jaarverslag 2009
Thuiszorg zoals je ‘t zelf zou doen.
jaarverslag 2009 Cover beelden: Boven: Bart Peeters in actie tijdens het feest 60 jaar Familiehulp op 16 oktober 2009 in het Sportpaleis. Onder: Koning en Koningin op bezoek bij Familiehulp op 17 december 2009.
Algemene vergadering
Raad van Bestuur
De Algemene Vergadering is samengesteld uit de leden van de Raad van Bestuur, aangevuld met volgende personen:
De Raad van Bestuur is samengesteld uit:
Voorzitter: Griet Coppé Martine Coppejans Rita De Boeck Georgette De Soete-Van Wouwe Rik Dessein Ignace Leus Georgine Roets-Denolf Maria Verheyen
Annelies Van Cauwelaert
Leden: Sonja Becq Ann Demeulemeester Brigitte De Pauw Kris Devlieghere Eddy Peeters Bert Peirsegaele Jan Schrijnemakers Bernadette Van den Heuvel Leen Van den Neste Toon Vanhoutteghem
Secretaris: Agnes Bode
Welkomstwoord door Agnes Bode, Algemeen directeur.
Thuiszorg zoals je ‘t zelf zou doen.
Voorwoord 3 2009 was een memorabel jaar voor Familiehulp. Ons 60-jarig bestaan werd op gepaste wijze gevierd met allerhande activiteiten en festiviteiten. In september 2009 was er een boeiend colloquium over ‘presentie in de zorg’. In oktober was er het groot feest in het sportpaleis voor alle medewerkers. En als klap op de vuurpijl ontvingen we het bezoek van ons koningspaar op 17 december. Het koninklijk bezoek was niet alleen een hart onder de riem voor de 12.000 medewerkers van Familiehulp die dagdagelijks in de schaduw het beste van zichzelf geven, het was ook een erkenning van het maatschappelijk belang van de thuiszorgsector. Al dat feestgedruis heeft ons niet belet om ook heel wat werk te verrichten. Het resultaat hiervan kan u lezen in dit jaarverslag. Naast de voortdurende verbeteracties aan onze dagdagelijkse werking, worden er in alle regio’s nieuwe initiatieven genomen die ons heel wat bijbrengen. Verschillende van deze projecten blijken een toegevoegde waarde te beiden en waar mogelijk worden ze uitgebreid en geïntegreerd in de gewone werking van onze organisatie. Het nieuwe woon- en zorgdecreet nodigt ons uit om buiten het klassieke thuiszorgkader te denken. Familiehulp wil ook hier toonaangevend zijn en is reeds betrokken in verschillende initiatieven die de zogenaamde ‘ontschotting’ bewerkstelligen. De systematische professionalisering die zich al enkele jaren aftekent in de thuiszorgsector zet zich verder. Striktere rapportering en verhoogde automatisering zijn een goede zaak. Dit vraagt echter ook meer middelen voor omkadering en daar wringt soms nog het schoentje. Om op een structurele manier werk te maken van een aantal extra opdrachten (kwaliteit, preventie, Vesta,…) zouden er ook extra middelen voorzien moeten worden. Voor heel wat van deze kosten is er vandaag echter geen subsidiëring voorzien. Familiehulp zal – samen met de Vereniging voor Diensten voor Gezinszorg – de belangen van de thuiszorgsector blijven verdedigen. We willen immers kwalitatieve zorg blijven bieden waarbij de vraag van de gebruiker centraal staat. Een zorg die betaalbaar, toegankelijk en flexibel is en die ook de nodige continuïteit biedt. Daar gaan we voor.
Annelies van Cauwelaert Voorzitter Raad van Bestuur
Agnes Bode Algemeen directeur
jaarverslag 2009
Thuiszorg zoals je ‘t zelf zou doen.
Inhoudstafel 5 Voorwoord Situering Missie en visie van Familiehulp Voortdurend in beweging Familiehulp 2009 in cijfers Financieel verslag Regio-adressen Familiehulp
3 6-7 8-9 10-20 21-27 28-29 30-31
jaarverslag 2009
Situering 6 Familiehulp is een geïntegreerde dienst voor thuiszorg en biedt gezinszorg, bejaardenzorg, kraamzorg, poetshulp, karweihulp, opvang van zieke kinderen, professionele oppas bij bejaarden, palliatieve zorg, zorg voor psychisch zieke cliënten, enz. Wij verlenen thuiszorg op het vlak van persoonsverzorging, huishouding en psychosociale bijstand aan zorgbehoevenden met ondersteuning van het thuis-, familiaal en sociaal netwerk. Zich omringd weten en ondersteund worden door het thuismilieu is zeer belangrijk wanneer men verzorging nodig heeft. De zorg die Familiehulp biedt, vormt een aanvulling op de zelfzorg en de zorg van familie en vrienden. Zelfredzaamheid wordt hierbij gerespecteerd, aangemoedigd en, waar mogelijk, weer aangeleerd. Familie en vrienden worden zoveel mogelijk bij de zorgverlening betrokken. Familiehulp heeft een sterk gedecentraliseerde werking, dicht bij de cliënt. Deze decentralisatie laat toe om snel in te spelen op de veranderende noden van de cliënten en staat dus garant voor een cliëntgerichte zorgverlening. De afdeling PIT (Professioneel in Thuisondersteuning) van Familiehulp levert huishoudelijke diensten (onderhoud van de woning, was en strijk, koken, klein verstelwerk) in het kader van de dienstencheques. Iedereen die hulp in het huishouden wil en hiervoor dienstencheques aankoopt, kan terecht bij PIT. Familiehulp profileert zich ook naar jonge gezinnen. Voor kinderopvang kan men terecht in de 4 kinderdagverblijven van Familiehulp in Borgerhout, Oostende, Turnhout en Herentals. Het Expertisecentrum Kraamzorg Volle Maan is een informatie- en documentatiecentrum, opgericht in de schoot van Familiehulp. Iedereen kan hier terecht met vragen over zwangerschap, bevalling en kraamperiode. Onder de naam Goed Wonen is Familiehulp ook actief in het domein van de sociale economie. Hiermee biedt Familiehulp een antwoord op een aantal bestaande noden die buiten de reguliere diensten vallen (klusjesdiensten, flexibele kinderopvang,…) en creëert het duurzame werkgelegenheid voor mensen die moeilijk hun weg vinden naar de arbeidsmarkt. Familiehulp is actief in alle gemeenten van Vlaanderen en het Brusselse gewest. Het is een autonome v.z.w. binnen de christelijke werknemersorganisatie ACW en telde eind 2009 bijna 12.000 medewerkers.
Thuiszorg zoals je ‘t zelf zou doen.
Organigram
algemene vergadering
7
raad van bestuur
directiecomité algemeen directeur
directeur zorg-
directeur
en dienstverlening
HRM
financieel en administratief directeur
4 interregiodirecteurs
PITdirecteur
interregioteam
PIT managementteam
zorgregiodirecteur
PIT-manager
zorgregioteam
PIT regioteam
bevoegd begeleidend personeel*
(*) Sectorverantwoordelijken, permanentieverantwoordelijken,
PIT-coach
coördinatoren oppas ziek kind,…
basiswerker
basiswerker
ZORG- EN DIENSTVERLENING
PIT (dienstencheques)
jaarverslag 2009
Missie en visie van Familiehulp 8
Missie Aan Familiehulp kan iedereen zijn vraag naar thuisondersteunende diensten zorgeloos toevertrouwen. Met haar jarenlange ervaring, is Familiehulp in staat een gepast antwoord te bieden op elke vraag. Competente medewerkers zorgen voor een kwaliteitsvolle integrale dienstverlening. Daarbij heeft Familiehulp bijzondere aandacht voor kwetsbare groepen. Familiehulp garandeert elke cliënt een optimale levenskwaliteit in zijn eigen omgeving.
Meer dan 10.000 medewerkers en genodigden genoten op 16 oktober 2009 van het grootste personeelsfeest van het land in het Sportpaleis.
Thuiszorg zoals je ‘t zelf zou doen.
Visie Onze missie wordt waargemaakt door duizenden gedreven medewerkers. Wie verbonden is met Familiehulp, staat achter volgende visie: • Familiehulp wil - tegen de toenemende trend van individualisering in - aandacht hebben voor de noden en behoeften in onze samenleving. Bij elke vraag tot hulp kijken we na of we zelf kunnen helpen of eventueel een partner kunnen inschakelen (mantelzorgers, vrijwilligers, andere thuisondersteunende partners). • Familiehulp heeft bijzondere aandacht voor kwetsbare groepen. Om ervoor te zorgen dat kwetsbare groepen de weg naar Familiehulp vinden, steken we heel wat energie in de bekendmaking van onze diensten, specifiek bij partnerorganisaties die deze mensen bereiken. • Kwaliteit leveren: Familiehulp wil zich onderscheiden door overal en altijd kwaliteitsvolle diensten te leveren, op maat van de cliënt. • Continuïteit bieden: Familiehulp hecht belang aan de nodige continuïteit van haar verschillende diensten. • Signaal- en doorverwijsfunctie opnemen: Kunnen we een probleem bij een cliënt niet zelf oplossen, dan verwijzen we door naar andere partners. Dankzij onze kennis van het zorglandschap, is Familiehulp goed geplaatst om deze signaal- en doorverwijsfunctie op te nemen. • Vertrekken vanuit een christelijke inspiratie: We geloven rotsvast in een aantal basiswaarden zoals respect voor de persoon, respect voor het leven en voor andere culturen, waardering voor het gezin en solidariteit. • Proactief zijn: We blikken vooruit en verbeteren voortdurend de werking van onze diensten. • Toonaangevend zijn: Familiehulp speelt in op maatschappelijke evoluties. We kiezen voor continue innovatie. We stappen mee in nieuwe projecten en spelen in op opportuniteiten, die aansluiten bij de activiteiten van Familiehulp. • Een professionele organisatie: Achter de duizenden medewerkers van Familiehulp staat een professionele organisatie met uitgeschreven procedures en processen. Familiehulp zorgt er steeds voor dat haar medewerkers over de vooropgestelde competenties en deskundigheid beschikken. Daarnaast biedt Familiehulp haar medewerkers regelmatig bijscholing aan. • Financieel gezond zijn: Familiehulp is een organisatie die geen winst nastreeft, maar we moeten wel financieel in evenwicht blijven. Eventuele winst wordt opnieuw in de organisatie geïnvesteerd. • Verantwoord werkgeverschap: Familiehulp wil een goede werkgever zijn met gemotiveerde en tevreden medewerkers. • De bestaande middelen optimaal gebruiken: Familiehulp zorgt ervoor dat personeel, materiaal en financiële middelen op een maatschappelijk verantwoorde manier ingezet worden.
9
jaarverslag 2009
Voortdurend in beweging 10 De thuiszorgsector, en dus ook Familiehulp, is voortdurend in beweging. Enerzijds tracht Familiehulp haar aanbod continu zo goed mogelijk af te stemmen op de vragen van de cliënten, anderzijds moet Familiehulp als dienst voor thuiszorg rekening houden met heel wat externe ontwikkelingen. Zo werd in 2009 het nieuwe Woonzorgdecreet gestemd. De Vlaamse overheid maakte hierin een aantal duidelijke keuzes die de werking van Familiehulp beïnvloeden.
Eén van deze keuzes is de zogenaamde ‘ontschotting’, die de samenwerking tussen thuiszorg en residentiële zorg zal bevorderen. Een mooi voorbeeld hiervan zijn de assistentiewoningen. Ouderen die voor deze optie kiezen, leven nog zelfstandig maar kunnen gebruik maken van een aantal gegarandeerde collectieve diensten zoals maaltijden. Zij kunnen bv. beroep doen op verzorgenden, huishoudhulpen en thuisverpleegkundigen. Anderzijds kunnen thuiswonende ouderen ook gebruik maken van bepaalde diensten van een woonzorgcentrum zoals gespecialiseerde bad- en revalidatieruimte. Deze mogelijkheden staan nog in de kinderschoenen, maar Familiehulp werkt alvast mee aan verschillende projecten in deze zin. De tendens naar commercialisering van de zorg zet zich verder. Als het “verlenen van zorg” moet wijken voor “winst maken”, is dit een gevaarlijke evolutie. Hierdoor dreigen kansarme
Thuiszorg zoals je ‘t zelf zou doen.
11 doelgroepen uit de boot te vallen en is er een risico op verlies aan kwaliteit van zorg en een daling van de arbeidskwaliteit van de medewerkers. De steeds duurdere gezondheidszorg heeft ertoe geleid dat meer en meer zorg ambulant wordt verleend. Gevolgen hiervan zijn onder meer dat mensen steeds sneller ontslagen worden uit het ziekenhuis of dat een opname om psychi(atri)sche reden ingekort wordt. Dit maakt dat er heel wat extra vragen komen bij de diensten voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg. Hierop een gepast antwoord bieden door met schaarse middelen creatief om te gaan, is een voortdurende uitdaging voor Familiehulp.
Björn Again, de Australische ABBA-covergroep, was de hoofdact op het Familiehulpfeest.
Een belangrijke evolutie in 2009 was uiteraard de economische crisis. In bepaalde regio’s stagneerde de vraag naar zorgverlening, soms omwille van de kostprijs, maar soms ook omwille van de plotselinge beschikbaarheid van mantelzorg (door werkloosheid). Voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg was de impact van de economische crisis in 2009 nog beperkt. De divisie dienstencheques (PIT) daarentegen voelde de verminderde vraag veel sneller. De economische crisis had anderzijds ook een positief effect. Het rekruteren van nieuwe medewerkers werd immers plots iets makkelijker. Desalniettemin blijft het beroep van verzorgende nog steeds een knelpuntberoep. De Vereniging voor Diensten voor Gezinszorg (VVDG) heeft hier in 2009 op ingespeeld en samen met de VDAB extra opleidingen tot verzorgende georganiseerd.
jaarverslag 2009
Zorg-en bijstandsdecreet biedt rechtszekerheid verzorgenden 12
Eind 2009 werd er een doorbraak gerealiseerd in het dossier verzorgende/verpleegkundige. In de thuiszorg is reeds enige tijd een discussie aan de gang over wie juist welke taken mag uitvoeren. Deze discussie ontstond in 2006. De Federale overheid voerde toen een nieuw zorgberoep “zorgkundige” in, voor tewerkstelling in de residentiële sector. Dat heeft ook in de thuiszorg voor spanningen gezorgd tussen aan de ene kant verzorgenden (een Vlaamse verantwoordelijkheid) en aan de andere kant de verpleegkundigen en zorgkundigen (een federale aangelegenheid). De toenmalige minister van welzijn, volksgezondheid en gezin tekende daarom bij de Raad van State beroep aan tegen het Koninklijk Besluit dat de zorgkundige invoerde. Op haar beurt tekende de Federale overheid later ook beroep aan bij het Grondwettelijk Hof tegen het decreet betreffende de zorg- en bijstandsverlening van 18 juli 2008. Dit decreet levert de juridische basis voor de uitvoering van taken van o.a. de verzorgenden in de thuiszorg. Er werd eind 2009 een akkoord ondertekend tussen de kabinetten van minister Onkelinx en minister Vandeurzen. Het akkoord regelt o.m. de verhoudingen tussen verzorgenden en verpleegkundigen in de thuiszorg. Het bevat een beschrijving van de eigenheid van het werk van verpleegkundigen enerzijds en van verzorgenden anderzijds. Door het akkoord laten de Vlaamse en Federale overheid hun wederzijdse rechtszaken vallen. Dit is een belangrijke stap in de hele discussie verzorgende/verpleegkundige die reeds sinds 2006 aansleept. Alle bekommernissen van de thuiszorgsector zijn hiermee echter nog niet van de baan en Familiehulp blijft dit dossier dan ook op de voet opvolgen.
Vernieuwde missie en visie
Nachtzorg uitgebreid
Een belangrijke interne denkoefening was het actualiseren van de missie en visie voor Familiehulp. Beiden waren immers aan herziening toe. De voorbije jaren is Familiehulp gegroeid van een zuivere dienst voor gezinszorg, naar een organisatie die “thuisondersteuning” biedt in de brede zin van het woord. Na een uitgebreide consultatieronde bij zowel het middenkader als de directie, werd de vernieuwde missie en visie in 2009 goedgekeurd door de Raad van Bestuur (zie ook pag. 8 en 9). Er werd tevens werk gemaakt van businessplannen per dienst voor de volgende 5 jaar. Dit kadert binnen het strategisch managementmodel dat Familiehulp voert. Zo worden de doelstellingen van Familiehulp voortdurend aangepast in functie van de gewijzigde vragen van de cliënten.
Familiehulp biedt in steeds meer regio’s nachtzorg aan (provincies Antwerpen en Vlaams-Brabant, Brussel, bepaalde gemeenten in Oost-Vlaanderen). Het gaat in deze projecten steeds om samenwerkingsverbanden tussen de residentiële en de thuiszorgsector. Vaak kunnen zwaar zorgbehoevenden nog wel thuis verzorgd worden, zeker overdag. Het is echter de mantelzorger die het bv. door een gebrek aan nachtrust, niet kan volhouden. Nachtzorg biedt hier een oplossing. Het organiseren van nachtzorg vraagt natuurlijk de nodige flexibiliteit en specifieke zorg voor de nachtverzorgende. Samen met de sociale overlegorganen binnen Familiehulp werd gewerkt aan een interne regelgeving rond nachtarbeid en werden afspraken gemaakt over de omkadering. Met de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk werd een brochure uitgewerkt met tips voor verzorgenden die kiezen voor deze nachtarbeid. Met het departement VTO werd daarnaast een vormingspakket op maat uitgewerkt. Familiehulp hoopt dat nachtzorg weldra de experimentele fase kan afsluiten en dat de overheid hiervoor structurele middelen zal voorzien.
Thuiszorg zoals je ‘t zelf zou doen.
Steeds meer zorgpaden in de thuiszorg Zorgpaden beschrijven proactief de opeenvolgende stappen in het zorgproces voor een cliënt met een specifieke zorgvraag, vertrekkend van enerzijds de zorgbehoeften, verwachtingen en voorkeuren van de individuele cliënt en anderzijds de expertise van de hulpverleners en de wetenschappelijke onderbouw. Een zorgpad - ook gekend als klinisch pad - is een manier om zorgprocessen te organiseren voor een specifieke groep gebruikers en wordt gebruikt om multidisciplinaire teams op elkaar af te stemmen en op die manier de resultaten van zorg te optimaliseren. Gegroeid vanuit de ziekenhuissector, doen de zorgpaden stilaan ook hun intrede in de thuiszorg. De zorg voor een zieke eindigt immers niet bij het verlaten van het ziekenhuis of revalidatiecentrum. Momenteel neemt Familiehulp deel aan 8 lokaal ontwikkelde zorgpaden. Een voorbeeld hiervan is het zorgpad “niet-medische luik van kraamzorg” in Gent. Samen met Kind en Gezin, een aantal zelfstandige vroedvrouwen, het eigen Expertisecentrum Kraamzorg Volle Maan en de ziekenhuizen van deze regio werd het kraamzorgaanbod kritisch geanalyseerd. Verzorgenden en gebruikers werden via enquêtes bevraagd. Op basis van deze uitgebreide input werd de organisatie van kraamzorg in Gent herbekeken. Er werden niet alleen met alle partners duidelijke afspraken gemaakt over wie wat doet, maar er werd ook beslist om een aparte kraamzorgequipe op te richten (zoals dit reeds in heel wat andere zorgregio’s van Familiehulp het geval is). In mei 2009 ging in zorgregio Gent de kraamzorgequipe van start. Deze equipe werkt momenteel volgens de processtappen vastgelegd in het zorgpad. In 2010 volgt een eerste evaluatie van dit zorgpad. Transmurale zorgpaden vinden steeds meer hun ingang in het Vlaamse landschap. Ze leggen het accent op de samenwerking met verschillende partners over de grenzen van de organisatie heen. Zo werd er, op initiatief van Familiehulp, in Malle en Zoersel in 2009 gewerkt aan de ontwikkeling van een transmuraal zorgpad “dementie” i.s.m. de lokale ziekenhuizen, thuiszorgorganisaties, het expertisecentrum dementie, de Vlaamse Alzheimerliga, Provincie Antwerpen, … Met het zorgpad “dementie” willen de partners de continuïteit van zorg bewerkstelligen via geïntegreerde zorg en begeleiding voor personen met dementie en hun omgeving en een verhoogde waakzaamheid van de verschillende zorgverleners die bij de oudere komen. Andere zorgpaden zijn bijvoorbeeld valpreventie, borstcarnicoom, complexe zorg, diabetes type 2, ouderen met angst- en stemmingsstoornissen, ...
Expertisecentrum Kraamzorg Volle Maan Het Expertisecentrum Kraamzorg Volle Maan is een informatie- en documentatiecentrum voor zwangerschap, bevalling en kraamperiode opgericht binnen Familiehulp. Zowel professionelen als jonge ouders kunnen hier terecht met vragen. Het door Kind en Gezin toegewezen werkingsgebied is het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Door de jarenlange expertise op het vlak van kraamzorg binnen Familiehulp, is het expertisecentrum goed geplaatst om hierover advies te verlenen. Het is niet alleen een informatiecentrum voor externen, ook verschillende interne afdelingen en de kinderdagverblijven van Familiehulp kunnen er terecht. Zeker in zorgregio Brussel is er een intensieve samenwerking met de kraamzorgequipe. In 2009 is er verder gewerkt aan het meerjaren project “Kansarme (zwangere) vrouwen in Brussel”. In samenwerking met Sensoa en enkele andere organisaties werd er een vormingspakket opgemaakt voor professionelen over anticonceptie bij kansarme vrouwen. Dit werd reeds bij verschillende organisaties die deze doelgroep bereiken uitgetest en geëvalueerd. Hierbij gaat vooral de aandacht naar hun specifieke omgang en leefwereld in Brussel. Naast de dagdagelijkse opdracht van adviesverlening en informatieverstrekking, werden er in 2009 tal van andere initiatieven en acties ondernomen (borstvoedingsforum, week van de kraamzorg, studiedag over huilbaby’s, …). Een belangrijk aspect van de werking – zeker voor Brussel – omvat het leggen van de nodige contacten met allerhande partners (ziekenhuizen, vroedvrouwen, verpleegkundigen, werkgroepen, gezinsorganisaties,…). Ook daarin werd in 2009 heel wat energie gestoken.
Koningsstraat 296, 1210 Brussel Tel: 02 229 25 58 - 0478 88 11 86 www.expertisecentrum-vollemaan.be
jaarverslag 2009
Nieuwe organisatiestructuur voor PIT 14
2009 was het jaar waarin de nieuwe organisatiestructuur voor PIT, de divisie dienstencheques, werd ingevoerd. De dienstverlening met dienstencheques omvat geen taken gelinkt aan zorgbehoevende personen en vraagt dus een andere aanpak dan de klassieke gezinszorg en aanvullende thuiszorg. Vanuit de Federale overheid werd de voorbije jaren - om budgettaire reden - steeds meer bespaard op de subsidiëring van de dienstencheques. Het gevolg hiervan was dat de rendabiliteit van de divisie sterk onder druk kwam te staan. Met de nieuwe structuur werden er enerzijds een aantal activiteiten meer gecentraliseerd (centrale klanten- en planningsdienst), maar anderzijds werd er ook voor gezorgd dat de huishoudhulpen op het terrein beter begeleid werden door een “PIT-coach”. De hele voorbereiding van de nieuwe structuur werd in voortdurend overleg met de ondernemingsraad uitgewerkt. De overgang naar de nieuwe manier van werken verliep zeker niet probleemloos. Vooral de organisatie van de nieuwe centrale klanten- en planningsdienst vertoonde kinderziekten. Familiehulp blijft echter geloven in de toegevoegde waarde van een eigen divisie voor dienstencheques. De synergieën met de klassieke gezinszorg zijn overduidelijk en het laat Familiehulp toe om cliënten van de ene dienst naar de andere door te verwijzen wanneer nodig.
een dienst van familiehulp
Opleidingscentra draaien op volle toeren Jaarlijks organiseert Familiehulp eigen opleidingen tot polyvalent verzorgende in de 5 Vlaamse provincies. Deze voltijdse opleiding duurt 10 tot 11 maanden. Wie slaagt voor de opleiding kan zowel in de thuiszorg als in de residentiële sector aan de slag. De tewerkstelling bij de afgestudeerden ligt boven de 80%. In 2009 studeerden er 141 verzorgenden af in de Familiehulpopleidingscentra in 9 opleidingen. Sinds 2008 bestaat ook de mogelijkheid om een bijkomende module zorgkundige te volgen. In 2009 studeerden er 133 zorgkundigen af. Door de economische crisis was er een grote vraag naar omscholing tot een zorgberoep. De opleidingscentra draaiden dan ook op volle toeren. De extra aandacht in de media die Familiehulp in het afgelopen jaar kreeg (Feest 60 jaar Familiehulp, bezoek van het koningspaar,...) droeg bij tot dit succes. De invoering van een nieuwe regelgeving vanuit de Vlaamse overheid over het toekennen van de organisatie van deze opleidingen, noopten de verschillende diensten voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg tot meer sectorale samenwerking. Er wordt nu samengewerkt op provinciaal niveau voor organisatie van de opleidingstrajecten en rapportering aan de overheid en ook de lesprogramma’s worden beter op elkaar afgestemd.
Thuiszorg zoals je ‘t zelf zou doen.
Opleidingscentra Familiehulp: Opleidingscentrum Antwerpen, Nationalestraat 111, 2000 Antwerpen, Mich Niemans, T 03 220 16 51 -
[email protected] Opleidingscentrum Limburg, Thonissenlaan 41, 3500 Hasselt, Marleen Geusens, T 011 37 65 01 -
[email protected] Opleidingscentrum Oost-Vlaanderen, Steendam 41, 9000 Gent, Greet De Meyer/Isabelle Van de Velde, T 09 223 40 17 -
[email protected]
15
Opleidingscentrum Vlaams-Brabant, Hollandstraat 64, 1060 Brussel, Karin De Bosscher, T 02 534 38 34 -
[email protected] Opleidingscentrum West-Vlaanderen, Ardooisesteenweg 50, 8800 Roeselare, Machteld Vandenberghe, T 051 24 28 68 -
[email protected]
Project 30 30 Dankzij het “Project 30 30” kunnen huishoudhulpen die reeds in dienst zijn bij een dienst voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg zonder loonverlies doorgroeien tot verzorgende. Op dit moment kunnen jaarlijks minimum 12 huishoudhulpen uit de poetsdienst of de dienstenchequewerking de cursus tot verzorgende volgen. Het project werd in samenwerking met de VVDG, de VDAB en de sociale partners uitgewerkt en biedt een oplossing voor huishoudhulpen die moeilijk kunnen doorgroeien tot verzorgende (gezien het loonverlies tijdens het volgen van een opleiding).
Een gediversifieerd vormingsaanbod Een troef die Familiehulp uitspeelt als aantrekkelijke werkgever, is het voorzien van de nodige vorming en begeleiding. Hiervoor kan Familiehulp beroep doen op een eigen Vormingsinstituut met 12 medewerkers, maar uiteraard ook op heel wat externe partners. In totaal werden in 2009 5.824 uren vorming georganiseerd door het eigen Vormingsinstituut, een lichte stijging ten opzichte van 2008. Het aanbieden van een aantrekkelijk en uitgebalanceerd vormingsaanbod is elk jaar een hele uitdaging. Enerzijds wordt rekening gehouden met een aantal nieuwe noden, omdat het zorgaanbod nu eenmaal evolueert (bv. nachtzorg). Anderzijds wordt er ook zoveel mogelijk geluisterd naar de behoeften op het terrein bij de medewerkers. Dit resulteert in een zeer divers vormingsaanbod. In 2008 kwam daar nog eens de gewijzigde wetgeving bij rond het nieuwe zorg- en bijstandsdecreet (cfr. supra). Zo werd er dankzij een intensieve samenwerking binnen Familiehulp tussen zorg- en dienstverlening, VTO en de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk een nieuw werkinstrument uitgewerkt (werkwijzenmapje). Dit werkinstrument zal aan alle verzorgenden (meer dan 5.000) bezorgd worden. Er wordt ook bijscholing voorzien over een aantal typische zorgtaken en de noodzakelijke preventie ter bescherming van de cliënten en de verzorgende.
Agnes Bode (Algemeen directeur) en Annelies Van Cauwelaert (Voorzitter Raad van Bestuur) geven toelichting aan de vorsten tijdens het koninklijk bezoek.
Terugdringen van het ziekteverzuim Familiehulp kent een ziekteverzuim dat hoger is dan het gemiddelde van de arbeidsmarkt. Dat is niet vreemd voor een organisatie zoals Familiehulp, waarin heel wat medewerkers een job uitoefenen die zowel fysiek als psychisch belastend is. Algemeen wordt aangenomen dat een moeilijke combinatie werk en gezin – die voornamelijk vrouwelijke werknemers treft – ziekteverzuim in de hand werkt. Door de aard van onze zorg- en dienstverlening hebben onze medewerkers ook weinig (rechtstreeks) contact met hun collega’s en leidinggevende, wat een andere factor is die vaak in verband wordt gebracht met ziekteverzuim. Het hoge ziekteverzuim is echter nadelig voor de dagelijkse werking. Cliënten rekenen immers op de voorziene zorgverlening en continuïteit bieden is in de thuiszorg dan ook heel belangrijk. Concreet betekent dit dat er in geval van ziekte, tijd moet worden vrijgemaakt om werkplanningen aan te passen en dat collega’s voor elkaar inspringen en extra hulpbeurten moeten opnemen of dat cliënten minder of geen hulp krijgen. Met het project ‘Ik wil er wel-zijn’ streeft Familiehulp naar een grotere aanwezigheid in de organisatie, omdat iedereen daar voordeel bij heeft. Het doel van het project is dat iedereen zich goed voelt op het werk en er daarom ‘wel’ wil zijn. Het project ging in 2008 van start met een bevraging van ruim 400 medewerkers over de oorzaken van het ziekteverzuim en naar mogelijkheden om de aanwezigheden te verhogen. Op basis van de resultaten van de bevraging werd een verzuimbeleid uitgebouwd. Van bij het begin is er gekozen voor een positieve aanpak, vertrekkend vanuit vertrouwen in de medewerker. De ondernemingsraad werd in het hele proces bij het project betrokken. Ook het comité voor preventie en bescherming op het werk speelde een cruciale rol. In 2009 kregen de verschillende geselecteerde actiepunten concreet vorm. Het departement VTO van Familiehulp zorgde voor de nodige vormingen om de betrokken leidinggevenden zo goed mogelijk voor te bereiden. Een aantal van de acties in het verzuimbeleid zijn gericht op het versterken van de band tussen medewerker en leidinggevende. Familiehulp vindt het heel belangrijk dat je als medewerker terecht kan bij
de leidinggevende en dat de leidinggevende op de hoogte is van wat er leeft in zijn of haar team. Op dit gebied heeft Familiehulp, als thuiszorgorganisatie, te maken met een praktisch probleem: het is immers eigen aan de thuiszorg dat je als verzorgende of huishoudhulp bij de cliënt thuis werkt. Het contact met de leidinggevende en met de collega’s is daardoor beperkt. Daarom werd op zoek gegaan naar mogelijkheden om dit op te vangen. Zo hebben de leidinggevenden nu bij terugkeer van een zieke medewerker meer aandacht voor de begeleiding zodat het opnieuw aan de slag gaan vlot kan verlopen. Als een medewerker voor een langere periode ziek is, wordt er tijdens de ziekte ook contact opgenomen zodat de band met het werk en het team behouden blijft. Met medewerkers die meerdere keren ziek geweest zijn, wordt een gesprek gevoerd om te kijken hoe de terugkeer is verlopen en of er eventueel acties kunnen ondernomen worden om de afwezigheid in de toekomst te voorkomen. Het welzijn van de medewerker op het werk en in relatie tot het werk staan hierbij centraal. Een laatste actie in dit verband is een experiment in één regio waarbij de medewerkers zich ziek melden bij hun rechtstreeks leidinggevende (en dus niet via een telefoontje aan het onthaal). Bij twee andere acties staat het vertrouwen in de medewerker vanuit de organisatie centraal. Zo lopen er experimenten rond het al dan niet inschakelen van een controlearts en een experiment waarbij medewerkers een ’verklaring op eer’ voor één dag ziekte indienen i.p.v. een doktersattest (attesten die meestal een langere afwezigheid tot gevolg hebben). Tenslotte wordt er ook preventief gewerkt door acties zoals ‘peter- en meterschap’ en vormingen over het vragen van respect in moeilijke cliëntsituaties. Met steun van het ESF (Europees Sociaal Fonds) werd er een werkgroep opgericht waarin zowel medewerkers als leidinggevenden samen zoeken naar mogelijkheden om de werkdruk van medewerkers beheersbaar te houden. Een instrument om de belasting en belastbaarheid van medewerkers beter op mekaar af te stemmen wordt door deze werkgroep ontwikkeld. Het hele project zal pas in 2010 echt op kruissnelheid komen. Het is dan ook nog te vroeg om te spreken van duidelijk zichtbare resultaten.
Thuiszorg zoals je ‘t zelf zou doen.
Kinderdagverblijven Familiehulp beheert 4 kinderdagverblijven: één in Oostende, één in Turnhout, één in Herentals en één in Borgerhout (sinds 2009). Alle kinderdagverblijven zijn erkend en worden gesubsidieerd door Kind en Gezin. Ze bieden dagopvang in groepsverband aan voor kinderen tussen 0 en 3 jaar. Door de uitbreidingsronde in 2009 kwamen er plaatsen bij in Herentals en in Turnhout wat een totale capaciteit van 212 kindplaatsen geeft voor alle kinderdagverblijven van Familiehulp samen. Met de groei van het aantal plaatsen in de kinderdagverblijven is ook het aantal medewerkers toegenomen en werd met een overkoepelde werking opgestart om alles rond verpleegkunde, pedagogiek, kwaliteit en administratie (o.a. arbeidsreglement/personeelsgids,…) te stroomlijnen. Door kinderopvang te bieden aan kansengroepen proberen we uitsluiting tegen te gaan en bevorderen we hun integratie. In Oostende en Herentals heeft Familiehulp een erkenning gekregen als “gemandateerde voorziening”. Onder de naam Mikado zoeken de medewerkers samen met ouders naar oplossingen voor hun nood aan kinderopvang. De Speelboom Borgerhout Reuzenpoort 5, 2140 Antwerpen T 03 663 19 10 -
[email protected] De Speelboom Oostende Elisabethlaan 252, 8400 Oostende T 059 70 21 32 -
[email protected] De Speelboom Turnhout Campus Blairon 798, 2300 Turnhout T 014 71 11 77 -
[email protected] De Jannemietjes Wolstraat 25, 2200 Herentals T 014 21 40 00 -
[email protected]
Opbouwen en delen van expertise De opbouw van expertise is één zaak, deze kennis ook delen binnen een grote organisatie zoals Familiehulp is een andere. Naast de kennis die aanwezig is in de 18 zorgregio’s, zijn er in elk van de 4 interregio’s ook medewerkers die zich specifiek toeleggen op welbepaalde expertises. Zo zijn er stafmedewerkers zorg- en dienstverlening met de expertise dementie, kraamzorg, kansarmoede, interculturele zorg- en dienstverlening, reglementering zorg, cliëntgerichte ergonomie, verzorging en ziektebeelden, zorgpaden en zorgverlening bij psychisch zieke cliënten en in palliatieve situaties. Door de deelname aan verschillende interne en externe projecten bouwt Familiehulp deze kennis verder uit. Via regelmatig overleg over de regio’s heen en dankzij het Familiehulp-intranet, wordt deze kennis verder gedeeld. Interne uitwisseling en benchmarking bevordert efficiënt, snel en doelgericht werken. Ook via supervisie en coaching wordt deze kennis met alle collega’s gedeeld. Deze kennisuitwisseling doet zich niet alleen voor op het vlak van zorg- en dienstverlening, maar ook op het vlak van HRM. Zo werd er in 2009 werk gemaakt van een beter onthaal van nieuwe medewerkers op basis van de ervaring van de verschillende regio’s en met inbreng van de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk. Het resultaat hiervan was dat de introductiemodule voor nieuwe medewerkers - met focus op de nieuwe leidinggevende - werd bijgestuurd en aangevuld. Er kwam ook een visietekst over coaching, intervisie, supervisie en teamontwikkeling. De coaching van medewerkers is immers niet enkel een opdracht van de leidinggevende, ook stafmedewerkers kunnen hierin een rol opnemen.
17
jaarverslag 2009
Tal van andere innovatieve projecten Familiehulp neemt niet alleen zelf nieuwe initiatieven, het participeert ook aan projecten die een toegevoegde waarde kunnen bieden. Verschillende van deze projecten kaderen in de door de Vlaamse overheid beoogde ‘ontschotting’. Hieronder een beperkte selectie van enkele innovatieve projecten waaraan in de loop van 2009 gewerkt werd:
18
• Zorgpermanentie in zorgflats (zorgregio Oostende): Met dit project werkt Familiehulp, samen met het woonzorgcentrum Cassiers uit Houthulst, aan een vernieuwende woonvorm voor matig zorgbehoevende ouderen. Ouderen die in assistentiewoningen wonen van het woonzorgcentrum kunnen in geval van acute noodsituaties (op ADL-vlak) beroep doen op een vorm van zorgpermanentie. Om dit te realiseren wordt de zorgverlening van de reeds aanwezige thuiszorgpartners organisatorisch zo goed mogelijk op elkaar afgestemd in functie van continue aanwezigheid van één van de partners in de assistentiewoningen. Zo kan er bij een acute noodsituatie op ADL-vlak een reeds aanwezige zorgverlener opgeroepen worden. Het project is een partnerschap tussen het woonzorgcentrum Cassiers, het Wit-Gele Kruis West-Vlaanderen en Familiehulp. • Uitbating van assistentiewoningen (zorgregio Kortrijk): Samen met het woonzorgcentrum De Pottelberg en de Sociale Huisvestingsmaatschappij Zuid West-Vlaanderen, maakt Familiehulp werk van de uitbating van een aantal assistentiewoningen op het terrein van De Pottelberg. Binnen het kader van dit project verbindt Familiehulp zich ertoe om een equipe van verzorgenden dagelijks ter beschikking te stellen van de bewoners van de assistentiewoningen. De bouwplannen zijn ondertussen goedgekeurd en in 2010 kan gestart worden met de concrete bouw. De uitbating van de assistentiewoningen zal wellicht in 2011 van start kunnen gaan. • Sensibilisering woningaanpassing (Oost-Vlaanderen): In de voorbije jaren is de aandacht voor de woonomgeving van onze cliënten alleen maar toegenomen. In samenwerking met de provincie Oost-Vlaanderen werden reeds verschillende projecten rond dit thema opgezet (bv. brochure met tips voor woningaanpassing). In 2008 werden een aantal basisinstructies uitgewerkt voor karweimannen die woningaanpassingen uitvoeren. Op die manier kunnen zij terugvallen op een aantal standaarden (ergotechnische fiches). In 2009 werd werk gemaakt van de vorming van de eigen karweidiensten om de ergotechnische fiches effectief te gebruiken. Ook andere diensten zijn geïnteresseerd in de standaarden voor basisaanpassingen in woningen. In 2009 is daarnaast ook een gerichte actie ondernomen om medewerkers de signaalfunctie te laten opnemen in die woningen waar verbeteringen mogelijk zijn. Ten behoeve daarvan werd een checklijst ontwikkeld. • Zorgtelefoon (zorgregio Aalst en zorgregio Sint-Niklaas): Als partner in het Netwerk Thuiszorg Oost-Vlaanderen werkt Familiehulp sinds 2007 mee aan de zorgtelefoon. Dit project installeerde één inbelnummer in de pilootregio Aalst om op een gecentraliseerde manier de diverse thuiszorgdiensten van het Netwerk Thuiszorg Oost-Vlaanderen te dispatchen en te promoten. Hiermee wordt aan bestaande en potentiële cliënten een service geboden die zij voorheen niet kenden. Binnen dit concept is sprake van een gemeenschappelijke ‘cataloog van diensten’: de verschillende diensten van de partners worden samengevoegd tot een gemeenschappelijke aanbod. Dit laat toe dat thuiszorgklanten toegang krijgen tot een integraal aanbod in ‘one stop’. Dit genereert voordelen zowel voor de cliënt als voor de respectievelijke partnerorganisaties. Het project startte oorspronkelijk als pilootproject in zorgregio Aalst maar werd in 2009 verder uitgebreid naar de zorgregio Sint-Niklaas. In 2010 volgen de andere zorgregio’s van de provincie Oost-Vlaanderen.
Thuiszorg zoals je ‘t zelf zou doen.
• Werken rond kansarmoede (West-Vlaanderen en zorgregio Antwerpen): Ervaring leert dat gezinszorg een meerwaarde kan beteken in kansarmoedesituaties. Vaak is Familiehulp immers meer aanwezig in het gezin dan welke andere zorgverlener. De aanwezigheid van iemand die meedraait in het gezin, helpt in het huishouden en een luisterend oor biedt, levert dikwijls resultaat op. Het brengt mensen tot rust en geeft hen energie om te werken aan hun levenssituatie. Armoede is echter zeer hardnekkig. Veel geduld en het vinden van de juiste aanpak zijn de sleutels tot succes. Hiervoor is een goede kennis van de doelgroep nodig. Binnen Familiehulp werd er rond dit thema de voorbije jaren heel wat expertise opgebouwd. Zo was er een meerjarig project in West-Vlaanderen dat in 2009 werd afgesloten met een succesvol colloquium. Ook in zorgregio Antwerpen werkte Familiehulp in 2009 aan een netwerk en een gemeenschappelijke visie om die doelgroep maximaal te bereiken. Vanuit dit project wil Familiehulp in de toekomst methodieken en concrete handvatten aan haar medewerkers aanreiken om hiermee op het terrein aan de slag te gaan. • Zinvolle tijdsbesteding aan huis (zorgregio Leuven): Familiehulp wil het welzijn van de cliënt en zijn mantelzorger(s) bevorderen via het stimuleren van zinvolle activiteiten en het verminderen van de eenzaamheid. Om dit te realiseren, is een samenwerking opgezet tussen residentiële zorg en thuiszorg. Een ergotherapeute van woonzorgcentrum O.L.V. Ster der Zee te Scherpenheuvel werd voor dit project enkele uren per week vrijgesteld. Zij gaat bij de cliënt op huisbezoek om samen met hem/haar, de verzorgende en de mantelzorger op zoek te gaan naar een (andere) invulling van de vrije tijd, thuis of buitenshuis. De verzorgende werkt actief mee aan het project door mee te denken over mogelijke activiteiten, de cliënt hierin aan te moedigen en op te volgen, hem te begeleiden naar een activiteit of zelf mee te doen, ervaringen en tips uit te wisselen met de ergotherapeute, … Het is opnieuw een mooi voorbeeld van de verdere ontschotting tussen de thuis- en de residentiële zorg, zoals het nieuwe woonzorgdecreet vooropstelt. • Knipperlichtmeter: De sector voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg is de eerste sector in België die een samenwerkingsprotocol afsloot met het Ervaringsfonds. Dit fonds is opgericht door de Federale overheid en wil de tewerkstelling van 45+ werknemers structureel bevorderen en een leeftijdsbewust personeelsbeleid stimuleren. In het kader van dit sectorproject werd een diagnose-instrument ontwikkeld specifiek voor verzorgenden in de thuiszorg: de knipperlichtmeter. De knipperlichtmeter brengt de individuele draagkracht en draaglast van een verzorgende in beeld. Concreet betekent dit dat de verzorgenden “de knipperlichtmeter” invullen en deze tijdens het jaarlijks functioneringsgesprek bespreken. Op basis van dit gesprek kan de sectorverantwoordelijke, de verzorgende beter gaan ondersteunen. Deze bevraging zal in de toekomst ook dienst kunnen doen als tevredenheidsbevraging van de medewerkers en is een bron aan informatie om verbeteracties op te zetten.
Dans en muziek wisselden elkaar af op het Familiehulpfeest op 16 oktober 2009.
19
jaarverslag 2009
Succesvol colloquium over presentie in de zorg Eind september organiseerde Familiehulp een colloquium over “Presentie in de zorg”. Meer dan 250 deelnemers uit de zorgsector konden luisteren naar twee boeiende sprekers. Prof. Dr. A. J. (Andries) Baert is bijzonder hoogleraar aan de Universiteit van Tilburg en de geestelijke vader van de presentietheorie. Samen met Dr. Bart Van Daele, Medisch Directeur Vesalius Ziekenhuis Tongeren, werkte hij dit boeiende thema – dat relatief nieuw is in België – uit.
20
Eenvoudig gezegd zou men kunnen stellen dat presentie in de zorg staat voor menslievendheid in de zorg. In een goede zorgverlening gaat een zorgverlener niet alleen naar de cliënt om zijn/haar vak uit te oefenen, maar gaat hij of zij ook in relatie staan tot de cliënt. Een cliënt verzorgen is meer dan alleen er zijn en bepaalde handelingen uitvoeren. Waarden zoals hartelijkheid, trouw en nabijheid krijgen bijzondere aandacht in de presentietheorie.
Familiehulp richtte in 2008 de vzw Goed Wonen op met als doel om - via sociale tewerkstelling van kansengroepen - een aanvullend dienstenaanbod uit te werken in de woonomgeving van kwetsbare huishoudens. Om deze kwetsbare huishoudens vlot te kunnen bereiken, wordt nauw samengewerkt met regionale (of lokale) actoren zoals gemeenten, OCMW’s, sociale huisvestingsmaatschappijen, sociaal verhuurkantoren en lokale welzijnsdiensten. De werking van Goed Wonen wordt gesubsidieerd via verschillende kanalen waaronder het Vlaams Subsidieagentschap Werk en Sociale Economie, het FOD Werk, lokale overheden en de distributienetbeheerders Eandis en Infrax. Ondertussen heeft Goed Wonen reeds in 50 gemeenten, verspreid over 4 provincies, een werking uitgebouwd. Het heeft in deze gemeenten (met uitzondering van Limburg) de opdracht om jaarlijks gemiddeld 3.043 energiescans uit te voeren. Bijkomend specialiseert Goed Wonen zich ook in het plaatsen van dak(zoldervloer) isolatie en kleine energiebesparende maatregelen. De woonzorgtaken die Goed Wonen uitvoert in de provincie Limburg hebben voornamelijk betrekking op tuinwerken, decoratietaken en het herstellen en aanpassen van de woningen van senioren. Goed Wonen zal de volgende jaren in Limburg nog meer inzetten op het ontwikkelen van activiteiten die het levenslang en duurzaam wonen kunnen bevorderen.
Atelier Goed Wonen Noorderkempen Leo Van Hullebuschstraat 199, 2900 Schoten T 0477 980 299
Atelier Goed Wonen Denderstreek Langestraat 173 C, 9240 Zele T 0475 841 343
Atelier Goed Wonen Vlaamse Ardennen Etikhovestraat 5, 9680 Maarkedal T 0477 980 314
Atelier Goed Wonen Westhoek Langestraat 173 C, 9240 Zele T 0475 841 343
Woonzorgteam Noord-Limburg Heerstraat 4, 3670 Meeuwen-Gruitrode T 0479 957 496
Thuiszorg zoals je ‘t zelf zou doen.
Familiehulp 2009 in cijfers 21
Algemeen Aantal cliënten/klanten in 2009 In 2009 werden in totaal 83.328 cliënten/klanten geholpen door Familiehulp. De grootste groep bestaat uit de cliënten gezinszorg (37%), gevolgd door PIT (dienstverlening met dienstencheques) (30%) en logistieke hulp (poetsdienst) (24%).
Aantal cliënten/klanten in 2009 (83.328)
30%
37%
Gezinszorg: ............................................. 30.720 PIT: ............................................................. 25.370 Poetsdienst: ............................................ 20.240 Opvang zieke kinderen: ......................... 4.117 Oppas: ......................................................... 1.091 Karwei: ............................................................ 961 Vervoer: ............................................................. 58 24%
5%
0,1% 1% 2%
In vergelijking met 2008 is het totaal aantal cliënten met 5,5% gestegen. Alle grotere diensten kenden een groei t.o.v. vorig jaar. Na een status quo in 2008 kende de poetsdienst in 2009 weer een kleine groei in het aantal cliënten (+ 1,7%). Ook gezinszorg (+6,7%) en PIT (+8%) groeiden verder, weliswaar minder snel dan voorgaande jaren. De kleinere diensten bleven status quo (oppas en opvang ziek kind) of daalden (vervoer). Karwei steeg met 38%.
jaarverslag 2009
Gepresteerde uren in 2009 Familiehulp presteerde in 2009 10.402.400,69 uren bij al haar cliënten. Dit is een toename van 1% t.o.v. 2008.
Gepresteerde uren in 2009
26,68%
52,92%
Gezinszorg: ................................. 5.544.404,25 PIT: ................................................. 2.794.789,00
22
Poetsdienst: ................................ 1.811.100,25 Oppas: ............................................. 134.624,75 Opvang zieke kinderen: ................ 98.758,44 Karwei: ............................................... 16.736,50 Vervoer: ................................................ 1.987,50 17,29%
1,99%
0,02% 0,16% 0,94%
In vergelijking met 2008 kennen de grote diensten een kleinere groei dan andere jaren. We zien dat PIT nog jaarlijks groeit, maar minder explosief dan de voorgaande jaren. In 2008 kende PIT nog een groei van 10% terwijl in 2009 dit net geen 2% was. Poetsdienst bleef voor het tweede jaar op rij status quo. Van de kleinere diensten kende vooral karwei (+38%) een grote groei.
Medewerkers Op 31/12/2009 werkten 11.992 personeelsleden voor Familiehulp. 92% hiervan bestaat uit basiswerkers. De grootste groep hierin bestaat uit verzorgenden (47%), PIT-huishoudhulpen (25%) en logistieken (20%). Het totaal aantal logistieken wordt gevormd door 2.371 huishoudhulpen, 28 oppassers en 19 karweimannen. 8% van de totale personeelsgroep zijn bedienden, namelijk 918 medewerkers. Deze groep bestaat uit onder andere begeleidend personeel, administratief personeel, stafmedewerkers, … Ten slotte zijn er nog 47 directieleden.
Aantal personeelsleden op 31/12/2008 (11.612) Verzorgenden: ........................................... 5.690 PIT-huishoudhulpen: .............................. 2.953
24,6%
47,4%
Logistieken: ................................................ 2.418 BBP*: ............................................................... 375 Adm. Bedienden: ......................................... 198 PIT-bedienden: ................................................ 76 Stafmedewerker: ........................................... 77
0,2% 0,4% 0,5%
Kinderdagverblijven: ..................................... 75 VTO: ................................................................... 55 Directie: ............................................................ 47
20,2%
3,1%
Andere: .............................................................. 28 * Bevoegd begeleidend personeel: sectorverantwoordelijken, permanentieverantwoordelijken, coördinatoren,…
0,6% 0,6% 0,6% 1,7%
Thuiszorg zoals je ‘t zelf zou doen.
Zorg- en dienstverlening Samenstelling cliënteel Binnen de gezinszorg waren het sinds 2005 de gezinnen die jaarlijks de grootste groei kenden als het ging over nieuwe cliënten. In 2009 kennen de ouderen, met een groei van 7,5%, een grotere groei dan de gezinnen, plus 4,7%. Voor wat betreft de poetsdienst schommelen de groeicijfers voor de ouderen rond een status quo (+1,4%). Het aantal gezinnen binnen poetsdienst kent een veel grotere fluctuatie. Ten opzichte van 2008 groeide het aantal gezinnen dat beroep deed op de poetsdienst met 5,7%.
23
Groei aantal cliënten gezinszorg en logistieke hulp
20% 15% 10% 5% 0% -5% -10% 2004
2005
2006
2007
gezinszorg: gezinnen poetsdienst: gezinnen
2008
2009
gezinszorg: ouderen poetsdienst: ouderen
Voor gezinszorg bestaat zo’n 30% van het aantal cliënten uit gezinnen en 70% uit ouderen. Bij poetsdienst is 8% van de cliënten een gezin en 92% een oudere. Deze verhoudingen blijven de laatste jaren onveranderd. Binnen PIT zien we dat het aandeel ouderen sneller groeit dan het aandeel gezinnen. Steeds meer ouderen vinden hun weg naar de dienstencheques. Ongeveer 35% van alle cliënten PIT is ouder dan 65 jaar, in 2008 was dit nog 30%.
2004 gezinszorg: gezinnen -1,2% gezinszorg: ouderen 2,7% poetsdienst: gezinnen -6,1% poetsdienst: ouderen 0,1%
2005 2,0% 2,6% -8,5% 0,0%
2006 17,6% 5,4% 6,1% 0,6%
2007 11,5% 5,4% 8,9% 1,2%
Verwelkoming van het koninklijk echtpaar door Hugo Nys, Vice-gouverneur Brussel.
2008 10,2% 6,5% 2,4% -0,4%
2009 4,7% 7,5% 5,7% 1,4%
jaarverslag 2009
Gemiddeld aantal uren per cliënt/klant Sinds 2005 merken we een daling op van het gemiddeld aantal uren per cliënt, vooral voor gezinszorg. In vergelijking met 2008 daalde het gemiddeld aantal uur van 190 uur per cliënt naar 180 uur per cliënt in 2009. Voor poetsdienst zien we een gelijkaardige trend, doch in mindere mate. Tot 2008 zagen we nog een stijgende lijn voor PIT. Voor 2009 is het gemiddeld aantal uren hier ook gedaald tot gemiddeld 110 uur per klant op jaarbasis.
Evolutie gemiddeld aantal uren per cliënt (2005-2009)
24
230 210 190 170 150 130 110 90 70
2004
2005
2006
Gezinszorg totaal
2007 Poetsdienst totaal
2008
2009 PIT totaal
Zowel bij gezinszorg als bij poetsdienst zien we een lichte toename in het aantal cliënten dat tweewekelijks hulp krijgt in plaats van wekelijks. 97,5% van de cliënten gezinszorg ontvangt nog wekelijks hulp (98% in 2008). Toch zien we dit percentage jaarlijks lichtjes dalen. Bij de poetsdienst is dit 58% van de cliënten (59% in 2008).
Leeftijd cliënten Familiehulp Zowel de groep “jongere” cliënten (jonger dan 40 jaar) als de groep cliënten ouder dan 80 jaar stijgt lichtjes. Bij poetsdienst is meer dan de helft van de ouderen ouder dan 80 jaar (54%). De cliënten poetsdienst zijn gemiddeld ouder dan de cliënten gezinszorg of PIT. 92% van de cliënten 2005 2006 2007 2008 2009 poetsdienst is dan ook 65 jaar of ouder. Bij PIT zijn er in verhouding tot de andere diensten meer mensen 40 jaar. 1 op 4 klanten Gezinszorg totaaljonger dan216,0 205,9van PIT zijn jonger 198,2dan 40. 190,3 180,5
Poetsdienst totaal
94,7
94,1
91,6
91,5
89,48
Einde hulpverlening
PIT totaal Voor gezinszorg zien 94,8 115,3 116,9naar poetsdienst, 110,2 we dat er minder108,5 cliënten een interne verschuiving maken maar eerder naar PIT. Men opteert sneller voor het systeem van dienstencheques dan voor de poetsdienst als de gezinszorg ten einde loopt. Daarnaast zien we dat vaker de zorgverlening wordt beëindigd omdat de cliënt wordt opgenomen in het ziekenhuis of in een woonzorgcentrum. Dit laatste zien we ook vaker bij de poetsdienst. Bij PIT zien we een toename van 12% van de interne verschuivingen naar de poetsdienst. Daarnaast daalt het aantal stopzettingen omwille van een overschakeling naar andere (niet-) professionele hulpverlening. Cliënten die voorheen beroep deden op PIT en hiermee wensen te stoppen zijn meer geneigd om binnen de eigen organisatie te blijven en over te schakelen naar de poetsdienst.
Thuiszorg zoals je ‘t zelf zou doen.
Personeel Leeftijd medewerkers Voor alle personeelscategorieën stijgt de gemiddelde leeftijd in 2009. De groep van bedienden heeft een gemiddelde leeftijd van 37,5 jaar, terwijl dat bij de volledige groep basiswerkers op 41 jaar ligt. Binnen deze groep zijn de huishoudhulpen het oudst met een gemiddelde leeftijd van 45,4 jaar, gevolgd door de verzorgenden met 40,7 jaar en de PIT-huishoudhulpen sluiten het rijtje met een gemiddelde leeftijd van 38,1 jaar. We zien in 2009 voor het eerst dat bij de bedienden de groep van personeelsleden ouder dan 45 jaar groter is dan de groep jonger dan 30. Ook deze personeelsgroep is dus gemiddeld aan het verouderen.
25
Evolutie personeelsleden ouder dan 45 jaar 2004-2009
70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0
2004
2005
2006
bedienden 45 jaar en meer huishoudhulpen 45 jaar en meer
2007
2008
2009
verzorgenden 45 jaar en meer PIT arbeiders 45 jaar en meer
Deze algemene “veroudering” van het personeel is van belang in het kader van het leeftijdsgebonden aanvullend verlof 35-44 jaar en de VAP 45+. Door de toenemende leeftijd zal er relatief meer personeel van deze maatregelen kunnen genieten, wat gevolgen met zich meebrengt voor de complexiteit van de werkplanning en de productiviteit.
2004 2005 2006 2007 2008 2009
% % % PIT Na een interne “Idool”-wedstrijd, mocht % bedienden verzorgenden huishoudhulpen arbeiders 45 verzorgende Nancy Vanhout in het Sportpaleis 45 jaar en meer 45 jaar en meer 45 jaar en meer jaar en meer optreden voor haar collega’s. 25% 27% 35% 11% 26% 30% 41% 13% 31% 36% 50% 19% 30% 38% 54% 21% 29% 41% 59% 25% 31% 44% 62% 28%
jaarverslag 2009
Anciënniteit Met uitzondering van de verzorgenden stijgt voor alle personeelsgroepen de baremieke anciënniteit. De redenen hiervoor zijn enerzijds het beperkte verloop in ons personeelsbestand en anderzijds het feit dat meer personeel aangeworven wordt met een overname van anciënniteit. De grootste toename van anciënniteit is te zien bij de groep van bedienden. Hier ligt de baremieke anciënniteit op 12,3 jaar. Verzorgenden hebben de hoogste baremieke anciënniteit, namelijk 13 jaar, maar hun gemiddelde anciënniteit blijft dezelfde als in 2008. De huishoudhulpen hebben een gemiddelde anciënniteit van 11,6 jaar en de PIT-huishoudhulpen blijven – voornamelijk door het plafond in het sectoraal barema – steken op 1,6 jaar.
26
Gewogen gemiddelde baremieke anciënniteit (2004 - 2009) (in jaar)
16 14 12 10 8 6 4 2 0
2004
2005
2006
verzorgenden PIT-huishoudhulpen
2007
2008
2009
Huishoudhulpen Bedienden
Deeltijds werken Binnen Familiehulp werkt 83% van alle personeelsleden deeltijds. Van de bedienden werkt ongeveer 1 op 2 bedienden deeltijds. Bij de basiswerkers ligt dit percentage veel hoger. Bij de huishoudhulpen en de PIT-huishoudhulpen werkt 92% deeltijds. Bij de verzorgenden ligt dit op verzorgenden Huishoudhulpen PIT-huishoudhulpen Bedienden 79%. Deze cijfers zijn gelijkaardig aan voorgaande jaren.
2004 12,02 8,86 0,34 13,73 Loopbaanonderbreking 2005 9,64 0,88 12,46 In de loop van 2009 heeft 12,48 bijna 20% van alle personeelsleden loopbaanonderbreking genomen. Het zijn voornamelijk basiswerkers die beroep doen op de verschillende systemen van 2006 12,69 10,05 1,04 11,92 loopbaanonderbreking. In het afgelopen jaar heeft 1 op 4 verzorgenden een of andere vorm van loopbaanonderbreking genomen. Voor de huishoudhulpen en de PIT-huishoudhulpen liggen 2007 12,73 10,60 1,30 12,07 de percentages rond de 10% à 14%. In de meeste gevallen doet men beroep op tijdskrediet of landingsbaan, we een daling in11,10 het aantal mensen in1,40 tijdskrediet. De toename 2008maar toch zien 13,10 11,68 situeert zich in de zogenaamde “thematische verloven”: ouderschapsverlof of verlof voor bijstand bij ernstige ziekte. De verlenging in 2009 van de periode waarin ouderschapsverlof kan worden opgenomen is hier uiteraard niet vreemd aan. 11,60 2009 13,10 1,60 12,30 13% van de bedienden was in loopbaanonderbreking in de loop van 2009. De meesten waren in landingsbaan of in tijdskrediet.
Thuiszorg zoals je ‘t zelf zou doen.
Ziekte Voor 2009 zien we een sterke stijging van het aandeel ziekte-uren bij huishoudhulpen en PIT-huishoudhulpen. Het percentage voor verzorgenden blijft status quo en dat van de bedienden daalt lichtjes. Voor de volledige personeelsgroep stijgt het totaal percentage van 11,9% in 2008 tot 12,3% in 2009. De stijging is voornamelijk een gevolg van de toename van langdurige ziekteperiodes.
ziekte uren t.o.v. totale uren (incl. >1 jaar ziekte) (2004 - 2009)
16%
27
14% 12% 10% 8% 6% 4% 2% 0%
2004
2005
2006
2007
2008
2009
ziekteuren van totale uren verzorgenden
ziekteuren van totale uren huishoudhulpen
ziekteuren van totale uren PIT-huishoudhulpen
ziekteuren van totale uren bedienden
Het ziektecijfer voor kortere ziekteperiodes (korter dan een maand) is in Familiehulp, in tegenstelling tot de arbeidsmarkt als geheel, niet gestegen. Dit is mogelijk een eerste resultaat van het project rond ziekteverzuim “Ik wil er wel-zijn” dat in 2009 in Familiehulp is uitgevoerd.
2004 2005 2006 2007 2008 2009 2009
% ziekteuren van totale uren verzorgenden 10,0% 9,7% 10,6% 11,1% 11,4% 11,4% 11,4%
% ziekteuren van totale uren huishoudhulp en 12,4% 12,1% 12,7% 12,9% 13,2% 14,4% 14,4%
% ziekteuren van totale uren PIThuishoudhulp en 8,9% 9,9% 11,3% 12,9% 13,5% 14,8% 14,8%
% ziekteuren van totale uren bedienden 4,6% 5,2% 4,8% 5,9% 5,6%
jaarverslag 2009
Financieel verslag 28
Divisie “Zorg” Binnen zorg (gezinszorg, logistieke en aanvullende thuiszorg, karweidiensten, oppas) haalt Familiehulp haar inkomsten uit drie bronnen: de Vlaamse Gemeenschap, de cliënten en de lokale besturen. De cliënt betaalt een bijdrage in functie van het inkomen en het aantal personen ten laste.
Subsidies ZORG VL GEM: ........................................................ 90%
90%
FONDS SOC MARIBEL: .............................. 6% LOKALE BESTUREN: ................................... 2% ANDERE SUBSIDIES: ................................... 2%
0,2% 0,2%
6%
Voor 2009 bedroeg die bijdrage 16% van de opbrengsten. De Vlaamse gemeenschap zelf stond in voor 80% van de bedrijfsopbrengsten. De subsidies van de lokale besturen worden zelden geïndexeerd. Vaak ook haken lokale besturen af in functie van begrotingsbesparingen. De Vlaamse overheid bekijkt nu om deze subsidies van de lokale besturen te integreren bij de eigen subsidies. In de toekomst zal de cliëntbijdrage gezinszorg door de Vlaamse overheid herwerkt worden. De bedoeling is tot een eenvoudige en transparante cliëntbijdrage te komen. Voor de diensten voor gezinszorg is het belangrijk dat die bijdrage minstens dezelfde verhouding in de inkomstenstroom blijft behouden. Voor de logistieke en aanvullende thuiszorg zullen in de loop van 2010 door de overheid cliëntbijdragen ontwikkeld worden. Tot op heden was elke dienst vrij zijn klantenbijdragen zelf te bepalen.
Vesta: elektronische verwerking van subsidiegegevens Vesta is een systeem van elektronische gegevensuitwisseling tussen het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid en de diensten voor gezinszorg. Sinds 2009 sturen de diensten voor gezinszorg de subsidiegegevens elektronisch door naar het Agentschap. Op die manier wil de Vlaamse overheid zorgen voor een efficiënte en snellere uitbetaling van de subsidies en er tegelijk voor zorgen dat gegevens over de door de diensten
geholpen gebruikers beschikbaar worden in een centrale databank voor verwerking, waaruit dan relevante (beleids) informatie kan gegenereerd worden. De door het Agentschap verwerkte gegevens over 2009 werden begin 2010 elektronisch beschikbaar gesteld aan de diensten voor gezinszorg. In 2010 zullen de werkwijzen van Familiehulp verder verfijnd worden om hierop volledig afgestemd te raken.
Divisie PIT (dienstencheques) Binnen de afdeling PIT, bestaat de financiering vooral uit het innen van de dienstencheques. Deze worden bij de klant meegenomen en na verwerking gefactureerd aan Sodexo. Eind 2009 werd PIT grondig geherstructureerd. Na een uitgebreide studieronde besliste Familiehulp om organisatorisch een duidelijker onderscheid te maken tussen enerzijds de traditionele gezinszorg en anderzijds de dienstencheques.
Subsidies PIT DIENSTENCHEQUES: ........................ 98,94%
98,94%
FONDS SOC MARIBEL: ........................ 0,60% LOKALE BESTUREN: ............................. 0,45% ANDERE SUBSIDIES: ............................. 0,01%
0,01% 0,45% 0,60%
PIT is nu een aparte divisie van Familiehulp met een eigen management. De divisie PIT werkt met 1 centrale klantendienst waar alle informatievragen van klanten en PIT-medewerkers terecht komen. Door meer te centraliseren wil Familiehulp ervoor zorgen dat er ruimte en tijd vrijkomt voor de lokale verantwoordelijken (de PIT-coachen) om effectief de huishoudhulpen te coachen en te begeleiden. Dit moet ook leiden tot een verhoogde productiviteit om zo de levensvatbaarheid van de divisie PIT te garanderen. Ook het terugdringen van het ziektecijfer (zie ook supra project ‘Ik wil er wel-zijn’) zal de kostenstructuur verbeteren (minder ziektekosten, minder organisatiekosten) en tegelijk de inkomsten optimaliseren.
Strikte opvolging inning bijdragen Om cliëntenbijdragen en dienstencheques maximaal te innen, werd binnen Familiehulp een strikt opvolgingssysteem opgezet. Binnen zorg wordt bij niet tijdige betaling een eerste en tweede herinnering gestuurd aan de cliënt, vooraleer het dossier overgedragen wordt aan een advocaat. Tussentijds wordt overlegd met de betrokken zorgregiodirecteur om zicht te krijgen op de situatie van de betrokken cliënt. Binnen PIT zal in eerste instantie de PIT-huishoudhulp actie ondernemen ingeval er cheques ontbreken of wanneer de cheques vervallen zijn. De PIT-huishoudhulp laat dan een herinnering achter bij de klant. Zo hierop geen reactie komt wordt een opvolgingssysteem opgestart dat gelijkaardig is aan dat van de divisie Zorg. Deze opvolging moet er in beide divisies voor zorgen dat het aantal achterstallige bijdragen of cheques minimaal blijft en zo min mogelijk bedragen dienen afgeboekt te worden als oninbaar. Op 31/12/2009 waren 2,85% bijdragen achterstallig in zorg en 0,77% van de cheques in PIT.
jaarverslag 2009
Adressen Familiehulp 30 Interregio West-Vlaanderen
Interregio Oost-Vlaanderen & Pajottenland
H. Horriestraat 35 - 8800 Roeselare T 051 26 49 20 - F 051 26 49 69 -
[email protected]
Ch. De Kerchovelaan 17 - 9000 Gent T 09 269 65 20 - F 09 269 65 69 -
[email protected]
Hilde Callewaert: Interregiodirecteur Irène Sissau: Administratief directeur Els Maselis: Manager zorg- en dienstverlening Marie-Jeanne Vanderstichele: Human resources manager
Harlinde Exelmans: Interregiodirecteur Hilde Debusseré: Administratief directeur Donaat Van Eynde: Manager zorg- en dienstverlening Dien Meesschaert: Human resources manager
Familiehulp Brugge (8000) Nieuwstraat 4 T 050 33 14 55 - F 050 34 83 75 -
[email protected] Bieke Uyttenhove: Zorgregiodirecteur Familiehulp Ieper (8900) St. Jacobsstraat 32 T 057 20 21 78 - F 057 20 98 33 -
[email protected] Frans Verhegge: Zorgregiodirecteur Familiehulp Kortrijk (8500) St. Janslaan 8a T 056 23 37 70 - F 056 23 37 69 -
[email protected] Delphine Simoens: Zorgregiodirecteur Familiehulp Oostende (8400) Kan. Dr. L. Colensstraat 7 T 059 33 91 66 - F 059 33 91 40 -
[email protected] Hilde Vanderbeke: Zorgregiodirecteur Familiehulp Roeselare (8800) H. Horriestraat 33A T 051 24 88 03 - F 051 26 18 69 -
[email protected] Nancy Craeynest: Zorgregiodirecteur
Familiehulp Aalst (9300) Oude Gentbaan 14 T 053 60 55 60 - F 053 60 55 50 -
[email protected] Lieve Van der Paelt: Zorgregiodirecteur Familiehulp Gent (9000) Hoogstraat 19 T 09 225 37 63 - F 09 233 74 31 -
[email protected] Annemie Viane: Zorgregiodirecteur Familiehulp Oudenaarde (9700) Kon. Elisabethlaan 3 T 055 33 45 45 - F 055 33 45 00 -
[email protected] Caroline Deprez: Zorgregiodirecteur Familiehulp Sint-Niklaas Gentsesteenweg 84, 9200 Dendermonde, T 052 21 57 41 - F 052 21 54 85,
[email protected] Frans Vervaeke: Zorgregiodirecteur
Thuiszorg zoals je ‘t zelf zou doen.
Hoofdzetel
PIT (dienstencheques)
Koningsstraat 294 - 1210 Brussel T 02 227 40 10 - F 02 227 40 39 -
[email protected]
Antwerpsesteenweg 41-45 - 9000 Gent T 07 815 00 45 - F 09 373 95 17 -
[email protected]
Agnes Bode: Algemeen directeur Marleen Delaere: Financieel en administratief directeur Muriel Vochten: Directeur zorg- en dienstverlening Bart Vandamme: Directeur human resources Bruno Peelman: Manager interne en externe communicatie An Jacquemijn: Manager sociale economie Christophe Toye: Manager VTO Lieve Heurckmans: Manager kinderdagverblijven
Wouter Van der Vurst: Directeur dienstencheques Filip Spriet: PIT-manager interregio West-Vlaanderen Vinciane De Vriese: PIT-manager interregio Oost-Vlaanderen Catty Hoste: PIT-manager interregio Antwerpen en Brussel-Halle-Vilvoorde Marianne Aerts: PIT-manager interregio Limburg en Leuven.
Interregio Antwerpen & Brussel-Halle-Vilvoorde
Interregio Limburg & Leuven
Kard. Mercierplein 1 - 2800 Mechelen T 015 45 31 20 - F 015 45 31 69 -
[email protected]
Industriepark 1243 - 3545 Halen T 013 35 88 20 - F 013 35 88 69 -
[email protected]
Thérèse Coens: Interregiodirecteur Kathy Marinus: Administratief directeur Koen Clottens: Manager zorg- en dienstverlening Bart Roegiers: Human resources manager Familiehulp Antwerpen (2000) Nationalestraat 111 T 03 220 12 40 - F 03 220 17 14 -
[email protected] Gina Koster: Zorgregiodirecteur
Dirk Van Laethem: Interregiodirecteur Maria Peeters: Administratief directeur Rob Vanhemel: Manager zorg- en dienstverlening Eva Strubbe: Human resources manager Familiehulp Genk (3600) Paniswijerstraat 92 T 089 62 91 40 - F 089 62 91 69 -
[email protected] Wim Van Becelaere: Zorgregiodirecteur
Familiehulp Brussel-Halle-Vilvoorde (1210)
Familiehulp Hasselt (3500)
Koningsstraat 306 T 02 543 79 10 - F 02 538 93 48 -
[email protected] Martine De Ridder: Zorgregiodirecteur
Thonissenlaan 41 T 011 45 69 50 - F 011 45 69 59 -
[email protected] Mieke Frederix: Zorgregiodirecteur
Familiehulp Herentals (2200) Greesstraat 11c T 014 28 32 20 - F 014 28 32 49 -
[email protected] Leo Van Den Bogerd: Zorgregiodirecteur
Familiehulp Leuven (3000) Bondgenotenlaan 131 T 016 29 81 30 - F 016 29 81 39 -
[email protected] Mieke Vandorpe: Zorgregiodirecteur
Familiehulp Mechelen (2800)
Familiehulp Peer (3990) Nieuwstraat 16 T 011 80 45 20 - F 011 80 45 49 -
[email protected] Erna Vaesen: Zorgregiodirecteur
Begijnenstraat 18 Bus 3 T 015 29 25 70 - F 015 29 25 71 -
[email protected] Ann Truyens: Zorgregiodirecteur
Familiehulp Turnhout (2300) Korte Begijnenstraat 18 T 014 40 33 40 - F 014 40 33 80 -
[email protected] Chantal Van Den Plas: Zorgregiodirecteur
31
Familiehulp kan kwaliteitsvolle diensten leveren dankzij de financiële steun van:
en steden, gemeenten en OCMW’s
V.U. Agnes Bode, Familiehulp vzw, Koningsstraat 294,1210 Brussel
Thuiszorg zoals je ‘t zelf zou doen.
jaarverslag 2009
Thuiszorg zoals je ‘t zelf zou doen.