Jaarverslag 2005
Stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding voor de Baksteenindustrie
1
Jaarverslag over het zesentwintigste boekjaar 1 januari 2005 - 31 december 2005
2
Jaarverslag 2005
3
Inhoud De regeling
4
Bestuur en ondersteuning
6
Belangrijke gegevens van de stichting
7
Algemeen
8
• •
Financiële aspecten Vut-cao
8 9
Bestuursactiviteiten
10
Omvang van de stichting
12
Beleggingen
13
Jaarrekening
15
Accountantsverklaring
27
Slotwoord
28
• • • •
• • • • • •
Aantal aangesloten ondernemingen Aantal werknemers Aantal uittreders Verloop van incasso
Balans Rekening van baten en lasten Waarderingsgrondslagen en resultaatbepaling Toelichting op de balans Toelichting op de rekening van baten en lasten Kasstroomoverzicht
Stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding voor de Baksteenindustrie
12 12 12 12
17 18 19 20 24 26
4
De regeling De vutregeling is per 1 juli 2001 vervangen door een verplichtgestelde volledige vroegpensioenregeling. Op basis van de vroegpensioenregeling kan de werknemer in de baksteenindustrie in 37 jaar een vroegpensioenuitkering opbouwen van circa 75% van het gemiddelde bruto salaris. Naast de basisregeling is een overgangsregeling ingevoerd, die voorziet in een aanvulling van het vroegpensioen voor werknemers die op 1 juli 2001 ouder waren dan 25 jaar en derhalve geen volledig vroegpensioen meer kunnen opbouwen. Hiervoor gelden wel bepaalde voorwaarden. De overgangsregeling wordt uitgevoerd door de Stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding voor de Baksteenindustrie (VUBA). De aanvulling uit de overgangsregeling en de uitkering uit de basisregeling worden sinds 1 augustus 2004 gezamenlijk uitbetaald.
Werkingssfeer
De overgangsregeling is van toepassing op werkgevers en werknemers in de Nederlandse baksteenindustrie. Dat zijn alle ondernemingen die zowel metselsteen als straatsteen of daaruit samengestelde elementen vervaardigen (met uitzondering van zuur en vuurvaste steen). Ondernemingen die direct aan de baksteenindustrie verwant zijn, kunnen op vrijwillige basis aan de VUBA regeling deelnemen.
Voorwaarden
De overgangsregeling heeft een tijdelijk en voorwaardelijk karakter. Om hiervoor in aanmerking te komen, moet de werknemer op 1 juli 2001 ouder zijn dan 25 jaar en zowel op 30 juni als op 1 juli 2001 werknemer in de baksteenindustrie zijn en dit blijven tot de vroegpenioendatum. Bovendien moet de werknemer kunnen aantonen in de periode tussen de 25e verjaardag en de eerste dag van de maand waarop de werknemer 62 wordt, ten minste 10 jaar in dienst zijn geweest in de baksteenindustrie. Van die 10 jaar moet de werknemer ten minste 5 jaar - direct voorafgaand aan de datum waarop de werknemer met vroegpensioen gaat - in de baksteenindustrie hebben gewerkt.
Financiering
De overgangsregeling wordt gefinancierd op basis van een vut-bijdrage die 5% van het heffingsloon bedraagt. De werkgever betaalt deze bijdrage volledig. Dit percentage wordt betaald over het heffingsloon. Het heffingsloon is het totale brutoloon SV (ongemaximeerd) van de in dienst zijnde werknemers. Het heffingsloon bestaat uit de volgende componenten: • de voor de onderneming van de werkgever geldende bruto loonsom sociale verzekeringswetten, vermeerderd met het spaarloon; • het loon van de niet (meer) voor de werknemersverzekeringen verzekerde directeur/grootaandeelhouder van een N.V. of B.V., echtgeno(o)t(e) en familieleden, dat mee in aanmerking zou zijn genomen als bedoelde verplichte verzekeringen voor hen zouden gelden.
Jaarverslag 2005
5
Uittreding
De deelnemer kan de vroegpensioenuitkering op 62 jaar laten ingaan. Er kan echter ook gekozen worden voor een eerdere (vanaf 60 jaar) of latere (tot de pensioendatum) ingang. Een eerdere ingang heeft een lagere uitkering tot gevolg, een latere ingang een hogere vroegpensioenuitkering. Bovendien is de mogelijkheid opgenomen om met deeltijd-vroegpensioen te gaan.
Hoogte aanvulling
De aanvulling is gelijk aan 2,027% van het per 1 juli 2001 geldende bruto salaris, vermenigvuldigd met het aantal jaren (tot in volle maanden nauwkeurig berekend) tussen de eerste dag van de maand waarin de werknemer 25 jaar is geworden en 1 juli 2001. De aanvulling wordt verhoogd met de CAO-loonsverhogingen, die het bestuur heeft verleend tussen 1 juli 2001 en de begindatum van het vroegpensioen. Andere verhogingen, zoals bijvoorbeeld carrièrestijgingen, worden niet meegerekend. Het maximum bruto salaris waarover de aanvulling wordt berekend, bedraagt 1,5 x het maximum premiedagloon Werkloosheidswet op jaarbasis.
Stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding voor de Baksteenindustrie
6
Bestuur en ondersteuning Samenstelling van het bestuur per 31 december 2005
Leden werkgevers: de heer P.G.J. de Bruyn (vice-voorzitter) de heer P.M. Lemmen vacature Leden werknemers: de heer J.P.M. Janssen (voorzitter) mevrouw I. van Oostveen-Roepers de heer E.J. Jansen
1) 1) 1)
Plaatsvervangende leden werkgevers: vacant vacant vacant
2) 3) 4)
Plaatsvervangende leden werknemers: vacant de heer P.K. de Jong de heer M.J.A. Jacobs
Bestuurswisselingen Gedurende het verslagjaar zijn de heren J. van Beek en D. de Boer opgevolgd door respectievelijk de heren E.J. Jansen en M.J.A. Jacobs. Het bestuur wenst de heren Van Beek en De Boer te danken voor hun inzet en bijdrage. Aangewezen door: 1) het Koninklijk Verbond van Nederlandse Baksteenfabrikanten; 2) FNV Bondgenoten; 3) CNV BedrijvenBond; 4) De Unie, vakbond voor Industrie en dienstverlening.
Participaties
Met betrekking tot de beleggingen participeerde het fonds aan het eind van het verslagjaar in een aantal institutionele beleggingsfondsen van PVF Achmea, te weten: Stichting Gemeenschappelijk Aandelenfonds Rest Europa Stichting Hedge Gemeenschappelijk Aandelenfonds Amerika Stichting Hedge Gemeenschappelijk Aandelenfonds Japan Stichting Hedge Gemeenschappelijk Aandelenfonds Pacific Stichting Hedge Emerging Markets PVF I Stichting Hedge Global Convertible Fund Stichting Vastrentende Waardenfonds Euro Stichting Hedge PVF Global Emerging Markets Fixed Income Fund Stichting Global Credits Stichting F&C Global High Yield Fonds PVF Stichting PVF Geldmarktfonds Stichting PVF Kort Vastrentende Waardenfonds
Ondersteuning
Adviseur HK Consultancy, J.H. Klinkenberg, Bernhardlaan 11, 6998 AS Laag Keppel.
Accountant
KPMG Accountants N.V., Burg. Rijnderslaan 10 20, 1185 MC Amstelveen.
Administrateur
PVF Achmea, Molenwerf 2-8, 1014 AG Amsterdam.
Jaarverslag 2005
7
Belangrijke gegevens van de stichting 2005
2004
2003
2002
2001
33
33
34
42
44
41,6
42,1
42,5
42,3
43
5,0
5,0
5,0
5,0
5,8/4,8/5,0
2.072
2.105
2.125
2.117
2.154
547
423
230
399
345
Belegd vermogen
8.846
7.854
7.707
6.884
6.692
Voorziening nakomende verplichtingen
3.410
2.691
3.346
2.702
1.489
Minimum uittredings leeftijd structureel2
62
62
62
62
62
Aantal uittreders ultimo jaar
82
73
75
59
39
911
816
833
579
513
Totale uitkeringslast, incl. sociale lasten (x 5 1.000,-)
1.808
1.942
1.757
1.248
1.112
Gemiddelde uitkerings last per maand (5)
1.985
2.380
2.100
2.155
2.167
Aantal aangesloten werkgevers (ultimo jaar) Loonsom baksteenindustrie Bijdragepercentage1 Inkomsten uit bijdragen Inkomsten uit beleggingen
Totaal aantal betaalde Maanduitkeringen
1)
In 1997 bedroeg de bijdrage tot 1 juli 6,5%, daarna bedroeg de bijdrage voor werknemers jonger dan 35 jaar 5,8% en voor werknemers ouder dan 35 jaar 4,8%. De werknemers betaalden tot 1 juli 1997 1,5% bijdrage, sindsdien betaalden alleen de werknemers jonger dan 35 jaar nog een bijdrage van 1%. Sinds 1 juli 2001 bedraagt de bijdrage 5% voor alle werknemers. Deze bijdrage wordt door de werkgever betaald.
2)
Vanaf 1 juli 2001 is de zogenaamde spilleeftijd van de vroegpensioenregeling 62 jaar. Eerder uittreden (vanaf 60 jaar) en later (tot de pensioendatum) is echter ook mogelijk. Voorts bestaat de mogelijkheid om met deeltijd-vroegpensioen te gaan.
Stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding voor de Baksteenindustrie
8
Algemeen Financiële aspecten
Gedurende het verslagjaar kwamen er 43 nieuwe uittreders bij op basis van de overgangsregeling. Het aantal beëindigde uitkeringen wegens pensionering bedroeg 33 tijdens het verslagjaar. Het aantal beëindigde uitkeringen wegens overlijden bedroeg 1. De uitkeringslasten en sociale lasten bedroegen in het verslagjaar ruim 5 1,8 miljoen. De gemiddelde uitkeringslast per maand is gedaald van 5 2.380,- in 2004 naar 5 1.985,- in 2005, een daling van ongeveer 16%. De uitkeringen zijn per 1 januari 2005 niet verhoogd, omdat er in het jaar 2004 geen algemene loonsverhoging in de bedrijfstak is geweest. De nakomende verplichtingen worden ultimo 2005 volledig gedekt door de voorziening voor nakomende verplichtingen. Eind 2005 waren de nakomende verplichtingen eveneens voor 100% gedekt door de tegoeden van de VUBA. Hieronder volgt een overzicht van de ontwikkelingen over de laatste jaren. Het saldo boekjaar bedraagt 5 4.172.000,- negatief. Aan de beleggingsreserve werd 5 279.000,toegevoegd uit het saldo boekjaar. Voorts is 5 4.451.000,- aan de algemene reserve onttrokken, waardoor het saldo per 31 december 2005 5 161.000,- bedraagt. Dit saldo is overgeheveld naar de vroegpensioenregeling om hiermee de kosten voor de vroegpensioenen te financieren. Ultimo Nakomende jaar verplichtingen (x 7 miljoen)
Voorziening voor nakomende verplichtingen (x 7 miljoen)
Dekking verplichtingen
Algemene reserve (x 7 miljoen)
Loonsom SV (x 7 miljoen)
4,0 2,2 1,4 1,5 1,5 2,7 3,3 2,7 3,3
3,5 2,2 1,4 1,5 1,5 2,7 3,3 2,7 3,4
86% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%
1,3 2,6 3,5 3,7 3,6 3,5 4,6 0,2
40,6 40,1 40,1 43,0 43,0 42,3 42,5 42,1 41,6
1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 1)
De nakomende verplichtingen minus de voorziening voor nakomende verplichtingen
Verplichtingen1) t.o.v. loonsom (%)
1,5% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0%
Jaarverslag 2005
9
Vut-cao
De uittredingsregeling berust op een door cao partijen afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst, regelende het vrijwillig vervroegd uittreden voor de baksteenindustrie, ingegaan op 1 juli 2001 en lopende tot 1 juli 2006. Vermogen en verplichtingen 20000 18000 16000 14000
x 5 1000
12000 10000 8000 6000 4000 2000 0
1990
1991
1992
Algemene reserve
1993
1994
1995
1996
1997
Voorziening nakomende verplichtingen
1998
1999
Verplichtingen
Stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding voor de Baksteenindustrie
2000
2001
2002
2003
2004
2005
10
Bestuursactiviteiten Het bestuur van het fonds heeft in 2005 drie maal vergaderd en wel op 8 juni 2005, 17 november 2005 en 2 december 2005. Hierna volgen enkele van de belangrijkste besproken onderwerpen.
Wijzigingen als gevolg VPL-wetgeving
Als gevolg van de Wet aanpassing fiscale behandeling vut/prepensioen en de introductie van de levensloopregeling (de Wet VPL), moest de vutregeling worden gewijzigd. Hieraan is in het verslagjaar veel aandacht besteed. De regeling is op de volgende onderdelen aangepast: • alleen werknemers die vóór 1 januari 2005 de 55-jarige leeftijd hebben bereikt komen in aanmerking voor een uitkering op grond van de regeling. • er is een spaarvutbepaling in de regeling opgenomen. Essentie van een spaarvutbepaling is dat de vut-uitkering actuarieel wordt verhoogd als de ingangsdatum van de vutuitkering wordt uitgesteld. Actuariële verhoging is een recht van de werknemer, maximering van de uitkering is mogelijk mits het surplus naar de ouderdomspensioenregeling gaat. Overdracht vermogen naar vroegpensioenregeling CAO-partijen hebben besloten het bestuur van de VUBA te vragen een substantieel deel van het extra vermogen van de VUBA over te willen dragen naar de vroegpensioenregeling. Het bestuur van de VUBA heeft besloten dit verzoek in te willigen. Dit betekent dat in het verslagjaar het extra vermogen is overgedragen ter financiering van aanvullende vroegpensioenaanspraken.
Gevolgen nieuwe zorgverzekeringswet
Op prinsjesdag heeft het kabinet meer duidelijkheid gegeven over de inkomensafhankelijke bijdrage die vanaf 2006 verschuldigd is voor de nieuwe Zorgverzekeringswet (Zvw). Ook is duidelijk geworden wat de inkomensafhankelijke bijdrage voor gepensioneerden betekent. De normale situatie is dat de werkgever de inkomensafhankelijke bijdrage moet vergoeden aan de werknemer. De inkomensafhankelijke bijdrage is dan 6,5%. Voor mensen die deze inkomensafhankelijke bijdrage niet vergoed krijgen (waaronder zelfstandigen, freelancers en gepensioneerden) heeft het kabinet een lagere bijdrage van 4,4% vastgesteld. Dat is een koopkrachtmaatregel. Over alle pensioenuitkeringen is dus een inkomensafhankelijke bijdrage van 4,4% verschuldigd, dat geldt ook voor nabestaandenpensioenen, invaliditeitspensioenen en prepensioenen. Het is echter mogelijk dat het kabinet alsnog de inkomensafhankelijke bijdrage voor nabestaandenpensioenen en invaliditeitspensioenen op nul stelt. De Tweede Kamer heeft dat eind december in een motie gevraagd aan minister Hoogervorst. Het bestuur heeft besloten om de inkomensafhankelijke bijdrage van 4,4% vanaf 1 januari 2006 te vergoeden.
Jaarverslag 2005
Service-afspraken
11
Door het bestuur worden serviceafspraken opgesteld om inzicht te krijgen in de kwaliteit van de dienstverlening. Met de serviceafspraken worden de normen van tijdigheid vastgesteld waarbinnen diensten worden afgehandeld. Deze diensten hebben betrekking op het toezenden van toekenningsbrieven vut, de werkgeversregistratie en de inning van de premie. Het bestuur zal na afloop van ieder kwartaal hierover geïnformeerd worden.
Jaarverslag
Het bestuur heeft het jaarverslag 2004 goedgekeurd en vastgesteld.
Beleggingen
Het bestuur heeft in het verslagjaar het beleggingsplan over het jaar 2006 goedgekeurd. In het hoofdstuk 'Beleggingen' treft u meer informatie aan over het gevoerde beleggingsbeleid in 2005.
Stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding voor de Baksteenindustrie
12
Omvang van de stichting Aantal aangesloten ondernemingen
2005
2004
Totaal
33
33
georganiseerde werkgevers ongeorganiseerde werkgevers vrijwillige aansluitingen
28 1 4
28 1 4
Per 31 december
Aantal uittreders Aantal lopende uitkeringen per 31 december 2004
73
Bij : aantal toegekende uitkeringen Af : aantal beëindigde uitkeringen
43 *) 34 **)
Aantal lopende uitkeringen per 31 december 2005
82
*) **)
Dit betreft het aantal toekenningen op basis van de overgangsregeling. Dit betreft 1 beëindiging als gevolg van overlijden en 33 beëindigingen als gevolg van pensionering.
Verloop van de incasso
De invordering van de heffingen verliep in het verslagjaar goed.
Jaarverslag 2005
13
Beleggingen Terugblik op 2005
In het begin van 2005 was de olieprijs allesoverheersend. Ongerustheid over de alsmaar oplopende olieprijs en de afwaardering van GM en Ford tot junkstatus, veroorzaakte een tijdelijke daling op de financiële markten rond het 2e kwartaal. Vanaf dat moment gingen de groeiverwachtingen weer wat omhoog. Ook was 2005 het jaar van het natuurgeweld met de naweeën van de Tsunami en de orkanen Katrina en Rita. De olieprijs bereikte een recordhoogte van USD 70 per vat en de bezorgdheid over de mondiale groei nam weer wat toe. Echter, gaandeweg het eind van 2005 begonnen diverse vroege conjunctuurindices tegelijkertijd op te lopen waardoor de groeiverwachtingen voor de wereldeconomie al snel positiever werden. Wereldwijd presteerden aandelen goed door o.a. een aantrekkende dollar en mooie winstcijfers, maar de sterke stijging van de korte rente hield de koersstijging in de VS in toom. Het jaar werd ingegaan met een verontrustende daling van de 30-jaars rente. Deze kwam zelfs beneden de 4%. Het renteverschil tussen de VS en de Euro werd opnieuw groter. Het pessimisme kreeg uiteindelijk vaart toen men eveneens in de VS ging twijfelen aan de economische vooruitzichten. Per saldo daalde de lange rente in Europa licht, maar vond de weg omhoog in de VS. In de tweede helft van het jaar daalde de zeer lange Europese rente opnieuw. De dollar werd weer sterker door het stijgende renteverschil en de economische vooruitzichten in de VS. Tot slot verliep het vierde kwartaal erg onstuimig en kon er in absolute zin weinig rendement met vastrentende waarden behaald worden. In absolute en relatieve zin deed de beleggingsportefeuille het goed.
Beleggingsbeleid
In het verslagjaar is onderstaande samenstelling van de beleggingsportefeuille het uitgangspunt van het bestuur voor het door haar gevoerde beleggingsbeleid. Categorie
Strategische portefeuille 2005
Weging 31/12/2005
Norm 2005
Weging 31/12/2004
Norm 2004
Aandelen Converteerbare Obligaties
10,0% 7,5%
12,1% 7,9%
10,0% 7,5%
12,8% 8,0%
10,0% 7,5%
Totaal zakelijke waarden
17,5%
20,0%
17,5%
20,8%
17,5%
Obligaties (incl. Credits) Liquide middelen Geldmarktfonds Korte obligaties
52,5% 0,0% 10,0% 20,0%
51,8% (-0,1)% 9,2% 19,1%
52,5% 0,0% 10,0% 20,0%
50,4% 0,0% 10,1% 18,7%
52,5% 0,0% 10,0% 20,0%
Totaal vastrentende waarden
82,5%
80,0%
82,5%
79,2%
82,5%
Totale portefeuille
100%
100%
100%
100%
100%
Stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding voor de Baksteenindustrie
14
Aandelen
Voor de aandelenportefeuille was het een goed jaar. Wereldwijd presteerden aandelen goed door o.a. een aantrekkende dollar en mooie winstcijfers aan het eind van het jaar. Binnen de aandelen regio’s was Japan de absolute winnaar met een rendement van 46% op de voet gevolgd door Emerging Markets (40%) en Pacific (27%).
Converteerbare obligaties
Ondanks een moeilijke 1e helft van 2005 behaalden Global Convertibles toch een mooi rendement van 13%.
Obligaties
In 2005 lieten de wereldwijde staatsobligaties een bescheiden rendement zien. In absolute zin was Emerging Markets Debt (12%) de grote winnaar. Ondanks de lage returns binnen staatsobligaties behaalde de regio Europa euro een keurig rendement met 5%. De marktomstandigheden voor Global Credits (3%) en High Yield (4%) waren erg moeilijk en stelde in absolute zin erg teleur.
Geldmarktfonds en Korte obligaties
Het Geldmarktfonds en de Korte obligaties lieten degelijke performances zien van elk 2%.
Performance van de beleggingsportefeuille
De performance van de totale portefeuille bedroeg in 2005 6,82%. De benchmark performance (rendement van de normportefeuille) bedroeg 5,98%. In 2004 bedroeg de performance 5,83% versus een benchmark performance van 7,04%. In de tabel hieronder worden de behaalde rendementen in 2005 en 2004 per categorie weergegeven. Rendement in %
2004
2005
Portefeuille Portefeuille
2005 Benchmark
Out-/under Benchmarks
Aandelen
5,90
25,67
25,19
0,38 FTSE developed en IFC
Converteerbare Obligaties
3,43
13,39
13,92
Obligaties (incl. Credits)
7,18
4,11
3,56
0,53 Lehman (samengesteld) en
Geldmarktfonds
2,17
2,24
2,12
0,12 Euribor 3, 6, 9 maands –
Korte obligaties
3,87
2,29
2,41
Totale portefeuille
5,83
6,82
5,98
Emerging Markets
-0,47 Global Convertible index (samengesteld)
EMBI+ (JP Morgan)
10 bp -0,12 Lehman Euro aggregate 1-5 yr treasury index 0,79 Samengesteld
Zowel de assetallocatie (regio- en assetkeuze) als de fondsselectie (keuze binnen de assets) droegen positief bij aan deze outperformance in 2005.
15
Jaarrekening 2005
16
Jaarrekening 2005
17
Balans per 31 december 2005 (in eenheden van duizend euro)
31 december 2005
31 december 2004
ACTIVA
Beleggingen Aandelen Obligaties Liquiditeiten
1.766 6.276 804
1.630 5.428 796 8.846
Vorderingen en overlopende activa Te vorderen bijdragen Overige vorderingen
17
Liquide middelen
7.854 1 20
17 45
21 163
8.908
8.038
PASSIVA
Beschikbaar vermogen Algemene reserve Beleggingsreserve
17 586
4.612 307
Voorziening Voorziening voor nakomende verplichtingen
603
4.919
3.410
2.691
Kortlopende schulden Overige schulden
4.895
428
8.908
8.038
Het bestuur: P. Janssen, voorzitter drs. P.G.J. de Bruyn, vice-voorzitter
Stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding voor de Baksteenindustrie
18
Rekening van baten en lasten over 2005 (in eenheden van duizend euro)
BATEN
Bijdragen Directe beleggingsopbrengsten Indirecte beleggingsopbrengsten Andere baten Vermindering voorzieningen
LASTEN
Vermeerdering voorzieningen Uitkeringen en sociale lasten Kosten Andere lasten Saldo boekjaar
Verdeling saldo boekjaar Algemene reserve Beleggingsreserve
2005
2004
2.072 191 356 44 -
2.099 164 259 655
2.663
3.177
719 1.808 76 4.376 (4.316)
1.942 78 1.157
2.663
3.177
(4.595) 279
1.153 4
(4.316)
1.157
Jaarrekening 2005
19
Grondslagen voor balanswaardering en resultaatbepaling Grondslagen voor balanswaardering Algemeen
De activa en passiva zijn, voor zover niet anders vermeld, gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor eventuele oninbare vorderingen vindt waardering plaats onder aftrek van een voorziening.
Beleggingen
Participaties in beleggingsfondsen De participaties in beleggingsfondsen worden gewaardeerd tegen berekende intrinsieke waarde. Deze intrinsieke waarde benadert de marktwaarde.
Beschikbaar Vermogen
Beleggingsreserve De beleggingsreserve is het verschil tussen de marktwaarde van de beleggingen enerzijds en de aankoopwaarde anderzijds. Negatieve ongerealiseerde verschillen worden aan de beleggingsreserve onttrokken voor zover deze toereikend is.
Voorzieningen
Voorziening voor nakomende verplichtingen De nakomende verplichtingen zijn per balansdatum berekend op het bedrag van de reeds ingegane nog verschuldigde uitkeringen tot aan de pensioengerechtigde leeftijd van de betrokkenen onder aftrek van pensioenuitkeringen en andere uitkeringen.
Grondslagen voor resultaatbepaling Algemeen
Baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben.
Bijdragen
De bijdragen zijn gebaseerd op de afgerekende loonsommen die van werkgevers zijn ontvangen.
Directe beleggingsopbrengsten
De directe beleggingsopbrengsten hebben betrekking op intrest en opbrengsten uit beleggingsfondsen onder aftrek van de aan de beleggingen toe te rekenen kosten.
Indirecte beleggingsopbrengsten
De indirecte beleggingsopbrengsten hebben betrekking op gerealiseerde en ongerealiseerde waardestijgingen of waardedalingen.
Waarderingsgrondslag kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode.
Stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding voor de Baksteenindustrie
20
Toelichting op de balans per 31 december 2005 (in eenheden van duizend euro) ACTIVA Aandelen Obligaties Liquiditeiten
Totaal
BELEGGINGEN Stand per 1 januari Vermeerderingen door: Aankopen en verstrekkingen Verkoopresultaat Waardemutatie Verminderingen door: Verkopen
1.630
5.428
796
7.854
127 43 280
1.362 33 (2)
265 1 1
1.754 77 279
(314)
(545)
(259)
(1.118)
Stand per 31 december
1.766
6.276
804
8.846
Aandelen Indirecte beleggingen Participaties in aandelenfondsen Naam Aantal Stichting Global Convertible Fund 54 Stichting Gemeenschappelijk Aandelenfonds Rest Europa 19 Stichting Gemeenschappelijk Aandelenfonds Amerika 15 Stichting Gemeenschappelijk Aandelenfonds Japan 12 Stichting Gemeenschappelijk Aandelenfonds Pacific 2 Stichting Emerging Markets PVF I 54 Totaal
2005
2004
1.766
1.630
701 509 316 121 27 92 1.766
Obligaties Indirecte beleggingen Participaties in obligatiefondsen
6.276
Naam Stichting Vastrentende Waardenfonds Euro 161 Stichting PVF Kort Vastrentende Waardenfonds 337 Stichting Global Credits 427 Stichting F&C Global High Yield 803 Stichting PVF Global Emerging Markets Fixed Income Fund 1.178
807 1.687 2.613 919 250
Totaal
6.276
5.428
Jaarrekening 2005
21
Liquiditeiten Liquiditeiten vermogensbeheer Geldmarktfondsen
Naam Stichting PVF Geldmarktfonds
Aantal
170
2005
2004
(6) 810
1 795
804
796
810
Het gemiddeld rendement van de beleggingen bedraagt: 6,99% (vorig boekjaar: 5,83 %)
Stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding voor de Baksteenindustrie
22
VORDERINGEN EN OVERLOPENDE ACTIVA 2005
2004
13 (13)
44 (43)
-
1
Overige vorderingen Hieronder zijn opgenomen inzake: Aandelen Aandelen
2
-
Obligaties Obligaties
3
-
Te vorderen bijdragen Vastgestelde nog te vorderen bijdragen Voorziening tegen verlies op premievorderingen
Uitkeringen en sociale lasten Uitkeringen Ziekenfondspremie
2 -
2
20
20
Kosten Overige kosten
10
-
Totaal van de overige vorderingen
17
20
LIQUIDE MIDDELEN Rekening courant Staalbankiers
45
163
Jaarrekening 2005
23
PASSIVA 2005
2004
4.612 (4.595)
3.459 1.153
17
4.612
Beleggingsreserve Stand per 1 januari Deel van het saldo boekjaar
307 279
303 4
Stand per 31 december
586
307
2.691 719
3.346 (655) -
3.410
2.691
4.549
114
335
301
BESCHIKBAAR VERMOGEN Algemene reserve Stand per 1 januari Deel van het saldo boekjaar Stand per 31 december
Voorziening voor nakomende verplichtingen Stand per 1 januari Vermindering voorziening Vermeerdering voorziening Stand per 31 december
KORTLOPENDE SCHULDEN Overige schulden Hieronder zijn opgenomen inzake: Rekening-courant derden Rekening-courant Vroegpensioen baksteen industrie Te verrekenen bijdragen In volgend boekjaar is nader vastgesteld over: - lopend boekjaar Uitkeringen en sociale lasten Uitkeringen Belastingen Pensioenpremie
1
Kosten Advies- en controlekosten Overige
6 4
Totaal van de overige schulden
Stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding voor de Baksteenindustrie
1
10 4.895
1 4 3 5 -
8
5 428
24
Toelichting op de rekening van Baten en Lasten over het boekjaar 2005 (in eenheden van duizend euro) BATEN
Bijdragen Vastgestelde en nog vast te stellen bijdragen Nadere vaststelling over voorgaande jaren
Directe beleggingsopbrengsten Opbrengst aandelen Opbrengst obligaties Opbrengst liquiditeiten Opbrengst liquide middelen
Kosten toegerekend aan beleggingen
Indirecte beleggingsopbrengsten Koersresultaat aandelen Koersresultaat obligaties Koersresultaat liquiditeiten
Andere baten Aandeel in uitkering vermogen St. PVF Nederland
2005
2004
2.082 (10)
2.105 (6)
2.072
2.099
2 186 15 2
143 14 7
205
164
(14)
-
191
164
323 31 2
83 174 2
356
259
44
-
Jaarrekening 2005
25
LASTEN
Uitkeringen en sociale lasten Bruto uitkeringen Pensioenpremies Premies ziektekostenverzekering Sociale lasten Premie ziekenfondsverzekering Kosten Aandeel administratiekosten PVF Nederland nv Boekjaar Vorig boekjaar
2005
2004
1.606 117 34
1.701 148 34
51
59
1.808
1.942
64 (3)
Andere kosten: advies- en controlekosten bestuurskosten beleggingskosten overige kosten Kosten toegerekend aan beleggingen
63 2 61
65
11 2 14 2
6 4 3
90 (14)
78 -
76
78
4.376
-
De beloning aan bestuurders bedraagt 2 (vorig boekjaar 3). Andere lasten Bijdrage aan “Vroegpensioenfonds Baksteenindustrie” ter financiering aanvullende vroegpensioen aanspraken
Stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding voor de Baksteenindustrie
26
Kasstroomoverzicht 2005 (in eenheden van duizend euro)
Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. 2005
Kasstroom uit operationele activiteiten Saldo boekjaar Aanpassingen voor: Mutatie te vorderen bijdragen Mutatie overige vorderingen Mutatie overige schulden Mutatie voorziening nakomende verplichtingen Kasstroom uit operationele activiteiten
2004
(4.316)
1.157
1 3 4.467 719
24 (10) (330) (655)
874
186
Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Aankoop beleggingen Verkoop beleggingen Herwaardering beleggingen
(1.754) 1.118 (356)
(6.014) 6.126 (259)
Kasstroom uit beleggingsactiviteiten
(992)
(147)
Mutatie geldmiddelen
(118)
39
Samenstelling geldmiddelen Liquide middelen per 1 januari Mutatie liquide middelen boekjaar
163 (118)
124 39
45
163
Liquide middelen per 31 december
Jaarrekening 2005
27
Accountantsverklaring Opdracht
Wij hebben de in dit verslag op pagina 17 tot en met 27 opgenomen jaarrekening 2005 van Stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding voor de Baksteenindustrie te Amsterdam gecontroleerd. De jaarrekening is opgesteld onder verantwoordelijkheid van het bestuur van de stichting. Het is onze verantwoordelijkheid een accountantsverklaring inzake de jaarrekening te verstrekken.
Werkzaamheden
Bij onze controle zijn wij nagegaan of de jaarrekening 2005 voldoet aan de volgende eisen: • De jaarrekening 2005 geeft een getrouw beeld van de grootte en samenstelling van het vermogen op 31 december 2005 en van het resultaat over 2005; • De in de jaarrekening 2005 opgenomen lasten zijn in overeenstemming met de doelomschrijving in de statuten van de stichting en met het in deze statuten bedoelde reglement. In dit kader is bij onze controle een goedkeuringstolerantie gehanteerd van 1% van de lasten voor fouten en van 3% van de lasten voor onzekerheden. Deze eisen vloeien voort uit het Toetsingskader Algemeen Verbindend Verklaring CAO-bepalingen. Onze controle is verricht overeenkomstig in Nederland algemeen aanvaarde richtlijnen met betrekking tot controleopdrachten. Volgens de in Nederland algemeen aanvaarde richtlijnen dient onze controle zodanig te worden gepland en uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen onjuistheden van materieel belang bevat. Een controle omvat onder meer een onderzoek door middel van deelwaarnemingen van informatie ter onderbouwing van de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. Tevens omvat een controle een beoordeling van de grondslagen voor financiële verslaggeving die bij het opmaken van de jaarrekening zijn toegepast en van belangrijke schattingen die het bestuur van de stichting daarbij heeft gemaakt, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat onze controle een deugdelijke grondslag vormt voor ons oordeel.
Oordeel
Wij zijn van oordeel dat de jaarrekening 2005 een getrouw beeld geeft van de grootte en de samenstelling van het vermogen op 31 december 2005 en van het resultaat over 2005 in overeenstemming met in Nederland algemeen aanvaarde grondslagen voor financiële verslaggeving. Voorts zijn wij van oordeel dat de in de jaarrekening 2005 opgenomen lasten in overeenstemming zijn met de doelomschrijving in de statuten van de stichting en met het in deze statuten bedoelde reglement. Tevens zijn wij nagegaan dat het jaarverslag voorzover wij dat kunnen beoordelen verenigbaar is met de jaarrekening. Amstelveen, 23 mei 2006 KPMG ACCOUNTANTS N.V. M.J. Vredenduin RA
Stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding voor de Baksteenindustrie
28
Slotwoord Het bestuur dankt allen die, in welke functie ook, in de verslagperiode voor de stichting werkzaam zijn geweest. Amsterdam, 23 mei 2006
Stichting vrijwillig vervroegde uittreding voor de baksteenindustrie Het bestuur: J.P.M. Janssen, voorzitter P.G.J. de Bruyn, vice-voorzitter
785