Jaarverslag 2009 Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
CAT0036_cover_.indd 1
24-06-10 11:01
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
JAARVERSLAG 2009 10 juni 2010
Inhoudsopgave Jaarverslag Karakteristieken van het pensioenfonds ...............................................................................................4 Personalia, stand per 10 juni 2010 .............................................................................................................4 Profiel .........................................................................................................................................................5 Organisatie .................................................................................................................................................6 Kerncijfers ...................................................................................................................................................8 Intern Toezicht: verslag van de visitatiecommissie .......................................................................... 10 Verslag van het verantwoordingsorgaan ............................................................................................ 13 Verslag van het Bestuur ....................................................................................................................... 14 2009 in hoofdlijnen .................................................................................................................................. 14 Algemene ontwikkelingen in de pensioenwereld .................................................................................... 15 Belangrijkste interne ontwikkelingen ....................................................................................................... 17 Goed pensioenfondsbestuur ................................................................................................................... 18 Financiële paragraaf ................................................................................................................................ 21 Beleggingenparagraaf ............................................................................................................................. 24 Pensioenparagraaf .................................................................................................................................. 32 Actuariële paragraaf ................................................................................................................................ 33 Risicoparagraaf ....................................................................................................................................... 34 Toekomstparagraaf ................................................................................................................................. 35
Jaarrekening Balans per 31 december 2009, na resultaatbestemming .................................................................. 36 Staat van baten en lasten over 2009.................................................................................................... 38 Kasstroomoverzicht 2009 ..................................................................................................................... 39 Toelichting behorende tot de jaarrekening 2009 ............................................................................... 40
Overige gegevens Statutaire regeling omtrent de bestemming van het saldo van baten en lasten ............................ 76 Gebeurtenissen na balansdatum ......................................................................................................... 76 Actuariële verklaring ............................................................................................................................. 77 Accountantsverklaring ......................................................................................................................... 79
Jaarverslag 2009
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
3
Karakteristieken van het pensioenfonds Personalia, stand per 10 juni 2010 De samenstelling van het Algemeen Bestuur is als volgt: Naam
Functie
Vertegen-
Lid sinds
woordiging
Einde zittingsduur
L.J. Kuipers
Voorzitter
Werkgever
01-01-2004
n.v.t.
G.J. Getkate
2 Voorzitter
e
Werkgever
01-09-2000
n.v.t.
J.H.A.J. Gritter
Lid
Werkgever
25-04-2006
n.v.t.
F.R. Spaan
Lid
Werkgever
01-03-2003
n.v.t.
S. Malgaz
Lid
Werkgever
01-12-2000
n.v.t.
P.W.I. Lemmens
Lid
Werkgever
30-09-2009
n.v.t.
J. Vlietstra
Lid
Deelnemers
01-12-2000
30-11-2012
H.G.M. Arendsen
Lid
Deelnemers
30-11-2008
30-11-2010
S. Canel
Secretaris
Deelnemers
01-12-2008
30-11-2011
J.C.M. Halkes
2 Secretaris
e
Gepensioneerden
01-03-2003
30-11-2012
J.J. de Jong
Lid
Gepensioneerden
08-12-1983
30-11-2010
C. Troost
Lid
Gepensioneerden
01-01-2010
30-11-2011
Lid sinds
Einde
De samenstelling van het Dagelijks Bestuur is als volgt: Naam
Functie
Vertegenwoordiging
L.J. Kuipers
Voorzitter e
zittingsduur
Werkgever
01-01-2004
n.v.t.
G.J. Getkate
2 Voorzitter
Werkgever
01-09-2000
n.v.t.
S. Canel
Secretaris
Deelnemers
01-12-2008
30-11-2011
Gepensioneerden
01-03-2003
30-11-2012
Lid sinds
Einde
J.C.M. Halkes
e
2 Secretaris
De samenstelling van het verantwoordingsorgaan is als volgt: Naam
Functie
Vertegenwoordiging
B.A.F. Keijzer
Voorzitter e
zittingsduur
Werkgever
21-02-2008
01-01-2011
A.J. Oude Hergelink
2 Voorzitter
Werkgever
01-01-2010
01-01-2012
H.B.F. Boerrigter
Lid
Deelnemers
21-02-2008
01-01-2011
D. Rosman
Secretaris
Deelnemers
10-03-2009
01-01-2013
L.J.F. Fens
2 Secretaris
e
Gepensioneerden
21-02-2008
01-01-2012
J. Hartkamp
Lid
Gepensioneerden
21-02-2008
01-01-2013
Jaarverslag 2009
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
4
De samenstelling van de beleggingscommissie is als volgt: Naam
Functie
H.G. Noorlander-Bunt
Voorzitter
F.R. Spaan
Lid
C. Roozemond
Lid
H. Scheppink
Lid
De samenstelling van de uitvoeringsorganisatie is als volgt: Naam
Functie
W.B.E. Rutgers
Manager pensioenfonds
S.I. Kroeze-Stiggelbout
Assistent manager
N.F. Slotman-Bosma
Secretarieel adm. medewerker
Compliance officer G.J.L. Dielissen, hoofd juridische zaken van Koninklijke Ten Cate nv
Actuarissen W. Eikelboom, AAG adviserend actuaris van Towers Watson D. den Heijer, AAG certificerend actuaris van Towers Watson
Accountant KPMG Accountants N.V.
Profiel Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate (hierna “het Pensioenfonds”), statutair gevestigd te Almelo is opgericht op 30 december 1966. De laatste statutenwijziging was op 21 februari 2008. De stichting is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder nummer 41027730. Het Pensioenfonds is een ondernemingspensioenfonds en is aangesloten bij koepelorganisatie OPF. Het Pensioenfonds heeft tot doel uitvoering te geven aan het pensioenreglement, zoals dat geldt voor de aangesloten ondernemingen. Hiertoe wordt voor 16 aangesloten werkmaatschappijen van Koninklijke Ten Cate in Nederland en 3.577 deelnemers en gewezen deelnemers circa EUR 294 miljoen vermogen belegd.
Jaarverslag 2009
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
5
Organisatie Bestuur Het Bestuur van het Pensioenfonds heeft de dagelijkse uitvoering van de werkzaamheden uitbesteed aan een uitvoeringsorganisatie. Deze werkzaamheden betreffen vermogensbeheer, pensioenadministratie en bestuursondersteuning. Uitgangspunt is dat het Bestuur, conform de eisen van de Pensioenwet verantwoordelijk blijft voor de juiste uitvoering van de uitbestede taken. Het Bestuur heeft uitsluitend bevoegdheden conform de statuten, reglementen en de Actuariële en Bedrijfstechnische Nota van het Pensioenfonds.
Dagelijks Bestuur Het Dagelijks Bestuur van het Pensioenfonds wordt gevormd door de voorzitter, de secretaris, de 2 e voorzitter en de 2 secretaris. Alle operationele besluiten worden voorgelegd aan ten minste één medebestuurslid.
e
Verantwoordingsorgaan Het verantwoordingsorgaan (VO) is op 21 februari 2008 ingesteld. De belangrijkste taken van het VO, conform “De Principes voor goed pensioenfondsbestuur”, zijn: - De bevoegdheid een oordeel te geven over het handelen van het Bestuur aan de hand van het jaarverslag, de jaarrekening en andere informatie, waaronder de bevindingen van het interne toezichtorgaan, over het door het Bestuur gevoerde beleid, alsmede over beleidskeuzes voor de toekomst. Dit oordeel wordt, samen met de reactie van het Bestuur daarop, bekend gemaakt en in het jaarverslag opgenomen. - Het VO heeft ten minste voorts de volgende rechten: - het recht op overleg met het Bestuur; - het recht op overleg met de externe accountant en de externe actuaris; - het recht op informatie; - het recht op een schriftelijke en beargumenteerde reactie op het oordeel dat het VO heeft gegeven over het door het Bestuur uitgevoerde beleid.
Intern toezicht Voor het Intern toezicht is gekozen voor een visitatiecommissie, die eens in de drie jaar de beleids- en bestuursprocedures en -processen, de checks and balances, de wijze waarop de uitvoering van de regeling wordt bestuurd en aangestuurd en de wijze waarop wordt omgegaan met de risico's op de langere termijn voor (de dekkingsgraad van) het Pensioenfonds beoordeelt.
Uitvoeringsorganisatie De uitvoeringsorganisatie bestaat in het verslagjaar uit vier medewerkers (3,8 fte), waaronder de manager pensioenfonds. Allen hebben een dienstverband met het Pensioenfonds. De werkzaamheden betreffen op hoofdlijnen het uitvoeren van de pensioenadministratie en bestuursondersteuning.
Jaarverslag 2009
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
6
Vermogensbeheer Het vermogensbeheer is uitbesteed aan de volgende vermogensbeheerders: BlackRock, Pimco, Altera Vastgoed, ING Real Estate, Lupus Alpha Asset Management en Amundi Alternative Investments.
Beleggingscommissie De beleggingscommissie heeft als mandaat het monitoren van de vermogensbeheerders, het uitvoeren en voorstellen van het beleggingsbeleid. De commissie is samengesteld uit leden van het Bestuur en niet-leden die deelnemer zijn van het Pensioenfonds. De leden van de beleggingscommissie worden benoemd door het Bestuur. De beleggingscommissie laat zich bijstaan door een externe beleggingsadviseur.
Compliance officer Het Bestuur heeft ingestemd met de benoeming van de heer G.J.L. Dielissen, hoofd juridische zaken van Koninklijke Ten Cate nv, tot compliance officer van het Pensioenfonds. De compliance officer is belast met het toezicht op het naleven van de gedragscode.
Externe ondersteuning Het Pensioenfonds wordt bijgestaan door een externe adviserende actuaris, een externe beleggingsadviseur en ten behoeve van de periodieke ALM-studie een gespecialiseerde ALM-adviseur.
Jaarverslag 2009
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
7
Kerncijfers1 Bedragen x EUR 1.000
2009
2008
2007
2006
2005
921
991
1.046
1.184
1.220
Gewezen deelnemers
1.278
1.270
1.266
1.123
1.097
Gepensioneerden
1.378
1.379
1.363
1.339
1.329
Totaal aantal deelnemers
3.577
3.640
3.675
3.646
3.646
4
0,00%
1,50%
1,50%
n.v.t.
0,00%
0,00%
1,48%
1,25%
1,45%
10.068
7.911
8.836
8.572
8.860
Aantal deelnemers 2
Deelnemers
Indexatie Indexatie actieven per 1 januari volgend op boekjaar
3
Indexatie inactieven per 1 januari volgend op boekjaar
2,60%
Pensioenuitvoering Feitelijke premie Kostendekkende premie
8.875
6.954
8.604
-
-
Gedempte kostendekkende premie
7.182
5
8.278
9.165
-
-
Pensioenuitkeringen
15.335
14.824
13.812
13.355
12.070
691
645
678
704
589
Pensioenvermogen
295.201
272.276
308.376
305.675
291.249
Pensioenverplichtingen
276.741
276.609
232.909
246.910
244.803
Aanwezige dekkingsgraad
106,7%
98,4%
132,4%
123,8%
119,0%
Vereiste dekkingsgraad DNB
115,6%
116,8%
118,4%
126,6%
125,8%
Pensioenuitvoeringskosten Vermogenssituatie en solvabiliteit
1
2 3 4
5
Tot en met boekjaar 2006 waren de cijfers gebaseerd op Actuariële Principes Pensioenfonds (APP). Vanaf boekjaar 2007 zijn de cijfers gebaseerd op het Financieel Toetsingskader (FTK). Arbeidsongeschikte deelnemers worden meegeteld bij de actieve deelnemers. Tot boekjaar 2006 was sprake van een eindloonregeling voor de pensioenopbouw over het salarisgedeelte. Het Bestuur heeft in haar vergadering van 18 januari 2010 besloten de rechten van de actieve deelnemers met 2,6% te verhogen. Omdat de besluitvorming over deze toeslagverlening (indexatie) na het verslagjaar heeft plaatsgevonden, zijn deze toeslagen niet verwerkt in de pensioenverplichtingen ultimo 2009. Impact van de indexatie in 2010 is een toename van de pensioenverplichtingen van EUR 1,8 miljoen. In het verslagjaar is de grondslag voor de berekening van de gedempte kostendekkende premie gewijzigd. In de jaren 2007 en 2008 is gerekend met een vaste discontovoet van 4,0%. Vanaf 2009 wordt gerekend met een vaste discontovoet van 4,9%.
Jaarverslag 2009
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
8
Bedragen x EUR 1.000
2009
2008
2007
2006
2005
25.176
25.996
23.914
23.384
19.313
Beleggingsportefeuille Vastgoedbeleggingen Aandelen Vastrentende waarden
97.598
65.779
99.331
103.888
94.686
158.630
164.685
157.704
159.454
160.780
Derivaten, saldo activa en passiva
-1.201
3.209
1.535
1.083
-432
Overige beleggingen
13.356
11.426
19.350
16.141
15.783
293.559
271.095
301.834
303.950
290.130
10,9
-9,8
2,3
7,2
12,7
Benchmark in %
13,5
-9,1
2,1
5,6
12,8
Outperformance / underperformance (-)
-2,6
-0,7
0,2
1,6
-0,1
Totaal belegd vermogen Beleggingsperformance Beleggingsrendement in %
6
6
De rendementen zijn berekend volgens een gestandaardiseerde methode GIPS (Global Investment Performance Standard).
Jaarverslag 2009
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
9
Intern Toezicht: verslag van de visitatiecommissie Het Pensioenfonds heeft voor de invulling van het intern toezicht gekozen voor een visitatiecommissie die eens in de drie jaar het functioneren van het Bestuur beziet. Bij oprichting is een reglement vastgesteld op basis van de uitgangspunten van Pension Fund Governance. Hierbij zijn de frequentie van het overleg met het Bestuur, de te behandelen onderwerpen met betrekking tot het beleid en de verantwoording van de commissie vastgesteld. De toetsing door de visitatiecommissie heeft voor de eerste keer in 2009 plaatsgevonden en is begin van 2010 afgerond. Deze visitatie had betrekking op de periode 1 januari 2007 tot 1 oktober 2009. Bij het uitvoeren van de visitatie heeft de visitatiecommissie de volgende taken vervuld: het beoordelen van de beleids- en bestuursprocedures en -processen en de checks and balances binnen het Pensioenfonds; het beoordelen van de wijze waarop het Bestuur het Pensioenfonds aanstuurt; het beoordelen van de wijze waarop het Bestuur omgaat met de risico‟s op de langere termijn. Visitatieprocedure De visitatie van het Pensioenfonds door Stichting Het Vak-VC is verlopen volgens een vaste procedure. Daarbij heeft na benoeming van de visitatiecommissie door het Bestuur, eerst een documentenonderzoek plaatsgevonden op basis van: a. de notulen van de vergaderingen van het (Dagelijks) Bestuur, de beleggingscommissie en het VO over de laatste drie jaar voorafgaand aan de visitatie; b. de actuariële en bedrijfstechnische nota (ABTN); c. het jaarverslag van het Pensioenfonds over de jaren 2006 – 2008; d. het accountantsverslag (2008); e. het actuarieel rapport (2008). Verder zijn op verzoek van de visitatiecommissie de volgende aanvullende documenten beoordeeld: f. de statuten van het Pensioenfonds; g. de taakomschrijving manager uitvoeringsorganisatie; h. het mandaat van de beleggingscommissie; i. het reglement van het VO; j. het reglement van het intern toezicht; k. het pensioenreglement; l. de uitvoeringsovereenkomst; m. de klachten- en geschillenprocedure; n. de gedragscode; o. het deskundigheidsplan en opleidingsplan; p. de procedure periodieke zelfevaluatie Bestuur; q. de uitbestedingovereenkomsten, waaronder de beleggingsmandaten; r. het beleggingsplan; s. de rapportages van de uitvoeringsorganisatie, administrateur en de vermogensbeheerders; t. de ALM-studie en de continuïteitsanalyse; u. correspondentie van en met de toezichthouders AFM en DNB. In aanvulling op het documentenonderzoek heeft de visitatiecommissie op locatie bij het Pensioenfonds gesprekken gevoerd met een delegatie van het Bestuur van het Pensioenfonds en een delegatie van
Jaarverslag 2009
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
10
het VO. De visitatiecommissie heeft op basis van het documentenonderzoek en de gevoerde gesprekken een bespreekversie van het visitatierapport uitgebracht, welke op 9 februari 2010 met het Bestuur is nabesproken. Algemeen oordeel Op basis van de documentatie en de gevoerde gesprekken is de visitatiecommissie van mening dat het Bestuur van het Pensioenfonds de zaken goed (zoals het beleggingsbeleid) tot uitstekend (zoals het uitbestedingsbeleid) heeft geregeld. Naar het oordeel van de visitatiecommissie is het Bestuur in control en heeft ze een open oog voor de risico‟s van het Pensioenfonds (en dus voor de deelnemers) op termijn. Belangrijkste bevindingen Zowel door het eigen functioneren als het monitoren en sturen van de uitbestede werkzaamheden geeft het Bestuur blijk van voldoende deskundigheid en een grote betrokkenheid bij het Pensioenfonds. Het kritisch vermogen binnen het Bestuur is aanwezig en voor de commissie merkbaar. Dat is een belangrijke noodzakelijke voorwaarde voor een open attitude om telkens weer lessen te trekken uit zaken die beter kunnen. De visitatiecommissie is van oordeel dat de verantwoording over de financiële risico‟s van het Pensioenfonds voor de deelnemers adequaat van opzet en toepassing is. Zij vraagt zich wel af of de deelnemers voldoende beseffen dat de indexatiecapaciteit van het fonds op termijn tegen kan vallen. Belangrijkste aanbevelingen 1. Het Bestuur wordt aangeraden na te gaan of de bij deelnemers bestaande verwachtingen over het indexatiepotentieel voldoende consistent is met de actuele financiële opzet van het fonds op termijn; 2. De vast terugkerende onderwerpen voor de bestuurstafel en de in enig jaar te voorziene onderwerpen zouden vastgelegd kunnen worden in een jaarcyclus; 3. Hoewel de communicatie over pensioen geen aanleiding geeft tot opmerkingen beveelt de visitatiecommissie aan om iemand (of een kleine groep) binnen het Bestuur uitvoeringsverantwoordelijk te maken voor de communicatie en voor een communicatiejaarplan; 4. Ontwikkel een integriteitsbeleid; 5. De statuten te voorzien in de bevoegdheid om een bestuurslid bij disfunctioneren te schorsen en/of te ontslaan, dan wel de benoemende organisatie te verzoeken tot een andere invulling te komen. Uitkomsten nabespreking visitatierapport met het bestuur De bespreekversie van het visitatierapport is op 9 februari 2010 met een delegatie van het Bestuur nabesproken. De nabespreking heeft niet geleid tot aanvullende vragen. Wel zijn er een aantal tekstuele opmerkingen uit de nabespreking naar voren gekomen, welke in dit definitieve rapport zijn verwerkt.
De visitatiecommissie R.C.L. Bakker, voorzitter Th. de Jong A.G. de Meij
Jaarverslag 2009
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
11
Reactie van het Bestuur Het Bestuur dankt de visitatiecommissie voor de diepgaande wijze waarop zij de beleids- en bestuursprocedures en -processen en de checks and balances binnen het Pensioenfonds heeft beoordeeld. De visitatiecommissie geeft door haar grondige aanpak aan een duidelijke, inhoudelijke versterking te zijn van de governance van het Pensioenfonds. Het Bestuur is verheugd dat de visitatiecommissie van oordeel is dat het Bestuur in control is en een open oog heeft voor de risico‟s van het Pensioenfonds. De aanbevelingen worden, voor zover dit nog niet is gebeurd, door het Bestuur opgepakt. Met name zal aandacht worden besteed aan het expliciet communiceren over het indexatiepotentieel, zodat deelnemers een realistisch beeld hebben van (toekomstige) indexatiemogelijkheden. Een voorbeeld hiervan is de toelichting op het indexatiebeleid op pagina 57 en 58 van dit jaarverslag. Verder is afgesproken dat de voorzitter van het Bestuur zich intensief zal bezighouden met het monitoren van de communicatie. Het Bestuur van Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
Jaarverslag 2009
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
12
Verslag van het verantwoordingsorgaan De vraag die het verantwoordingsorgaan (VO) zich voortdurend stelt is of “het Bestuur zegt wat ze doet en laat zien dat ze doet wat ze zegt”. Het Bestuur van het Pensioenfonds legt in dit jaarverslag 2009 verantwoording af voor het gevoerde beleid en wel over een jaar waarin de sector bijzonder complex is geworden. Het VO heeft in 2009 alle Algemeen Bestuursverslagen en managementrapportages ontvangen. In het overleg met het Bestuur is informatie verschaft over de financiële situatie, de dekkingsgraad, de ALM-studie, de continuïteitsanalyse en de conclusies met betrekking tot het beleggings- en premiebeleid en de weging zakelijke waarden en duration matching. Tevens is het door De Nederlandsche Bank goedgekeurde herstelplan besproken. Het Bestuur is bijzonder transparant in haar informatie naar het VO. Naast het overleg met het Bestuur is door het VO gesproken met de Visitatiecommissie, de accountant en de certificerende en adviserende actuarissen. Het VO is het eens met de conclusie van de Visitatiecommissie dat het Bestuur “in control” is en een open oog heeft voor de risico‟s van het Pensioenfonds. Verder is op basis van eigen waarnemingen het VO van oordeel dat het Bestuur op adequate wijze haar beleid heeft uitgevoerd, waarbij de belangen van alle betrokkenen evenwichtig, conform de Actuariële en bedrijfstechnische nota, zijn behartigd. Gezien de complexiteit van de pensioenmaterie en de financiële positie van het Pensioenfonds vragen wij bijzondere aandacht voor het deskundigheidsbeleid, het balans- en risicomanagement en het communicatiebeleid naar de deelnemers. Tevens vraagt de kwetsbaarheid van de uitvoeringsorganisatie aandacht van het Bestuur. Reactie van het bestuur Het Bestuur is het geheel eens met de aandacht die het VO vraagt voor deskundigheids- en communicatiebeleid, zoals ook moge blijken uit het jaarverslag. In 2010 zal het balans- en risicomanagement extra aandacht krijgen en zodanig geprofessionaliseerd worden dat een dagelijkse monitoring mogelijk is. De kwetsbaarheid van de uitvoeringsorganisatie vanwege de kleine bezetting is en blijft ook in de toekomst een zaak van voortdurende aandacht. Het Bestuur tracht door het goed vastleggen van systemen, procedures en taken deze kwetsbaarheid zo beheersbaar mogelijk te maken.
Almelo, 10 juni 2010
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate Het verantwoordingsorgaan
Jaarverslag 2009
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
13
Verslag van het Bestuur 2009 in hoofdlijnen Het jaar 2009 was een jaar vol onzekerheden. Niet alleen voor pensioenfondsen, maar over de volle breedte van de economie. De kredietcrisis die in september 2008 in volle hevigheid losbarstte, verbreedde en verdiepte zich in de maanden daarna in hoog tempo. Dit beeld domineerde ook nadrukkelijk de eerste maanden van 2009. Na het eerste kwartaal leek het tij langzaam maar zeker te keren, maar het duurde nog geruime tijd voordat mensen het woord „herstel‟ in de mond durfden te nemen. In het derde kwartaal lieten de economieën voor het eerst weer positieve groeicijfers zien en trokken ook de financiële markten aan. Geleidelijk wist het Pensioenfonds de financiële positie en de dekkingsgraad te verbeteren. Het herstel ging sneller dan in het herstelplan was voorzien. Omdat de dekkingsgraad eind 2009 hoger was dan 105%, heeft het Bestuur medio januari 2010 besloten de opgebouwde pensioenaanspraken van actieve deelnemers per 1 januari 2010 conform beleid gedeeltelijk te indexeren. De pensioenen van pensioengerechtigden en de opgebouwde pensioenaanspraken van gewezen deelnemers zijn niet verhoogd per 1 januari 2010, omdat de dekkingsgraad lager was dan 110%. Ook is besloten de opslag op het werkgeversdeel van de premie in 2010 te continueren. In 2009 zijn door het CBS cijfers gepubliceerd die erop wijzen dat de levensverwachting nog sneller stijgt dan waarmee de meeste fondsen rekening hebben gehouden. Het Pensioenfonds heeft hierop ingespeeld door de voorziening pensioenverplichtingen met 3% extra te verhogen. Het Bestuur sluit niet uit dat de voorziening pensioenverplichtingen in 2010 nog verder moet worden verhoogd als de nieuwste prognosetafels door het Actuarieel Genootschap worden gepubliceerd. Als gevolg van de wereldwijde economische crisis zag het Pensioenfonds zich in 2009 genoodzaakt deelnemers te informeren over de gevolgen van deze crisis voor hun pensioen. Het Pensioenfonds heeft alle deelnemers schriftelijk geïnformeerd over de financiële positie van het Pensioenfonds en de gevolgen voor hun pensioen. Daarnaast zijn deelnemers via de periodieke uitgave van PensioenNieuws en PensioenKrant geïnformeerd over de inhoud van het herstelplan. Een nieuw - en zeer gewaardeerd - initiatief is dat deelnemers in een persoonlijk gesprek uitleg krijgen over hun eigen toekomstige pensioensituatie.
Financiële positie De financiële markten kenmerkten zich in 2009 door een krachtig herstel. Dit heeft geleid tot een stijging in de waarde van de beleggingsportefeuille. Naast de hoogte van de waarde van de beleggingsportefeuille is de hoogte van de waarde van de pensioenverplichtingen van belang. Door een gestegen lange rente is de waarde van de pensioenverplichtingen gedaald. Beide elementen hebben een positieve invloed gehad op de hoogte van de dekkingsgraad. Deze is gestegen van 98,4% naar 106,7%.
Jaarverslag 2009
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
14
Beleggingen Het totale beleggingsresultaat bedroeg 10,9%. Het strategisch beleggingsbeleid in 2009 was in lijn met dat van voorgaande jaren. Echter gezien de onstabiele situatie op de financiële markten en de gedaalde dekkingsgraad van het Pensioenfonds heeft het Bestuur besloten om de in 2008 ontstane onderweging in aandelen gedurende de eerste drie kwartalen van 2009 niet te herstellen door aandelen bij te kopen. Doordat de aandelenmarkten een onvoorzien sterk herstel lieten zien is het rendement van het Pensioenfonds 2,6% lager uitgekomen dan de strategische benchmark.
Algemene ontwikkelingen in de pensioenwereld Toeslagenlabel Vanwege de financiële crisis heeft de Autoriteit Financiële Markten (AFM) pensioenfondsen de mogelijkheid geboden het zogeheten toeslagenlabel in 2009 nog niet te gebruiken. Het toeslagenlabel is een afbeelding waarmee het Pensioenfonds de (gewezen) deelnemers en gepensioneerden zicht geeft op de verwachtingen ten aanzien van indexatie in de eerstvolgende jaren. Oorspronkelijk waren pensioenuitvoerders verplicht het label vanaf 1 januari 2009 te gebruiken. In plaats daarvan mocht het Pensioenfonds in 2009 nog aan de hand van het verloop van de dekkingsgraad uitleg geven over haar financiële positie en de verwachting voor de toekomstige indexatieverlening. De AFM heeft daarvoor modelbrieven ontwikkeld voor fondsen met of zonder reservetekort of dekkingstekort. Het Pensioenfonds heeft het toeslagenlabel in 2009 niet gebruikt, maar alle (actieve en gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden een brief gestuurd waarin op een open en afgewogen manier is geïnformeerd over de financiële situatie van het Pensioenfonds. In 2010 gaat de verplichting om het toeslagenlabel te gebruiken wel gelden. De AFM zal vanaf 1 april 2010 toezien op het gebruik ervan.
Pensioenregister Op 1 januari 2011 moet het Pensioenregister operationeel zijn. In 2009 is verder gewerkt aan de ontwikkeling ervan. Op grond van de Pensioenwet zijn alle pensioenuitvoerders verplicht om aan het Pensioenregister mee te doen en op uniforme wijze informatie aan te leveren. De kosten van het Pensioenregister worden door de pensioenfondsen gezamenlijk opgebracht. De doelstelling van het Pensioenregister is iedereen op te nemen met een eigen pensioenaanspraak. Als „input‟ hiervoor worden de gegevens van het Uniform Pensioenoverzicht gebruikt. Ook de opgebouwde AOWaanspraken worden opgenomen in het Pensioenregister. De gegevens hiervoor worden aangeleverd door de Sociale Verzekeringsbank. De informatie uit het Pensioenregister kan bereikt worden met behulp van het burgerservicenummer.
Stichting Financiering Voortzetting Pensioenverzekering (FVP) Er komt een einde aan de FVP-regeling. Eind 2005 heeft het bestuur van de Stichting Financiering Voortzetting Pensioenverzekering (Stichting FVP) besloten dat werknemers die na 1 januari 2008 ontslagen worden en ouder dan 40 jaar zijn, niet meer in aanmerking komen voor een bijdrage in de pensioenopbouw tijdens werkloosheid. Aanleiding voor dit besluit was een tekort aan financiële middelen. Later heeft het FVP-bestuur de regeling vanwege de toen nog goede beleggingsresultaten een aantal malen met een jaar verlengd. In oktober 2009 heeft het bestuur van de Stichting FVP besloten dat instroom in de regeling definitief stopt per 1 januari 2011. Dit betekent dat werknemers van 40 jaar of ouder die op of na 1 januari 2011 WW-gerechtigd worden, niet meer in aanmerking komen voor een FVP-bijdrage. De FVP-bijdragen voor degenen die in 2010 werkloos worden, zullen
Jaarverslag 2009
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
15
opgeschort worden tot uiterlijk 1 januari 2014. Deze bijdragen kunnen zonodig worden gekort als blijkt dat volledige betaling leidt tot een negatief vermogen voor de Stichting FVP. In twee situaties wordt de FVP-bijdrage wel in een eerder stadium vastgesteld en uitbetaald. Dit geldt ten eerste voor werkloze werknemers die tussen 1 januari 2010 en 1 januari 2014 de pensioenleeftijd bereiken. Daarnaast geldt het voor nabestaanden van overleden werkloze werknemers die recht hebben op een FVP-bijdrage voor de inkoop van partnerpensioen.
Verhoging AOW-leeftijd naar 67 jaar In het voorjaar van 2009 heeft het kabinet een aantal maatregelen gepresenteerd om de gevolgen van de economische crisis het hoofd te bieden. In het aanvullend beleidsakkoord „Samen werken, samen leven‟ werd onder meer de verhoging van de AOW-leeftijd van 65 naar 67 jaar aangekondigd. Daarbij wordt rekening gehouden met de zogenaamde „zware beroepen‟. Het eventuele verhogen van de AOW-leeftijd en de gevolgen voor de aanvullende pensioenen zijn voor het Bestuur een belangrijk dossier, maar het Bestuur is geen partij in de besluitvorming hierover. Het initiatief ligt vooralsnog bij de politiek, waarna het vervolgens een verantwoordelijkheid van de sociale partners is om zich uit te spreken over de manier waarop in de pensioenregeling van het Pensioenfonds op de veranderingen zal worden aangesloten. Aangezien het kabinet inmiddels demissionair is, is het onzeker wanneer een besluit genomen wordt over de eventuele verhoging van de AOW-leeftijd.
Overheidscommissies In 2009 zijn door de overheid bewegingen in gang gezet die gevolgen kunnen hebben voor het Pensioenfonds. In dit verband zijn de volgende overheidscommissies ingesteld. Commissie-Don Deze commissie heeft op 21 september 2009 een verdeeld advies uitgebracht over de parameters uit het Financieel Toetsingskader. Deze parameters worden gebruikt voor continuïteitsanalyses, herstelplannen en de berekening van gedempte kostendekkende premies. De minister van SZW heeft bepaald dat de premie voor 2011 voor het eerst op basis van de nieuwe parameters bepaald zal moeten worden. Evaluatie Financieel Toetsingskader Een werkgroep bestaande uit ambtenaren van het ministerie van SZW en vertegenwoordigers van DNB buigt zich over de evaluatie. Bij deze evaluatie zijn de volatiliteit van de swapcurve, de spanning tussen nominaal en reëel pensioen en de vaststelling van vereiste buffers en kostendekkende premie de belangrijkste onderzoekspunten. Commissie-Goudswaard De Commissie Goudswaard heeft onderzoek gedaan naar de toekomst- en schokbestendigheid van de huidige pensioencontracten. Randvoorwaarde daarbij was om een op collectiviteit en solidariteit gebaseerd systeem in de tweede pijler van het pensioenstelsel te behouden. Commissie-Frijns De Commissie Frijns heeft het beleggingsbeleid van pensioenfondsen en in het bijzonder hun risicobeheer geanalyseerd en hierover aanbevelingen voor de toekomst gedaan.
Jaarverslag 2009
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
16
Belangrijkste interne ontwikkelingen Communicatie In het boekjaar is veel aandacht besteed aan communicatie. In 2008 is door de wetgever vastgelegd hoe consistentie in de communicatie over ambitie en verwachtingen in verband met toeslagen moet worden toegepast. Tevens is het toeslagenlabel definitief vastgesteld. In 2009 is het toeslagenlabel niet verstrekt, in plaats daarvan zijn de deelnemers middels een separate brief over de financiële positie van het Pensioenfonds en de mogelijkheden tot toeslagverlening geïnformeerd. Het toeslagenlabel zal in het UPO 2010 (naar de stand van 1 januari 2010) worden opgenomen. In overeenstemming met de door de koepels geïntroduceerde doelstelling om eenvormige, eenduidige en duidelijke pensioenoverzichten te verstrekken (uniform pensioenoverzicht, UPO) is aan alle actieve deelnemers een pensioenoverzicht op basis van de huidige regeling uitgereikt. Ook hebben alle premievrije deelnemers afgelopen boekjaar een UPO ontvangen. Gepensioneerden hebben een jaarlijks overzicht van hun pensioenrechten ontvangen. Het Pensioenfonds heeft daarnaast voor de deelnemers een pensioenplanner ontwikkeld, waarmee op basis van actuele gegevens verschillende pensioenscenario‟s kunnen worden doorgerekend. De pensioenuitvoeringsorganisatie heeft met behulp van deze pensioenplanner in het afgelopen boekjaar met meer dan honderd deelnemers een individueel gesprek gevoerd over hun pensioensituatie. Het Bestuur vertrouwt erop hiermee een belangrijke stap voorwaarts in de pensioencommunicatie te hebben gezet.
ALM-studie Begin 2009 is een nieuwe ALM-studie afgerond. Uit deze studie blijkt dat het bestaande beleid nagenoeg optimaal is. Wel bleek dat een verdere optimalisatie in de beleggingsportefeuille zou kunnen leiden tot betere resultaten. Hierdoor is besloten de beleggingscategorie hedgefondsen geheel af te bouwen en een beleggingscategorie grondstoffen van 5% op te bouwen.
Wijziging actuarissen In overleg is besloten de heer R. Kruijff AAG met ingang van het derde kwartaal te vervangen door de heer W. Eikelboom AAG als adviserend actuaris van het Pensioenfonds. De heer W. Eikelboom is tegelijkertijd als certificerend actuaris opgevolgd door de heer D. den Heijer AAG. Genoemde personen zijn allen werkzaam bij Towers Watson.
Klachten en geschillen In het afgelopen jaar zijn er geen klachten ontvangen of geschillen van deelnemers binnengekomen.
Jaarverslag 2009
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
17
Goed pensioenfondsbestuur Intern toezicht en verantwoordingsorgaan Het Bestuur van het Pensioenfonds besteedt conform de Pensioenwet en de daarin opgenomen eisen voor goed pensioenfondsbestuur veel aandacht aan de opzet en inrichting van de organisatie, inclusief de interne beheersing. Reglementair is bepaald hoe het Bestuur omgaat met de rol als bestuur en invulling geeft aan begrippen als goed bestuur, verantwoording en intern toezicht. Vanaf 21 februari 2008 is het VO actief. Het VO bestaat uit een vertegenwoordiging van werknemers, pensioengerechtigden en werkgever. De verantwoording die het Bestuur aflegt is onderdeel van de jaarverslagcyclus. Voor het Intern Toezicht is gekozen voor een visitatiecommissie, die minimaal eens in de drie jaar de beleids- en bestuursprocedures en -processen, de checks and balances, de wijze waarop de uitvoering van de regeling wordt bestuurd en aangestuurd en de wijze waarop wordt omgegaan met de risico's op de langere termijn voor (de dekkingsgraad van) het Pensioenfonds beoordeelt. Gezien de relatie tussen de objecten van onderzoek van visitatiecommissie en VO wordt overleg tussen visitatiecommissie en VO als een waardevolle invulling van goed pensioenfondsbestuur beschouwd.
Deskundigheidsbevordering In de afgelopen jaren is veel aandacht besteed aan de deskundigheidsbevordering van het Bestuur. Het Pensioenfonds heeft in 2008 de deskundigheid van het Bestuur in kaart gebracht met de kennisreflector van Stichting Pensioen Opleidingen (SPO). De toets is gehanteerd als een nulmeting en had tot doel vast te stellen wat op het toetsmoment het kennisniveau van de bestuurders was. Uit de resultaten is gebleken dat het Bestuur als collectief iets lager heeft gescoord dan de benchmark die SPO heeft opgesteld. Op basis van deze uitslag is besloten een groot gedeelte van de voorlichtingsbijeenkomsten te besteden aan deskundigheidsbevordering. Deze bijeenkomsten worden twee keer per jaar georganiseerd voor leden van het Bestuur, beleggingscommissie, VO en pensioenuitvoeringsorganisatie. Bestuursleden ontvangen periodiek een overzicht met data van relevante opleidingen, cursussen en workshops. Regelmatig wordt door een bestuurslid en/of de Manager van het Pensioenfonds bijeenkomsten van onder andere Stichting voor Ondernemingspensioenfondsen en de toezichthouder bijgewoond. Bestuursleden ontvangen wekelijks een e-mail met de nieuwsfeiten over pensioenen. Nieuwe bestuursleden zijn verplicht een basiscursus van SPO op deskundigheidniveau 1 te volgen. Ook nieuwe leden van het VO volgen in principe een relevante opleiding.
Zelfevaluatie functioneren bestuur In het afgelopen verslagjaar heeft het Pensioenfonds een zelfevaluatie over het functioneren van het Bestuur uitgevoerd. Hieruit bleek dat de bestuursleden tevreden waren over de opzet en invulling van het Bestuur, vergaderingen en bijeenkomsten. Er is daarom geen directe noodzaak verandering aan te brengen.
Jaarverslag 2009
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
18
Naleving wet- en regelgeving Het Bestuur is niet bekend met overtredingen van wet- en regelgeving. In het boekjaar is een herstelplan van toepassing vanwege een dekkingstekort. Toelichting op het herstelplan is opgenomen in de financiële paragraaf op pagina 22.
Gedragscode De wetgever vereist dat het Pensioenfonds over een gedragscode beschikt. De gedragscode van het Pensioenfonds is gebaseerd op de door de Koepels ontwikkelde Modelgedragscode Pensioenfondsen. Alle direct bij het Pensioenfonds betrokkenen (Bestuur, beleggingscommissie en medewerkers) hebben zich ook het afgelopen verslagjaar weer geconformeerd aan de gedragscode van het Pensioenfonds door het ondertekenen ervan. Naast de gedragscode is ook een compliance program voor het Pensioenfonds opgesteld. Het compliance program fungeert als een leidraad hoe wordt omgegaan met (uitvoering van) de gedragscode.
Compliance officer In 2009 is bij het Pensioenfonds een compliance officer aangesteld die belast is met het toezicht op de naleving van de regels die voortvloeien uit het Effecten Typisch Gedrags Toezicht (ETGT). Het Bestuur heeft hiertoe regels opgesteld in het compliance program. De Wet financieel toezicht (Wft) schrijft in het kader van het ETGT voor dat ieder pensioenfonds: Interne voorschriften vaststelt met betrekking tot het omgaan met voorwetenschap respectievelijk met betrekking tot privétransacties in financiële instrumenten door bestuurders en medewerkers; Belangenverstrengeling die te maken heeft met transacties in financiële instrumenten, beheerst; Adequate controlemechanismen heeft ten behoeve van de naleving van de bepalingen inzake het ETGT.
Bestuurssamenstelling In de samenstelling van het Bestuur hebben de volgende mutaties plaatsgevonden: e De heer H.J. Dul is op zijn verzoek per 30 november 2009 afgetreden als 2 secretaris en gepensioneerdenlid. De heer J.C.M. Halkes is benoemd als opvolger. De heer Halkes was werkgeverslid en is nu gepensioneerdenlid. De heer P.W.I. Lemmens is per 30 november 2009 door Koninklijke Ten Cate nv benoemd als werkgeverslid. De heer J. Lock is teruggetreden als gepensioneerdenlid vanwege zijn benoeming als CFO van Koninklijke Ten Cate nv. De heer C. Troost is door de Vereniging van Gepensioneerden Koninklijke Ten Cate per 1 januari 2010 benoemd als opvolger. De heer J. Vlietstra was per 30 november 2009 aftredend en herkiesbaar. Hij is door de Centrale Ondernemingsraad voor een volgende termijn van drie jaar als deelnemerslid benoemd. De nieuwe bestuursleden hebben inmiddels de toetsingsprocedure van DNB voor deskundigheid en betrouwbaarheid met succes doorlopen.
Jaarverslag 2009
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
19
Bestuursvergaderingen Het Algemeen Bestuur van het Pensioenfonds heeft het afgelopen jaar vijfmaal vergaderd. Daarnaast is een aparte vergadering gehouden, waarin het jaarverslag 2008 door het Bestuur is vastgesteld. De belangrijkste onderwerpen die aan de orde zijn geweest zijn: ALM-studie, continuïteitsanalyse en herstelplan; Governance: aanpassing deskundigheidsmatrix, gedragscode en opstellen compliance program; Zelfevaluatie bestuur; Mutatie adviserende en certificerende actuaris; Aanstelling compliance officer; Wijziging beleggingsbeleid en besluitvorming over moment van herallocatie; Begroting pensioenuitvoerings- en vermogensbeheerkosten; Vaststellen doorsneepremie komende vijf jaar (2010-2014); Wijziging berekeningsmethode kostendekkende premie; Visitatie 2009/2010 van intern toezichtsorgaan. Het Dagelijks Bestuur heeft het afgelopen jaar elfmaal vergaderd.
Samenstelling beleggingscommissie De samenstelling van de beleggingscommissie is gedurende het verslagjaar niet gewijzigd.
Samenstelling verantwoordingsorgaan e
De heer F. ten Oever heeft Koninklijke Ten Cate nv verlaten. Zijn functie als 2 voorzitter van het VO is met ingang van 1 januari 2010 overgenomen door de heer A.J. Oude Hergelink.
Jaarverslag 2009
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
20
Financiële paragraaf Samenvatting van de financiële positie van het fonds en ontwikkelingen gedurende het jaar Bedragen x EUR 1.000
Pensioen-
Technische
Dekkings-
vermogen Voorzieningen
graad
Stand per 1 januari 2009
EUR
EUR
%
272.276
276.609
98,4
Beleggingsresultaten, rentetoevoeging en indexatie
28.693
-121
10,7
Premiebijdragen
10.068
6.940
1,1
-15.335
-15.617
-0,1
-501
8.930
-3,4
295.201
276.741
106,7
Uitkeringen Overige
Stand per 31 december 2009
Het saldo van baten en lasten kan als volgt worden geanalyseerd: Bedragen x EUR 1.000
2009
2008
Premieresultaat
2.350
1.356
Interestresultaat
28.914
-81.164
Overig resultaat
-8.472
8
Totaal
22.792
-79.800
Ultimo 2009 bedraagt de gemiddeld gewogen rekenrente 3,85% (2008: 3,57%).Een uitgebreide analyse is opgenomen in de actuariële paragraaf op pagina 33. De dekkingsgraad ultimo jaar (op basis van de jaarrekening) heeft zich de afgelopen jaren als volgt ontwikkeld:
Dekkingsgraad ultimo
Jaarverslag 2009
2009
2008
2007
2006
2005
106,7%
98,4%
132,4%
123,8%
119,0%
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
21
Herstelplan In 2008 is door de kredietcrisis en de dalende rente een dekkingstekort ontstaan. Het Pensioenfonds heeft in maart 2009 een 15-jaars herstelplan ingediend bij DNB. Het herstelplan is door DNB in juni 2009 goedgekeurd. Het Pensioenfonds maakt gebruik van de eenmalige mogelijkheid die de minister heeft geboden om binnen vijf jaar (in plaats van drie jaar; dus uiterlijk 31 december 2013) het minimaal vereist eigen vermogen te bereiken. Bij het opstellen van het herstelplan heeft het Bestuur zich laten ondersteunen door externe adviseurs. Het herstelplan is opgesteld met inachtneming van de uitgangspunten zoals die door DNB zijn voorgeschreven. Nadrukkelijk merken wij op dat inherent aan de modelmatige aanpak ook het herstelplan een benadering van de werkelijkheid is. Dit betekent dat de werkelijke ontwikkeling van de dekkingsgraad in positieve of negatieve zin kan afwijken van het verwachte herstelpad, waardoor de financiële positie van het Pensioenfonds zich sneller of langzamer kan herstellen dan voorzien. De belangrijkste maatregelen uit het herstelplan zijn: Zolang de dekkingsgraad lager is dan 110% zullen de gepensioneerden en gewezen deelnemers in principe geen indexatie ontvangen. De actieve deelnemers ontvangen in principe het positieve verschil tussen loon- en prijsinflatie mits de dekkingsgraad tussen de 105% en 110% ligt. Zolang de dekkingsgraad lager is dan 110% zal het werkgeversdeel van de standaardpremie met 50% worden verhoogd. Het werknemersdeel zal niet worden verhoogd. Ligt de dekkingsgraad tussen 110% en de vereiste dekkingsgraad dan ontvangen de deelnemers een gedeeltelijke (lineair oplopende) indexatie. Is de dekkingsgraad hoger dan de vereiste dekkingsgraad dan ontvangen deelnemers in principe volledige indexatie. Het beleggingsbeleid wordt (vooralsnog) niet aangepast. De belangrijkste elementen van het voorziene beleid en de daarbij behorende uitkomsten zijn cijfermatig als volgt: Effect op dekkingsgraad (in %)
Korte termijn Lange termijn 5 jaar
middelen
Sturings-
Dekkingsgraad per 31 december 2008 resp. 31 december 2013
15 jaar
98,0
114,7
Premie
De premie is kostendekkend; de werkgever betaalt in de periode 2009 – 2011 een extra bijdrage.
3,7
-4,4
Indexatie
Geen indexatie in de periode 2009 – 2010; afhankelijk van de stand van de dekkingsgraad (gedeeltelijke) indexatie. Geen inhaalindexatie.
-2,0
-25,9
Beleggingen
Verschil tussen het gemiddelde jaarrendement van 5,7% en de oprenting van de pensioenverplichtingen.
12,6
22,0
(forward rates).
0,4
3,8
Inclusief vrijval solvabiliteit op uitkeringen.
2,0
8,0
114,7
118,2
105,0
116,3
Rentetermijnstructuur Aanpassing van de rentecurve vanaf 2013 met toestemming van DNB Overige
Dekkingsgraad per 31 december 2013 resp. 31 december 2023 7
8
MVEV per 31 december 2013 resp. VEV per 31 december 2023
7 8
MVEV is minimaal vereist eigen vermogen. VEV is vereist eigen vermogen.
Jaarverslag 2009
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
22
In 2009 heeft de dekkingsgraad zich ten opzichte van het herstelplan als volgt ontwikkeld: Verwacht
Dekkingsgraad per 31 december 2008 middelen
Sturings-
Premie
Conform premiebeleid en herstelplan is een extra opslag van 50% op het werkgeversdeel van de premie betaald.
Werkelijk
2009
2009
98,0
98,4
1,3
1,1
Indexatie
Conform indexatiebeleid en herstelplan is geen indexatie toegekend.
0
0
Beleggingen
Rendement was in 2009 werkelijk 10,9%, terwijl 5,7% was verwacht.
3,0
8,0
Rentetermijnstructuur
Aanpassing van de pensioenverplichtingen aan de rentetermijnstructuur per 31 december 2009 leidt tot een bate van EUR 7,2 miljoen.
0,0
2,7
Overige
Het percentage van -3,5% is voornamelijk ontstaan door de voorziening aanpassing overlevingstafels te verhogen met een extra 3%-punt van de voorziening pensioenverplichtingen9.
0,1
-3,5
Dekkingsgraad per 31 december 2009
102,4
106,7
Vereiste dekkingsgraad (vereist eigen vermogen)
116,3
115,6
De dekkingsgraad per 31 december 2008 (98,0%) is gebaseerd op een schatting en is 0,4%-punt lager dan de werkelijke dekkingsgraad ultimo 2008. Het Pensioenfonds toont herstelkracht. Het herstel gaat in werkelijkheid sneller dan verwacht. Dit komt met name door gunstige ontwikkelingen op de aandelen- en rentemarkten. Hierdoor loopt het Pensioenfonds voor op het oorspronkelijke pad voor herstel. Het Pensioenfonds heeft in haar indexatiebeleid vastgelegd dat ruimte voor indexatieverlening (voor actieve deelnemers) bestaat indien de dekkingsgraad groter dan 105% is. Ultimo 2009 is de dekkingsgraad 106,7%. Dit houdt in dat het Bestuur een indexatie heeft toegekend in overeenstemming met het indexatiebeleid (en het herstelpan). Door het Bestuur is de voorgeschreven jaarlijkse evaluatie van het herstelplan uitgevoerd. Deze evaluatie heeft niet geleid tot bijstelling van de oorspronkelijke uitgangspunten van het herstelplan. Op grond van de huidige situatie voorziet het herstelplan in herstel binnen de daarvoor geldende termijnen.
9
Deze extra verhoging is gedaan in verband met de stijging van de levensverwachting welke in de jaren 2006 tot en met 2008 hoger is gebleken dan op grond van de actuariële grondslagen was verwacht.
Jaarverslag 2009
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
23
Beleggingenparagraaf Economie en financiële markten De eerste maanden van 2009 stonden nog volop in het teken van de kredietcrisis. De economie deed het slecht, een aantal banken kwam (wederom) in de problemen en aandelenbeurzen daalden. De overheden stelden alles in het werk om een depressie te voorkomen: overheidsuitgaven werden opgevoerd met als gevolg forse begrotingstekorten, banken werden gered en de rentetarieven van de Centrale Bank werden naar bijna 0% teruggebracht. Deze maatregelen hadden succes. In de loop van het jaar begon de economie langzaam te verbeteren. Wereldwijde aandelenmarkten reageerden hier positief op en herstelden met meer dan 50% vanaf het dieptepunt in begin maart. Grafiek MSCI Wereld 2009 % 30.0
20.0
10.0
0.0
-10.0
-20.0
Dec-09
Nov-09
Oct-09
Sep-09
Aug-09
Jul-09
Jun-09
May-09
Apr-09
Mar-09
Feb-09
Jan-09
-30.0
In Europa bleef de kapitaalmarktrente vrijwel onveranderd. De geldmarktrente daalde echter wel fors, waardoor de rentecurve gedurende het jaar steiler werd. Europese staatsobligaties kenden positieve rendementen als gevolg van het rentebeleid van centrale banken en lage (verwachte) inflatie. De Amerikaanse kapitaalmarktrente liep op, zowel gevoed door zorgen om het enorme beroep dat de Amerikaanse overheid moest doen op de kapitaalmarkt als door een oplopende inflatieverwachting in de VS. Grafiek Rente 2009 % 4.2 3.8 3.4 3.0 2.6 2.2 1.8 1.4 1.0
10 jaar US Treasury
Jaarverslag 2009
10 jaar NL staatsobligaties
Dec-09
Nov-09
Oct-09
Sep-09
Aug-09
Jul-09
Jun-09
May-09
Apr-09
Mar-09
Feb-09
Jan-09
0.6
3 maands Euribor
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
24
Creditspreads, die eind 2008 een ongekend hoog niveau hadden bereikt, daalden zeer sterk over een brede linie. Dit leidde tot hoge rendementen op beleggingen in bedrijfsobligaties. In de valutamarkt stegen de Amerikaanse dollar, de Japanse yen en het Britse pond in het begin van het jaar ten opzichte van de euro, maar vanaf maart verzwakten dollar en yen. Het Britse pond maakte een deel van het in 2008 geleden verlies ten opzichte van de euro goed. Grafiek valuta 2009 % 10
5
0
-5
-10
EURO/USD
EURO/YEN
Dec-09
Nov-09
Oct-09
Sep-09
Aug-09
Jul-09
Jun-09
May-09
Apr-09
Mar-09
Feb-09
Jan-09
-15
EURO/GBP
De volatiliteit in de financiële markten is ten opzichte van de niveaus van vóór de kredietcrisis nog steeds hoog, maar vergeleken met de extreme niveaus van eind 2008 is de volatiliteit sterk afgenomen. Hedgefondsen profiteerden van de afgenomen volatiliteit en de condities voor het gebruik van leverage werden weer wat gunstiger, onder andere vanwege de zeer lage kosten. Grafiek Volatilteitsindex (VIX) 2009 % 60.0 55.0 50.0 45.0 40.0 35.0 30.0 25.0 20.0
Dec-09
Nov-09
Oct-09
Sep-09
Aug-09
Jul-09
Jun-09
May-09
Apr-09
Mar-09
Feb-09
Jan-09
15.0
Voor 2010 is de huidige consensus onder economen dat vrijwel alle economieën zullen groeien. Deze groei is omgeven met een relatief grote mate van onzekerheid. In 2010 worden vrijwel zeker de eerste maatregelen genomen om de afhankelijkheid van overheidstekorten en vooral goedkoop geld kleiner te maken. Het is onzeker hoe de groei hierop zal reageren. Het lijkt waarschijnlijk dat de economische groei het komende decennium structureel lager ligt dan in de afgelopen decennia
Jaarverslag 2009
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
25
vanwege het terugdringen van de hoge overheidstekorten, een beperktere beschikbaarheid van krediet en een sterk voortschrijdende vergrijzing.
Beleggingsbeleid Het vermogen van het Pensioenfonds zal worden belegd teneinde een zo hoog mogelijk rendement te behalen dat consistent is met de gewenste financiële positie, de benodigde netto-premiebijdrage van werkgever en werknemers en de mogelijkheid de opgebouwde aanspraken van de deelnemers en de uitkeringen aan pensioengerechtigden conform het pensioenreglement te garanderen en aan te passen wanneer de ontwikkeling van het loon- c.q. prijspeil daartoe aanleiding geeft. Teneinde een optimale verhouding tussen solvabiliteit, netto-premiebijdrage en het streven naar indexering van opgebouwde en ingegane pensioenen te bereiken, dient het beleggingsbeleid in het teken te staan van een zorgvuldige afweging tussen beleggingsrendement en beleggingsrisico. Op regelmatige basis wordt in opdracht van het Bestuur hiernaar specifiek onderzoek verricht door middel van een ALM-studie. Hierbij wordt rekening gehouden met wettelijke voorschriften, zoals bepaald in de Pensioenwet en de richtlijnen van het Financieel Toetsingskader (FTK) van DNB. Tevens vindt afstemming plaats met de verplichtingen van het Pensioenfonds op korte en lange termijn. Bij de vaststelling van het beleggingsbeleid wordt de beleggingscommissie desgewenst geadviseerd door een externe beleggingsdeskundige.
ALM-studie 2008/2009 Begin 2009 is een nieuwe ALM-studie afgerond. Uit deze studie blijkt dat het huidige beleggingsbeleid nagenoeg optimaal is. Wel bleek dat een verdere optimalisatie in de beleggingsportefeuille zou kunnen leiden tot betere resultaten. Hierdoor is besloten de beleggingscategorie hedgefondsen geheel af te bouwen en een beleggingscategorie grondstoffen van 5% op te bouwen. Uit de ALM-studie blijkt dat het diversificatie-effect toeneemt en de solvabiliteitsrisico‟s afnemen. In de loop van 2010 zal een belang worden geworven in een passief grondstoffenmandaat, waarin de energiesector is afgetopt tot 33%.
Beleggingsbeleid in 2009 In 2009 is de strategische verdeling van de beleggingscategorieën niet aangepast. Wel zijn de bandbreedtes van de vastrentende- en de vastgoedportefeuille verruimd om zodoende minder snel te hoeven rebalancen. In het vierde kwartaal van 2008 was door de voortdurende koersdalingen op de aandelenmarkten het feitelijke belang onder de minimale grens van 30% beland en de vastrentende waarden de bovengrens van 55% gepasseerd. Normaal gesproken zou volgens het beleid van het Pensioenfonds de procedures rond herbalancering in werking treden en de wegingen weer teruggebracht worden tot strategische niveaus. Echter gezien de „extreme‟ omstandigheden op de financiële markten en de lage stand van de dekkingsgraad van het fonds heeft het Bestuur destijds besloten hier van af te wijken. In de loop van 2009 zijn de financiële markten weer enigszins genormaliseerd en is de dekkingsgraad van het fonds gestegen. Hierdoor heeft het Bestuur in het vierde kwartaal besloten aandelen bij te kopen, zodat het aandelen belang weer is gestegen tot vlak onder het strategisch belang van 35%. Binnen het FTK is het van belang om het renterisico te beheersen. Hiertoe is aan de hand van een ALM-studie besloten om de duration van de bezittingen beter af te stemmen op de duration van de
Jaarverslag 2009
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
26
verplichtingen. Het renterisico van pensioenverplichtingen is voor 60% afgedekt, gebruik makend van passief beheerde zogenaamde long duration instruments. Hierbij wordt gebruik gemaakt van buckets met verschillende looptijden die beleggen in interest rate swaps (rente derivaten). De belangrijkste valuta (USD, GBP en JPY) in de aandelenportefeuille worden volledig strategisch afgedekt. Strategische beleggingsmix ultimo 2009 (in %) Strategische mix
Minimum
Maximum
Vastgoed
10,0
5,0
15,0
Aandelen
35,0
30,0
40,0
Vastrentende waarden
50,0
40,0
60,0
Hedgefondsen
5,0
3,0
7,0
Kasmiddelen
0,0
-2,5
2,5
Totaal
100,0
De samenstelling van de portefeuille was ultimo boekjaar als volgt: Samenstelling beleggingsportefeuille ultimo 2009 (in %) Feitelijk belang
Strategische mix
Afwijking van strategische mix
8,6
10,0
-1,4
Aandelen (inclusief valutaderivaten
32,8
35,0
-2,2
Vastrentende waarden
54,0
50,0
+4,0
Hedgefondsen
3,9
5,0
-1,1
Kasmiddelen
0,7
0,0
+0,7
100,0
100,0
0,0
Vastgoed
Totaal
Vermogensbeheerders Vastgoed: Altera Vastgoed en ING Real Estate Aandelen: BlackRock (voorheen Barclays Global Investors) en Lupus Alpha Asset Management Vastrentende waarden: BlackRock en Pimco Europe Hedgefondsen: Amundi Alternative Investments (voorheen Crédit Agricole Asset Management Alternative Investment)
Jaarverslag 2009
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
27
Resultaat 2009 De beleggingsportefeuille leverde over 2009 een rendement op van +10,9% (2008: -9,8%). Het rendement van de strategische benchmark was +13,5% (2008: -9,1%). Voornaamste oorzaak van de underperformance (2,6%-punt) was de onderweging in aandelen gedurende het boekjaar. Rendement in 2009 (in %) Pensioenfonds TenCate
Benchmark
Relatieve Performance
Vastgoed
-3,0
0,5
-3,5
Aandelen
29,1
31,7
-2,6
4,8
4,5
0,3
Hedgefondsen
17,0
10
3,9
13,1
Totaal rendement
10,9
13,5
-2,6
Vastrentende waarden
Vastgoed De vastgoedportefeuille behaalde over 2009 een rendement van -3,0% (2008: -0,9%). Het rendement van de strategische benchmark was +0,5% (2008: +3,9%). Belegd wordt voor het grootste gedeelte in niet-beursgenoteerd Nederlands onroerend goed en een klein gedeelte in niet-beursgenoteerd Europees onroerend goed. Er wordt belegd in nietbeursgenoteerd vastgoed, vanwege de lage afhankelijkheid van rendementen op obligaties en aandelen. Bovendien is het algemeen aanvaard dat deze categorie een hoger verwacht rendement heeft dan obligaties. Een verdere risicospreiding wordt aangebracht door in verschillende sectoren te beleggen. Er zijn belangen opgebouwd in de sectoren kantoren, winkels, woningen en bedrijfsruimten. Er staat als gevolg van een resterende verplichting nog een aankoop gepland van EUR 1,2 miljoen voor Europees vastgoed. Op de Nederlandse vastgoedbelegging werd een rendement behaald van -1,4%. Op de Europese vastgoedbelegging werd een rendement behaald van -10,9%. Samenstelling vastgoedportefeuille ultimo 2009 (in %) Gewenste verdeling
Feitelijke verdeling ultimo 2009
Kantoren – Nederland
20,0
20,6
Winkels – Nederland
20,0
21,7
Woningen – Nederland
20,0
21,6
Bedrijfsruimten – Nederland
20,0
21,0
Multi sectoraal – Europa
20,0
15,1
100,0
100,0
Totaal 10
De benchmark is geen index, zoals bij de meeste andere beleggingscategorieën, maar een doelstelling: 1-maands Euribor + 300 basispunten.
Jaarverslag 2009
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
28
Aandelen De aandelenportefeuille leverde over 2009 een rendement op van +29,1% (2008: -41,2%). Het rendement van de strategische benchmark was +31,7% (2008: -41,0%). De valuta-afdekking heeft negatief bijgedragen aan het rendement, het effect op het aandelenrendement was -1,4%-punt. De rendementen van de diverse (regionale) deelportefeuilles was als volgt: Large cap aandelen (excl. valuta-afdekking)
2009 (%)
2008 (%)
Europa large cap
30,5%
-43,0%
Noord-Amerika
23,9%
-33,5%
1,7%
-29,2%
67,1%
-47,5%
2009 (%)
2008 (%)
53,9%
-50,0%
Japan Verre Oosten exclusief Japan Mid/small cap aandelen Euroland
De aandelenportefeuille bestaat uit een „core‟ aandelenportefeuille en portefeuille met euro mid/small cap aandelen. In onderstaande tabel is de verdeling van de aandelenportefeuille weergegeven, zowel strategisch, de bandbreedte als het feitelijke belang ultimo 2009: Strategische normverdeling aandelenportefeuille (in %) Strategische verdeling
Minimum
Maximum
Ultimo 2009
Core portefeuille (USD, GBP en JPY gehedged naar EUR)
83,3
78,3
88,3
85,4
Euro mid/small cap aandelen
16,7
11,7
21,7
14,6
Totaal
100,0
100,0
De „core‟ aandelenportefeuille wordt belegd in een wereldwijde portefeuille van large cap aandelen in ontwikkelde landen. De beleggingsstijl is voor het grootste gedeelte „index-enhanced‟ en voor een klein gedeelte passief. Index-enhanced is een beleggingsstijl waarin een beperkt risico gelopen wordt ten opzichte van de benchmark en ligt qua stijl en risico tussen actief en passief in. Het valutarisico van de belangen in USD, GBP en JPY wordt structureel afgedekt. Een beperkt deel van de aandelenportefeuille (strategisch: 16,7%) wordt bovendien belegd in euro mid/small caps vanwege het verwachte extra rendement en spreidingsvoordelen. De regioverdeling binnen de „core‟ aandelenportefeuille is vastgelegd in het beleggingsbeleidsplan. In het mandaat kan binnen bepaalde grenzen van het strategische belang af worden geweken. In onderstaande tabel is de geografische verdeling van de aandelenportefeuille weergegeven, zowel strategisch, de bandbreedte als het feitelijke belang ultimo 2009:
Jaarverslag 2009
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
29
Regioverdeling ‘core’ aandelenportefeuille (in %) Strategische verdeling
Minimum
Maximum
Ultimo 2009
Europa
60,0
55,0
65,0
58,1
Noord-Amerika
30,0
25,0
35,0
32,4
11
6,5
4,0
3,0
Japan
8,0
3,5
Zuidoost-Azië
2,0
0,0
Totaal
100,0
12,5
100,0
Vastrentende waarden De vastrentende portefeuille leverde over 2009 een rendement op van +4,8% (2008: +13,8%). Het rendement van de strategische benchmark was +4,5% (2008: +15,6%). De rente van langlopende obligaties is gestegen en de rente van kortlopende obligaties is gedaald. Vooral de stijging van de „lange‟ rente heeft een negatieve invloed gehad op het rendement. Het dalen van de creditspreads heeft een positieve invloed gehad op het rendement. Strategisch wordt 70% passief belegd in euro staatsobligaties en long duration investments (LDI). Hierin wordt geen actief beleid gevoerd, omdat hiervan structureel gezien geen outperformance wordt verwacht. LDI zijn zogenaamde „bucket-fondsen‟ met verschillende looptijden, waarin onderliggend in renteswaps wordt belegd. Het overige deel van 30% wordt actief beheerd in een zogenaamd „Credit+‟-mandaat. Naast euro credits (investment grade obligaties die niet zijn uitgegeven door staten), mag op tactische basis worden belegd in high yield obligaties, Emerging Markets Debt en derivaten. De portefeuille „Euro staatsobligaties + LDI‟ behaalde een rendement van -0,1% (2008: +23,5%). De creditportefeuille behaalde een rendement van +17,7% (2008: -6,3%). Er worden nog een paar onderhandse leningen in de beleggingsportefeuille aangehouden. Deze portefeuille wordt intern beheerd, waarbij een passief beheer gevoerd wordt. Op termijn wordt deze portefeuille volledig afgebouwd ten gunste van de overige categorieën vastrentende waarden. Het beleid staat niet toe nieuwe onderhandse leningen aan te kopen.
11
Het gezamenlijk belang van de regio‟s Japan en Zuidoost-Azië zal nooit meer dan 12,5% van de aandelenportefeuille bedragen.
Jaarverslag 2009
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
30
In onderstaande tabel is de verdeling van de portefeuille vastrentende waarden weergegeven: Strategische normverdeling vastrentende waarden (in %) Strategische verdeling
Minimum
Maximum
Ultimo 2009
Euro staatsobligaties + LDI
70,0
65,0
75,0
69,6
Credits
30,0
25,0
35,0
30,4
Totaal
100,0
100,0
Hedgefondsen De hedgefondsenportefeuille leverde over 2009 een rendement op van +17,0% (2008: -34,5%). Het 12 rendement van de strategische benchmark was +3,9% (2008: +7,4%). In 2009 is besloten de hedgefondsenportefeuille af te bouwen ten gunste van een grondstoffenportefeuille. Voornaamste redenen zijn dat in 2008 is gebleken dat het diversificatievoordeel in de praktijk niet altijd werkt en dat hedgefondsen in extreme marktomstandigheden niet altijd een positief rendement kunnen genereren. Valuta In 2009 is geen verandering aangebracht in het valutahedgebeleid. De valutaposities in Amerikaanse dollars, Britse ponden en Japanse yen zijn voor wat betreft het aandelenbelang 100% afgedekt (bandbreedte 95 – 105%), waardoor koersschommelingen het rendement niet beïnvloeden. Slechts in het actieve credit+ mandaat is een zeer beperkte tactische valutapositie in deze valuta‟s toegestaan.
Maatschappelijk verantwoord beleggen Het Pensioenfonds is zich bewust van haar maatschappelijke functie en verantwoordelijkheden. Het Pensioenfonds streeft naar een zo hoog mogelijk rendement binnen het gekozen risicoprofiel van de beleggingen. Daarnaast wil het Pensioenfonds een verantwoord beleggingsbeleid nastreven. De UN Principles for Responsible Investments vormen een richtlijn voor (institutionele) beleggers op dit terrein. Hoewel nagenoeg alle beleggingen van het Pensioenfonds gealloceerd zijn aan beleggingsfondsen, zal het Pensioenfonds waar mogelijk en toepasbaar aanmoedigen dat vermogensbeheerders deze richtlijnen onderschrijven dan wel vrijwillig naleven. De beleggingscommissie zal in 2010 de huidige vermogensbeheerders vragen of zij de UN Principles naleven c.q. onderschrijven en zo nee, waarom niet.
Vooruitblik 2010 In 2010 zal conform het ingezette beleid in 2009 de portefeuille hedgefondsen verder worden afgebouwd en een grondstoffenportefeuille worden opgebouwd.
12
De benchmark is geen index, zoals bij de meeste andere beleggingscategorieën, maar een doelstelling: 1-maands Euribor + 300 basispunten.
Jaarverslag 2009
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
31
Het belang van goed risicomanagement wordt zowel door het Bestuur als de beleggingscommissie erkend. In 2010 zal de wijze waarop het renterisico van de verplichtingen wordt afgedekt worden verbeterd. Dit houdt in dat de huidige „grove‟ manier van afdekken via LDI-fondsen wordt vervangen door overlaymanagement. Door het toepassen van rentederivaten naast een obligatieportefeuille zal op een meer effectieve manier het renterisico worden gemanaged, wat ervoor zal zorgen dat het Bestuur nog beter „in control‟ is.
Pensioenparagraaf Kenmerken regeling De regelingen die door het Pensioenfonds worden uitgevoerd zijn de volgende: Pensioenregeling; Tijdelijke aanvullingsregeling; Pensioenspaarregeling. De pensioenregeling heeft de volgende kenmerken: Middelloon; Opbouwpercentage: 2,1%; Franchise 2009: EUR 14.608,00; Voorwaardelijke indexatie; Toetredingsleeftijd: 18 jaar; Pensioenleeftijd: 65 jaar; Voorwaardelijke overgangsregeling extra pensioeninkoop voor deelnemers geboren vanaf 1950. De pensioenspaarregeling is een vrijwillige spaarregeling. Deze regeling biedt de mogelijkheid jaarlijks een aantal bruto loonbestanddelen te sparen, waarmee extra pensioenrechten kunnen worden verkregen. De tijdelijke aanvullingsregeling is van toepassing op werknemers geboren vóór 1 januari 1950. Betreffende werknemers kunnen op basis van deze regeling een aanvulling op het tot 2006 opgebouwde vroegpensioen aanvragen. De standaardingangsdatum van vroegpensioen plus aanvulling is afhankelijk van het geboortejaar en ligt tussen de 62 en de 63 jaar.
Wijziging reglementen Op grond van de reglementaire bepalingen is per 1 januari 2009 de volgende wijziging doorgevoerd: - Verhoging van de franchise met 3,5% tot EUR 14.608,00. Het „oude‟ vroegpensioenreglement is voor premievrije deelnemers aangepast: Voor premievrije deelnemers geboren vóór 1 januari 1950 is de standaardingangsdatum van het opgebouwde vroegpensioen gewijzigd in, afhankelijk van het geboortejaar, 62 tot 63 jaar (voorheen 60 jaar). Het opgebouwde vroegpensioen van gewezen deelnemers geboren op of na 1 januari 1950 is actuarieel gelijkwaardig omgezet in levenslang ouderdomspensioen. Met deze reglementswijziging hebben, met uitzondering van vijf deelnemers, alle deelnemers ingestemd.
Jaarverslag 2009
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
32
Wijzigingen reglement pensioensparen per 1 januari 2010: De fiscaal toegestane bijspaarpercentages zijn, in verband met de actualisering van de overlevingstafels, aangepast. De tarieven voor het aanwenden van het pensioenspaarkapitaal zijn, als gevolg van de actualisering van de overlevingstafels, aangepast. De winstbijschrijvingsmethode is aangepast. De winstbijschrijving is afhankelijk van het rendement van het Pensioenfonds, met een minimumgarantie van 2%.
Actuariële paragraaf Actuariële analyse De actuariële analyse van het saldo van baten en lasten kan als volgt worden weergegeven: Bedragen x EUR 1.000
2009
2008
Premieresultaat
2.350
1.356
Premiebijdragen
10.068
7.911
Pensioenopbouw
-6.940
-5.566
Onttrekking uit premiebijdragen voor pensioenuitvoeringskosten
-375
-600
Onttrekking uit premiebijdragen voor sterfte en arbeidsongeschiktheid
-403
-389
Interestresultaat
28.914
-81.164
Beleggingsresultaten
28.693
-29.994
Rentetoevoeging voorziening pensioenverplichtingen
-7.040
-10.655
-1
-63
7.262
-40.452
Indexatie Wijziging marktrente Overig resultaat Resultaat op waardeoverdrachten Resultaat op kanssystemen (sterfte en arbeidsongeschiktheid) Resultaat op uitvoeringskosten Resultaat op uitkeringen Wijziging overige verzekeringstechnische grondslagen Vrijval van sterftetrendopslag over de uitkeringen Overige baten Wijziging herverzekeringsdeel technische voorzieningen
-8.472
8
-73
-15
-299
-817
0
259
-34
-168
-177
30
534
513
83
1.414
-17
3
Overige lasten
-8.489
-1.211
Totaal saldo van baten en lasten
22.792
-79.800
Jaarverslag 2009
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
33
Uitkomsten van de solvabiliteitstoets Het vereist eigen vermogen is jaarultimo EUR 43,1 miljoen. Dit is 15,6% van de technische voorzieningen.
Oordeel van de certificerende actuaris over de financiële positie De financiële positie van Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate is niet voldoende, vanwege het reservetekort.
Risicoparagraaf Risico- en beheersingsbeleid Het Bestuur heeft zijn beleid verwoord in de ABTN. Hieronder staan de risico´s die het Bestuur met prioriteit heeft aangepakt: Beleggingsrisico‟s; Actuariële risico‟s; Renterisico.
Beleggingsrisico’s In het beleggingsbeleid is sprake van een grote spreiding over de verschillende beleggingscategorieën en regio‟s. Per beleggingscategorie is een strategische weging aangegeven alsmede de bandbreedtes die naar inzicht van de externe vermogensbeheerder benut kunnen worden. Dit resulteert erin dat de gehele portefeuille een aanvaardbaar risico heeft.
Actuariële risico’s In 2009 zijn de nieuwe sterftetafels GBM/V 2003-2008 verschenen. De tafels wijzen op een verdere toename van de levensverwachting. Ook uit CBS-prognoses blijkt dat de levensverwachting verder toeneemt. De toekomstige sterftetrend wordt verwerkt middels een sterftetrendopslag van 3,5% bovenop de sterftetafels GBM/V 2000-2005. Daarnaast wordt jaarlijks 0,24% gereserveerd voor de overgang naar nieuwe overlevingstafels. In het verslagjaar is hier 3% extra aan toegevoegd in verband met de recente CBS-prognoses.
Renterisico Het Pensioenfonds is zeer gevoelig voor wijzigingen in de marktrente, omdat de duration van de beleggingen en de verplichtingen niet gelijk zijn. Bij het Pensioenfonds wordt daarom het renterisico van de pensioenverplichtingen voor ongeveer 60% afgedekt.
Jaarverslag 2009
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
34
Toekomstparagraaf Overlay Management In 2009 is onderzocht hoe het balansrisicomanagement van het Pensioenfonds verder verbeterd kan worden. Gebleken is dat het Pensioenfonds vanwege vergrijzing van het deelnemersbestand steeds afhankelijker wordt van beleggingsresultaten. De rendementen op beleggingen zijn de laatste jaren erg volatiel geworden, waardoor de risico‟s vooral op de korte termijn zijn toegenomen. Ook het managen van het renterisico van de pensioenverplichtingen is sinds de invoering van het Financieel Toetsingskader erg belangrijk geworden. Het Pensioenfonds heeft in het verleden al belangrijke stappen gemaakt in het beheersen van de balansrisico‟s door beleggingen te spreiden over meerdere categorieën, regio‟s, sectoren en het renterisico van de pensioenverplichtingen voor 60% af te dekken. Het beleggingsbeleid werd vooral gebaseerd op de uitkomsten van een ALM-studie die eens in de drie jaar werd gedaan. Het Bestuur is zich ervan bewust dat de balansrisico‟s erg afhankelijk zijn van de financiële positie van het Pensioenfonds en wil daarom over gaan naar een meer dynamische methode van balansrisicomanagement. In 2010 is na een uitgebreide due dilligence een overeenkomst afgesloten met een professionele dienstverlener die het dynamische balansrisicomanagement voor het Pensioenfonds gaat uitvoeren met als belangrijkste onderdelen: continu ALM-studie, dagelijkse monitoring van de dekkingsgraad en de risico‟s en de implementatie van de afdekking van het renterisico.
Almelo, 10 juni 2010 Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate Het Bestuur
Drs. L.J. Kuipers Voorzitter
Jaarverslag 2009
Drs. S. Canel Secretaris
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
35
Balans per 31 december 2009, na resultaatbestemming Bedragen x EUR 1.000
toelichting
31 december 2009
31 december 2008
Beleggingen voor risico pensioenfonds
5
Vastgoedbeleggingen
6
25.176
25.996
Aandelen
7
97.598
65.779
Vastrentende waarden
8
158.630
164.685
Derivaten
9
0
3.209
Overige beleggingen
10
13.356
11.426
294.760
271.095
11
483
515
12
1.277
37
13
526
1.263
297.046
272.910
Herverzekeringsdeel technische voorzieningen Overige contracten herverzekering Vorderingen en overlopende activa Overige vorderingen Overige activa Liquide middelen
TOTAAL ACTIEF
Jaarverslag 2009
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
36
Bedragen x EUR 1.000
toelichting
31 december 2009
31 december 2008
Stichtingskapitaal en reserves Stichtingskapitaal
14
1
1
Algemene reserve
14
15.811
-7.218
Bestemmingsreserve
14
2.648
2.884
18.460 Technische voorzieningen
-4.333
15
Voorziening pensioenverplichtingen voor risico van het pensioenfonds
15
266.580
274.889
Overige technische voorzieningen
15
10.161
1.720
Overige schulden en overlopende passiva
16
TOTAAL PASSIEF
Dekkingsgraad (in %)
13
13
276.741
276.609
1.845
634
297.046
272.910
106,7
98,4
De dekkingsgraad wordt hierbij gedefinieerd als pensioenvermogen / technische voorzieningen. Het pensioenvermogen is gelijk aan het totaal actief minus overige schulden en overlopende passiva.
Jaarverslag 2009
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
37
Staat van baten en lasten over 2009 Bedragen x EUR 1.000
toelichting
2009
2008
BATEN Premiebijdragen (van werkgevers en werknemers)
20
10.068
7.911
Beleggingsresultaten risico pensioenfonds
21
28.693
-29.994
Overige baten
22
83
1.414
38.844
-20.669
TOTAAL BATEN LASTEN Pensioenuitkeringen
23
-15.335
-14.824
Pensioenuitvoeringskosten
24
-691
-645
Mutatie voorziening pensioenverplichtingen voor risico van het pensioenfonds - Pensioenopbouw
27
- Indexering en overige toeslagen
28
-1
-63
- Rentetoevoeging
29
-7.040
-10.655
15.617
14.960
- Onttrekking voor pensioenuitkeringen en
-6.940
-5.566
30, 31
pensioenuitvoeringskosten - Wijziging marktrente
32
7.262
-40.452
- Wijziging uit hoofde van overdracht van rechten
36
-244
-86
- Wijziging actuariële uitgangspunten
33
-
-
- Overige wijzigingen
34
-345
-663
8.309
-42.525
Mutatie herverzekeringsdeel technische voorziening
35
-17
3
Saldo overdrachten van rechten
36
171
71
Overige lasten
37
-8.489
-1.211
22.792
-79.800
23.029
-80.607
Ten laste van bestemmingsreserve
-237
807
Totaal saldo van baten en lasten
22.792
-79.800
Saldo van baten en lasten
Bestemming van het saldo van baten en lasten Ten gunste van de algemene reserve
Jaarverslag 2009
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
38
Kasstroomoverzicht 2009 Bedragen x EUR 1.000
2009
2008
8.713
10.614
Kasstroom uit pensioenactiviteiten Ontvangen premies Ontvangen waardeoverdrachten
380
802
Betaalde pensioenuitkeringen
-15.433
-14.915
Betaalde waardeoverdrachten
-174
-717
Betaalde pensioenuitvoeringskosten
-652
-635
Ontvangen uitkeringen van herverzekeraars
30
59
-34
-32
-7.170
-4.824
Verkopen en aflossingen van beleggingen
6.559
3.551
Ontvangen directe beleggingsopbrengsten
14
400
-
-2.960
-140
-57
6.433
934
-737
-3.890
-
-
-737
-3.890
1.263
5.153
526
1.263
Betaalde premies herverzekering
Totaal kasstroom uit pensioenactiviteiten Kasstroom uit beleggingsactiviteiten
Aankopen beleggingen Betaalde kosten van vermogensbeheer
Totaal kasstroom uit beleggingsactiviteiten
Netto-kasstroom in 2009 Koers- en omrekeningsverschillen op liquide middelen
Mutatie liquide middelen Stand per 1 januari
Stand per 31 december
Jaarverslag 2009
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
39
Toelichting behorende tot de jaarrekening 2009 1.
Inleiding Het doel van Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate, statutair gevestigd te Almelo (hierna “het Pensioenfonds”) is het nu en in de toekomst verstrekken van uitkeringen aan gepensioneerden en nabestaanden terzake van ouderdom en overlijden. Het Pensioenfonds geeft invulling aan de uitvoering van de pensioenregeling van Koninklijke Ten Cate nv (hierna “de onderneming”).
2.
Overeenstemmingsverklaring De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen zoals deze zijn opgenomen in Titel 9, Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en met inachtneming van de voor het pensioenfonds geldende Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, in het bijzonder Richtlijn 610 Pensioenfondsen (RJ 610). De gehanteerde grondslagen in de jaarrekening zijn dezelfde als die van het voorgaande jaar. Het Bestuur heeft op 10 juni 2010 de jaarrekening opgemaakt.
3.
Presentatiewijzigingen De presentatie van de jaarrekening heeft in het verslagjaar geen wijziging ondergaan ten opzichte van het afgelopen verslagjaar.
4.
Grondslagen voor de waardering en resultaatbepaling
(a)
Algemeen De jaarrekening wordt gepresenteerd in duizenden euro‟s, tenzij anders vermeld. Beleggingen en pensioenverplichtingen worden gewaardeerd op actuele waarde. Overige activa en passiva worden gewaardeerd tegen nominale waarde, tenzij anders vermeld. Baten en lasten worden toegerekend aan het boekjaar waarop deze betrekking hebben.
(b)
Schattingen en veronderstellingen Bij het opstellen van de jaarrekening is het gebruik van schattingen en veronderstellingen noodzakelijk. De schattingen en veronderstellingen zijn vooral van invloed op de hoogte van de voorziening pensioenverplichtingen. Voor de waardering van de beleggingen, inclusief derivaten, zijn weinig schattingen nodig. De waardering van de beleggingen is nagenoeg geheel gebaseerd op marktinformatie.
Jaarverslag 2009
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
40
(c)
Opname van een actief of een verplichting Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar het pensioenfonds zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Baten worden in de rekening van baten en lasten opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Indien een transactie ertoe leidt dat nagenoeg alle of alle toekomstige economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico‟s met betrekking tot een actief of een verplichting aan een derde zijn overgedragen, wordt het actief of de verplichting niet langer in de balans opgenomen. Verder worden activa en verplichtingen niet meer in de balans opgenomen vanaf het tijdstip waarop niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden van waarschijnlijkheid van de toekomstige economische voordelen en betrouwbaarheid van de bepaling van de waarde. Dit betekent dat transacties worden verwerkt op handelsdatum en niet op afwikkelingsdatum. Als gevolg hiervan kan sprake zijn van een post “nog af te wikkelen transacties”. Deze post kan zowel een actief als een passief zijn.
(d)
Saldering van een actief en een verplichting Een financieel actief en een financiële verplichting worden gesaldeerd als nettobedrag in de balans opgenomen indien sprake is van een wettelijke of contractuele bevoegdheid om het actief en de verplichting gesaldeerd en gelijktijdig af te wikkelen en bovendien de intentie bestaat om de posten op deze wijze af te wikkelen. De met de gesaldeerd opgenomen financiële activa en financiële verplichtingen samenhangende rentebaten en rentelasten worden eveneens gesaldeerd opgenomen.
(e)
Verwerking van waardeveranderingen van beleggingen Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen gerealiseerde en ongerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen. Alle waardeveranderingen van beleggingen, inclusief valutakoersverschillen, worden als beleggingsopbrengsten in de rekening van baten en lasten opgenomen.
(f)
Vreemde valuta Activa en verplichtingen in vreemde valuta worden omgerekend naar euro‟s tegen de koers per balansdatum. Deze waardering is onderdeel van de waardering tegen reële waarde. Baten en lasten voortvloeiende uit transacties in vreemde valuta‟s worden omgerekend tegen de koers per transactiedatum.
Jaarverslag 2009
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
41
De koersen van de belangrijkste valuta‟s ten opzichte van de euro zijn als volgt:
(g)
31 december 2009
Gemiddelde 2009
31 december 2008
Gemiddelde 2008
USD
1,44
1,40
1,39
1,47
GBP
0,89
0,89
0,97
0,80
JPY
133,51
130,30
125,94
152,38
Beleggingen
(g.1) Algemeen In overeenstemming met de Pensioenwet worden beleggingen gewaardeerd op actuele waarde. Participaties in beleggingsinstellingen, die gespecialiseerd zijn in een bepaald soort beleggingen worden gerubriceerd en gewaardeerd volgens de grondslagen voor dat soort beleggingen. (g.2) Vastgoedbeleggingen Onderliggende beleggingen in niet-beursgenoteerde participaties worden gewaardeerd tegen de reële waarde, gebaseerd op de marktwaarde van het onderliggende vastgoed. De marktwaarde van het onderliggende vastgoed is de geschatte waarde bij onderhandse verkoop in verhuurde staat. (g.3) Aandelen De marktwaarde van onderliggende beursgenoteerde aandelen van aandelenfondsen is gebaseerd op de beurskoers per balansdatum. Indien onderliggende aandelen niet beursgenoteerd zijn of indien de koersvorming niet representatief is, wordt de marktwaarde getaxeerd. De taxatie is gebaseerd op recente marktinformatie. (g.4) Vastrentende waarden Beursgenoteerde vastrentende waarden en participaties in beursgenoteerde beleggingsinstellingen zijn gewaardeerd tegen de per balansdatum geldende beurskoersen. Indien vastrentende waarden of participaties in beleggingsinstellingen niet-beursgenoteerd zijn, vindt waardebepaling plaats op basis van de geschatte toekomstige nettokasstromen (rente en aflossingen) die uit de beleggingen zullen voortvloeien, contant gemaakt tegen de geldende marktrente en rekening houdend met het risicoprofiel (kredietrisico; oninbaarheid) en de looptijd. (g.5) Derivaten Derivaten worden gewaardeerd op reële waarde, te weten de relevante marktnotering of, als die er niet is, de waarde die wordt bepaald met behulp van marktconforme en toetsbare waarderingsmodellen. (g.6) Overige beleggingen De hieronder opgenomen beleggingen zijn overwegend participaties in een niet-beursgenoteerd fund of hedgefunds. Deze participaties worden gewaardeerd op reële waarde, te weten de relevante marktnotering of, als die er niet is, de waarde die wordt bepaald met behulp van marktconforme en toetsbare waarderingsmodellen. Niet-beursgenoteerde beleggingen zijn opgenomen voor de geschatte marktwaarde.
Jaarverslag 2009
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
42
(h)
Herverzekeringen Betaalde herverzekeringspremies worden verantwoord in de periode waarop de herverzekering betrekking heeft. Vorderingen uit herverzekeringscontracten op risicobasis worden verantwoord op het moment dat de verzekerde gebeurtenis zich voordoet. Bij de waardering worden de herverzekerde uitkeringen contant gemaakt tegen de rentetermijnstructuur, onder toepassing van de actuariële grondslagen van het pensioenfonds. Vorderingen uit herverzekeringscontracten die classificeren als garantiecontracten worden gelijkgesteld aan de hiertegenover staande voorziening voor pensioenverplichtingen. Vorderingen uit herverzekeringscontracten die classificeren als kapitaalcontracten worden gewaardeerd op de verwachte verzekeringsuitkering bij expiratie van het herverzekeringscontract. Bij de waardering van de vorderingen wordt rekening gehouden met de kredietwaardigheid van de herverzekeraar (afslag voor kredietrisico).
(i)
Vorderingen en overlopende activa Voor zover noodzakelijk is een voorziening voor oninbaarheid in mindering gebracht.
(j)
Technische voorzieningen
(j.1) Voorziening pensioenverplichtingen De voorziening voor pensioenverplichtingen wordt gewaardeerd op actuele waarde (marktwaarde). De actuele waarde wordt bepaald op basis van de contante waarde van de beste inschatting van toekomstige kasstromen die samenhangen met de op balansdatum onvoorwaardelijke pensioenverplichtingen. Onvoorwaardelijke pensioenverplichtingen zijn de opgebouwde nominale aanspraken en de onvoorwaardelijke (indexatie)toezeggingen. De contante waarde wordt bepaald met gebruikmaking van de marktrente. Bij de berekening van de voorziening pensioenverplichtingen is uitgegaan van het op de balansdatum geldende pensioenreglement en van de over de verstreken deelnemersjaren verworven aanspraken. Jaarlijks wordt door het Bestuur besloten of de opgebouwde pensioenaanspraken worden geïndexeerd. Alle per balansdatum bestaande indexatiebesluiten zijn in de berekening begrepen. Er wordt geen rekening gehouden met toekomstige salarisontwikkelingen. Bij de berekening van de voorziening wordt rekening gehouden met premievrije pensioenopbouw in verband met invaliditeit op basis van de contante waarde van pensioenaanspraken welke in de toekomst worden opgebouwd. Bij de bepaling van de actuariële uitgangspunten wordt uitgegaan van voor de toezichthouder acceptabele grondslagen, waarbij rekening wordt gehouden met de voorzienbare trend in overlevingskansen.
Jaarverslag 2009
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
43
De berekeningen zijn uitgevoerd op basis van de volgende actuariële grondslagen en veronderstellingen: Marktrente: de rentetermijnstructuur ultimo 2009, gepubliceerd door DNB, is toegepast. De berekende gemiddelde looptijd van de uitkeringen is 13,8 jaar. Overlevingstafels: GBM/V 2000-2005 toegepast met drie jaar leeftijdsterugstelling voor mannen en zonder leeftijdsterugstelling voor vrouwen. Gezinssamenstelling: Voor de actieve deelnemers wordt bij de berekening van de contante waarde van het partnerpensioen uitgegaan van een partnerfrequentie van 100% tot de 65-jarige leeftijd, welke frequentie daarna afneemt op grond van de sterftekansen van de partner volgens de gehanteerde overlevingstafels. Voor de inactieve deelnemers jonger dan 65 jaar, inactief geworden vóór 1 januari 2000, wordt bij de berekening van de contante waarde van het partnerpensioen uitgegaan van een partnerfrequentie van 90% tot de 65-jarige leeftijd, welke frequentie daarna afneemt op grond van de sterftekansen van de partner volgens de gehanteerde overlevingstafels. Voor de inactieve deelnemers jonger dan 65 jaar, inactief geworden ná 1 januari 2000, wordt bij de berekening van de contante waarde van het partnerpensioen uitgegaan van een partnerfrequentie van 100% tot de 65-jarige leeftijd, welke frequentie daarna afneemt op grond van de sterftekansen van de partner volgens de gehanteerde overlevingstafels. Voor partnerpensioen is aangenomen dat alle mannen drie jaar ouder zijn dan hun echtgenote/ partner. Er vindt opbouw van nabestaandenpensioen plaats. Geboortedata: verondersteld is dat alle verzekerden zijn geboren op de eerste dag van hun geboortemaand. Kostenopslag ter grootte van 2% van de voorziening voor pensioenverplichtingen in verband met toekomstige administratie- en excassokosten. Een opslag voor sterftetrendontwikkeling ter grootte van 3,5% van de netto voorziening voor pensioenverplichtingen verhoogd met 2% kostenopslag. Met de kans op reactivering van arbeidsongeschikten wordt geen rekening gehouden. (j.2) Overige technische voorzieningen Onder het hoofd Overige technische voorzieningen worden voorzieningen opgenomen voor met de pensioenverplichtingen samenhangende risico‟s voorzover niet opgenomen in de berekening van de pensioenvoorziening zoals voorziening aanpassing sterftegrondslagen en voorziening arbeidsongeschiktheid. De voorziening aanpassing sterftegrondslagen wordt gevormd in verband met de verwachte toekomstige verbetering van de levensverwachting. De jaarlijkse aanpassing aan de voorziening is gerelateerd aan de omvang van de voorziening pensioenverplichtingen. Bij de bepaling van de voorziening arbeidsongeschiktheid wordt rekening gehouden met de verwachte schadelast voor zieke deelnemers op balansdatum die naar verwachting arbeidsongeschikt zullen worden verklaard. Met betrekking tot deze laatste categorie wordt de verplichting geschat op basis van ervaringscijfers.
(k)
Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is conform de directe methode opgesteld. Dit houdt in dat alle ontvangsten en uitgaven ook als zodanig worden gepresenteerd. Onderscheid wordt gemaakt tussen kasstromen uit pensioenuitvoeringsactiviteiten en beleggingsactiviteiten.
Jaarverslag 2009
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
44
5.
Beleggingen
Bedragen x EUR 1.000
Vastgoed-
Aandelen
beleggingen Stand per 1-1-2008
Vastrentende
Derivaten
waarden
Overige
Totaal
beleggingen
23.914
99.331
157.704
2.700
19.350
302.999
3.630
10.594
16.794
-
-
31.018
Verkopen/aflossingen
-
-
-28.631
-
-
-28.631
Overige mutaties
-
-
-2.069
509
-2.161
-3.721
Herwaardering
-1.548
-44.146
20.887
-
-5.763
-30.570
Stand per 31-12-2008
25.996
65.779
164.685
3.209
11.426
271.095
6.681
18.264
102
-
-
25.047
-5.730
-9.078
-9.223
-
-1.058
-25.089
-
-
-3.401
-4.410
1.390
-6.421
Herwaardering
-1.771
22.633
6.467
-
1.598
28.927
Stand per 31-12-2009
25.176
97.598
158.630
14
13.356
293.559
-
-
-
1.201
-
1.201
25.176
97.598
158.630
-
13.356
294.760
Aankopen/verstrekkingen
Aankopen/verstrekkingen Verkopen/aflossingen Overige mutaties
Negatieve beleggingen
Beleggingen (balanspost)
-1.201
Actuele waarde Schattingen en oordelen Zoals vermeld in de toelichting zijn de beleggingen van het Pensioenfonds nagenoeg allemaal gewaardeerd tegen actuele waarde per balansdatum en is het over het algemeen mogelijk en gebruikelijk om de actuele waarde binnen een aanvaardbare bandbreedte van schattingen vast te stellen. Voor sommige andere financiële instrumenten, zoals beleggingsvorderingen en -schulden, geldt dat de boekwaarde de actuele waarde benadert als gevolg van het kortetermijnkarakter van de vorderingen en schulden. De boekwaarde van alle activa en de financiële verplichtingen op balansdatum benadert de actuele waarde.
14
Negatieve saldo derivaten wordt verantwoord onder de post overige schulden (16).
Jaarverslag 2009
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
45
Voor de meerderheid van de financiële instrumenten van het Pensioenfonds kan gebruik worden gemaakt van marktnoteringen. Echter, bepaalde financiële instrumenten, zoals bijvoorbeeld onderhandse leningen en vastgoed zijn gewaardeerd door middel van gebruikmaking van waarderingsmodellen en -technieken, inclusief verwijzing naar de huidige reële waarde van vergelijkbare instrumenten. Op basis van de boekwaarde kan het volgende onderscheid worden gemaakt: Bedragen x EUR 1.000
(Directe en
Waarderings-
afgeleide)
modellen en
markt-
-technieken
Totaal
noteringen Vastgoedbeleggingen
-
Aandelen Vastrentende waarden Derivaten, activa
Stand per 31 december 2008
25.996
65.779
-
65.779
160.674
4.011
164.685
3.209
-
3.209
-
-
-
11.426
-
11.426
241.088
30.007
271.095
Derivaten, passiva Overige beleggingen
25.996
Vastgoedbeleggingen
-
25.176
25.176
97.598
-
97.598
156.010
2.620
158.630
-
-
-
Derivaten, passiva
-1.201
-
-1.201
Overige beleggingen
13.356
-
13.356
265.763
27.796
293.559
Aandelen Vastrentende waarden Derivaten, activa
Stand per 31 december 2009
Schattingen van de actuele waarde zijn een momentopname, gebaseerd op de marktomstandigheden en de beschikbare informatie over het financiële instrument. Deze schattingen zijn van nature subjectief en bevatten onzekerheden en een significante oordeelsvorming (bijvoorbeeld rentestand, volatiliteit, schatting van kasstromen, etc.) en kunnen derhalve niet met precisie worden vastgesteld. Schatting van reële waarde De belangrijkste gehanteerde methoden en veronderstellingen voor het schatten van de reële waarde van financiële instrumenten zijn de market to market en de netto contante waarde methode, taxaties en eventuele opgaven van derden.
Jaarverslag 2009
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
46
6.
Vastgoedbeleggingen Bedragen x EUR 1.000
7.
2009
2008
Indirect vastgoed (participaties in beleggingsfondsen)
25.176
25.996
Stand per 31 december
25.176
25.996
2009
2008
Niet-beursgenoteerde aandelen beleggingsfondsen, large cap
83.553
56.651
Beursgenoteerde aandelen beleggingsfondsen, small/mid cap
14.045
9.128
Stand per 31 december
97.598
65.779
2009
2008
48.251
43.539
Aandelen Bedragen x EUR 1.000
8.
Vastrentende waarden Bedragen x EUR 1.000 Bedrijfsobligaties (Credit Fund) Leningen op schuldbekentenis
2.620
4.011
Obligatiefondsen, (Index Linked Bonds)
33.286
36.259
Obligatiefondsen, (Liability Driven Investments)
74.473
77.401
Kortlopende vorderingen op banken
-
3.400
Liquide middelen
-
75
158.630
164.685
Stand per 31 december
Jaarverslag 2009
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
47
9.
Derivaten (activa) Bedragen x EUR 1.000
2009
2008
Valutaderivaten
-
3.209
Rentederivaten
-
-
Stand per 31 december
-
3.209
2009
2008
11.461
10.921
1.799
460
96
45
13.356
11.426
2009
2008
Overige contracten herverzekering
498
515
Afslag voor kredietrisico van 3%
-15
-
Stand per 31 december
483
515
10. Overige beleggingen Bedragen x EUR 1.000 Hedgefondsen Liquide middelen Vorderingen inzake beleggingen
Stand per 31 december
11. Herverzekeringsdeel technische voorzieningen Bedragen x EUR 1.000
Onder overige contracten is de gekapitaliseerde waarde van de herverzekeringscontracten opgenomen. Dit betreft contracten van aangesloten ondernemingen bij herverzekeringsmaatschappijen, die ten tijde van toetreding tot het Pensioenfonds premievrij zijn gemaakt. De rechten en plichten van de deelnemers die onder genoemde contracten vallen, zijn overgenomen door het Pensioenfonds. Tevens vallen hieronder de uitkeringen uit het beëindigde contract van het premierisico bij arbeidsongeschiktheid. De verzekeringstechnische risico‟s liggen bij de verzekeringsmaatschappijen. Vanwege een verlaging van kredietstatus van de verzekeraars wordt de vordering verlaagd met een afslag voor kredietrisico.
Jaarverslag 2009
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
48
12. Overige vorderingen Bedragen x EUR 1.000
2009
2008
Vordering op sponsor(s)
1.241
8
13
10
-
-
23
19
1.277
37
Beleggingsdebiteuren Waardeoverdrachten Overig
Stand per 31 december
Alle vorderingen hebben een resterende looptijd van korter dan één jaar. De vordering op de sponsor betreft de premieafdracht van december 2009. Dit bedrag is in januari 2010 ontvangen.
13. Overige activa Bedragen x EUR 1.000
2009
2008
Liquide middelen
526
1.263
Stand per 31 december
526
1.263
Onder de liquide middelen worden opgenomen tegoeden op bankrekeningen, die onmiddellijk dan wel op korte termijn opeisbaar zijn en die niet beschikbaar zijn om te worden belegd.
14. Stichtingskapitaal en reserves Bedragen x EUR 1.000
Stichtingskapitaal
Algemene Bestemmingsreserve
reserve
Totaal
Stand per 1 januari 2008
1
73.389
2.077
75.467
Uit bestemming saldo van baten en lasten 2008
-
-80.607
807
-79.800
Stand per 31 december 2008
1
-7.218
2.884
-4.333
Uit bestemming saldo van baten en lasten 2009
-
23.029
-237
22.792
Afronding
-
-
1
1
Stand per 31 december 2009
1
15.811
2.648
18.460
Jaarverslag 2009
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
49
Overeenkomstig de wijziging van artikel 146 van de Pensioenwet per 2 juli 2009 is artikel 390 titel 9 boek 2 BW niet langer van toepassing. Hiermee vervalt voor pensioenfondsen vanaf 1 januari 2009 de verplichting tot het opnemen van een herwaarderingsreserve. De bestemmingsreserve heeft betrekking op vooruit ontvangen premie bestemd voor de financiering van de tijdelijke aanvullingsregeling en de overgangsregeling extra pensioeninkoop en kan als volgt worden toegelicht: Bedragen x EUR 1.000
2009
2008
2.884
2.077
-1.705
-1.926
1.468
1.512
Van Bpf MITT ontvangen deel overreserves SUT
-
1.221
Afronding
1
-
2.648
2.884
2008
Dekkings-
Stand per 1 januari Toekenning aanvullingsregeling
15
Ontvangen premies aanvullingsregeling
16
Stand per 31 december
Solvabiliteit Bedragen x EUR 1.000
2009
Dekkingsgraad
graad
Aanwezig eigen vermogen
18.460
106,7%
-4.333
98,4%
Minimaal vereist eigen vermogen
11.890
104,3%
13.830
105,0%
Vereist eigen vermogen
43.145
115,6%
46.474
116,8%
Herstelplan Het herstel van het vermogen van het Pensioenfonds is gebaseerd op het in maart 2009 bij DNB ingediende herstelplan. In juni 2009 is dit herstelplan door DNB goedgekeurd. De belangrijkste maatregelen uit het herstelplan zijn: Verhoging van de premie door afspraken uit de uitvoeringsovereenkomst. In de uitvoeringsovereenkomst is opgenomen dat de sponsor een opslag van 50% op het werkgeversdeel van de premie betaalt, zolang de dekkingsgraad lager is dan 110%; Geen indexatie voor inactieven zolang de dekkingsgraad lager is dan 110%. De actieve deelnemers krijgen geen indexatie zolang de dekkingsgraad lager is dan 105%. Als de dekkingsgraad hoger is dan 105%, maar lager dan 110%, ontvangen de actieve deelnemers het positieve verschil tussen loon- en prijsinflatie; Herstel van de beleggingsrendementen. Op grond van het herstelplan zou het eigen vermogen per 31 december 2009 EUR 6.579.000 bedragen. Het aanwezige eigen vermogen per die datum is hoger. Dit betekent dat het Pensioenfonds thans voor loopt op het herstelplan. Deze positieve ontwikkeling is een gevolg van met name de gunstige beleggingsresultaten in 2009.
15 16
Er is rekening gehouden met een solvabiliteitsopslag van 16,8% (2008: 18,4%). Hierin wordt de extra opslag van 50% op het werkgeversdeel niet meegenomen.
Jaarverslag 2009
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
50
15. Technische voorzieningen Bedragen x EUR 1.000 Voorziening voor pensioenverplichtingen Overige technische voorzieningen
Stand per 31 december
2009
2008
266.580
274.889
10.161
1.720
276.741
276.609
Het mutatieoverzicht voor de voorziening voor pensioenverplichtingen is als volgt: Bedragen x EUR 1.000 Stand 1 januari Pensioenopbouw Indexering en overige toeslagen Rentetoevoeging Onttrekking voor pensioenuitkeringen Onttrekking voor pensioenuitvoeringskosten Wijziging marktrente
2009
2008
274.889
232.367
6.940
5.566
1
63
7.040
10.674
-15.301
-14.710
-316
-304
-7.262
40.486
Saldo van inkomende en uitgaande waardeoverdrachten
244
86
Overige wijzigingen
345
661
266.580
274.889
Stand per 31 december
Ultimo boekjaar bedraagt de gemiddeld gewogen rekenrente 3,85% (2008: 3,57%). Voor een toelichting op de verschillende posten wordt verwezen naar de toelichting op de verschillende posten uit de staat van baten lasten.
Jaarverslag 2009
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
51
De voorziening voor pensioenverplichtingen is naar categorieën van deelnemers als volgt samengesteld: Bedragen x EUR 1.000 Actieve deelnemers
2009
%
2008
%
73.529
28,1%
80.758
30,0%
Pensioengerechtigden
148.341
56,7%
148.679
55,1%
Gewezen deelnemers
39.614
15,2%
40.190
14,9%
Netto pensioenverplichtingen
261.484 100,0%
Toekomstige kosten uitvoering pensioenregeling
Stand per 31 december
269.627 100,0%
5.096
5.262
266.580
274.889
De methode voor de berekening van de pensioenverplichtingen is zodanig toegepast dat er geen sprake is van een financieringsachterstand. Naar hun aard hebben de technische voorzieningen in het algemeen een langlopend karakter. Het mutatieoverzicht voor de overige technische voorzieningen luidt als volgt: Bedragen x EUR 1.000
2009
2008
Voorziening aanpassing sterftegrondslagen per 1 januari
1.289
542
Reservering nieuwe overlevingstafels (0,24% van VPV per jaar)
583
747
Opslag van 3% i.v.m. gestegen levensverwachting
7.797
-
Voorziening aanpassing sterftegrondslagen per 31 december
9.669
1.289
492
431
10.161
1.720
Voorziening arbeidsongeschiktheid
Overige technische voorzieningen per 31 december
Korte beschrijving van de pensioenregeling De pensioenregeling kan worden gekenmerkt als een voorwaardelijk geïndexeerde middelloonregeling met een pensioenleeftijd van 65 jaar. Jaarlijks wordt een aanspraak op ouderdomspensioen opgebouwd van 2,1% van de in dat jaar geldende pensioengrondslag. De pensioengrondslag is gelijk aan 12 maandsalarissen inclusief 8,0% vakantietoeslag, vaste maandelijkse (o.a. ploegentoeslag) en regelmatig genoten jaarlijkse variabele toeslagen (o.a. winstuitkering/ incentive) onder aftrek van een franchise. De franchise wordt jaarlijks vastgesteld. Tevens bestaat er recht op nabestaanden- en wezenpensioen. Deelname aan de regeling vangt aan vanaf de leeftijd van 18 jaar of latere indiensttreding. Jaarlijks beslist het Bestuur van het Pensioenfonds de mate waarin de opgebouwde aanspraken worden geïndexeerd.
Jaarverslag 2009
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
52
Overeenkomstig artikel 10 van de Pensioenwet kwalificeert de pensioenregeling als een uitkeringsovereenkomst.
Indexatieverlening Het indexatiebeleid kan als volgt worden verwoord: De indexatie van pensioenrechten en pensioenaanspraken wordt jaarlijks vastgesteld door het Bestuur van het Pensioenfonds. Er bestaat ambitie om jaarlijks de pensioenrechten en pensioenaanspraken aan te passen. De indexatie is voorwaardelijk en is afhankelijk van de hoogte van het beleggingsrendement. De indexatie van de pensioenrechten (voor gepensioneerden en premievrije deelnemers) bedraagt maximaal de stijging van de afgeleide consumentenprijsindex (cpi afgeleid), zoals vastgesteld door het CBS. De pensioenrechten zijn dit jaar niet geïndexeerd (2008: 1,48%). De indexatie van de pensioenaanspraken (voor de actieve deelnemers) bedraagt maximaal de algemene loonontwikkeling zoals vastgelegd in de CAO voor de MITT. De pensioenaanspraken zijn dit jaar niet geïndexeerd (2008: 1,50%). Er is geen recht op toekomstige indexaties. Het is niet zeker of en in hoeverre in de toekomst wordt geïndexeerd. Het Pensioenfonds heeft voor toekomstige indexaties geen geld gereserveerd en er wordt geen premie voor betaald. Het Bestuur heeft in de vergadering van 18 januari 2010 besloten over de indexatie op de pensioenaanspraken en pensioenrechten per 1 januari 2010: - Actieve deelnemers: 2,6%; - Inactieve deelnemers: 0,0%. Bij de bepaling van de voorziening voor pensioenverplichtingen is met dit besluit geen rekening gehouden, omdat dit besluit na balansdatum is genomen.
Inhaalindexaties Onder bepaalde omstandigheden kunnen inhaalindexaties worden toegekend. Inhaalindexaties zijn voorwaardelijke indexaties die worden toegezegd, voorzover in de vijf voorafgaande kalenderjaren niet voor honderd procent is geïndexeerd. Deze inhaalindexaties gelden alleen voor toekomstige uitkeringen. Om inhaalindexaties te kunnen toekennen is een hoge dekkingsgraad vereist. Het Bestuur van het Pensioenfonds heeft toegezegd om elk jaar een specificatie te geven van een eventueel verschil tussen de volledige en de werkelijk toegekende indexatie. Actieve deelnemers
Volledige
Toegekende
indexatie %
indexatie %
1 januari 2008
1,50
1,50
0,00
1 januari 2009
3,50
0,00
3,50
1 januari 2010
3,00
2,60
0,40
Jaarverslag 2009
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
Verschil %
53
Gewezen deelnemers en
Volledige
Toegekende
indexatie %
indexatie %
1 januari 2008
1,48
1,48
0,00
1 januari 2009
2,53
0,00
2,53
1 januari 2010
0,40
0,00
0,40
pensioengerechtigden
Verschil %
16. Overige schulden en overlopende passiva Bedragen x EUR 1.000 Schulden aan sponsor(s)
2009
2008
21
7
1.201
-
119
203
71
71
Belastingen en premies sociale verzekeringen
332
336
Overige schulden
101
17
1.845
634
Bedragen x EUR 1.000
2009
2008
Valutaderivaten
1.201
-
Rentederivaten
-
-
1.201
-
Derivaten Kosten adviseurs en accountants Beleggingscrediteuren
Stand per 31 december
Alle schulden hebben een resterende looptijd van korter dan één jaar.
Derivaten (passiva)
Stand per 31 december
17. Risicobeheer en derivaten Solvabiliteitsrisico Het Pensioenfonds wordt bij het beheer van de pensioenverplichtingen en de financiering daarvan geconfronteerd met risico‟s. De belangrijkste doelstelling van het Pensioenfonds is het nakomen van de pensioentoezeggingen. Voor het realiseren van deze doelstelling wordt gestreefd naar een toereikende solvabiliteit op basis van de marktwaarde van de pensioenverplichtingen.
Jaarverslag 2009
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
54
Het belangrijkste risico voor het Pensioenfonds betreft het solvabiliteitsrisico, ofwel het risico dat het Pensioenfonds niet beschikt over voldoende vermogen ter dekking van de pensioenverplichtingen. De solvabiliteit wordt gemeten zowel op basis van algemeen geldende normen als ook naar de specifieke normen welke door de toezichthouder worden opgelegd. Indien de solvabiliteit van het Pensioenfonds zich negatief ontwikkelt, bestaat het risico dat het Pensioenfonds de premie voor de onderneming moet verhogen en het risico dat er geen ruimte beschikbaar is voor een eventuele indexatie van opgebouwde en ingegane pensioenrechten. In het uiterste geval kan het noodzakelijk zijn dat het Pensioenfonds verworven pensioenaanspraken en pensioenrechten moet verminderen. De aanwezige dekkingsgraad heeft zich als volgt ontwikkeld:
Dekkingsgraad per 1 januari Toevoeging van nieuwe aanspraken en premie-inkomsten Het verrichtten van pensioenuitkeringen
2009
2008
%
%
98,4
132,4
1,1
0,0
-0,1
2,2
Indexering
0,0
0,0
Wijziging in de rentetermijnstructuur
2,7
-19,3
Extra rendement gegenereerd door beleggingen Overige oorzaken
Dekkingsgraad per 31 december
Jaarverslag 2009
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
8,0
-18,5
-3,4
1,6
106,7
98,4
55
Het surplus/tekort op FTK-grondslagen is als volgt: Bedragen x EUR 1.000
31 december 2009
Technische voorzieningen volgens jaarrekening
31 december 2008
276.741
276.609
S1 Renterisico
14.064
14.676
S2 Risico zakelijke waarden
33.498
36.696
3.578
2.258
-
-
S5 Kredietrisico
1.285
2.328
S6 Verzekeringstechnisch risico
7.484
6.988
-16.764
-16.472
43.145
46.474
319.886
323.083
pensioenvermogen)
295.201
272.276
Surplus / Tekort (-) per 31 december
-24.685
-50.807
Buffers:
S3 Valutarisico S4 Grondstoffenrisico
Diversificatie-effect
Totaal S (vereiste buffers)
Vereist vermogen (art. 132 Pensioenwet) Aanwezig vermogen (Totaal activa–schulden =
Bij de berekening van de buffers past het Pensioenfonds de standaardmethode toe. Voor de samenstelling van de beleggingen wordt uitgegaan van de feitelijke asset mix, omdat de vereiste buffers hoger uitkomen dan wordt uitgegaan van de strategische asset mix (EUR 42.480).
Beleid en risicobeheer Het Bestuur beschikt over een aantal beleidsinstrumenten ten behoeve van het beheersen van deze risico‟s. Deze beleidsinstrumenten betreffen: Beleggingsbeleid; Premiebeleid; Herverzekeringsbeleid; Indexatiebeleid. De keuze en toepassing van beleidsinstrumenten vindt plaats na uitvoerige analyses ten aanzien van te verwachten ontwikkelingen van de verplichtingen en de financiële markten. Daarbij wordt onder meer gebruikgemaakt van ALM-studies. Een ALM-studie is een analyse van de structuur van de pensioenverplichtingen en van verschillende beleggingsstrategieën en de ontwikkeling daarvan in diverse economische scenario‟s. De uitkomsten van deze analyses vinden hun weerslag in jaarlijks door het Bestuur vast te stellen beleggingsrichtlijnen als basis voor het uit te voeren beleggingsbeleid. De beleggingsrichtlijnen
Jaarverslag 2009
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
56
geven normen en limieten aan waarbinnen de uitvoering van het beleggingsbeleid moet plaatsvinden. Ze zijn gericht op het beheersen van de belangrijkste (beleggings)risico‟s. Bij de uitvoering van het beleggingsbeleid wordt gebruik gemaakt van derivaten. Alternatieve beleggingen Er wordt naast beleggingen in aandelen en vastrentende waarden tevens belegd in vastgoedbeleggingen en hedgefondsen. Vastgoedbeleggingen bestaan uit Nederlands nietbeursgenoteerde vastgoedbeleggingen verspreid over winkels, kantoren, woningen en bedrijfsruimten en participaties in een Europees niet-beursgenoteerd vastgoedfonds. Beleggingen in hedgefondsen vinden plaats door middel van participaties in een wereldwijde multi strategie fund of hedgefunds met een focus op arbitrage strategieën. Premiebeleid In de uitvoeringsovereenkomst tussen de onderneming en het Pensioenfonds is het volgende vastgelegd met betrekking tot het premiebeleid: Dekkingsgraad kleiner dan 110%: Het werkgeversdeel van de pensioenpremie, die door de onderneming verschuldigd is, wordt met een opslag van 50% verhoogd. Dekkingsgraad groter dan de vereiste dekkingsgraad (minimaal 120%) + 20%-punt: Het werkgeversdeel van de pensioenpremie, dat door de onderneming verschuldigd is, wordt verminderd met 1%-punt voor elke %-punt dat de bovengrens (vereiste dekkingsgraad + 20%-punt) wordt overschreden. Het werkgeversdeel van de pensioenpremie zal echter nooit minder bedragen dan 50% van het werkgeversdeel van de pensioenpremie, dat door de onderneming verschuldigd is. Herverzekeringsbeleid Het Pensioenfonds heeft het overlijdensrisico en premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid herverzekerd op basis van een stoploss-dekking met een prioriteit (eigen behoud) van 200% van de risicopremie eigen rekening. Alle overige risico‟s voortvloeiende uit de aangegane pensioenverplichtingen worden volledig in eigen beheer gehouden. Indexatiebeleid Het Bestuur beslist jaarlijks in hoeverre pensioenaanspraken en pensioenrechten worden geïndexeerd. Voor deze voorwaardelijke indexatietoezegging is geen bestemmingsreserve gevormd en wordt geen premie betaald. De ingegane pensioenen en premievrije pensioenaanspraken van gewezen deelnemers worden maximaal verhoogd op basis van het prijsindexcijfer. De opgebouwde aanspraken van actieve deelnemers worden maximaal verhoogd op basis van het loonindexcijfer. Indien echter het aanwezige vermogen zich onder of nauwelijks op of boven het vereiste niveau bevindt, zal er een terughoudend beleid met betrekking tot het verlenen van toeslagen worden gevoerd. Het Bestuur houdt daarbij in beginsel de volgende beleidsregel aan: Dekkingsgraad kleiner dan 105%: geen indexatie. Dekkingsgraad tussen 105% en 110%: geen indexatie inactieven. Indexatie actieven gelijk aan het (positieve) verschil tussen ontwikkeling loon- en prijsindexcijfer. Dekkingsgraad tussen 110% en vereiste dekkingsgraad (minimaal 120%): indexatie inactieven lineair oplopend van geen indexatie bij een dekkingsgraad van 110% tot volledige indexatie bij de vereiste dekkingsgraad. Indexatie actieven gelijk aan indexatie inactieven plus het (positieve) verschil tussen ontwikkeling loon- en prijsindexcijfer.
Jaarverslag 2009
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
57
Dekkingsgraad groter dan de vereiste dekkingsgraad (minimaal 120%): volledige indexatie. Dekkingsgraad groter dan de vereiste dekkingsgraad (minimaal 120%) + 10%-punt: volledige indexatie en inhaal van een indexatieachterstand met maximaal vijf jaar terugwerkende kracht, indien en voorzover de dekkingsgraad door de inhaalindexatie niet kleiner wordt dan de vereiste dekkingsgraad (minimaal 120%) + 10%-punt. Deze beleidsregel is een richtlijn. Het Bestuur kan op basis van andere overwegingen hiervan afwijken. De ambitie van het Pensioenfonds is om op de lange termijn minimaal 90% van de stijging van de loon- respectievelijk de prijsindex door middel van indexatie te compenseren. Deze ambitie kan worden waargemaakt indien sprake is van voldoende solvabiliteit (feitelijke dekkingsgraad is minimaal gelijk aan vereiste dekkingsgraad). Het herstelplan voorziet dat deze situatie van voldoende solvabiliteit binnen zes jaar kan worden bereikt. Uit de continuïteitsanalyse van begin 2009 blijkt dat de ambitie van 90% op dit moment moeilijk te realiseren is, vanwege de lage stand van de dekkingsgraad. In de continuïteitsanalyse is berekend dat over een termijn van 15 jaar ongeveer 40% van de stijging van de loonrespectievelijk de prijsindex door middel van indexatie kan worden gecompenseerd. Dit cijfer is overigens de uitkomst van een analyse waarin veel veronderstellingen zitten. In werkelijkheid kan het dus beter, maar ook slechter uitpakken.
Marktrisico Marktrisico omvat de mogelijkheden voor winst of verlies en omvat het prijs(koers)risico, valutarisico en het renterisico. De strategie van het Pensioenfonds met betrekking tot het beleggingsrisico wordt bepaald door de beleggingsdoelstellingen. Monitoring van het marktrisico geschiedt op maandelijkse basis door het pensioenbureau. De overall-marktposities worden periodiek gerapporteerd aan het Bestuur. Prijsrisico Prijsrisico is het risico van waardewijzigingen door de ontwikkeling van marktprijzen, die wordt veroorzaakt door factoren gerelateerd aan een individuele belegging, de uitgevende instelling of generieke factoren. Omdat alle beleggingen worden gewaardeerd tegen reële waarde waarbij waardewijzigingen onmiddellijk in het saldo van baten en lasten worden verwerkt, zijn alle wijzigingen in marktomstandigheden direct zichtbaar in het beleggingsresultaat. Het prijsrisico kan worden gemitigeerd door diversificatie. In aanvulling hierop kan het prijsrisico worden gehedged door het gebruik van afgeleide financiële instrumenten (derivaten), zoals opties en futures.
Jaarverslag 2009
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
58
De segmentatie van vastgoed naar sectoren is als volgt: Bedragen x EUR 1.000
2009
In %
2008
In %
Kantoren – Nederland
5.179
20,6%
6.882
26,5%
Winkels – Nederland
5.454
21,7%
7.719
29,7%
Woningen – Nederland
5.437
21,6%
8.335
32,0%
Bedrijfsruimten – Nederland
5.300
21,0%
Multi-sectoraal Europa
3.806
15,1%
3.060
11,8%
Stand per 31 december
25.176
100,0%
25.996
100,0%
De segmentatie van de aandelenportefeuille naar regio kan als volgt worden toegelicht: Bedragen x EUR 1.000
2009
In %
2008
In %
Europa
62.590
64,1%
42.035
63,9%
Noord-Amerika
27.109
27,8%
17.249
26,2%
Japan
5.418
5,6%
5.329
8,1%
Verre Oosten exclusief Japan
2.481
2,5%
1.166
1,8%
97.598
100,0%
65.779
100,0%
Stand per 31 december
Valutarisico Het percentage dat buiten de euro wordt belegd, bedraagt ultimo 2009 circa 20,1% (2008: 14,8%) van de beleggingsportefeuille en is voor 72,2% (2008: 84,0%) afgedekt ten opzichte van de euro. De belangrijkste valuta daarin zijn de US dollar, de Britse pond en de Japanse yen. Het strategische beleid van het Pensioenfonds is om alle valutaposities af te dekken, waarbij tactische beleidsruimte aanwezig is voor de creditportefeuille. Per einde boekjaar is de contractwaarde EUR 42.701.000. Het valutarisico wordt in onderstaande tabel weergegeven. De beleggingen in vreemde valuta kunnen per categorie als volgt worden gespecificeerd: Bedragen x EUR 1.000 Aandelen
2009
2008
59.068
40.131
Vastrentende waarden
-
-
Overige beleggingen
-
25
59.068
40.156
Stand per 31 december
Jaarverslag 2009
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
59
De valutapositie voor en na afdekking door valutaderivaten is als volgt weer te geven: Bedragen x EUR 1.000
2009 Voor
2008
Valuta- Netto positie
Netto positie
afdekking
derivaten
(na)
(na)
14.941
14.185
756
-1.540
GBP JPY
5.418
4.933
485
95
USD
25.111
23.583
1.528
-1.025
Overige
13.598
-
13.598
8.914
Stand per 31 december
59.068
42.701
16.367
6.444
Een restrisico betreft de categorie overige valuta; deze valuta worden niet strategisch afgedekt, omdat de valuta-exposure en/of volatiliteit niet groot genoeg is. Renterisico Het renterisico is het risico dat de waarden van de portefeuille vastrentende waarden en de pensioenverplichtingen verandert als gevolg van ongunstige veranderingen in de marktrente. De rentegevoeligheid kan worden gemeten door middel van de duration. De duration is de (met de contante waarde van de kasstromen) gewogen gemiddelde resterende looptijd in jaren. Bedragen x EUR 1.000
Per 31 december 2009 Balanswaarde
In jaren
Duration van de vastrentende waarden (voor derivaten)
158.630
5,4
Duration van de vastrentende waarden (na derivaten)
158.630
12,3
Duration van de beleggingen (na derivaten)
293.559
6,7
Duration van de (nominale) pensioenverplichtingen
266.580
13,8
Op balansdatum is de duration van de beleggingen korter dan de duration van de verplichtingen. Er is derhalve sprake van een zogenaamde “duration-mismatch”. Dit betekent dat bij een rentestijging de waarde van beleggingen minder snel daalt dan de waarde van de verplichtingen, waardoor de dekkingsgraad zal stijgen. Bij een rentedaling zal de waarde van de beleggingen minder snel stijgen dan de waarde van de verplichtingen, waardoor de dekkingsgraad daalt. Het beleid van het Pensioenfonds is gericht op het verkleinen van deze “duration-mismatch” door 60% van het renterisico af te dekken. Dit gebeurt door middel van renteswaps. Bij een renteswap wordt een vaste lange rente geruild tegen een variabele korte rente. Het Pensioenfonds ontvangt een lange rente, vergelijkbaar met de kasstroom van een langlopende obligatie en betaalt daarvoor een variabele korte rente (Euribor). Hierdoor wordt de “duration-mismatch” verkleind, maar het Pensioenfonds is wel afhankelijk van de ontwikkeling van de korte rente die het Pensioenfonds aan de tegenpartij betaalt. De huidige indexatie-ambitie van het Pensioenfonds laat het niet toe om nog meer renterisico af te dekken dan de huidige 60%.
Jaarverslag 2009
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
60
Kredietrisico Kredietrisico is het risico dat tegenpartijen hun contractuele verplichtingen aan het Pensioenfonds of de beleggingsfondsen waarin het Pensioenfonds participeert niet nakomen. Een specifiek risico van de beleggingsfondsen die in aandelen en obligaties beleggen is het settlementrisico. Dit is het risico dat tegenpartijen van transacties hun tegenprestatie niet leveren. Dit risico wordt beheerst door alleen te opereren in markten waar een voldoende betrouwbaar clearingsysteem functioneert. Daarnaast worden transacties alleen afgewikkeld op basis van de conditie levering tegen betaling. Bij de beleggingsfondsen die in obligaties beleggen komt daarbij het risico dat de uitgevende partijen de rente- en aflossingsverplichtingen niet nakomen. Dit risico wordt beheerst door middel van maximering van de beleggingen per kredietklasse, land (in het bijzonder opkomende landen), bedrijf, bedrijfstak en regio. Zowel het beleggingsfonds als het Pensioenfonds zelf beperken dit risico door middel van spreiding van de portefeuille. Het Pensioenfonds beheerst het tegenpartijrisico uit hoofde van deposito‟s en over-the-counter derivaten door middel van selectie van solide tegenpartijen en hantering van tegenpartijlimieten. In geval van langlopende derivatencontracten vraag het Pensioenfonds onderpand. Verder wordt het tegenpartijrisico beheerst door het aangaan van standaardcontracten. Ten aanzien van de kredietwaardigheid van de debiteuren van de vastrentende portefeuille kan het volgende overzicht worden gegeven: Bedragen x EUR 1.000
2009
%
2008
%
AAA, AA en A-rating of vergelijkbaar
158.630
100,0%
164.685
100,0%
BBB, BB en B-rating of vergelijkbaar
-
-
-
-
158.630
100,0%
164.685
100,0%
Stand per 31 december
Liquiditeitsrisico Liquiditeitsrisico is het risico dat beleggingen niet tijdig en/of niet tegen een aanvaardbare prijs kunnen worden omgezet in liquide middelen, waardoor het Pensioenfonds op korte termijn niet aan zijn verplichtingen kan voldoen. Waar de overige risicocomponenten vooral de langere termijn betreffen (solvabiliteit), gaat het hierbij om de kortere termijn. Dit risico kan worden beheerst door in het strategische en tactische beleggingsbeleid voldoende ruimte aan te houden voor de liquiditeitsposities. Er moet eveneens rekening worden gehouden met de directe beleggingsopbrengsten en andere inkomsten zoals premies. Inzake het beheersen van het liquiditeitsrisico kan het volgende worden gemeld: De uitkeringen overtreffen de inkomende premies aanzienlijk; Er wordt maandelijks een liquiditeitsprognose voor de komende twaalf maanden opgesteld; De manager van het Pensioenfonds bewaakt de liquiditeitsbehoefte en overlegt met de beleggingscommissie indien gelden uit de beleggingen vrij moeten worden gemaakt.
Jaarverslag 2009
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
61
Verzekeringtechnische risico’s (actuariële risico’s) De belangrijkste actuariële risico‟s zijn de risico‟s van langleven, overlijden en arbeidsongeschiktheid. Het langlevenrisico is het belangrijkste verzekeringstechnische risico. Langlevenrisico is het risico dat deelnemers langer blijven leven dan gemiddeld verondersteld wordt bij de bepaling van de voorziening pensioenverplichtingen. Als gevolg hiervan volstaat de opbouw van het pensioenvermogen niet voor de uitkering van de pensioenverplichting. De voorziening pensioenverplichting is verhoogd door een sterftetrendopslag van 3,5%, 0,24% opslag per jaar voor aanpassing sterftegrondslagen en 3% extra verhoging in verband met de gestegen levensverwachting. Hiermee is het langlevenrisico geheel verdisconteerd in de waardering van de pensioenverplichtingen. Het overlijdensrisico betekent dat het Pensioenfonds in geval van overlijden mogelijk een nabestaandenpensioen moet toekennen waarvoor door het Pensioenfonds geen voorzieningen zijn getroffen. Dit is het verschil tussen nabestaandenpensioen op pensioendatum en het opgebouwde nabestaandenpensioen. Dit risico kan worden uitgedrukt in risicokapitalen. Het Pensioenfonds heeft het overlijdensrisico op stoploss basis herverzekerd bij een externe, onder toezicht van DNB staande verzekeringsmaatschappij. Het arbeidsongeschiktheidsrisico betreft het risico dat het Pensioenfonds voorzieningen moet treffen voor premievrijstelling bij invaliditeit. Voor dit risico wordt jaarlijks een risicopremie in rekening gebracht. Het verschil tussen de risicopremie en de werkelijke kosten wordt verwerkt via het resultaat. De actuariële uitgangspunten voor de risicopremie worden periodiek herzien. Het Pensioenfonds heeft het arbeidsongeschiktheidsrisico op stoploss basis herverzekerd bij een externe, onder toezicht van DNB staande verzekeringsmaatschappij. De gecombineerde herverzekeringsovereenkomst voor overlijdens- en arbeidsongeschiktheidsrisico wordt telkens voor één kalenderjaar afgesproken. De premie bedraagt in het boekjaar 4,73% van de risicopremie eigen rekening. Het eigen behoud is 200% van de risicopremie eigen rekening met een minimum van EUR 1.414.000 per kalenderjaar. De maximale aansprakelijkheid is gesteld op EUR 20.000.000. Indexatierisico (actuariële risico’s) Het Bestuur van het Pensioenfonds heeft de ambitie om de pensioenen te indexeren. De mate waarin dit kan worden gerealiseerd is afhankelijk van de ontwikkelingen in de rente, rendement, looninflatie en demografie. Uitdrukkelijk wordt opgemerkt dat de indexatietoezegging voorwaardelijk is. De hoogte van de nominale dekkingsgraad geeft zicht op de mate waarin kan worden geïndexeerd. Concentratierisico Concentratierisico‟s kunnen optreden bij een concentratie van de beleggingsportefeuille in regio‟s, economische sectoren of tegenpartijen. Om deze concentraties tegen te gaan worden beleggingen zoveel als mogelijk gediversificeerd. Tevens worden beleggingsrichtlijnen afgesproken met vermogensbeheerders, waarin limieten ten aanzien van genoemde concentraties zijn afgesproken.
Jaarverslag 2009
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
62
Overige niet-financiële risico’s Operationeel risico Operationeel risico is het risico ten gevolge van niet afdoende of falende processen of systemen, menselijk gedrag of externe gebeurtenissen. Het gaat hier om onjuiste of niet tijdige afwikkeling van transacties, verkeerde verwerking van gegevens, fraude en dergelijke. Dergelijke risico‟s worden beheerst door het stellen van hoge kwaliteitseisen aan de organisaties waaraan het Pensioenfonds activiteiten heeft uitbesteed op gebieden zoals interne organisatie, processen, interne controles, kwaliteit van de geautomatiseerde systemen en dergelijke. Systeemrisico Systeemrisico betreft het risico dat het mondiale financiële systeem (de internationale markten) niet langer naar behoren functioneert, waardoor beleggingen van het Pensioenfonds niet langer verhandelbaar zijn en zelfs, al dan niet tijdelijk, hun waarde kunnen verliezen. Net als voor andere marktpartijen, is dit risico voor het Pensioenfonds niet beheersbaar anders dan door de vorming van buffers (reserves).
Specifieke financiële instrumenten (derivaten) Voor de uitvoering van het beleggingsbeleid wordt tevens gebruikgemaakt van financiële derivaten. Als hoofdregel geldt, dat derivaten uitsluitend worden gebruikt voor zover dit passend is binnen het algemene beleggingsbeleid. De portefeuillestructuur en het risicoprofiel, berekend inclusief de economische effecten van derivaten, dienen zich binnen de door het Bestuur vastgestelde grenzen (limieten) te bevinden. Het Pensioenfonds gebruikt derivaten hoofdzakelijk om de hiervoor vermelde vormen van marktrisico zo veel mogelijk af te dekken. Een van de belangrijkste risico‟s bij derivaten is het kredietrisico. Dit is het risico dat tegenpartijen niet aan hun betalingsverplichtingen kunnen voldoen. Dit risico wordt beperkt door alleen transacties aan te gaan met te goeder naam en faam bekend staande partijen. Bovendien geldt dat zoveel mogelijk wordt gewerkt met onderpand. Gebruik kan worden gemaakt van onder meer valutatermijncontracten: dit zijn met individuele banken afgesloten contracten waarbij de verplichting wordt aangegaan tot het verkopen van een valuta en de aankoop van een andere valuta, tegen een vooraf vastgestelde prijs en op een vooraf vastgestelde datum. Door middel van valutatermijncontracten worden valutarisico‟s afgedekt. Onderstaande tabel geeft inzicht in de derivatenposities per 31 december 2009: Bedragen x EUR 1.000 Type contract
Valutatermijncontract
Jaarverslag 2009
Contractomvang
Contractomvang
Actuele waarde
Actuele waarde
aankopen
verkopen
activa
passiva
1.241
43.942
-
1.201
-
1.201
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
63
Onderstaande tabel geeft inzicht in de derivatenposities per 31 december 2008: Bedragen x EUR 1.000 Type contract
Contractomvang
Contractomvang
Actuele waarde
Actuele waarde
aankopen
verkopen
Activa
passiva
2.058
35.770
3.209
-
3.209
-
Valutatermijncontract
18. Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen Langlopende contractuele verplichtingen Het Pensioenfonds heeft een uitbestedingsovereenkomst afgesloten met een serviceorganisatie (ExcellerateHRO) voor een periode van 3 jaar, welke per 31 december 2010 afloopt. De jaarlijks te betalen vergoeding bedraagt EUR 70.000, exclusief BTW (2008: EUR 70.000). Het Pensioenfonds heeft een huurovereenkomst afgesloten voor een gedeelte van een kantoorpand inclusief archiefruimte en een parkeerplaats. De jaarlijks te betalen huurprijs inclusief servicekosten bedraagt EUR 23.000 (2008: EUR 22.000). De huurverplichting loopt tot 15 november 2012.
Investerings- en stortingsverplichtingen Per balansdatum bestaan de volgende investerings- en stortingsverplichtingen: Bedragen x EUR 1.000
2009
2008
Maximale looptijd
Vastgoed
1.200
2.400
Totaal
1.200
2.400
3 jaar
Pensioenverplichtingen De niet in de balans opgenomen pensioenverplichtingen bedragen EUR 12.204.000. Dit betreft voorwaardelijke pensioenverplichtingen (overgangsrechten) en is uitsluitend van toepassing voor op 31 december 2005 en 1 januari 2006 actieve deelnemers waarvan het dienstverband niet voortijdig is beëindigd. De inkoop van voorwaardelijke verplichtingen met betrekking tot de overgangsregeling extra pensioeninkoop lopen door tot en met 2020, die van de tijdelijke aanvullingsregeling tot en met 2012. Deze verplichtingen worden in de komende jaren gefinancierd uit de premiebijdragen.
Jaarverslag 2009
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
64
Het Pensioenfonds had per 31 december 2009 een indexatieachterstand. - Actieve deelnemers: 3,5% - Inactieve deelnemers: 2,53% De waarde van de indexatieachterstand bedraagt EUR 7.608.000. Zodra de financiële positie het toelaat kan het Bestuur eventueel besluiten tot het toekennen van inhaalindexatie. Deelnemers, pensioengerechtigden en gewezen deelnemers hebben geen recht op (inhaal)indexatie.
19. Verbonden partijen Identiteit van verbonden partijen Er is sprake van een relatie tussen de verbonden partijen tussen het Pensioenfonds en de sponsor, de aangesloten ondernemingen en hun bestuurders.
Transacties met bestuurders Inzake de beloning van bestuurders wordt verwezen naar pagina 70. Er zijn noch leningen verstrekt, noch is er sprake van vorderingen op (voormalige) bestuurders.
Overeenkomst met de onderneming Het Pensioenfonds heeft een uitvoeringsovereenkomst afgesloten met Koninklijke Ten Cate nv en Ten Cate Nederland bv (de onderneming). Deze overeenkomst geldt ook voor de door de onderneming aangewezen groepsmaatschappijen en deelnemingen. Het doel van deze overeenkomst is het vastleggen van de regeling omtrent de betaling van de bijdragen door de onderneming en de verplichtingen van het Pensioenfonds met betrekking tot de pensioenregeling(en). De hoogte van de bijdrage wordt vastgesteld aan de hand van de bepalingen in de Actuariële en Bedrijfstechnische Nota (ABTN). De onderneming heeft geen andere contractuele verplichting inzake bijdragen aan het Pensioenfonds.
20. Premiebijdragen (van werkgever en werknemers) Bedragen x EUR 1.000
2009
2008
Werkgeversgedeelte
7.049
4.827
Werknemersgedeelte
3.019
3.084
10.068
7.911
Stand per 31 december
De totale bijdrage voor de pensioenregeling van werkgever en werknemers bedraagt 30,0% (2008: 22,5%) van de pensioengrondslag. De totale bijdrage voor de aanvullingsregeling van werkgever en werknemers bedraagt 5,2% (2008: 3,9%) van de loonsom. In de bijdrage van de werkgever is een extra opslag van 50% begrepen ad EUR 2.350.000.
Jaarverslag 2009
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
65
Daarnaast betalen werknemers EUR 8,00 per maand voor de Anw-hiaatregeling en is in de premiebijdragen de storting ad EUR 547.000 (2008: EUR 538.000) in het kader van het pensioensparen meegenomen. De kostendekkende, gedempte kostendekkende en feitelijke premie volgens artikel 130 van de Pensioenwet zijn als volgt: Bedragen x EUR 1.000
2009
2008
Kostendekkende premie
8.875
6.954
Gedempte kostendekkende premie
7.182
8.278
10.068
7.911
Feitelijke premie
De aan het boekjaar toe te rekenen feitelijke premie is als bate verantwoord. De samenstelling van de kostendekkende en gedempte kostendekkende premie is als volgt: Bedragen x EUR 1.000
Kostendekkende Gedempte kosten-
Feitelijke
premie
dekkende premie
premie
7.355
5.906
-
1.145
901
-
375
375
-
8.875
7.182
7.719
Extra premie
-
-
2.350
Premie totaal
8.875
7.182
10.068
Onvoorwaardelijke aanspraken Solvabiliteitsopslag (16,8%)
17
Uitvoeringskosten -/- vrijval uitbetalingskosten
Totaal / „normale‟ premie
18
Kostendekkende premie De kostendekkende premie is berekend op basis van de door DNB gepubliceerde rentetermijnstructuur en op basis van de in het boekjaar waargenomen actuariële lasten. De kostendekkende premie bestaat uit de volgende componenten: De actuarieel benodigde premie voor de opbouw en risicodekking van alle onvoorwaardelijke onderdelen van de pensioentoezegging. De aan het strategische risicoprofiel van het pensioenfonds gerelateerde solvabiliteitsopslag op de premie voor de onvoorwaardelijke onderdelen van de pensioentoezegging, zijnde opslag voor het in stand houden van het vereist eigen vermogen. De benodigde opslag voor de uitvoeringskosten.
17 18
Op basis van vereiste dekkingsgraad primo 2009 bij de strategische beleggingsverdeling. De kostendekkende premie is inclusief 3,5% sterftetrendopslag en 2,0% opslag uitbetalingskosten.
Jaarverslag 2009
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
66
De gedempte kostendekkende premie In de Pensioenwet is het toegestaan om de kostendekkende premie te dempen. Premiedemping wordt bereikt door gebruik te maken van een (over maximaal 10 jaar) gemiddelde marktrente of beleggingsrendement of van een verwacht beleggingsrendement. Het Pensioenfonds maakt gebruik van de mogelijkheid van premiedemping en heeft gekozen voor een demping door het hanteren van een vaste discontovoet van 4,9%. Deze vaste discontovoet is gebaseerd op het verwachte beleggingsrendement, waarbij impliciet rekening is gehouden met de toeslagambitie van het Pensioenfonds. Afgezien van de vaste discontovoet zijn de samenstelling en de grondslagen van de gedempte kostendekkende premie gelijk aan die van de kostendekkende premie op marktwaarde.
Feitelijke premie; premiekorting of -terugstortingen De feitelijke premie is vastgelegd in de uitvoeringsovereenkomst tussen het Pensioenfonds en de aangesloten onderneming en tevens in de actuariële en bedrijfstechnische nota (ABTN) van het Pensioenfonds. Het Pensioenfonds hanteert een premiekorting wanneer de dekkingsgraad van het Pensioenfonds meer bedraagt dan de vereiste dekkingsgraad (minimaal 120%) + 20%-punt en voldaan wordt aan artikel 129 PW. Daarnaast mag, voor zover de premiekortingsgrens is bereikt, de vrijval van de aanwezige solvabiliteit over de daadwerkelijke uitkeringen als premiekorting in mindering worden gebracht. In het verslagjaar hebben echter geen premiekortingen of terugstortingen plaatsgevonden. De normale feitelijke premie is conform de uitvoeringsovereenkomst vastgesteld op 22,5% van de pensioengrondslagsom plus 3,9% van de salarissom. Voor 2009 komt dit neer op een bedrag van EUR 7.719.000. Omdat de dekkingsgraad lager is dan 110%, heeft conform de uitvoeringsovereenkomst een in 2009 extra premiestorting plaatsgehad van EUR 2.350.000, zijnde 50% van de normale werkgeverspremie. De totale feitelijke premie kwam daarmee in 2009 uit op EUR 10.068.000. De feitelijke premie bedraagt meer dan de kostendekkende premie op marktwaarde en is hoger dan de gedempte kostendekkende premie.
Jaarverslag 2009
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
67
21. Beleggingsresultaten risico pensioenfonds Bedragen x EUR 1.000
Directe
2009
Kosten van
Totaal
beleggings-
beleggings-
vermogens-
opbrengsten
opbrengsten
beheer
1.183
-2.051
-20
-888
-
20.836
-238
20.598
241
7.622
-243
7.620
Vastgoedbeleggingen Aandelen Vastrentende waarden Derivaten Overige beleggingen
Bedragen x EUR 1.000 2008
Indirecte
-
-425
-1
-426
-54
1.955
-112
1.789
1.370
27.937
-614
28.693
Totaal
Directe
Indirecte
Kosten van
beleggings-
beleggings-
vermogens-
opbrengsten
opbrengsten
beheer
Vastgoedbeleggingen Aandelen Vastrentende waarden Derivaten Overige beleggingen
1.193
-1.527
-13
-347
20
-43.910
-372
-44.262
682
18.827
-202
19.307
-
989
-8
981
89
-5.621
-141
-5.673
1.984
-31.242
-736
-29.994
2009
2008
-
1.221
83
106
-
87
83
1.414
22. Overige baten Bedragen x EUR 1.000 Van Bpf MITT ontvangen deel overreserves SUT Baten uit herverzekering (uitkeringen) Afrekening ROOT-premie Bpf MITT
Stand per 31 december
Jaarverslag 2009
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
68
23. Pensioenuitkeringen Bedragen x EUR 1.000
2009
2008
Ouderdomspensioen
-9.214
-9.156
Nabestaandenpensioen (partnerpensioen)
-3.262
-3.047
-33
-31
Wezenpensioen Anw-hiaatpensioen
-132
-101
Vroegpensioen
-1.060
-1.021
Aanvullingsuitkering
-1.590
-1.425
-44
-38
-
-5
-15.335
-14.824
Afkopen Overig
Stand per 31 december
De indexatie van de uitkeringen per 1 januari 2009 zoals vastgesteld door het Bestuur bedraagt 0,00% (2008: 1,48%). De post “Afkopen” betreft de afkoop van pensioenen die lager zijn dan EUR 417,74 (2008: EUR 406,44) per jaar (de afkoopgrens) overeenkomstig de Pensioenwet.
24. Pensioenuitvoeringskosten Bedragen x EUR 1.000
2009
Bestuurskosten
2008
-42
-39
Personeelskosten
-345
-278
Administratiekosten
-144
-176
Communicatiekosten
-39
-44
Controle- en advieskosten
-195
-160
Contributies en bijdragen
-16
-20
Huisvestingskosten
-27
-26
Overige
-12
-20
-581
-707
-1.401
-1.470
96
89
-1.305
-1.381
614
736
-691
-645
Externe kosten vermogensbeheer
Totaal kosten Kosten doorberekend
Kosten pensioenfonds Kosten vermogensbeheer
Kosten uitvoering pensioenregeling
Jaarverslag 2009
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
69
In de controle- en advieskosten is het honorarium opgenomen van de externe accountant van het Pensioenfonds ad EUR 28.415 voor de controle van de jaarrekening en de staten (2008: EUR 32.000). Overeenkomstig artikel 96 van de Pensioenwet wordt vermeld dat het Pensioenfonds in het afgelopen jaar geen dwangsommen en boetes zijn opgelegd.
25. Aantal personeelsleden Bij het Pensioenfonds zijn ultimo boekjaar vier werknemers in dienst (3,8 fte).
26. Bezoldiging bestuurders De bezoldiging voor de bestuurders tezamen bedraagt EUR 30.000 (2008: EUR 30.000).
27. Pensioenopbouw Onder pensioenopbouw is opgenomen de actuarieel berekende waarde van de diensttijdopbouw. Dit is het effect op de voorziening pensioenverplichtingen van de in het verslagjaar opgebouwde nominale rechten ouderdomspensioen en nabestaandenpensioen. Verder zijn hierin begrepen de toegekende rechten inzake de tijdelijke aanvullingsregeling op het vroegpensioen voor deelnemers die vóór 65 jaar met pensioen zijn gegaan en de pensioenspaarstorting van deelnemers aan de vrijwillige pensioenspaarregeling. De pensioenopbouw bedraagt EUR 6.940.000 (2008: EUR 5.566.000).
28. Indexering en overige toeslagen Het Pensioenfonds streeft ernaar de opgebouwde pensioenrechten van de actieve deelnemers jaarlijks aan te passen aan de loonontwikkeling volgens de CAO MITT. De indexering heeft een voorwaardelijk karakter. Dit betekent dat geen recht op indexering bestaat en dat het niet zeker is of en in hoeverre in de toekomst indexering kan plaatsvinden. Een eventuele achterstand in de indexering kan in principe voor een beperkte periode worden ingehaald. De indexatie voor 19 actieve deelnemers bedraagt EUR 0 (2008: EUR 0). Het Pensioenfonds streeft er tevens naar de ingegane pensioenen en de premievrije pensioenrechten (gewezen deelnemers) jaarlijks aan te passen aan de ontwikkeling van de prijsindex. Ook deze indexering heeft een voorwaardelijk karakter. Een eventuele achterstand in de indexering kan in principe voor een beperkte periode ingehaald worden. De indexatie voor de gepensioneerden en gewezen deelnemers bedraagt EUR 0 (2008: EUR 0).
19
Conform het voorwaardelijke indexatiebeleid zijn de premievrije en ingegane pensioenrechten per 1 januari 2010 niet verhoogd. Het Bestuur heeft in haar vergadering van 18 januari 2010 besloten de rechten van de actieve deelnemers met 2,6% te verhogen. Omdat de besluitvorming over deze indexatieverlening na het verslagjaar heeft plaatsgehad, zijn deze toeslagen niet verwerkt in de Technische Voorzieningen ultimo 2009.
Jaarverslag 2009
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
70
De pensioengrondslagen van de arbeidsongeschikte deelnemers zijn wel aangepast. De contante waarde van de verhogingen van pensioenaanspraken voortvloeiend uit de aanpassing van de pensioengrondslagen bedraagt in totaal EUR 1.000 (2008: EUR 63.000).
29. Rentetoevoeging voorziening pensioenverplichtingen De pensioenverplichtingen zijn opgerent met 2,544% (2008: 4,696%), zijnde EUR 7.040.000 (2008: EUR 10.655.000).
30. Onttrekking uit voorziening pensioenverplichtingen voor pensioenuitkeringen Verwachte toekomstige pensioenuitkeringen worden vooraf actuarieel berekend en opgenomen in de voorziening pensioenverplichtingen. De onder dit hoofd opgenomen afname van de voorziening betreft het bedrag dat vrijkomt ten behoeve van de financiering van de pensioenen van de verslagperiode. De pensioenverplichtingen zijn verminderd met EUR 15.301.000 (2008: EUR 14.656.000).
31. Onttrekking uit voorziening pensioenverplichtingen voor pensioenuitvoeringskosten Toekomstige pensioenuitvoeringskosten (in het bijzonder excassokosten) worden vooraf actuarieel berekend en opgenomen in de voorziening pensioenverplichtingen. De onder dit hoofd opgenomen afname van de voorziening betreft het bedrag dat vrijkomt ten behoeve van de financiering van de kosten van de verslagperiode. De pensioenverplichtingen zijn verminderd met EUR 316.000 (2008: EUR 304.000).
32. Wijziging marktrente Jaarlijks wordt per 31 december de marktwaarde van de technische voorzieningen herrekend door toepassing van de actuele rentetermijnstructuur. Het effect van de verandering van de rentetermijnstructuur wordt verantwoord onder het hoofd wijziging marktrente. De stijging van de rentetermijnstructuur in 2009 heeft geleid tot een afname van de pensioenverplichtingen van EUR 7.262.000 (2008: toename EUR 40.452.000).
33. Wijziging actuariële uitgangspunten Jaarlijks worden de actuariële grondslagen en/of methoden beoordeeld en mogelijk herzien ten behoeve van de berekening van de actuele waarde van de pensioenverplichtingen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van interne en externe actuariële deskundigheid. Dit betreft onder meer de vergelijking van veronderstellingen ten aanzien van sterfte, langleven, arbeidsongeschiktheid met werkelijke waarnemingen voor de gehele bevolking als voor de populatie van het Pensioenfonds.
Jaarverslag 2009
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
71
De vaststelling van de toereikendheid van de voorziening voor pensioenverplichtingen is een inherent onzeker proces, waarbij gebruik wordt gemaakt van schattingen en oordelen door het Bestuur van het Pensioenfonds. Het effect van wijzigingen wordt verantwoord in het resultaat op het moment dat de actuariële uitgangspunten worden herzien. In 2009 heeft dit niet geleid tot een mutatie van de pensioenverplichtingen (2008: EUR 0).
34. Overige wijzigingen Bedragen x EUR 1.000
2009
2008
-338
-1.018
534
513
Arbeidsongeschiktheid
-364
-188
Subtotaal
-168
-693
Wijziging overige verzekeringstechnische grondslagen
-177
30
Stand per 31 december
-345
-663
Resultaat op kanssystemen: Sterfte Vrijval van sterftetrendopslag over de uitkeringen
35. Wijziging herverzekeringsdeel technische voorzieningen Bedragen x EUR 1.000 Rentetoevoeging Pensioenuitkeringen
2009
2008
12
-19
-54
54
Wijziging grondslagen (sterftetafels)
14
2
Wijziging marktrente
11
-34
-17
3
Stand per 31 december
Jaarverslag 2009
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
72
36. Saldo overdracht van rechten Bedragen x EUR 1.000
2009
2008
Inkomende waardeoverdrachten
337
244
Uitgaande waardeoverdrachten
-166
-173
171
71
Toevoeging aan de voorziening voor pensioenverplichtingen
-513
-778
Onttrekking aan de voorziening voor pensioenverplichtingen
269
692
-244
-86
-73
-15
Saldo overdracht van rechten
Wijziging uit hoofde van overdracht van rechten
Resultaat overdracht van rechten
Waardeoverdracht betreft de ontvangst van of overdracht aan pensioenfonds of pensioenverzekeraar van respectievelijk de vorige of nieuwe werkgever van de contante waarde van premievrije pensioenaanspraken van deelnemers, die tot de ontslagdatum zijn opgebouwd. De ontvangen koopsommen worden aangewend voor de inkoop van extra dienstjaren.
37. Overige lasten Bedragen x EUR 1.000 Premies herverzekering (overlijdensrisico) Dotatie aan de voorziening aanpassing sterftegrondslagen
2009
2008
-33
-33
-8.380
-747
Dotatie aan de voorziening arbeidsongeschiktheid
-61
-431
Afwaardering aandeel herverzekering in VPV
-15
-
-8.489
-1.211
Stand per 31 december
Jaarverslag 2009
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
73
38. Belastingen De activiteiten van het Pensioenfonds zijn vrijgesteld van belastingheffing in het kader van de vennootschapsbelasting.
Jaarverslag 2009
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
74
Almelo, 10 juni 2010
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate Het Bestuur
Drs. L.J. Kuipers Voorzitter
Jaarverslag 2009
Drs. S. Canel Secretaris
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
75
Overige gegevens Statutaire regeling omtrent de bestemming van het saldo van baten en lasten Ten aanzien van de bestemming van het saldo van baten en lasten is geen bepaling opgenomen in de statuten van het Pensioenfonds. Het Bestuur van het Pensioenfonds heeft op 10 juni 2010 besloten het positieve resultaat over 2009 van EUR 22.792.000 als volgt toe te voegen aan het eigen vermogen: - EUR 237.000 ten laste van de bestemmingsreserves, en - EUR 23.029.000 ten gunste van de algemene reserve.
Gebeurtenissen na balansdatum Indexatie 2010 Het Bestuur heeft in haar vergadering van 18 januari 2010 besloten geen indexatie toe te kennen aan pensioengerechtigden en gewezen deelnemers. Voor actieve deelnemers is per 1 januari 2010 een indexatie op de reeds opgebouwde pensioenen toegekend van 2,6%. Hierdoor zijn de technische voorzieningen per 1 januari 2010 met EUR 1.839.000 toegenomen. Premie 2010 De feitelijke premie is tot en met boekjaar 2009 vastgesteld op 22,5% van de pensioengrondslagsom plus 3,9% van de salarissom. In 2009 is het niveau van de feitelijke premie (doorsneepremie) opnieuw vastgesteld voor in principe een periode van vijf jaar te rekenen vanaf 2010. Uit het premieonderzoek is gebleken dat ook voor de komende vijf jaar naar verwachting gerekend kan worden met dezelfde premieniveaus als voor 2009 van 22,5% respectievelijk 3,9%. Omdat de dekkingsgraad ultimo 2009 lager is dan 110%, wordt conform de uitvoeringsovereenkomst, de opslag van 50% op het werkgeversdeel van de premie, gecontinueerd.
Jaarverslag 2009
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
76
Actuariële verklaring Opdracht Door Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate te Almelo is aan Towers Watson de opdracht verleend tot het afgeven van een actuariële verklaring als bedoeld in de Pensioenwet over het boekjaar 2009. Gegevens De gegevens waarop mijn onderzoek is gebaseerd, zijn verstrekt door en tot stand gekomen onder de verantwoordelijkheid van het bestuur van het pensioenfonds. Voor de toetsing van de fondsmiddelen en voor de beoordeling van de vermogenspositie heb ik mij gebaseerd op de financiële gegevens die ten grondslag liggen aan de jaarrekening. In overeenstemming met de richtlijn “Samenwerking tussen accountant en actuaris ter zake van de controle van verantwoordingen van verzekeringsinstellingen” heeft de accountant van het pensioenfonds mij geïnformeerd over zijn bevindingen ten aanzien van de betrouwbaarheid en de volledigheid van de administratieve basisgegevens en de overige uitgangspunten die voor mijn oordeelsvorming van belang zijn. Werkzaamheden Ter uitvoering van de opdracht heb ik onderzocht of is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet. De door het pensioenfonds verstrekte administratieve basisgegevens en de bevindingen van de accountant ten aanzien hiervan zijn zodanig dat ik die gegevens als uitgangspunt voor mijn beoordelingswerkzaamheden heb aanvaard. Als onderdeel van de werkzaamheden voor de opdracht: - heb ik ondermeer onderzocht of de technische voorzieningen, het minimaal vereist eigen vermogen en het vereist eigen vermogen toereikend zijn vastgesteld; en - heb ik mij een oordeel gevormd over de vermogenspositie van het pensioenfonds. Mijn onderzoek heb ik zodanig uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de resultaten geen onjuistheden van materieel belang bevatten. Ik heb mij een oordeel gevormd over de waarschijnlijkheid waarmee het pensioenfonds de tot balansdatum aangegane verplichtingen kan nakomen, mede in aanmerking nemend het financieel beleid van het pensioenfonds. De beschreven werkzaamheden en de uitvoering daarvan zijn in overeenstemming met de binnen het Actuarieel Genootschap geldende normen en gebruiken, en vormen naar mijn mening een deugdelijke grondslag voor mijn oordeel. Oordeel De technische voorzieningen zijn, overeenkomstig de beschreven berekeningsregels en uitgangspunten, als geheel bezien, toereikend vastgesteld.
Jaarverslag 2009
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
77
Het eigen vermogen van het pensioenfonds is op de balansdatum lager dan het wettelijke vereist eigen vermogen, maar niet lager dan het wettelijk minimaal vereist eigen vermogen. Gemeten naar de wettelijke maatstaf is ten aanzien van de verplichtingen, aangegaan tot balansdatum, sprake van een reservetekort. Met inachtneming van het voorafgaande heb ik mij ervan overtuigd dat is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet met uitzondering van artikel 132, vanwege het reservetekort. De vermogenspositie van Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate is naar mijn mening niet voldoende, vanwege het reservetekort. Apeldoorn, 10 juni 2010
D. den Heijer AAG verbonden aan Towers Watson
Jaarverslag 2009
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
78
Accountantsverklaring Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit verslag opgenomen jaarrekening 2009 van Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate te Almelo bestaande uit de balans per 31 december 2009 en de staat van baten en lasten over 2009 met de toelichting gecontroleerd. Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW. Deze verantwoordelijkheid omvat onder meer: het ontwerpen, invoeren en in stand houden van een intern beheersingssysteem relevant voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat, zodanig dat deze geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevat, het kiezen en toepassen van aanvaardbare grondslagen voor financiële verslaggeving en het maken van schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht. Dienovereenkomstig zijn wij verplicht te voldoen aan de voor ons geldende gedragsnormen en zijn wij gehouden onze controle zodanig te plannen en uit te voeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De keuze van de uit te voeren werkzaamheden is afhankelijk van de professionele oordeelsvorming van de accountant, waaronder begrepen zijn beoordeling van de risico‟s van afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. In die beoordeling neemt de accountant in aanmerking het voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat relevante interne beheersingssysteem, teneinde een verantwoorde keuze te kunnen maken van de controlewerkzaamheden die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn maar die niet tot doel hebben een oordeel te geven over de effectiviteit van het interne beheersingssysteem van de entiteit. Tevens omvat een controle onder meer een evaluatie van de aanvaardbaarheid van de toegepaste grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van schattingen die het bestuur van de entiteit heeft gemaakt, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate per 31 december 2009 en van het resultaat over 2009 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW.
Jaarverslag 2009
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
79
Verklaring betreffende andere wettelijke voorschriften en/of voorschriften van regelgevende instanties Op grond van de wettelijke verplichting ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder f BW melden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW. Utrecht, 10 juni 2010 KPMG ACCOUNTANTS N.V.
H.P. van der Horst RA
Jaarverslag 2009
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
80
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate Brugstraat 2 Postbus 126 T +31 (0)546 455 753 F +31 (0)546 455 879 I www.pensioenfondstencate.nl
CAT0036_cover_.indd 2
7600 AC Almelo
••• 24-06-10 11:01