Jaarverslag Leerplicht 2009-2010
Versie
Datum Samengesteld door
: : :
1.0 December 2010 Anja Visscher
Jaarverslag Leerplicht 2007-2008 pagina 2 van 17
Inhoudsopgave 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
1.5.1 1.5.2 1.5.3 2 2.1 2.2
2.2.1 2.2.2 2.2.3 2.2.4 2.2.5 3 3.1 3.2 3.3
Algemeen..................................................................................................................... 3 Inleiding ........................................................................................................................ 3 Gemeentelijke rol inzake leerplicht ............................................................................. 3 De taken van de leerplichtambtenaar ......................................................................... 4 Personele bezetting ..................................................................................................... 4 Samenwerkingsverbanden .......................................................................................... 5 Samenwerking lokaal ...................................................................................................5 Regionale samenwerking .............................................................................................6 Landelijke samenwerking .............................................................................................6 De gegevens van schooljaar 2009-2010.................................................................. 6 Inleiding ........................................................................................................................ 6 De leerplichtgegevens over schooljaar 2009-2010 .................................................... 7 Meldingen in schooljaar 2009-2010 ............................................................................8 Meldingen naar onderwijsvorm....................................................................................9 Afhandeling van de meldingen relatief verzuim........................................................10 Schorsingen ................................................................................................................10 Overzicht verzuim en vrijstellingen ...........................................................................11
3.3.1 3.3.2 3.3.3
Evaluatie schooljaar 2009-2010.............................................................................. 11 Inleiding ...................................................................................................................... 11 Preventie .................................................................................................................... 11 Aanpak van voortijdig schoolverlaten ....................................................................... 12 Regionaal Meld- en Coördinatiepunt .........................................................................12 Lokale Meld- en Coördinatiefunctie ...........................................................................13 MBO team...................................................................................................................13
4 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6
Ontwikkelingen......................................................................................................... 14 Netwerken ...................................................................................................................14 IB-groep digitaal verzuimloket en vsv ........................................................................14 Regionalisering.............................................................................................................15 Sociale Verzekeringsbank ..........................................................................................16 wet Investeren in Jongeren ........................................................................................16 M@ZL project ..............................................................................................................16
Jaarverslag Leerplicht 2007-2008 pagina 3 van 17
1
Algemeen
1.1
Inleiding
Op grond van artikel 25 van de Leerplichtwet 1969 brengt het college van burgemeester en wethouders jaarlijks een leerplicht jaarverslag uit. Het college van Burgemeester en Wethouders is belast met het toezicht op de naleving van de leerplichtwet en heeft de uitvoering daarvan opgedragen aan de leerplichtambtenaar. De leerplichtwet annex de wet op de kwalificatieplicht legt aan ouders of verzorgers de verplichting op hun kinderen in te schrijven op een school of onderwijsinstelling vanaf hun vijfde verjaardag tot de dag dat zij 18 jaar worden of tot het moment waarop die kinderen een startkwalificatie hebben behaald. Naast deze inschrijvingsplicht hebben ouders c.q. verzorgers ook de verantwoordelijkheid voor een geregeld schoolbezoek door de kinderen die aan hun zorgen zijn toevertrouwd. Geregeld schoolbezoek betekent altijd aanwezig zijn volgens het lesrooster van de school. Slechts in een klein aantal beschreven omstandigheden is uitzondering op die regel mogelijk. Ook voor de scholen zijn er verplichtingen. De belangrijkste is – althans in dit kader – dat zij bij (een vermoeden van) ongeoorloofd schoolverzuim de leerplichtambtenaar daar spoedig van in kennis stellen. In een vroeg stadium gezamenlijk optrekken van school en leerplichtambtenaar vergroot de effectiviteit van beider inspanningen: de kans dat de kinderen hun schoolritme weer oppakken is groter. Het verslag dat u nu in handen heeft, geeft toelichting op de manier waarop in de gemeente Drimmelen de handhaving van de eerder genoemde wetten vorm kreeg in het afgelopen schooljaar. Er wordt ingegaan op aard en omvang van het verzuim, het beschrijft hoe gepoogd werd het verzuim een halt toe te roepen en welke partners daarbij een rol speelden. 1.2
Gemeentelijke rol inzake leerplicht
Op basis van de Leerplichtwet 1969 is de rol van de gemeente met betrekking tot leerplicht als volgt te omschrijven: -de gemeente is belast met het toezicht op de naleving van de Leerplichtwet 1969; -het college van burgemeester en wethouders rapporteert jaarlijks aan de gemeenteraad;
formuleert
een
leerplichtbeleid
en
-over omvang en afhandeling moet het gemeentebestuur jaarlijks rapporteren aan het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap; -het gemeentebestuur delegeert de uitvoering van de leerplichtwet aan één of meer leerplichtambtenaren. Deze heeft speciale bevoegdheden en heeft toegang tot scholen en onderwijsinstellingen en is ten alle tijden bevoegd personen te horen. De leerplichtambtenaar biedt voornamelijk hulp aan leerlingen, ouders en scholen bij het zoeken naar oplossingen bij (zorgwekkend) schoolverzuim, voortijdig schoolverlaten en vrijstellingen leerplicht. De leerplichtambtenaar is tevens buitengewoon opsporingsambtenaar en derhalve bevoegd tot het opmaken van een proces verbaal.
Jaarverslag Leerplicht 2007-2008 pagina 4 van 17
1.3
De taken van de leerplichtambtenaar
De leerplichtambtenaar houdt zich bezig met een aantal zeer uiteenlopende werkzaamheden, die voortvloeien uit een zestal hoofdtaken:: − Een controlerende taak. In de leerplichtwet worden de verplichtingen van ouders/verzorgers en schooldirecties aangegeven; de leerplichtambtenaar moet controleren of partijen zich aan die verplichtingen houden. − Een registrerende taak. De leerplichtambtenaar registreert gegevens van leerlingen en maakt daar dossiers van; het gaat daarbij om ondermeer verzuimgegevens, persoonsgegevens, medische en sociale gegevens en verslagen van huis- en schoolbezoek, van gesprekken ten kantore van de leerplichtambtenaar en van telefoongesprekken. − Een signalerende taak. Naar aanleiding van meldingen kan de leerplichtambtenaar een beeld krijgen van eventuele knelpunten die zich voordoen. − Een preventieve taak. Verzuim kan de eerste fase zijn in een proces dat eindigt met het verlaten van de school zonder diploma; in die gevallen spreken we dan ook van signaalverzuim. Met een stevige aanpak van dit signaalverzuim kan langdurig verzuim en mogelijk schooluitval voorkomen worden. − Een curatieve taak. Daar waar sprake is van (dreigend) afhaken, is het de taak van de leerplichtambtenaar om de betreffende jongere weer terug te leiden naar school. Daartoe begeleidt en motiveert hij zelf de jongeren en/of hun ouders/verzorgers óf hij verwijst door naar gespecialiseerde hulpverleningsinstanties. − Een justitiële taak. Wanneer preventie en een curatief traject niet tot het gewenste resultaat leiden, kan de leerplichtambtenaar door het opmaken van een proces-verbaal de hulp van justitie inroepen. Processen-verbaal kunnen opgemaakt worden tegen ouders/verzorgers en/of de betreffende jongere, maar ook tegen een schooldirectie. 1.4
Personele bezetting
In onze gemeente is 1 persoon tot leerplichtambtenaar beëdigd. Zij is belast met de daadwerkelijke uitvoering van de werkzaamheden rondom de leerplichtwet. Vanaf januari 2009 is de leerlingenadministratie (kennisgevingen inschrijvingen en uitschrijvingen van leerlingen) geen taak meer van de leerplichtambtenaar. Deze werkzaamheden zijn overgedragen aan een collega. Op dit moment heeft de leerplichtambtenaar ook een taak wat betreft het beleidsveld van de leerplicht met betrekking tot de ontwikkeling, rondom aanzetten tot verdergaande samenwerking en regionalisering van de leerplicht (zie verder hoofdstuk 4) De leerplichtambtenaar is, indien hij of zij het examen Buitengewoon Opsporingsambtenaar (BOA examen) met goed gevolg heeft afgelegd, buitengewoon opsporingsambtenaar en kan processen verbaal opmaken. De leerplichtambtenaar van de gemeente Drimmelen is in het bezit van deze bevoegdheid. Tevens is de leerplichtambtenaar verantwoordelijk voor het leerlingenvervoer.
Jaarverslag Leerplicht 2007-2008 pagina 5 van 17
1.5
Samenwerkingsverbanden
Uitvoering van de wettelijke leerplichttaken leidt onvermijdelijk tot veelvuldig en uitgebreid overleg tussen en met zeer diverse instanties en personen. Veel overleg vindt ad hoc plaats, maar structureel overleg in verschillende verbanden neemt toe. 1.5.1
Samenwerking lokaal
Bij het voorkomen en terugdringen van schoolverzuim spelen diverse personen en instanties een rol; de leerplichtambtenaar is er daar één van. Omdat de oorzaken van schoolverzuim heel divers kunnen zijn en achtergronden en problematiek zeer uiteenlopend, kan het nodig zijn om te overleggen met of door te verwijzen naar specialisten op andere terreinen. - Structureel (zeswekelijks) vond overleg plaats in de buurtnetwerken van Made, Terheijden en Hooge en Lage Zwaluwe. Doelgroep van de buurtnetwerken waren jeugdigen van 0 tot 19 jaar en de deelnemers zijn afkomstig van scholen, politie, zorg, kinderopvang e.d. Deze overleggen hebben plaatsgevonden tot 01-01-2010. M.i.v. 01-01-2010 zijn de buurtnetwerken opgeheven. (zie ook hoofdstuk 4). Hiervoor in de plaats is het Kernteam Centrum voor Jeugd en Gezin gekomen. Hier kunnen ouders of beroepskrachten met vragen of problemen terecht die zij niet zelf kunnen oplossen. Het Kernteam heeft naast consultatie, adviseren, volgen en toeleiden naar zorg ook tot taak om af te stemmen met andere netwerkstructuren, zowel locaal als regionaal. De leerplichtambtenaar maakt deel uit van het Zorg Advies Team van het Dongemond College, locatie Made; ook hier vindt overleg een maal per zes weken plaats. In toenemende mate schuift onze leerplichtambtenaar (op afroep) aan bij de zorg advies team overleggen op scholen in Raamsdonksveer, Oosterhout en Breda, indien er een leerling wordt besproken uit de gemeente Drimmelen. Ook neemt zij, indien nodig, deel aan het MASS (Maatschappelijke Steunsystemen). Bij het Justitieel Casus Overleg, wekelijks in het Veiligheidshuis in Breda, zijn vertegenwoordigd: het Openbaar Ministerie, de politie, de Raad voor de Kinderbescherming, Buro Halt, Bureau Jeugdzorg en leerplicht; eens per drie weken zit de leerplichtambtenaar van Drimmelen daar aan tafel. De andere twee weken nemen de collega’s van de gemeente Oosterhout de Drimmelense honneurs waar. - Incidenteel overleg vindt plaats indien de aanpak van leerplichtsituaties (het kan daarbij gaan om schoolverzuim, maar ook om vrijstellingen, alternatieve leerroutes, voortijdig schoolverlaten) dat noodzakelijk of wenselijk maakt. In schooljaar 20092010 was er in toenemende mate sprake van consulterende contacten met Bureau Jeugdzorg Breda: telefonisch overleg als de leerplichtambtenaar een probleem net in beeld heeft om de opties te bespreken en een voorlopige route naar (het moment van) verwijzing uit te stippelen.
Jaarverslag Leerplicht 2007-2008 pagina 6 van 17
1.5.2
Regionale samenwerking
Regionaal Leerplicht Overleg: De leerplichtambtenaar neemt deel aan het Regionaal Leerplicht Overleg, dat 1 keer in het kwartaal bij elkaar komt. Sinds kort is dit overleg gesplitst in 2 overleggen. Drimmelen is vertegenwoordigd in het overleg Oost-West Brabant waarin ook Breda, Baarle-Nassau, Alphen-Chaam, Etten-Leur, Oosterhout, Zundert, Rucphen, Werkendam, Woudrichem en Moerdijk participeren. Belangrijkste punten van bespreking zijn: informatie-uitwisseling, casuïstiekbespreking, knelpunten die worden ervaren bij uitvoering van de leerplicht, laatste ontwikkelingen betreffende leerplicht en aanverwante gebieden. Doel is om zo uniform mogelijk te opereren en gezamenlijk afspraken hiertoe te maken.
Groot Leerplicht Overleg: Twee keer per jaar organiseert het Openbaar Ministerie Breda een overleg met alle gemeenten binnen het arrondissement. De jeugdofficier pleegt daarbij overleg met de leerplichtambtenaren over leerplichtzaken in relatie tot justitiële onderwerpen. Zo worden bijvoorbeeld nieuwe richtlijnen van het Openbaar Ministerie van een toelichting voorzien en besproken. Bedoeling van dit overleg is o.a. om één uniform beleid te hanteren wat betreft de aanpak van het verzuim. Hierover worden afspraken gemaakt en er vindt evaluatie plaats. Voorts wordt aandacht besteed aan de stand van zaken m.b.t. projecten die in het arrondissement lopen. Vanuit dit overleg is bijv. het project Spijbelaars naar HALT (via het zgn. miniprocesverbaal) ontstaan, en zijn er werkconferenties georganiseerd. 1.5.3
Landelijke samenwerking
Om ook landelijk de uitvoering van de leerplichtwet zo veel mogelijk uniform te laten verlopen, zijn de meeste leerplichtambtenaren i.c. de meeste gemeenten aangesloten bij Ingrado. In samenwerking met de bestuursacademie Nederland biedt de vereniging cursussen en themadagen aan teneinde de expertise van de ambtenaren te vergroten. Via website, kwartaalschrift en contactdagen worden deelnemende gemeenten en hun ambtenaren op de hoogte gehouden van recente ontwikkelingen, jurisprudentie, rijksbeleid en zo voort. 2
De gegevens van schooljaar 2009-2010
2.1
Inleiding
Hieronder worden aan de hand van enkele getallen aard en omvang van de Drimmelense leerplichtproblematiek geïllustreerd. Er is toenemend aandacht voor de betrouwbaarheid van het cijfermateriaal, zeker vanuit de rijksoverheid. Er worden aan gemeenten tools uitgereikt die eraan moeten bijdragen dat de kwaliteit van gegevens verbetert. Omdat leerlingen- en verzuimadministratie gemeentelijke taken zijn, is het voor ons van groot belang dat de rijksoverheid de helpende hand biedt waar het gaat om het (zo snel mogelijk) binnenhalen van betrouwbare gegevens. Inmiddels is er één landelijk digitaal loket waarop scholen spijbelgedrag van leerlingen kunnen melden. (zie verder Hoofdstuk 4)
Jaarverslag Leerplicht 2007-2008 pagina 7 van 17
2.2
De leerplichtgegevens over schooljaar 2009-2010
De hieronder gepresenteerde cijfers zijn te relateren aan de bevolkingscijfers van de gemeente; op 1 januari 2010 telde de gemeente Drimmelen 26.592 inwoners, die als volgt verdeeld waren over de diverse kernen: Made 11.610 inwoners Drimmelen 570 inwoners Terheijden 6.355 inwoners Wagenberg 2.197 inwoners Hooge Zwaluwe 1.652 inwoners Lage Zwaluwe 4.179 inwoners Zevenbergschen Hoek 29 inwoners.
Met ingang van 1 augustus 2007 is het begrip “partieel leerplichtig” geschrapt uit de leerplichtwet. Tegelijkertijd is de Wet op de kwalificatieplicht ingevoerd: aansluitend aan de leerplichtwet is een jongere kwalificatieplichtig tot de dag dat hij 18 jaar wordt, dan wel tot het moment dat hij een startkwalificatie behaalt. Een diploma HAVO, VWO of MBO (niveau 2) is een startkwalificatie. Een VMBO-diploma geeft toegang tot het MBO, maar is géén startkwalificatie. In totaal zijn per 1 januari 2010 4181 inwoners (tussen 5 en 18 jaar) leerplichtig of kwalificatieplichtig en per kern zijn dat er in:
Made Drimmelen Terheijden Wagenberg Hooge Zwaluwe Lage Zwaluwe Zevenbergschen Hoek
1.758 100 994 403 257 655 14
jongeren jongeren jongeren jongeren jongeren jongeren jongeren
Scholen in de gemeente Drimmelen: Made Drimmelen Terheijden Wagenberg Hooge Zwaluwe Lage Zwaluwe
: BS de Stuifhoek – BS Den Duin – BS Lage Weide : VO Dongemondcollege : BS ’t Klaverblad : BS De Windhoek – BS De Zeggewijzer – BS De Zonzeel : BS De Elsenhof : BS De Schittering : BS Willibrordus – BS ’t Rietland
Een aantal leerlingen is voor wat betreft scholen voor (speciaal) voortgezet onderwijs en speciaal basis onderwijs aangewezen op scholen in andere gemeenten. Er wordt daarbij vnl. gebruik gemaakt van scholen in Breda, Oosterhout en Klundert.
Jaarverslag Leerplicht 2007-2008 pagina 8 van 17
2.2.1
Meldingen in schooljaar 2009-2010
Bij schoolverzuim maakt de wet onderscheid tussen absoluut en relatief verzuim. Van absoluut schoolverzuim spreken we als leerplichtigen niet ingeschreven zijn bij een school of onderwijsinstelling; dit is in onze gemeente gedurende het afgelopen schooljaar een aantal keren geconstateerd. Dit zijn vaak leerplichtigen die sinds kort in de gemeente woonachtig zijn en waarbij de inschrijving op de nieuwe onderwijsinstelling nog niet door de administratie van de onderwijsinstelling is geactualiseerd. Van relatief schoolverzuim is sprake als wel aan de inschrijfverplichting is voldaan, maar de leerplichtige vervolgens niet of in onvoldoende mate de lessen bijwoont. Onder relatief schoolverzuim valt ook het luxe verzuim. Hiervan is sprake indien een leerplichtige verzuimt, vanwege vakantie, buiten de normale schoolvakanties om. In schooljaar 2009-2010 zijn er 63 meldingen relatief verzuim binnengekomen, die om actie van de leerplichtambtenaar vroegen. Hiervan zijn 10 meldingen betreffende luxe verzuim. Tegen de ouders van deze leerlingen is dan ook een proces-verbaal opgemaakt. Bij één leerling is een mini proces-verbaal opgemaakt. Dit betreft een HALT-verwijzing. Bij het merendeel van de meldingen wordt een onderzoek ingesteld. Er wordt telefonisch en/of schriftelijk informatie opgevraagd bij de school. Leerling en ouders worden uitgenodigd voor een gesprek. Indien er al hulpverlening in het gezin zit, wordt deze ook bij het onderzoek betrokken. Een aantal van de betrokken gezinnen wordt dan ook in de verschillende overleggen besproken, zoals bv (vóór 01-01-2010) in de buurtnetwerken, (na 01-01-2010) in het Kernteam Centrum voor Jeugd en Gezin, ZAToverleggen, JCO en MASS overleg. Soms worden ouders doorverwezen naar een huisarts of een onafhankelijke GGD arts. Op vrijwillige basis kunnen ouders ook hulp vragen bij Bureau Jeugdzorg. Indien er rondom een gezin veel zorgen zijn, wordt er een signalering gemaakt in het signaleringssysteem Zorg voor Jeugd. In schooljaar 2009-2010 zijn er door de leerplichtambtenaar 7 leerlingen in het signaleringssysteem gezet. Voordat een signalering in het systeem wordt gezet, worden ouders hiervan op de hoogte gesteld. Dit is verplicht. Tevens kan er een zorgmelding worden gedaan bij Bureau Jeugdzorg. Dit is in schooljaar 2009-2010 2 maal voorgekomen. Ouders en kinderen kunnen ook zelf aankloppen bij Bureau jeugdzorg. Deze kunnen echter alleen iets betekenen, indien betrokkenen op vrijwillige basis mee werken. Om een gedwongen (strafrechtelijk) traject op te starten kan de leerplichtambtenaar ook nog een Proces-Verbaal opmaken om bv de Raad voor de Kinderbescherming een (civiel) onderzoek te laten instellen. In schooljaar 2009-2010 heeft de leerplichtambtenaar 5 processen-verbaal opgemaakt betreffende ongeoorloofd schoolverzuim. In vier gevallen heeft het ertoe geleid dat de leerling (en zijn ouders) zich voor de kinderrechter moesten verantwoorden. De leerplichtambtenaar wordt ook door de rechtbank opgeroepen om als getuige op te treden. Bij een groot deel van de meldingen ligt vaak achterliggende problematiek ten grondslag. - het niet kunnen vinden van een passende school of opleiding; - psychische problemen en lichamelijke klachten; - moeilijke thuissituatie; - opvoedingsproblemen; - concentratieproblemen; - motivatieproblemen; - gebrek aan sociale vaardigheden; - gedragsmoeilijkheden; - identiteitsproblemen; - financiële problematiek
Jaarverslag Leerplicht 2007-2008 pagina 9 van 17
Bij een aantal leerlingen gaat het om een complex van problemen. Afhankelijk van de aard van de situatie maakt de leerplichtambtenaar een keuze welk soort actie het beste ondernomen kan worden. De keuze wordt ingegeven naar bijvoorbeeld de mate van verzuim en de bekend zijnde achterliggende problematiek. Een contact over een leerling kan uiteenlopen van een kort telefoontje tot het maanden- of soms jarenlang volgen van een leerling in verband met de meervoudige problematiek van deze jongere en/of zijn/haar omgeving.
In het jaar 2009/2010 heeft de leerplichtambtenaar gebruik gemaakt van de volgende soort interventies: - huisbezoek; - gesprek ouders/jongeren in het gemeentehuis; - gesprek ouders en jongere in het gemeentehuis; - telefonische gesprek met ouders en leerlingen; - brief; - (telefonisch) gesprek met school; - gesprek met school/ouders en leerling op de school; - overleg collega leerplichtambtenaar; - overleg maatschappelijk werk; - overleg Bureau Jeugdzorg; - overleg Centrum voor jeugd en Gezin - contact schoolarts; - deelname JCO - contact sociale dienst; - contact hulpverleningsinstantie; - contact Raad voor de Kinderbescherming; - contact bedrijf; - overleg reclassering; In het voorbije schooljaar was het in één geval mogelijk om een verwijzing te geven naar Buro Halt: dit kan alleen als er nog geen andere Halt-verwijzing is geweest en het verzuim beperkt is gebleven tot een fiks aantal malen te laat komen. Deze jongere heeft daar kennelijk zijn lesje van geleerd: hij is verderop in het schooljaar nimmer meer bij leerplicht gemeld. Vijf maal is een proces-verbaal opgemaakt voor relatief verzuim, met wisselende afloop. Van het zogenaamde “luxe verzuim” (voorafgaand of aansluitend aan een schoolvakantie zonder toestemming nog een paar dagen extra vakantie vieren of gedurende het schooljaar zonder toestemming vrijaf nemen) is in de gemeente Drimmelen in vijf gevallen sprake geweest. Het betreft 10 leerplichtige kinderen uit 5 verschillende gezinnen. 2.2.2
Meldingen naar onderwijsvorm
De meldingen van luxe verzuim tijdens dit verslagjaar betroffen alle basisschoolleerlingen. Uitsplitsing van de 63 meldingen van relatief verzuim levert het volgende beeld op: De meldingen hadden betrekking op 3 leerlingen uit het (speciaal) basisonderwijs, 12 havisten, 2 VWO’ers en 35 jongens en meisjes uit het (V)MBO. Hiermee wordt het landelijke beeld bevestigd dat de grootste risicogroepen in dat schooltype te vinden zijn. De meeste aanmeldingen zijn gedaan door de school en betroffen verzuimmeldingen. Een aantal andere aanmeldingen is door ouders gedaan en betroffen meestal verzoeken om vrijstellingen, (communicatie) problemen met school en algemene informatie of advies.
Jaarverslag Leerplicht 2007-2008 pagina 10 van 17
2.2.3
Afhandeling van de meldingen relatief verzuim
In veel gevallen gaat het om niet al te ernstige verzuimgevallen en corrigeren vóór er werkelijk gesanctioneerd moet worden, lukt gelukkig ook nog relatief vaak. Een schriftelijke waarschuwing, een huisbezoek of een uitnodiging om in het gemeentehuis bij de leerplichtambtenaar op gesprek te komen, blijken in een aantal gevallen voldoende om aan het verzuim een halt toe te roepen. Bij de ernstigere casussen blijkt dit niet afdoende en moet er een proces-verbaal worden opgemaakt. Dit leidt tot een terechtzitting van de kantonrechter Breda, waarbij behalve de leerplichtige, de verantwoordelijke ouder(s), de Raad voor de Kinderbescherming, ook de leerplichtambtenaar wordt opgeroepen als getuige, om bij de zitting aanwezig te zijn. In één geval heeft het ertoe geleid, dat de leerplichtige voor een bepaalde periode uit huis is geplaatst. De meeste zorg en tijd gaan uit naar die jongelui waar gecompliceerde problematiek oorzaak is van het verzuim. Soms blijven de problemen beperkt tot de jongere en kan er vanuit een stabiele gezinssituatie toegewerkt worden naar een oplossing. Dan is het voor de leerplichtambtenaar een zaak van doorverwijzen naar professionele hulp en het motiveren van de jongere om daar ook gebruik van te maken. In de meeste gevallen komen via het opvolgen van de verzuimmelding complexe gezinsproblemen aan de oppervlakte, waarbij het niet meteen duidelijk is wat de meest aangewezen instantie is voor hulp. Dan zijn er heel wat overleggen met diverse professionals nodig voorafgaande aan en tijdens het hulpverleningsc.q. begeleidingstraject. In verslagjaar 2009-2010 heeft de leerplichtambtenaar in vijf gevallen het opmaken van een proces-verbaal noodzakelijk geacht. Het gaat dan om jongeren en/of hun ouders die weigeren hulp te aanvaarden en daardoor het verzuimgedrag niet weten te verbeteren. Een proces-verbaal betekent een onderzoek door de Raad voor de Kinderbescherming, eventueel gevolgd door gedwongen hulpverlening; omdat de hulp op vrijwillige basis niet heeft gewerkt. Hulp in een gedwongen kader kan echter maanden duren voordat dit werkelijk uitgevoerd wordt. 2.2.4
Schorsingen
Ook afgelopen schooljaar zijn weer enkele leerlingen bij wijze van disciplinaire maatregel door hun school geschorst. De uitvoeringsvorm wil nog wel eens verschillen, afhankelijk van de aanleiding tot de schorsing. Na een geweldsincident kan het voor een school wenselijk zijn om zo’n jongere eens even niet op school te hebben: zij worden met studietaken naar huis gestuurd. Dikwijls wordt de leerling enkel voor het volgen van lessen geschorst: hij mag dan wel op school komen, maar moet in een aparte ruimte zelfstandig werken. Soms leidt het gedrag tot een tijdelijk alternatief traject zoals Rebound. Deze heeft als doelstelling het ontlasten van de VO school van tijdelijk niet te handhaven gedragsmoeilijke leerlingen die het veilige schoolklimaat (gaan) schenden en voor wie de begeleidingsmogelijkheden in en om de school op het moment ontoereikend zijn. De Rebound biedt de leerlingen een niet-vrijblijvende kans om binnen enkele maanden (13 weken) een nieuwe start te maken op de eigen school, of zo nodig een andere vorm van passend vervolgtraject.
Jaarverslag Leerplicht 2007-2008 pagina 11 van 17
2.2.5
Overzicht verzuim en vrijstellingen
In 2009-2010 zijn de volgende cijfers geregistreerd: Luxe verzuim Relatief verzuim Haltverwijzing Signalering Zorg voor Jeugd Zorgmelding Bureau Jeugdzorg Zitting rechtbank
: 10 meldingen, betreffende 5 gezinnen : 5 processen-verbaal : 53 meldingen, betreffende 40 leerlingen : 5 processen-verbaal : 1 leerling : 7 leerlingen : 2 leerlingen : 4 leerlingen
In 2009-2010 hebben 5 ouders/verzorgers zich beroepen op vrijstelling voor leerplichtwet. In alle gevallen is hierop positief besloten.
de
Vrijstelling o.g.v. art.3 a en 3b, de vervangende leerplicht, is aan de orde als alle mogelijkheden die er binnen het volledig dagonderwijs bestaan om een jongere te begeleiden en voor hem of haar een aangepast leeraanbod te verzorgen, zonder succes zijn beproefd. Vervangende leerplicht bestaat veelal uit een aangepast onderwijsprogramma gecombineerd met werk of stage. (0 aanvragen) Vrijstelling o.g.v. art. 5, sub a, is aan de orde indien de jongere op lichamelijke of psychische gronden niet geschikt is om tot een school onderscheidenlijk de instelling te worden toegelaten (2 aanvragen betreffende 2 leerlingen) Vrijstelling o.g.v. art. 5, sub c, is aan de orde indien de jongere als leerling van een inrichting van onderwijs buiten Nederland is ingeschreven en deze inrichting geregeld bezoekt (1 aanvraag betreffende 2 leerlingen) Vrijstelling o.g.v. art. 11, sub g, wordt verleend indien de jongere door gewichtige omstandigheden verhinderd is de school onderscheidenlijk de instelling te bezoeken. (2 aanvragen betreffende 2 leerlingen)
3
Evaluatie schooljaar 2009-2010
3.1
Inleiding
In hoofdstuk 3 worden twee belangrijke aspecten van schoolverzuim nader besproken, te weten preventie en de instrumenten die door de centrale overheid zijn ontwikkeld om schooluitval tegen te gaan.
3.2
Preventie
In het kader van preventie heeft de Drimmelense leerplichtambtenaar (voor 01-01-2010) deelgenomen aan de buurtnetwerken in Made, Terheijden en Lage Zwaluwe. Na 01-012010 neemt zij op afroep deel aan het overleg van Centrum voor Jeugd en gezin. Een nieuw instrument om preventie te bevorderen is het signaleringsssysteem Noord-Brabant, Zorg voor Jeugd: Dit is een digitaal signaleringssysteem, waar iedere geregistreerde
Jaarverslag Leerplicht 2007-2008 pagina 12 van 17
signaalgever die zich zorgen maakt over een jeugdige, zijn zorgen kenbaar kan maken. Soms komen jeugdigen in de problemen. Het signaleringssysteem zorgt ervoor dat de verschillende betrokken instanties d.m.v. het systeem op de hoogte zijn van elkaars bemoeienis met een en dezelfde jongere. Dit om een versnipperde aanpak te voorkomen. Bij minimaal twee signaleringen wijst het systeem automatisch een ketencoördinator aan. Vaak ligt de coördinatie bij Bureau Jeugdzorg. De leerplichtambtenaar neemt tevens structureel deel aan het overleg van het ZorgAdviesTeam van het Dongemond College, locatie Made, en gaat op afroep naar andere vo-scholen als daar een leerling uit onze gemeente besproken wordt, en op dezelfde basis neemt zij deel aan het MASS (Maatschappelijk Steunsysteem). De gemeente Drimmelen is eveneens aanwezig in bij het wekelijkse Justitieel Casus Overleg in het Veiligheidshuis bij de rechtbank in Breda. Bij afwezigheid worden de honneurs waargenomen door collega’s van de gemeente Oosterhout. Al deze overleggen worden bijgewoond om in een zo vroeg mogelijk stadium op de hoogte te zijn van zorgen die ten aanzien van een leerling en of gezin bestaan, en afspraken te maken over hoe en door wie hulp kan worden geboden teneinde escalatie te voorkomen.
3.3
Aanpak van voortijdig schoolverlaten
3.3.1
Regionaal Meld- en Coördinatiepunt
Met ingang van 1 januari 2003 is de RMC-wet in werking getreden. In deze wet wordt een wettelijke basis gelegd voor het voortijdig schoolverlaters beleid. Samenwerkende gemeentebesturen zijn hierdoor verantwoordelijk voor een integrale aanpak van het voortijdig schoolverlaten. Het doel is om voortijdig schoolverlaters te registreren en te helpen om op een manier die bij hen past weer te gaan leren (en een startkwalificatie te behalen) of te gaan werken. Op die manier wordt het aantal schoolverlaters dat zonder startkwalificatie instroomt op de arbeidsmarkt teruggedrongen. Uiteraard is daarbij van belang dat de gemeente een goede afstemming tot stand brengt tussen de RMC-functie en de sluitende aanpak Jongeren.
De gemeente Breda is voor Drimmelen contactgemeente in het RMC-gebied West-Brabant, een samenwerkingsverband van 18 gemeenten. De taken die in dat kader aan Breda toevallen zijn: − Het maken van afspraken met onderwijsinstellingen en maatschappelijke organisaties (inclusief politie en justitie) die bij de bestrijding van voortijdig schoolverlaten een rol spelen. − Het zorgen voor de totstandkoming van een regionaal netwerk van onderwijsinstellingen en maatschappelijke organisaties. − Het streven naar verbetering van het gegevensverkeer tussen scholen en gemeenten en tussen gemeenten onderling, in het kader van de aspecten “registreren” en “melden”. − Het bevorderen dat alle gemeenten het regionaal actieplan Vangnet zo optimaal mogelijk kunnen uitvoeren in het kader van het aspect “verwijzen”. − Het opstellen van de effectrapportage in het kader van de jaarlijkse verantwoording naar het ministerie van OC&W. − Vanuit de RMC-coördinatiefunctie heeft de gemeente Breda ook het voortouw genomen bij de voorbereiding van samenwerking tussen de diverse gemeentes op gebied van leerplicht en RMC.
Jaarverslag Leerplicht 2007-2008 pagina 13 van 17
3.3.2
Lokale Meld- en Coördinatiefunctie
Met de RMC-wet heeft het Rijk de gemeenten ingedeeld in regio's waarin zij moeten samenwerken en verantwoordelijk zijn voor een integrale aanpak van het voortijdig schoolverlaten van jongeren tot 23 jaar. De coördinatie van de taken van het RMC regio West Brabant is toebedeeld aan de gemeente Breda. Aan de intergemeentelijke samenwerking in het RMC regio West Brabant is een decentrale invulling gegeven. Het RMC, regio West Brabant is daarom onderverdeeld in meerdere LMC's (lokale Meld en Coördinatiefunctie) voor het voortijdig schoolverlaten.
Het samenwerkingsgebied van de 18 gemeenten uit het RMC-gebied West-Brabant is weer onderverdeeld in 9 zogenaamde LMC-gemeenten (Lokaal Meld- en Coördinatiepunt); voor de gemeenten Drimmelen en Geertruidenberg is Oosterhout contactgemeente. De gemeente Oosterhout verricht op kleinere schaal een aantal taken gelijk aan die van Breda voor de gehele regio: − Het samen met de LMC-regiogemeenten Drimmelen en Geertruidenberg gestalte geven aan gezamenlijk beleid ten aanzien van de bestrijding van het voortijdig schoolverlaten, waarbij gestreefd wordt naar het realiseren van een sluitend systeem van melding, registratie, doorverwijzen en het volgen van voortijdig schoolverlaters tot 23 jaar; − Het zorgen voor de totstandkoming van een regionaal netwerk van onderwijsinstellingen en maatschappelijke organisaties; − Het streven naar verbetering van het gegevensverkeer tussen scholen en gemeenten; − Het aanleveren bij de RMC-coördinator van gegevens ten behoeve van de effectrapportage voor het ministerie van OC&W.
3.3.3
MBO team
De portefeuillehouders van de 18 gemeenten in West-Brabant hebben zich in oktober 2008 positief uitgesproken over de nadere uitwerking van een aantal voorstellen die erop gericht zijn om de aanpak van het voortijdig schoolverlaten in West-Brabant minder kwetsbaar, effectiever en efficiënter te maken. Daarbij gaat het om de uitvoering van de leerplicht en kwalificatieplicht. Inmiddels is m.b.t. de kwalificatieplicht resultaat geboekt in deze richting. De kwalificatieplicht geldt voor jongeren die nog geen startkwalificatie behaald hebben en de volledige leerplicht achter de rug hebben. De kwalificatieplicht gaat door tot de 18e verjaardag van de jongere en betreft vooral jongeren in het MBO. De rijksoverheid heeft voor de uitvoering van de kwalificatieplicht middelen ter beschikking gesteld aan de gemeenten. Tien West-Brabantse gemeenten, waaronder Drimmelen, hebben besloten samen te gaan werken bij de uitvoering van de kwalificatieplicht. De voornaamste reden tot deze regionale samenwerking is dat in de regio een eenduidige aanpak gegarandeerd kan worden door het werken met vaste contactpersonen per MBO locatie vanuit één samenwerkend team. Besloten is dat de beschikbare middelen deels ter beschikking komen voor de gemeente die de middelen in kan zetten ter uitbreiding van de formatie leerplicht - en deels besteed worden aan extra kwalificatiemedewerkers voor het MBO. Er zijn 3 kwalificatiemedewerkers aangesteld, die regionaal worden ingezet. Zij zijn in dienst van de gemeente Breda en werken in dezelfde ruimte samen met de trajectbegeleiders van TransiT. Het doel van bovenstaande structuur is een sluitende keten van opvang te gaan maken van leerplicht, kwalificatieplicht en trajectbegeleiding.
Jaarverslag Leerplicht 2007-2008 pagina 14 van 17
De samenwerkende gemeenten hebben met betrekking tot deze aanpak een werkwijze vastgesteld, waarin zaken vermeld zijn als: doelen, hoe te melden, beoogde resultaten, terugkoppeling naar de gemeenten etc. Vanwege het voornemen de leerplicht te regionaliseren (waar deze kwalificatieplicht dan onderdeel van uitmaakt) is gekozen voor een pilot van 1 jaar. Inmiddels is er een verlenging van nog een jaar van dit samenwerkingsverband ondertekend. (schooljaar 2010-2011) 4
Ontwikkelingen
4.1
Netwerken
Sinds begin van het schooljaar 2008-2009 is de leerplichtambtenaar aangesloten op het signaleringssysteem “Zorg voor Jeugd”, waarbij zorgen over een kind in de leeftijd van 023 jaar kunnen worden gemeld. Zijn er meer melders, dan vindt een koppeling plaats en kunnen de melders informatie uitwisselen over een jeugdige. Zo kunnen betrokken organisaties elkaar vinden. Dit systeem vormt, naast het bespreken van kindsignalen in de buurtnetwerken jeugdhulpverlening, de basis om met zorgverleners/onderwijsveld acties op elkaar af te stemmen. Met ingang van 1 januari 2010 verandert er dus het een en ander. In plaats van de buurnetwerken jeugdhulpverlening gaat een Kernteam CJG casusbesprekingen coördineren. Dit in het kader van de ontwikkelingen CJG, waarbij gemeenten verantwoordelijk zijn voor het coördineren van preventieve laagdrempelige voorlichting en hulp voor ouders, kinderen en jongeren. In Drimmelen is ervoor gekozen om de netwerkfunctie anders in te richten dan tot op heden het geval was. Voor de leerplichtambtenaar betekent dit dat in plaats van het bijwonen van 3 afzonderlijke buurtnetwerken er nu sprake zal zijn van 1 centraal overleg, waar de leerplichtambtenaar indien nodig een casus kan inbrengen en advies en informatie kan geven.
4.2
IB-Groep digitaal verzuimloket en vsv
De IB-Groep ondersteunt onderwijsinstellingen en gemeente op verschillende manieren bij het aanpakken en terugdringen van voortijdig schoolverlaten. Het digitale verzuimloket is inmiddels in gebruik genomen. Via dit loket geven scholen meldingen van kortdurend verzuim door aan de woongemeente van de leerling. Daarnaast verstrekt de IB-Groep tweewekelijks informatie over in- en uitschrijvingen in het voortgezet en beroepsonderwijs. Deze informatie wordt weer gebruikt om voortijdig schoolverlaten in een vroeg stadium aan te kunnen pakken. De bovenstaande initiatieven zullen uiteindelijk leiden tot een sluitende keten van melding en registratie van verzuim en voortijdig schoolverlaten; een eerste noodzakelijke stap in het terugdringen van schooluitval. Het wetsvoorstel Verzuimmelding is op 1 augustus 2009 in werking getreden. Dit houdt in dat alle scholen in het voortgezet onderwijs, beroepsonderwijs en volwasseneneducatie verplicht zijn om gebruik te maken van het verzuimloket. Dit moet helpen schooluitval te voorkomen. Het verzuimloket is een beveiligde website waar scholen op één adres en op één manier verzuim melden. De IB-groep zorgt ervoor dat iedere melding direct bij de juiste gemeente komt. Dat scheelt scholen veel uitzoekwerk en tijd. Gemeenten moeten dan snel ingrijpen zodra spijbelgedrag wordt gemeld. Na de opstartfase wordt verwacht dat scholen – omdat zij voor hun bekostiging afhankelijk zijn
Jaarverslag Leerplicht 2007-2008 pagina 15 van 17
van de IBGroep – snel en deugdelijk zullen melden. Via de koppeling profiteren de gemeenten daar dan weer van. Inmiddels verwerkt de gemeente Drimmelen reeds de verzuimmeldingen via het digitale verzuimloket. In de praktijk echter blijkt dat nog lniet alle scholen in het Voortgezet Onderwijs zover zijn dat ze verzuim melden aan het verzuimloket. De oorzaak ligt vaak op het technische vlak. Zij melden hun verzuim dan ook nog op de oude manier.
4.3
Regionalisering
In 2008 is een traject gestart gericht op verdere samenwerking in de regio West-Brabant op het gebied van leerplicht, kwalificatieplicht, RMC, registratie en administratie. Doelstelling is om de aanpak van voortijdig schoolverlaters in West-Brabant minder kwetsbaar, effectiever en efficiënter te maken. Uitgangspunt is om met regionale teams van leerplichtambtenaren te werken, zodat in alle gemeenten dezelfde basisdienstverlening aangeboden wordt. De eindverantwoordelijkheid blijft bij de deelnemende gemeenten, zodat de lokale aanwezigheid gewaarborgd blijft. Daarnaast maakt centralisatie van de leerlingenadministratie onderdeel uit van de regionale samenwerking. Wat betreft de samenwerking rondom de leerplicht ligt er inmiddels een onderzoeksrapport en worden voorstellen gedaan. Bundeling van krachten en expertise staan centraal met als doel versnippering en inefficiëntie tegen te gaan. In aanvang richt de samenwerking zich op intensivering van de bestaande samenwerking (netwerkorganisatie). Afhankelijk van de besluitvorming, kan deze samenwerking uiteindelijk overgaan in een regionaal leerplichtbureau als dat gewenst is. -Uitvoeringsniveau 1, (inrichting van een regionale administratie voor leerplicht en RMC). -Uitvoeringsniveau 2. (subregionale taakuitvoering van leerplicht). Tijdens een ambtelijk overleg spraken alle gemeenten de wens uit tot samenwerking op het gebied van leerplicht. Het is noodzakelijk om heel zorgvuldig van start te gaan en eerst een gedetailleerde project planning uit te werken en met elkaar af te stemmen, zodat iedereen duidelijk is op welk moment een bepaalde actie in het proces plaats vindt, wie bij die actie betrokken is en wat daarin van de participanten verwacht wordt. Dit betekent dat het project minder voortvarend van start kan gaan en daardoor is het niet mogelijk om 1 april 2011 de aanbestedingsprocedure voor het softwarepakket leerlingenadministratie af te ronden. Dit heeft gevolgen voor de beoogde startdatum van 1 augustus. Afgesproken wordt om deze datum met enkele maanden te verlengen. De beoogde startdatum wordt nu 1 januari 2012 voor niveau 1, of enkele maanden eerder als dit tijdens de implementatie toch mogelijk blijkt te zijn. (opmerking projectleider: de administratie van leerplicht heeft van september t/m november altijd te maken met extra drukte en starten met een nieuw werkproces waaraan iedereen nog even moet wennen ligt dan niet voor de hand. In december/januari is het met de werkdrukte een stuk rustiger en daarom is 1 januari 2012 als startdatum een logische datum). Besluitvorming m.b.t. niveau 2 is afhankelijk van de ervaringen met de regionale samenwerking.
Jaarverslag Leerplicht 2007-2008 pagina 16 van 17
4.4
Sociale Verzekeringsbank
Vanaf 1 oktober 2009 kunnen ouders van jongeren die niet voldoen aan de kwalificatieplicht, hun kinderbijslag verliezen. Ouders krijgen in principe voor hun 16- of 17jarige kind alleen nog maar kinderbijslag, wanneer dat kind bezig is een startkwalificatie te behalen en daarbij voldoet aan de eisen van de Leerplichtwet. De gemeente heeft een samenwerkingsovereenkomst met de SVB afgesloten, waarin de kaders worden vastgelegd waarbinnen de gegevensuitwisseling plaatsvindt, de wijze waarop de gemeente gegevens aanlevert en de wijze waarop de SVB de gegevens verwerkt. Tot op heden heeft de gemeente Drimmelen nog geen gezinnen laten korten op hun kinderbijslag.
4.5
Wet Investeren in Jongeren
De ‘Wet Investeren in Jongeren’ (voorheen Invoering Werkleerplicht) is met ingang van 1 oktober 2009 in werking getreden. Dit betekent dat jongeren onder de 27 jaar die bij de gemeente aankloppen voor een bijstandsuitkering (Wwb), een werk- en/of leeraanbod krijgen aangeboden. Onder een werk- leeraanbod wordt verstaan het aanbieden van algemeen geaccepteerde arbeid of een voorziening gericht op arbeidsinschakeling, waaronder begrepen scholing of opleiding, of sociale activering. Of een combinatie van leren en werken. Einddoel van het werk- leeraanbod is duurzame arbeidsparticipatie. De werkleerplicht heeft als doel om zoveel mogelijk jongeren te stimuleren hun school af te maken, werken en leren te combineren of een baan te aanvaarden. Het is de bedoeling dat gemeenten jongeren die geen startkwalificatie hebben zoveel mogelijk aan te moedigen die eerst te halen. De nieuwe regeling geldt niet voor jongeren die niet kunnen werken of leren.
4.6
M@ZL project
M@ZL staat voor Medische Advisering van de Ziekgemelde Leerling. Voortijdig ongediplomeerd schoolverlaten wordt nationaal en internationaal gezien als een groot maatschappelijk probleem dat veel kosten met zich meebrengt. Deze kosten betreffen met name uitkeringen ten gevolge van ziekte, arbeidsongeschiktheid en werkloosheid, en kosten ten gevolge van criminaliteit. In Nederland was in 2007 12% van de 18-24 jarigen voortijdig schoolverlater. Het probleem doet zich vooral voor op het (V)MBO. Ziekteverzuim op het voortgezet onderwijs is een belangrijke risicofactor voor voortijdig schoolverlaten. Leerlingen die structureel een hoog ziekteverzuim hebben, hebben een verhoogde kans op voortijdig schoolverlaten. Een hoog ziekteverzuim gaat vaak samen met psychosociale problematiek, het bedreigt de voortgang van de schoolloopbaan en brengt het behalen van een startkwalificatie in gevaar. M@ZL is een effectieve manier om ziekteverzuim op scholen terug te dringen. De interventie is erop gericht om leerlingen “bij de les” te houden en hen zo snel en goed mogelijk weer terug naar school te begeleiden. De leerlingen die zich structureel vaak of
Jaarverslag Leerplicht 2007-2008 pagina 17 van 17
langdurig ziek melden worden gesignaleerd en weer terug naar school begeleid. De kracht van M@ZL ligt met name in de samenwerking tussen de school, de afdeling Jeugdgezondheidszorg van de GGD en de afdeling Leerplichtzaken van de gemeente en in het niet vrijblijvende karakter ervan. Alle partijen hebben hierin de rol die hen past: - de school signaleert, - de jeugdarts adviseert en begeleidt, - de leerplichtambtenaar controleert en handhaaft Achter iedere melding van langdurig of frequent ziekteverzuim blijkt een probleem schuil te gaan. Dit varieert van een (nog niet) gediagnosticeerde ziekte tot een ongezonde leefstijl. Door het hanteren van de vastgestelde criteria krijgt de school een risicogroep voor voortijdig schoolverlaten in beeld. Deze leerlingen worden door de school aangemeld bij de jeugdarts. Er volgt een uitnodiging voor de leerling en de ouders voor een consult bij de jeugdarts van de GGD. Wanneer de ouders en de leerling niet verschijnen bij de jeugdarts wordt het ziekteverzuim omgezet in ‘mogelijk ongeoorloofd verzuim’ en wordt de leerplichtambtenaar ingeschakeld voor advies aan de school. Dit maakt het bezoek aan de jeugdarts niet meer vrijblijvend, in tegenstelling tot de huidige mogelijkheden van de rol van de jeugdgezondheidszorg, en geeft zowel de jeugdarts als de leerplichtambtenaar een duidelijke positie. Indien een leerling volgens de jeugdarts onterecht wordt ziekgemeld, zal school het verzuim omzetten in “mogelijk ongeoorloofd verzuim” en het via het verzuimloket bij de leerplichtambtenaar melden, zodat deze en onderzoek naar het verzuim kan instellen.