Stichting Chevron Pensioenfonds
Petroleumweg 32 . 3196 KD Vondelingenplaat (Rt)
Postbus 6100 . 3196 ZG Vondelingenplaat (Rt)
Telefoon 010·2951502
Telefax 010·4380757
E-mail
[email protected]
Stichting Chevron Pensioenfonds
JAARVERSLAG 2009
Dek:itte Accountants B.V.
Iden;ifi~at!E'doE'leind{'n Q(Yl ) C' ;X:. 1 IC,('/U.. :;;2['10 ../
Voor Behorer,d t"J aC(Quntantsverklaring d.d.:
Inhoudsopgave
Meerjarenoverzicht van kerncijfers en kengetallen
2
Bestuursverslag Kenmerken pensioenfonds Ontwikkelingen van het pensioenfonds Verslag over het jaar 2009
3
3
4
5
Jaarrekening Balans per 31 december 2009 Staat van baten en lasten over 2009 Kasstroomoverzicht Algemene toelichting Toelichting op de balans per 31 december 2009 Toelichting op de Staat van baten en lasten over 2009
22
22
23
24
25
Overige gegevens Verslag verantwoordingorgaan Reactie van het bestuur op verslag verantwoordingsorgaan Gebeurtenissen na balansdatum Uitvoeringsovereenkomst met de werkgevers Actuariele verklaring Accountantsverklaring
43
28
39
44
46
47
48
49
51
tr~'e'!','n=+ta If." .""' "1.\,,, I'.. iii. ~. Dcloj1.'Te /\C((luntants B.V.
OJ)') QLlJ . u...,J\AI:
Voor ,den"f;;",'edo",leinden, Beh"" C'nd hlj dCl0umantsverkiaring d d.:
Stichting Chevron Pcnsioenfonds JAARVERSLAG 2009
:Jl.J
:1
C j
Meerjarenoverzicltt van kerncijfers en kengetallen
2009
2008
2007
2006
Belegd vermogen
267.368
240.600
309.413
299.078
286.573
Pensioenvermogen 2
275.906
265.426
312.563
300.314
296.131
Technische voorzieningen (marktwaarde)
253.086
252.789
229.211
238.070
243.055
Premies (bijdragen)
4.788
3.591
4.144
4.559
6.010
Pensioenuitkeringen
17.251
17.677
17.499
17.679
17.325
Totale baten Totale lasten Saldo baten en lasten
28.703 18.520 10.183
-28.253 42.462 -70.715
30.544 4.254 26.290
22.815 14.340 8.475
42.446 26.313 16.133
Dekkingsgraad FfK
109,0%
105,0%
136,4%
126,1%
121,8%
Reservetekortgrens FfK
114,9%
115,4%
120,9%
126,0%
121,7%
146 676 1.303 2.125
158 725 1.376 2.259
224 716 1.380 2.320
240 891 1.445 2.576
270 860 1.481 2.611
0,40% 0,57%
0,00% 2,22%
1,29% 1,29%
0,70% 0,70%
1,29% 1,29%
2005
FinancieIe gegevens per 31 december 1 (x € 1.000)
Aantallen per 31 december Actieve deelnemers Premievrijen Pensioengerechtigden Totaal
Indexatie (toeslag) pensioenen per 1 januari (volgendjaar) Premievrijenlpensioengerechtigden 80% cpr referentieperiode
De technische voorzieningen marktwaarde zijn 'lanaI 2006 inclusiel sierfletrend. In boekJaar 2005 zijn onder de oude Acluariille Principes Pensioenlondsen (APP). vanwege de lage renleS!~n~. de techniSCh9r'1 .. r~.·~IIIf .. ~,~.
",oW;! op basis van een RTS. Pens,oenvermogen = reserves + technische voorZlemngen. ~,,":"" :.' \\'ct'~. '1,
!i.e.
D,,;r'1:r n /\';;C;>l.Iniilnt,
Stichting Chevron Pensioenfonds JAARVERSLAG 2009
V~~r
e \f
Ovtll
ide'q,f:.-dtiedccleindE'n. Behorend 01) dc<:.Ountantsverklaring d d.:
/1 I
I.
'} ..
.
,x...- ~) \Alll ::;(..{ f 0
Bestuursverslag
Kenmerken pensioenfonds Doelstelling van het pensioenfonds De Stichting Chevron Pensioenfonds stelt zich ten doel het verschaffen van pensioenen en andere periodieke uitkeringen aan de deelnemers en hun nabestaanden.
Pensioenregeling Het fonds verleent volgens de regeling aanspraken op ouderdoms-, nabestaanden- en wezen pensioen. In het kader van de harmonisatie van de arbeidsvoorwaarden is per 1 december 2004 een nieuw pensioenreglement ingevoerd. Door gewijzigde wetgeving is dit pensioenregiement per 1 januari 2006 opnieuw aangepast.
Person alia Samenstelling bestuur De samenstelling van het bestuur per 31 december 2009 is als voIgt: Benoemd door de werkgevers
Gekozen door de deelnemers
Gekozen door de pensioengerechtigden
C.J. van Klink, voorzitter J.P.T. van der Velden T.T. Socha
M. Verlinde, secretaris
B.A.M. Bierens P.D. de Boer
Op 8 december 2009 heeft De Nederlandsche Bank (DNB) haar instemming betuigd met betrekking tot de benoeming van de heer drs. RA.M. Bierens, in de vacature die is ontstaan door het vertrek van de heer A. Ph. Kornaat.
Administrateur Gedurende het verslagjaar heeft de heer L.P.c. Betzel op grond van een daartoe opgestelde instructie tot volle tevredenheid van het bestuur gefunctioneerd als administrateur van het fonds. Overigens zijn de deelnemersadministratie en pensioen uitbetalingen ondergebracht bij een externe pensioenuitvoerder.
Actuaris De adviserend actuaris van het pensioenfonds is Mercer (Nederland) RV., te Amsteiveen.
De certificerend actuaris is Ir. M.W. Heemskerk AAG, verbonden aan Mercer Certificering RV.,
te Amsteiveen.
De:oll-~-~:: ,:';(~Countaflts
Stichting Chevron Pensioenfonds JAARVERSLAG 2009
B.V.
Beleggingscommissie C,J. van Klink P.D. de Boer T.T. Socha
Beleggingsadviseur Chevron Benefit Plan Investments (BPI) treedt op als beleggingsadviseur van het fonds.
Accountant De controle van de jaarrekening is uitgevoerd door Deloitte Accountants B. V. te Rotterdam.
Deelnemersadministratie en financiele administratie De deelnemersadministratie, de financiele administratie en het opstellen van de jaarrekening zijn ondergebracht bij ASR Pension Fund Services te Utrecht. Per 01-01-2010 is een nieuw contract in werking getreden met een duur van 5 jaar. In 2010 zal hierbij een service level agreement worden afgesloten.
Vermogensbeheer Per 31 december 2009 maakte het pensioenfonds gebruik van de volgende vermogensbeheerders: • • • • •
Acadian Asset Management Inc AEGON Investment Management B.V. State Street Global Advisors Ltd. Legal & General Assurance Management Ltd. Mondrian Investment Partners Ltd.
Custodian Per 31 December 2009 is als custodian werkzaam State Street Bank and Trust Company.
Ontwikkelingen van het pensioenfonds Bestand deelnemers en pensioengerechtigden De ontwikkeling van het hestand (in aantal personen) is als voIgt: OuderdolUS pensioen
Nabestaanden pensioen
Wezen· pensioen
Totaal
725 12
846
10
2.259
-16
-61
-74
520 33 -65
-4
-220
146
676
809
488
6
2.125
Deelnemers
Premie vrijen
Stand per 01-01-2009 Bij
158
4
Af Stand per 31-12-2009
Deic,t,,,, Stichting Chevron Pensioenfonds JAARVERSLAG 2009
37
IO,((OUrltani.s
B.V.
o
86
In de kolom deelnemers zijn ook degenen inbegrepen die een uitkering genieten uit de Fleurtex
regeling. Deze regeling is niet separaat opgenomen in de verzekerdenadministratie.
Er zijn nog 8 gerechtigden die in de toekomst aanspraak kunnen maken op de Fleurtex-regeling.
Verder zijn er 6 gerechtigden (geboren na 1-1-1950) die weI geldlvakantiedagen hebben gespaard
ten behoeve van de Fleurtex regeling, maar vanwege de gewijzigde wet- en regelgeving daarop
geen aanspraak meer kunnen maken. Zij zuBen vanaf 62 jaar hun gespaarde saldo in maandelijkse
termijnen uitgekeerd krijgen.
Actieve deelnemers naar werkmaatschappij
Chevron Oronite Technology B.V. Chevron Netherlands B.V. Combined Refuelling Service v.o.f. ChevronB.V.
71
33
32
~
Verslag over het jaar 2009 Beleggingsbeleid Het bestuur heeft het beheer over het vermogen van de stichting opgedragen aan State Street Global Advisors Ltd., Acadian Asset Management Inc., Mondrian Investment Partners Ltd., AEGON Investment Management B.V. en Legal & General Assurance Management Ltd. De rechten en verplichtingen met betrekking tot dit vermogensbeheer zijn vastgelegd in vermogensbeheerovereenkomsten. In de loop van het verslagjaar werd het mandaat van Alliance Bernstein beeindigd vanwege tegenvallende resuItaten en heeft het bestuur besloten op advies van de beleggingscommissie om naar een passief global equity mandaat over te gaan, beheerd door State Street Global Advisors. De actuele beleggingsmix van het beheerd vermogen van het fonds ziet er eind 2009 als voIgt uit:
Aandelen Vastrentende beleggingen Kas
Actuele mix
Strategische mix
Bandbreedte
%
%
%
30,3 69,5 0,2
30 70 0
25 -45
55 -75
0 10
De strategische beleggingsmix was naar aanleiding van de ALM studie (Asset Liability Management) in 2006 voor de periode 2007-2011 als voIgt vastgesteld: Jaar Aandelen Vastrentende waarden Totaal
2007 50% 50% 100%
2008 45% 55% 100%
2009 40% 60% 100%
2010 35% 65% 100%
2011 30% 70% 100%
De actuele beleggingsresultaten over het afgelopen jaar waren zodanig dat er sprake was van een geringe stijging van het percentage dat in aandelen was belegd. Vorig jaar werd al door het bestuur besloten om de strategische mix rond de 30% te houden. Door dating van de aandelen koersen in 2008 werd daardoor het uiteindelijk doel van een 30-70 mix eerder behaald dan was voorzien in het strategische pad dat in 2006 was vastgesteld. ~"'~.. ?'2 ti.:.. ,..'., .
Stichting Chevron Pensioenfonds JAARVERSLAG 2009
Id·'nt;fi(a~!ed",.
OV(Y)
Voor i0ind("f1. Behorer,d c,J iK((;I:'itdnls'.erklarinq
d·
Teneinde het renterisico af te bouwen, was besloten om de duration van de vastrentende waarden geleidelijk te verlengen volgens onderstaand pad: Jaar Duration vastrentende waarden
2008 6,5
2007 5,5
2009 7,5
2010 8,5
2011 9,5
De duration van de beleggingen is verlengd door stapsgewijs bedragen over te hevelen van de global bonds portefeuille naar het Long Duration Bond mandaat van Legal & General. Eind 2009 was de daadwerkelijke duration van de totale obligatie portefeuille 7,5 jaren wat gelijk is aan de strategie. De benchmarks voor vastrentende waarden zUn Barclays Capital Euro Aggregate met een duration 5,5 jaren, en Citigroup EMU Over 15 Year Index (duration 14,0). Door inkoop van de laatste benchmark wordt de duration stapsgewijs verlengd. De benchmark voor aandelen is de MSCI World index.
Beleggingsresultaat Het beleggingsresultaat over 2009 laat voor de totale portefeuille een resultaat zien van 10,3 %. De benchmark voor de totale portefeuille voor het jaar bedroeg 12,3%. Het verschil ten opzichte van de benchmark bedroeg 2% ofweI een verlies ten opzichte van de strategische benchmark van ruim Euro 5 miljoen. De gemiddelde performance voor Nederlandse pensioenfondsen bedroeg vol gens WM Company 14,6%. Ook in de voorafgaande jaren heeft het fonds te kampen gehad met underperformance. Er zal nadrukkelijker gekeken worden naar invulling met passieve fondsen. De eerste stap is gezet voor het einde van het jaar middels het overhevelen van het belegd vermogen door Alliance Bernstein naar een passief mandaat bij State Street Global Advisors. De underperformance werd met name gedreven door het achterblijven van de actieve aandelen managers met een resultaat van 21,9% ten opzichte van de benchmark van 25,9%. De vastrentende waarden hebben conform de index gepresteerd met een resultaat van 6,9% (benchmark: 7,0%) voor de obligaties, met een duration benchmark van 5,5 jaar en 2,1 % (benchmark: 1,9%) voor obligaties met een duration benchmark boven 15 jaar. Gedurende 2010 zal een nieuwe ALM studie worden uitgevoerd waarna een strategische beleggingsmix zal worden vastgesteld. Daarnaast zal aandacht worden gegeven aan de implementatie aangezien in de afgelopen jaren met name de beleggingsmanagers het hebben laten afweten als het gaat om het bereiken van een positief beleggingsresultaat ten opzichte van de benchmark.
Toeslag In de uitvoeringsovereenkomst met de werkgevers is opgenomen dat het fonds een voorwaardelijke toeslag zal toekennen indien de dekkingsgraad hiervoor toereikend is. Vol gens deze overeenkomst wordt de toeslagverlening van het komende jaar bepaald aan de hand van de inflatie (CPI) over de periode tussen 1 oktober van het jaar voorafgaande aan het verslagjaar en 30 september van het verslagjaar, en de dekkingsgraad op 31 december van dat verslagjaar. De maatstaf daarbij is 80% van de CPI. De inflatie over de periode tussen 1 oktober 2008 en 30 september 2009 was 0,71 % (bron: CBS). De geschatte dekkingsgraad bedroeg 112%, waarbij rekening is gehouden met de toen bekende verhoging van de technische voorzieningen met 2% als gevolg van een verdere toename van de levensverwachting, conform advies van de actuaris'r-:, Ii,'
i!.. ".
~
~!~U~a
. "!;;,:"J~.
De!c;t\" Accountants 8,V. Stichting Chevron Pensioenfonds JAARVERSLAG 2009
Bij een dekkingsgraad van 112% wordt 70% van de eerder genoemde 80% (CPI) aangepast. De uitkomst hiervan is 56% toeslag over de inflatie van 0,71 %, oftewel 0,40% indexatie per 01-01 2010. Betreffende indexatie is niet in de technische voorziening van boekjaar 2009 inbegrepen aangezien het bestuursbesluit in 2010 heeft plaatsgevonden.
Financiele positie Omdat de dekkingsgraad gedurende het vierde kwartaal van 2008 onder de 105% was uitgekomen, moest het bestuur een korte- en langetermijnherstelplan (herstelplan) indienen voor 31 maart bij DNB. Voor het einde van 2008 was met de aangesloten ondememingen overeengekomen dat een extra storting zou worden gedaan (deze extra storting is in 2009 in 4 kwartaal termijnen voldaan). Met deze toezegging rekening houdende kwam de dekkingsgraad eind 2008 uit op 105%, dus geen onderdekking. . Voor de indiening van het herstelplan zijn de aangesloten ondememingen geconsulteerd en is de deelnemersraad geInformeerd. Nadat het herstelplan was ingediend, zijn de deelnemers vervolgens op de hoogte gesteld. De dekkingsgraad op marktwaarde kwam in eerste instantie uit op de eerdergenoemde 112% per 31 december 2009. Dit was het gevolg van een positiefbeleggingsresultaat en de Iicht gestegen marktrente gedurende het jaar. Een negatieve invloed was de benodigde verhoging van de technische voorzieningen als gevolg van de toegenomen levensverwachting zoals hiervoor al genoemd. Het Centraal Bureau voor Statistiek heeft nieuwe sterftecijfers gepubliceerd waaruit blijkt dat de Ievensverwachting sneller stijgt dan eerder werd aangenomen. Vanwege de toegenomen levensverwachting en vooruitiopend op de publicatie van een nieuwe overlevingstafel door het Actuarieel Genootschap heeft het pensioenfonds per 31 december 2009 de technische voorzieningen met 5% verhoogd. Eerder was nog uitgegaan van 2%, op basis waarvan het besluit tot toeslagverlening is genomen. Pas nadat dit besluit was genomen bleek een verdere verhoging noodzakelijk. Met de 5% verhoging van de technische voorzieningen kwam de dekkingsgraad per 31 december 2009 uiteindelijk uit op 109%, zonder deze verhoging zou de dekkingsgraad 114,5% zijn geworden. Ondanks de benodigde verhoging van de technische voorzieningen is de dekkingsgraad hoger dan voorzien in het herstelplan. In een tabel ziet de ontwikkeling van de dekkingsgraad in 2009 er als voIgt uit. In de tabel is tevens de verwachte ontwikkeling van de dekkingsgraad conform het herstelplan en de ontwikkeling van de dekkingsgraad in 2008 te zien: 2009
Verwacht 2009
2008
Stand per 1 j anuari Nieuwe aanspraken en kosten Uitkeringen Toeslagverlening Wijziging rentetermijnstructuur Beleggingsrendement Opslag langleven Overig
105,0% 0,8% 0,4% 0,0% 0,6% 7,9% -/- 5,5% -/- 0,2%
105,0% 0,7% 0,4% 0,0% 0,0% -/- 3,5% 0,0% 0,4%
136,4% -/- 0,4% 3,1% 0,0% -/- 16,5% -/- 28,9% 0,0% 11,3%
Stand per 31 december
109,0%
103,0%
105,0%
Stichling Chevron Pensioenfonds JAARVERSLAG 2009
Id.·~"lfir'lt'cc!oC'leinden.
OvrYl .
Voor Behorer,d b'l dccountantsverklaring d.d.:
,'.'
,;LU) U,'ll 1"<') C
7
Toelichting op de ontwikkeling van de dekkingsgraad: Nieuwe aanspraken en kosten De op grond van de uitvoeringsovereenkomst ontvangen premies hebben een positief effect op de dekkingsgraad gehad. Uitkeringen De uitkeringen aan pensioengerechtigden doen de technische voorzieningen afnemen, wat eveneens een positief effect heeft op de dekkingsgraad. Toeslagverlening Per 1 januari 2010 is een toeslag verleend op de pensioenaanspraken van gewezen deelnemers en pensioengerechtigden van 0,4%. Een toeslag doet de technische voorzieningen toenemen, hetgeen een negatief effect heeft op de dekkingsgraad. De verleende toeslag per 1 januari 2010 wordt verantwoord in boekjaar 2010. Per 1 januari 2009 is geen toeslag verleend. Wiiziging rentetermijnstructuur De dating van de rentetermijnstructuur tot de 15-jaars rente en de stijging van de rentetermijnstructuur vanaf de 15-jaars rente in 2009 heeft per saldo een daling van de technische voorzieningen tot gevolg gehad. In 2008 zorgde de daling van de rentetermijnstructuur voor een forse stijging van de technische voorzieningen. De onderstaande figuur geeft de rentetennijnstructuur per 31 december 2008 en 31 december 2009 weer. Ultimo 2009 bedraagt de gemiddelde marktrente van de technische voorzieningen 3,8% (2008: 3,6%).
Figuur: Rentetennijnstructuur eind 2008 en eind 2009 5,0% 4,5% 4,0%
.....
3,5%
-- .
"!>3,0%
.............
- ... _"'-.
2,5% 2,0% 1,5% 1,0%
°
5
10
15
20
25
30
35
40
45
Looptljd
Beleggingsrendement De hoofdoorzaak van de gestegen dekkingsgraad in 2009 is de waardetoename van de beleggingen die het totale vermogen van het pensioenfonds deed toenemen. In 2008 deed de waardedaling van de beleggingen de dekkingsgraad fors afnemen.
Stichting Chevron Pensioenfonds JAARVERSLAG 2009
50
Opslag langleven Pensioenfondsen dienen de voorzieningen op prudente wijze vast te stellen, rekening houdend met de meest recente inzichten met betrekking tot de toename van de levensverwachting van mannen en vrouwen. Het Centraal Bureau voor Statistiek heeft nieuwe sterftecijfers gepubliceerd waaruit blijkt dat de levensverwachting sneller stijgt dan eerder werd aangenomen. Vanwege de toegenomen levensverwachting en vooruitlopend op de publicatie van een nieuwe overlevingstafel door het Actuarieel Genootschap heeft het pensioenfonds per 31 december 2009 de technische voorzieningen met 5% verhoogd. Deze stijging had in 2009 een negatieve invloed op de dekkingsgraad van 5,5%. Overig Deze post is een restpost. In 2008 is de in 2009 ontvangen storting door de aangesloten ondememingen als vordering opgenomen. Dit had in 2008 een positieve invloed op de dekkingsgraad van 8,0%. Onder het FfK is het 'vereist eigen vermogen' het vermogen dat hoort bij de zogeheten evenwichtssituatie van het pensioenfonds. In die evenwichtssituatie is het eigen vermogen zodanig vastgesteld dat met de wettelijk vastgestelde zekerheidsmaat van 97,5% wordt voorkomen dat het pensioenfonds binnen een jaar over minder middelen beschikt dan nodig om te kunnen voldoen aan de onvoorwaardelijke pensioenverplichtingen. Met andere woorden, de kans dat het pensioenfonds zich een jaar later in een situatie van onderdekking bevindt, is kleiner dan of gelijk aan 2,5%. De toezichthouder, DNB, heeft een gestandaardiseerde methode vastgesteld om te toetsen of er voldoende eigen vermogen aanwezig is: de standaardtoets. De standaardtoets meet voor een aantal risicofactoren het mogelijke (negatieve) effect (in euro's) op het eigen vermogen. Omdat de resultaten van de standaardtoets atbankelijk zijn van marktomstandigheden en het risicoprofiel van de aanwezige beleggingen, fluctueren ze in de loop van de tijd. De vereiste solvabiliteit op basis van deze toets bedraagt ultimo 2009 € 37,8 miljoen. Het eigen vermogen van het pensioenfonds ultimo 2009 bedraagt € 22,8 miljoen. Dit betekent dat het pensioenfonds ultimo 2009 niet voldoet aan de solvabiliteitstoets. Het eigen vermogen van het pensioenfonds is per balansdatum lager dan het wettelijk vereist eigen vermogen. Er is dus sprake van een reservetekort. De vermogenspositie is naar het oordeel van het bestuur niet voldoende, vanwege het reservetekort. Het fonds heeft in 2009 een langetermijnherstelplan ingediend bij DNB waarin het reservetekort naar verwachting eind 2013 is opgeheven.
Actuariele paragraaf Actuariele analyse In het volgende overzicht is de actuariele analyse van het saldo van baten en lasten opgenomen. Zoals uit dit overzicht blijkt is over 2009 een positief resultaat geboekt van 10,2 miljoen. Dit saldo komt ten goede aan de algemene reserve.
Delcit:e /~(countants B.V~ Stichting Chevron Pensioenfonds JAARVERSLAG 2009
9
LV'LL~:'CI6
2009 1. Premies en koopsommen 2. Beleggingsresultaat (incl. wijziging rentetermijnstructuur) 3. Toeslagverlening 4. Sterfte en herverzekering 5. Arbeidsongeschiktheid 6. Kosten 7. Mutaties / diversen 8. Opsiag langleven
2008
1.487 18.785 0 3.649 211 124 -/- 2.021 -/- 12.052
-/- 632 -/- 91.814 0 811 161 117 20.642 0
10.183
-/- 70.715
Totaal resultaat (=mutatie algemene reserve)
Kostendekkende en feitelijke premie
De kostendekkende en feitelijke premies zijn ais voIgt (cf. art. 130 PW):
Kostendekkende premie Feitelijke premie
2009
2008
3.717 4.788
4.980
3.591
De samenstelling van de kostendekkende en feitelijke premie 2009 zijn als voIgt bepaaId: Kostendekkende premie
2009
2008
Nominale netto pensioeninkoop op marktwaarde Kostenopslag Solvabiliteitsopslag (Vereist Vermogen FTK)
2.701 600 416
3.623 600 757
Totaal
3.717
4.980
De feitelijke premie wordt vastgesteld op basis van de actuariele premie, rekening houdend met de dekkingsgraad van het pensioenfonds. Beide grootheden hoeven echter niet gelijk te zijn aan eikaar. In onderstaand overzicht is de opbouw van de feitelijke premie aangegeven: Feitelijke premie
2009
2008
Bijdrage werkgever Bijdrage werknemer
4.409 379
3.235 356
Totaal
4.788
3.591
D'iuit~,,;
Stichting Chevron Pensioenfonds JAARVERSLAG 2009
VOCf
Au:mmtants B.V.
10~' tit,,:;,,'p'k,riemden. ()/i11
BE'ho'ena b:) accountantsverklaring d d.:
ox.°Uj·Jt1,..,lO .~ (.,\.1 /.Il. ">(.('1 U
Risicoparagraaf Het algemene uitgangspunt van het te voeren beleid is de pensioentoezegging, inclusief beleidsmatig gewenste indexaties, onder een breed scala van omstandigheden na te komen en weI tegen zo laag mogelijke, maar stabiele premies en uitvoeringskosten. De pensioentoezegging is een eindloonregeling. Het beleid is zodanig ingericht dat onder een breed scala van financi(!le scenario's deze toezegging in principe kan worden nagekomen.
De risicobeoordeling bestaat uit het identificeren en analyseren van die risico's die het realiseren van de doelstellingen in de weg kunnen staan. Op deze wijze verschaft risicobeoordeling een basis voor de wijze waarop de risico's beheerst kunnen worden. De in de uitbesteding betrokken organisaties zijn verantwoordelijk voor het beheersen van aIle risico's binnen hun verantwoordelijkheidsgebied. Onderstaand treft u een nadere toelichting aan op de voornaamste risico's die door het bestuur zijn onderkend, alsmede het beleid van het bestuur voor het mitigeren van die risico's, te weten: Beleggingsrisico' s; Verzekeringstechnische risico' s; - Operationele risico's. Belangrijke beheersingsmaatregelen zijn: • • • • • • •
Doelstellingen zijn vastgelegd in administratieovereenkomsten, beleggingsplannen, valuta en derivatennota's; Tijdige vaststelling van beleggingsplannen en van het derivaten - en valutabeleid door bestuur van het fonds; Communicatie van beleggings-/pensioenplannen en nota's naar medewerkers van de bovengenoemde organisaties; Duidelijke voorschriften welke activiteiten, producten en brokers toegelaten of verboden zijn; Heldere limieten om krediet, markt en liquiditeitsrisico's te beheersen; Identificatie en meting van aIle risico's; Eenduidige benchmarks.
De keuze en toepassing van beleidsinstrumenten vindt plaats na uitvoerige analyses ten aanzien
van te verwachten ontwikkelingen van de verplichtingen en de financiele markten. Daarbij wordt
onder meer gebruikgemaakt van ALM studies. Het bestuur heeft zoals hierboven reeds vermeld,
in 2006 een ALM studie laten uitvoeren. Aan de hand van de uitkomsten van deze studie is een
beleggingsportefeuille gekozen.
Gedurende het verslagjaar heeft het bestuur een besluit genomen een nieuwe ALM studie te laten
uitvoeren gedurende de eerste helft van 2010.
Beleggingsrisico's Het beleggingsbeleid (zowel strategisch als tactisch) en de manier waarop met risicobeheersing
wordt omgegaan is beschreven in het beleggingsplan.
Het beleggingsplan voor de jaren 2007-2011 is als voIgt.
Stichting Chevron Pensioenfonds JAARVERSLAG 2009
lint")
Voor ,d2'dif,c 'l;(c'oei"inrien. Behorend b,! ,l{ce,unlonts'Jerklaring d.d,:
1 LI )
l,
trlt.t{'1 0
11
Algemeen Het bestuur draagt er zorg voor dat de beschikbare gelden van het fonds op een solide wijze worden belegd. Er worden daartoe een of meerdere externe vermogensbeheerders aangesteld. De taakverdeling tussen het fonds en de vermogensbeheerder is als voIgt: • het fonds stelt het raamwerk en latere wijzigingen daarvan vast; • de vermogensbeheerder beheert het vermogen binnen het raamwerk en rapporteert daarover ieder kwartaal; • het fonds controleert de uitvoering aan de hand van de kwartaalrapportages, echter zonder daarmee de verantwoordelijkheid van de vermogensbeheerder te verminderen. Het raamwerk waarbinnen de vermogensbeheerder mag opereren wordt gevormd door de beleggingsrichtlijnen. Bij de vaststelling van de richtlijnen maakt het bestuur gebruik van ALM studies. De ALM studies worden periodiek uitgevoerd. De richtlijnen betreffen: • • • • • •
de verdeling over de beleggingscategorieen; het valutabeleid; de samenstelling van de vastrentende portefeuille; de samenstelling van de aandelenportefeuille; het gebruik van derivaten; de inhoud van rapportages.
Jaarlijks bespreken partijen het gehele beleggingsraamwerk en de daarmee behaalde resultaten. De vermogensbeheerder stelt in overleg met het fonds een beleggingsplan op voor het volgende jaar, rekening houdend met de ontwikkeling van de portefeuille en de vooruitzichten op de beleggingsmarkten. Het fonds toetst het beleggingsplan aan de richtlijnen. Strategisch beleid Het bestuur baseert zijn strategisch beleggingsbeleid op de ALM studie uitgevoerd in 2006. Het bestuur heeft besloten om binnen een viertal jaren naar een mix van 30% aandelen en 70% vastrentend te gaan en in diezelfde periode de duration van vastrentend te verhogen tot het niveau van de duration van de verplichtingen. Dit was gebaseerd op de uitkomst van de ALM studie die aantoont dat het fonds steeds rijper wordt. Aan de andere kant wilde het bestuur de mismatch tussen de rentegevoeligheid van de technische voorzieningen en de beleggingen verminderen. Het transitiepad is reeds hiervoor weergegeven in de paragraaf over het beleggingsbeleid. Inmiddels is de mix door de ontwikkeling van met name de aandelenkoersen al terecht gekomen op het niveau dat de doelstelling was voor 2011. Het bestuur heeft besloten het aandelenbelang binnen de strategische mix op 30% te houden, wat de doelstelling was voor 2011. De doelstellingen op lange termijn ten aanzien van het vermogensbeheer voor het fonds zijn als voigt: • Het verwerven, vervreemden en beheren van solide beleggingen, zodanig dat met het directe inkomen daaruit en de waardestijging samen met de bijdragen van de werkgevers en de deelnemers kan worden voldaan aan de lopende en toekomstige verplichtingen uit hoofde van de toegezegde pensioenregeling; • Het op (middel)lange termijn maximaliseren van het totale rendement bij een gegeven asset mix, opdat daarmee de toezeggingen kunnen worden verhoogd; • Het ~andhaven van een v.oldoende dekkin~~'lp .i1}. g~~reenstemming met het financieel toetsmgskader voor penslOenfondsen. t,,'" ' .' :,,/: ~ Dchiij", /\C((;Ulltants B.V, Stichting Chevron Pensioenfonds JAARVERSLAG 2009
Deze doelstellingen worden gefonnuleerd door het bestuur van het fonds om tot een optimum te komen en deze worden regelmatig geactualiseerd. Daarbij wordt gewaarborgd dat de activa zodanig belegd worden dat geconfonneerd wordt aan de vereisten van de Pensioenwet, alsmede aan de overige eisen van DNB. Om deze doelstellingen te bereiken, is het beleid gericht op: • Het zorg dragen dat de beleggingen in bepaalde mate het huidige en toekomstige verplichtingenprofiel, de dekkingsgraad en cash flow reflecteren; • Het overwegen van verschillende beleggingsstrategieen, het maken van een keuze daartussen om een optimaal evenwicht te bereiken tussen de bovengenoemde doelstellingen van het vennogensbeheer en het op basis daarvan definieren van een strategische 'benchmark' waarmee het beleid kan worden geconcretiseerd en periodiek geevalueerd; • Actieve tactische asset allocatie binnen vooraf strategisch bepaalde bandbreedtes waartussen de verde ling van de portefeuille over verschillende activacategorieen mag fluctueren om hiennee het rendement te verhogen en/of het risko te verlagen. In het kader van de vasts telling van de strategische beleggingsmix in 2010 wil het bestuur vervolgens hier explicieter invulling aangeven; • Het regelmatig evalueren van de resultaten van het gekozen beleid alsmede de implementatie daarvan. Tactisch beleid Het tactische beleid, te weten de verdeling naar regio's Ilanden I sectoren I debiteuren en dergelijke, wordt jaarlijks door de beleggingscommissie uitgewerkt en door het bestuur vastgesteld. De beleggingscommissie stelt relevante streefposities vast. Het bestuur baseert zkh bij de beslissingen ten aanzien van het tactische beleid op de adviezen van de beleggingscommissie. Derivaten vonnen als afgeleide beleggingsinstrumenten geen aparte beleggingscategorie. Er mag uitsluitend gebruik van worden gemaakt indien daannee de risicograad van de portefeuille wordt verlaagd, of als vervanging van een belegging. Prijsrisico In de balans zijn de financiele instrumenten, voor zover niet anders aangegeven, verwerkt tegen actuele waarde. Voor de belangrijkste onderdelen van het prijsrisico's, te weten rente-, valuta- en marktrisico, zijn risicobeheersingmaatregelen genomen. Renterisico
Renterisico is het risico dat optreedt bij wijzigingen in de beleggingen en de verplichtingen als gevolg van de wijziging van de marktrente. Maatstaf voor het meten van rentegevoeligheid is de duration. De duration is de gewogen gemiddelde resterende looptijd in jaren van de kasstromen.
Duration vastrentende waarden Duration (nominale) pensioenverplichting
Stichting Chevron Pensioenfonds JAARVERSLAG 2009
2009
2008
7,5 11,0
10,0
7,4
Indien op balansdatum de duration van de beleggingen aanzienlijk korter is dan de duration van de verplichtingen is er sprake van een zogenaamde 'duration-mismatch'. Bij een rentestijging zal de waarde van beleggingen minder snel dalen dan de waarde van de verplichtingen (bij toepassing van de actuele marktrentestructuur), met als gevolg dat de dekkingsgraad zal stijgen. Bij een rentedaling zal de waarde van de beleggingen minder snel stijgen dan de waarde van de verplichtingen, waardoor de dekkingsgraad daalt. Door geleidelijk in vier jaar de duration van de vastrentende waarden te verhogen en in dezelfde peri ode het belang in vastrentend te verhogen tot 70%, wordt het renterisico geleidelijk afgebouwd.
Valutarisico Valutarisico is het risico dat optreedt bij wijzigingen van de koersen van vreemde valuta ten opzichte van de euro. Het valutarisico is beperkt door de normverdeling van de vastrentende portefeuille en de daarbij gehanteerde bandbreedtes. Voor het risico van wisselkoersverschillen op de portefeuille vastrentende waarden kan een afdekking naar de euro gelden.
Marktrisico Marktrisico is het risico dat door de ontwikkeling van marktprijzen (veroorzaakt door factoren die
samenhangen met een individuele belegging, de uitgevende instelling of generieke factoren)
waardewijzigingen plaatsvinden.
Wijzigingen in marktomstandigheden hebben altijd direct invloed op het beleggingsresultaat,
omdat aIle beleggingen worden gewaardeerd op reele waarde waarbij waardewijzigingen
onmiddelljjk worden verwerkt in het saldo van baten en lasten.
Kredietrisico
Het kredietrisico van vastrentende waarden wordt beoordeeld op basis van de rating. V oor de
portefeuille vastrentende waarden zijn strikte beperkingen ten aanzien van de verdeling en het
niveau van de ratings van toepassing. Het kredietrisico wordt beperkt door obligaties en leningen
op schuldbekentenissen uitsluitend af te sluiten met partijen met een hoge kredietwaardigheid en
door het gebruik van kredietlimieten per tegenpartij.
Resultaatsevaluatie
Ten minste vier keer per jaar worden door de beleggingscommissie de volgende punten
behandeld:
• Evaluatie van de beleggingsresultaten zowel van het totaal der beleggingen als van de deel portefeuilles ten opzichte van de vastgestelde benchmarks; • Vaststelling dat de mandaten (door de beheerders) in acht zijn genomen; • Beoordeling van (de consistentie van) het door de aangestelde beheerders gevoerde beleggingsbeleid in het licht van de marktontwikkelingen en de beleggingsbenadering van de betrokken vermogensbeheerder. • Beoordeling van het allocatie- en selectiebeleid van de aangestelde beheerders. Een en ander vindt plaats op basis van de schriftelijke rapportages van de individuele vermogensbeheerders en de verwerking hiervan in performance monitoring rapportages. De vermogensbeheerders lichten in ieder geval twee keer per jaar het beleid en de behaalde resultaten toe.
Stichting Chevron Pensioenfonds JAARVERSLAG 2009
Minimaal eenmaal per jaar evalueert de beleggingscommissie het vastgestelde strategische beleggingsbeleid, de geiinplementeerde structuur en de aangestelde beheerders evenals de bewaarnemer en adviseert het bestuur ten aanzien van mogelijke bijstellingen. Indien relevant beslist de beleggingscommissie bij die gelegenheid tevens over de toewijzing van te beleggen middelen voer het komende jaar. Over deze punten, evenals over de resultaten van het boekjaar brengt de commissie verslag uit aan het bestuur. Voor de vastrentende portefeuille worden de restrkties ten aanzien van de kredietwaardigheid te allen tijde in acht genomen. De gemiddelde rating, de laagste rating in de portefeuille en de verde ling over de ratings blijven daardoor voortdurend in ieder geval op het niveau dat is vastgelegd in het beleggingsplan. De jaarlijkse evaluatie betreft daarom niet de vraag of de kredietwaardigheid voldoende op peil is gebleven, maar de vraag of de restricties aanpassing behoeven.
Verzekeringstechnische risico's Het langleven risko wordt beheerst door uit te gaan van waardering van de voorziening pensioenverplichtingen op basis van overlevingskansen waarbij rekening wordt gehouden met een voorzienbare verbetering van de toekomstige overlevingskansen. De sterftekansen worden ontleend aan de door het Actuariele Genootschap gepubliceerde AG PrognosetafeI2005-2050. Op basis van nieuwe waarnemingen van het Centraal Bureau v~~r de Statistiek (CBS) blijkt de ontwikkeling van de levensverwachting echter aanzienlijk beter dan voorzien. Vooruitlopend op de publicatie van een nieuwe AG prognosetafel in 2010 en verder onderzoek naar de ervaringssterfte is een opslag van 5,0% op de voorziening pensioenverplichtingen opgenomen in verband met de toegenomen levensverwachting en de verbetering van de sterftetrend in de toekomst. Overige relevante verzekeringstechnische risico's zijn het overlijdens- en het arbeidsongeschiktheidsrisico. Voor arbeidsongeschikte deelnemers wordt de contante waarde van de toekomstige pensioenopbouw in de voorziening pensioenverplichtingen opgenomen. Het overlijdensrisko is voor de deelnemers herverzekerd bij ASR Verzekeringen. Daarbij wordt per deelnemer een eigen behoud van € 200 (x 1.000,-) aangehouden.
Operationele risico's Operationeel risico is het risico dat optreedt bij de uitvoering van de pensioen- en beleggingsactiviteiten, als gevolg van niet afdoende of falende interne processen, menselijk gedrag en systemen of als gevolg van externe gebeurtenissen. Dit risico wordt gemitigeerd door SLA's die met dienstverleners zijn opgesteld en door verklaringen die het pensioenfonds ontvangt, bijvoorbeeld een SAS70 verklaring.
Corporate governance Het algemene uitgangspunt van het te voeren beleid is de pensioentoezegging, inclusief beleidsmatig gewenste indexaties, onder een breed scala van omstandigheden na te komen en weI tegen zo laag mogelijke, maar stabiele premies en uitvoeringskosten. Intern beheersingssysteem en administratieve organisatie Het doel van het fonds is pensioenen en andere periodieke uitkeringen te verschaffen aan de personen, die volgens het betrokken reglement daarop aanspraak kunnen maken en alles te verrichten, dat in de ruimste zin genomen met het voorafgaande in verband staat of daaraan bevorderlijk zal zijn en voor zover wet en regelgeving dit toelaat. Het fonds heeft om dat doel te kunnen bereiken een organisatie opgezet waarbinnen de uitvoering van de pensioenregeling en het beheer van het vermogen op een adequate en ~ontrole~f~~lanier kan plaatsvinden. k.:\~,
Stichting Chevron Pensioenfonds JAARVERSLAG 2009
"
.,1>-':',';"'.
Het intern beheersingssysteem berust op de verantwoordelijkheden, de bevoegdheden en de onderlinge verhoudingen van de volgende bij het fonds betrokken organen en instellingen:
• • • • • • •
Bestuur van het fonds Deelnemersraad Beleggingscommissie Vermogensbeheerder(s) Administrateur Verantwoordingsorgaan Visitatiecommissie
Het bestuur van het fonds be staat uit minimaal 4 leden. De helft van de bestuursleden wordt benoemd en ontslagen door de aangesloten ondernemingen in onder ling overleg. De andere helft wordt gekozen door de deelnemers en de pensioengerechtigden. De door de deelnemers en pensioengerechtigden gekozen bestuursleden hebben zitting gedurende vier jaren. Het bestuur stelt een reglement vast op basis waarvan de genoemde bestuursleden roulerend zullen toe- en uittreden. Het fonds beschikt met betrekking tot het bestuur over een deskundigheidsplan in de zin van de Beleidsregels, beleidsbepaling en toetsing pensioenfondsen. Daarnaast is er voor het bestuur, medewerkers van het fonds en de beleggingscommissie een gedragscode opgesteld ter voorkoming van belangenconflicten en van misbruik en oneigenlijk gebruik van de bij het fonds aanwezige informatie. In 2009 heeft een zelfevaluatie plaatsgevonden van het functioneren en de kennis van de zittende bestuursleden. Hierbij is gebruik gemaakt van het "Self assessment voor pensioenuitvoerders" van de AFM. Uit deze evaluatie zijn een aantal verbeterpunten naar voren gekomen La.v. expertise, efficientie van vergaderingen en informatie-uitwisseling. Tevens hebben aIle bestuursleden in dit kader begin 2010 deelgenomen aan de SPO competentie test, begin 2010. Resultaten hiervan zullen dienen om de opleiding en scholing van de bestuursleden te verbeteren, en om tot een zinvolle portefeuille verde ling te komen. Het bestuur neemt de besluiten ten aanzien van de uitvoering van de pensioenregeling. Het dagelijkse beleid wordt uitgevoerd door tenminste twee leden van het bestuur (tenminste 1 namens de werkgever en I namens de werknemers). De deelnemersraad heeft in de statuten (art. 11) en Pensioenwet vastgelegde bevoegdheden tot advisering van het bestuur met betrekking tot o.a. goedkeuring jaarverslag, wijziging van statuten en reglementen, het verlenen van toeslagen en liquidatie van het fonds. In het verslagjaar heeft het bestuur 3 maal met de deelnemersraad vergaderd. Naast de reguliere onderwerpen, zoals beleggingsresultaten en jaarwerk, zijn o.a. het herstelplan, de onderzoeken door DNB en het communicatieplan aan de orde gekomen. Het bestuur hecht veel waarde aan het regelmatige en constructief overleg met de deelnemersraad en zal daar waar nodig naar verbetering blijven streven. Het bestuur is verantwoordelijk voor het beleggingsbeleid en baseert zich op de adviezen van de beleggingscommissie. De vermogensbeheerder voert het beleggingsbeleid uit binnen de daarvoor gestelde richtlijnen. Het toezicht op het vermogensbeheer is gedelegeerd aan de beleggingscommissie. De beleggingscommissie kan zich voor de uitvoering van zijn taken laten bijstaan door een (externe) beleggingsadviseur.
Stichting Chevron Pensioenfonds JAARVERSLAG 2009
8ehor<::nd blj d(C0untwLs~erkidfing d d:
14)tJJlc;tI06
De administrateur wordt benoemd en ontslagen door het bestuur en is verantwoording verschuldigd aan het bestuur. Gedurende het verslagjaar heeft het bestuur besloten het pensioenbureau te versterken door in 2010 over te gaan tot de benoeming van een directeur ad interim van het pensioenbureau. Dit is uiteindelijk februari van 2010 nader besloten en vorm gegeven. Uitbesteed zijn: • Het vermogensbeheer • De pensioenadministratie • De financiele administratie Het bestuur heeft met de uitvoerders een vermogensbeheerovereenkomst respectievelijk administratieovereenkomsten gesloten. In deze overeenkomsten kunnen onder meer de volgende elementen zijn verwerkt: • Vastgelegd zijn de specifieke werkzaamheden die de uitvoerder verricht voor het fonds, onder te verdelen in administratieve, financiele, secretariele, actuariele, juridische, en overige werkzaamheden. • De verplichting deze werkzaamheden op een efficiente, zorgvuldige en professionele manier uit te voeren. • De verplichting tot geheimhouding van de gegevens van het fonds en verklaring in te staan voor de deskundigheid en de betrouwbaarheid van het personeel dat met de uitvoering van de werkzaamheden wordt belast. • De uitvoerder wordt last en volmacht verleend om al datgene te doen wat in het belang van het fonds en voortvloeiende uit de hem opgedragen taken gewenst, nuttig of noodzakelijk wordt geacht. • Van de externe vermogensbeheerders wordt een verklaring ontvangen, benodigd voor een adequate beheersing van de risico's, bijvoorbeeld een SAS70 verklaring. Rapportage De (financiele) jaarverslaglegging van het fonds wordt met ondersteuning van de accountant en de adviserende actuaris voorbereid door de administrateur. De administrateur beschikt bij het uitvoeren van de werkzaamheden over een handleiding die wordt bijgewerkt indien daar aanleiding toe is. De administrateur heeft tekenbevoegdheid voor stukken die de uitvoering van de pensioenregeling betreffen. De administrateur rapporteert op bestuursvergaderingen over de voortgang van de administratieve uitvoering en over bijzonderheden. Controleerbare werkzaamheden worden door de administrateur aan het bestuur voorgelegd ter controle en fiattering. De accountant ziet toe op de juiste en volledige uitvoering van maatregelen met betrekking tot de interne controle. Uitvoering en controle zijn hier volledig gescheiden. De vermogensbeheerders rapporteren ten minste eenmaal per kwartaal aan de beleggingscommissie over de uitvoering van het beleggingsbeleid. De beleggingscommissie toetst de kwartaalrapportages aan de beleggingsrichtlijnen en rapporteert haar bevindingen aan het bestuur. Bestuursleden en leden van de andere organen binnen het fonds ontvingen in 2009 geen bezoldiging. Hun reis- en verblijfkosten werden door het fonds vergoed.
Stichting Chevron Pensioenfonds
JAARVERSLAG 2009
Behorend t"J clLCGUfltants\ierklaring d.d.: "
~ v(...IU
17
DNB Gedurende het verslagjaar hebben twee DNB onderzoeken plaatsgevonden.
Beperkt onderzoek DNB Aan het begin van het verslagjaar is door DNB bij het Chevron Pensioenfonds een beperkt onderzoek uitgevoerd. In het kader hiervan zijn fondsstukken beoordeeld en is een aantal gesprekken gevoerd met bestuursleden en de administrateur van het fonds. Naar aanleiding van de door DNB gerapporteerde bevindingen uit dit onderzoek heeft het bestuur actie ondemomen om fondsstukken onderling beter op elkaar af te stemmen en in overeenstemming te brengen met de Pensioenwet en het gevoerde beleid. Beleggingsonderzoek DNB Naar aanleiding van het beleggingsonderzoek van DNB heeft het bestuur onderkend dat zowel risico-inzicht en risicomanagement en -monitoring verbetering behoeven en het bestuur heeft daartoe dan ook maatregelen genomen. Het bestuur heeft besloten het risico management op structureIe wijze aan te pakken en heeft voor 2010 het FIRM principe geadopteerd. Tevens heeft het bestuur besloten een nieuwe ALM studie uit te laten voeren. Op grond van de uitkomsten van deze studie zal zij haar beleid zo nodig aanpassen. Daarnaast heeft het bestuur besloten in het kader van een betere infOlmatie voorziening een door het Bureau Mercer op te stellen beleidsmonitor aan te schaffen en per kwartaal de resultaten daarvan in haar kwartaal vergadering te bespreken. Voor het grootste deel zullen deze maatregelen in 201 0 hun effect sorteren. Verder zal extra aandacht worden gegeven aan het ontwikkelen van de noodzakelijke investment control instrumenten en monitoring. Met name zal een risicometing per investment manager worden ontwikkeld die zal uitmonden in een risicometing op totaal portefeuille niveau. Visitatiecommissie In overeenstemming met het in 2008 uitgesproken bestuursvoomemen is per ultimo 2009 een visitatiecommissie benoemd, bestaande uit de volgende onathankelijke deskundigen. 1. H. Nijsse , Voorzitter
2. D. Del Canho
3. W. van Ettinger.
Het bestuur geeft de visitatiecommissie eenmaal per drie jaar, of vaker als daartoe aanleiding is,
opdracht om het functioneren van (het bestuur van) het fonds te bezien.
De visitatiecommissie heeft de volgende taken:
a) het beoordelen van de wijze waarop het fonds wordt aangestuurd; b) het beoordelen van beleids- en bestuursprocedures en -processen en de check en balances binnen het fonds; c) het beoordelen van de wijze waarop door het bestuur wordt omgegaan met de risico's op de langere termijn. In januari 201 0 is de visitatiecommissie met haar werkzaarnheden begonnen. Begin 2010 heeft de Commissie haar rapport uitgebracht waarvan de samenvattende beoordeling integraal in dit jaarverslag is opgenomen.
'-'
'l, "I ;)
Stichting Chevron Pensioenfonds JAARVERSLAG 2009
18
Samenvattende beoordeling van de visitatiecommissie. De visitatiecommissie heeft in het algemeen een voldoende beeld van de beleids- en bestuursprocessen van het fonds, de wijze waarop het bestuur het fonds aanstuurt en de manier waarop het bestuur omgaat met de risico's op lange termijn. Dit geldt tevens voor de attitude van het bestuur om zo goed mogelijk uitvoering te geven aan de taken en verantwoordelijkheden van het bestuur. De nog steeds toenemende wettelijke en maatschappelijke eisen aan pensioenfondsen zijn hierop van grote invloed en eisen ook van het bestuur een maximale inzet om aan die eisen te kunnen (blijven) beantwoorden. De invoering van het interne toezicht is onderdeel van die ontwikkeling. Vanuit de recent ontwikkelde toetsingseisen, waaronder het intern toezicht, zijn er belangrijke punten waaraan naar het oordeel van de visitatiecommissie door het bestuur nadere aandacht lOU moeten worden besteed c.q. waaraan nadere uitvoering zou moeten worden gegeven. De visitatiecommissie is van mening dat er thans een alles overheersend hoofdonderwerp van lOrg en te besteden aandacht is en dat is de "Governance". Veel van de beschouwingen van de visitatiecommissie ten aanzien van andere onderwerpen zijn daar direct of indirect een afgeleide van. De visitatiecommissie beveelt het bestuur ten sterkste aan de prioriteiten overeenkomstig te stellen en daarop ten spoedigste en gestructureerd actie te nemen. Dit ook omdat, alhoewel de visitatiecommissie ziet dat het bestuur werkt aan verbeteringen, er desondanks belangrijke en ernstige zorgpunten zijn die geadresseerd dienen te worden. De belangrijkste onderwerpen voor de door het bestuur te nemen acties en de daarbij te plegen (her)overwegingen zijn: a. b. c. d. e. f. g. h. i. j.
de positie van het fonds; de bestuurlijke inrichting en -organisatie; afuankelijk van de keuze bedoeld onder a: de samenstelling en versterking van het bestuur; de versterking van de bestuursondersteuning, respectievelijk het pensioenbureau; de versterking en transparantie van bestuurlijke processen; de verdere professionalisering; de communicatie over en weer tussen het bestuur en het verantwoordingsorgaan; het risicobeheer en -management; de uitvoering van de compliance-taken; en de (permanente) deskundigheid en de evaluatieprocedure voor het bestuurlijke functioneren.
Tevens beveelt de visitatiecommissie aan om bij de ter zake uit te voeren taken en het daarmee gepaard gaande veranderingsproces gedurende ten minste eenjaar het interne toezicht frequent (driemaandelijks) te laten plaatsvinden c.q. te voorzien in een vorm van permanent toezicht. Verantwoordingsorgaan Het fonds heeft in 2009 een verantwoordingsorgaan opgericht, waarin de deelnemers, de pensioengerechtigden en de werkgevers zijn vertegenwoordigd. Het verantwoordingsorgaan bestaat uit de volgende drie leden: Namens de werkgevers
Namens de deeInemers
Namens de pensioengerechtigden
E.B. Thijssen, secretaris
H.P.M. Sengers, voorzitter
P. Klingens
Stichting Chevron Pensioenfonds JAARVERSLAG 2009
19
Het bestuur legt jaarlijks verantwoording af aan het verantwoordingsorgaan over het gevoerde beleid en de naleving van de Principes voor goed pensioenfondsbestuur. De bevindingen van het verantwoordingsorgaan zijn in dit jaarverslag opgenomen, met een reactie van het bestuur.
Communicatie Gedurende 2009 is door het bestuur een communicatiebeleidsplan opgesteld. Daarbij is gebruik gemaakt van de uitkomsten van gesprekken met diverse betrokkenen, waaronder werkgevers, vertegenwoordigers van Human Resource, een deelnemerspanel en de deelnemersraad. Als eerste resultaat uit het communicatiebeleidsplan is er een website voor deelnemers gemaakt. Het bestuur heeft ook een nieuwsbrief uitgegeven. Deze nieuwsbrief zal periodiek worden uitgegeven met pensioen~ en vooral pensioenfondsgerelateerde artikelen. In samenwerking met de communicatiepartner van het fonds heeft het bestuur zich ingeschreven voor de Pensioen Bestuur & Management communicatieprijzen 2010. Het fonds is door de jury van Pensioen Bestuur & Management als beste beoordeelt en heeft de prijs "beste in communicatie met deelnemers, gepensioneerden en slapers 2010" gewonnen. Het juryverslag meldde dat op de website rekening is gehouden met de normen en waarden binnen Chevron en dat het fonds de website zo dicht mogelijk aan de bedrijfscultuur laat aansluiten. Op de website staat ook een pensioentest. Deze test bestaat uit een aantal vragen waarop meteen antwoord wordt gegeven omtrent de huidige pensioensituatie. De test is redelijk uniek binnen pensioenfondsen en is al door meer dan 75% van de deelnemers afgerond. De communicatieprijs is zeker een goede motivatie de communicatie op een hoog peil te houden.
Voortuitblik 2010 In het vierde kwartaal van 2009 is een begin gemaakt met het opstellen van een nieuwe ALM studie. Deze studie zal in 2010 worden afgerond en de basis vormen voor het bestuursbeleid van 2010 en volgende jaren op het gebied van het management van de beleggingen in samenhang met de ontwikkeling van de verplichtingen. Begin 201 0 is een begin gemaakt met de versterking van het pensioenbureau, daartoe is de heer W. van Ettinger benoemd tot directeur ad interim van het pensioenbureau.
Een instructie voor de bevoegdheden en de verantwoordelijkheden en het functioneren van de
directeur ad interim is door het bestuur schriftelijk vastgelegd.
Per 1 januari 201 0 is een nieuwe overeenkomst aangegaan met ASR Pension Fund Services voor het voeren van de administratie van het fonds. Daarbij zal onder andere worden overgegaan naar een nieuw administratie systeem. Deze overgang zal eind 2010 worden afgerond, waarbij ook de gegevensoverdracht naar het pensioenregister wordt meegenomen. De voortgang van de overgang zal nauwgezet worden gevolgd. Verder zal voor deze overeenkomst in de eerste helft van 2010 een Service Level Agreement worden uitgewerkt. Het bestuur zal zich rich ten op het waarborgen van de pensioenen door het uitvoeren van het herstelplan om tot een gezonde dekkingsgraad te komen. Het in 2009 opgestelde communicatiebeleidsplan wordt in 2010 verder uitgevoerd. Ook zal in 2010 aan de deelnemers middels nieuwsbrieven de nodige informatie over het fonds worden verschaft. Het bestuur acht een goede communicatie juist in deze tijd van groot belang.
Stichting Chevron Pensioenfonds JAARVERSLAG 2009
20
Tevens zal in 2010 aandacht worden besteed aan het optimaliseren van de deskundigheidsbevordering van bestuursleden en het verder professionaliseren van het pensioenfonds. Daamaast zal een vervolg worden gegeven aan de zelfevaluatie die in 2009 voor het eerst heeft plaatsgevonden. Het bestuur zal zich blijven inzetten om de belangen van aIle betrokkenen (werkgevers, deelnemers en pensioengerechtigden) evenwichtig te behartigen.
Rotterdam, 23 juni 2010
Het bestuur
'c:ntants BV. Stichting Chevron Pensioenfonds JAAR VERSLAG 2009
8etl v fu;d LJ ,Kcc,mtancsvcrklaring d.d.:
:2 UIvl/\..... ,j
A.·I C
21
Jaarrekening
Balans per 31 december 2009 (in eenheden van duizend euro na resultaatbestemmin~) Activa
Toelichting
Beleggingen voor risico fonds • Vastgoed (indirect) • Aandelen • ObJigaties (inclusieflopende intrest) • Overige (inclusief beJeggingsbankrekeningen)
1.
Vorderingen • Premies • Overige vorderingen
2.
Liquide middelen (lopende bankrekeningen)
3.
Passiva
Toelichting
Vermogen • Stichtingkapitaal • Overige reserves
4.
Technische voorzieningen voor risico fonds • Voorziening pensioenverplichtingen
5.
Kortlopende schulden • Overige schulden
6.
Stichting Chevron Pensioenfonds JAARVERSLAG 2009
2009
2008
EUR
EUR
280 82.819 184.247 22
250 67.487 170.393 2.470
267.368
240.600
0 346
4.168 20.810
346
24.978
9.924
1.405
277.638
266.983
2009
2008
1 22.819
1 12.636
22.820
12.637
253.086
252.789
253.086
252.789
1.732
1.557
277.638
266.983
22
Staat van baten en lasten over 2009 (in eenheden van duizend euro) 2009
2008
EUR
EUR
4.409 379
3.235 356
4.788
3.591
7.623 16.624 -/- 666
9.811 -/- 61.360 -/- 782
23.581
-/- 52.331
83 0 251
425 0 20.062
28.703
-/- 28.253
2009
2008
EUR
EUR
17.251
17.677
3.301
4.223
6.270
10.474
-/- 18.112 -/- 1.475 134 -/- 1.873 12.052
-/- 18.510 29.009 -/- 171 -/- 1.447
297
23.578
38 107 819
147 116 832 112
Totaallasten
18.520
42.462
Saldo van baten en lasten
10.183
-/- 70.715
Baten
Toelichting
Pensioenpremies: • Pensioenpremies werkgevers • Pensioenpremies werknemers
7.
Beleggingsopbrengsten • Directe beleggingsopbrengsten • Indirecte beleggingsopbrengsten • In aftrek gebrachte beleggingskosten
8.
Overdracht van rechten, inkomend Baten uit herverzekering Overige baten
9.
Totaal baten
Lasten
Pensioenuitkeringen
Toelichting
10.
Mutatie technische voorziening • Pensioenopbouw • Indexering en overige toeslagen • Rentetoevoeging • Onttrekking voor pensioenuitkeringen en pensioenUitvoeringskosten • Wijziging marktrente • Wijziging uit hoofde van overdracht van reehten • Overige mutatie voorziening pensioenverplichtingen • Mutatie opslag langleven
Overdracht van rechten, uitgaand Premies herverzekering Pensioenuitvoeringskosten Overige lasten
Stichting Olevron Pensioenfonds JAARVERSLAG 2009
11. 12. 13.
Kasstroomoverzicht 2009 (directe methode)
(in eenheden van duizend euro)
Directe beleggingsopbrengsten Aankopen beleggingen Verkopen en aflossingen van beleggingen Af: Kosten vermogensbeheer Overige baten en lasten Kasstroom uit beleggingsactiviteiten
Premiebijdragen van werknemers en werkgevers Overdracht van rechten, inkomend Uitkeringen pensioenen Overdracht van rechten, uitgaand Herverzekeringen Pensioenuitvoeringskosten Aanvulling sponsor inzake dekkingstekort 2008 Overige baten en lasten Wijzigingen overige activa en passiva Kasstroom uit pensioenactiviteiten Netto kasstroom
Liquide middelen ultimo boekjaar Liquide middelen primo boekjaar
2009
2008
EUR
EUR
7.680 -1- 491.803 480.417 -1- 646 27
10.232 -1- 597.217 603.233 -1- 933 52
-1- 4.325
15.367
4.761 86 -1- 17.264 -1- 11 0 -1- 1.128 20.000 4.591 642
888 385 -1- 17.504 -1- 175 0 -1-417 0 653 689
11.677
-1-15.481
7.352
-1-114
11.303 3.951
3.951 4.065
7.352
·1·114
De aan- en verkopen van de beleggingen betreffen aandelen, obligaties, valutatermijntransacties
en termijndeposito's.
De liquide middelen betreffen het saldo van de lopende bankrekeningen en de
beleggingsbankrekeningen.
De:.;!':' .... Stichting Chevron Pensioenfonds JAARVERSLAG 2009
'un';'lnts B.V.
24
Algemene toelichting Doelstelling De Stichting Chevron Pensioenfonds, statutair gevestigd te Rotterdam, is opgericht op 1 januari 2004. Het pensioenfonds Chevron in Nederland is ontstaan door een fusie van Stichting Chevron Pensioenfonds en de Stichting Pensioenfonds Texaco Nederland. De stichting heeft ten doel het binnen de perken van haar middelen verlenen of doen verlenen van pensioenen en uitkeringen aan (gewezen) deelnemers respectievelijk aan pensioengerechtigden en aan hen nagelaten betrekkingen.
Algemene grondslagen voor de opstelling van de jaarrekening De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de bepalingen zoals opgenomen in titel 9 Boek 2 BW en met inachtneming van het bepaalde in artikel146 van de Pensioenwet en de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving. Tenzij bij het desbetreffende balanshoofd anders wordt vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarde. Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben. Winsten worden slechts opgenomen voor zover zij op balansdatum zjjn gerealiseerd. Verliezen en risico's die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genom en indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.
Vreemde valuta Vorderingen en schulden in vreemde val uta worden omgerekend tegen de koers per balansdatum. De uit de omrekening voortvloeiende koersverschillen worden opgenomen in de Staat van baten en lasten. Transacties in vreemde val uta gedurende de verslagperiode zijn in de jaarrekening verwerkt tegen de koers van afwikkeling.
Grondslagen voor Waardering en Resultaatbepaling Vastgoed De (indirecte) vastgoedbeleggingen worden op de balans opgenomen tegen marktwaarde, zijnde de per balansdatum geldende beurskoers. Aandelen De aandelen worden op de balans opgenomen tegen marktwaarde, zijnde voor beursgenoteerde fondsen de beurskoers en voor niet beursgenoteerde fondsen de intrinsieke waarde ultimo boekjaar (zijnde een benadering van de marktwaarde). Obligaties De obligaties worden op de balans opgenomen tegen marktwaarde, zijnde voor beursgenoteerde fonds en de beurskoers en voor niet beursgenoteerde fondsen de intrinsieke waarde ultimo boekjaar (zijnde een benadering van de marktwaarde). Overige Dit betreft derivaten (waaronder vreemde valuta termijn transacties) en de beleggingsbankrekening. Derivaten worden gewaardeerd op reele waarde, te weten de relevante marktnotering of, als die er niet is, de waarde die wordt bepaald met behulp van marktconforme en toetsbare waarderingsmodellen.
Stichting Chevron Pensioenfonds JAARVERSLAG 2009
H erverzekering Het overlijdensrisico is voor de deelnemers herverzekerd bij ASR Verzekeringen, gevestigd te Utrecht. Daarbij wordt per deelnemer een eigen behoud van € 200 (x 1.000,-) aangehouden. Vorderingen De vorderingen zijn opgenomen tegen de nominale waarde, rekening houdend met een voorziening wegens oninbaarheid. Technische voorzieningen De voorziening pensioenverplichtingen wordt opgenomen tegen actuele waarde (marktwaarde).
De actuele waarde wordt bepaald op basis van de contante waarde van de beste inschatting van
toekomstige kasstromen die samenhangen met de op balansdatum onvoorwaardelijke
pensioenverplichtingen. De contante waarde wordt bepaald met gebruikmaking van de marktrente.
De technische voorzieningen geven de omvang weer van de pensioenverplichtingen van de
stichting jegens haar deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden.
De voorzieningen zijn vastgesteld door de actuaris van de stichting op basis van de volgende
actuariele grondslagen van de stichting:
Rente
De voorziening pensioenverplichtingen is gewaardeerd op basis van de rentetermijnstructuur die door DNB is gepubliceerd. Sterfte De sterftekansen worden ontleend aan de door het ActuarH:He Genootschap gepubliceerde prognosetafeI2005-2050. Vooruitlopend op de publicatie van een nieuwe AG prognosetafel in 2010 en verder onderzoek naar de ervaringssterfte is een opslag van 5,0% op de voorziening pensioenverplichtingen opgenomen in verband met de toegenomen levensverwachting en de verbetering van de sterftetrend in de toekomst. Arbe idsongeschiktheid
V oor arbeidsongeschikte deelnemers wordt de contante waarde van de toekomstige pensioenopbouw in de voorziening pensioenverplichtingen opgenomen. Excassokosten
De netto voorziening pensioenverplichtingen wordt verhoogd met een opslag van 2% ter dekking van excassokosten. Indexering (toeslagverlening)
Het pensioenfonds kent een voorwaardelijke indexatie. Het bestuur streeft naar een jaarlijkse indexering van de pensioenen voor zover de middelen toereikend zijn. Er is geen geld gereserveerd voor toekomstige indexatie. Aan de verhoging van enig jaar en aan de verwachtingen voor komende jaren kunnen geen rechten worden ontleend ten aanzien van toekomstige verhogingen. De maatstaf voor de indexatie is 80% van de consumentenprijsindex. Gezien de financiele positie van het fonds heeft het bestuur besloten per 1 januari 2010 een indexatie van 0,40% toe te kennen aan de (vervroegd) pensioengerechtigden en de gewezen deelnemers. Aangezien het besluit hiertoe in 2010 heeft plaatsgevonden wordt de hiermee gepaard gaande last verantwoord in de Staat van baten en lasten van 2010.
Stichting Chevron Pensioenfonds JAARVERSLAG 2009
Overige activa en passiva De overige activa en pass iva worden opgenomen tegen nominale waarde, tenzij anders vermeld. Resultaatbepaling Zowel de gerealiseerde als de ongerealiseerde waardewijzigingen van de beleggingen zijn in de Staat van baten en lasten verwerkt. Ongerealiseerde waardeveranderingen betreffen de in het boekjaar opgetreden waardeveranderingen van de beleggingen die per balansdatum in de portefeuille zijn opgenomen. Gerealiseerde waardeveranderingen omvatten het nog niet eerder in de Staat van baten en lasten verantwoorde gedeelte van het verschil tussen de aankoopprijs en de verkoopprijs van de beleggingen. Overige baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben. Opbrengsten uit technische resultaten van herverzekeringscontracten worden verantwoord bij ontvangst. Grondslagen kasstroom overzicht Voor de opstelling van het kasstroomoverzicht is de directe methode toegepast.
Stichting Chevron Pensioenfonds JAARVERSLAG 2009
Toelichting op de balans per 31 december 2009 (in eenheden van duizend euro)
Specificatie per post 1. Beieggingen
Vastgoed (indirect)
Het verloop van deze post is als voIgt:
2009
2008
EUR
EUR
Stand per I januari
250
Bij: inkopen Af: verkopen
776 761
1.281 994
15
-37
280
250
Waardecorrectie per 31 december Stand per 31 december
Het gerealiseerde resultaat bij verkoop bedraagt € -/- 52 (2008: € -/- 36).
Aandelen
Het verloop van deze post is als voIgt:
2009
2008
EUR
EUR
67.487
131.519
197.220 217.338
112.605 148.611
Waardecorrectie per 31 december
35.450
-/- 28.026
Stand per 31 december
82.819
67.487
Stand per I januari Bij: inkopen Af: verkopen
Het gerealiseerde resuitaat bij verkoop bedraagt € -/- 21.969 (2008: € -/- 34.188).
Stichting Chevron Pensioenfonds JAARVERSLAG 2009
Segmentatie aandelen naar sector: 2009
Materialen Consumentengoederen Financiele diensten Gezondheidszorg lndustrie Olie & gas Technologie Telecom Nutsbedrijven Overig Totaal
Obligaties
(inclusief Iopende interest):
2008
8,3% 16,3% 18,6% 11,1% 12,0% 12,4% 11,6% 5,8% 3,6% 0,3%
4,3% 27,2% 26,3% 8,3% 7,9% 8,2% 6,2% 7,3% 3,8% 0,5%
100,0%
100,0%
Het verloop van deze post is ais voIgt:
2009
2008
EUR
EUR
Stand per 1 januari
170.393
175.434
Bij: inkopen Af: verkopen
161.981 152.097
204.514 213.395
-/- 646
-/- 536
4.616
4.376
184.247
170.393
2.802
3.448
Mutatie lopende intrest Waardecorrectie per 31 december Stand per 31 december Waarvan: Lopende intrest per 31 december
Het gerealiseerde resultaat bij verkoop bedraagt € -/- 285 (2008: € -/-2.151)
Stichting Chevron Pensioenfonds JAAR VERSLAG 2009
Segmentatie obligaties naar credit rating klasse: 2009
AAA AA A BBB Lager dan BBB Geen rating Totaal
Overige beleggingen
2008
46,0% 11,4% 36,0% 6,5% 0,1% 0,0%
57,4% 11,9% 25,4% 5,3% 0,0% 0,0%
100,0%
100,0%
Het verloop van deze post (inc1usief derivaten en ongerealiseerd resultaat op verbruikleen) is als voIgt: 2009
2008
EUR
EUR
2.470
2.460
Bij: inkopen Af: verkopen/aflossingen
131.686 131.686
273.269 273.269
Mutatie beleggingsbankrekeningen
-/- 1.166
-/- 132
Waardecorrectie per 31 december
-/- 1.282
142
22
2.470
1.379
2.545
Stand per 1 januari
Stand per 31 december Waarvan: Beleggingsbaukrekening per 31 December
Het gerealiseerde valutatermijn resultaat bij verkoop bedraagt € 131 (2008: € -1-1.439).
Stichting Chevron Pensioenfonds JAARVERSLAG 2009
Voor !r\," ,:.'f,:,,·j; :-\' >.: inden. Behof(:',o L'i 6CCLL>i;LOnblierklaring d,d,:
Q ~ LAlLA
Sl(::(}
30
Het verloop van de derivaten is ais voIgt:
Stand per 1 januari Bij: inkopen Af: verkopen/atlossingen
2009
2008
EUR
EUR
-/- 75
-/- 217
131.686 131.686
273.269 273.269 142
Waardecorrectie per 31 december Stand per 31 december
0
-/- 75
Valutatermijncontracten worden ingezet met als doel het afdekken van valutarisico's en om posities aan te gaan in individuele val uta' s. Ultimo 2009 staan er geen derivatenposities uit.
Beleggingen groter dan 5% van het balanstotaal: • Euro Government Bond Over 15 Year Index Fund (obligaties: € 56.547). Dit obligatiefonds bevat staatsobligaties van diverse eurolanden van met name AAA-rating en AA-rating. • Balzac World Index Equity Fund (aandeIen: € 41.419). Dit aandelenfonds voIgt de MSCI World Index. • AEAM European Credit Fund (obligaties: € 16.836). Dit obligatiefonds belegd hoofdzakelijk in obligaties uitgegeven door bedrijven en instellingen met als minimum een BBB--rating.
Beleggingen in bijdragende ondernemingen: Het pensioenfonds belegt niet direct in bijdragende ondernemingen. Indirect is er ultimo 2009 voor € 1.952 in Chevron Corporation belegd via het aandelenfonds Balzac World Index Equity Fund. Uitleen: Beleggingen in uitleen ultimo 2009: € 34.160 Hiertoe gestelde zekerheden: € 34.941 Waarde zekerheden ais percentage van waarde uitleen: 102,3% Er is een ongerealiseerd verlies op zekerheden van € 1.362, welke in de beleggingscategorie overige beleggingen is inbegrepen.
Stichting Chevron Pensioenfonds JAARVERSLAG 2009
Segmentatie beleggingscategoriecn naar regio: 2009
Europa (eurolanden) Noord-Amerika Opkomende markten Europa (niet eurolanden) Japan Overig Totaal
2008
Europa (eurolanden) Noord-Amerika Opkomende markten Europa (niet eurolanden) Japan Overig Totaal
2. Vorderingen:
Aandelenl vastgoed
Obligaties
Overige beleggingen
Totaal
13,0% 52,5% 3,5% 11,8% 11,7% 7,5%
81,6% 2,2% 1,2% 13,8% 0,5% 0,7%
61,1% 15,1% 5,8% 8,1% 8,6% 1,3%
60,1% 18,0% 2,0% 13,1% 4,0% 2,8%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
Aandelenl vastgoed
Obligaties
Overige beleggiogen
Totaal
13,0% 56,4% 5,2% 11,9% 11,4% 2,1%
77,7% 2,3% 1,4% 14,8% 0,9% 2,9%
38,9% 28,2% 5,4% 15,4% 5,1% 7,0%
58,8% 18,0% 2,5% 14,0% 4,0% 2,7%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
De vorderingen zijn als voIgt te specificeren:
Te ontvangen dividend Te vorderen dividendbelasting Rekening courant werkgevers Saldo beleggingsdebiteuren, beleggingscrediteuren Te verwerken waardeoverdrachten Te vorderen uitkeringen
2009
2008
EUR
EUR
35 288
108 221 24.045
°° 346
570 27
24.978
De vorderingen hebben een resterende looptijd van ten hoogste 1 jaar.
De rekening courant werkgevers ultimo 2009 is per saldo een schuld,
en staat daarom bij de kortlopende schulden. Ultimo 2008 had de
vordering ad € 24.045 betrekking op Chevron Netherlands (€ 7.577),
Chevron OronitF (€JS.39:t)~Jl,overige contribuanten (€ 1.075).
; .
'
\
" Stichting Chevron Pensioenfonds JAARVERSLAG 2009
3. Liquide middelen:
Dit betreft de liquide middelen van de Iopende bankrekeningen per 31 december 2009. Deze zijn onmiddellijk dan weI op korte termijn opeisbaar. Beleggingsbankrekeningen worden verantwoord onder het belegd vermogen.
4. Vermogen
Overige reserves
De overige reserves zijn aIs voigt te specificeren: 2009
2008
EUR
EUR
Saldo per 1 januari Resultaat boekjaar
12.636 10.183
83.351 -/- 70.715
Saldo per 31 december
22.819
12.636
De volgende tabel toont het vermogensoverzicht van het fonds indien het aanwezige vermogen wordt getoetst aan de wettelijke eisen.
Technische voorzieningen Aanwezig vermogen Min. Vereist Vermogen (MVV) Vereist Vermogen (VV) Verschil aanwezig t.o.v. MVV Verschil aanwezig t.O.V. VV
2009
2008
EUR
EUR
253.086 275.906 265.740 290.889 10.166 -/- 14.983
252.789 265.426 265.428 291.828 -/- 2 -/- 26.402
Het fonds heeft een reservetekort van € 14.983. Een reservetekort dient in 15 jaar te worden opgelost. Het fonds heeft in 2009 een lange termijnherstelplan ingediend bij DNB waarin het tekort in de gestelde termijn wordt aangezuiverd. Dit herstelplan is goedgekeurd. De dekkingsgraad heeft zich in 2009 zodanig ontwikkeld dat deze hoger is dan voorzien in het herstelplan. Minimaal Vereist Vermogen Het Minimaal Vereist Vermogen is bepaald als 105% van de technische voorzieningen.
DlI· ; Stichting Chevron Pensioenfonds IAARVERSLAG 2009
.. l'n~.]nts B.V.
Dvm
Vereist Vermogen De systematiek voor de vasts telling van het Vereist Vermogen (VV) staat beschreven in de 'Regeling Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling' en de 'Regeling Parameters Pensioenfondsen' van 19 december 2006. Het VV is het vermogen dat behoort bij de evenwichtsituatie van het pensioenfonds. In die evenwichtsituatie is het vermogen zodanig vastgesteld dat met de wettelijk vastgesteIde zekerheidsmaat van 97,5% wordt voorkomen dat het fonds binnen een jaar beschikt over minder middeIen dan de hoogte van de technische voorzieningen voor de pensioenverplichtingen. Voor een zestal risicofactoren moet het effect gemeten worden van een onmiddellijke verandering op het vermogen, en weI op de volgende manier: Renterisico (8 1 ) Het effect van de meest ongunstige wijziging van de rente(termijnstructuur) volgens een vastgestelde tabel. Doorgaans zal een rentedaling het meest ongunstig zijn. Een daling van de rente leidt tot een verhoging van de technische voorzieningen en tot een waardestijging van de vastrentende waarden. Het sal do van deze effecten geeft het renterisico weer. De vastgestelde tabel geeft ook factoren voor een rentestijging, mocht dit het meest ongunstig zijn.
Duration vastrentende waarden Duration (nomina1e) pensioenverplichting
2009
2008
7,5 11,0
10,0
7,4
Zakelijke waarden risico (82) Het effect van een daling van de zakelijke waarden aan de hand van een dating van de benchmark voor aandelen met 25% voor beursgenoteerde aandelen in ontwikkelde markten, met 35% voor emerging markets en met 30% voor private equity, en een daling van de benchmark voor direct vastgoed met 15% en indirect vastgoed met 25%. Tussen de hier onderscheiden risico's wordt een correlatie van 0,75 gehanteerd.
Valutarisico (83 ) Het effect van een daling van aIle valutakoersen ten opzichte van de euro met 20%.
Commodities risico (84 ) Het effect van een daling van de benchmark voor commodities met 30%.
Kredietrisico (85) Het kredietrisico wordt bepaald aan de hand van een dating van de gewogen gemiddelde rentemarge voor het kredietrisico van het fonds met 40%.
Stichting Chevron Pensioenfonds JAARVERSLAG 2009
\Iocr
'1' . ;!:;,!eirden.
Behufu.d ~'J ccu.cuntants'.erklaring d d.: Q.~ l.,VL(
34 :J(jIO
Verzekeringstechnisch risico (S6) De verzekeringstechnische risico's betreffen drie risicofactoren die verband houden met sterfte. Het procesrisico, TSO en NSA bedragen een percentage van de op actuele waarde berekende technische voorziening. Het procesrisico neemt af naarmate het deelnemersbestand toeneemt, omdat het sterfteproces dan beter kan worden geschat. De risicofactoren TSO en NSA houden respectievelijk rekening met de onzekerheid in de sterftetrend en met de negatieve stochastische afwijkingen. De effecten S 1 tot en met S6 worden gecombineerd aan de hand van onderstaande formule:
Daarbij geeft de waarde 0,50 de correlatie weer tussen de effecten van het renterisico en het zakelijke waarden risico. Voor aIle overige onderlinge verbanden zijn de correlaties gelijk aan nul gezet. Op deze wijze is diversificatie tussen verschillende risicofactoren, dat wi! zeggen dat niet aIle risico's gelijktijdig optreden, meegenomen in de formule. Het Vereist Vermogen is de som van de Technische Voorzieningen (TV) en het Vereist Eigen Vermogen (VEV). Het VEV is het resultaat van bovenstaande wortelformule en kan als voIgt worden weergegeven:
Bedrag
%TV
EUR S1: Renterisico S2: Zakelijke waarden risico S3: Valutarisico S4: Commodities risko S5: Kredietrisico S6: Verzekeringstechnisch risico Vereist Eigen Vermogen (na wortelformule)
Stichting Chevron Pensioenfonds JAARVERSLAG 2009
13.355 21.903 20.362 0 4.319
5,3% 8,7% 8,0% 0,0% 1,7%
6.721
2,7%
37.803
14,9%
5. Technische voorzieningen Voorziening pensioenverplichtingen Het verloop van deze post (inc!. Fleurtex) is ais voigt:
VPV per 1 januari boekjaar Premie Afkopen Waardeoverdrachten Uitkeringen Mutaties Vrijval kosten Intrest o.b. v. 4% Sterfie Arbeidsongeschiktheid Voorlopige VPV eindstand Wijziging vanwege Rentetermijnstructuur Opslag langleven Mutaties boekjaar per saldo VPV per 31 december
2009
2008
EUR
EUR
252.789
229.2ll
3.301 -/- 66 134 -/- 17.169 2.160 -/- 943 6.270 -/- 3.756 -/- 211
4.223 -/- 105 -/- 171 -/- 17.456 -/- 359 -/- 949 10.474 -/- 927 -/- 161
242.509
223.780
-1.475 12.052
29.009 0
297
23.578
253.086
252.789
De post "wijziging vanwege rentetermijnstructuur" ultimo 2009 ad -/- 1.475 heeft betrekking op de wijziging van de rentetermijn structuur gedurende 2009, van effectief gemiddeid 3,62% per 1 januari 2009 naar gemiddeld 3,77% per 31 december 2009. Opslag langleven ultimo 2009 ad 12.052: in verb and met de waargenomen sterfteverbetering 2003-2008 en verbetering van de sterftetrend in de toekomst is een opsiag van 5% op de AG prognosetafel in de jaarrekening opgenomen.
Samenstelling voorziening pensioenverplichtingen: Aantallen Actieve deelnemers Premievrijen (slapers) Uitkeringsgerechtigden Totaal
Stichting Chevron Pensioenfonds JAARVERSLAG 2009
2009 146 676 1.303 2.125
Voorziening pensioenverplichtingen 2008 158 725
1.376 2.259
_ _ _-=2~00=..::9_ 31.908 38.924 182.254 253.086
2008 32.491 41.070 179.228 252.789
Het pensioenfonds kent de volgende actieve pensioenregelingen. • Regeling II: regeling voor Chevron medewerkers die destijds in dienst van Texaco Nederland B.V. waren. Ouderdomspensioen met pensioenleeftijd 65, eindloonregeling met 1.75% opbouw per jaar. Nabestaandenpensioen is 70% van het ouderdomspensioen. • Regeling III (Fleurtex): regeling voor Chevron medewerkers, die destijds in dienst van Texaco Nederland B.V. waren, geboren v66r 1 januari 1950. Het prepensioen (in principe van 62 jaar tot 65 jaar) bestaat uit de volgende onderdelen: per deelnemersjaar 2% van de pensioengrondslag, jaarlijks vast te stellen extra pensioenopbouw over verstreken deelnemingsjaren, een overbruggingsuitkering en een premiecompensatie. • Regeling IV: Regeling voor medewerkers in dienst op 31 december 2005, geboren v66r 1 januari 1950). Ouderdomspensioen met pensioenleeftijd 62, eindloonregeling met 1,75% opbouw per jaar. Nabestaandenpensioen is 70% van het ouderdomspensioen. • Regeling V: Regeling voor medewerkers in dienst na 31 december 2005 of geboren vanaf 1 januari 1950. Ouderdomspensioen met pensioenleeftijd 65, eindloonregeling met 2,0% opbouw per jaar. Nabestaandenpensioen is 70% van het ouderdomspensioen. Het verloop van de voorziening Fleurtex (Pensioenreglement III) is als voIgt:
VPV per 1 januari boekjaar Premie Uitkeringen Mutaties/correcties Vrijval kosten Intrest Sterfie Voorlopige VPV eindstand Indexatie 1-1 volgend boekjaar Wijziging vanwege Rentetermijnstructuur Mutaties boekjaar per saldo VPV per 31 december
2009
2008
EUR
EUR
2.178
2.100
79 -/- 496 -/- 10 -/- 10 57 9
63 -/- 507 309 -/- 10 102 108
1.807
2.165
0
0
-1- 276
78
1.902
2.178
In verband met de waargenomen sterfteverbetering 2003-2008 en verbetering van de sterftetrend in de toekomst is een opsIag van 5% op de AG prognosetafel in de jaarrekening opgenomen.
'2
Stichting Chevron Pensioenfonds JAARVERSLAG 2009
'\::"".n·ntants B.V.
6. Kortlopende schulden
Overige schulden
De overige schulden zijn als voigt te specificeren:
RIC herverzekering ASR
Crediteuren Loonheffing I zvw Nog te verwerken waardeoverdrachten I FVP Rekening courant werkgevers Overlopende passiva
2009
2008
EUR
EUR
454 35 320
329 290 336
29 320 574
18 0 584
1.732
1.557
De rekening courant werkgevers ultimo 2009 ad. € 320 heeft betrekking op Chevron Netherlands (€ 3.268), Chevron Oronite (€ -/- 1.168) en overige contribuanten (€ -/- 1.780).
Niet uit de balans blijkende verplichtingen: Per 01-01-2010 zijn nieuwe contracten met ASR Pension Fund Services en ASR Verzekeringen in werking getreden met een duur van 5 jaar. De geschatte uitvoeringskosten hiervan bedragen naar de huidige inzichten circa € 360 (x 1.000,-) per jaar.
Stichting Chevron Pensioenfonds JAARVERSLAG 2009
Toelichting op de Staat van baten en lasten over 2009 (in eenheden van duizend euro)
Specificatie per post 7. Pensioenpremies
De totale premie is als voIgt samengesteId:
Actuarie1e premie Financieringskosten pensioenfonds Solvabiliteitsopsiag
2009
2008
EUR
EUR
4.188
2.991
600
600
4.788
3.591
Solvabiliteitsopslag:
De solvabiliteitsopslag ontstaat doordat de premie wordt
vastgesteld op basis van de reele rente. Deze opslag zit inbegrepen
in de actuariele premie maar is niet expliciet te duiden.
Premieanalyse: 2009
2008
EUR
EUR
Kostendekkende premie FfK Verschuldigde premie Overschot I tekort
3.717 4.788 1.071
4.980 3.591 -/- 1.389
Niet benodigde solvabiliteitsopslag
n.v.t.
Overschot / tekort
-/- 632
De kostendekkende premie op basis van het FfK is in 2009 voIdaan. De betaalde premie heeft hiermee een positieve bijdrage geleverd aan de vereiste solvabiliteitspositie van het pensioenfonds.
, ">nts BV. Stichting Chevron Pensioenfonds JAARVERSLAG 2009
IJ"
(,('
f:?erll.,r
8. Beleggingsopbrengsten
Directe
beleggingsopbrengsten
De directe beleggingsopbrengsten zijn ais voIgt te specificeren:
Vastgoed Aandelen Obligaties Uitleen Interest banken Overig interestresultaat
Indirecte beleggings
opbrengsten
2009
2008
EUR
EUR
3 1.830 5.584 211 13 -/- 18
3 2.965 6.319 459 78 -/- 13
7.623
9.811
De indirecte beleggingsopbrengsten zijn als voIgt te specificeren:
2009
2008
EUR
EUR
-/- 52 -/- 21.969 -/- 285
-/- 36 -/- 34.188 -/- 2.151 -/- 1.439
-/- 22.175
-/- 37.814
15 35.450 4.616 80 -/- 1
-/- 37 -/- 28.027 4.376 142 0
38.799
-/- 23.546
16.624
-/- 61.360
Gerealiseerd Vastgoed Aandelen Obligaties Valuta
Ongerealiseerd Vastgoed Aandelen Obligaties Valuta Uitleen
De gerealiseerde vaIutaresultaten hebben betrekking op de aan- en verkopen van effecten, beeindigde terrnijncontracten en op bankrekeningen in vreemde val uta.
Stichting Chevron Pensioenfonds JAARVERSLAG 2009
1/,-.;[
i
tie-hufc, "
In aftrek gebrachte
beleggingskosten
De in aftrek gebrachte beleggingskosten zijn als voIgt:
Beleggingskosten
9. Overige balen
2009
2008
EUR
EUR
-/- 666
-/- 782
De overige baten zijn ais voIgt te specificeren:
Aanvulling sponsor Overig
2009
2008
EUR
EUR
o 251
20.000 62
251
20.062
De overige baten betreffen met name verrekening met Chevron Netherlands van in het verieden onterecht ingehouden pensioenpremies die in 2008 via het pensioenfonds aan deeinemers zijn terugbetaald, class actions en nagekomen overrentedeling 2006 en 2007 van een verzekeringscontract met Generali. In 2008 betrof genoemde € 20 miljoen het door de sponsor, verplicht conform de financieringsovereenkomst, aan te vullen bedrag om het dekkingstekort op te heffen.
10. Pensioenuitkeringen
De pensioenuitkeringen zijn als voIgt te specificeren:
• • • • •
Ouderdomspensioen Nabestaandenpensioen Wezenpensioen Invaliditeitspensioen Vervroegd pensioen
L ..
Stichting Chevron Pensioenfonds JAARVERSLAG 2009
'vc<::r J. ~ B2i -,;r·c
• ; .
.
T" Jilts
SV.
2009
2008
EUR
EUR
12.393 4.546 11 15 286
12.472 4.463 19 15 708
17.251
17.677
DvJiI
11. Premies herverzekering : De premies herverzekering zijn als voIgt te specificeren:
Premie voor dekking van het o verlij densrisico
2009
2008
EUR
EUR
107
116
107
116
12. Pensioenuitvoerings
: De pensioenuitvoeringskosten zijn als voIgt te specificeren:
kosten
Administratiekosten e.d. Adviseurskosten Accountantscontrole kosten Overige kosten
2009
2008
EUR
EUR
355 296 30 138
515 ]64 30 123
819
832
Er zijn over het boekjaar 2009 voor het pensioenfonds geen andere opdrachten uitgevoerd door Deloitte Accountants RV.
13. Overige lasten
De post overige lasten heeft met name betrekking op atboeking van openstaande terugvorderingen van uitkeringen. In 2008 betrof het verrekening van een oude post die betrekking had op de WAD-gat verzekering van Aegon met de werkgever.
Beloning bestuurders:
De huidige bestuursleden van Stichting Chevron Pensioenfonds zijn onbezoldigd. Het fonds heeft geen werknemers in dienst.
Dwangsommenlboetes:
Overeenkomstig artikel 96 van de Pensioenwet wordt vermeld dat het pensioenfonds in het afgelopen jaar geen dwangsommen en boetes zijn opgelegd.
Rotterdam, 23 juni 2010
Het bestuur
Stichting Chevron Pensioenfonds JAARVERSLAG 2009
42
Overige gegevens
Verslag verantwoordingsorgaan Reactie van het bestuur op verslag verantwoordingsorgaan Gebeurtenissen na balansdatum Uitvoeringsovereenkomst met de werkgevers Verklaring van de actuaris Accountantsverklaring
Stichting Chevron Pensioenfonds JAARVERSLAG 2009
cs;c:rklaring d.d :
43
Verslag verantwoordingsorgaan
Inleiding Het verantwoordingsorgaan (VO) is nu ongeveer een jaar actief. In dat jaar hebben zich gebeurtenissen voorgedaan waarvan wij verwachten dat ze de gang van zaken op bestuurlijk niveau - zowel qua beleid als uitvoering - duidelijk positief zullen veranderen en/of de reeds in gang gezette veranderingen zullen versnellen. Deze verwachting is gebaseerd op drie factoren: 1. Het eerste optreden van een visitatiecommissie en hun verslag. 2. De benoeming van een deeltijd - professionele - directeur en zijn optreden tot nu toe. 3. De positieve reactie van het bestuur op het rapport van de visitatiecommissie. Omdat dit zich heeft afgespeeld in 2010, komt dit in het jaarverslag van 2009 en in andere relevante bestuursdocumenten (zoals notulen) slechts beperkt tot uiting. Echter, het verslag van het VO te beperken tot 2009 zou onvoldoende recht doen aan wat daarna gebeurd is en dus mogelijk misleiden. Vandaar dat dit rapport zich niet beperkt tot 2009 maar, waar opportuun, ook meer recente gebeurtenissen erbij betrekt.
Bevindingen & Oordeel Algemeen De kwaliteit van de verslaggeving was in 2009 niet veel beter dan in 2008. De notulen waren vaag en argumenten ontbraken bij genomen besluiten waardoor het onmogelijk is te beoordelen of besluiten op basis van de juiste overwegingen worden genomen. Of daarbij de belangen van de werkgever en werknemer voldoende gebalanceerd zijn blijft daardoor onduidelijk. Ook is het moeilijk om beleid te beoordelen wanneer de uitvoering te kort schiet. Een voorbeeld daarvan was het instellen van de visitatiecommissie. Daarvoor moet het VO om advies gevraagd worden, maar dat gebeurde pas toen de commissie al bijna operationeel was. Zoals vorig jaar zijn wij van mening dat deze gebreken niet veroorzaakt werden door een onjuiste instelling bij het bestuur, maar primair door gebrek aan tijd, kennis, en expertise. Het inhuren van professionele ondersteuning heeft in 2010 al geleid tot merkbare verbeteringen.
Pension Fund Governance Uit vele feiten kan worden geconcludeerd dat het bestuur de principes van zorgvuldig bestuur probeert na te leven, ondanks de dominante rol van de werkgever op een aantal beleidsterreinen. Alhoewel de uitvoering niet altijd correct cq tijdig is, verwachten wij ook hier duidelijke verbeteringen in de nieuwe situatie.
Beleggingsbeleid Op dit gebied is de betrokkenheid en de invloed van de werkgever nog steeds sterk, hetgeen de zorgen over de under-performance van het fonds in de afgelopen jaren niet wegneemt. [",,-.
Stichting Chevron Pensioenfonds JAARVERSLAG 2009
I'
'><"
'.'
DvM lanng d d.:
44
I)
(9.LI) lA,/t,,{
J(OIO
Echter, gelet op de doelstellingen van de werkgever , de werknemers en de gepensioneerden lijkt een wijziging in de aanpak van het beleggingsbeleid en het risicobeheer, naast de nieuwe ALM, gewenst. Na de balansdatum is de informatieverstrekking over strategie en performance verbeterd. Over de advisering, de uitvoering en de rol van de beleggingscommissie hebben wij geen oordeel bij gebrek aan informatie.
Communicatiebeleid Het VO is positief over de communicatie met de deelnemers. Ook de communicatie met andere organen als het VO en de DNR is verbeterd, met name in 2010. Echter, vaak werd informatie niet tijdig of pas achteraf gegeven. De informatieverstrekking over beleggingszaken was onvoldoende, maar we begrijpen dat daarin verandering gaat komen. De communicatie naar de werkgever en sponsor laat te wensen over. Locale bestuurders van belanghebbende Chevron maatschappijen ontvangen weinig of geen informatie van het pensioenfonds. Vanwege hun bepalende rol als sponsor bij aIle financiele zaken, in beleid en uitvoering, is een goede communicatie met deze belanghebbenden van levensbelang voor het fonds. Ook de notulen van bestuursvergaderingen laten te wensen over. Een complicatie hierbij is dat de notulen in het Engels worden opgesteld en dat er fouten in worden gemaakt. Voor een goede en objectieve beoordeling is niet aIleen een kwaliteitsverbetering noodzakeIijk, maar ook meer achtergrondinformatie. Een aspect wat aandacht verdient zijn de onderlinge verhoudingen binnen het bestuur. We hopen dat de recente veranderingen bijdragen tot meer onderling vertrouwen zodat er geen energie verloren gaat door onderlinge fricties.
Tot slot
Het afgelopen jaar hebben de drie leden van het VO zich verdiept in het reilen en zeilen van de Stichting Chevron Pensioenfonds. Het doel daarbij was niet onze expertise te vergroten, maar om inzicht te krijgen in de grote lijnen, de belangrijke processen, de rollen, en de verantwoordelijkheden. In dat jaar is bij het VO het inzicht gegroeid dat veel van de tekortkomingen bij het bestuur die we vorig en dit jaar signaleerden, worden veroorzaakt door een onderschatting van het belang, de complexiteit, en de urgentie van deze materie door de werkgever. Een dermate belangrijk en complex project te delegeren aan deeltijd vrijwilligers, die daarvoor niet gewaardeerd laat staan beloond worden, is in tegenspraak met het belang wat de werkgever zou moeten hechten aan dit onderdeel van de arbeidsvoorwaarden. Het aanstellen van een professionallijkt dan ook een stap in de goede richting.
4 juni 2010 De Ieden van het verantwoordingsorgaan: P. Klingens E.B. Thijssen (secretaris) H.P.M. Sengers (voorzitter)
Stichting Chevron Pensioenfonds JAARVERSLAG 2009
Reactie van het bestuur op verslag verantwoordingsorgaan
Het bestuur is erkentelijk voor de inzet van en kritische beoordeling door het verantwoordingsorgaan. Waar in 2009 nog sprake was van een wederzijds gewenningproces is in 2010 de samenwerking ter hand genomen en is het wederzijds respect gegroeid. Verschillende vergaderingen hebben plaats gevonden. Inclusief de door het verantwoordingsorgaan door genom en stukken en mede op basis van hun interne vergaderingen is het verantwoordingsorgaan vervolgens gekomen tot haar beoordeling, die in dit jaarverslag is meegenomen. Hieronder treft u de reactie van het bestuur aan: Het bestuur is verheugd met de inleiding van het verslag van het verantwoordingsorgaan, waar wordt opgemerkt dat de verwachtingen ten aanzien van het bestuurlijk functioneren positief zijn. Er zijn een aantal initiatieven genomen door het bestuur die kennelijk niet onopgemerkt zijn gebleven. Het werken aan de opmerkingen van DNB gedurende 2009, het doen van een self assessment door het bestuur, het inrichten van intern toezicht middels een visitatiecommissie - wat inmiddels een goed rapport heeft opgeleverd (opgenomen in dit jaarverslag) - en het aanstellen van een deeltijd directeur ad interim van het pensioenfonds hebben allemaal bijgedragen aan duidelijke stappen in de richting van goede Pension Fund Governance. Natuurlijk zijn we nog niet aangekomen waar we willen zijn, en het verantwoordingsorgaan heeft daar ook de yinger opgelegd. Met name de verslaglegging van vergaderingen in 2009 schoot tekort. Gedurende 2010 zal daar de nodige aandacht verder aan worden besteed. Een ander gebied dat wordt genoemd is het beleggingsbeleid. In de eerste helft van 2010 is dit ter hand genomen middels de uitvoering van een ALM studie waarbij ook het contributie beleid wordt bezien. In de tweede helft van 2010 zal aandacht gegeven worden aan het strategisch beleggingsbeleid, waarbij meer dan voorheen advies vanuit de externe professionele sfeer zal worden gezocht. Zowel wat betreft de ALM als het beleggingsbeleid zal er uitgebreid contact worden gezocht met de DNR. Tot slot wil het bestuur er aan werken om niet aIleen het contact met het verantwoordingsorgaan en de deelnemersraad optimaal te houden, maar daarnaast ook aandacht te schenken aan de aangesloten werkgevers. Hiervoor zijn kortgeleden afspraken gemaakt voor een regelmatig periodiek overleg.
Rotterdam, 23 juni 2010
Het bestuur L Stichting Chevron Pensioenfonds JAARVERSLAG 2009
n',Jnis B.V.
Dum 46
Gebeurtenissen na balansdatum
Toeslagverlening: Het bestuursbesluit inzake de indexatie per 01-01-2010 (0,40%) heeft in 2010 plaatsgevonden. Deze indexatie is daarom niet in de technische voorziening van boekjaar 2009 meegenomen .
. '. 'r;,]nts g,V. Stichting Chevron Pensioenfonds
JAARVERSLAG 2009
Qunl 47
Uitvoeringsovereenkomst met de werkgevers
Sinds 1 januari 2007 is vanwege de nieuwe Pensioenwet een nieuwe uitvoeringsovereenkomst (voorheen financieringsovereenkomst) van kracht. Deze geldt tot en met 31 december 2011. De hierin gedefinieerde bijdrage is als voigt. De premie bestaat uit twee onderdelen: een bijdrage in de actuarieel benodigde premie; een bijdrage ter voldoening aan de solvabiliteitseisen van de toezichthouder. De premie wordt vastgesteld afhankelijk van de dekkingsgraad: Dekkingsgraad
Premie Geen werkgeversbijdrage
t--
147%
t--
127%
50% van de reele premie i reele premie
+0,5% VPV '--- 115%
reele premie + 1,0% VPV r - - 105%
De reele premie is de actuarieel benodigde premie, vastgesteld op een reele rentetermijnstructuur (nominaal minus inflatieverwachting) . De reele premie bevat dus de toekomstige verwachte indexaties over de betreffende pensioeninkoop. De bijdrage van de deelnemers bedraagt 6% van de pensioengrondslag.
reele premie + bijstorting tot 105%
Naast de premie betalen de aangesloten werkgevers een bijdrage in de uitvoeringskosten van het fonds. Deze bijdrage is onafhankelijk van de financiele positie van het fonds en wordt door de aangesloten werkgevers naar rata van het aantal actieve deelnemers betaald.
Stichting Chevron Pensioenfonds
JAARVERSLAG 2009
ActuariiHe verklaring
Opdracht Door Stichting Chevron Pensioenfonds te Rotterdam is aan Mercer Certificering B.V. de opdracht verleend tot het afgeven van een actuariele verklaring als bedoeld in de Pensioenwet over het boekjaar 2009. Gegevens De gegevens waarop mUn onderzoek is gebaseerd, zijn verstrekt door en tot stand gekomen onder de verantwoordelijkheid van het bestuur van het pensioenfonds. Voor de toetsing van de fondsmiddelen en voor de beoordeling van de vermogenspositie heb ik mij gebaseerd op de financiele gegevens die ten grondslag liggen aan de jaarrekening. In overeenstemming met de richtlijn "Samenwerking tussen accountant en actuaris ter zake van de controle van verantwoordingen van verzekeringsinstellingen" heeft de accountant van het pensioenfonds mij gei'nformeerd over zijn bevindingen ten aanzien van de betrouwbaarheid en de volledigheid van de administratieve basisgegevens en de overige uitgangspunten die voor mijn oordeelsvorming van belang zijn.
Werkzaamheden Ter uitvoering van de opdracht heb ik onderzocht of is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet. De door het pensioenfonds verstrekte administratieve basisgegevens en de bevindingen van de accountant ten aanzien hiervan zijn zodanig dat ik die gegevens als uitgangspunt voor mijn beoordelingswerkzaamheden heb aanvaard. Als onderdeel van de werkzaamheden voor de opdracht: - heb ik ondermeer onderzocht of de technische voorzieningen, het minimaal vereist eigen vermogen en het vereist eigen vermogen toereikend zijn vastgesteld, en - heb ik mij een oordeel gevormd over de vermogenspositie van het pensioenfonds. MUn onderzoek heb ik zodanig uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de resultaten geen onjuistheden van materieel belang bevatten. Ik heb mij een oordeel gevormd over de waarschUnlijkheid waarmee het pensioenfonds de tot balansdatum aangegane verplichtingen kan nakomen, mede in aanmerking nemend het financieel beleid van het pensioenfonds.
Stichting Chevron Pensioenfonds
Vc,·(;r
JAARVERSLAG 2009
Bef10rend t J
'. i
nUJ'" (A.,t -,'"l ~'i;J,ing d.d,: ~..
M ()
49
De beschreven werkzaamheden en de uitvoering daarvan zijn in overeenstemming met de binnen het Actuarieel Genootschap geldende normen en gebruiken, en vormen naar mijn mening een deugdelijke grondslag voor mijn oordeel. Oordeel De technische voorzieningen zijn, overeenkomstig de beschreven berekeningregels en uitgangspunten, als geheel bezien, toereikend vastgesteld. Het eigen vermogen van het pensioenfonds is op de balansdatum lager dan het wettelijk vereist eigen vermogen, maar niet lager dan het wettelijk minimaal vereist eigen vermogen. Gemeten naar de wettelijke maatstaf is ten aanzien van de verplichtingen, aangegaan tot balansdatum, sprake van een reservetekort. Met inachtneming van het voorafgaande heb ik mij ervan overtuigd dat is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet, met uitzondering van artikel 132 PW in verband met het geconstateerde reservetekort. De vermogenspositie van Stichting Chevron Pensioenfonds is naar mijn mening niet voldoende, vanwege het reservetekort.
Amstelveen, 23 juni 2010
Stichting Chevron Pensioenfonds JAARVERSLAG 2009
V()(~t
i"
Ul.:h0!l;,
50
Accountantsverklaring
Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit rapport opgenomen jaarrekening 2009 van Stichting Chevron Pensioenfonds te Rotterdam bestaande uit de balans per 31 december 200 en de staat van baten en lasten over 2009 met de toelichting gecontroleerd.
Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van het pensioenfonds is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW en met inachtneming van het bepaalde in artikel 146 Pensioenwet. Deze verantwoordelijkheid omvat onder meer: het ontwerpen, invoeren en in stand houden van een intern beheersingssysteem relevant voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat, zodanig dat deze geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevat, het kiezen en toepassen van aanvaardbare grondslagen voor financiele verslaggeving en het maken van schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn.
Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht. Dienovereenkomstig zijn wij verplicht te voldoen aan de voor ons geldende gedragsnormen en zijn wij gehouden onze controle zodanig te plannen en uit te voeren dat een redeJijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De keuze van de uit te voeren werkzaamheden is afhankelijk van de professionele oordeelsvorming van de accountant, waaronder begrepen zijn beoordeling van de risico's van afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. In die beoordeling neemt de accountant in aanmerking het voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat relevante interne beheersingssysteem, teneinde een verantwoorde keuze te kunnen maken van de controlewerkzaamheden die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn maar die niet tot doel hebben een oordeel te geven over de effectiviteit van het interne beheersingssysteem van het pensioenfonds. Tevens omvat een controle onder meer een evaluatie van de aanvaardbaarheid van de toegepaste grondslagen voor financiele verslaggeving en van de redelijkheid van schattingen die het bestuur van het pensioenfonds heeft gemaakt, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.
Stichting Chevron Pensioenfonds
JAARVERSLAG 2009
\!C(;r
1(;,
>
Bc'h;)rt .- " ~
'J
r
L1m SLUJ , . LAJll
i.ianf1g d d.:
-7/'/0
~
51
Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting Chevron Pensioenfonds per 31 december 2009 en van het resultaat over 2009 in overeenstemming met Titel9 Boek 2 BW met inachtneming van het bepaalde in artikel 146 Pensioenwet.
Verklaring betreffende andere wettelijke voorschriften en/of voorschriften van regelgevende instanties Op grond van de wettelijke verplichting ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder f BW melden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW. Rotterdam, 23 juni 201 0
Deloitte Accountants B.V. mr. drs. 1. Penon RA
I· . I
" Stichting Chevron Pensioenfonds
JAARVERSLAG 2009
52