Destino Santiago!
Jubil
staf
Jacobs
eum numm er
december 2013
100
Foto vooromslag ‘Santiago, dat is devotie in de eeuwige kathedraal, met open mond en stijve nek de vlucht van de botafumeiro volgen. Nooit gedacht dat daar ook een kermis zou kunnen zijn.’ Foto: Luuk den Hartog
Inhoud
De markt van Santiago: een gastronomisch paradijs.
Herman Vuijsje heeft de camino zien veranderen.
Thema Destino Santiaagoo
18 Koning Eenoog op de camino Hans Burgman haalt herinneringen op aan zijn eerste pelgrimstochten in 1969 en 1971 . 21 Madrigaal voor de stad Santiago De Spaanse dichter Federico García Lorca bezingt zijn liefde voor de stad Santiago. 22 Vista catedral! Ad Gruijters komt in één week vijf keer aan bij de kathedraal. 26 Aan de slag in Santiago Hoe is het om enkele weken te werken in de opvang van pelgrims in Santiago? Diverse hospitaleros doen hun verhaal. 30 Cinema Camino – Santiago in de film Jasper Koedam 33 Groeten uit Compostela 34 Menu peregrino Pelgrim en kok Huub de Gier duikt de keuken in. 36 Shoppen op z’n Compostelaans Marielle Saegaert 38 Een vorkje prikken in Compostela Bram van der Wees laat zich de culinaire genoegens van Santiago goed smaken. 42 ‘Pelgrims moeten voelen dat ze welkom zijn’ Don Segundo is deken van de kathedraal van Santiago én hoofd van het Pelgrimsbureau. Freek van der Veen had een gesprek met hem. Jacobsstaf 2
44 Iedere pelgrim telt Genootschapsmedewerker Fons Boink presenteert de meest interessante en opvallende cijfers over de camino. 46 Santiago buiten de muren Ad Gruijters verdiepte zich in de geschiedenis van de stad na 1800 en maakte een stadswandeling. 50 Santiagopuzzel 52 Santiago: stad van twee werelden Freek van der Veen liep met Jacobsstaf-columniste Marielle Saegaert door haar stad. 53 Een plek ter grootte van mijn hand Tijs Dorenbosch schreef speciaal voor dit jubileumnummer een sonnet over Compostela. 54 De prijs van een onwerkelijke droom In Santiago verrees een megalomaan project: De Cidade da Cultura. Marielle Saegaert ging op onderzoek uit. 56 ‘Heeft u een baan voor mij?’ Joke van der Wees sprak drie studenten aan in Santiago en vroeg ze naar hun leven, studie en toekomstplannen. 58 Groeten uit Compostela 59 Sylvie naar Santiago Onze columniste Sylvie bezoekt Santiago. 60 Comeback kid op de camino Herman Vuijsje heeft sinds zijn omgekeerde pelgrimstocht in 1989 de camino zien veranderen. Of is hijzelf veranderd?
Entrada
Van de redactie
4 Kort nieuws, brieven en andere opvallende zaken
Pelgrimeren
8 Achterhaalde ouderlijke reflexen Jos Peters heeft twee dochters en liep met ieder afzonderlijk naar Santiago. Over het inslikken van vaderlijke raad en verbondenheid op een bankje. 11 28 oktober 2011, Finisterre, 220.244 – 244.008 Hilde Peters sluit haar kunstproject 255.088 Voetstappen af in Fisterra. 15 Mooie dag Joop van der Schoor zingt zijn favoriete caminolied. 66 Waar de weg naar de sterren begint Als de klok van de kathedraal in Santo Domingo de la Calzada slaat, neemt het leven van Helen Albada een wending.
Wandelen & Fietsen
12 ‘Than longen folk to goon on pilgrimages’ Anneke Hesp loopt met The Canterbury Tales in haar rugzak de middeleeuwse pelgrimage naar Canterbury.
Geschiedenis & Cultuur
70 Jacobuskerk op Hodenpijl Jos Knooff bezoekt een voormalige Jacobuskerk in MiddenDelfland die een echte pelgrimsbestemming heeft gekregen. 76 Langs heilige plaatsen – Bedevaartskerk Martelaren van Gorcum Freek van der Veen
Spiritualiteit
78 Leren pelgrim te worden Wim Nijssen
Het Genootschap 7 Onderweg Daniëlle Lokin 69 Agenda 72 Compostelaregister
Kopij voor Jacobsstaf 101 inleveren vóór 5 januari 2014. Jacobsstaf 101 verschijnt rond 25 februari 2014. Heeft u Jacobsstaf 99 niet ontvangen? Meld het bij
[email protected].
Niet de weg, maar het doel! Galder, 12 november 1988. De 170 aanwezige leden van het Nederlands Genootschap van Sint Jacob kiezen uit veertig voorstellen voor het op te richten verenigingsblad de naam Jacobsstaf. Toepasselijk, want een jacobsstaf is niet alleen de steun van een jacobspelgrim, maar ook een veertiende-eeuws instrument om de eigen positie te bepalen. Zo moest de Jacobsstaf worden: steun en toeverlaat voor de pelgrim naar Compostela. Naar Santiago de Compostela? Al spoedig duikt in de Jacobsstaf de idee op dat het bij de hedendaagse pelgrimage niet gaat om het doel, maar om de weg er naartoe. Een benadering die tegenwoordig alom geaccepteerd wordt. Niet het bereiken van het einddoel, maar de persoonlijke ontwikkeling die de pelgrim op zijn weg doormaakt is van belang. Is die nadruk op onderweg zijn er misschien de oorzaak van dat de Jacobsstaf in 25 jaar wel veel aandacht heeft besteed aan kunst en cultuur langs de wegen naar Santiago, maar weinig aan de stad Santiago zelf ? Er zijn talloze bijdragen van leden over hun belevenissen onderweg, maar vrijwel geen over het leven in Santiago. Wel stapels artikelen over praktische spiritualiteit op de camino, maar geen doorwrochte verhandelingen over de louterende ervaring van het aankomen in de stad. Daarom koos de redactie voor dit jubileumnummer een tegendraads thema: niet de weg, maar het doel! Na 99 nummers kijken we eindelijk eens om ons heen in Santiago. We ontdekten buiten die overweldigend mooie, natte, mystieke en toeristische stad ook een gewoon en modern Santiago, waar je kunt shoppen, uit eten gaan, studeren, wonen en werken. Maar we vergeten niet dat Santiago een pelgrimsstad is, met bijdragen van de ‘eerste’ Nederlandse pelgrim, van de pelgrim zonder God, van twee dichters, van hospitaleros. Met artikelen over de vijf, zes richtingen van waaruit je de stad kunt binnenkomen, over het Santiago buiten de oude stadsmuren, over de man die als geen ander ‘Santiago als beroep’ heeft. Onze statisticus heeft alle pelgrims geteld en gesorteerd, maar onze puzzelmaker heeft de stad flink door elkaar gegooid. En dit alles hebben we verpakt in bijzondere foto’s. Nummer 100. Voor één keertje dan: Destino Santiago!
Bram van der Wees, hoofdredacteur
[email protected] 3 Jacobsstaf
Entrada Pelgrimsinsigne. Museum voor Religieuze Kunst, Uden
Veiligheid en gastvrijheid langs pelgrimswegen
De werkgroep Geschiedenis en Cultuur van het genootschap organiseert een serie cultuurhistorische lezingen met als thema Veiligheid en Gastvrijheid langs Pelgrimswegen. Gerenommeerde sprekers belichten de volgende onderwerpen: • Pelgrimeren door de eeuwen heen: een cultuurhistorische benadering (29 januari) kunsthistorica Wendelien van Welie (Kunsthistorisch Instituut, Universiteit van Amsterdam) • Middeleeuwse pelgrimsinsignes, vondsten en hun betekenis (12 februari) onderzoekster Hanneke van Asperen of Willy Piron, hoofd Centrum voor Kunsthistorische Documentatie, Radboud Universiteit Nijmegen • Pelgrimage en de dodengedachtenis in de Middeleeuwen (26 februari) Truus van Bueren, onderzoekster en universitair hoofddocente (Departement voor Geschiedenis en Kunstgeschiedenis, Rijksuniversiteit Utrecht) • Jacobusbroederschappen in Nederland in de late middeleeuwen (12 maart) Jan van Herwaarden, emeritus hoogleraar culturele geschiedenis • Veiligheid en Gastvrijheid: de rol van kerken, kloosters en pelgrimsherbergen (26 maart) Spreker niet bekend. De lezingen vinden plaats op woensdagavonden van 19.00 tot 21.00 uur, in het Instituto Cervantes, Domplein 3 in Utrecht. Aan-
melding vooraf is verplicht. Kosten (i.v.m. zaalhuur, koffie/thee): per lezing, voor leden € 7,50; voor niet leden € 12,50. Meer informatie en aanmelden via Santiago.nl/werkgroepen/geschiedenis_cultuur. Daarna ontvangt u bericht over het definitieve programma en uw plaatsing.
Iedereen loopt (fietst) zijn eigen camino Bovenstaande is wellicht één van de meest geuite uitspraken onder pelgrims. Maar in de manier waarop ik de uitspraak citeer is te zien dat de fietser toch net iets minder gewicht lijkt te hebben. Toen tijdens de voorjaarsbijeenkomst in 2012 dan ook iemand aankondigde de tocht met een elektrische fiets te gaan maken leek het onrustig te worden in de zaal. Mijn gedachte was in ieder geval: ‘Ja, ja, is dat nu ook al pelgrimeren?’ Zelfs al kon ik zien dat de betreffende heer moeizaam liep. Een half jaar later tijdens de najaarsbijeenkomst in Delft: ‘Graag wil ik u vertellen over mijn negen fietsdagen op de camino.’ Zo begon de pelgrim die met de elektrische fiets naar Santiago wilde. Na negen dagen moest hij opgeven. ‘Het was onverantwoord om verder te gaan.’ Het was hem simpelweg te zwaar, zelfs met trapondersteuning. Dankbaar voor hoe ver hij was gekomen met zijn handicaps, gaat hij zich voorbereiden om een volgend deel van de tocht te maken. Ook hij heeft het verlangen om verder te gaan. En ik, met mijn oordeel over de elektrisch voortgedreven pelgrim, werd even stevig op mijn plaats gezet. Want roep ik niet ook vaak ‘iedereen loopt zijn eigen camino?’ Ton van der Molen
Leven voor en na de camino Auteur en pelgrim Robin Pater zoekt voor een te verschijnen boek verhalen van pelgrims voor wie de camino een belangrijke rol speelde in een ommekeer in hun dagelijks leven thuis. Kwam u tijdens uw pelgrimstocht tot inzichten die uw levenskoers duidelijk hebben veranderd? Heeft het gaan van de Jacobsweg uw innerlijke en daarna uiterlijke werk- of privéleven een wending gegeven of kreeg u de moed om een droom te volgen? Robin Pater wil graag met u in contact komen om uw inspirerende verhaal op te nemen in een serie aansprekende portretten van mensen die de stoute schoenen hebben aangetrokken.Bent u of kent u zo iemand? Stuur dan in maximaal 100 woorden een korte omschrijving van wat de tocht u leerde en hoe uw leven voor en na de camino van elkaar verschillen. E-mail:
[email protected].
Jacobsstaf 4
Terug naar de middeleeuwen
Op 15 maart 2014 is Gouda het decor voor de voorjaarsbijeenkomst van het genootschap. Het thema mogen we al verklappen: Terug naar de middeleeuwen. De organisatie is in handen van de regio Rotterdam. Het programma ziet er veelbelovend uit. Emeritus hoogleraar en mediëvist Dick de Boer vertelt over de reis van de middeleeuwse abt Emo in 1211. Emo vertrekt vanuit zijn woonplaats Groningen naar Rome om daar bij de paus zijn gelijk te halen in een conflict met de plaatselijke bisschop. De Belgische Man bijt hond-verslaggever Arnout Hauben neemt ons mee op zijn gefilmde voettocht naar Santiago. Toneelgroep Podium laat Jacobus en Don Quichotte elkaar ontmoeten en verschillende workshops en rondleidingen door Gouda zorgen voor een mooie omlijsting van het geheel. Om in Spaanse sferen te blijven wordt een heuse tapaslunch geserveerd. Het uitgebreide programma volgt in Jacobsstaf 101.
Toegangspoort van verdwenen middeleeuws pelgrimshospital, het huidige klooster San Martin de Pinario. Foto: Manuel Rodriguez
over opvallende en geheimzinnige plekken die een belangrijke rol spelen in de geschiedenis van Santiago en in de legende van Jacobus de Meerdere, zoals de kathedraal en de vele refugios en hospitales die de stad rijk was. Aandacht is er ook voor Iria Flavia, het tegenwoordige Padrón. De legende wil dat Jacobus daar destijds, via de Ria de Arousa, aan land is gekomen: de eerste keer als missionaris en de tweede keer als de in Jeruzalem onthoofde martelaar. De steiger waar zijn boot is aangemeerd, getuigt hier nog van. Rodriguez slaat in de lezing een brug tussen het pelgrimeren in het verleden en het heden. Datum: 19 februari 2014, 19.00-21.00 uur. Plaats: Instituto Cervantes, Domplein 3 in Utrecht. Aanmelding vooraf is verplicht. Kosten (i.v.m. zaalhuur, koffie/thee): € 7,50 voor leden; voor niet leden € 12,50. Meer informatie en aanmelden via Santiago.nl/ werkgroepen/geschiedenis_cultuur. In de loop van januari ontvangt u bericht over uw plaatsing.
Tweedaagse pelgrimstocht
3 en 4 mei organiseert de Roermondse Broederschap van de Heilige Jacobus de Meerdere een tweedaagse pelgrimstocht. Startpunt van de tocht is het Limburgse Smakt, pelgrimsdorp van Sint-Jozef. Pelgrims kunnen elkaar ontmoeten en informeren over hun camino-ervaringen. De nacht wordt doorgebracht in de accommodatie van jeugdbeweging Jong Arcen te Arcen. Deelnemers dragen hun eigen uitrusting. Kosten voor de tweedaagse tocht bedragen € 55,00 p.p. (inclusief o.a. overnachting, diner, ontbijt, 2x lunch, enz.). Voor details en nadere informatie kunt u contact opnemen met Jan Coopmans:
[email protected] of 077-373 20 99 / 06-297 313 51.
Top 10-caminogerechten
Website Caminoways.com stelde een top 10 samen van traditionele gerechten en produkten langs de camino. Bekend zijn natuurlijk de witte asperges uit Navarra, chocolade en cake uit Astorga, pulpo uit Melide en de vleeswaren uit Castilië en León. Maar wist u dat Logroño bekend staat om zijn ijstraditie (geitenkaasijs met bosbessen), dat Burgos de gastronomische hoofdstad 2013 was, en dat bij slagerij Tarazona van vader en zoon Luis in Arzúa ter plekke de koeien worden gemolken voor de befaamde Arzúa-kaas? Bekijk de volledige lijst via Santiago.nl > Jacobsstaf. Verderop in dit blad nog meer culinaire genoegens!
De pelgrim en het verborgen Santiago
De sporen die de pelgrims de afgelopen eeuwen in Santiago hebben nagelaten zijn soms verborgen en maar met moeite te achterhalen. Het is van belang dat deze ‘jacobalia’ niet verloren gaan. De Spaanse journalist en wetenschappelijk onderzoeker Manuel Rodriguez schreef er een boek over: La Catedral de Santiago para los Peregrinos, Guia Secreta. Op speciaal verzoek van de werkgroep Geschiedenis en Cultuur en het Instituto Cervantes houdt Manuel Rodriguez een lezing met beeldmateriaal. Rodriguez vertelt
Pulpo uit Melide. Foto: Tamorian
5 Jacobsstaf
Entrada
Planten en kruiden langs de camino: beemdkroon
San Martin, Fromista. Camino Francés. Foto: Santiperez
Geschiedenis, kunst en cultuur van de Camino Francés
Dit jaar organiseerde de werkgroep Geschiedenis en Cultuur een cursus Inleiding tot de Geschiedenis, kunst en cultuur van de Camino Francés. Vanwege grote belangstelling wordt deze succesvolle cursus in 2014 in twee regio’s gegeven: in Alkmaar (regio Noord-Holland benoorden ‘t IJ) en in Zwolle (regio’s GroningenDrenthe, Friesland en Oost-Nederland). De cursusleiders gaan in op vragen en thema’s rondom het ontstaan, de geschiedenis en de kunst en cultuur van de Camino Francés. Aan de orde komen de belangrijkste kunststijlen langs de camino en oude verhalen en legenden. De behandelde stof wordt toegelicht met beeldmateriaal. Uiteraard is er aandacht voor beeldbepalende kerken, kloosters, steden, dorpen en andere wetenswaardigheden langs de camino. De cursus omvat drie onderling samenhangende avonden. Als basisboek gebruiken we Onderweg naar Santiago. Een camino van kunst, cultuur, legenden en verhalen van Mireille Madou (Waanders, Zwolle, 2010). Voor wie zich verder in de stof wil verdiepen zal een beknopte literatuurlijst beschikbaar zijn. Uw inleiders zijn: Nico van Heijningen, Tieleke Huijbers en Herman Holtmaat. Alkmaar: maandagavond 27 januari, 10 en 24 februari 2014, van 19.30 tot 21.30 uur. Locatie: St. Josephkerk, Nassaulaan 2, 1815 GK Alkmaar. Aanmelden vooraf is verplicht bij cmoring@ kpnplanet.nl. Kosten (i.v.m. zaalhuur, koffie/ thee): voor leden € 5,-, voor niet-leden € 10,per avond. Zwolle: dinsdagavond 21 januari, 4 en 18 februari 2014, van 19.30 tot 21.30 uur. Locatie: Hogeschool Windesheim, campuslokaal X0.27. Aanmelden vooraf is verplicht via Santiago.nl > Genootschap > Regio’s. Kosten: voor leden € 15,-, niet-leden € 22,50. Meer informatie op Santiago.nl/werkgroepen/geschiedenis_ cultuur.
Beemdkroon (Knautia arvensis) behoort tot de kaardebolfamilie. Op zich heel vreemd, want als je de bloem aanraakt voelt ze zijdezacht. Het is een tweejarige plant die voorkomt in Europa en Azië. In het eerste jaar verschijnt alleen de bladrozet. In het tweede jaar de lila bloemen. Soms komen zelfs witte of gele bloemen tevoorschijn. De plant heeft een wortelstok. De tweejarige plant ziet er een beetje rommelig uit. Zeker wanneer ze ook nog eens geplaagd wordt door regen of wind. Tijdens mijn camino heb ik de plant gelukkig heel vaak langs de weg zien staan, en toen ik de moeite nam om ze van dichtbij te bewonderen werd ik verrast door de adembenemende schoonheid van het bloempje. De oude naam Scabiosa arvensis heeft betrekking op het eeuwenoude gebruik van de plant tegen schurft. In de hedendaagse alternatieve geneeskunde neemt de plant een belangrijke plaats in. Er zit veel nectar in deze bloem en er bestaat zelfs een knautia-bijenvolk dat helemaal afhankelijk is van deze bloem. Beemdkroon en het knautia-bijenvolk staan op de Nederlandse Rode Lijst van verdwenen Simone Huijts en bedreigde planten en bijen.
Spaans voor pelgrims
Instituto Cervantes organiseert vanaf 20 januari 2014 cursussen Spaans voor pelgrims op twee niveau’s. Aan het eind van niveau A1 is de cursist in staat zich in de meest gangbare situaties te redden met een aantal eenvoudige en beperkte uitdrukkingen en kan hij korte, simpele teksten begrijpen en produceren. Iedere cursus duurt twintig uur, verdeeld over negen wekelijkse avonden. De A1-cursussen worden gegeven in Utrecht, Amsterdam en Den Haag; de A2-cursus uitsluitend in Utrecht. Prijs: € 192,-. Voor meer informatie en aanmeldingen: Cervantes.nl (
[email protected] of 030-24 28 477).
Simone neemt je mee op reis
Simone Awhina is geen onbekende meer in het genootschap. Vooral tijdens de Camino der Lage Landen in 2011 trad de begaafde en bevlogen zangeres op veel plaatsen in Nederland op met haar muzikale show die geheel in het teken van haar tocht naar Santiago staat. Van haar boek verscheen dit jaar al de Jacobsstaf 6
Foto: Darkone
derde druk. Simone weet op aantrekkelijke wijze te beschrijven wat de camino voor haar betekende, hoe zij op haar weg rust vond en een uitweg uit haar gestreste bestaan. Openhartig vertelt zij over haar grote wens: een bekende zangeres te worden en hoe dit haar niet lukt, en over haar leven dat getekend wordt door twee overleden geliefden. Twijfel en wanhoop beheersen haar leven en ze besluit op tocht te gaan naar Santiago. Onderweg beleeft ze haar heftige en avontuurlijke leven opnieuw. Het eindeloze lopen, de eenzaamheid, de vermoeidheid en de bijzondere ontmoetingen helpen haar de reis naar binnen te maken. Voor ervaren pelgrims zijn de belevenissen en ontmoetingen niet nieuw, maar Simone slaagt er goed in haar inzichten en de verworvenheden van de camino te verbinden met haar eigen levensverhaal. Simone is een authentiek mens, en dat proef je uit elke bladzijde. Voor een goed geschreven spiritueel verslag van een tocht hoef je geen vertaling van een of andere buitenlandse ster te lezen: het lezen van het boek van Simone volstaat. Voor meer informatie: Simoneawhina.com.
Kunst langs de camino
Beeldend kunstenares Carina Mathot organiseert twee kunsthistorische cursussen over de thema’s De Ruta de la Plata en de kunst (start 13 januari 2014) en De camino en de kunst (start 8 en 16 januari 2014). Iedere cursus bestaat uit acht lezingen en wordt afgesloten met een excursie. Iedereen met belangstelling voor de kunsthistorische achtergronden van de camino is van harte welkom. Carina Mathot maakte in 2011 de pelgrimstocht naar Santiago vanuit Nederland en in 2013 vanuit Sevilla. De cursus wordt gegeven in de kunstsalon van Carina Mathot in Gouda. Prijs: € 98,- (excl. syllabus). Voor meer informatie en het volledige programma: Ateliermathot.nl, of mail naar cmathot@ euronet.nl of bel 0182-581 901.
Amfitheater in Mérida, Via de la Plata. Foto: Jasper Koedam
Het genootschap
Daniëlle Lokin
Onderweg Voorzitter Joost Bol is onderweg. Samen met zijn echtgenote en een bevriend paar loopt hij voor de tweede keer de tempelroute langs 88 tempels op het Japanse eiland; een pelgrimsroute van circa 1300 kilometer ter ere van Kükai, monnik en de stichter van de Shingonstroming binnen het Japanse boeddhisme. Het Nederlands Genootschap van Sint Jacob is al 27 jaar onderweg en geeft sinds december 1986 informatie aan de leden. Dan verschijnt het verslag van de eerste jaarvergadering op 15 november 1986 in Den Haag als bijlage bij De Pelgrim (nummer 7), het contactblad van het Vlaams Genootschap van Santiago de Compostela. Het is een stenciltje op geel papier met naast het verslag een houtsnede van pelgrims als illustratie en het Sint Jacobslied op de achterzijde. De Jacobsstaf, het verenigingsblad van ons genootschap, verschijnt voor de eerste maal in februari 1989. Annet van Wiechen en Frank Claessen vormen de redactie. Ruud Conens tekent voor de vormgeving. Uitgangspunt was: “De Jacobsstaf is een blad van en voor de leden van het Nederlands Genootschap van Sint-Jacob. Hoe verschillend uw beweegredenen ook zijn lid te worden van het Genootschap, we hebben allemaal gemeen dat we ‘het verschijnsel Santiago de Compostela’ een zeer warm hart toedragen. Wij, de redactie, hebben ons trachten te verplaatsen in wat u allen interesseert. Dit betekent dat u (kunst) historische artikelen kunt verwachten, maar dat er ook ruime aandacht geschonken zal worden aan het ‘hier en nu’. De ervaringen van de leden, zoals artikelen over het lijfelijk en het geestelijk beleven van de pelgrimstocht, moeten ook in de Jacobsstaf. Dit kan de redactie niet alleen, al was het maar omdat wij (nog) niet ‘gelopen’ hebben. Wij doen dan ook een beroep op U.” Het honderdste nummer van de Jacobsstaf ligt nu voor u, een mijlpaal van formaat. Van een stenciltje is ons verenigingsblad uitgegroeid tot een kloek tijdschrift, mooi vormgegeven en volledig in kleur. Aan de oproep van weleer heeft u massaal gehoor gegeven. Pelgrims en deskundigen hebben hun ervaringen, gevoelens en ideeën via de Jacobsstaf beschikbaar gesteld. Stap voor stap nemen zij ons mee op weg naar Santiago: letterlijk of figuurlijk, met af en toe een uitstapje naar een andere pelgrimsplaats. Natuurlijk hebben wij nu ook de vernieuwde website en de nieuwsbrief Ultreia die met grote regelmaat verschijnt, maar die lees ik op het beeldscherm. Ik verheug mij ieder kwartaal weer als de Jacobsstaf in de bus valt. Het bestuur dankt alle redacteuren en de vele auteurs en fotografen voor al hun inspanningen in de afgelopen 25 jaar voor 100 nummers leesplezier. Daniëlle Lokin, vicevoorzitter 7 Jacobsstaf
Pelgrimeren met …
Jos Peters
Achterhaalde ouderlijke reflexen Pelgrimeren met ... je dochter
W
Wandelen met je kinderen naar Santiago: Jos Wandele heeft twee volwassen dochters en deed Peters h he hett twee tw keer. Over verantwoordelijkheidsgevoel, het inslikken van vaderlijke raad en het delen van een appel op een bankje. ‘En jullie? Zijn jullie vader en dochter?’ Deze keer is het een Braziliaanse vrouw, Katia, die het vraagt. We zijn haar en haar man die dag een paar maal tegengekomen, zoals dat gaat op de camino. Ze vervolgt: ‘Dat had ik ook wel gewild, wandelen met mijn vader.’ We horen het meer. Vaak klinkt er in de woorden een zekere spijt door over gemiste kansen. Het maakt daarbij niet uit of vader nu dood is of nog leeft.
Pelgrimpuzzelboekjes Ik kende het gevoel. In de maanden na het overlijden van mijn vader drong het tot me door dat ik aldoor was blijven hopen dat we ons contact persoonlijker hadden kunnen maken en dat de kansen nu voorbij waren. Tegelijkertijd werd het me duidelijk dat ik mijn twee dochters en mezelf de gelegenheid zou willen geven om dat wel te doen. Niet dat ik ons contact onpersoonlijk zou willen noemen. De maatschappij veranderde en mijn vrouw en ik zijn andere ouders dan onze ouders waren. Toch, eenmaal uit huis is de tijd die je als vader en dochter als individu met elkaar doorbrengt beperkt en de mogelijkheid voor verdieping van persoonlijk contact Jacobsstaf 8
moet je misschien niet alleen afwachten, maar ook organiseren. Ik had drie caminotochten alleen gelopen. Voor mijn dochters was dat steeds een bijzondere gebeurtenis. Ze maakten pelgrimpuzzelboekjes die ze in mijn rugzak stopten. Mijn jongste dochter kan zich de spanning nog goed herinneren van het moment dat ik met hoed en rugzak voor de eerste keer op de trein stapte. De fascinatie om het zelf ook een keer mee te maken was er en ik wilde mijn ervaring graag met hen delen.
Ervaringsdeskundige En zo liep ik jaren later, in 2009, met mijn oudste dochter Krista, toen dertig, de laatste 100 kilometer van de Camino Portugués. Het had even geduurd voor we dit hadden kunnen organiseren. Ik was net gepensioneerd en had wel tijd; zij was druk bezig met de dingen van haar levensfase en we konden de tocht pas plannen toen ze klaar was met haar studie. We zaten allebei dus in een overgangssituatie, dat was op zich al voldoende reden om te gaan wandelen. Twee jaar later vertrok ik met mijn tweede dochter Hilde uit Sarria voor weer 100 kilometer, nu over de Camino Francés. Het was in de herfstvakantie van het laatste jaar van haar opleiding en ook dit keer was het gevoel nu of nooit, omdat ze na haar examen veel minder tijd zou hebben. Ze volgde de kunstacademie en ze bedacht een project wat ze
Jos en dochter Krista.
Dochter Hilde op het strand bij Fisterra. Foto: Jos Peters
tijdens de tocht uitvoerde: het voetstappenproject. Al wandelend laat je sporen achter, maar door plakpapier onder een schoen vast te maken nam ze haar spoor ook letterlijk mee. Het was beide keren mijn taak om de reis te organiseren, als ervaringsdeskundige en misschien ook wel als vader. Het was toch een beetje mijn project. Ik betaalde de vliegreis en de duurdere overnachtingen; de andere kosten, herbergen en maaltijden, zouden we delen. We wilden wel met een compostela thuiskomen, dus er moest minstens 100 kilometer gelopen worden. We planden veertien dagen, dat gaf ruimte en zette geen druk op wandelprestaties. We trainden niet van tevoren, het gebied rond Santiago is niet zo moeilijk, en we spraken af de bus te nemen als het niet meer zou gaan. Al met al een tamelijk losse voorbereiding.
Trots Beide keren heb ik erg genoten van de tocht. Mijn dochters zijn heel verschillend. Dat gaf
op een prettige manier kleur aan de tochten. Uiteraard gebeurden er ook dingen op dezelfde manier. Vanaf de eerste dag moesten we opnieuw onze manier van samenleven vinden, niet voor een uurtje, zoals wanneer je bij elkaar op bezoek bent, maar voor veertien dagen lang. En anders dan bij bezoek ben je beiden op vreemd terrein. Je moet een aantal praktische zaken regelen: ochtend- en avondrituelen, wie heeft het routeboekje, wandeltempo en rustmomenten, maaltijden, praten of zwijgen. Het is handig om sommige dingen expliciet af te spreken, maar meestal gaat het al wandelend min of meer vanzelf. Ik merkte dat ik daarbij veel dingen deed en bedacht vanuit mijn vaderrol. Zo kwamen Krista en ik na een hete en vermoeiende dag aan in Redondela. De albergue stroomde vol en tegen tienen waren alle bedden bezet. Het werd langzamerhand rustig. Alleen een paar Spaanse mannen en een vrouw bleven in druk gesprek dat maar niet op leek te houden. Ineens realiseerde ik me dat het mijn dochter was die ik hoorde en met9 Jacobsstaf
Pelgrimeren met je dochter
een flitste het door me heen dat ik haar misschien moest zeggen dat je in een albergue na tienen stil moet zijn. Een reflex van ouderlijk verantwoordelijkheidsgevoel; vaderlijke raad in plaats van een gewone vraag om stilte. Gelukkig kon ik me inhouden. Ik bedacht dat je je als ouder heel veel van dat soort reflexen eigen maakt in de loop van het opvoedingsproces. Ze zijn een tijd bijzonder nuttig, maar op dat moment in Redondela waren ze wel achterhaald. De gedachte gaf de ruimte om me trots te voelen op mijn dochter die zo goed Spaans spreekt. Wie er zich aan stoorde moest het zelf maar zeggen. Tevreden sliep ik in.
We bleven ons heel erg ‘vader’ en ‘dochter’ voelen De volgende dag spraken we er samen over en we bedachten dat het niet alleen van vaderskant komt, maar dat het meestal een proces is van in elkaar grijpende reacties waar je als vader en dochter soms nog aardig in verstrikt kunt raken. Het zijn automatismen, restanten uit vorige fasen; indertijd nuttig, nu vaak irritant. Misschien kun je zeggen dat je, op het moment dat de kinderen het huis uitgaan, blijft steken in de patronen van dat moment en dat die zich maar traag aanpassen aan de nieuwe omstandigheden. Moet je een camino lopen om tot zo’n inzicht te komen dat toch eigenlijk niet bijzonder origineel is? Nee, maar met zoveel dagen wandelen is het wel gemakkelijker om de oude vader- en dochterposities wat los te weken en in beweging te brengen, een noodzakelijke update dus. We gingen zoeken naar een andere verhouding tot elkaar, een verhouding van persoon tot persoon en volwassene tot volwassene. Toch, en misschien wel daardoor, bleven we ons heel erg ‘vader’ en ‘dochter’ voelen. Jacobsstaf 10
Verbondenheid Net als vroeger tijdens de afwas raakten we gemakkelijk aan de praat, over allerlei onderwerpen. We hadden geen agenda en er was beide keren geen oud zeer wat nog een keer dringend uitgesproken moest worden. We waren wat achteropgeraakt bij het vertellen van en luisteren naar elkaars verhalen, en dat hebben we ingehaald. Daarvoor was veel tijd. Verhalen over vroeger werden doorgenomen, uitgelegd en aangevuld. Nieuwe verhalen kwamen er bij. Er was tijd om na te vragen of de dingen die je meende te horen ook zo bedoeld waren. Of om zelf uit te leggen wat je bedoelde of vroeger bedoeld had. Maar het was even plezierig om al wandelend dezelfde ervaringen te ondergaan en daarbij zonder al te veel te zeggen onze verbondenheid te voelen: bij een fraai uitzicht, in de regen, bij vermoeidheid, in gesprekken met medepelgrims of schelpen zoekend op het strand van Finisterre. En gelukkig kwamen we er ook toe om iets moois over en tegen elkaar te zeggen. Achteraf zegt Hilde: ‘Ik kwam los van mijn verwachtingen over hoe jij wel zou reageren. We stelden elkaar vragen waar we echt naar konden luisteren en we gaven antwoorden die echt iets over ons zelf zeiden. Ik ging je meer in je eigen context zien. Je vertelde over je achtergrond, ik weet nu beter waar je vandaan komt, ik begrijp beter hoe je geworden bent tot wie je nu bent.’ Het is precies datgene wat ik graag over een gesprek met mijn vader had willen zeggen. We herinneren ons alle twee een lang modderig bospad. Het regende al sinds de ochtend. Het pad voerde langs een omheining waar voorgangers takken en stokken in de vorm van een kruis ingestoken hadden. We waren als vanzelf weer aan de praat geraakt, laverend tussen de waterplassen. Toen het weer opklaarde, stond er een bankje onder een boom. We gingen zitten, uitgepraat voor het moment, deelden een appel en gingen verder.
Rituelen
Hilde Peters
28 oktober 2011, Finisterre, 220.244 - 244.008
H
255.088 Voetstappen
Het oorspronkelijke einddoel is gehaald: Santiago de Compostela. We hebben daar alle rituelen doorlopen: foto bij het 0-kilometer punt, compostela gehaald, kathedraal uitvoerig bezocht, Jacobus bedankt voor de goede zorgen tijdens de tocht, meerdere stukken pelgrimstaart gegeten en flink wat souvenirs uitgezocht voor de thuisblijvers en voor onszelf als aandenken aan de bijzondere reis. Santiago is overdonderend druk en maakt de rust die we tijdens het wandelen hebben opgedaan deels weer ongedaan. Het voelt minder bevredigend dan ik had verwacht. Misschien sluit het de reis voor mijn gevoel niet echt af.
226.015 Het afsluiten gebeurt wel in Fisterra. We zijn met de bus naar deze kustplaats gereisd. Mijn vakantie van de kunstacademie zit er bijna op, dus tijd om het traject te voet af te leggen is er helaas niet. Toch ga ik door met het vastleggen van mijn voetstappen. Want de lange strandwandeling die we daar maken hoort voor mijn gevoel nog echt bij onze reis. Het strand ligt vol met groen wier en jakobsschelpen. Ik verzamel schelpen zo groot als mijn hand en Jos fotografeert.
Dit is de vierde, tevens laatste aflevering van het eindexamenproject van Hilde Peters voor de Academie voor Beeldende Vorming Tilburg.
237.063 Ook de tocht naar de vuurtoren boven op de rots vind ik bijzonder. Een ander 0-kilometer-punt. Het land stopt en de zee begint. Hier verbranden sommige pelgrims hun kleding, schoenen of rugzak. Tussen de rotsen liggen hoopjes as met drukknoopjes, ritsen en veters. De resten van andermans rituelen. Jos en ik staren zwijgzaam uit over de zee. 11 Jacobsstaf
255.088 Eenmaal thuis haal ik de voetstappen een voor een uit de enveloppe waarin ik ze verstuurde. De geur van de tocht komt me tegemoet. De stappen zijn nog vochtig van de regen; stoffig van de steden. Ik bewaar ze in een kistje in mijn atelier. Ze veranderen nog steeds, ze worden droger en veranderen van kleur. Zoals dat gaat met herinneringen.
In februari 2014 zijn in Galerie Zône (Nieuwstraat 17b, Leiden) Hildes voetstappen te zien in combinatie met foto’s van haar vader Jos Peters. Bij deze expositie zal een bijzondere stempel te halen zijn. Kijk op Galeriezone.nl voor de openingstijden.
Fisterra: Hilde met haar laatste voetstap. Foto: Jos Peters
Wandelen
Anneke Hesp
‘ Than longen folk to goon on pilgrimages’ In het voetspoor van Geoffrey Chaucer naar Canterbury
I
IIn n het middeleeuwse Engeland verdrongen zich de vrome reizigers rond het graf van zic de heilige Thomas in Canterbury. Een aantal ging nog daarna door naar Santiago de Compostela of Rome. Zij ondernamen de tocht niet alleen vanuit religieuze of spirituele motieven, volgens dichter Geoffrey Chaucer. Anneke Hesp trok naar Londen en met Chaucer’s boek The Canterbury Tales in de rugzak toog zij naar Canterbury. London Bridge was vanaf de twaalfde eeuw het startpunt voor de bedevaart naar Canterbury. Nu wringen zich dubbeldekkers, toerbussen, auto’s en wat moedige motorrijders door Borough High Street. Daarboven denderen treinen. Wie vier meter afdaalt komt in de andere, veel stillere wereld van de kathedraal van Southwark. De heilige Thomas Becket (1118-1170) preekte hier zijn laatste preek voor hij veiligheid zocht in de kathedraal van Canterbury, 100 kilometer verderop. Daar werd hij neergestoken door
Kaart: Wobien Doyer, met
moordenaars, die hoopten zo in de gunst bij de koning te komen. Al snel verspreidde zich het gerucht dat de stromen bloed uit zijn wonden oogziekten konden genezen. De Londense kathedraal heeft een gebrandschilderd raam met het portret van de middeleeuwse dichter Geoffrey Chaucer (ca. 13431400). In zijn The Canterbury Tales vertelt hij
Jacobsstaf 12
medewerking van Han Lasance.
dat hij in de maand april op pelgrimage gaat naar het graf van Sint-Thomas en reisgenoten zoekt in de Tabard Inn, een herberg aan de andere kant van de drukke straat.
Mooie benen Wat bewoog deze pelgrims in de veertiende eeuw? Chaucer geeft twee algemene redenen om op pelgrimstocht te gaan. Ten eerste voelen mensen in het voorjaar dezelfde kriebels als vogeltjes en planten en dan moeten ze er wel op uit. In zijn woorden: ‘Than longen folk to goon on pilgrimages’. En ten tweede, zo legt hij uit, hadden ze de hulp ingeroepen van de heilige martelaar toen ze ziek waren, en nu wilden ze hun dank betuigen. Maar veel pelgrims hebben ook nog andere motieven. De ridder die meegaat is veteraan en net terug van zijn veldtochten. Als tegenwoordig veteranen steun nodig hebben om hun ervaringen te verwerken, waarom zou hij in gewetensnood die steun niet gezocht hebben in een pelgrimstocht op advies van zijn biechtvader? De aflaatkramer weet dat zijn reisgenoten hun plekje in de hemel zeker willen stellen. Hij hoopt zijn spullen te slijten aan de lichtgelovigen om hem heen. En dan de schipper die een veerdienst onderhoudt naar La Coruña. Vanaf daar is het nog maar 100 kilometer lopen naar Santiago de Compostela. Terwijl de officiële Via Francigena vanaf Canterbury meer dan 2000 kilometer is. Hij kan misschien wel wat klanten werven. De bekendste pelgrim is de vrouw uit Bath met het sensuele spleetje tussen haar voortanden. Uit berekening had ze vijf keer hele rijke en oude mannen getrouwd en het geld goed belegd in haar textielbedrijf. Op dit uitje laat ze weten nu wel open te staan voor
Proloog uit The Canterbury Tales Whan that April, with his shoures soote, The droghte of March hath perced to the roote … And smale foweles maken melodye That slepen al the nyght with open ye So priketh hen nature in hir corages; Thanne longen folk to goon on pilgrimages. …. And specially from every shires ende Of Engelond, to Caunterbury they wende. The hooly blissful martyr for to seke, That hem hath holpen whan that they were seeke.
Wanneer april aan het regenen gaat en de droogte van maart uit de wortels slaat, … En vogeltjes de hele nacht Piepen en doen uit alle macht, Zo voelen ze de onrust van de volle maan, Dan willen ook mensen op pelgrimages gaan. … En in Engeland voorbij de verste uithoeken Vertrekt men om Canterbury op te zoeken. Daar rond het graf onder het hoofdaltaar, vinden ze kracht bij de heilige martelaar.
een jongere man met mooie benen. Geldgebrek geen probleem.
Keltische route Aan Borough High Street zijn nog steeds herbergen te vinden. Een ervan was al open in de tijd van Chaucer. De George Inn bestrijkt een kleine zijstraat naar een binnenplaats. Vroeger werden hier de paarden en karren gestald, nu lunchen kantoormensen en toeristen er bij mooi weer en binnen wordt een goed glas bier getapt. Verderop in de straat is St. Christopher’s Village, een succesvol paradijs voor rugzaktoeristen. De oude Romeinse weg naar Canterbury volgde een Keltische route: Watling Street. Die maakte gebruik van een doorwaadbare plaats in de Thames bij Westminster.
13 Jacobsstaf
Ezra Winter, The Canterbury Tales muurschildering (1939), Library of Congress John Adams Building, Washington, D.C
De eeuwenoude kathedraal van Canterbury trekt toeristen maar ook pelgrims. Foto: Anneke Hesp
Borough High Street werd de latere verbinding vanaf London Bridge. De pelgrims hielden even stil bij wat toen St. Thomas-a-Wateringhe heette, nu Burgess Park. Mensen en paarden dronken nog een keer en de waterzakken werden gevuld. Vanaf nu loopt de drukke verkeersader onder verschillende benamingen Londen uit. Om te zien hoe de Romeinen de Keltische weg hebben rechtgetrokken, nemen we de bovenste verdieping van dubbeldekker 53 naar Greenwich. Chaucer woonde daar toen hij aan The Canterbury Tales werkte. De bonte groepen pelgrims trokken hier langs en vooral in het voorjaar moet het druk geweest zijn. Twee overstappen verder verschijnt in een voormalige open kalkmijn het Bluewater shopping centre. Wat moet een wandelaar hier? Iedere eerste en derde zondag van de maand biedt damessportzaak Sweaty Betty mall walking. De trend ontstond in de Verenigde Staten en voorziet in een wandelparcours dat vrij is van regen, wind, honden en andere narigheid van buiten. Gewoon een paar rondjes door het enorme complex, met toiletten en horeca altijd onder bereik. Dat is wel een hele andere tak van sport dan pelgrimeren in een historisch landschap.
Een kerk, wat huizen en een kroeg De buitenwandelaar loopt langs de zijgang bij boekwinkel Waterstones naar buiten. Verderop leidt een verkeersvrije noodweg omhoog naar een hekje en het dorpje Stone. Een grazend paard tilt het hoofd op en staart Jacobsstaf 14
de pelgrim aan. Nog een rotonde trotseren en het glooiende land ligt open met velden, kale akkers, bloeiende boomgaarden en kleine dorpen. Op de tweede dag lopen we door een groot bos dat zich uitstrekt tot een voorstad van Rochester. De stad heeft een kathedraal en een kasteel om de rivier de Medway te bewaken. Ze dateren van ver voor Chaucer’s tijd. De wandelroute loopt over High Street waar overdag dagjesmensen op zoek zijn naar souvenirs. De speldjes, bekers en boekjes hebben vaak te maken met de schrijver Charles Dickens die hier in zijn kinderjaren en aan het einde van zijn leven woonde. Om voorbij de stad te raken is het handig om de trein te nemen. Na een kwartier komen we weer in het land van de glooiende akkers en bloeiende appelboomgaarden. Meer dorpen met een kerk, wat huizen en een kroeg. Bij een kerkje steken we het veld over. Binnen speelt het orgel en op het kerkhof wringt zich een boom uit een kapotte zerk.
Einde aan de bedevaart Op de vijfde dag opent zich voorbij Harbledown het uitzicht op de kathedraal van Canterbury. We steken de weg over en lopen naar de Westgate. Het is druk in de stad. Veel Franse en Duitse schoolklassen die een bezoekje brengen aan dit oude stukje Engeland dat zo dicht bij de Kanaaltunnel ligt. In de kathedraal brandt altijd een kaars op de plek van de moord. Maar het graf van Thomas Becket is er niet meer. Dat heeft koning Hendrik VIII weg laten halen. In zijn strijd tegen de macht van Rome leek het hem een goed idee een einde te maken aan de bedevaarten. De meeste bezoekers zijn daarom nu toeristen en de entree is niet gratis. Toch komen er op hoogtijdagen nog wel kleine groepen bedevaartgangers naar de kathedraal. En de pelgrim die zich meldt op Canterbury -cathedral.org mag wel de mooi gezongen vespers bijwonen.
Van Anneke Hesp verscheen de gids Wandelen met Chaucer. Deze is te koop bij de reisboekhandel of via Totemboek.nl (€ 9,50).
Mijn caminolied
De zon, het zand, de hitte en de rustige rivier De stilte en de droogte, en de leegte van dit hier De hemel en de aarde, de weidsheid van het land En de wijsheid van één man, dat is genoeg
Joop van der Schoor
Mooie dag
M
Muziek is altijd een rode draad in mijn leven geweest – ernaar luisteren en later met wat schoolvrienden ook maken. Het eerste wat ik doe als ik wakker word: de radio aanzetten of een langspeelplaat op de draaitafel. Dat kan van alles zijn: Andrea Bocelli, Maurice Ravel, Frank Boeijen. Het was dus niet vreemd dat ik een cassettebandje maakte met mijn favoriete muziek als onderdeel van mijn tocht naar Santiago in 2002. Ja, ik hoor lezers al zeggen: cassettebandje, echt old school!, of zich afvragen, wat is een cassettebandje? De walkman en het bandje had ik bij me als muzikale oppepper in het geval van diepe geestelijke nood. Ik borg het op diep in mijn rugzak, vlak naast mijn mobiele telefoon. Ik had gekozen voor een selectie van dertien liedjes: Ierse muziek (traditioneel en modern), Guns & Roses, Andrea Bocelli, Eagles en The Allman Brothers Band. De noodzaak om die arbeidsvitaminen te gebruiken kwam pas na een te snelle en ongelukkige afdaling voor Molinaseca. Mijn rechterknie wilde daarna niet meer meedoen. De muzikale ondersteuning, het gebruik van tijgerbalsem en regelmatig rusten brachten mij uiteindelijk op het plein voor de kathedraal in Santiago. Een echte muzikale favoriet had ik op dat moment niet. In de periode na mijn thuiskomst ben ik mijn ervaringen tijdens de tocht gaan vastleggen voor een boek; in diezelfde tijd kijk ik naar de presentatie van het nieuwe album van de groep Bløf, Blauwe ruis. Een van de nummers brengt mij in een flits terug op de camino. Mooie dag met de daarbij behorende clip geeft precies weer wat deze onderneming uiteindelijk voor mij heeft betekend: het hervin-
den van mijn innerlijke rust. Rust die ik was kwijtgeraakt door allerlei externe factoren: een scheiding, de geboorte van een tweeling met de nodige lichamelijke problemen, het overlijden van mijn vader een dag voordat hij 65 jaar werd, en het altijd maar moeten doorgaan. Gedurende mijn tocht kreeg ik al deze zaken keihard en onverdund voor mijn kiezen. De bewust door mij gezochte eenzaamheid gaf mij de kans om alles een plaats te geven en mijn rust te hervinden. Tot op de dag van vandaag brengt Mooie dag mij telkens weer naar mijn rustpunt, zeker als ik de krant heb gelezen of naar een nieuwsuitzending heb gekeken. Ik word daar niet vrolijk van; het lijkt alsof de wereld alleen maar bestaat uit kommer en kwel. Ik prijs mezelf gelukkig dat ik een delete-knop heb gevonden in een liedje van een Zeeuwse groep. Bedankt Paskal, Peter, Bas en Norman. De clip van Mooie dag is te zien en te beluisteren op YouTube.
Er is niets waar ik op wacht Morgen blijft het nacht Ik overdacht mijn zorgen en de wereld En alle keren dat ik wakker lag Ik besloot Wat een mooie dag Wat een mooie dag De grond, het gras, de wegen naar de horizon die trilt De tijd is hier de ruimte, de diepte is hier wild De onzin en de noodzaak, ze naderen de grens De liefde van één mens, was mij genoeg Er is niets waar ik op wacht Morgen blijft het nacht Ik overdacht mijn zorgen en de wereld En alle keren dat ik wakker lag Ik besloot Wat een mooie dag Wat een mooie dag Wat een mooie dag Wat een mooie dag voor de dood ...
Welke muziek raakte u tijdens uw camino? Uw eigen meegenomen muziek op de Mp3-speler, dat lied dat u op de radio hoorde in een Spaanse bar, het muziekstuk dat u hoorde in een kerk of het lied dat u iedere dag weer luidkeels zong ... Heeft u zo’n favoriet muziekstuk of lied dat u tijdens uw tocht raakte of inspireerde en dat naderhand de herinnering aan de camino levend hield? Schrijf ons dan in maximaal 500 woorden waarom juist dat lied of muziekstuk voor u zo sterk verbonden is geraakt aan de camino. E-mail:
[email protected] 15 Jacobsstaf
Destino Santiago Zicht op Santiago vanuit Sarela de Abaixo, 4 juni 2012. Foto: Gerhard Surink Jacobsstaf 16
Destino Santiago! 17 Jacobsstaf
Destino Santiago
Pelgrimeren
Hans Burgman
Koning Eenoog op de camino Pelgrimeren in de jaren 70
I
In 1996 schreef pater Hans Burgman het onder pelgrims bekende boek Losgelopen woorden over zijn negen maanden durende pelgrimstocht naar Santiago, heen en terug. Wat velen niet weten is dat hij in 1969 en 1971 ook al naar Santiago liep. De redactie vroeg hem zijn herinneringen aan die eerste tochten op papier te zetten. Voordat het Nederlands Genootschap van Sint Jacob in 1986 werd opgericht liepen er al Nederlanders naar Compostela. Ik was er een van. Tot mijn verbazing kan ik mij weinig herinneren van mijn eerste tocht in 1969. De ontmoeting met de kardinaal van Santiago? Helemaal weg. De aankomstrituelen? Weet ik niet meer. Andere pelgrims begroeten? Vergeten.
Hans Burgman (1928), priester en filosoof, is al zestig jaar als missionaris werkzaam en woont en werkt sinds 1977 in Kenia, waar hij in de achterbuurten van Kisumu diverse projecten leidt. Op 13 oktober 2013 werd hij geïnterviewd in het programma Geloofsgesprek, te zien via Uitzendinggemist.nl. In 1995 leidde hij een karavaantocht van Mombasa (Kenia) naar Kampala (Oeganda) om het eeuwfeest van de Mill Hillmissionarissen in Oost-Afrika te vieren. Ter voorbereiding had hij de hele route eerst gelopen. Na eerdere tochten in 1969, 1971, 1974 en 1976 liep hij in 1996 in negen maanden van Roosendaal naar Compostela en vandaar terug naar zijn geboorteplaats Hengelo. Zijn ervaringen legde hij neer in het boek Losgelopen woorden. Op Santiago. nl/interview-hans-burgman staat een uitgebreid interview dat Leo Jacobs met hem had over zijn pelgrimstochten.
Jacobsstaf 18
Riskante onderneming Na veel nadenken ben ik gaan snappen waarom ik dat vergeten ben: ik was onnozel op weg gegaan, enkel maar om een lange voettocht te maken. Ik had geen caminomotivatie. Had ik gehoord van andere pelgrims? Niets daarvan. Informatie over de tocht? Ik liep maar wat. Pas in Vézelay zag ik het boek van Yves Bottineau (Les chemins de SaintJacques, red.), met de klassieke routes. Een aankomstgevoel dat ik mij wel herinner was de opluchting dat de grote mars voorbij was, en een besluit om dat nooit weer te doen. Ik had nog niet door hoe intens de camino mij getroffen had; hoezeer niet alleen mijn voeten erin betrokken waren geweest, maar vooral ook mijn hart: de voettocht moest nog een hartstocht worden. Ik kwam terug als een embryonale pelgrim. Het verslag van mijn tocht verscheen in druk, Dagboek van een pelgrim. Daarop vroegen vrienden mij om samen met hen eens naar Santiago te lopen. Vandaar dat ik in 1971 voor 31 pelgrims een tocht organiseerde vanaf Saint-Jean-Pied-de-Port. Voor mij werd dat de voltooiing van mijn eerste tocht. De tocht van 1971 was een riskante onderneming. Kon men wel 800 kilometer pelgrimeren met zijn dertigen? Bij Bottineau las ik dat de vroegere pelgrims normaliter in een groep reisden. Ook las ik ergens dat de pelgrimage eigenlijk een initiatierite was die het sociale leven veranderde. Initiatieriten hebben drie fasen: scheiding, marginalisatie, en re-integratie. Inderdaad, de pelgrim neemt afscheid
Hans Burgman (staand, een na rechts): koning Eenoog in het land der blinden.
van zijn normale leven: hij gaat weg van huis, van werk en status, om zich te concentreren op grondelementen des levens: lopen, eten, drinken en dromend nadenken. En ja, de marginalisatie is daar: hij sluit zich aan bij een ruige randgroep met aparte attributen, apart gedrag, aparte interesses. Na afloop gaat zijn re-integratie gepaard met toetreding tot een broederschap van pelgrims die allen een blijvend stempel dragen. Dit is een groepsgebeuren. Wat is beter: de camino solo gaan of in een groep? Het bovenstaande suggereert dat de authentieke pelgrim in een groep loopt. Dus wat dat betreft zaten we wel goed.
Flaters In juni 1971 kwamen wij bijeen in Saint-JeanPied-de-Port, huiverend voor het ongewisse avontuur. De camino was nog niet bewegwijzerd, eigenlijk wisten wij de weg niet. Refugios waren er niet, enkel behulpzame lui; geen van ons sprak Spaans. Communicatie was primitief: geen internet, nauwelijks internationale telefoon. Het was een gok of je met een bijeengeraapte groep mensen 825 kilometer kon lopen zonder geruzie, zonder frustraties. Ik was de enige die iets van de tocht afwist: koning Eenoog in het land der blinden. Wij probeerden ons in te dekken door een weldoordachte organisatie. Wij gebruikten vier auto’s als lastdieren
voor tenten, slaapuitrusting en kookbenodigdheden, alsook voor routeverkenning en het vinden van slaapplaatsen, en eventueel voor het vervoer van geblesseerden en zieken. Een schema van corveediensten werd opgesteld om kamp te maken en eten te koken. Wij begonnen met een paar grandioze flaters. Roncesvalles, waar wij op een weiland zouden moeten kamperen, was het doel van
Niemand van ons heeft de tocht van zich af kunnen schudden onze eerste dag. Madame Debril (caminoicoon uit Saint-Jean-Pied-de-Port, red.) had ons verzekerd dat de groep het beste over de Napoleonroute kon lopen, terwijl onze auto’s langs de grote weg Spanje binnenreden: de chauffeurs namen onze paspoorten mee. Wij begonnen aan de lange klim. Al gauw daalde er een dikke mist op ons neer. Wij sjokten verder op de tast en na zes uur kwamen wij terug in Saint-Jean-Pied-de-Port – in tranen; we hadden in een grote cirkel gelopen. 19 Jacobsstaf
Destino Santiago
Pelgrimeren
Al onze bagage was in Spanje, tezamen met onze paspoorten, en we konden onmogelijk mensen opbellen op een weiland. Tot onze verbazing kwamen plotseling onze auto’s terug om te zien wat ons overkomen was. Ook de derde dag was er een mislukking: een groep werd de verkeerde berg op gestuurd en liep een dag lang in de foute richting. Ik herinner mij hoe wij sliepen in de vieze gevangenis van Sarria; hoe een van de auto’s boven in de bergen versnellingspech kreeg, zodat ik 25 kilometer achteruit moest rijden naar de dichtstbijzijnde weg. Hoe sommigen van ons een tweedegraads verbranding opliepen vanwege de zon en hoe ik een takje diep uit het scheenbeen van een uitgegleden pelgrim moest peuteren.
Landlopers Spoedig begonnen wij ook de kleine wonderen van Jacobus te ervaren. Het eerste wonder was de verlossende terugkeer van onze auto’s in Saint-Jean-Pied-de-Port op de aanvangsdag. Op de tweede dag liepen wij over de asfaltweg, maar in een herberg verzekerde men ons dat wij niet de goede camino volg-
Losgelopen woorden Het welbekende boek van Hans Burgman over zijn 6000 kilometer lange voettocht naar en van Santiago is nu wederom verkrijgbaar via http://www.pumbo.nl/boek/losgelopen-woorden PDF of ePub: euro 13,95 Paperback: euro 24,95 Ook elektronisch beschikbaar is Hans Burgmans eerste boekje Dagboek van een pelgrim http://www.pumbo.nl/boek/dagboek-van-een-pelgrim Euro 7,50 Gedrukte uitgave telefonisch te bestellen bij Paulus Gabriel: 015 310 89 36 Te betalen via factuur Jacobsstaf 20
den: het echte pad liep een eindje verderop linksaf. Vol argwaan stuurde ik op de aangewezen plek een meisje het pad naar links op. Zij kwam bij een splitsing: zij probeerde eerst de linkersplitsing en daarna de rechter, waar zij een papier zag liggen met de woorden: ‘De weg naar Compostela’. Van toen af aan vertrouwden wij ons toe aan de kleine weg. Wij hadden ontroerende ervaringen. We werden door een klein muziekkorps ingehaald in Rabanal del Camino. In O Cebreiro ontmoetten wij pastoor Elías Valiña Sampedro, die ons vertelde van zijn plan om de hele camino te markeren met pijlen. Toen wij de volgende morgen vertrokken, stortte hij via luidsprekers in de kerktoren het pelgrimskoor van Wagner (opera Tannhäuser, red.) fortissimo over ons uit. Ja, de aankomst in Compostela herinner ik mij maar al te goed. Hoe wij voor het hoogaltaar ontvangen werden door de monseigneur, hoe het grote wierookvat voor ons gezwaaid werd en hoe wij vooraan in de kerk aan het volk voorgesteld werden. Ik had geregeld dat wij in het Hostal de los Reyes Católicos een soepmaaltijd zouden kunnen gebruiken. Toen ik de groep naar dat exclusieve hotel leidde, riep men mij toe dat wij, een zooitje landlopers, vast en zeker niet naar binnen zouden mogen. Maar zie, de deuren zwaaiden open, buigende lakeien verwelkomden ons en via exquise eetzalen vol verbaasde gasten werden wij geleid naar een kamer met blauwfluwelen stoelen en zilveren kandelaars op de tafels. Daar kregen wij zoveel soep, brood en wijn als wij maar wilden. Wij waren geroerd tot in het diepst van onze ziel. Niemand van ons heeft de tocht van zich af kunnen schudden. Zelf heb ik nog tweemaal een groepstocht georganiseerd, in 1974 en 1976. Op alle tochten zijn de pelgrims elkaar hartelijk tot steun geweest, zodat we altijd met ons allen opgetogen zijn aangekomen. Niet alleen is de camino in ons tot leven gekomen, in heel Nederland is hij sindsdien in grote bloei geraakt. Wij vleien ons met de gedachte dat wij daartoe hebben bijgedragen.
Madrigal á ciibd dá de Santiaggo
Madrigaal voor de stad Santiago
Chove en Santiago meu doce amor camelia branca do ar brila entebrecida ao sol.
Het regent in Santiago, mijn liefje zoet. Als een witte camelia aan de hemel schittert versluierd de zon.
Chove en Santiago na noite escura herbas de prata e sono cobren a valeira lúa.
Het regent in Santiago in de donkere nacht. Grassen van zilver en droom verhullen de lege maan.
Olla a choiva pola rúa laio de pedra e cristal. Olla no vento esvaido soma de cinza do teu mar.
Kijk naar de regen op straat, klacht van steen en glas. Kijk in de kwijnende wind naar de schaduw en as van je zee.
Soma e cinza do teu mar Santiago,lonxe do sol agoa da mañan anterga trema no meu corazón.
De schaduw en as van je zee, Santiago, ver van de zon; het water van vroegere ochtend trilt in mijn hart.
Uit: Verzamelde gedichten / Federico García Lorca (vertaling Bart Vonck). – Amsterdam: Athenaeum – Polak & Van Gennep, 2009.
Federico García Lorca (1898-1936) was een uit Andalusië afkomstige dichter en toneelschrijver. Hij was openlijk homoseksueel. In Madrid sloot hij vriendschap met componist Manuel de Falla, cineast Luis Buñuel en kunstenaar Salvador Dali, op wie hij verliefd werd.Tijdens de Spaanse Burgeroorlog (1936-1939) werd hij vermoord door nationalistische aanhangers van generaal Francisco Franco, waarschijnlijk vanwege zijn liberale en sociale denkbeelden. Hij werd het beroemdste slachtoffer van de rechtse terreur. Zijn overblijfselen werden nooit gevonden. Lorca’s gedicht Madrigaal voor de stad Santiago (1935) maakt deel uit van Seis Poemas Galegos, een eerbetoon van zes gedichten aan het Galicische landschap en de Galicische taal. Waarschijnlijk schreef Lorca de gedichten eerst in het Spaans en werden ze later met hulp van anderen in het Galicisch vertaald.
21 Jacobsstaf
Destino Santiago
Pelgrimeren
Ad Gruijters
Vista catedral!
W
Welke pelgrim p op de Camino Francés kent niet de iintense vreugde als je vanaf de Monte voor het eerst in de verte de torens do o Gozo G van de kathedraal van Santiago de Compostela ziet: vista catedral. Ad Gruijters komt in één week vijf keer in Santiago aan en ziet de kathedraal van alle kanten.
Pico Sacro In het vroege voorjaar van 2012 liepen mijn vrouw Marjan en ik van Sevilla naar Santiago langs de Vía de la Plata en de Camino Sanabrés. De laatste dagen voor Santiago waren een beproeving: elke dag een flinke afstand, gesloten cafés en veel stijgen en dalen met boven op bergkammen een harde wind en zelfs hagel- en sneeuwstormen. De laatste etappe van A Ponte Ulla naar Santiago scheen zowaar een waterig voorjaarszonne-
tje. We wisten dat je vanaf de Pico Sacro een machtig uitzicht op Santiago en de kathedraal moet hebben, maar het was een omweg van enkele kilometers met een stevige klim. We hebben het niet gedaan. We waren moe en wilden deze laatste dag zo snel mogelijk naar de kathedraal. Heeft niet elke pelgrim dat verlangen op de laatste dag? Hoe anders is het als we in de zomer van 2013 weer in Santiago zijn. Het is 40 graden en krant en tv geven hittewaarschuwingen. We lopen weer de laatste etappe vanaf de brug over de Río Ulla. Het is nog vroeg in de ochtend als we de Pico Sacro (530 meter) beklimmen. Op de top is niemand. Omdat de berg los in het landschap staat, is er uitzicht naar alle kanten. Het is redelijk helder waardoor we helemaal in de verte de torens van de kathedraal zien: vista catedral vanaf 15 kilometer. De berg is verbonden met de legende van Sint-Jacob. Na de marteldood van de heilige spoelt het bootje met zijn lichaam aan in Padrón. Op de Pico Sacro vinden zijn leerlingen Atanasio en Teodoro twee stieren die door een wonder tam worden en zonder dat
De Sint-Jacobsfietsroute buigt na Arzua van de Camino Francés af naar het zuiden. De route gaat via Touro – vernoemd naar de legende van de stieren op Pico Sacro – en loopt samen met de Camino Sanabrés de stad in. Het punt waar de fietser op deze route voor het eerst de kathedraal kan zien liggen is de Monte de Aríns. Wel even afstappen, want anders bent u gepasseerd voordat u de kathedraal goed en wel gezien hebt! Kaart: Wobien Doyer, met medewerking van Han Lasance.
Jacobsstaf 22
Pico Sacro (Camino Sanabrés).
ze worden geleid, de kar met de stoffelijk resten van Padrón naar Santiago brengen. Van deze kant dalen we naar Santiago af via de middeleeuwse, met keien bestrate Rúa da Ponte do Sar, met een prachtig uitzicht op de kathedraal. De Camino Sanabrés gaat de oude stad binnen door de Arco da Mazarelos, de enige van de zeven middeleeuwse stadspoorten die bewaard is gebleven.
Monte do Gozo Op de Monte do Gozo waren wij al eerder toen we de Camino Francés liepen. Nu pakken we ’s avonds de bus vanuit Santiago. We slapen in het vakantiepark. In de albergue worden we niet toegelaten want we hebben geen credencial. We proberen aan de hospitalero uit te leggen wat we aan het doen zijn, dat we de laatste etappe van alle vijf wegen naar Santiago lopen en dat we vooral op zoek zijn naar de eerste keer dat je als pelgrim de kathedraal ziet. De man kijkt ons glazig, niet begrijpend aan. ‘Where did you start?’ Die pelgrimsvraag proberen we de volgende dagen een paar keer te beantwoorden. Tot we de moed opgeven en vertellen dat we maar 100 kilometer lopen. Monte do Gozo (379 meter) is een emblematische plaats. ’s Avonds wonen we de pelgrimsmis bij in de Capilla de San Marcos. De priester komt uit Latijns-Amerika en begeleidt de liederen met zijn gitaar. Het monument dat het bezoek van paus Johannes Paulus II in 1989 herdenkt, is aan de ach-
terkant versierd met de memorabilia van de pelgrim: steentjes, bloemen, prentjes en foto’s, stukjes papier met een wens of dankwoord, een versleten schoen, sokken. Bij het ondergaan van de zon komen we met veel andere pelgrims bijeen om te kijken naar Santiago en de torens van de kathedraal. Nog vier kilometer naar het einddoel. In een hele colonne dalen we de volgende ochtend af van de berg om op tijd te zijn voor de pelgrimsmis om twaalf uur in de kathedraal. Het is zondag en de botafumeiro, het wierookvat, wordt gezwaaid.
Foto: Ad Gruijters
Paseo dos Leóns (Camino Portugués). Foto: Ad Gruijters
23 Jacobsstaf
Destino Santiago Monte do Gozo (Camino Francés). Foto: Tieleke Huijbers
Camino Portugués De laatste etappe van de Camino Portugués begint in Padrón. Volgens de legende spoelde hier het stenen bootje aan waarin het lichaam van de apostel Jacobus de Meerdere naar het verre Noordwest-Spanje werd overgebracht na zijn onthoofding in Jeruzalem in het jaar 44, de translatio Jacobi. De schuit kwam tegen een grote steen (el pedrón) tot stilstand. Wij bezoeken het Convento del Carmen voor het bijwonen van de mis, steken de Río Sar over, bewonderen de grote steen onder het hoofdaltaar van de Iglesia de Santiago en gaan op weg. We zien de kathedraal zeven kilometer voor Santiago voor het eerst vanaf de Agro dos Monteiros (262 meter). Niks geen ‘Monte do Gozo van de Camino Portugués’ zoals onze gids ons wil doen geloven, maar een zeer prozaïsche plek met achter ons een elektriciteitsverdeelstation en voor ons een kruising van snelwegen: spirituele uitstraling nul komma nul. Al in de stad lopen we door het park Alameda. Vanaf de Paseo dos Leóns met zijn gigantische eucalyptusbomen laat de kathedraal zich over heel de breedte van de voorgevel bewonderen. Dit is het beeld van veel prentbriefkaarten. Op de Campo de Estrellas worden we opgenomen in de vrolijke drukte van de pelgrimskermis. Jacobsstaf 24
Camino Inglés Britse pelgrims kwamen in vroeger eeuwen met de boot naar A Coruña om vandaar te voet verder te gaan naar Santiago. Nu gaat er geen boot meer, maar het pad wordt wel gelopen door vooral Britse pelgrims. Als we vanaf Sigüeiro de laatste etappe van de Camino Inglés doen, komen we er een paar tegen, ondanks de hitte van 40 graden. We bereiken Santiago over de Camiño dos Vilares. De oude stad ligt beneden, maar om ons heen zien we alleen naoorlogse huizen en nieuwe flatgebouwen. Volgens onze gids moeten we hier ergens de torens van de kathedraal kunnen zien. In de middeleeuwen maar niet nu. Tot ineens op een onooglijke straathoek tussen de telefoonpalen en -draden de torens opduiken. Tien meter verder zijn ze alweer verdwenen. Toch een echte vista catedral. Bij het Convento de Santa Clara tonen de torens zich voor de tweede keer boven de daken, nu in volle glorie. Monte Pedroso De Camino de Fisterra begint en eindigt in Santiago. Als wij de stad uit lopen is het nog donker. We dalen af naar San Lourenzo de Trasouto, in de dertiende eeuw buiten de stadsmuren gesticht en vroeger een franciscaner klooster. We steken de rivier over en dan gaat het omhoog naar Sarela de Baixo.
Camiño dos Vilares (Camino Inglés).
Monte Pedroso (Camino Fisterra).
Foto: Ad Gruijters
Foto: Ad Gruijters
Met het tegenlicht van de opkomende zon hebben we een van onze mooiste uitzichten over de stad en de kathedraal. Van hier nemen we de omweg over de kam van de Monte Pedroso (460 meter). Bij elke open plek in het bos zien we de torens van de kathedraal beneden in de ochtendmist met op de achtergrond de Pico Sacro. De Monte Pedroso is de favoriete wandeling van veel inwoners van Santiago. We vrezen de hitte van de middag en besluiten niet door te lopen naar Negreira maar terug te keren naar Santiago. Onze vijfde aankomst in de stad.
Als u de Camino Francés hebt gelopen en u wilt nog een keer in Santiago aankomen, neem dan de bus naar A Ponte Ulla en loop over de Pico Sacro terug. Of neem de trein, bezoek Padrón en loop de laatste etappe van de Camino Portugués. U kunt ook de ochtendwandeling over de Monte Pedroso kiezen. Alle drie met uitzichten op de torens van de kathedraal.
(advertentie)
Begeleide wandelingen naar Santiago de Compostela Mieke Schrieks Ga de uitdaging aan! Etappes van 1 tot 6 weken Wandel- en bagagetips Spaanssprekende gids Afstanden 10 tot 15 km of 20 tot 25 km per dag reizen.inbalansopweg.nl
[email protected]
25 Jacobsstaf
Destino Santiago
Werken in Santiago
Aan de slag in Santiago
V
Veel pe pelgrims willen iets terugdoen voor de ondervonden gastvrijheid en worden bijvoorbeeld hospitalero h in een herberg. Sinds 2013 zijn er ook mogelijkheden om in Santiago te help pelgrims te ontvangen. Zo hielpen enkele tientallen leden dit jaar in de Huiskamer helpen van de Lage Landen, het ontvangstcentrum van het genootschap in de Rúa do San Pedro 29. Freek van der Veen en Chris Strijbos hoorden daar veel verhalen en Riek van Koevorden vertelt waar zij de boodschappen deed. Constance Kerremans moest stevig doorwerken bij de Amigos Welcome Service van de Engelse Confraternity of Saint James.
Een kamer vol verhalen Freek van der Veen en Chris Strijbos De camino is bijzonder. Natuurlijk leveren pelgrims een geweldige sportieve prestatie op hun tocht, maar daar is het de meesten niet om te doen. Zo blijkt uit de vele verhalen die in de Huiskamer worden verteld: de tocht zit erop, maar wat is er veel gebeurd. Er waren hoogtepunten, maar ook hoorden we: ‘...toen was ik er even helemaal doorheen. Ik kon niet meer, mijn benen voelden als was, toen ben ik gestopt, heb gerust en veel geslapen...’ Pelgrims vinden het fijn als er mensen zijn aan wie ze hun verhaal kwijt kunnen. Veel verhalen komen bekend voor, maar ieder verhaal is uniek voor de verteller zelf. Zo vertelden pelgrims ons dat ze op zoek naar een onderkomen werden doorverwezen naar een hotel 15 kilometer van de route af. Daar aangekomen blijkt het gesloten. Het regent en ze hebben nog niet gegeten. Wat te doen? Ze gaan naar een dichtbijgelegen bar. Na enige tijd komt er iemand die hen – na hun verhaal te hebben gehoord – onderdak voor de nacht aanbiedt. Jacobsstaf 26
Een andere pelgrim ontvangt, als zij twee dagen onderweg is, het bericht dat de gezondheid van haar moeder plotseling achteruit gaat. Ze keert terug en inderdaad overlijdt haar moeder binnen enkele dagen. Ze besluit de camino weer op te pakken en na bijna vijf maanden lopen komt ze in Santiago aan. Wat opvalt aan de verhalen is dat wat er onderweg ook gebeurde, er altijd een oplossing kwam. Soms doordat de omstandigheden wijzigden, soms doordat er iemand op hun pad kwam die hen hielp of verzorgde. In de Huiskamer blikken de pelgrims al even terug. Iedereen is tevreden over de tocht en blij dat ze ooit hebben besloten op pelgrimstocht te gaan. Over het weer raken ze niet uitgepraat. En dan natuurlijk vooral over het slechte weer: regen, veel regen!, hagel, sneeuw, kou … En soms was het gewoon te heet in de brandende Spaanse zon. Ten slotte zijn er enkele wonderlijke verhalen. Over de pijnlijke knieën die door tussenkomst van een vrouw – die hierna door niemand meer is gezien – zijn genezen. Of het verhaal van Jeroen (23 jaar). Hij vertrekt op 8 april vanuit Denekamp en komt op 25 juli in Santiago aan. In een doodstil bos ergens in Frankrijk, waar op dat moment vogels noch mensen zijn, heeft hij het even mentaal zwaar. Opeens voelt hij een klap tegen zijn
rugzak die hem doet wankelen. Hij draait zich om en verwacht een reisgenoot, maar er is niemand. Hij veert op, is van schrik zijn dip vergeten en spoedt zich, bang geworden, zo snel mogelijk weg uit het bos.
Praktische problemen Er zijn pelgrims die van tevoren helemaal niet stilstaan bij de vraag hoe en wanneer ze terug willen gaan naar Nederland. Per bus, trein, op de fiets of met het vliegtuig? Ook een onderkomen voor de komende nachten is niet door iedereen vooraf geregeld. Gelukkig kunnen wij hen helpen. In de Huiskamer zijn veel gegevens aanwezig over vertrektijden en tarieven van bus en trein, en adressen van pensions en refugios. Het internet maakt het boeken van vluchten en het reserveren van een plaats in de bus gemakkelijk. Een pelgrim vroeg waar zij een paard kon huren; zij wilde te paard naar Fisterra en terug. Een echtpaar ontdekte dat ze vooraf online moesten inchecken; we laten voor hen de boardingpassen uit de printer rollen. Een pelgrim die geld pinde krijgt wel een transactiebon, maar niet het gevraagde geld. Is het bedrag nu wel of niet van zijn rekening afgeschreven? Samen gaan we op onderzoek uit. Ten slotte biecht een pelgrim op dat hij onderweg besmet is geraakt met bedwantsen.
Hoe hiermee om te gaan nu je op het punt staat naar huis terug te keren?
Waarom de camino? Ook de motieven om op tocht te gaan komen in veel gesprekken op tafel. Veel oudere pelgrims verwachten op de camino tijd te hebben om na te denken over hun (werkzame) leven en over wat ze verder willen met hun leven. Jongeren hopen op de tocht te leren wat echt belangrijk is in het leven. Vaak genoemde redenen zijn ook: je hoofd ‘leeg’ maken, loskomen van de dagelijkse sleur, eens helemaal ‘weg’ zijn van alles en iedereen, of aan je zelf toekomen, bijvoorbeeld na een tijd waarin anderen vóórgingen of bepaalden wat je wel en niet moet doen. Een keer moest iemand op het sterfbed van zijn vrouw beloven om de camino te gaan lopen. Een fietsend echtpaar wilde het overlijden van een zwager en de ziekte van een broer een plaats geven en verwerken. Voor een architect in ruste was de camino vooral een ontdekkingstocht die hem in aanraking bracht met bouwwerken en -stijlen die hij nooit zelf aanschouwd had. Voor anderen was de camino gewoon een goede vakantiebesteding, iets bijzonders om (samen) te doen na 25 jaar huwelijk, en voor een jong koppel zelfs de bestemming van hun huwelijksreis. 27 Jacobsstaf
Pelgrims in de Rúa de San Pedro, met rechts in de verte het uithangbord van de Huiskamer. Foto: Freek van der Veen
Destino Santiago
Werken in Santiago Een stoet van pelgrims De pelgrims trekken aan ons voorbij en het houdt niet op. Mensen die gewoon gegaan zijn en wel zouden zien wat de camino hen zou brengen. Anderen die al vele jaren het plan hadden: ‘Ooit’, zeiden ze, ‘wil ik de camino lopen, wil ik echt een pelgrim zijn.’ En zo gebeurde het. Terugkijkend merken ze dat het hen heeft veranderd, dat de camino hen iets heeft gebracht. Ze zijn milder geworden en laten de dingen in hun leven meer voor wat ze zijn. Want onderweg merkten ze telkens weer: ik hoef me niet zo druk te maken, er zijn belangrijker dingen
in het leven, er wordt voor me gezorgd. Een pelgrim vertelt: ‘De natuur was overweldigend, en wat heb ik bijzondere dingen tussen en met mensen meegemaakt. De ontmoetingen had ik voor geen goud willen missen, ze hebben me verrijkt. Dat wat zij me gaven kan ik moeilijk onder woorden brengen, kan ik niet overbrengen aan anderen, aan de thuisblijvers.’ Zo verging het velen: het kostte hen moeite na de tocht echt ‘terug te keren’. Eigenlijk zouden ze het liefst weer doorfietsen, verder lopen, alsmaar verder, eindeloos pelgrimeren.
Signora Carmen
Lage Landen. Elders in Santiago beschikten wij over een volledig ingericht appartement met keuken, die we volop gebruikt hebben. We deden boodschappen zoals je overal zou doen: je bedenkt wat je wilt eten en gaat kijken waar je dat kunt kopen. De bakker op de hoek van onze straat had heerlijk brood, pan ceréal. Met serranoham, chorizo of een vers eitje van de markt werd dit een vorstelijk ontbijt. In de Rúa do San Pedro is een kleine supermarkt waar we soms voor de lunch nog wat haalden. Het avondeten kookten we zelf. We hadden er plezier in om vooral Spaanse producten aan te schaffen, maar soms hadden we geen idee hoe die klaar te maken.
Riek van Koevorden De honderden pelgrims die hier dagelijks aankomen komen doorgaans niet verder dan het oude centrum van de stad. Ze slapen in een hostal en kunnen niet zelf koken. Voor hen is het niet weggelegd om in Santiago een alledaags leven te leiden. Joke Tolsma en ik hadden dat voorrecht wel: wij werkten in april 2013 als eersten in de Huiskamer van de
‘Groenten en fruit in vele kwaliteiten’. Foto: Turismo de Santiago
Jacobsstaf 28
De meeste boodschappen deden we op de Mercado de Abastos, de grote overdekte markt net buiten de oude stad. Vier lange hallen waar je van alles kunt kopen, groenten en fruit in vele kwaliteiten, allerlei soorten vlees en vleeswaren. Je vindt er ook varkensoren en kippenklauwtjes waar geen loot vlees aan zit; ze kosten niks maar volgens mij kun je er ook niks mee. Ook zie je piramidevormige kazen, die naar de vorm tieten of – in een kleiner maatje – tietjes worden genoemd; ze geuren wat rokerig maar smaken lekker. Bij een van de stalletjes maakte ik kennis met signora Carmen. Behalve Spaans sprak zij ook Engels, Frans en Duits; voor ons erg handig als we weer eens iets vreemds hadden gekocht. In dat geval gingen we naar Carmen om te vragen wat het was en wat we er mee moesten – zij genoot daarvan. Natuurlijk is er ook heel veel vis; lange hallen met alles wat in het water zwemt en rondkrabbelt. Schelpdieren, grote en kleine vissen, maar vooral veel krab, kreeft, tijger-
garnalen en ander levend gekriebel. En tot slot de jakobsschelp. Ja, die moesten wij natuurlijk gegeten hebben! Het was mijn beurt om te koken, dus ik bestelde er vier, liet ze schoonmaken maar wel in de schelp, en toog naar Carmen voor het recept (zie pagina 34). Die avond aten wij een waar koningsmaal! De volgende dag kwam Joke thuis met konijn, ook niet te versmaden. En goed voor ons budget: de schelpen waren erg duur maar broer konijn trok de begroting weer aardig in evenwicht. Net buiten de hallen zitten ook veel vrouwen hun waren te verkopen, groenten en eieren regelrecht uit hun tuin of kippenhok; verser kan het haast niet. Eieren met datumstempel en van gelijke grootte vind je hier niet, maar ze zijn wel heel erg lekker. Vooral bij het ontbijt op een snee pan céreal. Mocht je in de toekomst gastvrouw of gastheer zijn, ga dan vooral kennismaken met signora Carmen; ze weet van je komst.
Amigos
wel hard doorwerken in een warm bureau. Het is leuk dat je mensen uit de hele wereld ontmoet, van Chinezen tot Zuid-Afrikanen en van Paraguayanen tot Nieuw-Zeelanders. Daarnaast natuurlijk veel Spaanse scholieren en een stel Nederlanders die je broer blijken te kennen! De gesprekjes zijn natuurlijk kort, maar soms intens en emotioneel. Het is handig als je meer talen spreekt, maar je hoeft beslist geen talenwonder te zijn. Ik werd gehuisvest in een tweepersoonsappartement met uitzicht op de kathedraal. Het was bijzonder om iedere dag over het plein naar ‘mijn werk’ te lopen en zo de sfeer van de stad te proeven. John Rafferty, alias Johnny Walker, zorgt er namens onze Engelse zustervereniging The Confraternity of Saint James voor dat alles goed verloopt. Hij organiseert gezellige kennismakingsdagen om het werk, de stad en elkaar te leren kennen. Zijn vriend Stephen regelt de huisvesting op een geweldige manier. Voor mij was het een bijzondere ervaring om iets terug te kunnen doen voor alle hulp en gastvrijheid die ik ervaren heb tijdens mijn camino. Maar ook hier heb ik weer het gevoel dat ik meer gekregen dan gegeven heb. Als ik kan, ga ik volgend jaar weer.
Constance Kerremans Naast medewerkers voor de Huiskamer vroeg het genootschap dit jaar ook vrijwilligers voor de Amigos Welcome Service op het pelgrimsbureau. Deze dienst is aanvankelijk opgezet om Engelstalige pelgrims in hun eigen taal op te vangen, maar biedt momenteel een hartelijk welkom aan alle pelgrims. Daarnaast heeft de hulp gezorgd voor een aanzienlijke verkorting van de wachttijd om een compostela te halen. Ik was dit jaar de enige Nederlandse deelneemster, maar ik raad het anderen beslist aan. Met twee mensen uit de Verenigde Staten, een uit Groot-Brittannië en een uit Australië vormden we een team voor twee weken in juli. Onze taak bestond in wisselende diensten uit het welkom heten van de pelgrims en ze leiden naar de diverse loketten, het verkopen van kokertjes voor de compostela, vaak met een praatje, felicitatie of beantwoording van een vraag erbij, en het regelen van het depot voor de rugzakken. Het werk was niet moeilijk, maar soms was het
29 Jacobsstaf
Destino Santiago
Cinema Camino
Jasper Koedam
De lege stad Santiago Santi iago iinn dee fillm m
G
Geen enkele pelgrim zal het ontkennen: Sant Santiag Santiago is een stad met filmische kwaliteiten. JJasper Koedam struinde het internet af op zoek naar films met de stad Santiago als filmdecor. Op YouTube zijn honderden video’s van pelgrims te bekijken. Steeds vaker gaat er een camera mee in de bagage om de belevenissen onderweg vast te leggen. Opvallend is dat de stad Santiago de Compostela zelf er altijd bekaaid vanaf komt: een shot van de Praza do Obradoiro en de kathedraal van binnen en van buiten, dat is het wel zo ongeveer.
Geschiedenis Waarschijnlijk de oudst bewaarde filmbeelden van de stad zijn te zien in de Portugese film O ano santo em Compostela van Manoel Cardoso Pereira uit 1915. Helaas heeft de film de tand des tijds niet goed doorstaan: enkele delen van de nitraatfilm waren al in een verre staat van ontbinding alvorens de gehele film werd geconserveerd. Zoals de titel al duidelijk maakt hebben we te maken met opnamen uit een heilig jaar. De film begint met een prachtig panoramashot van de stad en de torens van de kathedraal. Dan gaan we de stad in, waar in een park een nogal ongeorganiseerde processie vertrekt. Koetsen met paarden en zelfs een ossenkar lopen door de optocht heen. In de processie veel notabelen, geestelijken en militairen. Ook lopen er reuzenpoppen mee en op een draagbaar wordt een beeld van Jacobus Matamoros (de Morendoder) rondgedragen.
Marketing De toenmalige kijker zal vast onder de indruk zijn geraakt van de stad: de optocht, de mensenmassa, de kathedraal. Tegenwoordig is het, volgens het toerismebureau, de bedoeling dat bezoekers van andere aspecten onder de indruk raken. De promotiefilm Santiago é ... laat verschillende aspecten van de stad zien en wil duidelijk maken dat deze meer te bieden heeft dan de kathedraal en de camino. Omdat de meeste pelgrims er niet aan toe komen de stad uitgebreid te verkennen en te ervaren, is het interessant om te zien waarmee de stad zich graag afficheert. De vele parken bijvoorbeeld, met de prachtigste uitzichten op de kathedraal; de moderne architectuur en de stadsplanning; de rijke gastronomie. Geld wordt er verdiend met de universiteit en de vele congressen in de stad. Decor van speelfilms Het Praza do Obradoiro, de kathedraal en het Hostal del los Reyes Católicos vormen een prachtig decor in een korte scène in de Amerikaanse avonturenfilm The pride and the passion (Stanley Kramer, 1957) met grote acteurs als Cary Grant, Sophia Loren en Frank Sinatra. Grant arriveert per koets op het plein dat is omgetoverd tot een marktplein aan het begin van de negentiende eeuw. De koets stopt voor Los Reyes Católicos, waar hij ten slotte naar binnen stapt. De stad is niet vaak het decor van speelfilms. Zonde, want de stad heeft genoeg filmische kwaliteiten. Daar is de Santiago de Compostela Film Commission ook van overtuigd en Jacobsstaf 30
daarom maakte zij een korte promotievideo onder de titel A city where everything is possible, met als doel filmmakers te interesseren voor de stad. Volgens de commissie leent de stad zich bij uitstek voor thrillers, historische avonturenfilms met zwaardvechters en films waarin de romantiek het zwaar te verduren heeft, maar die uiteindelijk toch een gelukkig einde kent. De filmische kwaliteiten van de stad zijn duidelijk: natuurlijk de kathedraal, maar ook de lege straten en steegjes in het duister, de parken, en de regen die in bakken naar beneden kan komen.
Spaanse filmmakers geven hun persoonlijke kijk op de stad. Grootste gemene deler is hun liefde voor Santiago bij avond en bij nacht, wanneer de fraaie straatlantaarns de binnenstad en het Plaza de Obradoiro met de kathedraal in een geheimzinnig schijnsel
Stad zonder pelgrims Opvallend is dat het ‘officiële’ beeld van Santiago behoorlijk afwijkt van het beeld dat meer creatieve filmmakers van de stad laten zien. Geen mooie groene parken en culinaire verwennerijen, maar duisternis, regen en lege, geheimzinnige straten. Mooie voorbeelden hiervan zijn de korte films in de serie 6 Miradas de Compostela die ter gelegenheid van Santiago als Culturele Hoofdstad van Europa in 2000 werden gemaakt. Zes jonge
hullen. Nog mooier is het wanneer het licht weerspiegelt op het natte plaveisel. Regisseur Manel Iglesias weet de meest complete film van de reeks te maken. In Compostela: campo de estrellas smeedt hij de elementen duisternis, steen, licht en water op indrukwekkende wijze samen. Een bewegende camera tast in het duister de stad van boven af en glijdt langs de gevel van de kathedraal en door de schamel verlichte straten. Een spel van reflecties en schaduwen. Als het
Duisternis, regen en lege straten
Foto: Luuk den Hartog
31 Jacobsstaf
Destino Santiago
Cinema Camino
ochtendgloren aanbreekt heeft de stad veel van haar mysterie verloren. Aardig detail in de film is de pelgrim die moederziel alleen in het donker over een grote weg de stad binnenwandelt. De rode gloed van de straatverlichting zorgt voor een dreigende sfeer en het is duidelijk dat de wandelaar zich niet helemaal op het gemak voelt. Als pelgrims mogen wij dan graag denken dat het in Santiago allemaal om ‘ons’ draait, niets is minder waar. In vijf van de zes Miradas speelt de pelgrimage geen of nauwelijks een rol. Uitzondering is de film Peregrinos van Xavier Bermúdez. In zijn bijdrage draait alles om de blik van de pelgrim. Het is de meest verhalende film van de zes en Bermúdez maakt mooi gebruik van oude archiefbeelden van de stad. Het is meteen ook de film met de meeste mensen in beeld; in de andere bijdragen spelen mensen geen rol van betekenis. Een bijzonder contrast: de stad die dagelijks overspoeld wordt door duizenden bezoekers is op haar mooist wanneer al het leven eruit verdwenen is.
Horror Dreiging en mysterie zien we ook terug in de korte speelfilm Santiago de sangre, maar dan in het kwadraat. In deze korte horrorfilm van regisseur Francisco Calvelo uit 2008 is de heiJacobsstaf 32
lige stad Santiago sinds eeuwen een gevangenis voor vampiers. Gabriel, een van de gevangenen, houdt clandestiene feesten waar hij als vampier aan zijn gerief komt. Totdat hij de mooie Eva ontmoet op wie hij verliefd wordt. Santiago is het decor van deze bij vlagen bloedstollende griezelfilm. De kathedraal komt enige malen prominent in beeld, verder is er door de heersende duisternis weinig van de stad te herkennen. Maar de regen ontbreekt ook niet in deze film; het regenwater is zelfs heilig, iets waar de vampieren slecht tegen bestand zijn ... Het verhaal is dun, maar de horror mag er zijn. Calvelo kent zijn klassiekers: hij put uit het rijke genre van de vampierfilms, maar de film bevat ook verwijzingen naar Luis Buñuels debuutfilm Un chien andalou, Stanley Kubricks zwanenzang Eyes wide shut en Nicolas Roegs film Don’t look now. Die laatste speelt zich grotendeels af in Venetië: ook zo’n plek waar een groot contrast bestaat tussen de stad bij daglicht en in het duister. Conclusie: Santiago is in de film een stad van contrasten, waar pelgrims en pelgrimage amper een rol spelen en waar het duister het wint van het licht. Het laatste woord is aan de inwoners van de stad zelf. Verschillende inwoners vertellen in de korte film Rincones escogidos de Santiago de Compostela over hun favoriete plekken in de stad. Zo leren we van de Britse onderwijzeres Laurence dat het mysterie van de stad het best zichtbaar is op de Praza de Fonseca; dat je naar de mening van onderwijzeres Cruz voor de mooiste zonsondergang de trappen moet beklimmen in de Costa Vella; en dat volgens de arts Alberto de beste koffie en het beste ontbijt verkrijgbaar is in café Casino in de Rúa do Vilar. Pelgrims zijn er natuurlijk ook welkom. Met of zonder videocamera. Met dank aan Ad Gruijters. Links naar alle genoemde films zijn te vinden op Santiago.nl > Jacobsstaf
Groeten uit Compostela Naar sommige plekken komen veel mensen, en die drukte trekt steevast nog meer bekijks. Er valt iets te bekijken en er valt dus ook iets te verdienen. Santiago onttrekt zich niet aan de kleine neringdoenden en profeten die het van massatoerisme moeten hebben: de living statue Ghandi die iedere gulle gever voorziet van een minuscuul papiertje met een van zijn wijze lessen, Maar ook de mensen van de Occupy-beweging – ontstaan uit de Spaanse 15 meibeweging – streken in juni 2011 met hun tentjes neer op de Praza do Obradoiro, een prachtige plek om de aandacht te krijgen van duizenden voorbijgangers.
Foto: Freek van der Veen
Foto: Joke Eijgenbrood
33 Jacobsstaf
Destino Santiago
Pelgrimskeuken
Huub de Gier
Menu peregrino Na w weer een dag lopen of fietsen door de velden lde is het goed eten en drinken. Pelgrim, kok en hospitalero Huub de Gier gaat de keuken in en bereidt de naar Jacobus genoemde jakobsschelpen. Als dessert maakt hij de onovertroffen Tarta de Santiago.
Coquilles Saint-Jacques Nodig: vier stuks per persoon als u de schelpen bij de visboer koopt. Voor de saus: boter, 1 sjalotje, glas witte wijn, room, witte vermouth, cayennepeper, 1 tomaat.
Met een lang dun aardappelschilmesje de bovenkant verwijderen. Beginnen bij de open kant van de schelp en het mesje schuin tegen de bovenkant houden en het vruchtvlees los snijden. Voorzichtig naar de sluitkant duwen en de deksel met de hand open doen. De corail (het oranje kuit) en het witte vruchtvlees schoonspoelen onder stromend water en in een bakje doen. Het slijm verwijderen en het vruchtvlees en de corail scheiden. Verwijder het kleine harde stukje dat tegen het vruchtvlees plakt. Dan drogen met keukenpapier. Een teflonpan verhitten en de coquilles erin leggen. Als de ene kant mooi egaal bruin is, de schelp omdraaien en ook deze kant bruin bakken. De schelp uit de pan halen en op het voorverwarmde bord leggen. Bereiding van de saus Neem een klein fijngehakt sjalotje en een klontje boter zo groot als een Parijs aardappeltje. In een steelpannetje het sjalotje glazig bakken. Een glas witte Bordeaux-wijn toevoegen en inkoken tot een kwart. Professionele koks doen er nog wat zogenoemde visfumet bij. Vervolgens een koffiekopje room erbij en laten inkoken tot gewenste dikte en smaak. Nog een klontje boter, enkele druppels witte vermouth en een mespuntje cayennepeper erdoor roeren. Van een tomaat kleine blokjes snijden en deze door de saus roeren. De saus op het bord doen om het schelpvlees. Een oranje banaanvormig stukje corail bakken en om het gerecht draperen. Serveren met bijvoorbeeld rijst of stokbrood en een mooi glas Rias Baixas.
Jacobsstaf 34
Foto: Huub de Gier
Tarta de Santiago Nodig voor het deeg: taartvorm (diameter ongeveer 15 centimeter), 1 ei, 125 gram witte basterdsuiker, 125 gram bloem en wat citroenrasp. Nodig voor de vulling: 4 eieren, 250 gram witte basterdsuiker, 250 gram gemalen amandelen, een eetlepel gezeefde bloem, citroenrasp, snufje zout, wat kaneel en 30 gram poedersuiker voor de bovenkant van de taart. Bereiding van het deeg Het ei en de suiker roeren, citroenrasp toevoegen en dan de bloem erdoor kneden tot een lekker soepel deeg. Een uur laten rusten. De vorm insmeren met olie. Het deeg uitrollen op het met wat bloem bestoven aanrecht. De vorm gelijkmatig bekleden met het deeg. Bereiding van de vulling De oven tot 180 graden voorverwarmen. De vorm insmeren en eventueel met vetvrij of bakpapier bekleden. Sla de eieren los met de suiker en vermeng het amandelpoeder met de gezeefde bloem. Dit alles mengen met een spatel. Doe deze amandelmassa in de met 35 Jacobsstaf
deeg beklede taartvorm, en verspreid het mooi gelijkmatig. Bak af in 40 minuten, waak ervoor de vorm niet te hoog in de oven te zetten. Als het te bruin wordt, afdekken met een stukje papier. Af laten koelen in de vorm. Een uit karton gesneden sjabloon maken van het kruis van Santiago. De sjabloon in het midden van de taart leggen. De taart bestuiven met poedersuiker met behulp van een klein zeefje. De sjabloon voorzichtig en in een keer van de taart verwijderen. Anders staat de afbeelding er niet strak op en die maakt het juist zo speciaal. Denk eraan: je moet een snor krijgen van de poedersuiker als je het eet; dat is een teken dat het vers is!
Boodschappenlijstje voor 200 pelgrims: 125 eieren, 9,375 kilo basterdsuiker, 3,5 kilo bloem, 25 citroenen voor de rasp, 6 kilo amandelen, soeplepel zout, flink wat kaneel, 1,5 pond poedersuiker. Tip voor hospitaleros: gebruik in de herberg van Roncesvalles de dubbele hoeveelheid.
Destino Santiago
Winkelen
Marielle Saegaert
Shoppen op z’n Compostelaans
W
Winke Winkelende Wink pelgrims in Santiago: het is een zeldzaam beeld. Hooguit duiken ze enkele zeld zeldza souvenirwinkels in voor een aandenken aan de camino. Marielle Saegaert ging voor ons een dagje winkelen en geeft ondertussen een kijkje in de ziel van de winkelende Compostelaan. Laatst stond ik even in de Zara en zag ik weer een balende echtgenoot en vader die in de valkuil van zijn winkelende vrouwen was gevallen. Ongemakkelijk hield hij hun handtassen vast en knikte hij braaf als ze hem om zijn – er verder weinig toedoende – mening vroegen over een bepaald kledingstuk. Ik zag hem alsmaar ongeduldiger worden en het tafereel met een steeds norsere blik bekijken. Hij wist natuurlijk wel waar hij aan begon toen hij vrouw en dochter toezegde mee te gaan, maar met zijn mannenhoofd dacht hij waarschijnlijk dat ze binnen tien minuten wel klaar zouden zijn. Fout. Oh, zo fout. Moeder en dochter kunnen allebei namelijk hun hart ophalen aan de kleding van de Spaanse modegigant Inditex, waar de modezaak Zara het vlaggeschip van is, en ze doen dit graag en vaak. De keten heeft alleen al hier, in de enkele straten die het ‘nieuwe’ gedeelte van Santiago vormen, twaalf(!) winkels van verschillende van zijn merken. Het bijzondere is dat Inditex hier in Galicië, in de noordelijke havenstad A Coruña, in de jaren zeventig van de vorige eeuw is opgezet door een wat stugge Galiciër die zijn middelbare school nauwelijks heeft Jacobsstaf 36
afgemaakt. Ondanks de duizenden vestigingen die over de hele wereld inmiddels te vinden zijn, is het ‘hoofdkwartier’ nog steeds in Galicië.
Oude en nieuwe zone In Santiago bestaan twee manieren van winkelen: slenteren langs grappige snuisterijen, bewonderen van prachtig handwerk en genieten van typische streekprodukten; en het volgen van de grote modemerken, het bekijken van moderne etalages en zich een weg banen door de drukte die winkelend publiek met zich meebrengt. De Rúa Senra, een drukke straat waar heel veel auto’s de in hun ogen te trage stadsbussen nooit hun verdiende ruimte gunnen, vormt de duidelijke scheidslijn tussen de ‘oude zone’ en de ‘nieuwe zone’. Vooral rond lunchtijd is het chaos hier. In de oude zone loop je door wijken die nog altijd de naam dragen van de gildes waarnaar ze eeuwen geleden vernoemd zijn en die er toen hun waar verkochten: Concheiros (de schelpenverkopers), Acibechería (de gitsnijders, die de zwarte barnsteen verwerkten tot de typische sieraden die zo bij de stad horen), Praterías (de zilversmeden). Tussen de ambachten van weleer duiken de laatste jaren meer moderne winkels op die graag hun koopwaar uitstallen in de sierlijke en eeuwenoude gebouwen. Ook de tientallen souvenirwinkels die elk straatje rijk lijkt te zijn, pikken graag een graantje mee van de aantrekkingkracht die het historische deel van de stad op een ieder uitoefent. De handel
van weleer die langzaamaan plaats maakt voor de grijpgrage armen van de moderne commercie. Ook hier lijkt er geen ontsnappen aan. Of toch? Want om te shoppen – om bij de tijd te blijven gebruik ik dit zelfs in Spanje oprukkende Engelse werkwoord – moet je toch echt naar la zona nueva. Als je je slag wilt slaan, dan kun je hier bij ontelbare goede adressen terecht. Deze nieuwe zone heeft nog een andere naam, namelijk de Ensanche oftewel de ‘uitbreiding’. De duidelijk ommuurde oude stad was op een gegeven moment te klein om de groeiende bevolking onderdak te bieden, en dus werd de stad in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw uitgebreid met flatgebouwen en een paar pleinen. Gelukkig zijn de flats niet al te hoog: vrienden van me wonen in het hoogste flatgebouw van de stad met acht verdiepingen. Het is namelijk zo dat geen enkel gebouw boven de kathedraal mag uittorenen ... Waar nu de recentelijk geheel vernieuwde Plaza Roja is, lag in de jaren zeventig nog de grens tussen de enkele nieuwe gebouwen die het winkelcentrum toen rijk was en het Compostelaanse platteland: langzaam maar zeker werd ook dit rotsachtige terrein op het verleden meester gemaakt en kwamen er steeds meer gebouwen bij. Julio, een vriend van me en werkzaam in de bouw, weet dit als geen ander: hoogstpersoonlijk heeft hij de springstof gelegd onder de rotsen waarop nu de wijk Conxo rust. Dit was jaren negentig.
Follas Novas Tussen al dat gewinkel en al die marketing in de nieuwe zone springt één winkel er bovenuit: de grootste boekhandel van de stad die dapper standhoudt tussen al de goedkope accessoires en dure maatpakken. Spanjaarden houden van hun boekwinkels: hier houden ze over het algemeen langer stand dan bijvoorbeeld in Noord-Europa. De oude eigenaar van de boekwinkel Follas Novas – oftewel ‘nieuwe bladzijden’, genoemd naar een gedicht van de Galicische dichtster Rosalía de Castro – schuifelt nog elke dag tussen de hoge en overvolle boekenkasten van zijn drie etages tellende winkel door. Af en toe neemt hij een werk in zijn trillende handen om met zijn oude vingers het papier te strelen. Heel soms steekt hij zijn neus in het
Foto: Luuk den Hartog
boek om de geur op te snuiven. Misschien hoort deze winkel toch eigenlijk meer in de oude zone thuis. Toch voelt ook hier de literatuur de hete adem van het steeds agressievere en oppervlakkigere consumentisme in haar nek. Ook hier lezen mensen minder en winkelen – pardon, shoppen – ze meer ...
Spanjaarden houden van hun boekwinkels Net als moeder en dochter in de Zara! En neem ze het eens kwalijk: prima kwaliteit, laatste mode en nog betaalbaar ook. Had papa maar niet mee moeten gaan, schijnen de twee vrouwen te denken en ze schenken hem geen aandacht. Paps zelf zweert ongetwijfeld nooit weer in die kuil te vallen en ik stel me voor dat hij zich misschien wel voorneemt het hen betaald te zetten door erop te staan ergens wat te gaan drinken. Zijn wraak zal zoet zijn: Real Madrid speelt en de wedstrijd wordt rechtstreeks uitgezonden en zal in veel barretjes te zien zijn. De man slaakt een diepe zucht en grijpt naar zijn borstzak, maar de jaren dat men nog een sigaret kon opsteken in winkels zijn met de eeuwwisseling toch echt geëindigd. 37 Jacobsstaf
Destino Santiago
Eten en drinken
Bram van der Wees
Een vorkje prikken in Compostela
Hoofdredacteur Bram van der Wees verschalkt een Galicisch everzwijn. Foto: Marlies van der Wees
V
Voorjaar 2013 liep Bram van der Wees met dochter Marlies de Camino Portugués naar Santiago. Daar aangekomen deden ze nog even een gastronomische pelgrimstocht langs verschillende restaurants. We waren ze goed zat aan het eind van onze tocht: al die tortillas de patatas. Daarom besloten dochter en ik om geen junior suite te boeken bij Parador Hostal de los Reyes Católicos maar een eenvoudige pelgrimskamer in het Seminario Menor. Van het uitgespaarde geld gaan we de komende dagen eens lekker uit eten!
Lekker en vertrouwd eten bij Manuel Boquete in Garum Bistró. Foto: Bram van der Wees
Garum revisitado Ik was al eens eerder bij Garum Bistró. Eigenaar Manuel Boquete verwelkomt ons enthousiast. Zeker, hij kan zich nog goed herinneren hoe ik hier in 2002 dineerde met mijn toenmalige medepelgrim Elisabeth, jawel! Trendy ingericht, op elke tafel een vaasje met een paars bloempje, op de achtergrond klinkt jazz. De studenten in de bediening zijn vervangen door ouderen; vanwege de crisis, zegt Manuel. Die zijn goedkoper en vriendelijk. Garum is zowel restaurant als bar, er hangt een ongedwongen sfeer. Het publiek bestaat uit mensen van dertig tot vijftig jaar, maar wij doen graag of we daar tussen passen, dochter een beetje jonger, ik iets ouder. Toeristen ontbreken, want die zoeken de traditionele Jacobsstaf 38
restaurants. We voelen ons hier senang, pelgrims tussen de lokalo’s. Garum brengt een creatieve combinatie van klassieke en Galicische gerechten, waarbij seizoensproducten uit de regio bepalend zijn voor de kaart. Ideeën voor gerechten en nieuwe smaken komen uit de keukenbrigade, en de chef beslist. Wij kiezen de polenta met aubergine, pulpo gallego op groene pasta en lomo met kastanje-sesamsaus. De bijgerechten russisch ei, pimentes, zalm, pollo al ajillo en wat patatas braves maken de maaltijd compleet. We spoelen alles weg met een flesje Altos de Losada Crianza uit de Bierzo; daar zijn we wel eens langsgelopen, dus dat voelt vertrouwd. Net zo lekker en vertrouwd als eten bij Manuel. Praciña das Penas, 1 baixo
A license to fill De volgende avond ontdekken we een ouderwets aandoend lokaal, La Bodequilla de San Roque. Die Sint-Rochus, vaak herkenbaar aan zijn pelgrimshoed, hoort toch ook een beetje bij Jacobus, dus hij zal het heus wel weten. We gaan naar binnen! Beneden is de bar: muziek, televisie en luid pratende mannen. We vluchten naar het restaurant boven. De eetzaal heeft een bruingele uitstraling die ons vertelt dat we hier op een authentieke plek zijn. Het is er vol met lokaal volk, dat hoor je zo. Maar wat horen wij
aan de tafel naast ons? Vier mannen praten in het Twents over ‘deadlines’, over ‘e-mailberichten’ en over ‘aanleggen met militaire precisie’. Dochter fluistert: ‘James Bond?’ We besluiten het hoofd koel te houden en nemen een biertje. Het personeel is geroutineerd en druk. Het stapelen van de borden klinkt nog boven het rumoer uit. Het kost wat moeite om hun neuzen onze kant uit te krijgen, maar uiteindelijk kunnen we onze bestelling doorgeven. Dochter wil albondigas, de klassieke pittige Spaanse gehaktballetjes, hoe zouden die smaken op z’n Galicisch? Ze haalt haar schouders op en meldt dat de frieten beter zijn dan in Portugal. De lacón tibio con queixo de Arzua Ulloa (varkenspoot met kaas) smaakt goed, ook al met patatjes. De porties zijn hier zeer ruim bemeten. Flinke eters en liefhebbers van veel vlees komen hier volledig aan hun trekken. Dit is een perfecte plek voor wie een wintercamino maakt. Moe, hongerig, nat en koud van het lopen vindt je hier dan een warme stal, met veel voer. Maar dochter klaagt: zo’n camino is funest voor je lijn! En waar laten die kleine Galiciërs al dat eten? En dan na twee gangen ook nog een toetje! Bij het vertrek vragen we nog even aan James Bond naar zijn mission. Hij en zijn mannen werken voor een elektrotechnisch installatiebedrijf; ze zijn hier om een fabriek op te starten. Teleurgesteld zoeken wij de frisse buitenlucht op. Rúa de San Roque 13
Lunch bij de koning Bij mijn eerste aankomst in Compostela, tien jaar geleden, durfde ik hier niet naar binnen met mijn vieze zware schoenen, afritsbroek en baard van drie maanden. Maar gladgeschoren en vergezeld van een jongedame laat ik alle schroom varen. Parador Los Reyes Católicos biedt twee restaurants: het ene deftig, het andere informeler en Galicisch: Enxebre. De omgeving is rustiek, okergeel, warm. Servetjes met schelpenmotief brengen ons in de juiste stemming. Een witte Joaquin zet onze aderen in de juiste stand. Een bus gezellige Spanjaarden in de bovenkamer zorgt voor achtergrondgeruis. In het aquarium kun je de gewenste kreeft
aanwijzen. De brigade in de open keuken is hard aan het werk. Hier treft men geen stinkende pelgrims, wel veel knoflook. We kiezen gerechten van het seizoen, ze zijn van super kwaliteit en smaakvol, kip met kool en bistec relleno. De zorgzame ober vraagt na elke hap hoe het smaakt en brengt ongevraagd een extra scherp mes. We raadplegen ook de dessertkaart en bestellen uit het assortiment de Enxebre een superieur taartje. Dochter neemt castañas con chocolate. De ober ruikt zijn kans: ‘¿E un copita más?’. Inderdaad nemen we er nog een en voelen ons de koningen te rijk. Afgerond met een thee werd het een inspirerende lunch: dochter gaat een middagje shoppen. Dit is immers het land van Zara en er is nog ruimte in het vliegtuig, dus er kunnen nog wat jurkjes mee. Praza do Obradoiro 1
Daar bij die molen De hospitalero in de Huiskamer wees het ons al aan: het restaurantje aan de overkant ziet er zo gezellig uit! Dus besloten we onze dinertournee af te ronden met een bezoek aan A Moa, Galicisch voor ‘de molen’. Een prachtig interieur verwelkomt ons, hip, strak en toch heel Galicisch. Manuel Fernandez vertelt enthousiast over het ontstaan van het restaurant, zijn twee mede-eigenaars en hun ideaal: de Galicische keuken brengen op een verrassende wijze. Daarom staat er altijd bacallau en polbo op de tapaskaart. Manuel vertelt over zijn publiek, dat voor 75 procent uit vrouwen van veertig tot zestig jaar bestaat. Dat komt door zijn mooie ogen, zegt dochter. Er hangt een lokale sfeer, weinig toeristen, geen pelgrims. De kaart biedt smakelijke verrassingen, waaronder torrada de chacina e lascas de parmesano (carpaccio van roastbeef). Handig is het om hier een keuze te maken uit de tapas en die te delen. De grootste verrassing zit in het slot: het toetje met het chocoladedrankje is een werkelijk hemels gerecht. Als ik hospitalero was in de Huiskamer ging ik hier elke middag lunchen. Rúa de San Pedro 32 De locaties van de genoemde restaurants staan vermeld op de plattegrond op pagina 48. 39 Jacobsstaf
Manuel Fernandez zwaait de scepter in A Moa. Foto: Marlies van der Wees
Jacobsstaf 40
Destino Santiago
Wie kent de waarde van een gele pijl? De pelgrim. Wie trouw zijn richting volgt, komt uiteindelijk bij de laatste. Niet te missen. Nog even de hoek om en je bent er! 41 Jacobsstaf
Foto: Luuk den Hartog
Destino Santiago
Santiago als beroep
Freek van der Veen
‘Pelgrims moeten voelen dat ze welkom zijn’ Interview met Don Segundo, deken van de kathedraal van Santiago
V
Voor ve veel mensen is Santiago de Compostela van een tocht vol ervaringen. het einddoel ein Maar voor enkele anderen is Santiago deel van hun dagelijkse werk. Zij hebben ‘Santiago’ als beroep. In deze serie komen zij aan het woord. ‘Ik voel het als een grote eer dat ik ben gekozen tot deken van de kathedraal van Santiago de Compostela. Naast Rome en Jeruzalem is Santiago voor christenen een van de drie belangrijkste pelgrimsbestemmingen. Dagelijks bedien ik in de kathedraal de mis; ik wandel rond in de straten van Santiago en bedenk dan hoe miljoenen pelgrims door de eeuwen heen naar deze prachtige stad zijn gekomen. Het bezoek van zoveel mensen uit zoveel verschillende landen bepaalt ook voor een belangrijk deel mijn werk. De ene keer ontmoet ik iemand uit Senegal, dan weer iemand uit Maleisië of een groep Chinese pelgrims. De pelgrimsmis die elke dag om twaalf
Pelgrims van nu en toen blijven moedige, maar ook nederige mensen ... Jacobsstaf 42
uur wordt gehouden is dan ook een zeer internationaal gebeuren. We heten momenteel de pelgrims aan het begin van de mis welkom in zeven verschillende talen en de missen en diensten zijn dit jaar aangeboden in meerdere talen. Ik ben er van overtuigd dat het belangrijk is dat ieder, uit welk land dan ook, het gevoel krijgt welkom te zijn bij het graf van Sint-Jacob.’
Wie is Don Segundo? ‘Ik ben 64 jaar oud en geboren in Buriz in Lugo. Nog steeds bezoek ik daar mijn ouders. Naast mijn huidige taken hier in de stad ben ik ook priester in het dorp waar ik woon, Guitirriz, gelegen aan de Camino del Norte. Ik ben in 1973 tot priester gewijd na te hebben gestudeerd aan de Pontifical Universiteit, waar ik mijn eerste graad haalde en afstudeerde als doctor in de filosofie en de theologie. Tegenwoordig ben ik hoogleraar antropologische theologie aan de Universiteit van Santiago, daarvoor was ik directeur van het Theologisch Instituut. Ik schrijf boeken en artikelen en doe aan onderzoek. In het bijzonder gaat mijn belangstelling uit naar de archieven van de kathedraal. Maar ook het fenomeen pelgrimeren spreekt me bijzonder aan. Mensen die op pelgrimsreis gaan zetten hun gewone leven apart om naar een heilige plaats te gaan. Dat op
weg gaan is voor velen een tijd van gebed en reflectie. Wat dat betreft is het pelgrimeren, vergeleken met bijvoorbeeld de middeleeuwen, niet veranderd. De pelgrims van nu en die van toen blijven moedige, maar ook nederige mensen die hun tijd en geld geven om de reis naar Santiago te ondernemen. Ik geloof daarom niet dat pelgrims wezenlijk zijn veranderd, maar de wereld waarin zij nu leven is zeker anders als toen. Die is nu geseculariseerd, er is veel meer stress en het draait bij veel mensen in het leven meer om geld dan ooit tevoren. Ik denk dat jaarlijks meer mensen op pelgrimstocht gaan, omdat ze troost zoeken en antwoorden proberen te vinden op de spanningen in hun leven en in de wereld.’ ‘Het is essentieel voor ons, als mensen van de kerk, de pelgrims welkom te heten en zo goed mogelijk voor hen te zorgen. Voor ons als pelgrimsstad zijn zij van levensbelang. We willen dat ze zich ook thuis voelen in de kathedraal, de kerk van de pelgrims en tevens het huis van Sint-Jacob. We hopen er voor hen te zijn door ervoor te zorgen dat er bij de mis geestelijken aanwezig zijn die hen in hun eigen taal kunnen aanspreken. Het mooiste aan het werk voor en met pelgrims blijven toch de ontmoetingen, in het Pelgrimsbureau of in de kathedraal. Onlangs sprak ik een pelgrim uit Duitsland die in haar rolstoel naar hier was gekomen. Wat een kracht en moed toonde zij! Veel pelgrims wijdden hun pelgrimage aan geliefden die overleden zijn en dan is voor hen het aankomen in Santiago een heel ontroerend moment. Ik ben ook altijd erg onder de indruk van gezinnen die samen naar Santiago lopen. Ik denk dat zo’n tijd samen op de camino voor hen heel bijzonder moet zijn.’
En de toekomst? ‘Op ons kantoor en op het Pelgrimsbureau vragen we ons wel eens af hoe de pelgrimage naar Santiago zich zal ontwikkelen. Het lijkt er op dat het aantal pelgrims blijft groeien. We zien jaarlijks een stijging van ruim tien procent. Het maakt mij persoonlijk heel gelukkig dat steeds meer mensen de camino leren kennen. Of het aantal pelgrims blijft toenemen? Alleen God weet het antwoord hierop.’
Deken Don Segundo bladert in het vijfde boek van de beroemde Codex Calixtinus. Juist dit deel – dat een tijdje terug op mysterieuze wijze was verdwenen en uiteindelijk in een doos in een garage is teruggevonden – bood de pelgrim in vroeger tijd veel informatie. Zo geeft het allerhande praktische raadgevingen over de wegen die men moet volgen en de gevaren die zich voordoen om in Santiago te komen. Het boek, dat tot stand kwam in de tweede helft van de twaalfde eeuw, is bekend als Gids voor de pelgrim. Het ligt nu weer goed beveiligd in het museum van de kathedraal. Foto: Marielle Saegaert
We wilden een gesprek met het hoofd van het Pelgrimsbureau. Dat bleek de deken van Santiago te zijn. Wij wilden weten wat hij vindt van alle belangstelling voor ‘zijn’ Santiago dat jaarlijks wordt overspoeld door tienduizenden pelgrims uit alle delen van de wereld. Wat doet dit met de stad en wat doet dat met hem? Met deze vragen op de lippen meldde de redactie zich medio juli bij deken Don Segundo. De deken reageerde positief, maar gaf aan dat hij het eerst nog veel te druk heeft om ons te woord te staan, vanwege alle feestelijkheden rond de naamdag van Jacobus op 25 juli. En dan voltrekt zich op de avond van de 24ste juli vlakbij Santiago het grootste treinongeluk dat Spanje ooit heeft getroffen: 79 passagiers komen om door een uit de bocht vliegende trein. Het gesprek gaat begrijpelijkerwijs voorlopig niet door. Na een maand neemt de deken weer contact op: hij wil met alle plezier ingaan op ons verzoek en vertellen over zijn werk in Santiago. Ook voor hem geldt dat hij ‘Santiago’ beschouwt als zijn beroep. 43 Jacobsstaf
Fons Boink
300
272
250 Heilig jaar *1000
200
155
150 99
100 50 2
grafiek 1 Jaar
10
40
8
30
6
20
4
10
2
0
0
E D I P F USA IRL GB NL CDN ROK PL BR B AUS A DK CH S overig 107
50
Spanje ook koploper blijft als we de aankomende pelgrims relateren aan het inwonertal van het land van herkomst. Portugal en Ierland volgen dan op bescheiden afstand maar steken nog ver uit boven de andere West-Europese landen. Tussen de andere West-Europese landen is er verder weinig onderscheid te zien. De Verenigde Staten en Brazilië verdwijnen dan uit de ‘kopgroep’.
Routes en seizoenen Voor het behalen van een compostelaat moet de pelgrim minimaal de laatste 100 kilometer tot aan het (vermeende) graf van onze apostel te voet afleggen (of 200 kilometer per fiets). Het is dus niet verwonderlijk dat het merendeel, circa 75%, van de pelgrims in Spanje aan de tocht begint (grafiek 4). De tweede plaats Jacobsstaf 44
Andere landen, % van totaal
Herkomst Sinds 1970 wordt het aantal pelgrims dat aankomt in Santiago geregistreerd door het bisdom aldaar. Grafiek 1 is gebaseerd op deze cijfers. We zien dat in de jaren tachtig het aantal pelgrims nog zeer bescheiden is, maar daarna exponentieel toeneemt tot ongeveer 190.000 in 2012. Volgens informatie van het Pelgrimsbureau in Santiago zal in 2013 de 200.000 ruim worden overschreden. Bekijken we de cijfers van 2012 wat meer in detail, dan zien we dat verreweg de grootste groep pelgrims afkomstig is uit Spanje. Op grote afstand volgen de Duitse, Italiaanse, Portugese, Franse en Amerikaanse pelgrims (grafiek 2). Uit een groot land komen vanzelfsprekend meer pelgrims dan uit een land met weinig inwoners. Grafiek 3 laat zien dat
1980 1982 1984 1986 1988 1990 1992
0
In de voetsporen van de middeleeuwse pelgrims trekken we tegenwoordig in grote getale naar Santiago de Compostela. Volgens de geschiedenisboeken waren er indertijd talloos veel miljoenen. Maar we weten niet precies hoeveel het er per jaar waren. Kwantitatieve gegevens met betrekking tot het aantal pelgrims in die tijd ontbreken. Wel is zonneklaar dat renaissance en reformatie de toeloop een halt hebben toegeroepen. Pas in de twintigste eeuw is de stroom weer op gang gekomen.
180
1994 1996 1998 2000 2002 2004 2006 2008 2010 2012
H
Het Pelgrimsbureau Pelgr Pelg in Santiago de Composregistreert nauwkeurig diverse gegevens tela regis van de arriverende pelgrims. Genootschapsvrijwilliger Fons Boink duikt in de materie en presenteert de opvallendste en interessantste cijfers.
Aantal pelgrims *1000
Iedere pelgrim telt
Spanje(Esp), % van totaal
Destino Santiago
Camino in cijfers
grafiek 2
Let op: in de grafieken 2,4 en 5 worden 2 verschillende schaalverdelingen gehanteerd op de Y-assen.
2 1,5 1 0,5 0
E P IRL DK A N I D B NL CH S F AUS CDN PL GB
pelgrims per 1000 inwoners
2,5
grafiek 3
1500
144,445
Top 3 landen Overige landen
100
overige landen
top 3 landen * 1000
150
1000
786 603
500
372
I
B
CH
N
D
F P
E
135*1000
32 28
15000
Cam. Fr & Port
12569
Overige routes
100
0
10000
7872 6633
50
5000
3573
26*1000
226
71
417
0
Fr Po anc rtu és gu é No s rte P Pr lata im iti v In o gl Le és va In nte vi Fin ern ist o er ra
0
overige routes
Francés & Portugués *1000
grafiek 4 150
110 100
0
rest EU
15,963
0
PL
29,421
A
50
45
15%
man vrouw
30
10%
totaal
dec
nov
okt
sep
aug
jul
jun
apr
mei
0% mrt
0 jan
5%
feb
15
percentage van het totaal
pelgrims per maand *1000
grafiek 5
grafiek 6
27407 303
281
164768
te voet per fiets te paard rolstoel
22
grafiek 7
van Frankrijk in dit klassement is vooral te danken aan de aantrekkingskracht van Saint-Jean-Pied-de-Port als vertrekplaats. De vierde plaats van Nederland, nog voor Duitsland, wordt ongetwijfeld veroorzaakt door de populariteit van twee fietsroutes die vanuit Nederland zijn beschreven.
Veel wegen leiden naar Santiago. Grafiek 5 laat de verdeling over de diverse aanlooproutes door Spanje zien. Het is niet verbazingwekkend dat de Camino Francés het meest in trek is. Ook is duidelijk dat veel pelgrims de Camino Portugués kiezen. Als u een rustige route zoekt, biedt een nadere studie van deze grafiek uitkomst. Geeft u de voorkeur aan een erg rustige tocht? Dan zijn de maanden november tot en met maart bij uitstek geschikt voor uw pelgrimage. Grafiek 6 leert dat gedurende deze periode in 2012 minder dan 20% van het totaal aantal pelgrims in Santiago is gearriveerd. De zomermaanden vormen een duidelijk hoogtepunt. Deze grafiek laat ook de verdeling vrouw/ man zien. Gemiddeld over het jaar is 40% van de totale pelgrimspopulatie vrouw. In de wintermaanden ligt dit percentage rond 33% en in de zomer rond 45%. Het overgrote deel van de pelgrims naar Santiago de Compostela kwam in 2012 te voet (85%) en bijna 15% per fiets. Naast ruiters (totaal 281) werden ook 22 rolstoelrijders geregistreerd als pelgrims (grafiek 7).
Motieven Een zeer grote meerderheid gaf bij aanmelding in het Pelgrimsbureau te kennen dat het motief voor de tocht in de religieuze sfeer lag. Slechts 6% van de pelgrims had een andere reden (grafiek 8). Men kan zich afvragen of hier dezelfde beweegredenen achter hebben gezeten als die van de Franse koning Henri IV toen hij de woorden sprak: ‘Paris vaut bien une messe.’ Hij kon namelijk alleen koning van Frankrijk worden als hij zich (weer) bekeerde tot het katholieke geloof en vond dat koningschap wel een bekering waard. Zo zullen veel pelgrims opgeven de tocht uit religieuze overweging te hebben gemaakt. Immers, een compostelaat wordt alleen uitgereikt als de pelgrimstocht om religieuze motieven is ondernomen. Het maken van een pelgrimstocht naar Compostela is niet enkel voorbehouden aan gepensioneerden. Het merendeel van de pelgrims is tussen de 30 en de 60 jaar oud; de werkende generatie zou men kunnen zeggen. Grafiek 9 laat zien dat ook de jongeren onder de 30 jaar ruimschoots vertegenwoordigd zijn. 45 Jacobsstaf
52,6
41,3
6,1 enkel religieus religieuze en andere reden overig
grafiek 8
56,8%
28,4%
14,8% 30 - 60 < 30 > 60
grafiek 9
De cijfers in deze bijdrage zijn gebaseerd op de gegevens die door het pelgrimskantoor in Santiago de Compostela zijn verzameld. Harry Wasser houdt voor het Compostelaregister van het Nederlands Genootschap van Sint Jacob de gegevens bij van de Nederlandse pelgrims. In een volgende bijdrage zullen we de cijfers van de Nederlandse pelgrims meer in detail vergelijken met de ‘mondiale’ gegevens.
Destino Santiago
Geschiedenis & Cultuur
Ad Gruijters
Santiago buiten de muren De stad na 1800
W
Wat doe do je als je in Santiago bent aangekomen en en je hebt nog een paar dagen voordat je weer naar huis gaat? Kijk ook eens buiten de muren van de oude middeleeuwse stad, vindt Ad Gruijters. Hij neemt ons mee langs de hoogte- en dieptepunten in de geschiedenis van Santiago na 1800. Met aansluitend een stadswandeling om zelf op pad te gaan. Santiago verliest in de negentiende eeuw een groot deel van de macht en aanzien die de stad genoot in de middeleeuwen en de moderne tijd daarna. Na de Spaanse Onafhankelijkheidsoorlog (1808-1814) tegen de troepen van Napoleon breken in het land liberale tendensen door. In 1812 wordt in Cadíz door het parlement een liberale grondwet aangenomen. Santiago is dan een stad geheel geworteld in het oude regime, met een groot gewicht van adel, aartsbisschop en religieuze ordes. De stad bevindt zich in het verkeerde kamp. De Voto de Santiago wordt opgeheven. Deze speciale belasting wordt in heel Spanje geheven voor het bisdom en kapittel van Santiago, en is de basis voor de rijkdom en macht van deze instituties. Een van de wapenen van de liberalen in de strijd tegen het oude regime is de onteigening en verkoop van kerkelijke bezittingen en de sluiting van kloosters, de zogenoemde desamortisatie. Onder de grootste desamortisatie in 1836-1837 worden in Santiago onder meer de kloosters van San Francisco en van San Domingos de Bonaval gesloten. De stad verliest ook zijn positie als provinciehoofdstad, die verplaatst wordt
naar A Coruña. Het oude regime komt tot een einde in de revolutie van 1868 en de Eerste Spaanse Republiek van 1873-1874. Het inwonertal van Santiago neemt in de negentiende eeuw maar zeer beperkt toe, van 18.000 naar 24.000. De stad wordt voorbij gestreefd door A Coruña en Vigo waar de industrialisatie een hoge vlucht neemt. Santiago wordt een stad in verval.
Santiago wordt een stad in verval Na de bloei in de middeleeuwen neemt de pelgrimage naar Santiago sterk in omvang en betekenis af door de Reformatie, door de aanhoudende kritiek op de relikwieverering en de handel in aflaten, en door de onveiligheid op de wegen. In 1589 worden veel kerkelijke goederen, waaronder de stoffelijke resten van de apostel, verborgen om te voorkomen dat ze worden geroofd door binnenvallende Engelsen. Ze raken in vergetelheid en worden pas drie eeuwen later in 1878 en 1879 teruggevonden bij opgravingen in de kathedraal.
Restauratie In de tijd van de Restauratie, vanaf 1875 tot in de jaren twintig van de vorige eeuw, wordt Jacobsstaf 46
Spanje gekenmerkt door relatieve stabiliteit. In Santiago wordt de politiek bepaald door Eugenio Montero Ríos en zijn aanhangers. Deze jurist en politicus, geliefde zoon van Santiago, bouwt door cliëntelisme een hecht netwerk op in de stad. Hij weet conservatieve en liberale krachten in evenwicht te houden en heeft uitstekende contacten in Madrid. Met enkele grote bouwwerken draagt hij bij aan de monumentalisatie van de stad, bijvoorbeeld de uitbreiding van het hoofdgebouw van de universiteit (Facultade de Xeografía e Historia), de Facultade de Medicina, die het prestige van de universiteit enorm vergroot, en de bouw van een school voor mensen met een visuele of auditieve beperking aan de Rúa de San Caetano: een enorm gebouw met een voorfront van 266 meter. Het heeft door de jaren heen de functie van ziekenhuis, gevangenis en onderwijscentrum gehad en herbergt nu de administratie van de Xunta, de regionale overheid. Na de dood van Montero Ríos wordt in 1916 een standbeeld voor hem opgericht op de Praza do Obradoira. Een heftige controverse leidt in 1928 tot verplaatsing naar het minder prominente Praza de Mazarelos. In de jaren twintig raakt de Restauratie uitgeput en volgt een periode van onrust: de dictatuur van Primo de Rivera vanaf 1923, de Tweede Republiek van 1931 tot 1936 en de burgeroorlog tot 1939. De dictatuur van Franco, waarin de burgeroorlog uitmondt, komt pas tot een einde met diens dood in 1975. In deze jaren van onrust en dictatuur stagneert de ontwikkeling van de stad. De bouw van de wijk O Ensanche ten zuiden van het park Alameda vordert traag en krijgt pas vaart in de jaren zeventig. In 1950 wordt de lokale vestiging van de Banco de España gerealiseerd naast de kathedraal op de Praza das Praterías, nu pelgrimsmuseum. Het Seminario Menor wordt in 1958 door Franco geopend. In de tijd van de Restauratie bloeit de pelgrimage naar Santiago weer op, georganiseerd door parochies en religieuze organisaties, niet alleen te voet maar ook met bus, trein of auto. Buitenlandse pelgrims vormen slechts een miniem deel. In 1920 ontvangt de stad meer dan 100.000 pelgrims. Tijdens de Tweede Republiek is er een terugval en wordt het heilig jaar niet officieel gevierd. Bijna het hele tijdperk van Franco is Fernando
Quiroga Palacios aartsbisschop van Santiago. Hij zet een programma op van caritas en sociale woningbouw en ondersteunt binnen grenzen de Galicische zaak. De pelgrimage naar Santiago neemt door zijn bezieling een hoge vlucht. In het heilig jaar 1954 bezoeken een half miljoen pelgrims de stad, en in 1965, het volgende heilig jaar, wordt de stad overspoeld door twee miljoen bezoekers, volgens de officiële bronnen.
Bloei Transición noemen de Spanjaarden met een buitengewoon neutrale term de overgang naar de democratie na de dood van Franco. Met de nieuwe grondwet wordt Galicië een autonome regio op het niveau van Catalonië en Baskenland, met Santiago als centrum waar de regionale overheid, de Xunta, zetelt. Pas in 2002 wordt Santiago ook officieel hoofdstad. De stad bloeit op. De nieuwe
Arco de Mazarelos, de enige van de zeven stadspoorten die is overgebleven. Foto: Ad Gruijters
47 Jacobsstaf
Destino Santiago
Geschiedenis & Cultuur
welvaart is gebaseerd op drie pijlers: openbaar bestuur, universiteit en ziekenhuis, en toerisme en pelgrimage. Industrie is er weinig. De bestuursfuncties groeien. Ook de universiteit en het ziekenhuis breiden uit. In de jaren zestig en zeventig wordt de Campus Sur gebouwd voorbij het park Alameda en daarna de Campus Norte aan de Avenida do Burgo de Nacións. In 1995 telt de universiteit 32.000 studenten. Na de terugkeer van de democratie expandeert de stad enorm met de bouw van nieuwe woonwijken en voorzieningen. Tegelijkertijd wordt de oude stad gerenoveerd en met parken verfraaid. In 1985 verklaart de UNESCO de historische stad tot Werelderfgoed. Het aantal inwoners van Santiago neemt toe van 53.000 in 1950 naar 94.000 in 2008, waarmee het een relatief kleine stad blijft, ook vergeleken met A Coruña en Vigo. Vanaf 1991 bloeit ook de pelgrimage naar Santiago op. In dat jaar wordt de Xunta de la Sociedad de Xestión de Plan Xacobeo opgericht voor de promotie van het heilig jaar 1993. De kerk raakt op het tweede plan en de overheid neemt de promotie in handen met een veel breder perspectief. De revitalisatie van de oude route krijgt vorm in de campagne Xacobeo 93. Het pad en de bewegwijzering worden verbeterd en een compleet netwerk van herbergen wordt opgezet. In 1993 komen bijna 100.000 pelgrims in Santiago aan. In dat jaar wordt de Camino de Santiago ook tot Werelderfgoed verklaard. In het gewone jaar 1994 bedraagt het aantal pelgrims 16.000. Daarna groeit het aantal gestaag met uitschieters in de heilige jaren 1999 en 2004. In het Xacobeo 2010 zijn er meer dan 270.000 pelgrims en 8 miljoen bezoekers. Het is moeilijk informatie te vinden over de gevolgen van de economische crisis voor de stad Santiago. Maar het lijkt erop dat die aanzienlijk worden verzacht door de aanhoudende groei van het aantal pelgrims. In 2013, een gewoon jaar, worden er meer dan 200.000 verwacht (zie ook Jacobsstaf 98: Tegen de crisis, heilige jaren!)
Op de kaart ziet u de stadswandeling met de meest bijzondere bezienswaardigheden. Ook staan vermeld de restaurants (a,b,c,d), genoemd op p. 38-39 en het Cidade da Cultura (p. 54-55). Kaart: Wobien Doyer, met medewerking van Han Lasance.
Han Lasance heeft een digitale kaart gemaakt van Santiago en haar omgeving met daarop aangegeven de routes, bezienswaardigheden en restaurants die in de diverse artikelen in dit nummer worden genoemd. De kaart is te vinden op Santiago.nl > Jacobsstaf. De kaarten zijn te downloaden als gps-bestand en Google Earth-bestand.
Stadswandeling door de Moderne Tijd Na aankomst in Santiago de Compostela ga je natuurlijk eerst naar de pelgrimsmis in de kathedraal en bezoek je het graf van de apostel. Dan loop je zeven maal de drie parallelle straten (Rúa do Franco, Rúa do Vilar en Rúa Nova) Jacobsstaf 48
op en af van de kathedraal naar het Campo da Estrela. Gezellige straatjes vol cafés, restaurants en terrasjes waar je de medepelgrims terugziet die je onderweg bent kwijtgeraakt. De oude middeleeuwse stad binnen de afgebroken stadsmuren is prachtig, vooral als de zwarte stenen blinken in de regen. Maar kijk ook eens buiten de muren. Veel toeristen en pelgrims kom je daar niet tegen.
Markt We starten onze wandeling bij de Mercado de Abastos met markthallen in neoromaanse basiliekstijl uit de jaren veertig van de vorige eeuw. Alle vissen en schaaldieren die Galicië te bieden heeft zijn hier te koop, naast vlees en kaas, fruit en groente. De specialiteit van de streek, pimientos de Padrón (groene milde peper, red.), wordt er in overvloed aangeboden. Start hier met een lekker ontbijt. Naast de markt ligt het kerkje San Fiz de Solovio, volgens de Codex Calixtinus een van de tien kerken die Santiago in die periode kende. Alleen het wonderschone, polychrome romaanse timpaan met de aanbidding van de drie wijzen is nog over. Dan komen we bij de Facultade de Xeografía e Historia. Het gebouw werd eind negentiende eeuw in neoclassicistische stijl uitgebereid, met als opdrachtgever Eugenio Montero Ríos. Zijn standbeeld staat hier op de Praza de Mazarelos. We verlaten de oude stad door de Arco de Mazarelos, de enige van de zeven stadspoorten die is overgebleven. De muren van Santiago werden in het midden van de elfde eeuw gebouwd toen de bloei van de stad begon. Het middeleeuwse stadspatroon binnen de muren is tot op de dag van vandaag bewaard gebleven, ook na de afbraak van de stadsmuur in de negentiende eeuw. We passeren het klooster van de Madres Mercedarias Descalzas uit de zeventiende eeuw, het eerste van een ring van kloosters buiten de stadsmuren. Via de Rúa do Sar do Afora dalen we af naar het Colexiata Santa María a Real do Sar. Dit is de Camino Sanabrés vanuit Zamora in omgekeerde richting. De romaanse kerk aan de Río Sar heeft een kloostergalerij, gebouwd door de werkplaats van Meester Mateo van de Pórtico de la Gloria. De kerk is aan één kant met grote luchtbogen gestut om verzakking te voorkomen.
Kloosters Vanhier gaat het terug onder het spoor door naar het immense Seminario Menor uit 1953, nu een pelgrimsherberg met 175 bedden. Ernaast ligt het Convento de Belvís dat in 1305 werd gesticht voor dominicaanse nonnen. Het werd herbouwd in de tijd van de barok. De kerk is het werk van Fernando de Casas y Navoa. We vervolgen onze weg door het park van Belvís naar het Convento de San Domingos de Bonaval. De barokke voorgevel en de trap in de vorm van een slakkenhuis zijn het werk van Domingo Antonio de Andrade. Deze bouwde ook de mooiste baroktoren van de stad, de Torre Berenguela van de kathedraal. Het klooster huisvest nu het Museo do Pobo Galego, het museum van het Galicisch volk. Indrukwekkend gelegen, kijkt het uit op de belangrijkste pelgrimstoegang tot de stad, de Porta do Camiño. Het museum toont zowel de diepte als de eenvoud van het leven in Galicië gecentreerd rond visserij en landbouw, de twee pijlers van overleven door de eeuwen. Een kapel in de aanpalende gotische
visserij en landbouw, de twee pijlers van overleven door de eeuwen
Praza da Paz: ‘de joviale pelgrim met open armen’. Foto: Ad Gruijters
49 Jacobsstaf
Destino Santiago
Geschiedenis & Cultuur
kerk is nu het pantheon van illustere Galiciers. In het begin van de veertiende eeuw vestigden de bedelorden van franciscanen en dominicanen zich in Santiago en bouwden kloosters buiten de muren van de stad. De kloosters van San Domingos de Bonaval, Belvís en San Francisco werden alle in die tijd gesticht. We gaan omhoog door het park van San Domingos, geopend in 1994 en voor een deel aangelegd op de oude gemeentelijke begraafplaats. Nu is het een geliefde wandel- en ligplek voor de inwoners van Santiago, met over de daken zicht op de torens van de kathedraal. Ook het Parque do Monte da Almáciga biedt een magnifiek uitzicht op de stad. We komen op de Praza da Paz, waar de uitvalsweg naar A Coruña begint. Midden op de rotonde staat het monument van de joviale pelgrim met open armen. Aan het Parque de San Caetano liggen de gebouwen van de administratie van de Xunta de Galicia, de regionale overheid. Langs de Camino Inglés lopen we terug naar de oude stad. We komen langs twee kloosters tegenover elkaar: het Convento de Santa Clara, met een gevel in kubistische barok, en het Convento del Carmen, met een gevel uit de achttiende eeuw in de sobere stijl van de karmelieten. We betreden de oude stad via de verdwenen Porta da Pena. Rechts zien we het Convento de San Francisco, nu een luxe hotel. Langs de Facultade de Medicina uit 1928 komen we bij de kathedraal. De wandeling heeft een lengte van 5 à 6 kilometer. De Mercado de Abastos is open van 7.00 tot 15.00 uur, behalve op zondag. Het Museo do Pobo Galego is open dinsdag t/m zaterdag van 10.30 tot 14.00 uur en van 16.00 tot 19.30 uur en zondag van 11.00 tot 14.00 uur.
Voornaamste bron: Beatríz Castro Díaz y Mercedez Lopéz-Mayán, Historia de Santiago de Compostela, Vía Lactéa Editorial, 2011.
Puzzel Kriskras door Santiago. Onze puzzelmaker wilde zelf ook wel eens in Santiago rondkijken. Hij bezocht er musea, pleinen, kerken, hotels en heel veel restaurants en bars. Zoveel dat bij thuiskomst in zijn hoofd alle namen door elkaar liepen. Net als in deze Woordzoeker. De namen staan horizontaal, verticaal, diagonaal, en soms achterstevoren. Los de puzzel op door middel van het wegstrepen van de woorden uit de lijst die u in het diagram terugvindt. Als alle woorden gevonden zijn, blijven er letters over die samen in leesrichting de juiste weg naar Santiago aangeven. Zend uw oplossing uiterlijk 5 januari 2014 naar:
[email protected] of naar Jacobsstaf, Janskerkhof 28a, 3512 BN Utrecht. Onder de inzenders van de juiste oplossing wordt een boekenbon van 30 euro verloot. Succes! De juiste oplossing van de puzzel in Jacobsstaf 99 is: Mirambeau, een etappeplaats aan de Via Turonensis, tussen Saintes en Bordeaux. Er kwamen veel goede oplossingen binnen, waaruit als winnaar werd getrokken: Michel Rutjens uit Horn. Hij heeft het boek Waar regen kunst is van Marielle Saegaert ontvangen.
Algalia Altamira Atulla Avenida Barbantes Bastavales Bertamirans Bicoca Bonaval Boroa Botafumeiro Boteco Cabildo Cambalache Candilejas Casino Catedralicio Cayado Central Cestanos Churrasquita Cotolay Croques Derby Dezaseis Elefante Entrecercas Escoffier Etnografico Farggi Ferradura Finca Fonseca Fornas
Jacobsstaf 50
Fuentes Gambrinus Girasol Gondola Gotica Herradura Immaculata Incontro Industrial Kunsthalle Kyoto Labrador Manolo Marcelo Maria Castana Marte Mercadito Milladoiro Monroy Moure Oafiador Obeiro Obispo Obradoiro O Ferro O Gato Negro Paradela Paredes Pasaje Pecaditos Pena Petiscos Pineiro Piorno
Pobo Galego Pousada Praterias Puente Pumar Quintana Ramallosa Rapido Reboredo Ribadavia Roberto Roompedra Rosalia Roxos San Jaime Santiaguino Sanxuas Senra Sixto Sotano Tagliatella Tamboril Tangueiro Tato Tertulia Tita Universidad Ventosela Villestro Xantares Xelmirez Yunque
E
N
T
R
E
C
E
R
C
A
S
X
E
O
R
I
E
U
G
N
A
T
O
O
I
S
P
A
O
T
I
D
A
C
R
E
M
I
R
M
A
L
O
S
U
G
T
T
E
U
N
N
N
R
N
P
I
O
A
L
I
G
L
A
R
I
A
N
A
A
N
A
R
N
C
A
T
E
M
E
S
A
B
M
E
G
T
R
L
I
I
T
A
R
O
F
O
I
I
T
M
B
O
T
A
F
S
I
S
R
T
T
R
V
O
T
I
D
N
U
A
R
A
S
L
O
D
I
O
I
E
R
A
A
A
E
E
N
P
A
T
E
G
M
C
B
L
A
A
R
T
S
L
A
M
E
P
F
T
R
E
M
R
G
U
P
U
E
A
M
V
C
N
E
L
C
I
D
I
Z
A
A
S
G
O
A
I
L
L
M
M
I
I
A
E
A
I
D
R
O
D
O
T
A
R
I
R
D
N
R
A
I
A
O
A
R
V
G
V
I
A
O
O
S
O
R
S
P
D
O
O
E
T
C
R
A
L
O
B
O
C
H
U
R
R
A
S
Q
U
I
T
A
O
F
A
Z
A
E
A
T
A
R
A
O
G
E
L
A
G
O
B
O
P
V
D
T
A
U
O
A
B
L
S
E
M
S
A
N
J
A
I
M
E
D
E
R
B
Y
R
Y
R
E
R
S
T
O
B
L
O
S
A
R
I
G
I
A
T
U
L
L
A
E
O
U
A
N
A
E
A
K
L
L
F
I
N
C
A
L
A
C
I
T
O
G
B
T
D
N
V
T
L
I
A
U
S
A
N
R
O
F
L
M
O
N
R
O
Y
O
O
N
A
Q
A
E
I
S
C
N
O
R
I
O
D
A
R
B
O
L
B
P
R
E
L
E
C
U
R
S
R
C
A
S
F
F
I
S
D
R
O
X
O
S
E
B
E
T
H
U
T
E
O
C
Q
O
I
T
E
E
S
O
N
A
T
S
E
C
S
E
E
N
S
P
Q
A
A
A
U
T
L
H
R
R
I
T
E
N
M
R
A
S
A
R
U
O
U
O
L
L
C
T
I
O
U
A
R
R
C
A
O
S
O
D
O
A
D
T
E
G
C
D
A
G
E
E
N
L
T
L
O
A
U
N
X
S
I
B
N
J
S
A
C
R
E
L
V
A
S
D
T
A
R
L
R
D
A
O
A
T
I
R
A
E
A
M
A
A
N
I
A
L
N
R
A
Y
E
E
N
U
A
L
O
S
R
E
Y
L
L
I
L
F
T
B
N
I
O
A
N
E
T
M
R
R
I
S
P
E
A
I
A
I
E
R
O
I
R
A
O
A
F
L
A
P
U
B
S
A
P
O
D
N
M
F
V
D
D
A
D
C
A
C
B
E
R
I
D
I
A
O
A
O
O
P
E
R
U
F
E
N
A
N
N
O
L
F
E
N
A
C
N
N
R
K
L
E
J
A
S
A
P
O
N
A
R
S
O
A
S
E
R
O
X
I
E
I
Y
O
A
D
A
S
U
O
P
C
I
C
A
N
G
I
R
C
U
S
D
O
E
O
N
T
A
M
B
O
R
I
L
S
D
T
P
R
E
A
A
A
E
D
R
B
T
A
S
E
T
N
A
B
R
A
B
E
A
O
H
O
S
C
S
I
X
T
O
O
M
51 Jacobsstaf
t PuzzelPeertjeTM
B
Destino Santiago
Freek van der Veen
Wonen in Santiago
Santiago: stad van twee werelden Marielle Saegaert over haar stad
I
Marielle Saegaert in de Rúa de San Pedro. Foto: Freek van der Veen
In Jacobsstaf 99 verscheen de eerste bijdrage van Marielle Saegaert vanuit Santiago. Freek van der Veen zocht rie Marielle op en sprak met haar over de stad en haar beMa woners. Al woont ze er nu al ruim twaalf jaar, voor Marielle Saegaert is het wonen in Santiago nog steeds bijzonder. Ze ontdekt al wandelend door ‘de oude zone’ , zoals ze de binnenstad noemt, in straatjes en steegjes nog steeds dingen die haar nooit eerder zijn opgevallen, zoals een detail op een voorgevel, een balkonnetje of een oude muurschildering. Het liefst gaat ze naar het park Alameda om te wandelen door de lanen en te genieten van de stilte. Of ze luistert en geniet van de muziek tijdens een van de vele concerten op de Praza das Praterias en het Praza da Quintana: bekende pleinen in hartje Santiago waar de arriverende pelgrims elkaar ontmoeten.
Windeieren Waarin een stad als Santiago zich onderscheidt van steden als Granada, Málaga en Valencia, is dat de stad het eindpunt is van de camino. Deze begint ook voor Spanjaarden steeds populairder te worden. Niet in de laatste plaats, zo vertelt Marielle, door de pauselijke bezoeken van Johannes Paulus II (1989) en Benedictus XVI (2010) aan de stad. Bij het graf van de heilige Jacobus in de crypte van de kathedraal is een citaat van Johannes Paulus II als inscriptie aangebracht, waarin hij stelt dat het samenzijn van volkeren is verbonden met de camino. Tevens is van beide pausen een beeltenis aangebracht in de kathedraal. Voor Santiago, stelt Marielle, is de camino ook economisch van groot belang. Er gaat veel geld om in en op de Jacobsstaf 52
camino en het bezoek van zoveel pelgrims legt de stad geen windeieren. In de stad zelf staat de kathedraal letterlijk en figuurlijk centraal. Wie Santiago zegt doelt vooral op de kathedraal. De pelgrims die na een lange tocht in Santiago aankomen, begeven zich in eerste instantie richting kathedraal en verzamelen zich op de Praza do Obradoiro. Daar ontmoeten ze de mensen met wie ze tijdens de tocht zoveel hebben gedeeld.
Verlegen Voor de inwoners is de kathedraal niet zozeer een gebouw om het geloof te belijden en te beleven, maar meer een symbool voor hun stad. De inwoners zien hoe hun stad elke dag weer vol loopt met pelgrims, ze zijn helemaal gewend aan hun komst en het valt ze eigenlijk niet meer op. Ze weten echter vaak niet hoe hierop te reageren. In het directe contact kunnen ze wat verlegen zijn, want veel inwoners spreken geen Engels en kunnen niet echt met de pelgrims converseren. Voor Marielle zelf is het feit dat zovelen Santiago als einddoel hebben heel inspirerend, vooral de sfeer die het met zich meebrengt: zo veel mensen uit allerlei culturen die een groot deel van het jaar in de stad rondlopen. Maar de Compostelanen zelf zie je niet vaak op het Praza do Obradoiro. Ze hebben zo hun eigen plekken om elkaar te ontmoeten. Marielle: ‘Hier zie je wel verandering in komen. Mensen in de stad leren Engels spreken om op z’n minst de pelgrims welkom te kunnen heten en hen wegwijs te maken in hun prachtige historische stad die zoveel mensen tot de verbeelding spreekt.’ Wie is Marielle Saegaert? Marielle Saegaert woont sinds 2000 in Santiago. In Nederland studeerde ze Spaans en Europese Studies. Voor haar stage ging ze naar Santiago en vestigde zich daar definitief na haar afstuderen. Naast haar werk als salesmanager bij een papierfabriek is ze zich gaan toeleggen op het schrijven. Ze publiceerde inmiddels een roman en onlangs verscheen het boek Waar de regen kunst is. Leven in Santiago. Hierin schrijft ze in korte bijdragen over de stad en de mensen. Het boek wordt momenteel vertaald in het Spaans.
Een plek ter grootte van mijn hand De boom van Jesse groeit hier in het kerkportaal: als een pilaar Waar elke pelgrim pas zijn hand op legt aan het einde van zijn tocht. Vijf holten, elk van hen een vingerhoed gelijk, bewaren daar Het spoor van ieder die in duizend jaar dit oord bezocht. De achterzijde van de zuil vertoont het zelfbeeld van Mateo De meester-houwer; hier kan een ander ritueel beginnen: De pelgrim vlijt zijn hoofd tegen het zijne en ‘gratias sit Deo’ Mateo’s wijsheid, zegt men, stroomt bij hem naar binnen. Mijn vingers vonden zonder aarzelen hun plaats; ik raakte de in eeuwen uitgesleten holten aan, er schokte spanning door mijn ziel, slechts voor een ogenblik. Toen ben ik omgelopen naar Mateo, met een bedeesde knik Beroerde ik zijn hoofd; hij bleef onaangedaan. Toch ben ik zeker van die schok: ik kijk hem er op aan. Tijs Dorenbosch
53 Jacobsstaf
Destino Santiago
Geschiedenis & Cultuur
Marielle Saegaert
De prijs van een onwerkelijke droom De Cidade da Cultura de Galicia op de Monte Gaiás
neemt bij het naderen alleen maar toe. Bij de geboorte op de tekentafel eind vorige eeuw was het complex bedoeld als moderne tegenhanger van het middeleeuwse Obradoiroplein en zijn kathedraal, en moest het ‘verleden, heden en toekomst in zich verenigen’.
H
Cidade da Cultura: links de twee gebouwen met torens die een afspiegeling vormen van de torens van de kathedraal. Foto: P. Lameiro
Dee re regering van Galicië droomde van een reg tweede kathedraal in Santiago, een stad van cultuur. cultuur ltuur Ze maakte een plan, stak er geld in, zette een fascinerend gebouw neer en … er is geen mens te bekennen. Marielle Saegaert ging op onderzoek uit. Net iets buiten Santiago, op een hoogte langs de snelweg, ligt een imposant en ’s avonds immer fel verlicht complex van moderne gebouwen. Met hun glooiende vormen en over vele hectares uitgestrekte flanken vormen ze een opvallende onderbreking in het groen van het heuvelachtige landschap. Dit is de Cidade da Cultura de Galicia (Stad van de Cultuur van Galicië): vier peperdure nieuwe gebouwen die de opdracht mee hebben gekregen een internationaal centrum van culturele activiteiten te vormen. In 2011 zijn de bibliotheek en het archief geopend door kroonprins Felipe van Spanje. De architectonische bravoure van de imposante gebouwen valt op grote afstand al op en Jacobsstaf 54
Faraonisch complex Aan het eind van de jaren negentig schreef de autonome regering van Galicië onder leiding van zijn toenmalige president Manuel Fraga, een zwaargewicht in de Spaanse politiek, een concours uit voor het ontwerpen van een project dat de stad in het culturele middelpunt van de wereld zou plaatsen. Deze hypermoderne Cidade da Cultura zou op één lijn moeten staan met het Guggenheim Museum Bilbao, het Museum of Modern Art in New York, en theater La Scala in Milaan. De regionale regering bood een riant budget en de Amerikaanse architect Peter Eisenman die de opdracht kreeg, bleek al snel en gretig gebruik te maken van de aangeboden financiële vrijheid. Het culturele complex zou bestaan uit zes gebouwen, waaronder een bibliotheek, een museum, een archief en een theater. De weinige critici vroegen hoe men ooit binnen het budget zou kunnen blijven met een dergelijk ontwerp en hoe men er genoeg publiek voor zou kunnen vinden in dit dunbevolkte deel van Spanje. Aan hun geluid werd echter geen aandacht geschonken. De Monte Gaiás was de uitverkoren bestemming en werd zelfs van zijn top ontdaan. Zo’n
60.000 vierkante meter werd geprepareerd voor de bouw die in 2001 begon. Met een budget van 108 miljoen euro, net iets minder dan het Guggenheim Museum Bilbao, zou de droom van de oude Fraga in drie jaar werkelijkheid worden. De parlementaire oppositie heeft altijd fel van leer getrokken tegen dit ‘faraonische’ complex dat alleen zou dienen ter meerdere glorie van Fraga c.s. en van de ijdele architect. De Compostelanen kregen een sprankje hoop toen de Partido Popular de regionale verkiezingen in 2005 verloor en de socialistisch-nationalistische oppositie het roer over nam. Helaas kwam er ook van hun verkiezingsbeloftes niet veel terecht en werden de enorme kosten niet in toom gehouden; plotseling verdedigde de nieuwe regering het megaproject alsof het haar eigen idee en droom was. De kritische stemmen werden gesmoord en hun eigenaren gemeden.
Afzichtelijke bouwputten Maar de droom, van wie die dan ook was, is niet uitgekomen. Ondanks de hoogstaande architectuur en de groots opgezette vormgeving van originele ideeën, doet het complex koud aan en zijn er zeer weinig bezoekers te vinden. Het geheel geeft zelfs de indruk nog lang niet af te zijn. Er staan nog bouwhekken, de greppeltjes langs de strakke gebouwen zijn niet netjes afgewerkt en bovenal: tussen de gebouwen liggen twee enorme en afzichtelijke bouwputten die de pracht van de moderne bouwwerken geweld aandoen. Na tien lange jaren, getekend door vertragingen, ( financiële) schandalen en steeds luidere kritiek van de tegenstanders, zijn slechts vier van de zes gebouwen afgemaakt. Die gerealiseerde gebouwen trekken over het algemeen maar weinig bezoekers, ook al doet de regering haar uiterste best de zalen te vullen met voorstellingen en concerten. Twee gebouwen met torens vormen een afspiegeling van de torens van de werkelijke kathedraal, en de binnenplaats is bedoeld als spiegelbeeld van het beroemde Obradoiro in de oude binnenstad. In het originele plan was er plaats ingeruimd voor nog twee gebouwen, maar de bouw daarvan is recentelijk definitief afgelast. De uiteindelijke omvang van het complex komt overeen met die van het historische
deel van de stad; meer dan twee keer de omvang die men aanvankelijk in gedachten had.
Lege schappen De Compostelanen zijn, nodeloos te zeggen, niet bepaald te spreken over de Cidade da Cultura. Het complex is hun tegenwoordig een doorn in het oog. Het oorspronkelijke budget van 108 miljoen euro is ruimschoots overschreden; de verwachting is dat de kosten uiteindelijk een half miljard euro zullen bedragen. Maar officiële cijfers, zo vreest men, zullen nog wel even op zich laten wachten. De kosten zijn zo exorbitant hoog opgelopen dat maar weinigen in de stad nog bewondering kunnen opbrengen voor het imposante staaltje bouwkunde. Waarom moest hier zo ontzettend veel geld uitgegeven worden aan een cultureel complex van wereldomvang in een stad van nog geen honderdduizend inwoners? De bibliotheek moest volgens de wens van de toenmalige regering ruimte bieden aan ‘een miljoen boeken’ die alle in Galicië gepubliceerd moesten zijn. Met als gevolg dat de meerderheid van de schappen vandaag de dag vrijwel leeg is. En dat terwijl er op openbare bibliotheken door heel Galicië heen scherp bezuinigd wordt. In de oude zone van de stad, op het Obradoiro, wandelen dagelijks duizenden pelgrims, toeristen en Compostelanen in het zicht van de majestueuze eeuwenoude kathedraal. Hier op de winderige heuvel Gaiás dwaalt slechts het spook van de ijdelheid door de enorme, lege gebouwen. Kijk op Cidadedacultura.org/ voor meer informatie.
55 Jacobsstaf
Biblioteca de Galicia. Cidade da Cultura. Foto: Luis Miguel Bugallo Sánchez (CreativeCommons.org)
Destino Santiago
Studeren in Santiago
Joke van der Wees
‘Heeft u een baan voor mij?’ Studeren in Santiago
S
Santiago aan de Compostela is een echte studentenstad, al merk je daar in de oude stad niet veel van. De universiteit behoort tot de oudste ter wereld, en dateert van 1495. Er zijn meer dan 45.000 studenten die onderwezen worden door meer dan 2000 docenten. In Santiago zijn twee campussen, een in het noorden van de stad, de ander in het zuiden. Daar vind je de meeste studenten. Joke van der Wees sprak met drie van hen over hun studie, de stad, hun leven en hun idealen.
Beatrice (23) heeft het goed geregeld met haar vader: hij betaalt haar 1200 euro collegegeld en zij werkt in haar vrije uren in een van zijn twee kledingwinkels. Beatrice studeert aan de Escola Universitaria de Traballo Social en wil maatschappelijk werkster worden en werken in een gevangenis. Santiago heeft geen gevangenis, dus ze zal moeten verhuizen na haar diploma. Tot dat moment woont ze met haar vriendje, die een baan heeft als meubelspuiter, in een appartement van 65 m2 voor 250 euro per maand, vlak bij de overdekte markt van Santiago. De opleiding duurt vier jaar in totaal, ze is net over de helft. Maatschappelijk werksters moeten veel rapporteren, vindt Beatrice, en daar ziet ze wel tegen op. Het zal niet makkelijk worden om een baan te krijgen. Op elke vacature komen zo veel sollicitanten dat werkgevers overgaan op uitgebreide selectietestdagen, nog voordat met de mensen gesproken wordt. De sociale zekerheid is in Spanje redelijk geJacobsstaf 56
regeld: er is een bijstandsuitkering voor de allerarmsten. Ze is boos op de regering en zegt: ‘Als ik 1000 euro steel ga ik de gevangenis in, maar er zijn mensen in hoge banen, die bestelen het land ongestraft.’ Ze werd geboren in Santiago en verhuisde op haar achtste jaar naar de Canarische Eilanden, waar haar vader een souvenirwinkel begon. Op haar zestiende verhuisde het gezin, voor haar opleiding, weer terug naar Santiago. Haar vijftienjarige broer zit nog op de middelbare school. Gevraagd naar haar droom, noemt ze enthousiast het wonen en werken in de Big Apple New York. ‘Wie wil daar niet heen?’, vraagt ze retorisch. Dan vertelt ze direct, en met grote verontwaardiging, over een documentaire over de gezondheidszorg in Amerika. Er worden daar soms mensen niet geholpen omdat ze niet verzekerd zijn. In Spanje is alle gezondheidszorg voor iedereen toegankelijk; tegen medicijnkosten kun je je apart verzekeren. Nu ze dit zo tot zich door laat dringen, is haar droom ook wat minder geworden, moet ze toegeven. ‘Amerika, ach, dat gaat nooit lukken,’ geeft ze aan, ‘maar Finland, daar is het heel goed geregeld!’
Eduardo (23) zit in de berm op de heuvel die uitkijkt over Santiago en leest zijn dictaten. Hij heeft zojuist de colleges van die ochtend afgesloten en is lopend op weg naar zijn kamer. Hij noemt zichzelf de armste student van Spanje, nu hij zijn beurs voor de studie filosofie aan de Universiteit van Salamanca heeft verspeeld, omdat hij het eerste jaar heeft onderschat en niet voldoende punten haalde. Op eigen kosten is hij nu opnieuw begonnen aan de Universiteit van Santiago, de stad waar hij geboren is en waar ook zijn ouders wonen. Zijn ouders springen financieel bij, de studie en het leven in Santiago zijn goedkoper dan in andere universiteitssteden en hij heeft een bijbaantje als vertaler Spaans – Galicisch, waarbij het doorgaans om zakelijke documenten gaat. Eduardo weet niet beter, al die pelgrims het hele jaar door, maar hij zal zelf nooit gaan lopen, zegt hij, hij gelooft niet zo in de magie van de camino. Als student filosofie ziet hij voor zichzelf in Spanje maar één toekomst: lesgeven. Andere banen kun je met deze studie niet krijgen, weet hij. Het zou kunnen dat hij toch nog overstapt naar de richting antropologie. Hij spreekt zich nog maar niet uit over waar hij over vijf jaar denkt te zijn; alleen dit: dan is hij vast wel getrouwd met zijn huidige vriendin! Hij heeft één advies voor alle pelgrims: ‘Ga eten bij A Catro, het beste Galicische eten van de stad!’ Nelson (24), in Parijs geboren uit een Portugese vader en een Galicische moeder, kwam op zijn vijtiende jaar in Galicië wonen. Hij is bezig met het laatste jaar van zijn master rechten. Zijn hele studie is met een beurs gefinancierd, verdiend met zijn goede cijfers. De beurs is een schenking, zodat hij schuldenvrij afstudeert. En daarna? Nelson antwoordt met een wedervraag: ‘Heeft u een baan voor mij?’ Hij heeft geen enkel vertrouwen in een spoedige verbetering van de arbeidsmarkt
en beseft goed dat hij met zijn specifieke studiekeuze niet gemakkelijk in andere landen terechtkan. Veel vrienden zijn werkzaam in andere banen dan waarvoor zij zijn opgeleid. Het wettelijk minimumloon in Spanje is flink naar beneden bijgesteld, weet Nelson. De Universiteit van Santiago is niet de beste van Spanje, maar doordat het een van de oudste en bekendste universiteiten is, trekt zij veel studenten. De studie geneeskunde staat heel goed bekend en is ook de duurste opleiding, 2000 euro collegegeld. Nelson noemt het leven in de stad goedkoop. De pelgrims vindt hij een mooie aanvulling op het karakter van de stad, maar ‘ze zijn er meestal te kort om het echte Santiago te ontdekken en ze eten te vaak bij de toeristische tentjes’. Er is een reisorganisatie die in haar programma ook een bezoek aan de universiteit heeft opgenomen: groepen toeristen die langs de collegeruimtes worden geleid en studenten fotograferen. ‘I can sue them for that you know’, lacht hij. (advertentie)
Wilt u pelgrimsroutes op een comfortabele manier wandelen? Alleen of met uw eigen gezelschap? Met gereserveerde hotelletjes en met vervoer van bagage? Met een uitgebreide routebeschrijving? Bel 06 233 791 31, kom langs op de Lange Hezelstraat 32 in Nijmegen of bezoek onze website www.topo-aktief.nl
57 Jacobsstaf
Destino Santiago
Groeten uit Compostela Naar sommige plekken komen veel mensen, en die drukte trekt steevast nog meer bekijks. Er valt iets te bekijken en er valt dus ook iets te verdienen. Santiago onttrekt zich niet aan de kleine neringdoenden en profeten die het van massatoerisme moeten hebben: de gaita-speler die tot gek wordens toe doorgaat met zijn harde, doordringende muziek of de middeleeuws aandoende pelgrim die waarschijnlijk gewoon postzegels verkoopt of reclame maakt voor een restaurant.
Foto: Wilma Tielemans
Foto: Ad Gruijters
Jacobsstaf 58
Sylvies column
Sylvie naar Santiago Sylvie
Gelukkig bleven de geestelijken van mijn heuvel weg
Sylvie, uitbaatster van een pelgrimsauberge onder de rook van Antwerpen, schrijft elke Jacobsstaf een column over haar belevenissen.
Voilà, dat doet mij nu deugd, dat er eens een groot gedeelte van uw orgaan over Santiago zelf gaat en niet alleen maar over wat de pelgrims er op weg naar toe allemaal overkomt. Hoe ze zichzelf tegenkomen of juist niet. Hoe ze in moeilijke omstandigheden gered worden door een figuur die ineens op komt duiken en van wie ze naderhand beseffen dat het d’n apostel zelf moest zijn. De ervaring van de Emmaüsgangers zou er nog bij verbleken als ge de vertellers moogt geloven. ’s Avonds bij mij aan de toog na het pelgrimsmaal zijn er ook weleens van die verhitte discussies. Wat nou belangrijker is, de weg of het doel? Het is dat er nogal eens een Triple of ne Duvel extra bijbesteld wordt, dus zo lang het goed is voor de vertering, zult ge mij niet horen, maar ik denk ook wel eens: allez stap ’t af. ‘Sylvie, hebt ge zelf de tocht al eens gemaakt?’, vroeg een van mijn gasten laatst. Ja zeg, ziet ge me al lopen op mijn pumps die zoals iedere vrouw weet, vooral gemaakt zijn om mee te zitten – en mannen te behagen, maar dat terzijde. Gelukkig kan ik op die vraag tegenwoordig met een gerust hart ‘ja’ antwoorden. Ik ben verleden jaar met een spirituele reis van onze parochie mee naar Santiago geweest. En een ding kan ik u daar op zeggen: daar was het doel belangrijker dan de weg. Toen ik Autocars Vercruijsse met d’n Jos aan het stuur het kerkplein op zag komen, wist ik het al. Dat wordt misère. Met diezelfde firma ben ik ooit eens als communicantje mee op bedevaart naar Scherpenheuvel geweest. Er waren toen zitplaatsen te weinig en om beurten moesten we bij meneer pastoor op schoot zitten. Enfin, het waren andere tijden en we wisten toen niet wat we nu weten, zullen we maar zeggen. Gelukkig waren er deez keer zetels genoeg en bleven de geestelijken van mijn heuvel weg, maar om nu te zeggen dat de reis een spirituele beleving was ... of het moest zijn dat d’n Jos voortdurend aan zijn kruis zat te krabben. Ge kunt beter de chauffage wat hoger zetten, zei ik, maar die bleek niet te marcheren. Midden in de herfst waarin het volgens Ukkel veel te koud voor het jaar was. En ik heb al zo’n zwakke blaas. Gelukkig waren er onderweg uitgebreide stops. Maar, als ge mij nu vraagt: Sylvie: wat weet ge van Reims, Chartres, Poitiers, Burgos en León?, dan zal ik u zeggen: awel, daar kunt ge eens rustig en op uw gemak naar het toilet. Enfin, uiteindelijk zijn we toch in Santiago geraakt en ik moet zeggen, een mooie stad, daar zou ik best nog eens naar terug willen. Chique winkels en uitstekende restaurants. En meneer pastoor had zelfs een audiëntie bij de deken geregeld. Een charmante man, zoals ge elders in uw blad kunt lezen. Daar zou ik nog wel eens mee onder de lakens willen. Dus voor mij niet de weg (en zeker niet met Autocars Vercruijsse), maar het doel, maar dat zeg ik natuurlijk niet tegen mijn gasten als ze ’s avonds aan den toog nog een slaapmutsje nemen. Dan doe ik of ik diep moet peinzen en zeg dan langzaam: ‘De weg is het doel, maar zonder doel hebt ge geen weg.’ Santé! Amitiés, Sylvie 59 Jacobsstaf
Destino Santiago
Herman Vuijsje
Pelgrimeren
Comeback kid op de camino
I
In 1989 maakte Herman Vuijsje zijn ‘omgekeerde’ pelgrimstocht van Santiago naar ke Amsterdam en schreef daarover het boek Am Pelgrim zonder God. Ter gelegenheid van dit jubileumnummer gaat hij bij zichzelf te rade en vraagt zich af: wie is er in die kwarteeuw het meest veranderd, de camino of ikzelf ? ‘De vloer van de keuken is geplaveid met stukken steen van bijna een vierkante meter. Midden in de ruimte smeult een vuur, onder een hoge schoorsteen. Ik ga me tegoed doen aan droge worst, heel dik wit spek, grijs brood en veel wijn. De halve varkenskop die voor me ligt met zijn rij grote bruine tanden laat ik nog maar even rusten. De boer gaat mee-eten. Hij pakt de varkenskop, en kiest nauwkeurig een lekker stuk uit; hij haalt een mooi stuk weg tussen de oogholte en de bovenlip.’ Vraagje: wanneer is dit geschreven? Is Domenico Laffi hier aan het woord, de Italiaan die in 1681 een ijzingwekkend pelgrimsverslag afleverde? Zijn landgenoot Francesco Piccardi uit 1472 dan misschien? Nee, het citaat dateert van 1970. Dat jaar publiceerde Hans Burgman een bescheiden boekje over zijn tocht naar Compostela, onder de al even bescheiden titel Dagboek van een pelgrim. Een jaar tevoren was Burgman, priester en filosoof, naar Santiago getrokken. Met zijn reisverslag liep hij vooruit op de golf van Santiagoliteratuur die pas twintig jaar later op gang zou komen. Burgmans verhaal is een juweeltje van toegewijd waarnemerschap en ingehouden humor. Als de boer hem uitnodigt ook toe te tasten van de varkenskop, excuseert hij zich bijvoorbeeld haastig: hij moet hoognodig verder om die dag Ligonde, Lestedo en Arzúa te halen. Jacobsstaf 60
Ligonde! Meteen drijven me weer de kinderstemmen tegemoet die ik hoorde toen ik in 1989 op mijn eigen pelgrimstocht dat Galicische dorpje naderde: ¡Llega un peregrino! Later las ik dat ook Karel V en Philips II in het gehucht hebben overnacht op hun tocht naar de apostel. Tussen hun tijd en de tocht van Burgman was er langs de camino niet al te veel veranderd. Spanje was nog geen lid van de EEG, Galicië was aan de rafelrand van Europa half in de middeleeuwen blijven steken. Tegenwoordig is de EU diep doorgedrongen in Spanje, ook op het Galicische platteland bracht ze asfalt en beton op grote schaal. Het pelgrimstoerisme wordt op moderne leest geschoeid. Zandpaden worden geasfalteerd, boompjes geplant om de pelgrim op de kale Meseta voor de zon te behoeden. En wegwijzers neergezet, wegwijzers en bordjes tot je er gek van wordt.
Complete kermis In 2004 was ik terug bij de Ermita de Perales, een afgelegen kerkje in de buurt van Sahagún waar ik in 1989 pauzeerde. Behalve het kerkje was er toen niks – totale verstilling. Nu trof ik er een complete kermis van picknickzitjes, plaquettes met uitleg, een verhard pad met een maffe nikkelen poort eroverheen en marmeren zuiltjes die de afstand tot Compostela aangaven. Verdwalen op de camino kan niet meer. Het is goed bedoeld en begrijpelijk allemaal. Spanje wil meetellen in de wereld van doelgerichtheid en efficiëntie; verdwalen op een zandweg past daar even goed bij als een varkenskop op een ruwhouten tafel. Pelgrims, die willen toch naar Santiago? Laten we ze dan helpen om de apostel zo snel mogelijk te bereiken – zo ongeveer zullen ze redeneren, de apparatsjiks van het pelgrimstoerisme. Alleen lopen ze daarmee een ronde achter.
Nog meer dan vroeger onderscheidt Santiago zich van andere bedevaartsoorden doordat niet de aankomst telt, maar de weg. Doelgerichtheid en efficiëntie? Daarvan is ons dagelijks leven al tot berstens toe doordrongen. We gaan juist op pelgrimstocht om daarvan eens een keer verlost te zijn. Een pelgrimage gaat niet meer over voleinding of beloning, maar over zelfinzicht en harmonie met je omgeving. Het laatste wat daarbij telt, is het volgen van de kortste weg. ‘De kortste weg naar zelfinzicht’ is een interne tegenspraak. Dat wist Nescio al, de schrijver en wandelaar wiens boeken verschenen in de Nimmer Dralend-reeks. ‘Wat akelig,’ schreef hij daarover eens, ‘iemand die nooit draalt. Je leeft pas als je zoo’n beetje draalt.’ Frédéric Gros denkt er precies zo over. In zijn onlangs verschenen Wandelen, een filosofische gids schrijft hij: ‘Door openbare lanen wandelen kan alleen maar slenterend, zodat je minieme ontdekkingen kunt doen, die een verrukking vormen voor de geest. Het is alsof de ziel, met een zoet lijntje afgeleid door het schouwspel van bloemen en horizonten, zichzelf een beetje vergeet.’ De nieuwe pelgrimsroutes die de laatste tijd uit de grond schieten, hebben dan ook weinig op met die kortste weg. Ze doen eerder denken aan De omweg naar Santiago, het bekende boek van Cees Nooteboom. San-
tiago ligt in Zuidwest-Europa. Maar wie vanuit het Friese Sint-Jacobiparochie het Jabikspaad volgt, wordt eerst naar het noorden gestuurd – naar Zwarte Haan, de Kaap Finisterre van Friesland – en daarna naar het oosten, net als het mannetje in het logo van het Genootschap van Sint Jacob. Die nieuwe pelgrimspaden schieten dus niet op en dat is precies de bedoeling. Hans Annink, die in 1980 Hans Burgman opvolgde met zijn boek Een late pelgrim op de Melkweg, heeft die gedachte mooi uitgewerkt. In een lezing op een pelgrimsbijeenkomst vertelde hij Santiago niet te zien als bestemming maar als keerpunt. Hij keerde er ook echt om en liep terug naar huis. Misschien begon toen pas de echte pelgrimstocht, zei hij: geen haast meer, geen doel, omwegen waren oké, tijd om alles rustig te overdenken.
Aandachtjunks ‘Aandacht’ was het woord dat me te binnen schoot toen ik hem dat hoorde vertellen. Tegenwoordig zijn we allemaal aandachtjunks. Steeds op het vinkentouw om aandacht van anderen te oogsten via ons netwerk, via onze successen, via de sociale media. Onze eigen aandacht voor de buitenwereld is navenant versnipperd geraakt. Pelgrimeren is in beide opzichten een verademing. Je kan het even stellen zonder die continue bevestiging door
‘Bordjes tot je er gek van wordt’. Foto: André Brouwer
61 Jacobsstaf
Destino Santiago
Pelgrimeren anderen én je gunt jezelf tijd om aandacht te hebben voor je omgeving. Het is het soort aandacht dat protestantse kerkgangers elkaar toewensen bij aanvang van de dienst. ‘Goede aandacht’ voor de grote dingen die zich aandienen als je loopt naar het eind van de wereld en het diepst van je ziel. Of juist voor de kleine. Hans Burgman deed onderweg een diepgravend vergelijkend onderzoek naar de West-Europese waslijnen. ‘Sommige gaan van links naar rechts, andere van rechts naar links. Er zijn maar weinig lijnen die geheel willekeurig zijn.’
Gebakken beeldjes In 2004, een heilig jaar in Santiago, werd mijn aandacht, of ik het wilde of niet, ook op heel andere dingen gevestigd. Het heilig jaar werd gesponsord door Mahou, een biermerk. Telecombedrijf Movistar leverde onder de slagzin Haz tu proprio camino (Maak je eigen camino) alle info die de pelgrim nodig heeft, zoals kaartjes, mooie vergezichten en leuke hotelletjes. Altijd en overal bereikbaar, biertje erbij – écht pelgrim! Maar één ding was niet meer verkrijgbaar: mijn favoriete pelgrimshebbedingetje. In 1989 was het in alle soorten en maten te koop: het houtgesneden beeldje van een patertje dat met wapperende soutane, zijn paraplu voor zich uit gestoken, optornt tegen de regen. Chove en Santiago staat erop, Het regent in Santiago. In 2004 vond ik één winkel waar ze er nog eentje hadden, maar het was mijn patertje niet meer, hij zag er fabrieksmatig uit en liep niet gebogen genoeg. De winkelier pakte de plumeau om het stof eraf te slaan, haalde z’n schouders op en zette hem terug. Dat patertje is klaarblijkelijk te serieus en te ‘katholiek’ voor de buspelgrims die nu de stad overstromen. Voor hen zijn er rijen gebakken beeldjes van de heilige met veel goud. En toverheksen en trollen met een pelgrimshoed op een brommer. Vroeger trok de camino ‘duizenden vechtersbazen en schooiers aan, grote groepen bedelende zigeuners, boeven uit heel Europa, wellustelingen, rondschooiende priesters, hoeren bij de vleet en nog veel meer mensen van het kwade leven in al zijn specialiteiten,’ schreef de Spaanse journalist Jesús Torbado. Toen was het, als pelgrims je dorp naderden, geraden je kippen en je dochters binnen te halen. Jacobsstaf 62
Tegenwoordig zijn pelgrims de meest fatsoenlijke – en kapitaalkrachtige – types die je je kunt wensen. Ze voldoen voor honderd procent aan de omschrijving uit Psalm 129: ‘Welzalig zijn zij die onberispelijk van wandel zijn.’ Nu zijn het de anderen, de bierverkopers en telecommers, de asfalteerders, toerismepromotors en trollenfabrikanten die de camino onveilig maken. Dé camino? Míjn camino! In zijn fameuze pelgrimsgids van 1982, destijds de enige toeverlaat voor pelgrims op de camino, duidde Don Elías Valiña Sampedro die bewust aan als tu camino. Precies raak was dat. Ook al weet je van al die miljoenen voorgangers – als je de camino aflegt, wordt die een beetje van jou. En gruw en knarsetand je bij een bericht als dit, over de ‘eerste Extreme spiritual MEGARACE’, die in 2011 op de Tiroler Jakobsweg werd gehouden: ‘Talrijke internationale Extrempilger zullen het uiterste geven om de Jakobsweg te bedwingen. Deze genadeloze strijd is ook de opmaat voor een wereldwijde reeks pelgrimswedstrijden. Voor het spirituele welbevinden van de Extrempilger is een ervaren Amerikaanse veldprediker en tele-evangelist beschikbaar. Deze van talloze tv-formats bekende verrassingsgast heeft veertig dagen lang onder de verschrikkelijkste omstandigheden in de Mojavewoestijn getraind om zich voor te bereiden.’
Tussenstop Tja, dat komt ervan als je terug blijft komen in Compostela – voor je ’t weet word je een ouwe zuurpruim. Een fatsoenlijk pelgrim gaat één keer ter bedevaart en daarmee basta, maar ik kon net als zoveel anderen de lokroep niet weerstaan, werd een comeback kid op de camino en betaalde daarvoor met ergernis. Maar die herhaalde bezoeken aan Santiago hebben me uiteindelijk ook een ander inzicht opgeleverd. Dat realiseerde ik me in 2007, toen ik opnieuw terug was, dit keer om in drie dagen het traject van Santiago naar Kaap Finisterre te lopen. Na mijn ‘omgekeerde’ pelgrimstocht van 1989 werd ik daarmee misschien de enige pelgrim die twee keer uit Compostela is vertrokken, maar er nooit is aangekomen. Tegelijk voegde ik me hiermee juist in de gro-
te stroom: steeds meer pelgrims beschouwen Santiago als een interessante tussenstop maar lopen door naar Fisterra om pas daar hun tocht te beëindigen. Wie dat erbij doet, slaat drie vliegen in één klap. Hij vindt aan de boorden van de oceaan een onmetelijk altaar voor een meer eigengereide spiritualiteit dan de kathedraal in het bedompte stadje kan bieden. Hij krijgt ook een laatste mogelijkheid om nog iets van het prehistorische Galicië te ervaren. Hier, waar het land bijna in zee tuimelt, kom je ze nog tegen, de in het zwart geklede mannetjes en vrouwtjes achter het ossenspan of voorovergebogen in hun minuscule veldjes. Maar de belangrijkste reden om die laatste dagen eraan vast te knopen, is het uitstel. Nog even ..., nog even verwijlen in die grazige weiden van het pelgrimsparadijs. Een paradijs dat geen bestemming is, maar een steeds wijkende horizon.
Compostela voorbij Het kerkje van San Julián de Moraime is nog niet opgeleukt met frutsels en snufjes, maar gespaard in zijn grootse staat. Onderweg naar Fisterra kwam ik er langs en trof er een hoogbejaard patertje dat de mis opdroeg voor een stuk of wat ook niet meer zo jonge parochianen. Hij kwam aangescheurd in een aftands autootje, hees zich in zijn soutane en voltrok daarna de hele mis in z’n eentje. ¡Palabra de Dios! Schuldbelijdenis. Ave Maria. Zegen. Hij kuste het boek, hief hostie en bokaal, nipte van de wijn. Het parochievolk zat en stond, knielde, prevelde en echoode. Hier geen zelfonderzoek of eigengereide spiritualiteit – hier gaat alles volgens het oude boek. En dat vlak aan die pelgrimsroute naar Fisterra, waar jonge, hippe pelgrims passeren die letterlijk en figuurlijk ‘Compostela voorbij’ zijn. De camino verdraagt en absorbeert het allemaal moeiteloos. De massale toevloed van buspelgrims die trollenbeeldjes komen kopen en van Extrempilger op prestatietocht. De wandel- en fietspelgrims op hun eenzame queeste. En de enkele vrome katholiek van de oude stempel. Je kunt in Santiago nog steeds een briefje scoren voor het hiernamaals. Die veelzijdigheid laat zien hoe goed de camino ook nu nog ‘bij de tijd is’. Ooit begonnen als een trucje voor de simpelen van
San Julián de Moraime. Foto: Davidh820 (CreativeCommons.org)
geest: een deal met God sluiten over korting op het vagevuur, met de Heilige Jacobus als makelaar. Nu, na een eeuwenlange reeks ups en downs, omgezwaaid naar het andere uiterste: een time-out om je met volle aandacht open te stellen voor jezelf en je omgeving, op de manier die jou het beste past. En die wegwijzers dan, het asfalt en de picknickzitjes? Ook daar komt de camino wel weer overheen. Het zou me niks verbazen als over tien, twintig jaar die boompjes zijn omgezaagd, het asfalt is weggehakt en de bordjes zijn verhangen of verdwenen, zodat pelgrims de geest in alle vrijheid kunnen laten dwalen. Of ze lopen via de satelliet op basis van een pelgrimsformat dat je kan programmeren volgens verschillende vrijheidsgraden. Met een persoonlijk ingestelde dwaalfactor, zeg maar. De openheid voor ieder die er wat mee wil, toont behalve de kwetsbaarheid ook de kracht van de camino. Het is en blijft een plek waar je zonder terughoudendheid tot jezelf kan keren – en met anderen kan verkeren. Daarom komt de camino altijd weer terug. En kom jij, als je niet oppast, altijd weer terug op de camino.
Herman Vuijsje met zijn favoriete pelgrimshebbedingetje. Foto: Marian van de Veen
Herman Vuijsje (1946) is socioloog en schrijver (en lid van ons genootschap). Hij schrijft over naoorlogse cultuurverschuivingen in Nederland. Van Pelgrim zonder god verscheen onlangs bij uitgeverij Atlas Contact de negende druk. 63 Jacobsstaf
Destino Santiago Zicht op Santiago vanuit Sarela de Abaixo. Foto: Ad Gruijters Jacobsstaf 64
65 Jacobsstaf
Liefde op de camino
Helen Albada
Waar de weg naar de sterren begint
S
Soms laat de roep om naar Santiago te gaan Som zich niet meer negeren. Een plotseling besef zic kan reden zijn om je rugzak in te pakken en de deur achter je dicht te trekken. Het overkwam Helen Albada. Als ik op 39-jarige leeftijd inzie dat mijn relatie van achttien jaar waarschijnlijk niet het eeuwige leven heeft, besluit ik een gedachte waar ik al jaren mee rondloop in praktijk te brengen. Met drie maanden onbetaald verlof op zak vertrek ik in mei 2011, in m’n eentje en met tien kilo bagage, te voet naar Santiago de Compostela. Op zoek naar de ultieme vrijheid. En ook een beetje op zoek naar mezelf. Na zo’n jarenlange relatie weet ik het ineens niet meer zo goed ...
Bejaarde Française in Miradoux Terugkijkend kan ik zeggen dat ik gevonden heb waar ik naar op zoek was. De vrijheid en ongebondenheid van het op weg zijn. De ontmoetingen met mezelf, die me gelukkig vrolijk maken. Maar ik vind ook nog iets anders
Thérèse Fardo schrijft in Helens pelgrimspaspoort. Foto: Helen Albada
Jacobsstaf 66
op mijn pad. Iets wat ik nooit, maar dan ook nooit van te voren heb bedacht. Een nieuwe liefde … Eigenlijk komt het allemaal door Thérèse Fardo; een bejaarde Française, nog kleiner dan ik. Aan het begin van mijn wandeltocht op de Via Podiensis ontmoet ik haar al. In haar oude, scheefgezakte huisje in Miradoux ontvangt ze wandelaars. Op 5 mei 2011 schrijft ze in mijn pelgrimspaspoort: ‘Joie et Lumière sur tes pas vers ton champ d’étoiles’. Thérèse drukt voorzichtig haar groene stempel in mijn pelgrimspaspoort. Ik ben toch maar goed terechtgekomen, zonder plan en zonder reservering. Heerlijk geslapen bij deze alleenstaande verpleegster in ruste in een plattelandsdorpje. Ze pakt mijn wandelgids en bekijkt de slaapadressen: ‘Is het goed als ik er wat tips bij schrijf ?’ De gids wordt opgefleurd met hartjes, kusjes en uitroeptekens. Bij haar voordeur zwaait ze me zingend uit: ‘Hélène, Hélène, ultreia, ultreia, jouw weg naar de sterren begint!’
Dagen later in Le Champ d’Étoiles ‘Zonder reservering vind je geen slaapplek in Condom’, zegt de beheerder van klooster La Romieu waar ik vannacht heb geslapen. Hij zoekt in zijn papieren naar een geschikt overnachtingsadres. Kijkend in mijn eigen gids valt mijn oog op het kriebelige handschrift van Thérèse. Ze heeft hartjes en kusjes gezet bij Le Champ d’Étoiles, een gîte in Condom die zij zelf heeft toegevoegd, zonder telefoonnummer. ‘Ik zal reserveren bij La Maison du Pélerin,’ zegt de beheerder, ‘een
prima plek.’ Hij pakt zijn telefoon en begint het nummer in te tikken. ‘Attend, s’il vous plaît, heeft u ook het nummer van Le Champ d’Étoiles?’ Vragend kijkt de man me aan. ‘Ik raad je toch echt La Maison du Pélerin aan.’ ‘Nee, nee,’ werp ik tegen, ‘als u het nummer heeft, zou u daar dan willen reserveren?’ ‘Bien sûr’, zegt hij en met opgetrokken wenkbrauwen maakt hij voor mij de reservering. Thérèse heeft die slaapplek er toch niet voor niets bij gezet? Le Champ d’Étoiles ligt aan het begin van de stad Condom en is al volgestroomd met pelgrims. Als ik door de tuin naar mijn waslijntje met sokken loop, valt mijn blik op een jongeman met een donkerbruine baard. Baarden vind ik lelijk, maar hierboven kijken mij een paar prachtige honingkleurige ogen aan, omlijst door donkere wenkbrauwen. Ik concludeer dat deze man verreweg de mooiste pelgrim is die ik tot nu toe ben tegengekomen. ’s Avonds eten we met vijftien pelgrims in de tuin. Op de barbecue liggen worsten te sissen. Ik zit tussen twee oudere Fransozen die zorgen dat wijn, water en brood vanzelf mijn kant op komen. Wat zijn Fransen toch galant, bedenk ik, terwijl ik de tafel rondkijk. De baardige Fransman zit helemaal aan de andere kant van de tafel. Hij vangt mijn blik en glimlacht. Ik glimlach terug en gniffel in mezelf, ik zit hier wel prima. Ik zit die avond naast Thierry: een creatieve vijftiger, ontwerper van ijzeren beelden en vertrokken vanuit Parijs. We hebben een leuk gesprek en hij vertelt dat hij al een paar weken oploopt met ene Eric. In de dagen die volgen kom ik ze dagelijks tegen. Eric blijkt de knappe Fransman met baard te zijn …
Warboel ‘Ik ben zo moe, ik slaap al een tijdje heel slecht.’ Ik wandel door de glooiende velden van Los Arcos naar Viana en naast mij loopt Thierry te zuchten. Het uitzicht is adembenemend. Gele graanakkers, de grindweg die hier doorheen kringelt, een strakblauwe lucht en een immense stilte. Onbekend voor een Nederlandse. We wandelen in hetzelfde tempo, zo’n vijfhonderd meter achter ons loopt Eric. ‘Ik slaap eigenlijk sinds twee weken heel erg slecht, er is iets dat me uit mijn
slaap houdt.’ Schuin kijkt Thierry me aan. Sinds twee weken? Wat wil hij me nou duidelijk maken? Hoe lang geleden liep ik hem nou precies tegen het lijf ? Twee weken ... Ineens begint me iets te dagen. Oh nee, hier heb ik echt geen zin in. Mijn eigen hoofd is al een warboel. Ik kan er geen verliefde vijftiger bij hebben. Ik vertraag mijn pas en zoek driftig naar mijn fototoestel. Die mooie olijfboom moet nu echt op de foto. Tijd om weer alleen verder te gaan. Een korte stop in Logroño, de eerstvolgende stad. Aan mijn lijf geen Franse polonaise.
Licht in het hoofd Calle de Santiago. De straatnaam staat met sierlijke krulletters op de geel met blauw geglazuurde tegel. Ik stel mijn fototoestel in. Geen idee wat dit voor foto wordt. Ik ben er ook niet helemaal bij met mijn hoofd. Op de derde dag dat ik alleen door Logroño slenter, is mijn wandeltempo verlaagd naar 67 Jacobsstaf
Waar de camino eindigt en de liefde begint: Helen en Eric op Fisterra.
Liefde op de camino
tranquilo, tranquilo. Ik dacht alle bekende pelgrims voor me te hebben gelaten, maar enkele meters verder staat Eric. De knappe Fransman met baard. Als ik een pas opzij doe, ziet hij me ook. Ik ben nog niet in staat in beweging te komen. Zo te zien is hij alleen. Als ik hem niet aanspreek verliezen we elkaar waarschijnlijk echt uit het oog. Een beetje licht in het hoofd
Ik kan er geen verliefde vijftiger bij hebben en met een hart dat sneller klopt dan gebruikelijk, maak ik een foto, doe een pas naar links en loop het zonovergoten plein op. ‘Hé, bonjour’, zeg ik zo normaal mogelijk. Zichtbaar verrast kijkt Eric op. ‘Hélène, comment ça va?’ Hij loopt op me af en geeft me twee zoenen. We zijn allebei een beetje beduusd. Ineens staan we daar, met z’n tweeën. Geen andere pelgrims om ons heen. ‘On prend un coup?’ vraag ik op mijn beste Frans. Bij het afscheid weet ik niets beters te zeggen dan ‘bon camino’. ‘Oui, chacun son chemin’, zegt Eric. Na twee zoenen loopt hij de straat (advertentie)
Welkom
voor alle wandelgidsen en wandelkaarten bij
Reisboekhandel Pied à Terre Overtoom 135-137 1054 HG Amsterdam Tel. 020 6274455 www.piedaterre.nl
Op vertoon van deze advertentie ontvangt u een GRATIS kopje koffie of thee Jacobsstaf 68
uit en slaat rechts af. Ik kijk hem na, en net voordat hij uit het zicht verdwijnt, draai hij zich om en zwaait.
De klok slaat twaalf Na Logroño kom ik Eric dagelijks tegen. Zonder afspraken, zonder vooropgezet plan. Het klikt buitengewoon goed. Ondanks de taalbarrière hebben we enorme lol en tegelijkertijd komen ook serieuze zaken aan de orde. Als we elkaar ontmoeten op weg naar Santo Domingo de la Calzada, besluiten we onszelf te trakteren op een overnachting in een parador; een van de meest luxueuze en chique hotels in Spanje, tegenover de kathedraal. Er waait een warme avondwind. Erics hotelkamer ligt op de eerste verdieping en al rokend kijken we uit over het plein van Santo Domingo. Het is een heldere nacht met veel sterren. Op de toren van de kathedraal prijkt een witte vierkante klok met zwarte Romeinse cijfers. Nog een paar seconden en de klok zal middernacht slaan. Onderaan staat met zwarte letters geschreven: TEMPUS FUGIT. De tijd vliegt. Terwijl de klok doortikt, veranderen mijn gevoelens per seconde. Ik ben deze reis alleen aangegaan en wandel in mijn uppie naar Santiago. Ik laat me niet van mijn pad afbrengen. De klok begint middernacht te slaan. Bij de twaalfde slag valt ineens in het hele hotel de elektriciteit uit. Verontwaardigde kreten van onze buren. Aardedonker. Met mijn handen raak ik voorzichtig Erics gezicht aan. Twee jaar later. Ik zwaai Eric uit die naar zijn werk vertrekt en ga zelf ook aan de slag. Achter de computer in ons huis net onder Lyon.
Heeft u ook uw liefde ontmoet op de camino? En wilt u uw verhaal delen? Neem dan contact op met Helen Albada. Voor een verhalenbundel over de liefde onderweg naar Santiago de Compostela is zij op zoek naar pakkende, ontroerende liefdesverhalen. Stuur een mail naar
[email protected] of kijk op Helenalbada.com.
Agenda
Datum 28 dec 4 jan 18 jan 21 jan 27 jan 29 jan 5 feb 4 feb 8 feb 10 feb 12 feb 18 feb 19 feb 22 feb 22 feb 24 feb 26 feb 1 mrt 1 mrt 1 mrt 1 mrt 12 mrt 15 mrt 22 mrt 26 mrt 2 apr 6 apr 3 mei 3-4 mei 25 juli 1 nov
Tijd 10.00 10.00 10.30 19.30 19.30 19.00 10.00 19.30 19.30 19.00 19.30 19.00 10.00 13.30 19.30 19.00 10.00 10.30 13.00 14.00 19.00 10.00 19.00 10.00 11.30 10.00
Plaats en locatie Galder, Café Knooppunt Galder Amsterdam e.o. Zutphen, NS-station Zwolle, Hogeschool Windesheim Alkmaar, St. Josephkerk Utrecht, Instituto Cervantes Amsterdam e.o. Zwolle, Hogeschool Windesheim Regio Limburg Alkmaar, St. Josephkerk Utrecht, Instituto Cervantes Zwolle, Hogeschool Windesheim Utrecht, Instituto Cervantes Houten, station Castellum Amersfoort Alkmaar, St. Josephkerk Utrecht, Instituto Cervantes Amsterdam e.o. Amsterdam Amsterdam Den Haag, Willibrordushuis Utrecht, Instituto Cervantes Gouda, Sint Janskerk Roermond, Witte Kerkje Utrecht, Instituto Cervantes Amsterdam e.o. Roermond, Christoffelkathedraal Den Haag, Willibrordushuis Smakt (L), Kerk Sint- Jozef Roermond Roermond
Activiteit Winterwandeling Dagwandeling Winterrondwandeling via Bronsbergen Cursus Geschiedenis, kunst en cultuur Cursus Geschiedenis, kunst en cultuur Lezing Cultuurhistorische benadering Dagwandeling Cursus Geschiedenis, kunst en cultuur Huiskamerbijeenk. nieuwe wandelpelgrims Cursus Geschiedenis, kunst en cultuur Lezing Middeleeuwse pelgrimsinsignes Cursus Geschiedenis, kunst en cultuur Lezing Het verborgen Santiago Rondwandeling Fort aan de Korte Uitweg Regiobijeenkomst Midden-Nederland Cursus Geschiedenis, kunst en cultuur Lezing Pelgrimage en dodengedachtenis Dagwandeling Informatie voor nieuwe pelgrims Regiobijeenkomst regio Amsterdam Startersbijeenkomst Lezing Jacobusbroederschappen Landelijke voorjaarsbijeenkomst Regiobijeenkomst Lezing Veiligheid en Gastvrijheid Dagwandeling Landelijke pelgrimsmis Regiobijeenkomst 2-daagse pelgrimstocht Jacobusviering Landelijke bijeenkomst genootschap
Info*
[email protected] [email protected] [email protected] Santiago.nl > Genootschap > Regio’s Zie: Entrada Zie: Entrada
[email protected] Santiago.nl > Genootschap > Regio’s Zie: Entrada Zie: Entrada Santiago.nl > Genootschap > Regio’s Zie: Entrada
[email protected] [email protected] Zie: Entrada Zie: Entrada
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] Zie: Entrada Zie: Entrada Regio Limburg Zie: Entrada
[email protected] Regio Limburg
[email protected] Broederschapheiligejacobus.nl Regio Limburg Regio Limburg
* Voor de contactgegevens van de regio’s zie Santiago.nl
(advertentie)
www.fiets-vervoer.nl Uw fiets retour vanuit Santiago de Compostela naar Nederland en België! In samenwerking met hotel México verzorgt Soetens Transport wekelijks het vervoer van fietsen en bagage vanuit Santiago de Compostela naar Vessem (bij Eindhoven). Vanuit het distributiecentrum leveren wij uw fiets door geheel Nederland en Vlaanderen thuis af. Wilt u een gedeelte van de route afleggen, of strandt u onderweg: ook dan verzorgen wij vervoer van uw fiets naar huis terug.
U betaalt voor stalling in Santiago de Compostela, vervoer naar huis en verzekering eenmalig ¤ 131,- incl btw. Wij verzorgen ook fietsvervoer vanuit Rome, Avignon en Girona. Tevens vervoeren wij uw fiets vanuit Nederland naar een door u opgegeven adres. Zie het onderstaande kaartje voor ons hele werkgebied. Soetens Transport Tel: 0031(0)497-591673 Gsm: 0031(0)653713539 E-mail:
[email protected] www.fietsvervoer.nl
69 Jacobsstaf
Jacobalia
Jos Knooff
Jacobuskerk op Hodenpijl Van schuilkerk tot bezinningscentrum met herberg
Gebrandschilderd raam H. Jacobus in de Sint-Jacobuskerk in Schipluiden. Foto: Jos Engels
J
Jacobalia: sporen die in het verleden of heJa den in relatie staat met Sint-Jacobus en de d bedevaart naar Santiago. In deze rubriek, b vverzorgd door de werkgroep Geschiedenis en Cultuur, staat telkens een Jacobalium uit een regio centraal. In deze aflevering ontdekt Jos Knooff de voormalige Jacobuskerk op Hodenpijl. In Midden-Delfland, aan de dijk langs de Gaag tussen de dorpskernen van Den Hoorn en Schipluiden, staat een bijzonder kerkgebouw, prachtig gerenoveerd en geschilderd in wit en oker. Achter het neoclassicistische front gaat een lange historie schuil.
Waterstaatskerk Voor het midden van de zeventiende eeuw kerkte de katholieke gemeenschap Hodenpijl, die zich uitstrekte van Delft tot De Lier Jacobsstaf 70
en van het Bonte Huys (Wateringen) tot de Vlaardingse schouw, in een schuur. De Delftse schilder Johannes Vermeer trad er – we schrijven 1653 – in het huwelijk met Catharina Bolnes. Enige jaren later, in 1657, werd de schuur omgebouwd tot schuilkerk. De paters jezuïeten droegen zorg voor het missiegebied en de kerk werd toegewijd aan de stichter van hun orde, Ignatius van Loyola. Toen na een brand in 1722 de kerk werd herbouwd, werd ook voor de pastoor een passende woning gerealiseerd: de Herdershof in de Hodenpijlse polder. In de eerste helft van de negentiende eeuw groeide de parochie snel. Men maakte daarom plannen voor een nieuw kerkgebouw. Al werd er aanvankelijk geprotesteerd tegen de plaats van het gebouw omdat het buiten de bebouwing lag, toch werd besloten de vertrouwde plek te handhaven. De nieuwe kerk werd ontworpen door architect A. Rodenburg, directeur van de Haagse Tekenacademie. Het ontwerp omvatte een kerk in neoclassicistische stijl, met het front van een Griekse tempel: een zogenoemde waterstaatskerk. Nieuw te bouwen kerken moesten in die tijd worden goedgekeurd door het ministerie van Waterstaat. De ingenieurs van deze dienst hadden een voorliefde voor de klassieke stijl. De hoofdingenieur van Rijkswaterstaat gaf de bouwvergunning af en op 14 december 1838 vond de aanbesteding plaats. Men bouwde het kerkgebouw tegen de Herdershof aan, zodat de pastoor nu achter de kerk kwam te wonen. Op 13 oktober 1840 riep de klok de gelovigen op voor de wijding van de kerk, dit keer aan Jacobus de Meerdere.
Jacobuskerk op Hodenpijl. Foto: Jos Knooff
Trouw aan de beschermheilige Met zijn Griekse bouwvorm viel de kerk in het Hollandse weidelandschap sterk op: een neoclassicistisch front met Ionische zuilen en een timpaan, en boven de ingang een ‘alziend oog’. Voorts het torentje met de klok, ook wel het theekoepeltje genoemd, staande op Korinthische zuiltjes. Het interieur van de eenbeukige kerk was aanvankelijk sober gehouden: de muren wit bepleisterd en in de ramen gewoon vensterglas. Pas later werden gebrandschilderde ramen geplaatst. Ionische zuilen in het schip; aan de altaarzijde Korintische zuilen. De zuilen waren opgebouwd uit bepleisterd latwerk, voorzien van een verflaag, waarmee ze het uiterlijk van imitatiemarmer kregen. Het houtwerk was lichtbruin geschilderd, als imitatie-eikenhout. Hoewel er rond 1900 plannen waren om dit kerkelijk centrum verder uit te bouwen, onder meer met een scholencomplex, zijn deze plannen nooit gerealiseerd. De oorspronkelijke missie Hodenpijl was door het stichten van verschillende buurtparochies steeds kleiner geworden. De gelovigen uit Schipluiden drongen aan op het stichten van een parochiekerk in eigen omgeving. Het zou tot begin jaren zestig van de vorige eeuw duren voordat men aldaar de bouw van een eigen parochiekerk kon starten. Trouw als men was aan de vroegere beschermheilige, wijdde men de nieuwe kerk in Schipluiden eveneens aan Jacobus.
Voor de kerk op Hodenpijl brak een nieuwe periode aan. De inventaris en alle kerkelijke symbolen werden uit het pand verwijderd; de inventaris, waaronder twee beelden van Jacobus en een kazuifel met zijn beeltenis, verhuisden naar Schipluiden en de kenmerkende koepel werd van het dak gehaald, zodat het gebouw niet langer als kerk herkenbaar was. In het schip werden verschillende verdiepingen aangebracht, onder meer gebruikt voor opslag van medische goederen. Begin deze eeuw herrees het gebouw weer in volle glorie. De oorzaak? Tien jaar geleden besloten Dirk en Tilly Post hun drukke bestaan te onderbreken voor een tocht naar Santiago. Getroffen door de gastvrijheid in kerken en refugios onderweg, besloten ze dat zoiets ook in hun eigen omgeving mogelijk zou moeten zijn. Meer nog dan een plek van stilte bieden waar de mens tot bezinning kan komen, willen zij hun filosofie van ‘ontmoeten, ontdekken en ontwikkelen’ gestalte geven. Zij kochten niet alleen de leegstaande kerk aan, maar ook de naastgelegen pastorie en woonhuizen in de directe omgeving. Kunstenaar Ruud Krijnen verfraaide het kerkgebouw met een plafondschildering die hemel en aarde symboliseert; enkele jacobusschelpen verwijzen er naar de vroegere rol van Jacobus op deze plek. De naast de kerk gelegen boerderij werd tot herberg verbouwd; de inrichting doet ons denken aan een eenvoudige maar gastvrije refugio langs de camino, waar het goed toeven is. 71 Jacobsstaf
Het Compostelaregister In het Compostelaregister worden de namen en gegevens opgenomen van de Santiagogangers, diee een compostela hebben ontvangen. Dit certificaat wordt verstrekt namens de aartsbisschop van Santi-ago na een voltooide pelgrimstocht. U wordt dringend verzocht uw compostela te registreren via de website. Na inloggen klikt u op Mijnn profiel en kunt u onder de tab Register en Voeg register registratie toe uw compostela aanmelden. U dient tevens een gescande versie of een digitale foto van uw compostela mee te sturen. Registrerenn per post blijft mogelijk maar is niet aanbevolen. Stuur een kopie van uw compostela, vergezeld van dee ingevulde achterzijde van de brief die u bij de pelgrimspas hebt ontvangen, naar de ledenservice. In dee er Jacobsstaf worden steeds de laatste aanvullingen gepubliceerd. NB: In deze Jacobsstaf konden de per website geregistreerde compostela’s nog niet in onderstaande lijst worden meegenomen. Samenstelling: Harry Wasser (correspondentie:
[email protected])
Aankomst 1998 24-jul 24-jul 24-jul 2003 23-jul 2004 9-jul 27-sep 2009 14-mei 2010 27-mei 27-mei 22-aug 2012 18-apr 28-apr 22-mei 22-mei 31-mei 2-jun 6-jun 14-jun 7-jul 7-jul 24-jul 24-jul 27-jul 27-jul 22-aug 1-okt 7-okt 13-okt 13-okt 19-okt 2013 20-apr 20-apr 25-apr 27-apr 30-apr 30-apr 30-apr 7-mei 7-mei 10-mei 10-mei
Naam en Woonplaats
Reiswijze Dagen
Johannes Bezemer, Bilthoven Thomas Bezemer, Bilthoven Barbara Bezemer-Szetke, Bilthoven
voet voet voet
Gijsbert Spiekerman, Ede
fiets
Nathalie de Vries, Naarden Fred Gillissen, Heerlen
voet voet
40 105
Gerrit Bannink, Eefde
voet
71
R.J. van Klaarwater, Schiedam C. van Klaarwater, Schiedam Erik Stroet, Doetinchem
voet voet fiets
17 17 26
Jack Nollen, Dongen Simone Aarendonk, Amsterdam Joline Stoffel, Utrecht Titus Wijnands, Utrecht Theo Willems, Rosmalen Josephine Pahlad, Ermelo Albert Swinkels, Cuyk Tineke Broersma, Leeuwarden Antoon Swinkels, Beek en Donk Cor Swinkels, Schijndel M.C. Glandorf-Hoorweg, Hendrik-Ido-Ambacht A. Gouwens, Capelle a/d Ijssel Ad van Duijnhoven, Uden Jeanne van Duijnhoven-de Bie, Uden Jan van den Bogerd, Apeldoorn Tineke Dumont, Geertruidenberg Bas van Susante, Arnhem Tiny Beks, Nuenen Elly van Rixtel, Nuenen Tanja Hendriks, Nijmegen
voet voet voet voet voet voet fiets fiets fiets fiets voet voet voet voet voet voet voet voet voet fiets
22 28 72 72 36 36 30 48 30 30 20 21 24 24 130 40 36 40 40 37
John Coster, Amsterdam Ingrid Osterloh, Amsterdam Pieter van Dam, Warmond Henk Hospes, Julianadorp Jan Dijkstra, Hasselt A.J.F. Heijdendael, Wassenaar Willy Swint, Hasselt Tim van Iperen, Roosendaal Cees de Zwart, Delft Artur Snel, Amsterdam Annie Verkooijen, Oosterhout
voet voet voet voet voet fiets voet voet voet voet voet
9 9 25 15 14 15 14 31 10 97 30
11 11 11
Aankomst 12-mei 12-mei 13-mei 14-mei 17-mei 17-mei 20-mei 20-mei 23-mei 23-mei 23-mei 23-mei 24-mei 24-mei 24-mei 25-mei 26-mei 27-mei 27-mei 28-mei 28-mei 28-mei 28-mei 28-mei 28-mei 28-mei 30-mei 31-mei 31-mei 1-jun 1-jun 1-jun 1-jun 1-jun 1-jun 2-jun 2-jun 2-jun 2-jun 3-jun 3-jun 3-jun 4-jun 4-jun 5-jun 5-jun 5-jun 5-jun
Jacobsstaf 72
Naam en Woonplaats Peter de Bruijne, Nijkerk Anna Kielstra, Nijkerk Guus van de Weerd, Wageningen Albert Barsch, Alverna Linda van Bergen, Eindhoven Wilhelmus van Bergen, Eindhoven Jan de Vries, Medemblik Caroline de Widt, Meppen Ebo Blokzijl, Zevenhuizen(Gr) M.W. Boersma, Arnhem Klaas van der Kooij, Damwâld E.W. Zajdenband, Arnhem Gerrit Lageman, Amsterdam Jolanda Schulze, Amsterdam Truus Smakman, Waddinxveen Wilma Smeets-Baggen, Schimmert L.J.J. van der Meulen, Zoetermeer Leo van Boheemen, Oudenbosch P.A.M. Poiesz-Rutten, Sittard Els Ammerlaan, Berkel en Rodenrijs Koos Ammerlaan, Berkel en Rodenrijs Th.M. Fokker, Bussum Bennie Visser, Netterden Harry Vogelzang, Bleiswijk Peter Vos, Vleuten Jellianne de Vries e/v Vogelzang, Bleiswijk Ricus van Leuken, Boekel Albert Kasperink, Zwaag Ruud Merks, Ammerzoden Marieke Eerland-Toonen, Huizen Leon Janssen, Sittard Ton Maas, Valkenswaard Theo van der Sloot, Gouda P. van der Steeg, Lommel(B) P.F.L. Struijs, Etten-Leur Bauke Beertema, Doesburg Theo van den Berg, Volkel H. Buddingh, Den Haag Miets Willems-Beunen, Kessel H. Beerends, Amsterdam J.P.W. Braspenning, Sint Willibrord P.C. Trouw, Sint Willibrord Harry Lakeman, Katwijk Roly Lakeman-Ofman, Katwijk Ben Hooijschuur, Koog aan de Zaan Anke Hooijschuur-Keijzer, Koog aan de Zaan Cor Rensen, Etten-Leur Charles van Reysen, Maarssen
Reiswijze fiets fiets voet voet voet voet voet voet fiets voet fiets voet voet voet voet voet voet voet voet voet voet voet fiets fiets voet fiets fiets voet voet voet voet fiets voet fiets fiets voet fiets voet voet voet fiets fiets voet voet voet voet voet voet
Dagen 41 41 80 31 32 32 14 38 30 22 30 22 110 110 34 38 10 23 33 32 32 37 31 35 29 35 20 32 34 27 29 29 32 29 32 36 32 31 36 31 28 28 40 40 12 12 35 38
Aankomst 5-jun 6-jun 6-jun 6-jun 6-jun 6-jun 6-jun 6-jun 6-jun 7-jun 7-jun 7-jun 7-jun 7-jun 7-jun 7-jun 8-jun 8-jun 8-jun 8-jun 8-jun 8-jun 8-jun 8-jun 8-jun 9-jun 9-jun 9-jun 9-jun 10-jun 10-jun 10-jun 10-jun 10-jun 10-jun 10-jun 10-jun 10-jun 10-jun 11-jun 11-jun 11-jun
Naam en Woonplaats H.A. Stam, t Veld Jan Froon, Nieuwegein Remco Froon, Houten Mart Krook, Zuidwolde Roland van Reijsen, Malden Yvo Smit, Den Haag Helena Verwijs, Zierikzee Kees Verwijs, Zierikzee Joop de Vries, Hank Lotte Aleven, Huissen Jolanda Aleven-van Moerkerk, Huissen Albert Miltenburg, Schalkwijk Annie Miltenburg-Slib, Schalkwijk Mariëlle de Reus, Hoofddorp Donatus Scheers, Hilversum Jos Terhorst, Arnhem Dennis Ausums, Purmerend F.A. van den Berg, Houten Jan van Bruchem, Hardinxveld-Giessendam Antje Dekker, Neede Inge Huijsman, Oostzaan Reinoud Nagel, Utrecht Gerda Peerdeman-Rood, Bovenkarspel Cor Reijne, Berkel-Enschot Gerda Reijne-Starreveld, Berkel-Enschot Gerard van Eijk, Zundert Henk Feijen, Munstergeleen Ria Feijen-ten Tije, Munstergeleen Henk Janssen, Hoogkarspel B.F. Ammerlaan, Lelystad Lidwien Berkhout, Zaandam Klaas Everards, Wijk bij Duustede G.C. Helfenstijn, Vlissingen Herman Hellemans, Vleuten Joyce Hellemans-van Seeters, Vleuten Cees Mulder, Zaandam D.T.M. van Nispen, Lelystad Fransje Philippus, Wijk bij Duustede Ger Sevink, Amsterdam Wim Brooijmans, Nijmegen W.P.J. Matthijs, Bergen op Zoom Vincent van der Ven, Boekel
Reiswijze voet fiets fiets voet voet voet voet voet voet voet voet fiets fiets voet voet fiets voet voet voet voet fiets fiets voet voet voet fiets voet voet fiets voet voet voet voet voet voet voet voet voet voet voet voet voet
Dagen 41 41 38 38 4 31 31 38 9 9 30 30 26 6 32 50 34 67 88 31 38 36 46 46 32 40 40 32 21 12 19 36 35 35 37 21 19 35 28 28 34
Aankomst 11-jun 11-jun 12-jun 12-jun 12-jun 12-jun 13-jun 13-jun 13-jun 14-jun 14-jun 14-jun 14-jun 14-jun 14-jun 14-jun 15-jun 15-jun 15-jun 15-jun 15-jun 16-jun 16-jun 17-jun 17-jun 18-jun 18-jun 19-jun 19-jun 19-jun 19-jun 19-jun 19-jun 20-jun 20-jun 20-jun 20-jun 20-jun 20-jun 20-jun 20-jun 20-jun
Naam en Woonplaats Thea van der Ven-van Zundert, Boekel Frank de Vries, Apeldoorn Stien van Driesche-Schiphorst, Apeldoorn John Gerrits Jans, Deventer Agnes Groot Koerkamp, Deventer Susan Rutten, Rotterdam Angela Viljeer, Eindhoven Pieter Zwaan, Egmond aan Zee Wilhelmina Zwaan-Visser, Egmond aan Zee Tonia ter Beek, Purmerend P.G.J. Bijl, Zoetermeer M.A.S.J. Bijl-de Leuw, Zoetermeer Josefine van den Hoven, Kaatsheuvel Frans Laans, Budel M.M. Nelissen, Purmerend Lia van der Putten, Budel Mia Kuipers, Oldenzaal Martien van de Laar, Saarbrücken(D) Narda Schermer, Eemnes Henricus Stevens, Ysselsteyn Gijs Vermaas, Hoogeveen W.G.M. van der Steen e/v Vermeer, Haaren W.A.F. Vermeer, Haaren August Martherus, Zwolle Frederik Stokkink, Amsterdam Wim Muskens, Kaatsheuvel Martijn Schalken, Waalwijk Ria Koster, Coevorden Ton Koster, Coevorden Peter Kox, Uden A.C.G.M. Parren, Papenhoven Toon Timmermans, Eindhoven Anutosh van Varik, Millingen a/d Rijn Jac Belde, Hoogerheide Remco Honselaar, Amsterdam H.J.S. Keijsers, Asten Hans Lubbers, Dieren Annemiek van Meel, Amsterdam José Naalden, Asten Ton van der Ploeg, Bergen op Zoom Cees van der Wulp, Bavel Kees van der Wulp, Nijmegen
(advertentie)
3ODQQHQYRRUHHQSHOJULPVWRFKW" -DPPHUDOVXGHWDDOQLHWVSUHHNW
9RRURQ]HOHVVHQ 6SDDQVYRRU6DQWLDJRJDQJHUVHQKRVSLWDOHURV LQ8WUHFKW]RHNHQZHQRJGHHOQHPHUV ]RZHOEHJLQQHUVDOVJHYRUGHUGHQ 2RNFRQYHUVDWLHOHVVHQYRRUJHYRUGHUGHQ]LMQPRJHOLMN ,QWHUHVVH"%HO&RUULH6WDOHQKRHI
73 Jacobsstaf
Reiswijze voet voet voet voet voet voet fiets voet voet voet fiets fiets voet fiets f&v fiets fiets voet fiets fiets fiets voet voet fiets voet fiets fiets voet voet voet voet voet voet voet voet fiets fiets voet fiets voet voet voet
Dagen 34 34 44 5 5 22 13 45 45 39 33 33 72 34 19 34 45 56 42 30 45 10 10 27 69 29 29 37 37 104 8 89 48 28 6 50 37 34 50 28 41 41
Het Compostelaregister Aankomst 21-jun 21-jun 21-jun 21-jun 21-jun 21-jun 21-jun 22-jun 22-jun 22-jun 22-jun 22-jun 23-jun 23-jun 23-jun 24-jun 24-jun 24-jun 25-jun 25-jun 25-jun 26-jun 26-jun 26-jun 27-jun 27-jun 27-jun 27-jun 27-jun 27-jun 27-jun 28-jun 28-jun 28-jun 28-jun 28-jun 28-jun 28-jun 28-jun 29-jun 29-jun 29-jun 29-jun 29-jun 29-jun 29-jun 29-jun 29-jun 29-jun 29-jun 29-jun 30-jun 30-jun 30-jun 30-jun 30-jun 1-jul 1-jul 2-jul 3-jul 3-jul 3-jul 3-jul 4-jul 4-jul 5-jul
Naam en Woonplaats Cornelia Flipsen-van Zundert, Oosterhout Petronella Janssen, Zaltbommel Harry Moermans, Den Haag Hanneke Moermans-van Hek, Den Haag J.M. Rutjens, Amsterdam Michel Rutjens, Horn Ton Tempelman, Zaltbommel Niek de Koning, Gouda Peter Moerland, Best Henny Pardoel, Geldrop Ad Tuijtelaars, Oosterhout Yvonne Wijnands, Heemstede Josefien Coumans, Sweikhuizen Michèle de la Mar, Haarlem Theo van der Zalm, Purmerend Sandra van Dalen, Zoetermeer Janine Heynen, Geleen Peter Hilkens, Geleen G.T.C.A. Aben, Utrecht Ann Jorissen, Hulsberg Gerard den Ouden, Hulsberg Marjolein van Ewijk-van den Berg, Hengelo E.M. Goossen, Hengelo H.H. Mooren, Bergen op Zoom Henricus Ambaum, Tegelen A.W. van Baardewijk, Wijchen S. van Baardewijk-Vonk, Wijchen Lilian Faessen, Tegelen Barbara Grooteman, Alkmaar Cor van Ingen, Weurt Hans Keijzer, Nuenen Cees Haasnoot, Delft Mary Hogenkamp, Amersfoort Bauke Kemker, Koudum Klaske Kemker-de Hoop, Koudum Carina Mathot, Gouda Hans Rienstra, Hemelum C. Rienstra-de Hoog, Hemelum Peter van der Zant, Gouda L.C.J.M. Bastiaens, Heerlen Anneke Bijleveld, Bussum C. Bravenhoff, Heemskerk John Dekker, Houten Imelde van Diemen-Versluys, Hoofddorp Nick van Engelen, Eersel Cor van den Ing, Klundert Eric Lemstra, Bussum Maria Lourdes Mallen Lluis, Houten Ton Nijenhuis, Doetinchem Hans Wijermars, Hoonhorst Willemien Wijermars-Flierman, Hoonhorst A.P.J. van Bree, Vierlingsbeek Peter Ebben, Vortum-Mullum A.L.Th. Gerrits, Vortum-Mullum Th.M. Lijbaart, Koewacht Herman Rozing, Waarland Aryanne Mol, Kampen Karen de Vries, Wassenaar J.W.M. van der Geest, Bussum Ad Bastiaansen, Rijsbergen Rolien Bastiaansen, Rijsbergen Dick van Dijl, Heemstede Kees van Oosterhout, Zoetermeer Rudo Franken, Mook Jan Willem Reijers, Belfeld Giny Bijmans, Wijchen
Reiswijze voet fiets fiets fiets fiets fiets fiets fiets fiets fiets fiets voet voet voet voet voet fiets fiets voet fiets fiets fiets fiets voet fiets fiets fiets fiets voet fiets fiets voet fiets fiets fiets fiets fiets fiets fiets voet fiets fiets voet voet voet voet fiets voet voet voet voet fiets fiets fiets voet voet voet fiets voet fiets fiets fiets fiets voet voet voet
Dagen 45 41 19 19 42 42 41 34 35 29 34 29 41 13 30 42 65 65 35 49 49 38 38 26 45 41 41 45 32 34 34 43 35 29 29 21 29 29 21 60 36 34 14 100 29 100 36 14 39 38 38 28 28 28 27 90 38 33 35 32 32 27 33 68 35 11
Aankomst 5-jul 5-jul 5-jul 5-jul 6-jul 6-jul 6-jul 6-jul 7-jul 8-jul 8-jul 8-jul 9-jul 9-jul 9-jul 11-jul 11-jul 11-jul 11-jul 11-jul 11-jul 13-jul 13-jul 13-jul 14-jul 14-jul 14-jul 16-jul 17-jul 19-jul 19-jul 19-jul 22-jul 23-jul 23-jul 24-jul 24-jul 25-jul 25-jul 25-jul 25-jul 26-jul 27-jul 27-jul 27-jul 27-jul 27-jul 27-jul 27-jul 27-jul 27-jul 28-jul 30-jul 30-jul 30-jul 31-jul 31-jul 31-jul 31-jul 31-jul 31-jul 1-aug 1-aug 1-aug 3-aug 6-aug
Jacobsstaf 74
Naam en Woonplaats Nico Bosscha, Waddinxveen P.C. Brouwer, Halsteren N. Brouwer-van Geel, Halsteren Reina van Dijk, Gorinchem M.J.J. van den Bogaard, Aarle-Rixtel L.A.C. van den Bogaard-vd Sande, Aarle-Rixtel Piet Bours, Linne F.J.H. Roijendijk, Dongen Dorien van den Boogert, Utrecht Joël Hielckert, Utrecht Charles Putmans, Landgraaf Nathalie de Vries, Naarden Jan Kemper, Raalte Henriëtte Konst, Haarlem Jacob van der Spek, Nieuwleusen Astrid Bierhuizen, Goirle Peter Bierhuizen, Goirle Harrie ter Huerne, Enschede Carla ter Huerne-Pleijhuis, Enschede Herman de Ridder, Hoevelaken Dimphy van der Sande-Kessels, Rosmalen Geert Jan Dekker, Winschoten Dorien von der Heide, Zwolle Ellen Schotanus, Apeldoorn Carla van de Weijer-de Kleijne, St-Anthonis Theo Willems, Rosmalen Marianne Willems-Waterreus, Rosmalen Ans Dukers, Elsloo Jan Albert, Rijswijk Jacqueline Baard, Ridderkerk Marijke de Koning, Venlo J.P. van Schuppen, Veenendaal E. Prins, Rotterdam Henk Schrader, Schagen Jan Versluis, Ter Aar Simone Aarendonk, Amsterdam Marja te Lintelo, Amsterdam Birgit Dekker, Den Helder John Fox, Den Helder Henk de Groot, Bilthoven Annemarij Hoppenbrouwers, Bilthoven C.A.M. Wildschut, Capelle a/d Ijssel Ben van Beek, Eemnes Jan van Bragt, Tilburg Luuk Hajema, Sauwerd J.W. Kanis, Almere Joram Kortekaas, Utrecht Marlies Kortekaas-de Vries, Utrecht Dries Leinweber, Amsterdam C. Nelis, Almere Albert Vissers, Den Dungen Gert Jan van Asselt, Nijverdal Janny Hollenberg, Castricum Aya Wolters-Hartog, Castricum Martijn Zwaan, Tilburg Johan Koenders, Breda Ineke Lenoir, Den Haag Bas van der Mooren, Ermelo Elise Remme, Den Haag Gabriëlle Remme, Den Haag Henk Remme, Den Haag Mirjam de Bont, Den Haag Fred Mes, St-Laurens Tanny Mes-Remijnse, St-Laurens Ad de Kort, Uithoorn Ilona Schouten, Oss
Reiswijze voet fiets fiets voet voet voet fiets voet fiets voet voet voet fiets fiets fiets voet voet fiets fiets voet voet fiets fiets fiets voet voet voet voet voet voet voet fiets fiets voet fiets voet voet fiets fiets fiets fiets voet voet fiets fiets voet fiets fiets fiets voet fiets voet fiets fiets fiets fiets voet fiets voet voet voet voet fiets fiets fiets voet
Dagen 32 31 31 18 96 96 14 29 20 99 34 12 58 36 58 100 100 60 60 101 13 90 43 38 114 16 16 17 32 74 113 34 51 13 27 81 81 23 23 52 52 37 120 30 32 110 33 33 28 110 26 31 26 26 25 33 13 31 13 13 13 17 34 34 27 40
Aankomst 8-aug 10-aug 11-aug 11-aug 11-aug 11-aug 13-aug 13-aug 14-aug 14-aug 14-aug 15-aug 15-aug 17-aug 19-aug 20-aug 22-aug 22-aug 23-aug 24-aug 24-aug 26-aug 26-aug 28-aug 29-aug 29-aug 30-aug 31-aug 31-aug 31-aug 1-sep 1-sep 2-sep 2-sep 2-sep 4-sep 8-sep 10-sep 10-sep 10-sep
Naam en Woonplaats Marcel Boonman, Zevenbergen G.J. Rozemeijer, Heiloo Anne-Mieke Beenhakker, Ommen Hans Lorijn, Zwolle Hans Vermeulen, Ommen Eva Witmondt, Zwolle A.P.K.M. Boots, Heerhugowaard W.M. Treffers, Heerhugowaard Freek Bosschers, Alkmaar Rina Bosschers, Oude Biltzijl Cor Musch, Apeldoorn Henk Heldoorn, Zwolle Anneke Heldoorn-Bootsma, Zwolle Suzanne Racz, Amstelveen Marketta van Eijk-Raiski, Nootdorp Jos de Kort, Rijswijk(ZH) Berend Duit, Groningen Marianne Koops, Groningen Yvonne van Ieperenburg, Culemborg Marleen Bentvelsen, De Lier Willem Nederpelt, De Lier Hans Oud, Spaarndam Marten Smits, Franeker B. Ankone, Oldenzaal J.J. Dijkstra, Bolsward Th.A. van der Werf, Bolsward Tonie Lassauw, Schin op Geul Ineke van Alphen, Eindhoven Albert Jan van Leusden, Ruurlo Daniël van Rooijen, Eindhoven Johan Ebbelink, Ijsselstein(U) Jenny Ebbelink-van den Berg, Ijsselstein(U) Liesbeth van Beemen-Bosma, Voorschoten Piet van der Krieken, Steensel Tonny van der Krieken-Jansen, Steensel Henk Fokker, Zoetermeer Helena Henry-Erhardt, Bilthoven J.W.A. de Bruine, Rijen C.G.G. Groenen, Rijen Loes Smetsers, Asten
Reiswijze voet voet fiets voet fiets voet fiets fiets voet voet fiets fiets fiets voet fiets voet fiets fiets voet fiets fiets voet fiets fiets voet voet voet voet fiets voet voet voet voet voet voet voet voet voet voet voet
Dagen 32 88 35 75 35 75 37 37 121 121 8 37 37 10 28 22 47 47 34 28 28 87 28 51 127 39 118 30 118 30 30 94 36 36 111 68 12 12 108
Wat laat ik thuis, hoe kom ik terug?
Aankomst 11-sep 12-sep 12-sep 14-sep 15-sep 15-sep 16-sep 18-sep 18-sep 18-sep 18-sep 19-sep 21-sep 21-sep 22-sep 22-sep 22-sep 22-sep 22-sep 22-sep 24-sep 24-sep 24-sep 25-sep 25-sep 26-sep 26-sep 27-sep 28-sep 28-sep 29-sep 29-sep 1-okt 1-okt 3-okt 3-okt 3-okt 5-okt 8-okt 11-okt
Naam en Woonplaats René Gijsel, Uden Tiny Beks, Nuenen Elly van Rixtel, Nuenen Gijsje Versteeg-van de n Berg, Hellouw Arie van Boekel, Berkel-Enschot Piet Rutten, Bakel Henk Castrop, Breda F.J.J. Hoogenboom, St-Michielsgestel Ad Hüskens, Doornspijk Wim de la Porte, Purmerend A.J.H.N. Spierings, St-Michielsgestel Wim de la Porte, Purmerend A.G. Krom, Akersloot H. Voorzee, Amersfoort J.J. Eberwijn, Zoetermeer Bert van Eden, Veenendaal Marianne van Eden-Otte, Veenendaal Anita van Ginkel-Kleine, Bussum Henk Griffioen, Utrecht Ria Teeuwen-Carpenter, Hilversum Lei Coppes, Grubbenvorst Wieger van der Veen, Hattem Annie van der Veen-Kalisvaart, Hattem Bouke Altenburg, Roodhuis A. Barendrecht, Zwijndrecht Marian Beernink, Apeldoorn Ron Ramakers, Beesel Erik Molenaar, Heerhugowaard G.A. Gillis, Hulten P.A.M. Gillis-van de Logt, Hulten Anke Haan, Assendelft Frank Man, Assendelft H.E.J. van der Grijn, Nieuwegein N. Morelissen, Nieuwegein Jan Hoek, Raamsdonksveer Joke Hoek-Valent, Raamsdonksveer Gidi Siegers, Zaltbommel Maarten van Ditmarsch, Utrecht Jos de Steins, Utrecht Willem van de Wiel, Voorschoten
Reiswijze voet voet voet voet voet voet voet fiets voet voet fiets voet fiets fiets voet voet voet voet voet voet voet voet voet voet fiets voet voet voet fiets fiets voet voet voet voet voet voet voet fiets fiets voet
Dagen 31 19 19 12 121 47 26 25 20 20 25 18 35 35 33 12 12 12 15 12 22 43 43 25 31 28 38 12 27 27 110 110 6 6 39 39 14 43 39 30
Wat is het geheim van de schelp?
Wie zich voorbereidt op de tocht naar Compostela komt voor een groot aantal vragen te staan. Welke route volg ik? Wat neem ik mee? Waar slaap ik? Hoe kom ik terug? In ruim honderdvijftig vragen gaat Joop van der Meulen in op de praktische aspecten van de tocht, gezondheid en ziekte, het vertrek en de aankomst. Ultreia!
Het geheim van de schelp is een spirituele reisgids voor de pelgrim. Een boekje in een zeer handzaam formaat dat gemakkelijk in de rugzak past, vol met spreuken, gedachten en gedichten, sommige lichtvoetig, andere met enigszins zwaardere tred. Ze dienen als geestelijk voedsel voor onderweg en zijn bedoeld om over na te denken, de pelgrim te inspireren en hem behulpzaam te zijn bij het realiseren van zijn eigen weg. Samengesteld door Joop van der Meulen.
Paperback, 190 pagina's, ledenprijs ¤ 10,-. Meer informatie en bestellen in de webwinkel van www.santiago.nl
Formaat 8 x 12 cm, 570 flinterdunne pagina's, ledenprijs ¤ 15,50. Meer informatie en bestellen in de webwinkel van www.santiago.nl
75 Jacobsstaf
Geschiedenis & Cultuur
Interieur Bedevaartskerk met langs de zijmuren de beelden van de martelaren. Foto: Freek van der Veen
Freek van der Veen
Langs heilige plaatsen
Een zwarte bladzijde in de geschiedenis De Martelaren van Gorcum
N
Nederland telt zo’n twintig zogenaamde ‘heiNeder plaatsen’, plekken die vaak eeuwenoud lige p zijn jn een verbonden met bijzondere verhalen. Redacteur Freek van der Veen ging aan de hand van de routegidsen Jacobswegen in Nederland op zoek naar een aantal van deze heilige plaatsen. In deze laatste aflevering: De Martelaren van Gorcum.
Beeld van de heilige Johannes, een van de martelaren. Foto: Freek van der Veen
Het is bijna Kerst als ik een bezoek brengen aan de Bedevaartskerk H.H. Martelaren van Gorcum in Brielle. Kinderen van de basisscholen komen naar de kerk om hier in een nagemaakte stal het verhaal van Jezus’ geboorte te horen, verteld door de kerkorganist die voor de gelegenheid is verkleed als herder. De kinderen luisteren ademloos en het is muisstil in de kerk. Maar ze zijn niet alleen. Ook de martelaren zijn er. Hun houten beeltenissen bevinden zich tegen de spitsbogen langs de zijmuren van de kerk. Elk beeld is voorzien van de naam van de martelaar en vanwaar hij afkomstig is. Er is iets opmerkelijks aan de beelden: alle martelaren dragen een strop om de hals, om aan te geven hoe ze ooit, lang geleden, omgebracht zijn. Het verhaal van de door de marteldood gestorven negentien geestelijken uit Gorcum ‘leeft’ nog steeds. In Brielle, maar ook ver daarbuiten. Vooral in de zomermaanden is het druk in de Bedevaartskerk. Met bussen vol komen voorJacobsstaf 76
al oudere mensen naar deze plaats. Gidsen leiden de bezoekers rond over het terrein. Zij komen hier om de herinnering aan wat hier ooit heeft plaatsgevonden levend te houden. Ook bidden mensen er tot de martelaren om bij hen voorspraak te doen. Henny Kester, een van de beheerders van het gebouwencomplex: ‘Hoogtepunt in het jaar is de viering van de nationale bedevaartsdag. Deze wordt gehouden op 9 juli of op de zaterdag het dichtst bij deze datum. Dan vindt er een feestelijke processie plaats en een eucharistieviering, hoogstpersoonlijk geleid door de bisschop.’ Wat direct opvalt als je de kerk binnenkomt is de lichtinval. Vooral in het koor is dit bijzonder vanwege de beschilderde ramen. Voor het altaar staat de zilveren reliekschrijn opgesteld. Deze bevat de opgegraven botresten die, naar verondersteld, afkomstig zijn van de martelaren. Als je de schrijn goed bekijkt zie je engelen afgebeeld die met hun vleugels de relieken lijken te beschermen. De spits toelopende bogen van het koor worden voortgezet in de kerk die verder vrij donker is. Voor het nemen van foto’s wil Henny Kester met alle plezier de lichten aandoen. Aan de achterzijde van de kerk, waar zich het atrium bevindt en de processieomgang, zijn de werkzaamheden in volle gang. Deze wordt in zijn geheel gerestaureerd en opnieuw geverfd. De bestrating van de omgang is nu
aan de beurt; hopen aarde en graafmachines bepalen het beeld. Ten slotte zal de tuin een opknapbeurt krijgen. In maart 2014 moet alles klaar zijn. Zowel in de kerk als in de vergaderkamer zijn grote schilderijen opgehangen, die de afschuwelijke ophanging en dood van de geestelijken in beeld brengen. Als we afscheid nemen vertrouwt Henny Kester mij toe zich bezorgd te maken over de toekomst: ‘Wie zal later, als wij er niet meer zijn het verhaal vertellen? Nu komen hier alleen nog oudere mensen, jongeren zie je niet. Zal er dan nog iemand zijn die weet wat er met de martelaren is gebeurd, of naar dat verhaal vragen?’ Net zoals het verhaal van de ooit zo dappere Watergeuzen zal ook dit verhaal nooit mogen worden vergeten. De Bedevaartskerk in Brielle is gelegen aan de etappe Brielle-Goedereede, zoals beschreven in Jacobswegen in Nederland (deel 1), Jacobsweg Die Haghe (Haarlem – Brugge – Gent). Voor meer informatie: Martelarenvangorcum.nl
Geschiedenis Op 1 april 1572 wordt Brielle (Den Briel) op de Spanjaarden veroverd door de Watergeuzen. Een van de gevolgen van deze overwinning is dat veel plaatsen het voorbeeld van Brielle volgen en zich aansluiten bij de opstandelingen. De geuzen trekken na Brielle verder en nemen op 26 en 27 april Gorcum in. Hierbij nemen ze een groep geestelijken gevangen die ze per vrachtschip naar Brielle brengen. Bij hen voegen zich nog eens vier geestelijken uit het nu Belgische Poppel en andere plaatsen. De rooms-katholieke geestelijken worden gehaat door de protestantse Watergeuzen. De negentien geestelijken worden door de Watergeuzen gemarteld en opgehangen aan de balken van een turfschuur van een verlaten klooster. Daar worden ze ook begraven. Het nieuws over de wandaad raakte snel bekend. Het klooster van de geestelijken wordt geplunderd en vernield. Van het gebouw blijft weinig over. In de zeventiende eeuw worden er door de minderbroeders-franciscanen opgravingen verricht. Ze treffen er ook de resten aan van de gedode geestelijken. De monniken zien het als hun taak om de gevonden botresten van de martelaren de status van officieel reliek, heilig voorwerp, te laten krijgen. Dat lukt, op 14 november 1675 verklaart paus Clemens X de martelaren zalig. Er zijn dan al diverse wonderen – gesproken wordt van zeker 32 mirakels – op naam van de martelaren bekend geworden en officieel door de rooms-katholieke kerk geregistreerd. Als er halverwege de negentiende eeuw meer gelegenheid komt voor de rooms-katholieken hun geloof vrij te beleven, neemt de belangstelling voor de martelaren toe. Men besluit op de plaats waar de martelaren zijn opgehangen een bedevaartscentrum te bouwen. Dit centrum zal het eerste zo grootschalig opgezette bedevaartscentrum in Nederland worden. In 1875 verrijst er een houten kapel met aan de achterzijde hiervan een atrium (hof) met processiegang. In het atrium bevindt zich de eigenlijke begraafplaats van de martelaren, te herkennen aan een gemetselde altaarvoet. Door de groei van het aantal processiebedevaarten besluit men de kapel te vervangen door een stenen kerkgebouw. In 1932 is dit officieel en feestelijk in gebruik genomen. 77 Jacobsstaf
Spiritualiteit
Wim Nijssen
Leren pelgrimeren
R
Ruim voor mijn vertrek weet ik dat als ik eenmaal onderweg ben het doel ga halen. Dat is voor mij geen vraag. Daar zit iets gevaarlijks in. Als ik weet dat ik het ga halen, ben ik er eigenlijk al. Heel anders is mijn motivatie voor deze tocht. Ik kan dat niet rationeel uitleggen. Het is een gevoel van op reis moeten gaan. Zeg dat maar eens tegen je gezin, familie en vrienden. Zij zijn bezorgd, ze willen graag weten wat je bezielt en jij kunt het niet uitleggen. Je moet gewoon gaan.
Je moet iets worden je wilt ergens naar toe dat is de toekomst naar het nu halen en er dan zo hard mogelijk heen lopen Als je gewoon kunt ‘zijn’ is het niet nodig weg te gaan behalve dan om de schoonheid van het pad en de lust om te wandelen. Wim Nijssen schreef het boek De eindeloze reis. In beweging zijn. Het boek is voor € 16,50 verkrijgbaar bij de auteur (
[email protected])
Leven in al zijn volheid Nu ik een jaar terug ben en mijn gedachten en ervaringen heb kunnen ordenen, vermoed ik dat het op reis gaan zonder doel, zonder motivatie, voor mij juist het doel is geweest. Dat ik geheel onvoorzien in León moest afhaken past daar bij. Het is echter gevaarlijk om feiten achteraf een logica te verlenen. Het past bij mijn behoefte aan doel en reden. Ik kan ook zeggen: het is wat het is. Er komt ooit een oproep om het af te maken, dat is het vooruitzicht. Daar heb ik vrede mee. Er is iets anders dat achteraf enorm gaat opspelen en waar ik veel moeilijker vrede mee vind. Ik voel, ik weet dat ik deze reis een plek moet geven in mijn leven. In Vézelay krijg ik een plotseling inzicht. Een weten hoe het werkelijk zit in de wereld. Heel in het kort: ik weet dat ik onderdeel van de wereldziel ben en dat ik dit leven te leven heb naar mijn talenten en mijn passie. Het gaat niet om geluk of ongeluk, rijkdom of armoede, ziekte of gezondheid. Het gaat om leven in al zijn volheid. Het is zo groot en het past niet Jacobsstaf 78
Foto: Wim Nijssen
bij de manier waarop ik op dat moment in het leven sta. Als ik er gehoor aan geef, dan moet het roer om. Misschien geen 180 graden, maar toch ver om.
Mensen verrijken Deze ervaring past bij de manier waarop verschillende schrijvers en filosofen de levensreis van de mens op aarde bekijken. Joseph Campbell laat in zijn boek De held met de duizend gezichten zien hoe de mens al duizenden jaren bezig is met deze universele reis. Je levenslot stuurt je al dan niet vrijwillig op reis. Onderweg maak je beproevingen mee. Als je terugkomt ben je niet meer dezelfde mens. Je bent veranderd en je kunt, al zou je willen, ook niet meer terug veranderen. En dat is juist de bedoeling, dat je terugkomt en met je ervaring de mensen die je na staan verrijkt. De tocht was nooit bedoeld voor jou alleen. Je ervaring moet terug in de gemeenschap gebracht worden. Niet voor niets word je ook pas pelgrim als je Santiago bereikt hebt. Daarvóór ben je onderweg, je leert pelgrim te worden. Nu ik terug ben en mijn verandering in mijn gemeenschap vorm moet gaan geven, ervaar ik dat ik dat nog wel het moeilijkste van alles vind. Ik weet niet hoe dat moet. Lopen kon ik prima en het onderweg zijn viel ook best mee. Maar een nieuw geloof uitdragen? Helemaal leven volgens je passie en je talenten vergt moed, kwetsbaarheid en veel liefde. Als je dat kunt, ben je volgens mij een pelgrim geworden. Daar heb ik moeite mee. Misschien ben ik er nog niet klaar voor. Santiago ligt voor mij ook nog letterlijk achter de horizon.
Jacobsstaf nr. 100 – Jaargang 25, december 2013 Gedrukte oplage: 12.500 exemplaren. Bereik: 14.000 leden Het Nederlands Genootschap van Sint Jacob is de vereniging van en voor belangstellenden in de pelgrimstocht naar Santiago de Compostela in Galicië. Lidmaatschap aanmelden en opzeggen U kunt zich als lid aanmelden via de website Santiago.nl. Na inloggen kunt u als volgt te werk gaan: Klik op registeren/lid worden en vul het webformulier in. Het lidmaatschap loopt uitsluitend per geheel kalenderjaar. Beëindiging dient voor 1 december te geschieden via de website. Kijk in Mijn profiel onder de tab lidmaatschap. De contributie dient bij aanmelding via de website direct te worden betaald. Het heeft onze bijzondere voorkeur dat u zich via de website aanmeldt als lid. Mocht dit onverhoopt niet mogelijk zijn dan is het mogelijk om u als lid aan te melden bij een van de informatiecentra. De lidgelden worden dan achteraf gefactureerd. Nieuwe leden ontvangen bij inschrijving gratis de pelgrimspas. M.i.v. 1 januari 2014 bedraagt de contributie € 23,50, inclusief het abonnement op de Jacobsstaf. De contributie voor een ‘inwonend lid’ bedraagt € 17,50, zonder de Jacobsstaf. Het eenmalige inschrijfgeld is € 12,50 per eerste lid per adres. De bedragen kunnen jaarlijks worden aangepast. De jaarlijkse contributie wordt door het genootschap automatisch geïncasseerd. Hiervoor dient u ons een machtiging te verstrekken. Het Genootschap is gevestigd in: Het Huis van Sint Jacob: Janskerkhof 28A, 3512 BN Utrecht Tel: 030-2315391; Fax: 030-2318281 E-mail:
[email protected] Website: www.santiago.nl
Ereleden Bas Brouwer, Koen Dircksens, Herman Gresnigt †, Jan van Kempen †, Mireille Madou, Jacobus van der Werff en Annet van Wiechen Werkgroepen Het Genootschap kent een aantal werkgroepen en commissies. Voor de juiste gegevens wordt verwezen naar www.santiago.nl
De openingstijden zijn: Dinsdag van 14 tot 16 uur, Donderdag van 14 tot 16 en van 19 tot 21 uur, Vrijdag van 10 tot 12 uur, Stichting Pelgrimsvrienden van Sint Jacob Elke tweede en vierde zaterdag van de maand van De Stichting richt zich op het financieel 11 tot 15 uur. steunen van een aantal specifieke activiteiten die samenhangen met het pelgrimeren naar Het Informatiecentrum in Vessem Santiago de Compostela. Meer informatie op ’t Atelier van de Pelgrimshoeve Kafarnaüm, www.pelgrimsvrienden.nl Servatiusstraat 11, 5512 AJ Vessem (NB). Het is geopend op elke tweede, derde en vierde Jacobsstaf zaterdag van de maand van 11 tot 15 uur voor is het orgaan van het Nederlands Genootschap informatie over de tocht en aanmelding als lid. van Sint Jacob en verschijnt viermaal per jaar. ISSN 0923-11458. Het Informatiecentrum in Sint Jacobiparochie © Nederlands Genootschap van Sint Jacob. “De Groate Kerk”, Oosteinde 1, 9079 KZ St Jacobiparochie (Frl). Het is geopend op elke Redactie tweede en vierde zaterdag van de maand van Bram van der Wees (hoofdredacteur), Jasper 11 tot 15 uur voor informatie over de tocht en Koedam (eindredacteur), Tieleke Huijbers aanmelding als lid. (fotoredacteur), André Brouwer, Karin Abdullah Khan-Feenstra, Freek van der Veen, Ad Gruijters, Bankgegevens Hein Dik ING 5151146 (IBAN: NL41INGB0005151146 en BIC: INGBNL2A) Redactieadres Rabobank 30.25.73.917 Janskerkhof 28A, 3512 BN Utrecht (IBAN: NL53RABO0302573917 en BIC: RABONL2U) E-mail:
[email protected] t.n.v. Nederlands Genootschap van Sint Jacob. Vormgeving Bestuur Anouk Kwantes, CO2 Premedia, Amersfoort Joost Bol (voorzitter), Daniëlle Lokin (vice-voorzitter), André Brouwer (secretaris), Druk Jan Kousemaker(penningmeester), Monique Drukkerij Wilco, Amersfoort Walrave, Sjaak van der Worp, Henk van Dam, Lidwien Meijer en Toine van Moorsel (leden) Aanwijzingen voor de auteurs Bijdragen voor de Jacobsstaf dienen, digitaal in Word, gezonden te worden aan
[email protected]. Voor artikelen geldt als richtlijn een maximumlengte van 1800 woorden. Foto’s kunt u verzenden via WeTransfer.com (jpg-bestand, minimaal 500kb per foto). De redactie behoudt zich het recht voor bijdragen in te korten of te weigeren. Meningen en feiten zoals die door auteurs worden weergegeven, vallen buiten verantwoordelijkheid van redactie en uitgever. Advertenties kan men inzenden via het redactieadres. Tarieven op aanvraag. Losse nummers zijn, indien nog leverbaar, via het Informatiecentrum te bestellen. 79 Jacobsstaf
Avond over Santiago de Compostela Toelichting bij de achterzijde September 2012. Een lang gekoesterde droom is werkelijkheid geworden. Pieter, mijn partner, en ik lopen naar Compostela. Gewoon als zomervakantiebestemming, omdat we tweeënhalve week later weer aan het werk moeten. De korte route vanuit Porto is dan een prachtige mogelijkheid. Met gemiddeld 36 graden hakt de tocht behoorlijk in op de beschikbare energie. Wonderlijk genoeg hebben we daar tijdens het lopen weinig last van, maar eenmaal aangekomen in Santiago deelt de vermoeidheid een behoorlijke tik uit. We besluiten een dag langer in Santiago te blijven voordat we doorgaan naar Fisterra. Tijdens die dag genieten we van alles wat Santiago te bieden heeft en kunnen we lekker ontspannen bij al het moois. Zoals de heerlijke namiddag en avond. Overal in de stad wordt muziek gemaakt, op elke hoek genieten wij van een muzikant of groep. Komend vanachter de kathedraal lopen we onder een boogje door richting Praza do Obradoiro, het plein voor de kathedraal. De dag loopt ten einde en de zon houdt het voor gezien. Op het plein zien we de mensen genieten van de zonsondergang, en ook wij steken het plein over om de kathedraal in het mooie licht van de ondergaande zon te zien. Verder dwalend door de Oude Stad raken we telkens weer geboeid door het bijzondere licht. Dan vallen ons ineens de twee beelden op een kerk op en ik leg ze vast in het licht van de ondergaande zon. Een foto die al op veel mensen in onze omgeving indruk heeft gemaakt. Petra Broeders Op welke kerk staan deze beelden? De redactie koos voor de voor- en achterzijde van deze Jacobsstaf foto’s die met elkaar verwant zijn. De beelden staan namelijk op dezelfde kerk in Santiago. De redactie wil van u graag weten om welke kerk het gaat en wat de beelden voorstellen. Zend uw oplossing uiterlijk 5 januari 2014 naar:
[email protected] of naar Jacobsstaf, Janskerkhof 28a, 3512 BN Utrecht. Onder de inzenders van de juiste oplossing wordt een boekenbon van 30 euro verloot. Succes!
Jacobsstaf 80