jaarVERSLAG 2005 Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
Inhoud Kerncijfers
3
Profielschets van Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate
5
Overzicht deelnemende werkmaatschappijen
6
Bestuur en functionarissen per 8 juni 2006
7
Bestuursverslag
8
Jaarrekening Balans per 31 december 2005, na resultaatbestemming
19
Staat van baten en lasten over 2005
20
Kasstroomoverzicht
21
Actuariële en bedrijfstechnische analyse
22
Algemene toelichting
23
Toelichting op de balans
27
Toelichting op de staat van baten en lasten
34
Toelichting op de actuariële en bedrijfstechnische analyse
38
Overige gegevens Voorstel resultaatverdeling
40
Overeenkomst met de onderneming
40
Actuariële verklaring
41
Accountantsverklaring
42
Begrippenlijst
43
Pensioenfonds Jaarverslag 2005
Kerncijfers (bedragen x € 1.000,-) Kerncijfers
1 2
2005
2004
2003
2002
2001
Aantal verzekerden Actieve deelnemers 1.220 1.353 1.369 Premievrije deelnemers (‘slapers’) 1.097 1.020 1.029 Pensioentrekkenden 1.329 1.299 1.296 Totaal 3.646 3.672 3.694
1.414 1.023 1.263 3.700
1.556 949 1.219 3.724
Pensioentrekkenden per soort Ouderdomspensioen 760 751 759 Partnerpensioen 449 445 441 Wezenpensioen 13 9 10 Vroegpensioen 107 94 86 Totaal 1.329 1.299 1.296
750 442 7 64 1.263
731 438 6 44 1.219
Gemiddelde leeftijd Actieve deelnemers 45,2 44,8 44,5 Premievrije deelnemers (‘slapers’) 46,3 46,2 45,6 Pensioentrekkenden 73,9 74,2 74,0
43,4 45,6 73,9
43,9 45,8 74,0
Belegd vermogen Onderhandse leningen1 9.680 10.171 14.590 1 Obligaties 144.078 137.367 125.390 Aandelen 94.332 102.919 104.474 Onroerend goed 19.313 - - Hedgefondsen 14.380 - - Geldmarktbeleggingen 8.358 11.131 - Totaal 290.141 261.588 244.454
59.554 77.229 92.901 - - - 229.684
72.470 60.991 138.205 271.666
Beleggingsopbrengsten Directe opbrengsten 7.607 9.577 8.362 10.708 Indirecte opbrengsten 24.583 10.442 11.837 -42.567 Kosten vermogensbeheer2 -633 -502 -392 -387 Totaal 31.557 19.517 19.807 -32.246
9.993 -27.103 -451 -17.561
De lopende rente wordt vanaf dit boekjaar meegeteld in het belegd vermogen. Vergelijkende cijfers zijn aangepast. Kosten vermogensbeheer eigen organisatie zijn in de cijfers van 2005 en 2004 verwerkt. Vergelijkende cijfers vóór 2004 zijn niet aangepast.
vervolg Kerncijfers Kerncijfers 2005 Dekkingsgraad op basis van vaste rekenrente Pensioenvermogen 288.713 Pensioenverplichtingen (4%) 235.308 Dekkingsgraad 122,7%
2004
2003
2002
2001
261.073 228.849 114,1%
244.316 227.707 107,3%
231.142 218.504 105,8%
270.735 203.033 133,3%
Dekkingsgraad op basis van marktrente Pensioenvermogen 288.713 3 Pensioenverplichtingen (3,7%) 244.803 Dekkingsgraad 117,9%
Performance Beleggingsrendement 12,7% 8,2% 8,9% Benchmark 12,8% 8,7% 9,0% Pensioenuitvoering Premiebijdragen 8.860 9.383 5.230 Pensioenuitkeringen 12.070 11.705 11.090 Saldo overdrachten van rechten 54 305 352 Pensioenuitvoeringskosten4 589 699 766
3
-12,0% -11,0%
-5,9% -4,9%
2.572 10.158 993 706
1.927 9.381 221 873
In het boekjaar 2005 is de marktrente gedaald onder de maximale rekenrente van 4%. Dientengevolge is de voorziening pensioenverplichtingen
ultimo 2005 niet meer gebaseerd op de maximale rekenrente van 4%, maar op de door De Nederlandsche Bank gepubliceerde rentetermijnstructuur (gemiddeld 3,7%). 4
In het boekjaar 2005 en 2004 zijn de pensioenuitvoeringskosten verminderd met de personeelskosten die betrekking hebben op vermogensbeheer
(2005: 34 en 2004: 29). Vergelijkende cijfers vóór 2004 zijn niet aangepast.
Pensioenfonds Jaarverslag 2005
Profielschets van Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate (hierna te noemen “TenCate Pensioenfonds“) is een ondernemingspensioenfonds dat vrijwel alle regelingen met een zogenaamd uitgesteld loonkarakter uitvoert voor de medewerkers in dienst van de Nederlandse werkmaatschappijen van Koninklijke Ten Cate nv. Ultimo 2005 waren alle Nederlandse werkmaatschappijen aangesloten. De werkmaatschappijen, onderdeel uitmakend van Ten Cate Nederland bv en vallend onder de CAO voor de Textielindustrie, zijn vrijgesteld van deelname aan het bedrijfstakpensioenfonds. Voorts neemt een aantal werkmaatschappijen, vallend onder de CAO voor de Kunststof- en Rubberindustrie, deel aan de regelingen welke minimaal gelijkwaardig zijn aan de in deze CAO vermelde regelingen voor ouderdoms- en vroegpensioen. TenCate Pensioenfonds wordt bestuurd door een algemeen bestuur bestaande uit 6 werkgeversleden, benoemd door de raad van bestuur van Koninklijke Ten Cate nv en 6 deelnemersleden, benoemd door de centrale ondernemingsraad (COR). In beide geledingen is een gepensioneerde opgenomen. Vanuit het algemeen bestuur is een paritair samengesteld dagelijks bestuur bestaande uit 4 personen benoemd. De uitvoeringsorganisatie bestaat in totaliteit uit 5 medewerkers. De manager pensioenfonds neemt deel aan alle vergaderingen van het dagelijks bestuur, het algemeen bestuur en de beleggingscommissie. De regelingen welke tot en met het boekjaar door TenCate Pensioenfonds worden uitgevoerd zijn de volgende: ouderdomspensioenregeling (inclusief partnerpensioen); vroegpensioenregeling; pensioenspaarregeling; Anw-hiaatpensioen. De vroegpensioen- en ouderdomspensioenregeling betreffen een eindloonregeling van 80% op 62-jarige leeftijd, respectievelijk 70% (is tezamen met het AOW-pensioen) op 65-jarige leeftijd van het vaste salaris en een geïndexeerde opbouwregeling voor wat betreft variabele salarisbestanddelen. Verder kent de ouderdomspensioenregeling een latent partnerpensioen van 70% van het te bereiken ouderdomspensioen. Voor wat betreft de vroegpensioenregeling bestaat de mogelijkheid het vroegpensioen eerder of later in te laten gaan. Indien de middelen van TenCate Pensioenfonds het toelaten worden - onder voorwaarden - de aanspraken in de vroegpensioenen ouderdomspensioenregeling jaarlijks geïndexeerd. Voor de werknemers, vallend onder de CAO voor de Textielindustrie, is een pensioenspaarregeling van toepassing. Deze regeling biedt de mogelijkheid jaarlijks een aantal bruto loonbestanddelen te sparen, waarmee extra (vroeg)pensioenrechten kunnen worden verkregen. Tevens wordt onder verantwoordelijkheid van een separate stichting (Stichting STUIVER) de administratie voor de verlofspaarregeling van Ten Cate Nederland bv en de tijdelijke overgangsregeling in de vroegpensioenregeling uitgevoerd. De tijdelijke overgangsregeling vervalt met ingang van 2006. Met ingang van 2006 is een nieuwe pensioenregeling en een tijdelijke aanvullingsregeling van toepassing. De vroegpensioenregeling is tegelijkertijd vervallen. De nieuwe pensioenregeling heeft de volgende kenmerken: Middelloon; Opbouwpercentage: 2,1%; Franchise 2006: € 13.700; Voorwaardelijke indexatie; Toetredingsleeftijd: 18 jaar; Pensioenleeftijd: 65 jaar; Voorwaardelijke overgangsregeling extra pensioeninkoop voor deelnemers geboren vanaf 1950; Aanvullingsregeling op het opgebouwd vroegpensioen voor deelnemers geboren vóór 1950. Het vermogensbeheer van TenCate Pensioenfonds is uitbesteed aan diverse binnenlandse en buitenlandse vermogensbeheerders. Toezicht hierop geschiedt door een intern samengestelde beleggingscommissie. De beleggingscommissie wordt ondersteund door een externe asset consultant.
Overzicht deelnemende werkmaatschappijen De volgende werkmaatschappijen nemen deel aan de pensioenregeling waarbij per werkmaatschappij het aantal actieve deelnemers is vermeld: Deelnemende werkmaatschappijen 31-12-2005 31-12-2004 Koninklijke Ten Cate nv / Ten Cate Nederland bv 29 27 1 Multistiq International Coating bv 0 26 Nymplex bv 19 21 Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate 5 5 Ten Cate Advanced Composites bv 74 69 Ten Cate Advanced Spinning bv 24 23 Ten Cate Advanced Textiles bv 36 20 Ten Cate Advanced Weaving 69 65 Ten Cate Assurantiën bv 2 2 Ten Cate Enbi International bv 17 16 Ten Cate Nicolon bv 114 119 Ten Cate Permess bv1 0 71 Ten Cate Plasticum Ede bv 54 55 Ten Cate Plasticum Tilburg bv 76 77 Ten Cate Protect bv 157 158 Ten Cate Services bv 6 8 Ten Cate Technical Fabrics bv 160 169 Ten Cate Thiobac bv 145 159 Ten Cate Thiolon bv 169 191 1.1562 1.281 Arbeidsongeschikte ex-werknemers 60 62 Sociaal Plan 4 10 Totaal 1.220 1.353 De pensioenspaarregeling is van toepassing op werknemers bij werkmaatschappijen van Koninklijke Ten Cate nv vallend onder de CAO voor de Textielindustrie en voor werknemers van de zogenaamde ‘Hay-groep’ die werkzaam zijn bij werkmaatschappijen waar deze CAO wordt toegepast. In totaal nemen 897 werknemers (2004: 980) deel aan de pensioenspaarregeling.
1
Deze bedrijven zijn in december 2005 door Koninklijke Ten Cate nv verkocht. De aanspraken van de deelnemers zijn per 31 december 2005 premievrij gemaakt.
2
In dit totaal zijn 26 (gedeeltelijke) arbeidsongeschikte werknemers meegeteld (2004: 46).
Pensioenfonds Jaarverslag 2005
Bestuur en functionarissen per 8 juni 2006 Algemeen bestuur Benoemd door de onderneming: L.J. Kuipers, voorzitter G.J. Getkate, 2e voorzitter F.R. Spaan S. Malgaz J.H.A.J. Gritter, vanaf 1 april 2006 J.J. de Jong Benoemd door de COR: Aftredend per 30 november: 2006 C.P.C.G. de Bruijn, 2e secretaris, vanaf 1 mei 2005 2007 A. Schipper 2008 A.J. Oude Hergelink, secretaris 2009 H.J. Dul 2010 J.C.M. Halkes 2011 J. Vlietstra
plaatsvervangers: P. van der Linde F. ten Oever B.A.F. Keijzer
plaatsvervangers: L.J.F. Fens K.P. Zwarts J. Hartkamp H.B. Jansen H. Michel
Dagelijks bestuur L.J. Kuipers, voorzitter G.J. Getkate, 2e voorzitter A.J. Oude Hergelink, secretaris C.P.C.G. de Bruijn, 2e secretaris Beleggingscommissie A.J. Oude Hergelink, voorzitter H. Scheppink, secretaris F.R. Spaan H.G. Noorlander-Bunt Pensioenbureau W.B.E. Rutgers, manager pensioenfonds A.S. Tepper J.H. Schoemaker N.F. Bosma S.I. Stiggelbout Actuaris Towers Perrin Accountant KPMG Accountants N.V.
Bestuursverslag Algemeen Beleggingsrendement 12,7% Het beleggingsrendement over 2005 bedroeg 12,7% (2004: 8,2%). Alle beleggingscategorieën leverden een positieve bijdrage aan het behaalde rendement. Het beleggingsrendement was 0,1% lager dan de interne benchmark van 12,8%. Deze underperformance werd veroorzaakt door de beleggingscategorie vastrentende waarden. Pensioenvermogen stijgt hierdoor Het pensioenvermogen bedroeg ultimo 2005 € 288,7 miljoen (2004: € 261,0 miljoen). Extra verhoging voorziening pensioenverplichtingen door daling marktrente onder 4% De voorziening pensioenverplichtingen (VPV) over het boekjaar 2005 wordt in overeenstemming met voorgaande boekjaren vastgesteld conform de Actuariële Principes Pensioenfondsen (het APP-beleid). Het APP-beleid staat een rekenrente van maximaal 4% toe. Tot en met boekjaar 2004 bevond de marktrente zich overwegend boven de 4%. In het afgelopen boekjaar is de marktrente onder de 4% gedaald. Dientengevolge is de VPV ultimo 2005 niet gebaseerd op een rekenrente van 4%, maar op de per 31 december 2005 van toepassing zijnde rentetermijnstructuur zoals gepubliceerd door De Nederlandsche Bank (DNB) (gemiddeld 3,7%). De VPV komt hierdoor circa 4% hoger te liggen. De VPV op basis van 4% rekenrente bedroeg ultimo 2005 € 235,3 miljoen (2004: € 228,8). Toepassing van de rentetermijnstructuur leidt tot een verhoging van de VPV met € 9,5 miljoen naar € 244,8 miljoen. Financiële positie is verbeterd, maar nog steeds onvoldoende Ultimo 2005 bedroeg de dekkingsgraad op basis van marktrente 117,9%. De dekkingsgraad gebaseerd op de vaste rekenrente is 122,7% (2004: 114,1%). De algemene reserve is gestegen van € 32,2 miljoen naar € 43,9 miljoen. Er zijn voldoende middelen ter dekking van de VPV, maar het aanwezige weerstandsvermogen, dat dient voor het opvangen van fluctuaties in de beleggingen, is van onvoldoende niveau. Er is dus sprake van een reservetekort. Reservetekort Sinds eind 2002 is sprake van een reservetekort. TenCate Pensioenfonds heeft op basis van dit reservetekort een plan van aanpak ingediend bij DNB. Op grond van het plan van aanpak werd ultimo 2005 een dekkingsgraad verwacht van 115,7%. DNB heeft destijds aangegeven dat het plan van aanpak voldoet aan de eisen die zij hieraan stelt. Per 31 december 2005 bedraagt de werkelijke dekkingsgraad 117,9%. De benodigde dekkingsgraad bedraagt ultimo 2005 125,8%. De feitelijke vermogenspositie is derhalve beter dan de in het plan van aanpak opgenomen prognose, maar er is nog steeds een reservetekort (€ 19,3 miljoen). Financieel toetsingskader Hoewel het nieuwe financieel toetsingskader (FTK), als onderdeel van de nieuwe pensioenwet, naar verwachting op 1 januari 2007 van kracht wordt, kunnen pensioenfondsen opteren om met ingang van verslagjaar 2004 de beleidsregels reeds toe te passen. Het bestuur van TenCate Pensioenfonds heeft ervoor gekozen het huidige beleid te blijven volgen en nog niet over te gaan naar beleid dat aansluit op de nieuwe pensioenwet. Wel heeft het bestuur de financiële positie van TenCate Pensioenfonds op basis van het FTK laten berekenen, om zo inzicht te krijgen in de effecten daarvan. Hierbij is gebruik gemaakt van een zo goed mogelijke schatting. De definitieve uitwerking van het FTK kan dientengevolge op een aantal punten afwijken. De VPV bedraagt op basis van het FTK ultimo 2005 € 252,5 miljoen. Op basis van de strategische beleggingsmix voor het boekjaar 2006 zou het vereist eigen vermogen uitkomen op € 41,3 miljoen, hetgeen overeenkomt met 16,4% van de FTK-voorziening pensioenverplichtingen. Dit resulteert in een vereiste dekkingsgraad van 116,4%. Op basis van het FTK ligt de aanwezige dekkingsgraad (114,3%) beneden de vereiste dekkingsgraad (116,4%). Premiebijdrage van werkgever en werknemer In het boekjaar zijn de reglementaire premies afgedragen.
Pensioenfonds Jaarverslag 2005
Indexatie per 1 januari 2006: 1,45% Zolang geen sprake is van een premiekorting wordt ten hoogste een indexatie op basis van prijsinflatie toegekend. De hoogte van de indexatie is afhankelijk van de financiële positie van TenCate Pensioenfonds. Het bestuur heeft besloten per 1 januari 2006 de volledige indexatie van 1,45% toe te kennen. Dit percentage is gelijk aan de stijging van de afgeleide consumentenprijsindex alle huishoudens in de periode oktober 2004 - oktober 2005. De ambitie van TenCate Pensioenfonds is om het pensioen jaarlijks te indexeren. De indexatie van het pensioen is voorwaardelijk en wordt gefinancierd uit de overrendementen; er is geen recht op indexatie en het is niet zeker of en in hoeverre in de toekomst indexatie zal plaatsvinden. Er is geen geld gereserveerd voor indexatie.
Bestuur Bestuurssamenstelling De heer C.P.C.G. de Bruijn (werknemer van Ten Cate Thiolon bv en lid van de COR) is per 1 mei 2005 als secretaris toegetreden tot het bestuur. De heer J.H.A.J. Gritter (hoofd arbeidsvoorwaarden & management development van Koninklijke Ten Cate nv) is in het 1e kwartaal van 2006 benoemd als werkgeverslid en neemt de plaats van de heer P. van der Linde in. De heer Van der Linde is op hetzelfde moment plaatsvervangend bestuurslid geworden. De nieuwe bestuursleden hebben inmiddels de toetsingsprocedure van DNB voor deskundigheid en betrouwbaarheid met succes doorlopen. Per 1 november 2005 waren de heren J. Vlietstra en H. Michel volgens het rooster aftredend. Beiden zijn herbenoemd. Mevrouw H.T. Kooi en de heer M.U. de Beurs zijn beiden uit dienst getreden en het plaatsvervangende bestuurslidmaatschap is gelijktijdig beëindigd. In afwachting van de nieuwe bestuursstructuur in het kader van Pension Fund Governance worden de vacatures van plaatsvervangende bestuursleden niet ingevuld. Bestuursvergaderingen In het verslagjaar zijn vijf bestuursvergaderingen gehouden. Daarnaast is een aparte vergadering gehouden waarin het jaarverslag 2004 door het bestuur is vastgesteld. Het dagelijks bestuur heeft tien keer vergaderd. De manager neemt vanuit zijn functie deel aan alle bestuursvergaderingen. Gedragscode Alle direct bij TenCate Pensioenfonds betrokkenen (bestuur en medewerkers) hebben zich geconformeerd aan de gedragscode van TenCate Pensioenfonds door het ondertekenen ervan. Deskundigheidseisen De nieuw te benoemen (plaatsvervangende) bestuursleden zullen allen een introductiecursus “pensioenen” volgen. Bij de keuze van de kandidaten wordt in goed overleg met de COR en de raad van bestuur rekening gehouden met een juiste deskundigheidsinbreng in het bestuur. Voor alle (plaatsvervangende) bestuursleden wordt twee keer per jaar een voorlichtingsdag georganiseerd. Daarnaast worden zij door middel van periodieken van onder meer Opf, actuariële bureaus en de vermogensbeheerder van de ontwikkelingen in pensioenland op de hoogte gehouden. In verband met de wijzigingen in de bestuurssamenstelling is een aangepaste bestuursmatrix als bijlage van het deskundigheidsplan ingediend bij DNB.
Pensioenbureau In het boekjaar zijn geen personele wijzigingen opgetreden. Mevrouw Tepper heeft aangekondigd per 1 juli 2006 vervroegd met pensioen te gaan.
Interne (pensioen)ontwikkelingen Onderzoek door De Nederlandsche Bank Gedurende het boekjaar heeft DNB een onderzoek uitgevoerd. De onderzoeksbevindingen zijn besproken met het dagelijks bestuur en de manager pensioenfonds en daarna schriftelijk bevestigd. Deze brief is behandeld in de vergadering van het algemeen bestuur. Een aantal zaken is afgehandeld. Bij de aanpassing van de statuten en de actuariële bedrijfstechnische nota zal rekening worden gehouden met de bevindingen van DNB. De nieuwe zorgverzekering Met ingang van 1 januari 2006 is de nieuwe Zorgverzekeringswet in werking getreden. TenCate Pensioenfonds is verplicht de bijdrage van 4,4% voor de zorgverzekering op alle pensioenen in te houden. Het maximum inkomen waarop de bijdrage voor de zorgverzekering wordt ingehouden is € 30.015,00. Koninklijke Ten Cate nv heeft een collectief zorgverzekeringscontract bij Groene Land Achmea afgesloten. Dit contract is ook van toepassing op de gepensioneerden van TenCate Pensioenfonds. EDS en Towers Perrin starten joint venture: ExcellerateHRO De pensioenadministratie activiteit (Lifetime) is verhuisd naar een nieuwe joint venture, opgericht door Towers Perrin en EDS. De bestaande overeenkomst tussen TenCate Pensioenfonds en Towers Perrin is overgedragen aan de nieuwe joint venture. Deze overdracht is vastgelegd in een korte “Overeenkomst van Contractsoverneming” waarmee eveneens de wettelijke vereisten met betrekking tot de beveiliging en vertrouwelijkheid van de gegevens in de administratie worden geregeld. Asset consultant De heer J. van Alphen (asset consultant) is per 31 december 2005 uit dienst getreden bij Towers Perrin, de heer L. Leo is zijn opvolger. Beleggingsadministratie en performance meting Het voorstel van de beleggingscommissie om de beleggingsadministratie en performance meting vanaf 1 januari 2006 volledig uit te besteden aan de Kas Bank nv is door het bestuur overgenomen. Door deze uitbesteding zullen de externe kosten stijgen, maar de onderhoudskosten van het interne beleggingsadministratiesysteem zullen vrijvallen. De uitbesteding van de beleggingsadministratie geeft op termijn besparing op interne werkzaamheden. Na pensionering van mevrouw Tepper in 2006 zullen taken worden herverdeeld, zodat de totale uitvoering met het overblijvende team kan worden gerealiseerd. De contracten (inclusief Service Level Agreement) met de Kas Bank nv voor de beleggingsadministratie en performancemeting zijn inmiddels afgesloten. Statuten en reglementen In het pensioenreglement van TenCate Pensioenfonds zijn in het boekjaar de volgende wijzigingen aangebracht: in de artikelen 4, 5 en 10 zijn reguliere jaarlijkse aanpassingen verwerkt; de regeling voor het Anw-hiaatpensioen wordt in ieder geval tot 1 januari 2006 voortgezet. Communicatie Zoals ieder jaar is ook in dit verslagjaar een verkorte uitgave van het jaarverslag naar onder andere deelnemers en gepensioneerden verstuurd. Dit verslag wordt het jaarbericht genoemd. Het bestuur heeft in 2005 presentaties verzorgd voor de raad van bestuur en de COR van Koninklijke Ten Cate nv. Tevens is een presentatie verzorgd voor kaderleden van Ten Cate Technical Fabrics. In de maand december is op verschillende locaties voorlichting gegeven over de nieuwe pensioenregeling. Een uitgebreidere toelichting zal in de vorm van een “pensioenkrant” verschijnen. In Txtures (personeelsblad van Koninklijke Ten Cate nv) is het rendement over 2004 gepubliceerd. Alle actieve deelnemers hebben in het najaar van 2005 informatie ontvangen over hun opgebouwde en te bereiken pensioen. Hierbij is ook de pensioenaangroei over 2004 vermeld.
10
Pensioenfonds Jaarverslag 2005
In het voorjaar van 2005 hebben premievrije deelnemers een overzicht van hun premievrije rechten ontvangen. Voor medewerkers van de P&O- en salarisafdelingen van Koninklijke Ten Cate nv is een werkgevershandleiding met informatie over pensioenregelingen en de mutatieprocedure opgesteld. Beleidsregels uitbesteding In januari 2004 heeft DNB de beleidsregels uitbesteding uitgevaardigd. Deze zijn per 1 februari 2004 in werking getreden. Het doel van de beleidsregels uitbesteding is effectief toezicht door DNB op alle processen bij pensioenfondsen mogelijk te maken, inclusief de processen die uitbesteed zijn. Eisen worden gesteld aan de administratief organisatorische maatregelen om het pensioenfondsbeleid te kunnen uitvoeren, de risicoanalyse van en controle op uitbestede werkzaamheden en de inhoud van de uitbestedingsovereenkomsten. De op 31 januari 2004 bestaande overeenkomsten van uitbesteding dienden uiterlijk op 31 januari 2005 aangepast te zijn. Met Towers Perrin Administration Solutions (TPAS) is met ingang van 1 januari 2005 een Service Level Agreement (SLA) afgesloten. Deze SLA vormt een integraal onderdeel van de pensioenadministratie-overeenkomst tussen TenCate Pensioenfonds en TPAS. Daarnaast zijn – voorzover nodig – de overeenkomsten met dienstverleners aangepast c.q. aangevuld, zodat TenCate Pensioenfonds voldoet aan de uitbestedingseisen van DNB. Vrijstelling bedrijfstakpensioenfonds Koninklijke Ten Cate nv had in 2005 een vrijstelling van verplichte deelname aan de pensioenregeling van het Bedrijfstakpensioenfonds Textielindustrie, met uitzondering van de Regeling Overgangsregeling Overbruggingspensioen Textielindustrie (ROOT).
Algemene ontwikkelingen op pensioengebied Wet VUT, Prepensioen en levensloop (wet VPL) Op 22 februari 2005 is het wetsvoorstel “Wet aanpassing fiscale behandeling VUT/ prepensioen en introductie levensloopregeling” (de Wet VPL) in werking getreden. Met de Wet VPL worden pensioenpremies die verband houden met pensionering vóór de 65-jarige leeftijd, fiscaal niet meer gunstig behandeld en worden VUT-regelingen fiscaal gezien ontmoedigd. De maximum opbouwpercentages voor ouderdomspensioen van 2% (in een eindloon pensioenregeling) en 2,25% (in een middelloon pensioenregeling) gelden nog steeds, maar er zal een pensioenleeftijd van 65 jaar in acht genomen moeten worden. Voor beschikbare premie regelingen gelden vergelijkbare normen. Vervroeging van de ingangsdatum van het ouderdomspensioen naar een datum gelegen vóór leeftijd 65 blijft mogelijk, mits de actuarieel gebruikelijke korting wordt toegepast. Voor werknemers die vóór 1 januari 2005 55 jaar of ouder waren kan de op 31 december 2004 bestaande VUT- of vroeg/ prepensioenregeling onder bepaalde voorwaarden in stand worden gehouden. Aandachtspunt bij gebruikmaking van dit leeftijdsafhankelijke overgangsrecht is de mogelijke strijdigheid met de Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij de arbeid (WGBL). Het feit dat het leeftijdsafhankelijke overgangsrecht een onderdeel is van de fiscale Wet VPL, is geen garantie dat dit overgangsrecht ook toelaatbaar is op basis van de WGBL. Uiterlijk op 1 januari 2006 moet de VUT- of vroeg/ prepensioenregeling zijn aangepast aan de Wet VPL. Tenslotte is met de Wet VPL ook de levensloopregeling geïntroduceerd. Op grond daarvan kan een werknemer met ingang van 1 januari 2006 per jaar maximaal 12% van zijn bruto salaris sparen (over die inleg hoeft dus geen loonheffing te worden voldaan). Daarmee kan een maximum levenslooptegoed worden gespaard ter grootte van 210% van het bruto salaris, ter financiering van later op te nemen verlof. Tijdens dat verlof wordt het levenslooptegoed in de vorm van bruto salaris uitbetaald (dan is ook loonheffing verschuldigd). Voor werknemers die vóór 1 januari 2005 tussen 50 en 55 jaar oud zijn, geldt de 12%-grens niet; de 210%-grens blijft echter wel van toepassing. Werkgevers kunnen onder bepaalde voorwaarden meebetalen aan de levensloopregeling van de werknemers met respectering van de bovengenoemde grenzen. Pensioenwet Minister De Geus van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) heeft op 20 december 2005 het wetsvoorstel voor een nieuwe Pensioenwet (PW) bij de Tweede Kamer ingediend. De Pensioenwet zal waarschijnlijk op 1 januari 2007 in werking treden en daarmee de huidige Pensioen- en spaarfondsenwet (PSW) gaan vervangen. De belangrijkste elementen zijn de volgende:
11
Driehoeksverhouding De PW maakt een duidelijk onderscheid tussen de pensioenovereenkomst tussen de werkgever en de werknemer, de uitvoeringsovereenkomst tussen de werkgever en de pensioenuitvoerder en de pensioenverhouding (pensioenreglement) tussen de pensioenuitvoerder en de deelnemer. Pensioenovereenkomst De PW verplicht werkgever en werknemers de pensioenregeling te kenmerken als een uitkeringsovereenkomst (middelloon of eindloon), een kapitaalovereenkomst (een gegarandeerd kapitaal) of een premieovereenkomst (een beschikbare premie). De premieovereenkomst wordt ook weer in drie soorten onderscheiden. Voorlichting De PW beoogt de pensioenwetgeving overzichtelijker te maken door een helder wettelijk kader te scheppen. Eén van de vernieuwingen behelst de aangescherpte voorlichtingsbepalingen, met als doel betere transparantie voor de rechthebbenden op het vlak van pensioenen. Het wetsvoorstel geeft in dit verband kaders aan waarvan de invulling geschiedt bij algemene maatregelen van bestuur. Eens per jaar dienen deelnemers schriftelijk te worden voorgelicht over hun pensioenaanspraken en het indexatiebeleid (ook als er geen indexering is). Gepensioneerden en slapers eens per vijf jaar. Als er onduidelijkheid is over het indexatiebeleid, dan gaat de toezichthouder ervan uit dat de pensioenen onvoorwaardelijk worden geïndexeerd. Voorlichting over vrijwillige aanvullende pensioenmodules moet voldoen aan de eisen die ook nu al gelden voor voorlichting over (andere) complexe financiële producten, zodat werknemers de regelingen kunnen vergelijken. De Autoriteit Financiële Markten ziet toe op de naleving van de voorschriften over voorlichting. DNB op alle overige bepalingen (waaronder die ten aanzien van de financiële aspecten). Medezeggenschap Op basis van de PSW heeft een deelnemersraad alleen de wettelijke advies-, klacht- en beroepsrechten indien de deelnemersraad qua samenstelling een evenredige vertegenwoordiging van deelnemers en gepensioneerden bevat. In de PW krijgt iedere deelnemersraad de genoemde bevoegdheden. Bovendien krijgen deelnemersraden op grond van de PW ruimere adviesbevoegdheden dan dat zij nu op grond van de PSW hebben. Verbod vetorechten De PW bevat een uitdrukkelijk verbod op vetorechten. Iedere bepaling in de statuten of reglementen op grond waarvan bijvoorbeeld de werkgever, de deelnemersraad of ondernemingsraad instemming moet verlenen inzake een bestuursbesluit, is nietig. Witte vlekken Werkgevers worden op basis van de PW verplicht hun werknemers uiterlijk vanaf de 21-jarige leeftijd in de pensioenregeling van de onderneming op te nemen. Opheffen Plus-Circuit voor ‘oude’ waardeoverdrachten Pensioenuitvoerders kunnen op vrijwillige basis meewerken aan waardeoverdracht van pensioenaanspraken voortgekomen uit ontslaggevallen van vóór 8 juli 1994 (dit is de datum waarop het wettelijk recht op waardeoverdracht is ingegaan). Daartoe is onder andere het Plus-Circuit opgericht. Veel pensioenuitvoerders staan huiverig tegenover het integraal mogelijk maken van oude waardeoverdrachten. Bij veel van deze oude waardeoverdrachten is namelijk nog sprake van achterstand in financiering van de over te dragen pensioenverplichting. Pensioenuitvoerders zouden geconfronteerd kunnen worden met een claim van de deelnemer om deze oude aanspraken alsnog te financieren. In de PW wordt daarom geregeld dat als de werknemer in geval van niet-volledig afgefinancierde aanspraken expliciet instemt met het overdragen van de feitelijke aanwezige waarde en de daarbij behorende lagere aanspraak bij de nieuwe pensioenuitvoerder, de pensioenuitvoerders zijn gevrijwaard van claims. Het Plus-Circuit zal worden opgeheven op de ingangsdatum van de PW. Pensioenwet/ Financieel Toetsingskader Het FTK voor pensioenfondsen zal vanaf 1 januari 2007 van kracht zijn. In de PW krijgt het FTK een wettelijke basis en wordt het verder uitgewerkt. De basis van dit alles is te vinden in een drietal aan de Tweede Kamer gezonden nota’s daarover. De PW introduceert geen nieuwe elementen ten opzichte van de drie nota’s. De belangrijkste elementen uit het FTK zijn de volgende: Pensioenverplichtingen worden voortaan niet meer gewaardeerd op basis van een vaste rekenrente (gangbaar is 4%), maar op basis van de rentetermijnstructuur, waarbij elke verwachte toekomstige pensioenbetaling contant gemaakt wordt tegen de (markt)rente die hoort bij de uitstelduur van die betaling. De omvang van de verplichtingen wordt daarmee afhankelijk van marktrentefluctuaties.
12
Pensioenfonds Jaarverslag 2005
Tegenover de pensioenverplichtingen moeten uiteraard financiële middelen staan (voorgeschreven minimale “dekkingsgraad” 105%; “vereiste” dekkingsgraad voor een gemiddeld pensioenfonds: 130%). Een dekkingstekort moet binnen één jaar worden ingelopen; een reservetekort (dekkingsgraad is lager dan 130%) binnen 15 jaar. Onder andere moet een solvabiliteitsbuffer worden gevormd (voor het opvangen van beleggings- en verzekeringstechnische risico’s). Qua grootte moet deze buffer zo groot zijn dat een pensioenfonds na een jaar nog voldoende middelen heeft om de verplichtingen na te kunnen komen, waarbij rekening mag worden gehouden met een kans van 2,5% dat het pensioenfonds in dat jaar in een situatie van onderdekking raakt. Ondernemingen moeten een “kostendekkende” pensioenpremie aan hun pensioenfonds voldoen (rekening houdend met hun indexeringsambitie, ook als de indexering voorwaardelijk van aard is). Kortingen op de pensioenpremie zijn onder andere afhankelijk van de dekkingsgraad en in samenhang daarmee van de indexeringsambitie. Voor de indexering van de pensioenen hoeft geen voorziening te worden gevormd, mits de indexering voorwaardelijk van aard is en dit duidelijk aan de belanghebbenden wordt gecommuniceerd. In dit kader is door het kabinet de indexatiematrix met een bijbehorende handleiding naar de Tweede Kamer gezonden. De matrix maakt onderscheid tussen verschillende categorieën van mogelijk indexatiebeleid, variërend van geen indexatie tot een onvoorwaardelijke indexatietoezegging. Voor elk van de categorieën gelden voorwaarden waaraan voldaan moet worden. De matrix zal naar verwachting in de PW worden opgenomen. Voldoet de communicatie niet aan de voorgeschreven voorwaarden of is deze onduidelijk, dan wordt aangenomen dat de indexering onvoorwaardelijk is. De indexatiematrix inclusief bijbehorende handleiding is geschreven voor pensioenregelingen die door een pensioenfonds worden uitgevoerd en is in principe niet van toepassing op rechtstreeks verzekerde regelingen. DNB heeft echter aangegeven, dat het voor rechtstreeks verzekerde regelingen desondanks wenselijk is het indexatiebeleid transparant te maken. Pension Fund Governance Op 16 december 2005 heeft de Stichting van de Arbeid (STAR) op verzoek van het kabinet een rapport gepubliceerd met daarin de principes voor goed pensioenfondsbestuur (“Pension Fund Governance”). Deze principes “zijn erop gericht de kwaliteit, de zorgvuldigheid en de openheid van pensioenuitvoerders – ondernemingspensioenfondsen, bedrijfstakpensioenfondsen en verzekeraars – in ons land op een hoger plan te brengen”, aldus de STAR. Belangrijk is dat de principes tot stand zijn gekomen in samenspraak met de diverse koepelorganisaties van pensioenuitvoerders en de ouderenorganisaties. De principes bevatten veel elementen die nu al gelden of binnenkort gaan gelden op grond van het in de PSW en PW vastleggen van taken en bevoegdheden van het bestuur, de uitgebreide voorlichtingsverplichting vanuit de PW, de regels voor het FTK en het huidige toezicht van DNB. Naast een aantal reeds bekende zaken is door de STAR een aantal nieuwe elementen toegevoegd. De belangrijkste zijn: Het pensioenfonds beperkt zich tot het uitvoeren van de pensioenregeling. Eventuele nevenactiviteiten worden uitgeoefend door een aparte rechtspersoon. Het bestuur dient een verklaring van beleggingsbeginselen op te maken waarin de relatie wordt vastgelegd met de ondernemingen waarin zij belegt. Het bestuur moet zorgdragen voor een adequate interne klachten- en geschillenprocedure. Het bestuur zorgt voor een adequaat communicatiebeleid, waardoor belanghebbenden op begrijpelijke wijze worden geïnformeerd over het fonds. Het bestuur stelt een procedure vast voor een periodieke evaluatie van het functioneren van het bestuur als geheel en van de individuele bestuursleden. Bij onvoldoende functioneren van een bestuurslid kan het bestuur dit bestuurslid “ontslaan”. Het bestuur stelt een verantwoordingsorgaan (met diverse rechten en bevoegdheden) in. Dit orgaan bestaat uit een evenredige vertegenwoordiging van de werkgever, werknemers en gepensioneerden. Het bestuur legt aan dit orgaan (ten minste) één maal per jaar verantwoording af over het gevoerde beleid en de resultaten daarvan. De deelnemersraad kan desgewenst los van het verantwoordingsorgaan blijven functioneren. Het bestaande adviesrecht van de deelnemersraad zoals is vastgelegd in de PSW blijft gehandhaafd. Wel kan een aantal zaken zoveel mogelijk in samenwerking worden opgepakt. Ook zou het verantwoordingsorgaan bijvoorbeeld samengesteld kunnen worden uit de deelnemersraad aangevuld met vertegenwoordigers van de werkgever. Het bestuur benoemt een intern toezichtsorgaan. Gekozen kan worden uit: a.een visitatiecommissie bestaande uit ten minste drie externe deskundigen die minimaal één keer in de drie jaar het functioneren van het fonds beoordeelt; b.een zogenaamde “one tier board”, waarbij in de statuten onderscheid gemaakt wordt tussen het dagelijks bestuur en het algemeen bestuur; deze laatste ziet toe op het goed functioneren van het dagelijks bestuur; c.een adviescommissie, benoemd door het bestuur bestaande uit ten minste drie onafhankelijke personen die jaarlijks rapporteren aan het bestuur over de bevindingen.
13
De in de principes vastgelegde taken van het intern toezicht zijn: beoordelen van het beleid en processen binnen het fonds, het beoordelen van de wijze waarop het fonds wordt aangestuurd en het beoordelen van de wijze waarop wordt omgegaan met de risico’s op langere termijn. Deze principes gelden dus voor alle pensioenfondsen. De STAR heeft ook principes vastgelegd voor pensioenregelingen die rechtstreeks zijn verzekerd bij een verzekeraar. Ook bij die regelingen kan de werkgever namelijk invloed uitoefenen op bijvoorbeeld het beleggingsbeleid van de verzekeraar of ten aanzien van de indexering. De STAR stelt voor om de principes met ingang van 1 januari 2006 in werking te laten treden en de pensioenuitvoerders tot 1 januari 2008 de tijd te geven de richtlijnen te implementeren. Het voorstel is om de principes te gaan verankeren in de wetgeving, hierover zal nog nader overleg worden gepleegd met de betrokken partijen. Begin 2008 zal worden geëvalueerd in hoeverre de pensioenuitvoerders de principes hebben geïmplementeerd. Medezeggenschap gepensioneerden In samenhang met de principes van voor goed pensioenfondsbestuur (“Pension Fund Governance”) is ook het in februari 2003 tussen STAR en Coördinatieorgaan Samenwerkende Ouderenorganisaties (CSO) gesloten medezeggenschapsconvenant aangepast. Dit convenant bevestigt de afspraken en aanbevelingen inzake de versterking van de medezeggenschap van gepensioneerden bij pensioenfondsen uit het convenant van 1998, maar bevat ook afspraken over een verdere verbetering van de kwaliteit daarvan. Het convenant liep oorspronkelijk van 1 januari 2003 tot 1 januari 2007 en bepaalde dat de eindevaluatie uiterlijk op 1 juli 2007 zou worden afgerond met een evaluatieonderzoek met 1 januari 2007 als peildatum. Het convenant is nu dus verlengd tot 1 januari 2008. Ook de eindevaluatie zal een jaar later plaatsvinden met als peildatum 1 januari 2008. De verlenging van de looptijd van het convenant biedt de mogelijkheid de uitkomsten van de evaluatie van het medezeggenschapsconvenant en die van de evaluatie van de principes voor goed pensioenfondsbestuur met elkaar te verbinden. Stichting Financiering Voortzetting Pensioenverzekering De Stichting Financiering Voortzetting Pensioenverzekering (FVP), die haar middelen gebruikt om de pensioenvoorzieningen voor werklozen vanaf 40 jaar voort te zetten alsmede een pensioenvoorziening te bieden bij overlijden van jonger dan 40-jarige werklozen, heeft in november 2005 aangekondigd hiermee te stoppen. Vanaf 2008 zal het FVP geen nieuwe aanvragen meer in behandeling nemen. Het FVP kan niet garanderen dat de uitkeringen voor bestaande werklozen vanaf 2008 volledig betaald zullen worden.
Beleggingen Op de totale beleggingsportefeuille behaalde TenCate Pensioenfonds over 2005 een rendement van 12,7% (2004: 8,2%). Hiermee kwam het rendement 0,1 procentpunt lager uit dan het rendement van de intern gebruikte benchmark. Alle beleggingscategorieën rendeerden gedurende 2005 positief. De aandelenportefeuille leverde de grootste bijdrage aan de totale waardestijging van de beleggingsportefeuille van TenCate Pensioenfonds. Het gemiddeld rendement over de afgelopen drie jaar is 9,9% (benchmark: 10,1%). Het gemiddeld rendement over de afgelopen vijf jaar is 1,9% (benchmark: 2,5%). In deze periode zijn de slechte beursjaren 2001 en 2002 meegenomen. Rendement 2005 2005 TenCate Benchmark Vastrentende waarden 4,5% 4,9% Aandelen 26,8% 26,7% 3 Onroerend goed 5,1%1 2 3 Hedgefondsen 2,7% Totaal 12,7% 12,8% 1
Dit is het rendement over de periode juli – december 2005.
2
Dit is het rendement over de periode september – december 2005.
3
Deze gegevens zijn niet beschikbaar, omdat sinds kort in deze categorieën wordt belegd.
14
Pensioenfonds Jaarverslag 2005
Rendement driejaars- en vijfjaarsgemiddelde Vastrentende waarden Aandelen Totaal
2003-2005 TenCate Benchmark 5,4% 5,6% 17,4% 17,4% 9,9% 10,1%
2001-2005 TenCate Benchmark 5,9% 6,4% -0,9% -0,1% 1,9% 2,5%
Beleggingsbeleid Hoofddoel van het beleggingsbeleid van TenCate Pensioenfonds is het, binnen aanvaardbare risicogrenzen, leveren van een optimale bijdrage aan het veiligstellen van de pensioenaanspraken van (gewezen) deelnemers en gepensioneerden. Het is daarbij van groot belang dat het beleggingsbeleid wordt afgestemd op de verplichtingenstructuur van TenCate Pensioenfonds. Hiertoe wordt periodiek een Asset Liability Management (ALM)-studie gedaan. De resultaten van deze studie worden verwerkt in het strategisch beleggingsbeleid en in de randvoorwaarden van het tactisch beleggingsbeleid. Naar aanleiding van de resultaten van de in het jaar 2004 uitgevoerde ALM-studie is het beleggingsbeleid aangepast. Het nieuwe beleid wordt gekenmerkt door meer risicospreiding in de beleggingsportefeuille. Dat wordt bereikt door naast de meer traditionele beleggingscategorieën als aandelen en obligaties ook alternatieven als onroerend goed, small/mid cap aandelen en hedgefondsen in de beleggingsportefeuille op te nemen. Tevens worden de aandelen genoteerd in Amerikaanse dollars, Britse ponden of Japanse yen afgedekt naar de euro. Het nieuwe beleggingsbeleid is in de maanden augustus en september van het boekjaar geïmplementeerd. De volgende tabel toont de nieuwe en oude strategische beleggingsmix: Vastrentende waarden Aandelen large caps Aandelen small/mid caps Hedgefondsen Onroerend goed Totaal
Nieuw 55%1 25%2 5% 5% 10% 100%
Oud 60% 40% 100%
1
De vastrentende waarden kunnen verder onderverdeeld worden in 70% euro staatsobligaties inclusief onderhandse leningen en 30% bedrijfsobligaties.
2
Aandelen in USD, GBP en JPY worden volledig afgedekt naar de euro.
Vanwege beperkte beschikbaarheid van onroerend goed geldt tijdelijk een afwijkende normverdeling van de beleggingscategorieën. Het deel van het onroerend goed dat nog niet geïnvesteerd kan worden is tijdelijk belegd in de vastrentende waarden/ aandelen (65/35). De volgende tabel toont de normwegingen en het feitelijk belang in de verschillende beleggingscategorieën: Norm Vastrentende waarden 57,2% Aandelen large caps 26,0% Aandelen mid/small caps 5,2% Hedgefondsen 5,0% Onroerend goed 6,6% Kasmiddelen 0,0% Totaal 100%
Eind 2005 55,4% 27,4% 5,1% 5,0% 6,7% 0,4% 100%
Nieuwe vermogensbeheerders Bij elke beleggingscategorie is onderzocht welke vermogensbeheerder voor TenCate Pensioenfonds het meest geschikt is. Uiteindelijk zijn vijf nieuwe vermogensbeheerders geselecteerd en is afscheid genomen van ING Investment Management. De nieuwe vermogensbeheerders zijn Barclays (large cap aandelen en euro staatsobligaties), Pimco (bedrijfsobligaties), Altera (onroerend goed), Lupus Alpha (small/mid cap aandelen) en Credit Agricole (hedgefondsen). Vastrentende waarden Het totale rendement op de portefeuille vastrentende waarden over 2005 bedroeg 4,5% (2004: 6,5%). Het rendement ligt 0,4 procentpunt lager dan het rendement van de intern gebruikte benchmark. Deze underperformance wordt veroorzaakt door de mindere resultaten in het 2e halfjaar.
15
Vanaf augustus 2005 is een nieuw beleggingsbeleid voor deze categorie van toepassing: Consistent met de marktkapitalisatie van alle euro obligaties, wordt het grootste gedeelte (norm: 70%) belegd in euro staatsobligaties (inclusief onderhandse leningen). Hierin wordt geen actief beleid gevoerd, omdat hiervan structureel gezien geen outperformance wordt verwacht. Het overige deel (norm: 30%) wordt belegd in een actief beheerd zogenaamd ‘Credits+’ mandaat. Naast euro credits (investment grade obligaties die niet zijn uitgegeven door staten), mag op tactische basis worden belegd in high yield obligaties, Emerging Markets Debt en derivaten. De portefeuille onderhandse leningen wordt intern beheerd, waarbij een passief beheer gevoerd wordt. Op termijn dient deze portefeuille volledig afgebouwd te worden ten gunste van de overige categorieën vastrentende waarden. Het beleid staat niet toe onderhandse leningen aan te kopen. In onderstaande tabel is de verdeling van de portefeuille vastrentende waarde ultimo 2005 en 2004 weergegeven: Portefeuille vastrentende waarden Ultimo 2005 Staatsobligaties EUR 68,5% Bedrijfsobligaties EUR 16,7% Hypotheken EUR 1,8% Onderhandse leningen EUR 6,0% Staatsobligaties niet-EUR 0,9% Bedrijfsobligaties niet-EUR 1,9% Derivaten 0,0% Liquide middelen ter zekerheid van openstaande derivatenposities 4,2% 100,0%
Ultimo 2004 74,3% 15,7% 0,0% 6,9% 3,1% 0,0% 0,0% 0,0% 100,0%
Aandelen extern beheerd Het rendement op de extern beheerde aandelenportefeuille over 2005 bedroeg 26,8% (2004: 9,2%), 0,1 procentpunt hoger dan het rendement van de intern gebruikte benchmark. Na een positief 2003 en 2004 was ook 2005 een gunstig jaar voor aandelen. Het positieve beursklimaat was vooral te danken aan de bovengemiddeld hoge groei van de wereldeconomie en aan de hoge bedrijfswinsten. Vooral de Japanse beurs en de opkomende markten profiteerden hiervan. Ondanks de licht oplopende inflatieverwachtingen, de stijging van de olieprijs en de voortgaande renteverhogingen door de Amerikaanse centrale bank, de Fed, konden de aandelenmarkten over 2005 een indrukwekkende koersstijging noteren. Verschillende regio’s hebben bijgedragen aan het behaalde rendement. Europa behaalde een rendement van 24,1%, Noord-Amerika 26,4%, Japan 53,8% en het verre Oosten exclusief Japan 32,1%. Vanaf september 2005 is een nieuw beleggingsbeleid voor deze categorie van toepassing: De ‘core’ aandelenportefeuille wordt belegd in een wereldwijde portefeuille van large cap aandelen in ontwikkelde landen. De beleggingsstijl is ‘index-enhanced’: er wordt relatief weinig risico gelopen ten opzichte van de benchmark. Het valutarisico van de belangen in USD, GBP en JPY wordt structureel afgedekt. Een beperkt deel wordt bovendien belegd in Euro small en mid caps vanwege het verwachte extra rendement en spreidingsvoordelen. De regioverdeling binnen de ‘core’ aandelenportefeuille is vastgelegd in het beleggingsbeleidsplan. De vermogensbeheerder heeft het mandaat binnen bepaalde grenzen van het strategisch belang af te wijken. In onderstaande tabel is de geografische verdeling van de aandelenportefeuille weergegeven, zowel strategisch als het feitelijke belang ultimo 2005: Regioverdeling ‘core’ aandelenportefeuille Normverdeling Minimum Maximum Europa 60% 55% 65% Noord-Amerika 30% 25% 35% Japan 8% 3,5% 12,5%1 Zuidoost-Azië 2% 0% 4%1 Totaal 100% 1
Het gezamenlijk belang van de regio’s Japan en Zuidoost-Azië zal nooit meer dan 12,5% van de aandelenportefeuille bedragen.
16
Pensioenfonds Jaarverslag 2005
Ultimo 2005 59,1% 29,7% 9,2% 2,0% 100,0%
Hedgefondsen Vanaf september 2005 is deze beleggingscategorie voor 5% van het belegd vermogen toegevoegd aan de beleggingsportefeuille. Er wordt alleen in fondsen belegd die nastreven om rendementen te genereren die onafhankelijk zijn van markten en andere beleggingscategorieën. Deze lage ‘correlatie’ met andere categorieën is de belangrijkste reden om in hedgefondsen te beleggen. Er wordt uitsluitend belegd in ‘funds of hegde funds’. In dit type fondsen wordt belegd in meerdere strategieën en fondsen, zodat de risico’s worden gespreid. Bij de selectie van de hedgefondsbeheerder is het, zelfs nog meer dan bij andere beleggingscategorieën, van belang dat het gaat om een te goeder naam en faam bekend staande partij. Onroerend goed Geleidelijk is in het 2e halfjaar van 2005 een belang in deze beleggingscategorie opgebouwd, door een aandelenbelang op te bouwen bij Altera. Belegd wordt in niet-beursgenoteerd Nederlands onroerend goed, vanwege de lage afhankelijkheid van rendementen op obligaties en aandelen. Bovendien is het algemeen aanvaard dat deze categorie een hoger verwacht rendement heeft dan obligaties. Een verdere risicospreiding wordt aangebracht door in verschillen sectoren te beleggen. Eind 2005 waren er belangen opgebouwd in de sectoren woningen, winkels en kantoren. Voor de sector bedrijfsruimten staat TenCate Pensioenfonds voor € 7 miljoen op een wachtlijst, evenals een uitbreiding van het belang in de sector winkels met € 2 miljoen. Risicobeheer Het risicobeheer van TenCate Pensioenfonds wordt in hoofdlijnen vormgegeven door het strategisch beleggingsbeleid, het tactisch beleggingsbeleid en het operationeel beleid. Voor de bepaling van het strategisch beleggingsbeleid maakt TenCate Pensioenfonds gebruik van een ALM-model. Hiermee worden periodiek simulatieberekeningen uitgevoerd met veronderstellingen voor onder meer het deelnemersbestand, de rente, de inflatie, de ontwikkeling van de verplichtingen en de rendementen van de verschillende beleggingscategorieën. Bij de keuze van de strategische beleggingsmix spelen de risicofactoren en het incasseringsvermogen van TenCate Pensioenfonds een belangrijke rol. Van de strategische beleggingsmix kan op tactisch niveau, binnen door het bestuur goedgekeurde grenzen, worden afgeweken om in te spelen op wijzigende marktomstandigheden. Per sector, per land of per werelddeel beleggen externe portefeuillebeheerders binnen beleggingsrichtlijnen en operationele risicobeheermaatregelen, waaronder procedures, systemen, organisatie en toezicht. De resultaten en de ingenomen markt- en valutaposities van de financiële beleggingen worden maandelijks berekend, gerapporteerd en getoetst aan geformuleerde criteria en toegestane afwijkingen van de desbetreffende vergelijkingsmaatstaven. De risico’s van valutabewegingen in de belangrijkste niet-euro valuta worden strategisch afgedekt. De externe vermogensbeheerders mogen, binnen door het bestuur goedgekeurde grenzen, gebruik maken van derivaten. Bij de uitvoering van het beleggingsbeleid wordt, naast de periodieke (maandelijkse- en kwartaalrapportage) informatieverstrekking door de externe vermogensbeheerders, periodiek toezicht uitgeoefend door het pensioenbureau. Het pensioenbureau ziet er op toe dat de vastgestelde risiconormen niet worden overschreden en zorgt voor een maandelijkse interne rapportage van de beleggingen.
Toekomstige ontwikkelingen Nieuwe pensioenregeling Voor medewerkers van de Nederlandse werkmaatschappijen van Koninklijke Ten Cate nv die aangesloten zijn bij TenCate Pensioenfonds is met ingang van 1 januari 2006 een nieuwe pensioenregeling ingevoerd. Omdat de overheid de fiscale wetgeving heeft aangepast, is het fiscaal zeer onaantrekkelijk vroegpensioen- of VUT-regelingen te hebben met een pensioeningangsdatum vóór 65 jaar. De sociale partners worden hierdoor gedwongen tot een pensioenregeling met een standaard pensioenleeftijd van 65 jaar, maar met vervroegingsmogelijkheden. De pensioenrichtleeftijd kan daardoor lager zijn dan 65 jaar. De oude pensioenregeling, vroegpensioenregeling en de bijbehorende tijdelijke overgangsregeling zijn met ingang van 1 januari 2006 vervallen. Hiervoor in de plaats zijn een nieuwe pensioenregeling en een aanvullingsregeling gekomen. De belangrijkste kenmerken van de nieuwe pensioenregeling zijn: Voorwaardelijk geïndexeerde middelloonregeling; Toetredingsleeftijd: 18 jaar;
17
Pensioenleeftijd: 65 jaar, vervroegen is mogelijk; Franchise per 1-1-2006: € 13.700; Opbouwpercentage: 2,1%; Overgangsregeling extra pensioeninkoop (alleen voor medewerkers geboren vanaf 1950). Op medewerkers die vóór 1950 zijn geboren, is tevens een aanvullingsregeling van toepassing. Deelnemers kunnen vanuit deze regeling een aanvulling op het tot 2006 opgebouwde vroegpensioen aanvragen. De standaard ingangsdatum van het vroegpensioen plus aanvulling verschuift van 62 jaar (geboortejaar 1944) met 2 maanden per geboortejaar naar 62 jaar en 10 maanden (geboortejaar 1949). Door deze wijzigingen is de nieuwe pensioenregeling soberder. Hier tegenover staat dat de pensioenpremie lager is. In 2006 is voor de nieuwe pensioenregeling een volledige dispensatie bij Bedrijfstakpensioenfonds Mode-, Interieur-, Tapijt- en Textielindustrie (Bpf MITT) aangevraagd en verkregen. Verkoop Ten Cate Permess/Multistiq en Ten Cate Plasticum De bedrijven Ten Cate Permess bv, Multistiq International Coating bv (Permess/Multistiq), Ten Cate Plasticum Tilburg bv en Ten Cate Plasticum Ede bv (Plasticum) zijn per 1 januari 2006 verkocht en overgegaan naar een nieuwe eigenaar. De aanspraken van de deelnemers van Permess/Multistiq zijn per 31 december 2005 premievrij gemaakt. De leiding van Plasticum heeft het bestuur verzocht nog een jaar in TenCate Pensioenfonds te mogen blijven, omdat zij nog niet direct over een goede pensioenvoorziening kunnen beschikken. Het bestuur van TenCate Pensioenfonds heeft hiermee ingestemd. Financierings- en indexatiebeleid Het huidige premiebeleid en het indexeringsbeleid zullen in samenhang getoetst moeten worden aan de eisen van het FTK. Naar het zich laat aanzien zal het indexatiebeleid nader moeten worden geëxpliciteerd en zal een ambitieniveau moeten worden geformuleerd. In de financiering zal hiermee rekening moeten worden gehouden. Uiteraard bestaat een nauwe samenhang tussen het beleggingsbeleid en het financieringsmodel en kunnen deze niet los van elkaar aangepast/ bestudeerd worden. In 2006 zullen de voorgenomen wijzigingen middels een ALM-studie getoetst worden. Almelo, 8 juni 2006 Het bestuur
18
Pensioenfonds Jaarverslag 2005
Balans per 31 december 2005, na resultaatbestemming (bedragen x € 1.000,-)
Activa Beleggingen Onderhandse leningen (1) Obligaties (2) Aandelen (3) Onroerend goed (4) Hedgefondsen (5) Geldmarktbeleggingen (6)
2005
2004
9.680 144.078 94.332 19.313 14.380 8.358 290.141
10.171 137.367 102.919 11.131 261.588
Herverzekeringen
567
773
76 2.021 59 233 2.389
148 1.580 11 125 1.864
-80
300
293.017
264.525
2005 43.910
2004 32.224
244.803 244.803
228.849 228.849
1.044 2.536 724 4.304
2.819 633 3.452
293.017 117,9%
264.525
(7)
Vorderingen en overlopende activa Verzekeringsmaatschappijen (8) Premies (9) Vorderingen inzake beleggingen (10) Overige vorderingen (11) Liquide middelen
(12)
Passiva Stichtingskapitaal en reserves (13)
Technische voorzieningen Voorziening pensioenverplichtingen (14) Overige schulden en overlopende passiva Stichting STUIVER (15) Premies (16) Overige schulden en vooruitontvangen rente (17) Dekkingsgraad
114,1%
19
Staat van baten en lasten over 2005 (bedragen x € 1.000,-)
Beleggingsopbrengsten Directe beleggingsopbrengsten (18) Indirecte beleggingsopbrengsten Kosten vermogensbeheer
2005
2004
7.607 24.583 -633 31.557
9.577 10.442 -502 19.517
Bijdragen van werkgevers en werknemers
(19)
8.860
9.383
Saldo overdrachten van rechten
(20)
54
305
Pensioenuitkeringen
(21)
-12.070
-11.705
Mutatie technische voorzieningen
(22)
-16.160
-1.256
Herverzekeringen
(23)
10
55
Pensioenuitvoeringskosten
(24)
-589
-699
Overige baten en lasten
(25)
23
15
11.685
15.615
Saldo van baten en lasten dat geheel ten gunste van de algemene reserve wordt gebracht
20
Pensioenfonds Jaarverslag 2005
Kasstroomoverzicht (bedragen x € 1.000,-)
Kasstromen uit pensioenactiviteiten Bijdragen van werkgever en werknemers Van herverzekeraar ontvangen uitkeringen Ontvangsten wegens overgenomen verplichtingen Betaalde premies herverzekering Uitgaven wegens overgedragen verplichtingen Uitgekeerde pensioenen Afkopen Pensioenuitvoerings- en administratiekosten Kasstromen uit beleggingsactiviteiten Ontvangsten t.b.v. pensioenuitkeringen Onttrekkingen t.b.v. aankopen beleggingen
2005
2004
8.873 307 460 -93 -740 -11.846 -14 -687 -3.740
8.909 283 814 -562 -11.860 -22 -847 -3.285
4.010 -650 3.360
3.454 3.454
Toe-/ afname liquide middelen Saldo begin boekjaar Saldo einde boekjaar
-380 300 -80
169 131 300
Toelichting op het kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht beoogt inzicht te geven in de financiering van de pensioenregelingen en in de aanwending van de beschikbaar gekomen middelen uit, onder andere, de premies en beleggingen. Het kasstroomoverzicht betreft de mutatie in de rekening-courant die wordt aangehouden bij Kas Bank nv ten behoeve van pensioenuitvoeringsactiviteiten.
21
Actuariële en bedrijfstechnische analyse (bedragen x € 1.000,-)
Resultaat op rente en inflatie Directe en indirecte beleggingsopbrengsten Rentetoevoeging aan pensioenverplichtingen Indexering van ingegane en uitgestelde pensioenen Resultaat op pensioenopbouw Netto premie Pensioenopbouw Salaris- en franchiseontwikkeling Resultaat op kosten Beschikbaar voor ex- en incasso Pensioenuitvoerings- en administratiekosten Resultaat op sterfte, arbeidsongeschiktheid en mutaties Resultaat op sterfte Resultaat op arbeidsongeschiktheid Resultaat op mutaties Resultaat op incidentele wijzigingen Wijziging reserveringsmethodiek en -grondslagen Wijziging excassokosten Schattingswijziging Overige baten en lasten
2005
2004
31.557 -8.826 -2.479 20.252
19.546 -8.537 -1.388 9.621
8.647 -7.130 9 1.526
9.183 -7.043 -3.070 -930
415 -589 -174
418 -728 -310
95 -206 -336 -447
-267 -54 -520 -841
- - -9.495 23 -9.472
5.942 2.109 24 8.075
Saldo toename (+) of afname (-) algemene reserve
11.685
15.615
22
Pensioenfonds Jaarverslag 2005
Algemene toelichting Grondslagen algemeen Activiteiten Het doel van Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate, statutair gevestigd te Almelo (hierna te noemen “TenCate Pensioenfonds”) is het nu en in de toekomst verstrekken van uitkeringen aan gepensioneerden en nabestaanden terzake van ouderdom en overlijden. Het TenCate Pensioenfonds geeft invulling aan de uitvoering van de pensioenregeling van Koninklijke Ten Cate nv. Algemeen De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen zoals deze zijn opgenomen in Titel 9, Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en met inachtneming van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving. Het bestuur heeft op 8 juni 2006 de jaarrekening goedgekeurd. Alle bedragen zijn vermeld in duizenden euro’s. Bedragen lager dan € 500,00 worden naar beneden afgerond. Bedragen gelijk aan of hoger dan € 500,00 worden naar boven afgerond. Wijziging grondslagen voor waardering In het huidige boekjaar wordt de voorziening pensioenverplichtingen (VPV) contant gemaakt tegen de nominale marktrente op basis van de door De Nederlandsche Bank (DNB) gepubliceerde rentetermijn structuur van interbancaire swaps per balansdatum. Dit, omdat de marktrente op balansdatum onder de rekenrente van 4% is gedaald. Het effect van deze wijziging is dat de VPV per balansdatum met € 9,5 miljoen is verhoogd. Presentatiewijzigingen Geldrekeningen ten behoeve van beleggingsactiviteiten worden voortaan onder de beleggingen verantwoord. Tot dit boekjaar werden deze onder de liquide middelen verantwoord. Lopende rente op vastrentende beleggingen wordt voortaan onder de beleggingen verantwoord. Tot dit boekjaar werd dit onder de liquide middelen verantwoord. Deposito’s worden voortaan onder geldmarktbeleggingen verantwoord. Tot dit boekjaar was dit een aparte balanspost onder de beleggingen. De interne vermogensbeheerkosten worden voortaan onder de kosten vermogensbeheer verantwoord. Tot dit boekjaar werden deze onder de personeelskosten verantwoord. Alle vergelijkende cijfers zijn aangepast. Vermogenspresentatie Het vermogen wordt gepresenteerd op basis van de fondsvermogenmethode. Dit houdt in dat onderscheid wordt gemaakt tussen eigen vermogen (stichtingskapitaal en reserves) en technische voorzieningen. Het eigen vermogen is het totaal van de activa verminderd met het totaal van de verplichtingen, inclusief de pensioenverplichtingen. Het totaal van eigen vermogen en technische voorzieningen is beschikbaar voor de nakoming van de pensioendoelstellingen. Verwerking Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar TenCate Pensioenfonds zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Baten worden in de staat van baten en lasten opgenomen, wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Indien een transactie ertoe leidt dat alle of nagenoeg alle toekomstige economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico’s met betrekking tot een actief of een verplichting aan een derde zijn overgedragen, wordt het actief of de verplichting niet langer in de ba-
23
lans opgenomen. Verder worden activa en verplichtingen niet meer in de balans opgenomen vanaf het tijdstip waarop niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden van waarschijnlijkheid van de toekomstige economische voordelen en betrouwbaarheid van de bepaling van de waarde. Dit betekent dat transacties worden verwerkt op handelsdatum en niet op afwikkelingsdatum. Als gevolg hiervan kan sprake zijn van een post ‘nog af te wikkelen transacties’. Saldering Een financieel actief en een financiële verplichting worden gesaldeerd als nettobedrag in de balans opgenomen, indien sprake is van een wettelijke of contractuele bevoegdheid om het actief en de verplichting gesaldeerd en gelijktijdig af te wikkelen en bovendien de intentie bestaat om de posten op deze wijze af te wikkelen. De met gesaldeerd opgenomen financiële activa en financiële verplichtingen samenhangende rentebaten en rentelasten worden eveneens gesaldeerd opgenomen. Waardering Nagenoeg alle activa van TenCate Pensioenfonds betreffen financiële instrumenten, inclusief derivaten. Financiële instrumenten worden op het moment van verkrijging gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs, zijnde de reële waarde van het actief. Vervolgens worden financiële activa gewaardeerd tegen de reële waarde, tenzij anders vermeld. Waardeveranderingen Tussen gerealiseerde en ongerealiseerde waardeveranderingen van financiële instrumenten wordt geen onderscheid gemaakt. Alle waardeveranderingen van beleggingen, inclusief valuta-koersverschillen, worden als beleggingsopbrengsten in de rekening van baten en lasten opgenomen. Waardeveranderingen van andere financiële activa en financiële verplichtingen worden separaat eveneens direct in de rekening van baten en lasten verantwoord. Vreemde valuta Activa en verplichtingen in vreemde valuta worden omgerekend naar euro’s tegen de koers per balansdatum. Deze waardering is onderdeel van de waardering tegen reële waarde. Baten en lasten voortvloeiende uit transacties in vreemde valuta worden omgerekend tegen de koers per transactiedatum.
Grondslagen voor waardering van activa en passiva Onderhandse leningen Onderhandse leningen worden gewaardeerd tegen de contante waarde van de toekomstige termijnen van rente en aflossing verhoogd met lopende rente. De contante waarde wordt bepaald op basis van een rentevoet die gelijk is aan de geldende marktrente van soortgelijke leningen met een gelijke looptijd, onder aftrek van een eventuele voorziening voor oninbaarheid. Obligaties Obligaties worden gewaardeerd tegen reële waarde, zijnde de marktprijs per balansdatum verhoogd met lopende rente. Aandelen Aandelen worden gewaardeerd tegen reële waarde. Dit is de beurskoers per balansdatum. Aandelen en participaties in niet-beursgenoteerde beleggingsfondsen worden gewaardeerd op het aandeel in de beurswaarde van de onderliggende aandelen. Onroerend goed Dit zijn deelnemingen in niet-beursgenoteerde onroerend goed participatiemaatschappijen. Deze worden gewaardeerd tegen het evenredige deel van de netto vermogenswaarde waartoe TenCate Pensioenfonds gerechtigd is, c.q. de opbrengstwaarde van het onroerend goed in verband met voorgenomen verkoop. Hedgefondsen De hieronder opgenomen beleggingen in fund-of-hedgefunds worden gewaardeerd op het aandeel in de reële waarde van de activa en verplichtingen van de onderliggende hedgefondsen.
24
Pensioenfonds Jaarverslag 2005
Geldmarktbeleggingen Geldmarktbeleggingen worden opgenomen voor de reële waarde, zijnde de contante waarde van de toekomstige rente en terugbetaling. Het verschil tussen reële waarde en verkrijgingsprijs is hier in het algemeen gering. Derivaten Derivaten worden gewaardeerd tegen reële waarde, te weten de relevante marktnotering of, als die er niet is, de waarde die wordt bepaald met behulp van marktconforme en toetsbare waarderingsmodellen. Derivaten die specifiek voor één beleggingscategorie zijn afgesloten, worden verantwoord onder deze specifieke beleggingscategorie. Herverzekeringen Herverzekeringscontracten worden opgenomen voor de actuarieel bepaalde contante waarde van de herverzekerde aanspraken, berekend volgens de grondslagen van de VPV. Vorderingen en overlopende activa Kortlopende vorderingen en overlopende activa worden opgenomen tegen verkrijgingsprijs, waar nodig verminderd met een waardecorrectie voor het risico van oninbaarheid. Voorziening pensioenverplichtingen Onder de post VPV zijn opgenomen de voorzieningen, getroffen om de uit de ouderdomspensioen-, vroegpensioen en pensioenspaarregeling voortvloeiende verplichtingen te kunnen nakomen. Door de actuaris zijn de pensioenverplichtingen per balansdatum vastgesteld op basis van de stand per 31 december 2005. De aanspraken zijn contant gemaakt op basis van de marktrente van gemiddeld 3,7% (2004: 4% rekenrente) onder toepassing van de GBM respectievelijk GBV overlevingstafels 1995-2000 met twee jaar leeftijdsterugstelling. Hierbij is rekening gehouden met de verhoging van de aanspraken per 1 januari volgend op de balansdatum als gevolg van gemiddelde salarisstijgingen en indexaties per deze datum. Voor de actieve deelnemers wordt bij de berekening van de contante waarde van het partnerpensioen uitgegaan van een partnerfrequentie van 100% tot de 65-jarige leeftijd, welke frequentie daarna afneemt op grond van de sterftekansen van de partner volgens de gehanteerde overlevingstafels. Voor de inactieve deelnemers jonger dan 65 jaar, inactief geworden vóór 1 januari 2000, wordt bij de berekening van de contante waarde van het partnerpensioen uitgegaan van een partnerfrequentie van 90% tot de 65-jarige leeftijd, welke frequentie daarna afneemt op grond van de sterftekansen van de partner volgens de gehanteerde overlevingstafels. Voor de inactieve deelnemers jonger dan 65 jaar, inactief geworden ná 1 januari 2000, wordt bij de berekening van de contante waarde van het partnerpensioen uitgegaan van een partnerfrequentie van 100% tot de 65-jarige leeftijd, welke frequentie daarna afneemt op grond van de sterftekansen van de partner volgens de gehanteerde overlevingstafels. Voor de inactieve deelnemers ouder dan 65 jaar wordt bij de berekening van de contante waarde van het partnerpensioen uitgegaan van de werkelijke burgerlijke staat. Het leeftijdsverschil tussen mannen en vrouwen is op drie jaar gesteld. De (vroeg)pensioenverplichtingen zijn verhoogd met 2% ter dekking van toekomstige kosten in verband met de uitbetaling van pensioenuitkeringen. Daarnaast wordt onder de VPV opgenomen de voorziening die dient ter dekking van het zogenaamde Anw-hiaatpensioen. De opbouw van deze voorziening vindt volledig plaats door de bijschrijving van de maandelijkse premies van de deelnemers en de onttrekking in verband met “schadegevallen” in het desbetreffende jaar. De voorziening wordt vermeerderd met hetzelfde rendement als de winstbijschrijving bij pensioensparen. Het saldo pensioensparen is ook in de VPV verwerkt. Dit saldo wordt jaarlijks verhoogd met een door het bestuur vastgestelde winstbijschrijving. Het op de pensioendatum aanwezige pensioenspaarkapitaal dient bij uitdiensttreding te worden aangewend voor aankoop van (vroeg)pensioenrechten bij TenCate Pensioenfonds.
25
Grondslagen voor bepaling van het resultaat Algemeen De resultaten op transacties worden verantwoord in het jaar waarin deze zijn gerealiseerd, verliezen reeds zodra deze voorzienbaar zijn. Beleggingsopbrengsten Directe beleggingsopbrengsten worden ten gunste van het resultaat gebracht in de periode waarop zij betrekking hebben. Dividend wordt verantwoord op het moment van betaalbaarstelling, rekening houdend met terugvorderbare dividendbelasting. Waardeveranderingen worden verwerkt in de periode waarin ze zijn opgetreden. Met de beleggingsopbrengsten zijn de aan de opbrengsten gerelateerde kosten, zoals transactie-, brokerkosten en provisies verrekend. Bijdragen van werkgevers en werknemers Dit zijn afgedragen premies en pensioenspaarstortingen. Deze worden ten gunste van het resultaat gebracht in de periode waarin de daarmee samenhangende pensioenrechten worden opgebouwd. Saldo overdrachten van rechten De post saldo overdrachten van rechten bevat het saldo van bedragen uit hoofde van overgenomen danwel overgedragen pensioenverplichtingen. Waardeoverdrachten worden in de staat van baten en lasten opgenomen op het moment van overdracht van de pensioenverplichtingen. Pensioenuitkeringen Pensioenuitkeringen worden ten laste van het resultaat gebracht in de periode waarop zij betrekking hebben. Mutatie technische voorzieningen Dit is de mutatie van de VPV in het boekjaar (zie grondslagen voor waardering van activa en passiva). Herverzekeringen De uitkeringen vanuit herverzekeringen worden ten gunste van het resultaat gebracht in de periode waarop zij betrekking hebben. Premies voor herverzekeringen worden ten laste van het resultaat gebracht in de periode waarop zij betrekking hebben. Pensioenuitvoeringskosten Kosten worden ten laste van het resultaat gebracht in de periode waarop zij betrekking hebben. Overige baten en lasten Overige baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben.
Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de directe methode. Dit houdt in dat alle ontvangsten en uitgaven ook als zodanig worden gepresenteerd. Onderscheid wordt gemaakt tussen kasstromen uit pensioenactiviteiten en kasstromen uit beleggingsactiviteiten. Onder liquide middelen worden verstaan bij banken aangehouden rekening-courantsaldi voor de pensioenactiviteiten zoals het ontvangen van premies en betalen van pensioenuitkeringen en kosten.
26
Pensioenfonds Jaarverslag 2005
Toelichting op de balans (bedragen x € 1.000,-)
Onderhandse leningen (1) Onderhandse leningen Lopende rente Totaal
2005 9.439 241 9.680
2004 9.928 243 10.171
De portefeuille leningen is als volgt samengesteld: De Nederlandse Staat De Bank voor Nederlandsche Gemeenten De Nederlandse Waterschapsbank Instellingen van gezondheidszorg Overige publiekrechtelijke lichamen in Nederland Woningbouwcorporaties Totaal
1.312 2.026 33 632 1.122 4.555 9.680
1.295 2.098 68 742 1.207 4.761 10.171
Obligaties (2) Euro staatsobligaties fonds Obligaties met vaste rente Obligaties met variabele rente Euro bedrijfsobligaties Derivaten Totaal obligaties Lopende rente Totaal
2005 104.697 28.360 10.356 - -78 143.335 743 144.078
2004 105.580 5.664 23.184 -69 134.359 3.008 137.367
De kredietwaardigheid in de portefeuille kan als volgt worden weergegeven: Centrale overheid eurozone Centrale overheid buiten eurozone Overig AAA, AA en A rating Overig BBB, BB en B rating Totaal
104.697 1.467 30.367 7.547 144.078
105.236 4.645 20.044 7.442 137.367
De indeling naar regio is als volgt: Europa 132.934 Noord-Amerika en overig, dollarzone 6.484 Japan/ Australië 2.629 Opkomende markten 2.031 Totaal 144.078
132.722 4.645 137.367
Derivaten Rentederivaten Valutaderivaten Totaal
2005 -17 -61 -78
2004 -4 -65 -69
Rentederivaten Rentederivaten worden afgesloten voor het deel van de portefeuille vastrentende waarde dat actief beheerd wordt met het doel extra rendement te behalen.
27
Volgend overzicht geeft inzicht in de omvang en samenstelling van de rentederivaten per balansdatum: 2005 gekocht verkocht Renteswaps 27 Obligatiefutures 14.452 1.977 Geldmarktfutures 2.999 2.999 Totaal 17.478 4.976 Kortlopende obligaties en geldmarktbeleggingen dienen als zekerheid. Het totaalbedrag dat dient als zekerheid is € 15.795. Valutaderivaten ten behoeve van de ‘credit+ portefeuille’ Valutaderivaten worden ingezet om de waardeverandering van de vastrentende beleggingen als gevolg van valutakoersveranderingen af te dekken en om extra rendement te behalen door tactische valutaposities in te nemen. De valutapositie wordt (omgerekend naar euro) als volgt geanalyseerd. 2005 Beleggingen in vreemde valuta USD 3.111 NOK 297 CHF - HUF - PLN - Totaal 3.408
2005 Valutaderivaten
2005 Netto positie
2004 Netto positie
-3.286 -299 -155 - - -3.740
-175 -2 -155 - - -332
65 157 222
Aandelen (3) Onder aandelen zijn participaties in beleggingsinstellingen en valutatermijncontracten ten behoeve van aandelenposities in vreemde valuta opgenomen. De aandelen van grote fondsen (large cap) zijn niet-beursgenoteerd. De aandelen van middelgrote en kleine fondsen (small/mid cap) zijn beursgenoteerd. Vanaf oktober 2005 worden aandelenposities in niet-euro (Amerikaanse dollar, Britse pond en Japanse yen) volledig afgedekt. Large cap aandelen Small/mid cap aandelen Valutatermijncontracten aandelenportefeuille Totaal
2005 79.997 14.689 -354 94.332
2004 102.919 102.919
De samenstelling naar regio inclusief valuta-afdekking is als volgt: Europa Noord-Amerika Japan Verre oosten ex-Japan Totaal
62.074 23.251 7.436 1.571 94.332
64.535 26.075 10.127 2.182 102.919
De valutapositie van de aandelenportfeuille wordt (omgerekend naar euro) als volgt geanalyseerd: 2005 Beleggingen in Valuta derivaten vreemde valuta US dollar 22.247 -22.102 Britse pond 16.002 -16.756 Japanse yen 7.419 -7.037 Overige valuta 3.060 - Totaal 48.728 -45.895
28
Pensioenfonds Jaarverslag 2005
Netto positie 145 -754 382 3.060 2.833
In overige valuta zijn de Canadese dollar en valuta van landen uit het verre oosten exclusief Japan begrepen. Deze posities worden conform het strategische valutabeleid niet afgedekt, in tegenstelling tot posities in courante valuta. De netto valutapositie ultimo 2004 is niet te reproduceren. In dat jaar werd geen valuta-afdekking toegepast, derhalve werd over de gehele aandelenportefeuille in nieteurolanden valutarisico gelopen. De koers op balansdatum van de euro ten opzichte van de belangrijkste valuta’s: 2005 US dollar 1.17955 Britse pond 0.68708 Japanse yen 139.22000 Onroerend goed (4) Hieronder vallen niet-beursgenoteerde aandelen in sectorfondsen van Altera. 2005 2004 Woningen 7.269 Winkels 5.149 Kantoren 6.895 Totaal 19.313 Hedgefondsen (5) Hieronder vallen participaties van niet-beursgenoteerde hedgefondsen. Dit is een verzameling van fondsen die gebruik maken van een breed scala van beleggingsstrategieën en -instrumenten om een absoluut (positief) rendement te behalen onder alle marktomstandigheden. Totaal Geldmarktbeleggingen (6) Hieronder vallen alle geldrekeningen ten behoeve van beleggingsactiviteiten en deposito’s. Geldrekeningen Af te wikkelen beleggingstransacties Deposito’s Totaal Hiervan dient € 6.944 ter zekerheid van openstaande derivatenposities. Mutaties in beleggingsportefeuilles Het verloop van de beleggingportefeuilles is als volgt: Balanswaarde begin jaar Onderhandse leningen 10.171 Obligaties 137.367 Aandelen 102.919 Onroerend goed - Hedgefondsen - Onderhandse leningen Obligaties Aandelen
Balanswaarde begin jaar 14.590 125.390 104.474
2005 14.380
2004 -
2005 8.302 56 - 8.358
2004 2.408 8.723 11.131
Aankopen 64 379.317 92.589 19.000 14.000
2005 Verkopen Waarde- Balanswaarde verandering eind jaar -91 -464 9.680 -375.496 2.890 144.078 -122.593 21.417 94.332 - 313 19.313 - 380 14.380
Aankopen 64 140.711 8.471
2004 Verkopen Waarde- Balanswaarde verandering eind jaar -4.239 -244 10.171 -131.454 2.720 137.367 -18.594 8.568 102.919
29
Herverzekeringen (7) Onder herverzekeringen is de gekapitaliseerde waarde van de herverzekeringscontracten opgenomen. Dit betreft contracten van werkmaatschappijen bij verzekeringsmaatschappijen die ten tijde van toetreding tot TenCate Pensioenfonds premievrij zijn gemaakt. De rechten en plichten zijn overgenomen door TenCate Pensioenfonds. Tevens vallen hieronder de uitkeringen uit het beëindigde contract van het premierisico bij arbeidsongeschiktheid. De verzekeringstechnische risico’s liggen bij de verzekeringsmaatschappij. Het verloop is als volgt: Stand begin van het jaar Rente toevoeging Uitkeringen Sterfte Waardeoverdracht Indexatie Stand eind van het jaar
2005 773 26 -64 -168 - - 567
2004 897 33 -70 10 -98 1 773
Verzekeringsmaatschappijen (8) Dit betreft een 20-jarige 4% annuïteitenlening als gevolg van een oud contract bij Delta Lloyd met een looptijd tot 2006. 2005 2004 Rente annuïteit Delta Lloyd 76 148 Totaal 76 148 Premies (9) 2005 2004 Te vorderen van werkgevers en deelnemers 976 624 Te vorderen inzake pensioen- en verlofsparen 1.045 956 Totaal 2.021 1.580 De te vorderen (pensioen)premies ad € 2.021 zijn begin 2006 ontvangen. De vordering inzake pensioen- en verlofsparen op 31 december 2005 betreft de over 2005 opgebouwde spaartegoeden die volgens afspraak begin 2006 van de werkmaatschappijen zijn ontvangen.
Vorderingen inzake beleggingen (10) Te vorderen dividendbelasting Totaal Overige vorderingen (11) Waardeoverdrachten Vordering op vermogensbeheerder Vooruitbetaalde posten Vordering op Stichting FVP Totaal Liquide middelen (12) Deze post bestaat uit tegoeden in rekening courant bij: Kas Bank nv Totaal
30
Pensioenfonds Jaarverslag 2005
2005 59 59
2004 11 11
2005 176 15 42 - 233
2004 37 64 10 14 125
2005 -80 -80
2004 300 300
Stichtingskapitaal en reserves (13) Algemene reserve Stand begin van het jaar Resultaat Afronding Stand eind van het jaar Het stichtingskapitaal bedraagt € 453,78.
2005 32.224 11.685 1 43.910
2004 16.609 15.615 32.224
In afwijking van artikel 390 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW2) wordt geen herwaarderingsreserve aangehouden voor de ongerealiseerde waardestijgingen van niet-beursgenoteerde financiële instrumenten (onroerend goed, onderhandse leningen en hedgefondsen). Over 2005 bedroeg deze ongerealiseerde waardestijging circa € 1,7 miljoen. De herwaarderingsreserve heeft gezien de aard van een pensioenfonds niet de functie van kapitaalbescherming. Voorziening pensioenverplichtingen (14) De opbouw van het saldo VPV luidt als volgt: 2005 2004 Voorziening pensioenverplichtingen 218.097 213.763 Voorziening vroegpensioenverplichtingen 11.488 9.649 Voorziening Anw-hiaatpensioen 403 556 Pensioenspaarkapitaal 5.320 4.881 Voorziening op basis van 4% rekenrente 235.308 228.849 Toename door toepassing marktrente 9.495 Voorziening op basis van marktrente 244.803 228.849 Het APP-beleid staat een rekenrente van maximaal 4% toe. Tot en met boekjaar 2004 bevond de marktrente zich overwegend boven de 4%. In het afgelopen boekjaar is de marktrente onder de 4% gedaald. Dientengevolge is de VPV ultimo 2005 niet gebaseerd op een rekenrente van 4% maar op de per 31 december 2005 van toepassing zijnde rentetermijnstructuur (marktrente). Deze marktrente komt overeen met een rekenrente van gemiddeld 3,7%. De toename door toepassing van deze marktrente bedraagt € 9.495. Hierna volgt het verloop van de genoemde voorzieningen: Voorziening in het kader van het pensioenreglement De ontwikkeling van de voorziening, inclusief de voorziening herverzekeringen, benodigd in het kader van het pensioenreglement gedurende het jaar is als volgt: 2005 2004 Stand begin van het jaar 213.763 209.375 Rentetoevoeging 8.164 8.027 Pensioenopbouw in boekjaar 3.999 3.920 Salarisverhogingen - 2.757 Indexatie 2.482 1.265 Pensioenuitkeringen -11.246 -10.910 Saldo overdrachten van rechten 47 170 Mutaties en overige 666 654 Resultaat op arbeidsongeschiktheid 206 64 Resultaat op sterfte 16 479 Wijziging excassokosten - -2.038 Stand eind van het jaar op basis van 4% rekenrente 218.097 213.763 Toename door toepassing marktrente 9.121 Stand eind van het jaar op basis van marktrente 227.218 213.763
31
Voorziening in het kader van het vroegpensioenreglement De voorziening vroegpensioenverplichtingen heeft betrekking op de rechten van de deelnemers van 38 jaar en ouder. De ontwikkeling van de voorziening benodigd in het kader van het vroegpensioenreglement gedurende het jaar is als volgt: 2005 Stand begin van het jaar 9.649 Rentetoevoeging 474 Pensioenopbouw in boekjaar 2.157 Salarisverhogingen -9 Indexatie 8 Pensioenuitkeringen -1.080 Saldo overdrachten van rechten 7 Mutaties en overige 280 Resultaat op sterfte 2 Wijziging excassokosten - Stand eind van het jaar op basis van 4% rekenrente 11.488 Toename door toepassing marktrente 374 Stand eind van het jaar op basis van marktrente 11.862
2004 7.635 361 2.145 313 124 -1.014 37 56 66 -74 9.649 9.649
Voorziening in het kader van het Anw-hiaatpensioen De voorziening voor het Anw-hiaatpensioen is opgebouwd uit de deelnemerspremie (€ 6,81 per maand) vermeerderd met rente over de voorziening. Aan twee nabestaanden is in 2005 een Anw-hiaatpensioen toegekend. De voorziening hiervoor is onttrokken aan de voorziening Anw-hiaatpensioen en toegevoegd aan de voorziening in het kader van het pensioenreglement. De ontwikkeling in 2005 is als volgt: 2005 2004 Stand begin van het jaar 556 695 Rentetoevoeging 25 23 Premiebijdragen van deelnemers 110 113 Aanvraag Anw-hiaatpensioen -276 -278 Indexatie -11 Wijziging excassokosten - 3 Stand eind van het jaar 404 556 Voorziening in het kader van het reglement pensioensparen De opbouw van het pensioenspaarkapitaal heeft zich als volgt ontwikkeld: 2005 2004 Stand begin van het jaar 4.881 4.060 Winstbijschrijving over boekjaar 190 159 Gespaard in boekjaar 864 844 Verlofspaarsaldo overgeboekt naar pensioensparen 91 21 Na overlijden uitkering aan erven c.q. partnerpensioen toegekend -5 -13 Pensioenspaarsaldo omgezet in premievrije rechten -701 -190 Stand eind van het jaar 5.320 4.881 Een specificatie van de totale pensioenverplichtingen per 31 december 2005 op basis van 4% rekenrente, verdeeld naar categorie verzekerden, luidt als volgt: 2005 2004 Actieve deelnemers 70.685 73.944 Premievrije deelnemers (’slapers’) 25.741 21.414 Pensioentrekkenden 138.882 133.491 Totaal op basis van 4% rekenrente 235.308 228.849
32
Pensioenfonds Jaarverslag 2005
Stichting STUIVER (15) Met ingang van 1 januari 1998 is in het kader van de CAO voor de Textielindustrie de pensioen- en verlofspaarregeling van kracht geworden. De uitvoering van de pensioenspaarregeling geschiedt door TenCate Pensioenfonds; de uitvoering van de verlofspaarregeling geschiedt door een separaat opgerichte stichting genaamd “STUIVER”. Stichting STUIVER houdt een rekening-courant verhouding aan bij TenCate Pensioenfonds. De gelden van Stichting STUIVER worden door TenCate Pensioenfonds belegd. Het verloop van het saldo rekening-courant bij TenCate Pensioenfonds is als volgt: 2005 2004 Stand begin van het jaar 2.819 2.694 Opgenomen verlof -65 -66 Winstbijschrijving 27 24 Gespaard voor verlofsparen 203 193 Verlofspaarsaldo overgeboekt naar pensioensparen -91 -21 Ontvangen premies vroegpensioen 706 Diverse kosten -13 -5 Uitbetaald aan deelnemer -6 Saldo voorziening tijdelijke overgangsregeling overgeheveld naar vooruitontvangen premies aanvullingsregeling -2.536 Stand eind van het jaar 1.044 2.819 Premies (16) 2005 2004 Saldo voorziening tijdelijke overgangsregeling t.b.v. financiering aanvullingsregeling 2.536 Totaal 2.536 Overige schulden en vooruitontvangen rente (17) 2005 2004 Af te dragen loonbelasting/ sociale premies 395 389 Nog te betalen aan werkgever 15 4 Nog te verrekenen vermogensbeheerkosten 137 42 Kosten adviseurs en accountants 96 123 Vooruitontvangen rente en aflossingen inzake leningen op schuldbekentenis 70 69 Overige kosten 11 6 Totaal 724 633
Niet uit de balans blijkende verplichtingen Huurovereenkomst Ingaande 15 november 2002 is voor een tweede periode van 5 jaar bedrijfsruimte gehuurd. Deze bedrijfsruimte bestaat uit 5 kantoorruimten en een parkeerplaats. De totale kosten bedragen circa € 21.000 per jaar. De hoogte van de huurprijs wordt jaarlijks geïndexeerd. Rekening-courant verhoudingen met de aangesloten ondernemingen Op grond van artikel 6, lid 3 van de statuten mag het tegoed van TenCate Pensioenfonds bij de aangesloten ondernemingen niet hoger zijn dan 1/20 deel van de bezittingen, vermeerderd met een bedrag gelijk aan de algemene reserve. Eind 2005 wordt aan deze eis voldaan. Pensioenadministratieovereenkomst Ingaande 1 januari 2001 is voor een periode van 3 jaar, stilzwijgend te verlengen met een periode van steeds 2 jaar, een overeenkomst met Towers Perrin te Rotterdam gesloten. Deze overeenkomst is overgedragen aan de nieuwe joint venture, opgericht door Towers Perrin en EDS (pagina 14). De overeenkomst is van toepassing op het ter beschikking stellen van een pensioenadministratiesysteem (Lifetime) en ondersteuning van de back-office van de deelnemersadministratie. De vergoeding hiervoor bedraagt in 2005 € 116.000. De hoogte van de vergoeding wordt jaarlijks geïndexeerd.
33
Toelichting op de staat van baten en lasten (bedragen x € 1.000,-)
Beleggingsopbrengsten (18) 2005 2005 2005 2004 Direct Indirect Totaal Totaal Onderhandse leningen 570 -461 109 712 Obligaties 4.511 2.955 7.466 8.286 Aandelen 2.259 21.349 23.608 10.909 Onroerend goed 129 313 442 Hedgefondsen - 427 427 Geldmarktbeleggingen 138 - 138 112 Subtotaal 7.607 24.583 32.190 20.019 Kosten vermogensbeheer -633 - -633 -502 6.974 24.583 31.557 19.517 De kosten van vermogensbeheer betreffen de kosten die gemaakt zijn door externe instanties en de interne organisatie ten behoeve van de beleggingsportefeuille en de ontwikkeling van het beleggingsbeleid. Het overzicht van de kosten van vermogensbeheer ziet er als volgt uit: 2005 2004 Beheervergoedingen 432 317 Asset Consulting 114 72 Kosten eigen organisatie inzake vermogensbeheer 34 29 Bewaarloon en bankkosten Kas Bank nv 29 33 Valuta-afdekking 2 Beleggingsadministratie 12 Performanceberekeningen 10 9 ALM-studie - 42 Totaal 633 502 De beleggingen worden bewaard (custody) bij Kas Bank nv. De beheervergoedingen zijn toegenomen door toename van het aantal vermogensbeheerders, het aantal gespecialiseerde mandaten en het belegd vermogen. Bijdragen van werkgevers en werknemers (19) Pensioen Vroegpensioen Anw-hiaatpensioen Pensioensparen Totaal
2005 Werkgevers 3.339 1.651 - - 4.990
2005 Werknemers 2.026 870 110 864 3.870
2005 Totaal 5.365 2.521 110 864 8.860
2004 Totaal 5.266 3.160 113 844 9.383
Pensioen De premiepercentages voor het ouderdoms- en partnerpensioen, berekend over de pensioengrondslag bedroegen in 2005: Vast salaris Pensioengevende toeslagen Werkgevers 14,4% 9,3% Werknemers (deelnemers) 8,3% 5,6%
34
Pensioenfonds Jaarverslag 2005
Vroegpensioen Ontvangen reglementaire premiebijdragen Afgedragen ROOT-premie aan Bpf Textielindustrie Koopsom voor Sociaal Plan Ten Cate Enbi Overige premies Premie voor tijdelijke overgangsregeling Totaal
2005 4.077 -1.146 - 296 -706 2.521
2004 4.059 -1.320 384 37 3.160
Met ingang van 1 januari 2004 kent de bedrijfstak Textielindustrie een andere pensioenregeling. Een onderdeel hiervan is het Reglement Overgangsregeling Overbruggingspensioen Textielindustrie (ROOT). Koninklijke Ten Cate nv heeft hiervoor geen dispensatie aangevraagd. De af te dragen premie hiervoor is 3%. TenCate Pensioenfonds zorgt voor de afdracht naar het Bedrijfstakpensioenfonds Textielindustrie. Per saldo is de ontvangen premie 6,2% (9,2% - 3%) van de grondslag. Pensioensparen Werknemers van werkmaatschappijen vallend onder de CAO voor de Textielindustrie hebben de mogelijkheid, naast de vaste 2,7% van het jaarinkomen, ook uit andere bruto loonbestanddelen voor extra (vroeg)pensioen te sparen. Saldo overdrachten van rechten (20) De post saldo overdrachten van rechten bevat het saldo van bedragen uit hoofde van overgenomen en overgedragen pensioenverplichtingen. 2005 2004 Overgenomen pensioenverplichtingen 1.431 1.093 Overgedragen pensioenverplichtingen -1.377 -788 Totaal 54 305 Voor 38 (nieuwe) deelnemers is inkomende waardeoverdracht gerealiseerd. Daarnaast betreft dit de verlofspaarsaldi die overgeboekt zijn naar pensioensparen. De overgedragen pensioenverplichtingen (ouderdoms-, vroegpensioenaanspraken en pensioenspaarsaldi) betreffen de individuele waardeoverdrachten van 24 gewezen deelnemers en de omzetting van pensioenspaarsaldo in (vroeg)pensioenrechten in geval van uitdiensttreding. Pensioenuitkeringen (21) 2005 2004 Ouderdomspensioen 8.259 8.037 Partnerpensioen 2.596 2.478 Wezenpensioen 26 21 Anw-hiaatpensioen 25 18 Vroegpensioen 1.148 1.121 Afkopen/ premierestitutie 16 22 Uitkering pensioenspaarsaldo aan erven van overleden deelnemers - 8 Totaal 12.070 11.705 De pensioenuitkeringen zijn per 1 januari 2005 verhoogd met een indexatie van 0,82%. Het aantal vroeggepensioneerden is toegenomen van 94 eind 2004 tot 107 eind 2005.
35
Mutatie technische voorzieningen (22) Mutatie voorziening pensioenverplichtingen Mutatie voorziening vroegpensioenverplichtingen Mutatie voorziening Anw-hiaatpensioen Mutatie pensioenspaarkapitaal Waardeverandering door verandering naar marktrente Wijziging naar ontslagaanspraken Totaal Herverzekeringen (23) Uitkeringen herverzekering Premie herverzekering Totaal
2005 4.253 1.839 134 439 9.495 - 16.160
2004 4.773 2.009 -395 811 -5.942 1.256
2005 104 -94 10
2004 133 -78 55
Een specificatie van de uitkeringen herverzekeringen luidt als volgt: 2005 2004 Ouderdomspensioen 38 50 Partnerpensioen 3 16 Wezenpensioen 5 2 Premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid 58 65 Totaal 104 133 De premie herverzekering betreft in 2005 een bij Algemene Levensherverzekering Maatschappij nv afgesloten overlijdensrisicoherverzekering. Pensioenuitvoeringskosten (24) Dit betreft de kosten met betrekking tot de uitvoering van de pensioenregeling, zijnde de totale kosten van de organisatie, verminderd met doorberekende kosten van beleggingsactiviteiten. 2005 2004 Personeelskosten 304 304 Externe kosten vermogensbeheer 599 473 Huisvestingskosten 30 42 Automatiseringskosten 165 185 Advieskosten 109 172 Overige kosten 65 67 Totaal kosten 1.272 1.243 Kosten doorberekend -50 -42 Kosten pensioenfonds 1.222 1.201 Kosten vermogensbeheer -633 -502 Kosten uitvoering pensioenregeling 589 699 Algemeen De bestuurders van TenCate Pensioenfonds zijn grotendeels in dienst van de werkgever (sponsor) en ontvangen geen separate beloning, met uitzondering van één lid van het dagelijks bestuur. Personeelskosten De kosten voor personeel en beleidszaken betreffen naast de kosten van het administratieve personeel, de doorberekende kosten van één bestuurslid.
36
Pensioenfonds Jaarverslag 2005
Huisvestingskosten De huisvestingskosten betreffen de huur en servicekosten van de kantoor- en archiefruimte aan de Brugstraat 2 te Almelo en telefoonkosten. Automatiseringskosten Dit betreft voornamelijk de kosten die verband houden met de uitvoering en het onderhoud van de verschillende administratiesystemen. Advieskosten De advieskosten betreffen de kosten gemaakt door de externe actuaris en accountant. De kosten gemaakt door de externe actuaris voor jaarwerkzaamheden en (actuariële) adviezen zijn fors gedaald, omdat in 2005 sprake was van minder additionele opdrachten en omdat de waardeoverdrachtberekeningen nu grotendeels intern worden gedaan. Overige kosten De overige kosten betreffen onder andere de kosten voor verzekeringen, contributies voor DNB en Opf, opleidingen en drukwerk. Kosten doorberekend Dit betreft kosten ter dekking van de pensioenspaarregeling, zijnde 1% van het pensioenspaarkapitaal en de doorbelaste kosten in verband met de administratie van het sociaal voorzieningsfonds. Overige baten en lasten (25) Overige baten en lasten Totaal
2005 23 23
2004 15 15
37
Toelichting op de actuariële en bedrijfstechnische analyse (bedragen x € 1.000,-)
Resultaat op rente en inflatie De beleggingsresultaten waren in het afgelopen jaar ruim voldoende om de benodigde rentetoevoeging aan de VPV en de indexatie op te vangen. Indexering van uitgestelde en ingegane pensioenen De uitgestelde en ingegane pensioenen zijn per 1 januari 2006 met 1,45% verhoogd. Deze verhoging vergde een toevoeging aan de voorziening van € 2.289. Daarnaast zijn de pensioenspaarkapitalen per 1 januari 2006 met 4,0% aangepast hetgeen tot een toevoeging aan de VPV leidde van € 190. Beide verhogingen leidden in totaal tot een toevoeging aan de VPV van € 2.479.
Resultaat op pensioenopbouw De lasten van de pensioenopbouw over 2005 werden gedekt door de ontvangen werkgevers- en werknemerspremies (winst van € 1.574). Netto premie, exclusief premies voor herverzekering en voor kosten Bruto premie Uitkering van herverzekeraar Premie aan verzekeraar Opslag van 2% van de bruto premie ter dekking van de kosten verbonden aan de administratie en het beheer van het TenCate Pensioenfonds Netto premie
€ 8.860 € 58 € -94 € -177 € 8.647
Pensioenopbouw De kosten verbonden aan de aangroei van de pensioenaanspraken in het boekjaar als gevolg van het toenemen van de doorgebrachte deelnemerstijd bedroegen € 7.130. Salarisstijgingen in boekjaar De berekening van de VPV ultimo 2004 was gebaseerd op de per 1 januari 2004 van toepassing zijnde pensioengrondslagen die vervolgens met de gemiddelde (geschatte) salarisstijging tot 1 januari 2005 van 4,7% waren verhoogd. Deze verhoging leidde tot een toename van de VPV met € 3.080. In de berekening van de VPV ultimo 2005 zijn de werkelijke pensioengrondslagverhogingen over 2004 meegenomen. In werkelijkheid leidden de verhogingen tot een toename van de VPV met € 2.371. Per saldo leidde de correctie van de pensioengrondslagstijgingen over 2004 tot een afname van de VPV van € 709 (€ 3.080 -/- € 2.371). Ultimo 2005 zijn de berekeningen vervolgens weer gebaseerd op de pensioengrondslagen per 1 januari 2005 en een geschatte gemiddelde salarisstijging over de periode tot 1 januari 2006 van 1%, hetgeen overeenkomt met een toename van de VPV van € 641. Het verschil tussen de in 2005 in de voorziening opgenomen schatting en de werkelijke pensioengrondslagstijgingen in 2005 komen in het boekjaar 2006 tot uitdrukking. De opgebouwde aanspraken uit de toeslagregeling van de actieve deelnemers en de pensioensalarissen van de arbeidsongeschikte deelnemers zijn per 1 januari 2006 met 1,45% verhoogd. Dit leidde tot een verhoging van de VPV met € 59. Deze pensioengrondslagstijgingen en indexaties hebben per saldo geresulteerd in een afname van de voorziening van € 9 (-/- € 709 + € 641 + € 59).
38
Pensioenfonds Jaarverslag 2005
Resultaat op kosten Kostenopslag in bruto premie Verondersteld wordt dat de kosten verbonden aan de administratie en het beheer van TenCate Pensioenfonds bestreden kunnen worden uit een opslag ter grootte van 2% van de bruto premie. Deze opslag bedroeg het afgelopen boekjaar € 177. Vrijval uit VPV ten gevolge van uitkeringen Daarnaast wordt verondersteld dat de kosten verbonden aan het uitbetalen van de pensioenen bestreden kunnen worden uit een opslag van 2% op de uitkeringen. Het afgelopen boekjaar viel een bedrag van € 238 vrij ter dekking van deze kosten. De beschikbare marges van in totaal € 415 waren wederom niet voldoende om de werkelijke kosten van € 589 te dekken, waardoor een verlies op kosten van € 174 ontstond.
Resultaat op sterfte, arbeidsongeschiktheid en mutaties Resultaat op sterfte Het sterfteresultaat wordt bepaald door over- of ondersterfte onder de deelnemers. In het boekjaar was sprake van oversterfte en een positief resultaat op sterfte. Resultaat op mutaties De mutaties leidden per saldo tot een toename van de VPV van € 336. De belangrijkste oorzaken die tot deze toename hebben geleid worden hieronder beschreven. Uitkeringen De winsten en verliezen tussen de verwachte vrijval uit de VPV door uitkeringen en de werkelijke uitkeringen komen in de post mutaties tot uitdrukking. Vroegpensioen Bij ingang vroegpensioen worden de rechten uit de garantieregeling in de VPV opgenomen. Tegenover deze lasten staan geen baten geboekt. Correcties Per 1 januari 2005 heeft een aantal correcties plaatsgevonden op de pensioenaanspraken. Verlaging rekenrente Het APP-beleid staat een rekenrente van maximaal 4% toe. Tot en met het boekjaar 2004 bevond de marktrente zich overwegend boven de 4%. In 2005 is de marktrente onder de 4% gedaald. Dientengevolge is de VPV ultimo 2005 op basis van het APP-beleid niet gebaseerd op een rekenrente van 4%, maar op de op 31 december 2005 van toepassing zijnde rentetermijnstructuur (gemiddeld 3,7%). De verlaging van de rekenrente leidde tot een toename van de VPV van € 9.495. Saldo toename (+) of afname (-) algemene reserve Het positieve saldo van € 11.685 komt overeen met een toename van de algemene reserve van € 32.224 ultimo 2004 naar € 43.910 ultimo 2005.
39
Voorstel resultaatverdeling Het bestuur van TenCate Pensioenfonds heeft geen statutaire verplichting inzake winstbestemming. Voorgesteld wordt het resultaat over 2005 van € 11.685 ten gunste te brengen van de algemene reserve.
Overeenkomst met de onderneming TenCate Pensioenfonds heeft een overeenkomst afgesloten met Koninklijke Ten Cate nv en Ten Cate Nederland bv (onderneming). Deze overeenkomst geldt ook voor de door de onderneming aangewezen groepsmaatschappijen en deelnemingen. Het doel van deze overeenkomst is het vastleggen van de regeling omtrent de betaling van de bijdragen door de onderneming, de verplichtingen van TenCate Pensioenfonds met betrekking tot de pensioenregeling(en) en welke bijdragen de onderneming aan TenCate Pensioenfonds zal voldoen. Ter nakoming van de financiële verplichtingen, die voortvloeien uit de opbouw van de pensioenaanspraken van de deelnemers, is de onderneming een bijdrage aan TenCate Pensioenfonds verschuldigd. De hoogte van de bijdrage wordt vastgesteld aan de hand van de bepalingen in de Actuariële en Bedrijfstechnische Nota. De onderneming heeft geen andere contractuele verplichting inzake bijdragen aan TenCate Pensioenfonds.
40
Pensioenfonds Jaarverslag 2005
Actuariële verklaring Opdracht Ingevolge de mij door het bestuur van Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate toevertrouwde opdracht tot certificering is de financiële positie per 31 december 2005 van de stichting door mij beoordeeld en zijn de overige taken voor de certificerend actuaris voortvloeiend uit de wet door mij vervuld. Gegevens De gegevens waarop mijn onderzoek is gebaseerd, zijn verstrekt door de administrateur van de stichting. De administratieve basisgegevens die aan de vaststelling van de verzekeringstechnische voorzieningen ten grondslag liggen, waaronder begrepen de opgebouwde pensioenrechten, zijn door de accountant van de stichting in het kader van diens controle van de jaarrekening gecontroleerd. Overeenkomstig de richtlijn “Samenwerking tussen accountants en actuaris ter zake van de controle van verantwoordingen van verzekeringsinstellingen” heeft de accountant mij geïnformeerd over de betrouwbaarheid en de volledigheid van de noodzakelijke basisgegevens en de overige uitgangspunten die naar mijn oordeelsvorming van belang zijn. Voor de toetsing van de fondsmiddelen en de beoordeling van de financiële positie heb ik mij gebaseerd op de financiële gegevens uit de jaarrekening, waarbij een goedkeurende accountantsverklaring is verstrekt. Werkzaamheden Bij de beoordeling van de financiële positie zijn conform artikel 10b van de Pensioen- en spaarfondsenwet expliciet de aangehouden voorziening pensioenverplichtingen gecontroleerd. Voorts zijn de uitgangspunten, grondslagen en methoden die zijn toegepast bij de vaststelling van de voorziening pensioenverplichtingen, respectievelijk bij de voorbereiding van de uitgevoerde toetsen van de toereikendheid van de fondsmiddelen, beoordeeld. De berekeningen voor de vaststelling van de voorziening pensioenverplichtingen en die voor de uitgevoerde toetsen zijn zowel globaal als steekproefsgewijs door mij beoordeeld. Deze controles zijn zodanig gepland en uitgevoerd, dat met een redelijke mate van zekerheid kan worden gesteld dat de betreffende berekeningsresultaten geen onjuistheden van materieel belang bevatten. Daarnaast heb ik de financiële opzet van de stichting beoordeeld. De mate van zekerheid waarmee de stichting de tot balansdatum opgebouwde pensioenverplichtingen zal kunnen nakomen, is door mij geëvalueerd. Naar mijn mening vormen de beschreven controles en toetsen een deugdelijke grondslag voor het hierna te geven oordeel. Oordeel De informatie die door de accountant is verstrekt bij de administratieve basisgegevens, is zodanig dat die gegevens door mij als uitgangspunt van de daarop voortbouwende en door mij beoordeelde berekeningen zijn aanvaard. Voorzieningen Hiermede verklaar ik mij te kunnen verenigen met de in het jaarverslag vermelde methoden en grondslagen voor de berekening van de voorziening pensioenverplichtingen. Deze voorzieningen zijn getoetst uitgaande van door mij realistisch geachte grondslagen. Naar mijn oordeel is de hoogte van de in de jaarrekening genoemde voorziening pensioenverplichtingen, als geheel bezien, per balansdatum afdoende. Toetsing van de fondsmiddelen aan criteria van DNB De toets conform de richtlijnen van DNB wijst uit dat de op balansdatum aanwezige middelen van de stichting ten minste gelijk zijn aan de voor de ondergrens gestelde norm. Gemeten naar deze maatstaf is ten aanzien van de verplichtingen, aangegaan tot balansdatum, dus sprake van dekking. De totale reserves bij de stichting zijn per balansdatum lager dan de daartoe door DNB gestelde norm. Er is daarom sprake van een reservetekort conform de definitie van DNB. De reserves bevinden zich per de balansdatum op het niveau met DNB in het plan tot opheffen van reservetekort voor die datum overeengekomen. Jaarlijkse affinanciering van tijdsevenredige aanspraken Aan artikel 9a, lid 1 van de Pensioen- en spaarfondsenwet is naar mijn oordeel voldaan. Financiële positie van de stichting De financiele positie van Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate is naar mijn mening onvoldoende. Daarbij is in aanmerking genomen het aan verzekerden gespecificeerde algemeen beleid inzake indexatie. Amsterdam, 8 juni 2006 Drs. M.C.M. Slabbers AAG, Verbonden aan Towers Perrin
41
Accountantsverklaring Opdracht Wij hebben de in dit verslag op pagina 23 tot en met pagina 50 opgenomen jaarrekening 2005 van Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate te Almelo gecontroleerd. De jaarrekening is opgesteld onder verantwoordelijkheid van het bestuur van het pensioenfonds. Het is onze verantwoordelijkheid een accountantsverklaring inzake de jaarrekening te verstrekken.
Werkzaamheden Onze controle is verricht overeenkomstig in Nederland algemeen aanvaarde richtlijnen met betrekking tot controleopdrachten. Volgens deze richtlijnen dient onze controle zodanig te worden gepland en uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen onjuistheden van materieel belang bevat. Een controle omvat onder meer onderzoek door middel van deelwaarnemingen van informatie ter onderbouwing van de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. Tevens omvat een controle een beoordeling van de grondslagen voor financiële verslaggeving die bij het opmaken van de jaarrekening zijn toegepast en van belangrijke schattingen die het bestuur van de stichting daarbij heeft gemaakt, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat onze controle een deugdelijke grondslag vormt voor ons oordeel.
Oordeel Wij zijn van oordeel dat de jaarrekening een getrouw beeld geeft van de grootte en de samenstelling van het vermogen op 31 december 2005 en van het resultaat over 2005 in overeenstemming met in Nederland algemeen aanvaarde grondslagen voor financiële verslaggeving en voldoet aan de wettelijke bepalingen inzake de jaarrekening zoals opgenomen in Titel 9 Boek 2 BW2. Tevens zijn wij nagegaan dat het jaarverslag voorzover wij dat kunnen beoordelen verenigbaar is met de jaarrekening. Utrecht, 8 juni 2006 H.P. van der Horst RA , KPMG Accountants N.V.
42
Pensioenfonds Jaarverslag 2005
Begrippenlijst Pensioenen Asset Liability Management (ALM) Het integraal beheer van beleggingen en verplichtingen met als doel de beleggingen optimaal op de verplichtingen af te stemmen. Actuariële en Bedrijfstechnische Nota (ABTN) Een strategisch document waarin het bestuur het uitvoeringsbeleid en de beheersstructuur van het pensioenfonds vastlegt. In deze nota worden onder andere het premie-, beleggings-, indexatie en herverzekeringsbeleid vastgelegd. Actuariële grondslagen Dit zijn de veronderstellingen die het pensioenfonds gebruikt bij de vaststelling van de pensioenverplichtingen en de pensioenpremie. Deze veronderstellingen hebben onder meer betrekking op de gehanteerde rekenrente, de kansstelsels en de kostenopslagen. Backservice Pensioenaanspraken (of de waarde daarvan) die zijn verkregen in het boekjaar en betrekking hebben op het verleden. Buffer Positief verschil tussen bezittingen (beleggingen) en schulden (verplichtingen). Volgens het nieuwe FTK moeten buffers worden aangehouden voor diverse risico’s. Comingservice Pensioenaanspraken (of de waarde daarvan) die zijn verkregen in het boekjaar en betrekking hebben op het boekjaar of toekomstige boekjaren. Dekkingsgraad De mate waarin de pensioenverplichtingen zijn gedekt door het pensioenvermogen, ook wel financieringsgraad genoemd. De dekkingsgraad wordt berekend door vermogen te delen door de pensioenverplichtingen. De Nederlandsche Bank (DNB) Toezichthouder op banken, pensioenfondsen en verzekeraars. Financieel Toetsingskader (FTK) Per 1 januari 2007 van kracht wordend risico gebaseerd toezichtkader waarin de verplichtingen op marktwaarde worden gewaardeerd en waarin het fonds op basis van aanwezige risico’s buffervermogen moet aanhouden. Tevens geldt een aantal specifieke uitgangspunten voor de berekening van het vereiste buffervermogen en de premie. Indexatie/ Indexering Aanpassing van de opgebouwde pensioenrechten aan de algemene prijs- of loonontwikkeling. Pensioenvermogen Het saldo van alle bezittingen en overige schulden van het pensioenfonds, dat beschikbaar is om de pensioenverplichtingen na te komen. Ook wel gelijk aan het saldo van pensioenverplichtingen plus vermogen van het fonds. Rekenrente De rente die wordt gebruikt om verwachte toekomstige kasstromen uit premie-ontvangsten, pensioenuitkeringen en kosten contant te maken naar de waarde einde boekjaar
43
Toereikendheidstoets Toets die door de actuaris in het kader van de certificering als gevolg van de PSW ten behoeve van de jaarrekening van een pensioenfonds wordt opgesteld over de toereikendheid van de aangehouden activa om de aangegane pensioenverplichtingen op de langere termijn, dus ook in tijden van tegenspoed, te kunnen nakomen. De actuaris geeft zijn oordeel over de prudentie en berekening van de pensioenvoorzieningen en de financiële positie van het fonds. Voorziening pensioenverplichtingen (VPV) De waarde van de pensioenaanspraken die zijn toegezegd aan de deelnemers, verzekerden met premievrije aanspraken en pensioentrekkenden. Waardeoverdracht Wettelijk recht om opgebouwde pensioenrechten over te dragen aan de pensioenuitvoerder van de nieuwe werkgever, met als doel pensioenbreuk zoveel mogelijk te beperken. Waardevast pensioen Pensioen meegroeiend met de algemene prijsstijgingen. Weerstandsvermogen Het bedrag boven het minimumniveau ter dekking van de pensioenverplichtingen dat nodig wordt geacht om risico’s naar redelijkheid te kunnen opvangen. Welvaartsvast pensioen Pensioen meegroeiend met de algemene salarisontwikkelingen.
Beleggingen Beleggingsmix Verhouding van aandelen, vastrentende waarden, onroerend goed, hedgefondsen en kasgeld in de beleggingsportefeuille. Benchmark Objectieve maatstaf, bijvoorbeeld een beursindex, waarmee door het pensioenfonds behaalde rendementen kunnen worden vergeleken. Credits Obligatieleningen van financiële instellingen en ondernemingen. Derivaten Afgeleide financiële instrumenten, zoals opties, futures, forwards en swaps. Duration Duration is een maatstaf voor de rentegevoeligheid van de marktwaarde van vastrentende waarden voor een wijziging in de rentestand. De duration van vastrentende waarden geeft de gewogen gemiddelde looptijd weer, waarbij weging plaatsvindt op basis van de contante waarde van iedere kasstroom. Exposure Bedrag waarover risico wordt gelopen. De risico’s voor de beleggingen kunnen bijvoorbeeld valuta-, rente- en koersfluctuaties zijn. Voor de pensioenverplichtingen kan gedacht worden aan pensioen-, salarisaanpassingen en sterfterisico. Forward Een niet-beursgenoteerd termijncontract waarbij wordt afgerekend als het contract afloopt. Forwards worden gebruikt voor het tactische beleggingsbeleid. Tactisch beleggingsbeleid is slechts zeer beperkt mogelijk binnen de grenzen van het strategische beleggingsbeleid.
44
Pensioenfonds Jaarverslag 2005
Future Een beursgenoteerd termijncontract waarbij dagelijks wordt afgerekend en waarmee snel posities kunnen worden gewijzigd. Futures worden eveneens gebruikt voor het tactische beleggingsbeleid. Hedgen Afdekken van (beleggings)risico door middel van derivaten. Hedgefonds Een beleggingsfonds dat simultaan long- en shortposities inneemt in effecten. Hierbij kan gebruik worden gemaakt van verschillende financiële instrumenten en leningen. Rendement Het rendement is de som van de diverse beleggingsopbrengsten, zoals rente en dividend, en de vermeerdering of vermindering van de marktwaarde van de bezittingen, uitgedrukt in een percentage van de balanswaarde van de beleggingen. De rendementen genoemd in dit verslag werden berekend door The WM Company. Swap Overeenkomst waarbij de verplichting wordt aangegaan tot het uitwisselen van valutastromen, rentestromen of risico met een andere partij. Door middel van renteswaps kan het pensioenfonds de rentegevoeligheid van de portefeuille beïnvloeden. Valutatermijncontract Valutatermijncontract is een met individuele banken afgesloten contract waarbij de verplichting wordt aangegaan tot het verkopen van een valuta en de aankoop van een andere valuta, tegen een vooraf vastgestelde prijs en op een vooraf vastgestelde datum. Vastrentende waarden Beleggingen met een vaste opbrengst, zoals obligaties, pandbrieven, spaarbrieven en hypothecaire leningen.
45
46
Pensioenfonds Jaarverslag 2005
47
Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate Brugstraat 2 7607 XG Almelo Postbus 126 7607 AC Almelo Tel 0546 455 753 Fax 0546 455 879
[email protected]