Jaarverslag 2009 Pensioenfonds ING
Stichting Pensioenfonds ING
Stichting Pensioenfonds ING Locatiecode HP B. 04.033 Postbus 90504, 2509 LM Den Haag Telefoon: 070 - 513 75 43 Telefax:
070 - 513 09 84
Ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel onder nummer 41214453
2
Inhoud Pagina Profiel 2009
5
Kerncijfers
7
Voorwoord
9
1. Bestuursverslag 1.1
Bestuur
11
1.2
2009 in het kort
12
1.3
Verzekerden
13
1.4
Pensioenreglementen
17
1.5
Financiële positie
18
1.6
Beleggingen
21
1.7
Goed pensioenfondsbestuur
29
1.8
Risicomanagement
31
2. Jaarrekening 2009 2.1
Balans per 31 december 2009
34
2.2
Staat van baten en lasten
36
2.3
Kasstroomoverzicht
38
2.4
Grondslagen voor waardering en
2.5
Toelichting op de balans per 31 december 2009 43
2.6
Toelichting op de staat van baten en lasten per
resultaatbepaling
39
31 december 2009
51
2.7
Actuariële analyse
56
2.8
Risicoparagraaf
57
3. Overige gegevens 3.1
Overeenkomsten
69
3.2
Bestemming Saldo van baten en lasten
69
3.3
Oordeel Visitatiecommissie
70
Reactie van het Bestuur
70
3.4
Jaarverslag 2009
Oordeel Verantwoordingsorgaan
71
Reactie van het Bestuur
73
3.5
Actuariële verklaring
75
3.6
Accountantsverklaring
76
3.7
Personalia
77
3
4
Profiel 2009
Stichting Pensioenfonds ING (het fonds) is op 1 januari 1995
Deelnemersraad
opgericht en is statutair gevestigd te Amsterdam. De doel-
De Deelnemersraad brengt gevraagd en uit eigen
stelling van het fonds luidt als volgt: “Het Pensioenfonds
beweging advies uit over aangelegenheden die het
heeft ten doel Pensioenen en/of andere uitkeringen te
fonds betreffen, zoals advies over wijziging van de
verstrekken ter zake van ouderdom en arbeidsongeschikt-
pensioenregelingen en over het vaststellen van het
heid en ter zake van overlijden van Deelnemers of Gewezen
jaarverslag. De Deelnemersraad bestaat in 2009 uit
Deelnemers, overeenkomstig de bepalingen van de
zestien leden. Twaalf leden worden gekozen door en
Pensioenreglementen”. Gegeven deze doelstelling streeft
uit de Deelnemers. Vier leden worden gekozen door
het fonds naar het op lange termijn nakomen van de
en uit de Pensioengerechtigden.
nominale pensioenaanspraken en pensioenrechten tegen een acceptabele premie.
Verantwoordingsorgaan Het Verantwoordingsorgaan brengt gevraagd en uit
Het fonds voert negen pensioenregelingen uit die gelden
eigen beweging advies uit. Het Verantwoordingsorgaan
voor de (oud) ING-medewerkers in Nederland. Tevens
is bevoegd tot het geven van een oordeel over het door
administreert het fonds de pensioenaanspraken, betaalt
het Bestuur gevoerde beleid in het afgelopen jaar en over
deze uit, belegt en beheert het fondsvermogen.
de naleving van de principes voor goed pensioenfondsbestuur. Het Verantwoordingsorgaan bestaat uit zes leden.
Het Bestuur
Twee leden vertegenwoordigen de Deelnemers, twee
Het Bestuur van het fonds is verantwoordelijk voor het
leden vertegenwoordigen de Pensioengerechtigden en
besturen van het fonds, het adequaat voorlichten van de
twee leden vertegenwoordigen de Werkgever.
verzekerden, het uitvoeren van de pensioenregelingen en het voeren van het financiële- en vermogensbeheer van
Visitatiecommissie
het fonds.
Een Visitatiecommissie voert het intern toezicht uit. Dit toezicht bestaat uit het kritisch bezien van het functioneren
Het Bestuur bestaat uit acht personen. ING Nederland
van (het Bestuur van) het fonds. In dit kader beoordeelt de
(tevens: de Werkgever) benoemt vier bestuursleden;
Visitatiecommissie de beleids- en bestuursprocedures en
de Deelnemers in de Deelnemersraad benoemen drie
de checks en balances (interne controle) van het fonds. De
bestuursleden, en de Pensioengerechtigden kiezen één
Visitatiecommissie bestaat uit drie externe, onafhankelijke
bestuurslid.
deskundigen.
In 2009 adviseerden de volgende bestuurscommissies het
Uitvoeringsorganisaties
Bestuur:
Het Bestuur heeft de dagelijkse uitvoering van de volgende
–
Auditcommissie;
activiteiten uitbesteed aan uitvoeringsorganisaties, die
–
Commissie Balansbeheer;
moeten voldoen aan hoge eisen van deskundigheid,
–
Commissie Governance en Organisatie;
integriteit en risicobeheersing.
–
Commissie Voorlichting;
–
Geschillencommissie; en
–
Pensioencommissie.
Jaarverslag 2009
5
Vermogensbeheer
Adviseurs
ING Asset Management B.V., ING Real Estate
Externe adviseurs staan de Commissie Balansbeheer en de
Investment Management Ltd, Russell Investments Ltd,
Pensioencommissie bij.
FRM Investment Management Ltd en ING Alternative Asset Management LLC, AZL Vermogensbeheer B.V., Cardano Risk Management B.V. en Cardano Structuring B.V. zijn verantwoordelijk voor het uitvoeren van het vermogensbeheer. Pensioenadministratie en financiële administratie AZL N.V. is verantwoordelijk voor het uitvoeren van de pensioenadministratie en de financiële administratie. Bestuursbureau Het Bestuursbureau, onder leiding van de Directeur, ondersteunt het Bestuur bij de uitoefening van zijn taken. Het Bestuursbureau is verantwoordelijk voor de beleidsvoorbereiding en een aantal uitvoerende taken op de gebieden governance en organisatie, pensioenreglementen, risicomanagement, control en externe verantwoording. Daarnaast ondersteunt het Bestuursbureau de verschillende organen van het fonds. Tevens houdt het Bestuursbureau toezicht op de werkzaamheden die zijn uitbesteed aan vermogensbeheerders en de pensioenadministrateur. Compliance Officer Het Nederlands Compliance Instituut voert de controle op de naleving van de wet- en regelgeving en de Gedragscode uit. Accountant Ernst & Young Accountants LLP fungeert als externe accountant en geeft in die hoedanigheid de accountantsverklaring af bij de gepubliceerde jaarrekening. Hiertoe voert de accountant de noodzakelijk geachte controles uit en rapporteert zijn bevindingen aan het Bestuur. Actuaris Mercer Certificering B.V. is belast met de actuariële certificering en brengt rapport uit aan het Bestuur over de controle van de berekeningen van de pensioenverplichtingen, de actuariële analyse van de resultaten en de beoordeling van de financiële positie van het fonds. Hewitt Associates B.V. draagt zorg voor het actuarieel advies.
6
Kerncijfers 2009
2008
2007
2006
2005
Voorziening pensioenverplichtingen 1)
10.267
10.154
7.655
7.665
7.518
Reserves
1.715
689
3.239
2.595
2.001
Totale beleggingen 2)
11.881
9.958
10.455
10.325
9.513
Dekkingsgraad (%) 3)
117
107
142
136
128
Voorzieningen en reserves (in miljoenen euro)
Baten en lasten (in miljoenen euro) Bijdragen 4)
490
1.651
928
505
379
Beleggingsresultaten 5)
962
-1.375
-125
486
1.189
Pensioenuitkeringen
318
290
259
235
212
Resultaat
1.026
-2.550
321
595
639
Totale portefeuille
15,2
-12,2
-1,1
5,3
14,5
Benchmark
15,2
-8,1
-1,3
4,2
13,9
Marktrente verplichtingen
3,9
3,5
4,8
4,0
3,7
Deelnemers
30.711
31.941
33.141
36.192
36.438
Gewezen Deelnemers
28.017
27.005
26.489
23.392
22.166
Totaal pensioengerechtigden, waarvan:
15.364
14.369
14.887
14.189
13.614
– Ouderdomspenioen
11.005
10.134
9.671
9.052
8.490
Rendement op Beleggingen (%)
Aantal verzekerden einde boekjaar
– Nabestaandenpensioen
4.359
4.235
4.112
3.968
3.912
– Arbeidsongeschiktheidspensioen 6)
–
–
1.104
1.169
1.212
Totaal verzekerden
74.092
73.315
74.517
73.773
72.218
heidspensioen
–
–
1.104
1.169
1.212
Totaal verzekerden (exclusief dubbeltellingen)
74.092
73.315
73.413
72.604
71.006
Dubbeltelling gerechtigden op arbeidsongeschikt-
1)
De Voorzieningen ultimo 2009, 2008 en 2007 zijn berekend tegen de marktrente volgens de rentetermijnstructuur. De Voorziening ultimo 2006 is berekend tegen 4%.
2)
Beleggingen voor risico Pensioenfonds (inclusief derivaten).
De Voorziening ultimo 2005 is berekend tegen de rentetermijnstructuur (gemiddeld 3,7%). 3)
De dekkingsgraad wordt berekend door het totaal van de activa voor risico van het Pensioenfonds (minus de passiefposten Kortlopende schulden en overlopende passiva ) te delen door de Voorziening pensioenverplichtingen (plus Overige technische voorzieningen).
4)
De Kostendekkende premie voor 2009 bedraagt € 493 miljoen (2008: € 566 miljoen)
5)
Beleggingsresultaten inclusief resultaat derivaten ad € 708 miljoen negatief ten behoeve van het balansbeheer.
6)
Met ingang van 2008 zijn de Pensioengerechtigden met een arbeidsongeschiktheidspensioen begrepen in de andere categorieën. Hierdoor is er geen sprake meer van een dubbeltelling.
Jaarverslag 2009
7
8
Voorwoord
In 2009 heeft het Bestuur van Pensioenfonds ING zich
Een belangrijk moment in 2009 was de ondertekening
vooral gericht op het monitoren van de risicopositie en de
van de Uitvoeringsovereenkomst. Nadat op
ontwikkeling van de financiële positie van het fonds. De
11 december 2008 overeenstemming tussen het fonds
governance van het fonds en de communicatie naar verze-
en ING Nederland was bereikt over de inhoud van de
kerden behoorden ook tot de speerpunten van het Bestuur.
nieuwe Uitvoeringsovereenkomst, is in april 2009 de
Als onderdeel van de governance heeft het Bestuur in
Uitvoeringsovereenkomst ondertekend.
2009 het integrale risicomanagement ingericht, zodat het Bestuur tijdig op de hoogte is van materiële risico’s en waar
In augustus 2009 heeft het fonds de Pensioengerechtigden
nodig kan bijsturen.
en de Gewezen Deelnemers geïnformeerd dat zij in september 2009 en in januari 2010 geen verhoging van
De ontwikkelingen op de financiële markten stonden ook
hun ingegane pensioenen respectievelijk opgebouwde
in 2009 in het teken van de financiële crisis. Deze crisis,
pensioenaanspraken zouden ontvangen. Het fonds heeft
de tweede in nog geen tien jaar tijd, werkte door in alle
hiertoe moeten besluiten, omdat ING Nederland de door
geledingen van de economie en heeft ook de pensioen-
het Bestuur gevraagde middelen hiervoor niet beschikbaar
wereld hard getroffen. In de eerste maanden van 2009
heeft gesteld.
zakte de financiële positie van veel pensioenfondsen naar een dieptepunt. In het kielzog van de stijging van de aan-
In juni 2009 hebben ING Nederland en de vakbonden,
delenmarkten is de financiële positie van de Nederlandse
het Bestuur van het Pensioenfonds, de Centrale
pensioenfondsen in de loop van 2009 sterk verbeterd.
Ondernemingsraad, de Deelnemersraad en de Vereniging Senioren ING informatie verstrekt over de plannen
In 2009 heeft het Bestuur beleid gevoerd gericht op het
van ING Nederland om een nieuwe pensioenregeling
beschermen van de dekkingsgraad. In dit kader heeft het
te introduceren. Naar aanleiding van deze plannen
Bestuur onder meer het renterisico nagenoeg volledig,
heeft het Bestuur onderzoek gedaan naar alternatieve
en het aandelenrisico in belangrijke mate afgedekt. Als
mogelijkheden. Het fonds heeft ING Nederland en de
gevolg van deze afdekking heeft het fonds niet volledig
vakbonden in een vervolgbijeenkomst over de door het
kunnen profiteren van de gestegen marktrente en de
fonds onderzochte alternatieven geïnformeerd. In het
gestegen aandelenkoersen. In 2009 is de dekkingsgraad
eerste kwartaal van 2010 heeft een derde bijeenkomst
gestegen van 107 procent ultimo 2008 tot 117 procent
plaatsgevonden. Met deze bijeenkomst is de studiefase
ultimo 2009. In deze dekkingsgraad is rekening gehouden
naar de mogelijke invoering van een nieuwe pensioen-
met de, volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek
regeling afgerond. De CAO-partijen hebben aangegeven
en het Actuariëel Genootschap, snellere stijging van de
de uitkomsten van de studie te zullen betrekken in het
levensverwachtingen dan eerder was aangenomen. Het
arbeidsvoorwaardenoverleg.
fonds heeft daarom per 31 december 2009 de Voorziening pensioenverplichtingen met 4 procent verhoogd. Zonder
In 2009 is het project Podia gestart. Dit project heeft als
deze verhoging zou de dekkingsgraad eind 2009 zijn
doel de onvolkomenheden in de verzekerdenadministratie
uitgekomen op 121 procent.
op te lossen, zodat eind 2010 voor alle verzekerden de aan hen toegezegde rechten juist zijn geadministreerd, en het fonds alle verzekerden tijdig en juist kan informeren.
Jaarverslag 2009
9
Belangrijk nieuws in 2009 was ook de aankondiging van ING om een splitsing tussen de bank- en verzekeringsactiviteiten aan te brengen. Deze splitsing kan ook gevolgen hebben voor het fonds. In 2010 zal er naar verwachting meer duidelijkheid komen over de gevolgen van de aangekondigde splitsing voor het fonds. Het Bestuur van het fonds heeft een tweetal onderwerpen geformuleerd, die aandacht verdienen in het kader van de aangekondigde splitsing. Het betreft de onderwerpen toeslagverlening en herstelpremie. Het Bestuur spreekt zijn dank uit aan al degenen die zich in het afgelopen jaar hebben ingezet voor het fonds. In het bijzonder dankt het Bestuur de leden van de Deelnemersraad die zich in 2009 met de advisering over onder meer de aanpassingen van de negen pensioenreglementen van het fonds hebben beziggehouden. Het Bestuur bouwt met vertrouwen verder aan het realiseren van de doelstelling van het fonds: het streven naar het op lange termijn nakomen van de nominale pensioenaanspraken en pensioenrechten tegen een acceptabele premie.
Amsterdam, 21 mei 2010
Het Bestuur
10
1. Bestuursverslag
1.1 Bestuur
Bestuursactiviteiten
Het jaar 2009 was enerverend voor de pensioenwereld, met
Het Bestuur van het fonds draagt er zorg voor dat het
veel turbulentie op de financiële markten en uitgebreide
fonds handelt ten behoeve van alle belanghebbenden bij
media-aandacht voor het onderwerp pensioen. Om slag-
het fonds en weegt bij zijn besluitvorming alle belangen
vaardig te kunnen inspelen op de actuele ontwikkelingen
op een zorgvuldige en evenwichtige wijze af. De belang-
heeft het Bestuur in het verslagjaar naast de reguliere
hebbenden zijn de Deelnemers, de Gewezen Deelnemers,
bestuursvergaderingen extra beleidsdagen belegd.
de Pensioengerechtigden en de Werkgever.
Bestuurssamenstelling
Het Bestuur heeft in 2009 negen keer vergaderd. Vaste
In 2009 heeft een aantal wijzigingen in de samenstelling
onderwerpen op de agenda van het Bestuur waren de
van het Bestuur plaatsgevonden.
financiële positie van het fonds, het beleggingsbeleid, het risicomanagement, de pensioentechnische aangelegen-
De vacature die is ontstaan na het vertrek van de heer
heden en de governance en organisatie van het fonds.
K. van Roon (vertegenwoordiger van de Deelnemers) is per 4 juni 2009 ingevuld door de heer H.L.R. Boeve.
Tevens is het Bestuur drie keer bijeengekomen voor een
De vacature die is ontstaan door het vertrek van de heer
beleidsdag. Op de beleidsdagen is onder andere aandacht
H.A.L.M. Hooijmans (vertegenwoordiger van de Werkgever)
besteed aan de volgende onderwerpen:
op 31 maart 2009 is per 3 augustus 2009 ingevuld door de
–
heer J. van der Giessen. Per 31 december 2009 liep de zittingstermijn van de
verantwoord beleggen; –
de afhankelijkheden van de Werkgever;
–
de verschillende scenario’s bij de mogelijke invoering
heren A. Stolk (vertegenwoordiger van de Deelnemers) en J.T. Postmus (vertegenwoordiger van de Werkgever) af.
standpuntbepaling inzake maatschappelijk
van een nieuwe pensioenregeling; –
de mogelijke impact van de verandering van de
De heer Stolk heeft zich niet herkiesbaar gesteld.
IFRS-verslaggevingsregels inzake pensioen op de jaar-
De heer Postmus is door de Deelnemersraad per
rekening van de Werkgever;
1 januari 2010 benoemd als vertegenwoordiger van
–
de Deelnemers in het Bestuur. De heer H.A. Koemans is per 18 mei 2010 benoemd als bestuurslid namens de Werkgever.
mogelijke (financiële) consequenties van de aangekondigde splitsing van ING; en
–
zelfevaluatie van het Bestuur. In 2009 is een aanvang gemaakt met de zelfevaluatie, in 2010 zal het Bestuur hier een vervolg aan geven.
Het Bestuur dankt de heer Stolk voor zijn inzet voor en betrokkenheid bij het fonds. De heer Stolk heeft gedurende
De bestuurscommissies zijn meerdere malen bijeen-
zijn zittingsperiode onder andere deelgenomen aan de
gekomen om adviezen aan het Bestuur voor te bereiden.
Auditcommissie. Daarnaast is hij tweemaal als voorzitter
Het Bestuur heeft in 2009 twee keer met ING Nederland
van een adhoc commissie betrokken geweest bij de ver-
overlegd, twee keer met de Deelnemersraad en twee keer
kiezingen van een nieuwe Deelnemersraad. De heer Stolk
met het Verantwoordingsorgaan. Daarnaast is in 2009
heeft zich daarnaast ook intensief bezighouden met de
meerdere keren overleg geweest met de Visitatiecommissie.
overgang van de pensioenadministratie van IPS naar AZL
Zowel het gehele Bestuur als individuele bestuursleden
en aansluitend met het vervolgtraject.
hebben met de leden van de Visitatiecommissie overlegd.
Jaarverslag 2009
11
Uitvoeringsovereenkomst
mogelijke financiële consequenties van de splitsing van
Nadat op 11 december 2008 overeenstemming tussen het
ING voor het fonds. Het Bestuur van het fonds heeft een
fonds en ING Nederland was bereikt over de inhoud van
tweetal onderwerpen geformuleerd, die aandacht ver-
de nieuwe Uitvoeringsovereenkomst, is in april 2009 de
dienen in het kader van de aangekondigde splitsing. Het
Uitvoeringsovereenkomst ondertekend. De overeenkomst
betreft de onderwerpen toeslagverlening en herstelpremie.
is met terugwerkende kracht op 1 januari 2008 in werking
Het Bestuur is bereid om met ING Nederland nieuwe
getreden en vervangt de financieringsovereenkomst die uit
financieringsafspraken te maken met betrekking tot de
2005 dateerde. In deze overeenkomst zijn de financierings-
toeslagverlening met dien verstande dat het zekerheids-
en betalingsafspraken tussen het fonds en de Werkgever
niveau voor de verzekerden gelijk blijft.
vastgelegd. In het jaarverslag 2008 zijn deze afspraken toegelicht.
Op grond van de Uitvoeringsovereenkomst is de Werkgever een herstelpremie verschuldigd indien de dekkingsgraad
Arbitrageprocedure
van het fonds lager uitkomt dan 110 procent. Voor het
Als gevolg van de ontwikkelingen op de financiële
nakomen van deze verplichting zijn ING Bank N.V. en ING
markten in het eerste kwartaal van 2009 heeft het fonds op
Verzekeringen N.V. hoofdelijk aansprakelijk. Het lijkt in
31 maart 2009 op grond van de Uitvoeringsovereenkomst
het belang van alle betrokkenen om over de financiering
een aanvullende nota van € 210 miljoen ingediend
van deze herstelpremie nieuwe afspraken te maken. Het
bij de Werkgever. De Werkgever heeft dit bedrag niet
Bestuur zal in 2010 de ontwikkelingen van de splitsing
binnen de daarvoor in de Uitvoeringsovereenkomst
bij ING op de voet blijven volgen en zal de gevolgen van
vastgelegde betalingstermijn voldaan. De Werkgever
aangekondigde maatregelen voor de verzekerden van het
heeft hierbij een beroep gedaan op een bepaling in de
fonds in kaart brengen.
Uitvoeringsovereenkomst om de betalingstermijn aan te passen, zodanig dat de nota aan het einde van het jaar
Deskundigheid
kon worden voldaan, zoals dat gebruikelijk was onder de
In 2009 heeft het Bestuur een deskundigheidsplan voor
oude overeenkomst. Het fonds en de Werkgever zijn over
de bestuursleden opgesteld. Deskundigheidsbevordering
de betalingstermijn niet tot overeenstemming gekomen.
vindt op verschillende manieren plaats. Opleidingen,
Derhalve is het fonds in juli een arbitrageprocedure gestart.
deelname aan congressen, het bijwonen van
Het arbitragecollege heeft op 20 november 2009 het
bijeenkomsten van bijvoorbeeld de Stichting voor
fonds in het gelijk gesteld en bepaald dat ING Nederland
Ondernemingspensioenfondsen en het organiseren van
de nota aan het fonds moet voldoen. Het arbitrage-
beleidsdagen zijn onderdelen van dit opleidingsplan.
college heeft echter besloten dat het fonds de nota pas na
Eind 2009 is hiertoe een jaarplanning opgesteld met
15 januari 2010 in kan vorderen, na verrekening van een
daarin opgenomen relevante opleidingen, congressen en
mogelijke schuld van het fonds aan de Werkgever. Eind
bijeenkomsten.
januari heeft het fonds vastgesteld dat geen vordering resteerde, omdat de dekkingsgraad aan het einde van het boekjaar boven de 110% lag. De Werkgever heeft over de
1.2 2009 in het kort
vordering wel rente moeten vergoeden.
Op het gebied van de verzekerden van het fonds is het fonds begonnen met het oplossen van de onjuistheden
Splitsing ING Groep
en onvolledigheden in de verzekerdenadministratie.
Eind oktober heeft het fonds kennis genomen van de
Daarnaast heeft het fonds de verzekerden geïnformeerd
plannen van ING om een splitsing tussen de bank- en de
over life-events (belangrijke gebeurtenissen in het leven),
verzekeringsactiviteiten aan te brengen. Een delegatie
de toeslagverlening, het Toeslagenlabel en door eventuele
van het Bestuur heeft kort na deze aankondiging met ING
waardeoverdracht. Ook hebben de verzekerden in 2009 het
Nederland gesproken over de gevolgen van de splitsing
Uniform Pensioen Overzicht ontvangen. Het Pensioenloket
voor het fonds. Tijdens de beleidsdag in december heeft
heeft vele vragen over deze en andere pensioengerela-
het Bestuur met externe adviseurs gesproken over de
teerde onderwerpen beantwoord. Een toelichting op deze onderwerpen staat in paragraaf 1.3.
12
Op het gebied van de pensioenreglementen heeft
eerste oordeel over het jaarverslag 2008 afgegeven en
het Bestuur de negen pensioenregelingen die het fonds
heeft daarnaast adviezen aan het Bestuur gegeven. In 2009
uitvoert aangepast aan de Pensioenwet, de Veegwet, de
heeft de eerste visitatie plaatsgevonden. Een toelichting
Uitvoeringsovereenkomst en de ING CAO. De Werkgever
op deze onderwerpen staat in paragraaf 1.7, goed
is een traject gestart om een nieuwe pensioenregeling in
pensioenfondsbestuur.
te voeren en heeft in dit kader een drietal bijeenkomsten georganiseerd. Een delegatie van het Bestuur van het
In 2009 is risicomanagement een belangrijk aandachts-
fonds heeft aan deze bijeenkomsten deelgenomen. In
gebied voor het Bestuur geweest. De risico’s die het fonds
2009 hebben drie verzekerden een geschil aan het Bestuur
loopt zijn in kaart gebracht en aan de hand van een risico-
voorgelegd. Een toelichting op deze onderwerpen staat in
assessment is een risicoprofiel opgesteld. Paragraaf 1.8
paragraaf 1.4.
beschrijft dit proces. De toelichting bij de jaarrekening beschrijft de geïnventariseerde risico’s en de getroffen
De financiële positie van het fonds was één van de
maatregelen.
belangrijkste aandachtspunten van het Bestuur in 2009. Het Bestuur heeft een update van de Asset Liability Management-studie laten uitvoeren en heeft aan de hand
1.3 Verzekerden
hiervan het financieel beleid van het fonds geactualiseerd.
De verzekerden van het fonds zijn de Deelnemers, de
Tevens heeft het Bestuur een continuïteitsanalyse laten
Gewezen Deelnemers en de Pensioengerechtigden. Het
uitvoeren. Daarnaast is een risicodashboard ontwikkeld.
fonds behartigt de belangen van al deze verzekerden.
Het risicodashboard maakt inzichtelijk welke financiële risico’s de dekkingsgraad bedreigen en biedt het Bestuur
Ontwikkeling aantal verzekerden
een extra instrument om de ontwikkeling van de risico-
In 2009 heeft zich, net als in 2008, een daling van het
positie nauwlettend te volgen en bij te sturen. Paragraaf 1.5.
aantal Deelnemers voorgedaan (van 31.941 ultimo 2008
beschrijft de financiële positie van het fonds en de
tot 30.711 ultimo 2009) en nam het aantal Gewezen
ontwikkeling van de dekkingsgraad.
Deelnemers (+ 1.012) toe. Het aantal Pensioengerechtigden is met 6,9% gestegen (15.364 ultimo 2009 tegenover 14.369
Het Bestuur stelt jaarlijks een strategisch beleggings-
ultimo 2008). Als gevolg hiervan daalde het aandeel van
beleid vast, dat is ontwikkeld op basis van de pensioen-
de Deelnemers in het totaal van de verzekerden in 2009 tot
verplichtingen van het fonds, de uitkomsten van de Asset
41% (2008: 44%). Het totale aantal verzekerden is in 2009
Liability Management-studie en de daaruit resulterende
toegenomen met 1% (ultimo 2009 74.092 tegenover ultimo
strategische assetallocatie. Het strategisch beleggings-
2008 73.315).
beleid bepaalt op hoofdlijnen de inrichting van de beleggingsportefeuille voor de langere termijn. De marktontwikkelingen per beleggingscategorie zijn beschreven in paragraaf 1.6. over beleggingen. Deze paragraaf beschrijft tevens het beleggingsrendement ten opzichte van de vastgestelde benchmarks. Het beleggingsrendement over 2009 bedroeg 15,2% (2008: -12,2%). Het fonds kent een Deelnemersraad, een Verantwoordingsorgaan en een Visitatiecommissie. De Deelnemersraad heeft in 2009 diverse adviezen aan het Bestuur gegeven. Aangezien de zittingstermijn van de Deelnemersraad afliep, heeft een Verkiezingscommissie, bestaande uit leden van het Bestuur en de Deelnemersraad, eind 2009 verkiezingen georganiseerd. Het Verantwoordingsorgaan heeft zijn
Jaarverslag 2009
13
Uitsplitsing verzekerden naar mannen en vrouwen in 2009
Mannen
Vrouwen
Totaal 2009
Totaal 2008
Deelnemers
18.813
11.898
30.711
31.941
Gewezen Deelnemers
15.006
13.011
28.017
27.005
15.364
14.369
8.087
2.918
11.005
10.134
302
3.712
4.014
3.787
345
448
74.092
73.315
Pensioengerechtigden, waaronder: – Ouderdomspensioen – Partnerpensioen – Wezenpensioen Totaal verzekerden
Figuur 1. Aandeel Deelnemers t.o.v. aantal verzekerden 55%
50%
45%
40%
35% 2003
14
2004
2005
2006
2007
2008
2009
Figuur 2. Ontwikkeling verzekerden (gesplitst naar groep) 40.000 35.000 30.000 25.000 20.000 15.000 10.000 5.000 0 2003
2004 Deelnemers
2005
2006
2007
2008
Gewezen Deelnemers
2009
Pensioengerechtigden
Verzekerdenadministratie
Communicatie met verzekerden geschiedt via nieuws-
De pensioenadministratie van ING Pension Services B.V.
berichten op de website van het fonds, het Pensioen-
(IPS) bevatte onvolkomenheden met betrekking tot de
magazine, het Pensioenloket en via correspondentie.
juistheid en de volledigheid van de in de verzekerdenadministratie opgenomen verzekerden en de aan hen
In 2009 heeft het fonds de verzekerden geïnformeerd over
toegezegde rechten. Deze onvolkomenheden zijn door
onder andere:
AZL in 2009 geïnventariseerd, geanalyseerd en verder in
–
de pensioengevolgen van diverse life-events;
kaart gebracht. Op basis van de bevindingen is een plan
–
het besluit van ING Nederland om geen middelen ter
van aanpak opgesteld onder de naam project Podia. Door
beschikking te stellen voor de verhoging van de inge-
de diversiteit van de onvolkomenheden is een geautoma-
gane pensioenen en pensioenaanspraken in september 2009 en januari 2010 (toeslagverlening);
tiseerde oplossing slechts beperkt mogelijk. In de tweede helft van 2009 is het project Podia van start gegaan. Het
–
de financiële positie van het fonds;
doel van deze verbeterslag is een correcte pensioen-
–
het gebruik van het Toeslagenlabel; en
administratie voor alle verzekerden voor eind 2010, zodat
–
waardeoverdracht.
deze goede en tijdige informatie over hun pensioen kunnen ontvangen.
Daarnaast heeft het fonds de Deelnemers het Uniform Pensioen Overzicht 2008 en 2009 gestuurd.
Communicatie met verzekerden Het fonds heeft in het kader van zijn voorlichtingsbeleid in
Life-events
2008 de volgende ambitie geformuleerd: “De helft van alle
In 2008 zijn life-events geïntroduceerd in de communi-
Deelnemers weet dat gebeurtenissen in het leven van invloed
catie met de verzekerden. Ook in 2009 zijn de verzeker-
kunnen zijn op de oudedagsvoorziening en weet welke actie
den over verschillende life-events geïnformeerd. Op de
nodig is”. Om deze ambitie waar te maken heeft het fonds
website van het fonds staat informatie over de gevolgen
life-events communicatie geïntroduceerd. Het doel hiervan
die een bepaald life-event kan hebben op het pensioen
is om het pensioenbewustzijn bij de verzekerden te ver-
van een verzekerde. In 2009 is in beide uitgaven van het
hogen en hen te wijzen op de relatie tussen pensioen en
Pensioenmagazine aandacht besteed aan life-events, te
een life-event.
Jaarverslag 2009
15
weten ‘een nieuwe baan’ respectievelijk ‘met pensioen gaan’.
Toeslagenlabel
Life-events zullen eveneens een centrale plek innemen op
Het Toeslagenlabel is ingevoerd om verzekerden inzicht
de nieuwe, in 2010 te realiseren website.
te geven in de mate waarin hun pensioen in de komende 15 jaar waarschijnlijk meegroeit met de stijging van
De Deelnemers van het fonds ontvingen bij het Uniform
de prijzen en/of lonen. Deze verwachting is beeldend
Pensioen Overzicht een folder met daarin informatie over
weergegeven in de vorm van muntjes. Het is een wettelijke
de invloed van life-events op hun pensioen.
verplichting om het Toeslagenlabel in de daartoe aangewezen communicatie-uitingen te hanteren.
Sinds oktober 2009 ontvangen Deelnemers op hun 45ste verjaardag een felicitatiekaart van het fonds. Op de kaart
In 2009 heeft de Autoriteit Financiële Markten beslo-
staat een oproep aan de Deelnemer om met behulp van de
ten om pensioenfondsen de gelegenheid te bieden
Pensioenplanner te controleren of het pensioen past bij zijn
het Toeslagenlabel in 2009 nog niet op te nemen in de
of haar individuele wensen. Een jaar voor pensionering ont-
communicatie-uitingen, zodat de fondsen de gelegen-
vangen de Deelnemers een brochure die hen attendeert
heid hebben om het Toeslagenlabel op actuele gegevens
op de keuzes die zij kunnen maken en de acties zij tot aan
te baseren. In plaats daarvan moesten pensioenfondsen
de pensioendatum moeten ondernemen.
een brief sturen met een uitleg over de financiële crisis, de situatie van het pensioenfonds en de gevolgen voor de
Toeslagverlening
pensioenen. Het fonds heeft deze brief in september 2009
Voor alle Pensioengerechtigden en Gewezen Deelnemers
aan de verzekerden gestuurd. In 2010 heeft het fonds het
van het fonds geldt dat de toekenning van een verhoging
Toeslagenlabel opgenomen in zijn communicatie-uitingen.
van het pensioen voorwaardelijk is. Het fonds kan de opgebouwde pensioenaanspraken van de Gewezen Deelnemers
Waardeoverdracht
en de ingegane pensioenen van de Pensioengerechtigden
Bij verandering van werkgever kan een werknemer de
alleen verhogen, indien ING Nederland de daarvoor
waarde van de elders opgebouwde pensioenrechten
benodigde middelen aan het fonds ter beschikking stelt.
meenemen en inbrengen in de regeling van de nieuwe
De Pensioengerechigden en de Gewezen Deelnemers,
werkgever. Door de overheveling van de pensioen-
waarvoor de prijsinflatie als maatstaf dient, hebben per
administratie van IPS naar AZL in 2008 zijn er achterstanden
1 januari 2009 een verhoging van 2,53% van hun ingegane
bij de afhandeling van waardeoverdrachten ontstaan. In
pensioenen respectievelijk opgebouwde pensioen-
2009 heeft AZL deze achterstanden weggewerkt. AZL
aanspraken ontvangen. De Pensioengerechtigden en
heeft in totaal 2.781 waardeoverdrachtaanvragen uit 2008
de Gewezen Deelnemers ontvingen in september 2009
afgehandeld.
en in januari 2010 geen verhoging van hun ingegane pensioenen respectievelijk opgebouwde pensioenaan-
De waardeoverdrachtaanvragen die in 2009 zijn ingediend,
spraken. Het fonds heeft hiertoe moeten besluiten omdat
zijn direct in behandeling genomen. Een complicerende
ING Nederland de benodigde middelen hiervoor niet
factor in 2009 was dat waardeoverdrachten niet in
beschikbaar heeft gesteld. Het fonds heeft de volgende
alle gevallen konden worden uitgevoerd omdat een
verhogingen niet kunnen toekennen:
pensioenfonds met een dekkingsgraad lager dan 100%
–
voor de Pensioengerechtigden en Gewezen
niet mag meewerken aan individuele waardeoverdrachten.
Deelnemers waarvoor de looninflatie als maatstaf dient,
Pensioenfonds ING heeft in 2009 wel kunnen meewerken
3,0% per 1 september 2009 en 1,0% per 1 januari 2010;
aan individuele waardeoverdrachten, maar is daarbij
en
afhankelijk van de financiële situatie bij het andere fonds.
voor de Pensioengerechtigden en Gewezen
Indien waardeoverdracht niet heeft kunnen plaatsvinden,
Deelnemers waarvoor de prijsinflatie als maatstaf dient,
heeft het fonds de betrokkenen hierover geïnformeerd.
–
0,41% per 1 januari 2010.
16
Uniform Pensioen Overzicht (UPO)
Pensioenloket
In dit gestandaardiseerde pensioenoverzicht staat onder
Het Pensioenloket is ingericht om pensioenvragen
andere informatie over de uitkering die een Deelnemer kan
van verzekerden te beantwoorden, bijvoorbeeld
verwachten bij pensionering.
over pensioenopbouw of over de consequenties van veranderingen in de persoonlijke omstandigheden. Ook in
Voordat de Deelnemers van het fonds hun UPO kregen
2009 hebben de medewerkers van het Pensioenloket veel
toegestuurd, heeft een aantal ING-medewerkers op ver-
verzekerden geholpen. In totaal zijn 15.168 telefonische
zoek van het fonds de UPO’s beoordeeld. De conclusie van
vragen en 26.533 vragen per e-mail of post ontvangen en
deze groep was dat het UPO de verschillende onderdelen
beantwoord. Opvallend is de grote toename van het aantal
van de pensioenregeling overzichtelijk weergeeft en de
e-mails in 2009 ten opzichte van 2008. Deze toename is
Deelnemer voldoende op de hoogte brengt.
te verklaren doordat het Pensioenloket de verzekerden vaker verzoekt om de vraag per e-mail te stellen. Daarnaast
Vrijwel alle ING-medewerkers hebben in mei 2009 en
heeft het Pensioenloket 2.392 e-mails ontvangen over
september 2009 een UPO ontvangen, met daarin de stand
de UPO’s terwijl in 2008 geen UPO’s zijn verstuurd. Ook
van zaken per januari 2008, respectievelijk januari 2009.
zijn er 1.012 vragen gesteld over de verkiezingen van de
Het fonds heeft in 2009 niet alle medewerkers een UPO
Deelnemersraad die in november 2009 plaatsvonden.
kunnen versturen omdat nog niet alle gegevens van medewerkers correct in de pensioenadministratie waren opgenomen. Deze medewerkers hebben hierover een persoonlijke brief ontvangen. Onderwerp
Telefonisch
E-Mail
Post
UPO
3.230
2.329
118
Waardeoverdracht
2.120
1.173
8.032
Indexatie Pensioenregelingen Pensioenplanner
124
70
10
2.012
1.617
231
264
427
0
7.418
6.068
6.458
Totaal 2009
15.168
11.684
14.849
Totaal 2008
14.945
7.775
11.708
Overig
1.4 Pensioenreglementen
Pensioenfonds aan ING Nederland zijn visie op de plannen
In juni 2009 heeft ING Nederland aangekondigd dat zij
gegeven. Eind 2009 heeft een tweede bijeenkomst plaats-
beoogt een nieuwe pensioenregeling in te voeren.
gevonden en begin 2010 heeft een derde bijeenkomst
ING Nederland en de vakbonden hebben de Centrale
plaatsgevonden. Met deze bijeenkomst is de studiefase
Ondernemingsraad, het fonds, de Deelnemersraad en de
naar de mogelijke invoering van een nieuwe pensioen-
Vereniging Senioren ING in een bijeenkomst geïnformeerd
regeling afgerond. De CAO-partijen hebben aangegeven
over haar plannen. Het Bestuur van het Pensioenfonds
de uitkomsten van de studie te zullen betrekken in het
heeft verschillende scenario’s laten uitwerken en met
arbeidsvoorwaardenoverleg.
externe deskundigen van gedachten gewisseld over de plannen die ING Nederland heeft gepresenteerd. Naar aanleiding van deze bijeenkomst heeft het Bestuur van het
Jaarverslag 2009
17
Pensioenreglementen
Pensioenadvies
Het fonds voert thans negen pensioenregelingen uit. Tot
In 2008 heeft ING Nederland in overleg met het
één van de negen reglementen treden op dit moment nog
fonds het ‘financieel pensioenadvies’ ontwikkeld.
Deelnemers toe. Het betreft de regeling:
Deelnemers van het fonds kunnen advies vragen bij
–
RVS Levensverzekeringen N.V. en ING Assurantiekantoren
Basisregeling Pensioen 65.
Nederland B.V. In 2009 hebben zo’n 50 Deelnemers gebruik De overige reglementen betreffen gesloten regelingen.
gemaakt van deze service. Uit een onderzoek onder
Tot deze regelingen kunnen geen Deelnemers meer
18 personen blijkt dat zij tevreden zijn over de service en
toetreden:
deze service gemiddeld een eindcijfer van 8,2 geven.
–
Overgangsregelingen 2006;
–
Overgangsregelingen 2002;
Geschillen
–
Basisregeling Pensioen 62;
Indien een verzekerde van mening is dat hij bij de
–
Basispensioenregeling;
toepassing van de Pensioenreglementen in zijn rechten
–
Pensioenregeling ING Groep;
jegens het fonds is geschaad, kan hij bezwaar maken
–
Pensioenregeling Nationale-Nederlanden;
tegen de genomen beslissing. In 2009 zijn drie geschillen
–
Pensioenregeling Westland/Utrecht Hypotheekbank; en
voorgelegd aan het Bestuur. Na advisering door de
–
Prepensioenregeling.
Geschillencommissie zijn twee geschillen door het Bestuur ongegrond verklaard. Bij één geschil heeft het Bestuur de
Het Bestuur heeft in 2009 de bovengenoemde pensioen-
verzekerde grotendeels in het gelijk gesteld.
reglementen aangepast aan de Pensioenwet, de Veegwet, de Uitvoeringsovereenkomst en de ING-CAO 1 juli 2008 tot en met maart 2010. De datum van inwerkingtreding voor
1.5 Financiële positie
de gewijzigde pensioenreglementen is 1 januari 2008. De gewijzigde reglementen zijn te vinden op de website van
Financieel beleid
het fonds.
In het kader van het beheren en beleggen van het fondsvermogen streeft het fonds ernaar om de kans (gemiddeld
Pensioenplanner
op lange termijn) dat het fonds in één jaar (voor bijstorting
Met de Pensioenplanner, die te vinden is op de website
van de Werkgever) in een situatie van dekkingstekort
van het fonds, kunnen Deelnemers in een paar stappen
komt te verkeren, te beperken tot maximaal 1%. Dit is de
het opgebouwde pensioen op een overzichtelijke
strategische risiconorm. Er is sprake van een dekkingstekort
wijze in beeld krijgen. Ook kan een Deelnemer in de
indien de dekkingsgraad lager is dan de minimaal vereiste
Pensioenplanner persoonlijke keuzes invullen. De
dekkingsgraad van 105%, zoals het fonds die voor interne
Pensioenplanner rekent vervolgens uit welke invloed de
doeleinden hanteert. Het fonds wil het realiseren van deze
keuze heeft op de hoogte van het pensioen. In 2009 is de
doelstelling bereiken door middel van een evenwichtige
informatie in de Pensioenplanner geactualiseerd.
risico-allocatie.
Een deel van de Deelnemers kan op dit moment geen gebruik maken van de Pensioenplanner, omdat hun
Asset Liability Management Studie (ALM-studie)
gegevens nog niet juist in de pensioenadministratie
ALM-studies geven inzicht in de financiële risico’s waarmee
zijn opgenomen. Bij afronding van het project Podia
het fonds te maken heeft of in de toekomst te maken
hebben alle Deelnemers toegang tot de Pensioenplanner.
kan krijgen. Een ALM-studie helpt om deze risico’s en de
Tevens zijn in 2009 de voorbereidingen gestart voor een
effectiviteit van de verschillende beleidsinstrumenten op
verbeterde Pensioenplanner, die in het eerste kwartaal van
een structurele wijze te evalueren. Het Bestuur heeft in
2010 in gebruik is genomen.
2009 een update van de in 2008 opgestelde ALM-studie laten uitvoeren. Bij deze studie zijn diverse toekomstscenario’s betrokken en is aandacht besteed aan het al dan niet afdekken van financiële risico’s en de invloed
18
daarvan op de dekkingsgraad op korte en lange termijn.
digd om de dekkingsgraad, voor zover deze tussen de
Aan de hand van de update van deze ALM-studie heeft
105% en 110% ligt, aan te vullen met éénderde deel van
het Bestuur het financieel beleid van het fonds voor 2010
het verschil tussen de aanwezige dekkingsgraad en 110%.
geactualiseerd en waarbij rekening is gehouden met de
Het fonds houdt bij het vaststellen van de dekkingsgraad
ontwikkeling van het verzekerdenbestand.
rekening met de vorderingen die voortvloeien uit deze bepalingen in de Uitvoeringsovereenkomst.
Continuïteitsanalyse Door middel van een continuïteitsanalyse verkrijgt
Vereiste dekkingsgraad
het Bestuur inzicht in de verwachte ontwikkeling van
Ultimo 2009 bedraagt de vereiste dekkingsgraad op basis
de dekkingsgraad, de kans op een dekkingstekort en
van de wettelijke voorschriften 114,8%. Per eind 2009
de ontwikkeling van de kostendekkende premie op
lag de dekkingsgraad van het fonds boven deze vereiste
langere termijn. Het Bestuur heeft de uitkomsten van
dekkingsgraad. Hiermee voldeed het fonds aan deze
de continuïteitsanalyse onder meer gebruikt om het
wettelijke eis.
Toeslagenlabel voor 2010 te bepalen. Uit de in het verslagjaar uitgevoerde continuïteitsanalyse blijkt dat de
Ultimo 2008 bedroeg de vereiste dekkingsgraad 119,8%.
dekkingsgraad van het fonds zich, bij toepassing van de
De belangrijkste oorzaak van de daling van de vereiste
gekozen uitgangspunten en veronderstellingen, positief
dekkingsgraad is dat het fonds het renterisico in 2009, in
ontwikkelt.
overeenstemming met het strategisch beleggingsbeleid, nagenoeg volledig heeft afgedekt. Hierdoor hoeft het fonds
Risicodashboard
nagenoeg geen Eigen vermogen meer aan te houden om
In 2009 heeft het fonds een risicodashboard ontwikkeld en
het renterisico op te vangen.
dat per september 2009 ingevoerd. Het risicodashboard maakt inzichtelijk welke financiële risico’s de dekkingsgraad
Minimaal vereiste dekkingsgraad
van het fonds bedreigen. Het risicodashboard biedt het
De minimaal vereiste dekkingsgraad van het fonds
Bestuur en de Commissie Balansbeheer het instrumenta-
bedraagt op basis van de wettelijke vereisten 104,2% per
rium om bij te sturen op de gevoeligheid van de dekkings-
eind 2009. Het fonds hanteert voor interne doeleinden een
graad voor de diverse financiële risico’s. Tevens volgt uit
minimaal vereiste dekkingsgraad van 105%.
het risicodashboard in welke mate de maatregelen, die het fonds heeft getroffen om die risico’s te verminderen, daad-
Reservetekort
werkelijk effect sorteren.
Er is sprake van een reservetekort indien een pensioenfonds een dekkingsgraad heeft die lager is dan de vereiste
Vereisten aan de dekkingsgraad
dekkingsgraad, maar hoger dan de minimaal vereiste
De dekkingsgraad van een pensioenfonds dient te voldoen
dekkingsgraad. In dat geval dient een pensioenfonds een
aan de vereisten die zijn opgenomen in het Besluit
langetermijnherstelplan in te dienen bij De Nederlandsche
financieel toetsingskader pensioenfondsen. De dekkings-
Bank (DNB). Eind oktober 2008 verkeerde het fonds in
graad wordt berekend door het totaal van de activa voor
die situatie. Het fonds heeft een langetermijnherstelplan
risico van het Pensioenfonds (minus de passiefposten
opgesteld, waar DNB op 8 juni 2009 mee heeft ingestemd.
Kortlopende schulden en overlopende passiva) te delen door de Voorziening pensioenverplichtingen (plus Overige
Langetermijnherstelplan
technische voorzieningen).
Volgens het langetermijnherstelplan zou de dekkingsgraad
In de Uitvoeringsovereenkomst is bepaald dat
van het fonds naar verwachting in 2012 weer voldoen aan
ING Nederland per het eind van een kwartaal een bijdrage
de vereiste dekkingsgraad. De dekkingsgraad van het fonds
verschuldigd is om de dekkingsgraad aan te vullen tot
was echter reeds vanaf eind juli 2009 doorlopend hoger
105% indien die zich voor het voldoen van die bijdrage
dan de vereiste dekkingsgraad.
beneden dat niveau bevindt. Daarnaast is ING Nederland per het einde van het kalenderjaar een bijdrage verschul-
Jaarverslag 2009
19
Om de dekkingsgraad te laten voldoen aan de wettelijke
Ontwikkeling financiële positie in 2009
vereisten heeft het fonds een tweetal sturingsmiddelen,
De dekkingsgraad is van 106,8% ultimo 2008 gestegen
te weten het premiebeleid zoals vastgelegd in de
naar 116,7% ultimo 2009. Deze ontwikkeling is als volgt te
Uitvoeringsovereenkomst en het beleggingsbeleid.
specificeren. Aansluitend volgt de toelichting op de tabel.
Het fonds heeft, mede uit strategische overwegingen, besloten om het renterisico nagenoeg geheel af te dekken. Daarnaast heeft het fonds het valutarisico nagenoeg
Ontwikkeling dekkingsgraad
2009
2008
risico’s aanzienlijk beperkt en geleid tot een afname van de
1 januari
106,8
142,3
vereiste dekkingsgraad.
Rentetermijnstructuur
6,4
-30,2
Overrendement
6,6
-23,5
Vanwege de beweeglijkheid van de dekkingsgraden stelt
Premies
0,6
13,5
DNB pas na enige tijd vast of sprake is van een robuust
Uitkeringen
0,2
1,6
herstel. DNB beschouwt een eenmaal ingegaan herstel-
Levensverwachting
-4,4
–
plan als beëindigd indien gedurende drie kwartalen geen
Overig
0,5
3,1
tekort meer bestaat. Ultimo 2009 bevond de dekkingsgraad
31 december
116,7
106,8
geheel afgedekt. Deze twee maatregelen hebben de
van het fonds zich gedurende twee achtereenvolgende kwartalen boven de vereiste dekkingsgraad. Rentetermijnstructuur De stijging van de rentetermijnstructuur vanaf de vijftienjaarsrente in 2009 heeft een daling van de Voorziening pensioenverplichtingen tot gevolg gehad. In 2008 zorgde de daling van de rentetermijnstructuur voor een forse stijging van de Voorziening pensioenverplichtingen. De onderstaande figuur geeft de rentetermijnstructuur per 31 december 2007, 31 december 2008 en 31 december 2009 weer.
Figuur 3. Rentetermijnstructuur per 31 december 2007, 2008 en 2009 6,0% 5,5% 5,0%
Rente (%)
4,5% 4,0% 3,5% 3,0% 2,5% 2,0% 1,5% 1,0% 0
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
Looptijd (jr) 31/12/07
20
31/12/08
31/12/09
Overrendement
per 31 december 2009 een onttrekking van 0,2% aan deze
Het overrendement betreft het totaal van de directe en
Voorziening plaats. De Technische voorzieningen van het
indirecte beleggingsopbrengsten (€ 962 miljoen) onder
fonds zijn dientengevolge per saldo met 3,8% gestegen
aftrek van de toegevoegde interest aan de Voorziening
tot € 10,3 miljard. Deze stijging had in 2009 een negatieve
pensioenverplichtingen (€ 260 miljoen). De waarde
invloed op de dekkingsgraad.
toename van de aandelenbeleggingen heeft voornamelijk het per saldo positieve saldo (€ 702 miljoen) veroorzaakt.
Overig De Voorziening pensioenverplichtingen is met € 32 miljoen
Premies
afgenomen als gevolg van een verbetering van de
Op grond van de Uitvoeringsovereenkomst bestaan de
programmatuur, leidend tot een verfijndere toepassing van
in rekening gebrachte premies uit reguliere premies en
de grondslagen voor de berekening van de Voorziening
koopsommen voor pensioenverplichtingen, voor toeslagen
pensioenverplichtingen. Daarnaast is onder deze post
op ingegane pensioenen en premievrije pensioenen voor
mede begrepen de gevolgen van waardeoverdracht,
Gewezen Deelnemers en Pensioengerechtigden, evenals
afkoop en uitruil van pensioenaanspraken.
een opslag voor het op peil houden van de dekkingsgraad. Vanwege deze opslag hebben de premieontvangsten een positief effect op de dekkingsgraad.
1.6 Beleggingen
In 2009 bedroeg de kostendekkende premie € 492,8 miljoen. De feitelijke premie over 2009 is fractioneel hoger dan de
Algemene ontwikkeling financiële markten in 2009
kostendekkende premie.
De forse teruggang van het bruto binnenlands product in de eurozone (-3,7%), de VS (-2,5%) en Japan (-5,2%) laat
Uitkeringen
duidelijk zien dat de kredietcrisis, die in het najaar van 2008
De uitkeringen aan Pensioengerechtigden doen de
begon, ingrijpende gevolgen heeft gehad voor de volwas-
Technische voorzieningen afnemen, hetgeen eveneens
sen economieën. Opkomende landen hadden daarentegen
een positief effect heeft op de dekkingsgraad.
nagenoeg geen last van de kredietcrisis en lieten in 2009 een groei zien van gemiddeld 2%. Met een stijging van het
Levensverwachting
bruto binnenlands product van ruim 8% was China één van
Pensioenfondsen dienen de voorzieningen op prudente
de landen die zich in de wereldwijde economie het meest
wijze vast te stellen, rekening houdend met de meest
positief onderscheidden. Het land was een belangrijke
recente inzichten met betrekking tot de toename van
stimulans voor het aantrekken van de wereldeconomie,
de levensverwachting van mannen en vrouwen. Het
mede door zijn aanhoudend grote vraag naar grondstoffen.
Centraal Bureau voor Statistiek heeft eind 2009 nieuwe
Dat de wereldeconomie zo snel uit een zeer diep dal kon
sterftecijfers gepubliceerd waaruit blijkt dat de levensver-
kruipen, is echter vooral te danken aan de bijzonder door-
wachting sneller stijgt dan eerder werd aangenomen. Het
tastende aanpak van de centrale banken en overheden.
Verbond van Verzekeraars publiceert naar verwachting in
Centrale banken verlaagden de officiële rentes tot extreem
het tweede kwartaal van 2010 de nieuwe generatietafel.
lage niveaus en slaagden er via het nemen van crisis-
Het fonds zal de gehanteerde sterftegrondslagen in 2010
maatregelen in om de markten weer op gang te brengen.
naar aanleiding van deze publicatie evalueren en een
Overheden stimuleerden de economie via het creëren van
besluit nemen over aanpassing van de sterftegrondslagen
forse overheidstekorten en voorzagen de markten mas-
uiterlijk met ingang van 31 december 2010. Vanwege de
saal van liquiditeit. Hierdoor boden zij tegenwicht aan de
toegenomen levensverwachting en vooruitlopend op de
enorme vraaguitval in de particuliere sector.
publicatie van een nieuwe generatietafel van het Verbond van Verzekeraars heeft het fonds per 31 december 2009 4% aan de Voorziening pensioenverplichtingen toegevoegd. De Voorziening voor toekomstige sterfteontwikkeling biedt gedeeltelijk dekking voor deze verhoging. Hiertoe vond
Jaarverslag 2009
21
De aanpak van de beleidsmakers, waaronder het IMF, wierp
bedrijven de (laaggespannen) verwachtingen overtroffen,
sneller vruchten af dan verwacht. Dat herstel, mede onder-
was een belangrijke steun voor de aandelenmarkten.
steund doordat bedrijven hun voorraden weer gingen
De meest risicovol geachte aandelenmarkten, zoals de
aanvullen, verspreidde zich opvallend snel over de regio’s.
opkomende markten, presteerden het best. Ook presteer-
Daarmee lijkt een langjarige economische teruggang voor-
den de cyclische (risicovollere) sectoren duidelijk beter dan
komen te zijn.
de defensieve sectoren.
Ontwikkeling obligatiemarkten De rentes op tienjarige staatsleningen in Nederland bewogen in 2009 tussen een niveau van 3,4% en 4,1%
Land / regio
Index
31-12-
31-12-
2009
2008
en de rentes op tienjarige Amerikaanse staatsleningen bewogen tussen 2,2% en 3,8%. Deze rentes zijn laag
Nederland
gebleven vanwege ondermeer het gestegen aanbod
Europa
van geld en de lage inflatie. Daarnaast ondervonden
Verenigde Staten
S&P 500
1.115
903
overheden, die fors op de emissiemarkt opereerden, nog
Japan
Nikkei
10.546
8.860
nauwelijks concurrentie van de particuliere sector.
China
CSI 300
3.576
1.818
AEX
335
246
Euro Stoxx 50
2.965
2.448
Nadat beleggers er vertrouwen in hadden gekregen dat de massale steun van de centrale banken en overheden ging doorwerken op de markten en de reële economie, liepen ook de extreem hoge risicopremies van de risicovollere
Ontwikkelingen vastgoed
vastrentende categorieën terug. De liquiditeitspremies op deze obligaties zijn nagenoeg verdwenen, waardoor de
Beursgenoteerd vastgoed
risicopremies weer op min of meer normale niveaus zijn
Vastgoedaandelen lieten dit jaar een duidelijk positief
gekomen.
resultaat zien. Het jaar begon echter met een sterk negatief resultaat. Na de eerste twee maanden van het jaar waren de koersen ruim 20% gedaald. De koersstijging op de
10-jaars rente
31-12-
31-12-
2009
2008
aandelenmarkt die zich vanaf maart voordeed, deed zich ook voor bij de vastgoedaandelen. De koersen van vastgoedaandelen veerden sterk op vanwege de verbetering
Nederland
3,56%
3,55%
van de kredietmarkten. Niet alleen de mogelijkheden voor
Duitsland
3,39%
2,95%
herfinanciering werden in belangrijke mate verruimd. Ook
Euro 10-jaars swap rente
3,59%
3,74%
de financiering van nieuwe aankopen kwam weer op gang.
Verenigde Staten
3,84%
2,22%
Hierdoor kon de liquiditeit op de markt toenemen. Niet-beursgenoteerd vastgoed De financiële crisis heeft de vastgoedmarkten wereldwijd
Ontwikkelingen aandelenmarkten
getroffen. Dit leidde tot een neerwaartse bijstelling van de
Het jaar 2009 was een jaar met twee gezichten. Tot 9 maart,
waardering van niet-beursgenoteerd vastgoed. De waarde
het laagste punt van de aandelenmarkten, was er sprake
van commercieel vastgoed daalde gedurende het gehele
van extreme risicoaversie van beleggers. Na 9 maart keerde
jaar, met grote regionale verschillen. Azië heeft de kleinste
de risicobereidheid terug. Aanvankelijk reageerden de aan-
waardecorrectie laten zien, de Verenigde Staten de groot-
delenmarkten vooral op de opluchting dat een depressie
ste. Europa zat qua afwaardering in het midden.
was voorkomen. De forse stijging op de aandelenmarkten
Vanwege het defensieve karakter van de retail- en
hield aan doordat de economische cijfers beter waren dan
industriële sectoren daalde de waarde van dit vastgoed
was verwacht. Ook het feit dat de kwartaalcijfers van de
minder snel dan de waarde van vastgoed in de kantorensector.
22
Ontwikkelingen alternatieve beleggingen
Private Equity In 2009 zijn de waarderingen van verschillende Private
Hedgefondsen
Equity-fondsen, na de soms forse dalingen in 2008,
Nadat hedgefondsen in 2008 waren geconfronteerd
gestegen. Doordat met het herstel op de publieke aan-
met liquidatie en onttrekkingen, volgde 2009 met
delenmarkten ook het vertrouwen bij beleggers is
de beste performance van de afgelopen 10 jaar. Het
gestegen, is het aantal Private Equity-transacties ten
stimuleringsplan van de overheden en het vertrouwen
opzichte van 2008 duidelijk toegenomen. Ook de mogelijk-
bij beleggers stonden aan de basis van deze positieve
heden voor het gebruik van vreemd vermogen zijn in deze
performance. De hedgefund industrie heeft fundamentele
sector toegenomen.
wijzigingen op het gebied van transparantie, liquiditeit en corporate governance ondergaan. De combinatie van
Commodities
deze wijzigingen en de positieve performance zorgden
Aan het begin van het jaar lagen de grondstoffenprijzen op
voor een beperkte instroom van nieuwe gelden vanaf het
niveaus die alleen gerechtvaardigd zijn ten tijde van een
derde kwartaal.
globale recessie. Het herstel volgde in de tweede helft van het jaar. De olieprijzen verdubbelden gedurende het jaar door beperking van de olieproductie door de OPEC en de afwezigheid van nieuwe initiatieven voor olieprojecten. Natuurinvloeden waren vooral merkbaar bij de suikerproductie in Brazilië en India, waardoor de prijzen stegen. De prijs van goud bereikte in 2009 een nieuw hoogtepunt door de grote vraag, mede vanuit de centrale banken.
Stand commodities
31-12-2009
31-12-2008
Olie (Dated Brent)
USD per barrel
77
42
Goud
USD per ounce
1.099
875
Koper
USD per 1000 kg
7.375
3.070
Suiker
USD per 50 kg
27
14
Koffie (Brazilië)
BRL per 60 kg
171
219
Strategisch beleggingsbeleid
Het Bestuur stelt jaarlijks een beleggingsplan op waarin
De risicodoelstelling van het fonds vormt het uitgangspunt
het beschrijft op welke wijze het beleid leidt tot concrete
voor het strategisch beleggingsbeleid, zoals in hoofdstuk
activiteiten. Om de beoogde pensioenuitkeringen op
1.5 is beschreven. Het strategisch beleggingsbeleid is mede
korte en lange termijn veilig te stellen, belegt het Bestuur
gebaseerd op de pensioenverplichtingen van het fonds, de
de toevertrouwde middelen op een wijze die voldoet aan
uitkomsten van de ALM-studie en de daaruit resulterende
beginselen van veiligheid, kwaliteit en risicodiversificatie.
strategische assetallocatie. Het bepaalt in hoofdlijnen de
Bij de keuze en het beheer van de beleggingen houdt het
inrichting van de strategische portefeuille voor de langere
fonds er rekening mee met hoe deze beleggingen milieu,
termijn. Dit beleid omvat de strategische assetallocatie, het
maatschappij en goed ondernemingsbestuur kunnen
(strategisch) duratiebeleid en het strategisch valutabeleid.
beïnvloeden. Het beleid dat het fonds op dit gebied voert, is ook vastgelegd in de Code Maatschappelijk Verantwoord Beleggen.
Jaarverslag 2009
23
Strategische assetallocatie De strategische assetallocatie geeft aan voor welk percentage de verschillende assetcategorieën in de totale portefeuille worden opgenomen. De structuur en looptijd van de pensioenverplichtingen, de verwachte rendementen en de verwachte risico’s van de assetcategorieën zijn onder meer van invloed op deze allocatie. De strategische assetallocatie voor 2009 met de bijbehorende bandbreedtes conform het meerjarenbeleggingsbeleid en het beleggingplan 2009 van het fonds, zijn weergegeven in de navolgende tabel. De bandbreedtes geven de grenzen aan waarbinnen de belangen in de diverse beleggingscategorieën zich mogen bewegen.
Beleggingscategorie 1)
2009 Norm
Minimum
2008 Maximum
Vastrentende waarden
50,0%
– Staatsobligaties
40,0%
35,0%
45,0%
– Bedrijfsobligaties
10,0%
7,5%
12,5%
Aandelen
32,0%
27,0%
37,0%
Vastgoed
10,0%
Norm
Minimum
Maximum
53,0%
48,0%
58,0%
32,0%
27,0%
37,0%
10,0%
– Beursgenoteerd vastgoed
4,0%
2,5%
5,5%
4,0%
3,0%
5,0%
– Niet-beursgenoteerd vastgoed
6,0%
4,5%
7,5%
6,0%
5,0%
7,0%
Alternatieve investeringen
5,0%
3,5%
6,5%
5,0%
0,0%
8,0%
Commodities
3,0%
1,5%
4,5%
0,0%
0,0%
0,0%
Totale portefeuille
1)
100,0%
100,0%
De samenstelling van de portefeuilles vastrentende waarden en alternatieve investeringen is in 2009 gewijzigd waardoor de indeling afwijkt van de in 2008 gehanteerde indeling.
In februari 2009 heeft het Bestuur, gelet op de markt-
de bandbreedte van de categorie staatsobligaties en
omstandigheden van dat moment, besloten af te wijken
de ondergrenzen van de bandbreedtes van de overige
van het hierboven genoemde strategisch meerjaren-
assetcategorieën zijn losgelaten en dat alle beschikbare
beleggingsbeleid. Dit besluit hield in om tijdelijk de
middelen in staatsobligaties worden belegd. Per januari 2010
portefeuille van het fonds niet te herbalanceren en geen
heeft het Bestuur het besluit om niet te herbalanceren
nieuwe beleggingscategorieën aan de portefeuille toe
ingetrokken.
te voegen. Dit besluit betekende dat de bovengrens van
24
De verdeling van de beleggingsportefeuille naar assetcategorieën exclusief derivaten per 31 december 2009 en 31 december 2008 luidt als volgt:
Beleggingscategorie
31-12-2009
31-12-2008
Marktwaarde
%
Marktwaarde
%
Vastrentende waarden
6.933
56,7
5.483
56,2
– Staatsobligaties
5.427
44,4
– Bedrijfsobligaties
1.506
12,3
Aandelen
4.168
34,1
3.091
31,6
Vastgoed
796
6,5
842
8,6
– Beursgenoteerd vastgoed
377
3,1
335
3,4
– Niet-beursgenoteerd vastgoed
419
3,4
507
5,2
Alternatieve investeringen
325
2,7
356
3,6
0
0,0
0
0,0
12.222
100,0
9.772
100,0
Commodities Totale portefeuille (exclusief derivaten)
Strategisch duratiebeleid
31 december 2009 ontstaan doordat het Bestuur per die
Het fonds stuurt bij de afdekking van het renterisico op
datum in verband met de toegenomen levensverwachting
een rentehedgeratio van 105% van de Technische voor-
de Technische voorziening met 3% heeft verhoogd.
zieningen, rekening houdend met een bandbreedte. Indien
Het fonds heeft in de eerste week van januari 2010 het
de rentehedgeratio zich buiten de bandbreedte bevindt,
afgedekte renterisico weer in lijn met de norm gebracht.
vindt herbalancering naar 105% plaats. De instrumenten
Naar aanleiding van het beschikbaar komen van meer
die het fonds voor de afdekking van het renterisico inzet,
gedetailleerde informatie met betrekking tot de effecten
zijn rentederivaten (renteswaps), staatsobligaties en voor
van de toegenomen levensverwachting, heeft het Bestuur
een beperkt deel bedrijfsobligaties.
eind maart besloten om de Technische voorzieningen
Als gevolg van de mismatch tussen de looptijden van
met terugwerkende kracht tot 31 december 2009
de pensioenverplichtingen en de looptijden van de
additioneel met 1% te verhogen waardoor de Technische
beleggingen heeft het Bestuur eind 2008 besloten het
voorzieningen in totaal met 4% zijn verhoogd. Deze
renterisico af te dekken door langlopende staatsobligaties
verhoging had een negatief effect op de rentehedge per
aan te schaffen en rentederivaten af te sluiten. In de eerste
31 december 2009. Eind maart was de aanpassing naar de
maanden van 2009 heeft de uitvoering van dit besluit
norm gerealiseerd.
plaatsgevonden. Per eind december 2009 bedroeg het op deze wijze afgedekte renterisico 101% van de Technische voorzieningen. Het verschil met de norm van 105% is per
Jaarverslag 2009
25
Strategisch valutabeleid
Verantwoord Beleggen vastgesteld. Deze Code doet niets
Het risico van koersveranderingen van de Amerikaanse
af aan de beleggingsdoelstelling van het fonds en tracht
dollar is afgedekt binnen de vastrentende portefeuille
zo mogelijk bij te dragen aan het bevorderen daarvan.
en de beursgenoteerde vastgoedportefeuille. Binnen de
Omdat het fonds een uniforme toepassing van zijn Code
niet-beursgenoteerde vastgoedportefeuille wordt het
wenst, zal het in 2010 een gespecialiseerd extern research-
valutarisico afgedekt als het belang in de betreffende valuta
instituut benoemen om op een gestructureerde wijze
minimaal 10% van de betreffende portefeuille is. Binnen de
alle beleggingen te screenen, het engagementbeleid uit
aandelenportefeuille worden de posities in de Amerikaanse
te voeren, het stemrecht op aandelen uit te oefenen en
dollar, het Britse pond en de Japanse yen afgedekt naar
het fonds hierbij te adviseren. Het fonds heeft zich in 2009
de euro. In de loop van 2009 zijn de Australische dollar, de
aangesloten bij Eumedion. Eumedion stelt zich ten doel
Canadese dollar en de Zwitserse frank hier aan toegevoegd.
het, vanuit de verantwoordelijkheid van in Nederland gevestigde institutionele beleggers, onderhouden en
Tactisch beleggingsbeleid
doorontwikkelen van goede corporate governance en het
Het tactische belegginsbeleid omvat onder meer besluit-
bevorderen van de acceptatie en naleving van standaarden
vorming over de afdekking van marktrisico.
hiervan door beursgenoteerde ondernemingen en institutionele beleggers, vooral in Nederland en Europa.
Om de dekkingsgraad te beschermen heeft het Bestuur in
Ook heeft het fonds de United Nations Principles for
mei 2009 besloten om over te gaan tot tijdelijke bescher-
Responsible Investment ondertekend.
ming van het aandelenbelang door middel van een optieconstructie. In augustus 2009 heeft het Bestuur besloten
Rendement 2009
om de bestaande optieconstructie aan te passen en zijn
Om de prestaties van een vermogensbeheerder af te
optieconstructies aangegaan met verschillend looptijden.
meten aan een bepaalde objectieve maatstaf, bepaalt het
Om de afdekking van het marktrisico te handhaven heeft
fonds benchmarks per beleggingscategorie. Het streven is
het Bestuur in november 2009 en in maart 2010 besloten
dat over het beheerde vermogen minimaal het rendement
een deel van de optieconstructie door te rollen. Daarnaast
van de benchmark wordt behaald. De benchmarks die met
heeft het Bestuur besloten om de kosten van de neer-
de vermogensbeheerders zijn bepaald, blijven in principe
waartse bescherming van het aandelenbelang deels te
gedurende het gehele jaar van toepassing .
financieren door de stijging van het aandelenbelang boven
In 2009 zijn de volgende benchmarks gehanteerd:
een bepaald niveau deels te verkopen.
–
voor staatsobligaties wordt een samengestelde benchmark gehanteerd: t
Maatschappelijk verantwoord beleggen
voor langlopende staatsobligaties is het bench-
Het fonds heeft rendementsdoelstellingen, maar realiseert
markrendement gelijk gesteld aan het portefeuille-
zich dat die in evenwicht moeten zijn met zijn maatschap-
rendement; t
pelijke verantwoordelijkheid. Dit betekent dat het fonds zich houdt aan de (internationaal) geldende wet- en regel-
samengestelde benchmark op basis van markt-
geving bij het rechtstreeks beleggen in ondernemingen die zich direct bezighouden met het produceren, onderhouden en/of handelen in wapens.
voor de overige staatsobligaties geldt een kapitalisatie;
–
voor bedrijfsobligaties wordt een samengestelde benchmark gehanteerd: t
voor investment grade bedrijfsobligaties is de
In 2009 is het fonds begonnen met het formuleren van een
benchmark Barclays Capital Euro Aggregate
beleid om invulling te geven aan zijn maatschappelijke
Corporate Bond Index (hedged to euro);
verantwoordelijkheid als institutionele belegger. Aan
t
voor bedrijfsobligaties in opkomende markten
de hand van de gedeelde opvattingen van het Bestuur
en High Yield obligaties is een samengestelde
en de Deelnemersraad, zoals vastgesteld in een bijeen-
benchmark gehanteerd die past bij de beleggings-
komst over het onderwerp maatschappelijk verantwoord
doelstellingen van deze subcategorieën;
beleggen, heeft het Bestuur de Code Maatschappelijk
26
–
voor aandelen wordt een samengestelde benchmark gehanteerd: t
voor aandelen in ontwikkelde markten is de benchmark MSCI World Index (Total return) hedged to euro;
t
voor aandelen in opkomende markten is de benchmark MSCI Emerging Market Index (Total return) hedged to euro;
–
de benchmark voor vastgoed is gesplitst: t
voor beursgenoteerd vastgoed is de benchmark GPR 250 Global Hedged Net;
t
voor niet-beursgenoteerd vastgoed wordt een vaste total return van 7,5% gehanteerd;
–
voor hedgefondsen en private equity is de benchmark de 3-maands Euribor plus 3%.
Het rendement van de gehele portefeuille ten opzichte van de benchmarkrendementen geeft het volgende beeld:
Beleggingscategorie 1)
31-12-2009
31-12-2008
Gerealiseerd
Benchmark
Gerealiseerd
Benchmark
rendement
rendement
rendement
rendement
Vastrentende waarden
6,4%
6,4%
10,5%
18,3%
– Beleggingsfondsen 2)
-2,2%
-2,2%
10,5%
18,3%
– Staatsobligaties 3)
3,0%
2,7%
– Bedrijfsobligaties 3)
21,9%
20,9%
Aandelen
37,3%
30,9%
-42,1%
-39,2%
Vastgoed
-0,7%
12,0%
-26,1%
-20,2%
– Beursgenoteerd vastgoed
12,5%
26,1%
-42,3%
-47,4%
– Niet-beursgenoteerd vastgoed
-9,2%
7,5%
-12,3%
7,5%
Alternatieve investeringen
10,2%
4,1%
-19,4%
0,7%
– Hedgefondsen
10,8%
4,1%
-19,0%
7,5%
– Private Equity
7,9%
4,1%
-21,3%
-21,3%
15,2%
15,2%
-12,2%
-8,1%
Totaal portefeuille
1)
De samenstelling van de portefeuilles vastrentende waarden en alternatieve investeringen is in 2009 gewijzigd waardoor de indeling afwijkt van de in 2008 gehanteerde indeling.
2)
Dit betreft de gerealiseerde- en bechmarkrendementen over het eerste kwartaal van 2009.
3)
Dit betreft de gerealiseerde- en bechmarkrendementen over het tweede tot en met het vierde kwartaal van 2009.
Jaarverslag 2009
27
De samenstelling van de portefeuilles vastrentende
Ook hier speelde de terugkeer van het vertrouwen van de
waarden en alternatieve investeringen is in 2009 gewijzigd,
beleggers een belangrijke rol. Echter in vergelijking met
waardoor de indeling afwijkt van de in 2008 gehanteerde
de benchmark, bleef het rendement achter met meer dan
indeling.
13%. Een meer defensieve positionering in de eerste helft van 2009, evenals het negatieve effect van ‘Fallen Angels’
Het rendement van de portefeuille over 2009 bedroeg
(bedrijfsobligaties die in kredietwaardigheid zijn gezakt
15,2%. Vooral de assetcategorieën aandelen en bedrijfs-
van investment grade naar below investment grade)
obligaties hebben hier positief aan bijgedragen.
resulteerde in een lager rendement. In de tweede helft van 2009 is meer belegd in cyclische en diverse laag geprijsde
Rendement vastrentende waarden
obligaties, wat weer positief uitwerkte op het rendement.
Tot de portefeuille vastrentende waarden in het eerste
De beleggingen in fondsen met obligaties in opkomende
kwartaal van 2009 behoorde onder meer een belegging
markten ontwikkelden zich in 2009 zeer voorspoedig met
in een samengesteld beleggingsfonds, bestaande uit
resultaten die boven de benchmark uitkwamen. Vooral de
staatobligaties, bedrijfsobligaties en rentederivaten. De
obligaties uit opkomende landen in harde valuta hadden
performance van het totaal van de performance van de
een sterk resultaat met een rendement van ruim 47%,
vastrentende waarden over het eerste kwartaal betreft der-
resulterend in een outperformance van 18% ten opzichte
halve een samengesteld performance cijfer. Aan het einde
van de benchmark. Voor vastrentende waarden in lokale
van het eerste kwartaal is dit beleggingsfonds gesplitst in
valuta van opkomende markten was 2009 ook een
een portefeuille staatsobligaties, een portefeuille bedrijfs-
goed jaar met een rendement van ruim 13% en een out-
obligaties en een portefeuille rentederivaten. Dit heeft
performance van 3% ten opzichte van de benchmark. De
tot gevolg dat vanaf het tweede kwartaal van 2009 de
valutaposities droegen bij aan het resultaat, vanwege een
performance van staatsobligaties en bedrijfsobligaties
zwakkere dollar, maar ook door de fundamentele kracht
separaat is weergegeven.
van de exportsector van de meeste opkomende markten. Per saldo hebben bedrijfsobligaties met een rendement
Staatsobligaties
van 21,9% positief bijgedragen aan het totale rendement.
De categorie staatsobligaties heeft in 2009 een bescheiden
Ten opzichte van de benchmark werd over het tweede tot
positief rendement laten zien van 3,0%. Waar staats-
en met het vierde kwartaal per saldo een outperformance
obligatierentes in de eerste helft van 2009 fors stegen als
gerealiseerd van 1,0%.
gevolg van verbeterende economische omstandigheden, daalden zij in de tweede helft van 2009 als gevolg van het
Voor de assetcategorie vastrentende waarden resteerde er
beleid van de centrale banken, die aangaven de rentes nog
op jaarbasis een outperformance van 0,1%. Deze outperfor-
lange tijd laag te houden. Ten opzichte van de benchmark
mance wordt veroorzaakt door een forse overweging in de
werd over het tweede tot en met het vierde kwartaal per
tweede helft van 2009 van de portefeuille staatsobligaties.
saldo een outperformance van 0,3% behaald. Rendement aandelen Bedrijfsobligaties
2009 was een uitstekend jaar voor de aandelenbeleggin-
De categorie bedrijfsobligaties bestaat uit Investment
gen niet alleen in absolute zin (plus 37,3%) maar ook ten
Grade bedrijfsobligaties, High Yield obligaties en bedrijfs-
opzichte van de benchmark door een outperformance
obligaties in opkomende markten.
van 6,4%. Het positieve beleggingsresultaat was vooral te danken aan de, op economisch herstel ingerichte,
De beleggingen in Investment Grade bedrijfsobligaties
aandelenportefeuille van het fonds. Regio- en sector-
presteerden in lijn met de markt met een rendement van
beleid droegen beperkt positief bij aan dit resultaat. Het
15,5%. Het herstel van het vertrouwen in de economie
fonds profiteerde relatief het sterkst van de posities in de
en de maatregelen van overheden en centrale banken
opkomende markten en de sector basismaterialen. Maar
lagen hieraan ten grondslag. De categorie High Yield
ook de financiële instellingen presteerden goed. Een aantal
obligaties haalde een absoluut rendement van ruim 52%.
van de posities in Japan en in de sector nutsbedrijven
28
behoorde tot de achterblijvers.
1.7 Goed pensioenfondsbestuur
Opkomende markten sloten 2009 af met een stijging van
Het Bestuur onderschrijft de Principes voor goed
circa 70%, de grootste stijging sinds de internationale
pensioenfondsbestuur die de Stichting van de Arbeid
institutionele beleggers deze markten eind jaren tachtig
heeft vastgesteld en die in de Pensioenwet een wettelijke
ontdekten.
grondslag kennen. Deze principes zien toe op zorgvuldig bestuur, intern toezicht, verantwoording, deskundigheid,
Rendement vastgoed
openheid en communicatie.
Beursgenoteerd vastgoed
De paragrafen 1.1 en 1.3 van dit verslag beschrijven hoe
De portefeuille beursgenoteerde vastgoedfondsen
het Bestuur invulling heeft gegeven aan de principes
(rendement 12,5%) heeft gedurende 2009 een teleur-
zorgvuldig bestuur, verantwoording, deskundigheid en
stellend resultaat behaald. De underperformance bedroeg
communicatie. Deze paragraaf beschrijft onder meer de
13,6%. Dit is mede het gevolg van een te lang aange-
wijze waarop het (intern) toezicht is georganiseerd.
houden defensieve positionering van de portefeuille. Bestuursbureau Niet-beursgenoteerd vastgoed
De professionalisering van de organisatie die in 2008 is
Het negatieve rendement van niet-beursgenoteerde
ingezet is in 2009 voortgezet. Begin 2009 was de bezetting
vastgoedfondsen (rendement -9,2%) is met name ontstaan
van het Bestuurbureau volledig. Het Bestuursbureau,
door waardedalingen op de Amerikaanse markt. De relatief
onder leiding van een Directeur, ondersteunt het Bestuur
hoge allocatie van de portefeuille naar Europa en de relatief
bij de uitoefening van zijn taken. Het Bestuursbureau is
lage allocatie naar kantoren hadden een positieve bijdrage
verantwoordelijk voor de beleidsvoorbereiding en een
aan het relatieve rendement ten opzichte van peers. Ten
aantal uitvoerende taken op de gebieden governance en
opzichte van de lange termijn benchmark werd per saldo
organisatie, pensioenreglementen, risicomanagement,
een underperformance gerealiseerd van 16,7%.
control en externe verantwoording. Daarnaast ondersteunt het Bestuursbureau de verschillende organen van
Rendement alternatieve beleggingen
het fonds. Tevens houdt het Bestuursbureau toezicht op de werkzaamheden die zijn uitbesteed aan vermogens-
Hedgefondsen
beheerders en de pensioenadministrateur.
Het beleggen in hedgefondsen vindt plaats via fund-ofhedgefunds. Voor hedgefondsen was 2009 een hersteljaar
Het Bestuur van het fonds kon zich daardoor meer richten
met een rendement van 10,8%. Hiermee behaalden deze
op het vaststellen van het beleid, het houden van toezicht
fondsen een outperformance van 6,7% ten opzichte van de
en het afleggen van verantwoording. In 2009 is een groot
benchmark. Het herstel op de financiële markten en daar-
aantal stappen gezet om te komen tot een betere risico-
mee het terugkeren van mogelijkheden om te handelen
beheersing, een hogere kwaliteit van uitvoering van de
deed de meeste hedgefondsen goed. Vooral managers
pensioenregeling en het vermogensbeheer en een betere
die creditstrategieën en aandelen long/short strategieën
verantwoording aan de belanghebbenden bij het fonds.
gebruiken, konden waarde toevoegen. Deelnemersraad Private Equity
De Deelnemersraad kwam in het verslagjaar acht keer
Private Equity heeft met een rendement van 7,9% geprofi-
in vergadering bijeen. Daarnaast vond tweemaal een
teerd van het herstel in de groei van de wereldeconomie en
gezamenlijk overleg met het Bestuur plaats.
het herstel van de koersen op de publieke aandelenmark-
De Deelnemersraad adviseerde het Bestuur gevraagd over
ten. Hiermee behaalde Private Equity een outperformance
de volgende onderwerpen:
van 3,8% ten opzichte van de benchmark.
–
langetermijnherstelplan;
–
Uitvoeringsovereenkomst;
–
Actuariële en bedrijfstechnische nota;
Jaarverslag 2009
29
–
Verkiezingsreglement Deelnemersraad 2009;
bestaande uit twee leden van het Bestuur en
–
Reglement Benoeming en Verkiezing leden van het
twee leden van de Deelnemersraad, begin 2009 gestart
Bestuur;
met de voorbereiding voor deze verkiezingen. In
–
Jaarverslag 2008; en
november 2009 hebben digitale verkiezingen plaats-
–
negen pensioenreglementen met de daarbij
gevonden. Deelnemers en Pensioengerechtigden
behorende tabellenboeken.
konden hun stem via internet uitbrengen. De opkomst bij de verkiezingen was teleurstellend en bedroeg 17,1%
Met betrekking tot zeven van de negen pensioenregle-
(Deelnemers 7,9% en Pensioengerechtigden 36,7%).
menten heeft de Deelnemersraad een negatief advies
De uitslag is op 11 december 2009 door het Bestuur
gegeven. De aanleiding voor de negatieve adviezen werd
van het fonds vastgesteld. De nieuwe Deelnemersraad
in alle gevallen gevormd door de artikelen betreffende de
bestaat uit elf Deelnemers en vijf Pensioengerechtigden
toeslagverlening en de financiering daarvan.
en zal gedurende de periode 1 januari 2010 tot en met 31 december 2013 zitting hebben. De lage opkomst bij de
De Deelnemersraad heeft over de volgende vier onderwer-
verkiezingen vormt een aandachtspunt voor de volgende
pen advies uit eigen beweging gegeven:
verkiezingen.
–
beleggingsbeleid;
–
kwaliteit pensioentoezeggingen;
Verantwoordingsorgaan
–
pensioenplanner en dienstverlening AZL; en
In 2009 heeft mevrouw G. van Vollenhoven-Eikelenboom
–
functioneren Bestuursbureau.
de heer G. van Stijn opgevolgd. Mevrouw Van VollenhovenEikelenboom is door de vertegenwoordiging van
Daarnaast heeft de Deelnemersraad een reactie gegeven
Deelnemers uit de Deelnemersraad benoemd. Het Bestuur
op de Code Maatschappelijk Verantwoord Beleggen en
dankt de heer Van Stijn voor zijn inzet en betrokkenheid bij
zijn er werkafspraken gemaakt over collectieve waarde-
het fonds.
overdrachten. Het jaarverslag van de Deelnemersraad is te vinden op de website van het fonds.
Het Verantwoordingsorgaan kwam in 2009 vier keer bij elkaar. Daarnaast hebben er twee gezamenlijke overleg-
Ter ondersteuning van adviestrajecten hebben de ver-
vergaderingen met het Bestuur plaatsgevonden.
schillende commissies van het Bestuur en de commissies
Het Verantwoordingsorgaan adviseerde het Bestuur in 2009
van de Deelnemersraad regelmatig met elkaar overlegd
over de volgende onderwerpen:
om elkaars standpunten te vernemen en op elkaar af te
–
Visitatiecommissie;
stemmen.
–
Geschillenregeling;
–
Vergoedingsregeling Pensioengerechtigden; en
–
Communicatiebeleidsplan 2010-2012.
Het aantal en de aard van de adviesaanvragen, met name de adviesaanvragen over de pensioenreglementen van het fonds, hebben in 2009 een grote inspanning, zowel qua
Daarnaast heeft het Verantwoordingsorgaan één advies uit
inzet als tijd, vereist van de leden van de Deelnemersraad.
eigen beweging gegeven.
Het Bestuur dankt de leden van de Deelnemersraad voor
Het oordeel van het Verantwoordingsorgaan over het
hun inzet en bijdrage aan het functioneren van het fonds in
handelen van het Bestuur in 2009 is in hoofdstuk 3.4
het afgelopen jaar.
beschreven.
Verkiezingen nieuwe Deelnemersraad
In het kader van de informatieverstrekking aan het
Het jaar 2009 was tevens het laatste zittingsjaar van de
Verantwoordingsorgaan vindt sinds 2009 maandelijks
Deelnemersraad 2006-2009. Omdat de Deelnemers
overleg plaats tussen de voorzitter van het
respectievelijk de Pensioengerechtigden de leden van
Verantwoordingsorgaan en de Directeur van het fonds.
de Deelnemersraad kiezen, is een Verkiezingscommissie,
30
Het Bestuur heeft de opstelling van het Verantwoordings-
1.8 Risicomanagement
orgaan als positief ervaren en dankt de leden van het
Om een situatie te creëren waarin het Bestuur op ieder
Verantwoordingsorgaan voor hun inzet en bijdrage aan de
moment een actueel en volledig beeld heeft van de
ontwikkeling van het fonds in het afgelopen jaar.
risico’s die het fonds loopt, is in 2009 door het Bestuur veel aandacht besteed aan risicomanagement.
Visitatiecommissie In april 2009 is de Visitatiecommissie van start gegaan.
Het Bestuur heeft in dit kader allereerst de risico’s die het
Aan de hand van een groot aantal fondsdocumenten en
fonds loopt geïnventariseerd. Hiervoor is het FIRM-model
een gesprek met de voorzitter, de vice-voorzitter en de
van DNB als leidraad gebruikt. FIRM staat voor Financiële
Directeur van het fonds heeft de Visitatiecommissie in
Instellingen Risicoanalyse Methode. Deze methode stelt
augustus 2009 haar eerste conceptbevindingen aan het
financiële instellingen, waaronder pensioenfondsen, in
Bestuur gerapporteerd.
staat om via een integrale risicoanalyse inzicht te verkrijgen in de risico’s die de instelling loopt en het niveau van de
Vervolgens heeft de Visitatiecommissie met andere
beheersing van deze risico’s en de benodigde maatregelen
bestuursleden, de certificerend accountant en de
te nemen.
adviserend actuaris van het fonds, DNB, een adviseur van de Commissie Balansbeheer en de Directeur gesprekken
Het Bestuur heeft voor het fonds de volgende risico-
gevoerd. Begin 2010 heeft de Visitatiecommissie haar
categorieën gedefinieerd:
definitieve bevindingen in een rapportage aan het
–
matching / renterisico;
Bestuur overlegd. In paragraaf 3.4 is het oordeel van de
–
marktrisico;
Visitatiecommissie opgenomen.
–
kredietrisico;
–
verzekeringstechnische risico’s;
Toezichthouders
–
omgevingsrisico’s;
DNB en de Autoriteit Financiële Markten (AFM) hebben in
–
operationele risico’s;
2009 geen toezichtmaatregelen aan het fonds opgelegd.
–
uitbestedingsriciso’s;
In 2009 heeft het fonds twee keer overleg gevoerd met
–
IT-risico’s ;
de relatiebeheerders van DNB. Het fonds heeft in 2009
–
integriteitsrisico’s, en
veelvuldig schriftelijk contact gehad met de AFM over de
–
juridische risico’s.
verplichte teksten uit de toeslagenmatrix. Deze verplichte teksten hebben betrekking op de verlening van toeslagen.
Voor al deze risicocategorieën heeft het Bestuur vastgesteld
Aangezien deze teksten geen recht doen aan de situatie
welke specifieke risico’s het fonds loopt, welke beheers-
bij het fonds, heeft het fonds toestemming gevraagd en
maatregelen reeds zijn getroffen en welke additionele
gekregen voor het hanteren van, op de specifieke situatie
beheersmaatregelen nodig zijn. Deze risico-inventarisatie
van het fonds, toegesneden teksten.
met de bijbehorende beheersmaatregelen is in de diverse bestuurscommissies besproken. Aansluitend heeft het Bestuur een risico-assessment uitgevoerd en daarbij de risico’s van een score voorzien. De score is gebaseerd op de kans dat het risico zich voordoet en de mogelijke impact van het risico. Op basis van de scores heeft het Bestuur een risicoprofiel opgesteld. Op deze manier heeft het Bestuur een volledig overzicht van de mate waarin het fonds de verschillende risico’s beheerst. Aan de hand van het risicoprofiel is een plan van aanpak opgesteld, dat beschrijft welke additionele
Jaarverslag 2009
31
beheersmaatregelen noodzakelijk zijn om met name de onvoldoende beheerste risico’s alsnog te kunnen beheersen. Tevens is aangegeven op welke wijze de risico’s worden gemonitord. Het plan van aanpak is in de loop van 2009 uitgevoerd. Het Bestuursbureau informeert het Bestuur op kwartaalbasis over de status en voortgang van de risico’s. Op deze manier monitort het Bestuur de risico’s en stuurt het die, indien gewenst, bij. Hoofdstuk 2.8 Risicomanagement bevat een nadere toelichting op de genoemde risicocategorieën.
Figuur 4. Risicomanagement en de samenhang in stappen
Risico-inventarisatie en bepalen beheersmaatregelen
Kwartaalrapportage en monitoring
Risicoprofiel opstellen en bepalen aanvullende maatregelen
32
Risico-assessment uitvoeren
2. Jaarrekening 2009
Jaarverslag 2009
33
2.1 Balans per 31 december 2009 (na bestemming saldo; bedragen in duizenden euro’s)
Activa
2009
2008
Beleggingen voor risico Pensioenfonds [1] Vastgoed
796.400
841.547
Aandelen
4.168.265
3.091.251
Vastrentende waarden
6.933.020
5.483.250
Hedgefondsen
215.729
273.656
Private Equity
109.058
82.508
Derivaten
2.457
185.968 12.224.929
9.958.180
Herverzekeringsdeel technische voorzieningen [2]
3.777
3.895
Vorderingen en overlopende activa [3]
45.369
899.383
Liquide middelen [4]
67.935
7.534
12.342.010
10.868.992
Totaal activa
[..] De tussen haken vermelde nummers verwijzen naar corresponderende nummers in de toelichting op de balans, die een integraal onderdeel uitmaakt van de jaarrekening.
34
Passiva
2009
2008
Stichtingskapitaal en reserves Stichtingskapitaal [5]
16
16
Overige reserve [6]
1.201.989
180.752
Extra reserve [7]
513.345
508.224
Fonds waardeverschillen beleggingen [8]
0
0 1.715.350
688.992
Technische voorzieningen Voorziening pensioenverplichtingen voor risico Pensioenfonds [9] 10.266.902
10.154.323
Overige technische voorzieningen[10]
0
10.154
Herverzekeringsdeel technische voorzieningen[11]
3.777
3.895
Kortlopende schulden en overlopende passiva[12] Totaal passiva
10.270.679
10.168.372
355.981
11.628
12.342.010
10.868.992
[..] De tussen haken vermelde nummers verwijzen naar corresponderende nummers in de toelichting op de balans, die een integraal onderdeel uitmaakt van de jaarrekening.
Jaarverslag 2009
35
2.2 Staat van baten en lasten (in duizenden euro’s)
2009
2008
Beleggingsopbrengsten voor risico Pensioenfonds[13] Directe beleggingsopbrengsten
433.227
354.915
Indirecte beleggingsopbrengsten
528.827
-1.730.339 962.054
-1.375.424
Premiebijdragen van werkgevers en werknemers[14]
489.925
1.650.780
Saldo van overdrachten van rechten[15]
3.959
-23.138
Pensioenuitkeringen[16]
-317.804
-289.706
Mutatie Voorziening pensioenverplichtingen voor risico Pensioenfonds[17] Pensioenopbouw
-335.585
-261.617
Toeslagen
-44.389
-169.645
Rentetoevoeging
-259.928
-359.381
Onttrekking voor pensioenuitkeringen
319.060
287.679
Onttrekking voor pensioenuitvoeringskosten
4.772
4.305
Wijziging marktrente
574.549
-2.064.410
Wijziging uit hoofde van overdracht van rechten
-6.038
23.503
Overige mutaties voorziening pensioenverplichtingen
-365.020
40.066 -112.579
-2.499.500
Mutatie Overige technische voorzieningen[18]
10.154
-10.154
Herverzekering[19]
632
661
Pensioenuitvoerings- en administratiekosten[20]
-10.001
-3.903
Overige baten en lasten[21]
18
334
1.026.358
-2.550.050
Saldo van baten en lasten
[..] De tussen haken vermelde nummers verwijzen naar corresponderende nummers in de toelichting op de staat van baten en lasten, die een integraal onderdeel uitmaakt van de jaarrekening.
36
2009
2008
Bestemming van het saldo Overige reserves
1.021.237
-908.578
Extra reserve
5.121
125.483
Fonds waardeverschillen beleggingen
0
-1.766.955 1.026.358
Jaarverslag 2009
-2.550.050
37
2.3 Kasstroomoverzicht (in duizenden euro’s)
2009
2008
Pensioenactiviteiten Ontvangsten Premiebijdragen van werkgevers en werknemers
1.352.394
1.151.608
Uitkeringen uit herverzekering
513
3.196
Overgenomen pensioenverplichtingen
18.971
10.212
Overige
175
8.035 1.372.053
1.173.051
Uitgaven Uitgekeerde pensioenen
-317.270
-291.642
Overgedragen pensioenverplichtingen
-15.875
-30.531
Pensioenuitvoerings- en administratiekosten
-8.889
-2.921
-22
0
Mutaties Vorderingen en overlopende activa en Kortlopende schulden en overlopende passiva
-342.056
-325.094
Beleggingsactiviteiten Ontvangsten Directe beleggingsopbrengsten
424.849
373.548
Verkopen en aflossingen beleggingen
10.991.269
6.575.724 11.416.118
6.949.272
Uitgaven Aankopen beleggingen
-12.385.714
-7.787.705 -12.385.714
-7.787.705
Mutatie Liquide middelen
60.401
9.524
Saldo Liquide middelen 1 januari
7.534
-1.990
Saldo Liquide middelen 31 december
67.935
7.534
Over 2008 zijn de post Mutaties Vorderingen en overlopende activa en de post Kortlopende schulden en overlopende passiva toebedeeld aan de corresponderende posten.
38
2.4 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling
de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal
2.4.1 Wijziging in de waardering en presentatie
gaan met een uitstroom van middelen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld.
Algemeen
Baten worden in de rekening van baten en lasten
Voor vergelijkingsdoeleinden is de presentatie van de
opgenomen wanneer een vermeerdering van het
vergelijkende cijfers (2008) op enkele plaatsen aangepast.
economisch potentieel, samenhangend met een ver-
Dit heeft geen effect gehad op de waarde van het ver-
meerdering van een actief of een vermindering van een
mogen of het resultaat van voorgaand boekjaar.
verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden
Toepassing Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving (RJ)
verwerkt wanneer een vermindering van het economisch
Pensioenfonds ING heeft bij de samenstelling van het
potentieel, samenhangend met een vermindering van een
bestuursverslag, de jaarrekening en de overige gegevens
actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft
de regels van Titel 9 Boek 2 BW en de Richtlijnen voor de
plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan
Jaarverslaggeving toegepast.
worden vastgesteld. Indien een transactie ertoe leidt dat nagenoeg alle of alle
2.4.2 Waardering
toekomstige economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico’s met betrekking tot een actief of een verplichting
Schattingen en veronderstellingen
aan een derde zijn overgedragen, wordt het actief of de
De opstelling van de jaarrekening in overeenstemming
verplichting niet langer in de balans opgenomen. Verder
met Titel 9 Boek 2 BW vereist dat het Bestuur oordelen
worden activa en verplichtingen niet meer in de balans
vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die
opgenomen vanaf het tijdstip waarop niet meer wordt
van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de
voldaan aan de voorwaarden van waarschijnlijkheid van de
gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en
toekomstige economische voordelen en betrouwbaarheid
van baten en lasten. De schattingen en hiermee verbonden
van de bepaling van de waarde.
veronderstellingen zijn gebaseerd op ervaringen uit het
Dit betekent dat transacties worden verwerkt op handels-
verleden en verschillende andere factoren die gegeven
datum en niet op afwikkelingsdatum. Als gevolg hiervan
de omstandigheden als redelijk worden beschouwd. De
kan sprake zijn van een post “nog af te wikkelen transacties”.
uitkomsten hiervan vormen de basis voor het oordeel over
Deze post kan zowel een actief als een passief zijn.
de boekwaarde van activa en verplichtingen die niet op eenvoudige wijze uit andere bronnen blijkt. De daadwerke-
Saldering van een actief en een verplichting
lijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen.
Een financieel actief en een financiële verplichting
De schattingen en onderliggende veronderstellingen
worden gesaldeerd als nettobedrag in de balans opge-
worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van
nomen indien sprake is van een wettelijke of contractuele
schattingen worden opgenomen in de periode waarin de
bevoegdheid om het actief en de verplichting gesaldeerd
schatting wordt herzien, indien de herziening alleen voor
en gelijktijdig af te wikkelen en bovendien de intentie
die periode gevolgen heeft, of in de periode van herziening
bestaat om de posten op deze wijze af te wikkelen. De met
en toekomstige perioden, indien de herziening gevolgen
de gesaldeerd opgenomen financiële activa en financiële
heeft voor zowel de verslagperiode als toekomstige
verplichtingen samenhangende rentebaten en rentelasten
perioden.
worden eveneens gesaldeerd opgenomen.
Opname van een actief of een verplichting
Algemene grondslagen
Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer
De activa en passiva worden gewaardeerd tegen nominale
het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische
waarde, tenzij hierna een andere grondslag wordt vermeld.
voordelen naar het Pensioenfonds zullen toevloeien en
Activa en passiva in vreemde valuta worden omgerekend
Jaarverslag 2009
39
tegen de contante koersen per balansdatum. Alle baten
–
Beleggingsinstellingen in aandelen
en lasten worden ten gunste of ten laste van het resultaat
Participaties in beleggingsfondsen in aandelen met een
gebracht, rekening houdend met de overlopende posten
beursnotering worden gewaardeerd tegen de ultimo
per balansdatum. Baten en lasten voortvloeiend uit trans-
verslagperiode laatst bekende koers. Participaties
acties in vreemde valuta worden omgerekend tegen de
in beleggingsfondsen in aandelen die geen beurs-
koersen op transactiedatum. Waar nodig vindt waarde-
notering kennen worden gewaardeerd op de ultimo
vermindering plaats voor het risico van onvolwaardigheid
verslagperiode berekende intrinsieke waarde. De
van het activum.
intrinsieke waarde wordt ontleend aan de op lokale grondslagen gebaseerde opgaven van de desbetref-
Beleggingen voor risico Pensioenfonds
fende fondsmanagers.
Alle beleggingen zijn voor risico van het Pensioenfonds. De beleggingen worden gewaardeerd tegen de marktwaarde
Vastrentende waarden
per balansdatum. Vaststelling van deze marktwaarde
–
Obligaties
vindt plaats op basis van de onderstaande uitgangs-
Beursgenoteerde obligaties worden gewaardeerd
punten. De uit de waarderingsgrondslagen voortvloeiende
tegen de ultimo verslagperiode laatst bekende beurs-
gerealiseerde en ongerealiseerde waarderingsverschillen
koers. Voor zover obligaties geen beursnotering kennen
op beleggingen en op Derivaten worden als indirecte
of indien de koersvorming niet representatief wordt
beleggingsopbrengsten ten gunste of ten laste van het
geacht, vindt vaststelling door de vermogensbeheerder
resultaat gebracht.
plaats. Deze vaststelling wordt verricht met behulp van objectieve en recente marktinformatie en gebruik-
Vastgoed –
–
Beursgenoteerd vastgoed
makend van algemeen gangbare rekenmodellen. –
Leningen op schuldbekentenis
Participaties in vastgoedbeleggingsfondsen met een
Leningen op schuldbekentenis worden gewaardeerd
beursnotering worden gewaardeerd tegen de ultimo
op de contante waarde van de toekomstige
verslagperiode laatst bekende beurskoers.
kasstromen. Bepaling van de contante waarde vindt
Niet beursgenoteerd vastgoed
plaats met behulp van een rentecurve, waarbij tevens
Participaties in vastgoedbeleggingsfondsen die geen
rekening wordt gehouden met een kredietopslag,
beursnotering kennen, worden gewaardeerd op
die afhankelijk is van de sector en creditrating van de
de ultimo verslagperiode laatst bekende intrinsieke
uitgevende instelling en de looptijd van de lening.
waarde. De intrinsieke waarde wordt ontleend aan de opgaven van de desbetreffende fondsmanagers.
–
Beleggingsinstellingen in vastrentende waarden Participaties in beleggingsfondsen in vastrentende waarden met een beursnotering worden gewaardeerd
Aandelen
tegen de ultimo verslagperiode laatst bekende koers.
–
Beursgenoteerde aandelen
Participaties in beleggingsfondsen in vastrentende
Beursgenoteerde aandelen worden gewaardeerd
waarden die geen beursnotering kennen worden
tegen de ultimo verslagperiode laatst bekende
gewaardeerd op de ultimo verslagperiode berekende
beurskoers.
intrinsieke waarde. De intrinsieke waarde wordt
Niet beursgenoteerde aandelen
ontleend aan de op lokale grondslagen gebaseerde
Voor zover aandelen geen beursnotering kennen of
opgaven van de desbetreffende fondsmanagers.
–
indien de koersvorming niet representatief wordt geacht, vindt vaststelling door de vermogensbeheerder
Hedgefondsen
plaats. Deze vaststelling wordt verricht met behulp
Hedgefondsen worden gewaardeerd op de ultimo
van objectieve en recente marktinformatie en gebruik-
verslagperiode berekende intrinsieke waarde. De
makend van algemeen gangbare rekenmodellen.
intrinsieke waarde wordt ontleend aan de op lokale grondslagen gebaseerde opgaven van de desbetreffende fondsmanagers.
40
Private Equity
–
Extra reserve
Private Equity beleggingen worden gewaardeerd op de
De Extra reserve is een bestemde reserve voor het
ultimo verslagperiode berekende intrinsieke waarde.
opvangen van algemene risico’s. Jaarlijks wordt aan de
De intrinsieke waarde wordt ontleend aan de op lokale
Extra reserve een dusdanig bedrag toegevoegd dat
grondslagen gebaseerde opgaven van de desbetreffende
deze 5% van de Voorziening pensioenverplichtingen
fondsmanagers.
‘eigen rekening’ en van de Voorziening toekomstige sterfteontwikkeling bedraagt.
Derivaten
–
Fonds waardeverschillen beleggingen
Derivaten, die zijn afgesloten voor risicoafdekking en die
Op basis van de gewijzigde Actuariële en bedrijfstech-
deel uitmaken van de beleggingsportefeuille, zijn onder
nische nota is deze reserve in het boekjaar 2008 komen
een aparte beleggingscategorie “Derivaten” gerubriceerd.
te vervallen.
De negatieve derivatenposities zijn opgenomen onder de post Kortlopende schulden en overlopende passiva.
Technische voorzieningen
–
Valutaderivaten
De Technische voorzieningen en de vordering uit hoofde
De reële waarde van valutatermijntransacties wordt
van herverzekering worden actuarieel bepaald op de
bepaald op basis van de ultimo verslagperiode
contante waarde van de opgebouwde pensioenrechten
geldende marktnotering voor de resterende looptijd;
respectievelijk herverzekerde pensioenrechten van de
indien geen marktnotering beschikbaar is wordt de
verzekerden met inachtneming van onder meer de
waarde bepaald met behulp van marktconforme en
volgende verzekeringstechnische grondslagen:
toetsbare waarderingsmodellen.
–
–
Rentederivaten De reële waarde van intrest rate swaps is gebaseerd op
–
Intrest: de rentetermijnstructuur ultimo 2009, zoals gepubliceerd door De Nederlandsche Bank;
–
Sterfte: Pensioentafel 2006, startjaar 2010, met een
de contante waarde van de verwachte kasstromen.
leeftijdsterugstelling van twee jaar voor mannen
Aandelenderivaten
en twee jaar voor vrouwen. Ultimo 2009 is een
De reële waarde van aandelenderivaten wordt bepaald
additionele voorziening gevormd ter grootte van 4%
op basis van de ultimo verslagperiode geldende markt-
van de Voorziening pensioenverplichtingen inzake
notering; indien geen marktnotering beschikbaar is,
sterftetrendontwikkeling;
wordt de waarde bepaald met behulp van contante
–
waardeberekeningen en optiewaarderingsmodellen.
Gehuwdheid: bij de vaststelling van de Voorziening voor partnerpensioen wordt uitgegaan van leeftijdsafhankelijke gehuwdheidskansen;
Vorderingen en overlopende activa
–
De vorderingen worden opgenomen tegen nominale waarde, onder aftrek van de noodzakelijk geachte voor-
Uitkeringen: de uitkeringen worden continu betaalbaar verondersteld;
–
Leeftijden: de leeftijd van de (Gewezen) Deelnemer, de
zieningen voor het risico van oninbaarheid. Deze voor-
nabestaande of de wees wordt in de jaren en maanden
zieningen worden bepaald op basis van individuele
nauwkeurig vastgesteld;
beoordeling van de vorderingen. Overige activa en passiva
–
worden gewaardeerd tegen nominale waarde.
Leeftijdsverschil: het leeftijdsverschil tussen man en vrouw is op drie jaar gesteld (man ouder dan vrouw); en
–
Kosten: in de Voorziening pensioenverplichtingen is
Stichtingskapitaal en reserves
een excassovoorziening begrepen van 1,5% van de
Het Stichtingskapitaal en reserves bestaan uit het
netto voorziening.
Stichtingskapitaal, de Overige reserves en de Extra reserve. –
Overige reserves
De Voorziening pensioenverplichtingen omvat tevens de
Aan de Overige reserves wordt het resultaat toege-
reservering voor het toekomstig arbeidsongeschiktheidsri-
voegd dat resteert na bestemming van het resultaat
sico. De maximale voorziening hiervoor bedraagt 2 maal de
aan de Extra reserve en (tot en met 2008) het Fonds
in het boekjaar berekende risicopremie.
waardeverschillen beleggingen.
Jaarverslag 2009
41
De herverzekerde pensioenverplichtingen hebben
optredende waarderingsverschillen worden in de Staat
betrekking op ingebrachte, nog lopende polissen
van baten en lasten verantwoord. Alle transacties in
bij verzekeringsmaatschappijen. Dit zijn uitsluitend
vreemde valuta worden verantwoord tegen de op de
premievrije of lopende aanspraken voortvloeiend uit in
transactiedatum laatst bekende middenkoers. Aan- en
het verleden afgesloten herverzekeringsovereenkomsten.
verkoopkosten van beleggingen worden opgenomen in
De waarde van de herverzekeringspolissen wordt
de kostprijs respectievelijk in mindering gebracht op de
berekend op dezelfde grondslagen als de Voorziening
verkoopopbrengst van de betreffende beleggingen.
pensioenverplichtingen. Premiebijdragen van werkgevers en werknemers Overige technische voorzieningen
De bijdragen zijn berekend op basis van het financierings-
In de gehanteerde generatietafel behorende bij de
systeem van koopsommen voor de jaarlijkse opbouw
Pensioentafel 2006 is rekening gehouden met de ver-
inclusief backservice en de overige bij de toelichting op
wachte sterfteontwikkeling tot 2050. Vanwege het risico
de Voorziening pensioenverplichtingen uiteengezette
dat de overlevingskansen verder verbeteren dan waarmee
verzekeringstechnische grondslagen berekend tegen de
in de actuariële grondslagen rekening is gehouden,
actuele rentetermijnstructuur. In de bijdragen zijn tevens
wordt een Voorziening toekomstige sterfteontwikkeling
opslagen begrepen voor de jaarlijkse toevoegingen aan de
gevormd. Jaarlijks wordt aan deze Voorziening een bedrag
Voorziening toekomstige sterfteontwikkeling, alsmede een
toegevoegd ter grootte van 0,1% van de Voorziening
solvabiliteitsopslag van ten minste 20%.
pensioenverplichtingen tot een maximum van 5% van de Voorziening pensioenverplichtingen. Ultimo 2009 is
Mutatie Voorziening pensioenverplichtingen voor risico
een additionele voorziening gevormd van 4% van de
Pensioenfonds
Voorziening pensioenverplichtingen eigen rekening
Onder de toelichting onder Technische voorzieningen zijn
ter dekking van de verwachte toename van de levens-
de grondslagen voor de Mutatie Voorziening pensioen-
verwachting. De Voorziening toekomstige sterfteontwikke-
verplichtingen opgenomen.
ling is ultimo 2009 geheel vrijgevallen ter dekking van deze toename van de voorziening.
2.4.4 Grondslagen voor de opstelling van de risicoinformatie (RJ610)
Kortlopende schulden en overlopende passiva
Het Pensioenfonds belegt onder meer via beleggings-
De Kortlopende schulden en overlopende passiva worden
fondsen. De nadere risico-informatie die uit hoofde van
opgenomen tegen nominale waarde. Alle Kortlopende
de regelgeving (RJ610) wordt gerepresenteerd, is daarom
schulden en overlopende passiva hebben een looptijd van
mede ontleend aan de onderliggende gegevens van die
korter dan één jaar.
beleggingsfondsen. De beleggingen in die beleggingsfondsen zijn betrokken in de rubriceringen. Bij de indelin-
2.4.3 Resultaatbepaling
gen naar de verschillende gezichtspunten zijn de overige activa en passiva van de beleggingsfondsen niet nader toe
Beleggingsopbrengsten voor risico Pensioenfonds
te wijzen. Deze overige activa en passiva zijn daarom als
Onder de Directe beleggingsopbrengsten worden
afzonderlijke categorie opgenomen.
mede begrepen de verdiende intrest en de dividenden op aandelen. De dividenden worden als opbrengst verantwoord op het tijdstip dat de koers van het des-
2.4.5 Grondslagen voor de opstelling van het kasstroomoverzicht
betreffende aandeel ex-dividend noteert. Tot de Indirecte
Het kasstroomoverzicht geeft inzicht in de herkomst
beleggingsopbrengsten behoren zowel de gerealiseerde
en aanwending van kasmiddelen. De kasstromen zijn
als de niet-gerealiseerde koers- en valutakoersresultaten
gerubriceerd naar kasstroom uit pensioenactiviteiten,
van beleggingen. Activa en passiva in vreemde valuta
kasstroom uit beleggingsactiviteiten en overige mutaties.
worden omgerekend naar euro`s tegen de per balans-
Bij het opstellen van het kasstroomoverzicht is de indirecte
datum geldende contante wisselkoersen. De daarbij
methode gehanteerd.
42
2.5 Toelichting op de balans per 31 december 2009 (bedragen in duizenden euro’s) Activa [1]
Beleggingen voor risico Pensioenfonds
Stand
Aankopen/
ultimo
Verstrek-
aflossingen Waarderings
ultimo
2008
kingen
verschillen
2009
841.547
17.307
-11.580
-50.874
796.400
3.091.251
183.000
-200.017
1.094.031
4.168.265
Obligaties en leningen op schuldbekentenis
1.205.137
8.622.315
-4.493.411
368
5.334.409
Vastrentende beleggingsfondsen
4.246.671
3.285.593
-6.180.399
89.463
1.441.328
5.451.808
11.907.908
-10.673.810
89.831
6.775.737
31.442
125.841
0
0
157.283
5.483.250
12.033.749
-10.673.810
89.831
6.933.020
Hedgefondsen
273.656
13.447
-103.133
31.759
215.729
Private Equity
82.508
30.374
-7.999
4.175
109.058
356.164
43.821
-111.132
35.934
324.787
Valutaderivaten
185.968
0
-292.881
35.345
-71.568
Rentederivaten
0
-4.857
117.190
-384.537
-272.204
Aandelenderivaten
0
236.861
54.252
-288.656
2.457
185.968
232.004
-121.439
-637.848
-341.315
9.958.180
12.509.881
-11.117.978
531.074
11.881.157
Categorie
Verkopen
Stand
Vastgoed Indirecte vastgoedbeleggingen Aandelen Aandelen beleggingsfondsen Vastrentende waarden
Lopende intrest
Overige beleggingen
Derivaten
Derivaten opgenomen onder Kortlopende schulden en overige passiva
0
343.772
9.958.180
12.224.929
Totaal Beleggingen opgenomen onder de beleggingen voor risico Pensioenfonds
Jaarverslag 2009
43
De duratie van de portefeuille Vastrentende waarden bedraagt per 31 december 2009 10,8 (31 december 2008: 16). De daling van de duratie is met name veroorzaakt doordat in 2008 de rentederivaten voor het afdekken van het renterisico in een vastrentend beleggingsfonds waren opgenomen. De duratie van dit beleggingsfonds bedroeg per 31 december 2008 circa 26. In 2009 is dit beleggingsfonds gesplitst in een discretionaire portefeuille met vastrentende waarden en een discretionaire portefeuille met rentederivaten. Deze rentederivaten zijn per 31 december 2009 verantwoord onder de rubriek Derivaten. De duratie van de bovengenoemde discretionaire vastrentende portefeuille bedraagt per 31 december 2009 circa 14. Van het Totaal beleggingen voor risico Pensioenfonds is € 65,2 miljoen (0,6%) direct, dan wel indirect belegd in de ondernemingen en aangesloten ondernemingen, waarvoor de pensioenregelingen worden uitgevoerd. Tot de beleggingen in Vastgoed behoren ondermeer de beleggingen van de verbonden partij Stichting Lion Real Estate Investments. In deze Stichting zijn beleggingen in vastgoedfondsen ondergebracht met een totale balanswaarde per 31 december 2009 van € 101,7 miljoen (2008: € 125,3 miljoen). In de presentatie van deze beleggingen heeft toepassing plaatsgevonden van het verslaggevingsbeginsel ‘look through’, waardoor consolidatie van verwaarloosbare betekenis is geworden. De Derivaten worden ingezet ten behoeve van het risicobeheer. Onderstaande tabel geeft inzicht in de derivatenposities per 31 december 2009.
Type contract Valutaderivaten
Actuele
Actuele
Contract-
waarde
waarde
omvang
activa
passiva
2.837.063
71.568
Receiver swaps
7.000.300
46.226
Payer swaps
3.219.500
225.978
Rentederivaten
Aandelenderivaten Put opties (gekocht)
3.939.000
68.773
Call opties (verkocht)
2.687.000
-66.316 2.457
343.772
Voor de meerderheid van de financiële instrumenten van het Pensioenfonds kan gebruik worden gemaakt van marktnoteringen. Echter, bepaalde financiële instrumenten worden gewaardeerd door middel van gebruikmaking van waarderingsmodellen en -technieken, inclusief een verwijzing naar de huidige reële waarde van vergelijkbare instrumenten. Op basis van deze waarderingsmethoden kan het volgende onderscheid worden gemaakt:
44
Beleggingen naar waarderingsmethode: Overige
Ultimo 2009
Directe
Afgeleide
waarderings-
markt-
markt-
modellen en
notering
notering
-technieken
Totaal
Vastgoed
0
796.400
0
796.400
Aandelen
0
4.168.265
0
4.168.265
Vastrentende waarden
5.491.692
1.441.328
0
6.933.020
Hedgefondsen
0
215.729
0
215.729
Private Equity
0
109.058
0
109.058
Derivaten
0
0
-341.315
-341.315
5.491.692
6.730.780
-341.315
11.881.157
Directe
Afgeleide
waarderings-
Overige
Ultimo 2008
markt-
markt-
modellen en
notering
notering
-technieken
Totaal
0
841.547
0
841.547
Vastgoed Aandelen
0
3.091.251
0
3.091.251
Vastrentende waarden
1.236.579
4.246.671
0
5.483.250
Hedgefondsen
0
273.656
0
273.656
Private Equity
0
82.508
0
82.508
Derivaten
0
0
185.968
185.968
1.236.579
8.535.633
185.968
9.958.180
Onder directe marktnotering zijn ter beurze genoteerde beleggingen verantwoord. Onder de afgeleide marktnoteringen vallen de beleggingen in beleggingsfondsen, Hedgefondsen, Private Equity en Vastgoed. Onder de overige waarderingsmodellen en -technieken zijn de Derivaten verantwoord. Gestelde zekerheden Securities Lending Op de balans is voor een bedrag ad € 798 miljoen (2008: € 361 miljoen) aan vastrentende beleggingen in bruikleen gegeven bij ING Bank N.V. Hiervoor heeft het Pensioenfonds zekerheden van ING Bank N.V. ontvangen in effecten. Conform het securities lending contract bedraagt op de balansdatum de waarde van de gestelde zekerheden ten minste 105% van de waarde van de in bruikleen gegeven vastrentende beleggingen tegen de slotkoersen van de vorige beursdag. Rente- en aandelenderivaten Ter zake van de rente- en aandelenderivaten bedroeg de waarde van de gestelde zekerheden (collateral) ultimo 2009 € 244 miljoen (2008: € 0).
Jaarverslag 2009
45
[2]
Herverzekeringsdeel technische voorzieningen
2009
2008
3.777
3.895
Het Herverzekeringsdeel technische voorzieningen heeft betrekking op ingebrachte, nog lopende polissen bij verzekeringsmaatschappijen, die premievrij zijn of lopende aanspraken voortvloeiend uit in het verleden afgesloten herverzekeringsovereenkomsten betreffen. [3]
Vorderingen en overlopende activa Vorderingen op aangesloten ondernemingen Vordering op werkgever
41.262
792.454
per 1 januari 2010 en 1 januari 2009
0
102.378
Vordering uit hoofde van overdracht pensioenverplichtingen
1.360
521
42.622
895.353
Terugvorderbare dividendbelasting
940
1.906
Vorderingen op verzekeringsmaatschappijen
537
419
Vordering op werkgever uit hoofde van toeslagen
Banken
0
411
Overige vorderingen
1.270
1.294
Totaal vorderingen en overlopende activa
[4]
45.369
Liquide middelen Depotbanken
63.974
3.256
ING Bank N.V.
3.961
4.276
Postbank N.V.
0
2
Totaal Liquide middelen
De Liquide middelen zijn vrij beschikbaar en onmiddellijk opeisbaar voor het Pensioenfonds.
46
899.383
67.935
7.534
Passiva
2009
2008
16
16
Stichtingskapitaal en reserves [5]
Stichtingskapitaal
[6]
Overige reserves Stand per 1 januari
180.752
1.089.330
Saldobestemming boekjaar
1.021.237
-908.578
Stand per 31 december
1.201.989
180.752
De Saldobestemming boekjaar (€ 1.021,2 miljoen) bestaat uit het saldo van het Saldo van baten en lasten (€ 1.026,3 miljoen) onder aftrek van de dotatie aan de Extra reserve (€ 5,1 miljoen). [7]
Extra reserve Stand per 1 januari
508.224
382.741
Saldobestemming boekjaar
5.121
125.483
Stand per 31 december [8]
513.345
508.224
Fonds waardeverschillen zakelijke waarden Stand per 1 januari
0
1.668.261
Vrijval uit hoofde van opheffing Fonds waardeverschillen
0
-1.668.261
Stand per 31 december
0
0
Fonds waardeverschillen vastrentende waarden Stand per 1 januari
0
98.694
Vrijval uit hoofde van opheffing Fonds waardeverschillen
0
-98.694
Stand per 31 december
0
0
Totaal Fonds waardeverschillen
0
0
Totaal eigen vermogen
1.715.350
688.992
Met het afsluiten van een nieuwe Uitvoeringsovereenkomst in 2008 is de Actuariële en bedrijfstechnische nota aangepast. Op grond van de gewijzigde Actuariële en bedrijfstechnische nota is in het boekjaar 2008 het Fonds waardeverschillen zakelijke waarden en vastrentende waarden komen te vervallen.
Jaarverslag 2009
47
2009 Het Minimaal vereist eigen vermogen bedraagt
426.431
4,2%
2008 422.116
4,2%
Het Vereist eigen vermogen bedraagt
1.518.554
14,8%
2.008.188
19,8%
Het Vereist vermogen bedraagt
11.785.456
114,8%
12.162.511
119,8%
De dekkingsgraad bedraagt
116,7%
106,8%
Het totaal Eigen vermogen bedraagt € 1.715 miljoen. Het Minimaal vereist eigen vermogen voor het Pensioenfonds bedraagt € 426 miljoen. Het Pensioenfonds heeft gemeten naar deze normen geen dekkingstekort. De toetswaarde solvabiliteit zoals bepaald middels het standaardmodel, zoals door De Nederlandsche Bank voorgeschreven, bedraagt € 1.519 miljoen. Het Pensioenfonds heeft gemeten naar deze normen per 31 december 2009 geen reservetekort. De dekkingsgraad wordt berekend door het totaal van de activa voor risico van het Pensioenfonds (minus de passiefposten Kortlopende schulden en overlopende passiva) te delen door de Voorziening pensioenverplichtingen (plus Overige technische voorzieningen). Technische voorzieningen [9]
Voorziening pensioenverplichtingen voor risico Pensioenfonds Het verloop van de voorziening is als volgt: Stand per 1 januari
10.154.323
7.654.823
Pensioenopbouw
335.585
261.617
Toeslagen
44.389
169.645
Rentetoevoeging
259.928
359.381
Onttrekking voor pensioenuitkeringen
-319.060
-287.679
Onttrekking voor pensioenuitvoeringskosten
-4.772
-4.305
Wijziging marktrente
-574.549
2.064.410
Wijziging uit hoofde van overdracht van rechten
6.038
-23.503
Overige mutaties Voorziening pensioenverplichtingen
365.020
-40.066
Stand per 31 december
10.266.902
10.154.323
De toename van de Voorziening pensioenverplichtingen is nader toegelicht onder de Mutatie Voorziening pensioenverplichtingen, zoals opgenomen in de toelichting op de Staat van baten en lasten. De Voorziening pensioenverplichtingen voor risico Pensioenfonds is als volgt opgebouwd Deelnemers
4.434.649
5.138.447
Gewezen Deelnemers
1.792.355
1.633.985
Pensioengerechtigden
3.605.931
3.323.904
Overige
433.967
57.987 10.266.902
48
10.154.323
2009 [10]
2008
Overige technische voorzieningen Stand per 1 januari
10.154
0
Toevoeging voorziening toekomstige sterfteontwikkeling
9.590
10.154
Onttrekking voorziening toekomstige sterfteontwikkeling
-19.744
0
Stand per 31 december
0
10.154
Onder Overige technische voorzieningen is de Voorziening toekomstige sterfteontwikkeling opgenomen. Door deze voorziening wordt rekening gehouden met het risico dat de overlevingskansen verder verbeteren dan waarmee in de actuariële grondslagen rekening is gehouden. De mutatie van de Overige technische voorzieningen is nader toegelicht onder de Mutatie Overige technische voorzieningen, zoals opgenomen in de toelichting op de Staat van baten en lasten. [11]
Herverzekeringsdeel technische voorzieningen Stand per 1 januari
3.895
3.701
Mutatie
-118
194
Stand per 31 december
3.777
3.895
Het Herverzekeringsdeel technische voorzieningen heeft betrekking op ingebrachte, nog lopende polissen bij verzekeringsmaatschappijen, die premievrij zijn of lopende aanspraken voortvloeiend uit in het verleden afgesloten herverzekeringsovereenkomsten betreffen. Totaal technische voorzieningen
[12]
10.270.679
10.168.372
Kortlopende schulden en overlopende passiva Derivaten
343.772
0
Belastingen en sociale premies
8.186
7.521
Schulden inzake pensioenuitvoerings- en administratiekosten
3.052
1.897
Vooruitontvangen bedragen volgend boekjaar
884
374
Beleggingen
84
1.759
Banken
3
0
Schulden aan Deelnemers van het Pensioenfonds
0
77 355.981
11.628
Alle Kortlopende schulden en overlopende passiva hebben een looptijd van korter dan één jaar.
Jaarverslag 2009
49
Niet in de balans opgenomen verplichtingen Door het Pensioenfonds zijn, ultimo 2009, de navolgende verplichtingen aangegaan met betrekking tot de periode na 31 december 2009.
2009
2008
Investerings- en stortingsverplichtingen Private Equity
222.730
158.796 222.730
50
158.796
2.6 Toelichting op de staat van baten en lasten per 31 december 2009 (bedragen in duizenden euro’s)
Baten en lasten [13]
2009
2008
Beleggingsopbrengsten voor risico Pensioenfonds Directe beleggingsopbrengsten Vastgoed
13.928
4.953
Aandelen
60.540
70.727
Vastrentende waarden
406.042
267.091
Derivaten
-70.203
0
Overige beleggingen
10.745
7.270
Subtotaal
421.052
350.041
Intrest banken
224
1.248
Intrest uit waardeoverdrachten
43
-723
Overige
11.908
4.349
Totaal directe beleggingsopbrengsten
433.227
354.915
Indirecte beleggingsopbrengsten Vastgoed
-50.874
-315.247
Aandelen
1.094.031
-1.744.399
Vastrentende waarden
89.831
255.259
Derivaten
-637.848
139.532
Overige
33.687
-65.484
Totaal indirecte beleggingsopbrengsten
528.827
-1.730.339
Totaal beleggingsopbrengsten voor risico Pensioenfonds
962.054
-1.375.424
De kosten voor vermogensbeheer, na restituties, bedragen € 26,389 miljoen (€ 30,578 miljoen voor 2008). De kosten zijn opgenomen onder de directe beleggingsopbrengsten. De restituties zijn opgenomen onder de overige directe beleggingsopbrengsten. [14]
Premiebijdragen van werkgevers en werknemers Pensioenpremie werkgevers
487.367
1.542.454
Toeslagen
0
102.378
Pensioenpremie werknemers
14
22
Bijdrage FVP regeling
2.544
5.926 489.925
1.650.780
De bijdragen van de Stichting Financiering Voortzetting Pensioenverzekering (FVP) zijn vanaf 2008 apart verantwoord. In 2008 heeft een inhaalslag plaatsgevonden.
Jaarverslag 2009
51
2009
2008
Kostendekkende premie
492.777
566.011
Feitelijke premie
492.791
1.644.854
De Kostendekkende premie is als volgt samengesteld: Actuarieel benodigd
397.406
335.587
Solvabiliteitsopslag
79.660
104.913
Vrijval van resp. opslag voor uitvoeringskosten
10.944
-402
Actuarieel benodigd ten behoeve van toeslagverlening
4.767
125.913
492.777
566.011
Op grond van de bovenstaande analyse kan worden vastgesteld dat in 2009 de Feitelijke premie fractioneel hoger is dan de Kostendekkende premie. [15]
Saldo van overdrachten van rechten Overgenomen pensioenverplichtingen
18.474
7.393
Overgedragen pensioenverplichtingen
-14.515
-30.531 3.959
[16]
-23.138
Pensioenuitkeringen Pensioenen Ouderdomspensioen
-256.226
-229.556
Partnerpensioen
-49.121
-46.733
Wezenpensioen
-1.073
-1.103
Invaliditeitspensioen
-2.160
-3.311
Subtotaal
-308.580
-280.703
Andere uitkeringen Afkoopsommen
-575
-545
Overige uitkeringen
-8.649
-8.458
Subtotaal
-9.224
-9.003
Totaal pensioenuitkeringen
-317.804
-289.706
De post overige uitkeringen bestaat voornamelijk uit het vakantiegeld van de Deelnemers in de gesloten ING regeling ”Reglement Pensioenregeling ING Groep (1995)”.
52
2009 [17]
2008
Mutatie Voorziening pensioenverplichtingen voor risico Pensioenfonds Pensioenopbouw
-335.585
-261.617
Toeslagen
-44.389
-169.645
Rentetoevoeging
-259.928
-359.381
Onttrekking voor pensioenuitkeringen
319.060
287.679
Onttrekking voor pensioenuitvoeringskosten
4.772
4.305
Wijziging marktrente
574.549
-2.064.410
Wijziging uit hoofde van overdracht van rechten
-6.038
23.503
Overige mutaties Voorziening pensioenverplichtingen
-365.020
40.066 -112.579
-2.499.500
Pensioenopbouw Onder dit bedrag is opgenomen de aangroei van de Voorziening pensioenverplichtingen als gevolg van de pensioenopbouw van de Deelnemers gedurende het boekjaar. Toeslagen De verhoging van aanspraken voor Deelnemers met pensioenaanspraken in de middelloonregeling bedroeg per 1 september 2009 3,0%. Rentetoevoeging De rentetoevoeging aan de Voorziening pensioenverplichtingen is, volgens de regelgeving Financieel ToetsingsKader (FTK), gebaseerd op de 1-jaars rente uit de rentetermijnstructuur. Voor 2009 is 2,5% toegepast (2008: 4,7%). Onttrekking voor pensioenuitkeringen Als gevolg van de onttrekking ten behoeve van de pensioenuitkeringen neemt de Voorziening pensioenverplichtingen af met een bedrag van € 319 mln. Het verschil met de feitelijke pensioenuitkeringen is als afzonderlijk resultaat in de Actuariële analyse van het resultaat verantwoord. Onttrekking voor pensioenuitvoeringskosten Jaarlijks vindt een vrijval plaats van de in de voorziening begrepen pensioenuitvoeringskosten ter dekking van de werkelijke uitvoeringskosten. In de premiebijdragen is een opslag begrepen voor de pensioenuitvoeringskosten. Wijziging marktrente Het Pensioenfonds heeft de rentetermijnstructuur, zoals deze ultimo 2009 is gepubliceerd door De Nederlandsche Bank, gehanteerd. De gewogen gemiddelde rente (op basis van de rentetermijnstructuur) waartegen de Voorziening pensioenverplichtingen is berekend, bedraagt 3,88% (2008: 3,51%). Door de wijziging in de rentetermijnstructuur gedurende 2009 is de Voorziening pensioenverplichtingen ultimo 2009 afgenomen met € 575 miljoen. Wijziging uit hoofde van overdracht van rechten Als gevolg van de overdracht van pensioenaanspraken nam de Voorziening pensioenverplichtingen per saldo toe met een bedrag van € 6 miljoen. Het verschil met het saldo overdrachten van pensioenaanspraken is als afzonderlijk resultaat in de Actuariële analyse van het resultaat verantwoord.
Jaarverslag 2009
53
Overige mutaties Voorziening pensioenverplichtingen De belangrijkste oorzaak van het onder overige wijzigingen verantwoorde bedrag betreft de 4% opslag in verband met de toegenomen sterftetrend van € 395 miljoen. Daarnaast is de Voorziening pensioenverplichtingen met € 32 miljoen afgenomen als gevolg van een verbetering van de programmatuur, leidend tot een verfijndere toepassing van de grondslagen voor de berekening van de Voorziening pensioenverplichtingen.
[18]
Mutatie Overige technische voorzieningen
2009
2008
10.154
-10.154
Jaarlijks wordt aan deze voorziening een bedrag toegevoegd ter grootte van 0,1% van de Voorziening pensioenverplichtingen tot een maximum van 5% van de Voorziening pensioenverplichtingen. In 2008 is 0,1% van de Voorziening pensioenverplichtingen (€ 10,154 miljoen) toegevoegd. In 2009 is wederom 0,1% van de Voorziening pensioenverplichtingen (€ 9,590 miljoen) toegevoegd. Het totaal opgebouwde bedrag (€ 19,744 miljoen) is vrijgevallen ten gunste van de 4% opslag in verband met de toegenomen sterftetrend. [19]
Herverzekering Premies herverzekering
0
0
Uitkeringen uit herverzekering
632
661
Winstdeling herverzekering
0
0 632
[20]
661
Pensioenuitvoerings- en administratiekosten Administratie
-7.801
-1.092
Contributies en bijdragen
-244
-539
Andere adviesdiensten
-308
-525
Actuaris advies
-528
-417
Overige kosten
-277
-344
Governance en Organisatie
-173
-289
Visitatiecommissie
-115
0
Controle jaarrekening
-95
-214
ICT-diensten
-52
-137
Actuaris certificering
-41
-124
Fiscale adviesdiensten
0
-116
Voorlichting en publicatie
-367
-106
Totaal Pensioenuitvoerings- en administratiekosten
-10.001
-3.903
Met ingang van 1 januari 2009 worden de door de uitvoerder in rekening gebrachte kosten door het Pensioenfonds betaald. Dit verklaart de grote stijging van de administratiekosten ten opzichte van 2008. Onder de administratiekosten zijn ook de kosten van het project ter verbetering van de verzekerdenadministratie (2009: € 2,466 miljoen) opgenomen. De over 2008 verantwoorde kosten van Controle van de jaarrekening en van Actuaris certificering hebben betrekking op de verslagjaren 2007 en 2008.
54
[21]
Overige baten en lasten
2009
2008
18
334
Bezoldiging leden Bestuur, Deelnemersraad en Verantwoordingsorgaan Alleen Pensioengerechtigde leden van het Bestuur, de Deelnemersraad en het Verantwoordingsorgaan hebben recht op een vaste kostenvergoeding en een vergoeding voor gemaakte reiskosten. In 2009 hebben zij in totaal € 15.000 aan vergoedingen ontvangen. Personeel Gedurende het boekjaar 2009 had het Pensioenfonds geen personeelsleden in dienst.
Jaarverslag 2009
55
2.7 Actuariële analyse (bedragen in duizenden euro’s)
2009
2008
Actuariële analyse Wijziging rentetermijnstructuur
574.549
-2.064.410
Beleggingsopbrengsten
702.126
-1.734.805
Premies
71.871
1.183.756
Waardeoverdrachten
-2.079
365
Kosten
15
0
Uitkeringen
1.888
-1.366
Kanssystemen
20.773
12.270
Reguliere mutaties
1.897
-1.217
Toeslagverlening
-976
0
Overige oorzaken
-343.706
55.357 1.026.358
-2.550.050
Toelichting op de Actuariële analyse: Beleggingsopbrengsten De Beleggingsopbrengsten betreffen de Beleggingsopbrengsten voor risico Pensioenfonds onder aftrek van de Rentetoevoeging, zoals vermeld onder Mutatie Voorziening pensioenverplichtingen voor risico Pensioenfonds. Premies Het actuarieel resultaat op premies wordt voornamelijk verklaard door de in rekening gebrachte solvabiliteitsopslag. Kanssystemen Dit resultaat betreft voornamelijk de actuariële resultaten op sterfte en arbeidsongeschiktheid. Overige oorzaken Rekening houdend met de materiële wijziging van de voorzienbare trend in de overlevingskansen is een opslag van 4% aan de Voorziening pensioenverplichtingen toegevoegd. Deze toevoeging bestaat uit de dotatie aan de Voorziening pensioenverplichtingen van € 395 miljoen en de onttrekking uit de Voorziening toekomstige sterfteontwikkeling van € 20 miljoen en is de belangrijkste oorzaak van het onder overige oorzaken verantwoorde bedrag. Daarnaast is de Voorziening pensioenverplichtingen met € 32 miljoen afgenomen als gevolg van een verbetering van de programmatuur, leidend tot een verfijndere toepassing van de grondslagen voor de berekening van de Voorziening pensioenverplichtingen. Ultimo 2009 bedraagt het Minimaal vereist vermogen 104,2% en het Vereiste vermogen 114,8%. De aanwezige dekkingsgraad is 116,7%, zodat geconstateerd kan worden dat er ultimo 2009 geen sprake is van een reservetekort.
56
2.8 Risicoparagraaf (bedragen in duizenden euro’s) Risicomanagementvisie Het Pensioenfonds wil op basis van een bedrijfsbrede, uniforme en integrale methodiek zijn doelstellingen op een beheerste wijze realiseren. Deze methodiek moet het Pensioenfonds in staat stellen weloverwogen keuzes te maken ten aanzien van het geheel van beheersmaatregelen die recht doen aan de kwaliteit van de organisatie. Als basis voor de toe te passen methodiek wordt FIRM gehanteerd. Beheersmaatregelen moeten een bijdrage leveren aan het ‘in control’ zijn van de gehele organisatie en daarmee het Pensioenfonds op een effectieve wijze in staat te stellen hierover verantwoording af te leggen aan de belanghebbenden. Door het structureel en uniform in kaart brengen van de risico’s en de beheersmaatregelen die het Pensioenfonds met het oog op die risico’s heeft getroffen, heeft het Pensioenfonds inzicht in de mate waarin het de organisatie beheerst en in de resterende risico’s die een bedreiging vormen voor het behalen van de doelstellingen. Verantwoordelijkheden risicomanagement Het Bestuur is verantwoordelijk voor het risicomanagementbeleid van het Pensioenfonds. De Auditcommissie is namens het Bestuur verantwoordelijk voor het adviseren van het Bestuur over beleidsvoorstellen gericht op het integrale/overkoepelende risicomanagement en het (namens het Bestuur) monitoren van de uitvoering van het vastgestelde beleid op deze onderdelen door het Bestuursbureau. Bestuurscommissies zijn verantwoordelijk voor de invulling van, advisering over en monitoring van de aan deze commissies toegewezen risicocategorieën. Het Bestuursbureau is verantwoordelijk voor de voorbereiding en invoering van het risicomanagementbeleid, de identificatie van risico’s, het bestaan en de adequate werking van beheersmaatregelen, de implementatie van (eventueel) additioneel te treffen beheersmaatregelen alsmede het afleggen van verantwoording over deze aspecten aan de Auditcommissie respectievelijk het Bestuur. Proces risicomanagement Om haar risicomanagementvisie te bewerkstelligen heeft het Pensioenfonds in 2009 een risk assessment uitgevoerd. Op basis van de uitkomsten van de risk assessment heeft het Bestuur een plan van aanpak vastgesteld met additioneel te implementeren beheersmaatregelen. Het Pensioenfonds relateert haar risico’s en de beheersing daarvan aan de te behalen doelstellingen. Het risicomanagementproces bestaat uit de volgende activiteiten: –
het identificeren van de risico’s op strategisch niveau;
–
het identificeren van de effectiviteit van de bestaande beheersmaatregelen, waardoor het resterende risico kan worden bepaald;
–
het relateren van de resterende risico’s aan de acceptatienormen (de zogeheten risicobereidheid) van het Pensioenfonds;
–
het, voor zover noodzakelijk, ontwerpen en implementeren van additionele beheersmaatregelen en het monitoren voor die risico’s die niet worden geaccepteerd;
–
het bewaken van de implementatie van de additionele beheersmaatregelen en het monitoren en rapporteren over het risicoprofiel.
Ten minste eenmaal per jaar worden de risico’s geïnventariseerd die een mogelijke bedreiging vormen voor het bereiken van de doelstellingen van het Pensioenfonds en wordt de effectiviteit van de hieraan gerelateerde beheersmaatregelen beoordeeld. De risico’s worden gerangschikt op basis van zowel de inschatting van de kans van optreden als de impact in geval van optreden. Hierbij wordt de risicobereidheid van het Pensioenfonds als leidraad gehanteerd. Met de risicobereidheid drukt het Pensioenfonds de mate van acceptatie van risico’s ten opzichte van de realisatie van zijn doelstellingen uit. De inschatting van risico’s vindt plaats door middel van zogeheten self assessments. Het Pensioenfonds hanteert een bedrijfsbrede risicobeheermethodiek. Tijdens de ALM-studie, die in oktober 2008 (hierna 2008 ALM-studie) werd afgerond en waarvan in 2009 een update is gemaakt, is tevens aandacht besteed aan het al dan niet afdekken van de financiële risico’s en de invloed daarvan op de dekkingsgraad. Het belangrijkste risico voor het Pensioenfonds is het niet kunnen
Jaarverslag 2009
57
nakomen van de pensioentoezeggingen. Hierna worden de financiële risico’s beschreven die de solvabiliteit van het Pensioenfonds kunnen ondermijnen alsmede de beheersingsmaatregelen die het Pensioenfonds in verband daarmee getroffen heeft. Op maandelijkse basis wordt door middel van het risicodashboard inzicht gegeven welke financiële risico’s de dekkingsgraad van het Pensioenfonds bedreigen en in welke mate de maatregelen die het Bestuur heeft getroffen om de risico’s te verminderen daadwerkelijk effect sorteren. Daarnaast rapporteert het Bestuursbureau op kwartaalbasis integraal over de in dit hoofdstuk benoemde risico’s. Hiermee wordt bereikt dat het Bestuur de risico’s kan monitoren en kan bijsturen indien gewenst. Solvabiliteitsrisico Het belangrijkste financiële risico voor het Pensioenfonds is het niet kunnen nakomen van de pensioentoezeggingen. Een belangrijke maatstaf hiervoor is het aanwezig Eigen vermogen. Wettelijk is een gestandaardiseerde methode vastgelegd om te kunnen toetsen of het aanwezig Eigen vermogen voldoende is om een aantal specifieke risico’s op te kunnen vangen (het standaardmodel). Jaarlijks vindt toetsing van het Vereist eigen vermogen plaats aan de hand van dit standaardmodel. De verschillende risicofactoren hierin worden benoemd onder de noemer S1 tot en met S6. Tevens wordt rekening gehouden met onderling compenserende effecten (diversificatie effect). Hierna zijn de uitkomsten weergegeven voor de verschillende risicocategorieën:
2009
2008
S1 Renterisico
125.458
1.016.599
S2 Zakelijke waardenrisico
1.394.011
1.207.361
S3 Valutarisico
223.701
235.512
S4 Grondstoffenrisico
106.069
0
S5 Kredietrisico
56.285
405.491
S6 Verzekeringstechnisch risico
328.095
307.136
Diversificatie-effect
-715.065
-1.163.911
Vereist eigen vermogen
1.518.554
2.008.188
Dekkingsgraad
116,7%
106,8%
Minimaal vereist vermogen
104,2%
104,2%
Vereist vermogen
114,8%
119,8%
De dekkingsgraad wordt berekend door het totaal van de activa voor risico van het Pensioenfonds (minus de passiefposten Kortlopende schulden en overlopende passiva) te delen door de Voorziening pensioenverplichtingen (plus Overige technische voorzieningen). Het afgelopen jaar is deze, op basis van de grondslagen van het Pensioenfonds, toegenomen van 106,8% (2008) tot 116,7% (2009).
58
2009
2008
S1 Renterisico
1,2%
10,0%
S2 Zakelijke waardenrisico
13,6%
11,9%
S3 Valutarisico
2,2%
2,3%
S4 Grondstoffenrisico
1,0%
0,0%
S5 Kredietrisico
0,5%
4,0%
S6 Verzekeringstechnisch risico
3,2%
3,0%
Diversificatie-effect
-7,0%
-11,5%
Vereist eigen vermogen
14,8%
19,8%
Aanwezig vermogen
16,7%
6,8%
Surplus / tekort
1,9%
-13,0%
Matchingrisico Onder het matchingrisico wordt verstaan het risico van het niet volledig gematched zijn van activa en passiva (inclusief off-balanceposten) dan wel van inkomsten en uitgaven. Hierna worden deze risico’s verder beschreven. Renterisico Het renterisico is het risico dat de waarde van het vastrentende deel van het belegd vermogen en van de pensioenverplichtingen verschillend veranderen door wijzigingen in de marktrente. Het renterisico van de verplichtingen wordt afgedekt met de portefeuille vastrentende waarden en intrest rate swaps. De renteafdekking wordt gestuurd op 105% van de technische voorzieningen met daaromheen een bandbreedte. Indien de dekkingsgraad zich buiten die bandbreedte bevindt, dan zal worden geherbalanceerd naar 105%. De bandbreedte bedraagt 1% bij een dekkingsgraad onder 120% en 2% bij een dekkingsgraad boven 120%. Door deze wijze van afdekking is de risicofactor renterisico in 2009 fors gedaald ten opzichte van 2008. Het renterisico wordt uitgedrukt in basis point value (bpv): de waardeverandering van een balanspost bij een stijging van de rente met 0.01%-punt (1 basis point). Per 31 december 2009 was de situatie als volgt:
Rentegevoeligheid Balanspost
Duratie
(bpv in miljoen euro)
A. Technische voorzieningen
17,4
-18,6
B. Rentederivaten
11,6
-11,2
C. Vastrentende waarden
10,8
-7,6
rente-afdekking = (B+C) / A
101,1%
Door het besluit van het Bestuur in december om de Technische voorzieningen in verband met de toegenomen levensverwachting met 3% te verhogen, was het noodzakelijk de rentehedge aan te passen. Daartoe zijn rentederivaten transacties uitgevoerd om de rentehedge terug te brengen naar de norm. Begin januari was deze aanpassing naar de norm gerealiseerd. Naar aanleiding van het beschikbaar komen van meer gedetailleerde informatie met betrekking tot de effecten van de toegenomen levensverwachting, heeft
Jaarverslag 2009
59
het Bestuur eind maart besloten om de Technische voorzieningen met terugwerkende kracht tot 31 december 2009 additioneel met 1% te verhogen, waardoor de Technische voorzieningen in totaal met 4% zijn verhoogd. Deze verhoging had een negatief effect op de rentehedge per 31 december 2009. Eind maart was de aanpassing naar de norm gerealiseerd. Valutarisico Valutarisico betreft het risico dat de waarde van de beleggingen in vreemde valuta verandert als gevolg van verandering van de valutakoersen. Het risico van koersveranderingen van de Amerikaanse dollar is afgedekt binnen de vastrentende portefeuille en de beursgenoteerde vastgoedportefeuille. Binnen de niet-beursgenoteerde vastgoedportefeuille wordt het valutarisico afgedekt als het belang in de betreffende valuta minimaal 10% van de betreffende portefeuille is. Binnen de aandelenportefeuille worden de posities in de Amerikaanse dollar, het Britse pond en de Japanse yen afgedekt naar de euro. In de loop van 2009 zijn de Australische dollar, de Canadese dollar en de Zwitserse frank hier aan toegevoegd. De monitoring vindt plaats door middel van maandrapportages en het risicodashboard. Voor de totale beleggingsportefeuille is het valutarisico als volgt te specificeren: Totaal Beleggingen voor risico Pensioenfonds naar valuta voor en na afdekking met derivaten per 31 december 2009 (in duizenden euro’s):
Totaal voor
Valuta-
Totaal na
afdekking
afdekking
afdekking
2008
Euro
7.749.634
2.837.063
10.586.697
8.616.557
Amerikaanse dollar
1.980.357
-1.934.763
45.594
288.680
Britse pond
394.855
-360.290
34.565
0
Japanse yen
310.041
-255.345
54.696
-73.725
Zwitserse frank
213.481
-203.890
9.591
163.118
Australische dollar
76.194
-47.139
29.055
83.856
Canadese dollar
26.877
-35.636
-8.759
0
1.129.718
0
1.129.718
879.694
11.881.157
0
11.881.157
9.958.180
Overige valuta’s en Overige activa en passiva begrepen in beleggingsfondsen
Een daling van de vreemde valuta’s ten opzichte van de euro met 20% leidt, na valuta-afdekking, tot een verslechtering van het resultaat en het Eigen vermogen met € 227 miljoen (2,2%).
60
Totaal Beleggingen voor risico Pensioenfonds naar valuta voor afdekking met derivaten per 31 december 2009 (in duizenden euro’s): Zakelijke Vastrentende Vastgoed
waarden
waarden
Derivaten
Overige
Totaal
Euro
664.457
594.091
6.507.614
-341.315
324.787
7.749.634
65,2%
Amerikaanse dollar
67.155
1.998.300
-85.098
0
0
1.980.357
16,7%
Britse pond
19.090
375.473
292
0
0
394.855
3,3%
Japanse yen
0
310.041
0
0
0
310.041
2,6%
Zwitserse frank
0
213.481
0
0
0
213.481
1,8%
Australische dollar
32.611
43.583
0
0
0
76.194
0,6%
Canadese dollar
753
26.124
0
0
0
26.877
0,2%
12.334
607.172
510.212
0
0
1.129.718
9,5%
796.400
4.168.265
6.933.020
-341.315
324.787
11.881.157
100,0%
Overige valuta’s en overige activa en passiva begrepen in beleggingsfondsen
De indeling naar valuta is ontleend aan de onderliggende gegevens van de beleggingsfondsen waarin rechtstreeks dan wel middellijk wordt geparticipeerd. Totaal Beleggingen voor risico Pensioenfonds naar valuta na afdekking met derivaten per 31 december 2009 (in duizenden euro’s): Zakelijke Vastrentende Vastgoed
waarden
waarden
Derivaten
Overige
Totaal
Euro
719.519
3.376.092
6.507.614
-341.315
324.787
10.586.697
89,1%
Amerikaanse dollar
12.093
118.599
-85.098
0
0
45.594
0,4%
Britse pond
19.090
15.183
292
0
0
34.565
0,3%
Japanse yen
0
54.696
0
0
0
54.696
0,5%
Zwitserse frank
0
9.591
0
0
0
9.591
0,1%
Australische dollar
32.611
-3.556
0
0
0
29.055
0,2%
Canadese dollar
753
-9.512
0
0
0
-8.759
-0,1%
12.334
607.172
510.212
0
0
1.129.718
9,5%
796.400
4.168.265
6.933.020
-341.315
324.787
11.881.157
100,0%
Overige valuta’s en overige activa en passiva begrepen in beleggingsfondsen
De indeling naar valuta is ontleend aan de onderliggende gegevens van de beleggingsfondsen waarin rechtstreeks dan wel middellijk wordt geparticipeerd.
Jaarverslag 2009
61
Ter afdekking van de valutarisico’s op de effectenportefeuille zijn er valutatermijntransacties afgesloten. De post valutatermijntransacties bestaat per 31 december 2009 uit:
Lokale valuta (in duizenden)
aankoop-
verkoop-
uiterlijke
transacties
transacties
einddatum
Japanse yen
34.106.000
05-02-10
Amerikaanse dollar
2.775.900
05-02-10
Britse pond
320.100
05-02-10
Euro
2.682.767
Australische dollar
5.800
05-02-10
Zwitserse frank
302.400
05-02-10
Australische dollar
81.000
05-02-10
Canadese dollar
53.600
05-02-10
Liquiditeitsrisico Het aanhouden van Derivatenposities brengt voor het Pensioenfonds liquiditeitsrisico met zich mee. Het Pensioenfonds neemt een langetermijnpositie in rentederivaten in, waarmee het Pensioenfonds zich op korte termijn blootstelt aan liquiditeitsrisico verband houdend met mogelijke toename van de variabele rente. Aangezien de variabele rente een halfjaar voorafgaand aan het moment van betaling wordt vastgesteld, bieden deze derivatencontracten voldoende mogelijkheden de veranderingen in de liquiditeitspositie van het Pensioenfonds te monitoren en daarop bij te sturen. Het Pensioenfonds neemt een kortetermijnpositie in valutaderivaten in, waarmee het Pensioenfonds zich blootstelt aan liquiditeitsrisico verband houdend met stijging van de valutakoersen. Het Pensioenfonds kan onder bepaalde omstandigheden een kortetermijnpositie in aandelenderivaten innemen, om zich op korte termijn te beschermen tegen daling van de aandelenkoersen. Indien en voorzover het Pensioenfonds de beschermingscontructie geheel of gedeeltelijk financiert door callopties te schrijven, stelt het Pensioenfonds zich bloot aan liquiditeitsrisico als gevolg van waardeverandering van de onderliggende stukken als gevolg van stijging van de aandelenkoersen. Het Pensioenfonds beheerst het liquiditeitsrisico door een zorgvuldige cashflowplanning en het aanhouden van een substantieel gedeelte van het vermogen in liquide staatsleningen die, indien nodig, kunnen worden verkocht om aan liquiditeitsvereisten te voldoen. Indien de liquiditeitsvereisten hierdoor niet zijn gedekt, zal het Pensioenfonds een bankfaciliteit aangaan. Marktrisico Het Pensioenfonds staat bloot aan marktrisico in de vorm van mogelijke daling van de marktwaarde van de beleggingen in zakelijke waarden. Het marktrisico ten aanzien van beleggingen in vastrentende waarden betreft met name het renterisico en het kredietrisico. Het Pensioenfonds beheerst het marktrisico ten aanzien van beleggingen in zakelijke waarden indien nodig door middel van aandelenderivaten. Een daling van de zakelijke waarden in ontwikkelde markten en het indirect vastgoed van 25% leidt, rekening houdend met de afdekking van de zakelijke waarden, tot een afname van het resultaat en het Eigen vermogen met € 579 miljoen (5,6%). Een daling van de zakelijke waarden in opkomende markten met 35% leidt, na afdekking van de zakelijke waarden, tot een afname van het resultaat en het Eigen vermogen met € 196 miljoen (1,9%). Een daling van de niet-beursgenoteerde aandelen (Private Equity en Hedgefondsen) met 30% leidt tot een afname van het resultaat en het Eigen vermogen met € 97 miljoen (0,9%).
62
Concentratierisico Onder concentratierisico wordt verstaan het risico dat als gevolg van ontoereikende diversificatie binnen de portefeuille een bepaalde ontwikkeling of gebeurtenis een bovengemiddeld effect heeft op de waarde van de portefeuille. Het Pensioenfonds monitort dit risico op kwartaalbasis, waarbij expliciete aandacht is voor de exposure op ING Groep. Van het Totaal beleggingen voor risico Pensioenfonds is € 65,2 miljoen (0,6%) direct, dan wel indirect belegd in de ondernemingen en aangesloten ondernemingen, waarvoor de pensioenregelingen worden uitgevoerd.
2009
2008
Vastgoed Verdeling Vastgoed per sector: Winkels
171.448
21,5%
173.365
20,6%
Kantoren
76.220
9,6%
97.266
11,6%
Woningen
64.899
8,1%
80.374
9,6%
Industrieel vastgoed
62.140
7,8%
88.943
10,6%
Gemengd
421.693
53,0%
401.599
47,6%
796.400
100,0%
841.547
100,0%
Voor zover het beleggingsfondsen betreft is het verslaggevingsbeginsel ‘look through’ toegepast. De indeling naar object is gebaseerd op het karakter van de respectievelijke vastgoedbeleggingsfondsen, zoals dat is geformuleerd in de daartoe strekkende prospectussen. Verdeling Vastgoed per regio: Europa
390.014
49,0%
407.967
48,5%
Noord-Amerika
209.702
26,3%
205.921
24,5%
Azië
84.297
10,6%
145.453
17,3%
Oceanië
73.474
9,2%
60.439
7,2%
Midden- en Zuid-Amerika
26.302
3,3%
0
0,0%
Afrika
278
0,0%
0
0,0%
Overige activa en passiva begrepen in beleggingsfondsen
12.333
1,6%
21.767
2,5%
796.400
100,0%
841.547
100,0%
Tot de Overige activa en passiva worden gerekend de niet direct als beleggingen aan te merken posten in de balansen van de beleggingsfondsen. Gegeven de balansverhoudingen kunnen hier negatieve saldi optreden (overige passiva zijn dan groter dan de overige activa). Voor zover het beleggingsfondsen betreft, is het verslaggevingsbeginsel ‘look through’ toegepast. De indeling naar object is gebaseerd op het karakter van de respectievelijke vastgoedbeleggingsfondsen, zoals dat is geformuleerd in de daartoe strekkende prospectussen.
Jaarverslag 2009
63
2009
2008
Aandelen Verdeling Aandelen per categorie: Mature markets
3.381.535
81,1%
2.813.608
91,0%
Emerging markets
560.789
13,5%
293.956
9,5%
Overig
189.067
4,5%
16.573
0,5%
Overige activa en passiva begrepen in beleggingsfondsen
36.874
0,9%
-32.886
-1,0%
4.168.265
100,0%
3.091.251
100,0%
Noord-Amerika
1.807.991
43,4%
1.437.721
46,5%
Europa
1.246.423
29,9%
980.507
31,7%
Azië
706.314
16,9%
475.632
15,4%
Midden- en Zuid-Amerika
292.915
7,0%
158.878
5,1%
Oceanië
43.896
1,1%
52.660
1,7%
Verdeling Aandelen per regio:
Afrika
33.852
0,8%
18.739
0,6%
Overige activa en passiva begrepen in beleggingsfondsen
36.874
0,9%
-32.886
-1,0%
4.168.265
100,0%
3.091.251
100,0%
Voor zover het beleggingsfondsen betreft, is het verslaggevingsbeginsel ‘look through’ toegepast. De indeling naar categorie en regio is gebaseerd op beschikbare informatie van de beheerder van de beleggingsfondsen waarin rechtstreeks dan wel middellijk wordt geparticipeerd. Verdeling Aandelen per sector: Financiële instellingen
839.090
20,1%
554.738
17,9%
Informatietechnologie
488.292
11,7%
308.923
10,0%
Niet-cyclische consumentengoederen
414.667
9,9%
269.869
8,7%
Energie
407.684
9,8%
307.736
9,9%
Cyclische consumentengoederen
403.064
9,7%
343.168
11,1%
Industriële ondernemingen
395.346
9,5%
323.265
10,5%
Farmacie
331.890
8,0%
302.194
9,8%
Basisindustrieën
315.298
7,5%
146.569
4,7%
Telecommunicatie
185.587
4,5%
193.968
6,3%
Nutsbedrijven
161.166
3,9%
159.734
5,2%
Overige sectoren
189.307
4,5%
213.973
6,9%
Overig activa en passiva begrepen in beleggingsfondsen
36.874
0,9%
-32.886
-1,0%
4.168.265
100,0%
3.091.251
100,0%
Voor zover het beleggingsfondsen betreft, is het verslaggevingsbeginsel ‘look through’ toegepast. De indeling naar sector is gebaseerd op beschikbare informatie van de beheerder van de beleggingsfondsen waarin rechtstreeks dan wel middellijk wordt geparticipeerd.
64
2009 Verdeling Private Equity per regio: Noord-Amerika
51.693
47,4%
Europa
39.261
36,0%
Azië
18.104
16,6%
109.058
100,0%
Kredietrisico Onder kredietrisico wordt verstaan het risico dat een tegenpartij zijn betalingsverplichtingen niet nakomt. Bij de aanstelling van vermogensbeheerders worden in het mandaat afspraken gemaakt over het kredietrisico dat het Pensioenfonds wenst te lopen. Het kredietrisico van de beleggingen wordt op kwartaalbasis gemonitord.
2009
2008
Verdeling Vastrentende waarden per risicocategorie: AAA
4.705.074
67,9%
2.517.009
46,2%
AA
490.999
7,1%
217.377
4,0%
A
780.792
11,3%
1.219.223
22,4%
BBB
213.504
3,1%
284.709
5,2%
Lager dan BBB
349.219
5,0%
339.563
6,2%
Overige activa en passiva begrepen in beleggingsfondsen
393.432
5,6%
873.927
16,0%
6.933.020
100,0%
5.451.808
100,0%
Resterende looptijd < 6 maanden
19.161
0,3%
41.807
0,8%
Resterende looptijd 6 maanden - 1 jaar
30.879
0,4%
42.309
0,8%
Verdeling Vastrentende waarden naar looptijd:
Resterende looptijd 1 jaar - 5 jaar
1.364.024
19,7%
1.607.250
29,5%
Resterende looptijd > 5 jaar
5.153.033
74,3%
3.065.064
56,2%
Overige activa en passiva begrepen in beleggingsfondsen
365.923
5,3%
695.378
12,7%
6.933.020
100,0%
5.451.808
100,0%
Een stijging van de credit spread met 40% leidt tot een afname van het resultaat en het Eigen vermogen met € 70 miljoen (6,8%). Verzekeringstechnisch risico De belangrijkste verzekeringstechnische risico’s zijn het langlevenrisico, het kortlevenrisico en het arbeidsongeschiktheidsrisico. Het langlevenrisico vormt voor het Pensioenfonds het grootste verzekeringstechnische risico. Onder langlevenrisico wordt verstaan het risico dat verzekerden gemiddeld genomen langer blijven leven dan werd aangenomen bij de waardering van de Technische voorzieningen. De Technische voorzieningen bieden in dat geval onvoldoende dekking voor de toekomstige pensioenuitkeringen. Rekening houdend met de materiële wijziging van de voorzienbare trend in overlevingskansen is een opslag van 4% aan de Voorziening pensioenverplichtingen toegevoegd. Kortlevenrisico is het risico dat Deelnemers eerder overlijden dan bij de waardering
Jaarverslag 2009
65
van de Technische voorzieningen werd aangenomen. Dit risico doet zich voor bij pensioenvormen die uitkeringen bij overlijden kennen, zoals nabestaandenpensioenen. Het arbeidsongeschiktheidsrisico betreft het risico dat het Pensioenfonds voorzieningen moet treffen voor het toekennen van een arbeidsongeschiktheidspensioen en premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid. Vanwege het arbeidsongeschiktheidsrisico wordt een IBNR-voorziening getroffen, welke gemaximeerd is op tweemaal de in het boekjaar berekende risicopremie. Jaarlijks worden de verschillen tussen de werkelijke uitkomsten en de vooraf gemaakte aannames beoordeeld, mede aan de hand van een actuariële analyse. Daarnaast worden tot het verzekeringstechnische risico gerekend: procesrisico, risico-opslag voor afwijkingen ten opzichte van de sterftetrend en negatieve stochastische afwijkingen van de verwachtingswaarde. Deze drie risico’s bedragen een percentage van de op actuele waarde berekende technische voorziening. Het procesrisico neemt af naarmate het deelnemersbestand toeneemt, omdat het sterfteproces dan beter kan worden geschat. De beide andere risicofactoren houden respectievelijk rekening met de onzekerheid in de sterftetrend en met de negatieve stochastische afwijkingen. Omgevingsrisico Onder omgevingsrisico wordt verstaan het risico van buiten het Pensioenfonds komende veranderingen op het gebied van concurrentieverhoudingen, belanghebbenden (waaronder begrepen de sponsor), reputatie alsmede het algemene klimaat waarin (ondernemings)pensioenfondsen opereren. Een van de belangrijkste risico’s in dit kader vormt het sponsorrisico, het risico dat ING wegvalt als sponsor, of niet meer kan voldoen aan zijn toekomstige verplichtingen. Het Pensioenfonds beheerst dit risico door het afsluiten van een Uitvoeringsovereenkomst met de sponsor en het bewaken van de naleving daarvan, het gebruik maken van externe adviseurs en het waarborgen van de onafhankelijkheid van het Pensioenfonds. Operationeel risico Onder operationeel risico wordt verstaan het risico samenhangend met ondoelmatige of onvoldoende doeltreffende procesinrichting dan wel procesuitvoering. Enerzijds zijn dit de risico’s die worden gelopen bij operationele fouten die gemaakt worden in de uitbestede processen en anderzijds bij operationele fouten bij het Bestuursbureau en het Pensioenfonds. Het voorkomen van operationele fouten in de uitbestede processen maakt onderdeel uit van de beheersing van het uitbestedingsrisico. Het Pensioenfonds beheerst het operationele risico door een intern beheersingssysteem waarin risico’s en beheersmaatregelen zijn geïdentificeerd en periodiek worden getoetst, mede aan de hand van de bevindingen van de externe accountant. Uitbestedingsrisico Uitbestedingsrisico is het risco dat de continuïteit en/of kwaliteit van aan derden uitbestede werkzaamheden niet voldoet aan de eisen van het Pensioenfonds. Het Pensioenfonds heeft de uitvoerende werkzaamheden betreffende het pensioen- en vermogensbeheer uitbesteed aan derde partijen. Om te waarborgen dat het Pensioenfonds zekerheid heeft dat deze partijen de risico’s uit hoofde van de uitbestede activiteiten in voldoende mate beheersen, zijn met alle partijen overeenkomsten en/of Service Level Agreements aangegaan. In de overeenkomsten is onder meer geregeld dat de externe partijen periodiek rapporteren over de werkzaamheden ten behoeve van het Pensioenfonds. Andere belangrijke rapporten voor het Pensioenfonds zijn de zogenaamde SAS70 type-II rapporten. Deze rapportages beschrijven een groot aantal processen bij de externe partijen en de wijze waarop deze processen worden beheerst. Een SAS70 type-II rapportage is voorzien van een verklaring door een onafhankelijke externe accountant. Integriteitsrisico Het integriteitsrisico betreft het risico dat de integriteit van het Pensioenfonds wordt beïnvloed als gevolg van niet integere of onethische gedragingen van de organisatie, de medewerkers of de leiding van het Pensioenfonds. Hiertoe heeft het Pensioenfonds functiescheidingen aangebracht en wordt het vier-ogenprincipe toegepast. Ook heeft het fonds een Klokkenluidersregeling en een Incidentenregeling vastgesteld. Voorts kent het Pensioenfonds een Gedragscode die van toepassing is op de aan het Pensioenfonds verbonden personen. De verbonden personen dienen op basis van de in de Gedragscode opgenomen verplichtingen te rapporteren aan de extern benoemde Compliance Officer. De Compliance Officer rapporteert zijn bevindingen op kwartaalbasis aan het Bestuur.
66
Juridisch risico Onder juridisch risico wordt verstaan het risico samenhangend met veranderingen in en naleving van wet- en regelgeving en het mogelijk bedreigd worden van de rechtspositie van het Pensioenfonds, met inbegrip van de mogelijkheid dat contractuele bepalingen niet afdwingbaar of niet correct gedocumenteerd zijn. Ter beheersing van de juridische risico’s heeft de externe Compliance Officer de juridische risico’s geïdentificeerd die samenhangen met het voor het Pensioenfonds relevante juridisch kader en de beheersing hiervan in de vorm van een compliancechart vastgelegd. De Compliance Officer legt hierover op kwartaalbasis verantwoording af aan het Bestuur. Daarnaast beschikt het Pensioenfonds over juridische expertise en betrekt deze bij het opstellen van contracten, reglementen en omvangrijke transacties. Voor complexe zaken wordt tevens advies ingewonnen bij gespecialiseerde externe juristen. Het Pensioenfonds volgt de ontwikkelingen met betrekking tot de organisatie en governance van het beleggings- en risicobeheersingsproces nauwlettend en toetst de eigen organisatie en governance aan best practices in de markt.
Jaarverslag 2009
67
68
3. Overige gegevens
3.1 Overeenkomsten
3.2 Bestemming Saldo van baten en lasten Het Saldo van baten en lasten wordt, conform de Actuariële
Uitvoeringsovereenkomst
en bedrijfstechnische nota, als volgt verdeeld:
Het Pensioenfonds heeft met de aangesloten ondernemingen een Uitvoeringsovereenkomst gesloten, waarin 2009
onder meer de wederzijdse verplichtingen, de aanwijzing van Deelnemers, de financiële verplichtingen en de betaling van bijdragen zijn geregeld. De bijdragen voor
Overige reserves
de financiering van de pensioentoezeggingen komen
Extra reserve
geheel voor rekening van de aangesloten ondernemin-
Fonds waardeverschillen beleggingen
gen en dienen per kwartaal bij vooruitbetaling aan het
1.021.237 5.121 0 ________
Pensioenfonds te worden voldaan. Tot de bijdragen van de aangesloten ondernemingen behoort tevens de bijdrage
1.026.358
ten gunste van de Extra reserve. Deze reserve bedraagt hiermee 5% van de Technische voorzieningen per het einde van het boekjaar. Met ingang van 1 januari 2008 is de Uitvoeringsovereenkomst van kracht. Vermogensbeheerovereenkomsten Het Pensioenfonds heeft met ING Asset Management B.V., ING Real Estate Investment Management Ltd, Russell Investments Ltd, FRM Investment Management Ltd en ING Alternative Asset Management LLC, AZL Vermogensbeheer B.V., Cardano Risk Management B.V. en Cardano Structuring B.V. overeenkomsten afgesloten voor de uitvoering van het vermogensbeheer. Administratieovereenkomst Het Pensioenfonds is met AZL N.V. overeengekomen de administratieve en overige werkzaamheden voortvloeiende uit de pensioenregelingen, overeenkomsten en reglementen van het Pensioenfonds uit te voeren. Aan de administrateur is een volmacht verstrekt tot het aangaan van overeenkomsten die daden van beheer en beschikking betreffen, daaronder begrepen betalingen (na fiattering) te doen dan wel te ontvangen en daarvoor kwijting te verlenen en daarnaast alles te doen wat past in het kader van een goede uitvoering van de opgedragen werkzaamheden.
Jaarverslag 2009
69
3.3 Oordeel Visitatiecommissie
Reactie van het Bestuur
Het Bestuur van Pensioenfonds ING heeft besloten intern
Het Bestuur heeft in zijn vergadering van 16 april 2010
toezicht op te dragen aan een visitatiecommissie. De
met instemming kennis genomen van het oordeel van de
commissie heeft de haar opgedragen werkzaamheden
Visitatiecommissie.
verricht in de periode april 2009 tot en met maart 2010. Nadat de commissie medio 2009 haar tussentijdse
Het eigen ambitieniveau van het Bestuur ten aanzien van
bevindingen onder de aandacht van het Bestuur had
de kwaliteit van de uitvoering van de pensioenregelingen,
gebracht, heeft zij op 19 maart 2010 met het Bestuur over-
de kwaliteit van de communicatie met de verzekerden en
legd over de in februari 2010 gerapporteerde bevindingen
de kwaliteit van het risicobeheer en het vermogensbeheer
en deze in definitieve vorm op 25 maart 2010 uitgebracht.
is hoog. Het Bestuur werkt planmatig aan het realiseren van zijn doelstellingen en beschouwt de aanbevelingen van de
In de rapportage geeft de visitatiecommissie een oordeel
Visitatiecommissie als een uitstekend middel om de eigen
over de interne bestuursprocedures en -processen, de wijze
plannen tegen het licht te houden en waar mogelijk aan te
waarop het fonds wordt aangestuurd, de wijze waarop het
scherpen.
pensioenfonds omgaat met de risico’s op langere termijn en over een aantal specifieke onderdelen waarover in de
De Visitatiecommissie heeft het fonds aanbevolen zich
opdracht aan de commissie een oordeel was gevraagd.
met enige regelmaat de spiegel te laten voorhouden. Het Bestuur zal de uitgevoerde visitatie evalueren en op basis
Het oordeel van de commissie is dat de interne bestuurs-
daarvan een besluit nemen over de wijze waarop in de
procedures en -processen, op orde zijn. Wel zijn enkele
toekomst vorm zal worden gegeven aan het intern toezicht
aandachtspunten gesignaleerd. Met betrekking tot de
binnen het fonds.
governance zijn, gegeven de uitgesproken ambitie van het Bestuur op meer afstand van de feitelijke operatie
Het Bestuur bedankt de leden van de Visitatiecommissie
te komen, actiepunten aangereikt. Deze zijn vooral
voor de kritische en onafhankelijke wijze waarop zij hun
gerelateerd aan het bereiken van het uiteindelijke doel: het
onderzoek hebben uitgevoerd en voor de bijdrage die
volledig in control zijn, het realiseren van ‘Best Practice’ en
zij hebben geleverd aan de verdere ontwikkeling van de
het versterken van de onafhankelijkheid van de werkgever
organisatie en de besturing van het fonds.
/ sponsor. Het fonds had een achterstand in te halen. De commissie is overtuigd van de inzet en ambitie van het Bestuur en Directie in dit opzicht. Zij hebben tijdens de visitatieperiode significante vorderingen gemaakt. Het fonds voert een goed doordacht risicobeheer. De visitatiecommissie beveelt het fonds aan zich met regelmaat de spiegel te laten voorhouden.
25 maart 2010
P.J.C. van Eekelen J.H.R. van de Poel H.J. Thoman, voorzitter
70
Den Haag, 21 mei 2010
3.4 Oordeel Verantwoordingsorgaan
verbeterd is. Die stijgende lijn is ook in 2009 voortgezet.
Conform het bepaalde in de door de Stichting van de
Daarmee is een belangrijke basisvoorwaarde vervuld om in
Arbeid vastgestelde Principes voor goed pensioen-
de toekomst tot evenwichtige besluitvorming te kunnen
fondsbestuur heeft Stichting Pensioenfonds ING een
komen.
Verantwoordingsorgaan ingericht. De positie van het Verantwoordingsorgaan is vastgelegd in de statuten van
Verder heeft het Verantwoordingsorgaan over 2008
het Pensioenfonds en nader uitgewerkt in een reglement
geconstateerd dat een aantal ontwikkelingen in gang
Verantwoordingsorgaan, rekening houdend met het
is gezet die ervoor moeten zorgen dat het fonds in de
bepaalde in de Principes voor goed pensioenfondsbestuur.
toekomst beter is beschermd tegen situaties zoals die zijn opgetreden in 2008. Met name de informatievoorziening
Wijziging in samenstelling Verantwoordingsorgaan
rond het risicomanagement door het fonds is het afge-
In 2009 is de heer G. van Stijn als lid van het Verantwoor-
lopen jaar sterk verbeterd, ondermeer door de invoering
dingsorgaan opgevolgd door mevrouw G. van Vollenhoven.
van het risicodashboard.
Het Verantwoordingsorgaan dankt de heer Van Stijn voor zijn inzet voor het Verantwoordingsorgaan.
Kijkend naar de taak die het Verantwoordingsorgaan op grond van de Principes voor goed pensioenfondsbestuur
Vergaderingen
heeft, komen wij tot de volgende bevindingen:
Het Verantwoordingsorgaan is in het verslagjaar 5 keer in vergadering bijeengeweest, waarbij 2 maal aansluitend een
Goed pensioenfondsbestuur (Pension Fund Governance)
vergadering met het Bestuur van het Pensioenfonds heeft
Het Verantwoordingsorgaan is van mening dat het Bestuur
plaatsgevonden. Verder heeft in 2010 nog een tweetal
in het afgelopen boekjaar voldoende aandacht heeft
besprekingen (waarvan één met het Bestuur en één met
besteed aan de naleving van de Principes voor goed
de certificerend accountant en de waarmerkend actuaris)
pensioenfondsbestuur. Zo is in de periode februari 2009
plaatsgevonden ter voorbereiding van dit oordeel.
tot februari 2010 een onderzoek uitgevoerd door de Visitatiecommissie van het fonds. In april 2010 heeft het
Adviesrecht
Verantwoordingsorgaan de rapportage met betrekking tot
In februari 2009 is bij het Verantwoordingsorgaan een
de bevindingen van de Visitatiecommissie van het Bestuur
adviesaanvraag ingediend met betrekking tot een wijziging
ontvangen. Wij onderschrijven dat Bestuur en directie
van de faciliteitenregeling voor de gepensioneerden
van het Pensioenfonds in de achterliggende periode
in het Bestuur van het Pensioenfonds. In september is
significante vorderingen hebben gemaakt en adviseren het
een adviesaanvraag ingediend met betrekking tot de
Bestuur de punten van aandacht van de Visitatiecommissie
geschillenregeling van het fonds. In november ontving het
in ruime mate aandacht te schenken.
Verantwoordingsorgaan een adviesaanvraag met betrekking tot het communicatiebeleidsplan van het fonds. Het
Wet- en regelgeving en fondsdocumenten
Verantwoordingsorgaan heeft in alle gevallen een positief
In december 2009 zijn de reglementen opnieuw vast-
advies uitgebracht op de adviesaanvragen. Daarnaast
gesteld, waarmee de aanpassing aan de nieuwe wet- en
heeft het Verantwoordingsorgaan in oktober nog een
regelgeving (inclusief toeslagenmatrix) en de nieuwe
ongevraagd advies uitgebracht met betrekking tot het
uitvoeringsovereenkomst is gerealiseerd.
communicatiebeleid naar aanleiding van de communicatie rond de toeslagverlening.
Communicatiebeleid In 2009 is (na advisering door het Verantwoordingsorgaan)
Bevindingen
door het Bestuur het communicatieplan 2010-2012
In het vorig jaar door ons gegeven oordeel, is geconsta-
vastgesteld. Het Verantwoordingsorgaan heeft
teerd dat het Pensioenfonds het Bestuursbureau opnieuw
in zijn advies vooral aandacht gevraagd voor de
heeft opgebouwd, wat erin geresulteerd heeft dat de infor-
ontwikkelingen rond ING als Werkgever en de gevolgen
matievoorziening richting het Verantwoordingsorgaan in
daarvan voor het Pensioenfonds en het communicatie-
de loop van 2008 zowel kwalitatief als kwantitatief duidelijk
beleid van dat Pensioenfonds. Daarnaast heeft het
Jaarverslag 2009
71
Verantwoordingsorgaan ook aandacht gevraagd voor een
zijn fors uitgebreid. Met name het risicodashboard dat in
duidelijke splitsing in de communicatie door de Werkgever
2009 is ingevoerd is hier een goed voorbeeld van. De wijze
en de communicatie door het Pensioenfonds.
waarop opvolging wordt gegeven aan de resultaten van het risicodashboard behoeft op een aantal onderdelen
Toeslagbeleid
nog nadere invulling en aandacht van het Bestuur van het
De in 2007 gestarte studie naar een wijziging van de
Pensioenfonds. Zeker nu de risico’s continue aan wijziging
toeslagsystematiek heeft uiteindelijk niet tot resultaten
onderhevig zijn (denk aan het landenrisico dat nu actueel
geleid. Het Verantwoordingsorgaan heeft in het afgelopen
is), vormt dit een grote uitdaging voor het fondsbestuur.
boekjaar een aantal malen zijn zorgen uitgesproken over de wijze waarop het toeslagbeleid nu vormgegeven is.
Financiële positie van het Pensioenfonds
Weliswaar vindt de uitvoering van het toeslagbeleid plaats
De dekkingsgraad van het Pensioenfonds is in het boekjaar
door het Pensioenfonds, maar dat is daarbij geheel afhan-
significant toegenomen en bevond zich sinds einde
kelijk van de beslissing van de Werkgever om al dan niet
juli 2009 boven de vereiste dekkingsgraad. Door het
middelen ter beschikking te stellen. Daarmee ontstaat
gevoerde afdekkingsbeleid is wel veel opwaarts potentieel
een voor het Pensioenfonds ongewenste situatie, waarbij
weggeven, wat ook geleid heeft tot een gematigde stijging
geprobeerd is het toeslagenbeleid te vatten in de verplicht
van de dekkingsgraad. Het Verantwoordingsorgaan is met
voorgeschreven toeslagenmatrix. Tot 2009 gaf deze situatie
name benieuwd hoe het Pensioenfondsbestuur hier op de
verder geen aanleiding tot praktische problemen. Echter
langere termijn mee om wil gaan.
door het besluit van ING in 2009 om geen middelen voor toeslagen aan niet-actieven ter beschikking te stellen en de
Splitsing van ING Groep
daarmee ontstane onzekerheid over de toekomst van de
De aangekondigde splitsing van de ING Groep
toeslagen, is een situatie ontstaan waarin herijking van het
kan ook ingrijpende consequenties hebben voor het
beleid van het Pensioenfonds onvermijdelijk lijkt.
Pensioenfonds. Hoe ingrijpend die consequenties zullen zijn, is vooral afhankelijk van de keuzes die gemaakt worden
Premiebeleid
ten aanzien van de (uitvoering van) pensioenregeling van
In april 2009 is de nieuwe uitvoeringsovereenkomst tussen
de verschillende onderdelen. In ieder geval heeft deze
de Werkgever en het Pensioenfonds ondertekend, die met
aankondiging de discussie rond de toeslagsystematiek nog
terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2008 in werking is
urgenter gemaakt.
getreden. Daarin zijn de nieuwe financiële verhoudingen tussen Werkgever en Pensioenfonds vastgelegd.
Het Verantwoordingsorgaan acht het noodzakelijk dat het Bestuur van het Pensioenfonds in deze situatie haar eigen
Beleggingsbeleid
verantwoordelijkheid neemt en zich zeer alert en proactief
Eind 2008 heeft het Bestuur besloten het renterisico
opstelt. Daarbij realiseert het Verantwoordingsorgaan zich
af te dekken. Dit besluit is begin 2009 tot uitvoering
uiteraard dat de pensioenregeling welke het Pensioenfonds
gebracht. Verder is begin 2009 door het Bestuur
uitvoert primair een aangelegenheid is van werkgevers en
besloten om gezien de marktontwikkelingen niet te
werknemers.
herbalanceren. Begin 2010 is dat besluit weer ingetrokken. Het Verantwoordingsorgaan heeft onder de huidige
Oordeel
omstandigheden begrip voor het gevoerde afdekkings-
In het vorige oordeel heeft het Verantwoordingsorgaan
beleid, maar vraagt zich wel af hoe het fonds omgaat
geconstateerd dat met de nieuwe opbouw van het
met het risico van mogelijk stijgende rentes, inflatie en/of
Bestuurbureau, de informatievoorziening aan het
aandelenkoersen.
Verantwoordingsorgaan gaandeweg is verbeterd. Wij hebben over het boekjaar 2009 geconstateerd dat
Risicobeleid
deze stijgende lijn is voortgezet. Hoewel nog stappen
Het risicobeleid heeft in het jaar 2009 ruim aandacht
gezet moeten worden, constateren wij dat er sprake
gekregen van het Pensioenfondsbestuur. De maatregelen
is van een verdergaande professionalisering van de
die genomen zijn om de risico’s van het fonds te monitoren
Pensioenfondsorganisatie.
72
Was 2008 het jaar van de financiële crisis, in 2009 waren
Reactie van het Bestuur
de gevolgen daarvan nog duidelijk merkbaar. Het fonds-
Het Bestuur heeft op 21 mei 2010 kennis genomen van de
bestuur heeft gekozen voor een lijn waarbij het risico-
bevindingen, het oordeel en de aanbevelingen van het
profiel van het Pensioenfonds werd verlaagd. Dat heeft
Verantwoordingsorgaan. Het Bestuur kan zich verenigen
ertoe geleid dat de dekkingsgraad ultimo 2009 wellicht
met het oordeel van het Verantwoordingsorgaan en onder-
minder hoog is dan deze zonder afdekking zou kunnen
schrijft de gedane aanbevelingen. Met genoegen heeft
zijn, maar wij begrijpen de bewuste keuze die hierin is
het Bestuur kennis genomen van de constatering door
gemaakt. De recente ontwikkelingen op de financiële
het Verantwoordingsorgaan dat met name de informatie-
markten hebben ook laten zien wat de meerwaarde van
voorziening rond het risicomanagement in het afgelopen
een dergelijk afdekkingsbeleid kan zijn. De vraag is wel hoe
jaar sterk is verbeterd.
het effect zal zijn bij mogelijk stijgende rentes, inflatie en/of aandelenkoersen.
Toeslagenbeleid en communicatiebeleid De financiering van de toeslagen op de opgebouwde
Het communicatiebeleid van het Pensioenfonds kan op
pensioenaanspraken van de Gewezen Deelnemers en de
een aantal onderdelen nog verbeterd worden. Met name
ingegane pensioenen van de Pensioengerechtigden en de
de wijze waarop de toeslagsystematiek nu is vormgegeven
communicatie over die toeslagen vormen niet alleen voor
speelt het fondsbestuur daarbij parten.
het Verantwoordingsorgaan, maar ook voor het Bestuur een punt van zorg.
Aanbevelingen Het Verantwoordingsorgaan heeft kennisgenomen van
In tegenstelling tot bijna alle andere pensioenfondsen in
de punten van aandacht van de Visitatiecommissie en
Nederland is het toekennen van toeslagen op de opge-
adviseert het fondsbestuur in ruime mate aandacht te
bouwde pensioenaanspraken van de Gewezen Deelnemers
geven aan de aanbevelingen van de Visitatiecommissie.
en de ingegane pensioenen van de Pensioengerechtigden niet afhankelijk van de dekkingsgraad van het fonds, maar
De komende periode zal mede worden beheerst door de
van de bereidheid van de Werkgever om voor die toe-
aangekondigde splitsing van de ING Groep en de gevolgen
slagen een aparte koopsom te betalen. Het fonds verhoogt
die dat heeft voor het Pensioenfonds. De huidige vorm-
deze pensioenen alleen indien ING Nederland de daarvoor
geving van het toeslagbeleid zal daarbij verder onder druk
benodigde middelen ter beschikking stelt. Deze afhanke-
komen te staan. Maar ook het communicatiebeleid en de
lijkheid van de Werkgever maakt het voor het fonds lastig
huidige financieringssystematiek zullen in dat licht her-
om op een begrijpelijke manier met onze Verzekerden
nieuwde aandacht vragen. Wij realiseren ons dat dit totaal
over deze toeslagen te communiceren. Zeker omdat die
voor het fondsbestuur een behoorlijke uitdaging vormt en
communicatie dient te voldoen aan de wettelijke voor-
adviseren het Bestuur hierbij een proactieve houding aan
schriften, die met name zijn opgesteld voor de situaties
te nemen.
zoals die bij andere pensioenfondsen gebruikelijk zijn. De aankondiging van de splitsing van ING Groep vormde
Het Verantwoordingsorgaan
voor het Bestuur aanleiding om in een position paper zijn zorgen over (onder meer) de financiering van deze toeslagen in de toekomst kenbaar te maken. Zoals al
Amsterdam, 18 mei 2010
aangegeven in het bestuursverslag is het Bestuur bereid om met ING Nederland nieuwe financieringsafspraken te maken met betrekking tot de toeslagverlening en heeft zij dit ook aan ING Nederland laten weten. Daarbij draagt het Bestuur er zorg voor dat het fonds handelt ten behoeve van alle belanghebbenden bij het fonds en dat bij de besluitvorming alle belangen op een zorgvuldige en evenwichtige wijze worden afgewogen.
Jaarverslag 2009
73
Risicobeleid en beleggingsbeleid Pensioenfonds ING dekt de risico’s af die het zich niet kan permitteren. Het gevoerde afdekbeleid brengt met zich mee, dat de dekkingsgraad in ongunstige omstandigheden (dalende lange rente en dalende aandelenkoersen) minder hard daalt en minder hard stijgt in gunstige omstandigheden. Het Verantwoordingsorgaan geeft aan onder de huidige omstandigheden begrip te hebben voor het gevoerde afdekbeleid en stelt de vraag hoe het Bestuur hier op lange termijn mee om wil gaan. Ultimo 2009 bedroeg de dekkingsgraad 117 procent. Het Bestuur streeft naar het bereiken van een hogere dekkingsgraad, om zijn Verzekerden een voldoende mate van zekerheid te kunnen bieden dat de nominale pensioenaanspraken en pensioenrechten worden nagekomen. Om te voldoen aan de door het fonds gehanteerde strategische risiconorm, is een dekkingsgraad nodig van ongeveer 140 procent. Het beleggingsbeleid is gericht op het verder verbeteren van de financiële positie, zonder daarbij de neerwaartse risico’s uit het oog te verliezen. Het Bestuur zal het Verantwoordingsorgaan door middel van het reguliere overleg blijven informeren over de afwegingen en de keuzes die daarbij worden gemaakt. Tot besluit Het Bestuur streeft naar volledige transparantie over het gevoerde beleid en de uitkomsten daarvan en voorziet het Verantwoordingsorgaan van die informatie die nodig is om tot een afgewogen en goed geïnformeerd oordeel te kunnen komen. Het Bestuur dankt het Verantwoordingsorgaan voor de constructieve wijze van samenwerken en de bijdragen die het orgaan ook in 2009 heeft geleverd aan de besturing van het fonds.
Den Haag, 21 mei 2010
74
3.5 Actuariële verklaring
mede in aanmerking nemend het financieel beleid van het pensioenfonds.
Opdracht
De beschreven werkzaamheden en de uitvoering daarvan
Door Stichting Pensioenfonds ING te Amsterdam is aan
zijn in overeenstemming met de binnen het Actuarieel
Mercer Certificering B.V. de opdracht verleend tot het
Genootschap geldende normen en gebruiken, en vormen
afgeven van een actuariële verklaring als bedoeld in de
naar mijn mening een deugdelijke grondslag voor mijn
Pensioenwet over het boekjaar 2009.
oordeel.
Gegevens
Oordeel
De gegevens waarop mijn onderzoek is gebaseerd, zijn
De technische voorzieningen zijn, overeenkomstig de
verstrekt door en tot stand gekomen onder de verant-
beschreven berekeningregels en uitgangspunten, als
woordelijkheid van het bestuur van het pensioenfonds.
geheel bezien, toereikend vastgesteld.
Voor de toetsing van de fondsmiddelen en voor de
Het eigen vermogen van het pensioenfonds is op de
beoordeling van de vermogenspositie heb ik mij gebaseerd
balansdatum ten minste gelijk aan het wettelijk vereist
op de financiële gegevens die ten grondslag liggen aan de
eigen vermogen.
jaarrekening.
Gemeten naar de wettelijke maatstaf is ten aanzien van de
In overeenstemming met de richtlijn “Samenwerking
verplichtingen, aangegaan tot balansdatum, sprake van
tussen accountant en actuaris ter zake van de controle van
een toereikende solvabiliteit.
verantwoordingen van verzekeringsinstellingen” heeft de
Met inachtneming van het voorafgaande heb ik mij ervan
accountant van het pensioenfonds mij geïnformeerd over
overtuigd dat is voldaan aan de artikelen 126 tot en met
zijn bevindingen ten aanzien van de betrouwbaarheid en
140 van de Pensioenwet.
de volledigheid van de administratieve basisgegevens en
De vermogenspositie van Stichting Pensioenfonds ING is
de overige uitgangspunten die voor mijn oordeelsvorming
naar mijn mening voldoende. Daarbij heb ik de mogelijk-
van belang zijn.
heden tot het realiseren van de beoogde toeslagen, die afhankelijk zijn gesteld van de door de werkgever beschik-
Werkzaamheden
baar te stellen middelen, mede in aanmerking genomen.
Ter uitvoering van de opdracht heb ik onderzocht of is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet. De door het pensioenfonds verstrekte
Amstelveen, 21 mei 2010
administratieve basisgegevens en de bevindingen van de accountant ten aanzien hiervan zijn zodanig dat ik die gegevens als uitgangspunt voor mijn beoordelings-
Drs. S.I. Keijmel AAG
werkzaamheden heb aanvaard.
verbonden aan Mercer Certificering B.V.
Als onderdeel van de werkzaamheden voor de opdracht: –
heb ik ondermeer onderzocht of de technische voorzieningen, het minimaal vereist eigen vermogen en het vereist eigen vermogen toereikend zijn vastgesteld, en
–
heb ik mij een oordeel gevormd over de vermogenspositie van het pensioenfonds.
Mijn onderzoek heb ik zodanig uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de resultaten geen onjuistheden van materieel belang bevatten. Ik heb mij een oordeel gevormd over de waarschijnlijkheid waarmee het pensioenfonds de tot balansdatum aangegane verplichtingen kan nakomen,
Jaarverslag 2009
75
3.6 Accountantsverklaring
kunnen maken van de controlewerkzaamheden die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn maar die niet
Verklaring betreffende de jaarrekening
tot doel hebben een oordeel te geven over de effectiviteit
Wij hebben de in dit verslag opgenomen jaarrekening 2008
van het interne beheersingssysteem van de stichting.
van Stichting Pensioenfonds ING te Amsterdam bestaande
Tevens omvat een controle onder meer een evaluatie van
uit de balans per 31 december 2009 en de staat van baten
de aanvaardbaarheid van de toegepaste grondslagen
en lasten over 2009 met de toelichting gecontroleerd.
voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van schattingen die het bestuur van de stichting heeft
Verantwoordelijkheid van het bestuur
gemaakt, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van
Het Bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het
de jaarrekening.
opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-
opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming
informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons
met Titel 9 Boek 2 BW. Deze verantwoordelijkheid omvat
oordeel.
onder meer: het ontwerpen, invoeren en in stand houden van een intern beheersingssysteem relevant voor het
Oordeel
opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening
Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw
van vermogen en resultaat, zodanig dat deze geen
beeld van de grootte en de samenstelling van het ver-
afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of
mogen van Stichting Pensioenfonds ING te Amsterdam
fouten bevat, het kiezen en toepassen van aanvaardbare
per 31 december 2009 en van het resultaat over 2009 in
grondslagen voor financiële verslaggeving en het maken
overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW.
van schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn.
Verklaring betreffende andere wettelijke voorschriften en/of voorschriften van
Verantwoordelijkheid van de accountant
regelgevende instanties
Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel
Op grond van de wettelijke verplichting ingevolge artikel
over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij
2:393 lid 5 onder f BW melden wij dat het jaarverslag, voor
hebben onze controle verricht in overeenstemming met
zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de
Nederlands recht. Dienovereenkomstig zijn wij verplicht
jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW.
te voldoen aan de voor ons geldende gedragsnormen en zijn wij gehouden onze controle zodanig te plannen en uit te voeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt
Den Haag, 21 mei 2010
verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Ernst & Young Accountants LLP Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De keuze van de uit te voeren werkzaamheden is afhankelijk van de professionele oordeelsvorming van de accountant, waaronder begrepen zijn beoordeling van de risico’s van afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. In die beoordeling neemt de accountant in aanmerking het voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat relevante interne beheersingssysteem, teneinde een verantwoorde keuze te
76
w.g. J. Niewold RA
3.7 Personalia Bestuur Bestuursleden benoemd door ING Nederland: Mw. mr. Th.E. van Bon Functie in Bestuur: Hoofdfunctie:
Lid Hoofd Juridische Zaken B, ING Commercial Banking Legal, Amsterdam
Nevenfuncties:
Bestuurslid Stichting Lion Real Estate Investments, Amsterdam
Dhr. drs. P.C. de Bruijne AAG MBA Functie in Bestuur: Hoofdfunctie:
Lid en (vanaf 1 april 2009) voorzitter Financieel Manager Movir NV, Nieuwegein en AO ArtsenVerzekeringen NV, Den Haag
Nevenfuncties:
Bestuurslid en voorzitter (vanaf 1 april 2009) Stichting Lion Real Estate Investments, Amsterdam
Dhr. drs. J.L. van der Giessen Functie in Bestuur: Hoofdfunctie:
(vanaf 3 augustus 2009) Lid Directeur NN Portfolio Management en Chief Portfolio Owner ING Insurance Benelux
Nevenfuncties:
Bestuurslid Stichting Lion Real Estate Investments, Amsterdam Lid Raad van Commissarissen Parcom Capital
Dhr. drs. H.A.L.M. Hooijmans Functie in Bestuur: Hoofdfunctie: Nevenfuncties:
(tot 1 april 2009) Voorzitter Directeur Employee Pensions Nederland, Den Haag Bestuurslid en voorzitter Stichting Lion Real Estate Investments, Amsterdam
Dhr. drs. J.T. Postmus AAG Functie in Bestuur: Hoofdfunctie: Nevenfuncties:
(tot en met 31 december 2009) Lid Senior Quantitative Analyst Corporate Risk, Amsterdam Bestuurslid Stichting Lion Real Estate Investments, Amsterdam Bestuurslid Stichting Voortgezet onderwijs Lek & IJsselstreek, Capelle aan den IJssel Penningmeester IJsselcollege, Capelle aan den IJssel
Dhr. mr. H.A. Koemans Functie in Bestuur:
Jaarverslag 2009
(vanaf 18 mei 2010) Lid
Hoofdfunctie:
Head of Tax ING Groep
Nevenfunctie:
Bestuurslid Stichting Lion Real Estate Investments, Amsterdam
77
Bestuursleden benoemd door de Deelnemers in de Deelnemersraad: Dhr. drs. R. Oosterhout Functie in Bestuur:
Plaatsvervangend voorzitter
Hoofdfunctie:
Senior Relationship Manager Wholesale Banking, Amsterdam
Nevenfuncties:
Bestuurslid Stichting Lion Real Estate Investments, Amsterdam
Dhr. ir. H.L.R. Boeve AAG CFA Functie in Bestuur:
(vanaf 4 juni 2009) Lid
Hoofdfunctie:
Directeur Commerciële Zaken Intermediair Collectief Pensioen,
Nevenfuncties:
Bestuurslid Stichting Lion Real Estate Investments, Amsterdam
Rotterdam
Dhr. drs. J.T. Postmus AAG Functie in Bestuur: Hoofdfunctie: Nevenfuncties:
(vanaf 1 januari 2010) Lid Senior Quantitative Analyst Corporate Risk, Amsterdam Bestuurslid Stichting Lion Real Estate Investments, Amsterdam Bestuurslid Stichting Voortgezet onderwijs Lek & IJsselstreek, Capelle aan den IJssel Penningmeester IJsselcollege, Capelle aan den IJssel
Mw. mr. J. Sips Functie in Bestuur: Hoofdfunctie: Nevenfuncties:
Lid gepensioneerd Bestuurslid Vereniging Senioren ING, Amsterdam Bestuurslid Stichting Lion Real Estate Investments, Amsterdam
Dhr. A. Stolk Functie in Bestuur: Hoofdfunctie: Nevenfuncties:
Directeur Dhr. D. Heijting RA
78
(tot en met 31 december 2009) Lid gepensioneerd Bestuurslid Stichting Lion Real Estate Investments, Amsterdam
Verantwoordingsorgaan Leden Verantwoordingsorgaan benoemd door ING Nederland: Dhr. mr. H.A.N.J. Crauwels
(voorzitter)
Dhr. drs. A.A. Steenbergen RA Leden Verantwoordingsorgaan benoemd door de Deelnemers in de Deelnemersraad: Dhr. ing. P.H.J. Kullen AAG Dhr. G. van Stijn AAG Mw. drs. G. van Vollenhoven-Eikelenboom AAG
(tot 1 juli 2009) (vanaf 23 oktober 2009)
Leden Verantwoordingsorgaan benoemd door de Pensioengerechtigden in de Deelnemersraad: Dhr. drs. G.J.H. Broekers Dhr. J.H. Ubas Deelnemersraad
(samenstelling 31 december 2009)
Leden Deelnemersraad gekozen door de Deelnemers: Dhr. W. van Baren RA Dhr. R.F. van den Burgh Mw. V. Frankhuisen-Dumitru Dhr. J.B.M. van Hest Bc
(voorzitter) (secretaris tot en met 31 oktober 2009)
Dhr. H.R. Jongedijk Dhr. A. Kraaij Dhr. S.L. Kuntz Dhr. M.M.H. Lipsch Dhr. O. P. Lekkerkerker Mw. drs. G. Rog-Stokkink Dhr. J.A.J.M. Smeulders Mw. R.S. Steigenga
(secretaris vanaf 1 november 2009)
Leden Deelnemersraad gekozen door de Pensioengerechtigden: Dhr. W.M. Koelemij Dhr. J. de Roode Dhr. E.A. Vastenburg Dhr. A. Visser
Jaarverslag 2009
79
Deelnemersraad
(samenstelling 1 januari 2010)
Leden Deelnemersraad gekozen door de Deelnemers: Dhr. A. Kraaij Mw. V. Frankhuisen-Dumitru
(voorzitter)
Dhr. G. F. Dekkers
(secretaris)
Dhr. M.M.H. Lipsch Dhr. O.P. Lekkerkerker Dhr. A. Hahn Mw. E.C. Frieling Dhr. M. Rutte Dhr. J. Bomhof Dhr. M. Geurts Dhr. E. van de Visch Leden Deelnemersraad gekozen door de Pensioengerechtigden: Dhr. G.V. Smittenaar Dhr. E.A. Vastenburg Dhr. J.J. Witsen Elias Dhr. H.J. van der Steeg Dhr. A.K.F.M. Bronzwaer Visitatiecommissie
(1 april 2009 t/m 28 februari 2010)
Dhr. mr. H.J. Thoman Dhr. drs. P.J.C. van Eekelen AAG Dhr. prof. dr. J. van der Poel Certificerend actuaris Dhr. drs. S.I. Keijmel AAG
Mercer Certificering BV
Actuarieel adviseur Dhr. drs. A.A. Nagtegaal AAG
Hewitt Associates BV
Accountant Dhr. J. Niewold RA
Ernst&Young Accountants LLP
Compliance Officer Dhr. B. Peters RA
Nederlands Compliance Instituut
Vaste externe beleggingsadviseurs Dhr. drs. G.H. Heida
80
Dhr. prof. dr. C.G. de Vries
(vanaf 1 november 2009)
Mw. dr. M.W. M. Donders
(vanaf 1 maart 2010)
Colofon Het jaarverslag is een uitgave van Stichting Pensioenfonds ING Locatiecode HP B. 04.033 Postbus 90504 2509 LM Den Haag
Vormgeving AZL N.V. Heerlen, Marketing & Communicatie/DTP