SCHOOLGIDS Paulusschool 2008-2009
PAULUSSCHOOL voor basisonderwijs • Irisstraat 2 - 1214 ET Hilversum • Telefoon: 6246916 E-mailadres:
[email protected] • Website: www.paulusschoolhilversum.nl
GIDS PAULUSSCHOOL EDITIE augustus
I
INHOUD
2008
Voorwoord
1
De Paulusschool
7
Waar de school voor staat
8
Identiteit van de school
8
2
2.1
3
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6
4
4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8
5
5.1 5.2 5.3 5.4
6
6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6 6.7
7
7.1 7.2
Onderwijsinhoud
10
Onderwijsactiviteiten in de groepen 1 en 2 Methodisch leren vanaf groep 3 De vaardigheden Wereldverkenning en creatieve vorming Computeronderwijs Bewegingsonderwijs
Leerlingenzorg
10 10 11 11 12 13
14
Aanmelding en plaatsing van leerlingen Het rapport Zo zijn onze manieren Het overblijven Schoolmelk Schorsing en verwijdering Begeleiding door derden Speciale leerlingenzorg
De leraren
14 14 15 16 16 16 17 18
21
Het team Stagiaires Studiedagen Lesuitval
21 21 21 21
De ouders
22
Belang van de betrokkenheid van ouders Informatievoorziening aan ouders over het onderwijs en de school Inspraak Overblijfmogelijkheden Klachtenprocedure Geldelijke bijdragen van ouders Schoolverzekering voor leerlingen
De ontwikkeling van het onderwijs in de school Activiteiten ter verbetering van het onderwijs in de school Zorg voor de relatie school en omgeving
Paulusschool 4
22 22 23 24 25 26 26
27 27 27
8
8.1 8.2 8.3 8.4 8.5 8.6
De kwaliteit en de resultaten van ons onderwijs Kwaliteitsverbetering door goede methoden Kwaliteitsverbetering dankzij goed personeel Kwaliteitsverbetering door een leerlingvolgsysteem Specifieke zorg voor leerlingen In- en uitstroomgegevens Onderwijsinspectie
9 Regeling school- en vakantietijden en logistieke zaken
9.1 9.2 9.3 9.4 9.5 9.6
Schooltijden Vakantietijden Studiedagen Maatregelen om schoolverzuim tegen te gaan Lesuitval bij afwezigheid van leerkrachten Brengen- en ophalen van leerlingen
10
Diversen
10.1 10.2 10.3 10.4 10.5 10.6 10.7 10.8 10.9 10.10 10.11 10.12 10.13
29 29 29 29 30 30 30
31 31 31 31 31 32 32
34
Verstrekking van materialen Traktaties jarige kinderen Fruit eten en drinken Jeugdbladen Kosteloos materiaal Hoofdluis Sponsoring Adoptieproject Acties en collectes Oud papier, batterijen en cartridges Meebrengen speelgoed Namen en adressen Aantekeningen
Paulusschool 5
34 34 34 34 34 34 34 35 35 35 35 36 37
GIDS PAULUSSCHOOL EDITIE augustus 2008
VOORWOORD
Geachte ouders, verzorgers, Voor u ligt de schoolgids van de Paulusschool te Hilversum. Met deze gids willen u graag laten kennismaken met onze kleine, maar knusse school. Wij willen u laten zien hoe wij ons onderwijs aanpakken, welke afspraken er zijn gemaakt en hoe we de zaken organiseren. Deze gids kan daarom dienen als leidraad voor ouders die op zoek zijn naar een geschikte school voor hun kind, maar ook als verantwoording en informatiebron voor ouders van wie de kinderen al bij ons naar school komen. Daar waar in deze gids het woord ouders voorkomt, is mede het woord verzorgers bedoeld. De Paulusschool vormt een bestuurlijk samenwerkingsverband met een groot aantal andere katholieke basisscholen in de regio. In de omslag van deze gids leest u meer over de Stichting Katholiek Onderwijs Gooi en Eemland. Op onderwijskundig en inhoudelijk vlak vaart iedere school echter haar eigen koers. In de gids zelf vindt u daarover alle informatie. Heeft u na het lezen van deze gids nog vragen, dan kunt u daarvoor altijd bij de directie terecht.
Wim de Weijer Directeur Augustus 2008
Paulusschool 6
GIDS PAULUSSCHOOL EDITIE augustus 2008
1
De Paulusschool Rondom het schoolgebouw zijn enkele speelplaatsen met speeltoestellen voor zowel de jongste als de oudere kinderen. Verder beschikt de school over een speelzaal voor de kleuters. Voor het bewegings onderwijs vanaf groep 3 maken wij gebruik van de gemeentelijke gymnastieklokalen aan de Violenstraat en de Fabritiuslaan. Onze school is klein maar fijn. Wij streven naar onderbouwgroepen van circa 24 leerlingen en boven bouwgroepen van niet meer dan 28 leerlingen. Dat aantal past heel goed bij de nieuwste opvattingen over de gemiddelde groepsgrootte. Helaas slagen wij er niet altijd in om de instroom van leerlingen te stoppen als de ideale groepsgrootte is bereikt. Als gevolg van het plaatsgebrek in Hilversum kan het incidenteel nodig zijn de groepen iets te vergroten. Op de Paulusschool werken negen leraren en een directeur. Daarnaast wordt regelmatig nog gebruik gemaakt van de diensten van derden, zoals fysiotherapeuten, logopedisten, testassistentes of ambulante begeleiders van scholen voor speciaal onderwijs.
De Paulusschool is een katholieke basisschool gelegen in het Zuidelijk Bloemenkwartier in Hilversum. De school is gevestigd aan de Irisstraat (tussen de Hilvertsweg en de Bosdrift) in de onmiddellijke nabijheid van het winkelgebied Gijsbrecht van Amstelstraat. De kinderen die de school bezoeken zijn voor het merendeel afkomstig uit de directe omgeving van de school (= het zuidelijke Bloemenkwartier), maar er komen ook leerlingen uit het noordelijke Bloemenkwartier en uit het Staatslieden-, het Zeehelden- en het Schrijverskwartier. Het schoolgebouw heeft een speelse plattegrond/ architectuur met enkele in elkaar overlopende gezamenlijke ruimtes. Daaromheen zijn de klas lokalen gegroepeerd. Bij de bouw en de inrichting van de school is zeer nadrukkelijk gelet op een hoge mate van huiselijkheid. Kinderen moeten zich in het schoolgebouw thuis kunnen voelen. Die uitgangsgedachte is ook maatgevend t.a.v. het nagestreefde pedagogische klimaat.
Paulusschool 7
GIDS PAULUSSCHOOL EDITIE augustus 2008
2
Waar de school voor staat
2.1 Identiteit van de school
besteden wij ook aandacht aan de levensbeschouwelijke aspecten en vragen, die met die thema’s verbonden zijn. Bovendien spreken we in de aanlooptijd naar de bekende christelijke feestdagen over de inhoud en de betekenis van die feesten en vieren we ze ook op (en binnen de) school. Bij de activiteiten, die de school onderneemt op het vlak van de geloofsopvoeding wordt gebruik gemaakt van de catechesemethode “Trefwoord”. Wij bereiden uw kinderen echter niet voor op kerkelijke vieringen. Dat is op de eerste plaats een verantwoordelijkheid van de ouders en de parochie waar die ouders bij willen horen. Geografisch ligt onze school in het gebied van de Emmaüsparochie. Veel ouders en kinderen van onze school rekenen zich tot deze parochiegemeenschap, die gebruik maakt van kerkcentrum “De Waaier”. Voor alle meer kerkelijke en parochiële vragen verwijzen wij u graag naar de R.K. Emmaüsparochie, Kerkelandenlaan 5 (tel.: 6242892, kerkgebouw “De Waaier”). U kunt dan vragen naar pastor W.G. Vlooswijk.
Onze school is een hedendaagse katholieke school. Dat betekent voor ons, dat we kinderen begeleiden met behulp van eigentijdse onderwijskundige orga nisatiemodellen en moderne opvoedkundige middelen. En het betekent, dat wij het een uitnodiging en een opdracht vinden om vanuit de christelijke traditie waarin we staan een bijdrage te leveren aan het ontstaan van een betere wereld voor iedereen. Katholiek Door onze katholieke identiteit geven we onderwijs vanuit een christelijke levenshouding en de daarbij behorende waarden en normen. We voeren een open dialoog met iedereen, die daar voor open staat. Daarbij hebben we respect voor ieders overtuiging. En niet in de laatste plaats wensen we te werken met een positief perspectief naar de toekomst. We brengen uw kinderen in contact met andere godsdiensten en levensbeschouwingen, zodat er bij uw kinderen een brede basis ontstaat, waarop zij straks zelf hun levensbeschouwelijke keuze kunnen maken. Bij de wereldverkennende thema’s en projecten
Paulusschool 8
2.2 Uitgangspunten en doelstellingen
Pedagogisch • Er is een leerlingvolgsysteem op de school, waarmee we met behulp van allerlei toetsen de ontwikkeling van elke individuele leerling kunnen volgen. Dat doen we zowel voor de leervorderingen, als voor de sociaal-emotionele en gedragsmatige ontwikkeling. • In de rapporten wordt het kind primair vergeleken met zichzelf (in het voorgaande rapport). Het gaat op de eerste plaats om het signaleren van de vooruitgang (of van de ontwikkeling) en niet om vergelijking met anderen. • Bij de beoordeling van de ontwikkeling worden geen vergelijkende waarderingscijfers gegeven. Beoordelen gebeurt zoveel mogelijk in woorden. • Het accent in de omgang met kinderen ligt vooral op dat wat goed lukt en niet op dat wat verkeerd gaat. • Conflicten worden m.b.v. de leerkracht uitgepraat en niet alleen maar van boven af ‘geregeld’ of weggestopt.
Pedagogische visie (opvoedkundige visie) Kinderen moeten met plezier naar school kunnen gaan en ze moeten zich daar gewaardeerd voelen om wie zij zelf zijn en wat zij zelf doen. Zij moeten zelf de verantwoordelijkheid voor hun werk leren dragen en in de gelegenheid worden gesteld daar ook keuzes in te maken. De Paulusschool streeft ernaar kinderen te stimuleren om zich optimaal te ontwikkelen. De school creëert daartoe een zo gunstig mogelijke leeromgeving en een pedagogisch klimaat waarin zij zich op hun gemak kunnen voelen. Wij leggen de nadruk op datgene wat wel lukt in plaats van dat wat nog niet lukt. Zodoende kunnen kinderen zich in overeenstemming met de eigen aanleg en het eigen tempo ontwikkelen. Daarbij houdt de school natuurlijk ook rekening met de rechtmatige eisen van onze maatschappij. Het is onze opdracht om de kinderen te laten uitgroeien tot een waardevol lid van onze ingewikkelde samen leving. Ook gaan we in ons opvoedkundig handelen uit van de gedachte dat we tot een multiculturele (of ‘veelkleurige’) samenleving behoren. Dus kinderen moeten beslist goed leren lezen, rekenen en schrijven, maar ze moeten minstens net zo goed kunnen vertellen en luisteren. Ze moeten zelfstandig kunnen werken, maar ook heel goed dingen met anderen samen kunnen doen. Ze moeten kunnen werken, maar ze moeten zich ook creatief kunnen ontspannen.
Didactisch • Kinderen zijn zelf medeverantwoordelijk voor wat zij doen tijdens het zogenaamde ‘zelfstandig werken’. Zij moeten taken kiezen en de werktijd bepalen en verantwoording afleggen over de gemaakte keuzes. • Kinderen voor wie de gemiddelde voortgang te langzaam gaat, of juist te snel kunnen individuele, alternatieve leerwegen doorlopen. • Er is binnen de klas volop gelegenheid tot individuele hulp en ondersteuning van kleinere groepjes leerlingen. (Bijvoorbeeld via de zogenaamde verlengde instructie aan de aparte instructietafel.) • Er wordt zoveel mogelijk gewerkt met methodes, die de nadruk leggen op de samenhang tussen vakgebieden en onderdelen daarvan. (Integratie). • Er wordt zoveel mogelijk thematisch en projectmatig gewerkt.
Didactische visie (wijze van overdracht van kennis en vaardigheden) Ons onderwijs is inhoudelijk gebaseerd op de nieuwste inzichten, we benaderen kinderen op hun eigen niveau en ondersteunen hen, waar dat nodig is, individueel. Karakteristiek voor het onderwijs op de Paulusschool is, dat we de kinderen willen leren om binnen hun eigen mogelijkheden zelfstandig te werken (zelf verantwoordelijk zijn voor je eigen werk en daar ook keuzes in maken). Het traditionele frontale lesgeven (= allemaal tegelijk kijken en luisteren naar wat de leerkracht doet of zegt en daarna allemaal tegelijk nadoen of oefenen) komt daardoor veel minder voor dan vroeger het geval was. De leerkrachten begeleiden veel, scheppen de randvoorwaarden en zijn minder bezig met opgelegde sturing en louter kennisoverdracht. Daar waar dat niet direct tot goede resultaten leidt, wordt ingegrepen. Het motto is: zelfstandig waar dat kan en begeleid waar dat nodig is. De zorg en de verantwoordelijkheid voor het maken van de juiste afweging ligt bij de leerkrachten. Deze pedagogische en didactische uitgangspunten zijn in de praktijk van alle dag binnen de school bij tal van gelegenheden waarneembaar. Veelal ligt de uitwerking in elkaars verlengde. Voorbeelden zijn er genoeg:
Paulusschool 9
GIDS PAULUSSCHOOL EDITIE augustus 2008
3
onderwijsinhoud
3.1 Onderwijsactiviteiten in de groepen 1 en 2
• B eeldend werken: met onder andere klei, wasco, zand, papier, karton, potlood, stift, verf, kosteloos materiaal, vouwbladen enz. • De zelfstandigheid wordt bevorderd door het kennismaken met een weektaak.
De ontwikkeling van jonge kinderen (4 en 5 jaar) gaat op speelse wijze, het zogenaamde spelend leren. Zowel de sociaal-emotionele ontwikkeling als het opdoen van kennis vereist daarom een speciaal op deze leeftijd toegespitste aanpak. Kinderen leren van spelen, van bewegen, van tekenen, puzzelen, bouwen, luisteren naar een verhaal en samen doen. Het gaat om een totaalontwikkeling, waarbij iedere activiteit bijdraagt aan de ontplooiing. Aan de hand van de eigen mogelijkheden van een kind en van de groep zal de leerkracht haar lesstof aanbieden. De volgende aspecten worden daarbij onderscheiden: • Sociale/emotionele ontwikkeling wordt gestimuleerd door: spelen in de poppenhoek en de bouwhoek, buitenspel, kleutergym, groepswerk, gezelschapsspelletjes enz.; • Taalontwikkeling wordt gestimuleerd door: kringgesprekken, vertellen, voorlezen, taalspelletjes, luisterspelletjes, werken met praatplaten, versjes leren, actief zijn in de leeshoek, woordenschat vergroting, voorbereidende leesactiviteiten, inzet van computers enz.; • Bewegingsonderwijs in de vorm van: spellessen, kleutergym, ritmiek, dans, buitenspel, ontwikkeling van de grove en fijne motoriek. • In groep 2 wordt ook al een accent gelegd op voorbereidende schrijfactiviteiten met behulp van schrijfdans. Er wordt gelet op de potloodhantering. • De zintuiglijke ontwikkeling wordt gestimuleerd door: spelen in de poppenhoek, de bouwhoek, de leeshoek, de zand- en watertafel, schilderen aan de verfwand, spelen met constructiemateriaal, muziek, spelen met expressiemateriaal en ontwikkelingsmateriaal uit de kasten: puzzels, lotto’s, vorm/kleurenspelletjes, rijmspellen, sorteer- en rubriceerspellen enz.; • Voorbereidend rekenen: kinderen leren hoeveelheden benoemen, tellen, cijfers van 1 tot en met 10 herkennen, en ze leren onder andere de rekenbegrippen meer-minder-minste-meeste-evenveel enz. De computer kan ook hier worden ingezet. • Voorbereidend lezen (heeft ook veel te maken met taalontwikkeling): kinderen leren letters kennen en herkennen door er mee te spelen en te stempelen en ze leren de begrippen, die belangrijk zijn voor het leren lezen, zoals links, rechts, voorste, achterste enz..
Bij de groepen 1 en 2 is sprake van twee verticale groepen. Dat wil zeggen, dat een kind gedurende beide leerjaren bij dezelfde leerkracht(en) blijft. Dit is belangrijk voor het gevoel van veiligheid en daarmee voor het welbevinden van een kind. Ook kunnen zo de jongste kinderen van de oudsten leren. Wel krijgen de kinderen uit groep 1 andere activiteiten aangeboden, waarbij het aanvankelijk vooral gaat om te wennen aan het dagelijkse schoolritme. De kinderen uit groep 2 krijgen langzaam maar zeker meer taakjes en opdrachtjes, om ze voor te bereiden op het ‘echte leren’ in groep 3. Ze leren al zelfstandig te werken en vervullen zelfs al een ‘weektaak’. Bij alle activiteiten is de taalontwikkeling een belangrijk onderdeel, evenals het ontwikkelen van de fijne motoriek. In groep 2 wordt daartoe bijvoorbeeld begonnen met het zogenaamde ‘schrijfdansen’ om een vloeiend handschrift voor te bereiden.
3.2 Methodisch leren vanaf groep 3
Vanaf groep 3 krijgen kinderen in de beginfase nog veel klassikaal les, om een begin te maken met het aanvankelijke lezen, schrijven en rekenen. Daarbij
Paulusschool 10
wordt rekening gehouden met de verschillen in aanleg en tempo. Dat betekent dus ook, dat kinderen die al kunnen lezen en rekenen niet aan alle klassikale activiteiten hoeven mee te doen. Zij kunnen op het eigen niveau verder werken. In groep 3 wordt het werken met dag- en weektaken voortgezet, waarbij in het ene geval zelfstandig gewerkt moet worden en in het andere geval juist samenwerking in een groepje van belang is. Vanaf groep 4 wordt het zelfstandig werken verder uitgebreid.
de die de fijne motoriek op speelse en muzikale wijze helpt ontwikkelen: de methode ‘Schrijfdans’.
3.3.3 Rekenen
Het aloude koopmansrekenen is vervangen door realistisch reken- en wiskundeonderwijs. Dat reken/wiskundeonderwijs gaat uit van twee hoofdgedachten nl.: a) je dient zoveel mogelijk te rekenen in voor kinderen herkenbare reële situaties en b) het cijferend rekenen en de rekenvaardigheid moeten zoveel mogelijk op basis van inzicht tot stand komen en niet op basis van handigheidjes. Binnen dit rekenonderwijs vindt met regelmaat klassikale instructie plaats, waarin het samen praten over en verwoorden van oplossingsmogelijkheden van groot belang zijn. Daarnaast zijn er veel momenten waarop individueel en zelfstandig moet en kan worden gewerkt. Snelle rekenaars kunnen vooruit via de variaboeken, die bij de methode horen.
3.3 De vaardigheden
Vanaf groep 3 wordt de leerstof in een aantal specifieke vakgebieden onderverdeeld. De Paulusschool gebruikt daarbij een onderscheid tussen de algemene vaardigheden (lezen, taal, rekenen en schrijven) en de wereldverkennende en creatieve vakken. Daarnaast maken het gebruiken van de computer en het bewegingsonderwijs deel uit van het lesaanbod.
3.3.1 Taal/lezen
3.4 Wereldverkenning en creatieve vorming 3.4.1 Wereldverkenning
Op onze school is gekozen voor het werken met een thematische taal/leesmethode, waarin de opvatting centraal staat, dat taal op de eerste plaats “communicatie” is. Dat betekent dus, dat we ons vooral richten op: a) de vaardigheden, die nodig zijn om de eigen gedachten mondeling en schriftelijk duidelijk en begrijpelijk over te brengen aan anderen en b) op de vaardigheden die nodig zijn om de mondelinge en schriftelijk weergegeven gedachten van anderen duidelijk en begrijpend te verstaan. Alle van oudsher bekende onderdelen van het taalonderwijs komen daarbij aan de orde: luisteren, spreken, schrijven van teksten, technisch en begrijpend lezen, taalbeschouwing (= grammaticaonderwijs), woordenschatontwikkeling en spelling. De taallessen zijn steeds gerangschikt rond een voor de kinderen herkenbaar thema (= centraal onderwerp), dat ongeveer 2 à 3 weken onderwijs vraagt en over dat thema wordt met de kinderen dus intensief “gesproken, geluisterd, geschreven en gelezen”. In de groepen 1 en 2 zijn de thema’s ontleend aan de taalontwikkelingsprogramma’s Piramide en Schatkist en het schooltelevisieprogramma Koekeloere. Deze programma’s doen dienst als bronnenboeken, waar de leerkrachten hun materiaal uit putten. .
Wij organiseren het wereldverkennend onderwijs zoveel mogelijk in projecten en thema’s waarin de ‘oude schoolvakken’ aardrijkskunde, geschiedenis, natuurkunde en biologie met elkaar verbonden worden. Elk project of thema bevat leerstof of leeractiviteiten voor 2 of 3 weken onderwijs en bestrijkt een belangrijk aspect van de werkelijkheid. Meestal zijn er duidelijk aanwijsbare accenten gelegd. Zo kan een thema de ene keer wat aardrijkskundiger van karakter zijn en de andere keer wat natuurkundiger of geschiedkundiger. De oude vakgrenzen worden echter in veel gevallen duidelijk doorbroken. Programma’s van de schooltelevisie (TELEAC/NOT) kunnen deel uitmaken van de thema’s. Datzelfde geldt ook voor allerlei creatieve activiteiten. Een bijzonder aspect van het wereldverkennende onderwijs is het aspect ‘techniek’. Dit onderdeel (dat ook in de natuurkunde en de handvaardigheid ontdekt kan worden) wordt tegenwoordig als een heel belangrijk ontwikkelingsaspect gezien. Vanaf heden wordt daar structureel tijd voor vrij gemaakt m.b.v. allerlei lessen die zijn verzameld in de “Techniektorens”. Hiermee kunnen we de technische kant van allerlei vakken op aansprekende wijze laten ontdekken.
3.4.2 Thema’s
3.3.2 Schrijven
Thema’s kunnen ontleend worden aan de beschikbare methode voor de wereldverkenning (“De grote reis”) of aan de inmiddels verzamelde eigen schoolvoorraad. De meeste thema’s zijn voorbehouden aan een specifieke groep en worden daarom “jaargroepthema’s” genoemd. Ze bevatten over het algemeen leerstof en leeractiviteiten voor drie weken. Vier keer per jaar is het thema onderwerp van de lessen in alle groepen. Een dergelijk thema noemen we een “schoolthema”. Een schoolthema bevat ook
Het schrijfonderwijs gebeurt hoofdzakelijk klassikaal met uitwijkmogelijkheden voor individuele leerlingen, die veel problemen ondervinden zowel als voor leerlingen die het allemaal heel gemakkelijk afgaat. Het is de bedoeling, dat de kinderen een vlot en goed leesbaar eigen handschrift ontwikkelen. Mede daarom schrijven alle kinderen vanaf groep 4 met een door de school beschikbaar gestelde vulpen. Bovendien beginnen de kinderen vanaf groep 2 met een metho-
Paulusschool 11
3.4.4 Overige onderdelen
leerstof en leeractiviteiten voor drie weken onderwijs. Voorbeelden van schoolthema’s zijn:
Om te voorkomen, dat enkele specifieke onderdelen door het thematisch gegeven onderwijs te weinig aandacht krijgen, is gekozen voor een speciale opzet van de vrijdagmiddagprogramma’s. Die programma’s (die alleen gelden voor de bovenbouwgroepen) bestaan elke vrijdag uit twee vaste onderdelen: a) Het eerste uur is een uur cursorische wereldverkenning. (Afwisselend in vier weken een uur kaartkennis, geschiedenis, verkeer, natuurkunde en techniek). b) Het tweede uur is een zogenaamd creatief uur. (Afwisselend in vier weken een uur handvaardigheid, tekenen, dramatiseren en muziek). De kinderen van groep 7 nemen elk jaar deel aan de verkeersproef van Veilig Verkeer Nederland (verkeersexamen) en aan de bijbehorende praktische verkeersproef, die wordt georganiseerd door de Regiopolitie Gooi en Vechtstreek.
Ons milieu – Wat eten we vandaag? (over ons voedsel) – Wat doe je voor de kost? (over beroepen) – Ziek en gezond – Onze vrije tijd (over recreatie) – Wij en het weer (over weer en klimaat) – Onze kleding – Bomen en planten (over onze afhankelijkheid van de natuur) – Herfst / Lente – Feest vieren – Vakantie – Vervoer en verkeer – Wat een kunst (over allerlei kunstvormen) – Olympische spelen – Waar mensen wonen – Mensendieren (over de relatie tussen mens en dier) – Ons Hilversum Vaak wordt een dergelijk thema ingeleid en afge sloten met een speciaal evenement en als we er half mogelijkheden toe zien, worden er excursies en buitenactiviteiten in mee gepland. Met regelmaat worden er ook “gasten” van buiten de school uitgenodigd. (Dat kunnen overigens ook ouders zijn.) Deze gasten kunnen vanuit hun eigen maatschappelijk functioneren vaak een waardevolle bijdrage leveren aan het “levensecht” maken van het onderwijs. Juist in deze thema’s heeft ook het catecheseonderwijs vorm gekregen. De catechese is zoveel mogelijk geïntegreerd in het schoolthema.
Eenmaal per kwartaal houden wij Open Podium voor de groepen 3 tot en met 8. Bij deze populaire talentenjacht presenteren de kinderen zich aan een publiek van medeleerlingen en ouders. Een jury bepaalt wie de winnaar is. Aan het einde van het schooljaar mogen alle winnaars strijden om de eer in een afsluitende ronde. De kinderen van groep 8 gaan aan het einde van hun basisschooltijd (met de fiets) op kamp. Natuurlijk nemen zij feestelijk afscheid van de basisschool. Zij voeren dan ook meestal een musical op voor alle kinderen van de school en voor hun ouders. Als er cursusjaren zijn, waarin gewerkt wordt met een gecombineerde groep 7/8, doen de kinderen van groep 7 voor het kamp en de musical altijd mee met de kinderen van groep 8. Voor de kinderen van de groepen 1 tot en met 7 of groep 6 als de kinderen van 7 op kamp zijn meegeweest wordt het schooljaar altijd afgesloten met een feestelijke laatste week (de ‘feestweek’).
3.5 Computeronderwijs
Wij maken regelmatig gebruik van de computer. Het computernetwerk op onze school bestaat uit 23 computers. Een tiental daarvan is opgesteld in de gemeenschapsruimte van de bovenbouw en de andere systemen zijn verdeeld over de klaslokalen en
3.4.3 Kunstprojecten
Buiten dit alles om neemt de school ook regelmatig deel aan meer kunstzinnige activiteiten of projecten van het Centrum voor Kunst en Cultuur “Pier K” uit Hoofddorp en van het CKC “Globe” in Hilversum. Het accent ligt steeds op een van de vele kunstdisciplines: beeldende vorming, dramatische vorming, dansante vorming, audiovisuele vorming, literaire vorming of muzikale vorming. We streven er ook naar om elk jaar voor elke groep minstens één voorstelling te boeken (liefst méér), die met de kunsten te maken heeft. Dat kan een muziekvoorstelling zijn (zoals bijvoorbeeld Kleutermeespeelorkest, Schoenen van de reus, Slagwerkconcert), een toneelvoorstelling of een filmvoorstelling (in het kader van “Klasse(n)film”).
Paulusschool 12
basketbal, softbal, wandelen (avondvierdaagse), tafeltennis, korfbal, voetbal (zaterdag voor Pasen) en zwemmen. Het principe van deelname is steeds: a) Is er bij de kinderen voldoende belangstelling om mee te doen? b) Is er bij de ouders voldoende leiding te vinden? Als op beide vragen met ”ja” geantwoord kan worden, volgt inschrijving. Het zal u duidelijk zijn, dat wij zonder de inzet van ouders niet aan deze buitenschoolse activiteiten zullen kunnen meedoen. De leerkrachten zijn in alle gevallen ingeschakeld bij de voorbereiding en de planning. (Hans Higler of Eric Geserick) Aan schoolsportevenementen wordt bij speciale gelegenheden deelgenomen in een shirt van de school. Het tenue wordt in bruikleen verstrekt en dient na afloop van het evenement weer te worden ingeleverd. Via de PAULUSKOERIER, aparte brieven of via uw kinderen wordt u op de hoogte gehouden van de data en de tijden, waarop de sportevenementen plaats vinden. Wist u trouwens, dat de deelname aan schoolsportwedstrijden zoals wij dat graag willen (dus: met plezier deelnemen is belangrijker dan winnen! Maak maar gewoon eens kennis met een sport. Je hoeft geen crack te zijn!) veel geld kost. De school heeft geen financiële ruimte voor de inschrijving van sportteams. De inschrijving van alle teams wordt betaald door de Oudervereniging.
de stafruimtes. We kunnen vanuit elke computer in het netwerk het internet benaderen en we beschikken over een “internetprotocol”, om dat zo veilig en verantwoord mogelijk te laten gebeuren.
3.6 Bewegingsonderwijs
De kinderen van groep 1 en 2 krijgen bewegingsonderwijs in de speelzaal van het eigen schoolgebouw. Voor de kinderen van groep 3 tot en met 8 maken wij gebruik van een zaal, die ons door de gemeente Hilversum wordt toegewezen. 5) De groepen 3 en 4 gaan voor de gymnastiekles naar de zaal aan de Violenstraat (ongeveer 7 minuten lopen) en de groepen 5 tot en met 8 gebruiken het gymnastieklokaal aan de Fabritiuslaan. (Circa 10 minuten lopen). Alle gymlessen voor deze groepen vinden plaats op de dinsdag- of de donderdagmiddag. Om het tijdverlies tot een minimum te beperken, is gekozen voor een extra lange gymnastiekles i.p.v. voor twee kortere lessen. Er is telkens anderhalf uur beschikbaar, waar minimaal een vol uur effectief van overblijft. Bij verhindering om mee te doen aan de gymnastieklessen is een schriftelijke mededeling gewenst.
3.6.1 Sportkleding
Uiteraard dragen de kinderen tijdens de lessen bewegingsonderwijs sportkleding. (Ook de 4 en 5 jarigen). Een speciaal voor deze lessen gereserveerd T-shirt, een sportbroekje en eenvoudige zaalschoenen voldoen al. Voor de allerkleinsten geldt, dat wij het liefst gymschoentjes zien zonder veters en bij voorkeur geen balletschoenen. I.v.m. de veiligheid van de kinderen is het in elk geval nooit toegestaan om op kousen of sokken mee te doen aan de gymles. Ook het dragen van een hoofddoek is tijdens de gymles niet toegestaan. Daarom geldt, dat bij het ontbreken van schoeisel op blote voeten moet worden meegedaan en dat helemaal niet mag worden meegedaan met de les als aparte kleding ontbreekt. Aan elke nieuwe leerling wordt door de oudervereniging een gymnastiektas in bruikleen gegeven Als het weer het toelaat, zal vaak gebruik gemaakt worden van de eigen buitenspeelgelegenheid voor de jongere kinderen, van het bovenbouwplein of van de sportvelden in het bos aan de Kolhornseweg voor de bovenbouw. Als we van plan zijn om naar het bos te gaan, dan wordt dat altijd een dag van te voren aan de kinderen verteld. In dat geval is het van belang, dat u uw kinderen de dag van de gymles makkelijke kleding aangeeft of een eenvoudig te verwisselen T-shirt. (Denk ook aan de schoenen!)
3.6.2 Buitenschoolse sportactiviteiten
Onze school neemt elk jaar deel aan activiteiten in het kader van de zogeheten schoolsoortkalender. We zetten deze traditie graag zo lang mogelijk voort. Het gaat dan om het als school meedoen in speciaal georganiseerde toernooien voor sporten als handbal,
Paulusschool 13
GIDS PAULUSSCHOOL EDITIE augustus 2007
4
leerlingenzorg
4.1 Aanmelding en plaatsing van leerlingen
zelf zorg voor dragen, dat doorzending of overhandiging plaatsvindt. In dat geval meldt de school aan de ontvangende school, dat het wettelijk verplichte onderwijskundige rapport via de ouders kan worden verkregen. Pas als alle formaliteiten zijn vervuld is er echt sprake van inschrijving. Inschrijving houdt in deze gevallen automatisch plaatsing in.
Een kind kan tot de basisschool worden toegelaten op de dag, dat het de leeftijd van 4 jaar heeft bereikt. Indien u overweegt uw kind als leerling op onze school aan te melden, is het raadzaam en leuk om eens de sfeer te komen proeven. U kunt daartoe een afspraak maken met de directie voor een kennismakingsgesprek, zowel in als buiten schooltijd. In dat gesprek wordt u verteld, hoe wij ons onderwijs inrichten. Ook leiden wij u rond in het gebouw. Indien u uiteindelijk besluit om uw kind bij ons aan te melden, dient u alleen nog een inschrijfformulier in te vullen. Daarmee zijn eigenlijk alle formaliteiten vervuld. De school werkt niet met een wachtlijst. Ouders die een afspraak willen maken, krijgen direct te horen of er plaats is of niet.. Is er geen plaats, dan kunt u het kennismakingsgesprek wel voeren en de school wel bezoeken, maar er is dan geen kans op plaatsing. Ouders die dat treft zullen een andere school moeten zoeken. Ze worden niet op een wachtlijst geplaatst en worden ook in een later stadium niet actief benaderd om alsnog over te stappen. Is er wel plaats dan volgt op de aanmelding altijd een schriftelijke bevestiging, die tegelijk een plaatsingsgarantie biedt. Aanmeldingsformulieren waarop is af te lezen, dat het kind ook op andere scholen is ingeschreven, worden niet in behandeling genomen. Als uw kind 3 jaar en 10 maanden is, kan er een afspraak gemaakt worden om alvast een paar keer te komen wennen (in totaal ten hoogste 5 dagdelen). Aanmelding van leerlingen vindt niet alleen plaats voor (onder-)4-jarigen. Daarnaast kennen we natuurlijk de inschrijving van leerlingen, die van andere scholen komen. In een dergelijke situatie vindt altijd een gesprek vooraf plaats tussen ouders en school. Verder dient overleg plaats te vinden tussen de afleverende en de ontvangende school om een helder beeld te krijgen van de overwegingen, die ten grondslag liggen aan de wisseling van school. De ontvangende school geeft vervolgens de eventuele aanmelding door aan het Regionaal Bureau Leerlingzaken en stuurt een bevestiging van inschrijving aan de afleverende school. De afleverende school moet aan de nieuwe school een bevestiging van uitschrijving opsturen en een onderwijskundig rapport aanleveren. Een dergelijk rapport wordt opgesteld door de groepsleerkracht of door de directie en wordt rechtstreeks verzonden aan de ontvangende school, tenzij ouders er om verzoeken een dergelijk rapport eerst zelf te mogen ontvangen waarna zij er
4.2 Het rapport
De kinderen krijgen twee maal per jaar een rapport mee naar huis. Het eerste rapport verschijnt in januari en het tweede in juni/juli (afhankelijk van de lengte van het schooljaar). In het rapport vindt u een bundeling van de uitslagen, die we met de objectieve en landelijk geijkte (CITO-)toetsen van ons leerlingvolgsysteem verzamelen. U vindt die resultaten terug in de vorm van grafische lijnen, die de vooruitgang op het gebied van het rekenen, het (technisch en begrijpend) lezen, de spelling, het taalniveau en de woordenschatontwikkeling zichtbaar maken. In de grafieken ziet u: • De voortgang en de ontwikkeling van het kind en dat dan steeds zoveel mogelijk door het kind te vergelijken met zichzelf op het voorgaande verslagmoment. • De vergelijking van de voortgang op een aantal leergebieden met de gemiddelde ontwikkeling van andere kinderen in ons land m.b.v. grafische ontwikkelingslijnen. • Meer objectieve vergelijkingsnormen, die ouders een beter zicht geven op de totale ontwikkeling van hun kind en het bereikte niveau. Het rapport zal steeds veel tijd vragen bij lezing, maar daar staat tegenover, dat het ook veel informatie verschaft over de voortgang in de ontwikkeling van uw kind. De kinderen van groep 8 ontvangen naast het laatste rapport een getuigschrift.
4.2.1 Rapport in boekvorm
Het rapport is losbladig. De kinderen krijgen het mee naar huis in een losse ringband en die band plus de inhoud dient na enkele dagen weer op school te worden ingeleverd. Aan het einde van de hele school periode wordt de map met de inhoud uw eigendom. U hebt dan de verslaggeving over de vorderingen van uw kind in “boekvorm” en dat “boek” beslaat de complete 8 jaren basisschool.
Paulusschool 14
4.2.2 Overgang naar een volgende groep
ontwikkeld. Zonder nadrukkelijk schriftelijk tegenbericht gaan wij er van uit, dat ouders instemmen met het opstellen en doorzenden van deze standaardrapporten.
In beginsel gaan leerlingen aan het begin van ieder schooljaar over naar de volgende groep. Voor de groepen 1 en 2 geldt de vuistregel dat kinderen, die tot 1 januari in groep 1 instromen en die zich voorspoedig ontwikkelen in beginsel in augustus/september doorstromen naar groep 2 en dat kinderen die vanaf 1 januari instromen aan het einde van de cursus nog een keer starten in groep 1. De kinderen die wat moeilijker op gang komen, of die erg speels zijn mogen groep 1 nog een keer doen. Of een kind nogmaals start in groep 1, dan wel doorstroomt naar groep 2 is een beslissing van de school. Het spreekt vanzelf, dat ouders wel goed over het hoe en waarom van het besluit worden geïnformeerd. . De kinderen uit groep 2 stromen aan het einde van een cursusjaar overeenkomstig de hoofdregel in beginsel allemaal door naar groep 3. Het komt echter nog wel regelmatig voor, dat we een extra jaar groep 2 toestaan, omdat de ontwikkeling van het kind daar echt mee gediend is. Een besluit over het verlengen van de kleuterperiode wordt aan de ouders uitgelegd m.b.v. het ‘protocol groep 3 - rijpheid’. Het besluit zelf staat niet ter discussie. De overgang in de andere groepen verloopt via de hoofdregel, tenzij er zwaarwegende factoren zijn, die een ander besluit rechtvaardigen. Een en ander is vastgelegd in het ‘Protocol zittenblijven’, dat door belangstellende ouders op school kan worden opgevraagd. Aan een protocol ‘versneld doorstromen’ wordt nog gewerkt.
4.3 Zo zijn onze manieren
Een van de belangrijke uitgangspunten in ons schoolplan is, dat wij het belangrijk vinden om onze kinderen een veilige en uitnodigende omgeving te bieden. Zo’n omgeving maakt dat kinderen met plezier en vertrouwen naar school gaan en dat is een basisvoorwaarde voor een positieve ontwikkeling. Een veilige en uitnodigende omgeving vraagt om een omgangsklimaat, dat vooral getuigt van respect voor elkaar en van de wil om verantwoordelijkheid te dragen voor het eigen gedrag en dat van een ander. Om die sfeer te bereiken en te bewaren moet je er continu aan blijven werken. De belangrijkste omgangsregels van onze school zijn: 1. Wij hebben respect voor elkaar en voor ons zelf, 2. Wij zijn verantwoordelijk voor ons eigen gedrag en voor alle afspraken die we samen maken, 3. Wij zijn zuinig op het materiaal en op de omgeving. Deze drie regels vinden we zo belangrijk, omdat ze de basis kunnen vormen voor een hanteerbaar omgangsprotocol voor elke afzonderlijke groep. Daarom ook zijn ze opgenomen in een algemeen schoolprotocol. Dat protocol luidt:
4.3.1 Omgangsprotocol
• A an het begin van elk schooljaar worden in elke groep de drie algemene schoolregels in een (paar) kringgesprek(ken) nog eens nadrukkelijk uitgelegd en toegelicht, • Aan het begin van elk schooljaar worden per groep en door de leden van elke groep de aanvullende groepsregels opgesteld (= nadere uitwerking van de drie basisregels op groepsniveau), • De uitwerking wordt op schrift gesteld en door alle kinderen en door de leerkracht ondertekend, • De ondertekende lijst wordt in elke groep opgehangen, • Wekelijks wordt geëvalueerd welke regel het best is waargemaakt en welke regel extra aandacht nodig heeft, • Eventuele beloningen en straffen moeten een relatie hebben tot de regel.
4.2.3 Overgang naar het voortgezet onderwijs
De overgang naar het voortgezet onderwijs wordt al in groep 7 voorbereid. Aan het einde van groep 7 vraagt de school aan de ouders toestemming om bij hun kinderen het zogenaamde ‘drempelonderzoek’ te mogen afnemen. Dat onderzoek geeft een eerste indicatie over de mogelijkheden van het kind op basis van de gemeten aanleg en een aantal persoonlijkheidskenmerken. De uitslag verschijnt aan het begin van het laatste cursusjaar. Ouders en kinderen worden in groep 8 verder voorbereid op de overstap naar het voortgezet onderwijs. In de maand januari organiseren we een informatieve ouderavond om de mogelijkheden van de verschillende schooltypes op een rij te zetten. Eveneens in januari wordt door de groepsleerkracht en de directie voor elk kind een schooladvies opgesteld aan de hand van de bevindingen die uit de gehele schoolloopbaan en uit aanvullend onderzoek zijn verkregen. Het advies van de school wordt kenbaar gemaakt in een persoonlijk gesprek met de ouders. Aansluitend wordt een onderwijskundig rapport opgesteld t.b.v. de uitgekozen (ontvangende) school voor voortgezet onderwijs. Daarvoor wordt gebruik gemaakt van het model, dat die scholen zelf hebben
4.3.2 Andere schoolregels
Op onze school zijn naast de reeds genoemde regels ook de volgende regels en afspraken van kracht: • De kinderen van de onderbouw spelen voor school en onder de pauzes op het onderbouwplein en de kinderen van de bovenbouw op het bovenbouwplein, • Om het toezicht beter mogelijk te maken, mag onder de pauzes niet gespeeld worden op het kleine
Paulusschool 15
4.4.1 Het toezicht bij het overblijven
pleintje bij de groepen 3 en 4. (Leliestraatkant van de school), • Onder de pauzes moeten de kinderen op het schoolplein blijven, • Op het schoolplein mag niet worden gefietst, • Niemand mag zonder toestemming van een leerkracht op het dak van de school klimmen om er een bal af te halen, • Als de bel gaat, gaat iedereen zo snel mogelijk naar binnen, • Tijdens de pauzes gaan de leerlingen in principe allemaal naar buiten. De groepsleerkracht houdt daar toezicht op. Als het (wegens bijzondere omstandigheden) nodig is, dat een kind tijdens de pauzes binnen blijft, dan dient daar door de ouders schriftelijk melding van gemaakt te worden aan de groepsleerkracht, • Buiten de schooltijden om kunnen de kinderen in de school bezig zijn met allerlei activiteiten, mits er toezicht aanwezig is van een van de leerkrachten, • Leerlingen worden in principe onder schooltijd niet weggestuurd om vergeten spullen op te halen of boodschappen te doen, • Wandelingen en excursies worden alleen gehouden, als er voldoende extra begeleiding is. (Minimaal 2 volwassenen). Kinderen hebben op school geen mobiele telefoon nodig. Toch meegebrachte telefoons worden uitgezet en door de groepsleerkracht in bewaring genomen. Het is niet de bedoeling, dat er in de klas petten gedragen worden. Ook is het niet toegestaan om met warm weer met ontbloot bovenlijf in de klas zitten. In de klas mag geen hoofddoek worden gedragen, mits er echt religieuze overwegingen aan ten grondslag liggen. Tijdens gymnastieklessen dient de hoofddoek i.v.m. de veiligheid evenwel altijd te worden afgedaan.
De overblijfleiding ziet er op toe, dat de kinderen het eten, dat wordt meegebracht ook echt allemaal opeten. Als dat van de ouders niet hoeft, verwacht de leiding daar een berichtje over. De overblijvers moeten op het plein blijven, ook na 13.00 uur. Dat betekent dus ook, dat ze niet in de gelegenheid gesteld kunnen worden om eerst zelf maar even eten te gaan kopen. Er wordt van de overblijvers verwacht, dat ze zich aan de aanwijzingen van de overblijfouders houden. Dat geldt ook, als zo’n aanwijzing eens wat minder leuk gevonden wordt. Tijdens het overblijven hebben de overblijfouders dezelfde status als de leerkrachten. Als een kind normaliter overblijft, maar incidenteel niet, omdat er bijvoorbeeld sprake is van “overblijven” bij een vriendje of vriendinnetje, dan verwacht de overblijfleiding daarover een berichtje.
4.4.2 Uitsluiten van het overblijven
Bij herhaald wangedrag tijdens het overblijven kan aan kinderen het recht om van de overblijfregeling gebruik te maken worden ontzegd. Dit zal nooit gebeuren zonder dat er eerst sprake is geweest van contact met de ouders. Voor regels en procedures bij het overblijven kunt u verder lezen in hoofdstuk 6
4.5 Schoolmelk
Op de Paulusschool bestaat de mogelijkheid om deel te nemen aan het programma van de Schoolmelkvoorziening. Via een aanmeldingsformulier, dat op school verkrijgbaar is, kunt u aangeven wat uw kind in de ochtendpauze of tijdens het overblijven wenst te drinken. Het abonnement is op drie momenten per jaar opzegbaar en wel: • Vóór 1 november (dan stopt de schoolmelk op 1 december). • Vóór 1 maart (dan stopt de schoolmelk per 1 april). • Vóór 1 juli (dan stopt de schoolmelk aan het einde van het cursusjaar). Betaling geschiedt via automatische afschrijving van uw rekening of via een acceptgirokaart van Campina. Dus geen betaling aan de school! Melk drinken kost circa € 0,25 per drinkdag. Campina telefoonnummer: 0900 – 2356355 of website: www.schoolmelk.nl
4.4 Het overblijven
Tot de zorg voor de leerling hoort in elk geval ook de tussenschoolse opvang. De school is verantwoordelijk voor de organisatie van dit ‘overblijven tussen de middag’. Er is gekozen voor een interne organisatie met toezicht houdende vrijwilligers, die daarvoor een beperkte financiële vergoeding ontvangen. De kinderen eten tijdens het overblijven gezamenlijk met de leiding (overblijfmoeders) en daarna kan binnen of buiten gespeeld worden. Daar is natuurlijk wel wat voor nodig. Om er voor te zorgen, dat de overblijvende kinderen en de niet overblijvers zich niet te vroeg door elkaar mengen, bestaat de regel dat de niet-overblijvers tussen de middag pas na 1 uur op het schoolplein mogen komen. Na 1 uur mag dat wel, want dan is het toezicht weer geregeld door het schoolteam. Deze regel is noodzakelijk i.v.m. kwesties rond verantwoordelijkheden, aansprakelijkheid en verzekering.
4.6 Schorsing en verwijdering
Er bestaan ook regelingen voor de schorsing en verwijdering van leerlingen. Het zal duidelijk zijn, dat we slechts bij hoge uitzondering zullen overgaan tot het nemen van één van deze maatregelen. Daarbij is het van belang ‘schorsing’ te onderscheiden van ‘verwijdering’. Schorsing is aan de orde, wanneer de directie bij ernstig wangedrag van een leerling onmiddellijk moet optreden en er tijd nodig is voor het zoeken naar
Paulusschool 16
een verantwoorde oplossing. Verwijdering is aan de orde, als het bestuur van de school concludeert, dat de relatie tussen de school en de leerling (de ouders) onherstelbaar is verstoord. De regelingen liggen ter inzage op school.
• D e dienst test op verzoek van de ouders of op verzoek van de school kinderen van wie de vorderingen reden tot ongerustheid geven. Het gaat dan om grotere - meestal psychologische- onderzoeken. De dienst is gevestigd: Tolakkerweg 153, 3738 JL Maartensdijk. Het telefoonnummer is: 0346-219777.
4.7 Begeleiding door derden
Sinds 1 april 2006 wordt gewerkt aan een verbeterde samenwerking tussen scholen en instellingen voor jeugdzorg. De bedoeling is,dat hierdoor ook verbeterde zorg verleend kan worden aan kinderen in de basisschoolleeftijd, die speciale zorg nodig hebben. Er wordt zorg verleend op drie niveau´s. De eerstelijnszorg is de extra zorg die direct op school kan worden verleend. We zien dat bijvoorbeeld terug bij de screening door de logopedist en (bij ons op school ) bij de screening en behandeling door de fysiotherapeut. Dan is er de tweedelijnszorg op het schoolnabije niveau. Dit houdt in, dat gebruik gemaakt kan worden van de deskundigheid van het samenwerkingsverband ´Weer Samen Naar School`( WSNS ), waarover u meer kunt lezen in paragraaf 4.8 of van de deskundigheid van de schoolbegeleidingsdienst Eduniek. Ook de contacten met de schoolarts en met de speciale scholen voor basisonderwijs liggen op dit vlak. Tenslotte is er het bovenschoolse niveau bij ernstige problemen met betrekking tot het leren of de sociaal/ emotionele ontwikkeling. We hebben dan te maken met de medewerkers van de REC´s (= Regionale Expertisecentra) en met de verder van de school af liggende instellingen voor jeugdzorg. Incidenteel komen medewerkers van jeugdzorginstellingen bij specifieke problemen op school praten, observeren en adviseren. Voor de goede samenwerking tussen de vele instellingen die zich met jongeren bezig houden, is vooral met het oog op problemen van zeer ernstige aard een zorgadviesteam opgericht (ZAT). In dat team wordt samengewerkt door de scholen, de GGD, Versa-Welzijn, Bureau Jeugdzorg, het Regionaal Bureau Leerlingzaken en de Onderwijsbegeleidingsdienst Eduniek. De bedoeling is dat bij ernstige gevallen minder tijd verloren gaat en beter geholpen wordt. Enkele van de instellingen met wie wij nauw samen werken zijn hieronder beschreven.
4.7.2 Fysiotherapie
Op onze school is een kinderfysiotherapeut werkzaam: Nynke Tempelaar. Zij werkt als kinderfysiotherapeut in een particuliere praktijk in Huizen en ze komt elke woensdagochtend bij ons op school voor de begeleiding van kinderen die motorische ontwikkelingsproblemen hebben. 7) In perioden van grote drukte of als zij zelf verhinderd is, wordt zij vergezeld of vervangen door een collega. Zodra een leerkracht twijfelt aan de motorische vaardigheden van een leerling, wordt in overleg met de ouders een motorische test door de fysiotherapeut afgenomen. Afhankelijk van het testresultaat wordt dan vervolgens besloten om het kind onder schooltijd de nodig geachte therapie te bieden. De huisarts van het kind in kwestie wordt schriftelijk geïnformeerd. Ter ondersteuning van de therapie wordt soms een zitbal of zitkussen uitgereikt. Deze hulpmiddelen stimuleren een juiste houding en een goede spierspanning, waardoor andere motorische vaardigheden (o.a. de fijne motoriek) zich beter gaan ontwikkelen. . Het ”praktijkadres” van onze fysiotherapeuten is: Rendier 7 te 1273 HM Huizen, telefonisch bereikbaar onder nummer: 035-5262629.
4.7.3 G GD Gooi en Vechtstreek/ Jeugdgezondheidszorg
Van consultatiebureau naar schoolgezondheidszorg Onze school staat in het werkgebied van de afdeling Jeugdgezondheidszorg van de GGD Gooi & Vechtstreek. Daar werken jeugdartsen, doktersassistenten, sociaal verpleegkundigen, logopedisten en administratieve krachten. Wanneer een kind vier jaar wordt, draagt het consultatiebureau van de afdeling jeugd-gezondheidszorg (JGZ) GGD Gooi & Vechtstreek de zorg over aan het schoolteam. Aan onze school zijn vanuit die dienst een jeugdarts, een verpleegkundige, een logopedist en een doktersassistente verbonden. Zij onderzoeken de kinderen met het doel groei- en ontwikkelingsstoornissen vroegtijdig op te sporen en zo mogelijk te voorkomen.
4.7.1 Schooladviesdienst
Onze school onderhoudt nauwe contacten met Edu niek (= de onderwijsbegeleidingsdienst). Deze schooladviesdienst biedt verschillende diensten aan: • De dienst geeft op verzoek van de school advies bij het invoeren van vernieuwingen. Tevens biedt zij de mogelijkheid om specialistische begeleiders in te huren bij bepaalde vernieuwingsprocessen. • De dienst kan worden ingeschakeld bij het organiseren en uitvoeren van verschillende na- en bijscholingsactiviteiten voor het schoolteam.
Vragen en problemen Ongeacht de leeftijd van het kind, kunt u zich wenden tot de afdeling JGZ met vragen en problemen over de lichamelijke of sociaal-emotionele ontwikkeling van uw kind. Bijvoorbeeld over voeding, leefgewoonten, moeilijk gedrag, pesten, sport en beweging, seksualiteit, zindelijkheid etc. Naar aanleiding van uw vragen
Paulusschool 17
Informatiebladen Op school beschikken wij trouwens over GGD informatiebladen voor ouders over uiteenlopende onderwerpen. Wilt u iets meer weten over hoofdluis, kinderziektes, slapen en uit bed komen, hygiëne, mondverzorging/tanden poetsen, gezonde voeding enz. dan kunt u via de school een dergelijk informatieblad altijd opvragen.
en problemen kan er een extra onderzoek of gesprek plaatsvinden. Ook kan er, na overleg met de ouders, tussen de GGD en de school overleg plaatsvinden over kinderen voor wie extra aandacht op zijn plaats is. De vaste contacten tussen ouders en de GGD vinden plaats in: • Groep 1: Alle kinderen worden individueel gescreend door de logopediste. Zij let daarbij op verschillende aspecten van de taalontwikkeling (zoals woordenschat, spontane spraak, taalbegrip) spraak, mondgewoonten, stem en gehoor. (N.B. Ook kinderen uit andere groepen kunnen in aanmerking komen voor een logopedisch onderzoek. Ouders kunnen zelf in overleg met de leerkracht om zo’n onderzoek vragen.) Na de screening is in overleg met de ouders een aantal activiteiten mogelijk zoals nader onderzoek, korte begeleiding, controle of behandeling. Voor behandeling wordt uw kind verwezen naar een logopediepraktijk in uw omgeving. Redelijk dicht in de buurt van onze school vindt u de praktijken van: Joyce Klaarenbeek Vosmaerlaan 36 (Tel.: 6211071) Henny Westerman Hyacintenlaan 92 (Tel.: 6241576) Marieke Strijbis-Jacob Oude Amersfoortseweg 149 (Tel.: 6836293) Yvette van der Beek Seinstraat 1 (Tel.: 06-14677259) Barbara Bernaert & Karin ten Brummelhuis Logopedie en Stottertherapie Van Riebeeckweg 50 (Tel.: 6834646) • Groep 2: De kinderen worden uitgenodigd voor een onderzoek door de jeugdarts (soms bijgestaan door een doktersassistente). Er wordt uitgebreid gekeken naar de groei, ontwikkeling en de gezondheid. Gelet wordt op ogen en oren, lengte en gewicht, spraak/taalontwikkeling, de voeding, het bewegen (grove en fijne motoriek) en het gedrag van het kind. • In het kalenderjaar waarin uw kind 9 jaar wordt ontvangt u een oproep voor twee prikken (inentingen); één tegen Difterie, Tetanus en Polio (DTP) en één tegen Bof, Mazelen en Rode hond (BMR). • Groep 7: Voor kinderen in groep 7 staat de gezonde leefstijl centraal. Door middel van vragenlijsten of een onderzoek wordt aandacht besteed aan o.a. opvoeding, gedrag, hobby’s, slapen en voeding. Indien nodig wordt specifiek gekeken naar de lichamelijke groei, de houding en het gezichtsvermogen.
Voor meer informatie kunt u op werkdagen van 09.00 tot 14.00 uur contact opnemen met de JGZ van GGD Gooi- en Vechtstreek, Brinklaan 138, 1404 GV Bussum, tel.: 035-6926350, fax: 035-6926251, e-mail:
[email protected], logopedie@ ggdgooi.nl, website: www.ggdgooi.nl.
4.8 Speciale leerlingenzorg 4.8.1 WSNS
Het landelijk onderwijsbeleid is er op gericht, dat zoveel mogelijk kinderen onderwijs kunnen volgen op de basisschool in de buurt. Om de benodigde extra begeleiding te kunnen bieden neemt de Paulusschool deel in een zogenaamd Samenwerkingsverband WSNS. (Weer Samen Naar School): het RK/PC Samenwerkingsverband “’t Gooi en omstreken”. De gewone en de speciale scholen voor basisonderwijs hebben een Zorgplan opgesteld, dat ieder jaar wordt bijgesteld. Daarin zijn afspraken gemaakt over het begeleiden van kinderen die speciale ondersteuning nodig hebben. Verder wordt de ontwikkeling van onderwijs en zorg op maat ondersteund. Belangstellende ouders kunnen het Zorgplan op school altijd komen inzien. Het plan is ondertekend door het bestuur van onze school en de Medezeggenschapsraad heeft ermee ingestemd. Binnen de Paulusschool is er al veel gerealiseerd van de afspraken in het Zorgplan. We hebben een vrij volledig leerlingvolgsysteem ingevoerd, waarmee we vroegtijdig kunnen signaleren of een kind op een bepaald gebied voorop loopt of juist een achterstand heeft. Door middel van extra instructie, verlengde instructie dan wel herhaling krijgt een kind vervolgens de begeleiding die op zijn individuele situatie van toepassing is. Daarnaast zijn er de zogenaamde ‘hulptrajecten’. Met een hulptraject (= een alternatieve leerweg/een tweede leerlijn) kan een leerling specifieke hulp krijgen waarbij hij via een andere route toch het belangrijkste leert van dat wat via de gewone route niet zo gemakkelijk lukt. De school heeft een intern begeleider en er vinden volop aanpassingen plaats in de door ons gebruikte methodieken. Het is van belang om in een zo vroeg mogelijk stadium helderheid te krijgen over de kans, dat kinderen tegen leer- en ontwikkelingsmoeilijkheden oplopen. Daarom vindt reeds bij jonge kinderen zowel logopedische als motorische screening plaats en worden ook in de groepen 1 en 2 al af en toe toetsjes afgenomen. Het betreft dan meestal taaltoetsjes en toetsen
U krijgt van alle onderzoeken vooraf bericht! Het onderzoek vindt plaats op school of op het steunpunt in de regio. (Wijkcentrum Nova Zembla aan het Peter Planciusplein 10, tel.: 6856480)
Paulusschool 18
ordening en begripsvorming. Om diezelfde reden proberen we de gemiddelde groepsgrootte in de groepen 1 tot en met 4 te houden op maximaal 24 leerlingen. 8) De interne begeleiding ( = coördinatie van de leerlingenzorg) van de bovenbouw is in handen van de directie. Voor de onderbouwgroepen is juf Brenda Kuiper de intern begeleidster. Als de interne begeleiding onvoldoende ontwikkelingsmogelijkheden kan bieden, of als er sprake is van wel heel specifieke en speciale problemen, komen de mogelijkheden van extra begeleiding met behulp van een zogenaamd rugzakje of van plaatsing op (soms heel) gespecialiseerde instituten om de hoek kijken.
termijn inrichtingsvoorzieningen te treffen met behulp waarvan visueel gehandicapte leerlingen zich zelfstandig door het gebouw kunnen bewegen. Over de toelaatbaarheid wordt vooralsnog een besluit genomen via de volgende regeling: Een ouder die om plaatsing van een gehandicapt kind verzoekt, wordt uitgenodigd voor een gesprek met het schoolteam. Bij dat gesprek kunnen de ouders zich laten vergezellen door een ambulant begeleider vanuit het REC (=Regionaal Expertise Centrum). Het doel van het gesprek is om bekendheid te krijgen met het verwachtingspatroon van de ouders en om de teamleden de kans te geven te vertellen, wat zij wel of niet als mogelijkheden voor het kind zien. Tijdens het gesprek wordt het door de school vastgestelde protocol ingevuld. Na het gesprek wordt op een aparte bijeenkomst, waaraan wordt deelgenomen door de ouders (en de door hen meegebrachte deskundigen), de directie, de intern begeleider en de direct voor begeleiding in aanmerking komende groepsleerkracht nagegaan of het verstandig is om de begeleiding van het kind op onze school te verzorgen en onder welke nadere (organisatorische, financiële, materiële en personele) voorwaarden dat het best kan gebeuren. Als daarover overeenstemming kan worden bereikt, volgt concrete aanmelding en al dan niet tijdelijke, voorlopige of definitieve plaatsing.
4.8.2 Leerlingen met een “rugzakje”
Met ingang van 1 augustus 2003 is de wettelijke Regeling Leerlinggebonden Financiering (LGF) van kracht. Vanaf dat moment kunnen leerlingen met een (ernstige) handicap in principe in het gewone basisonderwijs geplaatst worden. Zo’n leerling beschikt dan over een zogenaamd “rugzakje”, waarin financiële middelen zitten, die het verantwoord opnemen van een gehandicapt kind in een gewone school mede mogelijk moeten maken. Het gaat in deze regeling om kinderen met een visuele handicap, om kinderen met een auditieve of spraakhandicap, om kinderen met een lichamelijke of een verstandelijke handicap en om kinderen die hyperactief zijn, stoornissen hebben in hun aandachtsfunctie, extreem teruggetrokken of buitengewoon faalangstig zijn of die op andere wijze blijvende psychische problemen hebben. Als ouders hun gehandicapte kind op onze school willen plaatsen, is dat helaas niet in alle gevallen mogelijk. Uitgangspunt voor plaatsing is, dat het kind in kwestie met de plaatsing gebaat moet zijn en op onze school ook echt kansen moet kunnen krijgen op verdere ontwikkeling en ontplooiing. Verder geldt, dat de groepsleerkrachten over de fysieke, organisatorische en didactische mogelijkheden moeten beschikken om aan de behoeften van het kind en de vraag van de ouders te voldoen. De actuele situatie is, dat onze school ervaring heeft opgedaan met het begeleiden van kinderen met handicaps op het gebied van de spraak- en taalmoeilijkheden (bijvoorbeeld kinderen met een vertraagde spraakontwikkeling), motorische problemen, ADHD, PDD-NOS en vormen van autisme. Daarom hanteren wij als uitgangspunt, dat wij alleen kinderen kunnen plaatsen met de handicaps, waarmee voldoende ervaring is opgedaan en dat tot het maximumaantal van 2 kinderen per leerlingengroep. Plaatsing van kinderen met een andere handicap is slechts in uitzonderingsgevallen en onder nader te omschrijven voorwaarden mogelijk. Daarbij geldt in elk geval dat wij kinderen met een visuele handicap niet kunnen plaatsen, omdat onze huisvesting zich daartoe niet leent en wij ook niet in staat zijn op korte
4.8.3 Speciaal Onderwijs
Als blijkt, dat ondanks de extra begeleiding de ernstige leer- en/of opvoedingsmoeilijkheden zo groot zijn, dat de gewone basisschool geen enkele verantwoorde begeleidingsmogelijkheid meer ziet, kan een kind (na uitvoerig onderzoek) geplaatst worden op een speciale school voor basisonderwijs (= de vroegere LOM en MLK-scholen). Daarvoor dient de basisschool aan te tonen dat echt alles is geprobeerd, maar dat het in het belang van de ontwikkeling van het kind niet langer meer verantwoord is om door te werken op een gewone school. Het oordeel of dat punt ook echt is bereikt, wordt gegeven door de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL). Die onafhankelijke commissie kan namelijk op verzoek van de ouders, op basis van onderzoek van de leerling en na bestudering van het dossier, zoals dat door de school moet worden aangeleverd, een beschikking afgeven waarmee (opnieuw door de ouders) een plaats op een speciale school voor basisonderwijs kan worden aangevraagd. De PCL onderzoeksfunctie is gevestigd op het postadres van de onderwijsbegeleidingsdienst (PCL-Intake. p/a Eduniek. Postbus 25 – 3738 ZL te Maartensdijk). Een beschikking moet worden aangevraagd bij: PCL – Kern – WSNS HET GOOI e.o. Postbus 446, 1200 AK te Hilversum. De speciale scholen voor basisonderwijs in ons
Paulusschool 19
amenwerkingsverband zijn: S • Hummelingschool – Peter Planciusplein 12 te Hilversum • Het Mozaïek – Wirixstraat 57 te Hilversum Christelijk Instituut Indon te Bussum • De Wijngaard te Huizen Er is nog wel een andere speciale basisschool nl. “Orthopedagogisch Instituut Annie M.G. Schmidt” te Hilversum, maar die school behoort tot een ander samenwerkingsverband. Het zal altijd extra inspanning vragen om kinderen van onze school op die speciale school voor basisonderwijs te plaatsen.
4.8.4 REC-scholen
Is zelfs een speciale school voor basisonderwijs niet de goede oplossing voor een kind met problemen, dan kan geadviseerd worden om het kind in kwestie aan te melden voor heel speciale instituten, die worden aangeduid met de term REC. (= Regionaal Expertise Centrum). Ze zijn bedoeld voor kinderen met ernstige spraak- en taalproblemen, voor dove en zeer slechtziende kinderen, voor kinderen met een lichamelijke of geestelijke handicap en voor kinderen met ernstige psychische aandoeningen (zoals bijvoorbeeld vormen van autisme).
4.8.5 Aanvullende informatie
Op school is alle informatie over bovenstaande trajecten beschikbaar, maar u kunt ook terecht op: www.recsmiddennederland.nl. www.oudersenrugzak.nl www.minocw.nl/rugzakje www.gewoonanders.nl
Paulusschool 20
GIDS PAULUSSCHOOL EDITIE augustus 2007
5
De leraren
5.1 Het team
ben kinderen die normaliter gebruik maken van de naschoolse opvang van de Stichting Kinderopvang Hilversum op die dagen recht op opvang gedurende de schooltijden.
Het team van de Paulusschool bestaat uit 1 directeur en een aantal groepsleerkrachten. Daarnaast maakt de school gebruik van de hulp van derden voor specifieke zorg aan kinderen, zoals die gegeven kan worden door de schoolarts, fysiotherapeuten, logopedisten, ambulante begeleiders uit het speciale basisonderwijs of uit de REC-scholen, pedagogen en psychologen van instellingen als de Symforagroep en de schoolbegeleidingsdienst. U vindt hierover meer informatie in hoofdstuk 4, paragraaf 7.
5.4 Lesuitval
Wij hebben nog nooit kinderen naar huis moeten sturen wegens afwezigheid van de leerkracht. Het is echter mogelijk dat in uitzonderlijke gevallen een dergelijke situatie zich voordoet en dat uw kinderen niet op school opgevangen kunnen worden. Dat is voor zowel ouders, kinderen als het schoolteam een uiterst vervelende situatie. U mag er dan ook van uitgaan, dat de school in voorkomend geval een vastgestelde procedure volgt. Deze procedure kunt u vinden onder hoofdstuk 9, paragraaf 9.5.
5.2 Stagiaires
Met enige regelmaat zult u van uw kinderen horen, dat er een “hulpmeester of -juf” in de klas is. Het betreft dan meestal studenten van de Pedagogische Hogeschool “Domstad”. (Opleidingsschool voor leraren en leraressen basisonderwijs). Deze studenten komen afhankelijk van de opleidingsfase waarin zij zitten een dag per week, een hele week of zelfs een aantal weken in de klas van uw kind. Daar werken zij dan onder toezicht en eindverantwoordelijkheid van de groepsleerkracht aan het vervullen van de eigen opdrachten, die overigens altijd passen in het normale programma van de school.
5.3 Studiedagen
Om te zorgen dat de leerkrachten op de hoogte blijven van nieuwe inzichten en ontwikkelingen in het onderwijs, volgen zij een aantal dagen per jaar nascholing, de zogenaamde studiedagen. De kinderen zijn op die dagen vrij van school. In de regel vallen deze studiedagen vlak voor of na een schoolvakantie, zodat het voor ouders zo weinig mogelijk praktische ongemakken met zich meebrengt. Overigens heb-
Paulusschool 21
GIDS PAULUSSCHOOL EDITIE augustus 2008
6
De ouders
6.1 Belang van de betrokkenheid van ouders
maakt na ontvangst van de ingevulde uitnodiging een rooster voor de gesprekken en zendt u een bevestiging. Het kan een enkele keer gebeuren dat de avond te “vol” wordt. In dat geval wordt aangegeven, dat een nieuwe afspraak gemaakt zal worden. Als de groepsleerkracht het van groot belang acht, dat u in elk geval op een gespreksavond aanwezig bent, zal hij of zij u dat vroegtijdig kenbaar maken. In een dergelijk geval neemt de leerkracht dus het initiatief. Het is overigens niet zo, dat contacten tussen ouders en leerkrachten over de vorderingen van kinderen beperkt blijven tot deze gespreksavonden. U kunt altijd langskomen voor een extra afspraak.
De opvoeding van kinderen is eerst en vooral de verantwoordelijkheid van ouders. Gedurende een zeer lange periode wordt het opvoeden en onderwijzen gedeeltelijk (verplicht) uitbesteed aan de school waar de leraren een stuk van de verantwoordelijkheid overnemen. De school zal altijd proberen de samenwerking met de ouders zo goed mogelijk te laten zijn, omdat dit in het belang van het kind is. Informatie die bij de ouders beschikbaar is en die van belang is voor de school, ontvangen wij graag van de ouders. Regelmatig contact tussen ouders en school vinden wij dan ook heel belangrijk.
6.2.3. T hematische of inhoudelijke avonden over de ontwikkelingen binnen opvoeding en onderwijs
6.2 Informatievoorziening aan ouders over het onderwijs en de school In onze school worden verschillende soorten ouderavonden georganiseerd. Daarnaast ontvangt ieder gezin jaarlijks een geactualiseerde schoolgids en een infokalender.
Thematische of inhoudelijke ouderavonden zijn bedoeld voor alle ouders (niet gebonden aan een groep). Dergelijke avonden worden ruim van te voren aangekondigd.
6.2.1 Informatieavonden per groep aan het begin van een cursusjaar
6.2.4 “De Pauluskoerier”
6.2.2 Gespreksavonden over de ontwikkeling van de kinderen
6.2.5 De Schoolkrant
Het contact tussen ouders en school wordt mede onderhouden door het regelmatig verschijnen van een nieuwsbrief: “De Pauluskoerier” (We streven naar het verschijnen van minstens één nummer per maand). In deze nieuwsbrief staat veel actuele informatie over de school en over de verschillende activiteiten die door de Oudervereniging georganiseerd worden. Vast onderdeel van de nieuwsbrief is de agenda. Dat is een lijst met belangrijke data, die u op de hoogte houdt van nog komende gebeurtenissen zoals vergaderingen, ouderavonden en evenementen.
De informatieavond is niet bedoeld om met een groepsleerkracht van gedachten te wisselen over individuele kinderen, maar om iets te horen over de wijze van werken in een klas. Als de omstandigheden daar aanleiding toe geven kan de informatieavond vervangen worden door een inloopochtend. De data voor de informatieavonden of inloopochtenden worden bekend gemaakt via “De Pauluskoerier”. Ze vinden bij voorkeur zo vroeg mogelijk in het schooljaar plaats.
De kinderen krijgen de schoolkrant 4 keer per jaar mee naar huis. De krant wordt gemaakt voor en door de kinderen, die worden bijgestaan door een redactie van ouders en leerkrachten.
Tijdens het schooljaar wordt er 3 keer een ronde van gespreksavonden gehouden. Een dergelijke avond is ook wel bekend onder de namen: tafeltjesavond of tien minutengesprekken. Op deze avond zijn alle teamleden op school aanwezig om met ouders over de ontwikkeling van hun kind te praten (bijvoorbeeld aan de hand van een verschenen rapportverslag). U wordt van te voren op de hoogte gesteld, wanneer er een dergelijke avond is. Dat gebeurt via een algemene uitnodiging. Op die uitnodiging kunt u aangeven of u gebruik wilt maken van de gelegenheid om met de groepsleerkracht van gedachten te wisselen over de vorderingen van uw eigen kind. De leerkracht
6.2.6. De Website
Ouders en kinderen, die via andere kanalen informatie over de school willen verkrijgen, wijzen we nog op de website van de school: www.paulusschoolhilversum.nl. Er worden vaak foto’s van kinderen in les- of spelsituaties op onze website geplaatst. Mocht u hier bezwaar tegen hebben, indien dit een foto met uw kind betreft, dan kunt u dit uiteraard kenbaar maken.
Paulusschool 22
6.3 Inspraak 6.3.1 Oudervereniging/ouderraad (OR)
gadering wordt rekening en verantwoording afgelegd over de activiteiten in het voorgaande cursusjaar en worden de plannen voor het op gang gekomen cursusjaar aan de ouders ter goedkeuring voorgelegd. Mocht u vragen, opmerkingen en/of suggesties hebben, of wilt u lid worden van de Ouderraad, spreekt u dan een van de leden van de OR aan op school, of bel een keer. De gegevens zijn te vinden achter in de schoolgids.
De ouders die kinderen op onze school hebben, kunnen middels het aanmeldingsformulier aangeven of zij er bezwaar tegen hebben om lid te zijn van de Oudervereniging. Als zij aangeven daar geen bezwaar tegen te hebben, zijn ze na de aanmelding van hun kind automatisch lid. Doel van de oudervereniging Het bevorderen van de contacten tussen de school en de ouders en het verlenen van ondersteuning aan het schoolteam bij tal van schoolse en buitenschoolse activiteiten. Dat kunnen alle ouders natuurlijk niet tegelijk doen. Daarom is er, zoals in elke vereniging, een bestuur gekozen. Dat bestuur treedt op onder de naam “Ouderraad”.
6.3.2 Medezeggenschapsraden
De officiële inspraak van ouders in het beleid van de school is wettelijk geregeld. Dat is gebeurd via de Wet Medezeggenschap Scholen (WMS), waarin beschreven wordt hoe onder elk bestuur en op elke school een medezeggenschapsraad moet worden ingesteld. Medezeggenschap wordt dus uitgeoefend op twee niveau´s. Er is een raad op bestuursniveau (de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad of GMR) en er is een raad op het niveau van de eigen school (de lokale medezeggenschapsraad of MR)
De Ouderraad probeert het doel van de vereniging te realiseren door het organiseren en coördineren van verschillende activiteiten: Het houden van (thematische) ouderavonden. Het organiseren van koffie- of inloopochtenden 1 keer per maand. Het (mede) organiseren van allerlei (buitenschoolse) activiteiten. Het instellen van verschillende werkgroepen. Het aanstellen van klassenouders. De school en de ouderraad stellen het zeer op prijs, als u zoveel als dat maar mogelijk is aan deze activiteiten deelneemt. Door uw deelname aan ouderavonden draagt u bij aan de totstandkoming van betere contacten tussen ouders en school. Dat kan het onderwijs aan uw kinderen alleen maar ten goede komen.
Lokale medezeggenschap De MR is een college binnen de school, dat bestaat uit afgevaardigden van de ouders en de leerkrachten, die kritisch meedenken over beleidszaken en over het reilen en zeilen van de eigen school. Zowel de afgevaardigden van de ouders (de zogenaamde oudergeleding) als de afgevaardigden van het team (de zogenaamde personeelsgeleding) hebben in de wet omschreven bevoegdheden om mee te beslissen of te adviseren. Zij kunnen uitspraken doen over voorgenomen besluiten van het bestuur en directie, maar zij kunnen zelf ook ongevraagd adviezen uitbrengen. De lokale raad pleegt vooral overleg met de directie. Gemeenschappelijke medezeggenschap Onze school valt sinds 1 november 2004 onder het bestuur van de Stichting Katholiek Onderwijs Gooi en Eemland. (SKOG&E). Elke school die onder het bevoegd gezag van het schoolbestuur hoort, heeft twee vertegenwoordigers in de GMR: een ouderlid en een personeelslid. De gemeenschappelijke raad pleegt vooral overleg met de bestuursmanager of de bovenschoolse directie. Dat gebeurt gemiddeld eens in de zes tot acht weken en handelt vooral over het reeds gevoerde en nog te voeren (schooloverstijgend) beleid. Vaste overlegpunten zijn o.a. de koers van de stichting, de formatie, de arbeidsvoorwaarden, de samenwerking tussen de scholen en de begroting. Door het hebben van instemmingsrecht en adviesrecht kan de GMR veel invloed uitoefenen op te nemen besluiten door het bestuur van de SKOG&E. Instemmingsrecht houdt in, dat het bestuur besluiten op bepaalde beleidsterreinen niet kan uitvoeren zolang de GMR niet akkoord is. Adviesrecht houdt in, dat de GMR gevraagd en ongevraagd advies kan geven aan het bestuur van de SKOG&E over alle
De vergaderingen van de Ouderraad zijn in principe openbaar en worden gehouden in de personeelskamer van de school. De vergaderdata worden bekend gemaakt in “De Pauluskoerier”, zodra ze zijn vastgesteld. De algemene jaar- of ledenvergadering vindt meestal plaats in de maanden september of oktober. U wordt daar allen voor uitgenodigd. Tijdens die ver-
Paulusschool 23
stens gedurende een cursusjaar samen. Zowel voor de leerkracht als voor de ouder is de klassenouder een gemakkelijk aanspreekpunt bij allerlei organisatorische kwesties. Bijvoorbeeld: organisatie van een feestje, vervoer bij een excursie, hulp bij het kaften van boeken enz.. Het is mogelijk dat het klassenouderschap door een duo wordt vorm gegeven.
z aken die het beleid van de stichting raken. De GMR houdt zich niet bezig met zaken die op individuele scholen spelen. Dit valt niet binnen de bevoegdheden van de GMR. De samenstelling van de MR De MR bestaat minimaal uit 4 en maximaal uit 6 leden. Er wordt altijd voor gezorgd, dat de helft van de leden gekozen wordt door en uit het personeel en de andere helft door en uit de ouders. Uit beide geledingen is er 1 lid met de speciale taak om de school te vertegenwoordigen in de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad. Deze GMR leden onderhouden intensief contact met de leden van de lokale raad, maar vervullen in die lokale raad verder geen speciale taken. Zie voor contactgegevens achter in deze gids. De agenda van de MR De MR heeft een aantal vaste en regelmatig terugkerende punten op de agenda staan, bijvoorbeeld de vakantieplanning, de schooltijdenregeling, de aanpassing van het schoolplan, informatie vanuit bestuur, directie, team, ouderraad en punten uit het gezamenlijke MR-overleg (GMR) met de andere scholen van onze stichting. De MR zal ook actief deelnemen aan het denk- en besluitvormingsproces, inzake onderwerpen die met name door directie en bestuur worden aangevoerd. De medezeggenschapsraad zal er voor zorg dragen, dat u regelmatig op de hoogte wordt gebracht van haar werkzaamheden. Dit zal gebeuren via “De Pauluskoerier”, het mededelingenbord in de onderbouwhal van de school en de website. Daarin en daarop zullen ook de vergaderdata worden vermeld.
Hulpouders Hulpouders worden steeds gevraagd door de klassenouders of door de groepsleerkracht zelf. De hulp hoeft trouwens niet altijd te bestaan uit lesondersteuning. Er zijn ook talloze grote en kleine klussen, waarvoor ouderhulp wordt gevraagd. Ten slotte is er de ouderhulp bij incidentele evenementen. U moet dan concreet denken aan begeleiding bij een excursie of assistentie bij een feest. Meestal wordt per aparte brief om dit soort ouderhulp gevraagd. Ouders, die een oproep om hulp niet willen afwachten, maar die zelf het initiatief willen nemen om hulp aan te bieden (op welk terrein dan ook) zijn van harte welkom. In het begin van het schooljaar krijgt u een intekenlijst voor hulpouders. We hopen dat we ook het komende jaar weer op voldoende ouders kunnen rekenen. Roken is binnen de school niet toegestaan. Dat geldt dus ook voor ouders die ‘in functie’ zijn tijdens begeleidingsactiviteiten (bijv. excursies).
6.3.3 Ouderactiviteiten
Het geven van onderwijs is natuurlijk een taak van de leerkrachten. Er zijn echter wel momenten, waarop zij er ouders bij betrekken en om ondersteuning vragen. Die ondersteuning betekent in de praktijk, dat aan ouders gevraagd wordt om onder eindverantwoording van een leerkracht te helpen bij: • Leesactiviteiten van individuele leerlingen en bij het werken met de luisterhoek. • Het doen van educatieve spelletjes, bijvoorbeeld LOCO. • Bepaalde ingewikkelde handvaardigheids- of techniekactiviteiten. • Het werken aan de computer.
6.4 Overblijfmogelijkheden
Op onze school bestaat de mogelijkheid, dat kinderen tussen de middag overblijven. Er is al iets over te lezen in hoofdstuk 4, paragraaf 4. De overblijfregeling (tussenschoolse opvang) is een volledig op zichzelf staande faciliteit, die onder de verantwoordelijkheid van de schooldirectie valt. Voor de uitvoering wordt ruimte beschikbaar gesteld en een werkgroep van vrijwilligers zorgt (los van de Oudervereniging) voor de begeleiding van de kinderen.
Klassen- of groepsouders Een aparte categorie van betrokken en actieve ouders wordt gevormd door de klassen- of groepsouders. Met behulp van deze speciale ouders proberen we de samenwerking tussen ouders en schoolteam te bevorderen. Dit doel wordt gerealiseerd door een vaste combinatie te maken van een groepsleerkracht en een groepsouder. Deze combinatie werkt min-
Paulusschool 24
ken, maar het is toch mogelijk, dat u als gevolg van een fout, een handelwijze of een reactie van onze kant een klacht heeft. Om er voor te zorgen, dat een klacht in elk geval wordt gehoord en dat er iets mee wordt gedaan, is op de school een klachtenregeling van kracht. Het uitgangspunt van die regeling is, dat alle bij de school betrokken personen het recht hebben om klachten in te dienen. Daarbij hanteren we als eerste en belangrijkste vuistregel, dat een klacht altijd eerst bespreekbaar gemaakt moet worden op het niveau waarop die klacht ontstaat. Een klacht wordt dus eerst besproken met de betrokken leerkracht of de directie of het schoolbestuur. Mocht die bespreking voor de klager evenwel geen bevredigend resultaat opleveren of bent u van mening, dat het bespreken van uw klacht op de genoemde wijze absoluut onmogelijk is, dan ligt in beginsel de weg open naar de regionale klachtencommissie. Daarvoor geldt een vaste ‘route’.
De leden van de werkgroep komen wel vaak voort uit de ouders van onze leerlingen of uit de ouders van oud leerlingen. Alle zaken die het overblijven betreffen worden geregeld via het daarvoor opgestelde reglement. De eerste twee paragrafen uit dat reglement zijn hieronder afgedrukt.
6.4.1 Hoofdregels
1. Het bestuur van de school (= het bevoegd gezag i.c. de S.K.O.G & E.) stelt de leerlingen van de school in de gelegenheid onder toezicht de middagpauze in het schoolgebouw en op het terrein van de school door te brengen. 2. Indien kinderen van de mogelijkheid bedoeld onder punt 1 gebruik maken, draagt het bevoegd gezag er zorg voor, dat een verzekering is afgesloten tegen wettelijke aansprakelijkheid voor zowel de leerlingen als voor degenen die met het feitelijk houden van toezicht zijn belast.
6.4.2 Procedure
1. Om er voor te zorgen, dat zowel de formele als de praktische gang van zaken met betrekking tot het overblijven van de leerlingen in de middagpauze goed verloopt, is door de directie van de school het reglement ‘Overblijven Paulusschool’ opgesteld. 2. Het reglement bedoeld onder punt 1 heeft de instemming van de medezeggenschapsraad van de school. 3. Het eenmaal vastgestelde reglement kan op voorstel van de werkgroep ‘Overblijven’, de directie of de medezeggenschapsraad worden gewijzigd. 4. Elke wijziging in het reglement behoeft minimaal de instemming van de directie en de medezeggenschapsraad. Is die instemming er niet, dan blijft de laatst vastgestelde versie van het reglement van kracht. 5. Het reglement kan op school worden ingezien. Het wordt tevens uitgereikt aan elke ouder, die voor de eerste keer van de overblijfregeling gebruik laat maken.
6.5.2 K lachtenregeling en vertrouwens persoon
Op schoolniveau is de door het bestuur benoemde contactpersoon verplicht u te verwijzen naar de onafhankelijke vertrouwenspersoon van het schoolbestuur. Deze vertrouwenspersoon gaat eerst na of door bemiddeling een oplossing kan worden bereikt. Als dat niet het geval is, gaat hij of zij na of de gebeurtenis aanleiding geeft tot het zelf nemen van bepaalde maatregelen of tot het echt indienen van een klacht. In het eerste geval wordt er een advies aan het bevoegd gezag van de school gegeven. In het laatste geval wordt de klachtencommissie ingeschakeld. Desgewenst wordt de klager door de vertrouwenspersoon bij de verdere procedure begeleid. Het spreekt voor zich, dat de vertrouwenspersoon bij alle werkzaamheden de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht zal nemen. Er is in elk geval sprake van een strikte geheimhoudingsverplichting met betrekking tot alle zaken die de betrokken persoon in de vertrouwensfunctie verneemt.
6.4.3 Overblijfkosten
De kosten die aan het overblijven verbonden zijn, worden gedragen door de ouders die van de mogelijkheid gebruik maken. Een strippenkaart, die recht geeft op 15 keer overblijven kost € 15,00. Een losse kaart (goed voor 1 x overblijven) kost € 1,50. Met het ingebrachte geld wordt een onkostenvergoeding betaald aan de “overblijfmoeders”, wordt verbruikt schoolmateriaal bekostigd en wordt spelmateriaal aangeschaft.
6.5 Klachtenprocedure 6.5.1 Inleiding
Waar gewerkt wordt, worden fouten gemaakt. We proberen dat natuurlijk tot een minimum te beper-
Paulusschool 25
6.5.3 Waarvoor kan een klacht worden ingediend?
gelijk maakt. De school ontvangt geen gelden en beheert ze al evenmin. Momenteel bedraagt de contributie voor een schooljaar • € 45,00 voor gezinnen met 1 kind op school, • € 62,50 voor gezinnen met 2 kinderen en • € 75,00 voor gezinnen met 3 of meer kinderen op school. U ontvangt t.z.t. automatisch een acceptgirokaart of een formulier waarop u het bestuur van de Ouderraad machtigt tot een eenmalige afschrijving van het bedrag ten laste van uw giro- of bankrekening. Deze bedragen zijn vermeld onder voorbehoud, dat zij op de algemene jaarvergadering van de Oudervereniging altijd nog kunnen worden veranderd. U beslist op die avond zelf over de eventuele voorstellen van het bestuur om de bijdrage aan te passen. De datum van de jaarvergadering (meestal eind september / begin oktober) wordt z.s.m. na de zomervakantie bekend gemaakt. Het is prettig als de contributie aan de Oudervereniging aan het begin van het schooljaar wordt betaald. Mocht de betaling van deze bijdrage bezwaarlijk voor u zijn dan kunt u altijd contact opnemen met de penningmeester van de Oudervereniging, zodat een regeling getroffen kan worden.
Om enig inzicht te krijgen in de aard van de gebeurtenissen of voorvallen, die tot het indienen van klachten zouden kunnen leiden, is het nuttig kennis te nemen van de navolgende opsomming: Een niet toereikende begeleiding van leerlingen. De keuze en toepassing van strafmaatregelen. Een niet gefundeerde en onverantwoorde beoordeling van leerlingen. De inrichting van de schoolorganisatie. Seksuele intimidatie. Discriminerend gedrag. Agressief en/of gewelddadig gedrag. Wij hanteren het model klachtenregeling van de Bond Katholiek Basisonderwijs (KBO). Dit model is onderdeel van het schoolpan en ligt ter inzage op school.
6.5.4 Contactgegevens
Voor ernstige klachten over seksueel misbruik, seksuele intimidatie, ernstig fysiek of geestelijk geweld bestaat er ook een Centraal Meldpunt Vertrouwensinspecteurs (0900) 111 3 111. (lokaal tarief). Voor verdere inspectiegegevens kunt u terecht bij info@ owinsp.nl
Ouders die te kennen hebben gegeven geen lid te willen worden van de Oudervereniging hebben wel recht op alle informatie die door en vanwege de school wordt verstrekt, maar niet per definitie op de informatie die door en vanwege de Oudervereniging wordt gegeven. Omdat zij geen contributie betalen, zullen zij per bekostigd evenement een nota ontvangen voor de deelname van hun kind aan de buitenschoolse activiteiten en voor de activiteiten die door de Oudervereniging worden bekostigd.
Ten slotte is er nog de Landelijke Klachtencommissie voor het Katholiek Onderwijs. Die commissie is te bereiken via het secretariaat (H. Nentjes of M.G.S. Stamm), postbus 82324 – 2508 EH Den Haag, telefonisch via nummer 070-3925508 of via www. geschillencies-klachtencies.nl De contactpersoon van de school is: Irene Grob – Van Limburg Stirumstraat 32 – Tel.: 6242443. De positie van de onafhankelijke vertrouwenspersoon van het bestuur is op dit moment vacant. Zodra er een nieuwe vertrouwenspersoon gevonden is, wordt dat via de Pauluskoerier bekend gemaakt.
6.7 Schoolverzekering voor leerlingen
De school is verzekerd tegen de schade die het gevolg is van ongevallen, die plaats vinden van een half uur voor het begin van de schooltijd tot een half uur na het einde van de schooltijd. Dit dan wel onder de voorwaarde, dat gebruik gemaakt wordt van de kortste route van school naar huis. Daarnaast is er een WA.- verzekering. Bij beide verzekeringen wordt alleen het basisrisico gedekt.
6.6 Geldelijke bijdragen van ouders
Om het een en ander goed te kunnen laten functioneren en om alle feestelijke activiteiten op onze school mogelijk te maken, wordt van alle ouders die lid zijn van de Oudervereniging jaarlijks een contributie gevraagd, de ouderbijdrage. De ouders worden tijdens de Algemene Jaarvergadering door het bestuur van de Oudervereniging geïnformeerd over de wijze waarop de ingebrachte gelden worden en/of zijn besteed. De school speelt in dat geheel slechts een afgeleide rol. Er kunnen wensen om geldelijke ondersteuning of vragen over bekostiging van evenementen bij de Ouderraad worden ingediend, maar die beslist vervolgens autonoom of de verzoeken wel of niet worden gehonoreerd. De praktijk is dat de Oudervereniging op deze wijze alle extra (feestelijke) activiteiten op de school mo-
Paulusschool 26
GIDS PAULUSSCHOOL EDITIE augustus 2008
7
De ontwikkeling van het onderwijs in de school
7.1 Activiteiten ter verbetering van het onderwijs in de school
• H et invoeren van het vak techniek in de middenen bovenbouw. • Het actueel houden van de bestaande thema’s en projecten voor de wereldverkenning en het waar nodig vervangen van die thema’s en projecten door nieuwe. (Dit in overeenstemming met de inhouden, zoals die zijn vastgelegd in de kerndoelen.) • Het stroomlijnen van een systeem van tutoring, waarbij kinderen uit de hogere groepen met regelmaat ingezet worden bij ondersteunende ontwikkelingsactiviteiten van kinderen uit lagere groepen. De tutor werkt dan met een leerling uit groep 1 tot en met 4 aan een precies omschreven opdracht uit de sfeer van het (voorbereidend) lezen of het (voorbereidend) rekenen.
Het spreekt vanzelf, dat we van jaar tot jaar kijken of alles wat we van plan waren ook echt is gelukt. Aansluitend daarop wordt dan vastgesteld of we bepaalde plannen nog moeten bijstellen of dat we nieuwe richtingen moeten inslaan.
7.1.1 Belangrijke doelstellingen voor de nabije toekomst
Het verbeteren van de voorwaarden om in alle klassen te kunnen komen tot zogenaamd adaptief onderwijs (= onderwijs op maat; onderwijs dat aansluit bij de behoefte van de leerling; onderwijs waarbij de voortgang door de leerstof niet bepaald wordt door de methode of de leerkracht, maar door het inmiddels bereikte ontwikkelingspeil van de leerling) door: • Vinden van een instrument om de sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen beter in kaart te brengen (compleet maken van het leerlingvolgsysteem). • Het actueel houden van het rapport over de leerlingenontwikkeling. • Uitbreiding van het systeem van zogenaamde “interne begeleiding” voor leerlingen, die speciale zorg behoeven.
7.2 Z org voor de relatie school en omgeving De school heeft regelmatig contact met de gemeente. Het grote onderhoud van het schoolgebouw (zoals het vervangen van een dak) is in handen van de gemeente. Alle andere zaken komen voor rekening van de school (bijvoorbeeld schilderwerk). Omdat de school een overeenkomst heeft gesloten met de gemeente Hilversum, waarin is bepaald, dat ons schoolplein een open plein is, zorgt de gemeente voor het onderhoud van de speeltoestellen op het schoolplein. Verder geldt, dat wij zelf (vaak met hulp van ouders) moeten zorgen voor het schoonhouden van ons plein.
7.2.1 Samenwerking met andere scholen/ S.O.-scholen Over de samenwerking met andere scholen/S.O.scholen kunt u lezen in hoofdstuk 4.
7.2.2 S amenwerking met Stichting Kinderopvang Hilversum (SKH)
Vanaf 1 augustus 2007 zijn scholen wettelijk verplicht om voorschoolse en naschoolse opvang te bieden. Alle Hilversumse scholen hebben besloten deze verplichting onder te brengen bij de SKH, die tot de dag van vandaag toch al zorgt voor de naschoolse opvang. Een in het afgelopen jaar gehouden onderzoek naar de opvangbehoefte heeft aangegeven, dat er nauwelijks vraag is naar voorschoolse opvang. Daar is vooralsnog dan ook geen voorziening voor getroffen. Er is wel vraag naar naschoolse opvang. De SKH gaat daar in voorzien. Dat betekent concreet, dat voor kinderen (4 tot 12 jaar) van werkende ouders
• O ntwikkelen, vastleggen en verbeteren van alternatieve leerwegen voor rekenen, spellen en lezen (ontwerpen van zogenaamde zorg- of hulptrajecten). • Verbeteren van het zelfstandig werken onder het motto: zelfstandig leren waar dat kan en begeleid leren waar dat moet. • Het uitbreiden van het aantal digitale schoolborden in onze school, zodat nog beter gebruik gemaakt kan worden van de nieuwste mogelijkheden. • Het vervangen van onze rekenmethode.
Paulusschool 27
de mogelijkheid van naschoolse opvang a anwezig is. Ouders moeten het verzoek om deel te nemen wel zelf bij de SKH neerleggen. Voor de goede orde is het van belang om te weten, dat de verplichting om opvang te realiseren niet betekent, dat die opvang gratis is. De gedachte achter de naschoolse opvang is, dat de vrije tijd van kinderen begint, als de school uit gaat. Naschoolse opvang is dus geen verlenging van de schooldag, maar gebeurt in de vrije tijd van het kind, die plezierig en ontspannen moet zijn! Uit school moet je even kunnen hangen op de bank, samen thee of limonade kunnen drinken en je moet eventueel je verhaal kwijt kunnen. De kinderen zijn vrij om te kiezen, wat zij willen doen; alleen of samen, meedoen aan een spel of zelf iets uitzoeken. Ook zijn er verschillende projecten zoals djembé, schaken en paarden verzorgen. Er worden kunst- en knutselworkshops gegeven door een beeldend kunstenaar. In samenwerking met sportscholen en verenigingen zijn er judolessen, zwemlessen en voetbaltrainingen. In de vakanties is er altijd een speciaal vakantieprogramma. Voor de structurele naschoolse opvang is de regel, dat uw kind minimaal één middag in de week bij de naschoolse opvang komt. Er wordt ook flexibele opvang geboden: opvang wanneer u dat wenst op wisselende dagen. De kinderen maken dan op wisselende dagen gebruik van de naschoolse opvang. Ook tijdens studiedagen en in de vakanties is de naschoolse opvang open. In vakanties geldt, dat u zelf bepaalt hoeveel dagen en op welke dagen u voor uw kind(eren) vakantie opvang wilt. Dat is mogelijk met een minimum van 15 dagen per jaar en u kiest dan zelf de dagen, dat uw kind komt. De naschoolse opvang zoals die door de SKH wordt verzorgd is gegarandeerd van goede kwaliteit. De SKH is een niet voor niets een gecertificeerde organisatie. De locatie waarop uw kind wordt geplaatst kan niet vrij gekozen worden, omdat er i.v.m. halen en brengen van kinderen spreidingsafspraken zijn gemaakt. Kinderen van onze school, die van de voorziening gebruik gaan maken, worden aan het einde van de schooldag opgehaald door een leidster van de SKH, die hen naar “Het Doedok” aan de Eikbosserweg brengt. O p het moment, dat in de wijk Kerkelanden een nieuwe huisvesting door de SKH in gebruik genomen gaat worden, wordt er wat geschoven. Dan gaan de kinderen van onze school voor de naschoolse opvang naar “De Basisbende” in de Van Hogendorplaan.
voor de Kinderbescherming. Voor deze kinderen wordt een gastgezin of een pleeggezin gezocht of ze blijven in het centrum in een van de woon- en leefgroepen. (De Robben of De IJsberen). In de afgelopen jaren hebben wij met regelmaat kinderen van O.C. ’t Gooi de kans geboden om het ook voor hen noodzakelijke onderwijs bij ons op school te volgen. Omdat we meestal te maken hebben met een groepje kinderen en omdat het Centrum niet dicht bij de school ligt, worden de kinderen gebracht en gehaald met een bus. Verder is er niets bijzonders aan de hand. Ook deze kinderen zijn graag bij vriendjes en vriendinnetjes, maar er moet wel altijd een afspraak gemaakt worden, zodat de leiding weet waar de kinderen zijn.
7.2.4 Samenwerking met de bibliotheek
Van lezen word je rijk! Het werkt verrijkend en dat niet alleen, het betekent bovendien een fijne ontspanning. Laat uw kind gratis lid worden van de openbare bibliotheek. Ook voor de jonge kinderen is dit uiterst zinvol. Denk aan: voorlezen, prentenboeken kijken etc. Jammer genoeg is het bibliotheekfiliaal op de Diependaalselaan gesloten, maar de hoofdvestiging op de ’s-Gravelandseweg is ook niet ontzagwekkend ver weg. Daarnaast is er nog een steunpunt in ‘De Egelantier’. Als de bibliotheek activiteiten organiseert en als we het vervoer rond kunnen krijgen, zullen we daar natuurlijk gebruik van gaan maken. Bovendien lenen we met enige regelmaat een zogenaamde ‘projectcollectie’. Dat is een verzameling van circa 30 boeken, die past bij een thema dat op school centraal staat. Zo’n collectie mag dan een aantal weken op school worden gebruikt. De school beschikt zelf gelukkig ook over een ruime sortering kinderboeken. Deze zijn zowel naar soort als niveau gerangschikt in verschillende opbergsystemen. Er zijn prenten- en voorleesboeken in de ‘onderbouwbieb’, boeken in elke ‘klassenbieb’ en nog fictie en non-fictie boeken in grote boekenwagens in de grote gemeenschapsruimte. Er is dus ‘leesvoer’ in overvloed. We kunnen er alleen niet toe overgaan om de boeken van de school ook uit te lenen voor het thuis lezen.
7.2.5 S amenwerking met buurthuis “De Lelie”
De samenwerking met het naast de school liggende buurthuis is door het verkleinen van het aantal beroepskrachten niet meer zo groot als in het verleden. Wel houdt het buurthuis ons goed op de hoogte van alle voor basisschoolkinderen geschikte activiteiten. Daarnaast gebruikt de school af en toe de toneelzaal van het buurthuis voor het opvoeren van de slot musical of voor de finale van het ‘Open Podium’. Het buurthuis gebruikt het schoolterrein voor verschillende vakantieactiviteiten.
7.2.3 Samenwerking met O.C. ’t Gooi
In Hilversum is gevestigd het ‘Orthopedagogisch Centrum ’t Gooi’. (Van Hengellaan 6). In dat centrum worden kinderen opgevangen, die als gevolg van dramatische gebeurtenissen of tragische gezinsomstandigheden voor kortere of voor (soms heel) lange tijd niet meer thuis kunnen wonen. Dat is vaak beslist door de kinderrechter op voorspraak van de Raad
Paulusschool 28
GIDS PAULUSSCHOOL EDITIE augustus 2008
8
De kwaliteit en de resultaten van ons onderwijs 8.2 K waliteitsverbetering dankzij goed personeel
Iedere ouder is geïnteresseerd in de kwaliteit van het onderwijs, dat door zijn of haar kind gevolgd wordt. Het is goed om rekening te houden met het feit, dat die kwaliteit door verschillende factoren wordt bepaald. Vast staat, dat kwaliteit meer is dan (eind) resultaat. Kwaliteit is ook: • Een goede leef- en werksfeer realiseren. • Echt leren samenwerken en elkaar behulpzaam zijn. • Laten zien, dat er respect is voor elkaar. • Zorgdragen voor de zwakkere zowel als voor de sterkere leerling.
Nog belangrijker dan de methoden die een school gebruikt, zijn de mensen die er werken. Aan hen heeft u uw kind toevertrouwd. Zij zorgen ervoor dat de materialen en de lesboeken zinvol gebruikt worden. De leerkrachten van onze school werken niet op eigen houtje, maar besteden veel tijd aan samenwerking en overleg. De maatschappij verandert voortdurend en dus ook het onderwijs. Nieuwe ontwikkelingen volgen we op de voet. Daarom zijn er elk jaar studiedagen, elke week vergaderingen voor de leerkrachten en volgen leerkrachten nascholingscursussen om hun taak beter te kunnen verrichten. In dit kader verwijzen wij u naar hoofdstuk 2.
Op onze school komt de kwaliteit van het onderwijs in elk geval mede voort uit de levensbeschouwelijke grondslag, de identiteit van de school. Die levensbeschouwelijke grondslag is namelijk bepalend voor een groot aantal van de door de school gemaakte keuzes, die je in de dagelijkse praktijk steeds terug ziet, zoals: De wijze waarop wordt omgegaan met beloning en straf. Het grote belang dat gehecht wordt aan het “met plezier naar school gaan”. Het kiezen voor een pedagogische omgeving, waarin op de eerste plaats gelet wordt op het opdoen van positieve leerervaringen. Het pedagogisch klimaat in de school, dat als centraal kenmerk heeft, dat we als mens allemaal evenveel waard zijn en ook vanuit die gedachte behandeld dienen te worden. Het uitgangspunt dat begeleiden de prioriteit heeft en dat leiding en sturing pas aan de orde komt als dat echt moet. De wijze waarop voorzieningen zijn getroffen voor kinderen met (leer)moeilijkheden en de aandacht die daaraan wordt gegeven.
8.3 K waliteitsverbetering door een leerlingvolgsysteem Een derde manier om de kwaliteit van het onderwijs te bewaken en verder te verhogen is het werken met objectieve toetsen. Om onze leerlingen acht jaar lang zo goed mogelijk te kunnen volgen in hun ontwikkeling, maken we gebruik van een leerlingvolgsysteem. Dit systeem bestaat uit een hoeveelheid onafhankelijke toetsen en wordt jaarlijks bijgesteld en verbeterd. Het levert waardevolle aanvullende informatie op over individuele leerlingen en over de groep als geheel. Het maakt zichtbaar hoeveel een kind in een bepaalde periode heeft bijgeleerd en verschaft inzicht over de onderdelen, die nog extra aandacht nodig hebben. De toetsen die wij gebruiken, zijn ontwikkeld door het CITO (= Centraal Instituut voor Toets Ontwikkeling). Ze zijn geijkt door afname bij een grote groep leerlingen verspreid over het hele land. Daardoor is het mogelijk om de vorderingen van uw kind niet alleen te vergelijken met de uitslag van de voorgaande afname, maar ook met de vorderingen van leeftijdgenoten in ons land. Wij gebruiken toetsen voor de vakken rekenen, taal, spelling en (technisch en begrijpend) lezen. De resultaten van de toetsen worden besproken met directie, leerkrachten en intern begeleider. U kunt aan de groepsleerkracht altijd vragen wat de resultaten van uw kind zijn, maar we nemen de uitslagen ook op in het schoolrapport. Als het resultaat van de toetsen niet zo is als wij verwachten, betekent dat misschien
8.1 Kwaliteitsverbetering door goede methoden
In onze school geven we les met behulp van moderne lesmethoden. Deze lesmethoden zijn thematisch georiënteerde onderwijsmethodieken, die goed aansluiten bij de dagelijkse ervaring van de kinderen. Bij het kiezen van lesboeken en ander materiaal stellen wij ons de vraag: kunnen kinderen goed leren met behulp van deze methoden en ziet het materiaal er aantrekkelijk uit?
Paulusschool 29
lijkheden, die elk kind zelf heeft (de natuurlijke eigen aanleg), maar ook door de kwaliteit van het werk, dat leerkrachten en kinderen op de basisschool hebben geleverd. Voor ons is het dan ook op de eerste plaats belangrijk, dat in overleg met de ouders voor elke individuele leerling de best passende vorm van voortgezet onderwijs gevonden moet worden en dat daar in positieve zin doorontwikkeld wordt.. Uit de terugontvangen rapportages vanuit het voortgezet onderwijs blijkt, dat we daar meestal goed in slagen. Onze leerlingen doen het op de eenmaal gekozen school over het algemeen voldoende tot goed en maken die school tot en met het eindexamen af. Dat zegt dan natuurlijk ook iets over de kwaliteit van het geleverde “voorwerk”.
wel, dat we consequenties moeten trekken uit onze manier van lesgeven, of dat we onderdelen van het onderwijsprogramma moeten verbeteren. Het leerlingvolgsysteem biedt ons bovendien een overzicht van leerlingen die extra hulp nodig hebben. Niet alleen op leergebied maar ook in hun sociaal-emotionele ontwikkeling. Omdat de toetsen uit het leerlingvolgsysteem (verrijkt met alle informatie uit het gewone schoolwerk, uit observaties en uit leerlingbesprekingen) ons een goed beeld geven van de leerling, doet onze school niet mee aan de zogenaamde CITO-eindtoets. Wel vragen we aan het einde van groep 7 uw toestemming om de kinderen een drempeltoets te mogen afnemen. Bij die toets gaat het er om de aanleg van uw kind nog eens te meten (dus niet de schoolvorderingen). We kunnen dan vaststellen of kinderen beter of minder presteren dan op grond van hun aanleg verwacht zou mogen worden. Daaruit leiden we dan weer belangwekkende informatie af voor activiteiten in het laatste schooljaar. De uitslag van de drempeltoets wordt met de ouders besproken en geeft ook een eerste (op de aanleg gebaseerde) indicatie voor de mogelijkheden van uw kind in het aansluitende voortgezet onderwijs.
In de afgelopen jaren is: • Ca. 40% van onze leerlingen vertrokken naar scholen voor VMBO/HAVO/VWO (grote scholengemeenschappen). • Ca. 25% van onze leerlingen is vertrokken naar categoriale scholen voor VMBO (theoretische leerweg, dus de vroegere MAVO) • Ca. 30% van onze leerlingen is vertrokken naar scholen of scholengemeenschappen voor VMBO. • Ca. 5% van onze leerlingen is vertrokken naar speciale scholen voor voortgezet onderwijs (praktijkonderwijs of leerwegondersteunend onderwijs)
8.4 Specifieke zorg aan individuele leerlingen
Een bijzondere kwaliteit van onze school is ook de zorg voor de individuele leerling met problemen. Het kan voorkomen, dat er leerlingen zijn, die problemen ondervinden in een of ander aspect van hun ontwikkeling. Dat kunnen heel zwakke leerlingen zijn, maar ook hele vlotte. Een dergelijke leerling is dan niet alleen het ‘zorgenkind’ van de eigen groepsleerkracht, maar er wordt door het hele team meegedacht over de juiste aanpak van het ontwikkelingsprobleem. Meer hierover kunt u nalezen in Hoofdstuk 4.
8.6 Onderwijsinspectie
U kunt nog gegevens over de school nalezen op de website van de Onderwijsinspectie: www.onderwijsinspectie.nl. Op deze site geeft de onderwijsinspectie beoordelingen over het functioneren van basisscholen. De Paulusschool heeft een goede beoordeling.
8.5 In- en uitstroomgegevens
Dit hele verhaal betekent niet, dat je niet over (eind)resultaat zou mogen spreken als je over kwaliteit spreekt. Dat zou de omgekeerde wereld zijn. Natuurlijk moet je ook over (eind)resultaat spreken, maar je moet dat wel voorzichtig doen. Resultaat is namelijk beslist niet alleen maar, wat je objectief kunt meten en weergeven in getallen of percentages, maar resultaat is ook wat je kunt zien, horen en beleven van de groei in persoonlijkheids-ontwikkeling die een kind heeft doorgemaakt. Niet alles wat je kunt tellen telt! Er is dus niet alleen verschil tussen kwaliteit en resultaat, maar er is ook verschil tussen resultaat en resultaat! Als we kijken naar de resultaten van het onderwijs, dan is één criterium heel duidelijk het antwoord op de vraag, waar de leerlingen naar toe gaan na het basisonderwijs en hoe ze het daar dan vervolgens doen. Dit wordt natuurlijk beïnvloed door de moge-
Paulusschool 30
GIDS PAULUSSCHOOL EDITIE augustus 2008
9
Regeling school- en vakantietijden en logistieke zaken
9.1 Schooltijden
De groepen beginnen ‘s morgens om half negen (08.30 uur). De bel gaat dan om 08.25 uur. ’s-Middags beginnen de lessen om kwart over één (13.15 uur). De bel gaat dan om 13.10 uur. Groep
Ochtendschooltijd
Middagschooltijd
• Ma- di-donderdag
8.30 – 12.00 uur
13.15 – 15.15 uur
• Woensdag en vrijdag
8.30 – 12.00 uur
Vrij
• Alle dagen behalve woensdag
8.30 – 12.00 uur
13.15 – 15.15 uur
• Woensdag
8.30 – 12.30 uur
Vrij
Onderbouw (groep 1 t/m 4)
Bovenbouw (groep 5 t/m 8)
Alle ochtendschooltijden worden van 10.15 uur tot 10.30 uur onderbroken door een korte pauze. Via deze schooltijdenregeling is gegarandeerd, dat de kinderen in de totale basisschoolperiode de wettelijk verplichte 7520 uur onderwijs ontvangen. Dit alles na aftrek van vrije dagen en vakanties. Bovendien is geregeld, dat de kinderen op geen enkele dag langer op school lessen hoeven te volgen dan het wettelijk vastgestelde maximum van 5,5 uur. Voor naschoolse opvang zie Hoofdstuk 7. Momenteel is er een onderzoek aan de gang naar de wenselijkheid om de schooltijden eventueel aan te passen en misschien over te gaan tot het invoeren van een continurooster. In de loop van het schooljaar zal daar een besluit over worden genomen. U kunt er in elk geval op rekenen, dat een mogelijke verandering niet voor 1 januari 2009 van kracht zal zijn. In het Voortgezet Onderwijs is er af en toe discussie over het aantal uren, dat de school bezocht moet worden. Ouders vragen wel eens hoe dat precies zit op de basisschool. Wettelijk is geregeld dat in 8 jaar 7520 uur naar school gegaan moet worden. De verdeling over de jaren is eigenlijk vrij, als dat totaal maar gehaald wordt. In onze schooltijdenregeling is gewaarborgd dat dit ook ruim voldoende lukt. We halen de 7520 uur ruimschoots. Over hoe het gebruik van de uren in een schoolweek ongeveer geregeld is, geeft het volgende overzichtje in hoofdlijnen meer informatie. Vakgebied
Aantal uren onderbouw Groep 1 / 2 Groep 3 / 4
Taal en lees-activiteiten (inclusief Engels)
Rekenen en wiskunde
12.00
10.00
5.00
Aantal uren bovenbouw Groep 5 tot en met 8 11.00 5.00
Motorische ontwik-keling (inclusief schrijven en bewegingsonderwijs)
7.00
3.00
2.00
Wereldverkennend onderwijs
2.00
3.30
6.00
Expressie- activiteiten
2.30
2.00
2.00
23.30
23.30
26.00
TOTAAL
Paulusschool 31
9.2 Vakantietijden De vakantieregeling voor het cursusjaar 2007/2008 luidt: Herfstvakantie:
zaterdag 18-10-2008
t/m
zondag 26-10-2008
Kerstvakantie:
zaterdag 20-12-2008
t/m
zondag 04-01-2009
Voorjaarsvakantie:
zaterdag 14-02-2009
t/m
zondag 22-02-2009
vrijdag 10-04-2009
t/m
maandag 13-04-2009
Meivakantie:
zaterdag 25-04-2009
t/m
zondag 10-05-2009
Hemelvaart:
donderdag 21-05-2009
t/m
zondag 24-05-2009
zaterdag 31-05-2009
t/m
maandag 01-06-2009
Zomervakantie: zaterdag 04-07-2009 (de eerstgenoemde dag is steeds de eerste vrije dag)
t/m
zondag 16-08-2009
Paasweekeinde:
Pinksterweekeinde:
9.3 Studiedagen
Het afwezig zijn zonder officiële toestemming van de directie wordt beschouwd als ‘onwettig schoolverzuim’ en dat wordt gemeld bij het RBL. Dat bureau verzorgt ook de eventueel noodzakelijke juridische afwikkeling.
In verband met het uitnodigen van deskundigen van buitenaf kan nog niet precies aangegeven worden welke dagen of dagdelen studiedagen worden. Zodra dit definitief bekend is, wordt u via “De Pauluskoerier” geïnformeerd. De vermoedelijke data voor de studiedagen van de eigen school zijn maandag 5 januari 2009 en donderdag 9 april 2009. Op woensdag 28 januari 2009 vindt nog een studiedag plaats voor alle leerkrachten van de SKOG&E scholen. Op studiedagen is er vrij van school voor alle kinderen.
9.4.2 Regels voor vakantieverlof
Een verzoek om vrije dagen buiten de reguliere vakantiedagen om dient volgens de regels van de leerplichtwet minstens 6 weken van te voren te worden ingediend bij de directie van de school en dus niet vlak voor de gewenste datum even bij de groepsleerkrachten. (In geval van calamiteiten kan natuurlijk van die termijn worden afgeweken.) Voor het indienen van een dergelijk verzoek kunt u op school een daartoe speciaal gemaakt formulier vragen. Vanaf het moment dat uw kind echt leerplichtig is, brengt u de directeur van de school in verlegenheid, als u buiten de “normale gevallen” (bruiloften, huwelijksjubilea, verhuizing, begrafenissen etc) extra vrije (vakantie)dagen vraagt. Belijdend islamitische kinderen kunnen altijd 1 dag verlof krijgen op de Islamitische hoogtijdagen zoals het Suikerfeest of het Offerfeest. Ditzelfde geldt voor kinderen die een andere godsdienst belijden en een religieuze feestdag vieren die niet samenvalt met een van de christelijke hoogtijdagen.
9.4 Maatregelen om schoolverzuim tegen te gaan
Echt leerplichtig is een kind, met ingang van de eerste schooldag van de maand, die volgt op de maand waarin het kind 5 jaar is geworden. In de Leerplichtwet is van alles geregeld over schoolbezoek van kinderen en jongeren. Het toezicht op de naleving van de leerplicht wordt uitgeoefend door de ambtenaren van het Regionaal Bureau Leerlingzaken (RBL). Zij kunnen de ouders voorzien van informatie, advies en bemiddeling op dit gebied.
9.4.1. Melden van afwezigheid van leerlingen bij ziekte of verhindering
Bij ‘te laat komen’ hebben kinderen een briefje bij zich van hun ouders waarop de reden van het te laat komen wordt gemeld. (NB. Het telefonisch doorgeven van eventueel ‘te laat komen’ is ook toegestaan.) • Bij afwezigheid wegens ziekte moeten ouders op de eerste dag van de afwezigheid telefonisch aan de school melden, dat er sprake is van schoolverzuim wegens ziekte. • Zieke kinderen worden nooit zo maar van school naar huis gestuurd. Er vindt altijd eerst telefonisch overleg plaats met ouders of met de door de ouders aangewezen opvangadressen. • Tijdens de eerste dag van afwezigheid van kinderen wordt bij het achterwege blijven van berichten in de loop van de dag vanuit de school telefonisch contact gezocht. Levert dat contact niets op, dan wordt het verzuim als ‘onwettig verzuim’ beschouwd.
9.4.3 Gewichtige redenen voor verlof
Vakanties buiten de schoolvakanties om zijn voor leerplichtige kinderen slechts in uitzonderingsgevallen toegestaan. Alleen als u een werkgevers- of doktersverklaring kunt overleggen, waarin staat dat beslist van de schoolvakantieregeling moet worden afgeweken, is de kans aanwezig dat de directie u toestemming geeft tot een maximum van twee weken. Vakantieverlof gedurende de eerste twee weken van een cursusjaar is in beginsel zelfs absoluut verboden en wordt aangemerkt als onwettig verzuim. De officier van justitie verbaliseert ouders/verzorgers voor elke dag afwezigheid. Zonder een van de genoemde verklaringen krijgt u van de schooldirectie geen toestemming, tenzij
Paulusschool 32
gang van de school extra gevaar met zich meebrengt voor de kinderen en overlast veroorzaakt voor andere weggebruikers. We verzoeken u daarom dat dan ook niet te doen.
de leerplichtambtenaar van het Regionaal B ureau Leerlingzaken (RBL) schriftelijk verklaart geen bezwaren te hebben. Extra vakantieverlof voor een zogenaamde ‘tweede vakantie’ is in beginsel helemaal niet mogelijk. Het RBL is gevestigd in Hilversum. Kantooradres: Heuvellaan 50 – 1217 JN. Het postadres is: Postbus 514 – 1200 AM Hilversum. Telefoon: 035-6926620. Fax: 035-6926629. E-mail:
[email protected]
9.6.1 Brengen
Ouders kunnen hun onderbouwkinderen aan het begin van een ochtend- of middagschooltijd tot in de klas binnenbrengen. We vragen in dat geval wel of rond 08.25 uur (of ‘s middags om 13.10 uur) snel ‘afscheid’ genomen kan worden, zodat de groepsleerkracht op tijd met de dagelijkse activiteiten kan starten. Voor kinderen uit de bovenbouw (groep 5 tot en met 8) geldt, dat zij altijd buiten wachten tot de bel gaat. Bij erg slecht weer wordt de deur van de school 10 minuten voor de aanvang van de lessen geopend. Er is dan buiten geen toezicht. De kinderen kunnen rustig naar het eigen klaslokaal gaan, waar zij zich kunnen bezig houden met werk of spelletjes naar keuze tot de lessen beginnen.
9.5 Lesuitval bij afwezigheid van leerkrachten
Bij de afwezigheid van leerkrachten (ziekte of verlof) kan het in uitzonderlijke gevallen voorkomen, dat uw kinderen niet op school opgevangen kunnen worden. Dat is voor zowel ouders, kinderen als het schoolteam een uiterst vervelende situatie. De afgelopen jaren is het niet voorgekomen en hebben we niemand naar huis hoeven sturen. U mag er van uitgaan, dat de school in voorkomende gevallen de volgende procedure volgt: • Er wordt eerste opvang gepleegd in het eigen klaslokaal met inzet van de zogenaamde ‘noodmap’ (zelfstandig te verrichten werkzaamheden, voor de kinderen van de groep waarbij globaal toezicht voldoende is). • Er wordt gezocht naar vervanging via alle officieuze en officiële kanalen, die beschikbaar zijn. • De mogelijkheden binnen de eigen organisatie worden onderzocht: verschuiven van (delen van) groepen, bundelen van groepen, inzetten van studenten, extra lesuren laten maken door de vaste bezetting, extra inzet van parttime collega’s of andere uren met speciale bestemming. • Het naar huis sturen van een groep. Dit laatste gebeurt in beginsel volgens de onderstaande afspraken: • Alleen in het uiterste geval. • Nooit op de eerste dag van afwezigheid van een leerkracht, tenzij er sprake is van een ernstige calamiteit waarbij de afwezigheid van meer leerkrachten en/of het niet beschikbaar zijn van het gebouw aan de orde zijn. • Ouders worden de avond voor de ‘thuisblijfdag’ vooraf telefonisch op de hoogte gebracht (via een zogenaamde ‘telefooncirkel’ per groep). • Voor kinderen, die geen enkele opvang hebben wordt noodopvang gerealiseerd op school (als dat tenminste niet onmogelijk is als gevolg van een calamiteit).
9.6.2 Ophalen
Bij het ophalen van uw kinderen aan het einde van een ochtend- of middagschooltijd vragen wij u buiten te wachten tot de lessen afgelopen zijn. Daarna kunt u natuurlijk weer gewoon naar binnen om bijvoorbeeld contact te kunnen hebben met de groepsleerkrachten.
9.6.3 Fietsen mee naar school
Omdat vele kinderen op redelijke loopafstand van de school wonen, mogen deze kinderen in principe niet op de fiets naar school komen, aangezien er maar een beperkte en van de straatzijde vrij toegankelijke fietsenstalling is. Een goede vuistregel is, dat de fiets pas wordt gepakt, als je langer dan 10 minuten moet lopen om op school te komen. Fietsen met een standaard mogen eventueel ook gestald worden op het kleine pleintje bij de groepen 3 en 4 (Leliestraat). Het is aan te bevelen de fiets te voorzien van een deugdelijk slot. De school wijst alle aansprakelijkheid af voor beschadigingen aan fietsen.
9.6 Brengen- en ophalen van leerlingen
Wilt u, als u met de auto naar school komt om uw kinderen te brengen of te halen, rekening houden met het feit, dat parkeren op straat direct voor de in-
Paulusschool 33
GIDS PAULUSSCHOOL EDITIE augustus 2007
10
Diversen
10.1 Verstrekking van materialen
De school is een ‘doorgeefluik’ voor enkele uitgevers, die uitgaven voor kinderen onder uw aandacht willen brengen. Het gaat dan om de tijdschriftenseries Bobo, Okki, Taptoe en Hello You en om de boekenseries Boektoppers, Eerste lijsters, Vroege lijsters en Kijklijsters. Het enige, dat de school door het uitdelen van deze folders duidelijk wil maken is, dat ze horen bij tijdschriften die door ons kwalitatief “goed” gevonden worden.
De school draagt in principe zorg voor verstrekking (en zo nodig de vervanging) van alle normale gebruiksmiddelen, die een kind op school nodig heeft (schrijfmateriaal, schriften etc.).Kinderen hoeven geen attributen mee naar school te nemen. Soms staan wij het zelfs niet toe om met zelf meegebracht materiaal te werken (bijvoorbeeld indien een pen slecht is voor het handschrift). Op de leerlingentafels dient werkruimte over te blijven en daarom staan wij etuis wel toe maar pennenbakken, pennenstandaards of tekendozen niet. Elke leerling in groep 4 krijgt van de school een vulpen uitgereikt. B ij verlies is een Bruynzeel vulpen te koop op school (€ 5,00). Voor kinderen die het schrijven met een vulpen toch wel heel moeilijk vinden kan eventueel ook besloten worden om over te gaan tot de aanschaf van een speciaal soort viltschrijver de Stabilo. (€ 7,50) Verder geldt dat bij moedwillige vernieling of herhaalde buitengewone onzorgvuldigheid met het materiaal of de inventaris van de school “de aangerichte schade” zal moeten worden vergoed.
10.5 Kosteloos materiaal
Het is fijn als u thuis knutselmaterialen wilt sparen. Rolletjes, doosjes, restjes wol, enz. Wilt u dit alleen inleveren als er een oproep voor is gedaan? Onze school heeft maar een beperkte opslagruimte.
10.6 Hoofdluis
Basisscholen worden vaak, vooral na vakanties, bezocht door een ongewenste gast: de hoofdluis. De aanwezigheid van deze gast veroorzaakt veel ergernis en veel werk. Na de zomervakantie voeren de klassenmoeders een hoofdelijke controle uit en deze controle wordt vervolgens maandelijks herhaald. Uw kind zal niet gecontroleerd worden als u geen toestemming geeft en dit bij de klassenleerkracht heeft gemeld. U dient dan wel zelf de verantwoordelijkheid te dragen voor de periodieke controle.
10.2 Traktaties jarige kinderen
“Hiep, hiep, hiep, hoera!” wat een feest om jarig te zijn, zeker ook op school. Bij jarig zijn hoort trakteren. Hopelijk houdt u het verstandig en eenvoudig, dat komt het gebit ten goede. Wilt u bij een traktatie voor de klasgenootjes van de jarige even contact opnemen met de groepsleerkracht? Deze kan u informeren of er eventueel kinderen zijn die een dieet volgen. Een jarige mag ook de leerkrachten trakteren. Het is niet nodig dat u een andere traktatie voor de leerkrachten verzorgt dan voor de kinderen.
Bij constatering van een besmetting worden de ouders van de betrokken leerling ingelicht via de groepsleerkracht. Via een brief worden alle ouders van de groep geïnformeerd over de uit te voeren controle en/of behandeling. Ouders zijn te allen tijde verplicht om een eventuele besmetting met hoofdluis tijdig aan de groepsleerkracht te melden, zodat adequaat gereageerd kan worden.
10.3 Fruit eten en drinken
’s Morgens drinken we iets in de klas en eten er een kleine gezonde koek bij of fruit. Een gezellig terugkerend onderonsje. De meeste kinderen zijn dat thuis ook gewend en hebben daar op school ook behoefte aan. We verzoeken u vriendelijk het drinken mee te geven in een plastic beker, graag voorzien van naam. Voor fruit geldt, dat het wel geschild of schoongemaakt moet zijn.. Ook vragen wij u de kinderen geen snoep en liever ook geen geld mee naar school te laten nemen.
10.7 Sponsoring
Een school mag gesponsord worden en dat geldt dus ook voor onze school. Indien u een bedrijf heeft kan sponsoring voor u voordelig zijn, bijvoorbeeld met betrekking tot naamsbekendheid en belastingvoordeel. Ook voor de school is dit gunstig omdat met de extra inkomsten de aanschaf van speciale middelen voor het onderwijs kunnen worden gerealiseerd of andere tot nog toe onbereikbare activiteiten kunnen worden verricht. Het bestuur van de school heeft alle regels en afspraken die de minister via een convenant met
10.4 Jeugdbladen
Paulusschool 34
project eens (vrij direct) in contact komen met de omstandigheden waarin minder bevoorrechte leeftijdgenootjes elders op onze wereld leven. Elke actie (bijvoorbeeld speciale verkoop van zelfgemaakte of speciaal daartoe aangekochte artikelen; kerstmarkt; sponsorloop etc) wordt ruim van tevoren bekend gemaakt door “de Werkgroep Adoptie”.
het bedrijfsleven heeft vastgelegd overgenomen. Het sponsoren van een school kan alleen, als rekening gehouden wordt met een aantal belangrijke uitgangspunten. Het convenant in hoofdlijnen: • Sponsoring moet verenigbaar zijn met de pedagogische en onderwijskundige taak en doelstelling van de school. Er mag op geen enkele wijze schade worden berokkend aan het geestelijk en/of lichamelijk welzijn van leerlingen. • Sponsoring moet in overeenstemming zijn met de goede smaak en het fatsoen. • Sponsoring mag de objectiviteit, de geloofwaardigheid, de betrouwbaarheid en de onafhankelijkheid van het onderwijs, de school en de daarbij betrokkenen niet in gevaar brengen. • Sponsoring mag de onderwijsinhoud en/of de continuïteit van het onderwijs niet beïnvloeden en al evenmin in strijd zijn met het onderwijsaanbod en de kwalitatieve eisen die de school aan het onderwijs stelt. • Het primaire onderwijsproces (het echte werk in de klas) mag niet afhankelijk zijn van sponsormiddelen.
10.9 Acties en collectes
Oproepen tot het deelnemen aan acties en/of collectes worden in principe niet meegegeven, tenzij ze in het verlengde liggen van ons eigen adoptieproject. We doen dit ook om (financiële) overbelasting te voorkomen. (Dus geen Jantje Beton, Kinderzegels, Wereldnatuurfonds, Goois Natuurreservaat etc.) Van dit standpunt wordt alleen afgeweken in overleg met de Medezeggenschapsraad en de Ouderraad. In alle gevallen ligt de definitieve keuze over het laten deelnemen van uw kinderen aan welke actie dan ook altijd bij de ouders.
10.10 Oud papier, batterijen en cartridges
De school verzamelt oude kranten in kleine containers. De opbrengst wordt ingezet voor “leuke dingen”. Kranten (geen karton of bedrijfsafval) kunnen worden ingeleverd tijdens de schooluren. Het inleveren van papier kan vrij eenvoudig in de container bij de achterdeur aan de Leliestraat. Indien de schooldeur daar gesloten is, kunt u altijd aan een van de leerkrachten om de sleutel vragen. Wij verzoeken u dringend om geen papier buiten bij de schooldeur te zetten. De ervaring heeft geleerd, dat dit leidt tot grote hoeveelheden zwerfvuil en de kans op brandstichting wordt enorm vergroot. Naast oud papier kunnen ook batterijen en lege inkt- of tonerpatronen (van printers) op school worden ingeleverd. De school ontvangt daar punten voor, die kunnen worden omgezet in handige artikelen uit de computerwereld.
Mocht uw bedrijf interesse hebben in het sponsoren van de school, neemt u dan contact op met de directie. Mogelijk gaat het sponsoren u net iets te ver en wilt u zich beperken tot een schenking. Deze mogelijkheid blijft natuurlijk gewoon bestaan. Ambiance Zonwering Van der Wal en het glasvezelbedrijf XMS hebben de school al eens gesponsord, zodat de techniektorens voor de midden- en bovenbouw makkelijker konden worden aangeschaft. Het aangaan van een sponsorovereenkomst zowel als de besteding van eventuele uit de overeenkomst voortkomende gelden zal in alle gevallen besproken worden met de Medezeggenschapsraad van de school, die dan positief of negatief advies kan uitbrengen. De overeenkomst wordt getoetst aan het convenant, dat de minister met het bedrijfsleven heeft gesloten.
10.11 Meebrengen van speelgoed
Het is niet de bedoeling dat kinderen zelf speelgoed mee naar school nemen, tenzij de groepsleerkracht uitdrukkelijk vraagt om dit wel te doen. Er wordt een uitzondering gemaakt voor jarige kinderen en direct na het sinterklaasfeest. De leerkrachten kunnen geen verantwoording nemen voor beschadigingen aan of verlies van het meegebrachte speelgoed.
Voor belangstellenden is het beleidsstuk op school in te zien.
10.8 Adoptieproject
De locatie van onze school aan de Irisstraat heeft al vanaf 1980 minder bevoorrechte kinderen geadopteerd via de Stichting “Brasil op weg” en later via het “Foster Parents Plan”. Vanaf de cursus 2001/2002 is gekozen voor een adoptieproject in Roemenië en in het cursusjaar 2006/2007 is gekozen voor ondersteuning van het Colombine huis.. Het is de bedoeling dat wij middels allerlei acties zorg dragen voor het goed gevuld blijven van de kas van de “Werkgroep Adoptie” en het is natuurlijk evenzeer de bedoeling, dat onze kinderen via een dergelijk
10.12 Namen en adressen
Directie W.J. de Weijer Bosdrift 108 - 1215 AP (directeur) Hilversum. Tel.: 6246266
Paulusschool 35
Groepsleerkrachten – basisbezetting onderbouw (= groep 1 tot en met 4): Carola Walta Eemnesserweg 182, 1223 GH Hilversum, Tel.: 6855538 Brenda Kuiper Neuweg 274, 1215 JG Hilversum, Tel.: 06-23 16 13 41 Irene Kramps Moftbos 6, 6721 MJ Bennekom, Tel.: 06-42 33 68 67 Anneke de Bruyn Marterlaan 68, 1216 EZ Hilversum. Tel.: 6282345 Conny de Bont De Jol 17, 3742 GK Baarn, Tel.: 5411172 Yvonne van Rookhuizen Turfstraat 1, 1216 AM Hilversum, Tel.: 035 - 6248327 Anneke Bruikman Sonnevelt 190, 3741 XR Baarn Tel.: 06-42166299
Marianne Been Hyacintenlaan 96, 1215 BE Hilversum, tel.: 6856689. ´Els de Koning J.H.B. Koekkoekstraat 29, 1214 AB Hilversum, tel.: 6211556. MR-leden namens het schoolteam: Conny de Bont en Carola Walta. De school wordt in de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) van de Stichting Katholiek Onderwijs Gooi en Eemland vertegenwoordigd door Hans Higler namens de leerkrachten en door Inge Groot namens de ouders. Het postadres van de MR is het schooladres: Irisstraat 2, 1214 ET Hilversum. Klassen- of groepsouders: In veel gevallen schuift een groepsouder een aantal jaren met de groep mee, maar dat is niet altijd het geval. Daarom maken we de namen en adressen van de groepsouders jaarlijks bekend in “De Pauluskoerier” aan het begin van een nieuw cursusjaar. Nuttige adressen: Onderwijsinspectie voor vragen over onderwijs Tel.: 0800-8051 (gratis), e-mail:
[email protected], webadres: www.onderwijsinspectie.nl.
Nu bijna in ieder gezin een speciale oud-papier container is geplaatst, zou de opbrengst voor de school wel eens omlaag kunnen gaan. We doen daarom toch maar een beroep op u om het papier op school te blijven inleveren.
Klachtmeldingen over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld: Meldpunt vertrouwensinspecteurs, tel.: 0900-1113111 (lokaal tarief).
Groepsleerkrachten – basisbezetting bovenbouw (= groep 5 tot en met 8): Eric Geserick Bosdrift 104, 1215 AN H’sum. Tel.: 6212520. Orinda van den Bergh Beemden 31, 3831 GL Leusden Tel.: 033-4658461 Hans Higler Tulpstraat 26, 1214 CD Hilversum. Tel.: 62102678.
Stichting Kinderopvang Hilversum – Centraal Bureau: Eikbosserweg 166, 1213 SB Hilversum, tel.: 6834499, e-mail:
[email protected], website: www.kinderopvanghilversum.nl. Naschoolse opvang Het Doedok (van de SKH): Egelantierstraat 115, 1214 EC Hilversum, tel.: 6210761. Naschoolse Opvang De Basisbende (van de SKH) Van Hogendorplaan 1-c, 1215 EG Hilversum. Tel.: 6282095, (e-mail
[email protected])
Ouderraad(is het bestuur van de Oudervereniging) Omdat er na de jaarvergadering van de vereniging (in oktober) altijd wel sprake is van mutaties in de bezetting, wordt in deze gids volstaan met de ver melding van het feit, dat in de eerste schoolmaand het schooladres dienst kan doen als postadres. Via een mededeling (adressenlijst) in de maandelijkse “de PAULUSKOERIER” wordt z.s.m. doorgegeven welke ouders welke functies bekleden. Tot het zover is geldt, dat men zich kan wenden tot de voorzitter: Bas Doeksen Gijsbrecht van Amstelstraat 279, 1215 CM Hilversum. Tel.:6280860 Medezeggenschapsraad MR- leden namens de ouders: Inge Borninkhof Diependaalselaan 133, 1214 KA Hilversum, tel.: 6220221
Advies en Meldpunt Kindermishandeling: Winkelwaard 494, 1824 HX Alkmaar, tel.: 072-5672320, e-mail:
[email protected]. Bureau Jeugdzorg Het Gooi: Brinklaan 117a, Bussum, postbus 263, 1400 AG Bussum, tel.: 6928040, e-mail:
[email protected]. Spreekuur “Voordeur”: 10.30 tot 12.30 uur en 14.30 tot 16.30 uur. (Voor informatie en advies aan ouders, opvoedingsondersteuning en aanmelding voor hulpverlening).
Paulusschool 36
10.13 Aantekeningen
Paulusschool 37
Aantekeningen
Paulusschool 38