Jaarverslag 2010 De cirkel is...
Jaarverslag 2010 De cirkel is...
HMi HANSMAK INSTITUUT
Colofon © Hans Mak instituut Koningin Wilhelminalaan 29-B 1411 EL Naarden 035 – 678 30 00
[email protected] www.hansmakinstituut.nl Eindredactie Hans Mak instituut Redactie en projectcoördinatie www.ethiscript.nl Basisvormgeving en lay-out www.lijnontwerp.nl Fotografie Arnout van der Heijden Druk Libertas, grafische communicatie, Bunnik Juni 2011
Inho
Voorwoord
Verslag Raad van Toezicht Deel 1 Het kwaliteitssysteem nierziekten
ud
4 6
9
Hoofdstuk 1 Kwaliteit van de zorg voor nierpatiënten
11
Hoofdstuk 2 De inbreng van patiënten
25
Hoofdstuk 3 Verslag van Diavisie en de Kwaliteitscommissie NfN
33
Hoofdstuk 4 Registraties
39
Hoofdstuk 5 Communicatie en PR
47
Deel 2 Projecten 55 Deel 3 Financiële verantwoording 75
Bijlagen
1 Samenstelling PVC per 31-12-2010
82
2 Samenstelling Kwaliteitscommissie NfN per 31-12-2010
83
3 Lijst met gebruikte afkortingen
84
Voorwoord De cirkel is...
5 In het vorige jaarverslag hebben we vermeld hoe is besloten om
de zorg voor nierpatiënten in de hele keten verder te
voor chronische nierschade (CNS) geen 'eigen' zorgstandaard
verbeteren. In dit jaarverslag kunt u lezen dat die samenwerking in 2010 een groot aantal bouwstenen heeft opgeleverd. Met deze bouwstenen kunnen we
te ontwikkelen, maar aansluiting te zoeken bij wat al voor andere gebieden van de zorg ontwikkeld is: de zorgstandaarden cardiovasculair risicomanagement en diabetes mellitus. In 2010 hebben we hieraan, samen met tal van partijen verder gewerkt. In deze samenwerking ontstonden ook nieuwe bouwstenen
voor de verschillende onderdelen van de nefrologische
voor integraal kwaliteitsbeleid. Richtlijnen, modules, implemen-
keten kwaliteitssystemen ontwikkelen die zichzelf
tatieprojecten, registraties, evaluatieonderzoek… Feitelijk gaat
continu verbeteren. Dat is niet eenvoudig en niet op alle terreinen lukt dat even goed. In 2010 was de centrale vraag: Hoe brengen we voor de hele keten een kwaliteitscyclus tot stand?
het om bouwstenen voor de 'plan-do-check-act' cycli van de verschillende onderdelen van het nefrologische kwaliteitssysteem. Een noodzakelijke ontwikkeling, want een kwaliteitssysteem dat zichzelf niet continu verbetert, is een dood systeem. Niet alle onderdelen van de nefrologische zorg zijn even ver. Niet overal is de volledige cyclus doorlopen, maar het systeem groeit en op alle fronten is vooruitgang geboekt. In dit jaarverslag laten we zien waar de kwaliteitscyclus draait en waar nog een zetje nodig is. Hoe het Hans Mak instituut ook in 2010 verder is gegaan met het realiseren van haar missie: het verbeteren van de zorg voor nierpatiënten in de hele keten. Ik hoop dat dit verslag u zal inspireren om te blijven werken aan de verbetercyclus opdat we samen ‘de cirkel rond’ kunnen maken. Dr. Els W. Boeschoten directeur
HMi jaarverslag 2010
In 2009 ging het over de samenwerking die nodig is om
HMi jaarverslag 2010
6
Verslag van de Raad van Toezicht Verder verbeteren
7 In 2009 heeft de voorzitter van de Raad van Bestuur aangege-
cyclus essentieel. Dat geldt niet alleen voor het manage-
ven haar functie in 2011 over te willen dragen. Dit zette extra
ment, maar voor de gehele organisatie. De vraag diende zich aan of het organisatiemodel nog wel bij de veranderende omgeving past. Samen met de partijen die
druk op het proces van bestuurlijke herstructurering dat al eerder in gang was gezet. Deze herstructurering is in 2010 een belangrijk aandachtspunt geweest. De RvT heeft hier samen met de Nederlandse federatie voor Nefrologie (NfN), Nierpatiënten Vereniging Nederland (NVN) en Nierstichting Nederland onder
het HMi in 2003 oprichtten, hebben we in 2010 gewerkt
leiding van een onafhankelijk voorzitter hard aan gewerkt. Het
aan een bestuurlijke herstructurering. De Raad van Toe-
bleek geen eenvoudige opdracht te zijn. Er is een groot aantal
zicht (RvT) ondersteunde het bestuur bovendien bij het verstevigen van de organisatie. Daarbij is veel aandacht besteed aan het financiële management.
stakeholders waar rekening mee moet worden gehouden. Begin 2011 was er consensus over de opzet, maar nog geen definitief herstructureringsplan dat alle partijen konden onderschrijven. In 2010 vergaderde de RvT zes keer. In de vergaderingen waren de financiële resultaten een belangrijk aandachtspunt. Dankzij – mede op advies van de RvT – doorgevoerde ombuigingen kon in 2010 een positief resultaat worden geboekt. In januari 2010 heeft mevrouw Hartzuiker afscheid genomen van de RvT. Voor haar grote inzet zijn wij haar veel dank verschuldigd. Met ingang van maart 2010 heeft prof. dr. P.M. ter Wee, hoogleraar nefrologie VU Medisch Centrum Amsterdam, zitting genomen in de RvT. Daarmee is de vacature uit hoofde van de NfN ingevuld. In afwachting van de uitkomst van het herstructureringsoverleg is niet voorzien in de vacature ontstaan door het vertrek van mevrouw Hartzuiker en de nog bestaande vacature uit hoofde van de Nierstichting. Op 31 december 2010 was de RvT als volgt samengesteld: Ing. H.J.M. van Wanroij (voorzitter) P. A. W. Edgar, arts, MBA J. A. van de Velde, RA Prof. dr. P.M. ter Wee.
HMi jaarverslag 2010
Ook voor het Hans Mak instituut zelf is een verbeter-
9
Hoofdstuk 1 Kwaliteit van de zorg voor nierpatiënten Kringen in de vijver
Hoofdstuk 2 De inbreng van patiënten Een essentieel onderdeel van de kwaliteitsspiraal
Hoofdstuk 3 Verslag van Diavisie en de Kwaliteitscommissie NfN Cirkels waar muziek in zit
Hoofdstuk 4 Registraties Cirkels samenvoegen
Hoofdstuk 5 Communicatie en PR Open cirkels
HMi jaarverslag 2010
Deel 1 Het kwaliteitssysteem nierziekten
11
Kwaliteit van de zorg voor nierpatiënten
Kringen in de vijver
De sector nierziekten bouwt al meer dan twintig jaar aan kwaliteitsstandaarden en een kwaliteitssysteem. Die weg is in 1985 ingeslagen met het instellen van de Kwaliteitscommissie (KK) van de toenmalige Dialyse Groep Nederland (DGN). Deze commissie ontwikkelde de Nederlandse Kwaliteitsstandaarden voor de dialysebehandeling. Een jaar later begon Renine met het verzamelen van gegevens over dialysepatiënten. In 1996 werd de visitatiecommissie ingesteld. De visitatie van dialyseafdelingen werd aanvankelijk alleen door nefrologen uitgevoerd, later samen met dialyseverpleegkundigen. In 1999 verscheen het eerste HKZ-certificatieschema Dialysecentra. Het systeem wordt steeds verder uitgebouwd en op basis van nieuwe inzichten verbeterd.
HMi jaarverslag 2010
Hoofdstuk 1
HMi jaarverslag 2010
12 Het verder ontwikkelen van het kwaliteitssysteem voor dialyse
taar op de stellingen te leveren. De vernieuwde Visitatiestellin-
was in 2003 de directe aanleiding voor de oprichting van het
gen zullen in de loop van 2011 in de ledenvergaderingen van de
Hans Mak instituut (HMi). De ervaringen met het kwaliteits-
beroepsorganisaties worden besproken en vastgesteld, waarna
systeem dialyse kunnen immers ook benut worden voor de kwa-
zij kunnen worden geïmplementeerd.
liteitsborging bij de behandeling van nierziekten, chronische nierinsufficiëntie, predialyse en niertransplantatie. Uiteindelijk
Niet alleen de normen, ook de richtlijnen waarop een aantal
gaat het om:
normen is gebaseerd, zijn in de loop van 2010 op basis van nieuwe inzichten herzien. Ook is een aantal nieuwe richtlijnen ont-
“De integratie van het perspectief van kwaliteit van zorg van
wikkeld. Meer hierover is te lezen op pag 36 (verslag KK). Zodra
patiënten en zorgaanbieders in één kwaliteitssysteem”
de richtlijnen zijn vastgesteld worden zij op de websites van de diverse beroepsgroepen gepubliceerd. De medische richtlijnen
Kwaliteitssysteem dialyse
zijn te vinden op www.nefro.nl. Het is niet alleen van belang dat
De kwaliteit van de dialysecentra wordt beoordeeld door een
moeten ook op hun uitkomst worden geëvalueerd. Zijn de uit-
externe certificerende instelling. Tot nog toe is dat steeds Lloyd’s
komsten beter als men zich aan de richtlijnen conformeert? Een
geweest. Het HKZ-certificatieschema Dialysecentra vormt de
groot aantal richtlijnen is niet op keiharde evidence gebaseerd.
basis voor de toetsing. Een integraal onderdeel van deze beoor-
Bovendien zijn de meeste richtlijnen vanuit gegevens ontwik-
deling is een beroepsinhoudelijke toetsing waaraan de door
keld die in een andere bevolking werden onderzocht. Voor het
professionals opgestelde ‘Visitatiestellingen’ (beschikbaar via
evalueren van richtlijnen is een landelijke verzameling van de
www.nefro.nl en www.hansmakinstituut.nl) ten grondslag lig-
kwaliteitsindicatoren nodig. Vanaf 2010 kunnen alle dialysecen-
gen. DiaVisie (visitatiecommissie NfN/LVDT) levert de materie-
tra via daarvoor ontwikkelde spreadsheets klinische gegevens
deskundigen die voor de beroepsinhoudelijke beoordeling ver-
aanleveren aan Renine. De meeste centra hebben echter aange-
antwoordelijk zijn. De visitatiecommissie is ook verantwoordelijk
geven met het aanleveren van de data te willen wachten totdat
voor een adequate scholing van deze auditoren.
een geautomatiseerde aanlevering via koppeling van lokale da-
richtlijnen op basis van medische kennis worden aangepast, zij
tabases aan Renine mogelijk is. Bij kinderen die met niervervan-
De PDCA-cyclus van het kwaliteitssysteem
gende behandeling worden behandeld lukt het aanleveren van
Kwaliteit is een dynamisch begrip, het verandert voordurend.
klinische gegevens inmiddels wel. In het kader van het RICH-Q
Daarom worden zowel de normen als de procedures van kwali-
project werken alle Nederlandse en Belgische kinderarts-nefro-
teitsbeoordeling regelmatig tegen het licht gehouden. Het eer-
logen hier enthousiast aan mee (zie: www.rich-q.nl).
ste HKZ-certificatieschema Dialysecentra verscheen in 1999. In 2003 is het schema voor het eerst aangepast, in 2009 werd de
Van belang is dat richtlijnen niet alleen door de nefrologen wor-
volgende herziening ingevoerd. In 2010 heeft DiaVisie hard ge-
den gemaakt, maar dat ook andere beroepsgroepen hier actief
werkt aan een nieuwe versie van de Visitatiestellingen (zie
mee bezig zijn. In 2010 heeft de DNN (Diëtisten Nierziekten
verslag DiaVisie, pag 36). Ook die moeten regelmatig worden
Nederland) een nieuwe visie- en productbeschrijving gemaakt
geactualiseerd. In het kader hiervan vond in november 2010 een
(zie www.dietistennierziekten.com). De Plan-Do-Check-Act
consensusbijeenkomst plaats waar alle leden van de visitatie-
(PDCA)-cyclus, feitelijk een kwaliteitsspiraal, geldt voor het hele
commissie en een aantal toehoorders aanwezig waren. Nieuw
kwaliteitssysteem.
was de patiënteninbreng. De Nierpatiënten Vereniging Nederland (NVN) is gevraagd onderwerpen aan te dragen en commen-
13 (90%) van de 86 dialysecentra die langer dan twee jaar bestaan
In ons jaarverslag van 2009 benoemden we de onwenselijkheid
een kwaliteitskeurmerk, 74 centra hebben een HKZ-certificaat.
van het naast elkaar bestaan van twee normenstelsels voor de
Drie dialysecentra hadden eind 2010 nog een bestendige NIAZ-
kwaliteitsbeoordeling van de dialysecentra: het HKZ-certifica-
deelaccreditatie. Centra die nog geen keurmerk hebben, zijn
tieschema Dialysecentra en de NIAZ Accreditatiegids Dialyse. Dat
vrijwel uitsluitend de nieuwe centra. De meeste nieuwe centra
was geen werkbare situatie. In 2010 is de beslissing genomen
zijn binnen twee jaar gecertificeerd. Een overzicht van alle
om voortaan alleen het HKZ-certificatieschema te gebruiken.
dialyselocaties is op www.hansmakinstituut.nl te vinden. Daar is
Een zwaar-wegende overweging was dat het NIAZ geen deel-
ook te zien welke locaties gecertificeerd zijn. In 2011 zal het
accreditaties op basis van sectorspecifieke accreditatiegidsen
overzicht worden uitgebreid met meer gegevens over de loca-
meer uitvoert. Slechts een klein aantal centra heeft de afgelo-
ties, zoals de behandelingen die worden aangeboden en het
pen jaren gebruik gemaakt van de mogelijkheid door het NIAZ
aantal hemodialyseplaatsen.
te worden geaccrediteerd. Met die centra worden over het verder te volgen traject afspraken gemaakt. De zorgverzekeraars
Het kwaliteitssysteem voor dialysecentra is uitgegroeid tot een
hebben er mee ingestemd dat de NIAZ-accreditatie gedurende
krachtig model waarmee de kwaliteit van de geleverde zorg
de looptijd van het accreditaat wordt gelijkgesteld aan certifi-
goed kan worden getoetst. Het functioneert uitstekend. In 2010
cering volgens de HKZ-normen. Daarna zullen de centra volgens
hebben de zorgverzekeraars bekrachtigd dat certificering voor
het HKZ-certificatieschema Dialysecentra moeten worden gecer-
de zorgverzekeraars dé inkoopindicator voor dialyse is. Certifi-
tificeerd. Het NIAZ kan de audits op basis van de HKZ-normen
cering is opgenomen in de Kwaliteitsparagraaf, de leidraad voor
blijven uitvoeren.
zorgverzekeraars voor de inkoop van kwalitatief goede zorg. Centra zonder keurmerk krijgen twee jaar de tijd om orde op
Met het besluit in het vervolg slechts één normenstelsel te han-
zaken te stellen. Lukt dat niet, dan worden zij niet meer gefi-
teren is een jarenlange discussie afgesloten. Tien jaar geleden,
nancierd. Werken aan de verbeterspiraal loont!
toen het HKZ-certificatieschema en de NIAZ Accreditatiegids werden ontwikkeld, is er al op aangedrongen slechts één nor-
Interne indicatoren
menstelsel te hanteren. Soms duurt het lang voordat een cirkel
Voor het daadwerkelijk verbeteren van het zorgproces zijn
rond is.
indicatoren belangrijke hulpmiddelen. De beroepsgroepen ontwikkelen die indicatoren op basis van bestaande kennis. Sinds
Werken aan verbeterspiralen loont
2007 verzamelen de dialysecentra systematisch een aantal door
De certificering van dialysecentra zorgt er voor dat in een cen-
de beroepsgroep vastgestelde klinische kwaliteitsindicatoren.
trum de kwaliteit van de dialysebehandeling goed in beeld is
Deze indicatoren zijn gebaseerd op medische (inter)nationale
gebracht. Elke drie jaar wordt een volledige audit uitgevoerd.
richtlijnen en omvatten: anemiebehandeling, calciumfosfaat-
Soms worden daarbij zoveel tekortkomingen geconstateerd, dat
huishouding, dialysedosis, vaattoegang, hepatitis B-vaccinatie
een centrum het keurmerk verliest. Dat is voor het centrum van-
en peritonitis als complicatie van de behandeling met peritoneale
zelfsprekend een teleurstelling. Het is echter ook een aanleiding
dialyse. Het is jammer dat het nog niet lukt om deze indicatoren
om nog eens goed naar de zwakke onderdelen van de organi-
landelijk te verzamelen. Daardoor kunnen centra zich niet spie-
satie te kijken en het zorgproces te verbeteren.
gelen aan de resultaten van andere centra of aan een landelijk
Dat de zorg doorgaans heel goed is, blijkt uit de audits. Dankzij
gemiddelde. Ook kunnen de effecten van de indicatoren op de
grote inspanningen van velen, vooral van de zorgverleners, is de
uitkomst van de behandeling niet goed worden geëvalueerd.
kwaliteit aantoonbaar goed geborgd. Anno 2010 hebben 77
Deze evaluatie is ook nodig om in de toekomst de set indicatoren
HMi jaarverslag 2010
Een cirkel is rond
HMi jaarverslag 2010
14 100 90 80 70 60 50 40 20 10 0
Volwassenen Kinderdialyse 1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
Figuur 1. Aantal dialysecentra in Nederland
tot een minimum te beperken. Immers, om de belasting van de
(Artikel 18 WZV, later Wet Bijzondere Medische Verrichtingen).
centra zo klein mogelijk te houden, zal het kwaliteitssysteem zo
Dat betekent dat sindsdien de overheid niet langer de capaciteit
eenvoudig mogelijk moeten zijn. Voordat een verantwoorde
regelt, maar dat dit een zaak van de veldpartijen is. Als gevolg
keuze uit indicatoren kan worden gemaakt, moet ervaring met
hiervan is het aantal dialysecentra verdubbeld (zie figuur 1). Eind
de zeggingskracht van indicatoren worden opgedaan. Zolang
2010 waren er in Nederland 106 dialysecentra, waarvan vier voor
indicatoren niet landelijk worden verzameld, zijn we gevangen
kinderdialyse. De concurrentie is groot.
in een vicieuze cirkel en blijven mogelijkheden voor een effectieve verbetering van het systeem onbenut.
Het is voor patiënten niet moeilijk meer om een dialysecentrum in de buurt te vinden. Dat is een heel goede ontwikkeling. Rond
Sterke toename aantal dialysecentra
de eeuwwisseling was er een tekort aan hemodialyseplaatsen
Bij een levensreddende behandeling als dialyse gaat het niet al-
en werden patiënten soms met peritoneale dialyse behandeld
leen om de kwaliteit van de zorg, maar ook om de beschikbaar-
wanneer hemodialyse eigenlijk de voorkeur had. Nu lijken de
heid. Centrumhemodialyse moet het liefst zo dicht mogelijk bij
ontwikkelingen een heel andere wending te nemen. Het aantal
huis geleverd worden, met flexibele behandeltijden waardoor
thuisdialysepatiënten, vooral voor peritoneale dialyse, daalt snel
de behandeling niet alleen aan de medische, maar ook aan de
terwijl de centrumhemodialyse toeneemt (zie figuur 2).
sociale behoefte van patiënten kan worden aangepast. Sinds 2002 valt dialyse niet meer onder beschermende wetgeving
15 HMi jaarverslag 2010
9000 8000 7000 6000 5000 4000 3000
CHD 2000
THD
1000
Ntx PD
0
1970
1973
1976
1979
1982
1985
1988
1991
1994
1997
2000
2003
2006
2009
Figuur 2. Aandeel van centrumhemodialyse (CHD), thuishemodialyse (THD), peritoneale dialyse (PD) en niertransplantaties (Ntx) in de nierfunctievervangende behandeling. Bron: Renine
Niet alleen de uitbreiding van het aantal plaatsen voor centrum-
Marktwerking maakt zichtbare zorg nodig
hemodialyse is daar debet aan, ook de toename van het aantal
Er ontstonden opmerkelijk felle discussies toen er in de zomer
niertransplantaties (vooral in de jongere leeftijdscategorieën,
van 2010 een artikel over marktwerking in de Volkskrant
vaak nog voordat met dialyse wordt begonnen) en een ouder
verscheen waarin vrijelijk uit het jaarverslag 2009 van het
wordende dialysepopulatie hebben daar invloed op. Door de
HMi werd geciteerd.
snelle uitbreiding van het aantal dialyselocaties is het gemiddeld aantal patiënten per centrum de laatste jaren sterk gedaald
Het thema ‘Marktwerking in de Dialyse’ heeft de gemoederen
(zie figuur 3).
in 2010 erg bezig gehouden. Onder andere in het najaar, tijdens het symposium ter gelegenheid van het 40-jarig bestaan van de
Het aantal dialysepatiënten blijft enigszins achter bij de ver-
dialyseafdeling van het Jeroen Bosch Ziekenhuis in Den Bosch
wachtingen. De voorspelde groei van patiënten met nierfalen
en tijdens het HMi-symposium ‘Marktwerking in de Dialyse’ op
in vergelijking met de toename van mensen met diabetes mel-
2 november werd hierover fel gediscussieerd. Zorgverleners voel-
litus, hypertensie en overgewicht in de bevolking is (nog) uitge-
den zich aangevallen toen potentiële negatieve effecten van
bleven. Alleen in de leeftijdscategorie boven de 75 jaar neemt
‘marktwerking’ aan de orde werden gesteld. Begrijpelijk, want
het aantal dialysepatiënten toe. Komt dit doordat preventieve
zij doen hun uiterste best om de kwaliteit van de zorg steeds
maatregelen effect sorteren? Dat zou mooi zijn, maar het zal
verder te verbeteren en hun patiënten zo goed mogelijk te be-
wel door onderzoek moeten worden bewezen.
handelen. Anderzijds hadden sommige patiënten het gevoel dat
HMi jaarverslag 2010
16
110 100 90 80 70 60 50 40 20 10 0
1990
1992
1994
1996
1998
2000
2002
2004
2006
2008
2010
Figuur 3. Gemiddeld aantal dialysepatiënten per locatie (HD +PD, excl. kindercentra). Bron: Renine
zij niet goed waren voorgelicht over alle behandelingsmogelijk-
en actieve deelname aan de registratie van klinische indicato-
heden. Anderen hadden te horen gekregen dat patiënten eerst
ren) en uitkomst (vaattoegang bij start hemodialyse, bacteriële
een tijdje moesten dialyseren voordat zij konden worden ge-
kweken van het dialysewater, transplantatiegraad, voorberei-
transplanteerd. Bij dit soort controverses wordt duidelijk hoe
dingstijd niertransplantatie). De NVN ontwikkelt een indicator
belangrijk het certificeringsysteem is. Deze infrastructuur maakt
voor patiëntenvoorlichting. Samen met ZN zullen de indicatoren
het mogelijk om onderdelen van het systeem die ter discussie
in de vorm van Zichtbare Zorg (ZiZo) worden gegoten (zie
staan inzichtelijk te maken. En dat is precies waar in 2010 een
www.zichtbarezorg.nl). Eind 2011 start de landelijke verzame-
begin mee is gemaakt.
ling van de indicatoren, Renine zorgt voor de NfN-indicatoren, het HMi voor de NVN-indicator. In 2012 gaan de zorgverzeke-
In november heeft het HMi een bijeenkomst met vertegenwoor-
raars deze indicatoren bij de zorginkoop gebruiken. Op basis
digers van NfN, NVN en Zorgverzekeraars Nederland (ZN) geor-
van de uitkomsten van de verkregen data zal worden bezien of
ganiseerd. Bij die gelegenheid is een aantal indicatoren over-
de gekozen indicatoren voldoen. Zorgaanbieders, patiënten en
eengekomen die aangeven of zorgen over de negatieve effecten
verzekeraars hebben afgesproken dat de indicatoren zo nodig
van ‘marktwerking’ terecht zijn. Vanuit de NfN zullen indicato-
worden aangepast of vervangen. Ook hier is de kwaliteitsspiraal
ren worden ontwikkeld voor de domeinen volume (minimum
belangrijk!
aantal patiënten per centrum), indicatiestelling (nierfunctie bij start dialyse), dataregistratie (deelname aan Renine-registratie
17
Transparantie in de zorg
Spiegelinformatie is vrij beschikbaar, de jaarrapportages zijn
Waarom is het voor de dialysesector zo moeilijk gebleken kwa-
openbaar, maar niet tot de deelnemende centra herleidbaar. In
liteitsindicatoren op landelijk niveau te verzamelen? Wat zijn
2010 heeft het HMi met de DSCA overlegd hoe we van elkaar
de obstakels? In hoeverre kunnen we van anderen leren? Rond
kunnen leren. In 2011 zal dat een vervolg krijgen.
deze en andere vragen organiseerde het HMi samen met de NfN, de Nierstichting, de NVN en de V&VN Dialyse en Nefrologie op
Trusted third party
22 juni 2010 het symposium ‘Weet wat je meet’. In plenaire
Transparantie in de zorg, de benodigde informatietechnologie
sessies voerden sprekers met verschillende achtergronden het
is beschikbaar. Door het gebruik van gecodeerde identiteits-
woord en er was een workshop ‘Meten en weten; waarom is
gegevens kan de patiëntenprivacy afdoende worden geborgd.
registreren leuk?’ voor verpleegkundigen en paramedici. Het
Voor de versleuteling van de patiëntengegevens is een trusted
ging tijdens dit symposium vooral om de inhoud van de gege-
third party (TTP) nodig, een derde partij die het vertrouwen van
vensverzameling en over de beleidsmatige aspecten, minder over
alle betrokkenen heeft. In sommige definities is het versleutelen
de obstakels. Toch zijn die er wel. Zo zijn er technische barrières
van data de enige functie van een TTP. Een TTP kan echter ook
op het gebied van informatietechnologie. De privacy van de
uitgebreider worden opgevat, zoals bijvoorbeeld het geval is bij
patiënten moet geborgd zijn, maar ook de privacy van de centra
Stichting Benchmark GGZ. Zo’n uitgebreide TTP-functie is het
moet beschermd worden. Immers, veel indicatoren zijn heel
HMi op het lijf geschreven. De versleuteling van de patiënten-
geschikt voor het verbeteren van de eigen prestaties, maar
gegevens kan onder de verantwoordelijkheid van het HMi plaats-
niet zonder meer voor openbaarheid. De resultaten van klini-
vinden. Onder verantwoordelijkheid van het HMi kunnen ook
sche indicatoren zijn in hoge mate afhankelijk van de patiënten-
de authenticiteit (herkomst) en integriteit (volledigheid en juist-
populatie die in een centrum wordt behandeld en van andere
heid) van gegevens worden getoetst, bijvoorbeeld tijdens de
factoren die de behandelaars moeilijk kunnen beïnvloeden. Het
certificeringsaudits. Het HMi kan er op toezien dat de data op
is vooralsnog niet mogelijk om voor al deze factoren in voldoen-
een betrouwbare, veilige en gestandaardiseerde wijze worden
de mate te corrigeren. Daarom aarzelen zorgaanbieders om het
verzameld. Het HMi kan de vertrouwelijkheid van de gegevens
gewenste inzicht te geven.
bewaken en ervoor zorgen dat deze niet kunnen worden ingezien door personen die daartoe niet bevoegd zijn. Binnen
Toch zouden al deze barrières anno 2010 geen belemmering meer
het HMi kunnen ook bindende afspraken worden gemaakt over
moeten zijn. Een mooi voorbeeld is de DSCA (Dutch Surgical
de beschikbaarheid van de gegevens, de analyses, de interpre-
Colorectal Audit), de zorgregistratie voor de behandeling van
tatie en de wijze van rapporteren. Het zijn deze overwegingen
darmkanker die door de chirurgen is opgezet (zie www.dsca.nl).
die er toe hebben geleid dat de TTP-functie van het HMi een
HMi jaarverslag 2010
Zichtbare Zorg door goede indicatoren
HMi jaarverslag 2010
18 onderdeel is van de organisatorische herstructurering waar in
lijke Transmurale Afspraak Chronische Nierschade (LTA CNS) tot
2010 aan is gewerkt (zie pag 21/22 ). Het HMi is er klaar voor. In
stand (zie onder andere www.artsennet.nl). Daarmee zijn de
2010 is het HMi opnieuw gecertificeerd (ISO 9001:2008). Ook
aanbevelingen voor goede nefrologische zorg ook voor de huis-
hebben we hard gewerkt aan de accreditatie door het Centrum
artsenpraktijk beschikbaar. In 2010 is op verschillende fronten
Klantervaring Zorg (CKZ) voor het uitvoeren van de CQ-index.
aan de implementatie van de LTA CNS gewerkt. In het hele land
Daarbij worden alle fases van een betrouwbare gegevensverza-
organiseerden nefrologen bijeenkomsten met huisartsen en in
meling getoetst. Begin 2011 verleende het CKZ het accreditaat
verschillende regio’s is de LTA CNS in Regionale Transmurale
aan het HMi. In 2011 zullen we de TTP-functie van het HMi, als
Afspraken (RTA’s) vertaald. Het HMi heeft getracht hier een
onderdeel van de organisatie van het kwaliteitssysteem voor de
steentje aan bij te dragen (zie ‘Stroomschema Integrale Zorg
hele nefrologische keten, verder vorm geven.
CNS’ en ‘Doelgroeponderzoek’ in deel 2 van dit jaarverslag).
Best practices
In 2009 is ook het Verzekeringsgeneeskundig Protocol Chroni-
Een belangrijke mogelijkheid om kwaliteit te verbeteren bieden
sche Nierschade afgerond, een initiatief van de Nederlandse
best practices. Bij audits worden niet alleen knelpunten en
Vereniging voor Verzekeringsgeneeskunde (NVVG), ondersteund
onvolkomenheden geconstateerd. De certificeerder ziet in de
door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW).
instellingen ook onderdelen van de zorg die uitstekend in orde
Zowel de MDR CNS als de LTA CNS is in het Verzekeringsgenees-
zijn. Benaderingen, ideeën, praktische oplossingen waar ande-
kundig Protocol CNS geïntegreerd. Bij de ontwikkeling van dit
ren van zouden kunnen leren. Door dit samen te delen, voor-
protocol waren naast verzekeringsgeneeskundigen, arbeids-
komen we dat iedereen opnieuw het wiel uitvindt. Eind 2009 is
deskundigen en bedrijfsgeneeskundigen ook de NVN, NfN en
met de NfN afgesproken dat hier werk van zal worden gemaakt.
het HMi nauw betrokken. Dit protocol is in 2010 in gebruik ge-
Met toestemming van de betreffende instellingen zouden van-
nomen. Het is in maart 2011 in de Staatscourant gepubliceerd
af 2010 uitzonderlijk goede organisatiemodellen en ideeën via
en zal 1 november 2011 formeel in werking treden. Vanaf die
www.hansmakinstituut.nl beschikbaar worden gesteld. Dat is er
datum wordt het protocol bij de claimbeoordeling van arbeids-
nog niet van gekomen. Dit onderwerp staat hoog op de priori-
ongeschiktheidswetten gebruikt. Daarmee is het protocol tot
teitenlijst voor 2011.
wet verheven. Een uniek sluitstuk van een traject dat in 2006 begon toen de NVN het initiatief nam voor het ontwikkelen van
MDR: belangrijk voor de verbeterspiraal
verzekeringsgeneeskundige richtlijnen voor chronische nier-
In 2008 rondde de uit medisch specialisten bestaande multi-
patiënten. Na vijf jaar is de cirkel rond!
disciplinaire werkgroep van de NfN de vernieuwde Multidisciplinaire Richtlijn Chronische Nierschade (MDR CNS) af. Deze
De Multidisciplinaire Richtlijn Predialyse (MDR Predialyse), die
richtlijn is vooral bedoeld voor specialisten; niet alleen nefrolo-
in 2009 door de diverse beroepsgroepen is goedgekeurd, is
gen, maar ook internisten, cardiologen en andere specialismen
in 2010 geactualiseerd. De actuele versie is beschikbaar op
die bij de behandeling van patiënten met een chronische nier-
www.nefro.nl en www.hansmakinstituut.nl. Een patiënten-
ziekte betrokken zijn. In het kader van de implementatie van
versie, ontwikkeld vanuit de NVN, is in de MDR Predialyse opge-
deze richtlijn organiseert de NfN samen met het HMi in 2011 een
nomen. In 2010 is verder gewerkt aan de voorbereiding van een
symposium voor niet-nefrologische specialismen.
MDR voor oudere nierpatiënten en een MDR vaattoegang. Meer over multidisciplinaire richtlijnen vindt u in deel 2 van dit jaar-
In 2009 kwam, als afgeleide van de MDR CNS, in samenwerking met het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) de Lande-
verslag.
19 wordt uitgevoerd door de Universitair Medische Centra Maas-
knelpunten aan het licht. Het zijn niet alleen nefrologen die
tricht en Nijmegen. In deze door ZonMw gefinancierde studie,
richtlijnen en aanbevelingen voor professioneel handelen
in 2007 van start gegaan, worden instrumenten ontwikkeld voor
opstellen, ook andere beroepsgroepen houden zich daarmee
het meten van het effect van certificering van de ketenzorg.
bezig. Door gebrek aan wetenschappelijke studies op verpleeg-
Deze meetinstrumenten zijn in 2010 gevalideerd. In 2011 wordt
kundig en paramedisch gebied zijn richtlijnen voor deze vormen
hier de laatste hand aan gelegd.
van zorg nog meer dan de medische richtlijnen opinion based. Ze zijn desondanks van groot belang en onmisbaar voor het realiseren van goede zorg. Vaak zijn het de voorlopers van richt-
Zorgstandaard
lijnen die wél door evidence worden onderbouwd. Wat bij deze
Een steen in de vijver
beroepsgroepen vaak ontbreekt, is een infrastructuur die het
De vergrijzing van de bevolking, de toename van het aantal
ontwikkelen van richtlijnen faciliteert; een structuur die bij de
chronische patiënten, de toename van de comorbiditeit, de groei
nefrologen in de vorm van de Kwaliteitscommissie wel aanwe-
van de technische mogelijkheden, de complexiteit van de zorg;
zig is. In 2010 is er over nagedacht hoe hierin te voorzien. De
hoe houdt men dat allemaal in de hand? Hoe zorg je dat er in
herstructurering van het HMi biedt hiertoe een uitgelezen kans
de toekomst voldoende mankracht is om alle mensen die dat
(zie pag 21/22 Herstructurering HMi).
nodig hebben zorg te verlenen? Hoe houd je de zorg betaalbaar? In de brief ‘Programmatische aanpak van chronische ziekten’ van
Kwaliteitssysteem niertransplantatie
13 juni 2008 [TK 080616(PG/ZP 2.847.918)] signaleerden de toen-
Om kwaliteit in de hele keten te kunnen borgen, is het van
zijn en Sport (VWS) het probleem van een toenemend beroep
belang dat er voor alle onderdelen van de zorg een kwaliteits-
op de gezondheidszorg door vergrijzing, medische vooruitgang
systeem komt. In dat kader heeft de projectgroep niertransplan-
en ongewenste leefgewoontes. Ze noemden het een uitdaging
tatie – op initiatief van de Nierstichting – een paar jaar geleden
voor de maatschappij als geheel en de gezondheidszorg in het
belangrijk werk verricht door ‘Richtlijnen voor het Opstellen
bijzonder om hieraan het hoofd te bieden. Zij zagen de zorg-
van een Regionaal Kwaliteitshandboek Ketenzorg Niertrans-
standaard als een oplossing voor de zorg voor chronisch zieken
plantatie’ te ontwikkelen. Het implementeren van deze richt-
en hebben daarna de ontwikkeling van deze standaarden gesti-
lijnen blijkt echter geen eenvoudige opgave. Alle activiteiten,
muleerd.
malige minister en de staatssecretaris van Volksgezondheid, Wel-
vanaf de aanmelding van een (levende) donor c.q. transplantatiepatiënt tot en met de nazorg, zijn van belang. Hier zijn veel ver-
Een zorgstandaard is een complex fenomeen. Het gaat om een
schillende specialismen bij betrokken die het kwaliteits-
duidelijke beschrijving van optimale integrale zorg voor het
systeem allemaal moeten onderschrijven. De implementatie van
individu met een chronische ziekte en van de (multidisciplinaire)
het Kwaliteitshandboek Ketenzorg Niertransplantatie kan niet
organisatie die nodig is om die zorg te realiseren. De zorgstan-
worden afgedwongen. Voor (potentiële) transplantatiepatiën-
daard beschrijft de norm waaraan multidisciplinaire zorg voor
ten is duidelijkheid echter van groot belang! Zij willen weten
mensen met een bepaalde chronische ziekte in de hele zorg-
wat hen te wachten staat, begrijpen waarom het beleid in de
keten moet voldoen. Dankzij de begrijpelijke beschrijving weet
acht niertransplantatiecentra verschillend kan zijn. Een aanzet
de patiënt waar hij op mag rekenen en is een duidelijke verde-
voor de implementatie van het Kwaliteitshandboek kan het
ling van taken en verantwoordelijkheden mogelijk tussen de
project ‘De meerwaarde van certificatie, toegepast bij de keten-
betrokken disciplines. De zorgvraag van de individuele patiënt
zorgpatiënten met een nierfunctiestoornis’ geven. Dit project
moet duidelijk zijn en moet gehonoreerd kunnen worden, maar
HMi jaarverslag 2010
Bij het ontwikkelen van multidisciplinaire richtlijnen komen ook
HMi jaarverslag 2010
20 mag niet uitmonden in standaardzorg. De prestatie is gebaseerd
managementmodules moeten worden ontwikkeld, zoals in de
op de gezamenlijke inspanning van zorgverleners in verschil-
projecten ‘Groepsrevalidatie Nierpatiënten’, ESMO (Effects of
lende disciplines.
SelfMonitoring on Outcome of chronic kidney disease), HOMESTART
De overheid heeft het Coördinatieplatform Zorgstandaarden
en ‘Coaching Vochtbeperking’ gebeurt. Het HMi ondersteunt
in het leven geroepen om dit proces te coördineren.
deze projecten met datamanagement en/of onderzoeksverpleegkundigen. Meer hierover in deel 2 van dit jaarverslag.
Bij zorgstandaarden gaat het ondertussen niet alleen meer om de inhoud. Op deze integrale prestatie is de systematiek van de
Het is alsof met het begrip ‘Zorgstandaard’ stenen in een vijver
integrale bekostiging gebaseerd die in 2010 voor een aantal chro-
zijn gegooid. Overal ontstaan kringen die steeds groter worden….
nische ziekten (diabetes, cardiovasculair risicomanagement en COPD) is ingevoerd. Daarbij zijn de huisartsen in the lead, maar de onderhandelingen met de zorgverzekeraars over deze inte-
De financiering
grale bekostiging blijken in de praktijk niet mee te vallen. De
Is de cirkel eindelijk rond?
Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) en het Nederlands Huis-
Het kwaliteitssysteem voor dialyse is geïmplementeerd. De
artsen Genootschap (NHG) hebben om die reden even op de rem
centra financieren het systeem en betalen hiervoor jaarlijks
getrapt waar het de ontwikkeling van nieuwe zorgstandaarden
een bijdrage aan het HMi. Elk najaar bespreken de betrokken
betreft. Daar komt bij dat de overheid momenteel geen geld
partijen de kwaliteitsbijdrage en stellen deze vast. Al jaren
beschikbaar stelt om nieuwe zorgstandaarden te ontwikkelen.
blijkt dat deze bijdrage te krap is om alle noodzakelijke activiteiten te kunnen financieren. De implementatie en de eva-
In 2009 heeft het HMi over de ontwikkelingen aangaande zorg-
luatie van richtlijnen en indicatoren zouden ook een onderdeel
standaarden regelmatig met verschillende organisaties contact
van de jaarlijkse bijdrage moeten zijn. Al sinds 2002 is ieder-
gehad. Daarbij waren de Nierstichting (met haar contacten met
een het er over eens dat de kwaliteitsbijdrage een geoormerkt
het Diabetesfonds, de Hartstichting en Vitale Vaten) en de NVN
onderdeel zou moeten zijn van de DBC-systematiek (Diagnose
belangrijke partners. Samen met de NfN is toen besloten om
Behandel Combinatie). Al vóór de oprichting van het HMi zijn
voor chronische nierschade geen aparte zorgstandaard te ont-
hierover met de direct betrokken partijen (NVZ, NfU, NfN, ZN)
wikkelen maar aansluiting te zoeken bij de zorgstandaarden
afspraken gemaakt. Het ging in die tijd nog over de 17 ‘Bom-
diabetes mellitus en cardiovasculair risicomanagement. In 2010
hoff-DBC’s’ waar dialyse er één van was. Na de val van het ka-
is voor patiënten met chronische nierschade stadia 1 t/m 4 een
binet Balkenende-1 waren ook de Bomhoff-DBC’s van de baan.
stroomschema met checklists ontwikkeld die aan bestaande
Na jaren onduidelijkheid zag het er begin 2010 naar uit dat
zorgstandaarden kunnen worden ‘vastgeplakt’. Ook is een be-
het plan met ingang van 2011 alsnog kon worden uitgevoerd.
gin gemaakt met het project ‘Doelgroeponderzoek’, waarbij
Edoch, door de val van het kabinet Balkenende-4, begin 2010,
gekeken wordt of data die voor diagnose en behandeling van
kwamen de plannen opnieuw op de lange baan terecht. We
nierpatiënten van belang zijn in databases van huisartsen, huis-
waren weer terug bij af…. In 2010 heeft het HMi opnieuw
artsenlaboratoria, apotheken en ziekenhuizen zijn terug te vin-
overleg gevoerd met ZN, de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa),
den (zie deel 2 van dit jaarverslag).
DBC-Onderhoud en VWS. Met de komst van het kabinet Rutte lijkt het te gaan lukken. Het is zeer waarschijnlijk dat dialyse
Voor het ontwikkelen van zorgstandaarden zijn richtlijnen
in 2012 in het B-segment wordt ondergebracht. De vooruit-
alleen niet voldoende. Zorgstandaarden moeten ook zelf-
zichten zijn veelbelovend. Eindelijk is de cirkel – bijna – rond!
management van de patiënt bevorderen. Daarvoor zullen zelf-
21 In 2010 is in het ‘herstructureringsoverleg’ samen met de oprichtende partijen (NfN, NVN en de Nierstichting) onder leiding In 2011 is het acht jaar geleden dat het Hans Mak instituut (HMi)
van een extern adviseur gewerkt aan de toekomstige organisa-
werd opgericht, met als doel de kwaliteit van zorgverlening aan
tie van het HMi. Er zat enige druk op de ketel omdat de huidige
nierpatiënten in de hele keten te bevorderen. Het HMi staat
directeur van het HMi in 2009 had aangegeven begin 2011 het
stevig overeind en heeft zijn bestaansrecht ruimschoots bewe-
stokje te willen overdragen. Behalve positieve punten – ‘sterk
zen. Het instituut wordt door velen als voorbeeld gezien, niet
merk’, gesprekspartner en gewaardeerd aanspreekpunt voor
in de laatste plaats door het ministerie van VWS waarmee ook
organisatorische en inhoudelijke aspecten van de kwaliteit van
in 2010 overleg is gevoerd. Door de prestatiebekostiging en de
de nefrologische zorg, effectieve samenwerking met alle bij de
daarvoor vereiste transparantie ontstaat een ander speelveld,
kwaliteit van zorg betrokken partijen, onafhankelijke positie
waarin de invloed van patiënten en zorgverzekeraars zal toe-
– kwamen ook de volgende minder sterke onderdelen van het
nemen. Voorkomen moet worden dat partijen botsen en elkaar
instituut aan de orde.
gaan tegenwerken. Samenwerking van de direct betrokken
- Het HMi wordt geleid door één algemeen directeur (Raad
partijen – zorgaanbieders, patiënten en zorgverzekeraars – is
van Bestuur). Bij wegvallen van de directeur ontstaat een
essentieel. Een onpartijdig, onafhankelijk kwaliteitsinstituut,
vacuüm.
een platform voor alle partijen, een bundeling van de nood-
- Het HMi krijgt niet altijd voldoende feedback, waardoor het
zakelijke kennis is daarvoor onmisbaar. Tot zo’n instituut is het
moeilijk is het kwaliteitsbeleid op landelijk niveau te coör-
HMi uitgegroeid en verschillende sectoren spelen inmiddels met
dineren.
de gedachte een ‘eigen Hans Mak instituut’ op te richten.
- De financiering van het instituut wordt slechts gedeeltelijk gedekt uit de structurele kwaliteitsbijdrage van de centra.
Niet alleen op het gebied van ‘transparantie’– ontwikkelen,
Voor activiteiten ten behoeve van implementatie en evalu-
implementeren en evalueren van richtlijnen en indicatoren –
atie van kwaliteitsbeleid en van innovatie is het HMi afhan-
moeten de rijen zich sluiten. Ook bij het initiëren en realiseren
kelijk van incidentele subsidies van derden. Ontoereikende
van nieuwe ontwikkelingen moet men elkaar weten te vinden.
structurele financiering maakt het HMi financieel kwetsbaar.
Het HMi kan niet los worden gezien van de NVN en de Nier-
- De nefrologische registratiesystemen zijn bij verschillende
stichting. Deze organisaties hebben alle drie ‘het verbeteren
organisaties ondergebracht.
van de zorg voor nierpatiënten’ hoog in het vaandel en vullen
- Het uitvoeren door het HMi van projecten die niet direct
elkaar prachtig aan. Het patiëntenperspectief wordt aangedra-
kwaliteitsgebonden lijken , vertroebelt de beeldvorming over
gen door de NVN. Samen met de NVN initieert de Nierstichting
het instituut.
nieuwe programma’s, die het HMi logistiek ondersteunt. Ontwikkelingen op het gebied van zelfmanagement – educatie
Eind 2010 was het concept van een nieuwe organisatiestructuur
met behulp van e-learning en interactieve programma’s,
gereed. In deze structuur zijn alle geledingen vertegenwoor-
telecare met behulp van moderne informatie- en communica-
digd. Er zijn vijf kamers, kringen met een gedeeltelijke ge-
tietechnologie, moderne meetapparatuur die het mogelijk
zamenlijkheid: Richtlijnen (ontwikkeling, implementatie en
maakt dat patiënten zelf hun laboratoriumwaarden controle-
evaluatie van richtlijnen en kwaliteitsindicatoren), Certificering,
ren – zullen de zorg in de toekomst in belangrijke mate veran-
Data, Patiëntenaangelegenheden en Organisatie van de zorg.
deren. Samenwerking met onderzoeksinstituten en ziekenhui-
De kamers adviseren de Raad van Bestuur die door de Raad van
zen wordt gezocht. Een reidans waarin natuurlijke partners
Toezicht wordt benoemd. Zo grijpen vele cirkels als radertjes in
elkaar weten te vinden….
elkaar.
HMi jaarverslag 2010
De toekomst van het HMi
HMi jaarverslag 2010
22
Raad van Toezicht
Raad van Bestuur
Bureau
Informatiecentrum
Organisatie van de zorg
Figuur 4. Toekomstig organisatiemodel van het HMi.
Certificering
Data
Patiënten
Richtlijnen
23
activiteiten in 2010 • Het HMi ondersteunt kwaliteitsprojecten in de hele keten. • Het HMi stimuleert en ondersteunt structurele kwaliteitsborging door middel van certificering in de dialysecentra. • Het HMi participeert in de HKZ-werkgroep certificatie dialysecentra en werkt actief mee aan nieuwe versies van dit schema. • Het HMi stimuleert de ontwikkeling van kwaliteitssystemen voor chronische nierziekten, predialyse en niertransplantatie. • Het HMi faciliteert de ontwikkeling, implementatie en evaluatie van richtlijnen en kwaliteitsindicatoren in de hele nefrologische keten. • Het HMi bevordert de ontwikkeling van multidisciplinaire richtlijnen waarbij niet alleen vertegenwoordigers van organisaties van professionals betrokken zijn, maar ook vertegenwoordigers van de Nierpatiënten Vereniging Nederland. • Het HMi maakt afspraken met partijen over de openbaarheid van richtlijnen, visitatiestellingen en kwaliteitsindicatoren. • Het HMi stimuleert het delen van kennis en ervaringen op het gebied van goede kwaliteit van zorg (best practices). • Het HMi stimuleert effectieve dataverzameling ten behoeve van het verbeteren van de kwaliteit van zorg in de hele nefrologische keten. • Het HMi rapporteert minimaal twee keer per jaar in de HMi Update over ontwikkelingen op het gebied van de kwaliteit van zorg voor nierpatiënten.
HMi jaarverslag 2010
Ontwikkeling en onderhoud kwaliteitssysteem nierziekten:
25
Een essentieel onderdeel van de kwaliteitsspiraal
Het is de patiënt waar het in de zorg om gaat. Een patiënt moet kunnen vertrouwen op een goede behandeling conform de laatste stand van de medische kennis en standaarden voor optimale zorg. Een patiënt moet zich veilig voelen. Patiënten zijn echter niet alleen de ‘klanten’ van de zorgverleners, maar ook van de zorgverzekeraars. De zorgverzekeraars willen weten hoe hun klanten de zorg die zij voor hen inkopen ervaren. Zij willen patiënttevredenheid als een indicator voor goede zorg gaan gebruiken.
HMi jaarverslag 2010
Hoofdstuk 2 De inbreng van patiënten
HMi jaarverslag 2010
26
Patiëntentoets
Dialyse en Nefrologie, Vereniging Maatschappelijk Werk Nefrologie en Diëtisten Nierziekten Nederland) betrokken. Het CKZ
Het afstemmen van de zorg op individuele behoeften is niet
heeft de CQ-index Dialyse in de loop van 2009 beoordeeld en
eenvoudig. Om de zorg te verbeteren en klantvriendelijker te
vastgesteld. Daarbij is geconstateerd dat de CQ-index Dialyse
maken, is het voor professionals van belang om te weten hoe
niet geschikt is om centra onderling te vergelijken. Dat komt
patiënten de zorg ervaren. Voor patiënten is het belangrijk dat
vooral doordat het aantal patiënten in de centra relatief klein
er naar hen geluisterd wordt en dat zij bij verbetertrajecten
is. Uiteraard kan een centrum zich wel aan de landelijke resul-
betrokken worden. Maar patiënttevredenheidstoetsen mogen
taten spiegelen.
er niet toe leiden dat appels met peren worden vergeleken. Hoe maak je patiëntervaringen zodanig zichtbaar, dat zij een uit-
In 2010 hebben zes dialysecentra de CQ-index Dialyse bij hun
gangspunt voor het verbeteren van de zorg kunnen zijn? Om
patiënten laten uitvoeren. In een aantal gevallen betrof het
dit zo goed mogelijk te doen, is in Nederland gekozen voor het
meerdere dialyselocaties van één centrum. De CQ-index is op
uniformeren van de toetsen, de procedures en de analyses.
verzoek van de NVN uitgevoerd door het HMi dat hiervoor in-
Patiëntenorganisaties en zorgverzekeraars hebben hiervoor
middels door het CKZ is geaccrediteerd. Voorbeelden van een
de CQ (Consumer Quality)- index ontwikkeld. De CQ-index is
aantal geaggregeerde uitkomsten ziet u in figuur 5 en 6. Bij de
eigenlijk een verzameling van meetinstrumenten. Het onder-
patiënten die met centrumhemodialyse werden behandeld was
zoeksinstituut NIVEL heeft de methodiek samen met de afde-
de gemiddelde respons 50%, van de thuisdialysepatiënten
ling Sociale Geneeskunde van het Academisch Medisch Centrum
(PD en HD) stuurde 65% de vragenlijsten retour.
(AMC) van de Universiteit van Amsterdam ontwikkeld. Voor het beheer en het toezicht op een gevalideerde uitvoering van de
Bij de interpretatie van de resultaten moet vanzelfsprekend met
toets is in 2007 het Centrum Klantervaring Zorg (CKZ) opgericht
de samenstelling van de patiëntenpopulatie rekening worden
(www.centrumklantervaringzorg.nl). De CQ-index is als merk ge-
gehouden. Als iemand niet voor een niertransplantatie in aan-
registreerd en mag alleen worden uitgevoerd door organisaties
merking komt (bijvoorbeeld wegens een zeer hoge leeftijd) is
die daarvoor door het CKZ zijn geaccrediteerd. CQ-indexen zijn
het waarschijnlijk dat hij of zij niet over de wachtlijst is geïn-
tegenwoordig dé standaard voor de beoordeling van patiënt-
formeerd. Voor andere vragen is de casemix minder van belang.
ervaringen en worden in vele sectoren toegepast. Informatie over CQ-indexen is op www.klantervaringzorg.nl te vinden.
Met de CQ-index wordt de patiënttevredenheid kwantitatief gemeten. Voor patiënten is het van belang dat er ook daadwer-
In 2008 heeft de NVN een CQ-index Dialyse laten ontwikkelen.
kelijk iets met de uitkomsten wordt gedaan. Dat de professio-
Deze index kwam in de plaats van de Kwaliteitstoets Dialyse die
nals samen met de patiënten werken aan het verbeteren en
sinds 2002-2003 werd gebruikt. Het project is gecoördineerd
patiëntvriendelijker maken van de zorg. Daarom vindt de NVN
door Blaauwbroek Bureau voor vraaggestuurde Zorg (BBvZ).
het belangrijk dat er aan de CQ-index een kwalitatieve module
Het HMi voerde de dataverzameling voor het ontwikkeltraject
wordt toegevoegd, zoals dat ook bij de vroegere NVN Kwali-
uit en de afdeling Sociale Geneeskunde van het AMC was ver-
teitstoets Dialyse het geval was. De NVN heeft de uitvoering
antwoordelijk voor de analyses. Patiënten, gerekruteerd door
van het kwalitatieve traject aan BBvZ uitbesteed. Voor het uit-
de NVN, hebben een groot deel van de vragen aangedragen.
voeren van de toets kunnen centra zich aanmelden bij de NVN
Bij het ontwikkelen van de vragenlijsten – één voor centrum-
(www.nvn.nl).
hemodialyse en één voor thuisdialyse (PD en THD) – waren ook de andere stakeholders (NfN, ZN, Stichting Miletus, V&VN
27 HMi jaarverslag 2010
• Heeft u informatie van het dialysecentrum gekregen over de mogelijkheden voor een niertransplantatie? (N=325, aantal n.v.t.: 91) • Wordt u geïnformeerd als men vanwege problemen met uw lichamelijke conditie (tijdelijk) op de wachtlijst de opmerking ‘niet transplantabel’ achter uw naam plaatst? (N=320, aantal weet niet/n.v.t.: 197) • Krijgt u informatie over de activiteiten van de patiëntenvereniging?(N=326) • Heeft het dialysecentrum u geïnformeerd over de klachtenprocedure? (N=322) • Durft u een klacht in te dienen? (N=325)
• Is u verteld wat u moet doen als er op de dialyseafdeling brand uitbreekt? (N=326) • Is u verteld wie u moet bellen bij acute problemen buiten de openingstijden van de dialyseafdeling? (N=328) 0%
20%
40%
60%
80%
100%
Figuur 5. Ervaringen van patiënten die in een centrum met hemodialyse worden behandeld Ja Nee
• Heeft u informatie van het dialysecentrum gekregen over de mogelijkheden voor een niertransplantatie? (N=126, aantal n.v.t.: 23) • Wordt u geïnformeerd als men vanwege problemen met uw lichamelijke conditie (tijdelijk) op de wachtlijst de opmerking ‘niet transplantabel’ achter uw naam plaatst? (N=125, aantal weet niet/n.v.t.: 92) • Krijgt u informatie over de activiteiten van de patiëntenvereniging?(N=125) • Als u buikvliesontsteking heeft gehad, werd u toen snel geholpen door het dialysecentrum? (N=126, aantal n.v.t.: 73) • Heeft het dialysecentrum u geïnformeerd over de klachtenprocedure? (N=122) • Durft u een klacht in te dienen? (N=127)
0%
20%
40%
60%
80%
Figuur 6. Ervaringen van patiënten die met thuisdialyse (thuishemodialyse of peritoneale dialyse) worden behandeld
100%
HMi jaarverslag 2010
28 Het NVN-keurmerk De CQ-index Dialyse wordt in het HKZ-certificatieschema Dialysecentra als driejaarlijks uit te voeren toets aanbevolen, maar is
Patiënteninbreng in overleg en onderzoek
niet verplicht. Een gestandaardiseerd kwalitatief verbeter-
Het meten van de patiënttevredenheid is een belangrijk thema
traject wordt in het HKZ-certificatieschema niet genoemd.
binnen een kwaliteitssysteem. Maar er is voor en door patiën-
Om de kwaliteitsverbetering vanuit patiëntenperspectief meer
ten, al dan niet samen met zorgaanbieders en zorgverzekeraars,
zichtbaar te maken, heeft de NVN in de loop van 2010 het NVN-
meer te doen. De hele zorg draait immers om de patiënten.
keurmerk ontwikkeld. Centra die gecertificeerd zijn én de CQ-index Dialyse hebben laten uitvoeren én het gestandaardi-
Dialyseoverleg
seerde verbetertraject doorlopen, krijgen het NVN-keurmerk.
In 2010 is op uitnodiging van het HMi twee keer vergaderd over
De eerste keurmerken zullen in 2011 worden uitgereikt.
knelpunten op het gebied van nierziekten. Naast de NVN zijn daarbij vertegenwoordigd: de Nederlandse Vereniging van Ziekenhui-
Aan het uitvoeren van de CQ-index Dialyse en het kwalitatieve
zen (NVZ), de Nederlandse federatie van Universitair medische
verbetertraject zijn kosten verbonden. Ervan uitgaande dat de
centra (NfU), de Nederlandse federatie voor Nefrologie (NfN), de
CQ-index samen met een kwalitatieve toets eens in de drie jaar
Stichting Landelijk Orgaan Thuisdialyse (SLOT), Zorgverzekeraars
wordt uitgevoerd, kost dit een centrum gemiddeld ongeveer
Nederland (ZN), de Nierstichting en het College voor Zorgverze-
€ 40 per patiënt per jaar. Op de totale kosten van een dialyse-
keringen (CvZ). In dit overleg staan organisatorische en financiële
patiënt – afhankelijk van de dialysemethode circa € 60.000 tot
knelpunten op de agenda. De naam van dit overleg geeft aan waar
€ 100.000 per jaar – is dat niet veel en je krijgt er veel informa-
van oudsher de nadruk op ligt: de dialyse.
tie en goodwill voor terug. Toch is dit voor een aantal centra een knelpunt gebleken. Dat was te verwachten. Tot en met 2009
Namens patiënten zijn in 2010 onder andere de volgende
waren de toetsen gratis. Zij werden op kosten van de NVN uit-
thema’s ingebracht: de implementatie van het rapport ‘Zittend
gevoerd. Nu moet er ineens voor worden betaald. Voor com-
Ziekenvervoer Dialysepatiënten’ dat eind 2009 is verschenen,
merciële instellingen is het meten van klanttevredenheid heel
de ondersteuning van de PD-behandeling door de thuiszorg,
gewoon. Zij gebruiken deze informatie om hun positie in de
wachttijden voor shuntoperaties bij hemodialysepatiënten,
markt te verbeteren. Zorginstellingen, vooral in de cure sector,
indicatoren voor de kwaliteit van de dialysebehandeling vanuit
zijn dat nog niet gewend. Er zal, al dan niet onder de druk van
patiëntenperspectief en de CQ-index Dialyse. Gediscussieerd
de marktwerking, ook in de zorg een meer klantgerichte atti-
werd over de discrepantie tussen het aantal dialysepatiënten
tude ontstaan. Als de centra een patiënttevredenheidstoets niet
dat bij Renine staat geregistreerd en het aantal patiënten dat
zelf laten uitvoeren, zullen de zorgverzekeraars dat doen. Het
volgens de Nederlandse Transplantatie Stichting (NTS) voor een
is daarom logisch dat zorgverzekeraars – in ruil voor inzicht in
niertransplantatie op de wachtlijst staat. Dit is verder uitgezocht
de uitkomsten van het onderzoek – aan de toets meebetalen.
en in 2011 zal hierover een rapport verschijnen. Andere aan-
Nog eenvoudiger is het om de kosten voor het uitvoeren van
dachtspunten waren de gevolgen van de ‘marktwerking’ in de
kwantitatieve en kwalitatieve patiëntenraadpleging op te
dialyse en de snelle afname van het aantal patiënten dat thuis
nemen in de DBC-financiering. Daarmee is het patiënten-
met dialyse behandeld wordt. Zoals eerder beschreven, zullen
perspectief structureel in het kwaliteitssysteem dialyse geïnte-
voor potentiële gevolgen van ‘marktwerking’ indicatoren wor-
greerd en is er – opnieuw – een cirkel rond.
den ontwikkeld. Meer over het Dialyseoverleg is in hoofdstuk 5 te lezen.
29 mogelijk zijn de problemen weg te nemen, maar het be-
In 2010 participeerde de NVN in de volgende multidisciplinaire
spreekbaar maken alleen al zou winst betekenen. Samen met
projecten.
de NVN, de Rutgers Nisso Groep (Nederlands kenniscentrum
- Multidisciplinaire richtlijn ‘Predialyse’
voor Seksualiteit) en de afdeling Medische Psychologie van
De NVN participeerde in de actualisatie van de MDR Predia-
het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) is gewerkt
lyse. De integrale versie, inclusief de patiëntenversie, is te
aan een project dat de fundamenten moest leggen voor een
vinden op: www.hansmakinstituut.nl en www.nefro.nl. De
structurele aanpak van de problemen. Nadat een subsidie-
werkgroep die aan de MDR Predialyse heeft gewerkt, blijft
aanvraag voor het project door de Nierstichting is afgewe-
in stand. Elk jaar wordt gekeken of eventuele aanpassingen
zen, is het even on hold gezet. Eind 2010 is het onderwerp
noodzakelijk zijn.
door de NVN en het HMi opnieuw ter hand genomen.
- Groepsrevalidatie nierpatiënten
- Implementatie richtlijnen vaattoegang
Begin 2009 is het project ‘Groepsrevalidatie Nierpatiënten’
Eind 2010 is de richtlijn Shuntchirurgie verschenen waartoe
van start gegaan. Dit revalidatieprogramma is gebaseerd op
de Nederlandse vereniging van Heelkunde het initiatief ge-
een model dat dr. Eugénie van der Ham heeft ontwikkeld.
nomen had. Ten behoeve van deze richtlijn heeft de NVN bij
Zij deed dat in het kader van haar proefschrift ‘Body compo-
haar achterban een inventarisatie van problemen met de
sition and exercise intolerance in renal transplant patients:
vaattoegang uitgevoerd. Zoveel als mogelijk is bij de ontwik-
the response to exercise training’. Het is vergelijkbaar met
keling van de richtlijn Shuntchirurgie rekening gehouden
een programma dat voor kankerpatiënten beschikbaar is
met de richtlijn Vaattoegang van de NfN en de verpleegkun-
(Herstel en Balans). Patiënten en professionals uit de nefro-
dige richtlijnen Shuntzorg die in 2009 waren verschenen.
logie en de oncologie werkten ook in 2010 in dit project
Eigenlijk zouden de drie richtlijnen tot één moeten samen-
nauw samen.
smelten, maar zover is het nog niet. Bij een volgende herzie-
- ESMO In september 2009 was het multidisciplinaire ESMO-project
ning kan naar verwachting ook deze cirkel rond worden gemaakt.
(Effects of SelfManagement on Outcome of chronic kidney disease) van start gegaan. In 2010 is in het kader van dit
Meer over deze projecten vindt u in deel 2 van dit jaarverslag.
project geïnventariseerd wat patiënten op het gebied van zelfmanagement belangrijk vinden. Dat is heel divers. In 2011
Voorlichting: het begin van een cirkel
zal bij een groep van 150 patiënten met een chronische
Bij een chronische ziekte moet de patiënt worden geschoold
nierziekte worden gekeken wat het effect is van maximaal
om zo goed mogelijk met de ziekte om te kunnen gaan. De zorg
‘zelfmanagement’ op de resultaten van de hypertensie-
voor chronische nierpatiënten heeft echter zoveel facetten dat
behandeling.
het bijna onmogelijk is om een goede scholing vanuit één
- Seksuele problemen bij nierpatiënten
perspectief te realiseren. Bij scholing is voorlichting, ‘de weg
Op verzoek van de NVN is in 2010 aandacht besteed aan het
wijzen’, een eerste, essentiële, stap. Het HMi heeft er ook in
onderwerp ‘seksuele problemen bij nierpatiënten’. Het is al-
2010 bij verschillende partijen op aangedrongen dat voor alle
gemeen bekend dat nierpatiënten op het gebied van seksu-
Nederlandse patiënten betrouwbare, goede voorlichting ook
aliteit en intimiteit veel problemen ervaren. Deels worden
digitaal beschikbaar komt. De voorlichting aan nierpatiënten
die veroorzaakt door de lichamelijke gevolgen van de nier-
is nu erg versnipperd. De Nierstichting heeft veel ontwikkeld,
ziekte, deels door de psychologische problemen die het chro-
maar die informatie is grotendeels alleen op papier beschikbaar.
nisch ziek zijn met zich meebrengt. Lang niet altijd zal het
Datzelfde geldt voor voorlichting vanuit de verschillende
HMi jaarverslag 2010
Patiëntparticipatie in projecten
HMi jaarverslag 2010
30 beroepsgroepen en de NVN. Maar de patiënt zoekt tegenwoor-
Het voorjaarssymposium Weet wat je meet; meten en registre-
dig vooral op het internet, waar de kans groot is dat hij of zij
ren in de nefrologie besteedde aandacht aan de voetangels en
verdwaalt in een grote hoeveelheid, deels onbetrouwbare,
klemmen op het gebied van het registreren van patiënten-
informatie. Als het gaat om de patiëntenvoorlichting op het
gegevens. Patiënten participeerden in de paneldiscussie over
gebied van chronische nierziekten, is er nog geen begin van een
de vraag ‘Wat willen we registreren en waarom?’. Uitgebreid
verbetercyclus, nog niet eens een ‘Plan’, laat staan ‘Do’, ‘Check’
werd ook aan de mogelijkheden en onmogelijkheden van de
of ‘Act’. Kennelijk is de tijd hier nog niet rijp voor. Het HMi wil
CQ-index Dialyse aandacht besteed. Het najaarssymposium had
zich blijven inzetten voor meer samenwerking op dit gebied.
als titel Marktwerking in de Dialyse. Aan het einde van het
Zolang de patiënt onvoldoende geïnformeerd is, blijft patient
symposium, in een ‘Lagerhuisdebat’ onder leiding van Astrid
empowerment een loze kreet.
Joosten, waren nierpatiënten prominent vertegenwoordigd. Een felle discussie was het gevolg.
Een belangrijke stap samenhangend met voorlichting is gezet op het terrein van zelfmanagement. Naar aanleiding van het
De verslagen en presentaties van de HMi-symposia zijn te
HMi-najaarssymposium ‘Zelfmanagement en de nierpatiënt’,
vinden op www.hansmakinstituut.nl.
dat eind 2008 plaatsvond, is het Zweedse boek Livet med njursvikt van Per Åke Zillén, tandarts, nierpatiënt en ervaringsdeskun-
Als vervolg op het symposium Zelfmanagement en de nier-
dige, vertaald en voor de Nederlandse situatie bewerkt. Dit boek
patiënt, dat eind 2008 plaatsvond, was het HMi in 2009 betrok-
kwam in de loop van 2010 voor nierpatiënten beschikbaar. De
ken bij de organisatie van de zelfmanagementdag Patient&Co.
onderwerpen die nierpatiënten in hetzelfde symposium als
Deze dag was speciaal voor nierpatiënten georganiseerd door
kansrijke initiatieven op het gebied van zelfmanagement aan-
de lokale nierpatiëntenvereniging DIAVARIA uit de regio
droegen, zijn in 2010 verder uitgewerkt. Tot die onderwerpen
Leiden. Vanwege de Mexicaanse griep moest dit evenement
behoren: een ‘buddy voor patiënten’ in de predialysefase, ‘weet
eind 2009 worden verschoven naar maart 2010. Het symposium,
beter, eet beter’, een hulpmiddel om met weinig bezwaarlijke
waar ook Per Åke Zillén weer zijn indrukwekkende verhaal
dieetmaatregelen een behoorlijke verbetering van de conditie
presenteerde, was een groot succes.
te bereiken en het ‘ABC-boekje’, een boekje of website waarin veel problemen die nierpatiënten tegenkomen op alfabetische
Tenslotte…
volgorde behandeld worden. Een onmisbare motor voor dit
Ook in 2010 is er op directieniveau zeer regelmatig overleg
soort initiatieven is de Nierstichting, die ook de financiering op
tussen de NVN en het HMi geweest. De (interim) directeur van
zich neemt. Belangrijk is evenwel dat de samenwerking, die op
de NVN en een vertegenwoordiger van het bestuur namen ook
het gebied van voorlichting en zelfmanagement zo essentieel
intensief deel aan de vergaderingen die in 2010 in het kader
is, niet uit het oog wordt verloren en dat iedereen die aan dit
van de herstructurering van het HMi hebben plaatsgevonden.
soort projecten meewerkt de credits krijgt die hij of zij verdient. Zonder samenwerking zullen al deze mooie initiatieven niet worden geïmplementeerd en blijft alles in de ‘Plan’-fase steken.
Symposia in teken van patiënten Samen met de Nierstichting, de NVN, de NfN en de V&VN Dialyse en Nefrologie organiseerde het HMi ook in 2010 weer twee symposia waar nierpatiënten nauw bij waren betrokken.
31 HMi jaarverslag 2010
Hoofdstuk 3 Verslag van Diavisie en de Kwaliteitscommissie NfN Cirkels waar muziek in zit
De activiteiten van de Kwaliteitscommissie van de NfN (KK) en van Diavisie werden jaren geleden vanuit de beroepsgroep nefrologen geïnitieerd. Tegenwoordig werken de nefrologen samen met andere professionals aan het in stand houden en waar mogelijk verbeteren van de kwaliteit van de behandeling van nierpatiënten. Het HMi financiert deze activiteiten.
HMi jaarverslag 2010
34
DiaVisie De motor van de kwaliteitsspiraal
visitatoren afkomstig uit de PVC. Visitatoren beoordelen het werk
Algemeen
sie ad hoc wordt vastgelegd in een concept visitatieverslag dat
In DiaVisie worden de visitatieactiviteiten van de NfN en V&VN
besproken wordt in de PVC.
van nefrologen en andere professionals in de nefrologische zorg aan de hand van stellingen. Het oordeel van de visitatiecommis-
Dialyse en Nefrologie gestalte gegeven. DiaVisie drie soorten commissies: de Plenaire Visitatie Commissie (PVC), visitatie-
Als een dialysecentrum het niet eens is met het definitieve
commissies ad hoc en een bezwaarschriftencommissie ad hoc.
verslag zoals dat is vastgesteld, kan er bezwaar worden aangetekend. De PVC benoemt dan conform het reglement een
In de vergaderingen van de Plenaire Visitatie Commissie worden
bezwaarschriftencommissie, die op basis van eigen onderzoek
de concept verslagen van visitaties en vervolgbezoeken in het
een advies geeft aan de PVC. De PVC beslist uiteindelijk in laat-
kader van (her)certificaties besproken en vastgesteld. Eind 2010
ste instantie over de vaststelling van een definitief verslag.
telde de PVC 19 leden namens de NfN en 13 leden namens V&VN
In 2009 is voor de eerste keer een bezwaarschriftenprocedure
Dialyse en Nefrologie. Voorzitter van de PVC was Dr. E.C. Hagen.
gestart. Deze procedure is in 2010 afgerond. DiaVisie wordt
De visitaties worden uitgevoerd door visitatiecommissies ad hoc,
ondersteund door een ambtelijk secretariaat gevormd door
die afhankelijk van het soort bezoek bestaan uit één of meer
mevr. H.A. van IJzerloo en mevr. H.M.M. Boelens.
Stand van zaken certificatie / bestendige deelaccreditatie per 31-12-2010
Kerngegevens DiaVisie
2010 2009 2008
Soort centrum
HKZ
NIAZ Certificatie graad
Aantal eerste certificaties
2
4
4
aantal %
Aantal hercertificaties
12
18
12
UMC
Aantal eerste accreditaties
0
1
0
Kinderdialysecentra 4 3 0
3 75
Aantal heraccreditaties
0
0
1
Overige centra*
74
67
Aantal vervolgbezoeken
53
38
35
totaal
86 74 3 77 90
Totale inzet PVC NfN-leden (in dagen)
27
40,5
25
* Overige centra langer dan twee jaar open
76,5
81
73
5
6
5
• leden V&VN
13
13
13
• leden NfN
19
17
18
Totale inzet PVC V&VN-leden (in dagen) Aantal vergaderingen PVC Aantal leden PVC per 31 12 2010
8
7
64
0
3
7
In de loop van 2010 heeft de PVC afscheid genomen van: - A.B.M. Geers (NfN, afgetreden als voorzitter van de Kwaliteitscommissie) - Ch. Versluijs (V&VN) Toegetreden zijn: - B. van Jaarsveld (NfN, voorzitter Kwaliteitscommissie) - J. Jousma-Rutjes (V&VN) - M. ten Dam (NfN) -
E. Scholten (NfN)
87,5
91
35 de PVC. De kleine PVC vergadert telefonisch. De werkwijze zal
De groei van het visitatieproject dialyse heeft ertoe geleid dat
in november 2011 in de PVC worden geëvalueerd.
binnen DiaVisie in 2010 de volgende kwaliteitsbevorderende
• Evaluaties
initiatieven zijn genomen.
Met ingang van september 2010 wordt gevisiteerde afdelingen
• Continuïteit secretariaat
gevraagd hun oordeel te geven over de uitvoering van visitaties
De enkelvoudige bezetting van het secretariaat vormde een
door middel van een enquêteformulier. De uitkomsten van deze
bedreiging voor de continuïteit: de vervanging van de secreta-
enquêtes worden teruggekoppeld naar de visitatiecommissie
ris tijdens vakantie en ziekte was niet geregeld. Het secretariaat
ad hoc en zullen worden meegenomen in het opleidings-
werd daarom versterkt met mevrouw H.M.M. Boelens, kwali-
programma voor visitatoren.
teitsmedewerker Dialysecentrum ’t Gooi en lid van de PVC. • Opleidingsdagen
Consensusdag
Alle leden van de PVC hebben deelgenomen aan een eendaag-
Driejaarlijks worden de visitatiestellingen van het kwaliteits-
se opleiding onder leiding van een externe expert. Doel van de
systeem herzien. Tijdens de consensusdag wordt er gediscus-
training was het verhogen van de kwaliteit van visitatievaar-
sieerd over de stellingen aan de hand van schriftelijke input van
digheden en het versterken van de uniformiteit van de oordeel-
werkgroepen die de stellingen hebben beoordeeld en suggesties
vorming. In totaal zijn er drie van dergelijke opleidingsdagen
voor aanpassing hebben gedaan. Bij bereikte consensus over de
gehouden. Het voornemen is jaarlijks een terugkomdag voor
hoofdlijnen van de wijzigingen worden de stellingen in concept
visitatoren te houden, waarbij uitwisseling van ervaringen en
aangepast en vindt een tweede schriftelijke consultatieronde
het trainen van vaardigheden centraal staan. Voor nieuwe
plaats. Nadat de concept stellingen zijn vastgesteld door de
leden van de PVC is er een opleidingsprogramma waarin nieuwe
Plenaire Visitatie Commissie, worden ze ter vaststelling voorge-
visitatoren eerst boventallig meelopen bij visitaties alvorens zij
legd aan de NfN en V&VN Dialyse & Nefrologie. Op 1 november
zelfstandig gaan participeren. Besloten is tot een jaarlijkse
2010 vond de driejaarlijkse consensusdag plaats, de verwachting
opleidingsdag voor nieuwe visitatoren.
is dat de nieuwe set stellingen in de loop van 2011 beschikbaar
• Kleine PVC
zal zijn.
Het aantal te behandelen visitatieverslagen is door de omvang van het kwaliteitsproject de afgelopen jaren gestaag gegroeid.
Externe kwaliteitsindicatoren / HKZ-certificatieschema
Hierdoor is een te grote druk op de vergadercapaciteit van de
In navolging van de Inspectie Gezondheidszorg wil ook ZN over
PVC ontstaan. In 2010 is een proef gestart waarbij er naast de
prestatie-indicatoren beschikken. Om behandelingen als apart
gewone vergaderingen van de PVC – waarin alle verslagen van
product te kunnen inkopen, is inzicht in de kwaliteit van de be-
initiële en hercertificaties besproken worden – vier à vijf keer per
handeling van belang. De indicatoren moeten door de beroeps-
jaar een ‘kleine PVC’ wordt gehouden. De kleine PVC kent een
groep aanvaard worden en samen met patiënten zijn vastge-
vaste bezetting die jaarlijks wordt gewijzigd en bestaat uit vijf
steld. Er ontstaan steeds meer indicatoren. Daarbij is het van
leden: twee Leden namens de NfN geleding (waaronder de voor-
belang dat er zinvolle uitkomstindicatoren zijn, niet uitsluitend
zitter van de PVC) en drie leden namens de V&VN Dialyse en
proces- en structuurindicatoren.
Nefrologie geleding van de PVC. In de kleine PVC worden uitsluiten visitatieverslagen van vervolgbezoeken behandeld. Indien
Voor de kwaliteitsborging van dialysecentra is het HKZ-
de kleine PVC besluit dat de problematiek uit een verslag zich
certificaat erkend als dé norm voor kwaliteit in de dialysezorg
niet leent voor behandeling in de kleine PVC, wordt dat verslag
(veldnorm). Daarnaast zal in de loop van 2011 een aantal
geagendeerd voor de eerstvolgende reguliere vergadering van
externe kwaliteitsindicatoren worden uitgewerkt.
HMi jaarverslag 2010
Versterken eigen kwaliteit DiaVisie
HMi jaarverslag 2010
36
De kwaliteitsindicatoren van de NfN – voor intern gebruik door
Kwaliteitscommissie NfN De kring waar alles begon…
nefrologen in het eigen centrum – zijn, in verband met veranderingen in de richtlijnen waarop deze indicatoren zijn gebaseerd, in 2010 op enkele onderdelen herzien.
In 2010 was het 25 jaar geleden dat de Kwaliteitscommissie NfN werd ingesteld (KK = Kwaliteits Kommissie, conform de toen-
De Kwaliteitscommissie heeft met de Nierstichting en het HMi
malige ‘progressieve’ spelling). Een jubileum waar eigenlijk (te)
samengewerkt in een project om integrale zorg bij chronische
weinig aandacht aan is besteed, want met de KK ontstond het
nierschade te bevorderen. De inzet is om vroege opsporing en
raamwerk voor een toekomstig kwaliteitssysteem voor de
vroege behandeling van chronische nierschade bij patiënten in
nefrologie.
de risicocategorieën voor CNS te verbeteren en de samenwerking tussen eerste en tweede lijn in de behandeling van CNS
De Kwaliteitscommissie heeft in 2010 zes maal vergaderd.
meer structuur te geven. De NfN/NIV richtlijn Chronische
Dr. A.B.M. Geers heeft in het verslagjaar het voorzitterschap
Nierschade, de Landelijke Transmurale Afspraak Chronische
van de commissie overgedragen aan dr. B.C. van Jaarsveld.
Nierschade en de Multidisciplinaire Richtlijn Predialyse zijn de
De richtlijnonderwerpen waaraan de Kwaliteitscommissie
richtlijnen waar in het project van is uitgegaan. Het heeft een im-
in 2010 uitgebreid aandacht heeft gegeven zijn Mineraal- en
plementatiemodel opgeleverd dat in 2011 zal worden toegepast.
botstoornissen en Dialysestrategie & dialyse-efficiëntie. Beide richtlijnen zijn in 2010 afgerond en aangenomen door de
De Kwaliteitscommissie heeft in 2010 een reglement opgesteld
Klinische vergadering van de NfN.
waarin de werkwijze wordt beschreven. Behalve aan het ontwikkelen van nieuwe en het reviseren van bestaande NfN
Van de richtlijn Anemie is een update verschenen op grond van
richtlijnen zal de Kwaliteitscommissie in 2011 werken aan de
recente onderzoeken over streefwaarden voor Hb bij predialyse-
volgende onderwerpen.
patiënten. De richtlijn Waterbereiding heeft, naar aanleiding
- De kwaliteitsindicatoren die door Renine worden geregistreerd.
van vragen van gebruikers, ter verduidelijking enkele aanpas-
Een snelle elektronische koppeling van de dataregistratie-
singen van de tekst ondergaan. Bij de richtlijn Shuntchirurgie,
systemen in de centra met het registratiesysteem van Renine is
die door de Nederlandse Vereniging voor Heelkunde is geïniti-
nog niet gerealiseerd. Wanneer dat mogelijk is geworden, zul-
eerd, werd de Kwaliteitscommissie pas in de commentaarfase
len er voor de centra voldoende data beschikbaar komen om
van de conceptrichtlijn betrokken. De NfN is niet vanaf het be-
hun eigen resultaten met die van andere centra te vergelijken.
gin formeel bij de ontwikkeling betrokken geweest. Gelukkig
- Het samenwerken met andere richtlijnontwikkelaars aan on-
was er nog ruimte om uitgebreid commentaar op de richtlijn te
derwerpen met een gemeenschappelijk belang is een punt
gegeven. Er is overleg geweest met de richtlijnwerkgroep om
voor de Kwaliteitscommissie om in de toekomst oog voor te
te bewerkstelligen dat de richtlijn Shuntchirurgie congruent is
houden. Het voorbeeld van de richtlijn Shuntchirurgie geeft
met de richtlijn Vaattoegang van de NfN.
aan dat het nodig is goed op de hoogte te zijn en betrokken te blijven bij multidisciplinaire richtlijnontwikkeling.
Bij een andere multidisciplinaire richtlijn die in 2010 werd ge-
- De multidisciplinaire richtlijnen waaraan de NfN heeft mee-
publiceerd, de richtlijn Hematurie, geïnitieerd door de Neder-
gewerkt of die van belang zijn voor nefrologen, worden via
landse Vereniging voor Urologie, is de Kwaliteitscommissie in
www.nefro.nl aangeboden en toegankelijk gemaakt.
de werkgroep vertegenwoordigd geweest.
39
Cirkels samenvoegen
Meten is weten. Registreren, vastleggen en analyseren wat er gebeurt is essentieel om inzicht te krijgen in de kwaliteit van de zorg en in epidemiologische ontwikkelingen. Belangrijke knelpunten bij registraties zijn tijd en mankracht. Het gaat bij registraties niet alleen om initiatieven vanuit een bepaalde sector, maar ook om complicatieregistraties, registratie van indicatoren die de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) hanteert, registraties voor Zichtbare Zorg, voor dubieuze initiatieven van weekbladen als Elsevier, enzovoort. Dit moet en kan anders, door verstandig te kiezen uit een beperkt aantal goed gedefinieerde indicatoren en registraties samen te voegen. Om dat laatste te bevorderen is Dutch Hospital Data (DHD) opgericht.
HMi jaarverslag 2010
Hoofdstuk 4 Registraties
HMi jaarverslag 2010
40 Binnen de nefrologie bestaan momenteel twee officiële regi-
zoals de toegenomen hemodialysecapaciteit, de ouder wordende
straties: Renine en de Nederlandse Orgaan Transplantatie
dialysepopulatie en de toename van het aantal pre-emptieve
Registratie (NOTR) die vanuit de NTS worden uitgevoerd. Daar-
niertransplantaties (niertransplantatie als eerste vorm van nier-
mee kunnen nierfunctievervangende behandelingen min of
vervangende behandeling, meestal met een nier van een leven-
meer in kaart worden gebracht. Op basis van de literatuur wordt
de donor) (zie figuur 9).
een grote toename van het aantal patiënten met nierfalen verwacht. Dat komt door het ouder worden van de bevolking, een toename van het aantal mensen met diabetes mellitus en slech-
Kwaliteitsindicatoren
te leefgewoonten, uitmondend in overgewicht en hypertensie.
Vanaf 2010 is het voor alle centra mogelijk gemaakt om via
Wat node wordt gemist zijn gegevens in het voortraject van de
daarvoor ontwikkelde spreadsheets rechtstreeks kwaliteits-
niervervangende behandeling (chronische nierschade stadia
indicatoren aan te leveren aan Renine. De meeste centra heb-
1 t/m 4). Zonder gegevens over deze populatie blijft het ondui-
ben echter aangegeven te willen wachten op de mogelijkheid
delijk hoe groot de te verwachten problemen werkelijk zullen
van geautomatiseerde aanlevering door middel van de Diamant-
zijn. Het verzamelen van gegevens over deze patiëntengroepen
koppeling. Deze koppeling bevindt zich in de testfase en zal
is in 2010 in het kader van het project ‘Doelgroeponderzoek’
naar verwachting in 2011, bij de volgende Diamant-release,
ter hand genomen (zie deel 2).
worden opgeleverd.
Renine
www.renine.nl
De Stichting Registratie Nierfunctievervanging Nederland
ten beschikbaar. Het betreft informatie over de incidentie en
(Renine) is in 1986 opgericht. RENINE registreert demografische
de prevalentie, de verdeling van de verschillende behandelings-
gegevens van alle patiënten die beginnen met nierfunctiever-
vormen, het aantal transplantaties en de mortaliteit.
vangende therapie. Voorbeelden hiervan vindt u in figuur 7 en
Voor bevoegden in de centra is een zeer uitgebreide set infor-
figuur 8. In de komende jaren zal de nadruk komen te liggen
matie beschikbaar via het besloten gedeelte van de website.
op de registratie en rapportage van kwaliteitsindicatoren. Aan-
Centra kunnen daar een grote variëteit aan grafieken zelf
vankelijk huisde Renine in de Erasmus Universiteit te Rotterdam,
samenstellen door selecties te maken van de informatie naar
vanaf medio 2008 worden de werkzaamheden ten behoeve van
diagnosegroepen, leeftijdsgroepen, behandelingsvormen en
de registratie uitgevoerd bij de Nederlandse Transplantatie
referentieperiode.
Via www.renine.nl zijn de meest gevraagde grafische overzich-
Stichting (NTS). Renine is een onafhankelijke stichting die wordt gefinancierd door het HMi. In de komende jaren zal meer en
Beheercommissie
meer de nadruk komen te liggen op de registratie van kwali-
Naast de standaard beschikbare rapporten en statistieken, ge-
teitsindicatoren.
publiceerd op de website, wordt veelvuldig een beroep gedaan op Renine voor het leveren van informatie ten behoeve van
Het aantal nieuwe patiënten per jaar naar leeftijdsgroep is in
de eigen centruminformatie, ontwikkeling van richtlijnen,
figuur 7 weergegeven. Duidelijk is de toename van het aantal
onderzoek nierpatiënten, et cetera. De Renine-beheercommis-
oudere patiënten, vooral in de leeftijdscategorie 75 jaar en
sie beoordeelt namens de centra deze verzoeken en is dus
ouder. Figuur 8 laat zien dat het aantal patiënten dat met
verantwoordelijk voor het gebruik van Renine-data.
peritoneale dialyse wordt behandeld gestaag daalt. Deze daling is waarschijnlijk het gevolg van een aantal factoren,
41
700
0 t/m 15 jaar 16 t/m 44 jaar
600
45 t/m 64 jaar
550
65 t/m 74 jaar 75 jaar en ouder
500 450 400 350 300 250 200 150 100 50 0
1996
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
Figuur 7. Aantal patiënten dat in de periode 1-1-1996 tot 1-1-2010 gestart is met dialyse, opgesplitst naar leeftijd. Bron: Renine
35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0%
1996
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
Figuur 8. Aandeel peritoneale dialyse (PD) in het totale aantal dialysepatiënten in de periode 1-1-1995 tot 1-1-2010. Bron: Renine
HMi jaarverslag 2010
650
HMi jaarverslag 2010
42 Haemodialyse Peritoneale dialyse Transplantatie zonder voorafgaande dialyse
1500 1250 1000 750 500 250 0
1995
1996
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
Figuur 9. Aantal nieuwe patiënten naar eerste behandelingsvorm. Bron: Renine
Visitatierapport
Dutch Hospital Data
Ook in 2010 heeft Renine ten behoeve van certificatie en accreditatie aan de deelnemende centra een visitatierapport aange-
In 2008 hebben de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen
leverd. Deze overzichten zijn voor bevoegde gebruikers ook via
(NVZ) en de Nederlandse Federatie van Universitair Medische
de Renine website beschikbaar. In de grafieken en overzichts-
Centra (NFU) de stichting Dutch Hospital Data (DHD) opgericht
tabellen kunnen bevoegde gebruikers zien waar hun centrum
(www.dutchhospitaldata.nl). Aanleiding was de toenemende
zich voor een bepaalde prestatie-indicator ten opzichte van de
marktwerking die professionalisering van gegevensbeheer nood-
andere Nederlandse centra bevindt.
zakelijk maakt. De DHD beheert en onderhoudt landelijke verzamelingen van ziekenhuisgegevens. Veel gegevens die al dan
Bestuur Renine
niet handmatig door professionals moeten worden aangege-
Prof. dr. J.F.M. Wetzels, voorzitter
ven, zijn in ziekenhuizen elektronisch beschikbaar. Het koppe-
Prof. dr. A.J. Hoitsma, secretaris
len en integreren van reeds beschikbare gegevens vergroot de
Drs. E. Weernink, penningmeester
doelmatigheid. In 2010 is gekeken of ook de gegevens die nu
Dr. L. Reichert, lid
door Renine worden verzameld ‘automatisch’ uit de ziekenhuisdatabases kunnen worden verkregen. Dat bleek – ook met de
Coördinatoren: drs. A. Hemke en S. Vogelaar
nog beperkte dataset die door Renine wordt verzameld – maar
Secretariaat: K. van Es en C. Ligtenberg
zeer ten dele het geval te zijn. Bij uitbreiding van haar gegevens-
43
langer worden uitgesteld
verzameling zou DHD in de toekomst de Renine-registratie kun-
aan elkaar te koppelen en gegevens met elkaar te delen. Deze
nen overnemen, maar dat is nu nog zeker niet het geval. Een
activiteiten komen ook bij (inter)nationale registraties goed
goede onderlinge afstemming kan in de toekomst dubbel werk
van pas.
voorkomen.
De vertraging in het verzamelen van klinische data bij Renine betekent overigens niet dat de nefrologische sector helemaal
Klinische registraties
niet over klinische registraties beschikt. Het HMi was ook in 2010
In het jaarverslag van Renine wordt geconstateerd dat een aan-
oudere cohorten voor epidemiologische analyses beschikbaar.
tal dialysecentra in 2011 een begin zal maken met een geauto-
Hieronder volgt een beknopt overzicht van registraties waar-
matiseerde registratie van kwaliteitsindicatoren. Sinds 2004
aan het HMi in 2010 heeft meegewerkt. Deze dataverzamelin-
staat in elk jaarverslag dat met deze geautomatiseerde regi-
gen zijn zo ingericht dat zij eenvoudig met andere registraties
stratie het volgend jaar zal worden begonnen. Waarom komt
kunnen worden samengevoegd. Een uitgebreider verslag is te
dit niet van de grond? Ligt het aan de infrastructuur van de ICT?
vinden in deel 2 van dit jaarverslag.
bij een aantal van deze registraties betrokken. Ook waren
Is de medewerking van de instellingen onvoldoende? Is er bij de professionals onvoldoende draagvlak? Het blijft gissen. Ook
Overbruggingscohort Pre-Renine-Plus
het bestuur van de NfN slaagt er niet in dit te veranderen. Renine
In afwachting van mogelijkheden voor het landelijk registreren
is een aparte stichting en staat feitelijk los van het kwaliteits-
van klinische gegevens, heeft het HMi tot 2008 gegevens ver-
systeem dat voor de nefrologie ontwikkeld wordt. Er zal echt
zameld van het landelijke ‘Overbruggingscohort Pre-Renine-
iets moeten gebeuren, uitstel is geen optie meer. Interessant zijn
plus’. Bij dit cohort gaat het om patiënten die eerder deelnamen
de mogelijkheden die in het kader van andere initiatieven ont-
aan het Necosad-onderzoek. In dat kader is een groot aantal
wikkeld worden, waaronder PARELSNOER (www.parelsnoer.org).
klinische parameters verzameld. Verschillende onderzoeksgroe-
Ook het recent vanuit de Dutch Surgical Clinical Audit (DSCA)
pen maken van Necosad en de gegevens van het ´Overbrug-
opgerichte Dutch Institute for Clinical Auditing (DICA) biedt
gingscohort´ gebruik. Van een groot aantal patiënten is op ver-
perspectief. Het is een taak van de commissie Data om binnen
schillende meetmomenten spijtmateriaal beschikbaar.
de nieuwe HMi-structuur een oplossing voor de impasse te vinden. Eén ding is zeker: aan de datadefinities ligt het niet. Mede
PREPARE
door inspanningen van het HMi en de ERA-EDTA zijn de data-
De PREdialysis PAtient REcord study (PREPARE) is een multicenter
definities op orde. In 2009 kwam de Renal DataSHaPER (Data
onderzoek waarin bij patiënten met chronische nierinsufficiën-
Schema and Harmonization Platform for Epidemiologic Research)
tie stadium 4 een groot aantal parameters wordt vastgelegd.
tot stand (zie deel 2: Projecten). Met uniform gedefinieerde
Het doel is beter inzicht te krijgen in de (risico)factoren die
data wordt het in de toekomst eenvoudiger om databestanden
samenhangen met achteruitgang in nierfunctie enerzijds en
HMi jaarverslag 2010
Geautomatiseerde registratie van klinische gegevens kan niet
HMi jaarverslag 2010
44 met cardiovasculaire morbiditeit en mortaliteit anderzijds.
andere door het ontbreken van eenduidige definities van deze
PREPARE is deels retrospectief, deels prospectief opgezet.
complicatie en het ontbreken van een goede registratie zijn de
In zowel PREPARE retrospectief als PREPARE prospectief zijn
werkelijke incidentie en de factoren die de complicatie veroor-
ruim 500 patiënten geïncludeerd.
zaken niet goed bekend. In 2007 kreeg het HMi het verzoek voor deze complicatie een registratie op te zetten. Voorberei-
RICH-Q; Registratie kinderdialyse
dende besprekingen vonden in 2008 plaats. In de eerste helft
Bij kinderen die met dialyse en niertransplantatie worden be-
van 2009 is de registratie in een Nederlandse pilot van start
handeld, is het verzamelen van klinische gegevens extra belang-
gegaan. In 2010 zijn de voorbereidingen getroffen voor een
rijk. De behoefte hieraan is versterkt door het LERIC onderzoek
– in eerste instantie Europese, later mondiale – uitbreiding van
(Late Effects of Renal Insufficiency in Children; proefschrift
deze registratie. Zie ook: www.epsregistry.eu.
dr. J.W. Groothoff, kinderarts-nefroloog). Uit dit onderzoek bleek dat kinderen die op jonge leeftijd met een chronische
Toekomstige registraties
niervervangende therapie werden behandeld, later een enorm
Het HMi is direct of indirect bij een aantal nationale en inter-
vergroot risico op hart- en vaatlijden hebben. Om dat te onder-
nationale registraties betrokken. Van de infrastructuur die in
zoeken en om richtlijnen voor de behandeling van kinderen met
de loop der jaren is opgebouwd, wordt dankbaar gebruik ge-
een nierinsufficiëntie te ontwikkelen, vindt sinds 2007 bij alle
maakt. Het HMi ziet erop toe dat bij elke gegevensverzameling
kinderen die in Nederland en België met nierfunctievervangen-
die vanuit het instituut wordt uitgevoerd dezelfde datadefini-
de therapie worden behandeld een uitgebreide elektronische
ties worden gehanteerd. Zo wordt het mogelijk, indien zinvol
gegevensverzameling plaats die door het HMi wordt uitgevoerd.
en gewenst, om verschillende cohorten met elkaar te vergelij-
Zie ook: www.rich-q.nl.
ken of databestanden samen te voegen. In het kader van RICH-Q is in 2010 een koppeling met de Nederlandse Orgaantransplan-
Punk-R
tatieregistratie (NOTR) tot stand gekomen. Zo worden van rin-
Punk-R staat voor ‘Registratie prenatale urologische/nefrologi-
gen kettingen gemaakt.
sche afwijkingen’. Dit is een registratie van urologische en nefrologische afwijkingen die met prenatale echografie al voor de geboorte van het kind kunnen worden geconstateerd. Hoe belangrijk zijn deze afwijkingen? In welke gevallen moet na de geboorte snel actie worden ondernomen en wanneer kan rustig worden afgewacht? De kinderen worden na de geboorte volgens een vast protocol gevolgd, met als doel het vaststellen van een richtlijn voor postnatale follow-up bij antenataal gedetecteerde afwijkingen van nieren en urinewegen. Deze elektronische dataverzameling is door het HMi opgezet, in 2008 van start gegaan en in 2010 aan de onderzoekers van het UMC St Radboud overgedragen. Zie ook: www.punk-r.nl.
EPS-registratie Peritoneale sclerose, ‘Encapsulating Peritoneal Sclerosis’ (EPS) is een zeldzame, doch zeer ernstige complicatie van PD. Onder
45 HMi jaarverslag 2010
47
Zenden en ontvangen
Waar mensen samenwerken, spelen coördinatie en communicatie een belangrijke rol. Het HMi probeert haar taken op dit gebied zodanig uit te voeren dat alle betrokkenen van elkaar kunnen weten waar ze mee bezig zijn en dat dubbel werk wordt voorkomen. Daarbij is het wel van belang dat iedereen informatie wil delen. Anders is zo’n coördinerende functie onmogelijk. De vraag is of iedereen hieraan wil meewerken. Voor wie het wil: weet dat het HMi ondersteunend kan zijn in coördinatie en communicatie. Wij zijn in vele kringen actief en beschikken over een groot netwerk waar gebruik van kan worden gemaakt!
HMi jaarverslag 2010
Hoofdstuk 5 Communicatie en PR
HMi jaarverslag 2010
48 Website
HMi Symposia
Op www.hansmakinstituut.nl is informatie over verschillende
In 2010 organiseerde het HMi in het Spant! te Bussum wederom
onderdelen van de keten nierziekten te vinden, waaronder het
twee symposia, die druk bezocht en goed gewaardeerd werden.
kwaliteitssysteem dialyse. Het format van deze website kan ook
De onderwerpen van de symposia waren in 2009 door lezers van
voor andere websites worden gebruikt. Voor verschillende ini-
de HMi Update aangedragen.
tiatieven (RICH-Q, Punk-R, CASH, GENECURE, EPS-registratie, GRN-studie, ReGeNet) is van deze mogelijkheid gebruik gemaakt.
Het symposium op ‘Weet wat je meet’ op 22 juni 2010 werd sa-
In 2009 bleek bij het toen uitgevoerde klanttevredenheidon-
men met de Nierstichting, NfN, NVN en V&VN Dialyse en Nefro-
derzoek dat ‘toegankelijkheid van informatie’ voor relatief veel
logie georganiseerd. Eén van de key-note sprekers was prof.
respondenten een verbeterpunt was. Daarom is in 2010 hard
dr. Claudia Barth, directeur van het Kuratorium für Dialyse und
gewerkt aan een herstructurering van de website waardoor de
Transplantation (KfH). Zij hield een lezing over de Qin registra-
informatie nu gemakkelijker te vinden is. De eerste reacties van
tie die de KfH voor de kwaliteitsborging van dialysecentra in
gebruikers waren heel positief. Bij het volgende klanttevreden-
Duitsland gebruikt. Ook Renine, DHD, Parelsnoer, Datashaper,
heidonderzoek, in 2012, zal het effect van de aanpassingen na-
CQ-index en RICH-Q kwamen aan bod. Drs. M. Schoneveld,
der worden onderzocht.
beleidsadviseur bij de Consumentenbond, vertelde hoe de bond de kwaliteit van diensten en producten meet. In de middag was
HMi Update
er, speciaal voor verpleegkundigen en paramedici, een work-
Tot en met 2007 werd in het HMi Bulletin over nieuwe ontwik-
shop waar zij konden leren wat nodig is om het meten en regi-
kelingen gerapporteerd. Eind 2007 is daar een digitale nieuws-
streren van kwaliteit ‘leuk’ te maken en in de dagelijkse zorg-
brief voor in de plaats gekomen, de HMi Update. Dit medium
verlening te integreren.
is flexibeler en goedkoper. Jaarlijks worden elektronisch vier HMi Updates verstuurd. Alle versies zijn ook via de website be-
Ook het symposium ‘Marktwerking in de dialyse’, op 2 novem-
schikbaar. Bij het klanttevredenheidonderzoek van 2009 werd
ber, werd in samenwerking met de Nierstichting, NfN, NVN en
de HMi Update als goed beoordeeld. Toch is in 2010 geprobeerd
V&VN Dialyse en Nefrologie georganiseerd. Sinds 2002 valt de
de informatie nog toegankelijker te maken. Of dat gelukt is zal
dialyse niet langer onder beschermende wetgeving. Dat bete-
in 2012 bij de volgende evaluatie blijken.
kent dat sindsdien de overheid niet langer de capaciteit regelt, maar dat dit een zaak van de veldpartijen is. Als gevolg hiervan
Informatiecentrum
is het aantal dialysecentra sterk gegroeid. De concurrentie is
Evenals in voorgaande jaren is ook in 2010 van het HMi als
toegenomen. Dit leidt tot onrust in het dialyseveld. Tijdens het
informatiecentrum intensief gebruik gemaakt. Men stelde ons
symposium werden de ontwikkelingen vanuit verschillend per-
vragen van uiteenlopende aard: over het kwaliteitssysteem,
spectief aan de orde gesteld. Bij het afsluitende ‘Lagerhuis-
over dialysecentra, over de implicaties van de invoering van de
debat’ onder leiding van Astrid Joosten ontstonden naar aan-
DBC-systematiek, over registraties, over vragenlijsten, over af-
leiding van een aantal stellingen heftige discussies.
studeerprojecten, over wet- en regelgeving, et cetera. Het is de ambitie van het HMi deze faciliteit in 2011 verder uit te bou-
De insteek van de HMi-symposia is steeds een onderwerp van-
wen. Met de brede opzet van de nieuwe organisatiestructuur
uit verschillende perspectieven te belichten. Op basis van een
moet dat geen probleem zijn.
zo gevarieerd mogelijke inbreng willen we inzichten en standpunten met elkaar uitwisselen.
49 het Pakketadvies Thuisdialyse (zie www.cvz.nl) dat CVZ aan VWS
van de deelnemers en gesponsord door de farmaceutische
heeft aangeboden. Voor ‘zittend ziekenvervoer dialysepatiën-
industrie. Van de symposia wordt in de HMi Updates verslag
ten’ zijn normen ontwikkeld. Deze zijn onder andere beschik-
gedaan. Meer informatie over de symposia in 2010 (en de jaren
baar via www.nvn.nl en www.hansmakinstituut.nl en zullen in
daarvoor) vindt u op www.hansmakinstituut.nl.
2011 worden geëvalueerd. Documenten over onderwerpen die betrekking hebben op wet- en regelgeving zijn te vinden op
Nefrologiedagen
www.hansmakinstituut.nl in de bibliotheek.
Ook in 2010 was er tijdens de Nederlandse Nefrologiedagen een ‘HMi-blok’. Naast een algemeen overzicht van de actuele
Overleg financiering kwaliteitsbeleid
stand van zaken werden presentaties gegeven over verschil-
Eveneens twee keer per jaar overlegt het HMi met relevante
lende activiteiten waar het HMi bij betrokken is. Voor het eerst
partijen over de financiering van het kwaliteitsbeleid. Sinds
was het HMi ook met een – zeer druk bezochte – stand verte-
2009 is dit overleg in het dialyseoverleg geïntegreerd. In het
genwoordigd. Wij hadden posters van verschillende projecten
voorjaarsoverleg wordt de jaarrekening van het kwaliteit-
en initiatieven opgehangen en dat leverde veel stof tot gesprek.
systeem besproken, in het najaarsoverleg komt de begroting
De ervaring leert dat dit soort gebeurtenissen de radertjes van
van het kwaliteitssysteem aan de orde. Tijdens deze besprekin-
de kwaliteitsspiraal smeren!
gen is het reduceren van de kosten van het kwaliteitssysteem dialyse steeds een belangrijk aandachtspunt. In hoeverre kan
Overleg
op deze kosten worden bespaard door huisvestingskosten,
Het HMi voert regelmatig overleg met patiëntenorganisaties
bureaukosten en algemene kosten van het HMi zo veel als mo-
en de verschillende partijen die bij de behandeling van nier-
gelijk ten laste van de projecten te brengen? Door deze gedach-
patiënten betrokken zijn. Onder andere met de NVN, NfN, NSN
tewisselingen komt de inhoud van de activiteiten die gefinan-
en V&VN Dialyse en Nefrologie was er in 2010 regelmatig struc-
cierd moeten worden enigszins in het gedrang. Waar het primair
tureel overleg.
om zou moeten gaan zijn vragen als: wat is nodig om de kwaliteitsspiraal van het kwaliteitssysteem dialyse optimaal te laten
Dialyseoverleg
functioneren? Wat is nodig om de kwaliteit van de zorg in eer-
In 2010 is op uitnodiging van het HMi twee keer vergaderd over
dere stadia van de chronische nierziekte te optimaliseren? Wat
knelpunten op het gebied van nierziekten. Aan dit overleg ne-
is nodig voor het realiseren van een kwaliteitssysteem voor nier-
men deel: de NVZ, de NfN, SLOT, ZN, de NVN, de Nierstichting
transplantatie? De vraag hoe dit te financieren zou secundair,
en het CVZ. Knelpunten waren onder andere: onduidelijkheden
niet primair, moeten worden gesteld. Door de activiteiten die
over aanspraken in de nieuwe Zorgverzekeringswet, problemen
het HMi de afgelopen jaren heeft ontplooid, hebben we goed
met taxivervoer, aanpassing tegemoetkomingkosten, vergoe-
in beeld wat structureel nodig zal zijn om de nefrologische kwa-
ding dieetpreparaten, wachttijden voor shuntoperaties, de
liteitspiraal in beweging te houden. Het is een uitdaging voor
wachtlijst voor niertransplantatie, daling van het aantal thuis-
de komende jaren om dit onderdeel van de structurele finan-
dialysepatiënten, daling thuisdialysepatiënten, vergoeding
ciering van de zorg te maken.
ondersteuning PD thuis of in het verpleeghuis, stand van zaken certificering, registraties (waaronder DHD), de CQ-index
Deskundigheidsbevordering
Dialyse, inkoopindicatoren zorgverzekeraars, indicatoren
Deskundigheidsbevordering is een belangrijke taak van het HMi.
dialysebehandeling, de DOT (DBC’s Op weg naar Transparantie),
Voor deze activiteiten bestaat veel belangstelling. Zij stonden
de DBC kinderdialyse, keten DBC’s en de herstructurering van
ook in 2010 weer op het programma.
het HMi. Suggesties vanuit het Dialyseoverleg zijn verwerkt in
HMi jaarverslag 2010
De HMi-symposia worden gefinancierd uit een eigen bijdrage
HMi jaarverslag 2010
50 Training interne auditoren
Aandacht voor verbetering
Interne audits lopen als een rode draad door een kwaliteitssysteem. Uit de audits blijkt immers wat de sterke en zwakke
Eind 2009 heeft het HMi onder al haar relaties een tevreden-
onderdelen van een instelling zijn en wat kan worden verbe-
heidsonderzoek uitgevoerd om na te gaan hoe de organisaties
terd. Het uitvoeren van zo’n interne audit is echter niet een-
waar wij mee samenwerken, belangengroeperingen en
voudig. Daarom zijn indertijd binnen het Implementatieproject
afnemende partijen het HMi ervaren. Naast goede punten
Certificatie Dialysecentra in alle deelnemende dialysecentra in-
zoals betrokkenheid/klantvriendelijkheid, kwaliteitszorg/
terne auditoren opgeleid. Deze traditie is voortgezet. In 2010
kwaliteitsbeheer/kwaliteitsbewaking, informatievoorziening/
organiseerde het HMi twee cursussen voor nieuwe auditoren.
communicatie en symposia/trainingen, waren er ook verbeterpunten. In de top drie stonden:
Terugkomdagen
1. Meer innovatief zijn (genoemd door 26%)
Behalve de trainingen voor nieuwe auditoren organiseerde het
2. Werken aan toegankelijkheid van informatie (18%)
HMi in nauwe samenwerking met Lloyd’s in 2010 ook weer terug-
3. Meer meedenkend zijn (16%).
komdagen. Deze dagen zijn bedoeld voor interne auditoren die eerder een training volgden en met auditeren ervaring heb-
Daar is in 2010 aan gewerkt. De invulling van ‘meer innovatief
ben opgedaan. Evenals de training van nieuwe auditoren ervaren
zijn’ bleek niet eenvoudig. Wat hadden de respondenten precies
de deelnemers deze terugkomdagen als buitengewoon zinvol.
voor ogen? Overwogen werd specifieke doelgroepen met een elektronische enquête hierover te bevragen. Ondertussen kwam
Subjective Global Assessment
tijdens het herstructureringsoverleg ter sprake wat de focus van
In 2006 heeft de DNN een module ontwikkeld voor het gestan-
het HMi in de toekomst zou moeten zijn. Besloten is om in 2011
daardiseerd meten van de voedingstoestand door middel van
een innovatief symposium te organiseren – Toekomstmuziek –
Subjective Global Assessment (SGA). Het HMi heeft dit traject
en ons vooralsnog te richten op innovatieve projecten als ESMO,
ondersteund. De SGA-module werd in 2007 aan het HMi over-
HOMESTART en Groepsrevalidatie Nierziekten. Het verder invul-
gedragen en is sindsdien via www.hansmakinstituut.nl beschik-
len van het thema ‘innovatief’ willen we aan het HMi ‘nieuwe
baar. In 2008 is met de DNN overleg gevoerd over het opzetten
stijl’ overlaten. Makkelijker was het om invulling te geven aan
van workshops waar zorgverleners met de SGA ervaring op kun-
het ‘meer toegankelijk maken van informatie’. Na verschillende
nen doen. De eerste SGA-workshop vond in 2009 plaats. Ook
brainstormsessies zijn we aan de slag gegaan met het verbete-
de tweede, in 2010, was een groot succes. Beide workshops wer-
ren van onze website en de HMi Update. Bij het volgende klant-
den door Baxter BV gesponsord.
tevredenheidonderzoek zal moeten blijken of wij daarin zijn geslaagd. Om aan de opmerking ‘meer meedenkend’ invulling
Workshop veiligheidsmanagement
te geven, is in de opzet en uitvoering van de projecten meer
In 2010 is met HKZ en andere partijen overlegd over het geza-
structuur aangebracht, waardoor wij projectleiders en onder-
menlijk opzetten van een workshop veiligheidsmanagement
zoekers meer houvast kunnen bieden. Deze nieuwe opzet wordt
voor dialyseafdelingen. Gaandeweg bleek dat deze bijscholing
bij de reguliere projectevaluaties op de bruikbaarheid getoetst.
voor de deelnemers te duur zou worden, te meer waar in de
Ook hier is een verbetercyclus in gang gezet die naar wij hopen
instellingen al veel aandacht aan scholing op het gebied van
haar vruchten zal afwerpen.
veiligheidsmanagement wordt besteed. Besloten werd vooralsnog van het gezamenlijk opzetten van dergelijke workshops af te zien. Misschien iets voor later?
51
Internationale samenwerking
Eind 2010 was het weer zo ver. Na drie jaar moest het ISO-
Voor een kwaliteitsinstituut als het HMi is niet alleen het nati-
certificaat van het HMi worden vernieuwd. Altijd spannend en
onale perspectief van belang. Ontwikkeling van de zorgketen
een aanleiding om alle puntjes op de i te zetten. Dat was veel
houdt niet op bij de landsgrens. We moeten nieuwe wegen zoe-
eenvoudiger dan bij de eerste certificering drie jaar geleden.
ken en daarvoor is internationale samenwerking een belangrijk
Alle actuele versies van documenten zijn binnen het HMi digi-
middel.
taal beschikbaar. Interne audits worden regelmatig uitgevoerd. Openstaande verbeterpunten worden elke maand bij de team-
ReGeNet
vergadering besproken en zo mogelijk binnen de afgesproken
In 2005 is het REnal GEnome NETwork (ReGeNet) opgericht. De
deadlines opgelost. Op 27 oktober is het managementsysteem
doelstelling van deze Europese vereniging luidt: ‘Het bevorde-
van het Hans Mak instituut door Lloyd's Register Quality
ren van de medische wetenschap door toepassing van de uit het
Assurance geëvalueerd en volgens de normen van de ISO 9001:2008
Humaan Genoom Project verkregen kennis op het gebied van
goedgekeurd. Het certificaat betekent dat de dataverzameling
nierziekten en aldus het bevorderen van fundamentele en
en de ondersteuning van patiëntgebonden onderzoek bij het
klinische vooruitgang op het gebied van nefrologie, dialyse,
HMi aantoonbaar in goede handen zijn.
niertransplantatie, hypertensie en aanverwante onderwerpen’. ReGeNet is een samenwerkingsverband van personen die zich met bovengenoemd onderzoek bezighouden. Deze vereniging is bij het HMi ondergebracht. Binnen ReGeNet worden lijnen voor toekomstig genetisch onderzoek bij nierpatiënten uitgezet. Voor een eerste gezamenlijk project, GENECURE, werd eind 2005 subsidie bij de Europese Commissie aangevraagd. In dit
In 2010 is ook gewerkt aan het verkrijgen van de CKZ-accredi-
project fungeert het HMi als SME (Small Medium size Enterprise).
tatie voor het uitvoeren van de CQ-index. Dat bleek nog een
De Europese Commissie honoreerde de subsidieaanvraag in
hele klus. Begin 2011 was het zover. Het HMi is geaccrediteerd
2006. Het project ging begin 2007 van start en liep tot medio
voor onderzoeksactiviteiten en schriftelijke dataverzameling.
2010. Meer informatie hierover vindt u in deel 2: Projecten.
Vooralsnog zal het HMi alleen de CQ-index Dialyse uitvoeren. Een volgende stap zal het toewerken naar accreditatie voor
TRANSKID en E-Train
online dataverzameling zijn.
De samenwerking binnen ReGeNet legde de basis voor een aanvraag in het kader van het Europese programma ‘Marie Curie’, dat is gericht op onderwijs en training van jonge onderzoekers in Europees verband. TRANSKID richt zich op jonge onderzoekers op het terrein van de nefrologie. Binnen deze aanvraag is het een taak van het HMi de studenten te onderwijzen in fenotypering en in project- en datamanagement. In de loop van 2010 bleek dat aan TRANSKID geen subsidie zou worden toegekend.
Het is niet vanzelf gegaan, maar anno 2010 kan worden gezegd
Het was wel een aanzet tot E-Train, een nieuwe, vergelijkbare
dat binnen het HMi de kwaliteitscyclus goed draait en verbe-
aanvraag binnen hetzelfde Europese programma. Uitsluitsel
terspiralen in gang zijn gezet. De uitdaging is nu om de draai
over de toekenning van deze aanvraag wordt in de loop van
er in te houden….
2011 verwacht.
HMi jaarverslag 2010
Van kwaliteitscyclus naar verbeterspiraal
HMi jaarverslag 2010
52 Nephro-QUEST
EPS-Registratie
In 2006 heeft de ERA-EDTA Registry een aanvraag bij de Euro-
Zoals al eerder gemeld (hoofdstuk 4 pag 44) heeft het HMi in
pese Commissie ingediend voor financiële ondersteuning van
2010 gewerkt aan het opzetten van een internationale registra-
het Nephro-QUEST project (QUality Eropean Studies; ‘A colla-
tie van ‘Encapsulating Peritoneal Sclerosis’ (EPS), een zeldzame
borative European Effort Towards Quality Improvement in Renal
doch zeer ernstige complicatie van peritoneale dialyse. In het
Care’). Deze aanvraag is eind 2006 gehonoreerd. Het project is
kader hiervan is begin 2010 in Naarden de Europese EPS-Wor-
medio 2007 van start gegaan.
king Group opgericht. In 2009 is in Nederland een proefregi-
Nephro-QUEST beoogt de kwaliteit van de dialysebehandeling
stratie van start gegaan. Op basis van de daarmee opgedane
te verbeteren door het ontwikkelen van Europese kwaliteitsin-
ervaringen is in 2010 een Europese registratie opgezet die in
dicatoren. Een ander doel is het bevorderen van eenvormige
2011 zal worden uitgerold. Eind 2010 zijn er gesprekken
rapportage over uitkomsten van de dialysebehandeling. De re-
gevoerd over uitbreiding van dit Europese initiatief tot een
sultaten van die rapportage moeten gebruikt kunnen worden
mondiale registratie. Ook dit zal in 2011 een vervolg krijgen.
bij het lokale kwaliteitsmanagement en bij certificatie en accreditatie van dialyseafdelingen. Verder zullen vanuit NephroQUEST onderzoeksprojecten worden opgezet die tot doel hebben de kwaliteit van de behandeling te verbeteren. Het HMi is bij Nephro-QUEST betrokken vanwege de expertise op het gebied van het beschrijven en registreren van fenotypische kenmerken van patiënten met een nierziekte. In bepaalde opzichten sluit Nephro-QUEST naadloos aan op wat binnen GENECURE gebeurt. Cirkels die in elkaar grijpen en elkaar versterken! IMPACT-CKD In 2009 heeft de Nierstichting het HMi verzocht de coördinatie op zich te nemen van een Europees project waarin het perspectief van patiënten en zorgverleners op de nefrologische zorg in Europa werd onderzocht. Voor deze Europese subsidieaanvraag in het kader van het programma DG Sanco was heel weinig tijd. Snel werd een Europees consortium in de steigers gezet. Eind 2009 kregen we te horen dat deze aanvraag het (net) niet heeft gehaald. De samenwerking binnen dit consortium van enthousiaste onderzoekers en belangrijke instituten bood echter een mooie basis voor een nieuwe aanvraag, nu op het gebied van het bevorderen van zelfmanagement met behulp van interactieve web 2.0 applicaties. De concurrentie voor deze aanvraag was groot. Wij kwamen één punt tekort. Jammer, maar hier liggen wel kansen voor de toekomst. Het HMi heeft de potentie om ondersteuning te bieden aan grote internationale projecten.
53 HMi jaarverslag 2010
55
Kwaliteitsprojecten in 2010
Kwaliteit van zorg is een dynamisch proces. Richtlijnen, aanbevelingen en indicatoren worden regelmatig op zeggingskracht en relevantie onderzocht en nieuwe inzichten moeten worden geïmplementeerd. Dat gaat niet van zelf. Daarom ondersteunt het Hans Mak instituut activiteiten die beogen de kwaliteit van de zorg voor nierpatiënten te verbeteren. Het HMi kan daarvoor datamanagement en onderzoeksverpleegkundigen leveren. Ook kan het HMi behulpzaam zijn bij het schrijven van subsidieaanvragen en het realiseren van de financiering voor verschillende initiatieven. Het is heel bijzonder te merken hoe verschillende projecten bij elkaar aansluiten, elkaar versterken en samenwerking tussen de deelnemende onderzoeksgroepen stimuleren. Zo breiden de kringen zich steeds verder uit.
HMi jaarverslag 2010
Deel 2
HMi jaarverslag 2010
56
Kwaliteitsprojecten
procesgang op elk moment zichtbaar worden gemaakt. Een projectmanager en de financiële administratie houden alles in
Het uitvoeren van projecten door het Hans Mak instituut heeft
de gaten. Daarnaast is er per project een primair verantwoor-
al vanaf de oprichting tot enige verwarring geleid. Was het HMi
delijk medewerker aangewezen. Op de tweede woensdag-
daarmee niet een concurrent van de universitaire centra, zie-
ochtend van de maand komt een projectgroep bij elkaar om de
kenhuizen en onderzoeksinstellingen? Veel gesprekspartners
voortgang van de projecten samen te bespreken. Onderzoekers
begrepen niet dat voor het verbeteren van de kwaliteit van de
en hun supervisoren zijn dan aanwezig. Gasten die een voorstel
zorg onderzoek noodzakelijk is. Evaluatieonderzoek, onderzoek
voor een nieuw onderzoek willen doen, zijn altijd welkom.
van richtlijnen en indicatoren naar de effecten op de uitkomst van de behandeling. Onderzoek dat beoogt de implementatie
Het ISO-certificaat
van nieuwe ontwikkelingen te bevorderen. Innovatieve projec-
De ondersteuning van onderzoek door datamanagement en/of
ten die nieuwe ontwikkelingen stimuleren. Het HMi ondersteunt
onderzoeksverpleegkundigen moet optimaal zijn. Het is voor
deze activiteiten waar nodig met datamanagement, onder-
onze organisatie belangrijk te weten dat we deze activiteiten
zoeksverpleegkundigen en advisering. Het wetenschappelijk
conform de hiervoor geldende normen uitvoeren. Eind 2007
onderzoek, het ‘denkwerk’ wordt door universitaire centra,
kreeg het HMi het ISO 9001:2000-certificaat, sinds 2010 is het
onderzoeksinstituten en – in een enkel geval – perifere zieken-
HMi ISO 9001:2008 gecertificeerd. Binnen het HMi is de PDCA-
huizen verricht. Het HMi werkt met al deze instellingen samen;
cyclus een belangrijk aandachtspunt. Regelmatig worden
met alle universitaire centra, maar ook met instituten als het
interne audits uitgevoerd. Openstaande verbeterpunten wor-
NIVEL en PHARMO. Deze wijze van samenwerken werpt haar
den bij de maandelijkse teamvergadering besproken. Het kwa-
vruchten af. Natuurlijk zijn er grensgevallen, zoals de CASH-
liteitshandboek en alle protocollen worden volgens een vast
trial (zie pag 59) waarin bij de niervervangende behandeling
stramien bijgewerkt en zijn voor medewerkers op het besloten
van intensive care patiënten in een gerandomiseerde trial twee
gedeelte van de website beschikbaar. Mede door aandacht voor
manieren van antistolling met elkaar worden vergeleken. Op
de kwaliteitscyclus lukt het ons om steeds effectiever en effi-
zich is er niets mis mee als het HMi ook dit soort onderzoek fa-
ciënter te werken.
ciliteert, maar enkelen vinden dat het hierdoor voor de buitenwereld onduidelijk wordt wat het focus van het HMi precies is.
Keurmerk CQ-index
Laat daar geen misverstand over bestaan: onze focus ligt bij het
Zoals eerder beschreven heeft de Nierpatiënten Vereniging
verbeteren van de kwaliteit van zorg van nierpatiënten.
Nederland voor het meten van de ervaringen van patiënten de CQ-index Dialyse ontwikkeld. Een CQ-index is een geregistreerd
Belangrijk is dat de kwaliteitsprojecten goed en efficiënt wor-
merk dat als keurmerk wordt gebruikt. Het keurmerk geeft de
den uitgevoerd. Een dekkende financiering van de projecten is
zekerheid dat gegevens betrouwbaar en valide gemeten zijn.
een voorwaarde. Die financiering wordt door subsidies van ver-
Om in aanmerking te komen voor het keurmerk CQ-index moet
schillende organisaties gerealiseerd. Een belangrijke partner is
de meting conform het door het Centrum Klantervaring Zorg
de Nierstichting, maar ook ZonMw, het Innovatiefonds Zorgver-
(CKZ) opgestelde Handboek CQ-index door een geaccrediteer-
zekeraars , de Europese Commissie en farmaceutische bedrijven
de meetorganisatie zijn uitgevoerd. Ook het HMi heeft in 2010
zorgen ervoor dat de projecten kunnen worden uitgevoerd. Door
het accreditatietraject voor de CQ-index doorlopen. Begin 2011
middel van een efficiënte projectadministratie brengt het HMi
verleende het CKZ ons het accreditaat voor onderzoeksactivi-
van alle projecten de actuele situatie financieel en planmatig in
teiten en schriftelijke dataverzameling.
beeld. Vanaf 2009 kan met het pakket Accountview SW de
57 In dit project worden deze aspecten van beide therapieën met
Sinds medio 2007 is bij het HMi elektronische dataverzameling
elkaar vergeleken in het Necosad cohort (www.necosad.nl).
mogelijk. Daarbij wordt gebruik gemaakt van SPSS Dimensions.
Eerst is onderzocht of er een verschil was in patiëntenoverle-
In 2010 is dit systeem gebruikt bij de EPS-registratie en projec-
ving dan wel de tijd dat mensen met één van beide therapieën
ten als Groepsrevalidatie Nierpatiënten, RICH-Q en PUNK-R. Het
behandeld worden. Dit verschil bleek er niet te zijn (Michels et
systeem is ook heel geschikt voor enquêtering. Het zal de basis
al. CJASN 2009; 4(5): 943-9). Vervolgens is de kwaliteit van leven
zijn voor een uitbreiding van het CKZ-accreditaat met de scope
van de patiënten die startten op APD vergeleken met die van
‘online dataverzameling’. Hieraan zal in 2011 worden gewerkt.
de mensen die op CAPD startten. Ook hier werd geen verschil gevonden (Michels et al. Perit Dial Int 2011; 31:138-147). De
Projecten van A tot Z
analyse van de achteruitgang van de restnierfunctie liet wel een
Hieronder volgt een alfabetisch overzicht van alle projecten
hadden een grotere kans hun restnierfunctie te verliezen dan
waarbij het HMi in 2010 betrokken was.
de patiënten die op CAPD begonnen. Dit verschil bestond voor-
verschil zien. Patiënten die hun dialysecarrière startten op APD,
al in het eerste jaar na de start van dialyse (Michels et al. CJASN
APD/CAPD
2011; 6:537-542). De verschillen in peritoneale functie op beide
Automatische peritoneale dialyse (APD) is een relatief nieuwe
therapieën werd tevens geanalyseerd in een cohort van patiën-
vorm van dialyse die nu ongeveer 20 jaar gebruikt wordt. Ten
ten van het Academisch Medisch Centrum in Amsterdam (Mi-
opzichte van de conventionele peritoneale dialysemethode, de
chels et al. submitted). Begin 2011 is Wieneke Michels op dit
continue ambulante peritoneale dialyse (CAPD), stijgt het ge-
onderzoek gepromoveerd. Het project werd gefinancierd door
bruik van APD fors. Deze toename is voornamelijk toe te schrij-
een unrestricted grant van Baxter Healthcare.
ven aan de betere kwaliteit van leven die met APD wordt ver-
Projectleiders: prof. dr. F.W.(Friedo) Dekker, afdeling klinische
wacht. Patiënten met deze therapie kunnen ’s nachts dialyseren
epidemiologie, Leids Universitair Medisch Centrum en prof. dr.
en hebben daardoor overdag meer tijd over. Of deze verwach-
R.T.(Ray) Krediet, afdeling nierziekten, Academisch Medisch
ting wordt waargemaakt, was nog niet goed onderzocht. APD
Centrum Amsterdam.
heeft mogelijk ook nadelen ten opzichte van CAPD, zoals een sneller verlies van de restnierfunctie en meer schade aan het
Arbeidsparticipatie
peritoneale membraan. De snellere achteruitgang van de rest-
Eind 2005 startte het onderzoek ‘Bevordering van arbeidspar-
nierfunctie zou kunnen ontstaan doordat APD een minder con-
ticipatie en autonomie van nierpatiënten’. Het Nivel (Neder-
tinue dialysevorm is dan CAPD. Schommelingen in de bloeddruk
lands Instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg) en het
zouden schadelijk kunnen zijn voor het laatste restje nierfunc-
HMi voeren dit onderzoek uit in opdracht van de Nierstichting
tie dat patiënten bij het starten van dialyse vaak nog wel heb-
en de NVN. Het GAK heeft subsidie verstrekt.
ben. Omdat we weten dat juist deze restnierfunctie belangrijk
Uit eerder onderzoek is gebleken dat patiënten vaak hun baan
is voor de kwaliteit van leven en voor de overleving van dialy-
verliezen in de periode die aan de niervervangende therapie
sepatiënten, is het belangrijk deze zo lang mogelijk te behou-
voorafgaat. Daarom richt deze studie zich niet alleen op dia-
den. Tijdens APD wordt het peritoneale membraan blootgesteld
lyse-, maar ook op predialysepatiënten. In het eerste deel van
aan meer bio-incompatibele vloeistoffen dan tijdens CAPD, om-
het onderzoek is nagegaan wat de kritische factoren zijn waar-
dat er meer en kortere wisselingen worden gebruikt. Hierdoor
door patiënten met een nierziekte hun baan verliezen (Jansen
zou er meer schade aan het membraan kunnen ontstaan, wat
et al. Psychol & Health 2009; 24:1-17). Een andere studie, over
kan leiden tot een eerder falen van peritoneale dialyse.
de invloed op arbeidsparticipatie van de wijze waarop patiën-
HMi jaarverslag 2010
Elektronische gegevensverzameling
HMi jaarverslag 2010
58 ten hun ziekte ervaren, is in 2010 gepubliceerd (Jansen et al.
gegevens. Voor een aantal studies zijn aanvullend data verzameld,
Psychol & Health 2010;25:733-749). Het tweede deel van dat
waarvoor het HMi een onderzoeksverpleegkundige leverde.
project is een interventiestudie. Op basis van bevindingen uit het eerste deel van het project worden middelen ingezet om
In 2008 promoveerde drs. M.(Marlies) Noordzij op het CaPhos-
uitval uit het arbeidsproces te voorkomen. In 2008 is in het ka-
project met het proefschrift ‘Mineral metabolism and clinical
der hiervan een op predialysepatiënten geënte cursus ontwik-
outcomes in dialysis patients’ aan de Universiteit van Amster-
keld en in twee patiëntengroepen getest. De cursus is in 2009
dam. Onderdeel van dit promotieonderzoek was de evaluatie
in samenwerking met de VMWN landelijk geïmplementeerd en
van de Amerikaanse K/DOQI-richtlijnen. Deze studie (Noordzij
in 2010 geëvalueerd.
et al. Blood Purification 2008; 26:231-237) laat zien dat het mor-
Projectleider: dr. M. (Mieke) Rijken, senior onderzoeker, Nivel,
taliteitsrisico al bij relatief lage fosfaatconcentraties gaat toe-
Utrecht.
nemen. Gesuggereerd wordt de bovengrens van de streefwaarde voor fosfaat bij dialysepatiënten van 5,5 mg/dl naar 4,5 mg/
Bloedplaatjes activiteit en hart- en vaatziekten
dl te verlagen. In tegenstelling tot wat bij predialysepatiënten
Verhoogde bloedplaatjesactiviteit is een belangrijke factor bij
het geval is, blijkt een gestoorde calciumfosfaathuishouding bij
het ontstaan van hart- en vaatziekten. Om de rol van bloed-
dialysepatiënten geen invloed te hebben op de achteruitgang
plaatjesactiviteit bij het ontstaan van hart- en vaatziekten bij
van de (rest)nierfunctie (Noordzij et al. Nephrol Dial Transplant
patiënten met nierfalen te onderzoeken, wordt van het Necosad-
2009; 24:1580-1587). Deze uitkomsten zijn in 2010 meegeno-
cohort gebruik gemaakt. De verschillende markers van de bloed-
men bij de herziening van de nieuwe richtlijnen voor calcium-
plaatjesactiviteit worden uit het spijtmateriaal bepaald.
fosfaatmetabolisme. Het promotieonderzoek van Noordzij werd
Projectleider: dr. M.(Mark) Roest, laboratorium klinische chemie
destijds mogelijk gemaakt door unrestricted grants van de
en hematologie, Universitair Medisch Centrum Utrecht.
firma’s Amgen en Genzyme.
BIO-in PD
De database en het spijtmateriaal van Necosad hebben ook in
In deze prospectieve, gerandomiseerde studie worden de ef-
2010 een bijdrage aan nieuwe inzichten op het gebied van het
fecten van lactaat- en bicarbonaat-gebufferde oplossingen op
calciumfosfaatmetabolisme geleverd. Samen met onderzoeks-
de peritoneale membraan en de restnierfunctie met elkaar ver-
groepen in Maastricht (dr. Leon Schurgers) en Aken (dr. Vincent
geleken. Het HMi levert voor dit onderzoek een onderzoeks-
Brandenburg) is onderzoek gedaan naar de effecten van matrix
verpleegkundige.
gla proteine (MGP) op de overleving en cardiovasculaire com-
Projectleider: dr. C.E. (Carolien) Douma, internist-nefroloog,
plicaties bij dialysepatiënten. Het effect van vitamine D werd
VU Medisch Centrum Amsterdam.
op dezelfde uitkomsten onderzocht (Drechsler et al. Eur Heart J 2010; 31:225302261 en Drechsler et al. Nephrol Dial Transplant
CaPhos-project
2011; 26:1024-1032). In samenwerking met dr. Vincent Branden-
Het doel van het CaPhos-project is de evaluatie van de calcium-
burg uit Aken en dr. Christiane Drechsler uit Würzburg is het
fosfaathuishouding van hemodialyse- en peritoneale dialyse-
verband van de biomarkers vitamine D (25(OH)D) en bot-
patiënten in Nederland. Hiertoe worden de effecten van een
specifieke alkalische fosfatase met cardiovasculaire en niet-
verstoorde calciumfosfaathuishouding op verschillende uitkom-
cardiovasculaire sterfte bestudeerd. De bevindingen dat
sten van de dialysebehandeling geanalyseerd. Daarnaast wor-
ernstige vitamine D deficiëntie en hoge concentraties van bot-
den internationale richtlijnen op dit gebied gevalideerd. Ook
specifieke alkalische fosfatase geassocieerd zijn met een hoog
in dit onderzoek wordt gebruik gemaakt van de Necosad-
sterfterisico, worden in 2011 gepubliceerd in respectievelijk
59 beperking’ ontwikkeld. Deze methode beoogt het optimalise-
in het Necosad-cohort naar de effecten van de daling van de
ren van de begeleiding van patiënten die moeite hebben met
calciumconcentraties in het bloed tijdens hemodialyse. De uit-
de vochtbeperking. Daarbij wordt gebruik gemaakt van moti-
komsten van dit onderzoek worden in 2011 in een manuscript
verende gespreksvoering en cognitieve gedragstherapie, met
verwerkt.
als uitgangspunt de intrinsieke motivatie van de patiënt. Voor de methode zijn een handleiding voor de coach en een werk-
Sinds de ‘CaPhos meeting’, die eind 2009 in het LUMC werd ge-
boek voor de patiënt ontwikkeld. De methode is in eerste in-
organiseerd, participeert ook het VUMC (dr. M. Vervloet) in dit
stantie toegepast bij patiënten in het Amphia Ziekenhuis in
‘consortium’ dat veelvuldig van de database en het spijtmate-
Breda en had daar een aantoonbaar positief effect. Daarom is
riaal gebruik zal maken. Ook hier worden de kringen steeds
het van belang dat grotere groepen patiënten van de methode
groter….
kunnen profiteren en dat de methode landelijk wordt toege-
Projectleiders: dr. M. (Marion) Verduijn, afdeling klinische
past. Voordat deze methode landelijk werd geïmplementeerd,
epidemiologie, Leids Universitair Medisch Centrum en
zijn in 2010 de effecten ervan bij 22 patiënten in negen dialy-
dr. V. (Vincent) Brandenburg, Universitätsklinikum Aachen.
secentra geëvalueerd. Het HMi leverde voor dit project, dat door de Nierstichting werd gefinancierd, de logistieke ondersteuning.
CASH trial
Het rapport van deze implementatiepilot is beschikbaar op
In de CASH-trial wordt het effect van continue venoveneuze
www.hansmakinstituut.nl. Sinds oktober 2010 kunnen handlei-
hemofiltratie met citraat vergeleken met bicarbonaat gebuf-
dingen en werkboeken bij het HMi worden besteld. In 2011 zal
ferde substitutievloeistof bij patiënten die op de intensive care
een gebruikersonderzoek plaatsvinden.
een nierfunctievervangende behandeling ondergaan. Het HMi
Projectleiders: C. (Caroline) Hendrickx en G. (Gerda) Verbraak,
ondersteunt dit gerandomiseerde onderzoek met een onder-
maatschappelijk werkers, Amphia Ziekenhuis, Breda.
zoeksverpleegkundige en datamanagement. Voor informatie over deze studie, die eind 2007 van start is gegaan en waarin
Renal DataSHaPER
patiënten tot eind maart 2011 kunnen worden geïncludeerd,
Het HMi leverde in 2010 een belangrijke bijdrage aan het ver-
zie: www.cash-trial.nl. Per ultimo 2010 namen 128 patiënten
der ontwikkelen van de Renal DataSHaPER. DataSHaPER is een
aan de trial deel. De firma Dirinco sponsort deze studie met een
acronym voor ‘Data Schema and Harmonization Platform for
unrestricted grant.
Epidemiological Research’. De DataSHaPER is een initiatief van
Projectleider: prof dr. P.M. (Piet) ter Wee, afdeling nierziekten,
Public Population Project in Genomics (P3G), een Canadese
VU Medisch Centrum, Amsterdam.
organisatie waar nauw mee wordt samengewerkt. De Renal DataSHaPER omvat een gestructureerde lijst van gespecificeer-
Coaching vochtbeperking
de variabelen, die voorgesteld zijn als minimale dataset voor
Voor veel (hemo)dialysepatiënten is het houden van een vocht-
nieuwe studies binnen het domein van de nefrologie. De Renal
beperkt dieet een groot probleem. (Te)veel vocht leidt echter
DataSHaPER bestaat uit vijf modules. In de module ‘Clinical
tot grote medische problemen zoals hypertensie, oedeem en
Assessment’ zijn variabelen gespecificeerd over de ziekte- en
kortademigheid. Deze problemen zijn allemaal op overvulling
interventiegeschiedenis van de patiënt, familiaire ziektegeschie-
terug te voeren. Voor veel patiënten die moeite hebben om zich
denis en sociaaldemografische karakteristieken. Variabelen over
aan de vochtbeperking te houden, zijn de ‘gewone’ interven-
medicatiegebruik en de niervervangende behandeling zijn
ties niet voldoende. Medewerkers van het Amphia Ziekenhuis
gespecificeerd in de module ‘Therapy’. De module ‘Physical
in Breda hebben een methode ‘persoonlijke coaching bij vocht-
Measures’ bevat antropometrische variabelen en variabelen die
HMi jaarverslag 2010
Nephrol Dial Transplant en CJASN. Georg Schlieper (Aken) keek
HMi jaarverslag 2010
60 de functie van hart (bloeddruk, hartslag) en de nieren beschrij-
Voor 16% van de ondervraagde behandelaars was angst voor
ven. De minimale set van biomarkers te meten in bloed, urine
EPS een reden om patiënten geen PD aan te bieden. In 2008 was
en dialysaat, is beschreven in de module ‘Biological Measures’.
het HMi betrokken bij het opzetten van een EPS-registratie. De
In een laatste module zijn klinische eindpunten (mortaliteit,
achtergronden en de opzet van de registratie zijn beschreven
morbiditeit en medische interventies) gedurende follow-up
in de Netherlands Journal of Medicine (Korte et al. Neth J Med
gespecificeerd. Delen van de Renal DataSHaPER zijn alleen van
2009; 67:359-362). Omdat de complicatie zo zeldzaam is, is aan-
toepassing op specifieke nierpatiënten, afhankelijk van de nier-
sluiting bij andere groepen gezocht, waaronder de onderzoeks-
vervangende behandeling die zij ondergaan: hemodialyse, peri-
groep die in Engeland EPS bestudeert. De registratie is in 2009
toneale dialyse of niertransplantatie. In de loop van 2010 kwam
in Nederland van start zal gaan. De eerste ervaringen zijn begin
de Renal DataSHaPER online beschikbaar op www.datashaper.org
2010 in Europees verband besproken. Bij die gelegenheid is ook
en via www.regenet.eu. De Renal DataSHaPER schept belang-
de ‘European EPS Working Group’ opgericht. Over de activitei-
rijke voorwaarden om in de toekomst in nationale en inter-
ten van deze groep zal in 2011 in het tijdschrift Peritoneal
nationale samenwerkingsverbanden en dataverzamelingen te
Dialysis International worden gepubliceerd. Eind 2010 is beslo-
kunnen samenvoegen.
ten de elektronische registratie van EPS-gevallen niet tot
Projectleider: dr. M. (Marion) Verduijn, afdeling klinische
Europa te beperken, maar in elk geval tot Canada en de VS uit
epidemiologie, Leids Universitair Medisch Centrum.
te breiden. In 2011 wordt de registratie in Europa geïntroduceerd. De firma Baxter heeft zich bereid verklaard de EPS-
Dialysedosis
registratie met een unrestricted grant te financieren. Meer
Voor het meten van de dialysedosis bij patiënten die met he-
informatie over deze registratie: www.epsregistry.eu.
modialyse en met peritoneale dialyse worden behandeld, wordt
Projectleiders: dr. M.R. (Mario) Korte, internist-nefroloog
gebruik gemaakt van de Kt/V formule. Van deze formule
Albert Schweitzer Ziekenhuis, Dordrecht en dr. M.G.H.
bestaat een aantal varianten. Welke kan het beste worden
(Michiel) Betjes, internist-nefrolog, Erasmus Medisch
gebruikt? Welke heeft de beste relatie met uitkomsten als
Centrum Rotterdam.
mortaliteit, ziekenhuisopnames, complicaties en kwaliteit van leven? Voor aanbevelingen die in het kader van richtlijnen wor-
ESMO
den gedaan, is dit een relevante vraag. De Kwaliteitscommissie
ESMO staat voor Effects of Self-Monitoring on Outcome of
NfN (KK) werkt, met behulp van de Necosad-gegevens, aan een
chronic kidney disease; effecten van het zelf monitoren op de
antwoord.
uitkomst van chronische nierziekte. Het doel van het onderzoek
Projectleider: dr. J. (Jeroen) Kooman, internist-nefroloog,
is om mensen met een chronische nierziekte die last hebben van
afdeling nierziekten, Universitair Medisch Centrum Maas-
een hoge bloeddruk te ondersteunen. Dat willen we bereiken
tricht.
door het aanbieden van mogelijkheden voor zelfmanagement.
EPS-registratie
Een hoge bloeddruk komt bij de meeste nierpatiënten voor. Het
Eén van de uitkomsten van de PD-enquête die in 2008 vanuit
behandelen van deze hoge bloeddruk is niet alleen belangrijk
het HMi is uitgevoerd, was dat 66% van de respondenten het
om de kans op hart- en vaatziekten te verkleinen, maar ook om
van belang vond dat er een registratie zou komen van PD-pa-
de snelle achteruitgang van de nieren te vertragen. Het Leids
tiënten bij wie de behandeling door ‘encapsulating peritoneal
Universitair Medisch Centrum (LUMC) heeft daarom in samen-
sclerosis’ (EPS) wordt gecompliceerd. EPS is een zeldzame, doch
werking met het Hans Mak Instituut een zelfmanagement-
levensbedreigende complicatie van PD waarbij het buikvlies
pakket ontwikkeld om mensen met een chronische nierziekte
verbindweefselt en er ernstige passagestoornissen ontstaan.
én een hoge bloeddruk te ondersteunen bij het aanpassen van
61 patiënten hebben de studie positief geëvalueerd. De studie zal
inname. Om het effect van het gehele pakket te onderzoeken
in 2011 behalve in het LUMC ook van start gaan in het UMCG,
wordt bij 150 nierpatiënten de standaard-behandeling verge-
het AMC en het Sint Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein. Het
leken met het zelfmanagementpakket. De verwachting is dat
ESMO-project wordt gesubsidieerd door de Nierstichting en
het pakket niet alleen de gezondheidsuitkomsten, maar ook
ZonMw.
het welzijn en de autonomie van de patiënten zal bevorderen.
Projectleider: dr. S. (Sandra) van Dijk, senior onderzoeker, afdeling medische psychologie, Leids Universitair Medisch
Het zelfmanagementpakket start met een individueel motive-
Centrum.
rend gesprek dat tot doel heeft een persoonlijk en concreet zoutreductiedoel te formuleren en de intrinsieke motivatie en zelfef-
Natrium light
fectiviteit van de patiënt te vergroten. Na dit gesprek volgt een
Een afgeleide van het ESMO project is ‘Natrium light’. In dit pro-
periode van drie maanden waarin de patiënt zelf thuis een voe-
ject wordt gekeken of een bepaling van natrium in de ochtend-
dingsdagboek bijhoudt, de bloeddruk meet en het zout in de
urine representatief is voor het natriumgehalte van urine die 24
urine meet aan de hand van speciale ‘lab-on-a-chip’ technologie
uur werd gespaard, de ‘gouden standaard’. Als dat zo is, zou de
(Medimate diagnostics at the point of care: www.medimate.nl).
procedure van het meten van natrium in de urine voor patiënten
Direct na ieder meetmoment ontvangt de patiënt gerichte feed-
die een zoutbeperkt dieet moeten gebruiken, een stuk eenvou-
back en ondersteuning. Het pakket wordt na drie maanden
diger worden. Geen gesleep meer met urinebokalen, gewoon
afgesloten met een motiverend gesprek dat zich voornamelijk
een testje uit de ochtendplas! Of dat verantwoord is wordt met
richt op het uitgebreid evalueren van de afgelopen drie
het project ‘Natrium light’ onderzocht. Dit onderdeel wordt
maanden en op terugvalpreventie. Omdat niet alle patiënten
gesponsord door de firma Amgen.
hetzelfde zijn, hoeft vanzelfsprekend ook niet iedereen precies
Projectleider: dr. M. (Marion) Verduijn, afdeling klinische
hetzelfde pakket van maatregelen te kiezen. In het eerste ge-
epidemiologie, Leids Universitair Medisch Centrum.
sprek wordt de mogelijkheid geboden om aanvullende ‘modules op maat’ te kiezen, met als onderwerpen: roken, alcohol, bewe-
Etniciteit
gen, medicatie-inname, weigervaardigheden en sociale steun.
Verschillende studies laten zien dat negroïde en Aziatische dialysepatiënten een betere overleving hebben dan blanke dia-
Om dit zelfmanagementpakket zo goed mogelijk te laten aan-
lysepatiënten. In Europa is weinig bekend over de overleving
sluiten bij de mening en wensen van patiënten en zorgverle-
van etnische minderheden op dialyse (Van den Beukel et al. Clin
ners, zijn in 2010 in verschillende ziekenhuizen groepsgesprek-
Nephrol 2010 Sup; 74(S1):78- 84). In een Amsterdamse studie
ken gehouden over: zelfmanagement, ervaringen met het ver-
onder 303 dialysepatiënten is aangetoond dat patiënten van
anderen van leefgewoonten (in het bijzonder het verminderen
niet-westerse afkomst beter overleven dan autochtone dialyse-
van de zoutinname) en het bieden van ondersteuning bij het
patiënten. Dit verschil is niet te verklaren door medische facto-
veranderen van deze leefgewoonten. Op basis van deze
ren, zoals de mate van ziek zijn, de ziektegeschiedenis, leeftijd
gesprekken zijn de eerder beschreven modules gemaakt. De
of geslacht. Ook het soort behandeling, de doodsoorzaak of
uitkomsten van deze groepsgesprekken worden in een artikel
het wel of niet ondergaan van een niertransplantatie kunnen
beschreven.
de verschillen niet verklaren (Van den Beukel et al. NDT 2008; 23:3571-3577). Studies naar de invloed van etniciteit op overle-
Voorafgaand aan de start van de studie in het LUMC, is eind 2010
ving van chronische dialysepatiënten richtten zich voornamelijk
een kleine proefstudie uitgevoerd. Deze pilot heeft uitgewezen
op demografische en klinische karakteristieken als mogelijke
dat de studie goed uitvoerbaar is en ook de deelnemende
oorzaken voor een verschil in overleving. Weinig studies kijken
HMi jaarverslag 2010
hun leefstijl en in het bijzonder het verminderen van hun zout-
HMi jaarverslag 2010
62 naar de invloed van psychosociale factoren. Ondertussen is in
kader van genetisch onderzoek in de nefrologie is er een
een aantal studies aangetoond dat etnische minderheden op
samenwerkingsverband met de afdeling nierziekten van het
dialyse een betere kwaliteit van leven hebben en minder last
Universitair Medisch Centrum Groningen en de afdeling klini-
hebben van depressieve symptomen dan blanke dialysepatiën-
sche epidemiologie van het Leids Universitair Medisch Centrum.
ten. In het project ‘etniciteit en dialysepatienten’ wordt in het Necosad-cohort (www.necosad.nl) gekeken naar de invloed van
Polymorfismen in genen van de Protein C pathway
etniciteit op overleving van dialysepatiënten in Nederland.
In 2010 is een onderzoek naar het effect van het Protein
Onderzocht wordt of een eventueel verschil in overleving kan
C pathway polymorfismes (protein C, protein C receptor, trom-
worden verklaard door patiëntkenmerken, waaronder psycho-
bomoduline en factor V) op de mortaliteit in Necosad-patiënten
sociale factoren. In 2010 zijn de eerste analyses uitgevoerd, de
gestart. In dit onderzoek wordt aangetoond dat patiënten met
resultaten worden in 2011 gepresenteerd.
een mutatie in het factor V gen een verhoogde mortaliteit hebben. Mutaties in de protein C, protein C receptor en de trom-
GENECURE
bomoduline genen waren niet geassocieerd met mortaliteit.
In juni 2010 is het Europese GENECURE project (EU FP6)
De studie wordt gerepliceerd in het Duitse 4D-cohort.
afgerond, waarin het HMi participeerde als SME (Small Medium
Projectleider: dr. M. (Marion) Verduijn, afdeling klinische
Enterprise = MKB) In het kader van GENECURE werd onderzoek
epidemiologie, Leids Universitair Medisch Centrum.
gedaan naar de genetische oorzaken van de cardiovasculaire morbiditeit en mortaliteit van nierpatiënten. Het HMi heeft een
Fetuïne A polymorfisme
leidende rol gehad in de ontwikkeling van de Renal Biobank
Er is gezocht naar meer evidence voor een mogelijk causale rol
Catalogue – waarin nierstudies met data en sampleverzameling
van fetuine A als risicofactor voor overlijden. Daarbij is gebruik
beschreven worden – en de Renal DataSHaPER, een tool om
gemaakt van het achterliggende fetuine A genotype (AHSG
harmonisatie tussen nieuwe cohorten te bevorderen. Bij het
polymorfisme) dat is gemeten in het beschikbare DNA van de
ontwikkelen van de Renal Biobank Catalogue en de Renal
Necosad-patiënten. Dit onderzoek is uitgevoerd op de afdeling
DataSHaPER is samengewerkt met het P3G project (Public
klinische epidemiologie van het LUMC (Verduijn et al. Nephrol
Population Project in Genomics) in Canada. Nadat het GENECURE-
Dial Transplant 2011; 26:239-245).
project is afgerond, worden deze werkzaamheden voortgezet
Projectleider: dr. M. (Marion) Verduijn, afdeling klinische
onder de verantwoordelijkheid van het Renal Genome Netwerk
epidemiologie, Leids Universitair Medisch Centrum.
(ReGeNet). Meer informatie is te vinden op www.genecure.eu. Projectleider: prof. dr. G. (Gerjan) Navis, Afdeling nefrologie,
ApoE polymorfisme
Universitair Medisch Centrum Groningen.
Data van het ApoE genotype van de Necosad-patiënten zijn in 2008 en 2009 gebruikt om de omgekeerde relatie tussen
Genetisch onderzoek
cholesterolconcentraties en sterfte bij dialysepatiënten (relatief
Voor een toenemend aantal aandoeningen is duidelijk dat er
hoge sterfte bij lage bloedspiegels) nader te bestuderen. Dit
een verband met genetische factoren bestaat. Om dit te kun-
werk is gedaan door de afdeling klinische epidemiologie van
nen analyseren is echter niet alleen het genotype, maar ook het
het LUMC in samenwerking met dr. Michal Chmielewski (Gdansk,
fenotype van de patiënten van belang. Dit soort onderzoek kan
Polen). De studie is in 2010 afgerond en verschijnt in 2011 in
alleen zinvol worden uitgevoerd als gegevens van duizenden
Nephrol Dial Transplant.
patiënten beschikbaar zijn. Daarom wordt hierbij gebruik ge-
Projectleider: dr. M. (Marion) Verduijn, afdeling klinische
maakt van grote cohorten als Necosad, waarin ook genetisch
epidemiologie,Leids Universitair Medisch Centrum.
materiaal verzameld is. Samenwerking staat centraal! In het
63 goed in het dagelijks leven kan worden ingepast. Daarna begint
In samenwerking met prof. dr. Olivier Devuyst uit Brussel en prof.
een follow-up periode van twaalf maanden. Patiënten in de con-
dr. Ray Krediet uit Amsterdam, is in 2010 het effect van een IL6
trolegroep ontvangen gedurende de studieperiode van vijftien
polymorfisme op techniekfalen en sterfte bestudeerd in patiën-
maanden de standaard medische behandeling. Daarvan maakt
ten die behandeld worden met peritoneale dialyse (PD). Deze
een fysieke trainingsinterventie geen deel uit. Wél zullen patiën-
studie vond plaats op een samengesteld cohort van PD-patiënten
ten in de controlegroep een beweegadvies krijgen volgens de
uit Necosad, een PD-cohort uit de Université Catholique de Lou-
Nederlandse Norm Gezond Bewegen. In beide groepen worden
vain Medical School in Brussel en een PD-cohort uit het Acade-
de kwaliteit van leven, inspanningscapaciteit, spierkracht, het
misch Medisch Centrum in Amsterdam. In deze cohorten vond
fysieke activiteitenniveau, de vermoeidheid en de arbeidsparti-
ook een studie plaats naar de impact van een viertal genetische
cipatie gemeten op diverse momenten tijdens de studieperiode.
varianten in het Aquaporine 1 gen. De resultaten van deze studies zijn gepresenteerd op internationale congressen, en zullen
In 2010 werden de laatste voorbereidende werkzaamheden uit-
in 2011 ter publicatie worden aangeboden.
gevoerd en is toestemming van de medisch ethische commissie
Projectleider: prof. dr. O. (Olivier) Devuyst, professor in de
verkregen. Begonnen is met de inclusie van patiënten in het
nefrologie, Université Catholique de Louvain Medical School,
Admiraal de Ruijter Ziekenhuis en revalidatiecentrum Linden-
Brussel.
hof te Goes. Vervolgens zullen ook groepen in Maastricht, Amsterdam, Nijmegen en Groningen starten. Het project wordt
Groepsrevalidatie voor nierpatiënten (GRN-studie)
uitgevoerd door het Maastricht Universitair Medisch Centrum
Inspanningsintolerantie en spierzwakte komen zeer frequent
(MUMC+) in nauwe samenwerking met het HMi. Het wordt
voor bij dialyse- en niertransplantatiepatiënten. Als gevolg hier-
financieel mogelijk gemaakt door de Nierstichting en het
van leiden veel patiënten een zittend bestaan, wat een nega-
Innovatiefonds Zorgverzekeraars. Meer informatie over dit
tieve impact heeft op de kwaliteit van leven.
project is te vinden op www.revalidatienierpatienten.nl. In Groningen wordt de GRN-studie uitgevoerd in nauwe samen-
In de GRN-studie worden de langetermijneffecten en de kosten-
werking met het project ‘Actieve Zorg na Niertransplantatie’.
effectiviteit van een revalidatieprogramma voor nierpatiënten
Projectleiders: prof. dr. J.P. (Hans) van Hooff, hoogleraar
bestudeerd in een gerandomiseerd gecontroleerd design. De
niervervangende therapie en dr. E. (Eugénie) van den Ham,
resultaten van deze studie zijn belangrijk om aan te tonen dat
gezondheidswetenschapper, beide verbonden aan het Univer-
een revalidatieprogramma voor nierpatiënten (kosten)effectief
sitair Medisch Centrum Maastricht.
is en een structureel onderdeel dient te worden van de routinebehandeling van niertransplantatie- en dialysepatiënten. Pas
Hypertensie bij dialysepatiënten
als de effectiviteit van het revalidatieprogramma is bewezen,
De systolische bloeddruk is in de ‘gewone’ populatie een be-
kan het worden opgenomen in de basiszorgverzekering.
langrijke voorspeller van mortaliteit. De vraag is of een dergelijke relatie ook bij dialysepatiënten bestaat. Om dit te onder-
De dialyse- en transplantatiepatiënten die aan de studie deelne-
zoeken is gebruik gemaakt van de gegevens uit het Necosad-
men, worden gerandomiseerd in een revalidatiegroep en een
cohort. Bij hemodialysepatienten blijkt een verhoogde systoli-
controlegroep. Patiënten in de revalidatiegroep participeren in
sche bloeddruk niet aan een verhoogde sterftekans te zijn ge-
een twaalf weken durend revalidatieprogramma (groepspro-
relateerd (Bos et al. J Hypertens. 2010; 28:439-445). In 2011l
gramma met individuele differentiatie), dat afgesloten wordt
wordt ook in andere subpopulaties naar deze relatie gekeken.
met een individueel sport- en beweegadvies. Samen met de pa-
Projectleider: dr. W.J.(Willem Jan) Bos, internist-nefroloog,
tiënt wordt een individueel beweegprogramma opgesteld dat
Antonius Ziekenhuis, Nieuwegein.
HMi jaarverslag 2010
IL6 polymorfisme in PD-patiënten
HMi jaarverslag 2010
64 HOMESTART
risicomanagement hebben ontwikkeld (zie bijlage 3). Het pro-
Het wordt steeds gebruikelijker dat patiënten zelf hun bloed-
ject Integrale zorg richt zich op: (1) identificatie van risicopatiën-
waarden bepalen. Dat is allang ingeburgerd bij patiënten met
ten voor chronische nierschade, (2) individuele preventie en di-
diabetes mellitus en later bij patiënten die zelf hun INR-waarde
agnostiek van chronische nierschade, (3) management van de
meten en aldus in staat zijn de antistolling medicatie zelf te re-
aandoening door professionals en door de patiënt met als doel
guleren. We hebben bij het ESMO-project gezien dat het zelf
verdere nierschade en complicaties te voorkomen of vertragen
meten van natrium in de urine binnen handbereik is. Dat geldt
en (4) tijdige voorbereiding op vervolgbehandeling. De zorg moet
ook voor een aantal andere stoffen zoals creatinine (een maat
op de behoeften van de patiënt zijn afgestemd, er moet samen-
voor de nierfunctie) en hemoglobine (een maat voor bloed-
hang zijn tussen behandeling van verschillende professionals en
armoede). In het project HOMESTART wordt bij patiënten in de
tussen behandeling in eerste en tweede lijn.
predialysefase (nierschade stadium 4-5) gekeken wat de meerwaarde is van het zelf kunnen bepalen van deze beide stoffen.
Stroomschema en checklist
Het gaat om een pilot bij een beperkt aantal patiënten in het
Als eerste stap om dit complexe proces vorm te geven zijn in
Leids Universitair Medisch Centrum, het Antonius Ziekenhuis te
2010 een stroomschema en een checklist ontwikkeld, te be-
Nieuwegein en Dianet, locatie Academisch Medisch Centrum
schouwen als ‘implementatietools’ om de integrale zorg voor
Amsterdam. Het project start in 2011 en wordt door de firma
chronische nierschade te bevorderen. Aan de basis van het
Baxter gefinancierd.
stroomschema hebben de verschillende richtlijnen gestaan die
Projectleider: (voorlopig) dr. E.W.(Els) Boeschoten,
voor integrale zorg van belang zijn: de NHG Landelijke Trans-
Hans Mak instituut.
murale Afspraak (LTA) chronische nierschade, de NfN-richtlijn Chronische Nierschade en de Multidisciplinaire Richtlijnen
Integrale zorg voor chronische nierschade
Cardiovasculair risicomanagement en Diabetes mellitus type 2.
In het jaarverslag van 2009 is al aangekondigd dat er geen af-
De ‘implementatietools’ – het stroomschema en de checklist –
zonderlijke zorgstandaard chronische nierschade wordt ontwik-
zijn elektronisch beschikbaar via www.hansmakinstituut.nl
keld, maar dat aansluiting zal worden gezocht bij relevante
en www.nierstichting.nl.
bestaande zorgstandaarden (zie ook deel 1 pag. 19). In de afgelopen jaren zijn er zorgstandaarden uitgebracht voor diabetes
Doelgroeponderzoek
mellitus en voor vasculair risicomanagement. Omdat er een be-
Een ander onderdeel van het project ‘Integrale zorg voor chro-
langrijke relatie is tussen deze aandoeningen en chronische
nische nierschade’ is het ‘Doelgroeponderzoek’ (DGO). In de
nierschade, lag het meer voor de hand om aanvullend aan de
regio Eindhoven wordt in huisartsenpraktijken, huisartsenlabo-
zorgstandaarden voor diabetes mellitus en vasculair risicoma-
ratoria, stadsapotheken en ziekenhuizen gekeken of bij patiën-
nagement modules voor chronische nierschade te maken. Op
ten met (risico voor) nierschade niergerelateerde gegevens terug
termijn is het de bedoeling dat er één geïntegreerde zorgstan-
te vinden zijn. Dit project wordt in de regio met de huisartsen
daard vasculaire aandoeningen tot stand komt, waarin de zorg
(De Ondernemende Huisarts; DOH), apothekers en ziekenhuizen
in het kader van vasculair risico-management, diabetes mellitus
(Catharina Ziekenhuis, Eindhoven en Maxima Medisch Centrum,
en nierschade wordt gecombineerd. Het project ‘Integrale zorg
Veldhoven) in samenwerking met De Praktijk (consultants gespe-
voor chronische nierschade in relatie tot bestaande zorgstan-
cialiseerd in de gezondheidszorg) uitgevoerd. Het project wordt
daarden’ is op initiatief van HMi en Nierstichting tot stand
door de Nierstichting gefinancierd en zal in 2011 van start gaan.
gekomen. In de begeleidingscommissie waren de NfN en NVN
Projectleider: (voorlopig) dr. E.W.(Els) Boeschoten,
vertegenwoordigd en zaten leden van de werkgroepen die
Hans Mak instituut.
de zorgstandaarden diabetes mellitus respectievelijk vasculair
65 wordt gemaakt. Een aantal onderwerpen heeft daarbij priori-
Om huidige en toekomstige knelpunten voor een optimale be-
teit gekregen: verwijzing naar predialysezorg, vaattoegang,
handeling van oudere nierpatiënten in beeld te brengen, heeft
voedingstoestand, hypertensie, calciumfosfaat, anemie, depres-
de Nierstichting een vraag- en aanbodinventarisatie ‘Zorg voor
sie en kwaliteit van leven. Naar aanleiding van het voortgangs-
ouderen met een chronische nierinsufficiëntie’ laten uitvoeren
verslag zijn hier op verzoek van de Nierstichting nog aan toe-
(zie ook: www.hansmakinstituut.nl). Eén van de onderwerpen
gevoegd: medicatiegebruik, hospitalisatie, stoppen met dialyse,
die daarbij naar voren kwamen, was de noodzaak van het ont-
niertransplantatie.
wikkelen van instrumentarium voor het inschatten van de kwetsbaarheid van oudere nierpatiënten. In 2009 is het project: ‘Ou-
Over de vaattoegang bij ouderen is inmiddels een artikel gepu-
deren met een nierinsufficiëntie: kunnen bestaande vragenlijs-
bliceerd (Ocak et al. Nephrol Dial Transplant 2011 epub ahead
ten hun kwetsbaarheid in kaart brengen?’ van start gegaan.
of print). De conclusies leiden tot de aanbeveling om ook bij
Voor dit project leverde het HMi de logistieke ondersteuning.
oudere nierpatiënten te streven naar het gebruik van een shunt
De analyses worden uitgevoerd door de afdeling geriatrie van
in plaats van katheter. Verder kan worden geconcludeerd dat
het Academisch Medisch Centrum Amsterdam (dr. S. de Rooij).
ook bij oudere nierpatiënten een tijdige verwijzing naar predi-
Projectleider: Dr. M.M. (Marja) Hodac-Pannekeet, internist-
alysezorg een gunstig effect heeft op de overleving tijdens
nefroloog, Zaans Medisch Centrum.
dialyse (De Jager et al. Nephrol Dial Transplant 2011;26: 652658). Uit eerdere analyses van de Necosad-populatie (proef-
Multidisciplinaire richtlijn oudere nierpatiënten
schrift dr. M.S.Y. Thong, 2009) wisten we al dat er ten aanzien
Uit de vraag- en aanbodinventarisatie ‘Zorg voor ouderen met
van de invloed van psychosociale steun en ziekteperceptie geen
een chronische nierinsufficiëntie’ en ‘Kwetsbare ouderen met
verschillen tussen jonge en oude dialysepatiënten bestaan (Thong
een nierinsufficiëntie’ is ook gebleken dat er door de vergrij-
et al. Nephrol Dial Transplant 2007; 22:845-850 en Timmers et
zing en de toenemende prevalentie van chronisch nierfalen be-
al. Psychol & Health 2008; 23:679-690). Veranderingen in de
hoefte is aan een multidisciplinaire richtlijn voor de behande-
kwaliteit van leven in de loop der tijd en de invloed daarop van
ling van oudere nierpatiënten. In 2009 is dit project, gefinan-
leeftijd en dialysemodaliteit worden momenteel onderzocht.
cierd door de Nierstichting, van start gegaan. Zoveel als moge-
Op het gebied van de voedingstoestand is onderzoek verricht
lijk wordt in dit project gebruik gemaakt van kennis die in het
door dr. E.K. Hoogeveen (Jeroen Bosch Ziekenhuis, Den Bosch).
project ‘kwetsbare ouderen’ wordt verkregen. In de klankbord-
Tijdens het congres van de American Society of Nephrology
groep voor dit project zijn vertegenwoordigd: Nederlandse fe-
(ASN), gaf zij hierover op 29 november 2010 een presentatie.
deratie voor Nefrologie (NfN), Diëtisten Nierziekten Nederland
De bevinding dat adipositas slecht is voor jonge maar niet voor
(DNN), Vereniging Maatschappelijk Werk Nefrologie (VMWN),
oudere dialysepatiënten (figuur 10), haalde de pers.
Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland (V&VN) Dialyse
In 2011 zullen de analyses van de verschillende onderwerpen
en Nefrologie en de Nierpatiënten Vereniging Nederland (NVN).
worden afgerond en zal bij ZonMw subsidie voor het opstellen
Voordat met het ontwikkelen van een multidisciplinaire richt-
van de multidisciplinaire richtlijn voor oudere nierpatiënten
lijn voor ouderen kan worden begonnen, zal eerst duidelijk
worden aangevraagd.
moeten zijn uit welke bouwstenen zo’n richtlijn moet bestaan.
Projectleider: dr. N. (Nynke) Halbertsma, afdeling klinische
Begonnen is met een inventarisatie van de bestaande richtlij-
epidemiologie, Leids Universitair Medisch Centrum.
nen. Dit leidde tot de conclusie dat er in de richtlijnen zelden specifieke aandacht is voor de behandeling van oudere nierpa-
Multidisciplinaire richtlijn Predialyse
tiënten. De ontbrekende kennis wordt aangevuld met onder-
De multidisciplinaire richtlijn (MDR) Predialyse omvat de behan-
zoek, waarbij van het Necosad- en het PREPARE-cohort gebruik
deling van chronische nierinsufficiëntie in stadium 4 en 5, dat
HMi jaarverslag 2010
Kwetsbare ouderen
66 45 40 35 Mortality rate (per 100 py)
HMi jaarverslag 2010
7-year mortality rates
30 25 20 15 10 5 0
Age <65y <20
20 to 25
25 to 30
Age >65y
> _ 30
BMI (kg/m2)
Figuur 10. Invloed van gewicht op sterfte bij oude (> 65 jaar) en jonge (< 65 jaar) dialysepatiënten. Bron: Presentatie American Society of Nephrology (zie pagina 65)
wil zeggen patiënten met een nierfunctie (GFR) minder dan 30
Necosad en Overbruggingscohort Pre-Renine-plus
ml/min. Stadia 4 en 5 worden ook wel samengevat als de pre-
Necosad is een multicenter prospectief cohortonderzoek bij
dialysefase. Alle aspecten die met de predialysefase samenhan-
Nederlandse nierpatiënten. Het project werd door de Nierstichting
gen, waaronder de voorbereiding op nierfunctievervangende
en de toenmalige Ziekenfondsraad gefinancierd. De studie liep
behandeling, komen in de MDR aan bod.
tot 2003; de gegevensverzameling werd in het ‘Overbruggings-
De multidisciplinaire richtlijn Predialyse is in 2009 uitgebracht.
cohort Pre-Renine-plus’ voortgezet. Het was de bedoeling dat
De werkgroep voor de richtlijn bestaat uit leden van de Neder-
de volledige dataverzameling, dus ook van de klinische gege-
landse federatie voor Nefrologie (NfN), de Verpleegkundigen en
vens, door Renine zou worden overgenomen. Dat is echter niet
Verzorgenden Nederland (V&VN) Dialyse en Nefrologie,
haalbaar gebleken. Door uitstroom (overlijden en niertransplan-
Diëtisten Nierziekten Nederland (DNN), de Vereniging Maat-
tatie) is het cohort de afgelopen jaren steeds kleiner geworden.
schappelijk Werk Nefrologie (VMWN) en de Nierpatiënten
Per 1-1-2008 werd het verzamelen van de klinische gegevens
Vereniging Nederland (NVN). Het is de bedoeling een ‘levende’
beëindigd. De uitkomsten bij deze patiënten, zoals mortaliteit,
richtlijn te onderhouden. De werkgroep blijft daartoe in stand
doodsoorzaak, transplantatie, switch naar een andere dialyse-
en wordt actief wanneer er ontwikkelingen zijn die een aanpas-
behandeling, kunnen uit de Renine- registratie worden gehaald.
sing van de richtlijn nodig maken. Eind 2010 is aan een
Om de databestanden van Necosad en het Overbruggingscohort
update van de richtlijn gewerkt, die in 2011 zal worden afgerond.
niet verloren te laten gaan, zijn deze ondergebracht bij het HMi.
Projectleider: A.T.M. (Anneke) Jorna, internist n.p.
De gegevens bieden onder andere de mogelijkheid om lange-
67 PREPARE
een optimale dialysebehandeling te evalueren. Van de betref-
De PREdialysis PAtient REcord study (PREPARE) is een Nederlands
fende patiënten is spijtmateriaal ingevroren en materiaal voor
multicenter onderzoek bij patiënten met chronische nierschade
DNA-onderzoek afgenomen. De gegevens zijn daardoor ook
stadium 4. Het doel is beter inzicht te krijgen in risico)factoren
geschikt om de betekenis van nieuw ontdekte stoffen te onder-
die samenhangen met achteruitgang in nierfunctie enerzijds
zoeken die voor dialysepatiënten van belang kunnen zijn.
en cardiovasculaire morbiditeit en mortaliteit anderzijds.
De schat aan klinische gegevens en de informatie over de kwa-
PREPARE levert ook input voor richtlijnontwikkeling voor de
liteit van leven blijft voor verder onderzoek behouden. Steeds
predialysefase.PREPARE bestaat uit twee delen: PREPARE-1: een
weer maken onderzoekers gebruik van de mogelijkheid dit
retrospectief statusonderzoek waarbij incidente patiënten met
cohort voor hun studies te gebruiken. Informatie over Necosad
chronische nierschade in kaart zijn gebracht vanaf instroom in
en het Overbruggingscohort is te vinden op www.necosad.nl of
een predialysepolikliniek tot de start van nierfunctievervan-
op te vragen bij het HMi.
gende behandeling, overlijden of einddatum onderzoek. PREPARE-2: een prospectief vervolgonderzoek van eenzelfde groep
PD-behandeling
patiënten als in het retrospectieve onderzoek. Naast klinische
Eén van de voorbeelden waarbij het Necosad materiaal kon wor-
en biochemische gegevens worden in PREPARE prospectief ook
den gebruikt, is een time dependent analysis van factoren die bij
op zesmaandelijkse intervallen gegevens verzameld over kwa-
de behandeling met peritoneale dialyse de kans op techniek-
liteit van leven en voedingstoestand. Bovendien wordt volbloed
falen en mortaliteit bepalen (Kolesnyk et al. Perit Dial Int 2010;
afgenomen voor isolatie van DNA en worden porties spijtma-
30:170-177).
teriaal ingevroren van zowel serum als 24-uurs urine. PREPARE
Projectleider: prof. Dr. R.T.(Ray) Krediet, afdeling nierziekten,
is door het Leids Universitair Medisch Centrum geïnitieerd. On-
Academisch Medisch Centrum, Amsterdam.
derzoeksverpleegkundigen en datamanagers van het HMi zijn nauw betrokken bij het verzamelen en monitoren van de gege-
Predicct
vens en bij het datamanagement. De firma Amgen is de hoofd-
Het HMi participeert als Small Medium size Enterprise (SME=MKB)
sponsor van het project. Ook de Nierstichting en de firma’s
in WP7 van het nationale project Predicct, een onderzoekspro-
Abbott, Genzyme en Shire hebben er aan meebetaald.
gramma van het Center for Translational Molecular Medicine (CTMM; www.ctmm.nl). Het doel is nieuwe biomarkers te ont-
PREPARE-1 ( retrospectief)
dekken voor de voorspelling en diagnose van diabetes mellitus
In dit deel zijn de patiëntendossiers van bezoekers van predia-
(DM) type 2 en DM-gerelateerde renale en cardiovasculaire
lysepoli’s in acht ziekenhuizen in Nederland onderzocht. De 547
complicaties. Het HMi is verantwoordelijk voor de beschrijving
deelnemende patiënten zijn in kaart gebracht vanaf het eerste
van de beschikbare DM-cohorten in het consortium en heeft
bezoek aan de predialysepoli tot de start van dialyse, niertrans-
daartoe in 2010 in samenwerking met het Public Population
plantatie, overlijden of de einddatum van het onderzoek. De
Project in Genomics (P3G) project in Canada de Diabetes Biobank
gegevensverzameling van PREPARE-1 is inmiddels afgerond. Een
Catalogue ontwikkeld en beheerd. De catalogus is te vinden op
aantal artikelen is gepubliceerd: Calcium-fosfaathuishouding
www.p3gobservatory.org onder Partner Catalogues. Daarnaast
bij start van predialyse in relatie tot achteruitgang in nierfunc-
is een eerste opzet gemaakt van een Diabetes Data-SHaPER.
tie en sterfte (Voormolen et al. NDT 2007; 22:2909-2916) en
Projectleider: prof. dr. Y.T. (Yvonne) van der Schouw,
Anemie (Voormolen et al. Nephron Clin Pract 2010; 115:133-
hoogleraar epidemiologie chronische ziekten, Julius Centrum,
141). Een artikel over BMI (body mass index) bij start van predi-
Universitair Medisch Centrum Utrecht.
alyse is ter publicatie aangeboden.
HMi jaarverslag 2010
termijneffecten van dialyse te bestuderen en richtlijnen voor
HMi jaarverslag 2010
68 PREPARE-2 (prospectief)
aanbevolen grenzen, eerder moeten starten met dialysebehan-
In PREPARE-2 zijn ruim 500 nieuwe predialysepatiënten uit 25
deling. De uitkomsten van deze analyses komen begin 2011
predialysepoliklinieken in Nederland geïncludeerd. De inclusie
beschikbaar.
van nieuwe patiënten is begin 2011 gestopt. Het cohort wordt gevolgd door de tijd en patiëntgegevens worden routinematig
Uremische klachten
verzameld. Vervolgens worden de patiënten vanaf inclusie tot
Uremische klachten komen vaak voor bij patiënten met een laat
aan de start van nierfunctievervangende therapie of overlijden
stadium van chronische nierinsufficiëntie (CKD stadium 4-5).
elke zes maanden benaderd voor aanvullend onderzoek. Bij-
Uremische klachten worden veroorzaakt door een ophoping
voorbeeld het invullen van een kwaliteit van leven vragenlijst,
van toxische stoffen in het lichaam. Misselijkheid, gewichtsver-
het in kaart brengen van de voedingstoestand en het afnemen
lies, vermoeidheid, jeuk, spierkrampen en slaapproblemen zijn
van spijtmateriaal in de vorm van urine, serum en een (eenma-
hiervan enkele voorbeelden. In Amerikaanse (NK-DOQI) en
lig) volbloed monster. Eindpunten van de studie zijn de mate
Europese (European Best Practice Guidelines) richtlijnen voor
van de achteruitgang van de nierfunctie, de tijd tot start van
de start van de dialyse wordt, behalve met de nierfunctie, ook
de nierfunctievervangende therapie, mortaliteit en kwaliteit
rekening gehouden met de aanwezigheid van uremische klach-
van leven. PREPARE is uitermate geschikt om te onderzoeken
ten. De wijze waarop uremische klachten in de richtlijnen zijn
wat de invloed is van (behandelbare) risicofactoren op deze
opgenomen, is echter verschillend en over de betekenis van het
eindpunten. Recent is begonnen met het analyseren van al be-
al dan niet aanwezig zijn van uremische klachten bestaat ver-
schikbare PREPARE-2 gegevens over de onderwerpen ‘calcium-
schil van mening. Als uremische klachten worden gebruikt als
fosfaathuishouding’ en ‘uremische klachten’.
criterium voor de start van de dialyse, is het van belang hier meer inzicht in te krijgen. PREPARE-2 is een heel geschikt cohort
Calciumfosfaathuishouding
om deze vraag te beantwoorden. Binnen PREPARE wordt het
Verstoringen van het mineralenmetabolisme, waaronder hyper-
beloop van uremische klachten in de fase voorafgaand aan de
fosfatemie en hypocalcemie, komen frequent voor bij predia-
start van de dialyse goed in kaart gebracht. Ook het verband
lysepatiënten (CKD stadium 4 en 5, nog niet gestart met dialyse
tussen de afname van de nierfunctie en het ontwikkelen van
behandeling). Gebleken is dat hoge fosfaatconcentraties geas-
uremische klachten kan worden onderzocht. PREPARE-2 kan ons
socieerd zijn met een versnelde achteruitgang van de nierfunc-
bovendien inzicht verschaffen in de huidige klinische praktijk
tie en een verhoogd sterfterisico. Naar aanleiding van derge-
en toekomstige aanbevelingen onderbouwen. Verwacht wordt
lijke observaties is in het verleden een tweetal behandelings-
dat de resultaten van deze analyses in de loop van 2011 beschik-
richtlijnen opgesteld. De eerste, de American National Kidney
baar komen.
Foundation-Kidney Disease Outcome Quality Initiative (K/DOQI),
Projectleiders: dr. D.C. (Diana) Grootendorst (tot oktober
dateert van 2003, terwijl de tweede richtlijn, de Disease: Impro-
2010), dr. N. (Nynke) Halbertsma en prof. dr. F.W. (Friedo)
ving Global Outcomes: Chronic Kidney Disease-Mineral and Bone
Dekker, afdeling klinische epidemiologie Leids Universitair
Disorder (KDIGO CKD-MBD) in 2009 is opgesteld. Deze richtlij-
Medisch Centrum.
nen bevatten onder andere aanbevelingen voor de handhaving van serumfosfaat en calciumniveaus binnen bepaalde grenzen.
PUNK-R: Prenatale Uro-Nefrologische Kinder-Registratie
Aan de hand van PREPARE data werd in 2010 onderzocht welk
In december 2006 is het project ‘Vaststellen van een richtlijn
percentage van de patiënten bij de start van het predialyse-
voor postnatale follow-up bij antenataal gedetecteerde afwij-
traject bloedwaarden van fosfaat en calcium hebben die afwij-
kingen van nieren en urinewegen’ van start gegaan. Het project
ken van de in de richtlijnen geadviseerde niveaus. Ook werd
beoogt de kwaliteit van de zorgverlening aan kinderen met een
gekeken of patiënten die niet voldoen aan de in de richtlijnen
antenataal gedetecteerde afwijking van de nieren en urine-
69 ling van kinderen met een terminale nierinsufficiëntie te
tureerde follow-up en tijdige adequate behandeling. Hiertoe
verbeteren. Dit doen we door alle gegevens over behandeling
wordt een landelijke best practice richtlijn ontwikkeld voor pre-
en uitkomsten van de behandeling centraal te registreren en
en postnatale follow-up van deze categorie patiënten. Het HMi
iedere zes maanden bij elkaar te komen om over die behande-
ondersteunde het project logistiek, onder andere door de ont-
lingskarakteristieken en uitkomsten te discussiëren. Die uit-
wikkeling van de website www.punk-r.nl, databeheer en data-
komstmaten hebben betrekking op zowel somatische als psy-
registratie. Een onderzoeksverpleegkundige bezocht de centra,
chische gevolgen van ziekte en behandeling. Op die manier
gaf voorlichting en was behulpzaam bij het verzamelen van de
proberen we van elkaar te leren en te zoeken naar de beste
gegevens. Tot medio 2009 is het project door de Nierstichting
behandeling. In 2011 zal een groot Duits centrum zich bij RICH-Q
gefinancierd. Daarna is het ondergebracht in het EU-program-
aansluiten.
ma ‘EuroSTEC Soft tissue engineering for congenital birth defects in children: From ‘biomatrix - cel interaction - model systems to
Eén van de doelen van het project is het ontwikkelen van geva-
clinical trials’ (LSHB-CT-2006-037409, www.eurostec.eu). In 2010
lideerde protocollen en richtlijnen voor dialysebehandeling en
is de logistieke ondersteuning overgedragen aan Cura Trial.
niertransplantatie bij kinderen. Tot op heden bestaan er vrijwel
Projectleiders: prof. dr. W. (Wout) Feitz, hoogleraar kinder-
geen richtlijnen die speciaal voor kinderen met een nierziekte
urologie en dr. L.(Linda) Koster, kinderarts-nefroloog,
zijn ontwikkeld. Ook meten we of deze manier van werken op
Radboud MC Nijmegen.
den duur inderdaad leidt tot een verbetering van de kwaliteit. Speciale aandacht besteden we aan de vroege opsporing van
Restnierfunctie
hart- en vaatziekten in deze patiëntengroep en aan de kwaliteit
Om de nierfunctie te bepalen, wordt de klaring van verschil-
van leven. Daarnaast wordt gekeken naar complicaties van de
lende stoffen berekend. Daarvoor moet de patiënt 24 uur urine
behandeling die gevolgen hebben voor het lichamelijk functio-
verzamelen en dat wordt vaak als lastig ervaren. Daarom wor-
neren, zoals peritonitis, lijninfecties, shuntproblemen, zieken-
den formules ontwikkeld die de creatinineklaring zo goed mo-
huisopnames en bloedafwijkingen als teken van onvoldoende
gelijk benaderen. De MDRD-formule (‘Modification of Diet in
behandeling. Het project is grotendeels gefinancierd door de
Renal Disease’) wordt hiervoor het meest gebruikt. Met behulp
Nierstichting. Daarnaast hebben Shire, NOVO-Nodrisk, Astellas,
van gegevens uit het Necosad cohort kon worden aangetoond
Genzyme, Ferring en Roche een bijdrage geleverd.
dat de formule ongeschikt is om de restnierfunctie van dialyse-
Het project wordt uitgevoerd vanuit het Emma Kinderziekenhuis
patiënten te bepalen. Bij deze patiënten moet de 24-uurs ureum
AMC in samenwerking met het HMi. Het HMi zorgt voor de ont-
en creatinineklaring worden gebruikt (Grootendorst et al.
wikkeling van een website, databeheer en dataregistratie.
Nephrol Dial Transplant 2010 nov epub ahead of print). Projectleiders: prof. dr. F.W. (Friedo) Dekker, afdeling klinische
De inclusie van de patiënten startte in september 2007. Er is een
epidemiologie, Leids Universitair Medisch Centrum en prof.
zeer uitgebreide database van gegevens van kinderen met ter-
dr. R.T. (Ray) Krediet, afdeling nierziekten, Academisch
minale nierinsufficiëntie ontstaan, die volgens de regels van
Medisch Centrum Amsterdam.
Good Clinical Practice regelmatig gemonitord wordt. Er zijn zeven werkgroepen geformeerd die zich bezig houden met
RICH-Q: Renal Insufficiency Therapy in Children: Quality Assessment and Improvement
richtlijnen en onderzoeksvoorstellen om verder inzicht te krij-
RICH-Q is een project, waarin alle tien Nederlandse en Belgische
studies ontwikkeld, studies naar nieuwe diagnostische proce-
centra voor dialyse en transplantatie bij kinderen nauw samen-
dures. Eind 2010 waren er 216 kinderen aangemeld. In 2010 is
werken. Het doel van het project is de kwaliteit van behande-
een publicatie verschenen: Comparison of two instruments
gen in de beste therapie. Daarnaast zijn er zogenaamde add-on
HMi jaarverslag 2010
wegen te optimaliseren. Dit door vroegtijdige detectie, gestruc-
HMi jaarverslag 2010
70 measuring carotid-femoralpulse wave velocity: Vicorder vs.
toestand bij dialysepatiënten’ opgericht. Deze werkgroep wil
Sphygmocor: Van Leeuwen-Segarceanu EM et al. J Hypertension
bereiken dat de voedingstoestand van patiënten in alle dialyse-
2010; 28: 1687-1691.
centra op dezelfde manier gemeten wordt. Dat dit geen over-
Een aantal manuscripten is ter publicatie aangeboden. Een
bodige aandacht is, blijkt uit het feit dat in (inter)nationale
‘Systematic review of current guidelines for children with ESRD’
studies 20 -75% van de patiënten in de dialysefase tekenen van
is voor publicatie geaccepteerd in Archives of Disease in Child-
ondervoeding heeft. De DNN heeft de Subjective Global Assess-
hood en zal in 2011 worden gepubliceerd. Meer informatie over
ment (SGA) gekozen als de standaard voor het meten van de
dit onderzoek vindt u op: www.rich-q.nl.
voedingstoestand van nierpatiënten. De SGA is een samenge-
Projectleider: dr. J.W. (Jaap) Groothoff, kinderarts-nefroloog,
steld meetinstrument waarin verschillende aspecten van voe-
Academisch Medisch Centrum Amsterdam.
dingstoestand aan bod komen. De aspecten gewichtsverandering, voedselinname en gastro-intestinale symptomen, afname
Seksualiteit bij nierpatiënten
onderhuids vetweefsel en spieratrofie worden beoordeeld aan
Seksualiteit, intimiteit en relaties zijn mede bepalend voor de
de hand van een zevenpunts score-indeling. Dit leidt tot een
kwaliteit van leven. Een nierziekte kan een direct effect heb-
subjectieve classificatie van ondervoeding. De SGA is gebruikt
ben op seksualiteit als gevolg van vasculaire problemen en een
bij diverse categorieën patiënten en blijkt een hoge validiteit
veranderde hormoonhuishouding en van indirecte invloed zijn
en een voorspellende waarde te hebben voor ziekte en overlij-
door bijvoorbeeld moeheid en gebrek aan energie. Ook medi-
den. De SGA-methode kan zowel door diëtisten als verpleeg-
catie en psychische factoren kunnen een rol spelen. Uit de prak-
kundigen toegepast worden en is snel, goedkoop en niet belas-
tijk van de Nierpatiëntenvereniging en uit verschillende studies
tend voor de patiënt.
blijkt dat veel nierpatiënten – en vooral ook partners – met problemen worstelen. Patiënten en partners hebben behoefte aan
Om landelijk meer aandacht voor het meten van de SGA te ge-
hulp, informatie op maat en het bespreken van hun seksuele
nereren, is in 2005 de SGA-werkgroep opgericht. Daarin zijn
problemen met een deskundige. Die hulp is lang niet altijd voor-
verschillende partijen (diëtisten, verpleegkundigen, voedings-
handen. Om dit te verbeteren, hebben de NVN, de Rutgers
deskundigen en patiënten) vertegenwoordigd. Het HMi onder-
Nisso Groep, de afdeling medische psychologie van het LUMC
steunde de activiteiten. De werkgroep heeft een docentenhand-
en het HMi de handen ineen geslagen. Er is een voorstel ge-
leiding en een praktische handleiding ontwikkeld. Deze ‘SGA-
schreven voor een project dat beoogt de seksuologische hulp-
toolkit’ kan gebruikt worden als hulpmiddel bij de SGA-meting.
verlening aan nierpatiënten en hun partners te verbeteren. Voor
De modules zijn in 2007 aan het HMi overgedragen en sinds-
dit project werd in 2009 bij de Nierstichting subsidie aange-
dien via www.hansmakinstituut.nl te downloaden. Het najaars-
vraagd. Naar aanleiding van commentaar op de aanvraag is de
ymposium ‘Voeding bij nierpatiënten’ was het sluitstuk van dit
aanvraag in iets gewijzigde vorm begin 2010 opnieuw inge-
project. In 2008 werd begonnen met het ontwikkelen van work-
diend, maar helaas opnieuw afgewezen. In de loop van 2010 is
shops waar diëtisten en verpleegkundigen in de toepassing van
een multidisciplinaire werkgroep samengesteld die zich over
de SGA worden getraind. Ook in 2010 is een workshop georga-
dit onderwerp gaat buigen.
niseerd. Deze workshops worden door de firma Baxter B.V.
Projectleider: drs. R (Robert) Beekman, beleidsmedewerker
financieel ondersteund.
Nierpatiënten Vereniging Nederland (NVN).
Projectleiders: J.W. (Hans) Brandts MSc, diëtist nierziekten, Alysis Zorggroep Arnhem en M. (Maaike) Kwakkel, diëtist
SGA-toolkit In 2004 heeft de beroepsorganisatie Diëtisten Nierziekten Nederland (DNN) de landelijke werkgroep ‘Screenen voedings-
nierziekten, VU Medisch Centrum Amsterdam, voorzitter DNN.
71 tra gevraagd ten aanzien van de vaattoegang een aantal indi-
Zorg op Afstand (telecare) wordt de laatste jaren meer en meer
catoren te registreren (percentages verdeling vaattoegang; AV
ingezet, zowel in Nederland als in landen om ons heen. Men
fistels, AV grafts, CV katheters, aantal trombose-episodes per
verwacht daarmee een bijdrage te leveren aan het oplossen van
1000 shuntdagen en (bacteriële) kathetercomplicaties). Deze
problemen die als gevolg van vergrijzing en ontgroening zul-
registraties zijn echter niet uniform en worden niet op landelijk
len ontstaan. Zorg op Afstand komt mede tegemoet aan de
geaggregeerd niveau uitgevoerd, zodat het voor een centrum
wens van veel ouderen en chronisch zieken om zo lang en zo
niet mogelijk is zich aan landelijke resultaten te spiegelen. Van-
zelfredzaam mogelijk thuis te blijven wonen. Verschillende toe-
uit de verpleegkundige discipline wordt aangegeven dat ook
passingen van Zorg op Afstand (teleapplicaties) worden al in-
‘misprikken’ een indicator zou moeten zijn. Om een landelijk
gezet bij onder meer diabetes- en COPD-patiënten in Nederland,
implementatieplan op te stellen is vanuit het HMi de Multidis-
maar ook voor nier- en dialysepatiënten zijn er mogelijkheden.
ciplinaire Werkgroep Vaattoegang opgericht. Vooruitlopend
In het project Telediavisie richten wij ons op het inzetten van
hierop is in 2010 vanuit het LUMC onderzoek verricht naar het
videocommunicatie bij patiënten die met peritoneale dialyse
optreden van trombose bij dialysepatiënten.
(PD) worden behandeld. Gekeken wordt of door een beeld- en geluidverbinding tussen patiënten thuis en zorgverleners de
Arteriële en veneuze trombose
doelmatigheid van de (na)zorg kan worden verbeterd en bij de
Informatie over het optreden van veneuze en arteriële trom-
PD-patiënten een groter gevoel van veiligheid kan worden be-
bose is door middel van een statusonderzoek teruggezocht voor
werkstelligd. Dit project heeft vele raakvlakken met de zelf-
455 Necosad-patiënten uit vier ziekenhuizen. Deze gegevens
managementvisie van de Nierstichting. Daarom is voor dit project
zijn gebruikt om de relatie tussen dialyse en het optreden van
bij de Nierstichting een subsidieaanvraag ingediend. Ook verschil-
veneuze en arteriële trombose nader te bestuderen. Dialyse-
lende firma’s toonden interesse. Wij hopen dat het project in 2011
patiënten blijken een hoog risico te hebben op veneuze en
van start kan gaan.
arteriële trombose. Deze bevindingen zijn voor publicatie aan-
Projectleider: mevr. A. Riemann, verpleegkundig consultant.
geboden aan een internationaal tijdschrift. Projectleider: dr. M. (Marion) Verduijn, afdeling klinische
Vaattoegang
epidemiologie, Leids Universitair Medisch Centrum.
Er zijn verschillende groepen die zich met richtlijnontwikkeling op het gebied van vaattoegang voor hemodialysepatiënten
Shunttrombose
bezig houden. Vanuit de verpleegkundigen is indertijd de Ver-
Shunttrombose is een kwaliteitsindicator, maar wat zijn de ri-
pleegkundige Werkgroep Access (VWA) opgericht die een aan-
sicofactoren voor deze complicatie? Om hier achter te komen
tal richtlijnen heeft ontwikkeld, alsmede een functieprofiel voor
is in 2010 in Necosad voor een deel van de hemodialysepatiën-
vaatverpleegkundigen, instructies voor hygiënisch aanprikken,
ten teruggezocht naar informatie over het optreden van shunt-
pre- en postoperatieve zorg en complicatiebewaking. In 2009
trombose. Deze gegevens worden gebruikt om risicofactoren
heeft de NfN de richtlijn vaattoegang geactualiseerd. In 2010
voor shunttrombose te analyseren. De resultaten zullen in 2011
kwam de richtlijn shuntchirurgie tot stand, een initiatief van
voor publicatie in een internationaal tijdschrift worden aange-
de Nederlandse Vereniging voor Heelkunde en de Orde van
boden.
Medisch Specialisten. In het kader van het ontwikkelen van deze
Projectleider: Dr. M. (Marion) Verduijn, afdeling klinische
richtlijn heeft de NVN onder hemodialysepatiënten een inventa-
epidemiologie, Leids Universitair Medisch Centrum.
risatie van ervaren knelpunten uitgevoerd. Vooral (angst voor) misprikken is voor hemodialysepatiënten een belangrijk onderwerp. In het kader van kwaliteitsborging wordt van dialysecen-
HMi jaarverslag 2010
Teledialyse
HMi jaarverslag 2010
72 Verzekeringsgeneeskundig protocol nierziekten
is bij het onderzoek betrokken. Het project wordt gefinancierd
Chronische nierinsufficiëntie (CNI) is een ernstige ziekte. Tenzij
door de Nierstichting en door de firma’s Amgen en Baxter.
een niervervangende behandeling met dialyse of niertransplan-
Projectleider: prof. dr. S.A. (Sijmen) Reijneveld, hoogleraar
tatie wordt toegepast, zal de patiënt in het eindstadium van de
sociale geneeskunde, Universitair Medisch Centrum Groningen.
ziekte overlijden. Verlies van arbeidsvermogen is bij patiënten met CNI een groot probleem. Slechts 35% van de dialysepatiën-
Zittend Ziekenvervoer Dialysepatiënten
ten en 50% van de transplantatiepatiënten heeft een betaalde
Zittend vervoer van dialysepatiënten is een groot knelpunt dat
baan. Door het ontbreken van een goed beoordelingskader zijn
steeds weer terugkeert op de agenda van het Dialyseoverleg
deze patiënten moeilijk te re-integreren.
(zie pag 28) Op verzoek van de NVN heeft het HMi ondersteu-
Eind 2007 heeft de NVN het HMi gevraagd ondersteuning te
ning verleend bij het ontwikkelen van normen voor zittend
verlenen bij het ontwikkelen van een multidisciplinaire richtlijn
vervoer van deze patiëntengroep. In 2009 is in nauwe samen-
(MDR) voor de beoordeling van arbeids(on)geschiktheid van
werking met de NVN, professionals, vertegenwoordigers van
nierpatiënten. Hiervoor is een multidisciplinaire werkgroep in
taxibedrijven en zorgverzekeraars aan deze normen gewerkt.
het leven geroepen, waarin behalve nierpatiënten ook arbeids-
Eind 2009 en begin 2010 is het eindrapport onder dialysecentra,
deskundigen van de NVN, bedrijfsartsen, verzekeringsartsen,
zorgverzekeraars en taxibedrijven verspreid. Begin 2011 zal
maatschappelijk werkers en nefrologen vertegenwoordigd zijn.
worden onderzocht of dit initiatief succesvol is geweest. Het
Een vooraanmelding voor een subsidieaanvraag bij ZonMw werd
rapport is te vinden op www.nvn.nl en www.hansmakinstituut.nl.
begin 2008 afgewezen. Toch zijn alle inspanningen niet voor
Projectleider: drs. R. (Robert) Beekman, beleidsmedewerker
niets geweest. De Nederlandse Vereniging voor Verzekerings-
Nierpatiënten Vereniging Nederland.
geneeskunde (NVVG) heeft het initiatief genomen om een verzekeringsgeneeskundig protocol nierziekten te ontwikkelen. Dit initiatief is door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid gefinancierd. De meeste leden van de multidisciplinaire werkgroep zijn bij het ontwikkelen van dit protocol betrokken. Het kwam eind 2009 gereed en werd in 2010 geïmplementeerd. Begin 2011 is het protocol in de Staatscourant gepubliceerd en daarmee is het tot wet verheven. Daarmee is een belangrijke cirkel rond gemaakt! Projectleider: drs. A.H.J.M. (Arthur) Sterk, ministerie Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Vignettenstudie; Verschillen behandeling ouderen tussen Nederland en België In België (en de meeste andere West-Europese landen) worden relatief veel meer oudere patiënten met niervervangende therapie behandeld dan in Nederland. Om de reden hiervan te achterhalen, voert de afdeling sociale geneeskunde van het Universitair Medisch Centrum Groningen een onderzoek in België en Nederland uit. De onderzoekers maken gebruik van gegevens uit Necosad en het Overbruggingscohort en het HMi
73 HMi jaarverslag 2010
HMi jaarverslag 2010
74
75
HMi jaarverslag 2010
Deel 3 Financiële verantwoording
HMi jaarverslag 2010
76
77
Het Hans Mak instituut is in 2003 gestart met behulp van een
de in het jaarverslag opgenomen financiële informatie te wor-
subsidie voor twee jaar van de Nierstichting. Een unrestricted
den gelezen in samenhang met de volledige jaarrekening en de
grant van de firma Amgen maakte het mogelijk dat de project-
daarbij verstrekte accountantsverklaring.
organisatie kon worden uitgebouwd. Sinds 2005 worden de activiteiten die in het kader van het Kwaliteitssysteem Dialyse
Goedkeuring jaarrekening
nodig zijn uit een jaarlijkse bijdrage van de dialysecentra
De jaarrekening over 2010 is in de vergadering van de Raad van
gefinancierd. Alle overige kosten worden uit projectsubsidies
Toezicht d.d. 7 maart 2011 goedgekeurd waarbij het bestuur
gedekt. Het exploitatieresultaat over 2010 bedraagt € 69.638
decharge is verleend.
ten opzichte van een exploitatieresultaat € 67.575 negatief over 2009. De totale omzet is in 2010 ten opzichte van 2009 met 14%
Naarden,
gestegen tot € 1.769.670.
13 mei 2011 Het bestuur,
Voor het boekjaar 2010 is ten behoeve van het Kwaliteitssysteem Dialyse een bedrag van € 590.058 (2009: € 557.325) aan bijdragen ontvangen van de dialysecentra. De lasten van het Kwaliteitssysteem Dialyse bedroegen € 582.722 (2009: € 558.447). Het resultaat ad € 7.336 is aan de reserve Kwaliteitssysteem Dialyse toegevoegd. De personeelskosten (lonen, salarissen en overige personeelskosten) zijn in 2010 ten opzichte van 2009 verder met € 20.908 gedaald tot € 583.599. Het aantal werknemers bedroeg in 2010 gemiddeld 9,2 fte (2009: 9,6 fte). Het eigen vermogen van het Hans Mak instituut bedraagt ultimo 2010 € 315.607 ten opzichte va € 245.696 ultimo 2009. Het eigen vermogen bestaat uit een reserve Kwaliteitssysteem Dialyse van € 141.002 en een projectenreserve van € 174.605. De balans en de staat van baten en lasten zoals opgenomen in dit jaarverslag, zijn ontleend aan de jaarrekening 2010. Bij deze jaarrekening is op 7 maart 2011 een goedkeurende accountantsverklaring verstrekt door Jan Bos Accountancy B.V. Voor een volledig inzicht in de financiële positie en in de resultaten van de stichting en de reikwijdte van de accountantscontrole, dient
Mevr. dr. E. W. Boeschoten
HMi jaarverslag 2010
Financieel jaarverslag
HMi jaarverslag 2010
78
Balans per 31 december 2010 (na resultaatbestemming)
ACTIVA 31 december 2010 31 december 2009 € € Vaste activa Materiële vaste activa
Inventarissen 4.057 10.681 Vlottende activa Vorderingen Debiteuren Overige vorderingen
24.527 405.652
242.807 192.763
430.179
435.570
Liquide middelen 804.680 443.210 1.238.916 889.461
PASSIVA € € STICHTINGSVERMOGEN Reserve Kwaliteitssysteem Dialyse
141.002
133.666
Projectenreserve
174.605
112.303
315.607 245.969 KORTLOPENDE SCHULDEN Crediteuren
68.968
Belastingen en premies sociale verzekeringen
38.569
41.184
815.772
478.586
Overige schulden en overlopende passiva
123.722
923.309 643.492 1.238.916 889.461
79
HMi jaarverslag 2010
Staat van baten en lasten over 2010
2010 2010 2009 € realisatie begroting realisatie
€ € €
Opbrengsten Rentebaten en soortgelijke opbrengsten Som der baten
1.769.670 1.818.000 1.547.246 13.410
5.000
7.966
1.783.080
1.823.000
1.555.212
Lonen en salarissen Overige personeelskosten Projectkosten Directe kosten
536.910
600.000
556.462
46.689
46.000
48.045
991.915 1.004.000 1.575.514
1.650.000
836.714 1.441.221
Afschrijvingen
7.918 10.000 12.564
Huisvestingskosten
45.657 48.000 45.562
Kantoorkosten
20.613 50.000 41.340
Algemene kosten
23.411
35.000
29.744
Communicatie en PR
25.952
10.000
38.134
Diverse baten en lasten
14.377
15.000
14.222
Indirecte kosten Saldo der baten en lasten
137.928
168.000
181.566
69.638
5.000
-67.575
Verdeling saldo Mutatie Reserve Kwaliteitssysteem Dialyse
7.336
-1.122
Mutatie Projectenreserve
62.302
-66.453
69.638 -67.575
HMi jaarverslag 2010
80 TOELICHTING OP DE STAAT VAN BATEN EN LASTEN OVER 2010 (verdeling tussen Kwaliteitssysteem Dialyse en Projecten)
begroting (€)
realisatie (€)
Kwaliteitssyteem
Projecten
Totaal Kwaliteitssyteem
Projecten
Totaal
Dialyse Dialyse
Opbrengsten Rentebaten Som der baten
589.000 1.229.000 1.818.000
590.058 1.179.612 1.769.670
0 5.000 5.000 589.000
1.234.000
1.823.000
0 13.410 13.410 590.058
1.193.022
1.783.080
Lonen en salarissen Overige personeelskosten
148.000
452.000
600.000
149.388
2.000 44.000 46.000
387.522
536.910
9.337 37.352 46.689
Projectkosten
379.000 625.000 1.004.000
375.195 616.720 991.915
Directe kosten
529.000 1.121.000 1.650.000
533.920 1.041.594 1.575.514
Afschrijvingen 10.000 10.000 Algemene kosten Communicatie en PR
20.000 15.000 35.000 5.000
5.000
10.000
3.959
3.959 7.918
11.706 11.705 23.411 12.976
12.976
25.952
Huisvestingskosten
10.000 38.000 48.000
11.414 34.243 45.657
Kantoorkosten
10.000 40.000 50.000
5.153 15.460 20.613
Diverse baten en lasten
15.000
Indirecte kosten
60.000 108.000 168.000
0
15.000
3.594
Saldo der baten en lasten
0
5.000
5.000
10.783
48.802 7.336
14.377
89.126 137.928 62.302
69.638
€ €
Toelichting Projectkosten Kwaliteitssysteem Dialyse
2010 (€)
2009 (€)
Bijdrage Renine
264.815
259.750
Secretariaat Diavisie
65.849
51.521
Kwaliteitscommissie
38.252 33.224
Diverse kosten
6.279 375.195 344.495
Bijlagen
HMi jaarverslag 2010
82
Bijlage 1 Samenstelling PVC per 31-12-2010 NfN
V&VN Dialyse en Nefrologie
W.A.Bax
H.M.M. Boelens
R.J. Bosma
M.J. Bosker
M. van Buren
O.J.P.M. van Deelen
E.M. Dorresteijn
O.S. Haakma
W.J Fagel
H.J. Hollander
C.F.M. Franssen
P. Janneman
W.P. Haanstra
L. Janssen-Groothuis
E.C. Hagen
J. Jousma-Rutjes
A.A.M.J. Hollander
H.C. de Kleijn
F.J. van Ittersum
D. van Oers
B. van Jaarsveld (VZ KK)
J.A. Schraa
C.J.A.M. Konings
P.A. Verbeem
M.G. Koopman
J. v.d. Vuurst
P.B. Leurs M.R. Liliën F.M. van der Sande E. Scholten P.M. ter Wee
Ambtelijk secretariaat: mevr. H.A. van IJzerloo en mevr. H.M.M. Boelens.
83
• Dr. B.C. van Jaarsveld (voorzitter) • Dr. M.G.H. Betjes • Dr. M.A. van de Dorpel • Dr. C.F.M. Franssen • Dr. H.W. van Hamersvelt • Dr. E.K. Hoogeveen • Dr. C.J.A.M. Konings • Dr. M.J. Krol - Van Straaten • Dr. M.R. Lilien (kindernefroloog) • Dr. J.J.G. Offerman • Dr. M.B. Rookmaaker • Dr. Y.W.J. Sijpkens • Dr. Y.F.C. Smets • Dr. C.A. Stegeman • Dr. L.J. Vleming Ambtelijk secretaris: mevr. A.T.M. Jorna
HMi jaarverslag 2010
Bijlage 2 Samenstelling Kwaliteitscommissie NfN per 31-12-2010
HMi jaarverslag 2010
84
Bijlage 3 Lijst met gebruikte afkortingen AMC
Academisch Medisch Centrum
NCHD
APD
Automatische Peritoneale Dialyse
NECOSAD Nederlandse Coöperatieve Studie naar de
BMI
Body Mass Index
CAPD
Continue Ambulante Peritoneale Dialyse
NFU
CASH
Citraat Heparine CVVH Trial
Centra
CI
Certificerende Instelling
NHG
Nederlands Huisartsengenootschap
CKZ
Centrum Klantervaring Zorg
NIAZ
Nederlands Instituut voor Accreditatie van
CNI
Chronische Nier Insufficiëntie
Ziekenhuizen
CNS
Chronische Nierschade
NIVEL
COPD
Chronic Obstruction Pulmonary Disease
gezondheidszorg
CQ
Consumer Quality (index)
NfN
Nederlandse federatie voor Nefrologie
CVZ
College voor Zorgverzekeringen
NOTR
Nederlandse Orgaan Transplantatie Registratie
DBC
Diagnose Behandel Combinatie
NTS
Nederlandse Transplantatie Stichting
DGN
Dialyse Groep Nederland
NVKG
Nederlandse Vereniging voor Klinische Geriatrie
DHD
Dutch Hospital Data
NVN
Nierpatiënten Vereniging Nederland
DNA
Desoxyribo Nucleic Acid
NVVG
Nederlandse Vereniging voor
DNN
Diëtisten Nierziekten Nederland
Verzekeringsgeneeskunde
DSCA
Dutch Surgical Colectoral Audit
NVZ
Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen
EPS
Encapsulating Peritoneal Sclerosis
PD
Peritoneale dialyse
ERA-EDTA European Renal Association-European Dialysis
PDCA
Plan Do Check Act
and Transplant Association
PREPARE
Predialysis Patient Record Study
ESMO
Effects of Self-Monitoring on Outcome of chronic
PUNK-R
Prenatale Uro-Nefrologische Kinder-Registratie
kidney disease
PVC
Plenaire Visitatie Commissie
QUEST
Quality European Studies
of Cardiovascular death in Uraemia and end-stage
ReGeNet
Renal Genome Network
REnal disease
RENINE
Registratie Nierfunctievervanging Nederland
HD Hemodialyse
RICH-Q
Renal Insufficiency Therapy in Children:
HKZ
(Stichting) Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling
Quality Assessment and Improvement
in de Zorgsector
SGA
Subjective Global Assessment
HMi
Hans Mak instituut
SLOT
Stichting Landelijk Orgaan Thuisdialyse
ICT
Informatie Communicatie Technologie
SME
Small to medium size enterprise
IGZ
Inspectie voor de Gezondheidszorg
TTP
Trusted Third Party
ISO
International Standardization Organization
UMC
Universitair Medisch Centrum
LHV
Landelijke Huisartsen Vereniging
VDT
Vereniging van Dialyse Technici
LONT
Landelijk Overleg Niertransplantatie
VMWN
Vereniging Maatschappelijk Werk Nefrologie
LTA
Landelijke Transmurale Afspraak
VWS
(Ministerie van) Volksgezondheid Welzijn en Sport
LVDT
Landelijke Vereniging Dialyse en Transplantatie
V&VN
Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland
MDR
Multidisciplinaire Richtlijn
ZN
Zorgverzekeraars Nederland
GENECURE GENomic stratEgies for treatment and prevention
Nachtelijke Centrum HemoDialyse Adequaatheid van Dialyse Nederlandse Federatie van Universitair Medische
Nederlands instituut voor onderzoek van de
www.hansmakinstituut.nl