Jacobsstaf 94
de
Juli 2012
Pelgrims van het eerste uur Mini-thema Via de la Plata Camino Mozarabe
Vaste Rubriek
Van de redactie Het versterken van de onderlinge verbondenheid binnen het genootschap, daar had wijlen Adrie Dik het over. Ook over het besef dat de regio’s daar een cruciale rol in spelen, immers geworteld in de streek, de buurt, waar persoonlijke ontmoetingen vanzelfsprekend zijn, waar mensen elkaar kunnen aanraken. Om deze gedachten kracht bij te zetten, besteden we ruime aandacht aan de vele activiteiten die door pelgrims uit diverse windstreken zijn en worden ondernomen. Daarin past ook een terugblik op de Jacobalia-wedstrijd en dan met name het bijbehorende juryrapport van de drie prijswinnaars. De foto van de windvaan, die de eerste prijs kreeg, siert nu de omslag! Verder ontmoeten jong en oud elkaar in deze editie. ‘Jong’ gaat op pad in Vessem waar ze van ervaringsdeskundigen leren over de pelgrimage. Ze kunnen dan natuurlijk ook het interview lezen met ‘pelgrim van het eerste uur’ Jeroen Gooskens. Hij staat centraal in de eerste aflevering van een interviewserie met pioniers, die in de vorige eeuw de oude paden hebben herontdekt. Een zo’n pad is de Via de la Plata. Deze oude Romeinse route door het desolate Spaanse binnenland leidt tot wonderlijke ontmoetingen en zware ontberingen, zo getuigen de vier verhalen in het mini-thema over deze camino. Helaas nemen we afscheid van twee vaste en trouwe medewerkers. Bureauredacteur Rony de Jong bedanken we voor zijn jarenlange werk achter de redactieschermen en columnist Arno Cuppen voor zijn openhartige, soms kritische, bijdragen over het pelgrimeren. René van Veen / Jasper Koedam
Inhoud Het Genootschap 44 Onderweg 45 Regioberichten 49 Windvaan gekozen tot winnaar Jacobalia-wedstrijd 51 Bijzondere Jacobusviering in Utrecht 52 Agenda 53 Het Compostelaregister Harry Wasser
Op het vooromslag: Windvaan in Huizen (winnaar Jacobalia-wedstrijd, zie p.49). Foto: Pieter-Bas de Jong
Kopij inleveren voor 6 augustus.
4 | De Jacobsstaf 92
Op het achteromslag: Haiku en foto: Gerarda Damad-Dekker
2
Het leven is slechts een handvol tijd: Adrie Dik (1950 – 2012) André Brouwer
Mini-thema Via de la Plata 12 Film Joost van der Ruijt
14 Locos, locos Jan van de Wetering 16 Iberische hammen, vochtblaren en een huwelijksaanzoek Bart Fokkens 19 Op weg met Antonius van Padua Jan W. Vugts
Wandelen & fietsen
23 Ontspannen pelgrimeren op de Camino Portugués Margot Heijnsbroek
En verder...
28 ¡Otro Camino, mismo destino! Ria van Geldere 30 Verhalen aan de sterrenweg Arno Cuppen en Huberta Wiertsema 32 Met de walm van wierook op weg Jan van Rest 34 De bijzondere omzwervingen van een jakobsschelp Tieleke Huijbers 36 Allemaal pelgrims Jan van Rest
Vaste rubrieken 5
Pelgrimeren kort
6
Pelgrims van het eerste uur: Jeroen Gooskens Gerard Luiten en Huub de Gier
38 Pelgrimsboeken Jeroen Gooskens, Tieleke Huijbers 43 De herberg van … Klaas Boom De Jacobsstaf 94 | 1
In memoriam
Adrie tijdens haar laatste pelgrimage. Foto: Gerrit Dik
2 | De Jacobsstaf 94
In memoriam
Het leven is slechts een handvol tijd: Adrie Dik (1950 – 2012) Ooit had Adrie aangegeven dat zij bovenstaande spreuk wel op haar graf zou willen. Zij – en ook wij – hadden nooit kunnen denken dat haar man Gerrit dit nu al moet gaan regelen. Eind april van dit jaar vertrokken Adrie en Gerrit nog samen van Le Puy om naar Saint-JeanPied-de-Port te lopen. Zaterdagavond 28 april kwamen ze laat terug van het diner. De andere pelgrims in de herberg van Nasbinals sliepen al. ‘Wat moeten we nu?’ vroeg Adrie. Gerrit antwoordde dat ze haar kleren maar in een hoek moest gooien. ‘De rest zien we morgen wel.’ Voor Adrie zou er geen morgen meer zijn. In alle vroegte – op de dag dat Gerrit zeventig jaar werd – overleed Adrie aan een hartstilstand. Adrie en Gerrit ontdekten midden jaren tachtig het langeafstandswandelen. Verdeeld over drie jaar liepen ze de weg naar Santiago. Ze werden lid van ons genootschap. Adrie hield een schriftje bij waarin ze verslag deed van haar wandelingen. Lopen werkte louterend voor haar. Het maakte haar bewust van onze tijdelijkheid op aarde, schreef ze in 1989. Ook kon ze uiteindelijk vrede hebben met haar ongewilde kinderloosheid. Begin van deze eeuw werd Adrie actief in de regio Noord-Holland benoorden ’t IJ. In 2005 volgde ze Jan Louter op als regiocontactpersoon. ‘Opening door dagvoorzitter Adrie Dik’, stond er altijd boven de agenda van de regiobijeenkomsten. Maar daarmee deden we Adrie te kort. Ze was veel meer een gastvrouw met een warme en oprechte belangstelling voor alle leden van de regio, of ze nu jarenlang lid waren of nieuwkomers. Ze zorgde voor een aparte sfeer. En ondanks dat er de laatste jaren elke keer meer dan honderd mensen op afkwamen, wist ze de dag toch het karakter van een huiskamerbijeenkomst te geven. ‘Eén grote jacobusfamilie’, noemde ze het zelf. In maart van dit jaar leidde ze nog een bijeenkomst. Ze genoot er enorm van als alle inspanningen ook tot een geslaagde dag hadden geleid. ‘Dit was weer een dag om bij te schrijven in het grote boek,’ zei ze na afloop. 7 mei jl. vond de uitvaartdienst plaats in dezelfde ruimte waar Adrie zo vaak de bijeenkomsten van ‘haar regio’ had gepresenteerd. Het voelde vertrouwd dat ons lid pastor Henk Vermunt – regelmatig spreker op de regiobijeenkomst – in de dienst wilde voorgaan. In 2007 werd Adrie lid van het landelijk bestuur. En hoewel ze regelmatig zei zich geen bestuurder te vinden, had Adrie een unieke inbreng. Ze zorgde met haar hartelijkheid voor de verbinding en bracht mensen tot elkaar, ook als ze wel eens een flink verschil van mening hadden. Adrie was constant op zoek naar versterking van het bestuur. Ze haalde de banden weer aan met erelid en medeoprichtster van ons genootschap, Mireille Madou, die een vriendin van haar werd. Als er eens problemen waren wist ze met haar zorgvuldige maar gemeende woordkeus haar medebestuursleden weer te motiveren.
De Jacobsstaf 94 | 3
In memoriam
Ze aarzelde ook niet om mensen aan te spreken als ze volgens haar niet goed bezig waren: ‘Dit wordt geen prettig gesprek,’ was dan haar inleiding. Adrie wist de regio Friesland, die wat was ingezakt, weer op te peppen. Ze vroeg nieuwe bestuursleden en leidde zelf de voorjaarsbijeenkomst van 2008. ‘Onze adoptiemoeder,’ noemde de regio haar onlangs. In november 2008 kregen Adrie en Gerrit een zware klap te verwerken toen hun nichtjes Fleur en Annemarie, die ze als hun eigen (klein)kinderen beschouwden, door een auto-ongeluk om het leven kwamen. Vooral voor Adrie was dit moeilijk een plaats te geven. Ze kreeg lichamelijke klachten en voelde zich vaak depressief. Ze zette haar bestuurswerkzaamheden daarom enige tijd op een laag pitje. Vorig jaar wist ze zich weer te herpakken en was ze weer vol ideeën. Vooral het mede-organiseren van de internationale conferentie in het najaar gaf haar veel voldoening en energie. Met verve nam ze de rol van dagvoorzitter en gastvrouw op zich. De vele condoleances van buitenlandse genootschappen getuigen hiervan. Adrie laat een leegte in ons bestuur na die door niemand is op te vullen. Daar was haar warme persoonlijkheid te uniek voor. We zullen daarom ons best doen zo veel mogelijk in de geest van Adrie voort te leven en dit ook in ons handelen tot uitdrukking brengen. In materiële zin denken we na of we ergens een blijvend gedenkteken voor Adrie kunnen realiseren. Adrie ging in februari van dit jaar met pensioen. Ze zat boordevol plannen. Met Gerrit zou ze veel gaan reizen. Veel te vroeg is ze aan haar laatste camino begonnen. Ultreya e suseia. Deus adiuva nos. @ Buen camino, Adrie. André Brouwer, namens bestuur Nederlands Genootschap van Sint Jacob
4 | De Jacobsstaf 94
Pelgrimeren kort
Pelgrimeren kort Cursussen in Santiago De universiteit in Santiago de Compostela organiseert in oktober 2012 twee internationale cursussen voor hospitaleros en voor mensen die geïnteresseerd zijn in de pelgrimage naar Santiago. In de basiscursus van een week is er vooral aandacht voor de Spaanse taal en enkele culturele activiteiten. Bij de uitgebreide, twee weken, durende cursus gaan de deelnemers ook daadwerkelijk op pad. Onder leiding van een hoogleraar lopen de cursisten in zes dagen van O’Cebreiro naar Santiago en worden ze ondergedompeld in de geschiedenis van en de kunst langs de route. Een digitale brochure van de cursusinformatie is te vinden op Issuu.com/ cursosinternacionales/docs/cam_santiago_ingles_2012. Nieuwe pelgrimsroute In Noordoost-Spanje is een nieuwe pelgrimsroute ontwikkeld, die deels de Camino Francés in tegengestelde richting volgt. De Camino Ignaciano is genoemd naar Ignatius van Loyola (1491-1556), oprichter van de Sociëteit van Jezus, beter bekend als de jezuïeten. De route is 647 kilometer lang en start in zijn geboorteplaats Loyola in Baskenland en loopt vervolgens door de regio’s Rioja, Navarra en Aragón naar het eindpunt Manresa bij Barcelona in Catalonië, waar hij een jaar verbleef. De pelgrim die de Camino Ignaciano volgt, kruist de Camino Francés en loopt deze tussen Navarrete en Logroño in tegengestelde richting. Op Caminoignaciano.org staat uitgebreide informatie over de etappes, de overnachtingsmogelijkheden, bezienswaardigheden en natuurlijk over Ignatius van Loyola.
Database overnachtingen Het wordt de pelgrim steeds makkelijker gemaakt: via de database Alojamientoscaminosantiago.com kan hij op eenvoudige wijze de overnachtingsmogelijkheid vinden langs diverse camino’s in Spanje. De website bevat de logiesmogelijkheden van zeven routes; opvallende afwezige is de Via de la Plata. Per route kan gezocht worden binnen een alfabetische plaatsnamenlijst of op volgorde van ligging aan de camino. Niet alleen de diverse herbergen worden genoemd, ook pensions en hotels. Per logeeradres volgt een korte beschrijving, de belangrijkste gegevens en eventueel beschikbare foto’s. Aardig is dat de website interactief is: de bezoeker kan zijn mening achterlaten over een adres en het commentaar lezen van anderen. Helaas is de website (nog) alleen Spaanstalig. Pelgrimsherberg Antwerpen In de Jacobsstaf 92 deed het Vlaams Compostelagenootschap ons genootschap een herberg cadeau ter gelegenheid van het vijfentwintigjarig bestaan van het Nederlands Genootschap van Sint Jacob. In Pelgrimsherberg Sint-Julianus in Antwerpen hebben sinds de opening begin april 2012 reeds tientallen Nederlanders op weg naar Santiago onderdak gevonden. Nog even de praktische gegevens op een rij. De herberg ligt aan de Sint Jansvliet 25, op drie minuten lopen van de Grote Markt. De sleutel kan men afhalen bij de Toeristische Dienst op de Grote Markt 13 op vertoon van een credencial. De kosten bedragen 7 euro per persoon per nacht. Er kan slechts eenmaal worden overnacht. Er is plek voor vier personen. Meer informatie en foto’s zijn te vinden op Compostelagenootschap. @ be > Op weg > Overnachtingen.
De Jacobsstaf 94 | 5
Pelgrims van het eerste uur
‘Het pelgrimeren is als een kostbare ervaring op mijn pad gekomen’ Gesprek met Jeroen Gooskens
Dat de pelgrimage naar Santiago de Compostela nog steeds aan populariteit wint, is voor een deel te danken aan de pioniers die in de tweede helft van de vorige eeuw de oude paden weer hebben herontdekt. Zij hebben met hun verhalen de jongere generatie geïnspireerd. Willen we deze verhalen van die pioniers zelf nog horen, dan dringt de tijd. Daarom starten we een nieuwe serie in de Jacobsstaf, waarin Gerard Luiten en Huub de Gier in gesprek gaan met ‘pelgrims
Foto: Gerard Luiten
6 | De Jacobsstaf 94
Gerard Luiten en Huub de Gier van het eerste uur’. In deze eerste aflevering auteur en verhalenverteller Jeroen Gooskens. Zij bezoeken hem thuis in het dorp Molenhoek bij Nijmegen. Op de afgesproken dag, rond koffietijd, rijden we een bomenrijk woongebied in en op het opgegeven adres bellen we aan. Jeroen doet open en stelt zijn vrouw Willemien aan ons voor. We worden binnengelaten in een sfeervolle kamer. We mogen plaats nemen in comfortabele
Pelgrims van het eerste uur
banken naast een open haard, met uitzicht op een tuin in wintertooi. De koffie wordt ingeschonken en de koetjes en kalfjes komen langs. De meest prangende vraag moet gesteld. Hoe is het met de gezondheid van Jeroen? Hij is er heel open over. ‘Rond kerstmis kreeg ik de boodschap dat de prostaatkanker is uitgezaaid en niet meer behandelbaar. Ik besef meer dan ooit dat we maar voorbijgangers zijn in de tijd. Die ervaring had ik altijd heel sterk op mijn wandeltochten langs oude bomen en over Romeinse wegen. Dat besef van vergankelijkheid was trouwens nooit deprimerend, het maakte me juist gelukkig. Ik voel me wonderbaarlijk goed.’ Een goed moment om het vraaggesprek te beginnen. Wie is Jeroen Gooskens ? ‘Ik ben afkomstig uit Eindhoven. Mijn vader was een huisarts met een drukke praktijk. Mijn moeder afgestudeerd in de rechten, met twee linkerhanden en een gezin met negen kinderen. Er was weinig luxe en veel veiligheid; toen was geluk heel gewoon. Ik leerde makkelijk, wandelde het gymnasium door en had tijd over voor hobby’s en sport. Kerk en religie begonnen in die jaren al ‘uit’ te raken, maar met een paar vrienden koos ik er toch voor om daar een halt aan toe te roepen en de kerk van binnenuit te veranderen. De Brabantse bisschop Bekkers en paus Johannes XXIII, de eenvoudige dikkerd: het waren mensen-mensen en alles leek mogelijk. Zo ging ik na mijn middelbare school niet naar de universiteit maar naar een augustijnenklooster in het Friese Witmarsum om er te leren mediteren en het hogere te zoeken. Zes studiejaren filosofie en theologie volgden, en in 1965 werd ik priester gewijd en hoopte aan de slag te mogen. Niets daarvan, mijn overste maakte me duidelijk: van God weet je nu voldoende, leer wat meer over mensen en ga psychologie studeren.
De wil van de overste was nog wet, mijn onderkomen werd het souterrain van de Augustinuskerk aan de Oude Gracht in Utrecht. Ik wilde zoveel mogelijk gewoon met het studentenleven meedoen en vertoonde me alleen de eerste dag met een priesterboord, om duidelijk te maken waar ik voor stond, ook voor de meisjesstudenten. Ik wilde lid van de studentenvereniging Veritas worden, maar toen ze hoorden dat ik priester was, bleek dat onmogelijk. Een priester ontgroenen konden ze niet maken – dus kon ik geen lid worden. Gelukkig bleek de studentenparochie een goed alternatief: niet alleen een mooie plek voor preken en discussies, maar ook veel kostbare vriendschappen. Het waren de zestiger jaren, de naoorlogse rust maakte plaats voor oproer. Alle instituties kwamen onder forse kritiek: de universiteit, de kerk en de hele maatschappij. Ik werd bestuurslid van de Unie van Katholieke Studenten in Nederland en had het druk met contacten in Praag, Berlijn en Parijs. Alles moest anders, en dat liever vandaag dan morgen. Daar waren we dag en nacht mee in de weer. Resoluties indienen op de Praagse Vredesconferentie. Met katholieke bisschoppen en studenten praten in Berlijn. In Nederland volgt de bezetting van het Maagdenhuis, het studentenconcilie en acties op de eigen Utrechtse universiteit. Oecumenische vieringen in de studentenparochie en in het weekend ook op m’n brommertje naar dorpjes als Beesd of Rumpt om daar over een nieuwe kerk te preken. Al met al een hectische tijd, maar wel vol leven. Dat kon natuurlijk niet goed gaan. En het ging niet goed. Bisschop Bekkers stierf voortijdig, Rome trapte op de rem en een ijskoude winter kondigde zich binnen de kerk aan. Elke opening naar de moderne tijd werd dichtgesmeerd en ik kreeg het Spaans benauwd. De celibaatsverplichting werd de spreekwoordelijke druppel die tot de scheiding leidde. Ik werd verliefd op Willemien, en in tegenstelling tot
De Jacobsstaf 94 | 7
Pelgrims van het eerste uur
Atlantische Oceaan bij Muxia. Foto: Tieleke Huijbers
eerdere verliefdheden vond ik dat dit toekomst moest hebben. Slapeloze nachten heb ik er van gehad, maar uiteindelijk was mijn conclusie: ik ben voor het celibaat ongeschikt, ik ga trouwen. Voor de studentenparochie was dat geen enkel probleem, op de Maliebaan (red.: straat in Utrecht waar het bisschoppelijk paleis is gevestigd) des te meer. Ik werd door kardinaal Alfrink op het matje geroepen en na een uurtje antichambreren was de boodschap kort en krachtig: "Als u wilt trouwen bent u gesuspendeerd – uit het ambt ontslagen." Mijn tussenvoorstel – twee jaar wachten om in die periode een passende oplossing te vinden – werd resoluut afgewezen. De zondag die er op volgde kwam de kardinaal persoonlijk in vol ornaat naar de studentenparochie om mijn ontslag mee te delen. Deze gebeurtenis kwam uitgebreid in de media. Het was een strijd die niet te winnen was, met graagte gaf ik het stokje van de revolutie over aan de Amsterdamse studentenparochie. Zelf
8 | De Jacobsstaf 94
verlangde ik naar een leven in de luwte. Ik wijdde me aan het afstuderen als psycholoog en Willemien begon te werken als lerares Engels; een jaar later trouwden we, kregen ons eerste kind en verhuisden naar Nijmegen, waar ik als studentenpsycholoog aan de universiteit ging werken. Dat werd al vlug een parttime baan, we kozen ervoor om samen onze kinderen op te voeden en daarbij de huishoudelijke taken te verdelen. Drie kinderen grootbrengen, vrienden, sporten: twintig heerlijke jaren in Nijmegen en later in Molenhoek. Daar maakten mijn oren een eind aan. Toen ik te weinig hoorde om goed te luisteren, kon ik mijn werk niet meer doen en werd ik volledig afgekeurd.’ Niet lang daarna ben je op weg gegaan naar Santiago de Compostela, hoe ben je daartoe gekomen? ‘Wandelen heb altijd graag gedaan. Als kind in de natuur rond Eindhoven, later in de Arden-
Pelgrims van het eerste uur
Romeinse weg bij Baños de Montemayor (Via de la Plata). Foto: Tieleke Huijbers
nen of de Alpen. De Pax Christi-tochten naar Den Bosch en in het buitenland. Wandelingen en kampeervakanties als beste middel om in drukke tijden op adem te komen. Ik was vijftig en gezond en een zee van tijd bood nieuwe kansen op nieuw geluk. In mijn studietijd had ik veel gelezen over de pelgrimstocht naar Santiago en hoe christelijk Europa langs die route bloeide. Dat boeide me. Ver weg wilde ik, naar het einde van de aarde. Kijken waar mijn grenzen liggen, kijken wat er nog te vinden is van die oude sporen.’ Je hebt over je tocht een indringend boek geschreven onder de titel Ver onderweg. Had je daar een speciale reden voor? ‘Het is een manier om in je dierbare herinneringen te kruipen. Ik probeer iets over te brengen van de beleving van het onderweg zijn. Elke dag heeft zijn eigen schoonheid, daar was ik vol van en dat wilde ik aan de man brengen.
Ik heb het opgeschreven om het nooit te vergeten, maar ik realiseer me dat het een vergeefs gevecht is tegen de vergetelheid.’ Heeft de camino toekomst? ‘Sommige elementen zullen verloren gaan. Kloosters zullen ontvolken en kathedralen worden meer en meer musea. Maar het pelgrimeren is ouder dan het christendom en zal ook de neergang van het christendom overleven. Ook de wereld verandert en verkeert in een enorme stroomversnelling. Zo zie je een toenemende drukte op de Camino Francés, het is zinloos om er met nostalgisch sentiment om te treuren. Zeker in onze tijd van koning file en vrouw holle is er een groeiende behoefte aan gepaste vertraging. Onze graaicultuur van dikke ikken roept een tegenbeweging op, die ook blijkt in de revival van het pelgrimeren. Op de camino blijven mensen zoekers naar het geheim van het leven. Ze ervaren hoe weinig ze nodig hebben om ge-
De Jacobsstaf 94 | 9
Pelgrims van het eerste uur
Hoe kijk je op je leven terug? ‘Vorig jaar heb ik het plan opgevat om ter gelegenheid van mijn zeventigste verjaardag terug te kijken op mijn leven en de balans op Je bent nu de zeventig gepasseerd. De camite maken. Met een vriend liep ik de Camino no ligt tien jaar achter je. Wat heeft het aan Primitivo van Oviedo langs Santiago naar het je leven toegevoegd? einde van de aarde. Op eerste paasdag zag ik ‘Ik ben door het wandelvirus besmet, dus ik de zon ondergaan aan de kust met een gevoel blijf lopen zolang ik lopen kan. Een mens heeft dat mijn leven rond was. Dat bleek een goede tenslotte regelmatig een onderhoudsbeurt voorbereiding op de onverwachte boodschap nodig. Zo heb ik in die ik acht maanden 1998/99 de Via de la later kreeg: dat ik Plata gelopen en in niet lang meer heb te ‘Op de camino blijven 2001/02 de terugweg leven. Dankzij mijn vanuit Santiago langs pelgrimstochten ben mensen zoekers naar het de Somport naar Arik er niet onderstegeheim van het leven’ les. boven van, het doodOok voor mijn leven gaan. Het is zo erg thuis had de tocht niet als je vrede hebt gevolgen. Zo heb ik sinds mijn pelgrimstocht met het leven zoals het gegaan is. Waar de kerk een wekelijks gebedsgroepje. Gewoon samen het heeft laten afweten, is het pelgrimeren als bidden, zingen en psalmen lezen. Wat ons saeen kostbare ervaring op mijn pad gekomen. Ik men bindt is dat wij allen lijden aan de kerk die ga steeds meer beseffen dat wij ons leven niet de weg kwijt is. maken, maar dat het ons toevalt. We denken Verder is door een groepje pelgrims in Nijmewel vaak dat we aan het stuur zitten, maar zo gen een kapel in de binnenstad opgeknapt; dit is het niet. Willemien, mijn kinderen, mijn fakapelletje is het laatste overblijfsel van het midmilie, mijn vrienden: alles gewoon gekregen. deleeuwse Jacobusgasthuis. Elke tweede zonZo werden mijn wandeltochten tot mijn eigen dag van de maand komen we er samen om te verrassing een leerweg in dankbaarheid.’ bidden en om verhalen over de pelgrimstocht Er valt even een stilte. Jeroen staat op met de uit te wisselen. Daar ga ik soms ook voor. Het vraag: ‘Jullie eten toch wel een boterham mee?’ is een vrijplaats waar de bisschoppen geen vat De tafel wordt gedekt en Willemien bakt eieop hebben. En het is een mooie plek om kleinren. Na de gezellige lunch nemen we afscheid. schalig onze verbondenheid te vieren. Ook We danken beiden voor de goede ontvangst en het genootschap heeft me in de loop der tijd Jeroen voor het openhartige gesprek. Zij wuiveel vrienden opgeleverd. Ik schrijf met plezier ven ons uit tot ze aan het eind@ van de straat uit boekrecensies voor de Jacobsstaf en vertel op alons gezichtsveld verdwijnen. lerlei plaatsen in het land verhalen. Ook mijn website blijft een medium om aandacht te Jeroen Gooskens, Ver onderweg, Valkhof Pers, vragen voor het pelgrimeren. Dat doe ik graag 1999. ISBN 9056250469. omdat het pelgrimeren me zelf tot mijn eigen Website: www.compostela.nl. verrassing zo heeft geboeid.’ lukkig te zijn, ze krijgen oog voor de wonderen van onze wereld, ze ontmoeten medepelgrims in een ontwapenende sfeer van openheid.’
10 | De Jacobsstaf 94
Via de la Plata
Ontmoetingen en ontberingen op de Via de la Plata De hedendaagse pelgrim zet zijn eerste schreden vaak op de Camino Francés. Als het pelgrimsvirus eenmaal heeft toegeslagen blijft het meestal niet bij deze sterrenweg en wordt het verlangen om een andere camino te ontdekken groter. De keuze valt dan in veel gevallen op de Via de la Plata (Zilverroute) door het onbarmhartige Spaanse binnenland. Deze van oorsprong Romeinse route voert door vier Spaanse regio’s en verbindt monumentale steden als Sevilla, Mérida, Caceres, Salamanca en Santiago de Compostela met elkaar. Op de Zilverroute kan de peregrino zich nog een vreemdeling voelen: het kale landschap nodigt daartoe uit en de authentieke dorpen zijn nog niet volledig ingericht op een dagelijkse massale stroom pelgrims. In de redactiepostbus ontvingen we in korte tijd een aantal artikelen die allen de Via de la Plata als decor hebben. Vier daarvan presenteren we hier in de vorm van een mini-thema. Niet alleen vanwege de identieke achtergrond, maar ook omdat het in de verhalen meer of minder om ontmoetingen draait. Ontmoetingen die niet altijd gewild zijn en die de pelgrim confronteert met zijn eigen grenzen.
Foto: Jasper Koedam
De Jacobsstaf 94 | 11
Via de la Plata
Film Joost van der Ruijt Vlakbij een pittoresk Romeins bruggetje, dat zijn functie lang geleden heeft verloren doordat de rivier die hier ooit stroomde is opgedroogd, tref ik Günther, die gepanikeerd naar iets zoekt in het dorre bruingekleurde gras. Günther en ik zijn bedevaartgangers op weg van Sevilla naar Santiago de Compostela. Hij is een geheugenkaart kwijtgeraakt waar beelden van de route vanaf Sevilla op staan. Wij hebben al negen dagen gewandeld en inmiddels zo’n 280 kilometer afgelegd. Dus heel wat filmuren zijn zoek. ‘Es ist das schlimmste was in meinem Leben ist passiert. Alles ist umsonst gewesen. Ich will nach Hause zurückkehren,’ jammert hij. Vol medelijden met de gepensioneerde Duitser leg ik mijn zware rugzak af, ga door de knieën en zoek mee naar dat pietepeuterige kaartje in het gras. De zon brandt onbarmhartig fel. Het is inmiddels boven de dertig graden. Er staan nauwelijks bomen en er is geen schaduw in dit lege, steppeachtige landschap. Ik voel mij enigszins verhit en het stugge gras snijdt in mijn vingers. Het doet pijn. Met stijgende weerzin woelen mijn handen door de begroeiing. De vingers van Günther zitten vol opgedroogd bloed. Hij geeft echter geen kik. Hij graait onvermoeibaar door het gras naar de verdwenen kaart. Günther is medio jaren dertig van de vorige eeuw geboren en heeft als Duits jongetje zowel de Tweede Wereldoorlog als de wederopbouw meegemaakt. Toch is het verlies van de film het ergste dat hem in zijn leven is overkomen. De opnames lijken voor hem nog belangrijker dan de wandeling zelf. Ontboezeming Na veertig minuten zoeken zonder resultaat
12 | De Jacobsstaf 94
vraag ik hem:‘Günther, wie viel Spiecherkärte hattest du am Anfang?’ ‘Sechs.’ roept hij moedeloos. ‘Wie viele hast du jetzt?’ ‘Sechs...,’ antwoordt hij. De stilte is hoorbaar. Hij heeft in de bloedhitte langer dan een uur gezocht naar een filmpje dat helemaal niet verdwenen is ... Als het kwartje na enkele seconden valt, stamelt hij: ‘Ach... nein..., das ist doch nicht wahr?’ Hij speelt zijn filmpjes onophoudelijk op zijn camera af. Als het werkelijk doordringt dat er niets weg is omhelst hij mij stevig. ‘Du bist mein Freund,’ roept hij uit. Deze ontboezeming geeft mij een ongemakkelijk gevoel. Na een minuut of vijf speuren dacht ik: wat maak je je druk? Het gaat helemaal niet om de film. Bovendien had ik er weinig vertrouwen en zin in: zo’n klein kaartje vinden in het hoge gras. En dat in deze hitte. Daarbij voelde ik mij na negen dagen al zo vermoeid van al die kilometers lopen met zware bepakking. Maar het laagje beschaving in mij verdringt deze egoïstische gedachten. De film is zijn passie. Daar moet ik begrip voor opbrengen. Bovendien zou iedereen toch hebben meegezocht? We lopen inmiddels al zoveel kilometers samen. ‘s Avonds in de herbergen, vooral tijdens het eten, delen wij al dagenlang onze ervaringen. Günther voelt inmiddels vertrouwd. Mijn hulp is niet meer dan normaal. Charmeoffensief In opperbeste stemming stelt hij voor om de rest van de etappe met de bus te gaan en bij de herberg bier te drinken. Ik weet niet zo goed wat ik zeggen moet. De bus? Ik wil wandelen. Dit is al de derde keer dat ik op bedevaart naar Santiago de Compostela ga en ik heb nog nooit de bus genomen. Zelfs niet tijdens mijn
Oude brug bij Aldea del Cano. Foto: Tieleke Huijbers
eerste keer, toen ik onderweg in de berm heb overgegeven vanwege de hitte en de inspanning. De dagen erna heb ik met lichte koorts en pijnstillers doorgelopen. Ik zet mijn principes overboord. Ik kan zijn charmeoffensief niet weerstaan. Voordat we verder lopen filmt hij mij op het Romeinse bruggetje. In het eerstvolgende dorp dat wij tegenkomen, bestellen wij bier en nemen wij
de bus naar de volgende herberg. Vorige week viel de dvd op de deurmat. Bij het zien van de beelden komt het enthousiasme van de pelgrimage weer boven. Nu pas begrijp ik waar Günther de energie vandaan haalde om in de verzengende hitte zo verbeten naar zijn verdwenen gewaande film te zoeken. De opnames zijn onze @ herinnering aan deze enerverende tocht.
De Jacobsstaf 94 | 13
Via de la Plata
Locos, locos
Een wolkje boven Monesterio Jan van de Wetering Eind april 2011 gingen Martin de Fluiter en ik op pad, op een zonovergoten dag in Sevilla. Over de Via de la Plata liepen we naar Mérida. Droog zou het niet blijven, onze gezondheid zou op de proef worden gesteld, maar wie maalt daar om. De ene camino is de andere niet en dat is misschien wel het aardigste van alles. In de later uitgewerkte dagboekaantekeningen leidt het zien van een wolkje tot gevoelens van vervreemding. Op de tweede dag kwam de regen, toch nog onverwacht, ergens halverwege de tocht van Guillena naar Castilblanco de los Arroyos. Een tropische regenbui leek het. Ik propte mijn camera en niet opvouwbare gloednieuwe hoed in mijn rugzak, trok mijn regenkleding aan en wachtte op het onvermijdelijke. Onder de lage kurkeiken was de beschutting minimaal, het pad veranderde in een snel stromend beekje, in de verte klonk onweer. We besloten maar verder te lopen, schuilen had geen zin. Na een uur haalden we, zompend door de modder, de achterhoede in van de Spaanse schoolklas, die ons vanmorgen nog zo opgewekt was voorbijgelopen. Zes meisjes, sweet little sixteen, zaten met doorweekte haren en zwart uitgelopen oogschaduw onder een struik. Ook zonder woorden was hun boodschap overduidelijk: ‘wij verzetten vandaag geen stap meer en wij vinden dit niet leuk’. De berustende, liefdevolle blik van hun begeleidende docent, die als een herder bij zijn kudde schapen stond te wachten ‘tot het weer ging’ staat nog steeds scherp op mijn netvlies. Twee uur later hing de complete inhoud van mijn rugzak te dampen op de centrale verwarming van hotel Castilblanco. Aan een als
14 | De Jacobsstaf 94
waslijn meegenomen vliegertouwtje hingen mijn paspoort en een paar briefjes van 20 euro, want het water was zelfs tot de geldbuidel op mijn borst doorgedrongen. We dineerden die avond met een prestatiegericht Duits stel. Met hun ‘vierzig Kilometer ist zuviel, zwanzig Kilometer ist zu wenig’, stelden ze parmantig de Gouden Standaard voor pelgrims vast. De volgende ochtend regende het nog steeds, en hard, heel hard. Het landschap was verborgen in een grijze mist. We besloten die dag niet te wandelen, de voorspelling was honderd procent regen en onweer. Vanaf onze ontbijttafel zagen we onze Duitse vrienden met wapperende poncho’s verdwijnen in de in nevelen gehulde twintig-plus etappe. Onze hotelbaas zwaaide ze in de deuropening uit. ‘Locos, locos’ (gekken, gekken), zei hij tegen ons. ‘Er staat hier elke maand wel een ambulance voor de deur, locos zijn het die pelegrinos.’ De volgende dag was het droog en gingen we weer op pad. Extranjeros Alle dorpen in Andalusië en in de Extremadura lijken als twee druppels water op elkaar. Witte huizen, een middeleeuws stratenplan en in het midden een kerk van bruine zandsteen. Zelfs de ooievaars op het dak van de kerk zijn voorspelbaar. De vervreemding slaat toe in de middag, als heel Spanje slaapt. De toch al dun bevolkte dorpen zijn dan volstrekt leeg, op een eenzame hond of kat na. In Monesterio verscheen op zo’n middag een eenzame wolk boven de huizen. De lucht was strak blauw, alleen mijn voetstappen verstoorden de stilte. Ik moest aan een gedicht van Martinus Nijhoff denken. Thuis zocht ik het op:
Via de la Plata
Een traag wolkje, als een eilandje in de heldere hemel ontplooid, beduidde het nu of nooit ophanden zijnd offensief. Achteraf gezien was dat wolkje inderdaad een soort voorteken. Daar in Monesterio liepen we een voedselvergiftiging op die zich halverwege de volgende etappe met nog 15 kilometer te gaan openbaarde. Vreemdeling zijn we hier. Vreemde wezens, die elke dag weer in de brandende zon of in de stromende regen door de eindeloze velden lopen. De Spanjaarden laten het niet duidelijk merken, maar wij, de wandelaars, zijn van
een eigenaardig slag. Lompe indringers, met bemodderde wandelschoenen en met een hobbezak op de rug, al dan niet versierd met een buiten proporties grote jacobsschelp. Wij, de extranjeros, met onze woordenschat die niet veel verder reikt dan buen camino, desayuno en menu pelegrino, por favor. Gelukkig zijn er ook die ons pelgrims, locos of geen locos, als een kans zien. We brengen geld in het laatje, ook al blijven @ we maar één dag. Volgend jaar gaan we weer. Dit verhaal verscheen eerder op de website Pelgrimsverhalen.nl
‘In Monesterio verscheen een eenzame wolk boven de huizen’. Foto: Jan van de Wetering
De Jacobsstaf 94 | 15
Via de la Plata
Iberische hammen, vochtblaren en een huwelijksaanzoek Bart Fokkens ‘Buen Camino’ - een goede caminoreis. Het is de vaste groet, ’s ochtends als je op pad gaat en onderweg. Dat zijn van die gewoontes die je al snel het gevoel geven erbij te horen, iets bijzonders te doen. En het is bijzonder, die beroemde pelgrimstocht naar Santiago de Compostela. Twee keer heb ik hem nu gemaakt, in drie verschillende perioden. In 2007 op de fiets, in 2010 te voet. Die eerste, ter markering van mijn VUT, vanuit huis: vanaf Amsterdam een kleine 3000 kilometer. De voettocht (ditmaal
Foto: Bart Fokkens
16 | De Jacobsstaf 94
de Via de la Plata) in twee etappes van elk 500 kilometer, van Sevilla naar Salamanca, vier maanden later van Salamanca naar Santiago. Wandelen of fietsen: wat een verschil. Met wandelen op een lang traject heb je vanzelfsprekender contact met andere pelgrims. Fietsen is veel meer solitair, gaat ook vaker over wegen, terwijl je met wandelen echt door het landschap trekt. Maar qua voorzieningen is fietsen veel makkelijker. Bij wandelen komt het echt op het geplande onderkomen aan. Als dat dicht is, kan je zo nog vijf kilometer verderop moeten. En dan heb je nog geluk.
Via de la Plata
Iberische hammen. Foto: Tieleke Huijbers
Maar hoe zwaar het soms ook is, wat krijg je er veel voor. Schitterende landschappen, in Andalusië bijvoorbeeld de dehasas (vlakten) met kurkeiken, enorme schapen- en geitenkuddes, fokstieren voor de stierengevechten. En duizenden en duizenden ‘wilde’ zwarte zwijnen. Daar komen dus de wereldberoemde Iberische hammen vandaan, realiseer je je opeens. En velden, zover het oog reikt, met kleurrijke bloemen. Je gaat je bij zoveel schoonheid afvragen waarom de eigenaars van de fincas (landerijen) meestal in Madrid verblijven. Indrukwekkend is ook het contrast tussen de bergdorpen, waar de boeren boven wonen en de beesten in het onderhuis, en de steden en bastillestadjes met oude Romeinse bruggen en Moorse vestingmuren.
Saamhorigheid Mijn eerste ervaring op het caminopad is een nat pak: een doorwaadbare plek in de rivier met planken waar ik totaal doorheen zak. Niet zo lekker na een dolle avond met een bij toeval ontmoette oud-studente in de kroegen van Sevilla. Maar vooruit, met de kleren te drogen aan mijn rugzak weer verder op stap. Je voelt je eerder creatief opgefrist dan primitief. Luxe is het laatste wat je kan verwachten op zo’n tocht. Dat is eerder bevrijdend dan storend. Neem het logies. Van omgebouwde kippenhokken, een kamertje achter een bar tot een bed in het gemeentehuis. Maar dan biedt de beheerster je wel weer een warme maaltijd bij haar thuis aan en krijg je en passant een inkijkje in de Spaanse arbeidsomstandigheden: man én zoon net ontslagen: uit de bouw en de toeristische sector. Maar o zo gastvrij. Voor de rijkelijk geschonken wijn hoeft zelden te worden betaald en een avondje enthousiast gezongen nationale hymnen krijg je zomaar cadeau met ’s morgens thee bij een open haardvuur. Stapelbedden en krappe doorgangetjes kweken saamhorigheid. Zeker als je slaperig bijna op een op de vloer biddende man stapt. Frank blijkt een zeer corpulente priester uit Kaapstad die elke ochtend als eerste vertrekt en ’s avonds als laatste aankomt. Hij zet stug door, verliest nooit zijn goede humeur en haalt zelfs Santiago. Terug in Zuid-Afrika komt de beloning: hij wordt bisschop in Oudshoorn. Daar kan een groepje Nederlanders een puntje aan zuigen. Via internet ontstaan, al voor vertrek gesplitst en, eenmaal op de camino, langzaam maar zeker verder uit elkaar gespat vanwege onenigheden over tempo of voorzieningen, onderlinge ergernissen en kwetsuren. De een beet zich vast in zijn onvrede, een ander ging verder per trein en bus. Wat ook zijn voordeel heeft. Toen ik, geplaagd door vochtblaren, het bergdorp Bejar binnenstrompelde, zat Heidi, een verpleegster, daar uitgerust en
De Jacobsstaf 94 | 17
Via de la Plata
wel en heeft toen met veel liefde mijn voeten verzorgd. In gesprekken onderweg en zeker tijdens de met wijn overgoten maaltijden in dorpsherbergen, worden ervaringen als vanzelf verbonden met de wereldpolitiek, via her en der nog zichtbare relicten van de strijd tussen de Moren en de christenen. Even natuurlijk wordt het in dergelijke sessies heel persoonlijk: over relaties, de ware zin van het leven, geloof. De Canadese Daphne, die naar eigen zeggen tijdens de camino al twee keer ten huwelijk was gevraagd, palmt me met een driemaal is scheepsrecht-blik in. Een vleiende aandacht die ik verknal door trots te vertellen dat mijn vrouw mij in Salamanca komt ophalen. Breugheliaans De rust, ruimte en vredigheid van het plattelandsleven en het dagelijkse ritme van de kilometers, doen je door de vermoeidheid heen met andere ogen rondkijken. Wat is de ‘esthetiek’ van onze geordende samenleving opeens kaal en kil vergeleken met een daldorpje als
Laza, waar gebochelden en hinkepoten vanzelfsprekend deel uit maken van de gemeenschap, en waar de bakker (met hazenlip) het brood nog ter plekke bakt. De plaatselijke plattelandsmarkt versterkt dat gevoel met een waar Breugheliaans tafereel. Boeren met hoeden, petten en stokken aan lange houten tafels met inktvissen en zelf gebrouwen dranken, op de deuren van alle huizen een groene tak: feest vanwege de langste dag en de hoop op een goede oogst. En altijd die verrassingen. Na een zware, mistige beklimming steenkoud en doornat de deur van een herberg open duwen en door een robuuste vrouw met diep decolleté verwelkomd worden: ‘Warm bordje Gallicische soep, heren?’ Dat jij voor dit alles ten slotte wordt beloond met de compostela, het diploma voor je prestatie, waarbij het wierookvat boven je hoofd wordt gezwaaid en de heldere sopraan van een non het Kyrie Eleison en het Halleluja laat klinken in de grote kathedraal van Santiago, is dan een ontroerend geschenk. @
Advertentie
Abdijstraat 53 - 5473 AC Heeswijk t. 0413-291394 -
[email protected]
18 |
De Jacobsstaf 94
Via de la Plata
Op weg met Antonius van Padua Jan W. Vugts Antonius van Padua, geboren in Lissabon, 15 augustus 1195, en gestorven te Padua, 13 juni 1231. Minderbroeder, theoloog en kerkleraar. Heilig verklaard in 1232 door Paus Gregorius IX. Patroonheilige van franciscanen, verloren voorwerpen, vrouwen en kinderen, armen en bakkers, reizigers, pelgrims en verliefden. Patroon tegen schipbreuk, pest en koorts. Beschermheilige van Portugal. ’s Morgens bij het verlaten van Galisteo, gelegen op de Via de la Plata, moest ik even naar de juiste weg zoeken. Dat zoeken naar de goede richting leverde wat problemen op, maar uiteindelijk vond ik met behulp van twee medepelgrims de weg naar Carcaboso. Deze twee pelgrims, Alberto en Antonio, kwamen beiden uit Padua. In het heilig jaar 2010 waren ze samen via de Camino Francés naar Santiago
gelopen. Nu waren ze samen weer op weg naar Santiago. Alberto, docent filosofie, sprak goed Duits, Engels en Frans; communiceren met hem leverde geen problemen op. Antonio sprak echter alleen Italiaans en een gesprek voeren met hem was bijna onmogelijk. Maar goed, het klikte tussen ons drieën en Alberto deed veel vertaalwerk. Heel die dag zouden we samen lopen en in Oliva de Plasencia kregen we in de plaatselijke herberg een driepersoonskamer. De dagen daarna liepen we vaak met ons drieën, sliepen soms in dezelfde herberg en gingen we ’s avonds gezamenlijk eten: kortom vrijheid-blijheid en geen verplichtingen. Alberto en Antonio waren twee pelgrims met een totaal verschillend karakter. Alberto was de levensgenieter: hij rookte op tijd zijn sigaret, genoot van de rode wijn en de lekkere
Stadsmuur van Galisteo. Foto: Tieleke Huijbers
De Jacobsstaf 94 | 19
Via de la Plata
tapas. Hij knoopte met iedereen een gesprek aan en zat vol grappen. Zijn devies was: ‘Niet overleven maar genieten op de camino, Santiago ligt al eeuwen op dezelfde plaats, we komen er wel.’ Antonio daarentegen had een gesloten karakter, wilde zo snel mogelijk naar Santiago en zag nauwelijks iets van de omgeving. Elastiek In Salamanca besloot Alberto met de bus naar Zamora te gaan; de weg naar Zamora was volgens hem saai en niet interessant. Antonio en ik besloten samen op weg te gaan naar Zamora, twee dagen lopen. De volgende dag liep ik met iemand waarmee ik nauwelijks kon communiceren. Het leverde geen grote problemen op, het lopen, de weg vinden, pauzeren, eten en onderdak zoeken ging nagenoeg zonder woorden. In Zamora voegde Alberto zich weer bij ons en op weg naar Tabara sloot nog een Duitser, genaamd Balthazar, zich bij ons aan: het was een goed kwartet. Maar op een bepaald moment liepen Antonio en ik voorop en verloren Al-
berto en Balthazar ons uit het oog. Weer liep ik alleen met Antonio. Hij had via zijn mobieltje contact met Alberto maar hij kon of wilde mij niet vertellen waar Alberto en Balthazar verbleven. De volgende etappes liep ik samen met Antonio. Met weinig woorden beklommen we de pas van Pardornela en de pas van Canda. We hadden bij deze beklimmingen steun aan elkaar, ze gingen dan ook in een snel tempo. In de herberg van La Gudiña kwamen we een Italiaans echtpaar tegen, ze waren met de fiets op weg naar Santiago. Gezamenlijk zijn we uit eten geweest en nu kon Antonio zijn verhaal kwijt. Ik had hem nog nooit zo horen praten, Italianen onder elkaar… ongelooflijk, ik zat erbij, keek en luisterde ernaar. De volgende dag ging ieder op zijn eigen manier weer verder, ik samen met Antonio. Sommige medepelgrims spraken al over mijn protegé, ze begrepen niet dat we zonder interessante gesprekken samen verder gingen, ze vonden dat Antonio min of meer als een elastiek aan mij vast zat en in de loop van de vele kilo-
Bar El Rincón del Peregrino in Alberguería. Foto: Tieleke Huijbers
20 | De Jacobsstaf 94
Via de la Plata
meters begon ik dat ook zo te ervaren. Naast de vele gezellige momenten werd Antonio ook een last. Waar was zijn vriend Alberto, kon hij mijn last misschien verlichten en overnemen? Op weg naar Ourense werd me de last te zwaar. Antonio volgde mij constant op een tiental meter: over een industrieterrein, langs een drukke weg, in de stad zelf. Ik werd het beu en de drang om even alleen te zijn werd steeds groter, even mijn eigen camino lopen, niet gevolgd worden. Hoe kon ik hem dat duidelijk maken? Met heel veel moeite, vooral met handen en voeten, kon ik hem aan het verstand brengen dat ik even alleen wilde zijn, en ja… uiteindelijk begreep hij het en gingen onze wegen uiteen. Antonio ging naar de herberg en ik naar een eenvoudig hotel. Waarschijnlijk zouden we elkaar de volgende dag weer treffen of anders misschien in Santiago. Toeval Het was de volgende dag fijn om weer alleen te lopen, maar toch voelde ik me schuldig: ik had een medepelgrim achtergelaten, een Italiaan die slechts zijn moederstaal sprak en noch reisgids noch landkaart bezat. Het was niet sportief, niet eerlijk, dit had ik op een andere manier moeten oplossen, het schuldgevoel was met elke stap voelbaar. De dagen daarna liep ik alleen verder en op pinksterzondag 12 juni kwam ik in Santiago aan. ’s Middags tijdens een wandeling door de stad zag ik diverse bekenden en ze spraken mij onmiddellijk aan: ‘Antonio, je protegé, is ook
gearriveerd.’ Niemand wist waar hij verbleef, ongetwijfeld zou ik hem wel tegenkomen. En ja hoor… op tweede pinksterdag zag ik hem ’s morgensvroeg alleen door de stad dwalen. ‘Antonio,’ riep ik hard, zijn naam galmde door de galerij van de Rua do Vilar heen. Hij keek om en was blij om mij te zien. Onmiddellijk gingen we koffiedrinken in het dichtstbijzijnde café. Hij was ook op Pinksteren aangekomen en wachtte nu op zijn vriend Alberto. Die zou misschien morgen komen en dan zouden ze van La Coruña naar huis vliegen. We besloten om samen naar de mis voor de pelgrims te gaan. Tijdens de indrukwekkende dienst maakte de priester bekend dat het de feestdag van de heilige Antonius van Padua was. Met een glimlach keek Antonio naar mij; was het toeval dat ik Antonio uit Padua weer terug zag op deze feestdag of was dit alles gewoon voorbestemd of was het de hand van de Heilige Jacobus? Misschien een spirituele ervaring? In ieder geval was het een bijzondere gebeurtenis die tot nadenken en bezinning leidde. Later op de dag, na het avondeten, namen Antonio en ik op de hoek van een straat afscheid van elkaar. Een emotioneel afscheid en sindsdien heb ik niets meer van Antonio vernomen. Op de Via dela Plata in het stille dorpje Albergueriá hangt in bar Rincón del Peregrino tussen honderden andere jakobsschelpen een schelp met de datum van passage en onze namen: 7-6-11 Jan/Antonio – Nederland / @ Italy.
Ga door, pelgrim, en vervolg je zoektocht, ga door op je eigen weg, dat niemand je tegen mag houden. Neem jouw deel van de zon en jouw deel van het stof met een waakzaam hart, en vergeet al het vluchtige. Alles is vergankelijk: alleen de Liefde is waarachtig. Hecht je hart niet aan wat er gebeurt. Zeg nooit: ik ben geslaagd, mijn moeite is beloond. Vertrouw niet op wat je gedaan hebt, want je wordt er op afgerekend. Bewaar het woord in je hart: dat is jouw schat. (Officium van de lezingen; feest van de Heilige Antonius).
De Jacobsstaf 94 | 21
‘‘Antonio,’ riep ik hard, zijn naam galmde door de galerij van de Rua do Vilar heen’. Foto: Tieleke Huijbers
Wandelen & fietsen
Ontspannen pelgrimeren op de Camino Portugués Margot Heijnsbroek De meeste pelgrims ondernemen de voet- of fietstocht naar Santiago in individueel verband. Margot Heijnsbroek zag op tegen het alleen lopen met een rugzak en plaatste een oproep voor medewandelaars. En passant wist ze haar echtgenoot te strikken voor het bagagevervoer. Maar voor het welslagen van de tocht waren goede afspraken wel nodig. Al heel lang droomde ik ervan naar Santiago te wandelen, maar naarmate de jaren verstreken dreigde dit een droom te blijven. Wekenlang zwaar beladen berg op berg af, terwijl mijn rug al moeite heeft met een weekendrugzak door het Limburgse heuvellandschap … Toch liet Santiago me niet los. Omdat ik tegelijk steeds meer bedenkingen kreeg tegen de files op de wel erg lange Camino Francés, besloot ik naar een kortere en rustiger camino te zoeken. Na wat googelen kwam ik uit bij een in Portugal wonende Nederlander die vanuit dat land een tiendaagse pelgrimstocht naar Santiago organiseert, met bagagevervoer en gereserveerde hotels, voor een groep van minimaal zeven personen. Ik moest dus op zoek naar medewandelaars, maar ook hier bood internet uitkomst: na enkele oproepen – onder andere op de website van het genootschap – meldde zich een aantal enthousiaste wandelaars, toevallig (of niet?) allemaal vrouwen. Bij onze allereerste bijeenkomst bleek de meerderheid echter liever zelf een rugzak te torsen dan vast te zitten aan een organisatie die ook nog een aardige cent kostte. Een moeilijk dilemma: moest ik het dan toch maar met een rugzak proberen, met het risico onder het gewicht ervan te stranden, of moest ik weer op zoek naar een nieuwe groep? Op dat moment opperde Frans, mijn partner:
‘Hoe zou je het vinden als ík de bagage rijd?’ De hele groep reageerde positief en afgelopen september beleefden we een geweldige pelgrimstocht, die zonder het aanbod van Frans aanzienlijk problematischer, zo niet onmogelijk was geweest. Dat gold helemaal voor Antonia, die kort voor vertrek ernstige heupklachten kreeg, maar in mindere of meerdere mate heeft iedereen wel van de auto geprofiteerd.
De groep in Redondela, op de achtergrond de plaatselijke refugio. Foto: Margot Heijnsbroek
Na een korte reisbeschrijving ga ik wat dieper in op onze manier van reizen. Misschien is het iets voor andere wandelaars die, ondanks hun niet zo geweldige conditie, dromen van Santiago … De tocht Ons vertrek op 3 september 2011 uit Porto begon met pech. Een onverlaat had de huurauto zo beschadigd dat er niet mee te rijden viel. Maar dankzij de behulpzame toeristenpolitie en onze autoverzekering kon de reis met een
De Jacobsstaf 94 | 23
Wandelen & fietsen
andere huurauto van start gaan, zij het een uur of vijf later. Vanwege het tijdverlies lieten Marij en ik ons door Frans en Antonia naar een strand ten noorden van Porto rijden. Met een onstuimige zee als betrouwbare gids arriveerden we eind van de middag bij de eerste bebouwing van Vila do Condo, toen er een sms’je van Frans binnenkwam met het adres van het hotel dat hij voor de groep had gescoord. De drie anderen – Margreet, Mirjam en Ria – hadden de metro naar Porto Maya genomen, om via de historische ‘binnenroute’ naar Vilarinho te lopen. Om hen de lange saaie wandeling naar Vila do Condo te besparen haalden Frans en ik hen daar met de auto op. De verdere reis verliep geheel volgens schema, langs een meestal eenvoudig te volgen traject, met als enige minpunten het tamelijk vele asfalt en – vooral in de omgeving van Porto en Poriñho – nogal wat bebouwing onderweg. Over het weer hadden we niets te klagen met één regendag en dertien hoogzomerse dagen. Al werd de hitte, in combinatie met pijnlijke blaren en pittige hoogteverschillen, vooral mij soms wat teveel. Wat heel af en toe ertoe leidde dat ik besloot te spijbelen en met Frans en Antonia mee te rijden. Maar de hoogtepunten overheersten. In Portugal bijvoorbeeld het gemoedelijke Barcelos en ook Ponte de Lima waar ’s avonds laat onder een uitbundige feestverlichting een driedaags festival van start ging met overal groepen harmonicaspelers. En in Spanje onder meer het historische centrum van Pontevedra waar we een geweldige rustdag doorbrachten. Onderweg was het eveneens genieten. Van het afwisselende en meestal mooie landschap, de talloze landweggetjes tussen de wijngaarden met hun aan beide kanten verleidelijk overhangende druiventrossen, en alle hartelijke Portugezen als Spanjaarden waarmee we met handen en voeten hele gesprekken voerden. En last but not least, elke dag opnieuw, van de
24 | De Jacobsstaf 94
Pelgrimskerk in Pontevedra. Foto: Margot Heijnsbroek
gezelligheid en solidariteit binnen onze groep – én het gemak van de auto! Discussiepunten Ter voorkoming van misverstanden had ik voor de kennismakingsbijeenkomst al een aantal discussiepunten geformuleerd over hoe we als groep zouden kunnen functioneren. Allereerst ging het om de vraag of we alles wel als groep moesten doen, bijvoorbeeld bij de keuze van een restaurant of slaapadres. Vooral over het laatste bleken de meningen te verschillen: drie wilden zoveel mogelijk in refugios slapen. Dat hoort nu eenmaal bij ‘echt pelgrimeren’, vond de een, en ook de lagere kosten speelden een rol. De vier anderen, waar Frans en ik bij hoorden, gaven de voorkeur aan een pension
Wandelen & fietsen
of hotel, onder andere vanwege medische en slaapproblemen. Gelukkig werden we het snel eens dat iedereen vrij in zijn keuze moest zijn, als er iets te kiezen viel. Dit was overigens meestal het geval – dankzij onze auto. In dezelfde lijn besloten we dat ieder in zijn eigen tempo moest kunnen lopen en desgewenst ook alleen, al vonden we het even belangrijk om goed over elkaar te waken. In de praktijk stopten we dus regelmatig tot de groep weer compleet was. En als iemand een tijdje alleen liep, was dat nooit voor heel lang. Wat de ideale loopafstand per dag betreft werden we het eens over maximaal 25 kilometer met een gemiddelde van 20, om onderweg in alle rust van al het moois aan natuur en cultuur te genieten.
Ook spraken we af dat iedereen voor een goede wandelconditie moest zorgen. Elke voorbereidingsbijeenkomst werd er dan ook flink gewandeld, wat tegelijk de kennismaking bevorderde. Toen Antonia echter, kort voor de reis, door haar specialist een loopverbod werd opgelegd, reageerde de groep heel solidair, en dankzij Frans en de auto kon ook zij een mooie tocht beleven. Het laatste punt: wat moest er gebeuren als iemand niet bij machte zou zijn om verder te lopen? Hierover werden we het eens dat de rest van de groep, na de pechvogel aan de medische hulp en vervoer naar huis te hebben geholpen, de wandeltocht zou vervolgen. Gelukkig zijn dergelijke complicaties ons bespaard gebleven.
Aan deze stenen paal, nu te vinden in de Jacobskerk van Padron, werd volgens de legende de boot met de overblijfselen van St. Jacobus aan de kade vastgesjord. Foto: Margot Heijnsbroek
De Jacobsstaf 94 | 25
Wandelen & fietsen
Bagagevervoer Het eerste beslispunt was: welke auto gebruiken we? Huren we er een in Porto of gebruiken we onze eigen auto? Onze Peugeot Partner leek met zijn royale bagageruimte ideaal voor ons doel, maar vanwege de enorme afstand besloten we uiteindelijk er toch een te huren: een bescheiden middenklasser, want met als belangrijkste doel bagagevervoer, was een grote niet nodig. Daarop kwam als volgende vraag: waar leveren we hem af ? Bij het eindpunt – in Santiago dus – of weer bij het afhaalpunt? De eerste optie was aanzienlijk duurder, omdat het eindpunt in een ander land lag. Dus reden Frans en ik de huurauto terug naar het vliegveld van Porto. Van onze groepsgenoten nam er een het vliegtuig vanuit Santiago, en de vier anderen reisden per trein naar Porto, om na een paar dagen huiswaarts te vliegen. De kosten van de auto, inclusief die van verzekering en benzine, verdeelden we over de hele groep, met uitzondering van onze chauffeur, die na de bagage te hebben vervoerd, deze ook nog vaak naar kamers op de zoveelste verdieping had gesjouwd. Dit laatste brengt me op een ander punt. Al had Frans in de zomer al van een paar wandelweken in Frankrijk genoten, het leek wel
zo aardig hem ook een paar wandeldagen te gunnen. Dus moesten we een verhuurbedrijf vinden dat chaufferen door meerdere mensen toestond. Veel autoverhuurbedrijven bleven hier echter onduidelijk over en bij die ene uitzondering die we uiteindelijk kozen, bleek de verzekering slechts drie extra chauffeurs toe te staan. Al met al heeft Frans vier dagtrajecten meegelopen en daarnaast liep hij ons soms tegemoet na de bagage naar een refugio en/of hotel te hebben gebracht. Als we overigens nog eens op deze manier gaan wandelen, zoals een deel van de groep van plan is – mogelijk een andere camino – willen we het rijden, plus het zoeken van een hotel en dergelijke ‘eerlijk’ over de groep verdelen. Ten slotte iets over een discussie die ook in onze groep met enige regelmaat werd gevoerd: is deze manier van wandelen nog wel ‘pelgrimeren’? Mijn antwoord: dat hangt er maar vanaf wat je als essentie daarvan beschouwt. Is dat ‘lijden’, ‘een zoektocht naar jezelf ’, of ‘het wandelen in een oude traditie’? Of wellicht nog iets heel anders? Iedereen maakt dus zelf maar uit wat ‘pelgrimeren’ inhoudt. Maar in ieder geval staat vast dat het op onze manier voor veel meer mensen mogelijk wordt om @ daadwerkelijk te ervaren wat het is!
Advertentie
Wilt u pelgrimsroutes op een comfortabele manier wandelen? Alleen of met uw eigen gezelschap? Met gereserveerde hotelletjes en met vervoer van bagage? Met een uitgebreide routebeschrijving en kaartmateriaal? Bel Topo-Aktief 024-360 64 27 of bezoek onze website www.topo-aktief.nl
26 |
De Jacobsstaf 94
Langs de weg
Gast-vrijheid Arno Cuppen Veel pelgrims willen iets terugdoen voor de gastvrijheid die zij zelf hebben ondervonden. Bijvoorbeeld door als vrijwilliger in een pelgrimsherberg te werken. Een prachtige gelegenheid om vanuit je eigen ervaring anderen van dienst te kunnen zijn. Die betrokkenheid kent natuurlijk ook valkuilen, weet ik uit eigen ervaring. De grootste valkuil is om je eigen weg tot de juiste te verklaren en van daaruit de reis van anderen te beoordelen. Het is een moeilijk te bedwingen stemmetje in je zelf. Deze ‘rechter’ heeft een tweelingbroertje, de ‘veteraan’ of, zoals de Fransen dat zo mooi zeggen, ‘l’ancien combattant’. De oud-strijder die de arme groentjes in bescherming neemt tegen het zelf opdoen van ervaringen door een stortvloed aan informatie en gedetailleerde adviezen te geven. Ooit hoorde ik het voorbeeld van een oud-strijder die in de weblog van een pelgrim zo precies mogelijk beschreef wat zij de volgende dag kon verwachten. Waar houdt betrokkenheid op en begint bemoeienis? Als een pelgrim, ondanks alle tips in gidsjes en op internet, met een te zware rugzak aan de startstreep verschijnt kan het beter zijn hem/haar dat vooral zelf te laten ervaren. Maar als de rugzak van een onervaren wandelaar 20 kilo weegt en er slecht weer op komst is in de bergen, kan het echt gevaarlijk zijn om zo op pad te gaan. Kortom, het gaat om gast-betrokkenheid én gast-vrijheid. ‘Chaqu’un son chemin’, zeggen de Fransen:
ieder zijn/haar eigen weg. We horen het zo vaak, het is als een mantra. Het klinkt heel logisch, maar is het dat ook? Als je echt zo graag helemaal je eigen gang wilt gaan, kun je je dan niet beter terugtrekken in de wildernis, in plaats van te kiezen voor een populaire pelgrimsroute? Waar houdt eigenheid op en begint egoïsme? Je gaat je eigen (levens)weg, maar tegelijk deel je die weg met anderen, die ook hun eigen spoor willen volgen. De vrijheid van de één vindt dus zijn grenzen in die van de ander. Maar dat niet alleen. Het geheel is toch meer dan een optelsom van deelbelangen? Dat is toch ook wat de camino voor velen zo bijzonder maakt? Vrijheid én betrokkenheid?! Het is een kwetsbare balans. De openheid van de camino is uitzonderlijk. De camino is van niemand en duizenden vrijwilligers dragen eraan bij dat de route heel laagdrempelig blijft. Maar juist dan is er de verleiding om – zoals in het ‘gewone’ leven – je eigen plekje te claimen. Gauw je rugzak op dat onderbed in de hoek leggen, snel de waslijn volhangen, of naar een volgende herberg spurten om zeker te zijn van jouw plekje. Het is de uitdaging aan gastheren en -vrouwen in herbergen om, vanuit betrokkenheid, de vrijheid van pelgrims te respecteren om hun eigen weg te gaan. Andersom is het de uitdaging aan pelgrims om die eigen weg te gaan en tegelijkertijd, vanuit betrokkenheid met de ander, ook zelf gastvrouw/-heer te zijn op ‘onze’, unieke @ camino.
De Jacobsstaf 94 | 27
En verder ...
¡Otro Camino, mismo destino! De Camino Mozárabe
Ria van Geldere Sinds kort wonen Gert Jan en ik langs de Camino Mozárabe en we hebben al etappes van deze route gelopen. Vanaf nu gaan we ze allemaal lopen, elke keer één, met de mensen van de Asociación de Amigos del Camino de Santiago - Camino Mozárabe, een actieve en enthousiaste groep mensen uit Córdoba, die deze camino heeft ontwikkeld en bewegwijzerd en steeds bezig is de route te verbeteren. Deze camino, die bij Málaga, Granada, Jaen of Almería begint, loopt door het prachtige Andalusische landschap, met zijn typische witte dorpjes, langs eindeloze olijfboomgaarden, zonnebloemvelden, wijngaarden en vruchtbare grond waar knoflook en graan wordt verbouwd.
Foto: Ria van Geldere
28 | De Jacobsstaf 94
In Córdoba komen de routes samen en gaan ze verder naar het noordwesten, door de bergen en bossen van de Sierra Morena om dan in Extremadura, tussen de dehesas met zijn kurkeiken en daaronder de varkentjes, bij Mérida aan te sluiten op de Via de la Plata en zo richting Santiago de Compostela te gaan. Met een grote kans op een zonovergoten landschap en met al vroeg in het jaar een heerlijke temperatuur om te lopen. Geschiedenis De Romeinen hebben hun steentje bijgedragen aan deze route. Zij gebruikten hem om hun legers te verplaatsen van Córdoba naar Mérida, in die tijd belangrijke steden. Ook werden ze benut om het koper uit de mijnen
Pelgrimsherberg van Ria en Gert Jan van Geldere in Cerro Muriano. Foto: Ria van Geldere
te vervoeren, je vindt en ziet de resten van de koperwinning nog terug onderweg. Je zult ook andere sporen van de Romeinen ontdekken in dorpjes en bruggen, bijvoorbeeld de prachtig gerestaureerde brug via welke je Córdoba binnenkomt. Zeker ook vind je de sporen van de Moren die, toen de Romeinen al weer lange tijd verdwenen waren, een paar honderd jaar de touwtjes stevig in handen hadden. Denk aan het Alhambra in Granada en de Mezquita in Córdoba, de kaliefenstad. Ook brachten ze andere kruiden en vruchten in Andalusië. De Moren zorgden bovendien voor irrigatiekanalen, maar die zijn moeilijk terug te vinden, alhoewel er nog restanten moeten zijn. Een deel van de camino bestaat uit oude veepaden (cañadas), waarlangs de soms gigantische kuddes gedreven werden. En soms getuigt een oud verweerd stenen kruis nog van de tijd van de Burgeroorlog, als waarschuwing uit donkere tijden.
Een uitdaging Bijna alle etappes zijn tussen de 20 en de 30 kilometer, maar ze zijn vaak stil, omdat er weinig mensen lopen en ze soms weinig door dorpen voeren. In elke plaats waar je aankomt is er onderdak. Er zijn nog bijna geen herbergen, de enthousiaste verenigingen in onder andere Córdoba zijn hiermee bezig. Het levensritme in Spanje, zeker hier in het zuiden, ligt anders, de tijden van maaltijden en winkelsluitingen verschillen erg met die van de rest van Europa. Veel oudere Spanjaarden in de dorpen spreken nog geen Engels, maar zijn gastvrij en vriendelijk. Dit maakt deze camino tot een uitdaging. In ons huis in Cerro Muriano, een dagetappe na Córdoba, ontvangen we pelgrims en andere wandelaars. We doen dat donativo, dus op basis van een vrijwillige bijdrage. We bevelen de Camino Mozárabe van harte aan bij pelgrims die van rust, natuur en een uitdaging houden. De route kun je vinden op www.caminomoza@ rabe.es.
De Jacobsstaf 94 | 29
En verder ...
Verhalen aan de sterrenweg Website START Camino
Arno Cuppen & Huberta Wiertsema Als u dit leest, hangt er een nieuw web van caminoverhalen in het heelal. Het is nog klein, maar langzaam wordt het groter en groter. Zoals je ’s avonds, als het donker wordt, eerst een paar sterren aan de hemel ziet en er daarna steeds meer verschijnen. Tot je een hele sterrenweg ziet. Wéér een verhalenwebsite over de camino? Er zijn al zoveel caminosites en -blogs! En er is toch al een Nederlandse verhalensite: Pelgrimsverhalen.nl (gestart rond de Santiagotentoonstelling, in het Catharijneconvent in Utrecht)? Ja, weer een nieuwe website. Er zijn immers veel manieren om een verhaal te vertellen en er zijn heel verschillende luisteraars en lezers. De nieuwe website is bovendien internationaal, net zoals de camino. De nieuwe website wordt in vijf talen gepresenteerd en de deelnemers kunnen zelf kiezen in welke taal zij hun verhaal vertellen: in één van die vijf talen of in een andere taal (bijvoorbeeld: Portugees of Koreaans). Elke pelgrim kan dus meedoen. Net als in een herberg aan de camino, waarin pelgrims uit alle delen van de wereld om tafel zitten. START Camino De nieuwe website heet START Camino en is ontwikkeld om het achtjarig bestaan van onze pelgrimsherberg L’Esprit du Chemin in Saint-Jean-Pied-de-Port in Frankrijk te vieren. START Camino: - voor velen is de camino immers de START van iets nieuws in hun leven; - START staat ook voor STorytelling ART: de kunst van het vertellen; - elk verhaal is een lichtpuntje, een STAR. Al
30 | De Jacobsstaf 94
eeuwenlang is de camino verbonden met de sterrenweg. De sterrenweg, het heelal. Als je de website aanklikt, kom je in het heelal. Middenin zie je onze aarde, met een pelgrim onderweg. Iets verderop loopt een groepje pelgrims. Dat zijn, voor ons, de belangrijke dimensies van een pelgrimstocht: ik, de ander, en het andere: het heel-al, het grote mysterie, hoe je het ook wilt noemen. Een mysterie. Dat lijkt de website misschien ook, als je die voor het eerst bezoekt. Je vindt er niet de gebruikelijke rijtjes buttons en tabs. Zoals één van de eerste gebruikers van de proefwebsite ons schreef: ‘Het is even zoeken, maar dat vond ik niet storend. Een beetje een ontdekkingstocht.’ Om u op weg te helpen start
En verder ...
automatisch een introductiefilmpje als u de website de eerste keer bezoekt. Het filmpje laat ook zien dat er nog iets anders dan anders is aan deze website: de opbouw van de verhalen. De heldenreis Wij vragen alle vertellers om hun verhaal te schrijven volgens het patroon van de grote heldenverhalen uit de hele wereld. Het klassieke patroon van de mythische heldenreis is, heel kort, als volgt. De held wordt uitgedaagd om uit zijn/haar leven van alledag te stappen en op zoek te gaan naar een ‘schat’: een groter inzicht. Na veel beproevingen en met onverwachte hulp vindt de held uiteindelijk de schat en gaat hij/zij terug naar huis, om die te delen met anderen en zo iets wezenlijks bij te dragen. Bij helden denken we vaak aan enkelingen die met uitzonderlijke moed en geheimzinnige wapens talloze schurken verslaan, in exotische omgevingen. Geen wonder. Wie kent niet de eeuwenoude
verhalen over de zoektocht van ridder Parsifal naar de Heilige Graal of de zwerftocht van Odysseus? Wie kent niet heldenfilms van nu, zoals: Star Wars, The matrix en In de ban van de ring? Maar die helden bedoelen we hier niet, integendeel. ‘Held zijn’ betekent hier: op zoek gaan en blijven naar wie je werkelijk bent en waar je werkelijk voor staat, werken aan je persoonlijke ontwikkeling en gebruik maken van je creativiteit, met een open oog voor anderen en het andere. Wij denken dat veel pelgrims in die zin echte ‘helden’ zijn. En dus hopen wij dat deze opzet inspireert om de verhalen net dat extra vonkje mee te geven, dat je op de echte camino ook vaak voelt. Doet u mee? Graag nodigen wij u uit om op www.start-camino.eu verhalen van andere pelgrims te lezen en – vooral – om daar uw eigen pelgrimsverhaal te vertellen. Eeuwenlang markeerden pelgrims hun weg door een steen achter te laten bij het Cruz del Ferro, en ze doen dat nog steeds. Markeer uw reis nu ook door uw verhaal aan deze digitale sterrenweg te laten schitteren, en zo anderen te inspireren op hun (levens)weg! @ Dat zou een geweldig cadeau zijn.
Openingspagina Startcamino.eu
De Jacobsstaf 94 | 31
En verder ...
Met de walm van wierook op weg Landelijke pelgrimsmis in Roemond
Jan van Rest Het is inmiddels een goede traditie: de jaarlijkse landelijke pelgrimsmis in de kathedraal in Roermond. De organisatie is in handen van de Broederschap van SintJacobus de Meerdere. Jan van Rest nam een kijkje. Het is nog fris op de ochtend van de laatste zondag van maart. We zijn al vroeg vanuit Helmond onderweg, want willen op tijd in Roermond zijn. Parkeren is geen probleem bij het Designer Outlet. Dan zit je ook zo in het centrum van de stad. Roermond: oud en heel
gezellig, veel horeca dus. De zon is inmiddels volop gaan schijnen, maar warm is anders. Op de Markt vinden we café Ome Jeu, dat gelukkig al open is. Er zijn al een paar leden van de broederschap; zich beradend op wat komen gaat. Gehuld in een losse zwarte cape, die aan de binnenzijde rood gevoerd is. Baret op het hoofd. Buiten zien we mensen op stevige schoenen met hun rugzak de Markt opkomen. Zij zijn op weg naar de Sint-Christoffelkathedraal, waar om 11:30 uur de nationale pelgrimsmis begint. Dat is ook ons doel, hoewel we geen Santi-
Stenenbrug en Sint-Christoffelkathedraal, Roermond. Foto: Tieleke Huijbers
32 | De Jacobsstaf 94
En verder ...
agoplannen meer hebben. Traditiegetrouw gaan we elk jaar naar deze mis; we voelen ons nogal betrokken bij het pelgrimeren. En zoals gezegd: Roermond is sowieso de moeite van een bezoek waard. Bovendien treffen we er altijd wel een paar bekenden. De oudste delen van de kathedraal dateren van 1410. Het vergulde beeld van Sint-Christoffel staat bovenop de torenspits te blinken in de voorjaarszon. Binnen de kathedraal, het oudste kerkgebouw in de Nederrijnse gotiek, zijn er nog twee beeltenissen van hem te vinden, ter onderstreping van het gegeven dat hij in Roermond toonaangevend is. Of de Kerk hem nu als heilige erkent of niet. Maar Roermond kent naast deze patroon van de reizigers, nog een ‘ondernemer’ van formaat: de patroon van de pelgrims Sint-Jacobus, waarvan in een aparte kapel ‘de grootste Jacobusrelikwie van boven de Alpen’ te vinden is. Pelgrimszegen Rond de kathedraal, waarin deze twee reizende heiligen vereerd worden, is de Broederschap van Sint-Jacobus de Meerdere actief. De broederschap organiseert de jaarlijkse nationale pelgrimsmis. Met name zij die dit jaar naar Santiago de Compostela willen trekken, zijn welkom. Maar ook veel oudgedienden en gewoon geïnteresseerden zijn aanwezig. De kathedraal zit bomvol. De dienst wordt opgeluisterd door het Koninklijk Roermonds Mannenkoor. Bij de aanvang van de viering wordt onder begeleiding van de broederschap, de Jacobusreliek (een houder in de vorm van een onderarm)
vanuit de kapel op het altaar geplaatst. De mis staat, uiteraard, geheel in het teken van het onderweg zijn, de pelgrimage. Of het nu typisch voor deze kathedraal is, maar tijdens de mis is ook het wierookvat nadrukkelijk aanwezig. Er wordt daarmee heel wat afgezwaaid en dikke geurige walmen prikkelen de neus. Intussen hebben wij al enkele oude bekenden gezien, waarvan er een paar binnenkort te voet naar Santiago gaan. Dan praat je toch over drie maanden onderweg zijn en zo’n 2.600 kilometer maken. Aan het einde van de dienst worden alle pelgrims, afkomstig uit het hele land, een enkele uit Duitsland, bij naam en woonplaats genoemd en krijgen zij gezamenlijk de pelgrimszegen. Ik tel er ruim negentig, waaronder ook een gezin met kinderen. Het is een bijzonder moment, dat dan ook volop gefotografeerd wordt en hier en daar als emotioneel wordt ervaren. Ten slotte klinkt het Roermondse Jacobuslied: Jacobus, doe sjter, doe bös oos kompas ( Jacobus, u ster, u bent ons kompas). Enkele pelgrims gaan direct na de mis op stap richting Santiago, vanaf de torenspits nagekeken door een gulden Sint-Christoffel en uitgezwaaid door familieleden. Wij wandelen met anderen via de oude Stenenbrug over de Roer naar de voorstad SintJacob, waar koffie en vlaai klaar staan. De plek om uitgebreid na te buurten en bij te praten met oude en nieuwe kennissen. De tijd vliegt dan. Maar ook nostalgie naar toen we zelf onderweg waren; een inspirerende omgeving @ voor wie nog op pad wil gaan.
De Jacobsstaf 94 | 33
En verder ...
De bijzondere omzwervingen van een jakobsschelp Schelpviering in Galder
Tieleke Huijbers In het Brabantse Galder, onder de rook van Breda, staat al sinds de vijftiende eeuw de sfeervolle en intieme kapel van Sint-Jacobus, een plek die tot op de dag van vandaag door velen op weg naar – of van – Santiago wordt aangedaan. Op 12 februari, een ijzig koude winterdag, vond hier een buitengewone plechtigheid plaats. In de kapel hangen twee grote, met rood fluweel beklede borden vol met jakobsschelpen, soms met een of meerdere namen erop: stille herinneringen aan ooit gelopen of gefietste tochten naar Santiago. In deze kapel werd door de voorzitter van ons genootschap, Joost Bol, de zoveelste schelp bijgeplaatst. Het is niet ‘zomaar’ een schelp: Chris Emmen had hem in 1998 meegedragen naar Santiago en hem vervolgens doorgegeven aan andere lopers naar de stad van Sint-Jacob. Zo verschenen er twaalf namen op de binnen- en de buitenzijde van de schelp. Als laatste die van Ed in ’t Ven; hij volbracht in 2011 zijn tocht. Tijdens een bijzondere viering in de kapel vertelden de ‘schelpdragers’ over hun ervaringen onderweg: verhalen van de moed verliezen en toch niet opgeven, van verwerkt en onverwerkt verdriet, van onverwachte gastvrijheid en naastenliefde, van loslaten en van verbondenheid, van verloren en toch weer hersteld vertrouwen, van zoeken en vinden van niet gedachte mogelijkheden, van ontroering en frustratie, van teleurstelling en verbazing, van grenzen tegenkomen en ze verleggen, van zielspijn en van fysieke pijn. Er werd gebeden, er werden pelgrimsliederen
34 | De Jacobsstaf 94
gezongen en vervolgens werd deze ‘schelp van hemel en aarde’ plechtig op het bord bevestigd. Daarna werd het glas geheven op Jacobus en op alle pelgrims van toen, nu en straks. Pelgrimssoep Iedereen die langs de Camino Portugués en door Galicië Santiago bereikt, is ongetwijfeld een keer ‘geconfronteerd’ geweest met de beroemde en beruchte caldo verde: een sterk gekruide, groene groentesoep. Die wordt daar gemaakt van de bladeren van een in Nederland niet bekende plant die nog het meest doet denken aan een enorm uit de kluiten gewassen, ongeveer anderhalf tot twee meter hoge spruitkoolplant met grote, gekrulde bladeren bovenaan een kale stam. Jan Aartsen, samen met Jef Buijs en Pauline Clement initiatiefnemer van deze dag, heeft zaden van die plant vanuit Galicië meegenomen en die thuis, in Etten-Leur, in een kasje uitgezaaid. Daar rustte blijkbaar de zegen op van Sint-Jacobus, want ze groeiden letterlijk ‘als kool’. Ze hadden zelfs de strenge vorst overleefd ... Jan was met de bladeren en een recept van deze soep naar de plaatselijke restauranthouder van Galder gegaan en die had er een overheerlijke ‘pelgrimssoep’ van gebrouwen, zó pittig dat niemand het meer koud had. Een ‘warm’ besluit van een opmerkelijke dag. Toch wel bijzonder: in een restaurant gaan eten en zelf de ingrediënten voor je maaltijd meenemen … Maar @ ja, pelgrims zijn dan ook bijzondere mensen! Met dank aan Ad Rouwendal.
Genootschapsvoorzitter Joost Bol plaatst de schelp. De schelp die twaalf keer in Santiago is geweest. Foto's: Tieleke Huijbers
En verder ...
Allemaal pelgrims
Een pelgrimstocht voor leerlingen in Vessem
Kinderen op een van de pelgrimswegen aantreffen is nog steeds een zeldzaamheid. Binnen het genootschap wordt al lang nagedacht over de vraag hoe je kinderen enthousiast kunt maken voor pelgrimeren. In Vessem hebben ze de oplossing. Heel simpel, door gewoon met ze te gaan wandelen. Ervaringsdeskundige Jan van Rest liep een dag mee.
Jan van Rest
Het is al weer enige tijd geleden dat wij uitgenodigd werden mee te lopen met een groep jongens en meisjes uit de Kempen. Het initiatief daartoe was uitgegaan van Pelgrimshoeve Kafarnaüm in Vessem, een plek waar we ons als oud Santiagogangers thuis voelen en waar je altijd welkom bent. De jongens en meisjes waren afkomstig uit groep 8 van een school in Bladel. Waarom een wandeltocht voor deze leeftijdscategorie? Het is de leeftijd van schoolverlaters die gaan beslissen in welke richting ze verder zullen gaan. Een achterliggende gedachte is dat het samen onderweg zijn in de natuur, het gezamenlijk ervaringen delen en indrukken opdoen, van betekenis kan zijn bij hun maatschappelijke vorming.
een heel positieve sfeer. De te lopen afstand bedroeg circa 10 kilometer, zodat we zo’n twee uur onderweg waren, af en toe even halt houdend om tekst en uitleg te vragen en te krijgen, bij bijvoorbeeld een stuw in de Beerze, een kapelletje aan de weg of bij grafheuvels van heel lang geleden. Ook werd gestopt bij een boom waar een broer van een van de meisjes nog niet zo lang geleden dodelijk verongelukt was. Zij kreeg de gelegenheid iets over haar broer te vertellen en over wat zijn dood voor haar betekende. De anderen zwegen en luisterden met aandacht. Aangekomen in de pelgrimshoeve in Vessem werd eerst het meegenomen brood gegeten. Daarna liet broeder Fons, de beheerder van de hoeve, een grote kaars aansteken. Men werd gevraagd even stil te zijn en in de kaarsvlam te kijken. Ieder was op die manier bezig met zijn of haar eigen gedachten. Een apart moment. Vervolgens werd er verteld over het hoe en waarom van de hoeve. Na het verhaal van Jac Naus over ‘op weg gaan’, mensen ontmoeten en een luisterend oor hebben, en onze tocht naar Santiago, was het voor iedereen duidelijk dat we in feite allemaal pelgrims zijn, voortdurend onderweg in ontmoeting met anderen.
Aandacht Voorafgaande aan de wandeling werd op school iets verteld over pelgrimages en de achtergronden daarvan. Al wandelend bleek initiator en groepsleider Jac Naus een man te zijn die de kunst verstond met zijn verhalen jonge mensen te boeien. Hij wist hun aandacht vast te houden door zijn grote belangstelling voor hen. Hij was geïnteresseerd in wat zij te zeggen hadden. Daardoor alleen al was er sprake van
Openhartig Ten slotte gingen we naar de tuin van de nabijgelegen Jacobushoeve, waar middenin een stapel achtergelaten stenen een groot ijzeren kruis staat. De leerlingen was bij vertrek uit Bladel gevraagd een steen mee te nemen en er in de loop van de tocht een naam of een wens op te zetten. Wij vonden het een heel bijzonder moment toen Jac van elke leerling zijn steen aannam en liet vertellen wat er op stond
36 | De Jacobsstaf 94
En verder ...
wildvreemden voor hen, heeft ons getroffen. De steen werd vervolgens tussen de anderen op de stapel onder het kruis gelegd. Het leek Jac een goed idee als elke leerling bij thuiskomst zou vertellen waarom hij met deze speciale gedachte op weg gegaan was om die ten slotte aan de voet van het kruis achter te laten. Zo kunnen gedachten en herinneringen Vanuit de stuurstoel 5 voortleven. 6 Efficiënte roeitechniek Het was voor ons een heel aparte dag gewor7,8 Jaarvergadering den, waaraan we nog vaak 8 terugdenken. Deze Roeiclinics kunnen onze clubkas spekken! Groep 8B vanHertog basisschool St. Willibrordus, Middelbeers; 10,11rond Vessem zijn FISA-C acht gooit ogen in Londen wandelingen in het gebied linksboven inHertoginnen oranje jas Jac Naus. Foto: Jan van Rest inmiddels een goede traditie van de Amstel: combi wint op Heineken vierkamp 12,13 geworden en ook elders in het land heeft dit initiatief navolging en Head! @ en waarom. Dit was vaak erg persoonlijk, tergekregen. 15 Roeimaatjes wijl de hele klasoferthe omheen stond. Die openVoor meer informatie, zie Pelgrimshoevekafar16,17 Head River Amstel 18,19 van een stuur de Amstel hartigheidImpressie onder elkaar, maar ookopjegens ons, naum.nl. 20,21 Activiteitenkalender April – Mei – Juni 22,23 Blik op de Skiffhead 2012 25 Jeugdhead 26,27 Roeien in de literatuur 28 Skiffhead 29 In ’t zonnetje: Dorien van Beek
Inhoud
Advertentie
Wandelingen naar Santiago de Compostella in noord-west Spanje Met: In Balans op Weg Mieke Schrieks In juni, september en november 2012 organiseer ik groepswandelingen naar de pelgrimsplaats Santiago.
Wie gaat met me mee?
13 - 24 juni 2012: Camino Portugues: Porto - Santiago 10 - 23 september 2012: Camino del norte: Luarca - Santiago 8 - 23 november 2012: Via de la Plata: Puebla de Sanabria - Santiago
Ongeveer 14 dagen met de rugzak lopen en 20-25 km per dag. Overnachten in speciale pelgrimsherbergen. Zie voor meer informatie http://reizen.inbalansopweg.nl of stuur een email naar
[email protected]
De Jacobsstaf 94 | 37
Pelgrimsboeken
Eerst was er de pelgrim Daniëlle Lokin en Kees van Schooten, Pelgrims. Onderweg naar Santiago de Compostela, tentoonstellingsboek bij de tentoonstelling in het Catharijneconvent in Utrecht. W BOOKS, 2011, 189 p. Voor een hele generatie heeft, in het laatste decennium van de vorige eeuw en het eerste decennium van deze eeuw, het tentoonstellingsboek van de Europalia 85 in Gent het pelgrimsvuur aangewakkerd. Dat boek blijft een kostbare klassieker die nog altijd blijft boeien. Maar daarom is 25 jaar later het nieuwe tweelingbroertje niet minder welkom. Bij de gastpelgrims in het Catharijneconvent in Utrecht prijkt het al in hun boekenkast, zij kregen het mee als blijk van dank voor hun rol die de tentoonstelling mede tot zo’n succes heeft gemaakt. Ook veel bezoekers hebben het boek als aandenken mee naar huis genomen. Een recensie in de Jacobsstaf mag daarom niet achterwege blijven. Rijk aan facetten Pelgrims. Onderweg naar Santiago de Compostela is een schitterende uitgave geworden waarin verschillende facetten van het pelgrimeren aan bod komen. Kunsthistorische afbeeldingen, impressies en avonturen van pelgrims onderweg, historische wetenswaardigheden en achtergronden, eigentijdse beschouwingen en pogingen om het wonderlijke hedendaagse revival van het pelgrimeren te duiden. Mireille Madou, Dirk Aerts, Martin Kellens: het zijn bekende namen en ze leveren boeiende bijdragen over diverse thema’s. Marije de Nood beschrijft met vlotte pen haar tocht door die-
38 |
De Jacobsstaf 94
pe dalen en over hoge heuvels en lardeert haar verhaal met ervaringen van pelgrims van vroeger. Paul Post biedt met zijn sacrale velden een origineel instrument om het fenomeen pelgrimeren wetenschappelijk in te kaderen. Daniëlle Lokin beschrijft de weg van buiten naar binnen en illustreert dat mooi met middeleeuwse afbeeldingen van een dromende monnik. Maar die bonte verscheidenheid blijkt tevens de achilleshiel van een boek dat veel informatie biedt en makkelijk weg leest, maar mij als lezer toch niet echt meesleept. Daarvoor blijft de bundel een te willekeurig samenraapsel van schitterende elementen die maar geen organisch geheel willen worden. Heilige plekken In de inleiding van het boek lezen we wat we in de eerste zaal van de tentoonstelling in Utrecht zagen: pelgrimeren is van alle tijden en van alle religies. Kerken en heiligdommen zijn vaak gebouwd op plaatsen die al van oudsher als heilig en helend werden ervaren. Het blijft jammer dat daarbij de specifieke ondergrond van de camino naar Santiago (de sterrenweg langs de 42ste breedtegraad naar de ‘Costa del Muerte’ waar de zon ondergaat en de aarde eindigt) onvermeld blijft. Toch zijn er runen en rituelen, volksverhalen en legendes te over die naar die Keltische en nog oudere atlantische mystiek verwijzen. Oerverlangen De titel Eerst was er de pelgrim van de eerste bijdrage van Mireille Madou is niet alleen een mooi zinnetje, maar ook van verstrekkende betekenis. Het christelijke pelgrimeren wordt dan wel geïnspireerd door de Bijbel en door personen en plaatsen die daarmee te
Pelgrimsboeken
Foto uit publicatie. Foto: Marije de Nood
maken hebben; maar dat neemt niet weg dat het voortborduurt op een veel diepere ondergrond. Pelgrimeren is zo oud als de mens zelf, het heeft te maken met het diepe verlangen dat in mensen leeft: de hang naar heelheid en heiligheid, de droom om thuis te komen en de dood te overleven. Op dat oerverlangen is pelgrimeren gebouwd, en het getuigt van roomse slimheid om hierop voort te bouwen. Het sterrenveld wordt gekroond met een apostelgraf, Jacobus wordt bekleed met staf en schelp, de apostel wordt gaandeweg de archetypische pelgrim en dankt daar in belangrijke mate zijn populariteit aan. Mireille Madou laat ons in afbeeldingen en attributen deze evolutie van Jacobus zien, zoals we ook in de tweede zaal van de tentoonstelling in Utrecht vele prachtige Jacobussen konden bewonderen. Maar laten we bij deze santenkraam nooit dat eerste simpele zinnetje vergeten: ‘eerst was er de pelgrim’. Niet Jacobus staat aan de wieg van het pelgrimeren, het is andersom. Eerst was er de pelgrim, en de populariteit van het pelgrimeren heeft Jacobus tot zo’n populaire heilige gemaakt. De mythe van de vier wegen Na de Jacobuszaal kwamen we bij de tentoonstelling in Utrecht uit bij de historiserende
kaart van Dervaux; in het boek maakt Martin Kellens ons duidelijk dat de vier wegen van de pseudo-Turpijn die daarop te zien zijn, meer een product zijn van vrome verbeelding dan een weergave van de feitelijke werkelijkheid. Op grond van zijn bronnen concludeert Kellens dat de Via Turonensis (samenvallend met de Niederstrasse, de route dus vanuit Chartres langs Tours) en de Via Tolosana (samenvallend met de Oberstrasse, de route vanuit Arles langs Toulouse) de meest begane routes waren; hij schrijft dit toe aan het simpele feit dat hier de heirbanen liepen waarlangs het meeste verkeer (handel, soldaten, pelgrims) zijn weg zocht. Dit lijkt me wat kort door de bocht. Bij nader onderzoek is het van belang ook een oog te werpen op een kaart waarop middeleeuwse kerken, kathedralen en kloosters (met name die van Cluny) staan vermeld. Pelgrims gingen immers bij voorkeur van heilige plaats naar heilige plaats. Niet alleen San Iago in het verre Spanje was hun reisdoel, ook elke heilige onderweg werd aangedaan en verering van elk reliek (en de daaraan verbonden aflaat) was mooi meegenomen. Bovendien boden kloosters ook de nodige bescherming, wat toen in eenzame streken en bij moeilijke passages geen overbodige luxe was. Dat brengt onder meer Vézelay, La Chaise-
De Jacobsstaf 94 | 39
Pelgrimsboeken
Dieu, Le Puy, Aubrac, Rocamadour, Conques en Moissac in beeld, en daarmee ook de Via Podiensis en de Via Limonisa. Die wegen zijn niet de vrucht van een werkhypothese die achteraf een verbinding wil leggen tussen romaanse kunst en de pelgrimsroute naar Santiago, maar juist een gevolg van de nauwe band die er in de middeleeuwen bestond tussen kloosters, heiligdommen en pelgrims. Dit neemt niet weg dat het hele idee van een echte route natuurlijk een constructie achteraf is. In een wereld zonder gidsen of kaarten had menig pelgrim er zijn handen vol aan om dag na dag een weg te kiezen die oorlog, bandieten en natuurlijke obstakels zoveel mogelijk uit de weg ging en zo de meeste kans bood op een veilige doortocht. De ernst van het spel Belangwekkender dan de weg waarlangs blijft in mijn ogen de ziel waarmee de pelgrim onderweg is. Over de verschillen tussen de klassieke en de postmoderne pelgrim heeft Dick Aerts in een eerder boek (Het eerste woord) al veel zinnigs geschreven; in zijn bijdrage aan deze bundel doet hij dat opnieuw. Hij karakteriseert pelgrimeren als een spel, dat overigens vaak met heilige ernst wordt ge-
Foto uit publicatie: 'VOOR WIE TE VOET GAAT', keramisch boekobject van Mirjam Beuker
40 |
De Jacobsstaf 94
speeld. Waar het de hedendaagse pelgrim om gaat is niet meer het aankomen op de heilige plaats en het omarmen van het gouden beeld van San Iago, de weg zelf is het doel. Niet voor niets vormen Cabo Fisterra en de oceaan steeds vaker het slotakkoord van het avontuur. In onze tijd gaat iedereen zijn eigen weg en beleeft iedereen op grond van eigen ervaringen zijn eigen zin. Dit moge waar zijn, toch denk ik dat ook als het graf leeg is en de autoriteit van kerk en traditie tanende, er in de ervaringen van pelgrims nog steeds veel rijkdom te vinden valt. De gepaste vertraging, de ballast van bezit en agenda, nieuwe ogen voor het wonder van de natuur en oren voor het geheim van de stilte, de waarde van ontmoeting en gastvrijheid. Het is allemaal geen must en iedere pelgrim beleeft het op andere momenten en verpakt het in andere woorden, maar toch is wat eruit voortvloeit geen willekeurig ratjetoe. Wel blijft het een uitdaging om in al die diversiteit de melodie van de hedendaagse pelgrimsspiritualiteit op het spoor te komen. De sacrale velden In zijn bijdrage doet Paul Post daartoe een poging vanuit de wetenschap. Hij probeert de paradox van de verdampende religie en het revival van de camino beter te begrijpen met behulp van het abstracte begrip ‘sacrale velden’. Religie, herdenking, gezondheid, kunst, vrije tijd: het zijn allemaal aspecten die aan elkaar grenzen en soms in elkaar overlopen. De pelgrim is niet met zwart of wit te definiëren, maar moet geplaatst worden op een multidimensionale matrix. Verschillende pelgrims leggen verschillende accenten, maar er is een gemeenschappelijke noemer te ontwaren. Even weg uit de vaste rolpatronen, weg van dagelijkse drukte en deadlines, weg van uitgeholde regels en dogma’s, weg uit het keurslijf van geld en macht, weg van de wereld van koning file en vrouw holle.
Pelgrimsboeken
Even de kans om op adem te komen in een wijdere speelruimte vol rituelen en dromen, die uitnodigt om zelf op zoek te gaan en zo een hoofdstuk toe te voegen aan het eigen levensverhaal. Geen wonder dat bijna elke pelgrim na afloop enthousiast terugkijkt op het avontuur van zijn eigen tocht. Hoe verschillend ook het parcours, de seizoenen, de ontmoetingen, de sacrale velden: allen zijn door de camino geraakt en door de weg geslepen tot pelgrims. Dat maakt hen dan wel niet tot nieuwe mensen, maar helemaal de oude worden ze ook nooit meer. En dat is zeker zo waardevol als in een ver verleden de volle aflaat. Jeroen Gooskens
Muziek langs pelgrimswegen
Arianna Savall met het ensemble La Fenice o.l.v. Jean Tubéry, Un Camino de Santiago. Ricercar Ric 312 (2011). Normale prijs €23,99 bij Bol. com €19,99.
Arianna Savall is een veelzijdig musicienne, ze is dan ook de dochter van zangeres Montserrat Figueras (in november 2011 helaas overleden) en Jordi Savall: beroemd viola da gambaspeler, kenner van de middeleeuwse muziek en de middeleeuwse uitvoeringspraktijk, oprichter en leider van onder andere het ensemble Hesperion XX. Arianna componeert, speelt harp en heeft bovenal een prachtige sopraanstem: helder, warm. Ik hou van haar stem. Ook alles rond de camino heeft mijn sympathie. Het vinden van deze cd gaf dan ook een heel ‘feestelijk’ gevoel: twee liefdes kwamen samen en dan ook nog eens op een locatie die eigenlijk deel is van een derde liefde: de stoere twaalfde eeuwse cisterciënzer abdij van Sylvanès, diep verscholen in de ruige heuvels van Les Grandes Causses, zo’n 250
kilometer ten zuiden van Clermont-Ferrand. De abdij van Sylvanès is ‘s zomers het toneel van een festival voor sacrale muziek, waar de naam Savall sowieso een heel bekende klank heeft. Traditie Als je aan pelgrimsmuziek denkt gaan de gedachten al heel gauw naar middeleeuwse muziek: de Canticas de Santa Maria, de liederen van Martin Codax, de Codex Calixtinus, de Codex van Las Huelgas. Verheven, plechtig, religieus. Maar daarnaast was er in die tijd natuurlijk evengoed de populaire muziek. Pelgrims zongen vaak: om de tijd te korten, om even niet te denken aan zere voeten en vermoeidheid, op markten en kermissen, in herbergen: als er iemand begon te zingen of te spelen ontstond er binnen de kortste keren een ad hoc ensemble, gevormd door andere passanten, er waren er altijd wel een paar die een muziekinstrument bij zich hadden. Gespeeld werden volksliedjes, liefdesliederen, straat- en kroegmuziek. Grotendeels anoniem, aanvankelijk niet eens getoonzet en doorgegeven van de een op de ander, van de ene – geïmproviseerde – versie naar de andere, van de ene eeuw naar de andere. Sommige oude melodieën bleven eeuwenlang bekend, tot in onze tijd toe. Het is deze doorgaande traditie die de muzikanten van La Fenice geïnspireerd heeft. Zij hebben bij het kiezen van de muziek het jaar 1648 als uitgangspunt genomen: in dat jaar kwam er een einde aan de Dertigjarige Oorlog, hetgeen een nieuwe impuls gaf aan het pelgrimeren en daarmee aan de pelgrimsmuziek. Zo ontstond onder andere La Grande Chanson1, een bundel pelgrimsliederen die deels ontstaan zijn in de late middeleeuwen en die handelen over het vertrek van de pelgrims, over hun wel en wee onderweg, hun geloof, hun verdriet, hun moed en – in een van de versies – ook over hun terugreis2.
De Jacobsstaf 94
| 41
Pelgrimsboeken
Muziekale rondreis Arianna Savall en haar ensemble volgen als het ware de pelgrims langs de verschillende routes door Frankrijk (het Rhônedal, de ontmoeting in de buurt van Avignon met pelgrims uit Italië, de Languedoc, Gascogne) en door Spanje (Aragón en Castilla) om aan te komen in Santiago. Ze laten muziek horen die pelgrims in de zeventiende eeuw langs de wegen gehoord zouden kunnen hebben (het was uitdrukkelijk niet de bedoeling om een musicologische reconstructie te maken van ‘zuivere’ pelgrimsmuziek): ‘Net zo veelsoortig en verschillend qua stijl en taal als de vele toevallige ontmoetingen onderweg.’ (citaat uit het begeleidende boekje). Zo horen we een in de elfde eeuw reeds bestaande antifoon over de roeping van Jacobus en Johannes die gezongen werd op het feest van Sint-Jacobus. Ook horen we een lofzang op Jacobus de dappere strijder voor Christus en een Italiaanse hymne op Jacobus. Verder liederen over het verdriet van het voor lange tijd moeten achterlaten van geliefden, bijna flamenco-achtige dansmuziek met veel geroffel op de gitaar, herdersliedjes die ook – maar niet alleen – met kerst gezongen werden (onder andere het in de kersttijd nu nog steeds weleens uitgevoerde De cor, de boux celebrats, cantats toutis), vissersliedjes over stormen en gevaarlijke klippen, zoals Jacobus zelf die ook ervaren zal hebben, en feestelijke, aanstekelijk dansante muziek, gebaseerd op een oude, toen internationaal bekende melodie, die geklonken heeft in de kathedraal van León bij
de bruiloft van de Spaanse prinses Anna en de Franse koning Lodewijk XIII. Dit lied Repicavan las campanillas beschrijft hoe de dames in de kathedraal spontaan aan het dansen sloegen (wat een tijdgenoot de verzuchting ontlokte: ‘Ik had dat weleens willen zien, die vrouwen met hun wervelende rokken, op hun kleine schoentjes dansend op de klanken van de instrumenten, maar helaas, toen ik daar was was er, afgezien van de organist, alleen maar iemand die op de cornet speelde.’) En eenmaal aangekomen in de kathedraal van Santiago bracht men er, na de avonddienst, wakend de nacht door en er vormden zich koren die ieder voor zich en door elkaar de lof zongen van Maria. Wat een kakofonie moet dat geweest zijn! Ongetwijfeld eerder goed bedoeld dan ‘esthetisch verantwoord’! Dit doet denken aan middeleeuwse beschrijvingen van soortgelijke taferelen in het portaal: mensen overal vandaan vochten zich met hun ellebogen een weg door de drukte om maar zo dicht mogelijk bij het beeld van Jacobus te komen en daar liederen aan te heffen. Muzikaal wordt dit verbeeld in het laatste nummer: de Vilancico de Nacions, al gaat dat dan over het gedrang om het kerstkind te bezoeken. Het resultaat van deze cd is een aantrekkelijke bloemlezing van bijzondere zeventiende eeuwse muziek, prachtig gezongen en gespeeld (uiteraard op oude instrumenten) ook al heeft die niet altijd rechtstreeks te maken met de pelgrimage naar Sint-Jacob. Er is een boekje bij met een korte toelichting en de teksten van de uitge@ voerde liederen. Een mooi verzorgd geheel! Tieleke Huijbers
Zie ook het hoofdstuk Zingende pelgrims door Mireille Madou in Pelgrims. Onderweg naar Santiago de Compostela (tentoonstellingscatalogus museum Catharijneconvent, Utrecht). De tekst van het Grande Chanson is daarin opgenomen.
1
Eveneens aanbevolen: Ensemble Resonet (uit Santiago) o.l.v. Fernando Reyes, La Grande Chanson: as cancións dos peregrinos de Santiago. Francia ss. XVII e XVIII. Clave Records (2000). Te koop in de winkel van de kathedraal van Santiago en bij Amazon.fr.
2
42 | De Jacobsstaf 94
De herberg van ...
Een warm onthaal Navarrete en Santo Domingo
Foto: Klaas Boom
In het voorjaar van 2011 liep ik met mijn vrouw van Lectoure naar Burgos. Samen waren we nu zeven jaren onderweg naar Santiago de Compostela, elk jaar een etappe. Na vier weken bereikten we halverwege de ochtend Logroño. De oude binnenstad maakte een rommelige indruk. Overal waren bouwvakkers in de weer en was de weg versperd. Na enige tijd hadden we de smalle straten achter ons gelaten. Helaas waren we de obstakels nog niet kwijt. Een druk kruispunt was opgebroken en ook het voetpad was afgezet. Terwijl ik naar de wegwerkzaamheden keek liep ik automatisch naar rechts om de afzetting te ontwijken. Daarbij had ik niet in de gaten dat ik vanaf het trottoir stapte. Plotseling voelde ik geen grond meer onder mijn voeten en viel voorover. Mijn rugzak gaf mij een extra versnelling. Ik had geen benul en tijd om mijn handen uit te strekken en viel op mijn neus. In een reflex draaide ik mij om en zat voorovergebogen met mijn handen voor mijn bebloede gezicht. Twee agenten, die toezicht hielden op het verkeer, regelden een ambulance. In het ziekenhuis werden mijn wonden ontsmet en mijn gebroken neus rechtgezet. Voorzien
Klaas Boom van pillen en een tetanusinjectie stapten we in een taxi. ‘Waar hadden jullie naar toe gelopen als je niet was gevallen,’ vroeg de taxichauffeur. ‘Naar Navarrete,’ zeiden wij. ‘Dan breng ik jullie daar toch naar toe?,’ antwoordde hij. De refugio was nog niet open. Ernaast was een restaurantje met wat stoelen en tafeltjes op het terras. Dat was een mooi plaatsje om koffie te drinken. De camino liep langs de refugio en we zagen heel wat bekende mensen. De hospitalero had ons uit de taxi zien stappen en van anderen al gehoord wat er was gebeurd. We kregen een stapelbed in een lichte kamer met balkondeur en openslaande ramen. Mijn neus was nog een beetje lek en ik moest hem geregeld afvegen. Aan de beheerster vroeg ik watten voor mijn neus en een doek om op het kussen te leggen. Ze keek bedenkelijk, maar al spoedig kwam ze aan met een extra kussensloop en een zakje wattenschijfjes uit haar eigen voorraad. De schijfjes rolde ik op en deed ze tijdens het middagslaapje in mijn neus. We ervoeren dat, ondanks de taalbarrière, de mensen vriendelijk en behulpzaam zijn wanneer je hulp nodig hebt. Twee dagen later bereikten we Santo Domingo. Brendon heette ons welkom en leidde ons rond in het nieuwe gebouw. Eigenlijk waren we aan een rustdag toe. We vroegen Brendon of we een nacht extra mochten blijven. Hij was erg streng en vertelde dat je alleen op doktersadvies mocht blijven. De gebroken neus vond hij een goede reden. Aan de hand van een plattegrond wees hij ons alvast de weg naar de dokterspost voor een controle de volgende dag. Ook in deze refugio werden we warm ontvangen. Na een rustdag konden we er weer tegen en bereikten zonder verdere ongelukken @ Burgos.
De Jacobsstaf 94
| 43
Het Genootschap
Onderweg En even stond de wereld stil toen ik het bericht kreeg dat Adrie Dik was overleden. Op die leeftijd, zo vol van energie, dat kon toch niet. Maar het kan wel, en dan besef je weer eens ten volle dat je iedere dag echt moet beleven, dat je vriendschap en samenhorigheid moet koesteren terwijl je onderweg bent naar iets waarvan je hoopt dat het verborgen einddoel nog ver weg ligt. Collega-bestuurslid André Brouwer heeft elders in deze Jacobsstaf een prachtig In Memoriam voor Adrie geschreven, dus ik beperk mij tot de constatering dat ik als voorzitter Adrie in het onderhouden van onze internationale contacten heel erg zal missen. Zij deed dat met veel enthousiasme en terecht kregen wij veel berichten van ongeloof en deelneming uit het buitenland. Maar ook haar hartelijkheid en attentheid bij bijzondere gebeurtenissen waren voor mij
een geweldige steun in de rug. Adrie had nog maar kort geleden een notitie geschreven hoe zij dacht dat wij na ons jubileumjaar de bestuurlijke draad weer zouden moeten oppakken. Eerst een aantal maanden de accu’s weer opladen en dan er met zijn allen weer stevig met fris elan tegen aan. In de bestuursvergadering van april hebben wij mede op basis van Adrie’s notitie de nieuwe doelen benoemd, en zij liet er geen gras over groeien om de uitnodigingen voor een extra kaderdag op 15 september de deur uit te doen. Die accu opladen heeft nu wel even meer tijd nodig, maar Adrie mag op ons rekenen dat wij als bestuur de draad weer oppakken, waar hij voor haar gebroken is. Joost Bol, voorzitter.
Advertentie
Nieuw: Nederlandstalige pelgrimsgidsen! “Blik op oneindig”, gids voor de pelgrim op de Via de la Plata, met veel info over historie, cultuur en natuur, routekaartjes, hoogteprofielen en alle overnachtingsadressen tot aan Finisterre. Ringbandgebonden,15x20 cm, 180 pg, 280 gr. Prijs: €25,- (excl. verzenden). “Camino Primitivo”, gids voor de pelgrim op de Camino Primitivo, met topografische kaartjes in kleur met de ingetekende routes vanaf Llanes , hoogteprofielen en alle overnachtingsadressen tot aan Finisterre. Ringbandgebonden, 15x20cm, 50 pg, 200 gr. Prijs: €20.= (excl. verzenden). Verdere info: http://www.espritduchemin.org/ Pelgrimsgidsen/welkom.html Hier kunt U in de gidsen bladeren. Bestellen:
[email protected]
44 | De Jacobsstaf 94
Het Genootschap
Regioberichten Amsterdam De voorjaarsbijeenkomst van de regio Amsterdam op 18 februari 2012 was opgedeeld in twee delen: ’s ochtends een informatieve bijeenkomst voor dit jaar vetrekkende pelgrims en in de middag verhalen van ervaren pelgrims. Voor de ochtend hadden zich bijna 25 mensen aangemeld. Gekozen was voor een opzet waarbij steeds op éen punt werd ingegaan, bijvoorbeeld: hoe bereid je je voor. Gemma Crijns gaf diverse goede tips: om het gewenste - lage - gewicht te krijgen, kun je de mee te nemen bagage bij elkaar leggen en steeds uitproberen bij je oefentochten. Een andere tip was: denk goed na over hoe en hoe vaak je contact wilt onderhouden met het thuisfront, een smartphone is gemakkelijk, maar of een iPad nou echt nodig is? Hans Olthof gaf tips over de te nemen routes en slaapplaatsen: info die je uit mee te nemen boeken kunt halen, maar waarbij je soms ook creatief moet zijn en moet durven vragen. Marja te Lintelo besprak diverse onderwerpen, zoals het meenemen van een stok en een piepertje tegen loslopende honden. Vera van de Nieuwenhof gaf als fietser ook nog adviezen, zoals hoe je je fiets bepakt en welke routes er mogelijk zijn. Uiteraard waren er diverse vragen, waaronder de klassieker: krijg je er geen blaren van, van al dat lopen? Als hoofdmoot van het middagprogramma kwamen twee verhalen aan bod. Allereerst de al genoemde Vera, zij fietste naar Santiago en verder. Vera vertelde dat zij ontslag had genomen, om drie maanden te kunnen fietsen. Met een tweedehandsfiets en -fietstassen fietste zij 5.000 kilometer zonder een lekke band. Bij de start voelde zij zich allerminst een
pelgrim, op het einde wel degelijk. Hoe meer pech onderweg, hoe mooier de opvang, was haar ervaring. Zoals zij zich had voorgenomen is zij na Santiago doorgefietst naar Portugal en daarna zelfs naar Afrika, hoewel dat slechts voor éen dag was. Met het vliegtuig en de trein reisde zij terug naar Parijs, om daar vandaan rustig naar Nederland terug te kunnen fietsen. Daarna het verhaal van Jos van Kemenade. Zoals voor velen was de eerste tocht van Jos, vanuit Nederland te voet naar Santiago, goed voor een pelgrimszaadje dat ook daarna bleef bloeien. Jos wisselde het alleen lopen af met stukken met een van zijn zonen of een ander familielid. Na het bereiken van Santiago is ook deze pelgrim doorgegaan. In zijn geval via Fatima en Lourdes naar Rome. Jos wisselde zijn verhaal af met een videofilm, waarin we Jos zagen lopen over de Col de Somport, langs het Canal du Midi naar Arles, door naar Italië: Luca, Florence, Sienna en ten slotte in Rome. Ten slotte geeft Jos diverse van zijn overpeinzingen mee, soms in de vorm van een kort vers. De kortste: ‘Lopen loutert.’ In dit verslag mag niet onvermeld blijven dat na het succes van de Camino der Lage Landen, ook de regio Amsterdam is gestart met een maandelijkse wandeling. De ene maand op de eerste zaterdag, de andere maand op de eerste woensdag. Er werd een werkgroepje opgericht met vijf enthousiastelingen en tien leden hebben aangegeven een keer per jaar een wandeling te willen organiseren. Zo simpel en effectief. We hebben inmiddels drie wandelingen achter de rug met 16, 18 en 28 deelnemers. Een prima start, vinden we zelf. Misschien een goed idee voor andere regio’s? Aan het begin van het middagprogramma
De Jacobsstaf 94 | 45
Het Genootschap
hebben we afscheid genomen: vanwege wat gezondheidsklachten hou ik er mee op en Hans Olthof wordt in mijn plaats de nieuwe regiocontactpersoon. Met lovende, maar zeer gemeende woorden over en weer: zeer prettige samenwerking gehad, alleen maar leuke mensen leren kennen, werkgroepjes aan de keukentafel om de succesvolle Camino der Lage landen en de nieuwe maandelijkse regiowandelingen voor te bereiden. Met bloemen en een mooi boek voor mij, met de beste wensen voor een Bon camino voor jullie. En met dit verslag neem ik afscheid van u: het ga jullie allemaal goed. Masha Plasmans Den Haag De vorige Haagse berichten in deze rubriek stonden in de Jacobsstaf van december 2011. Sinds die tijd is er weer veel gebeurd. Uitgebreidere verslagen van de verschillende activiteiten zijn te vinden via Santiago.nl/regio_ den_haag.php. In de weken voor de kerst hebben we meegewerkt aan een project van het Straatpastoraat Den Haag, dat voor de adventperiode het thema ‘pelgrimeren’ had gekozen. Enkele regioleden hebben tijdens de vrijdagse vieringen voor dak- en thuislozen verteld over hun pelgrimservaringen en hebben daarna aangezeten aan een gezamenlijke pelgrimsmaaltijd. Een bijzondere ervaring voor iedereen die hierbij betrokken was. Het nieuwe jaar zijn we gestart met een winterwandeling op 7 januari van Den Haag naar Leiden, verzorgd door Jos Knooff. Ruim 70 wandelaars, waarvan zo’n 25 uit andere regio’s liepen in een langgerekt kleurig lint een gedeelte van het Marskramerpad, ruim 23 kilometer. De weergoden hielpen goed mee om er een prachtig wandelfestijn van te maken. Twee weken later, op 21 januari, is La Farce, het theaterstuk van onze regio voor het jubi-
46 | De Jacobsstaf 94
leum van afgelopen jaar, opnieuw opgevoerd. Rond 250 bezoekers hebben in de ruime Agneskerk in Den Haag kunnen genieten van de toneelbewerking van de oude Jacobuslegende over de gehangene en de vliegende kip. In de Jacobsstaf 93 is al aandacht geschonken aan deze opvoering. Op 18 februari hebben we voor het eerst in onze regio een startersbijeenkomst georganiseerd voor leden die nog niet naar Santiago zijn geweest. Zo’n 25 à 30 nieuwe leden kwamen af op deze bijeenkomst, waar vooral praktische tips en ervaringen zijn uitgewisseld. Vatbaar voor herhaling. Na de theorie terug naar de praktijk, want op 7 april organiseerden Coby, Ed en Judith onze voorjaarswandeling, van Schiedam naar Maassluis. Het voorjaar liet nog even op zich wachten, want het was fris en vochtig. Maar daar deinst een pelgrim niet voor terug, zeker niet als hij door een gebied kan lopen met zoveel historische landschappen en gebouwen als hier het geval is. Weer een week verder, 14 april, vond de voorjaarsbijeenkomst plaats. Zoals gebruikelijk vormde de traditionele pelgrimsparade de hoofdmoot van het ochtendprogramma. Taco Poot vertelde over de pelgrimstocht die hij met zijn vader en broers heeft gemaakt. Het was een hommage aan zijn overleden vader
Wandeling regio Den Haag. Foto: Jos Engels
Het Genootschap
op wiens grafsteen nu een grote jacobsschelp prijkt. Ook anderen, zoals Atie, Rob, Karline, Ienske en Caroline leverden inspirerende bijdragen of gaven praktische tips voor onderweg. ’s Middags was het de beurt aan Klaas van der Poel die onder het motto ‘pelgrimeren her en der’ verhaalde over de vele pelgrimstochten die hij met zijn Helen heeft gelopen, onder andere naar Santiago, Rome, Jeruzalem en Czestochowa (Polen). Daarnaast presenteerde Klaas voor ons een door hemzelf ontworpen pelgrimsroute van Noordwijk via Schiedam naar Den Briel. De route loopt langs 22 authentieke Hollandse heiligen. Zuid-Holland lijkt daarmee het hoogst te scoren op de schaal van ‘heiligendichtheid’ van Nederland. Uiteraard sloten we de dag af met een gezellig Café Saint-Jacques. Wat staat er voor de komende periode op het programma? Op 1 september 2012 organiseert Leon van den Bergh een fietstocht. Op 10 september 2012 is er een huiskamerbijeenkomst voor het Westland en Den Haag-ZuidWest bij Leon van den Bergh. Leden uit dit deel van de regio ontvangen te zijner tijd een uitnodiging. De regionale najaarsbijeenkomst staat gepland voor 17 november 2012. Jos Engels Limburg En weer was het op 10 maart vol in de refter van het voormalige Groot Seminarie in Roermond. Niet verwonderlijk. De werkgroep had voor een uitstekend programma gezorgd. Na enkele huishoudelijke mededelingen begon ik zelf met de lezing over de oorsprong van de camino. Een aantal vragen dat mij al lange tijd bezighield zette mij aan tot een duik in de geschiedenis. Dit mondde uit in een filmisch verslag. Ik vertelde onder andere over de eerste lopers over de camino. Waren dat ook pelgrims? Verder zocht ik uit, waarom de camino juist daar in Spanje loopt. Wat Jacobus
te maken heeft met deze route. De verwondering over wat deze weg teweegbracht en als erfgoed naliet werd met veel foto’s duidelijk gemaakt. De verschillende items vermengd met aangepaste muziek maakten het geheel tot een duidelijk verhaal. Frits Jansen heeft een alternatieve route gelopen in Frankrijk en Spanje. Aan de hand van kleurrijke en persoonlijke foto’s probeerde Frits met zijn voordracht ons te overtuigen om platgelopen paden te mijden en eens elders te gaan kijken. Het betreft een rondwandeling op de Voi d'Arles, Camino d'Aragon, Camino Francés en de GR 65. Je kunt beginnen bij Saint-Jean-Pied-de-Port. Vervolgens naar Navarrenx en Lescar, de Col de Somport en het Spaanse Jaca naar Puenta La Reina. Daarna terug naar Saint-Jean-Pied-de-Port. Tijdens de pelgrimparade deed Gaston Huijsmans een oproep voor vrijwilligers bij zijn activiteit ‘pelgrimeren met de jeugd’. Een lovend initiatief. Jeroen Gooskens is als geboren verteller onovertroffen. Op een stoel boven op de tafel zat hij als het ware in zijn eigen pelgrimshoekje. Om hem heen enkele voorwerpen uitgestald. Daarover mijmerde hij met veel humor en zelfkennis, af en toe serieus en filosofisch, melancholisch en dromerig. We kregen veel kanten van Jeroen te zien. Alle 120 aanwezigen hingen aan zijn lippen. Na afloop was een overtuigende staande ovatie onze dank. Café Saint-Jacques was voor iedereen een prettige afsluiting na een enerverende en boeiende bijeenkomst. Met dank aan de werkgroep voor een goed programma en de bijzondere regiodag. Angela Mol Zuidoost-Brabant Op 3 maart 2012 waren er 65 leden naar het gemeenschapshuis de Rosdoek in Wintelre gekomen voor onze voorjaarsbijeenkomst.
De Jacobsstaf 94 | 47
Het Genootschap
De door Jeanne van Rest gemaakte regiovlag van de regio Zuid-Oost Brabant. Foto: Jan van Rest
In zijn openingswoord blikte onze voorzitter Wim van Golstein Brouwers even terug op het voorbije jaar. Een jaar met de succesvol verlopen Camino der Lage Landen. Ook voor onze regio was het een evenement waar veel mensen met plezier aan terugdenken. Verder introduceerde Wim de ‘ideeënbus’. De regiocommissie stelt het op prijs als er nieuwe ideeën bij de commissie worden gedropt voor de invulling van voor- en najaarsbijeenkomsten, maar ook andere activiteiten op andere tijden. Wim kon ook de vlag van de regio ZuidoostBrabant presenteren. Een Brabantse vlag met in het ‘zuidoosten’ het symbool van de cami-
48 | De Jacobsstaf 94
no. Een ontwerp en uitvoering van de familie Van Rest. Daarna was het woord aan Jac Naus. Jac is verbonden aan de Pelgrimshoeve Kafarnaüm in Vessem, waar hij onder andere het project Pelgrimeren voor de Jeugd is gestart. Enthousiast vertelde hij wat zo’n pelgrimstocht inhield. Net als de tocht naar Compostela en de tocht door ons leven is de ‘weg’ het belangrijkste. Op de wandeling van hun eigen basisschool naar Vessem (ongeveer 12 kilometer) komen allerlei gesprekken op gang. Ook de symbolen van het pelgrimeren, een steen, een rugzak, een stok, richtingaanwijzers, een pelgrimspas, krijgen hier een functie. Jac besloot zijn verhaal met foto’s van diverse tochten. Duidelijk was te zien dat de kinderen genoten. Iemand die belangstelling heeft om eens als begeleider mee te gaan, kan zich melden via e-mail:
[email protected]. Ook mensen die meer willen weten over de activiteit: gastheer/gastvrouw op de Pelgimshoeve in Vessem kunnen hier terecht (zie ook het artikel op pagina 36). Na de lunch was het tijd voor Harry Keijsers om zijn verhaal te vertellen en zijn prachtige foto’s te laten zien. Harry fietste in vijftig dagen van Asten naar Santiago de Compostela. Over zijn tocht heeft hij een boek gemaakt met als titel: Niet altijd met de wind in de rug. Delen uit dit boek werden door hem op een boeiende manier verteld. Bovendien had hij prachtige, pakkende teksten in zijn verhaal verwerkt. De uitspraak ‘thuis leer je de wereld kennen, op reis jezelf’ was op hem van toepassing. Maar velen van ons herkenden zich ook in deze uitspraak. We sloten de gezellige bijeenkomst af met het bekende Café Saint-Jacques. Frans Berkers
Het Genootschap
Windvaan gekozen tot winnaar Jacobalia-wedstrijd Het in 2011 overleden genootschapslid Herman Gresnigt was al sinds 2004 bezig met het opsporen en inventariseren van Jacobalia in Nederland. Samen met andere leden van de Werkgroep Geschiedenis en Cultuur streefde hij op voortvarende wijze naar een completer beeld van de aanwezige Jacobalia in ons land. De stroom van ingezonden Jacobalia kwam pas goed op gang toen zijn idee een wedstrijd te verbinden aan de viering van het vijfentwintigjarig bestaan van het genootschap, werkelijkheid werd. Ruim zevenhonderd Jacobalia, gegroepeerd naar provincie en ge-
meente, zijn nu te bewonderen op de website Santiago.nl. Tijdens de algemene ledenvergadering van het genootschap op 17 maart is stilgestaan bij het ontstaan en de ontwikkeling van het bijeenbrengen van de Jacobalia. Herman’s echtgenote Annemijn en haar zoon Maarten waren er toen getuigen van dat Herman tot postuum erelid van het genootschap werd benoemd. Dit niet alleen voor zijn geweldige inzet voor de Jacobalia. Als lid van de werkgroep Geschiedenis en Cultuur heeft hij de contacten gelegd voor de jubileumtentoonstelling met het Catharijneconvent. Daarnaast was hij de stimulator van het wetenschappelijk en internationale congres dat in het kader van het jubileum is gehouden. Annemijn Gresnigt sprak in haar dankwoord over het plezier en de nieuwe invulling die het werk voor het genootschap hem gegeven had. Bert Roebert (regio Bollenstreek/Rijnland) sprak over de toewijding van Herman en de nauwgezetheid waarmee hij te werk ging.
Tweede prijs: uithangbord Sinte Jacop in Bergen op Zoom. Foto: Frank van Boxtel
De Jacobsstaf 94 | 49
Het Genootschap
Derde prijs: kraagsteen in de Geertruidskerk in Geertruidenberg. Foto: Peter Eerhart
Rapport van de jury Wat betreft het aantal Jacobalia, geleverd door leden van het genootschap uit de diverse regio’s, is onze conclusie dat Bert Roebert de meeste heeft aangeleverd; op een gedeelde tweede plaats staan Frank van Boxtel (regio Breda/Tilburg) en Hans Olthof (regio Amsterdam), op de voet gevolgd door Herman Hecker (regio Limburg). In kwalitatieve zin kent de jury de eerste prijs toe voor de foto van Pieter-Bas de Jong voor de windvaan in Huizen (Noord-Holland) (zie de vooromslag van deze Jacobstaf): Op de garage van het woonhuis van Pieter-Bas de Jong, actief met rijwagens voor caminogangers, staat de bekroonde windvaan met de beeltenis van Jacobus op een paard met een Jacobsschelp op de muts en een Jacobsschelp op de ‘steel’. Het is uit 4 millimeter messing gefiguurzaagd, in matzwart gespoten en circa 1 meter hoog. Het kunstwerk is, na ’terugkeer’ van zijn tocht naar Santiago de Compostela in 1990, vervaardigd door Marc van Baars, overleden oud-lid van het genootschap, bij leven edelsmid. De tweede prijs gaat naar Frank van Boxtel voor zijn foto van het uithangbord van Huis Sinte Jacop in Bergen op Zoom (Noord-Brabant): Dit uithangbord is aangebracht aan de gevel van het huis Sinte Jacop in Bergen op Zoom. Niet bekend is uit welke tijd dit dateert. De derde prijs gaat naar Peter Eerhart voor zijn foto van de kraagsteen aangebracht in de Geertruidskerk in Geertruidenberg (Noord-Brabant): In de koorgang van de kerk is dit betrekkelijk eigentijdse beeld van Jacobus de Meerdere aangebracht. Het is één van de twaalf beelden die na de laatste restauratie van de kerk in 1990 geplaatst zijn als kraagsteen en die vervaardigd zijn door de Amersfoortse kunstenaar Tom Mooy. De jury: Joost Bol (voorzitter Nederlands Genootschap van Sint Jacob), Rijk Scheer (voorzitter werkgroep Geschiedenis en Cultuur) en Hawald Kema (lid werkgroep Geschiedenis en Cultuur), Utrecht, maart 2012.
50 | De Jacobsstaf 94
Het Genootschap
Klokken, muziek, verhalen Bijzondere Jacobusviering in Utrecht Het begint al verdacht veel op een traditie te lijken: op 25 juli – de dag van Jacobus – worden in Utrecht de klokken van de Jacobikerk geluid. De luiders van het Utrechts Klokkenluiders Gilde brengen dan – met de hand – het gelui in beweging. Voor enkele tientallen toehoorders is het mogelijk deze luiding op de luidzolder bij te wonen, een indrukwekkende en soms ontroerende ervaring. Na afloop trekken de toehoorders naar de Janskerk waar dit jaar een bijzonder spektakel
zal plaatsvinden. Geen openbare repetitie dit keer, maar een voorstelling. El Orfeón zingt, deelnemers aan de Santiago-schrijfcursus lezen fragmenten voor, en een violist verbindt de onderdelen. Onder regie van Joop van der Donk zal een samenhangend muzikaal-literair programma ontstaan. Het voert ons van het rumoer van de stad naar verdieping en verstilling, en van de stilte weer terug naar de 'wereld', uitmondend in een sprankelend 'Ultreia'! Deze bijzondere avond zal niet onopgemerkt blijven. Zorg dat u er bij bent. 18.45 uur 18.45 uur 19.00 uur 19.30 uur 20.15 uur 21.45 uur
Verzamelen bij Jacobikerk, St. Jacobsstraat 171, 3512 BP Utrecht Met de luiders mee naar de luidzolder Luiding van de klokken Janskerk open voor koffie en thee Aanvang programma met muziek en verhalen Café Saint-Jacques
Het is natuurlijk ook mogelijk om alleen de voorstelling in de Janskerk te bezoeken. Introducees zijn welkom; de toegang is gratis. Informatie: Bram van der Wees, e-mail: regio.
[email protected].
Jacobsklok in de Jacobikerk, Utrecht (3 oktober 2004). Foto: Wilbert van der Hulst
De Jacobsstaf 94 | 51
Het Genootschap
Agenda 25 juli 25 juli 28-29 september 29 september 3 november 10 november 17 november
Jacobusviering, Roermond. Aanvang 18.30 uur, kathedraal Jacobusviering Utrecht. Aanvang 18.45 uur, Jacobikerk Reünieweekend Pelgrimshoeve Kafarnaüm Vessem Regiobijeenkomst Midden-Nederland, H. Kruiskerk, Amersfoort Landelijke najaarsbijeenkomst, Dominicanenklooster, Zwolle Regiodag regio Limburg Regiobijeenkomst Den Haag
Advertentie
Advertentie
Fietsvervoer Vanaf heden is ook fietsvervoer vanuit Rome mogelijk. www.fietsvervoer.nl Uw fiets retour vanuit Santiago de Compostela naar Nederland en België !
In samenwerking met Hotel México verzorgt Soetens Transport wekelijks het vervoer van fietsen en bagage vanuit Santiago de Compostela naar Vessem (NL). Vanuit het distributiecentrum in Vessem wordt uw fiets door heel Nederland en Vlaanderen thuis afgeleverd. U betaalt voor de verzekering, de stalling in Santiago de Compostela en het vervoer naar huis éénmalig € 119,-- incl. btw. Vraag naar de mogelijkheden.
SOETENS TRANSPORT Tel. 0031 (0)497 591673 kantoor gsm 0031 (0)653713539 fax 0031 (0)497 541076 e-mail:
[email protected] www.fietsvervoer.nl
52 | De Jacobsstaf 94
Het Genootschap
Het Compostelaregister In het Compostelaregister worden de namen en gegevens opgenomen van de Santiagogangers, die een compostela hebben ontvangen. Dit certificaat wordt verstrekt namens de aartsbisschop van Santiago na een een voltooide pelgrimstocht. Stuur een kopie van de compostela naar de ledenservice, vergezeld van de ingevulde achterzijde van de brief bij de pelgrimspas. In de Jacobsstaf worden steeds de laatste aanvullingen gepubliceerd. Harry Wasser Ad Rietveld Aankomst Naam en Woonplaats Reis- Dagen Aankomst Naam en Woonplaats Reis- Dagen wijze wijze
2000 24-mei Rob Bos, Meerssen voet 2003 22-mei Wim Hoogland, Akersloot voet 24-mei Henk Heesakkers, Valkenswaard fiets
2005
2011 15 28 34
18-jun Wim Hoogland, Akersloot voet 38 13-okt Ludo Haest, Westmalle(B) voet 100 2006 13-apr Gerben Offringa, Gouda voet 49 16-jun Govert van Bentum, Zeist fiets 23 18-jun M.H.J. Boers, Noorbeek fiets 32 23-sep T.P.M. Kremers, Vlijmen voet 90 14-dec P.J. Ritzen, Haren(Gr) voet 60 2009 8-mei Jozefien de Bruijn-de Jong, Oudenbosch voet 42 15-mei Edwin Seldenthuis, Alkmaar fiets 39 16-jun Anneke Metz-Keijzer, Zwaag voet 67 24-jun Adri Faas, Hoofddorp fiets 37 24-jun Sjaak Faas, Hoofddorp fiets 37 24-jun Lyda Nicolaï, Hoofddorp fiets 37 24-jun Rob Nicolaï, Hoofddorp fiets 37 1-aug E.Th. Rijzewijk, Krommenie fiets 31 1-aug M. Rijzewijk, Huizen fiets 31 3-aug Simone Aarendonk, Amstertdam voet 39 3-aug Marja te Lintelo, Amsterdam voet 39 2010 14-apr Simone Aarendonk, Amstertdam voet 12 14-apr Marja te Lintelo, Amsterdam voet 12 30-mei Ada Slaman, Monster fiets 38 30-mei Loek Slaman, Monster fiets 38 9-jun J.P.M. de Wit, Beek en Donk fiets 19 9-jun B.J.M. de Wit-van Schaik, Beek en Donk fiets 19 1-jul Eric Jansen, Oosterbeek fiets 33 7-sep Rosalie Welie, Meerssen voet 15 2011 24-mrt H.J. van Houten, Amersfoort voet 24
21-mei 23-mei 1-jun 1-jun 8-jun 10-jun 10-jun 11-jun 14-jun 14-jun 19-jun 19-jun 22-jun 22-jun 7-jul 8-jul 15-jul 15-jul 15-jul 24-jul 30-jul 30-jul 1-aug 13-aug 14-aug 14-aug 24-aug 24-aug 29-aug 31-aug 31-aug 8-sep 8-sep 8-sep 11-sep 15-sep
Nicolaas Veenendaal, Emmerich(D) Henny Christenhusz, Oldenzaal G. Jacobsz, Zeist G. Jacobsz, Zeist Catharina Steijn, Tegelen Piet Guis, Oosterhout Ben Heinsbroek, Vragender Ellie van Berkel, Roelofarendsveen Gaby Puhlmann, Bilthoven Piet van de Weijer, Deurne J.G. de Hoog, Molenhoek H.J.J.M. de Hoog-Sala, Molenhoek Bart Ernens, Warnsveld Ingrid Ernens-van Petten, Warnsveld Ingrid Muller, Amsterdam H.M. van Fulpen, Etten Leur Henk van Eijken, Zwartsluis Frida van Eijken-Esser, Zwartsluis W.F. Jurgens, Woudenberg Ger van Kruisbergen, Echt Pien Bennink, Utrecht Roel Bennink, Utrecht Martien Hordijk, Leiden Leo van Nieuwenhuijzen, Arnhem Mirjam Everard, Amsterdam Geertje la Riviére, Amsterdam Joost Mulder, Culemborg Cissy Pater, Culemborg Paul van Son, Assendelft Karin van Barlingen, Oosterbeek Rinus Vollebregt, Bleiswijk Joop Bos, Dordrecht Elly Bos-Verwey, Dordrecht Marja van Tent, Alkmaar Dick Wulfelé, Oostvoorne Bart Knijnenburg, Voorschoten
voet fiets fiets fiets voet fiets fiets voet voet fiets fiets fiets fiets fiets voet voet fiets fiets fiets voet fiets fiets fiets voet voet voet fiets fiets fiets fiets fiets fiets fiets voet fiets voet
9 26 24 24 35 37 32 28 18 28 24 24 35 35 43 82 77 77 11 22 28 28 32 31 14 42 34 34 17 26 22 45 45 56 24 22
De Jacobsstaf 94 | 53
Het Genootschap
Aankomst Naam en Woonplaats Reis- Dagen Aankomst Naam en Woonplaats Reis- Dagen wijze wijze
2011 16-sep 16-sep 20-sep 22-sep 22-sep 22-sep 22-sep 23-sep 23-sep 23-sep 24-sep 24-sep 6-okt 11-okt 16-okt
2011 Joop van Zeist, Elst Koos van Zeist-Hendriks, Elst Lida de Haan-Rietveld, Odijk Mary Cahill, Loosdrecht Theo Geurtsen, Loosdrecht Paul van der Leeuw, Herten Lenie Stakenborg, Herten Gerard van Gorkum, Groesbeek Maureen Hup-Smit, Nunspeet Hennie Schoonhoven-Oudendorp, Hulshorst G.C. Groothuis, Hengelo Wim de la Porte, Purmerend Els Koelewijn, Maastricht Arjan Mooij, Arnhem Theo van der Burg, Hilversum
fiets fiets voet voet voet voet voet voet voet
36 36 36 40 40 100 100 34 18
voet 18 voet 8 voet 30 voet 19 voet 51 voet 16
18-okt Nancy Kalbvleesch, Uden voet 25-okt Hilde Peters, Tilburg voet 25-okt J.P.P. Peters, Utrecht voet 31-okt G.J. Doosje, Groningen voet 31-okt M.E. Greven, Groningen voet 31-okt Ulrike Weirich, Oudeschild voet 2012 10-jan Astrid van Dort, Amsterdam voet 6-mrt P.J. Pijnnaken, Leiden voet 20-mrt Corina de Jong, Rijen voet 30-mrt José Verwegen, Oegstgeest voet 1-apr René Ridder van Rappard, Naarden voet 3-apr Erik Breeuwsma, Noordwijk voet 9-apr Yvo Smit, Den Haag voet 13-apr Cees van der Weijde, Breda voet 19-apr Ester Noordermeer, Amersfoort voet 22-apr Henrie Jacobs, Asten voet
16 6 6 94 94 69 28 26 18 11 15 7 14 19 50
Toelichting op het Compostelaregister De idee van het Compostelaregister gaat terug op een middeleeuws gebruik. Na voltooiing van de tocht naar Santiago de Compostela werd de pelgrim opgenomen als lid van de Broederschap van Jacobspelgrims en in het ledenregister ingeschreven. Het Compostelaregister legt op overeenkomstige wijze vast wie in onze tijd als pelgrim naar Santiago is gegaan en daar een compostela heeft ontvangen. Vanaf het begin van het genootschap was het de gewoonte om een kopie van de compostela in te sturen. De namen van deze compostelabezitters en de aankomstdatum werden en worden in de Jacobsstaf gepubliceerd. De oudste compostela die in het register van het genootschap wordt bewaard is van 29 augustus 1969 ten name van Hans Burgman. Intussen zijn 7.266 compostela’s geregistreerd over de afgelopen jaren. Maar niet alle pelgrims sturen een kopie van hun compostela naar het genootschap en ook buiten het genootschap om maken sommigen de pelgrimstocht. Het register bestaat uit een uitdijende reeks gele ordners waarin de kopieën van de compostela’s fysiek worden opgeborgen. Bovendien wordt een computerbestand bijgehouden waarin de informatie van iedere ontvangen compostela een regel beslaat. Het registerbestand is op de aankomstdatum in Santiago gesorteerd. Van 1.431 inzenders is weinig meer bekend dan naam, woonplaats en aankomstdatum. Pas vanaf 2003 is aan pelgrims gevraagd bij het inzenden van de kopie van de compostela ook gegevens mee te sturen over vertrekplaats en -datum, de gevolgde route, de gekozen reiswijze en het aantal dagen dat de tocht naar Santiago heeft geduurd. Daarnaast wordt opgenomen of in meerdere episodes is gereisd (693 personen), een Fisterra is ontvangen (269 keer) of een Muxia (14) en of de terugreis op dezelfde wijze is gemaakt (109). Ook de aanvraag en verstrekking van de herinneringsspeld en -bedelschelp is vastgelegd (3.083). Uit analyse van deze gegevens zijn enkele tabellen en grafieken samengesteld die u op Santiago.nl kunt bekijken.
54 | De Jacobsstaf 94
Het Genootschap
En verder ... Advertentie
Heimwee naar de Camino ? De Camino start bij u thuis
Onze royal-class-touringcar voert U vanuit Nederland via de Via Turonensis in 16 dagen langs alle hoogtepunten van de Camino Frances (via Parijs, Chartres, Poitiers, Tours en Angouillemne). Uw ervaren en terzake kundige reisleider, die zèlf de Camino gelopen heeft, gidst U langs veel culturele bezienswaardigheden, waardoor deze route door de UNESCO is uitgeroepen tot “wereld-erfgoed”. Facultatief kunt u een paar van de mooiste stukken lopen. Route: St.Jean Pied de Port, Pamplona, Burgos, Leon, Astorga, Ponferrada, Sarria, Santiago de Compostela Naast de vele cultuurmonumenten reist U ook via plaatsen, die voor veel pelgrims een hoogtepunt vormen als: - el Monte de Perdón, Eunate, Estella, kloosterruïne San Anton bij Castrojeriz, Rabanal del Camino, Cruz de Hierro, O’Cebreiro, Samos, etc. Terug via de Camino del Norte met o.a. Oviedo, Santillana del Mar en Pas de Somport. U overnacht in de beste midden-klasse hotels. Onze reizen kenmerken zich door het “all-in” karakter. Entree’s , gidsgelden, ontbijt-buffet, 3-gangen diner, Kema-Keur gecertificeerd busbedrijf in Royalclass-configuratie (max.34 p.) en geen adm.kosten. De prijs op basis van half-pension en 2-persoonskamer bedraagt € 1.450,= p.p. op basis van verblijf op een twee-persoons kamer * op basis van half pension voorts “all-in” (excl. drank). Eenpersoonskamertoeslag € 25,- p.p.p.n. vertrek 5 mei 2012 en2012 15 september 2012 bij voldoende (22 pers.) vertrek:: 15 september bij voldoende deelname (22 deelname pers) Zie website : www.cpt-cultuurreizen.nl of mail
[email protected] Of bel: Deurne, 0493-318261.
32 | De Jacobsstaf 92
De Jacobsstaf 94 | 55
Het Genootschap
Regioafdelingen Regio Postcode Regiocontactpersonen Amsterdam 1000-1119 Hans Olthof, Piet van Wijngaerdtlaan 2, 1391 VD Abcoude, 0294-285359, 1160-1199
[email protected] 1300-1399 Marja te Lintelo, Da Costastraat 86 E, 1053 ZR Amsterdam 1420-1439 020-6833272,
[email protected] Noord-Holland 1120-1159 Rick van de Ven, Holleweg 58, 1851 KJ Heiloo benoorden ‘t IJ 1440-1999 072-5340257,
[email protected] Midden-Nederland 1200-1299 Fons Boink, Oude Arnhemseweg 373, 3705 MJ Zeist 1400-1419 030-6990212,
[email protected] 3600-3899 Joop van Gool, Julianalaan 29, 1412 GR Naarden 035-6943982,
[email protected] Bollenstreek/ 2000-2239 Helmi van Ginneken,Langewerk 4, 2405 HK Alphen a/d Rijn Rijnland 2300-2490 0172-416251,
[email protected] Annie Lohman, Hafkenscheidtlaan 52, 2191 BR De Zilk 0252-5198 60,
[email protected] Den Haag 2240-2299 Jos Engels, Oosteinde 182, 2272 AH Voorburg 2491-2799 070-3872619,
[email protected] Rotterdam 2800-3399 Aart en Mieke Ligthart, Bermweg 264, 2906 LH Capelle a/d IJssel, 010-4582365,
[email protected] Utrecht-Zuid / 3400-3599 Bram van der Wees, Poortstraat 83, 3572 HE Utrecht Rivierengebied 3900-4299 030-2732300,
[email protected] Jos Notenboom, Parallelweg 47, 4107 NA Culemborg 0345-513363,
[email protected] Zuid-west- 4300-4799 Lies Wondergem, Oud Arnemuidsvoetpad 14, 4332 AP Nederland Middelburg,
[email protected] Jan Willem van Heesbeen, Achterdijk 59, 4761 RC Zevenbergen, 0168-325998,
[email protected] Breda/Tilburg 4800-5199 Toine Martens, Baakberg 66, 4707 RX Roosendaal 0165-854532,
[email protected] Frank van Boxtel, Biezenbeemd 15, 4907 EE Oosterhout, 016-2470059,
[email protected],
[email protected] Den Bosch 5200-5499
Piet en Antje v. d. Tillaart, Parkietendonk 3, 5467 DR Veghel 0413-340653,
[email protected]
Zuid-Oost 5500-5799 Wim van Golstein, Het Aangelag 18, 5513 BZ Wintelre Brabant 040-2053113,
[email protected] Frans Berkers, Sophiastraat 15, 5583 CA Waalre 040-2213826,
[email protected] Limburg 5800-6499 Angela Mol, Nieuwerf 3, 5951 CA Belfeld 077-47571740,
[email protected] Jan Houben, Veld-Oostenrijk 18, 5961 NW Horst aan de Maas 077-3982757,
[email protected] Arnhem/ 6500-7099 Marc Koch, Europalaan 11, 6991 DA Rheden Nijmegen 026-4954467,
[email protected] Joop Kamphuis, Willem Barentszstr. 10, 6991 BC Rheden 026-4954001,
[email protected] Oost-Nederland 7100-7799 John Vollenbroek, Prins Bernhardstraat 1, 7573 AM Oldenzaal 8000-8299 0541-523483,
[email protected] Groningen/ 7800-7999 Jaap Middeldorp, Wijdeveldstraat 1, 9731 MX Groningen Drenthe 9300-9999 050-3641980,
[email protected] Ineke de Jonge, Wijdeveldstraat 1, 9731 MX Groningen 050-5426220,
[email protected] Friesland 8300-9299 Klaske Scholte, De Aak 31, 9001 HB Grou, 06 13221222,
[email protected] Elly Koopman, L. van Beekstrjitte 2, 8561 GJ Balk 0514-601134,
[email protected]
56 | De Jacobsstaf 94
De Jacobsstaf nr. 94 Jaargang 24 Juli 2012
Het Nederlands Genootschap van Sint Jacob is de vereniging van en voor belangstellenden in de pelgrimstocht naar Santiago de Compostela in Galicië.
Lidmaatschap aanmelden en opzeggen U kunt zich als lid laten inschrijven door het aanmeldingsformulier naar het genootschap te sturen. Dit formulier kunt u opvragen bij het Informatiecentrum of downloaden van de website www.santiago.nl. Het lidmaatschap loopt uitsluitend per geheel kalenderjaar. Beëindiging dient vóór 1 december te worden gedaan per brief of e-mail:
[email protected]. De contributie bedraagt € 22,89 inclusief het abonnement op de Jacobsstaf. De contributie voor een ‘inwonend lid’ bedraagt € 17,18 zonder de Jacobsstaf. Het eenmalige inschrijfgeld is € 12,05 per eerste lid per adres. Nieuwe leden ontvangen direct bij inschrijving gratis de pelgrimspas. De bedragen kunnen jaarlijks worden aangepast. Alle bedragen worden door het genootschap automatisch geïncasseerd. Het Genootschap is gevestigd in: Het Huis van Sint Jacob: Janskerkhof 28A, 3512 BN Utrecht Tel: 030-2315391; Fax: 030-2318281 E-mail:
[email protected]. Website: www.santiago.nl De openingstijden zijn: Dinsdag van 14 tot 16 uur, Donderdag van 14 tot 16 en van 19 tot 21 uur, Vrijdag van 10 tot 12 uur, Elke tweede en vierde zaterdag van de maand van 11 tot 15 uur. Het Informatiecentrum in Vessem ’t Atelier van de Pelgrimshoeve Kafarnaüm, Servatiusstraat 11, 5512 AJ Vessem (NB). Het is geopend op elke tweede, derde en vierde zaterdag van de maand van 11 tot 15 uur voor informatie over de tocht en aanmelding als lid.
Werkgroepen Het Genootschap kent een aantal werkgroepen en commissies. Voor de juiste gegevens wordt verwezen naar www.santiago.nl De Jacobsstaf is het orgaan van het Nederlands Genootschap van Sint Jacob en verschijnt viermaal per jaar. ISSN 0923-11458. © Nederlands Genootschap van Sint Jacob. Redactie René van Veen (hoofdredactie), Jasper Koedam (eindredactie), vacature (bureauredactie), Tieleke Huijbers (fotoredactie) en André Brouwer. Redactieadres Elzenstraat 59, 5306 XK Brakel. E-mail:
[email protected]
Het Informatiecentrum in Sint Jacobiparochie “De Groate Kerk”, Oosteinde 1, 9079 KZ St Jacobiparochie (Frl). Het is geopend op elke tweede en vierde zaterdag van de maand van 11 tot 15 uur voor informatie over de tocht en aanmelding als lid.
Vormgeving Monique van de Ven, Licis-vormgeving, Heeswijk
Bankgegevens Bankrekening: ING 5151146 (Internationaal: IBAN: NL90PSTB0005151146 en BIC: PSTBNL21) Bankrekening: Rabobank 30.25.73.917 (Internationaal: IBAN: NL53RABO0303573917 en BIC: RABONL2U) t.n.v. Het Nederlands Genootschap van Sint Jacob.
Aanwijzingen voor de auteurs Bijdragen voor de Jacobsstaf dienen digitaal in Word, gezonden te worden aan
[email protected]. Voor artikelen geldt als richtlijn een maximumlengte van 1800 woorden; voor de regioberichten geldt een maximum van 300 woorden per regio. Voeg de illustraties apart toe als jpg-bestand, minimaal 500 en maximaal 1000 kb. Geef in de tekst de plaats van de illustraties aan en voeg apart een lijst met bijschriften toe. De redactie behoudt zich het recht voor bijdragen in te korten of te weigeren. Meningen en feiten zoals die door auteurs worden weergegeven, vallen buiten verantwoordelijkheid van redactie en uitgever. Advertenties kan men inzenden via het redactieadres. Losse nummers zijn, indien nog leverbaar, via het Informatiecentrum te bestellen.
Bestuur Joost Bol (voorzitter), Daniëlle Lokin (vice-voorzitter), André Brouwer (secretaris), Bas Brouwer (penningmeester), Paul Mandigers en Theo Veltman (leden) Ereleden Koen Dircksens, Herman Gresnigt †, Jan van Kempen †, Mireille Madou, Jacobus van der Werff en Annet van Wiechen
Druk Drukkerij Wilco, Amersfoort
Pelgrim met strohoed Duister kroont je met een ster Schaduwkant verlicht.