Jaarverslag 2011
Mei 2012
Voorwoord Ons Middelbaar Onderwijs, opgericht in 1916, is een vereniging van scholen voor voortgezet onderwijs in voornamelijk Noord-Brabant. De scholen, van gymnasium tot en met praktijkonderwijs, ontwikkelen de talenten van iedere leerling door ‘goed onderwijs’ te bieden geïnspireerd vanuit de katholieke traditie. Zo verwerven de leerlingen passende startposities voor vervolgonderwijs en voor toetreding tot de maatschappij. De scholen van de vereniging Ons Middelbaar Onderwijs kennen een grote verscheidenheid. Die verscheidenheid vormt de bron voor kennisdeling en daarmee voor het versterken van de professionaliteit van onze docenten. Door het benutten van schaalvoordelen zijn de scholen bovendien samen sterker en kunnen ze toch kleinschalig blijven. En daar profiteren onze leerlingen van. Doel jaarverslag Sinds 2010 is de planning- & controlcyclus binnen Ons Middelbaar Onderwijs gebaseerd op het kalenderjaar. Hiermee volgt de planning de verslaggeving voor het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). Dit jaarverslag laat zien in welke mate Ons Middelbaar Onderwijs de doelstellingen voor 2011 heeft gerealiseerd die zijn vastgelegd in de beleidsagenda en de financiële kaders van 2011. Leeswijzer Het jaarverslag bestaat uit drie gedeeltes. Deel A bevat een kort verslag vanuit alle scholen van Ons Middelbaar Onderwijs. Deel B is het bestuursverslag, met daarin aandacht voor de speerpunten van het onderwijsbeleid, werkgeverschap, maatschappelijke verantwoordelijkheid, bedrijfsvoering, de toekomst en het verslag van de raad van toezicht. Deel C bestaat uit de jaarrekening over 2011, waarin de geconsolideerde en enkelvoudige jaarrekening aan de orde komen inclusief toelichtingen. Deel D bevat alle bijlagen.
Contactgegevens Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Postbus 574 5000 AN Tilburg Spoorlaan 171 5038 CB Tilburg
pag. 1 van 90
tel: fax: e-mail: website:
(013) 595 55 00 (013) 595 55 99
[email protected] www.omo.nl
Kerngegevens A. Onderwijs Slagingspercentages 2009, 2010 en 2011
100%
82%
89% 90%
89% 88%
84%
85% 86%
86%
85% 87%
87% 89%
88%
91% 92%
93% 94%
94% 95%
94% 95%
93% 93%
94% 94%
95% 95%
94% 96%
90%
94% 95%
92%
94% 95%
94%
96% 96%
96% 97%
96%
96% 96%
98%
80% Vmbo Kbl Landelijk 2009
OMO 2009
Vmbo Tl
Landelijk 2010
OMO 2010
Havo Landelijk 2011
Vwo
OMO 2011
Aantal leerlingen per schoolsoort
30.000
25.285
20.000
24.843
24.276
25.000
65.000 62.141
61.980
61.287
61.195
24.141
60.000
55.000
5.791
45.000 996
8.863
8.174
12.331
50.000
6.492
5.688
945
9.293
8.084
6.391
12.424 941
5.194
9.390
6.623
8.109
11.948
5.172 755
5.000
9.405
6.687
10.000
8.195
15.000 12.012
Aantal leerlingen per schoolsoort
Vmbo Gl
Totaal aantal leerlingen
Vmbo Bbl
-
40.000 2008
2009
Brugperiode (leerjaar 1-2) Havo (leerjaar 4-5) Praktijkonderwijs
2010
2011
Vmbo (leerjaar 3-4) Vwo (leerjaar 4- 5-6) Totaal aantal leerlingen OMO ( excl vavo)
Havo/Vwo (leerjaar 3) Lwoo ( leerj aar 1-4)
B. Personeel Aantal medewerkers
7.200
Leeftijdsopbouw personeel 0%
7.100 7.000
10%
20%
30%
40%
50%
t/m 30 jaar
6.900 6.800 31 - 40 jaar
6.700 2008
2009
2010
2011
41 - 50 jaar 60%
50% 40%
Percentage mannen en vrouwen 57% 52%
52% 48%
51 - 60 jaar
56%
48% 43%
44%
vanaf 61 jaar
30%
2008
2009 Man
2010
2011
Vrouw 2008 2008
C. Financiën Weerstandsvermogen
19% 18%
18,2%
60% 40%
18,2%
17%
2010 2010
2011 2011
Solvabiliteit (inclusief voorzieningen) 50%
46%
17,5%
40%
39%
2010
2011
20%
16,7%
16% 15%
0%
2008
pag. 2 van 90
2009 2009
Noot:
2009
2010
2011
2008
2009
Er bestaat geen perfecte correlatie tussen het aantal leerlingen en het aantal medewerkers. De achtergrond van de piek in aantal medewerkers in 2010 wordt toegelicht in de jaarrekening, bij de toelichting op de personeelslasten.
Inhoudsopgave DEEL A: ONS MIDDELBAAR ONDERWIJS: DE SCHOLEN DEEL B: BESTUURSVERSLAG 1.
ONDERWIJS ................................................................................ 25
1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8 1.9 1.10 1.11
2
WERKGEVERSCHAP ..................................................................... 33 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8
3
PERSONEEL IN KERNCIJFERS ............................................................................................33 DE LERAAR CENTRAAL ....................................................................................................35 WERKPLEZIERONDERZOEK ...............................................................................................36 ARBEIDSVERHOUDINGEN EN ARBEIDSVOORWAARDEN ...............................................................36 PROMOTION................................................................................................................37 KENNISNETWERKEN ......................................................................................................37 LERARENOPLEIDING ......................................................................................................37 OPLEIDEN TOT ICT DOCENT .............................................................................................39
ONDERWIJS IN MAATSCHAPPELIJK PERSPECTIEF ...................... 40 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6
4
PARTNERSCHAP MET NKO ...............................................................................................40 HERIJKING BELEID OUDERBIJDRAGE ...................................................................................40 REGLEMENT LEERLINGENZAKEN .........................................................................................40 HUISHOUDELIJK REGLEMENT EN HET MANAGEMENTSTATUUT .......................................................41 REGLEMENT RADEN VAN ADVIES ........................................................................................41 AFHANDELING VAN KLACHTEN...........................................................................................42
BEDRIJFSVOERING ..................................................................... 43 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8 4.9 4.10 4.11
pag. 3 van 90
ONDERWIJS IN KERNCIJFERS ............................................................................................25 KOERS 2016 ..............................................................................................................25 GOED ONDERWIJS BIEDEN ...............................................................................................26 KWALITEITSGELDEN VO .................................................................................................28 TOEZICHTARRANGEMENTEN .............................................................................................28 ACTUELE ONDERWIJSKUNDIGE ONTWIKKELINGEN ....................................................................29 VEILIGHEID OP SCHOLEN ................................................................................................30 IDENTITEIT ................................................................................................................30 KWALITEITSZORG EN VENSTERS VOOR VERANTWOORDING ........................................................31 HET STIMULEREN VAN LEERLINGEN DOOR OMO-PRIJZEN........................................................31 HERSCHIKKING, SAMENWERKING, FUSIE EN OVERNAME .........................................................32
BEDRIJFSVOERING IN KERNCIJFERS ....................................................................................43 ONTWIKKELINGEN OP ICT GEBIED .....................................................................................43 OVERHEAD .................................................................................................................44 PROFESSIONALISERING ADMINISTRATIEVE PROCESSEN .............................................................45 ANALYSE VAN HET RESULTAAT 2011 ..................................................................................46 FINANCIËLE VERANTWOORDING ........................................................................................48 RISICOPARAGRAAF........................................................................................................51 TREASURY EN SCHATKISTBANKIEREN ..................................................................................52 HUISVESTING EN VASTGOEDREGISTRATIE.............................................................................54 INTERNE BEHEERSING EN TOEZICHT ................................................................................57 COLLECTIEVE INKOOP .................................................................................................57
5
TOEKOMST .................................................................................. 59 5.1 5.2 5.3
6
BELEIDSVOORNEMENS ...................................................................................................59 FINANCIERINGSSTRUCTUUR .............................................................................................59 BEGROTINGSCIJFERS 2012 .............................................................................................59
VERSLAG VAN DE RAAD VAN TOEZICHT ...................................... 61
DEEL C: JAARREKENING 2011 GECONSOLIDEERDE JAARREKENING ............................................................................... 66 GRONDSLAGEN VOOR WAARDERING EN RESULTAATBEPALING ...................................... 69 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE JAARREKENING .............................................. 73 ENKELVOUDIGE JAARREKENING ..................................................................................... 85 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE JAARREKENING .................................................... 86
CONTROLEVERKLARING DEEL D: BIJLAGEN BIJLAGE 1. GEOORMERKTE DOELSUBSIDIES OCW (RJ 660, MODEL G) ....................................... 1 BIJLAGE 2. BEZOLDIGING VAN BESTUURDERS EN TOEZICHTHOUDERS EN WOPT (MODEL H) ........ 4 BIJLAGE 3. DEELNEMINGEN/VERBONDEN PARTIJEN BEHOREND TOT DE VERENIGING .................. 5 BIJLAGE 4. ORGANISATIE ONS MIDDELBAAR ONDERWIJS ........................................................ 6 BIJLAGE 5. HONORARIUM EXTERNE ACCOUNTANT................................................................... 8 BIJLAGE 6. SLAGINGSPERCENTAGES 2011 ............................................................................. 9 BIJLAGE 7. TOEZICHTARRANGEMENTEN (PER 31 DEC. 2011) ...................................................12 BIJLAGE 8. PERSONEEL IN CIJFERS ......................................................................................14 BIJLAGE 9. REGIONALE SAMENWERKINGSVERBANDEN ...........................................................22 BIJLAGE 10. INSTELLINGEN VOOR HOGER EN WETENSCHAPPELIJK ONDERWIJS ........................24 BIJLAGE 11. BEGRIPPENLIJST ..............................................................................................25 BIJLAGE 12. LIJST VAN VEELGEBRUIKTE AFKORTINGEN ..........................................................28
pag. 4 van 90
Deel A: Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs: de scholen
pag. 5 van 90
2College www.2college.nl rector: Ad Poulisse opleidingen: vwo, havo, vmbo locaties: Durendael, Oisterwijk Cobbenhagenlyceum, Tilburg Cobbenhagenmavo, Tilburg Wandelbos, Tilburg Ruiven, Berkel-Enschot Jozefmavo, Tilburg Vluchtelingen, Oisterwijk Het onderwijs van 2College is gericht op het actief en zelfstandig leren van leerlingen. Er wordt gezocht naar een balans tussen onderwijs gericht op het halen van een diploma en persoonlijkheidsvorming. De ambitie van 2College is dat elke leerling altijd verder komt, een diploma haalt en leiding leert geven aan zichzelf. In 2011 zijn er diverse projecten gestart op de school. Op locatie Durendael zijn lwooleerlingen begonnen in het vmbo, en op de Cobbenhagenmavo is een ICT-route gestart. Op Durendael en Cobbenhagenlyceum zijn twee bloeiende afdelingen met tweetalig onderwijs en het international baccalaureat-programma. Daarnaast is in 2011 gestart met een technasium op het Cobbenhagenlyceum, als enige in de regio Tilburg. 2College is mede kartrekker van de academische opleidingsschool Tilburg. Alle opleidingen op alle scholen van 2College kregen in 2011 van de inspectie het hoogst mogelijke oordeel. In 2011 was er grote voortgang te zien in de huisvesting van 2College: op 4 februari 2012 kwamen er 13 extra lokalen voor de locatie Durendael gereed. Er is ook besloten om eind 2013 nieuwbouw te realiseren voor 400 leerlingen van de Cobbenhagenmavo, en er is overleg met de gemeente over nieuwbouw van de Jozefmavo.
Baanderherencollege www.bhcvmbo.nl www.bhcpraktijkonderwijs.nl directeur: Leon Spaan opleidingen: vmbo, praktijkonderwijs locatie: Boxtel Het Baanderherencollege is een school waar over de volle breedte onderwijs wordt aangeboden op het vmbo. Van de basisberoepsgerichte leerweg tot de theoretische leerweg en alle vier de sectoren techniek, economie, landbouw en zorg & welzijn. Het praktijkonderwijs geeft aan leerlingen met een cognitieve beperking een opleiding die aansluit op hun mogelijkheden en interesses, waardoor zij voorbereid worden op het verrichten van vaardigheden tot het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar. Eerlijkheid, rechtvaardigheid, toegankelijkheid en oprechte belangstelling bepalen het leefklimaat op school. In het kader van maximale persoonlijke ontplooiing richt het Baanderherencollege zich niet alleen op de specifieke onderwijsdoelstellingen, maar ook op doelen op het gebied van de sportieve, culturele, sociaal-emotionele en levensbeschouwelijke vorming. Daarbij wordt de leerling tevens respect voor de leefomgeving bijgebracht. In 2011 is gestart met de TH-klas; een schakelmogelijkheid voor leerlingen op het snijvlak van vmbo en havo. Daarnaast wordt een duidelijke beweging richting maatwerktrajecten voor de leerlingen gemaakt. Om dat gerealiseerd te krijgen, is de school overgestapt van een 50-minutenrooster naar een 45-minutenrooster. Hierdoor is
pag. 6 van 90
er ruimte ontstaan voor vijf maatwerkuren (zogenoemde BHC-uren) per leerling. Daarnaast is er meer nadrukkelijke aandacht gekomen voor loopbaanleren (LOB). In het praktijkonderwijs heeft het werken in leerzones voor competentiegericht onderwijs in 2011 qua huisvesting zijn afronding bereikt.
De Nieuwste School www.denieuwsteschool.nl directeur: Maria Michels opleidingen: vwo, havo, mavo locatie: Tilburg De Nieuwste School (DNS) is een kleinschalige school voor mavo, havo en vwo. De school onderscheidt zich door de verwondering van de leerling als uitgangspunt te nemen. De experts stellen thema’s op. Onder intensieve begeleiding van de mentor en de expert gaat de leerling volgens een beproefde onderzoeksmethode zelf op zoek naar de antwoorden. Vervolgens delen de leerlingen hun opgedane kennis, inzichten en vaardigheden met elkaar en met hun docent. Deze werkwijze leidt tot een rijk en gevarieerd onderwijsklimaat dat leerlingen gedurende hun hele schoolloopbaan uitdaagt en motiveert. De leerling leert zo bovendien de verantwoordelijkheid voor de eigen leerweg te nemen. Het onderwijsconcept van DNS draagt sterk bij aan alle facetten van de persoonlijke ontwikkeling en gaat dus veel verder dan enkel de cognitieve ontwikkeling. Het bereidt hen bovendien uitstekend voor op het vervolgonderwijs. In 2011 is De Nieuwste School verhuisd naar de Sint Josephstraat 106. Op deze locatie heeft DNS nu de huisvesting die past bij de ontwikkelingen van de school.
Duhamel College www.duhamelcollege.nl directeur: Ad Machielse opleiding: vmbo locatie: ‘s-Hertogenbosch Het Duhamel College is een vmbo-school voor de leerling die wil leren met hoofd, hart en handen. Duhamel werkt met een zorgvuldig handelingsplan, een nauwkeurig en up-todate leerlingvolgsysteem en een duidelijke structuur. Met een vanzelfsprekende zorg voor de leerling ademt de school een sfeer van rust en regelmaat waar iedereen zich veilig voelt. Duhamel is kleinschalig van opzet. Een kernteam zorgt voor korte lijntjes waardoor personeel, budget en leerlingzorg strak geregeld zijn. Door intensieve samenwerking vinden leerlingen drempelloos hun weg naar het mbo en bedrijven in de buurt. Door hard werken en enthousiasme van het schoolteam zijn er aanzienlijk minder voortijdig schoolverlaters. Volgens de inspectie is het kader- en basisonderwijs op orde. Het slagingspercentage in 2011 was 100 procent. De school is bovendien financieel gezond. In 2010 ging het vakcollege techniek van start, in 2012 volgt ook het vakcollege zorg & welzijn. De afdeling sport gaat meer accent leggen op sportlessen. Sinds 2010 werkt Duhamel College intensief samen met het Hervion College en Van Maerlant om de toekomstige vmbo-leerling een breder aanbod te bieden in een nieuw Stedelijk College 'sHertogenbosch.
pag. 7 van 90
Eckartcollege www.eckartcollege.nl rector: Jean Wiertz opleidingen: vwo, havo, vmbo locaties: Eckartcollege, Eindhoven Pleincollege Nuenen, Nuenen Het Eckartcollege en het Pleincollege Nuenen zijn samen één school met een uitgebreid onderwijsaanbod. De locatie in Nuenen heeft ook nog een theateropleiding. Diversiteit, betekenisvol leren en sociale vorming zijn belangrijke speerpunten. Daarnaast leren de leerlingen om actief en zelfstandig te leren en verantwoordelijkheid te nemen. Zo worden zij goed voorbereid op het vervolgonderwijs en de maatschappij. Op het Eckartcollege voelt het vertrouwd en daarom voelen leerlingen zich al snel thuis. Een omgeving die stimuleert en inspireert! De school heeft sinds 2009 het keurmerk van het Ministerie van OCW als academische opleidingsschool. Verder is de school een begaafdheidsprofielschool, wat wil zeggen dat de school is aangesloten bij een landelijk netwerk van scholen die onderwijs bieden aan leerlingen die meer getalenteerd, hoogintelligent of (hoog)begaafd zijn. Via speciale havokans-klassen krijgen mavoleerlingen de kans om op te stromen naar havo. In 2011 zijn er veel belangrijke ontwikkelingen geweest binnen de school. Binnen de sectoren van het vmbo zijn gerealiseerd: een werkplekkenstructuur, ‘leren in de beroepscontext’, ‘leren en werken in leergebieden’ en vakoverstijgend werken. Het mavo ontwikkelde havo-kans en het havo maakt havisten competent voor het hbo (het hacoproject). Voor zowel havo als vwo werd een hoger niveau van Engels aangeboden via Cambridge English. Binnen het vwo is het gymnasium versterkt en werd een cultuurvariant ontwikkeld.
Elzendaalcollege www.elzendaalcollege.nl rector: Jacques Marsmans opleidingen: vwo, havo, vmbo locaties: Boxmeer Gennep Het Elzendaalcollege staat voor kwaliteit en voor een prettige en veilige sfeer. De school bouwt aan de toekomst: haar eigen toekomst en de toekomst van de leerlingen, die in vervolgopleidingen tot de beste studenten behoren. Het Elzendaalcollege vindt inspiratie in het motto: ‘Samen ontdekken waar je goed in bent’. In het schooljaar 2011-2012 is overeenstemming bereikt met de gemeente Boxmeer over plannen om schoolgebouwen in Boxmeer te renoveren en voor een deel uit te bouwen. De school hoopt in het volgende schooljaar daadwerkelijk met de bouwwerkzaamheden te kunnen beginnen.
pag. 8 van 90
Fioretti College www.fioretticollege.nl directeur: Edward de Gier opleidingen: vmbo, praktijkonderwijs locatie: Veghel Het Fioretti College werkt vanuit een katholieke achtergrond aan de opdracht leerlingen van 12 tot 18 jaar, ongeacht hun talenten en sociale achtergrond, met goed onderwijs en zorgzame begeleiding voor te bereiden op het vervolgonderwijs en in het verlengde daarvan op een plaats in de maatschappij. Vanuit dit perspectief is er zorg en respect voor iedereen en voor alle culturen. Door goed onderwijs en begeleiding bij het leren aan te bieden, wil de school ervoor zorgen dat de leerlingen zich breed ontwikkelen. Het streven is leerlingen in vier of maximaal vijf jaren een diploma te laten behalen, zodat zij goed verder kunnen studeren in het vervolgonderwijs en zij zich thuis voelen in de maatschappij. Het onderwijs is praktisch en persoonlijk. Centraal staan begeleiding bij het leren leren, het leren kiezen en het leren omgaan met elkaar en in de maatschappij. Zo wordt ervoor gezorgd dat de leerlingen zich breed ontwikkelen. In 2011 is de krimp van het leerlingenaantal omgebogen in een lichte groei. Desondanks heeft de locatie Kasteellaan, te Sint-Oedenrode, haar deuren moeten sluiten. In Veghel is de relatie met de omgeving sterk verbeterd. Dat heeft geleid tot een goede aanmelding voor het schooljaar 2011-2012. In 2011 is met alle belanghebbenden gewerkt aan het nieuwe schoolplan. Samen met het herstelde vertrouwen in de school geeft dit het Fioretti College een goede basis voor de toekomst.
Gymnasium Beekvliet www.gymnasiumbeekvliet.nl rector a.i.: Titus Frankemölle opleiding: vwo locatie: Sint-Michielsgestel Leerlingen ruimte geven. Daar staat Gymnasium Beekvliet voor. Ook buiten de lessen krijgen de leerlingen de ruimte om zich te ontwikkelen. Er zijn verbredingsprojecten en leerlingen doen aan tal van olympiades mee, waar ze heel vaak in de prijzen vallen. Muziekavonden, vieringen, toneelvoorstellingen en sportactiviteiten op school worden georganiseerd door de leerlingen die daarvan heel veel leren. Alle leerlingen gaan bovendien tijdens hun schoolcarrière op uitwisseling. Zij verlaten dan hun veilige, kleine school om een week te gast te zijn bij een buitenlandse (vaak veel grotere) school. Dit alles indachtig de slogan ‘Ontwikkel je talenten, verleg je grenzen, voel je thuis’. Er wordt uitdagend en vernieuwend bèta-onderwijs aangeboden voor natuurkunde, scheikunde en biologie in het in 2011 gerealiseerde paviljoen. Bij de moderne vreemde talen is de doeltaal de voertaal geworden. Leerlingen bereiden zich voor op de externe examens in het kader van Cambridge, Goethe en Delf Scolaire. Er zijn gamma-projecten waarbij vakken als economie, aardrijkskunde, geschiedenis, filosofie en levensbeschouwing samenwerken. Omdat er gewerkt wordt vanuit het hebben van ‘hart voor elkaar’, wordt leerlingen een uitgebreid pakket van steunlessen, vakbegeleidingen en mentoractiviteiten aangeboden. Daar heeft de school succes mee, want de doorstroomcijfers zijn uitzonderlijk goed. 90% van de leerlingen haalt onvertraagd het gymnasiumdiploma.
pag. 9 van 90
Hervion College www.hervion.nl directeur: Hub. Quaedflieg Opleiding: vmbo locaties: Hervion College, ’s-Hertogenbosch Van Maerlant, ’s-Hertogenbosch Het Hervion College biedt onderwijs aan in alle leerwegen van het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo). Op beide locaties wordt onderwijs in de sector economie aangeboden. De school ziet het als haar taak leerlingen in een veilige en inspirerende leer- en werkomgeving adequaat en eigentijds onderwijs aan te bieden waarbij de individuele ontwikkeling van leerlingen en een optimaal toekomstperspectief leidend zijn. Het Hervion College heeft de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in onderwijsvernieuwing. De teamstructuur, waarbij het onderwijs en de leerlingenzorg in handen zijn van een vast team medewerkers, leidt ertoe dat leerlingen zich eerder gekend en daarmee ‘thuis’ voelen op school. Na de bestuurlijke overdracht van het Hervion College aan de Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs in augustus 2010 zijn in 2011 de eerste stappen gezet om samen met het Duhamel College te komen tot de ontwikkeling van één Stedelijk College ’s-Hertogenbosch met een breed en aantrekkelijk aanbod van (beroeps-)opleidingen in de sectoren Techniek, Zorg & Welzijn en Economie. Hierin ziet de school een uitgelezen kans voor haar leerlingen om hun talenten nóg betere ontwikkelkansen te bieden.
Instelling Voortgezet Onderwijs Deurne www.ivo-deurne.nl rector: Monique van Roosmalen opleidingen: vwo, havo, vmbo, praktijkonderwijs locaties: Peellandcollege, Deurne Alfrinkcollege, Deurne Hub van Doornecollege, Deurne De Sprong, Deurne De afgelopen jaren is de Instelling VO Deurne zich gaan beschouwen als een actief medespeler van Brainport. Enige jaren geleden, vóór de notitie ‘Brainport 2020’, kwam in Helmond de Automotive Campus tot bloei. De maakindustrie, Automotive, ten dienste van mobiliteit was een (kennis)ontwikkeling waarvoor vmbo en mbo nog geen specifieke opleiding verzorgden. Men ging aan de slag en steunde elkaar. In enkele jaren tijd ontstond een volwassen curriculum Automotive voor het vmbo. De modules worden nu kant en klaar uitgegeven door het Consortium Beroepsonderwijs. De Automotive Straat staat in het middelpunt van het Hub van Doornecollege. De prominent aanwezige DAF is een studievoorbeeld van een topsegment uit de Nederlandse maakindustrie. In het havo/vwo van het Peellandcollege ontwikkelt men het curriculum ‘science’. Voor onderzoek, ontwerp en realisatie van een science-werkstuk zal ook voor de leerlingen van havo/vwo de Automotive Straat een aantrekkelijke leeromgeving zijn. Tevens is binnen het Peellandcollege het predicaat ‘Business school’ verworven. Marketing is een belangrijk onderdeel binnen het curriculum voor het vak management & organisatie (m&o). Ondernemen en relaties leggen met het bedrijfsleven buiten de schoolomgeving is een van de doelstellingen. In het ondernemerscafé Deurne werden de presentaties van de profielwerkstukken in relatie tot ‘ondernemen en onderwijs’ gepresenteerd.
pag. 10 van 90
Jacob-Roelandslyceum www.jrl.nl rector: Leon Spaan opleidingen: havo, vwo locatie: Boxtel Het Jacob-Roelandslyceum verzorgt kwaliteitsrijk onderwijs, rekening houdend met verschillen tussen leerlingen op terreinen als begaafdheid, sociale en culturele achtergronden en gewenste leerstijlen. In 2011 heeft de school verder gewerkt aan de vormgeving van de onderwijskundige profilering. Het technasium, Engels plus en cultuur bieden leerlingen keuzemogelijkheden die excellentie bevorderen. Ook docenten die binnen de profileringen opereren, zijn in de gelegenheid hun sterke kanten beter te maken en vernieuwend onderwijs op te zetten. In 2011 zijn daarnaast drie pilots voorbereid die in schooljaar 2011-2012 worden uitgevoerd. De pilots zijn erop gericht het onderwijs meer te personaliseren zodat de motivatie van de leerlingen toeneemt en de leeropbrengsten beter worden. In de eerste pilot werken leerlingen van een klas bij alle vakken met een laptop. In de tweede pilot krijgen leerlingen bij het vak Nederlands in groepen van wisselende grootte en samenstelling les. Waar het kan, wordt les gegeven in grote groepen; intensieve begeleiding vindt plaats in kleine groepen. De docenten worden hierbij ingezet op grond van hun sterke kanten. De derde pilot wordt uitgevoerd bij beeldende kunst: onderwijsassistenten/instructeurs met specifieke vakkennis nemen op bepaalde momenten de les over en ondersteunen de vakdocent, zodat deze zich kan concentreren op de kwaliteit van het beeldend proces.
Jeroen Bosch College www.jbc.nl rector: Lian Derks opleidingen: vwo, havo, vmbo-t locatie: ’s-Hertogenbosch Het Jeroen Bosch College (JBC) is sterk in de ontwikkeling van zelfstandigheid bij leerlingen. In de begeleiding zijn aandacht en zorg op elk kind toegesneden. Het eigentijdse onderwijs vindt er plaats in een open en vriendelijke sfeer. Jeroen Bosch College heeft een technasiumvariant op het vwo, die in 2011 is uitgebreid naar het havo. JBC profileert zich met het geven van PLUS-uren: persoonlijke begeleiding bij leren en leven met als doel uitval te beperken en met het accent op studie. Deze uren worden ingezet voor extra ondersteuning in de verschillende vakken en voor een extra aanbod buiten het reguliere curriculum. Het jaar 2011 kenmerkt zich door een interne verbouwing: ten behoeve van het technasium werd een R&D-ruimte (research and development) gerealiseerd. Deze ruimte maakt eigentijds, modern bèta-onderwijs mogelijk. Het JBC heeft een eigen interne opleidingsschool, het JBOS (Jeroen Bosch Opleidingsschool), die zich richt op de professionalisering van de docent. De belangrijkste activiteit van 2011 is collegiale consultatie, die is ingezet om een kwaliteitsimpuls te geven. Tot slot heeft het JBC in oktober 2011 een nieuwe rector gekregen.
pag. 11 van 90
Kwadrant Scholengroep www.kwadrant-sgr.nl rector: Titus Frankemölle opleidingen: vwo, havo, vmbo locaties: Hanze College, Oosterhout Cambreurcollege, Dongen Onder het motto 'Rijkdom in verscheidenheid' geven beide scholen invulling aan modern onderwijs waarin de leerling centraal staat. In Oosterhout is er gestart met de Stichting Vrienden van het Hanze College. Na een presentatie over het belang van het economisch doel van het vmbo, was dat voor een aantal Oosterhoutse bedrijven meer dan voldoende aanleiding om zich te verenigen in deze stichting. Verder is overleg gestart met het ROC West-Brabant om door verregaande samenwerking een aantrekkelijk beroepscollege voor vmbo en mbo te realiseren en een breed vmbo in stand te houden. In Dongen springen de ontwikkeling van het lwoo, de invoering van mavoplus, de visitatie van het tweetalig onderwijs op het vwo en de aanzet voor de invoering van het tweetalig onderwijs voor de havo in het oog. Er wordt nagedacht over nieuwe huisvesting die past bij de onderwijskundige en energetische opvattingen van deze tijd. Werken in teams met eigen speerpunten leidt tot meer betrokkenheid van docenten. Besef van kwaliteitszorg draagt bij tot een beter en doelmatiger leerproces met afwisselende werkvormen in een moderne leeromgeving.
Lyceum Bisschop Bekkers www.bisschopbekkersmwp.schoolwerkplek.nl rector: Peter Smetsers opleidingen: vwo, havo locatie: Eindhoven Lyceum Bisschop Bekkers is een kleine school waar hard werken samengaat met plezier en een goede sfeer. Internationalisering krijgt veel aandacht: de school is erkend als Elosschool en biedt versterkte programma’s met de daarbij behorende internationale diploma’s in Frans, Duits, Engels en Spaans, internationale uitwisselingen en educatieve reizen. In de onderbouw kunnen de leerlingen clinics volgen, onder meer in kunst, sport en science. Kunst (beeldend en muziek) behoort bovendien tot de eindexamenvakken. Het predicaat Universumschool staat garant voor veel activiteiten bij de exacte vakken waaronder een schoolbrede projectweek op het gebied van duurzaamheid. Tot begin 2011 heeft een beoogde fusie van het Lyceum Bisschop Bekkers met het Montessoricollege uit Eindhoven op de agenda gestaan. Het is uiteindelijk niet tot een fusie gekomen en het Montessoriconcept is niet overgenomen. Een en ander heeft medio 2011 geleid tot de keuze voor versterking van de bestaande identiteit van de school met een grotere nadruk op het plezierige karakter en met behoud van de kwaliteitskenmerken. Het personeelbestand is in evenwicht gebracht met het aantal leerlingen zonder dat afbreuk is gedaan aan het gevarieerde lesaanbod.
pag. 12 van 90
Maaslandcollege www.maaslandcollege.nl rector: Jacq. van Meegen opleidingen: vwo, havo, vmbo locatie: Oss Het Maaslandcollege is een moderne kwaliteitsschool met een internationale oriëntatie. Het motto van de school is ‘grenzen verleggen’ dat zowel letterlijk als figuurlijk kan worden opgevat. Iedere leerling wordt uitgedaagd om het beste uit zichzelf te halen en daarmee zijn of haar talenten te ontwikkelen. Het Maaslandcollege profileert zich in Oss en omgeving met tweetalig onderwijs, de researchopleiding en een hoogwaardige β-opleiding. Daarnaast is er een gevarieerd programma voor sport en cultuur en zijn er internationale uitwisselingen. 2011 is een jaar van hoogtepunten geweest. In het eerste deel van het jaar zijn de voorbereidingen getroffen voor de uitbreiding van de vwo-researchopleiding naar het tweede leerjaar zodat deze in augustus van start kon gaan. In september hebben zich maar liefst 100 leerlingen meer ingeschreven dan het jaar ervoor. Daarnaast is aan 100 leerlingen het international baccelaureat uitgereikt. Ook voor de derde wereld is enthousiast gewerkt. Tijdens de kerstactie is maar liefst € 17.000 opgehaald voor een onderwijsproject in Zuid-Afrika.
Maurick College www.maurickcollege.nl rector: Huub van der Linden opleidingen: vwo, havo, vmbo locatie: Vught Het Maurick College is een brede scholengemeenschap waar op basis van de Daltonfilosofie gewerkt wordt aan het maximaliseren van de talentontwikkeling van de leerling. Aan de hand van de Daltonpijlers, kiezen in verantwoordelijkheid, samenwerken en zelfstandigheid wordt specifiek gewerkt aan de menswording van de leerling. Daarmee wordt de leerling voorbereid op het vervolgonderwijs en zijn plaats in de maatschappij. In het kalenderjaar 2011 zijn er veel ontwikkelingen geweest. Allereerst is begin 2011 de nieuwbouw in gebruik genomen die voor medewerker en leerling een nieuwe uitdagende leeromgeving heeft opgeleverd. Tegelijkertijd is een begin gemaakt met het renoveren van het huidige gebouw, dat in april 2012 eveneens gebruikt gaat worden. De school wil ook in de toekomst aansluiten op de maatschappelijke ontwikkelingen. Daarom is in 2011 gestart met het reflecteren van het Daltononderwijs. Er wordt een plan ontwikkeld over hoe daar in de toekomst organisatiebreed invulling aan gegeven kan en moet worden.
pag. 13 van 90
Merletcollege www.merletcollege.nl rector: Paul Metzemaekers opleidingen: vwo, havo, mavo, vmbo locaties: Grave Mill Cuijk Het Merletcollege wil voor zijn leerlingen een waardevolle en inspirerende school zijn. In de dagelijkse omgang met elkaar moet de school daarom voelen als een tweede thuis: veilig, warm, welkom, sfeervol en uitdagend. Die kenmerken wil de school naar voren laten komen in de lessen en alles wat een leerling daarbuiten op school meemaakt. Op het voortgezet onderwijs groeit de leerling van jongere naar jongvolwassene; een boeiend en cruciaal proces, dat de basis legt voor het latere leven. De school stelt er eer in dat proces succesvol te laten verlopen. In 2011 kende de inspectie de school voor alle opleidingen het basistoezicht toe. In het Elsevier-onderzoek werd de afdeling vmbo-kader van het Merletcollege in Mill bij de vijf beste van het land genoemd. De focus heeft in 2011 gelegen op verbetering van de financiële positie, de interne organisatie en de aantrekkingskracht van de school.
Mill-Hillcollege www.mill-hillcollege.nl rector: Carin Zandbergen opleidingen: vwo, havo, mavo locatie: Goirle Het Mill-Hillcollege is een school waar het draait om de ontwikkeling van leerlingen tot volwaardige deelnemers aan de maatschappij. Het Mill-Hillcollege bereidt de leerlingen voor op het vervolgonderwijs dat het beste bij het individu past, waarbij de ontwikkeling van kennis, vaardigheden én persoonskenmerken de uitgangspunten vormen. Het MillHillcollege is ontstaan vanuit de ‘Fathers van Mill-Hill’ en heeft nog altijd de zorgzaamheid voor de Derde Wereld hoog in het vaandel staan. Om het onderwijs te verdiepen, zijn de secties opgegaan in vier faculteiten waardoor de samenwerking veel beter is. De faculteiten zijn onder andere bezig met een gezamenlijke body of knowledge waardoor de leerling beter bediend kan worden. Zo is er in 2011 in de onderbouw gestart met bèta-oriëntatie die vooruitloopt op het vak NLT (Natuur, Leven en Techniek) in de bovenbouw. Verder is de basis gelegd voor alpha-oriëntatie die leidt tot een aanbod van zowel Frans, Duits als Spaans in de brugklas. Hierdoor wordt de leerling in de gelegenheid gesteld om zelf te kiezen in welke taal eindexamen wordt gedaan. Daarnaast wordt er op het Mill-Hillcollege veel aandacht geschonken aan cultuur en sport. Want op het Mill-Hillcollege leer je immers meer!
pag. 14 van 90
Munnikenheide College www.munnikenheidecollege.nl directeur: Carina Reuvers opleidingen: vmbo locaties: Etten-Leur Rucphen Leerlingen van het Munnikenheide College worden voorbereid op een succesvolle instroom in het mbo en de maatschappij. De school realiseerde in 2011, tegen de demografische ontwikkeling in, een toename van 80 leerlingen. Door middel van een sterk kwaliteitszorgsysteem met verbeterplannen op het verschil SE-CE, werkt de school aan gerichte kwaliteitsverbetering in alle facetten van de organisatie. Belangrijke ontwikkelingen op onderwijsgebied waren: (her)ontwikkeling schoolregels voor beide locaties; transparantie van de organisatie door openstellen van Vensters voor Verantwoording en Magister voor ouders; aangescherpte monitoring rendement extra reken- en taallessen; start ambitieus ICT-project; voorbereiding invoering passend onderwijs. Intern is er gewerkt aan inzichtelijkheid en efficiëntie van bedrijfsprocessen, het systematisch werken aan kwaliteit in vakgroepen en kernteams en de uitvoering van de functiemix in een succesvolle benoemingsprocedure LC-docenten. Helaas was 2011 ook een jaar van financiële tegenvallers en bezuinigingen. Er was sprake van veel langdurig ziekteverzuim en een forse overschrijding van het begrotingsbudget. Door de grote betrokkenheid en verantwoordelijkheid van personeel heeft de school ook in 2011 een goede naam, met kwalitatief goed en zorgzaam onderwijs, behouden. De school heeft alle vertrouwen in een gezonde toekomst.
OMO Scholengroep Bergen op Zoom e.o. www.sgboz.nl rector: Marcel van Loo opleidingen: vwo, havo, mavo, vmbo locaties: Mollerlyceum Bergen op Zoom Mollercollege Zuidwesthoek, Ossendrecht ’t R@velijn, Steenbergen De scholengroep is een sterke onderwijsspeler in de regio en profileert zich als kansenschool. Kenmerkend zijn de kleinschaligheid van de organisatie en de kwaliteit van onderwijs en leerlingbegeleiding. De scholen werken hierbij vanuit een grote zelfstandigheid en een individuele ontwikkelingsgang. Dit leidt binnen elke school tot een eigen cultuur, die op zijn beurt zorgt voor herkenbaarheid en een onderscheidende inkleuring van de onderlinge beleidsafspraken. In het kalenderjaar 2011 is er veel goeds gebeurd in de scholengroep. Het project ‘de modelschool’ kent een voorspoedig verloop en levert op het gebied van instroom veel resultaat op. Er is in de scholengroep een goede balans tussen doelen, inzet van middelen, solidariteit, focus op het primaire proces en strategisch denken. In het samenwerkingsverband VO zijn stappen gezet richting implementatie passend onderwijs en de interne zorgstructuren zijn sterk. In Ossendrecht verrijst een prachtig vmbogebouw en in Steenbergen is net een nieuw modern gebouw betrokken. Er wordt een nieuw project op het gebied van identiteit, maatschappelijke betrokkenheid en presentatietechniek voorbereid. Dit bovenschoolse project brengt ons in partnerschap met Israëlische instanties.
pag. 15 van 90
OMO Scholengroep De Langstraat www.sgdelangstraat.nl rector: Jan van Pelt opleidingen: vwo, havo, vmbo locaties: Dr. Mollercollege, Kaatsheuvel Dr. Mollercollege, Waalwijk Walewyc, Waalwijk d’Oultremontcollege, Drunen De verschillende locaties van OMO Scholengroep De Langstraat willen (elk met hun eigen accenten) onderwijs op maat bieden, respect als kernwaarde overdragen, zorg en begeleiding bieden ten dienste van het leerproces en aandacht schenken aan de totale ontwikkeling van de leerling. Hiermee doet we recht aan onze sturingsfilosofie waarbij een eigen onderwijskundige profilering van de locaties een groot goed is en tegelijkertijd de ‘backoffice’-processen gezamenlijk onder centrale regie worden uitgevoerd. Het jaar 2011 stond mede in het teken van het gezond maken van de bedrijfsvoering. Oplopende kosten en teruglopende inkomsten noodzaakten tot het maken van keuzes en efficiënter werken. De scholen in Waalwijk en Drunen werkten hard aan nieuwbouw en verbouw. Naar verwachting wordt in beide plaatsen in 2012 gestart met de werkzaamheden en is de oplevering in 2013. De locatie Kaatsheuvel werkte in 2011 voor het eerst los van de locatie in Waalwijk in een zelfstandiger verband. Er is een innovatieplan opgesteld om deze locatie op de kaart te zetten en toekomstbestendig te maken.
OMO Scholengroep Helmond www.omoscholengroephelmond.nl rector: Hans Schapenk opleidingen: vwo, havo, vmbo locaties: Dr.-Knippenbergcollege, Helmond Carolus Borromeus College (ivo-mavo), Helmond Vakcollege Helmond, Helmond Groene Campus (samenwerkingsverband met Helicon), Helmond OMO Scholengroep Helmond kenmerkt zich door een breed onderwijsaanbod op herkenbare locaties, waarin ruimte is voor de eigen cultuur. Het technasium zorgt via externe opdrachtgevers dat er een relatie wordt gelegd tussen techniek en het regionale bedrijfsleven. Een prachtig voorbeeld is het ontwerp van een drijvend platform voor het kanaal in het centrum van Helmond. Via fondsverwerving wordt het mogelijk het ontwerp ook uit te voeren, waardoor de school en Helmond verbonden worden. Het Carolus Borromeus College en de ivo-mavo (individueel voortgezet onderwijs) zijn druk bezig met het vormgeven van een nieuw gebouw (oplevering 2014). In afwachting hiervan wordt er een nieuw onderwijsconcept gevormd: mavo Plus. Het begeleidingssysteem van de ivo-mavo wordt hierbij gecombineerd met de leerambitie van het Carolus. Een klein team begint in een tijdelijke dependance in de wijk Brandevoort met de vormgeving van dit concept voor de brugklas mavo. In 2011 is het Vakcollege meer gaan samenwerken met de Praktijkschool Helmond door de vormgeving van een gezamenlijke brugklas in 2012. Het vmbo op de Groene Campus wordt afgebouwd. Het Vakcollege Helmond kreeg in juni 2011 landelijke media-aandacht door de deelname aan Challenge-day. De uitzending werd in augustus op tv uitgezonden en was positieve promotie voor het vmbo in het algemeen en het Vakcollege in het bijzonder.
pag. 16 van 90
OMO scholengroep Tongerlo www.sgtongerlo.nl rector: Marijke Broodbakker opleidingen: vwo, havo, vmbo locaties: Da Vinci College, Roosendaal Gertrudiscollege, Roosendaal Norbertuscollege, Roosendaal Er is in het afgelopen schooljaar door de leerlingen van OMO scholengroep Tongerlo hard gewerkt om hun talenten te ontwikkelen. Hun docenten en hun ouders hebben hen daar vanzelfsprekend bij ondersteund. De school is dan ook trots op de resultaten. De jaarplannen van de deelcolleges zijn een uitwerking van beleid van de overheid, keuzes in Koers 2016 en schooleigen keuzes. Samen worden die ‘de zes ambities voor het onderwijs’ genoemd: interne doorstroom verhogen, maatwerk voor leerlingen, bevorderen van leerprestaties en excellentie, verbeteren taal- en rekenniveau, versterken van externe gerichtheid en versterken van samenwerking met externe partners. In 2014 wordt ‘One day a dreamschool’ realiteit door nieuwbouw voor het Da Vinci College, waarvan de bouw start in 2012. Het Norbertuscollege en het Gertrudiscollege hebben hun onderwijsconcept verfijnd in leergemeenschappen rond havo, vwo en vwo+ en profilering vmbo-t en vwo-topklas. Met de academische opleidingsschool West-Brabant worden jonge mensen opgeleid tot leraar. Zij doen hun eerste praktijkonderzoek op één van de locaties, waardoor de resultaten direct geïmplementeerd kunnen worden. In 2011 is de Tongerlo academie gestart. In de donkere dagen tussen herfst en kerst is er een scala aan studiemogelijkheden na lestijd aan alle collega’s (op, oop en directie) aangeboden. Bovendien doen medewerkers eigen onderzoek (Krachtig Meesterschap, lerarenbeurs, AOS West-Brabant) en werken in een enkel geval aan hun promotie, omwille van de wetenschap en eigen geestelijke verrijking.
Rodenborch-College www.rodenborch.nl rector: Marjo van IJzendoorn opleidingen: vwo, havo, vmbo locatie: Rosmalen Bij het Rodenborch-College staat talentontwikkeling centraal. Dit realiseren we in twee onderwijsvormen: Jenaplanonderwijs in de onderbouw en VIP onderwijs in de hele school. Bij Jenaplanonderwijs ligt de nadruk op talentontwikkeling van de leerling als individu en als deelnemer van de samenleving. Bij alle vakken wordt wereldoriëntatie als uitgangspunt genomen. Bij VIP onderwijs (Vakken, Integratie en Persoonlijke ontwikkeling) ligt de nadruk op vakkennis. Het Rodenborch-College is daarnaast een Topsporttalentschool. Topsporters met een LOOT-status (Landelijk Overleg Onderwijs Topsport) kunnen op het Rodenborch-College studie en sport combineren. Vwo-leerlingen met een speciale interesse kunnen kiezen voor een extra uitdaging. Deze leerlingen werken aan projecten die zodanig zijn opgebouwd dat leerlingen stapje voor stapje kennis maken met het wetenschappelijk denken. Op die manier willen we het plezier van het ontdekken stimuleren. Dit talenttraject is in 2011 met succes verder ontwikkeld. Het taal-en rekenvaardigheidsonderwijs is ingevoerd en wordt uitgebouwd. De projecten hebben een kwaliteitsimpuls gekregen en de samenwerking met de omgeving is eveneens succesvol. Verder is een kunstgrasveld aangelegd van de
pag. 17 van 90
Sportalliantie op het terrein van het Rodenborch-College. Dit kunstgasveld is na schooltijd bovendien toegankelijk voor de kinderen uit de nabije omgeving.
Roncalli Scholengemeenschap roncalli.mwp.nl rector: Ludo Heesters opleidingen: vwo, havo, vmbo locatie: Bergen op Zoom Met een vooruitstrevende onderwijsaanpak stimuleert Roncalli dat haar leerlingen naast het opdoen van de benodigde kennis ook persoonlijke ontwikkeling doormaken. De competenties die bepalend zijn voor het succes in vervolgonderwijs en de verdere loopbaan zijn: het geleidelijk leren omgaan met zelfstandigheid, leren samenwerken en leren verantwoordelijkheden te dragen. In 2011 heeft het Roncalli de Junior Musical Class en het vak Spaans uitgebreid naar een tweede leerjaar. In het vierde leerjaar is Cambridge English ingevoerd. Bovendien is er een intentieovereenkomst getekend met de stichting Leonardo-onderwijs. Mede vanuit de vakgroep levensbeschouwing is uitgebreid aandacht voor de protestantschristelijke en katholieke identiteit. Ook buitenschoolse activiteiten ten behoeve van deze identiteit worden ingezet. De werkgroep Dalton heeft uitgesproken het traject voort te zetten om te komen tot een officieel Dalton-predicaat.
Rythovius College www.rythoviuscollege.nl rector: Frans Claassens opleidingen: gymnasium, atheneum, havo, mavo locatie: Eersel ‘Accent op jouw talent’, dat is waar het Rythovius College voor staat. De school realiseert dat door het aanbieden van talentenstromen voor kunst, sport en science (inclusief het technasiumvak onderzoeken & ontwerpen) in de onderbouw. Ook de gymnasiumopleiding van de school en het aanbod van Anglia (een project waarbij op een creatieve manier wordt omgegaan met de wereldtaal Engels, afgerond met diploma’s op verschillende niveaus) zijn mogelijkheden voor leerlingen om hun talenten te ontwikkelen. In de bovenbouw is er een breed onderwijsaanbod, dat leerlingen vele mogelijkheden biedt. Naast de reguliere vakken biedt de school vijf kunstvakken aan als examenvak en zijn er examenmogelijkheden in sport op mavo en havo. De school werd in 2011 uitverkoren voor het project Bèta Excellent, dat vooruitloopt op het opbrengstgericht werken en stimuleren van excellentie in het Voortgezet Onderwijs. Het leerlingenaantal blijft stabiel door een goede aanmelding.
pag. 18 van 90
Scholengroep Het Plein www.sghetplein.nl algemeen directeur: Frans Bakermans opleidingen: gymnasium, atheneum, havo, mavo, vmbo (met LWOO) en praktijkonderwijs locaties: Aloysius/De Roosten, Eindhoven Antoon Schellenscollege, Eindhoven De Burgh, Eindhoven Pleinschool Helder, Eindhoven Praktijkschool Eindhoven, Eindhoven Sint-Joriscollege, Eindhoven De scholen van Scholengroep Het Plein werken vanuit een gezamenlijke missie, maar profileren zich wel afzonderlijk van elkaar. Elke school heeft een eigen identiteit en de scholen zijn apart gehuisvest op verspreide locaties. Het aanbod van Scholengroep Het Plein is met de verschillende scholen dusdanig op elkaar afgestemd dat er nagenoeg een dekkend onderwijsaanbod ontstaat, van praktijkonderwijs tot gymnasium.
Scholengemeenschap Were Di www.weredi.nl rector: Cees Streng opleidingen: vmbo, havo, atheneum en gymnasium locatie: Valkenswaard Scholengemeenschap Were Di beschikt over vier splinternieuwe gebouwen: havo/vwo, vmbo onderbouw, vmbo bovenbouw en sport. Were Di streeft ernaar door goed onderwijs en goede leerlingenbegeleiding in een plezierige en betekenisvolle omgeving haar leerlingen op maat voor te bereiden op examen, vervolgonderwijs en beroep. Were Di is druk bezig de manier waarop onderwijs binnen de school wordt georganiseerd te vernieuwen. Binnen het vmbo zijn per groepsleerarrangement teams gevormd. Deze teams hebben in 2011 teamontwikkelingsplannen opgesteld met daarin speerpunten op gebied van pedagogiek, didactiek en teamontwikkeling. Binnen het havo-vwo zijn zowel in onder- als bovenbouw twee nieuwe teams gevormd per onderwijslaag. Daarnaast zijn er secties die verantwoordelijk zijn voor doorlopende leerlijnen door de lagen heen. Het belangrijkste item binnen de teams is de focus op ‘opbrengstgericht werken’. Naast inzet van een groot aantal vaste computers, is in 2011 een draadloos netwerk uitgerold waarmee ICT kan worden ingezet zonder tijd- of plaatsgebonden te zijn. Dit is het begin van verdere digitalisering van leermiddelen, die moet leiden naar een goede mix van verschillende soorten leermiddelen waarmee afwisseling in didactiek mogelijk is en waar leerlingen worden uitgedaagd betrokken te blijven bij hun eigen leerproces.
pag. 19 van 90
Sint-Janslyceum www.sjl.nl rector: Toine Veuger opleidingen: vwo, havo, mavo locatie: ’s-Hertogenbosch Het Sint-Janslyceum opende zijn deuren op 10 september 1918. De school bestaat dus bijna 100 jaar en heeft een zeer rijke traditie en een stevig fundament in de regio. De school wil leerlingen goed voorbereiden op hun toekomst door hen een positieve en veilige leeromgeving te bieden. In maart 2011 hebben er zich bijna 500 leerlingen aangemeld voor de brugklas. De tien jaar ervoor varieerde het aantal aanmeldingen tussen de 350 en 400. Deze toename van leerlingen heeft voor de meeste impact in 2011 binnen het Sint-Janslyceum gezorgd en is te danken aan de inspanningen van zeer velen in de school. De hiermee gepaard gaande uitbreiding van de tijdelijke huisvesting kostte meer tijd dan gewenst, maar is inmiddels gerealiseerd. Tegelijk riep dit feit discussies op over de grootte van de school. Uiteindelijk is het toelatingsbeleid niet wezenlijk veranderd: de keuzevrijheid van leerlingen en ouders blijft in eerste instantie overeind. De noodzakelijke werving van veel nieuwe docenten verliep voorspoedig. Daarnaast is in 2011 de eerste driejaarlijkse gesprekscyclus afgerond met beoordelingsgesprekken met alle docenten. De invoering van de functiemix is, na een zorgvuldig voorbereidingstraject, min of meer geruisloos verlopen.
Sint-Odulphuslyceum www.odulphus.nl/ rector: Delianne Hoekstra opleidingen: vwo, havo locatie: Tilburg Het Odulphuslyceum is een school waar in een veilige leer- en werkomgeving samen wordt geleerd. Een school die de leerlingen voorbereidt op het vervolgonderwijs en op een evenwichtig, zelfstandig en volwassen functioneren in de samenleving. Verdieping en verrijking van het onderwijs en de passie voor presteren staan centraal. Aan individuele talenten en initiatieven van medewerkers en leerlingen wordt ruim baan gegeven. De school werkt vanuit een christelijke visie op mens en maatschappij, waarin naast eigen verantwoordelijkheid zorg voor de medemens en zijn omgeving, oog voor de ander, respect en tolerantie centraal staan. De afgelopen twee jaren heeft de school een moeilijke periode doorgemaakt. Vanaf augustus 2011 is met man en macht en met succes gewerkt aan een krachtig herstel. Daarbij gaat met name om het formuleren van een duidelijk en onderscheidend profiel, het verbeteren van de rendementen, het structureren van de zorg en het opknappen van het gebouw. Tevens zijn de voorbereidingen voor de nieuwbouw en het renoveren van het monumentale gedeelte gestart.
pag. 20 van 90
Sondervick College www.sondervick.nl rector: Nol van Beurden opleidingen: vwo, havo, mavo, vmbo locatie: Veldhoven Het Sondervick College profileert zich als een ondernemende onderwijsinstelling die kleinschalig georganiseerd is en waar talent de ruimte krijgt om zich te ontwikkelen. Passende ondersteuning voor leerlingen beschouwen wij als een fundament in ons onderwijs. In het schooljaar 2010-2011 werd een nieuwe strategie voor de Campus geformuleerd. In plaats van twee sectoren, havo-vwo en vmbo, werd ingezet op vier opleidingen; vmbo, mavo, havo en vwo. De opleidingen worden verticaal ontwikkeld op basis van een onderscheidend profiel. Op vmbo blijft de nadruk liggen op onderwijs op pleinen en nauwe banden met bedrijfsleven en instellingen. Ook wordt bij het vmbo ingezet op internationalisering en wordt in samenwerking met het ROC gekeken naar nieuwe vormen van onderwijs om alle aanwezige sectoren intact te laten. Veel aandacht gaat uit naar het vormen van een nieuwe technomavo, met een plusstroom voor de aansluiting op havo. Binnen het havo wordt via ‘havisten competent’ en ‘versterking van loopbaanleren’, de aansluiting met het hbo verbeterd. Het vwo startte met WON (wetenschapsoriëntatie), wat naast tweetalig vwo voor verdieping en samenhang gaat zorgen. Door de hele school wordt middels pilots gewerkt aan verdere digitalisering van het onderwijs en is gestart met versterking van taal- en rekenonderricht. Er is een centrale ouderraad tot stand gekomen en de contacten met het basisonderwijs zijn geïntensiveerd.
Theresialyceum www.theresialyceum.nl rector: Tomas Oudejans opleidingen: gymnasium, vwo, havo locatie: Tilburg Het Theresialyceum is een begaafdheidsprofielschool en cultuurprofielschool. Daarnaast is de school bèta-excellent en kenmerkt zich door verstrekt talenonderwijs met Europese certificering voor Engels, Duits en Frans. Chinese Taal & Cultuur is bovendien een officieel examenvak. Het jaar 2011 werd gekenmerkt door mooie examenresultaten, een sterke groei van het aantal leerlingen en in december prachtige scores in het jaarlijkse onderzoek naar schoolprestaties in dagblad Trouw. Een school is echter zoveel meer dan cijfers. Begin oktober stond de school in de startblokken om het 17e lustrum groots te gaan vieren, maar door het tragisch verongelukken van een leerlinge is dat programma verplaatst naar 2012. In deze heftige periode bleek de sociale cohesie krachtig en er waren vele initiatieven van leerlingen om hun gevoelens te uiten: een kaarsenactie, een Twitter-actie ("prayforrobin" was trending topic), honderden rode rozen in de hal en een hartverwarmende herdenkingsdienst voor en door leerlingen. Gelukkig was er ook ruimte voor andersoortige leerling-initiatieven. Zo kwam in het voorjaar een leerling uit de eerste klas met een droom: hij wilde met een groepje naar de deeltjesversneller in Genève. Hij heeft dit plan zelf helemaal uitgewerkt, zijn initiatief is omarmd door een paar docenten en een half jaar later zijn ze met 15 man inderdaad naar Cern gegaan.
pag. 21 van 90
Van Maerlantlyceum www.vanmaerlantlyceum.nl rector: Liz Chermin opleidingen: vwo, havo locatie: Eindhoven Het Van Maerlantlyceum is een school voor leerlingen met brede interesses. De school streeft niet alleen kwalitatief hoogstaand onderwijs na, maar wil ook voor iedere leerling een podium bieden om uit te blinken. Daarom organiseren we naast onderwijs ook veel extra activiteiten zoals onze bèta- en kunstateliers. Het Van Maerlantlyceum geniet bekendheid vanwege zijn muziekavond, poëziewedstrijd en debatcultuur. 2011 was een dynamisch jaar voor het Van Maerlantlyceum. Een verbouwing, een nieuw logo, een nieuwe organisatiestructuur, een vrijwel geheel nieuwe directie en een nieuw strategisch plan. We hebben hard gewerkt aan de havo-ontwikkeling en de gymnasiale vorming. Internationalisering heeft hoge prioriteit gekregen. Investeringen die zich direct vertaald hebben in een hoger havo-rendement in de eerste helft van het huidige schooljaar en een toename van de leerling-betrokkenheid op de havo. Op het vwo hebben leerlingen in Griekenland en Portugal in het kader van hun profielwerkstukken gewerkt aan internationale onderzoeksopdrachten. Binnen het docententeam van de dit schooljaar gestarte gymnasium brugklas zijn tal van interdisciplinaire projecten ontstaan. De school heeft een goed gescoord in Elsevier en Trouw waarbij de havo zelfs het cijfer 9 kreeg.
Varendonck-College www.varendonck.nl rector: Jan van de Rijdt opleidingen: vwo, havo, vmbo, praktijkonderwijs locaties: Asten Someren Het Varendonck-College is een school met modern onderwijs en goede resultaten. Dat is belangrijk, maar zeker zo belangrijk is dat zowel leerlingen als medewerkers met veel plezier naar de school gaan. Een veilig en prettig leef- en werkklimaat staan daarom permanent hoog in het vaandel. In schooljaar 2010-2011 heeft de school een ingrijpende wijziging doorgevoerd in de programma’s van het vmbo op de basis- en kaderberoepsgerichte leerweg. De afdelingsprogramma’s verzorging, uiterlijke verzorging en groen zijn opgenomen in het nieuwe programma dienstverlening en commercie. In het team techniek is met ingang van het schooljaar 2011-2012 in leerjaar 3 gestart met het nieuwe programma Techniek-Breed. De afdelingsprogramma’s bouwtechniek, bouw-breed, metaaltechniek, elektrotechniek en metalektro, maakten plaats voor zes domeinen: bouw, wonen en interieur, metaal en mechatronica, electro en domotica, tweewielertechniek, installatietechniek en ICT. Op de locatie in Asten wordt het technasium aangeboden. Het technasium blijkt niet alleen als onderwijsvernieuwing, maar ook als voorbeeld van maatwerk voor de leerlingen een aanwinst. In 2011 zijn de eerste leerlingen gestart met hun meesterproef (eindexamen). In 2009 is het Varendonck-College in Asten gestart met TTO (tweetalig onderwijs) in het gymnasium en atheneum. In 2011 is besloten dit te continueren in de bovenbouw van het vwo.
pag. 22 van 90
Zwijsen College www.zwijsencollege.nl rector: Jan Verbruggen opleidingen: vwo, havo locatie: Veghel Vanuit de christelijke traditie waarin het Zwijsen College wortelt, wil de school bijdragen aan een menswaardige wereld waarin aandacht is voor de ontwikkeling van heel de mens. In ons werk laten we ons leiden door de drie kernwaarden: ontplooiing, relatie en verantwoordelijkheid. In de onderwijskundige benadering baseert de school zich op de volgende principes: het leerproces van de leerling staat centraal, het leren is gericht op een brede persoonlijke ontwikkeling en bij het leren houdt de school rekening met verschillen. Sinds het schooljaar 2010-2011 heeft de school ook havo-mavobrugklassen. Het Zwijsen College is sinds het schooljaar 2011-2012 gevestigd in een nieuw modern gebouw en een inspirerende leeromgeving. Het onderwijs in het nieuwe gebouw bestaat uit twee hoofdcomponenten. Naast de klassikale of groepsgerichte vaklessen wordt er onderwijstijd besteed aan vakoverstijgende en vakaanvullende inhoud, waarbij de vaste eenheid van klas of groep wordt losgelaten. Met de vakoverstijgende en vakaanvullende blokken wil de school bereiken dat: leerlingen de inhoudelijke samenhang tussen vakken ervaren; leerlingen leerstrategieën voor verwante vakken op eenzelfde manier aanleren; in het onderwijsprogramma ruimte is voor leervaardigheden; er buiten de vaklessen ruimte is voor maatwerk door verbreding, verdieping en extra ondersteuning. Het Zwijsen College is onderdeel van de AOS-Oost, een academische opleidingsschool met het keurmerk van het Ministerie van OCW, ten behoeve van eerste- en tweedegraads lerarenopleidingen in deze regio.
pag. 23 van 90
Deel B: Bestuursverslag
pag. 24 van 90
1. Onderwijs
1.1
Onderwijs in kerncijfers Slagingspercentage 2009, 2010 en 2011
100%
82%
89% 90%
89% 88%
84%
85% 86%
86%
85% 87%
87% 89%
88%
91% 92%
93% 94%
94% 95%
94% 95%
93% 93%
94% 94%
95% 95%
94% 96%
90%
94% 95%
92%
94% 95%
94%
96% 96%
96% 97%
96%
96% 96%
98%
80% Vmbo Bbl
Vmbo Kbl
Landelijk 2009
Vmbo Gl
OMO 2009
Landelijk 2010
Vmbo Tl
OMO 2010
Havo
Landelijk 2011
Vwo
OMO 2011
Aantal leerlingen per schoolsoort 65.000
25.285
60.000
55.000
12.331
5.791
45.000 996
8.863
8.174
50.000
6.492
945
5.688
9.293
8.084
6.391
12.424
5.194 941
9.390
8.109
6.623
11.948
5.172 755
5.000
9.405
6.687
10.000
8.195
15.000
-
40.000 2008
Brugperiode (leerjaar 1-2) Havo (leerjaar 4-5) Praktijkonderwijs
1.2
2009
2010
Vmbo (leerjaar 3-4) Vwo (leerjaar 4-5-6) Totaal aantal leerlingen OMO (excl vavo)
2011 Havo/Vwo (leerjaar 3) Lwoo (leerjaar 1-4)
Koers 2016
‘Goed onderwijs’ is gericht op het ontwikkelen van de talenten van iedere leerling. De gehele mens staat centraal. Belangrijke doelen daarbij zijn voorbereiding voor een beroeps- of een studieloopbaan en voorbereiding voor deelname aan de maatschappij. Docenten zijn voor die talentontwikkeling van cruciale betekenis. Hun bekwaamheid, hun groei en professionele doorontwikkeling zijn bepalend voor de ontwikkelingsresultaten van de leerlingen. Koers 2016, het strategisch beleidsplan van Ons Middelbaar Onderwijs, is in essentie gericht op het optimaliseren van positie van docenten met als doel ‘goed onderwijs’ voor de leerling. Koers 2016 kwam tot stand door inbreng van leerlingen, ouders, leraren, schoolleiding, de raad van toezicht en andere belanghebbenden. In het voorjaar van 2010 werd Koers 2016 het startpunt van een hernieuwd beleid voor scholen, bureau OMO en de raad van bestuur. Koers 2016 is geconcretiseerd in een werkprogramma waarmee de verschillende betrokkenen concreet aan de slag kunnen. Dit werkprogramma wordt ieder kalenderjaar geactualiseerd. pag. 25 van 90
Totaal aantal leerlingen
24.843
24.276
20.000
24.141
25.000
62.141
61.980
61.287
61.195
12.012
Aantal leerlingen per schoolsoort
30.000
Alle scholen en bureau OMO streven de doelstellingen van Koers 2016 na. Toch implementeren scholen en bureau OMO Koers 2016 in eigen context. Zo vertalen scholen de thema’s en uitgangspunten van Koers 2016 naar hun eigen onderwijskundige concept. Dit leidde tot een verrijking van het schoolbeleid en van de beleidsmatige toelichting op de begrotingen. Bureau OMO heeft vanuit zijn eigen mogelijkheden een bureauplan gelanceerd waarin dienstbaarheid de vertaling vormt van professionaliteit. De gespreksonderwerpen van het collectief schoolleiders overleg weerspiegelen in hoge mate de thema’s van het werkprogramma van Koers 2016. Onderwerpen als CAO, kennisnetwerken, ICT, kwaliteitszorg en het werkprogramma zelf zijn voorbeelden van agendapunten die rechtstreeks voortvloeien uit Koers 2016. Ook in de schoolleidersconferenties van mei en oktober zien we deze tendens terug met Koersgerelateerde onderwerpen zoals identiteit, beroepswaarden en kwaliteitszorg. Het Ruud de Moorcentrum van de Open Universiteit is een onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek gestart naar de effecten van Koers 2016. Het onderzoek richt zich op vier beleidsitems: motivatie-aspecten van het docentschap in relatie tot het invoeren van beroepswaarden; de benutting van de professionele ruimte door docenten; de academisering van docenten; de effectiviteit van professionele netwerken. Deze wetenschappelijke begeleiding zorgt voor een objectivering in de analyse van de effecten van Koers 2016. Aan de nulmeting eind 2011 deden 870 docenten mee. In februari 2012 waren de resultaten bekend; aandachtspunten worden dit voorjaar uitgewerkt en opgepakt.
1.3
Goed onderwijs bieden
Ons Middelbaar Onderwijs ziet het als haar opdracht om alle leerlingen volop mogelijkheden tot ontplooiing te bieden. Leerlingen moeten hun talenten kunnen ontdekken en ontwikkelen. Het onderwijs richt zich op het verwerven van een passende startkwalificatie voor het vervolgonderwijs of, in het geval van praktijkonderwijs, op het zich kwalificeren voor het toetreden tot de arbeidsmarkt. Iedere leerling verdient onderwijs dat hem of haar de beste toekomstkansen biedt. De scholen binnen de vereniging Ons Middelbaar Onderwijs bieden opleidingen aan van praktijkonderwijs tot en met gymnasium. Elke school onderscheidt zich. Scholen hebben bijvoorbeeld gekozen voor Dalton- of Jenaplanonderwijs of voor een onderwijsinhoud die zich richt op het versterken van een specifiek talent. Het technasium en de Universumscholen richten zich op beta-talenten, LOOT-scholen op sporttalent en Cultuurprofielscholen versterken de creativiteit van de leerling. Sommige scholen kiezen ervoor om extra te investeren in de voorbereiding van leerlingen op de verdergaande mondialisering. Deze scholen bieden Elos (Europese Leerroute), tweetalig onderwijs (TTO) of een internationaliseringsprogramma aan. Examenresultaten Goed onderwijs leidt tot goede examenresultaten. Onderstaande tabel geeft de slagingspercentages van de schooljaren 2009-2010 en 2010-2011 weer. Hierin worden de landelijke percentages vergeleken met de slagingspercentages van OMO-opleidingen.
pag. 26 van 90
Grafiek 1: Gemiddelde slagingspercentages 2010 en 2011 Het verloop per opleiding over de laatste vijf jaren ziet er als volgt uit:
Grafiek 2: Gemiddelde slagingspercentages 2006-2011 Bovenstaande grafieken laten zien dat de OMO-opleidingen altijd boven het landelijk gemiddelde zaten, maar dat de verschillen kleiner worden. In 2011 zijn de vwoopleidingen van OMO voor het eerst onder het landelijk gemiddelde gezakt. In bijlage 6 is per opleiding een grafiek van de examenresultaten van de verschillende scholen opgenomen. Deze informatie vormt bruikbare input voor de schoolleiding om gericht de kwaliteit van een bepaalde opleiding aan te pakken. De informatie wordt bovendien besproken in het periodieke werkoverleg en managementgesprek tussen de raad van bestuur en de schoolleiding. Goed onderwijs richt zich ook op het voorbereiden van de leerling op het maatschappelijk en persoonlijk functioneren in de samenleving van de toekomst. Dit vraagt om het verwerven van kennis en het ontwikkelen van vaardigheden van leerlingen, maar ook het ontwikkelen van waarden. De school is de omgeving waar maatschappelijke betrokkenheid, gezamenlijke verantwoordelijkheid en gemeenschapszin bij jongeren kan worden bevorderd. Binnen onze samenleving is de school voor veel jonge mensen één
pag. 27 van 90
van de meest betekenisvolle plaatsen waar zij elkaar ontmoeten. In paragraaf 1.8 wordt verder ingegaan op de invulling van de identiteit binnen de organisatie.
1.4
Kwaliteitsgelden VO
Evenals in de voorgaande drie kalenderjaren is in 2011 een bedrag per leerling ontvangen om te werken aan beleidsprioriteiten en ambities van de Kwaliteitsagenda Voortgezet Onderwijs. Met de gelden werkten scholen aan de verhoging van de onderwijskwaliteit. Er is aandacht voor het verbeteren van de basiskwaliteit van rekenen en taal. Hiervoor is taal- en rekenbeleid opgesteld. Daarnaast is er toetsbeleid ontwikkeld dat zich richt op het bewaken van de doorlopende leerlijnen en de invoering van referentiekaders. Verdere aandachtsvelden zijn burgerschapsvorming, deskundigheidsbevordering om het leerrendement te verhogen, gebruik maken van digitale leermiddelen, systemen om cijfermatige resultaten te analyseren en het ontwikkelen van betrouwbare schoolexamens. Het aan Ons Middelbaar Onderwijs toegekende budget tot en met kalenderjaar 2011 bedraagt 14,6 miljoen euro. Tot en met kalenderjaar 2011 is 12,5 miljoen euro uitgegeven, waardoor een bedrag van 2,1 miljoen euro nog te besteden is in 2012.
1.5
Toezichtarrangementen
Jaarlijks stelt de Inspectie van het Onderwijs het toezichtarrangement vast voor de scholen. Opleidingen van scholen waarbij de inspectie geen aanwijzingen heeft voor belangrijke tekortkomingen in de kwaliteit van het onderwijs en/of de naleving van de wet- en regelgeving ontvangen een basisarrangement. De raad van bestuur beschouwt dit basisarrangement als een bevestiging van de onderwijsinspectie dat de opleiding voldoet aan de minimale normen. OMO is echter ambitieuzer dan dit; zie daarvoor bijvoorbeeld de paragraaf over kwaliteitszorg (1.9). Opleidingen waarbij wel sprake is van tekortkomingen krijgen een aangepast arrangement kwaliteit en/of naleving en worden onder verscherpt toezicht van de inspectie geplaatst. Op deze scholen wordt direct een verbetertraject gestart, waarbij monitoring plaatsvindt vanuit de raad van bestuur. Via een plan van aanpak wordt eraan gewerkt om de onvoldoende onderwijsindicatoren op korte termijn weer op voldoende niveau te krijgen. Het volgende overzicht geeft per opleiding de in 2011 geldende toezichtarrangementen weer: PRO
VMBO-B
VMBO-K
VMBO (G)T
HAVO
VWO
Totaal
Basis Aangepast
5 0
26 3
29 1
47 4
34 0
31 3
172 11
Totaal
5
29
30
51
34
34
183
Tabel 1: Toezichtarrangementen 2011 In 2011 zijn door de inspectie 183 opleidingen van Ons Middelbaar Onderwijs beoordeeld (in 2010: 173). Elf opleidingen ontvingen een aangepast arrangement kwaliteit (in 2010: 11). Vier daarvan ontvingen ook in 2010 een aangepast arrangement kwaliteit. Deze scholen streven ernaar voor de betreffende opleidingen uiterlijk in 2013 een basisarrangement te ontvangen. In bijlage 7 is een overzicht opgenomen waarin voor
pag. 28 van 90
elke school per opleiding staat aangegeven welk toezichtarrangement op 31 december 2011 geldt.
1.6
Actuele onderwijskundige ontwikkelingen
Landelijke onderwijsontwikkelingen De beleidsprioriteiten voor de kabinetsperiode 2011-2015 zijn uitgewerkt in de actieplannen Beter Presteren en Leraar 2020. De nadruk ligt hierbij op het verhogen van de leerprestaties op alle niveaus en verbeteren van de kwaliteit van het voortgezet onderwijs. Er is aandacht voor opbrengstgericht werken en topprestaties van de beste leerlingen. De rol van de leraar en de schoolleider wordt hierin benadrukt. De minister van OCW heeft met de VO-raad afspraken gemaakt over de gezamenlijke ambities voor de sector VO. In het Bestuursakkoord zijn meetbare streefdoelen vastgelegd. De afspraken hebben betrekking op jaren 2012 tot en met 2015. Naast prestatie- en kwaliteitsverbetering stond in 2011 het doelmatig besteden van schaarse middelen centraal. Passend onderwijs In 2009 legde OMO haar visie op Passend onderwijs neer in de position paper ‘Passend Onderwijs: scholen zorgen ervoor’. De kern van de notitie is samen te vatten in drie punten: leerlingen met een speciale zorgbehoefte zijn aan andere leerlingen gelijkwaardig. Zij worden daarom slechts bij uitzondering niet in het reguliere onderwijs opgevangen; schoolbesturen en scholen in de regio, waaronder scholen van Ons Middelbaar Onderwijs, bieden een dekkend palet aan voorzieningen zodat Passend onderwijs voor alle leerlingen eenvoudig beschikbaar wordt; zorggelden volgen de leerling en worden via de scholen beschikbaar gesteld. Zo wordt een naadloze aansluiting geborgd tussen behoefte en voorzieningen. In 2010 en 2011 is door de adviescommissie ‘Passend onderwijs’ vanuit dit perspectief verder gewerkt aan de voorbereiding van de invoering van de Wet Passend Onderwijs op 1 augustus 2012. Op initiatief van de schoolbesturen van ROC West-Brabant, Orion en OMO vond in september 2011 de conferentie ‘Onderwijs dat past’ plaats. Minister van Onderwijs Marja van Bijsterveldt woonde een deel van het programma bij. Het wetsvoorstel Passend Onderwijs is in november 2011 naar de Tweede Kamer gestuurd. Op regionaal niveau is gestart met de samenstelling van de samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs. De OMO-scholen zijn verspreid over 10 samenwerkingsverbanden in de provincies Noord-Brabant en Gelderland. Aangepaste exameneisen Vanaf het schooljaar 2011/2012 geldt voor alle leerlingen dat het gemiddelde cijfer van de vakken van het centraal examen minimaal een voldoende (5,5) moet zijn. Voor vmbob krijgt het schoolexamen net als bij de andere schoolsoorten vanaf schooljaar 2011/2012 hetzelfde gewicht als het centraal examen. In het schooljaar 2012/2013 wordt hier voor havo- en vwo-leerlingen nog een extra eis aan toegevoegd: ze mogen maximaal één vijf als eindcijfer behalen voor de kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde. Op 27 april 2010 is het wetsvoorstel ‘referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen’ aangenomen. Leerlingen die in 2013-2014 examen afleggen, krijgen met deze referentieniveaus te maken. Scholen bereiden zich voor op de implementatie. Daarnaast wordt extra geïnvesteerd in de groep leerlingen die op dit moment nog niet voldoet aan het referentieniveau dat voor hen geldt.
pag. 29 van 90
Elos – grensverleggend onderwijs Elos is een internationaal onderwijsconcept dat in 17 Europese landen bestaat. Het Nederlandse Elos-netwerk bestaat momenteel uit 36 scholen voor vmbo, havo en vwo, waarvan vijf OMO-scholen. De scholen delen hun ervaringen en werken samen aan de integratie van Europese en Internationale Oriëntatie (EIO) in het curriculum. Het Nederlandse netwerk wordt gecoördineerd door het Europees Platform. Het Elos-netwerk op Europees niveau bestaat uit ongeveer 250 scholen. Eind 2011 heeft de raad van bestuur besloten dat OMO het penvoerderschap van het Europese project Elos gaat overnemen. Dit drie jaar durend project wordt gefinancierd door de Europese Commissie en heeft als doel Elos als internationaal erkend kwaliteitskeurmerk op de kaart te zetten.
1.7
Veiligheid op scholen
Een veilige leeromgeving biedt steun aan de leerling en verhoogt de kans dat de leerlingen met een diploma de school verlaten. Veiligheid is ook een voorwaarde voor een goed werkklimaat. Leerlingen, docenten, onderwijsondersteunend personeel, management, ouders, gemeenten, politie, maatschappelijk werk en jeugdzorg investeren samen in een veilige school. Om het veiligheidsbeleid te ondersteunen en te evalueren is op verzoek van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad de OMO-veiligheidsmonitor ontwikkeld. Met dit instrument kan proactief gewerkt worden aan veiligheid en kan doelgericht sociaal gedrag worden gestimuleerd. Leerlingen en medewerkers vullen digitale vragenlijsten in. Zo kan per schoolgebouw de sociale veiligheid in kaart worden gebracht. Door de monitor eens in de twee jaar te herhalen kan het rendement van het veiligheidsbeleid worden geëvalueerd. In 2011 hebben acht scholen de OMO-veiligheidsmonitor gebruikt. Hiernaast is in 2011 op een aantal scholen van OMO een Quick scan uitgevoerd op het gebied van gevaarlijke stoffen en machineveiligheid. Scholen beschikken reeds over een geprotocolleerde risico-inventarisatie en –evaluatie (RI&E) die is gevalideerd door een veiligheidsdeskundige. In 2012 worden voor de medewerkers op de scholen nieuwe handvatten ontwikkeld zodat zij op de juiste wijze kunnen omgaan met gevaarlijke stoffen (en gevaarlijke machines).
1.8
Identiteit
Leerlingen in het voortgezet onderwijs zijn tussen de 11 en ongeveer 18 jaar. Dit is de leeftijd waarop zij bezig zijn met het ontdekken en ontwikkelen van hun eigen identiteit. Ons Middelbaar Onderwijs ondersteunt leerlingen in dit proces door het bieden van ‘goed onderwijs’ vanuit haar katholieke identiteit. Welke betekenis kan ‘katholieke identiteit’ krijgen in onze huidige samenleving waarin een individuele waardeoriëntatie soms de traditionele opvattingen of overtuigingen verdringt? Deze vraag wordt al enige tijd serieus opgepakt. OMO wil zijn identiteit opnieuw ontdekken en betekenis geven. Naast de lessen voor levensbeschouwing zijn er diverse projecten op de scholen die levensbeschouwelijke doelen nastreven. Die projecten kunnen variëren van bezoeken aan het klooster (bijvoorbeeld Taizé), deelname aan de Wereld Jongeren Dagen of maatschappelijke projecten die leerlingen bewust maken van verantwoordelijkheden voor de medemens.
pag. 30 van 90
Er is een werkgroep samengesteld van vijf schoolleiders en de voorzitter van de raad van bestuur. Deze bereidt studiedagen voor over identiteit. 'Dialoog over waardeoriëntatie' en 'persoonlijke betrokkenheid' zijn sleutelwoorden op deze studiedagen. In november 2010 heeft de werkgroep een tweedaagse conferentie voor schoolleiders georganiseerd over het thema identiteit in een Belgische abdij. In de voorjaarsconferentie van 2011 is weer voortgebouwd op de uitkomsten van de november-conferentie. Daar bleek dat er behoefte was aan nieuwe uitgangspunten in de vorm van een basisdocument. De werkgroep heeft die uitdaging opgepakt. In de tweede helft van 2011 is een begin gemaakt van een basistekst die begin 2012 gereed zal komen.
1.9
Kwaliteitszorg en Vensters voor Verantwoording
Kwaliteitszorg Als onderliggend thema van kwaliteitszorg is het resultaatgebied ‘klanten en partners’ gekozen. Dit thema kan vanuit diverse gezichtspunten worden bezien. Hierbij kan gebruik gemaakt worden van de indicatoren in Vensters voor Verantwoording: ouders- en leerlingtevredenheid en de onderwijs- of examenresultaten. Elke school kan daar vervolgens weer eigen nuances in leggen. In de schoolbeleidsplannen voor het kalenderjaar 2012 is aandacht voor ‘klanten en partners’. In de managementgesprekken met de schoolleiders in 2013 zal vervolgens aandacht geschonken worden aan de feitelijk gerealiseerde effecten daarvan binnen de school. Vensters voor Verantwoording De VO-raad heeft het project ‘Vensters voor Verantwoording’ opgezet om zo de regie in eigen hand te nemen van het maatschappelijke debat over de kwaliteit van het onderwijs. Ons Middelbaar Onderwijs heeft dit project omarmd in relatie tot kwaliteitszorg. Het resultaat van het implementatietraject in 2011 binnen Ons Middelbaar Onderwijs is dat 99% van de (deel)scholen deelneemt. Evaluatie van de indicatoren in Vensters voor Verantwoording heeft geleid tot nader onderzoek door een werkgroep binnen de VO-raad. In deze werkgroep is OMO ook vertegenwoordigd. Meest actuele onderwerp is de overweging van de toevoeging van de indicator ‘bevoegd/onbevoegd’. Naast de horizontale verantwoording worden de verschillende indicatoren in Vensters voor Verantwoording ook ter analyse van resultaten en onderbouwing van beleidsvoornemens gebruikt, op zowel school- als bestuursniveau.
1.10 Het stimuleren van leerlingen door OMO-prijzen Op 16 en 17 juni 2011 hoorden de leerlingen, in gezelschap van hun familie, vrienden, docenten en schoolleiders, wie er tot winnaar werd uitgeroepen voor de OMO-prijs vmbomavo of voor de OMO-profielwerkstukprijs. De winnaar ontving een bedrag van 1.600 euro; de andere genomineerden ontvingen een bedrag van 400 euro. OMO-prijs vmbo-mavo De beoordelingscriteria voor de OMO-prijs vmbo-mavo zijn de mate van toespitsing op vervolgopleiding en/of beroep, het uitstijgen boven de gegeven opdracht en de wijze en vormgeving van de presentatie, onder andere de mate van originaliteit.
pag. 31 van 90
In de categorie beroepsgerichte leerweg wonnen Lizzy Veldman, Jasper Driessen, Femke van den Hurk, Kelly Roothans, Yvonne Schoone en Meggy Veldman; leerlingen van Scholengemeenschap Were Di in Valkenswaard. Zij hebben een afscheidsreceptie voor een docent tot in de puntjes verzorgd. Winnaar in de categorie gemengde leerweg was ook een leerling van Scholengemeenschap Were Di in Valkenswaard: Bas Bolhuis met zijn sectorwerkstuk over fotografie. Naast de geschiedenis van de fotografie en de opleidingsmogelijkheden voor dit vak schetste hij een beeld van Gambia in woord en vooral in beeld in een prachtig reisverslag. OMO-profielwerkstukprijs Beoordelingscriteria voor deze prijs zijn de integratie van vakken, een relatief nieuwe visie als resultaat en de wijze en vormgeving van de presentatie, onder andere de originaliteit. In de categorie havo ging de hoofdprijs naar Roel van Gaans voor zijn indrukwekkende werkstuk over metafysica binnen de kunst. Het profielwerkstuk van Joanne Pek en Tuğçe Ulusan, leerlingen van het Theresialyceum in Tilburg, werd als beste beoordeeld in de categorie vwo. Zij ontwierpen hulpmiddelen voor blinden en slechtzienden.
1.11 Herschikking, samenwerking, fusie en overname Eindhoven In 2010 is tussen ROC Eindhoven en Ons Middelbaar Onderwijs gesproken over mogelijke bestuurlijke overdracht van het Montessori College aan Ons Middelbaar Onderwijs. In het voorjaar van 2011 is echter het besluit genomen om de samenwerking niet voort te zetten. De voornaamste reden voor dit besluit is dat geen overeenstemming kon worden bereikt over de benodigde onderwijslicenties en de (toekomstige) gebouwen van het Montessori College. Oosterhout Het Hanze College in Oosterhout, deelschool van Kwadrant Scholengroep in Dongen, heeft in 2010 een bedrijfs- en herstelplan opgesteld. Door een voortdurende daling van het leerlingenaantal moest worden gezocht naar een alternatief om het vmbo-aanbod in Oosterhout te kunnen garanderen. In 2011 is Ons Middelbaar Onderwijs in gesprek gegaan met ROC West-Brabant. De beide besturen hebben het voornemen geuit om de krachten te bundelen en gezamenlijk onderzoek te doen naar de optimale positionering van het vmbo in Oosterhout. 's-Hertogenbosch Per 1 augustus 2010 is het Hervion College in 's-Hertogenbosch onderdeel geworden van Ons Middelbaar Onderwijs. In 2011 hebben Ons Middelbaar Onderwijs en de gemeente 'sHertogenbosch onderzocht of er in 's-Hertogenbosch één campus voor vmbo-onderwijs gerealiseerd kan worden. De wens is om het Hervion College en het Duhamel College, beide vmbo-scholen in 's-Hertogenbosch, de krachten te laten bundelen zodat de kwaliteit en talentontwikkeling van het vmbo in de stad worden gegarandeerd. Helmond Nadat de onderwijsinspectie de vmbo-afdeling van de Groene Campus in Helmond onder preventief toezicht had gesteld, is door de school intensief gewerkt aan de verbetering van de onderwijsopbrengsten. In het najaar van 2011 is echter het besluit genomen om het vmbo op de Groene Campus te beëindigen. Omdat de bovenbouw van het vmbo structureel op een te klein leerlingenaantal kan rekenen, kan niet de gewenste onderwijskwaliteit worden geboden. Vanaf het schooljaar 2012-2013 stromen er geen nieuwe leerlingen meer in op de Groene Campus.
pag. 32 van 90
2 Werkgeverschap
2.1
Personeel in kerncijfers
Dit hoofdstuk bevat de grafische weergave van een aantal personele kengetallen die betrekking hebben op het kalenderjaar 2011. In bijlage 8 worden de kengetallen van 2011 vergeleken met de kengetallen van eerdere jaren. 1. Samenstelling personeelsbestand Het totale personeelsbestand van de scholen en het OMO-bureau in het kalenderjaar 2011 bedraagt 6.989 personeelsleden (circa 5.737 fte). De respectievelijke instroom- en uitstroom bedraagt 962 en 836 personen. Dat betreft het aantal personeelsleden dat in dienst is gekomen of uit dienst is gegaan en de personeelsleden die een uitbreiding of inkorting van de betrekkingsomvang hebben gehad:
Aantal personen Instroom Uitstroom
7.000
6.000
6.989
5.000 4.000
3.000 2.000
962
836
1.000
0
Grafiek 3: Aantal personeelsleden 2. Leeftijdsverdeling personeelsbestand De verdeling van alle personeelsleden van alle personeelscategorieën in 2011 werkzaam bij Ons Middelbaar Onderwijs ziet er als volgt uit:
40,0% 35,0% 30,0% 25,0% 20,0% 15,0% 10,0% 5,0% 0,0%
38,8%
31 t/m 40 41 t/m 50 14,5%
17,6%
20,4%
Grafiek 4: Leeftijdscategorieën OMO personeel
pag. 33 van 90
<31
51 t/m 60
8,7%
> 60
3. Onderverdeling personeelsbestand De verdeling van het personeelsbestand naar fulltime-parttime, soort dienstverband (vast-tijdelijk), en verhouding vrouw-man is als volgt:
100% 90% 80%
Fulltime => 0,8
70%
Parttime < 0,8
60%
Vast Tijdelijk
50% 40%
63,7%
44,2%
36,3%
Vrouw
55,8%
Man
30% 20%
88,0%
10%
12,0%
0%
Grafiek 5: Verdeling personeelsbestand 4. Verdeling functiecategorieën De verdeling van het personeelsbestand (5.737 fte) over de diverse functiecategorieën geeft het volgende beeld:
OP LB
40%
OP LC 36,6%
OP LD OP vervangers
30%
LIO's OOP
OOP primair proces
20%
14,6%
20,1%
Directie en RvB
14,3% 5,7%
10% 6,2%
1,7% 0%
0,6%
Grafiek 6: Functiecategorieën De omvang van deelnemers aan de OMO Seniorenregeling, Besluit Arbeidsparticipatie Onderwijs (BAPO), deelnemers aan de regeling ouderschapsverlof en het aantal LIOers/stagiaires in 2011 bedraagt:
pag. 34 van 90
2.119 2.500
Deelnemers OSR Deelnemers BAPO
2.000
Staigiaires Ouderschapsverlof
1.500
1.000
500
359
274
91
0
Grafiek 7: OSR/BAPO/ouderschapsverlof/stagiairs
2.2
De leraar centraal
De professionaliteit van de leraar is de laatste jaren een belangrijk thema geworden in het OCW-beleid. Concrete voorbeelden zijn nieuwe scholingsimpulsen via de lerarenbeurs, promotieplaatsen en het stellen van hogere eisen aan lerarenopleidingen. Ook in Koers 2016 is er aandacht voor de kwalificatie van de docent, als intensivering van een al bestaand personeelsbeleid waarin dit al een belangrijk item was. Het gaat om meer dan scholing alleen. De dialoog met docenten over de invulling van het professioneel statuut is voortgezet. Het Ruud de Moorcentrum zet in het kader van het onderzoek naar Koers 2016 onder meer in op het analyseren van de effecten van het professioneel statuut. In 2011 kreeg het project Krachtig Meesterschap vorm. De naam ‘Krachtig Meesterschap’ is afgeleid van een beleidsnotitie van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). Hierin wordt bepleit dat docenten meer variëteit zouden moeten krijgen binnen hun lesgevende taak (taakdifferentiatie). Meer academici voor de klas is één van de markante speerpunten uit deze notitie. In bredere zin wil het ministerie dat een academische of onderzoekende houding kenmerkend wordt voor alle leraren. Het ministerie bepleit verder doorgroeimogelijkheden voor docenten binnen de onderwijstaak. OCW nodigde besturen uit om projecten in te dienen die ‘Krachtig Meesterschap’ handen en voeten konden geven. Het goedgekeurde project van OMO maakt mogelijk dat dertig docenten extra ruimte voor taakdifferentiatie krijgen om op deze wijze meer ontplooiingskansen te creëren. Daarnaast zijn negen docenten gefaciliteerd om onder begeleiding van de Radboud Universiteit onderzoek te doen naar het docentschap zelf. De Eindhoven School of Education doet ook specifiek onderzoek naar professionele identiteitsontwikkeling van de docent. Met de Radboud Universiteit zijn de eerste voorstellen uitgewerkt voor een kennisnetwerk dat specifiek gericht is op formeel leren. Dit netwerk bouwt verder op een deelproject van Krachtig Meesterschap.
pag. 35 van 90
2.3
Werkplezieronderzoek
In 2010-2011 is voor de derde keer het OMO-werkplezieronderzoek gehouden. Ongeveer de helft van alle personeelsleden heeft deelgenomen aan dit onderzoek. De resultaten geven de scholen handvatten voor actualisering van het Integraal Personeelsbeleid. In de onderstaande tabel zijn de rapportcijfers voor de medewerkertevredenheid op totaalniveau weergegeven. Het rapportcijfer voor algemene werktevredenheid is gelijk gebleven aan dat van vorige keer (7,2). Uit een vergelijking tussen de OMO-scholen blijkt dat de verschillen tussen scholen in algemene werktevredenheid vooral bepaald worden door de tevredenheid over de communicatie en organisatie van de school en door de secundaire arbeidsvoorwaarden. Als het doel is de algemene werktevredenheid te verhogen, heeft het dus meer effect om te investeren in de verbetering van secundaire arbeidsvoorwaarden dan in primaire arbeidsvoorwaarden. De meeste invloed heeft echter het verbeteren van de communicatie en de organisatie van het werk. In 2012 wordt bekeken op welke manier in de toekomst een vervolg gegeven wordt aan het meten van werkplezier of medewerkertevredenheid. Rapportcijfers medewerker tevredenheid
2010-2011
2006-2007
Functie-inhoud Organisatie van het werk
7,2 6,5
7,2 6,6
Communicatie Primaire arbeidsvoorwaarden
5,9 6,5
6,1 6,4
Secundaire arbeidsvoorwaarden Verbondenheid met school
6,8 7,5
6,7 7,5
Algemene werktevredenheid
7,2
7,2
Tabel 2. Rapportcijfers medewerkertevredenheid
2.4
Arbeidsverhoudingen en arbeidsvoorwaarden
Helaas is ook in 2011 geen akkoord bereikt met de vakcentrales over een nieuwe CAO OMO. De onderhandelingen zijn uiteindelijk vastgelopen op de afspraken die voortvloeien uit het wetsvoorstel onderwijskwaliteit, onderwijstijd en vakanties. Vertrekpunt voor de werkgever was de ambitie om te komen tot een pakket aan secundaire arbeidsvoorwaarden dat maximale ruimte biedt voor het individu, en tegelijkertijd de verschillende werkvormen op de scholen recht doet. Deze ambitie past binnen de breed gedragen strategische koers zoals vastgelegd in ‘Koers 2016’. Het betreft ook een gezamenlijke ambitie zoals vastgelegd in de inleiding van de CAO OMO 2008-2010. Gedurende het onderhandelingsproces heeft de werkgever vastgehouden aan deze ambitie maar hebben de vakcentrales geen blijk gegeven van bereidheid om een volgende stap hierin te zetten. Op meerdere onderwerpen lijken de vakcentrales geen afspraken te willen maken die scholen en personeelsleden de ruimte geven om afspraken op maat te maken. De vakcentrales geven aan behoefte te hebben aan waarborgen en regels. Het gesprek hierover is nog gaande. Functiemix Oktober 2011 was het eerste peilmoment voor het behalen van de doelstelling van de functiemix. In het voorjaar van 2012 komen de landelijke cijfers voor de sector, per bestuur en school beschikbaar. Uit interne gegevens blijkt dat op verenigingsniveau de
pag. 36 van 90
doelstelling van de functiemix is behaald. De landelijke doelstelling ligt op een functiemixwaarde van + 4 punten1. De waarde voor OMO komt uit op + 9,8.
2.5
Promotion
ProMotion is het interne loopbaancentrum voor alle medewerkers van Ons Middelbaar Onderwijs. In het eerste kwartaal van 2011 is ProMotion geëvalueerd. Uit de evaluatie kwam een positief beeld naar voren. De producten en diensten werden met gemiddeld een 8,1 beoordeeld. Tevens is er uitgebreid gesproken over de invulling van ProMotion richting toekomst (2016). Definitieve besluitvorming hierover zal in 2012 plaatsvinden. In 2011 hebben ruim 250 medewerkers gebruik gemaakt van de producten en diensten van ProMotion. Daarnaast zijn er diverse workshops op scholen verzorgd en is het dienstenpakket verder uitgebreid. In november 2011 heeft de tweede editie van de Loopbaan4daagse plaatsgevonden; vier dagen in het teken van loopbaanontwikkeling. Aan deze activiteit hebben 150 medewerkers deelgenomen. Zij liepen mee met een collega of volgden een workshop.
2.6
Kennisnetwerken
De focus op de professionaliteit van de docent vormt de rode draad in Koers 2016. Als je bij één van de scholen van Ons Middelbaar Onderwijs werkt, word je gestimuleerd om je professionaliteit verder te ontwikkelen door actief te zijn in kennisnetwerken. Door nieuwe inzichten op te doen over het vak waarin je lesgeeft, of over je beroep, werk je aan je ontwikkeling en verrijk je uiteindelijk het onderwijs aan leerlingen. Het uitgangspunt hierbij is: van collega’s voor collega’s, met een combinatie van fysieke ontmoetingen en online ondersteuning. De kennisnetwerken bestaan uit collega’s van OMO-scholen aangevuld met experts van universiteiten, andere vervolgonderwijsinstellingen en het bedrijfsleven. Het is aan de collega’s zelf om kennisdeling zo in te vullen dat het een logisch onderdeel vormt van het dagelijks werk. Kennisdelen kan in principe 24 uur per dag, 7 dagen per week. Daarvoor is in 2011 een betrouwbaar kennissysteem ontwikkeld waarmee alle collega’s van Ons middelbaar Onderwijs veilig en makkelijk informatie kunnen delen, vragen kunnen stellen en discussies kunnen starten. Vanuit de werkplek op school, of vanuit huis. Vanaf begin 2012 krijgen de al bestaande OMO-netwerken een eigen site op het kennissysteem. Verder worden alle docenten gestimuleerd om ook een netwerk te starten of lid te worden van een netwerk, en zo hun kennis te delen en geïnspireerd te worden door praktijkcases en ervaringen van collega-docenten.
2.7
Lerarenopleiding
Een bekwame leraar voor de klas is de meest bepalende factor voor goed onderwijs. Daarom besteedt de raad van bestuur sinds 2000 in het beleid aandacht aan de professionalisering van leraren, te beginnen met de initiële opleiding. Opleiden in de school OMO-scholen werken intensief samen met lerarenopleidingen om studenten al bij het begin van hun lerarenopleiding optimaal te begeleiden bij hun stages. Het Ministerie van OCW stimuleert dit ‘opleiden in de school’ en heeft daarvoor een wettelijke basis 1
Aan iedere procentpunt-stijging LC wordt een waarde 1 gegeven, voor iedere procentpuntstijging LD/LE een waarde van 2.
pag. 37 van 90
gecreëerd. Bovendien heeft het ministerie een academische verdiepingsslag mogelijk gemaakt. Dit wil zeggen dat erkende opleidingsscholen opleiden mogen verbinden aan praktijkonderzoek. Opleidingsscholen met een academische verdiepingsslag worden academische opleidingsscholen (AOS) genoemd. Van de veertien academische opleidingsscholen die er landelijk zijn, zijn er drie scholen van Ons Middelbaar Onderwijs: AOS West: OMO scholengroep Tongerlo met drie partnerscholen: Munnikenheide College, OMO Scholengeroep Bergen op Zoom e.o. en Roncalli Scholengemeenschap in samenwerking met de Hogeschool Rotterdam en de Universitaire Lerarenopleiding Tilburg; AOS-Tilburg: 2College en Sint-Odulphuslyceum met negen partnerscholen: SintJanslyceum, Rodenborch-College, Jeroen Bosch College, Kwadrant Scholengroep, Maurick College, Mill-Hillcollege, Gymnasium Beekvliet, Duhamel College en De Nieuwste School, in samenwerking met Fontys Leraren Opleiding Tilburg en de Universitaire Lerarenopleiding Tilburg; AOS-Oost: Zwijsen College Veghel, Eckartcollege, Fioretti College met de partners: Maaslandcollege, Merletcollege, OMO Scholengroep Helmond, Elzendaalcollege, in samenwerking met Fontys Leraren Opleiding Tilburg, Eindhoven School of Education, Instituut voor Leraar en School van de Radboud Universiteit en ILS-HAN. In totaal zijn drie hbo-opleidingen betrokken bij de academische opleidingsscholen (Fontys, HAN en HR) en drie universiteiten (ESoE, ILS-RU en ULT). De AOS’en slaagden er alle drie in om naast de onderzoekstrajecten van studenten ook leraren te betrekken bij onderzoek. De drie academische opleidingsscholen hebben in december 2011 een hernieuwde officiële status verworven van OCW die tot en met het schooljaar 2015-2016 geldig is. Het opleiden in de school is daarmee het experimentele stadium voorbij. Het is van belang, niet in de laatste plaats voor de verantwoording aan externen, dat er standaardisering wordt nagestreefd van de opleiding voor opleiders op school. De raad van bestuur biedt daarom cursussen aan die afgesloten worden met een eigen certificaat. In 2011 ontvingen negen opleidingsdocenten en zestig schoolpracticumdocenten hun certificaat. OMO Masterkl@s De OMO-Masterkl@s is bedoeld om leerlingen te stimuleren om te gaan studeren voor leraar. OMO vergoedt hun collegegeld en biedt de studenten een exclusief aanvullend trainingsprogramma. De eis: studenten moeten in vier jaar afstuderen. Ze krijgen dan een baan bij OMO aangeboden. Dit project bestaat sinds 2001 en heeft een stevige basis gelegd voor de academische opleidingsscholen die sinds 2009 bestaan. Het extraprogramma van de Masterkl@s vormde de basis voor het huidige opleidingsprogramma. De academische opleidingsscholen konden dit programma verbreden en inpassen in de bestaande opleidingspraktijk. De binding van studenten aan de academische opleidingsschool kan bredere impact hebben dan de Masterkl@s, omdat de drie academische opleidingsscholen samen tenminste 540 studenten opleiden. Op deze wijze nemen de academische opleidingsscholen de plaats van de Masterkl@s in. In 2011 is de afbouw van de Masterklas doorgezet en zijn er geen beurzen meer uitgereikt aan eerstejaars studenten. Er zijn in het verslag jaar alleen nog derde- en vierdejaars, ongeveer 180 studenten. Dertig studenten studeerden af en vonden een baan.
pag. 38 van 90
Bijzondere leerstoel De Universiteit van Tilburg, in de persoon van prof. dr. Poell, heeft in samenwerking met OMO een bijzondere leerstoel gevestigd in 2010. Deze leerstoel was sterk gericht op opleiden in de school. De leeropdracht luidde: ‘Diversiteit in schoolgebonden opleiden’. In overleg met de Universiteit van Tilburg heeft de raad van bestuur de leerstoel in 2011 niet verder gecontinueerd. Daarbij zijn gelijktijdig afspraken gemaakt om onderzoek ten aanzien van opleiden in de school op andere, maar gelijkwaardige wijze te continueren.
2.8
Opleiden tot ICT docent
Sinds een aantal jaren is er voor leerlingen een nieuwe opleidingsroute binnen het vmbo: de ICT-route. In deze route leren leerlingen binnen projectonderwijs te werken met ICT. Ze leren vooral om samen te werken, probleemstellingen te analyseren en daarvoor oplossingen te bedenken met inzet van ICT. Voor deze relatief nieuwe route bestaan geen specifieke docentenopleidingen. Toch hebben docenten voor dit type onderwijs vaak wel bijscholing nodig. Het huidige aanbod van opleidingen gaat uit van de techniek van ICT, terwijl er behoefte bestaat aan scholing die uitgaat van onderwijs en bruikbare inzet van ICT. Daarom is er een ontwerp voor een aanvullende opleiding gemaakt. In deze fase van ontwikkeling is Fontys Pedagogisch Technische Hogeschool betrokken. Hun rol is echter in goed onderling overleg overgenomen door de Universiteit van Eindhoven. Daardoor kon een opleiding worden gemaakt die toegankelijk is voor alle docenten. Deze opleiding is inmiddels operationeel.
pag. 39 van 90
3 Onderwijs in maatschappelijk perspectief
3.1
Partnerschap met NKO
Een school is een gemeenschap van leraren, leerlingen én ouders. Uit onderzoek en ervaring is bekend dat de slaag- en groeikansen van kinderen toenemen als school en ‘thuis’ elkaar goed weten te vinden. Met het stimuleren en versterken van ouderbetrokkenheid wordt de ontwikkeling van de kinderen en de kwaliteit van het onderwijs positief beïnvloed. Precies om deze reden zijn OMO en de NKO, de Nederlandse oudervereniging Katholiek Onderwijs, in 2010 een partnerschap aangegaan. Doelstelling van dit partnerschap is het versterken van de dialoog tussen ouders en school. Het partnerschap kent diverse instrumenten en activiteiten. Als start zijn alle scholen van OMO lid geworden van de NKO. Ouders in de ouderraad, ouderverenigingen of medezeggenschapsraad, maar ook alle andere ouders van de school, kunnen met al hun vragen over onderwijs en ouderbetrokkenheid bij de NKO terecht. Daarnaast zijn afspraken gemaakt over een jaarlijkse rondetafel-bijeenkomst en levert de NKO expertise voor de ontwikkeling van een digitaal OMO-platform (een ‘internet community’) over ouderbetrokkenheid en partnerschap van ouders en scholen. Het partnerschap wordt in 2014 geëvalueerd.
3.2
Herijking beleid ouderbijdrage
Eind 2009 heeft Ons Middelbaar Onderwijs een beleid ouderbijdrage aangenomen waarin een helder onderscheid werd aangebracht tussen gratis lesmateriaal en materialen of diensten waar een vrijwillige ouderbijdrage voor gevraagd werd. Het uitgangspunt was dat al het verplichte lesmateriaal gratis door de school beschikbaar gesteld wordt. De MR wordt betrokken in de besluitvorming over andere materialen en diensten waarvoor een vrijwillige bijdrage gevraagd wordt. In 2011 werd het beleid van OMO echter ingehaald door het Richtinggevend kader handhavingstoezicht Ouderbijdrage 2011 van de Onderwijsinspectie. Daarop heeft de raad van bestuur besloten het eigen beleid Ouderbijdrage van OMO in te trekken. Het inspectiekader bevatte aanvullende eisen over informatievoorziening. Van de scholen werd gevraagd individuele overeenkomsten af te sluiten met ouders. Een overzicht van de voorgenomen voorzieningen en activiteiten met de bijbehorende bedragen die daarvoor van ouders worden gevraagd, zou moeten worden opgenomen in de schoolgids of op de website. In de loop van 2011 werd duidelijk dat het handhavingstoezicht van de Inspectie tot aanzienlijke bureaucratische lastenverzwaring leidde. Dit heeft na een motie in de Tweede Kamer inmiddels geleid tot een wijziging van de Wet op het Onderwijstoezicht (WOT). Het toezichtkader van de Inspectie is ingeperkt. De vereiste modelovereenkomst en de publicatieplicht van afzonderlijke bestemmingen is vervallen. Wat blijft zijn bepalingen met betrekking tot gratis lesmateriaal, vrijwilligheid van overige bijdragen en betrokkenheid van de MR. Terugblikkend zijn deze bepalingen geheel in overeenstemming met het oorspronkelijke beleid Ouderbijdrage van OMO.
3.3
Reglement leerlingenzaken
Op scholen worden dagelijks besluiten genomen. Deze besluiten hebben niet alleen betrekking op het onderwijs en de bedrijfsvoering, maar ook op bijvoorbeeld de schorsing
pag. 40 van 90
of verwijdering van leerlingen. De belangen van school en leerling dienen daarbij goed te worden afgewogen. Soms gebeurt dit onvoldoende of is één van de betrokken partijen het niet eens met het genomen besluit. Indien het besluit gaat over toelating, bevordering, schorsing, verwijdering of examenzaken kent Ons Middelbaar Onderwijs het reglement bezwaar en beroep in leerlingenzaken. Dit reglement bepaalt dat zo’n besluit in eerste instantie op schoolniveau – niet door de rector/algemeen directeur – wordt genomen. Mocht één van de betrokken partijen van mening zijn dat het besluit niet goed tot stand is gekomen dan kan men bezwaar aantekenen bij de rector/algemeen directeur, die het besluit opnieuw bekijkt en zo nodig een nieuw besluit neemt. Mocht één van de partijen het alsnog niet eens zijn met het (opnieuw genomen) besluit, dan kan men beroep aantekenen bij de regionale beroepscommissie. De regionale beroepscommissie is zo samengesteld dat een deskundige, onpartijdige en onafhankelijke behandeling van het beroep zoveel mogelijk gewaarborgd is.
3.4
Huishoudelijk reglement en het managementstatuut
Met ingang van december 2010 heeft een statutenwijziging plaatsgevonden. Naar aanleiding hiervan is het huishoudelijk reglement geactualiseerd en op 1 januari 2011 in werking getreden. Hierin komt de praktische uitvoerbaarheid van de bepalingen uit de statuten van de Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs tot uitdrukking. Het reglement gaat in op de verhoudingen tussen en binnen de verenigingsorganen: de raad van bestuur, de raad van toezicht en de ledenraad. Daarnaast is ook het OMO rectorenoverleg in dit reglement geformaliseerd. Naast de onderlinge verhouding tussen de verenigingsorganen is met ingang van 1 januari 2011 ook de relatie tussen de raad van bestuur en de rector/algemeen directeur vastgelegd in het managementstatuut. Het besturen van Ons Middelbaar Onderwijs is opgedragen aan de raad van bestuur, maar met het managementstatuut wordt een groot aantal taken en bevoegdheden van de raad van bestuur gemandateerd aan de rector/algemeen directeur. Met mandaat bedoelt men hier dat de rector/algemeen directeur de bevoegdheid heeft om in naam van de raad van bestuur besluiten te nemen. Overigens wordt de verhouding binnen de schoolleiding niet verder in het managementstatuut geregeld, maar in het schoolmanagementstatuut. Op de scholen zal hiervan een voorbeeld klaar liggen aan het begin van 2012.
3.5
Reglement raden van advies
Net als het managementstatuut is het reglement voor de raden van advies een uitwerking van de statuten van de vereniging, in werking getreden per 1 januari 2011. Binnen Ons Middelbaar Onderwijs worden de leden van de raden van advies gezien als ambassadeurs van de school. Zij adviseren de schoolleider van een school bij het ontwikkelen en vaststellen van beleid met betrekking tot het onderwijsproces. Ook fungeert de raad als klankbord voor de schoolleider op strategische onderwerpen en de ontwikkelingsrichting van de school. Tevens ziet de raad toe op de maatschappelijke verankering van de school in de lokale en regionale gemeenschap. Behalve de klankbordfunctie en de netwerkfunctie hebben de leden van de raad van advies een aparte positie binnen de vereniging. De leden van de raad van advies zijn namelijk lid van de vereniging. Elke raad van advies vaardigt zodoende uit zijn midden twee leden af naar de ledenvergadering.
pag. 41 van 90
3.6
Afhandeling van klachten
Klachtencommissie Ons Middelbaar Onderwijs kent een algemene klachtenregeling, waarin is opgenomen dat klachtbehandeling primair op schoolniveau dient plaats te vinden. Indien het niet lukt om de zaak op school op te lossen dan kan de klager besluiten om de klachtencommissie in te schakelen. De klachtencommissie neemt een algemene klacht in behandeling nadat de voorfase klachtbehandeling op schoolniveau is afgerond. In de afgelopen periode zijn er steeds meer klachten op school afgehandeld, waardoor er minder klachten bij de klachtencommissie zijn terechtgekomen. Klachten met betrekking tot de persoonlijke integriteit, te weten seksuele intimidatie, agressie, geweld (waaronder pesten) en discriminatie, zijn zodanig van aard dat zij niet afgehandeld worden via die voorfase op school maar rechtstreeks naar de klachtencommissie gaan. De klachtencommissie organiseert een zitting waarin de klager en de aangeklaagde in de gelegenheid worden gesteld hun verhaal te doen. De klachtencommissie geeft in elke door haar behandelde zaak een advies aan het bestuur, waarin een gemotiveerd oordeel over de gegrondheid van de klacht is opgenomen. De commissie kan in haar advies tevens een aanbeveling doen over de door het bestuur te treffen maatregelen. In het verslagjaar 2011 zijn er 11 klachten ingediend bij de klachtencommissie. Hiervan zijn 9 klachten terugverwezen naar de scholen en daar opgelost. De commissie heeft twee klachten behandeld. Het gaat om algemene klachten die niet de persoonlijke integriteit betreffen. Van de klachten die de commissie heeft behandeld is er één ongegrond verklaard en één moet nog worden afgewikkeld. Het oordeel en advies van de klachtencommissie is door de raad van bestuur gevolgd. Klokkenluidersregeling Naast de bovengenoemde algemene klachtenregeling en de regeling ter voorkoming van seksuele intimidatie kent Ons Middelbaar Onderwijs een klokkenluidersregeling, die op 1 januari 2009 in werking is getreden. De regeling richt zich op werknemers van OMO die een misstand vermoeden en deze melden met als doel om de misstand op te lossen. Gedacht kan worden aan feiten of situaties waarbij een zwaarwegend maatschappelijk belang in het geding is, zoals een gevaar voor de volksgezondheid, de veiligheid of het milieu, een strafbaar feit of schending van wetgeving. Het gaat hierbij om zaken die het individueel belang van de werknemer overstijgen. De klokkenluidersregeling biedt de betrokkenen rechtsbescherming tegen benadeling. Een vermoeden van een misstand kan gemeld worden bij de voorzitter van de raad van bestuur of bij de vertrouwenspersoon integriteit. Zij brengen vervolgens de commissie integriteitszaken onverwijld op de hoogte, die een onderzoek start. Zo spoedig mogelijk komt deze commissie tot een advies aan de raad van bestuur. Ingeval van twijfel of een zaak als misstand aangemerkt kan worden, is contact met de vertrouwenspersoon mogelijk. Voorafgaande aan het besluit van de werknemer om al dan niet door te zetten en formeel te melden kan een bespreking met de vertrouwenspersoon verhelderend werken. Als vertrouwenspersoon integriteit is aangesteld Piet de Kroon, directeursecretaris van de zuidelijke rekenkamer, onafhankelijk controleorgaan van het provinciebestuur. In het verslagjaar 2011 heeft de eerste melding en onderzoek van een vermoeden van een misstand bij de commissie integriteitsvraagstukken plaatsgevonden. De commissie was van oordeel dat er sprake was van een (dreigend) strafbaar feit c.q. een (dreigende) schending van regels. De organisatie was in de gelegenheid om orde op zaken te stellen.
pag. 42 van 90
4 Bedrijfsvoering
4.1
Weerstandsvermogen
19% 18%
Bedrijfsvoering in kerncijfers
18,2%
60% 60% 40% 40%
18,2%
17%
46%
16,7%
2008
2009
2010
2011
0,7% 0,2%
2010 -0,9%
-2%
4.2
2008
2009
2011
22% 22%
22,1%
22% 22%
0% 2009
2010
0%
23% 23%
1,4%
2008
39%
Overhead
Rentabiliteit
1%
40%
20% 20%
15%
-1%
50%
17,5%
16%
2%
Solvabiliteit (inclusief voorzieningen)
2011
21,3%
21% 21% 21% 21%
2010
2011
Ontwikkelingen op ICT gebied
OMO ICT-beleid Het OMO ICT-beleidsplan kent een aantal speerpunten, waaronder kaders voor informatiebeveiliging en organisatie van het beheer van ICT. In 2012 worden die kaders praktisch uitgewerkt en geïmplementeerd. In juli 2010 heeft een eerste inventarisatie plaatsgevonden van de situatie van de netwerk-infrastructuur en internetverbinding bij de OMO-scholen. OMO benut de kennis en ervaring van SchoolNet Brabant. SchoolNet Brabant kent een zelfde doelstelling, namelijk adequaat en betaalbaar internet, maar dan voor alle PO- en VOonderwijsinstellingen in Noord-Brabant. Daardoor wordt de kans groter dat ook in de gebieden waar nog geen goede breedbandvoorzieningen zijn, er toch een betaalbare optie gerealiseerd kan worden. In mei en juni 2011 heeft de inschrijving plaatsgevonden met als doel om via vraagbundeling een aanbestedingsprocedure te starten voor breedband in Brabant. Vanuit OMO zijn 31 locaties opgegeven voor deelname. Inmiddels is de opdracht gegund en is gestart met de eerste uitrol van de glasvezelvoorziening. ICT in het onderwijs Slimme technologische oplossingen kunnen zorgen voor de aansluiting bij een moderne manier van werken en leren. Bij OMO zijn diverse projecten geïnitieerd op het snijvlak van het primaire proces en ICT. Zo is er in samenwerking met de drie grote uitgeverijen een pilot gestart met als thema de verdere digitalisering van het primaire proces. In 2011 was er aandacht voor het weghalen van technische drempels. Doel: één keer inloggen voor toegang tot materiaal. Omdat er na de start van dit OMO-project landelijk een overeenkomstige doelstelling is geformuleerd, is hiermee een verbinding gelegd. Het vervolg draait om de uitwisseling van leerresultaten en roosterinformatie. Op scholen is de behoefte toegenomen aan een goed hulpmiddel bij het maken en afnemen van toetsen. Toetsen staat mede extra in de belangstelling door de invoering van de wet Referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen.
pag. 43 van 90
ICT in de bedrijfsvoering In 2011 is een HR-module uitgerold waardoor de school zelf regie heeft op het proces van werving en selectie. Verder is de BIO-monitor voor alle scholen geïmplementeerd, een pakket ter ondersteuning van de gesprekscyclus en de registratie van bekwaamheidsdossiers. En met de digitalisering van personeelsdossiers is een pilot op het OMO-bureau voltooid. De inrichting van online personeelsdossiers voor de hele vereniging is gepland voor 2012. Het beheren van techniek is geen kerncompetentie van een onderwijsorganisatie. Daarom is in het ICT-beleidsplan als uitgangspunt opgenomen dat het technisch beheren van ICT moet worden uitbesteed, tenzij er een hele goede reden is om dit niet te doen. Om invulling te geven aan dat uitgangspunt is in 2011 per geautomatiseerd proces de ICTinfrastructuur ontrafeld. Voor een aantal applicaties is het technisch beheer en de techniek uitbesteed, en een aantal applicaties zijn voorbereid op uitbesteding.
4.3
Overhead
Binnen de organisatie is het zo efficiënt en effectief mogelijk inzetten van middelen een continu punt van aandacht, om de overhead zoveel mogelijk te beperken. Bij deze discussie wordt mede gekeken naar de reserveringen die plaatsvinden voor verenigingsactiviteiten, de raad van bestuur, de raad van toezicht en het OMO-bureau. In 2010 ging 95,6% van het lumpsumbudget direct naar de scholen. In 2011 is dit toegenomen naar 96,2%. In onderstaand overzicht wordt de verdeling weergegeven van de lumpsum over de verschillende geledingen binnen Ons Middelbaar Onderwijs (bron: Financiële kaders 2011, februari 2012).
pag. 44 van 90
Doelgroep
% van lumpsum budget
Scholen: Schoolleiders Scholen
1,1% 95,1%
Totaal scholen Verenigingstaken: Eigen risicodragerschap
96,2%
0,8%
Frictie personeelsaangelegenheden Projecten / thema's
0,1% 0,4%
Licenties en managementinformatie Contributies
0,3% 0,2%
Uitvoering Koers 2016 Rente opbrengsten
0,1% -0,2%
Totaal verenigingstaken
1,7%
Doordecentralisatiegelden groot onderhoud
0,2%
Raad van bestuur en raad van toezicht Bureau Ons Middelbaar Onderwijs: Personeel Materieel
0,3%
1,3% 0,3%
Totaal bureau Ons Middelbaar Onderwijs Totale lumpsum opbrengsten
1,6% 100,0%
Tabel 3: Verdeling lumpsum Hiernaast wordt ook gekeken naar de verdeling van de formatie binnen de gehele organisatie, waarbij onderscheid wordt gemaakt naar primaire formatie (onderwijzend personeel en personeel dat direct ondersteunend is aan het primaire proces) en “overhead” (directie en overig ondersteunend personeel). In 2011 kwam het kengetal overhead (overhead ten opzichte van de totale formatie) uit op 21,3%. In 2010 bedroeg deze waarde nog 22,1%.
4.4
Professionalisering administratieve processen
De ombuiging van de planning- & controlcyclus (van schooljaar naar kalenderjaar) in 2010 was aanleiding voor het professionaliseren van een aantal administratieve processen. In 2010 zijn een aantal werkgroepen met verschillende onderdelen van de administratieve organisatie aan de slag gegaan. Het overgrote deel hiervan was al afgerond in 2010. De resultaten van de werkzaamheden zijn echter relevant voor 2011; het eerste boekjaar op basis van een volledig kalenderjaar. Per werkgroep wordt ingegaan op de opbrengsten en de eventuele werkzaamheden die nog in 2011 hebben plaatsgevonden.
pag. 45 van 90
Werkgroep kalenderjaarexploitatie De overgang van een planning- & controlcyclus op schooljaarbasis naar kalenderjaarbasis houdt in dat de planning- en controlcyclus een andere opzet heeft gekregen. De werkgroep hield zich bezig met het optimaliseren van de nieuwe cyclus en het uitwerken hiervan. Werkgroep aangepaste / ontwikkelde formats De werkgroep heeft zich bezig gehouden met de doorontwikkeling van financiële formats zoals de kwartaalrapportages, het managementverslag en diverse andere financiële en personele rapportages en formulieren. Momenteel ligt de aandacht bij de ontwikkelingen van rapportages vanuit het managementinformatiesysteem. Werkgroep product- / matrixadministratie Met ingang van 2011 wordt gewerkt met een nieuwe inrichting van de financiële administratie. Onderdeel daarvan is een nieuw uniform rekeningschema dat logisch en flexibel is en ruimte biedt voor toekomstige ontwikkelingen. Werkgroep waarderingsgrondslagen De bestaande waarderingsgrondslagen zijn in 2010 tegen het licht gehouden. Doel was om deze transparanter en eenvoudiger te maken, een reëlere vermogenspositie te verkrijgen en een administratieve lastenverlichting te bewerkstellingen binnen zowel de scholen als het OMO bureau. Dit heeft geleid tot een verhoging van de activeringsgrens van € 500 naar € 2.500 (60% minder activeringen), een herijking van activacategorieën en afschrijvingstermijnen, een herijking van de waarde van de gebouwen en inrichting, en het afschaffen van bestemmingsreserves. In 2011 is voor het eerst met de aangepaste grondslagen gewerkt. Werkgroep vereenvoudigde controles De werkgroep heeft onderzocht welke bedrijfsrisico’s Ons Middelbaar Onderwijs loopt en tot op welk niveau deze acceptabel zijn. Daarna is aan de hand van een risicobeheersingsmodel gekeken of controles efficiënt en/of effectief plaatsvinden. De aanbevelingen van de werkgroep zijn in 2011 geïmplementeerd, wat heeft geleid tot een structurele jaarlijkse besparing van circa 2.150 controle-uren. De werkgroep is niet ingegaan op de controleprocessen binnen de scholen. Dit komt mogelijk aan de orde in een vervolgproject. Werkgroep aanbesteding accountant Vanaf de tweede helft van 2011 heeft een Europese aanbesteding plaatsgevonden voor de inkoop van accountantsdiensten. Hierbij is ook de auditcommissie van de raad van toezicht actief betrokken. In het voorjaar van 2012 is bekend geworden dat aan Deloitte Accountants B.V. de opdracht is gegund. De huidige accountant, Mazars, zal de jaarrekeningcontrole 2011 nog uitvoeren. Deloitte neemt de taken van Mazars vervolgens stapsgewijs over.
4.5
Analyse van het resultaat 2011
In de voorliggende jaarrekening bedraagt het gerealiseerde exploitatieresultaat over 2011 3,2 miljoen euro positief. Het begrote exploitatieresultaat over 2011 bedroeg 3,9 miljoen euro negatief. In de onderstaande tabel is het verschil tussen gerealiseerd resultaat en begroot resultaat zichtbaar gemaakt per entiteit.
pag. 46 van 90
Gerealiseerd Scholen Verenigingsactiviteiten Raad van bestuur Bureau OMO Gelieerde stichtingen Totaal
2.700.0006.100.000 400.000 600.0003.200.000
Begroot
Verschil
3.100.000200.000600.000-
400.000 6.300.000 400.000 -
3.900.000-
7.100.000
Tabel 4: Begroot en gerealiseerd resultaat Het verschil tussen het gerealiseerde exploitatieresultaat en het begrote exploitatieresultaat kan als volgt in hooflijnen per entiteit worden verklaard: Scholen Het exploitatieresultaat 2011 van de gezamenlijke scholen is 0,4 miljoen euro minder negatief dan begroot. De gezamenlijke personele lasten van de scholen zijn 6,6 miljoen euro hoger dan begroot. Hierin is begrepen een hogere inhuur derden van 1,4 miljoen euro. Het gemiddeld aantal fte was in 2011 125 fte hoger dan begroot. Tegenover deze hoger dan begrote personele lasten staan de volgende ‘meevallers’: • hogere rijksbijdrage ad 1,5 miljoen euro; • hogere geoormerkte en niet-geoormerkte subsidies OCW ad 0,2 miljoen euro; • hogere overige overheidsbijdragen en –subsidies ad 1,6 miljoen euro; • hogere overige baten ad 1,3 miljoen euro (inclusief eenmalige bijdrage ad 0,4 miljoen euro vanuit de verenigingsactiviteiten aan het Rodenborch-College); • lagere afschrijvingslasten ad 0,8 miljoen euro; • lagere overige lasten ad 1,3 miljoen euro; • overige ‘meevallers’ ad 0,3 miljoen euro. Verenigingsactiviteiten Het exploitatieresultaat 2011 van de verenigingsactiviteiten is 6,3 miljoen euro hoger dan begroot. Dit wordt met name veroorzaakt door: • • • • • • • • •
het terugnemen van de waardevermindering gebouwen ten bedrage van 6,2 miljoen euro (schattingswijziging); lager dan begrote rentelasten over de kredietfaciliteit met de Rabobank ten bedrage van 1,7 miljoen euro; lager dan verwachte rentebaten (inclusief koersverlies) van obligaties voor een bedrag van 1,4 miljoen euro; lagere dan begrote exploitatielasten ICT (digitaliseren, uitvoering ICT-beleidsplan) ter grootte van 0,6 miljoen euro; lager dan begrote lasten Koers 2016 ad 0,4 miljoen euro; vermindering van de naheffing BTW ten bedrage van 0,3 miljoen; bijdrage uit het herstructureringsfonds boventalligen aan het Rodenborch-College ad 0,4 miljoen euro; boekverlies verbouwingen van pand De Nieuwste School voor een bedrag van 0,5 miljoen euro; extra lasten voortkomend uit het eigen risicodragerschap van Ons Middelbaar Onderwijs voor WW, WIA en WGA ten bedrage van 0,6 miljoen euro.
Bureau OMO Bureau OMO heeft over 2011 een positief resultaat gerealiseerd van 0,4 miljoen euro. Dit positieve resultaat wordt met name veroorzaakt door:
pag. 47 van 90
• • •
lagere dan begrote personele lasten ad 0,2 miljoen euro door met name het niet invullen van vacatureruimte; vrijval van de reservering interne verhuiskosten ad 0,1 miljoen euro; lagere dan begrote overige lasten ad 0,1 miljoen euro;
Resultaatbestemming In deze jaarrekening zijn de resultaatbestemmingen verwerkt over het verslagjaar 2011. Accountantscontrole De controle van deze jaarrekening is uitgevoerd door Mazars Paardekooper Hoffman N.V. te Breda.
4.6
Financiële verantwoording
Weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen geeft de verhouding weer tussen het totale eigen vermogen en de baten, en legt daarmee een verband tussen de omvang van het eigen vermogen en de bedrijfsvoering. Het verloop van het weerstandsvermogen in de afgelopen vijf jaren is in het volgende overzicht gepresenteerd: 2007
2008
2009
2010
2011
18%
18%
18%
17%
18%
Tabel 5: Weerstandsvermogen Van het weerstandsvermogen in 2011 van 18% bestaat 16% uit algemene exploitatiereserves en 2% uit bestemmingsfondsen (private gelden). In de toelichting op de jaarrekening wordt een uitgebreide verantwoording gegeven op de onderdelen van het eigen vermogen: de algemene reserves en de bestemmingsfondsen. Zowel op het niveau van de individuele scholen als voor OMO als geheel wordt gestuurd op weerstandsvermogen. De OMO-organisatie moet op korte en lange termijn solvabel zijn en vanuit schaalgrootte en bestuurlijk vermogen krachtig genoeg om te volstaan met een relatief klein weerstandsvermogen. De raad van bestuur streeft vooralsnog naar een weerstandsvermogen met een omvang van tenminste 14%. Aan dit streven is in 2011, evenals voorgaande jaren, voldaan. Op schoolniveau is overigens een minimum weerstandsvermogen vastgesteld van 5% en een streefwaarde van 12%. Kapitalisatiefactor Vanuit de door minister Plasterk ingestelde Commissie Vermogensbeheer Onderwijsinstellingen (“commissie Don”) is het kengetal kapitalisatiefactor in de VOsector geïntroduceerd. De commissie Don was ingesteld om het vermogensbeheer in alle onderwijssectoren te onderzoeken. Doel hiervan was te komen tot een optimale financieringsstructuur voor onderwijsinstellingen, gegeven de huidige verantwoordelijkheidsverdeling tussen rijk en instelling en gegeven de financieringssystematiek en –omvang. Het kengetal kapitalisatiefactor laat zien of een instelling te veel kapitaal aanhoudt voor zijn (onderwijs)activiteiten. De kapitalisatiefactor wordt berekend door van het balanstotaal van een instelling de bedragen voor gebouwen en terreinen af te trekken en het dan overblijvende bedrag te delen door het totaal van de jaarlijkse baten. Als de kapitalisatiefactor boven een bepaalde signaleringsgrens uitkomt, zou dat erop kunnen wijzen dat het bestuur te veel kapitaal aanhoudt voor zijn onderwijsactiviteiten. De bovengrens van deze kapitalisatiefactor (voor grote schoolbesturen) bedraagt 35%.
pag. 48 van 90
Ultimo kalenderjaar 2011 bedraagt de kapitalisatiefactor binnen Ons Middelbaar Onderwijs 17%. De kapitalisatiefactor kent drie functies: de transactiefunctie, de financieringsfunctie en de financiële buffer. De transactiefunctie betreft de middelen die moeten worden aangehouden om de kortlopende schulden te voldoen. De transactieliquiditeit wordt berekend door het bedrag van de kortlopende schulden te delen door het totaal van de jaarlijkse baten. Ultimo kalenderjaar 2011 bedraagt de transactieliquiditeit 10,7%. Bij de berekening zijn de voorontvangen bedragen en de schuld aan de bank (vanwege de geplande omzetting naar een langlopende schuld) in mindering gebracht op de kortlopende schulden. De financieringsfunctie betreft de middelen die moeten worden aangehouden om de materiële vaste activa (niet zijnde gebouwen en terreinen) te zijner tijd te kunnen vervangen. Het percentage voor de vervangingswaarde is voor grote schoolbesturen in het VO gesteld op 50%. De procentuele financieringsfunctie wordt berekend door 50% van de boekwaarde van de materiële vaste activa (niet zijnde gebouwen en terreinen) te delen door het totaal van de jaarlijkse baten. Ultimo kalenderjaar 2011 bedraagt de financieringsfunctie 5,8%. De financiële buffer is het resterende deel van de kapitalisatiefactor en is bedoeld voor het opvangen van bijvoorbeeld terugloop in leerlingaantallen, financiële gevolgen van arbeidsconflicten, instabiliteit in de bekostiging en onvolledige indexatie van de bekostiging. Ultimo 2011 bedraagt de financiële buffer 0,5%. Voor grotere schoolbesturen in het VO geldt voor de financiële buffer een bovengrens van 5%. Hier wordt aan voldaan. Voor de transactie- en financieringsfuncties gelden geen normeringen. Het verloop van de kapitalisatiefactor in de afgelopen vijf jaren is in het volgende overzicht gepresenteerd: 2007
2008
2009
2010
2011
19%
17%
16%
16%
17%
Tabel 6: Kapitalisatiefactor De commissie Don adviseert om het weerstandsvermogen niet langer als sturingsgetal te gebruiken, maar in plaats daarvan een ondergrens aan de solvabiliteit (20%) en een bovengrens aan de kapitalisatiefactor (35%) te stellen. Binnen OMO blijft echter gestuurd worden op weerstandsvermogen, mede vanwege de helderheid van het kengetal en de toepasbaarheid op individuele scholen. Voor OMO totaal wordt daarnaast ook gestuurd op solvabiliteit. Solvabiliteit De solvabiliteit geeft de verhouding weer tussen het totale eigen vermogen en het balanstotaal, en geeft daarmee informatie over de kredietwaardigheid van een organisatie. De commissie Don kiest er daarbij voor om de op de balans aanwezige voorzieningen tot het eigen vermogen te rekenen en hanteert een ondergrens voor de solvabiliteit van 20%. Het verloop van deze indicator voor Ons Middelbaar Onderwijs voor de afgelopen vijf kalenderjaren is in het volgende overzicht gepresenteerd.
pag. 49 van 90
2007
2008
2009
2010
2011
Solvabiliteit excl. voorzieningen
41%
38%
37%
31%
30%
Solvabiliteit incl. voorzieningen
76%
50%
46%
40%
39%
Tabel 7: Solvabiliteit Gesteld kan worden dat de geconsolideerde balans per 31 december 2011 voldoet aan de richtlijnen die worden genoemd in de notitie ‘Financiële positie onderwijsinstellingen’. Rentabiliteit De rentabiliteit geeft de verhouding weer tussen het resultaat en de totale baten. Ook voor deze indicator heeft de commissie Don signaleringsgrenzen aangegeven. De commissie hanteert een ondergrens van 0% en een bovengrens van 5% (bezien over een periode van 3-5 jaar). De rentabiliteitsgegevens van OMO in de afgelopen vijf jaren zijn hieronder gepresenteerd:
2007
2008
2009
2010
2011
-0,5%
1,4%
0,2%
-0,9%
0,7%
Tabel 8: Rentabiliteit Over een periode van 5 jaar bezien blijft OMO binnen de signaleringsgrenzen die vanuit de commissie Don zijn gesteld. Liquiditeit Binnen Ons Middelbaar Onderwijs wordt het liquiditeitenbeheer centraal uitgevoerd, om kosten en risico’s met betrekking tot liquiditeiten te minimaliseren en opbrengsten te maximaliseren. De liquiditeit van een organisatie kan worden bepaald aan de hand van de current ratio. Dit kengetal wordt hier berekend door het totaal van de korte termijn vorderingen, beleggingen en de liquide middelen te delen door alle korte termijn verplichtingen. De current ratio van Ons Middelbaar Onderwijs per 31 december 2011 bedraagt 0,2 (stand op 31 december 2010: 0,4). Bij de berekening is de effectenportefeuille onder de kortlopende vorderingen geschaard, en zijn de voorontvangen bedragen in mindering gebracht op de kortlopende schulden. De current ratio van OMO in de afgelopen vijf jaren zijn hieronder gepresenteerd:
2007 0,9
2008 0,7
2009 0,4
2010 0,4
2011 0,2
Tabel 9: Liquiditeit De commissie Don hanteert voor de current ratio een ondergrens van 0,5 en een bovengrens van 1,5. Ons Middelbaar Onderwijs voldoet daarmee op 31 december 2011 niet aan deze signaleringsgrenzen. Hierbij wordt opgemerkt dat het een momentopname op 31 december 2011 betreft. De (rood)stand op de lopende bankrekening had hierin een groot aandeel. Omdat de roodstand op korte termijn kan worden omgezet in een langlopende lening en de ontwikkelingen hieromtrent nauwlettend worden gevolgd, is er geen aanleiding om het proces hierop aan te passen. Kasstromen en financieringsbehoefte Vanaf 2000 heeft de raad van bestuur elf overeenkomsten gesloten met diverse gemeenten om te komen tot doordecentralisatie van de onderwijshuisvesting. In veel gevallen vinden in deze gemeenten binnen de eerste tien jaar van het contract kostbare
pag. 50 van 90
bouwprojecten plaats. Ons Middelbaar Onderwijs financiert de projecten voor en gebruikt de jaarlijkse vergoedingen van de gemeente met name om de kapitaalslasten te dekken. Op basis van de huidige meerjarenliquiditeitsprognose is de verwachting dat de financieringsbehoefte van OMO in de komende vijf jaar zal stijgen naar circa 130 miljoen euro. In 2012 zullen in het kader van schatkistbankieren afspraken worden gemaakt over de dekking hiervan. Het kasstroomoverzicht is weergegeven in de jaarrekening. In de paragrafen over treasury en huisvesting (4.8 resp. 4.9) is meer informatie terug te vinden over doordecentralisatie en financieringsvormen.
4.7
Risicoparagraaf
Het onderstaande overzicht geeft een samenvatting van de financiële situatie van de organisatie op dit moment en in 2016. Aan de hand van deze samenvatting wordt ingegaan op de bedrijfsmatige risico’s waar Ons Middelbaar Onderwijs mee te maken heeft. Als referentiekader is het rapport van de commissie Don gebruikt. Kengetal
Commissie Don
OMO in 2011
OMO in 2016
Weerstandsvermogen Kapitalisatiefactor
5% < 35%
18% 17%
16%
Solvabiliteit (incl. voorzieningen)
> 20%
39%
17% 28%
Rentabiliteit
0% < R < 5%
0,7%
0,0%
Liquiditeit
0,5 < L < 1,5
0,2
1,0
Tabel 10: Financiële situatie in 2011 en 2016 Kapitalisatiefactor De kapitalisatiefactor zal nagenoeg constant blijven. De verwachte wijzigingen zitten voornamelijk in de solvabiliteit en het weerstandsvermogen. Weerstandsvermogen en solvabiliteit Het weerstandsvermogen en de solvabiliteitspositie van Ons Middelbaar Onderwijs zullen vanwege een aantal ontwikkelingen in de komende jaren wijzigen c.q. onder druk komen te staan. Op de eerste plaats hebben de ontwikkelingen op het vastgoedterrein invloed. In gemeenten waar geen sprake is van een doordecentralisatie en waar ver/nieuwbouw plaatsvindt, is de gemeente financieel verantwoordelijk voor het realiseren van de onderwijshuisvesting. De ervaring leert dat door diverse oorzaken gemeenten niet altijd in staat blijken dergelijke investeringen geheel te financieren, en dat hiervoor (onterecht) een beroep wordt gedaan op het eigen vermogen van Ons Middelbaar Onderwijs. Hierdoor zal het weerstandsvermogen dalen. Op de tweede plaats is doordecentralisatie van invloed op het weerstandsvermogen en de solvabiliteitspositie. Met inmiddels elf gemeenten heeft OMO een doordecentralisatiecontract afgesloten, waarmee de verantwoordelijkheid voor de financiering van (vooral grootschalige) bouwprojecten is overgenomen. OMO wordt economisch eigenaar van deze gebouwen, waardoor de hoeveelheid activa en daarmee het balanstotaal substantieel zal toenemen. Relatief gezien daalt daarmee het eigen
pag. 51 van 90
vermogen en dus ook de solvabiliteit. De bouwprojecten worden hoofdzakelijk gefinancierd met langlopende externe kredieten. Op de derde plaats is er sprake met bezuinigingen vanuit het ministerie van OCW in combinatie van kostenstijgingen. Concreet gaat het hierbij om bezuinigingen vanwege passend onderwijs, vereenvoudiging van het bekostigingsmodel en een korting op de bijdragen voor lesmateriaal. Daar tegenover staan oplopende kosten voor WW en WGA uitkeringen en een (niet-compenseerde) verhoging van pensioenpremies. Vanwege deze ontwikkelingen zullen met name op het personele vlak keuzes gemaakt moeten worden. In meerjarenbegrotingen worden de financiële consequenties doorgerekend en wordt (op schoolniveau) een plan van aanpak beschreven op welke wijze tot een sluitende exploitatie in de komende jaren kan worden gekomen. Gezien het voorgaande is de verwachting dat de opbouw van het vermogen in 2016 er als volgt gaat uitzien: Opbouw vermogen
2011
Eigen vermogen Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden Totaal
2016 30% 9% 16% 45%
22% 6% 38% 34%
100%
100%
Tabel 11: Opbouw vermogen in 2011 en 2016 De commissie Don hanteert voor de solvabiliteit een signalerings-ondergrens van 20%. De verwachting is dat de OMO solvabiliteitsratio in 2016 uitkomt op (22% + 6% =) 28%. Rentabiliteit De verwachting is dat er jaarlijks gemiddeld sluitend wordt geëxploiteerd. De rentabiliteit komt daarmee uit op nihil. Liquiditeit Vanwege enkele grootschalige bouwprojecten die in de komende jaren aanvangen, en waarbij OMO via een doordecentralisatieovereenkomst zorg draagt voor de voorfinanciering, komt er druk te staan op de current ratio. Vanwege de (aanstaande) afspraken met kredietverstrekkers wordt er echter voor gezorgd dat de current ratio op een gezond peil blijft.
4.8
Treasury en schatkistbankieren
Op 24 mei 2011 heeft de raad van bestuur van Ons Middelbaar Onderwijs het nieuwe “Treasury Statuut Ons Middelbaar Onderwijs” vastgesteld. In dit document is bepaald dat tenminste jaarlijks aan de raad van bestuur wordt gerapporteerd over de uitvoering van het treasurybeleid. Deze rapportage is in februari 2012 binnen de raad van bestuur besproken. In het kader van het treasurybeleid wordt de financiële positie van Ons Middelbaar Onderwijs getoetst aan de bepalingen in het treasury statuut en daarmee aan de landelijke ‘Regeling beleggen en belenen door instellingen van onderwijs en onderzoek 2010’ van OCW. Deze toets richt zich op de relevante treasury-instrumenten die binnen Ons Middelbaar Onderwijs in het kalenderjaar 2011 zijn gehanteerd. De diverse treasuryinstrumenten zijn alle van een prudent karakter en zijn er niet op gericht om extra opbrengst te genereren door het aangaan van overmatige risico’s.
pag. 52 van 90
Kredietfaciliteit (tijdelijk) Per 16 december 2011 heeft de raad van bestuur een overeenkomst gesloten met Rabobank Tilburg en omstreken voor een tijdelijke kredietfaciliteit van maximaal € 75 miljoen. Deze overeenkomst is met name aangegaan ten behoeve van de voorfinanciering van grootschalige nieuwbouwprojecten binnen gemeenten waar sprake is van doordecentralisatie. De kredietfaciliteit liep tot 1 maart 2012. Vaste financiering via schatkistbankieren In 2011 is periodiek een meerjarenliquiditeitsprognose opgesteld. Hieruit bleek dat OMO de overstap moest gaan maken naar een vorm van vaste financiering. Op basis van gesprekken met en offertes van verschillende partijen heeft de raad van bestuur in november 2011 besloten om over te stappen op schatkistbankieren bij het ministerie van financiën. De redenen hiervoor zijn een gunstigere prijs met daarbij de service van een kwalitatief goede ondersteuning. Per 1 maart is daadwerkelijk de overstap gemaakt naar schatkistbankieren. Het betalingsverkeer blijft lopen via bij de Rabobank. Rijksgegarandeerde leningen Ten tijde van de doordecentralisatie van onderwijshuisvesting (1997) is een aantal leningen vanuit de Rijksoverheid overgedragen aan Ons Middelbaar Onderwijs. Aangezien deze leningen rijksgegarandeerd zijn, is het risico hierop nihil. Beleggingen Ons Middelbaar Onderwijs bezit diverse effecten met een portefeuillewaarde per 31 december 2011 van € 8,5 miljoen. Hiervan heeft € 1,5 miljoen betrekking op het OMOfonds. Deze valt buiten de OCW-regeling ‘beleggen en belenen’ omdat het OMO-fonds niet door de minister wordt gefinancierd. Eén belegging in de effectenportefeuille van 2011 voldeed niet aan de regelgeving en daarmee dus niet aan de in het treasury statuut gestelde eisen. Het betreft een belegging in een perpetuele lening van de Deutsche Bank tegen een nominale waarde van €.1.758.000. Perpetuele leningen zijn sinds de laatste aanpassingen van de richtlijnen niet meer toegestaan. Ten tijde van het aangaan van deze belegging viel deze nog wel binnen de regeling. De belegging in de Deutsche Bank is begin februari 2012 verkocht. In de verslagperiode 2011 hebben geen investeringen in nieuwe beleggingen plaatsgevonden. Wel zijn de volgende beleggingen verkocht:
Belegging 4,5% BNG 5,1% Ned. Waterschapsbank Robeco euro bonds
Aanschafprijs € 1.300.000 € 2.630.000 € 3.000.000
Totaal
Totaal koersresultaat € 81.250 €0 -/- € 348.481 -/- € 267.231
Tabel 12: Verkochte effecten 2011
pag. 53 van 90
VerkoopPrijs in 2011 € 1.381.250 € 2.630.000 € 2.651.519
Boekwaarde eind 2010 € 1.300.682 € 2.629.493 € 2.778.755
Koersresultaat in 2011 € 80.568 € 507 -/- € 127.236 -/- € 46.161
Inmiddels is ook bekend dat per begin van 2012 de resterende beleggingen zijn verkocht:
Belegging
Aanschafprijs
4,3% EIB 5,9% Deutsche Bank 4,7% Merrill Lynch
€ 4.000.000 € 1.758.000 € 2.500.000
Totaal
Koersresultaat in 2011 € 15.760 -/- € 303.255 -/- € 262.500 -/- € 549.995
Verkoopprijs in 2012 € 4.010.000 € 1.010.850 € 2.187.500
Totaal koersresultaat € 10.000 -/-€ 747.150 -/-€ 312.500
Boekwaarde eind 2011 € 3.970.000 € 971.295 € 2.075.000
-/- € 1.049.650
Koersresultaat in 2012 € 40.000 € 39.555 € 112.500 € 192.055
Tabel 13: Verkochte effecten 2012 Het totale koersresultaat op de uitstaande obligaties in 2011 bedroeg circa (-/- 46.000 + -/- 550.000 =) -/- € 596.000,-. Dit koersverlies werd mede veroorzaakt door de crisis op de financiële markten. Na de verkoop van de resterende obligaties begin 2012 heeft de vereniging OMO, met uitzondering van de Stichting OMO Fonds, geen uitstaande beleggingen meer. De verkoop (voor de afloopdatum) van de beleggingen houdt mede verband met de overgang naar schatkistbankieren, waarbij als voorwaarde geldt dat beleggingen in effecten zoveel mogelijk moeten worden afgebouwd. Leasecontract bedrijfsauto’s Het leasecontract bedrijfsauto’s bij MKB Lease in Oosterhout betreft 32 leaseauto’s. Binnen de arbeidsvoorwaarden hebben schoolleiders en leden van de raad van bestuur de mogelijkheid om in een leaseauto te rijden. Voor het kalenderjaar 2011 bedroegen de leasekosten € 370.000. Administratieve organisatie (AO) In het treasury statuut is aangegeven dat de treasury-activiteiten zijn vastgelegd in procedurebeschrijvingen. Dit is binnen OMO nog niet geheel het geval. In de praktijk wordt wel in lijn met de AO-afspraken uit het treasury statuut gehandeld. Binnen het bureau van Ons Middelbaar Onderwijs is bijvoorbeeld sprake van functiescheiding tussen de uitvoerende taak en de registrerende taak. De concerncontroller is verantwoordelijk voor de uitvoerende taak en de afdeling administraties is verantwoordelijk voor de registrerende taak. Het voornemen is om medio 2012 de procedurebeschrijvingen daadwerkelijk vastgelegd te hebben.
4.9
Huisvesting en vastgoedregistratie
Speerpunten voor het huisvestingsbeleid in 2011 waren de verdere uitrol van het vastgoedregistratiesysteem en de verdere uitwerking van het bouwprotocol. Verder zijn de kwaliteitsrichtlijnen voor onze schoolgebouwen (RKO) geactualiseerd in de vorm van een addendum en is bij diverse scholen het klimaat verbeterd in het kader van de subsidieregeling Energiezuinigheid en Binnenmilieu. Ook is een start gemaakt met de (voorbereiding van de) asbestinventarisatie op onze scholen. Vastgoedregistratie Ons Middelbaar Onderwijs telt bijna 200 gebouwen, verdeeld over circa 80 locaties. Om eenduidigheid in de informatie over alle gebouwen te krijgen, en voor de verdere ontwikkeling van vastgoedbeleid binnen OMO, is in 2010 het vastgoedregistratiesysteem Planon aangeschaft.
pag. 54 van 90
In oktober 2010 is het pilotproject ‘OMO vastgoedregistratie’ gestart met het inrichten van de software en het invoeren van de data van vier pilotscholen. In het systeem kunnen alle relevante gegevens van de gebouwen worden vastgelegd (vastgoedmanagement). Ook gegevens over (gebouwgebonden) contracten en de Meerjaren Onderhouds Plannen (MOP’s) van de scholen kunnen in het systeem worden vastgelegd. In juni 2011 heeft de raad van bestuur besloten om de pilot uit te breiden met vijf andere scholen. Voor de medewerkers van de scholen zijn diverse trainingen georganiseerd. Er wordt een Basistraining gegeven en een training voor de module Contracten. Tenslotte bestaat de mogelijkheid om een training te volgen om gebruik te leren maken van de module onderhoudsplanning. De doelstelling voor 2012 is dat alle OMO-scholen toegang krijgen tot het vastgoedregistratiesysteem en dat aan het einde van 2012 de gegevens van alle OMOscholen in het systeem zijn opgenomen. Bouwprotocol In 2010 is een start gemaakt met een onderzoek naar bouwcontractvormen voor de realisatie van onderwijshuisvesting. Aanleiding hiervoor vormden de veranderingen in bouwprocessen en mogelijke bouworganisatievormen. Binnen OMO werd in een pilot ervaring opgedaan met het Bouwmeestercontract, toegepast bij de nieuwbouw van ’t Ravelijn in Steenbergen. Het afgelopen jaar is als uitgangspunt een aantal criteria (procesfactoren) geformuleerd die bij de realisatie van een project van belang zijn. Per project kunnen de accenten anders liggen. De accenten bepalen uiteindelijk de juiste organisatievorm voor dat project. Zowel de ervaringen vanuit projecten met verschillende bouworganisatievormen als de geformuleerde procesfactoren zijn in 2011 gedeeld met de schoolleiders. Als vervolg op deze presentatie is een werkgroep geformeerd met als doel de uitgangspunten voor het geactualiseerd bouwprotocol verder uit te werken. Het nieuwe bouwprotocol wordt begin 2012 verwacht. Richtlijnen Kwaliteitsnormen Onderwijshuisvesting (RKO) Enige jaren geleden zijn de kwaliteitseisen waaraan een nieuw schoolgebouw van Ons Middelbaar Onderwijs moet voldoen verankerd in de RKO. Inmiddels zijn de richtlijnen aan een actualisatie toe. De vernieuwde kwaliteitsrichtlijn is voorzien in 2012. Vooruitlopend op de nieuwe RKO zijn bij een aantal recent gerealiseerde projecten nieuwe ervaringen opgedaan. Deze mogen met de huidige stand van het onderwijs, wet- en regelgeving en techniek als standaard beschouwd worden. Voorbeelden hiervan zijn eisen aan het binnenklimaat, maatregelen in het kader van duurzaamheid en maatregelen voor veiligheid. Deze zaken zijn het afgelopen jaar in een addendum van de RKO opgenomen en vastgelegd. Subsidies In het kader van de regeling Energiezuinigheid en Binnenmilieu is voor 17 scholen subsidie aangevraagd en (gedeeltelijk) toegekend. Omdat het aantal aanvragen de beschikbare subsidie overschreed, is door het ministerie een prioritering in de maatregelen aangebracht waardoor meerdere aanvragen helaas niet voor subsidie in aanmerking kwamen. Conform de bepalingen in de regeling zijn de projecten in 2011 afgerond. In het kader van de verantwoording van subsidie zijn de diverse projectgegevens bij de scholen verzameld en gebundeld.
pag. 55 van 90
Asbestinventarisatie In mei 2011 is door het Agentschap NL het landelijk project “Asbest in scholen” gestart. Het doel van dit project was het verkrijgen van een duidelijk beeld van de aanwezigheid van asbest in scholen. Uitgangspunt is dat alle scholen voor 1 juli 2012 zijn geïnventariseerd op asbest. Scholen zijn verzocht een enquête in te vullen. Op basis van de uitkomst van de enquête zouden vervolgstappen bepaald worden. Vooruitlopend op een duidelijk beeld van de vervolgstappen, heeft de raad van bestuur besloten een start te maken met de inventarisatie van onze panden van voor 1994 op de aanwezigheid van asbest. Inmiddels is hiervoor een plan van aanpak geschreven. Verwacht wordt de inventarisatie medio 2012 af te ronden. Projecten Binnen Ons Middelbaar Onderwijs is een groot aantal bouwprojecten in uitvoering of recent opgeleverd. Om de kaderstelling in de investeringskosten en bijbehorende dekking te borgen, wordt per project een investeringskostenoverzicht opgesteld. In het afgelopen jaar zijn deze overzichten geactualiseerd en, waar van toepassing, gekoppeld aan de lopende doordecentralisatiecontracten. In onderstaande overzichten zijn de bouwprojecten gepresenteerd die lopen op 31 december 2011. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen projecten in gemeenten waar wel en waar geen sprake is van doordecentralisatie. School
Project
Gemeente
SG Roncalli
Uitbreiding en verbouwing SG Roncalli
Bergen op Zoom
OMO SG De Langstraat
Nieuwbouw Waalwijk
Waalwijk
SG Kwadrant*
Renovatie kozijnen, Cambreurcollege
Dongen
Zwijsen College Veghel*
Nieuwbouw
Veghel
Merletcollege
Nieuwbouw, Cuijk
Cuijk**
Gymnasium Beekvliet*
Uitbreiding
Vught
Munnikenheide Coll.
Nieuwbouw sporthal
Etten Leur
OMO SG Bergen op Zoom*
Nieuwbouw Steenbergen
Maurick College*
Nieuwbouw Titus Brandsmalaan
OMO SG Helmond
Herhuisvesting Carolus, Brandevoort
Helmond
Eckartcollege
Vervangende nieuwbouw PC Nuenen
Nuenen**
Raming
InvesteringsDoordeVermogensbeslag subsidie OCW centralisatie scholen
1.310
1.310
18.850
18.850
586
112
20.822
474 18.900
1.650
150
1.500
Steenbergen
10.375
434
9.265
676
Vught
21.088
17.915
3.173
23.400
23.400
p.m.
9.000
9.000 98.081
696
100.614
= pro c e s - v e rba a l v a n o ple v e ring is o nt v a nge n
** = do o rde c e nt ra lis a t ie c o nt ra c t is no g in o nde rha nde ling
Tabel 13: Projecten waar wel sprake is van doordecentralisatie (bedragen x € 1.000,=)
pag. 56 van 90
1.922
p.m.
9.000 *
Taakstellend budget
5.771
Investerings- Gemeente / Vermogensbeslag subsidie OCW provincie scholen
Project
Gemeente
OMO SG De Langstraat
Uitbreiding, Dillenburgstraat Drunen
Drunen
Van Maerlantlyceum
Vervangende nieuwbouw
Eindhoven
Van Maerlantlyceum*
Verbouwing
Eindhoven
Sint-Janslyceum
Uitbreiding
Sint-Odulphuslyceum
Uitbreiding en deel renovatie
Tilburg
10.000
Sint-Odulphuslyceum
Klimaatverbetering
Tilburg
2.094
Jeroen Boschcollege
Aanpassingen
OMO SG Tongerlo Duhamel College, Van Maerlantlyceum, Hervion College
Nieuwbouw unilocatie Da Vincicollege
OMO SG Bergen op Zoom
Renovatie/vernieuwbouw Ossendrecht
Ossendrecht
2College
Vervangende nieuwb. Cobbenhagenmavo
Tilburg
5.000
2College
Uitbreiding Durendael
Tilburg
2.387
2College
Nieuwbouw Jozefmavo
Tilburg
Elzendaalcollege
Gedeeltelijke nieuwbouw
Gennep
Elzendaalcollege
Vervangende nieuwbouw Boxmeer
Boxmeer
SG Het Plein
Herhuisvesting VMBO
Eindhoven
19.900
19.900
SG Het Plein
Uitbreiding PC Sint Joris
Eindhoven
5.300
5.300
SG Het Plein
Vervangende nieuwbouw Antoon Schellens
Eindhoven
p.m.
De Nieuwste School*
Verbouwing Sint Josephstraat DNS
Tilburg
Herhuisvesting vmbo
's Hertogenbosch
's Hertogenbosch Roosendaal 's Hertogenbosch
Raming
Taakstellend budget
School
2.400
1.200 1.442
378
8.168
1.064 8.168 6.300
3.700 2.094
p.m. 23.800
23.200
600
7.900
4.581
4.200
800
2.037
350
p.m. 12.643
162
p.m. 975
600
375
10.400
6.400
4.000
240 59.568
45.181
240 540
85.205
* = pro c e s - v e rba a l v a n o ple v e ring is o nt v a nge n
Tabel 14: Projecten waar geen sprake is van doordecentralisatie (bedragen x € 1.000,=) Buiten de projecten waarvan nog geen informatie beschikbaar is over de ramingen of taakstellende budgetten, bedraagt het totale investeringsvolume op 31 december 2011 circa 211,8 miljoen euro. Ongeveer 24,8 miljoen euro (11,7%) daarvan komt ten laste van de scholen.
4.10 Interne beheersing en toezicht De huidige accountant Mazars heeft in de maanden november en december 2011 op het OMO bureau diverse controles uitgevoerd binnen het kader van de jaarrekeningcontrole 2011. Hierbij zijn de administratieve organisatie beoordeeld en de maatregelen van interne controle die daarin verweven zijn. Medio januari 2012 heeft Mazars een managementletter opgesteld van de conclusies en bevindingen. De accountant is over de volle breedte van de bekeken processen positief. Er wordt veelvuldig opgemerkt dat processen goed zijn ingericht, dan wel dat er zichtbare vooruitgang wordt geboekt ten opzichte van eerdere bezoeken. Op een drietal terreinen zijn verdere verbeteringen mogelijk: a. Koppelen van managementrapportages met liquiditeitsbegroting; b. Administratieve organisatie doordecentralisatie en bouwprojecten; c. Personeels- en salarissysteem: inperken (overbodige) controles. Deze aanbevelingen zijn inmiddels breed binnen met name het OMO-bureau gedeeld en van een actieplan voorzien.
4.11 Collectieve inkoop ‘Gratis’ schoolboeken Op 3 december 2008 hebben de relevante spelers op de schoolboekenmarkt en de staatssecretaris van OCW een convenant gesloten. Dit convenant stelt dat partijen streven naar deugdelijke aanbestedingsprocedures en minimale juridisering. De raad van
pag. 57 van 90
1.200
p.m.
19.004
bestuur besloot hierop om in het schooljaar 2009-2010 te starten met de aanbesteding schoolboeken. De aanbesteding vond plaats in drie tranches (eerste tranche: schooljaar 2009-2010, tweede tranche: schooljaar 2010-2011, derde tranche: schooljaar 20112012). De 3e tranche bestaat uit zes scholen waarvan het huidige contract met Iddink op 1 augustus 2012 afloopt. De opdracht is deels aan Iddink Voortgezet Onderwijs (externe boekenfonds) en deels aan Van Dijk Studieboeken (interne boekenfonds) gegund. Schoonmaak Enkele jaren geleden zijn de schoonmaakdiensten binnen OMO Europees aanbesteed. In november is gestart met de her-aanbesteding schoonmaak Midden- en West-Brabant. De verwachting is dat de nieuwe leverancier(s) 1 oktober 2012 starten. In het najaar 2011 heeft de definitieve gunning voor schoonmaak Noordoost-Brabant plaatsgevonden. De nieuwe leveranciers zijn per 1 december 2011 gestart. Contractbeheer en kwaliteitsmetingen schoonmaak Voor het beheer van de schoonmaakcontracten wordt gebruik gemaakt van een externe contractbeheerder. Op verenigingsniveau zijn mantelovereenkomsten afgesloten. De keuze voor een uitvoerende partij is vervolgens aan de school. Aan vier contractbeheerders is definitief gegund: Atir, NIC, Seiso en IntexSo. Kantoorartikelen Tot en met 2011 was de firma Staples Nederland BV binnen Ons Middelbaar Onderwijs de huisleverancier van kantoorartikelen. In de zomer van 2011 is gestart met een nieuwe aanbestedingsronde. In december heeft de definitieve gunning plaatsgevonden. De nieuwe leverancier is Office Depot Nederland BV, die voor tenminste de komende twee jaar de kantoorartikelen zal leveren. Daarbij bestaat de mogelijkheid om dit contract tweemaal met één jaar te verlengen. Elektriciteit en aardgas De mantelovereenkomsten voor aardgas en elektriciteit liepen af per 31 december 2011. De overeenkomsten zijn opnieuw aanbesteed. In december 2011 heeft de definitieve gunning plaatsgevonden. De opdracht voor elektra is gegaan naar DONG Energy Sales BV, voor aardgas is dat Essent energie verkoop NL. In de aanbesteding is expliciet aandacht gevraagd voor de levering van groene energie en de verplichting van de leverancier om te investeren in duurzaamheidsprojecten. Accountantsdiensten In het najaar van 2011 is de aanbesteding voor de accountant gepubliceerd. In het voorjaar van 2012 zijn meerdere offertes ontvangen en is na een beoordelingstraject de opdracht definitief gegund aan Deloitte. Dat betekent dat afscheid wordt genomen van Mazars, die vele jaren als huisaccountant aan Ons Middelbaar Onderwijs verbonden is geweest. Mazars voert de jaarrekeningcontrole 2011 nog uit, waarna Deloitte gedurende 2012 start en de taken van Mazars stapsgewijs overneemt.
pag. 58 van 90
5 Toekomst
5.1
Beleidsvoornemens
Kijkend naar de toekomst is het uitgangspunt voor Ons Middelbaar Onderwijs de combinatie van traditie en innovatie. Sinds haar ontstaan in 1916 is de inzet op beide uitgangspunten succesvol gebleken. De komende jaren wordt ingezet op de uitvoering van Koers 2016 en het daarbij behorende werkprogramma. Voor meer informatie wordt daarbij verwezen naar paragraaf 1.2 en de OMO website (www.omo.nl).
5.2
Financieringsstructuur
De financieringsstructuur van OMO ziet er per 31 december 2011 als volgt uit. ACTIVA VASTE ACTIVA Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa
PASSIVA EIGEN VERMOGEN 0,0% 91,3% 3,1%
VOORZIENINGEN 94,4%
VLOTTENDE ACTIVA Voorraden Vorderingen Effecten Liquide middelen
30,4% 8,5%
LANGLOPENDE SCHULDEN
15,9%
KORTLOPENDE SCHULDEN
45,2%
0,0% 5,6% 0,0% 0,0% 5,6%
TOTAAL ACTIVA
100,0%
TOTAAL PASSIVA
Tabel 15: Financieringsstructuur De verhoudingsgetallen van dit overzicht wijzigen naar verwachting door diverse ontwikkelingen. Dit is nader toegelicht in paragraaf 4.6.
5.3
Begrotingscijfers 2012
De geconsolideerde begroting voor kalenderjaar 2012 is inmiddels vastgesteld:
pag. 59 van 90
100,0%
2012 BATEN Rijksbijdragen Overige subsidies Collegegeld Overige baten Totale baten
446.866 10.930 19.641 477.437
LASTEN Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten Totale lasten
386.325 15.450 24.359 49.711 475.845
SALDO BATEN EN LASTEN Financiële baten en lasten SALDO FINANCIËLE BATEN EN LASTEN BEGROTINGSRESULTAAT Uitgaven ten laste van bestemmingsfondsen BEGROTINGSRESULTAAT GEWONE BEDRIJFSVOERING
1.591 1.1991.199393 103 496
Tabel 16: Prognose cijfers 2012 (bedragen x € 1.000) Door het gelijktijdig inzetten op een daling van de lasten bij nagenoeg gelijkblijvende baten is er in 2012 sprake van een sluitende begroting. Het reguliere begrotingsresultaat 2012 bedraagt + 0,5 miljoen euro. Per 31 december 2012 bedraagt daardoor het verwachte weerstandsvermogen op verenigingsniveau 17,5%. Dit is boven de intern gestelde streefwaarde van 14%. Baten Ten opzichte van de realisatie van 2011 zullen de rijksbijdragen naar verwachting per saldo stijgen (+0,7%), met name vanwege een stijging van het aantal leerlingen. De overige overheidsbijdragen en overige baten dalen naar verwachting vanwege bezuinigingsmaatregelen van overheidsinstanties (zoals gemeenten en provincies) evenals overige instanties. Lasten De totale personeelslasten dalen (-/- 1,6%) als gevolg van een daling van het aantal personeelsleden binnen de organisatie. Deze daling compenseert in absolute zin ruimschoots de verwachte stijging van de afschrijvingslasten (+5,6%) en de stijging van de overige lasten (+ 5,7%).
pag. 60 van 90
6 Verslag van de raad van toezicht
De raad van toezicht De raad van toezicht is een onafhankelijk orgaan binnen Ons Middelbaar Onderwijs. De samenstelling, benoeming, taak, wijze van vergadering en de wijze van besluitvorming is vastgelegd in de statuten en in het huishoudelijk reglement. De raad van toezicht houdt onder meer integraal toezicht op het beleid van de raad van bestuur en op de algemene gang van zaken binnen de vereniging. Daarbij richt men zich op de maatschappelijke doelstellingen van de vereniging en de daarmee verbonden onderwijsdoelstelling zoals omschreven in de missie. Het belang van de vereniging en de diverse betrokkenen wordt hiermee behartigd. De raad van toezicht legt verantwoording af aan de leden in de ledenraad. Uitgangspunt voor het handelen van de raad van toezicht is dat Ons Middelbaar Onderwijs onderwijs levert dat ertoe doet, binnen scholen die ertoe doen, met mensen die ertoe doen, voor leerlingen die ertoe doen. In de dialoog met de raad van bestuur staat kwaliteitsverbetering van het onderwijs dan ook voorop. Daarnaast dient de bedrijfsvoering de doelstellingen van de organisatie te ondersteunen en te voldoen aan de grenzen die door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zijn gesteld. Samenstelling Per 31 januari 2011 zijn de heren prof. dr. A.J. van Weele (voorzitter) en mr. dr. A.G.J.M. Rombouts afgetreden na een zittingsperiode van 9 jaar. Voor hen zijn per 1 februari 2011 in de plaats gekomen de heer drs. P.L.B.A. van Geel en mevrouw drs. N.H.M.G.A. van der Wolk. Met het vertrek van de heer prof. dr. A.J. van Weele is de functie van voorzitter van de raad van toezicht vacant gekomen, hetgeen betekent dat de raad van toezicht in het jaar 2011 een nieuwe voorzitter heeft gekregen. Deze functie wordt voortaan bekleed door de heer drs. P.L.B.A. van Geel. In de ledenvergadering van 8 november 2011 zijn de heer R.M.J. Verweijmeren MCM en mevrouw drs. E.P.J. Lemkes-Straver herbenoemd voor een periode van 3 jaar. Vanwege ontwikkelingen binnen de bisdommen is het voor wat betreft de zetel op voordracht van de bisschoppen niet gekomen tot een daadwerkelijke voordracht voor de ledenvergadering van november 2011. De ledenvergadering heeft zodoende besloten om de heer dr. H.P.J. Witte tijdelijk te herbenoemen tot de ledenvergadering van juni 2012. Onderstaand overzicht geeft de samenstelling van de raad van toezicht weer per 31 januari 2011.
pag. 61 van 90
Naam
Voordracht
Datum eerste
Datum herbenoeming
Uiterste datum
benoeming
aftreden
De heer drs. P.L.B.A. van Geel (voorzitter)
LGMR
31-01-2011
31-01-2014
31-1-2017
De heer R.M.J. Verweijmeren MCM (tevens lid auditcommissie)
OGMR
31-01-2007
31-01-2012
31-01-2013
De heer W.A.M. de Kok (tevens lid auditcommissie)
PGMR
31-01-2010
31-01-2013
31-01-2016
Bisschoppen
31-01-2002
31-01-2008
28-06-2012
Mevrouw drs. N.H.M.G.A. van der Wolk
Raad van toezicht
31-01-2011
31-01-2014
31-01-2017
Mevrouw drs. E.P.J. Lemkes-Straver
Raad van toezicht
01-09-2008
01-09-2011
01-09-2014
De heer prof. dr. J.F.M.G. Bouwens (tevens voorzitter auditcommissie)
Raad van toezicht
31-01-2010
31-01-2013
31-01-2016
De heer J.A.M. Huijbers
Raad van toezicht
31-01-2008
31-01-2011
31-01-2014
De heer dr. H.P.J. Witte
Tabel 17: Samenstelling raad van toezicht Thema’s In het verslagjaar heeft de raad van toezicht met name ingezoomd op een aantal thema’s. Koers 2016 De raad van toezicht heeft voorgaande jaren de totstandkoming van de OMO-strategie nauwgezet gevolgd. De uitkomst daarvan, zoals verwoord in het document Koers 2016, Ons Middelbaar Onderwijs sinds 1916, is bekrachtigd inclusief het daaraan gerelateerde werkprogramma. Koers 2016 is inmiddels een interessant, goed afgewogen en volledig document geworden. Vanuit de raad van toezicht is er veel waardering voor het proces van de totstandkoming van het document. Zeer veel mensen, uit alle geledingen van de organisatie, hebben immers meegewerkt aan de totstandkoming. In het verslagjaar is er al steeds meer met Koers 2016 gewerkt, wat een bijdrage levert aan de kwaliteit van het onderwijs. Kwaliteit van het onderwijs De komende jaren zal het verbeteren van het onderwijs onverminderd prioriteit krijgen. Dit gebeurt in samenhang met goed werkgeverschap. Goede docenten vormen immers de kern van elke schoolorganisatie. De raad van toezicht ondersteunt van harte het beleid van de raad van bestuur gericht op het creëren van een uitdagende en aansprekende werkomgeving voor de docenten. Daarnaast is er oog voor de academisch opgeleide docenten en de lerarenopleidingen op de verschillende universiteiten. Een definitie van goed onderwijs is moeilijk te meten, maar er bestaat trots over het feit dat onze leerlingen iets boven het landelijk gemiddelde scoren.
pag. 62 van 90
Schoolprestaties Aan de hand van de vorig jaar ontwikkelde managementmonitor worden met iedere schoolleiding de schoolprestaties periodiek besproken en gevolgd. De raad van toezicht is van mening dat er steeds meer grip wordt verkregen op de prestaties van de scholen. Dat is een goede ontwikkeling en kan de prestaties enkel ten goede komen. Positief hierbij is dat de prestaties niet alleen worden gemeten op basis van financiële indicatoren, maar dat er juist ook niet-financiële indicatoren zijn opgenomen. Ook dit verslagjaar is er naar aanleiding van de managementmonitor gediscussieerd over mogelijke concrete kwaliteitsverbeteringen van het onderwijs dat per school wordt aangeboden. Momenteel wordt een aantal opleidingen helaas nog als zwak aangemerkt. Identiteit Al sinds ruim voor het verslagjaar is de raad van bestuur met schoolleiders in gesprek over identiteit. In het verslagjaar is het onderwerp uitvoerig besproken in de raad van toezicht. Het is een intrigerend vraagstuk, waarbij de vraag dient te worden gesteld hoe mensen in deze tijd meegenomen kunnen worden in de materie. Ook in het nieuwe jaar verdient dit vraagstuk onverminderd de aandacht. De raad van toezicht wordt betrokken in dit proces. Financiën In dit verslagjaar heeft Ons Middelbaar Onderwijs zich goed ontwikkeld. Financieel zijn de zaken op orde en voldoet Ons Middelbaar Onderwijs aan de financiële eisen die door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zijn gesteld. Daarnaast is het proces van financiële verslaglegging in het afgelopen jaar verder verbeterd. De kosten en opbrengsten van alle scholen zijn scherp in beeld. Uitgangspunt is dat elke school tenminste budgetneutraal draait. Gelet op de vermindering van het leerlingenaantal is dit een uitdaging voor veel scholen binnen de vereniging. Governance Het jaar 2010 heeft in het teken gestaan van de optimale inrichting van het toezicht en bestuur van Ons Middelbaar Onderwijs. Dit heeft geresulteerd in een statutenwijziging per 1 januari 2011. Er is gekozen voor een structuur die in lijn ligt met good governance en de wet Goed Onderwijs Goed Bestuur. Toezicht en verantwoording (checks & balances) en maatschappelijke betrokkenheid zijn krachtig verankerd. Naar aanleiding van de herziende statuten is in het verslagjaar verdere aandacht besteed aan de uitwerking ervan. Zo zijn onder meer het huishoudelijk reglement en het managementstatuut tot stand gekomen. Het huishoudelijk reglement regelt de verhoudingen tussen en binnen de verenigingsorganen (de raad van bestuur, de raad van toezicht en de ledenraad). Dit verslagjaar is extra aandacht besteed aan de uitvoering van de vernieuwde ‘governance’ structuur en dan met name het samenspel tussen zowel de raad van toezicht en de raad van bestuur, als het samenspel tussen de raad van toezicht en de ledenraad. Het managementstatuut regelt de verhouding tussen de raad van bestuur en de rector/algemeen directeur. De raad van toezicht is van mening dat met de genoemde statuten en reglementen een goede basis is gevormd voor de verdere kwalitatieve uitbouw van de organisatie en vereniging Ons Middelbaar Onderwijs. Bijeenkomsten raad van toezicht De raad van toezicht heeft in het jaar 2011 vier maal vergaderd waarbij de volgende onderwerpen aan bod zijn gekomen:
pag. 63 van 90
goedkeuring van de jaarrekening 2009-2010 (in aanwezigheid van de accountant); decharge van de raad van bestuur over het gevoerde beleid over het schooljaar 20092010; instemming met de geconsolideerde meerjarenbegroting 2011-2014; evaluatie van de raad van toezicht; bespreking jaarverslag 2010; bespreking lidmaatschap vereniging van toezichthouders in het onderwijs; bespreking Koers 2016, inclusief werkprogramma en de financiële kaders; bespreking identiteit; bespreking herziening huishoudelijk reglement en managementstatuut; bespreking Vensters voor Verantwoording; bespreking zwakkere scholen; bespreking veiligheid en de veiligheidsmonitor; bespreking onderwijsopbrengsten; bespreking financiële positie in meerjarenperspectief; bespreking aanbesteding accountantsdiensten.
Auditcommissie raad van toezicht Begin 2010 is besloten om een auditcommissie in te stellen als adviescollege van de raad van toezicht. Deze houdt toezicht op en adviseert de raad van toezicht over vooral financieel getinte onderwerpen zoals de werking van de interne risicobeheersings- en controlesystemen, de financiële informatieverschaffing door de raad van bestuur en de naleving van aanbevelingen en opvolging van opmerkingen van de accountant. In het verslagjaar is de auditcommissie drie keer bij elkaar gekomen. Onderwerpen die daarbij aan bod zijn gekomen zijn de financiële kaders, treasury, en meerjarenbegrotingen en kwartaalrapportages van de raad van bestuur, verenigingstaken en vereniging OMO. Daarnaast zijn in het verslagjaar de voorbereidingen getroffen voor het Europees aanbesteden van accountantsdiensten. De auditcommissie is hierbij nauw betrokken geweest.
pag. 64 van 90
Deel C: Jaarrekening
pag. 65 van 90
Geconsolideerde jaarrekening
A.1.1 GECONSOLIDEERDE BALANS PER 31 DECEMBER 2011 (na resultaatbestemming) ACTIVA
31 december 2011
31 december 2010
-
-
251.275
221.417
VASTE ACTIVA 1.1
Immateriële vaste activa
1.2
Materiële vaste activa
1.3
Financiële vaste activa
8.525
15.966
259.800
237.383
VLOTTENDE ACTIVA 1.4
Voorraden
1.5
Vorderingen
1.6
Effecten
1.7
Liquide middelen
TOTAAL ACTIVA PASSIVA
-
-
15.055
18.676
-
-
106
693
15.161
19.369
274.961
256.752
31 december 2011
31 december 2010
EIGEN VERMOGEN 2.1
Eigen vermogen
2.2
Minderheidsbelang derden
83.606
80.459
-
-
83.606
80.459
2.3
VOORZIENINGEN
23.464
22.095
2.4
LANGLOPENDE SCHULDEN
43.751
42.198
2.5
KORTLOPENDE SCHULDEN
124.140
112.000
TOTAAL PASSIVA
274.961
256.752
N.B. Alle genoemde bedragen in de tabellen van deze jaarrekening zijn x 1.000 euro
pag. 66 van 90
A.1.2 GECONSOLIDEERDE STAAT VAN BATEN EN LASTEN KALENDERJAAR 2011 Begroting 2011
2011
2010
BATEN 3.1
Rijksbijdragen
3.2
Overige subsidies
443.775
442.957
456.442
12.430
10.974
7.764
3.3 3.4
Collegegeld
-
-
-
Baten werk i.o.v. derden
-
-
-
3.5
Overige baten
19.199
18.568
21.773
475.404
472.499
485.979
391.453
386.706
389.256
8.397
14.903
19.123
24.896
24.537
25.957
LASTEN 4.1
Personeelslasten
4.2
Afschrijvingen
4.3
Huisvestingslasten
4.4
Overige lasten
SALDO BATEN EN LASTEN 5
Financiële baten en lasten SALDO FINANCIËLE BATEN EN LASTEN EXPLOITATIERESULTAAT Uitgaven ten laste van bestemmingsreserves/fondsen* EXPLOITATIERESULTAAT GEWONE BEDRIJFSVOERING
46.695
49.046
56.953
471.441
475.192
491.288
3.963
2.693-
816-
1.226-
805
816-
1.226-
805
3.919-
4.504-
3.147 71 3.218
24 3.895-
* Per 1 januari 2011 zijn de bestemmingsreserves opgeheven en toegevoegd aan de algemene reserve. In 2011 bestaan alleen nog de private bestemmingsfondsen.
pag. 67 van 90
5.309-
7.850 3.346
A.1.3 GECONSOLIDEERD KASSTROOMOVERZICHT OVER 2011 2011
2010
Kasstroom uit operationele activiteiten - Resultaat
3.147
4.504-
14.024
18.906
Aanpassingen voor: - afschrijvingen - mutaties voorzieningen excl herschikking
1.369
1.344
15.393
20.250
Veranderingen in vlottende middelen: - vorderingen - kortlopende schulden
Totaal kasstroom uit operationele activiteiten
3.621
10.090-
11.908
31.925
15.529
21.835
34.069
37.581
Kasstroom uit investeringsactiviteiten Opname nieuw e scholen onder materiële vaste activa (Des)investeringen materiële vaste activa
48.083-
3.73139.511-
Vrijval gerealiseerde bouw projecten
4.201
2.535-
(Des)investeringen financiële vaste activa
7.441
1.386
Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten
36.441-
44.391-
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Ingebracht vermogen nieuw e scholen Mutatie langlopende schulden Mutatie bouw kredieten overheid Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten
3.077
1.553
2.832
232
877
1.785
6.786
Mutatie liquide middelen
587-
Eindstand liquide middelen
106
693
Beginstand liquide middelen
693
717
Mutatie liquide middelen
pag. 68 van 90
-
587-
24-
24-
Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling Jaarverslaggeving Met ingang van 1 januari 2008 zijn Titel 9 Boek 2 BW en de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving (RJ) van toepassing verklaard op alle onderwijsinstellingen. In het bijzonder is daarbij de RJ 660 “onderwijsinstellingen” toegepast. Consolidatie In de geconsolideerde balans en geconsolideerde exploitatierekening zijn alle financiële gegevens van de vereniging en de financiële gegevens van de deelnemingen van de vereniging geconsolideerd. Een deelneming is (conform de regelgeving) een rechtspersoon waarop direct of indirect invloed van betekenis kan worden uitgeoefend door de vereniging Ons Middelbaar Onderwijs. Deelnemingen worden gewaardeerd op basis van het aandeel van de vereniging in de netto vermogenswaarde van de deelneming. Dit aandeel wordt bepaald op basis van de gerechtigdheid van de vereniging in het eigen vermogen van de deelneming gedurende het bestaan of bij liquidatie van de betreffende deelneming. De netto vermogenswaarde, het zichtbare eigen vermogen, wordt berekend volgens dezelfde grondslagen als gelden voor de verenigingsjaarrekening. Schattingswijziging Om de waarderingsgrondslagen transparanter, eenduidiger en eenvoudiger te maken, een reëlere vermogenspositie te verkrijgen en een administratieve lastenverlichting te bewerkstelligen binnen zowel de scholen als het OMO bureau zijn per 1 januari 2011 de volgende schattingswijzigingen doorgevoerd:
de activeringsgrens is verhoogd van € 500,- naar € 2.500,-. Activa met een aanschafwaarde onder de € 2.500,- worden regelmatig vervangen. Als gevolg hiervan is op de balans een vast bedrag (“constante waarde”) van 6,5 miljoen euro opgenomen voor activa onder de € 2.500,-, met als uitgangspunt dat sprake is van een ideaalcomplex: jaarlijkse aanschaf en afschrijving zijn nagenoeg gelijk. De hoogte van de constante waarde wordt gevolgd en getoetst met de realiteit. Desgewenst kan deze op enig moment worden aangepast. Op de constante waarde wordt niet afgeschreven.
in het verleden is een aantal investeringen in gebouwen waarvoor bestemmingsreserves waren gevormd, ineens afgeschreven ten laste van deze bestemmingsreserves. Naar nu blijkt kan voor deze investeringen alsnog dekking gevonden worden in de reguliere exploitatie. De waardevermindering is per 1 januari 2011 teruggedraaid. De boekwaarde van de materiële vaste activa en de vermogenspositie na resultaatbestemming is hierdoor met 6,2 miljoen euro toegenomen.
vorderingen ouder dan een jaar worden voortaan automatisch afgeboekt en de hiermee samenhangende voorziening voor oninbaarheid is afgeschaft.
grond en gebouwen worden afzonderlijk geadministreerd met als uitgangspunt dat op grond niet wordt afgeschreven, gezien de onbeperkte gebruiksduur.
per 1 januari 2011 zijn de activacategorieën en hun afschrijvingstermijnen herzien zodat deze beter aansluiten op de huidige realiteit voor wat betreft de economische levensduur.
pag. 69 van 90
Oude activacategorieën en afschrijvingstermijnen: Categorie
Afschrijvingstermijn
Percentage
40 jaar of 10 jaar 25 of 10 jaar 20 jaar 10 jaar 10 jaar 15 jaar 5 jaar 3 jaar 3 jaar 5 jaar
2,5% of 10% 4% of 10% 5% 10% 10% 6,67% 20% 33,33% 33,33% 20 %
Afschrijvingstermijn
Percentage
n.v.t. 40 jaar 20 jaar 20 jaar 10 jaar 15 jaar 5 jaar 5 jaar 4 jaar 5 jaar
n.v.t. 2,5% 5% 5% 10% 6,67% 20% 20% 25% 20%
Gebouwen en terreinen Verbouwingen Nagelvaste installaties Losse installaties / machines Kantoormeubilair / inrichting Schoolmeubilair / inrichting Centrale automatiseringsapparatuur Overige automatiseringsapparatuur Boeken en lesmateriaal Vervoermiddelen Nieuwe activacategorieën en afschrijvingstermijnen: Categorie Grond Gebouwen Verbouwingen Installaties Leer- en hulpmiddelen Meubilair en inrichting Automatiseringsapparatuur Overige apparatuur Boeken bij intern boekenfonds Vervoermiddelen
Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling Tenzij anders vermeld, zijn de activa en passiva gewaardeerd tegen verkrijgingsprijzen c.q. nominale waarden. Winsten op transacties worden genomen op het moment dat deze zijn gerealiseerd; verliezen worden genomen zodra deze bekend zijn. Baten en lasten worden toegerekend aan de periode waar ze betrekking op hebben. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat reguliere onderwijstaken gelijkmatig over het schooljaar zijn verspreid.
BALANS Materiële vaste activa Algemeen De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijging- of vervaardigingprijs, verminderd met de jaarlijkse afschrijvingen. De jaarlijkse afschrijvingen zijn gebaseerd op de geschatte economische levensduur. Over de constante waarde wordt niet afgeschreven. Gebouwen en terreinen Op terreinen wordt niet afgeschreven. Op gebouwen gefinancierd door de overheid rust een (economisch) claimrecht van de gemeenten. Het juridische eigendom van deze gebouwen berust bij de vereniging Ons Middelbaar Onderwijs, het economisch eigendom bij gemeenten. Evenwel is het mogelijk dat een deel van deze gebouwen door de vereniging zelf is gefinancierd, waarbij geen economisch claimrecht is verworven. Dit deel van de gebouwen wordt geactiveerd en afgeschreven in 40 jaar.
pag. 70 van 90
Gebouwelijke investeringen, waarvan het juridisch en economisch eigendom bij de vereniging Ons middelbaar Onderwijs berust, worden geactiveerd en afgeschreven in 40 jaar (nieuwbouw) of 20 jaar (verbouw). Inventaris en apparatuur Investeringen met een waarde van minder dan € 2.500,- per investeringsbeslissing worden rechtstreeks ten laste van het resultaat gebracht. Projecten in uitvoering De projecten in uitvoering worden opgenomen tegen de vervaardigingkosten. Na afronding van de projecten worden de van de overheid ter financiering ontvangen gelden op het betreffende project in mindering gebracht. Financiële vaste activa Effecten De hieronder opgenomen beleggingen worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of lagere marktwaarde per balansdatum. Indien de verkrijgingprijs hoger is dan de nominale waarde wordt het gekochte agio gedurende de resterende looptijd van betreffende obligaties afgeschreven en in mindering gebracht op de opbrengst van de beleggingen. Overige vorderingen De hieronder opgenomen vorderingen betreffen de van gemeenten nog te ontvangen vergoedingen voor aflossing op door de overheid gegarandeerde leningen o/g en de door de vereniging en gelieerde stichtingen aan derden verstrekte leningen. Beiden zijn gewaardeerd tegen nominale waarden. Vlottende activa Vorderingen Vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Vorderingen ouder dan een jaar worden afgeboekt. Liquide middelen Onder liquide middelen worden uitsluitend middelen opgenomen die binnen 12 maanden beschikbaar zijn voor de vereniging. Middelen die tenminste 12 maanden niet beschikbaar zijn worden gepresenteerd onder de financiële vaste activa. Eigen vermogen De onder het eigen vermogen opgenomen gelden betreffen publieke en private gelden. Algemene reserve De algemene reserve geldt ter waarborging van de continuïteit van de totale OMOorganisatie op de lange termijn. Bestemmingsreserve In 2011 is besloten geen bestemmingsreserves meer te hanteren. Bestemmingsfondsen Bestemmingsfondsen worden gevormd ter dekking van toekomstige uitgaven inzake bijzondere doeleinden. Aan de vorming van een bestemmingsfonds ligt een verplichting ten grondslag die is opgelegd door derden. Resultaatbestemming In deze jaarrekening zijn de resultaatbestemmingen verwerkt over het verslagjaar 2011.
pag. 71 van 90
Voorzieningen Onder de voorzieningen worden de personele voorzieningen en de overige voorzieningen gepresenteerd. Tenzij anders aangegeven worden de voorzieningen opgenomen tegen nominale waarde. Toevoegingen aan de voorziening vinden plaats ten laste van de exploitatierekening. Uitgaven vinden plaats ten laste van de voorziening. Een voorziening in verband met verplichtingen wordt uitsluitend genomen indien op balansdatum aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
vereniging Ons Middelbaar Onderwijs heeft een huidige in recht afdwingbare of feitelijke verplichting op grond van een gebeurtenis uit het verleden;
het is waarschijnlijk dat een uitstroom van middelen vereist zal zijn om de verplichting af te wikkelen en;
een betrouwbare schatting kan worden gemaakt van het bedrag van de verplichting.
Personele voorzieningen De voorziening jubilea is bepaald door het aantal personeelsleden (in fte’s) te vermenigvuldigen met een bedrag van € 750,-. Overige voorzieningen Hieronder is de voorziening groot onderhoud opgenomen. Langlopende schulden Dit betreft schulden met een looptijd van langer dan één jaar. Kortlopende schulden Dit betreft schulden met een looptijd korter dan één jaar.
RESULTAATBEPALING Baten De toegekende lumpsum financiering wordt tijdsevenredig aan het jaar toegerekend. Overige opbrengsten worden toegerekend aan de periode waarop deze betrekking hebben. Lasten De lasten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben.
KASSTROOMOVERZICHT Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode.
BEGROTING De resultaten van de deelnemingen en de doordecentralisatiecontracten van Ons Middelbaar Onderwijs zijn niet begroot. Ten einde een juiste vergelijking te kunnen maken tussen de begrote en de werkelijke cijfers over kalenderjaar 2011 zijn de werkelijke cijfers 2011 van de deelnemingen en de doordecentralisatiecontracten toegevoegd aan de begrote cijfers 2011.
pag. 72 van 90
Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
Balans MATERIËLE VASTE ACTIVA Het verloop van de materiële vaste activa is als volgt:
1.2 Materiële vaste activa
Aanschafwaarde op 1 januari 2011 Afschrijvingen tot 1 januari 2011 Boekwaarde 1 januari 2011 Schattingswijziging: Afschrijvingen (terugnemen bijzondere waardevermindering) Boekwaarde 1 januari 2011 Mutaties: Investeringen Gerealiseerde bouwprojecten Afschrijvingen Desinvesteringen Afschrijving over desinvesteringen
Aanschafwaarde op 31 december 2011 Afschrijvingen t/m 31 december 2011 Boekwaarde 31 december 2011
1.2.1 Gebouwen en terreinen
1.2.2 Inventaris en apparatuur
1.2.3 Andere vaste bedrijfsmiddelen
200.583 76.069124.514
163.106 119.17243.934
20.410 17.5492.861
1.2.4 In uitvoering 50.108 50.108
434.207 212.790221.417
6.236
-
-
-
6.236
130.750
43.934
2.861
50.108
227.653
2.398 50.321 5.5792.6292.059 46.571
11.034 3.972 6.61291.78991.898 8.503
3.027 1.83216.44415.889 640
26.402 58.49432.092-
250.674 73.353177.320
86.323 33.88652.437
6.993 3.4923.501
18.016 18.016
Gebouwen en terreinen De vereniging Ons Middelbaar Onderwijs is juridisch eigenaar van het grootste gedeelte van de gebouwen en terreinen van de scholen. Door wettelijke bepalingen kunnen de onroerende zaken, die door gemeenten zijn gefinancierd, uitsluitend na toestemming van en onder verrekening met gemeenten worden vervreemd. Sinds 1 januari 2000 is een aantal doordecentralisatie-overeenkomsten met gemeenten afgesloten. Ten aanzien van de hieronder vallende (school)gebouwen komt het economische eigendom gedurende de looptijd van de overeenkomst toe aan Ons Middelbaar Onderwijs. Het economisch eigendom wordt, in aansluiting op de uitgangspunten van de decentralisatie van Rijk naar Gemeenten in 1997, ten principale door Ons Middelbaar Onderwijs om niet overgenomen. Schattingswijziging Per 1 januari 2011 heeft er als gevolg van een schattingswijziging een herijking plaats gevonden op de waarde van de gebouwen ten opzichte van bestemmingsreserves die hiervoor in de afgelopen jaren zijn ingezet. Feitelijk betreft het hier het terugnemen van een bijzondere waardevermindering van 6,2 miljoen euro aan gebouwen. Dit is administratief verwerkt via de exploitatie. Inventaris en apparatuur / andere vaste bedrijfsmiddelen In 2011 is er voor een bedrag van 110,8 miljoen euro aan desinvesteringen opgenomen. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door een administratieve opschoning van 102,7 miljoen euro. Deze administratieve opschoning betreft alle activa (met uitzondering van de gebouwen en terreinen), die meer dan een jaar geleden volledig waren afgeschreven.
pag. 73 van 90
Totaal
42.862 4.20114.024110.862109.847 23.622 362.006 110.731251.275
Projecten in uitvoering Gedurende de uitvoering van bouwkundige activiteiten worden de uitgaven verantwoord onder de post 'projecten in uitvoering'. Nadat de werkzaamheden zijn afgerond, worden de kosten gesaldeerd met de ter financiering ontvangen bouwsubsidies (investeringssubsidies). De voor eigen rekening gebouwde en gefinancierde projecten worden geactiveerd onder gebouwen en terreinen en afgeschreven. Voor een nadere toelichting op de projecten in uitvoering wordt verwezen naar paragraaf 4.9 van het bestuursverslag.
FINANCIËLE VASTE ACTIVA 1.3
Financiële vaste activa
1.3.5 Vorderingen op OCW 1.3.6 Overige effecten 1.3.7 Overige vorderingen
Boekwaarde 1 januari 2011
Investeringen en verstrekte leningen
Desinvesteringen en afgeloste leningen
Boekwaarde 31 december 2011
15.582 385 15.967
24 24
7.289 177 7.466
8.293 232 8.525
Overige effecten In het beleggingsbeleid wordt gestreefd naar een spreiding van risico’s door te beleggen in deposito’s en eersteklas obligaties. Hiermee wordt gestreefd naar een aanvaardbaar rendement over het belegde vermogen. In 2011 is een groot gedeelte van de effectenportefeuille verkocht. Begin 2012 is het restant (voortijdig) verkocht (met uitzondering van de effecten van de Stichting OMO-fonds). Voor een verdere analyse op de effectenportefeuille wordt verwezen naar paragraaf 4.8 van het bestuursverslag. De post ‘Overige effecten’ wordt als volgt gespecificeerd:
Aandelen Obligaties Overige
Boekwaarde 1 januari 2011
Investeringen
11.496 4.086 15.582
-
Desinvesteringen
Boekwaarde 31 december 2011
3.203 4.086 7.289
Overige vorderingen Onder de post overige vorderingen zijn de vorderingen op gemeenten opgenomen (saldo eind 2011: € 151.000,-) en vorderingen verstrekt door gelieerde stichtingen en Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs aan derden (saldo eind 2011: € 81.000,-). De vorderingen op gemeenten hebben betrekking op de door het Rijk gegarandeerde aflossing van geldleningen o/g. In verband met de decentralisatie huisvesting per 1 januari 1997 heeft het Ministerie van OCW de verplichting tot vergoeding van rente en aflossing op door het Rijk gegarandeerde geldleningen o/g overgedragen aan de gemeenten waar de betrokken scholen gevestigd zijn. Daarnaast bestaat het saldo leningen u/g derden uit de verstrekte leningen aan medewerkers van OMO, in het kader van deelneming aan de Stichting OMO-fonds. Deelnemers aan dit OMO-fonds kunnen, indien zij in moeilijke financiële omstandigheden verkeren, een beroep doen op geldelijke steun vanuit deze stichting.
pag. 74 van 90
8.293 8.293
VORDERINGEN 1.5
Vorderingen
1.5.1 1.5.2 1.5.5 1.5.6.
Debiteuren OCW Leerlingen Overige overheden
31 december 2011
31 december 2010
731 1.347 4.900
Personeel Overige 1.5.7 Overige vorderingen
3.706
Vooruitbetaalde kosten Verstrekte voorschotten Overige 1.5.8 Overlopende activa 1.5.9 Af: Voorzieningen wegens oninbaarheid
4.371 -
822 1.647 6.708 4.985
3.706
4.985 4.610 -
4.371 15.055
4.610 9618.676
De overige vorderingen betreffen met name nog te ontvangen bedragen van derden, nog te verrekenen bedragen met derden en te ontvangen overlopende rente op effecten. De post overlopende activa bestaan voornamelijk uit in het huidige verslagjaar verrichte betalingen waarvan de kosten verantwoord worden in het volgende verslagjaar. Het betreft hier bijvoorbeeld de jaarlijkse betaling van contributies, licenties, contracten en de huurkosten die betaald zijn aan distributeurs van leermiddelen.
LIQUIDE MIDDELEN 1.7
Liquide middelen
1.7.1 1.7.2 1.7.3 1.7.4
Kasmiddelen Tegoeden op bank- en girorekeningen Deposito's Overige
31 december 2011 93 13 106
31 december 2010 87 605 2 694
In het huidige verslagjaar heeft Ons Middelbaar Onderwijs gebruik gemaakt van de door de Rabobank verstrekte mogelijkheid om een negatieve positie in te nemen op de lopende rekening. Per 31 december 2011 is de stand -/- 49,8 miljoen euro. Dit is verantwoord onder de kortlopende schulden.
NIET UIT DE BALANS BLIJKENDE VORDERINGEN Bij de oplevering van de nieuwbouw van het Merletcollege te Grave is besloten uit eigen middelen circa € 900.000,- te investeren. Als tegenprestatie is OMO van mening dat OMO voor het aandeel van de inzet van eigen middelen een economisch claimrecht heeft op het betreffende gebouw. Eenzelfde situatie is aan de orde in de gemeenten Woensdrecht en Veldhoven. Hierover zijn de gesprekken gaande.
NIET IN DE BALANS OPGENOMEN RECHTEN Eind 2011 heeft de Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs een vordering op het Ministerie van OCW ten bedrage van 27,2 miljoen euro (eind 2010: 27,0 miljoen euro). Dit betreft
pag. 75 van 90
een vordering uit hoofde van de "Regeling onvoorziene gevallen bij invoering vereenvoudiging bekostiging voortgezet onderwijs". Deze vordering heeft betrekking op de op balansdatum nog te ontvangen financiering voor de betaling van de ABP-premie en de loonheffing over de maand december en de opgebouwde vakantie-uitkering over de periode juni tot en met december. Aangezien deze vordering pas opeisbaar is bij discontinuïteit van de vereniging is de vordering in de jaarrekening gewaardeerd op nihil.
EIGEN VERMOGEN De mutaties in het eigen vermogen kunnen als volgt worden gespecificeerd: 2.1
Eigen vermogen
2.1.1.
2.1.2
2.1.5
Saldo 1 januari 2011
Algemene reserve Algemene reserve
Resultaat
Overige mutaties
Saldo 31 december 2011
Resultaatbestemming
Saldo 31 december 2011
30.736
3.147
41.114
74.997
44
75.041
Totaal algemene reserve
30.736
3.147
41.114
74.997
44
75.041
Bestemmingsreserve (publiek) Onderwijsvernieuwing Personeelsbeleid ICT Huisvesting Inrichting Overig Totaal bestemmingsreserve (publiek)
2.903 12.550 1.640 20.894 2.647 4.027 44.661
-
2.90312.5501.64020.8942.6474.02744.661-
-
-
-
5.062 5.062
-
3.547 3.547
8.609 8.609
80.459
3.147
-
83.606
Bestemmingsfonds (privaat) Bestemmingsfonds private gelden Totaal bestemmingsfonds (privaat)
4444-
8.565 8.565
-
83.606
Resultaat Het resultaat over 2011 bedraagt 3,15 miljoen euro positief. Overige mutaties In 2010 is binnen Ons Middelbaar Onderwijs de keuze gemaakt om een aantal administratieve processen te vereenvoudigen. Onderdeel hiervan was geen gebruik meer te maken van bestemmingsreserves. De aan het begin van 2011 resterende saldi van bestemmingsreserves overheidsmiddelen van 41,1 miljoen euro zijn toegevoegd aan de algemene reserve. De resterende saldi van bestemmingsreserves eigen activiteiten van 3,5 miljoen euro zijn omgezet naar bestemmingsfondsen private gelden. Resultaatbestemming Het exploitatieresultaat 2011 is op basis van bestuursbesluiten volledig bestemd.
VOORZIENINGEN 2.3
Voorzieningen
Stand per 1 januari 2011
Voorziening jubileumuitkeringen 2.3.1 Personeelsvoorzieningen Groot onderhoud 2.3.3 Overige voorzieningen
pag. 76 van 90
Mutatie
Dotaties
scholen
Ontrek-
Vrijval
kingen
Stand per
Kortlopend
Langlopend
31 december 2011
deel < 1 jaar
deel > 1 jaar
4.393
-
-
-
85
4.308
-
4.308
4.393
-
-
-
85
-
4.308
17.702 17.702
-
6.281 6.281
4.827 4.827
-
4.308 19.156 19.156
-
19.156 19.156
22.095
-
6.281
4.827
85
23.464
-
23.464
Personeelsvoorzieningen Conform de CAO VO heeft het personeel bij het bereiken van de jubileumdatum aanspraak op een jubileumgratificatie. Deze bedraagt bij een 25-jarig dienstverband 50% en bij een 40-jarig dienstverband 100% van het maandsalaris. Hiervoor is een voorziening ‘Jubileumuitkeringen’ gevormd. De hoogte van de voorziening wordt bepaald door voor ieder personeelslid in de organisatie een bedrag van 750 euro op te nemen, naar rato van de betrekkingsomvang. Voor de gehele OMO organisatie bedraagt de voorziening daardoor op 31 december 2011 4,3 miljoen euro. Overige voorzieningen Voor het dekken van de uitgaven van het meerjarig onderhoud aan gebouwen, terreinen en installaties is een voorziening ‘Groot onderhoud’ gevormd. De dotaties en onttrekkingen aan deze voorziening zijn ontleend aan alle meerjaren- onderhoudsplannen (MOP’s) en worden jaarlijks ten laste gebracht van de exploitatie.
LANGLOPENDE SCHULDEN 2.4
Langlopende schulden
Geldlening BNG Geldlening Avero Pensioen UA Stichting Bpf. Lederindustrie Geldlening BNG Geldlening BNG 2.4.3 Kredietinstellingen 2.4.5 Doordecentralisatiegelden
Boekwaarde 1 januari 2011
Aangegane leningen
Aflossingen
Boekwaarde 31 december 2011
Looptijd > 1 jaar
Looptijd > 5 jaar
19 249 12 37 21 338
-
12 125 4 33 11 185
10 124 8 12 154
10 124 8 12 154
-
41.860
1.737
-
43.597
-
43.597
42.198
1.737
185
43.751
154
43.597
Kredietinstellingen Ter financiering van bouwkundige projecten zijn door Ons Middelbaar Onderwijs in het verleden diverse geldleningen aangegaan. Daarbij is onderscheid te maken naar gesubsidieerde en ongesubsidieerde geldleningen. Voor zover de geldleningen door de overheid zijn gesubsidieerd, worden de over deze geldleningen verschuldigde rente en aflossing door de gemeente vergoed waar de hoofdvestiging van de school is gelegen. De in de toekomst te ontvangen aflossingen van gesubsidieerde geldleningen zijn geactiveerd onder de financiële vaste activa. Doordecentralisatiegelden Met de doordecentralisatie van huisvestingsvoorzieningen komen jaarlijks middelen beschikbaar. Deze middelen zijn afkomstig van gemeenten waarmee een doordecentralisatie overeenkomst is gesloten en zijn bedoeld voor het realiseren en in stand houden van goede huisvestingsvoorzieningen in die gemeenten. Ten behoeve van de voorfinanciering van grootschalige nieuwbouwprojecten binnen gemeenten waar sprake is van doordecentralisatie heeft de raad van bestuur afspraken gemaakt met de Rabobank en recentelijk het ministerie van Financiën. Dit is nader toegelicht bij de kortlopende schulden.
pag. 77 van 90
Rente voet 7,0% 7,9% 7,0% 6,7% 6,9%
KORTLOPENDE SCHULDEN 31 december 2011 2.5.1 2.5.2 2.5.3 2.5.4
Kredietinstellingen Vooruitontvangen termijnen Crediteuren OCW
2.5.7
Loonheffing Omzetbelasting Premies sociale verzekeringen Belastingen en premies sociale verzekeringen
2.5.8
Schulden terzake van pensioenen
2.5.9
Werk door derden Overige Overige kortlopende schulden
Vooruitontv. subsidies OCW niet-geoormerkt Vooruitontv. subsidies OCW geoormerkt Vooruitontv. investeringssubsidies Vooruitontv. bedragen Vakantiegeld- en dagen Eindeschooljaarsuitkering Rente Overige 2.5.10 Overlopende passiva
31 december 2010
49.788 10.020 968 15.585 10 -
41.001 8.205 1.133 15.610 7 90
15.596
15.707
5.029
5.099
5.740
4.974 5.740
9.842 3.862 3.781 6.176 11.964 286 1.088
4.974 9.821 4.798 3.549 4.298 12.141 279 995
36.999
35.881
124.140
112.000
Kredietinstellingen Ten behoeve van de voorfinanciering van grootschalige nieuwbouwprojecten binnen gemeenten waar sprake is van doordecentralisatie heeft de raad van bestuur per 20 april 2005 een overeenkomst gesloten met de huisbankier, Rabobank Tilburg en omstreken, voor een kredietfaciliteit van in eerste instantie maximaal 104 miljoen euro. Vanwege de kredietcrisis is met de Rabobank in het voorjaar van 2009 overeengekomen dat de opname in 2009 (“roodstand” op de lopende rekening) een bedrag van 32,7 miljoen euro niet zal overstijgen. Dit bedrag was eind 2011 tijdelijk verhoogd tot 75 miljoen euro. Aan het einde van 2011 was sprake van een negatieve rekeningcourant positie van 49,8 miljoen euro. De rentebasis van deze kredietfaciliteit is gebaseerd op het Euribor-tarief, en daarmee gekoppeld aan de geldmarkt. Op deze basis is een opslag van toepassing. Het Euribor-1-maand tarief per ultimo 2011 bedroeg overigens 1,205% (jaarbasis). Met ingang van maart 2012 is Ons Middelbaar Onderwijs overgegaan op het systeem van schatkistbankieren bij het ministerie van Financiën. De kredietfaciliteit bij de Rabobank is als gevolg hiervan beëindigd. Bij het schatkistbankieren staat het geld, van in ieder geval de hoofdrekening, op een eigen rekening-courant bij het ministerie van Financiën. Het dagelijkse betalingsverkeer blijft bij de Rabobank. Dagelijks vindt er een volledige egalisatie plaats tussen de hoofdbetaalrekening en de rekening courant bij het ministerie van Financiën. Hierdoor is er nooit sprake van een renteverrekening tussen OMO en de Rabobank. Saldo van individuele betaalrekeningen blijven herleidbaar. Rood staan bij het ministerie van Financiën is geoorloofd tot maximaal 10% van de publieke jaaromzet (444 miljoen euro) van de vereniging Ons Middelbaar Onderwijs.
pag. 78 van 90
Overlopende passiva De overlopende passiva bestaan grotendeels uit enerzijds in het huidige kalenderjaar aangegane verplichtingen waarvan de betaling in kalenderjaar 2012 zal plaatsvinden en anderzijds uit baten die in kalenderjaar 2012 zijn verantwoord, waarvan de vordering in 2011 is verantwoord. Het betreft hier bijvoorbeeld ouderbijdragen en huuropbrengsten van boeken. Voor een verdere toelichting op de vooruit ontvangen geoormerkte subsidies OCW wordt verwezen naar bijlage 1.
NIET UIT DE BALANS BLIJKENDE VERPLICHTINGEN Lease-contracten Per 3 januari 2005 is een leaseovereenkomst aangegaan met MKB Lease te Oosterhout. Deze leaseovereenkomst heeft betrekking op de invulling van de specifieke arbeidsvoorwaarden voor schoolleiders en de raad van bestuur. Voor het kalenderjaar 2011 bedroegen de leasekosten € 370.000,=. Verpanding doordecentralisatieovereenkomsten Per ultimo 2011 zijn de doordecentralisatieovereenkomsten met de volgende gemeenten verpand:
pag. 79 van 90
Bergen op Zoom
Dongen
Deurne
Etten-Leur
Helmond
Sint-Michielsgestel
Steenbergen
Valkenswaard
Veghel
Vught
Waalwijk
Staat van baten en lasten RIJKSBIJDRAGEN 3.1
Rijksbijdragen
3.1.1 Rijksbijdrage OCW Geoormerkte OCW Subsidies Niet geoormerkte OCW-subsidies Toerekening investeringssubsidies 3.1.2 Overige subsidies OCW
2011
begroting 2011
2010
427.003
426.490
437.402
1.741 15.032 16.773
1.309 15.158 16.467
1.587 17.453 19.040
443.775
442.957
456.442
Rijksbijdrage OCW De gerealiseerde (normatieve) rijksbijdrage OCW bedraagt in het verslagjaar 427,0 miljoen euro. De rijksbijdrage OCW maakt daarmee 89,8% uit van de totale baten in 2011 (90,0% in 2010). Ten opzichte van de begroting is deze 0,1% hoger (0,5 miljoen euro). Hieraan liggen met name bijstellingen in de gemiddelde personeelslast ten grondslag. Geoormerkte en niet-geoormerkte OCW subsidies De geoormerkte subsidies OCW zijn ten opzichte van de begroting 0,4 miljoen euro hoger en de niet geoormerkte subsidies OCW 0,1 miljoen euro lager. De OCW subsidies maken in 2011 3,5% uit van de totale baten (3,9% in 2010).
OVERIGE OVERHEIDSBIJDRAGEN EN –SUBSIDIES 3.2
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
3.2.1 Gemeentelijke bijdragen en subsidies 3.2.2 Overige overheidsbijdragen
2011 9.185 3.245 12.430
begroting 2011 9.192 1.782 10.974
Gemeentelijke bijdragen en subsidies De gemeentelijke bijdragen en subsidies bestaan grotendeels uit inkomsten vanwege afgesloten doordecentralisatie overeenkomsten. Met een aantal gemeenten, waarmee een doordecentralisatie overeenkomst is gesloten, wordt nog overleg gevoerd over aanpassingen van de bijdragen, vanwege wijzigingen die binnen het gemeentefonds op het gebied van onderwijshuisvesting hebben plaatsgevonden. Overige overheidsbijdragen De overige overheidsbijdragen betreft ontvangen vergoedingen van overheden anders dan het ministerie van OCW en gemeenten. Voorbeelden hiervan zijn het Europees Sociaal Fonds en de provincie. Tot 2011 zijn deze vergoedingen verantwoord onder de post “Overige baten”.
pag. 80 van 90
2010 7.764 7.764
OVERIGE BATEN 3.5
Overige baten
2011
begroting 2011
3.5.1 3.5.2 3.5.3 3.5.4 3.5.5 3.5.6
Verhuur Detachering personeel Schenking Sponsoring Ouderbijdragen Overige
982 902 31 8.861 8.423 19.199
1.002 1.245 8 8.042 8.272 18.568
2010 914 439 8.653 11.767 21.773
Ouderbijdragen De gerealiseerde bijdragen van ouders en leerlingen voor een bedrag van 8,9 miljoen euro is 10,2% hoger dan de begroting. Dit is met name veroorzaakt doordat de bijdragen van ouders in educatieve excursies en culturele activiteiten hoger zijn dan begroot. Hiertegenover staan hogere kosten, welke zijn verantwoord onder de ‘Overige lasten’. Overige Met betrekking tot overige opbrengsten is een bate van 8,4 miljoen euro gerealiseerd. Deze realisatie is 1,8% hoger dan begroot. Deze afwijking wordt met name veroorzaakt door een teruggave van de naheffing btw. Onder de post ‘Overige baten’ zijn onder meer vergoedingen uit samenwerkingsverbanden opgenomen. Voor een overzicht van de regionale samenwerkingsverbanden waarin OMO-scholen participeren wordt verwezen naar bijlage 9.
PERSONEELSLASTEN 4.1
Personeelslasten
Brutolonen en salarissen Sociale lasten Pensioenpremies 4.1.1 Lonen en salarissen Dotaties personele voorzieningen Personeel niet in loondienst Overig 4.1.2 Overige personele lasten 4.1.3 Af: Uitkeringen
2011 300.131 28.811 39.238 368.180 8516.805 8.951 25.671 2.398391.453
begroting 2011 295.643 28.380 38.652 362.675 15.779 9.135 24.913 883386.706
De bezoldiging van de leden van de raad van bestuur en raad van toezicht is samen met de ‘Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens (WOPT)’ opgenomen in bijlage 2. De gerealiseerde personeelslasten zijn 1,2% (4,7 miljoen euro) hoger uitgevallen dan begroot. Dit wordt veroorzaakt door een hogere gerealiseerde formatie dan begroot. Bij de begroting 2011 is uitgegaan van een gemiddeld aantal van 5.660 fte tegenover een gerealiseerd gemiddelde van 5.785 fte.
pag. 81 van 90
2010 299.612 27.939 38.685 366.236 11716.091 8.864 24.839 1.819389.256
Aantal personeelsleden op basis van fte’s Het gemiddeld aantal personeelsleden over kalenderjaar 2011 op basis van full time equivalenten (fte) is in onderstaande tabel met de gegevens van 2010 vergeleken (exclusief de vervangende aanstellingen): Gemiddeld aantal personele fte's
2011
Directie Onderwijzend personeel
2010 289
384
4.203
4.221
347 946
317 899
5.785
5.821
Onderwijs ondersteunend personeel (primair proces) Onderwijs ondersteunend personeel (overig)
In 2011 is het nieuwe functieboek in gebruik genomen. Als gevolg hiervan heeft er een verschuiving van fte’s plaatsgevonden van de functiecategorie directie naar onderwijs ondersteunend personeel. In totaliteit heeft er tussen 2010 en 2011 een daling plaatsgevonden van het aantal fte’s, terwijl er sprake was van een groei van het aantal leerlingen (van 0,3%). De achtergrond hiervan is dat op de eerste plaats bezuinigd is op de overhead (zie hoofdstuk 4.3 van het bestuursverslag). Op de tweede plaats was in 2010 sprake van een relatief groot aantal tijdelijke projecten (en medewerkers), waar bovendien tijdelijke financiering voor aanwezig was. In 2011 was dit aantal tijdelijke krachten gedaald. In bijlage 8 zijn meerdere personele kerncijfers grafisch weergegeven.
AFSCHRIJVINGEN 4.2
Afschrijvingen materiële vaste activa
4.2.2 Afschrijvingen Terugname bijzondere waardevermindering gebouwen Boekwinst/-verlies desinvesteringen
2011 14.024 6.236609 8.397
begroting 2011 14.837 66 14.903
De afschrijvingskosten bedragen 14,0 miljoen euro. Ten opzichte van de begroting zijn de gerealiseerde afschrijvingskosten 0,8 miljoen euro lager (5,7%). Dit wordt met name veroorzaakt door lagere afschrijvingslasten van automatiseringsapparatuur en programmatuur. Ten gevolge van een schattingswijziging heeft er een terugname van een bijzondere waardevermindering gebouwen plaatsgevonden ten bedrage van 6,2 miljoen euro. In verband met de verhuizing van De Nieuwste School is een éénmalig boekverlies van 0,5 miljoen euro op verbouwingen van het oude pand genomen.
pag. 82 van 90
2010 18.842 281 19.123
HUISVESTINGSLASTEN 4.3
Huisvestingslasten
2011
begroting 2011
4.3.1 4.3.2 4.3.3 4.3.4 4.3.5 4.3.6 4.3.7
Huur Verzekeringen Onderhoud Energie en water Schoonmaakkosten Heffingen Overige
2.757 529 9.431 7.866 320 1.013 2.980 24.896
3.059 539 8.945 7.942 307 860 2.885 24.537
2010 2.676 575 9.829 8.602 372 831 3.072 25.957
De huisvestingslasten bedragen 24,9 miljoen euro en zijn daarmee 1,5% hoger dan de begroting. Dit wordt met name veroorzaakt doordat de gerealiseerde onderhoudskosten (+ 0,5 miljoen euro) hoger zijn dan begroot.
OVERIGE LASTEN 4.4
Overige lasten
2011
begroting 2011
4.4.1 4.4.2 4.4.3 4.4.4
Administratie- en beheerslasten Inventaris, apparatuur en leermiddelen Dotatie overige voorzieningen Overige
13.959 21.838 10.897 46.695
14.646 22.860 11.540 49.046
2010 13.261 32.102 11.590 56.953
Administratie- en beheerslasten De lagere dan begrote administratie- en beheerslasten worden grotendeels veroorzaakt door lagere kosten van uitbesteed drukwerk (0,2 miljoen euro), lagere vergaderkosten (0,2 miljoen euro), lagere licentiekosten (0,2 miljoen euro) en lagere accountantskosten (0,1 miljoen euro). Inventaris, apparatuur en leermiddelen De lagere dan begrote kosten van inventaris, apparatuur en leermiddelen worden met name veroorzaakt door lagere kosten van aanschaf en huur boeken. Dotatie overige voorzieningen De dotatie aan de voorziening groot onderhoud is opgenomen onder de huisvestingslasten. Overige Met name vanwege de lagere lasten van “Koers 2016” zijn de overige kosten lager dan begroot.
FINANCIËLE BATEN EN LASTEN 5 Financiële baten en lasten 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5
pag. 83 van 90
Rentebaten Resultaat deelnemingen Waardeveranderingen financiële vaste activa en effecten Overige opbrengsten financiële vaste activa en effecten Rentelasten
2011 602 -
begroting 2011 1.212 -
653-
57-
115 880816-
32 2.4141.226-
2010 672 114 146 127805
In 2011 zijn de rentelasten voortkomend uit de kredietfaciliteit van de Rabobank 1,5 miljoen euro lager dan begroot. Hiertegenover staan voor 0,6 miljoen euro lagere rentebaten door de verkoop en aflossing van obligaties. Daarnaast is de marktwaarde van de effecten per 31 december 2011 0,6 miljoen euro lager dan de marktwaarde per 31 december 2010.
pag. 84 van 90
Enkelvoudige jaarrekening
A.1.5 ENKELVOUDIGE BALANS PER 31 DECEMBER 2011 (na resultaatbestemming) ACTIVA 1.1 1.2
VASTE ACTIVA Immateriële vaste activa Materiële vaste activa
1.3
Deelnemingen Overige financiële vaste activa Financiële vaste activa
1.4 1.5 1.6 1.7
31 december 2011 251.080
221.198
7.579 7.192
8.216 14.603 14.771
22.819
265.851
244.017
14.019 106 14.125
18.650 693 19.343
279.976
263.360
VLOTTENDE ACTIVA Voorraden Vorderingen Effecten Liquide middelen
TOTAAL ACTIVA PASSIVA
31 december 2010
31 december 2011
31 december 2010
2.1
EIGEN VERMOGEN
83.607
80.460
2.3
VOORZIENINGEN
23.464
22.095
2.4
LANGLOPENDE SCHULDEN
43.751
42.199
2.5
KORTLOPENDE SCHULDEN
129.154
118.606
TOTAAL PASSIVA
279.976
263.360
A.1.6
ENKELVOUDIGE STAAT VAN BATEN EN LASTEN OVER KALENDERJAAR 2011 2011 Resultaat deelnemingen Overig resultaat EXPLOITATIERESULTAAT Uitgaven t.l.v. bestemmingsreserves/fondsen* EXPLOITATIERESULTAAT GEWONE BEDRIJFSVOERING
Begroting 2011
6363.783 3.147 71 3.218
6363.2833.91924 3.895-
* Per 1 januari 2011 zijn de bestemmingsreserves opgeheven en toegevoegd aan de algemene reserve. In 2011 bestaan alleen nog de private bestemmingsfondsen.
pag. 85 van 90
2010 7763.7284.5047.850 3.346
Toelichting op de enkelvoudige jaarrekening
Voor zover de afzonderlijke posten zijn toegelicht in de geconsolideerde jaarrekening, wordt verwezen naar de betreffende toelichting. Hierna wordt het verloop van de post deelnemingen nader toegelicht. Stand per 1 januari 2011 - Deelnemingen - Deelnemingen met negatief vermogen
8.214 8.214
Resultaat deelnemingen Stand per 31 december 2011 - Deelnemingen - Deelnemingen met negatief vermogen
636-
7.578 7.578
Voor een overzicht van de in de enkelvoudige jaarrekening opgenomen deelnemingen wordt verwezen naar bijlage 3.
pag. 86 van 90
Controleverklaring
pag. 87 van 90
Deel D: Bijlagen
BIJLAGE 1. GEOORMERKTE DOELSUBSIDIES OCW (RJ 660, MODEL G) Omschrijving subsidie Doorontwikkeling praktijk onderwijs Doorontwikkeling praktijk onderwijs Doorontwikkeling praktijk onderwijs Doorontwikkeling praktijk onderwijs Doorontwikkeling praktijk onderwijs Doorontwikkeling praktijk onderwijs Doorontwikkeling praktijk onderwijs Doorontwikkeling praktijk onderwijs Doorontwikkeling praktijk onderwijs Doorontwikkeling praktijk onderwijs Doorontwikkeling praktijk onderwijs Doorontwikkeling praktijk onderwijs Doorontwikkeling praktijk onderwijs Doorontwikkeling praktijk onderwijs Binnenmilieu VO EBOV Binnenmilieu VO EBOV Binnenmilieu VO EBOV Binnenmilieu VO EBOV Binnenmilieu VO EBOV Binnenmilieu VO EBOV Binnenmilieu VO EBOV Binnenmilieu VO EBOV Binnenmilieu VO EBOV Binnenmilieu VO EBOV Binnenmilieu VO EBOV Binnenmilieu VO EBOV Zij-instromers 2009-2011 Zij-instromers 2009-2011 Zij-instromers 2009-2011 Zij-instromers 2009-2011 Zij-instromers 2009-2011 Zij-instromers 2009-2011 Zij-instromers 2009-2011 Zij-instromers 2009-2011 Zij-instromers 2009-2011 Krachtig meesterschap Maatschappelijke stage Praktijkleren groen Praktijkleren groen Praktijkleren groen Praktijkleren groen Praktijkgerichte leeromgeving Praktijkgerichte leeromgeving Praktijkgerichte leeromgeving Praktijkgerichte leeromgeving Praktijkgerichte leeromgeving Praktijkgerichte leeromgeving Praktijkgerichte leeromgeving Innovatie Impuls Onderwijs Innovatie Impuls Onderwijs Innovatie Impuls Onderwijs Innovatie Impuls Onderwijs Innovatie Impuls Onderwijs Innovatie Impuls Onderwijs Innovatie Impuls Onderwijs Innovatie Impuls Onderwijs Vervolg op volgende pagina…
pag. i van xxix
Brin nummer
Jaar
13PE 26MZ 04SU 13PE 17VP 20AT 20ZK 26MZ 04SU 13PE 17VP 20AT 20ZK 26MZ 16OX 16VK 16VK 17HN 17HN 18XR 20AT 20BQ 20GA 20WI 21FV 21GZ 19RX 20WI 20ZK 20ZK 41211 14SW 41211 21FV 20ZK 41211 21FV 13PE 17VP 20JX 19RX 04SU 16VK 19RX 20AT 20IB 20JX 20ZK 16VK 21GV 19RX 04YX 04SU 20ZK 02FY 16OX
2009 2009 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2011 2011 2011 2011 2011 2011 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2011 2011 2011 2011 2010 2008 2011 2011 2011 2009 2007 2006 2006/2008 2006 2006 2007 2006 2011 2011 2011 2011 2011 2011 2011 2011
Kenmerk 212144-1 212087-1 287867-1 287936-1 287959-1 287954-1 287961-1 287935-1 393457-1 393417-1 393499-1 393436-1 393389-1 393494-1 BEK-09/126510 U BEK-09/126476 U BEK-09/126489 U BEK-09/127774 U BEK-09/129154 U BEK-09/145203 U BEK-09/126523 U BEK-09/126517 U BEK-09/128762 U BEK-09/132293 U BEK-09/132297 U BEK-09/128763 U BEK-10/30369 M BEK-10/56099 M BEK-10/89363 M BEK-10/82352 M BEK-10/47476 M 374011-1 BEK-2011/963 M BEK-2011/963 M 374011-1 OND/ODB-10/47843 M BEK-08/91139 M 301682-1 301675-1 404276-1 156624-3 BVO-07/68378 U BVO-06/33404 U BVO-06/33407 U BVO-06/33409 U BVO-06/33410 U BVO-07/69305 U BVO-06/33412 U 308964-1 308967-1 308960-1 308962-1 308961-1 308959-1 308963-1 308954-1
Bedrag van toewijzing 15.300 25.500 25.800 16.400 14.700 37.300 34.500 25.200 28.400 17.000 14.700 37.700 31.300 25.400 394.750 104.182 145.000 200.248 28.375 1.000 119.428 127.961 377.698 84.103 82.378 112.030 19.000 19.000 19.000 19.000 19.000 19.000 19.000 19.000 19.000 525.000 481.200 1.128 5.418 19.188 644 2.096.794 303.666 799.346 341.521 270.837 599.257 1.041.944 70.000 70.000 70.000 70.000 70.000 140.000 70.000 70.000
Saldo 1 januari 2011 2.376 25.500 15.050 16.400 14.700 35.978 25.850 25.200 36.150 104.182 145.000 200.248 28.375 417 124.093 377.698 41.081 81.378 112.030 5.141 19.000 9.885 19.000 19.000 314.358 19.369 268 161.830 108.146 483.993 341.520 270.837 68.643 854.058 -
Ontvangen in 2011 28.400 17.000 14.700 37.700 31.300 25.400 19.000 19.000 19.000 19.000 105.000 1.128 5.418 19.188 483.99370.000 70.000 70.000 70.000 70.000 140.000 70.000 70.000
Lasten in 2011 2.376 15.050 16.400 14.700 35.978 25.850 28.400 7.643 14.700 2.853 5.150 1.000 1.000 417 124.093 2.406 5.141 13.577 9.885 19.000 9.500 19.000 1.950 154.865 4.926 1.128 5.418 19.188 28.267 38.157 42.622 70.000 70.000 72.401 54.300 70.000
Investering in 2011 38.502 49.474 28.375 9.348186.310 38.675 112.030 108.146 21.830 -
Saldo 31 december 2011 25.500 25.200 9.357 34.847 26.150 25.400 36.150 64.680 144.000 150.774 9.348 191.388 81.378 5.423 19.000 19.000 9.500 17.050 264.493 14.443 268 161.830 341.520 270.837 68.643 854.058 19.903 31.843 27.378 67.599 15.700 -
Omschrijving subsidie
Brin nummer
Jaar
Kenmerk
02FY 02QT 04SU 04XU 04YX 07MU 13PE 14SW 15BS 16OX 16RB 16VK 17HN 17JY 17KF 17VP 18XR 19RX 20AT 20BQ 20GA 20IB 20JX 20ST 20SY 20WI 20ZK 21EX 21FV 21GV 21GZ 23FY 26MZ 27ZF 02QT 04SU 04XU 07MU 13PE 14SW 15BS 16OX 16VK 17HN 17KF 17VP 18XR 19RX 20AT 20BQ 20IB 20IB 20JX 20SY 20ZK 21EX 21FV 21GV 23FY 27ZF 41211
2011 2011 2011 2011 2011 2011 2011 2011 2011 2011 2011 2011 2011 2011 2011 2011 2011 2011 2011 2011 2011 2011 2011 2011 2011 2011 2011 2011 2011 2011 2011 2011 2011 2011 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010
326945-1 375535-1 327109-1 376465-1 388209-1 387570-1 374594-1 374854-1 370062-1 375183-1 387425-1 375087-1 374399-1 370014-1 374655-1 327098-1 374748-1 369994-1 374279-1 374453-1 374401-1 326955-1 374439-1 374542-1 374545-1 374421-1 331961-1 374500-1 374371-1 327029-1 374387-1 374082-1 386645-1 374303-1 BEK-10/75099 M BEK-10/75099 M BEK-10/75099 M BEK-10/75099 M BEK-10/75099 M BEK-10/75099 M BEK-10/75099 M BEK-10/75099 M BEK-10/75099 M BEK-10/75099 M BEK-10/75099 M BEK-10/75099 M BEK-10/75099 M BEK-10/75099 M BEK-10/75099 M BEK-10/75099 M BEK-10/75099 M BEK-10/97010 M BEK-10/75099 M BEK-10/75099 M BEK-10/75099 M BEK-10/75099 M BEK-10/75099 M BEK-10/75099 M BEK-10/75099 M BEK-10/75099 M 275500-9
Bedrag van toewijzing
Saldo 1 januari 2011
Ontvangen in 2011
Lasten in 2011
Investering in 2011
Saldo 31 december 2011
4.364 17.937 4.072 2.691 8.145 14.525 68.648 23.270 29.670 39.051 4.072 2.945 6.787 23.745 43.780 4.099 29.088 3.718 35.391 7.737 48.892 16.289 8.968 5.818 11.053 3.394 5.818 17.162 15.708 4.654 4.676 21.428 5.309 17.453 12.181 7.224 11.635 20.362 6.642 609 18.035 1.115 9.502 302.020
-
43.340 25.113 4.945 5.818 23.270 23.270 26.198 20.943 64.575 47.704 21.525 19.816 51.595 41.305 9.502 34.140 42.211 46.660 13.735 25.985 12.552 15.526 558 11.975 4.654 5.818 10.472 36.629 5.818 10.726 42.174 79.768
1.957.023
573.994
3.860.980
Vervolg van vorige pagina… Verlofsubsidie Verlofsubsidie Verlofsubsidie Verlofsubsidie Verlofsubsidie Verlofsubsidie Verlofsubsidie Verlofsubsidie Verlofsubsidie Verlofsubsidie Verlofsubsidie Verlofsubsidie Verlofsubsidie Verlofsubsidie Verlofsubsidie Verlofsubsidie Verlofsubsidie Verlofsubsidie Verlofsubsidie Verlofsubsidie Verlofsubsidie Verlofsubsidie Verlofsubsidie Verlofsubsidie Verlofsubsidie Verlofsubsidie Verlofsubsidie Verlofsubsidie Verlofsubsidie Verlofsubsidie Verlofsubsidie Verlofsubsidie Verlofsubsidie Verlofsubsidie Verlofsubsidie Verlofsubsidie Verlofsubsidie Verlofsubsidie Verlofsubsidie Verlofsubsidie Verlofsubsidie Verlofsubsidie Verlofsubsidie Verlofsubsidie Verlofsubsidie Verlofsubsidie Verlofsubsidie Verlofsubsidie Verlofsubsidie Verlofsubsidie Verlofsubsidie Verlofsubsidie Verlofsubsidie Verlofsubsidie Verlofsubsidie Verlofsubsidie Verlofsubsidie Verlofsubsidie Verlofsubsidie Verlofsubsidie Verlofsubsidie
2011 2011 2011 2011 2011 2011 2011 2011 2011 2011 2011 2011 2011 2011 2011 2011 2011 2011 2011 2011 2011 2011 2011 2011 2011 2011 2011 2011 2011 2011 2011 2011 2011 2011 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010
Totaal geoormerkte subsidies OCW
pag. ii van xxix
47.704 43.050 9.017 5.818 2.691 8.145 23.270 23.270 40.723 68.648 20.943 64.575 47.704 23.270 29.670 39.051 25.597 19.816 54.540 41.305 16.289 57.885 85.991 50.759 29.088 17.453 61.376 20.289 15.526 49.450 16.289 20.943 4.654 5.818 11.053 15.126 5.818 10.472 5.818 17.162 15.708 13.962 41.305 5.818 32.579 5.309 17.453 12.181 30.252 10.726 44.796 5.818 11.635 34.906 63.994 16.289 10.472 18.035 5.236 16.289 491.478
11.053 3.394 5.818 10.472 5.818 17.162 15.708 4.654 41.305 5.818 21.428 5.309 17.453 12.181 7.224 10.726 11.635 20.362 42.174 6.642 609 18.035 1.115 9.502 385.278
11.473.599
4.797.629
47.704 43.050 9.017 5.818 2.691 8.145 23.270 23.270 40.723 68.648 20.943 64.575 47.704 23.270 29.670 39.051 25.597 19.816 54.540 41.305 16.289 57.885 85.991 50.759 29.088 17.453 61.376 20.289 15.526 49.450 16.289 20.943 4.654 5.818 3.4901.594.370
Toelichting:
subsidie doorontwikkeling praktijkonderwijs: aanvullende bekostiging om scholen voor praktijkonderwijs in staat te stellen de overgang van school naar werk te verbeteren;
subsidie energiezuinigheid/binnenmilieu: aanvullende bekostiging voor de verbetering van energiezuinigheid en van het binnenmilieu van oudere, bestaande schoolgebouwen in het voortgezet onderwijs;
subsidie krachtig meesterschap: stimuleringregeling voor samenwerkingsverbanden van scholen en lerarenopleidingen om projecten te ontwikkelen op het gebied van excellentie bij het opleiden van leraren en/of het beroep van leraar;
subsidie maatschappelijke stage: tijdelijke stimuleringsregeling voor samenwerkingsverbanden in het voorgezet onderwijs die willen participeren in een project maatschappelijke stage;
subsidie praktijkleren groen: aanvullende subsidie voor agrarisch onderwijs om samen met een bedrijf een voorziening voor praktijkleren op te richten;
subsidie praktijkgerichte leeromgeving: aanvullende subsidie om scholen voor vmbo en praktijkonderwijs in staat te stellen hun onderwijs praktijkgerichter vorm te geven via de aanpassing van lokalen en eventueel de inrichting;
subsidie lokalen betavakken havo/vwo: aanvullende subsidie voor bouwkundige aanpassingen en nieuwe inrichting van leslokalen voor bètavakken om te komen tot een meer stimulerend onderwijs in de bètavakken;
subsidie innovatieimpuls: aanvullende subsidie voor het implementeren van innovatieve maatregelen in de schoolorganisatie gericht op de verhoging van de arbeidsproductiviteit en voor het meten van de effecten van deze maatregelen op de arbeidsproductiviteit;
subsidie lerarenbeurs voor scholing en zij-instroom/verlofsubsidie: aanvullende subsidieregeling om leraren (door middel van studieverlof) en zij-instromers in scholing en opleiding te faciliteren.
pag. iii van xxix
BIJLAGE 2. BEZOLDIGING VAN BESTUURDERS EN TOEZICHTHOUDERS EN WOPT (MODEL H) Duur arbeidsovereenkomst/ werkzaamheden
Functie
vanaf Bestuurders drs. E.G.H. Bernard MPM (voorzitter) drs. P.J.J. Hendrikse (lid)
1-1-2011 1-1-2011
Ingangsdatum dienstverband
tot
31-12-2011 31-12-2011
Taak omvang
Dienst betrekking (D) of op Interim basis (I)
Fte
15-1-2009 1-1-2001
1,00 1,00
D of I
D D
Totaal bestuurders
Toezichthouders prof. dr. J.F.M.G. Bouwens J.A.M. Huijbers W.A.M. de Kok drs. E.P.J. Lemkes-Straver mr. dr. A.G.J.M. Rombouts R.M.J. Verweijmeren MCM prof. dr. A.J. van Weele dr. H.P.J. Witte drs. N.H.G.M.A. van der Wolk drs. P.L.B.A. van Geel drs. W.T.G. Dresscher (tot 1 februari 2010)
1-1-2011 1-1-2011 1-1-2011 1-1-2011 1-1-2011 1-1-2011 1-1-2011 1-1-2011 1-2-2011 1-2-2011 n.v.t.
31-12-2011 31-12-2011 31-12-2011 31-12-2011 1-2-2011 31-12-2011 1-2-2011 31-12-2011 31-12-2011 31-12-2011 n.v.t.
n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
Totaal toezichthouders
Periodiek
Bonusbetalingen/ gratificaties
betaalde beloningen *
2011 EUR
Ontvangen pensioenbijdragen/ beloningen betaalbaar op termijn
Uitkeringen wegens beëindiging dienstverband
2011 EUR
2011 EUR
2011 EUR
148.726 133.614
-
31.185 29.551
-
282.340
-
60.736
-
6.500 5.000 6.500 5.000 417 6.500 833 5.000 4.584 9.167
-
-
-
49.501
-
-
-
* onder betaalde beloningen worden ook onkostenvergoeding begrepen
De vergelijking met het voorgaande jaar en de begroting is weergegeven in onderstaande tabel.
drs. E.G.H. Bernard MPM (voorzitter) drs. P.J.J. Hendrikse (lid) Raad van bestuur prof. dr. J.F.M.G. Bouwens J.A.M. Huijbers W.A.M. de Kok drs. E.P.J. Lemkes-Straver mr. dr. A.G.J.M. Rombouts (tot 1 februari 2011) R.M.J. Verweijmeren MCM prof. dr. A.J. van Weele (tot 1 februari 2011) dr. H.P.J. Witte drs. N.H.G.M.A. van der Wolk (per 1 februari 2011) drs. P.L.B.A. van Geel (per 1 februari 2011) drs. W.T.G. Dresscher (tot 1 februari 2010) Raad van toezicht Totaal
2011
begroting 2011
2010
179.911 163.165 343.076
181.000 164.000 345.000
179.798 163.059 342.857
6.500 5.000 6.500 5.000 417 6.500 833 5.000 4.584 9.167 -
6.500 5.000 6.500 5.000 500 6.500 1.000 5.000 4.500 9.000 -
6.500 5.000 6.500 5.000 5.000 6.500 10.000 5.000 417
49.501
49.500
49.917
392.577
394.500
392.774
WET OPENBAARMAKING UIT PUBLIEKE MIDDELEN GEFINANCIERDE TOPINKOMENS Sinds 1 maart 2006 is de Wet Openbaarmaking uit Publieke Middelen gefinancierde Topinkomens van kracht. Vanaf die datum dienen organisaties die onder de werking van de wet vallen, en die functionarissen in dienst hebben die meer dan de vastgestelde “Balkenende-norm” ontvangen, te publiceren in hun jaarverslag. De norm in 2011 bedraagt € 193.000,-. In 2010 was dit bedrag even hoog. Ons Middelbaar Onderwijs valt onder de regeling van de wet. Er zijn echter geen functionarissen die in 2011 meer hebben verdiend dan de norm.
pag. iv van xxix
BIJLAGE 3. DEELNEMINGEN/VERBONDEN PARTIJEN BEHOREND TOT DE VERENIGING Naam
Juridische vorm
Statutaire Zetel
Code activiteiten
Carolus Borromeusstichting Stichting ter behartiging van de belangen van het VO Valkenswaard Stichting Steunfonds Jeroen Bosch College Stichting Steunfonds Sint-Janslyceum Stichting Steun OMO Scholengemeenschap Tongerlo Sint Canisiusstichting Stichting LOOT Stichting Ons Middelbaar Onderwijsfonds Subtotaal
Stichting Stichting Stichting Stichting Stichting Stichting Stichting Stichting
Helmond Valkenswaard 's-Hertogenbosch 's-Hertogenbosch Roosendaal Tilburg Eindhoven Tilburg
St Boekenfonds St Boekenfonds St Boekenfonds St Boekenfonds St Boekenfonds St Boekenfonds Subtotaal
Stichting Stichting Stichting Stichting Stichting Stichting
Stichting Stichting Stichting
van de Scholengemeenschap Mollerlyceum te Bergen op Zoom van het Sint Joris-College te Eindhoven van het Van Maerlantlyceum te Eindhoven van het Zwijsen-College Veghel Eckart-College te Eindhoven van het Bisschop Bekkers College te Eindhoven
Deelnemingen die niet door OMO worden geadministreerd Stichting Beekvliet Internationale contacten Stichting Reisfonds Sint Odulphuslyceum Stichting Schoolreizen Sint-Janslyceum 's-Hertogenbosch Subtotaal
Eigen vermogen 31-12-2011
Resultaat 2011
Overige Overige Overige Overige Overige Overige Overige Overige
150 65 89 286 995 324 116 4.258 6.283
Bergen op Zoom Eindhoven Eindhoven Veghel Eindhoven Eindhoven
Overige Overige Overige Overige Overige Overige
St. Michielsgestel Tilburg 's-Hertogenbosch
Overige Overige Overige
Totaal
Art 2:403 Ja/Nee
Deelname %
Consolidatie %
7 15 2269 43261 83
Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee
100 100 100 100 100 100 100 100
100 100 100 100 100 100 100 100
65 462 468 256 1.251
311 14 677212669-
Nee Nee Nee Nee Nee Nee
100 100 100 100 100 100
100 100 100 100 100 100
41 3 44
435250-
Nee Nee Nee
100 100 100
100 100 100
7.578
636-
Art 2:403 Ja/Nee
Deelname %
Consolidatie %
Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee
100 100 100 100 100 100 100 100 100 100
100 100 100 100 100 100 100 100 100 100
Deelnemingen waarvan op het moment van het opmaken van de jaarrekening 2011 geen financieel jaarverslag in ons bezit was: Naam
Juridische Statutaire Zetel vorm
Code activiteiten
Steunstichting Dr. Hub van Doorne-School Stichting tot steun voorgezet onderwijs St. Oedenrode Stichting Boekenfonds Gertudiscollege Katholieke Stichting Ter Bevordering van Economisch en Administratief Onderwijs Stichting Kontrakt Onderwijs Vught Gerben de Vriesstichting Stichting steunfonds Knippenberg College Helmond Stichting tot steun Bernard Alfrink Mavo Deurne Katholieke stichting voor middelbaar algemeen voortgezet onderwijs Stichting Beekvliet
Stichting Stichting Stichting Stichting Stichting Stichting Stichting Stichting Stichting Stichting
Overige Overige Overige Overige Overige Overige Overige Overige Overige Overige
pag. v van xxix
Deurne St. Oedenrode Roosendaal Helmond Vught Waalwijk Helmond Deurne Deurne St.Michielsgestel
Eigen vermogen 31-12-2011
Resultaat 2011
p.m. p.m. p.m. p.m. p.m. p.m. p.m. p.m. p.m. p.m.
p.m. p.m. p.m. p.m. p.m. p.m. p.m. p.m. p.m. p.m.
BIJLAGE 4. ORGANISATIE ONS MIDDELBAAR ONDERWIJS Raad van bestuur De raad van bestuur is het bevoegd gezag van de Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs en bestaat uit twee statutaire leden. Daarnaast is een ambtelijk secretaris aangesteld. De voorzitter van de raad van bestuur vertegenwoordigt de vereniging en legt tegenover de raad van toezicht verantwoording af voor het door de raad van bestuur gevoerde beleid. De raad van bestuur bestaat uit de volgende personen: de heer Eugène Bernard, voorzitter de heer Pieter Hendrikse, lid. Ambtelijk secretaris van de raad van bestuur is de heer Hans van Dijk. Hij is tevens algemeen directeur van het OMO bureau. Schoolleiders Alle schoolleiders van Ons Middelbaar Onderwijs zijn in algemene dienst. Op 31 december 2011 waren zij verbonden aan de volgende scholen: pag. vi van xxix
2College Baanderheren College De Nieuwste School Duhamel College Eckartcollege Elzendaalcollege Fioretti College Gymnasium Beekvliet Hervion College Instelling VO Deurne Jacob-Roelandslyceum Jeroen Bosch College Kwadrant SG Lyceum Bisschop Bekkers Maaslandcollege Maurick College Merletcollege Mill-Hillcollege Munnikenheide College OMO SG Bergen op Zoom OMO SG De Langstraat OMO SG Helmond OMO SG Tongerlo Rodenborchcollege Roncalli Scholengroep Rythovius College SG Het Plein SG Were Di Sint-Janslyceum Sint-Odulphuslyceum Sondervick College Theresialyceum Van Maerlantlyceum Varendonck College Zwijsen College Veghel
de heer Ad Poulisse de heer Leon Spaan mevrouw Maria Michels de heer Ad Machielse de heer Jean Wiertz de heer Jacques Marsmans de heer Edward de Gier de heer Nico van Rhijn de heer Hub. Quaedflieg mevrouw Monique van Roosmalen de heer Leon Spaan mevrouw Lian Derks de heer Titus Frankemölle de heer Peter Smetsers de heer Jacq. van Meegen de heer Huub van der Linden de heer Paul Metzemaekers mevrouw Carin Zandbergen mevrouw Carina Reuvers – de Laat de heer Marcel van Loo de heer Jan van Pelt de heer Hans Schapenk mevrouw Marijke Broodbakker mevrouw Marjo van IJzendoorn de heer Ludo Heesters de heer Frans Claassens de heer Frans Bakermans de heer Cees Streng de heer Toine Veuger mevrouw Delianne Hoekstra de heer Nol van Beurden de heer Tomas Oudejans mevrouw Liz Chermin de heer Jan van de Rijdt de heer Jan Verbruggen
Raad van toezicht Voor de samenstelling van de raad van toezicht, alsmede het verslag van de activiteiten in 2011 wordt verwezen naar hoofdstuk 6 van het bestuursverslag. Ledenraadvergadering Met de inwerkingtreding van de nieuwe statuten heeft de vergadering van de ledenraad een hernieuwde positie binnen de vereniging gekregen. Niet alleen is de naam algemene ledenraad vergadering (ALV) vervangen door de ledenraadvergadering, maar ook zijn er in de laatste vergadering van 8 november 2011 een voorzitter en een vice-voorzitter benoemd. Deze functies worden voortaan vervuld door de rectores magnifici van de twee Brabantse universiteiten. Verder legt de raad van toezicht voortaan verantwoording af aan de ledenraad. Bevoegdheden die daarbij aan de vergadering toekomen zijn de goedkeuring van het jaarverslag en de jaarrekening, maar ook de bevoegdheid tot het benoemen en ontslaan van de leden van de raad van toezicht. In de vergadering van 8 november 2011 zijn het jaarverslag en de jaarrekening goedgekeurd. Ook is er gesproken over Koers 2016 en de huidige stand van zaken binnen de vereniging. Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad Op het niveau van de vereniging is een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) ingesteld die instemming- en adviesbevoegdheid heeft op bovenschoolse zaken. De GMR is gesprekspartner van de raad van bestuur als het gaat om beleid dat voor alle OMO-scholen geldt. Het dagelijks bestuur van de GMR bestond per 31 december 2011 uit de volgende personen:
pag. vii van xxix
voorzitter GMR/PGMR: vicevoorzitter GMR/OGMR: secretaris GMR/PGMR: vicevoorzitter GMR/voorzitter LGMR:
de de de de
heer heer heer heer
Wil van der Vliet (personeelslid) Bert van Riel (ouder) Louis van Loon (personeelslid) Thomas van Broekhoven (leerling)
BIJLAGE 5. HONORARIUM EXTERNE ACCOUNTANT In het verslagjaar zijn de volgende honoraria van Mazars Paardekooper Hoffman N.V. ten laste gebracht van de Ons Middelbaar Onderwijs, een en ander zoals bedoeld in artikel 2:328a BW: 2011
Controle jaarekening voorgaand jaar
2010
101.000
110.000
109.000
Controle jaarekening lopend jaar
23.000
25.000
21.000
Controle bekostiging lopend jaar
67.000 19.000
75.000 30.000
63.000 37.000
210.000
240.000
230.000
Overige werkzaamheden Totaal
pag. viii van xxix
begroting 2011
BIJLAGE 6. SLAGINGSPERCENTAGES 2011 In paragraaf 1.3 is ingegaan op de slagingspercentages van de leerlingen van Ons Middelbaar Onderwijs ten opzichte van het landelijk gemiddelde. In deze bijlage worden de slagingspercentages per OMO-school en opleiding gepresenteerd.
pag. ix van xxix
pag. x van xxix
pag. xi van xxix
BIJLAGE 7. TOEZICHTARRANGEMENTEN (PER 31 DEC. 2011) In paragraaf 1.5 zijn de in 2011 toegekende toezichtarrangementen van de OMO organisatie op totaalniveau weergegeven. Onderstaande tabel geeft de arrangementen per locatie weer. School / vestiging
PRO
VMBO-B
VMBO-K
VMBO (G)T
HAVO
VWO
Basis
Basis
2College Durendael
Basis
Basis
Basis
Cobbenhagenmavo
Basis
Basis
Basis
Wandelbos
Basis
Ruiven
Basis
Aangepast
Basis
Basis
Basis
Basis
Basis
Jozefmavo Baanderheren College
Basis Basis
Basis
Basis
De Nieuwste School Duhamel College
Basis
Basis
Basis
Basis
Basis
Basis
Basis
Basis
Basis
Elzendaalcollege Boxmeer Gennep Fioretti College Gymnasium Beekvliet
Basis
Hervion College Hervensebaan Jacob van Maerlantstraat
Aangepast
Basis
Basis
Basis
Basis
Basis
Instelling Voortgezet Onderwijs Deurne Peellandcollege Alfrinkcollege Hub van Doornecollege
Basis Basis
Basis
Basis
Basis
Basis
Basis
Basis
De Sprong Jacob-Roelandslyceum Jeroen Bosch College
Basis
Basis
Basis
Basis
Aangepast
Kwadrant Scholengroep Hanze College
Basis
Basis
Basis
Cambreurcollege
Basis
Basis
Basis
Basis
Basis
Basis
Basis
Basis
Basis
Basis
Basis
Basis
Basis
Maaslandcollege Maurick College Titus Brandsmalaan Brabantlaan
Basis
Basis
Mill
Basis
Basis
Basis
Basis
Basis
Basis
Basis
Basis
Basis
Basis
Basis
Basis
Merletcollege Cuijk Grotestraat Cuijk Robijnlaan Grave Mill-Hillcollege
pag. xii van xxix
Basis
VMBO-B
VMBO-K
VMBO (G)T
Rucphen
Basis
Basis
Aangepast
Etten-Leur
Basis
Basis
Basis
Aangepast
Basis
Basis
School / vestiging
PRO
HAVO
VWO
Munnikenheide College
OMO Scholengroep Tongerlo Da Vinci College
Basis
Gertrudiscollege
Basis
Basis
Basis
Norbertuscollege
Basis
Basis
Basis
Basis
Basis
Basis
OMO Scholengroep Bergen op Zoom Mollerlyceum Mollercollege Zuidwesthoek
Basis
Basis
Basis
Mollercollege Steenbergen
Basis
Basis
Basis
Mollercollege Hoogerheide
Basis
OMO Scholengroep Helmond Carolus Borromeuscollege
Basis
Basis
Basis
Dr.-Knippenbergcollege, Nachtegaallaan
Basis
Basis
Basis
Basis
Basis
Dr.-Knippenbergcollege, Hurksestraat / IVO-mavo Vakcollege Dr.-Knippenberg, Keizerin Marialaan
Basis
De Groene Campus
Basis
Basis
Basis
Aangepast
Aangepast Aangepast Aangepast
OMO Scholengroep De Langstraat Walewyc: vmbo g/t
Basis
Dr. Mollercollege, Waalwijk
Basis
Dr. Mollercollege, Kaatsheuvel
Basis
Basis
Basis
d'Oultremontcollege
Basis
Basis
Basis
Basis
Aangepast
Sint-Joris
Basis
Basis
Basis
Aloysius/De Roosten
Basis
Pleincollege Van Maerlant
Basis
Basis
Pleincollege Bisschop Bekkers
Basis
Basis
Basis
Basis
Basis Basis
Basis Basis
Basis Aangepast
Basis Basis
Basis Basis
Basis Basis
Basis
Basis Basis
Basis Basis
Basis
Basis
Basis
Basis
Basis
Basis
Basis
Basis
Basis
Pleincollege Sint-Joris
Antoon Schellens De Burgh Praktijkschool Eindhoven
Basis
Basis
Basis
Pleincollege Eckart Eckart
Basis
Nuenen
Basis
Basis
Rodenborch-College Roncalli Scholengemeenschap Rythovius College Scholengemeenschap Were Di
Basis
Basis
Sint-Janslyceum Sint-Odulphuslyceum Sondervick College
Basis
Basis
Basis
Theresialyceum Varendonck-College Asten Someren Zwijsen College Veghel
pag. xiii van xxix
Basis
Basis
Basis
Basis
BIJLAGE 8. PERSONEEL IN CIJFERS In deze bijlage worden grafisch enkele personele kengetallen van 2011 in relatie tot voorgaande jaren gepresenteerd. Per grafiek wordt daarbij een korte toelichting gegeven. 1. Samenstelling personeelsbestand Achtereenvolgens worden de cijfers van het totale personeelsbestand van Ons Middelbaar Onderwijs en de instroom en uitstroom gegevens weergegeven. 1.1. Grootte personeelsbestand (gemiddelde 2011)
7.500
aantal personeelsleden
7.000
6.500
6.000
5.500 Aantal personen
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
6.305
6.563
6.459
6.638
6.777
6.893
6.966
6.892
7.098
6.989
Het totaal aantal personeelsleden dat in 2011 in dienst is, is gedaald opzichte van 2010. De toename van 2009 naar 2010 werd veroorzaakt door de komst van het Hervion College. Afgelopen jaar zijn er geen nieuwe scholen toegetreden tot Ons Middelbaar Onderwijs. 1.2 Instroomgegevens 1.200
aantal personeelsleden
1.100 1.000 900 800 700 600 500 Instroom
pag. xiv van xxix
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
1.061
1.040
748
760
851
1.117
986
870
972
836
1.3 Uitstroomgegevens 1.100
aantal personeelsleden
1.000
900
800
700
600
500 Uitstroom
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
755
771
807
747
886
912
980
932
889
962
Het betreft het totaal aantal personen (inclusief bureau en raad van bestuur) dat in dienst is getreden of uit dienst is gegaan, maar ook een uitbreiding of inkorting van de betrekkingsomvang heeft gekregen bij Ons Middelbaar Onderwijs.
2. Verdeling naar categorieën Achtereenvolgens wordt een aantal grafieken weergegeven die betrekking hebben op de verdeling van het personeelsbestand naar diverse categorieën. Hierbij is steeds het gemiddelde genomen over 2011. Het betreft: 1. uitsplitsing naar leeftijdscategorieën; 2. verdeling in fulltime en parttime aanstellingen; 3. vaste en tijdelijk aanstellingen; 4. verhouding docenten in LB, LC en LD ( functiemix); 5. verdeling man en vrouw; 6. verdeling naar vrouw en man in leidinggevende posities.
pag. xv van xxix
2.1 Leeftijdsverdeling totale personeelsbestand
40,0%
35,0%
30,0%
25,0%
20,0%
15,0%
10,0%
5,0%
0,0% 2002
<31 12,0%
31 t/m 40 14,1%
41 t/m 50 34,8%
51 t/m 60 37,2%
> 60 1,9%
2003
13,3%
14,8%
32,5%
36,9%
2,5%
2004
13,2%
15,1%
31,5%
37,6%
2,7%
2005
13,2%
15,2%
30,7%
38,2%
2,7%
2006
15,8%
14,7%
29,1%
37,7%
2,8%
2007
14,9%
15,4%
27,3%
39,0%
3,5%
2008
15,1%
15,7%
25,2%
38,2%
5,8%
2009
14,9%
16,3%
23,4%
38,7%
6,7%
2010
14,3%
17,1%
21,3%
39,0%
8,3%
2011
14,5%
17,6%
20,4%
38,8%
8,7%
De trend dat de gemiddelde leeftijd van het personeelsbestand hoger wordt, zette zich ook in 2011 voort. De toename van het aantal 60+-ers wordt mede veroorzaakt door aanpassingen in de wet- en pensioenregelgeving waardoor steeds later gebruik gemaakt wordt van ABP Keuzepensioen of de FPU-regeling.
pag. xvi van xxix
2.2 Verdeling fulltime/parttime
100% 80% 60% 40% 20%
0% Parttime < 0,8
2008 48,3%
2009 48,9%
2010 36,6%
2011 36,3%
Fulltime => 0,8
51,7%
51,1%
63,4%
63,7%
2.3 Soort dienstverband
100% 80% 60% 40% 20% 0%
pag. xvii van xxix
Tijdelijk
2008 13,1%
2009 11,2%
2010 11,8%
2011 12,0%
Vast
86,9%
88,8%
88,2%
88,0%
2.4 Verhouding LB / LC / LD personeel (functiemix)
70% 60%
50% 40% 30% 20% 10% 0%
OP LB
2006 68,2%
2007 67,5%
2008* 58,1%
2009* 57,4%
2010* 55,4%
2011* 51,5%
OP LC
7,7%
9,0%
16,8%
17,2%
17,9%
20,2%
OP LD
24,2%
23,5%
25,1%
25,4%
26,7%
28,3%
* = aangepast aan definitie functiemix gegevens per 1 oktober
Vanaf 2008 zijn voor de berekening van de verhouding van de LB-LC-LD categorieën de definities gebruikt zoals bij de regeling functiemix gelden. Voor de verhoudingscijfers in de functiemix is de salarisschaal leidend. Daarvoor was de functie bepalend. Personen met een salarisgarantie worden nu geteld in de categorie waarop het salaris daadwerkelijk wordt gebaseerd. Ook wordt anders omgegaan met vervangingen en tijdelijk toebedeelde uren. De verhouding van de LB/LC en LD formatie ontwikkelt zich in de richting van de gewenste streefformatie in 2014. 2.5 Verhouding man-vrouw
Man
60%
Vrouw
50%
40% 30% 20% 10% 0%
pag. xviii van xxix
Man
2006 54,0%
2007 53,2%
2008 52,4%
2009 51,9%
2010 56,8%
2011 55,8%
Vrouw
46,0%
46,8%
47,6%
48,1%
43,2%
44,2%
2.6 Man-vrouw in leidinggevende posities
100% 80%
60% 40% 20% 0% Vrouw
2007 20,9%
2008 24,1%
2009 24,0%
2010 21,7%
2011 21,9%
Man
79,1%
75,9%
76,0%
78,3%
78,1%
3. Overig Naast de verdeling van het personeelbestand in categorieën is er een aantal kengetallen vastgesteld op basis van arbeidsvoorwaardelijke regelingen, zoals: 1. gebruik OMO Seniorenregeling (OSR) 2. gebruik overgangsrecht Bevordering Arbeidsparticipatie Ouderen (BAPO) 3. gebruik ouderschapsverlof 4. aantal LIO-ers/stagiaires
3.1 OMO Seniorenregeling (OSR)
aantal personeelsleden
2.500
2.000
1.500
1.000
500
0 Deelnemers OSR
2.006 1.476
2.007 1.707
2.008 1.734
2.009 1.929
2.010 2.184
2.011 2.119
Op basis van de CAO-OMO bestaat de mogelijkheid om deel te nemen aan de OMOseniorenregeling. Elk personeelslid van 52 jaar en ouder krijgt een budget aan taakverlichting dat jaarlijks, naar believen, ingezet kan worden.
pag. xix van xxix
3.2 Overgangsrecht Bevordering ArbeidsParticipatie Onderwijs (BAPO)
300
aantal personeelsleden
250
200
150
100
50
0 Deelnemers BAPO
2.006 255
2.007 216
2.008 167
2.009 110
2.010 133
2.011 91
Voor personeelsleden van 52 jaar en ouder is op basis van de CAO-OMO nog het overgangsrecht BAPO mogelijk. Voor 170 (vanaf 52 jaar) of 340 (vanaf 56 jaar) klokuren per jaar kan werktijdverkorting worden ‘gekocht’. 3.3 Gebruik ouderschapsverlof
300
aantal personeelsleden
250
200
150
100
50
0 Ouderschapsverlof
2.006 109
2.007 127
2.008 140
2.009 157
2.010 247
2.011 274
Op basis van de CAO-OMO bestaat de mogelijkheid om ouderschapsverlof op te nemen. Het recht op ouderschapsverlof op basis van de Wet Arbeid en Zorg is eveneens onderdeel van de CAO-OMO. De kengetallen geven het aantal personen aan dat in het
pag. xx van xxix
kalenderjaar 2011 voor een bepaalde omvang, al dan niet met betaald verlof, gebruik heeft gemaakt van de regeling ouderschapsverlof. 3.4 Aantal LIO-ers/stagiaires
450
aantal personeelsleden
400 350
300 250
200 150
100 50
0 Staigiaires
pag. xxi van xxix
2.006 260
2.007 409
2.008 421
2.009 393
2.010 410
2.011 359
BIJLAGE 9. REGIONALE SAMENWERKINGSVERBANDEN Nummer
Naam
VO-25-07
Samenwerkingsverband VO-ROC
Merletcollege
Nijmegen e.o.
Elzendaalcollege
Samenwerkingsverband VO/VSO
OMO SG Bergen op Zoom
Bergen op Zoom e.o.
Roncalli Scholengemeenschap
Samenwerkingsverband SVO/VO in de
OMO SG Tongerlo
VO-30-01
VO-30-02
Deelnemende scholen
regio Roosendaal VO-30-03
Regionaal Samenwerkingsverband Breda
Munnikenheide College
e.o.
Kwadrant Scholengroep (deelschool Hanze College)
VO-30-04
Samenwerkingsverband
2College
VO Midden-Brabant
De Nieuwste School Mill-Hillcollege Kwadrant Scholengroep (deelschool Cambreurcollege) Sint-Odulphuslyceum Theresialyceum
VO-30-05
Samenwerkingsverband VO De Meierij
Gymnasium Beekvliet Jacob-Roelandslyceum Sint-Janslyceum Jeroen Bosch College Rodenborch-College Maurick College Duhamel College Baanderheren College Hervion College
VO-30-06
Samenwerkingsverband VO Brabant
Fioretti College
Noordoost
Maaslandcollege Zwijsen College
VO-30-07
Vereniging Regionaal
Lyceum Bisschop Bekkers
Samenwerkingsverband VO Eindhoven
Pleincollege Sint-Joris
Kempenland
Pleincollege Eckart Rythovius College Sondervick College Scholengemeenschap Were Di Van Maerlantlyceum
pag. xxii van xxix
VO-30-08
Samenwerkingsverband VO/VSO
OMO SG Helmond
Helmond e.o.
Instelling VO Deurne Varendonck-College
VO-30-09
Regionaal Samenwerkingsverband VO/VSO De Langstraat
pag. xxiii van xxix
OMO SG De Langstraat
BIJLAGE 10. INSTELLINGEN VOOR HOGER EN WETENSCHAPPELIJK ONDERWIJS Instellingen waarmee OMO samenwerkt zijn:
Universiteit van Tilburg (UvT) o
De Universitaire Lerarenopleiding Tilburg is in gelijkwaardige samenwerking met Ons Middelbaar Onderwijs tot stand gekomen; deze universiteit is partner in de academische opleidingsscholen;
o Er zijn diverse banden van scholen met faculteiten van de UvT. Radboud Universiteit (RU) o
Deze universiteit is partner van de academische opleidingsschool Oost;
o
Heeft diverse banden met OMO-scholen in hun regio;
o
De aanvraag voor Krachtig Meesterschap kwam in samenwerking met de RU tot stand;
o
De opzet van netwerken van docenten komt tot stand met de Radboud
Universiteit. Technische Universiteit Eindhoven (TU/e) o
Eindhoven School of Education (ESoE) is partner van de academische school;
o
ESoE verricht specifiek onderzoek naar De Nieuwste School
o
Verzorgt begeleiding van de technasia van OMO;
o Krachtig Meesterschap is mede door ESoE tot stand gekomen. Ruud de Moorcentrum van de Open Universiteit o
Koers 2016 binnen het kader van de ‘vraagsturingsprojecten’. HBO-lerarenopleidingen o
Er is intensieve samenwerking met de drie HBO lerarenopleidingen;
o
De regionale verbondenheid van de OMO-scholen met de lerarenopleidingen
komt hier tot uitdrukking. Hogeschool van Rotterdam (HR) o
Dit universitair onderzoekscentrum verricht onderzoek naar de effecten van
Deze is verbonden aan de Academische School West en verzorgt het
opleidingsonderwijs in de volledige westhoek van Brabant. Fontys Hogescholen o
Hier vallen diverse lerarenopleidingen onder (Kunsten, Sport, PTH en FLOT). Met alle lerarenopleidingen werken OMO-scholen samen.
o
In het bijzonder met de FLOT is de samenwerking intensief in de Academische Opleidingsschool Tilburg. Ook hier is het lectoraat verbonden
aan de academische school. Hogeschool Arnhem Nijmegen (HAN) o
Verbonden aan de Academische Opleidingsschool Oost en verzorgt het
opleidingsonderwijs in de oosthoek van Brabant. Hogeschool Utrecht, Centrum Archimedes o
Instituut Archimedes biedt trajecten die toepasbaar zijn op de lerarenopleidingen. Het gaat om trajecten die gericht zijn op de professionalisering van opleidingsdocenten en schoolpracticumdocenten.
pag. xxiv van xxix
BIJLAGE 11. BEGRIPPENLIJST A Atheneum
Zesjarige opleiding voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo) zonder de klassieke talen Grieks en Latijn (voor 12 – 18 jarigen.
B Basisberoepsgerichte leerweg Bureau OMO (of OMObureau)
Leerweg binnen het vmbo met de meeste praktijkelementen. Hierna kunnen leerlingen doorstromen naar mbo-opleidingen op niveau 2. Het gemeenschappelijke dienstverlenende orgaan van Ons Middelbaar Onderwijs, gehuisvest in Tilburg.
B-/K-leerwegen Bovenbouw
Basisberoepsgerichte en Kaderberoepsgerichte leerwegen in het vmbo. De bovenbouw is de algemene benaming voor het derde en vierde leerjaar van het vmbo, de vierde en vijfde klassen van de havo, en de vierde, vijfde en zesde klassen van het vwo. Het Ministerie heeft aan alle onderwijsinstellingen een Brin-nummer toegekend (Brin: basisregistratie instellingen).
Brinnummer
C Cambridge certificate Collectief schoolleiders overleg (CSO) Current ratio
Curriculum
Internationaal erkend Engels examen. Vergadering bestaande uit alle (interim) OMO schoolleiders en de raad van bestuur. Het CSO vindt circa 7 keer per jaar plaats. Kengetal dat aangeeft in hoeverre een organisatie in staat is aan de korte termijn verplichtingen te kunnen voldoen. Wordt berekend door het totaal van de korte termijn vorderingen, beleggingen en de liquide middelen te delen door alle korte termijn verplichtingen. Het geheel van cursussen/programma’s en de inhoud ervan, die leerlingen op hun school krijgen aangeboden.
D DELF
Doorstroom
Een internationaal erkend diploma over de mate van Franse taalbeheersing, dat wordt uitgereikt door de Franse overheid (DELF: Diplôme d'études en langue française). De weg die leerlingen tijdens hun schoolcarrière binnen een school afleggen.
E Eigen vermogen Enkelvoudige jaarrekening
Voor te stellen als het bedrag dat resteert wanneer alle bezittingen worden verkocht en alle schulden afgelost. In de enkelvoudige jaarrekening zijn alleen de financiële gegevens van de vereniging Ons Middelbaar Onderwijs opgenomen, zonder de financiële gegevens van verbonden partijen.
F Full time equivalent (fte) Functiemix
De omvang van een dienstverband. Ook wel werktijdfactor genoemd. Eén fte staat voor een volledig (full-time) dienstverband. De verdeling van leraren (in voltijdbanen, fte’s) over de verschillende salarisschalen (LB, LC, LD en LE).
G Geconsolideerde jaarrekening Gemengde leerweg Goethe certificaat Gymnasium
In de geconsolideerd jaarrekening zijn, naast de financiële gegevens van de vereniging Ons Middelbaar Onderwijs, tevens de financiële gegevens van verbonden partijen opgenomen. Leerweg binnen het vmbo met een combinatie tussen theorie en praktijk. Bereidt leerlingen voor op mbo-opleidingen op niveau 3 en 4. Internationaal erkend Duits examen. Zesjarige opleiding voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo) met de klassieke talen Grieks en Latijn (voor 12 – 18 jarigen).
H havo
pag. xxv van xxix
Hoger algemeen voortgezet onderwijs, het op één na hoogste niveau binnen het voortgezet onderwijs. Opleiding duurt vijf jaar. Het is
algemeen vormend (theoretisch) en geen beroepsopleiding; het havodiploma is een startkwalificatie en is vooral bedoeld als voorbereiding op het hbo (hoger beroepsonderwijs)
I Instroom
Het geheel van het aantal personen dat een nieuwe opleiding begint en daarom wordt geteld.
J K Kaderberoepsgerichte leerweg Kapitalisatiefactor
Leerweg binnen het vmbo voor praktisch ingestelde leerlingen. Bereidt leerlingen voor op mbo-opleidingen op niveau 3 en 4. Kengetal dat laat zien of een instelling te veel kapitaal aanhoudt voor zijn activiteiten. De kapitalisatiefactor wordt berekend door van het balanstotaal van een instelling de bedragen voor gebouwen en terreinen af te trekken en het dan overblijvende bedrag te delen door het totaal van de jaarlijkse baten.
L Leerweg ondersteunend onderwijs LOOT-school
Lyceum
Onderwijs in de leerwegen van het vmbo met extra zorg en begeleiding. Landelijk overleg onderwijs en topsport-school. Een school voor voortgezet onderwijs die toptalenten in sport ondersteunt om hun schoolcarrière met hun topsport te combineren. School voor voortgezet onderwijs waar voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo) en hoger algemeen voortgezet onderwijs (havo) gevolgd kan worden (voor 12- tot 18-jarigen)
M mavo
Middelbaar algemeen voortgezet onderwijs. Ook wel de theoretische leerweg van het vmbo of vmbo-t genoemd.
N O Onderbouw
Onderwijsondersteunend personeel
De onderbouw is de algemene benaming voor het eerste en tweede leerjaar van het vmbo, de eerste, de tweede en derde klassen van de havo, en de eerste, tweede en derde klassen van het vwo. Personeel niet behorend tot de functiecategorieën directie en onderwijzend personeel; voorbeelden administratief medewerker, conciërge, onderwijsassistent, technisch assistent etc.
P Praktijkonderwijs
Verzorgt onderwijs voor jongeren in de leeftijd van 12 tot 20 jaar die op grond van hun capaciteiten niet in staat zijn om een diploma van het vmbo te behalen. Een leerling kan worden toegelaten op grond van een beschikking van een regionale Verwijzingscommissie (RVC). Het praktijkonderwijs heeft als doel leerlingen voor te bereiden op een zo zelfstandig mogelijk functioneren in de samenleving.
Q R Rentabiliteit
De verhouding tussen het resultaat en de totale baten.
S Solvabiliteit Startkwalificatie
Verhouding tussen het eigen vermogen en vreemd vermogen op de balans. Het in de ogen van de Nederlandse overheid minimale onderwijsniveau dat nodig is om kans te maken op duurzaam geschoold werk in Nederland.
T Technasium Theoretische leerweg Tweetalig onderwijs
pag. xxvi van xxix
Onderwijsstroom voor havo en vwo, waarin de bėta-vakken centraal staan. Leerweg binnen het vmbo voor theoretisch ingestelde leerlingen. Bereidt leerlingen voor op mbo-opleidingen op niveau 3 en 4. Tweetalig onderwijs (tto) houdt in dat bij niet talenvakken, als
bijvoorbeeld geschiedenis en biologie, een andere taal dan de moedertaal als instructie- en communicatietaal wordt gebruikt.
U Uitstroom Universumschool
Het geheel van het aantal personen dat op een bepaald tijdstip een bepaalde fase van onderwijs verlaat, al of niet met een diploma. Een universumschool onderscheidt zich van andere scholen doordat het extra aandacht geeft aan het bèta-onderwijs.
V vmbo
vmbo intersectoraal
Voortgezet onderwijs Voorziening
vwo
Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs. Is ontstaan uit de samenvoeging van vbo en mavo en sommige vormen van voortgezet speciaal onderwijs. Bestaat uit 4 leerwegen: theoretisch, gemengd, kaderberoepsgericht en basisberoepsgericht. vmbo intersectoraal betreft die beroepsgerichte programma’s, waarbij in het niet-doorstroom relevante deel van het programma van de vier leerwegen onderdelen van de sectoren Techniek, Zorg en Welzijn en Economie in samenhang worden aangeboden. Onderwijs dat volgt op basisonderwijs. Bestaat uit het praktijkonderwijs, vmbo, havo en vwo. Boekhoudkundig een grootboekrekening waarop meestal periodiek bedragen worden gestort met als oogmerk het saldo op enig moment in de toekomst aan te wenden voor het doel waar de voorziening oorspronkelijk voor gevormd werd. Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, bestaande uit atheneum en gymnasium.
W Weerstandsvermogen
X Y Z
pag. xxvii van xxix
Het vermogen om tegenvallers te kunnen opvangen; het eigen vermogen in verhouding tot de totale baten (inclusief rentebaten).
BIJLAGE 12. LIJST VAN VEELGEBRUIKTE AFKORTINGEN AOS Bapo BRIN CSO DELF ELO ESoE FPU Fte GMR havo hbo ICT IdU LB/LC/LD/LE LOOT lwoo mavo mbo MR NKO OCW o/g OMO OOP OP OSR PrO RdMC ROC RvB RvT Tto u/g vmbo vwo
pag. xxviii van xxix
Academische opleidingsschool Bevordering arbeidsparticipatie ouderen Basisregistratie instellingen Collectief schoolleiders overleg Diplôme d'études en langue française Elektronische leeromgeving Eindhoven School of Education Flexibel pensioen en uittreden Full time equivalent Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad Hoger algemeen vormend onderwijs Hoger beroepsonderwijs Informatie- en communicatietechnologie In-, door- en uitstroom Salarisschaal voor docenten Landelijk overleg onderwijs en topsport Leerwegondersteunend onderwijs Middelbaar algemeen vormend onderwijs Middelbaar beroepsonderwijs Medezeggenschapsraad Nederlandse Katholieke vereniging van Ouders Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Opgenomen geld Ons Middelbaar Onderwijs Onderwijsondersteunend personeel Onderwijsgevend personeel OMO seniorenregeling Praktijkonderwijs Ruud de Moorcentrum Regionaal opleidingencentrum Raad van bestuur Raad van toezicht Tweetalig onderwijs Uitgegeven geld Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs