Jaarverslag 2007 Deelnemersraad Stichting Pensioenfonds ING Inleiding De Deelnemersraad (verder te noemen de Raad) van het Pensioenfonds ING heeft in 2007 een dynamisch jaar gehad. Zo heeft de Raad een stemming gehouden voor het opnieuw kiezen van een voorzitter en zijn er drie nieuwe leden benoemd. Binnen het bestuur van het Pensioenfonds ING zijn twee nieuwe leden benoemd namens de werknemers. In het verslagjaar 2007 heeft de Raad twee ad-hoc commissies samengesteld voor de behandeling van de adviesaanvragen Nieuwe Pensioenuitvoerder en Goed Pensioenfonds Bestuur. Verder werd de ad-hoc Verkiezingscommissie gevormd. De ad-hoc commissies Goed Pensioenfonds Bestuur en Verkiezingen werden uiteindelijk permanent naast de reeds bestaande commissies Voorlichting, Pensioen en Financiële Aangelegenheden.
V.l.n.r.: Ruth Steigenga, Louis Kuntz, Bert Vastenburg, Harm Jongedijk, Margreet Rog-stokkink, Onno Lekkerkerker, Victoria Frankhuisen-Dumitru, Willem van Baren, Jan van Hest, Wim Koelemij, Jaap de Roode, Ger van Stijn, George Smittenaar, Dolf Visser, Jeroen Smeulders & Aart Kraaij. Niet aanwezig: Mostapha el Achkar. Werkzaamheden De Raad heeft in 2007 tweemaal overleg gevoerd met het bestuur. Daarnaast is er maandelijks vergaderd en hebben de commissies binnen eigen kring en/of met vertegenwoordigers van het bestuur regelmatig contact gehad. In het voorjaar heeft een delegatie van de Raad een werkbezoek gebracht aan ING Pension Services, de uitvoerder van de pensioenadministratie van het pensioenfonds ING. Voorts hebben leden van de Raad een beleggingscursus gevolgd en is de nieuwe Pensioenwet door
Pagina 1 van 10
het Pensioenbureau toegelicht aan de leden van de Pensioencommissie. Een delegatie van de Raad heeft in het voorjaar gesprekken gevoerd met de vakbonden over de CAOontwikkelingen en de mogelijke gevolgen voor de pensioenregeling van ING. Gezien de ontwikkelingen op beleggingsgebied en het te voeren beleid door pensioenfondsen, is door de Commissie Financiële Aangelegenheden (CFA) het initiatief genomen om een ad hoc Beleggingscommissie in te stellen. In november heeft de Raad zijn jaarlijkse twee ‘bosdagen’ gehouden. De belangrijkste onderwerpen waren: • Gesprekken met de vakbonden over pensioenkwesties, zoals de individualisering van de AOW per 2015, uitkomst onderzoek indexatie, CAO ING, enz.; • Informeel gesprek met vertegenwoordiging van het Pensioenfondsbestuur over kandidatuur bestuursleden, planning 2007/2008 en over de samenwerking Raad en bestuur; • Evaluatie van het functioneren van de Raad en zijn commissies; • Verkiezing nieuwe voorzitter van de Raad. Adviesaanvragen: In het verslagjaar waren de meest omvangrijke onderwerpen waarover de Raad advies is gevraagd: overgang van de pensioenadministratie en Goed Pensioenfonds Bestuur. Daarnaast is er een apart discussieforum opgestart over de indexatie van de pensioenregeling. Overgang pensioenadministratie Omdat ING had besloten ING Pension Services (IPS), de pensioenadministrateur van het pensioenfonds, op te heffen, moest het Pensioenfonds ING op zoek naar een nieuwe administrateur. Gezien het grote belang van een goed functionerende pensioenadministratie, heeft het fondsbestuur de zoektocht naar een goede uitvoerder energiek ter hand genomen. Er is met diverse partijen gesproken en voor/nadelen van iedere gegadigde tegen elkaar afgewogen. Uiteindelijk zijn er drie partijen geselecteerd die naar het oordeel van het bestuur het beste uit de bus kwamen. De Raad is vervolgens om advies gevraagd en heeft inzage gekregen in alle relevante correspondentie. De Raad had graag een afgevaardigde willen leveren tijdens de diverse gesprekken met de kandidaten, maar dit is door het bestuur van het Pensioenfonds ING terzijde gelegd. Uiteindelijk heeft het eigen onderzoek van de Raad en de gesprekken met het fondsbestuur de Raad de overtuiging gegeven dat de keuze voor AZL gerechtvaardigd was. Mede door de gedane toezeggingen, garanties over de te leveren performance en de goede naam die AZL in de loop der jaren heeft opgebouwd. De Raad heeft het fondsbestuur een positief advies gegeven met betrekking tot de aanstelling van AZL als nieuwe pensioenadministrateur van het Pensioenfonds ING in de overtuiging dat hiermee de dienstverlening aan de deelnemers van het fonds in belangrijke mate verbeterd zou worden. Goed Pensioenfonds Bestuur Op 1 januari 2007 is de Pensioenwet (PW) in werking getreden die ondermeer eisen stelt aan de invoering van principes van goed bestuur van een pensioenfonds, waaronder het principe dat het bestuur van een pensioenfonds verantwoording over het gevoerde en te voeren beleid moet afleggen. Er zijn daarvoor twee nieuwe organen in het leven geroepen. In de nieuwe wettelijke opzet blijft de Deelnemersraad onverminderd haar adviesfunctie houden. Ten eerste het Verantwoordingsorgaan dat achteraf het gevoerde beleid van het fondsbestuur toetst en ten tweede zal er, bij voorkeur jaarlijks, op specifieke onderwerpen Intern Toezicht plaatsvinden. Het bestuur van de Stichting Pensioenfonds ING heeft bij het inrichten van een
Pagina 2 van 10
Verantwoordingsorgaan gebruik gemaakt van adviezen van de Stichting voor Ondernemingspensioenfondsen (OPF). Het bestuur heeft vervolgens gekozen voor het instellen van een Verantwoordingsorgaan (VO), dat als taak heeft om te oordelen over het door het fondsbestuur gevoerde en te voeren beleid en de naleving van de principes inzake goed pensioenfondsbestuur. Dit VO zal bestaan uit zes leden, waarvan twee benoemd door de werkgever, twee door vertegenwoordigers van de deelnemers en twee door vertegenwoordigers van de gepensioneerden. Het Intern Toezichtorgaan (IT) krijgt de vorm van een zogenoemde Visitatiecommissie, samengesteld uit deskundigen die naar aanleiding van een bepaalde situatie of thematiek diepgaand onderzoek kunnen doen. Dit dient minimaal een keer in de drie jaar plaats te vinden. Op 23 maart 2007 heeft het fondsbestuur hierover een voorlopig besluit genomen en op 11 april heeft het bestuur de Raad om advies gevraagd. Dit advies is behandeld tijdens het gemeenschappelijk overleg tussen Raad en bestuur van 15 juni 2007. Na dit advies van de Raad over de instelling van de VO en IT is op 11 september vervolgens advies gevraagd over het reglement VO. Een aantal voor de Raad zeer belangrijke principes uit het vooroverleg bleken niet te zijn opgenomen in het voorlopige besluit en de definitieve adviesaanvraag. Daarop heeft de Raad juridisch advies ingewonnen. Op 13 november 2007 heeft de juridisch adviseur, namens de Raad, een brief aan het fondsbestuur geschreven. Het betrof daarbij een aantal zaken, maar het grootste bezwaar van de Raad bestond tegen een soort ‘veto-regeling’ ter bepaling van de stemmen bij een besluit binnen het VO. Naar het oordeel van de Raad zou dit tot belangenstrijd in het VO kunnen leiden. In de ogen van de Raad moet een VO toezien op juist en deskundig beleid van het bestuur en niet verzanden in onderling loopgraven- en stellingenwerk. Daarnaast was ook de adviesaanvraagprocedure niet juist doorlopen. Het bestuur had, zo bleek, zonder advies af te wachten, reeds op 12 oktober 2007 een besluit genomen. Dit besluit moest weer worden ingetrokken, het geen tot een hoop onnodig tijdverlies heeft geleid bij het uiteindelijk vaststellen van de reglementen. Het ziet er daardoor naar uit dat pas een definitieve vaststelling van het reglement kan plaatsvinden in 2008. De juridisch adviseur en de Raad zijn positief over de kansen die in maart 2008 bij de Ondernemingskamer is gestart als het bestuur onverhoopt vasthoudt aan, met name, deze ‘veto-regeling’. Naast bovenstaande adviezen moest door het bestuur ook nog een benoemingsreglement worden opgesteld. Dat is op 5 november 2007 ter advisering aan de raad voorgelegd. Het advies is grotendeels overgenomen en hierover is op 7 december door de raad positief advies uitgebracht. Indexatieregeling In de huidige situatie stelt ING aan de hand van haar financiële situatie ieder jaar vast of de ingegane pensioenen én premievrije al dan niet volgens de geldende toeslagregeling geïndexeerd kunnen worden. Indien het antwoord bevestigend is, stelt ING daarvoor de financiële middelen ter beschikking. Het Pensioenfonds ING voert vervolgens de indexatie uit. ING beschouwt derhalve de indexatieregeling als voorwaardelijk. Door de jaren heen is de indexatie echter onverkort uitgevoerd. Overigens is de ING-Indexatieregeling een bijzondere in de Nederlandse pensioenwereld, want vrijwel bij alle pensioenfondsen is de
Pagina 3 van 10
indexatie afhankelijk van een besluit van het pensioenfondsbestuur en de financiële situatie van het fonds. In de loop van 2006 heeft ING aan het ING Pensioenfonds te kennen gegeven de intentie te hebben de verantwoordelijkheid voor de indexatie over te dragen aan het ING Pensioenfonds, mits de financiële consequenties voor ING acceptabel zijn. Het ING Pensioenfonds heeft vervolgens aangegeven te willen praten, op voorwaarden dat de financieringswijze wordt aangepast aan de indexatiedoelstellingen en dat het risico op een tekort niet toeneemt. Van belang daarbij is nog dat ING herhaaldelijk beklemtoont dat het de doelstelling is om met een zekerheid van 97,5% de beoogde indexatie te realiseren. Met instemming van ING heeft het fondsbestuur vrijwel vanaf aanvang de Raad ingelicht over de wens van ING. Aangezien de indexatie een complexe materie is waarmee grote geldbedragen zijn gemoeid, is voorjaar 2007 besloten een Indexatiecommissie in het leven te roepen, bestaande uit vertegenwoordigers van ING en van het ING Pensioenfonds, onder leiding van een onafhankelijke voorzitter. Omdat indexatie een uiterst belangrijk onderwerp is voor diverse geledingen binnen ING, is tevens besloten om aan de Deelnemersraad, de VSI (Vereniging senioren ING), de Centrale Ondernemingsraad (COR) en de vakbonden te vragen twee vertegenwoordigers aan te wijzen die als toehoorders zouden fungeren. De Raad heeft hiervan dankbaar gebruik gemaakt. In mei 2007 zijn de besprekingen gestart, waarbij vanaf het eerste moment de toehoorders niet alleen goed luisterden, maar ook zeer actief hebben deelgenomen in de veelal diepgravende discussies. De Raad is ING en het pensioenfondsbestuur dan ook erkentelijk dat de toehoorders zoveel ruimte hebben gekregen in de bijeenkomsten. Het was de bedoeling om eind juli 2007 met een eindrapport te komen, maar al snel werd duidelijk dat de materie zeer weerbarstig was en de verdeeldheid op onderdelen aanzienlijk. Alles draait uiteindelijk om de dekkingsgraad (de verhouding tussen de financiële middelen en de financiële verplichtingen) van het ING Pensioenfonds. Het is lastig om die voor de komende jaren te voorspellen, gezien de vele aspecten die daarbij een rol spelen. Het beleggingsresultaat is hierbij erg belangrijk, maar ook de economische en demografische ontwikkelingen binnen het personeelsbeleid van ING. Uit de vele rekenmodellen die dit jaar zijn uitgewerkt, is in ieder geval duidelijk geworden dat de ‘bruidsschat’ die ING aan het ING pensioenfonds moet betalen hoger is dan de wens van ING. Omdat het verschil in opvattingen tussen ING en het ING Pensioenfonds op onderdelen groot bleef, is de zaak aanzienlijk vertraagd en een gezamenlijk eindrapport is er in 2007 niet gekomen. De laatste berichten zijn dat de Indexatiecommissie, zonder toehoorders, weer enkele malen bijeen is geweest en dat er in maart 2008 een plenaire vergadering zal worden belegd waar mogelijk een eindrapport kan worden gepresenteerd. Overige adviesaanvragen Daarnaast zijn gedurende het verslagjaar ook nog onderstaande elf adviesaanvragen afgerond. Ze worden in het kort toegelicht. 1) Jaarverslag 2006 Alhoewel de aanlevering van het jaarverslag dit jaar volgens planning maar opnieuw laat en gefragmenteerd was, heeft de Commissie Financiële Aangelegenheden zo snel mogelijk op de voorgestelde stukken gereageerd. De integrale beantwoording van het bestuur kwam echter pas 8 juni 2007 tezamen met - voor het eerst een compleet - jaarverslag. De meeste
Pagina 4 van 10
aangedragen punten zijn overgenomen. Over twee punten is een nadere toelichting gegeven. Het eerste punt was dat de Raad het betreurt dat in het jaarverslag 2006 geen ambitie wordt uitgesproken om verzending van de pensioenoverzichten te versnellen. Hierop zegt het bestuur toe op de website van het fonds een nieuwsbericht in algemene termen zal worden geplaatst. Als tweede heeft de Raad bezwaar gemaakt tegen een zinsnede over de pensioenadministratie die is verwijderd. 2) Tabellenboek (aanvraag I) Om praktische redenen werden de tabellen, die in de diverse pensioenreglementen waren opgenomen, gegroepeerd in één Tabellenboek. In samenspraak met de Commissie Financiële Aangelegenheden werd hierover positief geadviseerd. 3) Prépensioenreglement Door de invoering van de wet VPL (VUT, Prépensioen, Levensloop) per 1 januari 2006 is de kring van gerechtigden teruggebracht, waarbij tevens enige andere artikelen moesten worden aangepast. Vanwege de onduidelijkheid over de levensloopproblematiek kon niet positief worden geadviseerd. 4) Reglement Overgangsregelingen Pensioen 2006 (ROP 2006) Deze adviesaanvraag kende een lange doorlooptijd vanwege de afhankelijkheid met de basisreglementen Pensioenen 62 en 65 waarover eerst geadviseerd diende te worden. Over de adviesaanvraag Basisreglementen 62 en 65 werd negatief geadviseerd. Reden hiervoor was de uitleg van de CAO-tekst ingeval van Levensloop verlofopname langer dan 13 weken. Waar in de CAO werd gesproken van het ‘stopzetten van de opbouw’ werd in de reglementen gesproken over het ‘stopzetten van het deelnemerschap’. Het stopzetten van het deelnemerschap zou naar de mening van de Pensioencommissie, en de Raad deelde deze mening, onevenredige gevolgen hebben voor de betreffende deelnemer, namelijk: a) een niet te repareren pensioenbreuk; b) verlies van alle rechten op overgangsregelingen (zoals opgenomen in ROP 2006); c) aangemerkt worden als nieuwe deelnemer, met als consequentie dat hij na afloop van het levensloopverlof de volledige pensioenpremie moet gaan betalen (alsof hij een nieuwe ING-medewerker is); d) verder zou bij overlijden van deze ING-medewerker in de Levensloopverlofperiode langer dan 13 weken een lager nabestaandenpensioen worden uitbetaald (bepaald op basis van het moment van beëindiging van het deelnemerschap te weten het einde van de 13 weken periode vastgestelde opgebouwde pensioen, in plaats van het pensioen dat op 65-jarige leeftijd zou zijn opgebouwd). Voorbeeld: voor een 60-jarige deelnemer, die met toestemming van HR (Human Resources) en zijn manager een levensloopverlof opneemt langer dan 13 weken, verspeelt door het overschrijden van de 13 wekentermijn, zijn recht op pensioneren op 62-jarige leeftijd. Zijn pensionering gaat nu pas in op de eerste dag van de maand dat hij 65 jaar wordt. Na het uitbrengen van het negatief advies op de Basisreglementen dat door het bestuur terzijde is gelegd, heeft de Deelnemersraad juridisch advies ingewonnen over nadere stappen. De jurist adviseerde, na overleg met een afvaardiging van de Raad en bestudering van de stukken, geen procedure te starten, maar nadere afstemming met o.a. de werknemersverenigingen met als doel te komen tot een betere formulering ten aanzien van levensloop en deelnemerschap pensioenfonds in de CAO. Hoewel op een aantal punten het bestuur in het voordeel van de (nabestaanden van) deelnemers bereidheid heeft getoond de reglementen bij te stellen, was dit met betrekking tot het levensloopvraagstuk niet het geval. Daar de
Pagina 5 van 10
toepasbaarheid van ROP 2006 een grote afhankelijkheid heeft van de uitleg van het ‘stopzetten van de opbouw’, heeft de Pensioencommissie, na lang overleg met het bestuur en met de Raad, ook op dit reglement negatief moeten adviseren. Namens de gehele Raad hebben twee leden van de Pensioencommissie hun zorgen geuit bij een vertegenwoordiger van de vakorganisatie FNV Bondgenoten. Belangrijkste punten waren: indexering en wederom de uitleg van de gevolgen van opname van levensloopverlof langer dan 13 weken. Ten aanzien van de indexering werd het duidelijk dat, als onderdeel van de CAO-onderhandelingen, er zeker aandacht aan indexering (als onderdeel van de loonsom) werd besteed. Wat betreft Levensloopverlof langer dan 13 weken werd al snel duidelijk dat de vakorganisaties nooit de intentie hebben gehad dat de nu voorliggende uitleg gegeven zou worden en de ING-medewerkers daardoor benadeeld zouden worden. 5) Basis Pensioenregelingen 62 en 65 De Raad heeft zich bij deze adviesaanvragen met name gericht op een verduidelijking van het begrip werkgever (de verschillende definities over dit begrip zijn aangepast). Daarnaast is een kleine wijziging aangebracht bij het onderwerp ‘wijziging in functie en/of beloningsstructuur’ en een uitgebreidere toelichting bij het onderwerp Levensloop. Ondanks het feit dat op enig moment verschillende versies van dit reglement in behandeling waren, was de Raad uiteindelijk van mening dat – na uitvoerige correspondentie – op vrijwel alle door haar gestelde vragen een bevredigend antwoord is gegeven door het bestuur. Desondanks werd, net als bij de adviesaanvraag van ROP (zie boven), door het onopgelost blijven van de levensloopkwestie, negatief geadviseerd. 6) Pensioenregelingen ING en Nationale-Nederlanden De pensioenregelingen van ING Groep en Nationale-Nederlanden zijn twee gesloten regelingen. De adviesaanvraag ging over de aanpassing van het onderscheid tussen de begrippen ‘weduwen- weduwnaars- en partnerpensioen’. Deze begrippen zijn nagenoeg identiek en zijn daarom allemaal gerangschikt onder de noemer ‘partnerpensioen’. Op de adviesaanvragen voor beide regelingen is positief advies uitgebracht. 7) Tabellenboek (aanvraag II) Per 31 december 2007 is de sterftetabel gewijzigd en is een excasso-voorziening geïntroduceerd als gevolg van de ontwikkeling van overlevingskansen en van nieuwe regelgeving. In verband daarmee is de Actuariële en Bedrijfstechnische Nota (ABTN) eveneens in 2007 – aangepast. Het Tabellenboek moet nog worden aangepast. Hiertoe zal in 2008 een adviesaanvraag door het bestuur worden aangeboden aan de Raad. 8) Overlevingstafel en excassovoorzieningen Ingevolge de Pensioenwet (conform eisen besluit FTK*) is per ultimo 2007 een nieuwe overlevingstafel ingevoerd waarbij rekening wordt gehouden met een voorzienbare trend in de ontwikkeling van overlevingskansen en met de nodige prudentie. Tevens wordt (eveneens n.a.v. Pensioenwet) voortaan een voorziening voor excasso gevormd.
* De pensioenwet verplicht het pensioenfonds vanaf 1 januari 2007 te voldoen aan de eisen van het nieuwe Financiële toetsingskader(FTK). Doel van het FTK is om pensioenfondsen in staat te stellen financiële tegenvallers op te vangen. Uitgangspunt daarbij is risicobeheersing.
Pagina 6 van 10
9) Rekenrente voorzieningen Vanaf 1 januari 2007 moeten de technische voorzieningen worden vastgelegd op basis van de rentetermijnstructuur. In de jaarrekening 2007 en de staten voor De Nederlandse Bank zal deze wijziging worden doorgevoerd. Concreet betekent dit dat de maximering van de rekenrente voor de voorziening op 4% komt te vervallen. Voor de goede orde merken wij nog op, dat deze wijziging (nog) niet is doorgevoerd voor de Uitvoeringsovereenkomst. 10) Arbeidsongeschiktheidtarifering en reservevrijval Door de veranderde wetgeving (van WAO naar WIA) en (mede hierdoor) de ontwikkeling van de te verwachten schadelast op arbeidsongeschiktheid (AO) zal de voorziening per ultimo 2007 worden verlaagd en tevens de risicopremie m.i.v. 1 januari 2008 zal worden verlaagd (ruwweg een halvering van de premie). 11) Actuariële en Bedrijfstechnische Nota (ABTN) Begin 2007 is een advies uitgebracht over ABTN 2006 (ingangsdatum 1-1-2006). Deze wijzigingen vloeiden voornamelijk voort uit de herzieningen van de diverse pensioenregelingen waarover eerder door de Pensioencommissie advies is uitgebracht. Eind 2007 is advies uitgebracht over de wijzigingen in ABTN die voortvloeien uit de Pensioenwet en de onder 8, 9 en 10 vermelde adviesaanvragen per ultimo 2007. Overige onderwerpen Pensioenplanner De Raad heeft de Pensioenplanner getest en haar bevindingen ongevraagd met fondsbestuur gedeeld. De Raad is erg positief over de Pensioenplanner omdat het voor deelnemers een goed hulpmiddel is om met name de gevolgen op het inkomen na pensionering en de financiële effecten van diverse keuzemogelijkheden te bekijken. Daarnaast is na verzending van de pensioenopgave (Uniform Pensioen Overzicht/UPO) aan de deelnemers door de Raad een aantal vragen en suggesties aan het fondsbestuur doorgegeven, deels gericht op de consistentie tussen pensioenplanner en UPO. Op dit laatste initiatief is nog geen reactie van fondsbestuur ontvangen. De Raad heeft bij ING aandacht gevraagd voor de ongelukkige situatie dat een groter wordende groep ex-werknemers geen gebruik van de Pensioenplanner kan maken, ondanks dat zij verder pensioenrechten opbouwen. Waardeoverdrachten (Briefwisseling met bestuur) De Raad heeft aangegeven dat zij – in de vorm van een advies – graag geïnformeerd wil worden over collectieve waardeoverdrachten (ING Trust, Regiobank, Nationale Borg, etc.). Het bestuur heeft voorgesteld dat zij met een advies komen boven een bepaalde materialiteitsgrens (> dan 5% van de premiereserve) dan wel als er financiële gevolgen zijn voor het fonds. Dit laatste is de afgelopen periode niet aan de orde geweest.
Pagina 7 van 10
Overleg met Beleggingscommissie bestuur De commissie financiële aangelegenheden vergadert 2x per jaar met de Beleggingscommissie van het Bestuur. De onderwerpen die kritisch gevolgd en besproken worden zijn: - Beleggingplan (performance) - Actief versus passief beheer - Fiduciair beheer* - Duurzaam beleggen - Impact van sub-prime hypotheekmarkt op het vermogen van het fonds - Nieuwe ALM studie** (met en zonder indexatie). Verwachte adviesaanvragen 2008 Als gevolg van de nieuwe Pensioenwet moet aan in diensttredende werknemers een startbrief worden verstrekt, waarin het pensioenreglement wordt toegelicht. Bovendien gelden voor internationale waardeoverdrachten en voor het bijzonder partnerpensioen andere wettelijke bepalingen dan voorheen. Voorts is op het gebied van de arbeids(on)geschiktheid nieuwe wetgeving van kracht (introductie WIA en aanpassing bestaande WAO). In verband hiermee moeten de pensioenfondsreglementen worden aangepast. De adviesaanvragen zouden al in 2007 worden ingediend bij de raad. Nu dit achterwege is gebleven, worden daarom in 2008 de volgende adviesaanvragen verwacht: - startbrief voor medewerkers - Wijzigingen reglementen - internationale waarde-overdracht - arbeids(on)geschiktheid - bijzonder partnerpensioen - Uitvoeringsovereenkomst - Jaarverslag 2007 - Tabellenboek (III) - Actuariële en Bedrijfstechnische Nota (ABTN)
* Fiduciair beheer: een vorm van uitbesteding waarbij de zorgen rond vermogensbeheer worden toevertrouwd aan één deskundige partner die alle aspecten van het investeringsproces overziet en integreert. ** Dit staat voor asset-liability management en wordt gebruikt in de beleggerswereld en is te omschrijven als: het proces van het verkrijgen van inzicht in de onderlinge afhankelijkheden in de ontwikkeling van rechten en verplichtingen van een organisatie. In het jargon wordt de term vaak afgekort tot ALM. Het uiteindelijke doel van ALM is het verkrijgen van een zodanige situatie dat waardeontwikkelingen aan beide kanten van de balans van een organisatie zoveel mogelijk "gelijk op lopen". Hoewel ALM in diverse soorten organisaties kan worden gebruikt, is het het meest ingeburgerd bij pensioenfondsen.
Pagina 8 van 10
Jaar 2008 weer belangrijk De Raad gaat zich qua werkwijze in 2008 reorganiseren en de eerste stappen daartoe zijn gezet. Zo gaan de commissies zelfstandiger te werk en worden daar de adviesaanvragen en actuele onderwerpen behandeld en minder in de vergadering van de Raad. De besluitvorming vindt plaats in de plenaire vergadering of via mandatering van de commissies. Voorts wil de Raad een beter communicatiemiddel realiseren naar de deelnemers, wat in 2007 onvoldoende is gelukt. Behalve het jaarverslag, streeft de raad naar een regulier katern in het pensioenmagazine van de Stichting Pensioenfonds ING en/of een eigen communicatiemiddel naar de achterban. Tevens zal elk kwartaal via de VSI-info de leden van de Vereniging Senioren ING (VSI) worden geïnformeerd. Het jaar 2008 wordt een belangrijk jaar voor het Pensioenfonds ING. Denk aan: de implementatie van principes voor Goed Pensioenfondsbestuur, aanpassingen van Statuten en Reglementen en de installatie van het Verantwoordingsorgaan (VO) en de Intern Toezicht Commissie (IT).
Amsterdam, februari 2008
De Deelnemersraad
Pagina 9 van 10
Bijlage 1: Samenstelling Deelnemersraad op 31 december 2007 Dagelijks bestuur: Voorzitter : Victoria Frankhuisen-Dumitru Secretaris : Aart Kraaij Vice voorzitter : Jaap de Roode Plv. secretaris : Jan van Hest Leden namens de deelnemers: Willem van Baren Victoria Frankhuisen-Dumitru Jan van Hest Harm Jongedijk Aad Kant Aart Kraaij Louis Kuntz Paul van Rheenen Margreet Rog-Stokkink Jeroen Smeulders Ruth Steigenga Ger van Stijn Onno Lekkerkerker Mostapha el Achkar
Commissie Financiële Aangelegenheden Voorzitter & Pensioencommissie plv. secretaris & Voorlichtingscommissie Pensioencommissie (per mei 2007) Commissie Financiële Aangelegenheden Secretaris & Voorlichtingscommissie Commissie Financiële Aangelegenheden(per juni 2007) Commissie Financiële Aangelegenheden Commissie Financiële Aangelegenheden Voorlichtingscommissie (per juni 2007) Pensioencommissie Commissie Financiële Aangelegenheden 1e plaatsvervanger, Commissie Financiële Aangelegenheden 2e plaatsvervanger, Voorlichtingscommissie
Leden namens de gepensioneerden: Jaap de Roode plv. Voorzitter & Commissie Financiële Aangelegenheden George Smittenaar Voorlichtingscommissie Bert Vastenburg Pensioencommissie Dolf Visser Pensioencommissie Wim Koelemij 1e plaatsvervanger Leden die de Deelnemersraad hebben verlaten: Annemiek Karels Per mei 2007 Chiel van Iperen Per juni 2007 Josine Sips Per november 2007 Colofon: Dit jaarverslag is een uitgave van de Deelnemersraad van de Stichting Pensioenfonds ING. De uitgave is bestemd voor de deelnemer, gepensioneerde en gewezen deelnemer van ING en/of zijn rechtsvoorgangers. Eindredactie: Voorlichtingscommissie Deelnemersraad St. Pensioenfonds ING Redactiesecretariaat: St. Pensioenfonds ING T.a.v. secretaris deelnemersraad Loc. Code HP.B.04.033 Postbus 90504, 2509 LM Den Haag
Pagina 10 van 10