leer- en ontwikkelingsproces  De leraren dragen met behulp van leer- en hulpmiddelen bij aan een uitdagende leeromgeving Sterke punten  De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer  De leraren leggen duidelijk uit  De leraren gaan na of de leerling en de uitleg en/of de opdrachten begrijpen 3.14

Actieve en zelfstandige rol van de leerlingen

Kinderen laten, ook buiten school vaak zien dat ze initiatief kunnen nemen en ideeën hebben, dat ze zelf een heleboel kunnen ondernemen. In de klas is het kunnen ontplooien van de zelfstandigheid om meerdere redenen belangrijk. In de klassenorganisatie wordt vaak gebruik gemaakt van de zelfstandigheid van kinderen. Dat de kinderen zelfstandig kunnen werken is voor de leerkracht een voorwaarde om tijdens de les ook met een kleine groep leerlingen aan het werk te kunnen. Zelfstandigheid ook wel genoemd autonomie is ook een van de basisbehoeften van kinderen om tot leren en ontwikkeling te komen. Op de Johannes Paulusschool wordt aandacht besteed aan het zelfverantwoordelijk en samenwerkend leren. Voor het zelfstandig en zelfverantwoordelijk leren is een leerlijn gemaakt van groep 1 t/m 8. Groep 1 t/m 4 werken wekelijks met het ‘takenbord’ om dit te bewerkstelligen. Vanaf groep 5 wordt gestart met de ‘taakbrief’


2012-2016

26

In de groepen 1 en 2 wordt er gewerkt met een takenbord voor het spelen en werken. Op dit takenbord zijn voor de groep 1 leerlingen 2 moettaken in de week en de gr 2 leerlingen 3. De leerlingen leren zelf deze taken in te plannen. Tevens worden deze taken zelf afgetekend op een lijst. De overige keuzes zijn keuze taken waarbij tegemoet gekomen wordt aan het spelend leren. In gr 3 en 4 wordt dit uitgebouwd middels een takenbord waarbij alle taken verplicht zijn maar waarbij een eigen planning / keuze gemaakt kan worden. Op het takenbord in gr 3-4 zijn taken opgenomen vanuit alle vakken. Tevens wordt in groep 3 en 4 een aantal keer per jaar gewerkt met een takenbord middels de meervoudige intelligenties. Ook in deze groepen moeten de leerlingen hun eigen taak aftekenen. Hierbij wordt inhoudelijk echter meer van ze gevraagd middels aftekenen per materiaal. In de bovenbouw werken de leerlingen elke middag een blok aan hun ‘taakbrief’. Inhoudelijk gezien bestaat deze taakbrief uit taken die aansluiten bij de hoofdvakken, maar ook uit taken vanuit het geïntegreerde lesaanbod op het gebied van WO, expressie, techniek, cultuur en Engels. De ‘taakbrief’ bevat ‘moettaken’ (verplichte taken) en ‘magtaken’ (keuzetaken). E.e.a. wordt goed begeleid en gevolgd middels bouwafspraken en een compact maar doeltreffend registratiesysteem.Op de middagen werken de bovenbouwgroepen (5 t/m 8) met de methode Alles-in-1. Elk jaar worden 5 projecten aangeboden (hoewel de eerder genoemde vakken er geïntegreerd in verwerkt zitten, kent elk project wel een hoofdaccent, (t.w. geschiedenis, aardrijkskunde, natuur, cultuur of techniek). Alle vier de groepen werken aan hetzelfde project, iedere groep weliswaar op zijn eigen niveau. Hier ligt een vierjarenplanning aan ten grondslag. De leerlijnen Engels en topografie die in de projecten verwerkt zit, worden door onze school verder uitgewerkt en afgestemd op onze school. (is in ontwikkeling) De leerkrachten geven op de middagen les aan alle vier de groepen, zodat optimaal gebruik gemaakt wordt van de talenten van de leerkrachten. De groepen wisselen steeds van lokaal als zij naar de volgende les gaan. De thema’s waarbinnen gewerkt wordt ‘leven’ bij de kinderen. Kinderen worden ook actief betrokken bij de lessen en krijgen volop mogelijkheden om eigen inbreng te hebben. Ook wordt gestreefd naar betrokkenheid van ouders. Om de voortgang van de kinderen goed te kunnen volgen is hier een registratie/beoordelingssysteem voor ontwikkeld. Wat betreft het ontwikkelen van een goede studiehouding kent de school een huiswerkbeleidsstuk voor groep 1 t/m 8. Onze ambities zijn: 1. Leerlingen kunnen na een instructie een opdracht afmaken 2. Leerlingen weten hoe ze om moeten gaan met materialen 3. De leraren betrekken de leerlingen actief bij de lessen 4. De leerling kan vanuit interne kracht een taak uitvoeren 5. De leerkrachten leren de leerlingen planmatig werken 6. De leerlingen voelen zich betrokken en medeverantwoordelijk voor het slagen van een activiteit 7. De leerlingen leren reflecteren op hun eigen werk en gedrag 8. De leerlingen werken met weektaken 9. De leerlingen bepalen gedeeltelijk wat zij wanneer doen (en hoe, en met wie) 10. De leerlingen kunnen gedeeltelijk zelf keuzes maken in opdrachten/taken 11. De leerlingen krijgen de ruimte om met eigen ideeën/initiatieven te komen 12. De leerlingen leren om te gaan met het les krijgen van meerdere leerkrachten 13. De leerlingen leren om zelfstandig en probleemoplossend te werken 14. De leerlingen leren om samen te werken in tweetallen en/of grotere groepjes 15. De leerlingen leren om lesstof van diverse vakken toe te passen 16. De leerlingen leren om leermiddelen zoals computers, woordenboeken, atlassen etc. zelfstandig in te zetten 17. De leerlingen leren om rekening te houden met anderen 18. De leerlingen zijn betekenisvol aan de slag


2012-2016

27

19. De leerlingen zien meer verband tussen de verschillende vakgebieden doordat het aanbod geïntegreerd wordt aangeboden (binnen hetzelfde thema) en leggen zodoende meer verbanden waardoor de leerstof meer beklijft. 20. De leerlingen leren om zich ‘vrij’ te bewegen in meerdere ruimtes in en om de school 21. De leerlingen leren om groepsdoorbrekend te werken 22. De leerlingen krijgen in beperkte mate de ruimte om zelf invulling te geven aan hun eigen onderwijsleerproces. 23. De talenten van leerkrachten worden benut. 24. De leerkrachten hoeven niet alle lessen voor te bereiden, maar kunnen zich toespitsen op enkele vakgebieden, wat de kwaliteit verhoogt. 25. Leerlingen worden goed begeleid en gevolgd. 26. Er is een goede afstemming tussen de leerkrachten over inhoud en voortgang 27. Er zijn korte lijntjes tussen de leerkrachten over werkhouding, gedrag en ontwikkeling van de leerlingen. Beoordeling en verbeterpunten (zie hoofdstuk 7) De ambities worden een 1 x per vier jaar beoordeeld door schoolleider en team m.b.v. de Quick Scan (WMK-po). De actieve en zelfstandige rol van de leerlingen is voor het laatst gemeten met de Quick Scan in februari 2012. Over het algemeen is men positief over de actieve en zelfstandige rol van de leerlingen. De leerlingen leren op een doelmatige wijze samen te werken. Zij passen hun opgedane kennis actief toe in andere situaties. Het volgende verbeterpunt kwam naar voren:  De leerlingen hebben verantwoordelijkheid voor de organisatie van hun eigen leerproces die past bij hun ontwikkeling. 3.15 Zorg en begeleiding We streven ernaar, dat iedere leerling zich ononderbroken kan ontwikkelen en ontplooien. Omdat we te maken hebben met verschillen, moet het onderwijsleerproces zo ingericht worden, dat dit ook mogelijk is. Door het voeren van een goed klassenmanagement waarin kinderen leren zelfstandig te werken, is de leerkracht in staat extra tijd en ruimte te creëren, om (zorg)leerlingen binnen de groep extra aandacht te geven. Om het ontwikkelproces te volgen, hanteren we het CITO-LVS. Leerlingen met een V- of IV-score, leerlingen die sterk terugvallen en leerlingen met een I-plus-score komen in aanmerking voor extra zorg. De centrale figuur bij zorg en begeleiding is de leraar. De Interne Zorgadviseur heeft een coördinerende taak. Onze ambities zijn: 1. De leraren kennen de leerlingen 2. De leraren werken met groepsoverzichten en groepsplannen 3. De leraren signaleren vroegtijdig welke leerlingen zorg nodig hebben 4. Ouders worden betrokken bij de (extra) zorg voor hun kind 5. Externe partners worden –indien noodzakelijk- betrokken bij de zorg voor leerlingen 6. De school gebruikt een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen 7. Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens, bepaalt de school de aard en de zorg voor zorgleerlingen 8. De school voert de zorg planmatig uit 9. De school gaat zorgvuldig de effecten van de zorg na 10. De Interne Zorgadviseur coördineert de zorg en begeleiding Beoordeling en verbeterpunten (zie hoofdstuk 7) De ambities worden 1 x per vier jaar beoordeeld door de schoolleider en het team m.b.v. WMK-po. De zorg en begeleiding zijn voor het laatst in februari 2012 met de QuickScan gemeten bij de leerkrachten. Uit het onderzoek onder de leerkrachten komen de volgende punten naar voren: Sterke punten


2012-2016

28



De school waarborgt de structurele samenwerking met ketenpartners waar noodzakelijke interventies op leerling niveau haar eigen kerntaak overschrijden

Verbeterpunten    



De school gaat de effecten van de zorg na De school voert de zorg planmatig uit De school waarborgt de structurele samenwerking met de ketenpartners waar noodzakelijke interventies op leerling niveau haar eigen kerntaak overschrijden In schooljaar 2012/2013 wordt het nieuwe Zorgplan geïmplementeerd, geëvalueerd en daar waar nodig bijgesteld. Het groepsplan wordt zorgvuldig geëvalueerd


2012-2016

29

3.16 Passend onderwijs (afstemming) Op onze school geven we passend onderwijs: onderwijs dat is afgestemd op de mogelijkheden en talenten (de onderwijsbehoeften) van de leerlingen. In beginsel laten we ieder kind toe, maar soms is het beter als een kind elders geplaatst wordt. Om een goede afweging te kunnen maken wordt elke aanmelding tot plaatsing van een kind met specifieke behoeften besproken binnen het zorgteam en daarna binnen het gehele team. Deze besprekingen verhelderen welke zorg we wel en welke zorg we niet kunnen bieden en welke leerlingen met een bepaalde beperking door ons opgevangen kunnen worden. Passend onderwijs krijgt (ook) gestalte in de klas. Onze leerkrachten stemmen hun handelen af op de onderwijsbehoeften van hun leerlingen. Ze werken handelingsgericht. De onderwijsbehoeften van leerlingen staan centraal: Wat hebben zij nodig om bepaalde onderwijsdoelen te behalen? Het gaat om afstemming en wisselwerking tussen deze leerling, deze groep, deze leerkracht, deze school en deze ouders. Samenwerking tussen leerkrachten, leerlingen, ouders, interne en externe begeleiders is noodzakelijk om passend onderwijs te kunnen realiseren. Het schoolteam formuleert lange- en korte termijndoelen voor het leren, de werkhouding en het sociaal-emotioneel functioneren van alle leerlingen en evalueert deze in een cyclus van planmatig handelen. Het groepsplan staat hierbij centraal. De onderwijsen begeleidingsroute verloopt systematisch, in stappen en transparant. Het is eenieder duidelijk hoe de school wil werken en waarom. Onze ambities zijn: 1. De leraren volgen de ontwikkeling van de leerlingen structureel 2. De leraren overleggen en bespreken de ontwikkeling van de leerlingen met hun ouders/verzorgers 3. De leraren signaleren specifieke onderwijsbehoeften van hun leerlingen 4. De leraren benoemen de specifieke onderwijsbehoeften van hun leerlingen 5. De leraren clusteren leerlingen met een vergelijkbare onderwijsbehoeften 6. De leraren stellen o.b.v. de gegevens een groepsplan op 7. De leraren voeren het groepsplan adequaat uit 8. De leraren stemmen instructie en verwerking af op de clusters (leerlingen) 9. De leraren stemmen hun aanbod af op de clusters (leerlingen) Sterke punten  Het taalgebruik van de leraren past bij de taalbehoefte van de leerlingen  De leraren volgen de vordering en van hun leerling en systematisch Op Scalaniveau wordt in schooljaar 2012/2013 de beleidsnotitie Aannamebeleid vastgesteld. Deze regeling heeft tot doel het kader aan te geven voor het beleid van de afzonderlijke scholen binnen Scala betreffende de aanname van leerlingen. Scala beoogt hiermee op eenduidige wijze uitgangspunten en criteria te formuleren voor al de scholen die onder haar bevoegd gezag ressorteren. Voor meer informatie verwijzen naar deze notitie (zodra deze vastgesteld is door GMR en MR JPS)

3.16.1 De onderwijsbehoeften van de leerlingen Op schoolniveau wordt gewerkt vanuit de 1-zorgroute om een effectieve zorgstructuur te waarborgen met concrete stappen ter verbetering van de kwaliteit van de onderwijszorg in de school. Leraren signaleren leerlingen tijdig om een helder beeld te van de onderwijsbehoefte van de leerlingen te krijgen. Groeps- en leerlingbesprekingen stellen de leerkracht in staat leerlingen met vergelijkbare onderwijsbehoeften effectief te clusteren, een doelgericht groepsplan op te stellen, uit te voeren en te evalueren. Per vakgebied wordt gekeken in welk niveau de leerling zit. Dat kan een gemiddeld, laag of hoog niveau zijn. Op dit niveau wordt de leerling uitgedaagd.


2012-2016

30

Het tegemoet te komen aan individuele onderwijsbehoeften vraagt om een goed klassenmanagement. Door structureel tijden voor zelfstandig werken in te plannen, kunnen leerkrachten extra instructie/ondersteuning geven aan de leerlingen die dat nodig hebben. Om een doorgaande lijn in de school te bewaken en te borgen, worden er klassenbezoeken ingepland. In de nabespreking wordt feedback gegeven. Indien nodig kan de Interne Zorgadviseur advies geven hoe om te gaan met de verschillende niveaus binnen de groep. Ons streven is dat alle leerlingen de kerndoelen, zoals beschreven door het ministerie van onderwijs, behalen. Op onze school wordt de extra zorg en ondersteuning in principe binnen de eigen groep gegeven door de groepsleerkracht. De groepsleerkracht kent de leerlingen het beste en op deze manier blijven de leerlingen betrokken bij de groep. Zorg heeft een grote rol in de klas. De leerkracht is degene die de zorg biedt aan de leerlingen. Dit doet hij/zij door binnen de groep extra hulp te bieden. Dit kan variëren van extra aandacht en uitleg tot het werken met (groeps)handelingsplannen. Op het gebied van taal/lezen, rekenen, spelling en de sociaal emotionele ontwikkeling vindt zorg plaats in de groep. Wij gebruiken het CITO leerlingvolgsysteem als onafhankelijk toetsinstrument om een helder beeld te krijgen van waar de leerlingen zitten in hun ontwikkeling. Om de sociaal-emotionele ontwikkeling te meten maken we gebruik van SCOL, een Cotan geregistreerd observatie instrument. Aan de hand van deze gegevens wordt gekeken of het kind op eigen niveau werkt. Het kan zijn dat er een leerling laag of juist heel erg hoog scoort. In beide gevallen betekent het dat er zorgvuldig gekeken moet worden welke leerstof het beste aansluit bij het niveau van het kind. Dit kan een herhaling of een versnelling van de leerstof inhouden. Voor leerlingen die extra hulp nodig hebben, is het streven ze de kerndoelen zoals beschreven door het ministerie van onderwijs, te laten behalen. Soms zijn bovengenoemde preventieve maatregelen niet afdoende en is er extra hulp nodig. Samen met de Interne Zorgadviseur wordt dan, in overleg met de ouders, een ontwikkelingsperspectief opgesteld, dat kan resulteren in een eigen leerlijn.

3.16.2 Het ontwikkelingsperspectief Leerlingen waarvan vaststaat dat ze maximaal het eindniveau van groep 7 halen (en dus de doelen van groep 8 niet zullen realiseren) krijgen een ontwikkelingsperspectief (OPP). Het OPP wordt opgesteld na een IQ-test of op basis van drie voorafgaande Cito-toetsuitslagen. Het OPP wordt opgesteld zodra we merken dat een leerling de minimale leerstof niet kan behappen. Een leerling wordt in principe niet eerder dan groep 5 helemaal losgekoppeld van de groep m.b.t. de leerstof. In beginsel proberen we OPP’s te voorkomen door het lesgeven vroegtijdig aan te passen aan de onderwijsbehoeften van het kind. Door het intensiveren van het aanbod, de tijd en/of de instructie proberen we leerlingen bij de groep te houden. Lukt dat niet dan krijgt het kind een OPP en daarmee een eigen leerlijn. Het OPP bevat de einddoelen en tussendoelen per vak en het VO-perspectief. Daarnaast wordt verwezen naar een handelingsplan waarin concreter staat hoe de leraar de doelen gaat realiseren. Een OPP wordt twee keer per jaar geëvalueerd (Zorgadviseur, leraar, ouders). Op Scalaniveau is de procedure OPP beschreven. 3.16.3 Beleid meer begaafde leerlingen Binnen Stichting Scala is een school waar hoogbegaafde leerlingen in een voor hen aangepaste setting onderwijs kunnen volgen, Athena onderwijs. Hier wordt tegemoet gekomen aan de onderwijsbehoeften van leerlingen met een intelligentiequotiënt van 130 of meer. Dit houdt niet in, dat er op schoolniveau geen aandacht is voor leerlingen die meer uitgedaagd moeten worden. Voor leerlingen die meer aankunnen dan de basisstof, passen de leerkrachten het compacten en verrijken toe. De kinderen gaan versneld door de basisstof waarna ze extra stof krijgen in de vorm van plustaken krijgen aangeboden. Hierbij wordt steeds gekeken naar de behoeften van het


2012-2016

31

individuele kind. Samenwerking blijft ook bij leerlingen die meer complexe leerstof kunnen verwerken van belang. We streven ernaar om deze kinderen steeds samen te laten werken aan plustaken. Op schoolniveau werkt de werkgroep “hoogbegaafdheid op JPS” gedurende het schooljaar 20122013 aan een beleidsplan voor meer begaafde leerlingen. De werkgroep wordt ondersteund door de Ambulant Begeleider Hoogbegaafdheid vanuit Scala. Op Scalaniveau ligt een concept beleidsstuk waarbij procedures beschreven staan. 3.16.4 Leerling gebonden financiering. Leerling gebonden financiering (lgf) is een bedrag dat Stichting SCALA ontvangt voor leerlingen met een handicap, ernstige gedragsstoornis of psychisch probleem. Onze school gebruikt de lgfmiddelen voor extra begeleiding en aangepast lesmateriaal, zodat de leerlingen zo veel mogelijk in het reguliere onderwijs kunnen blijven. Lgf heet ook wel rugzak of rugzakje en is uitsluitend bedoeld voor onderwijsdoeleinden. Lgf is bedoeld voor leerlingen met een handicap of stoornis die zonder extra voorzieningen geen regulier onderwijs kunnen volgen. Het gaat om leerlingen met:  een verstandelijke, zintuiglijke of lichamelijke handicap;  psychiatrische problemen;  ernstige leerproblemen en/of gedragsproblemen;  een meervoudige handicap;  een langdurige ziekte. Om in aanmerking te komen voor lgf, heeft uw kind een indicatie nodig. De Commissie voor de Indicatiestelling (CvI) bekijkt of kinderen in aanmerking komen voor het rugzakje. De CvI is een onderdeel van het Regionaal Expertisecentrum (REC). Met de invoering van Passend Onderwijs zal er veel veranderen op dit gebied. Dit staat beschreven in hoofdstuk 3.16 3.16.5 Beleid m.b.t. langdurig zieken Binnen onze school wordt onderscheid gemaakt tussen zieke leerlingen en langdurig zieke leerlingen (meer dan drie weken). Absenties worden bijgehouden. Langdurig zieke leerlingen worden aangemeld bij de schoolarts. In bepaalde gevallen wordt de leerplichtambtenaar ingeschakeld. 3.17

Opbrengstgericht werken

Op onze school werken we steeds meer opbrengstgericht (doelgericht). Daarbij richten we ons op de gemiddelde vaardigheidsscore op de Cito-toetsen. Per Cito-toets is een doel (een norm) vastgesteld. In bepaalde gevallen is deze afgeleid van de inspectienormen (zie Analyse en waardering van opbrengsten primair onderwijs) en waar dat niet het geval is, hebben we zelf doelen (normen) vastgesteld. We beschikken over een overzicht van de toetsen en de gestelde doelen. Bij de bespreking van de groep (leerlingen) wordt de uitslag van de toets (de gehaalde gemiddelde vaardigheidsscore) vergeleken met de norm (de gewenste gemiddelde vaardigheidsscore). Als de gewenste score structureel onder de gewenste score is, worden er door de zorgadviseur en de leraar interventies afgesproken. Deze interventies kunnen zijn: (1) Meer tijd besteden aan dat vak-/vormingsgebied (roosteren) (2) Instructie wijzigen en verbeteren: consequent directe instructie toepassen Dit is een doel voor schoolteam (scholing JPS toekomst) (3) Meer automatiseren (4) Differentiatie aanpassen


2012-2016

32

De schoolleider en de zorgadviseur voeren vervolgens klassenconsultaties uit om te observeren, of het de leraar lukt om de interventies toe te passen en te bepalen of de interventies effect hebben. De toets gegevens worden geregistreerd in Esis, waarmee gemakkelijk analyses van de opbrengsten per groep en per leerjaar gemaakt kunnen worden. Twee keer per jaar worden de opbrengsten in het team besproken, waarmee wij ons onderwijs structureel evalueren. Beoordeling en verbeterpunten De ambities worden een 1 x per vier jaar beoordeeld door schoolleider en team m.b.v. de Quick Scan (WMK-po). De Quickscan m.b.t. Handelingsgericht werken op schoolniveau en die op groepsniveau is gemeten in februari 2012.

Uitkomsten Quickscan op schoolniveau Sterke punten  De school beschikt over een leerling volgsysteem  De school besteedt voldoende aandacht aan professionalisering  De onderwijszorg op de school is transparant De komende 4 jaar zullen de referentiekaders voor taal en rekenen geïntroduceerd worden. Uitkomsten Quickscan op groepsniveau Sterke punten  De leraren volgen de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen  De leraren analyseren en interpreteren de toets resultaten  Op school worden zorgbesprekingen (groepsbesprekingen) georganiseerd Mogelijke verbeterpunten   

Het groepsplan wordt zorgvuldig geëvalueerd De onderwijszorg op school is transparant De school pleegt systematische kwaliteitszorg mbt handelings werken

Opbrengsten (van het onderwijs) Ons onderwijs is geen vrijblijvende aangelegenheid. We streven zo hoog mogelijke opbrengsten na m.b.t. Taal, Rekenen en de sociaal-emotionele ontwikkeling. We achten het van belang, dat de leerlingen presteren naar hun mogelijkheden, en dat ze opbrengsten realiseren die leiden tot passend (en succesvol) vervolgonderwijs. Onze ambities zijn: 1. De leerlingen realiseren aan het eind van de basisschool de verwachte opbrengsten (op grond van hun kenmerken) m.n. Rekenen en Taal] 2. De leerlingen realiseren tussentijds de verwachte opbrengsten (op grond van hun kenmerken) [m.n. Rekenen en Taal] 3. De sociale vaardigheden van de leerlingen liggen op het niveau dat verwacht mag worden (op grond van hun kenmerken) 4. Leerlingen ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden 5. De leerlingen doorlopen de basisschool in acht jaar 6. De leerlingen krijgen de juiste adviezen voor vervolgonderwijs 7. De leerlingen presteren naar verwachting in het vervolgonderwijs


2012-2016

33

Voor een overzicht van de kengetallen (en de analyse daarvan) verwijzen we naar het registratiesysteem Esis. Hierin is opgenomen: a. b. c. d. e. f. g.

Overzicht scores eindtoetsen Overzicht kengetallen sociaal-emotionele ontwikkeling Overzicht tussentoetsen (kerntoetsen) Overzicht kengetallen m.b.t. leerlingen met een specifieke behoefte Overzicht kengetallen doorstroming Overzicht kengetallen adviezen VO Overzicht kengetallen functioneren VO

Het voortgezet onderwijs houdt ons op de hoogte van de resultaten van oud-leerlingen. Zo bewaken we of de plaatsing van onze leerlingen m.b.t. resultaten reëel zijn. Beoordeling en verbeterpunten De ambities worden een 1 x per vier jaar beoordeeld door schoolleider en team m.b.v. de Quick Scan (WMK-po). De Quickscan voor de Opbrengsten is gemeten in februari 2012. Sterke punten  De leerlingen doorlopen in beginsel de school binnen de verwachte periode van acht jaar  De adviezen van de leerlingen voor het vervolgonderwijs zijn in overeenstemming met de verwachting en op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie.  De resultaten van de leerling en voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde liggen op tussenmomenten tenminste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht De Quickscan m.b.t. opbrengsten Rekenen en Wiskunde laat het volgende resultaten zien. Sterke punten  Het leerstofaanbod wordt aangeboden tot en met groep 8  De leraren zorgen voor een duidelijke uitleg  De leraren bieden strategieën voordenken en leren aan Verbeterpunten  de leerlingen met specifieke onderwijsbehoefte ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden Hoofdstuk 4 Integraal personeelsbeleid Binnen Stichting Scala is het integraal personeelsbeleid vastgesteld dat zich richt op de ontwikkeling van medewerkers in de lijn van het strategisch beleid. Het personeelsbeleid van onze school is afgestemd op het IPB-beleid op bovenschools niveau. In het IPB-plan van Stichting Scala wordt beschreven hoe Stichting Scala het personeelsbestand kwantitatief en kwalitatief wil organiseren, hoe de huidige situatie is, en hoe wordt vormgegeven aan de functiemix. De consequenties van deze organisatorische doelen komen aan de orde bij de POP-ontwikkeling en in de gesprekscyclus van loopbaangesprek – functioneringsgesprek en beoordelingsgesprek. De functioneringsgesprekken worden gevoerd door de schoolleider. 4.1 De schoolleiding In het managementstatuut zijn de taken en bevoegdheden van de directeur beschreven. De directeur geeft leiding en sturing aan het onderwijs en de organisatie van de school, ontwikkelt het beleid van de school, verzorgt de uitvoering van het onderwijsproces en is belast met het personeelsmanagement.


2012-2016

34

Op de school zijn een directeur, meerdere typen leraren en ondersteunende personeelsleden werkzaam. De directeur legt verantwoording af aan de bestuurder. Werkzaamheden 1. Leiding en sturing onderwijs en organisatie van de school.  Organiseert het onderwijs en de leerlingenzorg op de school;  Bewaakt de kwaliteit van de werkzaamheden (kwaliteitszorg);  Bewaakt de doelstelling, identiteit en het gewenste pedagogisch-didactisch klimaat van de school;  Organiseert passende oplossingen voor (dreigende) problemen in de onderwijsuitvoering; Neemt deel aan school overstijgende overlegsituaties, gericht op afstemming van onderwijsen werkprocessen;  Onderhoudt de contacten met relevante scholen/instellingen gericht op afstemming van onderwijs en leerlingenzorg, o.a. in het samenwerkingsverband;  Onderhoudt de contacten met ouders/verzorgers van leerlingen van de school;  Voert het overleg met de medezeggenschapsraad. 2. Beleidsontwikkeling (school).  Vertaalt ontwikkelingen binnen de schoolorganisatie en de omgeving van de school (onderwijs,welzijn, jeugdzorg) naar beleidsvorming en uitvoeringsprogramma's voor de school;  Is verantwoordelijk voor het voorbereiden, ontwikkelen, implementeren en evalueren van het onderwijsbeleid binnen de school;  Realiseert multidisciplinaire beleidsprojecten;  Adviseert en informeert het bestuur of de algemeen directeur over de jaarlijkse en meerjarenplannen en programma's en legt beleidsvoorstellen voor aan de algemeen directeur of het bestuur. 3. Uitvoering onderwijsproces.  Draagt zorg voor de opstelling van de begroting en het jaarverslag van de school;  Draagt zorg voor de uitvoering van besluiten van het bestuur;  Beslist binnen vastgestelde kaders en afspraken over toelating en verwijdering van leerlingen;  Beslist op advies van specialisten over het doorverwijzen van leerlingen naar hulpinstanties en specialisten. 4. Personeelsmanagement.  Geeft leiding aan de medewerkers op de school;  Stimuleert en creëert mogelijkheden voor de ontwikkeling en begeleiding van medewerkers;  Voert functionerings- en beoordelingsgesprekken met de medewerkers;  Is verantwoordelijk voor de personele zorg en het personeelsbeheer op de school;  Is verantwoordelijk voor de werving en selectie van personeel voor de school;  Adviseert het bestuur of de algemeen directeur over personele vraagstukken op de school;  Levert een bijdrage aan de ontwikkeling van het personeelsbeleid van de organisatie. Kader, bevoegdheden & verantwoordelijkheden  Beslist bij/over: het organiseren van het onderwijs en de leerlingenzorg op de school, het vertalen van ontwikkelingen binnen de schoolorganisatie en de omgeving van de school (onderwijs, welzijn, jeugdzorg) naar beleidsvorming en uitvoeringsprogramma's voor de school, het opstellen van de begroting en het jaarverslag van de school, het leiding geven aan de medewerkers op de school.  Kader: de onderwijswet- en regelgeving, het voor de school beschikbare budget en de beleidskaders van het bestuur.


2012-2016

35



Verantwoording: aan het bestuur of de algemeen directeur over de leiding en sturing aan het onderwijs en de organisatie van de school, het ontwikkeld beleid van de school, de uitvoering van het onderwijsproces en het personeelsmanagement.

Kennis en vaardigheden  Brede theoretische kennis van (de ontwikkelingen in) het primair onderwijs;  Kennis van de organisatie van onderwijskundige en bedrijfsvoering processen;  Inzicht in het functioneren van de organisatie en de daarmee samenhangende besluitvormingscircuits;  Inzicht in vraagstukken en problemen die zich op andere terreinen in het onderwijs en de jeugdzorg afspelen;  Inzicht in samenhangen tussen het eigen werkterrein en de daarop van invloed zijnde werkprocessen;  Adviesvaardigheden;  Vaardig in het organiseren en begeleiden van werkprocessen;  Vaardig in het onderhouden van contacten en omgaan met conflictsituaties;  Vaardig in het aansturen van professionals. Contacten  Met ouders en medezeggenschap over te nemen of genomen beslissingen om relevante aangelegenheden met hen af te stemmen en/of hierover te onderhandelen;  Met vertegenwoordigers uit het lokale onderwijsveld (o.a. scholen/(scholings)instellingen) over politiek-onderwijskundige ontwikkelingen om af te stemmen en tot positiebepaling te komen;  Met vertegenwoordigers bij gemeenten over lokaal onderwijsbeleid om tot nadere afspraken te komen;  Met hulpinstanties/specialisten over problemen om tot oplossingen of oplossingsrichtingen voor leerlingen te komen. Onze ambities zijn: 1. Open en transparante communicatie gebruiken. 2. Coachend leiding geven 3. Schoolleider is een uitdager en inspirator voor de leerkrachten 4. Draagvlak creëren voor onderwijskundige vernieuwingen Beoordeling en verbeterpunten (zie hoofdstuk 7) De ambities worden 1 x per vier jaar beoordeeld door het team middels de Quick Scan van WMKpo. De laatste keer is de Quickscan afgenomen in februari 2012 en hieruit kwamen de volgende punten naar voren: Sterke punt en  De schoolleiding wordt door de teamleden geaccepteerd  De schoolleiding geeft team leden voldoende ruimte  De schoolleiding accepteert teamleden zo als ze zijn


2012-2016

36

4.2 Beroepshouding – professionele cultuur Het is voor de kwaliteit van de school van belang, dat de werknemers niet alleen beschikken over lesgevende capaciteiten. Op onze school wordt veel waarde gehecht aan de professionele instelling van de werknemers, aan een juiste beroepshouding. Daarbij gaat het om de volgende ambities: 1. Handelen overeenkomstig de missie en de visie van de school 2. Zich collegiaal opstellen 3. Zich medeverantwoordelijk voelen voor de school, de leerlingen en elkaar 4. Met anderen kunnen en willen samenwerken 5. Hun werk met anderen bespreken 6. Zich adequaat voorbereiden op vergaderingen en bijeenkomsten 7. Genomen besluiten loyaal uitvoeren 8. Zichzelf en het klaslokaal openstellen voor anderen 9. Aanspreekbaar zijn op resultaten en op het nakomen van afspraken 10. Gemotiveerd zijn om zichzelf te ontwikkelen 11. Anderen kunnen en willen begeleiden of helpen 12. Beschikken over reflectieve vaardigheden 13. Planmatig werken 14. Bereid zijn om een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van de school Beoordeling en verbeterpunten (zie hoofdstuk 7) De ambities worden 1 x per vier jaar beoordeeld door de schoolleider en het team middels de Quick Scan van WMK-po. De beroepshouding is voor het laatst in kaart gebracht in februari 2012. Hieruit kwamen de volgende punten naar voren: Sterke punten Leraren werken met anderen samen Leraren stellen zich collegiaal op Leraren voelen zich (mede)verantwoordelijk voor de school als geheel Verbeterpunten 

De leraren voeren genomen besluiten loyaal uit

De beleidsmedewerker P&O werkt op dit moment aan een Handboek Personeel waarin het Functiebouwwerk en de Gesprekkencyclus (functionering/beoordelingsgesprekken) opgenomen worden. Dit handboek is leidend voor het personeelsbeleid op de Johannes Paulusschool. Hierin staan de instrumenten die gebruikt worden m.b.t. personeelsbeleid. Er zijn door Scala medewerkerbijeenkomsten georganiseerd waarin de gesprekkencyclus toegelicht is. Voor meer informatie verwijzen wij naar het Handboek Personeel (zodra dit klaar is op Scalaniveau) 4.3 Instrumenten voor personeelsbeleid Stichting Scala hanteert diverse instrumenten voor haar (integraal) personeelsbeleid. We zetten deze instrumenten in om de leraren te ontwikkelen (in de gewenste richting). De kernvraag bij ons personeelsbeleid is: hoe zorgen we ervoor, dat de leraren (medewerkers) de geformuleerde ambities steeds beter gaan beheersen. 4.3.1 Klassenbezoek Stichting Scala beschikt over een gesprekkencyclus waarin uitleg gegeven wordt over het klassenbezoek. De schoolleider legt jaarlijks bij elke medewerker een klassenbezoek af. Bij het klassenbezoek worden –in overleg- criteria die afkomstig zijn van de competentieset geobserveerd. Daarnaast


2012-2016

37

wordt bekeken of de leraar op een correcte wijze uitvoering geeft aan de gemaakte persoonlijke ontwikkelplannen. Na afloop van het klassenbezoek volgt een gesprek. 4.3.2 Persoonlijke Ontwikkelplannen (POP) Iedere werknemer stelt jaarlijks een POP op. De inhoud van het POP is gebaseerd op onze competentieset. Een werknemer scoort zichzelf op de competenties, voert een doelstellingengesprek en vult daarna het POP in. De uitvoer van het POP wordt geobserveerd tijdens de klassenbezoeken en de voortgang komt aan de orde bij het functioneringsgesprek. In het beoordelingsgesprek wordt een oordeel gegeven over de realisatie van de opgestelde POP’s. 4.3.3 Het bekwaamheidsdossier Alle werknemers beschikken over een bekwaamheidsdossier. Deze dossiers worden door de medewerkers bewaard. In dit dossier bevinden zich: - De competentieset - De gescoorde competentielijstjes en actieplannen - De persoonlijke ontwikkelplannen - De gespreksverslagen 4.3.4 De gesprekkencyclus: Het functioneringsgesprek Stichting Scala beschikt over een Gesprekkencyclus waarin uitleg gegeven wordt over het Functioneringsgesprek. 4.3.5 De gesprekkencyclus: Het beoordelingsgesprek Stichting Scala beschikt over een Gesprekkencyclus waarin uitleg gegeven wordt over het beoordelingsgesprek. 4.3.6 Introductie en begeleiding nieuwe leerkrachten Nieuwe leraren krijgen een mentor (een meer ervaren collega). Deze mentor begeleidt de nieuwe leerkracht en zorgt ervoor dat de nieuwe collega bekend is met het protocol ‘Nieuwe leerkrachten’ van de Johannes Paulusschool. Daarmee wordt de nieuwe collega op de hoogte gesteld van de missie, de visies en de ambities van de school. Nieuwe leraren ontwikkelen een POP dat zich richt op het leren beheersen van de criteria genoemd in het protocol. 4.3.7 Taakbeleid Op onze school krijgen alle leerkrachten elk schooljaar taken toebedeeld. De taken zijn onderverdeeld in lesgevende taken, groepstaken en deskundigheidsbevordering. Elk jaar wordt er bekeken of de taken voor het beheer van de school, werkgroepen en sport en spelactiviteiten goed verdeeld zijn over de verschillende leerkrachten. Daarbij wordt uitgegaan van wensen en sterke kanten van de personeelsleden. Tenslotte worden er jaarlijks afspraken gemaakt over deskundigheidsbevordering. 4.3.8 Beleid m.b.t. stagiaires Voor de aanwas van nieuwe leerkrachten vinden wij het belangrijk een bijdrage te leveren in de ontwikkeling van aankomende leerkrachten, daarom bieden wij stagiaires van de PABO en SPW de gelegenheid om ervaring op te doen. De Johannes Paulusschool is geen opleidingsschool. Jaarlijks wordt binnen het team geïnventariseerd welke leerkracht een stagiaire of LIO-er in de klas wil begeleiden. Het aantal plaatsingsmogelijkheden wordt doorgegeven aan de basisschoolcoach van Scala. Mogelijke stagiaires worden uitgenodigd voor een gesprek met de schoolleider en de betreffende leerkracht. Als na het gesprek alle partijen positief zijn worden nadere afspraken gemaakt. Voor de beoordeling van stagiaires maken wij gebruik van de beoordelingscriteria van de opleiding, met inachtneming van ons eigen competentieprofiel. Voorafgaand aan de stage dient een stagiaire een geldige VOG aan te leveren bij de Schoolleider 4.3.9 Deskundigheidsbevordering (scholing – professionalisering) Scholing komt aan de orde bij de functioneringsgesprekken. Medewerkers kunnen voor persoonlijke scholing opteren, die in relatie staat tot de organisatorische doelen en de competentieset. Dit komt terug in het opgestelde persoonlijk ontwikkelplan.


2012-2016

38

Daarnaast organiseert en faciliteert de schoolleider teamgerichte scholing. Ook deze scholing richt zich op het versterken van de missie, de visie en de afspraken (doelen) van de school. In de regel volgt het team twee keer per jaar teamgerichte scholing. Iedereen is daarbij aanwezig. De scholing wordt verwerkt in de normjaartaak onder deskundigheidsbevordering. Stichting Scala heeft een eigen academie waar veel van de scholing verzorgd wordt Gevolgde scholing 2012-2013 Thema Niet harder maar slimmer werken Bedrijfshulpverlening Rapportgenerator Esis Groepsplannen Opbrengstgericht werken PMM Aanbod Scala academie ICT software (a.d.h.v. ICT-beleidsplan) Coöperatief leren Schoolpakket scholing

Organisatie Leeuwendaal Scala-academie Scala-academie Intern Intern Werkgroep PMM Scala Intern en mogelijk extern

Aantal medewerkers 15 6 15 15 15 2 Individuele inschrijving 15

Intern Ambrasoft

15 15

4.3.10 Collegiale consultatie Collegiale consultatie is een vorm van collegiale advisering en probleemoplossing, waarbij leerkrachten per bouw elkaar ondersteunen bij het reflecteren op werkervaringen, het beantwoorden van werkvragen en het bespreken van werkproblemen. Het geven van feedback op elkaars gedrag in de werksituatie en het geven van advies aan elkaar staat centraal. Zo ondersteunen medewerkers elkaar om de werksituatie en het eigen functioneren daarin te verbeteren. Collegiale consultatie vindt (op verzoek) plaats tijdens bouwvergaderingen. Tijdens het Coördinatoren-overleg bespreken de Bouwcoördinatoren met de schoolleider situaties en hulpvragen vanuit de Bouwen. Hierbij staat feedback geven centraal. Tijdens de lessen Coöperatief Leren worden filmopnames gemaakt. Deze opnames worden besproken met de leerkracht en Coöp-coach. Tijdens Teamvergadering worden de opnames door het team bekeken en geeft men feedback op de Coöp- lessen van de betreffende leerkracht. Bij iedere leerkracht wordt jaarlijks minimaal 1 opname gemaakt, besproken met Coöp-coach en Team. 4.3.11Teambuilding Op onze school hebben we aandacht voor teambuilding. Teambuilding is een manier van werken. We zien de noodzaak om gezamenlijk het functioneren als team kritisch onder de loep te nemen en voortdurend te werken aan de effectiviteit en prestaties van het team als geheel. Een vorm van teambuilding zijn teamuitstapjes die gericht zijn op het verbeteren van de onderlinge sfeer. Daarnaast komt teambuilding ook terug in het gezamenlijk formuleren van doelstellingen, het maken (en realiseren!) van planningen en het vaststellen van prestatienormen. Onderlinge verhoudingen kenmerken zich door oog en oor voor elkaar: respect en waardering voor elkaars talenten en inbreng. We streven naar: - een gemeenschappelijk doel - betrokkenheid van teamleden bij het doel én bij elkaar - duidelijke verdeling van rollen en verantwoordelijkheden - heldere werkafspraken, procedures en afspraken - onderling vertrouwen, waardering en respect 4.3.12 Verzuimbeleid Een zieke werknemer meldt zich ziek bij de schoolleider. Deze regelt via het bestuursbureau de vervanging. De werknemer meldt zich ook beter bij de schoolleider. Bij langduriger verzuim kan


2012-2016

39

een werknemer opgeroepen bij de bedrijfsarts. Bij kort veelvuldig verzuim wordt een verzuimgesprek gehouden door de schoolleider. Bij vermoeden van oneigenlijk verzuim kan de bedrijfsarts worden ingeschakeld, in overleg met de beleidsmedewerker P&O. Langdurig verzuim wordt afgehandeld conform de Wet Poortwachter. De re-integratie voor wat betreft het functioneren op school valt onder de verantwoordelijkheid van de schoolleider. Beoordeling en verbeterpunten Personeelsbeleid (zie hoofdstuk 7) De beoordeling vindt 1 x per vier jaar plaats door schoolleider en leraren, middels de Quick scan van WMK-po. Deze Quick scan is voor het laatst afgenomen in februari 2012. Hieruit kwamen de volgende uit: Sterke punt en  De schoolleiding ontwikkelt zich aan de hand van persoonlijke ontwikkelplannen  De school beschikt over beleid voor de introductie en begeleiding van nieuw personeel  De school beschikt over taakbeleid    

Mogelijke verbeterpunten De school beschikt over beloningsbeleid De leraren ontwikkelen zich aan de hand van persoonlijke ontwikkelplannen De school beschikt over beleid voor functiedifferentiatie


2012-2016

40

Hoofdstuk 5 Organisatie en beleid 5.1. Organisatiestructuur en – cultuur Onze school is een van de 16 scholen van Stichting Scala. De schoolleider geeft –onder eindverantwoordelijkheid van de directeur bestuurder van de stichting- leiding aan de school. De schoolleider is verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken en het (uitvoeren van het) onderwijskundig beleid. De schoolleider wordt bijgestaan door een Interne Zorgadviseur. De school heeft de beschikking over een ouderraad en een MR. Op Stichtingsniveau is er een GMR. De Johannes Paulus School streeft ernaar de school te ontwikkelen tot een lerende organisatie, tot een school die gekenmerkt wordt door een professionele schoolcultuur. Er worden diverse teambijeenkomsten gepland waarbij structureel onderwijsinhoudelijke onderwerpen worden geagendeerd. Daarnaast worden er jaarlijks studiedagen voor het gehele team ingeroosterd. De inhoud van de studiedagen is gerelateerd aan de verbeterplannen waaraan de school op dat moment werkt. In het kader van deskundigheidsbevordering staat professionalisering van de leraren centraal, om te komen tot verbetering van de kwaliteit van ons onderwijs. Mede in dit verband legt de schoolleider klassenbezoeken af en worden er nagesprekken gevoerd. Daarnaast zoekt de schoolleider naar momenten van collegiale consultatie, waarbij het leren van en met elkaar centraal staat. 5.2. Structuur Werkwijze De school gaat uit van een leerstofjaarklassensysteem. We proberen in de groepen zo weinig mogelijk met leerlingen te schuiven, teneinde de veiligheid in de groep te waarborgen. In sommige situaties kan de indeling gewijzigd op basis van onderwijsbehoeften van de leerlingen. De leerkrachten van de groepen 5 t/m 8 geven op de middagen les aan alle vier de groepen, zodat optimaal gebruik gemaakt wordt van de talenten van de leerkrachten. De groepen wisselen steeds van lokaal als zij naar de volgende les gaan. De thema’s waarbinnen gewerkt wordt ‘leven’ bij de kinderen. Kinderen worden ook actief betrokken bij de lessen en krijgen volop mogelijkheden om eigen inbreng te hebben. Ook wordt gestreefd naar betrokkenheid van ouders. Om de voortgang van de kinderen goed te kunnen volgen is hier een registratie/beoordelingssysteem voor ontwikkeld. Om optimale begeleiding te bieden is er op de Johannes Paulus School 1 onderwijsassistent werkzaam, die les ondersteunende activiteiten verricht, waar nodig. Ook worden ouders ingezet om ondersteunende activiteiten te verrichten in de klas en bij activiteiten buiten die plaatsvinden buiten de school. 5.3. Schoolklimaat Wij vinden het belangrijk, dat de school een veilige en verzorgde omgeving is voor de leerlingen en de medewerkers. Een omgeving waarin leerkrachten, ouders en kinderen met respect met elkaar omgaan, waarin iedereen zich geaccepteerd voelt en waar het plezierig samenwerken is. De school probeert ouders te betrekken bij wat op school gebeurt. We proberen ouders optimaal te informeren. Onze ambities zijn: 1. De school ziet er verzorgd uit 2. De school is een veilige school 3. Leraren (onderling) en leerlingen (onderling) gaan respectvol met elkaar om 4. Ouders ontvangen 1 x per 2 maanden een nieuwsbrief via de mail (Ditjes&Datjes) 5. De ouders ontvangen1 x per 2 maanden informatie via de website van de school 6. De school organiseert jaarlijks een ouderavond (thema-avond) 7. Ouders worden betrokken bij het evalueren van ingezette veranderplannen 8. Ouders kunnen participeren bij diverse activiteiten 9. Ouders kunnen terecht voor vragen en opmerkingen bij de leraren en schoolleiding 10. Ouders worden mondeling/schriftelijk geïnformeerd bij bijzonderheden over hun kind.


2012-2016

41

Beoordeling en verbeterpunten (zie hoofdstuk 7) De ambities worden een 1 x per vier jaar beoordeeld door schoolleider en team. De Quick Scan over het schoolklimaat is voor het laatst afgenomen in februari2012 onder de leerkrachten met het volgende resultaat Sterke punten  Het personeel voelt zich betrokken bij de school  De leerlingen en het personeel voelen zich aantoonbaar veilig op school  De leerling en tonen zich betrokken bij de school Verbeterpunt:  De ouders/verzorgers tonen zich betrokken bij de door de school georganiseerde activiteiten die de school daartoe organiseert 5.4 Sociale Veiligheid De school waarborgt de sociale veiligheid van leerlingen en leerkrachten. Daartoe is allereerst vastgesteld welke (ernstige) incidenten de school onderscheidt. Dit zijn: - fysiek geweld - intimidatie en/of bedreiging, ook als dit gebeurt via msn, sms, e-mail of Internet - pesten, treiteren en/of chantage - seksueel misbruik - seksuele intimidatie - discriminatie of racisme - vernieling - diefstal Ongevallen worden geregistreerd door de leerkrachten. Een incident wordt geregistreerd als de leraar inschat dat het werkelijk een incident is, of na een officiële klacht. De schoolleider analyseert jaarlijks de gegevens die aangeleverd worden en stelt waar nodig verbeterpunten vast. Om incidenten te voorkomen, werkt onze school met eenduidige school- en klassenregels. In alle groepen wordt preventief gewerkt volgens de methodiek “Kleur”. Er wordt aandacht besteed aan de omgang met elkaar en het vormen van goed burgerschap. De sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen wordt twee keer per jaar in kaart gebracht met SCOL. De uitslagen worden door de leraren besproken met de Zorgadviseur en op basis van de resultaten worden handelingsplannen opgesteld (IHP of GHP). Incidenten worden in eerste instantie afgehandeld door de leerkracht, maar de schoolleider en zorgadviseur worden op de hoogte gehouden van de stand van zaken. Als zaken niet opgelost kunnen worden, wordt de schoolleider betrokken bij de afhandeling. Wanneer dit nodig is, worden ook ouders betrokken bij of geïnformeerd over de aanpak van incidenten. In bepaalde situaties kan een leerling (of de thuissituatie) van een leerling besproken in het Zorg Advies Team. Hiervoor wordt vooraf toestemming gevraagd aan de ouders. Indien noodzakelijk wordt er na berichtgeving aan de ouders, een melding gemaakt in Zorg voor Jeugd. Dit om de zorg te delen en passende zorg voor de leerling te kunnen bieden. Onze school beschikt over een (interne en externe) vertrouwenspersoon, maar er is geen specifieke veiligheidscoördinator aanwezig. In de schoolgids worden ouders geïnformeerd over aspecten van sociale veiligheid. Om te controleren of leerlingen en leraren zich echt sociaal veilig voelen, bevraagt de school leerlingen, ouders en leraren 1 x per twee jaar m.b.t. het aspect Sociale Veiligheid. Daarvoor worden de vragenlijsten Sociale veiligheid 2009 (WMK-PO) gebruikt.


2012-2016

42

Onze ambities m.b.t. Sociale Veiligheid: 1. De school heeft een Sociaal Veiligheidsplan 2. De school voert een incidentenregistratie 3. De school voert een ongevallenregistratie Beoordeling en verbeterpunten (zie hoofdstuk 7) De school neemt 2 x per vier jaar vragenlijsten. De vragenlijst sociale veiligheid die wordt ingevuld door leerkrachten, ouders en leerlingen. De vragenlijst sociale veiligheid wordt voor de eerste keer ingevuld in 2013. In algemene zin blijken ouders, leerlingen en leerkrachten heel tevreden m.b.t. de sociale veiligheid. In het tevredenheidsonderzoek van mei 2011 onder ouders komen de volgende punten naar voren: Sterke punten:  De school treedt goed op als er problemen zijn tussen leerlingen Verbeterpunten:  De school helpt leerlingen die worden gepest;  We oefenen in de klas hoe je met elkaar omgaat;  De leraar en de leerlingen zorgen er samen voor, dat iedereen zich aan de regels houdt;  De school neemt contact op met ouders als het kind een probleem heeft. In het tevredenheidsonderzoek van mei 2011 onder de leerkrachten komen er geen verbeterpunten naar voren. De school scoort goed tot uitmuntend. Er is besloten om gedurende schooljaar 2012-2013 het onderwerp ‘Hoe om te gaan met Pestgedrag’ op te pakken. 5.4.1 Arbobeleid Onze school houdt een registratie bij voor het melden van een ongeval en de oorzaak daarvan. Op die manier kunnen we tekortkomingen aan het gebouw en/of materialen in kaart brengen en acties uitzetten. Voor de speeltoestellen is een logboek aanwezig voor het bijhouden van onderhoud en het melden van eventuele ongevallen. De brandweer heeft een gebruiksvergunning afgegeven en (daarmee) via de vergunning de school brandveilig verklaard. Op de school is een Calamiteiten & Ontruimingsplan aanwezig. Voor het Arbobeleid verwijzen wij naar het ARBO-beleidsplan van Stichting Scala 5.5 Communicatie 5.5.1 Interne Communicatie Op onze school vinden we de interne communicatie van groot belang. Het gaat erom betrokkenheid te creëren van de medewerkers op het werk en op het schoolgebeuren om op die manier de kwaliteit van de school te optimaliseren. Daarom zorgt de schoolleiding voor een heldere vergaderstructuur en worden er effectieve hulpmiddelen gebruikt. Onze ambities zijn: 1. We werken met een vergadercyclus van 6 weken: o teamvergadering o bouwvergadering o zorgvergadering o werkgroepen 2. De OR vergadert 1 x per 6-8 weken 3. De MR vergadert 1 x 6-8 weken


2012-2016

43

4. We gebruiken effectieve middelen voor de communicatie: postvakken, memo bord, website, E-mail en de Ditjes &Datjes (Nieuwsbrief voor ouders) Qua communicatiegedrag vinden we het volgende belangrijk: 1. 2. 3. 4. 5.

Zaken worden op de juiste plaats besproken Vergaderingen worden goed voorbereid Op vergaderingen is sprake van actieve deelname In beginsel spreekt iedereen namens zichzelf We geven elkaar respectvolle feedback en accepteren ook feedback van anderen

Beoordeling en verbeterpunten (zie hoofdstuk 7) De ambities worden een 1 x per vier jaar beoordeeld door schoolleider en team. De interne communicatie is voor het laatst gemeten met de Quick Scan in februari 2012. Sterke punten  Het overleg tussen de school en de ouderraad is gericht op organisatorische (huishoudelijke) zaken  De school hanteert hulpmiddelen ter ondersteuning van de interne communicatie De communicatie met externe instanties Onze school hecht grote waarde aan een goede samenwerking met instanties in de wijk en in de regio. Onze school onderhoudt daarom structurele contacten met externe instanties. Hierdoor halen we expertise binnen, waardoor we adequaat samen kunnen werken aan de opvoeding en de ontwikkeling van de kinderen. We dragen daarvoor –als school, ouders en omgeving- een gezamenlijke verantwoordelijkheid. De externe instanties waarmee we een relatie onderhouden zorgen voor advies, hulp en ondersteuning en dit komt de kwaliteit van het onderwijs en de school als organisatie ten goede. Daarom onderhoudt onze school systematische en gereguleerde contacten met: 1. Voorschoolse voorzieningen: Peuterspeelzaal Heusden en Mikz 2. Coördinatoren en medewerkers Tussen schoolse Opvang 3. Pabo Den Bosch en ROC (contacten lopen via basisschoolcoach) 4. Regionale Expertise Centra 5. Zorg Advies Team Heusden Juvans ((school) maatschappelijk werk), Politie (Wijkagent), jeugdwelzijnswerk, GGD (jeugdarts, sociaal verpleegkundige, Kinderopvang (Pedagogisch Manager), BJZ (Casemanagers; gezinsvoogden) 6. Bibliotheek Heusden 7. Parochie Heusden m.b.t. Eerste Heilig Communie en Vormsel 8. Scholen voor Voortgezet Onderwijs 9. District Catecheet 10. Logopedisten 11. Fysiotherapeuten 12. Zorginstanties/Psychologenpraktijken Beoordeling en verbeterpunten (zie hoofdstuk 7) De communicatie met externe contacten wordt 1 x per vier jaar beoordeeld door schoolleider en team d.m.v. de Quick Scan van WMK-po. De Quick Scan externe instanties is voor het laatst afgenomen in februari 2012. Hieruit kwamen de volgende verbeterpunten: Mogelijke verbeterpunten  De school onderhoud functionele contacten met begeleidingsdiensten, hogescholen (opleidingen voor leraren) en pedagogische centra


2012-2016

44

De communicatie met ouders De school ziet ouders als partners in de ontwikkeling en opvoeding van de kinderen. Goede contacten met ouders vinden wij dan ook van groot belang. Voor de leraren zijn de bevindingen van de ouders essentieel om het kind goed te kunnen begeleiden. En voor de ouders is het van belang dat zij goed geïnformeerd worden over de ontwikkeling van hun kind. Onze ambities zijn:  Ouders worden betrokken bij schoolactiviteiten  Leraren stellen zich op de hoogte van de opvattingen en verwachtingen van de ouders  Ouders ontvangen informatie over de actuele gang van zaken  Ouders worden betrokken bij (extra) zorg  Ouders (en hun kinderen) worden adequaat voorbereid op het vervolgonderwijs  Ouders worden adequaat op de hoogte gesteld van de ontwikkeling van hun kind  Leraren stimuleren ouders tot onderwijsondersteunend gedrag in de thuissituatie Beoordeling en verbeterpunten (zie hoofdstuk 7.9) 1 x per vier jaar door schoolleider en leraren met behulp van de Quick Scan van WMK-po en 1 x per jaar met de ouders. Het laatste onderzoek met ouders heeft plaatsgevonden in mei 2011. De respons was echter te klein om hier conclusies aan te verbinden. Daarom is besloten het onderzoek nogmaals af te nemen in mei 2013. De verbeterpunten vanuit het team waren de volgende: Sterke punten  De school informeert ouders op een functionele wijze (schoolgids) over de kenmerken van de  school  De school informeert ouders regelmatig over de actuele gang van zaken op school Mogelijke verbeterpunten  De school stelt zich op de hoogte van de opvattingen en de verwachtingen van ouders over het onderwijs en houdt daar rekening mee 5.5.3 Begeleiding naar VO-scholen De leerlingen van groep 8 nemen deel aan de CITO eindtoets. De CITO eindtoets is een belangrijk instrument bij de keuze van vervolgonderwijs. Het is van belang, dat de juiste keuze wordt gemaakt, opdat het kind op die school terechtkomt, waar optimaal gepresteerd kan worden, waar het zich gelukkig en thuis voelt en waar het einddiploma kan worden behaald. De hele voortgang met betrekking tot de uitstroom is vastgelegd in een digitaal stappenplan POVO. In het eerste jaar voortgezet onderwijs worden de resultaten van de leerlingen aan de basisschool gerapporteerd. Ieder schooljaar ontvangen de ouders een stappenplan vanuit de Johannes Paulusschool waarin alle informatie beschreven staat m.b.t. VO. 5.5.4 Uitstroom naar Praktijkgericht Onderwijs/ Leerweg ondersteunend onderwijs Het kan zijn dat uit de schoolgegevens blijkt dat extra zorg in het voortgezet onderwijs nodig is. Bijvoorbeeld door grote leerachterstanden, of doordat de school zich zorgen maakt over de ontwikkeling. Deze leerlingen nemen deel aan de gemeenschappelijke testen van het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs. Ouders geven hiervoor schriftelijk toestemming. Afname en verwerking gebeuren door WSNS en het Zorgloket van het voortgezet onderwijs samen. Na de tests krijgt de school de uitslag en wordt het resultaat met de ouders besproken. Het schooladvies volgt daarna. De ouders ontvangen een schriftelijk overzicht van de behaalde resultaten. De gegevens worden vertrouwelijk en zorgvuldig behandeld en gaan pas naar de gekozen school nadat de leerling daar is aangemeld. Hierna wordt met deze gegevens een beschikking aangevraagd door de school voor voortgezet onderwijs. Deze beschikking is noodzakelijk om in aanmerking te komen voor Leerwegondersteunend onderwijs (LWOO) en voor het Praktijkonderwijs (PRO).Afhankelijk van het advies bepaalt de basisschool in overleg met de ouders of CITO-deelname wenselijk is.


2012-2016

45

Elk jaar wordt de uitstroom van onze leerling kenbaar gemaakt op onze site. Voor- en vroegschoolse Stichting Scala heef een bovenschools VVE beleid. We werken nauw samen met de peuterspeelzalen en kinderdagverblijven in de buurt. De samenwerking bestaat uit een regelmatig overleg over het onderwijsaanbod (i.v.m. doorgaande lijnen), het educatief handelen en de zorg en begeleiding. Onze school (vroegschool: groep 1 en 2) maakt gebruik van de onderwijsmethode Kleuterplein die aansluit op de methode Peuterplein die op de peuterspeelzalen gebruikt wordt. We onderhouden een zeer goede relatie met de peuterspeelzalen (voorscholen) en er is in alle gevallen van plaatsing op de basisschool sprake van een warme overdracht. Onze ambities voor wat betreft de relatie voorschool/vroegschool zijn: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.

We beschikken over gezamenlijk (gericht) ouderbeleid We beschikken over doorgaande leerlijnen qua aanbod (wat) Het educatief handelen is op elkaar afgestemd (hoe) De zorg en begeleiding is op elkaar afgestemd De kwaliteitszorg richt zich (ook) op VVE Er is in alle gevallen sprake van een warme overdracht De opbrengsten zijn van voldoende niveau

Voor meer informatie verwijzen wij naar het beleidsplan VVE van Stichting Scala en het Plan van Aanpak cluster 3 Heusden 5.5 Buitenschoolse opvang en Tussenschoolse opvang De buitenschoolse opvang voor onze school wordt voornamelijk verzorgd Mikz. Informatie over Mikz is terug te vinden op onze site. De samenwerking tussen school en Mikz bestaat uit een structureel overleg waarin verbeterpunten besproken worden. De Tussenschoolse Opvang wordt verzorgd door de Overblijfcommissie. Deze commissie is ondergebracht in de Oudervereniging van de Johannes Paulusschool. Voor meer informatie verwijzen wij naar de statuten en reglementen van de Oudervereniging.


2012-2016

46

Hoofdstuk 6 6.1

Financieel beleid

Lumpsum financiering – ondersteuning

Met de invoering van lumpsum is er meer beleidsvrijheid en beleidsverantwoordelijkheid naar de schoolbesturen gekomen. Stichting Scala heeft daar sinds 2006 slechts beperkt gebruik van gemaakt. In de reorganisatie, die in 2010 is ingezet met het doel centralisatie, is meer gebruik gemaakt van de beleidsvrijheid. Dit heeft er onder andere toe geleid dat de samenwerking met het administratiekantoor Dyade is opgezegd. Met de uitbreiding /inrichting van het bestuursbureau is in januari 2011 gestart om de gehele personele en financiële administratie zelf te gaan verzorgen. Met bureau MERCES zijn afspraken gemaakt over de levering van de benodigde applicaties en de ondersteuning daarop. De ruimte tot eigen beleid is daarmee gemaximaliseerd, maar goede implementatie heeft nog zeker meer aandacht nodig. Met de invulling van good governance door de benoeming van een directeur/bestuurder en de inrichting van een Raad van Toezicht is wederom een belangrijke stap gezet om meer en meer eigen beleid te formuleren. Plannen, procedures, budgetten en routines moeten nog verder worden uitgelijnd. De inrichting van het bestuursbureau heeft al enkele aanpassingen ondergaan om het verder uitlijnen mogelijk te maken. Voor de stichting is er een heldere meerjarenbegroting (goedgekeurd door GMR en RvT) en zijn afspraken gemaakt om voor 2013 elke school van een schoolse begroting te voorzien. In de reorganisatie 2010-2011 zijn schoolleiders nagenoeg volledig ontlast van de portefeuille financiën. Met het invoeren van de schoolse deelbegrotingen in 2013 wordt schoolleiders meer inzicht verschaft en worden zij meer verantwoordelijk gemaakt voor de financiën van hun school. Wat niet wegneemt dat er duidelijke bovenschoolse sturing blijft m.b.t. de financiën.      

6.2

Allerlei investeringen/bestellingen behoeven instemming vanuit bestuursbureau Maandelijks wordt van elke school de kas opgemaakt en in de centrale administratie verwerkt. Alle kasstromen verlopen via één centrale Scala-bankrekening Alle facturen worden aan het bestuursbureau gericht, de scholen zijn de afleveradressen Schoolleiders paraferen de facturen voor akkoord alvorens ze op het bestuursbureau verwerkt worden Contracten voor diensten worden alleen via en met instemming van het bestuursbureau aangegaan. Aanbesteden en centrale inkoop zijn thema’s, waarop nog beleid gemaakt moet worden. Er zijn al wat voorzichtige stappen gezet om tot beleid te komen, de inkoop te professionaliseren en er is ervaring met het aanbesteden van de schoonmaak. Huisvesting

Voor de huisvesting van alle scholen is een MOP (Meerjaren OnderhoudsPlan) opgesteld door een extern ingenieursbureau. Alle huisvestingszaken voor rekening van Scala, maar ook voor rekening van de gemeente lopen via het bestuursbureau. In overleg met de gemeente wordt gewerkt aan een volledige overdracht van alle schoolgebouwen aan Scala. De stichting krijgt dan de mogelijkheid om ruimte in de school te verhuren aan externe partijen (met name kinderopvang, vso/bso, psz). Voor allerlei dagelijks onderhoud kent Scala een eigen servicedienst. Door deze dienst worden ook allerlei verplichte reguliere controles geregeld/ uitgevoerd en logboeken worden bijgehouden. Voor arbobeleid hebben de scholen hun eigen specifieke plan van aanpak, maar is er nauwe samenwerking met het bestuursbureau.


2012-2016

47

6.3

Externe geldstromen

Van de overheid (het rijk) ontvangt stichting Scala: 1. Personele vergoeding op basis van de gegevens van de teldatum (beschikbaar voor het schooljaar na de desbetreffende teldatum); 2. Materiële vergoeding op basis van de gegevens van de teldatum (beschikbaar voor het kalenderjaar daarna) 3. Budget voor personeels- en arbeidsmarktbeleid (beschikbaar voor het schooljaar na de desbetreffende teldatum); 4. Zorgmiddelen voor het samenwerkingsverband, welke voor een belangrijk deel bij de scholen terecht komen. Ook in het nieuwe samenwerkingsverband Passend Onderwijs zullen gelden voor de invulling van de zorg op school naar de scholen worden doorgezet. 5. Een vergoeding voor de opvang van leerlingen met een rugzakje, de Leerling Gebonden Financiering. 6. Projectsubsidies, bijvoorbeeld voor cultuur. Van de lokale overheid ontvangt stichting Scala Projectsubsidies voor o.a.:    

NME Schoolmaatschappelijk werk VVE BVL

Overig subsidies:     6.4

Bij het vervangingsfonds worden de kosten wegens ziekte of rechtspositioneel verlof gedeclareerd. Van de gemeente ontvangen we een vergoeding voor een aantal gymzalen Diverse Scala-gymzalen worden verhuurd aan verenigingen Ook de verhuur van leslokalen zal inkomsten gaan opleveren Interne geldstromen

Nagenoeg elke school kent een ouderraad/vereniging, die een zelfstandig rechtspersoon is. Deze vereniging vraagt de ouders een jaarlijkse vrijwillige bijdrage. De bijdrage is per school verschillend. Hiervan worden door de ouderraad/vereniging diverse activiteiten georganiseerd. De details, die school specifiek zijn, zijn terug te vinden in de schoolgids van elke individuele school. Naast de jaarlijkse bijdrage kan het zijn dat de school een aparte bijdrage vraagt voor bijv. een schoolkamp, of een schoolreis. De ouderraad van de Johannes Paulusschool vraagt de ouders een vrijwillige bijdrage. De bijdrage is per kind € 45.00. Hiervan worden door de ouderraad diverse activiteiten georganiseerd (zie Schoolgids). Jaarlijks legt de ouderraad/vereniging financiële verantwoording af middels een jaarrekening en begroting. Hierdoor wordt elk jaar ook de penningmeester en het bestuur van de vereniging gedechargeerd. De financiën van ouderraad/oudervereniging maken geen deel uit van de Scala-financiën.


2012-2016

48

6.5

Overblijfregeling

Elke school heeft de opdracht om de Tussenschoolse Opvang (het overblijven) te regelen. Elke school kent daarin een eigen specifieke invulling. Scala streeft er naar om dit zo veel mogelijk door derden te laten verzorgen, bijv. door het onder te brengen bij de oudervereniging, of door er een aparte stichting voor in het leven te roepen. Voor de details van elke school verwijzen we naar onze Schoolgids. De financiën van het overblijven maken geen deel uit van de Scala-financiën. Ook de Johannes Paulus School kent een overblijfregeling. Het overblijven vindt op school plaats. Leerlingen die tussen de middag willen overblijven, moeten hiervoor een vastgesteld bedrag betalen. Het geld wordt beheerd door de Overblijfcommissie. Van het geld krijgen de overblijfouders een kleine vergoeding, gerelateerd aan de vrijwilligersvergoeding. 6.6

Sponsoring

Stichting SCALA heeft nog geen schools beleid m.b.t. sponsoring vastgesteld. Medio 2013 wordt de sponsorbeleidsnotitie van Stichting Scala verwacht. Wel zijn er enkele scholen die werken met een sponsorcommissie, of die zelfs een aparte stichting (bv Speelplein Span, St. Speelrijk) hebben opgericht om extra geldstromen aan te boren. De JPS is voornemens d.m.v. sponsoring te gaan werken met tablets of I-pads binnen de school. 6.7

Begrotingen

Door omstandigheden, reorganisatie door bovenschools interim management waren er voor 2011 en 2012 geen deugdelijke begrotingen voorhanden. Er is nu al wel een door GMR en Raad van Toezicht goedgekeurde meerjarenbegroting. Voor 2013 zullen alle scholen ook een schoolse begroting voor met name materiele zaken hebben. Schoolleiders worden dan ook meer financieel verantwoordelijk dan tot op heden het geval is. Hierop aansluitend zullen we ook gaan werken met reguliere managementrapportages, waardoor schoolleiders inzicht krijgen, maar ook kunnen sturen. Uiteraard een en ander in nauw overleg met het bestuursbureau. In aansluiting op begrotingen en rapportages is het noodzakelijk om op boven schools en schools niveau tot investeringsplannen te komen, opdat financiën ook beheersbaar zijn/ worden. Hieraan gekoppeld moet ook beleid en een planning ontwikkeld worden met betrekking tot het zo nodig aanbesteden van diensten en leveringen.


2012-2016

49

Hoofdstuk 7 Kwaliteitsbeleid 7.1 Kwaliteitszorg De Johannes Paulusschool streeft naar het bieden van kwaliteit. Het kwaliteitsbeleid heeft tot doel de beleidscyclus vanuit het gezichtspunt van kwaliteitszorg te ondersteunen. Daartoe ondernemen wij de volgende activiteiten: 1. Regelmatig nagaan waarin de kwaliteit van de school gelegen is (doen we de goede dingen?); 2. Systematisch nagaan of de gestreefde kwaliteit gerealiseerd wordt (doen we de dingen goed?) 3. Bepalen hoe de kwaliteit zichtbaar wordt gemaakt (hoe meten we wat we willen weten?); 4. Het beeld door anderen laten toetsen (vinden anderen dat ook goed?); 5. Bepalen wat de consequenties zijn van de uitkomsten van onderzoeken (wat doen we met de verkregen informatie) Met behulp van het kwaliteitsinstrument WMK-po beoordeelt de school de ambities systematisch en cyclisch. We brengen met de digitale QuickScan de sterke en zwakke kanten van de school in kaart. Op basis van de bevindingen verbeteren wij onze kwaliteit. Deze verbeterpunten zijn vastgelegd in het verbeterplan, waarin de ingezette veranderingen zijn geborgd. Uitgaande van gerealiseerde verbeterpunten, zijn wij voornemens, kwaliteitskaarten samen te stellen om gemaakte afspraken te borgen. Aan de hand van WMK-po maakt de Johannes Paulusschool de samenhang tussen de verschillende beleidsterreinen zichtbaar om de integrale kwaliteitszorg te waarborgen. Om een bepaalde prioritering aan te brengen bij het opzetten van het kwaliteitsbeleid zijn de te beoordelen beleidsterreinen uitgezet over een periode van 4 jaar. Nagenoeg alle scholen van Scala werken met het kwaliteitszorgsysteem WMKPO van Cees Bos. Ook de bestuursmodule WMK-BM wordt gebruikt om de kwaliteit stichting breed te meten. Door het gebruik van de bestuursmodule kan er op een adequate manier worden gemonitord. In het schooljaar 2011-2012 is er een begin gemaakt met zogenaamde audits door schoolleiders. Met tweetallen hebben de schoolleiders elkaars scholen bezocht en gekeken middels speciale kijkwijzers naar concreet waarneembaar gedrag. Daarna is feedback aan elkaar gegeven. Onze school streeft kwaliteit na. Met behulp van bovengenoemd systeem van kwaliteitszorg wordt ervoor gewaakt, dat de kwaliteit op peil blijft: we beoordelen de ambities systematisch en cyclisch en op basis van de bevindingen verbeteren of borgen we onze kwaliteit. De Johannes Paulusschool vindt het belangrijk dat de medewerkers competenties ontwikkelen die gerelateerd zijn aan de beleidsterreinen waarop de school zich wil verbeteren. Binnen Scala ligt de ambitie om te gaan werken met bekwaamheidsdossiers. Onze ambities zijn: 1. We hebben inzicht in de kernmerken van onze leerlingenpopulatie 2. We beschikken over ambities bij diverse beleidsterreinen (zie schoolplan; hoofdstuk 4) 3. We evalueren met regelmaat waardoor geborgd is, dat de verschillende ambities (zie dit schoolplan) minstens 1 x per vier jaar beoordeeld worden (zie hoofdstuk 7.7) 4. We laten de kwaliteit van onze school cyclisch beoordelen door ouders, leerlingen en leraren (zie evaluatieplan) 5. We werken planmatig aan verbeteringen (vanuit de documenten: strategisch beleidsplan Scala, schoolplan, jaarplan en jaarverslag) 6. We evalueren stelselmatig of onze verbeterplannen gerealiseerd zijn 7. We borgen onze kwaliteit (o.a. door zaken op schrift vast te leggen) 8. We rapporteren aan belanghebbenden (inspectie, bevoegd gezag, MR en ouders) 9. We waarborgen de sociale veiligheid van medewerkers en leerlingen.


2012-2016

50

In het schooljaar 2011-2012 heeft De Johannes Paulusschool een ondersteuningsprofiel vastgesteld. Dit profiel wordt afgestemd op de profielen van de andere scholen binnen het Samenwerkingsverband, om inzicht te geven in de mate waarin het samenwerkingsverband voldoet aan de zorgplicht. Dit vraagt zeker een vervolg op Scalaniveau en schoolniveau om aan te sluiten bij de ontwikkelingen van Passend Onderwijs. Meervoudige publieke verantwoording De meervoudige publieke verantwoording vindt plaats aan de inspectie, het bestuur, de MR en de ouders. De verantwoording aan de inspectie vindt plaats door de opgestuurde beleidsstukken en de inspectiebezoeken. De verantwoording aan ouders vindt plaats via de website, de schoolgids en digitale nieuwsbrieven. Daarnaast ontvangt de MR het schoolplan, het zorgplan, het jaarverslag en de jaarplanning. De verantwoording aan het bestuur vindt plaats door deze beleidsstukken en resultatenoverzichten in Esis en WMK-po. Zelfevaluatie Op basis van onze missie en visie hebben we vijfentwintig beleidsterreinen (zie WMK) vastgesteld die de focus vormen voor onze kwaliteitszorg. Met behulp van onderstaande vierjarenplanning zorgen we ervoor dat deze beleidsterreinen regelmatig beoordeeld worden. 2012 (mei) 1.Opbrengsten 2.Zorg & Begeleiding 3.Wetenschap &Techniek 4.Burgerschap & Integratie 5. Taal/leesonderwijs 6.Actieve rol leerlingen 7.Contacten met ouders

2013 (mei) 1.Opbrengsten 2.Schoolklimaat 3.Rekenen en Wiskunde 4. ICT 5.Int. personeelsbeleid 6.Pedagogisch handelen 7.Interne communicatie

2014 (mei) 1.Opbrengsten 2.Didactisch handelen. 3. Aanbod 4. Tijd 5. Afstemming 6. Beroepshouding 7. Schoolleiding

2015 (mei) 1.Opbrengsten 2.Externe Contacten 3.Handelingsgericht werken op school/groepsniveau 4. Inzet van middelen 5. Kwaliteitszorg 6. Schooladministratie en schoolprocedures 7.Levensbeschouwelijke identiteit 8. Wet & Regelgeving

Ieder jaar (in mei) beoordelen zowel team als directie de aangegeven beleidsterreinen met behulp van de Quick Scan (WMK). De uitslagen van de beoordeling door (1) het team en (2) de directie worden weergegeven in twee afzonderlijke rapportages.  Rapportage-1 Teamuitslagen  Rapportage-2 Directie-uitslagen De beide rapporten worden geanalyseerd door het team en de directie en op basis van de uitslagen en de analyse worden de verbeterpunten voor het komende schooljaar vastgesteld. Bij de keuze van de verbeterpunten wordt nadrukkelijk gekeken naar het schoolplan, het strategisch beleidsplan, actuele ontwikkelingen en draagkracht. Tevens voert de directie (in samenwerking met Iza) jaarlijks eind juni de kengetallen in (module Opbrengsten). De uitslagen worden geanalyseerd met het team. Daarnaast wordt het beleidsterrein Opbrengsten (WMK) door de directie gediagnosticeerd. Op basis van een analyse van de kengetallen en de uitslagen van de diagnose worden er verbeterpunten vastgesteld. De verbeterpunten uit de Quick Scan, de kengetallen en de diagnose Opbrengsten worden gebruikt om vorm te geven aan ons jaarplan. Het jaarplan wordt gecommuniceerd met het bestuur, het bovenschools management en de MR. In de nieuwsbrief voor de ouders vermelden we een aantal sterke punten van de school en de gekozen verbeterpunten voor het komende schooljaar.


2012-2016

51

De externe beoordeling Naast de interne beoordeling (zie A) bevraagt onze school ook meer externe partners om grip te krijgen op de kwaliteit van de school. In een planning hebben we opgenomen wanneer we ouders, leerlingen en leraren (in de rol van werknemer) bevragen. Omdat we deze onderzoeken ook in mei plannen, kunnen we de uitslagen meenemen in ons jaarplan. 2013 (mei) Algemene vragenlijst Ouders, Leraren, Leerlingen

2014 (mei) Sociale veiligheid Ouders, Leraren, Leerlingen

In de planning zijn opgenomen: 1. De oudervragenlijst (benchmark) 2. De leerlingenvragenlijst (benchmark) 3. De lerarenvragenlijst (benchmark) 4. Sociale veiligheid ouders 5. Sociale veiligheid leerlingen 6. Sociale veiligheid leraren

2015 (mei) Algemene vragenlijst Ouders, Leraren, Leerlingen

2016 (mei) Sociale veiligheid Ouders, Leraren, Leerlingen

- 1 x per twee jaar - 1 x per twee jaar - 1 x per twee jaar - 1 x per twee jaar - 1 x per twee jaar - 1 x per twee jaar

De beoordeling van de vragenlijsten (die worden afgenomen in mei van het schooljaar) gebeurt digitaal met behulp van WMK. De uitslagen worden bestudeerd en geanalyseerd door de directie en het team. Op basis van de analyse worden er, in samenhang met de uitslagen van de Quick Scan, de diagnose Opbrengsten en de kengetallen, verbeterpunten vastgesteld. Bij de keuze van de verbeterpunten wordt andermaal nadrukkelijk gekeken naar het schoolplan, het strategisch beleidsplan, actuele ontwikkelingen en draagkracht. De rapportage (oudervragenlijst) wordt aan de MR verstrekt en tevens worden de resultaten, op hoofdlijnen, naar de ouders teruggekoppeld in de nieuwsbrief van de school. De rapportage (leerlingenvragenlijst) wordt aan de MR verstrekt en tevens worden de resultaten, op hoofdlijnen, gepubliceerd in de nieuwsbrief van de school. De uitslagen van de lerarenvragenlijst worden, na analyse door de directie, besproken met het team. De rapportage (lerarenvragenlijst) wordt aan de MR verstrekt en tevens worden de resultaten, op hoofdlijnen, gepubliceerd in de nieuwsbrief van de school. Wat geldt voor de meer algemene vragenlijsten, geldt ook voor de vragenlijsten Sociale veiligheid. Het maken van kwaliteitskaarten Omdat de inhoud van de Quick Scan en de Schooldiagnose algemeen van karakter is (sterk gerelateerd aan de eisen van de Inspectie van het Onderwijs), vinden we het nodig om de standaardvragenlijsten –zoals opgenomen in WMK- aan te passen aan onze eigen missie en visie. Een school specifieke Quick Scan of Schooldiagnose noemen we een kwaliteitskaart. En “kaart” beschrijft dus de eigen kwaliteit van de school, uitgedrukt in indicatoren (en soms in kernkwaliteiten). Wij zijn voornemens in schooljaar 2013-2014 een meerjarenplanning (vier jaar) te maken. Per jaar maken we drie kaarten: 1. Kaart 1 Team 2. Kaart 2 Directie 3. Kaart 3 Werkgroepje (indien noodzakelijk/wenselijk) Jaar 1 T D WG

Jaar 2 T D WG

Jaar 3 T D WG


Jaar 4 T D WG

2012-2016

52

7.2 Wet- en regelgeving - De schoolgids wordt ieder jaar voor 1 augustus aangeleverd aan de inspectie en voldoet aan de wettelijke eis. - Het schoolplan wordt een keer per vier jaar voor 1 augustus aangeleverd en voldoet aan de wettelijke eisen. - Het zorgplan van het Samenwerkingsverband wordt ieder jaar voor 1 mei aangeleverd door het samenwerkingsverband. - Het eerste ondersteuningsplan van het nieuwe verband 3010 Passend Onderwijs wordt tijdig ingeleverd. - Er is maximaal 7 keer sprake van een onvolledige schoolweek in groep 3 t/m 8 en de tijd die aan het onderwijs wordt besteed, voldoet aan de wettelijke eisen (bijlage inhoudelijke tijdsbesteding toevoegen). - De onderwijstijd over 8 schooljaren is minimaal 7520 uur. 7.3 Terugblik Schoolplan 2007-2011 Vanuit het schoolplan 2007-2011 blijken de meeste doelstellingen behaald. Uit evaluatie komen de volgende punten naar voren:    

          

Het kwaliteitszorginstrument WMK-po is ingevoerd en de gegevens worden geanalyseerd. Een goede terugkoppeling naar het team, het consequent uitvoeren van de verbeterplannen en het borgen hiervan dragen bij aan nog betere kwaliteit. De herinrichting van de schoolomgeving blijft met de verandering op bovenschools niveau actueel. De Johannes Paulusschool heeft zich ontwikkeld tot een Coöp-school. Jaarlijks wordt d.m.v. een jaarplan de kwaliteit geborgd; Er zijn nieuwe methodes geïmplementeerd voor o.a. WO (inclusief expressie en techniek), een nieuwe taalmethode, een methode voor seksuele &relationele ontwikkeling (GGD), methode Kleur, methode lichamelijke oefening, schrijfmethode, methode Engels, methode Kleuterplein een sociaal-emotioneel leerlingvolgsysteem ingevoerd. Ook zijn er meerdere thema`s vanuit Gezondheid Telt (GGD) jaarlijks aan de orde geweest; De ICT is verder uitgebouwd en in alle klassen wordt met een digibord of active-bord wordt gewerkt. De ICT hardware is volledig vernieuwd en er is meer-jaren beleidsplan ICT waarin alles op het gebied van ICT voor zowel leerkrachten als leerlingen geborgd is. Op bovenschool niveau en op schoolniveau is het VVE-beleid geïmplementeerd; De leerkrachten hebben kennis genomen van de 1-zorgroute. Voor de vakgebieden technisch lezen/fonemisch bewustzijn en spelling wordt gewerkt met groepsoverzichten en groepsplannen. Er wordt gebruik gemaakt van het systeem Zorg voor Jeugd. De Johannes Paulusschool heeft deelgenomen aan de pilot Zorg Advies team Gemeente Heusden. De ervaringen zijn positief en op bovenschoolsniveau wordt gekeken of het beleid van Scala wordt voor alle scholen; De wijze van plannen is eenduidig op elkaar afgestemd. Er is sprake van een geïntegreerd en groepsdoorbrekend lesaanbod in de bovenbouw waarbij talenten van leerkrachten benut worden. De expertises binnen het team (zoals autisme – hoogbegaafdheid - gespecialiseerde groepsleerkracht – Coöperatief Leren) worden zoveel als mogelijk benut en ingezet. Er is sprake van onderwijsaanbod waarbij zelfstandigheid en het zelfverantwoordelijk leren van leerlingen wordt vergroot middels takenbord (OB) en taakbrief (BB) Stichting Scala heeft een Scala-academie waar medewerkers inschrijven op cursussen en er zijn teamcursussen gegeven (o.a. Coöperatief Leren) met daarnaast de jaarlijkse bijscholing op het gebeid van PMM, BHV, ICT. De wijze van communicatie met ouders is verbeterd door o.a. nieuwsbrieven en een nieuwe website. Er is een nieuwe organisatiestructuur binnen Scala ingevoerd.


2012-2016

53

7.4 Zelfevaluatie De Johannes Paulusschool maakt zich sterk voor een goed pedagogisch klimaat en heldere structuren, waar kinderen in een veilige leeromgeving tot optimale leerresultaten komen. Er wordt positief naar kinderen gekeken. Sterke punten van onze school zijn het pedagogisch klimaat, opbrengsten en ICT. We zijn in de afgelopen jaren sterk op deze zaken gericht en hier hebben we veel mee bereikt. Het pedagogisch klimaat is altijd belangrijk geweest voor het team van de Johannes Paulusschool. Uit de sfeer in de school en in de klas blijkt, dat er positief naar kinderen wordt gekeken. In de klas is men altijd gericht op het welbevinden van de leerling. De opbrengsten van de school zijn goed. We hebben de opbrengsten ook goed in beeld, waardoor er snel op minder goede resultaten kan worden ingespeeld. Onze school loopt voorop met betrekking tot het inzetten van multimediale middelen in het onderwijs. Wij vinden dit belangrijk, omdat kinderen op die manier via verschillende kanalen leren en zich daardoor de leerstof beter eigen maken. Zwakke punten van de school is dat de methodes begrijpend lezen en rekenen aan vervanging toe zijn. Dit vraagt om een zorgvuldige implementatie. De resultaten m.b.t. taalonderwijs zijn in enkele jaargroepen onvoldoende. Het taalbeleid en de effectieve leertijd vragen extra aandacht de komende jaren. Hieraan moet in de komende vier jaar extra aandacht worden besteed. 7.5

Analyse inspectierapport

Onze school heeft op 02-02-2010 een schoolbezoek gehad –in het kader van het vierjaarlijkse onderzoek- van de Inspectie van het Onderwijs. We beschikken over een rapport met de bevindingen. De inspectie heeft de volgende onderdelen beoordeeld: Kwaliteitszorg, Zorg en begeleiding, Opbrengsten en Wet- en regelgeving. De inspectie heeft geconcludeerd dat de kwaliteit voor de meeste onderzochte indicatoren op de Johannes Paulusschool op orde is. Ten opzichte van het vorige onderzoek heeft de school vooral op het onderdeel kwaliteitszorg duidelijke vooruitgang geboekt. De inspectie beoordeelde de Eindopbrengsten, de resultaten tijdens de schoolperiode als voldoende. Daarnaast waardeerde de inspectie het niveau van de sociale competenties met een voldoende. De school maakt volgens de inspectie gebruik van een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en ontwikkelingen van de leerlingen. Zij signaleert tijdig welke zorg de leerlingen nodig hebben en er is sprake van een goede bespreeksystematiek waarbij de school zo nodig een beroep doet op consultatie en extern onderzoek. De inspectie is positief over de planmatige uitvoering van de zorg en ook gaat de school de effecten van de zorg na. Als aandachtspunten laat de kwaliteit van de Handelingsplannen te wensen over. Vooral het stellen van doelen en de evaluatie kan kracht winnen door een duidelijke norm voor het welslagen van het Handelingsplan te formuleren. Op vrijwel alle fronten heeft de school de kwaliteitszorg op orde. Aan het borgen van de kwaliteit van het leren en onderwijzen besteedt de school voldoende aandacht. Afspraken en procedures worden vastgelegd en de bouwcoördinatoren houden toezicht op het naleven daarvan. Een interne coach richt zich vooral op het coöperatief leren. Het enige minpunt van het onderdeel kwaliteitszorg is het onvoldoende rapporteren over de gerealiseerde kwaliteit. Voor meer informatie verwijzen wij naar het inspectierapport. 7.6 Analyse QuickScan De QuickScan voor Leraren (WMK-PO) is afgenomen in maart 2012. De vragenlijst is gescoord door 11 van de 12 medewerkers (92%). De leraren zijn gemiddeld genomen tevreden over de school. Gemiddelde score: 3,33. Daarmee scoort de school goed.


2012-2016

54

De volgende aspecten zijn beoordeeld: Beleidsterrein Kwaliteitszorg Leerstofaanbod Leertijd Pedagogisch handelen Didactisch handelen Schoolklimaat Zorg en begeleiding Integraal personeelsbeleid Sociale veiligheid Opbrengsten Incidenten Eindcijfer

Score (1 - 4) 3.28 3.30 3.61 3.73 3.50 3.55 3.43 3.31 3.68 3.49 3.62 3.33

Verbeterpunten 

Bij de zorg voor kwaliteit zijn personeel, directie, leerlingen, ouders/verzorgers en bestuur betrokken  De kwaliteitszorg is verbonden met de visie op leren en onderwijzen en zoals geformuleerd in het schoolplan. De school evalueert regelmatig het leren en onderwijzen De uitkomsten van het onderzoek zijn in het team en de MR besproken, verbeterpunten zijn in het schoolplan opgenomen. Ouders zijn middels een nieuwsbrief van de uitkomsten op de hoogte gesteld. 7.7

Analyse oudervragenlijst

De vragenlijst voor Ouders (WMK-PO) is afgenomen in juni 2011 middels het tevredenheidsonderzoek. De vragenlijst is door 20 ouders (180; 11.11 %) ingevuld en kan er gesproken worden over een erg lage respons die niet betrouwbaar is. De volgende aspecten zijn beoordeeld: Beleidsterrein Kwaliteitszorg Leerstofaanbod Leertijd Pedagogisch handelen Afstemming Actieve en zelfstandige rol leerlingen Schoolklimaat Zorg en begeleiding Opbrengsten Sociale veiligheid Incidenten Eindcijfer

Score 2.63 2.99 2.99 3.28 3.26 3.14 3.03 2.92 2.82 3.28 3.23 2.95

In mei 2013 wordt de vragenlijst voor Ouders (WMK-po) opnieuw afgenomen en wordt aan de hand van de resultaten het verbeterplan opgesteld.


2012-2016

55

7.8

Analyse lerarenvragenlijst

De vragenlijst voor Leraren (WMK-PO) is afgenomen in juni 2011. De vragenlijst is gescoord door4 Leraren (20%). De respons was dus zeer laag en niet betrouwbaar. Beleidsterrein Kwaliteitszorg Leerstofaanbod Leertijd Pedagogisch handelen Didactisch handelen Schoolklimaat Zorg en begeleiding Integraal personeelsbeleid Sociale veiligheid Incidenten Eindcijfer

Score 3.67 3.53 3.56 3.69 3.50 3.69 3.14 2.89 3.78 3.63 3.25

Daarom is in 2012 besloten de complete QuickScan af te nemen. In mei 2013 wordt de leraren weer gevraagd de vragenlijst Leraren te scoren.


2012-2016

56

7.9 Het evaluatieplan In de schoolplanperiode worden alle beleidsterreinen –zoals aan bod gekomen in dit schoolplanmet een zekere regelmaat geëvalueerd. Welk beleidsterrein wanneer geëvalueerd wordt, staat aangegeven in onderstaand schema. De opbrengsten evalueren we jaarlijks. In onze jaarplannen nemen we steeds op welk beleidsterrein wanneer in het jaar geëvalueerd wordt. Over de uitkomsten van de evaluaties wordt gerapporteerd aan het bevoegd gezag, de GMR en de ouders. Onze beleidsterreinen (kwaliteitszorg) Levensbeschouwelijke identiteit (3.3)

Mei 2013 Mei 2014 Mei 2015 Mei 2016 x

Leerstofaanbod (3.4) Taalleesonderwijs (3.5)

x x

Rekenen en wiskunde (3.6)

x

Sociaal-emotionele ontwikkeling (3.7) Actief Burgerschap en sociale cohesie (3.8)

x

ICT (3.9)

x

Leertijd (3.10)

x

Pedagogisch klimaat (3.11)

x

Didactisch handelen (3.12) Actieve rol van de leerlingen (3.13)

x x

Schoolklimaat (5.3) Zorg en begeleiding (3.14)

x x

Passend onderwijs – afstemming (3.15)

x

Opbrengstgericht/handelingsgericht werken(3.16) Opbrengsten (3.17)

x x

x

x

Schoolleiding (4.2)

x

Beroepshouding (4.3)

x

x

Professionalisering (4.4) x

Integraal Personeelsbeleid Interne communicatie (5.4)

x

Externe contacten (5.5.) Contacten met ouders (5.6)

x x

Voor- en vroegschoolse educatie (5.7) Kwaliteitszorg (7.0)

x

Inzet van middelen

x

Schooladministratie en schoolprocedures

x

Wet®elgeving

x

TOTAAL

7


7

7

2012-2016

8

57

7.10 Kwaliteitsprofiel – Onze verbeterpunten Voor het vaststellen van de onderstaande (mogelijke) verbeterpunten/ambities is gebruik gemaakt van: 1. Het strategisch beleidsplan Stichting Scala 2. Het ondersteuningsplan van het Samenwerkingsverband en de school 3. Het ICT-beleidsplan 4. Het Integraal Personeelsbeleidsplan 5. De verschillende hoofdstukken in het schoolplan (zie verbeterpunten per hoofdstuk) en de uitslagen en analyses van: 1. Het meest recente inspectierapport (hoofdstuk 7.3) 2. De Quick Scan (hoofdstuk 7.6) 3. De ouder-, leerlingen- en lerarenvragenlijst, tevredenheidsonderzoek (hoofdstuk 7.7 en 7.8) Beleidsterrein Levensbeschouwelijke identiteit (3.3)

Leerstofaanbod (3.4)

Taalleesonderwijs (3.5)

Rekenen en wiskunde (3.6)

Sociaal-emotionele ontwikkeling (3.7)

Actief Burgerschap (3.8)

Verbeterpunten/ambities  De leraren laten zich, voor wat betreft de omgang met elkaar en de leerlingen, inspireren door de Bijbel  De leraren besteden in hun lessen expliciet aandacht aan Bijbelse normen en waarden  De leraren besteden aandacht aan kennis van de Bijbel  Na afname van de vragenlijsten bleek dat de vraagstelling die gehanteerd wordt in WMK-PO niet duidelijk was. De vraagstelling zal in 2016 opnieuw bekeken worden en aangepast daar waar nodig.  De school met een substantieel aantal leerling en met een leerlingengewicht biedt leerinhoud en aan die passen bij de onderwijs behoeften van leerlingen met een taalachterstand  De school heeft een aanbod gericht op bevordering van sociale integratie en burgerschap, met inbegrip van het overdragen van kennis over en kennismaking met de diversiteit in de samenleving  Het onderwijs in technisch lezen wordt gegeven tot en met groep 8  De leraren besteden veel aandacht aan woordenschatonderwijs  Oriëntatie op de referentiekaders Taal  Aanvullende taal/leesactiviteiten om de resultaten van het technisch lezen te verbeteren  De schoolleiding bevordert de deskundigheid van leraren op het gebied van het onderwijs in Rekenen en wiskunde en specifiek voor het automatiseren  De school evalueert regelmatig de effecten van de zorg  De leerinhouden voor het automatiseren van basis kennis Rekenen en wiskunde zijn afgestemd op de onderwijsbehoeften van de individuele leerlingen  Oriëntatie op de referentiekaders Rekenen  Implementatie van een LVS voor sociaal/emotionele ontwikkeling (Scol)  De school heeft normen gekoppeld aan het LVS (Scol)  De sociaal emotionele ontwikkeling komt aan bod tijdens Groeps-leerlingbespreking met de interne zorgadviseur  De school heeft een aanbod gericht op de bevordering van burgerschap en integratie  De school brengt burgerschap en integratie zelf in de praktijk  De school besteedt structureel aandacht aan burgerschap en integratie gerelateerde kerndoelen;  De school bevordert basiswaarden die nodig zijn voor


2012-2016

58

  

ICT (3.9)

  Techniek en Wetenschap (3.10)

   

Leertijd (3.11)

  Pedagogisch klimaat (3.12)



Didactisch handelen (3.13)

            

Actieve rol leerlingen (3.14) Schoolklimaat (5.3) Zorg en begeleiding (3.15)

      

participatie in de democratische rechtstaat; De school bevordert kennis, houding en vaardigheden die nodig zijn voor de participatie in de democratische rechtstaat. De leraren maken optimaal gebruik van het digitale schoolbord De leerlingen werken met software bij taal, rekenen, lezen en wereldoriëntatie De leraren beschikken over voldoende ICT-kennis en vaardigheden De school evalueert systematisch de effecten van de inzet van ICT (kwaliteitszorg) De school waarborgt de kwaliteit van de toets ingaan het einde van het primair onderwijs t.a.v. Techniek (kwaliteitszorg) De zorg voor kwaliteit van het vak Techniek is systematisch (kwaliteitszorg ) De school waarborgt de kwaliteit van de toetsing gedurende de schoolloopbaan van de leerlingen t.a.v. Techniek (kwaliteitszorg) Leraren hanteren heldere roosters met daarin opgenomen de leerlingenzorg vanuit de groepsplannen. Er komen schoolbrede afspraken over de te besteden lestijd per vakgebied met daarbij de mogelijkheid tot variëren Leraren variëren de hoeveelheid leertijd afhankelijk van de onderwijsbehoeften In schooljaar 2012/2013 wordt een startgemaakt met het formuleren van de Pedagogische Identiteit voor de Johannes Paulus School. Lessen zijn goed opgebouwd De instructie wordt gedifferentieerd aangeboden op drie niveaus De leraren geven directe instructie De leraren zorgen dat er meerdere oplossingsstrategieën aan bod komen De leerlingen werken zelfstandig samen De leraren geven ondersteuning en hulp De leraren laten leerlingen hun werk regelmatig zelf corrigeren De leraren zorgen voor stofdifferentiatie De leraren zorgen voor tempodifferentiatie De leraren bieden de leerstof zoveel als mogelijk aan middels Coöperatief Leren van Kagan &Kagan Bij het geven van instructies maken de leraren gebruik van ‘grote groep- kleine groep’ of directe instructiemodel. De leraren bieden de lesstof op een enthousiaste, motiverende manier aan. De leraren maken gebruik van gevarieerde werkvormen bij het aanbieden van de lesstof. De leraren dragen zorg voor een goede werksfeer in de klas. De leerlingen hebben verantwoordelijkheid voor de organisatie van hun eigen leerproces die past bij hun ontwikkeling. De ouders/verzorgers tonen zich betrokken bij de door de school georganiseerde activiteiten die de school daartoe organiseert De school gaat de effecten van de zorg na De school voert de zorg planmatig uit De school waarborgt de structurele samenwerking met de ketenpartners waar noodzakelijke interventies op leerling niveau haar eigen kerntaak overschrijden In schooljaar 2012/2013 wordt het nieuwe Zorgplan


2012-2016

59

Passend onderwijs Afstemming (3.16) Opbrengstgericht werken (3.16)

     

Opbrengsten (3.17)



Schoolleiding (4.1) Beroepshouding (4.2) Interne communicatie (5.5) Externe contacten (5.5.)

  

Contacten met ouders (5.6)



Kwaliteitszorg (7.1)





 

geïmplementeerd, geëvalueerd en daar waar nodig bijgesteld. Het groepsplan wordt zorgvuldig geëvalueerd Volgens de richtlijnen van Stichting Scala invulling geven aan passend onderwijs. Het groepsplan wordt zorgvuldig geëvalueerd De onderwijszorg op school is transparant De school pleegt systematische kwaliteitszorg m.b.t. handelings gericht werken Leerkrachten kennis laten maken met de referentiekaders Taal en rekenen (aanbod scala-academie) de leerlingen met specifieke onderwijsbehoefte ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden De schoolleiding voldoet aan de functieomschrijving De leraren voeren genomen besluiten loyaal uit Bij problemen spreekt men de juiste personen aan. De school onderhoud functioneel contact met begeleidingsdiensten, hogescholen (opleidingen voor leerkrachten) en pedagogische centra De school stelt zich op de hoogte van de opvattingen en de verwachtingen van ouders over het onderwijs en houdt daar rekening mee Bij de zorg voor kwaliteit zijn personeel, directie, leerlingen, ouders/verzorgers en bestuur betrokken De kwaliteitszorg is verbonden met de visie op leren en onderwijzen en zoals geformuleerd in het schoolplan. De school evalueert regelmatig het leren en onderwijzen

7.11 Plan van Aanpak 2012-2016 Het schoolplan geeft globaal de verbeterdoelen aan. Per jaar zullen we de verbeterdoelen in het verbeterplan. Aan het eind van ieder schooljaar zullen we terugblikken, of we verbeterdoelen en in voldoende mate gerealiseerd hebben. We plannen daartoe jaarlijks een evaluatiemoment. Tevens bespreken we tijdens de evaluatie de Opbrengsten van de school. Richtinggevend voor het schoolplan 2012-2016 zijn de geformuleerde streefbeelden (zie hoofdstuk 3.1, Missie): 1. Onze school werkt opbrengstgericht; 2. Er wordt structureel en systematisch aandacht geschonken aan de sociaal-emotionele ontwikkeling; 3. Het aanbod op het gebied van taal en lezen is afgestemd op de leerlingenpopulatie en huidige eis en voldoet aan de kerndoelen van het onderwijs; 4. Het onderwijs op onze school is aangepast aan de onderwijsbehoeften van de kinderen; 5. Op onze school zijn de kinderen actief bezig met zelfstandig en zelfverantwoordelijk leren. 6. Op onze school wordt veel aandacht besteed aan coöperatief leren (zowel op leerling/groepsniveau als op leerkrachtniveau) 7. Op onze school zijn we gestart met het werken met de 1-zorgroute en werken wij toe naar een volledige integratie binnen onze school. 8. Onze school start met het uitwerken van een duidelijke Pedagogische Identiteit;


2012-2016

60

Het schoolontwikkelplan Jaar 2012-2013 (gekozen verbeterdoelen) 01

02 03 04

Beleidsterrein Taallees onderwijs

Actief burgerschap en sociale cohesie Rekenen en wiskunde Zorg en begeleiding

05

Opbrengstgericht werken

06

Didactisch handelen

07

Sociaalemotionele ontwikkeling ICT Leerstof aanbod

08 09

10

Kwaliteitszorg

Verbeterdoel(en) Er wordt een nieuwe methode voor begrijpend lezen geselecteerd en aangeschaft De leerkrachten oriënteren zich op de referentiekaders taal. In het lesrooster wordt zoveel mogelijk tijd ingeroosterd voor taal/leesactiviteiten. Groep 3-4 start met extra technisch lezen De school oriënteert zich op burgerschap en start met het maken van een plan op om invulling te geven aan de aan burgerschap en integratie gerelateerde kerndoelen. Er wordt een nieuwe methode Rekenen geselecteerd. De leerkrachten oriënteren zich op de referentiekaders rekenen Zorgplan wordt geïmplementeerd, geëvalueerd en daar waar nodig bijgesteld. De leerkrachten kunnen testresultaten analyseren en het leerstofaanbod afstemmen. De leerkrachten scholen zich in het OGW Leerkrachten houden zich aan het rooster om de leertijd optimaal te houden. Er vindt scholing plaats op de volgende punten:  De leraren besteden aandacht aan effectieve instructie;  Leerkrachten stemmen hun didactisch handelen af op de behoeften van de leerlingen (komen tot groepsplanning) Schoolteam (of gedeelte ervan) bespreekt notitie sociaal emotionele ontwikkeling en bespreekt onderwerp Pesten. Start maken met formuleren Pedagogische Identiteit voor de school Zie beleidsplan Zinsontleding; passend aanbod verzorgen Topografie; plan van aanpak maken m.b.t. Alles in 1 Puntensysteem OB vaststellen Schoolbits implementeren/evalueren Engels; methode implementeren en daar waar nodig aanvullen Hoogbegaafdheid; doorgaande leerlijn ontwikkelen en doorgeven aan team Uitvoer Evaluatieplan. Beoordelen: zie hoofdstuk 7.9 Maken 7 kwaliteitskaarten Ontwikkelen onderwijszorgprofielen.


2012-2016

61

Het schoolontwikkelplan Jaar 2013-2014 01

Beleidsterrein Taallees onderwijs

02

Actief burgerschap en sociale cohesie

03

Rekenen en wiskunde

04

Zorg en begeleiding

05

Opbrengst gericht werken

06

Didactisch handelen

07

Sociaalemotionele ontwikkeling

08 09.

ICT Leerstofaanbod

Verbeterdoel(en) De methode Begrijpend Lezen wordt geïmplementeerd. De leerkrachten maken een groepsoverzicht en een groepsplan voor begrijpend lezen. Er is aandacht voor extra technisch lezen. De school oriënteert zich op burgerschap en start met het maken van een plan op om invulling te geven aan de aan burgerschap en integratie gerelateerde kerndoelen. De school maakt een plan van aanpak m.b.t. Actief burgerschap. De nieuwe methode Rekenen wordt geïmplementeerd. De leerkrachten oriënteren zich op de referentiekaders rekenen. De leerkrachten maken een groepsoverzicht en een groepsplan voor Rekenen. De leerkrachten passen het leerstofaanbod zo aan, dat alle leerlingen de referentieniveaus behalen. De leerkrachten kunnen toetsresultaten analyseren en het leerstofaanbod afstemmen. Optimaliseren van maken en uitvoer van huidige groepsplannen (lezen en spelling). Start maken met groepsoverzicht en groepsplan voor de vakgebieden rekenen, sociaal emotioneel, begrijpend lezen. Teambreed: bijstellen van groepsplan in november en april op basis van behaalde resultaten (toetsen en aangeboden hulp) Aandacht voor, maken van, uitvoeren van en begeleiden van OPP door leerkracht/IB-er Aandacht voor werken met dyslexieprotocol. Start maken met het uitwerken van stappenplan groep 1-8 m.b.t. dyslexie Schoolbrede keuze maken voor invoering methode Taal in Blokjes. Aandacht voor procesanalyse Aandacht voor transfer van signaleren naar gerichte uitvoer van ondersteuning en analyse of doelen behaald zijn. Aandacht voor terugkoppeling naar voorschoolse voorzieningen. Aandacht voor het volgen van schoolverlaters voor de periode van tenminste 3 jaar De leerkrachten scholen zich in het OGW. Opstellen van schooldoelen (eindresultaten en opbrengsten). Werken met referentieniveaus. Er vindt scholing plaats op de volgende punten:  De leraren besteden aandacht aan evaluatie en reflectie;  De leraren laten de leerlingen zelf plannen: wat - wanneer - hoe - met wie? De leraren hebben kennis van de leerstof, ze kennen de cruciale momenten in het leren van de leerlingen en ze weten waar de hiaten zitten (en vullen deze op). Teambreed gebruik van directe instructiemodel (studiedag) De zorgadviseur stelt (i.s.m. het schoolteam) een pestprotocol op en introduceert het nieuwe protocol in het team. Uitwerken Pedagogische identiteit JPS Aandacht voor resultaten van het LVS sociaal emotionele ontwikkeling (Scol) tijdens de Groepsbesprekingen met de IB-er Zie beleidsplan Afronden en invoeren beleidsplan en leerlijn meer begaafde leerlingen Implementeren en evalueren invoeren Levelwerk


2012-2016

62

10.

Medicijnverstrekking

10.

Kwaliteitszorg

Implementeren Protocol Medicijnverstrekking St. Scala op schoolniveau; Vastleggen afspraken met ouders van individuele leerlingen m.b.t. medische handelingen; Uitleg en instructie schoolteam m.b.t. Protocol Medicijnverstrekking Uitvoer Evaluatieplan. Beoordelen: zie hoofdstuk 7.9 Invoeren werkwijze bespreken opbrengsten met bestuur van Scala m.b.t. bereikte resultaten


2012-2016

63

Het schoolontwikkelplan Jaar 2014-2015 01

Beleidsterrein Taalleesonderwijs

02

Zorg en begeleiding

03

Actief burgerschap en sociale cohesie Opbrengst gericht werken

Verbeterdoel(en) Bevorderen van de borging van de methode VTL door bijvoorbeeld intervisie onder collega’s. De leerkrachten passen de leerstof zo aan, dat alle leerlingen de referentieniveaus behalen. Implementeren en begeleiden afspraken uit stappenplannen 1-8 m.b.t. dyslexie Aandacht voor leerlingen mede verantwoordelijk maken voor eigen leerprocessen waarbij ook persoonlijke doelen worden meegenomen in het groepsplan Implementeren Plan van aanpak Actief Burgerschap..

05

Didactisch handelen

05

Kwaliteitszorg

De leerkrachten scholen zich in het OGW Opstellen van schooldoelen (eindresultaten en opbrengsten) Werken met referentieniveaus Er vindt scholing plaats op de volgende punten:  De leraren besteden aandacht aan evaluatie en reflectie; - De leraren hebben kennis van de leerstof, ze kennen de cruciale momenten in het leren van de leerlingen en ze weten waar de hiaten zitten (en vullen deze op). Uitvoer Evaluatieplan. Beoordelen: zie hoofdstuk 7.9

06

Sociaal emotionele ontwikkeling

Normen koppelen aan LVS (Scol) Start maken met Veiligheidsplan Uitwerken Pedagogische identiteit JPS

06

Kwaliteitszorg

Uitvoer Evaluatieplan. Beoordelen: zie hoofdstuk 7.9

04


2012-2016

64

Het schoolontwikkelplan Jaar 2015-2016 01 02 03

Beleidsterrein Taalleesonderwijs

Verbeterdoel(en) Evaluatie methode VTL en woordenschatmethodiek

Actief burgerschap en sociale cohesie Opbrengst gericht werken

Evalueren en bijstellen plan van aanpak Actief Burgerschap

04

Didactisch handelen

05 06

Kwaliteitszorg Kwaliteitszorg

De leerkrachten scholen zich in het OGW Opstellen van schooldoelen (eindresultaten en opbrengsten) Werken met referentieniveaus Er vindt scholing plaats op de volgende punten:  De leraren besteden aandacht aan evaluatie en reflectie;  De leraren laten de leerlingen zelf plannen: wat - wanneer - hoe - met wie? De leraren hebben kennis van de leerstof, ze kennen de cruciale momenten in het leren van de leerlingen en ze weten waar de hiaten zitten (en vullen deze op). Opstellen nieuw schoolplan. Uitvoer Evaluatieplan. Beoordelen: zie hoofdstuk 7.9

Verklaring Bestuur toevoegen Verklaring MR toevoegen


2012-2016

65

Johannes Paulusschool SCHOOLPLAN

Recommend Documents