JAARVERSLAG LEERPLICHT
2013-2014
k.G-. ·Ze zeggen recht op onderwijs, maar ik ervaar het als leerplicht.•
1
INHOUD SAMENVATIING " .... " .... "" .. " .... " ... " ...... " .." .. "" ."." ..."" .""."""" ..." ... " .. ".""." ..." .. ".".""""." .... "." ... " .." .. " .. " .. 3
1.
INLEIDING " ... """ ."" ... " ... ""."."".""""." .. " ."." .. " ... " .." ." "" " " .. ". " ..."" ..... " .. ". " ."". " ". " ." " ." " ." ... " " .. " ." 4
2.
UITVOERING LEERPLICHT 2013/2014."."""".""""." ..... "".".".""""" ..... """ .... " ... """." .. "" ... " ... ""."."".". 5 2.1
Werkwijze algemeen """.""."""""""".""" .... " .. " .."" .. "" .. " .. " .. " .. " ..." .." ." .. " ... "." .."".""." .." .. ."."."5
2.2
Verzuimafhandeling "."."" ..... " .. "." .. "."".".""."" .... "" ....... " ..... " ....... "." "."" ... " .. " .... " .." .." .." ...."" .. .5
2.3.
Verlofaanvragen ................................................................................................... " .. " .. " ... " .. " .......... " .. .6
2.4.
Deelname Leerplicht aan Programma Jeugd .. .."""."" .. " ... " .. """ .. ""." .. " ..... " .. ... " .... "".""." .. "." .... " ..6
2.5.
Personele bezetting.".".""".""."."""." .. """." .. ""."."""" .... """ "" ... " ...... " .. "."" ..... " ... " .... ".".""." .. .7
3.
SAMENWERKING ..." .. " ... ." ...." .. " ... ....... ." ." .... " .." .. " ...." ." ..... " .." .. " ... "."" .. ...... ." .." ....... " .. " ..." ......" ..... ..... 8 3.1
Kwartaaloverleg Officier van Justitie/ Justitieel Casus Overleg ..... """.""""."""".""" ... "."." .. """."."8
3.2.
ZAT 12-min en ZAT Voortgezet Onderwijs ."".""."" ... "."".""." .. " .. ""."."."".""."."""".""""."""."." 8
3.3.
Ontwikkeling naar Regionaal Bureau Leerplicht """". " .. """"."""""""" .. "."" .... "" .. " .. " ... "."""." "." .9
3.4
Overige samenwerkingsverbanden ... ".""." .............. " ................ " ... " .... ." ........... " .. " ..... .. " .. " ............. " 9
4.
STATISTISCHE GEGEVENS."".""."."".""" .. "." ... "."."."""."" .... "" ...... ".".""." .. " .... " .. " ... "" .. " ..... " .. "" .. ".10 4.1
Totaal aantal jongeren in Veenendaal ".""." ..... "."."." .. "."." ... "."." .."".".".""".""" .... """" .""""".10
4.2
Aantal scholen naar soort in Veenendaal."" ... " ..... " .. " .. """ .."."""."" .. " .. "."" ... """."""" .. """ ... "." .10
4.3
Aantal in behandeling genomen meldingen/aanvragen leerplichtige jongeren""""""."".""""""""11
4.4
Soorten meldingen/aanvragen leerplichtige jongeren ""."""" ... " .... "." .. "" .. " ... """ ... """"." .. " .. "." .11
4.5
Aanleiding verzuimmeldingen/aanvragen ... ..""" .. """" .. " .. ." ..""." ... "." .. """."".""."."" .. ".""""." ..12
4.6
Casusbeschrijving "".""."" ... " ." ... " ." ..""." .. ""." ..""."" .. "" ......... " .. " .. """"."." ... ."." .. "" .. " .. " .. " .. " .. 13
4.7
Afhandeling verzuimmeldingen/aanvragen ".""." .. ".""."."""""." .... "" .. ".""."" .. ".""""." .... """"".14
4.8
Meldingen naar soort onderwijs .. "" ... "."" ... " ... " ... " .. ".""." ... "" ." ... ".".""."."" .. "."." .... """ .... " .. " .. 15
4.9
Jongeren met meerdere meldingen " ... "." .. ""." ... "".""." .. """".""""."."""" .. "."".""" .. ""." ... .."""16
4.10
Meldingen naar zwaarte " .... "." .. "." .. "" .. ".""." .. "" .. ""." ... " .. " ...... .""" .. " .. ... ."."" ."" .. "." ... " ... "."."16
4.11
Vrijstellingen""".""." ... ""."."""" .. """ .. "."""."""".""."."" .. ""."""" .... "" .. """." .......... ".".".".""."17
4.12
Voortijdige schoolverlaters ""."".""""""." .. ""." .. ".""."." .... """."".".""" ...... "" .. "." .. ".""."."""""18
5.
VERWACHTE ONTWIKKELINGEN 2014/2015 """"" .. ." .. " .."""""""" .. ""." .. ""." ." .. """" ...".".""." .. " .. "." 19 5.1
In- en uitschrijvingen basisonderwijs ." .. """ ... """."."""."."."".""""."." .. ".""."" ... ".""""" ... ""."." 19
5.2
Passend Onderwijs ...............................................................................................................................19
5.3
Aannamebeleid MBO ...................................................................... " ... " ...... " ................ "." .... " ...........19
5.4
Decentralisatie Jeugdzorg per 2015 """" " ....... " ...... "".""." .... """ ... ".".""" .. " .. "" .. " .""." ... "." .. .. "." 20
BIJLAGE: LIJST VAN GEBRUIKTE AFKORTINGEN ."."".""."""""""""."""""".".""""."".".""""." """""."".""." 21
2
SAMENVATTING
Als alle jongeren in Veenendaal een startkwalificatie op zak hebben, is dat goed voor henzelf én voor de maatschappij. De gemeente Veenendaal spant zich daarom in om jongeren aan een startkwalificatie te helpen. Zij doet er daarom zoveel mogelijk aan om schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten te voorkomen. Algemeen
Veenendaal voert de handhaving van de Leerplichtwet 1969 uit. De uitvoering van de Kwalificatieplicht en de Regionale Meld- en Coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten (RMC) vinden plaats in regioverband. Het leerplichtbeleid is erop gericht schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten te voorkomen en het behalen van de startkwalificatie te bevorderen. Hierbij wordt altijd - op maat - gekeken naar de beste en minst ingrijpende manier om te bereiken dat een jongere op school zit en onderwijs volgt. Omdat behalve handhaving ook maatschappelijke zorg een belangrijk aspect van de leerplicht is, wordt er nauw samengewerkt met andere professionals in d~ jeugdzorgketen, het Openbaar Ministerie, andere gemeenten en onderwijsinstellingen. Dit draagt ertoe bij dat het leerplichtbeleid in de gemeente Veenendaal weloverwogen, daadkrachtig, maar vooral met oog voor de jongere wordt uitgevoerd. Beleid is gericht op het overleg mét de jongere en zijn ouders/verzorgers en niet óver de jongere. Daarbij wordt altijd gekeken naar wat de jongere zelf kan. Schooljaar 2013/2014
In Veenendaal waren er in het schooljaar 2013/2014 in totaal 30 scholen en 19.435 jongeren. In het afgelopen schooljaar zijn er 568 meldingen en aanvragen geweest rondom de leerplicht van leerlingen op Veenendaalse scholen. Van deze meldingen hadden er 156 betrekking op kwalificatieplichtige leerlingen, die vallen onder de zorg van de Regionale Meld- en Coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten (RMC). De overige 412 meldingen zijn afgehandeld door de gemeente Veenendaal. De vier scholen voor voortgezet onderwijs waren goed voor 75% van die meldingen. Bij 105 van de 412 meldingen ging het om signaalverzuim {25% van de meldingen). In totaal was 60 keer sprake van dreigend verzuim (15%), 19 keer van luxeverzuim {5%) en 14 keer van absoluut verzuim (3%). De overige meldingen kwamen voort uit andere vormen van relatief verzuim, verzoeken om advies, schorsingen en vrijstellingen. In totaal werden 154 meldingen afgehandeld met een waarschuwing (37% van de meldingen), werd 92 keer informatie of advies gegeven (22%) en 49 keer bemiddeld terug naar school {12%). In de overige gevallen werd verwezen naar een hulpverleningsinstantie, bemiddeld naar ander onderwijs, een vrijstelling verstrekt, een proces-verbaal opgemaakt of een traject via Halt gestart. Uitgebreidere statistieken en toelichtingen zijn opgenomen in hoofdstuk 4.
3
1.
INLEIDING
Als alle jongeren in Veenendaal een startkwalificatie op zak hebben, is dat goed voor henzelf én voor de maatschappij. Een diploma op dit niveau is een goede basis om later zinvol en uitdagend werk te vinden en zelfstandig te kunnen functioneren. De gemeente spant zich in om jongeren aan een startkwalificatie te helpen. Zij doet er daarom zoveel mogelijk aan om schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten te voorkomen. De handhaving van de Leerplichtwet wordt uitgevoerd door de gemeente Veenendaal. De leerplichttaken werden in het schooljaar 2013/2014 eerst uitgevoerd binnen de afdeling Publieksdiensten, en vanaf 1 december 2013 binnen de afdeling Veiligheid & Handhaving. De uitvoering van de Kwalificatieplicht en de Regionale Meld- en Coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten (RMC) vinden plaats in regioverband. Bij de gemeente Ede zijn een leerplichtambtenaar MBO en een RMC-regioconsulent werkzaam voor de gemeenten Veenendaal, Rhenen, Ede, Wageningen, Renswoude en Scherpenzeel. Om inzicht te verschaffen in de werkwijze en resultaten van de gemeente Veenendaal met betrekking tot de uitvoering van de Leerplichtwet stellen we jaarlijks na afloop van het schooljaar een verslag op. Volgens artikel 25, lid 1 van de Leerplichtwet 1969 brengen B&W jaarlijks vóór 1 oktober verslag uit aan de raad over het in het laatst afgesloten school- of cursusjaar in de gemeente gevoerde beleid inzake de handhaving van de leerplicht en de kwalificatieplicht en de resultaten daarvan. Voor u ligt het verslag over het schooljaar 2013/2014. Dit schooljaar liep van 1 augustus 2013 tot en met 31 juli 2014. Het jaarverslag omvat alle beschikbare leerplichtgegevens van jongeren tot 18 jaar. Voor gegevens over de uitvoering van de RMC {18 - 23 jaar) verwijzen wij naar de RMC-effectrapportage. Deze rapportage wordt opgesteld door de RMC-regiocoördinator en binnenkort voorgelegd aan de regiobestuurders. Daarna wordt de rapportage voorgelegd aan de colleges van B&W. Het opstellen van het jaarverslag heeft dit jaar meer doorlooptijd gekost dan voorgaande jaren. Dat heeft te maken met verschillende ontwikkelingen. Eén daarvan is dat in 2014 een aantal maanden een deel van de formatie niet ingevuld is geweest. Nadat medio september de formatie weer op peil was en een nieuwe medewerker werd ingewerkt, zijn de voorbereidingen gestart voor een verdergaande regionale samenwerking. Die heeft tot doel één regionale leerplichtadministratie te realiseren, met Veenendaal als uitvoerende gemeente. De benodigde verantwoordingscijfers voor het ministerie van OCW zijn eind 2014 tijdig opgeleverd. In dit jaarverslag treft u allereerst een inleiding aan. Hoofdstuk 2 neemt u mee naar de werkwijzen van Leerplicht in het schooljaar 2013/2014. In hoofdstuk 3 komen de samenwerkingen op het gebied van Leerplicht aan de orde. Hoofdstuk 4 laat de ontwikkeling in de cijfers zien over het schooljaar 2013/2014, en geeft een casusbeschrijving. In hoofdstuk 5 zijn de verwachte ontwikkelingen voor het nieuwe schooljaar opgenomen. In de Bijlage is een lijst met afkortingen opgenomen.
4
2.
UITVOERING LEERPLICHT 2013/2014
2.1
WERKWIJZE ALGEMEEN
Het leerplichtbeleid is erop gericht schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten te voorkomen en het behalen van de startkwalificatie te bevorderen. Hierbij wordt altijd gekeken naar de beste manier om te bereiken dat een jongere op school zit en onderwijs volgt. Uiteraard is dat per situatie anders en daarom wordt ook altijd maatwerk geleverd. Gekeken wordt onder meer naar het welzijn van de jongere, de achtergrond van de problematiek en de gehele sociale context van de jongere. Daarnaast worden zowel de korte- als de lange termijnverwachtingen afgewogen. Voorop staat in ieder geval dat te allen tijde gekeken wordt naar de minst ingrijpende wijze om het doel te bereiken. Als volstaan kan worden met een waarschuwing, dan zal er geen proces-verbaal worden opgemaakt. Andersom werkt het echter ook. Wanneer er niet op een andere wijze tot een oplossing gekomen kan worden, zal een proces-verbaal een logische volgende stap zijn. Omdat behalve handhaving ook maatschappelijke zorg een belangrijk aspect van de leerplicht is, wordt er veel samenwerking gezocht met andere professionals in de jeugdzorgketen. Dit alles draagt ertoe bij dat het leerplichtbeleid in de gemeente 1Veenendaal weloverwogen, daadkrachtig, maar vooral met oog voor de jongere wordt uitgevoerd. Beleid is gericht op het overleg mét de jongere en zijn ouders/verzorgers en niet óver de jongere. Daarbij wordt altijd gekeken naar wat de jongere zelf kan .
2.2
VERZUIMAFHANDELING
Bij het schoolverzuim wordt onderscheid gemaakt tussen •
absoluut verzuim (een leerplichtige jongere staat niet ingeschreven bij een school)
•
relatief verzuim (een leerling is ongeoorloofd afwezig van school).
Het relatief verzuim is op zijn beurt onderverdeeld in: •
luxeverzuim (ongeoorloofde afwezigheid die door ouders wordt veroorzaakt, doordat de leerplichtige buiten de schoolvakanties om op vakantie gaat)
•
signaalverzuim (ongeoorloofde afwezigheid die zich uit in spijbelgedrag, zonder dat er sprake is van vakantie, maar veelal met een problematische achtergrond;
•
spijbelen (geen motivatie hebben voor school, zonder signalen van een probleemsituatie)).
Naast bovenstaande vormen van verzuim kennen we nog het dreigend verzuim. Hieronder verstaan we meldingen over leerlingen van wie binnen afzienbare termijn verwacht kan worden dat ze door verschillende oorzaken zullen vervallen tot signaalverzuim, of de school voortijdig zullen verlaten. Deze meldingen zijn wettelijk weliswaar niet verplicht, maar spelen een grote rol in de preventie van voortijdig schoolverlaten. Hier zijn afspraken met alle scholen voor voortgezet onderwijs in Veenendaal gemaakt.
5
Meldingen van signaalverzuim en luxeverzuim worden door de leerplichtambtenaar in behandeling genomen en afgesloten met: •
luxe verzuim: conform de strafrechtelijke handhaving van leerplicht direct een proces-verbaal
•
spijbelen waarbij geen problematiek wordt gesignaleerd: een waarschuwing richting jongere en/of ouders/verzorgers, of een doorverwijzing naar Halt;
•
signaalverzuim met problematiek: een bemiddelende rol en/of een verwijzing naar hulpverleningsinstanties of ander onderwijs;
•
wanneer jongeren of hun ouders niet meewerken aan hulpverlening of een andere oplossing: een procesverbaal.
Meldingen van absoluut schoolverzuim komen over het algemeen vanuit de leerplichtadministratie. Deze verwerkt de in- en uitschrijvingen die door de scholen en onderwijsinstellingen worden gemeld. Als na onderzoek blijkt dat de betreffende jongere inderdaad niet op een school of onderwijsinstelling staat ingeschreven, wordt de zaak in behandeling genomen. De afhandeling gebeurt met dezelfde maatregelen als bij signaal- en luxe verzuim. Meldingen van dreigend verzuim worden, al naar gelang de problematiek, afgesloten met een verwijzing naar hulpverleningsinstanties, ander onderwijs of bemiddeling bij conflicten.
2.3.
VERLOFAANVRAGEN
De schooldirecties in Veenendaal zijn volgens de Leerplichtwet bevoegd tot het verlenen van extra verlof tot een maximum van tien dagen per schooljaar. De wijze waarop dit verlof verleend dient te worden, staat in diezelfde Leerplichtwet beschreven. Er is echter een zekere bewegingsruimte waarbinnen deze wettelijke bevoegdheid kan worden toegepast. Hierdoor zijn er binnen Veenendaal verschillen waarneembaar. In het schooljaar 2012/2013 zijn gemeente en scholen begonnen met het verkrijgen van overzicht van de in praktijk gehanteerde criteria voor deze verlofaanvragen. Aan de uiteindelijke inventarisatie werkten echter te weinig scholen mee. Daarom heeft team Leerplicht in het schooljaar 2013/2014 de richtlijnen voor het verlenen van verlof gestuurd aan de scholen, zoals die zijn opgesteld door het Openbaar Ministerie in de Strafrechtelijke aanpak schoolverzuim. De schooldirecteuren moeten verantwoording afleggen voor de verleende verlofaanvragen aan de Inspectie van het Onderwijs. Met de richtlijnen van het Openbaar Ministerie zijn de scholen op de hoogte van de geldende regels.
2.4.
DEELNAME LEERPLICHT AAN PROGRAMMA JEUGD
In het schooljaar 2013/2014 heeft Leerplicht een bijdrage mogen leveren aan het programma Jeugd. Hierdoor is de informatie omtrent leerplichtige jongeren continu actueel geweest en kon men vanuit dit programma optimaal acteren op deze doelgroep. Daarnaast heeft het programma een positieve bijdrage geleverd aan de integrale samenwerking binnen de gemeente. Het team Leerplicht nam in het afgelopen schooljaar deel aan verschillende integrale overleggen, zoals overleggen rond de persoonsgebonden aanpak van het veiligheidshuis (PGA), het overleg jeugdbeleid, en dergelijke.
6
Vooruitkijkend: per 1 januari 2015 zorgt de decentralisatie van de jeugdzorg voor veranderingen in de integrale aanpak van de jongeren. Daarnaast treedt per 1 augustus 2014 de Wet passend onderwijs in werking. De aansluiting tussen onderwijs en jeugdzorg zijn twee ontwikkelingen die nauw met elkaar verweven zijn. Partijen betrokken bij de jeugd, gemeente en schoolbestuur, hebben deels een eigen, maar grotendeels ook een gezamenlijke verantwoordelijkheid. De verbinding van deze twee ontwikkelingen is van groot belang.
2.5.
PERSONELE BEZETTING
De norm van lngrado (de landelijke brancheorganisatie leerplicht en RMC) in samenwerking met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, is als volgt: 1 fte leerplichtambtenaar op 3.800 leerplichtige leerlingen in de leeftijdsgroep van 5 tot 18 jaar, inclusief administratie. Voor Veenendaal zou dit een formatieomvang betekenen van 3,8 fte. De formatie voor leerplicht bestaat in Veenendaal ten eerste uit 1,89 fte leerplichtambtenaren, verdeeld over 2 medewerkers. Beiden zijn opgeleid tot buitengewoon opsporingsambtenaar en derhalve allround inzetbaar voor alle leerplichtzaken. Daarnaast is er 0,86 fte voor de leerlingenadministratie. Naast deze bezetting is er vanuit de subregio Gelderse Vallei een leerplichtambtenaar aangesteld die zich richt op de kwalificatieplichtigen (16 tot 18-jarigen) die de MBO's bezoeken. Ten behoeve van Veenendaal besteedt hij 0,5 fte. Daarmee komt de totale formatie voor leerplicht voor Veenendaal op 3,25 fte. Per 1 april 2014 heeft een van de leerplichtambtenaren een andere baan aanvaard. Ter vervanging was vanaf 1 mei t/m 11 juli 2014 voor 8 uur per week een interimkracht ingehuurd. Omdat de formatie niet volledig bezet was, zijn in de periode tussen april en het einde van het schooljaar prioriteiten gesteld in de uitvoering van de leerplichttaken. De afhandeling van meldingen en de andere wettelijke taken zijn doorgegaan. De preventieve spreekuren op scholen zijn in die periode vervallen. De sollicitatieprocedure voor een nieuwe leerplichtambtenaar is inmiddels afgerond. De vacature is ingevuld met ingang van 15 september 2014 (schooljaar 2014/2015). Overigens zijn voor de uitvoering van de RMC-functie, met als doelgroep de 18- tot 23-jarigen, verder nog 2 consulenten beschikbaar voor de gehele regio. De twee laatste functies worden regionaal gefinancierd vanuit de Rijksmiddelen die beschikbaar worden gesteld in het kader van de RMC.
7
3.
SAMENWERKING
De leerplichtambtenaar werkt nauw samen met allerlei instellingen die kunnen helpen bij het aanpakken en voorkomen van verzuimproblematiek en voortijdig schoolverlaten. Zo is een krachtenbundeling ontstaan van onderwijsinstellingen en maatschappelijke organisaties voor onder andere jeugdhulpverlening. Binnen de gemeente Veenendaal bestaat een goed sluitend netwerk zodat verwijzingen over en weer snel kunnen plaatsvinden. Om tot een effectieve en sluitende aanpak van verzuim te komen, is deelname aan netwerken een noodzaak. In dit hoofdstuk volgt een overzicht van de netwerken waar de leerplichtambtenaar nu aan deelneemt.
3.1
KWARTAALOVERLEG OFFICIER VAN JUSTITIE/ JUSTITIEEL CASUS OVERLEG
Het Openbaar Ministerie Utrecht heeft de portefeuille Leerplicht heringericht. Doel van het OM hierbij is de samenwerking met de leeqjlichtambtenaren te verbeteren en de effectiviteit van de strafrechtelijke aanpak van leerplichtzaken te verhogen. Op operationeel niveau werden ook in het afgelopen schooljaar leerplichtzaken besproken en beoordeeld binnen de JCJ's (justitiële 1casusoverleggen jeugd). In deze overleggen werd wekelijks de aanpak van jongeren uit de regio die met justitie in aanraking zijn gekomen, besproken. Als het Veenendaalse jongeren betrof die ook bij de leerplichtambtenaar bekend waren, was de leerplichtambtenaar op afroep bij dit overleg aanwezig of verstrekte die schriftelijk informatie.
3.2.
ZAT 12-MIN EN ZAT VOORTGEZET ONDERWIJS
12-min
Bij de start in 2010 van het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) zijn de buurtnetwerken opgeheven en ondergebracht in een Zorg Advies Team (ZAT) 12-min. Dit heeft tot doel de hulpverlening/begeleiding af te stemmen of op gang te brengen aan kinderen onder de 12 jaar uit de betreffende buurt. Dit wordt aangestuurd door het CJG, inclusief diverse hulpverlenende instellingen voor de zorgkant. Verder nemen deel de basisscholen uit de buurt en de leerplichtambtenaar. Zes maal per schooljaar is er een overleg. ZAT voortgezet onderwijs en MBO
In Veenendaal zijn op alle scholen van het voortgezet onderwijs vormen van georganiseerde zorg ontwikkeld, zogenaamde Zorgadviesteams, ofwel ZAT's. Deze teams worden op initiatief van de scholen samengesteld en deels vanuit de gemeente gefinancierd. Zij hebben tot doel op individueel niveêlu preventief leerlingen met problemen te bespreken. Dit moet leiden tot vroegtijdige afstemming, advisering en verwijzing. Een tweede doel van het ZAT is het ondersteunen van binnen- en buiten de school gelegen problematiek in brede zin. Aan de ZAT's neemt per school, naast interne deskundigen, een aantal externe instanties deel. Hiertoe bestaan er samenwerkingsovereenkomsten tussen de betreffende VO-school en Vitras/CMD Veenendaal, GGD MiddenNederland, Politie Heuvelrug, Bureau Jeugdzorg en de leerplichtambtenaar van de gemeente Veenendaal.
8
De ZAT's overleggen in een frequentie van eens in de zes weken gedurende het schooljaar op: •
Christelijke Scholengemeenschap Veenendaal & Praktijkonderwijs;
•
Christelijk Lyceum Veenendaal;
•
lchthus College Veenendaal;
•
Rembrandt College Veenendaal;
•
ROC Midden-Nederland;
•
ROC Al2.
Vooruitkijkend: de ZAT's zullen in het begin van het schooljaar 2014/2015 in dezelfde vorm voortgezet worden als in het afgelopen schooljaar. Door de komst van het Passend onderwijs en de decentralisatie van de jeugdzorg wordt niet uitgesloten dat de huidige vorm van de ZAT's gaat wijzigen. De aansluiting van passend onderwijs en de jeugdzorg staat op de werkagenda van de op 1 augustus 2014 nieuw gevormde samenwerkingsverbanden passend onderwijs.
3.3.
ONTWIKKELING NAAR REGIONAAL BUREAU LEERPLICHT
Eind 2012 is in de subregio Gelderse Vallei {Ede, Renswoude, Rhenen, Scherpenzeel, Wageningen en Veenendaal) door bureau Densa de Startnotitie Regionale Samenwerking Leerplicht en RMC opgesteld. In deze startnotitie zijn scenario's verkend waarbij regionaal en lokaal meerwaarde ontstaat door verdergaande regionale samenwerking. Uitkomst van de verkenning was dat er meerwaarde behaald zal worden door het realiseren van één regionale leerlingenadministratie. In de eerste helft van 2014 zijn in een businesscase alle inhoudelijke, organisatorische, personele, financiële en juridische aspecten van een regionale administratie concreet uitgewerkt. In het nieuwe schooljaar 2014/2015 worden de vervolgstappen gezet, met als doel om begin schooljaar 2015/2016 te starten met één regionale leerplichtadministratie. Veenendaal zal daarbij de uitvoerende gemeente zijn.
3.4
OVERIGE SAMENWERKINGSVERBANDEN
De gemeentelijke leerplichtambtenaren hebben regelmatig overlegd met collega's van de gemeenten Ede, Rhenen, Veenendaal, Wageningen, Scherpenzeel, Renswoude en Renkum. Doel was de werkwijzen zoveel mogelijk op elkaar af te stemmen. Twee keer per jaar vonden er landelijke vergaderingen plaats, vanuit de landelijke leerplichtvereniging, waar beleidsontwikkelingen centraal staan.
9
'I ·~
4.
STATISTISCHE GEGEVENS
In dit hoofdstuk komen de verschillende statistische gegevens van de leerplicht in de afgelopen schooljaren aan de orde. Dat gaat van het aantal jongeren in Veenendaal tot uitsplitsingen van het soort meldingen, afhandelingen en problematieken.
4.1
TOTAAL AANTAL JONGEREN IN VEENENDAAL
De uitsplitsing van het aantal jongeren naar leeftijdscategorie is als volgt.
2010/2011
2011/2012
2012/2013
2013/2014
Nog niet leerplichtig 0-4
3316
3630
3596
3451
Volledig leerplichtig 05 -16 jaar
9558
9584
9635
9537
Kwalificatieplichtig 16 tot 18 jaar (via RMC)
1698
1662
1686
1704
Boven leerplichtig 18-23 jaar (via RMC)
3523
4204
4936
4743
18095
19080
19853
19435
Omschrljvlhg
Totaal
Uit de tabel blijkt dat het aantal jongeren in Veenendaal het afgelopen schooljaar lager was dan het schooljaar ervoor. Alleen het aantal kwalificatieplichtigen van 16 tot 18 jaar nam toe, in de overige leeftijdscategorieën nam het aantal jongeren af.
4.2
AANTAL SCHOLEN NAAR SOORT IN VEENENDAAL
In Veenendaal zijn er verschillende scholen.
Scholen voor:
Aantàl
Basisonderwijs
22
Voortgezet onderwijs
4
Middelbaar beroepsonderwijs
1
Speciaal basisonderwijs (SBO)*
1
Speciaal onderwijs (SO/VSO)**
2
*Speciaal basisonderwijs (SBO) is voor kinderen die het gewone basisonderwijs niet kunnen volgen vanwege leer- of gedragsproblemen. In Veenendaal wordt dit verzorgd door De Windroos. In het afgelopen schooljaar werkten de reguliere basisscholen en de speciale basisscholen al samen, ter voorbereiding op de invoering van de wet Passend Onderwijs, zodat zoveel mogelijk kinderen op de 'gewone' basisschool kunnen blijven.
10
**Speciaal Onderwijs (SO) en Voortgezet speciaal onderwijs(VSO) is bestemd voor leerlingen die veel aandacht en zorg nodig hebben en daarom (nog) niet terecht kunnen op een reguliere school. Er zijn scholen voor lichamelijk en verstandelijk gehandicapte kinderen, slechthorende, spraakgebrekkige, slechtziende kinderen en langdurig zieke kinderen. Ook zeer moeilijk lerende kinderen of kinderen met ernstige leer- of gedragsproblemen kunnen naar scholen voor speciaal onderwijs. In Veenendaal vallen De Oranjeschelp en de C.P. van Leersumschool onder het 50/VSO.
4.3
AANTAL IN BEHANDELING GENOMEN MELDINGEN/AANVRAGEN LEERPLICHTIGE
JONGEREN
Het totaal aantal meldingen en aanvragen op Veenendaalse scholen ontwikkelt zich als volgt.
Omschrijving
2016/2011
2011/2012
2012/2013
2013/20134
Totaal aantal meldingen/aanvragen
678
681
667
568
Uit de tabel blijkt dat het aantal meldingen in het afgelopen schooljaar lager was dan de voorgaande
1
schooljaren. Meer over de uitsplitsing, oorzaken en aanpak van deze meldingen is opgenomen in de volgende paragrafen.
4.4
SOORTEN MELDINGEN/AANVRAGEN LEERPLICHTIGE JONGEREN
In de onderstaande tabel specificeren wij de soorten meldingen en aanvragen.
Omsc::hrljving
2012/2013
2013/2014
Verzuimmeldingen leerplicht
501
507
484
381
Aanvragen vrijstellingen/dispensaties
11
7
14
17
Voortijdig Schoolverlaters
8
15
8
14
Totaal gemeente
520
529
506
412
Verzuimmeldingen kwalificatieplicht (via RMC)
158
152
161
156
Totaal incl. RMC
678
681
667
568
Voor de volledigheid is in de tabel ook het aantal verzuimmeldingen van kwalificatieplichtigen opgenomen. In het vervolg van dit jaarverslag worden deze niet verantwoord. Hiervoor stelt het RMC een effectrapportage op.
11
4.5
AANLEIDING VERZUIMMELDINGEN/AANVRAGEN
De verzuimmeldingen en aanvragen die de gemeente heeft afgehandeld, kunnen we verder onderverdelen in soorten verzuim.
Soort verzuimmelding
2010/2011
2011/ 2012
2012/ 2013
2013/2014
Absoluut verzuim
6
2
10
14
Dreigend verzuim
135
133
81
60
Luxeverzuim
41
21
17
19
Schorsing
21
10
19
23
Vrijstelling
11
7
14
17
Relatief/signaalverzuim*
306
356
150
105
Motivatie/ verkeerde keuze opleiding*
-
-
3
2
Spreekuur*
-
-
87
76
Verlof op grond van artikel 11 sub g van de Leerplichtwet (overige gewichtige omstandigheden)*
-
-
6
4
Verwijdering*
-
-
1
6
Verzoek om informatie/advies*
-
-
80
60
18
14
Ziekteverzuim met twijfel* Overig*
-
-
20
12
Totaal
520
529
506
412
.
*Sinds het schooljaar 2012/2013 registreren we verzuimmeldingen specifieker. Hierdoor hebben we meer zicht op de soort problematiek die voorafgaat aan de melding en die voorheen onder 'relatief/signaalverzuim' werd geregistreerd. Uit de bovenstaande tabel blijkt dat het absoluut verzuim stijgt. In het afgelopen jaar ging het om kinderen en jongeren die enkele dagen tot enkele weken niet stonden ingeschreven op een school. Dat zijn vooral kinderen en jongeren uit gezinnen die zich als statushouder of direct vanuit het buitenland in Veenendaal vestigden, en waarvoor een plek in een internationale schakelklas werd gevonden, of een diagnosetraject werd gestart voor een passende school. Daarnaast was er sprake van gezinnen die door huiselijk geweld of andere problematiek onverwacht vanuit elders in Nederland naar Veenendaal verhuisden, en die niet vanaf de eerste dag stonden ingeschreven bij een school. Jongeren met absoluut verzuim worden allemaal actief benaderd en bemiddeld naar scholing en/of werk.
12
Het aantal meldingen van signaalverzuim is vergeleken met het voorgaande schooljaar gedaald. Het aantal meldingen van dreigend verzuim is eveneens gedaald. In hoofdstuk 2 van dit jaarverslag is al aangegeven dat de formatie van de leerplichtambtenaren tussen april 2014 en het einde van het schooljaar niet volledig bezet is geweest. In die periode zijn de preventieve spreekuren op scholen vervallen. De meldingen van dreigend verzuim worden grotendeels gedaan vanuit die spreekuren . Daarnaast is onze ervaring dat scholen in dergelijke situaties langer proberen leerplichtproblemen zelf op te lossen en minder officiële meldingen doen. Het aantal schorsingen en verwijderingen is ten opzichte van de afgelopen twee schooljaren toegenomen . Het aantal vrijstellingen is dit schooljaar eveneens toegenomen ten opzichte van de schooljaren ervoor.
4.6
CASUSBESCHRIJVING
Met een casusbeschrijving willen we inzicht geven in de werkwijze van de leerplichtambtenaar.
Casus meisje L. 14 jaar Op het wekelijks spreekuur van de leerplichtambtenaar (lpa) werd een 14 jarig m~isje L gemeld. De informatie die de lpa·van de school kreeg was dat L. regelmatig een uurtje verzuimde. Verder viel de school op dat L. vermoeid overkwam. De moeder van L. was een jaar geleden overleden. In een eerder gesprek met school had L. en haar vader schoolmaatschappelijk werk afgewezen. School kon hierna geen contact meer krijgen met de vader van L. De lpa spreekt met L. L. gaf als reden voor het verzuim aan dat ze vermoeid is. Haar vader heeft het druk met werk en zij moest het huishouden verzorgen. Dan is er geen tijd om je huiswerk te maken. De lpa spreekt met L. af dat er contact wordt opgenomen met de vader van L. Omdat contact via de telefoon niet mogelijk bleek nodigt de lpa vader van L. uit voor een gesprek op het gemeentehuis. Echter er komt geen reactie. Nog dezelfde dag gaat de lpa op huisbezoek en treft de vader van L. thuis aan. Hij gaf aan dat hij de uitnodiging van de lpa was vergeten. In huis trof de lpa een zorgelijke situatie aan; vader wist nets over huiswerk en school prestatie. Vader gaf aan dat l. regelmatig bij een vriendin ging logeren. Welke vriendin, welk adres wist vader niet. Vader kon tijdens het gesprek met de lpa moeilijk zijn aandacht bij het gesprek houden. Hij kon zich heel moeilijk concentreren. Het leek alsof hij het schoolverzuim van zijn dochter en de problemen die daaruit voortvloeien niet begreep. Vader vertelde dat hij hulp had van een maatschappelijke instelling. De lpa mocht contact opnemen met de contactpersoon van vader. De maatschappelijk werker van vader vertelde de lpa dat vader na het overlijden van zijn vrouw psychisch in de war is en daarom hulp heeft. Na het overlijden van de moeder is de structuur in het gezin weggevallen. De maatschappelijk werker vertelde vervolgens dat de problemen in het gezin beginnen te lijken op verwaarlozing. De maatschappelijk werker is van mening dat het nodig is dat er iemand wordt aangesteld met vergaande bevoegdheden, bijvoorbeeld een gezinsvoogd, om het gezin te helpen en structuur te herstellen. Met de hierboven beschreven problematiek is het gebruikelijk dat de lpa contact opneemt met zijn netwerk. Na contact met Bureau Jeugdzorg blijkt dat het gezin bekend is bij de politie. De politie geeft aan dat zij een zorgmelding hebben gedaan bij Bureau jeugdzorg. Aanleiding was overlast door lawaai door ruzie en schelden.
13
J
De lpa neemt contact op met de school van L. Er wordt besloten een zorgmelding te doen bij Bureau Jeugdzorg en de lpa zal een proces-verbaal voor het schoolverzuim opmaken. Naar aanleiding van de zorgmeldfng en proces-verbaal van de lpa en de zorgmelding van de politie doet de Raad voor de Kinderbescherming (RvdK) een beschermingsonderzoek. De Rvdk adviseert de rechter om een gezinsvoogd aan te stellen. In de zomervakantie krijgt de lpa bericht van de gezinsvoogd dat L. uit het gezin is gehaald. L. is in een andere gemeente bij een tante gaan wonen. In die gemeente gaat L. na de zomervakantie naar school. Aanvullende informatie over de tijdsduur van deze casus. Het spreekuur was in januari van dat schooljaar. Twee weken later was er een zorgmelding en proces-verbaal opgemaakt. Binnen drie weken had de RvdK een beschermingsonderzoek ingesteld. In maart was de rechtszitting. Drie weken na de rechtszitting was de gezinsvoogd bekend. Half april heeft de lpa het dossier gesloten.
4.7
AFHANDELING VERZUIMMELDINGEN/AANVRAGEN
De verzuimmeldingen en aanvragen die in paragraaf 7.5 zijn weergegeven, zijn op verschillende manieren afgehandeld. Hieronder zijn deze manieren gespecificeerd.
Specificatie afhandeling verzuim
2010/2011
2011/2012
2012/2013
2013/2014
Afgehandeld met waarschuwing
165
187
215
154
Bemiddeling terug naar school
161
148
29
49
Bemiddeling naar ander onderwijs
12
25
47
27
Informatie/advies
40
39
138
92
Verwijzing richting hulpverleningsinstanties
103
108
24
31
Registratie*
-
-
33
32
Proces-verbaal
28
15
5
5
HALT afdoening
-
-
1
5
Vrijstelling
11
7
14
17
Totaal
520
529
506
412
* Afhandeling via een registratie komt voor wannee r uit nader onderzoek blijkt dat de betreffende leerling een school bezoekt die hem of haar per abuis niet heeft aangemeld. Daarnaast worden leerlingen geregistreerd als een school een eerste zorg uit richting de gemeente, maar er nog geen sprake is van dreigend verzuim. Op deze manier blijft de leerling in beeld bij de leerplichtambtenaren.
14
Uit de tabel blijkt dat- naast het geven van waarschuwingen - bemiddeling en adviesverstrekking een grote rol spelen bij de afhandeling van de meldingen. Het aantal verwijzingen richting hulpverleners is net als vorig jaar relatief laag ten opzichte van de schooljaren 2010/2011 en 2011/2012. Tegelijkertijd is de afhandeling via informatie en advies de afgelopen twee schooljaren fors lager dan de jaren ervoor. Dat kan ermee te maken hebben, dat leerplichtambtenaren niet altijd zelf doorverwijzen, maar adviseren om contact te leggen met hulpverlening. Daar waar Leerplicht geen actieve rol meer kan hebben in de bestrijding van verzuim en er daadwerkelijk wordt overgedragen naar de hulpverlening, wordt dit ook zo vastgelegd. Hierdoor is er beter zicht op waar de rol van leerplichtambtenaar ophoudt en de taak van hulpverleners begint. Bij 31 jongeren is er in het afgelopen jaar uiteindelijk voor gekozen hen over te dragen aan de hulpverlening. In alle andere gevallen kan de hulpverlening een rol hebben gehad in het traject van verzuimbestrijding maar was er daarnaast ook nog een taak voor de leerplichtambtenaar weggelegd. Het aantal processen-verbaal is dit jaar gelijk aan vorig jaar. De insteek van Leerplicht in Veenendaal is te handhaven als dit noodzakelijk is. We gaan ervan uit dat het handhavingsbeleid van de afgelopen jaren een preventieve werking heeft. Ook de inzet van de spreekuren heeft ertoe, geleid dat het alom bekend is binnen het .itoortgezet onderwijs dat verzuim verregaande consequenties kan hebben, tot aan een zitting bij de kiljlderrechter aan toe. Dit beleid zetten wij het komend schooljaar dG>or, omdat het een effectieve aanpak blijkt. We hebben met de schooldirecteuren strikte afspraken omtrent luxeverzuim gemaakt.
4.8
MELDINGEN NAAR SOORT ONDERWIJS
We registreren de meldingen en aanvragen ook naar soort onderwijs. Dat geven we hieronder in de tabel weer.
Soort onderwijs
Aantal meldingen
Basisonderwijs
62
Speciaal Basisonderwijs
19
Voortgezet Onderwijs
309
Speciaal Voortgezet Onderwijs
12
MBO
10
Totaal
412
Uit de tabel blijkt dat de meeste meldingen komen vanuit het voortgezet onderwijs. De contacten met de scholen voor basisonderwijs en het voortgezet onderwijs zijn goed. De weg naar de leerplichtambtenaar is kort en er wordt daardoor vrij snel contact gezocht vanuit de scholen.
15
4.9
JONGEREN MET MEERDERE MELDINGEN
Zoals eerder becijferd, zijn er dit schooljaar 412 meldingen in behandeling genomen. De aantallen meldingen zijn niet per se gelijk aan het aantal jongeren waarover meldingen worden gedaan. Een aantal van deze jongeren is meerdere keren in beeld geweest. Dat is omdat er naast verzuim bijvoorbeeld ook zorgen waren omtrent de jongere, waardoor zij in een zorgadviesteam besproken zijn. Of omdat het verzuim gedurende het schooljaar toch nog verder opliep, waardoor een nieuwe inzet vanuit Leerplicht gewenst was. In totaal zijn in het schooljaar 2013/2014 363 jongeren geweest waarover meldingen zijn gedaan. Dit aantal laat zien dat over verreweg de meeste jongeren niet meer dan een melding is gedaan.
Aal'ltaillen
Schooljaar 2013/2014
Aantal meldingen
412
Aantal jongeren
363
4.10
MELDll\IGEN NAAR ZWAARTE
Wij onderscheiden drie soorten problematieken achter de meldingen: •
Licht, een preventief gesprek (bijvoorbeeld een spreekuur)
•
Middel, na eerste contact blijft verzuim meestal doorgaan en hulpverlening is hierbij betrokken
•
Zwaar, gezinsproblemen, hulpverlening betrokken, justitiële contacten, halt/proces-verbaal.
Deze indeling geeft de intensiteit van de problematiek van de casus aan. Die heeft overigens niet één-op-één een relatie met de manier van afhandelen; het is mogelijk dat zware problematieken van een jongere voor de werkzaamheden van de leerplichtambtenaar worden afgehandeld met het geven van advies. In de onderstaande tabel verdelen wij de meldingen in het afgelopen schooljaar naar zwaarte.
Zwaarte
Aantal meldingen
Licht
51
Middel
275
Zwaar
86
Totaal
412
16
4.11
VRIJSTELLINGEN
We registreren vrijstellingen die zijn afgegeven.
Soort vrijstelling
2010/2011
2011/2012
2012/2013
2013/2014
Vervangende leerplicht (art. 3a)
-
-
-
-
Vervangende leerplicht laatste schooljaar (art. 3b)
-
-
-
-
Beroep op vrijstelling volledige leerplicht op grond van lichamelijke of psychische omstandigheden (art.5 onder a)
7
7
8
12
Beroep op vrijstelling volledige leerplicht op grond van bezwaar tegen de richting van het onderwijs (art. 5 onder b)
0
0
0
0
4
0
4
3
0
0
2
2
0
0
0
0
11
7
14
17
Beroep op vrijstelling volledige leerplicht op grond van schoolbezoek buitenland (art. 5 onder c) Vrijstelling kwalificatieplicht i.v.m. voldoende onderwijs op andere wijze (art. 15)*
Vrijstelling bezoekplicht > 10 dagen Totaal
*Het gaat hier met name om tijdelijke vrijstellingen in verband met een studiewisseling. Reden hiervoor is dat er op de ROC's weinig instroommomenten gedurende het schooljaar zijn, waardoor jongeren niet tussentijds van studie kunnen wisselen. Het totaal aantal vrijstellingen is dit jaar gestegen. Die stijging is vooral toe te rekenen aan een stijging van het aantal vrijstellingen met betrekking tot de geestelijke en lichamelijke gezondheid. Twee leerlingen hebben een vrijstelling gekregen op basis van een werkplek en interne opleiding binnen het bedrijfsleven. Er is hierbij kritisch gekeken naar de mogelijkheden voor deze jongeren naar arbeid op de lange termijn alvorens de vrijstelling is verleend.
17
4.12
VOORTIJDIGE SCHOOLVERLATERS
1
Leerlingen die ongeoorloofd meer dan 4 weken niet naar school gaan, karakteriseren we als voortijdig schoolverlaters. De inzet voor voortijdig schoolverlaters heeft het onderstaande resultaat gehad.
Bemiddeling naar
2010/2011
2011/2012
2012/2013
2013/2014
School of scholing
6
11
3
9
1
2
0
2
Traject in hulpverlening
1
1
5
3
Nog geen resultaat
-
1
0
0
Totaal
8
15
8
14
Werk+ interne begeleiding
Het aantal voortijdig schoolverlaters fluctueert de laatste jaren. Het is een divers samengestelde groep. Het zijn vooral jongeren die door een sociaal-emotionele problematiek of andere redenen vastlopen in het onderwijs. De leerplichtigen die gedurende het schooljaar 2013/2014 ongekwalificeerd het onderwijs hebben verlaten, zijn allen bemiddeld naar ander onderwijs, werk of een traject in de hulpverlening, waarbij bij dat laatste onder meer als doel is gesteld de jongere toe te leiden naar werk of scholing. Zij blijven onder de aandacht van de leerplichtambtenaren.
18
5.
VERWACHTE ONTWIKKELINGEN 2014/2015
Vooruitkijkend naar het komende schooljaar verwachten wij ontwikkelingen op verschillende terreinen. Deze beschrijven wij in de komende paragrafen.
5.1
IN- EN UITSCHRIJVINGEN BASISONDERWIJS
Sinds 1 juli 2013 hoeven scholen in het primair onderwijs de in- en uitschrijvingen nret meer te versturen naar de gemeente. Vanaf die datum volstaat het dat scholen hun gegevens binnen zeven dagen invoeren in BRON. Dit systeem is via de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) beschikbaar voor gemeenten en de gegevens ervan kunnen digitaal overgenomen worden in de gemeentelijke systemen. Het afgelopen schooljaar is de digitale overname goed verlopen. Er worden komend schooljaar geen knelpunten verwacht.
5.2
PASSEND ONDERWIJS
De invoering van de Wet passend onderwijs per 1 augustus 2014 brengt een aantal veranderingen voor scholen in het primair en voortgezet onderwijs en het MBO met zich mee. De scholen krijgen een zorgplicht en moeten de ondersteuning bieden die een leerling nodig heeft. Dit betekent dat zij ervoor moeten zorgen dat iedere leerling die op hun school staat ingeschreven of zich bij hun school aanmeldt een passende onderwijsplek krijgt. Dat kan zijn in het reguliere onderwijs, of in het (voortgezet) speciaal onderwijs. De landelijke indicatiestelling komt hiermee te vervallen. Het schooljaar 2013/2014 stond in het teken van de inhoudelijke voorbereiding en verdere uitwerking van het passend onderwijs. De nieuwe Samenwerkingsverbanden passend onderwijs werkten aan het inrichten van een rechtspersoon, het inrichten van de ondersteuningsplanraad en het opstellen van een ondersteuningsplan. Daarnaast heeft er met de gemeente Op Overeenstemming Gericht Overleg (OOGO) plaatsgevonden over de concept-ondersteuningsplannen van de Samenwerkingsverbanden. Onder andere over de thema's leerplicht en de aansluiting tussen jeugdzorg en onderwijs zijn afspraken gemaakt. Een van de afspraken is dat er geen "thuiszitters" mogen zijn en dat in regionaal verband wordt gekeken of de protocollen op elkaar kunnen worden afgestemd. In het schooljaar 2014/2015 zullen de ervaringen en de knelpunten met de uitvoering van de nieuwe wet bekend worden. Verwacht wordt dat leerplicht betrokken wordt bij situaties waar plaatsing van leerlingen op scholen tot problemen leidt.
'
5.3
AANNAMEBELEID MBO
Het ministerie van OCW gaat de drempelloze instroom (instroom zonder diploma) voor mbo-niveau 2 afschaffen. Voor jongeren zonder vooropleiding komt er een entreeopleiding in de plaats van het mbo-niveau 1: opleiding Arbeidsmarktkwalificerende assistent (AKA). De entreeopleiding geeft toegang tot het mbo of bereidt jongeren die geen startkwalificatie kunnen behalen voor op de arbeidsmarkt. De wetgeving voor de entreeopleiding is op 1 augustus 2014 ingegaan.
19
Voorheen was het zo dat leerlingen zonder VMBO-diploma bij de intake op het MBO getoetst werden en dan naar niveau werden ingedeeld. Dat is met deze nieuwe plannen niet meer mogelijk. Alleen jongeren met een VMBO-diploma zijn toelaatbaar bij de niveaus 2 t/m 4. Een groep jongeren die uitvalt uit het Voortgezet Onderwijs zal door deze wijziging op niveau 1 moeten starten, ongeacht hun competenties. Dit kan zorgen voor een gebrek aan uitdaging en leiden tot schooluitval. Met de scholen in het voortgezet onderwijs en MBO zullen wij overleg voeren wat dat gaat betekenen voor jongeren en hoe we het (mogelijke) schooluitval kunnen voorkomen.
5.4
DECENTRALISATIE JEUGDZORG PER 2015
'
Door de decentralisatie van de jeugdzorg wordt de gemeente per 1 januari 2015 verantwoordelijk voor alle zorg voor jeugd. Voor inwoners met vragen op het gebied van opvoeden en opgroeien vormt het CJG per 1 januari 2015 een laagdrempelige toegang voor inwoners, zoveel 1mogelijk dichtbij, met inzet van de eigen kracht en het informele netwerk, zo licht mogelijk waar dat,kan, en intensief waar dat moet. Voor de nog intensievere, meer specialistische ondersteuning koopt Veenendaal tweedelijns zorg in. Komend schooljaar zetten we volop in op samenwerking tussen Leerplicht en de jeugdzorgteams. Eventuele dubbelingen worden hiermee voorkomen. Bovendien ontstaat hierdoor een bredere blik, kunnen problemen beter in kaart worden gebracht en passender oplossingen worden gevonden. Daarbij worden het belang van het volgen van onderwijs nauw aangesloten bij het bieden van passende ondersteuning en inzet van de eigen kracht en verantwoordelijkheid van de jeugdige en diens ouders.
20
1
BIJLAGE: LIJST VAN GEBRUIKTE AFKORTINGEN
AMK
Algemeen Meldpunt Kindermishandeling
BJZ
Bureau Jeugdzorg
CJG
Centrum Jeugd en Gezin
CLV
Christelijk Lyceum Veenendaal
CMD
Centrum voor Maatschappelijke Dienstverlening
GSV
Christelijke Scholengemeenschap Veenendaal
CWI
Centrum voor Werk en Inkomen
GBA
Gemeentelijke basisadministratie
GOA
Gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid
HAVO
Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs
MBO
Middelbaar Beroeps Onderwijs
MO
Sector Maatschappelijke Ontwikkelingen
OZ&S
Afdeling Onderwijs, Zorg en Samenleving
ROC
Regionaal Opleidingencentrum
RMC SBO SVB
I
Regionale Meld en Coördinatiefunctie (voortijdig schoolve~aten) Speciaal basisonderwijs
'
Sociale Verzekeringsbank
SUWI
Wet Structuur Uitvoeringsorganisatie Werk en Inkomen
VAVO
Voortgezet Algemeen Volwassenen Onderwijs
VMBO
Voorbereidend Middelbaar Beroeps Onderwijs
vo vso
Voortgezet onderwijs
VSV-er
Voortijdig schoolverlater
Voortgezet speciaal onderwijs
vwo
Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs
WEB
Wet Educatie Beroepsonderwijs
WIW
Wet inschakeling Werkzoekenden
ZAT
Zorgadviesteam
ZMOK
Zeer moeilijk opvoedbare kinderen
21