Inloophuis De Cirkel Magazine 2014-1
Laagdrempelig regionaal Inloophuis voor mensen met dankt kanker en hun naasten
Bukkende mannen Bukkende mannen zou de rode draad in deze editie van het magazine kunnen zijn. Zoals de bukkende man op de cover die de vrijwilligersprijs van De Cirkel in ontvangst neemt. Op 4 februari, Wereldkankerdag, nam Wim Hillenbrink van Samenloop voor Hoop de prijs in ontvangst. In haar speech roemde voorzitter Karen van Hooff (rechts op de foto) vooral de enorme inzet van het bestuur van Samenloop voor Hoop om 10% van de opbrengst van het tweejaarlijks evenement veilig te stellen voor het inloophuis. In het verleden ging de opbrengst voor 100% naar het KWF.
Bukken moesten ook de mannen op de mannenverwendag van De Cirkel (pagina 7 en8). ’s Morgens over de roulettetafel om de fiches neer te leggen en ’s middags om een potje biljart te spelen. Maar ook De Cirkel maakt graag bukkende bewegingen voor donaties die binnenkomen. Zoals de gift opgehaald tijdens een receptie ter ere van de opening van bestuurslid Ellen Prick en voor het geld ingezameld tijdens de Specsaversactie.
Marij en Eddie van de Pol:
De mat verhuisde naar binnen
Naast hun woonhuis ligt de sportschool van ex-judoka Eddie van de Pol. Daar vinden de trainingen en de gevechten plaats. Maar twee jaar geleden verhuisde de mat van de sportschool opeens naar het woonhuis. Marij zat van de ene op de andere dag in een gevecht op leven en dood. Een slopend gevecht dat de naam borstkanker heeft. Marij had het hard te halen en Eddie werd haar coach. Het gevecht lijkt op dit moment gewonnen. Maar zeker ben je er nooit van. “Ik heb een goede engelbewaarder”, opent Marij. Als je in de woonkamer van familie van de Pol rondkijkt, begrijp je haar uitspraak. Vanuit alle kanten van de kamer is een Jezus-afbeelding een stille, aandachtige toeschouwer. “Ik was vier keer op een rij de borstkankerbus vergeten”, vervolgt ze. “Ik snuffel graag in kringloopwinkels. Het was twee uur en ik dacht ‘er is iets’. Opeens herinnerde ik me dat ik naar de borstkankerbus moest. De
afspraak stond om 14.10 uur gepland. Vlug naar de bus en daarna naar huis.” Na de foto was de bus snel vergeten en nam het leven weer het normale ritme aan. ”Vijf dagen later kreeg ik een brief. Ze hadden een afwijking gevonden en ik moest me melden bij de huisarts. De huisarts liet een getekend rondje zien met uitstraling.” Marij stopt even en benadrukt: “En dan zit je in no-time in de molen! Naar het ziekenhuis! De radioloog vertelde me
dat het kanker was. Had ie niet moeten doen. Het is zijn werk niet. Volgens mij zat ik meteen versuft te kijken. Hoe kon dit nu?” Een punctie in de poortwachtersklier bevestigde dat ook die waren aangetast. “En dat alles binnen een kwartier! Een week later bij de mammacare kregen we de bevestiging en hoor je het behandelplan. Ik nam het niet meer op. Goed dat mijn dochter meeging. Je moet altijd iemand meenemen. Alleen kun je de informatie niet aan. Je hoort alleen maar de woorden kanker en operatie. Dit speelde zich medio 2012 af en op 1 oktober lag ik in het ziekenhuis voor een borstbesparende operatie.” Marij is gelovig en heeft een kring van mensen om haar heen, die haar heel erg gesteund hebben. “Dat wil je niet weten! Een speciaal iemand had een noveenkaars voor me opgestoken.” De operatie verliep goed. Vocht “Thuis op de bank realiseerde ik me dat ik het niet kon bevatten. De wereld stond op zijn kop, zonder dat ik wist dat de wereld op zijn kop stond.” Met de lymfeklieren ging het al heel snel mis. “Ik had een drainage, maar na een week schoot ie er uit en vormde zich er een geweldige zak vocht onder mijn oksel. In het ziekenhuis werd het vocht verwijderd en kreeg ik antibiotica. Zondagsmorgens was ik zo beroerd. Ik had weer een bal zo rood als een tomaat. Het ziekenhuis wist niet wat ze ermee aan moesten. Ik had veel pijn en wilde niet meer alleen zijn. Ik moest mensen om me heen hebben om afleiding te hebben. Ik kon niet alleen zijn. Niet zozeer om mijn verhaal kwijt te kunnen. Zin om erover te praten had ik niet. Tijdens een bezoek bij mijn moeder kreeg ik opeens weer last van vocht. Opnieuw een gigantisch rode zak met vocht. Ik heb het een paar uur afgewacht en toen zijn we naar het ziekenhuis
gegaan. Deze keer had ik meer geluk. Vier dagen antibiotica en daarna weer naar huis. Maar toen begon de ellende pas echt. Ik heb zeven weken een open oksel gehad. Daar kunnen ze niks aan doen. Spoelen, spoelen en dikke verbanden onder je arm. En ondertussen groeit de twijfel. Op zich heeft het niks te maken met kanker, maar je zult het maar treffen.” Marij hield er een oedeemarm aan over. “Daar kom je niet meer vanaf.” Scheermesje “Tijdens die paar dagen in het ziekenhuis voor antibiotica moest ik bij de mammacare komen. Die had goed en slecht nieuws. Elke woensdag is er een breed oncologisch overleg, waar, volgens enkele artsen er voor mij uitkwam dat er een risico in mijn bloed zat en mijn borst eraf moest. Ik schrok me rot en sprong een meter de lucht in. Maar het goede nieuws was dat dokter Lemaire en de mammacare vonden dat dat niet echt nodig is. Ze hadden het Anthony van Leeuwenhoek ziekenhuis in Amsterdam geraadpleegd en het de ’goeroe’ op het gebied van borstkanker voorgelegd. Die bevestigde dat het bloed niet in relatie stond tot een amputatie. Dat bleef me gelukkig bespaard. Maar de oksel bleef opspelen. Van armoede zijn ze verder gegaan met een stomazakje. Ook dat was geen succes. Wederom ontstekingen. Maar een goede zuster adviseerde een crème, die prima werkte. Pas na de zeven weken begonnen de behandelingen. Maar bij de eerste chemokuur dacht ik of ik nu sterf aan kanker of aan de chemokuur, dat maakt voor mij geen verschil. Zo zwaar was die kuur. Ik dacht dat ik twintig scheermesje in mijn mond had en vijftig in mijn maag. Ik viel vier kilo af en kon geen eten zien. Ik sliep bijna niet en het begon tussen mijn oren op te spelen. Ik haalde twee uur slaap per nacht. Toen vroeg ik of
de chemokuur naar een lagere dosis mocht. Daarop antwoorde de arts kortaf ‘Wilt u stoppen?’ Ik was zo verbouwereerd van het weinige begrip.” Eddie vult aan. “Soms is een harde prikkel nodig om iemand uit een stemming te halen om ‘m weer op het
goede pad te krijgen. Dat doe ik als topsportbegeleider ook.” Door de straling was het vocht in het hele gebied weer gaan werken en hebben ze me een soort harnas aangemeten. Van lieverlee begon het minder te worden. Minder chemo kon niet, maar Prednison erbij gaf wel verlichting en op een gegeven moment ging ik naar 75% chemo.´ Impact “Ik heb een boek ‘Het huishouden van God’. Puur gebaseerd op kruiden.
zoals brandnetel – en goudsbloemthee die gunstige effecten op kanker kunnen hebben. Die heb ik in overvloed gedronken. En ik denk dat ik er baat bij had. Het werd verdraagzamer. De pijn aan de keel bleef. De mond lag helemaal aan flarden. Een ander bekend verschijnsel is natuurlijk haaruitval. Na enkele weken stond ik voor de spiegel en kon mijn haar er zo uittrekken. Dat had ook veel impact. Natuurlijk heb je pruiken en hoofddoeken. Niemand zag het, maar als je ’s avond s in bed lag, wist je hoe laat het was. Al dat soort dingen vreten aan je. Ik huilde van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat en belandde een vreselijk dip. Maar pillen, waar ik eigenlijk helemaal tegen ben, hebben me toch weer op het goede pad gezet. Vanaf die tijd knapte ik zienderogen op.” Marij is nu negen maanden na de chemokuur. “Ik voel de kracht terugkomen en volg REACT-training in het ziekenhuis. Daar hoort veel bewegen bij. We hebben een sportschool aan huis, maar dat doe ik niet. Ik ga niet alleen op een fiets zitten in de sportzaal.“ Ontspanning Eddie heeft zich acht keer beschikbaar gesteld als bewegingsbegeleider voor bezoekers van De Cirkel.” Marij haakt aan bij het onderwerp inloophuis De Cirkel. ”Toen ik in die moeilijke periode zat, hoorde ik van De Cirkel en van het borstkanker lotgenotencontact. Ik liep er regelmatig binnen en vond er gaandeweg mijn draai. Ik deed mee aan mozaïeken en andere activiteiten. Ik kwam er al voor mijn chemokuren Ik ging bijvoorbeeld even naar de Lidl en wipte dan meteen even binnen bij De cirkel. Andere vrouwen ontmoeten. Ik besefte toen pas dat ik nooit aan eigen ontspannen gewerkt had, Ik was altijd bezig met vrijwilligerswerk: vluchtelingenwerk, de kerk en het zangkoor (25 jaar). En dan ontdek je
dat je veel voor een ander doet, maar niets voor jezelf. Ik haal het nu bij De Cirkel in.” Marij somt op: schouder- en rugmassage, mindfulness, manicure en mozaïeken .Ik ben zo fanatiek met mozaïeken, dat ik niet eens praat. Ondertussen hoor je zoveel ellende van anderen, dat ik mijn eigen sores relativeer. Er zijn erbij die heel veel levenslust uitstralen. Dan denk ik: had ik daar maar de helft van, dan stond ik veel positiever in het leven. Die levenslust bewonder ik. Die was ik even kwijt. Maar ik heb de laatste twee jaar wel leren relativeren. Ik dank iedere fijne dag.” Najaar Eddie: “Op een gegeven dag komt Marij thuis en vroeg of ik voor bezoekers van De cirkel iets wilde doen.” Marij knikt: “Dat zou ook mij stimuleren. Als er acht vrouwen hier komen onder begeleiding moet ik ook meedoen.’ Eddie: “In eerste instantie ging ik er niet op in. Niet voor de dames of De Cirkel, maar ik ben thuis (gepensioneerd) en heb genoeg om handen. En als ik het doe, dan ben ik die tijd kwijt. Ik behandel bijvoorbeeld de vrouw van mijn broer en een
pastoor. Dat zijn twee halve dagen. Maar dat doe ik allebei met veel plezier. En toen Marij het vroeg, wist ik dat het gewoon heel leuk was. Natuurlijk stemde ik op een gegeven moment toe onder voorwaarde dat het maar vier keer mocht zijn. En zoals het altijd gaat: als het leuk is, wordt zoiets verlengd. Inmiddels hebben we er aan acht oefenworkshops opzitten. Als ik het eenmaal doe, dan doe ik het met volle overgave. Het zijn geweldige momenten als ik die dames bezig zie. Na de beloofde vier keer kwam gastvrouw Marianne van der Cruys bij me staan en vroeg of ik verder wilde gaan. Ik hield weer even de boot af. maar heb het weer verloren”, lacht Eddie. “We doen er nog een paar keer en dan houden we ermee op. In het najaar kijken we wel weer verder.” Het najaar is nog ver weg, maar Marij kennende zal het wel goed komen. Met haar fanatisme zal ze Eddie wel weer over de streep kunnen trekken. Stiekem geniet Eddie er wel van. Een sportman in hart en nieren, heeft graag iets over voor anderen, die het even hard aan te halen hebben. .
Sponsoracties:
Scherpe blik
Donaties zijn van levensbelang voor inloophuis De Cirkel. Op deze twee pagina’s twee voorbeelden van sponsoring. Maar wat hebben de twee gulle gevers gemeen? Kritische kijkers zien het al. We zullen een handje helpen. Beiden moeten het hebben van een scherpe blik. Op deze pagina stralen coördinator Hannie van Sleeuwen (rechts) en voorzitter karen van Hooff (links) naast de manager van Specsavers, die vorig jaar een actie hield dat inloophuis De Cirkel een mooi bedrag van 2153 euro opleverde.
Op de andere pagina staan Koen Smits (links) en Ellen Prick (midden). Ellen fungeert in een dubbelrol als bestuurslid van De Cirkel en mededirecteur van Smits en Prick. Smits en Prick richt zich op accountancy, belastingen, bedrijfseconomische advisering, loonadministratie en, financiële planning. Net zoals de opticiens van Specsavers werkzaamheden waarbij een scherpe blik goed gebruikt kan worden.
Ingrid van Asseldonk en drs. Maaike Veldhuizen:
Palliatieve zorg
Het doel van de avond werd al snel duidelijk. Ingrid van Asseldonk, verpleegkundig specialist palliatieve zorg (links op de foto) en drs. Maaike Veldhuizen, arts symptoombestrijding en palliatieve zorg Elkerliekziekhuis Helmond (rechts op de foto) wilden graag het beeld dat bestaat dat palliatieve zorg een eindfasebegeleiding is graag nuanceren. Palliatieve zorg begint al als patiënten horen dat ze een ziekte hebben waarop geen oplossing voor gevonden kan worden en dat kan een jarenlange begeleiding worden. In een enthousiaste lezing in De Cirkel op 29 januari in een overvolle zaal behandelden beiden met veel affiniteit het onderwerp. Voordat de lezing begint benadrukt Maaike veldhuizen de belangrijkheid van de lezing. “Ingrid en ik vinden het verschrikkelijk fijn om over ons vak te vertellen, omdat we het idee hebben dat er veel misverstanden over bestaan en dat daarom een hele hoop mensen die ziek zijn zorg en behandeling tekort komen. Dat vinden
we de belangrijkste boodschap voor vanavond. Er kan nog zoveel ondanks dat een ziekte niet te genezen is” Maaike Veldhuizen werkt in het Elkerliek ziekenhuis in Helmond als arts symptoombestrijding en palliatieve zorg, is arts in twee hospices en onder andere scanarts en geeft les aan artsen die zich specialiseren in
palliatieve zorg. Ingrid Asseldonk is verpleegkundig specialist symptoombestrijding en palliatieve zorg, programmaleider palliatieve zorg en verpleegkundig consulent IKNL. Samen vormen ze één van de eerste landelijke teams die zich op dit onderwerp hebben gespecialiseerd hebben. Het Elkerliek Ziekenhuis loopt hiermee voorop. “We zijn in 2009 begonnen en we merken dat het werk alleen maar toeneemt.”
(genezing) zorg en palliatieve zorg los van elkaar stonden. Als er niets meer te behandelen viel, kwam pas palliatieve zorg om de hoek kijken. Maar dat is allang niet meer zo. Die twee gaan al heel lang hand-in-hand. Palliatieve zorg overlapt een deel van de curatieve zorg. Wij zien mensen soms jaren, maar onze focus is anders dan de ‘curatieve’ arts. Meestal kun je niet winnen van genezing, maar wel van de pijn.”
Palliatief “Het woord palliatief komt uit het verhaal van de heilige Martinus, die bij een stadspoort een bedelaar ontmoet. Hij vertelt dat hij hem niet kan genezen, maar hem wel een stuk van zijn mantel kan geven. Pallia betekent mantel in het Latijn”, verklaart Maaike. “Palliatieve zorg is volgens de WHO (Wereldgezondheidsorganisatie) een benadering die de kwaliteit van leven van patiënten en hun naasten verbetert die te maken hebben met een levensbedreigende aandoening. Die kwaliteit van leven proberen we te verbeteren en te voorkomen door het verlichten van lijden, door op tijd lichamelijke, psychosociale problemen of van spirituele aard te signaleren en te behandelen. Het eerste misverstand over palliatieve zorg is dat het voor kankerpatiënten bedoeld is. Dat is ook wel zo, maar palliatieve zorg geldt voor alle ongeneeslijke ziekten zoals COPD, nierfalen, ouderdom of hart- en vaatziekten.”
Werkdag “Wij werken deels samen en deels apart”, vervolgt Maaike. “Ík werk bijvoorbeeld op een hospice en Ingrid gaat naar de afdeling en ziet mensen die in behadeling zijn of mensen die net slecht nieuws gehoord hebben. Dan inventariseren we eerst of ze weten wat er aan de hand is. Zijn er nog vragen, moeten we nog even in het dossier kijken? Kent de patiënt de behandelingen? Waar kunnen we starten om de last te verminderen? Met de mantelzorger kijken we wat er nodig is om naar huis te kunnen. Angsten spelen vaak een rol. Ziektes die voorkomen in een familie. In alle rust alles doornemen. Op zo’n dag doe ik de poli en zie wat voor mensen er naar het ziekenhuis komen. Ik ontvang mensen die komen voor symptoombestrijding en pijn en spreek mensen die kuren en daar last van hebben. Ook spreek ik mensen die me vragen na te denken of ze de volgende kuur wel willen. Ik bel mensen ook thuis op, zodat ze niet naar het ziekenhuis hoeven. Ingrids gaat op zo’n dag ook op huisbezoek om medische handelingen te verrichten. Dingen die ook in het ziekenhuis kunnen, maar ook thuis kunnen. En als een huisarts het wil ga ik ook op huisbezoek. .Het meeste wat we doen is symptoombestrijding in een vroegere en een latere fase van de ziekte. Wij staan met één been in het ziekenhuis
Vroeger “Vroeger stond zorg voorop, maar ondertussen is het uitgegroeid tot een vak waar met veel medische mogelijkheden om pijn, angst of moeheid te bestrijden. Zowel in de thuissituatie als in het ziekenhuis. Belangrijk is goed na te denken wat bijdraagt en wat belastend is. Vroeger werd er gedacht dat de curatieve
en met de andere erbuiten. Wij proberen zoveel mogelijk de mensen thuis te houden. De kwaliteit van leven is thuis altijd beter dan in de wachtkamer. Ziekenhuisbezoek proberen we zoveel mogelijk te beperken. Een ander belangrijk aspect is dat we proberen zorg en behandeling op elkaar af te stemmen. Ik merk vaak dat behandelende artsen niet altijd precies weten in welke fase een patiënt zit of dat een huisarts niet weet dat een bepaalde kuur de laatste kuur is. Onze taak is om die radartjes op elkaar af te stemmen. Belangrijk is ook de band met de huisarts, die voert eigenlijk de regie. Hij is de arts waar je het van moet hebben. Zorg dat die band goed is. Is dat niet, zoek dan een andere huisarts. Tijdens de behandelingen is hij de kapitein op het schip. Twee kapiteins kan en moet niet. We willen wel graag een steun zijn voor een huisarts.” Pijn “Belangrijk is ook om elkaar vroeg te leren kennen. Er zijn aandoeningen die veel zorg vragen. Hoe eerder wij patiënten kennen hoe beter, je je medische handelen kunt instellen. Ook belangrijk is het bespreken van twijfels vragen en angsten. Zoals: wat staat me te wachten, wil ik die behandeling
nog wel, gaat het bij mij net zoals bij een familielid, hoe doen we dit samen en hoe leef ik met zoveel onzekerheid? Daarin kunnen wij veel betekenen.” Ingrid: “Maaike heeft zojuist de misverstanden behandeld rond palliatieve zorg, maar ook binnen de palliatieve zorg bestaan misverstanden. Neem pijn bijvoorbeeld. We horen nog te vaak dat pijn bij kanker hoort of wacht maar zo lang mogelijk met het innemen van de medicatie of gebruik zo min mogelijk medicijnen. Niet dus. Ruim 40% van de kankerpatiënten heeft onnodig pijn. We kunnen er niet altijd voor zorgen dat de pijn verdwijnt, maar wel vaak dat pijn dragelijk wordt. Maak het bespreekbaar met uw behandelaar. Pijn ervaart iedereen verschillend. De mooiste definitie die ik ken is die van Mc.Caffery “Pijn is wat de patiënt zegt dat het is en treedt op wanneer de patiënt zegt dat het optreedt”. Iemand anders kan dat niet voor jou bepalen. Er zijn heel veel verschillende soorten pijn. Het heeft vaak een lichamelijke oorzaak, maar het kan ook een niet lichamelijke oorzaak hebben zoals angst en onzekerheid. Al die verschillende soorten pijn kunnen een verschillende manier van aanpak vragen. Je kunt bijvoorbeeld verschillende medicijnen naast elkaar moeten nemen. Maar je hebt ook niet medicamenteuze manieren zoals bestraling, fysiotherapie of ontspanningstechnieken.” Morfine “Morfine bijvoorbeeld is een heel krachtig middel waar we veel ervaring mee hebben om pijn en benauwdheid mee te bestrijden. Helaas bestaan er over morfine veel misverstanden. Van morfine heb je steeds meer nodig. Dat kan. Niet vanwege de verslaving, maar omdat de pijn toeneemt. Verslaving treedt niet op als je morfine inzet voor
pijnbestrijding. Als je morfine goede doceert, raak je er niet aan verslaafd. Morfine zorgt er ook niet voor dat je korter leeft. Een morfinepompje verkort je leven niet, maar is een andere manier op morfine toe te dienen. Van morfine wordt je duf denken veel mensen. Dat kan in het begin zijn, Maar na een paar dagen wordt het minder en gaat het over. Morfine heeft wel een aantal bijwerkingen, maar dat is meestal in het begin van de behandeling (misselijkheid, sufheid). De enige belangrijke bijwerking is obstipatie (moeilijke stoelgang). Daarom geven we er altijd laxeermiddelen bij. Euthanasie “De specialistische artsen in het ziekenhuis zijn belangrijk, maar voor onze patiënten blijft de huisarts het belangrijkste aanspreekpunt. Als patiënt kun je daar in sturen door regelmatig contact op te nemen met de huisarts.” Ingrid toont een afbeelding van Socrates die een gifbeker drinkt. “Hij heeft zelf de regie. Maar eigen regie houden valt niet mee als je ziek bent. Hoe doe je dat? Daarom is het van belang om enkele zaken te kennen zoals de WGBO (Wet op de Geneeskundige Behandel-Overeenkomst,1995). Die wet zegt dat de arts verplicht is alle informatie richting patiënt te geven, zodat die altijd zelf beslissingen kan nemen. Je hoeft niet altijd mee te gaan met een arts. Een andere manie om regie in eigen handen te houden is een wilsverklaring. Ook daarover bestaan veel misverstanden. Er zijn twee soorten wilsverklaringen: een niet behandelverklaring en een euthanasieverklaring. De euthanasieverklaring betekent niet dat je recht hebt op euthanasie. Belangrijker dan het vastleggen is dat je erover praat
met je naasten en je huisarts. Dat ze op de hoogte zijn van wat je wil. Op het moment dat je zelf niet meer kunt beslissen. Mensen denken vaak als ze een euthanasieverklaring hebben dat ze dan ook euthanasie krijgen. Maar zo werkt het niet. Een dokter moet voelen hoe het is. Samen met jou het traject doorlopen hebben om daar uiteindelijk aan toe te komen. Ook hier is de relatie patiënt-huisarts belangrijk.”
Bij dat laatste onderwerp kwamen de nodige vragen los, waarop beiden zorgvuldig op in gingen. Als laatste somde Ingrid de mogelijkheden van palliatieve zorg in de regio op. “Allereerst is er de huisarts. En dan heb je Team Symptoombestrijding en palliatieve zorg Elkerliek ziekenhuis Helmond, thuiszorgorganisaties zoals Savant, de Zorgboog, buurtzorg en het St. Annaklooster. En tenslotte heb je hospices in Helmond, Bakel en Venray.” www.palliatievezorginbrabant.nl www.quartztransmuraal.nl www.netwekpalliatevezorg.nl www.elkerliek.nl
[email protected]
Voetzorgverlener Charlotte Hartung – Giesen:
Meer aandacht voor bijwerkingen bijwerkingen kanker
“In de kleine bloedvaatjes en zenuwen van handen en voeten blijven vaak restjes van chemo achter. Dit zorgt voor vervelende bijwerkingen aan huid en nagels”, .vertelt Charlotte Hartung- Giesen, sinds kort gediplomeerd oncologisch voetzorgverlener.” “De behandelende arts vraagt altijd hoe het gaat en daar bedoelt hij het grote geheel mee. In bijwerkingen is hij misschien wel geïnteresseerd, maar heeft er amper tijd voor. Veel mensen beginnen ook niet over de bijwerkingen van chemo. Ze denken vaak dat het erbij hoort, schuiven het weg of willen er de arts niet mee lastig vallen.“ Moeilijk Van huis uit is Charlotte pedicure en heeft de opleiding oncologisch
voetzorg gevolgd. “Op 21 maart heb ik mijn diploma mogen ophalen en hoor bij de eerste lichting die uit 60 gediplomeerden bestaat.” Charlotte is een ‘voetzoeker’. Symptoombehandeling vindt ze prima, maar eigenlijk is ze altijd op zoek naar het hoe en waarom van een klacht. “In 2000 ben ik met pedicure gestart. Binnen het voetenvak zie je twee richtingen: de mensen die graag benen harsen en nagels lakken of de ‘enge plaatjes’. Ik ben van de moeilijke
voeten. Denk bijvoorbeeld aan vervormingen door reuma. Daar komt de drang vandaan om te weten hoe dingen ontstaan. Je kunt bijvoorbeeld wel elke keer eelt weghalen, maar waar komt dat eelt vandaan? Natuurlijk is het financieel aantrekkelijk om elke keer eelt weg te halen, maar ik haal meer voldoening uit het vinden en het behandelen van de oorzaak en het zorgen dat de klacht niet meer terugkomt. Daarom was de overstap zo’n drie jaar geleden naar podologie een logische stap. Je kijkt naar het grote geheel. Rug of schouders kunnen ook oorzaak zijn van klachten. Van kop tot teen is een mechanische keten. Zoek uit waar in de keten iets niet goed functioneert.”
oncologische voetverzorging op de kaart zetten.” Ambassadeur Charlotte is een bevlogen ambassadeur en is er veel aan gelegen om haar passie te delen. “Als De Cirkel mij zou vragen voor een lezing over dit onderwerp, wil ik dat graag doen”. Ze komt nogmaals terug op het belang van het behandelen van de bijwerkingen. “De oudere chemo’s lieten minder reststoffen achter in de fijnste bloedvaten in de uiterste plekken van je lichaam dan de nieuwere middelen. Het is goed dat er voorzieningen zijn die juist aandacht schenken aan dit deel van een ziekteproces. Als ik de nagels bestudeer van iemand met kanker zie ik hoeveel chemo’s die gehad heeft. Vergelijk het met de jaarringen van een boom. Zoveel impact heeft chemo en bestraling op je lichaam. Het kan zijn dat je nog heel lang last hebt van kapotte nagels, beschadigde huid en vreemde gevoelens in je tenen.”
Plek Charlotte moest tijdens haar opleiding drie stages gelopen in resp. een ziekenhuis, hospice en een inloophuis. Bij een inloophuis kwam ze terecht bij De Cirkel waar ze gasten informeerde en prikkelde om met hun verhalen en klachten te komen. In maart heeft ze Toekomst als vrijwilligster een informatieDe eerste lichting oncologische bijeenkomst georganiseerd en 7 april voetverzorgenden moet dus hun weg staat de volgende gepland. “Voetzorg gaan vinden. Charlotte heeft er staat nog echt in de ‘kinderschoenen’’, vertrouwen dat er op dit onderdeel nog legt de inwoonster van Nederweert uit. veel winst te behalen valt. “Artsen ”We zitten nog niet in het geven toe dat ze er vaak vanwege vergoedingssysteem en hebben nog tijdsgebrek niet aan toekomen. Het zou geen vaste plek in het (para)medisch mooi zijn als we elkaar kunnen landschap. Om een voet goed te aanvullen. Uiteindelijk is de patiënt er verzorgen moet ik de medische bij gebaat.” gegevens hebben. Tijdens mijn stage in het ziekenhuis in Weert had ik inzage in de medische Inloophuis De Cirkel colofon: gegevens en kon ik Piet Heinstraat 59 tekst en opmaak: optimaal aan de slag. Tel. 0492-347904 Jan- Willem van den Enden Nu ik er alleen voor sta, Foto’s: moet ik net als mijn Jan-Willem van den Enden, collega’s in den lande, behalve pag. 9 en 10 me een plek te zien verwerven. Wij zijn de www.inloophuisdecirkel.nl eersten en moeten Voor een gratis abonnement op de nieuwsbrief, mail naar
[email protected]