Jaarverslag 2006 Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam
Hier een korte tekst header Nieuw stadion voor dat geeft drie regels maximaal, ADO Den Haag een mooi geheel
Hier Deeen illustraties korte tekst in ditheader jaarverslag voeren u met drie zevenmijlslaarzen regels maximaal, door dat de geeft totstandkoming een mooi geheel van dit stadion. Het maakt deel uit van de gebiedsvisie van Ballast Nedam Ontwikkelingsmaatschappij op het Forepark in Den Haag, gericht op de ontwikkeling van een aantrekkelijk retail- en leasurepark. Aan het Prins Clausplein ontstaat zo een markant nieuw gebouwenlandschap in de oksel van de rijkswegen A4 en A12. Het stadion is inmiddels bijna klaar, in het komende voetbalseizoen wordt het in gebruik genomen.
Inhoud
Bestuursverslag
5
Kerncijfers 13
Pensioenen
13
Beleggingen
18
Financiële positie
24
Jaarrekening 26
Balans per 31 december 2006
26
Resultatenrekening
28
Kasstroomoverzicht
29
Toelichting jaarrekening
30
Toelichting op de balans
36
Toelichting resultatenrekening
40
Overige gegevens 42
Actuariële verklaring
42
Accountantsverklaring
43
Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam in cijfers 44
Resultatenontwikkeling
44
Ontwikkelingen over de laatste 5 jaar
45
Personalia 46
Begrippenlijst 48
Kort voor de zomer van 2006 werden de eerste spanten geplaatst.
maar de fijnstofproblematiek dreigde roet in het eten te gooien.
Eindelijk werd het stadion zichtbaar vanaf de A4. Daar hadden
Uiteindelijk bleef het bij een flinke vertraging en ging de bouw begin
zowel de fans als de bouwers lang op moeten wachten.
2006 van start. Reden genoeg om de vlag uit te steken.
De opdracht voor de bouw van het stadion werd verstrekt in 2003,
Bestuursverslag over het 78ste boekjaar Nieuwegein, juni 2007 Terugblik op 2006 In 2006 heeft in de pensioenwereld een belangrijke gebeurte-
telijk dan wel volledig een toeslag wordt verleend op basis van de
nis plaatsgevonden, de Pensioenwet is definitief geworden. De
eerder genoemde indexen. Er is sprake van een voorwaardelijke
Pensioen- en spaarfondsenwet daterend uit 1954 is per 1 januari
toeslag. Onder premie-, toeslag- en kortingsbeleid zullen wij hier
2007 vervangen door de Pensioenwet. In de Pensioenwet zijn
verder op ingaan.
financiële zekerheid, transparantie en communicatie, evenals de bescherming van de rechten van deelnemers vastgelegd.
Vanaf 1 januari 2006 is de mogelijkheid van verdere opbouw
Daarnaast geeft de Pensioenwet duidelijke richtlijnen ten aanzien
in de vroegpensioenregeling en bijspaarregeling gestopt. De
van Pension Fund Governance en het Financieel Toetsingskader
mogelijke toeslag van de opgebouwde pensioenen / kapitalen
(FTK).
wordt voor deze regelingen niet gestopt. De hiervoor geldende voorwaardelijke toeslag blijft van toepassing.
Conform het herstelplan 2006 is er in 2006 voor 50% toeslag verleend. De toeslagen zijn voor de actieven gebaseerd op de
Ballast Nedam heeft de ouderdomspensioenregeling in 2006 ver-
loonontwikkelingen voortvloeiend uit de CAO voor de Bouwnij-
beterd naar aanleiding van de afschaffing van de fiscale faciliëring
verheid en voor de inactieven op basis van de consumentenprijs-
van vroegpensioen en de invoering van de levensloopregeling.
index alle huishoudens (CPI). De toeslagverlening van 50% was
De pensioenregeling 2005 is in de loop van 2006 vervangen door
voor de actieven een toeslag van 0,63% en voor de inactieven
de pensioenregeling 2006 welke met terugwerkende kracht per
een toeslag van 0,99%.
1 januari 2006 is ingegaan. Deze pensioenregeling 2006 is in de deelnemersvergadering van 28 september 2006 goedgekeurd.
Voor het Pensioenfonds is 2006 ook een jaar geweest van verder herstel. De dekkingsgraad is gestegen van 117,1% naar 122,7%.
Ballast Nedam heeft dispensatie van BPF Bouw voor de pensioen-
Verder zou er op basis van het FTK op 31 december 2006 geen
regeling 2006. Om dispensatie van verplichte deelname in de
sprake meer zijn van een reservetekort. Op 1 januari 2007 is met
pensioenregeling van BPF te behouden, moeten de uitkomsten
de Pensioenwet het FTK in werking getreden. Om die reden is
van de pensioenregeling 2006 minimaal gelijkwaardig zijn aan de
de actuariële verklaring in dit verslag en in het zogenaamde sta-
uitkomsten van de pensioenregeling van de BPF Bouw.
tenverslag aan De Nederlandsche Bank (DNB) mede gebaseerd
De pensioenregeling 2006 voldoet dus aan deze voorwaarde.
op het FTK en in het bijzonder op de dekkingspositie en de reservepositie volgens het FTK.
Het pensioenreglement 2006 wordt in 2007 nog verder aangepast aan de formele vereisten van de nieuwe Pensioenwet.
Pensioenregeling 2006
Tijdens de deelnemersvergadering op 27 september 2007 zullen
Het Pensioenfonds voert de pensioenregeling 2006 uit die van
de deelnemers op de hoogte worden gebracht van de wijzigin-
toepassing is voor de stafmedewerkers van Ballast Nedam. De
gen die naar aanleiding van de Pensioenwet moeten worden
pensioenregeling van Ballast Nedam is een collectieve beschik-
doorgevoerd.
bare premieregeling. De collectieve beschikbare premie wordt verdeeld op basis van de middelloonsystematiek. De middel-
Communicatie
loonregeling, die als uitgangspunt wordt gehanteerd, kent een
In 2006 is er een start gemaakt met de verbetering voor com-
opbouwpercentage van 2,25% en een franchise van € 11.566.
municatie richting de deelnemers en de communicatie aan te
De vaste premie voor de pensioenregeling 2006 bedraagt 24%
passen aan de vereisten van de Pensioenwet om het inzicht in
van de pensioengrondslag. Het werkgeversdeel bedraagt 17%.
de pensioensituatie van de betrokken deelnemers te verbeteren.
Er kan onder voorwaarden een toeslag worden verleend over de
Dit wordt in 2007 voortgezet. Het gaat hier in het bijzonder om
opgebouwde pensioenen op basis van de loonontwikkelingen
de volgende communicatiemiddelen: de pensioenwebsite, een
voortvloeiend uit de CAO voor de Bouwnijverheid. Over de inge-
pensioenplanner en een populaire versie van het pensioenre-
gane pensioenen en de opgebouwde pensioenen van ex-deel-
glement. Verder hebben de personeelsafdelingen van Ballast
nemers kan onder voorwaarden een toeslag worden verleend op
Nedam en het Pensioenfonds afspraken gemaakt over de
basis van de consumentenprijsindex alle huishoudens (CPI, alle
eenduidige communicatie van de totale pensioensituatie met de
huishoudens) gepubliceerd door het CBS. De beschikbare mid-
stafmedewerkers van Ballast Nedam.
delen van het fonds vormen het uitgangspunt of er niet, gedeelBestuursverslag over het 78ste boekjaar
Pensioenwebsite
Resultaat 2006
De pensioenwebsite wordt in een nieuwe technische omgeving
Het resultaat 2006 bedroeg € 25,1 mln positief. Dit resultaat
gebracht en de structuur wordt herzien. De herziene pensioen-
ontstond met name door enerzijds beleggingsopbrengsten en
website zal up to date worden gemaakt en zodanig worden
premiebaten en anderzijds door een afname van de voorziening
ingevuld dat de deelnemer een goed inzicht kan krijgen in zijn
pensioenverplichtingen. De afname van de voorziening pensioen-
pensioenregeling en daarnaast zal er informatie over de financiële
verplichtingen is het gevolg van de gestegen markrente en de
situatie van het fonds, de beleggingen en het beleid van het
collectieve waardeoverdracht van ca. € 20 mln aan de pensioen-
Bestuur terug te vinden zijn.
uitvoerder van Van Oord N.V..
Pensioenplanner
Uitvoeringskosten Pensioenregeling
Voor de pensioenregeling van het Pensioenfonds komt een
De totale uitvoeringskosten van de pensioenregeling, inclusief
pensioenplanner die op de site van het Pensioenfonds wordt
vermogensbeheer, bedroegen in 2006 0,31% van de totale
geplaatst. Met deze planner kan de deelnemer een inzicht krijgen
activa (2005 0,38%). De totale activa zijn in 2006 gelijk aan
in zijn persoonlijke situatie indien hij kiest om bijvoorbeeld eerder
€ 619,4 mln (2005 € 613,8 mln).
met pensioen te gaan en/of zijn nabestaandenpensioen uit te
Dekkingsgraad en herstelplan
ruilen tegen extra ouderdomspensioen.
De technische voorzieningen, bestaande uit de
Populaire versie pensioenreglement
pensioenverplichtingen en de voorziening voor toekomstige
Naast het pensioenreglement wordt er een populaire versie
overlevingstafels, zijn met 3,6% gedaald van € 521 mln in 2005
van het pensioenreglement ontwikkeld om op deze wijze de
naar € 503 mln in 2006. Deze daling was, zoals toegelicht
pensioenregeling transparanter en begrijpelijker te maken voor
onder resultaat 2006, het gevolg van de gestegen rekenrente
de deelnemers.
en het effectueren van de waarde-overdracht naar de pensioenuitvoerder van Van Oord N.V..
Communicatie totale pensioensituatie Een stafmedewerker kan naast de pensioenregeling van het
Het aanwezige vermogen is gestegen van € 610 mln naar € 616
Pensioenfonds Ballast Nedam nog andere pensioenregelingen
mln. De dekkingsgraad is hierdoor toegenomen van 117,1%
hebben namelijk:
naar 122,7%.
Pensioenregeling
Ondergebracht bij
In 2006 is er, zoals in de deelnemersvergadering toegelicht, een
Arbeidsongeschiktheidsverzekering
Nationale Nederlanden
nieuw herstelplan 2006 opgesteld. De hierin opgenomen veron-
ANW-verzekering
Nationale Nederlanden
derstelling is dat indien de dekkingsgraad in enig jaar gehaald
Overgangsregeling 55+/55-
BPF Bouw
wordt, zoals vastgesteld is in het herstelplan 2006 (121,2% voor
Excedent overgangsregeling
Cordares Verzekeringen
eind 2006) er voor 50% een toeslag kan worden verleend.
De communicatie over de pensioenregelingen, die niet onderge-
Per eind 2006 was er voldoende vermogen om de nominale aan-
bracht zijn bij het Pensioenfonds, wordt verzorgd door de perso-
spraken van alle deelnemers in de toekomst na te komen. Het
neelsafdelingen van Ballast Nedam en de betrokken pensioenuit-
aanwezige pensioenvermogen bedroeg meer dan de som van de
voerders. Dit gebeurt in samenspraak met het pensioenbureau
pensioenverplichtingen verhoogd met een excassovoorziening
van het Pensioenfonds, zodat de communicatie over diverse
van 2% en een algemene reserve van 4%. Er bestond derhalve
pensioenregelingen op elkaar is afgestemd. Voor algemene
per jaareinde 2006 geen dekkingstekort.
vragen over de pensioenregeling van het Pensioenfonds kunnen de actieve deelnemers terecht bij de personeelsfunctionaris van
Het vereiste vermogen op basis van het APP is een zodanig
Ballast Nedam. Voor specifieke vragen over de pensioenrege-
vermogen dat er ook een reserve is om tegenvallende beleg-
ling van het Pensioenfonds kunnen deelnemers terecht bij het
gingsopbrengsten te kunnen opvangen. Voor zakelijke waarden
Pensioenfonds.
moet een waardedaling van in beginsel 25% en voor vastrentende waarden moet een waardedaling van 10% kunnen worden
De website www.bn-Pensioenfonds.nl van het Pensioenfonds is
opgevangen. Het vereiste vermogen bedroeg derhalve eind 2006
voor iedere deelnemer toegankelijk.
€ 622 mln (dekkingsgraad van 123,8%). Er bestond daardoor nog wel een klein reservetekort van € 5,3 mln.
Bestuursverslag over het 78ste boekjaar
In de paragraaf FTK wordt uiteengezet dat er onder het FTK
en hoe op basis van de uitkomsten van de continuïteitsanalyse
geen sprake meer zou zijn van een herstelplan. Dit betekent, dat
de eerder geformuleerde ambitie zal worden bijgesteld.
er op 1 januari 2007 geen herstelplan meer nodig is. Tot en met
Als er meer middelen zijn dan benodigd voor de verplichtingen
31 december 2006 is er nog wel een herstelplan. Een herstelplan
(inclusief de vereiste reserves) kunnen er toeslagen worden
is immers vereist bij een tekort. De toeslag over het jaar 2006,
verleend. Dit meerdere wordt in de onderstaande volgorde
die wordt verleend op 1 juli 2007, zal gebaseerd zijn van het tot
toegekend:
en met 31 december 2006 aanwezige herstelplan 2006 met daarin de veronderstelde toeslagverlening van 50%.
1. Eventuele eerdere kortingen op nominale aanspraken worden hersteld. Eind 2006 waren er overigens geen kortingen die
Premie-, toeslag-, en kortingsbeleid
zouden moeten worden hersteld.
De premie die het Pensioenfonds ontvangt is een vaste premie
2. Toeslagverlening in het jaar volgens de indexen. Deze indexen
van 24% van de pensioengrondslag. En vast betekent ook vast.
zijn CPI alle huishoudens voor de inactieven en de loonont-
Enerzijds kan er geen premiekorting meer worden verleend.
wikkeling op basis van de CAO voor de Bouwnijverheid voor
Anderzijds kan er ook geen extra premie van de onderneming
de actieven. Zijn er voldoende middelen dan wordt een toe-
worden verlangd. In 2006 bedroeg de totale premie € 19,4 mln.
slag verleend ter grootte van 100% van de eerder genoemde
Deze premie was hoger dan de benodigde kostendekkende
indexcijfers. Zijn de middelen gedeeltelijk toereikend dan zal
premie van € 17,0 mln.
de toeslag een deel van deze indexcijfer bedragen. 3. Zijn er na de 100% toeslagverlening nog meerdere middelen
In de pensioenregeling 2006 worden kort samengevat de
beschikbaar dan zullen eerst de eventuele nog uitstaande
beschikbare middelen boven het vereiste vermogen aan de
inhaaltoeslagverlening plaatsvinden. Deze inhaaltoeslagverle-
deelnemers toegekend en kan er bij een tekort sprake zijn van
ning vindt plaats om tot een meer gelijkmatige verdeling van
korting van de nominale (eerder toegekende) aanspraken. Hier
toeslagverlening te komen over de deelnemers met verschil-
zijn heldere spelregels voor opgesteld en met de deelnemers ge-
lende looptijden van deelneming. Voor deze inhaaltoeslagver-
communiceerd. Voor toekomstige toeslagen is geen opslag in de
lening wordt maximaal 5 jaar teruggegaan tot en met 2005.
kostendekkende premie opgenomen en er worden hiervoor ook
4. Zijn er na de inhaaltoeslagen nog meerdere middelen
geen extra reserves aangehouden. Uitsluitend indien er middelen
beschikbaar dan worden deze toegevoegd aan een extra
beschikbaar zijn boven het vereiste eigen vermogen kunnen
reserve van maximaal 10% van het vereiste vermogen. De
eventueel toeslagen verleend worden. Zoals in 2004 en daarna
vorming van deze extra reserve vindt plaats om tot een meer
is gecommuniceerd bestaat er geen ambitie met betrekking tot de hoogte van de toeslagverlening. Er bestaat dan ook geen
gelijkmatige toeslagverlening in de tijd te komen. 5. Indien de beschikbare middelen na de inhaaltoeslagen hoger
minimale dan wel maximale toeslagverlening die deelnemers op
zijn dan 110% van het vereiste vermogen wordt het meerdere
grond hiervan mogen verwachten. Uiteraard bestaat er wel een
toegekend middels een extra toeslag in de verhouding 3:2
schatting van de toekomstige toeslagverlening. Zo is bijvoor-
(actieven:inactieven). Dit geeft duidelijk het karakter van de
beeld in het herstelplan 2006 opgenomen dat tot en met 2010
pensioenregeling aan. Alle positieve resultaten zonder een
de schatting van de toeslagen 50% bedraagt van de veronder-
maximum zijn voor de deelnemer. Uiteraard zijn de negatieve
stelde loon- en prijsindexen. In het herstelplan 2002 bedroeg
resultaten met inachtneming van de onderstaande maatrege-
dit overigens nog 0% tot en met 2010. Uit de recente in 2007
len ook voor de deelnemer.
uitgevoerde continuïteitsanalyse, rekening houdend met het FTK en de vermogenspositie van eind 2006, blijkt dat de geschatte
Als er minder middelen zijn dan benodigd voor de verplichtingen
gemiddelde toeslagen voor de komende 15 jaar ongeveer
(inclusief de vereiste reserves) is er sprake van een reservete-
80% van de in de analyse veronderstelde loon- en prijsindexen
kort en/of dekkingstekort. Het Pensioenfonds moet dan een
bedraagt. Dit is een schatting van het gemiddelde. De feitelijke
herstelplan opstellen. Het toeslagbeleid in een herstelplan is dat
toeslagverlening kan in de komende jaren echter van deze schat-
er jaarlijks zodanig een toeslag wordt verleend dat aan het eind
ting afwijken en in een negatief scenario kan er zelfs in enig jaar
van de herstelperiode het reservetekort naar verwachting niet
sprake zijn van een korting van de opgebouwde aanspraken.
meer bestaat. Er wordt dus niet eerst volledig gestopt met de
Het Pensioenfonds zal in het vervolg minimaal eens per 3 jaar de
toeslagverlening totdat het reservetekort weg is. Dit beleid leidt
schatting op basis van de continuïteitsanalyse voor de komende
dan ook tot een meer gelijkmatige verdeling van de toeslagverle-
15 jaren maken en met de deelnemers communiceren. Als de
ning in de tijd.
wetgeving over de wijze waarop gecommuniceerd moet worden over de toeslagverlening klaar is zal het Bestuur zich beraden of
Indien in een herstelplan blijkt dat binnen de gestelde termijnen het dekkingstekort en / of reservetekort door middel van
Bestuursverslag over het 78ste boekjaar
matiging van de toeslagen niet kan worden opgeheven kan het
graad op basis van de nu nog geldende regels van de Actuariële
Bestuur nog de volgende maatregelen inzetten:
Principes Pensioenfondsen, exclusief excasso-kosten. In de komende jaarverslagen zal alleen nog de dekkingsgraad op basis
1. De beleggingsmix wijzigen.
van het FTK genoemd worden. De dekkingsgraad op basis van
2. Overgaan tot herverzekering van de verplichtingen. Hiermede
het FTK is gelijk aan 121,0% (2005: 109,5%).
wordt het tekort dan voor de deelnemer zekergesteld. 3. Korting van de nominale aanspraken. Indien de beschikbare
Omdat vanaf volgend jaar gerapporteerd moet worden op basis
middelen het nadien weer toelaten worden deze als eerste
van het FTK is er gekeken of er eind 2006 onder het FTK sprake
weer hersteld.
zou zijn van een reservetekort. Dit bleek niet het geval te zijn. Het vereist vermogen binnen het FTK is het vermogen dat behoort bij
Het Bestuur kan gemotiveerd de volgorde van deze maatrege-
de evenwichtssituatie van het Pensioenfonds. In die situatie is het
len bepalen. De korting wordt evenredig over de verplichtingen
eigen vermogen zodanig vastgesteld dat met de voorgeschreven
van alle deelnemers toegepast. Mocht overigens in enig jaar de
zekerheidsmaat van 97,5% wordt voorkomen dat het fonds bin-
premie lager zijn dan de kostendekkende premie dan wordt ook
nen een jaar beschikt over minder middelen dan de hoogte van
de opbouw van de pensioenaanspraak evenredig gekort.
de technische voorzieningen voor de onvoorwaardelijk toegezegde pensioenen. Het vereist vermogen op basis van het FTK
Het FTK (Financieel Toetsingskader)
bedroeg € 583 mln (dekkingsgraad van 106%). Er bestaat dus
Per 1 januari 2007 is het FTK van kracht geworden. Dit houdt in
op basis van het FTK een reserveoverschot van € 33,3 mln.
dat voor het verslagjaar 2007 gerapporteerd moet worden op basis van het FTK. Ook dit jaar heeft de certificerende actuaris
De dekkingsgraad op basis van het FTK is toegenomen van
van het fonds de financiële positie van het fonds op 31 decem-
109,5% in 2005 naar 121% in 2006. De vereiste dekkingsgraad
ber 2006 mede beoordeeld op basis van het FTK. Hij heeft het
op basis van het FTK bedraagt 114,4%.
volgende aangegeven:” Op 1 januari 2007 is de Pensioen- en spaarfondsenwet vervangen door de Pensioenwet. Per die
Het renterisico
datum trad het FTK in werking. Om die reden is de actuariële
Op basis van het FTK moeten zowel de beleggingen als de
verklaring in dit verslag en in het statenverslag aan De Neder-
verplichtingen op actuele waarde gewaardeerd worden. De
landsche Bank mede gebaseerd op het FTK en in het bijzonder
verplichtingen worden dan niet meer gewaardeerd op basis
op de dekkingspositie en de reservepositie volgens het FTK”.
van een vaste rekenrente van 4%, of lagere marktrente zoals in 2005 het geval was, maar moeten altijd op basis van markt-
De doelstellingen van het FTK zijn gebaseerd op continuïteit van
rentes (rentetermijnstructuur) worden gewaardeerd. Voor het
de pensioentoezegging, meer transparantie en internationale
Pensioenfonds betekent dit dat de korte termijn meer van belang
vergelijkbaarheid van financiële kerngegevens van instellingen
wordt als de rekenrente fluctueert. Dit belang wordt nog groter
met een bepaald risicoprofiel. Het FTK vereist eigen verantwoor-
als het een grote daling van de rente betreft zoals in 2005 het
delijkheid van het fonds, moedigt professioneel risicobeheer aan
geval was. Door de dalende rente neemt de actuele waarde van
in een langetermijnperspectief en schrijft adequate waarderings-
onze verplichtingen toe, terwijl de absolute rendementen van de
methoden en risicogerelateerd toezicht voor. Het FTK stelt eisen
vastrentende beleggingen juist dalen. De dekkingsgraad zal dan
aan onder meer het niveau van de dekkingsgraad en het kunnen
dalen.
opvangen van een daling van de aandelenkoersen en daling van de rente. De Nederlandsche Bank houdt hierop toezicht door
Zolang de verschillen in looptijden van de beleggingen en van
jaarlijks een toereikendheidstoets uit te voeren, bestaande uit een
de verplichtingen bestaan, zal de dekkingsgraad de komende
gecombineerde minimumtoets en een solvabiliteitstoets. In het
jaren onder de actuele waarde meer gaan schommelen als de
kort betekent dit dat jaarlijks de dekkingsgraad niet onder een
marktrente wijzigt. Het renterisico dat het Pensioenfonds loopt is
minimum mag komen. Gebeurt dit wel dan moet het Pensioen-
dus het risico dat het saldo van de beleggingen en de pensioen-
fonds binnen drie jaar maatregelen nemen om dit dekkingstekort
verplichtingen verandert door veranderingen in de marktrente.
op te heffen.
Deze sterkere schommelingen van de dekkingsgraden maken de kans op onderdekking gemiddeld groter.
Op basis van het FTK is er op 1 januari 2007 geen sprake meer
De structurele oplossing hiervoor is het verkleinen van deze
van een reservetekort. In het jaarverslag onder financiële positie
verschillen in de looptijden. Dit betekent echter ook het opgeven
van het fonds is een samenvatting van de financiële positie van
van mogelijke toeslagruimte in de komende jaren. Meer zeker-
het fonds op basis van zowel het APP als het FTK opgenomen.
heid ten aanzien van de dekkingsgraad op de korte termijn kan
De dekkingsgraad van 122,7% (2005:117,1%) is de dekkings-
ten koste gaan van de lange termijn rendementen en derhalve de
Bestuursverslag over het 78ste boekjaar
toeslagmogelijkheden voor de komende jaren beperken. Hoewel
besloten om gedurende een aantal jaren geleidelijk de looptijden
het Pensioenfonds op de lange termijn is gericht, moest daarbij
van de beleggingen te verhogen van 5 jaar naar 10 jaar, door de
het belang op de korte termijn in de afgelopen jaren, gegeven de
beleggingsverhouding binnen het vastrentende gedeelte te ver-
dekkingsgraad en de dalende rente in 2005 en 2006 nadruk-
anderen. Hierdoor is niet de rentestand van maar 1 jaar bepalend
kelijker worden gewogen.
voor het dichten van een groot gedeelte van het renterisico.
Ontwikkeling rente
Beleggingen
De eerder genoemde rentestand is van groot belang voor het
Het rendement op de beleggingen is in 2006 5,1 % geweest. Het
Pensioenfonds. Niet alleen voor de waardering van de rente-
lagere rendement is het gevolg van het beleid van het Bestuur
afhankelijke beleggingen, maar ook omdat Pensioenfondsen
om de verschillen tussen de beleggingen en verplichtingen te
geconfronteerd worden met de eis dat pensioenverplichtingen
verkleinen. Het lagere rendement is veroorzaakt doordat de rente
moeten worden gewaardeerd op basis van marktwaarde.
is gestegen en daardoor het rendement op de vastrentende
Door het hanteren van een maandelijks veranderende rentecurve
waarden, 65% van de portefeuille, relatief laag is. Met name de
is de beweeglijkheid van de dekkingsgraad groter. Door de
langlopende beleggingen zijn in waarde gedaald. In de kerncijfers
rentegevoeligheid van de beleggingen en verplichtingen beter op
zijn de kerngegevens en de rendementen van de fondsen waarin
elkaar te laten aansluiten, kan een deel van deze beweeglijkheid
in 2006 is belegd vermeld.
worden ondervangen. De normverdeling van de beleggingen over de verschillende De Nederlandsche Bank publiceert maandelijks een rentecurve
categorieën volgens het beleggingsbeleid is 65% in vastrentende
die (in principe) door de pensioenfondsen moet worden gebruikt
waarden en 35% in zakelijke waarden. Op deze normverdeling
om de marktwaarde van de pensioenverplichtingen te bereke-
wordt een marge naar beneden en boven aan de vermogensbe-
nen. Hieronder staat de rentecurve per eind maart 2007. Een
heerder toegestaan. De verdeling van de beleggingen van
rentecurve wordt ook wel een rentetermijnstructuur genoemd.
€ 612,2 mln eind 2006 bedroeg 60,4% in vastrentende waarden en 39,6 % in zakelijke waarden.
Het Bestuur heeft besloten om de verschillen in de looptijden tussen de beleggingen en de verplichtingen te verkleinen, maar
De beleggingen in vastrentende waarden bedroegen eind 2006 €
niet het gehele daarmee samenhangende renterisico van de be-
370 mln en bestonden uit units ING Fixed Income All Grade Long
leggingen in overeenstemming te brengen met de verplichtingen.
Duration van € 95,3 mln, units ING Fixed Income All Grade Basis
Zodoende kan ook nog gedeeltelijk worden geprofiteerd van een
Fonds van € 269,2 mln en leningen op schuldbekentenis van
eventuele rentestijging en kunnen de beleggingen in aandelen en
€ 5,3 mln. De lening aan Ballast Nedam Nederland B.V. (2005:
vastgoed in stand worden gehouden om op de langere termijn
€15,8 mln) is in 2006 door Ballast Nedam afgelost.
een hogere toeslag te kunnen bewerkstelligen. Het Bestuur heeft
In 2005 werd een aanvang gemaakt met het verlengen van de
Bestuursverslag over het 78ste boekjaar
looptijd van de beleggingen door het beleggen in het ING Fixed
3. Toegang tot de beste vermogensbeheerders: Via multi-ma-
Income All Grade Long Duration Basis Fonds. Dit is een fonds
nagersstrategieën krijgen klanten – ook voor relatief kleine
dat belegt in langdurige obligaties en daarnaast een aantal
bedragen – toegang tot de beste en meest succesvolle
contracten sluit om de rentegevoeligheid van de portefeuille te
vermogensbeheerders uit de wereldwijde beleggingsindustrie.
beïnvloeden om zodoende de looptijd te verlengen naar de extra
4. Portefeuillesamenstelling en administratie in de handen van
hoge looptijd van ongeveer 25 jaar.
een specialist: Door te kiezen voor een multi-manager strate-
De beleggingen in zakelijke waarden bedroegen € 242,5 mln
gie, kiest een institutionele relatie feitelijk voor het uitbesteden
(39,6%) eind 2006 en bestonden uit Units ING Aandelen Basis
van het aannemen en ontslaan van de vermogensbeheerders
Fonds van € 180,8 mln (29,5%), aandelen Ballast Nedam N.V.
aan een derde partij, de multi-manager. De multi-manager is
van € 6,6 mln (1,1%) en units Nationale Nederlanden Vastgoed
gespecialiseerd in het analyseren en beoordelen van de grote
Fonds van € 55,2 mln (9,0%).
groep vermogensbeheerders die op de markt actief zijn en
In 2006 heeft het Pensioenfonds zich georiënteerd op welke
in het selecteren en beheren van de optimale combinatie in-
wijze het geld dat belegd was in aandelen het beste belegd zou
vestmentmanagers. Daarnaast draagt de multi-manager zorg
kunnen worden. De laatste jaren zijn institutionele beleggers
voor de taken die direct verband houden met het beheer van
steeds meer aandacht gaan besteden aan de spreiding van hun
een beleggingsportefeuille, zoals bewaarneming en admini-
beleggingen en de selectie van hun vermogensbeheerders.
stratieve taken.
Na onderzoek heeft het Bestuur, op advies van de beleggings-
De beleggingscommissie heeft een drietal aanbieders op het
commissie, in 2007 besloten om te kiezen voor multi-manage-
gebied van multi-management vergeleken en uiteindelijk het
ment. Dit is geëffectueerd in april 2007. Het Pensioenfonds
Bestuur geadviseerd te kiezen voor het ING multi Manager
besteedt het vermogensbeheer met beleggingsstrategieën uit
Global Equity Fonds. Beoordeling op prestaties (uit het verleden)
aan een multi-manager. Deze multi-manager stelt vervolgens
gaf weinig verschillen tussen de aanbieders. Het ING-Multi
meerdere vermogensbeheerders aan om verschillende delen van
Manager Global Equity Fonds heeft als voordelen dat alles bij
deze aandelenportefeuille te beheren. Het is de taak van
ING in één hand is, er sprake is van een kwantumkorting op
de multi-manager om de verschillende vermogensbeheerders
de kosten en de portefeuille overzichtelijker en makkelijker te
te selecteren en actief aan te sturen. Daarbij dient hij ervoor te
beheersen is. Dit advies is door het Bestuur opgevolgd.
zorgen dat de totale portefeuille altijd door de beste combinatie van vermogensbeheerders wordt beheerd.
Actuariële risico Er zijn twee soorten actuariële risico’s te onderscheiden namelijk
Multi-management speelt in op de ontwikkeling om de beleg-
het langlevenrisico en het kortlevenrisico. Het langlevenrisico
gingen te spreiden over verschillende vermogensbeheerders. Het
is afgedekt door rekening te houden met een extra buffer voor
Pensioenfonds heeft gekozen om de verantwoordelijkheid voor
toekomstige overlevingstafels. Het kortlevenrisico is beperkt
het aannemen en ontslaan van vermogensbeheerders over te
afgedekt door een zogenaamde stop loss verzekering. Deze stop
dragen aan een hierin gespecialiseerde partij, de zogenaamde
loss verzekering zorgt ervoor dat de excessieve afwijkingen van
multi-manager.
de sterfteverwachtingen zijn afgedekt.
Enkele belangrijke voordelen van deze multi-management-
Deelnemers
structuur zijn:
Het aantal rechthebbenden bedroeg 6.393 per jaareinde 2006
1. Diversificatie: Door middel van spreiding over verschillende
(2005: 6.336) en bestond uit 2.032 actieven (32%), 2.893
beleggingscategorieën, vermogensbeheerders, beleggings-
premievrijen (45%) en 1.468 pensioengerechtigden (23%).
stijlen en beleggingsprocessen kan een multi-manager uitstekende diversificatie bieden, waardoor het risico-rende-
De technische voorzieningen bedroegen € 503 mln en beston-
mentsprofiel van de klantportefeuille wordt verbeterd.
den uit de voorzieningen pensioenverplichtingen (€ 497 mln) en
2. Stabiele beleggingsresultaten: De resultaten van een multi-
uit een voorziening voor herziening van toekomstige overle-
managerstrategie zijn doorgaans stabieler en beter voorspel-
vingstafels (€ 6 mln). De voorziening pensioenverplichtingen
baar dan de rendementen van de traditionele één manager
had betrekking op de actieven (33%), premievrijen (17%) en
beleggingsstrategie.
gepensioneerden (50%). De uitbetaalde pensioenen zijn met € 0,9 mln (4,6%) gestegen tot € 20,8 mln (2005: € 19,9 mln) en waren wederom hoger dan de ontvangen premiebijdragen (€ 19,4 mln in 2006).
10
Bestuursverslag over het 78ste boekjaar
Bestuur Het Bestuur van 12 leden telde in 2006 1 gepensioneerde en
Het Bestuur heeft een besluit genomen in de bestuursvergade-
1 vroeggepensioneerde. In 2007 is de heer Y. van Steeg als
ring van 10 mei 2007 over de invulling van Pensioen Fund Gover-
gekozen bestuurslid door de gepensioneerden de heer B.M.
nance. In de deelnemersvergadering op 27 september 2007 zal
Meerman opgevolgd die te kennen had gegeven niet meer
het Bestuur de voorgenomen veranderingen aan de deelnemers
herkiesbaar te zijn. De heer J.H.H. Hertsenberg is in 2007 de
voorleggen.
heer T. Post opgevolgd als benoemd bestuurslid. Het Bestuur is de heren B.M. Meerman en T. Post zeer erkentelijk voor hun
Pensioenbureau
jarenlange inhoudelijke bijdrage aan het Pensioenfonds. In 2006
Naast de pensioen- en financiële administratie is het Pensioen-
zijn de heren A. Kok en A.C. de Geus herbenoemd door de Raad
bureau het Bestuur in 2006 meer gaan ondersteunen. Dit is
van Bestuur. Verder is in 2006 de heer M.N.M de Jong, gekozen
gebeurd door het Pensioenbureau uit te breiden met een Hoofd
bestuurslid voor de actieve deelnemers, de heer J. Preesman
Pensioenbureau, mevrouw L.E.M. Duynstee, die verantwoordelijk
opgevolgd.
is voor alle werkzaamheden van het Pensioenbureau. Het hoofd Pensioenbureau legt verantwoording af aan het Bestuur. Het
Het Bestuur heeft in 2006 10 keer vergaderd en de beleggings-
Bestuur is en blijft eindverantwoordelijk.
commissie is in 2006 6 keer bijeengekomen. Daarnaast is er een brainstormsessie geweest over Pension Fund Governance.
Contract met Nationale Nederlanden en ING Het Pensioenfonds heeft een overeenkomst met Nationale
Naar aanleiding van de Pensioenwet heeft het Bestuur zich be-
Nederlanden tot en met 2009 met een zogenaamde stop loss
raden in 2006 en 2007 over de wijze waarop het Pensioenfonds
dekking. Dit houdt in dat het Pensioenfonds grotendeels eigen
wordt bestuurd. Hierbij is in overweging genomen de belangstel-
risicodrager is en dat alleen voor excessieve afwijkingen van
ling die in de maatschappij bestaat inzake transparantie, verant-
de sterfteverwachtingen, voor het meerdere, een verzekering is
woording en samenstelling van het Bestuur, de vergrijzing van
afgesloten.
het Pensioenfonds, evenals het karakter van de Pensioenregeling 2006. Belangrijke aspecten in de overwegingen op welke wijze
ING Investment Management beheert alle beleggingen (2006:
het Pensioenfonds zal worden bestuurd zijn: de positie van de
€ 612 mln) van het Pensioenfonds met uitzondering van de
gepensioneerden en transparantie. Voordat hier verder op ingaan
200.000 aandelen Ballast Nedam N.V. (2006: € 6,6 mln), op ba-
eerst iets meer over Pension Fund Governance.
sis van een vermogensbeheercontract via Nationale Nederlanden dat maandelijks kan worden opgezegd.
Pension Fund Governance Op 16 december 2005 heeft de Stichting van de Arbeid (hierna STAR) het rapport de Principes voor goed Pensioenfondsbestuur (Pension Fund Governance) uitgebracht. Met het opstellen van deze principes heeft de STAR invulling gegeven aan het verzoek van de Minister van Sociale zaken en Werkgelegenheid om te komen tot zelfregulering door Pensioenfondsen op het gebied van governance. De verplichting tot naleving van de principes is in de Pensioenwet verankerd. Pension Fund Governance betreft zorgvuldig bestuur, intern toezicht en verantwoording, maar heeft ook betrekking op deskundigheid, openheid en communicatie. Pension Fund Governance staat al enige jaren op de agenda van de Nederlandse pensioenfondsen. Pensioenfondsbesturen moeten – als eerst verantwoordelijken – een keuze maken hoe zij ‘goed bestuur’ willen inbedden in de structuur van het Pensioenfonds en de uitvoering van de pensioenregeling. In 2006 en 2007 is dit onderwerp diverse keren uitvoerig besproken in het Bestuur. Daarnaast zijn er een tweetal presentaties geweest voor het Bestuur over dit onderwerp.
Bestuursverslag over het 78ste boekjaar
11
Het skelet van het hoofdgebouw krijgt in rap tempo vorm.
faciliteiten ondergebracht. Met de Business Club, de Residentie
De prefab betonfabrieken van Ballast Nedam leverden elk hun
Club en de ADO 500 Club biedt het stadion de regio Haaglanden
specifieke producten: hier zijn vooral de wanden van Hoco Beton
uitstekende faciliteiten, die zeven dagen per week toegankelijk zijn
goed zichtbaar. In het hoofdgebouw worden onder meer drie
en voorzien van alle gemakken.
restaurants, de commandoruimte en de verschillende hospitality-
Kerncijfers Pensioenen Kerncijfers (bedragen x € 1.000)
2006
2005
- deelnemers
1.922
1.770
- premievrijen
2.893
3.065
- vroegpensioengerechtigden
110
107
- pensioengerechtigden
1.468
1.394
6.393
6.336
Premies (inclusief koopsommen)
19.443
20.056
Perc. pensioengrondslag - ouderdomspensioen
24,0
21,2
0,0
3,9
Directe beleggingsopbrengsten
10.854
14.026
Indirecte beleggingsopbrengsten
20.178
60.473
Uitkeringen
24.455
23.160
Technische voorzieningen
502.675
521.353
Algemene reserve
114.162
89.102
Algemene reserve in % technische voorzieningen
22,7
17,1
Beleggingen
612.234
594.944
Rendement in %
5,1
13,4
25.060
30.935
Aantal rechthebbenden
Totaal
Perc. vast jaarsalaris - vroegpensioen
Resultaat boekjaar
Kerncijfers over het 78ste boekjaar
13
Rechthebbenden per 31 december
2006
2005
Rechthebbenden
Aantal
%
Aantal
%
Deelnemers - actieven
1.854
1.684
- WAO’ers
64
77
- vutters
4
9
Totaal deelnemers
1.922
30
1.770
28
Premievrijen
2.893
45
3.065
48
Vroeggepensioneerden
110
2
107
2
Pensioengerechtigden
1.468
23
1.394
22
Totaal rechthebbenden
6.393
100
6.336
100
In 2006 kwamen 35 (2005: 38) personen voor wezenpensioen in aanmerking. Dit aantal is niet verwerkt in het overzicht van de rechthebbenden.
Leeftijdsopbouw deelnemers
2006
2005
Leeftijd
Aantal
< - 34 jaar
Aantal
%
558
29
478
27
35-54 jaar
984
51
923
52
55-59 jaar
233
12
240
14
129
7
1.770
100
60-64 jaar
Totaal
14
%
147
Kerncijfers over het 78ste boekjaar
8
1.922
100
Premies De premiebaten bedroegen in 2006 € 19,4 mln (inclusief koopsommen). Vanaf 2004 is het niet meer mogelijk om een premiekorting te verlenen. Doorsneepremie (inclusief koopsommen) (x ¤ 1 miljoen)
Boekjaren
Het verschil tussen de totale premie-inkomsten in 2005 en 2006 wordt hoofdzakelijk veroorzaakt doordat het niet meer mogelijk is gebruik te maken van de bijspaarregeling. Verder is de vroegpensioenregeling per 1 januari 2006 gestopt (premie 2005 was 3,9% van het salaris). Daarnaast is de pensioenregeling verbeterd en is de premie verhoogd van 21,2% naar 24,0% van de pensioengrondslag.
Uitkeringen Aan de pensioenen werd in het verslagjaar een bedrag van € 24,5 mln exclusief eenmalige uitkeringen betaald (2005: € 23,2 mln). Uitbetaalde pensioenen Ballast Nedam regelingen (aantal pensioengerechtigden inclusief vroeggepensioneerden) (x ¤ 1 miljoen)
Boekjaren
Kerncijfers over het 78ste boekjaar
15
Specificatie uitkeringen
2006
2005
x € 1.000
%
x € 1.000
%
Vroegpensioen
3.203
15,4
3.264
16,4
Ouderdomspensioen
13.462
64,7
12.628
63,6
Nabestaandenpensioen
4.018
19,3
3.863
19,4
Wezenpensioen
108
0,5
126
0,6
20.791
100,0
19.881
100,0
Cordares inclusief herverzekering
3.449
3.229
Overige
215
50
Subtotaal
Uitkeringen u.h.v. aktes van cessies
T otaal
24.455
23.160
Technische voorzieningen - algemene reserve De technische voorzieningen daalden in 2006 tot € 502,7 mln. Van de pensioenverplichtingen van € 497,1 mln heeft 33 % betrekking op deelnemers, 17 % op premievrijen en 50 % op pensioengerechtigden. Eind 2006 bedraagt de algemene reserve 22,7 % van de totale technische voorzieningen, tegenover 17,1 % in 2005.
Technische voorzieningen en algemene reserve (x ¤ 1 miljoen)
Boekjaren
16
Kerncijfers over het 78ste boekjaar
De in stadions gebruikelijke gracht rondom het veld is verbreed
ontbreken. De verkeersstromen in en rond het stadion lopen via
tot een 12 meter brede passage. Deze ‘ADO-passage’ loopt ge-
drie ringen. De buitenste ring voert de auto’s naar de parkeer-
deeltelijk onder de tribunes en biedt een prima ontmoetingsplaats.
plaatsen. De middelste ring is gereserveerd voor voetgangers en
Er komen horeca-uitgiftepunten, beeldschermen en vitrines en
hulpdiensten en via de ADO-passage - de binnenste ring - bereikt
natuurlijk kunnen hier de fanshop en het ADO-museum niet
het publiek de tribunes.
Beleggingen Directe en indirecte beleggingsopbrengsten De interest- en dividendopbrengsten bedroegen in 2006 € 10,8 mln (2005: € 14 mln). Na aftrek van 4 % rekenrente en de beheerskosten resteert een netto opbrengst van negatief € 9,2 mln (2005: negatief € 6 mln). Ten opzichte van de totale beleggingsopbrengst resteert een positief bedrag van € 11,7 mln. (2005: positief € 54,6 mln). De indirecte beleggingsopbrengsten (koersresultaat op beleggingen) bedroegen in 2006 € 20,2 mln. (2005: € 60,5 mln). Beleggingen (rendement in procenten) (x ¤ 1 miljoen)
Boekjaren
De totale portefeuille was per jaareinde als volgt belegd in percentages (tegen marktwaarde):
2006
2005
Units NN Vastgoedfonds
9,0
7,5
Units ING Aandelenfonds
29,5
32,4
Aandelen Ballast Nedam N.V.
1,1
1,1
Zakelijke waarden
41,0
Obligaties
0,0
42,2
Units ING F.I. All Grade Basis Fonds
43,9
0,0
Units ING F.I. All Grade Long Duration
15,6
13,3
0,9
0,9
Leningen op schuldbekentenis
39,6
Lening Ballast Nedam Nederland B.V. Vastrentende waarden
18
0,0
2,6
60,4
59,0
100,0
100,0
Kerncijfers over het 78ste boekjaar
Beleggingsopbrengst (x ¤ 1 miljoen)
Boekjaren
* Inclusief beheerskosten. ** De rekenrente is per 1 januari 2006 gelijk aan 4%. In de toekomst zal de marktrente gehanteerd worden, deze was per 31-12-2006 4,3%.
Kerncijfers over het 78ste boekjaar
19
Informatie over de beleggingsfondsen waarin het Pensioenfonds participeert Nationale-Nederlanden Vastgoed Fonds
Het Nationale-Nederlanden Vastgoed Fonds belegt wereldwijd in aandelen van vastgoed-ondernemingen. Het fonds belegt dus niet rechtstreeks in gebouwen. Dit biedt grote voordelen omdat het fonds hierdoor flexibel kan inspelen op marktontwikkelingen. De analisten van het fonds spreiden het vermogen wereldwijd in verschillende deelgebieden van vastgoed zoals kantoren, winkels, industrie, woningen en de gezondheidszorg. Vastgoed biedt een waardevolle aanvulling op een brede beleggingsportefeuille omdat het gemiddeld een lager risico kent dan andere aandelensectoren in combinatie met een aantrekkelijk rendement. Bovendien is het dividendrendement gemiddeld hoog door de stabiele huurinkomsten van vastgoedondernemingen.
Kerngegevens per eind 2006 Oprichtingsdatum
7 september 1990
Gemiddeld rendement per jaar sinds oprichting
10,17%
Intrinsieke waarde
€ 20,61
Totale netto fondswaarde
€ 323,6 mln.
Aandeel Pensioenfonds Ballast Nedam
€ 55,2 mln is 17%.
Onderstaand is de rendementsontwikkeling tot en met 2006 weergegeven.
De jaarrendementen zijn als volgt. Fonds
20
2002
2003
2004
2005
2006
-5,88%
29,32%
29,41%
20,51%
38,92%
Kerncijfers over het 78ste boekjaar
ING Aandelen Basis Fonds
Het ING Aandelen Basis Fonds is een fonds dat wereldwijd in aandelen belegt. Het accent ligt daarbij op bedrijven met een regelmatige winstgroei. Het internationale karakter van het fonds zorgt voor een gedegen risicospreiding, maar brengt ook valutarisico met zich mee. De mate waarin het fonds succesvol is, wordt gemeten aan de hand van de MSCI World Index met een aangepaste weging voor Europa van 50%.
Kerngegevens per eind 2006 Oprichtingsdatum
31 augustus1990
Gemiddeld rendement per jaar sinds oprichting
10.85%
Intrinsieke waarde
€ 16,21
Totale netto fondswaarde
€ 1.664,7 mln
Aandeel Pensioenfonds Ballast Nedam
€ 180,8 mln is 11%.
Onderstaand is de rendementsontwikkeling tot en met 2006 weergegeven.
De jaarrendementen zijn als volgt.
2002
2003
2004
2005
2006
Fonds
-32,52%
12,00%
8,65%
28,37%
8,96%
Benchmark
-30,85%
13,00%
9,18%
27,06%
10,61%
Kerncijfers over het 78ste boekjaar
21
ING Fixed Income All Grade Basis Fonds
Het ING Fixed Income All Grade Basis Fonds is een obligatiefonds gebaseerd op een totaal portefeuille-concept, zijnde het ‘All Grade’ mandaat. Dit All Grade mandaat maakt gebruik van de verschillende binnen de vastrentende markten beschikbare beleggingcategorieën (o.a. duratie, curve, valuta, credits) om te komen tot een optimale risico-rendementsverhouding. Om te zorgen voor een goede spreiding zal het fonds voor een deel doorbeleggen in andere ING beleggingsfondsen. Dit betreft met name de spreadproducten, zoals Credits (ING Euro Credit Basis Fonds), Asset Backed Securities (ING Global ABS Basis Fonds (Fixed), ING AAA ABS Basis Fonds), Emerging Market Debt (ING EMD local currency Basis Fonds (eur), ING EMD hard currency Basis Fonds (eur)) en High Yield (ING Global High Yield Basis Fonds). De benchmark van het ING Fixed Income All Grade Basis Fonds is de Lehman Brothers Euro Aggregate Index.
Kerngegevens per eind 2006 Oprichtingsdatum
31 december 2004
Gemiddeld rendement per jaar sinds oprichting
3,26%
Intrinsieke waarde
€ 10,66
Totale netto fondswaarde
€ 5.609,6 mln
Aandeel Pensioenfonds Ballast Nedam
€ 269,2 mln is 5%.
Onderstaand is de rendementsontwikkeling tot en met 2006 weergegeven.
De jaarrendementen zijn als volgt.
22
2002
2003
2004
2005
2006
Fonds
-
-
-
5,84%
0,75%
Benchmark
-
-
-
4,81%
-0,03%
Kerncijfers over het 78ste boekjaar
ING Fixed Income All Grade Long Duration Basis Fonds
Het ING Fixed Income All Grade Long Duration Basis Fonds is een obligatiefonds met een extra hoge duratie (ongeveer 25 jaar). Dit fonds is speciaal door ING IM ontwikkeld om het voor met name Pensioenfondsen mogelijk te maken de duratie van hun asset-portefeuille te verhogen en deze in lijn te brengen met de duratie van de verplichtingen. Het ING F.I. All Grade Long Duration Basis Fonds belegt volledig door in het ING F.I. All Grade Basis Fonds en sluit daarnaast een aantal interest rate swaps af om de duratie te verlengen naar eerder genoemd niveau. Deze ‘swap overlay’ constructie maakt het mogelijk om naast duratieverlenging te kunnen profiteren van de voordelen van actief vermogensbeheer via het All Grade mandaat (zie ook het ING F.I. All Grade Basis Fonds). De benchmark van het ING F.I. All Grade Long Duration Basis Fonds is de Lehman Brothers Euro Aggregate Index plus een door ING IM geconstrueerde modelportefeuille van interest rate swaps.
Kerngegevens per eind 2006 Oprichtingsdatum
31 december 2004
Gemiddeld rendement per jaar sinds oprichting
7,98%
Intrinsieke waarde
€ 11,66
Totale netto fondswaarde
€ 1.075,0 mln.
Aandeel Pensioenfonds Ballast Nedam
€ 95,3 mln is 9%.
Onderstaand is de rendementsontwikkeling tot en met 2006 weergegeven.
2005
2006
De jaarrendementen zijn als volgt.
2002
2003
2004
2005
2006
Fonds
-
-
-
23,38%
-5,50%
Benchmark
-
-
-
22,83%
-5,46%
Kerncijfers over het 78ste boekjaar
23
Financiële positie Samenvatting van de financiële positie van het fonds op basis van de Actuariële Principes Pensioenfondsen (APP)
x € 1.000
VPV
%
Aanwezig vermogen
616.838
121,7
Af: VPV
507.017
Af: Reserve algemene risico ‘s
APP
100,0
20.281
4,0
Dekkingspositie
89.540
17,7
Af: Reserve belegingsrisico’s
94.883
Reserve positie op basis van de APP
-5.343
18,7 -1,0
Onder de APP is geen sprake van een dekkingstekort, maar er is wel sprake van een reservetekort. Dit reservekort was in 2005 € 37,4 mln (-7,1%) en is in 2006 gedaald naar € 5.3 mln (-1,0%).
Samenvatting van de financiële positie van het fonds op basis van het Financieel Toetsingskader (FTK)
%
Aanwezig vermogen
616.838
121,0
Af: VPV
509.823
25.067
x € 1.000
VPV
Af: Reserve algemene risico ‘s
FTK
100,0
4,9
Dekkingspositie
81.948
16,1
Af: Vereist eigen vermogen
48.602
Reserve positie op basis van het FTK
33.346
9,5 6,6
Onder het FTK is er geen tekort, zowel geen dekkings- als geen reservetekort. Er is een reserveoverschot van € 33,3 mln (6,6%). In 2005 was er nog sprake van een reservetekort van € 25,1 mln (-4,5%).
Beoordeling door actuaris Op 1 januari 2007 is de Pensioen- en spaarfondsenwet vervangen door de Pensioenwet. Per die datum trad het FTK in werking. Om die reden is de actuariële verklaring in dit verslag en in het statenverslag aan De Nederlandsche Bank (DNB) mede gebaseerd op het FTK, en in het bijzonder op de dekkingspositie en de reservepositie volgens het FTK. De financiële positie is naar het oordeel van de actuaris voldoende. De actuariële verklaring treft u op pagina 42 van het jaarverslag aan.
24
Kerncijfers over het 78ste boekjaar
De spanten en liggers komen uit de fabriek van Haitsma Beton.
werden geleverd door Waco Lingen Beton. In de volgende fase
Daar werden ook de meeste trede-elementen gemaakt. Behalve de
worden de tribunes voorzien van een stalen overkapping.
gebogen elementen in de hoeken van het stadion; deze elementen
Jaarrekening 2006 Balans per 31 december
ACTIVA (x € 1.000)
2006
2005
Units NN Vastgoedfonds
55.159
44.576
Units ING Aandelenfonds
180.777
192.474
Aandelen Ballast Nedam N.V. Zakelijke waarden
Obligaties Units ING F.I. All Grade Basis Fonds
6.604 242.540
6.650
243.700
0
250.997
269.150
Units ING F.I. All Grade Long Duration
95.274
Leningen op schuldbekentenis
5.270
5.364
Lening Ballast Nedam Nederland B.V.
0
15.773
Vastrentende waarden
79.110
369.694
351.244
612.234
594.944
3.299
3.412
Lopende interest
0
6.588
Premiedebiteuren
2.458
1.583
T otaal belegd vermogen
Aandeel herverzekeraars in de technische voorzieningen
Overige vorderingen Vorderingen en overlopende activa
Liquide middelen Totaal
26
Jaarrekening over het 78ste boekjaar
305 2.763
1.050
9.221
1.131
6.190
619.427
613.767
PASSIVA (x € 1.000)
2006
2005
Stichtingskapitaal
p.m.
p.m.
Algemene reserve
114.162
89.102
Eigen vermogen
114.162
89.102
497.075
517.553
Pensioenverplichtingen Toekomstige overlevingstafels Technische voorzieningen
Kortlopende schulden
Totaal
5.600 502.675
3.800
521.353
2.590
3.312
619.427
613.767
Jaarrekening over het 78ste boekjaar
27
Resultatenrekening
(x € 1.000)
2005
Premiebaten
19.443
20.056
Beleggingsopbrengsten
30.345
73.497
Inkomende waardeoverdrachten
2.578
735
Uitkeringen u.h.v. herverzekering
4.074
3.786
98.074
Wijziging technische voorziening
18.678
-40.251
Premies herverzekering
-94
-82
Uitkeringen
-24.455
-23.160
Uitgaande waardeoverdrachten
-24.377
-2.270
Kosten pensioenbureau
Diverse baten en lasten Resultaat boekjaar
28
2006
Jaarrekening over het 78ste boekjaar
56.440
-1.023 -31.271
-1.364
-67.127
-109
-12
25.060
30.935
Kasstroomoverzicht
(x € 1.000)
2006
2005
Aankoop beleggingen
-639.313
-380.520
Interest en dividendopbrengsten
9.936
13.846
Verkopen en aflossingen van beleggingen
632.883
366.789
Aflossing lening Ballast Nedam Nederland B.V.
15.773
4.853
Kasstroom uit beleggingsactiviteiten
19.279
4.968
Ontvangen premies
18.568
20.405
Uitkeringen herverzekering
4.074
3.786
Ontvangen van derden betreffende waardeoverdrachten
2.578
858
Uitkeringen
-24.455
-23.160
Betaald aan derden betreffende waardeoverdrachten
-24.377
-2.270
Betaalde kosten pensioenbureau
-764
-1.154
Diversen
38
241
Kasstroom uit pensioenactiviteiten Mutatie liquide middelen
-1.294
-5.059
3.674
6.190
2.516
1.131
6.190
-24.338
Saldo liquide middelen per 1 januari
Saldo liquide middelen per 31 december
Jaarrekening over het 78ste boekjaar
29
Toelichting jaarrekening 2006 Algemeen
Grondslagen voor de waardering en resultaatbepaling
Inleiding Het doel van Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam, statutair
Algemeen
gevestigd te Amsterdam (hierna ‘het fonds’) is het nu en in de
Alle bedragen zijn vermeld in 1.000 euro’s, tenzij anders vermeld.
toekomst verstrekken van uitkeringen aan gepensioneerden en
Alle activa en passiva worden gewaardeerd tegen nominale
nabestaanden ter zake van ouderdom en overlijden.
waarde, tenzij anders vermeld. Baten en lasten worden toegerekend aan het boekjaar waarop deze betrekking hebben.
Korte omschrijving van de pensioenregeling De pensioenregeling kan worden gekenmerkt als een collectieve
Schattingen en veronderstellingen
beschikbare premieregeling met als verdeelsleutel een middel-
De opstelling van de jaarrekening in overeenstemming met Titel 9
loonregeling. De pensioenleeftijd is 65 jaar. Het uitgangspunt van
Boek 2 BW vereist dat het Bestuur oordelen vormt en schattingen
de pensioenregeling is een beschikbare premie ter grootte van
en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepas-
24% (2006) van de in dat jaar geldende pensioengrondslag. De
sing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en
pensioengrondslag is gelijk aan het vaste jaarsalaris, 13 maal het
verplichtingen, en van baten en lasten. De schattingen en hiermee
periodesalaris vermeerderd met 8% vakantietoeslag, verminderd
verbonden veronderstellingen zijn gebaseerd op ervaringen uit
met de franchise. De franchise wordt jaarlijks vastgesteld en is
het verleden en verschillende andere factoren die gegeven de
in 2006 gelijk aan € 11.566,-. Jaarlijks wordt een aanspraak op
omstandigheden als redelijk worden beschouwd. De uitkomsten
ouderdomspensioen opgebouwd van 2,25% van de in dat jaar
hiervan vormen de basis voor het oordeel over de boekwaarde
geldende pensioengrondslag. Het nabestaandenpensioen wordt
van activa en verplichtingen die niet op eenvoudige wijze uit
jaarlijks opgebouwd en bedraagt 70% van het ouderdomspensi-
andere bronnen blijkt. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen
oen. Bij overlijden voor de pensioendatum bedraagt het nabe-
afwijken van deze schattingen.
staandenpensioen 70% van het op de pensioendatum te bereiken
De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden
ouderdomspensioen. Daarnaast is er recht op wezenpensioen.
voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden
Indien er voldoende middelen zijn, zoals omschreven in het
opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien,
pensioenreglement, worden de actieven geïndexeerd op basis
indien de herziening alleen voor die periode gevolgen heeft, of
van de loonontwikkelingen voortvloeiend uit de CAO van de
in de periode van herziening en toekomstige perioden, indien
bouwnijverheid en de inactieven (gepensioneerden en premie-
de herziening gevolgen heeft voor zowel de verslagperiode als
vrijen) op basis van de consumentenprijsindex alle huishoudens
toekomstige perioden.
(CPI, alle huishoudens) gepubliceerd door het CBS. Er is sprake van een voorwaardelijke indexatie.
Opname van een actief of een verplichting Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waar-
In de pensioenregeling 2006 worden kort samengevat de
schijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar het
beschikbare middelen boven het vereiste vermogen aan de
fonds zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan
deelnemers toegekend en kan er bij een tekort sprake zijn van
worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opge-
korting van de nominale (eerder toegekende) aanspraken. Hier
nomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan
zijn heldere spelregels voor opgesteld en met de deelnemers
gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen en de omvang
gecommuniceerd. Er bestaat echter geen indexatieambitie. Voor
van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld.
toekomstige indexatie is dan ook niets in de kostendekkende premie opgenomen en er worden hiervoor ook geen extra reser-
Baten worden in de rekening van baten en lasten opgenomen
ves aangehouden. Er bestaat dan ook geen minimale dan wel
wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel,
maximale indexatie die de deelnemers kunnen verwachten.
samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waar-
Overeenstemmingsverklaring
van de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten
De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wette-
worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch
lijke bepalingen zoals deze zijn opgenomen in Titel 9, Boek 2 van
potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief
het Burgerlijk Wetboek en met inachtneming van de Richtlijnen
of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden,
voor de Jaarverslaggeving.
waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld.
Het Bestuur heeft op 14 juni 2007 de jaarrekening opgemaakt.
30
Jaarrekening over het 78ste boekjaar
Indien een transactie ertoe leidt dat alle of nagenoeg alle toekom-
Resultaten door wijziging in actuele waarde worden in de staat
stige economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico’s met
van baten en lasten verantwoord.
betrekking tot een actief of een verplichting aan een derde zijn
De Units ING Aandelenfonds en Units ING Aandelenfonds zijn
overgedragen, wordt het actief of de verplichting niet langer in de
gewaardeerd tegen actuele waarde, zijnde de per balansdatum
balans opgenomen. Dit betekent dat transacties worden verwerkt
geldende intrinsieke waarde.
op handelsdatum en niet op afwikkelingsdatum. Verder worden
De aandelen Ballast Nedam zijn gewaardeerd tegen actuele
activa en verplichtingen niet meer in de balans opgenomen vanaf
waarde, zijnde de per balansdatum geldende marktwaarde.
het tijdstip waarop niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden van waarschijnlijkheid van de toekomstige economische voor-
Vastrentende waarden
delen en betrouwbaarheid van de bepaling van de waarde. Onder vastrentende waarden worden de obligaties, Units ING F.I.
Saldering van een actief en een verplichting
All Grade Long Duration, units ING FI All Grade Basis Fonds en
Een financieel actief en een financiële verplichting worden gesal-
leningen op schuldbekentenis verstaan.
deerd als nettobedrag in de balans opgenomen indien er sprake is van een wettelijke of contractuele bevoegdheid om het actief en
De obligaties zijn gewaardeerd tegen actuele waarde, zijnde de
de verplichting gesaldeerd en gelijktijdig af te wikkelen en boven-
per balansdatum geldende intrinsieke waarde.
dien de intentie bestaat om de posten op deze wijze af te wikkelen. De met gesaldeerd opgenomen financiële activa en financiële
De leningen op schuldbekentenis worden gewaardeerd tegen
verplichtingen samenhangende rentebaten en rentelasten worden
de contante waarde van de toekomstige termijnen van rente en
eveneens gesaldeerd opgenomen.
aflossing. De contante waarde wordt bepaald op basis van een rentevoet die gelijk is aan de geldende marktrente van soortgelijke
Waardeveranderingen
leningen met een gelijke looptijd, onder aftrek van een eventuele
Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen gerealiseerde en on-
voorziening voor oninbaarheid.
gerealiseerde waardeveranderingen van financiële instrumenten. Alle waardeveranderingen van beleggingen, inclusief valutakoers-
Herwaarderingsreserve
verschillen, worden als beleggingsopbrengsten in de rekening van baten en lasten opgenomen. Waardeveranderingen van andere
Rechtpersonen die hun jaarrekening opmaken op basis van de
financiële activa en financiële verplichtingen worden separaat
bepalingen van Boek 2 Titel 9 van het Burgerlijk Wetboek moeten
eveneens direct in de rekening van baten en lasten verantwoord.
uit oogpunt van kapitaalbescherming een herwaarderingsreserve vormen ter grootte van de niet gerealiseerde positieve waarde-
Vreemde valuta
verschillen van activa, waarvoor geen frequente marktnoteringen
Activa en verplichtingen in vreemde valuta worden omgerekend
bestaan. Hierdoor wordt voorkomen dat schuldeisers kunnen
naar de rapporteringvaluta euro tegen de koers per balansdatum.
worden benadeeld door dividenduitkeringen uit niet uitkeerbaar
Deze waardering is onderdeel van de waardering tegen reële
vermogen.
waarde. Baten en lasten voortvloeiende uit transacties in vreemde
De belanghebbenden bij een Pensioenfonds worden beschermd
valuta worden omgerekend tegen de koers per transactiedatum.
door regels die aan het vermogen worden gesteld op basis van het geldende Financiële Toetsingskader. In verband hiermee
Beleggingen
is geen herwaarderingsreserve opgenomen omdat de met de herwaarderingsreserve beoogde bescherming geacht kan worden
Algemeen
te zijn begrepen in de op grond van het Financiële Toetsingskader
Participaties in beleggingsinstellingen, die gespecialiseerd zijn in
aan te houden reserve algemene risico’s.
een bepaald soort beleggingen worden gerubriceerd en gewaardeerd volgens de grondslagen voor die soort beleggingen.
Herverzekeringen
Financiële beleggingen
Herverzekeringscontracten worden opgenomen voor de actuarieel bepaalde contante waarde van de herverzekerde aanspraken,
Aandelen
berekend volgens de grondslagen van de voorziening pensioen-
Onder dit hoofd zijn de Units ING Aandelenfonds, Units NN Vast-
verplichtingen.
goedfonds en de aandelen Ballast Nedam opgenomen.
Jaarrekening over het 78ste boekjaar
31
Vorderingen en overlopende activa
Solvabiliteitsrisico en mismatchrisico
Voor zover noodzakelijk, is hierop een voorziening voor oninbaar-
Het solvabiliteitsrisico is de combinatie van de beleggings- en
heid in mindering gebracht.
actuariële risico’s. Om de risico’s te beperken worden de looptijden van de beleggingen vergeleken met de looptijden van de
Technische voorzieningen
pensioenverplichtingen om het renterisico in kaart te brengen. De duration is de met de contante waarde van rente en aflossing
Voorziening pensioenverplichtingen
gewogen gemiddelde looptijd in jaren. Dit betekent dat indien de
Bij de berekening van de voorziening pensioenverplichtingen is
rente met 1% (100 basispunten) daalt, de waarde van de verplich-
uitgegaan van het op de balansdatum geldende pensioenregle-
tingen met ongeveer 14% toeneemt. Bij een rentestijging geldt
ment en van de over de verstreken deelnemersjaren verworven
het omgekeerde. Een rentedaling (-stijging) zal dan ook leiden tot
aanspraken.
een verslechtering (verbetering) van de dekkingsgraad. De huidige
Jaarlijks wordt door het Bestuur besloten of de opgebouwde pen-
looptijd van de beleggingen bedraagt ongeveer 6 jaar.
sioenaanspraken worden geïndexeerd. Er wordt geen rekening
Het risico wordt beheerst door het beleid om de looptijden van de
gehouden met toekomstige salarisontwikkelingen.
beleggingen te verhogen.
De berekeningen zijn uitgevoerd op basis van de volgende
Het beleggingsrisico is dat de opbrengsten niet geheel overeen-
actuariële grondslagen en veronderstellingen:
stemmen met de kasstroomprojectie voor de pensioenverplich-
• Rekenrente: maximaal 4% of lagere marktrente.
tingen.
• Sterftetafels: GBM/GBV 1995-2000 met een leeftijdterugstelling van 2 jaar voor mannen en 1 jaar voor vrouwen.
Beleggingsrisico
• Onbepaald partnersysteem.
Het Bestuur beschikt over een aantal beleidsinstrumenten ten
• Voor partnerpensioen is aangenomen dat de partner 3 jaar
behoeve van het beheersen van deze risico’s. Deze beleidsinstru-
jonger is dan de verzekerde man en 3 jaar ouder dan de
menten betreffen het beleggingsbeleid, het herverzekeringsbeleid
verzekerde vrouw.
en het eventueel korten van pensioenaanspraken. De keuze en toepassing van beleidsinstrumenten vindt plaats na uitvoerige
Toekomstige overlevingstafels
analyses ten aanzien van te verwachten ontwikkelingen van de
De voorziening voor aanpassing sterftegrondslagen wordt
verplichtingen en de financiële markten. Een en ander vindt door-
gevormd ter financiering van de omrekening van de pensioenver-
gaans plaats door middel van periodieke ALM-studies. Een ALM-
plichtingen naar de nieuwste sterftetafels. De voorziening wordt
analyse is een analyse van de te verwachten ontwikkelingen in de
elke 5 jaar herrekend en over die periode lineair opgebouwd.
financiële positie van het Pensioenfonds en van de waarschijnlijkheid ervan in diverse scenario ‘s.
Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is conform de directe methode op-
De uitkomsten van deze analyse vormen een belangrijke input
gesteld. Dit houdt in dat alle ontvangsten en uitgaven ook als
voor het vast te stellen beleggingsbeleid dat weer wordt vastge-
zodanig worden gepresenteerd. Onderscheid wordt gemaakt
legd in een beleggingsplan. Het beleggingsplan geeft de normen
tussen kasstromen uit pensioenuitvoeringsactiviteiten en die uit
en limieten aan waarbinnen ING IM het beleggingsbeleid moet
beleggingsactiviteiten.
uitvoeren.
Risicobeheer
Verplichtingenrisico (actuarieel risico) De pensioenverplichtingen kunnen in de tijd worden weergegeven
Inleiding
door middel van een schatting van de toekomstige uitgaande
De belangrijkste doelstelling van het Pensioenfonds is het uitvoe-
kasstromen. Het verplichtingenrisico uit zich in:
ren van de pensioenregeling. Voor het realiseren van deze doel-
• Indexatieresultaten, waarbij het gevoerde indexatiebeleid afwijkt
stelling wordt gestreefd naar een toereikende solvabiliteit op basis
van de aannamen in de kasstroomprojectie. Loon- en prijsstij-
van de marktwaarde van de reële pensioenverplichtingen. Het
gingen c.q. de franchiseontwikkeling wijken af van de verwach-
belangrijkste risico voor het fonds betreft het solvabiliteitsrisico, ofwel het risico dat het fonds niet beschikt over voldoende ver-
ting; • Actuariële resultaten, indien de actuariële aannamen en veron-
mogen ter dekking van de pensioenverplichtingen. De solvabiliteit
derstellingen niet overeenstemmen met de werkelijkheid. Hierbij
wordt gemeten zowel op basis van algemeen geldende normen
kan onder meer worden gedacht aan het periodiek aanpassen
als ook naar de specifieke normen die door de toezichthouder zijn
van de levensverwachting van de deelnemers (het langlevenri-
opgelegd.
sico) of wijzigingen in invaliderings- en revalideringskansen; • Premieresultaten, indien de premie niet gelijk is aan de markt-
32
Jaarrekening over het 78ste boekjaar
waarde van de kasstromen die voortvloeien uit de nieuwe pen-
Het ING Fixed Income All Grade Basis Fonds belegt ten opzichte
sioentoezeggingen. Dit betreft bijvoorbeeld verschillen tussen de
van de benchmark de Lehmann Euro Aggregate Index. Zoals
‘kostprijs’ en de daadwerkelijk ontvangen bijdrage voor nieuwe
de naam beschrijft betreft dit een benchmark, welke belegt
pensioenaanspraken.
in vastrentende waarden binnen de Euro zone. Het All Grade Mandaat maakt gebruik van verschillende binnen de vastrentende
Financiële instrumenten en gerelateerde risico’s
markten beschikbare beleggingscategorieën (o.a. duratie, curve,
In overeenstemming met het beleggingsbeleid houdt het Pensi-
valuta, credits). Middels deze categorieën wordt afgeweken van
oenfonds posities aan in een breed scala van directe en afgeleide
de benchmark om een outperformance te kunnen behalen. De
(derivaten) financiële instrumenten. Dit betreft zowel marktgeno-
categorieën valuta’s en geografische allocatie zijn van belang
teerde als niet-marktgenoteerde beleggingen. Als gevolg van de
voor de valuta exposure binnen deze portefeuille. Zoals ook in
beleggingsactiviteiten wordt het Pensioenfonds geconfronteerd
het beleggingsplan van Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam
met risico’s gerelateerd aan de financiële instrumenten en de
is beschreven is er een maximale deviatie van de benchmark
markten waarin het fonds actief is.
afgesproken. Het valutarisico kan binnen het All Grade Mandaat worden op-
Marktrisico
gebouwd door een vastrentende belegging buiten de Euro en/of
Marktrisico betreft het risico dat het Pensioenfonds financiële
door het (op termijn) aan- of verkopen van dan wel het aanhou-
verliezen lijdt door bewegingen in de financiële markten. Hieron-
den van posities in niet-Euro valuta, al of niet door middel van
der vallen ondermeer het koersrisico op aandelen (het risico van
derivaten. De maximale deviatie voor valuta’s bedraagt 10% van
daling van aandelenkoersen en dividendinkomsten), valutarisico
de benchmark. Voor de geografische allocatie geldt als maximale
(het risico van koersdalingen van directe of indirecte valutapo-
deviatie 1,5 jaar (welke is uitgedrukt in gewogen duratie; het pro-
sities) en het renterisico. Hieronder wordt valutarisico per fonds
dukt van de duratie van een obligatie en de procentuele weging
omschreven.
van deze obligatie in de vastrentende portefeuille). Binnen het ING Fixed Income All Grade Long Duration Basis
In het NN Vastgoed Fonds wordt wereldwijd belegt in aandelen
Fonds zal worden belegd in participaties van het ING Fixed
van vastgoedondernemingen.
Income All Grade Basis Fonds alsmede in Interest Rate Swaps
Het directe valutarisico binnen het NN Vastgoed Fonds komt naar
(IRS). Het valuta-risico voor dit fonds is dan ook hetzelfde als voor
voren uit de regioverdeling binnen dit fonds. Hieronder treft u de
het ING Fixed Income All Grade Basis Fonds.
regioverdeling aan: De strategie van het Pensioenfonds met betrekking tot het belegRegio
Percentage
gingsrisico wordt bepaald door de beleggingsdoelstellingen. Het
Europa
23,6%
marktrisico wordt beheerst door te beleggen in overeenstemming
Japan
13,0%
met de aanwezige beleidskaders en richtlijnen. De overall markt-
Noord Amerika
43,6%
posities worden periodiek gerapporteerd aan het Bestuur.
Azië
19,8%
Totaal
100,0%
Prijsrisico Prijsrisico is het risico van waardewijzigingen door de ontwikkeling
In het ING Aandelen Basis Fonds wordt wereldwijd belegd in
van marktprijzen, dat wordt veroorzaakt door factoren gerela-
aandelen.
teerd aan een individuele belegging, de uitgevende instelling of
Het directe valutarisico binnen het ING Aandelen Fonds komt
generieke factoren.
naar voren uit de regioverdeling binnen dit fonds. Binnen de regio
Omdat alle beleggingen worden gewaardeerd tegen reële waarde
Europa wordt tevens belegd in Zwitserse Franken en Britse
met waardewijzigingen onmiddellijk in het saldo van baten en las-
Ponden. Hieronder treft u de regioverdeling aan:
ten, zijn alle wijzigingen in marktomstandigheden direct zichtbaar in het beleggingsresultaat.
Regio
Percentage
Het prijsrisico kan worden gemitigeerd door diversificatie. In
Europa
48,1%
aanvulling hierop kan het prijsrisico worden gehedged door het
Japan
8,1%
gebruik van afgeleide financiële instrumenten (derivaten), zoals
Noord Amerika Azië Totaal
40,8%
opties en futures.
3,0% 100,0%
Renterisico De beheersing van het renterisico is voor het Pensioenfonds van groot belang vanwege het feit dat vanaf 1 januari 2007 de
Jaarrekening over het 78ste boekjaar
33
waardering van de pensioenverplichtingen is gebaseerd op de actuele rentetermijnstructuur. Een daling van de rente leidt tot een toename van de waarde van de verplichtingen. Voor het Pensioenfonds is het daarom belangrijk dat het beleggingsbeleid optimaal is afgestemd op de rente-gevoeligheid van de verplichtingen, met inachtneming van de risico’s van het Pensioenfonds. De in het beleggingsbeleid opgenomen strategische en tactische normen en limieten naast een adequate bewaking van de uitvoering van het beleggingsbeleid zijn daarbij zeer belangrijk. Dit heeft het Pensioenfonds vastgelegd in het beleggingsplan.
Kredietrisico Kredietrisico is het risico van financiële verliezen voor het Pensioenfonds als gevolg van faillissement of betalingsonmacht van tegenpartijen waarop het Pensioenfonds (potentiële) vorderingen heeft. Hierbij kan onder meer worden gedacht aan partijen die obligatieleningen uitgeven, banken waar deposito’s worden geplaatst, marktpartijen waarmee Over The Counter (OTC)-derivatenposities worden aangegaan, etc. Een voor beleggingsactiviteiten specifiek onderdeel van kredietrisico is het settlementrisico. Dit heeft betrekking op het risico dat partijen waarmee het fonds transacties is aangegaan niet meer in staat zijn hun tegenprestatie te verrichten waardoor het fonds financiële verliezen lijdt. Beheersing van dit risico vindt plaats door het stellen van limieten aan tegenpartijen op totaal niveau, dat wil zeggen met inachtneming van alle posities die een tegenpartij heeft tegenover het Pensioenfonds, zoals onderpand en dergelijke bij hypothecaire geldleningen en het uitlenen van effecten, het hanteren van prudente verstrekkingsnormen bij hypothecaire geldleningen. Ter afdekking van het settlementrisico wordt door het Pensioenfonds enkel belegd in markten waar een voldoende betrouwbaar clearing- en settlementsysteem functioneert.
Liquiditeitsrisico Liquiditeitsrisico is het risico dat beleggingen niet tijdig en/of niet tegen een aanvaardbare prijs kunnen worden omgezet in liquide middelen, waardoor het Pensioenfonds op korte termijn niet aan zijn verplichtingen kan voldoen. Waar de overige risicocomponenten vooral de langere termijn betreffen (solvabiliteit), gaat het hierbij om de kortere termijn. Beheersing: in het strategische en tactische beleggingsbeleid wordt voldoende ruimte aangehouden voor de liquiditeitsposities. Rekening wordt gehouden met de directe beleggingsopbrengsten en andere inkomsten zoals premies.
34
Jaarrekening over het 78ste boekjaar
De betonmontage van het vier verdiepingen tellende hoofdgebouw
Een paar maanden voor het hoogste punt werd gevierd op
is nog in volle gang, maar de mat ligt erbij alsof de wedstrijd elk
8 december 2006, is het gras al ingezaaid.
moment kan beginnen. Het speelveld is in een vroeg stadium
Het verwarmde veld ligt op drie meter hoogte, binnen een vier
aangelegd, om het in alle rust te kunnen laten groeien.
meter hoge keerwand.
Toelichting op de balans (x ¤ 1.000)
Activa Beleggingen In de beleggingscategorieën, vonden de volgende mutaties plaats:
Stand per
1-jan
Aankopen/
Subtotaal
stortingen
Verkopen /
Subtotaal
aflossingen
Koers-
Stand per
resultaten
31-dec
Units ING Aandelen fonds
192.474
192.474
-29.043
163.431
17.346
180.777
6.650
6.650
-46
6.604
Aandelen Ballast Nedam
6.650
Units NN Vastgoed Fonds Totaal zakelijke waarden
44.576 243.700
0
44.576
-4.875
39.701
15.458
55.159
243.700
-33.918
209.782
32.758
242.540
Obligaties
250.997
347.911
598.908
-592.335
6.573
-6.573
0
79.110
19.900
99.010
0
99.010
-3.736
95.274
Basis Fonds
271.340
271.340
0
271.340
-2.190
269.150
5.364
162
5.526
-42
5.484
-214
5.270
15.773
0
15.773
-15.773
0
0
0
Totaal vastrentende waarden
351.244
639.313
990.557
-608.150
382.407
-12.713
369.694
Totaal beleggingen
594.944
639.313
1.234.257
-642.068
592.189
20.045
612.234
Units ING F.I. All Grade Long Duration Units ING F.I. All Grade Leningen op schuldbekentenis Lening Ballast Nedam Nederland B.V.
Aandeel herverzekeraars in de technische voorzieningen Dit bedrag betreft de contante waarde van de bij Delta Lloyd en Generali herverzekerde pensioenverplichtingen. Lopende Interest Betreft de te ontvangen interest over obligaties en leningen op schuldbekentenis. In 2006 zijn de obligaties verkocht en hiervoor zijn units ING F.I. All Grade basis fonds teruggekocht. Bij deze units ING F.I. All Grade basis fonds is geen lopende interest van toepassing. Premiedebiteuren Betreft de nog te ontvangen premiebedragen. Overige vorderingen
2006
2005
Te ontvangen interest op lening
72
Overige
305
978
305
1.050
Saldo per 31 december
36
Jaarrekening over het 78ste boekjaar
Passiva Stichtingskapitaal Dit bedraagt € 45,38 en is p.m. opgenomen. Algemene reserve
2006
2005
Saldo per 1 januari
89.102
58.167
Saldo resultaat boekjaar
25.060
30.935
114.162
89.102
2006
2005
Saldo per 1 januari
517.553
478.600
4% rekenrente
Saldo per 31 december
Pensioenverplichtingen
19.311
19.038
Extra rekenrente op basis rentetermijnstructuur (3,70%)
20.714
Stortingkoopsommen
15.891
14.892
Eenmalige koopsommen
10.845
7.998
Individueel bijsparen
122
1.157
Herverzekerd bij derden
0
0
Aanpassing overlevingstafels
0
0
Technisch resultaat
-1.932
-1.958
561.790
540.441
Uitkeringen
-20.360
-19.522
Afkopen
-23.641
-3.366
Subtotaal
Vrijval extra rekenrente
-20.714
Subtotaal
-64.715
-22.888
497.075
517.553
Saldo per 31 december
De specificatie van het saldo per 31 december is als volgt:
165.899
175.303
Premievrijen
85.008
101.282
Pensioengerechtigden
246.168
240.968
497.075
517.553
Deelnemers
Totaal
Jaarrekening over het 78ste boekjaar
37
Voorziening pensioenverplichtingen (x ¤ 1 miljoen)
Boekjaren
Voorziening toekomstige overlevingstafels
2006
2005
Saldo per 1 januari
3.800
2.000
Dotatie ten laste van resultatenrekening
1.800
1.800
5.600
3.800
Aanpassing overlevingstafels
0
0
5.600
3.800
Saldo per 31 december
In 2006 zijn de overlevingstafels 1995-2000 (bron: G.B.M./V) gehanteerd. Herverzekeren Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam is een verzekeringscontract met Nationale-Nederlanden overeengekomen met een stop-loss dekking. Dit contract loopt tot en met 2009. Een onderdeel van de overeenkomst is het technische resultaat. Indien de som van de in de contractsperiode behaalde resultaten positief is, komt deze winst voor 100% ten gunste van het Pensioenfonds. Indien de som van de behaalde resultaten negatief is en dit bedrag hoger is dan 125% van de risicopremies, dan komt het meerdere voor rekening van Nationale-Nederlanden. Er is ultimo 2006 geen sprake van verrekening van een verlies met Nationale-Nederlanden. Kortlopende schulden Premies & loonheffing
551
493
Crediteuren
176
442
Nationale-Nederlanden rekening courant
728
1.071
Overigen
1.135
1.306
2.590
3.312
Saldo per 31 december
38
Jaarrekening over het 78ste boekjaar
Ballast Nedam Infra heeft al het grondwerk verricht en de ver-
Het ontwerp van het stadion van Zwarts & Jansma Architecten
hardingen in en om het stadion aangebracht. Dat begon met het
doet futuristisch aan, met een opvallende ‘schil’ van glanzend
bouwrijp maken van de locatie en het aanleggen en voorbelasten
aluminium die doorloopt tot over de kap. Op de foto is de - nog
van het veld. Infra Consult + Engineering leverde de engineering,
ongeïsoleerde - stalen binnenplaat zichtbaar.
het ontwerp en het bestek van de buitenruimte.
Toelichting op de resultatenrekening (x ¤ 1.000)
Omzet De omzet is gelijk aan de som van directe beleggingsopbrengsten (na aftrek van beheerkosten en overige kosten) en bijdragen van werkgever en werknemers. Deze bedraagt € 29,6 mln (2005: € 31,7 mln).
Premiebaten
2006
2005
Werkgevers
13.453
10.805
Werknemers
5.540
4.466
Vroegpensioen
0
2.954
Individueel bijsparen *)
Bij: Koopsommen ineens
132 19.125
1.511
19.736
318
320
Totaal
19.443
20.056
*) heeft in 2006 betrekking op correcties in voorgaande jaren. Vanaf 1 januari 2006 is het niet mogelijk om stortingen te doen in de bijspaarmodule.
Beleggingsopbrengsten
2006
2005
Interest op beleggingen
9.808
12.948
Rente lening Ballast Nedam Nederland B.V.
737
1.006
Dividend aandelen Ballast Nedam
204
Overige rente
105
Directe beleggingsopbrengsten
Totaal directe beleggingsopbrengsten
72
10.854
14.026
Indirecte beleggingsopbrengsten Units NN Vastgoed Fonds
15.591
7.544
Units ING Aandelen Fonds
17.346
42.326
Aandelen Ballast Nedam Subtotaal zakelijke waarden
Obligaties Leningen op schuldbekentenis Units ING F.I. All Grade Long Duration Units ING F.I. All Grade basis fonds
-46 32.891
54.032
-6.573
5.331
-214 -3.736
1.110
-2.190
Subtotaal vastrentende waarden
-12.713
6.441
Totaal indirecte beleggingsopbrengsten
20.178
60.473
31.032
74.499
-687
-1.002
Bruto beleggingsopbrengsten
Beheerskosten Netto beleggingsopbrengsten 40
4.162
Jaarrekening over het 78ste boekjaar
30.345
73.497
Actuariële Analyse
2006
2005
Kort-leven resultaat
1.356
3.792
Lang-leven resultaat
209
-1.553
Premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid
721
891
Resultaat op pensionering
173
-405
Resultaat op uitkeringen
-574
-843
Resultaat op diverse mutaties
47
76
1.932
1.958
2006
2005
Ouderdomspensioen
13.462
12.628
Nabestaandenpensioen
4.018
3.863
Wezenpensioen
108
126
Technisch resultaat
Specificatie uitkeringen
Vroegpensioen
Uitkeringen u.h.v. aktes van cessie Cordares inclusief herverzekering *) Overige
3.203
3.264
20.791
19.881
3.449
3.229
215
50
24.455
23.160
*) dit zijn alle pensioenaanspraken die elders zijn opgebouwd en waarvoor de deelnemer een verzoek heeft ingediend om deze pensioenen aan het pensioenfonds uit te keren. Het pensioenfonds keert de pensioenaanspraken, die elders zijn opgebouwd, samen met de bij het pensioenfonds opgebouwde pensioenaanspraken uit.
Uitvoeringskosten Pensioenregeling
2006
2005
Administratiekosten
458
514
Accountant
67
110
Actuaris
224
280
Overige kosten
274
460
1.023
1.364
Subtotaal
Kosten herverzekeraar Kosten vermogensbeheer Totaal
94
82
791
898
1.908
2.344
Uitvoeringskosten pensioenregeling zijn uitgedrukt in percentage van de totale activa
0,31%
0,38%
Totale activa
619.427
613.767
Salariskosten
234
271
Sociale lasten
39
45
Pensioenpremies
27
31
Overige
158
167
In de administratiekosten zijn begrepen:
Jaarrekening over het 78ste boekjaar
41
Overige gegevens Actuariële verklaring Opdracht
De beschreven werkzaamheden zijn in overeenstemming met
Ingevolge de aan Watson Wyatt B.V. door Stichting Pensioen-
binnen het actuariële beroep geldende normen en gebruiken,
fonds Ballast Nedam te Nieuwegein verleende opdracht tot
en vormen naar mijn mening een deugdelijke grondslag voor het
actuariële certificering is de financiële positie per 31 december
hierna te geven oordeel.
2006 van het fonds door mij beoordeeld ten opzichte van de actuariële risico’s die het fonds loopt. Tevens zijn de overige
Oordeel
taken, voor de certificerende actuaris voortvloeiend uit de wet,
De bevindingen van de accountant ten aanzien van de door het
door mij vervuld.
fonds verstrekte administratieve basisgegevens zijn zodanig dat die gegevens door mij als uitgangspunt van de daarop voortbou-
Gegevens
wende en door mij beoordeelde berekeningen zijn aanvaard.
De gegevens waarop mijn onderzoek is gebaseerd, zijn verstrekt door het Pensioenfonds. Overeenkomstig de richtlijn ‘Samenwer-
Voorzieningen
king tussen accountant en actuaris ter zake van de controle van
Hiermede verklaar ik mij te kunnen verenigen met het geheel van
verantwoordingen van verzekeringsinstellingen’ heeft de accoun-
de methoden en grondslagen voor de berekening van de voor-
tant van het fonds mij geïnformeerd over de betrouwbaarheid en
ziening pensioenverplichtingen en de overige verzekeringstechni-
de volledigheid van de administratieve basisgegevens en de ove-
sche voorzieningen. Deze voorzieningen zijn, met inachtneming
rige uitgangspunten die voor mijn oordeelsvorming van belang zijn.
van artikel 9a van de Pensioen- en spaarfondsenwet, getoetst uitgaande van door mij realistisch geachte grondslagen.
De opgebouwde pensioenaanspraken en -rechten behoren tot
Naar mijn oordeel is de hoogte van de in de in de jaarrekening
de genoemde administratieve basisgegevens.
genoemde voorzieningen en de overige verzekeringstechnische
Voor de toetsing van de fondsmiddelen en voor de beoordeling
voorzieningen, als geheel bezien, op de balansdatum prudent.
van de financiële positie heb ik mij gebaseerd op de financiële gegevens die ten grondslag liggen aan de jaarrekening 2006.
Toetsing van de fondsmiddelen aan criteria van DNB De toets volgens de richtlijnen van DNB wijst uit dat de op de
Werkzaamheden
balansdatum aanwezige middelen van het Pensioenfonds ten
Bij de actuariële beoordeling van de financiële positie zijn
minste gelijk zijn aan de door DNB voor de ondergrens gestelde
conform artikel 10b van de Pensioen- en spaarfondsenwet de
norm. Gemeten naar deze maatstaf is ten aanzien van de ver-
aangehouden voorziening pensioenverplichtingen en de overige
plichtingen, aangegaan tot balansdatum, sprake van dekking.
verzekeringstechnische voorzieningen door mij onderzocht. De uitgangspunten, grondslagen en methoden, die zijn toege-
Financiële positie van het Pensioenfonds
past bij de vaststelling van de verzekeringstechnische voorzie-
Bij mijn beoordeling van de financiële positie is bepalend de mate
ningen, respectievelijk bij de voorbereiding van de uitgevoerde
van waarschijnlijkheid dat het Pensioenfonds zal kunnen voldoen
toetsen van de toereikendheid van de fondsmiddelen, heb ik
aan de verplichtingen, aangegaan tot balansdatum.
beoordeeld.
Daarbij worden in aanmerking genomen het streven inzake
De berekeningen voor de vaststelling van de voorzieningen en
toeslagen, zoals aan verzekerden meegedeeld, de door DNB ge-
die voor de uitgevoerde toetsen zijn zowel globaal als steek-
stelde criteria en – eventuele – maatregelen, genomen tot herstel
proefsgewijs door mij beoordeeld.
van de financiële positie.
Deze beoordelingen zijn zodanig gepland en uitgevoerd, dat
De financiële positie van Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam
met een redelijke mate van zekerheid kan worden gesteld dat
is naar mijn mening voldoende, mede gelet op de mogelijkheden
de desbetreffende berekeningsresultaten geen onjuistheden van
tot toeslagverlening. Hierbij is in aanmerking genomen dat het
materieel belang bevatten.
toeslagbeleid voorwaardelijk is.
Voorts heb ik de financiële opzet van het Pensioenfonds beoordeeld.
Amstelveen, 14 juni 2007
De mate van zekerheid waarmee het Pensioenfonds de tot ba-
drs. R. Westhoff AAG
lansdatum opgebouwde pensioenverplichtingen zal kunnen
verbonden aan Watson Wyatt B.V.
nakomen is door mij geëvalueerd.
42
Overige gegevens
Accountantsverklaring Aan: Het Bestuur van Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam.
de gegeven omstandigheden adequaat zijn maar die niet tot doel hebben een oordeel te geven over de effectiviteit van het interne beheersingssysteem van de stichting. Tevens omvat een
Verklaring betreffende de Jaarrekening.
controle onder meer een evaluatie van de aanvaardbaarheid van de toegepaste grondslagen voor financiële verslaggeving en van
Wij hebben de in dit verslag op pagina 26 tot en met pagina
de redelijkheid van schattingen die het Bestuur van de stichting
41 opgenomen jaarrekening 2006 van Stichting Pensioenfonds
heeft gemaakt, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van
Ballast Nedam te Amsterdam bestaande uit de balans per 31
de jaarrekening.
december 2006 en de staat van baten en lasten over 2006 met de toelichting gecontroleerd.
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.
Verantwoordelijkheid van het Bestuur Het Bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het op-
Oordeel
maken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat
Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van
getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het
de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting
jaarverslag, beide in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW.
Pensioenfonds Ballast Nedam per 31 december 2006 en van het
Deze verantwoordelijkheid omvat onder meer: het ontwerpen,
resultaat over 2006 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW.
invoeren en in stand houden van een intern beheersingssysteem relevant voor het opmaken van en getrouw weergeven in de
Verklaring betreffende andere wettelijke voorschriften en/of
jaarrekening van vermogen en resultaat, zodanig dat deze geen
voorschriften van regelgevende instanties
afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevat, het kiezen en toepassen van aanvaardbare grondslagen
Op grond van de wettelijke verplichting ingevolge artikel 2:393
voor financiële verslaggeving en het maken van schattingen die
lid 5 onder e BW melden wij dat het jaarverslag, voor zover wij
onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn.
dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW.
Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over
Amstelveen, 14 juni 2007
de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht.
KPMG ACCOUNTANTS N.V.
Dienovereenkomstig zijn wij verplicht te voldoen aan de voor ons
M.J. Vredenduin RA
geldende gedragsnormen en zijn wij gehouden onze controle zodanig te plannen en uit te voeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen
Statutaire bepalingen omtrent de bestemming van het
van materieel belang bevat.
resultaat. Er zijn in de statuten geen specifieke bepalingen opgenomen
Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter
omtrent de bestemming van het resultaat.
verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De keuze van de uit te voeren
Bestemming van het resultaat
werkzaamheden is afhankelijk van de professionele oordeelsvor-
Het Bestuur stelt voor het resultaat over het boekjaar ten gunste
ming van de accountant, waaronder begrepen zijn beoordeling
te brengen van de algemene reserve.
van de risico’s van afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. In die beoordeling neemt de accountant
Informatie over de financieringsovereenkomst met
in aanmerking het voor het opmaken van en getrouw weer-
Ballast Nedam N.V.
geven in de jaarrekening van vermogen en resultaat relevante
Met Ballast Nedam N.V. is in 2005 een nieuwe financieringsover-
interne beheersingssysteem, teneinde een verantwoorde keuze
eenkomst gesloten, waarin de wederzijdse financiële rechten en
te kunnen maken van de controlewerkzaamheden die onder
verplichtingen zijn vastgelegd.
Overige gegevens
43
Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam in cijfers Resultatenontwikkeling
2006
Premiebaten
2005
19.443
Beleggingsopbrengsten
30.345
73.497
Rekenrente
-19.311
-19.038
Omrekening naar marktwaarde
20.714
-20.714
Netto resultaat op beleggingen
31.748
20.056
33.745
Indexatie pensioenen
-5.310
-1.596
Uitkering herverzekering
20.360
19.522
Pensioenopbouw
-18.596
-19.881
Uitkeringen
-20.381
-19.374
Dotatie voorziening toekomstige sterftetafels
-1.800
-1.800
Technisch resultaat
1.932
1.958
Inkomende waarde-overdrachten
-374
86
Uitgaande waarde-overdrachten
-736
-323
Resultaat op waarde-overdrachten
-237
Kosten pensioenbureau
-1.117
-1.446
Diverse baten en lasten
-109
-12
Resultaat boekjaar
44
Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam in cijfers
-1.110
25.060
30.935
Ontwikkelingen over de laatste 5 jaar
2006
2005
2004
2003
2002
Actieven
1.854
1.684
1.750
2.093
2.341
Wao’ers
64
77
75
89
88
Vutters
4
9
23
52
73
1.922
1.770
1.848
2.234
2.502
Aantal premievrijen
2.893
3.065
3.022
2.778
2.669
Aantal vroegpensioengerechtigden
110
107
83
77
31
Aantal pensioengerechtigden
1.468
1.394
1.341
1.245
1.196
6.393
6.336
6.294
6.334
Uitkeringen (exclusief eenmalige uitkeringen)
20.791
19.881
17.388
15.246
13.785
502.675
521.353
480.600
460.034
441.069
114.162
89.102
58.167
30.703
6.809
22,7
17,1
12,1
6,7
1,5
612.234
594.944
523.353
472.309
401.961
5,1
13,4
8,5
8,2
-7,2
5,6
4,6
2,6
4,0
4,18
11.566
11.500
17.670
17.195
16.608
Aantal deelnemers
Totaal
6.398
Technische voorzieningen Algemene reserve Algemene reserve in % van de technische voorzieningen Beleggingen Rendement in % Vijfjaarsgemiddelden (rendement in %) Franchise Indexatie (toeslag verlening)
actieven in %
0,63
gepensioneerden en premievrijen in %
0,99
0,50
-
-
4,44
Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam in cijfers
45
Personalia Bestuur per 14 juni 2007
Disciplines
Werkmaatschappij
Benoemd door Ballast Nedam N.V. T.A.C.M. Bruijninckx*
voorzitter
Financiën
Ballast Nedam
A.C. de Geus
lid
Techniek
Ballast Nedam Infra
A. Kok*
lid
Financiën
Ballast Nedam International
J.H.H. Hertsenberg
lid
Techniek
Ballast Nedam Bouwmaterieel B.V.
Mevr. M.G. van Westerop
plv. voorzitter
Personeel
Ballast Nedam
M.J.L. Heitman
secretaris
Juridisch
Ballast Nedam Bouw en Ontwikkeling
Gekozen door de deelnemers H.P. van der Meer*
plv. secretaris
Financiën
Ballast Nedam Infra
C.W.M. Kloosterman
lid
Financiën
Vroeggepensioneerd
M.N.M. de Jong
lid
Personeel
Ballast Nedam Infra
Y. van Steeg
lid
Financiën
Gepensioneerd
S.J.A. Bijpost
lid
Techniek
Ballast Nedam Bouw en Ontwikkeling
F.L. van Oorschot
lid
Personeel
Ballast Nedam Bouw en Ontwikkeling
* lid van de beleggingscommissie
46
Hoofd Pensioenbureau
L.E.M. Duynstee
Administrateur
T.J.M. Meulemans
Accountant
KPMG Accountants N.V.
Certificerend Actuaris
Watson Wyatt B.V.
Adviserend Actuaris
Watson Wyatt B.V.
Personalia
Het stadion telt straks 15.000 zitplaatsen, met de mogelijkheid dat
herkenbaarheid. Bij de gemaakte ontwerpkeuzes stond een veilig,
aantal tot 27.000 uit te breiden. Inmiddels zijn de donkergroene
solide stadion met een goed uitrustingsniveau voorop: alle
stoelen allemaal geplaatst en bieden de tribunes veel meer sfeer.
mogelijkheden om een zero-tolerance beleid te voeren, maar wél
Ook elders in het stadion zorgen de clubkleuren groen en geel voor
in een vriendelijke omgeving waar de voetbalfan zich thuis voelt.
Begrippenlijst A-factor De A-factor is de jaarlijkse pensioenaangroei die door het Pensioenfonds aan de deelnemer wordt doorgegeven. Deze factor wordt gebruikt in de berekening van de fiscale jaarruimte die beschikbaar is voor aftrek van lijfrentepremies vanwege een tekort aan pensioenopbouw. ABTN (Actuariële en Bedrijfstechnische Nota) Pensioenfondsen dienen te werken volgens een actuariële bedrijfstechnische nota. Hier zijn de financiële opzet van een Pensioenfonds en de grondslagen waarop deze berust, gemotiveerd omschreven. AFM De Autoriteit Financiële Markten is toezichthouder op het gedrag van en de informatieverstrekking door alle partijen op de financiële markten in Nederland. APP (Actuariële Principes Pensioenfondsen) Pensioenfondsen moeten voldoende voorzichtigheid (prudentie) in acht nemen bij de financiële opzet van het fonds en bij de invulling die hier in de praktijk aan wordt gegeven. De Nederlandsche Bank heeft in de Actuariële Principe Pensioenfondsen aangegeven wanneer hieraan volgens haar is voldaan. In 2007 worden de Actuariële Principes Pensioenfondsen vervangen door een FTK, waarin nieuw te hanteren waarderingsmethoden zijn aangegeven. ALM ALM betekent Asset Liability Management, het afstemmen van de beleggingsmix op verplichtingen. Het uitvoeren van een ALM-studie kan een Pensioenfonds helpen bij het kiezen van een juiste beleggingsmix. Een ALM-studie kent de volgende aspecten: - overzicht van de financiële stromen in het Pensioenfonds - inzicht in de toekomstige verplichtingen t.o.v. de beleggingen - beoordelen van de financiële positie versus economische omstandigheden - doorrekenen van mogelijke beleidsalternatieven om daaruit te kunnen kiezen. Arbeidsongeschiktheid Wanneer een deelnemer na 2 jaar ziekte, arbeidsongeschikt blijft, wordt de premiebetaling door werknemer en werkgever gestopt. De pensioenopbouw gaat in bepaalde situaties geheel of gedeeltelijk welvaartsvast door, nu voor rekening van het Pensioenfonds. Benchmark Een objectieve vergelijkingsmaatstaf voor het beoordelen van beleggingen, zowel in de termen van gerealiseerd rendement als wat de samenstelling van de beleggingen betreft. Bijzonder nabestaandenpensioen Premievrije aanspraak van de huwelijkspartner met wie de (gewezen) deelnemer gehuwd is geweest. De dienstjaren gelegen voor de ontbinding van het huwelijk tellen mee. Bij volgende huwelijken telt diensttijd vanaf de ontbinding van het vorige huwelijk. BPF 2000 De regeling van de bedrijfstak bouw die in 2000 is ingevoerd. Deze regeling is in 2006 vervangen door een nieuwe pensioenregeling. Contante waarde De waarde op dit moment van een toekomstige kasstroom, rekening houdend met een bepaalde rentevoet. Collectieve beschikbare premieregeling Een pensioensysteem waarbij de werkgever zich er uitsluitend toe verplicht een vaste premie te betalen. Bij een collectief beschikbare premieregeling wordt het risico van een tekort door de pensioendeelnemers gezamenlijk gedragen. Het verschil met een individuele beschikbare premieregeling is dat het collectieve element bewaard blijft. Dekkingsgraad Het pensioenvermogen gedeeld door de voorziening pensioenverplichtingen, uitgedrukt in een percentage. De dekkingsgraad is een
48
Begrippenlijst
maat voor de financiële positie van Pensioenfondsen en een graadmeter voor de mate van de zekerstelling van de (toekomstige) betalingen van de toegezegde pensioenen. In de financieringsopzet wordt gestreefd naar een dekkingsgraad van 100%, vermeerderd met het op enig moment op grond van de regelgeving vereist vermogen. Dekkingstekort Zie: onderdekking DNB De Nederlandsche Bank houdt (prudentieel) toezicht op financiële instellingen. Na de fusie in 2004 van De Nederlandsche Bank met de Pensioen- & Verzekeringskamer vallen hier ook pensioenfondsen en verzekeraars onder. Het gedragstoezicht wordt uitgevoerd door de Autoriteit Financiële Markten. Het toezicht op verzekeraars is geregeld in de Wet financieel toezicht, terwijl in de Pensioenwet ook het toezicht op pensioenfondsen is geregeld. Tevens zijn bepalingen betreffende het toezicht terug te vinden in de Wet betreffende verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000 en de Wet verplichte beroepspensioenregeling. De Nederlandsche Bank houdt ook toezicht op pensioenregelingen die door een werkgever rechtstreeks bij een verzekeraar worden ondergebracht. Duration Het gewogen gemiddelde van de lengte van de perioden waarover alle kasstromen van een obligatie plaatsvinden, waarbij de weging plaatsvindt op basis van de contante waarde van iedere kasstroom. Duration is een maatstaf voor de rentegevoeligheid van een obligatie. In de regel geldt hoe langer de looptijd van een obligatie, hoe gevoeliger de koers van die obligatie voor renteveranderingen. Indien men een daling van de rente verwacht, is het profijtelijk een obligatie met een zo lang mogelijke duration te kopen, aangezien de koers hiervan het meest zal oplopen. Franchise Het deel van het pensioengevend salaris dat in verband met AOW-aanspraken bij de pensioenberekening buiten beschouwing blijft. Financieel Toetsingskader (FTK) De benaming van het nieuwe toezichtregime dat van toepassing zal zijn op de financiële positie en financiële beleid van Pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen. De nieuwe waarderingsmethoden zullen de huidige Actuariële Principes Pensioenfondsen vervangen. Het nieuwe toezichtregime wordt ook verankerd in de Pensioenwet. Hoog-Laag Het voor de pensioendatum bepalen of het ouderdomspensioen eerst enige jaren hoog en daarna levenslang lager wordt genoten. Kosten dekkende pensioenpremie In het FTK gehanteerde term. Hiermee wordt bedoeld de premie die nodig is om de onvoorwaardelijke onderdelen van de pensioenregeling in dat jaar en voor de lange termijn na te komen. Liability Matching portefeuille Deel van de beleggingsportefeuille van het Pensioenfonds, voornamelijk bestaande uit obligaties waarvan de looptijden zijn afgestemd op de looptijden van de verwachte pensioenuitkeringen. De Liability Matching portefeuille heeft het doel het Pensioenfonds zoveel mogelijk te beschermen tegen het risico van rente wijzigingen. De verplichtingen van het Pensioenfonds dalen in dat geval ook. Indien de rente daalt, nemen de verplichtingen van het Pensioenfonds weliswaar toe, maar stijgen de obligaties eveneens in waarde. De Liability Matching portefeuille bestaat in dit Pensioenfonds uit units ING F.I. All Grade Long Duration Fonds en units ING F.I. Grade Basis Fonds. Middelloonsysteem Pensioenregeling waarin de hoogte van het pensioen gebaseerd is op het gemiddelde salaris dat men gedurende de gehele diensttijd heeft verdiend. Nabestaandenpensioen Aanspraak van de partner bij overlijden van de deelnemer, ter grootte van 70% van het bereikbare ouderdomspensioen op pensioenleeftijd vanaf datum overlijden.
Begrippenlijst
49
Nominale pensioenverplichting Pensioenverplichting zonder rekening te houden met mogelijk in de toekomst te verlenen indexatie. Onderdekking Situatie dat de middelen van het pensioenfonds niet langer toereikend zijn om de voorziening pensioenverplichtingen en de reserve voor algemene risico’s te dekken. Op 30 september 2002 heeft De Nederlandsche Bank een brief aan de besturen van pensioenfondsen gestuurd met de titel “Uitgangspunten voor de financiële opzet en positie van pensioenfondsen”. Uit deze brief blijkt dat De Nederlandsche Bank een dekkingsgraad verlangt van minimaal 105%. Bij een lagere dekkingsgraad is sprake van onderdekking. In het Besluit van 27 januari 2006 (algemene maatregel van bestuur) worden nadere regels gesteld met betrekking tot het minimumbedrag van het eigen vermogen van pensioenfondsen en beroepspensioenfondsen. Ouderdomspensioen Aanspraak bij het bereiken van de pensioenleeftijd welke jaarlijks wordt opgebouwd met 2,25% van de pensioengrondslag met ingang van 1 januari 2006. Pensioen Pensioen is een periodieke uitkering die verkregen wordt in verband met ouderdom, of na overlijden van de werknemer. Historisch gezien is het pensioenbegrip dan ook nauw verbonden met de arbeidsovereenkomst. Juridisch is het te beschouwen als een secundaire arbeidsvoorwaarde. Periodieke uitkeringen in de privé-sfeer worden niet met de term pensioen, maar met lijfrente aangeduid. Ook de fiscale regels zijn op deze tweedeling afgestemd. Voor pensioenen is de loonbelasting van toepassing en voor lijfrente is de inkomstenbelasting van toepassing. Pensioengevend salaris 13 maal het periodesalaris (in de eerste periode van het jaar) vermeerderd met 8% vakantietoeslag (14,04 x periodesalaris). Pensioengrondslag Het deel van het pensioengevende salaris dat overblijft na aftrek van de franchise, dus pensioengevend salaris minus franchise. Pensioenregister Een register welke moet worden opgezet door de pensioenuitvoerders gezamenlijk. Het pensioenregister moet één ingang vormen voor het overzicht van alle opgebouwde aanspraken van (gewezen) deelnemers en gewezen partners. Het pensioenregister dient uiterlijk op 1 januari 2011 operationeel te zijn. Pensioenvermogen Het belegd vermogen, vermeerderd/verminderd met de kortlopende schulden/vorderingen van het Pensioenfonds. Pensioenwet Nieuwe wet die de Pensioen- en spaarfondsenwet vervangt. De Pensioenwet is 1 januari 2007 van kracht geworden. Sommige onderdelen gaan op een latere datum in. Pension Fund Governance De wijze waarop een Pensioenfonds verantwoording aflegt aan belanghebbenden en de wijze waarop het interne toezicht is georganiseerd. (ook wel: goed Pensioenfondsbestuur). Premies Door (en voor) deelnemers periodiek te betalen vaste bijdragen. Werkgeversbijdrage: 17 % van de pensioengrondslag. Werknemersbijdrage: 7% van de pensioengrondslag. Premievrije pensioenen Deze uitdrukking wordt in twee betekenissen gebruikt, te weten: a. pensioenen die verkregen worden bij beëindiging van het dienstverband; b. pensioenen krachtens een pensioenregeling waarvoor de deelnemers zelf geen bijdrage hoeven te betalen.
50
Begrippenlijst
RenteSwap Een tussen twee institutionele partijen gesloten contract, dat beide partijen verplicht tot het doen van rentebetalingen over een nominale hoofdsom. Bijvoorbeeld: partij A verplicht zich om gedurende een bepaalde periode aan partij B te betalen kortlopende rente over een hoofdsom van 100 mln en partij B verplicht zich gedurende die periode de langlopende rente te betalen over diezelfde hoofdsom. Door middel van renteswaps kan het Pensioenfonds de rentegevoeligheid van de portefeuille beïnvloeden. Rentetermijnstructuur Een grafiek die het verband weergeeft tussen de looptijd van een vastrentende belegging enerzijds en de daarop ontvangen marktrente anderzijds. Reservetekort De Nederlandsche Bank spreekt van een reservetekort als de middelen ontoereikend zijn om naast de voorziening pensioenverplichtingen en de reserve voor algemene risico’s, ook nog de vereiste reserve beleggingsrisico’s, de reserve voorgenomen pensioenaanpassing en eventuele andere reserves te dekken. Stop-lossverzekering Verzekering die ertoe dient om de totale schade in enig jaar als gevolg van overlijden te beperken. Deze bovengrens wordt ook wel prioriteit genoemd. Technische voorzieningen Bedrag benodigd om aan reeds verworven pensioenverplichtingen jegens de verzekerden te voldoen, rekening houdend met gemiddelde levensduur en 4% rente per jaar (rekenrente). Vanaf 2007 moeten deze vastgesteld worden op basis van de marktrente. Tijdelijk nabestaandenpensioen Extra aanspraak tot 65 jaar voor de partner bij overlijden van de deelnemer. Jaarlijks 10% van het laatste jaarsalaris. Uitruil Het met toestemming van de eventuele partner inruilen van nabestaandenpensioen voor extra ouderdomspensioen. Vereist Eigen Vermogen De solvabiliteitsbuffer die het Pensioenfonds moet aanhouden in verband met de vereiste zekerheid, dat de onvoorwaardelijke pensioenen ook daadwerkelijk worden uitgekeerd. Het vereist eigen vermogen wordt zodanig vastgesteld, dat de kans dat er binnen een jaar een situatie van onderdekking ontstaat, kleiner is dan 2,5%. Voorziening pensioenverplichtingen De contante waarde van reglementair onvoorwaardelijk toegezegde pensioenen (de nominale pensioenen) op basis van de actuariële grondslag van het fonds. Waarde-overdracht Het overdragen van de contante waarde van pensioenaanspraken om pensioenverlies te voorkomen wanneer een werknemer van pensioenregeling wisselt. Pensioenaanspraken worden daartoe afgekocht door de instelling die de pensioenregeling van de oude werkgever uitvoert, en het afkoopbedrag wordt vervolgens rechtstreeks overgedragen aan de instelling die de pensioenregeling van de nieuwe werkgever uitvoert. De werknemer koopt daarmee bij die instelling pensioenaanspraken in. Waardevastheid Een pensioenuitkering is waardevast indien deze gekoppeld is aan een prijsindex. Gewoonlijk kiest men hiervoor een van de bekende reeksen van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Welvaartsvastheid Een pensioenuitkering is welvaartsvast indien deze gekoppeld is aan de loonindex. Wezenpensioen Aanspraak van één of meer kinderen bij overlijden van de deelnemer. Over maximaal 5 kinderen: tot 18 jaar 14% per kind van het bereikbare ouderdomspensioen bij overlijden van de deelnemer; 28% per kind van het bereikbare ouderdomspensioen bij overlijden van beide ouders (studerende kinderen tot 27 jaar).
Begrippenlijst
51